Goed nieuws
Angelika Raths
Worden jullie ook wel eens wanhopig van alle rampspoed en ellende in het nieuws? Natuurlijk, het is er allemaal, maar niemand maakt me wijs dat er geen betere balans te vinden is tussen slecht en goed nieuws. Waarom lezen wij zo weinig over uitvindingen die het leven beter maken, mensen en gedachten die verrijken, constructieve acties, creatieve oplossingen, voorbeelden van burgermoed, best practices voor levenskunst als broodnodig tegenwicht? De wereld is groot, laat ik kijken naar onze eigen biotoop, de HOVUmc. Dat is te overzien en daar heb ik invloed op. We willen altijd alles beter. Da’s mooi. Maar ik haal de energie om door te blijven sleutelen juist uit het plezier over wat er goed gaat. Daarom op deze plek aandacht voor verheugend nieuws.
☻We zijn een groeiend en bloeiend bedrijf. Bij ons dreigen geen ontslagen. Integen-
deel, we breiden uit en zijn op zoek naar nieuwe stafleden en opleiders. O.a. gaan twee opleiders uit jullie gelederen de stap wagen hun kwaliteiten ook als groepsdocent in te zetten. Welkom Carine (den Boer) en Sjors (Konijn), we zijn er blij mee! Onze oriëntatiecursussen zitten vol, maar slechts een kleine groep deelnemers genereert een nieuwe opleidingsplaats, omdat veel aspiranten ervaren hao-collega’s gaan ondersteunen of op gaan volgen (gelukkig). Dus blijf goede huisarts-collega’s motiveren (geheel vrijblijvend en kosteloos) deel te nemen aan onze oriëntatiecursus! Wie dat lukt krijgt van ons een dikke knuffel. Wees niet bang voor ongewenste intimiteit, want dit is letterlijk bedoeld. Onze voorraad kangoeroes (met kleintjes in de buidel) is bijna op. Zij worden opgevolgd door een heuse kudde olifanten met jonkies – stevig, maar aaibaar, met een dikke huid, maar een gevoelige slurf, grote oren en een uitstekend geheugen. 'Een groot aantal van de typische gedragspatronen van olifanten wijzen op hoge intelligentie: rouw, leren, zorgen voor andermans jongen, mimiek, kunst, spelen, humor, altruïsme, het gebruik van werktuigen, medelijden, zelfbewustzijn, geheugen en mogelijk taal.' (Bron: Wikipedia) – kortom, mijn gedroomde opleider ;)
☻Ondanks hao-krapte hebben we in maart toch alle aios kunnen plaatsen. Sylvia Vlak doet op pagina 40 in dit nummer een poging jullie iets te laten zien van de puzzel die daarbij elke keer opgelost moet worden.
☻Jullie werk als opleiders wordt door de aios erg gewaardeerd. Sinds 2004/2005
evalueert het NIVEL om het jaar landelijk onder alle aios en alumni hun tevredenheid over de opleiding. Het rapport ‘De opleiding tot huisarts opnieuw beoordeeld in 2014’ (www.nivel.nl) is een goed leesbaar, informatief document. Voor wie niet de tijd heeft het hele stuk te lezen hebben wij enkele tabellen op de volgende pagina's gezet en een aantal pagina's op onze website (www.hovumc.nl/hao). Ik licht er enkele punten uit: Over de gehele breedte komen VUmc, AMC, Maastricht en Nijmegen als beste uit de bus – relatief vaak als hoogste en bijna nooit als laagste (p. 66). Wat betreft het aios-oordeel over de kwaliteit van de huisartsopleider halen jullie voor het 3e jaar landelijk de hoogste score. De 1e-jaars-hao’s staan op een roemvolle 2e plaats (tabel 3.16)! Proficiat! Uitmuntende resultaten m.b.t. de frequentie van leermomenten, leergesprekken en opgenomen en nabesproken consulten (tabel 6.10 op pagina 6 van dit blad). Landelijk het hoogst scoort HOVUmc op de toegevoegde waarde van het individuele leerplan, het belang van leer- en toetsmomenten voor het formuleren van leerdoelen (samen met Maastricht). Bravo! 3 hao-proVUssioneel - maart 2015
De tevredenheid van de VU-aios over hun opleiders is absoluut goed nieuws. Wij zijn trots op jullie! Op alle instituten worden de 3e-jaars hao’s op veel onderdelen beter beoordeeld dan de collega’s van het 1e jaar (p. 19). Begrijpelijk als je bedenkt dat de beginnende, minder ervaren hao overal in het 1e jaar wordt ingezet. Doen scholing en ervaring zo veel, of ligt het aan de perceptie van een meer ervaren 3e-jaars-aios? Misschien moeten wij beginners nog gerichter ondersteunen. Onze wensen: • meer patiëntencontacten in bijzijn van de hao (tabel 3.9), ook al vinden de aios het voldoende. • het item ‘geeft regelmatig feedback’ vinden wij cruciaal voor onderwijs. Met name voor het 3e jaar zouden wij ons een hogere score wensen. Misschien moeten jullie het alleen maar explicieter maken? Zet ‘m op! Wij gaan kijken wat wij van andere instituten kunnen leren. Een verband met het volgende punt is denkbaar (hoewel niet wetenschappelijk aangetoond…):
☻Jullie beoordelen inhoud en vorm van onze meerdaagse positief. De waardering van de cursussen is met een gemiddelde van 8.25 gestegen t.o.v. het jaar ervoor. Het hoogste ‘cijfer’ heeft een groep van leergang 2 (Leergesprekken) gegeven met een 8.85, op de voet gevolgd door Seksuologie en Deep Listening met een 8.75. EBM sleepte een 8.6 in de wacht. Het novemberdeel wordt overigens structureel hoger gewaardeerd dan de eerste helft in juni. Is men dan vertrouwder met elkaar? Jullie mogen ervan uitgaan, dat er in alle cursussen over na wordt gedacht, wat we uit jullie evaluaties kunnen leren. In ieder geval blijkt onze opzet van vier samenhangende dagen rond hetzelfde thema en tijdens de vier basisleergangen ook in dezelfde groep een (landelijk unieke) formule, die diepgang, intensiteit en persoonlijk leren faciliteert. Dat wordt door zowel deelnemers als docenten zo ervaren. Opkomst en sfeer zijn uitstekend. Wij doen ons best deze kwaliteit in 2015 weer te leveren. De keuze binnen leergang 5 is dit jaar alvast groter dan ooit en we hebben maar liefst vier hoogleraren voor jullie kunnen contracteren.
☻Dankzij ons strakke beleid en de professionele inspanningen van Samantha vielen de kosten voor de meerdaagse in 2014 nog gunstiger uit dan in 2013. Ze liggen ca. € 300.- lager dan zo’n 6/7 jaar geleden. Door het conferentieoord is voor dit jaar een prijsstijging aangekondigd. Als dit nummer gedrukt is, heeft Samantha vast harde onderhandelingen achter de rug. ☻Velen van jullie zijn ook bereid zelf leeractiviteiten te organiseren. Een flink aantal is het peerassessment aangegaan. Ze hebben elkaar in hun praktijk geobserveerd tijdens eigen consulten en een leergesprek. Dat waarderen wij, want het vraagt durf om je zo direct op de vingers te laten kijken. Ik ben benieuwd naar wat het de betrokkenen heeft opgeleverd en hoop daarover in het septembernummer iets te kunnen publiceren. Om scherp te blijven evalueren wij veel en structureel: tijdens de meerdaagse en de paralleldagen. Wij nemen met belangstelling kennis van de resultaten van de NIVELaios-enquête (lees Nettie's Hoofdzaken) en die van onze HOVU-eigen hao-enquête (zie het stuk van Helle Poulsen elders in dit nummer). Het NIVEL gaat binnenkort ook een landelijke hao-enquête uitzetten. Met z’n allen geven we de aios een goed voorbeeld van hoe je professionaliteit bereikt en op peil houdt. Goed nieuws, toch?
hao-coördinator
4
hao-proVUssioneel - maart 2015
Begeleiding opleidingspraktijk 1e jaar De begeleiding bij “Arts-patiënt communicatie”, “Medisch handelen”, “Professionaliteit” Highlights NIVEL aios-enquête 2014 en “Samenwerken” wordt door de aios bij alle opleidingen beoordeeld met een hoog cijfer, gemiddeld een 8 tot 9. Ook de begeleiding bij “Organisatie’ en “Maatschappelijk handelen” wordt nog als ruim voldoende beoordeeld. De begeleiding bij “Wetenschap en onderwijs” scoort gemiddeld het laagst maar zit ook nog rond de 7.
Lees de onderstaande tabellen en geniet van jullie topscore (Bron: NIVEL):
Tabel 3.24: Gemiddelde antwoord van de aios op de stelling “Beoordeel de begeleiding bij het toepassen van de competentiegebieden in het eerste jaar tijdens het onderwijs in de OPLEIDINGSPRAKTIJK met een rapportcijfer van 1-10. “ Begeleiding bij arts-patiënt communicatie
Meting 2014 gemiddeld 8,7
Variatie 2014 min. max. 8,5 9,0
Per instituut in 2014 AMC VU Gro 8,5 9,0 8,9
Lei 8,5
Maa 8,6
Nij 8,8
Rot 8,8
Utr 8,6
N gemiddeld
958 8,9
8,7
9,1
114 8,8
116 9,0
75 8,9
123 8,7
105 8,8
139 9,0
139 9,1
147 8,8
N gemiddeld
958 8,6
8,4
8,7
114 8,6
116 8,7
75 8,5
123 8,4
105 8,5
139 8,6
139 8,7
147 8,6
Hoofdstuk 3: ResultatenN
958 8,4
8,2
8,5
114 8,3
116 8,5
75 8,4
123 8,3
105 8,2
139 8,2
139 8,3
147 8,3
Begeleiding bij medisch handelen
Begeleiding bij professionaliteit (o.a. balans privé-werk, onderwijs volgen, normen en waarden) Begeleiding bij samenwerken (o.a. delegatie, consultatie, verwijzen)
gemiddeld
Opleidingspraktijk 3e jaar N 958 114 116 75 123 105 139 139 147 gemiddeld 7,3 6,8 dat 7,7 deze 6,8 in 7,7 7,2 7,3 7,4 7,2 Voor de meeste competentiegebieden geldt de 3e7,3 -jaars7,1opleidingspraktijk vaker in voldoende mate aan eerstejaars De 147 onN bod958komen dan in de 114 116 75opleidingspraktijk. 123 105 139 139 Begeleiding bij maatschappelijk gemiddeld 7,5 7,3en 7,8 7,3 7,8 7,6 7,4 7,5 2011 7,6 ongeveer 7,7 7,5 derwerpen “Maatschappelijk handelen” “Organisatie”, waarvan in handelen (o.a. gezondheidsbevordering, wetgeving, kosten) 25% van de aios vond datN deze 958 ‘te weinig’ aandacht geeft nog 17% van 114 krijgen, 116 75 123in 2014 105 139 139 147 Begeleiding bij organisatie gemiddeld 7,7 7,5 7,9 aandacht 7,6 7,8krijgen. 7,6 7,7 7,7 een7,5significante 7,9 7,7 de aios aan, dat deze onderwerpen ‘te weinig’ Dat is (o.a. praktijkmanagement, continuïteit, kwaliteitsbewaking) stijging ten opzichte vanN 2011.958Wel valt op dat wederom de arts-patiënt communicatie 114 116 75 123 105 139 139 147 volgensSignificant 7% van degemiddelde aios ‘te veel’ aandacht krijgt, maar dit van 0% hoger 0 0 0 verschilt 0 0 per 0instituut 0 0 0 8,2 8,0 8,3 8,0 8,3 8,2 8,0 8,0 8,0 8,3 8,1 Gemiddelde tot 18%. Er is geen ander competentiegebied waarvan meer dan 1% van alle aios vindt Nb: een * geeft eventueel aan of een percentage significant hoger is dan het laagste percentage per meting of per instituut. dat dit ‘te veel’0-5,0 aan bod6,7-7,5 komt. 5,0-6,7 7,5-8,0 8,0-10,0 Kleurcodering: Begeleiding bij wetenschap en onderwijs (o.a. wetenschappelijke onderbouwing, onderwijs geven)
Tabel 3.25: Aandeel aios per antwoordcategorie de vraag “In welke mate Samenvatting “Rapportcijfer begeleiding bijop competentiegebieden” vanzijn aiosonderstaande 1e jaar: competentiegebieden in in het2014, derdevariërend jaar tijdens onderwijs in de x Gemiddeld een 8,2 vanhet een 7,3 tot een 8,9OPLEIDINGSPRAKTIJK per item. aan bod geweest?” Meting
Variatie 2014
Per instituut in 2014
min. max. AMC VU Gro Lei 2011 2014 ¾ Geen vergelijking met eerdere metingen (nieuwe vraag); Arts-patiënt communicatie % te veel 8 7 0 18 8 3 0 4 ¾ Geen significante verschillen tussen instituten; % voldoende 88 88 73 96 90 94 96 85 % te weinig 4 5 0 11 3 4 11 ¾ Geen substantiële verschillen tussen instituten in3 het gemiddelde. N % te veel % voldoende % te weinig N Professionaliteit % te veel (o.a. balans privé-werk, % voldoende onderwijs volgen, normen en % te weinig waarden) N Samenwerken % te veel (o.a. delegatie, consultatie, % voldoende verwijzen) % te weinig N Wetenschap en onderwijs % te veel (o.a. wetenschappelijke % voldoende onderbouwing, onderwijs % te weinig geven) N Maatschappelijk handelen % te veel (o.a. gezondheidsbevorde% voldoende ring, wetgeving, kosten) % te weinig N Organisatie % te veel (o.a. praktijkmanagement, % voldoende continuïteit, kwaliteitsbewa% te weinig king) N Significant vaker “voldoende” Gemiddelde % “voldoende” Medisch handelen
463 2 87 11 463 2 90 7 463 2 91 7 463 2 76 23 463 1 75 24 463 2 75 24 463 83
337 1 95 * 4 337 1 93 6 337 1 93 6 337 1 77 23 337 0 83 * 17 337 0 83 * 17 337 3 87
0 89 0
4 100 9
0 85 0
4 98 13
0 88 0
3 100 13
0 63 15
3 84 38
0 77 9
0 91 23
0 69 8
3 92 28
0 82
0 91
39 0 92 8 39 3 85 13 39 3 90 8 39 3 74 23 39 0 77 23 39 3 69 28 39 0 82
32 0 100 0 32 3 97 0 32 0 100 0 32 0 63 38 32 0 91 9 32 0 91 9 32 0 91
24 4 96 0 24 0 92 8 24 0 88 13 24 0 75 25 24 0 79 21 24 0 75 25 24 0 86
46 0 91 9 46 2 93 4 46 2 96 2 46 0 76 24 46 0 85 15 46 0 80 20 46 0 87
Maa 7 93 0 41 0 98 2 41 0 98 2 41 0 93 7 41 0 76 24 41 0 83 17 41 0 83 17 41 0 89
Nij 8 85 6 62 0 98 2 62 0 89 11 62 0 92 8 62 2 84 15 62 0 81 19 62 0 84 16 62 0 88
Rot 18 73 9 45 2 89 9 45 4 93 2 45 2 96 2 45 0 82 18 45 0 89 11 45 0 87 13 45 0 87
Utr 2 96 2 48 0 98 2 48 0 96 4 48 0 94 6 48 0 77 23 48 0 83 17 48 0 92 8 48 0 91
Nb: een * geeft eventueel aan of een percentage significant hoger is dan het laagste percentage per meting of per instituut. De items zijn gesorteerd op het aandeel “te weinig” voor het eerste jaar. 0-50 50-67 67-75 75-80 80-100 Kleurcodering: e Ook al zijn de verschillen nietvoor significant, jullie halen welin de3hoogste Samenvatting “aandacht competentiegebieden jaar”: gemiddelde score (de 3e-jaars-hao’s delen de plek met Rotterdam). Jullie beoordelingen liggen op verschillende items het hoogst (1e jaar: APC, x Gemiddeld 87% voldoende in 2014, variërend van 77% tot 95% per item. begeleiding bij professionaliteit, samenwerking, begeleiding bij wetenschap & onderwijs en maatschappelijk Nb: Gemiddeld 7% vindthandelen, dat er ‘te veel’ aandacht wordt besteed aan “Arts-patiënt comhandelen. 3e jaar: medisch samenwerking en maatschappelijk handelen).
