Nr. 77 / januari 2013
Meer kostenbewustzijn over de hele linie / p.4
Rini maakt al veertig jaar haar eigen baan / p.7 Eric Luijten: “Duurzaamheid wint terrein” / p.14
2 ZigZag 77 januari 2013
Van de redactie 2012 zit er op. Het was een enerverend jaar waarin we als roc veel te verstouwen hadden. Vooral op financieel gebied moesten we ingrijpende keuzes maken die nogal wat consequenties hadden, persoonlijk en materieel. “De reorganisatie was noodzakelijk om te overleven,” zegt Loes Broekhof, directeur Control in deze ZZ. “Iedereen heeft het gevoeld en zich er in gevoegd. De hele organisatie verdient een compliment.” Uiteindelijk is het gelukt om ‘in control’ te komen. Maar daarmee zijn we nog niet klaar. Het actieplan mbo komt op ons af. “Met minder bekostiging moeten we significant meer doen. Als we ons niet anders organiseren, gaan de kosten weer stijgen. We moeten dus strategisch vooruit kijken en tijdig anticiperen, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs.” In die context wenst de ZZ-redactie alle collega’s
een vitaal, succesvol, productief, collegiaal én kostenbewust 2013
3 ZigZag 77 januari 2013
Interview
Steunpunt Studie & Handicap
p.4
p.8
Loes Broekhof, directeur Control:
Zienswijze
p.10
Marleen Deuss:
“Net toen we weer ‘in
Iris Mooi:
“Daadwerkelijk
control’ waren, zette
“Er bestaan
contact met
de Volkskrant ons neer
vooroordelen.
het bedrijfsleven is
als een van de slechtst
Autisme en opleiding
dé succesfactor.”
presterende roc’s.
zouden niet kunnen
Dat steekt.”
samengaan! Zo zwart-wit is het natuurlijk nooit.”
Social media
ZoDoende
p.12
Ze zijn overal om ons heen. De social media. Niet meer weg te denken uit het maatschappelijk gebeuren. Facebook, Twitter, Blogs, Linkedin. Horen ze ook thuis in het onderwijs?
p.16
Amke Hiemstra:
Portret van het team
p.18
Netwerkschool, Boxmeer: “In de Testwinkel helpen we rocstudenten die vastlopen met hun studie én mensen van
“Als team zijn wij vijftig weken voor het onderwijs beschikbaar.”
buiten het roc die vragen hebben over leren en werken.”
En verder...
Colofon
Cartoon van Sacha Goedegebure
p.3
Drieluik van Roxy, Max en Wil: Tevreden over PW?
p.6
Reportage: Duurzaamheid wint terrein
p.8
Column van Ester Scholten: Beste Sinterklaas
p.11
AanZet: Ontwerpen leuker dan verkopen Korte berichten in ZAP
p.17 p.20
Het CvB ontmoet… Trudie Wolf en Ina van Leeuwen
p.22
Een (werk)dag uit het leven van Jack Louvet
p.24
ZIGZAG 77, januari 2013 Personeelsblad van ROC Nijmegen Redactie: Ellis Andriessen (hoofdredactie) Fons van Woerden, Nico Kroon Aan dit nummerwerkten mee: Ester Scholten, Fabian van Aarle, Lisette Hoes, Margriet Windt, Rigoni de Abreu, Rik Rodenburg, Yolanda Kluen, Yvonne Slenders Fotografie: Joep Janssen, Joop de Kleijn, Peter Schirk, Fons van Woerden Cartoon: Sacha Goedegebure Vormgeving/Drukwerk: Grafische Werkplaats ROC Nijmegen, i.s.m. Fabrique, Delft Redactie-adres: Postbus 6560, 6503 GB Nijmegen Telefoon 06 – 1996 3315 e-mail:
[email protected] Voorpagina: Duurzaamheid. Foto: Joop de Kleijn
4 ZigZag 77 januari 2013
Loes Broekhof, directeur Control
Meer kostenbewustzijn over de hele linie 2012 was voor het hele roc een enerverend jaar, zeker ook financieel gezien. Toen de situatie weer ‘in control’ was, zette de Volkskrant ons neer als een van de slechtst presterende roc’s. “Dat steekt”, zegt Loes Broekhof, directeur Control. “Je hebt het net voor elkaar en dan gebeurt dit. Dat voelt heel oneerlijk aan. Het doet goed dat we de Volkskrant hebben kunnen bewegen te rectificeren.”
foto: jj
Het was een hectische tijd voor jou? “Toen ik hier anderhalf jaar geleden kwam, maakte ik door persoonlijke omstandigheden (mijn vader overleed) een rommelige start. Ik had weinig tijd om me in te werken, maar zag snel dat er veel moest gebeuren. De financiële problematiek was niet onbekend, maar ik ben wel de katalysator geweest in het naar voren brengen van de urgentie. De eerste maanden heb ik daar veel over gecommuniceerd, op alle niveaus.” Spannend? “Ik had natuurlijk geen referentiekader, ik kende deze organisatie nog niet zo goed. Bovendien kwam ik niet terecht in een geoliede machine. Ik voelde me in één keer heel verantwoordelijk.
5 ZigZag 77 januari 2013
Ik moest iets doen wat grote consequenties had. Dat was niet gemakkelijk. Je weet dat je de wereld van veel mensen overhoop gaat gooien.”
Verscherpt toezicht
Wat waren voor jou de topics, het afgelopen jaar? “Je constateert met elkaar dat het echt problematisch wordt als je de financiën niet op orde krijgt. Daar ga je acties op zetten en uitvoeren. Je bent voortdurend aan het monitoren of mensen doen wat is afgesproken. Daaraan heb ik moeten bouwen. Tegelijk werk je continu aan kostenbewustzijn. Mensen moeten begrijpen waarom de acties nodig zijn.” We kregen verscherpt toezicht? “Ja, begin 2012 werd we benaderd door de onderwijsinspectie. Ze wilden met ons praten naar aanleiding van de analyse van het financieel jaarverslag van 2010. Twee van de drie ratio’s waren al jarenlang niet op orde (solvabiliteit wel, liquiditeit en rentabiliteit niet). We moesten vertellen dat dat in 2011 niet anders was, maar dat we inmiddels verbeterplannen hadden gemaakt. De inspectie had wel vertrouwen in die plannen, maar kon niets anders doen dan ons onder verscherpt toezicht plaatsen. We hebben toen twee afspraken gemaakt. De reorganisatie moest slagen (de personele lasten moesten aantoonbaar omlaag) én we moesten de lange termijn financiering veilig stellen. Dat is uiteindelijk gelukt. Eind oktober is het verscherpt toezicht opgeheven.”
Kostenbewustzijn
Daar hebben we veel voor moeten doen… “De reorganisatie was natuurlijk een zwaar proces. We hebben veel met de inspectie gecommuniceerd. Ze kregen continu tussentijdse rapportages over de voortgang van de reorganisatie en over de aanpak van de financiering. We zijn in gesprek gegaan met de banken en hebben nu een langer lopende financiering geregeld die niet op korte termijn opgezegd kan worden. De cashflow ( het saldo
van de geldstroom die binnenkomt en uitgaat) was een tijd negatief. Nu die weer positief is, kunnen we leningen aflossen.”
Je bent voortdurend aan het monitoren of mensen doen wat is afgesproken Hoe komt dat? “We maken minder kosten en investeren minder. Bovendien hebben we dit jaar twee panden verkocht. Heel belangrijk is dat er nu over de hele linie een groter kostenbewustzijn is. We geven minder uit. ICT heeft bijvoorbeeld bewust het aantal licenties teruggebracht. Elke licentie betekent immers licentiekosten en mensen om de licenties in de lucht houden. We zijn ook teruggegaan in huisvesting. Minder panden betekent minder kosten. Een bewuste keuze was ook de Musical Academie over te brengen naar Arnhem, waar de opleiding meer thuis hoort. Maar ook in het klein werkt het kostenbewustzijn door. Als DO (directeurenoverleg, red.) geven we het goede voorbeeld door gesmeerde boterhammetjes mee te nemen, in plaats van broodjes te bestellen.”
