over de natuur
2012 NL
groen groener groenst Over het verduurzamen van markten
1
over de natuur
Geen tijd te verliezen Al 50 jaar werkt het Wereld Natuur Fonds aan een wereld waarin de mens leeft in harmonie met de natuur. Aanvankelijk ging onze aandacht vooral uit naar sterk bedreigde soorten en de bescherming van hun leefgebieden. We vroegen ook meer aandacht voor de oorzaken van natuurverlies. Dat uitte zich bijvoorbeeld in het beïnvloeden van internationale regelgeving en het beleid van nationale en regionale overheden. Inmiddels is circa 12% van het landoppervlak op aarde beschermd natuurgebied. Op zee hebben we nog een lange weg te gaan. Nog geen 2% van ’s werelds oceanen geniet een effectieve bescherming. Naast gerichte gebieds- en soortenbescherming richtten wij ons de afgelopen decennia in toenemende mate op het verduurzamen van productie- en handelsstromen die van grote invloed zijn op de biodiversiteit. Het WNF is altijd een voorstander geweest van een verstandig gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Zo stonden wij in 1993 aan de basis van het Forest Stewardship Council (FSC), het certificeringssysteem voor duurzaam bosbeheer. En in 1996 lanceerden we samen met Unilever het Marine Stewardship Council (MSC) voor verantwoord gevangen wilde vis. Er zouden nog meer certificeringschema’s volgen. Sinds het eind van de jaren ’90 publiceren wij tweejaarlijks het Living Planet Report, waaruit blijkt dat we onze aarde langzaam maar zeker uitputten. We zien nu al op onderdelen grote en vaak onherstelbare schade ontstaan aan ecosystemen.
inmiddels meer dan 10.000 vis-, schaal- en schelpdierproducten verkrijgbaar met een MSC-certificaat. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze producten een retailwaarde van $ 2,5 miljard. Zo wordt een aantoonbaar verantwoorde bedrijfsvoering als vanzelfsprekend een ‘license to operate’. Voor palmolie, soja, suiker, katoen, kweekvis, papier, pulp en vele andere ketens moeten we rap dezelfde kant op. We hebben geen tijd te verliezen. Het beschermen van leven op aarde in al zijn verscheidenheid is geen luxe of nobel tijdverdrijf van een handjevol gedrevenen. Het is pure noodzaak. Ons eigen welzijn en onze welvaart zijn in het geding. Bij handhaving van onze huidige, verspillende levensstijl kan de aarde op termijn simpelweg niet langer in ons onderhoud voorzien. Voor ons is het klaar als een klontje: willen we met grote vastberadenheid de laatste wildernissen op aarde beschermen en een levende aarde doorgeven aan de volgende generaties, dan moeten we slimmer omspringen met onze natuurlijke hulpbronnen. Samenwerking op grote schaal is daarbij geboden. Het betekent ook dat wij nog beter verslag moeten doen van onze inspanningen om samen met bedrijven het verschil te maken. Deze publicatie is daar een proeve van. Johan van de Gronden, algemeen directeur WNF Antony Burgmans voorzitter Raad van Toezicht
We hebben daarom onze samenwerking met het bedrijfsleven fors opgeschroefd. Hele bedrijfstakken mogen dan vaak onderdeel zijn van het probleem, des te groter de noodzaak dat zij snel onderdeel worden van de oplossing. We boeken daarmee intussen aanzienlijke successen. Na een aarzelende start zijn wereldwijd 3
inhoudsopgave
inhoudsopgave
Groene aarde Grondstoffen 09 ‘De natuur, dat zijn wij’ 09 In de verdrukking voor palmolie 09 Ecologische voetafdruk 09 Living Planet Index 10 Overbevissing 10 Bijvangst 08
Groene Economie Energie 13 Broeikasgas-uitstoot 13 Stijging zeewaterspiegel 13 Klimaatverandering 14 The Energy Rapport
Sectoraanpak 19 Gecertificeerde vis bij Albert Heijn 19 TED-talk Jason Clay 19 GFTN & Kimberly Clark 20 Overzicht standaarden
12
18
Grondstoffenmarkten 24 15 essentiële grondstoffen 24 Biodiversiteit, grondstoffen en bedrijven 25
Bilaterale samenwerking 23 Kantelen grondstoffenmarkten 23 Principes van het WNF 22
Water 10 Watervoetafdruk 11
13
Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor mens en dier
Palmolie is een van de 15 essentiële grondstoffen
24
Water stewardship 24 Duurzaam waterbeheer bij Lake Navaisha 24 IKEA & Better Cotton Initiative 25
Visserij bedreigt het leven in zee
10
14
Duurzaam waterbeheer bij bloementeelt in Kenia, Lake Navaisha
24
Duurzame financiering 23 Investeren in duurzame viskweek 23 Rabobank: verkleinen voetafdruk in food & agribusiness 22
100% duurzame energie in 2050 is mogelijk
Colofon: Redactie: Ellen Hendrix (WNF), Richard Holland (WNF), Suzanne Visser Concept, realisatie en vormgeving: Label, Arnhem Lithografie: Willem Grafische Bewerkingen, Halle Druk: Graphic, Leusden
4
22 www.wnf.nl/bedrijven
Beleidsbeïnvloeding
Schone energie en CO2 -reductie 27 Eneco: eerste Climate Saver in Nederland 27 Climate Saver KPN 27 WNF Cleantech Star 27 Naar een duurzame luchtvaart met KLM 26
5
over het behoud van een leefbare aarde
Wij bouwen aan een toekomst waarin de mens leeft in harmonie met de natuur.
Hoe donkerder de kleur, des te groter de Ecologische Voetafdruk per persoon (2007)
over het behoud van een LEEFBARE aarde
groene aarde
De natuur, dat zijn wij De natuur is niet iets wat ver weg is of buiten ons staat. Wij maken er deel van uit.
De aarde geeft ons alles: frisse lucht, grondstoffen, energie, CO2 -opslag, medicijnen en schoon water. Deze onvervangbare ‘natuurdiensten’ zijn cruciaal voor ons welzijn en vormen de grondslag voor onze welvaart. Maar als we op dezelfde voet doorleven, putten we de aarde uit.
