www.researchportal.be - 13 Jan 2016 00:58:04
Organisaties (1 - 50 van 536) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B)
Zwangerschap KU Leuven Geen Nederlandstalige ResAct
Zorg rond het levenseinde Vrije Universiteit Brussel Onderzoeksobjectieven De onderzoeksgroep werkt op twee gerelateerde onderzoeksthema's, met name Palliatieve Zorg en Medische Beslissingen rond het Levenseinde. Meer specifiek focust het onderzoek zich op de volgende thema's: * Het monitoren van de kwaliteit aan het levenseinde * Onderzoeken van de plaats van sterven en transities aan het levenseinde * Het bekijken van de levenseindezorg bij ouderen en mensen met dementie * Het onderzoeken van ongelijkheden aan het levenseinde * Het bepalen of er voldoende informatie en communicatie bestaat aan het levenseinde * Het opvolgen van levensbeslissingen in ziekenhuizen en verpleegtehuizen. * Het onderzoeken van terminale sedatie en euthanasie in rusthuizen * Het bekijken van de voorschriften omtrent het beslissingen aan het levenseinde in de verschillende instellingen en het trekken van conclusies en maken van aanbevelingen vanuit deze resultaten.
Zoötechnisch Centrum KU Leuven Feeding studies on use, safety and benefits of additives inanimals nutrition : growth promotors, flavors, amino acids,vitamins, trace elements, etc.Contract research with piglets, pigs and poultry.Maintenance of a high prolific sheep poupulation for supplyingfundamental studies with animalsLABORATORY FOR QUALITY CARE IN ANIMAL PRODUCTION* The inegration of telematics in the pig production chain:animal welfare surveillance, disease control and final productquality;* Selection strategies for emotional response and reproductionefficiency of sows;* Automated oestrus detection of sows;* In vivo determination of body composition of pigs in relationto the development of growth simulation models for ecologicaljustified production.* Optimization of transport conditions for pigs and cattle.* Development of a sanitary risk index for pig farms.
X-Lab Universiteit Hasselt
Exploratorisch en grensverleggend interdisciplinair cross-over onderzoek
Wetenschappen van het Systeem Aarde Vrije Universiteit Brussel Het onderzoeksdomein betreft in eerste instantie het fysisch milieu van de aarde, de evolutie daarvan doorheen de tijd, en de interacties tussen biosfeer en geosfeer: geologie, fysische geografie, hydrologie, glaciologie, (paleo)klimatologie, oceanografie, biogeochemie, archeologie...De verbondenheid wordt versterkt en is mede gegroeid door het gebruik van de gemeenschappelijke onderzoeksmethoden isotopen(bio)geochemie en modellering.
Voeding KU Leuven Geen Nederlandstalige ResAct
Visielab Universiteit Antwerpen Het onderzoeksdomein van Visielab is digitale beeldverwerking en patroonherkenning in het algemeen. Het langetermijn onderzoek van het Visielab beoogt de ontwikkeling van gevorderde statistische technieken voor de verwerking en analyse van beeldmateriaal. Dit omvat ondermeer modelgebaseerde statistische technieken en multiresolutie technieken, met als toepassingen beeldreconstructie, beeldrestauratie, beeldsegmentatie en classificatie. Het onderzoek wordt gevalideerd in 2 toepassingsdomeinen: biomedische beelden en aardobservatiegegevens. De beschikbare biomedische beeldmodaliteiten zijn CT en MRI. Op het Visielab werd een Micro-CT apparaat ontwikkeld, in samenwerking met de firma Skyscan. Hierop wordt ondermeer onderzoek verricht op beeldreconstructie. Voor MRI wordt samengewerkt met het Bio-Imaging Lab en met de afdeling Radiologie van het UZA. Er wordt ondermeer onderzoek verricht op functionele MRI en op Diffusie Tensor MRI. Wat aardobservatie betreft, wordt er samengewerkt met de afdeling 'Teledetectie en Atmosferische Processen' van het VITO, en de onderzoeksgroep TELIN van de Universiteit van Gent. Hierbij wordt ondermeer onderzoek verricht op classificatie van gegevens en modelgebaseerde beeldrestauratie (denoising).
VIB DMG - Translationele Neurobiologie Universiteit Antwerpen Ons laboratorium is geïnteresseerd in het begrijpen hoe complexe multifactoriële neurodegeneratieve ziekten worden gegenereerd door de interactie van netwerken van genen en eiwitten.
VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica Universiteit Antwerpen Ons onderzoek is geconcentreerd rond de identificatie van susceptibiliteitgenen voor psychiatrische ziekten door gebruik te maken van positionele kloneringstechnieken. De focus hier is de identificatie van susceptibiliteitgenen in positionele kandidaatgebieden gelokaliseerd via een genomische zoektocht in families van noord-Zweedse herkomst. Eens susceptibiliteitgenen gevonden zijn of indien er relevante functionele kandidaatgenen voorhanden zijn worden deze getoetst op hun betrokkenheid in psychiatrische ziekten via associatiestudies in patiënten/controle populaties en nucleaire families. Er wordt ook actief gezocht naar nieuwe functionele kandidaatgenen via expressie profilering in post-mortem hersenmateriaal van patiënten en naar relevante biomerkers voor psychiatrische ziekten vanuit bloed. Om het proces van gen identificatie te stroomlijnen werken we ook aan de ontwikkeling van pre- en post traject DNA analyse software. Als pre track software ontwikkelden we een gedistribueerde Blast
(Clusterblast), een automatisch annotatie platform, Seqan, gebaseerd op Blast en genpredictie programma's, en een programma voor de automatische primerontwikkeling (SNPbox). Als belangrijkste post track analyse software werd er een automatische 'allele calling' software (PAC) voor STR genotypering ontwikkeld en een software pakket voor de automatische identificatie en analyse van SNPs en indels in sequens trace files (novoSNP). Naast deze ontwikkelingen beschikken we ook over een uniek software pakket voor de constructie van multiplex PCR primers (multiPCR). Op basis van deze software werd een mens genomisch zoektocht STR panel opgesteld bestaande uit 420 STR merker die geamplificeerd kunnen worden in slechts 30 PCR reacties. Dezelfde software wordt momenteel aangewend om kwantitatieve, multiplex PCR reacties aan te wenden in de analyse van genomische kopie aantal variatie.
VIB DMG - Perifere Neuropathieën Universiteit Antwerpen Het onderzoek richt zich op erfelijke aandoeningen van het perifeer zenuwstelsel, geklassificeerd als hereditaire motorische en/of sensorische neuropathieën. De meest gekende vorm is de ziekte van Charcot-Marie-Tooth (CMT), gekenmerkt door een progressieve zwakte en atrofie van voet- en handspieren, waarbij patiënten een ernstige handicap kunnen vertonen op jonge leeftijd. Positionele klonering heeft toegelaten om 40 loci en 34 genen te identificeren voor dominante, recessieve of X-gebonden vormen. Echter bestaat er geen efficiënte therapie voor deze perifere neuropathieën. Onze belangrijkste doelstelling is het identiceren van genen in dewelke mutaties resulteren in een erfelijke perifere neuropathie. De identificatie van deze genen is een eerste stap tot het begrijpen van de fundamentele biologische processen die betrokken zijn in myelinisatie, axon-Schwanncel interacties, structuur van het axonale cytoskelet en axonaal transport. In 1991, ontdekten we de 1.5 Mb tandem duplicatie op chromosoom 17p11.2 verantwoordelijk voor CMT type 1A, de meest voorkomende vorm van CMT. Dit was de eerste keer dat een dosage-gevoelig gen geïdentificeerd werd voor een autosomaal dominante aandoening. Ook is dit het eerste moleculair genetisch defect beschreven in CMT. Daaropvolgend lokaliseerden we het perifeer myeline proteïne 22 gen in deze duplicatie. Onze onderzoeksgroep heeft een belangrijke expertise opgebouwd in het identificeren van chromosomale loci en genen in het humaan genoom door middel van positionele kloneringstechnieken. We karakteriseerden verschillende families die nieuwe genetische entiteiten voorstellen, en beschreven een groot aantal mutaties in verschillende genen die aanleiding geven tot demyeliniserende en/of axonale vormen van CMT. We hebben ook differentiële genexpressie studies uitgevoerd en verschillende kandidaatgenen gevonden voor motorische en/of sensorische neuropathieën.
VIB DMG - Neurogenetica Universiteit Antwerpen De groep Neurogenetica legt zich in hoofdzaak toe op de studie van de moleculair genetische aspecten van de idiopathische epilepsieën, de erfelijke spasmodische paraplegieën en de autosomaal dominant overgeërfde chronische externe progressieve oftalmoplegieën. De groep bestudeert ook de klinische en elektrofysiologische aspecten van de erfelijke perifere zenuwziekten. Daarnaast verzorgt ze de moleculaire diagnostiek voor deze aandoeningen; een dienstverlening waarvan uitgebreid gebruikt gemaakt wordt door binnen- en buitenlandse verwijzers. Via een uitgebreid netwerk van samenwerkingen werden in de loop van de jaren databanken opgebouwd met DNA stalen en klinische gegevens van enkele duizenden patiënten. De groep heeft een uitgebreide expertise met de klinische en elektrofysiologische karakterisatie van de aandoeningen die ze bestudeert. Deze gegevens zijn essentieel om homogene groepen samen te stellen voor moleculair genetische studies, om grote families te identificeren die nuttig zijn voor het kloneren van nieuwe genen en om nieuwe inzichten te verwerven in de functie van genen via genotype-fenotype correlaties. Het hoofddoel is de identificatie van nieuwe genetische loci, nieuwe genen en mutaties. Hierbij wordt altijd uitgekeken naar de relevantie voor de dagelijkse klinische praktijk via het opstellen van paradigmata voor mutatiescreening en de identificatie van mogelijke therapeutische aanknopingspunten.
VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten Universiteit Antwerpen Het VIB8 - Departement Moleculaire Genetica is een departement van het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB), met als wetenschappelijk directeur Prof. Dr. Christine Van Broeckhoven (http://www.vib.be/Research/EN/Research+Departments/). De expertise in VIB8 is moleculair genetisch onderzoek toegespitst op de identificatie van genen en genetische risicofactoren voor complexe neurologische en neuropsychiatrische ziektes bij de mens. Er zijn vier onderzoeksgroepen in VIB8: Neurodegenerative Hersenziekten, Perifere Neuropathieën, Neurogenetica en Toegepaste Moleculaire Genomica. De eerste drie groepen dragen ook bij tot multidisciplinair neurowetenschappelijk onderzoek via het laboratorium voor Neurogenetica van het Instituut Born-Bunge, waarvan Prof. Dr. Christine Van Broeckhoven Onderzoeksdirecteur is (http://www.tnb.ua.ac.be/BBF/BBF_index.shtml). Daarnaast is er in VIB8 een centrale Genetische Service Faciliteit (GSF), die interne en externe 'high-throughput' service levert zoals DNA/RNA extracties, het aanmaken van lymphoblast cellijnen, DNA sequentieanalyses en het genotyperen van genetische variaties, en die eveneens voorziet in computationele ondersteuning (www.vibgeneticservicefacility.be). In VIB8, is Prof. Dr. Christine Van Broeckhoven de onderzoeksleider in Neurodegenerative Hersenziekten. In deze onderzoeksgroep gaat de aandacht naar genetisch, genomisch en neuropathologisch onderzoek van Alzheimer dementie, frontotemporale dementie en de ziekte van Parkinson. Ons doel is het identificeren van causale en risicogenen die aan de basis liggen van het ziekteproces gebruikmakende van de strategie van positionele klonering enerzijds in monogenetische families waarin de ziekte segregeert volgens een Mendeliaans overervingspatroon, en van associatiestudies in patiënt/controle groepen, triads en nucleaire families. Als een nieuw ziektegen wordt geïdentificeerd analyseren we de biologische functie in relatie tot de pathologie van de ziekte in cellulaire en dierlijke modellen. Verder analyseren we in detail de bijdrage in de hersenpathologie van het betrokken eiwit via morfologische en immunohistochemische methoden. Zo hebben we in het verleden al belangrijke bijdrages geleverd tot de identificatie van de amyloïde en preseniline genen in Alzheimer dementie, evenals tot nieuwe chromosomale loci voor Alzheimer en frontotemporale dementie.
VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica Universiteit Antwerpen Het Lab richt zich op de identificatie en karakterisering van ziekte-veroorzakende genen en routes die betrokken zijn bij de moleculaire etiologie van neurologische aandoeningen, zoals erfelijke perifere neuropathieën (CMT) en erfelijke epilepsieën. Voor dit doel gebruiken we twee grote strategieën: - Het ontrafelen van de rol van aminoacyl-tRNA synthetasen in de perifere neurodegeneratie als een instrument voor het begrijpen van de moleculair pathomechanisms van perifere neuropathie; - Identificatie van nieuwe ziekte-veroorzakende genen en mutaties die betrokken zijn bij erfelijke vormen van perifere neuropathieën en epilepsieën op basis van bevolking en gezin gebaseerd genetische benaderingen.