Meer met minder
Je ziet een verandering in financieel gedrag? “Financiën was nooit een issue, er was altijd genoeg geld. In dat opzicht was de organisatie ‘onbewust onbekwaam’, zoals dat heet. Het is absoluut niet zo dat mensen niet kunnen of willen. Bewustzijn begint bij de top. Ik heb dan ook veelvuldig met CvB, DO, MT’s en OR gesproken. Niet alleen om problemen op te werpen, maar vooral om over concrete oplossingen te praten. We hielden ook de benchmark mbo goed in de gaten. Dat was het richtsnoer om het thema tussen de oren te krijgen.”
Geld was het thema in het DO? “Ja, ik had vaak érg veel punten op de agenda staan.” Wat staat ons de komende jaren nog te wachten? “Het actieplan mbo komt op ons af. Met minder bekostiging moeten we significant meer doen. Als we ons niet anders gaan organiseren, gaan de kosten met 15% stijgen. We moeten dus strategisch vooruit kijken, tijdig anticiperen om niet ad hoc aan de noodrem te hoeven trekken. 2013 wordt een soort voorsorteerjaar. Welke maatregelen kunnen in de toekomst financiële ruimte bieden? Wat kunnen we slimmer doen, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs?”
Compliment
Hoe kijk je terug naar 2012? “De reorganisatie was noodzakelijk om te overleven. Dat hebben we met elkaar voor elkaar gekregen. Iedereen heeft het gevoeld en zich er in gevoegd. De hele organisatie verdient een compliment.” Jij ook? “Ik ben onderdeel van de organisatie. Ik vind dat ik mijn rol goed heb gepakt. Ik heb de organisatie een kant opgeleid om te voorkomen dat het een drama zou worden. En dat is gelukt.” (Ellis Andriessen)
Solvabiliteit Eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen. Geeft aan hoeveel van je bezittingen zijn betaald met eigen geld. Rentabiliteit Resultaat gedeeld door omzet, de winstgevendheid. Geeft aan of je je activiteiten kunt bekostigen zonder je spaargeld aan te spreken. Liquiditeit Vlottende activa gedeeld door vlottende passiva. Geeft aan of je op korte termijn voldoende euro’s vrij kunt maken om aan je korte termijnverplichtingen te voldoen.
6 ZigZag 77 januari 2013
Drieluik – Opleiding Pedagogisch Werker
Tevreden over PW? Roxy Laura de Bruin student opleiding PW ( bol 4)
Ik wil naar topniveau “In maart 2012 is de studentenraad in het leven geroepen. Wij hebben ons vol enthousiasme op het werk gestort. Inmiddels hebben wij beslissingen genomen over de Onderwijs Gerelateerde Kosten (OGK) en de verhuizing van de NMA. De studentenraad is nu bijna uit de opstartfase. Zelf wil ik mij inzetten voor de studenten en beter onderwijs. Vooral de aansluiting van de theorie en de praktijk moet beter worden. Als penningmeester houd ik mij bezig met het budget en ik geef advies over verschillende zaken. De studentenraad komt elke week samen. Graag wil ik zien dat studenten zich bij ons melden. Wij kunnen hen dan helpen. Daarnaast kunnen wij advies geven over bepaalde zaken en dit bij de juiste mensen neerleggen. Er vindt altijd controle plaats. In maart 2013 zijn er weer verkiezingen. Ik ga mij weer beschikbaar stellen en hoop dat ik mij dan kan blijven inzetten voor de studenten. De opleiding vind ik leuk.
Max Ik mis wel het werken op eigen niveau, want ik moet veel wachten om een project af te ronden. Bij rekenen bijvoorbeeld, zit iedereen op een ander niveau. Er zou meer aanbod ontwikkeld moeten worden voor voorlopers zodat de kwaliteit van de school omhoog gaat. Van mij mag er wel meer uitdaging in het aanbod zijn. We krijgen vakken zoals: drama, poppenspel voor kinderen, voorlezen, verzorging, psychologie, Nederlands, rekenen, en Engels natuurlijk. Belangrijk vind ik enthousiaste leraren, die geven op een leuke manier les. En een gemotiveerde klas, om maximaal te kunnen werken. Het project ‘beleidsplannen maken’ is interessant maar wel even doorbijten. Ik loop stage bij ‘Go for Kids’, een buitenschoolse, tussenschoolse en voorschoolse opvang. In de ochtend maak ik bijvoorbeeld thema-tafels voor de seizoenen, zoals de herfst. Bij de tussenschoolse opvang begeleid ik tussen de middag tweeëntwintig kinderen met het eten van de boterham en daarna lekker buiten spelen. En soms een activiteit. Ik word begeleid door een afgestudeerde student of iemand van niveau 3, maar zou het liefst door mijn direct leidinggevende begeleid willen worden. Meer tips, meer inhoud. Want ik wil wel een top niveau 4 worden. Later wil ik werken met kinderen tot 12 jaar. Of met ouderen, dat weet ik nog niet. Sowieso wil ik naar het hbo.” (Margriet Windt)
Rogée Verdellen pedagogisch medewerker Entréa
Goed gemotiveerde stagiaires “Wij hebben als jeugdzorgorganisatie Entréa stagiaires uit het tweede en derde leerjaar van de opleiding PW van ROC Nijmegen. Bij aanmelding van stagiaires kijken we uiteraard goed naar de motivatie. Ook letten we op de sollicitatiebrieven: kan hij of zij bondig formuleren en is de brief voldoende verzorgd. Dat zegt ook iets van de persoon. Voor het werken met onze doelgroep is het belangrijk dat je zelf goed in je vel zit. Je moet niet te gekunsteld zijn, daar prikken onze jongeren zo door heen. We letten bij de kennismaking dan ook op houding en bejegening. Tot nu toe hebben we in de behandelgroep waar ik werk goed gemotiveerde stagiaires gehad die zich positief opstellen in hun werk met onze jongeren. Een belangrijk leerpunt is bijvoorbeeld reflectie tonen op het eigen handelen, maar ook het schriftelijk rapporteren. Stagiaires krijgen immers te maken met verslaglegging, waarin ze de pedagogische aspecten beknopt moeten kunnen weergeven. We merken overigens wel dat er op het gebied van de schriftelijke taalvaardigheid nog wat te winnen valt. We gaan er vanuit dat stagiaires aan het eind van de stageperiode als pedagogisch medewerker inzetbaar kunnen zijn. Het is
7 ZigZag 77 januari 2013
Wil mooi om te zien hoe ze zich gedurende hun stage ontwikkelen. Ze hebben natuurlijk al bewust gekozen hebben voor dit werk maar voor de meesten is de omgang met onze populatie volkomen nieuw. Dat kan ook heel confronterend werken. De samenwerking met ROC Nijmegen verloopt prima al zie ik ook kansen om als organisaties elkaar nog meer aan te vullen. We zouden bijvoorbeeld uit het werkveld vaker praktijklessen kunnen verzorgen. Het is voor studenten heel aantrekkelijk om van echte casussen te leren. Het is jammer dat dergelijke samenwerking bemoeilijkt wordt door tijd, kosten of regelgeving. Met de aanwezigheid van stagiaires merken we dat we werk uit handen kunnen geven. Natuurlijk vraagt de stage in het begin wat tijdsinvestering maar dat verdient zich later terug. Tegelijkertijd zien we wat we wel en niet kunnen verwachten van de studenten die voor deze richting hebben gekozen. Zo zijn we elkaar uiteindelijk van dienst.” (Fons van Woerden)
Rini de Wit docent opleiding PW
