Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag Wft
Artikel Art. 1:1 definities financiële onderneming
financiële dienstverlener financieel product
financiële instelling
krediet
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving a. een afwikkelonderneming; b. een bank; c. een beheerder van een beleggingsinstelling; d. een beheerder van een icbe; e. een beleggingsinstelling; f. een beleggingsonderneming; g. een betaaldienstverlener; h. een bewaarder; i. een bewaarder van een icbe; j. een clearinginstelling; k. een entiteit voor risico-acceptatie; l. een financiële dienstverlener; degene die een ander financieel product dan een financieel instrument aanbiedt, daarin bemiddelt, herverzekeringsbemiddelt of optreedt als (onder)gevolmachtigd agent financieel product: a. een beleggingsobject; b. een betaalrekening met inbegrip van de daaraan verbonden betaalfaciliteiten; c. elektronisch geld; d. een financieel instrument; e. krediet; f. een spaarrekening met inbegrip van de daaraan verbonden spaarfaciliteiten; g. een verzekering die geen herverzekering is; h. een premiepensioenvordering; of i. een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander product; m. een financiële instelling; degene die, geen bank zijnde, in hoofdzaak zijn bedrijf maakt van het verrichten van een of meer van de werkzaamheden, bedoeld onder 2 tot en met 12 en 15 in bijlage I bij de richtlijn kapitaalvereisten, of van het verwerven of houden van deelnemingen; n. een icbe; o. een pensioenbewaarder; p. een verzekeraar; of q. een wisselinstelling.
Acties ---
a. het aan een consument ter beschikking stellen van een geldsom, ter zake waarvan de 1
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Artikel
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving consument gehouden is een of meer betalingen te verrichten; b. het aan een consument verlenen van een dienst of verschaffen van het genot van een roerende zaak, financieel instrument of beleggingsobject, dan wel het aan een consument of een derde ter beschikking stellen van een geldsom ter zake van het aan die consument verlenen van een dienst of verschaffen van het genot van een roerende zaak, financieel instrument of beleggingsobject, ter zake waarvan de consument gehouden is een of meer betalingen te verrichten, met uitzondering van doorlopende dienstverlening en doorlopende levering van dezelfde soort roerende zaken, financieel instrumenten of beleggingsobjecten, waarbij de consument gehouden is in termijnen te betalen zolang de doorlopende dienstverlening of doorlopende levering plaatsvindt;
Acties
Hoofdstuk 2.1. Inleidende bepalingen Wft
Artikel 2:1
Vergunningen en ontheffingen, verleend ingevolge deze wet, zijn persoonlijk en niet overdraagbaar.
----
Wft
Artikel 2:2
Indien de toezichthouder bij de verlening van een vergunning een ontheffing als bedoeld in artikel 2:3.0b, vierde lid, 2:3.0d, vierde lid, 2:3.0e, achtste lid, 2:3.0g, vierde lid, 2:5, derde lid, 2:7, derde lid, 2:12, vierde lid, 2:17, derde lid, 2:21, derde lid, 2:26b, vierde lid, 2:26e, derde lid, 2:31, vierde lid, 2:37, derde lid, 2:41, derde lid, 2:49, derde lid, 2:51, derde lid, 2:54b, vierde lid, 2:54e, derde lid, 2:54h, derde lid,2:54j, derde lid, 2:54m, derde lid, 2:58, derde lid, 2:63, derde lid, 2:67b, vierde lid, 2:78, derde lid, 2:83, derde lid, 2:89, derde lid, 2:94, derde lid, of 2:99, zesde lid, verleent, geldt die ontheffing tevens als een ontheffing van de dienovereenkomstige regels ingevolge het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen onderscheidenlijk het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen.