De opleidingVoor tot huisarts beoordeeld, 2014 municatie”. de andere items is ditNIVEL maar 0-1%.
39
¾ Significante stijging in “Medisch handelen”, ”Maatschappelijk handelen” en “Orgahao-proVUssioneel - maart 2015 nisatie in vergelijking met 2011;
5
Voldoende frequentie van leermomenten in het eerste en derde jaar In 2014 is voor het eerst gevraagd of de frequentie van leermomenten in het eerste en derde jaar als “voldoende” word beoordeeld door de aios. Op basis van de in de vorige tabel getoonde frequenties blijkt dat deze meestal minder dan één keer per week plaatsvinden. Deze wellicht wat lage frequentie wordt door 87% van de aios echter wel als voldoende beoordeeld. Tabel 3.10: Aandeel aios dat aangeeft of er “Voldoende vaak aandacht is voor (A) een leergesprek (taakgerichte, persoonsgerichte of procesgerichte gesprekken) met de huisartsopleider, (B) een patiëntcontact in bijzijn van de huisartsopleider, gevolgd door een nabespreking en (C) van een op video opgenomen consult en dat leidde tot (D) leerpunten (in 1e en 3e leerjaar)” 1e jaar (A): frequentie leergesprek met de huisartsopleider
voldoende onvoldoende
Meting 2014 91 9
Variatie 2014 min. max. 82 98 * 2 18
Per instituut in 2014 AMC VU Gro 93 98 * 88 7 2 12
Lei 82 18
Maa 84 16
Nij 90 10
Rot 94 * 6
Utr 96 * 4
N voldoende onvoldoende
1028 79 21
65 9
91 * 35
122 74 26
127 80 20
83 90 10
132 77 23
112 65 35
144 143 83 * 91 * 17 9
157 75 25
N voldoende onvoldoende
1028 84 16
76 12
88 24
122 87 13
127 88 12
83 80 20
132 85 15
112 76 24
144 86 14
143 80 20
157 86 14
N voldoende onvoldoende
1028 81 19
76 13
87 24
122 78 22
127 83 17
83 84 16
132 76 24
112 79 21
144 81 19
143 87 13
157 83 17
N voldoende onvoldoende
1028 91 9
83 2
98 17
122 90 10
127 91 9
83 83 17
132 85 15
112 93 7
144 91 9
143 91 9
157 98 2
N voldoende onvoldoende
339 87 13
83 8
92 17
39 87 13
32 88 12
24 83 17
46 87 13
41 88 12
63 86 14
46 87 13
48 92 8
N voldoende onvoldoende
339 88 12
79 3
97 21
39 92 8
32 97 3
24 79 21
46 85 15
41 83 17
63 89 11
46 85 15
48 92 8
N voldoende 3e jaar (D): onvoldoende frequentie opstellen van leerpunten op basis van nabespreking N Significant vaker voldoende Gemiddelde voldoende
339 91 9
83 2
98 17
39 90 10
32 91 9
24 83 17
46 87 13
41 98 2
63 89 11
46 93 7
48 92 8
83
2 90
39 0 86
32 1 90
24 0 84
46 0 83
41 0 83
63 1 87
46 2 89
48 1 89
e
e
1e jaar (B): frequentie patiëntencontact in bijzijn huisartsopleider 1e jaar (C): frequentie opgenomen en nabesproken consult 1e jaar (D): frequentie opstellen van leerpunten op basis van nabespreking 3e jaar (A): frequentie leergesprek met de huisartsopleider 3e jaar (B): frequentie patiëntencontact in bijzijn huisartsopleider 3e jaar (C): frequentie opgenomen en nabesproken consult
339 87
Nb: een * geeft eventueel aan of een percentage significant hoger is dan het laagste percentage per meting of per instituut. 0-50 50-67 67-75 75-80 80-100 Kleurcodering:
Samenvatting “Voldoende frequentie in 1leermomenten en 3 leerjaar”: Jullie scoren het hoogst van allemaal op leermomenten de frequentie van en de frequentie van opgenomen en nabesproken consulten. Landelijk variërend is in het 1evan jaar79% de frequentie van leergesprekken toegenomen. Onze oplei• Gemiddeld 87% voldoende, tot 91% per item. ders liggen significant voor. Hulde! Zouden jullie die plek niet ook in het 3e jaar kunnen veroveren? Geen vergelijking met voorgaande jaar (nieuwe vraag);
VUmc-opleiders scoren landelijk als beste op de volgende opleiderscompetenties (waaronder * significant Significante verschillen tussen instituten op 2 items in 1e leerjaar; hoger dan anderen): substantiële 1e jaarGeen (tabel 3.6, p. 18):verschillen tussen instituten in gemiddelde. - Stemt het onderwijs (ow) af op de setting waarin het ow plaatsvindt. - Deelt zijn/haar werktijd zo in dat er ruimte is voor zowel ow als patiëntenzorg*. - Geeft duidelijke uitleg/verklaring voor zijn/haar meningen, adviezen, handelingen etc*. - Integreert standaarden, richtlijnen en gegevens uit wetenschappelijk onderzoek in het ow. - Geeft duidelijk aan wat ik geacht word te weten en te doen binnen zijn/haar opleidingspraktijk. - Stelt vragen die het leren stimuleren (gelijk aan Nij, Rot en Utr). Op één na beste: - Geeft begeleiding bij de uitvoering van klinische en technische vaardigheden (gedeeld met Gro). - Past het ow aan mijn behoefte aan. 3e jaar (tabel 3.7, p. 20): - Stimuleert mij om zelfstandig te leren. - Creëert een goede leeromgeving (gedeeld met Utr). - Onderwijst effectieve communicatieve vaardigheden t.o.v. de patiënt/familie van de patiënt*. - Besteedt in het ow aandacht aan de afstemming van zorg en kosten. - Integreert standaarden, richtlijnen en gegevens uit wetenschappelijk onderzoek in het ow. Op één na beste: - Geeft duidelijke uitleg/verklaring voor zijn/haar meningen, adviezen, handelingen etc. 24 Deklinische opleiding huisarts vaardigheden beoordeeld, NIVEL 2014 - Geeft begeleiding bij de uitvoering van en tot technische (gedeeld met Lei). Kijk naar meer informatieve tabellen op onze website onder www.hovumc.nl/hao toetsing & beoordeling 6
hao-proVUssioneel - maart 2015
Hoofdzaken Nettie Blankenstein
Graag wil ik alle hao’s feliciteren met de hoge waardering die de aios geven voor jullie bijdrage aan hun opleiding. Zie ook de tabellen op pagina's 5 en 6, In de NIVEL-enquête ‘De opleiding tot huisarts opnieuw beoordeeld in 2014’ geven eerstejaars aios hun hao een 7,9 (landelijk 3e plaats), derdejaars aios geven een 8,1 (hoogste van het land). De leerzaamheid van de opleidingspraktijk scoort hoog in zowel het eerste (8,5) als in het derde jaar (8,4). Hieronder bepreek ik jullie sterke en minder sterke punten en de acties n.a.v. de aios-enquête. Tot slot zeg ik nog iets over de vrijstellingsregeling. Ervaringsleren, een sterk punt De VUmc-hao’s scoren landelijk het hoogst in frequentie van leermomenten en aandacht voor het individuele leerplan van de aios. Jullie gebruiken ook (samen met Maastricht) het meest de leer- en toetsmomenten voor het leerplan van de aios. Onze aios zien ook het vaakst de toegevoegde waarde van hun leerplan (68%). Per week observeert de hao bij bijna de helft van de aios een patiëntencontact, ook bijna de helft bespreekt een videoconsult. Bijna alle aios zijn tevreden met deze frequentie. Jullie begeleiding bij wetenschap en onderwijs krijgt een 7,7, het hoogste cijfer in het land. De aios laten hun leren vooral sturen door praktijkervaringen (98%), voortgangsgesprekken met de opleider (90%), en de APC-videotoets. Hierin zien we onze onderwijsvisie terug: de aios leert gestuurd door de eigen ervaringen, de feedback daarop en de thermometer die opleider en instituut er periodiek in steken om te laten zien welk niveau de aios op dat moment heeft bereikt. Minder sterke punten 75% van de VUmc-aios beoordeelt het dienstdoen in de HAP als nuttig, hierin scoren wij landelijk het laagst. Ruim de helft van de ontkoppelde aios is ontevreden over de begeleiding bij hun ontkoppeling. Wel wordt bij de nieuwe koppeling voldoende rekening gehouden met hun voorkeuren. Hoewel jullie landelijk het hoogst scoren mogen jullie van de aios meer aandacht besteden aan maatschappelijk handelen (met name zorgkosten) en praktijkmanagement. Dan nog een punt dat mij puzzelt: volgens de derdejaars aios besteden jullie in de praktijk voldoende aandacht aan het aanleren van klinische en technische vaardigheden (78%) en aan diagnostische vaar-
digheden ( 75%). Toch vraagt 57% meer aandacht voor het aanleren van technische vaardigheden in het terugkomdagonderwijs en 58% vraagt meer farmacotherapeutisch onderwijs. Leren ze vaardigheden dan toch onvoldoende van jullie? Deze discrepantie vraagt mijns inziens om nadere verkenning. Acties n.a.v. de aios-enquête Van de sterke punten mogen we vrolijk blijven genieten. Op enkele punten roepen de antwoorden in de enquête vragen op: waarover zijn ontkoppelde aios precies ontevreden? Besteden hao’s echt weinig aandacht aan zorgkosten en praktijkmanagement of doen jullie er wel veel aan maar label je dat niet duidelijk? Harry Schleypen en Chris Rietmeijer houden met aios twee focusgroepbijeenkomsten om o.a. op deze punten meer diepgang te bereiken. Daarbij proberen we ook meer zicht te krijgen op de gesignaleerde kwaliteitsverschillen tussen docenten. De dienstenpost als leeromgeving is aandachtspunt voor de coördinatoren op de posten: Helena van Eijkeren (Amsterdam), Willem Veerman (Twente), Rinel van Beest (Hoorn), Miguel Konijnendijk (Amstelveen), Ernst Heeneman (Hoofddorp). Samen met hun AMC-collega’s en met hulp van Renée Weersma implementeren zij de Leidraad Dienstdoen. De hoofden stellen eisen aan de besteding van de opleidingsgelden op de posten. Vrijstellingsregeling Vanaf 1 januari 2015 doen aios die vrijstelling willen voor een onderdeel van de opleiding al bij de start van hun opleiding een voorlopige aanvraag. Ze geven daarbij aan welke ervaring ze hebben en welke competenties ze daar opgedaan hebben. We geven de vrijstellingsaanvraag aan de eerstejaars hao en vragen deze op te letten in hoeverre de aios deze competenties in de praktijk laat zien. In het 6e-maands voortgangsgesprek vragen we de indruk van de hao: heb jij er vertrouwen in dat deze aios het eindniveau van de opleiding kan behalen met een drie (of zes) maanden kortere opleidingsduur? We vragen je dus je algemene inschatting, je hoeft niet te beoordelen of de aios exact de competenties van de vrijstellingsstage beheerst. Op basis van de voorgaande ervaring plus jouw oordeel en ComBel maand 6, besluit ik om wel of niet een definitief vrijstellingsverzoek naar de RGS te sturen.
7 hao-proVUssioneel - maart 2015
Onderwijsheden – Arts-patiënt communicatie Chris Rietmeijer
Het communicatiewiel draait door! We zijn een jaar verder. Hoe gaat het met ons nieuwe curriculum APC? In dit stukje beschrijven we de stand van zaken. Maar eerst even opfrissen: Waar gaat het ook al weer om? In een notendop: Opleiders en aios ervaren vaak een verschil tussen het modelconsult volgens de MAAS-globaal en hoe ze in feite communiceren in de praktijk. Het landelijke curriculum APC 2014 geeft handvatten om de patiëntgerichte communicatievaardigheden uit de MAAS-globaal flexibel in te zetten. Het ene consult is het andere niet! Het landelijk curriculum APC 2014 wordt thans op alle huisartsopleidingen geïmplementeerd. Bij ons hebben bijna alle opleiders er inmiddels op een paralleldag kennis mee gemaakt.Hoe ver zijn we nu? Wat gebeurt er op de werkvloer? Wordt de opleider er beter van, en vooral: wordt de aios er beter van?
Tjof vertelt verder over hoe hij het communicatiewiel gebruikt: “Iedereen vraagt hoe je dat wiel nou moet gebruiken, maar wat mij betreft kan het op allerlei manieren. Ik ken een collega-opleider die op vrijdag een reflectiemoment neemt om terug te denken aan consulten die minder goed zijn gegaan die week. Hij pakt daar dan het wiel bij en analyseert het consult, en verdomd zo kraakt hij de noot iedere keer; het wordt hem steeds duidelijk wat er aan de hand was en daar leert hij van. Het communicatiewiel ligt altijd op mijn bureau en mijn aios hebben een link naar het digitale wiel op hun bureaublad. Als mijn aios een video laat zien vindt ze het vaak moeilijk om er een vraag bij te bedenken. Het wiel helpt dan: wat was de context? Wat waren de belangrijke zaken daarin? Wat maakte het makkelijk of moeilijk? Als er iets niet goed gaat in het consult helpt het wiel om ook eens te kijken in welk deel van het consult het vooral fout gaat. Het is een mooie checklist van contextfactoren. Alleen al het simpele feit of het een nieuwe klacht betreft of een controleconsult en wat dat betekent voor je communicatie is een eye opener voor de aios. Ik pak het wiel er vaak bij en ik zie dat mijn aios er ook door groeien, zich veel bewuster worden van de context. En hoe je de items uit de MAAS-globaal in déze specifieke context meer of minder nodig hebt. Het wiel geeft ruimte om creatief te zijn!!”
Opleider Tjof Movig is een ‘early adopter’ die in 2012 meedeed met de leergang 5 over het nieuwe APC-curriculum; we vroegen hem naar zijn ervaringen:
Tjof Movig
“Die leergang was een openbaring voor mij. Het communicatiewiel voelde als een heerlijk systeem waarin alle stukjes op z’n plaats vielen. Ik wist altijd wel dat consulten heel verschillend zijn en dat je eigenlijk voor elk type consult een aparte MAASglobaal zou kunnen maken. Tijdens de leergang rekenden we uit dat je op grond van het communicatiewiel al meer dan 6000 verschillende combinaties van contextfactoren kunt bedenken. Dat klopte ontzettend goed bij het gevoel dat ik daarover had. Ik communiceer ook verschillend in verschillende consulten en voelde me daar als opleider met het oog op de MAAS-globaal toch altijd een tikkeltje schuldig over. Door dat wiel voel ik me gelegitimeerd, afwijken mag en dat is juist goed!”
