Zondag 22-05-2016 Voorganger: mevr ds Regine Folbert (Rotterdam)
LITURGIE
Welkom / mededelingen Stilte Voorbereidingslied: NLB 704 Stilte ter voorbereiding Aanvangslied: NLB 149: 2 en 3 Bemoediging en Groet Zingen: NLB 686 Gebed om ontferming Glorialied: NLB 634 Moment met de kinderen Gebed bij de opening van het Woord Kindernevendienstlied: "Samen in het licht" 1e Lezing: Hooglied 8: 5 t/m 7 2e Lezing: Matteüs 22: 34 t/m 40 3e Lezing: 1 Korintiërs 13 Zingen:NLB 568A (5x) Prediking Orgelspel Zingen: NLB 672: 2, 3 en 6 Collecte Dienst der gebeden, stil gebed en Onze Vader Slotlied: NLB 705 Wegzending, zegen en een gezongen Amen
PREEK Gemeente van Jezus Christus, broeders en zusters, Ik koos vandaag voor 1 korinthe 13. Een oerbekend lied. Paulus spreekt in de havenstad Korinthe en komt daar bij een groep christenen die veel heeft ontvangen aan geloof en gaven. Zo zoeken naar hun identiteit als christen en ook naar de goede weg om te leven en in al dat gezoek en getob, wat het beste is en hoe het goede leven met God eruit ziet wijst Paulus een weg in een gedicht. En nu in hoofdstuk 13 zingt Paulus het uit… Het is hertaald door Karel Eyman en ik zal het voorlezen: "Al kon ik nog zozeer In prachtige preken Mijn redes afsteken En wist wijze woorden op ieders gebied Maar had de liefde niet Dan was het toch meer Wat trommelgekletter Gezwets en geschetter Had ik de liefde niet. Al blies ik trompet Hoog van de toren Al zong ik in koren De sterren van de hemel, het hoogste lied Maar had de liefde niet Dan klonk het net
1
Als toeters en bellen. Ik had niets te vertellen Had ik de liefde niet. Zonder jullie ben ik nergens Zonder jullie stel ik niets voor Had ik jullie niet bij me Dan ging ik eronder door. Want liefde is echt en liefde is aardig is open oprecht en eerlijk, rechtvaardig. T ís liefde die ziet hoe opnieuw te beginnen die ieder verdriet ook de dood kan overwinnen." Paulus is niet zuinig met grote woorden als het gaat over de liefde. ‘De liefde is geduldig, vol goedheid, ze kent geen afgunst, ze laat zich niet boos maken. ‘Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, ze zal nooit vergaan’. Woorden die ergens een diepe snaar raken, een diep verlangen. En tegelijk ook haast wantrouwig maken of cynisch. Paulus, is dat wel realistisch? Met zulke hoge verwachtingen van de liefde is het toch gedoemd om te mislukken? Paulus, be real! Maar misschien moeten we eerst eens luisteren naar Paulus. Waar heeft Paulus het nu over? Paulus heeft het hier niet over romantische liefde. Het is geen brief over het huwelijk, al kun je er best wat van leren voor je relatie. Dit gedeelte staat in een brief aan een gemeente, een groep christenen, over hoe men in de gemeente van Christus met elkaar om mag gaan. In Korinte zijn ze erg gecharmeerd van diepzinnigheden, wijsheid en retorica, van sterke en krachtige mensen, wijze redenaars, machtigen en edelen, populaire mensen. Woorden die in de brief steeds terugkeren zijn: wijsheid (sophia), kennis (gnosis) en ‘geestelijk’ zijn (pneumatikos). Het woord dat Paulus herhaaldelijk in deze brief gebruikt is het woord ‘opgeblazen zijn’. Alleen in deze brief komt dat woord voor. En dan nog een keer of zes. ‘Maak jezelf niet zo opgeblazen’ (4:6), ‘Sommigen van u denken dat ze heel wat zijn’ (18), ‘Opscheppers’ (19). ‘Jullie maar dik doen’ (5:2). ‘Kennis maakt opgeblazen, maar de liefde bouwt op’ (8:1) en dus in dit lied: ‘De liefde is niet zelfgenoegzaam, opgeblazen’ (13:4). Voor Paulus is er vooral veel hoogmoed en dikdoenerij daar in Korinte. Of men ook op het gebied van gaven in de gemeente vooral gespitst was op de hoogste en bijzondere gaven? De gave om te profeteren, in klanktaal spreken, gave om te genezen, krachten om wonderen te verrichten (1 Kor.12). In Korinte lijken ze vooral onder de indruk van bijzondere gaven. Stuk voor stuk ook goede gaven. Maar gaven waar men blijkbaar ook in concurreerde. Een sfeer van competitie. Misschien steeds bezig met een soort geestelijke pikorde. Wie nu het meest geestelijk was, het meest wijs. Tja. Daar ze we allemaal denk ik wel gevoelig voor. Over hoe we ons verhouden tot anderen. Vergelijken. Kijken mensen tegen me op of kijken ze op me neer? Ben ik bijzonder genoeg? Onderscheidend genoeg, etc... ‘Richt je op je gaven’ zet Paulus in 12:31. ‘Richt je op de hoogste gaven’, zelfs. Maar, zegt Paulus dan, ‘ik wijs jullie een weg die voortreffelijker is’. En dan volgt dus dit gedeelte over de weg van de liefde. Al sprak ik alle talen, zelfs die van de engelen, had ik de liefde niet, dan zou ik alleen maar schelle en dreunende herrie maken. Al kon ik profeteren en geheimen
