Overdenking op zondag 19 juni 2016, Numeri 17 vers 16 – 26, JLK Lieve mensen, gemeente, zusters en broeders, Een manager doet de DINGEN GOED. Een leider doet de GOEDE DINGEN! Het is één van de vele prachtige quotes die je vindt als je het woord leiderschap opzoekt: Een manager doet de DINGEN GOED. Een leider doet de GOEDE DINGEN! Daarnaast wemelt het van de adviezen op internet over wat een goede leider moet doen en wat niet. Heel wat websites hebben ‘do’s en don’ts’, zoals dat tegenwoordig heet. En dan zijn er ook nog de bijzondere gedachten van de leiders zelf. Nelson Mandela bijvoorbeeld zei ooit van zichzelf: Ik ben een gewoon mens, ik heb ernstige fouten begaan. En ik heb ernstige zwakheden. Zulke zinnen verwacht je niet bij de leiders. Ik heb Donald Trump en Hilary Clinton er nog niet op kunnen betrappen. Maar ik denk dat zulke uitspraken, juist omdat je ze niet verwacht, het ware leiderschap tonen. Ik moest ook denken aan de fantastische speech die wijlen Steve Jobs, de grote man achter Apple, hield bij de opening van het academisch jaar op de Stanford Universiteit in 2005. Hij vertelt daar zijn levensverhaal. Over zijn jonge tienermoeder die hem afstond voor adoptie. Over zijn adoptieouders die hem lieten studeren van hun laatste geld, terwijl hijzelf geen idee had wat hij eigenlijk wilde. Hoe hij stopte met zijn studie en vervolgens moest leven van een absoluut minimum. Hij sliep op de grond bij vrienden, want hij had geen eigen kamer meer. En elke zondag liep hij 11 kilometer om bij de Hare Krishna tempel een goede maaltijd te krijgen. Maar zijn nieuwsgierigheid en intuïtie brachten hem verder. Samen met een vriend begon hij Apple in de garage van zijn ouders toen hij 20 was. Ze werkten hard, en in 10 jaar tijd was Apple uitgegroeid van twee jongens in een garage tot een bedrijf dat 2 miljard waard was en 4.000 werknemers had. Hoe deed hij dat allemaal? Zijn motto was een quote die hij las als puber: “Als je elke dag leeft alsof het je laatste is, heb je het zeker op een dag bij het juiste eind.” Hij zegt daar zelf het volgende over, wetend dat hij kanker heeft: Onthouden dat ik snel dood zal zijn is het beste middel om me te helpen de grote keuzes in het leven te maken. Want bijna alles – alle externe verwachtingen, alle trots, alle angst voor vernedering of falen – al die dingen zijn onbelangrijk in vergelijking met de dood, dus blijven alleen de dingen die er echt toe doen over.