Derde herziene druk van Silverman
Tot zover Tjof Movig. Veel opleiders delen zijn enthousiasme over de flexibele contextspecifieke inzet van communicatie. En het roept ook vragen op: hoe zit het nou met de consultvoeringstoets? Gebruiken we de MAAS-globaal nog? Jazeker, de MAAS-globaal geeft de ingrediënten voor effectieve, dus patiëntgerichte, communicatie. Denk aan het verhelderen van de hulpvraag en het adviseren in een echte dialoog, door gebruik te maken van vaardigheden als het stellen van open vragen, het geven van gevoelsreflecties, samenvattingen, tonen van empathie etc. Dat moet een aios al vroeg in de opleiding op basaal niveau kunnen. En dat toetsen we ook met onze consultvoeringstoets in het eerste jaar.
8
hao-proVUssioneel - maart 2015
In het nieuwe curriculum APC wordt dit wel de ‘rijbewijstoets’ genoemd. De term rijbewijs verwijst naar de enigszins kunstmatige situatie waarin je overdreven in je spiegels moet kijken zodat de examinator ziet dat je dat op de juiste momenten doet. Zo vragen we de aios om bij 6 maanden een aantal eenvoudige consulten in te leveren waarin hij laat zien dat hij een goed gestructureerd patiëntgericht consult kan voeren, gebruikmakend van de items uit de MAAS-globaal. Als hij dat heeft laten zien willen we de aios in het vervolg van de opleiding stimuleren om deze communicatievaardigheden flexibel, contextspecifiek en doelgericht in te zetten. Bij het nabespreken van een consult helpen de volgende vragen daarbij: • Welk deel van het consult wil je bespreken en waarom? • Welke contextfactoren speelden een rol? (medisch inhoudelijk, patiënt-, artsfactoren) • Welke communicatietaken waren van belang? (consultmodel) • Wat was je doel? • Welke communicatievaardigheden zette je hier- voor in? • Hoe effectief was dat? • Waren er andere mogelijkheden? Wat zegt de theorie? Deze vragen staan op de achterzijde van de papieren versie van het communicatiewiel en in de korte handleiding op de webpagina. De voorkant van het wiel toont o.a. de communicatietaken en de verschillende contextfactoren. Voorts herinnert de voorkant aan de theorie over de patiëntgerichte communicatie.
Voorkant communicatiewiel
Het gaat er bij deze bespreking om dat de aios zich bewust wordt van de context en zijn doelen tijdens het consult. Was zijn communicatie effectief om die doelen te halen? Als dat niet zo was zal de aios graag leren hoe hij effectiever kan zijn. Daar heeft de opleider ideeën over en ook de theorie zoals verwoord in de MAAS-globaal kan dan behulpzaam zijn. In de loop van de huisartsopleiding staan steeds verschillende thema’s (medisch inhoudelijke contexten) centraal, denk aan acute zorg, chronische zorg, GGZ, palliatie etc. Het idee is om de aios in een aantal van die contexten met patiënten te zien communiceren. Het ziet ernaar uit dat de APC-toets in het derde jaar dan ook meer verspreid over de tijd, langs de verschillende thema’s plaats zal gaan vinden. Dus hoever zijn we nu met dat curriculum APC 2014? We zijn lekker bezig. Dit jaar hopen we de toetsing van APC in het 1e en 3e jaar aan te passen. En we gaan door met aios en opleiders te stimuleren het wiel erbij te pakken en het gesprek over context, doelen en effectieve communicatie te voeren. http://www.huisartsopleiding.nl/communicatiewiel Met dank aan Jae Klaasen voor de vormgeving van het communicatiewiel en deze interactieve webpagina. Chris Rietmeijer, namens de werkgroep APC: Simone van den Hil, Barbera van Duijn, Angelika Raths, Rinel van Beest, Tanneke van ‘t Westeinde
Achterkant communicatiewiel
9 hao-proVUssioneel - maart 2015
COMO Gerda Visser
Deze ProVU biedt me de mogelijkheid om jullie weer op de hoogte te brengen van wat er binnen de COMO speelt. In de vorige ProVu berichtte ik o.a. over de voortgangsgesprekken en de feedback vanuit die voortgangsgesprekken naar het instituut. Deze keer een stukje over een kleine maar belangrijke verschuiving in de werkwijze van onze commissie. De meeste van de gesprekken die wij als COMO voeren zijn naar aanleiding van een ontkoppeling (standaard) of naar aanleiding van vragen die voortkomen uit de evaluaties van het opleidingsjaar (LEOh, ingevuld door de aios en de evaluaties door de docenten). In beide gevallen zijn er meerdere mensen betrokken: hao, aios, docent, teamleider. Elk van hen heeft zich op zijn of haar eigen manier ingezet voor het opleidingstraject. En betrokken betekent vaak ook met veel inzet en betrokkenheid.
We merken dat het belangrijk is dat we aan het eind van ieder gesprek dat we voeren even stilstaan bij de vraag:”zijn er nog losse eindjes bij de hao of zouden die er nog kunnen zijn bij de betrokken docenten en/of aios?” Om vervolgens te kijken hoe er waar nodig weer verbinding gemaakt kan worden. Dat kan zijn door toch het gesprek aan te gaan met de persoon in kwestie. Of doordat de hao de COMO toestemming geeft het verslag van het gesprek aan bijv. de docenten te laten lezen. Hierbij is de wens van de hao voor ons altijd leidend: zonder toestemming van de hao delen wij geen informatie uit het gesprek met anderen binnen het instituut. Wat het nut hiervan is? Dat kan bijvoorbeeld zijn dat hao en docent een aantal zaken naar elkaar uitspreken en zo ook uit de weg ruimen. Het kan ook zijn dat een betrokken docent alsnog antwoord krijgt op zijn of haar vraag: hoe heeft de hao tegen mijn rol in dit traject aangekeken? We hopen zo in ieder geval te bereiken dat waar nodig de cirkel alsnog rond gemaakt wordt. Dat is belangrijk, want binnen de opleidingsdriehoek hebben we elkaar maar al te vaak nodig! Tot slot nog een verandering van personele aard. Carine den Boer is nu al geruime tijd namens de haovereniging VU (HAOVU) als adviserend lid aanwezig bij onze vergaderingen. Carine wordt met ingang van 1 maart 2015 docent bij ons instituut. Dat betekent dat de HAOVU op zoek gaat naar iemand anders die haar plaats kan innemen bij de vergaderingen van de COMO.
10
hao-proVUssioneel - maart 2015
Scholingsaanbod 2015
SPELREGELS MEERDAAGSE (leergang 1 t/m 5) Je kunt je alleen inschrijven voor een cursus als je ook in de desbetreffende leergang bent ingedeeld (zie pagina 45). Heb je andere wensen? Neem dan contact op met hao-coördinator Angelika Raths,
[email protected]. Met alle logistieke vragen kun je terecht bij Samantha Paijens,
[email protected]. >
Een cursus duurt vier dagen, te weten twee achtereenvolgende dagen in juni en in november. De cursus Deep Listening is in juni drie dagen en in november nog een. Uitzondering is de tweedaagse novembermodule voor opleiders die in juni niet deel kunnen nemen.
>
Het is aan de docenten te beoordelen of de cursus als voldoende kan worden afgesloten en je doorstroomt naar een volgende leergang. Het doen van aanvullende of compenserende opdrachten kan tot de mogelijkheden behoren.
>
Duo-opleiders zijn altijd beiden welkom; uiteraard worden beiden geacht alle vier de dagen aanwezig te zijn.
>
Inschrijving voor de keuzecursussen van leergang 5 geschiedt in volgorde van binnenkomst.
>
Wij proberen zoveel mogelijk de zelfstandige periode van de aios te plannen tijdens de meerdaagse hao-cursussen.
>
Kosten en annuleringsregeling: wij sturen twee afzonderlijke facturen. Een factuur na het juni-gedeelte en een factuur na het november-gedeelte van de cursus. Deelnemers aan de novembermodule krijgen één factuur, na november. De kosten zijn inclusief maaltijden en overnachting. Alleen wanneer je minimaal 7 dagen voor aanvang van de cursus aangeeft niet aanwezig te zullen zijn bij de cursus of niet te overnachten, kunnen wij de kosten in mindering brengen op de rekening. Niet genoten maaltijden kunnen wij helaas niet in mindering brengen.
>
Als je binnen de termijn van 7 dagen genoodzaakt bent af te zeggen omdat de aois onverwacht en door overmacht niet in staat is in de praktijk aanwezig te zijn, dan kun je dit aan ons kenbaar maken. Als instituut willen wij dan onderzoeken of een financiële regeling getroffen kan worden.
>
De landelijke regeling toekenning forfaitaire accrediteringspunten geeft aan dat een huisartsopleider die een aios opleidt 20 forfaitaire punten ontvangt voor zijn/haar opleidingsactiviteiten en het volgen van de scholing. Als hij/zij een deel van het jaar opleidt ontvangt de opleider naar rato het aantal punten. Per kwartaal worden 5 punten toegekend. De landelijke regeling is na te lezen op de websites van HOVUmc en Huisartsopleiding Nederland. Zie voor verdere informatie “Regelgeving financiële afhandeling meerdaagse cursussen” op www.hovumc.nl/hao/opleiding opleiders/meerdaagse of vraag Samantha Paijens (
[email protected] of 020 – 444 8238).
11 hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 Basiscurriculum – leergang 0 – Oriëntatiecursus Titel cursus
ORIENTATIECURSUS
Doelgroep
Erkende huisartsen of opleiders van andere instituten die geïnteresseerd zijn in het opleiden van aios aan de HOVUmc.
Cursusdagen
Docenten
Woensdag 2 en donderdag 3 september 2015 Maandag 8 en dinsdag 9 februari 2016 Woensdag 7 en donderdag 8 september 2016 De cursus vindt plaats van 15.00 uur tot 15.00 uur de volgende dag, dus met een overnachting, in Conferentieoord Zonheuvel in Doorn. Aan de cursus zijn geen kosten verbonden. Verblijfskosten worden enkel in rekening gebracht als men later dan een week van tevoren afzegt.
Aantal deelnemers
Angelika Raths en Jolijn de Graaff
Competenties
Minimaal 8, maximaal 15
Inhoud cursus
De opleider 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende leer-/werkplek 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe 3.2 stemt het eigen handelen af met andere betrokkenen bij de ondersteuning van de aios 4.1 organiseert personeelsinzet, middelen en informatiestromen zodanig dat er efficiënt gewerkt en geleerd kan worden 4.3 creëert binnen zijn/haar organisatie/praktijk draagvlak voor het opleiden van aios 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren
Thema’s
Deze geaccrediteerde cursus is een eerste, vrijblijvende oriëntatie op de rol van huisartsopleider en het opleiderschap aan de HOVUmc. Een doel van de cursus is dat de belangstellende huisartsen en het instituut na afloop kunnen besluiten of men met elkaar in zee wil gaan.
Werkwijze
• Visie van de HOVUmc ten aanzien van het opleiderschap • Verwachtingen en wensen van deelnemers en instituut ten aanzien van de functie van huisartsopleider • Wat is specifiek voor de HOVUmc? • Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van een opleider • De competenties van de (beginnende) opleider • Voor- en nadelen van het opleiden • Praktische consequenties voor de praktijkvoering • Het leergesprek en de planning ervan • Het curriculum voor opleiders bij de HOVUmc • Ondersteuning van de beginnende opleider • Structurele evaluatie en toetsing • Wat is waar te vinden op onze website? • Het individuele profiel van de opleider • Het opstellen van een leerwerkplan • De weg naar erkenning als opleider door de RGS • De koppelingsprocedure • Kennismaking met en keuze van de passende aios • Kiezen voor de HOVUmc? Aan de hand van opdrachten en tijdens praktische oefeningen maken de deelnemers kennis met de taken en mogelijkheden van het opleiderschap. De deelnemers kunnen ervaring opdoen met de sfeer en de interactieve werkwijze van het instituut. We laten voorbeelden van leergesprekken zien. We geven informatie, bespreken, wisselen uit en gaan praktisch oefenen o.a. met gast-aios. Er is ruim gelegenheid alles aan de orde te stellen dat helpt bij het maken van een weloverwogen keuze voor het opleiderschap en specifiek aan de huisartsopleiding van het VUmc. Het is de bedoeling dat aan het einde ieders vragen zijn beantwoord. In de pauzes en tijdens de maaltijden is er ruim gelegenheid informeel van gedachten wisselen.
12
hao-proVUssioneel - maart 2015
Basiscurriculum – leergang 0 – Startersdagen Titel cursus
STARTERSDAGEN
Doelgroep
Beginnende opleiders die na hun erkenning gekoppeld zijn aan de eerste aios of AMA
Cursusdagen
1 juli en 26 augustus 2015, 20 januari en 17 februari 2016
Docenten
Simone van den Hil en Gerda Visser
Competenties
De opleider 0.0 expliciteert en motiveert eigen handelen 1.1 draagt zorg voor een veilig opleidingsklimaat en is goed toegankelijk voor aios bij vragen en problemen 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios 2.1 realiseert gerichte opleidingsactiviteiten op basis van het opleidingsplan 2.2 ondersteunt de aios bij het opstellen van diens individuele opleidingsschema 3.2 stemt het eigen handelen af met andere betrokkenen bij de ondersteuning van de aios 4.1 organiseert het eigen werk zodanig dat er voldoende tijd en ruimte is voor het opleiden 5.1 toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren; toont plezier in het werk als opleider en als huisarts
Inhoud cursus
Tijdens deze dagen vindt een eerste kennismaking plaats met onderwerpen die bij aanvang van het opleiden aan de orde komen. De startersdagen zijn vooral een voorbereiding op de komst van de aios. Er wordt een begin gemaakt met het oefenen van de meest basale didactische vaardigheden.
Thema’s
• Kennismaking met hoofd opleiding • Organisatie in de praktijk • Het leerwerkplan • Consultatie van de aios: hoe doe ik dat? • Hoe ziet het eerste jaar eruit? Wat wordt er van mij als opleider verwacht? De website en Blackboard. • Rondleiding en kennismaken met ondersteuners • Leergesprekken: doel en oefenen themagesprek • Docentenronde: hoe gaat dat in zijn werk? • Opleiding 'vroeger en nu' • Curriculum (rooster) 1e jaar • Kwaliteit en voortgang van de opleider (COMO: Commissie Ondersteuning en Monitoring Opleiders) • Dagrapportage als onderdeel van een leergesprek • Het individueel ontwikkelingsplan (IOP) van de hao • Hao-mentoraat • Feedback vragen, geven en ontvangen
Werkwijze
Afwisselend wordt in de grote groep gewerkt (informatieoverdracht en groepsdiscussie) en in kleinere groepen (oefenen van didactische vaardigheden). Zo komen theorie en praktijk telkens aan de orde en krijg je praktische tools voor de eerste weken. Zo komt bijvoorbeeld de opzet van een leergesprek aan de orde, naast het bekijken van een video van een leergesprek tussen hao en aios, zodat je een idee hebt van hoe het kan. Daarnaast oefen je zelf met een dagrapportagebespreking en geef en krijg je feedback. We sluiten natuurlijk aan bij jullie vragen zodat je aan het eind van de dag beter weet hoe je aan de slag kunt met de voorbereidingen voordat je het jaar start met jouw aios.
