Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag Wft
Artikel Afkortingen
Art. 1:1 definities financiële onderneming
financiële dienstverlener financieel product
financiële instelling
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Wft: Wet op het financieel toezicht BGfo: Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft Nrgfo: Nadere regeling gedragstoezicht financiele ondernemingen Wft
Acties --
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l.
een afwikkelonderneming; een bank; een beheerder van een beleggingsinstelling; een beheerder van een icbe; een beleggingsinstelling; een beleggingsonderneming; een betaaldienstverlener; een bewaarder; een bewaarder van een icbe; een clearinginstelling; een entiteit voor risico-acceptatie; een financiële dienstverlener; degene die een ander financieel product dan een financieel instrument aanbiedt, daarin bemiddelt, herverzekeringsbemiddelt of optreedt als (onder)gevolmachtigd agent financieel product: a. een beleggingsobject; b. een betaalrekening met inbegrip van de daaraan verbonden betaalfaciliteiten; c. elektronisch geld; d. een financieel instrument; e. krediet; f. een spaarrekening met inbegrip van de daaraan verbonden spaarfaciliteiten; g. een verzekering die geen herverzekering is; h. een premiepensioenvordering; of i. een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander product; m. een financiële instelling; degene die, geen bank zijnde, in hoofdzaak zijn bedrijf maakt van het verrichten van een of meer van de werkzaamheden, bedoeld onder 2 tot en met 12 en 15 in bijlage I bij de richtlijn kapitaalvereisten, of van het verwerven 1
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
krediet
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving of houden van deelnemingen; n. een icbe; o. een pensioenbewaarder; p. een verzekeraar; of q. een wisselinstelling.
Acties
a. het aan een consument ter beschikking stellen van een geldsom, ter zake waarvan de consument gehouden is een of meer betalingen te verrichten; b. het aan een consument verlenen van een dienst of verschaffen van het genot van een roerende zaak, financieel instrument of beleggingsobject, dan wel het aan een consument of een derde ter beschikking stellen van een geldsom ter zake van het aan die consument verlenen van een dienst of verschaffen van het genot van een roerende zaak, financieel instrument of beleggingsobject, ter zake waarvan de consument gehouden is een of meer betalingen te verrichten, met uitzondering van doorlopendedienstverlening en doorlopende levering van dezelfde soort roerende zaken, financieel instrumenten of beleggingsobjecten, waarbij de consument gehouden is in termijnen te betalen zolang de doorlopendedienstverlening of doorlopende levering plaatsvindt; BGfo $ 1.1 Definities
Artikel 1 definities Complex product 1°. combinatie van twee of meer financiele producten die ten minste een financieel product omvat waarvan de waarde afhankelijk is van de ontwikkelingen op financiele markten of andere markten; 2°. recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe dat niet verhandelbaar is of dat op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect wordt ingekocht of terugbetaald; 3°. levensverzekering, niet zijnde een natura-uitvaartverzekering of een andere verzekering die uitsluitend strekt tot het doen van geldelijke uitkeringen in verband met de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon of een verzekering waarbij de verplichting van de verzekeraar tot het doen van een uitkering of een reeks van uitkeringen alleen dan ontstaat, indien het overlijden van degene op 2
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving wiens leven de verzekering betrekking heeft plaatsvindt voor de in de polis genoemde datum;
Acties
4°. combinatie van een hypothecair krediet met een levensverzekering als bedoeld onder 3°, of met een spaarrekening; 5° beleggingsobject; 6°. spaarrekening eigen woning als bedoeld in artikel 3:116a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001; 7°. beleggingsrecht eigen woning als bedoeld in artikel 3:116a, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001; 8°. lijfrentespaarrekening als bedoeld in artikel 3:126a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001; 9°. lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in artikel 3:126a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001; 10° ander financieel product dat bij ministeriele regeling kan worden aangewezen indien dit ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de onder 2° tot en met 9° bedoelde complexe producten met dit financiele product in verband met de belangen die het Deel Gedragstoezicht financiele ondernemingen van de wet beoogt te beschermen wenselijk is; of 11°. combinatie van een of meer onder 2° tot en met 10° bedoelde complexe producten met een of meer financiële producten. Hoofdstuk 4.1. Inleidende bepalingen
Wft
Artikel 4:1
Afdeling 4.1.1. Reikwijdte 1. Dit deel is, voor zover niet anders is bepaald, van toepassing op: a. financiëledienstverleners waaraan het ingevolge hoofdstuk 2.2 is 3
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Wft
Artikel 4:2-4:2d
Wft
Artikel 4:3-4:4b
Wft
Artikel 4:5
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving toegestaan in Nederland financiële diensten te verlenen of die een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110 hebben, en hebben voldaan aan artikel 3:110, vierde of vijfde lid; b. beleggingsondernemingen met zetel in Nederland of in een staat die geen lidstaat is […]; c. beheerders van beleggingsinstellingen […]; d. icbe’s […]; e. clearinginstellingen […] ; f. betaaldienstverleners; en g. pensioenbewaarders. 2. […] van toepassing op beleggingsondernemingen met een bijkantoor in Nederland […]. 3. Het ingevolgde dit deel bepaalde, […] is niet van toepassing op buitenlandse beheerders […]. 4. Het ingevolge dit deel bepaalde, is niet van toepassing op buitenlandse beheerders […]. 5. Het ingevolge dit deel bepaalde is niet van toepassing op beheerders van beleggingsinstellingen […]. N.v.t. Afdeling 4.1.2. Bijzondere bepalingen [..]
Acties
1. Voor de toepassing van het bepaalde ingevolge dit deel met betrekking tot het verlenen van financiële diensten, met uitzondering van het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of een icbe, geldt het handelen en het nalaten te handelen van een aangesloten onderneming als bedoeld in artikel 2:105, eerste en tweede lid, als het handelen onderscheidenlijk het nalaten te handelen van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2:105, eerste lid, onderscheidenlijk de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2:105, vierde lid. 2. De rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:105, eerste lid, maakt bij de Autoriteit Financiële Markten onverwijld melding van de aansluiting van een onderneming als bedoeld in artikel 2:105, tweede lid, en van de beëindiging van de
Indien van toepassing melding aansluiting of beeindiging van de aansluiting onderneming bij de AFM
N.v.t.
4
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
BGfo
Wft
Artikel 4:6
Wft
Artikel 4:6a
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving aansluiting van een aangesloten onderneming als bedoeld in artikel 2:105, eerste of tweede lid. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de melding, bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan, de gegevens die daarbij worden verstrekt en de bescheiden die daarbij worden overgelegd.
Acties
Artikel 4 De rechtspersoon, bedoeld in artikel 4:5, tweede lid, van de wet verstrekt bij de in dat lid bedoelde melding aan de Autoriteit Financiële Markten de volgende gegevens over de betrokken onderneming: a. een opgave van de naam en het adres; b. een opgave van de rechtsvorm; c. indien de onderneming een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen; en d. indien de onderneming is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving. 1. Een aanbieder die niet langer verantwoordelijk is voor een bemiddelaar als bedoeld in artikel 2:81, tweede lid, maakt daarvan onverwijld melding aan de Autoriteit Financiële Markten en de betrokken bemiddelaar. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de melding, bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan, de gegevens die daarbij worden verstrekt en de bescheiden die daarbij worden overgelegd.
Informatie verstrekken aan de AFM.
Indien van toepassing, melding aan de AFM en aan de betrokken bemiddelaar
1. Een onderneming die, alleen of samen met een andere onderneming, aan het hoofd staat van een groep waartoe een financiële onderneming behoort waarop het ingevolge dit deel bepaalde van toepassing is, onthoudt zich van gedragingen of een beleid dat tot gevolg heeft dat die financiële onderneming in strijd handelt met het ingevolge dit deel bepaalde. 2. Ten aanzien van de onderneming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 1:75 van overeenkomstige toepassing. 5
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag Wft Wft Wft
Artikel
Artikel 4:7
Wft Wft
Artikel 4:8
Wft
Artikel 4:9 Vakbekwaamheid
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Afdeling 4.1.3. Vrijstelling [...] Hoofdstuk 4.2. Regels voor werkzaam zijn op de financiële markten m.b.t. alle financiële diensten Afdeling 4.2.1. Geschiktheid, betrouwbaarheid en integriteit 1. […]: 2. […] 3. […] 4. […] 5. Deze afdeling, met uitzondering van artikel 4:9, tweede tot en met vierde lid, is niet van toepassing op financiëledienstverleners die voor de uitoefening van het bedrijf van bank, elektronischgeldinstelling of verzekeraar een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning hebben of voor de uitoefening van het bedrijf van financiële instelling een door de Nederlandsche Bank verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben. 6. […]. 1. […] 2. Een financiëledienstverlener draagt zorg voor de vakbekwaamheid van zijn werknemers en van andere natuurlijke personen die zich onder zijn verantwoordelijkheid rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten aan consumenten of, indien het financiële diensten met betrekking tot verzekeringen of herverzekeringsbemiddelen betreft, cliënten. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de vakbekwaamheid van de personen, bedoeld in het tweede lid. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat Onze Minister volgens daarbij te stellen regels exameninstituten erkent die bevoegd zijn tot het afgeven van diploma’s en certificaten waarmee de vakbekwaamheid wordt aangetoond. Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld met betrekking tot het toezicht op de naleving van die regels. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de doorberekening van de kosten die verband houden met de uitvoering van de krachtens het derde lid gestelde regels aan de in dat lid
Acties
N.v.t.
--
Zorgdragen voor de vakbekwaamheid van werknemers door middel van permanente educatie.
6
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
BGfo
Artikel
§ 2.1. Bewijzen van vakbekwaamheid
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving bedoelde exameninstituten. 5. […] 6. […] 7. […]
Acties
Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:9, derde lid, van de wet
Bedrijfsvoering adeqaat inrichten en opleiden van bepaalde werknemers indien zij nog niet kwaliceren.
Artikel 6 1. Een financiëledienstverlener voldoet aan artikel 4:9, tweede lid, van de wet, indien: a. hij zijn bedrijfsvoering zodanig heeft ingericht dat een vakbekwame financiële dienstverlening aan consumenten of, indien het verzekeringen betreft, cliënten voldoende is gewaarborgd; b. de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder zijn verantwoordelijkheid rechtstreeks bezighouden met werkzaamheden als bedoeld in artikel 7, daartoe beschikken over: 1) een geldig, op grond van die artikelen vereist diploma, afgegeven door een door Onze Minister erkend exameninstituut als bedoeld in artikel 11a; dan wel 2) een geldige erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties; en c. de personen, bedoeld in onderdeel b, voldoen aan de in artikel 11 gestelde eisen. 2. Het eerste lid, onderdelen b en c, is niet van toepassing op de gevolmachtigde of ondergevolmachtigde agent. Artikel 7 Werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder verantwoordelijkheid van een financiëledienstverlener bezighouden met advisering met betrekking tot een in tabel 1 genoemde onderwerp, beschikken daartoe over het ingevolge die tabel vereiste diploma.
Vaststellen of en, zo ja, over welke diploma(‘s) werknemers en andere natuurlijke personen binnen de onderneming moeten beschikken
Tabel 1. Vereiste diploma's bij advisering 7
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving
Acties
Onderwerp:
Vereist diploma:
Modules:
Basis
Adviseur basis
– Basis
Consumptief krediet
Adviseur consumptief krediet
– Basis – Consumptief krediet
Schadeverzekering particulier
Adviseur schadeverzekering particulier
– Basis – Schadeverzekeringen particulier
Schadeverzekering zakelijk
Adviseur schadeverzekering zakelijk
– Basis – Schadeverzekeringen particulier – Schadeverzekeringen zakelijk
Zorgverzekering
Adviseur zorgverzekering
– Zorgverzekeringen
Vermogen
Adviseur vermogen
– Basis – Vermogen
Inkomensverzekering
Adviseur inkomen
– Basis – Inkomen
Hypothecair krediet
Adviseur hypothecair krediet
– Basis – Vermogen – Hypothecair krediet
Pensioen
Adviseur pensioen
– Basis – Vermogen – Pensioenverzekeringen
Artikel 8 [Vervallen per 01-01-2014] BGfo
Artikel 9 1. Een diploma als bedoeld in artikel 7 wordt afgegeven, indien de ingevolge tabel 1 of 2 aan dat diploma ten grondslag liggende modules alle met goed gevolg zijn afgerond. 1. De examens van de modules, bedoeld in het eerste lid, worden afgelegd bij een op grond van artikel 11a erkend exameninstituut. 2. De examens van de modules, bedoeld in het eerste lid, kunnen, indien Onze Minister daar gelegenheid toe biedt, tevens bij Onze Minister worden afgelegd. 3. Bij ministeriële regeling worden de eindtermen en toetstermen vastgesteld voor de in het eerste lid bedoelde modules. 8
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag BGfo
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Artikel 10 Personen die over een in tabel 3 genoemd diploma beschikken, zijn tevens vakbekwaam te adviseren over het daarbij in de tabel vermelde onderwerp, indien de advisering over dat onderwerp gecombineerd wordt met advisering over het onderwerp waarop het diploma betrekking heeft.
Acties
Tabel 3. Toegestane bijkomende onderwerpen
BGfo
Diploma:
Onderwerp:
Adviseur consumptief krediet
Betalingsbeschermers indien gecombineerd met consumptief krediet
Adviseur vermogen
Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen indien gecombineerd met een levensverzekering
Adviseur hypothecair krediet
Betalingsbeschermers, opstal- of inboedel- verzekeringen indien gecombineerd met hypothecair krediet
Adviseur inkomen
Ongevallenverzekeringen indien gecombineerd met een inkomensverzekering
Artikel 11 1. De houder van een diploma of erkenning als bedoeld in artikel 6, onderdeel b, is uitsluitend bevoegd werkzaamheden als bedoeld in artikel 7 te verrichten, indien hij periodiek, met tussenpozen van ten hoogste 36 maanden, met goed gevolg een examen aflegt. Het eerste periodieke examen dient uiterlijk 36 maanden na het behalen van het diploma of het verkrijgen van de erkenning met goed gevolg te worden afgelegd. 2. De houder van een diploma of erkenning die beschikt over een door een op grond van artikel 11a erkend exameninstituut afgegeven certificaat waaruit blijkt dat hij gedurende een bepaalde periode vakinhoudelijk betrokken is geweest bij het afnemen van examens of de ontwikkeling van examenmateriaal met betrekking tot de voor zijn beroepskwalificatie relevante eindtermen en toetstermen, wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld met de houder van een diploma of erkenning die op de laatste dag van die periode een examen als bedoeld in het eerste lid heeft afgelegd. 3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking
De onderneming moet zijn ingesteld op permanente educatie van werknemers en andere natuurlijke personen binnen haar onderneming.
9
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
Wft
§ 2.2.- § 2.3 Exameninstituten/c entrale examenbanken Artikel 4:9a-4:11
Wft Wft
Artikel 4:12
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving tot het tweede lid. 4. Indien de houder van een diploma of erkenning op grond van het eerste lid niet langer bevoegd is de in artikel 7 bedoelde werkzaamheden te verrichten, kan hij een bijzonder examen afleggen. Indien dit examen met goed gevolg wordt afgelegd, herleeft de bevoegdheid om de in artikel 7 bedoelde werkzaamheden te verrichten. Vervolgens dient het eerstvolgende periodieke examen uiterlijk 36 maanden na het behalen van het bijzondere examen te worden afgelegd. 5. De examens, bedoeld in het eerste en vierde lid, voldoen aan bij ministeriële regeling vast te stellen eindtermen en toetstermen en worden afgelegd bij een op grond van artikel 11a erkend exameninstituut. 6. De examens, bedoeld in het eerste en vierde lid, voldoen aan bij ministeriële regeling vast te stellen eindtermen en toetstermen en kunnen, indien Onze Minister daar gelegenheid toe biedt, tevens bij Onze Minister worden afgelegd.
Acties
Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:9, derde lid, van de wet Artikel 11a-11k
N.v.t.
[..]
N.v.t.
Afdeling 4.2.2. Structurering en inrichting 1. […]. 2. […]. 3. […] 4. […] 5. Artikel 4:13 is niet van toepassing op financiëledienstverleners die voor de uitoefening van het bedrijf van bank, elektronischgeldinstelling of verzekeraar een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning hebben of voor de uitoefening van het bedrijf van financiële instelling een door de Nederlandsche Bank verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben. 6. […] 7. [..] 8. […] 10
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Wft
Artikel 4:13-4:14
Wft
Atikel 4:15
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 9. […] 10. [..] [...]
Acties
1. Een financiëledienstverlener die niet het bedrijf van financiële instelling, bank of verzekeraar uitoefent, richt de bedrijfsvoering zodanig in dat deze een beheerste en integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt.
--
N.v.t.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid. Deze regels hebben betrekking op: a. integriteit, waaronder wordt verstaan: 1°. het tegengaan van het begaan van strafbare feiten en andere wetsovertredingen door de financiëledienstverlener of zijn werknemers die het vertrouwen in de financiëledienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden; en 2°. het nemen van maatregelen met betrekking tot andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderwerpen die tot de integere uitoefening van het bedrijf van een financiëledienstverlener worden gerekend; en b. ordelijke en transparante financiëlemarktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten en consumenten, waaronder wordt verstaan: 1°. het waarborgen van de informatieverstrekking aan cliënten of consumenten; en 2°. het waarborgen van de zorgvuldige behandeling van cliënten of consumenten. 3. Het ingevolge het tweede lid, aanhef en onderdeel b, bepaalde is van overeenkomstige toepassing op financiëledienstverleners die het bedrijf van financiële instelling, bank of verzekeraar uitoefenen. 4. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden 11
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Bgfo
Bgfo
Artikel
§ 5.2. Gedragsaspecten van de bedrijfsvoering Artikel 32
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel c, en 4:15, tweede lid, aanhef en onderdeel b, onder 2°, van de wet
Acties
Een financiële onderneming als bedoeld in artikel 4:14 of 4:15 van de wet die financiële producten aanbiedt of samenstelt en in de markt verkrijgbaar stelt, beschikt over adequate procedures en maatregelen die waarborgen dat bij de ontwikkeling van het financieel product op een evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de consument, cliënt en, indien van toepassing, de begunstigde van het financieel product en dat het financieel product aantoonbaar het resultaat is van deze belangenafweging.
Vaststellen product goedkeuringsproces met inachtneming van de hier genoemde waarborgen.
2. De procedures en maatregelen, bedoeld in het eerste lid, worden vastgelegd en waarborgen in ieder geval dat: a. de doelgroep van het financieel product is afgebakend, waarbij is geanalyseerd en omschreven wat de beoogde doelstelling van de doelgroep is; b. analyses worden uitgevoerd waarin de werking van het financieel product als geheel en de afzonderlijke onderdelen daarvan in verschillende scenario’s wordt vastgesteld en waaruit blijkt dat het financieel product, gelet op de aard van het product, geen afbreuk doet aan de doelstelling, bedoeld in onderdeel a; c. de productinformatie en, voor zover redelijkerwijs mag worden verwacht, de distributie van het financieel product is afgestemd op de doelgroep, bedoeld in onderdeel a; en d. regelmatig een controle en indien nodig een gepaste bijstelling van de procedures en maatregelen, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt. 3. De financiële onderneming past periodiek, op door haar te bepalen tijdstippen of als daar aanleiding toe is, de procedures en maatregelen, bedoeld in het eerste lid, toe op de financiële producten die door haar worden aangeboden, of zijn 12
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving samengesteld en in de markt verkrijgbaar worden gesteld.
Acties
4. […] 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het bepaalde in het eerste lid. 6. […] 7. […]. Bgfo
Artikel 32a
1. Een aanbieder als bedoeld in artikel 4:15, eerste of derde lid, van de wet die een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt adviseert, bewaart, indien de advisering leidt tot het aangaan van een overeenkomst inzake het aanbevolen product met de consument onderscheidenlijk de cliënt, de informatie die hij overeenkomstig artikel 4:23, eerste lid, onderdeel a, van de wet heeft ingewonnen, alsmede de gegevens betreffende het verkochte financiële product, gedurende ten minste vijf jaren vanaf het moment van advisering.
Bewaarplicht ingewonnen informatie, alsmede productinformatie
2. Een adviseur als bedoeld in artikel 4:15, eerste of derde lid, van de wet die een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt adviseert, en het aanbevolen financiële product niet tevens aanbiedt aan de consument of cliënt of met betrekking tot het aanbevolen financiële product niet tevens bemiddelt of optreedt als gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent, bewaart de informatie die hij overeenkomstig artikel 4:23, eerste lid, onderdeel a, van de wet heeft ingewonnen, alsmede de gegevens betreffende het aanbevolen financiële product, gedurende ten minste vijf jaren vanaf het moment van advisering. 3. Een bemiddelaar, gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent als bedoeld in artikel 4:15, eerste of derde lid, van de wet die een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt adviseert bewaart, indien de advisering leidt tot het aangaan van een overeenkomst met de consument onderscheidenlijk de cliënt inzake het aanbevolen product, de informatie die hij overeenkomstig artikel 4:23, eerste lid, onderdeel a, van de wet heeft 13
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving ingewonnen, alsmede de gegevens betreffende het aanbevolen financiële product, gedurende ten minste vijf jaren vanaf het moment van advisering.
Acties
4. Het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing op financiële ondernemingen die bij de advisering uitsluitend te werk gaan volgens een gestandaardiseerde en gesystematiseerde procedure die voor de Autoriteit Financiële Markten verifieerbaar is, en die aan de hand van deze procedure aan de Autoriteit Financiële Markten kunnen aantonen welke informatie zij overeenkomstig artikel 4:23, eerste lid, onderdeel a, van de wet over consumenten onderscheidenlijk cliënten inwinnen en welke adviezen consumenten onderscheidenlijk cliënten op basis van de aldus ingewonnen informatie worden gegeven. 5. Een aanbieder, bemiddelaar, gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent als bedoeld in artikel 4:15, eerste of derde lid, van de wet die in het kader van een door hem verstrekt advies met een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt een overeenkomst aangaat onderscheidenlijk bemiddelt bij de totstandkoming van een overeenkomst inzake een ander financieel product dan waarover hij de consument onderscheidenlijk de cliënt heeft geadviseerd, is gedurende ten minste vijf jaren na de totstandkoming van de overeenkomst in staat om aan de Autoriteit Financiële Markten aan te tonen dat de consument onderscheidenlijk de cliënt in weerwil van het advies de keuze heeft gemaakt voor het aangaan van die overeenkomst. Bgfo
Artikel 33
Een aanbieder van krediet als bedoeld in artikel 4:15, eerste of derde lid, van de wet bewaart de informatie die hij ingevolge de artikelen 4:34, eerste lid, van de wet en 113 en 114 heeft ingewonnen, alsmede de door hem aangeboden overeenkomst inzake krediet, indien die overeenkomst tot stand is gekomen, ten minste gedurende vijf jaren na de dag waarop die overeenkomst is afgewikkeld.
Bewaarplicht ingewonnen informatie, alsmede kredietovereenkomst
Wft
Artikel 4:16
1. Indien een financiële onderneming werkzaamheden uitbesteedt aan een derde, draagt die financiële onderneming er zorg voor dat deze derde de ingevolge dit deel met betrekking tot die werkzaamheden op de uitbestedende financiële onderneming van toepassing zijnde regels naleeft. 2. Een beheerder van een beleggingsinstelling, beheerder van een icbe,
Vaststellen uitbestedingsbeleid
14
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Bgfo
Wft
Artikel
Hoofdstuk 6. Uitbesteden van werkzaamheden
Artikel 4:17
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving bewaarder, beleggingsonderneming, betaalinstelling of elektronischgeldinstelling besteedt bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen werkzaamheden niet uit. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur: a. worden in verband met het toezicht op de naleving van het ingevolge dit deel bepaalde, regels gesteld met betrekking tot het uitbesteden van werkzaamheden door financiële ondernemingen; b. worden regels gesteld met betrekking tot de beheersing van risico’s die verband houden met het uitbesteden van werkzaamheden door beheerders van beleggingsinstellingen, beheerders van icbe’s, bewaarders, bewaarders van icbe’s en beleggingsondernemingen; en c. worden regels gesteld met betrekking tot de tussen een beheerder van een beleggingsinstelling, beheerder van een icbe, bewaarder, bewaarder van een icbe of beleggingsonderneming en de derde te sluiten overeenkomst inzake het uitbesteden van werkzaamheden. Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:16, tweede en derde lid, van de wet Artikel 37 Een financiële onderneming gaat niet over tot het uitbesteden van werkzaamheden indien dat een belemmering vormt voor een adequaat toezicht op de naleving van het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen van de wet. 1. Een [..] financiëledienstverlener draagt zorg voor een adequate behandeling van klachten van cliënten, consumenten of deelnemers over betaaldiensten, financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming. Hiertoe: a. beschikt de financiële onderneming over een interne klachtenprocedure, gericht op een spoedige en zorgvuldige behandeling van klachten; en b. is de financiële onderneming aangesloten bij een door Onze Minister erkende geschilleninstantie die geschillen behandelt met betrekking tot betaaldiensten, financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming, tenzij er geen zodanige geschilleninstantie is. 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op financiële ondernemingen voorzover zij: a. beleggingsdiensten uitsluitend voor professionele beleggers verlenen; of
Acties
--
Vaststellen interne klachten- en geschillenprocedure. Aansluiting van de onderneming bij het KiFiD
15
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
Hoofdstuk 7. Klachtenafhandeling § 7.1. Interne klachtenprocedure
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving b. optreden als clearinginstelling. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de afhandeling van klachten en worden regels gesteld met betrekking tot de erkenning van geschilleninstanties, de behandeling van geschillen door erkende geschilleninstanties en de door erkende geschilleninstanties aan Onze Minister te verstrekken informatie. Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:17, derde lid, van de wet
Acties
Artikel 39 Deze paragraaf is van toepassing op financiële ondernemingen waarvoor op grond van artikel 4:17, eerste lid, van de wet de verplichting geldt om over een interne klachtenprocedure te beschikken.
Vaststellen interne klachten- en geschillenprocedure
Artikel 40 De financiële onderneming stelt aan alle personen die binnen de onderneming betrokken zijn bij de afhandeling van klachten van consumenten, cliënten of deelnemers over betaaldiensten, financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming, een beschrijving beschikbaar van de te volgen procedure voor de afhandeling van die klachten.
Neerleggen van procedures en maatregelen in werkinstructies voor de interne klacht- en geschillenbehandeling
Artikel 41 1. De financiële onderneming beschikt met het oog op een adequate behandeling van klachten als bedoeld in artikel 40 over een behoorlijke administratie van klachten, waarin ten minste worden vastgelegd: a. de naam en het adres van de klager; b. de klacht, met daarbij behorende dagtekening van ontvangst; c. een omschrijving van de klacht; d. een beschrijving van de wijze waarop zij de klacht heeft behandeld. 2. De financiële onderneming bewaart de gegevens, bedoeld in het eerste lid, gedurende een periode van ten minste een jaar nadat de klacht door haar is afgehandeld. Artikel 42 De financiële onderneming informeert de klager bij een gehele of een gedeeltelijke afwijzing van diens klacht over financiële diensten of financiële producten over de mogelijkheid om de klacht voor te leggen aan de erkende geschilleninstantie waarbij
Aanleggen en bijhouden van een klachtenadministratie
Informeren van de consument over de mogelijkheid zich te wenden tot het KiFiD 16
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving zij is aangesloten, onder vermelding van de geldende termijnen. Daarbij wordt tevens vermeld dat een geschil ook direct bij een burgerlijke rechter aanhangig kan worden gemaakt. Indien de afwijzing schriftelijk geschiedt, wordt de desbetreffende informatie eveneens schriftelijk verstrekt. Artikel 43 1. De financiële onderneming draagt er zorg voor dat klachten binnen een redelijke termijn worden afgehandeld. 2. De financiële onderneming bevestigt de ontvangst van de klacht en bericht de klager binnen twee weken na ontvangst van de klacht binnen welke termijn de klacht zal worden afgehandeld. 3. De klager kan vanaf zes weken na ontvangst van de ontvangstbevestiging of acht weken na het indienen van de klacht, de klacht rechtstreeks voorleggen aan de erkende geschilleninstantie waarbij de financiële onderneming is aangesloten. 4. Indien de financiële onderneming voor de afwikkeling van de klacht nadere informatie nodig heeft van de klager, verzoekt zij deze informatie van de klager en geeft een termijn voor de beantwoording. De termijnen als bedoeld in het derde lid worden verlengd met de termijn voor beantwoording, of met de termijn waarbinnen de verzochte informatie wordt ontvangen door de financiële onderneming.
