pages romaines.fm Page I Thursday, January 9, 2014 1:17 PM
Energiecode voor het Brussels Gewest
pages romaines.fm Page II Thursday, January 9, 2014 1:17 PM
pages romaines.fm Page III Thursday, January 9, 2014 1:17 PM
LARCIER THEMA WETBOEK Energiecode voor het Brussels Gewest
Alle teksten zijn gecoördineerd tot 1 januari 2014 (publicatiedatum Belgisch Staatsblad)
pages romaines.fm Page IV Thursday, January 9, 2014 1:17 PM
www.larciergroup.com
www.stradalex.com
© Groep Larcier n.v., 2014 – Minimenstraat 39 – 1000 Brussel De redactie en de uitgever van de Larcier thema wetboeken – Energiecode voor het Brussels Gewest besteden degrootste zorg aan de publikatie van de teksten, maar zijn in geen geval gehouden toteen resultaatsverbintenis mochten bepaalde vergissingen aan hun waakzaamheidontsnapt zijn. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enigevorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamenof enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. D2014/0031/117 ISBN 978-2-8044-6886-6
pages romaines.fm Page V Thursday, January 9, 2014 1:17 PM
Inleiding Voor een energiemarkt die voor iedereen toegankelijk is In 2007 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de gas- en de elektriciteitsmarkten vrijgemaakt voor alle klanten. Dat heeft ertoe geleid dat de organisatie van die markten grondig is gewijzigd. Er was sprake van een ware revolutie in de elektriciteits- en gassector: sinds de openstelling voor concurrentie mogen alle afnemers hun leverancier immers vrij kiezen. De vrijmaking van de markt moest gepaard gaan met een hoge mate van bescherming van de consumenten. Dat principe heeft de laatste jaren de ontwikkeling van de Brusselse regelgeving gestuurd, in het bijzonder ten aanzien van kwetsbare consumenten. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft er dan ook voor gezorgd dat ze op sociaal vlak zo beschermend mogelijk is (statuut van beschermde afnemer, geen budgetmeter, garantie op een driejarig contract, afsluitingsverbod tijdens de winterperiode, enzovoort). De Brusselse regelgeving is de laatste tien jaar sterk geëvolueerd om een antwoord te kunnen bieden op de uitdaging om energie voor iedereen toegankelijk te maken, in het bijzonder in een context van prijsstijgingen. Dat was nog het geval toen in 2011 de nieuwe ordonnantie werd aangenomen. Die ordonnantie heeft de beschermingsmaatregelen van de consumenten en de regels die de werking van de markt organiseren, verder versterkt: betere informatieverstrekking via een uniek loket, oprichting van een geschillendienst, automatisch afsluitingsverbod voor de winter, administratieve vereenvoudiging voor de leveranciers, enzovoort. In deze context is het nuttig gebleken om aan al wie dagelijks in de gas- en elektriciteitssector werkt, een Energiecode ter beschikking te stellen waarin de geldende wetgeving bijeen wordt gebracht. Er worden ordonnanties en besluiten in gecompileerd, en er is een gedeelte met nuttige informatie. De actoren van de energiemarkten, en in het bijzonder de sociale actoren, spelen een sleutelrol. Zij staan namelijk in rechtstreeks contact met de consumenten, waaronder ook de meest kwetsbare. Ze informeren en adviseren hen en wijzen hen de weg. Hun taken zijn essentieel om ervoor te zorgen dat alle Brusselaars toegang hebben tot energie. Het is bemoedigend dat deze regels konden worden opgesteld zonder de goede werking van de Brusselse markt in gevaar te brengen. Dat die markt het nog steeds goed doet, bewijzen immers de vele leveranciers en de competitieve offertes. Ik maak dus van de gelegenheid gebruik om iedereen die bijdraagt of heeft bijgedragen aan de goede werking van de Brusselse energiemarkten, in het bijzonder op het vlak van de bescherming van de consumenten, te bedanken. Ik denk daarbij aan de sociale begeleiders, de Féderation des Services Sociaux (FdSS), de OCMW's en hun medewerkers, Leefmilieu Brussel, … Er mogen dan nog grote uitdagingen in het verschiet liggen, onder meer doordat de huidige economische context het risico op een toenemende energiearmoede inhoudt, toch is het alvast positief dat de Brusselse markt zo sterk is en dat ze voor iedereen, ook voor de meest kwetsbaren, open staat. Evelyne Huytebroeck Brussels minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
V
pages romaines.fm Page VI Thursday, January 9, 2014 1:17 PM
PLTHEENBXNL.book Page VII Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Inhoudsopgave ORDONNANTIE VAN 19 JULI 2001 BETREFFENDE ELEKRICITEIT EN HAAR UITVOERINGSBESLUITEN
21 december 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2008-2012 (B.S., 30 januari 2008) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
55
21 december 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia Sys-
...................................
1
tem Operator, beheerder van het gewestelijk transmissienet voor elektriciteit,
A. Administratieve besluiten
voor de periode 2008-2015 (B.S., 29 januari 2008) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
56
3 mei 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. hou13 december 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, de distributienetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2013-2017 (B.S., 2 januari 2013) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 december 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia System Operator, de gewestelijke transportnetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2013-2023 (B.S., 2 januari 2013). 15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2012-2016 (B.S., 24 januari 2012) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
dende vaststelling van de voorwaarden tot aanstelling en van ontslag van de leden van de Reguleringscommissie voor energie van het Brussels Hoofdstedelijk 51
Gewest en hun statuut (B.S., 21 mei 2007)
57
B. Reglementaire besluiten 31 januari 2013. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot 52
aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor de inning en de invordering van bepaalde bedragen (B.S., 15 februari 2013)
60
19 juli 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brus53
selse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere
15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia System Operator, beheerder van het gewestelijk transmissienet voor elektriciteit, voor de periode 2012-2022 (B.S., 24 januari 2012) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdste54
delijk Gewest (B.S., 28 augustus 2012) .
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
62
VII
PLTHEENBXNL.book Page VIII Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
3 mei 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor gas en houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit (B.S., 23 mei 2012). . . . . . . . . . . . . 15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 26 januari 2013) . 18 december 2008. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van gebruikers van elektriciteit en gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 14 januari 2009). . . . . . . . . . . . . . . . . . .
VIII
65
17 april 2008. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 16 mai 2008) . . . . .
73
4 oktober 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 23 oktober 2007) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
80
ORDONNANTIE VAN 1 APRIL 2004 BETREFFENDE GAS EN HAAR UITVOERINGSBESLUITEN ....................................
86
A. Administratieve besluiten 13 december 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, de distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2013-2017 (B.S., 2 januari 2013) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
118
69
15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2012-2016 (B.S., 24 januari 2012) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
119
71
17 december 2009. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2010-2014 (B.S., 9 april 2010) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
120
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page IX Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
21 december 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2008-2012 (B.S., 29 januari 2008) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
121
14 december 2006. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van de beslissing van Sibelga van 22 maart 2004 waarbij de vennootschap Electrabel Customer Solutions aangeduid werd als standaardleverancier, voor gas en elektriciteit, voor de afnemers die in aanmerking zijn gekomen, en houdende goedkeuring van de beslissing van Sibelga van 20 februari 2006 waarbij de vennootschap Electrabel Customer Solutions aangeduid werd als standaardleverancier, voor gas en elektriciteit, voor de afnemers die in aanmerking komen op 1 januari 2007 (B.S., 5 januari 2007). . . . .
122
30 november 2006. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan 2007-2011 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2007-2011 (B.S., 22 november 2006) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
123
13 juli 2006. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het technisch reglement voor het beheer van het gasdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe (B.S., 18 september 2006). . . . . . . . . . . . .
124
B. Reglementaire besluiten 31 januari 2013. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor de inning en de invordering van bepaalde bedragen (B.S., 15 februari 2013) 19 juli 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 28 augustus 2012).
138
140
3 mei 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor gas en houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit (B.S., 23 mei 2012) . . . . . . . . . . . .
143
15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 26 januari 2013) .
147
1 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot uitvoering van artikel 20septiesdecies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 13 december 2011) . . . . . . . . .
149
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
IX
t1tometoc.fm Page X Tuesday, January 14, 2014 8:50 AM
28 april 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 13 mei 2011) . . . .
SAMENWERKINGSAKKOORD 21 september 2006. – Samenwerkingsakkoord betreffende de sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteits- en gasmarkten, ondertekend te Brussel op 21 september 2006 (B.S., 9 januari 2007) . . . . .
161
VREDERECHTER
163
CONTACTEN
164
151
OPENBARE CENTRA VOOR MAATSCHAPPELIJK 165 WELZIJN
4 oktober 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 23 oktober 2007) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
153
6 juli 2006. – B. Br. Hoofdst. Reg. bepalende de datum waarop de huishoudelijke afnemers in aanmerking komen inzake gas (B.S., 21 augustus 2006) . . . . .
159
ORDONNANTIE VAN 21 DECEMBER 2006 21 december 2006. – Ord. Br. Hoofdst. R. houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteits- en gasmarkten, ondertekend te Brussel op 21 september 2006 (B.S., 11 januari 2007) . . . . . . . . . . . . . . . . .
X
160
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 1 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001
ORDONNANTIE VAN 19 JULI 2001 BETREFFENDE ELEKRICITEIT EN HAAR UITVOERINGSBESLUITEN INHOUDSOPGAVE A. Administratieve besluiten . . . . . . B. Reglementaire besluiten . . . . . . .
50 59
19 juli 2001. – Ord. Br. Hoofdst. R. betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 17 november 2001) R 1. – Gecoördineerde versie goedgekeurd op 21 december 2012.
Inhoudsopgave
HFDST. VIIbis. – Schadevergoedingsregeling Blz.
HFDST. I. – ALGEMEEN . . . . . . . . . . . . . .
1
HFDST. II. – BEHEER VAN HET GEWESTELIJK TRANSMISSIENET EN VAN HET DISTRIBUTIENET
5
Afd. I. – Beheer van het gewestelijk transmissienet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afd. II. – Beheer van het distributienet . . . . . Afd. IIbis. – Toegang tot de netten. . . . . . . . . Afd. IIter. – Technische reglementen. . . . . . . Afd. III. – Gemeenschappelijke bepalingen .
5 6 9 10 12
HFDST. III. – IN AANMERKING KOMENDE AFNEMERS EN TOEGANG TOT DE NETTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . .
13
HFDST. IV. – Openbare dienstverplichtingen en opdrachten . . . . . . . . . . . . .
15
Afd. 1. – Verschuldigde schadevergoeding voor een lange onderbreking van de levering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afd. 2. – Verschuldigde schadevergoeding ten gevolge van een administratieve fout of van een laattijdige aansluiting. . . . . . . . Afd. 3. – Schadevergoeding voor de schade die veroorzaakt werd door de onderbreking, de niet-conformiteit of de onregelmatigheid van de levering . . . . . . . . . . . . . . . . . Afd. 4. – Verschuldigde schadevergoeding door de leveranciers en tussenpersonen . . Afd. 5. – Gemeenschappelijke bepalingen .
40
40
41
42 43 44
HFDST. VIII. – DIVERSE MAATREGELEN EN WIJZIGINGSMAATREGELEN
44
BIJLAGE Bij artikel 26. – Waarden van de ter beschikking gestelde vermogens in functie van de nominale stroomsterkte van de schakelaars en smeltveiligheden . . . . . . . . . . . . . . . . .
47
HFDST. IVbis. – Openbare dienstverplichtingenbetreffende de levering van elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19
HFDST. V. – Promotie van groene elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
29
HFDST. VI. – KABELS, DIRECTE LIJNEN EN INSTALLATIES . . . . . . . . . . . . . . . . .
30
ALGEMEEN
HFDST. VIbis. – Reguleringsautoriteit .
31
Art. 1. Deze ordonnantie regelt een aange-
HFDST. VII. – SANCTIES . . . . . . . . . . . . .
38
HOOFDSTUK I
legenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
1
PLTHEENBXNL.book Page 2 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 Zij zet }1[Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG)]1, om in de rechtsorde van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. }2[Zij organiseert eveneens de omzetting van }3[Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG]3 }4[en de }5[...]5 omzetting van Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad]4.]2 }1. – Lid 2 laatst gewijzigd bij art. 3, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }2. – Lid 3 toegevoegd bij art. 29, 2°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }3. – Lid 3 gewijzigd bij art. 3, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – Lid 3 aangevuld bij art. 2 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008 }5. – Lid 3 gewijzigd bij art. 3, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 2. Voor de toepassing van deze ordonnantie dient te worden verstaan onder: 1° wet: de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt; 2° wet van 10 maart 1925: de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening; 3° ordonnantie van 11 juli 1991: de ordonnantie van 11 juli 1991 met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit; 4° producent: alle natuurlijke personen of rechtspersonen die elektriciteit produceren; 5° }1[...]1 6° }2[warmtekrachtkoppeling]2: gecombineerde productie van warmte en elektriciteit, }2[in het kader van eenzelfde proces]2; }3 [6°bis kwalitatieve warmtekrachtkoppeling: warmtekrachtkoppeling die beantwoordt aan de kwaliteitscriteria bepaald overeenkomstig artikel 16;]3 7° groene elektriciteit: elektriciteit voortgebracht door }4[kwaliteitswarmtekrachtkoppelingsinstallaties of]4 de volgende }5[hernieuwbare niet-fossiele]5 energiebronnen: }5[windenergie, zonne-energie, aerothermische energie, geothermische energie, hydrothermische 2
energie, energie uit de oceanen, waterkrachtenergie, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogas, en die een label van garantie van oorsprong ontvangt]5; }6[7°bis biomassa: de biologisch afbreekbare fractie afvalstoffen en residuen van de landbouw (plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch fractie van industrieel en huishoudelijk afval;]6 8° }7 [groenestroomcertificaat: overdraagbare en verhandelbare titel toegekend voor }8[opgewekte groene elektriciteit volgens de voorwaarden bepaald in uitvoering van artikel 28]8;]7 9° net: het geheel van kabels en lijnen, alsook de aansluitingen, injectie-, transformator- en verdeelcabines, dispatching en installaties voor controle op afstand, alsmede alle daarbij horende installaties, die dienen voor het vervoer, het gewestelijk vervoer of de distributie van elektriciteit; 10° transmissienet: het geheel van installaties voor de transmissie tegen een spanning die de 70 kV overschrijdt, liggend op Belgisch grondgebied, zoals bepaald in artikel 2, 7°, van de wet; 11° gewestelijk transmissienet: het net met nominale spanning van 36 kV liggend op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitzondering van de installaties bepaald in artikel 4 en artikel 29, § 2, tweede lid; 12° distributienet: de netten met een spanning lager dan 36 kV, liggend op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsmede de delen van het net van 36 kV die opnieuw werden omschreven krachtens artikel 4 en de installaties bepaald in artikel 29, § 2, lid 2; 13° netbeheerder: de gewestelijke transmissienetbeheerder of de distributienetbeheerder, aangewezen overeenkomstig de bepalingen in Hoofdstuk II; 14° leverancier: elke natuurlijke of rechtspersoon die elektriciteit verkoopt; 15° }9[directe lijn: een elektriciteitslijn die een geïsoleerde productielocatie met een geïsoleerde afnemer verbindt, of een elektriciteitslijn die een elektriciteitsproducent en een elektriciteitsleverancier met elkaar verbindt om hun eigen vestigingen, dochterondernemingen en in aanmerking eindafnemers direct te bevoorraden;]9
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 3 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 16° aansluiting: kabel of bovengrondse lijn geïnstalleerd door de netbeheerder om een verbinding te verzekeren tussen zijn net en een producent of een eindafnemer, met inbegrip van de eindapparatuur bij de producent of de eindafnemer; 17° in aanmerking komend: komt in aanmerking, elke natuurlijke of rechtspersoon die zelf zijn leverancier mag kiezen en daartoe kan aansluiten op het gewestelijk transmissienet of op het distributienet volgens de voorwaarden uiteengezet in artikel 13 en volgende; 18° eindafnemer: een natuurlijke of rechtspersoon die elektriciteit koopt voor eigen gebruik, gevoed door een stroombron gelijk aan of lager dan 70 kV op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 19° hoogspanningsafnemer: een eindafnemer die aangesloten is op een spanning, gelijk aan of hoger dan 1 kV en die op de plaats van levering beschikt over een vermogen gelijk aan of hoger dan 100 kVA; 20° laagspanningsafnemer: een eindafnemer die geen hoogspanningsafnemer is; 21° meter: toestel bij de eindafnemer geïnstalleerd met de bedoeling de }10[geïnjecteerde of]10 afgenomen energie en, desgevallend, het actieve en reactieve vermogen op te meten gedurende een bepaalde tijdseenheid, met inbegrip van de eventuele uitrusting voor rekeningoverzicht op afstand; 22° }11[technisch reglement: reglement dat de betrekkingen netbeheerder, de toegangshouders tot het net, de beheerders van andere netten organiseert van technische en administratieve voorschriften goede werking van het net, de koppelingen toegankelijkheid ervan mogelijk maken;]11 23° }12[MIG (Message Implementation Guide): het handboek dat de regels, de procedures en het communicatieprotocol beschrijft die gevolgd worden voor de uitwisseling, tussen de distributienetbeheerder en de leveranciers, van technische en commerciële informatie met betrekking tot de toegangspunten;]12 24° Regering: de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 25° }13[...]13 26° }14[Instituut: het Brussels Instituut voor Milieubeheer;]14 }15 [26°bis }16[Brugel: de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;]16]15 }17[26°ter }18[...]18]17
27° de Raad: de raad van afnemers van elektriciteit en gas, opgericht krachtens artikel 33; }19 [28° professionele afnemer: eindafnemer die het bewijs aanvoert dat hij de op zijn verbruikslocatie geleverde elektriciteit }20 20 [...] gebruikt voor beroepsdoeleinden;]19 }21[29° }22[huishoudelijke afnemer: de op het net aangesloten afnemer die elektriciteit aankoopt voor hoofdzakelijk huishoudelijk gebruik en waarvan de factuur wordt opgemaakt op zijn eigen naam;]22]21 }23[30° gezin: hetzij een alleenstaande natuurlijke persoon die huishoudelijke eindafnemer is, hetzij een geheel natuurlijke personen, al dan niet verenigd door familiale banden, die gewoonlijk samenleven in dezelfde woning en waarvan een van de leden een huishoudelijke afnemer is;]23 }24 [31° beschermde afnemer: de op het net aangesloten huishoudelijke eindafnemer die erkend werd als zijnde beschermd;]24 }25[32° gemeenschappelijk gebouw met gemeenschappelijke verwarmingsketel: gebouw uitgerust met een centraal verwarmingssysteem dat meerdere woningen voorziet van verwarming of sanitair warm water;]25 }26 [33° groene leverancier: elke leverancier die titularis is van een groene leveringsvergunning en die }27[100 %]27 elektriciteit verkoopt in de vorm van groene elektriciteit }27[...]27;]26 }28 [33°bis }29[...]29]28 }30 [34° lokale leverancier: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die beschikt over een lokale leveringsvergunning in de zin van artikel 21;]30 }31 [35° koppeling: geheel van uitrustingen om de gewestelijke transmissienetten en het distributienet te verbinden;]31 }32 [36° }33[Privénet: geheel van inrichtingen op een beperkt en goed afgebakend geografisch gebied die dienen voor de bevoorrading van elektriciteit aan een of meer }34 [netgebruikers]34 en die aan de in het technisch reglement vastgestelde voorwaarden beantwoorden;]33]32 }35 [37° }36[netgebruiker: een eindafnemer en/of een producent waarvan de installaties zijn aangesloten op het gewestelijk transmissienet of op het distributienet rechtstreeks of onrechtstreeks via een privénet;]36]35 }37 [38° }38 [ACER: Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators op-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
3
PLTHEENBXNL.book Page 4 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 gericht door de Europese verordening nr. 713/2009;]38]37
}21. – 29° toegevoegd bij art. 30, 6°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004
}39 [39° OCMW: openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bedoeld in het samen w er kin gsa kko or d af ges lo t en o p 21 september 2006 tussen de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.]39
}22. – 29° vervangen bij art. 8 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1. – 5° opgehe ve n bij art. 4, 1°, O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }2. – 6° gewijzigd bij art. 30, 1°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }3. – 6°bis ingevoegd bij art. 30, 2°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }4. – 7° gewijzigd bij art. 2 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }5. – 7° laatst gewijzigd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – 7°bis ingevoegd bij art. 3 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }7 . – 8 ° ve rvangen bij art. 3 0, 4 °, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }8 . – 8 ° g e w ij z ig d bij ar t . 4, 3 °, Or d . Br . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – 15° vervange n bij art. 4 , 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – 21° gewijzigd bij art. 4, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – 22° vervangen bij art. 4 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }12. – 23° vervangen bij art. 4, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}23. – 30° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }24. – 31° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }25. – 32° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }26. – 33° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }27. – 33° gewijzigd bij art. 4, 11°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }28. – 33°bis toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }29. – 33°bis opgeheven bij art. 4, 12°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }30. – 34° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }31. – 35° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }32. – 36° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }33. – 36° vervangen bij art. 3 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008
}13. – 25° opgeheven bij art. 4, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}34. – 36° gewijzigd bij art. 4, 13°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}14. – 26° laatst vervangen bij art. 4, 8°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}35. – 37° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}15 . – 26 bis ingevoe gd bij art. 6 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }16. – 26°bis vervangen bij art. 4, 9°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
} 3 6 . – 3 7 ° o p g e h e v e n b ij ar t . 4 O r d. B r . Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008; opnieuw ingevoegd bij art. 4, 14°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}17. – 26°ter ingevoegd bij art. 6 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}37. – 38° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}18. – 26°ter opgeheven bij art. 4, 10°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }19. – 28° toegevoegd bij art. 30, 5°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004
} 3 8 . – 3 8 ° o p g e h e v e n b ij ar t . 4 O r d. B r . Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008; opnieuw ingevoegd bij art. 4, 15°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}20. – 28° gewijzigd bij art. 7 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}39. – 39° toegevoegd bij art. 9 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
4
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 5 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 HOOFDSTUK II
BEHEER VAN HET GEWESTELIJK TRANSMISSIENET EN VAN HET DISTRIBUTIENET
stallaties die daar deel van uitmaken om redenen van functionaliteit of in het licht van de beste praktijken in de Europese Unie. }1. – Laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 5. § 1. De gewestelijke transmissienetAfdeling I Beheer van het gewestelijk transmissienet
Art. 3. § 1. De regering wijst als gewestelijke transmissienetbeheerder ofwel een vennootschap aan die over het eigendoms- of gebruiksrecht over dit net beschikt en die voldoet aan de vereisten van of bepaald krachtens artikel 9 van de wet, ofwel een intercommunale die over een van deze rechten beschikt, en waarvan de statuten conform zijn met artikel 8 van deze ordonnantie en die voldoet aan de vereisten vervat in artikel 9 van deze ordonnantie. § 2. De gewestelijke transmissienetbeheerder wordt aangewezen voor een periode van twintig jaar. Deze aanwijzing wordt evenwel beëindigd in geval van faillissement of ontbinding van de gewestelijke transmissienetbeheerder, of in geval van intrekking van zijn aanwijzing. § 3. De regering kan, na raadpleging van }1 [Brugel]1 en na de vertegenwoordigers van de gewestelijke transmissienetbeheerder te hebben gehoord, de aanwijzing van deze laatste intrekken, in geval van: 1° een belangrijke wijziging in het aandeelhouderschap van de gewestelijke transmissienetbeheerder waardoor de onafhankelijkheid van het beheer van het gewestelijk transmissienet in het gedrang zou komen; 2° een belangrijke tekortkoming van de gewestelijke transmissienetbeheerder bij het vervullen van de plichten die deze ordonnantie, alsook de andere wetten en reglementen hem opleggen; 3° fusie of splitsing van de gewestelijke transmissienetbeheerder die de onafhankelijkheid van het gewestelijk transmissienetbeheer in gevaar zou kunnen brengen. }1. – § 3, inleidende zin, laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 4. Na overleg met de distributienetbeheerder en met de gewestelijke transmissienetbeheerder, en na advies van }1[Brugel]1, kan de regering overgaan tot de herkwalificatie als distributienet van gedeelten van het gewestelijk transmissienet alsook van de in-
beheerder is verantwoordelijk voor de uitbating, het onderhoud en, in voorkomend geval, de ontwikkeling van het gewestelijk transmissienet, met inbegrip van de koppelingen met andere netten, om de regelmaat en de kwaliteit van de energievoorziening }1[in aanvaardbare economische voorwaarden]1 te verzekeren, met respect voor het milieu}2[, voor energie-efficiëntie]2 en voor het rationeel beheer van het openbaar wegennet. Hiertoe wordt de gewestelijke transmissienetbeheerder met name belast met de volgende taken: 1° }3[de verbetering, de vernieuwing en eventueel de uitbreiding van het net en de koppelingen ervan met het federale transmissienet en het distributienet in het kader van het investeringsplan bedoeld in artikel 12, en dit in zijn geheel, met het oog op het waarborgen van een capaciteit die aan de noden voldoet;]3 2° de installatie en het ter beschikking stellen van de aansluitingen; 3° het onderhoud van het net; 4° }4[het besturen van het net en het beheer van de elektriciteitsstromen met inbegrip van het gebruik van de koppelingen daarvoor. Dit gebruik gebeurt in samenwerking met de transmissienetbeheerder en de distributienetbeheerder;]4 5° het opstellen en bewaren van de plannen van het net; 6° het ter beschikking stellen van de toegangen tot het net; 7° het installeren, het onderhoud en het opnemen van de meters; }5 [8° bij het inschakelen van de productie-eenheden voorrang te geven aan de kwalitatieve warmtekrachtkoppelingen of aan diegenen die gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen of van afvalstoffen;]5 }6 [9° de aankoop van energie om energieverliezen te dekken en in reservecapaciteit in zijn net te voorzien volgens transparante, niet-discriminerende en op de markt gebaseerde procedures, door voorrang te geven aan de groene elektriciteit;]6 }7 [10° bij de planning van de ontwikkeling van het gewestelijk transmissienet, maatrege-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
5
PLTHEENBXNL.book Page 6 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 len op het gebied van energie-efficiëntie en, in overleg met de distributienetbeheerder, de maatregelen van het vraagzijdebeheer of gedistribueerde productie voorzien die de noodzaak van een vergroting of vervanging van elektriciteitscapaciteit kunnen ondervangen;]7 }8 [11° de mededeling aan de gebruikers van het gewestelijk transmissienet van de informatie die zij nodig hebben voor een doeltreffende toegang tot het genoemde net, met inbegrip van het gebruik ervan.]8 § 2. De gewestelijke transmissienetbeheerder is verplicht de beheerders van de netten waarmee hij verbonden is, de inlichtingen te verstrekken die nodig zijn om een veilige en efficiënte uitbating, een gecoördineerde ontwikkeling en de wisselwerking tussen de netten te waarborgen. § 3. De gewestelijke transmissienetbeheerder mag, in geval hij eigenaar is van het net, deze eigendom noch in zijn geheel noch gedeeltelijk overdragen zonder toestemming van de regering. § 4. De gewestelijke transmissienetbeheerder onthoudt zich van elke vorm van discriminatie tussen de netgebruikers of tussen categorieën van netgebruikers, en waarborgt de vertrouwelijkheid van gevoelige persoonlijke en commerciële gegevens waarvan hij kennis heeft tijdens de uitoefening van zijn functie. § 5. De gewestelijke transmissienetbeheerder kan de toegang tot het net slechts weigeren indien hij niet beschikt over de vereiste capaciteit of indien de aanvrager niet voldoet aan de technische voorschriften bepaald in het reglement van het gewestelijk transmissienet bedoeld in }9[artikel 9ter. Zonder afbreuk te doen aan de algemene verplichtingen inzake motivering bedoeld in de wet van 29 juli 1991 betreffende de formele motivering van de administratieve handelingen, wordt de weigeringsbeslissing gemotiveerd, op basis van objectieve, technisch en economisch onderbouwde criteria.]9 § 6. Na advies van }10[Brugel]10 kan de regering de gewestelijke transmissienetbeheerder openbare-dienstverplichtingen opleggen met betrekking tot de regelmaat en de kwaliteit van de levering van elektriciteit. § 7. Na advies }11[Brugel]11 kan de regering bepalen welke inlichtingen of plannen jaarlijks door de gewestelijke transmissiebeheerder }12[aan }11[Brugel]11]12 dienen te worden bezorgd, om in alle omstandigheden 6
de continuïteit van de functie van de gewestelijke transmissienetbeheerder te waarborgen. }1. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 5, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }2. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 5, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 1, lid 2, 1°, vervangen bij art. 12 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }4. – § 1, lid 2, 4°, vervangen bij art. 13 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }5. – § 1, lid 2, 8°, ingevoegd bij art. 5, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 1, lid 2, 9°, ingevoegd bij art. 5, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 1, lid 2, 10°, ingevoegd bij art. 5, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – § 1, lid 2, 11°, ingevoegd bij art. 5, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 5 gewijzigd bij art. 6 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – § 6 laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – § 7 laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – § 7 gewijzigd bij art. 15 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
Afdeling II Beheer van het distributienet
Art. 6. § 1. De regering wijst de intercommunale die over het eigendoms- of gebruiksrecht van de zich op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevindende distributienetten beschikt aan als distributienetbeheerder. Vanaf de datum van het besluit tot aanwijzing beschikt de intercommunale over een termijn van een jaar om haar statuten en bijlagen ervan in overeenstemming te brengen met deze ordonnantie. § 2. De aanwijzing van de distributienetbeheerder gebeurt voor een termijn van twintig jaar. § 3. In geval van ontbinding van de als distributienetbeheerder aangewezen intercommunale, intrekking van de aanwijzing, alsook bij het verstrijken van de in de vorige paragraaf vermelde termijn, wijst de regering de distributienetbeheerder aan na gunstig advies van de meerderheid van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 4. Na advies van }1[Brugel]1 kan de regering, in geval de distributienetbeheerder
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 7 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 blijk geeft van zware nalatigheid met betrekking tot de verplichtingen die hem door deze ordonnantie worden opgelegd: 1° de distributienetbeheerder aanmanen om zijn verplichtingen na te komen; 2° voor een vastgestelde duur, een speciaal commissaris bij de organen van de distributienetbeheerder aanwijzen, die belast wordt met het toezicht op het naleven van deze verplichtingen en met het uitbrengen van verslag hierover bij de regering; de speciaal commissaris mag te dien einde de vergaderingen van de organen bijwonen, er het woord voeren en ter plaatse alle documenten inzien. Indien, de distributienetbeheerder zich, na de aanstelling van een speciaal commissaris, niet schikt naar zijn verplichtingen kan de regering, na verslag van deze commissaris en na de vertegenwoordigers van de distributienetbeheerder te hebben gehoord, zijn aanwijzing als beheerder intrekken. In dit geval stelt zij een speciaal commissaris aan, belast met het beheer in naam van de regering, van de activiteiten waarmee de distributienetbeheerder wordt belast uit hoofde van deze ordonnantie, tot een nieuwe netbeheerder wordt aangesteld overeenkomstig § 3. }1. – § 4, lid 1, inleidende zin, laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 7. § 1. De distributienetbeheerder is verantwoordelijk voor de uitbating, het onderhoud en de ontwikkeling van het distributienet, met inbegrip van de aansluitingen op andere netten, met de bedoeling de regelmaat en de kwaliteit van de energievoorziening te verzekeren }1 [in aanvaardbare economische voorwaarden] 1, met inachtname van het respect voor het milieu }2[, voor energie-efficiëntie]2 en een rationeel beheer van het openbaar wegennet. Hiertoe wordt de distributienetbeheerder met name belast met de volgende taken: 1° }3[de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net en de koppelingen ervan met het federale transmissienet en het distributienet in het kader van het investeringsplan bedoeld in artikel 12, met de bedoeling een voldoende capaciteit te waarborgen om aan de behoeften te voldoen en om de toelevering aan alle afnemers te waarborgen;]3 2° de installatie en het ter beschikking stellen van de aansluitingen; 3° het onderhoud van het net;
4° het bestuur van het net en het beheer van de elektriciteitsstromen }4[met inbegrip van het waarborgen van de goede werking en het gebruik met dat doel van de koppelingen. Dit gebruik gebeurt in samenwerking met de beheerder van het transmissienet en de beheerder van het gewestelijk transmissienet]4; 5° het opstellen en bewaren van de plannen van het net; 6° het beheer van de toegang }5[tot zijn]5 net; 7° }6[het installeren, het onderhoud van de meters en het opnemen van de meterstanden en de behandeling van meetgegevens;]6 }7 [8° de aankoop van energie om energieverliezen te dekken volgens transparante, niet-discriminerende en op de markt gebaseerde procedures, door voorrang te geven aan de groene elektriciteit;]7 }8 [9° bij de planning van de ontwikkeling van het distributienet, maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie, vraagzijdebeheer of gedistribueerde productie voorzien die de noodzaak van een vergroting of vervanging van elektriciteitscapaciteit kunnen ondervangen;]8 }9 [10° streven naar het bevorderen van energie-efficiëntie. In deze context bestudeert hij met name de technologieën die noodzakelijk zijn voor de transformatie van de netten naar slimme netten alsook de faciliteiten die noodzakelijk zijn voor de invoering van slimme meetsystemen. De regering regelt de procedure voor de economische evaluatie op lange termijn als bedoeld in Richtlijn 2009/72/EG, en keurt het investeringsplan van de distributienetbeheerder bedoeld in artikel 12 goed op grond van de verenigbaarheid ervan met de conclusies van deze evaluatie, met name inzake de termijnen en regels voor de eventuele implementatie van intelligente meetsystemen;]9 }10[11° de mededeling aan de gebruikers van het distributienet van de informatie die zij nodig hebben voor een doeltreffende toegang tot het genoemde net, met inbegrip van het gebruik ervan.]10 § 2. De distributienetbeheerder zal zich onthouden van elke vorm van discriminatie tussen de netgebruikers of tussen categorieën van netgebruikers, en waarborgt de vertrouwelijkheid van gevoelige persoonlijke en commerciële gegevens waarvan hij kennis heeft tijdens de uitoefening van zijn functie.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
7
PLTHEENBXNL.book Page 8 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 § 3. De distributienetbeheerder kan de toegang tot het net slechts weigeren indien hij niet beschikt over de vereiste capaciteit of indien de aanvrager niet voldoet aan de technische voorschriften bepaald in het netreglement bepaald in }11 [artikel 9ter. De weigeringsbeslissing wordt gemotiveerd, op basis van objectieve, technisch en economisch onderbouwde criteria.]11 § 4. Na advies van }12[Brugel]12 kan de regering de distributienetbeheerder openbare-dienstverplichtingen opleggen met betrekking tot de regelmaat en de kwaliteit van de levering van elektriciteit. § 5. }13[Met het oog op de uitvoering van zijn opdrachten, heeft de distributienetbeheerder recht op toegang tot alle installaties waarop hij een eigendomsrecht of gebruiksrecht heeft en die zich op de site van een derde bevinden. Wanneer de toegang tot de voormelde installaties betrekking heeft op een woonplaats, wordt die toegang naargelang het geval onderworpen aan de instemming van de gebruiker of de eigenaar van de site in kwestie. Wanneer de veiligheid van goederen of personen ernstig in het gedrang komt, kan de distributienetbeheerder zonder voorafgaande toestemming van een administratieve of gerechtelijke instantie beroep doen op de openbare macht om toegang te krijgen tot voornoemde installaties en alle noodzakelijke acties ondernemen, met inbegrip van, indien nodig, het onderbreken van de elektriciteitsvoorziening. De regering kan de omstandigheden voor de uitvoering van die bepaling preciseren, evenals de noodzakelijke actie die de netbeheerder kan ondernemen. De toepassing van deze uitzonderingsmaatregel is onderworpen aan een regelmatige berichtgeving aan Brugel, die een gedetailleerd jaarverslag aan de regering bezorgt over de inzet van de uitzonderingsmaatregelen bedoeld in het kader van deze paragraaf.]13 § 6. Na advies }14[van }15[Brugel]15]14, kan de regering bepalen welke inlichtingen of plannen jaarlijks door de distributienetbeheerder }14[aan }15[Brugel]15]14 dienen te worden bezorgd, om in alle omstandigheden de continuïteit van de functie van de distributienetbeheerder te waarborgen. }1. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 7, 1°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
8
}2. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 7, 1°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 1, lid 2, 1°, vervangen bij art. 17 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }4. – § 1, lid 2, 4°, gewijzigd bij art. 18 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }5. – § 1, lid 2, 6°, gewijzigd bij art. 19 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }6. – § 1, lid 2, 7°, vervangen bij art. 20 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }7. – § 1, lid 2, 8°, ingevoegd bij art. 7, 1°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – § 1, lid 2, 9°, ingevoegd bij art. 7, 1°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 1, lid 2, 10°, ingevoegd bij art. 7, 1°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – § 1, lid 2, 11°, ingevoegd bij art. 7, 1°, c), O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011 }11. – § 3 gewijzigd bij art. 7, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – § 4 laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }13. – § 5 laatst vervangen bij art. 7, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }14. – § 6 gewijzigd bij art. 23 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }15. – § 6 gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 8. § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 20, § 2, mogen de personen die beschikken over een leveringsvergunning voor België, of die rechtstreeks of onrechtstreeks door dergelijke personen worden gecontroleerd of die dergelijke personen rechtstreeks of onrechtstreeks controleren: 1° in de beheersorganen van de distributienetbeheerder niet vertegenwoordigd worden door bestuurders die samen meer dan een derde van het totaal aantal toe te kennen mandaten uitoefenen; 2° in de controle- of beheersorganen, niet beschikken over een vetorecht over beslissingen met betrekking tot de opdrachten van de distributienetbeheerder, en deze beslissingen evenmin kunnen blokkeren. § 2. De gemeenten mogen het aandeel dat zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben in het maatschappelijk kapitaal van de distributienetbeheerder, niet verminderen zonder toelating van de regering. § 3. De privé-aandeelhouders van de distributienetbeheerder mogen hun aandelen
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 9 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 niet overdragen aan niet-aandeelhouders zonder toelating van de regering. }1 [§ 4. De distributienetbeheerder mag geen activiteiten i.v.m. }2[elektriciteitsproductie, noch -levering indien het niet dient om de eigen behoeften te dekken, verliezen te dekken en het vervullen van de openbare dienstopdrachten en openbare dienstverplichtingen bedoeld bij de artikelen 24 en 24bis in bij Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie. Iedere bijkomstige elektriciteitsaankoop voltrekt zich overeenkomstig transparante en non-discriminatoire procedures]2.]1 }1. – § 4 toegevoegd bij art. 24 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 4 laatst gewijzigd bij art. 8 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 9. }1[§ 1. De distributienetbeheerder komt zijn verplichtingen en opdrachten bedoeld in de artikelen 7, 24, 24bis }2[...]2 en in hoofdstuk IVbis na, met inachtneming van de principes die hierna volgen: 1° hij zorgt voor de relaties met de regulatoren en met de overheden, alsook voor het voeren van zijn boekhouding, het beheer van zijn bankrekeningen en zijn financiering, in volledige onafhankelijkheid van de personen bedoeld in artikel 8, § 1; 2° de hem verschuldigde bedragen worden gestort op bankrekeningen geopend op zijn naam; 3° hij beschikt over een informaticasysteem dat, met name wat het beheer ervan betreft, onafhankelijk is van de personen bedoeld in artikel 8, § 1; 4° met het doel te voldoen aan de voorafgaande vereisten, zorgt hij ervoor dat hij, naast andere middelen, over voldoende gekwalificeerd personeel beschikt. § 2. De distributienetbeheerder kan de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten geheel of gedeeltelijk toevertrouwen aan één of meer uitbatingsbedrijven, onder de hierna volgende voorwaarden: 1° de gedelegeerde verplichtingen en opdrachten moeten uitgeoefend worden met naleving van de principes beschreven in § 1; 2° de netwerkbeheerder moet voor voldoende middelen zorgen om een effectieve controle uit te oefenen op de uitoefening van de gedelegeerde verplichtingen en opdrachten; 3° wat de openbaredienstverplichtingen betreft, dienen de nadere regels van de dele-
gatie door de distributienetbeheerder ter goedkeuring aan de regering te worden voorgelegd na advies van }3[Brugel]3; 4° de activiteiten die verband houden met de toegang tot het netwerk, met de metingen evenals met de relaties met de toeganghouders en gebruikers van het distributienet, met inbegrip van het bijhorende informatiesysteem, mogen niet worden toevertrouwd aan personen zoals bedoeld in artikel 8, § 1; 5° onder voorbehoud van de voorwaarden die voorafgaan, stelt de distributienetbeheerder vrij de verplichtingen en opdrachten vast die hij delegeert, alsook de nadere regels voor deze delegatie. § 3. }4[...]4 § 4. De regering kan aanvullende maatregelen treffen inzake de organisatie van diensten en beheersdelegaties, teneinde de onafhankelijkheid van de distributienetbeheerder ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 8, § 1 te waarborgen.]1 }1. – Na wijziging, vervangen bij art. 25 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 9, 1°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011 }3. – § 2, 3°, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 3 opgeheve n bij a rt. 9, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }1
[Afdeling IIbis
Toegang tot de netten]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 26 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1
[Art. 9bis. De gewestelijke transmissienetbeheerder voor elektriciteit verleent toegang tot zijn net aan de afnemers aangesloten op het gewestelijk transmissienet en aan de producenten die één of meerdere productieinstallaties hebben, gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aangesloten zijn op dit net, onder de voorwaarden bepaald door het technisch reglement. Hij erkent aan de toegangshouders tot het distributienet het recht van toegang tot het gewestelijk transmissienet teneinde hun afnemers aangesloten op het distributienet met elektriciteit te bevoorraden. De distributienetbeheerder verleent, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in het technisch reglement, toegang tot zijn net aan
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
9
PLTHEENBXNL.book Page 10 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 de leveranciers die beschikken over een leveringsvergunning voor de distributie van de elektriciteit die bestemd is voor hun afnemers die zijn aangesloten op het distributienet, aan de producenten die één of meerdere productie-installaties hebben, gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en aan de gebruikers die, in voorkomend geval, gemachtigd zijn om een aanvraag tot toegang in te dienen en die zijn aangesloten op ditzelfde net.]1 }2[De distributienetbeheerder houdt een toegangsregister bij om de toegang tot zijn net te beheren.]2 }3 [In het toegangsregister zijn, voor elk toegangspunt dat door een uniek identificatienummer aangeduid wordt, alle gegevens opgenomen die vereist zijn voor het beheer van de toegang, en meer bepaald, het statuut actief of inactief van het toegangspunt en, voor de actieve toegangspunten, de identiteit van de leverancier die toegangsgerechtigde is van het betreffende toegangspunt en die van zijn afnemer.]3 }4 [Elke door een leverancier geformuleerde aanvraag tot wijziging van gegevens in het toegangsregister wordt gedaan overeenkomstig de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldende MIG, die in voorkomend geval vereenvoudigde procedures van de lokale leveranciers inhoudt.]4 }5 [De in het toegangsregister opgenomen gegevens gelden, met name voor de facturering aan leveranciers voor het gebruik van het distributienet en de prestaties voor toegang tot het net in kwestie.]5 }1. – Ingevoegd bij art. 26 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2 . – Lid 3 toege voegd bij art. 10 O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3 . – Lid 4 toege voegd bij art. 10 O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4 . – Lid 5 toege voegd bij art. 10 O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5 . – Lid 6 toege voegd bij art. 10 O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }1
[Afdeling IIter
Technische reglementen]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 27 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1[Art. 9ter. }2[Elke netbeheerder werkt een voorstel van technisch reglement uit
10
voor het beheer van zijn eigen net en de toegang hiertoe.]2 }3 [Over deze voorstellen brengt Brugel een advies uit en kan wijzigingen aan de voorstellen van technisch reglement voorstellen. In dit geval deelt zij deze mee aan de betrokken netbeheerder. Vervolgens beschikt de betrokken netbeheerder over een termijn van één maand om aan zijn oorspronkelijk voorstel alle of een deel van de wijzigingen voorgesteld door Brugel door te voeren. Als deze niet allemaal in overweging genomen worden, rechtvaardigt de betrokken netbeheerder zijn standpunt aan Brugel in een advies. Brugel stelt vervolgens een aanvullend advies op. Het geheel van de voornoemde documenten wordt aan de regering overgemaakt die het technisch reglement vaststelt door alle of een deel van de voorstellen aan te nemen.]3 }4[Wijzigingen aan de van kracht zijnde technische reglementen kunnen worden voorgesteld door de regering of elke netbeheerder voor het net waarvoor hij verantwoordelijk is. Brugel brengt een advies uit over elk wijzigingsvoorstel van een technisch reglement en kan aanpassingen in haar advies voorstellen. Het advies van Brugel wordt aan de betrokken netbeheerder meegedeeld, die over een termijn van een maand beschikt om er op te antwoorden. Vervolgens stelt Brugel indien nodig een aanvullend advies op. Het geheel van de voornoemde documenten wordt aan de regering overgemaakt die alle of een deel van de voorstellen van wijzigingen vaststelt.]4 Wanneer }5[Brugel]5 op basis van klachten of op grond van haar eigen waarnemingen, een slechte werking of een weinig efficiënte werking identificeert met betrekking tot de uitvoering van een of ander technisch reglement, }6[kan Brugel wijzigingen aan de van kracht zijnde technische reglementen voorstellen]6. Het voorstel van }5[Brugel]5 wordt dan voor advies voorgelegd aan de netbeheerder en vervolgens, vergezeld van dit advies, binnen de maand na het advies }7[door de betrokken netbeheerder bij de regering neergelegd die alle of een deel van de voorstellen aanneemt]7. }8 [De technische reglementen waarborgen de interoperabiliteit van de netten; ze zijn objectief en niet-discriminerend.]8 De technische reglementen worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ze bepalen met name: 1° de minimale technische vereisten voor de aansluiting op het net, de bepalingen be-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 11 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 treffende de grenzen van het net en de nadere regels van het ter beschikking stellen van plaatsen en infrastructuren door de aanvragers van een aansluiting; 2° de voorwaarden voor toegang tot het net, waaronder de specifieke voorschriften die van toepassing zijn op de in aanmerking komende eindafnemers die aangesloten zijn op eenzelfde privé-net; 3° de respectievelijke verantwoordelijkheden van de netbeheerders en van de gebruikers die aangesloten zijn op deze netten; 4° de operationele regels waaraan de netbeheerders onderworpen zijn in hun technisch beheer van de elektriciteitsstromen en de maatregelen die ze moeten treffen met het doel de problemen op te lossen inzake congestie en technische storingen die de zekerheid en de continuïteit van de bevoorrading in het gedrang kunnen brengen; 5° de prioriteit die moet worden gegeven aan de aansluitingen van de installaties voor productie van groene elektriciteit; 6° de prioriteit die moet worden gegeven aan de ingraving van de elektrische leidingen bij de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net; 7° de ondersteunde diensten die de netbeheerders moeten voorzien; 8° de informatie en de gegevens die door de netgebruikers moeten worden verstrekt aan de netbeheerders; 9° de maatregelen die tot doel hebben elke discriminatie tussen de netgebruikers of categorieën van netgebruikers te voorkomen; 10° de maatregelen die moeten worden genomen om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de persoonlijke en commerciële gegevens waarvan de netbeheerder kennis heeft bij de uitvoering van zijn opdrachten; 11° de gegevens die moeten worden uitgewisseld, met name om de opstelling van het investeringsplan mogelijk te maken; 12° de informatie die door de netbeheerder moet worden verstrekt aan de beheerders van de andere elektriciteitsnetten waarmee dit net is verbonden, om een veilige en efficiënte uitbating, een gecoördineerde ontwikkeling en de wisselwerking tussen de verbonden netten te waarborgen; 13° de regels en de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van installaties van de gebruiker aan de netbeheerders, teneinde de veiligheid van hun net te waarborgen;
14° de operationele regels betreffende de privé-netten bedoeld in artikel 2, 36°, van de ordonnantie; }9[15° de gevallen waarin het opschorten van de toegang, het buiten dienst stellen of het afschaffen van een aansluiting, het opleggen van aanpassingen aan de installaties van de netgebruiker of het afschaffen ervan door de netbeheerder zijn toegestaan, en de bijbehorende modaliteiten.]9 Ze bevatten eveneens: 1° een meetcode die met name de technische en administratieve voorschriften vaststelt om de meting te kunnen organiseren; 2° een samenwerkingscode, die met name de regels voor samenwerking tussen de netbeheerders vaststelt en die onder andere de uitwisseling van meetgegevens, de voorbereiding van de investeringsplannen, de organisatie van de uitbatingprocedures op de koppelingspunten, de manier van factureren van de netbeheerders overeenkomstig }10[de federale bepalingen ter zake]10 bepaalt.]1 }11[De MIG die van toepassing is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgesteld door de distributienetbeheerder na overleg met de leveranciers. De distributienetbeheerder deelt alle wijzigingen aan Brugel mee van de MIG die van toepassing is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brugel brengt haar advies, dat conform is in zijn dwingende bepalingen, uit binnen de twee maanden die volgen op de ontvangst van de wijzigingen. Deze kunnen slechts ten uitvoer worden gebracht vóór het einde van de termijn of vóór de mededeling van het advies, indien deze mededeling voorafgaat. Het gebrek aan advies binnen de termijn staat gelijk met een goedkeuring. De distributienetbeheerder kan slechts afwijken van het advies in zijn niet-dwingende bepalingen mits gegronde motivering, die hij zonder uitstel meedeelt aan Brugel.]11 }12[De technische reglementen en de MIG worden bekend gemaakt op de website van Brugel of met behulp van een link naar een website die ze beschrijft. Ze zijn in elk geval verenigbaar met de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten.]12 }1. – Ingevoegd bij art. 27 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 1 vervangen bij art. 11, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – Lid 2 vervangen bij art. 11, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
11
PLTHEENBXNL.book Page 12 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }4. – Lid 3 ingevoegd bij art. 11, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – Lid 4 gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – Lid 4 gewijzigd bij art. 11, 2°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – Lid 4 gewijzigd bij art. 11, 2°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – Lid 5 ingevoegd bij art. 11, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – Lid 6, 15°, ingevoegd bij art. 11, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – Lid 7, 2°, gewijzigd bij art. 11, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – Lid 8 toegevoegd bij art. 11, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – Lid 9 toegevoegd bij art. 11, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Afdeling III Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 10. }1[De netbeheerders evenals de vennootschappen en hun potentiële onderaannemers waaraan de distributienetbeheerder de dagelijkse uitoefening van zijn activiteiten heeft toevertrouwd en hun personeelsleden mogen aan derden geen vertrouwelijke en commercieel gevoelige informatie openbaar maken waarvan zij kennis hebben gekregen in het kader van de uitoefening van de taken die toevertrouwd zijn aan de netbeheerders, behalve in geval van oproeping als getuige voor een rechtbank en onder voorbehoud van mededelingen aan beheerders van andere netten of aan Brugel, die uitdrukkelijk zijn toestaan uit hoofde van deze ordonnantie of haar uitvoeringsbesluiten.]1 }1. – Na wijziging, vervangen bij art. 12 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 11. }1[...]1 }1. – Na wijziging, opgeheven bij art. 29 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
Art. 12. § 1. }1[De netbeheerders stellen, elk voor wat hen betreft, een investeringsplan op om de veiligheid, de betrouwbaarheid, de regelmaat en de kwaliteit van de bevoorrading op het net waarvan zij respectievelijk het beheer verzekeren, te garanderen met inachtneming van het leefmilieu en de energie-efficiëntie. Brugel kan de procedure voor de indiening en het model voor de voorgestelde investeringsplannen nader bepalen. 12
Het investeringsplan bevat tenminste de volgende gegevens: 1° een gedetailleerde beschrijving van de bestaande infrastructuur, van haar verouderde staat, en van haar gebruiksgraad evenals van de belangrijkste infrastructuren die moeten worden aangelegd of die gemoderniseerd moeten worden gedurende de door het zogenaamde plan gedekte jaren; 2° een schatting van de capaciteitsbehoeften, rekening houdend met de waarschijnlijke evolutie van de productie, van de maatregelen van energie-efficiëntie die door de autoriteiten worden bevorderd en door de netbeheerder worden overwogen, van de levering, van het verbruik, van de scenario's van ontwikkeling van elektrische wagens en van de handel met de twee andere Gewesten en van hun kenmerken; 3° een beschrijving van de ingezette middelen en van de te verwezenlijken investeringen om in de geschatte behoeften te voorzien, met inbegrip van, desgevallend, de versterking of de aanleg van interconnecties om de correcte aansluiting op de netten te waarborgen waarop het net is aangesloten, evenals een lijst van de belangrijke investeringen waartoe reeds besloten werd, een beschrijving van de nieuwe belangrijke investeringen die tijdens de eerstkomende drie jaar verwezenlijkt moeten worden en een kalender voor deze investeringsprojecten; 4° de vaststelling van de nagestreefde kwaliteitsdoelstellingen, in het bijzonder betreffende de duur van de pannes en de kwaliteit van de spanning; 5° het beleid dat op milieugebied wordt gevoerd; 6° de beschrijving van het beleid inzake onderhoud; 7° de lijst van de acties die tijdens het afgelopen jaar dringend zijn uitgevoerd; 8° de staat van de studies, projecten en implementaties van slimme netten en, in voorkomend geval, van slimme meetsystemen; 9° het beleid op het vlak van bevoorrading en noodoproepen, waaronder de prioriteit voor productie-installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen en voor kwalitatieve warmtekrachtkoppeling.]1 § 2. Het plan, opgesteld door de regionale transmissienetbeheerder, heeft betrekking op een periode van }2[tien]2 jaar; het wordt elk jaar aangepast voor de volgende }2[tien]2 jaren, volgens de procedure vastgesteld in
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 13 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 § 1. }3[Brugel kan de betrokken besturen en de daadwerkelijke of potentiële netgebruikers raadplegen over dit plan en publiceert in dat geval het resultaat van de raadpleging. Brugel gaat met name na of de investeringen die voorzien zijn in dit plan alle investeringsbehoeften dekken die tijdens de raadpleging zijn opgetekend en of dit plan overeenkomt met het tienjarige netontwikkelingsplan dat de gehele Europese Unie dekt.]3 Het plan, opgesteld door de distributienetbeheerder, heeft betrekking tot een periode van vijf jaar; het wordt elk jaar aangepast voor de volgende vijf jaren, volgens de procedure vastgesteld in § 1. § 3. }4[De voorstellen van investeringsplan worden op 15 september van het jaar dat voorafgaat aan het eerste jaar waarop het plan betrekking heeft aan }5[Brugel]5 bezorgd. Na advies van }5[Brugel]5, dat }6[eveneens rekening houdt]6 met de relaties tussen de gas- en de elektriciteitsmarkt en tussen de markten van arm en rijk aardgas, worden deze voorstellen ter goedkeuring voorgelegd aan de regering. Bij gebrek aan een beslissing van de regering op 31 december van het in lid 1 bedoelde jaar, of uiterlijk drie en een halve maand na de neerlegging van de voorstellen van investeringsplannen, worden de voorstellen van investeringsplan geacht goedgekeurd te zijn, en zijn de netbeheerders gebonden door de investeringen. }7[Brugel houdt toezicht op en evalueert de uitvoering van deze investeringsplannen.]7 }8[Brugel]8 kan, in het belang van de gebruikers en rekening houdend met de milieucriteria, de netbeheerder het uitdrukkelijke bevel geven om bepaalde vanuit technisch en financieel oogpunt alternatieve of aanvullende investeringen te bestuderen. Deze studies }9[worden]9 uitgevoerd binnen een termijn die rekening houdt met de termijnen voor goedkeuring van de in het bovenstaande lid vermelde investeringsplannen.]4 § 4. }10[Vóór 15 mei van elk jaar dienen de netbeheerders Brugel, elk voor wat hen betreft, een verslag over te maken waarin ze de kwaliteit van hun dienstverlening tijdens het voorgaande kalenderjaar beschrijven. Dit verslag omvat minstens de volgende gegevens: 1° het aantal, de frequentie en de gemiddelde duur van de onderbrekingen van de toegang tot het net;
2° de aard van de defecten en de lijst van de dringende tussenkomsten; 3° de naleving van de kwaliteitscriteria met betrekking tot de vorm van de spanningsgolf, zoals beschreven in norm NBN EN 5016; 4° de termijnen voor de klachtenbehandeling en het beheer van de noodoproepen; 5° de termijnen voor aansluiting en herstelling. De nadere regels betreffende deze verplichting kunnen worden vastgesteld door Brugel die de netbeheerders eveneens de verplichting kan opleggen om haar hun onderhoudsprogramma's te bezorgen.]10 }1. – § 1, na wijziging, vervangen bij art. 13, 1°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011 }2. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 13, 2°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 2, lid 1, aangevuld bij art. 13, 2°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 3 vervangen bij art. 31 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }5. – § 3, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 3, lid 1, gewijzigd bij art. 13, 3°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 3, lid 2, aangevuld bij art. 13, 3°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – § 3, lid 3, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 3, lid 3, gewijzigd bij art. 13, 3°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – § 4, na wijzigingen, vervangen bij art. 13, 4°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011
HOOFDSTUK III
IN AANMERKING KOMENDE AFNEMERS EN TOEGANG TOT DE NETTEN Art. 13. }1[}2[Iedere eindafnemer komt in aanmerking.]2 }3[...]3 }4 4 [...] Een verbruikslocatie kan bevoorraad worden via meerdere leveringspunten. Een locatie die door een openbare weg doorkruist wordt, kan niet beschouwd worden als één verbruikslocatie. De spoorwegnetten van de NMBS en van de MIVB worden elk beschouwd als één verbruikslocatie.]1 }1. – Vervangen bij art. 33 Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
13
PLTHEENBXNL.book Page 14 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }2 . – Lid 1 vervan ge n bij art. 14 Or d. Br . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – Lid 2 o pge he ven bij art. 1 4 O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – Lid 3, na wijziging, opgeheven bij art. 14 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 14. }1[...]1 }1. – Opgeheven bij art. 34 Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004
Art. 15. }1[...]1 }2 [De daartoe behoorlijk gemachtigde plaatselijke leveranciers kunnen, in hun naam en voor hun rekening, het in aanmerking komen uitoefenen van de afnemers aan wie ze leveren voor het door hen verbruikte elektriciteitsvolume.]2
}1. – Lid 1 o pgeh even bij art . 1 5 O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }2. – Lid 2 toegevoegd bij art. 6 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008
Art. 16. }1[Na advies van Brugel stelt de regering de criteria vast waaraan een warmtekrachtkoppeling dient te voldoen om een kwaliteitswarmtekrachtkoppeling te zijn.]1 }1. – Na wijzigingen, vervangen bij art. 16 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 17. }1[Iedere producent die een productie-installatie heeft op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft toegang tot het distributienet en tot het gewestelijk transmissienet, overeenkomstig de technische reglementen.]1 }1. – Vervangen bij art. 17 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 18. }1 [De distributienetbeheerder komt in aanmerking voor de aankoop van elektriciteit bestemd om zijn net- en transformatieverlies te dekken en om zijn openbare dienstverplichtingen en opdrachten bepaald in art ikel 24 en 24bis en in hoofdstuk IVbis, te vervullen.]1 }1. – Vervangen bij art. 35 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
Art. 19. }1 [De netbeheerder publiceert jaarlijks op zijn internetsite en volgens de andere regels die de regering kan bepalen, de tarieven die van kracht zijn voor het net waarvan hij het beheer verzekert, met inbegrip van de tarieven die betrekking hebben op de ondersteunende diensten.]1 }1. – Vervangen bij art. 36 Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004
14
Art. 20. }1[De gemeenten stellen een standaardleverancier aan, belast met het bevoorraden van afnemers, die op de datum dat zij in aanmerking komen, ten laatste op 1 januari 2007, nog geen leverancier aangeduid hebben. Deze aanstelling is aan de goedkeuring van de regering onderworpen die de voorwaarden kan bepalen om de belangen van de gemeenten en van de andere eindafnemers te beschermen en om de daadwerkelijke openstelling van de markt te waarborgen.]1 }1. – Na wijziging, vervangen bij art. 18 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 21. }1[}2[De leveranciers beschikken]2
over een leveringsvergunning }3[...]3 om aan de in aanmerking komende afnemers elektriciteit te leveren voor een verbruikslocatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zij }4[kunnen houder zijn van een groene leveringsvergunning]4 wanneer zij groene leveranciers zijn. }5[De leveranciers dienen te beschikken over een lokale leveringsvergunning }6[...]6 om aan }7[afnemers aangesloten op privénetten of]7 de in aanmerking komende afnemers elektriciteit te leveren binnen een beperkt en goed afgebakend geografisch gebied dat via een gemeenschappelijk aansluiting met een hoofdteller en/of een privénet is aangesloten op het distributienet.]5 }8[De eindafnemers aangesloten op privénetten hebben toegang tot het net en beschikken over de vrije leverancierskeuze.]8 De leveranciers dienen te beschikken over een vereenvoudigde vergunning, }9[...]9, voor de levering van een aan een bovengrens gebonden hoeveelheid elektriciteit wanneer ze hun financiële waarborg wensen te beperken. De criteria voor toekenning van de leveringsvergunningen kunnen meer bepaald betrekking hebben op de betrouwbaarheid en de beroepservaring van de aanvrager, zijn technische en financiële capaciteiten en de kwaliteit van zijn organisatie. De regering stelt de criteria en regels vast voor de toekenning, de hernieuwing, de overdracht en de intrekking van deze verschillende leveringsvergunningen, evenals de nadere regels betreffende deze levering en de rechten en plichten opgelegd aan de leveranciers. }10[De vergunning]10 van een leverancier die de artikelen 8 en 9 van deze ordonnantie of die zijn openbaredienstverplichtingen niet meer naleeft of die niet meer beantwoordt aan de door de regering op grond van het
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 15 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 vijfde lid van dit artikel vastgestelde criteria }11 [kan ingetrokken worden]11, of }12[kan beperkt worden]12 tot de levering aan bepaalde categorieën van }13[afnemers]13.]1 }14 [De regering voorziet in de vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een leveringsvergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese Unie hebben verkregen.]14 }1. – Vervangen bij art. 37 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 1 gewijzigd bij art. 19, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – Lid 1 gewijzigd bij art. 19, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – Lid 2 gewijzigd bij art. 19, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – Lid 3 vervangen bij art. 7 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008 }6. – Lid 3 gewijzigd bij art. 19, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – Lid 3 gewijzigd bij art. 19, 5°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – Lid 3 aangevuld bij art. 19, 5°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – Lid 4 gewijzigd bij art. 19, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – Lid 7 gewijzigd bij art. 19, 6°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – Lid 7 gewijzigd bij art. 19, 6°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – Lid 7 gewijzigd bij art. 19, 6°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }13. – Lid 7 gewijzigd bij art. 19, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }14. – Lid 8 toegevoegd bij art. 19, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 22. }1[De regering kan, in geval van plotse crisis op de energiemarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van bijzondere omstandigheden, die de veiligheid en de integriteit van personen of netten bedreigen, alle tijdelijke maatregelen nemen, zoals een beperking van de toegang tot de netten of iedere andere maatregel om de situatie op te lossen. Die maatregelen moeten de werking van de interne markt zo min mogelijk verstoren en mogen niet verder reiken dan strikt noodzakelijk is om de plotseling gerezen moeilijkheden te verhelpen.]1 }1. – Na wijziging, vervangen bij art. 20 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 23. }1[...]1 }1. – Na wijzigingen, opgeheven bij art. 21 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
HOOFDSTUK IV }1
[OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN OPDRACHTEN]1 }1. Opschrift vervangen bij art. 41 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
Art. 24. }1[§ 1. De distributienetbeheerder en de leveranciers zullen, elkeen wat hen betreft, de openbare dienstverplichtingen hierna bepaald onder de punten 1° tot }2 [2°]2 nakomen: 1° het ter beschikking stellen van een ononderbroken minimumlevering van elektriciteit voor het verbruik van het gezin onder de voorwaarden bepaald onder Hoofdstuk IVbis; 2° de levering van elektriciteit tegen een specifiek sociaal tarief aan personen en volgens de voorwaarden bepaald door de federale wetgeving en in Hoofdstuk IVbis; 3° }3[...]3 § 2. }4[Het Instituut wordt belast met de openbare dienstverplichtingen betreffende het promoten van rationeel elektriciteitsgebruik door het geven van informatie en demonstraties, de terbeschikkingstelling van uitrustingen en diensten en het verstrekken van financiële hulp ten voordele van iedere categorie van eindafnemers en de lokale leveranciers die geheel of gedeeltelijk in de behoeften van hun afnemers voorzien met een elektriciteitsproductie-installatie gelegen binnen een beperkt en goed afgebakend geografisch gebied en/of met het privénet waaraan ze leveren. Het Instituut bezorgt jaarlijks een verslag aan de regering over de uitoefening van de opdrachten waarmee het krachtens deze paragraaf belast is. De regering hecht voor 1 oktober van ieder jaar haar goedkeuring aan het programma van uitvoering voor het volgende jaar van maatregelen inzake rationeel energiegebruik ten voordele van alle categorieën van alle eindafnemers en van lokale leveranciers bedoeld in het vorige lid en de daaraan verbonden begroting. Dit programma van uitvoering bevat onder andere de financiële en technische voorwaarden die het verkrijgen van een financiële hulp toelaat. Het beheer van het verkrijgen en van het betalen van financiële hulp wordt door het Instituut georganiseerd.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
15
PLTHEENBXNL.book Page 16 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 Na advies van Brugel, kan de regering aanpassingen aan het programma van uitvoering en aan de daaraan verbonden begroting in de loop van het jaar goedkeuren. De financiële hulp waarvan sprake in het 1ste lid van deze paragraaf wordt jaarlijks toegekend binnen de grenzen van de begrotingskredieten. De regering kan de modaliteiten van uitvoering van deze paragraaf vaststellen.]4 § 3. }5[...]5]1 }1. – Na wijzigingen, vervangen bij art. 42 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 22, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }3. – § 1, 3°, na wijziging, opgeheven bij art. 22, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }4. – § 2 vervangen bij art. 22, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }5. – § 3, na wijziging, opgeheven bij art. 22, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1)
}1[Art. 24bis. De distributienetbeheer-
der is bovendien belast met de volgende openbare dienstverplichtingen: 1° de overname van de }2[...]2 geproduceerde }2[groene]2 elektriciteit die noch zelf verbruikt, noch aan derden geleverd wordt, binnen de grenzen van zijn behoeften; 2° }3[een exclusieve opdracht inzake de constructie, het onderhoud en de vernieuwing van de installaties van openbare verlichting op het wegennet en in de gemeentelijke openbare ruimten, met inachtneming van de prerogatieven van de gemeenten vastgesteld in artikel 135 van de nieuwe gemeentewet, volgens een driejarig programma, opgesteld in gemeenschappelijk overleg tussen elke gemeente en de distributienetbeheerder of ten gevolge van bijkomende aanvragen voor werken }4[...]4 alsook de elektriciteitsvoorziening voor die installaties]3 }5[door voorrang te geven aan de productie-eenheden die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen of aan de kwalitatieve warmtekrachtkoppelingen bevat deze opdracht doelstellingen van verbetering van de energie-efficiëntie en verminderd verbruik]5. }6 [Aldus bevat het programma van uitvoering van de openbare dienstverplichtingen en -opdrachten bedoeld in artikel 25, § 1, lid 1 voor deze opdracht een specifiek 16
hoofdstuk genaamd «Verbetering van de energieprestatie van openbare verlichting» met onder andere de volgende gegevens: – het energiekadaster van de straatverlichting beheerd door de distributienetbeheerder; – een weergave van de verbruiksevolutie in de komende vijf jaar; – het investeringsprogramma; – een weergave van de mogelijke technologische en beheerskeuzes; – de bevoorradingsbronnen; – een prognose van de verbruiksevolutie voor de komende vijf jaar; – een beschrijving van het aantal en de frequentie van de pannes, gebreken en de interventietermijnen van de distributienetbeheerder en de door de distributienetbeheerder genomen maatregelen om een snel herstel van de installaties te verzekeren.]6 }7[De kosten betreffende openbare verlichtingswerken die niet opgenomen zijn in het driejarig programma en die door een gemeente worden aangevraagd bij de distributienetbeheerder en die door deze laatste aanvaard worden, zijn ten laste van de betrokken gemeente.]7 }8[De kosten betreffende openbare verlichtingswerken die niet opgenomen zijn in het driejarig programma en die door een subsidiërende instantie worden aangevraagd bij de distributienetbeheerder en die door deze laatste aanvaard worden, zijn ten laste van de betrokken subsidiërende instantie;]8 3° }9[de rol van de noodleverancier en]9 de organisatie van een dienst voor de opvolging van de consumenten }10[die aan hem worden overgedragen in het kader van deze rol]10; 4° het verstrekken van inlichtingen aan residentiële afnemers en aan professionele afnemers, aangesloten op de laagspanning, inzake prijzen en voorwaarden van aansluiting en levering; 5° de verspreiding op een toegankelijke informatiedrager via Internet van de inlichtingen betreffende de diverse maatregelen genomen door de distributienetbeheerders inzake het onthaal van huishoudelijke afnemers in het kader van hun opdracht als noodleverancier; 6° de overzending, elk jaar, bij }11[Brugel]11, van een verslag over de kwaliteit van het onthaal geboden aan de gezinnen in het kader van hun opdracht als noodleverancier;
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 17 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 7° de overzending, elk jaar, aan }12[Brugel]12, van een verslag over de lijst van verplichtingen waarmee de distributienetbeheerder garandeert dat elke vorm van discriminerende praktijken wordt uitgesloten. Brugel deelt dit verslag }13[en zijn advies] 13 mede aan de regering en maakt het bekend;]1 }14 [8° bij afname van elektriciteit van het distributienet, het leveren van elektriciteit voor tijdelijke festiviteiten op de weg volgens de technische en financiële voorwaarden bepaald bij of krachtens het technisch reglement van het net.]14 }1. – Ingevoegd bij art. 43 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – 1 ° ge wijzigd bij a rt. 23 , 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – 2° vervangen bij art. 20 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 30 april 2009, B.S., 5 mei 2009 }4. – 2°, al. 1, gewijzigd bij art. 23, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – 2°, al. 1, aangevuld bij art. 23, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – 2°, al. 2, ingevoegd bij art. 23, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – 2°, al. 3, ingevoegd bij art. 23, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – 2°, al. 4, ingevoegd bij art. 23, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – 3° gewijzigd bij art. 23, 4°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – 3° gewijzigd bij art. 23, 4°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – 6 ° ge wijzigd bij a rt. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – 7 ° ge wijzigd bij a rt. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }13. – 7° gewijzigd bij art. 23, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }14. – 8° toegevoegd bij art. 10 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008
}1
[Art. 24ter. }2[...]2]1
}1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Opgeheven bij art. 24 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 25. }1[§ 1. }2[Voor 1 oktober van ieder jaar legt de distributienetbeheerder aan de regering zijn programma voor met betrekking tot de uitvoering van zijn openbare dienstverplichtingen en -opdrachten, voor het volgend jaar en de daaraan verbonden begroting, die door de regering, na advies van Brugel, worden goedgekeurd.