13 hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 Basiscurriculum – leergang 1 Titel cursus
DE DUIZENDPOOT
Doelgroep
Beginnende opleiders die de startersdagen hebben gevolgd en de eerste aios of AMA opleiden
Cursusdagen
Dinsdag/woensdag 9 en 10 juni, 17 en 19 november
Docenten
Groep juni (start aios maart): Ruud van den Berg en Carine den Boer Groep november (start aios september): Jolijn de Graaff en Berend Jansen (hao)
Competenties
De opleider 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat en draagt zorg voor een veilig opleidings- klimaat waarbij de opleider respectvol, reflectief en ondersteunend is naar de aios 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek door gerichte opleidingsacti- viteiten op basis van het opleidingsplan en bewaakt en evalueert proces en resultaat 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding door de aios te ondersteunen bij het opstellen van diens individuele opleidings- schema en bevordert het eigenaarschap van de aios bij diens eigen leerproces 2.3 beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties voor de voortgang door leerresultaten terug te koppelen, te beoordelen en de voortgang van het leerproces vast te leggen 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie door inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren door het eigen handelen als opleider te sturen op basis van wetenschap- pelijke inzichten en ‘best practices’
Inhoud cursus
Deze cursus is bedoeld als ondersteuning van hao’s die op dit moment bezig zijn met hun eerste jaar als opleider. Op de eerste bijeenkomst in juni neem je kennis van het onderwijs aan de huisartsopleiding bij het VUmc en de gebruikte leermiddelen. De beoordelingsprocedure voor aios met de daarbij behorende evaluatieformulieren wordt besproken. Aan hand van een opname van een eigen consult bespreken we wat we de aios leren over consultvoering en we gaan oefenen met bespreken van de consulten van de aios. Met behulp van een casus gaan we observatie van het lichamelijk onderzoek oefenen. Daarnaast is er aandacht voor de organisatie van de praktijk: hoe stuur ik de patiëntenstroom. In november zullen we doorgaan op het thema leergesprekken waarbij we gebruik zullen maken van een scoringslijst, de ALVU. Hiervoor neem je een opname van een leergesprek mee. We gaan oefenen met het geven van lastige feedback en het voeren van een beoordelingsgesprek. Naar analogie van het individueel ontwikkelingsplan (IOP) van de aios zul je een individueel ontwikkelingsplan voor jezelf opstellen: wat wil ik als opleider leren, hoe en wanneer?
Thema’s
• Het individueel ontwikkelingsplan van de aios en de hao. • Voortgangskwalificatie en beoordelingsprocedure. • Update consultvoering. • Kenmerken van: consultbespreking, dagrapportage, consultatie. • Werken met de video en directe observatie. • Feedback: theorie en vooral oefenen. • Leercondities in de eigen praktijk, knelpunten.
Werkwijze
We werken tijdens deze leergang afwisselend in de gehele groep en in kleinere groepen. Wij gaan daarbij uit van jullie werkervaring op dit moment en oefenen zoveel mogelijk met jullie eigen casuïstiek. Ervaren knelpunten zullen we aan de orde laten komen. Inleiding en nabespreking doen we plenair maar verder oefenen we vooral in kleine groepen. Tijdens het tweede deel in november wordt gewerkt met eigen video-opnames van leergesprekken. We sluiten aan bij actuele leerwensen.
14
hao-proVUssioneel - maart 2015
Basiscurriculum – leergang 2 Titel cursus
LEERGESPREKKEN
Doelgroep
Beginnende opleiders die leergang 1 hebben afgesloten
Cursusdagen
Dinsdag/woensdag 9 en 10 juni, 17 en 19 november
Docenten
Groep A: Angelika Raths en Monique van den Ende, Wim Christiaans (hao, dag 2 en 3) Groep B: Helle Poulsen en Gerda Visser, Wim Schuurman (hao, dag 2 en 3) Groep C: Miriam Jager en Claar Spierdijk, Gerard de Bruijn (hao, dag 2 en 3)
Competenties
De opleider 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat en draagt zorg voor een veilig opleidings- klimaat waarbij de opleider respectvol, reflectief en ondersteunend is naar de aios. 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios. 2.1 past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficiënt toe, hanteert de ver- schillende rollen flexibel en passend bij de leersituatie en bewaakt en evalueert proces en resultaat. 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding. 2.3 beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties van de voortgang. 4.1 organiseert het eigen werk zodanig dat er voldoende tijd en ruimte is voor opleiden. 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie. 5.2 maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback. 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie en kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren. 5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels en gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios.
Inhoud cursus
In deze cursus staan de eigen leervragen van de deelnemers centraal uitgaande van hun ervaringen met de aios tot nu toe. Uitgangspunt zijn de door de hao’s ervaren ‘hobbels’ en succeservaringen bij het voeren van leergesprekken. Wat stimuleert de interactie tussen opleider en aios en wat kan de interactie belemmeren? Hoe maak je ruimte voor het leren van de aios? Hoe vind je de goede balans tussen achteroverleunen, luisteren, doorvragen, sturen en je eigen opvattingen als ervaren huisarts en opleider? Aan het einde van de cursus heeft iedere deelnemer het eigen repertoire vergroot en duidelijke aandachtspunten voor de verdere professionele ontwikkeling als opleider. De deelnemers maken de overgang van beginnend naar gevorderd opleider.
Thema’s
• Plaats en functie van het leergesprek • Het verschil tussen verschillende doelen en soorten leergesprekken • Basisvaardigheden voor het voeren van leergesprekken, zoals het structureren, doorvra- gen en concretiseren van leervragen. • De balans tussen leiden en volgen • Het effectieve gebruik van de ALVU als hulpmiddel - een door de HOVUmc in samenwer- king met opleiders ontwikkeld instrument voor de analyse van eigen leergesprekken • De emotionele reflectie • Ondersteunen bij het klinisch reflecteren • Persoonlijke valkuilen • De Roos van Leary • Praktische tips, zoals het geanimeerd bespreken van de ComBeL en andere good practices • Het leergesprekspel • Het individueel ontwikkelingsplan van de hao
Werkwijze
Wij gaan in deze cursus uit van de begeleidingservaringen van de deelnemers aan de hand van door de cursisten meegenomen video-opnames van eigen leergesprekken (liefst op USB met VCL formaat). Als het om een consult- of patiëntenbespreking gaat naar aanleiding van een consult van de aios is het handig, als dit consult ook op video wordt meegenomen. Uitgangspunt is zoveel mogelijk de eigen begeleidingservaring en –casuïstiek. Waar nodig bieden wij aanvullende theorieën aan die helpen interactie te analyseren en doelgericht bij te sturen. In november oefenen we ook met een acteur aan de hand van eigen casuïstiek. We proberen in deze leergang maatwerk te leveren door goed te focussen op individuele leerwensen. Wij werken veel in kleine groepjes met intensieve docent-begeleiding. 15 hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 Basiscurriculum – leergang 3 Titel cursus
EXPEDITIELEIDER
Doelgroep
Gevorderde opleiders die leergang 1 en 2 hebben afgesloten
Cursusdagen
Dinsdag/woensdag 9 en 10 juni, 17 en 18 november
Docenten
Groep A: Angelique Bongers en Anouk Bogers Groep B: Angela Weesie en Willem Feijen
Competenties
De opleider 0.0 maakt bewust gebruik van de eigen voorbeeldfunctie en expliciteert en motiveert het eigen handelen 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios 1.3 kan omgaan met diversiteit 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie. 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie 5.4 gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios
Inhoud cursus
Opleiden is een proces – vergelijkbaar met een expeditie: Je gaat een tijd met elkaar op weg en bent op elkaar aangewezen zonder dat je elkaar van tevoren heel goed kent. Het doel staat vast, maar op de weg ernaartoe kan veel onverwachts gebeuren. Wat zijn je rollen/taken als expeditieleider? Wanneer stuur je het proces, wanneer ben je volgend? Velen leiden niet alleen op maar doen dat samen met een ander. Wat zijn mogelijke verschillen en hoe ga je daarmee om? Waar en waarom ontstaan ‘schuurplekken’ tijdens de expeditie ‘opleiden’? Hoe faseer je de begeleiding? Wat is een goede timing voor je interventies? Waar mag je aankomen en waar misschien (nog) niet? Hoe dichtbij sta je en hoe ver af? In deze cursus staan wij ook stil bij jouw persoon in de rol van opleider. Hoe ziet ‘jouw’ meetlat eruit? Wat zijn jouw opvattingen, normen, waarden en gewoontes? Welk gedrag van een ander vind jij lastig? Wat als zich een conflict aandient? Wat als het beter is de expedities af te breken? Welke inzichten, theorieën en tools helpen bij dit alles?
Thema’s
• begeleiden en sturen van een leerproces over een langere periode • leervoorkeuren en het omgaan met de verschillen • kernkwaliteiten en allergieën • diversiteit • eigen normen en waarden • conflicterende meningen en belangen • feedback geven en ontvangen
Werkwijze
Uitgangspunt van de cursus zijn de persoonlijke ervaringen van de deelnemers tijdens de voorafgaande en lopende begeleidingstrajecten. Het werken aan de eigen doelen staat centraal en bepaalt mede welke theorieën ter ondersteuning worden aangeboden. De meeste deelnemers kennen elkaar al uit de eerdere leergangen. Dat maakt het mogelijk ook persoonlijkere punten ter sprake te brengen. We werken individueel, in twee- of drietallen, in de hele groep, soms in twee subgroepen en mogelijk ook met beide parallelgroepen samen. Wij maken gebruik van voorbereidingsopdrachten en eigen materiaal, theorieën en modellen, film- en video-opnames, paneldiscussies, veel praktische oefeningen, zoals rollenspelen met ‘echte’ aios.
16
hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 Basiscurriculum – leergang 4 Titel cursus
DOORSTART
Doelgroep
Gevorderde opleiders die leergang 1, 2 en 3 succesvol hebben afgesloten of ervaren opleiders die een ‘pas-op-de-plaats’ willen maken.
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november
Docenten
Groep A: Harry Schleypen en Rinel van Beest, Anne Heynen (dag 1 en 3) Groep B: Lotte Kos en Erik Koelma, Gerrit Hagenbeek (dag 1 en 3)
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe 4.3 creëert binnen zijn organisatie/praktijk draagvlak voor het opleiden van aios 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren als huisarts en als opleider
Inhoud cursus
In deze leergang willen wij jouw ervaringen met het opleiderschap evalueren en de resultaten van deze analyse in een perspectief van de toekomst plaatsen. Hoe was de opleidingssituatie bij de start van jouw opleiderschap? Wat is sindsdien ontwikkeld? Waar bevind jij je nu? Waar wil je naartoe? En wat ga je doen om de kwaliteit van jouw opleiderschap op peil te houden c.q. verder te ontwikkelen (een succesvolle doorstart maken)? Met deze leergang sluit je het verplichte curriculum af. Met de oogst ervan kun je verder invulling geven aan leergang 5.
Thema’s
• Wat hoopte ik dat het opleiderschap me zou brengen? Wat is werkelijkheid geworden en hoe bevalt dat? • Wat heb ik inmiddels geleerd/verworven en hoe bevalt dat? • Wat heb ik als opleider in huis? • Wat zijn mijn persoonlijke kwaliteiten die kenmerkend zijn voor mijn opleiderschap en hoe maak ik daar actief gebruik van ? • Waarin zit de ‘pit’ van het opleiden? Wat geeft energie? Zijn geven en ontvangen in ba- lans? Hoe behoud en/of bewaak ik dat? • Waarin wil ik me verder ontwikkelen en hoe pak ik dat aan? (verbinding met het IOP van de hao)
Werkwijze
We introduceren het begrip Kenmerkende Beroepsactiviteiten voor het opleiderschap. We plaatsen de betekenisvolle interventies van de opleider centraal. Met behulp van eigen presentaties van opleidersvaardigheden en daaruit afgeleide oefeningen onderzoeken we de thema’s, afwisselend plenair en in kleine groepjes. Tussendoor zijn er korte theoretische inleidingen om handvatten te bieden of het geheel in een kader te plaatsen. In juni neemt de hao een video van een leergesprek mee ter toetsing aan de hand van de ALVU. In november wordt de ontwikkeling van de hao getoetst en de voortgang beoordeeld. Dit gebeurt aan de hand van een presentatie over een door hem/haar zelf in juni geformuleerd leerdoel. We ronden de leergang af met een feedbackronde. Bij goed gevolg ontvangen de deelnemers aan het eind van de leergang het certificaat/ de bekwaamheidsverklaring van ervaren opleider. Bij onvoldoende prestaties wordt een aanvullende opdracht geformuleerd.
17 hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 Novemberdagen Doorn
Keuzecurriculum – leergang 5 Titel cursus
ARTS & GENEESKUNDE IN ROMANS EN FILMS
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Dinsdag/woensdag 9 en 10 juni, 17 en 19 november
Docenten
Prof. dr. Arko Oderwald (VUmc, afdeling Metamedica, Universiteit voor Humanistiek, afdeling Zorgethiek) en Prof. dr. Henriëtte van der Horst (VUmc, hoofd afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde)
Aantal deelnemers
Minimaal 8, maximaal 18
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat - draagt zorg voor een veilig opleidingsklimaat waarbij de opleider respectvol, reflec- tief en ondersteunend is naar de aios 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - daagt de aios steeds opnieuw uit tot dialoog - toont empathie 1.3 kan omgaan met diversiteit - kan afstemmen op de eigenheid van de aios in culturele, sociale en ethische zin 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist) - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroor- zaakt - identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback - stelt door middel van reflectie periodiek de persoonlijke ontwikkelingsbehoefte vast, neemt planmatig deel aan deskundigheidsbevordering en evalueert het effect - neemt deel aan opinievorming en ontwikkeling van nieuwe inzichten op het oplei- dingskundig vakgebied - stuurt het eigen handelen als opleider op basis van wetenschappelijke inzichten en ‘best practices’ 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie - kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren 5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels - gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios
Inhoud cursus
Vrijwel alle aspecten van de geneeskunde en het dokter-zijn worden beschreven in romans. Soms is dat zijdelings, maar er zijn ook veel romans waarin een aandoening, de arts of ziek-zijn centraal staat. Dergelijke romans kunnen heel goed dienen als uitgangspunt voor een discussie over allerlei medische, maatschappelijke of ethische vraagstukken in de geneeskunde en voor reflectie op het eigen handelen als arts. Veel van deze romans zijn overigens geschreven door artsen. In deze cursus maken wij daar ook gebruik van. In deze cursus bespreken we aan de hand van romans en korte verhalen een aantal medische en maatschappelijke aspecten van de medische praktijk en reflecteren op de eigen ervaringen met deze aspecten. Daarbij besteden we ook aandacht aan de vraag hoe je literatuur in het consult en in de opleidingssituatie kunt gebruiken. Op de laatste dag nemen we twee films als uitgangspunt.
20
hao-proVUssioneel - maart 2015
Thema’s
• Het proces van dokter worden en opleiden o.a. aan de hand van Roman: Samuel Shem: The House of God Simon Vestdijk: Gedeelten uit de Anton Wachter cyclus Richard Selzer: Gedeelten uit Letters to a young doctor. • Arts en patiënt o.a. aan de hand van Korte verhalen van Michael Bulgakov, William Carlos Williams, Anton Tsechov, Richard Selzer, Oliver Sacks. Roman: Alberto Barrera Tyszka, De verloren patiënten van dokter Andrés Miranda • Morele dilemma’s in de medische praktijk o.a. aan de hand van: Korte verhalen en fragmenten van o.a. Belcampo, Simon Vestdijk, Michael Bulgakov, Anton Tsechov Roman: Willem Jan Otten: Ons mankeert niets. • Levenseinde o.a. aan de hand van de volgende twee films: Amour The death of Mr. Lazarescu
Werkwijze
In de cursus maken we gebruik van diverse werkvormen. We verwachten van iedere deelnemer dat hij/zij op basis van een eigen ervaring een schrijfopdracht uitvoert, die op de laatste dag besproken zal worden. Na een inleiding op de eerste dag bereiden we die schrijfopdracht voor Als voorbereiding op de leergang vragen we de deelnemers de romans, korte verhalen, fragmenten en films van te voren te lezen en te bekijken. In subgroepjes van vier tot vijf personen wisselen we de leeservaringen uit en reflecteren we op overeenkomsten en verschillen in die leeservaringen. Daarna volgt steeds een plenaire bespreking, waarin we ook stilstaan bij de vraag wat de leeservaring en het gezamenlijk bespreken ervan oplevert voor het eigen dokter-zijn. Op de laatste dag bespreken we de schrijfopdrachten en staan we stil bij de vraag op welke wijze (gedeelten van) de gelezen teksten ook bruikbaar zijn in de opleidingssituatie.
