notarius Revue pour le notariat Tijdschrift voor het notariaat
MAART 2013 - 48ste Jaarg. MARS 2013 - 48ème année
In dit nummer Dans ce numéro - Congres 2013 - Digitaal werken - Liquidation-partage
Congres 2013 Afspraak in Limburg Rendez-vous au Limbourg Afgiftekantoor: 2099 Antwerpen X P501197 Bergstraat 30-34, 1000 Brussel Bureau de dépôt : 2099 Anvers X P501197 Rue de la Montagne 30-34, 1000 Bruxelles
Inhoud - Sommaire
notarius
06
10 Congres 2013
Notarissen Ernst van Soest en Jean-Luc Snyers vertellen u alles over het wetenschappelijk programma van het congres 2013.
Congrès 2013
Les notaires Ernst van Soest et Jean-Luc Snyers lèvent le voile sur le programme scientifique du congrès 2013.
DOSSIER
Votre premier numéro papier de Notarius de l’année vous propose de lever le voile sur le congrès notarial 2013. Les organisateurs du programme culturel et scientifique ont la parole dans le dossier de ce numéro. La liquidation-partage a fait l’objet d’une table ronde avec les différents protagonistes. Notarius vous propose un compte-rendu des débats. Dans ce numéro encore un résumé de l’interview d’Annemie Turtelboom et d’Hélène Casman concernant la réforme du droit successoral. Pour découvrir l’intégralité de l’interview, nous vous invitons à consulter le Notarius électronique sur Internet (www.e-notarius.be) ou sur iPad via l’appstore (chercher sur « Notarius »). Nous vous souhaitons une excellente lecture In de eerste papieren Notarius van dit jaar plaatsen we het notarieel congres 2013 in de schijnwerpers. De organisatoren van het wetenschappelijk en cultureel programma vertellen wat u mag verwachten. Verder komen er enkele notarissen aan het woord die de eerste stappen naar de digitalisering van hun kantoor al gezet hebben. U vindt ook een samenvatting van het interview met Annemie Turtelboom en Hélène Casman over de hervormingen van het erfrecht. Voor het volledige interview verwijzen wij u graag naar de elektronische Notarius. Die leest u op www.e-notarius.be of op uw iPad (download gratis de app ‘Notarius’ in de App Store). Veel leesplezier!
06
Blikvanger
Notaris Gauthier Clerens
08
Rue de la Montagne CF formation médiation
Notarius
2013
MAART - MARS
3
10
52
32
52
22
32
Internationaal
Nieuws uit Algiers van de UINL
38 10
Congres 2013
Wetenschappelijk / scientifique Jean-Luc Snyers & Ernst van Soest
22
Congrès 2013 Culture(e)l Hasselt & Genk
51
Risques du métier
Mes dettes vis à vis de ‘ma’ société
52
Duurzaam bouwadvies
Office Management Digitaal werken
54
IRBN
Bezoek aan Ieper Visite à Paris
42
Europees notariaat onder Luxemburgs voorzitterschap
VERENO/ ASNOHO
58 44 VLN Rondom ons/ Autour de nous Interview Annemie Turtelboom & Hélène Casman
47 Info juridique
Liquidation-partage
58
Openingsrede
61
Info juridique Vraag CC Question CC
4
CHAIRMAN’s CORNER
notarius
Lorette Rousseau, Voorzitter KFBN - Président FRNB Koen Bauters
La confiance se mérite, mais ne peut s’exiger (La Rochefoucauld-Doudeauville) Depuis que j’occupe la présidence de la Fédération, j’ai eu l’occasion de rencontrer nombre d’entre vous. Ces échanges ont souvent été fructueux et m’ont permis de mieux cerner encore les besoins de chacun afin d’élaborer la politique de la Fédération pour ces prochaines années.
Sinds ik voorzitter ben van de Federatie, heb ik velen van u mogen ontmoeten. Deze, vaak vruchtbare, ontmoetingen hebben me de kans gegeven om nog beter de noden binnen het notariaat aan te voelen, om zo het beleid van de Federatie voor de komende jaren uit te werken.
Chacune des institutions de la rue de la Montagne s’efforce ainsi de répondre au mieux à ces besoins et de proposer des solutions adaptées. Et je suis fière de constater chaque jour davantage que le système fonctionne bien. Très bien même. De nombreuses professions envient d’ailleurs notre organisation professionnelle.
Alle instellingen van de Bergstraat doen hun best om zo goed mogelijk aan deze noden tegemoet te komen en gepaste oplossingen te bieden. Ik ben dan ook fier te kunnen vaststellen dat het systeem goed werkt. Zeer goed zelfs. Er zijn vele beroepsgroepen die onze professionele organisatie benijden.
Je suis bien consciente qu’il est impossible d’obtenir l’adhésion de tous sur l’ensemble des projets et des décisions. Je peux vous assurer, pour ma part, que nos décisions sont toujours dictées dans l’intérêt de l’ensemble de la profession. Elles se prennent également dans une perspective du futur dans le but d’assurer la pérennité de la profession. Nous nous concertons systématiquement avec des confrères des quatre coins du pays. Pour citer la Rochefoucauld : « La confiance se mérite, mais ne peut s’exiger.» Nous espérons mériter votre confiance. Sans celle-ci, il nous est impossible de poursuivre notre mission qui est de bâtir ensemble notre avenir et celle des générations futures.
Ik ben me ervan bewust dat het onmogelijk is dat iedereen akkoord gaat met al onze projecten en beslissingen. Maar ik kan u verzekeren, wat mij betreft, dat alle beslissingen steeds genomen worden in het belang van het gehele ambt. Ze worden eveneens genomen met het oog op de toekomst, om het voortbestaan van het ambt te verzekeren. We overleggen dan ook stelselmatig met collega’s uit alle hoeken van het land.
Nous demeurons bien entendu toujours à votre écoute. C’est aussi à travers le dialogue que nous pourrons prendre les bonnes décisions. C’est d’ailleurs dans ce but que nous prévoyons de venir régulièrement à votre rencontre dans vos provinces. Et si un trajet vers Bruxelles ne vous effraie pas, sachez que nous organisons régulièrement des rencontres à la Maison des Notaires afin de vous éclairer sur nos nombreuses activités et échanger nos points de vue. N’hésitez pas à vous inscrire directement sur l’e-notariat.
Om het met La Rochefoucauld te zeggen: “La confiance se mérite, mais ne peut s’exiger.” Wij hopen uw vertrouwen te verdienen. Zonder uw vertrouwen kunnen wij onmogelijk onze missie nastreven, namelijk samen onze toekomst en die van toekomstige generaties opbouwen. Wij zijn ook bereid om steeds aandachtig naar u te luisteren. Enkel door dialoog kunnen we de juiste beslissingen nemen. Het is trouwens met dat doel dat wij regelmatig naar uw provincie zullen komen. En als een rit naar Brussel u niet afschrikt, weet dan dat wij in het Notarishuis regelmatig bijeenkomsten organiseren om u over talrijke activiteiten te informeren en om van gedachten te wisselen. Aarzel niet om u via het e-notariaat in te schrijven.
Notarius
2013
REDACTIONNEL REDACTIONEEL
MAART - MARS
Nathalie Guyaux, Hoofdredacteur - Rédacteur en chef Bart Azare
Notarius passe à l’ère numérique 424. C’est le nombre de fois que Notarius est paru en 47 ans. Durant toutes ces années, bien entendu, la revue a connu bien des métamorphoses. Tant au niveau de la forme que du contenu. Aujourd’hui, nous franchissons un nouveau cap. Notarius a un petit frère digital : e-notarius. Outre les quatre éditions papier que vous recevez tous les ans, vous pourrez désormais profitez de quatre versions digitales. Votre revue notariale sera disponible partout à tout moment, même sur votre iPad ! Grâce à ces éditions digitales supplémentaires, vous serez encore mieux informés de tout ce qui vit au sein de la profession. En un simple clic, vous accédez directement à un article précis. L’e-Notarius, c’est aussi plus de photos, des vidéos et tous les articles dans sa propre langue. A terme, vous aurez encore la possibilité de consulter les anciens numéros et même d’effectuer une recherche par rubrique. De quoi vous faciliter la vie. Vous préférez le papier ? Pas de soucis, votre Notarius papier débarquera, comme d’habitude, dans votre boîte à lettre fin juin. Venez vite découvrir e-notarius sur www.e-notarius.be ou téléchargez l’app ‘Notarius’ via iTunes App Store (écrire ‘Notarius’ dans le champs de recherche).
Notarius treedt in het numerieke tijdperk 424. Dat is het aantal keren dat Notarius in 47 jaar tijd verschenen is. In al die jaren is het tijdschrift, vanzelfsprekend, enorm veranderd. Zowel wat de vorm als de inhoud betreft. Vandaag gaan we nog een stapje verder. Notarius krijgt er een digitaal broertje bij: e-notarius. Naast de vier papieren edities die u jaarlijks ontvangt zijn er nu ook nog vier digitale versies. U kunt uw notarieel tijdschrift nu overal online lezen, zelfs op uw iPad! Deze extra digitale edities betekenen dat u sneller op de hoogte bent van de actualiteit binnen het notariaat. U klikt moeiteloos door naar gerelateerde artikels of meer informatie. Waarin verschilt e-Notarius nog? Meer foto’s, interessante videofragmenten en alle artikels zijn zowel in het Frans als Nederlands beschikbaar. U zult op termijn ook oudere nummers makkelijk kunnen consulteren en zelfs per rubriek opzoeken. Handig toch? Toch liever op papier? Dan vindt u uw oude vertrouwde papieren Notarius eind juni gewoon opnieuw in uw brievenbus. Ontdek e-notarius snel op www.e-notarius.be of download de app ‘Notarius’ via de iTunes App Store (‘Notarius’ intikken in het zoekveld). Scan de QR-code voor meer info
5
6
Gauthier Clerens
Stef Verstraaten
Scan de QR-code voor meer info
Blikvanger Notaris Gauthier Clerens (rechts op de foto) uit Mechelen is één van de Romeinse re-enactors die door fotograaf Stef Verstraaten werd geportretteerd voor zijn fotoboek ‘Romeinen. Kleding uit de Romeinse tijd in Noord-West Europa.’ Notaris Clerens is de drijvende kracht achter het cavalerieproject van het “Archéoparc de Malagne” te Rochefort, onder de naam “Corpus Equitum Legionis X Equestris”.
‘Dat was destijds het lievelingslegioen van Caesar. Naast het visuele aspect van paard en ruiter, de uitrustingen en de bewapening, geven we ook daadwerkelijke demonstraties van cavalerie-oefeningen en gevechten met zwaard, werpspiesen, speer en boog.”
Notarius
2013
MAART - MARS
BLIKVANGER
7
8
Daniel Courbe
Rue de la Montagne Info du CF
Thierry Bériault, un médiateur québécois parmi nous !
Thierry Bériault
Le Conseil francophone a organisé en janvier une formation spécialisée sur le thème de la médiation commerciale. Thierry Bériault et Daniel Courbe ont encadré seize notaires durant trois jours à Namur.
à l’assemblée que la gestion des conflits par la médiation aboutit à un accord dans plus de 70% des cas. Ce n’est pas rien quand on sait la rapidité de la procédure et son faible coût comparé à la justice classique.
Thierry Beriault tient à Montréal un cabinet important qui se consacre uniquement à la médiation. Il est en outre notamment Président de l’IMAQ (Institut de médiation et d’arbitrage du Québec).
Il s’agit là d’un mode de résolution des conflits que les notaires ne peuvent ignorer. Les notaires présents au séminaire ont ainsi pu travailler sur la méthode de médiation commerciale mise au point à l’université de Sherbrooke et s’exercer sur des cas pratiques.
Le Québec a quelques longueurs d’avance en matière de médiation, que ce soit dans le domaine civil, commercial ou familial. C’est moins connu, même dans le domaine pénal, la médiation a droit de cité. En effet, la moitié des juges du tribunal supérieur de Montréal travaillent dans le cadre des conférences de règlement à l’amiable et n’hésitent pas à traiter par la médiation des cas de crimes graves avérés. Thierry Bériault a montré aussi
Trois jours bien remplis, à la satisfaction des participants. La FRNB attend aussi son agrément comme organisme de formation à la médiation et va relancer des formations de base permettant aux notaires d’être agréés par le SPF Justice.
10
Eric Bracke
Isabelle Persyn
DOSSIER CONGRES
‘Het recept voor een geslaagd congres’ Notarissen Ernst van Soest en Jean-Luc Snyers over het notarieel congres in C-mine Genk
Notarius
2013
DOSSIER
MAART - MARS
Arbeid & Relatie is het thema van het notarieel congres te Genk op 19 en 20 september. Notarissen Ernst van Soest en Jean-Luc Snyers hebben het wetenschappelijk programma mee voorbereid. ‘We willen een breed debat op gang brengen met het oog op informatieverstrekking en eventuele bijsturing door de wetgever.’ Het imposante decor voor het interview is de gerenoveerde mijnsite van Winterslag. C-mine is vandaag een bruisend, cultureel trefpunt.
de kaak stellen en tegelijk willen we er oplossingen voor suggereren. Maar daarmee is niet alles gezegd, er komt nog meer aan bod.’
Op deze plaats vindt in september het notarieel congres plaats. Een vluchtige blik op het wetenschappelijk programma leert dat de meeste lezingen zullen draaien rond de problematiek van mensen die arbeid verrichten, maar voor wie de honorering uitblijft omdat er formeel weinig of niets geregeld is.
Ernst van Soest: ‘Centraal staat de inzet van mensen binnen een relatie, in de eerste plaats het gezin, maar ook binnen ruimere familieverbanden.
Is dat de gemeenschappelijke noemer van het congres? Jean-Luc Snyers: ‘Gedeeltelijk, als noemer is uw formulering te beperkt. Wij focussen inderdaad op mensen die samenwerken, meestal man en vrouw, en hieromtrent contractueel of via afspraken weinig hebben geregeld. Daardoor kunnen zich in de loop van de jaren financiële onbillijkheden voordoen. Dat willen we aan
Mensen zetten zich met de beste bedoelingen in en zijn achteraf vaak ontgoocheld omdat hun verwachtingen niet uitkomen. In onze praktijk worden we daar geregeld mee geconfronteerd, meestal op het moment dat er juridische problemen rijzen. Als we nalatenschappen of huwelijksgemeenschappen vereffenen, komt dat soort problemen vaak naar boven. De ene vindt dat hij voor zijn inzet van al die jaren recht heeft op een financiële waardering en de andere ziet dat anders. Als er niets geregeld is, zitten we met een probleem.’
11
12
Het gaat dus niet alleen over mensen die tijdens het leven samen werken? J.-L. S.: ‘De bedoeling is ook om de opvolging wat te regelen. Bij een generatiewissel rijzen allerlei vragen. In welke mate heeft de vorige generatie de opvolger al klaargestoomd, voorbereid en sommige verantwoordelijkheden gedelegeerd? Welke afspraken zijn er gemaakt door de overlater en de toekomstige overnemer op financieel vlak? In welke mate heeft de toekomstige overnemer zich al ingewerkt en bijgedragen tot de groei van het bedrijf en hoe moet dit gecompenseerd worden in de overnameprijs? Is er een voorrang bij de verdeling tussen de kinderen, een eerste kooprecht van het bedrijf of dergelijke? Dat zijn allemaal belangrijke zaken die heel gevoelig liggen en soms families uiteen doen spatten of een bedrijf op de fles doen gaan. Meestal denkt men over deze zaken te weinig na.’
U wil op het congres nadenken over oplossingen. Betekent dit meer wetgeving omtrent deze problematiek? E. v.S.: ‘Dat is een van de vraagstellingen van het congres. Het is om te beginnen zeker nuttig om mensen bewust te maken van de problematiek, zodat ze tijdig overleggen en trachten afspraken te maken. De vraag is vervolgens in welke mate je deze afspraken juridisch kunt vastleggen. Dat is niet vanzelfsprekend, sommige zaken die je wilt regelen en waar je een akkoord over hebt, stuiten op juridische bezwaren. De derde vraag is in hoeverre de wetgever moet tussenkomen. Moet hij een wettelijk kader vastleggen of bepaalde zaken dwingend opleggen? Dat laatste ligt heel gevoelig, niemand heeft graag dat de wetgever indringt in zijn relatie. Mensen vinden dat ze dat soort aangelegenheden naar eigen inzicht moeten kunnen regelen.’
J.-L. S.: ‘Toch willen we met dit congres een inspiratiebron zijn voor de wetgever. Niet door kant-enklare wetteksten te schrijven, zover moeten we als notarieel korps niet altijd gaan. Maar sowieso moeten we de problemen duiden en de wetgever mogelijke wegen aangeven om tot een billijker regeling te komen, zonder dat hij de mensen van hun contractuele vrijheid berooft. Als je mensen in een keurslijf stopt, proberen ze er toch uit te springen. Vergelijk het met het huwelijk. Vroeger was het standaard dat paren trouwden, maar op een bepaald moment werd het huwelijk door sommige mensen als een te strikt geregeld instituut ervaren en gingen paren gewoon samenwonen. Nu stellen we vast dat het vrije samenwonen misschien een beetje te vrij is en zoeken we naar een aantal basisregels om een en ander in goede banen te leiden. Dat geeft aan dat we de mensen wat moeten begeleiden.