6x NEDERLAND
meer land nodig
Het Wereld Natuur Fonds bouwt aan een toekomst waarin de mens leeft in harmonie met de natuur. Het doel is het behoud van de biodiversiteit. Maar die biodiversiteit staat onder druk. Uit de Living Planet Index – de AEX-index van de natuur – blijkt dat tussen 1970 en 2008 al 30 procent van alle plantenen diersoorten is verdwenen. In de tropen gaat het zelfs om 60 procent. Lange tijd hebben we geleefd alsof het allemaal niet op kon. Het beslag dat mensen op de aarde leggen – de mondiale ecologische voetafdruk – is de afgelopen 40 jaar meer dan verdubbeld. Momenteel heeft de aarde 1,5 jaar nodig om duurzaam te produceren wat we in 1 jaar gebruiken. Met een wereldbevolking die groeit naar 9 miljard mensen in 2050 – mensen die per persoon steeds meer consumeren – zouden we halverwege deze eeuw 3 aardes nodig hebben om de natuurlijke hulpbronnen te produceren die we nodig hebben voor onze consumptie, onze infrastructuur en het absorberen van onze CO2 uitstoot. De realiteit is natuurlijk dat we het met 1 aarde moeten doen. Een aarde waarop onze ecologische voetafdruk onhoudbaar groot wordt. Nu al zien we op onderdelen grote, vaak onherstelbare schade aan ecosystemen ontstaan. Vooral de rijke landen leggen met hun hoge consumptie van geïmporteerde goederen een onevenredig groot beslag op de natuur.
Grondstoffen
In Indonesië, Maleisië, het Amazonegebied en de Cerrado worden grote stukken bos gekapt en savanne ontgind voor de productie van hernieuwbare grondstoffen zoals palmolie, soja, vlees, hout en pulp. Deze plaatsen vormen het leefgebied van reeds bedreigde diersoorten als de orang-oetan, de tijger en de reuzenmiereneter. Als we niets doen, zal de ontbossing tussen 2010 en 2050 opgeteld 232 miljoen hectare bedragen. Dat staat gelijk aan de oppervlakte van alle bossen in de Democratische Republiek Congo, Peru en Papua Nieuw-Guinea tezamen. De economische belangen zijn groot. Zo wordt de jaaromzet van houtproductie uit bossen geschat op meer dan 150 miljard euro.
>>
beeld: Shootmedia
dan binnen eigen landsgrenzen
Bekijk de WNF-commercial: www.wnf.nl/50manieren
De Living Planet Index: indicator soortenrijkdom De Living Planet Index (LPI) meet sinds 1970 de veranderingen in 7.953 populaties van 2.544 soorten vogels, zoogdieren, amfibieën, reptielen en vissen. De LPI toont een wereldwijde afname in soortenrijkdom: er zijn meer populaties die in aantal afnemen dan toenemen. www.wnf.nl/lpi
Europese bever (Castor fiber) in Polen
13,1% 1966-1998
Atlantische steur (Acipenser oxyrinchus oxyrinchus) in Albemarle Sound, USA
De mondiale ecologische voetafdruk De Ecologische Voetafdruk meet het beslag dat onze consumptie op de aarde legt. Dit wordt uitgedrukt in mondiale hectares (mha). Uit het Living Planet Report blijkt dat de aarde 1,5 jaar nodig heeft om duurzaam te produceren wat de mens in 1 jaar gebruikt.
10,9% 1991-2001
Afrikaanse olifant (Loxodonta africana) in Oeganda
In de verdrukking voor palmolie
3,3% 1983-2006
Roodhalsgans (Branta ruficollis) aan de Zwarte Zee-kust
0,6% 1960-2005
Blauwvintonijn (Thunnus thynnus) in de Westelijke en Centrale Atlantische Oceaan
Naar verwachting verdubbelt de wereldwijde vraag naar palmolie tot 2020. Palmolie zit bijvoorbeeld in zeep en margarine. Van de palmolie die Nederland importeert, komt 90 procent uit Indonesië en Maleisië. In deze landen wordt (tropisch) woud gekapt om plaats te maken voor palmolieplantages, waardoor in rap tempo het leefgebied van belangrijke diersoorten verkleint. Zoals dat van de orang-oetan, die hierdoor met uitsterven wordt bedreigd.
-5,8% 1971-2004 -6,6% 1961-2001
Peary kariboe (Rangifer tarandus pearyi) in de Arctisch Canada Zwarte albatros (Phoebetria fusca) op de Possession-eilanden
-7,7% 1979-2005
Walvishaai (Rhincodon typus) in het Ningaloo Reef, Australië
-8,4% 1995-2004 -20,5% 1989-2002
Lederschildpad (Dermochelys coriacea) in Las Baulas National Park, Costa Rica
-53,4% 2000-2007
Bengaalse gier (Gyps bengalensis) in Toawala, Pakistan -60%
-50%
-40% -30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Jaarlijkse populatie veranderingen
8
9
over het behoud van een LEEFBARE aarde
Een kilo kaas
3.200 L
Een kilo suiker
1780 L
De landbouw is een andere sector die enorm snel groeit. De sojaproductie in Latijns-Amerika heeft afgelopen 20 jaar een sterke groei gezien, van 17 tot 42 miljoen hectare. Er gaat jaarlijks ongeveer 40 miljard Amerikaanse dollar om in de handel in soja, waarvan 8 procent in Nederland geïmporteerd wordt. Een kilo rundvlees
Een kilo bananen VanVincent
Ook de markt van vis, schaal- en schelpdieren – die tot de meest verhandelde grondstoffen behoren – vertegenwoordigt een waarde van miljarden euro’s per jaar. De oceanen worden leeggevist door steeds meer en grotere vissersboten. De wereldwijde vangst is 2 tot 3 keer groter dan wat de overgebleven vissen kunnen reproduceren. Als we op deze manier doorgaan, zijn de commerciële visbestanden naar verwachting in 2048 volledig ingestort. De intensieve visserij heeft ook negatieve effecten op andere in zee levende soorten. Per jaar sterven meer dan 300.000 kleine walvissen en dolfijnen doordat ze verstrikt raken in netten. Meer dan 250.000 bedreigde dikkop- en lederschildpadden worden gevangen door lijnen uitgezet voor onder meer tonijn en zwaardvis.
15.500 L
790 L Een kop koffie
130 L
Een glas bier
75 L
Watervoetafdruk: 1 latte macchiato kost 200 liter water Wereldwijd zijn er 45 landen die kampen met een gebrek aan schoon drinkwater. Zoet water is schaars, maar wordt in grote hoeveelheden gebruikt tijdens de productie van goederen. Zo kost 1 kopje koffie – van teelt tot consument – al 130 liter water, een latte zelfs 200 liter. Bij het terugdrin gen van de impact van hun watergebruik in het productieproces en in stroomgebieden waar de productie plaatsvindt, kunnen bedrijven het verschil maken door hun invloed in de keten aan te wenden.
Bekijk een filmpje over de watervoetafdruk van een latte: www.wnf.nl/latte
Het verduurzamen van grondstofketens is dus noodzakelijk. Wat die verduurzaming inhoudt, verschilt per grondstof. Het hangt af van de voorraad, de herkomst, de omstandigheden, de alternatieven, de manier van produceren en van transporteren. Alleen door naar de hele productieketen te kijken, is te zeggen of iets duurzaam is geproduceerd: gemaakt op een sociaal aanvaardbare manier en zonder onnodige druk op de natuurlijke omgeving.