21 hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang Keuzecurriculum – leergang 5 0 t/m 4 Titel cursus
DAPPERE DOKTERS, DAPPERE OPLEIDERS
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november
Docenten
Chris Rietmeijer en Bart Meijman, gastdocent Menno de Bree (filosoof)
Aantal deelnemers Minimaal 8, maximaal 15
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creëert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emoti- oneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - daagt de aios steeds opnieuw uit tot dialoog 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek - past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficiënt toe 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist) 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren - neemt deel aan opinievorming en ontwikkeling van nieuwe inzichten op het oplei- dingskundig vakgebied
Inhoud cursus
Het symposium bij het 40-jarig bestaan van onze huisartsopleiding stond in het teken van “Optimale Zorg – Dappere Dokters”. Optimale in plaats van maximale zorg. Dokters die het gesprek daarover durven voeren en naar hun eigen functioneren kijken. Daarbij ging het over de tweede helft van het consult, over adviseren in een echte dialoog, over gedeelde besluitvorming. In deze leergang willen we daar een vervolg aan geven. We zullen dapperheid in een prikkelend filosofisch perspectief plaatsen; we zullen een aanbod doen aan kennis en vaardigheden om beter te worden in gedeelde besluitvorming. En we willen graag met jullie als ‘voorhoede’ groep opleiders verkennen hoe je dit alles in je dagelijkse praktijk kunt integreren, en natuurlijk hoe je je aios hierin kunt opleiden. Met de opbrengst van deze leergang hopen we in 2016 een onderwijsprogramma over optimale zorg voor alle opleiders te verzorgen. Kernwaarden ‘Optimale Zorg – Dappere Dokters’: • 'Optimale Zorg - Dappere Dokters' draait om de gunstigste zorg voor de patiënt waarbij de persoon van de patiënt belangrijker is dan de ziekte. • Dappere dokters gaan in gesprek met de patiënt over het kiezen van optimale zorg. Deze dokters hebben aandacht voor de betrokkenheid en eigen verantwoordelijkheid van de patiënt bij de besluitvorming over de behandeling maar schuiven hun professionele verantwoordelijkheid daarmee niet van zich af. • Dappere dokters zorgen voor een intensieve samenwerking tussen huisarts, specialist en andere zorgverleners om te komen tot optimale zorg. Hierdoor komen keuzevrijheid voor de patiënt en kwaliteit van zorg samen, zich uitend in patiëntgerichtheid, effectivi- teit, veiligheid én doelmatigheid. • Een dappere dokter durft kritisch naar zijn eigen persoonlijke functioneren te kijken, naar de standpunten en handelwijzen van zijn beroepsgroep en naar de maatschappe- lijke verantwoordelijkheden van alle artsen. • Een dappere dokter laat zich aanspreken op zijn professionaliteit en durft anderen aan te spreken op hun professionaliteit https://amsterdam.lhv.nl/dappere-dokters-0 Optimaal en dapper klinkt goed, maar dat gaat niet vanzelf. Dat vraagt niet alleen moed, maar ook kennis en vaardigheden. Kennis over de beperkingen van evidence based medicine als je die naar een specifieke patiënt vertaalt. Kennis over de vele wegen die naar Rome kunnen leiden, naast de ‘standaard’ weg. Het vraagt aanvullende gespreksvaardigheden om
22
hao-proVUssioneel - maart 2015
tot echte gedeelde besluitvorming te komen. En de moed om de patiënt daadwerkelijk te laten meebeslissen, en collega’s in de 1e en 2e lijn aan te spreken wanneer je vindt dat de zorg beter kan. Als ervaren huisartsen kunnen we hier nog best wat in leren. Voor aios is het zeker een uitdaging. Je wilt je aios laten zien hoe je met een patiënt ingewikkelde keuzes bespreekt. Je wilt je aios laten zien hoe je een collega-specialist aanspreekt.
Thema's
Werkwijze
• Optimale zorg in plaats van maximale zorg • Moed • Gedeelde besluitvorming • De beperkingen van Evidence based medicine en protocollaire zorg • Elkaar als collega’s aanspreken; dit stimuleren met onder meer (transmurale) intervisie gebaseerd op praktijkdata, en transmuraal incidenten melden De eerste ochtend zal in het teken staan van de principes achter Optimale Zorg, Dappere Dokters, en de projecten die in dit kader lopen. Wat betekent optimale zorg, wat levert het op? Wat kan je eraan doen? Dan maken we een begin met een training in Shared Decision Making ofwel Gedeelde Besluitvorming: Hoe stel je de patiënt optimaal in staat om zijn persoonlijke voorkeuren in de besluitvorming mee te wegen? Over choice talk, option talk en decision talk. In de middag zal filosoof Menno de Bree uitgebreid met ons spreken over Medische Dapperheid: wat is de dapperheid die bij mij past? Menno de Bree studeerde filosofie, doceert medische ethiek en filosofie aan het UMCG en geeft onder de naam Menno Denkt filosofie-lezingen over alledaagse onderwerpen. Recente lezingen zijn onder andere ‘Over waarom het onmogelijk is om gelukkig te worden van je werk’ (Groninger Nacht van de Filosofie) en ‘Geen menselijke aangelegenheid is veel inspanning waard. Arthur Schopenhauer over geluk, de wil, seks en de armen van geest.’ (RuG Studium Generale). De tweede dag gaan we verder met de training Gedeelde Besluitvorming en staan we stil bij het opleiderschap: hoe laat je jouw aios zien dat protocollair en defensief handelen schadelijk voor de patiënt kan zijn, zonder dat je hem al zijn zekerheden afneemt? Je wilt je aios daar een ander soort zekerheid voor teruggeven. Hoe ben jij een rolmodel voor je aios? Op dag 3 en 4 in november zullen we deze onderwerpen verder uitdiepen en daarnaast aandacht besteden aan het elkaar als collega’s aanspreken op professionaliteit.
Dappere dokter bokaal van kunstenaar René Kleinveld 23 hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang Keuzecurriculum – leergang 5 0 t/m 4 Titel cursus
DEEP LISTENING: het onuitgesprokene horen
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Dinsdag, woensdag én donderdag 9-11 juni, follow-up donderdag 19 november
Docenten
Rosamund Oliver (internationaal trainer/psychotherapeut (Reg. UK)), Gert Roos (hao) en dr. Rianne Maillé (Huisartsopleiding Utrecht)
Aantal deelnemers Minimaal 8, maximaal 16
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creëert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emotioneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - toont empathie 1.3 kan omgaan met diversiteit 2.1 past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficiënt toe 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding - daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroorzaakt 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie
Inhoud cursus
‘Luisteren’ is een basiselement in ons professioneel handelen. We besteden er vele uren per week aan en beschouwen het als een essentiële beroepsactiviteit. Toch staan we er zelden bij stil. Binnen al het communicatieonderwijs is maar minimaal aandacht voor dit onderdeel, waarbij niet het spreken centraal staat. Is er dan niets over te zeggen? Rosamund Oliver ontwikkelde in de afgelopen tien jaar de training Deep Listening®, waaraan inmiddels ruim duizend mensen deelnamen (waaronder diverse opleiders en stafleden van de VU). Zij baseert zich daarbij zowel op haar ervaring als psychotherapeut als op haar uitgebreide studie van mindfulness en compassie. Binnen deze training wordt het eigen luisteren op een praktische manier onderzocht. Niet alleen vaardigheden komen aan de orde, maar met name ook attitudeaspecten: wat moeten we begrijpen om goed te luisteren, hoe blijven we in contact met de ander én
24
hao-proVUssioneel - maart 2015
met onszelf, hoe ontwikkelen we veerkracht als luisteraar en hoe kunnen we ons hierin ontwikkelen en onze luistervaardigheid vergroten? De cursus kan ook beschreven worden als een brede toepassing van de inmiddels bekende methode mindfulness, toegespitst op het luisteren. In 2014 werd de training aangeboden binnen de meerdaagse voor ervaren opleiders. Hij eindigde als een van de best gewaardeerde cursussen met een gemiddelde score van 8.7 Thema’s
• Eigen ervaringen met ‘luisteren’: wat werkt, wat leidt af? • De drie basis-skills: presentie, compassie en ‘embodiment’ • Voorwaarden voor goed luisteren, o.a. invloed van de (werk)ruimte • Omgaan met storingen bij het luisteren • Hanteren van grenzen • Perspectiefwisseling, je verplaatsen in de ander
Werkwijze
De voertaal tijdens de eerste drie dagen is Engels! Eigen ervaring en inbreng staat centraal. Daarbij gaat het zowel om ervaringen uit de beroepspraktijk als om ervaringen opgedaan tíjdens deze cursus. De training is ‘experiëntieel’ (= o.b.v ‘experience’), dus deelnemers krijgen volop gelegenheid om te oefenen met de praktijk van ‘deep listening’. Focus is om de methode toe te kunnen passen in korte ‘luistercontacten’, zoals tijdens het spreekuur en het leergesprek. Daarnaast wordt in de training gebruik gemaakt van korte (interactieve) voordrachten. Gezien het specifieke karakter van deze cursus is er ook dagelijks ruimte voor (geleide) meditaties. Er wordt hiervoor geen enkele ervaring verlangd, wel de bereidheid om enigszins ‘out of the box’ te denken.
25 hao-proVUssioneel - maart 2015
Keuzecurriculum – leergang 5 Titel cursus
SEKS, DAT SPREEKT VANZELF
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november
Docenten
Peter Leusink (huisarts, seksuoloog NVVS), Willemien Avenarius en Joan Boeke (hao)
Aantal deelnemers Minimaal 8, maximaal 12
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist). Deze is in staat: - klachten te benoemen die een signaal kunnen zijn voor bepaalde seksuele pro- blemen - een gerichte seksuele anamnese af te nemen en de belangrijkste oorzaken in een biopsychosociaal perspectief te plaatsen - eigen waarden en normen t.a.v. seksualiteit te (her)kennen - door te vragen naar de beleving van seksualiteit als dit zinvol is - aan te geven wanneer en hoe een eventuele partner bij diagnostiek en behande- ling betrokken dient te worden - een behandelplan op te stellen - adequaat te kunnen verwijzen 2.2 ondersteunt de aios op het terrein van seksuologie bij het formuleren van haalbare leerdoelen en bijbehorend plan van aanpak en daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid 5.1 toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren; heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroorzaakt; identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie; kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren
Inhoud cursus
Het trias attitude, kennis en vaardigheden zal de structuur zijn waar de inhoud aan wordt opgehangen. Er wordt stilgestaan bij het belang van seksualiteit ten aanzien van gezondheid en welzijn en de rol van de huisarts om dit onderwerp bespreekbaar te maken. De belangrijkste seksuele problemen komen aan bod en nieuwe inzichten in de seksuologie worden besproken. Het biopsychosociaal model staat daarin centraal. Er zal geoefend worden in gespreksvoering en er worden aandachtspunten gegeven voor het begeleiden van de aios.
Thema’s
• Welke taakopvattingen over seksuele problematiek hanteert de opleider en hoe werken deze door in het opleiden van de aios? Wanneer en hoe komt het onderwerp ter sprake? Spelen eigen waarden en normen daarin door? Zijn er belemmeringen, waar liggen kansen? Hoe kun je omgaan met erotiserende patiënten, herken je eigen erotische overdracht? • Erotiek, overdracht in de relatie tussen hao en aios • Hoe werkt seks? • Circulair in plaats van causaal denken: onderhoudende factoren bij seksueel disfunctio- neren en praktische richtlijnen om dit te doorbreken • Anamnese en/of gesprek • Indicaties lichamelijk onderzoek • Indicaties verwijzing en naar wie • Begeleiden van de aios
Werkwijze
Er wordt zowel plenair, in subgroepen als individueel gewerkt. Waar het gaat om de attitude van de huisarts zijn het de taakopvattingen als professional die centraal staan. Als een appel wordt gedaan aan persoonlijke ervaringen ten aanzien van seksualiteit zal in eerste instantie gewerkt worden met individuele opdrachten. Ieder bewaakt zijn/haar eigen grenzen. Ieder bepaalt zelf wat wordt gedeeld met anderen. In juni zullen we eerst stilstaan bij deze taakopvattingen. Plenair zal er aandacht zijn voor een update van de seksuologische kennis. De tweede dag oefenen we gespreksvoering. Ieder krijgt de kans eigen leerdoelen op te stellen voor de vervolgbijeenkomst in november. In november kan videomateriaal van gesprekken met patiënt en/of aios worden ingebracht en besproken. Op grond van ervaringen in juni bepalen we samen welke thema’s in november verder worden uitgediept.
26
hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang Keuzecurriculum – leergang 5 0 t/m 4 Titel cursus
STARclass Spoedzorg in de huisartspraktijk
Doelgroep
Ervaren opleiders uit het hele land die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
17 t/m 30 maart 16 t/m 19 juni 29 september t/m 2 oktober 15 t/m 18 december De kosten zijn € 600,00 inclusief ontbijt, lunches, 3 diners en 3 overnachtingen. Aanmelding en verdere info zie www.sboh.org
Locatie
De STARclass voor huisartsopleiders vindt plaats in Schola Medica, Orteliuslaan 750 te Utrecht (Papendorp) op loopafstand van Domus Medica. De overnachtingen vinden plaats in het Holiday Inn Express, Van Deventerlaan 10 te Utrecht (Papendorp).
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied m.b.t. spoed- eisende zorg evidence based toe - draagt bij aan effectieve intra- en interdisciplinaire samenwerking - past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe - verwijst doelgericht op basis van actueel inzicht in de expertise van andere zorg- verleners 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren
Inhoud cursus
Deze STARclass richt zich op hetgeen kan voorkomen in de huisartspraktijk overdag en tijdens diensten op de HAP. De spoedeisende omstandigheden worden zo realistisch mogelijk nagebootst. U wordt getraind in het herkennen van een voor de patiënt levensbedreigende situatie. Hierbij gaat u methodisch te werk volgens de ABCDE-systematiek. Ook leert u de noodzakelijke levensreddende interventies toe te passen, zowel bij volwassenen als bij kinderen. Het programma is opgebouwd rond de ABCDE-benadering waarbij de toestand van de patiënt bepalend is voor de noodzakelijk te nemen beslissingen en uit te voeren handelingen. In de nabespreking wordt de nadruk gelegd op de wijze waarop u als opleider de aios gericht kunt coachen bij de acute casuïstiek.
Thema’s
Voorlopig programma: • Inleiding in de methodische benadering van ernstig zieke patiënten volgens de ABCDE- methodiek • Training basisvaardigheden ABCDE (diverse handgrepen, iv-toegang aanleggen, zuur- stoftoediening) • Het acuut bedreigde kind • BLS+AED met certificering • Oefenscenario’s met simulatiepatiënten: ademhalingsproblemen, circulatie- en bewust- zijnsstoornissen • Lichamelijk onderzoek en beleidsbepaling bij patiënten met trauma’s op een HAP met simulatiepatiënten
Werkwijze
Het onderwijs is vooral gericht op zelf oefenen in kleine groepjes onder leiding van de deskundige trainers/docenten. De docenten zijn ook betrokken bij de STARtclass voor aios huisartsgeneeskunde. Er wordt veel gewerkt met simulatiepatiënten.