Vóór 31 maart van ieder jaar maakt de distributienetbeheerder een verslag van de uitvoering van alle openbare dienstopdrachten en -verplichtingen over aan de regering die verwezenlijkt werden tijdens het voorbije jaar alsook van de daaraan verbonden rekeningen. De regering keurt dit verslag goed na advies van Brugel. Het verslag en de rekeningen worden na goedkeuring door de regering overgemaakt aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. De regering kan de vorm en de inhoud van het verslag bepalen.]2 § 2. }3[...]3 }4 [Brugel]4 kan bovendien ter plaatse alle boekhoudkundige en andere stukken }5[...]5 inkijken, en bij wijze van steekproef de daadwerkelijke omvang van de gefinancierde werken in verband met de kostprijs en de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen en -opdrachten }5[...]5 onderzoeken. }6 [Het aangewezen personeel]6 die deze raadplegingen en controles uitvoeren }7 [wordt daartoe aangewezen]7 bij }7 [besluit]7. }8[Brugel]8 kan een bedrijfsrevisor toevoegen aan }7 [het aangewezen personeel]7, om de rekeningen met betrekking tot de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen en opdrachten van de distributienetbeheerder te onderzoeken. § 3. De distributienetbeheerder organiseert zijn boekhouding zo dat de kosten en opbrengsten verbonden }9[aan elke openbaredienstopdracht]9 die hij vervult, geïdentificeerd worden. § 4. }10[...]10]1 }1. – Vervangen bij art. 45 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, na wijzigingen, vervangen bij art. 25, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }3. – § 2, lid 1, opgeheven bij art. 25, 2°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 2, lid 2, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 2, lid 2, gewijzigd bij art. 25, 2°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 25, 2°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 25, 2°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 3 gewijzigd bij art. 25, 3 °, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
17
PLTHEENBXNL.book Page 18 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }10. – § 4 opgeheven bij art. 25, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1)
}1
[Art. 25bis. }2 [§ 1.]2 Ten minste één keer per jaar, vóór 31 maart, worden met name de volgende statistische gegevens over de gezinnen en met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar ter beschikking gesteld van }3[Brugel]3. Deze gegevens worden telkens opgesplitst volgens gemeente en volgens beschermde en niet-beschermde afnemers: 1° door de houder van een leveringsvergunning: a) het aantal aansluitingen waar een aanmaning aan de eindafnemer werd verstuurd; b) het aantal aansluitingen waar een ingebrekestelling aan de eindafnemer werd verstuurd; c) het aantal aanvaarde betalingsplannen en het gemiddelde bedrag van betaling per maand door de eindafnemer; d) het aantal niet-nageleefde betalingsplannen; e) het aantal dossiers overgemaakt aan het OCMW; f) het aantal dossiers overgemaakt aan een schuldbemiddelingsinstantie; 2° door de netbeheerder: a) het aantal aangesloten vermogensbegrenzers en het aantal afgesloten begrenzers per type van aanvrager; de gegevens betreffende het vermogen en/of het aantal gevallen waarin het vermogen van de begrenzer wordt verhoogd; b) het aantal vermogensbegrenzers dat opnieuw wordt aangesloten binnen de vierentwintig uur, tussen één en zeven kalenderdagen, tussen acht en dertig kalenderdagen en na meer dan dertig kalenderdagen; c) het aantal gezinnen dat wordt afgesloten en de redenen van afsluiting; d) het aantal gezinnen dat opnieuw wordt aangesloten binnen de vierentwintig uur, tussen één en zeven kalenderdagen, tussen acht en dertig kalenderdagen en na meer dan dertig kalenderdagen. }4 [Brugel]4 bezorgt de voornoemde gegevens met haar eventuele opmerkingen aan de regering vóór 31 mei van elk jaar. De regering kan de lijst van die gegevens aanvullen, bepaalt de regels voor de mededeling ervan en stelt te dien einde de formulieren op.]1 18
}5 [§ 2. De leveranciers en de tussenpersonen houden gedurende ten minste vijf jaar de ter zake dienende gegevens met betrekking tot al hun transacties in elektriciteitsleveringscontracten aan afnemers en elektriciteitsderivaten met grootafnemers en netbeheerders ter beschikking van de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van Brugel, de Raad voor de mededinging en de Europese Commissie, voor uitvoering van hun taken.
De gegevens omvatten bijzonderheden betreffende de kenmerken van de betrokken transacties, zoals looptijd-, leverings- en betalingsregels, hoeveelheden, uitvoeringsdata en -tijdstippen, transactieprijzen, totaalprijzen, prijzen van de bestanddelen en middelen om de betrokken grootafnemer te identificeren, alsmede specifieke nadere gegevens over alle openstaande elektriciteitsleveringscontracten en elektriciteitsderivaten. Brugel kan de lijst van die gegevens aanvullen. Brugel kan deze informatie ter beschikking stellen van marktspelers, op voorwaarde dat vertrouwelijke of commercieel gevoelige gegevens inzake afzonderlijke marktspelers of afzonderlijke transacties niet worden vrijgegeven. Deze paragraaf is niet van toepassing op informatie over financiële instrumenten die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/ EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/ EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/ EEG van de Raad vallen. Ingeval de in lid 1 van deze paragraaf genoemde autoriteiten toegang moeten hebben tot gegevens die door de onder het toepassingsgebied van bovengenoemde Richtlijn 2004/39/EG vallende entiteiten worden bijgehouden, verstrekken de krachtens deze richtlijn verantwoordelijke autoriteiten hen de opgevraagde gegevens.]5 }6 [§ 3. De leveranciers en de netbeheerders bezorgen het Instituut, ten laatste op 31 maart van ieder jaar, de door het Instituut gevraagde gegevens teneinde de uitwerking van de energiebalans van het Gewest of ieder verslag dat vereist is krachtens de Europese richtlijnen, voor wat elektriciteit betreft, mogelijk te maken.]6 {7
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 19 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }1. – Ingevoegd bij art. 46 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 genummerd bij art. 26, inleidende zin, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 1, lid 2, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 2 toegevoegd bij art. 26, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 3 toegevoegd bij art. 26, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – De Raad voor de Mededinging werd vervangen door de Belgische mededingingsautoriteit bij art. 20, lid 1, wet 3 april 2013, B.S., 26 april 2013, inwerkingtreding: 6 september 2013 (art. 1 K.B. 30 augustus 2013, B.S., 6 september 2013) }1[HOOFDSTUK
IVbis
OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGENBETREFFEN DE DE LEVERING VAN ELEKTRICITEIT]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1
[Art. 25ter. De leverancier }2 [maakt, aan elke afnemer die erom verzoekt, binnen tien werkdagen een redelijk en niet-discriminerend voorstel van leveringscontract over en deelt hem de algemene leveringsvoorwaarden mee]2 evenals, met name wanneer de afnemer een huishoudelijke afnemer is, de bepalingen van deze ordonnantie die betrekking hebben op de beschermde afnemers. }3[Indien de vraag uitgaat van een afnemer of een voormalige afnemer die zijn schulden bij de betrokken leverancier niet volledig heeft gezuiverd en die het eventueel opgesteld afbetalingsplan niet heeft nageleefd, kan de leverancier ofwel schriftelijk weigeren om een voorstel tot leveringscontract te doen ofwel schriftelijk een voorstel tot leveringscontract verzenden dat wordt gesloten nadat de afnemer een borg heeft verschaft.]3 }4 [Deze waarborg, waarvan het bedrag ten hoogste gelijk is aan het bedrag van twee maandelijkse voorschotten, kan enkel een van de volgende vormen aannemen: – een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder bij een financiële instelling, waarvan de interest gekapitaliseerd wordt ten voordele van de afnemer; de leve-
rancier krijgt voorrang op het tegoed van de rekening voor elke schuld die voortvloeit uit de volledige of gedeeltelijke niet-naleving van de verplichtingen van de afnemer; – ofwel een bankwaarborg die het de huurder mogelijk maakt de waarborg progressief samen te stellen door maandelijkse afbetalingen tijdens maximum drie jaar; – ofwel een bankwaarborg ten gevolge van een standaardcontract tussen een OCMW en een financiële instelling, die verstrekt is op verzoek van het OCMW ten gunste van de afnemer.]4 }5 [Het is enkel mogelijk ten gunste van de afnemer of de leverancier te beschikken over de bankrekening, zowel de hoofdsom als de intresten, over de bankwaarborg of over de rekening waarop de waarborg opnieuw is samengesteld, mits voorlegging van een schriftelijke instemming van de afnemer, van de leverancier en, desgevallend, van het OCMW, of van een afschrift van een voorlopige uitvoerbare gerechtelijke beslissing, niettegenstaande verzet of verhaal en zonder waarborg of borgstelling.]5 }6 [De waarborg kan echter worden opgeheven op eenvoudig verzoek van de afnemer die aantoont dat hij alle bedragen die verschuldigd waren tijdens de twee jaar na het sluiten van het contract zonder vertraging aan de leverancier heeft betaald. In dat geval worden de bedragen die de afnemer heeft betaald om de waarborg (opnieuw) samen te stellen hem onverwijld terugbetaald.]6 De regering kan de modaliteiten van deze verplichting nader bepalen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 1 gewijzigd bij art. 27, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – Lid 2 vervangen bij art. 27, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – Lid 3 ingevoegd bij art. 27, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – Lid 4 ingevoegd bij art. 27, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – Lid 5 ingevoegd bij art. 27, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 25quater. De leveranciers waarborgen de gezinnen een minimale ononderbroken levering van elektriciteit voor het verbruik van het gezin tegen niet-discriminerende voorwaarden. Wordt beschouwd als discriminerend, elk verschil in behandeling dat niet redelijk verantwoord kan worden en dat
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
19
PLTHEENBXNL.book Page 20 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 met name steunt op het statuut, het inkomstenniveau of de woonplaats. Deze ononderbroken minimumlevering van elektriciteit is beperkt tot een vermogen van }2[2.300]2 watt. Deze bevoorrading is niet voorzien voor de gemeenschappelijke ruimtes van woongebouwen, noch voor tweede woningen, noch voor woningen die onbewoond zijn. Voor }3[gemeenschappelijk gebouw met gemeenschappelijke verwarmingsketel] 3 legt de regering de regels van de verplichting betreffende deze minimale ononderbroken elektriciteitsbevoorrading vast. }4 [Onder voorbehoud van een federale norm die gunstiger is voor de verbruiker, met name binnen de wet van 6 april 2010 betreffende de marktpraktijken en consumentenbescherming en onder voorbehoud van de in dit hoofdstuk vastgestelde opzeggingstermijnen, worden de leveringscontracten gesloten voor een vaste periode van minimum drie jaar.]4]1 }5 [Een gezin kan ze evenwel altijd opzeggen mits een opzeggingstermijn van maximum twee maanden.]5 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 1 gewijzigd bij art. 28, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – Lid 3 gewijzigd bij art. 28, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – Lid 4 vervangen bij art. 28, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – Lid 5 toegevoegd bij art. 28, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 25quinquies. Elk gezin kan een
schriftelijke aanvraag indienen aan zijn leverancier om een vermogensbegrenzer van minimum }2[2.300]2 watt te laten plaatsen. De leverancier }3[dient over te gaan tot de plaatsing van de begrenzer] 3 binnen de 15 dagen die volgen op de aanvraag]1}4[, ten laste van de distributienetbeheerder.]4 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Gewijzigd bij art. 29, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – Gewijzigd bij art. 29, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 } 4 . – Aa n g e v ul d b ij a r t . 2 9 , 3 ° , O r d. B r . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 25sexies. § 1. }2[De niet-betaling van het gefactureerde bedrag voor het elektriciteitsverbruik maakt het voorwerp van een herinnering door de leverancier uit bin-
20
nen de 15 dagen na de vervaldatum van de factuur. In geval van niet-betaling van het gefactureerde bedrag, stuurt de leverancier een ingebrekestelling per aangetekende brief en per gewone brief binnen ten vroegste 15 dagen en ten laatste 30 dagen na de verzending van de herinnering. Bij ontstentenis van betaling binnen zeven dagen vanaf de ontvangst van de ingebrekestelling stelt de leverancier een redelijk afbetalingsplan aan het gezin voor en kan hij de procedure van plaatsing van een vermogensbegrenzer opstarten. De leverancier licht hem eveneens in over zijn voornemen om het OCMW van de gemeente waar het leveringspunt zich bevindt in te lichten, evenals over zijn recht om de mededeling van zijn naam aan het OCMW te weigeren, door aangetekende brief, gericht aan de leverancier, binnen de tien dagen.]2 § 2. }3[Overeenkomstig artikel 5 van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van de schulden van de consument, mag aan de verbruiker geen andere vergoeding gevraagd worden dan de bedragen bepaald in het contract. Op voorwaarde dat die contractueel vastgelegd zijn, mag geen enkel bedrag ander dan die hieronder aangegeven van de verbruiker geëist worden: 1° alle invorderingskosten voor onbetaalde facturen, mogen 7,50 euro voor een herinnering en 15 euro voor ingebrekestelling niet overschrijden, met dien verstande dat het totaal van de invorderings- en administratieve kosten de som van 55 euro niet mag overschrijden. De regering kan deze forfaitaire sommen aanpassen in rekening met het indexcijfer van de consumptieprijzen te houden; 2° het verschuldigde resterende saldo; 3° het bedrag van de contractuele nalatigheidsinterest. Zodra de ontbindingsprocedure wordt ingeleid, zullen geen andere herinneringsen ingebrekestellingskosten mogen worden geëist. De reële kosten van plaatsing en verwijdering van de vermogensbegrenzer zijn ten laste van de distributienetbeheerder.]3 § 3. De plaatsing kan }4 [ten laatste plaatsvinden of wordt verondersteld te hebben plaatsgevonden na het verstrijken van]4 de termijn van tien dagen waarover het gezin beschikt om te weigeren dat zijn naam wordt meegedeeld aan het OCMW. § 4. In geen geval mag }5[een leveringspunt van elektriciteit dat bestemd is voor een
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 21 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 hoofdwoonplaats of voor hoofdzakelijk]5 huishoudelijk gebruik worden afgesloten zonder de goedkeuring van de vrederechter. }6 [Deze bepaling is niet van toepassing wanneer de afsluiting vereist is omdat de veiligheid van goederen of personen, of de goede werking van het distributienetwerk ernstig in het gedrang komt.]6 }7[Iedere afsluiting zonder de instemming van de vrederechter op basis van dit artikel maakt het voorwerp uit van een informatiemaatregel via aangetekende zending, met vermelding voor de verbruiker van de precieze redenen die tot die afsluiting geleid hebben, alsook de duur ervan. Een kopie van de brief wordt naar Brugel gestuurd.]7 }8 [Bovendien, indien de distributienetbeheerder die door een leverancier belast wordt met het afsluiten van een afnamepunt dat niet toegekend is, niet gedekt is door een contract of niet standaard beleverd wordt, of waarop hij een verbreken van de zegels heeft vastgesteld, de aanwezigheid van een afnemer heeft opgemerkt tijdens zijn plaatsbezoek, nodigt hij deze uit om zijn contractuele situatie binnen de veertig dagen te in orde te stellen, periode waarin de netbeheerder hem minstens eenmaal bezoekt, en met achterlating van een bericht. Bij gebrek aan regularisatie door de afnemer na deze termijn, is de toestemming van de vrederechter voor de afsluiting niet langer vereist.]8 § 5. }9[Vijftien dagen na de start van de procedure voor de plaatsing van de vermogensbegrenzer]9, brengt de leverancier het desbetreffende OCMW op de hoogte }10[en deelt hem het volledige dossier van de afnemer mee, tenzij het gezin vroeger de mededeling van zijn naam heeft geweigerd overeenkomstig § 1]10. Het OCMW kan dan een maatschappelijk onderzoek laten uitvoeren bij het gezin waarvan de naam werd meegedeeld, met het doel samen met het gezin een oplossing te vinden voor de betalingsmoeilijkheden waarmee het kampt. }11[In de gevallen waarbij het vermogen dat beperkt wordt tot 2.300 watt niet volstaat om de goede werking van gezondheidsapparatuur of bijstand aan personen, de goede werking te verzekeren van een verwarmingssysteem van de woonvertrekken, de goede werking van kooktoestellen voor voedsel of om de bevoorrading van warm sanitair water te garanderen, kan het OCMW, voor een periode die het bepaalt en die zes maanden niet
mag overschrijden, de leverancier gelasten om het oorspronkelijke vermogen waarover het gezin beschikte te herstellen, met een plafond van 4.600 watt. Indien het gezin zich voornamelijk met elektriciteit verwarmt is de procedure voorzien in Hoofdstuk Vbis van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van toepassing.]11 }12 [Deze periode wordt gebruikt door het OCMW om maatregelen van hulp aan het gezin voor te stellen, eventueel met bijstand van een schuldbemiddelingsdienst.]12 § 6. Het gezin kan vragen dat de begrenzer wordt weggenomen zodra zijn situatie geregulariseerd is of wanneer het reeds de helft van de schuld heeft aangezuiverd in naleving van het aanzuiveringsplan. In dit geval zal de leverancier de begrenzer laten weghalen binnen de 15 dagen na de aanvraag. § 7. }13[...]13 }13[De leverancier laat]13 de vermogensbegrenzer weghalen }14 [vanaf de toekenning van uitstel van betaling door de vrederechter of vanaf een akkoord over een aanzuiveringsplan begeleid met]14 een document waarin wordt gesteld dat het OCMW het gezin begeleidt. § 8. Indien het aanzuiveringsplan niet wordt nageleefd, kan de leverancier het vermogen opnieuw laten beperken tot het voorheen begrensde vermogen. § 9. De regering kan de nadere regels van § 1 tot 8 bepalen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 vervangen bij art. 30, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 2 vervangen bij art. 30, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 3 gewijzigd bij art. 30, 2 °, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 4, lid 1, gewijzigd bij art. 30, 3°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 4, lid 2, ingevoegd bij art. 30, 3°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 4, lid 3, ingevoegd bij art. 30, 3°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – § 4, lid 4, ingevoegd bij art. 30, 3°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 5, lid 1, gewijzigd bij art. 30, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
21
PLTHEENBXNL.book Page 22 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }10. – § 5, lid 1, aangevuld bij art. 30, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – § 5, lid 3, vervangen bij art. 30, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – § 5, lid 4, vervangen bij art. 30, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }13. – § 7 gewijzigd bij art. 30, 6°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }14. – § 7 gewijzigd bij art. 30, 6°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1 [Art. 25septies. }2[§ 1. Vanaf de ingebrekestelling, wordt het gezin dat het vraagt erkend als beschermde afnemer indien het één of meerdere van de volgende voorwaarden vervult: 1° het geniet van het specifiek sociaal tarief; 2° het maakt gebruik van een procedure voor schuldbemiddeling met een erkend centrum voor schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling; 3° het geniet het OMNIO-statuut. § 2. Vanaf de ingebrekestelling, op verzoek van de afnemer en na het sociale onderzoek, kan het OCMW eveneens het statuut van beschermde afnemer aan het gezin toekennen. Vanaf de verkrijging van dit statuut, brengt het OCMW de noodleverancier hiervan op de hoogte en wordt de beschermde afnemer door laatstgenoemde beleverd. § 3. Indien het gezin aan geen enkele van de in § 1 van dit artikel opgesomde voorwaarden voldoet, kan het zich vanaf de ingebrekestelling tot Brugel richten om dit statuut te verkrijgen. De toewijzingscriteria houden rekening met de inkomsten en de samenstelling van het gezin. De regering kan de inkomsten vastleggen die in overweging moeten worden genomen en de procedure door Brugel te volgen procedure voor het verkrijgen van het statuut van beschermde afnemer. Vanaf de verkrijging van dit statuut, brengt Brugel de noodleverancier hiervan op de hoogte en wordt de beschermde afnemer door laatstgenoemde beleverd. § 4. Zodra het gezin het statuut van beschermde afnemer heeft, wordt het contract dat met de leverancier werd gesloten opgeschort en kan de leverancier niet aan de vrederechter de ontbinding van het contract vragen tijdens de duur van de opschorting. Zodra hij het bewijs heeft ontvangen dat de afnemer beschermd is, levert de netbeheerder aan hem als noodleverancier en, indien er nog geen vermogensbegrenzer werd geplaatst, plaatst een begrenzer van 2.300 watt behalve de in artikel 25sexies, § 5, lid 3 be-
22
doelde gevallen. Het afbetalingsplan kan heronderhandeld worden en wordt door de leverancier aan de noodleverancier meegedeeld. § 5. Elke «beschermde afnemer» is een «kwetsbare consument» in de zin van de Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit. § 6. Zodra het gezin alle schuld heeft aangezuiverd in naleving van het aanzuiveringsplan wordt het gezin niet meer erkend als beschermde afnemer en wordt de opschorting van het in de § 4 van dit artikel bedoelde contract beëindigd. Behalve indien er wordt opgezegd overeenkomstig lid 1 of op geschreven verzoek van de afnemer, wordt het statuut van de beschermde afnemer zolang behouden als de afnemer de voorwaarden die vereist worden door de paragrafen 1, 2 of 3 van dit artikel verenigt. De noodleverancier kan, op regelmatige tijdstippen, van de afnemer eisen dat hij het bewijs hiervan levert binnen de negentig dagen na zijn geschreven verzoek. Na verloop van deze termijn, wordt de opschorting beëindigd en treden alle bepalingen van het contract tussen de leverancier en de afnemer weer in werking. Uiterlijk in september 2012 maakt het Brussels Parlement een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van de uitvoering van dit artikel. Die evaluatie bevat ten minste de volgende elementen: het aantal erkende beschermde afnemers per categorie, de kostprijs voor de uitvoering van dit artikel per categorie en de duur van het behoud van het statuut van beschermde afnemer. Met het oog op die evaluatie worden de verschillende actoren die betrokken zijn bij de toekenning van het statuut van beschermde afnemer geraadpleegd.]2]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Vervangen bij art. 31 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 25octies. }2 [§ 1. Als het afbetalingsplan niet wordt nageleefd en indien de afnemer niet als beschermde afnemer werd erkend, kan de leverancier aan de vrederechter de ontbinding van het contract verbonden met het gezin en de toestemming tot afsluiting door de netbeheerder vragen na het bewijs te hebben geleverd van de naleving van de procedure voorzien in de artikelen 25ter tot 25septies en na handha-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 23 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 ving van de levering gedurende een periode van minimum zestig dagen op onafgebroken wijze, vanaf de datum dat de begrenzer werd geplaatst of geacht geplaatst te zijn geweest. § 2. Het verzoek tot ontbinding van het contract en de toestemming tot afsluiting kan worden ingeleid op tegensprekelijk verzoekschrift, overeenkomstig artikel 1034bis van het Gerechtelijk Wetboek. Het verzoekschrift bevat de vermelding die bepaalt dat het gezin, teneinde het bedrag dat voor zijn verbruik wordt opgeëist te verifiëren, een afrekening van de verschuldigde sommen en een opname van zijn meter kan laten uitvoeren op kosten van de leverancier, bij gebrek aan een opgenomen meterstand of wanneer de meterstand niet werd meegedeeld door de afnemer en gevalideerd door de distributienetbeheerder, in de laatste drie maanden. De distributienetbeheerder voert de opname uit binnen de vijftien dagen vanaf het in vorig lid bedoelde verzoek van het gezin. § 3. De vraag aan de vrederechter wordt door de leverancier aan het OCMW van de gemeente van de woonplaats van de afnemer meegedeeld, evenals het bewijs van de naleving van de procedure, tenzij het gezin vroeger de mededeling van zijn naam heeft geweigerd overeenkomstig artikel 25sexies, § 1, teneinde het voor het OCMW mogelijk te maken om in te grijpen. § 4. Ieder vonnis dat de ontbinding van het contract uitspreekt geeft van rechtswege de toelating tot afsluiting door de betrokken distributienetbeheerder, met inbegrip van de toegang tot de meter met bijstand van de openbare macht indien noodzakelijk. § 5. Voor het geval dat het gezin op het adres van het verbruik is gedomicilieerd, kan de leverancier slechts één maand na de betekening aan het gezin van het vonnis van ontbinding tot de afsluiting laten overgaan. § 6 . Z o n d e r a f b r e uk t e d o e n a a n artikel 25sexies, § 4 kan de afsluiting van een gezin niet plaatsvinden tussen 1 oktober en 31 maart, periode tijdens dewelke de levering aan de afnemer, beperkt of niet, door de noodleverancier wordt gewaarborgd. Tussen 1 oktober en 31 maart, in de gevallen waarbij de menselijke waardigheid aangetast wordt omdat er geen elektriciteit geleverd wordt, kan het OCMW op ieder moment de noodleverancier verplichten te leveren ten laste van de afnemer, beperkt of niet.
De regering kan na advies van Brugel de aanvullende regels en voorwaarden vaststellen met betrekking tot de leveringen in de winter van deze paragraaf. Zij kan uitzonderlijk de winterperiode verlengen tot na 31 maart indien het klimaat dat vereist. § 7. De leverancier en de noodleverancier delen onderling en elk semester de staat van de naleving van het afbetalingsplan mee. § 8. Indien de beschermde afnemer echter schulden ten opzichte van de noodleverancier heeft gevestigd, kan deze zijn vorderingen door wettelijke middelen terugvorderen. Als de beschermde afnemer zijn afbetalingsplan ten aanzien van zijn leverancier niet naleeft en mits betaling van zijn leveringen aan de noodleverancier, wordt de levering door de noodleverancier, na een periode van zes maanden, beperkt tot een vermogen van 2.300 watt. De toegang tot het specifiek sociaal tarief bedoeld in artikel 25tredecies wordt gehandhaafd, behalve indien de beschermde afnemer zijn afbetalingsplan niet naleeft gedurende zes maanden of opzettelijk, op welke manier dan ook, de distributienetbeheerder verhindert om over te gaan tot de plaatsing van een vermogensbegrenzer. De noodleverancier hanteert dan de maximumprijzen die door de federale wetgeving bepaald zijn voor de levering van elektriciteit door de distributienetbeheerders. De noodleverancier brengt het OCMW hiervan op de hoogte. Als de beschermde afnemer in gebreke blijft van betaling van de noodleverancier, nadat deze hem in gebreke gesteld heeft, deelt deze leverancier aan het OCMW van de gemeente van het leveringspunt de naam en het adres van de beschermde afnemer mee. Als uiterlijk zestig dagen na de mededeling van de naam van de beschermde afnemer aan het OCMW, deze laatstgenoemde niet aan de noodleverancier heeft laten weten dat deze afnemer bijstand van het OCMW geniet of niet aan de noodleverancier een voorstel van afbetalingsplan voor alle schulden ten aanzien van de noodleverancier, medeondertekend voor akkoord door de afnemer, heeft overgemaakt, kan de noodleverancier aan de vrederechter de ontbinding van het noodleveringscontract vragen, met bewijs van naleving van de voorziene procedure. Evenzo, kan de noodleverancier de ontbinding van het noodleveringscontract vragen in geval van niet-naleving van het hierboven aangehaalde afbetalingsplan. De ontbinding van het noodleveringscontract
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
23
PLTHEENBXNL.book Page 24 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 heeft van rechtswege de ontbinding van het contract met de oorspronkelijke leverancier tot gevolg. De regering kan de modaliteiten voor deze procedures vastleggen.]2]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Vervangen bij art. 32 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 25novies. Om aan de afnemers begrijpelijke en onderling vergelijkbare voorstellen te doen, vermeldt de leverancier, ongeacht zijn prijzen en tarieven, in zijn voorstel, duidelijk en afzonderlijk, de eenheidsprijs en de gemiddelde prijs van elke gefactureerde kWh volgens de verkochte hoeveelheden en per tariefcategorie, de periodieke forfaits, de retributies, indexatieformules, de belastingen, de abonnementen en de prijzen van eventuele andere diensten.
Op voorstel van }2[Brugel]2, stelt de regering de minimumnormen vast waaraan de documenten van voorstellen van contract en de facturatiedocumenten moeten voldoen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 2 gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 25decies. In geval van verhuizing binnen het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op verzoek van het gezin, zal de leverancier ervoor zorgen, voor zover dit technisch mogelijk is, dat de gezinnen kunnen genieten van hetzij, hetzelfde contract, hetzij dezelfde contractuele voorwaarden en tariefvoorwaarden als die waarvan zij tot dusver genoten, en dit tot het verstrijken van het lopende contract.]1
}2 [In geval van verhuis en bij afwezigheid van afsluiting van de meter wordt een tegensprekelijk opname van de meterstand uitgevoerd door de oude en de nieuwe bewoner of door de oude bewoner en de eigenaar van het goed dat beleverd wordt. Hiertoe wordt een verhuisformulier opgesteld en door Brugel aangeboden op haar website. Bij ontstentenis van een tegensprekelijke opname die wordt overgemaakt aan de distributienetbeheerder of van opname die aan deze werd gevraagd door een leverancier, heeft de schatting van de effectieve stand die werd uitgevoerd door de distributienetbeheerder bewijskracht tot het tegendeel bewezen is.]2
24
}1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 2 toegevoegd bij a rt . 33 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1 [Art. 25undecies. Het systeem inzake bescherming van de artikelen 25quinquies tot 25octies wordt in herinnering gebracht op elke herinnering tot betaling of ingebrekestelling van een factuur volgens een model bepaald door de regering. De elektriciteitsfacturatie mag niet worden verward met de gasfacturatie. }2[Nochtans mag de elektriciteits- en gasleverancier één enkele factuur verzenden voor de twee soorten energie, waarbij in detail het verbruik wordt vermeld in monetaire eenheden en in energetische eenheden van de twee soorten geleverde energie.] 2 De regering kan de regels hiervoor bepalen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) } 2 . – L id 2 g e w ij z ig d bij ar t . 34 O rd . Br . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 25duodecies. }2 [Zonder dat zij op geen enkele wijze mogen discrimineren en met name discriminatie inzake kost, investering en tijd, zien de leveranciers en de tussenpersonen erop toe dat: 1° wanneer hun afnemers van leverancier wensen te veranderen, met inachtneming van de bepalingen en voorwaarden van de contracten, deze wissel geschiedt binnen een termijn van maximaal drie weken te rekenen vanaf de datum van de vraag van de eindafnemer. De netbeheerders zorgen voor de aangepaste structuren voor de verwezenlijking van deze verplichting; 2° aan hun eindafnemers alle relevante gegevens verstrekt worden betreffende hun verbruik, evenals het geheel van de persoonlijke gegevens in hun dossiers.]2 }3 [Bovendien, zien de leveranciers en de tussenpersonen erop toe dat een hoog beschermingsniveau aan hun afnemers wordt verzekerd, met name wat de transparantie van de bepalingen en voorwaarden van de contracten, de algemene informatie en de mechanismen voor de beslechting van geschillen betreft.]3 Bij elke verandering van leverancier, zijn de kosten van het opnemen van de metermeter ten laste van de leverancier die wordt verlaten.]1
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 25 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2 . – L i d 1 i n ge v o e gd b i j a rt . 3 5 O r d. Br . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3 . – L i d 2 i n ge v o e gd b i j a rt . 3 5 O r d. Br . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1 [Art. 25tredecies. De sociale bescherming voorzien door }2[de federale wetgeving inzake tarieven voor beschermde afnemers]2 wordt uitgebreid tot de afnemers die worden bevoorraad door de }2 [noodleverancier]2 krachtens deze ordonnantie.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Gewijzigd bij art. 36 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 25quattuordecies.
§ 1. }2[Onder voorbehoud van een federale norm die gunstiger is voor de verbruiker, met name in de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, en het kaderakkoord van 16 september 2004, bijgewerkt op 11 juni 2008, betreffende de consument in de geliberaliseerde gas- en elektriciteitsmarkt, hebben de nadere regels inzake de voorlichting van de eindgebruikers door de leveranciers tot doel dat de afnemers: 1° recht hebben op een contract met hun elektriciteitsleverancier waarin zijn opgenomen: a) de identiteit en het adres van de leverancier; b) de geleverde diensten, de aangeboden kwaliteitsniveaus van de diensten en de benodigde tijd voor de eerste aansluiting; c) de aangeboden soorten onderhoudsdiensten; d) de wijze waarop de meest recente informatie over alle geldende tarieven en onderhoudskosten kan worden verkregen; e) de duur van het contract, de voorwaarden voor verlenging en beëindiging van de diensten en van het contract, en of het toegestaan is het contract kosteloos op te zeggen; f) alle vergoedingen en terugbetalingsregelingen die gelden indien de contractuele kwaliteitsniveaus van de diensten niet worden gehaald, met inbegrip van onnauwkeurige en te late facturering; g) de methode voor het beginnen van procedures voor de beslechting van geschillen; h) informatie over consumentenrechten, met inbegrip van klachtenbehandeling en
de in dit punt bedoelde informatie, welke duidelijk wordt meegedeeld door middel van de facturen of via de websites van het elektriciteitsbedrijf. De contractuele voorwaarden zijn eerlijk en vooraf bekend. In ieder geval wordt deze informatie voorafgaand aan de ondertekening of bevestiging van het contract verstrekt. Indien contracten door middel van tussenpersonen worden gesloten, wordt bovengenoemde informatie eveneens voorafgaand aan de ondertekening van het contract verstrekt; 2° op toereikende wijze in kennis worden gesteld van ieder voornemen de contractvoorwaarden te wijzigen en op de hoogte worden gesteld van hun recht op opzegging wanneer zij van een dergelijk voornemen in kennis worden gesteld. Dienstverleners stellen hun afnemers op een transparante en begrijpelijke manier rechtstreeks in kennis van tariefstijgingen en doen dit binnen een redelijke termijn die een normale factureringsperiode na het invoeren van de stijging niet overschrijdt. De afnemers zijn vrij om de contracten op te zeggen indien zij de hun door de elektriciteitsleverancier meegedeelde nieuwe voorwaarden niet aanvaarden; 3° transparante informatie ontvangen over de geldende prijzen en tarieven, waaronder de sociale tarieven, en over de algemene voorwaarden met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van elektriciteitsdiensten; 4° een ruime keuze van betalingswijzen wordt aangeboden, die geen enkele categorie afnemers ongegrond discrimineert. Systemen voor vooruitbetaling zijn billijk en vormen een goede afspiegeling van het vermoedelijke maandelijkse verbruik. Ieder verschil in algemene voorwaarden komt overeen met de kosten die de verschillende betalingswijzen voor de leverancier meebrengen. De algemene voorwaarden van de contracten dienen eerlijk en transparant te zijn. Zij zijn gesteld in duidelijke en begrijpelijke taal en bevatten geen niet-contractuele belemmeringen voor het uitoefenen van de rechten van afnemers, zoals overdreven contractuele documentatie. Afnemers worden beschermd tegen oneerlijke of misleidende verkoopmethoden; 5° geen kosten in rekening worden gebracht indien zij van leverancier veranderen; 6° de beschikking krijgen over hun verbruiksgegevens en in staat zijn om, met uitdrukkelijke toestemming en kosteloos, elk geregistreerd leveringsbedrijf toegang te
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
25
PLTHEENBXNL.book Page 26 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 geven tot hun geregistreerde verbruiksgegevens. De partij die verantwoordelijk is voor het gegevensbeheer is verplicht deze gegevens aan het bedrijf te verstrekken. Brugel legt een gegevensformaat vast, alsook een procedure voor leveranciers en consumenten om toegang te krijgen tot die gegevens. Voor deze dienst mogen de verbruiker geen extra kosten worden aangerekend; 7° naar behoren worden geïnformeerd over hun daadwerkelijk elektriciteitsverbruik en de kosten daarvan, zulks voldoende frequent, minstens eenmaal in een periode van 12 maanden, om hen in staat te stellen hun eigen elektriciteitsverbruik te regelen. Voor de verstrekking van de informatie wordt een voldoende ruime termijn ingesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de capaciteit van de meetapparatuur van de afnemer, met het elektriciteitsproduct in kwestie en met de kostenefficiëntie van deze maatregelen. Voor deze dienst mogen de verbruiker geen extra kosten worden aangerekend, het omvat niet het recht om een gratis aanpassing van de meterinrichting of van de periodiciteit van de meteropname te eisen; 8° na iedere verandering van elektriciteitsleverancier ten laatste zes weken nadat deze leverancier hiervan in kennis is gesteld een definitieve afsluitingsrekening ontvangen. De nadere regels met betrekking tot de informatie van de eindafnemers door de distributienetbeheerders, de gewestelijke transmissienetbeheerders en de leveranciers, en in het bijzonder betreffende de incidenten en stopzettingen van levering, evenals de nadere regels betreffende het klachtenbeheer, worden vastgelegd door Brugel.]2 § 2. Onverminderd § 1, behalve indien kan wordenaangetoond dat het om een noodsituatie of een situatie met verschillende incidenten gaat, informeren de distributienetbeheerders en de gewestelijke transmissienetbeheerders de gebruikers van het midden- en hoogspanningsnet, evenals hun evenwichtsverantwoordelijke, minimum tien werkdagen van tevoren over het begin en de vermoedelijke duur van de onderbreking. Deze termijn wordt herleid tot vijf werkdagen indien het gaat om de regularisering van een voorlopige herstelling. De evenwichtsverantwoordelijke informeert de leverancier in voorkomend geval. § 3. Naast de onder § 2 voorziene informatie maken de transmissienetbeheerder, 26
de distributienetbeheerder en de gewestelijke transmissienetbeheerder binnen de 24 uur de lijst, de duur en de oorzaken bekend op hun website van de geplande of incidentele onderbrekingen die hebben plaatsgevonden op het midden- en hoogspanningsnet. Deze informatie wordt eveneens meegedeeld aan }3[Brugel]3. § 4. }4[De leveranciers en de netbeheerders stellen een efficiënte klachtenbehandelingdienst ter beschikking van hun respectieve afnemers waarbij de afnemers genieten van transparante, eenvoudige en gratis procedures. Deze dienst bevestigt de ontvangst van iedere klacht binnen een termijn van vijf werkdagen en verstrekt een met redenen omkleed antwoord binnen twintig werkdagen vanaf de datum van ontvangstbevestiging. Deze procedure van buitengerechtelijke geschillenbeslechting laat een billijke en snelle regeling van de geschillen toe binnen een termijn van twee maanden, die wordt aangevuld met, waar dat gerechtvaardigd is, een systeem van terugbetaling en/of vergoeding. Brugel bepaalt de straffen die in geval van niet-naleving van deze verplichting worden opgelopen en kan de modaliteiten bepalen die met betrekking tot de doeltreffendheid van de dienst worden verwacht.]4]1 }5[§ 5. De leveranciers die voor meer dan 10.000 leveringspunten van elektriciteit verantwoordelijk zijn zetten tenminste een klantendienst in de nabijheid ter beschikking van hun afnemers. Brugel kan de modaliteiten bepalen die inzake de nabijheid van de dienst worden verwacht. De regering dient een evaluatie in bij het Parlement over de noodzaak van een klantendienst in de nabijheid van de afnemers, en dit binnen een termijn van vijf jaar.]5 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 vervangen bij art. 37, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 } 3. – § 3 ge wijz ig d bij ar t. 2 , 1 °, Ord . B r. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 4 vervangen bij art. 37, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 5 toegevoegd bij art. 37, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1)
}1
[Art. 25quindecies. Ten aanzien van de professionele afnemers die minder dan 5 personen in dienst hebben en die aan het distributie- of lokale transmissienet verbon-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 27 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 den zijn, is de leverancier verplicht om een herinneringsbrief en een aanmaningsbrief te versturen en om daarna een aanzuiveringplan te onderhandelen voordat hij zijn leveringscontract kan verbreken.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1 [Art. 25sexiesdecies. D e R e g e r i n g kan andere modaliteiten van verplichtingen van openbare dienst bepalen voor wat betreft de regelmatigheid, de kwaliteit en de facturatie van de leveringen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1[Art. 25septiesdecies. }2[...]2]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Opgeheven bij art. 38 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 25octiesdecies. De opdrachten toevertrouwd aan de OCMW's door en krachtens deze ordonnantie moeten worden opgevat en worden uitgevoerd onverminderd artikel 109 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en met uitsluiting van elke vorm van administratief toezicht op de beslissingen inzake toekenning van individuele hulp en terugvordering.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }1[Art.
25noviesdecies. }2[In geval van faillissement of van intrekking van de leveringsvergunning van een leverancier, zal de levering van de eindafnemers door de standaardleverancier worden verzekerd aan de voorwaarden van de standaardlevering voor een maximale duur van een jaar.]2]1
}1. – Ingevoegd bij art. 13 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008 }2. – Vervangen bij art. 39 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 26. § 1. Het bezit van een leveringsvergunning afgeleverd op grond van artikel 21, geeft aanleiding tot de inning van een }1[maandelijkse]1 bijdrage betaalbaar door natuurlijke en rechtspersonen die de vergunning hebben verkregen, hierna schuldenaars genoemd. }2 [...]2 § }3[2.]3 De bijdrage is verschuldigd op }3[de 1ste dag van elke maand]3. Zij
is betaalbaar tegen }3[de vijftiende van de volgende maand]3. }4[De bijdrageplichtige zal ontheven worden van de bijdrage voor het vermogen dat ter beschikking wordt gehouden van de afnemers voor hun spoorweg-, tram- of metronet.]4 § }5[3.]5 De bijdrage wordt berekend op basis van het vermogen dat }6[...]6 ter beschikking van de in aanmerking komende eindafnemers wordt gehouden }6[...]6, door middel van netten, aansluitingen en directe lijnen van 70 kV of minder, op verbruikslocaties die zich bevinden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. }7 [Voor de de hoogspanningsafnemers is het ter beschikking gestelde vermogen het aansluitingsvermogen. Dit is gelijk aan het maximale vermogen, in kVA uitgedrukt, dat ter beschikking wordt gesteld volgens het aansluitingscontract. Bij gebrek aan aansluitingscontract of wanneer het afgenomen vermogen overschreden wordt in verhouding tot het maximale vermogen dat volgens het aansluitingscontract ter beschikking wordt gesteld, dan is het aansluitingsvermogen gelijk aan het maximale vermogen, in kVA uitgedrukt, dat wordt afgenomen tijdens de zesendertig voorafgaande maanden, vermenigvuldigd met een factor 1,2.]7 Voor de }8[laagspanningsafnemers]8 is het ter beschikking gehouden vermogen het vermogen van hun meter }9[...]9. Bij deze ordonnantie wordt een tabel gevoegd met telkens de corresponderende nominale intensiteiten voor weerstand en vermogen. }10[Het vermogen dat voor de berekening van het bedrag van de bijdrage in aanmerking wordt genomen wordt echter begrensd tot 5 MVa per }11[maand]11.]10 § }12[4.]12 }13[Het maandelijks te innen recht wordt vastgelegd op 0,67 euro per kVa voor de hoogspanning.]13 }14 [Voor de laagspanning wordt het vastgelegd volgens het volgende barema: 1° ter beschikking gesteld vermogen kleiner dan of gelijk aan 1,44 kVa: 0,00 euro; 2° ter beschikking gesteld vermogen tussen: 1,44 en 6,00 kVa: 0,60 euro; 6,01 en 9,60 kVa: 0,96 euro; }15 [9,61 en 13,00 kVa: 1,20 euro; 13,01 en 18,00 kVa:]15 }16 [1,80 euro; 18,01 en 36,00 kVa: 2,40 euro]16
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
27
PLTHEENBXNL.book Page 28 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 36,01 en 56,00 kVa: 4,80 euro; 56,01 en 100,00 kVa: 7,80 euro.]14 Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de index van de consumptieprijzen van het Rijk. De aanpassing wordt gedaan door het bedrag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die men bekomt door het gemiddelde van de indexen van de consumptieprijzen van het referentiejaar te delen door het gemiddelde van de indexen van de consumptieprijzen van het jaar 2001. }17[...]17 § }18[5.]18 De regering bepaalt de uitvoeringsmaatregelen van dit artikel. Zij kan namelijk de distributienetbeheerder, de gewestelijke transmissienetbeheerder en de gebruikers van directe lijnen opleggen, hem alle nuttige gegevens omtrent de inning van de bijdrage te laten geworden. De regering kan de distributienetbeheerder opdragen de schuldenaars een uitnodiging tot betaling van de bijdrage te sturen. Deze uitnodiging omvat met name de opgave van het boekjaar, de berekeningsbasis, het tarief, de vervaldatum voor de betaling en de wijze van betaling van de bijdrage. Het al dan niet verzenden van deze uitnodiging doet echter niets af aan de rechten en plichten van de schuldenaars. § 6. }19[De bijdrage wordt gevorderd en opgeëist volgens de regels vervat in de artikelen 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 22 en 23 van de ordonnantie tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.]19 § }20[7.]20 }21[}22[De opbrengst van de bijdrage wordt toegewezen aan de fondsen bedoeld respectievelijk in punten 15° en 16° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen volgens de volgende verdeling:]22 1° 5 % aan het «Fonds voor sociale energiebegeleiding» bestemd voor de opdrachten uitgevo erd do or de OC MW's kr acht ens Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie en van Hoofdstuk Vbis van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 2° }23[...]23 3° }24[...]24 4° }25[...]25 }26 [2°]26 }27 [95] 27 % aan het «Fonds voor energiebeleid» }27[...]27.]21 § }28 [8.]28 De bijdrage is verschuldigd vanaf }28[de maand januari 2004]28. 28
§ 9. }29[...]29 }1. – § 1 gewijzigd bij art. 39, 1°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }2. – § 2 opgeheven bij art. 39, 2°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }3. – § 2, (oud § 3), hernummerd en gewijzigd bij art. 39, 3°, al. 1-2, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }4. – § 2, lid 2, ingevoegd bij art. 48 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }5. – § 3, (oud § 4), hernummerd bij art. 39, 4°, al. 3, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }6. – § 3, lid 1, gewijzigd bij art. 39, 4°, al. 1, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }7. – § 3, lid 2, vervangen bij art. 39, 4°, al. 2, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }8. – § 3, lid 3, gewijzigd bij art. 40, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 3, lid 3, gewijzigd bij art. 39, 10°, al. 2, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }10. – § 3, lid 4, ingevoegd bij art. 49 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }11. – § 3, lid 4, gewijzigd bij art. 40, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – § 4, (oud § 5), hernummerd bij art. 39, 5°, al. 3, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }13. – § 4, lid 1, vervangen bij art. 39, 5°, al. 1, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }14. – § 4, lid 2, ingevoegd bij art. 39, 5°, al. 1, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }15. – § 4, lid 2, 2°, al. 3, vervangen bij art. 50 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }16. – § 4, lid 2, 2°, al. 4, vervangen bij art. 50 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }17. – § 4, lid 3, gewijzigd bij art. 39, 5°, al. 2, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }18. – § 5, (oud § 6), hernummerd bij art. 39, 6°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }19. – § 6 vervangen bij art. 57 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 21 december 2012, B.S., 8 februari 2013, inwerkingtreding: 1 januari 2013 (art. 67 en 70) }20. – § 7, (oud § 8), hernummerd bij art. 39, 8°, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }21. – § 7 vervangen bij art. 51 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }22. – § 7, inleidende zin, na wijziging, vervangen bij art. 41, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }23. – § 7, 2°, opgeheven bij art. 41, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }24. – § 7, 3°, na wijziging, opgeheven bij art. 41, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1)
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 29 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }25. – § 7, 4°, opgeheven bij art. 41, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }26. – § 7, 2° (oud 5°), hernummerd bij art. 41, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }27. – § 7, 2°, gewijzigd bij art. 41, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }28. – § 8, (oud § 9), hernummerd en gewijzigd bij art. 39, 9°, al. 1-2, Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004 }29. – § 9, na wijzigingen, opgeheven bij art. 42 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
HOOFDSTUK V }1
[PROMOTIE VAN GROENE ELEKTRICITEIT }2[...]2]1
}1. Opschrift vervangen bij art. 16 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008 }2. Opschrift gewijzigd bij art. 43 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 27. § 1. De productie van groene elektriciteit is onderworpen aan de toekenning van een certificaat van garantie van oorsprong, afgeleverd per productielocatie. Het certificaat van garantie van oorsprong bewijst dat de door deze productielocatie geproduceerde hoeveelheden groene elektriciteit duidelijk kunnen worden geïdentificeerd en gemeten, dat deze elektriciteit kan worden bestempeld als en verkocht onder }2[het label «garantie van oorsprong»]2, en, in voorkomend geval, dat zij recht zal geven op de toekenning van groenestroomcertificaten. § 2. De Regering bepaalt de criteria en de procedure voor de toekenning, de erkenning, de herziening en de intrekking van het certificaat van garantie van oorsprong. Deze criteria hebben in het bijzonder betrekking op de mogelijkheid om de daadwerkelijk geproduceerde hoeveelheid elektriciteit te controleren. Voor inrichtingen met laag vermogen kan een vereenvoudigde procedure worden toegepast. De Regering bepaalt de vermogensdrempel beneden dewelke de vereenvoudigde procedure van toepassing is. Het certificaat van garantie van oorsprong vermeldt de energiebron waaruit de elektriciteit werd geproduceerd, het vermogen van de inrichting, de gebruikte technologie en de plaatsen van productie. Het label «garantie van oorsprong» dat bestemd is voor elektriciteit geproduceerd door hernieuwbare energiebronnen en/of
kwaliteitswarmtekrachtkoppelingsinstallaties, vermeldt}3[: 1° de energiebron die aan de basis ligt van de productie; 2° de geproduceerde hoeveelheden; 3° de datum en de plaats van de productie; 4° de identiteit, de locatie, het type en de capaciteit van de installatie; 5° de soort, het bedrag en de geldigheidsduur van de steun die de energie-installatie en/of -eenheid heeft genoten; 6° de datum waarop de installatie operationeel is geworden; 7° de datum en het land van afgifte en een identificatienummer.]3 }4 [Iedere leverancier levert aan Brugel een aantal labels van garantie van oorsprong, onafhankelijk van het land van afgifte. De regering bepaalt de modaliteiten betreffende deze verplichting.]4 § 3. Indien de onder paragraaf 1 bedoelde producenten er niet in slagen hun hele productie te verkopen, }5[is de leverancier die verantwoordelijk is voor het afname- en/of injectiepunt, verplicht tot aankoop, tegen de marktprijs en binnen de grenzen van zijn behoeften]5, van de elektriciteitsoverschotten die overeenkomstig paragraaf 1 werden geproduceerd door installaties die gevestigd zijn op het grondgebied dat ze van stroom voorzien. }6 [Boven zijn]6 behoeften wordt de verplichting overgedragen op de andere leveranciers. De Regering kan de criteria en de procedures bepalen inzake referentie naar de marktprijs waarvan sprake in het vorige lid.]1 }1. – Na wijziging, opnieuw ingevoegd bij art. 53 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 gewijzigd bij art. 44, 1 °, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 2, lid 2, gewijzigd bij art. 44, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 2, lid 3, vervangen bij art. 44, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 3, lid 1, gewijzigd bij art. 44, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 3, lid 2, gewijzigd bij art. 44, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 28. }1 [§ 1. Om de productie van groene energie alsook kwalitatieve warmtekrachtkoppeling op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te bevorderen wordt een systeem van groenestroomcertificaten ingevoerd. }2[Een systeem van overeenkomst tot aankoop van groenes-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
29
PLTHEENBXNL.book Page 30 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 troomcertificaten door de gewestelijke transmissienetbeheerder, met een gegarandeerde minimumprijs van 65 euro, wordt ingevoerd. Iedere persoon die beschikt over een installatie die recht geeft op groenestroomcertificaten beslist jaarlijks of hij al dan niet gebruik maakt van het systeem van overeenkomst tot aankoop.]2 Na advies van }3[Brugel]3, bepaalt de regering de criteria, de voorwaarden }4[, de procedure voor toekenning van groenestroomcertificaten en het systeem van overeenkomst tot aankoop door de gewestelijke transmissienetbeheerder]4 alsook de procedure voor de certificering van de installaties van groene elektriciteit en warmtekrachtkoppeling. }5[Brugel]5 }6[kent]6 de groenestroomcertificaten toe op basis van objectieve en niet discriminerende criteria. }7 [De gewestelijke transmissienetbeheerder brengt op regelmatige tijdstippen deze certificaten op de markt om de kosten verbonden aan deze verplichting te recupereren. Brugel zorgt voor de transparantie en de regelmaat van de verkoop van deze certificaten door de gewestelijke transmissienetbeheerder.]7 }8 [Desgevallend vormt het netto saldo dat ontstaat uit het verschil tussen de aankoopprijs van het groenestroomcertificaat betaald door de gewestelijke transmissienetbeheerder en de verkoopprijs van dit certificaat op de markt een openbare dienstverplichting. De lijst van aangekochte en verkochte groenestroomcertificaten wordt minstens één keer per jaar door de gewestelijke transmissienetbeheerder aan Brugel meegedeeld. Brugel controleert de verplichtingen van de gewestelijke transmissienetbeheerder die uit dit artikel voortvloeien.]8 § 2. Iedere leverancier, met uitzondering van de distributienetbeheerder, levert aan }9 [Brugel]9 een aantal groenestroomcertificaten af dat overeenstemt met de in deze paragraaf opgelegde jaarlijkse quota, vermenigvuldigd met het geheel van leveringen, uitgedrukt in MWu, in de loop van het jaar aan in aanmerking komende afnemers gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en gedeeld door 1 MWu. De quota is van: 1° 2 % voor het jaar 2004; 2° 2,25 % voor het jaar 2005; 3° 2,5 % voor het jaar 2006. De regering bepaalt, na advies van }10 [Brugel]10, de quota voor de volgende jaren op basis van de evolutie van de groene30
elektriciteitsmarkt en van de werking van de vrijgemaakte markt. Na advies van }11 [Brugel]11, bepaalt de regering de voorwaarden waaronder de leveranciers door andere overheden uitgegeven groenestroomcertificaten aan }11[Brugel]11 kunnen afleveren, alsook de praktische uitvoeringsregels van deze paragraaf. § 3. In geval van, gehele of gedeeltelijke,niet-uitvoering van de verplichting bepaald in § 2, legt }12[Brugel]12 op basis van een dossier voorbereid door }13[haar personeel]13 een boete op aan de betrokken leverancier overeenkomstig artikel 32.]1 }1. – Na wijzigingen, vervangen bij art. 54 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 45, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 45, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 45, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 1, lid 2, ingevoegd bij art. 45, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – § 1, lid 3, ingevoegd bij art. 45, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – § 2, lid 4, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – § 3 gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }13. – § 3 gewijzigd bij art. 2, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }1[Art.