2 Onthouden dat je gaat sterven is de beste manier die ik ken om de val te ontwijken,waarin je denkt dat je iets te verliezen hebt. Je bent al naakt. Er is geen reden om je hart niet te volgen. Blijf hongerig, blijf dwaas, zo besluit hij zijn toespraak voor de studenten. Je zou toch bijna zeggen dat we vandaag over leiderschap geen Bijbel nodig hebben. Wat kunnen die oude geschriften nog toevoegen in onze tijd aan wijsheid over leiderschap? En als je de Bijbellezing van vanochtend voor het eerst hoort, dan kun je het je al helemaal niet voorstellen. Je moet natuurlijk weten dat de staf het symbool is van leiderschap. En de staf is onmiskenbaar het kernwoord van dit gedeelte uit de Bijbel. Je vindt de verbinding tussen staf en leiderschap nog terug vandaag in allerlei situaties. Een groot bedrijf heeft een staf en het leger heeft een generale staf. Vanouds hadden leidinggevenden de staf als teken van hun macht. Bisschoppen hebben nog steeds een staf, Sinterklaas ook. Maar zelfs als je dat weet en begrijpt, klinkt de lezing nog merkwaardig in onze oren. Een wedstrijd tussen de verschillende staven in het centrale heiligdom. En dan één staf die begint te bloeien en al in één nacht knoppen geeft en ook nog vruchten. De magie druipt ervan af. Wij willen toch niet terug naar oude tijden, waarbij orakels de leiders aanwezen? Stel je voor dat de nieuwe president van de Verenigde Staten bepaald zou worden door loting in een kerk. Trouwens wij geloven toch ook niet meer in een God, die zo direct ingrijpt in het leven van mensen? Maar hoe dan wel? Het aardige is dat in de traditie dit verhaal al 20 eeuwen geleden op dezelfde manier werd bekritiseerd. En dat men toen ook al vond dat het veel te simpel is om te zeggen: God wijst de echte leider aan. Dat had namelijk ook veel eenvoudiger gekund. Juist alle bijzonderheden en details in het verhaal verraden een doordachte visie op leiderschap. Ik zou zeggen: laat je vanochtend verrassen! Allereerst door de wijze waarop Gods leiderschap zich verhoudt tot dat van de mensen. Niet God gaat na de zware crisis rondom de opstand van Korach zelf de lakens uitdelen, maar alle vorsten van de stammen van Israël komen met hun staf en schrijven hun eigen naam daarop. Het zijn dezelfde leiders als degenen die in Kanaän gingen spioneren. Opnieuw staan de leiders van de stammen, de vorsten, de koningen centraal. En in hun midden is ook Aaron, de priester, uit de stam van Levi. Zijn autoriteit was ter discussie gesteld tijdens de grote opstand. Hoge bomen vangen immers veel wind. Maar het verhaal bevestigd voluit zijn autoriteit.
3 Daarover is geen twijfel. Maar er gebeurt iets geks. Na afloop van de wedstrijd komen de vorsten van de stammen en nemen hun staf weer mee. Hun symbool van macht en leiderschap is feitelijk waardeloos geworden, maar toch halen ze de staf op. Een oude rabbi vergeleek het ooit met de loterij. Iemand wint met zijn lotnummer een miljoen. Hij komt vol trots zijn lot verzilveren. En wat doen alle overigen met hun lotnummer? Ja, ze gooien het weg, het is waardeloos geworden. Je gaat toch geen lootje bewaren dat niks waard bleek? Maar uit het feit dat ze hun staf ophalen moet je dus aflezen dat hun leiderschap niet ten einde was. Aaron kreeg het centrale gezag; zij behielden het gezag over hun stam. Zo werkt dat in Gods nabijheid. En wat te denken van de symboliek van het bloeien van de staf? Aan het begin wordt afgesproken dat de staf die bloeit, dat die zal winnen. Maar de staf van Aaron bloeit niet alleen, maar geeft ook knoppen en zelfs vruchten: amandelen. Dat is natuurlijk geen magie, maar beeldspraak. Goed leiderschap toont zich niet alleen maar in ideeën en plannen, want dat is waar bloesem voor staat. Goed leiderschap voert de plannen en ideeën ook daadwerkelijk uit; dat zijn de knoppen. En boven alles laat goed leiderschap ook zien dat het werkt en dat de mensen er baat bij hebben. Goed leiderschap toont de rijpe vruchten van haar beleid. Prachtig hoe de beeldspraak ingaat op onze terechte scepsis rondom leiderschap. Veel blijft bij leiders hangen in een hoop gepraat, ideeën en plannetjes en nog meer bla, bla; enkele plannen worden concreet ten uitvoer gebracht; en nog minder plannen leveren ook echt wat op. De tekst zegt: Goed leiderschap herken je aan alle drie: de plannen en ideeën, het uitvoeren daarvan en de vruchten. Met vreugde zag ik dus dat het project ‘Eye For Others’ niet alleen plannen maakt, maar concreet een schoolgebouw opknapt, een bakkerij bouwt en allerlei activiteiten organiseert. Na de dienst kunnen ze u vast ook vertellen over de vruchten van hun werk. Daarnaast is het de vraag waarom de staven van de leiders in het heiligdom gebracht moeten worden? Waarom blijven ze niet buiten zodat voor het oog van het hele volk het wonder zich voltrekt? Waarom moeten die staven uitgerekend voor Gods aangezicht worden gelegd? Want dat is exact wat Mozes volgens de tekst doet. Ik denk dat dit een grote geestelijke betekenis heeft. De wijsheid van de leider komt bij de Eeuwige vandaan. En dat betekent in het dagelijks leven dat je als leider dient te studeren op de woorden van God. Een predikant, een dominee, heet niet voor niets officieel een ‘dienaar van het goddelijk woord’.