27 hao-proVUssioneel - maart 2015
Keuzecurriculum – leergang 5 Titel cursus
LEIDEN, NIET LIJDEN! Wie ben ik als leider, wat doe ik en hoe doe ik het?
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Woensdag/dinderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november
Docenten
Simone van den Hil en Brenda van der Meer (hao), gastdocent prof. dr. Carina Hilders
Aantal deelnemers
Minimaal 8, maximaal 12
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creëert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emoti- oneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - daagt de aios steeds opnieuw uit tot dialoog - is daadwerkelijk geïnteresseerd in en gericht op de aios - toont empathie 2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding - signaleert ineffectief leergedrag en maakt dit inzichtelijk - daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid - bevordert het eigenaarschap van de aios bij diens eigen leerproces 2.3 beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties voor de voortgang - beoordeelt en legt de voortgang in het leerproces vast 3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe - zorgt voor een heldere taakverdeling, -afstemming en uitvoering met andere (stage-)opleider(s) en praktijkmedewerkers - identificeert problemen en geeft de aios ondersteuning bij het leren oplossen van (dreigende) conflicten 4.1 organiseert personeelsinzet, middelen en informatiestromen zodanig dat er efficiënt gewerkt en geleerd kan worden 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist) - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroor- zaakt - identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie - kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren 5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels - gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios
Inhoud cursus
‘Door alle ontwikkelingen in de gezondheidszorg en de toenemende complexiteit van zorg wordt medisch leiderschap steeds belangrijker.’ Aldus Carina Hilders, gynaecoloog en directeur Medische Zaken in het Reinier de Graaf Gasthuis en sinds 1 november bijzonder hoogleraar Medisch Management en Leiderschap. Medisch Leiderschap gaat meer over visie en mensen enthousiasmeren en beïnvloeden. Management draait vooral om het scheppen van de juiste voorwaarden; organiseren dat er voldoende menskracht en middelen zijn om goede zorg te kunnen leveren. Voor een succesvolle organisatie zijn beide talenten hard nodig! Aldus Richard Schol, aios kindergeneeskunde en bestuurslid van De Jonge Specialist. Lees hierover meer in Medisch Contact nr 51/52 van 18 december 2014.
28
hao-proVUssioneel - maart 2015
Aios willen al lang dat er meer aandacht is voor praktijkmanagement en leiderschap in de opleiding. Met dat wat huisartsen al in huis hebben als het gaat om leiderschap en management in de praktijk kom je een heel eind. Wellicht moeten we vooral expliciet maken wat er impliciet al gebeurt. Een leider is eenieder die zich verantwoordelijk voelt potentieel te zien in mensen en processen. Op elke plek kun je een leider zijn. Na de cursus • weet je waarin jij onderscheidend bent als leider. • kun je verschillende stijlen van leidinggeven toepassen. • weet je welk effect jouw gedrag als leidinggevende heeft op jouw medewerkers. • weet je hoe je taken kunt delegeren en hoe je jouw medewerkers kunt stimuleren. • ben je in staat positieve en negatieve feedback te geven en te ontvangen. • weet je wat je nu doet en waar je meer de nadruk op wilt leggen. • ben je beter in staat een aios bij het leren van deze dingen te begeleiden. Thema’s
• Reflectie op jouw eigen leiderschap, zelfsturing. • Reflectie op jouw aanpak als manager. • Situationeel leidinggeven. • Hoe stuur je je mensen aan (P&O-cyclus, functioneringsgesprekken, beoordelingsge- sprekken, feedbackgesprekken, ontwikkeling medewerkers)? • Lastige beoordelingssituaties. • Hoe organiseer ik mijn praktijk? • Hoe leer je dit aan een aios?
Werkwijze
Naast zelfonderzoek en reflectie wisselen jullie ervaringen uit de praktijk uit. Afwisselend werken we in de hele groep, in kleine groepen en soms individueel. We zetten diverse werkvormen in: theorie over management en leiderschap, opdrachten, experimenten. Met een acteur gaan jullie oefenen met allerlei soorten HRM-gesprekken en lastige situaties. We maken gebruik van voorbereidingsopdrachten en jullie eigen praktijk situaties. Het werken aan jullie eigen doelen staat centraal, vandaar dat we starten met een telefonische intake. Je eindigt de dagen juni met een concreet plan van aanpak, waar we in november weer mee verder gaan.
29 hao-proVUssioneel - maart 2015
Keuzecurriculum – leergang 5 Titel cursus
GENDER DOET ERTOE
Doelgroep
Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten
Cursusdagen
Woensdag/donderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november
Docenten
Prof. dr. Toine Lagro-Janssen en dr. Sylvie Lo Fo Wong
Aantal deelnemers Minimaal 8, maximaal 25
Competenties
De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat - draagt zorg voor een veilig opleidingsklimaat waarbij de opleider respectvol, reflec- tief en ondersteunend is naar de aios 1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creëert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emoti- oneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - is daadwerkelijk geïnteresseerd in en gericht op de aios - toont empathie 1.3 kan omgaan met diversiteit - kan afstemmen op de eigenheid van de aios in culturele, sociale en ethische zin 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek - maakt een adequate keuze welke didactische werkvorm aansluit bij de ontwikkeling van de aios - past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficiënt toe - hanteert de verschillende rollen (expert, coach, beoordelaar) flexibel en passend bij de leersituatie - ondersteunt de aios bij het opstellen van diens individuele opleidingsschema 5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist) - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroor- zaakt - identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback - stelt door middel van reflectie periodiek de persoonlijke ontwikkelingsbehoefte vast, neemt planmatig deel aan deskundigheidsbevordering en evalueert het effect - neemt deel aan opinievorming en ontwikkeling van nieuwe inzichten op het oplei- dingskundig vakgebied - stuurt het eigen handelen als opleider op basis van wetenschappelijke inzichten en ‘best practices’ 5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie - kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren 5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels - gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios
Inhoud cursus
Doelen: • Het bewust worden van de invloed van sekse en gender in ziekte en gezondheid. • Het bewust worden van de invloed van sekse en gender in de (huisartsgeneeskundige) hulpverlening (patiënt en dokter). • Kennis verwerven van sekseverschillen in voorkomen, risicofactoren, presentatie en be- loop van een aantal aandoeningen. • Kennis en inzicht verwerven in verschillen is communicatie, presentatie, en in kwetsbare thema’s bij mannen en vrouwen. • Die kennis en inzichten weten toe te passen in de consultvoering. • Die kennis en inzichten weten toe te passen als opleider.
30
hao-proVUssioneel - maart 2015
Thema’s
Sekse en gender ten aanzien van: • Communicatie, presentatie en socialisatie; • Pijn; • Depressie; • Partnergeweld bij volwassenen en gevolgen voor kinderen; • Het leergesprek en de begeleiding van een aios; • Risicofactoren, roken, HVZ; • Alcohol; • Vrouwenbesnijdenis en de huisarts.
Werkwijze
Interactief met quiz en vragen; Leesopdrachten waar relevant; Eigen casuïstiek uit praktijk; Essay socialisatie/eigen ervaringen; Voordrachten en ppp voor kennisoverdracht; Filmillustraties met consulten en leergesprekken; E-learning alcohol en gender.;Oefenen met simulatiepatiënten.
31 hao-proVUssioneel - maart 2015
Novemberdagen Doorn
Alternatieven leergang 5 Voor vragen, uitzonderingen of nadere informatie over deze alternatieven binnen leergang 5 kun je terecht bij de hao-coördinator (
[email protected], 020 444 9347). Vul jouw keuze altijd in op het aanmeldingsformulier voor de meerdaagse en lever, zo nodig, eind november een verklaring in bij Samantha Paijens (
[email protected]). WERKGROEPEN/COMMISSIES Als men vanuit de hao-functie als lid deelneemt aan een structurele werkgroep of commissie, zoals het haoteam, de curriculumcommissie, het landelijke overleg voor hao-coördinatoren, de werkgroep APC of praktijkmanagement, kan men hiermee de vier dagen van de meerdaagse compenseren. SUPERVISIE Wij juichen het toe als opleiders supervisie gaan volgen! (Mocht je supervisie willen volgen terwijl je in leergang 1-4 zit, vragen wij je toch deel te nemen aan je vierdaagse en je supervisie te ‘verzilveren’, zodra je in leergang 5 hebt bereikt.) Zouden jullie aub rekening willen houden met de onderstaande richtlijnen: • De supervisie richt zich niet alleen op het huisarts-zijn, maar ook op het opleider-zijn. • De supervisor is LVSC- en/of NHG-geregistreerd. • De supervisieserie duurt in principe 12 bijeenkomsten, in principe om de 14 dagen. Voor individuele super- visietrajecten kan een serie van 10 gesprekken voldoende zijn. • Minimale duur van elke bijeenkomst is: individueel 1 uur, 2-tal 1½ uur, 3-tal 2 uur. • De kosten van de supervisie worden door de deelnemers zelf gedragen. Elk contactuur supervisie bij een NHG-geregistreerde supervisor wordt gehonoreerd met 1 accrediteringspunt naast de forfaitaire punten. Voor verdere informatie, hulp bij het vinden van een geschikte supervisor, het samenstellen van een supervisiegroepje of het contact leggen met collega’s die als opleiders supervisie-ervaring hebben opgedaan en daarover informatie willen verstrekken, kun je contact opnemen met Angelika Raths. INTERVISIE- of BALINTGROEP Deelname aan minimaal zeven bijeenkomsten van een Balint- over intervisiegroep, begeleid of onbegeleid met hao-collega’s gedurende maximaal twee jaar. Herhalen BASISLEERGANG De inhoud van de basiscursussen is in de loop der jaren flink veranderd en nieuwe docenten zetten altijd weer eigen accenten. Als je denkt dat je toe bent aan het opfrissen van de thema’s van leergangen 2, 3 of 4 dan ben je van harte welkom, mits er vrije plaatsen zijn. CO-DOCENTSCHAP HAO-BASISCURRICULUM Wie ervoor voelt en denkt didactische kwaliteiten te hebben kan zich bij de hao-coördinator opgeven als codocent voor de startersdagen, leergang 1 of 2. Eventueel nodigen we je eerst uit voor een oriënterend gesprek. Je zult altijd naast een staflid-docent werken. De hoofdverantwoordelijkheid zal altijd bij het staflid liggen. Jouw activiteiten zijn van ondersteunende aard. De cursussen zijn heel goed uitgewerkt en men kan volstaan met ongeveer één dag inlezen en voorbespreken. Zou het je meer werk kosten, dan kunnen voor de extra tijd waarnemingskosten worden gedeclareerd. Als je dit werk binnen je scholing als ervaren hao doet wordt je er niet voor betaald (wél betalen wij jouw verblijf in het conferentieoord en reiskosten). Valt je aios onverwacht uit, kun jij de contacturen wel declareren. Dit alternatief kun je maximaal 2 jaar achter elkaar kiezen. ONDERWIJSONTWIKKELING EN (CO)-DOCENTSCHAP HAO-KEUZECURRICULUM Als je zelf ideeën hebt voor het opzetten van een nieuwe didactisch gerichte cursus c.q. onderwijsactiviteit voor ervaren opleiders, dan nodigen we je graag uit om jouw ideeën met ons te bespreken. Wij zullen kijken of jouw ideeën passen in het kader van ons hao-curriculum en zo ja, hoe we jou kunnen ondersteunen bij het vormgeven ervan. Denk je ook over didactische kwaliteiten te beschikken, dan zou je de cursus eventueel zelfs samen met een ervaren staflid of een gastdocent(e) kunnen geven. Daarvoor zullen wij je van tevoren uitnodigen voor een oriënterend gesprek. Waarschijnlijk zal het ontwikkelen, geven en mee-organiseren je meer tijd kosten dan de vier scholingsdagen. Je kunt deze activiteiten dan voor twee jaren scholing laten tellen of voor de meertijd (in overleg) waarneemkosten declareren. Als je dit werk binnen je scholing als ervaren hao doet, wordt je er niet voor betaald (wél betalen wij jouw verblijf in het conferentieoord en reiskosten). Valt je aios onverwacht uit, kun jij de contacturen wel declareren. Dit alternatief kun je maximaal 2 jaar achter elkaar kiezen. 34
hao-proVUssioneel - maart 2015
WORKSHOPS VOOR AIOS EN/OF HAO’S Het geven van workshops voor hao’s of aios kan, als het gelijk staat aan vier dagen, een alternatief zijn voor onze meerdaagse cursussen. Je wordt dan voor deze activiteit niet betaald (behalve reiskosten). Voor dit alternatief kun je maximaal twee achtereenvolgende jaren kiezen. EIGEN PROJECTEN Misschien heb je alleen of samen met hao-collega’s een eigen idee hoe je jouw didactische scholing vorm zou willen geven. Bijvoorbeeld door het schrijven van een artikel, het doen van een onderzoek, het houden van een enquête, het organiseren van een reis voor en met hao-collega’s naar een andere huisartsopleiding, nationaal of internationaal. Het project(je) dient gerelateerd te zijn aan het competentieprofiel van de opleider. Lever vooraf een korte beschrijving in bij de hao-coördinator en een kort berichtje, schriftelijk of mondeling achteraf. HAO-MENTORSCHAP Ervaren hao’s, die over langere tijd goed geëvalueerd zijn als opleider, kunnen zich opgeven als hao-mentor. Kijk voor meer informatie over deze functie op de website. Hao-mentoren worden desgewenst ook ingeschakeld voor het voeren van voortgangsgesprekken met beginnende hao’s. Het instituut organiseert (scholings)bijeenkomsten voor het invullen van deze functie. Na twee jaar achtereenvolgend mentorschap vragen we jullie wel om ook weer deel te nemen aan een meerdaagse of ander alternatief. Helle Poulsen (
[email protected]) is aanspreekpersoon voor het hao-mentorschap. KADEROPLEIDING Wij gaan ervan uit dat het volgen van een kaderopleiding ook iets oplevert voor de functie van huisartsopleider. Je kunt gedurende de opleiding maximaal twee keer je vier scholingsdagen (van de meerdaagse) hiermee compenseren.
35 hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang 0 t/m 4 HAOVU Hans Burggraaff
Vooruit met de terugkomdag! De terugkomdag bestaat inmiddels zo'n 30 jaar. Hoe functioneert dit "instituut" van terugkomdag? Vertegenwoordigers van aios en hao's hebben met elkaar hierover gesproken. De gedachte is: het kan anders, het kan beter, efficiënter en gezelliger. Wel een tikkeltje ambitieus… Hoe? Daar zijn uiteenlopende ideeën over waar opleiders en aios verder over in gesprek gaan met elkaar. Wie doet niet mee met dit gesprek? De mensen van de instituten. Is daar een reden voor? Misschien wel. Als het anders moet gaan, betekent dat veranderingen. Dat kan gedoe geven. Daar zitten medewerkers van instituten niet altijd op te wachten. Het kan gedoe geven. Wij denken als HAOVU ook dat er wellicht een tijd is gekomen dat terugkomdagen anders vorm moeten gaan krijgen. Misschien ook meer op een andere plek: in de opleiderspraktijk? De vernieuwing van de terugkomdag staat wat de HAOVU betreft op de opleidersagenda. Natuurlijk willen instituten daar graag bij betrokken worden. HAweb In je inbox staan af en toe berichtjes van HAweb. De HAOVU heeft daar ook een groep. Als opleider van de VU kun je daar lid van worden. Misschien is het aardig om lid te worden van de groep HAOVU.