Bijvangst zeeschildpadden In de visserij op tonijn en zwaardvis worden lange lijnen met haken (longlines) door het water getrokken. Zeeschildpadden kunnen de veelgebruikte traditionele J-vormige haken gemakkelijk inslikken en gaan dood. Een van de levensreddende maatregelen die het WNF in de visserij heeft ingevoerd, is de C-haak. Zijn rondere vorm voorkomt dat de schildpad zich erin vast kan bijten. Het vervangen van de J-haak door een C-haak kan bijvangst van schildpadden met 80 procent terugdringen en gaat niet ten koste van de visvangst.
Naast de beschikbaarheid van grondstoffen staat ook de zoetwatervoorziening onder druk. De ecosystemen van rivieren en wetlands zijn van groot belang voor het leven van miljarden mensen en dieren wereldwijd. Steeds minder rivieren kunnen echter nog vrij stromen. Meer dan 40 procent van de wereldbevolking leeft in gebieden waar water een probleem is en 1,1 miljard mensen heeft geen toegang tot schoon drinkwater. In ontwikkelingslanden wordt tot wel 70 procent van het industriële afvalwater zonder zuivering geloosd. Intussen groeit onze behoefte aan zoet water nog steeds. In 2025 zal de waterconsumptie wereldwijd naar schatting met in totaal nog eens 13 procent zijn toegenomen.
Bij de C-haak is de punt naar binnen gericht. De C-haak is groter dan de J-haak. WWF-Canon / Jo Benn
De J-haak heeft een scherpe punt die naar buiten is gericht.
Water
75% van de wereldwijde visstanden wordt overbevist
Hiyoko Imai
Een groeiende consumptie zal dit percentage snel verhogen. Daarnaast zijn sommige vistechnieken schadelijk voor mariene biodiversiteit. Zo kunnen visnetten zorgen voor veel
10
bijvangst van zeeschildpadden en dolfijnen en trekken sleepnetten het koraal kapot of woelen de zeebodem om.
Naast het huishoudelijk gebruik van water (8 procent) en het gebruik van water in industriële processen (18 procent) komt veruit het grootste watergebruik voor rekening van de landbouw (74 procent). Een maat voor het watergebruik tijdens de productie van voedsel en andere goederen is de watervoetafdruk. Maar belangrijker dan het getal op zich, is de verhouding tussen de watervoetafdruk en de watersituatie ter plekke. Bij waterschaarste is een gemiddelde watervoetafdruk al een belasting; bij wateroverschotten is zelfs een grote watervoetafdruk mogelijk geen probleem. Maar het is duidelijk dat het bedrijfsleven, de landbouwsector in het bijzonder, een grote bijdrage kan leveren aan een duurzame zoetwatervoorziening.
>> 11
over het behoud van een LEEFBARE aarde
Energie
Onze energievoorziening is de derde factor die vraagt om een fundamentele heroverweging. Niet alleen omdat olie en gas opraken, maar meer nog omdat het gebruik van fossiele brandstoffen verantwoordelijk is voor ongeveer tweederde van alle broeikasgasemissies, de belangrijkste oorzaak van de snelle en gevaarlijke klimaatverandering. CO2 -uitstoot leidt tot een wereldwijde temperatuurstijging die zo snel gaat dat ecosystemen zich niet meer kunnen aanpassen: nog deze eeuw wordt 1 op de 3 planten- en diersoorten met uitsterven bedreigd. Smeltend ijs bedreigt het leven van pooldieren en leidt tot stijging van de zeewaterspiegel, waardoor laaggelegen gebieden een steeds groter risico op overstromingen lopen. Warmer zeewater doet koraalriffen afsterven, de kraamkamers van de zee die belangrijk zijn voor het levensonderhoud van miljoenen mensen. En het veranderende klimaat leidt tot wel 20 procent lagere gewasopbrengsten in droge en tropische streken zoals Afrika en Zuid-Azië.
Landbouw De getallen in de wolken zijn percentages van de totale broeikasgas-uitstoot.
Broeikasgassen: zwaargewichten in uitstoot
Willen we de gevaarlijke gevolgen die temperatuurstijging teweegbrengt voorkomen, dan mag de gemiddelde temperatuur ten opzichte van het preindustriële tijdperk met maximaal 1,5°C stijgen. Om onder die veilige ondergrens te blijven, moeten we onze uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO2, drastisch omlaag brengen. Dat vraagt om een andere visie op energie. Het WWF Energy Report (zie pag. 14/15) laat zien dat met ambitieuze besparingen en het benutten van hernieuwbare energiebronnen een volledig duurzame energievoorziening in 2050 mogelijk is. De prioriteiten zijn eenvoudig vast te stellen door te kijken naar de sectoren met het grootste aandeel in de uitstoot van broeikasgas. Energieopwekking, transport, chemie en de productie van cement, staal, ijzer en papier & pulp en landbouw nemen samen 70% van het totaal voor hun rekening. Dat zijn de sectoren waar de energietransitie het snelst moet gaan.
Alleen wanneer de markten rondom grondstoffen, water en energie veranderen en onze vraag ernaar vermindert, kan de aarde ons ook in de toekomst blijven voorzien van deze natuurlijke hulpbronnen.
De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen is 41,8 miljard ton. Grootste veroorzaker van deze uitstoot is de industrie (25,4 miljard ton). Bij het verduurzamen van de energievoorziening focust WNF zich vooral op deze sectoren.
25.4 GT (28 GT)
Klimaatverandering
‘De wereldwijde temperatuurstijging heeft grote gevolgen voor mens en natuur.’
38% Landgebruik
52%
16.375 GT (18 GT)
Stijging zeewaterspiegel gevaar voor Sundarbans-eilanden De eilandengroep Sundarbans in het Indiase deel van de Ganges-delta is leefgebied van de Bengaalse tijger en herbergt de grootste mangrove bossen ter wereld. Circa 50 eilanden worden door mensen bewoond. Als gevolg van de klimaatverandering stijgt de zeespiegel in de Sundarbans gemiddeld met 3,14 mm per jaar. Door deze stijging verdwijnen sommige van de bewoonde eilanden langzaam onder water.
Het Wereld Natuur Fonds ontwikkelde een interactieve thermometer die de gevolgen van klimaatverandering toont bij een temperatuurstijging tot 2, 3 of 4 graden Celcius. www.wnf.nl/thermo
20.000 km2 mangrove 70 tijgers
12
13
VISIE VOOR 2050
100% DUURZAME ENERGIE IN 2050 The Energy Report van het Wereld Natuur Fonds en Ecofys toont aan dat het haalbaar is om iedereen ter wereld te voorzien van duurzame, betaalbare energie in 2050.