---
Wft
Artikel 2:3
Indien (onverminderd artikel 2:2) de Autoriteit Financiële Markten bij de verlening van een vergunning (waarbij ingevolge artikel 1:48 advies aan de Nederlandsche Bank is gevraagd,) tevens een ontheffing (als bedoeld in artikel 2:67b, vierde lid, of 2:99, zesde lid) verleent, is de Autoriteit Financiële Markten bevoegd tegelijkertijd ontheffing te verlenen van de dienovereenkomstige regels ingevolge het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen, indien het advies daartoe aanleiding geeft. In die gevallen worden de door de Nederlandsche Bank eventueel geadviseerde voorschriften
---
2
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Artikel
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving verbonden aan die ontheffing. Die ontheffing wordt geacht te zijn verleend door de Nederlandsche Bank voorzover betrekking hebbend op regels ingevolge het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen.
Acties
Hoofdstuk 2.2. Toegang tot de Nederlandse financiële markten
N.v.t.
Afdeling 2.2.a1. Uitoefenen van bedrijf van afwikkelonderneming
N.v.t.
Wft
Artikel 2:3.0a 2:3.0n Artikel 2:3a - 2:3f
Afdeling 2.2.0. Uitoefenen van bedrijf van betaaldienstverlener
N.v.t.
Wft
Artikel 2:4 - 2:10
Afdeling 2.2.1. Uitoefenen van bedrijf van clearinginstelling
N.v.t.
Wft
Artikel 2:10a 2:10f
Afdeling 2.2.1.a. Uitoefenen van bedrijf van elektronischgeldinstelling
N.v.t.
Wft
Afdeling 2.2.2. Uitoefenen van bedrijf van bank en financiële instelling
Wft
Artikel 2:11
Wft
Artikel 2:12
§ 2.2.2.1. Vergunningplicht en -eisen voor banken met zetel in Nederland 1. Het is een ieder met zetel in Nederland verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning het bedrijf uit te oefenen van bank. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op degene die gelden ter beschikking verkrijgt als bedoeld in artikel 3:2. 1. De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge: a. artikel 3:8 met betrekking tot de geschiktheid van de in dat artikel bedoelde personen; b. artikel 3:9 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen; c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening; d. artikel 3:15, eerste en tweede lid, met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
---
Zie acties Deel 3 Wft
3
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Artikel
Besluit Markttoegang financiële ondernemingen
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving e. artikel 3:16, eerste en tweede lid, met betrekking tot de zeggenschapsstructuur; f. de artikelen 3:17, eerste en tweede lid, en 3:17a, eerste tot en met derde lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering; g. artikel 3:19, eerste en tweede lid, met betrekking tot het minimum aantal leden van een raad van commissarissen of een daarmee vergelijkbaar orgaan als bedoeld in artikel 3:19, tweede lid; h. artikel 3:31 met betrekking tot geconsolideerd toezicht; i. artikel 3:53, eerste en derde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen; j. artikel 3:57, eerste en tweede lid, met betrekking tot de solvabiliteit; en k. artikel 3:63, eerste en tweede lid, met betrekking tot de liquiditeit. 2. Indien de aanvraag een bank met zetel in Nederland betreft waarin een gekwalificeerde deelneming wordt gehouden, verleent de Nederlandsche Bank, onverminderd het eerste lid, een vergunning indien de houder van de gekwalificeerde deelneming een verklaring van geen bezwaar overeenkomstig artikel 3:95, tweede lid, heeft aangevraagd, en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat voldaan is aan het bepaalde ingevolge de artikelen 3:99 tot en met 3:101 met betrekking tot de verklaring van geen bezwaar. 3. De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens. 4. De Nederlandsche Bank kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, f of g, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die de in het eerste lid genoemde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt. Artikel 8 1. De gegevens, bedoeld in artikel 2:12, vijfde lid, van de wet zijn: a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de bank; b. een opgave van de rechtsvorm van de bank; c. indien de bank een rechtspersoon is, een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen; d. indien de bank is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;
Acties
Indien van toepassing: aanvragen v.v.g.b.