Wij spreken elkaar daar over actuele onderwerpen. Je kunt er aan deelnemen en er wordt ook wat mee gedaan! Zo hebben onderwerpen in de belangstelling gestaan als: de Kackadoris-nominatie, negatieve aspecten van accreditatie, deelname aan de visitatie van het HOVUmc, en uiteraard Tuitjenhorn. We zijn natuurlijk niet uitgesproken. Luister mee en roer ook je mond op HAweb. Hartelijk welkom! Accreditatie De onvrede die sommige opleiders van de VU ventileren over accreditatie heeft invloed. De bestuursleden van de HAOVU hebben gesprekken gevoerd met de NPA, met de LHOV, met Huisartsopleiding Nederland. De kerstboom vol met ballen moet afgetuigd worden. Erg toepasselijk als ik dit schrijf. Dat gaat ook gebeuren. “Ontstapelen”, “ontdubbelen” en “waar iets bijkomt moet ook iets af”, zijn de motto’s die de HAOVU meegeeft aan gesprekspartners. Wat ook belangrijk is: er komt keuzevrijheid. Opleiders kunnen in zee gaan met andere aanbieders dan de NPA. Te denken valt aan: Tuff, Kiwa, Lloyds, Cohesie. Als je hier ervaring mee hebt, laat het weten! Via de LHOV wordt een verkennend onderzoek gedaan naar deze andere aanbieders. Wordt vervolgd.
LORENZO
36
hao-proVUssioneel - maart 2015
Berichten Berichtenuit uitde dehao-kwaliteitscommissie hao-kwaliteitscommissie Hao-tevredenheid 2014 – een eerste impressie Allereerst hartelijk dank voor het invullen van de Hao-tevredenheidenquête 2014 – een initiatief van ons instituut – en ook voor het feit dat velen van jullie veelvuldig gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om je antwoorden toe te lichten. 47% van jullie heeft de enquête ingevuld. Dat betekent dat we van 53% niet weten hoe (on-)tevreden men is. Onze terugrapportage baseert zich op de scores en uitspraken over tevredenheid van ongeveer de helft van jullie als opleiders.
9. Het onderwijs over EBM vind ik voor mijn rol als hao leerzaam. 1. 0 0% 2. 5 4% 3. 34 26% 4. 52 40% 5. 31 24%
In dit stuk geven we jullie alvast onze eerste globale indrukken van een paar resultaten. 1. Ik ben tevreden over de communicatie met het instituut ten aanzien van de voortgang van mijn aios. 1. 1 1% 2. 3 2% 3. 19 15% 4. 80 61% 5. 28 21%
Bij de scores 4 en 5 staat "laat je kritisch kijken en stelt je in staat de aios beter de begeleiden" en "de discussie met de aios hierover is het voornaamste". Bij de score 3 staat als commentaar "de aios moet dat weten, dan kan de hao daar gebruik van maken" en "EBM is de basis en niet het belangrijkste van het huisarts zijn". Degenen die 2 hebben ingevuld geven als commentaar "wat is EBM?" en "eind van de dag is vreselijk". 14. Bij de koppeling aan een aios die gerichte leerpunten heeft, informeert het instituut mij daar van tevoren voldoende over.
Degenen die de score 4 of 5 hadden ingevuld zijn tevreden over de “open communicatie” en “de mogelijkheid tot extra overleg en steun zo nodig”. De toelichting bij de score 3 is “lastig om zicht te krijgen op de voortgang van de aios” en op de paralleldag is er “sprake van eenrichtingverkeer in communicatie over aios”. Bij scores 1 of 2 “heeft reactie van docenten te lang geduurd en wordt er te kort gesproken over aios op paralleldag”. Een opleider merkt ter afsluiting op: “ook deze enquête draagt weer bij aan de onderlinge communicatie. Goed initiatief!” 4. Als ik kijk naar de afgelopen twee jaar ben ik tevreden over de inhoud van de scholing op paralleldagen. 1. 0 0% 2. 4 3% 3. 25 19% 4. 80 61% 5. 19 15%
Wat als postief is benoemd (scores 4 of 5) zijn zaken als een “divers aanbod aan onderwerpen”, “het profiteren van elkaars expertise is waardevol”. Bij de score 3 is genoemd “inhoudelijk deel is wisselend qua inhoud en nut”, “tempo te traag, herhaling in EBM-onderwijs’. Degenen die de score 2 ingevuld hebben vinden dat “de dag te lang duurt en het tempo te traag is”.
1. 2. 3. 4. 5.
4 3% 13 10% 65 50% 27 21% 10 8%
Bij de scores 4 of 5 staat als toelichting dat ze “tijdig geïnformeerd zijn via mail” en dat “het beter wordt”. Degenen die de score 3 hebben ingevuld, hebben nog geen ervaring met een aios met gerichte leerpunten of hebben wisselende ervaringen. Ze schrijven: “de ene keer lukt dit beter dan de andere keer”, “het lijkt afhankelijk van de aios te zijn, er is geen duidelijke overdracht”. Bij de scores 1 of 2 is te lezen dat “de privacy van de aios wordt tot in het onredelijke beschermd en dat is dit niet in het belang van de aios” en “je kunt er nu wel naar vragen maar je zou het automatisch willen”. Ter afsluiting van de enquete schreef een opleider: “haha vraag en antwoord zelf geven is wel iets wat ik de aios nu nog meer moet leren….” In het septembernummer van de proVU volgen meer resultaten met daaraan gekoppeld welke verbeterpunten we als instituut willen oppakken. Groeten van het hao-team
37 hao-proVUssioneel - maart 2015
Novemberdagen Doorn
Prijspuzzel: koppelingsprocedure maart 2015 Sylvia Vlak
dere keren een 1 en/of een 2 geven en maximaal één keer een 3. De 3 hóeft dus niet ingevoerd te worden. De 3 kan voor ons voor ons ‘liever niet’ of ‘helemaal niet’ betekenen. Maak dus ook gebruik van de feedbackmogelijkheid in Make-a-Match. Dat helpt ons bij het maken van de beste keuzes. Puzzel Dan gaan de teamleider en onderwijsassistent van het betreffende jaar aan de slag om voor iedereen een geschikte koppeling te realiseren. Jullie zullen begrijpen dat dat elke keer weer een lastige puzzel is. Er zijn aios en opleiders die door iedereen op 1 worden gezet, maar er kan toch maar 1 koppeling uit voort komen. Lastig dus. Aan de andere kant zijn er ook aios en opleiders die door iedereen op 3 gezet worden. Dat is helemaal moeilijk! Zeker als er geen aanwijsbare reden voor is.
We krijgen bij elke koppelingsprocedure weer dezelfde vragen van onze hao’s (en ook van de aios). De aios die ik op 1 gezet heb heeft mij ook op 1 gezet, waarom zijn wij toch niet aan elkaar gekoppeld? Waarom word ik gekoppeld aan mijn tweede (of na overleg met de opleider heel soms zelfs derde) keus en niet aan mijn eerste? Vorig jaar had ik ook al mijn tweede keus, waarom dan nu weer? Allemaal begrijpelijk! Maar helaas niet te voorkomen. We leggen hieronder uit waarom.
De uitdaging Je ziet hieronder een schema uit de net afgesloten koppelingsprocedure van jaar 1, met 13 aios en 13 opleiders. We dagen jullie uit om hieruit 13 goede koppels te formeren. De score in de rechterbovenhoek is van de opleider en de score in de linkeronderhoek is van de aios.
Uitgangspunt Laten we voorop stellen dat ons uitgangspunt is altijd alle betrokkenen tevreden te stellen. De aios moet een goede opleidingsplek krijgen en de hao moet een aios hebben die hij/zij goed kan opleiden. Een zekere klik moet er dus in ieder geval zijn.
Mail jouw oplossing (bijv. aios1/hao2, aios2/hao8, etc) voor 6 april naar Sylvia Vlak (
[email protected]). Opmerkingen zijn ook welkom. Onder alle inzendingen verloten we een knuffelolifant (zie cover). Want soms hebben we tijdens de koppelingsprocedure allemaal een dikke huid nodig! Of een knuffel.
Procedure De opleiders en aios geven na de kennismakingsgesprekken hun voorkeuren aan. Iedereen mag meer-
hao1 aios1
1
1
hao2 2
hao3
aios3
3
1
aios4 3
hao5
hao6
2
2
3
aios6
2
2
2
1
aios9
1
2
1
2
1
3
2
3
1
aios10 aios11
2
2
2
aios12 aios13
hao8
2
aios7 aios8
hao7
hao9
hao10 hao11 hao12 hao13
1
aios2
aios5
hao4
2
2
3
1
1
1
3 1
1
3
1
2
1 1
1 2
1
1 3
3
2
2 2
2
1
1
1
1
1
1
2
3
1 1
3 2
3
3
3
1
1 hao-proVUssioneel - maart 2015
1
1
1
1
3
2
1
2
2
1
Prikbord kassistenten Accreditatiepunten voor praktij ent(e) accreditatiepunWeet je dat jouw praktijkassist n op de VU? ten krijgt voor de scholingsdage de beroepsvereniZij/hij moet dan wel lid zijn van van Doktersassistenten ging Nederlandse Vereniging mer doorgeven. (NVDA) en haar/zijn KABIZ-num
Spreekuur voor huisa rtsopleiders Tijdens de parallelda gen zijn jullie voor allerlei algemen e of organisatorische vragen welko m bij Samantha Paijens van 13.30 to t 14.00 uur in kamer 9C-02 op de 9e etage van het OZW-gebouw.
Aanspreekpunt bij de huisartsopleiding Bij de HOVUmc werken verschillende ondersteuners waar je als opleider mee te maken kunt hebben. Wie kun je waarvoor benaderen? Sylvia el Gannouti: beschikbaarheid hao's, registraties, MaM-profielen, leerwerkplannen. Sylvia El G.
Samantha Paijens: organisatie meerdaagse en keuzeworkshops, LHK, scholing maatjes en POH's, accreditatie en forfaitaire punten.
Samantha
Smalle, oude instrumentenkast gezocht!
[email protected]
Sylvia Vlak: aios en koppelingen jaar 1, aspirant-hao's. Edith Kunnen: aios en koppelingen jaar 3.
Sylvia V.
Edith
gevolgd? Heb jij jouw opleiding bij ons werk HOVUmc! We starten met het Alumni Net angrijk? - Vind je een goed netwerk bel nde workshop of lezing? - Bezoek je graag een inspirere erwijs of onderzoek - Wil je graag bijdragen aan ond binnen ons vakgebied? VUmc iets voor jou! Dan is het Alumni Netwerk HO Meld je nu aan en word lid. vens naar Hedwich Stuur een mail met je adresgege Breuker:
[email protected]
Maximum aantal accreditatiep unten per jaar Per jaar kun je als (aspirant-)op leider maximaal 20 forfaitaire punten krijgen. Ben je dus in hetzelfde jaar naa r de oriëntatiecursus (9 punten) en de starte rsdagen (12 punten) geweest én je bent al ges tart met het opleiden van een aios (5 punten per kwartaal), dan mogen we je niet meer dan de vastgestelde 20 forfaitaire punten geven.
geen opleider zijn? Ook Ken je nog studiegenoten die zich aan te melden. zij zijn van harte uitgenodigd
Dit boek van Angelique Bongers is in november in Doorn aan jullie uitgedeeld. Was je er niet of heb je het toch nog niet gehad? In juni nemen we weer een stapel mee.
Huisarts en opleiden Dit boek van Rien van Hemert is afgelopen najaar door de SBOH aan jullie verstuurd. Niet ontvangen? Vraag het de SBOH!
Idealen in de praktijk
Een aanrader voor iedere huisarts(opleider)! 41 hao-proVUssioneel - maart 2015
Uitzwaaien DeUitzwaaien opleider als rolmodel De opleider als rolmodel; de RoMAT, cascade en whirlpool. Resultaten uit onderzoek naar de effectiviteit van onderwijs op het rolmodelgedrag van opleiders. Dr. H.G.A.Jochemsen-van der Leeuw, huisarts. Is een opleider er zich van bewust altijd en overal een rolmodel voor aios te zijn en dat aios voorbeeldgedrag, positief of negatief, zal overnemen? Om onderscheid te kunnen maken tussen positief en negatief rolmodelgedrag van de opleider werden de eigenschappen van een rolmodel verzameld. Deze kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: persoonlijke, docent- en klinische kwaliteiten. Positieve rolmodellen worden omschreven als opleiders die excelleren in klinisch werken met een goede dokter-patiëntrelatie. Deze artsen inspireren en onderwijzen aios terwijl ze andere taken uitvoeren en zijn geduldig en integer. Bovengenoemde eigenschappen bevestigen een impliciet karakter van het rolmodel zijn, altijd en overal. Met de geïdentificeerde eigenschappen werd een instrument samengesteld om rolmodelgedrag van opleiders te evalueren: the Role Model Apperception
Tool (RoMAT). De lijst bleek uiteen te vallen in twee componenten: ‘Zorgzaamheid’, dat eigenschappen omvat die de opleider nodig heeft om een goede relatie in stand te houden met patiënten, familieleden, aios en andere (mede)werkers in de gezondheidszorg en ‘Effectiviteit’, die eigenschappen omvat dat de opleider in staat stelt om de ander te geven wat deze nodig heeft. Persoonlijke feedback op het rolmodelgedrag met de RoMAT bleek de Effectiviteitcomponent te verbeteren. Onderwijs aan opleiders om medische kennis en rolmodelgedrag, gemeten met de RoMAT, te verbeteren, wordt geacht trapsgewijs naar beneden te stromen als een waterval (cascade), van onderwijs via opleider, opleidingspraktijk, aios tot in de patiëntenzorg. Hier komt in de praktijk weinig van terecht, omdat de treden van de waterval werken als filters, waardoor het geleerde maar mondjesmaat naar beneden doorsijpelt. De overdracht van onderwijs aan opleiders naar aios blijkt in de praktijk beter weergegeven te worden door een draaikolk (whirlpool) dan een waterval. Door de gevonden filters om te zetten in aandachtspunten kan de effectiviteit van het onderwijs aan opleiders verbeterd worden en daardoor de opleiding van de aios tot een zelfstandige en competente huisarts.
42
hao-proVUssioneel - maart 2015
Zwangere aios
Tjitske Dijkstra
Consequenties Alleen voor zwangere aios die onvoldoende antistoffen hebben adviseert de SBOH om de eerste 20 weken van de zwangerschap geen kinderen te zien (voor alle andere zwangeren is er dus geen probleem op dit gebied).
Mogelijke consequenties van het hebben van een zwangere aios Gezien de al langer bestaande feminisering van de huisartsopleiding is de kans groot dat iedere opleider eens een aios treft die tijdens de opleiding zwanger wordt. Welke consequenties kan dit voor de opleiding hebben? De aios krijgen bij de start van de opleiding van de SBOH - hun werkgever - uitgebreide informatie over risicovolle situaties tijdens zwangerschap en het is de verantwoordelijkheid van de aios zelf hier iets mee te doen. Daarnaast heeft de opleiding de verantwoordelijkheid om samen met de docent en opleider te kijken naar de consequenties voor het opleidingstraject van de aios. Over welke risicovolle situaties hebben we het? 1. Infectieziekten. 2. Werkdruk en stress (in het bijzonder nachtdiensten). 3. Gevaarlijke stoffen (zoals anesthesiemiddelen, chemotherapeutica en röntgenstraling). Ad 1 Infectieziekten Bijna al (maar niet alle!) onze aios zijn gevaccineerd volgens het bekende vaccinatieschema en velen weten ook hun status betreffende het wel of niet doorgemaakt hebben van waterpokken. Minder bekend is of ze antistoffen tegen het parvovirus hebben. Zodra de aios meldt dat ze zwanger is, is een verwijzing naar de informatie van de SBOH aan te raden.