DE WERELDWIJDE ENERGIEVRAAG MOET OMLAAG
Hoe?
In 2050 hebben ambitieuze energiebesparende maatregelen geresulteerd in een totale energievraag die 15% lager is dan in 2005, ondanks dat bevolking, bedrijvigheid en vervoer zullen groeien.
Industrieën recyclen meer, produceren minder
Auto’s worden zuiniger en we kiezen vaker de
afval en gebruiken energie-efficiëntere, duurzame materialen.
trein in plaats van het vliegtuig of de auto.
Gebouwen worden energiezuinig gebouwd of
Voedselverspilling in welvarende landen vermindert en voedsel wordt op efficiënte en
gerenoveerd.
duurzame wijze geproduceerd. Dit spaart niet alleen energie, maar maakt ook land vrij.
The Energy Report is hier te vinden: www.wnf.nl/ter Totale energievraag EJ/jaar
306
353
296
261
DE HUIDIGE SITUATIE Wereldpopulatie in miljarden
Het huidige fossiele brandstoffenparadigma kan niet standhouden.
6.5
Een volledig duurzame hernieuwbare energievoorziening is de enige manier waarmee we iedereen kunnen blijven voorzien van energie en gevaarlijke klimaatverandering kunnen tegengaan.
1,4
mrd
mensen hebben geen toegang tot een betrouwbare energievoorziening.
mrd
2,7
2005
is verantwoordelijk voor ongeveer tweederde van alle broeikasgasemissies en de belangrijkste veroor-
In 2050 komt 95% van de energievoorziening uit hernieuwbare bronnen, op basis van technologieën die vandaag de dag worden
zaker van klimaatverandering,
2/3
Om opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden, moet de CO2-uitstoot in 2050 minimaal 80% lager zijn dan in 1990.
2020
gezondheid.
14
2050
gebruikt of ontwikkeld. Wind, zon, geothermie en waterkracht voor elektriciteit. Zon en geothermische bronnen voor warmtevoor-
Niet-hernieuwbare energiebronnen
ziening. Uitgaande van technologische innovaties is in onze visie een volledig duurzame energievoorziening haalbaar.
249 173
Hernieuwbare energiebronnen
122 87
2030
Olie en gas raken op; in 2030 zal de productie uit bekende olie- en gasreserves gereduceerd zijn met:
40 tot 60%
49
Kernenergie is een risicovolle en dure optie. Kernafval blijft giftig gedurende:
10.000 jaar
2005 ©Schwandt Infographics 2012
Deze worden vaak verkregen op manieren die zeer schadelijk zijn voor de natuur en waarvan het gebruik erg schadelijk is voor de
2035
9.2
267
257
mensen zijn afhankelijk van traditionele brandstoffen als:
hout houtskool mest
8.6
WERELDWIJDE ENERGIEVOORZIENING UIT HERNIEUWBARE BRONNEN
Het gebruik van fossiele brandstoffen
-80%
7.7
13
2020
2035
2050
Hoe? Er wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van elektriciteit in plaats van vaste of vloeibare brandstoffen. ‘Slimme’ elektriciteitsnetwerken leveren en delen energie op een efficiëntere manier.
Vloeibare biobrandstoffen worden zo veel mogelijk beperkt tot toepassingen waar gebruik van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen niet haalbaar is. Zoals luchtvaart, scheepvaart, langeafstandsvervoer en bepaalde industriële processen.
Strikte duurzaamheidscriteria worden ontwikkeld en versterkt, zodat hernieuwbare energie past binnen milieu- en ontwikkelingsdoelstellingen. Wereldwijde samenwerking en wereldwijde energie- en klimaatafspraken zorgen voor naleving en controle.
15
Over het verduurzamen van markten
Als natuurbeschermers tegenwoordig ergens moeten zijn, dan is het aan de vergadertafels in de zakenwereld.
over het verduurzamen van markten
Groene economie Willen we onze bronnen van welzijn veilig stellen, dan moeten we nu snel toe naar een groene economie: schone technologieën, duurzame handelsketens, groene financierings mechanismen, een ander consumptiepatroon.
sleutelrol grote marktpartijen
“100 companies can move 50% of production”
Bekijk de TED-talk van Jason Clay: www.wnf.nl/ted
Jason Clay, WWF US
Gecertificeerde vis bij Albert Heijn Het WNF werkt samen met Albert Heijn aan het verduurzamen van de visserij en viskweek. Albert Heijn streeft naar 100% duurzame visproducten onder het eigen merk in 2015, gecertificeerd door MSC (wilde vis) en ASC (voor kweekvis). Daar waar nog geen gecertificeerde vis beschikbaar is, investeert Albert Heijn samen met het Wereld Natuur Fonds in visverbetertrajecten.
Sectoraanpak
Het Wereld Natuur Fonds concentreert zich op die grondstoffen- en energie sectoren waar volgens onze analyses de grootste winst voor de natuur te boeken is. Ons doel is om de meerderheid van de grote marktpartijen in die sectoren zo ver te krijgen dat zij vrijwillig gaan werken volgens verantwoorde en betrouwbare standaarden (zie pag. 20/21). De kracht zit hem in de massa; daarmee boeken we netto het meeste resultaat voor de natuur. Daarom wordt de lat op zodanige hoogte gelegd dat deze voor het merendeel van de marktpartijen daadwerkelijk bereikbaar is. Wanneer het aandeel duurzaam geproduceerde en verhandelde goederen een kritische grens passeert, kantelt de markt: de standaard wordt de nieuwe norm. Vervolgens worden de standaarden steeds verder aangescherpt. Want wat vandaag ‘goed’ is, is morgen ‘niet goed genoeg’. De standaarden worden overeengekomen in zogenoemde Ronde Tafels voor verantwoorde productie van grondstoffen. Het Wereld Natuur Fonds neemt deel aan verschillende Ronde Tafels waar producenten, afnemers en maatschappelijke organisaties aanschuiven. Als medeoprichter stonden wij in 1993 bijvoorbeeld aan de basis van het Forest Stewardship Council (FSC) voor duurzaam bosbeheer. En in 1996 lanceerden we samen met Unilever de Marine Stewardship Council (MSC) voor verantwoord gevangen wilde vis. Om naleving van de standaarden te garanderen, worden er certificeringssystemen aan gekoppeld; hierover wordt in de vorm van keurmerken met inkopers en consumenten gecommuniceerd.