BGfo
§ 7.2. Erkende geschilleninstantie
en de Nederlandse rechter (ingeval van afwijzing van zijn verzoek)
Zorgdragen voor afhandeling conform de hier gestelde voorwaarden
N.v.t.
Artikel 45-48f [..] Afdeling 4.2.3. Zorgvuldige dienstverlening
Wft Wft Wft
Artikel 44 De financiële onderneming voorziet in procedures en maatregelen die waarborgen dat klachten van klagers zorgvuldig, verifieerbaar, consistent en binnen de in artikel 43 gestelde termijn worden afgehandeld. Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:17, derde lid, van de wet
Acties
Artikel 4:18-4:18e Artikel 4:19
[…] 1. Een financiële onderneming draagt er zorg voor dat de door of namens haar verstrekte of beschikbaar gestelde informatie ter zake van een financieel product, financiële dienst of nevendienst, waaronder reclame-uitingen, geen
N.v.t. Waarborgen en toetsen naleving wettelijke vereisten omtrent te verstrekken of beschikbaar te stellen informatie 17
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Wft
Artikel
§ 8.1.2a. Informatieverstrekk ing door beleggingsondernemingen en aanbieders van hypothecair krediet Artikel 4:20
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving afbreuk doet aan ingevolge deze wet te verstrekken of beschikbaar te stellen informatie. 2. De door een financiële onderneming aan cliënten verstrekte of beschikbaar gestelde informatie, waaronder reclame-uitingen, ter zake van een financieel product, financiële dienst of nevendienst is correct, duidelijk en niet misleidend. 3. De financiële onderneming draagt er zorg voor dat het commerciële oogmerk van de verstrekte of beschikbaar gestelde informatie als zodanig herkenbaar is. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het tweede lid, voor zover de informatie, bedoeld in dat lid, verstrekt wordt in het kader van het verlenen van beleggingsdiensten. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:19, vierde lid, en 4:22, eerste lid, van de wet Artikel 51b Een aanbieder van hypothecair krediet publiceert op zijn website de actuele vaste debetrentevoet voor hypothecair krediet bij verschillende rentevastperiodes en, indien van toepassing, de variabele debetrentevoet. 1. Voorafgaand aan het adviseren, het verlenen van een beleggingsdienst, het verlenen van een nevendienst of de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product niet zijnde een financieel instrument verstrekt een beleggingsonderneming of financiëledienstverlener de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt informatie voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van die dienst of dat product. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de in de vorige volzin bedoelde informatie. Deze regels kunnen onder meer betrekking hebben op de informatie die wordt verschaft met betrekking tot de uitoefening door de consument of cliënt van de in artikel 230x, eerste en tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde rechten. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een financiële onderneming in daarbij te bepalen gevallen in afwijking van het eerste lid, eerste volzin, de in dat lid bedoelde informatie geheel of gedeeltelijk na het aangaan van de overeenkomst verstrekt. 3. Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake een financieel product, financiële dienst of nevendienst verstrekt een beleggingsonderneming of financiëledienstverlener de consument, of, indien het een financieel instrument
Acties
Publiceren van de actuele vaste en variabele debetrentevoet voor hypothecair krediet op de website van de onderneming
Verschaffen relevante precontractuele productinformatie aan (potentiele) consumenten Nazorg: gedurende looptijd tijdige informatieverschaffing over wezenlijke, relevante wijzigingen
18
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
§ 8.1.4. Verplichte precontractuele informatie
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving of verzekering betreft, de cliënt tijdig informatie over: a. wezenlijke wijzigingen in de informatie, bedoeld in het eerste lid, voor zover deze wijzigingen redelijkerwijs relevant zijn voor de consument onderscheidenlijk de cliënt; en b. bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop een financiële onderneming gedurende de looptijd van een overeenkomst informatie moet verstrekken. 5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de informatie, bedoeld in het derde lid, in daarbij aan te wijzen gevallen uitsluitend op verzoek van de consument onderscheidenlijk de cliënt wordt verstrekt. 6. De in dit artikel bedoelde informatie mag in gestandaardiseerde vorm worden verstrekt. 7. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van dit artikel bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste en tweede lid, 4:22, eerste lid en tweede lid, 4:25a, eerste lid, 4:25b, eerste en tweede lid, en 4:90b, tiende lid, van de wet
Acties
Nadere invulling precontractuele informatie (complex) (financieel) product en hypothecair krediet
Artikel 57 1. Een financiëledienstverlener verstrekt een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product of financiële dienst ten minste de volgende informatie: a. zijn naam en adres en, indien de financiëledienstverlener een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen; b. de aard van zijn financiële dienstverlening; c. voorzover artikel 4:17 van de wet van toepassing is: zijn interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel a, van de wet, en de erkende geschilleninstantie waarbij hij is aangesloten; en 19
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving d. zijn inschrijving in het door de toezichthouder gehouden register. 2. In afwijking van artikel 49, eerste lid, kan de informatie, bedoeld in het eerste lid, en in artikel 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet, op verzoek van de cliënt mondeling worden verstrekt, indien het financiële product een verzekering is en onmiddellijke dekking noodzakelijk is. In dat geval verstrekt de financiëledienstverlener de informatie tevens onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst overeenkomstig artikel 49, eerste lid, aan de cliënt.
Acties
Artikel 58 N.v.t. Artikel 59a 1. Een aanbieder verstrekt voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een complex product of hypothecair krediet aan de consument informatie over de totale prijs van het desbetreffende product met uitzondering van de advieskosten en distributiekosten, maar met inbegrip van alle bijbehorende kosten. 2. Onverminderd het eerste lid verstrekt een aanbieder voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst met een consument inzake een complex product dat strekt tot vermogensopbouw, aan de consument, voor zover van toepassing, ten minste de volgende informatie: a. het bedrag van de totale kosten, met uitzondering van de advieskosten en distributiekosten; b. de kosten die worden ingehouden op de inleg of de premie, onderverdeeld naar soorten kosten, zoals in elk geval eerste kosten, doorlopende kosten en aan- en verkoopkosten; c. de kosten die worden ingehouden op de vermogensopbouw of uitkering, onderverdeeld naar soorten kosten zoals in elk geval eerste kosten, doorlopende kosten en aan- en verkoopkosten; d. de kosten die de beheerder van een beleggingsinstelling of beheerder van een icbe jaarlijks in rekening brengt voor het beheer van rechten van deelneming in die beleggingsinstelling of icbe; e. de invloed van het gemiddelde jaarlijkse percentage van de kosten, bedoeld onder b, c en d, op het rendement en de vermogensopbouw of uitkering, verbonden aan de overeenkomst; en f. de wijze waarop de kosten, bedoeld onder b, c en d, worden verdeeld over de looptijd van de overeenkomst.
Informatie verschaffen over de totale prijs van het desbetreffende product
20
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Wft
Artikel
Artikel 4:20
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op: a. overeenkomsten met betrekking tot beleggingsobjecten; en b. overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst. 4. Het tweede lid, aanhef en de onderdelen b tot en met f, zijn niet van toepassing op een levensverzekeraar die een levensverzekering aanbiedt waarbij de uitkering wordt uitgedrukt in rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe. 5. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op financiële ondernemingen die een complex product als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1°, 4° of 11° samenstellen en dat product in de markt verkrijgbaar stellen voor consumenten of, indien het een recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe betreft, cliënten. Artikel 59aa 1. Een aanbieder verstrekt een consument voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet, ten minste informatie over: a. de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd; b. of deze componenten een vast of variabel bestanddeel vormen van de debetrentevoet; en c. de risico’s die verbonden zijn aan een variabele debetrentevoet. 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de door een aanbieder in de informatieverstrekking aan de consument te gebruiken aanduiding van de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd. 1. Voorafgaand aan het adviseren, het verlenen van een beleggingsdienst, het verlenen van een nevendienst of de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product niet zijnde een financieel instrument verstrekt een beleggingsonderneming of financiëledienstverlener de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt informatie voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van die dienst of dat product. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de in de vorige volzin bedoelde informatie. Deze regels kunnen onder meer betrekking hebben op de informatie die wordt verschaft met betrekking tot de uitoefening door de consument of cliënt van de
Acties
informatie vrstrekken aan client voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van die dienst of het product.
21
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
§ 8.1.6. Informatie gedurende de looptijd van een overeenkomst
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving in artikel 230x, eerste en tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde rechten. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een financiële onderneming in daarbij te bepalen gevallen in afwijking van het eerste lid, eerste volzin, de in dat lid bedoelde informatie geheel of gedeeltelijk na het aangaan van de overeenkomst verstrekt. 3. Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake een financieel product, financiële dienst of nevendienst verstrekt een beleggingsonderneming of financiëledienstverlener de consument, of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt tijdig informatie over: a. wezenlijke wijzigingen in de informatie, bedoeld in het eerste lid, voor zover deze wijzigingen redelijkerwijs relevant zijn voor de consument onderscheidenlijk de cliënt; en b. bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop een financiële onderneming gedurende de looptijd van een overeenkomst informatie moet verstrekken. 5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de informatie, bedoeld in het derde lid, in daarbij aan te wijzen gevallen uitsluitend op verzoek van de consument onderscheidenlijk de cliënt wordt verstrekt. 6. De in dit artikel bedoelde informatie mag in gestandaardiseerde vorm worden verstrekt. 7. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van dit artikel bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, derde lid, aanhef en onderdeel b, vierde en vijfde lid, en 4:22, tweede lid, van de wet en artikel 549 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek Artikel 68 1. Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake krediet verstrekt de aanbieder de consument op diens verzoek een gespecificeerd overzicht van het
Acties
(Procesinrichting) Informatieverstrekking gedurende de looptijd van het product
22
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving uitstaand saldo. Hij kan daarbij een vergoeding in rekening brengen van ten hoogste het bedrag van de werkelijke kosten. 2. Tot een jaar na de afwikkeling van een overeenkomst inzake krediet verstrekt de aanbieder van krediet aan de consument op diens verzoek kosteloos een gespecificeerde afrekening.
Acties
Artikel 68a Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet informeert de aanbieder de consument over elke wijziging van de debetrentevoet, waarbij hij de consument tevens informeert over: a. het gewijzigde jaarlijks kostenpercentage; en b. de component of componenten waardoor de debetrentevoet is gewijzigd.
BGfo
§ 8.1.7. Informatieverstrekk ing in het kader van een overeenkomst op afstand
Artikel 68b 1. Indien de rentevastperiode van een overeenkomst inzake hypothecair krediet met een vaste debetrentevoet afloopt na 1 april 2013 informeert de aanbieder de consument ten minste drie maanden voor het aflopen van de rentevastperiode over het aflopen van die periode en verstrekt informatie over de maximale debetrentevoet die zal gelden voor de komende rentevastperiode waarbij de maximale debetrentevoet bij minimaal drie rentevastperiodes, indien aangeboden, wordt aangegeven. 2. Gelijktijdig met het aanbod, bedoeld in het eerste lid, verstrekt de aanbieder tevens informatie over de mogelijkheid: a. om boetevrij over te sluiten bij het aflopen van de rentevastperiode; en b. om advies over oversluitmogelijkheden in te winnen bij de aanbieder of een andere financiëledienstverlener. Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:20, eerste lid, tweede lid, derde lid, aanhef en onderdeel b, vierde lid, en vijfde lid, van de wet Artikel 76 [Vervallen per 01-11-2007] Artikel 77 1. In afwijking van artikel 57 en onverminderd de artikelen 60 tot en met 63 verstrekt een financiëledienstverlener een consument voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst op afstand, voorzover van toepassing, ten minste de volgende informatie:
(Procesinrichting) Precontractuele schriftelijke/ telefonische informatieverstrekking bij een overeenkomst op afstand
23
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving a. zijn naam en adres, de hoedanigheid waarin hij optreedt tegenover de consument en, indien de financiëledienstverlener een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen; b. de aard van zijn financiële dienstverlening; c. voorzover artikel 4:17 van de wet van toepassing is: zijn interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel a, van de wet en de erkende geschilleninstantie waarbij hij is aangesloten; d. zijn inschrijving in het door de toezichthouder gehouden register; e. het nummer van de inschrijving in het handelsregister; f. de belangrijkste kenmerken van het financiële product; g. de risico’s die met het financiële product samenhangen; h. de totale kosten of, wanneer de exacte kosten niet kunnen worden genoemd, de grondslag voor de berekening van de kosten, zodat de consument de kosten kan verifiëren; i. de omstandigheid dat de consument andere bedragen verschuldigd kan zijn die niet via de financiëledienstverlener worden betaald of door hem worden opgelegd; j. de extra kosten voor het gebruik van een techniek voor communicatie op afstand; k. de wijze van betaling door de consument en de wijze van uitvoering van de overeenkomst op afstand; l. beperkingen in de geldigheidsduur van de verstrekte informatie; m. de minimale looptijd van de overeenkomst op afstand; n. het contractuele recht op tussentijdse beëindiging van de overeenkomst op afstand en de eventuele boete verbonden aan de uitoefening van dat recht; o. het feit dat het in artikel 4:28, eerste en tweede lid, van de wet bedoelde recht wel of niet van toepassing is, de duur van en de voorwaarden voor de uitoefening van dat recht, met inbegrip van informatie over het bedrag dat de consument gehouden kan zijn te betalen, de gevolgen van nietuitoefening van dat recht en de wijze waarop dat recht kan worden uitgeoefend; p. het bestaan van op de overeenkomst op afstand toepasselijke garantiefondsen of andere compensatieregelingen die niet vallen onder richtlijn nr. 1994/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels (PbEG L 135) en richtlijn nr. 1997/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van
Acties
24
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving de Europese Unie van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PbEG L 084); q. de taal of de talen waarin de voorwaarden van de overeenkomst op afstand en de in dit artikel bedoelde informatie worden verstrekt, alsmede de taal of talen waarin de financiëledienstverlener zal communiceren gedurende de looptijd van de overeenkomst op afstand; r. het op de totstandbrenging van betrekkingen met de consument voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst op afstand toe te passen recht, het op die overeenkomst toe te passen recht en de bevoegde rechter; s. de overige voorwaarden van de overeenkomst op afstand; en t. indien hij gebruik maakt van een andere beroepsbeoefenaar, de naam en adres van deze beroepsbeoefenaar en, indien deze een rechtspersoon is, diens statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen, en de hoedanigheid waarin deze tegenover de consument optreedt 2. […] 3. […] 4. Een financiëledienstverlener die financiële diensten verleent met betrekking tot consumptief krediet voldoet aan het eerste lid door het verstrekken van de informatie, bedoeld in artikel 112, eerste en tweede lid, of, indien het krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand wordt verleend waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument op verzoek of binnen een termijn van één tot drie maanden plaatsvindt, door het verstrekken van de informatie, bedoeld in artikel 112a, eerste lid. 5. Een financiëledienstverlener die financiële diensten verleent met betrekking tot effectenkrediet voldoet aan het eerste lid door het verstrekken van de informatie zoals opgenomen in bijlage F van dit besluit.
Acties
Artikel 78 1. Indien een overeenkomst op afstand op verzoek van de consument tot stand is gekomen met gebruikmaking van een techniek voor communicatie op afstand waarmee de in artikel 77 bedoelde informatie niet schriftelijk of via een andere duurzame drager als bedoeld in artikel 49, eerste lid, voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst kan worden verstrekt, kan de financiëledienstverlener de informatie onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst op afstand aan de consument verstrekken. 25
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 2. In afwijking van artikel 77, eerste lid, aanhef, verstrekt de financiëledienstverlener een consument de in dat artikel bedoelde informatie: a. indien het een overeenkomst op afstand inzake een schadeverzekering betreft, uiterlijk tegelijk met het afgeven van de polis; b. indien het een overeenkomst op afstand inzake een levensverzekering, inzake een natura-uitvaartverzekering of een overeenkomst op afstand die strekt tot fondsvorming ter voldoening van de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon betreft, uiterlijk tegelijk met het afgeven van de polis. Indien het een overeenkomst op afstand inzake een levensverzekering of een overeenkomst op afstand die strekt tot fondsvorming ter voldoening van de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon waarvan de waarde afhankelijk is van de ontwikkeling op financiële markten betreft, heeft de consument het recht zonder een boete verschuldigd te zijn en zonder opgave van redenen de overeenkomst binnen dertig kalenderdagen na de dag waarop hij de informatie heeft ontvangen, terugwerkend tot de datum van het tot stand komen van de overeenkomst, te ontbinden en wordt de consument door de financiëledienstverlener geïnformeerd over de wijze waarop hij gebruik kan maken van dat recht. 3. Voorzover het financiële risico ingevolge een overeenkomst op afstand inzake een levensverzekering voor rekening van de consument is, kan de financiëledienstverlener met de consument overeenkomen dat de eventueel na de totstandkoming van de overeenkomst opgetreden waardevermeerdering of vermindering van de beleggingen voor rekening van de consument blijft indien deze de overeenkomst terugwerkend tot de datum van de totstandkoming van de overeenkomst ontbindt. 4. […]
Acties
Artikel 79 1. Een financiëledienstverlener deelt aan een consument bij het gebruik van de telefoon voor het doen van ongevraagde oproepen ter bevordering van de totstandkoming van een overeenkomst op afstand, aan het begin van elk gesprek duidelijk de identiteit van de financiëledienstverlener, alsmede het commerciële oogmerk van de oproep mee. In afwijking van artikel 77, kan de financiëledienstverlener in dergelijke oproepen, indien de consument daarmee uitdrukkelijk instemt, volstaan met het informeren van de consument over: a. de identiteit van de persoon die in contact staat met de consument en de 26
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving relatie van deze persoon met de financiëledienstverlener; b. de belangrijkste kenmerken van het financiële product of de financiële dienst; c. de totale kosten, of, wanneer de exacte kosten niet kunnen worden genoemd, de grondslag voor de berekening van de kosten, zodat de consument de kosten kan verifiëren; d. de omstandigheid dat de consument andere bedragen verschuldigd kan zijn die niet via de financiëledienstverlener worden betaald of door hem worden opgelegd; e. de toepasselijkheid van het in artikel 4:28, eerste en tweede lid, van de wet bedoelde recht, de duur van en de voorwaarden voor de uitoefening van dat recht, met inbegrip van informatie over het bedrag dat de consument gehouden kan zijn te betalen, de gevolgen van niet-uitoefening van dat recht; en f. de omstandigheid dat op verzoek van de consument andere informatie beschikbaar is, waarbij de aard van die informatie aan de consument wordt medegedeeld.
Acties
2. Ten aanzien van consumptief krediet dat op verzoek van de consument met onmiddellijke ingang beschikbaar wordt gesteld, anders dan in de vorm van een geoorloofde debetstand waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument op verzoek of binnen een termijn van één tot drie maanden plaatsvindt, zijn de belangrijkste kenmerken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de volgende gegevens: a. het jaarlijks kostenpercentage berekend voor een representatief voorbeeld; b. het totale door de consument te betalen bedrag; c. het totale kredietbedrag en de voorwaarden voor kredietopneming; d. de duur van de kredietovereenkomst; e. in geval van goederenkrediet, de roerende zaak of de dienst en de contante prijs daarvan; f. de debetrentevoet, de voorwaarden die de toepassing van deze rentevoet regelen, en, voor zover beschikbaar, indices of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet, en de termijnen, de voorwaarden en de procedure voor wijziging daarvan; en g. het bedrag, het aantal en de frequentie van de door de consument te verrichten betalingen, en, indien van toepassing, de volgorde waarin de 27
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Wft
Artikel
Artikel 4:21
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving betalingen aan de verschillende openstaande saldi tegen verschillende debetrentevoeten worden toegerekend met het oog op de aflossing. 3. Ten aanzien van consumptief krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand waarbij is overeengekomen dat de ter zake verschuldigde betaling van de consument op verzoek of binnen een termijn van één tot drie maanden plaatsvindt, zijn de belangrijkste kenmerken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de in artikel 112a, tweede lid, onderdelen c, e, f en g, bedoelde gegevens. 4. Ten aanzien van effectenkrediet zijn de belangrijkste kenmerken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de volgende gegevens: a. de debetrentevoet, de voorwaarden die de toepassing van deze rentevoet regelen, en, voor zover beschikbaar, indices of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet, en de termijnen, de voorwaarden en de procedure voor wijziging daarvan; en b. dat het krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van financiële instrumenten en dat de kredietlimiet afhankelijk is van een bepaald dekkingspercentage en indien van toepassing, bepaalde spreidingseisen; en c. welk dekkingspercentage en welke spreidingseisen worden gehanteerd ten aanzien van de in onderpand gegeven financiële instrumenten. 5. Indien een overeenkomst op afstand tot stand komt via spraaktelefonie, verstrekt een financiëledienstverlener de in artikel 77, eerste lid, bedoelde informatie onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst op afstand aan de consument. Voorzover het een overeenkomst inzake een levensverzekering, natura-uitvaartverzekering of schadeverzekering betreft, is artikel 78, tweede lid, aanhef en onderdeel a, onderscheidenlijk het tweede lid, aanhef en onderdeel b, of het derde lid van overeenkomstige toepassing. 6. Artikel 49, eerste lid, eerste volzin, is niet van toepassing op het verstrekken van informatie als bedoeld in het eerste lid. Artikel 80 Gedurende de looptijd van een overeenkomst op afstand verstrekt een financiëledienstverlener aan de consument op diens verzoek de voorwaarden van de overeenkomst. Voorts kan de consument het gebruik van een ander middel van communicatie op afstand verlangen, tenzij dat niet met de tot stand gekomen overeenkomst op afstand te verenigen is. Indien een financiëledienstverlener een financiële dienst verleent door tussenkomst
Acties
Indien van toepassing; 28
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Wft
Artikel 4:22
BGfo
Hoofdstuk 8. Zorgvuldige dienstverlening Afdeling 8.1. Informatieverstrekk ing § 8.1.1. Inleidende bepalingen
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving van een bemiddelaar, gevolmachtigde agent of een ondergevolmachtigde agent wordt de informatie, bedoeld in artikel 4:20, eerste en derde lid, verstrekt door deze bemiddelaar, gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent, tenzij de desbetreffende financiële onderneming en de bemiddelaar, gevolmachtigde agent onderscheidenlijk ondergevolmachtigde agent zijn overeengekomen dat de financiële onderneming zelf aan artikel 4:20, eerste en derde lid, voldoet. 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de informatieverstrekking door een financiële onderneming over een financieel product, financiële dienst of nevendienst. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen tevens ter uitvoering van titel III van de richtlijn betaaldiensten regels worden gesteld met betrekking tot de informatieverstrekking door een betaaldienstverlener over betaaldiensten. 3. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. 4. Artikel 1:23 is niet van toepassing ten aanzien van de regels, bedoeld in het tweede lid. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:22, eerste lid, 4:25a, eerste lid, en 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet
Acties Opstellen en controleren van naleving samenwerkingsovereen-komst met bemiddelaar
Artikel 49 1. Een financiële onderneming verstrekt de ingevolge deze afdeling en de artikelen 4:25a, eerste lid, onderdeel a, en 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet aan de consument of cliënt te verstrekken informatie schriftelijk, tenzij in deze afdeling anders wordt bepaald. De financiële onderneming kan de informatie via een andere duurzame drager verstrekken, indien zij zich ervan heeft vergewist dat de consument onderscheidenlijk cliënt over de benodigde middelen beschikt om kennis te nemen van de aldus te verstrekken informatie. 2. De financiële onderneming verstrekt de informatie, bedoeld in het eerste lid, in de Nederlandse taal. De informatie kan in een andere taal worden verstrekt: a. indien de consument of cliënt daarom verzoekt en de financiële onderneming hiermee heeft ingestemd; 29
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
BGfo
BGfo
Artikel
§ 8.1.2. Algemene informatie over financiële ondernemingen
§ 8.1.2a. Informatieverstrekk ing door beleggingsonderne mingen en aanbieders van hypothecair krediet § 8.1.3. Reclame-
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving b. indien partijen een keuze hebben gemaakt voor de toepasselijkheid van het recht van een andere staat op de overeenkomst inzake een financieel product; of c. indien het essentiële beleggersinformatie betreft en het gebruik van de desbetreffende taal door de Autoriteit Financiële Markten is goedgekeurd. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op het verstrekken van informatie met betrekking tot het verlenen van beleggingsdiensten.
Acties
Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:22, eerste lid, van de wet Artikel 50a Een financiële onderneming maakt een beschrijving van haar beleid inzake beloningen openbaar. De Autoriteit Financiële Markten kan regels stellen met betrekking tot de inhoud en de wijze van openbaarmaking. Artikel 51 1. Een beleggingsonderneming of bank deelt aan een ieder die een gerechtvaardigd belang heeft op verzoek mede aan welke systemen als bedoeld in artikel 212a van de Faillissementswet de beleggingsonderneming onderscheidenlijk de bank deelneemt. 2. Een beleggingsonderneming of bank verstrekt aan een ieder die een gerechtvaardigd belang heeft op verzoek informatie over de belangrijkste regels die gelden voor de werking van de systemen bedoeld in artikel 212a van de Faillissementswet, waaraan de beleggingsonderneming onderscheidenlijk de bank deelneemt. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op beleggingsondernemingen met zetel in een andere lidstaat. Artikel 51b Een aanbieder van hypothecair krediet publiceert op zijn website de actuele vaste debetrentevoet voor hypothecair krediet bij verschillende rentevastperiodes en, indien van toepassing, de variabele debetrentevoet.
Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:22, eerste lid, van de wet
Openbaarmaken beloningsbeleid
Voldoen aan informatie verzoeken.
Publiceren vaste en variabele debetrentevoet
Informatieverstrekken over risico’s 30
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel uitingen en andere onverplichte precontractuele informatie
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving
Acties
Artikel 52 1. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting, anders dan via de televisie of de radio, informatie verstrekt over een complex product, verstrekt zij daarbij informatie over de belangrijkste financiële risico’s van dat product, die onder meer inzichtelijk worden gemaakt door een risico-indicator en, indien het een beleggingsobject betreft, de belangrijkste overige risico’s die samenhangen met dat product. 2. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting via de televisie informatie verstrekt over een complex product, verstrekt zij daarbij informatie over de belangrijkste financiële risico’s van dat product door het weergeven van een risico-indicator en, indien het een beleggingsobject betreft, de belangrijkste overige risico’s die samenhangen met dat product. 3. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting via de radio informatie verstrekt over een complex product, verstrekt zij daarbij informatie over de belangrijkste financiële risico’s van dat product en, indien het een beleggingsobject betreft, de belangrijkste overige risico’s die samenhangen met dat product. 4. Indien een financiële onderneming voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een complex product informatie verstrekt over dat product, verwijst zij daarbij naar de financiële bijsluiter of, indien het rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging in effecten betreft, naar de essentiële beleggersinformatie. 5. Indien een financiële onderneming voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een complex product, anders dan in een reclame-uiting via de televisie of de radio, informatie verstrekt over een historisch of toekomstig rendement, verstrekt zij daarbij informatie over de belangrijkste kosten en de belangrijkste financiële risico’s van dat product en, indien het een beleggingsobject betreft, over de belangrijkste overige risico’s die samenhangen met dat product. 6. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting via de televisie of de radio informatie verstrekt over een historisch of toekomstig rendement van een complex product, verstrekt zij daarbij of op enig ander moment voorafgaande aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake dat product informatie over de belangrijkste kosten van dat product. 7. Indien een financiële onderneming voorafgaande aan de totstandkoming van
(Procesinrichting) informatieverstrekking
Kostentransparantie in communicatie
31
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving een overeenkomst inzake een complex product informatie verstrekt over een gegarandeerd rendement, verstrekt zij daarbij of, indien de informatie wordt verstrekt in een reclame-uiting, op enig ander moment voorafgaande aan de totstandkoming van de overeenkomst inzake dat product, informatie over de belangrijkste voorwaarden van die garantie. 8. Artikel 49, eerste lid, eerste volzin, is niet van toepassing op het verstrekken van informatie in een reclame-uiting als bedoeld in dit artikel. 9. Het eerste tot en met achtste lid zijn niet van toepassing indien het een complex product betreft, niet zijnde een recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe, ten aanzien waarvan uitsluitend financiële diensten worden verleend aan personen die handelen in de uitoefening van hun bedrijf of beroep. 10. Het eerste lid, met uitzondering van de verplichting om een risico-indicator te verstrekken, en het derde tot en met zevende lid, zijn niet van toepassing op beleggingsondernemingen voor zover zij beleggingsdiensten of nevendiensten verlenen met betrekking tot deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen of icbe's.