14
We moeten hen doen nadenken over de juiste evenwichten, maar mogen ze niet zodanig vastzetten dat ze geen vrijheid meer hebben om ergens van af te wijken. Er is dus werk aan de winkel voor de wetgever op het vlak van Arbeid & Relatie.’ Hoe vaak wordt u in de praktijk met deze problematiek geconfronteerd? J.-L. S.: ‘Toch bijna wekelijks.’ E. v.S.: ‘Je krijgt er zowel mee te maken aan het begin van een relatie als aan het einde ervan. Mensen die samen een huis kopen, vragen ons vaak: Stel dat een van ons beiden overlijdt, wat moet er dan gebeuren? Maar wat er moet gebeuren als het tot een breuk komt, blijkt veel moeilijker bespreekbaar. Men tracht die vraag te ontwijken, met als gevolg dat men niets regelt. Als de relatie dan effectief stuk loopt, komt het probleem in alle hevigheid naar boven.’ J.-L. S.: ‘Hetzelfde als mensen samen een bvba oprichten. Hoe verdelen we de aandelen, hoe regelen we het zaakvoerdersschap, hoe streven we naar een billijke regeling van het stemrecht en een financieel meer gelijke behandeling, zijn kwesties waarvoor gelukkig wettelijke regels bestaan. Maar op dat moment komen ook de zaken in verband met de verstandhouding op zakelijk vlak tussen twee mensen op tafel.’ E. v.S.: ‘Als de ene zijn beroep uitoefent via een vennootschapsvorm is het bijvoorbeeld de vraag of de partner ook aandelen moet krijgen. Dat heeft als voordeel dat de partner mee van de opgebouwde welstand zal profiteren, maar als er een breuk komt is die ene persoon niet meer vrij om zijn beroep naar eigen goeddunken uit te oefenen. Dus moeten we oplossingen zoeken.’ Oplossingen in contractuele sfeer? E. v.S.: ‘‘Inderdaad, maar gelukkig zijn er ook een aantal wettelijke regels, hoewel die heel beperkt zijn. Soms gaan bestaande regels ook dwars in tegen mogelijke afspraken. Familieregelingen maken over de generaties
heen, wordt in ons rechtssysteem bijvoorbeeld bemoeilijkt doordat men tijdens het leven van de ouders niet onbeperkt kan afspreken dat het ene kind die goederen zal krijgen en het andere kind die andere goederen. In principe kan je geen overeenkomst maken over de nalatenschap van iemand die nog leeft. Dat vormt dus soms een probleem.’ Maar is dat toch geen goed rechtsprincipe? J.-L. S.: ‘Natuurlijk, dat principe heeft zijn reden. De motivatie van het verbod is dat je niemand dood zou wensen. Maar de vraag is of we het principe zo scherp moeten hanteren? Bij de formulering heeft de wetgever nooit gedacht aan de problematiek die we vandaag willen regelen met onze overeenkomsten. Wat we beogen is een billijke erfopvolging, die misschien juist die doodswens kan vermijden. Want als er niets geregeld is, kan dat ook een doodswens doen ontstaan.’ E. v.S.: ‘Mits alle partijen goed ingelicht zijn en uit vrije wil en overtuigd toetreden, zou een dergelijke overeenkomst over erfopvolging mogelijk moeten zijn. Natuurlijk met duidelijke garanties dat niemand onder druk wordt gezet, dat is essentieel.’ Tijdens het congres zal spreker Philippe De Page (ULB) de aandacht vestigen op de problematiek van arbeid en relaties bij landbouwersgezinnen. Is dat een van de meeste urgente situaties die oplossingen vergen? J.-L. S.: ‘Het is in elk geval een zeer complex verhaal. Landbouwbedrijven zijn heel kapitaalintensief geworden, waardoor een overname door een van de kinderen niet simpel is. Als er nog drie andere kinderen zijn en het bedrijf is één miljoen euro waard, moet de overnemer in totaal drie vierden van dat bedrag, of 750.000 euro, aan de andere kinderen uitbetalen. Dat is niet evident. Er is wel wat wetgeving over erfregeling van landbouwbedrijven die een beetje helpt, maar dan nog. Om het draaglijk te maken, kan men overwegen een soort carrièreafbetaling door te voeren, zodat de overnemer het bedrijf kan voortzetten
en de andere kinderen een vast inkomen krijgen. Die denkpistes zijn niet in de wet bepaald, maar openen wel mogelijkheden om het makkelijker te maken voor de overnemer.’ E. v.S.: ‘Vaak zit het hele vermogen van de ouders in het landbouwbedrijf. Het bedrijf is hun levenswerk, waar ze telkens opnieuw hebben in geïnvesteerd. Andere goederen die je aan de andere kinderen kan geven, zijn er meestal niet.’ J.-L. S.: ‘Maar de problematiek is zeker niet beperkt tot landbouwfamilies. Hier in het Limburgse heb je heel veel kmo’s die zeer actief zijn en familiebedrijven die flink uit de kluiten gewassen ondernemingen zijn. Landbouw is maar vijf procent van de economische activiteit, ook in Limburg. We zenden een verkeerde boodschap uit als we alleen over de overname van landbouwbedrijven spreken. Bij grote familiebedrijven is het zelfs totaal ondenkbaar dat een van de kinderen het hele bedrijf overneemt.’ E. v.S.: ‘Die families zijn genoodzaakt samen het bedrijf in handen te houden en telkens een goede bestuurder aan te duiden. Het alternatief is met het bedrijf naar de beurs te gaan.’ J.-L. S.: ‘Kijk naar brouwer AB-InBev. De familie heeft op tijd beslist om het bedrijf niet meer in de familie te houden, maar naar de beurs te gaan. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over een beperkte vertegenwoordiging van de familie in het bestuur om inteelt te vermijden. De bedrijven die bij ons eerstelijnsadvies komen vragen, zijn meestal bescheidener van omvang, maar de problematiek die we op het congres aankaarten is voor hen even actueel.’ Hoe hebt u de sprekers gekozen? J.-L. S.: ‘Een congres van het Belgisch notariaat is uiteraard tweetalig, met Nederlandstalige en Franstalige sprekers. We hebben bij de voorbereiding ook gezocht naar een evenwicht tussen mannen en vrouwen. Voor elk van de deeldomeinen hebben we specialisten aangesproken die tegelijk boeiende sprekers zijn.’ E. v.S.: ‘Onvermijdelijk kies je sneller
Notarius
2013
DOSSIER
MAART - MARS
“Als er nog drie andere kinderen zijn en het bedrijf is één miljoen euro waard, moet de overnemer in totaal drie vierden van dat bedrag, of 750.000 euro, aan de andere kinderen uitbetalen?“
mensen die je kent. We zijn met een groep van een zestal Limburgse notarissen gaan brainstormen over wie we best voor welk thema zouden vragen en zo zijn de namen uit de bus gekomen. Het zijn niet uitsluitend juristen, maar ook sociologen die de problematiek opentrekken en een bedrijfsleider en een scheidingsbemiddelaar die hun ervaringen ter zake zullen delen. Een bedrijfsrevisor zal ons via rekenwerk wijzen op mogelijkheden en moeilijkheden bij het cijfermatig evalueren van zaken om een probleem op te lossen.’ J.-L. S.: ‘Het is dus geen lezingenreeks met een receptenboek van oplossingen. We willen het maatschappelijk debat over Arbeid & Relatie onder de notarissen voeden, zodat het meer wordt dan zomaar juristerij. Als notaris zijn wij niet alleen bekommerd om de regeltjes, maar ook om het welzijn van de mensen.’ E. v.S.: ‘In onze praktijk proberen we bij de confrontatie met moeilijke
relaties oplossingen aan te bieden vanuit ons domein. Onze rol als notaris gaat daarbij veel verder dan het louter juridische.’ Kan u een voorbeeld geven van een menselijke uitweg? J.-L. S.: ‘Een paar dagen geleden had ik twee mensen in mijn kantoor die met elkaar overhoop lagen. Ze hebben een uur gepraat en na afloop hadden we geen juridische oplossing. Maar ze zeiden: Notaris, u bent een goed mens. Ik had vooral geluisterd en op een positieve manier geformuleerd wat elk van hen gezegd had. Door ieder zijn verhaal te laten doen, spraken die mensen op het eind weer tegen elkaar. Die rol van de notaris is bij het publiek te weinig bekend.’ E. v.S.: ‘Als notaris kunnen wij inderdaad de communicatie herstellen. Soms heb je twee mensen voor je die al een jaar alleen via sms of e-mail met elkaar hebben gecommuniceerd. Sms’en en e-mail zijn in een vertroe-
belde relatie vergif, zelfs een berichtje dat met de beste bedoelingen is verstuurd, wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. Bij de notaris is het dikwijls de eerste keer dat mensen na een breuk nog eens echt met elkaar praten. En als je als notaris een vraag van een van de partijen op een positieve manier opnieuw formuleert, zal de ander ook sneller een positief antwoord geven. Dat menselijk contact maakt het notariaat precies zo boeiend.’ Wat moeten we nog weten over het congres? J.-L. S.: ‘We hebben ook iemand geëngageerd voor een grappige noot in het programma. Dat blijft een verrassing, maar we kunnen wel verklappen dat het iemand is die zowel in Vlaanderen als in Wallonië zalen heeft doen vollopen. Zijn verrassingsact speelt in op het thema van het congres en op de Limburgse situatie.’
15
16
Eric Bracke
Isabelle Persyn
DOSSIER CONGRès
« La recette pour un congrès réussi » Les notaires Ernst van Soest et Jean-Luc Snyers nous parlent du congrès des notaires au C-mine à Genk
Notarius
2013
DOSSIER
MAART - MARS
« Travail & Relation » sera le thème du congrès des notaires qui se tiendra à Genk les 19 et 20 septembre. Les notaires Ernst van Soest et Jean-Luc Snyers préparé le programme scientifique ensemble. « Nous souhaitons lancer un large débat afin d’informer et en vue d’une éventuelle adaptation par le législateur. »
Le site minier rénové de Winterslag sert d’imposant décor à l’interview. Aujourd’hui, C-mine est un point de rencontre culturel et dynamique. C’est là que se tiendra en septembre le congrès des notaires. Un coup d’œil rapide au programme scientifique nous apprend que la plupart des conférences aborderont la problématique des personnes qui effectuent un travail, mais qui ne perçoivent pas de rémunération car rien ou presque rien n’a été réglé au niveau formel. S’agit-il du dénominateur commun du congrès ? Jean-Luc Snyers : « En partie, mais votre formulation est trop restreinte. Nous nous focalisons en effet sur des personnes qui collaborent, un homme et une femme en général, et qui ont peu réglé cet aspect par un contrat ou des conventions. C’est pour cette raison que des iniquités financières
peuvent apparaître au fil des années. Nous voulons dénoncer cette situation et suggérer des solutions par la même occasion. Mais cela ne s’arrête pas là, il y a bien d’autres sujets encore. » Ernst van Soest: « C’est le dévouement des gens au sein d’une relation, en premier lieu la famille, mais également au sein de liens de parenté plus éloignés, qui occupe une place centrale. Des gens s’engagent avec les meilleures intentions et ils sont ensuite souvent déçus parce que leurs attentes ne se réalisent pas. Nous y sommes régulièrement confrontés dans notre pratique, surtout au moment où surviennent des problèmes juridiques. Lorsque nous liquidons des successions ou des communautés conjugales, ce type de problèmes apparaît souvent. L’un estime qu’il a droit à une valorisation financière pour son engagement durant
17
18
toutes ces années, tandis que l’autre ne voit pas cela du même œil. Si rien n’a été réglé, nous nous retrouvons face à un problème. » Il ne s’agit donc pas uniquement de personnes qui travaillent ensemble au cours de leur vie ? J.-L. S. : « Le but est aussi de régler un peu la succession. Toutes sortes de questions se posent lors d’un changement de génération. Dans quelle mesure la génération précédente a-t-elle déjà entraîné et préparé son successeur et lui a-t-elle délégué certaines responsabilités ? Quels accords ont été réalisés par le cédant et le futur cessionnaire au niveau financier ? Dans quelle mesure le futur cessionnaire s’est-il déjà intégré et a-t-il contribué à la croissance de l’entreprise ? Comment compenser cela dans le prix de reprise ? Existe-t-il une préférence lors du partage entre les enfants, un droit de préemption de l’entreprise ou autre ? Ce sont toutes des questions importantes très sensibles qui font parfois éclater des familles ou faire faillite à une entreprise. On pense généralement trop peu à ces questions. » Vous souhaitez réfléchir à des solutions lors du congrès. Cela veut-il dire plus de lois concernant cette problématique ?
E. v.S.: « C’est une des questions du congrès. Pour commencer, il est certainement utile de conscientiser les gens à cette problématique pour qu’ils réfléchissent à temps et essaient de fixer des accords. Il convient ensuite de savoir dans quelle mesure vous pouvez arrêter ces accords d’un point de vue juridique. Ce n’est pas évident car certaines affaires que vous souhaitez régler et pour lesquelles vous avez un accord se heurtent à des obstacles juridiques. La troisième question est de savoir dans quelle mesure le législateur doit intervenir. Doit-il fixer un cadre légal ou imposer absolument certaines choses ? Ce dernier point est très sensible, car personne n’apprécie que le législateur s’immisce dans sa relation. Les gens estiment qu’ils doivent pouvoir régler ce type de problèmes comme bon leur semble. » J.-L. S. : « Nous voulons tout de même que ce congrès soit une source d’inspiration pour le législateur, mais sans devoir écrire de textes de loi prêts à l’emploi, car nous ne devons pas toujours aller aussi loin en tant que corps notarial. Nous devons de toute manière signaler les problèmes et indiquer au législateur d’éventuelles pistes pour parvenir à un règlement plus équitable, sans qu’il ne prive les gens de leur liberté contractuelle. Si vous enfermez les gens dans un
carcan, ils essaieront quand même d’en sortir. Faites la comparaison avec le mariage. Auparavant, il était commun que les couples se marient. Mais à un certain moment, le mariage a été perçu par certains comme une institution trop stricte et des couples ont décidé de simplement cohabiter. Nous constatons à présent que la libre cohabitation est peut-être un peu trop libre et nous cherchons quelques règles de base pour mettre tout cela sur le bon chemin. Cela indique que nous devons un peu accompagner les gens. Nous devons les faire réfléchir au sujet des bons équilibres, mais nous ne pouvons pas les fixer de telle sorte qu’ils ne soient plus libres d’y déroger d’une certaine façon. Le législateur a donc du pain sur la planche au niveau du thème ‟Travail & Relation”. » Dans la pratique, à quelle fréquence êtes-vous confrontés à cette problématique ? J.-L. S. : « Presque chaque semaine en fait. » E. v.S.: « On y est confrontés aussi bien au début qu’à la fin d’une relation. Les personnes qui achètent une maison ensemble nous demandent souvent : “Que devra-t-il se passer si l’un de nous deux décède ?”. Mais il s’avère beaucoup plus difficile de discuter de ce qui devra arriver en cas de rupture. On essaie d’esquiver cette question et par conséquent on ne règle rien.
20
En cas d’échec de la relation, le problème surgit alors dans toute sa violence. » J.-L. S. : « Il en va de même pour ceux qui constituent une sprl conjointement. Comment partager les parts, comment régler la gérance, comment tendre vers un règlement équitable du droit de vote et un traitement plus équitable au niveau financier ? Ce sont des questions pour lesquelles il existe heureusement des règles légales. Mais à ce moment-là, les affaires relatives à l’entente entre deux personnes au niveau professionnel surgissent aussi. » E. v.S.: « Si une personne exerce sa profession via une forme de société, la question est par exemple de savoir si son partenaire doit également recevoir des parts. L’avantage est que le partenaire profitera aussi de la fortune constituée, mais en cas de rupture, cette personne ne sera plus libre d’exercer sa profession à sa guise. Nous devons donc chercher des solutions. »
Faire des arrangements familiaux de génération en génération est par exemple compliqué dans notre système juridique du fait que l’on ne peut pas, pendant la vie des parents, convenir sans restriction que tel enfant recevra tels biens et que tel autre enfant recevra tels autres biens. En principe, vous ne pouvez pas faire d’accord sur la succession d’une personne encore en vie. Cela constitue donc parfois un problème. »
interdiction est que vous ne souhaitiez la mort de personne. Mais la question est de savoir si nous devons appliquer ce principe aussi sévèrement. Lors de la formulation, le législateur n’a jamais pensé à la problématique que nous voulons régler aujourd’hui avec nos conventions. Nous visons une succession équitable qui permet peut-être justement d’éviter de souhaiter un décès. Car l’absence de tout règlement peut également vous faire souhaiter un décès. » E. v.S.: « À condition que toutes les parties aient été bien informés et qu’elles agissent de leur plein gré et en étant convaincues, une pareille convention sur la succession devrait être possible. Avec des garanties claires que personne n’est mis sous pression bien entendu, c’est essentiel. »
Ne s’agit-il pourtant pas d’un bon principe de droit ? J.-L. S. : « Bien entendu, ce principe a ses raisons. La motivation de cette
Lors du congrès, l’orateur Philippe De Page (ULB) attirera l’attention sur la problématique du travail et des relations au sein de familles
Des solutions dans la sphère contractuelle ? E. v.S.: « En effet. Mais il existe heureusement un certain nombre de règles légales, bien qu’elles soient très limitées. Parfois, les règles existantes vont aussi à l’encontre de possibles accords.
Notarius
2013
DOSSIER
MAART - MARS
d’agriculteurs. S’agit-il d’une des situations les plus urgentes qui requièrent des solutions ? J.-L. S. : « Il s’agit en tout cas d’une histoire très complexe. Les exploitations agricoles exigent désormais énormément de capitaux, ce qui ne facilite pas une reprise par l’un des enfants. S’il y a trois autres enfants et si l’exploitation vaut un million d’euros, le cessionnaire devra verser au total trois quarts de ce montant, soit 750.000 euros, aux autres enfants, ce qui n’est pas évident. Il existe bel et bien quelques lois relatives au régime successoral des exploitations agricoles qui aident un peu, mais à quoi bon ? Pour rendre cette situation supportable, on peut envisager d’appliquer une sorte de “remboursement-carrière” de telle sorte que le cessionnaire puisse continuer l’entreprise et que les autres enfants reçoivent un revenu fixe. Ces pistes de réflexion ne sont pas prévues par la loi, mais elles ouvrent des possibilités pour faciliter la situation du cessionnaire. » E. v.S.: « Souvent, tout le patrimoine des parents se trouve dans l’exploitation agricole. L’entreprise est l’œuvre de toute leur vie dans laquelle ils ont chaque fois réinvesti. La plupart du temps, ils n’ont pas d’autres biens à donner aux autres enfants. » J.-L. S. : « Cette problématique ne se limite toutefois pas aux familles d’agriculteurs. Le Limbourg compte énormément de PME très actives et de sociétés familiales devenues de très prospères entreprises. L’agriculture ne représente que cinq pour cent de l’activité économique, même dans le Limbourg. Nous transmettons un message erroné si nous parlons uniquement de la reprise d’exploitations agricoles. Dans les grandes entreprises familiales, il est même totalement impensable que l’un des enfants reprenne toute l’entreprise. » E. v.S.: « Ces familles sont obligées de tenir les rênes de la société ensemble et de désigner à chaque fois un bon administrateur. Une solution alternative
consiste à introduire la société en bourse. » J.-L. S. : « Prenez l’exemple du brasseur AB-InBev. Cette famille a décidé à temps de ne plus maintenir la société dans la famille et de l’introduire en bourse. Des accords clairs ont été faits concernant une représentation limitée de la famille dans l’administration afin d’éviter toute endogamie. Les entreprises qui viennent nous demander un avis de première ligne sont généralement plus modestes, mais la problématique que nous aborderons lors du congrès est tout aussi actuelle pour elles. » Comment avez-vous choisi les orateurs ? J.-L. S. : « Un congrès du notariat belge est bien entendu bilingue, comptant des orateurs francophones et néerlandophones. Lors de sa préparation, nous avons également cherché un équilibre entre hommes et femmes. Pour chaque domaine spécifique, nous nous sommes adressés à des spécialistes qui sont en même temps d’excellents orateurs. » E. v.S.: « Inévitablement, vous choisissez plus facilement des gens que vous connaissez. Nous nous sommes penchés avec une demi-douzaine de notaires limbourgeois sur les personnes que nous aimerions inviter pour chaque thème et les noms sont sortis naturellement. Il ne s’agira pas exclusivement de juristes, il y aura également des sociologues qui élargiront la problématique, ainsi qu’un chef d’entreprise et un médiateur en divorce qui partageront leurs expériences en la matière. Un réviseur d’entreprise nous indiquera par des calculs les possibilités et difficultés d’une évaluation chiffrée des choses pour résoudre un problème. » J.-L. S. : « Il ne s’agit donc pas d’une série de conférences proposant des recettes miracles. Nous voulons nourrir le débat social relatif au thème “Travail & Relation” parmi les notaires, de sorte qu’il ne s’agisse plus seulement de “juristerie”. En tant que notaires, nous sommes soucieux non seulement des règles, mais aussi du bien-être des gens. »
E. v.S.: « Dans notre pratique, nous essayons de proposer des solutions issues de notre domaine lors d’une confrontation avec relations difficiles. Notre rôle en tant que notaire va bien au-delà du cadre purement juridique. » Pouvez-vous nous donner un exemple de solution humaine ? J.-L. S. : « Il y a quelques jours, j’ai reçu dans mon étude deux personnes qui s’étaient disputées. Elles ont parlé pendant une heure et elles n’avaient pas de solution juridique à la fin. Mais elles m’ont dit : ‟Maître, vous êtes une bonne personne”. Je les avais surtout écoutées et j’avais formulé de manière positive ce que chacune d’elles avait dit. En les laissant chacune raconter leur histoire, ces personnes ont fini par se parler à nouveau. Le public connaît trop peu ce rôle du notaire. » E. v.S.: « En tant que notaires, nous pouvons effectivement rétablir la communication. Parfois, vous vous retrouvez face à deux personnes qui n’ont communiqué que par sms ou par e-mail pendant un an. Dans une relation perturbée, les sms et les e-mails sont du poison ; même un sms envoyé avec les meilleures intentions est souvent mal interprété. Souvent, un rendez-vous chez le notaire est la première occasion pour des gens de rediscuter ensemble après une brouille. En tant que notaire, si vous reformulez de manière positive une question de l’une des parties, l’autre partie donnera aussi une réponse positive plus rapidement. C’est précisément ce contact humain qui rend le notariat si passionnant. » Que devons-nous savoir d’autre à propos du congrès ? J.-L. S. : « Nous avons aussi engagé quelqu’un pour apporter une note comique au programme. Cela restera une surprise, mais nous pouvons vous révéler qu’il s’agit de quelqu’un qui a rempli les salles aussi bien en Flandre qu’en Wallonie. Son numéro surprise répond au thème du congrès et à la situation limbourgeoise. »
21
22
Eric Bracke
Emmanuel Crooÿ
DOSSIER CONGRES
Limburg proeven tijdens het notarieel congres
Smaak, mode, architectuur, kunst, natuur en sport, het komt allemaal aan bod in de marge van het notarieel congres op 19 en 20 september in C-mine te Genk. ‘Nu het ambt vervrouwelijkt, vergeten we ook de mannelijke partners niet in ons cultureel programma’, zegt Myriam Van den Vonder, notarieel juriste op het kantoor van haar echtgenoot notaris Guy Verlinden in Heusden-Zolder. Zij geeft ons alvast een voorsmaakje van de activiteiten in Hasselt en Genk.