GFTN helpt houtmarkt verduurzamen Het WWF Global Forest & Trade Network (GFTN) – in 1991 door het WNF opgericht – is een netwerk van honderden bosbeheerders, producenten, leveranciers en inkopers uit de wereldwijde houtmarkt. Het netwerk is gericht op het voorkomen van illegale houtkap en het verduurzamen van bosbeheer door FSCcertificering van de gehele keten. Gezamenlijk spannen de leden zich in de biodiversiteit te beschermen in de grootste overgebleven bosgebieden op aarde, zoals Borneo, het Congo Basin en de Amazone. Kimberly Clark – de grootste producent van papier voor persoonlijke verzorging – neemt sinds 2009 deel aan GFTN. De afspraken met Kimberly Clark omvatten de inkoop van 100% gecertificeerde houtvezels voor alle producten.
WWF / naturepl.com /Tim Laman
Het vergroenen van de economie is een noodzakelijke stap om onze kostbare natuur te beschermen. Als het Wereld Natuur Fonds ergens moet zijn, is het aan de vergadertafels in de zakenwereld. We proberen de markten op vier manieren te veranderen: via sectoraanpak, een-op-een-afspraken met bedrijven, duurzame financiering en beleidsbeïnvloeding.
Het WNF heeft een project opgezet waarbij Filippijnse geelvintonijn-vissers worden begeleid naar volledige MSC-certificering in 2012.
Behalve Ronde Tafels organiseert het Wereld Natuur Fonds ook andersoortige activiteiten om de marktacceptatie van certificeringsprogramma’s en keurmerken te vergroten. Het Global Forest & Trade Network (GFTN) bijvoorbeeld, een programma waarmee het Wereld Natuur Fonds boseigenaren
>> 18
19
over het verduurzamen van markten
keurmerk verandert de markt Vrijwillige standaarden zorgen ervoor dat bedrijven op een voor mens en natuur verantwoorde en transparante manier produceren. Van hout tot palmolie en van soja tot rundvlees – door certificeringsystemen met een keurmerk op te zetten kunnen inkopers en consumenten er zeker van zijn dat een product aan een standaard voldoet. Vele standaarden bestaan al. Daar waar nog geen standaarden bestaan, initieert het WNF samen met partners Ronde Tafels met als doel het opstellen van nieuwe standaarden die acceptabel zijn voor producenten, afnemers en maatschappelijke organisaties.
Hout & pulp
Wilde vis
Kweekvis
Palmolie
Herkomst? Bossen en plantages
Herkomst? Oceanen, zeeën, rivieren, meren
Herkomst? Mangrovebossen, meren,
Herkomst? Plantages in de tropen,
Waarin? Meubels, papier,
Waarin?
Visvoer en voedsel Probleem? Overbevissing en bijvangst Keurmerk? MSC (Marine Stewardship Council)
kuststroken Waarin? Voedsel Probleem? Verlies waardevolle natuur, vervuiling van water, verspreiding van ziektes, sociale problemen Keurmerk? ASC (Aquaculture Stewardship Council)
bouwmaterialen Probleem? Verlies waardevol bos, meer broeikasgassen in de lucht Keurmerk? FSC (Forest Stewardship Council)
vooral in Zuidoost-Azië Waarin? Consumentenproducten: zeep,
shampoo, margarine, chocolade, koekjes, cosmetica Probleem? Verlies waardevol (veen)bos, meer
broeikasgassen in de lucht, sociale problemen Keurmerk? RSPO (Ronde Tafel voor Verantwoorde Palmolie)
Soja
Katoen
Suikerriet
Rundvlees
Biobrandstof
CO2 credits
Herkomst? Boerenbedrijven in de tropen,
Herkomst? Plantages, vooral in India, China,
Herkomst? Plantages wereldwijd, vooral
Herkomst? Veeteeltgronden wereldwijd, vooral
Herkomst? Plantages van diverse
Herkomst? CO2-reductieprojecten
vooral in Zuid-Amerika Waarin? Veevoer en voedsel Probleem? Verlies waardevol bos en graslanden, meer broeikasgassen in de lucht, sociale problemen Keurmerk? RTRS (Ronde Tafel voor Verantwoorde Soja)
Centraal-Azië en VS Waarin? Textiel Probleem? Watergebruik, gebruik van chemicaliën, bodemuitputting, sociale problemen, uitstoot broeikasgassen Keurmerk? BCI (Better Cotton Initiative)
Brazilië en India Waarin? Voedsel en biobrandstoffen Probleem? Verlies waardevolle natuur, gebruik van chemicaliën, bodemuitputting en -erosie, watergebruik en -vervuiling, uitstoot broeikasgassen Keurmerk? Bonsucro
Brazilië en VS Waarin? Voedsel Probleem? Verlies waardevolle natuur, uitstoot broeikasgassen, watergebruik en -vervuiling Keurmerk? GRSB (Global Roundtable for Sustainable Beef)
teelten, bijproducten en afval Waarin? Transport Probleem? Verlies waardevolle natuur, gebruik van chemicaliën, bodemuitputting en -erosie, watergebruik en -vervuiling, uitstoot broeikasgassen Keurmerk? RSB (Roundtable on Sustainable Biofuels)
Waarin?
20
standaard in ontwikkeling
CO2-compensatie
Probleem? Betrouwbare en permanente
CO2-compensatie Keurmerk? Gold Standard
21
over het verduurzamen van markten
De principes van het Wereld Natuur Fonds
meer dan 7 miljard consumenten
en houtverwerkende industrie ondersteunt bij het versneld behalen van FSC-certificering, met name in gebieden die grenzen aan kwetsbare natuurgebieden. Andere voorbeelden zijn publiekscampagnes om de bekendheid van keurmerken te vergroten en publicaties zoals de Palm Oil Buyers’ Scorecard, die inzichtelijk maakt hoe verschillende bedrijven scoren op het gebied van duurzame palmolie.
In de samenwerking met strategische partners bewaart het Wereld Natuur Fonds objectiviteit en geloofwaardigheid door te werken vanuit duidelijke principes:
retailers merken
300 - 500 bedrijven controleren 70% van het aanbod
≥ Transparantie:
We leggen altijd uit met wie we samenwerken, hoe en waaraan.
