Ouderendienst zondag 25 oktober 2015 Kruiskerk 16.30 uur. Thema: “Goede Buren”
1
Voorgangers: Pastoraal werker Alice van Veen en dominee Jan Willem Overvliet Organist: Henk Hortensius en medewerking van de band Wakin' --------------------------
Voor de dienst speelt de band het lied “Heer ik komt tot U” Welkom *Zingen: Psalm 146: 1, 3, 4 1. Zing mijn ziel, voor God uw HERE, zing die u het leven geeft. Zing mijn ziel uw God ter ere, zing voor Hem zolang Gij leeft. Ziel, gij zijt geboren tot zingen voor de HEER uw God. 3. Heil wien Jakobs God wil bijstaan, heil die God ter hulpe riep Want zijn heil zal niet voorbijgaan, God is trouw aan wat Hij schiep. Wat in hemel, zee of aard woont is in zijn hand bewaard. 4. Aan wie hongert geeft Hij spijze, aan verdrukten recht gericht. Wie geboeid zijn, Hij bevrijdt ze, blinden geeft Hij het gezicht. Hij geeft den gebukten moed en heeft lief wie zijn wil doet.
2
Stil gebed, Bemoediging en groet Gebed * Zingen “Abba Vader”: 1, 2 (NLB 886) Abba Vader, U alleen, U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn. U laat nooit alleen. Abba Vader, U alleen, U behoor ik toe. Abba Vader, laat mij zijn, slechts voor U alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij d’uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn, slechts van U alleen. Lezing: Matteus 25: 31 – 40 Wanneer de mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt, de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want ik had honger en jullie gaven mij eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.”
3
Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” *Zingen “Zoekt eerst het Koninkrijk van God” Zoekt eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en dit alles krijgt U bovendien. Hallelu, halleluja. Refr.: Halleluja (4x) Men kan niet leven van brood alleen, maar van ieder woord, dat door de Heer gesproken wordt. Hallelu, halleluja. (Refr.) Bidt en u zal gegeven zijn, zoekt en gij zult het zien. Klopt en de deur zal voor u opengaan. Hallelu, halleluja. (Refr.) Overdenking 1: “Ik had honger en jullie gaven mij te eten , ik had dorst en jullie gaven mij te drinken”.
4
De band Wakin' speelt (instrumentaal)
5
Overdenking 2: “Ik was een vreemdeling en jullie namen mij op, ik was naakt en jullie kleedden mij”.
6
*Zingen: “Geef alle ruimte aan de liefde” “Geef alle ruimte aan de liefde; in haar leeft God zich naar ons toe. Vergeef het kwaad van wie ons griefde; de liefde wordt een mens niet moe. Zij zal de dood nog overleven, geen water blust haar vuren uit. Zij blijft ons tot elkander keren tot alle angst is uitgeluid.” Hoe zal een mens ooit overleven? Wat moet hij aan met eeuwigheid? Door liefde wordt het ons gegeven voorbij te zien aan dood en tijd. Want wie vandaag weet te beminnen, zeurt niet: “Hoe zal het morgen zijn?” Het wordt een eeuwig herbeginnen tot wij voorgoed geboren zijn.”
7
Overdenking 3: “Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe”
8
*We zingen: Lied 838: 1, 2 “O grote God, die liefde zijt”
9
1.
O grote God, die liefde zijt, o Vader van ons leven, vervul ons hart, dat wij altijd ons aan uw liefde geven. Laat ons het zout der aarde zijn, het licht der wereld, klaar en rein. Laat ons uw woord bewaren, uw waarheid openbaren.
2.
Maak ons volbrengers van dat woord, getuigen van uw vrede, dan gaat wie aarzelt met ons voort, wie afdwaalt met ons mede. Laat ons getrouw de weg begaan tot allen die ons verre staan en laat ons zonder vrezen de minste willen wezen.
Overdenking 4: “de doden begraven”
De band speelt: Lied 695 “Verberg mij nu onder uw vleugels Heer”
1 0
Geloofsbelijdenis *Zingen: Lied 871 “Jezus zal heersen waar de zon” 1. Jezus zal heersen waar de zon gaat om de grote aarde om, de maan zijn lichte banen trekt, zo ver het verste land zich strekt. 2. Zijn rijk is volle zaligheid, wie was gevangen wordt bevrijdt, wie moe was komt tot rust voorgoed, wie arm was leeft in overvloed. 3. Laat loven al wat adem heeft de koning die ons alles geeft. O aarde om dit nieuw begin stem met het lied der englen in. Gedicht Leer mij zo mijn woorden kiezen, dat ze zijn een medicijn Waardoor zorg, verdriet verdwijnen bij hen die ontmoedigd zijn. Leer mij zo naar mensen luisteren alsof 't mijn eigen zorgen zijn. En geen onderscheid te maken of ze groot zijn, of maar klein. Laat mij zo voor mensen bidden, voor hun angsten, voor hun pijn. Want geloof: voor de Vader is geen enkele zorg te klein.
1 1
Dank en voorbeden Collecte (de band speelt) *Zingen: Lied 802: 1, 4, 5, 6 “Door de wereld gaat een woord” 1.
Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort:“Breek uw tent op , ga op reis naar het land waar Ik u wijs.”
Refrein: Here God, wij zijn vervreemden door te luisteren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar een nieuw Jeruzalem. 4.
Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht , tegen dwang richten pelgrims hun gezang. (Refr.)
5.
Velen, die de moed begaf, blijven staan of dwalen af, hunkerend naar het oude land. Reisgenoten grijp hun hand. (Refr.)
6.
Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: “Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat ik u wijs. (Refr.)
Zegen met gezongen Amen
1 2