Ik maak mijn eigen baan “Vraag je mij nu of ik een tevreden medewerker ben? Ik ben tevreden met mezelf als medewerker, mag dat ook? Ik vind dat werknemer-zijn zo ver weg klinkt. Ik ben misschien eigenlijk wel meer een ‘Roxy’! Aan een tevreden student kan ik me meer verbinden dan dat ik een voorbeeld van een ‘Wil’ zou zijn! Luister! Ik zit nu veertig jaar in het onderwijs en heb dus al veel organisaties gezien. Eigenlijk is het overal hetzelfde. Er zijn in elke organisatie mooie en minder mooie dingen te vinden, maar ik wil mijn energie niet verspillen aan mopperen op de organisatie. Als ik dat zou willen, dan zou ik wel in de OR gaan! In de afgelopen veertig jaar heb ik gezien dat je het alleen volhoudt wanneer je door de ogen van de leerlingen kijkt. Daar draait het toch om! De leerlingen hebben mij geleerd om negativiteit om te buigen naar iets positiefs. En dat kan ik goed. Hierin wil ik een voorbeeld zijn voor de leerlingen van nu, want ik merk wel
dat leerlingen het onderwijs tegenwoordig minder kunnen omarmen. Er is weinig experimenteerdrift meer. Dat wil ik graag bij hen doorbreken en daarbij ben ik zelf mijn enige instrument. Ook lijkt er in het arbeidsethos van medewerkers wel iets veranderd te zijn. Vroeger dacht je er niet aan om iets te weigeren. Tegenwoordig zie je dat veel meer gebeuren. Ik sta mezelf dat niet toe. Als je daaraan begint, dan ben je deuren aan het sluiten, dan beperk je jezelf. Daar wil ik geen last van hebben. Natuurlijk heb ik het ook wel eens moeilijk met achtentwintig leerlingen voor mijn neus, maar ik probeer het dan gewoon kleiner te maken dan het is. Je moet niet schromen om het aan te gaan. Eigenlijk is veertig jaar onderwijs heel simpel samen te vatten. Ik maak mijn eigen baan! Voor mij is de weg mijn doel. Het proces met leerlingen is het belangrijkst. Die einddoelen komen vanzelf wel, maar dan heb ik ondertussen wel een leuke dag gehad!” (Fabian van Aarle)
8 ZigZag 77 januari 2013
Steunpunt Studie & Handicap
Geel met een randje Als je jong bent, wil je het liefste gewoon meedoen met de rest. Je wilt geen uitzondering zijn! Maar wat als je een beperking hebt? Kun je dan wel mee in het reguliere onderwijs? Iris Mooi van het steunpunt Studie & Handicap maakt zich hard voor deze studenten.
Studie & Handicap is een samenwerkingsverband tussen ROC Nijmegen en het REA College, gespecialiseerd in het opleiden van jongeren met een handicap. Aanvankelijk kwam Studie & Handicap pas in beeld als er een leerling-gebonden financiering (rugzakje) was toegekend. Vooruitlopend op nieuw beleid, waarbij de zorgplicht meer naar de onderwijsinstelling wordt verplaatst, is er het een en ander veranderd. Studie en Handicap heeft bijvoorbeeld dit jaar alle verlengde intakes van studenten met een beperking uitgevoerd. Zo hebben we alle studenten met een beperking meteen in kaart. Dit is een grote stap vooruit!”
Studenten met een beperking moeten een plek krijgen Persoonlijke coaching
Studenten, die voor begeleiding van Studie & Handicap in aanmerking komen, hebben óf een lichamelijke (vaak zichtbare) beperking óf een gedragsstoornis zoals ADHD of autisme. In het profiel van Begeleiden op Maat (BOM) vallen ze in het gele
profiel. “Wij noemen hen daarom wel eens ‘geel met een randje’, omdat de problematiek van deze studenten nét iets verder gaat. Studie & Handicap biedt deze studenten persoonlijke coaching. In de toekomst gaan we ook coaching of training in groepen aanbieden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een cursus trajectplanner, want voor iemand met autisme kan dit erg ingewikkeld zijn!” Op dit moment geldt dit nog voor de studenten met een financiering voor de extra ondersteuning. Is er die niet, dan gaan we samen met de ouders opzoek naar mogelijkheden.”
9 ZigZag 77 januari 2013
Vooroordelen
“Er bestaan vaak vooroordelen over studenten met een beperking. Docenten geven aan dat autisme en de opleiding niet kunnen samengaan! Maar zo zwart-wit is het natuurlijk nooit! Een mooi voorbeeld is een student ict met een groot communicatieprobleem. Zijn docent gaf in eerste instantie aan dat dit niet ging werken, maar omdat deze student zeer vaardig was op het gebied van ict vonden zij elkaar. Ik zag de docent bijdraaien, meedenken en zoeken naar de mogelijkheden die er wel waren. Dan kom je dus ergens! Prachtig! Het belangrijkste is dat docenten samen met een student bekijken of het kan. Je hoeft het niet ten koste van alles proberen, maar ga er niet bij voorbaat vanuit dat het niet kan!”
Zichtbaarheid
“Het steunpunt Studie & Handicap staat nog voor een aantal uitdagingen. We moeten het team nu goed neerzetten. We zijn nog niet volledig. Daarnaast willen we werken aan zichtbaarheid binnen en buiten de school. We staan bijvoorbeeld wel op de open dagen, maar nog niet op de website. Ook de portal kan uitkomst bieden om de drempel voor docenten en studenten te verlagen. Daarnaast willen we de banden met externe organisaties zoals het UWV en het speciaal onderwijs versterken. Wij moeten in het gat springen. Er bestaat nu eenmaal geen ‘speciaal mbo’. Maar studenten met een beperking moeten wel een plek krijgen!” (Fabian van Aarle)
10 ZigZag 77 januari 2013
Zienswijze
Een goede relatie met het bedrijfsleven: dé succesfactor In Zienswijze komt steeds een interne ‘inspirator’ aan het woord. Deze keer Marleen Deuss, manager Bouw, Infra en Interieur (sector Techniek). Haar bol-4 team investeert enorm in persoonlijke relaties met de bedrijven.
“In samenwerken en afstemmen met het bedrijfsleven zijn twee dingen essentieel: goede persoonlijke relaties én flexibiliteit. In het contact met het bedrijfsleven ben je continu op zoek naar maatwerk. Dat kan soms botsen met de uniforme regelgeving van het roc. Zo werkt het roc met vier onderwijsperioden, maar is de schildersbranche gebaat bij school in de winter en bpv in de zomer. Die flexibiliteit hebben we niet zomaar. Dat wringt. Het roc moet gaan zien dat uniforme procedures (hoe begrijpelijk ook) belemmerend kunnen zijn in samenwerken met het bedrijfsleven.
We halen schuttingen neer
Optimaal aansluiten
Een ander voorbeeld: bedrijven zouden graag willen dat we samen met de HAN één ict-systeem voor bpv inrichten. Vanwege trajectplanner kan dat niet. Zo kom je dan in een spagaat. Als je wilt samenwerken met bedrijven en instellingen moet het accent liggen op maatwerk, op optimaal aansluiten bij de behoefte van het bedrijfsleven. We werken samen met veel bedrijfsculturen die niet altijd matchen met de cultuur van het roc. In mijn ideale situatie gaan we toe naar één
11 ZigZag 77 januari 2013
Column Ester Scholten werkorganisatie waar school en bedrijfsleven samen ontwikkelen en samen uitvoeren. Wederzijds leer je dan vanuit het gezichtspunt van de ander te kijken. Je haalt de schuttingen neer. In de samenwerking met schildersbedrijven (in de SchildersCool) zijn we al aardig op weg. We vormen met elkaar een opleidingsbedrijf waarin we samen de opleiding uitvoeren. We kijken ook goed wat er in de omgeving gebeurt. Op dit moment zie je grote ontwikkelingen in de bouw: Building Information Modelling (BIM). In nauwe samenwerking met het bedrijfsleven passen we ons curriculum aan. We zoeken strategische partners met wie we deze nieuwe studierichting vorm kunnen geven. En dan merk je dat directe, goede relaties ontzettend belangrijk zijn.