Wat zou dit voor de praktijk kunnen betekenen? Aios die in het verleden ervaring hebben opgedaan met deze materie kwamen met de volgende aandachtspunten: • Extra aandacht voor handhygiëne. De meeste be- smettingen verlopen via handcontact. • Met assistente afspreken dat er bij deze aios geen kinderconsulten worden gepland. • Als er ouders op het spreekuur komen die kinde- ren bij zich hebben, deze vragen de kinderen niet mee te nemen in de spreekkamer. • Tijdig bespreken hoe de zelfstandige periode inge- vuld gaat worden. (Aios en kinderen in de wachtkamer: bij gewoon ‘langslopen’ is het risico minimaal tot nul!) We zijn ons er allemaal van bewust dat hand- en druppelcontact niet altijd te vermijden is, dat er praktijken zijn met veel of juist heel weinig kindercontacten, dus dat het niet voor alle praktijken even gemakkelijk op te lossen is. Als zich organisatorische problemen voordoen denkt de huisartsopleiding graag mee over alternatieven. Beoordeling competenties Als de risicovolle periode achter de rug is wordt samen met de aios bekeken hoe, na het gemis van de afgelopen weken, de competentie ‘kinderen’ aangevuld kan worden door het gemis van de afgelopen weken. Denk hierbij aan extra consulten, zowel door de week als in het weekend op de HAP. Dit zal afhankelijk van de ontwikkeling en werkervaring van de desbetreffende aios maatwerk zijn. De opleiding zal bekijken of er extra sturing in het individueel ontwikkelplan moet/kan plaatsvinden.
Ad 2 Werkdruk en stress Samen met de aios kan het onderstaande advies doorgenomen worden. Bekijk hierbij wat haalbaar is. De SBOH adviseert niet meer dan 8,5 uur per dag te werken. In geval van een avonddienst, dienen de werktijden overdag hier dus op te worden aangepast. Indien 8,5 uur per dag te zwaar is, kan de aios contact opnemen met de bedrijfsarts voor het maken van nadere afspraken over werktijden. Vanaf de derde maand van de zwangerschap tot 6 maanden na de bevallingsdatum is de aios niet verplicht nachtdiensten te doen of overwerk te verrichten. Ad 3 Gevaarlijke stoffen Dit zal in de huisartspraktijk niet echt een probleem zijn. Het kan wel een rol spelen in de tweedejaarsstages.
43 hao-proVUssioneel - maart 2015
Het basiscurriculum – Leergang t/m 4 Insider – De huisarts als Sherlock0Holmes Wouter van Kempen
Soms voel ik me een detective op zoek naar de oorzaak van de klachten van mijn patiënten. Jannie bijvoorbeeld had vreemde klachten. Jannie was 82 jaar maar nog zeer vitaal. Ik ken haar al bijna 40 jaar, vandaar dat ik Jannie mag zeggen. Jannie kwam altijd zonder problemen op het spreekuur. Veel klachten had zij nooit. Ze liep wat slechter door artrose aan haar rechter heup. Ze kreeg een pilletje voor de hoge bloeddruk, maar dat was het wel. Tragisch was het feit dat zij de laatste jaren geen contact meer had met haar dochter. Daar hebben we het wel vaker over gehad. Er was iets naars gebeurd, heel lang geleden, toen haar man overleed. Dit keer werd ik gebeld door de buurvrouw. Jannie lag op bed en kon er ook niet meer uit komen, zei ze. Samen met mijn aios ben ik langs gegaan. Het was een onvoorstelbare puinhoop in haar huis, overal lagen boeken en papieren en borden en kopjes. Jannie was ook niet meer de Jannie die ik kende. Ze sprak moeizaam en kon haar armen en benen nauwelijks bewegen. Een duidelijke verlamming was er niet. Ze was misselijk en had ook een keer gebraakt. Omdat ze niet naar het toilet kon, had ze haar plas laten lopen. Jannie wilde niet naar het ziekenhuis. Wij besloten een urinekatheter te plaatsen en spraken laboratoriumonderzoek af. De volgende dag zouden we terugkomen. De buurvrouw zou op haar letten. Intussen probeerde ik samen met de aios een differentiaal diagnose op te stellen. Maar zonder bloeduitslag kwamen we niet veel verder dan mogelijk een proces in de hersenen.
geen obductie verricht. Er was iemand die als zaakwaarnemer optrad en besloot tot crematie. Mijn aios en ik bleven met een onbevredigend gevoel achter. Wat was er nu gebeurd? Wat zat hierachter? Enkele weken later werd ik gebeld door de dochter van Jannie. Zij was natuurlijk op de hoogte van het overlijden en werd nu geconfronteerd met de nalatenschap. Er waren heel duidelijk allerlei spullen verdwenen, evenals geld. Ze vertelde mij dat zij dacht aan een niet-natuurlijke dood. Iemand zou er belang bij hebben gehad om moeder van het leven te beroven. Zij dacht zelf aan een langzame toediening van een lage dosis rattengif…! Ik was stomverbaasd en had daar natuurlijk nooit aan gedacht, maar bij nalezen van de symptomen die je kan krijgen bij zo’n vergiftiging, zou het wel kunnen kloppen. Niemand zal het echter ooit weten. Sporen zijn er niet meer. Maar het heeft ons wel aan het denken gezet. De les zou kunnen zijn om bij een onbegrepen ziektebeeld ook te denken aan een opzettelijke vergiftiging!
De volgende dag waren we weer bij Jannie, maar nu met de bloeduitslag. Geen belangrijke afwijkingen! De toestand van Jannie was niet verbeterd. Ze kon nu nog maar met de grootste moeite praten. Haar armen en benen voelden als lood, zei ze. Na overleg met de dienstdoende internist werd zij dan toch opgenomen. Een CT-scan van de hersenen leverde niets op. Zij kreeg uiteraard een infuus en geleidelijk knapte zij iets op. Een diagnose werd niet gesteld. Om verder aan te sterken ging zij tijdelijk naar een verpleeghuis. Wij zochten haar op. Het ging inderdaad wat beter en Jannie verlangde alweer naar haar eigen huis. Twee weken later kregen we echter het bericht dat zij in haar slaap was overleden. Er werd
44
hao-proVUssioneel - maart 2015
In welke leergang zit je? Hieronder kun je zien bij welke leergang je dit jaat hoort. Mocht je van mening zijn dat dit niet klopt, dan vragen wij je vriendelijk zo spoedig mogelijk contact op te nemen met Samantha Paijens (
[email protected]). Leergang 1 Anne Mieke Achterhuis Mirjam Alderden Jonas Bader Eric Booij Peer Buijs Marianne Dekeukeleire Marieke Goossens Valerie Huiskes Cindy Netten Sandra Rabenberg Roger Ritz Anne van Staalen Ruth Veenvliet Leon Verest Floor van Weert Bernadet Westrek Christian Wicke Willem van Zanten Onno Zeylstra Leergang 2 Kees Bastiaanse Ewald Beissel Marieke Bon Dilek Boyraz-Ikiz Maayke van Cleef Paul Couvreur Ietje van Dongen André van Es Carla de Graaf Jeannette Greven Tilly Groot Peter Grootenhuis Marco den Haan Pascale Hendriks Robert Hermanussen Diane Jesurun Thomas Kelling Mark Koster Erik Lubbers Koos Noordeloos Alexandra Parlevliet Monique van Pelt Ramon Schagen Alberte Schipper Martine Schneider-Spek Martin Simmelink Martijn Smits Cees in 't Veld Esther Versteegh Karen Visser Caroline Waasdorp Eline Wielaard-Simons Dagmar v Wijngaarden Leergang 3 Fatma Bassuoni Hans van Beek Martijn Blank Erwin Coster Pauline Daalmeijer
Ton Davids Ton van Eerden Elvira van Gemerden Inez te Hennepe Tamara Kruse-Obbens Dirk van Liebergen Beate Liebster Maartje Mateijsen Henk Quaak Remco Rietveld Patricia Swart Betty Trum Erik Veenhof Bas Verheul Vincent van Vliet Roelof Welling Elbrig Wijbenga Leergang 4 Daniël Barten René van den Berg Mascha Bevers Eric Blom Linda Blom-Zandbergen Rina Boot-Ten Damme Mirella Buurman Annemiek Dekker Karin Duiser Leo van Eeden Elbert van den Ende Mirte Hemker Emmelien ten Hoor Paul Houben Barth Kappeyne Martine Kinders Carine Kuiper Marian de Lange Ingeborg van Lingen Sander Muller Annemarie Munster Ramon Naarden Kaatje Sprij Stephen Terborg Maaike Thoolen Judith Tjin-A-Ton Mirna Veenema Inez de Vries Anton van de Vusse Laura van Wiechen Stella Zonneveld Danielle van Zuylen Leergang 5 Jurgen Andrea Karin Arnold Ingrid Averesch Arianne Baak Jeroen Baars Friederike Bakker Nora Bartelsman Ferry Bastiaans Rinel van Beest
Johan Berendse Jeroen Berentzen Maarten van Bergeijk Wilko Berghoef Corneliek Bisschop Elly Blok Joan Boeke Henk Boelhouwer Carine den Boer Wilfred de Boer Joost Boink Ilona Bolhuis-Claasen Gerard Bongers Geert de Bont Gé Bontenbal Floor Boon Marlies Boon Martin Both Pieter Bots Jeroen Brendeke Gerard de Bruijn Gertjan de Bruijn Gert Bucher Hans Burggraaff Theo van Burink Lia Captein Wim Christiaans Sara Coningsby Peter Coppes Rob Corsten Erik Courant Roos Daan Rob Dijkstra Oebele Dijkstra Michiel van Doorn Barbera van Duijn Harriet Eekhof Helena van Eijkeren Ingrid Elfering Renée Elsas Anton van Empel Moniek van den Ende Herman van Enter Frans Fluitsma Rob Foppen Ser van Gaalen Peter Geenen Jolijn de Graaff Frank Greeven Jacques Groen Joke Groen-Evers Pim Grootenboers Paul Grootes Ine de Haas Karol Habryka Maarten Hamming Tom Harding Willem Harmsen Henny de Hartog Ernst Heeneman Jan de Heer Emile van der Heijden
Rene den Heijer Ulbo Heikens Heleen Hendriks Harry Frans Hesselink Karin van Heusden Hans Hirschfeld Folkert Hoekstra Gonda van der Horst Frank ten Hove Geerteke Ijff Mikel Israël Arjen de Jager Berend Jansen Henk Joosten Daan Kappelhoff Wouter van Kempen Coen Kerbert Wim van Kernebeek Hugo Klever Cor Koeman Sjors Konijn Henk Korfker Harry Kort Bernard Kral Martijne Kruse Markus Kruyswijk Nico Kuijs Thom Laarhoven Joost Laceulle Monique Lappenschaar Robert Leentjens Ria van Leeuwen Wim de Lege Peter Lesterhuis Hanneke Lesterhuis Jack Lugtmeijer Barbara van Maanen Kees Mak Chris Marees Peter Marinus Willem Maschhaupt Brenda van der Meer Carina Meereboer Quirine Meijer Anouk Meijer Bart Meijman Martin Mensink Tessa van Mierop Tjof Movig Halbo Jan Albert Mulder Jos Mulders Albert Nijland Anneke Nijman Ron Nof Annemarie Noor Kees Odijk Renee Oelderik Margreeth Oijevaar Rick Otjes Hans Padding Frank Pieters Frederieke Pijbes
Tessa Posthuma Katinka Prince Bernard Prins Eddy Reynders Lili van Rhijn Eddy Rijk Hugo Rol Bas de Rooij Gert Roos Abram Rutgers Martine Samsom Jan Schellekens Yvonne Schilthuis Rob Schure Wim Schuurman Wilko Seelt Erna Sleeboom Jaap Smaal Jaap van Soest Martien v Soestbergen Teun Spies Peter Paul Strikwerda Willem Stronck Willemijn Thunnissen Marga Timmerman Barbara Toppers Sietse van Turennout Peter Umbgrove Willem Vaarkamp Willem Veerman Jr. Karin Verschoor Aryan Visser Gerrit-Jan van Vliet Suzan van Vliet Marina Vlugter Godert v Voorst Vader Willem Vos Douwe de Vries Sabine Vuister Sylvia de Waal Frank Weenink Wouter van Weers Ingrid van Westing Dolores Wijs Addie Willems Jacqueline de Wit Wendy Wolfe Dennis Wolthuis Theo Zijp
45 hao-proVUssioneel - maart 2015
Agenda 2015/2016
POH-middagen 2015 In 2015 zijn er twee scholingsmiddagen voor praktijkondersteuners op woensdag 1 april en woensdag 7 oktober. LHK-toets april 2015 voor opleiders De Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets die in april 2015 wordt afgenomen bij aios is de hele maand mei beschikbaar voor hao's. De uitslag krijg je direct na afname op je scherm te zien. Je kunt de toets onderbreken en op een later moment ermee verder gaan, mits de toets op één dag gemaakt wordt. De inloggegevens ontvang je per e-mail van Huisartsopleiding Nederland. Meerdaagse 2015 De meerdaagse cursussen zijn dit jaar op 9-11 juni en 17-19 november in Conferentiecentrum Zonheuvel in Doorn. De programma's kun je vinden in deze hao-proVUssioneel. Maatjesmiddagen 2015 In 2015 zijn er drie maatjesmiddagen gepland: op woensdag 18 maart voor de nieuwe maatjes en op woensdag 8 april en 23 september voor ervaren maatjes. WONCA 2015 Het WONCA-congres is van 22 t/m 25 oktober in Istanbul. Zie www.wonca2015.org
Praktijkassistentendagen 2015 1e jaar start maart 2015: dinsdag 22 september 1e jaar start maart 2015: donderdag 24 september 3e jaar start december 2014: donderdag 2 juli 3e jaar start maart 2015: donderdag 20 augustus De uitnodiging wordt t.z.t. per post verzonden. Oriëntatiecursus 2015/2016 Vrijblijvende, geaccrediteerde en kosteloze cursus voor belangstellende huisartsen op 2 en 3 september 2015 en op 8 en 9 februari en 7 en 8 september 2016 van 15.00 tot 15.00 uur in Conferentiecentrum Zonheuvel in Doorn. Informatie en aanmelden bij Sylvia Vlak (
[email protected]). Keuzeworkshops hao's 2015 De keuzeworkshops voor hao's zijn tijdens de paralleldag op dinsdag 3 en donderdag 5 november. NHG-Congres 2015 Het NHG-congres is dit jaar op vrijdag 13 november in het World Forum in Den Haag. Startersdagen 2015/2016 Voor beginnende opleiders na hun eerste koppeling: 1 juli en 26 augustus 2015 (start september) en 20 januari en 17 februari 2016 (start maart) van 9.30 tot 16.30 uur op het instituut. Meerdaagse 2016 De meerdaagse cursussen zijn in 2016 op 7-9 juni en 22-24 november. On:Time is een slagwerkensemble uit Den Haag, bestaande uit Natalia Alvarezarenas, Wen Hsin Chen en Robert van den Bosch. Ze hebben twee spetterende optredens verzorgd tijdens de meerdaagse in november 2014. Ze zijn te boeken voor diverse gelegenheden en maken programma's op maat! Contact: 06-28534043 Email:
[email protected]
46
hao-proVUssioneel - maart 2015