2
doorgronden met kennis en wijsheid, kon ik machtige wonderen doen, had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Al gaf ik alles weg, gaf ik mijn leven, had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. Het is de liefde of niets. Liefde kun je op het spoor komen. Liefde als werkwoord. Ik denk en geloof dat daar een spoor van Gods Geest en koninkrijk naar je toe komt. Ontluikend groen, vlinders die om elkaar heen dwarrelen, het opwandelen met een groep. Deze week nog- het was in een tuin in Rotterdam langs het spoor, ontdekt door bewoners en op geknapt. Een weg gebaand, liep ik daar met 6 patienten en hun begeleiders, de zon scheen, ik zag een vlinder en zei “kijk een vlinder’ en toen zei Adelbert, dat betekent liefde… We gingen zitten aten onze lunch en kwamen te spreken over de hangmat in Suriname, de wind aan de zee. Er was brood gesmeerd, fruit, het smaakte heerlijk, een cadeau. Zo komt liefde. Of zoals op middag van mensen die werken in de zorg en we nadachten over bezieling, we deelden wanneer we bezield worden..dan gaat het heel vaak om het vertrouwen dat je geeft of ontvangt in de ontmoeting met de ander. Vaak na geduldig wachten totdat de ander komt met een verhaal… De geest van God heeft sporen in de wereld, spoor van liefde, verlangen, verzet en vergeving. De theoloog A. Houtepen heeft daar prachtige dingen over gezegd. Het is kwetsbaar, liefde komt in het kleine, in een werkwoord, in iets dat gebeurt. Paulus gebruikt 15 werkwoorden om liefde te omschrijven. Het is of Paulus juist van al die hele bijzondere dingen terugwijst naar het gewone. De liefde. Die andere gaven zijn goed, maar zonder liefde stelt het niets voor. De gaven bloeien alleen in een sfeer van liefde. Alleen de liefde bouwt op (8:1). En dan gaat Paulus in de verzen 4 t/m 7 beschrijven wat het wezen van die liefde dan is. Met 15 werkwoorden. En als eerste wezenstrek van de liefde noemt Paulus dan dat zij geduldig is en vol goedheid. De liefde heeft lange adem. Houdt lang moed. Ze is goedertieren. De liefde kent geen afgunst. Ze is niet jaloers. Ze kent geen ijdel vertoon of praalzucht. Zij blaast zichzelf niet op. Zij zoekt niet zichzelf of haar eigen belangen. Ze laat zich niet boos maken of provoceren. Zij rekent het kwaad niet aan (lett: zij houdt geen boekhouding bij van het kwaad), verheugt zich niet over onrecht, maar vindt vreugde in waarheid. Zij is niet blij met de val van een ander, ze is blij met het goede en waarheid, ze zoekt genade en gerechtigheid. geduldig, perspectief houdend… Gunnend gelijkwaardig, oordeelvrij, open.. En de samenvatting van Paulus is heel krachtig: De liefde verdraagt alles, en volhardt alles, zij gelooft alles, zij hoopt alles. Niet dat ze goedgelovig is, alles maar aanneemt van alles en iedereen. Nee, ik denk dat Paulus iets bedoelt als: dat liefde niet ophoudt te blijven geloven. Ze blijft hoop houden. Daarom kan ze ook volhouden en volharden, heeft ze een lange adem, een tweede adem zoals een marathonloper (;-). Ja, dat zijn ergens hele grote woorden. Je valt er onwillekeurig wat stil bij en beschaamd. Misschien juist omdat Paulus hier terugverwijst naar het geduldige van de
3