Acties
Artikel 53 1. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting over krediet melding maakt van een debetrentevoet of andere gegevens betreffende de kosten van een krediet, verstrekt zij daarbij tevens informatie over: a. de vaste of variabele debetrentevoet en de andere kosten die deel uitmaken van de totale kosten van het krediet; b. het totale kredietbedrag; c. het jaarlijks kostenpercentage; en, indien van toepassing, d. de duur van de kredietovereenkomst; e. in geval van goederenkrediet, de contante waarde en contante betalingen, genoemd in de definitie van kredietsom in artikel 1; f. het totale door de consument te betalen bedrag; en g. het termijnbedrag. 2. Indien het sluiten van een overeenkomst voor een nevendienst verplicht is om het krediet op de in de reclame-uiting genoemde voorwaarden te verkrijgen, en de kosten voor die nevendienst vooraf niet kunnen worden bepaald, wordt de verplichting tot het sluiten van die overeenkomst op een duidelijke, beknopte en opvallende wijze, tezamen met het jaarlijks kostenpercentage vermeld. 3. De informatie, bedoeld in het eerste lid, heeft alleen betrekking op kredieten die 32
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving representatief zijn voor de kredieten die feitelijk door de financiële onderneming worden verstrekt. 4. Een financiële onderneming geeft de informatie, bedoeld in het eerste lid, en de vermelding, bedoeld in het tweede lid, indien deze wordt verstrekt in een reclame-uiting over krediet, anders dan via de televisie of radio, gecombineerd weer in een tabel waarin geen andere informatie wordt opgenomen. 5. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting over krediet reclame maakt voor met krediet aan te schaffen goederen of diensten, verstrekt zij daarbij de informatie, bedoeld in het eerste lid. 6. Indien een reclame-uiting betrekking heeft op een krediet met een debetrentevoet die voor een beperkte duur of een beperkt deel van het krediet geldt, wordt bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de hoogste debetrentevoet in aanmerking genomen. Bij een krediet met een variabele debetrentevoet die voor beperkte duur of een beperkt deel van het krediet afwijkt van de variabele debetrentevoet die op het moment van het doen van de reclame-uiting geldt voor overeenkomsten over krediet van gelijke soort, omvang en duur, wordt bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de hoogste van genoemde variabele debetrentevoeten genoemd. 7. Een financiële onderneming neemt in een reclame-uiting over krediet een waarschuwing op met betrekking tot de gevolgen die aan het krediet zijn verbonden, tenzij het een reclame-uiting voor hypothecair krediet betreft waarbij geen relatie met een ander bestedingsdoel wordt gelegd dan de verwerving van de eigen woning. 8. Een financiële onderneming neemt in een reclame-uiting over hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet een waarschuwing op met betrekking tot de risico’s die aan een dergelijk krediet zijn verbonden. 9. Een financiële onderneming: a. neemt in een reclame-uiting over krediet geen mededelingen op die gericht zijn op het gemak of de snelheid waarmee het krediet wordt verstrekt; b. brengt in een reclame-uiting over krediet niet tot uiting dat lopende overeenkomsten inzake krediet bij de beoordeling van een kredietaanvraag geen of een ondergeschikte rol spelen; c. brengt in een reclame-uiting over krediet niet tot uiting dat met een negatieve uitkomst van de raadpleging van het stelsel van kredietregistratie of anderszins in afwijking van de geldende gedragscode toch een krediet kan
Acties
33
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving worden verkregen; en d. geeft in een reclame-uiting over krediet geen kenmerken van het krediet weer waarin fiscale voordelen zijn verwerkt. 10. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting informatie als bedoeld in het eerste of tweede lid of informatie over een specifiek product verstrekt over een krediet, verstrekt zij daarbij informatie over de verkrijgbaarheid van de informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet. De eerste volzin is niet van toepassing op reclame-uitingen over krediet, voorzover het krediet onderdeel uitmaakt van een complex product. 11. Indien een financiële onderneming informatie verstrekt over de kenmerken van het krediet, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, is het vierde lid van overeenkomstige toepassing. 12. Artikel 49, eerste lid, eerste volzin, is niet van toepassing op het verstrekken van informatie in een reclame-uiting als bedoeld in dit artikel. 13. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting over effectenkrediet melding maakt van een debetrentevoet of andere gegevens betreffende de kosten van een effectenkrediet, meldt zij tevens: a. dat een doorlopend krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van financiële instrumenten, en de kredietlimiet afhankelijk is van de waarde daarvan; b. de vaste of variabele debetrentevoet en de andere kosten die deel uitmaken van de totale kosten van het effectenkrediet; en c. indien een contract voor een nevendienst verplicht is om het effectenkrediet, in voorkomend geval op de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, en de kosten van die dienst niet vooraf bepaald kunnen worden, de verplichting tot het sluiten van die overeenkomst op een duidelijke, beknopte en opvallende wijze. 14. Onverminderd het eerste tot en met twaalfde lid meldt een bemiddelaar in krediet in een reclame-uiting over krediet tevens dat hij: a. adviseert op grond van een objectieve analyse; b. een contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen; of c. geen contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen en hij niet adviseert op grond van een objectieve analyse.
Acties
Artikel 54 34
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Nrgfo
§ 2.2. Regels met betrekking tot reclame-uitingen als bedoeld in artikel 53, achtste lid, van het besluit
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving De Autoriteit Financiële Markten kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de informatie, bedoeld in de artikelen 52 en 53, wordt gepresenteerd of geformuleerd, de wijze van berekening van historische of toekomstige rendementen, kosten en risico's als bedoeld in artikel 52, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, en de wijze van berekening van de kosten van verzekeringen en zekerheidsrechten als bedoeld in 53, eerste lid, onderdeel e, en tweede lid, onderdeel b, onder 3°. Artikel 2:2 1. In een reclame-uiting als bedoeld in artikel 53, achtste lid, van het besluit, die op schrift is gesteldwordt gecentreerd onderaan de in het vijfde lid bedoelde waarschuwing getoond in zijn oorspronkelijke verhouding, waarbij de breedte van de waarschuwing gelijk is aan de breedte van de reclame-uiting en de hoogte van de waarschuwing minimaal 10% van de hoogte van reclame-uiting inclusief waarschuwing bedraagt. Indien een reclame-uiting meerdere pagina’s beslaat, dient onderaan op de eerste pagina van die reclame-uiting de in het vijfde lid bedoelde waarschuwing getoond te worden. 2. In een reclame-uiting als bedoeld in artikel 53, achtste lid, van het besluit, die op internet is geplaatst, wordt gecentreerd bovenaan de in het vijfde lid bedoelde waarschuwing getoond in zijn oorspronkelijke verhouding, waarbij de breedte van de waarschuwing gelijk is aan de breedte van de reclame-uiting en de hoogte van de waarschuwing minimaal 10% van de hoogte van reclame-uiting inclusief waarschuwing bedraagt. 3. Direct aansluitend aan een reclame-uiting als bedoeld in artikel 53, achtste lid, van het besluit, die via radio of internet ten gehore wordt gebracht, wordt een waarschuwingszin opgenomen door het afspelen van een geluidsbestand, te downloaden vanaf www.afm.nl/kredietwaarschuwing. Het geluidsbestand wordt op oorspronkelijke snelheid afgespeeld en met eenzelfde volume als de reclameuiting. 4. Gedurende een reclame-uiting als bedoeld in artikel 53, achtste lid, van het besluit, die via televisie wordt getoond of ten gehore wordt gebracht, wordt gecentreerd onderaan in het beeld dat op het televisiescherm wordt getoond een waarschuwing getoond. Deze waarschuwing is de vanaf www.afm.nl/kredietwaarschuwing te downloaden afbeelding. Deze afbeelding wordt in zijn oorspronkelijke verhouding afgebeeld, waarbij de breedte van de afbeelding gelijk is aan de breedte van het beeld dat op het televisiescherm wordt getoond.
Acties
In een reclame-uiting over hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet waarschuwing opnemen die aan deze voorwaarden voldoet.
35
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Nrgfo
Artikel
Bijlage 1.4
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 5. De in het eerste en tweede lid genoemde waarschuwing is de vanaf www.afm.nl/kredietwaarschuwing te downloaden afbeelding. De hoogte van de te downloaden afbeelding, zoals geplaatst in de reclame-uiting overeenkomstig het eerste dan wel het tweede lid, beslaat minimaal 10% van de hoogte van de reclame-uiting inclusief waarschuwing. De afbeelding mag vergroot en verkleind worden, met als uiterste minimumwaarde een lettergrootte van 7 punten voor de letters welke gebruikt zijn in de afbeelding. Bijlage ter uitvoering van artikel 2:2
Acties
1. Schriftelijke reclame-uiting of reclame-uiting op internet voor complexe producten niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling [Illustratie Verwijderd] 2. Reclame-uiting op televisie voor complexe producten niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling [Illustratie Verwijderd] 3. […] Nrgfo
§ 2.3. Regels met betrekking tot de presentatie en formulering van reclame-uitingen met betrekking tot complexe producten
Artikel 2:3 1. Informatie over de belangrijkste financiële risico’s van een complex product in een schriftelijke reclame-uiting, bedoeld in artikel 52, eerste lid, van het besluit, wordt weergegeven rechtsboven in de reclame-uiting door middel van de risicoindicator te downloaden van www.afm.nl/reclameteksten. […] Voor een complex product, niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling, wordt de risico-indicator berekend op grond van artikel 3:6. In afwijking van artikel 3:5, derde lid, geldt voor een opbouwproduct geen tussentijdse looptijd. 2. Informatie over de belangrijkste financiële risico’s van een complex product in een reclame-uiting, bedoeld in artikel 52, eerste lid, van het besluit, via internet wordt weergegeven in de onmiddellijke nabijheid van de informatie over de opbrengsten van het complexe product in de reclame-uiting door middel van de risico-indicator te downloaden van www.afm.nl/reclameteksten. […] Voor een complex product, niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling, wordt de risico-indicator berekend op grond van artikel 36
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 3:6. In afwijking van artikel 3:5, derde lid, geldt voor een opbouwproduct geen tussentijdse looptijd. 3. Informatie over de belangrijkste financiële risico’s van een complex product in een reclame-uiting als bedoeld in artikel 52, tweede lid, van het besluit, via televisie wordt weergegeven gedurende de reclame-uiting onderaan in beeld door middel van de risico-indicator te downloaden van www.afm.nl/reclameteksten. […] Voor een complex product, niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling, wordt de risico-indicator berekend op grond van artikel 3:6. In afwijking van artikel 3:5, derde lid, geldt voor een opbouwproduct geen tussentijdse looptijd. 4. In afwijking van artikel 3:6, tweede lid en derde lid, worden de risico’s: ‘klein’ en ‘groot’ niet benoemd maar wel weergegeven in de risico-indicator van een complex product, niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling als bedoeld in het eerste tot en met derde lid. 5. Informatie over de belangrijkste financiële risico’s van een complex product in een reclame-uiting, bedoeld in artikel 52, derde lid, van het besluit, via radio wordt weergegeven aan het einde van de reclame-uiting door overneming van het geluidsbestand, te downloaden van www.afm.nl/reclameteksten. 6. De Autoriteit Financiële Markten kan de risico-indicator voor gebruik in reclameuitingen, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, of een geluidsbestand als bedoeld in het vorige lid geheel of gedeeltelijk wijzigen. Een aanbieder van het complexe product verwerkt een dergelijke wijziging uiterlijk de eerste dag van de vierde kalendermaand na bekendmaking daarvan. 7. De risico-indicator voor een complex product, niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt opgesteld conform de vormgeving van bijlage 1.4, onder 1, met dien verstande dat de risico-indicator, bedoeld in het tweede lid, de consument door middel van een hyperlink verwijst naar www.afm.nl/risicometer. De risicoindicator voor een complex product, niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling als bedoeld in het derde lid wordt opgesteld conform de vormgeving van bijlage 1.4, onder 2. […] 8. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt weergegeven, voor uitingen met een oppervlakte kleiner of gelijk aan A4, in een minimale diameter van 4 centimeter, in de kleur zwart of rood. 9. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt weergegeven, voor uitingen met
Acties
37
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Nrgfo
Artikel
§ 2.4. Regels met betrekking tot de berekening van historische en toekomstige rendementen, kosten en risico’s
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving een oppervlakte groter dan A4, in een oppervlakte van minimaal 5 procent van de totale oppervlakte van de reclame-uiting, in de kleur zwart of rood. 10. De informatie, bedoeld in het tweede lid, wordt weergegeven in een minimale grootte van 180 pixels bij 180 pixels, in de kleur zwart of rood, met dien verstande dat voor de bepaling van de grootte een ingestelde beeldschermresolutie van 1024 × 768 beeldlijnen als uitgangspunt wordt genomen. 11. De informatie, bedoeld in het derde lid, wordt weergegeven in een grootte van tien procent van de grootte van de reclame-uiting. Artikel 2:4 1. Informatie over een historisch rendement, bedoeld in artikel 52, vijfde of zesde lid van het besluit, niet zijnde van een beleggingsinstelling, wordt berekend conform het opbrengstscenario bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, onder a en mag worden aangevuld met de vermelding van de daadwerkelijk gerealiseerde rendementen over de gebruikte historie. 2. Informatie over een toekomstig rendement, bedoeld in artikel 52, vijfde of zesde lid van het besluit, niet zijnde van een beleggingsinstelling, wordt berekend conform één of meer opbrengstscenario’s zoals beschreven in artikel 3:9, eerste lid, onder a, b, en c. Een rendement op basis van een eigen berekening kan worden toegevoegd, dit rendement mag echter het historisch opbrengstscenario van artikel 3:9, eerste lid, onder a, niet overschrijden. 3. Informatie over de kosten, bedoeld in artikel 52, vijfde of zesde lid van het besluit, niet zijnde van een beleggingsinstelling, wordt verstrekt in absolute getallen indien de aanbieder van het complexe product de rendementen bedoeld in het eerste of tweede lid in absolute getallen weergeeft dan wel in percentages indien de betreffende financiële onderneming de rendementen in percentages weergeeft. De informatie over de kosten wordt verstrekt in cumulatieve vorm. 4. Informatie over de belangrijkste financiële risico’s, bedoeld in artikel 52, vijfde lid van het besluit niet zijnde van een beleggingsinstelling, wordt weergegeven door middel van vermelding van, voor zover het een schuldproduct betreft: ‘Het risico dat u met een schuld blijft zitten zoals opgenomen in de Financiële Bijsluiter is […].’ of voor zover het een opbouwproduct betreft: ‘Het risico dat u uw inleg niet terugkrijgt zoals opgenomen in de Financiële Bijsluiter is […].’, onder invulling van de risicocategorie behorende bij de contractuele looptijd als bedoeld in artikel 3:5, tweede en derde lid, gevolgd door, indien van toepassing, de teksten: ‘Dit risico kan hoger of lager worden afhankelijk van bijvoorbeeld uw
Acties
38
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
§ 8.1.4. Verplichte precontractuele informatie
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving beleggingskeuze. Bespreek uw risico met een adviseur’. 5. Informatie als bedoeld in het vierde lid kan worden vervangen door een risicoindicator, die is berekend op basis van gegevens van de consument. 6. De informatie over het complexe product bedoeld in het vierde of vijfde lid wordt weergegeven op een duidelijk en herkenbare wijze in de onmiddellijke nabijheid van de informatie over rendementen, als bedoeld in het eerste en tweede lid.
Acties
Artikel 2:5 – 2:6 N.v.t. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste en tweede lid, 4:22, eerste lid en tweede lid, 4:25a, eerste lid, 4:25b, eerste en tweede lid, en 4:90b, tiende lid, van de wet Artikel 57 1. Een financiëledienstverlener verstrekt een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product of financiële dienst ten minste de volgende informatie: a. zijn naam en adres en, indien de financiëledienstverlener een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen; b. de aard van zijn financiële dienstverlening; c. voorzover artikel 4:17 van de wet van toepassing is: zijn interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel a, van de wet, en de erkende geschilleninstantie waarbij hij is aangesloten; en d. zijn inschrijving in het door de toezichthouder gehouden register. 2. In afwijking van artikel 49, eerste lid, kan de informatie, bedoeld in het eerste lid, en in artikel 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet, op verzoek van de cliënt mondeling worden verstrekt, indien het financiële product een verzekering is en onmiddellijke dekking noodzakelijk is. In dat geval verstrekt de financiëledienstverlener de informatie tevens onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst overeenkomstig artikel 49, eerste lid, aan de cliënt.58 [Vervallen per 01-01-2013] Artikel 59a 1. Een aanbieder verstrekt voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een complex product of hypothecair krediet aan de consument informatie over de totale prijs van het desbetreffende product met 39
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving uitzondering van de advieskosten en distributiekosten, maar met inbegrip van alle bijbehorende kosten. 2. Onverminderd het eerste lid verstrekt een aanbieder voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst met een consument inzake een complex product dat strekt tot vermogensopbouw, aan de consument, voor zover van toepassing, ten minste de volgende informatie: a. het bedrag van de totale kosten, met uitzondering van de advieskosten en distributiekosten; b. de kosten die worden ingehouden op de inleg of de premie, onderverdeeld naar soorten kosten, zoals in elk geval eerste kosten, doorlopende kosten en aan- en verkoopkosten; c. de kosten die worden ingehouden op de vermogensopbouw of uitkering, onderverdeeld naar soorten kosten zoals in elk geval eerste kosten, doorlopende kosten en aan- en verkoopkosten; d. de kosten die de beheerder van een beleggingsinstelling of beheerder van een icbe jaarlijks in rekening brengt voor het beheer van rechten van deelneming in die beleggingsinstelling of icbe; e. de invloed van het gemiddelde jaarlijkse percentage van de kosten, bedoeld onder b, c en d, op het rendement en de vermogensopbouw of uitkering, verbonden aan de overeenkomst; en f. de wijze waarop de kosten, bedoeld onder b, c en d, worden verdeeld over de looptijd van de overeenkomst. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op: a. overeenkomsten met betrekking tot beleggingsobjecten; en b. overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst. 4. Het tweede lid, aanhef en de onderdelen b tot en met f, zijn niet van toepassing op een levensverzekeraar die een levensverzekering aanbiedt waarbij de uitkering wordt uitgedrukt in rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe. 5. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op financiële ondernemingen die een complex product als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1°, 4° of 11° samenstellen en dat product in de markt verkrijgbaar stellen voor consumenten of, indien het een recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe betreft, cliënten.
Acties
40
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
§ 8.1.5. Financiële bijsluiter en essentiële beleggersinformatie
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Artikel 59aa 1. Een aanbieder verstrekt een consument voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet, ten minste informatie over: a. de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd; b. of deze componenten een vast of variabel bestanddeel vormen van de debetrentevoet; en c. de risico’s die verbonden zijn aan een variabele debetrentevoet. 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de door een aanbieder in de informatieverstrekking aan de consument te gebruiken aanduiding van de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd. Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:22, eerste lid, van de wet Artikel 64 1. Deze paragraaf is niet van toepassing op beheerders van instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat. 2. Deze paragraaf is niet van toepassing op financiële ondernemingen voorzover zij overeenkomsten inzake complexe producten beheren of uitvoeren dan wel daarbij assisteren. Artikel 65 1. Een aanbieder van een complex product, niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe, stelt voor dat product een financiële bijsluiter op. 2. Een aanbieder van rechten van deelneming in een icbe, stelt voor elke icbe waarin door hem rechten van deelneming worden aangeboden essentiële beleggersinformatie op. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op complexe producten ten aanzien waarvan uitsluitend financiële diensten worden verleend aan anderen dan consumenten. 4. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op financiële ondernemingen die een complex product als bedoeld in artikel 1, onder 1°, 4° of 11°, samenstellen en dat product algemeen in de markt verkrijgbaar stellen voor consumenten of, indien het een recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe betreft, cliënten.
Acties
Opstellen financiele bijsluiter voor complexe producten Plaatsen meest recente versie financiele bijsluiter op website onderneming
Indien van toeapssing: opstellen financiele bijsluiter voor complexe producten
41
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Artikel 65a 1. Een aanbieder van een complex product houdt een bijgewerkte versie van de financiële bijsluiter respectievelijk de essentiële beleggingsinformatie beschikbaar op zijn website. 2. De aanbieder van een complex product niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe verstrekt de financiële bijsluiter onverwijld kosteloos op verzoek van een consument. 3. Indien een complex product niet zijnde rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe wordt aangeboden door tussenkomst van een bemiddelaar, gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent, wordt een financiële bijsluiter door deze bemiddelaar, gevolmachtigde agent onderscheidenlijk ondergevolmachtigde agent onverwijld kosteloos op verzoek van de consument verstrekt, tenzij de aanbieder en de bemiddelaar, gevolmachtigde agent onderscheidenlijk ondergevolmachtigde agent zijn overeengekomen dat de aanbieder zelf aan de verplichting voldoet. 4. Een aanbieder van rechten van deelneming in een icbe […]of degene die beleggingsdiensten verleent als bedoeld in artikel 1, onderdelen a, b, of d, van de wet, met betrekking tot rechten van deelneming in een icbe, verstrekt geruime tijd voorafgaand aan een inschrijving op de rechten van deelneming in een icbe kosteloos de essentiële beleggersinformatie aan de cliënt. De essentiële beleggersinformatie wordt schriftelijk, op een duurzame drager of via een website verstrekt. Op verzoek wordt de essentiële beleggersinformatie kosteloos schriftelijk aan de cliënt verstrekt. 5. Het eerste, tweede en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op financiële ondernemingen die een complex product als bedoeld in artikel 1, onder 1°, 4° of 11°, samenstellen en dat product algemeen in de markt verkrijgbaar stellen voor consumenten of, indien het een recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe betreft, cliënten.
Acties
Actuele financiele bijsluiter beschikbaar hebben op website en onverwijld en kosteloos verstrekken op verzoek aan consument.
Artikel 66 1. In een financiële bijsluiter wordt informatie over de volgende onderwerpen opgenomen: a. het doel van de financiële bijsluiter; b. de aard en het doel van het complexe product; c. de financiële risico’s van het complexe product die onder meer inzichtelijk 42
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Nrgfo
Artikel
Hoofdstuk 3. Financiële Bijsluiter § 3.1. Financiële bijsluiter met betrekking tot complexe producten, met uitzondering van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving worden gemaakt door een risico-indicator en, indien het een beleggingsobject betreft, de overige risico’s die samenhangen met dat product; d. de verplichtingen voor de consument; e. het al dan niet bestaan van een contractueel recht om de overeenkomst inzake het complexe product tussentijds op te zeggen, de daaraan verbonden kosten en de overige gevolgen; f. de gevolgen bij overlijden van de consument; g. voorbeeldrendementen en de kosten van het complexe product; en h. bij ministeriële regeling aan te wijzen andere onderwerpen. 2. Een financiële bijsluiter bevat geen informatie over andere onderwerpen dan bedoeld in het eerste lid. 3. De Autoriteit Financiële Markten stelt regels met betrekking tot de wijze waarop de informatie over de onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, in de financiële bijsluiter wordt opgenomen, alsmede met betrekking tot de wijze van berekening van de rendementen, kosten en risico’s als bedoeld in het eerste lid, onderdelen c en g. Artikel 3:1 De financiële bijsluiter voor een complex product, niet zijnde een recht van deelneming in een beleggingsinstelling, wordt opgesteld overeenkomstig de artikelen 3:2 tot en met 3:10.
Acties
De financiele bijsluiter voor een complex product dient aan deze voorwaarden te voldoen.
Artikel 3:2 1. Een financiële bijsluiter wordt opgesteld: a. indien het een schuldproduct met garantie betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 2, onderdeel 2; b. indien het een schuldproduct betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 2, onderdeel 1; c. indien het een overwaardeconstructie betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 2, onderdeel 3; d. indien het een opbouwproduct betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 3, onderdeel 1;[…] e. indien het een opbouwproduct met garantie betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 3, onderdeel 2;[…] f. indien het een direct ingaande lijfrente op spaarbasis betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 3, onderdeel 3;[…] 43
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving g. indien het een indien het een direct ingaande uitkering op spaarbasis betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 3, onderdeel 5;[…] h. direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 3, onderdeel 4;[…] i. […]indien het een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 3, onderdeel 6; j. indien het een beleggingsobject betreft: overeenkomstig de vormgeving van bijlage 3, onderdeel 7.[…]
Acties
2. Een financiële bijsluiter bevat de volgende informatie: a. bovenaan op de eerste pagina een inleiding als bedoeld in artikel 3:3; b. midden op de eerste pagina een productomschrijving bestaande uit een toelichting op de toepasselijke onderdelen ‘lenen’, ‘beleggen’, ‘verzekeren’ of ‘sparen’ van het complexe product, als bedoeld in artikel 3:4; c. onderaan op de eerste pagina de risico-indicator als bedoeld in artikel 3:6 en, met uitzondering van een direct ingaande lijfrente op spaarbasis of een direct ingaande uitkering op spaarbasis, een beschrijving van het meest negatieve financiële resultaat van het complexe product als bedoeld in artikel 3:7; d. bovenaan op de tweede pagina een weergave van alle kosten van het complexe product als bedoeld in artikel 3:8; e. midden op de tweede pagina een weergave in drie grafieken van de uitkering bij onderscheidenlijk een historisch, 4-procent- en pessimistisch opbrengstscenario als bedoeld in artikel 3:9 dan wel indien het een direct ingaande lijfrente op spaarbasis of een direct ingaande uitkering op spaarbasis betreft een weergave in twee grafieken van de uitkering bij respectievelijk leven en overlijden; en f. onderaan op de tweede pagina een beschrijving van de financiële gevolgen van vroegtijdige beëindiging van het complexe product als bedoeld in artikel 3:10. Artikel 3:3 1. Een financiële bijsluiter bevat onder de titel ‘Financiële bijsluiter’ links bovenaan een overzicht van de symbolen. Vlak daaronder bevat de financiële bijsluiter: a. indien het een schuldproduct betreft de zin: ‘Let op! Er wordt gerekend met een hypotheek of een lening, onder invulling van hetgeen toepasselijk is, van € (…)’, 44
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving onder invulling van het toepasselijke bedrag bedoeld in artikel 3:5, vijfde lid, onderdeel a of b, aangevuld met de zin die staat vermeld in bijlage 5, tabel 1 en die behoort bij de toepasselijke beleggingsklasse, tenzij 1. het een complex product betreft dat bestaat uit een combinatie van een hypothecair krediet en een spaarrekening, waarvan de tegoeden dienen ter aflossing van het krediet, dan is er geen aanvullende zin; of 2. het een hybride hypotheek betreft, dan luidt de aanvullende zin: met 50% sparen en 50% beleggen; b. indien het een opbouwproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente of een direct ingaande uitkering betreft voor zover van toepassing de zin ‘Let op! Er wordt gerekend met een inleg van € 1.200 per jaar’ of de zin ‘Let op! Er wordt gerekend met een eenmalige inleg van € (…)’, onder invulling van het toepasselijke bedrag bedoeld in artikel 3:5, tweede en vierde lid, aangevuld met de zin die staat vermeld in bijlage 5, tabel 1, en die hoort bij de toepasselijke beleggingsklasse, tenzij het complexe product een traditionele levensverzekering betreft als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder drie van het besluit;[…] c. indien het een spaarbeleggingsproduct betreft de zin: ‘Let op! Er wordt gerekend met een inleg van € 1.200 per jaar, met 50% sparen en 50% beleggen’;[…] d. indien het een opbouwproduct betreft waarin volledig wordt gespaard de zin: ‘Let op! Er wordt gerekend met een inleg van € 1.200 per jaar, met 100% sparen.’[…]; e. voor zover het een opbouwproduct betreft waarbij de beleggingen worden afgestemd op een doeldatum, betreft de zin: ‘Let op! Er wordt gerekend met een inleg van € 1.200 per jaar, waarbij de beleggingsmix verandert gedurende de tijd’.[…] 2. De financiële bijsluiter bevat rechts bovenaan de naam van het product met daaronder de naam van de aanbieder van het complexe product. 3. Een financiële bijsluiter bevat in de eerste alinea van de inleiding de volgende zinnen: ‘Gebruik de Financiële Bijsluiter vóór u overgaat tot het afsluiten van de [productsoort] [productnaam]’, onder invulling van de omschrijving in enkelvoud van het soort producten waartoe het aangeboden complexe product behoort en van de naam van het aangeboden complexe product, gevolgd door de zin: ‘Vergelijk deze Financiële Bijsluiter ook met de bijsluiter van andere [productsoorten]’, onder invulling van de omschrijving in meervoud van het
Acties
45
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving soort producten waartoe het aangeboden complexe product behoort en de zin: ‘Lees ook de offerte en/of de algemene voorwaarden.’ of, indien het een beleggingsobject betreft, de zin: ‘Lees ook het prospectus, de offerte en de algemene voorwaarden.’ 4. Een financiële bijsluiter bevat in de tweede alinea van de inleiding: a. met betrekking tot een schuldproduct de volgende zin: ‘Let op! Er wordt gerekend met een hypotheek of een lening, onder invulling van hetgeen toepasselijk is, van € (…)’, onder invulling van het toepasselijke bedrag bedoeld in artikel 3:4, vijfde lid, onder a of b, en vervolgens naar gelang de beleggingsklasse de zin die staat vermeld in bijlage 5, tabel 2, tenzij 1. het een complex product betreft dat bestaat uit een combinatie van een hypothecair krediet en een spaarrekening, waarvan de tegoeden dienen ter aflossing van het krediet, dan is er geen zin uit bijlage 5, tabel 2; of 2. het een hybride hypotheek betreft, dan luidt de zin: met 50% sparen en 50% beleggen; b. met betrekking tot een opbouwproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente of een direct ingaande uitkering de volgende zin ‘Let op! Er wordt gerekend met een inleg van € 1.200 per jaar’ of de zin ‘Let op! Er wordt gerekend met een eenmalige inleg van €(…)’, onder invulling van het toepasselijke bedrag bedoeld in artikel 3:5, tweede en vierde lid, aangevuld met de zin die staat vermeld in bijlage 5, tabel 1, en die hoort bij de toepasselijke beleggingsklasse, tenzij het complexe product een traditionele levensverzekering betreft als bedoeld in artikel 1, onder d ten derde van het besluit;[…] c. met betrekking tot een spaarbeleggingsproduct de volgende zin: ‘Let op! Er wordt gerekend met een inleg van € 1.200 per jaar en met 50% sparen en 50% beleggen’ of[…] d. met betrekking tot een opbouwproduct waarbij de beleggingen worden afgestemd op een doeldatum, de volgende de zin: ‘Let op! Er wordt gerekend met een inleg van € 1.200 per jaar, waarbij de beleggingsmix verandert gedurende de tijd’;[…] e. de teksten: ‘uw persoonlijke keuzes en situatie kunnen van invloed zijn op de resultaten die in deze bijsluiter vermeld worden. Meer informatie: www.definancielebijsluiter.nl of vraag een adviseur.’ 5. Een financiële bijsluiter bevat in de derde alinea de volgende zin: ‘Heeft u
Acties
46
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving vragen?’, gevolgd door naam, adres en telefoonnummer van de aanbieder van het complexe product en aangevuld met de tekst: ‘of neem contact op met een adviseur’. 6. Een financiële bijsluiter bevat in de vierde alinea van de inleiding de volgende zinnen: ‘Deze Financiële Bijsluiter is opgesteld op […] volgens de voorschriften van de Autoriteit Financiële Markten (www.afm.nl).’, onder invulling van de datum waarop de financiële bijsluiter is opgesteld, gevolgd door de zin: ‘Deze organisatie houdt toezicht op sparen, lenen, beleggen en verzekeren.’