28bis. }2[...]2]1
}1. – Ingevoegd bij art. 17 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 4 september 2008, B.S., 16 september 2008 }2. – Opgeheven bij art. 46 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
HOOFDSTUK VI
KABELS, DIRECTE LIJNEN EN INSTALLATIES Art. 29. § 1. De gewestelijke transmissienetbeheerder heeft het recht kabels en installaties van 36 kV te onderhouden, te vervangen en eventueel aan te leggen, in het
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 31 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 kader van het investeringsplan zoals bedoeld in artikel 12, § 2, eerste lid. Te dien einde beschikt hij over de rechten en is hij onderworpen aan de verplichtingen bepaald in artikel 13 en volgende van de wet van 10 maart 1925. Indien de gewestelijke transmissienetbeheerder geen intercommunale is, wordt het recht om de kabels en installaties aan te leggen zoals bepaald in lid 1, ondergeschikt gemaakt aan het verkrijgen van een vergunning van wegennet, afgeleverd overeenkomstig de artikelen 9 en volgende van de wet van 10 maart 1925. § 2. De distributienetbeheerder heeft het alleenrecht om kabels en installaties van minder dan 36 kV te onderhouden, te vervangen en aan te leggen in het kader van het investeringsplan zoals bedoeld in artikel 12, § 2, tweede lid. Hij beschikt bovendien over het recht om kabels en installaties van 36 kV te onderhouden, te vervangen en aan te leggen, in het kader van hetzelfde plan. De distributienetbeheerder beschikt te dien einde over de rechten en is onderworpen aan de plichten bepaald in artikel 13 en volgende van de wet van 10 maart 1925. }1 [§ 3. De netbeheerders beschikken eveneens over het alleenrecht voor plaatsing van de aansluitings- en meetuitrustingen waaruit de aansluiting bestaat. Tenzij anders is overeengekomen, behouden de netbeheerders de eigendom van de overeenkomstig dit artikel geplaatste uitrustingen, zonder dat de eigenaar van het gebouw waarin de uitrustingen geïnstalleerd zijn zich kan beroepen op het recht van natrekking.]1 }2 [§ 4. Wanneer de netbeheerder, in overeenstemming met de voorgaande paragrafen, een transformatorcabine plaatst op een privéterrein, dan zal deze plaatsing aanleiding geven tot een schadeloosstelling onder de voorwaarden voorzien in het technisch reglement, voor zover deze cabine, in normale uitbatingwijze, niet bedoeld is om uitsluitend de installaties die aangesloten zijn op het terrein in kwestie van stroom te voorzien.]2 }1. – § 3 toegevoegd bij art. 55 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 4 toegevoegd bij art. 55 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
Art. 30. § 1. Directe lijnen met een spanning gelijk aan of kleiner dan 70 kV kunnen worden aangelegd mits de voorafgaande toekenning van een individuele vergunning afgeleverd door de minister. De vergunning vermeldt de rechten en verplichtingen van de houder. § 2. De regering bepaalt de }1[objectieve en niet-discriminerende]1 criteria en de toekenningsprocedure voor de vergunningen bepaald in § 1. De toekenning van een vergunning is slechts mogelijk na weigering van toegang tot het gewestelijk transmissienet of tot het distributienet. }2[De mogelijkheden van elektriciteitslevering door directe lijnen tast de mogelijkheid om elektriciteitsleveringscontracten te sluiten met de leverancier van zijn keuze niet uit.]2 § 3. Het aanleggen van een directe lijn ontneemt de leverancier zijn leveringsvergunning zoals bepaald in artikel 21, niet. }1. – § 2 gewijzigd bij art. 47, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }2. – § 2 aangevuld bij art. 47, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }1
[HOOFDSTUK VIbis
REGULERINGSAUTORITEIT]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1 [Art. 30bis. § 1. Een Reguleringscommissie voor energie wordt opgericht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, genaamd Brussel Gas Electriciteit, afgekort «BRUGEL». }2[...]2 }3[Brugel]3 is een }4[autonome instelling die beschikt over een publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid]4. Haar zetel is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. }5 [Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement stelt het budget van Brugel vast op basis van een voorstel van deze.]5 }6 [Brugel beheert haar administratief en boekhoudkundig beheer in alle onafhankelijkheid.]6 § 2. }7[Brugel]7 wordt bekleed met een opdracht tot verlening van advies aan de overheid over de organisatie en de werking van de gewestelijke energiemarkt enerzijds, en met een algemene opdracht van toezicht op en controle van de toepassing van de hiermee verband houdende ordonnanties en besluiten anderzijds.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
31
PLTHEENBXNL.book Page 32 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }8 [Brugel] 8 is belast met volgende opdrachten: 1° het geven van adviezen, studies of gemotiveerde beslissingen, en het indienen van voorstellen in de gevallen die voorzien zijn door deze ordonnantie en door de bovenbedoelde ordonnantie van 1 april 2004 of hun uitvoeringsbesluiten; 2° op eigen initiatief of op vraag van de minister of de regering, het uitvoeren van onderzoeken en studies }9[of het geven van adviezen,]9 betreffende de elektriciteits- en gasmarkt; 3° het jaarlijks publiceren van een verslag betreffende de resultaten van de controle uitgevoerd door }10[haar personeel]10 over de jaarlijkse rendementen van de uitbatingsinstallaties, bedoeld in artikel 2, 6°bis; 4° voorstellen doen aan de regering tot aanpassing van de technische reglementen binnen de grenzen en in de voorwaarden voorzien in artikel 9ter, en een controle uitoefenen op de toepassing ervan; 5° het opstellen van de voorwaarden voor vergunningen die worden afgeleverd voor de constructie van nieuwe directe lijnen; 6° }11[...]11 7° het goedkeuren, elk jaar, van het verslag over de werking van de markt van de groene certificaten en de garanties van oorsprong dat }12[...]12 wordt opgesteld ten behoeve van de regering; 8° het samenwerken met de gewestelijke, federale en Europese regulatoren van de elektriciteits- en de gasmarkt; 9° het jaarlijks }13[meedelen] 13 bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van een verslag}14[...]14 over de uitvoering van zijn verplichtingen}15[, de getroffen maatregelen en de verkregen resultaten]15, de evolutie van de gewestelijke elektriciteits- en gasmarkt en de naleving van de openbaredienstverplichtingen door de distributienetbeheerder en de leveranciers, in het bijzonder in het domein van de rechten van de huishoudelijke gebruikers. }16[Brugel publiceert binnen de maand van zijn aanneming haar jaarlijkse verslag op haar website]16; 10° het vervullen van alle andere taken die haar worden toevertrouwd door de ordonnanties en besluiten, verordeningen en beslissingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt;
32
11° het beschikken over een controlebevoegdheid ter plaatse en deze controles te laten uitoefenen door }17[haar personeel]17; 12° het publiceren van haar adviezen, studies en beslissingen binnen een termijn van 21 dagen, behalve wat betreft de elementen voor dewelke vertrouwelijkheid vereist is; 13° het ter beschikking stellen aan de afnemers van instrumenten voor informatie over de situatie van de elektriciteitsmarkt en over de bepalingen van deze ordonnantie met name op basis van de informatie die periodiek aan de leveranciers en }18 18 [...] netbeheerders wordt gevraagd. }19 [14° onderzoeken het niveau van transparantie, met inbegrip van groothandelsprijzen, en waken over de naleving van de transparantieverplichtingen door de elektriciteitsbedrijven;]19 }20 [15° onderzoeken de aangerekende prijzen voor de eindafnemers, inclusief systemen voor vooruitbetaling, overstappercentages, afsluitingspercentages, en klachten van huishoudelijke afnemers;]20 }21[16° onderzoeken het vóórkomen van praktijken die grote niet-huishoudelijke afnemers kunnen weerhouden van of hen beperkingen kunnen opleggen met betrekking tot een keuze voor het gelijktijdig sluiten van overeenkomsten met meer dan een leverancier, en in voorkomend geval de Raad voor de Mededinging van dergelijke praktijken in kennis stellen;]21 }22[17° toezicht houden op de tijd die de netbeheerder nodig heeft om aansluitingen en herstellingen uit te voeren;]22 }23 [18° samen met andere betrokken instanties helpen waarborgen dat de maatregelen ter bescherming van de eindafnemers doeltreffend zijn en gehandhaafd worden;]23 }24[19° enerzijds de eindafnemers snel en gratis toegang verlenen tot hun verbruiksgegevens, alsook de mogelijkheid bieden om deze gegevens, met uitdrukkelijke toestemming en kosteloos, ter beschikking te stellen van elk geregistreerd leveringsbedrijf; anderzijds het ter beschikking stellen van een gemakkelijk te begrijpen facultatieve methode voor het voorstellen van deze gegevens.]24 De regering kan deze }25[opdrachten]25 nader bepalen in een besluit. § 3. }26[Brugel oefent de volgende bevoegdheden op onpartijdige en transparante wijze uit:
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 33 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 1° bindende besluiten vast te stellen in verband met elektriciteitsbedrijven in geval van niet-naleving van de bepalingen van deze ordonnantie, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun uitvoeringsbesluiten; 2° onderzoeken uitvoeren naar de werking van de elektriciteitsmarkten en noodzakelijke en evenredige maatregelen opleggen om daadwerkelijke mededinging te bevorderen en de goede werking van de markt te waarborgen. In voorkomend geval, is Brugel ook bevoegd om samen te werken met de Raad voor de Mededinging en de marktregulators van de financiële markt in het kader van een onderzoek in verband met de mededingingswetgeving; 3° opvragen bij de beheerders van informatie die relevant is voor de uitvoering van haar taken, met inbegrip van verklaringen voor de weigering een derde partij toegang te geven en informatie over maatregelen die nodig zijn om het net te versterken; 4° over passende bevoegdheden om onderzoek te voeren en nodige onderzoeksbevoegdheden met het oog op geschillenbeslechting beschikken; 5° het advies van ACER verzoeken om na te gaan of een door een regulerende instantie genomen besluit strookt met de in Richtlijn 2009/72/EG of in verordening 714/ 2009 bedoelde richtsnoeren;]26 }27 [6°]27 zich door een producent, een netbeheerder, de houder van een leveringsvergunning of om het even welke actor op de markt de gegevens en informatie te laten meedelen die ze nodig heeft voor de uitvoering van haar taken. Degene aan wie een aanvraag tot mededeling van gegevens of informatie wordt gericht, is verplicht mee te werken binnen de door }28[Brugel]28 meegedeelde termijn. De gegevens of informatie die worden meegedeeld door een producent, een netbeheerder, de houder van een leveringsvergunning of elke andere actor van de markt voor elke activiteit die betrekking heeft op de uitvoering van deze ordonnantie, mogen slechts worden gebruikt in het kader van deze ordonnantie. }29 [Het Instituut kan in het kader van zijn opdrachten Brugel verzoeken om hem de gegevens te bezorgen die worden meegedeeld op grond van dit paragraaf.]29
§ 4. Tenzij hierover anders wordt beslist in een specifieke bepaling, is }30[Brugel]30 gehouden, indien deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan het advies van }30 [Brugel]30 eisen, om haar advies te geven binnen een termijn van veertig dagen vanaf de datum van ontvangst van de schriftelijke aanvraag. Indien ze geen advies geeft binnen de bovenvermelde termijn, wordt ze geacht een gunstig advies te hebben gegeven.] 1 {31
}1. – Ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 48, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 71, § 1) }3. – § 1, lid 2, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 1, lid 2, gewijzigd bij art. 48, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 1, lid 3, ingevoegd bij art. 48, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 1, lid 4, ingevoegd bij art. 48, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – § 2, lid 2, inleidende zin, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 2, lid 2, 2°, gewijzigd bij art. 49, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – § 2, lid 2, 3°, gewijzigd bij art. 2, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – § 2, lid 2, 6°, opgeheven bij art. 49, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – § 2, lid 2, 7°, gewijzigd bij art. 49, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }13. – § 2, lid 2, 9°, gewijzigd bij art. 49, 4°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }14. – § 2, lid 2, 9°, gewijzigd bij art. 49, 4°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }15. – § 2, lid 2, 9°, gewijzigd bij art. 49, 4°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }16. – § 2, lid 2, 9°, gewijzigd bij art. 49, 4°, d), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }17. – § 2, lid 2, 11°, gewijzigd bij art. 2, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }18. – § 2, lid 2, 13°, gewijzigd bij art. 49, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }19. – § 2, lid 2, 14°, ingevoegd bij art. 49, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }20. – § 2, lid 2, 15°, ingevoegd bij art. 49, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }21. – § 2, lid 2, 16°, ingevoegd bij art. 49, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }22. – § 2, lid 2, 17°, ingevoegd bij art. 49, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }23. – § 2, lid 2, 18°, ingevoegd bij art. 49, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
33
PLTHEENBXNL.book Page 34 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }24. – § 2, lid 2, 19°, ingevoegd bij art. 49, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }25. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 49, 8°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }26. – § 3, lid 1, ingevoegd bij art. 50, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }27. – § 3, lid 1, 6° (oud § 3, lid 1), genummerd bij art. 50, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }28. – § 3, lid 2, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }29. – § 3, lid 3, ingevoegd bij art. 50, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }30. – § 4 gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }31. – De Raad voor de Mededinging werd vervangen door de Belgische mededingingsautoriteit bij art. 20, lid 1, wet 3 april 2013, B.S., 26 april 2013, inwerkingtreding: 6 september 2013 (art. 1 K.B. 30 augustus 2013, B.S., 6 september 2013)
}1[Art. 30ter. }2 [§ 1. Brugel wordt beheerd door een bestuursraad samengesteld uit vijf bestuurders, waaronder een voorzitter, benoemd door de regering voor een mandaat van vijf jaar, die eenmaal hernieuwbaar is. De hernieuwing van de mandaten is verschillend in de tijd teneinde tenminste een bestuurder te behouden, met het oog op de verzekering van de continuïteit van Brugel. § 2. De selectie van de bestuurders gebeurt op voordracht van een jury van drie leden, aangeduid door de regering. Elk jurylid: 1° oefent een hoge functie uit in de elektriciteits- of gassector, of een hoge functie in de regulering van netwerkmarkten zoals de telecommunicatie, de spoorwegen of de postdiensten, of behoort tot het academische personeel van een universiteit; 2° begrijpt de Franse en Nederlandse taal; 3° leeft de in artikel 35quinquies, § 2 bedoelde incompatibiliteitsregels betreffende de bestuurders van Brugel na. Een forfaitaire vergoeding van 1.500 euro bruto wordt toegekend aan de leden van de jury voor elk selectieprocedure. De regering kan deze forfaitaire som aanpassen rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen. § 3. Een kandidatuuroproep voor bestuurders wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd alsook in vier Belgische dagbladen die op landelijk niveau verspreid worden, een minimumtermijn van dertig dagen is voorzien tussen de publicatie in het
34
Belgisch Staatsblad en de einddatum voor indiening van de kandidaturen. Op basis van het dossier van de kandidaten, doet de jury een eerste selectie. De jury kan besluiten een proef te organiseren die bestaat uit een casestudie, voor de weerhouden kandidaten. De weerhouden kandidaten worden door de jury uitgenodigd voor een gesprek. Voor iedere functie, kent de jury aan de kandidaten een van de volgende vermeldingen toe: A: volledig geschikt voor de functie; B: geschikt voor de functie; C: niet geschikt voor de functie. De selectie gebeurt tussen de kandidaten die vermelding A of B kregen, rekening houdende met hun complementariteit. De namen van de niet-weerhouden kandidaten worden niet gepubliceerd. § 4. De bestuurders: 1° vertonen een gedrag dat overeenstemt met de functievereisten; 2° zijn houder van een diploma van hoger onderwijs van het lange type of van de tweede cyclus van het universitair onderwijs, of kunnen een ervaring voorleggen van ten minste 10 jaar binnen het domein van elektriciteit en gas; 3° hebben een goede kennis van de milieu, sociale, economische en institutionele toestand van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 4° hebben diepgaande kennis van de elektriciteit en gassector met betrekking tot ten minste een van de volgende aspecten: gastechniek, elektriciteitstechniek, juridische aspecten, organisatie, financiën, bescherming van de verbruiker, mededinging, groene elektriciteit; en zo niet binnen het domein van de regulering van de netwerkmarkten, zoals de telecommunicatie, de spoorwegen of de postdiensten; 5° beschikken over de capaciteit om de elektriciteits- en gasmarkt binnen een stedelijke omgeving te kunnen inschatten, meer bepaald de sociale, economische en milieudimensie; 6° geven blijk van belangstelling voor het algemene belang, onafhankelijkheid ten opzichte van de spelers van de energiemarkt, en de energiebezorgdheden, met inbegrip van de duurzame ontwikkeling en de milieubescherming;
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 35 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 7° kunnen in een multidisciplinair team werken; 8° zijn voldoende beschikbaar om de functie te kunnen uitoefenen, met inbegrip van de voorbereiding van de vergaderingen; 9° begrijpen de Franse en Nederlandse taal. De voorzitter van de bestuursraad naast voorwaarden 1°, 2°, 3°, 5°, 6°, 7°, 8° hierboven: 1° heeft diepgaande kennis van de elektriciteits- en gassector met betrekking tot minstens vijf van de volgende aspecten: gastechniek, elektriciteitstechniek, juridische aspecten, organisatie, financiën, bescherming van de verbruiker, mededinging, groene elektriciteit; 2° begrijpt de Nederlandse, Franse en Engelse taal.]2]1
de functies van Minister, Staatssecretaris, lid van een ministerieel kabinet of lid van een parlementaire vergadering, alsook van om het even welke, al dan niet bezoldigd, activiteit of mandaat ten voordele van een producent, een netbeheerder, een leverancier of een tussenpersoon }6[of aandelen of andere belangen houden in gas- of elektriciteitsondernemingen, of werken, met inbegrip van deeltijds of als deskundige, in een gas- of elektriciteitsonderneming]6. Bovendien is het verboden om een activiteit of een mandaat uit te oefenen, al dan niet bezoldigd, ten voordele van een producent, een netbeheerder, een leverancier of een tussenpersoon binnen de twee jaar na het aflopen van het mandaat van voorzitter of }5[van bestuurder van Brugel]5.
}1. – Ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Vervangen bij art. 51 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
§ 3. }7 [Brugel beschikt over het voldoende personeel om te voldoen aan haar verplichtingen. Het personeel en de bestuurders van Brugel verzoeken, noch aanvaarden rechtstreekse instructies van geen enkele regering of andere openbare of private entiteit in de uitvoering van haar opdrachten in toepassing van § 2 van dit artikel.
}1 [Art. 30quater. }2[Brugel]2 komt bijeen telkens haar opdrachten dat vereisen. Zij komt geldig bijeen indien ten minste drie }3[bestuurders]3 aanwezig zijn. Zij spreekt zich uit bij absolute meerderheid van de aanwezige }3[bestuurders]3. De verhinderde voorzitter duidt zijn vervanger aan. Anders neemt }3[de aanwezige oudste bestuurder]3 in jaren het voorzitterschap waar. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – Gewijzigd bij art. 2, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 30quinquies. § 1. }2[De regering bepaalt de voorwaarden voor de benoeming en de revocatie van de personeelsleden van Brugel, alsook hun statuut.]2 § 2. De }3[bestuurders van Brugel]3 mogen }4[, zoals het personeel van Brugel,]4 geen andere functies uitoefenen die de onafhankelijke}4[, meer bepaald hun onafhankelijkheid ten opzichte van ieder commercieel belang in verband met de elektriciteitsen gassector,] 4 en objectieve uitoefening van hun mandaat }4[of hun functie]4 op het spel zouden kunnen zetten. Zijn onverenigbaar met het mandaat van voorzitter of }5[van bestuurder van Brugel]5,
De bestuurders van Brugel kunnen van hun functies tijdens hun mandaat ontheven worden als ze niet meer aan de onafhankelijkheidsvoorwaarden voldoen die door deze ordonnantie worden bepaald of een wettelijke of reglementaire bepaling schenden. Indien een bestuurder van Brugel niet langer aan deze vereisten voldoet of ernstig aan zijn plichten verzaakt, heeft de regering volle bevoegdheid om onderzoek te voeren en zich uit te spreken over het ontslag van een of meerdere bestuurders van Brugel. De regering spreekt zich uit met inachtneming van het recht op verweer, na de partijen en, desgevallend, hun raadsheren te hebben gehoord. In geval van vrijwillig ontslag van een bestuurder loopt zijn mandaat ten einde na een opzeggingstermijn van maximum drie maanden.]7 § 4. De voorzitter vertegenwoordigt bij de nationale, internationale en Europese instanties, alsook in de gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen. De rechtsvorderingen, als eiser en verweerder, worden ingesteld }9[door Brugel]9. }8[Brugel]8
§ 5. }10[De regering stelt de modaliteiten van de vergoeding van de bestuurders en de regeringscommissarissen vast.]10 § 6. }11[...]11]1
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
35
PLTHEENBXNL.book Page 36 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }1. – Ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 vervangen bij art. 52, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 52, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 2, lid 2, gewijzigd bij art. 2, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 2, lid 2, gewijzigd bij art. 52, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 3 vervangen bij art. 52, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8 . – § 4 ge wij zigd bij art. 2 , 1°, O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 4 gewijzigd bij art. 5 2, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – § 5 vervangen bij art. 52, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – § 6 opgeheven bij art. 52, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 30sexies. }2 [Brugel] 2 stelt een
huishoudelijk reglement op }3[...]3.]1 }4[Dit wordt op de website van Brugel gepubliceerd. Het bevat de samenstelling en de werkwijze van de Geschillendienst bedoeld in artikel 30novies van deze ordonnantie, alsook het statuut van het personeel dat eraan is verbonden.]4
}1. – Ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – Gewijzigd bij art. 53, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 } 4 . – Aa n g e v ul d b ij a r t . 5 3 , 2 ° , O r d. B r . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 30septies. }2[Brugel is onafhan-
kelijk van de regering. Twee commissarissen worden door de regering aangewezen en nemen deel aan de vergaderingen van Brugel zonder stemrecht, als waarnemers.]2]1 }1. – Ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Vervangen bij art. 54 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 30octies. § 1. De regering kan, met hun akkoord, en met het akkoord van de Commissie, de statutaire of contractuele personeelsleden van het Brussels Instituut voor het Beheer van het Milieu belasten met een opdracht bij de Commissie.
36
§ 2. De Regering bepaalt het aantal opdrachthouders. § 3. }2[Tijdens de duur van zijn opdracht, is de opdrachthouder in dienstactiviteit en blijft hij onderworpen aan het personeelsstatuut van het Brussels Instituut voor Milieubeheer dat op hem van toepassing is.]2 § 4. }3[...]3 § 5. Tijdens de duur van de opdracht, voeren deopdrachthouders de taken uit die hen zijn toegekend onder het hiërarchische gezag van de Commissie, }4[die de nodige informatie voor hun evaluatie aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer overmaakt. Het Instituut moet voor de evaluatie nauwgezet rekening houden met deze informatie. De autoriteit van het Instituut dat gemachtigd is om de evaluatie uit te voeren raadpleegt, vóór elk evaluatiegesprek, de functionele meerdere van de Commissie]4. § 6. De opdrachthouder wiens opdracht is beëindigd, wordt opnieuw ter beschikking gesteld van het Instituut. § 7. Bovenop zijn bezoldiging kan de opdrachthouders genieten van een opdrachttoelage waarvan het bedrag bepaald wordt door de regering op voorstel van de Commissie. }5 5 [...] § 8. De administratieve en geldelijke behandeling van de dossiers van opdrachthouders blijft bij het Instituut. § 9. De opdrachthouders zullen bekleed worden met de volgende taken: 1° het controleren van de jaarlijkse rendementen van de uitbating van de installaties bedoeld in artikel 2, 6°bis en het indienen van een verslag hierover bij de Commissie; 2° het controleren van de naleving door de netbeheerders van de bepalingen voorzien in de artikelen 3 tot 9ter van deze ordonnantie, in de artikelen 4 tot 10 van de ordonnantie van 1 april 2004 en in de uitvoeringsbesluiten van deze ordonnanties; 3° het controleren van de naleving door de netbeheerders van de investeringsplannen bedoeld in artikel 12 van deze ordonnantie en in artikel 10 van de ordonnantie van 1 april 2004; 4° het controleren van de naleving van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om te worden erkend als groene leverancier; 5° het controleren van de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen bedoeld in Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie en
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 37 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 in Hoofdstuk Vbis van bovenbedoelde ordonnantie van 1 april 2004; 6° het toekennen van het label van garantie van oorsprong en de certificatie van groene energie-installaties, en het opstellen van een verslag over de werking van de markt van de groene certificaten en van de garanties van oorsprong; 7° het beheren van het sociaal fonds voor energiebegeleiding bedoeld in artikel 25septiesdecies van deze ordonnantie; 8° het opstellen van een verslag over de uitvoering van de verplichtingen van de Commissie en de evolutie van de gewestelijke elektriciteits- en gasmarkten; 9° het vervullen van alle andere taken die hen toevertrouwd worden door de ordonnanties en besluiten, verordeningen en beslissingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt; 10° het ter plaatse raadplegen van alle boekhoudkundige of andere stukken in verband met de bevelen van de Commissie en in verband met de punten 1° tot 6. § 10. Voor elke vergadering van de Commissie bereiden de opdrachthouders, samen met de voorzitter van de Commissie, de dossiers voor die worden behandeld tijdens de vergaderingen van de Commissie. Hiervoor informeren zij de voorzitter van de Commissie over dringende beslissingen, voeren zij voorbereidende werken uit die voorzien zijn in het huishoudelijk reglement waarover sprake in artikel 30sexies.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 3 vervangen bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 29 november 2007, B.S., 19 december 2007, inwerkingtreding: 1 november 2007 (art. 3) }3. – § 4 opgeheven bij art. 2, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 29 november 2007, B.S., 19 december 2007, inwerkingtreding: 1 november 2007 (art. 3) }4. – § 5 gewijzigd bij art. 2, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 29 november 2007, B.S., 19 december 2007, inwerkingtreding: 1 november 2007 (art. 3) }5. – § 7, lid 2, opgeheven bij art. 2, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 29 november 2007, B.S., 19 december 2007, inwerkingtreding: 1 november 2007 (art. 3)
}1
[Art. 30octies. Brugel streeft, in verband met haar taken, desgevallend in nauw overleg, met de andere betrokken nationale en gewestelijke autoriteiten, met inbegrip van de Raad voor de Mededinging en de federale ombudsman, de volgende doelstellingen na:
1° de bevordering, in nauwe samenwerking met ACER, eventueel, via andere Belgische regulerende instanties voor gas of elektriciteit, de regulerende instanties van de andere Lid-Staten en de Europese Commissie, van een door concurrentie gekenmerkte, zekere en vanuit milieuoogpunt duurzame interne markt voor elektriciteit binnen de Europese Gemeenschap en van een daadwerkelijke openstelling van de markt voor alle afnemers en leveranciers in de Europese Gemeenschap, en waarborgen dat de elektriciteitsnetten op een doeltreffende en betrouwbare manier werken, rekening houdend met doelstellingen op lange termijn; 2° de ontwikkeling van door concurrentie gekenmerkte en goed functionerende regionale markten binnen de Europese Gemeenschap met het oog op het bereiken van de onder punt 1° genoemde doelstelling; 3° bijdragen tot de ontwikkeling, op de meest kosteneffectieve manier, van veilige, betrouwbare en efficiënte niet-discriminerende netten die op eindafnemers gericht zijn, de adequaatheid van netten bevorderen, alsmede aansluitend bij de doelstellingen van het algemene energiebeleid, energie-efficiëntie en de integratie van groot- en kleinschalige productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en gedistribueerde productie in transmissie- en distributienetten; 4° de toegang van nieuwe productiecapaciteit tot het net vergemakkelijken, met name door de belemmeringen voor de toegang van nieuwkomers op de markt weg te nemen en de integratie van elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen; 5° ervoor zorgen dat de netbeheerders en -gebruikers de nodige stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie van netprestaties te verbeteren en de marktintegratie te versterken; 6° bijdragen tot het bereiken van een hoog niveau van universele en openbare dienstverlening bij het leveren van elektriciteit, tot de bescherming van kwetsbare afnemers en tot de compatibiliteit van de processen voor de uitwisseling van gegevens die nodig zijn voor het veranderen van leverancier. Iedere benadeelde partij heeft het recht om een klacht neer te leggen tegen een beslissing van Brugel, een raadpleging of een voorstel van beslissing met het oog op diens heroverweging. Deze klacht heeft geen schorsende werking.]1 {2
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
37
PLTHEENBXNL.book Page 38 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }1. – Opnieuw ingevoegd bij art. 56 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }2. – De Raad voor de Mededinging werd vervangen door de Belgische mededingingsautoriteit bij art. 20, lid 1, wet 3 april 2013, B.S., 26 april 2013, inwerkingtreding: 6 september 2013 (art. 1 K.B. 30 augustus 2013, B.S., 6 september 2013)
}1[Art. 30novies. § 1. Er wordt in de
schoot van Brugel een «Geschillendienst» gecreëerd die klachten behandeld: 1° betreffende de toepassing van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten; 2° betreffende de toepassing van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en haar uitvoeringsbesluiten; 3° betreffende de werking van de gas- en elektriciteitsmarkten; 4° met betrekking tot de activiteiten van een leverancier, netbeheerder of tussenpersoon; 5° betreffende de toekenning van een financiële hulp in het kader van het in artikel 24, § 2 bedoelde programma van uitvoering; dit met uitzondering van deze die betrekking hebben op burgerlijke rechten. De Geschillendienst is niet bevoegd om de klachten tegen de beslissingen van Brugel te behandelen. § 2. Deze Dienst is samengesteld uit een of meerdere personeelsleden van Brugel die zich kunnen laten bijstaan door andere personeelsleden van Brugel en/of door deskundigen. Brugel wijst de leden van haar personeel aan die belast zijn met de Geschillendienst. De leden van deze Dienst moeten onafhankelijk en onpartijdig zijn. Het huishoudelijk reglement voorziet in de modaliteiten die het de leden van deze Dienst mogelijk maken om te handelen in volledige onafhankelijkheid en onpartijdigheid. De personeelsleden van Brugel die worden aangewezen voor deze Dienst genieten specifieke bepalingen met betrekking tot deze onafhankelijkheid, die worden ingevoegd in hun statuut of arbeidsovereenkomst. Elke belanghebbende maakt een geschil aanhangig bij de Geschillendienst nadat deze eerst zonder resultaat stappen heeft ondernomen hetzij bij de betroffen gespreks38
partner, hetzij bij de dienst klachtenbehandeling van de leveranciers en de netbeheerders. De Dienst nodigt de partijen die dit wensen uit om te verschijnen in persoon, vergezeld door hun raadsman of vertegenwoordigd door hem. Hij beveelt iedere onderzoeksen verhoormaatregel die hij nodig acht. In geval van hoogdringendheid, en indien de verzoeker een risico van ernstige en moeilijk herstelbare schade laat gelden, kan de Dienst dwingende voorlopige maatregelen treffen. De Geschillendienst wijst haar beslissing binnen de twee maanden nadat de zaak aanhangig werd gemaakt. Deze termijn kan met twee maanden worden verlengd indien de Geschillendienst bijkomende informatie behoeft, of nog met een nieuwe termijn mits het akkoord van de aanklager. De beslissingen van de Geschillendienst zijn gemotiveerd en dwingend. De beslissingen van de Geschillendienst worden gepubliceerd, met inachtneming van de vertrouwelijke gegevens en/of commercieel gevoelige informatie, op de website van Brugel. Een jaarverslag wordt gepubliceerd en vermeldt met name de nieuwste trends inzake rechtspraak van de Geschillendienst.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 57 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
HOOFDSTUK VII
SANCTIES }1
Art. 31. § 1. [Wordt gestraft met een gevangenisstraf van een maand en een boete van 1,20 tot 495 euro, of met één van deze straffen: 1° al wie zich verzet tegen de controles en onderzoeken van }2[Brugel]2 en van de regering krachtens deze ordonnantie; 2° al wie weigert }3[Brugel]3}4[, het Instituut]4 en de regering de inlichtingen te verschaffen die hij gehouden is te geven krachtens deze ordonnantie, of wie hun opzettelijk onjuiste of onvolledige inlichtingen verschaft; 3° al wie de bepalingen van de artikelen 21, eerste lid, 29 en 30 niet naleeft.]1 § 2. De regering kan de door haar bepaalde inbreuken op de bepalingen van de uitvoeringsbesluiten van deze ordonnantie, strafbaar stellen met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden en een boete van }5[495 euro]5 of met één van deze straffen alleen.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 39 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 § 3. De bepalingen van het eerste Boek van het Strafwetboek }6[...]6 zijn van toepassing op de inbreuken bedoeld in §§ 1 en 2. }7[§ 4. Elke inbreuk op de regels van vertrouwelijkheid die door deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten worden afgekondigd, wordt met de straffen voorzien in artikel 458 van het Strafwetboek bestraft. De bepalingen van het eerste Boek van het Strafwetboek zijn van toepassing, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85.]7 }1. – § 1 vervangen bij art. 57 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, 1°, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 1, 2°, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 1, 2°, gewijzigd bij art. 58, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 2 gewijzigd bij art. 58 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }6. – § 3 gewijzigd bij art. 58, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 4 toegevoegd bij art. 58, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 32. }1[§ 1. Onverminderd de andere maatregelen bepaald in deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan, kan }2[Brugel]2 elke natuurlijke of rechtspersoon gelasten zich te houden aan de bepalingen van deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan binnen de termijn die }2[Brugel]2 bepaalt. Als deze persoon in gebreke blijft na het verstrijken van de termijn, kan }2[Brugel]2 hem een administratieve boete opleggen. Deze boete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan 1.239 euro en niet hoger dan 99.157 euro. De totale boete mag niet meer bedragen dan }3[tien]3 procent van de omzet die de betreffende persoon gerealiseerd heeft op de gewestelijke markt voor elektriciteit in de loop van het laatste afgesloten boekjaar, indien dit bedrag hoger zou liggen. Dit artikel is niet van toepassing in het geval van een geschil dat betrekking heeft op de betaling van de bijdrage vermeld in artikel 26. Er mag geen enkele administratieve boete worden opgelegd voor feiten waarvoor al een vonnis is geveld in laatste instantie op basis van artikel 31. § 2. Vooraleer het bedrag van de boete te bepalen, informeert }4[Brugel]4 de betrokken persoon per aangetekend schrijven, en no-
digt hem uit }4[Brugel]4 een nota te bezorgen met betrekking tot zijn verdedigingsgronden. Het aangetekend schrijven bevat de vermelding van de weerhouden grieven, de overwogen sanctie en de melding dat het dossier kan worden ingekeken, de plaats en de uren waarop dit kan, en dit gedurende de hele termijn bepaald in het derde lid van deze paragraaf. Deze paragraaf zal er ook in vervat zijn. De nota }5 [wordt Brugel per aangetekend schrijven] 5 overgemaakt, binnen de dertig dagen na ontvangst van het schrijven vermeld in het eerste lid. }6 [Brugel]6 informeert de betrokken persoon over de datum van het voorafgaand verhoor, alsook de plaats en de uren waarop het dossier kan worden ingekeken. Dit laatste kan gebeuren tijdens de tien dagen die het verhoor voorafgaan. Deze kennisgeving wordt per aangetekend schrijven verzonden. Het voorafgaand verhoor vindt plaats ten vroegste op de twintigste dag na de verzending van het aangetekend schrijven vermeld in vorig lid. De betrokken persoon mag zich laten bijstaan door een advocaat of door deskundigen naar keuze. }7[Brugel]7 stelt een proces-verbaal op van het verhoor, en verzoekt de betrokken persoon deze te tekenen, desgevallend nadat deze er zijn opmerkingen aan heeft toegevoegd. }8[Brugel]8 neemt de zaak in beraad na het laatste verhoor. Hij bepaalt de administratieve boete middels een gemotiveerde beslissing en informeert de betrokken persoon binnen de dertig dagen na het laatste verhoor, per aangetekend schrijven. Na deze termijn wordt }8[Brugel]8 geacht definitief af te zien van elke sanctie gebaseerd op de aan de betrokken persoon ten laste gelegde feiten, behalve indien zich nieuwe elementen zouden voordoen. De kennisgeving van de beslissing vermeldt de mogelijkheden tot beroep bepaald door de wet en door deze ordonnantie, alsmede de termijn waarbinnen het kan worden ingesteld. § 3. Wat betreft de administratieve boete bedoeld in artikel 28, § 3, wordt het bedrag per ontbrekend certificaat vastgesteld op 75 euro voor de jaren 2004, 2005, 2006, en op 100 euro voor de daaropvolgende jaren. Elk jaar deelt }9[Brugel]9, bij aangetekend schrijven, op basis van de inlichtingen die hem werden verstrekt, aan de betrokken leverancier het totaal bedrag van de administratieve boete
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
39
PLTHEENBXNL.book Page 40 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 mee die verschuldigd is voor de niet-naleving van de verplichting bepaald in artikel 28, § 2. Deze leverancier kan, binnen vijftien dagen na deze mededeling, zijn opmerkingen aan }10[Brugel]10 bezorgen. Na onderzoek van de eventuele opmerkingen van de betrokken leverancier, deelt }11 [Brugel] 11 hem zijn met redenen omklede beslissing inzake het opleggen van een boete mee. § 4. }12[...]12 }13 [§ 4.] 13 De administratieve boete }14 [wordt]14 betaald binnen de dertig dagen na de uitspraak }14[...]14. }15 [Brugel]15 kan, op verzoek van de betrokken persoon, uitstel van betaling verlenen voor een door haar te bepalen termijn. Indien de betrokken persoon in gebreke blijft wat betreft de betaling van de administratieve boete, zal deze worden geïnd door middel van een dwangbevel. De Regering stelt de agenten aan die worden belast met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan. De tenuitvoerlegging wordt betekend door een deurwaardersexploot met bevel tot betaling.]1 }1. – Na wijzigingen, vervangen bij art. 59 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 59, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 59, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 2, lid 4, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }7. – § 2, lid 6, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }8. – § 2, lid 7, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }9. – § 3, lid 2, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }10. – § 3, lid 3, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }11. – § 3, lid 4, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }12. – § 4 opgeheven bij art. 59, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }13. – § 4 (oud § 5) hernummerd bij art. 59, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B. S., 10 augustus 2011 }14. – § 4 (oud § 5), lid 1, gewijzigd bij art. 59, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B. S., 10 augustus 2011
40
}15. – § 4 (oud § 5), lid 2, gewijzigd bij art. 2, 1°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011 }1
[HOOFDSTUK VIIbis
SCHADEVERGOEDINGSREGELING]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }1
[Afdeling 1
Verschuldigde schadevergoeding voor een lange onderbreking van de levering]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 32bis. § 1. Iedere niet-geplande onderbreking van de levering voor een duur van meer dan zes opeenvolgende uren en die zijn oorsprong vindt op het distributienet of het gewestelijk transmissienet geeft aanleiding tot een schadevergoeding van 100 euro ten voordele van de eindafnemer die aangesloten is op het distributienet of het gewestelijke transmissienet, ten laste van de beheerder van het net dat aan de oorsprong ligt van de onderbreking of het voortduren ervan die hebben plaatsgevonden. Deze schadevergoeding is niet door deze verschuldigd in de hypothese dat de onderbreking van de levering en het voortduren ervan gedurende meer dan zes opeenvolgende uren allebei veroorzaakt werden door een geval van overmacht, de daad van een derde of een incident op een stroomafwaarts of stroomopwaarts gekoppeld net. § 2. Om te kunnen genieten van de schadevergoeding bedoeld in paragraaf 1 dient de betrokken eindafnemer, per aangetekende brief, fax of e-mail, een aanvraag in bij de beheerder van het net waarop hij is aangesloten. Deze aanvraag moet worden verzonden binnen de dertig kalenderdagen volgend op het voorvallen van de onderbreking van levering. De afnemer vermeldt daarbij de gegevens die essentieel zijn voor de behandeling van zijn aanvraag. § 3. Binnen de dertig kalenderdagen na de aangetekende brief, fax of e-mail bedoeld in § 2 maakt de beheerder van het net waarop de eindafnemer is aangesloten, de schadevergoeding over op het bankrekeningnummer van de eindafnemer of stelt deze, in voorkomend geval, op de hoogte van het doorgeven van diens aanvraag aan
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 41 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 de derde die aan de oorsprong ligt van de onderbreking van de levering voor een duur van meer dan zes opeenvolgende uren.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }1
[Afdeling 2
Verschuldigde schadevergoeding ten gevolge van een administratieve fout of van een laattijdige aansluiting]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 32ter. § 1. Iedere afwezigheid van elektriciteitslevering die zich voordoet bij schending van de voorschriften van deze ordonnantie of van haar uitvoeringsbesluiten ten gevolge van een administratieve fout die werd begaan door de netbeheerder, verplicht deze netbeheerder om aan de eindafnemer een dagelijkse forfaitaire schadevergoeding van 125 euro te betalen tot aan het herstel van de levering, met een maximum van 1.875 euro. De kosten voor de afsluiting en het herstel worden eveneens gedragen door de betrokken netbeheerder, zonder dat deze kunnen worden verhaald op de eindafnemer. § 2. De eindafnemer richt zijn aanvraag tot schadevergoeding aan de beheerder van het net waarop hij is aangesloten, per aangetekende brief, fax of e-mail, binnen de dertig dagen na het opduiken van de afwezigheid van levering. De eindafnemer vermeldt hierbij de gegevens die essentieel zijn voor de behandeling van de aanvraag. De netbeheerder vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding.
}1
[Art. 32quater. § 1. Zonder afbreuk te doen aan het laatste lid, heeft elke eindafnemer recht op een forfaitaire dagvergoeding ten laste van de netbeheerder als deze de effectieve aansluiting niet heeft gerealiseerd binnen de volgende termijnen: 1° voor de laagspanningsafnemers, binnen de termijn vermeld in het schrijven dat door de netbeheerder aan de afnemer werd gericht, en waarin de technische en financiële voorwaarden van de aansluiting worden vermeld; tenzij anders overeengekomen begint die termijn te lopen vanaf de betaling van de offerte voor de aansluiting. Voor een eengezinswoning mag deze termijn 20 werkdagen niet overschrijden voor zover de gevraagde aansluitingscapaciteit niet groter is dan 25 kVA en het distributienet in de omgeving van het aansluitingspunt wordt gevestigd en aan dezelfde kant van de rijweg is gelegen; 2° voor de hoogspanningsafnemers, binnen de termijn vermeld in het ontwerp van aansluiting; tenzij anders overeengekomen begint die termijn te lopen vanaf het terugsturen van het ondertekende aansluitingscontract en de betaling van alle kosten door de aanvrager. De verschuldigde dagvergoeding bedraagt 50 euro voor de laagspanningsafnemers en 100 euro voor de hoogspanningsafnemers. De schadevergoeding is niet verschuldigd indien de overschrijding van de hierboven bedoelde termijnen te wijten is aan een eventuele vertraging van de bevoegde instanties of een weigering om de gevraagde toelatingen of vergunningen af te leveren of aan een niet-uitvoering door de netgebruiker van de werken op zijn kosten.
Indien de netbeheerder van oordeel is dat de afwezigheid van levering voortkomt uit een fout van de leverancier, brengt hij de afnemer hiervan op de hoogte binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding en verstuurt, binnen dezelfde termijn, de aanvraag aan de leverancier.
§ 2. De eindafnemer zendt de aanvraag tot schadevergoeding aan de beheerder van het net waarop hij is aangesloten, per aangetekende brief, fax of e-mail, binnen de dertig kalenderdagen na het verstrijken van de termijnen bedoeld in § 1. De eindafnemer vermeldt hierbij de gegevens die noodzakelijk zijn voor de behandeling van zijn aanvraag.
De leverancier is gehouden om de aanvraag tot schadevergoeding te behandelen en om desgevallend deze te storten binnen dezelfde termijnen als deze die van toepassing zijn op de netbeheerders.]1
De netbeheerder vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1. – Ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
41
PLTHEENBXNL.book Page 42 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 }1
[Afdeling 3
Schadevergoeding voor de schade die veroorzaakt werd door de onderbreking, de niet-conformiteit of de onregelmatigheid van de levering]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 32quinquies. De schade geleden
door een eindafnemer die aangesloten is op het gewestelijk transmissie- of distributienet ingevolge de onderbreking, de niet-conformiteit of de onregelmatigheid van de stroomvoorziening, maakt het voorwerp uit van een schadevergoeding door de verantwoordelijke netbeheerder, volgens de modaliteiten bepaald in deze afdeling: 1° de schadevergoeding is niet verschuldigd wanneer de onderbreking, de niet-conformiteit of de onregelmatigheid van de levering zijn oorsprong vindt in een geval van overmacht, de daad van een derde of een incident op een stroomafwaarts of stroomopwaarts gekoppeld net. Ze is ook niet van toepassing als de onderbreking aan de oorsprong van de schade gepland was of het gevolg is van een onderbreking of een opschorting van de toegang, toegelaten uit hoofde van deze ordonnantie of het ter uitvoering daarvan genomen technisch reglement; 2° de schadevergoeding is niet verschuldigd in geval van een discontinuïteit in de toevoer die het gevolg is van een micro-onderbreking of in geval van een fluctuatie in de spanning of de frequentie die niet meer bedraagt dan respectievelijk het verschil tussen de gemiddelde spanning en de waarde van de nominale spanning van het net en het verschil tussen de stroomfrequentie en de nominale waarde ervan toegelaten door de norm NBN EN 50160. De distributienetgebruiker moet zijn installaties ongevoelig maken voor dergelijke micro-onderbrekingen of dergelijke fluctuaties of maatregelen treffen om de eventuele schade te beperken; 3° indirecte en immateriële schade wordt niet vergoed, onder voorbehoud van toepassing van andere toepasselijke wettelijke bepalingen; 4°de rechtstreekse lichamelijke schade wordt integraal vergoed; 5° voor de rechtstreekse materiële schade geldt een individuele franchise van 30 euro per schadegeval en is geplafonneerd, per schadeverw ekkende geb eur tenis, op 42
2.000.000 euro voor het geheel van de schadegevallen. Indien het totale bedrag van de schadevergoedingen dit plafond overschrijdt, is de schadevergoeding die verschuldigd is aan de eindafnemer beperkt tot dat bedrag; 6° de toepassing van het plafond van de schadevergoeding en van de individuele franchise is uitgesloten in geval van bedrog of een zware fout van de netbeheerder.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 32sexies. § 1. De eindafnemer die het slachtoffer is van het schadegeval zoals gedefinieerd in voorgaand artikel meldt de vordering per aangetekende brief, fax of e-mail aan de beheerder van het net waarop hij is aangesloten uiterlijk negentig kalenderdagen vanaf het voorvallen van het schadegeval of ten minste vanaf de datum waarop hij kennis heeft gekregen van het schadegeval indien de kennis die de eindafnemer heeft gekregen voor hem later is, zonder dat de aangifte van het schadegeval meer dan zes maanden na het voorvallen van het schadegeval mag worden gedaan. Indien de eindafnemer binnen de termijn bedoeld in voorgaand lid per vergissing de aangifte van het schadegeval heeft gericht aan zijn leverancier, wordt deze geacht te zijn toegestuurd binnen de vereiste termijn. De leverancier verstuurt onverwijld de aangifte van het schadegeval aan de netbeheerder. § 2. De eindafnemer die schade heeft geleden verzendt als bijlage bij zijn aangifte van het schadegeval ieder stuk en ieder document dat toelaat om de werkelijkheid van het schadegeval en de omvang van de geleden schade vast te stellen. § 3. De netbeheerder bevestigt de ontvangst van de aangifte van het schadegeval binnen de vijftien kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aangetekende brief, de fax of de e-mail bedoeld in § 1. Binnen de zestig kalenderdagen na de verzending van de ontvangstbevestiging brengt hij de eindafnemer op de hoogte van het vervolg dat hij voornemens is te geven aan de aangifte van schadegeval. Indien blijkt dat het schadegeval zijn oorsprong niet vindt op zijn net, brengt de netbeheerder de eindafnemer binnen dezelfde termijn en maakt de aangifte over aan de derde die aan de oorsprong ligt van, desgevallend, de onderbreking, de niet-conformiteit of de onregelmatigheid van de levering.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 43 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 Deze laatste volgt de procedure die in deze paragraaf beschreven wordt. Desgevallend vergoedt de netbeheerder de eindafnemer binnen de zes maanden na de kennisgeving van een aangifte van schadegeval.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }1
[Afdeling 4
Verschuldigde schadevergoeding door de leveranciers en tussenpersonen]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 32septies. § 1. Elke onderbreking van de elektriciteitslevering die op verzoek van de leverancier in strijd met de bepalingen van onderhavige ordonnantie of van de uitvoeringsbesluiten ervan wordt uitgevoerd, of ten gevolge van een beheer- of facturatiefout uit hoofde van de leverancier met de procedure voor niet-betaling tot gevolg, verplicht deze om de eindafnemer een forfaitaire schadevergoeding van 125 euro per dag te betalen tot de datum van de aanvraag tot herstel van de levering, wat op onbetwistbare wijze door de leverancier aan de netbeheerder wordt betekend.
De netbeheerder herstelt de levering binnen de termijn voorzien door het technisch reglement. Bij ontstentenis kan de afnemer beroep doen op de toepassing van artikel 32ter. De vergoeding is geplafonneerd op 1.875 euro. De leverancier betaalt ook de kosten voor de sluiting en de herstelling van de stroomverbinding, zonder dat hij deze op de eindafnemer kan verhalen. § 2. Behoudens het geval bedoeld in § 1, heeft elke eindafnemer ook recht op een maandelijkse forfaitaire vergoeding van 100 euro per maand ten laste van de leverancier wanneer de overeenkomst niet van kracht kan worden op de datum die de partijen waren overeengekomen omdat de leverancier geen correct gevolg heeft gegeven aan de overeenkomst met de eindafnemer. § 3. De eindafnemer stuurt het verzoek tot schadevergoeding per aangetekende brief, fax of e-mail naar de leverancier, binnen de dertig dagen na, afhankelijk van het geval: 1° het ontstaan van de onderbreking bedoeld in § 1;
2° de kennisneming door de eindafnemer van de fout in de procedure van leverancierswissel, in toepassing van § 2. De eindafnemer vermeldt alle vereiste gegevens voor de verwerking van zijn vraag in zijn aanvraag. De leverancier vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding. § 4. Indien de leverancier oordeelt dat de onderbreking of de fout in de procedure van leverancierswissel uit een fout van de netbeheerder voortvloeit, licht hij de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding in en stuurt de aanvraag binnen dezelfde termijn rechtstreeks naar de netbeheerder. De netbeheerder moet de aanvraag tot vergoeding behandelen en de schadevergoeding desgevallend storten binnen dezelfde termijnen als deze die voor de leverancier gelden.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 32octies. § 1. Elke facturatiefout ten koste van de eindafnemer verplicht de leverancier om deze eindafnemer een schadevergoeding te betalen waarvan het bedrag gelijk is aan dat van de tussentijdse factuur van de afnemer, teruggebracht tot één maand verbruik en voor het lopende jaar en dit, in volgende gevallen: 1° ofwel wanneer de leverancier de klacht die een eindafnemer per aangetekende brief, fax of e-mail heeft gestuurd om het bedrag te betwisten van de factuur die hij heeft betaald, niet behandeld heeft binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst; 2° ofwel wanneer de leverancier, naar aanleiding van een klacht per aangetekende brief, fax of e-mail van een eindafnemer die de factuur heeft betaald, bevestigt aan de afnemer dat er een facturatiefout werd begaan die verband houdt met een fout in de meteropname, ongeacht de oorsprong, maar zich onthoudt van de verzending van een factuur tot rechtzetting naar de eindafnemer en desgevallend van de verschuldigde terugbetaling binnen de dertig kalenderdagen na de erkenning van de fout, onder voorbehoud van het geval bedoeld in paragraaf 3. § 2. De eindafnemer stuurt een aanvraag tot schadevergoeding naar de leverancier per aangetekende brief, fax of e-mail, binnen de dertig kalenderdagen na de overschrijding van de termijnen voorzien in § 1.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
43
PLTHEENBXNL.book Page 44 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 De eindafnemer vermeldt alle vereiste gegevens voor de verwerking van zijn aanvraag. De leverancier vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding. § 3. Indien de leverancier oordeelt dat de overschrijding van de termijnen bedoeld in § 1 aan de netbeheerder te wijten is, licht hij de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding in en stuurt de aanvraag binnen dezelfde termijn rechtstreeks naar de netbeheerder. De netbeheerder moet de aanvraag tot schadevergoeding behandelen en de vergoeding desgevallend storten binnen dezelfde termijnen als deze die voor de leverancier gelden. De vergoeding is niet verschuldigd bij de verkeerde mededeling door de eindafnemer van de gegevens voor het opstellen van de factuur.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }1
[Afdeling 5
Gemeenschappelijke bepalingen]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 32novies. § 1. De bepalingen
van de afdelingen 1 tot 4 verhinderen niet de toepassing van andere wettelijke bepalingen. In ieder geval, kan de gecombineerde toepassing van verschillende aansprakelijkheidsregimes niet leiden tot een schadevergoeding van de eindafnemer die het volledige herstel van de geleden schade overtreft. § 2. Teneinde de demarche van de eindafnemer en de behandeling van de aanvragen tot schadevergoeding te vergemakkelijken, stellen de netbeheerders en de leveranciers, elk voor wat hem betreft, op hun websites aanvraagformulieren tot schadevergoeding ter beschikking van eindafnemers. Deze formulieren worden voorafgaandelijk goedgekeurd door Brugel, die deze eveneens publiceert op haar website. Iedere aanvraag tot schadevergoeding wordt tot stand gebracht door middel van deze formulieren. § 3. De netbeheerders stellen iedere vorm van financiële waarborg die hen toelaat om de schadevergoedingen bedoeld in de artikelen 32bis tot 32quinquies te dekken. De last die verbonden is met de gestelde waarborg om de schadevergoedingen in geval 44
van zware fout te dekken zal duidelijk onderscheiden zijn in de rekeningen van de netbeheerder. Vóór 31 maart van elk jaar bezorgen de netbeheerders het bewijs van het bestaan van zulke financiële waarborg aan Brugel. De artikelen 32bis tot 32novies worden integraal hernomen in de aansluitingsreglementen en -contracten die van toepassing zijn op de afnemers die aangesloten zijn op het net. Vóór 15 mei van ieder jaar maken de netbeheerders een verslag over aan Brugel dat de staat opmaakt van het aantal aanvragen tot schadevergoeding die gestoeld zijn op de artikelen 32bis tot 32quinquies in de loop van het afgelopen jaar, alsook van het vervolg dat daaraan werd gegeven, dat ze bij het in artikel 12, § 4, van deze ordonnantie bedoelde verslag voegen. Brugel stelt te dien einde een model van verslag op. Minstens één keer per jaar schrijft de raad van bestuur van de netbeheerder de bespreking van een geactualiseerd verslag in op de agenda met betrekking tot het aantal aanvragen tot schadevergoeding die gestoeld zijn op de artikelen 32bis tot 32quinquies, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven. § 4. De bedragen van de schadevergoedingen die in de voorafgaande afdelingen bepaald worden, worden ieder jaar geïndexeerd overeenkomstig het indexcijfer door ze te vermenigvuldigen met het indexcijfer van de consumptieprijzen voor juni van het jaar en door ze te verdelen door het indexcijfer van juni van het jaar dat aan de inwerkingtreding van deze ordonnantie voorafgaat. Brugel publiceert op haar site de geïndexeerde bedragen, afgerond op een hele euro naar boven of naar beneden.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 60 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
HOOFDSTUK VIII
DIVERSE MAATREGELEN EN WIJZIGINGSMAATREGELEN Art. 33. § 1. Er wordt een «Raad van gebruikers van elektriciteit en gas» opgericht. § 2. De Raad heeft als taak advies te verstrekken aan de regering, hetzij op eigen initiatief hetzij op diens verzoek, betreffende de bescherming van de gebruikers, }1[openbaredienstverplichtingen en opdrachten]1 en het rationeel gebruik van energie }1[bij de levering en]1 bij de elektriciteits- en gasdistributie.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 45 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 § 3. De Raad is samengesteld uit }2[zeventien leden benoemd door de regering, te weten]2: 1° }3 [twee vertegenwoordigers van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest]3 2° }4 [twee vertegenwoordigers van de Milieuraad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest]4 3° acht consumentenvertegenwoordigers; 4° vijf vertegenwoordigers, voorgedragen door de distributienetbeheerder, de gewestelijke transmissienetbeheerder, de houders van een leveringsvergunning en de lokale producenten}5[...]5. § 4. De Voorzitter van de Raad wordt door de regering benoemd en gekozen uit de consumentenvertegenwoordigers. § 5. Een vertegenwoordiger van de minister woont alle vergaderingen van de Raad bij en heeft een raadgevende stem. § 6. Het secretariaat van de Raad wordt waargenomen door }6[het Instituut]6. § 7. De regering keurt de statuten en het huishoudelijk reglement en de begroting van de Raad goed. § 8. De werkingskosten van de Raad worden gedragen door de begroting voor Energie van het Gewest. }1. – § 2 gewijzigd bij art. 60, lid 1, Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 3, inleidende zin, gewijzigd bij art. 61, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 3, 1°, laatst vervangen bij art. 61, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 3, 2°, laatst vervangen bij art. 61, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 3, 4°, gewijzigd bij art. 61, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6 . – § 6 ge w ij zigd bij a rt . 2 , 7°, O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 33bis. § 1. Teneinde de afnemers zo goed mogelijk te begeleiden en hen informatie te bezorgen over hun rechten, is de regering belast met de organisatie van een informatiecentrum voor afnemers van gas en elektriciteit, hierna genaamd Informatiecentrum, dat een of meerdere vestigingseenheden kan hebben. De regering kan de organisatie van het Informatiecentrum toevertrouwen aan derden die onafhankelijk zijn van de energieleveranciers en/of -producenten, volgens
transparante procedures en waarbij het gelijkheidsbeginsel nageleefd wordt. § 2. Te dien einde heeft het Informatiecentrum de hoofdopdrachten: 1° om op gepersonaliseerde, onafhankelijke en objectieve manier aan de Brusselse afnemers, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan kwetsbare afnemers, alle nodige informatie te bezorgen over hun rechten, de vigerende wetgeving en de verschillende middelen van geschillenbeslechting die hen ter beschikking staan, de bevoegde overheden en de stappen die zij moeten nemen om hun rechten te laten gelden; 2° om op gepersonaliseerde, onafhankelijke en objectieve manier aan de Brusselse afnemers, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan kwetsbare afnemers, informatie te bezorgen betreffende de voorwaarden van de contracten die hen worden voorgesteld, over de stappen die zij moeten nemen om van leveranciers te veranderen en over de sociale bescherming, alsook hen een mogelijkheid te bieden om hen te begeleiden in hun demarches; 3° om een jaarverslag op te stellen, met name op basis van de activiteit van informatie en raadgeving, met betrekking tot de problemen van toegang tot energie die afnemers ondervinden, waarin een deel wordt opgenomen dat specifiek gewijd is aan de problemen die ondervonden worden door het publiek in een situatie van armoede. § 3. Het Informatiecentrum beschikt over de nodige deskundigheid en over gekwalificeerd personeel. § 4. De regering kan de opdrachten van het Informatiecentrum, evenals de modaliteiten van samenwerking met andere informatiecentra voor afnemers preciseren.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 62 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 34. }1[...]1 }1. – Na wijzigingen, opgeheven bij art. 63 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
Art. 35. }1[§ 1. }2[Brugel]2 kan de netbeheerders, de leveranciers en de gebruikers van de netten verzoeken, hem alle gegevens en informatie die nodig zijn voor de uitoefening van zijn functie, te verschaffen, binnen een door hem vastgestelde termijn, met uitsluiting van de gegevens betreffende de huishoudelijke afnemers.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
45
PLTHEENBXNL.book Page 46 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 § 2. De ambtenaren van }3[het Instituut]3, de }4[bestuurders van Brugel]4 en }5[het personeel van Brugel]5 mogen de vertrouwelijke gegevens, de gegevens die het mogelijk maken de identiteit te kennen van de afnemers en de commercieel gevoelige gegevens waarvan ze kennis hebben in het kader van hun functie niet vrijgeven, behalve in de gevallen waar ze opgeroepen worden om in rechte te getuigen, onverminderd § 3, en de uitwisseling van informatie met de Belgische en Europese autoriteiten waarin uitdrukkelijk voorzien wordt in wettelijke of verordenende bepalingen. Elke inbreuk op het eerste lid wordt bestraft met de straffen waarin voorzien in het artikel 458 van het Strafwetboek. § 3. }6[Voor zover zij tot dezelfde vertrouwelijkheid zouden gehouden zijn en daarop dezelfde sancties rusten, kan Brugel aan de andere Belgische reguleringsinstanties en aan het Instituut de vertrouwelijke of commercieel gevoelige gegevens meedelen die zijn nodig hebben om hun bevoegdheid uit te oefenen.]6]1 }1. – Laatst vervangen bij art. 64 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2 . – § 1 ge wij zigd bij art. 2 , 1°, O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }3. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }4. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – § 3 vervangen bij art. 64 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1
[Art. 35bis. Eenieder die een bij deze ordonnantie bepaalde functie dan wel een functie krachtens deze ordonnantie uitoefent, is, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek, verplicht tot geheimhouding met betrekking tot de naamgegevens of de persoonsgebonden gegevens van de eindafnemers.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004, B.S., 26 april 2004
Art. 36. De personen die, bij het in werking treden van deze ordonnantie, titularis zijn van het eigendomsrecht of van een gebruiksrecht 46
van het gewestelijk transmissienet en van het distributienet worden voorlopig aangewezen als respectievelijk gewestelijke transmissienetbeheerder en als distributienetbeheerder. Deze aanstellingen eindigen op het ogenblik van de aanstellingen bepaald in artikelen 3 en 6. De duur van deze aanstellingen is evenwel begrepen in de termijn van twintig jaar bepaald in de artikelen 3, § 2, eerste lid, en 6, § 2. Uiterlijk op 31 december 2002, dienen de netbeheerders hun statuten en bijlagen ervan in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze ordonnantie. Ten laatste op dezelfde datum, dient de vennootschap, aangewezen als gewestelijke transmissienetbeheerder, eveneens haar statuten en bijlagen ervan, in overeenstemming te brengen met de wetsbepalingen.
Art. 37. }1[...]1 }1. – Opgeheven bij art. 65 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
Art. 38. (...)
{1
S 1. – Wijzigt Ord. Br. Hoofdst. R. 11 juli 1991, Elekticiteit, minimumlevering
}1[Art. 38bis. De eindafnemers die aangesloten zijn op de distributienetten en op het gewestelijk transmissienetten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden vrijgesteld van de federale bijdrage die bedoeld is als compensatie voor het inkomensverlies van de gemeenten ten gevolge van de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt, waarvan sprake in artikel 6, § 1, VIII, lid 1, 9°bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen.
De vrijstelling wordt toegekend vanaf 1 januari 2004 }2[...]2.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 66 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) } 2 . – L i d 2 g e w i j z i g d b i j ar t . 2 O r d . B r . Hoofdst. Parl. 19 december 2008, B.S., 14 januari 2009, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 3)
Art. 39. (...)
{1
S 1. – Wijzigt Ord. Br. Hoofdst. R. 12 december 1991 Br. Hoofdst. Gew., begrotingsfondsen, oprichting
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 47 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001
Bijlage Bij artikel 26 Waarden van de ter beschikking gestelde vermogens in functie van de nominale stroomsterkte van de schakelaars en smeltveiligheden Overeenstemming tussen de stroomsterkte en het vermogen van automatische LS-schakelaars Stroomsterkte A
2, 230 V Vermogen kVA
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Vermogen kVA
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43
0,9 1,2 1,4 1,6 1,8 2,1 2,3 2,5 2,8 3,0 3,2 3,5 3,7 3,9 4,1 4,4 4,6 4,8 5,1 5,3 5,5 5,8 6,0 6,2 6,4 6,7 6,9 7,1 7,4 7,6 7,8 8,1 8,3 8,5 8,7 9,0 9,2 9,4 9,7 9,9
1,6 2,0 2,4 2,8 3,2 3,6 4,0 4,4 4,8 5,2 5,6 6,0 6,4 6,8 7,2 7,6 8,0 8,4 8,8 9,2 9,6 10,0 10,4 10,8 11,2 11,6 12,0 12,3 12,7 13,1 13,5 13,9 14,3 14,7 15,1 15,5 15,9 16,3 16,7 17,1
2,8 3,5 4,2 4,8 5,5 6,2 6,9 7,6 8,3 9,0 9,7 10,4 11,1 11,8 12,5 13,2 13,9 14,5 15,2 15,9 16,6 17,3 18,0 18,7 19,4 20,1 20,8 21,5 22,2 22,9 23,6 24,2 24,9 25,6 26,3 27,0 27,7 28,4 29,1 29,8
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
47
PLTHEENBXNL.book Page 48 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 Stroomsterkte A
2, 230 V Vermogen kVA
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Vermogen kVA
44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
10,1 10,4 10,6 10,8 11,0 11,3 11,5 11,7 12,0 12,2 12,4 12,7 12,9 13,1 13,3 13,6 13,8 14,0 14,3 14,5
17,5 17,9 18,3 18,7 19,1 19,5 19,9 20,3 20,7 21,1 21,5 21,9 22,3 22,7 23,1 23,5 23,9 24,3 24,7 25,1 25,5
30,5 31,2 31,9 32,6 33,3 33,9 34,6 35,3 36,0 36,7 37,4 38,1 38,8 39,5 40,2 40,9 41,6 42,3 43,0 43,6 44,3
25,9 26,3 26,7 27,1 27,5 27,9 28,3 28,7 29,1 29,5 29,9 30,3 30,7 31,1 31,5 31,9 32,3 32,7 33,1 33,5 33,9 34,3 34,7 35,1 35,5 35,9
45,0 45,7 46,4 47,1 47,8 48,5 49,2 49,9 50,6 51,3 52,0 52,7 53,3 54,0 54,7 55,4 56,1 56,8 57,5 58,2 58,9 59,6 60,3 61,0 61,7 62,4
65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
48
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 49 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 Stroomsterkte A
2, 230 V Vermogen kVA
91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 Overeenstemmende vermogens voor smeltveiligheden
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Vermogen kVA
36,3 36,7 37,0 37,4 37,8 38,2 38,6 39,0 39,4 39,8
63,0 63,7 64,4 65,1 65,8 66,5 67,2 67,9 68,6 69,3
X %, beschouwd als de waarde van het kaliber van de overeenkomende automatische schakelaar. X = 50 % voor smeltveiligheden kleiner dan 16 A
Wanneer men een smeltveiligheid gebruikt, wordt de nominale stroomsterkte, vermeerderd met
X = 25 % voor smeltveiligheden groter dan of gelijk aan 16 A
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
49
PLTHEENBXNL.book Page 50 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten
A. Administratieve besluiten B . B r . H o o fd st . Re g. 1 3 dec em ber 2 0 1 2 h o ud en de goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, de distributienetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2013-2017 . . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 13 december 2012 houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia System Operator, de gewestelijke transportnetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2013-2023 . . . . . . . . . . . . B . B r. H o o f ds t. Re g . 1 5 d ec e m b er 2 0 1 1 h o ud en d e goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVB A Sibe lga, dist ribut ien etbeh eer der vo or elektriciteit, voor de periode 2012-2016 . . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011 houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia System Operator, beheerder van het gewestelijk transmissienet voor elektriciteit, voor de periode 2012-2022 B . B r. H o o f ds t. Re g . 2 1 d ec e m b er 2 0 0 7 h o ud en d e goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVB A Sibe lga, dist ribut ien etbeh eer der vo or elektriciteit, voor de periode 2008-2012 . . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 21 december 2007 houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia System Operator, beheerder van het gewestelijk transmissienet voor elektriciteit, voor de periode 2008-2015 B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden tot aanstelling en van ontslag van de leden van de Reguleringscommissie voor energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun statuut . . . . . . . . .
50
51
52
53
54
55
56
57
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 51 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 december 2012
13 december 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, de distributienetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2013-2017 (B.S., 2 januari 2013) Art. 1. Het investeringsplan 2013-2017 van de CVBA Sibelga, de distributienetbeheerder voor elektriciteit, wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De minister die bevoegd is voor Énergie, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
51
PLTHEENBXNL.book Page 52 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 december 2012
13 december 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia System Operator, de gewestelijke transportnetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2013-2023 (B.S., 2 januari 2013) Art. 1. Het investeringsplan 2013-2023 van de NV Elia System Operator, gewestelijke transportnetbeheerder voor elektriciteit, wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De minister die bevoegd is voor Énergie, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
52
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 53 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011
15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2012-2016 (B.S., 24 januari 2012) Art. 1. Het investeringsplan 2012-2016 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor elektriciteit, wordt goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
53
PLTHEENBXNL.book Page 54 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011
15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia System Operator, beheerder van het gewestelijk transmissienet voor elektriciteit, voor de periode 20122022 (B.S., 24 januari 2012) Art. 1. Het investeringsplan 2012-2022 van de NV Elia System Operator, beheerder van het gewestelijk transportnet voor elektriciteit, wordt goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
54
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 55 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 21 december 2007
21 december 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor elektriciteit, voor de periode 2008-2012 (B.S., 30 januari 2008) Art. 1. Het investeringsplan 2008-2012 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor elektriciteit, wordt goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
55
PLTHEENBXNL.book Page 56 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 21 december 2007
21 december 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de NV Elia System Operator, beheerder van het gewestelijk transmissienet voor elektriciteit, voor de periode 20082015 (B.S., 29 januari 2008) Art. 1. Het investeringsplan 2008-2015 van de NV Elia System Operator, beheerder van het gewestelijk transmissienet voor elektriciteit, wordt goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
56
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 57 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2007
3 mei 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende vaststelling van de voorwaarden tot aanstelling en van ontslag van de leden van de Reguleringscommissie voor energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun statuut (B.S., 21 mei 2007) Art. 1. De Commissie voor regulering van de energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, «Brussel Gas Elektriciteit» genoemd, afgekort als «BRUGEL» bestaat uit 5 leden.
Art. 2. § 1. De leden van de BRUGEL-commissie worden aangeduid door de Regering voor een hernieuwbare termijn van 5 jaar. § 2. De aanstelling gebeurt op voordracht van een jury aangeduid door de Regering. Elk jurylid moet : 1° hetzij een hoge functie uitoefenen in de elektriciteits- of gassector, hetzij een hoge functie uitoefenen in de regulering van de netwerkmarkten zoals de telecommunicatie, de spoorwegen of de postdiensten, hetzij behoren tot het academische personeel van een universiteit; 2° de Franse en Nederlandse taal begrijpen; 3° de incompatibiliteitsregels die voorzien zijn in artikel 5 respecteren. De Minister bevoegd voor energie duidt de secretaris van de jury aan. § 3. Een forfaitaire vergoeding van 1.500 euro bruto wordt toegekend aan de leden van de jury.
Art. 3. § 1. Een kandidatuuroproep voor de leden van de BRUGEL-commissie wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd alsook in 4 Belgische dagbladen die op landelijk niveau verspreid worden, een minimumtermijn van dertig kalenderdagen moet voorzien zijn tussen de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de einddatum voor indiening van de kandidaturen. § 2. Op basis van het dossier van de kandidaten, doet de jury een eerste selectie. De jury kan besluiten een proef te organiseren die bestaat uit een casestudie, voor de weerhouden kandidaten. De weerhouden kandidaten worden door de jury uitgenodigd voor een gesprek. § 3. Voor iedere functie, kent de jury aan de kandidaten een van de volgende vermeldingen toe : A :volledig geschikt voor de functie;
B : geschikt voor de functie; C : niet geschikt voor de functie. § 4. De benoemingen gebeuren tussen de kandidaten die vermelding A of B kregen, rekening houdende met hun complementariteit. De namen van de niet weerhouden kandidaten worden niet gepubliceerd. § 1 De leden van de Commissie moeten : 1° een gedrag vertonen dat overeenstemt met de functievereisten 2° houder zijn van een diploma van hoger onderwijs van het lange type of van de tweede cyclus van het universitair onderwijs, of een ervaring kunnen voorleggen van ten minste 10 jaar binnen het domein van elektriciteit en gas; 3° een goede kennis hebben van de milieu, sociale, economische en institutionele toestand van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 4° diepgaande kennis hebben van de elektriciteit en gassector met betrekking tot ten minste een van de volgende aspecten : gastechniek, elektriciteitstechniek, juridische aspecten, organisatie, financiën, bescherming van de verbruiker, mededinging, groene elektriciteit; en zo niet binnen het domein van de regulering van de netwerkmarkten, zoals de telecommunicatie, de spoorwegen of de postdiensten; 5° over de capaciteit beschikken om de elektriciteits- en gasmarkt binnen een stedelijke omgeving te kunnen inschatten, meer bepaald de sociale, economische en milieudimensie. 6° blijk geven van belangstelling voor het algemene belang, onafhankelijkheid ten opzichte van de spelers van de energiemarkt, en de energiebezorgdheden, met inbegrip van de duurzame ontwikkeling en de milieubescherming; 7° in een multidisciplinair team kunnen werken; 8° voldoende beschikbaar zijn om de functie te kunnen uitoefenen, met inbegrip van de voorbereiding van de vergaderingen; 9° de Franse en Nederlandse taal begrijpen.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
57
PLTHEENBXNL.book Page 58 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2007 § 2 De Voorzitter van de BRUGEL-commissie moet naast voorwaarden 1°, 2°, 3°, 5°, 6°, 7°, 8° vermeld in § 1 : 1° diepgaande kennis hebben van de elektriciteit en gassector met betrekking tot minstens vijf van de volgende aspecten : gastechniek, elektriciteitstechniek, juridische aspecten, organisatie, financiën, bescherming van de verbruiker, mededinging, groene elektriciteit; 2° de Nederlandse, Franse en Engelse taal begrijpen.