Notarius
2013
DOSSIER
MAART - MARS
Modebewust en smaakvol Hasselt Ik arriveer vroeger in brasserie Smaaksalon, zodat ik voor de afspraak nog snel kan lunchen. In dit fraaie neoclassicistische decor gaan de partners van de notarissen die tijdens het congres kiezen voor het thema Hasselt, modebewust en smaakvol ook aan de dis. Op de kaart staan typische Limburgse gerechten. Huis de Corswarem heet dit statige, negentiende-eeuwse pand in de Maastrichterstraat, waar recentelijk op de benedenverdieping de brasserie onderdak heeft gevonden. De suggestie die met krijt op het bord staat geschreven, is deze week het lievelingsgerecht van zangeres Axelle Red: kabeljauw met kruidenkorstje, witte wijnsaus en gewokte groenten. Na de koffie gidst Myriam Van den Vonder, die voorzitter is van de commissie culturele programmatie van het notarieel congres 2013, me samen
met de fotograaf door Hasselt. Het straatbeeld wordt gedomineerd door grote affiches van dezelfde Axelle Red als lokale fashion victim. Tot begin juni exposeert ze haar indrukwekkende garderobe in het modemuseum. Daarna en dus ook tijdens het notarieel congres, staat de geschiedenis van de Italiaanse mode van na de Tweede Wereldoorlog centraal in dit voormalige zeventiendeeeuwse klooster, vernemen we van een museummedewerker. Niet alleen het museum, ook modehuizen zoals Jeurissen, The Concept Store van ontwerper Stijn Helsen en de authentieke boetieks maken van Hasselt een echte modestad. Dynamische stadsvernieuwing Wat Myriam ook heel erg weet te waarderen, zijn de sporen van een dynamische stadsvernieuwing die her
en der te zien zijn. ‘Lege, historische panden krijgen actuele bestemmingen en worden ontmoetingsplaatsen, terwijl urbanistische ingrepen verloederde pleintjes optillen’, betoogt ze. ‘Niet alleen Huis de Corswarem werd een ontmoetingscentrum, ook het historisch pand in de Guido Gezellestraat, waar nu het stadsmuseum Het Stadsmus huist, kreeg een spreekwoordelijke lagere drempel. Hier, nabij het modemuseum, onderging het plein aan de ondergrondse parking Molenpoort bijvoorbeeld een knappe metamorfose. En de universiteit heeft de oude gevangenis in gebruik genomen, terwijl er tegelijk uitgesproken hedendaagse architectuur opduikt, zoals het gerechtsgebouw. Ook het stadsuitbreidingsproject Blauwe Boulevard op verlaten industriële sites aan de Kanaalkom straalt ambitie uit.’
23
24
Hessels drèpke Dat elan in de stad kunnen de deelnemers aan Hasselt, modebewust en smaakvol, samen met de lokale lekkernijen proeven tijdens de geleide wandeling na de middag. Op eigen tempo door de straatjes van Hasselt flaneren, kan de tweede dag van het congres. Na de kennismaking met het unieke Hessels drèpke in het Jenevermuseum nabij de bibliotheek, is er tijd zat om te shoppen in de binnenstad met zijn trendy winkeltjes. Genk, multiculturele mijnstad We stappen bij Myriam in de auto en rijden naar Genk. Onderweg kijken we onze ogen uit naar de lintbebouwing. Na allerlei groothandelszaken glijden de meest excentrieke gebouwen voorbij. Dit soort eclectische folietjes is niet bepaald wat de architectuurwandeling in Genk op donderdag in petto heeft. Vroeger had de stad Genk geen echte kern, het was veeleer een verzameling van verspreid gelegen
woonwijken. Het voorbije decennium bouwde Genk echter een stadsplein uit met geheel nieuwe architectuurelementen. Rechtover het station is de grote blikvanger en het kloppend hart van dat nieuwe centrum de bibliotheek van de beroemde Franse architect Claude Vasconi. Op de donkere wand staat het opschrift Tú, que me lees, ¿estás seguro de entender mi lenguaje? ‘Een citaat van de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges uit De Bibliotheek van Babel’, weet Myriam. ‘Je kunt het vertalen als Weet jij die me leest, zeker dat je mijn taal begrijpt? Een zin die aanzet tot nadenken en heel toepasselijk is voor deze voormalige mijnstad met zijn vele culturen.’ Het citaat is in 2009 in neon aangebracht door de kunstenaar Mekhitar Garabedian, die zelf in Syrië is geboren uit Armeense ouders. Hedendaagse architectuur Naast de bibliotheek met zijn grote,
opvallende glaspartijen staat het Carbon hotel, dat een mooi staaltje hedendaagse architectuur is van het plaatselijke ontwerpbureau PCP Architects. De strakheid aan de buitenkant contrasteert met het zinnelijke spel met kleuren en vormen in de wijnbar, het restaurant en de hotellobby. Als je tussen het luxehotel en de bibliotheek door loopt, kom je op het stadsplein met het stadhuis. Nadat het cultureel centrum in 2008 naar C-mine in Winterslag was verhuisd en de bibliotheek een jaar later op zijn huidige locatie de deuren opende, werd het ruim dertig jaar oude pand grondig vernieuwd. Het gerenoveerde stadhuis vormt nu een harmonisch geheel met de ruim honderd nieuwe appartementen en 26 winkelruimtes die er omheen werden opgetrokken. Kunst in de publieke ruimte Tijdens de architectuurwandeling in Genk zal de gids ook oog hebben voor kunst in de publieke ruimte. Eén van de
Kunt u zich voorstellen dat er notariaten zijn waar men nooit naar iets moet zoeken? Waar uw documenten en formulieren ) + !! zich zelf schrijven? Fantasie? Neen,
Maestro-Office software
“Niet alleen het museum, ook de
Tijdswinst - Rendement Toekomstgericht
vermaarde modehuizen zoals Jeurissen en The Concept Store van ontwerper Stijn Helsen maken van Hasselt
Sans titre-4 1
11/10/07 14:37:06
een echte modestad.“ Meesterlijk notariaat
talrijke beelden, een werk van de OostVlaamse kunstenaar Johan Tahon, staat aan een van de vijf ingangspoorten van het Nationaal Park Hoge Kempen. Van dit voorlopig enige nationale natuurpark zal voortrekker Ignace Schops persoonlijk de ontstaansgeschiedenis schetsen en het beheer toelichten. Voor zijn aanpak kreeg deze Belgische pionier in de VS de Goldman Prize, de groene Nobelprijs, zeg maar. Daarna gaat het met een dieseltreintje van As naar een afspraakplaats waar een Ranger de deelnemers aan deze activiteit op een wandeling door de bossen zal begeleiden. Odile Kinart Op vrijdag is een bezoek aan het atelier van de Genkse kunstenares Odile Kinart een buitenkansje voor kunstliefhebbers. Haar beeldjes, die beïnvloed zijn door precolumbiaanse en Afrikaanse kunst, spreken een mondiaal publiek aan. Kinart, die de bezoekers persoonlijk zal
Maestro-Office, dé toonaangevende notariële software, integreert de meest geavanceerde informaticatoepassingen. Bijvoorbeeld, naast een perfecte agenda opvolging beheert Maestro-Office alle taken van uw medewerkers, uw deadlines, maakt gebruik van al de internet- en webtoepassingen zoals het e-Notariaat, het e-Depot, de fiscale en sociale notificaties, GEOVL, BIM, enz. Daarbij voegen we de integratie van de befaamde notariële boekhouding EuroWin. Het boekhoudprogramma waar u echt kunt op rekenen. Maestro-Office is ook voor uw kantoor onmisbaar geworden. Een kleine investering met een verzekerd hoog rendement!
Snelle overzichtResultaat: tevreden cliënten hermen van de stand sc én medewerkers! van alle openstaande rs ) + dossie!!
Maestro-Office 2009
www.officom.be
OFFICIELE IT-PARTNER VAN HET NOTARIAAT
hardware • software • service • training Z.1 Researchpark 40 - 1731 Zellik Tel : (02) 461.15.15 - Fax: (02) 461.15.12 -
[email protected]
26
“Wie veeleer bekoord wordt door het rijke palet van Genk als multiculturele mijnstad, kiest op vrijdag best voor het thema Kleurrijk erfgoed.“
ontvangen, heeft ook een bijzondere voorliefde voor taal. Haar partner Jef Bijnens brengt tijdens het bezoek gedichten die de beelden nog meer laten spreken. L’arte della cucina Italiana chez Peppe De deelnemers aan deze activiteit lunchen ‘s middags in La Botte van de Siciliaanse tv-kok Peppe Giacomazza, dat in 2008 door restaurantgids Gault et Millau werd uitgeroepen tot beste Italiaanse restaurant. Wat gastvrouw Inez zal serveren, is bereid door vijf uitverkorenen die de kans krijgen deel te nemen aan de culinaire workshop l’arte della cucina Italiana, onder leiding van Peppe en zijn broer Gaspare. Als de innerlijke mens versterkt is, gaat het naar de villa Le Coin Perdu van landschapschilder Emile Van Doren (1856-1949). Deze kunstenaarswoning werd na de dood van de kunstenaar een museum,
met behalve schilderijen van hemzelf ook werk van Joseph Coosemans, Isidore Verheyden, Charles Wellens, Jef Lambeaux en Constantin Meunier. Kleurrijk erfgoed Wie veeleer bekoord wordt door het rijke palet van Genk als multiculturele mijnstad, kiest op vrijdag best voor het thema Kleurrijk erfgoed. Op het programma staan een ontbijt in een Turkse moskee, een bezoek aan een Oekraïens-katholieke kerk, een lunch in een Grieks restaurant en ontmoetingen met voormalige mijnwerkers in het mijngebouw van Winterslag. Fietsen, golfen en toeren op de Vespa Maar niet alleen Hasselt en Genk komen aan bod. Ook het ‘mooiste dorp van Vlaanderen’, Oud-Rekem, wordt met een bezoek vereerd. Sportievelingen die een grote behoefte hebben aan actie en beweging kunnen zowel op donderdag als vrijdag hun energie
kwijt tijdens een fietstocht door het Limburgse fietsparadijs. Voorts kan je toeren op de Vespa in Genk en omstreken, golf spelen en proeven van de beste Belgische schuimwijn en Limburgse bieren. ‘Vermeld gerust dat ook de mannelijke partners van de notarissen niet in de kou zullen blijven staan’, besluit Myriam bij het afscheid.
Notarius
2013
Eric Bracke
MAART - MARS
DOSSIER
Emmanuel Crooÿ
DOSSIER CONGRès
Goûter au Limbourg le temps du congrès des notaires
Goût, mode, architecture, art, nature et sport. Tous seront au rendez-vous en marge du congrès des notaires des 19 et 20 septembre au C-mine à Genk. « Comme la profession se féminise, nous n’oublierons pas non plus les conjoints masculins dans notre programme culturel », précise Myriam Van den Vonder, juriste notariale dans l’étude de son époux, le notaire Guy Verlinden à HeusdenZolder. Elle nous donne déjà un avant-goût des activités qui se dérouleront à Hasselt et à Genk.
27
28
«Le musée, mais aussi les maisons de mode renommées telles que Jeurissen et The Concept Store du créateur Stijn Helsen font d’Hasselt une véritable capitale de la mode.»
Hasselt, à la pointe de la mode et du goût J’arrive plus tôt à la brasserie Smaaksalon pour avoir le temps de dîner rapidement avant notre rendezvous. Les partenaires des notaires qui opteront pour le thème « Hasselt, à la pointe de la mode et du goût » lors du congrès s’attableront également dans ce joli décor néoclassique. Des plats limbourgeois typiques figurent à la carte. « Huis de Corswarem » : tel est le nom donné à ce noble immeuble du dix-neuvième siècle de la Maastrichterstraat au rez-de-chaussée duquel cette brasserie s’est récemment installée. Cette semaine, la suggestion inscrite à la craie sur le tableau est le plat préféré de la chanteuse Axelle Red : cabillaud en croûte d’herbes, sauce au vin blanc et légumes cuits au wok. Après le café, Myriam Van den Vonder, présidente de la commission programmation culturelle du congrès des notaires 2013, nous emmène, le photographe et moi-même, visiter
Hasselt. Les rues sont ornées de grandes affiches de cette même Axelle Red dans le rôle de fashion victim locale. Elle expose jusqu’à début juin son impressionnante garde-robe au musée de la mode. Après, soit pendant le congrès des notaires, l’histoire de la mode italienne de l’après seconde guerre mondiale sera mise à l’honneur dans cet ancien couvent du dixseptième siècle, apprend-on d’un employé du musée. Le musée, mais aussi les maisons de mode telles que Jeurissen, The Concept Store du créateur Stijn Helsen et les boutiques authentiques font d’Hasselt une véritable capitale de la mode. Rénovation urbaine dynamique Myriam apprécie également beaucoup les traces d’une rénovation urbaine dynamique que l’on aperçoit ça et là. « Les bâtiments historiques vides acquièrent des affectations actuelles et deviennent des lieux de rencontre, tandis que des interventions urba-
nistiques rehaussent les endroits dégradés », témoigne-t-elle. « La Huis de Corswarem n’est pas la seule à être devenue un centre de rencontre, le bâtiment historique de la Guido Gezellestraat, qui abrite désormais le musée de la ville, Het Stadsmus, attire désormais un public plus large. Ici, tout près du musée de la mode, la place jouxtant le parking souterrain Molenpoort a par exemple subi une belle métamorphose. L’université, quant à elle, occupe désormais l’ancienne prison, tandis que surgit en même temps une architecture résolument contemporaine, telle que le palais de justice. Même le projet d’extension urbaine, intitulé Blauwe Boulevard, sur les sites industriels désaffectés du Kanaalkom rayonne d’ambition. » Hessels drèpke Les participants au thème « Hasselt, à la pointe de la mode et du goût » pourront goûter à cet élan dans la ville
Notarius
2013
DOSSIER
MAART - MARS
ainsi qu’aux douceurs locales pendant la visite guidée de l’après-midi. Le deuxième jour du congrès, vous pourrez flâner à votre propre rythme dans les rues d’Hasselt. Après une rencontre avec l’unique Hessels drèpke au musée du genièvre situé près de la bibliothèque, il vous restera du temps pour faire du shopping dans le centreville et ses boutiques branchées. Genk Nous montons en voiture avec Myriam et prenons la direction de Genk. En chemin, nous admirons l’habitat linéaire. Après toutes sortes de commerces de gros défilent les bâtiments les plus excentriques. Ce type d’excentricités éclectiques n’est pas d’emblée ce que réserve la promenade dans Genk sur le thème de l’architecture du jeudi. Avant, la ville de Genk n’avait pas de véritable noyau, il s’agissait plutôt d’un assemblage de quartiers épars. Lors de la dernière décennie, Genk a
cependant développé une place avec de tout nouveaux éléments architecturaux. Face à la gare, la bibliothèque du célèbre architecte français Claude Vasconi est le lieu-phare et le cœur battant de ce nouveau centre. Sur son mur sombre figure l’inscription « Tú, que me lees, ¿estás seguro de entender mi lenguaje? ». « Une citation de l’auteur argentin Jorge Luis Borges dans “La Bibliothèque de Babel” », m’indique Myriam. « Elle se traduit par “Toi, qui me lis, es-tu sûr de comprendre ma langue ?”. Une phrase qui incite à réfléchir et qui se rapporte très bien à cette ancienne ville minière riche de ses nombreuses cultures. » La citation en néon a été apposée en 2009 par l’artiste Mekhitar Garabedian, lui-même né en Syrie de parents arméniens. Architecture contemporaire À côté de la bibliothèque composée de remarquables grands pans vitrés s’élève le Carbon hotel, bel aperçu
de l’architecture contemporaine du bureau local PCP Architects. La raideur de l’extérieur contraste avec le jeu sensoriel de couleurs et de formes dans le bar à vins, le restaurant et le lobby de l’hôtel. Si vous passez entre l’hôtel de luxe et la bibliothèque, vous arriverez sur la place où se situe l’hôtel de ville. Après le déménagement en 2008 du centre culturel vers C-mine dans le quartier de Winterslag et l’ouverture un an plus tard de la bibliothèque dans son bâtiment actuel, l’immeuble vieux d’un peu plus de 30 ans a été entièrement remis à neuf. L’hôtel de ville rénové forme à présent un ensemble harmonieux avec la centaine de nouveaux appartements et les 26 espaces commerciaux qui ont été érigés tout autour. L’art dans l’espace public Lors de la promenade dans Genk sur le thème de l’architecture, le guide aura aussi l’œil pour l’art dans l’espace public. Une des nombreuses
29
30
«La bibliothèque du célèbre architecte français Claude Vasconi est le lieu-phare et le cœur battant de cette nouvelle « Stadsplein » à Genk.»
statues, œuvre de l’artiste originaire de Flandre orientale Johan Tahon, trône à l’une des cinq portes d’entrée du parc national de la Haute Campine. Le pionnier Ignace Schops dépeindra personnellement la genèse de ce parc naturel national unique pour l’instant et il en expliquera l’organisation. Aux États-Unis, ce pionnier belge a reçu pour son approche le Goldman Prize, sorte de prix Nobel vert. Ensuite, un petit train au diesel partira de As en direction d’un lieu de rendez-vous où un Ranger accompagnera les participants à cette activité dans une promenade à travers les bois. Odile Kinart Vendredi, la visite de l’atelier de l’artiste genkoise Odile Kinart sera une aubaine pour les amateurs d’art. Ses statues, inspirées par l’art précolombien et africain, s’adressent à un public international. Odile Kinart, qui accueillera les visiteurs en personne, a également un goût particulier pour la langue. Pendant la visite, Jef Bijnens, son partenaire, lira des poèmes qui feront parler les sculptures bien plus encore.