Acties
Artikel 3:4 1. Een financiële bijsluiter bevat onder de subtitel ‘Wat houdt [Naam product] in?’ de toepasselijke onderdelen ‘lenen’, ‘beleggen’, ‘verzekeren’ en ‘sparen’, bedoeld in het tweede, derde, vierde onderscheidenlijk vijfde lid. 2. Een financiële bijsluiter licht het onderdeel ‘lenen‘ toe door opneming: a. onder het kopje ‘U moet’ van: ‘[elke …] [op …] rente betalen’, onder invulling van de toepasselijke frequentie of het toepasselijke moment en voor zover van toepassing ‘het huis in onderpand geven’, ‘het huis in onderpand geven en de lening terugbetalen door aflossing’ of ‘de lening terugbetalen’ alsmede voor zover het betreft schuldproduct: ‘Let op! Hoe korter de periode waarover u de rente vastzet, hoe groter de onzekerheid over uw maandlasten’ en b. onder het kopje ‘U kunt’ voor zover van toepassing van: ‘een huis kopen’, ‘beleggen met geleend geld’ of ‘beleggen om uw inkomen aan te vullen’. 3. Een financiële bijsluiter licht het onderdeel ‘beleggen’ toe door opneming: a. onder het kopje ‘U moet’ voor zover van toepassing van: ‘[eenmalig/elke …] een vast bedrag storten’ onder invulling van de toepasselijke frequentie of ‘eenmalig uw overwaarde storten’ alsmede: ‘Vraag naar het bedrag en vraag waarin u belegt’ en b. onder het kopje ‘U kunt’ voor zover van toepassing: ‘een bedrag bijeen krijgen om de lening af te lossen’, ‘een bedrag bijeen krijgen’, ‘uw inkomen aanvullen’, ‘een periodieke uitkering ontvangen’ en ‘Vraag naar de hoogte en duur van de uitkeringen’ of ‘een bedrag bijeen krijgen met een garantie op einddatum’ [om uw lening geheel of gedeeltelijk af te lossen] en ‘Vraag naar de garantievoorwaarden’ of een bedrag bijeen krijgen met garantie op een [jaarlijks/periodiek minimum rendement’ [om uw lening geheel of gedeeltelijk af te lossen].[…] 47
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 4. Een financiële bijsluiter licht het onderdeel ‘verzekeren’ toe door opneming: a. onder het kopje ‘U moet’ van: ‘[eenmalig/elke …] premie betalen’ alsmede: ‘Vraag naar het bedrag’ en b. onder het kopje ‘U kunt’ voor zover van toepassing van: ‘bij overlijden een (vast/onzeker) bedrag/periodieke uitkering nalaten aan [uw partner/nabestaanden]’ of van: ‘een aanvulling op uw inkomen ontvangen bij [arbeidsongeschiktheid] en [werkloosheid]’, een en ander onder invulling van hetgeen toepasselijk is. 5. Een financiële bijsluiter licht het onderdeel ‘sparen’ toe door opneming: a. onder het kopje ‘U moet’ van: ‘[eenmalig/elke …] een bedrag storten’ onder invulling van de toepasselijke frequentie alsmede: ‘Vraag naar het bedrag’ en b. onder het kopje ‘U kunt’ van: ‘een [gegarandeerd] bedrag bijeen krijgen’, onder toevoeging van ‘gegarandeerd’ indien het eindbedrag is gegarandeerd, of van: ‘een [vaste] [levenslange] periodieke uitkering ontvangen [gedurende maximaal 20 jaar]. Vraag naar de hoogte en de duur van de uitkering.’, onder toevoeging van vast indien de hoogte van de periodieke uitkering vaststaat en onder toevoeging van levenslang indien er sprake is van een levenslange uitkering. 6. Indien het eerste tot en met het vijfde lid niet toepasbaar blijkt, kan de aanbieder van het complexe product de Autoriteit Financiële Markten verzoeken om aanvullingen.
Acties
Artikel 3:5 1. Een financiële bijsluiter is voor de berekening van het financiële risico, de kosten en opbrengsten gebaseerd op de volgende contractuele looptijden: a. indien het product een vaste looptijd kent die niet afwijkt voor verschillende consumenten: de vaste looptijd; of b. indien het complexe product geen vaste looptijd kent en 1°. een schuldproduct is: een looptijd van dertig jaren indien het product een onderdeel hypothecair krediet kent, een looptijd van 15 jaren voor zover het een krediet zonder hypothecaire zekerheid betreft of een looptijd te bepalen door de Autoriteit Financiële Markten indien het product een onderdeel krediet kent waarmee de consument andere dan financiële producten of financiële instrumenten aanschaft; of 2°.- […]een opbouwproduct, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis, 48
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving een direct ingaande uitkering of een beleggingsobject is: een looptijd van twintig jaren; of 3°. een spaarbeleggingsproduct zonder verzekering en zonder contractuele looptijd is: een looptijd van één jaar; of4°. een direct ingaande lijfrente op spaarbasis: een levenslange looptijd.2. Indien het complexe product een onderdeel verzekeren kent, is de berekening van het financiële risico, de kosten en opbrengsten, in aanvulling op de contractuele looptijd bedoeld in het eerste lid, gebaseerd op de volgende parameters: a. één niet-rokende mannelijke verzekerde met een leeftijd van 35 jaren en voorzover het een direct ingaande lijfrente betreft van 60 jaren; b. in geval van een spaarhypotheek of een bankspaarhypotheek een jaarlijkse spaarpremie van € 3.428,87 die rendeert tegen 4% netto per jaar of een maandelijkse spaarpremie van € 287,21 die rendeert tegen 0,3333% netto per maand; c. in geval van overige variabelen die van invloed zijn op de hoogte van de premie de meest representatieve keuze uit variabelen of indien deze niet te bepalen is die variabelen die leiden tot de hoogst mogelijke premie of kosten.[…] 3. Indien het complexe product een opbouwproduct, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis betreft, wordt in aanvulling op de contractuele looptijd bedoeld in het eerste lid, de berekening van het financiële risico gebaseerd op een tussenliggende looptijd van: a. één jaar indien de contractuele looptijd langer is dan één en korter dan of gelijk is aan tien jaren; b. drie jaren indien de contractuele looptijd langer is dan tien en korter dan of gelijk is aan twintig jaren; of c. vijf jaren indien de contractuele looptijd langer is dan twintig jaren.[…] 4. Indien het complexe product een opbouwproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente of een direct ingaande uitkering betreft is, in aanvulling op het eerste tot en met het derde lid, de berekening van de risico-indicator, de kosten en opbrengsten gebaseerd op de volgende parameters: a. een eenmalige inleg van € 1.000; b. indien de periodieke betalingen van de consument aan de aanbieder zijn overeengekomen: een maandelijkse inleg van € 100; c. in geval van een niet-direct uitkerende lijfrenteverzekering: een eenmalige
Acties
49
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving premiestorting van € 5.000; d. in geval van een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis, een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis dan wel op spaarbasis en een onttrekking waarvan de hoogte wordt bepaald door het te hanteren rendement en een periode van onttrekking van twintig jaar: een storting van € 20.000; e. in geval van een direct ingaande lijfrente op spaarbasis en een onttrekking waarvan de hoogte wordt bepaald door een levenslange uitbetaling voor verzekerde vanaf 60 jaren en een levenslange nabestaande-uitbetaling van zeventig procent van vorenbedoelde uitbetaling uitgaande van een nabestaande vrouw van 60 jaren: een storting van € 20.000; f. een verzekerd bedrag uitgekeerd uit hoofde van een gemengde verzekering met overlijdensrisicodekking of een overlijdensrisicoverzekering ter hoogte van de totale inleg over de gehele contractuele looptijd; of g. in geval van een levensverzekering met winstdeling wordt voor de berekening van de guise uitgegaan van de laagst mogelijke winstdeling.[…] 5. Indien het complexe product een schuldproduct betreft is, in aanvulling op het eerste en het tweede lid, de berekening van het financiële risico, de kosten en opbrengsten gebaseerd op de volgende parameters: a. in geval van een schuldproduct, niet zijnde een overwaardeconstructie: 1°. een hypothecair krediet van € 200.000; of 2°. in geval van een niet-hypothecair krediet: een door de Autoriteit Financiële Markten te bepalen omvang van het krediet; b. in geval van een overwaardeconstructie: een hypothecair krediet van € 225.000, waarvan € 25.000 wordt gestort in een beleggingsdepot en een jaarlijkse onttrekking uit het depot van € 1.630; c. een inleg gebaseerd op de historische rendementen en/of voorgeschreven rekenrendementen uit bijlage 5, tabel 0, en een aflossingsdoel dat gelijk is aan het krediet; d. een verzekerd bedrag uitgekeerd uit hoofde van een gemengde verzekering met een overlijdensrisicodekking waarvan de omvang gelijk is aan het krediet of een overlijdensrisicoverzekering waarvan de omvang gelijk is aan het krediet; e. in geval van een hypothecair krediet af te lossen door middel van sparen en beleggen een verdeling van de helft aan spaar- en de andere helft aan beleggingsopbrengsten of
Acties
50
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving f. een krediet van € 15.000 in geval het complexe product bestaat uit een combinatie van een krediet zonder een hypothecaire zekerheid en een levensverzekering, die dient ter aflossing van voornoemd krediet. 6. In aanvulling op het eerste tot en met het vijfde lid, zijn de berekening van het financiële risico, de kosten en opbrengsten gebaseerd op een beleggingsklasse als bedoeld in bijlage 5, die overeenkomt met: a. hetgeen inherent is aan het product; b. de beleggingsklasse bedoeld in categorie 4 van bijlage 5 indien de consument de beleggingen kan kiezen, een mixfonds tot de keuzemogelijkheden behoort en mixfonds niet de minst risicovolle keuze is; c. de beleggingsklasse bedoeld in categorie 5 van bijlage 5 indien de consument de beleggingen kan kiezen, onderdeel b niet van toepassing is en categorie 5 tot de keuzemogelijkheden behoort; of d. de beleggingsklasse bedoeld in categorie 6 van bijlage 5 indien onderdeel b, of c niet van toepassing zijn.[…] 7. Indien de aanbieder van het complexe product transactiekosten berekent, waarvan de hoogte afhankelijk is van te maken keuzes van de consument, wordt voor de berekening van deze kosten uitgegaan van de meest representatieve keuzes.[…]
Acties
Artikel 3:6 1. Een financiële bijsluiter bevat als eerste deel onder de subtitel ‘Wat zijn de risico’s?’ de risico-indicator, als bedoeld in het tweede of derde lid 2. In een financiële bijsluiter wordt het financiële risico van een schuldproduct onder het kopje ‘Risico dat u met een schuld blijft zitten’ boven de streep en onder het kopje ‘bij gehele looptijd (… jaar)’ onder de streep, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, aangegeven als: a. ‘zeer klein’ indien de aflossing van de schuld van de consument volledig is gegarandeerd en de garantie op het complexe product wordt afgegeven door een instelling die onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; b. ‘klein’ indien de aflossing van de schuld van de consument voor tachtig procent of meer is gegarandeerd, de guise negentig procent of meer van de schuld bedraagt en de garantie op het complexe product wordt afgegeven door een instelling die onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; c. ‘vrij groot’ indien de guise tachtig procent of meer van de schuld bedraagt en onderdeel a of b niet van toepassing is; 51
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving d. ‘groot’ indien de guise tussen de 65 procent en tachtig procent van de schuld bedraagt; of e. ‘zeer groot’ indien de guise minder dan 65 procent van de schuld bedraagt; f. ‘zeer groot’ indien het een overwaardeconstructie betreft. 3. In een financiële bijsluiter wordt het financiële risico van een opbouwproduct, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis, een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis, een beleggingsobject, of een spaarbeleggingsproduct, voor het einde van de contractuele looptijd bedoeld in artikel 3:5, eerste lid en de tussenliggende looptijd, bedoeld in artikel 3:5, derde lid, onder voor zover van toepassing het kopje ‘Risico dat u uw inleg niet terug krijgt’ of ‘Risico dat u uw inleg niet terug krijgt en met een restschuld blijft zitten’ boven de streep en onder het kopje ‘bij tussentijdse beëindiging (… jaar)’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, derde lid, links onder de streep en ‘bij gehele looptijd (… jaar)’ onder de streep, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, aangegeven als: a. ‘zeer klein’ indien de uitbetaling van de inleg volledig is gegarandeerd aan de consument en de garantie op het complexe product wordt afgegeven door een instelling die onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; b. ‘klein’ indien de uitbetaling van tachtig procent of meer van de inleg is gegarandeerd aan de consument, de guise 95 procent of meer bedraagt van de totale inleg en de garantie op het complexe product wordt afgegeven door een instelling die onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; c. ‘vrij groot’ indien de guise negentig procent of meer bedraagt van de inleg en onderdeel a of b niet van toepassing is; d. ‘groot’ indien de guise tussen de negentig procent en 75 procent bedraagt van de inleg; e. ‘zeer groot’ indien de guise minder dan 75 procent bedraagt van de inleg; f. ‘zeer groot’ indien de consument een restschuld kan overhouden of g. ‘zeer groot’ indien het een beleggingsobject betreft. […] 4. In een financiële bijsluiter wordt het financiële risico van een direct ingaande lijfrente op spaarbasis en een direct ingaande uitkering op spaarbasis onder het kopje ‘risico dat uw uitkering lager is dan verwacht’ aangegeven als ‘zeer klein’.[…]
Acties
Artikel 3:7 52
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 1. Een financiële bijsluiter bevat als tweede deel onder de subtitel ‘Wat zijn de risico’s?’ informatie over overige financiële risico’s als bedoeld in het tweede of derde lid. 2. Een financiële bijsluiter voor een schuldproduct bevat onder het kopje ‘Wat kan er gebeuren in het ergste geval?’ een beschrijving van het meest negatieve financiële resultaat van het product voor de contractuele looptijd door vermelding van: a. ‘bij de gehele looptijd ([…] jaar) wordt uw schuld volledig afgelost’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, indien de aanbieder van het schuldproduct de aflossing volledig heeft gegarandeerd en de instelling die de garantie heeft verstrekt onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; b. ‘bij de gehele looptijd ([…] jaar) kunt u met […]% van uw schuld blijven zitten’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, en het betreffende percentage in vorenbedoelde vermelding indien de aanbieder een gedeelte van de aflossing van de schuld heeft gegarandeerd en de instelling die de garantie heeft verstrekt onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; c. ‘bij de gehele looptijd ([…] jaar) kunt u met de volledige schuld blijven zitten’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, indien de consument een volledige schuld kan overhouden, maar het schuldproduct geen overwaardeconstructie of inkomensaanvulling betreft en onderdeel a of b niet van toepassing is of d. ‘bij de gehele looptijd ([…] jaar) kunt u met een volledige schuld blijven zitten en uw inkomensaanvulling kan voor het einde van de looptijd wegvallen’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, indien er sprake is van een onttrekking aan een beleggingsdepot of een overwaardeconstructie en onderdeel a of b niet van toepassing is. […] 3. Een financiële bijsluiter voor een opbouwproduct, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis, een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis, of een spaarbeleggingsproduct bevat onder het kopje ‘Wat kan er gebeuren in het ergste geval?’ een beschrijving van het meest negatieve financiële resultaat van het product voor de contractuele looptijd door vermelding van[…]: a. ‘bij een gehele looptijd ([…] jaar) ontvangt u uw inleg terug’, onder invulling van respectievelijk de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid,
Acties
53
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving indien de aanbieder van het complexe product de terugbetaling van de inleg aan de consument heeft gegarandeerd en de instelling die de garantie heeft verstrekt onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; b. ‘bij een gehele looptijd ([…] jaar) ontvangt u (…)% van uw inleg terug’, onder invulling van respectievelijk de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, indien de aanbieder van het complexe product meer dan de terugbetaling van de inleg aan de consument heeft gegarandeerd en de instelling die de garantie heeft verstrekt onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat, onder invulling van het toepasselijke percentage voor zover bedoelde teruggave de som van alle ingelegde premies overstijgt; c. ‘bij een gehele looptijd ([…] jaar) kunt u […]% van uw inleg kwijtraken’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, en het betreffende percentage in vorenbedoelde vermelding indien de aanbieder van het complexe product uitbetaling van het resterende deel heeft gegarandeerd aan de consument en de instelling die de garantie heeft verstrekt onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; d. ‘bij een gehele looptijd ([…] jaar) kunt u uw inleg kwijtraken’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, indien de consument zijn volledige inleg kan verliezen en de onderdelen a en b niet van toepassing zijn of e. ‘bij een gehele looptijd ([…] jaar) kunt u uw inleg kwijtraken en kunt u een schuld overhouden’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, indien de consument zijn inleg kan verliezen en de consument een restschuld kan overhouden. f. ‘bij een gehele looptijd ([…] jaar) kunt u 50% van uw inleg (uw beleggingsdeel) kwijtraken’, onder invulling van de contractuele looptijd, bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, voor zover het opbouwproduct, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis, een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis een spaarbeleggingsproduct betreft. 4. Een financiële bijsluiter voor een opbouwproduct, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis bevat onder het kopje ‘Wat kan er gebeuren in het ergste geval?’ een beschrijving van het meest negatieve financiële resultaat van het product voor de tussentijdse looptijd door vermelding van: a. ‘bij tussentijdse beëindiging ontvangt u uw inleg terug’ indien de aanbieder
Acties
54
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving van het complexe product de terugbetaling van de inleg aan de consument bij tussentijdse beëindiging heeft gegarandeerd en de instelling die de garantie heeft verstrekt onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; b. ‘bij tussentijdse beëindiging kunt u […]% van uw inleg kwijtraken’ onder invulling van het betreffende percentage in vorenbedoelde vermelding indien de aanbieder van het complexe product uitbetaling van het resterende deel bij tussentijdse beëindiging heeft gegarandeerd aan de consument en de instelling die de garantie heeft verstrekt onder kapitaaltoereikendheidstoezicht staat; c. ‘bij tussentijdse beëindiging kunt u uw volledige inleg kwijtraken’ indien de consument zijn volledige inleg kan verliezen en de onderdelen a en b niet van toepassing zijn; of d. ‘bij tussentijdse beëindiging kunt u uw inleg kwijtraken en kunt u een schuld overhouden’ indien de consument zijn inleg kan verliezen en de consument een restschuld kan overhouden. 5. Een financiële bijsluiter voor een beleggingsobject onder het kopje ‘Wat kan er gebeuren in het ergste geval?’ de volgende vermelding: ‘u kunt uw volledige inleg kwijtraken’. 6. Een financiële bijsluiter voor een beleggingsobject bevat direct onder de risico-indicator een verwijzing naar het hoofdstuk van het betreffende beleggingsobjectprospectus waarin alle belangrijke risico’s als bedoeld in artikel 108, eerste lid onder d, van het besluit zijn opgenomen. De tekst die dient te worden ingevoegd luidt: ‘voor alle risico’s van het beleggingsobject wordt verwezen naar hoofdstuk [x] van het beleggingsobjectprospectus’.
Acties
Artikel 3:8 1. Een financiële bijsluiter voor een opbouwproduct, een schuldproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis en een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis bevat onder de subtitel ‘Wat zijn de kosten?’ informatie in een tabel over de inleg, verzekeringspremie dan wel investeringspremie, kosten, rendement, kosten bij eerder beëindigen, wat u overhoudt [om af te lossen] [bij leven / bij overlijden] en rendement na kosten, alsmede de volgende tekst: ‘De kosten bij een voorspelling op basis van een waardevermeerdering van de belegging/het kapitaal van 4%’ [de kosten zijn exclusief te betalen rente en inclusief de afsluitprovisie voor de lening] onder invulling van hetgeen toepasselijk is. De financiële bijsluiter voor een 55
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving beleggingsobject geeft daarnaast onder de tabel de volgende tekst weer: ‘Het rendement wordt pas aan het einde van de looptijd weergegeven, omdat dit product niet eerder beëindigd kan worden.’ 2. Een financiële bijsluiter voor een direct ingaande lijfrente op spaarbasis en een direct ingaande uitkering op spaarbasis bevat onder de subtitel ‘Wat zijn de kosten?’ de volgende tekst ‘U kunt dit product vergelijken op inleg, uitkering en voorwaarden. De kosten zijn in de hoogte van de uitkering verwerkt. Hogere kosten leiden tot een lagere uitkering en andersom’. 3. De financiële bijsluiter geeft onder het kopje ‘inleg’ voor zover het een opbouwproduct betreft onderscheidenlijk onder het kopje ‘eenmalige inleg’ voor zover het een beleggingsobject, direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis betreft, de som weer van alle betalingen van de consument aan de financiële dienstverlener van het complexe product. 4. De financiële bijsluiter voor een schuldproduct geeft onder het kopje ‘inleg’ de som weer van alle betalingen van de consument aan de financiële dienstverlener van het complexe product exclusief rentebetalingen. 5. De financiële bijsluiter voor een overwaardeconstructie geeft onder het kopje ‘inleg’ de som weer van € 25.000 en alle betalingen van de consument aan de aanbieder van het complexe product onder aftrek van de cumulatieve onttrekkingen uit het beleggingsdepot. 6. De financiële bijsluiter voor een schuldproduct, een opbouwproduct, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis geeft onder het kopje ‘verzekeringspremie’ de verzekeringspremie over de looptijden van het complexe product als bedoeld in het veertiende lid weer als de hoogte van de gezamenlijke premies voor overlijdensrisico-, arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsdekking en eventueel andere tot complexe producten behorende verzekeringen. 7. De financiële bijsluiter voor een beleggingsobject geeft onder het kopje ‘investeringspremie’ de investeringspremie over de looptijden van het complexe product als bedoeld in het veertiende lid weer als de hoogte van de directe kosten van het beleggingsobject, die in de prospectus staan gedefinieerd als behandelings- c.q. productiekosten. 8. De financiële bijsluiter voor een opbouwproduct, een schuldproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis geeft onder het kopje ‘kosten’ de kosten
Acties
56
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving over de looptijden van het complexe product als bedoeld in het veertiende lid weer als het saldo van de totale kosten onder aftrek van de verzekeringspremie als bedoeld in het zesde lid en de kosten van beëindiging als bedoeld in het tiende lid. 9. De financiële bijsluiter voor een opbouwproduct, een schuldproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis en een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis geeft onder het kopje ‘rendement’ de waarde van het complexe product weer uitgaande van een waardevermeerdering van de belegging van 4 procent per jaar minus de inleg als bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid. 10. De financiële bijsluiter voor een schuldproduct, een opbouwproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis geeft onder het kopje ‘kosten bij eerder beëindigen’ deze kosten over de looptijden als bedoeld in het veertiende lid van het complexe product weer als de bedragen die de aanbieder van het complexe product in rekening brengt bij of ten laste laat komen van de consument die verband houden met diens beëindiging van het complexe product vóór afloop van de contractuele looptijd, exclusief rentedervingskosten; 11. De financiële bijsluiter geeft onder het kopje ‘Wat u overhoudt om af te lossen’ indien het een schuldproduct betreft onderscheidenlijk ‘Wat u overhoudt’ indien het een opbouwproduct of een beleggingsobject betreft, de uitkering weer. Voor zover van toepassing wordt de uitkering bij leven en overlijden weergegeven. Indien het garantiebedrag wordt weergeven wordt dit gevolgd door de volgende tekst: ‘(garantiebedrag)’. 12. De financiële bijsluiter geeft indien het een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis betreft onder het kopje ‘Wat u overhoudt’ weer: a. bij ‘uitkering’ de cumulatieve onttrekkingen gedaan door de consument vóór beëindiging, b. bij ‘restant ’ de depotwaarde onder aftrek van onttrekkingen gedaan door de consument vóór beëindiging. 13. De financiële bijsluiter voor een opbouwproduct, een schuldproduct, een beleggingsobject,een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis geeft onder het kopje ‘ ‘rendement na kosten’, het netto-rendement ten opzichte van de inleg weer uitgedrukt in percentages tot en met een decimaal achter de komma, voorafgegaan door een
Acties
57
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving positief teken in geval van positief netto-rendement of een negatief teken in geval van een negatief netto-rendement.’ 14. De financiële bijsluiter geeft de waarde, kosten en uitkering van het complexe product weer berekend op de volgende looptijden: a. de contractuele looptijd indien de contractuele looptijd korter is dan één jaar; b. een looptijd van één jaar en de contractuele looptijd bij een contractuele looptijd langer dan één en korter dan of gelijk aan vier jaren; c. een looptijd van één en drie jaren alsmede de contractuele looptijd bij een contractuele looptijd van langer dan vier en korter dan of gelijk aan zeven jaren; d. een looptijd van één en vijf jaren alsmede de contractuele looptijd bij een contractuele looptijd van langer dan zeven en korter dan of gelijk aan vijftien jaren of e. een looptijd van één en tien jaren alsmede de contractuele looptijd bij een contractuele looptijd langer dan vijftien jaren. 15. De financiële bijsluiter voor een schuldproduct met garantie of een opbouwproduct met garantie bevat onder de tabel een blok met de tekst ‘Let op! Dit betreft een product met garantie. Aan de garantie zijn voorwaarden verbonden. Vraag er naar.’