Veterinaire fysiologie en biochemie Universiteit Antwerpen De onderzoeksgroep Veterinaire Fysiologie en Biochemie concentreert zijn wetenschappelijk onderzoek binnen het Gamete Research Center, een platform waar de vrouwelijke gameet, het embryo en de vroeg embryonale ontwikkeling centraal staan. Het gaat hierbij vooral om de studie van (omgevings)factoren die de ontwikkelingscapaciteit van de eicel en het ontwikkelende embryo (negatief) kunnen beïnvloeden, met inbegrip van de mogelijke nefaste gevolgen tijdens de dracht, na de geboorte én op latere leeftijd. Het onderzoek gebeurt aan de hand van veelal zelf ontwikkelende 'high throughput' in vitro modellen, zoals bovine, muriene en zebravis in vitro modellen voor de studie van de folliculaire ontwikkeling, eicelprematuratie en maturatie, fertilisatie en embryonale in vitro cultuur. Hierbij worden 3 verschillende accenten gelegd. Enerzijds is er het thema 'Reprotox' waarbij aan de hand van de hogerbeschreven modellen
onderzoek wordt verricht naar de invloed van (milieu)toxicanten op de kwaliteit van het zich ontwikkelende embryo. Hierbij worden verschillende beeldvormingstechnieken aangewend. Naast morfologie worden ook het cellulair metabolisme (metabolomics) en de genexpressieprofielen (genomix) voor heel specifieke genen of genoom breed onderzocht. In tweede instantie gebeurt er onderzoek rond 'Fertility Preservation' waarbij factoren die de fertiliteit van het vrouwelijke dier sturen centraal staan en wordt nagegaan hoe die fertiliteit kan bewaard en/of hersteld worden. Hiertoe wordt de pre-antale folliculaire dynamiek bestudeerd met inbegrip van bedreigende factoren (bvb. stralingsschade) en mogelijke presevatietechnieken (slow freezing, solid surface vitrificatie, gamete banking). Finaal worden ook de factoren die de link 'Embryo-maternaal metabolisme' beïnvloeden in het onderzoek ingesloten. De fysiologische toestand van het moederdier op het moment van de conceptie blijkt immers van cruciaal belang voor het ontstaan en het behoud van de dracht/ zwangerschap. Verschillende metabole stoornissen zoals hyperlipaemie blijken immers directe negatieve gevolgen te hebben op de kwaliteit van de eicel en het embryo. Onze diermodellen, in combinatie met het in vitro platform blijken ideale instrumenten voor de studie van maternaal metabole factoren die de kwaliteit van de humane eicel en embryo beïnvloeden.
Verg_endocri KU Leuven Geen Nederlandstalige ResAct
Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit Universiteit Gent In de vakgroep komen o.a. de volgende thema?s aan bod: - Microbiologische aspecten: nieuwe conserveringsmethodes, verpakking van levensmiddelen, chemische conservering, predictieve microbiologie, bederf fenomenen van levensmiddelen, snelle detectiemethoden van pathogene bacteriën en virussen, gedrag van pathogene micro-organismen in levensmiddelen, microbiële risicoanalyse. - Chemische aspecten: ongewenste chemische stoffen in de voeding (allergenen, acrylamide, mycotoxines), migratie vanuit verpakkingen, chemische risicoanalyse, analyse van vetten en hun minorcomponenten. - Technologische/proceskundige aspecten: Componentinteracties en microstructuurvorming in levensmiddelen,kinetiek van fasetransities (vetkristallisatie, eiwitdenaturatie), droogtechnologie, eenheidsoperaties in de voedingsindustrie, functionaliteit van eiwitten en koolhydraten, technologie van oliën en vetten, Computional Fluid Dynamics, invloed van eenheids-operaties op de detecteerbaarheid van GGO?s. - Voedingskundige aspecten: Analyseren van het gehalte en de biobeschikbaarheid van nieuwe bioactieve componenten (o.a. ACE-inhibitorische peptiden), vitamines in levensmiddelen, gezondheidsbevorderende (functionele) voedingsmiddelen, de voedingstoestand van de bevolking in de ontwikkelde en de ontwikkelingswereld. De vakgroep verricht onderzoek in een waaier van levensmiddelen zoals vlees en vis, zuivel, groenten en fruit, bereide maaltijden, cho-colade, vetten en oliën, bakkerijproducten, ?.
Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie Universiteit Gent Virologie: In the Laboratory of Virology, the research is focused on the animal, cellular and molecular pathogenesis of viruses, with a special emphasis on viruses that have developed strategies to escape from the host's immune response.
Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid Universiteit Gent EDUCATION : Veterinary Food Inspection I and II, Chemical Analysis of Food and Analytical Chemistry for vets in the 2, 5 and 6 th year of Veterinary Sciences (Bachelor and Master DVM) Our department is in charge of most of the classes in the specialised course (advanced master) : Veterinary Food Inspection (a.o. composition, quality and residue analysis of food meat science food microbiology actual legislation etc.........) RESEARCH : Fundamental and Applied Research on the disciplines mentioned above. Project research for the Government and Industry. SERVICE to the COMMUNITY : Research and field analysis, mainly for the Federal Agency for the Safety of the Food Chain and the Meat and Food Industry .
Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Vergelijkende Fysiologie en Biometrie Universiteit Gent Biometrie: De onderzoeksgroep Biometrie, Faculteit Diergeneeskunde (DGK), heeft belangrijke taken in het onderwijs, onderzoek en de dienstverlening. Ze verstrekt onderwijs in statistische methodologie in de bachelor (DGK), de master na bachelor (DGK) en de master na master (DGK & Wetenschappen, UGent, Center for Statistics, UHasselt). Het onderzoek spitst zich toe op het ontwikkelen van nieuwe statistische methodologie met diergeneeskundige toepassingen. Het belangrijkste onderzoekstopic bestaat uit het modeleren van de infectiedynamiek van infectieziekten gebaseerd op het frailty model. Wat betreft dienstverlening ondersteunt de onderzoeksgroep Biometrie de onderzoekers van de faculteit Diergeneeskunde met betrekking tot het efficiënt opzetten en analyseren van diergeneeskundige experimenten. Daarnaast biedt het ook extern statistische consulting aan. Fysiologie: 1. EDUCATION Veterinary Physiology II and III for graduate student vets in the second and third year of Veterinary Medicine (bachelor degree). 2. RESEARCH Fundamental and Applied Research on Lactation Physiology and Pathophysiology in small and large animals, especially ruminats. Project research for the Government and the Industry. 3. COMMUNITY SERVICE Research and advice in Lactation Physiology and Pathophysiology [mastitis]
Vakgroep Uro-gynaecologie Universiteit Gent Urologie -Preventie van recidieven van niet invasieve blaastumoren -Urethrareconstructie bij urethrastricturen en tumoren -Farmacologische en elektrische neuromodulatie bij pelviene disfuncties -Functie en disfunctie van de urinewegen bij ruggenmerg letsels -Ejaculatoire functie en disfunctie -Blaasfunktiestoornissen bij kinderen -Maligniteitsrisico bij kinderen met DSD (Disorders of Sex Development) -Klinisch wetenschappelijk onderzoek in samenwerking met het EORTC. -Onderzoek van nieuwe tumormerkers bij prostaatcarcimoma. Het International Centre for Reproductive Health -Moeder-kindtranmissie en preventie in risico-groepen van HIV/AIDS -HPV en baarmoederhalskanker, -Partnergeweld, Schadelijke traditionale praktijken met een focus op vrouwenbesnijdenis, -Gezondheid van adolescenten en gezondheid van migranten en vluchtelingen. Gynaecologische oncologie -Hormonale behandeling van borstkanker -Downstaging van inoperabele cervixcarcinomen met IMAT Adjuvante radiotherapeutische behandeling van mammacarcinoma met IMRT. -Invloed van resistines op de ontwikkeling en de evolutie van borstkanker, -Wisselwerking tussen tumorale cellen en het omringende stroma -Radiosensibiliteit van jonge borstkankerpatiënten. -De invloed van darmbacteriën op de opname van fyto oestrogenen -De dosage van fyto oestrogenen in borstweefsel -Onderzoek naar N cadherine als tumormarker voor detectie van borstkanker -De relatie tussen groeifactoren en borstkanker Reproductieve geneeskunde -Het polykystisch ovariumsyndroom (PCOS): gezondheidseconomische aspecten, perinatale uitkomst van zwangerschap na behandeling. Cryopreservatietechnieken van humane embryo's, -Artificiële eicelactivatie, -Spindle morfologie van humane eicellen -Optimalisatie van cultuuromstandigheden van menselijke embryo's. -In-vitromaturatie van muis- en menselijke eicellen, -Ovariële cryopreservatie en
xenotransplantatie, -Mechanismen van eicelactivatie, -Nucleaire transfertechnologie, niet-reproductief klonen en karakterisatie en differentiatie van humane embryonale stamcellen tot vrouwelijke en mannelijke geslachtscellen. -Endocriene en psychoseksuele aspecten van diverse methoden van hormonale contraceptie -Perinatale uitkomst bij zwangerschappen ontstaan na diverse vormen van fertiliteitsbehandeling -antidepressiva voor bestrijding menopausale klachten bij borstkankerpatiënten -De invloed van hormonen op het kraakbeen Verloskunde -Preterme geboorte Meerlingen -Maternal Intensive Care -Geweld op vrouwen tijdens de zwangerschap Infectiologie -Genitale microflora -Probiotica -Microbiciden
Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling Universiteit Gent Research areas : The study of complex systems in diverse disciplines by means of modelling and simulation. Perspectives : Deductive modelling Inductive modelling Applications of modelling and simulation. Het toepassingsdomein van deze modelgebaseerde studies is breed en behelst: Landbouw: afweging van economie en ecologie in intensieve melkveehouderij en minimaliseren van milieu-impact van banaanplantages in ontwikkelingslanden Fermentatietechnologie: metabole modellering voor het vinden van metabole limitaties ("bottlenecks") van productiesnelheden en het kwantitatief ophelderen van biochemische regulatiemechanismen Levensmiddelenmicrobiologie en -technologie: predictieve microbiologie in gemodificeerde atmosfeerverpakking van groenten en fruit modelbouw van cacao- en botervetkristallisatie Milieu(bio)technologie: modelleren, meten en regelen van het integraal stedelijk watersysteem met speciale aandacht voor de dymamica van afvalwaterzuiveringsinstallaties, leidend tot de ontwikkeling van de modelbouw- en simulatiesoftware WEST, ontwerp van controlestrategieën en hun implementatie, ontwikkeling van nieuwe meetsystemen, experimenteel ontwerp en modelcalibratiemethodologieën, nieuwe inzichten in flocculatie- en sedimentatiedynamica.
Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie Universiteit Gent Het toegepast ecologisch onderzoek aan het Laboratorium voor Plantecologie richt zich onder meer op de studie van de fotosynthese, de groei en de productiviteit, en de waterstroming bij planten. Dit gebeurt zowel onder normale als onder stress-situaties, zoals bijvoorbeeld watertekort in de bodem, hoge zoutconcentraties, hoge pol-luentendruk, enz., en dit zowel onder veldsituaties als in groeikamers of serres. Dit plantecologische onderzoek leidt tot de detectie van soortspecifieke kenmerken die wijzen op mogelijke tolerantie voor ongunstige groeiomstandigheden. Aandacht wordt eveneens besteed aan duinvegetaties, bosecosystemen en aanplantingen met korte omloopstijd. Zowel veldmetingen als modellering worden gebruikt om de koolstof- en watercyclus in deze ecosystemen te bestuderen. Ook de invloed van klimaatsverandering (Global Change) op het functioneren van deze ecosystemen wordt bestudeerd. De laatste jaren werd een nieuwe onderzoekslijn ontwikkeld, het zogenaamde ?speakingplant? concept. Door het gebruik van biosensoren en bio-analyse worden plantengroei, plant-ontwikkeling en plant-water relaties on-line geregistreerd. Hierdoor wordt continue evaluatie van micro-klimatologische en ecofysiologische processen mogelijk. Dit onderzoek vormt de eerste stap naar ?cybernetische? of zelfregulerende algorithmes die gebruikt kunnen worden in systemen voor klimaatscontrole. Het onderzoek aan het Laboratorium van Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie richt zich specifiek op het ontwerpen en standaardiseren van nieuwe ?kosteffectieve? microbiotesten voor detectie en kwantificering van chemicaliën en afvalstoffen op de biotica van aquatische en terrestrische ecosystemen. Met behulp van biotische indexen wordt de vervuilingstoestand van oppervlaktewateren ge-karakteriseerd. Ook worden de mogelijkheden van bioremediëring van vervuilde biotopen gevolgd, na behandeling met specifieke bacteriënmengsels. Speciale aandacht gaat ook uit naar het ontwerp, de werking en de controle van waterzuiveringssystemen voor huishoudelijk en/of industrieel afvalwater. Wiskundige modellen en simulaties laten toe om de efficiëntie en de capaciteit van dergelijke systemen in te schatten.
Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie Universiteit Gent Er wordt aan onderzoek gedaan op het gebied van de biosfeer-atmosfeer uitwisseling van broeikasgassen evenals stikstof en koolstof biogeochemie. Ook wordt het gebruik van stabiele en radioactieve isotopen in het landbouwkundig en milieukundig onderzoek verder ontwikkeld. Daarnaast wordt colloïd-chemisch onderzoek verricht op dispersies, emulsies en poeders. Het onderzoek van de groep ECOCHEM concentreert zich op sporenelementen,en in het bijzonder zware metalen. In technologisch gericht onderzoek wordt de sanering van gronden en water met plantgebaseerde systemen bestudeerd. Meer fundamenteel onderzoek gaat over de biogeochemie van zware metalen in overstromingszones, en over de implicaties van de creatie en beheer van overstromingsgebieden op de mogelijke hermobilisatie van aanwezige metalen. Tenslotte wordt ook onderzoek verricht omtrent de analysemethodiek. Het onderzoek van ISOFYS situeert zich rond de biogeochemie van C en N in diverse terrestrische ecosystemen en de emissie en opname van broeikasgassen. Centraal binnen dit fundamenteel georiënteerd onderzoek is het gebruik van stabiele isotopen. Tenslotte wordt ook onderzoek verricht omtrent analysemethoden voor isotopen in diverse matrices. De groep Deeltjes en Grensvlak Technologie (PaInT) is gespeciali-seerd in het gebied van colloïdale en oppervlaktefenomenen, evenals deeltjeskarakterisering. De onderzoeksdomeinen zijn gelegen in het gebied van voedingstechnologie (interactie van eiwitten met suikers) en in de sorptie en stabiliteit van liposomen. Verbeterde technieken voor vlokvorming en ontwatering van biologisch slib worden eveneens onderzocht. Het onderzoek varieert van fundamenteel gericht tot het oplossen van praktische, industrieel relevante problemen.