Art. 4. § 1. De leden van de BRUGEL-commissie mogen geen Minister, Staatssecretaris, lid van een ministerieel kabinet of lid van een parlementaire assemblee zijn. § 2. De leden van de BRUGEL-commissie mogen geen enkele andere functie uitoefenen die mogelijk de onafhankelijkheid en de objectiviteit bij de uitoefening van het mandaat in het gedrang kunnen brengen § 3. De leden van de BRUGEL-commissie mogen geen activiteit of mandaat uitoefenen, al dan niet bezoldigd, voor een producent of een netwerkbeheeder, een leverancier of een tussenpersoon. Deze verbodsbepalingen blijven twee jaar gelden na het einde van het mandaat van de houder.
Art. 5. De leden van de Commissie leggen de eed af voor ze in functie treden, voor de Minister die Energie in zijn bevoegdheden heeft.
Art. 6. De functie van de leden van de BRUGEL-commissie loopt ten einde :
58
1° bij verstrijken van de vastgelegde termijn; 2° bij optreden van een oorzaak van onverenigbaarheid of verbod zoals voorzien in artikel 5; 3° voor ernstige tekortkomingen; de Regering doet een uitspraak, op voorstel van de Commissie, nadat die het betrokken lid gehoord of opgeroepen heeft; 4° in geval van vrijwillig ontslag, aan het einde van een opzeggingstermijn van maximum drie maanden die door de Regering wordt vastgesteld.
Art. 7. De voorzitter van de Commissie ontvangt zitpenningen bepaald op 600 euro per zitting van de Commissie en voor elke vergadering die deel uitmaakt van zijn vertegenwoordigingsopdracht bij nationale, internationale en Europese instanties, met een maximum van 24.000 euro per jaar. De voorzitter ontvangt eveneens een jaarlijkse bruto forfaitaire vergoeding van 16.000 euro De andere leden van de Commissie krijgen zitpenningen van 500 euro per zitting van de Commissie, met een maximum van 12.500 euro per jaar. Zij ontvangen eveneens een jaarlijkse bruto forfaitaire vergoeding van 7.500 euro.
Art. 8. De Minister die Energie in zijn bevoegdheden heeft is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 59 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten
B. Reglementaire besluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 31 januari 2013 tot aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor de inning en de invordering van bepaalde bedragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 19 juli 2012 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 20 04 houden de de criter ia en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor gas en houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit. . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de orga nisatie van de gasmar kt in het B russels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest B . B r . H o o f ds t. R eg . 1 8 de ce m b er 2 0 0 8 h o ud en d e goedkeuring van de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van gebruikers van elektriciteit en gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 17 april 2008 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest . . . . . . Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
60
62
65
69
71
73
59
PLTHEENBXNL.book Page 60 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 31 januari 2013 B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
80
31 januari 2013. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor de inning en de invordering van bepaalde bedragen (B.S., 15 februari 2013) Art. 1. De rekenplichtige van ontvangsten
Art. 2. De rekenplichtige van ontvangsten
belast met fiscale zaken is bevoegd voor het uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren van dwangbevelen: 1° voorzien in artikel 40 van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffingvan misdrijven inzake leefmilieu; 2° voorzien in artikel 32, § 4, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 3° voorzien in artikel 24, § 3, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 4° voorzien in artikel 152 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 5° voorzien in artikel 240 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 6° voorzien in artikel 305 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 7° voorzien in artikel 308 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 8° voorzien in artikel 313septies van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 9° voorzien in artikel 33, § 5, van de ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen; 10° voorzien in artikel 88, § 1, van de ordonnantie van 3 juli 2008 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangende rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
belast met fiscale zaken is bevoegd voor het uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren van dwangbevelen in het kader van de procedures waarnaar wordt verwezen in: 1° het derde lid van artikel 14 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur; 2° het derde lid van de tweede paragraaf van artikel 26 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur 3° de zesde paragraaf van artikel 26 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 4 ° de zesde pa ra gra af van ar ti kel 20septiesdecies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisdistributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 5° paragraaf 2 van artikel 44 van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangende rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
60
Art. 3. De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is bevoegd voor: 1° de inning van de heffing bedoeld in artikel 35, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot invoering van een heffing op de lozing van het afvalwater;
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 61 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 31 januari 2013 2° het voor gezien tekenen en het uitvoerbaar verklaren van dwangbevelen bedoeld in artikel 35, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot invoering van een heffing op de lozing van het afvalwater. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fis-
cale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
61
PLTHEENBXNL.book Page 62 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 19 juli 2012
19 juli 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 28 augustus 2012) Art. 1. Aan artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in 1° worden de woorden “zoals gewijzigd door de ordonnantie van 14 december 2006” opgeheven; 2° in 2° worden de woorden “zoals gewijzigd door de ordonnantie van 14 december 2006” opgeheven; 3° in 3° worden de woorden “de artikelen 25septies en 25octies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingelast in deze ordonnantie door de ordonnantie van 14 december 2006, en in de artikelen 20quinquies en 20sexies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingelast in deze ordonnantie door de ordonnantie van 14 december 2006” vervangen door de woorden «het artikel 25septies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het artikel 20quinquies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest»; 4° de 4°, 5° en 7° worden opgeheven; 5° het 6° wordt 4°.
Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 3. Aan artikel 4, lid 1 van hetzelfde besluit wordt er tussen het 2de en het 3de streepje een streepje toegevoegd, luidend als volgt: «– het kadastrale inkomen van de in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen die al dan niet als hoofdver62
blijfplaats gebruikt worden, verminderd met een bedrag van 745 euro,»;
Art. 4. § 1. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden “Dit zal worden opgesteld volgens het model vastgesteld door de Minister, en zal aan het kandidaat-gezin worden overhandigd door zijn leverancier op het ogenblik dat deze het vermogen opnieuw laat beperken tot het voorheen begrensde vermogen overeenkomstig artikel 25sexies, § 8, van de elektriciteitsordonnantie, of samen met de brief, voorzien in artikel 20quater, § 4, van de gasordonnantie.” vervangen door de woorden «Dit wordt door Brugel opgesteld en op haar website gepubliceerd. De leverancier overhandigt een exemplaar van dit formulier of een informatiebrief met uitleg over hoe dit formulier kan worden verkregen, deze informatiebrief wordt voor eensluitend en voorafgaand advies aan Brugel voorgelegd om het formulier te vervangen, in bijlage van de ingebrekestelling die in artikel 25sexies, § 1 van de elektriciteitsordonnantie en in artikel 20quater, § 1 wordt voorzien.» § 2. In artikel 6, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden “de volledige identiteit, de geboorteplaats en -datum, het beroep en de aard van de bestaansmiddelen van elk van de personen die deel uitmaken van het kandidaat-gezin” door de woorden «de volledige identiteit van alle gezinsleden, met inbegrip van de rijksregisternummers, en het woonadres van het gezin» vervangen.
Art. 5. Aan artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het 2de en het 6de streepje worden geschrapt; 2° het 7de streepje wordt vervangen als volgt: – het afschrift van de ingebrekestellingen, voorzien in artikel 25sexies, § 1, van de elektriciteitsordonnantie of 20quater, § 1 van de gasordonnantie.
Art. 6. In artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 63 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 19 juli 2012 1° in tweede lid worden de woorden “Het OCMW van de woonplaats van de huishoudelijke afnemer in wiens naam de aanvraag werd ingediend en de griffie van het Vredegerecht dat territoriaal bevoegd is, worden zo snel mogelijk op de hoogte gebracht van de ontvangst van de aanvraag.” vervangen door de woorden «Binnen een termijn van vijf dagen wordt er een bevestiging van de ontvangst van de aanvraag gestuurd naar de aanvrager en/of de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen.»; 2° een derde lid wordt toegevoegd, luidend als volgt: «Indien het dossier onvolledig is, kan Brugel de administratieve diensten raadplegen, die over de vereiste relevante gegevens beschikken.».
Art. 7. Aan artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 1 worden de woorden “achttien werkdagen” vervangen door de woorden «tien dagen»; 2° in lid 2 worden de woorden “wordt de aanvraag ontvankelijk verklaard en wordt deze beslissing onmiddellijk per overeenstemmende brief betekend aan de aanvrager.” vervangen door de woorden «beslist Brugel over de grondslag van de aanvraag binnen de twintig dagen van haar ontvangst. De beslissing tot toekenning van het statuut van beschermde afnemer wordt door Brugel zowel betekend aan de aanvrager per aangetekend schrijven, als aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling via de meest geschikte technische middelen. De beslissing tot weigering van het statuut van beschermde afnemer wordt door Brugel betekend aan de aanvrager per aangetekend schrijven, en aan de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling via de meest geschikte technische middelen».; 3° in lid 3 worden de woorden “binnen de termijn van twaalf werkdagen” vervangen door de woorden «binnen de twintig dagen vanaf de ontvangstdatum van het dossier»; 4° in lid 4 worden de woorden “§ 3” vervangen door de woorden «§§ 3 en 4», de woorden “twintig dagen” vervangen door de woorden «een maand» en de woorden “Binnen negen werkdagen na ontvangst van de
bijkomende elementen en rekening houdend met de genoemde termijn van 20 dagen, deelt BRUGEL aan de indiener van de aanvraag mede dat, al naargelang het geval, zijn aanvraag ontvankelijk is, van rechtswege onontvankelijk is, of onontvankelijk is wegens onvolledigheid ervan. Bij de beslissing bevindt zich een document dat de afnemer inlicht over de modaliteiten inzake hoger beroep. Van de beslissing wordt zo vlug mogelijk kennis gegeven aan het OCMW van de woonplaats van de huishoudelijke afnemer in wiens naam de aanvraag werd ingediend, evenals aan de griffie van het Vredegerecht dat territoriaal bevoegd is.” worden opgeheven; 5° twee nieuwe leden worden ingevoegd, luidend als volgt: Binnen de tien dagen vanaf de ontvangstdatum van de bijkomende documenten wordt het dossier bestudeerd door BRUGEL. Indien het dossier onvolledig blijft, wordt het van rechtswege onontvankelijk verklaard. Brugel betekent de beslissing van niet-ontvankelijkheid van rechtswege aan de aanvrager alsook aan de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen. Indien het dossier volledig is, deelt Brugel haar beslissing mee overeenkomstig § 2 van dit artikel.
Art. 8. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt een nieuw § 4 ingevoegd, luidend als volgt: «§ 4. Indien de aanvraag gegrond werd verklaard ten gevolge van een voorlopige beslissing van ontvankelijkheid en de beschermde afnemer niet binnen de toegestane termijn voldoet aan alle voorwaarden die hem door deze beslissing worden opgelegd, wordt de beslissing tot toelating van de afnemer tot het beschermingssysteem van rechtswege ongeldig. De kennisgeving van de beslissing van intrekking gebeurt onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde modaliteiten als bepaald bij § 2 van dit artikel.»;
Art. 9. In artikel 9 van hetzelfde besluit waarin § 4 § 5 wordt, worden de woorden “inzake ontvankelijkheid” opgeheven.
Art. 10. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen als volgt; § 1. Brugel duidt de leden van haar personeel aan, die gemachtigd zijn om het statuut van beschermde afnemer in haar naam toe te kennen.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
63
PLTHEENBXNL.book Page 64 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 19 juli 2012 De beslissing tot toekenning of weigering van het statuut van beschermde afnemer wordt binnen de termijn van vijftien dagen door Brugel zowel betekend aan de aanvrager, als aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling. De betekening van de beslissing aan de kandidaat gebeurt per aangetekend schrijven. De betekening aan de commerciële leverancier en de noodleverancier gebeurt via de meest geschikte technische middelen. Geen enkele aanvraag mag worden verworpen, wanneer het kandidaat-gezin het bewijs levert, dat het achterstallige betalingen aan zijn commerciële leverancier heeft openstaan en dat het voldoet aan alle vereisten, voorzien in dit besluit. Het uitblijven van een beslissing binnen de voornoemde termijn staat niet gelijk met een beslissing tot toekenning.
Art. 11. In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden “Elke beslissing tot toekenning van het statuut van beschermde afnemer wordt aan deze afnemer betekend en wordt meegedeeld aan de noodleverancier, aan de leverancier met wie de beschermde afnemer contractueel verbonden is, alsook aan het OCMW van de woonplaats van de aanvrager. Elke beslissing tot weigering wordt met redenen omkleed en wordt betekend per gecertificeerd of aangetekend schrijven. Deze brief heeft uitwerking op de derde werkdag die volgt op de neerlegging ervan bij de postoperator. Zij” vervangen door de woorden «Elke beslissing tot weigering wordt met redenen omkleed en». Art. 12. In artikel 10, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden “De beschermde afnemer wordt hiervan dadelijk op de hoogte gebracht per gecertificeerd of aange-
64
tekend schrijven en hiervan wordt eveneens dadelijk kennis gegeven aan de noodleverancier, aan de leverancier met wie de beschermde afnemer contractueel verbonden is, aan het OCMW van de woonplaats van de huishoudelijke afnemer in wiens naam de aanvraag werd ingediend, en aan de griffie van het Vredegerecht dat territoriaal bevoegd is.” vervangen door de woorden «De beschermde afnemer wordt hiervan dadelijk op de hoogte gebracht per gecertificeerd of aangetekend schrijven en de informatie wordt doorgespeeld aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen».
Art. 13. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: Art. 12. § 1. Wanneer hij antwoordt op het verzoek om zijn dossier te vervolledigen of om bijkomende inlichtingen te verstrekken, of wanneer hij vraagt de termijn te hernieuwen bij een beslissing tot voorlopige ontvankelijkheid, kan de aanvrager de wens uitdrukken te worden gehoord door BRUGEL. § 2. Wanneer de aanvrager vraagt om te worden gehoord door Brugel, wordt hij uitgenodigd om zich aan te bieden op haar kantoor, eventueel bijgestaan of vertegenwoordigd door een raadsman van zijn keuze. In beginsel wordt een eenmalig uitstel toegelaten. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden die moeten worden beoordeeld door de Voorzitter op de zitting, wordt er vervolgens uitspraak gedaan, zelfs al verschijnt noch de aanvrager, noch zijn eventuele raadsman.
Art. 14. De minister bevoegd voor het energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 65 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012
3 mei 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor gas en houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit (B.S., 23 mei 2012)
HOOFDSTUK 1er
HOOFDSTUK 2
WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 18 JULI 2000 TOT REGELING VAN HAAR WERKWIJZE EN TOT REGELING VAN DE ONDERTEKENING VAN DE AKTEN VAN DE REGERING
WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 18 JULI 2002 HOUDENDE DE CRITERIA EN DE PROCEDURE TOT TOEKENNING, HERNIEUWING, OVERDRACHT EN INTREKKING VAN EEN LEVERINGSVERGUNNING VOOR ELEKTRICITEIT
Art. 1. In artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering wordt een nieuw punt 29°, ingevoegd, luidend als volgt: 29° in toepassing van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de toekenning van leveringsvergunningen van respectievelijk elektriciteit en gas zoals de verknochte beslissingen in geval van verzaking, de intrekking, de hernieuwing of de overdracht van de vergunningen.
Art. 2. Artikel 1, 4°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit wordt opgeheven.
Art. 3. Aan artikel 7bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden «50 %» worden vervangen door de woorden 100 % 2° de woorden «warmtekrachtkoppeling met hoog rendement» worden vervangen door het woord kwaliteitswarmtekrachtkoppeling Art. 4. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 7 ingevoegd genaamd «Vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een vergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
65
PLTHEENBXNL.book Page 66 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012 economische ruimte hebben verkregen» die het artikel 7ter bevat, luidend als volgt: Afdeling 7 Vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een leveringsvergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte hebben verkregen
Art. 7ter. § 1. In afwijking op artikel 3, 4, 5, 6 en 7, kan elke aanvrager die voorafgaand beschikt over een federaal, in een ander Gewest of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte afgeleverde leverings-vergunning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een vergunning verkrijgen. Hiervoor hoeft hij enkel aan de volgende toekenningscriteria te voldoen: 1° een kopie van de beslissing van de desbetreffende entiteit die de leverings-vergunning aan de aanvrager afgeleverd heeft; 2° de overhandiging van een gedetailleerd organigram van de Belgische activiteit, met vermelding van de gegevens van een contactpersoon; 3° de beschrijving van de maatregelen die met het oog op een dienst voor klachtenbehandeling, zoals bedoeld onder artikel 25quattuordecies § 4 van de ordonnantie, genomen werden voor de interne organisatie; 4° de overhandiging en de voorstelling van het ontwikkelingsplan van de activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met inbegrip van met name de volgende elementen: doelclientèle, aanvangsdatum activiteit, geraamd leveringsvolume; Brugel kan aangeven welke elementen in het ontwikkelingsplan dienen te staan. § 2. De procedure onder § 1 van dit artikel is niet van toepassing als de vergunning waarvan er melding wordt gemaakt voortkomt uit een vereenvoudigde, een lokale of een door Brugel gelijkwaardig geachte vergunning. § 3. Bij een intrekking of een niet-verlenging van de leveringsvergunning waarvan melding onder § 1, punt 1, van dit artikel brengt de leverancier Brugel binnen de 15 werkdagen vanaf de intrekkingsdatum op de hoogte. 66
Als de leverancier in kwestie zijn activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wenst voort te zetten, dan beschikt hij na de kennisgeving van de onder lid 1 van deze paragraaf vermelde intrekking over een termijn van drie maand om bij Brugel een nieuwe vergunningsaanvraag in te dienen, deze keer met inachtneming van alle voorwaarden waarin voorzien onder artikel 2 tot 7 of 2 tot 7bis, in geval van een aanvraag van een vergunning voor groene levering. § 4. De in dit artikel voorzien vrijstelling betreft alleen de voorwaarden om een leveringsvergunning te krijgen en niet de rechten en verplichtingen die eruit voortkomen.
Art. 5. § 1. In artikelen 8, §§ 1, 3 en 4, 9, 10, 12, 13, 15, §§ 2 en 3, 16, §§ 1 en 2, 17, §§ 1 t.e.m. 4, 17bis en 18, van hetzelfde besluit worden de woorden «de Commissie» vervangen door het woord Brugel § 2. In artikel 8, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden «De licentieaanvraag» vervangen door de woorden De aanvraag om vergunning § 3. In de franse versie van artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden «S'il» vervangen door de woorden Si Brugel § 4. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden «de Commissie» vervangen door de woorden het Instituut § 5. Aan de franse versie van artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, de woorden «qu'elle détermine» worden vervangen door de woorden que Brugel détermine en de woorden «Elle entend» worden vervangen door de woorden Brugel entend 2° in § 2, de woorden «Il remet» worden vervangen door de woorden Brugel remet
Art. 6. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden «aangetekende brief» vervangen door de woorden «brief of per mail».
Art. 7. In artikel 11 § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden of op de dag van de bekendmaking van de beslissing in het Belgisch Staatsblad ingevoegd na de woorden «de aanvrager».
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 67 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012 HOOFDSTUK 3
WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 6 MEI 2004 HOUDENDE DE CRITERIA EN DE PROCEDURE TOT TOEKENNING, HERNIEUWING, OVERDRACHT EN INTREKKING VAN EEN LEVERINGSVERGUNNING VOOR GAS EN HOUDENDE WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 18 JULI 2002 HOUDENDE DE CRITERIA EN DE PROCEDURE TOT TOEKENNING, HERNIEUWING, OVERDRACHT EN INTREKKING VAN EEN LEVERINGSVERGUNNING VOOR ELEKTRICITEIT Art. 8. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 6 ingevoegd genaamd «Vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een vergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte hebben verkregen» die het artikel 7bis bevat, luidend als volgt:
met vermelding van de gegevens van een contactpersoon; 3° de beschrijving van de maatregelen die met het oog op een dienst voor klachtenbehandeling, zoals bedoeld onder artikel 20undecies § 4 van de ordonnantie, genomen werden voor de interne organisatie. § 2. De procedure onder § 1 van dit artikel is niet van toepassing als de vergunning waarvan er melding wordt gemaakt voortkomt uit een vereenvoudigde of een door Brugel gelijkwaardig geachte vergunning. § 3. Bij een intrekking of een niet-verlenging van de leveringsvergunning waarvan melding onder § 1, punt 1 van dit artikel brengt de leverancier Brugel binnen de 15 werkdagen vanaf de intrekkingsdatum op de hoogte. Als de leverancier in kwestie zijn activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wenst voort te zetten, dan beschikt hij na de kennisgeving van de onder lid 1 van deze paragraaf vermelde intrekking over een termijn van drie maand om bij Brugel een nieuwe vergunningsaanvraag in te dienen, deze keer met inachtneming van alle voorwaarden waarin voorzien onder artikel 2 tot 7. § 4. De in dit artikel voorzien vrijstelling betreft alleen de voorwaarden om een leveringsvergunning te krijgen en niet de rechten en verplichtingen die eruit voortkomen.
Art. 9. § 1. In artikelen 8, §§ 1, 3 en 4, 9, 10, Afdeling 6 Vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een leveringsvergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte hebben verkregen
Art. 7bis. § 1. In afwijking op artikel 3, 4, 5, 6 en 7, kan elke aanvrager die voorafgaand beschikt over een federaal, in een ander Gewest of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte afgeleverde leveringsvergunning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een vergunning verkrijgen. Hiervoor hoeft hij enkel aan de volgende toekenningscriteria te voldoen: 1° een kopie van de beslissing van de desbetreffende entiteit die de leveringsvergunning aan de aanvrager afgeleverd heeft; 2° de overhandiging van een gedetailleerd organigram van de Belgische activiteit,
12, 13, 15, §§ 2 en 3, 16, §§ 1 en 2, 17, §§ 1 tem 4 en 18, van hetzelfde besluit worden de woorden «de Commissie» vervangen door het woord Brugel § 2. In artikel 8, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden «De licentieaanvraag» vervangen door de woorden De aanvraag om vergunning § 3. In de franse versie van artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden «S'il» vervangen door de woorden Si Brugel § 4. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden «de Commissie» vervangen door de woorden het Instituut § 5. Aan de franse versie van artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, de woorden «qu'elle détermine» worden vervangen door de woorden
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
67
PLTHEENBXNL.book Page 68 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012 que Brugel détermine en de woorden «Elle entend» worden vervangen door de woorden Brugel entend 2° in § 2, de woorden «Elle remet» worden vervangen door de woorden Brugel remet
68
Art. 10. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden «aangetekende brief» vervangen door de woorden brief of per mail Art. 11. In artikel 11, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden of op de dag van de bekendmaking van de beslissing in het Belgisch Staatsblad ingevoegd na de woorden «de aanvrager».
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 69 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011
15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 26 januari 2013) Art. 1. § 1. In het artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden “de ontvanger van de agglomeratie Brussel” vervangen door de woorden «de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken». § 2. In het artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest wordt een tweede paragraaf ingevoerd, luidend als volgt: § 2. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in § 1 van dit artikel uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 2. De wijzigingen aangebracht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door de artikelen 1 en 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 april 2011 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
69
PLTHEENBXNL.book Page 70 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011 Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden opgeheven.
Art. 3. In de titel van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden “in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” vervangen door de woorden «in toepassing van artikel 24, § 3, derde lid, van de ordonnantie van 1 april
70
2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest».
Art. 4. In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden “in artikel 24, § 4, derde lid, van de «gasordonnantie»” vervangen door de woorden «in artikel 24, § 3, derde lid, van de «gasordonnantie»».
Art. 5. Artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012. De andere artikelen van dit besluit treden in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit.
Art. 6. De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren en de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 71 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 18 december 2008
18 december 2008. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van gebruikers van elektriciteit en gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 14 januari 2009) Art. 1. De statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van gebruikers van elektriciteit en gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die bij dit besluit zijn gevoegd in bijlage, zijn goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatblad met effecten vanaf 28 mei 2008.
Art. 3. De Minister die bevoegd is voor energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
2° twee leden van de Milieuraad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 3° acht vertegenwoordigers van de consumenten; 4° vijf vertegenwoordigers, voorgedragen door de netbeheerders, de houders van een leveringsvergunning en de lokale producenten, benoemd door de regering. De Regering kan plaatsvervangers aanwijzen. De Regering kan het mandaat van een lid intrekken om redenen die zij geschikt acht. Voorzitter
Art. 5. De Voorzitter van de Raad wordt aangewe-
Bijlage Statuten van de Raad van gebruikers van elektriciteit en gas Definities
Art. 1. Voor de toepassing van deze statuten dient te worden verstaan onder: 1° De ordonnantie: de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 2° De Regering: de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 3° De Minister: de Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die energie onder haar bevoegdheden heeft. 4° De Raad: de Raad van gebruikers van elektriciteit en gas die is opgericht krachtens artikel 33 § 1 van de ordonnantie. 5° De Dienst: de Dienst van het BIM die belast is met energie. Voor het overige gelden de definities van de ordonnantie. Opdracht
Art. 2. De opdracht van de Raad bestaat erin advies te verstrekken aan de Regering, hetzij op eigen initiatief hetzij op diens verzoek, betreffende de bescherming van de gebruikers, openbaredienstverplichtingen en -opdrachten en het rationeel gebruik van energie bij de levering en bij de distributie van elektriciteit en gas. Maatschappelijke zetel
Art. 3. De Raad heeft zijn maatschappelijke zetel op het adres Gulledelle 100, 1200 Brussel. De Raad kan beslissen zijn vergaderingen op een andere plaats te houden. Samenstelling
Art. 4. De Raad is als volgt samengesteld: 1° twee leden van de Economische en Sociale Raad van Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
zen door de Regering die daarvoor kiest uit de vertegenwoordigers van de consumenten. Vertegenwoordiger van de Minister
Art. 6. Een vertegenwoordiger van de Minister van het Brussels Hoofstedelijk Gewest, die bevoegd is voor energie, woont de vergaderingen bij, met raadgevende stem. Secretariaat
Art. 7. Het secretariaat van de Raad gebeurt door de Dienst. Bureau
Art. 8. De Raad kiest binnen zijn schoot een Bureau van drie leden. De Voorzitter is van rechtswege lid. Wat de twee andere leden betreft, wordt één lid gekozen onder de vertegenwoordigers van de consumenten, en het andere uit de vertegenwoordigers van de netwerkbeheerders, de houders van een leveringsvergunning en de lokale producenten. Om het Bureau te kunnen kiezen, moet ten minste twee derde van de leden van de Raad aanwezig zijn. Het Bureau wordt op hetzelfde ogenblik vernieuwd als de Raad. Het huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de Regering, legt de taken en de werking van het Bureau vast. Huishoudelijk reglement
Art. 9. De Regering keurt het huishoudelijk reglement van de Raad goed. Begroting
Art. 10. § 1. De Raad legt zijn jaarlijkse begroting ter goedkeuring voor aan de Regering. § 2. Het Secretariaat beheert de begroting en legt om de drie maanden een beheersverslag voor aan de Raad. § 3. De Raad kent zijn leden een presentiegeld toe van 100,00 euro per zitting. De Raad kan zijn leden ook vergoedingen toekennen voor geleverde diensten. De voorstellen van vergoedingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering. Er is presentiegeld verschuldigd:
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
71
PLTHEENBXNL.book Page 72 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 18 december 2008 – wanneer het lid daadwerkelijk gedurende ten minste één uur aanwezig was op de vergadering; – wanneer de Raad niet kan beraadslagen omdat het quorum ontbreekt en voor zover het lid aanwezig is gebleven op de vergadering tijdens dewelke is vastgesteld dat het quorum ontbreekt. Eenzelfde lid kan per dag maar één keer presentiegeld toegekend krijgen. Werkingskosten
Art. 11. De werkingskosten van de Raad zijn ten laste van de begroting Energie van het Gewest. Enkel de uitgaven voorzien in het kader van de in artikel 10 beoogde begroting zullen in aanmerking genomen worden. Goedkeuring en wijziging van de statuten Art. 12. § 1. Na deze statuten te hebben goedgekeurd of gewijzigd, legt de Raad de statuten ter goedkeuring voor aan de Regering.
72
§ 2. Om de statuten te kunnen wijzigen, moet op zijn minst twee derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Wijzigingen kunnen alleen maar worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Ingeval op de eerste vergadering minder dan twee derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kan een tweede vergadering bijeengeroepen worden die geldig zal kunnen beraadslagen en die de wijzigingen zal kunnen aannemen met de meerderheid waarin in de eerste alinea is voorzien, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. De tweede vergadering kan pas twee weken na de eerste vergadering plaatsvinden. Inwerkingtreding
Art. 13. Deze statuten treden in werking op de dag dat de Regering ze goedkeurt.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 73 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 17 april 2008
17 april 2008. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 16 mai 2008) Art. 1. De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest keurt het huishoudelijk reglement goed van de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat als bijlage gevoegd is bij dit besluit.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu, Énergie, Waterbeleid, Renovatiepremies en Groenvoorzieningen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Afdeling 1
Definities
Art. 1. Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1° «elektriciteitsordonnantie»: de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 2° «gasordonnantie»: de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 3° «BRUGEL»: de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 4° «reglement»: dit huishoudelijk reglement van BRUGEL; 5° «werkdag»: elke kalenderdag, met uitzondering van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen; 6° «Minister»: de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd is voor Energie; 7° «Regering»: de Brusselse Hoofdstedelijke Regering; 8° «BIM»: het Brussels Instituut voor Milieubeheer; 9° «coördinator van de opdrachthouders»: de persoon die belast is met de coördinatie van de opdrachthouders, zoals beschreven in artikel 13 van het reglement.
10° «klacht»: elke tenlastelegging die wordt bedoeld in artikel 30bis, § 2, 6°, van de elektriciteitsordonnantie, die bij BRUGEL door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon wordt ingediend tegen een distributienetbeheerder, een houder van een leveringsvergunning, een commissaris of een onderneming die verbonden is met of geassocieerd is met één van de vermelde ondernemingen, betreffende een eventuele schending van één of meerdere bepalingen van de ordonnanties en/of beslissingen; 11° «belangenconflict»: elk conflict tussen de persoonlijke belangen van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon en andere belangen, zoals bedoeld in artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen en in artikel 6 van het reglement. Afdeling 2
Raad van Bestuur
Art. 2. Voorzitterschap, bestuurders en secretarissen § 1. De voorzitter en de vier bestuurders vormen de Raad van Bestuur. § 2. De voorzitter zit de Raad van Bestuur voor. Wanneer de voorzitter verhinderd is, stelt hij zijn vervanger aan. Indien hij dit niet doet, treedt de oudste aanwezige bestuurder op als voorzitter. De bestuurder die het voorzitterschap waarneemt, heeft dezelfde rechten en plichten als de voorzitter. § 3. De voorzitter roept de vergaderingen van de Raad van Bestuur bijeen, opent ze en sluit ze. Hij leidt de debatten en beschikt over alle daartoe vereiste bevoegdheden. § 4. De voorzitter ziet, met inachtname van de beslissingen van de Raad van Bestuur, toe: a) op de voorbereiding en het onderzoek van de dossiers en de vragen die aan de Raad van Bestuur worden gericht, evenals op de voorstelling ervan aan de Raad van Bestuur; b) op het opmaken door de secretaris van de notulen van de vergaderingen van de Raad van Bestuur; c) op de externe relaties met de Belgische en Europese overheden, met de buitenlandse of internationale instellingen en met de gewestelijke, federale en Europese regulatoren van de elektriciteits- en gasmarkt; d) op de uitwisseling van informatie of op de relaties tussen de Raad van Bestuur en de opdrachthouders; e) op de uitoefening of op de toekenning van de residuaire bevoegdheden van de Raad van Bestuur en op de eventuele bemiddeling in bevoegdheidsconflicten tussen bestuurders. § 5. De voorzitter en de bestuurders houden elkaar wederzijds op de hoogte van alle informatie die relevant is voor de goede werking van BRUGEL.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
73
PLTHEENBXNL.book Page 74 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 17 april 2008 § 6. De Raad van Bestuur duidt onder de opdrachthouders de secretaris en de adjunct-secretaris aan. De adjunct-secretaris staat de secretaris bij in zijn taken en vervangt hem tijdens zijn verloven. § 7. De Raad van Bestuur bereidt het evaluatierapport voor van de coördinator van de opdrachthouders.
Art. 3. Vergaderingen en agenda § 1. De Raad van Bestuur vergadert in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad; de voorzitter kan evenwel een andere vergaderplaats aanduiden. § 2. De vergaderingen van de Raad van Bestuur zijn niet openbaar, doch vinden plaats in het bijzijn van de coördinator van de opdrachthouders en de secretaris of de adjunct-secretaris. De Raad van Bestuur kan evenwel bepaalde opdrachthouders of deskundigen verzoeken de Raad van Bestuur bij te staan in zijn beraadslagingen of een gehele vergadering of een gedeelte ervan bij te wonen. § 3. De Raad van Bestuur vergadert op uitnodiging en op initiatief van de voorzitter, of op verzoek van ten minste twee bestuurders, en zo vaak als de belangen van BRUGEL het vereisen. De oproeping gebeurt bij voorkeur op elektronische wijze, per brief of per fax, ten minste vijf werkdagen vóór de vergadering. In geval van absolute noodzaak kan de vergadering door de voorzitter worden vastgelegd op de dag zelf van de oproeping. De agenda voor de vergadering en alle stukken in verband met de agendapunten worden bij de oproeping gevoegd. § 4. Elk lid van de Raad van Bestuur kan aan de voorzitter een verzoek richten om punten met de bijhorende documenten op de agenda te plaatsen. § 5. Bij de aanvang van de vergadering keurt de Raad van Bestuur de agenda goed. De Raad van Bestuur kan bij consensus beslissen om een bijkomend punt aan de agenda toe te voegen. § 6. Indien één of meerdere agendapunten niet behandeld kunnen worden op de vergadering van de Raad van Bestuur, worden zij: a) met voorrang ingeschreven op de agenda van de volgende vergadering; b) uitgesteld naar een volgende vergadering, indien de Raad van Bestuur het punt niet heeft kunnen behandelen omwille van een gebrek aan informatie, omwille van procedureredenen of omdat de raad van bestuur bijkomend onderzoek nodig acht. § 7. De voorzitter vraagt de coördinator van de opdrachthouders om de Raad van Bestuur alle inlichtingen te verstrekken die nuttig zijn voor het onderzoek van de materies. Art. 4. Beraadslaging en stemming § 1. De Raad van Bestuur kan alleen geldig beraadslagen indien hij samengesteld is uit de voorzitter en ten minste twee bestuurders of, wanneer de voorzitter afwezig is, indien hij samengesteld is uit ten minste drie bestuurders. § 2. De Raad van Bestuur beslist bij consensus. Indien geen consensus wordt bereikt, komen de beslissingen tot stand bij gewone meerderheid. Bij sta-
74
king van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 3. De stemming kan slechts plaatsvinden nadat de personen die desgevallend uitgenodigd werden op de Raad van Bestuur, zich hebben teruggetrokken, met uitzondering van de secretaris of de adjunct-secretaris. § 4. De voorzitter kan beslissen dat de secretaris en de adjunct-secretaris zich in bepaalde gevallen en voor de duur die hij bepaalt, dienen terug te trekken uit de vergadering. In dit geval maakt een bestuurder de notulen op voor dat gedeelte van de vergadering. De secretaris en de adjunct-secretaris trekken zich in elk geval terug in geval van beraadslaging over de periodieke evaluatie van de coördinator van de opdrachthouders of van een opdrachthouder, en in geval van beraadslaging over de aanstelling van de coördinator van de opdrachthouders. § 5. De stemming gebeurt door handopsteking, doch kan geheim zijn indien een lid van de Raad van Bestuur hierom verzoekt. § 6. Een bestuurder die zich onthoudt of tegen een beslissing stemt, kan vragen dat zijn onthouding of verzet en zijn naam vermeld worden in de notulen, eventueel met de door hem aangehaalde motieven. § 7. De Raad van Bestuur bepaalt de deontologische regels die van toepassing zijn op de beraadslagingen en stemmingen van de Raad van Bestuur.
Art. 5. Notulen § 1. De secretaris maakt, met de hulp van de adjunct-secretaris, notulen op van de vergaderingen in het Nederlands en het Frans. Op de notulen wordt expliciet vermeld of het gaat om een voorlopige versie vóór goedkeuring, dan wel om een definitieve versie die werd goedgekeurd. De notulen worden op duidelijke en synthetische wijze opgemaakt. Zij geven de beslissingen en de beweegredenen ervan weer, alsook de verwijzingen naar de basisdocumenten. § 2. De leden van de Raad van Bestuur ontvangen de voorlopige versie van de notulen langs elektronische weg binnen de vijftien dagen na de vergadering, behalve tijdens de jaarlijkse vakantieperiodes. De goedkeuring van de notulen staat op de agenda van de eerste vergadering die plaats heeft na ontvangst van de notulen. Indien de secretaris opmerkingen ontvangt over de voorlopige versie van de notulen vóór de vergadering of uiterlijk op de vergadering zelf, zullen deze opmerkingen worden besproken en zullen de notulen worden goedgekeurd onder voorbehoud van eventuele aanpassingen. § 3. De definitieve versie van de notulen wordt, na goedkeuring ervan door de Raad van Bestuur, ondertekend door de voorzitter of een bestuurder, en door de secretaris. Na ondertekening wordt een ondertekend afschrift van de notulen overgemaakt aan de leden van de Raad van Bestuur. De originele notulen worden bewaard door de secretaris. Elk uittreksel van de notulen wordt ondertekend door de voorzitter of een bestuurder.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 75 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 17 april 2008 De notulen en de uittreksels ervan zijn vertrouwelijk, behoudens andersluidende beslissing van de Raad van Bestuur. § 4. De secretaris geeft de beslissingen van de Raad van Bestuur weer in een geïnformatiseerde tabel.
Art. 6. Onafhankelijkheid en objectiviteit van de leden van de Raad van Bestuur § 1. Elk lid van de Raad van Bestuur dat mogelijks een belangenconflict heeft met betrekking tot een dossier dat op de agenda staat, moet dit spontaan melden aan de Raad van Bestuur. In dit geval erkent de Raad van Bestuur dat er een belangenconflict is, trekt het lid zich terug uit de debatten en onthoudt zich van stemming over dit punt. § 2. Een belangenconflict bestaat met name wanneer een bestuurder een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de Raad van Bestuur, zoals bedoeld in artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen. Elke bestuurder die eveneens opdrachthouder is, trekt zich terug uit de Raad van Bestuur in geval van: beraadslaging over de periodieke evaluatie van de coördinator van de opdrachthouders of van een opdra cht ho ude r in ove re en st emming me t artikel 13 van het reglement; beraadslaging over de aanstelling van de coördinator van de opdrachthouders. § 3. De Raad van Bestuur kan beslissingen die werden genomen of verrichtingen die werden uitgevoerd met schending van de regels voorzien in dit artikel, vernietigen. § 4. Het lid van de Raad van Bestuur dat, in toepassing van artikel 30quinquies § 2 van de elektriciteitsordonnantie en het besluit van 3 mei 2007 van de Regering houdende vaststelling van de voorwaarden betreffende de aanstelling en het ontslag van de leden van de Reguleringscommissie voor energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun statuut, een functie, activiteit of mandaat uitoefent die/dat onverenigbaar is met zijn mandaat van lid van de Raad van Bestuur, moet de Raad van Bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen. Dit lid betekent onverwijld zijn ontslag als lid van de Raad van Bestuur per aangetekend schrijven gericht aan de Regering, met onmiddellijke uitwerking. Afdeling 3
Redactie en procedures
Art. 7. Regels van toepassing op de redactie van voorstellen, adviezen, beslissingen, aanbevelingen, onderzoeken en studies § 1. Wanneer BRUGEL wenst hetzij een voorstel te doen, een advies uit te brengen, een beslissing te nemen of een aanbeveling te doen, hetzij een onderzoek of studie aan te vangen, maakt de voorzitter een kopie van het dossier over aan de bestuurders, evenals in voorkomend geval, aan de opdrachthouders. § 2. De opdrachthouders leggen onmiddellijk de nodige contacten en vragen alle informatie op die ze nuttig achten.
Bij de redactie van een voorstel, advies, beslissing, aanbeveling, onderzoek of studie, mogen de opdrachthouders steeds een beroep doen op deskundigen van buitenaf, op voorwaarde dat de onafhankelijkheid van BRUGEL gewaarborgd wordt. Dit beroep gebeurt binnen het financiële kader en volgens de procedures beschreven in de artikelen 11 en 12 van dit reglement. § 3. Wanneer BRUGEL om een voorstel, advies, beslissing, aanbeveling, onderzoek of studie wordt verzocht, zendt de coördinator van de opdrachthouders onmiddellijk een bevestiging van ontvangst aan de verzoekende overheid en brengt hij de voorzitter ervan op de hoogte. De opdrachthouders stellen alles in het werk om de door de verzoekende overheid vooropgestelde uitvoeringstermijn na te leven. Indien de door de verzoekende overheid vooropgestelde uitvoeringstermijn niet haalbaar is, bijvoorbeeld gelet op de graad van ingewikkeldheid, deelt de coördinator van de opdrachthouders aan de verzoekende overheid onverwijld de redenen mee waarom het moeilijk zal zijn deze termijn na te leven, en vraagt hij haar om een verlenging van deze termijn. De uitvoeringstermijn neemt in alle gevallen slechts een aanvang na ontvangst van het volledige dossier. De opdrachthouders leven nauwgezet de door de verzoekende overheid vooropgestelde termijn na in de gevallen waarin de elektriciteits- of gasordonnantie of één van de uitvoeringsbesluiten ervan een verplichte termijn opleggen. § 4. Wanneer de Raad van Bestuur dit nodig acht, kan de goedkeuring van de voorstellen, adviezen, beslissingen, aanbevelingen, onderzoeken of studies via een schriftelijke procedure worden verkregen. In dit geval wordt het ontwerp van voorstel, advies, beslissing, aanbeveling, onderzoek of studie per brief meegedeeld aan de leden van de Raad van Bestuur. Deze mededeling kan ook per fax of via e-mail geschieden. In dit geval geldt het verzendingsbewijs als ontvangstbewijs. De mededeling vermeldt de termijn waarover de leden beschikken voor de mededeling van hun goedkeuring of van de redenen waarom zij hun goedkeuring niet kunnen verlenen. Deze termijn gaat in op het moment van de verzending en kan niet korter zijn dan 24 uur. De leden die na het verstrijken van de termijn vermeld in de mededeling geen bericht van goedkeuring overmaakten, worden geacht het ontwerp te hebben goedgekeurd. § 5. De voorstellen, adviezen, beslissingen, aanbevelingen, onderzoeken en studies van BRUGEL zijn openbaar na goedkeuring ervan door de Raad van Bestuur, behalve in geval de Raad van Bestuur meent dat het document elementen bevat die vertrouwelijk of commercieel gevoelig kunnen zijn. In dit geval vraagt BRUGEL aan de betrokken partij om binnen een termijn van twee weken na ontvangst van het document, daarin schrappingen van deze vertrouwelijke of com-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
75
PLTHEENBXNL.book Page 76 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 17 april 2008 mercieel gevoelige elementen voor te stellen. In laatste instantie zal de Raad van Bestuur een openbare versie van het document goedkeuren en bekend maken. § 6. De goedgekeurde en openbare versies van de voorstellen, adviezen, beslissingen, aanbevelingen, onderzoeken en studies van BRUGEL worden bekendgemaakt op de website van BRUGEL, www.brugel.be. De adviezen worden bekendgemaakt na mededeling aan de Regering binnen een termijn van minimum zeven werkdagen en maximum éénentwintig werkdagen, in overeenstemming met artikel 30bis, § 2, 12°, van de elektriciteitsordonnantie. De openbare versies van de voorstellen, adviezen, beslissingen, aanbevelingen, onderzoeken en studies van de raad van bestuur van BRUGEL worden bekend gemaakt in een welbepaalde opmaak en worden steeds in het Nederlands en het Frans opgesteld. § 7. Wanneer een gewestelijke administratieve overheid kennis wil nemen van een document van BRUGEL in de vertrouwelijke versie ervan, kan dit document haar worden overhandigd voor zover deze overheid dezelfde graad van vertrouwelijkheid kan waarborgen als deze die vereist wordt van BRUGEL. De Raad van Bestuur beslist hierover. § 8. Er wordt een thematisch en chronologisch klassement bijgehouden van de voorstellen, adviezen, beslissingen, aanbevelingen, onderzoeken en studies van BRUGEL.
Art. 8. Procedure betreffende de administratieve boetes § 1. In geval van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van de verplichting bepaald in artikel 28, § 2, van de elektriciteitsordonnantie, bereidt de coördinator van de opdrachthouders het dossier voor waarvan sprake in artikel 28 § 3, van deze ordonnantie. De Raad van Bestuur berekent en bepaalt het bedrag van de administratieve boete die wordt opgelegd aan de in gebreke blijvende leverancier, in overeenstemming met artikel 32 § 3 van de elektriciteitsordonnantie. § 2. Wanneer de Raad van Bestuur aanstalten maakt om een boete op te leggen op basis van artikel 32 van de elektriciteitsordonnantie of in toepassing van artikel 24 van de gasordonnantie, vraagt hij de coördinator van de opdrachthouders om een dossier voor te bereiden voor de Raad. De coördinator van de opdrachthouders brengt de betrokken persoon op de hoogte per aangetekend schrijven, nodigt hem uit om zijn verdedigingsmiddelen mee te delen, deelt hem de datum van het voorafgaand verhoor mee, alsook de plaats en de uren waarop het dossier kan worden ingekeken, en deelt hem de met redenen omklede beslissing mee. De Raad van Bestuur neemt de zaak in beraad na het laatste verhoor en stelt het bedrag van de boete vast bij een met redenen omklede beslissing. De procedure zal van toepassing zijn overeenkomstig artikel 32 van de elektriciteitsordonnantie en/of artikel 24 van de gasordonnantie. § 3. Elke door BRUGEL opgelegde boete wordt opgenomen in een register met vermelding van het dossiernummer dat alle handelingen verbindt. De follow-up van handelingen die voortvloeien uit een
76
boete wordt op elke vergadering van de Raad van Bestuur ter kennis gebracht. § 4. Elke administratieve boete die wordt opgelegd, wordt ter kennis gebracht van de gewestelijke ontvanger.
Art. 9. Procedure betreffende de behandeling van de klachten die werden ingediend bij BRUGEL § 1. BRUGEL is belast met de ontvangst en behandeling van de klachten die verband houden hetzij met de openbaredienstverplichtingen voorzien in Hoofdstuk IVbis van de elektriciteitsordonnantie en Hoofdstuk Vbis van de gasordonnantie, hetzij met de uitvoering van alle andere door de reglementering toevertrouwde taken. Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die handelingen vaststelt die één of meerdere van deze toepasselijke bepalingen schenden, kan een klacht indienen bij BRUGEL, zonder dat hij moet aantonen dat hij schade heeft geleden. De coördinator van de opdrachthouders duidt één of meerdere opdrachthouders aan om het dossier voor te bereiden en te beheren. Hij stelt het dossier voor aan de Raad van Bestuur teneinde na te gaan welke bepaling geschonden werd, of BRUGEL ter zake eventueel bevoegd is, of de klacht gegrond is, en welke maatregelen eventueel kunnen worden getroffen. Voor de geschillen betreffende de toegang tot het distributienet en voor geschillen betreffende de toepassing van het netreglement, wordt een bemiddelingsprocedure of een behandeling door de Geschillenkamer georganiseerd, in overeenstemming met artikel 23 van de elektriciteitsordonnantie of met artikel 17 van de gasordonnantie. § 2. Een bericht van ontvangst van de klacht wordt per aangetekend schrijven, fax of e-mail bezorgd aan de indiener van de klacht, binnen de vijf werkdagen na ontvangst ervan. De bij BRUGEL ingediende klachten moeten gemotiveerd zijn, toegezonden worden per post, fax of e-mail, en moeten een inventaris bevatten van de ingeroepen en meegedeelde stukken. § 3. De Raad van Bestuur oordeelt, eventueel op voorstel van de aangeduide opdrachthouder(s), op basis van de overgemaakte gegevens dat de klacht pertinent onontvankelijk is wegens het feit dat BRUGEL terzake niet bevoegd is en/of wegens het feit dat het voorwerp van de klacht niet voldoende gepreciseerd werd. Deze onontvankelijkheid wordt per aangetekend schrijven meegedeeld aan de indiener van de klacht binnen een termijn van één maand na ontvangst van de klacht. § 4. In geval de Raad van Bestuur, eventueel op voorstel van de aangeduide opdrachthouder(s), oordeelt dat hij niet over alle nodige informatie beschikt om de klacht te behandelen, wordt aanvullende informatie gevraagd aan de indiener van de klacht of, in voorkomend geval, aan een derde die over deze informatie beschikt. Deze informatie moet worden gevraagd binnen een termijn van één maand vanaf de datum van ontvangst van de klacht. In de brief waarin de infor-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 77 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 17 april 2008 matie wordt gevraagd, wordt ook meegedeeld binnen welke termijn de informatie moet worden meegedeeld aan BRUGEL. In dit geval is de termijn voor onderzoek van de ontvankelijkheid van de klacht één maand vanaf de ontvangst van alle informatie die nodig is voor de behandeling van de klacht en die werd bezorgd door de indiener van de klacht of door de derde die over deze informatie beschikt. § 5. In geval dat alle informatie die nodig is voor de behandeling van de klacht werd bezorgd en het dossier ontvankelijk wordt verklaard, zal BRUGEL dit meedelen aan de indiener van de klacht op dezelfde wijze als deze waarop de klacht werd ingediend. De Raad van Bestuur kan beslissen om een hoorzitting te houden voor de indiener van de klacht en/of voor de personen tegen wie de klacht gericht is. De Raad van Bestuur beslist, in voorkomend geval op voorstel van de aangestelde opdrachthouder(s), over de gegrondheid van de klacht, alsook over de door BRUGEL te treffen maatregelen. De inhoud van de beslissing van de Raad van Bestuur wordt per aangetekend schrijven betekend aan de indiener van de klacht, binnen een termijn van vijf werkdagen na de datum waarop de beslissing werd genomen door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur beschikt over een termijn van twee maanden na de indiening van de klacht om zijn beslissing te nemen. § 6. Er wordt een register bijgehouden van alle klachten die BRUGEL ontvangt en behandelt in het kader van de in dit artikel bedoelde procedure. Voor elke klacht worden de aard en de datum van de beslissing van de Raad van Bestuur vermeld. Afdeling 4
Dagelijks en operationeel beheer
Art. 10. Regels van toepassing op het operationeel beheer § 1. De coördinator van de opdrachthouders neemt alle organisatiemaatregelen die nodig zijn om de goede werking van BRUGEL en de degelijke uitvoering van de hem toevertrouwde taken te waarborgen. § 2. Alle briefwisseling wordt ontvangen en verstuurd door de opdrachthouders die er een uitgaand register van bijhouden dat melding maakt van de datum van verzending, het voorwerp, de bestemmeling, de ondertekenaar en de behandelende ambtenaar, alsook een inkomend register dat melding maakt van de datum van ontvangst, de verzender, de bestemmeling en het voorwerp. Alle binnenkomende brieven worden geopend, behalve indien de brief op naam geadresseerd is aan een lid van de Raad van Bestuur en de vermelding « vertrouwelijk» draagt. Elke brief wordt toegewezen aan een dossier. Rechtspersonen en BRUGEL gebruiken in hun onderlinge betrekkingen de taal van hun keuze: het Frans of het Nederlands. § 3. Brieven over de eigen taken van de Raad van Bestuur, zoals voorzien in de elektriciteits- en de gasordonnantie, worden wekelijks overgemaakt, behalve bij hoogdringendheid, en met de mogelijkheid van een becommentarieerd uittreksel dat langs elek-
tronische weg wordt verstuurd naar de leden van de Raad van Bestuur, naargelang van de hoogdringendheid en de belangrijkheid van de betrokken brief. Belangrijke brieven die de Raad van Bestuur verbinden, worden op de agenda van de eerstvolgende vergadering geplaatst.
Art. 11. Delegatie inzake handtekening en bevoegdheden De volgende regels zijn van toepassing inzake delegatie van bevoegdheden en handtekening: § 1. Binnen de perken van de delegaties inzake bevoegdheden en handtekening die door de Minister of de Regering worden toegekend aan BRUGEL in de hoedanigheid van afgevaardigde ordonnateur, kent de Raad van Bestuur bij beslissing een delegatie inzake handtekening toe aan de voorzitter en/of aan één of meerdere bestuurders, die ten aanzien van de afgevaardigde-ordonnateur rechtstreeks verantwoordelijk is (zijn) wat zijn (hun) opdracht als onderafgevaardigde ordonnateur betreft voor de afrekening van de voorziene uitgaven binnen de perken van de beschikbare kredieten. De Raad van Bestuur licht het Instituut en de Minister in over de toegekende subdelegaties. § 2. Binnen de perken van de delegaties inzake bevoegdheden en handtekening die door de Minister of de Regering worden toegekend aan BRUGEL in de hoedanigheid van afgevaardigde ordonnateur, kent de Raad van Bestuur bij beslissing een delegatie inzake handtekening toe aan coördinator van de opdrachthouders, en aan zijn plaatsvervanger, die ten aanzien van de afgevaardigde ordonnateur en de onderafgevaardigde-ordonnateurs rechtstreeks verantwoordelijk zijn wat hun opdracht als onderafgevaardigde ordonnateur betreft voor de afrekening van de voorziene uitgaven binnen de perken van de beschikbare kredieten. De Raad van Bestuur licht het Instituut en de Minister in over de toegekende subdelegaties. § 3. In geval de onderafgevaardigde ordonnateur afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem werden verleend voor de duur van de periode waarin hij afwezig of verhinderd is, toegewezen aan het lid van de Raad van Bestuur dat hij heeft aangeduid. Indien hij niet in staat is dit lid aan te duiden, zal de Raad van Bestuur hem aanduiden. In geval de coördinator van de opdrachthouders in zijn hoedanigheid van onderafgevaardigde ordonnateur afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem werden verleend voor de duur van de periode waarin hij afwezig of verhinderd is, toegewezen aan zijn plaatsvervanger of aan de opdrachthouder die hij heeft aangeduid. Indien hij niet in staat is deze opdrachthouder aan te duiden, zal de onderafgevaardigde ordonnateur hem aanduiden. § 4. De definitieve versie van een voorstel, advies, beslissing, aanbeveling, onderzoek of studie van BRUGEL, die werd goedgekeurd door de leden van de Raad van Bestuur zoals beschreven in artikel 7, § 5, van het reglement, wordt ondertekend door de voorzitter en een bestuurder, of, in geval van wettige verhindering van de voorzitter, door twee bestuurders. De briefwisseling betreffende de mededeling aan de verzoekende overheid van definitieve voor-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
77
PLTHEENBXNL.book Page 78 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 17 april 2008 stellen, adviezen, beslissingen, aanbevelingen, onderzoeken of studies, wordt verzorgd door de coördinator van de opdrachthouders. § 5. Alle briefwisseling die de Raad van Bestuur verbindt, wordt ondertekend door de voorzitter en een bestuurder, of door twee bestuurders. § 6. De Raad van Bestuur beslist over de delegaties inzake handtekening die worden toegekend aan de opdrachthouders voor het dagelijks beheer van de briefwisseling betreffende de aangelegenheden die bij ordonnantie of besluit werden toegewezen aan BRUGEL. § 7. De Raad van Bestuur kan beslissen om namens BRUGEL op te treden als eiser of verweerder in een gerechtelijke procedure.
Art. 12. Begroting, financiën en boekhouding § 1. Het BIM is belast met en verantwoordelijk voor het administratief, financieel en boekhoudkundig beheer. § 2. De coördinator van de opdrachthouders stelt, in overleg met de voorzitter, een ontwerp op van voorstel van begroting. Dit voorstel van begroting wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Na goedkeuring wordt het voorstel van begroting overgemaakt aan de Minister en aan de leidende ambtenaren van het BIM. Dit voorstel van begroting moet beantwoorden aan de begrotingsnormen van het BIM. De mededeling van de ontwerpen van voorstel van begroting en de goedgekeurde versie van het voorstel van begroting leven de kalender na die voor de opmaak van de begroting werd vastgesteld door de Minister van Begroting. De begroting omvat een gedetailleerde raming van de inkomsten en uitgaven op jaarbasis. Elke verbintenis, elke kennisgeving, elke afrekening dient vooraf geviseerd te worden door de controleur van de verbintenissen of van de afrekeningen van het BIM. De Raad van Bestuur houdt zich aan de schriftelijke procedure van de interne controle van het BIM. Hij beschikt over een appreciatiebevoegdheid om deze procedure aan te passen aan de interne structuur van BRUGEL. BRUGEL onderwerpt zich aan de beheerscontrole en de interne audits die worden georganiseerd door de Regering of het BIM. § 3. Om de drie maanden geeft de coördinator van de opdrachthouders een overzicht van de uitgaven en inkomsten op basis van enerzijds de uitgaven- en ontvangstenboeken die door het BIM worden meegedeeld, en van anderzijds een voorspelling van de uitgaven en ontvangsten op basis van de staat van vordering van de projecten. De voorzitter van de Raad van Bestuur stelt het BIM onmiddellijk in kennis van elke vraag van nieuwe verdeling of elke overschrijding van kredieten.
Art. 13. Opdrachthouders en coördinator van de opdrachthouders § 1. De Raad van Bestuur bepaalt de functies van de opdrachthouders. 78
§ 2. De Raad van Bestuur stelt de aanstelling van de opdrachthouders in de functies voor aan de Regering. Voorafgaand aan elk voorstel van aanstelling, gaat een extern selectiebureau over tot een eerste selectie van de kandidaten na een oproep tot kandidaatstelling. § 3. De Raad van Bestuur oefent de verantwoordelijkheden uit van het hiërarchische gezag ten aanzien van de opdrachthouders. In dit opzicht en overeenkomstig artikel 30octies, § 5, van de elektriciteitsordonnantie, bezorgt hij het BIM alle informatie die nodig is voor hun evaluatie, met het oog op zowel de voorbereiding van het functioneringsgesprek als de evaluatie na de geëvalueerde periode. Na twee negatieve evaluaties kan de Raad van Bestuur de Regering voorstellen een opdrachthouder te ontlasten van zijn opdracht. § 4. De Raad van Bestuur stelt aan de Regering het bedrag voor van de opdrachttoelagen. § 5. Een coördinator van de opdrachthouders wordt aangesteld door de Raad van Bestuur en neemt alle organisatorische maatregelen die nodig zijn om de goede werking van BRUGEL en de correcte uitvoering van de haar toevertrouwde taken te waarborgen. Hij bekleedt met name de volgende functies: de voorbereiding van de evaluatie van het personeel van BRUGEL; de voorbereiding van het voorontwerp van begroting en de voorstelling van de staat van de uitgaven en inkomsten, voorzien in artikel 12 van het reglement; de waarneming van de rol van gesprekspartner tussen het voorzitterschap en de opdrachthouders; de verlening van bijstand aan het voorzitterschap van de Raad van Bestuur; de verzekering van de coördinatie tussen en de vertegenwoordiging van de opdrachthouders; de uitoefening van de residuaire bevoegdheden in het kader van de opdrachthouders. § 6. De coördinator van de opdrachthouders coördineert de redactie van de volgende verslagen: 1. Het verslag voorzien in de artikelen 30bis, § 2, 9° en 30octies, § 9, 8°, van de elektriciteitsordonnantie dat betrekking heeft op: de uitvoering van zijn verplichtingen; de evolutie van de elektriciteits- en gasmarkt; de naleving van de openbare dienstverplichtingen door de distributienetbeheerder en de leveranciers en in het bijzonder op het vlak van de rechten van de huishoudelijke verbruikers. 2. Het jaarverslag over de werking van de markt van de groenestroomcertificaten en de garanties van oorsprong zoals voorzien in de artikelen 30bis, § 2, 7° en 30octies, § 9, 6°, van de elektriciteitsordonnantie en in de uitvoeringsbesluiten die hierop betrekking hebben; 3. Het verslag, zoals voorzien in de artikelen 30bis, § 2, 3° en 30octies, § 9, 1°, van de elektriciteitsordonnantie, betreffende de controle van de jaarlijkse rendementen van de uitbating van de kwaliteitswarmtekrachtkoppelingsinstallaties. Elk kalenderjaar worden het ontwerp van het verslag, bedoeld in § 7, 1°, en het ontwerp van de
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 79 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 17 april 2008 verslagen, bedoeld in § 7, 2° en 3°, ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur, respectievelijk vóór 1 juni en vóór 1 november. De verslagen, bedoeld in § 7, 2° en 3°, worden bekendgemaakt op de website van BRUGEL, nadat ze aan de Regering werden overgemaakt, binnen een termijn van minimum tien dagen en maximum éénentwintig dagen. § 7. Een plaatsvervanger van de coördinator van de opdrachthouders wordt aangesteld door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de functies van de plaatsvervanger van de coördinator van de opdrachthouders.
Art. 14. Relaties § 1. Relaties tussen de voorzitter en de buitenwereld De voorzitter vertegenwoordigt de Commissie bij de gewestelijke, nationale, Europese en internationale instanties, alsook in de gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen, overeenkomstig artikel 30quinquies § 4 van de elektriciteitsordonnantie. De samenwerking met de gewestelijke, federale en Europese regulatoren van de elektriciteits- en gasmarkt, bedoeld in artikel 30bis, § 2, tweede lid, 8°, van de elektriciteitsordonnantie, wordt verzekerd door de Raad van Bestuur, die vertegenwoordigd wordt door de voorzitter, behalve in geval van wettige verhindering van deze, in welk geval de Raad van Bestuur een bestuurder aanwijst om hem te vervangen. § 2. Relaties tussen de voorzitter en de coördinator van de opdrachthouders De voorzitter en de coördinator van de opdrachthouders komen regelmatig samen om de dossiers voor te bereiden en de vragen van de Raad van Bestuur uit te voeren. Alleen de voorzitter richt zich tot de coördinator van de opdrachthouders en hij richt zich uitsluitend tot deze laatste, behoudens de secretaris van de Raad van Bestuur. De voorzitter kan de coördinator van de opdrachthouders vragen hem een kopie te bezorgen van alle informatie en documenten die hij in zijn hoedanigheid van coördinator van de opdrachthouders heeft ontvangen.
De bestuurders kunnen vragen tot het verkrijgen van informatie richten tot de coördinator van de opdrachthouders, waarbij zij de voorzitter ervan inlichten. § 3. Relaties tussen de voorzitter en het BIM Overeenkomstig artikel 30quinquies, § 5, van de elektriciteitsordonnantie, woont de voorzitter met raadgevende stem de vergaderingen bij van de directieraad van het BIM, wanneer deze betrekking hebben op vragen betreffende energie. Volgens ditzelfde artikel heeft de voorzitter de mogelijkheid een bestuurder aan te duiden die deze vergaderingen met raadgevende stem zal bijwonen. De voorzitter of, in voorkomend geval, de aangeduide bestuurder, licht de Raad van Bestuur in over het resultaat van de besprekingen die hebben plaats gevonden tijdens de bovenvermelde vergaderingen.
Art. 15. Uitwisseling van informatie en vertrouwelijkheid § 1. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de artikelen 7, 10 en 12 van onderhavig reglement, stelt de Raad van Bestuur de handelingen die nodig of dienstig zijn enerzijds voor de uitvoering van de opdrachten van BRUGEL, bedoeld in artikel 30bis, § 2, van de elektriciteitsordonnantie, en anderzijds ter naleving van de bepalingen van de controleverrichtingen, bedoeld in artikel 30septies van de elektriciteitsordonnantie. § 2. De voorstellen, adviezen, beslissingen, aanbevelingen, onderzoeken en studies worden uitgewisseld, met de andere regulatoren, behoudens behoorlijk gemotiveerde uitzondering, volgens de modaliteiten waartoe werd besloten door de Raad van Bestuur. § 3. De leden van BRUGEL, de opdrachthouders en de Regeringscommissarissen zijn gehouden tot de verplichting van vertrouwelijkheid, zoals voorzien in artikel 35 § 2 en 3 van de elektriciteitsordonnantie en in artikel 26, § 2 en 3, van de gasordonnantie.