Acties
Artikel 3:9 1. De financiële bijsluiter voor een opbouwproduct, een schuldproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis bevat onder de subtitel ‘Wat kan [Naam product] opbrengen?’ de waarde danwel de uitkering weergegeven in een grafiek berekend op basis van: a. een historisch opbrengstscenario, onder het kopje ‘Historisch scenario’ indien sub 1° of sub 2° van toepassing is danwel ‘Voorbeeld scenario’ indien sub 3° van toepassing is, boven de streep en onder het kopje ‘De opbrengst bij een voorspelling op basis van een waardevermeerdering van de belegging van gemiddeld < perjaaronderinvullingvanhetgeentoepasselijkisuitgaandevan 1°. het gemiddelde rendement over de afgelopen twintig jaren indien een historie van rendementen voor het complexe product beschikbaar is van twintig jaren of langer; 2°. het gemiddelde rendement over twintig jaren waarbij de eigen historie wordt aangevuld met de van toepassing zijnde parameter of gewogen 58
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving gemiddelde van parameters onder ‘verwacht rendement’, bedoeld in bijlage 5, tabel 0, voor de ontbrekende periode indien een historie beschikbaar is van tussen de twintig en vier jaren; of 3°. de toepasselijke parameter of gewogen gemiddelde van parameters als bedoeld onder ‘verwacht rendement’ in bijlage 5, tabel 0 indien een historie beschikbaar is van korter dan vier jaren. b. vier procent rendement op jaarbasis onder het kopje ‘4% Scenario’ boven de streep en onder het kopje ‘De opbrengst bij een voorspelling op basis van een waardevermeerdering van de belegging van 4%’ per jaar, onder invulling van hetgeen toepasselijk is, onder de streep. en c. een pessimistisch opbrengstscenario door middel van de guise onder het kopje ‘Pessimistisch scenario’ boven de streep en onder het kopje ‘De opbrengst bij een voorspelling op basis van een waardevermeerdering van de belegging van gemiddeld < perjaaronderdestreep 2. Een financiële bijsluiter voor een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis of een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis geeft, in aanvulling op het eerste lid, voor zover van toepassing: ‘De uitkering per jaar is € (…)’, ‘de uitkering is € (…)’, of ‘de uitkering wordt jaarlijks herberekend’[…]. 3. […]Een financiële bijsluiter voor een direct ingaande lijfrente op spaarbasis of een direct ingaande uitkering op spaarbasis geeft onder de subtitel ‘Wat kan [Naam product] opbrengen?’ de uitkering bij leven en de uitkering bij overlijden weer in twee grafieken. Ingeval van een direct ingaande lijfrente wordt daarnaast de volgende tekst weergegeven ‘U krijgt een levenslange uitkering van € (…) per maand bij een inleg van € 20.000. Indien u overlijdt, krijgt uw partner een levenslange uitkering van € (…) per maand en ingeval van een direct ingaande uitkering de volgende tekst ‘U krijgt tot uw 80ste een uitkering van € (…) per maand bij een inleg van € 20.000. Indien u overlijdt voor uw 80ste krijgen uw nabestaanden de resterende uitkeringen. 4. De financiële bijsluiter voor een opbouwproduct, een schuldproduct, een beleggingsobject, een direct ingaande lijfrente op beleggingsbasis en een direct ingaande uitkering op beleggingsbasis geeft de waarde danwel de uitkering weer voor de volgende looptijden: 1. a. het begin en het einde van de contractuele looptijd indien de contractuele looptijd korter is dan één jaar; b. één jaar en het einde van de contractuele looptijd indien de contractuele
Acties
59
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving looptijd langer is dan één en korter dan of gelijk aan drie jaren; c. één en drie jaren en het einde van de contractuele looptijd indien de contractuele looptijd langer is dan drie en korter dan of gelijk aan vijf jaren; d. één, drie en vijf jaren en het einde van de contractuele looptijd indien de contractuele looptijd langer is dan vijf en korter dan of gelijk aan twaalf jaren; of e. één, vijf en tien jaren en het einde van de contractuele looptijd indien de contractuele looptijd langer is dan twaalf jaren. 2. In geval van een opbouwproduct met garantie danwel een schuldproduct met garantie geeft de financiële bijsluiter de garantie-opbrengst aan het einde van de contractuele looptijd weer indien deze meer bedraagt dan de waarde op het einde van de contractuele looptijd. 5. Een financiële bijsluiter geeft de waarde bedoeld in het eerste lid weer afgezet tegen een schuld, als bedoeld in artikel 3:5, vijfde lid, onderdeel a indien het een schuldproduct betreft. 6. Een financiële bijsluiter geeft in afwijking van het derde lid indien het een spaarhypotheek of een bankspaarhypotheek betreft de waarde bedoeld in het eerste lid uitsluitend weer met een opbrengstscenario als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b. 7. Een financiële bijsluiter geeft, in aanvulling op het derde lid, indien het een overwaardeconstructie betreft de waarde bedoeld in het eerste lid uitsluitend weer aangevuld met een vermelding van het jaar waarin het beleggingsdepot leeg raakt indien het beleggingsdepot bij het gehanteerde opbrengstscenario vóór het einde van de contractuele looptijd leeg raakt. 8. Een financiële bijsluiter geeft in aanvulling op het eerste lid indien het een overwaardeconstructie betreft en het beleggingsdepot bedoeld in artikel 3:5, vijfde lid, onder b leeg raakt de volgende tekst weer: ‘Let op! Over (…) jaar stijgen uw lasten jaarlijks met € 1.630, onder invulling van hetgeen toepasselijk is. 9. Een financiële bijsluiter geeft indien het een opbouwproduct betreft de uitkering bedoeld in het eerste lid weer afgezet tegen de inleg, bedoeld in artikel 3:5, vierde lid,
Acties
Artikel 3:10 1. Een financiële bijsluiter vermeldt onder de subtitel ‘Wat gebeurt er bij eerder 60
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving beëindigen?’: a. onder het kopje ‘Gevolgen’ en bij het kopje ‘bij uw overlijden’: – indien het complexe product de consument aanspraak geeft op een uitkering uit hoofde van een overlijdensrisicoverzekering: ‘uw nabestaande krijgt een [(vast/onzeker) bedrag/periodieke uitkering]’; – ‘uw nabestaande krijgt [de resterende waarde] [de resterende uitkeringen]’ of ‘uw partner krijgt een vaste periodieke uitkering van […] vraag naar de voorwaarden’ of ‘uw nabestaande krijgt [..%] van de opgebouwde waarde/van de premies’, onder invulling van hetgeen toepasselijk is; – ‘het opgebouwde kapitaal vervalt [aan uw nabestaanden] [aan de verzekeraar]’, onder invulling van hetgeen toepasselijk is; – ‘uw nabestaande kan een schuld overhouden’; – ‘u kunt een schuld overhouden’,
Acties
en: ‘Vraag naar de voorwaarden’; b. onder het kopje ‘Gevolgen’ en bij het kopje ‘bij opzeggen (bijvoorbeeld bij scheiding, baanverlies, arbeidsongeschiktheid)’: – voor zover het een verzekering betreft waarbij afkoop mogelijk is: ‘u heeft afkoopkosten’; – voor zover het een verzekering betreft waarbij afkoop niet mogelijk is: ‘u kunt volgens de voorwaarden niet opzeggen’; – voor zover het lenen, sparen of beleggen betreft: ‘u heeft kosten’ en ‘vraag naar de bedragen’ indien de aanbieder van het complexe product de consument kosten in rekening brengt bij beëindigen van het complexe product vóór afloop van de contractuele looptijd anders dan door overlijden, dan wel ‘u heeft geen kosten’ indien de aanbieder van het complexe product de consument geen kosten in rekening brengt bij beëindigen van het complexe product vóór afloop van de contractuele looptijd anders dan door overlijden; – voor zover het een opbouwproduct betreft: ‘u krijgt de opbrengst. Er worden wel/geen afkoopkosten verrekend. Uw garantie geldt niet’, onder invulling van hetgeen toepasselijk is;[…] – voor zover het een schuldproduct betreft waarbij de consument afgezien van de te betalen rente geen beëindigingskosten heeft: ‘u heeft mogelijk kosten voor het aflossen van de lening. Uw garantie geldt niet’, onder 61
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Nrgfo
Wft
Artikel
Bijlage 4. Toelichting op de berekening van de ‘GUISE’ Artikel 4:23
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving invulling van hetgeen toepasselijk is.
Acties
2. Indien het eerste lid niet toepasbaar blijkt, kan de aanbieder van het complexe product de Autoriteit Financiële Markten verzoeken om aanvullingen. Bijlage 4. Toelichting op de berekening van de ‘GUISE’ [Voor de toelichting wordt verwezen naar de Nrgfo op overheid.nl] 1. Indien een financiële onderneming een consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, cliënt adviseert of een individueel vermogen beheert: a. wint zij in het belang van de consument onderscheidenlijk de cliënt informatie in over diens financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid, voorzover dit redelijkerwijs relevant is voor haar advies of het beheren van het individuele vermogen; b. draagt zij er zorg voor dat haar advies of de wijze van het beheer van het individueel vermogen, voorzover redelijkerwijs mogelijk, mede is gebaseerd op de in onderdeel a bedoelde informatie; en c. licht zij, indien het advisering betreft met betrekking tot financiële producten die geen financiële instrumenten zijn, de overwegingen toe die ten grondslag liggen aan haar advies voorzover dit nodig is voor een goed begrip van haar advies. 2. Indien een financiële onderneming bij het verlenen van een financiële dienst die geen beleggingsdienst is, een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt niet adviseert, maakt zij dat bij aanvang van haar werkzaamheden ten behoeve van de consument onderscheidenlijk de cliënt aan deze kenbaar. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot: a. de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de wijze waarop deze informatie wordt ingewonnen; b. de wijze, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, waarop een beleggingsonderneming bij haar advies over financiële instrumenten of het beheren van het individueel vermogen rekening houdt met de ingewonnen informatie; c. de wijze waarop de toelichting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt gegeven; en d. de wijze waarop de financiële onderneming de consument onderscheidenlijk
Inrichting adviestraject en inwinnen klantinformatie
62
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Wft Wft
Artikel 4:24 Artikel 4:24a
Wft
Artikel 4:25
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving de cliënt kenbaar maakt dat zij niet adviseert. 4. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het derde lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. N.v.t. 1. Een financiëledienstverlener neemt op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht. 2. Een financiëledienstverlener die adviseert, handelt in het belang van de consument of begunstigde. 3. De Autoriteit Financiële Markten geeft met betrekking tot het eerste en tweede lid slechts toepassing aan artikel 1:75 bij evidente misstanden die het vertrouwen in de financiëledienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden. 4. Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van dit artikel aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dit artikel in de praktijk. 1. Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming. 2. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. 3. De voordracht voor een op grond van het eerste lid vast te stellen algemene
Acties
Inachtneming van zorgplicht (zorgvuldigheid(sregels)
63
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
§ 8.2.2.
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving maatregel van bestuur die strekt tot wijziging van een reeds op grond van dat lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, behoudens indien het vaststellen van de algemene maatregel van bestuur naar het oordeel van Onze Minister spoedeisend is. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:25, eerste lid, 4:25a, eerste lid, en 4:25b van de wet Artikel 81 1. Het gebruik van automatische oproepsystemen zonder menselijke tussenkomst, faxen of elektronische berichten voor het overbrengen van ongevraagde informatie aan een consument, ter bevordering van de totstandkoming van een overeenkomst op afstand, is uitsluitend toegestaan indien de consument daarvoor voorafgaand toestemming heeft verleend. Er zijn voor de consument geen kosten verbonden aan het verlenen van deze toestemming. 2. Het gebruik van andere dan de in het eerste lid genoemde technieken voor communicatie op afstand voor het overbrengen van ongevraagde informatie of het doen van ongevraagde mededelingen aan een consument, ter bevordering van de totstandkoming van een overeenkomst op afstand, is toegestaan, tenzij de desbetreffende consument te kennen heeft gegeven dat hij informatie of mededelingen waarbij van deze technieken gebruik wordt gemaakt, niet wenst te ontvangen. Er zijn voor de consument geen kosten verbonden aan voorzieningen waarmee wordt voorkomen dat aan een consument ongevraagde informatie wordt overgebracht. 3. Een financiële onderneming die elektronische contactgegevens voor elektronische berichten heeft verkregen in het kader van de verkoop van een financieel product of het verlenen van een financiële dienst mag deze gegevens gebruiken voor het overbrengen van informatie ter bevordering van de totstandkoming van een overeenkomst op afstand met betrekking tot eigen gelijksoortige financiële producten of financiële diensten, indien bij de verkrijging van de contactgegevens aan de consument duidelijk en uitdrukkelijk de gelegenheid is geboden om kosteloos en op gemakkelijke wijze verzet aan te tekenen tegen het gebruik van die elektronische contactgegevens, en, indien de consument hiervan geen gebruik heeft gemaakt, hem bij elke tot stand gebrachte communicatie de mogelijkheid wordt geboden om onder dezelfde voorwaarden verzet aan te tekenen tegen het verdere gebruik van zijn
Acties
Van toepassing bij contracteren op afstand (via internet/telefoon etc); voorafgaande toestemming verkirjgen.
64
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving elektronische contactgegevens. Artikel 41, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens is van overeenkomstige toepassing. 4. Bij het gebruik van elektronische berichten ter bevordering van de totstandkoming van een overeenkomst op afstand dienen telkens de volgende gegevens te worden vermeld: a. de werkelijke identiteit van degene namens wie de communicatie wordt overgebracht, en b. een geldig postadres of nummer waaraan de ontvanger een verzoek tot beëindiging van dergelijke communicatie kan richten. Artikel 81a Een aanbieder van een hypothecair krediet offreert voor een consument die voornemens is een overeenkomst inzake een hypothecair krediet aan te gaan dezelfde debetrentevoet bij dezelfde rentevastperiode als voor een consument aan wie op dat moment een aanbod wordt gedaan voor de komende rentevastperiode bij een vergelijkbaar risicoprofiel. Artikel 86a Een financiële onderneming voert een beleid inzake beloningen dat erop is gericht te voorkomen dat de beloning van degenen die het beleid van de onderneming bepalen of mede bepalen, haar werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder haar verantwoordelijkheid bezighouden met het verlenen van financiële diensten of andere activiteiten leidt tot onzorgvuldige behandeling van consumenten, cliënten of deelnemers. Artikel 86b Artikel 86c is uitsluitend van toepassing op overeenkomsten die zijn aangegaan op of na inwerkingtreding van dat artikel. Artikel 86c 1. Een financiëledienstverlener verschaft of ontvangt, rechtstreeks of middellijk, geen provisie voor het bemiddelen of adviseren van een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering, overlijdensrisicoverzekering, uitvaartverzekering of bij ministeriële regeling aan te wijzen ander financieel product. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:
Acties
Gelijkelijk aanbod bij hypothecair krediet
Opstellen beloningsbeleid
Provisieverbod; impact op verdienmodel
65
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving a. provisies die rechtstreeks worden verschaft door de consument of, voor zover het een verzekering betreft, de cliënt of degene die namens hem optreedt, tenzij de hoogte van deze provisies kennelijk onredelijk is gelet op de aard en reikwijdte van de dienstverlening; b. provisies die noodzakelijk zijn voor het verlenen van de desbetreffende financiële dienst of de desbetreffende financiële dienst mogelijk maken; c. provisies die worden verschaft door een bemiddelaar of adviseur, niet zijnde een aanbieder of gevolmachtigde agent, aan een andere bemiddelaar of adviseur; d. relatiegeschenken, voor zover de gezamenlijke waarde daarvan op jaarbasis niet meer bedraagt dan € 100. 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op personen die ingevolge artikel 2:104, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld van artikel 2:96, eerste lid, van de wet voor zover die personen in Nederland beleggingsdiensten mogen verlenen: a. als bedoeld in onderdeel a van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de wet, met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe voor zover die personen in Nederland orders mogen doorgeven aan beleggingsinstellingen of icbe’s die in Nederland rechten van deelneming mogen aanbieden en aan banken en beleggingsondernemingen die in Nederland beleggingsdiensten mogen verlenen; b. als bedoeld in onderdeel d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de wet, met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe. Artikel 86f 1. Een financiëledienstverlener verstrekt voorafgaand aan het verlenen van een financiële dienst inzake een financieel product als bedoeld in artikel 86c, eerste lid, een dienstverleningsdocument aan de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt, dat betrekking heeft op de gevraagde dienstverlening. 2. Het dienstverleningsdocument bevat de volgende informatie over de financiëledienstverlener en zijn dienstverlening: a. of hij adviseert, en zo ja, of dit geschiedt op grond van een objectieve analyse;
Acties
Opstellen dienstverleningsdocument (artikel 86f)
66
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving b. of hij een contractuele verplichting heeft om uitsluitend voor een of meer bepaalde aanbieders te bemiddelen, in welk geval hij desgevraagd aan de consument of de cliënt de namen van deze aanbieders meedeelt; c. of hij geen contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen, en niet adviseert op grond van een objectieve analyse, in welk geval hij de consument of cliënt desgevraagd tevens de namen meedeelt van de aanbieders waarvoor hij bemiddelt of kan bemiddelen; d. of hij naast het geven van advies ook bemiddelt, in welk geval hij de hoogte van de kosten die hiervoor in rekening worden gebracht, weergeeft in de totale kosten van de dienstverlening, bedoeld in de onderdelen i en j; e. of hij na de totstandkoming van de overeenkomst andere diensten voor de consument of cliënt kan verrichten, in welk geval hij de wijze waarop hij de kosten die voor deze diensten in rekening worden gebracht, meedeelt; f. of hij uitsluitend adviseert over eigen producten, dan wel tevens over producten van andere aanbieders; g. of hij een gekwalificeerde deelneming in een bepaalde aanbieder of een moedermaatschappij van een bepaalde aanbieder houdt; h. of een bepaalde aanbieder of een moedermaatschappij van een bepaalde aanbieder een gekwalificeerde deelneming in hem houdt; i. indien hij een bemiddelaar of adviseur is die niet tevens aanbiedt: het nominale bedrag van de beloning die door hem gemiddeld voor de financiële dienst in rekening wordt gebracht, alsmede de manier waarop deze beloning bij de consument of cliënt in rekening wordt gebracht; j. indien hij een aanbieder is: de nominale kosten die door hem gemiddeld bij de consument of cliënt in rekening worden gebracht voor advies en distributie van een financieel product dat beantwoordt aan de dienstverleningsvraag, alsmede de wijze waarop deze kosten in rekening worden gebracht; en k. andere bij ministeriële regeling bepaalde informatie. 3. Indien de financiëledienstverlener op grond van het tweede lid, onderdelen f, g, en h, tevens andere belangen bij het verlenen van een financiële dienst heeft dan het belang van de consument of cliënt, wijst hij de consument of cliënt erop dat deze belangen ertoe kunnen leiden dat bepaalde financiële producten worden geadviseerd. 4. Een objectieve analyse als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, is een analyse
Acties
67
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare vergelijkbare financiële producten die de adviseur of bemiddelaar in staat stelt een financieel product aan te bevelen dat aan de dienstverleningsvraag van de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt beantwoordt. 5. De financiëledienstverlener publiceert, indien hij beschikt over een website, het dienstverleningsdocument op zijn website. 6. Het dienstverleningsdocument wordt verstrekt door de financiëledienstverlener die rechtstreeks door de consument of cliënt is benaderd voor het verlenen van de financiële dienst. 7. De Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking tot de gevraagde dienstverlening, bedoeld in het eerste lid, de informatie, bedoeld in het tweede en derde lid, alsmede de vormgeving en wijze van verstrekking van het dienstverleningsdocument.
Acties
Artikel 86g 1. Een aanbieder die een dienstverleningsdocument dient te verstrekken, stelt een kostprijsmodel op. Dit kostprijsmodel wordt gebruikt voor de berekening van de advieskosten en distributiekosten die zijn gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst ten aanzien van producten als bedoeld in artikel 86c met een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt. 2. De aanbieder laat de juistheid van het kostprijsmodel controleren door een accountant. Tevens controleert een accountant jaarlijks of de begrote advieskosten en distributiekosten juist en volledig zijn toegerekend aan de financiële producten, bedoeld in het eerste lid. Artikel 86h 1. Een directe aanbieder brengt de advieskosten en distributiekosten gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst met betrekking tot een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering, overlijdensrisicoverzekering, uitvaartverzekering, of bij ministeriële regeling aan te wijzen ander financieel product rechtstreeks in rekening bij de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt. 2. De aanbieder brengt geen andere kosten dan de advieskosten en distributiekosten in rekening bij de consument onderscheidenlijk cliënt voor de werkzaamheden gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst met 68
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Nrgfo
Hoofdstuk 4. Dienstverleningsdoc ument als bedoeld in artikel 86f van het besluit § 4.1. Inleidende bepalingen
Nrgfo
§ 4.2. Regels met betrekking tot de afstemming van het dienstverleningsdoc ument op de dienstverleningsvra ag
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving betrekking tot de financiële producten, bedoeld in het eerste lid.
Acties
Artikel 4:1*
Het op te stellen dienstverleningsdocument dient aan de hier genoemde voorwaaerden te voldoen
1. Een dienstverleningsdocument als bedoeld in artikel 86f, eerste lid, van het besluit wordt opgesteld overeenkomstig de artikelen 4:2 tot en met 4:4 van dit hoofdstuk. 2. Een dienstverleningsdocument heeft betrekking op de gevraagde dienstverlening. Onder de gevraagde dienstverlening vallen de volgende dienstverleningsvragen: a. hypotheekvraag; b. vraag over risico’s afdekken; c. vraag over vermogen opbouwen; of d. pensioenvraag werkgever. Artikel 4:2* 1. Een financiëledienstverlener stelt per dienstverleningsvraag een dienstverleningsdocument op dat is afgestemd op de gevraagde dienstverlening. 2. Een financiëledienstverlener stelt een dienstverleningsdocument op indien de gevraagde dienstverlening van de consument of, indien het gaat om een verzekering, de cliënt betrekking heeft op een financieel product als bedoeld in artikel 86c, eerste lid van het besluit. Onder deze financiële producten vallen in ieder geval de producten genoemd in tabel 1 van dit artikel. 3. Indien een financiëledienstverlener een dienstverleningsdocument opstelt voor de ‘Hypotheekvraag’, genoemd in tabel 1 onder a, maakt de ‘Vraag over risico’s afdekken’, zoals genoemd in tabel 1 onder b, en de bijhorende antwoorden integraal deel uit van het dienstverleningsdocument.
Per dienstverleningsvraag dient een dienstverleningsdocument op te worden gesteld dat is af gestemd op de gevraagde dienstverlening
Tabel 1: financiële producten gespecificeerd per dienstverleningsvraag Dienstverleningsvragen financiële producten Aflossingsvrije hypotheek Annuïteiten hypotheek a. Hypotheekvraag Lineaire hypotheek Krediet Hypotheek Unit Linked Leven Hypotheek 69
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Hybride Levenhypotheek
Acties
Spaarhypotheek (inclusief banksparen) Beleggingsobject Traditioneel Leven Hypotheek Beleggingsrecht Eigen Woning Beleggingsfonds Beleggerhypotheek Betalingsbeschermer Overlijdensrisicoverzekering b. Vraag over risico’s afdekken Uitvaartverzekering Individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering Spaarverzekering Lijfrente c. Vraag over vermogen opbouwen Beleggingsobject Beleggingsinstelling Pensioenverzekering d. Pensioenvraag werkgever Nrgfo
§ 4.3. Regels met betrekking tot de inhoud en de vorm van het dienstverleningsdoc ument
Artikel 4:3* 1. Het dienstverleningsdocument wordt opgesteld en vormgegeven overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 6. 2. Een financiëledienstverlener draagt er zorg voor dat het dienstverleningsdocument te allen tijde actueel is. 3. Voor het opstellen van het dienstverleningsdocument stelt de Autoriteit Financiële Markten op haar website een generator beschikbaar. Artikel 4:4* Een analyse van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare vergelijkbare financiële producten als bedoeld in artikel 86f, vierde lid, van het besluit wordt berekend met behulp van de formule opgenomen in bijlage 7.
Dienstverleningsdocument opstellen conform model.
Berekenen analyse met gebruik van vastgestelde formule 70
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag Nrgfo
Artikel Bijlage 6
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Bijlage ter uitvoering van artikel 4:3 houdende de vormgeving en de inhoud van het dienstverleningsdocument
Acties
Hieronder wordt per dienstverleningsvraag een standaardmodel getoond voor het dienstverleningsdocument. Vervolgens wordt per onderdeel aangegeven welke informatie en/of afbeelding dient te worden opgenomen per relevante dienstverleningsvraag in het dienstverleningsdocument. Het dienstverleningsdocument bevat vaste en variabele teksten. Per onderdeel of subonderdeel wordt aangegeven of de betreffende informatie een vaste tekst of afbeelding betreft. Een vaste tekst of afbeelding moet altijd in het dienstverleningsdocument worden opgenomen. Telkens als ‘indien van toepassing’ wordt vermeld, dient de financiële dienstverlener de tekst op te nemen wanneer die op zijn dienstverlening van toepassing is. [[De standaardmodellen zijn te vinden in de Nrgfo op overheid.nl]
Nrgfo
Bijlage 7
Bijlage ter uitvoering van artikel 4:4, houdende de formule voor berekening van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare en vergelijkbare financiële producten. Het aantal financiële producten dat vergeleken wordt resulteert in een van de drie volgende categorieën: • Geen vergelijking • Vergelijking van een beperkt aantal producten • Vergelijking van een groot aantal producten De objectieve analyse wordt als volgt bepaald: Stap 1: een berekening van de mate van objectieve analyse per productsoort (zie daarvoor Tabel 1 in artikel 4:2) waarin de financiëledienstverlener actief is 71
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Stap 2: een berekening van de gemiddelde mate van objectieve analyse indien de financiëledienstverlener in verschillende productsoorten actief is.
Acties
Stap 1 Om voor een enkele productsoort te kunnen bepalen of de financieledienstverlener in de categorie ‘geen vergelijking’, ‘vergelijking van een beperkt aantal producten’ of ‘vergelijking van een groot aantal producten’ valt, is het nodig om het aantal producten te definiëren dat als toereikend kan worden gezien. Dit minimale aantal producten wordt aangeduid met a. Dan geldt dat a het kleinste aantal producten is waarbij de kans dat tenminste één van die a producten tot 20 procent van de meest passende producten (Y) behoort die aan de dienstverleningsvraag van de consument beantwoordt, groter is dan de gevraagde zekerheid van 95 procent (X). Voor het bepalen van de grenswaarde in een productsoort zijn twee parameters vastgesteld, te weten minimaal 95 procent zekerheid (hoe groot is de kans dat het financiële product als meest passend uit de vergelijking komt) en 20 procent financiële producten die voldoen aan de behoefte van de consument of cliënt. 95 procent is in de wetenschappelijke wereld een algemeen geaccepteerde norm. De homogeniteit van financiële producten maakt het aannemelijk dat maximaal 20 procent van het totaal aantal verkrijgbare financiële producten binnen een productsoort voldoen aan de behoeften van de consument of cliënt. Om voor een enkele productsoort met N producten de grenswaarde a te bepalen, wordt a zo klein mogelijk gekozen zodanig dat 1 – [Combin(K, a) / Combin(N, a)] ≥ 95%. Hierbij geldt dat als n=N of (n>Roundup ((1-20%)*N;0) dan is de kans 100%. K bestaat in de formule uit (1-Y)*N. Stap 2 Indien de financiëledienstverlener in meerdere productsoorten actief is, zal er een gemiddelde mate van objectieve analyse moeten worden berekend. Hierbij is het 72
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving uitgangspunt gelijk aan die bij stap 1: de kans moet tenminste 95% zijn dat de financiëledienstverlener een passend product adviseert. Deze kans kan bepaald worden met behulp van de extra aanname dat de kans dat de consument of cliënt vraagt om een product uit een specifieke productsoort gelijk is aan de relatieve frequentie waarin de financiëledienstverlener producten uit de betreffende categorie adviseert.