L’arte della cucina Italiana Les participants à cette activité dîneront le midi à La Botte, restaurant du chef sicilien de la télé, Peppe Giacomazza, que le guide gastronomique Gault et Millau a élu meilleur restaurant italien en 2008. Ce qu’Inez, la maitresse de maison, servira, aura été préparé par cinq élus qui ont la chance de participer à l’atelier culinaire l’arte della cucina Italiana, sous la direction de Peppe et de son frère Gaspare. Une fois sustenté, vous vous rendrez à la villa Le Coin Perdu du peintre paysagiste Emile Van Doren (1856-1949). À la mort de l’artiste, sa maison est devenue un musée abritant, outre ses propres peintures, également des ouvrages de Joseph Coosemans, Isidore Verheyden, Charles Wellens, Jef Lambeaux et Constantin Meunier. Patrimoine riche en couleurs Le vendredi, ceux qui sont plutôt séduits par la riche palette de Genk en tant que ville minière multiculturelle choisiront assurément le thème
« Patrimoine riche en couleurs ». Au programme : déjeuner dans une mosquée turque, visite d’une église catholique ukrainienne, dîner dans un restaurant grec et rencontres avec d’anciens mineurs dans le bâtiment minier de Winterslag. Mais les villes d’Hasselt et de Genk ne seront pas les seules au rendez-vous. Le « plus beau village de Flandres », Oud-Rekem, sera également honoré d’une visite. Les sportifs qui ont grandement besoin d’action et de mouvement pourront se libérer de leur énergie aussi bien le jeudi que le vendredi pendant une randonnée en vélo à travers le paradis cycliste limbourgeois. Ajoutons que vous pourrez faire un tour en Vespa dans Genk et ses environs, jouer au golf et goûter aux meilleurs mousseux belges et bières limbourgeoises. « N’hésitez pas à préciser que les partenaires masculins des notaires ne resteront pas sur le carreau », conclut Myriam en prenant congé.
Wil je de bestandjes op mijn CD-ROM eens afprinten aub?
© merak nv
© merak sa
Pourrais-tu s'il te plait imprimer les fichiers de mon CD ROM ?
la meilleure alternative : lisibilité garantie, authenticité, confidentialité et trace d'audit .
het beste alternatief: gewaarborgde leesbaarheid, authenticiteit, confidentialiteit en audit trail.
www.merak.eu
32
Luc Weyts
UINL
Nieuws uit Algiers van de UINL
Donderdag en vrijdag 18-19 oktober 2012 vergaderde de UINL met al haar commissies, directieraad, algemene raad en tenslotte in algemene vergadering van alle voorzitters van de verschillende notariaten. Notaris Dupont van onze Nationale Kamer vervoegde mij om de in algemene raad genomen besluiten voor ons land te bekrachtigen.
Notarius
2013
INTERNATIONAAL
MAART - MARS
Wereldvoorzitter Jean-Paul Decorps, notaris uit Marseille, opende de vergadering met drie slagwoorden ‘joie – fierté en espoir’. Blij om voor de eerste maal in een Arabisch land met het Latijns en vrij notariaat te mogen samenkomen, fier dat dit jonge notariaat de organisatie van dit evenement heeft durven opnemen en hoopvol gestemd naar de toekomst toe door de blijvende vernieuwing binnen ons beroep. De Algerijnse minister van Justitie liet van zijn kant horen dat hij een groot verdediger is van het notariaat dat zijns inziens een zeer nuttige functie heeft, zowel op sociaal als op economisch vlak. Even wordt stilgestaan bij het overlijden van ex-wereldvoorzitter André Schwachtgen, Luxemburgs notaris, die in België bij onze Ardense collega’s een bekend figuur was. Hij werd geprezen voor zijn inzet voor het internationaal notariaat, en dit als ‘grand juriste, l’opposé d’un notaire d’affaires, grand serviteur du notariat en ami des africains. Voorzitter Decorps start de vergadering beginnend met zijn bezorgdheid uit te drukken, maar eindigt met een zeker optimisme. Bezorgdheid in eerste instantie omdat de voordelen van het notarieel beroep momenteel onvoldoende geapprecieerd worden door sommige regeringsleiders, daar waar onder
meer in Azië en Afrika het tegenovergestelde is. Bezorgdheid ook omdat er op wereldvlak diversiteit heerst tussen de verschillende leden van de Unie. Er zijn notariaten bij die iets verder verwijderd staan van de principes van het Latijns notariaat en waar het notariaat zo meer gaat neigen naar het model van een Angelsaksisch notary public. In die zin is er werk voor de nationale voorzitters van de verschillende notariaten. Zij moeten de politiek meer bewust maken van de zo noodzakelijke rol van het notariaat. Een notariaat dat bruggen slaat tussen staat en burger, dat onder meer zorgt voor de inning van belastingen en mede strijdt tegen het witwassen van misdaadgeld, dat verzoenend werkt tussen de partijen en zo conflicten vermijdt. Anderzijds spreekt hij over ‘un optimisme raisonnable’ binnen ons beroep. Het is aan ons notarissen om het niveau van ons werk zo hoog mogelijk te houden qua efficiëntie en kwaliteit, kortom een zo vereiste meerwaarde aan onze tussenkomsten te blijven garanderen. De voorzitter van de “Conseil des Notariats de l’Union européenne” - CNUE, collega Frank Molitor uit Luxemburg, schetst vervolgens de nieuwigheden binnen ons continent. Hij wijst op ‘ EUfides ‘ (meer info op www.cnue.eu), het op het getouw
33
34
staande programma dat zal toelaten voor een welbepaalde akte met een grensoverschrijdend karakter tussen twee notarissen samen te werken, één lokale notaris van de woonplaats van de cliënt en één uit het land waar het onroerend goed gelegen is of waar men in het algemeen de transactie sluit. Later op de dag heeft men door beelden op groot scherm de werkwijze getoond. Het zal op termijn een fantastisch netwerk teweegbrengen tussen de duizenden notarissen van Europa, die 400 miljoen akten verlijden. Wij zullen onze cliënten perfect kunnen bijstaan bij elke buitenlandse notariële operatie. Het is een antwoord op de groeiende mondialisering. Verder gaat collega Molitor even in op het Europees voorstel van richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties waar het notariaat niet zou door geviseerd mogen worden omwille van het bijzonder karakter
van ons ambt. De nationaliteitsvereiste is wel gesneuveld ingevolge het Luxemburgs arrest. Maar dat neemt niet weg dat een buitenlander, om het naar ons te vertalen, de Belgische wetten, rechtsleer en rechtspraak zal moet kennen en voldoen aan de bekwaamheidsproef georganiseerd door de Benoemingscommissie om bij ons notaris te zijn. Een en ander wordt de dag nadien aangevuld door de vicevoorzitter voor Europa, collega Tarragon, die een mooi overzicht geeft van de hervormingen die het notariaat momenteel in verschillende landen doormaakt. Uiteraard werd ook het Luxemburgs arrest weer te berde gehaald. Even worden ook de werkzaamheden van Skopje van de CAE ( Europese en meer wetenschappelijke tak van de UINL ) toegelicht, onder meer over de Europese verordening inzake internationale nalatenschappen, over het komende congres samen met de
magistraten in Den Haag over de onpartijdigheid enz. Voor de jongeren heeft men in Rome een zogenaamde ‘ Université du Notariat’ georganiseerd, waarbij verschillende sprekers een aantal algemene notariële thema’s behandelden. De voorzitter licht dit toe en zet ‘in vedette’ het belang van dit nieuw initiatief, speciaal bedoeld om jongeren van heel de wereld samen te brengen om notariële lezingen te aanhoren en mede te discussiëren over de toekomst van ons beroep. Elk land kon één of meer kandidaten zenden. Inmiddels is deze samenkomst, die een week duurde, doorgegaan met veel succes. Er waren zeer veel aanvragen om te mogen deelnemen, doch slechts 52 deelnemers kon men aanvaarden, waaronder voor ons land de huidige voorzitster van de VLN Katrien Van Kriekinge. Ook jonge kandidaatnotarissen of notarissen uit Brazilië, Haïti, Mongolië, Kameroen, Algerije
Notarius
2013
INTERNATIONAAL
MAART - MARS
“Elke keer snijdt men op de wereldvergadering een of meer actualiteitsthema ‘s aan, met externe sprekers van hoog niveau.“
en Europa waren aanwezig. Zelf heb ik daar een ganse dag een lezing gehouden, drie uur in het Frans en drie uur in het Engels, over notarieel vennootschapsrecht in het algemeen. Geen sinecure. Elke keer snijdt men op de wereldvergadering een of meer actualiteitsthema’s aan, met externe sprekers van hoog niveau. Er wordt gedebatteerd over wat het notariaat voor een bepaald gegeven kan doen. Ditmaal begon men met ‘ le droit et le développement durable ‘. Nagegaan werd wat het notariaat zou kunnen doen om de verdere ontwikkeling van de vooral (armere) gebieden van onze planeet en de natuur in het algemeen te verbeteren. De eerste spreker was een ex-minister van Justitie van Senegal. Hij wees op het belang van de zo noodzakelijke bescherming van onze planeet door een stijgend respect voor alle natuurelementen, en hoe het notariaat daarbij een rol kan
spelen. Een ex-minister uit Argentinië drukte nadien als economist op het bestrijden van de frappante ongelijkheid tussen de bewoners van onze planeet en hoe het notariaat kan helpen ‘a erradicar la probeza extrema y el hambre’. Het congres in Burkina Faso te Ouagadougou, waar nagedacht werd hoe men aan elke bewoner een (notariële) titel zou bezorgen als bewijs van zijn eigendom (en waaraan ik deelnam), was al een stap in die richting. Dankzij zo een titel kunnen deze mensen eventueel kredieten bekomen voor hun handel en zo stilaan uit de armoede geraken, enz. Dat is mede de rol van de notaris: ‘dar herramientos a la promoción de la gente’, de mensen middelen geven om zich verder te ontwikkelen. Het tweede thema dat men aansneed was meer klassiek en ging over de rol van de notaris als openbaar ambtenaar en de aanbevelingen die men daaromtrent in elke staat aan de
politiek kan geven. Het sprak mij als vertegenwoordiger van een reeds lang gevestigd notariaat minder aan. Doch het was wellicht nuttig voor de nieuwe notariaten in volle ontwikkeling. Vorige vergadering ging het gesprek over de economische rol van de notaris in de maatschappij. Notaris Licini gaf nu zijn conclusies weer, namelijk hoe het notariaat voor de maatschappij een economische meerwaarde biedt door de rechtszekerheid dat het in tal van domeinen verschaft, ondermeer haar medebestrijding van het witwassen van geld van criminele oorsprong. In die zin betekent de notariële akte geen supplementaire kost bij het voeren van transacties, wel integendeel. Men vindt in zijn tekst tal van argumenten ter verdediging van het notariaat. Men kan het als nuttig document gebruiken wanneer men in een bepaald land de zin van ons beroep in vraag stelt. Het woord wordt genomen door
35
36
“De Commissie Thema ‘s en Congressen is reeds op zoek naar onderwerpen voor het volgend wereldcongres dat in 2016 doorgaat.“
collega Merlotti uit Zwitserland die een tour d’horizon maakt als voorzitter van de commissie CCNI, die de relaties met eventuele nieuwe kandidaat-leden of recent toegetreden leden bekijkt. Drie nieuwe leden zullen de UINL binnenkort vervoegen: de drie M’s: Montenegro, Madagaskar en Mongolië. Positief is verder dat Kosovo nu 39 functionerende notarissen kent. Persoonlijk ben ik daar vorig jaar drie keer geweest om er de examens te controleren voor de eerst benoemde notarissen. Vietnam en Oekraïne staan ook op het punt toe te kunnen treden tot de club van Latijnse notariaten. Mijn bezoek aan Kongo eind juni wordt even in de verf gezet met het resultaat van mijn activiteiten ter plaatse. In India blijken er ook notarissen te zijn. Volgend jaar gaat men toenadering zoeken. Met sommige deelgebieden in Amerika (Florida) Canada Britisch Columbia) en Australië (Victoria) bestaat er ook overleg, zoals collega Merlotti ze
omschreef. Verontrustend is dat men in sommige landen te zeer gelooft in de elektronica en informatica en meent dat men voor overdrachten van onroerend goed het kadaster rechtstreeks kan voeden zonder de tussenkomst van een notaris. Vervolgens kwam de verantwoordelijke voor ‘les adhérents individuels’ aan bod, namelijk hoe elke basisnotaris zelf persoonlijk lid kan worden van de UINL door elk jaar 80 euro of 100 dollar te storten. Naast informatie over wat zich internationaal afspeelt, verkrijgt men een korting op de deelneming van het internationaal congres dat volgend jaar doorgaat in Lima (Peru), van woensdag 10 tot en met 13 oktober 2013. Mooiste land van Zuid Amerika, met een fascinerende Inca-cultuur (onder meer de site van Machu Picchu). Nadien heeft voorzitter Decorps het woord gegeven aan de verschillende voorzitters van de landen. Het geeft hen zo de gelegenheid hun schrifte-
lijk rapport toe te lichten als zij dat nog wensen. Voorzitter Dupont schetste kort de nieuwigheden van het laatste jaar in België. Op die manier krijgt men een overzicht van de bekommernissen van elke voorzitter met zijn notariaat. Positieve maar ook negatieve geluiden krijgt men zo te horen. Daarna komen de vicevoorzitters aan bod. De voorzitter voor Afrika (CAAF) zet uiteen hoe men in zijn continent probeert de notariële akte te schrappen voor vennootschapsakten zoals dat al sinds jaren het geval is in hun gewezen moederland, Frankrijk. De OHADA (tot organisatie in Afrika van veilig handelsverkeer) was aanvankelijk voor de notariële akte in dit rechtsgebied en stelt deze nu in vraag. In Yaoundé gaat het volgend Afrikaans Congres door. De voorzitter voor Zuid-Amerika wijst erop dat ook in Mexico, meer bepaald in januari volgend jaar, een
Notarius
2013
INTERNATIONaAL
MAART - MARS
samenkomst doorgaat, naar het model van wat in Ouagadougou geschiedde. Daar zal men nagaan hoe men de armere bevolking een titel van hun eigendom kan bezorgen. Het systeem zal verschillend zijn omdat daar een ander cultuur heerst. De notaris zou daarbij actiever optreden. Kort schetste ook de Japanse voorzitter de toestand in Azië. Interessant is de toenemende belangstelling in dit continent voor ons notarieel systeem. De voorzitter van de Commissie Deontologie vertelt hoe ver men gevorderd is met de goedgekeurde tekst van de Code die als gids kan dienen voor alle leden. Aan de nationale voorzitters vraagt men hun nationale Code zoveel mogelijk daarop af te stemmen. De Commissie Circuleren van notariële akten naar het buitenland stelde
voor om de apostille op termijn te vervangen door een notariële apostille of stempel. Een zeer concreet model en werking ervan werd getoond op groot scherm. Iedere notaris zou een eigen nummer daarvoor krijgen; vervalsing wordt uitgesloten. Het zou allemaal zoveel vlotter gaan en minder kosten. ONPI met zetel in Buenos Aires zorgt in naam van de UINL voor de archivering van alle juridische documenten van studiedagen en samenkomsten en geeft het mooi verzorgde blad, de RIN (Revue International du Notariat Revista internacional del Notariado) in het Frans, Spaans en Engels uit. De Commissie Thema’s en Congressen is reeds op zoek naar onderwerpen voor het volgend wereldcongres dat in 2016 doorgaat. De onderwerpen van Lima voor oktober liggen al geruime tijd vast.
De Commissie Mensenrechten interesseert zich thans voor de problemen in sommige landen met het water. Men voorspelt dat daarover later oorlogen gevoerd gaan worden. Hoe kan het notariaat zich daarbij nuttig maken? Ook gaat haar belangstelling naar wat men in onze landen binnen het notariaat doet voor gehandicapten of zorgkinderen. De voorzitter van de Peruviaanse notarissen kwam zijn land aan de hand van een filmpje voorstellen in het vooruitzicht van het Congres te Lima van oktober 2013. Hij zei dat jongeren een reductie van 30% krijgen op de inschrijvingsprijs. Een grote korting is er ook voor de ‘adhérents individuels’. Het Belgisch notariaat duidt een of twee rapporteurs aan voor elk congres van de UINL.
37
38
Michael Vandamme
Office management
Notarissen en digitaal werken Sleutelen aan een kantoor zonder papier
Men kan zich maar moeilijk een notarispraktijk zonder papieren voor de geest halen. Toch zijn er verschillende instrumenten die het kantoor tot een meer digitale plek maken. We legden ons oor te luisteren bij enkele notarissen. Onze (voorlopige) conclusie: de zogenaamde paperless office is nog niet voor morgen, maar er kunnen al enkele forse stappen in die richting gezet worden. Wordt vervolgd...