Persoonlijke relaties
Daadwerkelijk contact met het bedrijfsleven is dé succesfactor. Als je investeert in persoonlijke relaties, win je vertrouwen. Je begrijpt elkaar, je geeft en neemt, je doorbreekt de wij-zij cultuur. Mijn bol-4 team doet dat erg goed. Ondanks de recessie in de bouw is het aantal leerlingen gegroeid en hebben we alle studenten op stage. De docenten hebben heel veel contact met het bedrijfsleven: gastlessen, excursies, docentstages, meelopen met leerlingen, bedrijfsprojecten. Ze zijn goed op de hoogte van wat er in de praktijk speelt. Investeren in de relatie met het bedrijfsleven betaalt zich terug. We hebben elkaar hard nodig, het bedrijfsleven schreeuwt om mensen. Om een gelijkwaardige partner te zijn moet je natuurlijk wel vanuit eigen stevigheid opereren, met een goede visie op opleiden. Het roc zou dit proces naar partnerschap wel meer mogen faciliteren. Zo is het jammer dat de coördinatie van ‘Vrienden van Techniek’ is afgebroken. Dat is nu aan de teammanager en die heeft daar te weinig tijd voor.” (Ellis Andriessen)
foto’s: jj
Beste Sinterklaas Nijmegen, 1 januari 2013 Ik weet het, na 5 december dienen we u niet meer lastig te vallen. Laat het duidelijk zijn dat ik ook geen brief stuur om te klagen over mijn cadeaus. Nogmaals bedankt voor de sokken, overdosis aan chocolade en de speciale editie van Vijftig tinten grijs (vast een standaard cadeau aan de Nederlandse vrouw). Echter moet me toch iets van het hart. Geen van deze zaken stond op mijn verlanglijstje. Nou snap ik dat mijn lijstje dit jaar wat ongewoon was. U dacht vast dat ik ze niet allemaal meer op een rijtje had. Dat ik de begrotingsaanvraag van ROC Nijmegen in mijn schoen had gestopt. Niets is minder waar. Dit was echt mijn verlanglijstje. Sterker nog, misschien is dit wel het lijstje geweest waar de dingen op stonden waar ik dagelijks naar verlang. Lieve Sint, u kent me. Ik ben niet het type meisje die dure cadeaus vraagt. Hopelijk begrijpt u dan ook dat ik heb geaarzeld om dergelijke uitzonderlijke cadeaus te vragen – vandaar dat ik die hele zaterdagavond Sinterklaasliederen voor u heb gezongen en die gekonfijte wortels en pastinaak waren natuurlijk ook niet zonder reden – maar het CvB wil maar niet naar dit verlanglijstje kijken. Ik vraag veel, dat realiseer ik me. Maar wat nou als ik beloof het hele jaar braaf te zijn en dus nooit meer mijn kleine klasjes stiekem trakteer op chocolademelk uit de automaat? Ok, ik zal zelfs overheidsinkt besparen en thuis niet meer schrijven met de pennen van het roc. Maar wilt u dan alstublieft nog een keer kijken naar mijn verlanglijstje? Het mag overigens ook best verspreid worden over 2013, 2014 en 2015. Dan ben ik een tevreden mens. Hier nogmaals mijn überverlanglijstje: – een lokaal waar al mijn studenten in passen – voldoende werkende computers zonder broodjes filet americain in de cd-romspeler en met een muis (geen suikermuis) – lunchpauze voor mijn geweldige collega’s die tien lesuren achtereen op een dag moeten geven – schone toiletten en het laatste zal wellicht moeilijk te realiseren zijn als Sint, maar wij dromen er gewoon van dat onze wensen gezien worden. Ook al worden ze doorgeschoven naar het verlanglijstje van volgend jaar. Dank u Sinterklaasje! Groeten, Ester
12 ZigZag 77 januari 2013
Social media Femke Spoeltman-van der Veen Ze zijn overal om ons heen. De social media. Niet
opleidingscoördinator en docent team Juridisch
meer weg te denken uit het maatschappelijk
“Ik en social media? Nee, dacht ik aanvankelijk. Maar inmiddels heb ik een blog gemaakt en gebruik ik het stiekem toch. Hartstikke handig. Facebook en Twitter gebruik ik niet. Ik word wel door studenten gevraagd waarom ik niet op Facebook sta, maar privé en werk wil ik zo enigszins gescheiden houden. Het zakelijke Linkedin gebruik ik wel. Ik benaderde oud-studenten met de vraag hoe de vervolgopleiding bevalt en of ze tips hebben voor huidige derdejaars die nu voor dezelfde keuze staan. Ik kreeg meteen antwoord. In Europees verband zijn we nu bezig met een Comeniusproject. We stimuleren dat de studenten via Facebook contact zoeken en in contact blijven. Als docent hoef ik me daar niet mee te bemoeien.”
gebeuren. Facebook, Twitter, Blogs, Hyves, Linkedin. Horen ze ook thuis in het onderwijs? (Nico Kroon)
Piet Drabbe
docent Engels opleidingen Secretarieel en Juridisch “Internet, ja. Maar social media? Ik zou niet een twee drie weten hoe ik die moet inpassen. Ik doe er in de klas niets mee. Ik weet er ook te weinig van. Misschien ben ik daarin wel enigszins behoudend. Moet je het wel allemaal in je lokaal willen krijgen? Een hot item is een weblog bijhouden. Als ik het zelf wil doen moet ik er veel tijd in stoppen en tijd is schaars. De agenda zit al zo vol. Begrijp me niet verkeerd. Ik heb er geen weerstand tegen. Ik kan me voorstellen dat je er bij een ander vak hele leuke dingen mee kunt doen.”
Ineke Moonen-van der Heijden leercoach op de netwerkschool “In de Netwerkschool werken we in een digitale leeromgeving. In het nieuwe onderwijsconcept past het werken met sociale media als Facebook en Twitter heel goed. Je kunt verschillende werkvormen inzetten. Het zorgt voor afwisseling. Ik gebruik het ook tijdens de les. Dan geef ik opdrachten via Twitter en de leerlingen reageren daarop. Het is een handig en snel medium, veel sneller dan via mail. Bij ‘ondernemerschap’ heb je communicatiemiddelen nodig, bijvoorbeeld een eigen pagina van je bedrijf op Facebook. Zo kun je je goed profileren. Als docent heb ik daartoe elk moment van de dag toegang. Als je social media functioneel inzet, dan hebben ze zeker meerwaarde.”
Mieke Burggraaff online adviseur interne communicatie (C&M) “Als organisatie moet je meegaan in de ontwikkeling van de social media. Dat vereist technische verandering én cultuurverandering. Nu is het zo dat een docent iets op de portal plaatst (een mededeling, materiaal) en de student consumeert. Dat kan beter. De student zou ook dingen moeten kunnen plaatsen en kunnen reageren op docenten en op elkaar. Dat is eng maar ook goed. Jongeren zijn meer gewend aan social media. We gaan ook jongere medewerkers krijgen. Onvermijdelijk dus, die ontwikkeling waar we inzitten. Maar niet probleemloos. Het is nieuw. Het is zoeken. Opletten en durven.”
13 ZigZag 77
Jeroen Peters
januari 2013
lio Bouwkunde
foto: jj
Jelle Zeller bedrijfsleider leerbedrijven
“We leven steeds meer in een gedigitaliseerde maatschappij en onze studenten lopen hierin voorop. Het gebruik van social media is niet meer weg te denken, dus ook in het onderwijs zullen ze opgepakt moeten worden. Hoe ze geïntegreerd kunnen worden in onderwijsprogramma’s weet ik nog niet. Ik ben er wel heilig van overtuigd dat het gaat gebeuren. Als docent zal je niet-bewandelde paden gaan belopen, een soort ontdekkingsreis. Op mijn planning staat het verzorgen van een interactieve les al op de agenda. Mijn zoektocht is gestart en ik ben benieuwd wat het ons brengt.”