Acties
De gemiddelde mate van objectieve analyse wordt dan bepaald door de kansen voor de verschillende productsoorten op een gewogen manier bij elkaar op te tellen. [Illustratie Verwijderd] De uitkomst levert een percentage wat een kans representeert. Wanneer de kans groter is dan of gelijk aan de zekerheid van 95%, dan is er sprake van een ‘Vergelijking van een groot aantal producten’ en als de kans kleiner is dan 95 procent, dan is er sprake van een ‘Vergelijking van een beperkt aantal producten’. Om deze berekening te maken is het nodig om per productsoort (aangeduid met k) over de volgende parameters te beschikken: Nk (het totaal aan producten in de categorie) nk (het aantal producten dat de financiëledienstverlener meeneemt in zijn vergelijking) wk (is het deel van de adviezen van de financiëledienstverlener dat binnen productsoort k valt) Hierbij sommeren alle gewichten wk samen tot 1. U kunt de informatie die nodig is voor Nkterugvinden op de website van de AFM Indien voor elk productsoort geldt n=1 dan is er sprake van ‘Geen vergelijking van producten’. 73
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag Wft
BGfo
Artikel Artikel 4:25a
Hoofdstuk 8. Zorgvuldige dienstverlening Afdeling 8.1. Informatieverstrekk ing § 8.1.1. Inleidende bepalingen
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:
Acties Provisieverbod: relevant voor verdienmodel
a. de beloning of vergoeding, in welke vorm ook, voor het aanbieden, adviseren, bemiddelen of optreden als gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent inzake een financieel product, en de wijze van uitbetaling daarvan; b. een verbod op het verschaffen of ontvangen van nader aan te wijzen provisies. 2. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van de krachtens het eerste lid gestelde regels, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:22, eerste lid, 4:25a, eerste lid, en 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet Artikel 49 1. Een financiële onderneming verstrekt de ingevolge deze afdeling en de artikelen 4:25a, eerste lid, onderdeel a, en 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet aan de consument of cliënt te verstrekken informatie schriftelijk, tenzij in deze afdeling anders wordt bepaald. De financiële onderneming kan de informatie via een andere duurzame drager verstrekken, indien zij zich ervan heeft vergewist dat de consument onderscheidenlijk cliënt over de benodigde middelen beschikt om kennis te nemen van de aldus te verstrekken informatie. 2. De financiële onderneming verstrekt de informatie, bedoeld in het eerste lid, in de Nederlandse taal. De informatie kan in een andere taal worden verstrekt: a. indien de consument of cliënt daarom verzoekt en de financiële onderneming hiermee heeft ingestemd; b. indien partijen een keuze hebben gemaakt voor de toepasselijkheid van het recht van een andere staat op de overeenkomst inzake een financieel product; of c. indien het essentiële beleggersinformatie betreft en het gebruik van de desbetreffende taal door de Autoriteit Financiële Markten is goedgekeurd. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op het verstrekken van informatie met betrekking tot het verlenen van beleggingsdiensten. 74
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag BGfo
Artikel
§ 8.1.4. Verplichte precontractuele informatie
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving
Acties
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste en tweede lid, 4:22, eerste lid en tweede lid, 4:25a, eerste lid, 4:25b, eerste en tweede lid, en 4:90b, tiende lid, van de wet
Verstrekken percontractuele informatie
Artikel 57 1. Een financiëledienstverlener verstrekt een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product of financiële dienst ten minste de volgende informatie: a. zijn naam en adres en, indien de financiëledienstverlener een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen; b. de aard van zijn financiële dienstverlening; c. voorzover artikel 4:17 van de wet van toepassing is: zijn interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel a, van de wet, en de erkende geschilleninstantie waarbij hij is aangesloten; en d. zijn inschrijving in het door de toezichthouder gehouden register. 2. In afwijking van artikel 49, eerste lid, kan de informatie, bedoeld in het eerste lid, en in artikel 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet, op verzoek van de cliënt mondeling worden verstrekt, indien het financiële product een verzekering is en onmiddellijke dekking noodzakelijk is. In dat geval verstrekt de financiëledienstverlener de informatie tevens onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst overeenkomstig artikel 49, eerste lid, aan de cliënt.58 [Vervallen per 01-01-2013] Artikel 59a 1. Een aanbieder verstrekt voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een complex product of hypothecair krediet aan de consument informatie over de totale prijs van het desbetreffende product met uitzondering van de advieskosten en distributiekosten, maar met inbegrip van alle bijbehorende kosten. 2. Onverminderd het eerste lid verstrekt een aanbieder voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst met een consument inzake een complex product dat strekt tot vermogensopbouw, aan de consument, voor zover van toepassing, ten minste de volgende informatie: a. het bedrag van de totale kosten, met uitzondering van de advieskosten en 75
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving distributiekosten; b. de kosten die worden ingehouden op de inleg of de premie, onderverdeeld naar soorten kosten, zoals in elk geval eerste kosten, doorlopende kosten en aan- en verkoopkosten; c. de kosten die worden ingehouden op de vermogensopbouw of uitkering, onderverdeeld naar soorten kosten zoals in elk geval eerste kosten, doorlopende kosten en aan- en verkoopkosten; d. de kosten die de beheerder van een beleggingsinstelling of beheerder van een icbe jaarlijks in rekening brengt voor het beheer van rechten van deelneming in die beleggingsinstelling of icbe; e. de invloed van het gemiddelde jaarlijkse percentage van de kosten, bedoeld onder b, c en d, op het rendement en de vermogensopbouw of uitkering, verbonden aan de overeenkomst; en f. de wijze waarop de kosten, bedoeld onder b, c en d, worden verdeeld over de looptijd van de overeenkomst. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op: a. overeenkomsten met betrekking tot beleggingsobjecten; en b. overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst. 4. Het tweede lid, aanhef en de onderdelen b tot en met f, zijn niet van toepassing op een levensverzekeraar die een levensverzekering aanbiedt waarbij de uitkering wordt uitgedrukt in rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe. 5. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op financiële ondernemingen die een complex product als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1°, 4° of 11° samenstellen en dat product in de markt verkrijgbaar stellen voor consumenten of, indien het een recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe betreft, cliënten.
Acties
Artikel 59aa 1. Een aanbieder verstrekt een consument voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet, ten minste informatie over: a. de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd; b. of deze componenten een vast of variabel bestanddeel vormen van de debetrentevoet; en 76
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
BGfo
Wft
Artikel 4:25b
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving c. de risico’s die verbonden zijn aan een variabele debetrentevoet. 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de door een aanbieder in de informatieverstrekking aan de consument te gebruiken aanduiding van de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd.
Acties
§ 8.2.2. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:25, eerste lid, 4:25a, eerste lid, en 4:25b van de wet
Zie uitwerking artikel 4:25 Wft
[Artikel 81 en artikel 86a-86h wordt verwezen naar de uitwerking bij artikel 4:25 Wft] 1. Voorafgaand aan het verlenen van een financiële dienst inzake een financieel product, ter zake waarvan een verbod geldt voor het verschaffen of ontvangen van bepaalde provisies op grond van artikel 4:25a eerste lid, onderdeel b, informeert de financiëledienstverlener de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt over: a. de aard en reikwijdte van de dienstverlening; b. de wijze waarop de financiëledienstverlener wordt beloond; c. de kosten van de dienstverlening die de consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt betaalt; d. de belangen van de financiëledienstverlener die van invloed kunnen zijn op de dienstverlening aan de consument of cliënt; en e. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderwerpen die relevant kunnen zijn voor de adequate beoordeling van de dienstverlening door de consument of cliënt. 2. Voorafgaand aan het verlenen van een financiële dienst inzake een financieel product, anders dan producten waarvoor het eerste lid geldt, informeert de bemiddelaar of adviseur, die het aanbevolen financieel product niet tevens aanbiedt, de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt over: a. de aard en reikwijdte van de dienstverlening; b. de wijze waarop de bemiddelaar of adviseur, die het aanbevolen financieel product niet tevens aanbiedt, wordt beloond, alsmede in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen, de hoogte van de beloning of vergoeding; c. de belangen van de bemiddelaar of adviseur, die het aanbevolen financieel
Vaststellen precontractuele informatieverstrekking
77
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
Hoofdstuk 8. Zorgvuldige dienstverlening Afdeling 8.1. Informatieverstrekk ing § 8.1.1. Inleidende bepalingen
Wft
§ 8.1.4. Verplichte precontractuele
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving product niet tevens aanbiedt, die van invloed kunnen zijn op de dienstverlening aan de consument of de cliënt; en d. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot vorm, inhoud, moment en wijze van verstrekking van de informatie, bedoeld in het eerste en tweede lid. 4. Indien bij het verlenen van een financiële dienst meerdere financiëledienstverleners zijn betrokken, kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bepaald op wie de verplichting rust de informatie, bedoeld in het eerste of tweede lid, te verstrekken. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:22, eerste lid, 4:25a, eerste lid, en 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet
Acties
Artikel 49 1. Een financiële onderneming verstrekt de ingevolge deze afdeling en de artikelen 4:25a, eerste lid, onderdeel a, en 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet aan de consument of cliënt te verstrekken informatie schriftelijk, tenzij in deze afdeling anders wordt bepaald. De financiële onderneming kan de informatie via een andere duurzame drager verstrekken, indien zij zich ervan heeft vergewist dat de consument onderscheidenlijk cliënt over de benodigde middelen beschikt om kennis te nemen van de aldus te verstrekken informatie. 2. De financiële onderneming verstrekt de informatie, bedoeld in het eerste lid, in de Nederlandse taal. De informatie kan in een andere taal worden verstrekt: a. indien de consument of cliënt daarom verzoekt en de financiële onderneming hiermee heeft ingestemd; b. indien partijen een keuze hebben gemaakt voor de toepasselijkheid van het recht van een andere staat op de overeenkomst inzake een financieel product; of c. indien het essentiële beleggersinformatie betreft en het gebruik van de desbetreffende taal door de Autoriteit Financiële Markten is goedgekeurd. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op het verstrekken van informatie met betrekking tot het verlenen van beleggingsdiensten.
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste en tweede lid, 4:22, eerste lid en tweede lid, 4:25a, eerste lid, 4:25b, eerste en tweede lid, en 4:90b, 78
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel informatie
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving tiende lid, van de wet Artikel 57 1. Een financiëledienstverlener verstrekt een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product of financiële dienst ten minste de volgende informatie: a. zijn naam en adres en, indien de financiëledienstverlener een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen; b. de aard van zijn financiële dienstverlening; c. voorzover artikel 4:17 van de wet van toepassing is: zijn interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel a, van de wet, en de erkende geschilleninstantie waarbij hij is aangesloten; en d. zijn inschrijving in het door de toezichthouder gehouden register. 2. In afwijking van artikel 49, eerste lid, kan de informatie, bedoeld in het eerste lid, en in artikel 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet, op verzoek van de cliënt mondeling worden verstrekt, indien het financiële product een verzekering is en onmiddellijke dekking noodzakelijk is. In dat geval verstrekt de financiëledienstverlener de informatie tevens onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst overeenkomstig artikel 49, eerste lid, aan de cliënt.58 [Vervallen per 01-01-2013]
Acties
Informatieverstrekken over onder meer de totale prijs van het desbetreffende product
Artikel 59a 1. Een aanbieder verstrekt voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een complex product of hypothecair krediet aan de consument informatie over de totale prijs van het desbetreffende product met uitzondering van de advieskosten en distributiekosten, maar met inbegrip van alle bijbehorende kosten. 2. Onverminderd het eerste lid verstrekt een aanbieder voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst met een consument inzake een complex product dat strekt tot vermogensopbouw, aan de consument, voor zover van toepassing, ten minste de volgende informatie: a. het bedrag van de totale kosten, met uitzondering van de advieskosten en distributiekosten; b. de kosten die worden ingehouden op de inleg of de premie, onderverdeeld 79
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving naar soorten kosten, zoals in elk geval eerste kosten, doorlopende kosten en aan- en verkoopkosten; c. de kosten die worden ingehouden op de vermogensopbouw of uitkering, onderverdeeld naar soorten kosten zoals in elk geval eerste kosten, doorlopende kosten en aan- en verkoopkosten; d. de kosten die de beheerder van een beleggingsinstelling of beheerder van een icbe jaarlijks in rekening brengt voor het beheer van rechten van deelneming in die beleggingsinstelling of icbe; e. de invloed van het gemiddelde jaarlijkse percentage van de kosten, bedoeld onder b, c en d, op het rendement en de vermogensopbouw of uitkering, verbonden aan de overeenkomst; en f. de wijze waarop de kosten, bedoeld onder b, c en d, worden verdeeld over de looptijd van de overeenkomst. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op: a. overeenkomsten met betrekking tot beleggingsobjecten; en b. overeenkomsten met betrekking tot het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst. 4. Het tweede lid, aanhef en de onderdelen b tot en met f, zijn niet van toepassing op een levensverzekeraar die een levensverzekering aanbiedt waarbij de uitkering wordt uitgedrukt in rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe. 5. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op financiële ondernemingen die een complex product als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1°, 4° of 11° samenstellen en dat product in de markt verkrijgbaar stellen voor consumenten of, indien het een recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe betreft, cliënten.
Acties
Artikel 59aa 1. Een aanbieder verstrekt een consument voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet, ten minste informatie over: a. de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd; b. of deze componenten een vast of variabel bestanddeel vormen van de debetrentevoet; en c. de risico’s die verbonden zijn aan een variabele debetrentevoet. 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de 80
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Wft
Artikel
Artikel 4:25c-4:25d
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving door een aanbieder in de informatieverstrekking aan de consument te gebruiken aanduiding van de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd.
Acties
[..]
N.v.t.
Afdeling 4.2.4. Meldingsplichten
Wft Wft
Artikel 4:26
1. Een financiële onderneming meldt wijzigingen met betrekking tot onderwerpen waarover ingevolge artikel 2:3.0d, eerste lid, 2:13, tweede lid, 2:22, tweede lid, 2:32, tweede lid, 2:33, tweede lid, 2:42, tweede lid, 2:43, tweede lid, 2:58, tweede lid, 2:63, tweede lid, 2:67, derde lid, 2:67b, tweede lid, 2:68, tweede lid, 2:69c, vierde lid, 2:72, tweede lid, 2:73, eerste lid, 2:78, tweede lid, 2:83, tweede lid, 2:89, tweede lid, 2:94, tweede lid, 2:99, derde lid, 2:105, vijfde lid, 2:125, eerste lid, 2:126, eerste lid, 2:130, eerste lid, 3:110, tweede lid, 4:5, derde lid, 4:10, derde lid, 4:37c, zesde lid, 4:50, eerste lid, of 4:71, derde lid, verstrekking van gegevens is voorgeschreven aan de Autoriteit Financiële Markten. 2. […] 3. […] 4. […] 5. […] 6. […] 7. […] 8. […] 9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt, onder vermelding van de te volgen procedures, bepaald welke wijzigingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden gemeld, welke gegevens daarbij worden verstrekt en, indien van toepassing, onder welke voorwaarden de wijzigingen ten uitvoer mogen worden gelegd.
Melding van wijzigingen aan de AFM
BGfo
§ 9.1.3. Collectieve vergunninghouders
Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:26, negende lid, van de wet
Melding wijziging aan de AFM
Artikel 100 Een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:105, eerste lid, van de wet meldt aan de Autoriteit Financiële Markten binnen twee weken schriftelijk een wijziging in: 81
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
BGfo
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving a. de naam en het adres van een aangesloten onderneming; b. de rechtsvorm van een aangesloten onderneming; c. indien een aangesloten onderneming een rechtspersoon is: de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen; of d. indien een aangesloten onderneming is ingeschreven in het handelsregister: het nummer van de inschrijving. § 9.1.4. Financiëledienstverleners Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:26, negende lid, van de wet
Acties
N.v.t.
Artikelen 101-104 [..] Wft
Artikel 4:27
[..]
N.v.t.
Wft
Artikel 4:27a
Afdeling 4.2.4a. Instemmingvereiste
N.v.t.
Wft Wft Wft Wft Wft
Artikel 4:28 Artikel 4:29 Artikel 4:30
N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Wft
Afdeling 4.2.5 [Vervallen per 13-06-2014] [Vervallen per 13-06-2014] [Vervallen per 13-06-2014] [Vervallen per 13-06-2014] Hoofdstuk 4.3. Aanvullende regels voor het werkzaam zijn op de financiële markten betreffende bepaalde financiële diensten Afdeling 4.3.1. Aanbieden
Wft
§ 4.3.1.1. Beleggingsobjecten
N.v.t.
Artikel 4:30a
[..]
N.v.t.
Artikel 4:31-4:31b
§ 4.3.1.2. Elektronisch geld [..]
N.v.t. N.v.t.
Wft Wft Wft
§ 4.3.1.3. Krediet
Wft Wft
Artikel 4:32
1. Een aanbieder van krediet neemt deel aan een stelsel van kredietregistratie dat aan alle aanbieders van krediet die gevestigd zijn in een lidstaat toegang biedt onder dezelfde voorwaarden.
Deelneming en toetsing consumenten aan stelsel van kredietregistratie (BKR) 82
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
BGfo
Artikel
§ 10.2.2. Verplichting tot inwinnen van informatie en ten hoogste toegelaten kredietvergoeding
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 2. Indien een aanbieder van krediet op grond van de raadpleging van een stelsel van kredietregistratie besluit een consument geen krediet te verlenen, stelt hij de consument onverwijld en kosteloos in kennis van het resultaat van deze raadpleging en van de details van het geraadpleegde gegevensbestand. 3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels kan worden afgeweken van het eerste lid. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:32, tweede lid, 4:34, derde lid, en 4:35 van de wet Artikel 113 1. Een aanbieder van krediet gaat met een consument geen overeenkomst inzake krediet aan waarvan het totale kredietbedrag meer dan € 1000 bedraagt, indien hij niet beschikt over voldoende schriftelijke of op een andere duurzame drager vastgelegde informatie aangaande de financiële positie van de consument om, ter voorkoming van overkreditering, te kunnen beoordelen of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op aanbieders van krediet voorzover zij krediet aanbieden tegen onderpand van effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, die tot zekerheid dienen voor de terugbetaling van het krediet aan een consument die reeds op het moment van aangaan van de overeenkomst inzake krediet bezitter is van de te verpanden effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, van welk krediet het totale kredietbedrag gedurende de looptijd van de overeenkomst inzake het krediet niet hoger is dan zeventig procent van de waarde van de te verpanden effecten, indien het effecten betreffen als bedoeld in onderdeel a van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, dan wel niet hoger is dan tachtig procent van de waarde van de te verpanden effecten, indien het effecten betreffen als bedoeld in onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, en: 1°. die effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt; of 2°. de waarde van die effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, door middel van een openbare prijsaanduiding voor een ieder kenbaar is. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op aanbieders van krediet voor zover zij
Acties Procesinrichting/ werkinstructies terugkoppeling van resultaat toetsing aan consumenten
Vaststellen acceptatiebeleid (effecten)krediet (procesinrichting) uitvragen en beoordelen van consumenteninformatie
Raadplegen BKR 83
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving krediet aanbieden in de vorm van een geoorloofde debetstand die binnen drie maanden dient te worden afgelost en die niet hoger is dan het bedrag dat maandelijks op de rekening wordt gestort.
Acties
Artikel 114 Alvorens met een consument een overeenkomst inzake krediet aan te gaan waarvan het totale kredietbedrag meer dan € 250 bedraagt, raadpleegt een aanbieder van krediet de bij het stelsel van kredietregistratie waaraan hij deelneemt geregistreerde gegevens over reeds aan de consument verleende kredieten. Artikel 115 1. Ter voorkoming van overkreditering legt een aanbieder van krediet de criteria vast die hij ten grondslag legt aan de beoordeling van een kredietaanvraag van een consument en past hij deze criteria toe bij de beoordeling van een kredietaanvraag. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op aanbieders van krediet voor zover zij krediet aanbieden in de vorm van een geoorloofde debetstand die binnen drie maanden dient te worden afgelost en die niet hoger is dan het bedrag dat maandelijks op de rekening wordt gestort. 3. Bij ministeriële regeling worden de inkomenscriteria vastgesteld en de maximale hoogte van het hypothecair krediet in verhouding tot de waarde van de woning. 4. In aanvulling op het eerste lid past een aanbieder van hypothecair krediet de bij ministeriële regeling vastgestelde inkomenscriteria toe bij de beoordeling van een aanvraag voor een hypothecair krediet. 5. Een aanbieder van hypothecair krediet houdt bij de beoordeling van de kredietaanvraag rekening met het bij ministeriële regeling bepaalde maximale hypothecair krediet in verhouding tot de waarde van de woning. 6. De waarde van de woning is: 1°. het aankoopbedrag van de woning zoals blijkt uit een koopovereenkomst, die is ondertekend door de consument en de verkoper, een akte van levering of een veilingakte indien de woning is gekocht op een veiling; 2°. de koopsom of aannemingsom dan wel de kosten volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf, eventueel vermeerderd met de kosten van de grond, kosten van de bouw, inclusief de kosten voor meerwerk, bouwrente en renteverlies tijdens de bouwperiode, en de aansluiting op nutsvoorzieningen; of
Als bijlage bij dit overzicht is tevens de ministeriele regeling “Tijdelijke regeling hypothecair krediet” opgenomen
84
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 3°. de marktwaarde van de woning blijkens een door een deskundig taxateur opgemaakt taxatierapport dat op het moment van aangaan van het hypothecair krediet niet ouder is dan een jaar, eventueel na verbouwing. 7. In afwijking van het zesde lid, onder 3°, mag tevens worden uitgegaan van de waarde van de woning zoals laatstelijk bepaald op grond van de Wet waardering onroerende zaken, indien sprake is van een aanvraag van een hypothecair krediet met betrekking tot een woning die reeds geheel of gedeeltelijk in eigendom is van de consument of met betrekking tot een woning die door erfopvolging geheel of gedeeltelijk door de consument wordt verkregen. Artikel 115a Een aanbieder van krediet rekent geen hogere kredietvergoeding dan op grond van het Besluit kredietvergoeding ten hoogste toegelaten kredietvergoeding.
Besluit Kredietvergoeding
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. wet: de Wet op het consumentenkrediet (Stb. 1990, 395); b. betalingstermijn: het tijdvak dat ligt tussen: 1°. het tijdstip waarop ter uitvoering van een krediettransactie door de kredietgever een geldsom ter beschikking wordt gesteld onderscheidenlijk met het verschaffen van het genot van een zaak of het verlenen van een dienst een aanvang wordt gemaakt en het tijdstip waarop de kredietnemer de eerste betaling moet hebben gedaan, dan wel 2°. twee opeenvolgende tijdstippen waarop de kredietnemer ter uitvoering van een krediettransactie een betaling moet hebben gedaan; c. termijnbedrag: het bedrag van een betaling die de kredietnemer aan het einde van een betalingstermijn moet hebben gedaan; d. betalingsregeling: de regeling van de hoogte van de termijnbedragen, alsmede de lengte en, bij niet-doorlopend krediet, het aantal van de betalingstermijnen, welke in het kader van een krediettransactie van toepassing is; e. kredietvergoedingspercentage per betalingstermijn: de kredietvergoeding die over een betalingstermijn in rekening wordt gebracht, uitgedrukt in een percentage van het uitstaand saldo aan het begin van die betalingstermijn; f. vaste kredietvergoeding: kredietvergoeding ten aanzien waarvan bij het aangaan van de krediettransactie is overeengekomen dat het kredietvergoedingspercentage per betalingstermijn gedurende de looptijd gelijk blijft;
Acties
Vaststelling kredietvergoeding op basis van het Besluit kredietvergoeding Wijze waarop kredietvergoeding in rekening mag worden gebracht en berekening van de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding.
85
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving g. variabele kredietvergoeding: kredietvergoeding ten aanzien waarvan bij het aangaan van de krediettransactie is overeengekomen dat het kredietvergoedingspercentage per betalingstermijn gedurende de looptijd kan worden gewijzigd; h. kredietvergoeding bij regelmatige afwikkeling: de in artikel 34, onder a, van de wet bedoelde vorm van kredietvergoeding; i. vertragingsvergoeding: de in artikel 34, onder b, van de wet bedoelde vorm van kredietvergoeding.
Acties
Artikel 2 Voor de toepassing van dit besluit wordt een bij een krediettransactie in maanden, kwartalen of jaren uitgedrukte betalingstermijn beschouwd als een gedurende de looptijd gelijk blijvende betalingstermijn, indien dit in een tot de krediettransactie behorende overeenkomst uitdrukkelijk is overeengekomen.
Besluit Kredietvergoeding
Hoofdstuk II. Ten hoogste toegelaten kredietvergoedin g bij regelmatige afwikkeling
Artikel 3 Kredietvergoeding over een bepaald tijdvak mag niet eerder in rekening worden gebracht dan nadat de laatste dag van dat tijdvak is verstreken. Artikel 4 Voor de berekening van de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding bij regelmatige afwikkeling geldt de wettelijke rente verhoogd met 12 procentpunten als het ten hoogste toegelaten effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis. Artikel 5 [Vervallen per 14-04-2000]
Afdeling 1. Ten hoogste toegelaten effectieve kredietvergoedin gspercentages op jaarbasis
Besluit Krediet-
Afdeling 2.
Artikel 6 1. De ten hoogste toegelaten kredietvergoeding per betalingstermijn bij 86
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag vergoeding
Artikel Berekening van de ten hoogste toegelaten kredietvergoedin g bij regelmatige afwikkeling
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving regelmatige afwikkeling van doorlopende krediettransacties met een variabele kredietvergoeding, waarbij: a. de betalingstermijn gedurende de looptijd gelijk blijft, of b. de eerste of de laatste betalingstermijn dan wel die beide betalingstermijnen afwijkt respectievelijk afwijken van de overige betalingstermijnen, die gedurende de looptijd gelijk blijven, wordt, onverminderd het bepaalde in het tweede en derde lid, berekend als volgt:
Acties
KVt= Rt. im, waarbij: . In deze formules is: KVt: de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding over de betalingstermijn met volgnummer t; Rt: het uitstaand saldo aan het begin van de betalingstermijn met volgnummer t dan wel, indien het uitstaand saldo als gevolg van achterstallige betalingen hoger is dan de kredietlimiet: de kredietlimiet; im: het honderdste deel van het ten hoogste toegelaten kredietvergoedingspercentage per betalingstermijn; i: het honderdste deel van het ingevolge afdeling 1 ten hoogste toegelaten effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis; m: het aantal betalingstermijnen per jaar. 2. Indien bij een krediettransactie als bedoeld in het eerste lid een betaling of het opnemen van een geldsom door de kredietnemer dan wel het verschaffen van het genot van een zaak of het verlenen van een dienst aan de kredietnemer, plaatsvinden op een ander tijdstip dan waarop ingevolge de betalingsregeling uiterlijk een termijnbedrag dient te worden voldaan, wordt de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding ter zake van de betalingstermijn waarbinnen deze gebeurtenissen plaatsvinden, op dagbasis berekend, waarbij de ten hoogste 87
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving toegelaten kredietvergoeding per dag wordt berekend op de in artikel 10 aangegeven wijze.