Art. 16. Bekendmaking en inwerkingtreding § 1. Dit reglement wordt bekendgemaakt op de website van BRUGEL en in het Belgisch Staatsblad. § 2. Het reglement treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
79
PLTHEENBXNL.book Page 80 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007
4 oktober 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 23 oktober 2007)
HOOFDSTUK 1
ALGEMEEN Art. 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° “elektriciteitsordonnantie”: de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,... 2° “gasordonnantie”: de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ... 3° “beschermde afnemer”: het gezin dat elektriciteit of gas verbruikt en dat toegelaten wordt tot het voordeel van het statuut dat wordt uitgewerkt in het artikel 25septies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het artikel 20quinquies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ... 4° “referentiejaar”: het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar van de indiening van de aanvraag, ... HOOFDSTUK 2
TOELAATBAARHEIDSVOORWAARDEN Art. 2. Opgeheven bij BESL 2012-07-19/46, art. 2, 002; Inwerkingtreding: 07-09-2012
Art. 3. § 1. De samengevoegde inkomsten van alle leden van het gezin dat kandidaat is voor het statuut van beschermde afnemer mogen, voor een gegeven belastingsjaar, niet hoger zijn dan 18.000 EUR. Deze inkomsten omvatten niet deze van de kinderen ten laste, 80
zijnde kinderen waarvoor kinderbijslag of wezenbijslag wordt uitbetaald aan een lid van dit gezin. Deze inkomsten houden rekening met het kadastraal inkomen van de in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen, al dan niet bewoond als hoofdverblijfplaats, verminderd met een bedrag van 745 euro. Voor de gezinnen waarvan tenminste twee leden op de datum van de indiening van de aanvraag beroepsinkomsten ontvangen in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, wordt dit bedrag verhoogd tot 20.000 EUR. Voor elk lid van het kandidaat-gezin dat door de fiscale wetgeving wordt beschouwd als persoon ten laste, worden de bovenstaande bedragen verhoogd; deze verhoging bedraagt 3.000 EUR voor de eerste persoon ten laste en 1.500 EUR voor de volgende personen ten laste. § 2. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de prijsindex overeenkomstig het mechanisme dat is vastgelegd door de wet van 2 augustus 1971. De aanvankelijke spilindex is 428,54, hetzij deze van de maand augustus 2007.
Art. 4. De in aanmerking te nemen inkomsten bestaan uit de samenvoeging van: – het belastbare inkomen in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen van elk lid van het gezin dat zich kandidaat stelt voor het statuut van beschermde afnemer, – de integratie-uitkeringen, ontvangen van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, – het kadastrale inkomen van de in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen die al dan niet als hoofdverblijfplaats gebruikt worden, verminderd met een bedrag van 745 euro, – alle bedragen, al dan niet belastbaar in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, die regelmatig worden ontvangen door een lid van het gezin dat zich kandidaat stelt voor het statuut van beschermde afnemer.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 81 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 Worden evenwel niet beschouwd als inkomsten: de kinderbijslagen, de wezenbijslagen, de studiebeurzen, de wachtuitkeringen inzake werkloosheid ontvangen in de hoedanigheid van samenwonende, het gedeelte van de tegemoetkomingen aan mensen met een handicap dat bestemd is om de kosten te dekken van de hulp van een derde persoon, evenals de roerende inkomsten van spaarrekeningen en -boekjes die vrijgesteld zijn van roerende voorheffing volgens het bovenvermelde Wetboek.
Art. 5. § 1. De inkomsten die in aanmerking worden genomen voor de toelating van het kandidaat-gezin, zijn deze die werden ontvangen tijdens het referentiejaar. Bij gebrek aan een fiscaal attest betreffende de inkomsten ontvangen tijdens het referentiejaar, worden de inkomsten in aanmerking genomen van het laatste belastingsjaar waarvoor een fiscaal attest beschikbaar is; in dit geval dient het kandidaat-gezin de bijkomende documenten te verstrekken die worden gevraagd. Wanneer de inkomsten van het gezin op de datum van de aanvraag evenwel 10 % lager zouden liggen dan de in aanmerking te nemen inkomsten, dan worden alleen de huidige inkomsten in aanmerking genomen. Indien, in de loop van het referentiejaar, één enkel lid van het kandidaat-gezin beroepsinkomsten heeft ontvangen in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, dan worden de huidige, op jaarbasis berekende inkomsten van de andere leden van dit gezin, indien er dergelijke inkomsten zijn, bij die van het referentiejaar gevoegd. § 2. De inkomsten dienen te worden bewezen aan de hand van het aanslagbiljet en van de documenten die hierna worden opgesomd, alsook aan de hand van alle andere bewijsstukken. HOOFDSTUK 3
INDIENING VAN DE AANVRAGEN Art. 6. § 1. Het kandidaat-gezin dient zijn aanvraag in op het hiervoor bestemde formulier. Dit wordt door Brugel opgesteld en op haar website gepubliceerd. De leverancier overhandigt een exemplaar van dit formulier of een informatiebrief met uitleg over hoe dit formulier kan worden verkregen, deze informatiebrief wordt voor eensluitend en voorafgaand advies aan Brugel voorgelegd om het
formulier te vervangen, in bijlage van de ingebrekestelling die in artikel 25sexies, § 1 van de elektriciteitsordonnantie en in artikel 20quater, § 1 wordt voorzien. Voor zover hij over deze informatie beschikt, vermeldt de leverancier op dit formulier het opgenomen jaarverbruik van de huishoudelijke afnemer tijdens elk van de drie laatste jaarlijkse facturatieperiodes. § 2. Dit formulier vermeldt de volledige identiteit van alle gezinsleden, met inbegrip van de rijksregisternummers, en het woonadres van het gezin; het bevat een beschrijving van de aard van het verbruik van het kandidaat-gezin. De aanvraag wordt voor echt verklaard en ondertekend door de huishoudelijke afnemer en verstuurd naar het adres van BRUGEL. Ze wordt medeondertekend door elke andere meerderjarige persoon die deel uitmaakt van zijn gezin. Ze zal uitwerking hebben ofwel op de dag van de ontvangst, door BRUGEL of haar gemachtigde, van de gewone brief, ofwel op de derde werkdag die volgt op dag van neerlegging bij de postoperator, door het kandidaat-gezin, van de gecertificeerde of aangetekende zending die het formulier bevat. § 3. Op de zetel van BRUGEL wordt een chronologisch register bijgehouden van de ontvangen aanvragen.
Art. 7. Het kandidaat-gezin dient bij het formulier van indiening van zijn aanvraag steeds de volgende documenten te voegen: – een kopie van het aanslagbiljet betreffende de inkomsten van het referentiejaar of van het laatste belastingsjaar waarvoor deze inkomsten beschikbaar zijn voor zover dit document beschikbaar is, ... – een certificaat van gezinssamenstelling afgeleverd door het gemeentebestuur van de woonplaats van de huishoudelijke afnemer op wiens naam het formulier is opgesteld, – een overzicht van de volledige identiteit van alle andere personen die hun gewone verblijfplaats hebben in het kandidaat-gezin, ook indien ze niet als dusdanig zijn ingeschreven in het bevolkingsregister, – individueel, voor elk lid van het kandidaat-gezin dat meerderjarig is op datum van de aanvraag, een verklaring op eer, door dit gezinslid voor echt verklaard en ondertekend, die hetzij het ontbreken van inkomsten
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
81
PLTHEENBXNL.book Page 82 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 vermeldt, hetzij de aard en het bedrag van alle inkomsten vermeldt die niet op het bij het dossier gevoegde aanslagbiljet werden vermeld en die werden ontvangen in de loop van datzelfde jaar, of later moeten worden ontvangen, vergezeld van alle bewijsstukken. ... – het afschrift van de ingebrekestellingen, voorzien in artikel 25sexies, § 1, van de elektriciteitsordonnantie of 20quater, § 1 van de gasordonnantie.
Art. 8. § 1. Indien een meerderjarig lid van het kandidaat-gezin in de loop van het referentiejaar geen inkomsten heeft ontvangen, voegt dit gezinslid bij het formulier voor indiening van de aanvraag, een voor echt verklaarde en ondertekende verklaring op eer die hetzij het ontbreken van inkomsten vermeldt, hetzij de aard en het bedrag vermeldt van zijn huidige inkomsten, vergezeld van alle bewijsstukken. § 2. Het gezin dat in aanmerking wil komen voor de verhoging van het toegestane inkomen die wordt toegekend indien er kinderen ten laste zijn, dient bij zijn aanvraag een attest te voegen van het Kinderbijslagfonds waarin wordt verklaard dat het gezin, op de datum van de aanvraag, kinderbijslag ontvangt. § 3. Het gezin dat zich wil beroepen op een vermindering van zijn inkomsten vergeleken met degene die in aanmerking moeten worden genomen volgens het bij het dossier gevoegde aanslagbiljet, dient individueel, voor elk lid van het kandidaat-gezin dat meerderjarig is op de datum van de aanvraag, een voor echt verklaarde en ondertekende verklaring op eer voor te leggen, waarin het bedrag wordt vermeld van alle inkomsten die werden ontvangen in de loop van de laatste twaalf maanden die voorafgingen aan de aanvraag, vergezeld van alle bewijsstukken. § 4. Het kandidaat-gezin dat het vereiste aanslagbiljet niet kan overleggen, dient de oorzaken te vermelden waardoor dit niet mogelijk is. Het kan toelaatbaar worden verklaard indien de aangehaalde oorzaak als gegrond wordt beschouwd, en indien het voldoet aan alle andere vereisten. § 5. Wanneer geen aanslagbiljet kan worden overgelegd voor de inkomsten van het referentiejaar, dient het kandidaat-gezin bij zijn aanvraag een verklaring op eer te voegen, voor echt verklaard en ondertekend door de huishoudelijke afnemer, waarin de aard en het totale jaarlijkse bedrag worden vermeld van alle 82
belastbare inkomsten die in de loop van dat jaar werden ontvangen door elk lid van dit gezin, vergezeld van alle bewijsstukken. HOOFDSTUK 4
BEHANDELING VAN DE AANVRAAG Art. 9. § 1. Om ontvankelijk te worden verklaard, moet de kandidaatstelling van een gezin naast het volledig ingevulde en ondertekende formulier van kandidaatstelling ook vergezeld zijn van alle vereiste bewijsstukken. Binnen een termijn van vijf dagen wordt er een bevestiging van de ontvangst van de aanvraag gestuurd naar de aanvrager en/of de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen. Indien het dossier onvolledig is, kan Brugel de administratieve diensten raadplegen, die over de vereiste relevante gegevens beschikken. § 2. Het dossier wordt onderzocht door BRUGEL binnen de termijn van tien dagen na de datum van ontvangst van de aanvraag overeenkomstig artikel 6. Indien het dossier volledig is, beslist Brugel over de grondslag van de aanvraag binnen de twintig dagen van haar ontvangst. De beslissing tot toekenning van het statuut van beschermde afnemer wordt door Brugel zowel betekend aan de aanvrager per aangetekend schrijven, als aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling via de meest geschikte technische middelen. De beslissing tot weigering van het statuut van beschermde afnemer wordt door Brugel betekend aan de aanvrager per aangetekend schrijven, en aan de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling via de meest geschikte technische middelen. Indien het dossier onvolledig is, wordt de met redenen omklede beslissing van nietontvankelijkheid per gecertificeerde of aangetekende brief binnen de twintig dagen vanaf de ontvangstdatum van het dossier betekend aan de aanvrager, met een gedetailleerde vermelding van alle elementen, formaliteiten, documenten of bewijsstukken die vereist zijn om de aanvraag ontvankelijk te maken. Deze brief wordt van kracht op de
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 83 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 derde werkdag die volgt op de datum van neerlegging ervan bij de postoperator. Onder voorbehoud van §§ 3 en 4, beschikt de indiener van de aanvraag dan over een termijn van een maand om de vereiste bijkomende elementen te bezorgen aan het adres van BRUGEL. Na deze termijn wordt de aanvraag van rechtswege als onontvankelijk beschouwd. ... Binnen de tien dagen vanaf de ontvangstdatum van de bijkomende documenten wordt het dossier bestudeerd door BRUGEL. Indien het dossier onvolledig blijft, wordt het van rechtswege onontvankelijk verklaard. Brugel betekent de beslissing van niet-ontvankelijkheid van rechtswege aan de aanvrager alsook aan de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen. Indien het dossier volledig is, deelt Brugel haar beslissing mee overeenkomstig § 2 van dit artikel. § 3. Indien het kandidaat-gezin om uitzonderlijke, ernstige en relevante redenen, waarvan het de aard en de gevolgen ervan op de vereisten van de procedure in detail moet verantwoorden aan de hand van alle nuttige bewijsstukken, niet aan alle vereisten kan voldoen binnen de termijn die het krachtens § 2 werd opgelegd, kan BRUGEL bij een met redenen omklede beslissing de aanvraag evenwel voorlopig ontvankelijk verklaren. In voorkomend geval is BRUGEL gemachtigd om deze ontvankelijkheid te koppelen aan de overlegging, binnen een termijn die ze in haar beslissing zal vermelden, van de ontbrekende elementen, formaliteiten, stukken of bewijsstukken die ze nader zal preciseren. Op verzoek van de aanvrager, ingediend vóór de aldus meegedeelde termijn is verstreken, kan BRUGEL, zolang de uitzonderlijk, ernstig en relevant geachte redenen bestaan en op overlegging door de aanvrager van de bewijsstukken van zijn verzoek, deze termijn verlengen bij een met redenen omklede beslissing. § 4. Indien de aanvraag gegrond werd verklaard ten gevolge van een voorlopige beslissing van ontvankelijkheid en de beschermde afnemer niet binnen de toegestane termijn voldoet aan alle voorwaarden die hem door deze beslissing worden opgelegd, wordt de beslissing tot toelating van de afnemer tot het beschermingssysteem van rechtswege ongeldig. De kennisgeving van de beslissing van intrekking gebeurt onder dezelfde voor-
waarden en volgens dezelfde modaliteiten als bepaald bij § 2 van dit artikel. § 5. Op de zetel van BRUGEL wordt een chronologisch register bijgehouden van alle beslissingen die worden genomen ....
Art. 10. § 1. Brugel duidt de leden van haar personeel aan, die gemachtigd zijn om het statuut van beschermde afnemer in haar naam toe te kennen. De beslissing tot toekenning of weigering van het statuut van beschermde afnemer wordt binnen de termijn van vijftien dagen door Brugel zowel betekend aan de aanvrager, als aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling. De betekening van de beslissing aan de kandidaat gebeurt per aangetekend schrijven. De betekening aan de commerciële leverancier en de noodleverancier gebeurt via de meest geschikte technische middelen. Geen enkele aanvraag mag worden verworpen, wanneer het kandidaat-gezin het bewijs levert, dat het achterstallige betalingen aan zijn commerciële leverancier heeft openstaan en dat het voldoet aan alle vereisten, voorzien in dit besluit. Het uitblijven van een beslissing binnen de voornoemde termijn staat niet gelijk met een beslissing tot toekenning. § 2. Elke beslissing tot weigering wordt met redenen omkleed en is vergezeld van een document dat de afnemer inlicht over de modaliteiten van hoger beroep. § 3. Indien de aanvraag gegrond werd verklaard ten gevolge van een voorlopige beslissing van ontvankelijkheid en de beschermde afnemer niet binnen de toegestane termijn voldoet aan alle voorwaarden die hem door deze beslissing worden opgelegd, wordt de beslissing tot toelating van de afnemer tot het beschermingssysteem van rechtswege ongeldig. De beschermde afnemer wordt hiervan dadelijk op de hoogte gebracht per gecertificeerd of aangetekend schrijven en de informatie wordt doorgespeeld aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen. § 4. Op de zetel van BRUGEL wordt een chronologisch register bijgehouden van alle beslissingen die worden genomen inzake de toelaatbaarheid tot het beschermingssysteem.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
83
PLTHEENBXNL.book Page 84 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007
Art. 11. BRUGEL kan het kandidaat-gezin op elk moment vragen om alle inlichtingen te verstrekken die nuttig zijn voor de beoordeling van de gegrondheid van de ingediende aanvraag. De vraag om inlichtingen wordt geformuleerd per gecertificeerd of aangetekend schrijven. Ze preciseert dat het kandidaatgezin beschikt over een termijn van één maand om er gevolg aan te geven. Deze termijn gaat in op de derde werkdag die volgt op de datum van neerlegging van het vermelde schrijven bij de postoperator. Indien geen antwoord wordt ontvangen binnen de toegestane termijn, wordt de aanvraag van rechtswege beschouwd als zijnde ongegrond.
Art. 12. § 1. Wanneer hij antwoordt op het verzoek om zijn dossier te vervolledigen of om bijkomende inlichtingen te verstrekken, of wanneer hij vraagt de termijn te hernieuwen bij een beslissing tot voorlopige ontvankelijkheid, kan de aanvrager de wens uitdrukken te worden gehoord door BRUGEL. § 2. Wanneer de aanvrager vraagt om te worden gehoord door Brugel, wordt hij uitgenodigd om zich aan te bieden op haar kantoor, eventueel bijgestaan of vertegenwoordigd door een raadsman van zijn keuze. In beginsel wordt een eenmalig uitstel toegelaten. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden die moeten worden beoordeeld door de Voorzitter op de zitting, wordt er vervolgens uitspraak gedaan, zelfs al verschijnt noch de aanvrager, noch zijn eventuele raadsman.
Art. 13. Door de indiening van de aanvraag machtigt elk lid van het kandidaat-gezin BRUGEL zonder voorbehoud om zich door elke Administratie, met inbegrip van de belastingsadministratie, door elke openbare dienst of openbare dienstverlener alle inlichtingen te doen overleggen die nodig, nuttig of relevant zijn voor het onderzoek van de gegrondheid van de aanvraag van het statuut van beschermde afnemer in het licht van dit besluit en van de gas- en elektriciteitsordonnantie. Art. 14. Elke aanvraag van het statuut van beschermde afnemer ter ondersteuning waarvan documenten of verklaringen worden overgelegd die onjuist blijken te zijn, wordt ambtshalve ongegrond verklaard. 84
HOOFDSTUK 5
SLOTBEPALINGEN Art. 15. Wanneer een aanvraag ongegrond werd verklaard, kan geen enkele nieuwe aanvraag die betrekking heeft op hetzelfde voorwerp worden ingediend binnen een termijn van zes maanden na de kennisgeving van de beslissing van ongegrondheid. Deze beperking zal worden opgeheven indien, tijdens deze periode, nieuwe elementen opduiken die niets te maken hebben met de verantwoordelijkheid, de nalatigheid of de tekortkomingen van alle leden van het kandidaat-gezin.
Art. 16. § 1. Het statuut van beschermde afnemer kan op elk moment worden ingetrokken bij een met redenen omklede beslissing van BRUGEL indien blijkt dat het werd verkregen door fraude, valse verklaringen of valse documenten. § 2. Wanneer BRUGEL kennis heeft van dergelijke feiten, brengt ze de beschermde afnemer hiervan op de hoogte aan de hand van een waarschuwing die per gecertificeerde of per aangetekende brief wordt verstuurd, waarin ze de feiten vermeldt waarop ze zich baseert en waarbij ze de afnemer, minstens één maand vooraf, de datum meedeelt waarop ze uitspraak zal doen over de eventuele intrekking van het statuut. De waarschuwing maakt melding van het recht van de afnemer om te worden gehoord. De gecertificeerde of aangetekende brief wordt van kracht op de derde werkdag die volgt op de datum van neerlegging ervan bij de postoperator. De beschermde afnemer die wenst te worden gehoord, moet dit aanvragen per gecertificeerd of per aangetekend schrijven binnen de vijftien dagen na deze waarschuwing. Hij kan bij deze gelegenheid de wens uitdrukken om zich te laten bijstaan of te laten vertegenwoordigen door een raadsman van zijn keuze. In beginsel zal een éénmalig uitstel worden toegelaten. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden die moeten worden beoordeeld door de Voorzitter op de zitting, zal er vervolgens uitspraak worden gedaan, zelfs al verschijnt noch de beschermde afnemer, noch zijn eventuele raadsman. § 3. BRUGEL omkleedt haar beslissing met redenen en betekent deze per gecertificeerd of per aangetekend schrijven aan de
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 85 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 19 juli 2001 betreffende elekriciteit en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 aanvrager en per gewone post aan zijn eventuele raadsman. Elke beslissing tot intrekking van het statuut van beschermde afnemer wordt bovendien meegedeeld aan de noodleverancier, aan de leverancier met wie de beschermde afnemer contractueel verbonden is, aan het OCMW van zijn woonplaats en aan de griffie van het Vredegerecht dat territoriaal bevoegd is.
Art. 17. § 1. De in de artikelen 9 tot 11 voorziene termijnen die aanvangen en verstrijken tussen 15 juli en 31 augustus, worden ambtshalve verlengd tot 15 september of tot de eerste werkdag die er op volgt.
§ 2. De in de artikelen 9 tot 11 voorziene termijnen worden geschorst tijdens de schoolvakanties van de Kerst- of de Paasvakantie.
Art. 18. Zonder afbreuk aan de eventuele intrekking van het statuut van beschermde afnemer, zal elke valse verklaring die bewust wordt gedaan teneinde van dit statuut te kunnen genieten, worden bestraft met een boete waarvan het bedrag zal variëren tussen 125 euro en 495 euro maximum in functie van de ernst van het bedrieglijke opzet.
Art. 19. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
85
PLTHEENBXNL.book Page 86 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004
ORDONNANTIE VAN 1 APRIL 2004 BETREFFENDE GAS EN HAAR UITVOERINGSBESLUITEN INHOUDSOPGAVE A. Administratieve besluiten. . . . . . . B. Reglementaire besluiten . . . . . . . .
117 137
1 april 2004. – Ord. Br. Hoofdst. R. betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 26 april 2004) R 1. – Gecoördineerde versie goedgekeurd op 21 december 2012.
Inhoudsopgave Blz.
HFDST. VIbis. – Bevordering van gas uit hernieuwbare energiebronnen. .
109
HFDST. VII. – Sancties. . . . . . . . . . . . . . .
109
HFDST. VIIbis. – Schadevergoedingsregeling
111
Afd. 1. – Verschuldigde schadevergoeding ten gevolge van een administratieve fout of van een laattijdige aansluiting . . . . . . . .
111
112
TITEL I. – Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . .
87
TITEL II. – Organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
87
HFDST. I. – Algemene bepaling. . . . . . .
87
HFDST. II. – DEFINITIES . . . . . . . . . . . . .
87
Afd. 2. – Vergoeding van de schade veroorzaakt door de netbeheerder in het kader van het beheer van zijn net . . . . . . . . . . . . . .
89
Afd. 3. – Verschuldigde schadevergoeding door de leveranciers en tussenpersonen . . .
113
Afd. 4. – Gemeenschappelijke bepalingen . .
114
HFDST. III. – Distributienetbeheer . . . . HFDST. IV. – In aanmerking komende afnemers en toegang tot het net . . . .
96
HFDST. V. – Verplichtingen en opdrachten van openbare dienst . . . . . .
97
HFDST. Vbis. – Verplichtingen van openbare dienst betreffende de levering van gas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
100
HFDST. VI. – Pijpleidingen, installaties en directe leidingen . . . . . . . . . . . . . . .
108
86
HFDST. VIII. – Diverse maatregelen. . . TITEL III. – Wegenisretributies inzake gas en elektriciteit. . . . . . . . . . . . . . . . . TITEL IV. – Wijzigingen in de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
115
115
116
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 87 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 TITEL I
ALGEMEEN Art. 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. TITEL II
ORGANISATIE VAN DE GASMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALING Art. 2. Deze Titel zet }1[Richtlijn 2009/73/ EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG]1 om in de rechtsorde van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. }1. – Gewijzigd bij art. 3 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
HOOFDSTUK II
DEFINITIES Art. 3. Voor de toepassing van deze titel dient te worden verstaan onder: 1° wet: de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen; 2° ordonnantie van 19 juli 2001: de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 3° ordonnantie van 11 maart 1999: de ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van gaslevering voor huishoudelijk gebruik; 4° distributienet: geheel van lokale of gewestelijke pijpleidingen, cabines, aansluitingen, schuiven, ontspanners, meters en bijhorende installaties voor het gasvervoer naar en de levering aan de eindafnemer; 5° netbeheerder: de distributienetbeheerder aangewezen overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk III;
6° leverancier: elke natuurlijke of rechtspersoon die aardgas verkoopt; }1 [7° gas: elk brandbaar product dat bij een temperatuur van 15 graden Celsius en bij een absolute druk van 1,01325 bar gasvormig is;]1 }2 [8° aardgas: elk brandbaar gasvormig product dat zijn oorsprong ondergronds heeft en hoofdzakelijk bestaat uit methaan en met uitzondering van mijngas;]2 }3 [9° compatibel gas: alle gas behalve aardgas, dat technisch gezien in alle veiligheid in het aardgasdistributienet kan worden geïnjecteerd en verdeeld;]3 }4 [10° hernieuwbare energiebronnen (afgekort HEB): elke niet-fossiele hernieuwbare energiebron, namelijk: windenergie, zonne-energie, aerothermische energie, geothermische energie, hydrothermische energie, energie uit de oceanen, waterkrachtenergie, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogas;]4 }5[11° gas afkomstig van hernieuwbare energiebronnen (afgekort «gas afkomstig van HEB»): gas afkomstig van de omzetting van hernieuwbare energiebronnen, zowel door gisting, als door thermochemische behandeling;]5 }6 [12°]6 rijk gas: aardgas met een calorische bovenwaarde van 0,041868 gigajoule per Nm3 of 11,630 kWu per Nm3; }7 [13°]7 arm gas: aardgas met een calorische bovenwaarde van 0,035169 gigajoule per Nm3 of 9,769 kWu per Nm3; }8[14°]8 directe leiding: elke leiding die het gasvervoernet met een verbruikerslocatie verbindt en die fysiek geen deel uitmaakt van het distributienet; }9 [15°] 9 aansluiting: leiding en bijhorende apparatuur die door de netbeheerder geplaatst werden om een verbinding te verzekeren tussen zijn net en een eindafnemer; }10[16°]10 in aanmerking komende afnemer: elke natuurlijke of rechtspersoon die zelf zijn leverancier mag kiezen en daartoe kan aansluiten op het distributienet, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 11 en volgende; }11[17°]11 eindafnemer: elke natuurlijke of rechtspersoon die gas koopt voor eigen gebruik, op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; }12 [18°]12 professionele afnemer: eindafnemer die het bewijs aanvoert dat hij het op
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
87
PLTHEENBXNL.book Page 88 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 zijn verbruikerslocatie geleverde gas }13 13 [...] gebruikt voor beroepsdoeleinden; }14[19°]14 }15[...]15 }16[20°]16 meter: toestel bij een eindafnemer geïnstalleerd teneinde de }17[geïnjecteerde of]17 afgenomen energie te meten gedurende een bepaalde tijdseenheid, met inbegrip van de eventuele uitrusting voor rekeningsoverzicht op afstand; }18[21°]18 }19[technisch reglement: reglement dat de verhoudingen tussen de netbeheerder, de toegangshouders tot het net, de netgebruikers en de beheerders van andere netten organiseert en dat de technische en administratieve voorschriften omvat die de goede werking van het net, van de interconnecties en de toegang tot deze beoogt;]19 }20 [22°]20 regering: de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; }21 [23°]21 }22[...]22 }23 [24°]23 }24[Instituut: het Brussels Instituut voor Milieubeheer;]24 }25 }26 [ [25°]26 }27[MIG (Message Implementation Guide): het handboek dat de regels, de procedures en het communicatieprotocol beschrijft die gevolgd worden voor de uitwisseling, tussen de distributienetbeheerder en de leveranciers, van technische en commerciële informatie met betrekking tot de toegangspunten;]27]25 }28 }29 [ [26°]29 }30[Brugel: de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest]30 bedoeld in hoofdstuk VIbis van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;]28 }31 }32 [ [27°]32 gezin: hetzij een alleenstaande natuurlijke persoon die huishoudelijke eindafnemer is, hetzij een geheel van natuurlijke personen, al dan niet verenigd door familiale banden, die gewoonlijk samenleven in dezelfde woning en waarvan één van de leden een huishoudelijke eindafnemer is;]31 }33[}34[28°]34 beschermde afnemer: de op het net aangesloten huishoudelijke eindafnemer die erkend werd als zijnde beschermd;]33 }35 }36 [ [29°]36 huishoudelijke afnemer: de op het net aangesloten afnemer die gas aankoopt, hoofdzakelijk voor het gebruik in zijn gezin en waarvan de factuur opgemaakt wordt op zijn eigen naam;]35 }37 }38 [ [30°]38 gemeenschappelijk gebouw met gemeenschappelijke verwarmingsketel: gebouw uitgerust met een centraal verwar88
mingssysteem dat meerdere woningen voorziet van verwarming of sanitair warm water;]37 }39 [ }40[31°] 40 OCMW: openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bedoeld in het samenwerkingsakkoord afgesloten op 21 september 2006 tussen de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;]39 }41 [32° netgebruiker: een eindafnemer en/of een producent waarvan de installaties zijn aangesloten op het distributienet;]41 }42 [33° ACER: Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators opgericht door de Europese verordening nr. 713/ 2009;]42 } 4 3 [34° geschillendienst: de door artikel 30novies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opgerichte Dienst.]43 }1. – 7° ingevoegd bij art. 4, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 } 2. – 8 ° ing evo egd bij art . 4, 1°, Ord. Br . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 } 3. – 9 ° ing evo egd bij art . 4, 1°, Ord. Br . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – 10 ° ingevoegd bij art. 4, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – 11 ° ingevoegd bij art. 4, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – 12° (oud 7°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – 13° (oud 8°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }8. – 14° (oud 9°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }9. – 15° (oud 10°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }10. – 16° (oud 11°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }11. – 17° (oud 12°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }12. – 18° (oud 13°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 89 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 }13. – 13° gewijzigd bij art. 70 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }14. – 19° (oud 14°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }15 . – 14 ° o pgehe ven bij a rt. 67 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }16. – 20° (oud 15°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }17. – 20° gewijzigd bij art. 4, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }18. – 21° (oud 16°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }19. – 21° vervangen bij art. 4, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }20. – 22° (oud 17°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }21. – 23° (oud 18°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }22. – 23° opgeheven bij art. 4, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }23. – 24° (oud 19°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }24. – 24° vervangen bij art. 4, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }25 . – 20° toegevoegd bij art. 69 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }26. – 25° (oud 20°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }27. – 25° vervangen bij art. 4, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }28 . – 21° toegevoegd bij art. 69 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }29. – 26° (oud 21°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }30. – 26° gewijzigd bij art. 4, 8°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }31 . – 22° toegevoegd bij art. 69 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }32. – 27° (oud 22°) hernummerd bij art. 4, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}33. – 23° toegevoegd bij art. 69 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }34. – 28° (oud 23°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }35. – 24° toegevoegd bij art. 69 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }36. – 29° (oud 24°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }37. – 25° toegevoegd bij art. 69 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }38. – 30° (oud 25°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }39. – 26° toegevoegd bij art. 69 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }40. – 31° (oud 26°) hernummerd bij art. 4, 2°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }41. – 32° toegevoegd bij art. 4, 9°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }42. – 33° toegevoegd bij art. 4, 10°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }43. – 34° toegevoegd bij art. 4, 11°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
HOOFDSTUK III
DISTRIBUTIENETBEHEER Art. 4. § 1. De regering wijst als netbeheerder aan, de intercommunale die over het eigendoms- of gebruiksrecht beschikt van de distributienetten gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze intercommunale brengt vóór 31 december 2003 haar statuten en bijlagen in overeenstemming met deze Titel. § 2. De aanwijzing van de netbeheerder gebeurt voor een hernieuwbare termijn van twintig jaar. § 3. Na advies van }1[Brugel]1, kan de regering, ingeval de netbeheerder blijk geeft van zware nalatigheid met betrekking tot de verplichtingen die hem door deze Titel en door de wet worden opgelegd: 1° de netbeheerder aanmanen om zijn verplichtingen na te komen; 2° voor een vastgestelde duur, een bijzondere commissaris bij de organen van de net-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
89
PLTHEENBXNL.book Page 90 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 beheerder aanwijzen die belast wordt met het toezicht op de naleving van zijn verplichtingen en met het uitbrengen van verslag hierover bij de regering; de bijzondere commissaris mag te dien einde de vergaderingen van de organen bijwonen, er het woord nemen en ter plaatse alle documenten inzien. Wanneer de netbeheerder zijn verbintenissen niet nakomt na de aanwijzing van een bijzondere commissaris, en na verslag van deze, kan de regering de aanwijzing van de beheerder intrekken, na diens vertegenwoordigers gehoord te hebben. In dat geval, wordt een bijzondere commissaris aangeduid, belast met het beheren, in naam van de regering, van de activiteiten waarmee de netbeheerder ingevolge deze Titel belast is, tot er, overeenkomstig § 4, een nieuwe beheerder aangewezen is. § 4. Ingeval van ontbinding van de als netbeheerder aangewezen intercommunale, onderbreking van haar activiteit van gasdistributie, intrekking van de aanwijzing of bij het verstrijken van de in § 2, bepaalde termijn, wijst de regering, na eensluidend advies van de meerderheid van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de netbeheerder aan. }1. – § 3, lid 1, inleidende zin, laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 5. § 1. De netbeheerder is verantwoordelijk voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het distributienet, met inbegrip van de aansluitingen op andere netten, teneinde de regelmaat, de betrouwbaarheid en de veiligheid van de bevoorrading }1[in aanvaardbare economische voorwaarden]1 te verzekeren, met inachtname van het milieubehoud}2[, van energie-efficiëntie,]2 en een rationeel beheer van het openbaar wegennet. Hiertoe wordt de netbeheerder onder meer belast met de volgende taken: 1° de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net in het kader van het investeringsplan bedoeld in artikel 10, teneinde de continuïteit van de bevoorrading van alle afnemers en de veiligheid te verzekeren; 2° de installatie en het ter beschikking stellen van de aansluitingen; 3° het onderhoud van het net; 4° }3[het bestuur van het net en het beheer van de gasstromen, met inbegrip van het gebruik met dat doel van de koppelingen. Dit gebruik gebeurt in samenwerking met de beheerder van het federaal transmissienet;]3 90
5° het opstellen en het bewaren van de netplannen; 6° het ter beschikking stellen en het beheer van de toegang tot zijn net; 7° }4[het installeren, het onderhoud en het opnemen van de meters en de verwerking van de meetgegevens;]4 8° desgevallend, de omzetting van rijk gas naar arm gas en de desbetreffende interconnecties; }5 [9° streven naar het bevorderen van energie-efficiëntie. In deze context bestudeert hij met name de technologieën die noodzakelijk zijn voor de transformatie van de netten naar slimme netten alsook de faciliteiten die noodzakelijk zijn voor de invoering van slimme meetsystemen. De regering stelt de termijnen en regels voor de eventuele implementatie van intelligente meetsystemen vast;]5 }6[10° de mededeling aan de gebruikers van het distributienet van de informatie die zij nodig hebben voor een doeltreffende toegang tot het genoemde net, met inbegrip van het gebruik ervan.]6 § 2. De netbeheerder mag geen activiteiten verrichten die betrekking hebben op productie, invoer, verkoop of levering van gas }7[indien het niet tot doel heeft om zijn eigen behoeften te dekken en de openbare dienstopdrachten en openbare dienstverplicht ingen te ver vullen bedoeld b ij artikel 18 en bij Hoofdstuk Vbis van deze ordonnantie. Iedere aanvullende gasaankoop voltrekt zich overeenkomstig transparante en non-discriminatoire procedures]7. § 3. De netbeheerder onthoudt zich van elke vorm van discriminatie tussen de netgebruikers of tussen categorieën van netgebruikers en waarborgt de vertrouwelijkheid van gevoelige persoonlijke en commerciële gegevens waarvan hij kennis heeft bij de uitvoering van zijn taken. § 4. De netbeheerder kan de toegang tot het net slechts weigeren indien de aanvrager van de toegang niet beschikt over de vereiste capaciteit of indien hij niet voldoet aan de technische voorschriften bepaald in het netreglement bedoeld in artikel 9. }8[Onverminderd de algemene verplichtingen tot motivering waarin de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bes t u u r s h a n de l i n g e n v o o r z i e t . ] 8 D e weigeringsbeslissing wordt met redenen omkleed}9[, op basis van objectieve en technisch en economisch onderbouwde criteria]9.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 91 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 § 5. }10[Na advies van }11[Brugel]11, kan de regering bepalen welke inlichtingen of plannen jaarlijks door de netbeheerder aan }11[Brugel]11 dienen te worden bezorgd om, in alle omstandigheden, de continuïteit van de functie van netbeheerder te waarborgen.]10 }12[§ 6. Met het oog op de uitvoering van zijn opdrachten, heeft de netbeheerder recht op toegang tot alle installaties waarop hij een eigendomsrecht of gebruiksrecht heeft en die zich op de site van een derde bevinden. Ingeval de toegang tot de voornoemde installaties een woonplaats betreft, is daartoe naar gelang van het geval de toestemming van de eigenaar of de bezetter van de betrokken site vereist.
Wanneer de veiligheid van goederen of personen ernstig in het gedrang komt, kan de netbeheerder zonder voorafgaande toestemming van een administratieve of gerechtelijke instantie beroep doen op de openbare macht om toegang te krijgen tot voornoemde installaties en/of alle noodzakelijke acties ondernemen, met inbegrip van, indien nodig, het afsluiten van de gastoevoer. De regering kan de omstandigheden bepalen voor de tenuitvoerlegging van deze bepaling, zoals de nodige acties die de netbeheerder kan ondernemen. De toepassing van deze uitzonderingsmaatregel is onderworpen aan een regelmatige berichtgeving aan Brugel, die aan de regering een gedetailleerd jaarverslag bezorgt over de toepassing van de in deze paragraaf bedoelde uitzonderingsmaatregelen.]12 }1. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 5, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }2. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 5, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 1, lid 2, 4°, vervangen bij art. 72 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }4. – § 1, lid 2, 7°, vervangen bij art. 73 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }5. – § 1, lid 2, 9°, ingevoegd bij art. 5, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 1, lid 2, 10°, ingevoegd bij art. 5, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – § 2 gewijzigd bij art. 6 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}8. – § 4 gewijzigd bij art. 7, lid 1, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }9. – § 4 aangevuld bij art. 7, lid 2, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }10. – § 5 vervangen bij art. 74 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }11. – § 5 gewijzigd bij art. 2, 1 °, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 } 1 2 . – § 6 t o e g e vo e g d bi j a r t . 8 O r d. Br . Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 6. § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 14, § 2, mogen de personen die beschikken over een leveringsvergunning voor gas in België, die rechtstreeks of onrechtstreeks door dergelijke personen worden gecontroleerd of die dergelijke personen rechtsreeks of onrechtstreeks controleren: 1° in de beheersorganen van de netbeheerder, gezamenlijk of individueel, niet vertegenwoordigd worden door bestuurders die samen meer dan een derde van het totaal aantal toe te kennen mandaten uitoefenen; 2° in de controle- of beheersorganen, gezamenlijk of individueel, niet beschikken over een vetorecht of een blokkage over een beslissing betreffende de opdrachten van netbeheerder. § 2. De gemeenten mogen het aandeel dat zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben in het maatschappelijk kapitaal van de netbeheerder, niet verminderen zonder toelating van de regering. § 3. De privé-aandeelhouders van de netbeheerder mogen hun aandelen niet overdragen aan niet-aandeelhouders zonder toestemming van de regering.
Art. 7. }1[§ 1. De }2[netbeheerder]2 komt zijn verplichtingen en opdrachten bedoeld in de artikelen 5, 18 en in hoofdstuk Vbis na met inachtneming van de principes die hierna volgen: 1° hij zorgt voor de relaties met de regulatoren en met de overheden, alsook voor het voeren van zijn boekhouding, het beheer van zijn bankrekeningen en zijn financiering, in volledige onafhankelijkheid van de personen bedoeld in artikel 6, § 1; 2° de hem verschuldigde bedragen worden gestort op bankrekeningen geopend op zijn naam;
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
91
PLTHEENBXNL.book Page 92 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 3° hij beschikt over een informaticasysteem dat, met name wat het beheer ervan betreft, onafhankelijk is van de personen bedoeld in artikel 6, § 1; 4° met het doel te voldoen aan de voorafgaande vereisten, zorgt hij ervoor dat hij, naast andere middelen, over voldoende gekwalificeerd personeel beschikt. § 2. De }3[netbeheerder]3 kan de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten geheel of gedeeltelijk toevertrouwen aan één of meer uitbatingsbedrijven, onder de hierna volgende voorwaarden: 1° de gedelegeerde verplichtingen en opdrachten moeten uitgeoefend worden met naleving van de principes beschreven in § 1; 2° de netwerkbeheerder moet voor voldoende middelen zorgen om een effectieve controle uit te oefenen op de uitoefening van de gedelegeerde verplichtingen en opdrachten; 3° wat de openbare dienstverplichtingen betreft, dienen de nadere regels van de delegatie door de }4 [netbeheerder]4 ter goedkeuring aan de regering te worden voorgelegd na advies van }5[Brugel]5; 4° de activiteiten die verband houden met de toegang tot het netwerk, met de metingen en met de relaties met de toeganghouders en gebruikers van het distributienet, met inbegrip van het bijbehorende informatiesysteem, mogen niet worden toevertrouwd aan personen zoals bedoeld in artikel 6, § 1; 5° onder voorbehoud van de voorwaarden die voorafgaan, stelt de }6[netbeheerder]6 vrij de verplichtingen en opdrachten vast die hij delegeert, alsook de nadere regels voor deze delegatie. § 3. }7[...]7 § 4. De regering kan aanvullende maatregelen treffen inzake de organisatie van diensten en beheersdelegaties, teneinde de onafhankelijkheid van de }8[netbeheerder]8 ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 6, § 1, te waarborgen. § 5. De }9[netbeheerder]9 mag zich niet bemoeien met andere gasleveringsactiviteiten dan die welke noodzakelijk zijn door zijn verplichtingen als leverancier voor de noodlevering geregeld in Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie.]1 }1. – Vervangen bij art. 75 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
92
}2. – § 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 9, 1°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 2, inleidende zin, gewijzigd bij art. 9, 1°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 2, 3°, gewijzigd bij art. 9, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – § 2, 3°, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 2, 5°, gewijzigd bij art. 9, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – § 3 opgeheven bij art. 9, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 } 8. – § 4 ge wijz ig d bij ar t. 9 , 1 °, Ord . B r. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 } 9. – § 5 ge wijz ig d bij ar t. 9 , 1 °, Ord . B r. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 8. }1[De netbeheerder evenals de vennootschappen en hun potentiële onderaannemers waaraan de netbeheerder de dagelijkse uitoefening van zijn activiteiten heeft toevertrouwd en hun personeelsleden mogen aan derden geen vertrouwelijke en commercieel gevoelige informatie openbaar maken waarvan zij kennis hebben gekregen in het kader van de uitoefening van hun taken, behalve in geval van oproeping als getuige voor een rechtbank en onder voorbehoud van mededelingen aan beheerders van andere netten of aan Brugel, die uitdrukkelijk zijn toegelaten uit hoofde van deze ordonnantie of haar uitvoeringsbesluiten.]1 }1. – Na wijziging, vervangen bij art. 10 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 9. }1 [}2 [De netbeheerder werkt een voorstel van technisch reglement uit voor het beheer van zijn eigen net en de toegang hiertoe.]2 }3 [Over dit voorstel brengt Brugel een advies uit en zij kan wijzigingen aan het voorstel van technisch reglement voorstellen. In dit geval deelt zij deze mee aan de netbeheerder. Vervolgens beschikt de netbeheerder over een termijn van één maand om aan zijn oorspronkelijk voorstel alle of een deel van de wijzigingen voorgesteld door Brugel door te voeren. Als deze niet allemaal in overweging genomen worden, rechtvaardigt de netbeheerder zijn standpunt aan Brugel in een advies.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 93 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 Brugel stelt vervolgens een aanvullend advies op. Het geheel van de voornoemde documenten wordt aan de regering overgemaakt die het technisch reglement vaststelt door alle of een deel van de voorstellen aan te nemen.]3 }4 [Wijzigingen aan de van kracht zijnde technisch reglement kunnen worden voorgesteld door de regering of de netbeheerder. Brugel brengt een advies uit over elk voorstel tot wijziging van technisch reglement en kan aanpassingen in haar advies voorstellen. Het advies van Brugel wordt aan de netbeheerder meegedeeld, die over een termijn van een maand beschikt om er op te antwoorden. Vervolgens stelt Brugel indien nodig een aanvullend advies op. Het geheel van de voornoemde documenten wordt aan de regering overgemaakt die alle of een deel van de voorstellen van wijzigingen vaststelt.]4 Wanneer }5[Brugel]5 op basis van klachten of van haar eigen waarnemingen, een slechte werking of een weinig efficiënte werking identificeert met betrekking tot de uitvoering van het technisch reglement, }6[kan Brugel wijzigingen aan het van kracht zijnde technisch reglement voorstellen]6. Het voorstel van }5[Brugel]5 wordt dan voor advies voorgelegd aan de netbeheerder en vervolgens vergezeld van dit advies binnen de maand }7[bij de regering neergelegd die alle of een deel van de voorstellen aanneemt]7. }8 [Het technisch reglement waarborgt de interoperabiliteit van de netten; het is objectief en niet-discriminerend.]8 Het technisch reglement wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het bepaalt met name: 1° de minimale technische vereisten voor de aansluiting op het net, de bepalingen betreffende de grenzen van het net en de nadere regels van het ter beschikking stellen van plaatsen en infrastructuren door de aanvragers van een aansluiting; 2° de voorwaarden voor toegang tot het net; 3° de respectieve verantwoordelijkheden van de netbeheerder en van de gebruikers die aangesloten zijn op dit net; 4° de operationele regels waaraan de netbeheerder onderworpen is bij zijn technisch beheer van de gasstromen en de maatregelen die hij moet treffen met het doel problemen rond congestie en technische knelpunten op te lossen die de zekerheid en
de continuïteit van de energievoorziening in gedrang kunnen brengen; 5° de prioriteit die moet worden gegeven aan de ingraving van gaspijpleidingen bij de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net; 6° de ondersteunende diensten die de netbeheerder moet voorzien; 7° de informatie en de gegevens die door de netgebruikers moeten worden verstrekt aan de beheerders van de netten; 8° de maatregelen die tot doel hebben elke discriminatie te voorkomen tussen de netgebruikers of categorieën van netgebruikers; 9° de maatregelen die moeten worden genomen om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de persoonlijke en commerciële gegevens waarvan de netbeheerder kennis heeft bij de uitvoering van zijn opdrachten; 10° de gegevens die moeten worden uitgewisseld, in het bijzonder om de opstelling van het investeringsplan toe te laten; 11° de informatie die door de netbeheerder moet worden verstrekt aan de beheerders van de andere netten waarmee dit net is verbonden, om een veilige en efficiënte uitbating, een gecoördineerde ontwikkeling en de wisselwerking tussen de verbonden netten te waarborgen; 12° de regels en de voorwaarden voor terbeschikkingstelling van installaties van de gebruiker aan de netbeheerder, teneinde de veiligheid van zijn net te waarborgen; }9 [13° de gevallen waarin het opschorten van de toegang, het buiten dienst stellen of het afschaffen van een aansluiting, het opleggen van aanpassingen aan de installaties van de netgebruiker of het afschaffen ervan door de netbeheerder is toegestaan, en de bijbehorende modaliteiten.]9 Ze bevat eveneens: 1° een meetcode die met name de technische en administratieve voorschriften vastlegt om de meting te kunnen organiseren; 2° een samenwerkingscode, die met name de nadere regels voor samenwerking tussen de netbeheerders vastlegt en die onder andere de uitwisseling van meetgegevens, de voorbereiding van de investeringsplannen, de organisatie van de uitbatingprocedures op de koppelingspunten, de wijze van factureren van de beheerders van de netten overeenkomstig }10[de federale bepalingen terzake]10.]1
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
93
PLTHEENBXNL.book Page 94 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 }11[De MIG die van toepassing is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgesteld door de distributienetbeheerder na overleg met de leveranciers. De distributienetbeheerder deelt alle wijzigingen aan Brugel mee van de MIG die van toepassing is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brugel brengt haar advies, dat conform is in zijn dwingende bepalingen, uit binnen de twee maanden die volgen op de ontvangst van de wijzigingen. Deze kunnen slechts ten uitvoer worden gebracht vóór het einde van de termijn of vóór de mededeling van het advies, indien deze mededeling voorafgaat. Het gebrek aan advies binnen de termijn staat gelijk met een goedkeuring. De distributienetbeheerder kan slechts afwijken van het advies in zijn niet dwingende bepalingen mits gegronde motivering, die hij zonder uitstel meedeelt aan Brugel.]11 }12 [Het technisch reglement en de MIG worden bekend gemaakt op de website van Brugel of met behulp van een link naar een website die ze beschrijft. Ze zijn in elk geval verenigbaar met de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten.]12
}1. – Vervangen bij art. 77 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 1 vervangen bij art. 11, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – Lid 2 vervangen bij art. 11, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – Lid 3 ingevoegd bij art. 11, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – Lid 4 gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – Lid 4 gewijzigd bij art. 11, 2°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – Lid 4 gewijzigd bij art. 11, 2°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }8. – Lid 5 ingevoegd bij art. 11, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }9. – Lid 6, 13°, ingevoegd bij art. 11, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }10. – Lid 7, 2°, gewijzigd bij art. 11, 5°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }11. – Lid 8 toegevoegd bij art. 11, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
94
}12. – Lid 9 toegevoegd bij art. 11, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 9bis. }2[...]2 De }3[netbeheerder]3 verleent toegang tot zijn net, onder de voorwaarden bepaald door het technisch reglement, aan de leveranciers die houder zijn van een leveringsvergunning voor de distributie van gas dat bestemd is voor hun afnemers die aangesloten zijn op het distributienet, aan de producenten met één of meerdere productieinstallaties in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest en aan de gebruikers die, in voorkomend geval, gemachtigd zijn om een aanvraag tot toegang in te dienen en die aangesloten zijn op dit net. }4[...]4]1 }5 [De netbeheerder houdt een toegangsregister bij om de toegang tot zijn net te beheren.]5 }6 [In het toegangsregister zijn, voor elk toegangspunt dat door een uniek identificatienummer aangeduid wordt, alle gegevens opgenomen die vereist zijn voor het beheer van de toegang, en meer bepaald, het statuut actief of inactief van het toegangspunt en, voor de actieve toegangspunten, de identiteit van de leverancier die toegangsgerechtigde is van het betreffende toegangspunt en die van zijn afnemer.]6 }7 [Elk door een leverancier geformuleerde aanvraag tot wijziging van gegevens in het toegangsregister wordt gedaan overeenkomstig de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldende MIG.]7 }8 [De in het toegangsregister opgenomen gegevens gelden, met name voor de facturering aan leveranciers voor het gebruik van het distributienet en de prestaties voor toegang tot het net in kwestie.]8 }1. – Ingevoegd bij art. 78 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, nummering, opgeheven bij art. 12, 1°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – Lid 1 gewijzigd bij art. 12, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 2 opgeheven bij art. 12, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – Lid 3 toegevoegd bij art. 12, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 95 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 }6. – Lid 4 toegevoegd bij art. 12, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – Lid 5 toegevoegd bij art. 12, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }8. – Lid 6 toegevoegd bij art. 12, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 10. § 1. De netbeheerder stelt, in samenwerking met }1[Brugel]1, een investeringsplan op bestemd om }2[de regelmaat, de betrouwbaarheid]2 en de veiligheid van de bevoorrading te verzekeren}3[, rekening houdend met het leefmilieu, de energie-efficiëntie en het rationeel beheer van de wegen]3. }4 [Het investeringsplan heeft betrekking op een periode van vijf jaar; het wordt elk jaar aangepast voor de vijf volgende jaren.]4 }5 [Brugel kan de procedure voor de indiening en het model voor de voorgestelde investeringsplannen nader bepalen.]5 }6 [Het investeringsplan bevat tenminste de volgende gegevens:
1° een gedetailleerde beschrijving van de bestaande infrastructuur, van haar verouderde staat en van haar gebruiksgraad, evenals van de belangrijkste infrastructuren die moeten worden aangelegd of die gemoderniseerd moeten worden gedurende de door het zogenaamde plan gedekte jaren; 2° een schatting van de capaciteitsbehoeften, rekening houdend met de evolutie van de exploitatie van het net, van de maatregelen van energie-efficiëntie die door de autoriteiten worden bevorderd en door de netbeheerder worden overwogen, van de bevordering van de productie van biogas en de injectie ervan op het net, van de levering, van het verbruik en van de handel met de twee andere Gewesten en van hun kenmerken; 3° een beschrijving van de ingezette middelen en van de te verwezenlijken investeringen om in de geschatte behoeften te voorzien, met inbegrip van, desgevallend, de versterking of de aanleg van interconnecties om de correcte aansluiting op de netten te waarborgen waarop het net is aangesloten, evenals een lijst van de belangrijke investeringen waartoe reeds besloten werd, een beschrijving van de nieuwe belangrijke investeringen die tijdens de eerstkomende drie jaar verwezenlijkt moeten worden en een kalender voor deze investeringsprojecten;
4° het vastleggen van de nagestreefde kwaliteitsdoelstellingen, in het bijzonder met betrekking tot de duur van de onbeschikbaarheden zoals gedefinieerd in het model van het verslag over de kwaliteit van de prestaties; 5° het beleid dat op milieugebied wordt gevoerd; 6° de beschrijving van het beleid inzake onderhoud; 7° de lijst van de acties die tijdens het afgelopen jaar dringend zijn uitgevoerd; 8° de beschrijving van een noodplan dat geïmplementeerd moet worden om het hoofd te bieden aan een moeilijke situatie (N-I); 9° de staat van de studies, projecten en implementatie van intelligente netten en, in voorkomend geval, van intelligente meetsystemen.]6 § 2. }7 [...] 7 Het investeringsplan wordt voor de eerste maal opgesteld voor de periode 2005-2009. § 3. }8[De voorstellen van investeringsplan worden voor 15 september van het jaar dat voorafgaat aan het eerste jaar waarop het plan betrekking heeft, aan }9[Brugel]9 bezorgd. Na advies van }9[Brugel]9, dat ook rekening }10[houdt]10 met de relaties tussen de gas- en de elektriciteitsmarkt en tussen de markten van arm en rijk aardgas, worden deze voorstellen ter goedkeuring voorgelegd aan de regering. Bij gebrek aan een beslissing van uiterlijk drie en een halve maand na de indiening van de voorstellen van investeringsplan, worden de voorstellen van investeringsplannen geacht goedgekeurd te zijn, en is de netbeheerder gebonden door de investeringen. }11[Brugel houdt toezicht op en evalueert de uitvoering van het vijfjarige investeringsplan.]11 }12 [Brugel]12 kan, in het belang van de gebruikers en rekening houdend met de milieucriteria, de netbeheerder het uitdrukkelijke bevel geven om bepaalde vanuit technisch en financieel oogpunt alternatieve of aanvullende investeringen te bestuderen. Deze studies }13[worden]13 uitgevoerd binnen een termijn die rekening houdt met de termijnen voor goedkeuring van de in het bovenstaande lid vermelde investeringsplannen. }14[...]14]8 }15[§ 4. Elk jaar vóór 15 mei maakt de netbeheerder aan Brugel een verslag over waarin hij de kwaliteit van zijn prestaties gedurende het afgelopen kalenderjaar beschrijft. De vorm en gedetailleerde inhoud
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
95
PLTHEENBXNL.book Page 96 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 maken het voorwerp van een overleg tussen de netbeheerder en Brugel uit die eveneens de netbeheerder kan verplichten om hem zijn onderhoudsprogramma over te maken. Dit verslag bevat ten minste de volgende gegevens: 1° het aantal afnemers dat is aangesloten op het net; 2° de onbeschikbaarheid van het net alsook de oorzaken hiervan; 3° de gemelde problemen inzake kwaliteit of druk van het gas; 4° het aantal klachten dat werd ontvangen met betrekking tot de niet-naleving van de bepalingen van het aansluitingscontract.]15 }1. – § 1, lid 1, laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }2. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 13, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 1, lid 1, aangevuld bij art. 13, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 1, lid 2, na wijziging, vervangen bij art. 13, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – § 1, lid 3, ingevoegd bij art. 13, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 1, lid 4, ingevoegd bij art. 13, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – § 2 laatst gewijzigd bij art. 14 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }8. – § 3 vervangen bij art. 80 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }9. – § 3, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }10. – § 3, lid 1, gewijzigd bij art. 15, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }11. – § 3, lid 2, aangevuld bij art. 15, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }12. – § 3, lid 3, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }13. – § 3, lid 3, gewijzigd bij art. 15, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }14. – § 3, lid 4, opgeheven bij art. 15, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
96
}15. – § 4 toegevoegd bij art. 16 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
HOOFDSTUK IV
IN AANMERKING KOMENDE AFNEMERS EN TOEGANG TOT HET NET Art. 11. }1 [Iedere eindafnemer komt in aanmerking.]1
}1. – Na wijziging, vervangen bij art. 17 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 12. De netbeheerder komt in aanmerking voor de aankoop van gas dat nodig is voor het uitvoeren van de }1 [openbaredienstverplichtingen]1. }1. – Gewijzigd bij art. 82 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
Art. 13. De netbeheerder publiceert jaarlijks, en volgens de regels die de regering kan vaststellen, op zijn internetsite de tarieven die van kracht zijn voor het distributienet, met inbegrip van de tarieven die betrekking hebben op de ondersteunende diensten. Art. 14. }1[De gemeenten stellen een standaardleverancier aan, belast met het bevoorraden van afnemers, die op de datum dat zij in aanmerking komen, ten laatste op 1 januari 2007, nog geen leverancier aangeduid hebben. Deze aanstelling is aan de goedkeuring van de regering onderworpen die de voorwaarden kan bepalen om de belangen van de gemeenten en van de andere eindafnemers te beschermen en om de daadwerkelijke openstelling van de markt te waarborgen.]1 }1. – Na wijziging, vervangen bij art. 18 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 15. }1 [De leveranciers beschikken over een leveringsvergunning om aan in aanmerking komende afnemers gas te leveren op een verbruikslocatie gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De leveranciers beschikken over een vereenvoudigde leveringsvergunning voor de levering: – van een begrensde hoeveelheid gas wanneer zij hun financiële waarborg wensen te beperken;
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 97 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 – aan een beperkt aantal afnemers of aan zichzelf. De regering stelt de criteria en regels vast voor de toekenning, de hernieuwing, de overdracht en de intrekking van deze verschillende leveringsvergunningen, evenals de nadere regels betreffende deze levering en de rechten en plichten opgelegd aan de leveranciers. De criteria voor toekenning van de leveringsvergunningen kunnen meer bepaald betrekking hebben op de betrouwbaarheid en de beroepservaring van de aanvrager, zijn technische en financiële capaciteiten en de kwaliteit van zijn organisatie. De vergunning van een leverancier die de artikelen 6 en 7 van deze ordonnantie of die zijn openbaredienstverplichtingen niet meer naleeft of die niet meer beantwoordt aan de door de regering op grond van dit artikel vastgestelde criteria wordt ingetrokken. De vergunning kan ook beperkt worden tot de levering aan bepaalde categorieën van afnemers. De regering voorziet in de vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een leveringsvergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese Unie hebben verkregen.]1 }1. – Na wijziging, vervangen bij art. 19 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 16. }1[De regering kan, in geval van plotse crisis op de energiemarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van bijzondere omstandigheden, die de veiligheid en de integriteit van personen of netten bedreigen, alle tijdelijke maatregelen nemen, zoals een beperking van de toegang tot de netten of iedere andere maatregel om de situatie op te lossen. Die maatregelen moeten de werking van de interne markt zo min mogelijk verstoren en mogen niet verder reiken dan strikt noodzakelijk is om de plotseling gerezen moeilijkheden te verhelpen.]1 }1. – Na wijziging, vervangen bij art. 20 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 17. }1[...]1 }1. – Na wijzigingen, opgeheven bij art. 21 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
HOOFDSTUK V }1
[VERPLICHTINGEN EN OPDRACHTEN VAN OPENBARE DIENST]1 }1. Opschrift vervangen bij art. 88 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
Art. 18. }1[De }2[netbeheerder]2 en de leveranciers zullen, elk op hun eigen gebied, de opdrachten en verplichtingen van openbare dienst nakomen die hieronder van 1° tot 3° worden gedefinieerd: 1° het ter beschikking stellen van een ononderbroken minimumlevering van gas voor het verbruik van het gezin tegen de voorwaarden bepaald in Hoofdstuk Vbis; 2° de levering van gas tegen een specifiek sociaal tarief aan personen volgens de voorwaarden bepaald door de federale wetgeving en in Hoofdstuk Vbis; 3° een kosteloze preventiedienst voor risico's bij het gebruik van aardgas, ten voordele van de gezinnen die erom vragen. De Regering bepaalt de inhoud en voorwaarden voor de uitoefening van deze opdracht.]1 }1. – Vervangen bij art. 89 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Inleidende zin gewijzigd bij art. 22 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1 [Art. 18bis. }2[§ 1.]2 De }3 [netbeheerder]3 is bovendien belast met volgende opdrachten }4[van openbare dienst]4: 1° de organisatie van een dienst voor de opvolging van de relatie met de consument en het geven van inlichtingen inzake prijzen en voorwaarden van aansluiting ten behoeve van huishoudelijke afnemers; 2° }5[...]5 }6 [2°]6 de verspreiding op een toegankelijke informatiedrager via internet van de inlichtingen betreffende de diverse maatregelen genomen door de }6[netbeheerder]6 inzake het onthaal van huishoudelijke afnemers; }7 [3°] 7 de overzending, elk jaar, aan }8 [Brugel]8 van een verslag over de kwaliteit van het onthaal geboden aan de gezinnen; }9 [4°] 9 de overzending, elk jaar, aan }10 [Brugel]10 van een verslag over de lijst verplichtingen waarmee de }9[netbeheerder]9 garandeert dat elke vorm van discriminerende praktijken wordt uitgesloten. }10[Bru-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
97
PLTHEENBXNL.book Page 98 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 gel]10 deelt dit verslag }9[en haar advies]9 mede aan de regering en maakt het bekend.]1 }11 [§ 2. Het Instituut wordt belast met de openbare dienstverplichtingen betreffende het promoten van rationeel gasgebruik door het geven van informatie en demonstraties, de terbeschikkingstelling van uitrustingen en diensten en het verstrekken van financiële hulp ten voordele van iedere categorie van eindafnemers. Het Instituut stuurt jaarlijks een verslag aan de regering over de uitoefening van deze opdrachten waarmee het belast is krachtens deze paragraaf. Op voorstel van het Instituut keurt de regering voor 1 oktober van ieder jaar goed het programma van uitvoering voor het volgende jaar van maatregelen inzake rationeel gasgebruik ten voordele van alle categorieën van alle eindafnemers en de daaraan verbonden begroting. Dit programma van uitvoering bevat onder andere de financiële en technische voorwaarden die het verkrijgen van een financiële hulp toelaat. Het beheer van het verkrijgen en van het betalen van financiële hulpen wordt door het Instituut georganiseerd. Na advies van Brugel kan de regering aanpassingen aan het programma van uitvoering en aan de daaraan verbonden begroting in de loop van het jaar goedkeuren. De financiële hulp waarvan sprake in het 1ste lid van deze paragraaf wordt jaarlijks toegekend binnen de grenzen van de begrotingskredieten. De regering kan de modaliteiten van uitvoering van deze paragraaf vaststellen.]11 }1. – Ingevoegd bij art. 90 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 genummerd bij art. 23, inleidende zin, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 23, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 1, inleidende zin, aangevuld bij art. 23, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – § 1, 2°, opgeheven bij art. 23, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 50) }6. – § 1, 2° (oud 3°), hernummerd en gewijzigd bij art. 23, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
98
}7. – § 1, 3° (oud 4°), hernummerd bij art. 23, 5°, O rd. Br. Hoo fdst . Parl. 20 juli 2 011 , B.S ., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }8. – § 1, 3°, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }9. – § 1, 4° (oud 5°), hernummerd en gewijzigd bij art. 23, 6°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }10. – § 1, 4°, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }11. – § 2 toegevoegd bij art. 23, 7°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 50)
Art. 19. }1[§ 1. }2[Voor 1 oktober van ieder jaar legt de distributienetbeheerder aan de regering zijn programma voor met betrekking tot de uitvoering van zijn openbare dienstverplichtingen en -opdrachten, voor het volgend jaar en de daaraan verbonden begroting, die door de regering, na advies van Brugel, worden goedgekeurd. Vóór 31 maart van ieder jaar maakt de distributienetbeheerder een verslag van de uitvoering van alle openbare dienstopdrachten en -verplichtingen over aan de regering die verwezenlijkt werden tijdens het voorbije jaar alsook van de daaraan verbonden rekeningen. De regering keurt dit verslag goed na advies van Brugel. Het verslag en de rekeningen worden na goedkeuring door de regering overgemaakt aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. De regering kan de vorm en de inhoud van het verslag bepalen.]2 § 2. }3[Brugel]3 kan ter plaatse alle boekhoudkundige stukken of andere }4[...]4 controleren en door middel van steekproef de effectiviteit van de werken gefinancierd in verhouding tot de kost en de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen en opdrachten }4[...]4 nagaan. }5 [Het personeel van Brugel, dat de raadplegingen en controles uitvoert, wordt daartoe aangewezen]5 bij }5[besluit]5. }6 [Brugel]6 kan een bedrijfsrevisor toevoegen aan }7[het aangewezen personeel]7, om de rekeningen met betrekking tot de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen en -opdrachten van de }7[netbeheerder]7 te onderzoeken. § 3. De }8[netbeheerder]8 organiseert zijn boekhouding zo dat de lasten en de opbrengsten verbonden aan }8[iedere verplichting en
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 99 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 opdracht]8 van openbare dienst die hij op zich neemt, geïdentificeerd kunnen worden.]1 }1. – Vervangen bij art. 91 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 vervangen bij art. 24, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 50) }3. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 24, 2°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – § 2, lid 2, gewijzigd bij art. 24, 2°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 24, 2°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }8. – § 3 gewijzigd bij art. 24, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1 [Art. 19bis. }2 [§ 1.] 2 Ten minste een keer per jaar, vóór 31 maart, worden de volgende statistische gegevens over de gezinnen en met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar ter beschikking gesteld van }3 [Brugel]3. Deze gegevens worden telkens opgesplitst volgens gemeente en volgens beschermde en niet-beschermde afnemers: 1° door de houder van een leveringsvergunning: a) het aantal aansluitingen waar een aanmaning werd verstuurd; b) het aantal aansluitingen waar een ingebrekestelling werd verstuurd; c) het aantal aanvaarde betalingsplannen en het gemiddelde bedrag van de betaling per maand; d) het aantal niet-nageleefde betalingsplannen; e) het aantal dossiers overgemaakt aan de OCMW's; f) het aantal dossiers overgemaakt aan een schuldbemiddelingsinstantie; 2° door de netbeheerder: a) het aantal gezinnen dat werd afgesloten en de redenen voor de afsluiting; b) het aantal gezinnen dat opnieuw wordt aangesloten binnen de vierentwintig uur, tussen een en zeven kalenderdagen,