Notarius
2013
OFFICE MANAGEMENT
MAART - MARS
Notaris Frederik Vlaminck (Antwerpen) “Met de iPad naar de klant...” “Ons kantoor is al zo’n twee jaar bezig met het inscannen van alle stukken”, legt notaris Frederik Vlaminck uit. “Eens dit gebeurd is worden ze van een eigen code voorzien. Los nog van deze oefening wordt alles wat in en uit gaat – briefwisseling of documenten van welke aard ook – ook systematisch gescand. Onmiddellijk komt alles in het juiste dossier terecht. Ook hetgeen telefonisch gevraagd of overeengekomen is, wordt in deze dossiers geklasseerd. De bedoeling is dat zo’n elektronisch dossier exhaustief is.” “Naast het digitaliseren, is de manier waarop het geraadpleegd kan worden cruciaal voor de gebruiksvriendelijkheid. Door gebruik te maken van Dropbox* kan dit via een iPad op verplaatsing bij een klant. Hoeft het gezegd dat dit onze reputatie naar de klant toe ten goede komt? Een vraag die snel beantwoord kan worden. Deze manier van werken is m.i. niet enkele professioneler, ze wordt ook als dusdanig gepercipieerd.” “Of er zaken zijn die we achteraf gezien beter anders hadden aangepakt? Misschien zijn we te ver gegaan in het coderen van al dat ingescande materiaal? We werkten eigen documentcategorieën van * www.dropbox.com
stukken uit, wat nogal grondig aangepakt werd. Een opzoeking, briefwisseling, een afschrift van de boekhouding, telkens is een andere code voorzien.” “De steun van je medewerkers is essentieel voor het welslagen van een project van zo’n omvang. Voor elk project trouwens. De invoering van iets nieuws, vergt altijd een zekere aanpassing. En zeker voor oudere medewerkers vergde dit soms een behoorlijk aanpassingsvermogen. Anderzijds zijn de voordelen wat ze zijn én voor iedereen zichtbaar. Te beginnen met iedereen die met zijn neus op het reilen en zeilen hier op kantoor zit.” Notaris Frederic Van Cauwenbergh (Edegem) “Flinterdunne dossiers dankzij digitaal werken” “Onze werkwijze laat aan duidelijkheid niets te wensen over: elk document dat binnenkomt moet in een elektronisch dossier belanden. Om dit mogelijk te maken beschikken we over een geïntegreerd scansysteem. Eén persoon draagt hiervoor de verantwoordelijkheid, naast de andere taken die zij kreeg toebedeeld. Wanneer een document aan een elektronisch dossier toegevoegd wordt, krijgt de medewerker die het betrokken dossier beheert een melding. Elk document
39 17
40
wordt in een welbepaalde documentcategorie geklasseerd. Met dit scannen gaan we trouwens erg ver, want ook de post wordt ingescand. Uiteraard wordt ook het papieren document bewaard. Dit stoppen we netjes in een doos. Deze dozen worden chronologisch geordend. Op die manier verkrijgen we als het ware twee archieven, een papieren en een digitaal. Het belang van dit geklasseerde papieren archief ligt voor de hand. Nu en dan heb je het papieren stuk nodig in ons beroep, zo eenvoudig is dat. Werken doen we evenwel in de digitale dossiers, maar als een papieren versie nodig is, dan is die snel uit de doos gehaald.” “Persoonlijk ben ik zelf geen grote IT-kenner, laat dat duidelijk zijn. Toch zou ik het niet anders meer willen. Het is verbluffend hoe mijn medewerkers er werkelijk mee spelen. Het feit dat we met een relatief jonge ploeg werken zal hier wel niet vreemd aan zijn, maar toch. Natuurlijk is het belangrijk dat zo’n digitaal archief op een efficiënte manier gebruikt kan worden. Hiervoor beschikt elke medewerker over twee schermen, en dat werkt fantastisch.” “Dankzij het werken met elektronische dossiers, kunnen we ervoor zorgen dat een standaard dossier fysiek gesproken niet dikker dan een paar centimeter is. Een nalatenschap en een vereffening verdeling is wel wat complexer. Dergelijke dossiers zijn doorgaans ook lijviger. Maar toch, het blijft een mooie papier- en plaatsbesparing als u het mij vraagt (lacht).” Notaris Tom Bogaert (Wilrijk) “Wij werken complementair met twee verschillende applicaties” “Toen we de stap naar de digitalisering hebben gezet – enkele jaren geleden al – betekende dit dat elk document dat hier binnenliep op een klassieke manier gescand werd. Met de systemen die thans gebruikt worden, klinkt dit vandaag eindeloos achterhaald (lacht), toch zijn we er trots op dat we toen die weg ingeslagen hebben. Wat gebeurde vanaf dag één, en ik denk dat dit ons
enigszins onderscheidt van vele andere kantoren, is dat we de documenten in het dossier coderen en nummeren. Heb je te maken met de verkoop van onroerend goed, dan worden alle relevante documenten, of het nu mails, officiële attesten of wat dan ook is, aan die ene activiteit gekoppeld. De inhoud van het document is dus bepalend (opzoeking, notificatie, ontwerp, ...), niet de aard van het document of het bestand (brief, fax, mail, ...).” “De tijd van een document gewoon op de scanner te leggen is voorbij. Er zijn meer performante systemen beschikbaar. Wij werken complementair met twee applicaties. Een van Alfacom en SDP. Wat de Alfacom-tool betreft wordt een document ingescand, van een code voorzien, waarna het systeem het gescande document automatisch in de geschikte map gaat plaatsen. Bij SDP gaat de scan naar de mailbox van de verantwoordelijke. Vervolgens beslist die autonoom welk type bestand de scan wordt, welke benaming die krijgt en op welke manier het klasseren gebeurt. In de praktijk worden beide systemen probleemloos naast mekaar gebruikt. Onze medewerkster die hiervoor instaat zal voor de briefwisseling gebruik maken van SDP. De Alfacom-module zal dan eerder aangesproken worden voor officiële documenten met een standaardbenaming, omdat deze module gebruikt en aangestuurd wordt op het scantoestel zelf.” “Dat we het pad van de digitalisering bewandelen past geheel in de filosofie van ons kantoor. We willen helemaal mee zijn en staan open voor nieuwigheden, dat is onze mentaliteit. En je ziet op het terrein dat onze medewerkers ook erg open staan voor dergelijke vernieuwingen. Digitaal werken sluit hier haarfijn bij aan.” Notaris Jeroen Parmentier (Gent) “Elektronische dossiers laten toe transparant te werken” “Op termijn zouden we wat graag enkel en alleen met digitale dossiers werken, alleen worden we bij het bereiken van dat doel met een aantal hindernissen
geconfronteerd. In se doen we wat we kunnen in dit stadium. Alles wat hier bijvoorbeeld van correspondentie binnen- en buitengaat wordt gescand en elektronisch geklasseerd, gecategoriseerd en individueel benoemd, dat is de regel. Dit geldt voor alle briefwisseling, faxen, e-mails, bevestigingen van ontvangst van stukken en ontwerpen van akten.“ “Niettemin is het zo dat in de praktijk, misschien uit gewoonte of makkelijkheidshalve, nog vaak teruggegrepen wordt naar een fysiek dossier. Het is correct dat we in een aantal gevallen nu eenmaal de originele papieren versie nodig hebben van sommige stukken of akten. Anderzijds vereist het digitaal werken ook een andere mentaliteit, en in een mentaliteitswijziging kruipt tijd. Blijkbaar geeft een fysiek dossier vertrouwen, terwijl de digitale versie misschien argwaan wekt.” “Ondertussen stimuleren we verder het gebruik van elektronische dossiers. Sommige van onze medewerkers werken bijvoorbeeld met twee schermen. Dit vergemakkelijkt de verwerking van sommige stukken in de opmaak van de akten. De documenten worden immers op zo’n manier – in een leesbare PDF – ingescand waardoor een copy en paste makkelijk gebeuren kan. Verder zijn onze aktezalen uitgerust met LCD schermen, zodat akten maar ook andere stukken met cliënten kunnen overlopen worden. Dit heeft het voordeel van transparant te kunnen werken. De cliënten zien immers hetzelfde als de notaris, zonder dat de stukken nodeloos in x-aantal exemplaren gekopieerd dienen te worden.” “De openheid naar deze eigentijdse manier van werken kan niet los worden gezien van de leeftijd. Onze stagiairs zijn daar het beste voorbeeld van. Neem nu het gebruik van de digitale tools: waar een oudere medewerker al eerder naar een notarieel wetboek zal grijpen, zie je jongere krachten sneller gebruik maken van de mogelijkheden die een elektronische zoekrobot als bijvoorbeeld JuraNot biedt.”
42
Robin Frissyn
IRBN
Het Europees notariaat onder Luxemburgse voorzitterschap
Frank Molitor
Op 18 januari jl. vond de hernieuwing van de raad van bestuur van de Conseil des notariats de l’Union européenne (CNUE) plaats. De Raad van Bestuur van de CNUE wordt voortaan voorgezeten door notaris Frank Molitor, huidig voorzitter van de Kamer van notarissen van Luxemburg. De andere leden zijn het Duits, Belgisch, Maltees, Nederlands, Pools en Portugees notariaat. Het Belgisch notariaat wordt vertegenwoordigd door Mr. André Michielsens als vicevoorzitter. Hoewel er door het Luxemburgs voorzitterschap meerdere prioriteiten werden vooropgesteld, wordt er voorrang gegeven aan het in praktijk brengen van EUfides en het opvolgen van het wetgevend initiatief van de Europese Commissie betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties. Sinds de lancering van EUfides in september 2012, werkt het Europees notariaat verder aan de uitbouw van dit technisch project om de grensoverschrijdende samenwerking tussen Europese notarissen bij vastgoedtransacties te vergemakkelijken. Dankzij dit instrument zal de aankoop van een onroerend goed gelegen in een ander lidstaat vereenvoudigd worden, zonder evenwel te raken aan de bijzonder rechtszekerheid die dient gewaarborgd te worden. Zo hoeft de koper enkel contact op te nemen met zijn notaris in eigen land die tenslotte de vastgoedtransactie tot stand zal brengen in nauwe samenwerking met een notaris uit de lidstaat waar het onroerend goed gelegen is. Alles werd in het werk gesteld om een zeer hoog niveau van gegevensbescherming en vertrouwelijkheid te garanderen. Wat het
voorstel van de Richtlijn omtrent de erkenning van beroepskwalificaties betreft, heeft de Commissie Interne markt en consumentenbescherming (IMCO) van het Europees Parlement op 23 januari 2013 een verslag gestemd dat de notaris binnen de toepassingssfeer van deze richtlijn brengt, en meer bepaald in het hoofdstuk over de vrije vestiging. De toekomstige debatten in het Europees Parlement en de Raad zullen verder met veel aandacht door het notariaat opgevolgd worden. In nauwe samenwerking met het Europees Notarieel Netwerk (ENN) en een groot aantal notariaten, zal de twee komende jaren een omvangrijke reeks van permanente notariële vormingen georganiseerd worden tijdens. Op het programma: Organisatie van 14 seminaries in 10 lidstaten van de Europese Unie, evenals een grote conferentie in de marge van Europese dag van het civiel recht die op 25 oktober 2013 in Luxemburg zal plaatsvinden. Dit alles dankzij een cofinanciering van de Europese commissie. De seminaries zullen voornamelijk gewijd worden aan erfopvolging (onder meer de nieuwe verordening nr. 650/2012 omtrent erfopvolging) en huwelijksvermogensrecht (zie de voorstellen van verordening inzake het huwelijksvermogensrecht/ geregistreerde partnerschappen, de Verordening nr. 1259/2010 betreffende de echtscheidingen …). Tenslotte zal 2013 een feestelijk jaar worden voor de CNUE die zijn 20-jarig bestaan zal vieren en het Kroatisch notariaat als 22ste lid van de vereniging zal verwelkomen.
Notarius
2013
MAART - MARS
43
UITNODIGING De Koninklijke Beroepsvereniging voor het Notarispersoneel van België nodigt u uit op haar nationaal congres dat doorgaat op zaterdag 27 april 2013 te Genk. Het thema is: Het notariaat en Europa. Enkele vooraanstaande sprekers, zoals Europees Parlementslid Marianne Thijssen, zullen het hebben over de gevolgen van de liberalisering van het notariaat. Thema: Het notariaat en Europa Wanneer: zaterdag 27 april 2013 – 14u00
Ook niet-leden zijn vanaf 14u00 welkom op de namiddagsessie van het congres. Deelname kost € 10 per persoon. Inschrijven kan via de website http://www.notarisklerken-basoche.be
Waar: Hotel Stiemerheide Wiemesmeerstraat 105, 3600 Genk
Wij gaan tot op de bodem De wetgeving stelt strenge eisen aan de bodemkwaliteit van onroerend goed. Zowel voor de verkoop als voor de overdracht ervan. Als onafhankelijk bodemsaneringsdeskundige geven we u en uw cliënt een duidelijk antwoord op alle vragen over bodemkwaliteit. We doen dat snel, efficiënt en op maat, precies zoals uw cliënt het wil. Onze medewerkers hebben een jarenlange ervaring met bodemonderzoek en -sanering. Ze volgen uw dossier persoonlijk op, samen met uw cliënt, waar ook in België. Tauw België gaat voor u tot op de bodem. Vraag advies aan Herwig De Wilde:
[email protected], T +32 16 35 28 26
www.tauw.be
Denkkracht voor duurzame omgevingskwaliteit
44
Michaël Vandamme
Koen Bauters
Scan de QR-code voor meer info
Hervorming van het erfrecht “Antwoord op de maatschappelijke noden” Is het erfrecht aan hervorming toe? De federale regering is alvast de mening toegedaan. Op zich raakt het regeerakkoord van ruim één jaar geleden met amper één zinnetje de kwestie aan. Het erfrecht zal worden “gemoderniseerd”, klonk het in de bijna 200 pagina’s tellen regeerverklaring. Hierbij dient te worden “rekening gehouden met de maatschappelijke noden”. Meer dan dat ene zinnetje had Minister van Justitie Annemie Turtelboom niet nodig om er haar schouders onder te zetten. En om de ingrijpende operatie in goede banen te leiden, belastte ze Hélène Casman, een academische referentie ter zaken, met de redactie van de wetteksten. We gingen met beide dames op de koffie en lieten ons gidsen doorheen de hervormingen. Reeds bestaande en toekomstige. Alvast één tip van de sluier: voor alle fasen van de hervorming lijkt de wisselwerking met het notariaat vrij groot te zijn. Hélène Casman & Annemie Turtelboom
“We zijn niet zomaar in het luchtledige begonnen”, legt Hélène Casman uit. “Binnen de Senaat was al heel wat parlementair werk verricht. In eerste instantie ging ik rond de tafel zitten met Martine Taelman, voorzitter van de Werkgroep “Erfrecht”, destijds opgericht in de schoot van de Commissie Justitie. “Deze bestaande teksten vormden de basis van wat je als de eerste fase van de hervorming kan beschouwen.”
november waren de hervormingen van de eerste fase al door de voltallige Senaat goedgekeurd en kon het geheel richting Kamer vertrekken.
“Al bij al is het vrij snel gegaan”, pikt Annemie Turtelboom in. “Hélène ging in februari 2012 aan de slag. Tegen
Het volledige interview leest u op www.e-notarius.be of op iPad via de app Notarius.
Ook daar verliep de stemming vrij snel, met als gevolg dat alles reeds in januari van dit jaar in het Belgisch Staatsblad is kunnen verschijnen. En inmiddels dus van kracht is!” Meer weten over de volgende fasen van de hervorming?
Notarius
2013
RONDOM ONS - AUTOUR DE NOUS
MAART - MARS
Scan de QR-code voor meer info
Réforme du droit successoral « Répondre aux besoins de la société »
Hélène Casman & Annemie Turtelboom
Le droit successoral sera-t-il réformé ? C’est l’avis du gouvernement fédéral. En soi, l’accord gouvernemental d’il y a près d’un an n’aborde la question qu’à travers une toute petite phrase à peine. Le droit successoral fera l’objet d’une « modernisation », pouvait-on lire dans la déclaration gouvernementale qui compte près de 200 pages. À cet égard, il convient de « tenir compte des besoins de la société ». Cette petite phrase a suffi à la Ministre de la Justice Annemie Turtelboom pour s’atteler à la tâche. Afin de mener à bien cette opération radicale, elle a chargé Hélène Casman, une référence académique en la matière, de la rédaction des textes de loi. Nous avons pris le café avec ces deux dames et nous nous sommes laissés guider à travers les réformes, existantes et futures. Un petit coin du voile a déjà été levé : il semble que l’interaction avec le notariat soit relativement importante pour toutes les phases de la réforme. « Nous ne sommes pas tout simplement partis de rien », explique Hélène Casman. « Au Sénat, un travail parlementaire considérable avait déjà été abattu. J’ai tout d’abord rencontré Martine Taelman, présidente du Groupe de travail « Droit successoral », qui avait été mis en place à l’époque dans le giron de la Commission Justice. « Les textes existants constituent la base de ce que l’on peut considérer comme la première phase de la réforme. »
En novembre, les réformes de la première phase avaient déjà été approuvées par le Sénat au grand complet et l’ensemble a pu être envoyé à la Chambre qui n’a pas tardé à voter non plus, permettant ainsi une publication rapide au Moniteur Belge en janvier de cette année.
« Dans l’ensemble, les choses sont allées relativement vite », précise Annemie Turtelboom. « Hélène s’est mise au travail en février 2012.
Lisez l’interview complet sur www.e-notarius.be ou sur iPad via l’app Notarius.
Les textes approuvés sont donc entrés en vigueur ! » En savoir plus sur les phases suivantes de la réforme ?
45 17
FORUM POUR JURISTES D’ENTREPRISE
FORUM VOOR BEDRIJFSJURISTEN
Fondé par la loi du 1er mars 2000, l’Institut des juristes d’entreprise (IJE) est une personne morale de droit public et le seul ordre professionnel des juristes d’entreprise de Belgique, qui veille sur l’indépendance intellectuelle des juristes d’entreprise.
Het Instituut voor bedrijfsjuristen (IBJ) is als rechtspersoon van publiek recht, opgericht bij wet van 1 maart 2000, de enige beroepsorde voor bedrijfsjuristen die waakt over de intellectuele onafhankelijkheid van de bedrijfsjuristen.
Dans un environnement juridique et d’affaires globalisé, en évolution constante, l’IJE s’efforce d’être une balise pour ses membres, appelés à jouer un rôle essentiel de partenaires d’affaires et de conseillers juridiques pour leur employeur. L’Institut promeut également l’indépendance, l’intégrité et la qualité des juristes d’entreprise et veut servir de lien entre tous les intervenants.
In een voortdurend evoluerende geglobaliseerde business en juridische omgeving wil het IBJ het baken zijn voor de bedrijfsjuristen in hun cruciale rol van business partner en juridisch raadgever van hun werkgever. Het Instituut wil tevens de bezieler zijn van de kwaliteit, integriteit en onafhankelijkheid van de bedrijfsjurist en bruggen slaan naar alle stakeholders.
C’est pourquoi l’IJE, en sa qualité d’ordre professionnel, est le forum belge pour la formation déontologique, professionnelle et le développement de ses membres ainsi que pour le rayonnement de la profession.
Daarom is het IBJ als beroepsorde voor de bedrijfsjurist het Belgische forum voor de professionele en deontologische vorming en ontwikkeling van zijn leden en voor de uitstraling van het beroep.