Acties
3. In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding ter zake van de afwijkende betalingstermijnen op dagbasis berekend, waarbij de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding per dag wordt berekend op de in artikel 10 aangegeven wijze. Artikel 7 1.De ten hoogste toegelaten totale kredietvergoeding bij regelmatige afwikkeling van niet-doorlopende krediettransacties met een vaste kredietvergoeding, waarbij: a. de betalingstermijn en het termijnbedrag gedurende de looptijd gelijk blijven, of b. de betalingstermijn gedurende de looptijd gelijk blijft en het eerste of het laatste termijnbedrag afwijkt van de overige termijnbedragen, die gedurende de looptijd gelijk blijven, voor zover deze afwijking een gevolg is van afrondingen, wordt berekend als volgt: TKV = n . T - K, waarbij: en . In deze formules is: TKV: de ten hoogste toegelaten totale kredietvergoeding; n: het totale aantal betalingstermijnen; T: het termijnbedrag dat geldt indien het ten hoogste toegelaten kredietvergoedingspercentage per betalingstermijn wordt gehanteerd; K: de kredietsom; 88
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving
Acties
im: het honderdste deel van het ten hoogste toegelaten kredietvergoedingspercentage per betalingstermijn; i: het honderdste deel van het ingevolge afdeling 1 ten hoogste toegelaten effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis; m: het aantal betalingstermijnen per jaar. 2.De ten hoogste toegelaten totale kredietvergoeding bij regelmatige afwikkeling van niet-doorlopende krediettransacties met een vaste kredietvergoeding, waarbij de eerste betalingstermijn afwijkt van de overige betalingstermijnen, voor zover deze afwijking tot gevolg heeft dat het eerste of het laatste termijnbedrag afwijkt van de overige termijnbedragen, terwijl die overige betalingstermijnen en termijnbedragen gedurende de looptijd gelijk blijven, wordt berekend als de som van: a. de ten hoogste toegelaten totale kredietvergoeding, berekend op de in het eerste lid aangegeven wijze, met dien verstande dat voor de omschrijving van "n" wordt gelezen: het totale aantal gelijk blijvende betalingstermijnen, en b. de ter zake van de afwijkende betalingstermijn op dagbasis berekende ten hoogste toegelaten kredietvergoeding, berekend op de in artikel 10 aangegeven wijze. Artikel 8 1. De ten hoogste toegelaten kredietvergoeding per betalingstermijn bij regelmatige afwikkeling van andere dan de in het tweede lid alsmede de artikelen 6 en 7 bedoelde krediettransacties wordt berekend als volgt: KVt= Rt . imt, waarbij: . In deze formules is: KVt: de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding over de betalingstermijn met volgnummer t; 89
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving
Acties
Rt: het uitstaand saldo aan het begin van de betalingstermijn met volgnummer t dan wel, 1°. indien bij een doorlopende krediettransactie het uitstaand saldo als gevolg van achterstallige betalingen hoger is dan de kredietlimiet: de kredietlimiet; 2°. indien bij een niet-doorlopende krediettransactie de kredietnemer achterstallig is: het uitstaand saldo dat zou bestaan indien de kredietnemer niet achterstallig zou zijn; imt: het honderdste deel van het ten hoogste toegelaten kredietvergoedingspercentage per betalingstermijn met volgnummer t; i: het honderdste deel van het ingevolge afdeling 1 ten hoogste toegelaten effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis; mt: een periode die gelijk is aan een jaar, uitgedrukt in eenheden van een betalingstermijn met volgnummer t. 2. De ten hoogste toegelaten kredietvergoeding bij regelmatige afwikkeling van doorlopende krediettransacties waarvoor geen betalingsregeling van toepassing is wordt berekend op dagbasis. Daarbij wordt de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding per dag berekend op de in artikel 10 aangegeven wijze. Artikel 9 1. Indien op een tijdstip na het aangaan van de krediettransactie de betalingsregeling bij nadere overeenkomst wordt gewijzigd, wordt de kredietvergoeding bij regelmatige afwikkeling over de laatste betalingstermijn voor dat tijdstip respectievelijk over de eerste betalingstermijn na dat tijdstip op dagbasis berekend, indien die betalingstermijn afwijkt van de overige betalingstermijnen voor respectievelijk na dat tijdstip. Daarbij wordt de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding per dag berekend op de in artikel 10 aangegeven wijze. 2. Indien de betalingsregeling na de wijziging voldoet aan de omschrijving van artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a of b, dan wel tweede lid, aanhef, wordt de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding per betalingstermijn bij 90
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving regelmatige afwikkeling na dat tijdstip niettemin berekend op de in artikel 8, eerste lid, aangegeven wijze. De aldus berekende ten hoogste toegelaten kredietvergoeding treedt in de plaats van de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding die nog in rekening zou kunnen worden gebracht indien de betalingsregeling niet zou zijn gewijzigd.
Acties
Artikel 10 De ten hoogste toegelaten kredietvergoeding per dag bij regelmatige afwikkeling wordt berekend als volgt: . In deze formule is: KVd: de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding over dag d; Rd: het uitstaand saldo aan het begin van dag d, dan wel: 1°. indien het gaat om de toepassing van artikel 6, tweede lid, of artikel 8, eerste lid, en het uitstaand saldo als gevolg van achterstallige betalingen hoger is dan de kredietlimiet: de kredietlimiet; 2°. indien het gaat om de toepassing van artikel 7, tweede lid, onder b, en de kredietnemer achterstallig is: het uitstaand saldo dat aan het begin van dag d zou bestaan als de kredietnemer niet achterstallig zou zijn; i: het honderdste deel van het ingevolge afdeling 1 ten hoogste toegelaten effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis;
Besluit Kredietvergoeding
Hoofdstuk V. Slotbepalingen
q: het aantal dagen van de maand waarvan dag d deel uitmaakt. Artikel 15 Ten aanzien van krediettransacties aangegaan voor de wijziging van het aantal procentpunten waarmee de wettelijke rente, op grond van artikel 4, mag worden verhoogd voor de berekening van de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding bij regelmatige afwikkeling, is het ten hoogste toegelaten effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis van voor die wijziging van toepassing, mits de krediettransactie binnen 12 maanden na die wijziging wordt beëindigd en het uitstaand saldo vanaf die wijziging afloopt. Artikel 16 Indien gedurende de looptijd van een krediettransactie de wettelijke rente wijzigt, is 91
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Besluit kredietvergoeding
Artikel
Hoofdstuk III. Ten hoogste toegelaten vertragingsvergoeding
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving ten aanzien van de berekening van de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding bij regelmatige afwikkeling het ten hoogste toegelaten effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis van toepassing dat gold op het tijdstip waarop:
Acties
a. de krediettransactie is aangegaan, indien het betreft vaste kredietvergoeding; b. de hoogte van de kredietvergoeding laatstelijk is gewijzigd, indien het betreft variabele kredietvergoeding. Artikel 16a 1. De artikelen 4 tot en met 10 en 15 zijn niet van toepassing wanneer het jaarlijks kostenpercentage, bedoeld in artikel 1 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft ten hoogste de wettelijke rente verhoogd met 12 procentpunten bedraagt. 2. Indien het eerste lid van toepassing is, wordt in artikel 16 in plaats van «effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis» gelezen: jaarlijks kostenpercentage. Artikel 11 De ten hoogste toegelaten vertragingsvergoeding wordt op dagbasis berekend. De ten hoogste toegelaten vertragingsvergoeding per dag wordt berekend als volgt: . In deze formule is: VVd: de ten hoogste toegelaten vertragingsvergoeding over dag d; Ad: het bedrag in de betaling waarvan de kredietnemer aan het begin van dag d achterstallig is dan wel, indien het een krediettransactie als bedoeld in artikel 6 betreft, het deel van het uitstaand saldo dat op dag d de kredietlimiet te boven gaat als gevolg van achterstallige betalingen; r: het honderdste deel van het in het kader van de krediettransactie overeengekomen effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis; q: het aantal dagen van de maand waarvan dag d deel uitmaakt. 92
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag Wft
BGfo
Artikel Artikel 4:33
Afdeling 10.2. Krediet § 10.2.1. Precontractuele informatie inzake krediet
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving 1. Voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet verstrekt de aanbieder van krediet, indien van toepassing op basis van de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, aan de consument informatie met het oog op een adequate beoordeling van het krediet. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in afwijking van het eerste lid een aanbieder van krediet in daarbij te bepalen gevallen de in het eerste lid bedoelde informatie geheel of gedeeltelijk na het aangaan van de overeenkomst verstrekt. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de voorwaarden waaraan de informatie, bedoeld in het eerste lid, voldoet. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen vormen van krediet worden aangewezen waarop het eerste lid niet van toepassing is. 5. Artikel 4:19, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de informatie, bedoeld in het eerste lid. 6. Het eerste lid is niet van toepassing op een aanbieder van krediet indien het krediet wordt aangeboden door tussenkomst van een bemiddelaar, anders dan als nevenactiviteit. Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:33, tweede tot en met vierde lid, van de wet Artikel 111 Artikel 4:33, eerste lid, van de wet is niet van toepassing op: a. aanbieders van hypothecair krediet; b. aanbieders van krediet, voorzover het krediet onderdeel uitmaakt van een complex product; en c. aanbieders van krediet voorzover zij overeenkomsten inzake krediet beheren of uitvoeren.
Acties Verschaffen relevante precontractuele productinformatie aan consumenten
Nadere invulling te verschaffen (pre)contractuele informatie ingeval van een kredietovereenkomst
Artikel 112 1. De informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet, met betrekking tot andere vormen van krediet dan bedoeld in de artikelen 112a en 112b, wordt schriftelijk of op een andere duurzame drager verstrekt in de vorm van het in bijlage D bij dit besluit opgenomen formulier en bevat de in die bijlage bedoelde gegevens. 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd op de door de 93
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie. 3. Informatie in aanvulling op de informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in een afzonderlijk document. 4. Indien de overeenkomst op verzoek van de consument tot stand is gekomen met gebruikmaking van een techniek voor communicatie op afstand waardoor de in het eerste lid bedoelde informatie niet op de in dat lid voorgeschreven wijze voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst kan worden verstrekt, verstrekt de aanbieder de informatie onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst aan de consument. 5. De aanbieder verstrekt aan de consument op zijn verzoek een kosteloos exemplaar van de ontwerpovereenkomst inzake krediet, tenzij de aanbieder op het tijdstip van het verzoek niet voornemens is de overeenkomst met de consument aan te gaan. 6. Ten aanzien van een overeenkomst inzake krediet waarbij de betalingen door de consument niet tot een directe overeenkomstige aflossing van het totale kredietbedrag leiden, maar dienen om, gedurende de periodes en onder de voorwaarden die in de overeenkomst inzake krediet of in een nevenovereenkomst zijn vastgesteld, kapitaal op te bouwen, bevat de op grond van het eerste lid te verstrekken informatie een duidelijke en beknopte vermelding dat de overeenkomst inzake krediet niet voorziet in een garantie tot aflossing van het totale uit hoofde van de overeenkomst opgenomen kredietbedrag, tenzij die garantie wordt gegeven. 7. De aanbieder verstrekt de consument, teneinde deze in staat te stellen te beoordelen of de voorgestelde overeenkomst inzake krediet aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt: a. een passende toelichting op de informatie, bedoeld in het eerste lid; b. de voornaamste kenmerken van het voorgestelde krediet, c. indien van toepassing, informatie inzake het goed of de dienst, bedoeld in bijlage D, onderdeel 2, van dit besluit en van de verzekering of de rekening, bedoeld in onderdeel 3 van die bijlage; d. de specifieke gevolgen van het krediet voor de consument, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt. 8. Indien informatie als bedoeld in het eerste lid niet voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst op de in dat lid bedoelde wijze kan worden bepaald, wordt zij bepaald met toepassing van de desbetreffende hypothese, bedoeld in bijlage A, deel II.
Acties
94
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving
Acties
Artikel 112a 1. N.v.t. (geoorloofde debetstand) Artikel 112b De informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet, met betrekking tot effectenkrediet kan worden verstrekt door gebruikmaking van het formulier, opgenomen in bijlage F van dit besluit. De informatie bevat de in die bijlage bedoelde gegevens. Alle informatie wordt even opvallend weergegeven.
Wft
Artikel 4:34
BGfo
§ 10.2.2. Verplichting tot inwinnen van informatie en ten hoogste toegelaten kredietvergoeding
Besluit Kredietvergoeding
Hoofdstuk I-V
Artikel 112c N.v.t. (geoorloofde debetstand) 1. Voor de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet, of een belangrijke verhoging van de kredietlimiet, dan wel de som van de bedragen die op grond van een bestaande overeenkomst inzake krediet aan de consument ter beschikking zijn gesteld, wint een aanbieder van krediet in het belang van de consument informatie in over diens financiële positie en beoordeelt hij, ter voorkoming van overkreditering van de consument, of het aangaan van de overeenkomst onderscheidenlijk de belangrijke verhoging verantwoord is. 2. De aanbieder gaat geen overeenkomst inzake krediet aan met een consument en gaat niet over tot een belangrijke verhoging van de kredietlimiet of de som van de bedragen die op grond van een bestaande kredietovereenkomst aan de consument ter beschikking zijn gesteld indien dit, met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord is. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid. Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:32, tweede lid, 4:34, derde lid, en 4:35 van de wet
(vaststellen acceptatiebeleid en proces voor) beoordelen toelaatbaarheid verstrekking krediet en de uitvoering daarvan
[Artikel 113-115a: verwezen wordt naar de tekst en acties beschreven bij artikel 4:32 Wft]
[Artikel 1-16a: verwezen wordt naar de tekst en acties beschreven bij artikel 4:32 Wft] 95
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag Wft
BGfo
Artikel Artikel 4:35
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding.
Acties
§ 10.2.2. Verplichting tot inwinnen van informatie en ten hoogste toegelaten kredietvergoeding
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:32, tweede lid, 4:34, derde lid, en 4:35 van de wet
Besluit Kredietvergoeding Wft
Hoofdstuk I-V
[Artikel 1-16a: verwezen wordt naar de tekst en acties beschreven bij artikel 4:32 Wft]
Artikel 4:36-4:37a
[…]
N.v.t.
Wft
Artikel 4:37b-4:62k
[..]
N.v.t.
Wft Wft Wft Wft
Artikel 4:63-4:71 Artikel 4:71a-4:71d
N.v.t. n.v.t.
BGfo
§ 8.2.3. Provisies inzake overeenkomsten betreffende betalingsbescherm ers, complexe producten, hypothecair krediet en uitvaartverzekering en die zijn aangegaan voor de inwerkingtreding
§ 4.3.1.5. Verzekeringen § 4.3.1.6. Premiepensioenvorderingen § 4.3.1.7. Provisie Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de provisie die een aanbieder betaalt of verschaft en de wijze van uitbetaling daarvan. Artikel 86c 1. Een financiëledienstverlener verschaft of ontvangt, rechtstreeks of middellijk, geen provisie voor het bemiddelen of adviseren van een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering, overlijdensrisicoverzekering, uitvaartverzekering of bij ministeriële regeling aan te wijzen ander financieel product. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op: a. provisies die rechtstreeks worden verschaft door de consument of, voor zover het een verzekering betreft, de cliënt of degene die namens hem optreedt, tenzij de hoogte van deze provisies kennelijk onredelijk is gelet op de aard en reikwijdte van de dienstverlening;
Artikel 4:71e
[Artikel 113-115a: verwezen wordt naar de tekst en acties beschreven bij artikel 4:32 Wft]
Provisieregels
Verbod op het ontvangen van bepaalde provisies; relevant voor verdienmodel
96
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel van artikel 86c
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving b. provisies die noodzakelijk zijn voor het verlenen van de desbetreffende financiële dienst of de desbetreffende financiële dienst mogelijk maken; c. provisies die worden verschaft door een bemiddelaar of adviseur, niet zijnde een aanbieder of gevolmachtigde agent, aan een andere bemiddelaar of adviseur; d. relatiegeschenken, voor zover de gezamenlijke waarde daarvan op jaarbasis niet meer bedraagt dan € 100. 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op personen die ingevolge artikel 2:104, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld van artikel 2:96, eerste lid, van de wet voor zover die personen in Nederland beleggingsdiensten mogen verlenen: a. als bedoeld in onderdeel a van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de wet, met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe voor zover die personen in Nederland orders mogen doorgeven aan beleggingsinstellingen of icbe’s die in Nederland rechten van deelneming mogen aanbieden en aan banken en beleggingsondernemingen die in Nederland beleggingsdiensten mogen verlenen; b. als bedoeld in onderdeel d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de wet, met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe.
Acties
Artikel 86k 1. Een aanbieder, bemiddelaar of adviseur verschaft of ontvangt voor het bemiddelen of adviseren inzake een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet of uitvaartverzekering, rechtstreeks of middellijk geen provisie die niet noodzakelijk is voor het verlenen van de desbetreffende dienst of deze mogelijk maakt. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op: a. provisies die worden verschaft door of aan de cliënt of degene die namens hem optreedt; of b. afsluitprovisies of doorlopende provisies die worden verschaft door of aan een derde of degene die namens hem optreedt, indien: 1°. de bemiddelaar of adviseur de cliënt op uitvoerige, accurate en begrijpelijke wijze mededeling doet van het bestaan, de aard en het bedrag of, indien het bedrag niet kan worden achterhaald, de wijze van 97
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving berekening van de provisie of in geval van provisie in natura de waarde in het economisch verkeer voordat de betreffende dienst wordt verleend; en 2°. het verschaffen van de provisie de kwaliteit van de betreffende dienst ten goede komt en geen afbreuk doet aan de verplichting van de aanbieder, bemiddelaar of adviseur om zich in te zetten voor de belangen van de cliënt; c. relatiegeschenken, voor zover de gezamenlijke waarde daarvan op jaarbasis niet meer bedraagt dan € 100. 3. Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel b, wordt onder «consument» in de definities van afsluitprovisie en doorlopende provisie, bedoeld in artikel 1, mede verstaan een cliënt, niet zijnde een consument.
Acties
Artikel 86l 1. Een aanbieder betaalt geen afsluitprovisie die meer bedraagt dan de helft van de som van die afsluitprovisie en de totale doorlopende provisie terzake van de desbetreffende overeenkomst. 2. Een aanbieder betaalt de doorlopende provisie evenredig uit gedurende ten minste tien jaar na totstandkoming van de desbetreffende overeenkomst. Indien de looptijd van de overeenkomst korter is dan tien jaar, betaalt de aanbieder de doorlopende provisie evenredig uit gedurende die looptijd. 3. Het tweede lid is niet van toepassing op overeenkomsten inzake complexe producten voor zover tussen de desbetreffende aanbieder en de consument door tussenkomst van dezelfde bemiddelaar ten minste drie maanden voorafgaand aan het sluiten daarvan een overeenkomst is gesloten inzake een financieel product dat onderdeel is van het desbetreffende complexe product. 4. Dit artikel is niet van toepassing op overeenkomsten inzake een betalingsbeschermer, een hypothecair krediet, een schadeverzekering of een uitvaartverzekering. Artikel 86m 1. Indien een overeenkomst met een consument inzake een complex product of hypothecair krediet tijdens de eerste vijf jaar na de totstandkoming vroegtijdig wordt beëindigd, anders dan door overlijden van de verzekerde of anders dan door verkoop van de onroerende zaak waarop het complexe product of hypothecair krediet betrekking heeft, wordt de afsluitprovisie of provisie 98
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Wft
Artikel 4:71f-4:71g
Wft Wft Wft Wft Wft
Artikel 4:72
BGfo
Hoofdstuk 11. Aanvullende regels betreffende bemiddelen
Artikel 4:73 Artikel 4:74
Afdeling 11.1. Krediet
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving evenredig verminderd. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op overeenkomsten inzake complexe producten, voor zover tussen de desbetreffende aanbieder en de consument door tussenkomst van dezelfde bemiddelaar ten minste drie maanden voorafgaand aan het sluiten daarvan een overeenkomst is gesloten inzake een financieel product dat onderdeel is van het desbetreffende complexe product. § 4.3.1.8. Basisbankrekening
Acties
Afdeling 4.3.2 [Vervallen per 01-01-2013] Afdeling 4.3.3. Bemiddelen § 4.3.3.1 [Vervallen per 01-01-2013] § 4.3.3.2. Krediet 1. Het is een bemiddelaar in krediet of een onderbemiddelaar in krediet verboden ter zake van het krediet een beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, te bedingen of te aanvaarden van dan wel in rekening te brengen aan een ander dan de aanbieder van het krediet onderscheidenlijk de bemiddelaar in krediet voor wie de onderbemiddelaar bemiddelt. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, teneinde een zorgvuldige bemiddeling in krediet te bevorderen, regels worden gesteld met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde beloning of vergoeding en de wijze van uitbetaling daarvan. 3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels kan worden afgeweken van het eerste lid. 4. Rechtshandelingen verricht in strijd met het eerste lid zijn vernietigbaar. Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:74, tweede en derde lid, van de wet
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t. Provisieregels ten aanzien van bemiddelaars.
Artikel 149a - 151 [Vervallen per 01-01-2013] Artikel 152 Artikel 4:74, eerste lid, van de wet, is niet van toepassing op: a. overeenkomsten inzake krediet waarvoor bij het aangaan hypothecaire zekerheid wordt verleend of inzake krediet waarvoor reeds hypothecaire zekerheid bestaat, indien het krediet wordt verleend tegen een voor hypothecaire kredieten van de betrokken aanbieder gebruikelijk jaarlijks kostenpercentage; 99
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving b. overeenkomsten inzake krediet, voorzover het krediet wordt aangeboden tegen onderpand van effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, die tot zekerheid dienen voor de terugbetaling van het krediet aan een consument die reeds op het moment van aangaan van de overeenkomst inzake krediet bezitter is van de te verpanden effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, van welk krediet het totale kredietbedrag gedurende de looptijd van de overeenkomst inzake het krediet niet hoger is dan zeventig procent van de waarde van de te verpanden effecten, indien het effecten betreffen als bedoeld in onderdeel a van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, dan wel niet hoger is dan tachtig procent van de waarde van de te verpanden effecten, indien het effecten betreffen als bedoeld in onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, en: 1°. die effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt; of 2°. de waarde van die effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, door middel van een openbare prijsaanduiding voor een ieder kenbaar is.
Acties
Artikel 153 1. De artikelen 154 tot en met 158 zijn uitsluitend van toepassing op het verlenen van financiële diensten met betrekking tot consumptief krediet. 2. Het in deze afdeling bepaalde met betrekking tot de verhouding tussen een aanbieder en een bemiddelaar is van overeenkomstige toepassing op de verhouding tussen een bemiddelaar en een onderbemiddelaar. Artikel 154 Een bemiddelaar heeft slechts aanspraak op provisie ter zake van tot stand gekomen overeenkomsten. Artikel 155 1. Een bemiddelaar heeft alleen per maand gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake krediet welke door zijn bemiddeling tot stand is gekomen aanspraak op provisie ten bedrage van een percentage van het uitstaand saldo 100
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving ter zake van die overeenkomst, zoals dat saldo luidt op de laatste dag van de desbetreffende maand. 2. De aanbieder en bemiddelaar kunnen het ter zake van de bemiddeling overeengekomen provisiepercentage, met uitzondering van het provisiepercentage voor reeds tot stand gekomen overeenkomsten inzake krediet, niet zijnde doorlopend krediet, wijzigen, met dien verstande dat: a. een percentage telkens voor een aaneengesloten tijdvak van ten minste een maand wordt overeengekomen; en b. ten aanzien van reeds tot stand gekomen overeenkomsten het percentage telkens eerst na 24 maanden kan worden gewijzigd uitsluitend in het percentage dat tussen de aanbieder en de bemiddelaar voor nieuw af te sluiten overeenkomsten geldt op het tijdstip waarop de wijziging plaatsvindt.
Acties
Artikel 156 Een bemiddelaar heeft over de periode waarin een consument ten minste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag, geen aanspraak op provisie ter zake van de desbetreffende overeenkomst. Artikel 157 1. Met ingang van het tijdstip waarop een aanbieder het door een consument verschuldigde vervroegd opeist in een geval als bedoeld in artikel 33, aanhef en onderdeel c, van de Wet op het consumentenkrediet, heeft de bemiddelaar geen aanspraak meer op provisie ter zake van de desbetreffende overeenkomst. 2. Met ingang van het tijdstip waarop een overeenkomst van rechtswege wordt ontbonden op grond van artikel 41, derde lid, van de Wet op het consumentenkrediet, heeft de bemiddelaar geen aanspraak meer op provisie ter zake van de desbetreffende overeenkomst, met dien verstande dat indien de ontbinding ongedaan wordt gemaakt op grond van artikel 42, tweede lid, van de Wet op het consumentenkrediet, hij weer aanspraak heeft opprovisie over de periode gerekend vanaf het tijdstip waarop de ontbinding ongedaan is gemaakt. Artikel 158 1. Een bemiddelaar krijgt geen provisie uitbetaald indien hij uit hoofde van dit besluit geen aanspraak heeft op provisie. 2. Provisie wordt uitsluitend betaald in giraal geld. 101
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag Wft
Artikel
Acties
Artikel 4:75
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving Artikel 4:33, eerste tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op een bemiddelaar in krediet, tenzij de bemiddelaar slechts bij wijze van nevenactiviteit bemiddelt in krediet. § 4.3.3.3. Verzekeringen
Artikel 4:74a
Wft Wft
Artikel 4:76
Afdeling 4.3.4. Herverzekeringsbemiddelen
N.v.t.
Wft
Artikel 4:76a-d
Afdeling 4.3.4a. Verlenen van afwikkeldiensten
N.v.t.
Wft Wft
Artikel 4:77-4:78 Artikel 4:79-4:81
Afdeling 4.3.5. Optreden als clearinginstelling Afdeling 4.3.6. Optreden als gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent
N.v.t. N.v.t.
Wft
Artikel 4:82-4:91l
Afdeling 4.3.7. Verlenen van beleggingsdiensten, verrichten van beleggingsactiviteiten en systematische interne afhandeling Afdeling 4.3.8. Onderlinge verhouding financiële ondernemingen § 4.3.8.1. Verhouding tussen aanbieder, (onder)bemiddelaar en (onder-) gevolmachtigde agent 1. Met uitzondering van artikel 4:93 is het ingevolge deze paragraaf bepaalde met betrekking tot de verhouding tussen een aanbieder en een bemiddelaar van overeenkomstige toepassing op: a. de verhouding tussen een gevolmachtigde agent en een bemiddelaar; b. de verhouding tussen een ondergevolmachtigde agent en een bemiddelaar; en c. de verhouding tussen een bemiddelaar en een onderbemiddelaar. 2. Het bepaalde in deze paragraaf met betrekking tot de verhouding tussen een aanbieder en een gevolmachtigde agent is van overeenkomstige toepassing op: a. de verhouding tussen een gevolmachtigde agent en een ondergevolmachtigde agent; en b. de verhouding tussen een ondergevolmachtigde agent en een andere ondergevolmachtigde agent waaraan hij een ondervolmacht heeft verleend. 1. Een aanbieder draagt er zorg voor dat een bemiddelaar als bedoeld in artikel 2:81, tweede lid, via welke hij overeenkomsten met consumenten of, indien het verzekeringen betreft, cliënten aangaat, voldoet aan het ingevolge deze wet bepaalde. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met
N.v.t.
Wft Wft Wft
Artikel 4:92
Wft
Artikel 4:93
Opstellen, overeenkomen en controleren van naleving samenwerkingsovereenkomst met bemiddelaar
102
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Wft
Artikel 4:94
Wft
Artikel 4:95
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving betrekking tot de wijze waarop de aanbieder er zorg voor draagt dat de bemiddelaar voldoet aan het ingevolge deze wet bepaalde. 3. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het krachtens het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. 1. Een aanbieder die voor de eerste maal door tussenkomst van een bepaalde bemiddelaar een overeenkomst inzake een financieel product aangaat, gaat daartoe pas over nadat hij zich ervan heeft vergewist dat de bemiddelaar voor het bemiddelen in dat financiële product niet handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 2:80, eerste lid, en dat aan de bemiddelaar geen verbod als bedoeld in artikel 1:58, tweede lid, of 4:4, eerste lid, is opgelegd. 2. De aanbieder gaat eenmaal per twaalf maanden en indien hij in het kader van de normale bedrijfsvoering signalen ontvangt die bij hem daaromtrent twijfel oproepen na of de bemiddelaar door wiens tussenkomst hij overeenkomsten inzake financiële producten aangaat of die hem assisteert bij het beheer en de uitvoering van een overeenkomst inzake een krediet of verzekering, met betrekking tot deze activiteit niet handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 2:80, eerste lid, of dat aan de bemiddelaar met betrekking tot deze activiteit geen verbod als bedoeld in artikel 1:58, tweede lid, of 4:4, eerste lid, is opgelegd. 3. Indien de bemiddelaar, bedoeld in het tweede lid, handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 2:80, eerste lid, of aan hem een verbod als bedoeld in artikel 1:58, tweede lid, of 4:4, eerste lid, is opgelegd, gaat de aanbieder geen overeenkomsten inzake financiële producten meer aan door tussenkomst van de bemiddelaar. De bemiddelaar kan de aanbieder assisteren bij het beheer en de uitvoering van reeds aangegane overeenkomsten inzake een krediet of verzekering voorzover het de bemiddelaar op grond van artikel 1:104, derde lid, of 4:4, tweede lid, is toegestaan overeenkomsten af te wikkelen. 1. Een aanbieder gaat pas over tot het verlenen van een volmacht nadat hij zich ervan heeft vergewist dat de gevolmachtigde agent niet handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 2:92, eerste lid, en aan de gevolmachtigde agent geen verbod als bedoeld in artikel 4:4, eerste lid, is opgelegd. 2. De aanbieder gaat eenmaal per twaalf maanden en indien hij in het kader van de normale bedrijfsvoering signalen ontvangt die bij hem daaromtrent twijfel
Acties
Controleren vergunningverlening aan bemiddelaar door de AFM, bij aanvang, periodiek en wanneer daartoe aanleiding bestaat
Controleren van vergunningverlening aan gevolmachtigde agent door de AFM, bij aanvang, periodiek en wanneer daartoe aanleiding bestaat
103
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Wft
Artikel 4:96
Wft
Artikel 4:97
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving oproepen na of de gevolmachtigde agent waaraan hij een volmacht heeft verleend niet handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 2:92, eerste lid, of dat aan de gevolmachtigde agent geen verbod als bedoeld in artikel 4:4, eerste lid, is opgelegd. 3. Indien de gevolmachtigde agent, bedoeld in het tweede lid, handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 2:92, eerste lid, of aan hem een verbod als bedoeld in artikel 4:4, eerste lid, is opgelegd, beëindigt de aanbieder de volmacht. De aanbieder kan de gevolmachtigde agent belasten met het beheer en de afwikkeling van de door hem gevormde verzekeringsportefeuille voorzover het de gevolmachtigde agent op grond van artikel 1:104, derde lid, of 4:4, tweede lid, is toegestaan overeenkomsten af te wikkelen. 1. Indien een bemiddelaar in het kader van de normale bedrijfsvoering signalen ontvangt dat een aanbieder voor welke hij bemiddelt voor het aanbieden van dat financiële product handelt in strijd met een in hoofdstuk 2.2 neergelegd verbod op het zonder daartoe verleende vergunning uitoefenen van een bedrijf of verlenen van een financiële dienst of dat aan de aanbieder een verbod als bedoeld in artikel 1:58, tweede lid, of 4:4, eerste lid, is opgelegd, bemiddelt hij niet meer voor de aanbieder, behoudens voorzover het de aanbieder op grond van artikel 1:104, derde lid, of artikel 4:4, tweede lid, is toegestaan overeenkomsten af te wikkelen. 2. Indien een gevolmachtigde agent in het kader van de normale bedrijfsvoering signalen ontvangt dat een aanbieder voor welke hij optreedt als gevolmachtigde agent handelt in strijd met een in hoofdstuk 2.2 neergelegd verbod op het zonder daartoe verleende vergunning uitoefenen van een bedrijf of verlenen van een financiële dienst of dat aan de aanbieder een verbod als bedoeld in artikel 1:58, tweede lid, of 4:4, eerste lid, is opgelegd, treedt hij niet meer op als gevolmachtigde agent voor de aanbieder, behoudens voorzover het de aanbieder op grond van artikel 1:104, derde lid, of 4:4, tweede lid, is toegestaan overeenkomsten af te wikkelen. 1. Indien een aanbieder in het kader van de normale bedrijfsvoering constateert dat een bemiddelaar of een gevolmachtigde agent het ingevolge artikel 4:9, 4:10, 4:15 of 4:75 bepaalde overtreedt, meldt de aanbieder de geconstateerde overtreding onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten. 2. Indien een aanbieder in het kader van de normale bedrijfsvoering constateert dat een bemiddelaar of een gevolmachtigde agent het ingevolge deze wet bepaalde, met uitzondering van het ingevolge artikel 4:9, 4:10, 4:15 of 4:75
Acties
(vaststellen procedure voor) Melden van geconstateerde overtredingen door bemiddelaar of gevolmachtige agent aan de AFM
104
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Grondslag
Artikel
Wft
Artikel 4:98
Wft
Artikel 4:99
Wft
Artikel 4:1004:100f
Wft
Artikel 4:101-4:104
Deel 4 Wft – Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Omschrijving bepaalde, stelselmatig overtreedt, meldt de aanbieder de geconstateerde overtredingen onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin de aanbieder een overtreding als bedoeld in het eerste en tweede lid, meldt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de aanbieder een overtreding meldt. Degene die tot een melding op grond van artikel 4:97 is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan. 1. Financiële ondernemingen stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen ingevolge dit deel is bepaald, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop financiële ondernemingen elkaar in staat stellen om aan dit deel te voldoen. 3. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het krachtens het tweede lid bepaalde indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. § 4.3.8.2. Verhouding tussen beleggingsondernemingen onderling en tussen beleggingsondernemingen en verbonden agenten
Acties
§ 4.3.8.3. Verhouding tussen financiële ondernemingen bij financiële diensten met betrekking tot verzekeringen
N.v.t.