“Ik beheer de Facebook- en Twitteraccounts van de leerbedrijven op de Campusbaan en Klooster Elsendael. Via deze weg laat ik bijvoorbeeld weten welke producten er in de bakkerij liggen en welke acties er op dat moment lopen. Het werkt veel sneller dan de portal en de website. Voor mij zijn het snelle tussendooracties die niet veel tijd hoeven te vergen. Het is nu vooral zaak volgers te vinden, want als ze je volgen werkt het. Je moet er rekening mee houden dat je negatieve reacties kunt krijgen. Daar kun je mee leren omgaan. Is de gast ontevreden? Ga er op in, los het op en zorg dat die gast alsnog tevreden is.”
Anoushka van Bemmel docente Johan Cruijff College “Ik geef workshops aan docenten over social media als leermiddel in de klas. Je laat echt iets liggen als je ze niet gebruikt. Dat ontdekte ik zelf toen ik hier vorig jaar begon en de didactische meerwaarde ontdekte. Ze moeten zelfstandig leren. Ze moeten creatief denken. Ze moeten samenwerken. Er is een intensieve interactie tussen docent en leerling. Hans Steeman Je kunt sneller feedback geven. Je sluit aan beleidsmedewerker onderwijs bij hun belevingswereld. Als ik Twitter via het digibord open, dan heb ik meteen alle Voor mij is het gebruik van social media een aandacht. Onderzoek heeft uitgewezen dat must. En een verrijking. Als je kijkt hoe studenten het leerrendement groot is. En dan heb ik met elkaar communiceren, dan kun je daar met je het nog niet over de meerwaarde van een onderwijs niet op achter blijven. Facebook en Twitter blog gehad.” kun je inzetten om kennis uit te diepen, spelletjes te doen, spelling te oefenen, vertalingen te maken, op een stelling te stemmen. Dat betekent niet dat je altijd maar connected moet zijn. Je moet je er bewust van zijn wat je deelt. Ook you tube is een uitstekend middel om kennis op te doen of te delen. Denk bijvoorbeeld aan de Khan-academie. Dat is een gigantische hit.”
14 ZigZag 77 januari 2013
Duurzaamheid
Meer dan een spel Wat is duurzamer: na het toiletbezoek je handen drogen met een papieren handdoekje of de druppels laten verdampen met een föhn? Hoe ontwerp je een energieneutrale woning? Met andere woorden: hoe kunnen onderwijs en studentenprojecten bijdragen aan een duurzame samenleving? ROC Nijmegen is er volop mee bezig en timmert duurzaam aan de weg.
Projectleider Eric Luijten is best trots. Het regende prijzen voor het online energiespel Enercities, een serious game waarin jongeren de uitdaging aangaan om een zo groot mogelijke stad te bouwen met zo min mogelijk energieverbruik. Doel: vermaak én jongeren bewust maken van het belang van energiebesparing. Eric Luijten is namens ROC Nijmegen projectleider van dit initiatief dat met een Europese subsidie tot iets moois uitgroeide. Het is inmiddels in vijftien talen (waaronder Hebreeuws) te spelen en telt tienduizenden deelnemers. Om het gebruik van Enercities te stimuleren, gaf hij vorig jaar een lezing aan alle docenten Leren Loopbaan en Burgerschap, omdat het heel goed past binnen die lessen.
Kant-en-klaar
Christien van Wel, docent LLB aan ROC Nijmegen, gaf gehoor aan die oproep. “Inhoudelijk past het inderdaad heel goed bij burgerschap, bij de kerntaak ‘de kritische consument’. Zo’n digitaal spel vind ik eigentijds. Ik vind het als docent fijn dat ik een kant-en-klaar programma uit de kast kan pakken. De reacties op het spel variëren, net als op iedere les overigens. Sommige studenten doen het gewoon omdat het moet, anderen vinden het moeilijk of saai en er is een groep die het leuk en uitdagend vindt. Het is volgens de studenten best een pittig spel, ze komen maar moeizaam op hogere levels. Ze vergelijken het met de online game SimCity.”
Openbaar vervoer
Of het spel ook vruchten afwerpt, is onlangs onderzocht door de TU Twente. Luijten: “Uit het onderzoek bleek dat de deelnemers van Enercities vaker de computer op stand-by zetten en het licht uitdoen. Daarentegen heeft het spel geen effect gehad op bijvoorbeeld warmwatergebruik van de doelgroep en op het uitzetten van de computer. Voor ict ‘ers is dit waardevolle informatie.
Duurzaamheid is een breed begrip dat je op alle terreinen ziet terugkomen Als ze een computer sneller kunnen laten opstarten dan sluiten jongeren waarschijnlijk sneller af.” Als het over duurzaamheid gaat is het spel voor Luijten nog lang niet uit. “Duurzaamheid is een breed begrip dat je op alle terreinen ziet terugkomen. Het feit dat de roc-
15 ZigZag 77 januari 2013
foto: jdk
locaties naast het station liggen, stimuleert automatisch het gebruik van het openbaar vervoer. Ook de energievoorziening van Technovium waarbij opgeslagen zomerwarmte in de winter dienst doet is een duurzame gedachte. Net als nadenken over wat minder energie kost: een papieren handdoekje of een blower om de handen te drogen. Duurzaamheid wint terrein”
Zonnepanelen
Binnen ROC Nijmegen krijgt de duurzaamheidsgedachte een boost door het DuBUS-project dat zich in Europees verband bezighoudt met duurzaam energiegebruik in beroep en onderwijs. Het streven is om in 2020 de uitstoot van kooldioxide met 20 % te verminderen, 20% minder energie te verbruiken waarvan ook nog eens 20% uit duurzame bronnen moet komen. Dit initiatief krijgt applaus van Victor van Munster, sinds drie jaar docent bouwkunde en daarvoor twintig jaar
architect. “Er moet nog veel gebeuren om dat te bereiken, maar we werken er hard aan”, aldus Van Munster. Zo moeten tweedejaars niveau 4-studenten Middenkaderfunctionaris Infra en Bouw een duurzame woning ontwerpen en uitwerken. Denk aan zonnepanelen op het dak of het uitbannen van tropisch hardhout. Van Munster: “ Studenten realiseren nog niet wat duurzaamheid precies inhoudt. Ze vinden het niet zo hip. Er ligt een schone taak voor ons docenten om ze te overtuigen van het belang van duurzaam bouwen.” (Lisette Hoes)
16 ZigZag 77 januari 2013
ZoDoende
Amke Hiemstra Testwinkel De Testwinkel? Wat testen jullie daar?
“Wat? Wie! In de Testwinkel testen we studenten! Onze ‘winkel’ valt onder het Loopbaancentrum van de unit Contract activiteiten. Daar hoort ook Roc4Competence en Loopbaanadvies bij. Deze drie onderdelen helpen roc-studenten die vastlopen met hun studie. Ook helpen we mensen van buiten het roc die vragen hebben over leren en werken. Deze volwassenen zijn vaak de nieuwe studenten van het komende schooljaar. De roc-studenten krijgen wij via de trajectbegeleiders doorverwezen. De mensen van buiten het roc komen vaak via de website of via het UWV Werkbedrijf. We werken ook samen met het UWV Werkbedrijf. Ik werk twee ochtenden per week bij het loket Leren & Werken. De andere dagen werk ik op de locatie Marterstraat. In de Testwinkel werken we met z’n drieën, Riet van Elk, Aad van den
Hoek en ik. We zijn een team. Ieder heeft zijn of haar specialiteit. Ik ben psychologe en heb een aantekening diagnostiek. De Testwinkel, het loopbaanadvies en de herindicaties voor rugzakstudenten zijn mijn taken. Riet doet de planning, ontvangt studenten en neemt de testen af. Aad is beroepskeuzeadviseur bij de Testwinkel en Loopbaanadvies, maar is ook betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe intakeprocedures in verband met de nieuwe wet Passend Onderwijs.
Het begeleiden van de zoekende student boeit mij Ik voel mij verbonden met mijn collega’s. Die verbondenheid maakt mijn werk leuk. Het werken op verschillende locaties is daarbij een prettige bijkomstigheid.”
foto: ps
Belangrijk werk?