GESTION JURIDIQUE PRÉVENTIVE DES RISQUES Par leurs connaissances et leur présence dans leur société, les juristes d’entreprise occupent une place particulière au sein des professions juridiques. Ils défendent les intérêts des entreprises et le respect de la loi. La relation de confiance avec leur employeur contribue à la gestion préventive des risques juridiques et de la responsabilité sociétale des entreprises. Ils favorisent ainsi la sécurité juridique de la société qui les emploie et le respect de l’état de droit. L’IJE compte 1.700 membres (chiffre de 2012) issus de 650 sociétés, fédérations d’entreprises ou organismes dotés de la personnalité juridique, de tous les secteurs économiques, sociaux, administratifs et scientifiques, depuis les PME jusqu’aux multinationales. Seuls les masters en droit dont les tâches principales consistent à dispenser des conseils juridiques à leur employeur peuvent adhérer à l’IJE. Ils ont de ce fait l’exclusivité de porter le titre légalement protégé de ”juriste d’entreprise“. Contact Institut des juristes d’entreprise Rue des Sols 8, 1000 Bruxelles 02 512 74 33 Anne De Wolf
[email protected] www.ije.be
PREVENTIEF JURIDISCH RISICOBEHEER Bedrijfsjuristen bekleden door hun kennis van en aanwezigheid in hun onderneming een unieke plaats onder de juridische beroepen. Ze behartigen de bedrijfsdoelstellingen en de naleving van de wet. Hun vertrouwensrelatie met hun werkgever draagt bij tot het preventief beheer van juridische risico’s en duurzaam ondernemen. Zo bevorderen ze de rechtszekerheid van hun bedrijf en de efficiëntie van de rechtsstaat. Het IBJ telt 1.700 leden (cijfers 2012) uit 650 ondernemingen, ondernemingsverbonden of instellingen met rechtspersoonlijkheid, uit alle economische, sociale, administratieve en wetenschappelijke sectoren, van KMO tot multinational. Enkel werknemers die master in de rechten zijn en hoofdzakelijk juridisch advies aan hun werkgever verlenen worden toegelaten tot het IBJ. Zij mogen exclusief de wettelijk beschermde titel van “bedrijfsjurist” voeren.
Contact Instituut voor bedrijfsjuristen Stuiversstraat 8, 1000 Brussel 02 512 74 33 Anne De Wolf
[email protected] www.ibj.be
Notarius Michel Gassée
2013
INFO JURIDIQUE
MAART - MARS
Isabelle Persyn
Info juridique
Liquidationpartage Nouvelle loi, nouveaux regards
Pierre Nicaise
La loi du 13 août 2011 instituant une nouvelle procédure pour la liquidation partage est entrée en vigueur le 1er avril 2012. Près d’un an plus tard, Notarius a réuni plusieurs experts pour tirer un premier bilan. La liquidation d’un régime matrimonial ou d’une succession ? Tout sauf une sinécure ! Pendant des années, notaires, avocats et juges ont pu le constater : la procédure de liquidation partage judiciaire fonctionnait mal. Trop longue dans presque tous les cas. Il fallait souvent de longues années pour arriver au bout d’une procédure dont la durée était tout simplement imprévisible. Pas très agréable pour les parties, évidemment. D’autant que notaires et avocats se renvoyaient volontiers la balle pour expliquer pourquoi telle succession durait aussi longtemps, pourquoi telle liquidation de régime matrimonial prenait tant de temps à aboutir. « C’est ce qui fait tout l’intérêt du processus qui a conduit à cette loi du 13 août 2011 », expliquent Charlotte Aughuet et Maria Carbone, juristes à la Fédération Royale du Notariat belge : « notaires et avocats ont balayé devant leur porte, puis ils ont croisé leurs expériences pour voir comment transformer la procédure en quelque chose qui fonctionne vraiment et, surtout, qui aboutisse à un résultat
dans des délais raisonnables et prévisibles pour toutes les parties. » De cette concertation est née une proposition de loi, qui a suivi le parcours parlementaire classique pour devenir un texte de loi. Avec en synthèse quelques innovations essentielles : 1. la nouvelle procédure impose des délais contraignants tout au long de la procédure et notamment pour la communication des pièces ; 2. il n’y a, en principe, plus qu’un seul notaire appelé à opérer dans la procédure, dont les pouvoirs sont renforcés ; 3. l’institution du notaire chargé de représenter les parties absentes et récalcitrantes est supprimée ; 4. une place privilégiée est accordée, à tout stade de la procédure judiciaire, aux accords entre les parties. Pour faire le point sur cette nouvelle loi et ses premières applications, Notarius a réuni plusieurs experts : Marina Blitz (avocate), Véronique Dehoux (juge au tribunal de Nivelles), Pierre Nicaise (notaire), Patrick Hofströssler (avocat) et Jean-François van Drooghenbroeck (avocat et professeur à l’UCL et aux FUSL).
Premier retour d’expérience Véronique Dehoux : « On n’a pas encore beaucoup de recul au tribunal, la nouvelle procédure n’étant jusqu’à présent employée qu’à son premier stade, à savoir le jugement de désignation du notaire. Ce que je constate, c’est qu’à l’heure actuelle les avocats n’utilisent pas encore tout ce qui leur permet d’accélérer à ce stade le processus de liquidation dans la nouvelle loi. Ils font peu appel à la possibilité qui leur est donnée de faire régler toute une série de questions préalables dans le jugement qui désigne le notaire (par exemple, la validité d’un testament ou l’existence d’une clause ambiguë dans un contrat de mariage, etc.). Or, cela permet d’éviter des “aller-retour” notairetribunal, ce qui est un gain de temps. En outre, même s’il y a appel de ce jugement de désignation, la Cour ne sera saisie que dans les limites de l’appel et ne se verra pas attribuer, comme auparavant, toute la suite de la procédure, ce qui est un avantage pour les parties car les délais de fixation à la Cour d’Appel sont plus longs. » Pierre Nicaise : « L’objectif des gens qui se séparent, c’est souvent
47
48
Jean-François van Drooghenbroeck
de divorcer le plus vite possible, la question de la liquidation du patrimoine commun est régulièrement repoussée à plus tard. C’est peut-être un élément d’explication à ce constat. » Marina Blitz : « Il s’agit, je crois, de réflexes à acquérir. Les divorces TGV sont une réalité dans notre pays, on est encore très souvent dans une logique de segmentation : d’abord régler la question de l’hébergement et les pensions alimentaires éventuelles, puis la liquidation du régime matrimonial. Mais les avocats vont devoir s’habituer à recueillir plus tôt qu’auparavant les informations pertinentes dans la perspective de la liquidation-partage, comme la consistance du patrimoine, pour ne donner que cet exemple. » P. N. : « Il ne faut pas oublier non plus que le divorce résulte de la volonté des parties. Divorçons ! Le cas échéant, l’une des deux a peut-être déjà trouvé un nouveau partenaire. Il n’est pas sûr que les personnes concernées elles-mêmes aient déjà réfléchi
aux aspects patrimoniaux de leur séparation. » Patrick Hofströssler : « Un autre élément peut expliquer le constat que la nouvelle loi n’a pas encore provoqué une avalanche de procédures : c’est le fait qu’avant l’adoption de la nouvelle loi de procédure, les parties pouvaient intenter les procédures sans devoir se soucier dans un premier temps de leur suivi effectif devant le notaire désigné, elles avaient en effet tout le temps. Ici, ce n’est plus le cas, elles se retrouveront très vite soumises à un calendrier contraignant, donc mieux vaut réfléchir deux fois... » V. D. : « Ce qui est intéressant aussi, c’est que je vois arriver pas mal de demandes d’homologation d’accords réglant à la fois la question de l’hébergement des enfants, les pensions alimentaires et la liquidation du régime patrimonial. Il y a là une évolution qui est sans doute liée à l’entrée en vigueur des nouvelles lois en matière familiale, qui entendent
Marina Blitz
privilégier les accords pour responsabiliser les justiciables ». M. B. : « C’est très simple : faire homologuer un accord devant le tribunal, c’est beaucoup plus efficace. Et je confirme : je privilégie majoritairement les divorces par consentement mutuel. » P. N. : « Qu’il y ait davantage d’accords, c’est une excellente chose.» Véronique Dehoux : « En tout cas, les avocats demandent plus souvent de réserver la demande de la désignation de notaire, un peu comme si les parties qu’ils représentent hésitaient à lancer la procédure de liquidation-partage. » P. N. : « C’est tout de même un effet positif de la procédure, les gens se rendent compte qu’une fois lancée, la procédure se déroule à un rythme contraignant, ce qui les incite sans doute à trouver un accord. Car, même si la nouvelle procédure de liquidationpartage est infiniment plus efficace que la précédente, elle reste tout de même assez longue (17 mois s’il n’y a pas
Notarius
2013
INFO JURIDIQUE
MAART - MARS
“C’est d’ailleurs la nature même des lois de procédure : moins on en parle, mieux c’est.“
Patrick Hofströssler
d’incidents). En même temps, il faut se rappeler qu’auparavant, la procédure pouvait durer des années.» J.-P. v. D. : « Avec cette nouvelle loi, la procédure a gagné en prévisibilité, en transparence. Et en même temps, effectivement, elle permet de dégager plus d’accords qu’auparavant. Cette loi de procédure a un effet dissuasif, c’est très bien ! Du reste, on entend très peu de choses à propos de cette nouvelle loi et, en fait, pas de nouvelles, bonnes nouvelles ! C’est d’ailleurs la nature même des lois de procédure : moins on en parle, mieux c’est. Pas même de doctrines assassines, c’est le silence radio. Tout cela souligne la qualité de cette législation. En définitive, je n’ai qu’un seul regret, c’est que cette nouvelle législation ne s’applique pas aux dossiers en cours... » Les « plus » sur le terrain P. N. : « Ce qui me semble très positif aussi dans cette loi, c’est que le législateur a prévu différents
mécanismes qui permettent de faire avancer la procédure. Les manœuvres d’obstruction ne peuvent plus empêcher la procédure de se poursuivre. Tout est mieux encadré. Il y a un calendrier, on a supprimé la fonction du notaire chargé de représenter les absents. » V. D. : « Gros progrès aussi, les pièces doivent désormais être communiquées inventoriées. Avant, ce n’était pas le cas, c’était un poison. Comment voulez-vous négocier un accord correct si toutes les pièces ne sont pas sur la table ? » P. N. : « Avec tout de même une faiblesse qui subsiste dans le dispositif : le législateur n’a pas remodelé la question de l’inventaire, ce qui s’explique par le fait qu’il ne s’agit que d’une loi de procédure. Mais il y a un vrai problème notamment dans les régimes de séparation de biens. Que faut-il inventorier ? Uniquement les biens indivis ou également, si on applique par analogie la position de
la Cour de cassation en matière de régime de communauté, les biens propres de chacune des parties ? La question est délicate. » M. B. : « Autre évolution significative, la nouvelle procédure ne concerne plus qu’un seul notaire alors qu’auparavant, elle pouvait impliquer deux notaires. A priori, j’étais plutôt favorable à l’idée que la procédure de liquidationpartage implique deux notaires. Mais bon, je dois bien reconnaître qu’avec un seul notaire, ça fonctionne bien. » J.-P. v. D. : « On en revient à la question centrale : le professionnalisme. Notaires comme avocats doivent se former à cette nouvelle procédure de liquidation-partage, sans doute même aussi se spécialiser. » P. N. : « La question de la formation est centrale, effectivement. Je voudrais en outre souligner à quel point ces dossiers de liquidation-partage exigent un investissement émotionnel et un investissement juridique importants. C’est encore plus vrai depuis qu’il
49
50
n’y a plus qu’un seul notaire dans la procédure. Il faut bien mesurer cela. C’est la vie de gens qui ont parfois passé 30 ou 40 ans ensemble qui se joue. Humainement, ce n’est pas facile à gérer. » V. D. : « Dans ce type de dossiers, effectivement, il faut avoir la fibre notariale bien développée, c’est incontestable. Maintenant, dans ma pratique, quand je désigne un notaire, je tiens compte de deux critères : 1. la proximité géographique. Il est important que les personnes puissent se déplacer facilement chez le notaire sans avoir, par exemple, à traverser tout le Brabant wallon pour aller à un rendez-vous. Il est important aussi que le notaire connaisse bien le tissu local, notamment l’immobilier. 2. La compétence. C’est un point auquel j’accorde – évidemment ! – beaucoup d’attention. J’essaie de choisir des notaires qui maîtrisent bien la nouvelle procédure. Cela me semble d’autant plus essentiel que la nouvelle loi donne beaucoup de pouvoir au notaire. »
qu’implique la nouvelle procédure, il est essentiel que tous les intervenants se professionnalisent davantage. Si on le prend un peu trop à la légère, le client lésé n’aura aucun mal à prouver la faute de l’avocat et risque de se retourner contre lui, par exemple suite à la violation des délais. Et les clients se montrent en général déjà de plus en plus critiques par rapport à la qualité des services reçus. Enfin, dernier point, le fait d’avoir une même ligne de conduite pour tous les dossiers permet aussi aux avocats de mieux s’organiser. Accepter un nouveau dossier implique nécessairement qu’il doit s’inscrire dans l’ensemble des délais déjà en cours. Ce calendrier rigide est un gros progrès. » P. N. : « Pour les notaires, il est sans doute encore un peu tôt pour évaluer les changements dans notre pratique, il y a encore beaucoup d’anciennes procédures en cours. Ce qu’on peut constater néanmoins, c’est une certaine anxiété, une peur à l’idée d’enclencher une machine qui, une fois qu’elle est lancée, ne s’arrête plus.
Du changement dans votre pratique ? P. H. : « Le travail de l’avocat est devenu à la fois plus facile et plus transparent. La nouvelle loi rend la communication plus facile avec le client dans la mesure où le problème de l’incertitude future sur la durée de la procédure est pratiquement évacué. C’était une vraie frustration avec la loi précédente : il fallait orienter un dossier sans savoir exactement vers quoi il allait évoluer dans le temps.
Le suivi des dossiers est très rigoureux, les délais également, tout est plus contraignant qu’avant et, comme on l’a dit, tout cela incite les parties à aller vers un accord négocié. Car il faut tout de même le rappeler : dans un premier temps, ce sont bien les parties qui sont maîtres du jeu. Et elles ont un peu peur, elles nous demandent souvent de ne pas lancer la procédure mais d’organiser une réunion informelle. Rappelons au passage que c’est un des atouts fondamentaux de la nouvelle procédure : à chaque moment, on privilégie l’accord plutôt que la confrontation. » V. D. : « Dans le même ordre d’idées, je constate que pas mal d’accords partiels me sont soumis dans le cadre des procédures en cours. Cela témoigne d’un changement d’état d’esprit. Sur la question des compétences, je constate trop souvent que des avocats plaident dans des dossiers de liquidation sans vraiment connaître la matière. Je défends bien évidemment l’idée que les avocats se spécialisent dans cette matière qui n’est pas aussi simple que certains le croient peut-être. » J.-P. v. D. : « C’est une réalité : le droit familial est devenu extrêmement complexe. L’évolution du droit judiciaire familial va de pair. Cela dit, les praticiens disposent désormais d’informations plus claires et plus précises à communiquer à leurs interlocuteurs. Ceux-ci sont à même
Par ailleurs, je constate que les dossiers lancés avant l’entrée en vigueur de la nouvelle loi subissent une influence évidente, les mentalités changent, l’atmosphère évolue aussi de manière plus positive. Par exemple, l’idée de fixer amiablement un calendrier tend à s’imposer même aux parties dont le dossier est soumis aux règles de la procédure antérieure. C’est clairement une influence de la nouvelle loi. On le perçoit bien, les gens posent des questions, on sent une plus grande volonté de négocier. Troisième constat : la nouvelle procédure exige des compétences accrues des intervenants. Car la loi est très sévère en ce sens que des erreurs éventuelles commises à certaines phases de la procédure sont tout simplement irréparables. Pièces pas communiquées à temps ? Eh bien, c’est trop tard. Revendications pas faites dans les temps ? Idem ! Vu les risques
d’opérer des choix mieux éclairés… et de réfléchir à deux fois avant de s’engouffrer dans la spirale judiciaire. V. D. : « Oui, c’est vrai, et en même temps, je crois qu’on ne peut pas se limiter à demander aux uns et aux autres d’en acquérir une excellente maîtrise technique : je voudrais que tous les intervenants dans ces matières reçoivent également une formation à la médiation, à la négociation. Les compétences juridiques sont extrêmement importantes, mais les compétences humaines ne le sont pas moins. » P. N. : « Il me semble important aussi de dépasser l’idée selon laquelle la liquidation du régime matrimonial ne serait plus qu’une question technique, purement juridique. Les questions juridiques, à la limite, sont faciles à régler. Mais tout ce non-dit entre deux ex-conjoints... N’oubliez pas qu’il n’y a plus de divorce pour faute ! Parfois, l’une des parties a le sentiment de ne pas avoir été entendue pendant la procédure de séparation et là, la liquidation devient un tout autre enjeu que celui qu’il devrait être. » M. B. : « Le barreau de Paris a conduit une réflexion avec les avocats et les notaires, sur la liquidation du régime matrimonial, avec pour objectif d’établir une charte qui permette de définir un mode opératoire de « bonnes pratiques ». Dans la perspective que nous ouvre la nouvelle loi, cela me semble une idée intéressante : améliorer la qualité de la documentation très en amont pour finalement faire en sorte que les opérations de liquidation-partage redeviennent ce qu’elles devraient être, c’est-à-dire des questions techniques. » P. N. : « Je pense que la liquidationpartage ne sera jamais une question seulement technique. Il y a trop d’enjeux émotionnels, trop de frustrations qui remontent à la surface pendant cette procédure. J’ajoute que c’est sans doute la matière où il y a le plus de divergences en termes de jurisprudence ce qui, au passage, renforce encore l’intérêt de dégager un accord entre les parties. Au fond, trouver une solution juridique à une problématique humaine, ça conduit parfois à tordre certains concepts juridiques. Ce qui ne facilite pas la tâche des avocats et des notaires. Nous avons besoin de plus de cohérence dans la jurisprudence. »
André Wallemacq
Charles Six-Hubinon
Risques du métier
Mes dettes vis à vis de “ma” société ... sont un passif admissible à la déclaration de succession
Imaginez une étude notariale où toutes les informations sont toujours à portée de main. Où les documents et formulaires se rédigent comme par magie. Pure fantaisie ? ) !! Non, tout simplement la suite de+ logiciels intégrés
Maestro-Office
Gain de temps Rendement - Innovant
Et ne pas les déclarer est une omission génératrice de responsabilité. Eugène Ikke était un homme cultivant un solide ego. Et « sa » société, la sprl Ancormoi lui servait plus de porte-monnaie qu’elle ne poursuivait la réalisation de son fumeux objet social. Au décès du personnage, ses héritiers, de timorés neveux, sont quasiment dépassés par les savantes embrouilles du défunt, et on peut même dire que leur notaire, M° Lambda, ne les gère qu’avec malaise. On fait donc, avec sagesse, appel aux lumières d’un réviseur d’entreprise, qui évalue à l’euro près la valeur des parts d’Ancormoi. La société est riche de nombreuse créances, dont la plus importante est celle contre le défunt lui-même. Mais on omet de mentionner celle-ci à la déclaration de succession, ce dont les héritiers avisent –trop tard- M° Lambda. Au taux oncle-neveux, le dégât est important. Qui est responsable ? Notaire et héritiers pointent le réviseur qui se défend : il a correctement rempli sa mission d’évaluation de la société et n’avait pas à s’immiscer dans les formalités envers l’administration. Les assurances du notariat ont au sujet des déclarations de succession une position nuancée : sans doute les notaires font-ils valoir leurs compétences (non exclusives) en la matière, mais les déclarations ne sont pas des actes notariés : elles sont, légalement, l’œuvre des déclarants, dont on retient de ce fait, à divers degrés, une coresponsabilité. C’est sans doute ce qui sera plaidé dans le cas d’espèce où un crédit trop grand a été accordé par tous et trop vite au travail du réviseur. La rubrique “Risques du métier” a pour objet, dans le cadre de la prévention des sinistres, d’exposer, en les transposant, les cas les plus fréquents, traités lors des réunions bimensuelles du Comité de Gestion des Assurances du Notariat. Son contenu ne peut engager qui que ce soit, ni être retenu à l’encontre d’un quelconque organisme de la profession.