N.v.t.
BIJLAGE 105
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland
Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties De Minister van Financiën, Gelet op artikel 115, derde lid, van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft; Besluit:
TRHK
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder: TRHK: de Tijdelijke regeling hypothecair krediet, de Regeling van de Minister van Financiën van 12 december 2012, kenmerk: FM2012/1887 M, houdende de inkomenscriteria voor het verstrekken van hypothecair krediet en regels voor het vaststellen van de maximale hoogte van het hypothecair krediet in verhouding tot de waarde van de woning a. het besluit: iedere overeenkomst en ieder samenstel van overeenkomsten met de strekking dat: 1. door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer) een geldsom ter beschikking wordt gesteld en de tweede partij aan de eerste partij een of meer betalingen doet, 2. door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer) het genot van een roerende zaak wordt verschaft of een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst wordt verleend en de tweede partij aan de eerste partij een of meer betalingen doet, of 3. door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer) dan wel ten behoeve van deze aan een derde partij (de leverancier) een geldsom ter beschikking wordt gesteld ter zake van het verschaffen van het genot van een roerende zaak of het verlenen van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst aan de tweede partij, en de tweede partij aan de eerste partij of aan de derde partij een of meer betalingen doet; b. energie besparende voorzieningen: het als kredietgever deelnemen aan een krediettransactie; c. NulopdeMeter: een woning waarvan de ingaande en uitgaande energiestromen voor gebouwgebonden energie bij een normaal leefpatroon op jaarbasis gelijk zijn aan of lager zijn dan nul en met een additionele 106
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties energieopwekkingscapaciteit voor gebruikersgebonden energie van ten minste: 1. 150 kWh indien het een vrijstaande of half vrijstaande woning betreft; 2. 2.700 kWh indien het een rijwoning betreft; of 3. 1.780 kWh indien het een appartement betreft; d. toetsinkomen: het inkomen waarvan een aanbieder van hypothecair krediet uitgaat bij het bepalen van het maximale hypothecair krediet.
TRHK
§ 2 Vaststelling inkomenscriteria
TRHK
Artikel 2
TRHK
Artikel 3
1. Een aanbieder houdt bij het vaststellen van het toetsinkomen rekening met de huidige vaste en bestendige inkomsten van de consument. 2. Indien de consument geen vaste inkomsten heeft, kan de aanbieder van hypothecair krediet rekening houden met de gemiddelde inkomsten van de consument over de laatste drie kalenderjaren, voorafgaand aan het jaar waarin het toetsinkomen wordt vastgesteld. Indien de consument in een of meer van de laatste drie kalenderjaren geen vaste inkomsten heeft gehad, kan de aanbieder van hypothecair krediet naast de wel beschikbare kalenderjaren uitgaan van een door een terzake deskundige onderbouwde prognose van de toekomstige inkomsten van de consument. 3. Bij het vaststellen van het toetsinkomen kan een aanbieder van hypothecair krediet tevens rekening houden met: a. toekomstige beschikbare inkomsten uit vrij beschikbaar vermogen van de consument, indien die inkomsten redelijkerwijs te verwachten zijn; b. een te verwachten structurele inkomensstijging binnen een redelijke termijn. 1. De financieringslast van een hypothecair krediet mag niet hoger zijn dan de toegestane financieringslast. 2. Als financieringslast van het hypothecair krediet geldt, ongeacht de vorm van het hypothecair krediet, het berekende bruto jaarlijkse bedrag aan debetrente en aflossing behorende bij een hypothecair krediet met een annuïtaire aflossingsschema gedurende dertig jaar of de looptijd van het hypothecair krediet, indien het hypothecair krediet een kortere looptijd heeft dan dertig jaar. Bij de berekening van de financieringslast wordt ervan uitgegaan dat de rente en aflossing maandelijks achteraf worden betaald. 107
Vaststellen toetsinkomen - Inkomsten van consument in kaart brengen
Financieringslast vaststellen
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties 3. 4.
5.
6.
De toegestane financieringslast wordt door de aanbieder van hypothecair krediet vastgesteld aan de hand van het toetsinkomen van de consument en het ingevolge bijlage 1 toepasselijke financieringslastpercentage. Indien een hypothecair krediet bedoeld is voor meerdere consumenten, kan rekening worden gehouden met het gezamenlijke toetsinkomen en wordt het financieringslastpercentage gehanteerd dat behoort bij het hoogste toetsinkomen, vermeerderd met 33,33 procent van het lagere toetsinkomen. Bij de berekening van de financieringslast en de toegestane financieringslast, houdt de aanbieder van hypothecair krediet rekening met: a. de geoffreerde debetrentevoet, indien sprake is van een hypothecair krediet met een rentevastperiode van tien jaar of langer; of b. de door de Autoriteit Financiële Markten overeenkomstig het zesde lid gepubliceerde gemiddelde debetrentevoet of de geoffreerde debetrentevoet indien die hoger is, indien sprake is van een hypothecair krediet met een rentevastperiode van korter dan tien jaar. De Autoriteit Financiële Markten publiceert ten minste 14 dagen voor aanvang van elk kwartaal op haar website een debetrentevoet die een naar marktaandeel gewogen gemiddelde is van de debetrentevoet die op de eerste dag van de laatste maand van het lopende kwartaal wordt gehanteerd door ten minste vijf van de zes grootste aanbieders van hypothecair krediet voor een hypothecair krediet: a. met een rentevastperiode van tien jaar; b. met een annuïtair aflossingschema; en c. waarvan de hoogte gelijk is aan het op grond van artikel 5, eerste en tweede lid, bepaalde percentage van de waarde van de woning. De gemiddelde debetrentevoet bedraagt ten minste vijf procent.
7.
TRHK
Bijlage 1
Andere financiële verplichtingen van de consument worden door de aanbieder: a. opgeteld bij de financieringslast; of b. in mindering gebracht op de toegestane financieringslast. Behorende bij artikel 3, derde lid
TRHK
Tabel 1
Financieringslastpercentages voor consumenten die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt1
Percentages m.b.t. de financieringslast
Toetsrentepercentages Bruto jaarinkomen in €
<=4,000%
4,001– 4,500%
4,501– 5,000%
5,001– 5,500%
>5,500%
19500
16,5%
17,0%
17,5%
18,0%
18,5%
108
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties 20000
17,5%
18,0%
18,5%
19,0%
19,5%
20500
18,5%
19,0%
19,5%
20,0%
20,5%
21000
19,5%
20,0%
20,5%
21,0%
21,5%
21500
20,0%
20,5%
21,0%
21,5%
22,0%
22000
21,0%
21,5%
22,0%
22,5%
23,0%
22500
21,5%
22,5%
23,5%
24,5%
25,5%
23000
22,5%
23,5%
24,5%
25,5%
26,5%
23500
23,0%
24,0%
25,0%
26,0%
27,0%
24000
23,5%
24,5%
25,5%
26,5%
27,5%
25000
24,5%
25,5%
26,5%
27,5%
28,5%
26000
25,0%
26,0%
27,0%
28,0%
29,0%
28000
25,5%
26,5%
27,5%
28,5%
29,5%
55000
26,0%
27,0%
28,0%
29,0%
30,0%
58000
26,5%
27,5%
28,5%
29,5%
30,5%
61000
27,0%
28,0%
29,0%
30,0%
31,0%
63000
27,5%
28,5%
29,5%
30,5%
31,5%
65000
28,0%
29,0%
30,0%
31,0%
32,0%
68000
28,5%
29,5%
30,5%
31,5%
32,5%
70000
29,0%
30,0%
31,0%
32,0%
33,0%
75000
29,5%
30,5%
31,5%
32,5%
33,5%
77000
29,5%
31,0%
32,5%
34,0%
35,5%
79000
30,0%
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
85000
30,5%
32,0%
33,5%
35,0%
36,5%
109
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties 96000
31,0%
32,5%
34,0%
35,5%
37,0%
110000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
1
Voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt het financieringslastpercentage verminderd met 1,6 keer de toetsrente, waarna bij het resultaat 0,1% wordt opgeteld. TRHK
Tabel 2
Financieringslastpercentages voor consumenten die de AOW-leeftijd reeds hebben bereikt1 Toetsrentepercentages Bruto jaarinkomen in €
<=4,000%
4,001– 4,500%
4,501– 5,000%
5,001– 5,500%
>5,500%
20000
20,0%
20,0%
20,0%
20,0%
20,0%
20500
21,5%
21,5%
21,5%
21,5%
21,5%
21000
22,5%
23,0%
23,5%
24,0%
24,5%
21500
24,0%
24,5%
25,0%
25,5%
26,0%
22000
24,5%
25,0%
25,5%
26,0%
26,5%
22500
25,0%
25,5%
26,0%
26,5%
27,0%
23000
25,5%
26,0%
26,5%
27,0%
27,5%
23500
26,0%
26,5%
27,0%
27,5%
28,0%
24000
26,5%
27,0%
27,5%
28,0%
28,5%
25000
27,0%
27,5%
28,0%
28,5%
29,0%
26000
27,5%
28,0%
28,5%
29,0%
29,5%
29000
28,0%
28,5%
29,0%
29,5%
30,0%
31000
28,5%
29,0%
29,5%
30,0%
30,5%
32000
28,5%
29,5%
30,5%
31,5%
32,5%
34000
29,0%
30,0%
31,0%
32,0%
33,0%
110
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties 37000
29,5%
30,5%
31,5%
32,5%
33,5%
39000
30,0%
31,0%
32,0%
33,0%
34,0%
42000
30,5%
31,5%
32,5%
33,5%
34,5%
45000
31,0%
32,0%
33,0%
34,0%
35,0%
46000
31,5%
32,5%
33,5%
34,5%
35,5%
47000
32,0%
33,0%
34,0%
35,0%
36,0%
49000
32,5%
33,5%
34,5%
35,5%
36,5%
51000
33,0%
34,0%
35,0%
36,0%
37,0%
53000
33,5%
34,5%
35,5%
36,5%
37,5%
58000
33,5%
35,0%
36,5%
38,0%
39,5%
67000
34,0%
35,5%
37,0%
38,5%
40,0%
70000
34,5%
36,0%
37,5%
39,0%
40,5%
74000
35,0%
36,5%
38,0%
39,5%
41,0%
77000
35,5%
37,0%
38,5%
40,0%
41,5%
81000
36,0%
37,5%
39,0%
40,5%
42,0%
104000-110.000
36,5%
38,0%
39,5%
41,0%
42,5%
1
Voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt het financieringslastpercentage verminderd met 1,6 keer de toetsrente, waarna bij het resultaat 0,1% wordt opgeteld. TRHK
Bijlage 2
Vereenvoudigde financieringslastpercentages (bijlage als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, tweede zin)
TRHK
Tabel 1
Financieringslastpercentages voor consumenten die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt1 Debetrente
<=3,500%
3,501– 4,000%
4,001– 4,500%
4,501–5,000%
> 5,000%
10,0%
10,5%
11,0%
11,0%
11,5%
Toetsinkomen –
111
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties 19.500
10,0%
10,5%
11,0%
11,0%
11,5%
20.000
11,5%
12,0%
12,0%
12,5%
13,0%
20.500
12,5%
13,0%
13,5%
14,0%
14,0%
21.000
13,5%
14,0%
14,5%
15,0%
15,5%
21.500
14,5%
15,0%
15,5%
16,0%
16,5%
22.000
15,0%
16,0%
16,5%
17,0%
17,5%
22.500
16,0%
16,5%
17,5%
18,0%
18,5%
23.000
16,5%
17,0%
18,0%
19,0%
19,5%
23.500
17,0%
18,0%
18,5%
19,5%
20,5%
24.000
17,5%
18,5%
19,0%
20,0%
21,0%
25.000
18,5%
19,5%
20,5%
21,0%
22,0%
26.000
19,5%
20,5%
21,5%
22,5%
23,0%
27.000
20,5%
21,5%
22,5%
23,5%
24,5%
28.000
21,5%
22,5%
23,5%
24,5%
25,5%
29.000
22,0%
23,5%
24,5%
25,5%
26,5%
30.000
23,5%
24,5%
26,0%
27,0%
28,0%
34.000
23,5%
25,0%
26,0%
27,0%
28,0%
47.000
23,5%
25,0%
26,0%
27,0%
28,0%
55.000
24,0%
25,0%
26,0%
27,0%
28,0%
56.000
24,0%
25,0%
26,0%
27,0%
28,0%
57.000
24,5%
25,5%
26,5%
27,0%
28,0%
58.000
24,5%
25,5%
26,5%
27,5%
28,5%
59.000
24,5%
26,0%
26,5%
27,5%
28,5%
60.000
25,0%
26,0%
27,0%
28,0%
29,0%
61.000
25,0%
26,0%
27,0%
28,0%
29,0%
62.000
25,5%
26,5%
27,5%
28,5%
29,5%
63.000
25,5%
26,5%
27,5%
28,5%
29,5%
112
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties 64.000
26,0%
27,0%
28,0%
29,0%
30,0%
65.000
26,0%
27,0%
28,0%
29,0%
30,0%
66.000
26,0%
27,0%
28,5%
29,5%
30,0%
67.000
26,5%
27,5%
28,5%
29,5%
30,5%
68.000
26,5%
27,5%
28,5%
29,5%
30,5%
69.000
26,5%
27,5%
29,0%
30,0%
31,0%
70.000
26,5%
27,5%
29,0%
30,0%
31,0%
71.000
26,5%
28,0%
29,0%
30,0%
31,0%
72.000
26,5%
28,0%
29,0%
30,5%
31,5%
73.000
26,5%
28,0%
29,0%
30,5%
31,5%
74.000
26,5%
28,0%
29,5%
30,5%
31,5%
75.000
27,0%
28,0%
29,5%
30,5%
32,0%
76.000
27,0%
28,0%
29,5%
30,5%
32,0%
77.000
27,0%
28,0%
29,5%
31,0%
32,0%
78.000
27,0%
28,5%
29,5%
31,0%
32,0%
79.000
27,0%
28,5%
29,5%
31,0%
32,0%
80.000
27,0%
28,5%
29,5%
31,0%
32,0%
81.000
27,0%
28,5%
30,0%
31,0%
32,0%
82.000
27,0%
28,5%
30,0%
31,0%
32,5%
83.000
27,5%
28,5%
30,0%
31,0%
32,5%
85.000
27,5%
28,5%
30,0%
31,5%
32,5%
86.000
27,5%
29,0%
30,0%
31,5%
32,5%
87.000
27,5%
29,0%
30,0%
31,5%
32,5%
88.000
27,5%
29,0%
30,0%
31,5%
32,5%
89.000
27,5%
29,0%
30,5%
31,5%
32,5%
90.000
27,5%
29,0%
30,5%
31,5%
33,0%
91.000
28,0%
29,0%
30,5%
31,5%
33,0%
113
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland Tijdelijke regeling hypothecair krediet (“TRHK”)
Grondslag Artikel
Acties 92.000
28,0%
29,0%
30,5%
32,0%
33,0%
93.000
28,0%
29,5%
30,5%
32,0%
33,0%
95.000
28,0%
29,5%
31,0%
32,0%
33,5%
96.000
28,0%
29,5%
31,0%
32,0%
33,5%
110.000
28,0%
29,5%
31,0%
32,0%
33,5%
1
TRHK
Tabel 2
Voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de debetrente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt het financieringslastpercentage verminderd met 1,6 keer de debetrentevoet en 0,1% [F- 1.6 x debetrentevoet – 0,1%]. Financieringslastpercentages voor consumenten die de AOW-leeftijd reeds hebben bereikt2 Debetrente
<=3,500%
3,501–4,000%
4,001–4,500%
4,501– 5,000%
> 5,000%
–
13,5%
14,0%
14,0%
14,0%
14,0%
20.000
13,5%
14,0%
14,0%
14,0%
14,0%
20.500
15,0%
15,5%
15,5%
15,5%
16,0%
21.000
16,5%
17,0%
17,0%
17,0%
17,5%
21.500
18,0%
18,0%
18,5%
18,5%
19,0%
22.000
19,0%
19,5%
19,5%
20,0%
20,0%
22.500
20,0%
20,5%
21,0%
21,0%
21,5%
23.000
21,5%
21,5%
22,0%
22,5%
22,5%
23.500
22,5%
22,5%
23,0%
23,5%
23,5%
24.000
23,5%
24,0%
24,0%
24,5%
25,0%
25.000
25,0%
25,5%
26,0%
26,5%
27,0%
26.000
25,0%
26,0%
26,5%
27,5%
28,0%
27.000
25,5%
26,0%
27,0%
27,5%
28,0%
28.000
25,5%
26,5%
27,0%
28,0%
28,5%
Toetsinkomen
114
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland 29.000
26,0%
26,5%
27,5%
28,0%
28,5%
30.000
26,5%
27,0%
28,0%
28,5%
29,0%
31.000
26,5%
27,5%
28,0%
29,0%
29,5%
32.000
27,0%
28,0%
28,5%
29,0%
30,0%
33.000
27,0%
28,0%
29,0%
29,5%
30,0%
34.000
27,5%
28,0%
29,0%
29,5%
30,5%
35.000
27,5%
28,5%
29,0%
30,0%
30,5%
36.000
27,5%
28,5%
29,5%
30,0%
31,0%
37.000
27,5%
28,5%
29,5%
30,5%
31,0%
40.000
27,5%
28,5%
29,5%
30,5%
31,0%
43.000
27,5%
28,5%
29,5%
30,5%
31,0%
44.000
28,0%
29,0%
29,5%
30,5%
31,5%
45.000
28,5%
29,0%
30,0%
31,0%
32,0%
46.000
29,5%
30,0%
31,0%
32,0%
32,5%
47.000
30,0%
30,5%
31,5%
32,0%
33,0%
48.000
30,0%
31,0%
32,0%
32,5%
33,5%
49.000
30,5%
31,5%
32,5%
33,0%
33,5%
50.000
31,0%
32,0%
32,5%
33,5%
34,0%
51.000
31,5%
32,5%
33,0%
34,0%
34,5%
52.000
31,5%
32,5%
33,5%
34,5%
35,0%
53.000
31,5%
33,0%
34,0%
34,5%
35,5%
54.000
31,5%
33,0%
34,0%
35,0%
36,0%
55.000
31,5%
33,0%
34,5%
35,5%
36,0%
56.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
36,5%
57.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,0%
58.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,0%
115
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland 59.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,0%
60.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
61.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
62.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
63.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
64.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
65.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
66.000
31,5%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
67.000
32,0%
33,0%
34,5%
36,0%
37,5%
68.000
32,0%
33,5%
34,5%
36,0%
37,5%
69.000
32,0%
33,5%
35,0%
36,0%
37,5%
70.000
32,5%
34,0%
35,0%
36,0%
37,5%
71.000
32,5%
34,0%
35,0%
36,5%
37,5%
72.000
32,5%
34,0%
35,5%
36,5%
38,0%
73.000
33,0%
34,5%
35,5%
37,0%
38,0%
74.000
33,0%
34,5%
35,5%
37,0%
38,0%
75.000
33,0%
34,5%
36,0%
37,0%
38,5%
76.000
33,5%
34,5%
36,0%
37,5%
38,5%
77.000
33,5%
35,0%
36,0%
37,5%
38,5%
78.000
33,5%
35,0%
36,5%
37,5%
39,0%
79.000
34,0%
35,0%
36,5%
37,5%
39,0%
80.000
34,0%
35,5%
36,5%
38,0%
39,0%
81.000
34,0%
35,5%
36,5%
38,0%
39,0%
83.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,0%
39,0%
84.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,0%
39,5%
94.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,0%
39,5%
116
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland 95.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,0%
39,5%
97.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,0%
39,5%
98.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,0%
39,5%
100.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,0%
39,5%
102.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,5%
39,5%
103.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,5%
40,0%
104.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,5%
40,0%
107.000
34,0%
35,5%
37,0%
38,5%
40,0%
110.000
34,0%
35,5%
37,0%
39,0%
40,5%
2
Voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de debetrente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt het financieringslastpercentage verminderd met eenmaal de debetrentevoet en 0,25% [F- 1.0 x debetrentevoet – 0,25%]. Artikel 4
1. Een aanbieder van hypothecair krediet kan van artikel 3, eerste lid, afwijken indien: a. het toetsinkomen, de financieringslast en de toegestane financieringslast zijn bepaald op grond van deze paragraaf; b. de motivering van de afwijking wordt vastgelegd, met documenten wordt onderbouwd en berekeningen bevat waaruit blijkt dat de afwijkende situatie getoetst is op de in deze regeling gestelde normen en waarin wordt aangegeven waarom het verstrekken van het hypothecair krediet in de specifieke situatie verantwoord is; c. de aanbieder kan aantonen dat hij de juistheid van de gegevens waarop de afwijking is gebaseerd heeft gecontroleerd; en d. de aanbieder aantoonbaar heeft beoordeeld dat het aannemelijk is dat de aanleiding voor de afwijking een bestendige situatie is. 2. Een aanbieder van hypothecair krediet kan tevens van artikel 3, eerste lid, afwijken bij aflossing van een hypothecair krediet en het in plaats daarvan afsluiten van een nieuw hypothecair krediet met hetzelfde onderpand, voor zover de consument in de woning blijft wonen en de hoofdsom van het nieuwe hypothecair krediet niet hoger is dan de som van het af te lossen bedrag van het bestaande hypothecair krediet en de kosten die verband houden met het afsluiten van het nieuwe hypothecair krediet en de aflossing van het bestaande hypothecair krediet. 3. Een aanbieder van hypothecair krediet kan bij het treffen van energiebesparende voorzieningen in een woning het deel van het hypothecair krediet dat daarvoor is aangewend tot een bedrag van ten hoogste € 8.000 buiten 117
Uitzonderingsmogelijkheden
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland beschouwing laten bij het vaststellen van de financieringslast. Tevens kan een bedrag van ten hoogste € 8.000 buiten beschouwing worden gelaten, zonder dat sprake is van energiebesparende voorzieningen, indien het een aankoop van een woning met een (A++) label betreft. Voorts kan een bedrag van € 13.500 buiten beschouwing worden gelaten indien een hypothecair krediet wordt verstrekt voor de financiering van een NulopdeMeterwoning aan een consument met een toetsinkomen van ten minste € 29.000. 4. Een aanbieder van hypothecair krediet kan bij het aangaan van een hypothecair krediet de lopende verplichtingen onder een hypothecair krediet voor de financiering van een nog niet verkochte woning, inclusief de kosten die verband houden met het afsluiten van een overbruggingskrediet, buiten beschouwing laten bij het vaststellen van de financieringslast, indien aannemelijk is gemaakt dat de verplichtingen uit de hypothecaire kredieten door de consument kunnen worden nagekomen gedurende een door de aanbieder van hypothecair krediet in redelijkheid te bepalen periode. TRHK
Artikel 5
1. Een aanbieder van hypothecair krediet kan van artikel 3, eerste lid, afwijken indien: a. 105 procent vanaf 1 januari 2013; b. 104 procent vanaf 1 januari 2014; c. 103 procent vanaf 1 januari 2015; d. 102 procent vanaf 1 januari 2016; e. 101 procent vanaf 1 januari 2017. 2. De maximale hoogte van het hypothecair krediet ten opzichte van de waarde van de woning bedraagt honderd procent vanaf 1 januari 2018. 3. Een aanbieder van hypothecair krediet kan van het eerste en tweede lid afwijken indien een consument na de verkoop van een woning en aanwending van de verkoopopbrengst voor de aflossing van een hypothecair krediet verstrekt voor die woning, een schuld overhoudt. In dat geval mag het bedrag van die schuld worden meegefinancierd in een nieuw hypothecair krediet en buiten beschouwing worden gelaten bij het berekenen van de ratio, bedoeld in het eerste en tweede lid. 4. Een aanbieder van hypothecair krediet kan voorts van het eerste en tweede lid afwijken indien energiebesparende voorzieningen worden getroffen in de woning. In dat geval mogen de kosten van deze voorzieningen worden meegefinancierd in een hypothecair krediet voor zover het hypothecair krediet niet meer dan 106 procent bedraagt van de waarde van de woning. 5. Een aanbieder van hypothecair krediet kan tevens van het eerste en tweede lid afwijken: a. bij aflossing van een hypothecair krediet en het in plaats daarvan afsluiten van een nieuw hypothecair krediet met hetzelfde onderpand, voor zover de consument in de woning blijft wonen en de hoofdsom van het nieuwe hypothecair krediet niet hoger is dan de som van het af te lossen bedrag van het bestaande hypothecair krediet en de kosten die verband houden met het afsluiten van het nieuwe hypothecair krediet en de aflossing van het bestaande hypothecair krediet; b. indien voor noodzakelijke woningverbetering het risico op een restschuld van de consument wordt ondervangen door een gemeentelijke regeling voor noodzakelijke woningverbetering; 118
Overzicht van gedragstoezicht regelgeving Wft – Banken met zetel in Nederland c.
TRHK
Artikel 6
bij het betalen van achterstallige betalingen door de consument aan de Vereniging van Eigenaren, voor zover de betalingsachterstand bij de aankoop van de woning een negatieve invloed heeft gehad op de waarde van de woning; of d. indien de financieringslast van een hypothecair krediet substantieel lager ligt dan de toegestane financieringslast, bedoeld in artikel 3. §4 Slotbepalingen
119
N.v.t.