“We doen capaciteitenonderzoeken en beroepskeuzeonderzoeken met of zonder onderliggende persoonlijkheidsdynamiek. Dit is voor studenten die vastlopen in hun opleiding. Het onderzoek kan handvatten bieden in de verdere begeleiding van de student. Het roc biedt op dit moment deze service weer ‘gratis’ aan. We hebben er immers belang bij. Want niet ingrijpen betekent vaak dat je een student verliest. De Testwinkel is teruggegaan in uren maar we hoeven niet meer zoals vorig jaar ‘onze eigen broek op te houden’. Opleidingen kunnen weer studenten doorverwijzen zonder dat daar rekeningen voor op de mat vallen. Voor hoe lang? Dat weten we natuurlijk niet. We hopen voor lang!”
Hoe lang duurt een test?
“Het testen duurt twee tot vier uur. Dit is
17 ZigZag 77 januari 2013
AanZet
Ontwerpen leuker dan verkopen Hoe vergaat het onze studenten als ze het roc hebben verlaten? Zijn ze inmiddels aan zet op de arbeidsmarkt? We vragen het deze keer aan Iris Brugman, student aan Academie Artemis in Amsterdam. Vaak kost het moeite met oud-studenten in contact te komen. Soms kruisen ze onverwachts je pad. Op naailes hoor ik een nieuwe leerling aan haar buurvrouw vertellen dat ze Mode Styling bij ROC Nijmegen had gevolgd. Waarom dan op naailes, vraag ik me af.
afhankelijk van het testprogramma en het werktempo. Meestal volgt daarna direct de nabespreking. Het zijn zowel jongeren als volwassenen die bij de Testwinkel komen. We testen eens per twee weken. Er kunnen ruim tien studenten per keer aan deelnemen. Na de bespreking volgt een rapportage. Deze gaat naar de trajectbegeleider.”
Leuk werk?
“Ik werk nu acht jaar bij het roc. Mijn klik met dit werk ontstond tijdens een survival in de Ardennen. Studenten van Rotonde, de voorloper van ROC4Competence, gingen daar tot slot van hun oriëntatie naar toe. Er was nog een vrouwelijke begeleider nodig. Ik wilde wel mee. En ja, dat was leuk! Het begeleiden van de student die zoekende is boeit mij. Daar ligt mijn bevlogenheid.” (Yolanda Kluen)
Iris Brugman (21) rondde in 2010 de opleiding Mode Styling af. Ze koos niet echt bewust voor die opleiding: mode vond ze leuk, parfum ook. Dus ze schreef zich in voor Detailhandel, richting mode. “Ik hoorde niets meer en belde op. Ik kreeg te horen dat de klassen vol waren. Mode Styling was nog wel mogelijk; daar heb ik toen voor gekozen. Ik heb geen spijt dat het zo gelopen is, want ik ontdekte dat ik ontwerpen leuker vond dan verkopen.”
Speciale technieken
Na de opleiding was de Academie Artemis in Amsterdam een optie. Na het bezoek aan de open dag en de toelatingsprocedure mocht ze aan deze modedesignopleiding beginnen. Ze is nu tweedejaars. Iris vindt het pittig. “De opleiding is niet gesubsidieerd, dus duur. Materiaalkosten zijn hoog. Ik krijg geen studiefinanciering, ik moet erbij werken. Drie ochtenden en het weekend werk ik in een verzorgingshuis. Eén dag per week ga ik naar school. Thuis moet ik nog dertig tot veertig uur aan de opleiding besteden.” Waarom naailes op maandagavond? “Dat is omdat er op Artemis
geen aandacht is voor bijzondere technieken. Op het roc was het naaiwerk gericht op de modeshow. Je leerde alleen basisdingen.”
Lof voor Marga
Ze weet nog niet wat ze hierna wil gaan doen. Ze wil graag stage lopen bij een ontwerper. Over haar ROC Nijmegen-tijd is ze niet lovend. “We hadden een leuke klas, op de Goffertweg ging het nog wel. Op de Campusbaan ging het steeds slechter: veel lesuitval, toetsen kwijt, roosterwijzigingen die je niet op tijd doorkreeg.” Voor Marga Sloot, haar studieloopbaanbegeleider, veel lof, maar voor de organisatie geen goed woord. En als zalf op de wonde: “De ontwerpkant van de opleiding sluit goed aan bij mijn Artemis opleiding. De ondernemerskant is handig erbij, maar ik ga toch geen eigen zaak beginnen.” (Rigoni de Abreu)
foto: ps
18 ZigZag 77 januari 2013
Portret van team Netwerkschool in Boxmeer
Pioniersgeest, bevlogenheid en creativiteit “Ons team bestaat uit zo’n veertien personen, soms aangevuld met tijdelijke collega’s, ingevlogen voor speciale activiteiten. We zijn een steeds hechter team aan het worden. Dat is ook nodig om het vernieuwende concept van de Netwerkschool te kunnen uitvoeren.” “De samenstelling van onze lesgroepen is heel divers: bol’ers en bbl’ers van verschillende leerjaren en uiteenlopende leeftijden, ook nog eens vanuit verschillende opleidingen. Daarbinnen is een hoge mate van interactie. We hebben als docenten de rol van leercoach, die de student begeleidt in zijn individuele leerroute. De student bepaalt zelf het tempo, geeft aan wat hij wil leren en wanneer hij aan toetsen toe is.
Improvisatievermogen
Dat geldt nog niet direct voor de eerstejaars. Zij krijgen de eerste twintig weken in hun basisfase nog een vast rooster, als overgang vanuit hun vroegere onderwijssituatie. Zo kunnen ze de basis leggen voor de periode erna, als ze in de praktijk stappen. De student kiest met zijn leercoach de onderwijseenheden op basis van het leerplaatsprofiel van de stageplaats. De beroepsgerichte onderwijseenheden worden in lessen van dertig minuten aangeboden.
We werken met diverse vormen van lesstof, zoals filmpjes, groepsopdrachten en allerlei keuzemodules. Dit maakt het onderwijs aantrekkelijk maar tegelijk ook bewerkelijk. In die zin wordt er een flink beroep gedaan op ons improvisatievermogen en op flexibiliteit. Juist die flexibiliteit is wel een hoofdkenmerk van ons team. De Netwerkschool is per jaar vijftig weken open. Dat houdt in dat we als team vijftig weken voor het onderwijs beschikbaar zijn. Voor het bedrijfsleven is dat uiteraard gunstig, gezien de continuïteit van onze inzetbaarheid. We hebben dus ook een flexibele vakantieplanning, zowel voor de studenten als de collega’s.
Eigenaar
Doordat we als collega’s in deze praktische werksetting het onderwijs verzorgen, zijn we ook breed inzetbaar. In principe kan elk van ons op ieder moment de groepen begeleiden, dat maakt ook dat we geen lesuitval kennen. Mocht een van ons ziek zijn, dan kan een
collega dat opvangen. Bovendien kunnen de studenten vaak op eigen kracht verder omdat we veel met e-learning doen. De uitdaging voor deze vorm van onderwijs is een passie binnen ons team. Elk van ons voelt zich min of meer eigenaar van de dagelijkse gang van zaken. We delen de verantwoordelijkheid en voelen ons heel erg betrokken bij de studenten. Onze werkwijze maakt dat ook de studenten onderling sterk naar elkaar toe trekken. Ze leren al doende teamplayers te zijn. De onderlinge samenhang proberen we ook ieder jaar te verstevigen door met studenten van alle leerjaren en alle docenten op kamp te gaan.
Breed toepasbaar concept
Uiteraard moeten de studenten aan het eind voldoende gekwalificeerd zijn om hun diploma te kunnen halen. Het is dus echt niet alleen maar vrijheid blijheid. We merken wel dat onze werkwijze niet altijd even gemakkelijk strookt met de eisen van de inspectie. Sommige zaken pakken we nu eenmaal anders aan. We hebben daar overigens met de inspectie overleg over.