≤ punt van
beïnvloeding
handelaren
Bilaterale samenwerking
Met bedrijven die door hun marktomvang grondstoffenmarkten of energieintensieve sectoren in beweging kunnen brengen, sluit het Wereld Natuur Fonds strategische een-op-een-partnerschappen. In alle partnerschappen gaat het om heldere doelen en tastbare resultaten. We leggen een link tussen natuurbescherming en de kernactiviteit van het bedrijf en werken vanuit duidelijke principes om de objectiviteit en onafhankelijkheid van het Wereld Natuur Fonds te bewaren. De winst voor de natuur staat altijd voorop. Onze bedrijvenpartner is een voorloper in duurzaamheid of heeft de ambitie dat te worden. Het Wereld Natuur Fonds helpt die ambitie te vertalen naar concrete tussendoelen en brengt nieuwe perspectieven die complementair zijn aan die van onze partner. Samen dragen we de voorbeeldrol van onze partner uit, om de hele sector in beweging te brengen. De meeste van onze partners zijn internationale bedrijven waarvan het hoofdkantoor in Nederland staat; denk aan Albert Heijn/Ahold, Eneco, KLM en KPN. Andere bedrijven zijn partner van het internationale Wereld Natuur Fonds (WWF) en bovendien groot in Nederland, zoals IKEA en Kimberly-Clark.
eetbare resultaten: ≥M
We gaan niet voor snelle winst, maar voor transformerende en duurzame veranderingen op grote schaal.
verwerkers
≥ R echt op andere mening:
We behouden ons het recht voor om met onze bedrijvenpartners van mening te verschillen en nemen zo nodig een kritische houding aan.
meer dan 1 miljard producenten
≥ H et Panda-logo is geen keurmerk:
Bedrijven kunnen grondstoffenmarkt kantelen Op de internationale grondstoffenmarkten ligt de macht in toenemende mate bij slechts een aantal spelers, waaronder retailers, merken en handelaren: bedrijven die controle hebben over een groot deel van de handel. Het WNF richt zich op deze selecte groep bedrijven om de markt zo snel mogelijk te transformeren richting duurzaamheid.
We hanteren in Nederland een ‘no-endorsement’ principe. Dit betekent dat het bekende Panda-logo niet op producten van partners gevoerd mag worden om verwarring met onafhankelijke keurmerken te voorkomen. Overigens worden in verschillende landen binnen het internationale Wereld Natuur Fonds-netwerk wel licentieovereenkomsten gesloten waarbij het logo op een product mag worden gevoerd.
Duurzame financiering
We werken ook samen met de financiële sector, omdat deze kan bijdragen aan het transformeren van energie- en grondstoffenmarkten. Zo kunnen banken de lat voor bedrijven hoger leggen door uitsluitend te investeren of leningen te verstrekken op voorwaarde dat een bedrijf aan bepaalde duurzaamheidseisen voldoet of bijdraagt aan de verduurzaming van de markt. Samen met vooraanstaande financiers zoals Rabobank, HSBC, de ANZ Banking Group en Nedbank willen wij daarnaast laten zien dat duurzaamheid voor bedrijven ook zakelijke voordelen biedt. Dat doen we door het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe instrumenten voor risicomanagement, best practices en beleidslijnen.
Beleidsbeïnvloeding
Met standaarden en strategische samenwerkingsafspraken stimuleert het Wereld Natuur Fonds markten steeds verder richting duurzaamheid. Maar in sommige gevallen helpt stimuleren onvoldoende. Er zullen altijd bedrijven zijn die niet vrijwillig tot duurzamer produceren te bewegen zijn. Daarom is het belangrijk dat er op elke markt een ondergrens is, een minimumniveau dat in overheidsregulering wordt afgedwongen. Waar nodig doen we een beroep op de overheid om die regels te handhaven en/of aan te scherpen. Het Wereld Natuur Fonds gaat het gesprek aan in Den Haag, of in Brussel als het om Europese regelgeving gaat. Een voorbeeld is het verbod (vanaf 2013) om hout
>> 22
Dutch Greentech Fund investeert in duurzame viskweek
Bekijk een filmpje over Protosect via: www.wnf.nl/ dutchgreentech
Het Dutch Greentech Fund van de Rabobank investeert in kansrijke Nederlandse technostarters, die met hun innovatieve technologieën of processen de keten van grondstof tot eindproduct helpen verduurzamen. Het fonds richt zich op landbouw, voedselproductie, water, lucht en bio-energie en hanteert bij aanvragen duurzaamheidscriteria, mede ontwikkeld door het WNF. Dutch Greentech Fund investeert bijvoorbeeld in Protix Biosystems, dat een duurzaam en voedselveilig alternatief heeft ontwikkeld voor vismeel, Protosect. In plaats van wildgevangen vis wordt Protosect gemaakt van insecten die gekweekt worden op organische reststromen. Ter illustratie: wanneer een kwart van het vismeel voor kweekzalm vervangen wordt door Protosect, zou er jaarlijks 200.000 ton minder uit de oceanen gevist hoeven worden.
Rabobank: kleinere voetafdruk in food & agribusiness “De samenwerking tussen Rabobank en het WNF richt zich specifiek op de internationale food & agribusiness waar we de voetafdruk van bedrijven en ketens willen verminderen. Zo vervulde het WNF een klankbordrol bij het integreren van duurzaamheidseisen in de Food & Agri Principles van de Rabobank. Daarnaast zetten we samen concrete projecten op die aantonen dat duurzaam ondernemen daadwerkelijk een (economische) meerwaarde oplevert voor zowel natuur en lokale bewoners, als bedrijven en financiers die actief zijn in de voedsel- en landbouwketens. Zoals bijvoorbeeld in de sectoren suikerriet, cacao en viskweek.”
Piet Moerland, Voorzitter Raad van Bestuur, Rabobank Nederland
23
over het verduurzamen van markten
Biodiversiteit, grondstoffen en bedrijven Veel grondstoffen worden onder meer gehaald uit regio’s waar de ecosystemen uiterst waardevol zijn voor de biodiversiteit, zoals de Amazone en Borneo. Om deze gebieden veilig te stellen, is het van groot belang dat de bedrijven die daar hun grondstoffen winnen zich inzetten om de productieketen te verduurzamen.
Amazone
Cargill, ADM, Louis Dreyfus, Nestle, Bunge, JBS
Koraaldriehoek
Cargill, Nestle, Mitsubishi Corp, Bolton Group, Tri Marine International
Borneo
Wilmar, Sinar Mas (APP), Unilever, Sumomito Corporation, D1 Oils, Samling
Oost-Afrika
Plexus Cotton, Louis Dreyfus, The CocaCola Company, Olam International
Arctisch gebied
Essentiële grondstoffen De 15 grondstoffen waarvan de productie volgens de analyse van het WNF de grootse bedreiging voor de natuur vormt, zijn: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
24
hout papier palmolie suikerriet soja katoen rundvlees zuivel wilde tonijn witvis garnalen visolie/vismeel kweekzalm kweekgarnalen bio-energie
Pescanova, Marine Harvest, Maruha Nichiro, Nutreco, High Liner Foods
Duurzaam waterbeheer Lake Naivasha Maar liefst 65 procent van alle rozen in Nederland komt uit het gebied rond Lake Naivasha in Kenia. Robert Ndetei, WWF-Kenia: “Het water uit Lake Naivasha wordt intensief gebruikt door de vele bloemenkwekerijen. Maar door uitputting en vervuiling verdroogt het meer. Dit is niet alleen een risico voor de biodiversiteit van dit belangrijke wetland, maar ook een economisch en sociaal risico voor de mensen die afhankelijk zijn van het meer. Het is belangrijk dat alle relevante stakeholders gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor duurzaam beheer.”
van illegale of onbekende bronnen in Europa te importeren. Ook hebben we in Nederland samen met onze partners actie ondernomen om ervoor te zorgen dat tropisch hout niet als duurzaam wordt aangemerkt zonder dat het voldoet aan een betrouwbare standaard.