--Indien van toepassing: ontheffingsaanvraag opstellen / indienen (artikel 2:12 heeft nooit een vijfde lid gehad, bedoeld wordt “derde lid”) Gegevens opvragen / verzamelen
4
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Artikel
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving e. indien aanwezig, een gewaarmerkt afschrift van de statuten; f. een opgave van activiteiten die de bank voornemens is te verrichten; g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de deskundigheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen; h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken; i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet; j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet; k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening , bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet; l. indien van toepassing, een beschrijving van het geconsolideerde toezicht, bedoeld in artikel 3:31 van de wet; m. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid van de wet en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet en liquiditeit, bedoeld in artikel 3:63, eerste lid, van de wet blijken; n. indien van toepassing: 1°. een opgave van de identiteit van de houders van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet en de omvang van die deelnemingen of, bij gebreke van gekwalificeerde deelnemingen, van de twintig grootste aandeelhouders of vennoten; 2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en
Acties
5
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Wft
Wft Wft
Artikel
Artikel 2:13
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving 3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar blijken; en o. indien de bank een dochtermaatschappij is van een bank met zetel in een andere staat: een verklaring van de toezichthoudende instantie van de staat waar die bank haar zetel heeft, waaruit blijkt dat deze toezichthoudende instantie goedgekeurd heeft dat laatstbedoelde bank een dochtermaatschappij heeft die voornemens is in Nederland het bedrijf van bank uit te oefenen. 2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn: a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privéadres, het telefoon- en faxnummer en de functie; b. een curriculum vitae; c. een opgave van de relevante diploma’s; d. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en e. een opgave van referenten. 3. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn: a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privéadres, het telefoon- en faxnummer en de functie; b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs; c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij dit besluit; en d. een opgave van referenten. Het eerste lid, onderdelen h en n, onder 2°, is niet van toepassing ten aanzien van personen wier 4. betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld. 1. De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 aan een bank die naast de uitoefening van het bedrijf van bank voornemens is tevens beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten in Nederland, indien de aanvrager, onverminderd artikel 2:12, aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:[…] 2. § 2.2.2.2. Bijkantoor en verrichten van diensten door banken met zetel in een andere lidstaat § 2.2.2.3. Vergunningplicht en -eisen voor banken met zetel in een staat die geen lidstaat is
Acties
N.v.t.
N.v.t. N.v.t. 6
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft
Artikel
Artikel 2:60
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving § 2.2.2.4. Bijkantoor en verrichten van diensten door financiële instellingen met zetel in een andere lidstaat Afdeling 2.2.2a. Uitoefenen van bedrijf van herverzekeraar Afdeling 2.2.3. Uitoefenen van bedrijf van levensverzekeraar en schadeverzekeraar Afdeling 2.2.4. Uitoefenen van bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar Afdeling 2.2.4a. Uitoefenen van bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie Afdeling 2.2.4b. Uitoefenen van bedrijf van premiepensioeninstelling Afdeling 2.2.4c. Uitoefenen van bedrijf van wisselinstelling Afdeling 2.2.5. Aanbieden van beleggingsobjecten Afdeling 2.2.6. Aanbieden van krediet § 2.2.6.1. Vergunningplicht en -eisen 1. Het is verboden in Nederland zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning krediet aan te bieden. 2. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het eerste lid indien de aanvrager aantoont dat de belangen die dit deel en het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen beogen te beschermen anderszins voldoende worden beschermd.
Wft
Artikel 2:61
1. Artikel 2:60, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen die: a. voor het uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan krediet aan te bieden; b. een door de Nederlandsche Bank op grond van het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben, voorzover het aan hen ingevolge die verklaring is toegestaan krediet aan te bieden; of c. voor het uitoefenen van het bedrijf van bank een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben. 2. Artikel 2:60, eerste lid, is niet van toepassing op gemeentelijke kredietbanken ten aanzien waarvan is voldaan aan artikel 4:37, eerste lid.