tussen acht en dertig kalenderdagen en na meer dan dertig kalenderdagen. }4[Brugel]4 maakt jaarlijks de eerder vermelde gegevens met eventuele opmerkingen over aan de regering voor 31 mei. De regering kan de lijst van die gegevens aanvullen, stelt de regels voor de mededeling vast en stelt te dien einde formulieren op.]1 }5 [§ 2. De leveranciers en de tussenpersonen houden gedurende ten minste vijf jaar de ter zake dienende gegevens met betrekking tot al hun transacties in gasleveringscontracten aan afnemers en gasderivaten met grootafnemers en netbeheerders ter beschikking van de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van Brugel, de Raad voor de mededinging en de Europese Commissie, voor uitvoering van hun taken. De gegevens omvatten bijzonderheden betreffende de kenmerken van de betrokken transacties, zoals looptijd-, leverings- en betalingsregels, hoeveelheden, uitvoeringsdata en -tijdstippen, transactieprijzen, totaalprijzen en middelen om de betrokken grootafnemer te identificeren, alsmede specifieke nadere gegevens over alle openstaande gasleveringscontracten en gasderivaten. Brugel kan de lijst van die gegevens aanvullen. Brugel kan deze informatie ter beschikking stellen van marktspelers, op voorwaarde dat vertrouwelijke of commercieel gevoelige gegevens inzake afzonderlijke marktspelers of afzonderlijke transacties niet worden vrijgegeven. Deze paragraaf is niet van toepassing op informatie over financiële instrumenten die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/ EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/ EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/ EEG van de Raad vallen. Ingeval de in lid 1 van deze paragraaf genoemde autoriteiten toegang hebben tot gegevens die door de onder het toepassingsgebied van voormelde Richtlijn 2004/39/EG vallende entiteiten worden bijgehouden, verstrekken de overheden die krachtens deze richtlijn verantwoordelijk zijn hen de opgevraagde gegevens.]5 }6 [§ 3. De leveranciers en de netbeheerder bezorgen het Instituut, ten laatste op 31 maart van ieder jaar, de door het Instituut gevraagde
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
99
PLTHEENBXNL.book Page 100 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 gegevens teneinde de uitwerking van de energiebalans van het Gewest of ieder verslag dat vereist is krachtens de Europese richtlijnen, voor wat gas betreft, mogelijk te maken.]6 {7 }1. – Ingevoegd bij art. 92 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 genummerd bij art. 25, inleidende zin, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 1, lid 1, inleidende zin, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 1, lid 2, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – § 2 toegevoegd bij art. 25, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 3 toegevoegd bij art. 25, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – De Raad voor de Mededinging werd vervangen door de Belgische mededingingsautoriteit bij art. 20, lid 1, wet 3 april 2013, B.S., 26 april 2013, inwerkingtreding: 6 september 2013 (art. 1 K.B. 30 augustus 2013, B.S., 6 september 2013)
Art. 20. }1[...]1 }1. – Na wijziging, opgeheven bij art. 26 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }1[HOOFDSTUK
Vbis
VERPLICHTINGEN VAN OPENBARE DIENST BETREFFENDE DE LEVERING VAN GAS]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1
[Art. 20bis. De leverancier }2 [maakt, aan elke afnemer die erom verzoekt, binnen tien werkdagen een redelijk en niet-discriminerend voorstel van leveringscontract over en deelt hem de algemene leveringsvoorwaarden mee]2 evenals, met name wanneer de afnemer een huishoudelijke afnemer is, de bepalingen van deze ordonnantie die betrekking hebben op de beschermde afnemers. }3[Indien de vraag uitgaat van een afnemer of een voormalige afnemer die zijn schulden bij de betrokken leverancier niet volledig heeft gezuiverd en die het eventueel opgesteld afbetalingsplan niet heeft nageleefd, kan de leverancier ofwel schriftelijk weigeren om een voorstel tot leveringscontract te doen 100
ofwel schriftelijk een voorstel tot leveringscontract verzenden dat wordt gesloten nadat de afnemer een borg heeft gesteld.]3 }4 [Deze waarborg, waarvan het bedrag ten hoogste gelijk is aan het bedrag van twee maandelijkse voorschotten, kan enkel een van de volgende vormen aannemen: – een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder bij een financiële instelling, waarvan de interest gekapitaliseerd wordt ten voordele van de afnemer; de leverancier krijgt voorrang op het tegoed van de rekening voor elke schuld die voortvloeit uit de volledige of gedeeltelijk niet-naleving van de verplichtingen van de afnemer; – ofwel een bankwaarborg die het de huurder mogelijk maakt de waarborg progressief samen te stellen door maandelijkse afbetalingen tijdens maximum drie jaar; – ofwel een bankwaarborg ten gevolge van een standaardcontract tussen een OCMW en een financiële instelling, die verstrekt is op verzoek van het OCMW ten gunste van de afnemer.]4 }5[Het is enkel mogelijk ten gunste van de afnemer of de leverancier te beschikken over de bankrekening, zowel de hoofdsom als de intresten, over de bankwaarborg of over de rekening waarop de waarborg opnieuw is samengesteld, mits voorlegging van een schriftelijke instemming van de afnemer, van de leverancier en, desgevallend, van het OCMW, of van een afschrift van een voorlopige uitvoerbare gerechtelijke beslissing, niettegenstaande verzet of verhaal en zonder waarborg of borgstelling.]5 }6[De waarborg kan echter worden opgeheven op eenvoudig verzoek van de afnemer die aantoont dat hij alle bedragen die verschuldigd waren tijdens de twee jaar na het sluiten van het contract zonder vertraging aan de leverancier heeft betaald. In dat geval worden de bedragen die de afnemer heeft betaald om de waarborg (opnieuw) samen te stellen hem onverwijld terugbetaald.]6 De regering kan de modaliteiten van deze verplichting nader bepalen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 1 gewijzigd bij art. 27, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – Lid 2 vervangen bij art. 27, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 101 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 }4. – Lid 3 ingevoegd bij art. 27, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }5. – Lid 4 ingevoegd bij art. 27, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011 }6. – Lid 5 ingevoegd bij art. 27, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011
}1[Art. 20ter. De leveranciers waarbor-
gen de gezinnen een ononderbroken levering van gas voor het verbruik van het gezin tegen niet-discriminerende voorwaarden. Wordt beschouwd als discriminerend; elk verschil in behandeling dat niet redelijk verantwoord kan worden en dat met name steunt op het statuut, het inkomstenniveau ofde woonplaats. Deze bevoorrading is niet voorzien voor de gemeenschappelijke ruimtes van woongebouwen, noch voor tweede woningen, noch voor woningen die onbewoond zijn volgens een vaststelling van de gemeentepolitie. Voor }2[gemeenschappelijk gebouw met gemeenschappelijke verwarmingsketel] 2 stelt de regering de nadere regels van de verplichting betreffende deze ononderbroken gasbevoorrading vast. Onder voorbehoud van de }3[in dit hoofdstuk vastgelegde ontbindingstermijnen] 3, worden de leveringscontracten gesloten voor een vaste periode van minimum drie jaar. Een gezin kan ze evenwel altijd opzeggen mits een opzeggingstermijn van twee maanden.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 4 gewijzigd bij art. 28, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – Lid 5 gewijzigd bij art. 28, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 20quater. § 1. }2 [De niet-betaling van het gefactureerde bedrag voor het gasverbruik maakt het voorwerp van een herinnering door de leverancier uit binnen 15 dagen na de vervaldatum van de factuur. In geval van niet-betaling van het gefactureerde bedrag, stuurt de leverancier een ingebrekestelling per aangetekende brief en per gewone brief ten vroegste 15 dagen en ten laatste 30 dagen na de verzending van de herinnering. Bij ontstentenis van betaling binnen zeven dagen vanaf de ontvangst van de ingebrekestelling, stelt de leverancier een redelijk afbetalingsplan aan het gezin voor. De leverancier licht hem eveneens in over zijn voornemen om het OCMW van de ge-
meente waar het leveringspunt zich bevindt in te lichten, evenals over zijn recht om de mededeling van zijn naam aan het OCMW te weigeren, door aangetekende brief, gericht aan de leverancier, binnen de tien dagen. Overeenkomstig artikel 5 van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument is het verboden aan de consument enige vergoeding te vragen, anders dan de overeengekomen bedragen in de onderliggende overeenkomst in geval van niet-naleving van de contractuele verbintenissen. Voor zover zij contractueel bepaald zijn, kan geen enkel ander bedrag dan de hierna vermelde aan de consument worden gevraagd: 1° alle invorderingskosten voor onbetaalde facturen, mogen 7,50 euro voor een herinnering en 15 euro voor ingebrekestelling niet overschrijden, met dien verstande dat het totaal van de invorderings- en administratieve kosten de som van 55 euro niet mag overschrijden. De regering kan deze forfaitaire sommen aanpassen rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen; 2° het verschuldigde resterende saldo; 3° het bedrag van de contractuele nalatigheidsinterest. Zodra de ontbindingsprocedure wordt ingeleid, zal geen andere herinnerings- of ingebrekestellingskost mogen worden geëist.]2 § 2. De leverancier kan geen afsluiting van gas }3 [op een leveringspunt dat een hoofdverblijfplaats of een verblijfplaats tot hoofdzakelijk huishoudelijk gebruik voorziet]3 }4[laten]4 doorvoeren zonder vooraf de procedure, beschreven in dit hoofdstuk, te hebben gevolgd en zonder de toestemming van de vrederechter. }5[Deze bepaling is niet van toepassing wanneer de afsluiting vereist is omdat de veiligheid van goederen of personen, of de goede werking van het distributienetwerk ernstig in het gedrang komt. Iedere afsluiting zonder de instemming van de vrederechter op basis van dit artikel maakt het voorwerp uit van een informatiemaatregel via aangetekende zending, met vermelding voor de verbruiker van de precieze redenen die tot die afsluiting geleid hebben, alsook de duur ervan. Een kopie van de brief wordt naar Brugel gestuurd.]5 }6 [Bovendien, indien de netbeheerder die door een leverancier belast wordt met het afsluiten van een afnamepunt dat niet toege-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
101
PLTHEENBXNL.book Page 102 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 kend is, niet gedekt is door een contract of niet standaard beleverd wordt, of waarop hij een verbreken van de zegels heeft vastgesteld, de aanwezigheid van een afnemer heeft opgemerkt tijdens zijn plaatsbezoek, nodigt hij deze uit om zijn contractuele situatie binnen veertig dagen in orde te stellen, periode waarin de netbeheerder hem minstens eenmaal bezoekt en met achterlating van een bericht. Bij gebrek aan regularisatie door de afnemer na deze termijn, is de toestemming van de vrederechter voor de afsluiting niet langer vereist.]6 § 3. }7[Tenzij het gezin vroeger de mededeling van zijn naam heeft geweigerd overeenkomstig § 1, kan het OCMW dan een maatschappelijk onderzoek laten uitvoeren bij het gezin in kwestie en maatregelen van hulp aan het gezin voorstellen, eventueel met bijstand van een schuldbemiddelingsdienst.]7 § 4. Als de afnemer weigert dat zijn naam aan het OCMW wordt meegedeeld, als er geen enkel aanzuiveringsplan is opgesteld met of zonder de begeleiding van het OCMW of als het afbetalingsplan niet wordt nageleefd, kan de leverancier een brief zenden naar het gezin waarin het ervan op de hoogte wordt gebracht dat, indien het gezin uiterlijk binnen 15 kalenderdagen het afbetalingsplan niet opnieuw naleeft of indien het gezin niet het bewijs aanbrengt dat hij een «beschermde afnemer» is, hij aan de vrederechter de toestemming zal vragen om het contract te verbreken en over te gaan tot de afsluiting van het gas. § 5. De Regering kan de nadere regels bepalen van de paragrafen 1 tot 4.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 vervangen bij art. 29, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 29, 2°, b), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 29, 2°, a), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – § 2, lid 2, ingevoegd bij art. 29, 2°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 2, lid 3, ingevoegd bij art. 29, 2°, c), Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – § 3 vervangen bij art. 29, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
102
}1 [Art. 20quinquies. }2 [§ 1. Vanaf de ingebrekestelling, wordt het gezin dat het vraagt erkend als beschermd afnemer indien het één of meerdere van de volgende voorwaarden vervult: 1° het geniet het specifiek sociaal tarief; 2° het maakt gebruik van een procedure voor schuldbemiddeling met een erkend centrum voor schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling; 3° het geniet het OMNIO-statuut. § 2. Vanaf de ingebrekestelling, op verzoek van de afnemer en na het sociale onderzoek, kan het OCMW eveneens het statuut van beschermde afnemer aan het gezin toekennen. Vanaf de verkrijging van dit statuut, brengt het OCMW de noodleverancier hiervan op de hoogte en wordt de beschermde afnemer door laatstgenoemde beleverd. § 3. Indien het gezin aan geen enkele van de in § 1 van dit artikel opgesomde voorwaarden voldoet, kan het zich vanaf de ingebrekestelling tot Brugel richten om dit statuut te verkrijgen. De toewijzingscriteria houden rekening met de inkomsten en de samenstelling van het gezin. De regering kan de inkomsten vastleggen die in overweging moeten worden genomen en de door Brugel te volgen procedure voor het verkrijgen van het statuut van beschermde afnemer. Vanaf de verkrijging van dit statuut, brengt Brugel de noodleverancier hiervan op de hoogte en wordt de beschermde afnemer door laatstgenoemde beleverd. § 4. Zodra het gezin het statuut van beschermde afnemer heeft, wordt het contract dat met de leverancier werd gesloten opgeschort en kan de leverancier niet aan de vrederechter de ontbinding van het contract vragen tijdens de duur van de opschorting. Zodra hij het bewijs heeft ontvangen dat de afnemer beschermd is, levert de netbeheerder aan hem als noodleverancier. Het afbetalingsplan kan heronderhandeld worden en wordt door de leverancier aan de noodleverancier meegedeeld. § 5. Elke «beschermde afnemer» is een «kwetsbare consument» in de zin van de Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor gas. § 6. Zodra hij alle schuld heeft aangezuiverd in naleving van het aanzuiveringsplan wordt het gezin niet meer erkend als beschermde afnemer en wordt de opschorting
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 103 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 van het in de § 4 van dit artikel bedoelde contract beëindigd. Behalve indien er wordt opgezegd overeenkomstig lid 1 of op geschreven verzoek van de afnemer, wordt het statuut van de beschermde afnemer zolang behouden als de afnemer de voorwaarden die vereist worden door de paragrafen 1, 2 of 3 van dit artikel verenigt. De noodleverancier kan, op regelmatige tijdstippen, van de afnemer eisen dat hij het bewijs hiervan levert binnen de negentig dagen na zijn geschreven verzoek. Na verloop van deze termijn, wordt de opschorting beëindigd en treden alle bepalingen van het contract tussen de leverancier de afnemer weer in werking. § 7. Uiterlijk in september 2012 maakt het Brussels Parlement een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van de uitvoering van dit artikel. Die evaluatie bevat ten minste de volgende elementen: het aantal erkende beschermde afnemers per categorie, de kostprijs voor de uitvoering van dit artikel per categorie en de duur van het behoud van het statuut van beschermde afnemer. Met het oog op die evaluatie worden de verschillende actoren die betrokken zijn bij de toekenning van het statuut van beschermde afnemer geraadpleegd.]2]1 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Vervangen bij art. 30 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 20sexies. }2 [§ 1. Als het afbetalingsplan niet wordt nageleefd en indien de afnemer niet als beschermde afnemer werd erkend, kan de leverancier aan de vrederechter de ontbinding van het contract verbonden met het gezin en de toestemming tot afsluiting door de netbeheerder vragen na het bewijs te hebben geleverd van de naleving van de procedure voorzien in de artikelen 20bis tot 20quinquies en na handhaving van de levering gedurende een periode van minimum zestig dagen op onafgebroken wijze vanaf de datum waarop de ingebrekestelling aan het gezin werd overgemaakt. § 2. Het verzoek tot ontbinding van het contract en tot toestemming voor het afsluiten kan worden ingeleid op tegensprekelijk verzoekschrift, overeenkomstig artikel 1034bis van het Gerechtelijk Wetboek. Het verzoekschrift bevat de vermelding die bepaalt dat het gezin, teneinde het bedrag dat voor zijn verbruik wordt opgeëist te verifiëren,
een afrekening van de verschuldigde sommen en een opname van zijn meter kan laten uitvoeren op kosten van de leverancier, bij gebrek aan een opgenomen meterstand of wanneer de meterstand niet werd meegedeeld door de afnemer en gevalideerd door de distributienetbeheerder, in de laatste drie maanden. De distributienetbeheerder voert de opname uit binnen de vijftien dagen vanaf het in vorig lid bedoelde verzoek van het gezin. § 3. De vraag aan de vrederechter wordt door de leverancier aan het OCMW van de gemeente van de woonplaats van de afnemer meegedeeld, evenals het bewijs van de naleving van de procedure, tenzij het gezin vroeger de mededeling van zijn naam heeft geweigerd overeenkomstig artikel 20quater, § 1, teneinde het voor het OCMW mogelijk te maken om in te grijpen. § 4. Ieder vonnis dat de ontbinding van het contract uitspreekt geeft van rechtswege de toelating tot afsluiting door de betrokken distributienetbeheerder, met inbegrip van de toegang tot de meter met bijstand van de openbare macht indien noodzakelijk. § 5. Voor het geval dat het gezin op het adres van het verbruik is gedomicilieerd, kan de leverancier slechts één maand na de betekening aan het gezin van het vonnis van ontbinding tot de afsluiting laten overgaan. § 6 . Z o n de r a f b r e u k t e d o e n a a n artikel 20quater, § 2, kan de afsluiting van het gezin niet plaatsvinden tussen 1 oktober en 31 maart, periode tijdens dewelke de levering aan de afnemer door de noodleverancier wordt gewaarborgd. Tussen 1 oktober en 31 maart, in de gevallen waarbij de menselijke waardigheid aangetast wordt omdat er geen gas geleverd wordt, kan het OCMW op ieder moment de noodleverancier verplichten te leveren ten laste van de afnemer. De regering kan na advies van Brugel de aanvullende regels en voorwaarden vaststellen met betrekking tot de leveringen in de winter van deze paragraaf. Zij kan uitzonderlijk de winterperiode verlengen tot na 31 maart indien het klimaat dat vereist. § 7. De leverancier en de noodleverancier delen onderling en elk semester de staat van de naleving van het afbetalingsplan mee. § 8. Indien de beschermde afnemer echter schulden ten opzichte van de noodleverancier heeft gevestigd, kan deze zijn vorderingen met alle wettelijke middelen terugvorderen.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
103
PLTHEENBXNL.book Page 104 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 Als de beschermde afnemer zijn afbetalingsplan ten aanzien van zijn leverancier niet naleeft en mits betaling van zijn leveringen aan de noodleverancier, wordt de toegang tot het specifiek sociaal tarief bedoeld in artikel 20decies gehandhaafd, behalve indien de beschermde afnemer zijn afbetalingsplan niet naleeft gedurende meer dan zes maanden. De noodleverancier hanteert dan de maximumprijzen die door de federale wetgeving bepaald zijn voor de levering van gas door de distributienetbeheerders. De noodleverancier brengt het OCMW hiervan op de hoogte. Als de beschermde afnemer in gebreke blijft van betaling van de noodleverancier, nadat deze hem in gebreke gesteld heeft, deelt deze leverancier aan het OCMW van de gemeente van het leveringspunt de naam en het adres van de beschermde afnemer mee. Als uiterlijk zestig dagen na de mededeling van de naam van de beschermde afnemer aan het OCMW, deze laatstgenoemde niet aan de noodleverancier heeft laten weten dat deze afnemer bijstand van het OCMW geniet of niet aan de noodleverancier een voorstel van afbetalingsplan voor alle schulden ten aanzien van de noodleverancier, medeondertekend voor akkoord door de afnemer, heeft overgemaakt, kan de noodleverancier aan de vrederechter de ontbinding van het noodleveringscontract vragen, met bewijs van naleving van de voorziene procedure. Evenzo, kan de noodleverancier de ontbinding van het noodleveringscontract vragen in geval van niet-naleving van het hierboven aangehaalde afbetalingsplan. De ontbinding van het noodleveringscontract heeft van rechtswege de ontbinding van het contract met de oorspronkelijke leverancier tot gevolg. De regering kan de modaliteiten voor deze procedures vastleggen.]2]1 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Vervangen bij art. 31 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 20septies. Om aan de afnemers
begrijpelijke en onderling vergelijkbare voorstellen te doen, vermeldt de leverancier, ongeacht zijn prijzen en tarieven, in zijn voorstel, duidelijk en afzonderlijk, de eenheidsprijs en de gemiddelde prijs van elke gefactureerde kWh volgens de verkochte hoeveelheden en per tariefcategorie, de periodieke forfaits, de retributies, de belastingen, de abonnementen en de prijzen van eventuele andere diensten. 104
Op voorstel van }2[Brugel]2, stelt de regering de minimumnormen vast waaraan de documenten van voorstellen van contract en de facturatiedocumenten moeten voldoen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 20octies. In geval van verhuizing binnen het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op verzoek van het gezin, zorgt de leverancier ervoor, voor zover zulks technisch mogelijk is, dat het gezin hetzelfde contract of dezelfde contractuele en tariefvoorwaarden heeft als die welke het tot dusver had, en dit tot het verstrijken van het lopende contract. Bij elke verandering van leverancier, komen de kosten voor de meteropname voor rekening van de leverancier wiens overeenkomst verbroken werd.]1 }2 [In geval van verhuis en bij afwezigheid van afsluiting van de meter wordt een tegensprekelijk opname van de meterstand uitgevoerd door de oude en de nieuwe bewoner of door de oude bewoner en de eigenaar van het goed dat beleverd wordt. Hiertoe wordt een verhuisformulier opgesteld en door Brugel aangeboden op haar website. Bij ontstentenis van een tegensprekelijke opname die wordt overgemaakt aan de netbeheerder of van opname die aan deze door een leverancier werd gevraagd, heeft de schatting van de effectieve stand die werd uitgevoerd door de netbeheerder bewijskracht tot het tegendeel bewezen is.]2
}1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 2 toegevoegd bij a rt . 33 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1[Art. 20novies. }2 [Zonder dat zij op
geen enkele wijze mogen discrimineren en met name discriminatie inzake kost, investering en tijd, zien de leveranciers en de tussenpersonen erop toe dat: 1° wanneer hun afnemers van leverancier wensen te veranderen, met inachtneming van de bepalingen en voorwaarden van de contracten, geschiedt deze wissel binnen een termijn van maximaal drie weken te rekenen vanaf de datum van de vraag van de eindafnemer. De netbeheerder
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 105 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 zorgt voor de aangepaste structuren voor de verwezenlijking van deze verplichting; 2° aan hun eindafnemers alle relevante gegevens te verstrekt worden betreffende hun verbruik, evenals het geheel van de persoonlijke gegevens in hun dossiers.]2 }3 [Bovendien, zien de leveranciers en de tussenpersonen erop toe dat een hoog beschermingsniveau aan hun afnemers wordt verzekerd, met name wat de transparantie van de bepalingen en voorwaarden van de contracten, de algemene informatie en de mechanismen voor de beslechting van geschillen betreft.]3 Het systeem inzake bescherming van de artikelen 20quater tot 20sexies wordt in herinnering gebracht op elke aanmaning tot betaling of ingebrekestelling van een factuur volgens een model bepaald door de regering. De facturatie van gas mag niet verward worden met de facturatie van elektriciteit. }4 [Nochtans mag de elektriciteits- en gasleverancier één enkele factuur verzenden voor de twee soorten energie, waarbij in detail het verbruik wordt vermeld in monetaire eenheden en in energetische eenheden van de twee soorten geleverde energie.]4 De regering kan de modaliteiten betreffende deze bepaling vaststellen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Lid 1 ingevoegd bij art. 34, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – Lid 2 ingevoegd bij art. 34, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – Lid 4 gewijzigd bij art. 34, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1[Art. 20decies. De sociale bescher-
ming die wordt voorzien door }2[de federale wetgeving inzake tarieven voor beschermde afnemers]2, wordt uitgebreid tot de afnemers die worden bevoorraad door de }2[netbeheerder]2 krachtens deze ordonnantie.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Gewijzigd bij art. 35 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1 [Art. 20undecies. § 1. }2[Onder voorbehoud van een federale norm die gunstiger is voor de afnemer, met name in de wet van
6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, en het kaderakkoord van 16 september 2004, bijgewerkt op 11 juni 2008, betreffende de consument in de geliberaliseerde gas- en elektriciteitsmarkt, hebben de nadere regels inzake de voorlichting van de eindgebruikers door de leveranciers tot doel dat de afnemers: 1° recht hebben op een contract met hun gasleverancier waarin zijn opgenomen: a) de identiteit en het adres van de leverancier; b) de geleverde diensten, de aangeboden kwaliteitsniveaus van de diensten en de benodigde tijd voor de eerste aansluiting; c) de aangeboden soorten onderhoudsdiensten; d) de wijze waarop de meest recente informatie over alle geldende tarieven en onderhoudskosten kan worden verkregen; e) de duur van het contract, de voorwaarden voor verlenging en beëindiging van de diensten en van het contract, en of het toegestaan is het contract kosteloos op te zeggen; f) alle vergoedingen en terugbetalingsregelingen die gelden indien de contractuele kwaliteitsniveaus van de diensten niet worden gehaald, met inbegrip van onnauwkeurige en te late facturering; g) de methode voor het beginnen van procedures voor de beslechting van geschillen; h) informatie over consumentenrechten, met inbegrip van klachtenbehandeling en de in dit punt bedoelde informatie, welke duidelijk wordt meegedeeld door middel van de facturen of via de websites van het gasbedrijf. De contractuele voorwaarden zijn billijk en vooraf bekend. In ieder geval wordt deze informatie voorafgaand aan de ondertekening of bevestiging van het contract verstrekt. Indien contracten door middel van tussenpersonen worden gesloten, wordt bovengenoemde informatie eveneens voorafgaand aan de ondertekening van het contract verstrekt; 2° op toereikende wijze in kennis worden gesteld van ieder voornemen de contractvoorwaarden te wijzigen en op de hoogte worden gesteld van hun recht op opzegging wanneer zij van een dergelijk voornemen in kennis worden gesteld. Dienstverleners stellen hun afnemers op een transparante en begrijpelijke manier rechtstreeks in kennis van tariefstijgingen en doen dit binnen een redelijke termijn die een normale factureringsperiode na het invoeren van de stijging niet overschrijdt. De afne-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
105
PLTHEENBXNL.book Page 106 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 mers zijn vrij om de contracten op te zeggen indien zij de hun door de gasleverancier aangemelde nieuwe voorwaarden niet aanvaarden; 3° transparante informatie ontvangen over geldende prijzen en tarieven, waaronder de sociale tarieven, en over standaardvoorwaarden met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van gasdiensten; 4° een ruime keuze van betalingswijzen wordt aangeboden, die geen enkele categorie afnemers ongegrond discrimineert. Systemen voor vooruitbetaling zijn billijk en vormen een goede afspiegeling van het vermoedelijke verbruik. Ieder verschil in voorwaarden komt overeen met de kosten die de verschillende betalingswijzen voor de leverancier meebrengen. De algemene voorwaarden van de contracten dienen billijk en transparant te zijn. Zij zijn gesteld in duidelijke en begrijpelijke taal en bevatten geen niet-contractuele belemmeringen voor het uitoefenen van de rechten van afnemers, zoals overdreven contractuele documentatie. Afnemers worden beschermd tegen oneerlijke of misleidende verkoopmethoden; 5° geen kosten in rekening worden gebracht indien zij van leverancier veranderen; 6° de beschikking krijgen over hun verbruiksgegevens en in staat zijn om, met uitdrukkelijke toestemming en kosteloos, elk geregistreerd leveringsbedrijf toegang te geven tot hun geregistreerde verbruiksgegevens. De partij die verantwoordelijk is voor het gegevensbeheer is verplicht deze gegevens aan het bedrijf te verstrekken. Brugel legt een gegevensformaat vast, alsook een procedure voor leveranciers en consumenten om toegang te krijgen tot die gegevens. Voor deze dienst mogen de verbruiker geen extra kosten worden aangerekend; 7° naar behoren worden geïnformeerd over hun werkelijk gasverbruik en de kosten daarvan, zulks voldoende frequent, minstens eenmaal in een periode van 12 maanden, om hen in staat te stellen hun eigen gasverbruik te regelen. Voor de verstrekking van de informatie wordt een voldoende ruime termijn ingesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de capaciteit van de meetapparatuur van de afnemer, met het gasproduct in kwestie en met de kostenefficiëntie van deze maatregelen. Voor deze dienst mogen de verbruiker geen extra kosten worden aangerekend, het omvat niet het recht om een gratis aanpassing van de meterinrichting of van de periodiciteit van de meteropname te eisen; 106
8° na iedere verandering van gasleverancier ten laatste zes weken nadat deze leverancier hiervan in kennis is gesteld een definitieve afsluitingsrekening ontvangen. De nadere regels met betrekking tot de informatie van de eindafnemers door de distributienetbeheerders, de gewestelijke transmissienetbeheerders en de leveranciers, en in het bijzonder betreffende de incidenten en stopzettingen van levering, evenals de nadere regels betreffende het klachtenbeheer, worden vastgelegd door Brugel.]2 § 2. Onverminderd het bepaalde in § 1, behalve indien kan worden aangetoond dat het om een noodsituatie of een situatie met verschillende incidenten gaat, licht de }3[...]3netbeheerder de gebruikers van het net minimum tien werkdagen van tevoren in over het begin en de vermoedelijke duur van de onderbreking. Deze termijn wordt ingekort tot vijf werkdagen, indien het gaat om de regularisering van een voorlopige herstelling. In voorkomend geval, licht de evenwichtsverantwoordelijke de leverancier in. § 3. Naast de in § 2 bepaalde informatie, publiceert de }4 [...]4netbeheerder binnen 24 uur op zijn website de lijst, de duur en de oorzaken van de geplande of incidenfactur tele onderbrekingen die hebben plaatsgevonden op het net onder gemiddelde spanning. Deze informatie wordt eveneens meegedeeld aan }5[Brugel]5. § 4. }6[De leveranciers en de netbeheerders stellen een klachtenbehandelingdienst ter beschikking van hun respectieve afnemers waarbij de afnemers kunnen rekenen op transparante, eenvoudige en goedkope procedures. Deze dienst bevestigt de ontvangst van iedere klacht binnen een termijn van vijf werkdagen en verstrekt een met redenen omkleed antwoord binnen de twintig werkdagen vanaf de ontvangstbevestiging. Deze procedure van buitengerechtelijke geschillenbeslechting laat een billijke en snelle regeling van de geschillen toe binnen een termijn van twee maanden, die wordt aangevuld met, waar dat gerechtvaardigd is, een systeem van terugbetaling en/of vergoeding. Brugel bepaalt de straffen die in geval van niet-naleving van deze verplichting worden opgelopen en kan de modaliteiten bepalen die met betrekking tot de doeltreffendheid van de dienst worden verwacht.]6]1 }7 [§ 5. De leveranciers die voor meer dan 10.000 leveringspunten van gas verantwoor-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 107 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 delijk zijn zetten tenminste een klantendienst in de nabijheid ter beschikking van hun afnemers. Brugel kan de modaliteiten bepalen die inzake de nabijheid van de dienst worden verwacht. De regering dient een evaluatie in bij het Parlement over de noodzaak van een klantendienst in de nabijheid van de afnemers, en dit binnen een termijn van vijf jaar.]7 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1 vervangen bij art. 36, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 2 gewijzigd bij art. 36, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 3 gewijzigd bij art. 36, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5 . – § 3 ge w ij zigd bij a rt . 2 , 1°, O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 4 vervangen bij art. 36, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – § 5 toegevoegd bij art. 36, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011, inwerkingtreding: 1 januari 2012 (art. 50)
}1
[Art. 20duodecies. Ten aanzien van de professionele afnemers die minder dan 5 personen in dienst hebben en die aangesloten zijn op het distributienet, is de leverancier ertoe verplicht eerst een herinneringsbrief en daarna een aanmaningsbrief te sturen en vervolgens over een aanzuiveringsplan te onderhandelen, voordat hij zijn leveringscontract kan verbreken.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1 [Art. 20tredecies. De Regering kan andere modaliteiten van verplichtingen van openbare dienst bepalen wat betreft de regelmatigheid, de kwaliteit en de facturatie van de leveringen.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1 [Art. 20quattuordecies. }2 [ Om de openbare dienstverplichtingen, die in dit hoofdstuk voor hen worden bepaald, te vervullen krijgen de OCMW's middelen van het fonds waarvan sprake is in artikel 2, 15° van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen.]2]1
}1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – Vervangen bij art. 37 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 20quindecies. De opdrachten waarmee de OCMW's door en krachtens deze ordonnantie worden belast, worden begrepen en uitgeoefend, onverminderd het bepaalde in artikel 109 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en met uitsluiting van elke vorm van administratief toezicht op de beslissingen om individuele hulp toe te kennen en terug te vorderen.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 94 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
}1[Art. 20sexiesdecies. I n g e v a l v a n
faillissement of van intrekking van de leveringsvergunning van een leverancier, zal de levering van de eindafnemers door de standaardleverancier worden verzekerd aan de voorwaarden van de standaardlevering voor een maximale duur van een jaar.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 38 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 20septiesdecies. § 1. Het bezit van een leveringsvergunning afgegeven op grond van artikel 15, geeft aanleiding tot de inning van een maandelijkse bijdrage betaalbaar door natuurlijke en rechtspersonen die de vergunning hebben verkregen, hierna schuldenaars genoemd. § 2. De bijdrage is verschuldigd op de 1e dag van elke maand. Zij is betaalbaar tegen de vijftiende van de volgende maand. § 3. Onder voorbehoud van de nadere gegevens in lid 2 wordt de bijdrage berekend op basis van het kaliber van de meters die door de netbeheerder worden uitgebaat, op een verbruikslocatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bij de eindafnemers. Het kaliber van de meter wordt bepaald door het maximale gasdebiet uitgedrukt in kubieke meter per uur waarvoor de meter werd ontworpen. Voor de eindafnemers die zijn uitgerust met een meter waarvan het kaliber 6 of 10 m 3/u bedraagt, houdt de bijdrage ook rekening met het meest recente geldige gestandaardiseerd jaarlijks verbruik, berekend overeenkomstig de MIG die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van toepassing is.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
107
PLTHEENBXNL.book Page 108 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 § 4. De maandelijks te innen bijdrage wordt vastgelegd op: – 0,2 euro per meter met een kaliber van 6 of 10 m 3/u, indien het meest recente berekende gestandaardiseerd jaarlijks verbruik lager is dan of gelijk is aan 5.000 kWh; – 0,7 euro per meter met een kaliber van 6 of 10 m 3/u, indien het meest recente berekende gestandaardiseerd jaarlijks verbruik hoger is dan 5.000 kWh; – 1,7 euro per meter met een kaliber van 16 m 3/u; – 4,2 euro per meter met een kaliber van 25 m 3/u; – 8,4 euro per meter met een kaliber van 40 m 3/u; – 21 euro per meter met een kaliber van 65 m 3/u; – 29,2 euro per meter met een kaliber van 100 m 3/u; – 37,5 euro per meter met een kaliber van 160 m 3/u; – 54,2 euro per meter met een kaliber groter dan 160 m 3/u. De hierboven vermelde bedragen worden jaarlijks aangepast aan de index van de consumptieprijzen van het Rijk. De aanpassing wordt gedaan door het bedrag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die men bekomt door het gemiddelde van de indexen van de consumptieprijzen van het referentiejaar te delen door het gemiddelde van de indexen van de consumptieprijzen van het jaar 2011. § 5. De regering bepaalt de uitvoeringsmaatregelen van dit artikel. Zij kan namelijk de netbeheerder en de gebruikers van directe leidingen opleggen, hem alle nuttige gegevens omtrent de inning van de bijdrage te laten geworden. De regering kan de netbeheerder opdragen de schuldenaars een uitnodiging tot betaling van de bijdrage te sturen. Deze uitnodiging omvat met name de opgave van het boekjaar, de berekeningsbasis, het tarief, de vervaldatum voor de betaling en de wijze van betaling van de bijdrage. Het al dan niet verzenden van deze uitnodiging doet echter niets af aan de rechten en plichten van de schuldenaars. § 6. }2[De bijdrage wordt gevorderd en opgeëist volgens de regels vervat in de artikelen 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 22 en 23 van de ordonnantie tot vaststelling van de 108
fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.]2 § 7. De opbrengst van de bijdrage wordt toegewezen aan de fondsen bedoeld respectievelijk in punten 15° en 16° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen volgens de volgende verdeling: 1° 5 % aan het «Sociale Fonds voor energiebegeleiding» bestemd voor de opdrachten uitgevoerd door de OCMW's krachtens Hoofdstuk IVbis van de ordonnantie van 19 juli 2001 en van Hoofdstuk Vbis van deze ordonnantie; 2° 95 % aan het «Fonds voor energiebeleid». § 8. De bijdrage is verschuldigd vanaf de maand januari 2012.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 39 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }2. – § 6 vervangen bij art. 58 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 21 december 2012, B.S., 8 februari 2013, inwerkingtreding: 1 januari 2013 (art. 67 en 70)
HOOFDSTUK VI
PIJPLEIDINGEN, INSTALLATIES EN DIRECTE LEIDINGEN Art. 21. § 1. De netbeheerder beschikt over het exclusieve recht de pijpleidingen en de installaties van het distributienet te onderhouden, te vervangen en leidingen en installaties van het distributienet te plaatsen in het kader van het investeringsplan bedoeld in artikel 10. Dit recht omvat het recht om boven of onder het openbaar domein alle werken uit te voeren die nodig zijn voor het aanleggen, de werking of het onderhoud van de infrastructuren van voornoemd net, met inachtneming van de vigerende wettelijke en verordenende bepalingen. Het Gewest, de eraan verbonden publiekrechtelijke rechtspersonen en de gemeenten hebben, voor het openbaar domein dat onder hun respectief beheer valt, het recht om de ligging of het tracé van de infrastructuren van het distributienet te laten wijzigen. Worden wijzigingen opgelegd hetzij om reden van openbare veiligheid, hetzij om de schoonheid van een site te bewaren, hetzij in het belang van de openbare weg, een openbare dienst, waterlopen of kanalen, hetzij wegens wijzigingen aangebracht aan
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 109 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 de toegangen tot de eigendommen langsheen de gebruikte wegen, dan worden ze uitgevoerd ten laste van de netbeheerder. In de andere gevallen, zijn de wijzigingen ten laste van het Gewest, van de publiekrechtelijke rechtspersoon of de betrokken gemeente die vooraf een kostenraming mag eisen en, bij onenigheid, zelf tot de uitvoering der werken mag overgaan. § 2. Wat de openbare gasdistributie betreft, wordt de wet van 17 januari 1938 tot regeling van het gebruik door openbare besturen, de verenigingen van gemeenten en de concessiehouders van openbare diensten of van diensten van openbaar nut, van de openbare domeinen van de Staat, van de provinciën en van de gemeenten, voor het aanleggen en het onderhouden van leidingen en inzonderheid van gas- en waterleidingen, opgeheven.
Art. 22. Directe leidingen die geëxploiteerd worden bij een druk van 14,7 bar of minder kunnen worden geplaatst indien hiervoor een voorafgaande toekenning van een individuele vergunning door de regering werd afgegeven. De vergunning bepaalt de rechten en plichten van de houder. De regering bepaalt }1[de objectieve en niet-discriminerende criteria en]1 de toekenningsprocedure van de vergunningen bedoeld in het vorig lid. De toekenning van een vergunning is afhankelijk van de weigering van toegang tot het distributienet. }2 [De mogelijkheden van gaslevering door directe leidingen tast de mogelijkheid om gasleveringscontracten te sluiten met de leverancier van zijn keuze niet uit.]2 Het aanleggen van een directe leiding doet geen afbreuk aan de verplichting van de leverancier om houder te zijn van een leveringsvergunning zoals bepaald in artikel 15. }1. – Lid 2 gewijzigd bij art. 40, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }2. – Lid 3 ingevoegd bij art. 40, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1 [Art. 22bis. Om de productie van gas uit HEB in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan te moedigen, kan de regering, na advies van Brugel en in overleg met de netbeheerder, een steunmechanisme voor productie of injectie in een aardgasdistributienet opstellen, in het voordeel van de producenten van gas uit HEB die gesitueerd zijn op het Brussels grondgebied. De regering definieert, na advies van Brugel, het toe te kennen bedrag voor iedere kWh gas uit HEB die geproduceerd of geïnjecteerd wordt op het Brussels distributienet. Dit bedrag kan variëren naargelang de gebruikte hernieuwbare energiebron en de gebruikte technologie. Na advies van Brugel, kan de regering een labelingmechanisme voorzien voor compatibel gas dat geproduceerd werd uit HEB. De toegekende groene certificaten worden afgetrokken van deze die worden toegekend voor de bevordering van groene stroom, behoudens in geval van aanmerkelijke verbetering van valoriserende milieuprestaties en op voorwaarde dat geen verstoring met het mechanisme voor bevordering van groene stroom wordt gecreëerd.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 41 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1[Art. 22ter. De productie van gas uit HEB is onderworpen aan de toekenning van een licentie. De regering definieert de criteria en de procedure voor toekenning, herziening en intrekking van deze licentie. Deze criteria steunen met name op de kwaliteit en de compatibiliteit van het gas en op het vermogen tot controleren van de hoeveelheid gas die werkelijk wordt geproduceerd.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 41 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
HOOFDSTUK VII
SANCTIES }1[HOOFDSTUK
VIbis
BEVORDERING VAN GAS UIT HERNIEUWBARE ENERGIEBRONNEN]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 41 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 23. § 1. }1[Wordt bestraft met een gevangenisstraf van een maand en een boete van twee tot vijfhonderd euro, of met één van deze straffen: 1° hij die zich verzet tegen de controles en onderzoeken van }2[Brugel]2 en van de regering uitgevoerd krachtens deze Titel;
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
109
PLTHEENBXNL.book Page 110 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 2° hij die weigert }3[Brugel]3}4[, het Instituut]4 of de regering de inlichtingen te verschaffen die hij gehouden is te geven krachtens deze Titel, of hij die hun opzettelijk onjuiste of onvolledige inlichtingen verschaft; 3° hij die de verplichting om over een vergunning te beschikken overeenkomstig de artikelen 15, eerste lid, en 22 van deze Titel niet naleeft.]1 § 2. De regering kan de door haar bepaalde inbreuken op de bepalingen van de besluiten ter uitvoering van deze Titel, strafbaar stellen met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden en een boete van ten hoogste vijfhonderd euro of met één van deze straffen alleen. § 3. }5[De bepalingen van het Boek I van het Strafwetboek, zijn van toepassing op de inbreuken bedoeld in §§ 1 en 2.]5 § 4. }6[Elke inbreuk op de regels van vertrouwelijkheid die door deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten worden afgekondigd, wordt met de straffen voorzien in artikel 458 van het Strafwetboek bestraft. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek zijn van toepassing, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85.]6 }1. – § 1 vervangen bij art. 95 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }2. – § 1, 1°, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 1, 2°, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 1, 2°, gewijzigd bij art. 42, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – § 3 vervangen bij art. 42, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 4 vervangen bij art. 42, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 24. § 1. Onverminderd de andere maatregelen bepaald in deze Titel of de uitvoeringsbesluiten ervan, kan }1[Brugel]1 elke natuurlijke of rechtspersoon gelasten zich te houden aan de bepalingen van deze Titel of de uitvoeringsbesluiten ervan, binnen de termijn die }1[Brugel]1 bepaalt. Als deze persoon in gebreke blijft na het verstrijken van deze termijn, kan }1[Brugel]1 hem een administratieve boete opleggen. Deze boete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan duizend 110
tweehonderd vijftig euro en niet hoger dan honderdduizend euro. De totale boete mag niet meer bedragen dan }2[tien]2 percent van de omzet die de betreffende persoon gerealiseerd heeft op de gewestelijke gasmarkt in de loop van het laatste afgesloten boekjaar, indien dit laatste bedrag hoger is. Er mag geen administratieve boete worden opgelegd aan een persoon die reeds voor identieke feiten strafrechtelijk vervolgd is op grond van artikel 23, zelfs in geval van buitenvervolgingstelling of vrijspraak. § 2. }3[Vooraleer het bedrag van de boete te bepalen, informeert }4[Brugel]4 de betrokken persoon per aangetekend schrijven en nodigt hem uit }4[Brugel]4 een nota te bezorgen smet betrekking tot zijn verdedigingsgronden. Het aangetekend schrijven bevat de vermelding van de in aanmerking genomen grieven, de overwogen sanctie en de melding dat het dossier kan worden ingekeken, de plaats en de uren waarop dit kan, en dit gedurende de hele termijn bepaald in het derde lid van deze paragraaf. Het aangetekend schrijven herneemt de volledige tekst van dit artikel. De nota }5 [wordt Brugel per aangetekend schrijven] 5 bezorgd, binnen dertig dagen na ontvangst van het schrijven vermeld in het eerste lid. }6 [Brugel]6 informeert de betrokken persoon over de datum van het voorafgaand verhoor, alsook de plaats en de uren waarop het dossier kan worden ingekeken. Dit laatste kan gebeuren tijdens de tien dagen die het verhoor voorafgaan. Deze kennisgeving wordt per aangetekend schrijven verzonden. Het voorafgaand verhoor vindt plaats ten vroegste op de twintigste dag na de verzending van het aangetekend schrijven bepaald in het vorige lid. De betrokken persoon mag zich laten bijstaan door een advocaat of door deskundigen naar keuze. }7[Brugel]7 stelt een proces-verbaal op van het verhoor en verzoekt de betrokken persoon het te tekenen, desgevallend, nadat deze er zijn opmerkingen aan heeft toegevoegd. }8[Brugel]8 neemt de zaak in beraad na het laatste verhoor. Hij bepaalt de administratieve boete middels een met redenen omklede beslissing en informeert de betrokken persoon binnen dertig dagen na het laatste verhoor, per aangetekend schrijven. Na deze termijn, wordt }8[Brugel]8 geacht definitief af te zien van elke sanctie gegrond op de aan
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 111 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 de betrokken persoon ten laste gelegde feiten, behalve in geval van nieuwe elementen. De kennisgeving van de beslissing vermeldt de mogelijkheden tot beroep bepaald door de wet en door deze ordonnantie en de termijn waarbinnen het kan worden ingesteld.]3 § 3. }9[...]9 }10 [§ 3.] 10 De administratieve boete }11 [wordt]11 betaald binnen dertig dagen na de mededeling van de beslissing }11[...]11. }12 [Brugel]12 kan, op verzoek van de betrokken persoon, uitstel van betaling verlenen voor een door haar te bepalen termijn. Indien de betrokken persoon in gebreke blijft de administratieve boete te betalen, zal deze worden geind door middel van een dwangbevel. De regering stelt de ambtenaren aan die worden belast met de aanmaningen en bevelen tot tenuitvoerlegging. De tenuitvoerlegging wordt betekend bij deurwaardersexploot met opdracht tot betaling. § 5. }13[...]13 }1. – § 1, lid 1, laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }2. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 43, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 2 vervangen bij art. 97 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108) }4. – § 2, lid 1, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }5. – § 2, lid 3, gewijzigd bij art. 43, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }6. – § 2, lid 4, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }7. – § 2, lid 6, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }8. – § 2, lid 7, gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }9. – § 3, na wijzigingen, opgeheven bij art. 43, 3°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }10. – § 3 (oud § 4) hernummerd bij art. 43, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 2 0 juli 201 1, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }11. – § 3, lid 1, gewijzigd bij art. 43, 4°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}12. – § 3, lid 2, laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }13. – § 5 opgeheven bij art. 43, 3°, O rd. Br. Ho ofds t. Parl. 20 juli 2 011 , B. S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }1
[HOOFDSTUK VIIbis
SCHADEVERGOEDINGSREGELING]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }1[Afdeling 1
Verschuldigde schadevergoeding ten gevolge van een administratieve fout of van een laattijdige aansluiting]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1 [Art. 24bis. § 1. Iedere afwezigheid van gaslevering die zich voordoet bij schending van de voorschriften van deze ordonnantie of van haar uitvoeringsbesluiten ten gevolge van een administratieve fout die werd begaan door de netbeheerder verplicht deze netbeheerder om aan de eindafnemer een dagelijkse forfaitaire schadevergoeding van 125 euro te betalen tot aan het herstel van de l eve r in g, met een m axi m um va n 1.875 euro. De kosten voor de afsluiting en het herstel worden eveneens gedragen door de netbeheerder, zonder dat deze kunnen worden verhaald op de eindafnemer. § 2. De eindafnemer richt zijn aanvraag tot schadevergoeding aan de beheerder van het net waarop hij is aangesloten, per aangetekende brief, fax of e-mail, binnen de dertig dagen na het opduiken van de afwezigheid van levering. De eindafnemer vermeldt hierbij de gegevens die essentieel zijn voor de behandeling van de aanvraag. De netbeheerder vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding. Indien de netbeheerder van oordeel is dat de afwezigheid van levering voortkomt uit een fout van de leverancier, brengt hij de afnemer hiervan op de hoogte binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding en verstuurt, binnen dezelfde termijn, de aanvraag aan de leverancier.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
111
PLTHEENBXNL.book Page 112 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 De leverancier is gehouden om de aanvraag tot schadevergoeding te behandelen en om desgevallend deze te storten binnen dezelfde termijnen als deze die van toepassing zijn op de netbeheerder.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 24ter. § 1. Zonder afbreuk te doen aan het laatste lid, heeft elke eindafnemer recht op een forfaitaire dagvergoeding ten laste van de netbeheerder als deze de effectieve aansluiting niet heeft gerealiseerd binnen de volgende termijnen: 1° voor de standaard aansluitingen binnen een termijn van twintig werkdagen die tenzij anders overeengekomen begint te lopen vanaf de betaling door de afnemer van de offerte van de netbeheerder betreffende de aansluiting, kan de netbeheerder daarbij niet optreden voordat de verschillende vereiste vergunningen en toelatingen werden verkregen en voor zover de netgebruiker de werken op zijn kosten heeft uitgevoerd; 2° voor de niet standaard aansluitingen binnen de termijn vermeld in het ontwerp van aansluiting; tenzij anders overeengekomen begint begint de termijn te lopen vanaf de betaling van alle kosten door de aanvrager en, als de ondertekening van een aansluitingscontract is voorzien, vanaf het terugsturen van dit door de aanvrager ondertekende contract. De verschuldigde dagvergoeding bedraagt 50 euro voor afnemers met een contractuele capaciteit van minder dan 250 m; en 100 euro voor de andere aansluitingen. De schadevergoeding is niet verschuldigd indien de overschrijding van de hierboven bedoelde termijnen te wijten is aan een eventuele vertraging van de bevoegde instanties of een weigering om de gevraagde toelatingen of vergunningen af te leveren of aan een niet-uitvoering door de netgebruiker van de werken op zijn kosten. § 2. De eindafnemer zendt de aanvraag tot schadevergoeding aan de netbeheerder per aangetekende brief, fax of e-mail, binnen de dertig kalenderdagen na het verstrijken van de termijnen bedoeld in § 1. De eindafnemer vermeldt hierbij de gegevens die noodzakelijk zijn voor de behandeling van zijn aanvraag. De netbeheerder vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding.]1
112
}1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }1[Afdeling 2
Vergoeding van de schade veroorzaakt door de netbeheerder in het kader van het beheer van zijn net]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 24quater. De schade geleden door een eindafnemer die aangesloten is op het distributienet ingevolge de onderbreking of de niet-conformiteit van de gasvoorziening, maakt het voorwerp uit van een schadevergoeding door de verantwoordelijke netbeheerder, volgens de modaliteiten bepaald in deze afdeling: 1° de schadevergoeding is niet verschuldigd wanneer de onderbreking of de niet-conformiteit van de levering haar oorsprong vindt in een geval van overmacht, de daad van een derde of een incident op een stroomafwaarts of stroomopwaarts geïnterconnecteerd net. Ze is ook niet van toepassing als de onderbreking aan de oorsprong van de schade gepland was of het gevolg is van een onderbreking of een opschorting van de toegang, toegelaten uit hoofde van deze ordonnantie of het ter uitvoering daarvan genomen technisch reglement; 2° indirecte en immateriële schade wordt niet vergoed, onder voorbehoud van toepassing van andere geldende wettelijke bepalingen; 3° de rechtstreekse lichamelijke schade wordt integraal vergoed; 4° voor de rechtstreekse materiële schade geldt een individuele franchise van 30 euro per schadegeval en is geplafonneerd, per schadever wekkende geb eurt enis, op 2.000.000 euro voor het geheel van de schadegevallen. Indien het totale bedrag van de schadevergoedingen dit plafond overschrijdt, is de schadevergoeding die verschuldigd is aan de eindafnemer beperkt tot dat bedrag; 5° de toepassing van het plafond van de schadevergoeding en van de individuele franchise is uitgesloten in geval van bedrog of een zware fout van de netbeheerder.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 113 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 }1
[Art. 24quinquies. § 1. De eindafnemer die het slachtoffer is van het schadegeval zoals gedefinieerd in voorgaand artikel meldt het schadegeval per aangetekende brief, fax of e-mail aan de netbeheerder uiterlijk negentig kalenderdagen vanaf het voorvallen van het schadegeval of ten minste vanaf de datum waarop hij kennis heeft gekregen van het schadegeval indien de kennis die de eindafnemer heeft gekregen voor hem later is, zonder dat de aangifte van het schadegeval meer dan zes maanden na het voorvallen van het schadegeval mag worden gedaan. Indien de eindafnemer binnen de termijn bedoeld in voorgaand lid per vergissing de aangifte van het schadegeval heeft gericht aan zijn leverancier, wordt deze geacht te zijn toegestuurd binnen de vereiste termijn. De leverancier verstuurt onverwijld de aangifte van het schadegeval aan de netbeheerder. § 2. De eindafnemer die schade heeft geleden verzendt als bijlage bij zijn aangifte van het schadegeval ieder stuk en ieder document dat toelaat om de werkelijkheid van het schadegeval en de omvang van de geleden schade vast te stellen. § 3. De netbeheerder bevestigt de ontvangst van de aangifte van het schadegeval binnen de vijftien kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aangetekende brief, de fax of de e-mail bedoeld in § 1. Binnen de zestig kalenderdagen na de verzending van de ontvangstbevestiging brengt hij de eindafnemer op de hoogte van het gevolg dat hij voornemens is te geven aan de aangifte van schadegeval. Indien blijkt dat het schadegeval zijn oorsprong niet vindt op zijn net, brengt de netbeheerder de eindafnemer binnen dezelfde termijn op de hoogte en maakt de aangifte over aan de derde die aan de oorsprong ligt van, desgevallend, de onderbreking of de niet-conformiteit van de gaslevering. Deze laatste volgt de procedure die in deze paragraaf beschreven wordt. Desgevallend, vergoedt de netbeheerder de eindafnemer binnen zes maanden na de kennisgeving van een aangifte van schadegeval.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Afdeling 3
Verschuldigde schadevergoeding door de leveranciers en tussenpersonen]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1[Art. 24sexies. § 1. Elke onderbreking
van de gaslevering die op verzoek van de leverancier in strijd met de bepalingen van onderhavige ordonnantie of van de uitvoeringsbesluiten ervan wordt uitgevoerd, of ten gevolge van een beheer- of facturatiefout uit hoofde van de leverancier met de procedure voor nietbetaling tot gevolg, verplicht deze om de eindafnemer een forfaitaire schadevergoeding van 125 euro per dag te betalen tot de datum van de aanvraag tot herstel van de levering, wat op onbetwistbare wijze door de leverancier aan de netbeheerder wordt betekend. De netbeheerder herstelt de levering binnen de termijn voorzien door het technisch reglement. Bij ontstentenis kan de afnemer beroep doen op de toepassing van artikel 24bis. De vergoeding is geplafonneerd op 1.875 euro. De leverancier betaalt ook de kosten voor de sluiting en de herstelling van de stroomverbinding, zonder dat hij deze op de eindafnemer kan verhalen. § 2. Behoudens het geval bedoeld in § 1, heeft elke eindafnemer ook recht op een forfaitaire vergoeding van 100 euro per maand ten laste van de leverancier wanneer de overeenkomst niet van kracht kan worden op de datum die de partijen waren overeengekomen omdat de leverancier geen correct gevolg heeft gegeven aan de overeenkomst met de eindafnemer. § 3. De eindafnemer stuurt het verzoek tot schadevergoeding per aangetekende brief, fax of e-mail naar de leverancier, binnen de dertig dagen na, afhankelijk van het geval: 1° het ontstaan van de onderbreking bedoeld in § 1; 2° de kennisneming door de eindafnemer van de fout in de procedure van leverancierswissel, in toepassing van § 2. De eindafnemer vermeldt alle vereiste gegevens voor de verwerking van zijn vraag in zijn aanvraag. De leverancier vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding. § 4. Indien de leverancier oordeelt dat de onderbreking of de fout in de procedure van
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
113
PLTHEENBXNL.book Page 114 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 leverancierswissel uit een fout van de netbeheerder voortvloeit, licht hij de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding in en stuurt de aanvraag binnen dezelfde termijn rechtstreeks naar de netbeheerder. De netbeheerder moet de aanvraag tot vergoeding behandelen en de schadevergoeding desgevallend storten binnen dezelfde termijnen als deze die voor de leverancier gelden.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1[Art. 24septies. § 1. Elke facturatie-
fout ten koste van de eindafnemer verplicht de leverancier om deze eindafnemer een schadevergoeding te betalen waarvan het bedrag gelijk is aan dat van de tussentijdse factuur van de afnemer, teruggebracht tot één maand verbruik en voor het lopende jaar en dit, in volgende gevallen: 1° ofwel wanneer de leverancier de klacht die een eindafnemer per aangetekende brief, fax of e-mail heeft gestuurd om het bedrag te betwisten van de factuur die hij heeft betaald, niet behandeld heeft binnen de termijnen die in artikel 20undecies, § 4, van deze ordonnantie worden voorzien; 2° ofwel wanneer de leverancier, naar aanleiding van een klacht per aangetekende brief, fax of e-mail van een eindafnemer die de factuur heeft betaald, bevestigt aan de afnemer dat er een facturatiefout werd begaan die verband houdt met een fout in de meteropname, ongeacht de oorsprong, maar zich onthoudt van de verzending van een factuur tot rechtzetting naar de eindafnemer en desgevallend van de verschuldigde terugbetaling binnen de dertig kalenderdagen na de erkenning van de fout, onder voorbehoud van het geval bedoeld in paragraaf 3. § 2. De eindafnemer stuurt een aanvraag tot schadevergoeding naar de leverancier per aangetekende brief, fax of e-mail, binnen de dertig kalenderdagen na de overschrijding van de termijnen voorzien in § 1. De eindafnemer vermeldt alle vereiste gegevens voor de verwerking van zijn aanvraag. De leverancier vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding. § 3. Indien de leverancier oordeelt dat de overschrijding van de termijnen bedoeld in § 1 aan de netbeheerder te wijten is, licht hij de eindafnemer binnen de dertig kalender114
dagen na ontvangst van de aanvraag tot schadevergoeding in en stuurt de aanvraag binnen dezelfde termijn rechtstreeks naar de netbeheerder. De netbeheerder moet de aanvraag tot schadevergoeding behandelen en de vergoeding desgevallend storten binnen dezelfde termijnen als deze die voor de leverancier gelden. De vergoeding is niet verschuldigd bij de verkeerde mededeling door de eindafnemer van de gegevens voor het opstellen van de factuur.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }1[Afdeling 4
Gemeenschappelijke bepalingen]1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
}1
[Art. 24octies. § 1. De bepalingen van de afdelingen 1 tot 3 verhinderen niet de toepassing van andere wettelijke bepalingen. In ieder geval, kan de gecombineerde toepassing van verschillende aansprakelijkheidsregimes niet leiden tot een schadevergoeding van de eindafnemer die het volledige herstel van de geleden schade overtreft. § 2. Teneinde de demarche van de eindafnemer en de behandeling van de aanvragen tot schadevergoeding te vergemakkelijken, stellen de netbeheerder en de leveranciers, elk voor wat hem betreft, op hun websites aanvraagformulieren tot schadevergoeding ter beschikking van eindafnemers. Deze formulieren worden voorafgaandelijk goedgekeurd door Brugel, die deze eveneens publiceert op haar website. Iedere aanvraag tot schadevergoeding wordt tot stand gebracht door middel van deze formulieren. § 3. De netbeheerder stelt iedere vorm van financiële waarborg die hem toelaat om de s c h a d ev e r g o ed i n g en b ed o el d i n d e artikelen 24bis tot 24quinquies te dekken. De last die verbonden is met de gestelde waarborg om de schadevergoedingen in geval van zware fout te dekken zal duidelijk onderscheiden zijn in de rekeningen van de netbeheerder. Vóór 31 maart van elk jaar bezorgt de netbeheerder het bewijs van het bestaan van zulke financiële waarborg aan Brugel. De artikelen 24bis tot 24quinquies worden integraal hernomen in de aansluitingsregle-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 115 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 menten en -contracten die van toepassing zijn op de afnemers die aangesloten zijn op het net. Vóór 31 maart van ieder jaar maakt de netbeheerder een verslag over aan Brugel dat de staat opmaakt van het aantal aanvragen tot schadevergoeding die gestoeld zijn op de artikelen 24bis tot 24quater in de loop van het afgelopen jaar, alsook van het vervolg dat aan hen werd gegeven, dat ze bij het in artikel 10, § 4, van deze ordonnantie bedoelde verslag voegen. Brugel stelt te dien einde een model van verslag op. Minstens één keer per jaar schrijft de raad van bestuur van de netbeheerder de bespreking van een geactualiseerd verslag in op de agenda met betrekking tot het aantal aanvragen tot schadevergoeding die gestoeld zijn op de artikelen 24bis tot 24quater, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven. § 4. De bedragen van de schadevergoedingen die in de voorafgaande afdelingen bepaald worden, worden ieder jaar overeenkomstig het indexcijfer van de consumptieprijzen geïndexeerd door ze te vermenigvuldigen met het indexcijfer van de consumptieprijzen voor juni van het jaar en door ze te verdelen door het indexcijfer van de consumptieprijzen van juni van het jaar dat aan de inwerkingtreding van deze beschikking voorafgaat. Brugel publiceert op haar site de geïndexeerde bedragen, afgerond op een hele euro naar boven of naar beneden.]1 }1. – Ingevoegd bij art. 44 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
HOOFDSTUK VIII
DIVERSE MAATREGELEN Art. 25. De administratieve boetes die geïnd worden krachtens artikel 24 worden toegewezen aan }1 [het fonds bedoeld in artikel 2, 16°, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen]1. }1. – Gewijzigd bij art. 45 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 26. § 1. }1[Brugel]1 kan de netbeheerders, de leveranciers en de gebruikers van het net verzoeken hem alle gegevens en informatie die nodig zijn voor de uitoefening van zijn functie, binnen een door hem vastgestelde termijn te verschaffen.
§ 2. De ambtenaren van }2[het Instituut]2, }2[bestuurders van Brugel]2 en }2[het personeel van Brugel]2 mogen de vertrouwelijke en commercieel gevoelige gegevens waarvan ze kennis krijgen in het kader van hun functie niet vrijgeven, behalve in de gevallen waar ze opgeroepen worden om in rechte te getuigen, onverminderd § 3, en de uitwisseling van informatie met Belgische of Europese autoriteiten, waarin uitdrukkelijk voorzien wordt door wettelijke of verordenende bepalingen. Elke inbreuk op het eerste lid wordt bestraft met de straffen waarin voorzien in het artikel 458 van het Strafwetboek. § 3. Voor zover ze tot dezelfde vertrouwelijkheid gehouden zijn en dat daarop dezelfde sancties rusten, kan }3[Brugel]3 aan de andere Belgische reguleringsinstanties }4 [of aan het Instituut]4 de vertrouwelijk en commercieel gevoelige gegevens meedelen die hun noodzakelijk zijn teneinde hun bevoegdheid uit te oefenen. } 1. – § 1 ge wijzi gd b i j a rt . 2 , 1 ° , O rd. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }2. – § 2, lid 1, laatst gewijzigd bij art. 2, 2°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }3. – § 3 laatst gewijzigd bij art. 2, 1°, Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011 }4. – § 3 gewijzigd bij art. 46 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
Art. 27. Eenieder die een bij deze ordonnantie bepaalde functie dan wel een functie krachtens deze ordonnantie uitoefent, is, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek, verplicht tot }1[professionele]1 geheimhouding met betrekking tot de naamgegevens of de persoonsgebonden gegevens van de eindafnemers. }1. – Gewijzigd bij art. 47 Ord. Br. Hoofdst. Parl. 20 juli 2011, B.S., 10 augustus 2011, err., B.S., 19 oktober 2011
TITEL III
WEGENISRETRIBUTIES INZAKE GAS EN ELEKTRICITEIT Art. 28. § 1. De gemeenten kunnen een jaarlijkse retributie bepalen als vergoeding voor het wegenisrecht van de beheerders van de vervoernetten, van het gewestelijk vervoernet en van de distributienetten van
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
115
PLTHEENBXNL.book Page 116 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ord. van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 gas en elektriciteit en van de eigenaars van rechtstreekse lijnen of leidingen. Deze retributie is ten laste van de hierboven vermelde netbeheerders. § 2. Het recht bedoeld in § 1, omvat het recht de installaties die nodig zijn voor de ontvangst en distributie van elektrische energie en gas op het grondgebied van de gemeente, te hebben, te plaatsen of te laten plaatsen, te onderhouden of te laten onderhouden, te wijzigen of te laten wijzigen, te verwijderen of te laten verwijderen, op, boven of onder straten, wegen, openbare plaatsen en gebouwen van de gemeente. Dit recht houdt eveneens afstand in van het natrekkingrecht in hoofde van de gemeenten op de installaties die zich bevinden op, boven of onder openbare domeinen en privéterreinen van de gemeente die bestemd zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de netbeheerders bedoeld in § 1. § 3. }1[De retributie wordt vastgelegd op een maximaal bedrag van: 1° 0,25 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu die aan een in aanmerking komende hoogspanningsafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd. De bijdrage wordt begrensd op een jaarlijks elektriciteitsverbruik van 25 Gwu voor de verbruikslocaties van een klant gelegen in een enkele gemeente. Voor wat betreft de hoogspanning-
selektriciteit vervoerd naar of verdeeld aan afnemers voor het spoorwegnet of tram- en metronet, wordt de bijdrage begrensd tot een jaarlijks totaalverbruik van 25 GWu op het volledige gewestelijke grondgebied. Ze wordt betaald aan de gemeenten, pro rata van de door de klant verbruikte elektriciteit op het grondgebied van de gemeente; 2° 0,50 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu die aan een in aanmerking komende laagspanningsafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd; 3° 0,09 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu gas die aan een in aanmerking komende eindafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd. De bijdrage wordt begrensd op een jaarlijks verbruik van rijk gas van 5.000.000 m3.]1 Men verstaat onder «hoogspanning- en laagspanningsafnemers» de categorieën bedoeld in artikel 2, 19° en 20°, van de ordonnantie van 19 juli 2001 houdende organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De bedragen vermeld in het eerste lid worden elk jaar aangepast aan de index van de consumptieprijzen. De herziening gebeurt éénmaal per jaar, op 1 januari van het jaar waarin de vergoeding verschuldigd is, volgens de volgende berekening:
(Basisbedrag van de vergoeding) × (index van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan 1 januari van het jaar waarin de vergoeding verschuldigd is) . Index van de consump ptieprijzen van de maand [november 2001] }1. – § 3, lid 1, vervangen bij art. 102 Ord. Br. Hoofdst. R. 14 december 2006, B.S., 9 januari 2007, inwerkingtreding: 1 januari 2007 (art. 108)
TITEL IV
WIJZIGINGEN IN DE ORDONNANTIE VAN 19 JULI 2001 BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE ELEKTRICITEITSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Art. 29-44. (...)