Sans titre-4 1
11/10/07 14:37:06
Des études notariales magistrales
Maestro-Office, le software notarial technologiquement le plus avancé, intègre les technologies informatiques les plus innovantes. Par exemple, en plus d’un agenda parfaitement suivi, Maestro-Office gère toutes les tâches de vos collaborateurs, les échéances, utilise toutes les applications du web: e-Notariat, e-Dépôt, les notifications sociales et fiscales, OGEAD, IBGE, etc. De plus, il peut intégrer la comptabilité notariale EuroWin. Maestro-Office devient ainsi un must pour votre étude. Un petit investissement pour un rendement assuré! Un logiciel magistral pour une étude notariale tout aussi magistrale.
Aperçu rapide de l’état des dossiers s ouvert ) + !!
Résultat: des clients et des collaborateurs enchantés.
Maestro-Office 2009
www.officom.be
PARTENAIRE INFORMATIQUE OFFICIEL DU NOTARIAT
équipements – logiciels – services - formations Z.1 Researchpark 40 - 1731 Zellik Tél : (02) 461.15.15 - Fax: (02) 461.15.12 -
[email protected]
52
Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen
Rondom Ons
Duurzaam bouwadvies De steunpunten
Provincie Vlaams Brabant (in samenwerking met Dialoog VZW) Info: www.dubovlaamsbrabant.be Contact:
[email protected] of 016 26 72 78 Provincie Antwerpen, Kamp C Info: www.kampC.be Contact:
[email protected] of 014 27 96 50 Provincie West-Vlaanderen (in samenwerking met ZonnewinDT vzw) Info: www.west-vlaanderen.be/duurzaambouwen Contact:
[email protected] of 050 40 31 73 Provincie Oost-Vlaanderen (in samenwerking met MilieuAdviesWinkel) Info: www.oost-vlaanderen.be/dubo Contact:
[email protected] of 09 267 78 38 Provincie Limburg, Dubolimburg Info: www.dubolimburg.be Contact:
[email protected] of 011 51 70 57
Notarius
2013
RONDOM ONS
MAART - MARS
De notaris ontmoet mensen op vaak belangrijke momenten in hun leven. Hij beseft de impact van een beslissing en kent de waarde van een goed onderbouwd en persoonlijk advies. Eén van zo’n momenten is wanneer men bouw- of verbouwplannen heeft. Meer en meer mensen willen dat op een duurzame manier doen, met aandacht voor ecologie en comfort. In elke Vlaamse provincie werd daarom een steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen opgericht, waar de bouwheer terecht kan voor advies op maat. Dat advies kan gaan over energiebesparende maatregelen, materialen, mobiliteit, levenslang wonen, kortom over alle aspecten die een bouwproject een meer duurzaam karakter geven. Notarissen kunnen een meerwaarde bieden aan hun klanten door dit bouwadvies mee bekend te maken.
De notaris aan het begin van de keten Bij het afsluiten van een lening of bij de aanschaf van een pand is de notaris vaak één van de eerste aanspreekpunten van de toekomstige bouwheer. Vanuit deze bijzondere positie heeft hij alle kansen om de toekomstige bouwheer te gidsen en op de goede weg te zetten. Het duurzaam bouwadvies past perfect in deze fase. Het rendeert immers het meest als het advies in een vroeg stadium wordt gegeven. Ook de notaris kan het bouwadvies mee bekend maken. Hij kan mensen doorverwijzen naar de website van het steunpunt in hun provincie, of hen de brochure ‘Slim bouwen, levenslang comfort’ meegeven. Deze brochure kan gratis opgevraagd worden bij de steunpunten. Hoe werkt een bouwadvies? Een bouwadvies krijgt men van experts in duurzaam bouwen. Zij bekijken het (ver)bouwproject van naderbij en zeggen wat de aandachtspunten zijn en hoe het beter kan, al dan niet
in samenspraak met de architect of aannemer. Ook zonder concrete plannen is iedereen welkom. Het beste is dat men zo vroeg mogelijk in het (ver)bouwproces een afspraak maakt. Want hoe vlugger men kiest voor duurzaam bouwen, hoe beter het eindresultaat zal zijn. Hoeveel kost het? Een advies kan verschillende vormen aannemen en is afhankelijk van de situatie en de vragen. Soms kan een adviseur zelfs ter plekke komen. De kostprijs wordt bepaald door de provincie of gemeente waar men woont. Door tussenkomst van de provincie en sommige gemeenten wordt de kostprijs gedrukt en in sommige regio’s is een advies zelfs gratis. Op voorhand is wel duidelijk welke prijs men zal betalen. Waarom bouwadvies? Bouwadvies is een initiatief dat erg gesmaakt wordt. 92 % van de mensen die een bouwadvies gevolgd hebben,
zou het onmiddellijk aanraden aan familie en vrienden. Deze adviezen leveren ook een rechtstreekse bijdrage aan de reductie van de CO2 uitstoot in Vlaanderen. Particuliere bouwheren die het advies in de praktijk uitvoeren, zorgen in 1 jaar tijd voor een reductie van de C02 uitstoot met 8000 ton. Die hoeveelheid uitstoot kan je vergelijken met pakweg 35 000 000 gereden autokilometers. De steunpunten. Meer dan bouwadvies alleen. De steunpunten doen meer dan bouwadvies geven. Zij voorzien ook infosessies en workshops, geven gerichte vormingen of organiseren tentoonstellingen om duurzaam bouwen en wonen te promoten. De steunpunten richten zich ook niet alleen tot de particuliere bouwer. Ook lokale besturen, professionelen uit de bouwsector, onderwijsinstellingen, sociale woonactoren, of andere organisaties kunnen bij een steunpunt terecht voor informatie en advies.
53
54
Paul Godin
VERENO
Bezoek aan Ieper
Het regent wanneer we op 26 september 2012 ons bezoek aan de stad Ieper aanvatten. We worden verwacht aan restaurant Pacific Eiland dat in een prachtig kader gelegen is, en brengen de ochtend door op de Grote Markt. Eenmaal daar beseffen we pas goed in welke mate de afwezigen ongelijk hebben. Verbaasd en vol verwondering tegelijkertijd zijn we wanneer we de imposante gevel van de Lakenhallen ontdekken. Evenwicht en verfijning zijn zeldzaam voor een gebouw van dergelijke omvang. Een schoonheid waar de fervente aanhangers van de Toscaanse steden van zouden verbleken. Weinig Toscaanse steden, zelfs de meest bekende, kunnen met trots zeggen dat zij een openbaar gebouw bezitten waarvan de gevel zo mooi en zo langgerekt is als de Lakenhallen van Ieper. Laten we, voor deze fervente
aanhangers, toegeven dat het slechts om een replica gaat, maar wel om één die strikt waarheidsgetrouw werd heropgebouwd. Onze verrassing was dan ook groot, wanneer we dit architecturaal juweel betraden, om vast te stellen dat het In flanders Field-museum, dat in de Lakenhallen gevestigd is, ons dermate ging bekoren, ontroeren en doen nadenken over het bloedbad dat door de Grote Oorlog werd aangericht. Dit dankzij een interactieve museumtentoonstelling met aangrijpende en levensechte getuigenissen: Duitsers, Engelsen, Fransen, Canadezen en Belgen uitgerust met gasmaskers (“Yperiet” zou komen van Ieper), uniformen en wapens die veel realistischer en gevarieerder worden voorgesteld dan in de meeste militaire musea het geval is. Na een uitstekende maaltijd in restaurant Pacific Eiland, bezoeken we in de namiddag de
Sint-Maartenskathedraal en de Menenpoort, twee bezienswaardigheden in het centrum van Ieper. Een geluk voor de Franstaligen: onze confrater Alain Delahaye, geschiedenisliefhebber en perfect tweetalig, is de gids van dienst. We vertoeven lange tijd in de kathedraal die dan ook zeer de moeite loont: een gebouwhoogte die ongewoon is in België, een uitzonderlijke preekstoel, en vergeten we niet: de begraafplaats van de Graaf van Vlaanderen, Robrecht van Bethune, de “Leeuw van Vlaanderen” en bisschop Cornelis Jansen, beter bekend in de geschiedenis als Jansenius, grondlegger van het naar hem genoemde jansenisme. Het meest verrassende en meest emotionele moment van de dag was ons bezoek aan de Menenpoort. Deze triomfboog met tonggewelf die in 1927 door de Britse regering werd
Notarius
2013
MAART - MARS
“Het meest verrassende en meest emotionele moment van de dag was ons bezoek aan de Menenpoort.“
opgericht, draagt, in steen gegraveerd, de namen van 54.896 Britse en Commonwealth soldaten. Iedere avond om 20 uur wordt het verkeer aan het herdenkingsmonument stilgelegd en spelen de klaroeners van de lokale brandweer de “Last Post”, het trompetsignaal van de Commonwealth legers voor militaire herdenkingen. Dit ritueel bestaat al sinds 2 juli 1928 onafgebroken, met enkel een uitzondering onder de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een mooi teken van erkenning van de inwoners van Ieper voor de 250.000 Britse en Commonwealth soldaten die het leven lieten tijdens de vier veldslagen die hier plaatsvonden.
VERENO
55
56
Louis Langhendries
Bart Azare
ASNOHO
Les notaires honoraires belges chez les notaires retraités français L’Association des Notaires Retraités de France (ANOR) et celle des Notaires Honoraires de Belgique (ASNOHO/ VERENO) ont pour dessein de créer une structure européenne regroupant les associations nationales de notaires honoraires ou retraités.
L’Association des Notaires Retraités de France (ANOR) et celle des Notaires Honoraires de Belgique (ASNOHO/ VERENO) ont pour dessein de créer une structure européenne regroupant les associations nationales de notaires honoraires ou retraités. Vous dites « Honoraires » ou « Retraités » ? Parce que les conditions d’attribution du titre de notaire honoraire varient selon les pays. Ainsi, en France, pour prétendre à l’honorariat, le notaire doit avoir exercé ses fonctions pendant au moins vingt ans. Mais le temps passé en qualité de notaire assistant ou de clerc de notaire chargé de fonction de suppléance est compté pour l’appréciation des conditions de l’honorariat. Des contacts informels ont déjà été établis avec l’Italie, l’Espagne et l’Allemagne. Quant aux relations entre associations belge et française, elles sont nouées de longue date et chaque
année, Français et Belges se rencontrent lors de leurs assemblées générales respectives. Voilà pourquoi le 7 décembre dernier, une délégation du Conseil d’Administration de VERENO-ASNOHO, menée par son Président Jos Clerens, s’est rendue à Paris pour assister à l’assemblée générale des confrères français. Après un accueil chaleureux par le président de l’ANOR, Philippe Randot, le point a été fait sur l’économie de la profession en France. Selon le Conseil supérieur du Notariat, la conjoncture politique est devenue plus favorable avec la nouvelle majorité. Par contre, la conjoncture économique s’est dégradée au cours du second semestre de 2012 et se dégradera encore en 2013. Le volume des mutations immobilières s‘est en effet étiolé en même temps que les possibilités financières des ménages. A cet
égard, l’Union Notariale Financière (UNOFI) peut accompagner les notaires français dans l’analyse du patrimoine de leurs clients en vue d’une stratégie patrimoniale cohérente. Parmi les sociétés filiales du groupe Unofi, Unofi-Patrimoine a précisément pour mission le conseil en gestion des patrimoines privé et professionnel. La gestion du patrimoine privé est étroitement liée à la vie de son titulaire : la création, la croissance, l’anticipation de la transmission et la succession. Elle implique donc les ventes immobilières, les successions, la protection du conjoint et des enfants handicapés, le départ en retraite et la dépendance. La gestion du patrimoine professionnel comprend l’évaluation de titres de sociétés non cotées, le mode de détention d’actifs immobiliers, la cession de parts sociales, la transmission d’entreprises. Le groupe UNOFI est constitué d’une société holding et de six sociétés filiales chargées d’assurer ses
Notarius
2013
ASNOHO
MAART - MARS
différents métiers (assurance, crédit, gestion de patrimoines, fonds communs de placement, investissements immobiliers et logistique du groupe). Le contrat d’assurance-maladie complémentaire en vigueur pour le notariat français semble fort avantageux. C’est un cabinet de courtage, LSN Assurances, qui a été chargé par nos confrères de sélectionner le meilleur contrat en la matière, actuellement celui d’AXA. La couverture complémentaire des frais médicaux est fondée sur la mutualisation des risques entre notaires en fonction et retraités. Le contrat garantit notamment le remboursement à hauteur des frais réels en matière de chirurgie et d’hospitalisation (95% des frais réels pour les établissements non conventionnés, les plus chers) et un forfait pour la médecine douce (400 euros par an et par famille).
Une augmentation des primes entre 3,8 et 4,5 % est toutefois prévisible pour 2013 selon les garanties souscrites. Après le déjeuner offert par nos amis français, le métro conduit les convives aux Archives Nationales de Paris, sur leur site historique du Marais, le quadrilatère des majestueux hôtels particuliers de Soubise et de Rohan, datant du 18e siècle. La Conservatrice a voulu présenter la seconde vie de nos minutes et répertoires quand 75 ans après leur rédaction, ils quittent les études et entrent dans les services publics d’archives. Plusieurs documents exceptionnels nous sont présentés dans une des salles de l’aile Napoléon III. La fonte de fer, matériau emblématique de la révolution industrielle, y est élevée au rang d’ornement. Les ferronneries ouvragées des escaliers et des coursives forment le principal décor avec le bois utilisé pour le mobilier.
57
Sont notamment sortis pour nous, les originaux (avec défense absolue d’y toucher) : du contrat de mariage du 11 février 1773 entre le marquis de La Fayette et Marie de Noailles, portant les signatures de Louis XV et des futurs Louis XVI, Louis XVIII et Charles X, du contrat de mariage du 18 ventôse de l’an IV (9 mars 1795) entre le général en chef de l’armée de l’intérieur Napolione Buonaparte et Marie Josèphe Tascher, veuve Beauharnais, adoptant le régime de la séparation de biens (la future était nettement plus riche), du testament olographe du 5 mai 1864 de Victor Hugo: « Je donne cinquante mille francs aux pauvres. Je désire être porté au cimetière dans leur corbillard. Je refuse l’oraison de toutes les églises. Je demande une prière à toutes les âmes. Je crois en Dieu. » Ses funérailles furent nationales et sa dépouille transférée au Panthéon de Paris. Puis, il est grand temps de sauter dans le Thalys pour rejoindre Bruxelles.
Nous remuons ciel et terre pour vous La législation impose des normes environnementales strictes. Tout terrain mis en vente ou cédé doit s’accompagner d’une
attestation de sol.
Experts indépendants en assainissement du sol, nous apportons à vos clients des réponses pertinentes, rapides, détaillées et claires. Forts de nombreuses années d’expériences sur le terrain, nos collaborateurs vous conseillent et assurent le suivi individuel impeccable de votre dossier, que ce soit pour investiguer ou assainir un terrain. Et ce, partout en Belgique. Tauw Belgique remue ciel et terre pour vous. Demandez-nous conseil. Contacter Michael Dumas:
[email protected], T +32 81 20 72 05
www.tauw.be
Apporter des solutions durables pour un environnement meilleur
58
Aude Cauchie
Charles Six-Hubinon
VLN
VLN: openingsrede 122ste werkingsjaar van het Vlaams Pleitgenootschap Morele wezens en wetsontduikende monniken: over de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid.
1. Deze uiteenzetting is een samenvatting van een bijdrage die onder dezelfde titel uitgegeven werd in de januari-februari 2013 editie van het informatieblad “Het Poelaertplein”. Dat artikel geeft de openingsrede weer zoals uitgesproken door advocaat Joeri Vananroye op de Plechtige Openingszitting van het 122ste werkingsjaar van het Vlaams Pleitgenootschap op donderdag 22 november 2012 in de Plechtige Zittingszaal van het Hof van Cassatie. In datzelfde informatieblad, kan u eveneens de kritische repliek lezen van de voorzitter van het Vlaams Pleitgenootschap, advocaat John-John Ackaert. Een uitgebreidere versie van de rede werd uitgegeven bij Intersentia. 2. De spreker steekt van wal met volgende historische anekdote: op 2 mei 1845 sterft de Norbertijnse provisor J.-Z. Carleer zonder reserva-
taire erfgenamen achter te laten. Bij testament had hij een medebroeder als algemeen erfgenaam aangesteld van de gronden, landerijen en gebouwen van de abdij van Averbode. Echter, in de maanden na zijn overlijden duikt een neef op die de geldigheid van voormeld legaat aanvecht en de erfenis opeist. Zijn argumentatie kent de volgende driestapsredenering:
immers niet ontbonden bij overlijden van een vennoot en het deel van de overlevende vennoot verblijft aan de overlevende maten).
1° De Norbertijn is slechts een stroman van een vereniging tussen Norbertijnen. Tussen Carleer en een dozijn anderen was er immers een vennootschapsovereenkomst, waarbij elk van de vennoten het grootste deel van zijn vermogen inbracht.
Nadat de neef eerst bot vangt bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, volgen zowel het Hof van Beroep van Brussel als het Hof van Cassatie hem in zijn redenering. Het Hof stelt in zijn arrest van 17 mei 1862 dat de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid op verregaande wijze de kenmerken van een rechtspersoon had, zonder evenwel te voldoen aan de voorwaarden die de wetgever voor die rechtspersoonlijkheid had ingesteld, zijnde: een individuele goedkeuring en erkenning van de betrokken vereniging door de overheid.
2° Deze vennootschap tussen Norbertijnen is verboden aangezien het in werkelijkheid gaat om een vereniging (de samenwerking zou een spiritueel doel hebben) en de Norbertijnen hun eigen rechtspersoonlijkheid geknutseld hadden (de vennootschap wordt
3° Aangezien deze vereniging verboden is, kan zij niet de begunstigde zijn van een legaat, is het testament ongeldig en komt de erfenis toe aan de familie.