Wft
Artikel 2:62
Artikel 2:60, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen met zetel in een andere
Acties N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
--Indien van toepassing (zie ook 2:61 en 2:62): Ontheffingsaanvraag opstellen / indienen ---
N.v.t. 7
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag Wft
Artikel Artikel 2:63
Wft
Afdeling 2.2.7. Beheren en aanbieden van rechten van deelneming in beleggingsinstellingen en icbe’s Afdeling 2.2.8. Adviseren over andere financiële producten dan financiële instrumenten
Wft Wft Wft
Wft
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving lidstaat die: […] 1. De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:60, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:[…]
Artikel 2:75
Artikel 2:76
§ 2.2.8.1. Vergunningplicht en -eisen 1. Het is verboden in Nederland zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning te adviseren over andere financiële producten dan financiële instrumenten. 2. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het eerste lid en van hetgeen in het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen is bepaald met betrekking tot het adviseren over andere financiële producten dan financiële instrumenten, indien de aanvrager aantoont dat de belangen die dit deel en het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen beogen te beschermen anderszins voldoende worden beschermd. 1. Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen die: a. voor het uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan te adviseren; b. voor het uitoefenen van het bedrijf van financiële instelling een door de Nederlandsche Bank op grond van het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben, voorzover het aan hen ingevolge die verklaring is toegestaan te adviseren; c. voor het uitoefenen van het bedrijf van bank een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben; d. voor het uitoefenen van het bedrijf van elektronischgeldinstelling een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan
Acties N.v.t., uitgaande van aanwezigheid bankvergunning (2:61 lid 1 sub c) N.v.t.
--Indien van toepassing (zie daarvoor ook 2:76 en 2:77): ontheffingsaanvraag opstellen en indienen ---
8
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Artikel
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving hen ingevolge die vergunning is toegestaan te adviseren; e. voor het uitoefenen van het bedrijf van premiepensioeninstelling een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan te adviseren; of f. voor het uitoefenen van het bedrijf van betaalinstelling een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voor zover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan te adviseren. 2. Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen die een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning voor het verlenen van andere financiële diensten dan adviseren als bedoeld in dit deel hebben, voorzover het betreft het adviseren over een financieel product waartoe die vergunning strekt. 3. Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op gemeentelijke kredietbanken ten aanzien waarvan is voldaan aan artikel 4:37, eerste lid, voorzover het betreft het adviseren over door de gemeentelijke kredietbank zelf aangeboden kredieten. 4. Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op bemiddelaars als bedoeld in artikel 2:81, tweede lid, voor zover het betreft het adviseren over financiële producten waarvoor zij optreden als verbonden bemiddelaar. 5. Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op bemiddelaars die een ontheffing als bedoeld in artikel 2:80, tweede lid, hebben voorzover het betreft het adviseren over een financieel product waartoe die ontheffing strekt.
Acties
Wft
Artikel 2:77
1. Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen met zetel in een andere lidstaat die:[…]
N.v.t.
Wft
Artikel 2:78
1. De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:75, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:[…]
N.v.t., uitgaande van aanwezigheid bankvergunning (2:76 lid 1 sub c)
Wft
Artikel 2:79
§ 2.2.8.2. Vrijstelling 1. Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden geregeld van artikel 2:75, eerste lid.
N.v.t. 9
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Artikel
Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft
Artikel 2:108
Besluit
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving 2. Bij ministeriële regeling kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling worden geregeld van artikel 2:78, eerste lid. 3. Indien aan een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid het voorschrift wordt verbonden dat in reclame-uitingen en andere onverplichte precontractuele informatie wordt vermeld dat de vrijgestelde activiteit niet vergunningplichtig is ingevolge deze wet, wordt deze vermelding gedaan op door de Autoriteit Financiële Markten vast te stellen wijze.
Acties
Afdeling 2.2.9. Bemiddelen Afdeling 2.2.10. Herverzekeringsbemiddelen Afdeling 2.2.11. Optreden als gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent Afdeling 2.2.12. Verlenen van beleggingsdiensten, verrichten van beleggingsactiviteiten en systematische internalisatie Afdeling 2.2.13. Bijzondere bepalingen Hoofdstuk 2.3. Toegang tot de buitenlandse financiële markten
N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Afdeling 2.3a.1. Uitoefenen van het bedrijf van afwikkelonderneming bijkantoor buiten Nederland Afdeling 2.3.0. Uitoefenen van bedrijf van betaaldienstverlener Afdeling 2.3.1. Uitoefenen van bedrijf van clearinginstelling Afdeling 2.3.1a. Uitoefenen van het bedrijf van elektronischgeldinstelling met zetel in Nederland Afdeling 2.3.2. Uitoefenen van bedrijf van bank en financiële instelling
N.v.t.