{1
S 1. – Wijzigen Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 Elektriciteitsmarkt, organisatie, Br. Hoofdst. Gew.
Art. 45. De Minister bevoegd voor Energie wordt belast met de uitvoering van deze ordonnantie. 116
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 117 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten
A. Administratieve besluiten B . B r . H o o fd st . R eg. 1 3 dec em be r 2 0 1 2 h o ud en de goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, de distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2013-2017 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B . B r . H o o f ds t. R eg . 1 5 de ce m b er 2 0 1 1 h o ud en d e goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2012-2016. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B . B r . H o o f ds t. R eg . 1 7 de ce m b er 2 0 0 9 h o ud en d e goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2010-2014. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B . B r . H o o f ds t. R eg . 2 1 de ce m b er 2 0 0 7 h o ud en d e goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2008-2012. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 14 december 2006 houdende goedkeuring van de beslissing van Sibelga van 22 maart 2004 waarbij de vennootschap Electrabel Customer Solutions aangeduid werd als standaardleverancier, voor gas en elektriciteit, voor de afnemers die in aanmerking zijn gekomen, en houdende goedkeuring van de beslissing van Sibelga van 20 februari 2006 waarbij de vennootschap Electrabel Customer Solutions aangeduid werd als standaardleverancier, voor gas en elektriciteit, voor de afnemers die in aanmerking komen op 1 januari 2007 . . . B . B r . H o o fd st . Re g. 3 0 n ov em ber 2 0 0 6 h o ude n de goedkeuring van het investeringsplan 2007-2011 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2007-2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 houdende goedkeuring van het technisch reglement voor het beheer van het gasdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
118
119
120
121
122
123
124
117
PLTHEENBXNL.book Page 118 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 december 2012
13 december 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, de distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2013-2017 (B.S., 2 januari 2013) Art. 1. Het investeringsplan 2013-2017 van de CVBA Sibelga, de distributienetbeheerder voor gas, wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De minister bevoegd voor Énergie, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
118
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 119 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011
15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2012-2016 (B.S., 24 januari 2012) Art. 1. Het investeringsplan 2012-2016 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, wordt goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
119
PLTHEENBXNL.book Page 120 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 17 december 2009
17 december 2009. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2010-2014 (B.S., 9 april 2010) Art. 1. Het investeringsplan 2010-2014 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, wordt goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
120
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 121 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 21 december 2007
21 december 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan voorgesteld door de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2008-2012 (B.S., 29 januari 2008) Art. 1. Het investeringsplan 2008-2012 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, wordt goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
121
PLTHEENBXNL.book Page 122 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 14 december 2006
14 december 2006. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van de beslissing van Sibelga van 22 maart 2004 waarbij de vennootschap Electrabel Customer Solutions aangeduid werd als standaardleverancier, voor gas en elektriciteit, voor de afnemers die in aanmerking zijn gekomen, en houdende goedkeuring van de beslissing van Sibelga van 20 februari 2006 waarbij de vennootschap Electrabel Customer Solutions aangeduid werd als standaardleverancier, voor gas en elektriciteit, voor de afnemers die in aanmerking komen op 1 januari 2007 (B.S., 5 januari 2007) Art. 1. Worden goedgekeurd de beslissingen van 22 maart 2004 en van 20 februari 2006 van de Raad van bestuur van de intercommunale Sibelga, om als standaardleverancier voor elektriciteit en gas, de vennootschap Electrabel Customer Solutions aan te duiden, voor de afnemers die in aanmerking zijn gekomen of in aanmerking komen op 1 januari 2007, en die geen uitdrukkelijke keuze van leverancier hebben gemaakt, voorzover Electrabel Customer Solutions, als standaardleverancier: a) de continuïteit van de levering aan deze afnemers verzekert en zich ontzegt haar contracten met deze afnemers te verbreken louter omwille van haar aanduiding als standaardleverancier. Electrabel Customer Solutions zal deze contracten evenwel kunnen verbreken in geval van vastgestelde fraude of niet-betaling van een factuur. In geval van niet-betaling van een factuur zal het contract slechts kunnen worden verbroken mits naleving van de wettelijke bepalingen betreffende de openbare dienstverplichtingen inzake de levering van elektriciteit en gas; b) niet van de afnemer eist om de contractuele relatie om te zetten in een leveringscontract door hetwelk de afnemer de keuze maakt van Electrabel Customer Solutions als leverancier of in een contract voor standaardlevering dat afwijkt van de voorwaarden van dit besluit; c) noch een buitensporige waarborg, noch een bijkomende waarborg van de afnemer eist onder welke vorm ook boven op de bestaande waarborgen, noch enige voorafbetaling eist die één maand facturatie overschrijdt, in de vorm van een voorschot of andere betaling, noch enige verplichting van vertrouwelijkheid eist; d) de vrije keuze van een andere leverancier door de afnemer eerbiedigt door aan deze laatste toe te laten een opzegging te geven van één maand die ingaat op de laatste dag 122
van de maand waarin de opzegging wordt betekend, zonder van deze te eisen dat hij de verandering van leverancier motiveert en zonder van deze afnemer de betaling te eisen van een vergoeding. Deze afnemer kan gratis en binnen een termijn van 15 kalenderdagen, die ingaat op de dag van de aanvraag, zijn verbruiksprofiel per leveringspunt vragen; e) transparante en niet-discriminerende leveringsvoorwaarden vaststelt die in overeenstemming zijn met de hierboven vermelde beginselen. Electrabel Customer Solutions stelt deze voorwaarden van standaardlevering ter beschikking van de afnemers die in aanmerking zijn gekomen en ter beschikking van het publiek op haar website, met de vermelding op welke categorieën van afnemers zij van toepassing zijn; f) zich duidelijk en expliciet als dusdanig voorstelt door de woorden “standaardleverancier” te gebruiken in het geheel van de tekst van elke mededeling met haar afnemers en door in elke mededeling te vermelden dat het “contract van toepassing is krachtens de wettelijke voorschriften die Electrabel Customer Solutions, afgekort E.C.S., hebben aangeduid als standaardleverancier”.
Art. 2. Op de laatste dag van elke maand bezorgt Electrabel Customer Solutions aan de Dienst de statistieken van de vorige maand betreffende de afnemers waarvoor zij de levering verzekert in de hoedanigheid van standaardleverancier. Deze statistieken zullen het aantal leveringspunten per tariefcategorie, alsook het totaal aantal geleverde MWu per tariefcategorie vermelden.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4. De Minister die bevoegd is voor Énergie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 123 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 30 november 2006
30 november 2006. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het investeringsplan 2007-2011 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, voor de periode 2007-2011 (B.S., 22 november 2006) Art. 1. Het investeringsplan 2007-2011 van de CVBA Sibelga, distributienetbeheerder voor gas, wordt goedgekeurd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
123
PLTHEENBXNL.book Page 124 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006
13 juli 2006. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende goedkeuring van het technisch reglement voor het beheer van het gasdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe (B.S., 18 september 2006) Art. 1. Het bijgevoegde technisch reglement voor het beheer van het gasdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe, wordt goedgekeurd.
Art. 2. De Minister die Énergie in zijn bevoegdheden heeft is belast met de bekendmaking van het ontwerp in bijlage samen met dit besluit in het Belgisch Staatsblad. Met het oog op deze bekendmaking worden de vermeldingen, evenals het logo van
Sibelga die respectievelijk onderaan en bovenaan op elke pagina staan, uit het document verwijderd. Dit besluit en het ontwerp in bijlage treden in werking op de dag van deze bekendmaking.
Art. 3. Het reglement in bijlage wordt ook bekendgemaakt door de distributienetbeheerder Sibelga op zijn website.
Annexe 1 Uitwisseling van gegevens tussen DNB en DNG
Met betrekking tot:
Voorwerp
Eenheid m3
Planningscode
Afgenomen hoeveelheid gas (1)
Planningscode
Vooruitzicht inzake maximum af te nemen hoeveelheid gas op uurbasis Jaarlijks verbruiksprofiel (2)
Planningscode/ Meetcode Aansluitingscode Aansluitingscode Meetcode/ Aansluitingscode
Distributiedruk Leveringsdruk Aansluitingscapaciteit
(n)/jaar m3(n)/uur
DNG=>DNB DNG=>DNB
DNG=>DNB Bar of mbar relatief Bar of mbar relatief m3(n)/uur
(1) Raming op -100C gemiddelde buitentemperatuur voor de gebruikers met een verbruiksprofiel verwarming'. (2) Het jaarlijks verbruiksprofiel beschrijft het soort gebruik van het gas en alle verbruiksvariaties
Richting van de transmissie
DNG => DNB DNG => DNB DNG => DNB
(spreiding van de vermogensverhoging voor een nieuwe aansluiting, tendensbreuk in het verbruik, daling of stijging van de gasafnames op lange termijn).
Bijlage 2 Schema van een aansluiting Aansluiting voor meer dan één eindafnemer
124
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 125 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 Aansluiting voor één eindafnemer
Aansluiting = Gemeenschappelijke aansluiting + Individuele aansluiting Gemeenschappelijke aansluiting (A) = deel bestemd voor verschillende eindafnemers Individuele aansluiting (B + C) = deel bestemd voor één enkele eindafnemer Dienstleiding = A + B Aansluiting = A + B + C Meetinstallatie = C Aardgasaansluiting = G Aardgasdistributienet = G+A+B+C Binneninstallatie van de eindafnemer = D Toegangspunt (P) = afnamepunt Punt R = grens tussen de aansluiting en de aardgasdlstributieleiding Punt S = grens tussen de gemeenschappelijke aansluiting (A) en de individuele aansluiting (B)
Bijlage 3 Aansprakelijkheidsvoorwaarden tussen DNB en DNG's I. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDER
1° een opschorting van de toegang tot het net in de gevallen bedoeld in het technisch reglement; 2° een drukschommeling die binnen de toelaatbare drukgrenzen in de nieuwe en de bestaande distributienetten blijft, zoals vermeld in de norm NBN EN 12186 en de interpretatieve nota van KVBG/ 2000.50.10; 3° het niet conform zijn van de kwaliteit van het geïnjecteerde gas op het niveau van de ontvangststations van het distributienet met de specificaties ingeschreven in het toegangscontract opgenomen in Bijlage IV bij het technisch reglement.
II. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE DISTRIBUTIENETGEBRUIKER De distributienetgebruiker is gehouden tot vergoeding van alle schade die door zijn toedoen of door zijn installaties is veroorzaakt aan elke door de distributienetbeheerder geïnstalleerde inrichting ten behoeve van de aansluiting of de distributie in, op, onder of boven het betrokken perceel. Zo ook moet de distributienetgebruiker alle schade vergoeden, die door zijn toedoen of door zijn installaties is veroorzaakt aan elke inrichting geïnstalleerd door een andere distributienetgebruiker en aangesloten op het distributienet.
III. VERVALTERMIJN 1. Onverminderd de alinea's 2. en 3., is de distributienetbeheerder ten aanzien van de distributienetgebruiker enkel aansprakelijk – zowel op contractuele als op niet-contractuele basis – voor de lichamelijke schade en rechtstreekse materiële schade die de distributienetgebruiker lijdt als gevolg van een intentionele fout of van een zware fout, die door de distributienetbeheerder in de uitoefening van zijn wettelijke opdrachten is begaan of hem kan worden toegeschreven. 2. Voor materiële schade, geldt de aansprakelijkheid van de distributienetbeheerder slechts na aftrek van een vrijstelling van E250 per distributienetgebruiker en per schadegeval. De vrijstelling is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dat van oktober 2005. Het indexcijfer dat in een dergelijk geval zal worden toegepast, is dat van de maand die voorafgaat aan de dag van het schadegeval. 3. De distributienetbeheerder kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor schade bij een distributienetgebruiker als gevolg van:
Opdat een vordering tot schadevergoeding ontvankelijk zou zijn, dient de schade, geleden door de distributienetbeheerder of door een distributienetgebruiker zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 40 kalenderdagen na het zich voordoen van het schadegeval per aangetekende brief te worden gemeld aan de tegenpartij.
IV. AFSTAND VAN VERHAAL Behoudens in de hierboven vermelde gevallen, waarin de aansprakelijkheid van de distributienetbeheerder of die van de distributienetgebruiker kan spelen, en binnen de aangegeven grenzen, zien de distributienetbeheerder en de distributienetgebruiker af van enige vordering tot vergoeding ten aanzien van elkaar. Elke partij licht zijn verzekeraar in omtrent deze afstand en laat in de verzekeringspolis die hij afsluit een clausule vermelden van afstand van verhaal voor de hierboven niet uitdrukkelijk genoemde gevallen.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
125
PLTHEENBXNL.book Page 126 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006
Bijlage 4 contract voor toegang tot het gasdistributienet
Referentie Tussen: Maatschappelijke zetel: Rechtspersonenregister: BTW-nummer: Vertegenwoordigd door: Hierna «toegangsgerechtigde» genoemd, En: Maatschappelijke zetel: Rechtspersonenregister: BTW-nummer: Vertegenwoordigd door: Hierna «distributienetbeheerder» genoemd, En beide hierna zonder onderscheid afzonderlijk ook «partij» en gezamenlijk ook «partijen» genoemd, Wordt overeengekomen wat volgt:
Art. 1. Voorwerp, draagwijdte en toepassingsgebied van het contract 1.1. Onderhavig contract is dat waarnaar wordt verwezen in artikel 112 van het technisch reglement voor het beheer van het gasdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de toegang ertoe (in hetgeen volgt «technisch reglement» genoemd). Het verduidelijkt de voorwaarden die de betrekkingen regelen tussen de distributienetbeheerder en de toegangsgerechtigde wat de toegang tot het distributienet betreft, dat wil zeggen: het doorgangsrecht van het aardgas op het distributienet, het gebruik van de door de distributienetbeheerder beheerde aansluitingen en het gebruik van de ondersteunende en aanvullende diensten, als bedoeld in het koninklijk besluit van 29 februari 2004. 1.2. De definities vervat in artikel 3 van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit, en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (in hetgeen volgt «Ordonnantie gas» genoemd) zijn van toepassing op dit contract. Hetzelfde geldt voor de definities in artikel 2, § 2, van het Technisch Reglement. 1.3. Partijen erkennen dat onderhavig contract in zijn geheel onderworpen is aan de bepalingen in het technisch reglement. Als een bepaling in dit contract strijdig is met de voorschriften van het technisch reglement, dan hebben de voorschriften van het technisch reglement voorrang. 126
Nr. (Naam, functie) Sibelga Werkhuizenkaai, 16 te 1000 Brussel Nr. 0.222.869.673 BE 222.869.673 (Naam, functie)
1.4. Onderhavig contract geeft geen toegang tot het vervoersnet. De toegangsgerechtigde dient met de vervoersnetbeheerder een specifieke overeenkomst te sluiten om toegang te krijgen tot dit net. 1.5. Alle hieronder opgesomde bijlagen maken integraal deel uit van onderhavig contract: Bijlage 1: Samenwerkingsverklaring tussen de vervoersnetgebruiker(s) en de toegangsgerechtigde. Bijlage 2: Solvabiliteitscriteria en financiële garanties Bijlage 3A: Standaardformulier voor bankgarantie Bijlage 3B: Standaardformulier voor panent guarantee' Bijlage 4: Lijst en gegevens van de contactpersonen Bijlage 5: Specificatie van MD- en HD-aardgas per geagregeerd ontvangststation.
Art. 2. Opschortende voorwaarden Onderhavig contract wordt enkel van kracht indien aan elk van de volgende opschortende voorwaarden is voldaan: – Het bewijs dat de toegangsgerechtigde direct of indirect via de vervoersnetgebruiker die hij heeft aangewezen voor de looptijd van onderhavig contract een vervoersovereenkomst heeft gesloten met de vervoersnetbeheerder en, in voorkomend geval, het bewijs van de samenwerking tussen de toegangsgerechtigde en een vervoersnetgebruiker; dit laatste bewijs wordt aangebracht door middel van het verklaringsformulier in Bijlage 1; – Het verstrekken door de toegangsgerechtigde van een solvabiliteitsattest of van een financiéle garantie zoals bedoeld in Bijlage 2; – De verklaring door de toegangsgerechtigde dat alle aankoop- en verkoopcontracten voor gas, nodig voor het verwachte of normaliter te verwach-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 127 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 ten gebruik blijkens onderhavig toegangscontract, zullen worden gesloten;
Art. 3. Rechten en verplichtingen van de distributlenetbeheerder Onverminderd wat vermeld is in de overige bepalingen van dit contract en in het technisch reglement, zijn de rechten en verplichtingen van de distributienetbeheerder de volgende: 3.1. De distributienetbeheerder verbindt zich ertoe elk nuttig middel aan te wenden om de toegangsgerechtigde toegang tot het distributienet te garanderen, onder voorbehoud van zijn recht om ten aanzien van de vereisten inzake veiligheid, betrouwbaarheid of efficiéntie van het distributienet of van de aansluiting, de noodzakelijke onderhouds-, herstellings- en ontwikkelingswerken uit te voeren met inachtneming van de voorschriften van het technisch reglement. 3.2. De distributienetbeheerder gebruikt alle beschikbare middelen om te zorgen voor een veilige werking van het net en exploitatie ervan, zoals onder meer de buitendienststelling van gedeelten van het net voor herstelling en onderhoud, waardoor de toegang tot het net van de distributienetbeheerder in voorkomend geval tijdelijk wordt onderbroken. 3.3. De distributienetbeheerder beperkt zich ertoe het gas aan te bieden zoals dat wordt geleverd vanaf het exploitatienet bij het injectiepunt in het distributienet tot aan het afnamepunt van de distributienetgebruiker. De distributienetbeheerder is niet belast met het toezicht op de samenstelling of op de calorische waarde van het gas dat op zijn net wordt getransporteerd. Bij werkzaamheden op het net, ziet de netbeheerder met alle vanuit economisch en technisch oogpunt redelijke middelen erop toe dat de kwaliteit en de samenstelling van het gas niet worden beinvloed.
Art. 4. Rechten en verplichtingen van de distributienetbeheerder Onverminderd wat vermeld is in de overige bepalingen van dit contract en in het technisch reglement, zijn de rechten en verplichtingen van de toegangsgerechtigde de volgende: 4.1. De toegangsgerechtigde heeft toegang tot het distributienet voor de toegangspunten waarvoor hij als toegangsgerechtigde is geregistreerd in het toegangsregister van de distributienetbeheerder, ten belope van de aansluitingscapaciteit op het net voor elk toegangspunt. 4.2. De toegangsgerechtigde verbindt zich ertoe, voor de toegangspunten waarvoor hij als toegangsgerechtigde is geregistreerd in het toegangsregister, de als toepassing van artikel 8 verschuldigde bedragen te betalen, onder meer berekend op basis van de in dat artikel bedoelde tarieven. 4.3. Om de gegevensuitwisseling mogelijk te maken, zoals bepaald in het technisch reglement en in onderhavig contract, verbindt de toegangsgerechtigde zich ertoe de nodige investeringen te verrichten om zijn communicatiesysteem af te stemmen op dat van de distributienetbeheerder. De distributienetbeheerder overlegt met de toegangsge-
rechtigde over de werking en de aanpassingen van het communicatiesysteem. 4.4. De toegangsgerechtigde verbindt er zich toe de distributienetbeheerder onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke wijziging van vervoersnetgebruiker die voor hem optreedt voor één of meerdere beschouwde toegangspunten. De distributienetbeheerder zal de ontvangst van die wijziging pas bevestigen en er pas akte van nemen in het toegangsregister wanneer hem een nieuwe verklaring, opgemaakt volgens het model van Bijlage 1, en de gegevens van de nieuwe contactpersonen zullen zijn meegedeeld. 4.5. Onverminderd de verplichtingen van de vervoersnetbeheerder op dat vlak, zorgt de toegangsgerechtigde ervoor dat deze aardgasleveringen op het vlak van de ontvangststations van het distributienet, voldoen aan de in bijlage 5 vermelde specificaties. 4.6. De toegangsgerechtigde wordt geacht zelf aan de distributienetgebruikers met wie hij verbonden is, alle vereiste gegevens te hebben verstrekt voor de goede uitvoering van zijn leveringscontract. Hij brengt ze meer bepaald op de hoogte van de modaliteiten inzake toegang tot het distributienet, zoals bepaald in het technisch reglement. 4.7. De toegangsgerechtigde waarborgt tegenover de distributienetbeheerder dat hijzelf, alsook de vervoersnetgebruikers met wie hij samenwerkt, over alle bij wet en ordonnantie verplicht gestelde vergunningen beschikken of zullen beschikken. De toegangsgerechtigde verbindt zich ertoe het bewijs te leveren aan de distributienetbeheerder, op diens verzoek, dat deze verklaringen, garanties en vergunningen nog steeds juist en/of van kracht zijn. De toegangsgerechtigde verbindt er zich tevens toe de distributienetbeheerder terstond in kennis te stellen in het geval een of meer van de bovenvermelde vergunningen aflopen of vervallen.
Art. 5. Begin en einde van het contract 5.1. Onderhavig toegangscontract wordt gesloten voor een hernieuwbare termijn van twaalf maanden met inwerkingtreding op (...) voor zover aan alle in artikel 2 vermelde opschortende voorwaarden is voldaan. Vanaf de inwerkingtreding ervan, vervangt het alle voorafgaande contracten en overeenkomsten die tussen partijen zijn gesloten met betrekking tot de toegang tot het distributienet. 5.2. Onderhavig contract wordt stilzwijgend verlengd voor dezelfde termijn en onder dezelfde voorwaarden, zolang een partij niet aan de andere heeft meegedeeld dat zij de bedoeling had er een einde aan te maken, via aangetekend schrijven gericht aan de andere partij uiterlijk twee maanden vóór de afloopdatum van de aan de gang zijnde periode van twaalf maanden.
Art. 6. Opschorting van de verplichtingen en opzegging van het contract 6.1. Opschorting van zijn verplichtingen door de toegangsgerechtigde In geval van ernstig verzuim of grove nalatigheid vanwege de distributienetbeheerder in de na-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
127
PLTHEENBXNL.book Page 128 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 koming van zijn verplichtingen bedoeld in artikel 3, stelt de toegangsgerechtigde de distribrtienetbeheerder in kennis van dit ernstig verzuim of van deze grove nalatigheid via aangetekende brief. De toegangsgerechtigde dient nauwkeurig aan te geven waaruit het ten laste gelegde verzuim of de verweten nalatigheid bestaat. De distributienetbeheerder heeft dan tien werkdagen de tijd, te rekenen vanaf de verzending van de aangetekende brief (waarbij de poststempel als bewijs voor de verzendingsdatum geldt), om die toestand recht te zetten of om al het nodige te doen om de gevolgen van het ernstige verzuim of de grove nalatigheid te verhelpen. De distribrtienetbeheerder brengt de toegangsgerechtigde op de hoogte van de daartoe getroffen maatregelen. Na afloop van die termijn is het de toegangsgerechtigde toegestaan de uitvoering van zijn verplichtingen krachtens onderhavig contract op te schorten. Hij dient zijn beslissing met redenen te omkleden en kenbaar te maken via een tweede aangetekende brief, gelijktijdig gericht aan de distributienetbeheerder en aan de Dienst. 6.2. Opschorting van zijn verplichtingen door de distributienetbeheerder 6.2.1. Als hij vaststelt dat een handeling of een verzuim van de toegangsgerechtigde de goede werking van het distributienet of de veiligheid van de personen en installaties mogelijkerwijs ernstig in gevaar brengt, brengt de distributienetbeheerder de toegangsgerechtigde daar onmiddellijk van op de hoogte via aangetekende brief. De toegangsgerechtigde heeft dan tien werkdagen de tijd, te rekenen vanaf de verzending van de aangetekende brief (waarbij de poststempel als bewijs voor de verzendingsdatum geldt), om die toestand recht te zetten of om al het nodige te doen om de gevolgen ervan te verhelpen. Na afloop van die termijn is het de distributienetbeheerder toegestaan de uitvoering van zijn verplichtingen krachtens onderhavig contract op te schorten, daaronder zonder enige beperking inbegrepen het volledig opschorten van de toegang tot het distributienet. De opschorting is gemotiveerd en heeft terstond uitwerking. 6.2.2. In geval van herhaalde vertraging (twee of meer maanden na elkaar) in de betaling door de toegangsgerechtigde van de hoofdsom, interesten of van alle andere in onderhavig contract bedoelde kosten, stuurt de netbeheerder de toegangsgerechtigde een aangetekende ingebrekestelling waarin die tekortkoming wordt vastgesteld. De toegangsgerechtigde heeft dan tien werkdagen de tijd, te rekenen vanaf de datum van de aangetekende brief (waarbij de poststempel als bewijs geldt) om alle verschuldigde bedragen te betalen met inachtneming van de in onderhavig contract omschreven procedure. Na afloop van die termijn is de distributienetbeheerder gemachtigd de toegang tot het distributienet door de toegangsgerechtigde geheel of ten dele op te schorten met inachtneming van de voorschrif-
128
ten van het technisch reglement. De opschorting heeft terstond uitwerking. 6.2.3. Ter uitvoering van de artikelen 6.2.1. en 6.2.2., wordt de toegangsgerechtigde in de volgende gevallen geacht zich schuldig te hebben gemaakt aan fout of nalatigheid die voor de distributienetbeheerder de mogelijkheid impliceert om de uitvoering van zijn verplichtingen op te schorten: – indien de toegangsgerechtigde niet meer voldoet aan de eisen of niet meer over de voldoende waarborgen beschikt, zoals bedoeld in Bijlage 2; – indien de schulden van de toegangsgerechtigde jegens de distributienetbeheerder het bedrag van de beschikbare bankgarantie overschrijden, terwijl die toegangsgerechtigde weigert het bedrag van die bankgarantie aan te passen of zich verzet tegen de toepassing van een « voorfacturatie» zoals bedoeld in Bijlage 2; – als hij geen melding gemaakt heeft van een wijziging van vervoersnetgebruiker of een wijziging van de gegevens van de in Bijlage 4 bedoelde contactpersonen; – als hij niet gemeld heeft dat hij of een voor hem handelende vervoersnetgebruiker niet meer beschikte over de door de wetten en ordonnanties vereiste toelatingen; – als hij de verdwijning van het met de vervoersnetbeheerder gesloten vervoerscontract niet heeft gemeld; – als hij de in onderhavig contract bedoelde verklaringen niet heeft gedaan of niet gemeld heeft dat één van die verklaringen niet meer correct was; – indien het niet op elkaar afgestemd zijn van de genomineerde injectie van de toegangsgerechtigde en de werkelijke afnames van de distributienetgebruiker onevenwichten als gevolg heeft; 6.2.4. De kosten gebonden aan de opschorting van de toegang tot het distributienet uit hooi van niet-betaling van de verschuldigde bedragen en aan het opnieuw verkrijgen van toegang tot het distributienet, alsook alle andere kosten, komen ten laste van de toegangsgerechtigde. 6.3. Opzegging van het toegangscontract Indien de blijkens artikelen 6.1. of 6.2. in gebreke blijvende partij zijn tekortkoming of nalatigheid niet heeft rechtgezet of niet redelijkerwijs al het mogelijke heeft gedaan om deze tekortkoming of nalatigheid recht te zetten binnen een termijn van 30 werkdagen na verzending van de aangetekende brief die de tekortkoming of nalatigheid vaststelt, dan staat het de wederpartij vrij onderhavig contract met onmiddellijke ingang op te zeggen zonder dat daartoe enigerlei optreden in rechte vereist is. Onderhavig contract mag pas worden opgezegd nadat een poging tot overleg tussen de partijen heeft plaatsgevonden samen met de dienst. De partij die het contract opzegt, maakt haar beslissing via aangetekende brief kenbaar aan de in gebreke gestelde partij.
Art. 7. Wijziging van de gegevens Gegevens met betrekking tot de toegangsgerechtigde en de vervoersnetgebruiker
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 129 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 7.1. In geval van wijziging van de in de toegangsaanvraag of in onderhavig contract geregistreerde gegevens, of in geval van elke andere wijziging van de gegevens waarover de toegangsgerechtigde beschikt en die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van onderhavig contract, dient de toegangsgerechtigde dat terstond kenbaar te maken aan de distributienetbeheerder, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in het technisch reglement. Binnen één maand na kennisgeving van die informatie beslist de distributienetbeheerder of die wijziging reden is om de toegang tot het net voor een of meer toegangspunten te wijzigen of geheel of ten dele op te heffen, dan wel om onderhavig contract te wijzigen. De distributienetbeheerder maakt zulks kenbaar aan de toegangsgerechtigde, met opgaaf van de redenen voor zijn beslissing. 7.2. Indien de distributienetbeheerder de toegang tot het net wijzigt bij toepassing van artikel 7.1. en bijgevolg het toegangscontract wenst te wijzigen, stuurt hij de toegangsgerechtigde een ontwerp van aanhangsel tot onderhavig contract. De toegangsgerechtigde heeft dan één maand de tijd om dit aanhangsel, in voorkomend geval in gemeen overleg geamendeerd ingevolge een discusssie met de distributienetbeheerder, te ondertekenen en om de dossierkosten met betrekking tot de wijziging van zijn toegang tot het net te vereffenen. Indien de toegangsgerechtigde nalaat het aanhangsel binnen die termijn ondertekend terug te sturen, dan is het de distributienetbeheerder toegestaan onderhavig contract te beëindigen met kennisgeving daarvan aan de toegangsgerechtigde, via aangetekende brief. Gegevens met betrekking tot de toegangspunten en de distributienetgebruikers 7.3. Indien de gegevens van de afnemers van de toegangsgerechtigde worden gewijzigd, dient de laatstgenoemde zulks terstond kenbaar te maken aan de distr butienetbeheerder volgens de modaliteiten bepaald in het technisch reglement en de erdoor bedoelde MIG. 7.4. Indien de gegevens van een toegangspunt worden gewijzigd, dient de distributienetbeheerder zulks terstond kenbaar te maken aan de voor dat punt actieve toegangsgerechtigde volgens de modaliteiten bepaald in het technisch reglement en de erdoor bedoelde MIG.
Art. 8. Door de toegangsgerechtigde verschuldigde bedragen in verband met de toegang tot het distributienet 8.1. De toegangsgerechtigde is de distributienetbeheerder blijkens onderhavig contract de tarieven verschuldigd met betrekking tot de volgende prestaties: – de tarieven voor de basisdiensten, met uitzondering van de eenmalige tarieven voor de installatie of wijziging van de aansluitingen; – de tarieven voor de door de distributienetbeheerder uitgevoerde administratieve en technische verrichtingen als antwoord op een aanvraag tot wij-
ziging van de in het toegangsregister voor een bepaald toegangspunt ingeschreven gegevens; – het tarief voor de ondersteunende diensten; – de tarieven voor de aanvullende diensten, indien deze periodiek van toepassing zijn; – de tariefposten in verband met belastingen, inhoudingen, toeslagen, bijdragen en retributies, zoals goedgekeurd door de C.R.E.G. in het kader van het koninklijk besluit van 29 februari 2004; de in artikel 6 van dat besluit vermelde parameters worden door de distributienetbeheerder bepaald in het tariefvoorstel dat hij ter goedkeuring aan de C.R.E.G. voorlegt. 8.2. De tarieven zijn van toepassing zodra deze door de C.R.E.G. zijn goedgekeurd of, in geval van weigering van goedkeuring, zodra de C.R.E.G. voorlopige tarieven heeft vastgelegd. Deze worden schriftelijk kenbaar gemaakt aan de toegangsgerechtigde met vermelding van de periode waarin deze tarieven van toepassing zijn. De geldende tarieven kunnen ook op de website van de distributienetbeheerder worden geraadpleegd. 8.3. Die tarieven zijn exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW). De BTW komt ten laste van de toegangsgerechtigde. 8.4. De toegangsgerechtigde verbindt zich ertoe de bedragen die de netbeheerder krachtens enigerlei wettelijke en bestuursrechtelijke bepaling dient in te vorderen, te storten op de rekening van de distributienetbeheerder die de laatstgenoemde te dien einde opgeeft.
Art. 9. Facturatie en betaling 9.1. De bedragen bedoeld in artikel 8 worden de toegangsgerechtigde elke maand op een doorzichtige manier in rekening gebracht. 9.2. De facturen worden elke maand opgesteld en door de distributienetbeheerder aan de toegangsgerechtigde verstuurd vanaf de derde kalenderdag van de maand volgend op de maand waarin de toegang is verleend. De facturen worden aan de toegangsgerechtigde gericht op het in Bijlage 4 vermelde factuuradres. 9.3. De facturen dienen betaald te worden op de rekening van de distributienetbeheerder binnen achttien kalenderdagen na de datum waarop de factuur is opgesteld. De uiterste betalingsdatum wordt in de factuur vermeld. 9.4. Elke vertraging in de betaling maakt verwijlinteresten opeisbaar, berekend op basis van de EURIBOReenjaarsrente vermeerderd met 200 basispunten, op de uiterste betalingsdatum van de factuur. Deze verwijlinteresten zijn verschuldigd prorata temporis van het aantal verstreken dagen sedert de uiterste betalingsdatum van de factuur, tot op het moment dat het volledige bedrag is geind. De verwijlinteresten zijn verschuldigd door het enkele feit van niet-betaling zonder dat hiervoor enigerlei aanmaning of voorafgaande ingebrekestelling vereist is. 9.5. Indien de toegangsgerechtigde oordeelt dat ingevolge een fout een of meer correcties in een factuur moeten worden aangebracht, meldt hij die fout aan de distrtiwtienetbeheerder vóór de uiterste betalingsdatum van die factuur.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
129
PLTHEENBXNL.book Page 130 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 Partijen proberen in dit geval tot een vergelijk te komen. In afwachting van dat vergelijk, dient de toegangsgerechtigde 90% van het gemiddelde factuurbedrag van de afgelopen twee maanden te betalen. Indien na betaling van de factuur een fout in de facturatie wordt vastgesteld, plegen partijen overleg om tot een vergelijk te komen. Rechtzetting is mogelijk tot vierentwintig maanden na de ukersie betalingsdatum van de te corrigeren factuur, zelfs indien de contractuele betrekkingen tussen partijen een einde hebben genomen.
Art. 10. Aansprakelijkheid 10.1. De distributienetbeheerder kan enkel aansprakelijk worden gesteld op grond van directe materiële schade aan de toegangsgerechtigde toegebracht ingevolge een ernstige of opzettelijke tekortkoming die toerekenbaar is aan de distributienetbeheerder met betrekking tot de uitvoering van de in onderhavig contract vermelde verplichtingen. De distributienetbeheerder kan onder geen beding aansprakelijk worden gesteld voor aan de toegangsgerechtigde toegebrachte schade veroorzaakt door: – het verkeerde, onaangepaste of niet-toegestane gebruik door de toegangsgerechtigde van gegevens, daaronder inbegrepen de meetgegevens; – de verkeerde of foutieve verzending van gegevens in verband met de verandering van leverancier (switch) door de toegangsgerechtigde aan de distributienetbeheerder, en het gebruik dat de laatstgenoemde daarvan te goeder trouw maakt; – een onevenwicht in het gasnet, dat onder meer te wijten is aan het niet op elkaar afgestemd zijn van de genomineerde afnameslinjecties en de werkelijke afnames/injecties van de toegangsgerechtigde en/of de vervoersnetgebruiker; – een opschorting van de toegang in de gevallen vermeld in het technisch reglement. De distributienetbeheerder kan niet aansprakelijk worden gesteld tegenover de toegangsgerechtigde of de vervoersnetgebruiker voor enigerlei door de distributienetgebruiker geleden schade. De aansprakelijkheid van de distributienetbeheerder tegenover de distributienetgebruiker wordt bepaald in de voorwaarden vermeld in bijlage 3 van het technisch reglement. 10.2. De toegangsgerechtigde kan enkel aansprakelijk worden gesteld voor directe materiële schade toegebracht aan de distributienetbeheerder door de ernstige of opzettelijke tekortkoming vanwege de toe-
gangsgerechtigde met betrekking tot de uitvering van zijn in onderhavig contract vermelde verplichtingen. Bovendien kan de toegangsgerechtigde tegenover de distributienetbeheerder niet aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit noodsituaties zoals omschreven in het technisch reglement. 10.3. Met uitzondering van bovenbedoelde gevallen, doen de partijen afstand van eik wederzijds verhaal dat zij op elkaar kunnen uitoefenen uit hoofde van de mogelijkerwijs door hen geleden schade. 10.4. De distributienetbeheerder en de toegangsgerechtigde kunnen in geen geval gehouden worden tot vergoeding van indirecte materiële schade, immateriële schade, winstderving of inkomstenverlies voortvloeiende uit enige tekortkoming in hun hoofde. 10.5. Elk der partijen is verplicht een verzekeringscontract te sluiten ter dekking van de risico's verbonden met de uitvoering van onderhavig contract. Partijen dienen hun respectieve verzekeraars in kennis te stellen van de in onderhavig artikel vermelde aansprakelijkheidsbeperking. De partijen verbinden zich ertoe dat hun verzekeringspolis vermeldt dat de verzekeraar afstand doet van elk verhaal op de andere partij, behoudens in bovenbedoelde gevallen. 10.6. Indien een der partijen de wederpartij aansprakelijk wil stellen en daardoor een schadevergoeding wil verkrijgen, moet zij dat onmiddellijk per aangetekende brief kenbaar maken aan de wederpartij met vermelding van het feit waarin de aansprakelijkstelling haar oorsprong vindt, en met een omstandige raming van de vermeend geleden schade. Op straffe van niet-ontvankelijheid, moet die aangetekende brief worden verstuurd binnen twintig werkdagen na de vaststelling van het feit waarin de aansprakelijkstelling haar oorsprong vindt of van de gevolgen ervan. In elk geval mag die termijn niet meer dan zes kalendermaanden bedragen, te rekenen vanaf het opduiken van het feit dat aan de oorsprong ligt.
Art. 11. Geschiilenregeling Onverminderd het gestelde in artikel 731 tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek, moet in geval van geschil betreffende de toepassing van dit contract, elke partij de Dienst aanspreken met het oog op overleg en er de andere partij aangetekend van verwittigen, ten laatste binnen dertig werkdagen na het opduiken van het geschil. Is er na het overleg geen akkoord tussen de partijen, dan zijn de Rechtbanken van Brussel bevoegd.
Opgemaakt In tweevoud te ... (PLAATS) op ... (DATUM CONTRACTONDERTEKENING), waarbij elke partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen. Voor de disiributienetbeheerder. Voor de toeconaumerechtiode.
Bijlage 1: Samenwerkingsverklaring toegangsgerechtigde-vervoersnetgebruiker De ondergetekenden bevestigen dat de onderneming: Maatschappelijke zetel: Rechtspersonenregister
130
Nr.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 131 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 van: BTW-nummer: Vertegenwoordigd door: in het kader van het bovenvermelde contract optreedt als «vervoersnetgebruiker» voor rekening van de onderneming: Maatschappelijke zetel: Rechtspersonenregister Nr. van: BTW-nummer: Vertegenwoordigd door: die op de markt optreedt als « toegangsgerechtigde» Datum: Voor de vervoersnetgebruiker: Voor de toegangsgerechtigde: Naam, functie: Naam, functie: Handtekening Handtekening
Bijlage 2: Solvabiliteitscriteria en financiële garanties Bij ondertekening van het contract en alvorens toegang tot het net te verlenen, dient de toegangsgerechtigde een van de volgende garanties na te komen om zijn financiële verplichtingen ten aanzien van de distributienetbeheerder zeker te stellen: A Aan de toegangsgerechtigde is een officiële credit rating toegekend door een erkend en officieel kredietratingbureau, dat ten minste overeenstemt met A3 volgens de definitie van Standard & Poors, Moody's of Fitch zoals nader bepaald door Moody's. Deze minimumrating moet in stand worden gehouden gedurende de volledige looptijd van het contract dat met de distributienetbeheerder wordt gesloten. OF B De toegangsgerechtigde dient aan te tonen minstens aan een van de volgende vereisten te voldoen: 1 Voldoen aan de volgende financiële ratio's (zie de definities hieronder), berekend op basis van de jaarrekening van de toegangsgerechtigde over het boekjaar voorafgaande aan het huidige jaar: * Verhouding tussen EBITDA en financiële lasten >= 5 * Verhouding tussen netto financiële schulden en balanstotaal = maximaal 40% * Verhouding tussen EBITDA en financiële schulden = minimaal 30% De minimumvereisten aangaande deze financiële ratio's dienen vervuld te blijven op basis van de jaarrekening zoals gepubliceerd in het kader van de wettelijke verplichtingen die gelden in België. Deze financiële ratio's worden door de distributienetbeheerder berekend. De toegangsgerechtigde dient de distributienetbeheerder de voor deze berekening vereiste gegevens te bezorgen uiterlijk één maand na de wettelijke publicatiedatum van de jaarrekening. Als er over het vorige boekjaar geen jaarrekening is gepubliceerd, is het de distributienetbeheerder niet toegestaan financiële ratio's te gebruiken wat betreft de solvabiliteitsvereisten voor het komende kalenderjaar.
2 Het stellen van een onvoorwaardelijke «parent guarantee» op eerste verzoek ten behoeve van de distributienetbeheerder, uitgaande van een referentieaandeelhouder van de toegangsgerechtigde of van een dochteronderneming van die referentieaandeelhouder bij wie de referentieaandeelhouder of de dochteronderneming de vereiste minimale «credit rating» heeft zoals bepaald sub litt. A of voldoet aan de financiële ratio's zoals hierboven nader omschreven sub litt. B1. Die garantie wordt opgesteld op basis van het standaardformulier dat in bijlage 3B is opgenomen en wordt ter goedkeuring aan de distributienetbeheerder voorgelegd. OF C De toegangsgerechtigde levert een onvoorwaardelijke bankgarantie op eerste verzoek uitgaande van een financiële instelling met een minimale officiële «credit rating» A3 zoals gedefinieerd door Moody's. Die minimumrating moet onafgebroken behouden blijven gedurende de volledige looptijd van het contract. Het bedrag van de bankgarantie moet overeenkomen met drie twaalfden van het geraamde bedrag van de gebruikskosten van het net op jaarbasis voor alle toegangspunten waarvoor de toegangsgerechtigde tussenkomt (deze raming dient alleen ter bepaling van het waarborgbedrag en verleent de toegangsgerechtigde geen rechten in verband met de uiteindelijke jaarlijkse kosten). Deze bedragen worden door de distributienetbeheerder geraamd bij het begin van elk kalenderjaar op basis van de tarieven van toepassing op 1 januari van het jaar in kwestie en van de afnameprofielen van de toegangspunten. Bijgevolg mag het waarborgbedrag opnieuw worden bepaald door de distributienetbeheerder, op objectieve en niet-discriminerende wijze, op basis van de evolutie van de klantenportefeuille van de toegangsgerechtigde en van de het jaar gefactureerde bedragen. In de hypothese van een heraanpassing van de door de distributienetbeheerder gevraagde waarborg, dient de toegangsgerechtigde het waarborgbedrag binnen vijftien werkdagen aan te passen. Indien dit be-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
131
PLTHEENBXNL.book Page 132 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 drag niet binnen de bedongen termijn wordt aangepast, behoudt de distributienetbeheerder zich het recht voor nieuwe inschrijvingen van toegangspunten af te wijzen tot op het ogenblik dat de vereiste aanpassing is doorgevoerd. Bovendien, mag de distributienetbeheerder automatisch een voorfacturatie toepassen tot op het ogenblik dat de bankgarantie is aangepast. De bankgarantie is bestemd voor de looptijd van onderhavige overeenkomst vermeerderd met twee maanden om de betalingen in hun geheel te dekken. Het standaardformulier van de bankgarantie wordt in bijlage 3A opgenomen. Bij overschrijding van de in artikel 9.3. van onderhavig contract vermelde betalingstermijn, behoudt de netbeheerder zich het recht voor de garantie eenzijdig en op eigen initiatief, voor het geheel of ten dele aan te spreken. OF D Vooruitbetalingssysteem met berekening achteraf van het bedrag. Het door de distributienetbeheerder geraamde bedrag wordt aan de toegangsgerechtigde gefactureerd twee maanden vóór de maand waarin de dienst wordt verstrekt. In dit geval wordt de factuur maandelijks op de tiende dag van elke maand opgesteld. De facturen zijn EBITDA:
Financiele lasten: Netto financiele schulden: Financiële schulden:
Aan het einde van de maand waarop de dienst is verstrekt, wordt een berekening uitgevoerd overeenkomstig de door de distributienetbeheerder ter zake vastgelegde voorwaarden. Dat bedrag wordt in rekening gebracht op de eerstvolgende factuur. De vooruitbetaalde bedragen geven geen recht op betaling van interest door de netbeheerder aan de toegangsgerechtigde. Bij ondertekening van het contract worden bijgevolg de eerste twee maanden in rekening gebracht. Indien de toegangsgerechtigde niet langer aan de gekozen garantie voldoet, dient hij binnen vijftien dagen aan te tonen dat hij aan een andere hierboven vermelde solvabilfteitsvereiste voldoet. Indien de toegangsgerechtigde dit bewijs niet kan leveren, wordt het hierboven sub lift. D vermelde vooruitbetalingssysteem zonder meer toegepast. Definitie van de toegepaste financiële ratio's
Earnings Before Interest, Taxes and Depreciation of Assets, het resultaat uit de bedrijfsuitoefening vóór aftrek van rente, belastingen en afschrijvingen, voorzieningen en waardeverminderingen. Interesten en kosten gebonden aan financiële lasten en daaraan gebonden afgeleide opbrengsten op korte, middellange en lange termijn. Netto financiële schulden op korte, middellange en lange termijn onder aftrek van beschikbare kasmiddelen en liquiditeiten Financiering op korte, middellange en lange termijn bij kredietinstellingen of daarmee gelijkgestelde instellingen.
Bijlage 3A: Standaardformulier bankgarantie De ondergetekende, NV (bank), gevestigd te ..., hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door ...; Overwegende: 1. dat (de toegangsgerechtigde) betalingsverplichtingen heeft zoals omschreven in het contract tussen de toegangsgerechtigde en (...) met referentie …, verder aangeduid als «het contract»; 2. dat de toegangsgerechtigde zich in het contract heeft verbonden al hetgeen (...) van hem heeft te vorderen op grond van artikel 8 van het contract te zullen betalen, te weten de vergoeding voor toegang tot het net van de Distributienetbeheerder, inclusief BTW en andere eventuele taksen en belastingen; 3. dat de verbintenissen die voortvloeien uit het hierboven genoemde contract worden opgeschort, tot wanneer ten behoeve van de toegangsgerechtigde een door de Distributienetbeheerder goedgekeurde bankgarantie zal zijn afgegeven; 4. dat de bankgarantie dient als zekerheid voor het sub 2 gestelde; verklaart: via onderhavige akte, ten aanzien van de Distributienetbeheerder de betaling te garanderen van de be-
132
betaalbaar binnen achttien kalenderdagen te rekenen vanaf de factuurdatum en overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van onderhavig toegangscontract. De facturen worden aan de toegangsgerechtigde gericht op het in bijlage 4 vermelde facturatieadres.
dragen, ten belope van het hierna genoemde bedrag, ter nakoming van de Verplichtingen van de toegangsgerechtigde krachtens het sub 2 gestelde, te weten EURO ... zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk te verbinden tot de onmiddellijke betaling aan de Distributienetbeheerder van alle bedragen ten belope van het hiervoor gegarandeerde bedrag, en dit op eerste schriftelijk verzoek van de Distributienetbeheerder, waarin deze aangeeft dat de toegangsgerechtigde zijn contractuele verplichtingen tot betaling volgens artikels 8 en 9 van het contract niet heeft nageleefd, zonder dat enige andere formaliteit dient te worden nageleefd, en zonder dat de Distributienetbeheerder zijn verzoek dient te rechtvaardigen en zonder dat de bank een weigering van de toegangsgerechtigde kan tegenwerpen. Doordat de bank verbonden is als hoofdschuldenaar en zij niet louter een zekerheid gesteld heeft, verbindt zij er zich bijgevolg toe om over te gaan tot betaling ongeacht de reden waarom de toegangsgerechtigde zijn verplichtingen ten aanzien van de Distributienetbeheerder niet zou zijn nagekomen, zoals vanwege faillissement, een verzoek tot concordaat of enige andere insolvabiliteit. Deze garantie is geldig gedurende de duur van het contract, verhoogd met 2 maanden. Ze vervalt
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 133 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 op en zal daarna zo snel als redelijkerwijze mogelijk aan de ondergetekende worden terugbezorgd. Voor de BANK Naam: Titel: Datum: Bijlage 3B: Standaardformulier parent guarantee Dit is een garantie (hieronder de «Garantie»), gedateerd vanaf (), gegeven door () (hieronder de «Garantiegever») aan de Distributienetbeheerder (...) (hieronder de «Begunstigde»). 1. Waanborg Op basis van de afsluiting van een Toegangscontract op datum van (...) met referentie (...) tussen (...) (het «Bedrijf») en de Begunstigde, garandeert de Garantiegever onherroepelijk en onvoorwaardelijk aan de Begunstigde de onmiddellijke betaling wanneer verschuldigd van alle verplichtingen en schulden van het Bedrijf aan de Begunstigde die voortvloeien uit het Toegangscontract (hierna genoemd de «Verplichtingen»). Als het Bedrijf de Verplichtingen niet nakomt, zal de Garantiegever onmiddellijk het verschuldigde bedrag aan de Begunstigde betalen, met naleving van elke toepasselijke respijtperiode en op schriftelijk verzoek van de Begunstigde aan de Garantiegever. 2. Aard van de Garantie Deze garantie is een garantie voor gebrek aan betaling wanneer deze verschuldigd is, niet voor inning. 3. Geen afstand, cumulatieve rechten Het niet-uitoefenen van eender welk recht door de Begunstigde, of een uitstel daarvan, zal niet als afstand daarvan kunnen worden beschouwd, noch zal het uitoefenen of het gedeeltelijk uitoefenen van eender welk recht door de Begunstigde eneige andere toekomstige uitoefening van eender welk recht uitsluiten. Alle rechten die hierbij worden gegeven aan de Begunstigde of hem worden toegestaan bij wet of krachtens een andere overeenkomst zullen cumulatief zijn en geen enkel ander recht uitsluiten, en mogen te gelegener tijd uitgeoefend worden door de Begunstigde. 4. Verklaringen en garanties – De Garantiegever is naar behoren georganiseerd, bestaat geldig en heeft een goede reputatie onder de wetten van het rechtsgebied waar hij gevestigd is en heeft de volledige Institutionele macht om die Garantie te realiseren, te leveren en uit te voeren. – De realisatie, levering en uitvoering van de Garantie werden en blijven naar behoren toegestaan door alle nodige vennootschapshandelingen en vormen geen inbreuk op eender weke wettelijke bepaling of op de statuten van de Garantiegever of op eender welke contractuele beperking die de Garantiegever of zijn activa bindt. – Deze Garantie vormt de wettelijke, geldige en bindende verplichting van de Garantiegever, afdwingbaar ten opzichte van de Garantiegever in overeenstemming met haar voorwaarden, onderworpen, met betrekking tot handhaving, aan faillissement, insolvabiliteit, reorganisatie en andere wetten die algemeen van toepassing zijn met betrekking tot of die
een invloed hebben op de rechten van de schuldeiser en aan de principes van algemene billijkheid. 5. Beperkingen De door deze Garantie gedekte schulden van de Garantiegever zijn en zullen specifiek beperkt worden tot de betalingen die uitdrukkelijk uitgevoerd moeten worden krachtens het Toegangscontract of deze Garantie. Behalve in de gevallen specifiek voorzien in het Toegangscontract of deze Garantie, zal de Garantiegever in geen geval blootgesteld worden aan gevolgschade, morele schadevergoeding, schade op basis van billijkheid, winstderving, strafvergoeding, schade door onrechtmatige daad of eender welke andere schadevergoedingen, kosten of onkosten. 6. Reconventionele eisen Zonder de eigen weermiddelen en rechten van de Garantiegever hieronder te beperken, behoudt de Garantiegever zich het recht voor op een reconventionele eis waarop het Bedrijf recht heeft of zou hebben voortvloeiend uit het Toegangscontract, behalve voor reconventionele eisen die voortvloeien uit faillissement, insolvabiliteit, ontbinding of liquidatie van het Bedrijf. 7. Opzegging De Garantiegever mag deze Garantie in zijn geheel te allen tijden opzeggen door middel van een door de Garantiegever ondertekend schrijven, gericht aan de Begunstigde. Een dergelijke opzegging zal pas 2 maanden nadat de Begunstigde een dergelijke kennisgeving van opzegging werkelijk ontvangen heeft van kracht zijn, of op een latere datum zoals gespecificeerd kan zijn in dergelijke kennisgeving. Een dergelijke opzegging zal de schulden van de Garantiegever niet beinvloeden met betrekking tot eender welke opgelopen Verplichtingen of aangegane transacties krachtens het Toegangscontract vóór het moment dat de opzegging effectief van kracht is. Die schulden zullen gegarandeerd blijven conform de voorwaarden van onderhavige Garantie. 8. Kennisgeving Alle kennisgevingen en andere communicaties met betrekking tot deze Garantie zullen schriftelijk gebeuren, zullen per fax gegeven worden (behalve voor een eis tot betaling of een kennisgeving van opzegging), met de hand geleverd of per aangetekende brief (met ontvangstbevestiging) verzonden worden en als volgt geadresseerd: Indien aan de Garantiegever
Indien aan de Begunstigde
Of een ander adres dat de Garantiegever of de Begunstigde te gelegener tijd zal specificeren. 9. Toepasselijk Recht Deze Garantie is onderworpen aan en opgesteld conform het Belgisch recht. 10. Amendementen Geen enkele voorwaarde of bepaling van deze Garantie zal geamendeerd, aangepast, opgeschort of aangevuld worden, tenzij schriftelijk en ondertekend door de Garantiegever en aanvaard door de Begunstigde.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
133
PLTHEENBXNL.book Page 134 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 11. Volledige Overeenkomst Deze Garantie vormt de volledige overeenkomst en vervangt alle vorige schriftelijke en mondelinge overeenkomsten en afspraken tussen de Garantiegever en de Begunstigde met betrekking tot het onderwerp ervan. Waarvan akte, de Garantiegever heeft zijn bevoegde werknemers de opdracht gegeven deze Garantie vanaf de bovenaan vermelde datum uit te voeren en te leveren. Voor en in naam van () Door: Naam: Titel:
2. Het mag niet meer dan 150 mg totale zwavel per Nm3 bevatten. 3. Het moet een calorische bovenwaarde, begrepen tussen 34.300 kJ/Nm3 en 38.686 kJ/Nm3 hebben. 4. Het moet een ogenblikkelijke Wobbe-index op BVW (Bovenste Verbrandingswaarde), begrepen tussen 43.900 kJ/Nm3 en 46.892 kJ/Nm3 hebben. 5. De maximumwaarde van het verbrandingspotentieel (kenletter C) zal lager liggen dan of gelijk zijn aan 45.
Door: Naam: Titel:
Bijlage 4: Contactgegevens 1. Factuuradres van de toegangsgerechtigde Adres: BTW-nummer 2. Contactpersonen en nadere gegevens – Voor de distributienetbeheerder: Adres: Werkhuizenkaai 16, te 1000 Brussel Contactpersoon: Telefoon: Fax: E-mail: Website: www.sibelga.be – Voor de toegangsgerechtigde: Adres: Contactpersoon: Telefoon: Fax: E-mail: E-mail meetgegevens: E-mail advies: EAN-GLN nr.: – Voor de vervoersnetgebruiker: Adres: Contactpersoon: Telefoon: Fax: E-mail: E-mail meetgegevens: EAN-GLN nr.: Bijlage 5: Specificaties van MD- en HD-aardgas per geaggregeerd ontvangststation Het aardgas dat langs het distributienet transiteert, voldoet aan de volgende specificaties, eigen aan gassen van type L.
134
1. Het mag niet meer dan 5 mg zwavelwaterstof per Nm3 bevatten.
6.a. Basispas Een maximum gehalte van 0,5 volumepercent zuurstof is aanvaardbaar voor het basisgas, op voorwaarde dat er tegelijkertijd geen: hoog H2O gehalte, en geen hoog H2S gehalte is. b. Piekgas Tijdens de piekperiodes moet het zuurstofgehalte zo laag mogelijk zijn, en mag het in geen geval hoger liggen dan 3% in volume. 7. Het gas heeft een dauwpunt van het water onder de -8°C bij een druk van 15 bar. 8. Bij de druk van 66,2 bar en de temperatuur van 0°C, mag het gas noch vloeibare koolwaterstoffen noch hydraten vormen. 9. Het moet aan de ingang van het ontvangststation van de distributienetbeheerder een temperatuur hebben tussen + 2°C en + 25°C. 10. Het geleverde gas mag geen koolmonoxyde bevatten. 11. De concentraties carbonylmetalen moeten lager zijn dan 0,08 mg/Nm3, in equivalent carbonylnikkel. 12. Het moet een «gele spitsen» – index (index Ij) hebben die kleiner is dan of gelijk is aan 139. Om aan plaatselijke en/of winterse omstandigheden het hoofd te kunnen bieden, heeft de Leverancier het recht sommige kenmerken van het geleverde gas tijdelijk te wijzigen. De kwaliteit van dit gas moet echter binnen de grenzen van voornoemde eisen blijven. De kwaliteit van het aldus geleverde gas moet aan de verbruiker steeds een veilige en hygiénische verbranding waarborgen, voor zover de gebruiker er zorg voor gedragen heeft zijn gebruikstoestellen in een goede werkingsstaat te behouden. Het gas mag de installaties van de Distributienetbeheerder niet beschadigen. Elke kwaliteitswijziging zal het voorwerp zijn van overleg tussen de Leverancier en de Distributienetbeheerder. De distributienetbeheerder en de Leverancier hebben het recht zich te laten vertegenwoordigen en op tegenspraak deel te nemen aan alle proeven op het krachtens dit contract geleverde gas. Zij hebben ook het recht elke uitrusting voor de controle op de hierboven beschreven gaskwaliteit te onderzoeken.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 135 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006
Bijlage V
III. METEROPNAME
Voorwaarden voor het ter schikking stellen van aardgas aan huishoudelijke afnemers
De meteropname wordt uitgevoerd door de distributienetbeheerder of, in voorkomend geval, door de klant zelf volgens de modaliteiten vastgesteld door de distributienetbeheerder. Behoudens bijzondere omstandigheden en teneinde een referentieperiode te waarborgen, wordt de meter jaarlijks in dezelfde door de distributienetbeheerder bepaalde periode opgenomen. De distributienetbeheerder kan nochtans op elk ogenblik overgaan tot bijkomende meteropnames. Bovendien, gedurende het eerste jaar, te rekenen vanaf het ondertekenen van het document aangehaald in punt 11., kan de klant vragen om op zijn kosten de meteropname meermaals per jaar uit te voeren.
I. TOEPASSINGSGEBIED Zolang die klanten niet in aanmerking komend zijn verklaard, wordt het aardgas aan de huishoudelijke klanten ter beschikking gesteld overeenkomstig de huidige voorwaarden en, voor zover deze er niet voorlopig van hebben afgeweken, overeenkomstig het technisch reglement voor het beheer van het gasdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe (in hetgeen volgt «technisch reglement» genoemd). De in deze voorwaarden gehanteerde termen verwijzen naar de definities van het technisch reglement.
II. VOORWAARDEN VOOR HET TER BESCHIKKING STELLEN II.1. De distributienetbeheerder stelt gas ter beschikking conform de geldende wettelijke en reglementaire voorschriften. II.2. De levering van aardgas is onderworpen aan de ondertekening van het document voor het ter beschikking stellen en afnemen van gas afgeleverd door de distributienetbeheerder. Bij de ondertekening van dat document, dient de toekomstige klant zijn identiteitsbewijs voor te leggen evenals een recto-verso kopie ervan. Indien de toekomstige klant afwezig is, mag hij zich laten vertegenwoordigen door een meerderjarige persoon die over een volmacht beschikt. II.3. Behalve als hij het specifiek sociaal tarief geniet of een abonnement heeft genomen voor lokalen die te huur staan, moet elke klant een waarborg betalen ten voordele van de distributienetbeheerder. Dergelijke waarborg is gelijk aan de waarde van de tussentijdse forfaitaire factuur of van het verzoek tot tussentijdse storting met een forfaitair bepaald minimum in functie van het vermogen en de verbruikte energie. De waarborg kan de vorm aannemen van een storting of van een bankwaarborg, naar keuze van de klant. De waarborg zal terugbetaald worden na 3 jaar regelmatige betaling zonder ingebrekestelling of in geval van een bankdomiciliéring, na ontvangst hiervan. De waarborg zal, op initiatief van de distributienetbeheerder, ten laatste bij het afsluiten van de rekening worden vrijgegeven na aftrek van de nog verschuldigde bedragen. II.4. Zonder schriftelijk akkoord van de distributienetbeheerder, mag het geleverde gas niet verder kosteloos worden verkocht of overgedragen.
IV. TARIEVEN De door de distributienetbeheerder toegepaste tarieven voor de levering van gas aan de huishoudelijke klanten, zijn opgemaakt met naleving van de wettelijke voorschriften en van de leveringsvoorwaarden aardgas voor de niet in aanmerking komende klanten, zoals opgenomen op de site van de C.R.E.G. Zij worden gepubliceerd op zijn internetsite. Die tarieven zijn exclusief BTW en andere geldende taksen, bijdragen en toeslagen.
V. FACTURERING De regularisatiefacturen worden jaarlijks opgemaakt en zijn het voorwerp van tussentijdse forfaitaire facturen of tussentijdse stortingen die maandelijks zijn. Het bedrag van de forfaitaire facturen of tussentijdse stortingen wordt bepaald in overleg met de klant bij ondertekening van het verzoek tot terbeschikkingstelling. In het geval van een substantiële wijziging van de energiegebruikskarakteristieken heeft de klant het recht de herziening van het forfaitaire bedrag te vragen. De huishoudelijke klant kan vragen dat de forfaitaire factuur of de tussentijdse storting tweemaandelijks wordt opgesteld. Als het gas- en elektriciteitsverbruik op één enkele factuur worden aangerekend, dan heeft de klant, die slechts een gedeelte betaalt, het recht te verklaren op welke energieschuld zijn betaling moet worden aangerekend. De regularisatiefactuur vermeldt in het bijzonder: – de periode waarop de factuur betrekking heeft; – de vaste termijn(en); – de proportionele prijs (prijzen) per energieeenheid; – het aantal verbruikte eenheden – het bedrag van de prestaties en de eventuele diverse kosten; – de energiebijdrage, alsook de overige geldende toeslagen en vergoedingen;
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
135
PLTHEENBXNL.book Page 136 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 13 juli 2006 – het bedrag van de B.T.W. De bedragen van de facturen moeten worden betaald binnen de 15 dagen, te rekenen vanaf de datum van de verzending ervan. Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn wordt aan de klant een herinnering gestuurd, waarin hem wordt aangeraden in voorkomend geval contact op te nemen met de distributienetbeheerder. Is de betaling niet gebeurd binnen 15 dagen na verzending van deze herinnering, dan stelt de distributienetbeheerder de klant schriftelijk in gebreke. Deze ingebrekestelling brengt de klant ervan op de hoogte dat indien de betaling niet gebeurd is binnen de 10 dagen, zijn naam zal worden meegedeeld aan het OCMW van zijn gemeente, tenzij uitdrukkelijk verzet per aangetekende brief. Alle kosten voortvloeiend uit de niet-betaling binnen de gestelde termijnen, alsook de verwijlinteresten berekend tegen de wettelijke rentevoet, worden de klant aangerekend, overeenkomstig de door de distributienetbeheerder goedgekeurde barema's. Tussentijdse stortingen zijn opeisbaar onder dezelfde voorwaarden die gelden voor de facturen. Wanneer de regularisatiefactuur de som van de forfaitaire facturen of van de tussentijdse stortingen met minstens 50% overtreft, kunnen op verzoek van de klant, betaNngstermijnen worden toegekend.
gen waarvan op onbetwistbare wijze is vastgesteld dat zij verschuldigd zijn. In geval van vergissing of vergetelheid met betrekking tot de bedragen gevorderd van de klant, voert de distributienetbeheerder een rechtzetting uit hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van de klant. Gaat het om een saldo te zijnen laste, dan kan de klant terugbetalingstermijnen vragen. Ingeval het aan de klant verschuldigde saldo hoger is dan het bedrag van de tussentijdse forfaitaire factuur of de tussentijdse storting, zal de distr utienetbeheerder de terugbetaling uitvoeren binnen de 15 dagen. Zoniet zal het bedrag in mindering komen van de volgende tussentijdse forfaitaire factuur of hem terugbetaald worden, indien hij daar om verzoekt.