Grondstoffenmarkten Vis
Veetee lt
Bedrijven
Suiker
Soja
Katoen
Hout
Biobran
Palmoli e
Grondstoffen dstoffe n
Prioriteitsgebieden
Het Wereld Natuur Fonds wil in de grondstoffenmarkten verandering teweeg brengen waardoor productieketens wereldwijd verduurzamen. Wanneer bedrijven inzien dat grondstoffen ook tegen betaalbare prijzen geproduceerd kunnen worden met aanzienlijk minder belasting voor de natuur, en als de vraag naar dit soort grondstoffen groeit, dan kunnen deze markten ‘kantelen’ naar duurzaamheid (zie pag. 18). Om dit te bereiken, heeft het Wereld Natuur Fonds een strategisch plan opgesteld waarin de belangrijkste grondstoffenmarkten en gesprekspartners zijn geïdentificeerd. Eerst hebben we in kaart gebracht waar de prioriteiten liggen. We hebben onderzocht welke grondstoffenketens de grootste druk leggen op die gebieden die uiterst waardevol zijn voor de biodiversiteit. De volgende stap was het vinden van het juiste aangrijpingspunt. Een belangrijke trend is de toenemende concentratie van marktmacht in de handen van een paar multinationals. Uit analyse blijkt dat het gaat om 100 bedrijven die samen 25 procent van de keten in de 15 essentiële grondstoffen in handen hebben. Grondstoffen waarvan de productie de grootste bedreiging voor de natuur vormt. Wij benaderen deze bedrijven om de verduurzaming van de markt op gang te brengen via certificeringsystemen (zie pag. 20/21), een-op-een-afspraken en via de financiële sector (zie pag. 22).
Water stewardship
IKEA en het Better Cotton initiatief Voor de irrigatie van landbouwgewassen in Pakistan wordt enorm veel rivierwater gebruikt. Voor een kilo normale katoen – goed voor slechts één spijkerbroek – is tot 4.500 liter nodig. In de Indus-rivier is door vervuiling en het zakkende waterpeil het aantal bedreigde Indus rivierdolfijnen gekelderd tot minder dan 1.600. In 2006 begon het WNF, met support van IKEA, een pilotproject om hier betere katoenteelt te stimuleren. Pakistaanse boeren wisten hierdoor onder meer hun watergebruik te verminderen met ruim eenderde. De bevindingen van dit pilotproject zijn uiteindelijk volledig geïntegreerd in de standaarden van het Better Cotton Initiative (BCI). IKEA en WNF hebben samen actief opgetreden om de BCI-standaard geaccepteerd te krijgen in de kleding-en textielmarkt.
Een hulpbron – of ‘natuurdienst’ – die om apart beleid vraagt, is zoet water. Goed waterbeheer is vaak een gedeeld belang. Voor bedrijven is van belang dat ze voor alle aspecten van hun productieketen de ‘waterrisico’s’ kennen en antwoorden formuleren. De manier waarop bedrijven beter omgaan met water, heeft de aanduiding water stewardship gekregen. Met diverse partners heeft het Wereld Natuur Fonds initiatieven genomen om dit begrip handen en voeten te geven. Samen met de Duitse investeringsmaatschappij DEG hebben we een instrument ontwikkeld, waarmee bedrijven hun waterrisico’s in kaart kunnen brengen. Ook zijn wij medeoprichter van het Watervoetafdruk Netwerk: een publiek, privaat en wetenschappelijk samenwerkingsverband dat bedrijven helpt onderzoek naar de watervoetafdruk van hun productie te vertalen in duurzaam beleid. Daarnaast werken we aan het integreren van goed waterbeheer in standaarden voor grondstoffen. Een samenwerkingsverband met onze strategische partner IKEA heeft geleid tot een standaard voor de katoenteelt: het Better Cotton Initiative. Ook stimuleren we samenwerkingsverbanden in specifieke regio’s, zoals Lake Naivasha in Kenia en het stroomgebied van de Yangtze in China.
>> 25
over het verduurzamen van markten
Eneco: Eerste Climate Saver in Nederland Schone energie en CO2 -reductie
In The WWF Energy Report (zie pag. 14/15) hebben wij laten zien dat een duurzame energievoorziening in 2050 realiteit kan zijn. Een noodzaak, willen we de snelle en gevaarlijke klimaatverandering tegengaan. De benodigde oplossingen zijn er voor een groot deel al, want technologieën gebaseerd op schone energie (cleantech) zijn op de markt beschikbaar. Het Wereld Natuur Fonds zet zich actief in voor de ontwikkeling en versteviging van de cleantechsector in Nederland. We brengen de positie van landen op de wereldwijde cleantech-markt in kaart en doen onderzoek naar de barrières die groei in de weg staan. Daarnaast organiseren we symposia waar de belanghebbenden in de cleantech-sector kennis kunnen uitwisselen en de organisatiegraad van de sector kunnen vergroten. Ook reiken we de WNF Cleantech Star uit aan het meest veelbelovende bedrijf dat een grote bijdrage levert aan klimaat en economie. Zo versterken we de positie van dit bedrijf als rolmodel in de sector. Een ander initiatief is het Dutch Greentech Fund (zie pag. 23). Dit fonds investeert in veelbelovende technostarters en werd door de Rabobank samen met het Wereld Natuur Fonds, de TU Delft en Wageningen Universiteit opgericht.
“Eneco behoort tot de schoonste energieondernemingen van Europa en wil dit blijven. Daarom hebben we met het WNF afspraken gemaakt over de productie en levering van schone energie en over onze eigen CO2-reductie. Voor 2013 hebben we diverse doelen gesteld. Zo is onze ambitie dat de duurzame stroomproductie (door onze eigen productiemiddelen of via PPA’s*) eind 2013 20% van onze totale levering is, dat 20% van onze geleverde stroom ‘donkergroen’ is, dat onze interne bedrijfsvoering 50 procent minder CO2-uitstoot dan in 2007 en dat we jaarlijks niet meer dan 300 gram CO2 uitstoten per geproduceerde eenheid (kWh) elektriciteit. Samen met het WNF zorgen we dat er altijd energie is en beschermen we de natuur door klimaatverandering tegen te gaan.” Jeroen de Haas, bestuursvoorzitter Eneco
Telecombedrijf KPN is verantwoordelijk voor 1 procent van het totale Nederlandse elektriciteitsverbruik. Door dit grote volume wordt KPN als Climate Saver een aanjager van de productie van schone energie in Nederland.