§ 2.3.2.1. Bijkantoor en verrichten van diensten door een bank naar een andere lidstaat 1. Een bank met zetel in Nederland die een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, heeft en voornemens is vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor het bedrijf van bank uit te oefenen, gaat daartoe slechts over nadat de Nederlandsche Bank met het voornemen heeft ingestemd. 2. De aanvraag van instemming geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
N.v.t.
N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Indien van toepassing: Kennisgeving van voornemen opstellen en indienen
§ 3.2. Uitoefenen van bedrijf van bank en financiële instelling 10
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Artikel Markttoegang financiële ondernemingen
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 2:108, Artikel 44 De gegevens, bedoeld in artikel 2:108, tweede lid, van de wet zijn: a. een opgave van de lidstaat waar de bank voornemens is vanuit een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen; b. een opgave van het adres van het bijkantoor; c. een opgave van activiteiten die de bank voornemens is vanuit het bijkantoor te verrichten; d. een opgave van de naam en het privé-adres van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor zullen bepalen; e. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet; en f. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet.
Acties Indien van toepassing: Gegevens verzamelen / Aanvraag opstellen
Wft
Artikel 2:109
1. De Nederlandsche Bank stemt in met een voornemen als bedoeld in artikel 2:108, eerste lid, tenzij, gelet op het voornemen van de bank, haar bedrijfsvoering of financiële positie niet toereikend is. 2. De Nederlandsche Bank neemt een besluit binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag. 3. De Nederlandsche Bank doet binnen een werkdag na het nemen van het besluit daarvan mededeling aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de bank voornemens is door middel van een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen. De Nederlandsche Bank zendt een afschrift van de mededeling aan de bank. 4. De mededeling, bedoeld in het derde lid, bevat tevens gegevens over de omvang van het eigen vermogen, de solvabiliteitsratio alsmede voorzover van toepassing gegevens over de toepasselijkheid van een vangnetregeling op de verplichtingen van het bijkantoor van de bank. 5. De Nederlandsche Bank deelt binnen twee maanden na de mededeling, bedoeld in het derde lid, de bank de voorwaarden mede die de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat heeft verbonden aan het uitvoeren van de werkzaamheden in de betrokken lidstaat.
---
Wft
Artikel 2:110
1. Een bank met zetel in Nederland die een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, heeft en voornemens is voor de eerste maal door middel van het verrichten van diensten naar een
Indien van toepassing: 11
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Wft
Artikel
Artikel 2:111
Besluit Markttoegang financiële ondernemingen
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving andere lidstaat haar bedrijf uit te oefenen, gaat daartoe slechts over nadat zij kennis heeft gegeven van haar voornemen aan de Nederlandsche Bank onder opgave van de lidstaat waarnaar zij voornemens is diensten te verrichten en van de voorgenomen werkzaamheden. 2. De Nederlandsche Bank doet binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het voornemen daarvan mededeling aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat waarnaar de bank voornemens is diensten te verrichten. De Nederlandsche Bank zendt een afschrift van de mededeling aan de bank. § 2.3.2.2. Bijkantoor en verrichten van diensten door een bank naar een staat die geen lidstaat is 1. Een bank met zetel in Nederland die een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, heeft en voornemens is vanuit een bijkantoor in een staat die geen lidstaat is het bedrijf van bank uit te oefenen, gaat daartoe slechts over nadat de Nederlandsche Bank met het voornemen heeft ingestemd. 2. De aanvraag van instemming geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens. 3. De Nederlandsche Bank stemt in met het voornemen indien de bank voldoet aan het ingevolge het eerste lid bepaalde, tenzij, gelet op het voornemen van de bank, haar bedrijfsvoering of financiële positie niet toereikend is. 4. De Nederlandsche Bank neemt een besluit binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag. Artikel 45 De gegevens, bedoeld in artikel 2:111, tweede lid, van de wet zijn: a. de opgave van de staat waar de bank voornemens is vanuit een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen; b. de opgave van het adres van het bijkantoor; c. een opgave van activiteiten die de bank voornemens is vanuit het bijkantoor te verrichten; d. een opgave van de naam en het privé-adres van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor zullen bepalen; e. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet; en