Notarius
2013
VLN
MAART - MARS
3. Advocaat Vananroye verklaart zijn historische uitstap naar de stille kempen nader: anno 2013 kunnen we ons nauwelijks nog de 19de-eeuwse weerstand voorstellen tegen een vereniging met rechtspersoonlijkheid. In die tijd was het echter onmogelijk voor een vereniging om rechtspersoonlijkheid te verwerven zonder een individuele goedkeuring door de wetgever. Een belangrijk keerpunt in de maatschappelijke en juridische kijk op vereniging zonder rechtspersoonlijkheid is de VZW-wet van 1921, waarbij elke vereniging de rechtspersoonlijkheid verwerft, zonder dat daar stringente voorwaarden worden aan verbonden. Sindsdien wordt ook de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid als een legitiem onbenoemd contract beschouwd dat een juridisch geldige en door het gemeen recht geregelde figuur is, waarbij de gewone civielrechtelijke gevolgen uitwerking dienen te
krijgen. Discussie is er enkel over wat die gevolgen precies zijn. De reden voor deze uitstap ligt volgens de spreker dan ook in de juridische en maatschappelijke les die we uit het Averbode-verhaal kunnen trekken, zijnde: 1° De voornoemde rechterlijke uitspraken zien de “feitelijke vereniging” als een nietige quasirechtspersoon. Ook vandaag schurkt de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid volgens de spreker tegen de rechtspersoon aan. Voor de analyse van die rechtsgevolgen kan bovendien de oude opvatting gevolgd worden: door de werking van de regels van het verbintenissen-, zaken- en procesrecht vertoont de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid namelijk bepaalde kenmerken die geassocieerd worden met het begrip rechtspersoonlijkheid. De rechtswaardering van deze gevolgen is vandaag echter niet langer negatief.
2° Een tweede actuele les van de geschiedenis is dat het juridisch denken omtrent de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid vertroebeld wordt door hun ideologische en maatschappelijke belang. De passies rond de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid spelen zich niet meer af op de purperen hei. Wel: rond de spoorweg die onrechtmatig wordt bezet door een vakbond, in het bestuur van een politieke partij beschuldigd van een misdrijf, .... Er wordt nog vaak gelezen dat verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid “geen enkel juridisch bestaan” kennen. Meestal krijgt dit argument als volgt vorm: enerzijds wordt erkend dat leden zich kunnen groeperen in een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid. Anderzijds kan de “vereniging als dusdanig” geen drager van rechten en verplichtingen zijn. Daar worden dan zeer concrete gevolgen uit afgeleid: rechtshandelingen namens of tegen
59
60
een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid - een contract, een ontslag, een dagvaarding - zouden dienen te worden gesteld door of tegen elk van de individuele leden, hetgeen meestal praktisch onmogelijk is. 4. Via een andere weg dan de 19de-eeuwse opvatting leidt deze eigentijdse verenigingsonvriendelijke opvatting tot hetzelfde resultaat: de onmogelijkheid voor de vereniging om aan het rechtsverkeer deel te nemen. Of zoals advocaat Vananroye het correcter stelt: de onmogelijkheid om verantwoordelijk gesteld te worden voor haar optreden. In de hedendaagse vijandige opvatting bestaat ze juridisch niet of te weinig: de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid heeft geen rechtspersoonlijkheid en kent aldus geen rechtsbekwaamheid, vermogensafscheiding, de mogelijkheid om in rechte op te treden, etc. 5. Vervolgens onderzoekt de spreker met enkele voorbeelden of deze hedendaagse vijandige benadering spoort met het positieve recht. Hij concludeert dat, in tegenstelling tot de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State, de grote meerderheid van het Hof van Cassatie en de gewone hoven en rechtbanken een verenigingsvriendelijke houding aanneemt en dit zowel vanuit verbintenisrechtelijk (vb.: een vakbond kan
verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst), procesrechtelijk (vb.: een vakbond kan gedagvaard worden) en goederenrechtelijk perspectief (vb.: goederen van een vereniging vormen door de overdeelde mede-eigendom een afgescheiden vermogen). 6. Aldus biedt het inzicht voor heel wat rechtsvragen in het verbintenissen-, goederen- en procesrecht, indien we de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid denken als ware het een rechtssubject. Dit inzicht is trouwens ook te vinden in meer moderne wetgeving: de wetgeving op de Kruispuntbank voor Ondernemingen (verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid die BTW- of RSZ-plichtig zijn, hebben een rechtspersonennummer) en de witwaswetgeving (een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid kan zich identificeren zonder dat het altijd noodzakelijk is om elk van de leden te identificeren). 7. Dit brengt de spreker tot zijn laatste vaststelling. Er is één belangrijk terrein waarop de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid, in zijn mening ten onrechte niet met een rechtspersoon wordt gelijkgesteld, zijnde: de strafrechtelijke aansprakelijkheid. De gelijkschakeling van vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid met de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid voorzien in artikel 5, 3de
lid van het Strafwetboek, wordt niet doorgetrokken naar de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid. Dit kan niet worden verantwoord door de afwezigheid van winstoogmerk. Vereniging met rechtspersoonlijkheid zijn immers wél strafrechtelijk aansprakelijk. Door de keuze voor de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid, eerder dan een vereniging met rechtspersoonlijkheid of een vennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid, kan een organisatie, zoals een politieke partij, een vakbond, etc. met andere woorden ontsnappen aan de toepassing van het strafrecht. Voor deze verschillende behandeling op strafrechtelijk vlak bestaat er geen rationele verantwoording. De enige verklaring is de eerdere vaststelling, nl. dat verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid vaak maatschappelijk belangrijke organisaties zijn, met blijkbaar ook een grote invloed op het wetgevend proces. 8. De spreker besluit dan ook door te stellen dat indien er één wijziging in het recht van verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid dringend is, het deze is: de gelijkstelling van deze verenigingen met rechtspersonen in het strafrecht. Ik citeer advocaat Vananroye: “Enkel dan zal de rechtsorde afdoende gewapend zijn indien deze morele wezens, onverhoopt, toch immoreel zouden handelen.”
Notarius
2013
Katrijn Boone
JURIDISCHE INFO
MAART - MARS
Christophe Legasse
Consultatiecentrum: vraag van de maand Pour le texte en français, voyez le message 9153 sur l’e-notariat.
Levensverzekering - begunstigden “mijn kleinkinderen” - fiscale en sociale notificaties - akte of attest van erfopvolging
Katrijn BOONE, juridisch adviseur KFBN
ANTWOORD
In dit kader, kunnen wij verwijzen naar het bericht op het e-notariaat “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging - Publicatie van een bijkomende FAQ“, bericht E-journaal 8681. In de “FAQ“ nr. 8, wordt de vraag beantwoord of de artikelen 157 tot 163 van de programmawet van 29 maart 2012 eveneens van toepassing zijn op de begunstigden van een levensverzekering aangegaan door de overledene of op zijn hoofd. “De bepalingen waarvan sprake slaan op de erfgenamen, de legatarissen en de begunstigden van een contractuele erfstelling, maar niet op de begunstigden van een verzekering als dusdanig. Zijn aldus betrokken de begunstigden van een levensverzekering die contractueel recht hebben op een prestatie enkel en alleen omwille van hun hoedanigheid van erfgenamen van de overledene, d.w.z. in alle gevallen waarin het voordeel van de prestatie
VRAAG In het kader van het opmaken van een attest van erfopvolging rijst de vraag of een sociaal en fiscaal bericht moet worden verzonden op naam van de begunstigden van een levensverzekering, aangeduid met de term “mijn kleinkinderen”. aan de nalatenschap van de overledene toekomt (art. 107, 110/1 en 111 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst).
hen recht geeft op de prestatie, recht dat blijft bestaan zelfs in geval van verzaking aan de nalatenschap van de verzekeringnemer.
Indien de overeenkomst iemand met naam als begunstigde aanduidt (vb. eerste begunstigde of secundaire begunstigde in geval van vooroverlijden van de eerste, ...) blijft het vrijgeven van de tegoeden in uitvoering van de levensverzekering buiten het toepassingsgebied van de wet. Inderdaad, in een dergelijk geval is het niet de gebeurlijke hoedanigheid van erfgenaam die recht geeft op de prestatie maar wel de aanwijzing in het contract als begunstigde. Hetzelfde geldt in geval van een algemene aanduiding (d.w.z. zonder naamvermelding) ten bate van bijvoorbeeld - in het bijzonder “de kinderen van de verzekeringnemer”. Inderdaad, ook in dit geval is het niet de hoedanigheid van erfgenaam maar wel van “kind” van de overledene die
Zoals hierboven vermeld, spreekt het voor zich dat in geval van een algemene aanduiding in de zin van “mijn wettelijke erfgenamen” de bepalingen van de programmawet van 29 maart 2012 volledig van toepassing zijn op de overeenkomsten waarop artikel 110/1 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst van toepassing is (“Wanneer de wettelijke erfgenamen als begunstigden worden aangewezen zonder bij name te zijn vermeld, is, onder voorbehoud van tegenbewijs of andersluidend beding, de verzekeringsprestatie verschuldigd aan de nalatenschap van de verzekeringnemer”).“ In casu dient u bijgevolg niet over te gaan tot de verzending van een fiscaal en sociaal bericht in hoofde van de begunstigden van de levensverzekering.
61
62
In-Sook Rochette et Maria Carbone
Christophe Legasse
Centre de consultation: question du mois Voor de Nederlandse tekst, zie bericht 9123 op het e-notariaat.
Procédure d’ordre - Champ d’application des articles 150 et 184bis C.enreg. QUESTION J’ai été commis pour procéder à la vente publique d’un immeuble dans le cadre d’une procédure de saisie-exécution immobilière. Il m’appartient actuellement de rédiger le procès-verbal d’ordre entre les divers créanciers associés à la procédure de distribution du prix de vente. Après avoir opéré les recherches d’usage auprès du bureau de l’enregistrement compétent, il apparaît que des sommes restent dues à l’Etat du chef de la condamnation, liquidation ou collocation, suite à deux jugements dans lesquels le saisi était respectivement opposé au créancier premier inscrit dont la créance sera totalement remboursée et au créancier poursuivant dont la créance ne sera pas remboursée. Pouvez-vous m’indiquer dans quelle mesure ces droits d’enregistrement restant dus doivent être pris en compte dans le cadre de la procédure d’ordre ? RéPONSE
1. En raison de la réglementation introduite par les lois du 19 juin 1986 et du 22 décembre 1989, l’obligation de payer les droits de condamnation dus sur les jugements et arrêts incombe en premier lieu et pour la totalité au défendeur condamné (article 35). Néanmoins, dans la mesure où ces droits d’enregistrement sont considérés comme une indemnité du service fourni par la justice au bénéficiaire de la condamnation, le demandeur est également concerné par la perception des droits. Il est avec le défendeur condamné tenu de payer le droit dû sur la condamnation, mais cette obligation est limitée à la moitié des sommes qu’il a pu se faire rembourser par le défendeur (F. WERDEFROY, Droits d’enregistrement 010-2011, Waterloo, Kluwer, 2011, n°s. 497-495 ; G. de LEVAL, « L’ordre », Rep.not., T. XIII, Procédure notariale, LIV/5, Bruxelles, Larcier, 2009, n°71).
Néanmoins, en vue de garantir le recouvrement desdits droits et amendes, l’article 150 C.enreg. établit au profit de l’Etat « un privilège sur les sommes et valeurs qui font l’objet de la condamnation, liquidation ou collocation » et dispose que « les droits et amendes visés à l’alinéa 1er priment toutes les créances des bénéficiaires des condamnations, liquidations ou collocations ». Le privilège de l’article 150 du C. enreg. n’a qu’une portée très limitée. En effet, s’il est exact qu’il prime toutes les créances qui peuvent naître dans le chef du bénéficiaire (l’avantage de la condamnation tombe dans le patrimoine du bénéficiaire grevé de ce privilège), il ne peut être invoqué qu’à l’égard des sommes qui reviennent aux bénéficiaires des jugements et arrêts à la suite de ces mêmes arrêts et jugements, tenant compte des règles de cumul et des privilèges existants (F.
WERDEFROY, op. cit., n°4971 à 4974 ; M. BALTUS, « Le nouveau régime du droit d’enregistrement des jugements et arrêts », J.T., 1986, p.661 à 665 ; A. VANDER BORGHT, « Enregistrement, Jugements et actes judiciaires, les droits d’enregistrement sur les jugements et arrêts », Rec.gén.enr.not., 1989, pp.324 à 333). L’exemple du cas où l’Etat vient en concours avec le bénéficiaire du jugement lui-même privilégié envisagé par A. VANDER BORGHT nous permet de comprendre de quelle manière il y a lieu d’appliquer l’article 150 C.enreg. : « A. est condamné à payer à B 200.000 FB à titre d’arriérés de loyers. B dispose du privilège du bailleur. A la requête de B, on vend les meubles appartenant à A pour la somme de 200.000 FB. Le privilège de l’Etat prime celui du bailleur, de sorte que le receveur obtiendra le paiement des droits avant tout paiement à B»
Notarius
2013
INFO JURIDIQUE
MAART - MARS
In-Sook ROCHETTE, Conseiller juridique FRNB
Maria CARBONE, Conseiller juridique FRNB
(A.VANDER BORGHT, « Enregistrement, Jugements et actes judiciaires, les droits d’enregistrement sur les jugements et arrêts », Rec.gén.enr.not., 1989, p.324 à 333). Si, dans la procédure d’ordre, le bénéficiaire de la condamnation n’est pas repris en ordre utile et ne perçoit au final aucun versement, l’Etat ne peut pas faire valoir son privilège (J.VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris, Gand, Larcier, 2007, n°465). En l’espèce, il y a donc lieu de vérifier sur quelle base le créancier hypothécaire premier inscrit perçoit les sommes lui revenant dans le cadre de la procédure d’ordre. Si ces sommes ne sont pas perçues sur la base du jugement de condamnation dans lequel le saisi était opposé audit créancier hypothécaire, les droits d’enregistrement dus en vertu dudit jugement ne doivent pas être payés par priorité. Dans le cas contraire,
ils devront être payés par priorité. S’agissant des droits d’enregistrement dus en vertu du jugement dans lequel le saisi était opposé au créancier poursuivant, la question ne se pose pas dès lors que ce créancier ne récupère aucune somme dans le cadre de la procédure d’ordre. 2. S’agissant des obligations pesant sur les notaires en application de l’article 184bis C. enreg., nous attirons votre attention sur les principes suivants. En principe, une cause légale de préférence n’est pas suffisante pour permettre à un créancier de participer à une procédure d’ordre. Il est toutefois dérogé à ce principe en faveur de certains créanciers s’agissant notamment du privilège visé à l’article 150 C. enreg. En pareille hypothèse en effet, le privilège est « auto-suffisant » pour qu’il soit pris en compte dans le cadre de la procédure d’ordre et ce nonobstant les règles procédurales
relatives à l’admission des créances dans le projet de répartition (G. DE LEVAL, « L’ordre », Rep.not., T. XIII, Procédure notariale, LIV/5, Bruxelles, Larcier, 2009, n°56). Il résulte ainsi de l’article 184bis C. enreg. la disposition suivante : «Les notaires (...)ne peuvent opérer aucun paiement, transfert ou restitution de sommes ou valeurs résultant d’une condamnation, liquidation ou collocation, avant la délivrance, par le receveur de l’enregistrement, d’un certificat constatant qu’aucune somme ne reste exigible au titre de droits d’enregistrement ou d’amende, du fait de cette condamnation, liquidation ou collocation. Dans les cas où les personnes visées à l’alinéa 1er n’ont pas respecté les prescriptions du présent article, elles sont personnellement responsables du paiement des sommes qui restent exigibles » (article 184bis C.enreg.)
63
notarius Revue pour le notariat Tijdschrift voor het notariaat
Notarius In dit nummer – Dans ce numéro
MAART 2013 - 48ste Jaarg. MARS 2013 - 48ème année
Blikvanger Notaris Gauthier Clerens
06-07
Rue de la Montagne CF formation médiation
08
Congres 2013 Wetenschappelijk / scientifique Jean-Luc Snyers & Ernst van Soest
10-21
Congrès 2013 Culture(e)l Hasselt & Genk
22-30
Internationaal Nieuws uit Algiers van de UINL
32-37
Office Management 38-40 Digitaal werken IRBN Europees notariaat onder Luxemburgs voorzitterschap
42
Rondom ons/ Autour de nous 44-45 Interview Annemie Turtelboom & Hélène Casman Duurzaam bouwadvies
52-53
Info juridique Liquidation-partage 47-50 Vraag CC 61 Question CC 62-63 Risques du métier 51 Mes dettes vis à vis de ‘ma’ société VERENO/ ASNOHO Bezoek aan Ieper 54-55 Visite à Paris 56-57 VLN Openingsrede
COLOFON
Redactie en administratie | Rédaction et administration : Bergstraat 30-34, rue de la Montagne Brussel 1000 Bruxelles Tel. : 02/505.08.39 – Fax : 02/505.05.15 Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever | Rédacteur en chef et éditeur responsable: Nathalie Guyaux – Boulevard Lambermont 374, 1030 Bruxelles Coördinatie en eindredactie | Coordination et mise au point rédactionelle: Bo Bogaert,
[email protected]
Redactiecomité | Comité de redaction: Aude Cauchie, Anne-Catherine Deleye, Catherine De Moor, Denis Carpentier, Eric Neven, Gauthier Clerens, Nathalie Guyaux, Stephane Watillon, Sylvain Bavier, Viviane Herman, Catherine Hatert, Jean-Louis Jeghers, Hélène Diricq, Marie-Pierre Géradin, Jérome Debie, Tanguy le Maire
58-60
Redactionele bijdragen in dit nummer | Contributions rédactionnelles dans ce numéro: Katrijn Boone, Eric Bracke, Maria Carbone, Aude Cauchie, Gauthier Clerens, Daniel Courbe, Robin Frissyn, Michel Gassée, Paul Godin, Louis Langhendries, Jurgen Naets, In-Sook Rochette, Michaël Vandamme, André Walmacq, Luc Weyts Foto’s | Photos : Bart Azare, Emmanuel Crooÿ, Isabelle Persyn, Charles Six-Hubinon, Stef Verstraaten Cover : Isabelle Persyn Vormgeving | Mise en Page : Comfi&Publishing Drukkerij | Imprimerie: Dereume
Notarius wordt gedrukt op papier uit duurzaam beheerde bossen. Voor deze editie heeft de KFBN de aanplanting gefinancierd van 2.500 bomen via de VZW Kiem des Leven. Deze bomen compenseren voor een deel de CO2-uitstoot. De VZW Kiem des Leven is een project dat gesteund wordt door de Koning Boudewijnstichting. Notarius est imprimé sur du papier issu de forêts gérées durablement. Pour cette édition, la FRNB finance la plantation de 2.500 arbres via l’ONG Graine de vie. Ces arbres compenseront une partie de l’émission de carbone. L’ONG Graine de vie est un projet agréé par la Fondation Roi Baudouin.