≥ 100% afname van donkergroene 100% 2010
0%
≥ 0 % netto CO -uitstoot 2
2020
≥ 2 0% absolute energiebesparing
Ook heeft het Wereld Natuur Fonds het internationale Climate Savers- programma opgezet waarin we met bedrijven samenwerken om concrete, meetbare en additionele CO2 -reducties te realiseren. Samen met onafhankelijke experts bepalen we emissiereductiedoelstellingen die aantoonbaar ambitieuzer zijn dan eerder vastgestelde en gecommuniceerde doelstellingen en die het bedrijf tot koploper in de sector maken. Externe adviseurs monitoren en verifiëren de naleving van de afspraken. In Nederland zijn Eneco en KPN Climate Savers. Eind 2011 stond de teller op 27 Climate Savers wereldwijd, waaronder Sony, The Coca-Cola Company en Volvo. Samen hebben de Climate Savers in 10 jaar tijd 50 miljoen ton CO2 -uitstoot bespaard.
Cleantech Star
20%
De WNF Cleantech Star is een prijs voor het meest veelbelovende technologiebedrijf dat nu en in de toekomst een grote bijdrage levert aan klimaat en economie. In 2009 en 2011 werd de Star uitgereikt aan respectievelijk Priva en Topell Energy.
2020
(130 GWh ) in het mobiele en vaste netwerk in Nederland
Naar een duurzamere luchtvaart met KLM Wereldwijd draagt de luchtvaartindustrie ongeveer 2-3% bij aan de totale CO2-uitstoot veroorzaakt door de mens. Dat mensen vliegen is een realiteit in een globaliserende wereld. Uit alle scenario’s blijkt bovendien dat de luchtvaart tot 2025 mondiaal blijft groeien. Daarom werken het WNF en KLM sinds 2007 samen aan het verduurzamen van de luchtvaart. In 2011 maakten we een aantal nieuwe afspraken:
≥ K LM streeft ernaar ≥ H et WNF en KLM
zullen de dialoog tussen stakeholders faciliteren en hen de benodigde actie duidelijk maken.
in 2015 haar vloot op gemiddeld 1% duurzame biobrandstof te laten vliegen.
≥ K LM behoudt best-in-class
positie op het gebied van brandstofefficiëntie door t.o.v. 2009 20% CO2reductie per getransporteerde ton/km te realiseren.
≥ H et WNF adviseert KLM
over de duurzaamheid van de biobrandstoffen die ze wil gebruiken.
26
stroom: elektriciteit die is opgewekt uit hernieuwbare bronnen en in Nederland is geproduceerd. KPN gaat ook leveranciers vragen op duurzame energie over te stappen.
* langlopende energie-inkoopcontracten, rechtstreeks met de producenten.
Op weg naar een duurzame energievoorziening in 2050 investeren wij daarnaast in strategische partnerschappen met bedrijven uit energie-intensieve sectoren. Met KLM werken wij bijvoorbeeld al sinds 2007 samen aan het verduurzamen van de luchtvaart. Het accent ligt op het verhogen van brandstof efficiëntie en innovaties zoals duurzame biobrandstoffen voor de luchtvaart.
De contouren van een groene economie beginnen zich af te tekenen. Verduurzaming van grondstoffenketens, water stewardship, scho neenergie en CO2 -reductie: steeds meer bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid. Maar de komende jaren worden cruciaal. Naast verantwoorde herkomst zal de focus steeds meer moeten liggen op het verminderen van consumptie. We hebben geen tijd te verliezen.
Afspraken met Climate Saver KPN
≥ K LM steunt natuurbe-
schermingsprojecten van het WNF om bij te dragen aan biodiversiteit en een duurzamere toekomst.
27
over de toekomst
Uitdagingen Alle langetermijnstudies wijzen hetzelfde uit: extrapolatie van onze huidige levensstijl leidt tot een verwoesting van onze natuurlijke omgeving. Vooral de snelle klimaatverandering en de enorme druk op het landgebruik stellen ons voor een grote uitdaging. Nu al weet bijna een miljard mensen zich dagelijks geen raad om aan een bord voedsel te komen. Terwijl in het meer welvarende deel van de wereld obesitas langzamerhand een algemeen verschijnsel is. Als we in 2050 nog willen kunnen genieten van natuur en wildernis, terwijl we op een adequate manier 9 miljard monden voeden, dan moet het roer op tal van terreinen om. Het vraagt om een volgende groene revolutie in de landbouw, die de opbrengst per hectare doet toenemen zonder roofbouw te plegen op natuurlijke systemen. Het vraagt om een geweldige efficiency -verbetering in vrijwel alle grondstoffenketens die wij kennen. Het vraagt om veel efficiënter gebruik van energie en een compleet andere inrichting van ons energiesysteem. En het vraagt om een heel andere houding ten opzichte van verspilling, consumptie en afval. We komen uit een periode waarin het niet op kon. Vissers hebben zich er de afgelopen eeuwen geen voorstelling van kunnen maken dat de productie van het mariene leven kwetsbaar zou zijn en eindig. Boeren hebben decennialang kunnen vertrouwen op de vrijwel onuitputtelijke beschikbaarheid van kunstmest. Grondstofketens in talloze bedrijfstakken worden nog gezien als lineair, terwijl alleen een kringloopbenadering de schaarste kan tegengaan. En economische groei is nog steeds de totem die we dagelijks in de media aanbidden, hét medicijn voor al onze pijn.
28
Natuurlijk weten we al lang dat macro- economische indicatoren een zeer eenzijdig beeld schetsen van de werkelijkheid. We zullen op zoek moeten naar meer representatieve indicatoren voor onze welvaart en ons welzijn, die uiteindelijk afhankelijk zijn van het behoud van de vruchtbaarheid en de productiviteit van die ene aarde. Het Wereld Natuur Fonds staat voor de grote uitdaging om burgers, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties te verleiden een ander pad in te slaan en gestaag te werken aan een wereld waarin mens en natuur samen kunnen floreren. Johan van de Gronden algemeen directeur WNF
Over groene resultaten
Samenwerken met het bedrijfsleven levert winst op voor de natuur Wanneer u hier de losse rapportagebijlage niet aantreft, ga dan naar www.wnf.nl/bedrijven
> 5 miljoen Het Wereld Natuur Fonds heeft wereldwijd een achterban van 5 miljoen, waarvan bijna 1 miljoen in Nederland.
wereldwijd actief Het Wereld Natuur Fonds is actief in meer dan 100 landen op 6 continenten.
1962 Het Wereld Natuur Fonds is opgericht in 1962.
Onze missie Bouwen aan een toekomst waarin de mens leeft in harmonie met de natuur, dat is wat het Wereld Natuur Fonds doet. In het belang van de natuur en in het belang van de mens die de natuur nodig heeft. www.wnf.nl