Acties Kennisgeving aan DNB opstellen
Indien van toepassing: aanvraag voor instemming opstellen
Indien van toepassing: aanvraag voor instemming opstellen
12
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Artikel
Wft Wft
Wft
Artikel 2:112
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving f. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet. § 2.3.2.3. Bijkantoor en verrichten van diensten door een financiële instelling naar een andere lidstaat 1. Een financiële instelling met zetel in Nederland die een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110 heeft en voornemens is haar bedrijf vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor uit te oefenen, gaat daartoe slechts over nadat de Nederlandsche Bank met het voornemen heeft ingestemd. 2. De aanvraag van instemming geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
Acties
Indien van toepassing: aanvraag voor instemming opstellen
Besluit Markttoegang financiële ondernemingen
Artikel 46 De gegevens, bedoeld in artikel 2:112, tweede lid, van de wet zijn: a. de opgave van de lidstaat waar de financiële instelling voornemens is vanuit een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen; b. de opgave van het adres van het bijkantoor; c. een opgave van de activiteiten die de financiële instelling voornemens is vanuit het bijkantoor te verrichten; d. een opgave van de naam en het privé-adres van de personen die het dagelijks beleid van het bijkantoor zullen bepalen; e. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet; en f. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet.
Indien van toepassing: aanvraag voor instemming opstellen
Artikel 2:113
1. De Nederlandsche Bank stemt in met een voornemen als bedoeld in artikel 2:112, eerste lid, tenzij, gelet op het voornemen van de financiële instelling, haar bedrijfsvoering of financiële positie niet toereikend is. 2. De Nederlandsche Bank neemt een besluit binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag. 3. De Nederlandsche Bank doet binnen een werkdag na het nemen van het besluit daarvan
---
13
Overzicht van markttoegang regelgeving Wft – BANKEN met zetel in Nederland
Grondslag
Wft
Wft Wft Wft Wft Wft Wft Wft
Artikel
Artikel 2:114
Deel 2 Wft – Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Omschrijving mededeling aan de toezichthoudende instantie in de lidstaat waar de financiële instelling voornemens is door middel van een bijkantoor haar bedrijf uit te oefenen. De Nederlandsche Bank zendt een afschrift van de mededeling aan de financiële instelling. 4. De mededeling, bedoeld in het derde lid, bevat tevens gegevens over de omvang van het eigen vermogen, de solvabiliteitsratio alsmede voorzover van toepassing gegevens over de toepasselijkheid van een vangnetregeling op de verplichtingen van het bijkantoor van de financiële instelling. 5. De Nederlandsche Bank deelt binnen twee maanden na de mededeling, bedoeld in het derde lid, de financiële instelling de voorwaarden mede die de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat heeft verbonden aan het uitvoeren van de werkzaamheden in de betrokken lidstaat. 1. Een financiële instelling met zetel in Nederland die een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110 […].
Afdeling 2.3.3. Uitoefenen van bedrijf van levensverzekeraar en schadeverzekeraar Afdeling 2.3.4. Uitoefenen van bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar Afdeling 2.3.4a. Uitoefenen van bedrijf van premiepensioeninstelling Afdeling 2.3.4b. Beheren van beleggingsinstellingen en aanbieden van rechten van deelneming in beleggingsinstellingen Afdeling 2.3.5. Aanbieden van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten Afdeling 2.3.6. Bemiddelen in verzekeringen Afdeling 2.3.7. Herverzekeringsbemiddelen
Acties
N.v.t., uitgaande van aanwezigheid bankvergunning (2:61 lid 1 sub c) N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
14