VII. AFSLUITEN VAN DE REKENING Indient de klant wenst te verzaken aan de terbeschikkingstelling van gas, dan moet hij de cfistributienetbeheerder minstens 5 werkdagen vooraf hiervan schriftelijk op de hoogte brengen. Heeft de klant geen verzoek tot het afsluiten van zijn rekening ingediend of niet te gepasten tijde toegang verleend tot de installaties, dan blijft hij gehouden tot naleving van al zijn verplichtingen tegenover de distributienetbeheerder.
VII. GESCHILLENREGELING VI. RECHTZETTING VAN DE FACTUUR De klant die meent dat zijn facturen of tussentijdse stortingen moeten verbeterd worden, stelt de distributienetbeheerder daarvan op de hoogte. Hij blijft evenwel gehouden tot betaling van de bedra-
136
In geval van betwisting tussen de distributienetbeheerder en de klant of de eigenaar van het gebouw betreffende de toepassing van deze voorwaarden van terberschikkingstelling, zullen uitsluitend de rechtbanken van Brussel bevoegd zijn.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 137 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten
B. Reglementaire besluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 31 januari 2013 tot aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor de inning en de invordering van bepaalde bedragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 19 juli 2012 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 20 04 houden de de criter ia en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor gas en houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit. . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de orga nisatie van de gasmar kt in het B russels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest B. Br. Hoofdst. Reg. 1 december 2011 tot uitvoering van artikel 20septiesdecies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 28 april 2011 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
138
140
143
147
149
137
PLTHEENBXNL.book Page 138 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 31 januari 2013 indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organ isatie van de gasmar kt in h et B russels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toeken n ing van h et stat uut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest . . . . . . . . . . B. Br. Hoofdst. Reg. 6 juli 2006 bepalende de datum waarop de huishoudelijke afnemers in aanmerking komen inzake gas
151
153 159
31 januari 2013. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor de inning en de invordering van bepaalde bedragen (B.S., 15 februari 2013) Art. 1. De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is bevoegd voor het uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren van dwangbevelen: 1° voorzien in artikel 40 van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffingvan misdrijven inzake leefmilieu; 2° voorzien in artikel 32, § 4, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 3° voorzien in artikel 24, § 3, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 4° voorzien in artikel 152 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 5° voorzien in artikel 240 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 6° voorzien in artikel 305 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 7° voorzien in artikel 308 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 138
8° voorzien in artikel 313septies van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening; 9° voorzien in artikel 33, § 5, van de ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen; 10° voorzien in artikel 88, § 1, van de ordonnantie van 3 juli 2008 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangende rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 2. De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is bevoegd voor het uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren van dwangbevelen in het kader van de procedures waarnaar wordt verwezen in: 1° het derde lid van artikel 14 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur; 2° het derde lid van de tweede paragraaf van artikel 26 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 139 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 31 januari 2013 3° de zesde paragraaf van artikel 26 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 4° de zes de par agr aaf van a rt ikel 20septiesdecies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisdistributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 5° paragraaf 2 van artikel 44 van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de
plaatsvervangende rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 3. De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is bevoegd voor: 1° de inning van de heffing bedoeld in artikel 35, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot invoering van een heffing op de lozing van het afvalwater; 2° het voor gezien tekenen en het uitvoerbaar verklaren van dwangbevelen bedoeld in artikel 35, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot invoering van een heffing op de lozing van het afvalwater. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
139
PLTHEENBXNL.book Page 140 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 19 juli 2012
19 juli 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 28 augustus 2012) Art. 1. Aan artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in 1° worden de woorden “zoals gewijzigd door de ordonnantie van 14 december 2006” opgeheven; 2° in 2° worden de woorden “zoals gewijzigd door de ordonnantie van 14 december 2006” opgeheven; 3° in 3° worden de woorden “de artikelen 25septies en 25octies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingelast in deze ordonnantie door de ordonnantie van 14 december 2006, en in de artikelen 20quinquies en 20sexies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingelast in deze ordonnantie door de ordonnantie van 14 december 2006” vervangen door de woorden «het artikel 25septies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het artikel 20quinquies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest»; 4° de 4°, 5° en 7° worden opgeheven; 5° het 6° wordt 4°.
Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 3. Aan artikel 4, lid 1 van hetzelfde besluit wordt er tussen het 2de en het 3de streepje een streepje toegevoegd, luidend als volgt: «– het kadastrale inkomen van de in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen die al dan niet als hoofdver140
blijfplaats gebruikt worden, verminderd met een bedrag van 745 euro,»;
Art. 4. § 1. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden “Dit zal worden opgesteld volgens het model vastgesteld door de Minister, en zal aan het kandidaat-gezin worden overhandigd door zijn leverancier op het ogenblik dat deze het vermogen opnieuw laat beperken tot het voorheen begrensde vermogen overeenkomstig artikel 25sexies, § 8, van de elektriciteitsordonnantie, of samen met de brief, voorzien in artikel 20quater, § 4, van de gasordonnantie.” vervangen door de woorden «Dit wordt door Brugel opgesteld en op haar website gepubliceerd. De leverancier overhandigt een exemplaar van dit formulier of een informatiebrief met uitleg over hoe dit formulier kan worden verkregen, deze informatiebrief wordt voor eensluitend en voorafgaand advies aan Brugel voorgelegd om het formulier te vervangen, in bijlage van de ingebrekestelling die in artikel 25sexies, § 1 van de elektriciteitsordonnantie en in artikel 20quater, § 1 wordt voorzien.» § 2. In artikel 6, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden “de volledige identiteit, de geboorteplaats en -datum, het beroep en de aard van de bestaansmiddelen van elk van de personen die deel uitmaken van het kandidaat-gezin” door de woorden «de volledige identiteit van alle gezinsleden, met inbegrip van de rijksregisternummers, en het woonadres van het gezin» vervangen.
Art. 5. Aan artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het 2de en het 6de streepje worden geschrapt; 2° het 7de streepje wordt vervangen als volgt: – het afschrift van de ingebrekestellingen, voorzien in artikel 25sexies, § 1, van de elektriciteitsordonnantie of 20quater, § 1 van de gasordonnantie.
Art. 6. In artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 141 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 19 juli 2012 1° in tweede lid worden de woorden “Het OCMW van de woonplaats van de huishoudelijke afnemer in wiens naam de aanvraag werd ingediend en de griffie van het Vredegerecht dat territoriaal bevoegd is, worden zo snel mogelijk op de hoogte gebracht van de ontvangst van de aanvraag.” vervangen door de woorden «Binnen een termijn van vijf dagen wordt er een bevestiging van de ontvangst van de aanvraag gestuurd naar de aanvrager en/of de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen.»; 2° een derde lid wordt toegevoegd, luidend als volgt: «Indien het dossier onvolledig is, kan Brugel de administratieve diensten raadplegen, die over de vereiste relevante gegevens beschikken.».
Art. 7. Aan artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 1 worden de woorden “achttien werkdagen” vervangen door de woorden «tien dagen»; 2° in lid 2 worden de woorden “wordt de aanvraag ontvankelijk verklaard en wordt deze beslissing onmiddellijk per overeenstemmende brief betekend aan de aanvrager.” vervangen door de woorden «beslist Brugel over de grondslag van de aanvraag binnen de twintig dagen van haar ontvangst. De beslissing tot toekenning van het statuut van beschermde afnemer wordt door Brugel zowel betekend aan de aanvrager per aangetekend schrijven, als aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling via de meest geschikte technische middelen. De beslissing tot weigering van het statuut van beschermde afnemer wordt door Brugel betekend aan de aanvrager per aangetekend schrijven, en aan de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling via de meest geschikte technische middelen».; 3° in lid 3 worden de woorden “binnen de termijn van twaalf werkdagen” vervangen door de woorden «binnen de twintig dagen vanaf de ontvangstdatum van het dossier»; 4° in lid 4 worden de woorden “§ 3” vervangen door de woorden «§§ 3 en 4», de woorden “twintig dagen” vervangen door de woorden «een maand» en de woorden “Binnen negen werkdagen na ontvangst van de
bijkomende elementen en rekening houdend met de genoemde termijn van 20 dagen, deelt BRUGEL aan de indiener van de aanvraag mede dat, al naargelang het geval, zijn aanvraag ontvankelijk is, van rechtswege onontvankelijk is, of onontvankelijk is wegens onvolledigheid ervan. Bij de beslissing bevindt zich een document dat de afnemer inlicht over de modaliteiten inzake hoger beroep. Van de beslissing wordt zo vlug mogelijk kennis gegeven aan het OCMW van de woonplaats van de huishoudelijke afnemer in wiens naam de aanvraag werd ingediend, evenals aan de griffie van het Vredegerecht dat territoriaal bevoegd is.” worden opgeheven; 5° twee nieuwe leden worden ingevoegd, luidend als volgt: Binnen de tien dagen vanaf de ontvangstdatum van de bijkomende documenten wordt het dossier bestudeerd door BRUGEL. Indien het dossier onvolledig blijft, wordt het van rechtswege onontvankelijk verklaard. Brugel betekent de beslissing van niet-ontvankelijkheid van rechtswege aan de aanvrager alsook aan de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen. Indien het dossier volledig is, deelt Brugel haar beslissing mee overeenkomstig § 2 van dit artikel.
Art. 8. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt een nieuw § 4 ingevoegd, luidend als volgt: «§ 4. Indien de aanvraag gegrond werd verklaard ten gevolge van een voorlopige beslissing van ontvankelijkheid en de beschermde afnemer niet binnen de toegestane termijn voldoet aan alle voorwaarden die hem door deze beslissing worden opgelegd, wordt de beslissing tot toelating van de afnemer tot het beschermingssysteem van rechtswege ongeldig. De kennisgeving van de beslissing van intrekking gebeurt onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde modaliteiten als bepaald bij § 2 van dit artikel.»;
Art. 9. In artikel 9 van hetzelfde besluit waarin § 4 § 5 wordt, worden de woorden “inzake ontvankelijkheid” opgeheven.
Art. 10. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen als volgt; § 1. Brugel duidt de leden van haar personeel aan, die gemachtigd zijn om het statuut van beschermde afnemer in haar naam toe te kennen.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
141
PLTHEENBXNL.book Page 142 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 19 juli 2012 De beslissing tot toekenning of weigering van het statuut van beschermde afnemer wordt binnen de termijn van vijftien dagen door Brugel zowel betekend aan de aanvrager, als aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling. De betekening van de beslissing aan de kandidaat gebeurt per aangetekend schrijven. De betekening aan de commerciële leverancier en de noodleverancier gebeurt via de meest geschikte technische middelen. Geen enkele aanvraag mag worden verworpen, wanneer het kandidaat-gezin het bewijs levert, dat het achterstallige betalingen aan zijn commerciële leverancier heeft openstaan en dat het voldoet aan alle vereisten, voorzien in dit besluit. Het uitblijven van een beslissing binnen de voornoemde termijn staat niet gelijk met een beslissing tot toekenning.
Art. 11. In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden “Elke beslissing tot toekenning van het statuut van beschermde afnemer wordt aan deze afnemer betekend en wordt meegedeeld aan de noodleverancier, aan de leverancier met wie de beschermde afnemer contractueel verbonden is, alsook aan het OCMW van de woonplaats van de aanvrager. Elke beslissing tot weigering wordt met redenen omkleed en wordt betekend per gecertificeerd of aangetekend schrijven. Deze brief heeft uitwerking op de derde werkdag die volgt op de neerlegging ervan bij de postoperator. Zij” vervangen door de woorden «Elke beslissing tot weigering wordt met redenen omkleed en». Art. 12. In artikel 10, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden “De beschermde afnemer wordt hiervan dadelijk op de hoogte gebracht per gecertificeerd of aange-
142
tekend schrijven en hiervan wordt eveneens dadelijk kennis gegeven aan de noodleverancier, aan de leverancier met wie de beschermde afnemer contractueel verbonden is, aan het OCMW van de woonplaats van de huishoudelijke afnemer in wiens naam de aanvraag werd ingediend, en aan de griffie van het Vredegerecht dat territoriaal bevoegd is.” vervangen door de woorden «De beschermde afnemer wordt hiervan dadelijk op de hoogte gebracht per gecertificeerd of aangetekend schrijven en de informatie wordt doorgespeeld aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen».
Art. 13. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: Art. 12. § 1. Wanneer hij antwoordt op het verzoek om zijn dossier te vervolledigen of om bijkomende inlichtingen te verstrekken, of wanneer hij vraagt de termijn te hernieuwen bij een beslissing tot voorlopige ontvankelijkheid, kan de aanvrager de wens uitdrukken te worden gehoord door BRUGEL. § 2. Wanneer de aanvrager vraagt om te worden gehoord door Brugel, wordt hij uitgenodigd om zich aan te bieden op haar kantoor, eventueel bijgestaan of vertegenwoordigd door een raadsman van zijn keuze. In beginsel wordt een eenmalig uitstel toegelaten. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden die moeten worden beoordeeld door de Voorzitter op de zitting, wordt er vervolgens uitspraak gedaan, zelfs al verschijnt noch de aanvrager, noch zijn eventuele raadsman.
Art. 14. De minister bevoegd voor het energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 143 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012
3 mei 2012. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor gas en houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit (B.S., 23 mei 2012)
HOOFDSTUK 1er
HOOFDSTUK 2
WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 18 JULI 2000 TOT REGELING VAN HAAR WERKWIJZE EN TOT REGELING VAN DE ONDERTEKENING VAN DE AKTEN VAN DE REGERING
WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 18 JULI 2002 HOUDENDE DE CRITERIA EN DE PROCEDURE TOT TOEKENNING, HERNIEUWING, OVERDRACHT EN INTREKKING VAN EEN LEVERINGSVERGUNNING VOOR ELEKTRICITEIT
Art. 1. In artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering wordt een nieuw punt 29°, ingevoegd, luidend als volgt: 29° in toepassing van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de toekenning van leveringsvergunningen van respectievelijk elektriciteit en gas zoals de verknochte beslissingen in geval van verzaking, de intrekking, de hernieuwing of de overdracht van de vergunningen.
Art. 2. Artikel 1, 4°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing, overdracht en intrekking van een leveringsvergunning voor elektriciteit wordt opgeheven.
Art. 3. Aan artikel 7bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden «50 %» worden vervangen door de woorden 100 % 2° de woorden «warmtekrachtkoppeling met hoog rendement» worden vervangen door het woord kwaliteitswarmtekrachtkoppeling Art. 4. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 7 ingevoegd genaamd «Vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een vergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
143
PLTHEENBXNL.book Page 144 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012 economische ruimte hebben verkregen» die het artikel 7ter bevat, luidend als volgt: Afdeling 7 Vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een leveringsvergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte hebben verkregen
Art. 7ter. § 1. In afwijking op artikel 3, 4, 5, 6 en 7, kan elke aanvrager die voorafgaand beschikt over een federaal, in een ander Gewest of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte afgeleverde leverings-vergunning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een vergunning verkrijgen. Hiervoor hoeft hij enkel aan de volgende toekenningscriteria te voldoen: 1° een kopie van de beslissing van de desbetreffende entiteit die de leverings-vergunning aan de aanvrager afgeleverd heeft; 2° de overhandiging van een gedetailleerd organigram van de Belgische activiteit, met vermelding van de gegevens van een contactpersoon; 3° de beschrijving van de maatregelen die met het oog op een dienst voor klachtenbehandeling, zoals bedoeld onder artikel 25quattuordecies § 4 van de ordonnantie, genomen werden voor de interne organisatie; 4° de overhandiging en de voorstelling van het ontwikkelingsplan van de activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met inbegrip van met name de volgende elementen: doelclientèle, aanvangsdatum activiteit, geraamd leveringsvolume; Brugel kan aangeven welke elementen in het ontwikkelingsplan dienen te staan. § 2. De procedure onder § 1 van dit artikel is niet van toepassing als de vergunning waarvan er melding wordt gemaakt voortkomt uit een vereenvoudigde, een lokale of een door Brugel gelijkwaardig geachte vergunning. § 3. Bij een intrekking of een niet-verlenging van de leveringsvergunning waarvan melding onder § 1, punt 1, van dit artikel brengt de leverancier Brugel binnen de 15 werkdagen vanaf de intrekkingsdatum op de hoogte. 144
Als de leverancier in kwestie zijn activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wenst voort te zetten, dan beschikt hij na de kennisgeving van de onder lid 1 van deze paragraaf vermelde intrekking over een termijn van drie maand om bij Brugel een nieuwe vergunningsaanvraag in te dienen, deze keer met inachtneming van alle voorwaarden waarin voorzien onder artikel 2 tot 7 of 2 tot 7bis, in geval van een aanvraag van een vergunning voor groene levering. § 4. De in dit artikel voorzien vrijstelling betreft alleen de voorwaarden om een leveringsvergunning te krijgen en niet de rechten en verplichtingen die eruit voortkomen.
Art. 5. § 1. In artikelen 8, §§ 1, 3 en 4, 9, 10, 12, 13, 15, §§ 2 en 3, 16, §§ 1 en 2, 17, §§ 1 t.e.m. 4, 17bis en 18, van hetzelfde besluit worden de woorden «de Commissie» vervangen door het woord Brugel § 2. In artikel 8, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden «De licentieaanvraag» vervangen door de woorden De aanvraag om vergunning § 3. In de franse versie van artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden «S'il» vervangen door de woorden Si Brugel § 4. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden «de Commissie» vervangen door de woorden het Instituut § 5. Aan de franse versie van artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, de woorden «qu'elle détermine» worden vervangen door de woorden que Brugel détermine en de woorden «Elle entend» worden vervangen door de woorden Brugel entend 2° in § 2, de woorden «Il remet» worden vervangen door de woorden Brugel remet
Art. 6. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden «aangetekende brief» vervangen door de woorden «brief of per mail».
Art. 7. In artikel 11 § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden of op de dag van de bekendmaking van de beslissing in het Belgisch Staatsblad ingevoegd na de woorden «de aanvrager».
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 145 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012 HOOFDSTUK 3
WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 6 MEI 2004 HOUDENDE DE CRITERIA EN DE PROCEDURE TOT TOEKENNING, HERNIEUWING, OVERDRACHT EN INTREKKING VAN EEN LEVERINGSVERGUNNING VOOR GAS EN HOUDENDE WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 18 JULI 2002 HOUDENDE DE CRITERIA EN DE PROCEDURE TOT TOEKENNING, HERNIEUWING, OVERDRACHT EN INTREKKING VAN EEN LEVERINGSVERGUNNING VOOR ELEKTRICITEIT Art. 8. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 6 ingevoegd genaamd «Vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een vergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte hebben verkregen» die het artikel 7bis bevat, luidend als volgt:
met vermelding van de gegevens van een contactpersoon; 3° de beschrijving van de maatregelen die met het oog op een dienst voor klachtenbehandeling, zoals bedoeld onder artikel 20undecies § 4 van de ordonnantie, genomen werden voor de interne organisatie. § 2. De procedure onder § 1 van dit artikel is niet van toepassing als de vergunning waarvan er melding wordt gemaakt voortkomt uit een vereenvoudigde of een door Brugel gelijkwaardig geachte vergunning. § 3. Bij een intrekking of een niet-verlenging van de leveringsvergunning waarvan melding onder § 1, punt 1 van dit artikel brengt de leverancier Brugel binnen de 15 werkdagen vanaf de intrekkingsdatum op de hoogte. Als de leverancier in kwestie zijn activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wenst voort te zetten, dan beschikt hij na de kennisgeving van de onder lid 1 van deze paragraaf vermelde intrekking over een termijn van drie maand om bij Brugel een nieuwe vergunningsaanvraag in te dienen, deze keer met inachtneming van alle voorwaarden waarin voorzien onder artikel 2 tot 7. § 4. De in dit artikel voorzien vrijstelling betreft alleen de voorwaarden om een leveringsvergunning te krijgen en niet de rechten en verplichtingen die eruit voortkomen.
Art. 9. § 1. In artikelen 8, §§ 1, 3 en 4, 9, 10, Afdeling 6 Vrijstelling van bepaalde toekenningcriteria voor de leveranciers die een leveringsvergunning op federaal niveau, in de andere Gewesten of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte hebben verkregen
Art. 7bis. § 1. In afwijking op artikel 3, 4, 5, 6 en 7, kan elke aanvrager die voorafgaand beschikt over een federaal, in een ander Gewest of in een andere Lid-Staat van de Europese economische ruimte afgeleverde leveringsvergunning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een vergunning verkrijgen. Hiervoor hoeft hij enkel aan de volgende toekenningscriteria te voldoen: 1° een kopie van de beslissing van de desbetreffende entiteit die de leveringsvergunning aan de aanvrager afgeleverd heeft; 2° de overhandiging van een gedetailleerd organigram van de Belgische activiteit,
12, 13, 15, §§ 2 en 3, 16, §§ 1 en 2, 17, §§ 1 tem 4 en 18, van hetzelfde besluit worden de woorden «de Commissie» vervangen door het woord Brugel § 2. In artikel 8, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden «De licentieaanvraag» vervangen door de woorden De aanvraag om vergunning § 3. In de franse versie van artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden «S'il» vervangen door de woorden Si Brugel § 4. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden «de Commissie» vervangen door de woorden het Instituut § 5. Aan de franse versie van artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, de woorden «qu'elle détermine» worden vervangen door de woorden
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
145
PLTHEENBXNL.book Page 146 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 3 mei 2012 que Brugel détermine en de woorden «Elle entend» worden vervangen door de woorden Brugel entend 2° in § 2, de woorden «Elle remet» worden vervangen door de woorden Brugel remet
146
Art. 10. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden «aangetekende brief» vervangen door de woorden brief of per mail Art. 11. In artikel 11, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden of op de dag van de bekendmaking van de beslissing in het Belgisch Staatsblad ingevoegd na de woorden «de aanvrager».
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 147 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011
15 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 26 januari 2013) Art. 1. § 1. In het artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden “de ontvanger van de agglomeratie Brussel” vervangen door de woorden «de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken». § 2. In het artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest wordt een tweede paragraaf ingevoerd, luidend als volgt: § 2. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in § 1 van dit artikel uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 2. De wijzigingen aangebracht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door de artikelen 1 en 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 april 2011 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
147
PLTHEENBXNL.book Page 148 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 15 december 2011 Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden opgeheven.
Art. 3. In de titel van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden “in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” vervangen door de woorden «in toepassing van artikel 24, § 3, derde lid, van de ordonnantie van 1 april
148
2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest».
Art. 4. In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden “in artikel 24, § 4, derde lid, van de «gasordonnantie»” vervangen door de woorden «in artikel 24, § 3, derde lid, van de «gasordonnantie»».
Art. 5. Artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012. De andere artikelen van dit besluit treden in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit.
Art. 6. De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren en de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 149 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 1 december 2011
1 december 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot uitvoering van artikel 20septiesdecies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 13 december 2011)
HOOFDSTUK 1
DEFINITIES Art. 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° “ordonnantie”: de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 2° “toegangsregister”: het register zoals bedoeld in artikel 9bis van de ordonnantie, voor elk toegangspunt tot het distributienetwerk worden alle gegevens opgenomen die vereist zijn voor het beheer van de toegang; 3° “actief toegangspunt”: een punt waar aardgas van het distributienet afgenomen wordt en waarvoor een leverancier, houder van een leveringsvergunning, opgenomen is in het toegangsregister; 4° “kaliber van de meter”: het maximale gasdebiet uitgedrukt in kubieke meter per uur waarvoor de meter werd ontworpen; 5° “gestandaardiseerd jaarlijks verbruik” (of EAV): het verbruik dat wordt nagerekend over 365 dagen en bij genormaliseerde temperatuur, voor elk actief toegangspunt, overeenkomstig de MIG; 6° “bijdrage”: de verschuldigde bijdrage krachtens artikel 20septiesdecies van de ordonnantie. HOOFDSTUK II
MODALITEITEN VOOR HET BEPALEN VAN DE BELASTBARE BASIS Art. 2. § 1. De bijdrage is enkel verschuldigd voor de meter(s) gekoppeld aan een toegangspunt dat, om 12 uur op de eerste dag van de maand, opgenomen is als actief toegangspunt in het toegangsregister.
§ 2. De bijdrage wordt berekend op basis van het kaliber van de meter zoals het is opgenomen in de technische gegevensbanken van de netbeheerder, op de eerste dag van de maand voor dewelke de bijdrage verschuldigd is. § 3. Wanneer het kaliber van de meter kleiner is dan of gelijk is aan tien kubieke meter per uur, bepaalt het EAV dat gekoppeld is aan het actief toegangspunt in kwestie, op de eerste dag van de maand waarin de bijdrage verschuldigd is, het verschuldigde bedrag, overeenkomstig artikel 20septiesdecies van de ordonnantie. § 4. Voor elk actief toegangspunt dat is uitgerust met verschillende meters, is het kaliber waarmee rekening gehouden wordt om de bijdrage te berekenen gelijk aan de som van de kalibers van elke meter. Wanneer het kaliber dat zo werd bekomen, niet overeenkomt met één van de kalibers waarnaar artikel 20septiesdecies van de ordonnantie verwijst, wordt het referentiekaliber dat net iets hoger ligt, gekozen als basis voor de berekening van de bijdrage. HOOFDSTUK III
INNING VAN DE BIJDRAGE Art. 3. § 1. De distributienetbeheerder stuurt maandelijks een uitnodiging tot het betalen van de bijdrage naar de schuldenaars. § 2 De uitnodiging tot betalen vermeldt: 1° de naam van het Gewest; 2° de naam, voornaam en adres van de schuldenaar van de bijdrage; 3° een verwijzing naar de ordonnantie; 4° een verwijzing naar dit besluit; 5° de periode voor dewelke de bijdrage verschuldigd is; 6° de vervaldatum waarop de bijdrage betaald moet worden; 7° het bedrag van de bijdrage; 8° de berekeningsbasis; 9° het percentage; 10° de wijze van betaling van de bijdrage.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
149
PLTHEENBXNL.book Page 150 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 1 december 2011
Art. 4. De schuldenaars betalen de bijdrage bij de distributienetbeheerder, op een rekening die hem speciaal is toegewezen.
met betrekking tot de niet-betaalde bijdragen op de vervaldag van de tweede herinnering, bedoeld in vorig artikel.
Art. 5. § 1. In geval van niet-betaling binnen de termijn aangegeven in de uitnodiging tot betalen, stuurt de distributienetbeheerder een herinnering naar de schuldenaar. § 2. In geval van niet-betaling binnen dertig dagen na versturing van de herinnering, bedoeld in de vorige paragraaf, wordt er een tweede herinnering aangetekend verstuurd via de post. § 3. Elk van die herinneringen is gedagtekend en bevat de vereiste vermeldingen voor de uitnodiging tot betalen van de bijdrage.
Art. 6. De distributienetbeheerder bezorgt aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 11, § 1, van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, elk nuttig gegeven
150
HOOFDSTUK IV
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Art. 7. Als, bij het in voege treden van dit besluit, het kaliber van een meter gekoppeld aan een actief toegangspunt niet wordt vermeld in de technische gegevensbanken van de netbeheerder, wordt de voornoemde meter, voor de berekening van de bijdrage, geacht een kaliber van 10 kubieke meter per uur te hebben, totdat zijn werkelijke kaliber gekend is door de netbeheerder. De netbeheerder neemt er binnen de twee jaar volgend op de inwerkingtreding van dit besluit kennis van.
Art. 8. De Minister bevoegd voor Énergie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 151 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 28 april 2011
28 april 2011. – B. Br. Hoofdst. Reg. tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 13 mei 2011) Art. 1. In de titel van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden “in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt” vervangen door «in toepassing van artikel 32, § 5, derde lid, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt».
Art. 2. In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit
en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden “wordt bedoeld in artikel 32, § 4, derde lid van de «elektriciteitsordonnantie»” vervangen door «wordt bedoeld in artikel 32, § 5, derde lid van de «elektriciteitsordonnantie»».
Art. 3. Artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 mei 2006 tot aanduiding van de agenten die belast zijn met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan in toepassing van artikel 32, § 4, derde lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in toepassing van artikel 24, § 4, derde lid, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vervangen door: De Directeur van de directie Inning van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is bevoegd om het in artikel 3 hierboven bedoelde dwangbevel te viseren en uitvoerbaar te verklaren. In geval de betrekking van Directeur van de directie Inning van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de Directeur-gene-
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
151
PLTHEENBXNL.book Page 152 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 28 april 2011 raal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In geval van afwezigheid van de Directeur van de directie Inning van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door de Directeur-generaal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In geval de betrekking van Directeurgeneraal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige lid uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
152
In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op het moment van de oprichting van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 5. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren en de Minister tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 153 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007
4 oktober 2007. – B. Br. Hoofdst. Reg. houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 23 oktober 2007)
HOOFDSTUK 1
ALGEMEEN Art. 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° “elektriciteitsordonnantie”: de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,... 2° “gasordonnantie”: de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ... 3° “beschermde afnemer”: het gezin dat elektriciteit of gas verbruikt en dat toegelaten wordt tot het voordeel van het statuut dat wordt uitgewerkt in het artikel 25septies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het artikel 20quinquies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ... 4° “referentiejaar”: het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar van de indiening van de aanvraag, ... HOOFDSTUK 2
TOELAATBAARHEIDSVOORWAARDEN Art. 2. Opgeheven bij BESL 2012-07-19/46, art. 2, 002; Inwerkingtreding: 07-09-2012
Art. 3. § 1. De samengevoegde inkomsten van alle leden van het gezin dat kandidaat is voor het statuut van beschermde afnemer mogen, voor een gegeven belastingsjaar, niet hoger zijn dan 18.000 EUR. Deze inkomsten omvatten niet deze van de kinderen ten laste,
zijnde kinderen waarvoor kinderbijslag of wezenbijslag wordt uitbetaald aan een lid van dit gezin. Deze inkomsten houden rekening met het kadastraal inkomen van de in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen, al dan niet bewoond als hoofdverblijfplaats, verminderd met een bedrag van 745 euro. Voor de gezinnen waarvan tenminste twee leden op de datum van de indiening van de aanvraag beroepsinkomsten ontvangen in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, wordt dit bedrag verhoogd tot 20.000 EUR. Voor elk lid van het kandidaat-gezin dat door de fiscale wetgeving wordt beschouwd als persoon ten laste, worden de bovenstaande bedragen verhoogd; deze verhoging bedraagt 3.000 EUR voor de eerste persoon ten laste en 1.500 EUR voor de volgende personen ten laste. § 2. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de prijsindex overeenkomstig het mechanisme dat is vastgelegd door de wet van 2 augustus 1971. De aanvankelijke spilindex is 428,54, hetzij deze van de maand augustus 2007.
Art. 4. De in aanmerking te nemen inkomsten bestaan uit de samenvoeging van: – het belastbare inkomen in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen van elk lid van het gezin dat zich kandidaat stelt voor het statuut van beschermde afnemer, – de integratie-uitkeringen, ontvangen van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, – het kadastrale inkomen van de in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen die al dan niet als hoofdverblijfplaats gebruikt worden, verminderd met een bedrag van 745 euro, – alle bedragen, al dan niet belastbaar in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, die regelmatig worden ontvangen door een lid van het gezin dat zich kandidaat stelt voor het statuut van beschermde afnemer.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
153
PLTHEENBXNL.book Page 154 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 Worden evenwel niet beschouwd als inkomsten: de kinderbijslagen, de wezenbijslagen, de studiebeurzen, de wachtuitkeringen inzake werkloosheid ontvangen in de hoedanigheid van samenwonende, het gedeelte van de tegemoetkomingen aan mensen met een handicap dat bestemd is om de kosten te dekken van de hulp van een derde persoon, evenals de roerende inkomsten van spaarrekeningen en -boekjes die vrijgesteld zijn van roerende voorheffing volgens het bovenvermelde Wetboek.
Art. 5. § 1. De inkomsten die in aanmerking worden genomen voor de toelating van het kandidaat-gezin, zijn deze die werden ontvangen tijdens het referentiejaar. Bij gebrek aan een fiscaal attest betreffende de inkomsten ontvangen tijdens het referentiejaar, worden de inkomsten in aanmerking genomen van het laatste belastingsjaar waarvoor een fiscaal attest beschikbaar is; in dit geval dient het kandidaat-gezin de bijkomende documenten te verstrekken die worden gevraagd. Wanneer de inkomsten van het gezin op de datum van de aanvraag evenwel 10 % lager zouden liggen dan de in aanmerking te nemen inkomsten, dan worden alleen de huidige inkomsten in aanmerking genomen. Indien, in de loop van het referentiejaar, één enkel lid van het kandidaat-gezin beroepsinkomsten heeft ontvangen in de zin van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, dan worden de huidige, op jaarbasis berekende inkomsten van de andere leden van dit gezin, indien er dergelijke inkomsten zijn, bij die van het referentiejaar gevoegd. § 2. De inkomsten dienen te worden bewezen aan de hand van het aanslagbiljet en van de documenten die hierna worden opgesomd, alsook aan de hand van alle andere bewijsstukken. HOOFDSTUK 3
INDIENING VAN DE AANVRAGEN Art. 6. § 1. Het kandidaat-gezin dient zijn aanvraag in op het hiervoor bestemde formulier. Dit wordt door Brugel opgesteld en op haar website gepubliceerd. De leverancier overhandigt een exemplaar van dit formulier of een informatiebrief met uitleg over hoe dit formulier kan worden verkregen, deze informatiebrief wordt voor eensluitend en voorafgaand advies aan Brugel voorgelegd om het 154
formulier te vervangen, in bijlage van de ingebrekestelling die in artikel 25sexies, § 1 van de elektriciteitsordonnantie en in artikel 20quater, § 1 wordt voorzien. Voor zover hij over deze informatie beschikt, vermeldt de leverancier op dit formulier het opgenomen jaarverbruik van de huishoudelijke afnemer tijdens elk van de drie laatste jaarlijkse facturatieperiodes. § 2. Dit formulier vermeldt de volledige identiteit van alle gezinsleden, met inbegrip van de rijksregisternummers, en het woonadres van het gezin; het bevat een beschrijving van de aard van het verbruik van het kandidaat-gezin. De aanvraag wordt voor echt verklaard en ondertekend door de huishoudelijke afnemer en verstuurd naar het adres van BRUGEL. Ze wordt medeondertekend door elke andere meerderjarige persoon die deel uitmaakt van zijn gezin. Ze zal uitwerking hebben ofwel op de dag van de ontvangst, door BRUGEL of haar gemachtigde, van de gewone brief, ofwel op de derde werkdag die volgt op dag van neerlegging bij de postoperator, door het kandidaat-gezin, van de gecertificeerde of aangetekende zending die het formulier bevat. § 3. Op de zetel van BRUGEL wordt een chronologisch register bijgehouden van de ontvangen aanvragen.
Art. 7. Het kandidaat-gezin dient bij het formulier van indiening van zijn aanvraag steeds de volgende documenten te voegen: – een kopie van het aanslagbiljet betreffende de inkomsten van het referentiejaar of van het laatste belastingsjaar waarvoor deze inkomsten beschikbaar zijn voor zover dit document beschikbaar is, ... – een certificaat van gezinssamenstelling afgeleverd door het gemeentebestuur van de woonplaats van de huishoudelijke afnemer op wiens naam het formulier is opgesteld, – een overzicht van de volledige identiteit van alle andere personen die hun gewone verblijfplaats hebben in het kandidaat-gezin, ook indien ze niet als dusdanig zijn ingeschreven in het bevolkingsregister, – individueel, voor elk lid van het kandidaat-gezin dat meerderjarig is op datum van de aanvraag, een verklaring op eer, door dit gezinslid voor echt verklaard en ondertekend, die hetzij het ontbreken van inkomsten
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 155 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 vermeldt, hetzij de aard en het bedrag van alle inkomsten vermeldt die niet op het bij het dossier gevoegde aanslagbiljet werden vermeld en die werden ontvangen in de loop van datzelfde jaar, of later moeten worden ontvangen, vergezeld van alle bewijsstukken. ... – het afschrift van de ingebrekestellingen, voorzien in artikel 25sexies, § 1, van de elektriciteitsordonnantie of 20quater, § 1 van de gasordonnantie.
Art. 8. § 1. Indien een meerderjarig lid van het kandidaat-gezin in de loop van het referentiejaar geen inkomsten heeft ontvangen, voegt dit gezinslid bij het formulier voor indiening van de aanvraag, een voor echt verklaarde en ondertekende verklaring op eer die hetzij het ontbreken van inkomsten vermeldt, hetzij de aard en het bedrag vermeldt van zijn huidige inkomsten, vergezeld van alle bewijsstukken. § 2. Het gezin dat in aanmerking wil komen voor de verhoging van het toegestane inkomen die wordt toegekend indien er kinderen ten laste zijn, dient bij zijn aanvraag een attest te voegen van het Kinderbijslagfonds waarin wordt verklaard dat het gezin, op de datum van de aanvraag, kinderbijslag ontvangt. § 3. Het gezin dat zich wil beroepen op een vermindering van zijn inkomsten vergeleken met degene die in aanmerking moeten worden genomen volgens het bij het dossier gevoegde aanslagbiljet, dient individueel, voor elk lid van het kandidaat-gezin dat meerderjarig is op de datum van de aanvraag, een voor echt verklaarde en ondertekende verklaring op eer voor te leggen, waarin het bedrag wordt vermeld van alle inkomsten die werden ontvangen in de loop van de laatste twaalf maanden die voorafgingen aan de aanvraag, vergezeld van alle bewijsstukken. § 4. Het kandidaat-gezin dat het vereiste aanslagbiljet niet kan overleggen, dient de oorzaken te vermelden waardoor dit niet mogelijk is. Het kan toelaatbaar worden verklaard indien de aangehaalde oorzaak als gegrond wordt beschouwd, en indien het voldoet aan alle andere vereisten. § 5. Wanneer geen aanslagbiljet kan worden overgelegd voor de inkomsten van het referentiejaar, dient het kandidaat-gezin bij zijn aanvraag een verklaring op eer te voegen, voor echt verklaard en ondertekend door de huishoudelijke afnemer, waarin de aard en het totale jaarlijkse bedrag worden vermeld van alle
belastbare inkomsten die in de loop van dat jaar werden ontvangen door elk lid van dit gezin, vergezeld van alle bewijsstukken. HOOFDSTUK 4
BEHANDELING VAN DE AANVRAAG Art. 9. § 1. Om ontvankelijk te worden verklaard, moet de kandidaatstelling van een gezin naast het volledig ingevulde en ondertekende formulier van kandidaatstelling ook vergezeld zijn van alle vereiste bewijsstukken. Binnen een termijn van vijf dagen wordt er een bevestiging van de ontvangst van de aanvraag gestuurd naar de aanvrager en/of de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen. Indien het dossier onvolledig is, kan Brugel de administratieve diensten raadplegen, die over de vereiste relevante gegevens beschikken. § 2. Het dossier wordt onderzocht door BRUGEL binnen de termijn van tien dagen na de datum van ontvangst van de aanvraag overeenkomstig artikel 6. Indien het dossier volledig is, beslist Brugel over de grondslag van de aanvraag binnen de twintig dagen van haar ontvangst. De beslissing tot toekenning van het statuut van beschermde afnemer wordt door Brugel zowel betekend aan de aanvrager per aangetekend schrijven, als aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling via de meest geschikte technische middelen. De beslissing tot weigering van het statuut van beschermde afnemer wordt door Brugel betekend aan de aanvrager per aangetekend schrijven, en aan de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling via de meest geschikte technische middelen. Indien het dossier onvolledig is, wordt de met redenen omklede beslissing van nietontvankelijkheid per gecertificeerde of aangetekende brief binnen de twintig dagen vanaf de ontvangstdatum van het dossier betekend aan de aanvrager, met een gedetailleerde vermelding van alle elementen, formaliteiten, documenten of bewijsstukken die vereist zijn om de aanvraag ontvankelijk te maken. Deze brief wordt van kracht op de
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
155
PLTHEENBXNL.book Page 156 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 derde werkdag die volgt op de datum van neerlegging ervan bij de postoperator. Onder voorbehoud van §§ 3 en 4, beschikt de indiener van de aanvraag dan over een termijn van een maand om de vereiste bijkomende elementen te bezorgen aan het adres van BRUGEL. Na deze termijn wordt de aanvraag van rechtswege als onontvankelijk beschouwd. ... Binnen de tien dagen vanaf de ontvangstdatum van de bijkomende documenten wordt het dossier bestudeerd door BRUGEL. Indien het dossier onvolledig blijft, wordt het van rechtswege onontvankelijk verklaard. Brugel betekent de beslissing van niet-ontvankelijkheid van rechtswege aan de aanvrager alsook aan de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen. Indien het dossier volledig is, deelt Brugel haar beslissing mee overeenkomstig § 2 van dit artikel. § 3. Indien het kandidaat-gezin om uitzonderlijke, ernstige en relevante redenen, waarvan het de aard en de gevolgen ervan op de vereisten van de procedure in detail moet verantwoorden aan de hand van alle nuttige bewijsstukken, niet aan alle vereisten kan voldoen binnen de termijn die het krachtens § 2 werd opgelegd, kan BRUGEL bij een met redenen omklede beslissing de aanvraag evenwel voorlopig ontvankelijk verklaren. In voorkomend geval is BRUGEL gemachtigd om deze ontvankelijkheid te koppelen aan de overlegging, binnen een termijn die ze in haar beslissing zal vermelden, van de ontbrekende elementen, formaliteiten, stukken of bewijsstukken die ze nader zal preciseren. Op verzoek van de aanvrager, ingediend vóór de aldus meegedeelde termijn is verstreken, kan BRUGEL, zolang de uitzonderlijk, ernstig en relevant geachte redenen bestaan en op overlegging door de aanvrager van de bewijsstukken van zijn verzoek, deze termijn verlengen bij een met redenen omklede beslissing. § 4. Indien de aanvraag gegrond werd verklaard ten gevolge van een voorlopige beslissing van ontvankelijkheid en de beschermde afnemer niet binnen de toegestane termijn voldoet aan alle voorwaarden die hem door deze beslissing worden opgelegd, wordt de beslissing tot toelating van de afnemer tot het beschermingssysteem van rechtswege ongeldig. De kennisgeving van de beslissing van intrekking gebeurt onder dezelfde voor156
waarden en volgens dezelfde modaliteiten als bepaald bij § 2 van dit artikel. § 5. Op de zetel van BRUGEL wordt een chronologisch register bijgehouden van alle beslissingen die worden genomen ....
Art. 10. § 1. Brugel duidt de leden van haar personeel aan, die gemachtigd zijn om het statuut van beschermde afnemer in haar naam toe te kennen. De beslissing tot toekenning of weigering van het statuut van beschermde afnemer wordt binnen de termijn van vijftien dagen door Brugel zowel betekend aan de aanvrager, als aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager wordt verwezen in zijn formulier van kandidaatstelling. De betekening van de beslissing aan de kandidaat gebeurt per aangetekend schrijven. De betekening aan de commerciële leverancier en de noodleverancier gebeurt via de meest geschikte technische middelen. Geen enkele aanvraag mag worden verworpen, wanneer het kandidaat-gezin het bewijs levert, dat het achterstallige betalingen aan zijn commerciële leverancier heeft openstaan en dat het voldoet aan alle vereisten, voorzien in dit besluit. Het uitblijven van een beslissing binnen de voornoemde termijn staat niet gelijk met een beslissing tot toekenning. § 2. Elke beslissing tot weigering wordt met redenen omkleed en is vergezeld van een document dat de afnemer inlicht over de modaliteiten van hoger beroep. § 3. Indien de aanvraag gegrond werd verklaard ten gevolge van een voorlopige beslissing van ontvankelijkheid en de beschermde afnemer niet binnen de toegestane termijn voldoet aan alle voorwaarden die hem door deze beslissing worden opgelegd, wordt de beslissing tot toelating van de afnemer tot het beschermingssysteem van rechtswege ongeldig. De beschermde afnemer wordt hiervan dadelijk op de hoogte gebracht per gecertificeerd of aangetekend schrijven en de informatie wordt doorgespeeld aan de commerciële leverancier, de noodleverancier en de diensten waarnaar door de aanvrager in zijn formulier van kandidaatstelling wordt verwezen. § 4. Op de zetel van BRUGEL wordt een chronologisch register bijgehouden van alle beslissingen die worden genomen inzake de toelaatbaarheid tot het beschermingssysteem.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 157 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007
Art. 11. BRUGEL kan het kandidaat-gezin op elk moment vragen om alle inlichtingen te verstrekken die nuttig zijn voor de beoordeling van de gegrondheid van de ingediende aanvraag. De vraag om inlichtingen wordt geformuleerd per gecertificeerd of aangetekend schrijven. Ze preciseert dat het kandidaatgezin beschikt over een termijn van één maand om er gevolg aan te geven. Deze termijn gaat in op de derde werkdag die volgt op de datum van neerlegging van het vermelde schrijven bij de postoperator. Indien geen antwoord wordt ontvangen binnen de toegestane termijn, wordt de aanvraag van rechtswege beschouwd als zijnde ongegrond.
Art. 12. § 1. Wanneer hij antwoordt op het verzoek om zijn dossier te vervolledigen of om bijkomende inlichtingen te verstrekken, of wanneer hij vraagt de termijn te hernieuwen bij een beslissing tot voorlopige ontvankelijkheid, kan de aanvrager de wens uitdrukken te worden gehoord door BRUGEL. § 2. Wanneer de aanvrager vraagt om te worden gehoord door Brugel, wordt hij uitgenodigd om zich aan te bieden op haar kantoor, eventueel bijgestaan of vertegenwoordigd door een raadsman van zijn keuze. In beginsel wordt een eenmalig uitstel toegelaten. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden die moeten worden beoordeeld door de Voorzitter op de zitting, wordt er vervolgens uitspraak gedaan, zelfs al verschijnt noch de aanvrager, noch zijn eventuele raadsman.
Art. 13. Door de indiening van de aanvraag machtigt elk lid van het kandidaat-gezin BRUGEL zonder voorbehoud om zich door elke Administratie, met inbegrip van de belastingsadministratie, door elke openbare dienst of openbare dienstverlener alle inlichtingen te doen overleggen die nodig, nuttig of relevant zijn voor het onderzoek van de gegrondheid van de aanvraag van het statuut van beschermde afnemer in het licht van dit besluit en van de gas- en elektriciteitsordonnantie. Art. 14. Elke aanvraag van het statuut van beschermde afnemer ter ondersteuning waarvan documenten of verklaringen worden overgelegd die onjuist blijken te zijn, wordt ambtshalve ongegrond verklaard.
HOOFDSTUK 5
SLOTBEPALINGEN Art. 15. Wanneer een aanvraag ongegrond werd verklaard, kan geen enkele nieuwe aanvraag die betrekking heeft op hetzelfde voorwerp worden ingediend binnen een termijn van zes maanden na de kennisgeving van de beslissing van ongegrondheid. Deze beperking zal worden opgeheven indien, tijdens deze periode, nieuwe elementen opduiken die niets te maken hebben met de verantwoordelijkheid, de nalatigheid of de tekortkomingen van alle leden van het kandidaat-gezin.
Art. 16. § 1. Het statuut van beschermde afnemer kan op elk moment worden ingetrokken bij een met redenen omklede beslissing van BRUGEL indien blijkt dat het werd verkregen door fraude, valse verklaringen of valse documenten. § 2. Wanneer BRUGEL kennis heeft van dergelijke feiten, brengt ze de beschermde afnemer hiervan op de hoogte aan de hand van een waarschuwing die per gecertificeerde of per aangetekende brief wordt verstuurd, waarin ze de feiten vermeldt waarop ze zich baseert en waarbij ze de afnemer, minstens één maand vooraf, de datum meedeelt waarop ze uitspraak zal doen over de eventuele intrekking van het statuut. De waarschuwing maakt melding van het recht van de afnemer om te worden gehoord. De gecertificeerde of aangetekende brief wordt van kracht op de derde werkdag die volgt op de datum van neerlegging ervan bij de postoperator. De beschermde afnemer die wenst te worden gehoord, moet dit aanvragen per gecertificeerd of per aangetekend schrijven binnen de vijftien dagen na deze waarschuwing. Hij kan bij deze gelegenheid de wens uitdrukken om zich te laten bijstaan of te laten vertegenwoordigen door een raadsman van zijn keuze. In beginsel zal een éénmalig uitstel worden toegelaten. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden die moeten worden beoordeeld door de Voorzitter op de zitting, zal er vervolgens uitspraak worden gedaan, zelfs al verschijnt noch de beschermde afnemer, noch zijn eventuele raadsman. § 3. BRUGEL omkleedt haar beslissing met redenen en betekent deze per gecertificeerd of per aangetekend schrijven aan de
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
157
PLTHEENBXNL.book Page 158 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 4 oktober 2007 aanvrager en per gewone post aan zijn eventuele raadsman. Elke beslissing tot intrekking van het statuut van beschermde afnemer wordt bovendien meegedeeld aan de noodleverancier, aan de leverancier met wie de beschermde afnemer contractueel verbonden is, aan het OCMW van zijn woonplaats en aan de griffie van het Vredegerecht dat territoriaal bevoegd is.
Art. 17. § 1. De in de artikelen 9 tot 11 voorziene termijnen die aanvangen en verstrijken tussen 15 juli en 31 augustus, worden ambtshalve verlengd tot 15 september of tot de eerste werkdag die er op volgt.
158
§ 2. De in de artikelen 9 tot 11 voorziene termijnen worden geschorst tijdens de schoolvakanties van de Kerst- of de Paasvakantie.
Art. 18. Zonder afbreuk aan de eventuele intrekking van het statuut van beschermde afnemer, zal elke valse verklaring die bewust wordt gedaan teneinde van dit statuut te kunnen genieten, worden bestraft met een boete waarvan het bedrag zal variëren tussen 125 euro en 495 euro maximum in functie van de ernst van het bedrieglijke opzet. Art. 19. De Minister die bevoegd is voor Énergie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 159 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende gas en haar uitvoeringsbesluiten B. Br. Hoofdst. Reg. 6 juli 2006
6 juli 2006. – B. Br. Hoofdst. Reg. bepalende de datum waarop de huishoudelijke afnemers in aanmerking komen inzake gas (B.S., 21 augustus 2006) Art. 1. Iedere huishoudelijke afnemer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komt in aanmerking vanaf 1 januari 2007. Art. 2. De Minister die bevoegd is voor Energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
159
PLTHEENBXNL.book Page 160 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Ordonnantie van 21 december 2006 Ord. Br. Hoofdst. R. 21 december 2006
ORDONNANTIE VAN 21 DECEMBER 2006 Ord. Br. Hoofdst. R. 21 december 2006 – sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteits- en gasmarkten, samenwerkingsakkoord, instemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
160
21 december 2006. – Ord. Br. Hoofdst. R. houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteitsen gasmarkten, ondertekend te Brussel op 21 september 2006 (B.S., 11 januari 2007) Art. 1. Deze ordonnantie regelt een materie als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2. Er wordt ingestemd met het Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteits- en gasmarkten, ondertekend te Brussel op 21 september 2006, met dien verstande dat, zoals de Raad van State opmerkt, het niet aangewezen is om de opdrachten van de O.C.M.W.’s te financieren via de techniek van de oproep tot projecten.
Art. 3. Deze ordonnantie treedt in werking vanaf de datum van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
160
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 161 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Samenwerkingsakkoord Samenwerkingsakkoord 21 september 2006
SAMENWERKINGSAKKOORD Samenwerkingsakkoord 21 september 2006 – Sociale bijstand aan gezinnen in het kader van de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
161
21 september 2006. – Samenwerkingsakkoord betreffende de sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteits- en gasmarkten, ondertekend te Brussel op 21 september 2006 (B.S., 9 januari 2007) Art. 1. Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder: a) “Contracterende partijen”: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie; b) “Ordonnantie”: Ordonnantie van (...) tot wijziging van de ordonnanties van 19 juli 2001 en van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot opheffing van de ordonnantie van 11 juli 1991 met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit en de ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik; c) “Sociaal fonds voor energiebegeleiding”: het fonds bestemd om de verplichtingen van openbare dienst betreffende de levering van elektriciteit en gas te financieren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 2. Met inachtneming van hun respectievelijke bevoegdheden, verbinden de Contracterende partijen zich ertoe overleg te plegen om hun politiek inzake de sociale bescherming in het kader van de minimale levering van elektriciteit en gas te harmoniseren.
Art. 3. In het kader van de doelstelling bedoeld in artikel 2, erkent de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie met het oog op de uitoefening van de opdrachten bedoeld in dit akkoord de O.C.M.W.’s.
Art. 4. De krachtens artikel 3 erkende O.C.M.W.’s oefenen de volgende opdrachten uit: – aannemen van de driejaarlijkse programma’s houdende sociale energiebegeleiding;
– geïnformeerd worden over de naam van de gezinnen die in gebreke gesteld werden door de leverancier voor het betalen van hun elektriciteitsfacturen en van het voornemen van de leverancier om een begrenzer te plaatsen; – geïnformeerd worden over de naam van de gezinnen waarvoor een begrenzer werd geplaatst; – geïnformeerd worden over de naam van de gezinnen die in gebrek blijven hun gasfactuur te betalen; – gewaarschuwd worden door de noodleverancier over de gezinnen die een aanvraag indien voor bescherming; – een maatschappelijk onderzoek uitvoeren bij het gezin wier naam werd overgemaakt door de leverancier met het oog op het vinden van een oplossing voor de ondervonden betalingsmoeilijkheden; – overleg plegen met de leveranciers in verband met de begeleidingsmaatregelen of aanzuiveringsplannen; – het uitwerken, eventueel in samen werking met een schuldbemiddelingsdienst, van een redelijk aanzuiveringsplan en de aanneming van begeleidingsmaatregelen tussen het gezin en de leverancier; – het gezin begeleiden tot het einde van het aanzuiveringsplan; – geïnformeerd worden betreffende de aanvragen tot ontbinding ingediend bij de vrederechter; – de elektriciteitsleveranciers gelasten het initiële vermogen van het gezin te herstellen, met een bovengrens van 4 600 watt, wanneer de sociale situatie en de samenstelling van het gezin dit rechtvaardigen. Echter, wanneer het gezin niet beschermd is, mag deze maatregel de zes maanden niet overschrijden;
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
161
PLTHEENBXNL.book Page 162 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Samenwerkingsakkoord Samenwerkingsakkoord 21 september 2006 – het statuut van “beschermd afnemer” toekennen wanneer het aanzuiveringsplan niet wordt gerespecteerd. In dit geval, moet(en) het (de) O.C.M.W.(s) de distributienetbeheerder informeren die een noodlevering garandeert; – sociale bijstand toekennen aan een beschermde afnemer die in gebreke blijft te betalen; – geïnformeerd worden door de noodleverancier van de naam en het adres van de gezinnen die in gebreke blijven hun elektriciteits– of gasfacturen te betalen na de ingebrekestelling; – de noodleverancier een tijdelijke levering opleggen wanneer het contract werd ontbonden en de menselijke waardigheid is aangetast.
Art. 5. Een deel van “Sociaal fonds voor energiebegeleiding” is bestemd voor de financiering van de opdrachten bedoeld in artikel 3. De sleutelverdeling is bepaald door de ordonnantie. Overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie, wordt deze financiering toegekend volgens een oproep tot indiening van projecten die minstens bevat: 1° een driejaarlijkse beschrijving van de getroffen maatregelen voor sociale energiebegeleiding en bijstand of van de onderhandelde aanzuiveringsplannen en de resultaten die werden bereikt door de O.C.M.W.’s of de leveranciers; 2° de financieringsmodaliteiten;
162
3° het formulier voor aanvraag van erkenning; 4° de datum die is vastgelegd voor de afsluiting van de kandidaatstelling. De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bevoegd voor het vaststellen van de procedure tot oproep van projecten.
Art. 6. Dit samenwerkingsakkoord is gesloten voor onbepaalde duur. Het kan worden ontbonden op verzoek van één van de Contracterende Partijen, na de andere partij de gelegenheid te hebben gelaten haar opmerkingen te laten kennen binnen een termijn van drie maanden. De Contracterende Partijen verbinden zich er toe de uitvoering en de gevolgen van het samenwerkingsakkoord periodiek te evalueren, een debat te houden en een verslag hieromtrent op te stellen, dat om de twee jaar zal worden overgemaakt aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Op basis van deze periodieke evaluatie kunnen de Contracterende Partijen beslissen dit akkoord aan te passen.
Art. 7. De bepalingen van dit samenwerkingsakkoord kunnen worden herzien op verzoek van elke Contracterende Partij, op basis van artikel 6 ten einde de opdrachten te herzien en desgevallend te wijzigen.
Art. 8. Dit akkoord treedt in werking de dag dat de ordonnanties houdende de instemming van dit akkoord zijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
PLTHEENBXNL.book Page 163 Thursday, January 9, 2014 2:16 PM
Samenwerkingsakkoord Vrederechter
VREDERECHTER Kanton 1ste kanton Anderlecht 2de kanton Anderlecht Kanton Asse Kanton Oudergem 1ste kanton Brussel 2de kanton Brussel
Adres
Verzetsplein, 3 Verzetsplein, 3 Gemeenteplein, 27 Straatweg op Waver, 1789/19 Poelaertplein, 3 Poelaertplein, 3 (1ste verdieping) Allardstraat, 40 3de kanton Brussel 4de kanton Brussel Allardstraat, 40 5de kanton Brussel Fransmanstraat, 89 Heembeeksestraat, 2 6de kanton Brussel Kanton Etterbeek Vijverstraat, 4 Kanton Vorst Alsembergsesteenweg, 296 Kanton Grimbergen Lierbaan, 20 Kanton Halle Zuster Bernardastraat, 32 Kanton Herne-Sint-Pieters-Leeuw Herne Steenweg naar Edingen, 6 Sint-Pieters-Leeuw Villalaan, 1
Telefoon 1070 Brussel 1070 Brussel 1730 Asse 1160 Brussel 1000 Brussel 1000 Brussel
02/521.55.99 02/521.46.00
1000 Brussel 1000 Brussel 1020 Brussel 1020 Brussel 1040 Brussel 1190 Brussel 1850 Grimbergen 1500 Halle
02/506.42.20 02/506.42.10 02/426.28.03 02/243.13.00 02/627.08.60 02/347.13.60 02/263.77.20 02/356.56.32
1540 Herne 1601 Sint-PietersLeeuw Kanton Elsene Alphonse De Wittestraat, 28 1050 Brussel Kanton Jette Kardinaal Mercierplein, 11 1090 Brussel Kanton Lennik Alfred Algoetstraat, 31 1750 Lennik Kanton Meise Gemeenteplein 15 1861 Wolvertem Kanton Sint-Jans-Mo- Waterpasstraat, 7 1080 Brussel lenbeek (2de verdieping) Kanton Overijse-ZaTerhulpensesteenweg 18 3090 Overijse ventem (1ste verdieping) Kanton Sint-Gillis Sint-Gillis Voorplein, 1 1060 Brussel Kanton Sint-Joost-ten- Middaglijnstraat, 29 1030 Brussel Node 1ste kanton SchaarKoningsstraat, 271-273 1030 Brussel beek 2de kanton SchaarKoningsstraat, 271-273 1030 Brussel beek Kanton Ukkel Sint-Pietervoorplein, 26 1180 Ukkel Kanton Vilvoorde Bolwerkstraat, 25 1800 Vilvoorde Kanton Sint-PietersGrootveldlaan, 147 1150 Brussel Woluwe
02/396.21.99 02/333.82.20
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
02/672.87.58 02/508.65.41 02/508.63.10
02/648.08.02 02/425.53.15 02/532.42.24 02/272.06.40 02/411.57.90 02/687.81.98 02/537.95.49 02/217.35.25 02/215.11.28 02/215.11.74 02/344.42.93 02/251.03.71 02/762.00.16
163
t1rubric03-NODE_1039465.fm Page 164 Monday, January 13, 2014 4:12 PM
Contacten
CONTACTEN Instellingen
Functies
BRUSIM BRUGEL
Simulator Regulatie Klachten Toekening van het statuut van beschermde afnemer Premies Groene lening Opleidingen REG
Gegevens
www.brusim.be www.brugel.be 0800/ 97 198 Kunstlaan 46/14 1000 Brussel Leefmilieu Brussel www.leefmilieubrussel.be 02/775 75 75 02/775 76 21 (Fax) Gulledelle 100 1200 Brussel Raad van Gebruikers Adviesraad van de Brusselse www.raadvangebruikers.be Hoofdstedelijke Regering Infor GasElek Advies en begeleiding www.inforgaselek.be Aanbiendingen vergelijking 02/209 21 90 Juridische informatie Haachtsesteenweg 51 1210 Brussel Energiehuis Advies en begeleiding www.maisonenergiehuis.be - Centrum Opening in 2014 Energiehuis - Zuid Advies en begeleiding www.maisonenergiehuis.be 02/563 40 05
[email protected] Van Volxemlaan 387 bte 1 1190 Brussel Energiehuis Advies en begeleiding www.maisonenergiehuis.be - Montgomery 02/563 40 06
[email protected] Sint-Lambrechts-Woluwelaan 35 1200 Brussel Energiehuis Advies en begeleiding www.maisonenergiehuis.be - Noord 02/563 40 01
[email protected] Koninginneplein 6 1030 Brussel Energiehuis - West Advies en begeleiding www.maisonenergiehuis.be 02/563 40 03
[email protected] Léon Theodorstraat 151 1090 Brussel Energiehuis Advies en begeleiding www.maisonenergiehuis.be - Zonieen 02/563 40 04
[email protected] André Payfa-Fosseprezplein 13 1170 Brussel 164
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
t1rubric03-NODE_1039465.fm Page 165 Monday, January 13, 2014 4:12 PM
Vrederechter
Instellingen
Functies
Gegevens
Federale Ombuds- Klachten dienst voor Energie
Sibelga - Gasreuk Sibelga - Elektriciteitsstoringen Sibelga - Service clientèle
www.ombudsmanenergie.be 02/211 10 60 02/211 10 69 (Fax)
[email protected] Koningsstraat, 47 1000 Brussel 0800/19 400 02/274 40 66
Klantendienst
Sibelga - Klachten- Klachten dienst
SocialEnergie
Inlichtingen voor de maatschappelijk werkers
www.sibelga.be 02/549 41 00
[email protected] Visverkopersstraat 13 1000 Brussel www.sibelga.be 02/549 43 34 (Fax)
[email protected] PB 1340 1000 Brussel Brouckère www.socialenergie.be
OPENBARE CENTRA VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn Anderlecht
Ouderghem
Sint-Agatha-Berchem
Stad Brussel
www.anderlecht.be/ocmw 02 529 41 20 02 529 41 22 (Fax)
[email protected] Vander Bruggenlaan 62 - 64 1070 Brussel 02/679 94 10 02/679 94 61 (Fax) Paepedellelaan 87 1160 Brussel www.ocmwberchem.irisnet.be 02/482 13 27 Koning Albertlaan 88 1082 Brussel www.ocmwbru.irisnet.be 02/543 61 11 Hoogstraat 296 1000 Brussel
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
165
t1rubric03-NODE_1039465.fm Page 166 Monday, January 13, 2014 4:12 PM
OCMW - Adres
Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn Etterbeek
Evere
Vorst
Ganshoren
Ixelles
Jette
Koekelberg
Molenbeek
Sint-Gillis
166
www.ocmw-etterbeek.irisnet.be 02/627.22.57 kazernenlaan 29 1040 Brussel 02/247 65 65 Hoedemaekersquare 11 1140 Brussel www.ocmwvorst.irisnet.be 02 349 63 00
[email protected] J.B. Vanpéstraat 50 1190 Brussel www.ganshoren.be/cpas-nl 02/422 57 57 02/420 56 22 (Fax)
[email protected] Hervormingslaan 63 1083 Brussel www.ocmwelsene.irisnet.be 02/641 54 59 02/641 54 74 Jean Paquotstraat 63b 1050 Brussel 02/422.46.11
[email protected] Sint-Pieterskerkstraat 47 1090 Brussel 02/412 16 52 02/412 16 85 (Fax) F. Delcoignestraat 39 1081 Brussel www.ocmw-molenbeek.be 02/412 53 11
[email protected] Alphonse Vandenpeereboomstraat 14 1080 Brussel www.ocmw1060.be 02/600 54 11 02/600 54 19 Fernand Bernierstraat 40 1060 Brussel
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
t1rubric03-NODE_1039465.fm Page 167 Monday, January 13, 2014 4:12 PM
Vrederechter
Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn Sint-Joost-ten-Node
Schaarbeek
Ukkel
Watermaal- Bosvoorde
Sint-Lambrechts Woluwe
Sint-Pieters-Woluwe
www.ocmw-sintjoost.irisnet.be 02/220 29 71 02/220 29 99 (Fax) Verbiststraat 88 1210 Brussel 02/240 30 80 02/240 35 57 (Fax) Paleizenstraat 100 1030 Brussel www.cpasuccle.be/nl 02/370 75 11 Alsembergsesteenweg 860 1180 Brussel 02/663 08 00 Weigéliasdreef 8 1170 Brussel www.ocmw1200.be 02/777 75 11 Karrestraat 27 1200 Brussel www.cpas-ocmw1150.be 02 /73 59 00 02/773 59 10 (Fax) Shetlanderdreef 15 1150 Brussel
Energiecode voor het Brussels Gewest (1 januari 2014) – © Larcier
167