Flexibiliteit kenmerkt ons team Bovendien houden die regels ons scherp. We hebben er dan ook alle vertrouwen in dat het concept van de Netwerkschool uiteindelijk in de volle breedte van het onderwijs toepasbaar is. Mits uiteraard voldoende faciliteiten voorhanden zijn. Zoals een onderwijsteam met pioniersgeest, bevlogenheid en creativiteit bijvoorbeeld, want dat mogen we van ons zelf best zeggen.” (Fons van Woerden)
19 ZigZag 77 januari 2013
foto: jj
20 ZigZag 77 januari 2013
ZigZap De Ontmoeting
We komen elkaar weer tegen Ze verschijnen steeds vaker op de portal: aankondigingen van ontmoetingen voor, door en met collega’s. Horizontale ontmoetingen. De belangstelling is groot. Blijkbaar is er behoefte elkaar persoonlijk te ontmoeten rond actuele, roc-brede thema’s. In deze tijd van schaalvergroting en digitalisering is het steeds lastiger met collega’s buiten het team aan de praat te raken, te discussiëren, te debatteren, elkaar te informeren, ervaringen te delen of successen te vieren. Daarom is vorig jaar ’De Ontmoeting’ in het leven geroepen: een ‘verzamelplaats van fysieke en virtuele ontmoetingen’. Elke medewerker kan een ontmoeting met collega’s
initiëren, aanvragen en/of bezoeken. Na een jaar kunnen we zeggen dat ‘de Ontmoeting’ bestaansrecht heeft. Vooral voor de persoonlijke ontmoetingen is veel belangstelling: de lunches met het CvB, de collegiale workshops over nieuwe trends in de klas, de gebruikersontmoetingen over ipad, word 2010, outlook enzovoort. Maar ook de ‘in gesprek over… ‘ beleidsthema’s, de miniconferenties over actuele onderwerpen, de lezingen van inspirators. Hoe groot de behoefte ook is om elkaar persoonlijk te treffen, toch is er ook de mogelijkheid elkaar virtueel te ontmoeten
op de site van ‘De Ontmoeting’ op de portal. Daar vind je de wekelijkse blog van het CvB door Theo Douma en binnenkort de tweets van Hanneke Berben. Het is ook de toegang tot sociale media en informatie daarover. Heb je een compliment voor iemand? Dat kan in de rubriek ‘applaus’. En natuurlijk vind je er de agenda van alle persoonlijke ontmoetingen. Met ‘De Ontmoeting’ is een extra mogelijkheid tot (persoonlijk) contact gecreëerd. Een zijstap die anonimiteit doorbreekt en samenwerking stimuleert. Waar vind je zoiets? (Ellis Andriessen) Meer weten? Kijk op de site van De Ontmoeting (Bovenaan startpagina van de portal)
Keurmerk Samenwerkingsschool
Medeverantwoordelijk voor opleiden leraren “Een terugblik op een succesvolle weg naar het keurmerk Samenwerkingsschool.” Zo beschrijft Wendy Koster (manager hrm) de bijeenkomst van 31 oktober. Hoogtepunt was de uitreiking van het keurmerk door Yvonne Visser van het instituut ILS-HAN. ROC Nijmegen is het eerste mbo in Nederland dat het keurmerk Samenwerkingsschool behaald heeft. Dit keurmerk houdt in dat wij de studenten van de lerarenopleidingen van de HAN een uitdagende, kwalitatief goede stageplaats kunnen bieden. Het
waarborgt een bepaalde mate van kwaliteit die de HAN eist van de samenwerkingsscholen. Wij hebben met het behalen van het keurmerk bewezen aan deze kwaliteit te kunnen voldoen. Het is bijzonder omdat wij hiermee voorlopen op de rest van het mbo-veld. Voor de HAN is het extra bijzonder omdat het roc de eerste school is buiten het vo (voortgezet onderwijs) aan wie zij dit keurmerk uitreiken. De studenten van de ILS-HAN zoeken eerder een stageplaats op een vo-school dan op het roc. Het is een nog onbekende doelgroep waar ze niet snel aan denken als ze een stageplaats zoeken. Degenen die toch op het roc terecht komen zijn enthousiast. Dit maakt dat ook de HAN meer aandacht gaat besteden aan het mbo. Zij gaan een speciaal uitstroomprofiel voor het mbo in hun programma opnemen. Dat het keurmerk binnen is, betekent niet dat wij op onze lauweren kunnen rusten. In de laatste audit is een aantal aanbevelingen beschreven die nog aandacht nodig hebben. Ook is ROC Nijmegen uitgekozen om mee te doen aan een landelijke pilot van het Cinop. Hiermee wil opdrachtgever OCW bereiken dat meer mbo- scholen medeverantwoordelijk zijn voor het opleiden van aankomend docenten.
foto: jdk
Op de vraag hoe het voelt om als eerste in Nederland het keurmerk te halen heeft Wendy Koster maar één woord nodig: “Trots!”. En dat mag gezegd worden. (Yvonne Slenders)
21 ZigZag 77 januari 2013
Open Dag
Leerbedrijven
Student als ambassadeur
Restaurant in actie
De meest gemaakte opmerkingen van bezoekers aan onze open dag op 24 november: ‘Gezellig, toegankelijk en je voelt je welkom’. Dat is een mooi compliment. In de voorbereidingen hebben de vele organisatoren wel alle technische details geregeld maar ook zij moeten uiteindelijk het resultaat maar afwachten. Welkom? Gezellig? Niet op de laatste plaats door de inzet van student-ambassadeurs.
Het restaurant, de bakkerij en de wasserij zijn leerbedrijven. Hetty Rutten en Jelle Zeller zijn daar de begeleiders. Zij verzorgen de dagelijkse gang van zaken van deze leerbedrijven: het restaurant openen, studenten begeleiden, praktijklessen geven en het regelen van reserveringen.
Zij hebben hun eigen verhaal waarbij het verder gaat dan opleidings-technische details. Tijdens de open dag verwelkomen studenten de bezoekers en maken hen wegwijs in de vaak overweldigende drukke en grote opleidings locaties. Na binnenkomst lopen studenten met bezoekers mee om hen naar de stands van hun voorkeur te brengen of rond te leiden. Ouders en aspirant-studenten stellen dat erg op prijs. Ook op de diverse informatiepunten en afdelingen staan studenten bezoekers te woord over hun ‘eigen’ vakrichting. Een visitekaartje voor ons! Het is goed huidige studenten betrokken te zien en enthousiast te horen vertellen over hun ervaring bij ons roc. Toch blijkt het werven van student-ambassadeurs niet zo gemakkelijk. Oproepen om als student-ambassadeur mee te doen krijgen een beperkte respons. Sander den Os van de studentenraad, die met enkele collega’s op de open dag als vrijwilliger aanwezig was, geeft aan: “De zaterdag is toch een vrije dag. Bovendien hebben veel jongeren juist op zaterdag een baantje of andere verplichtingen. Als helpers studiepunten kunnen halen, hebben die een stok achter de deur. Sommigen, voor wie dit niet geldt, zijn ondanks toezegging, niet komen opdagen. Ik heb daarentegen wel enkele vrijwilligers enorm en onvermoeibaar enthousiast in de weer gezien met bezoekers, dus ze zijn er wel. Maar wanneer ben je écht ambassadeur? Als je werkelijk enthousiast bent over je school, je studie, je docenten. Dan wil je dat ook best uitdragen. Een doorlopende uitdaging voor het onderwijs, lijkt me.” Er gaan ook geluiden op dat studenten, die assisteren bij de open dag of als ambassadeur optreden, een vorm van vergoeding zouden moeten krijgen. Een cadeaubon of een extraa tje. Of dat nu de crux is? Een vraag aan ons allen.