liefde. Het volhouden. Het stille. De liefde schreeuwt niet, wil niet opvallen, zoekt zichzelf en de eigen eer niet. De liefde heeft iets kleins. Iets nederigs. Filmpje Brene Brown, empathie Het is niet voor niets dat veel uitleggers denken dat Paulus in zijn beschrijving van de liefde aan Jezus denkt. In zijn brieven schrijft Paulus weinig over het leven van Jezus. Bij Paulus komen we geen biografie van Jezus tegen zoals in de evangeliën. Maar in deze verzen tekenen zich de contouren af van Jezus. Jezus is geduldig en vol goedheid. Hij kent geen afgunst, of ijdel vertoon, geen zelfgenoegzaamheid en opgeblazenheid. Hij zoekt zichzelf niet. Hij ziet af van zijn eigen belang. Hij rekent het kwaad niet aan. Hij verheugt zich niet over het onrecht. Hij verdraagt, gelooft, hoopt en volhardt. In een paar verzen schildert Paulus de liefde van Jezus tot het eind, tot op het kruis. Liefde voor ons mensen. Jezus liefde heeft een eindeloos lange adem. Zijn liefde zal nooit vergaan. Daarom kan Paulus ook zo lyrisch over de liefde schrijven. Niet als hoog onbereikbaar ideaal, of mooi begrip of gevoel, maar omdat Hij die liefde daadwerkelijk heeft leren kennen. Die liefde bestaat. Zij is verschenen in Jezus. Overal waar het woord ‘liefde’ staat zou je die naam in kunnen vullen. Liefde is en blijft, het hoort bij God. Er ís een liefde die heel lange adem heeft. Er ís een liefde die vol goedheid is. Er ís een liefde die het kwaad niet toerekent. Er ís een liefde die blijft geloven, hopen en liefhebben. Onvoorwaardelijk. En die liefde zal nooit vergaan. ‘God heeft de mensen lief. God heeft de wereld lief. Niet een ideaalmens, maar de mens zoals die is, en geen ideaalwereld, maar de werkelijke wereld’, zo las ik ergens (Bonhoeffer). Dat die liefde is en aan ons vooraf gaat, over ons komt als een zegen, dat vieren we elke zondag. Elke zondag zijn we hier om in deze heilige ruimte in de ruimte van God gezegend te worden. We verstillen en staan open voor dat heilige liefhebben. De menselijke liefde blijft iets heel kwetsbaars. We verlangen er naar. We dromen ervan. Maar we kunnen elkaar ook geweldig teleurstellen en ook heel erg pijn doen en kwetsen. Juist op het gebied van de liefde. Misschien ben je wel beschadigd of gewond. Menselijke liefde blijft broos en breekbaar. Gods liefde - zichtbaar in Jezus en de Geest - heeft werkelijk lange adem en is vol goedheid. Bij hem is de Bron van liefde. De grond van ons bestaan. En dat geeft ook een zekere ontspanning en geduld. Omdat God ons lief heeft, hoeft de ander je niet de ultieme bevestiging te geven in je bestaan. Vrij ademen. We bewegen op zijn aarde en kunnen opmerkzaam worden voor wat er is. Dat geeft misschien ook ruimte om – waar dat mogelijk is - anderen belangeloos lief te hebben. Geduldig te zijn met imperfecties, van jezelf en van anderen, om te volharden, te verdragen, te hopen. Wij zijn Jezus niet, soms is onze liefde op. Kunnen we niet meer vol houden. Of verdragen. Trouwens, ook Jezus kon boos zijn en opkomen tegen onrecht. Maar mensen zitten te wachten op geloof, hoop en liefde. In een essay vorige week schreef Jan Drost over liefde: Liefhebben gaat niet alleen, daarvoor heb je anderen nodig, meer anderen dan alleen je geliefde. Een liefdesrelatie moet begrepen, gedragen en bevestigd worden door de ideeën van de mensen erom heen.
4
Als ik voor mezelf spreek: Ik heb het nodig dat er genoeg mensen in de wereld rondlopen die weet hebben van liefde, toewijding, trouw en tederheid en die het ongelooflijk mooi vinden om hun best te doen een veilige haven voor een ander te zijn. Zo werkt liefde, ze zet mensen in beweging om havens te zijn voor elkaar. Zo is God vanaf het beginne. Ze verbindt mensen aan elkaar. In een huis als dit met zoveel verschillen worden we bij onze naam genoemd en bemint om mens te zijn. Paulus zingt ervan Zonder jullie ben ik nergens Zonder jullie stel ik niets voor Had ik jullie niet bij me Dan ging ik eronder door. Want liefde is echt en liefde is aardig is open oprecht en eerlijk, rechtvaardig. T ís liefde die ziet hoe opnieuw te beginnen die ieder verdriet ook de dood kan overwinnen. Onze stad, onze wereld verlangt naar liefde. Wat als wij ook met Paulus gaan meezingen en meebewegen. ‘Jaag de liefde na’, schrijft Paulus gelijk aan het begin van het volgende hoofdstuk. Niet altijd spannend en opvallend. We maken dan ook niet zoveel lawaai. Liefde is een stille kracht. Lof zij Christus! Amen
5