4 Mijn dienstverband heb ik feitelijk niet met jullie, maar met de woorden van God. En ik zou ervoor willen pleiten dat alle leiders zich permanent verdiepen in de verhalen uit de Bijbel. Ruben van Zwieten doet dat op de Zuidas met managers en leidinggevenden van grote bedrijven. Op Wall Street komen bankdirecteuren en managers bijeen om Thora te studeren in de middagpauze. Studie is vanouds één van de belangrijkste eigenschappen geweest van goede leiders. Goede leiders zijn vooral goede leerlingen. Gladstone, die 4 keer minister-president van Groot-Brittannië was had een bibliotheek van 32.000 boeken. In zijn dagboek vertelt hij dat hij er 22.000 van had gelezen, verdeeld over 80 jaar. Dat zijn gemiddeld 275 boeken per jaar en meer dan 5 per week. Winston Churchill schreef ongeveer 50 boeken en kreeg de Nobelprijs voor literatuur. Ben Gurion had in zijn huis in Tel Aviv 20.000 boeken staan en nog eens 4.000 boeken op de kibboets. Hij sliep ’s nachts 3 uur en studeerde 5 uur. Maar ook de Bijbelse grootheden waren schrijvers. Koning David schreef volgens de traditie de Psalmen. Salomo, zijn zoon, schreef Spreuken, Prediker en Hooglied. En het sleutelwoord voor iedere Bijbelse koning is ‘wijsheid’, chokma in het Hebreeuws. Daar komt ons woord goochem nog vandaan. Goede leiders zijn dus vooral goede leerlingen; en hun bron ligt voor het aangezicht van de Eeuwige. Niet voor niets wordt de staf van Aaron uiteindelijk weer teruggelegd in het heiligdom. Ten slotte is er nog iets anders vreemds en bijzonders. Uitgerekend Aaron wordt uitgekozen als leider. Maar Aaron was geen vorst of koning van zijn stam, Aaron was priester. En van alle stammen had alleen de stam Levi geen bezit, geen land. De priesters hadden een armoedig bestaan vergeleken met de anderen. Ze hadden een paar weken per jaar dienst in de tempel en ze leefden van de gaven van de anderen. Ze mochten een deel van de offers eten, maar ze hadden feitelijk een sober leven. Eigenlijk regeerden de priesters het volk ook niet, maar…… ze zegenden hen. En ook dat is een essentieel verschil van grote geestelijke betekenis. Zegenen is vooral goede woorden spreken tot de ander. Door die goede woorden roep je het goede in de ander wakker, stimuleer je de ander om het goede in zichzelf en anderen vruchtbaar te maken. Priesters heersen niet, maar dienen het volk. En daarin zien wij als christenen ook iets terug van Jezus die niet gekomen was om te heersen, maar om te dienen. Jezus leiderschap vertoont alle trekken van wat hier rondom de staf van Aaron al zichtbaar wordt. En zijn leerlingen worden opgeroepen om juist daarin hem na te volgen. Samengevat:
5 Een manager doet de DINGEN GOED. Een leider doet de GOEDE DINGEN! Een leider spreekt steeds goede woorden, een leider zegent. Amen.