Het Restaurant organiseert door het jaar heen speciale acties. Zo is er ‘koffie to go’: koffie en thee voor maar één euro, al dan niet met gebruik van een speciale strippenkaart. Gedurende de dag kan je er ook zakenrelaties ontvangen en afspraken doornemen. Andere voorbeelden foto: fvw van acties zijn het Sinterklaasdiner, kerstlunch en het kerstdiner. Ook voor het volgende jaar zijn er al themadiners gepland, zoals Lentekriebels, Londen Night, Japanse avond, Glitter en Glamour en Mexico. Dit zijn projecten die studenten zelf verzinnen en organiseren. ‘Koffie to go’ loopt erg goed. Het aantal reserveringen voor de lunches en diners neemt toe. Zo merken Hetty en Jelle dat het langzaam drukker wordt. Er gaat een buurtbrief rond om buurtbewoners erop te wijzen wat het Restaurant te bieden heeft. Het Restaurant werkt succesvol samen met het Evenementenbureau binnen ons roc. Dit doen Hetty en Jelle om hun studenten naast het restaurantvak ook kennis te laten maken met de evenementenbranche. (Rik Rodenburg)
Vooraankondiging
28 maart: roc personeelsdag Ook dit jaar is er op witte donderdag (deze keer op 28 maart) weer een ‘roc-conferentie’. Anders dan velen denken is dit geen studiedag, maar een roc-brede ontmoeting voor het héle personeel rond een thema dat iedereen aangaat. Zie het als een personeelsdag met inhoud. Of als een inspirerende ontmoetingsdag. Het belangrijkste doel van deze dag is verbinding. We zijn immers één roc en, met alle diversiteit, er is heel veel dat ons bindt. 28 maart is een lesvrije dag. De personeelsdag is dus voor àlle medewerkers in onderwijs en ondersteuning. Hou de portal in de gaten voor informatie.
(Fons van Woerden) foto: JJ
22 ZigZag 77 januari 2013
CvB ontmoet... Trudie Wolf en Ina van Leeuwen docenten team Maatschappelijke Zorg Hanneke Berben: “Ik kwam Trudie en Ina tegen bij het gesprek over het teamjaarplan van het team Maatschappelijke Zorg, en ik dacht: wat een gepassioneerde én tegelijk nuchtere kijk op aanpakken. Ik voelde veel kracht in het team en bij jullie. Daarover wil ik met jullie in gesprek.”
Hanneke: “Ik zie twee bevlogen collega’s die de mouwen opstropen. In deze complexe organisatie stellen jullie je heel praktisch op. Hoe doe je dat?” Ina: “We zijn allebei heel nuchter. Voor ons is het allemaal niet zo ingewikkeld. We hebben gewoon iets met onderwijs. De verbinding met de student is voor ons het belangrijkste. En dan gaat het om kleine dingen.” Trudie: “Ik maak altijd de vertaalslag naar hoe ik zou willen dat mijn eigen kinderen bejegend worden. Ik wil graag dat ze worden ‘gezien’. Het persoonlijke contact is ontzettend belangrijk.” Ina: “Bij een ouderavond zie je hoe studenten zitten te stralen, hoe trots ze zijn. En hun ouders ook! Dan voel je de uitstraling van ons team.”
Inzetten op verbinding
foto: ps
Hanneke: “Hoe werk je als team aan die uitstraling?” Trudie: “We zetten in op verbinding, we zijn altijd in dialoog. Wij spreken met elkaar de rode draad af: wat willen we, waar gaan we voor. We kijken dan naar ieders mogelijkheden en maken afspraken. Daar spreken we elkaar op aan, ook op positieve zaken. Ons team is heel divers, iedereen heeft iets bijzonders. We zijn er erg op gericht dat iedereen zijn kwaliteiten kan inzetten.” Hanneke: “Hebben jullie voldoende ruimte om met elkaar in gesprek te gaan?” Trudie: “We hebben een teamoverleg waar we de rode draad vasthouden. Alle andere dingen gaan tussendoor, ook de aandacht voor elkaar.”
23 ZigZag 77 januari 2013
Ina: “We hebben oprecht belangstelling voor elkaar. Dat kost geen moeite. Maar het kan ook goed botsen, hoor. Het gaat er soms hard aan toe. Maar als je je gewaardeerd voelt, kun je kritiek en feedback wel aan.” Hanneke: “Ik voel een sterke ambitie bij jullie team. Hoe hou je die focus vast?” Ina: “Door mensen te betrekken bij de keuzes die er zijn, ook al is er een kader. Soms kun je ook bewust kiezen iets niet te doen. En soms zwemmen we tegen de stroom in, omdat we er met z’n allen achter staan.”
Deuren open
Hanneke: “Hoe lopen de contacten met het werkveld?” Trudie: “Hier zoeken we ook de verbinding. We zijn voortdurend in gesprek en zoeken naar wat kan. Soms kan niet alles. Ons werkveld is enorm groot, een groot deel bereiken we nog niet. We focussen ons op wat we hebben en breiden dat uit.”
Soms zwemmen we tegen de stroom in, omdat we er met z’n allen achter staan Ina: “Ook hier zoeken we weer de persoonlijke relatie en de korte lijnen. We betrekken
de werkvelden bijvoorbeeld bij de open dagen. Ook hebben we vier keer per jaar een werkveldbijeenkomst. Dat waarderen ze erg.” Hanneke: “Onderwijs en werkveld hebben dezelfde ambitie?” Trudie: “Het werkveld heeft een grote innovatieve slag gemaakt. Wij zijn daarbij betrokken voor de vertaalslag naar het onderwijs. Wat moeten wij weten en kunnen? De bedrijven nemen ons daarin mee en wij betrekken hen weer bij het lesprogramma.” Ina: “We zoeken naar dwarsverbanden met instellingen om up to date te blijven. Zo laten we het curriculum bijvoorbeeld vaak ijken.” Hanneke: “Een open instelling naar buiten?” Trudie: “Zij gooien ook hun deuren open. We nemen bijvoorbeeld deel aan hun interne scholing en worden ook uitgenodigd scholing te geven. Tegelijk laten we hen in onze keuken kijken.” Hanneke: “Jullie geven mooi vorm aan onze missie: gelijkwaardig partnerschap van onderwijs en bedrijfsleven.” Ina: “We kijken en luisteren goed en proberen zo veel mogelijk op één lijn te komen.”
Echtheid
Hanneke: “Stapje voor stapje naar de stip op de horizon?” Trudie: “We weten waar we uit willen komen. En soms betekent dat ook een paar stappen terug.” Ina: “Het is ontzettend leuk als je een stap verder komt met de student. Je ziet iemand
groeien. Dat is waar we met het hele team voor gaan. We helpen onze studenten niet op te geven. We leggen zo veel mogelijk het accent op het positieve, op wat wél lukt.”
We leggen het accent op het positieve, op wat wél lukt Hanneke: “Het is belangrijk met elkaar een goed klimaat te creëren. Jullie doen dat op een heel natuurlijke wijze, met een duidelijk focus. Dat heeft mij geïntrigeerd. Ook nu weer.” Trudie: “Dat is leuk om te horen. Ik heb eigenlijk het gevoel dat dat niet zo moeilijk is. Ina: “Ik denk dat het gaat om de echtheid. Het zijn geen trucjes.” Hanneke: “Jullie heb zichtbaar plezier in je werk. Dat is de bron, toch?” Trudie: “Daar moet je ook moeite voor doen. Keuzes maken en daarvoor gaan. Ons team is sterk in het maken van oprechte keuzes en naar zichzelf kijken.” (Ellis Andriessen)
24 ZigZag 77 januari 2013
30 NOVEMBER
Opstart met team en koffie...
Een (werk)dag uit het leven van… Jack Louvet, locatiemanager Campusbaan (en Marterstraat)
… en met de PC
Gesprek aan de balie
Stagebeoordeling FD-stagiaires
Roostervergadering met managers Instructie voor aankoop materiaal
Gebouwbeheer
De dag zit er op
foto’s: fvw
Overleg met Marion (Inkoop)
Einde