Vakgroep Tandheelkunde Universiteit Gent Wanneer wij de archieven er op naslaan, dan werd de Tandheelkunde opgericht op 20 maart 1914. Prof. Rubbrecht, die internationale bekendheid had verworven door zijn studies over de erfelijke factoren in het ontstaan van de onderprognathie bij de Habsburgers, had toen al sedert 1900 geijverd voor een volwaardige opleiding in de Tandheelkunde. De echte licentie in de Tandheelkunde werd pas opgericht in 1929. De School voor Tandheelkunde van de Universiteit Gent werd ?gesticht? in 1932, als onderdeel van de Medische Faculteit. Op dat moment in 1932 werden de studies in de tandheelkunde en de universitaire titel van tandarts in België geofficialiseerd en werd de tandheelkundige opleiding een integraal deel van de opleiding aan de Universiteit. De studietijd bedroeg 5 jaar: drie jaar aan de medische faculteit samen met de studenten geneeskunde, en twee klinische jaren tandheelkundige opleiding. De eerste tandheelkundige kliniek werd ingericht in de vroegere stallingen van een herenhuis op de Coupure. Daarna werd het de St.-Pietersnieuwstraat 83, ten huize van Prof. Rubbrecht zelf. Eind de jaren dertig duiken de namen van DE WILDE en COMHAIRE op en dat zouden de professoren worden die tot in de jaren zeventig het schip lieten varen, dat inmiddels naar de campus UZ verhuisde en heel lang op het 5de en 6de verdiep van K3 gehuisvest was. In het begin van de jaren 60 waren Prof. Dr A. Comhaire, hoofd van de dienst Prothetiek, en zijn medewerkers sterk betrokken bijhet ontwikkelen van ergonomische principes en ergonomische werkwijzen in de tandheelkunde. Hij ontwikkelende als eerste in Europa een tandheelkundige installatie waarbij de patiënt liggend werd behandeld door een zittende tandarts. Dit concept, dat het Centric Concept werd genoemd, werd in het begin van de ontwikkeling met veel scepticisme en zelfs afkeuring door het tandartsenberoep verwelkomt. Prof. Comhaire en zijn team zetten echter door, in de overtuiging dat dit zou bijdragen tot een hogere levenskwaliteit van de tandarts en van de patiënt. Er werden drie belangrijke internationale colloquia georganiseerd die de wetenschappelijke basis moesten leveren voor de ergonomie en de ergonomische werkwijzen in de tandheelkunde. Net vóór de definitieve scheiding van Tandheelkunde en Geneeskunde qua studieplan in 1974 duikt de naam DE BOEVER op en hij zal een korte tijd de enige professor zijn binnen de Tandheelkunde, weliswaar omringd door een 6-tal werkleiders die allemaal lector waren, en een schare assistenten. De studenten ?boom? van midden de jaren ?70 (275 studenten in de 1ste Kan. En 180 in de 1ste Lic.) zorgde voor heroïsche toestanden met een uitwijking voor verschillende jaren naar de campus ?Hutsepot? voor de preklinische opleiding. Met de komst van Profs. VAN CLOOSTER en DERMAUT heeft de Tandheelkunde nog vóór het jaar ?80 drie professoren. Het zou dan meer dan tien jaar duren voor een verdere uitbouw kwam van het academisch kader. Op het eind van de zeventiger jaren en het begin van de jaren tachtig kende de school voor tandheelkunde aan de RUG een zeer grote expansie zowel wat het onderwijs als het onderzoek betreft. In 1975 werden de studies in de tandheelkunde in België gereorganiseerd in overeenstemming met de toen opgestelde regels binnen de EEG. De studies in de tandheelkunde kregen een onafhankelijk curriculum losvan de opleiding tot arts. De opleiding duurt 5 jaar en werd bekroond met de titel van ?tandarts?.
Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen Universiteit Gent Niet Beschikbaar
Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie Universiteit Gent Kinesitherapie Gent is de gezamenlijke academische opleiding van de Arteveldehogeschool en de Universiteit Gent. Ze omvat de basisopleidingen bachelor en master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie ('Revaki'), alsook de master-na-masteropleidingen in de musculoskeletale kinesitherapie en de kinesitherapie bij bijzondere groepen. Kinesitherapie Gent bundelt ook de activiteiten van het wetenschappelijk onderzoek binnen het brede veld van de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie. Ze organiseert tenslotte ook alle initiatieven op gebied van de permanente vorming binnen het Instituut voor Permanente Vorming Kinesitherapie Gent ('IPVK-Gent').
Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek Universiteit Gent De vakgroep Radiotherapie en Kerngeneeskunde huisvest verschillende laboratoria die actief zijn in de strijd tegen kanker. De verschillende vakgebieden kennen een snelle ontwikkeling.
Vakgroep Radiologie en Nucleaire Geneeskunde Universiteit Gent De vakgroep Radiologie beoogt optimale klinische en wetenschappelijke dienstverlening, innoverend onderwijs en verricht fundamenteel en toegepast klinisch wetenschappelijk onderzoek op het gebied van radiologie. De belangrijkste topics zijn : bot- en weke delen tumoren, kraakbeen en kraakbeentransplantatie, meniscustransplantatie, whole body imaging in multiple myeloma, epilepsie, prostaatcarcinoom, borstcarcinoom, angiografie en interventionele radiografie. Op het gebied van onderwijs zijn e-learning en e-testing de belangrijkste speerpunten.
Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie Universiteit Gent In het huidig wetenschappelijk onderzoek in de vakgroep is een aantal speerpunten gedefinieerd, zijnde enerzijds ADHD en PTSD in het kinder- en jeugdpsychiatrisch domein, en anderzijds op het vlak van volwassenenpsychiatrie eetstoornissen, suïcidaal gedrag en functionele beeldvorming van psychopathologie. Dit laatste omvat ondermeer humaan en dierexperimenteel onderzoek naar impulsief gedrag en angst, met in het bijzonder aandacht voor angst en impulsief gedrag en hersenmetabolisme of perfusie, cognitieve functies en serotonine transporters en receptoren. Onderzoek naar de doeltreffendheid van behandelingen van diverse aandoeningen wordt uitgebouwd.
Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica Universiteit Gent Integrating Genetics, Genomics and Biocomputing to unravel the Biology of Plants and to further explore the potential of plants to build a sustainable world.
Vakgroep Plantaardige Productie Hogeschool Gent
De vakgroep is sinds 1982 gestart met fytotechnisch onderzoek bij triticale en maïs. Vooral bij de nieuwe graansoort triticale werd baanbrekend werk geleverd met betrekking tot de chemische onkruidbestrijding in het algemeen, en de interactie genotype x herbicide in het bijzonder.
De onderzoeksgroep is thans mondiaal erkend als kenniscentrum voor de graansoort triticale. Door het op punt stellen van een aangepaste teelttechniek en gewasbeschermingstrategie heeft de onderzoekzoeksgroep sterk bijgedragen tot de introductie van deze nieuwe graansoort in de praktijk. Tevens loopt sedert 1986 een veredelingsproject triticale. Dit project wordt ondersteund door Clovis Matton. Binnen het kader van de triticaleveredeling zijn er wereldwijd contacten met andere veredelaars.
De onderzoekscel plantaardige productie verricht thans vooral onderzoek naar duurzame productietechnieken en een milieuvriendelijkere gewasbescherming. Zo wordt bij maïs onderzoek verricht naar het effect van minimale grondbewerkingen op opbrengst en bodemkarakteristieken. Ook de mogelijkheden van nieuwe eiwitgewassen (o.a. lupinen) en eiwit-graan combinaties worden bestudeerd. Op vlak van ruwvoederproductie wordt verder onderzoek verricht naar een optimale conservering en de productie van eiwitrijke ruwvoeders centraal. Fytopathologisch onderzoek spitst zich voornamelijk toe op Phytophthora infestans bij aardappels en Fusarium bij granen en maïs. Nieuw ontwikkelde fungiciden tegen Phytophthora worden geëvalueerd in gestandaardiseerde labotesten en in veldproeven. De in Vlaanderen aanwezige Phytophthora-populatie wordt ook gekarakteriseerd. Fusarium-species zijn belangrijke mycotoxine-producerende schimmels en Fusarium-aantasting brengt dan ook grote gezondheidsrisico´s voor mens en dier met zich mee. De Fusariumpopulatie wordt bestudeerd evenals de infectie events. Ook wordt aandacht besteed aan de reductie van herbicide-input door de introductie van mechanische onkruidbestrijding in maïs.
Op vlak van tropische plantaardige productie is de vakgroep vooral actief op vlak van bodemkunde en plantenveredeling. Hierbij wordt binnen een aantal VLIR-projecten nauw samengewerkt met de Faculteit Wetenschappen, laboratorium voor Bodemkunde en met de vakgroep plantaardige productie van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van UGent.
De onderzoekscel plantaardige productie met de tuinbouw als expertisedomein verricht thans volop onderzoek naar kwaliteitsbepalingen van tuinbouwsubstraten, de nutriëntenbehoefte van tuinbouwgewassen en naar kwaliteitsaspecten bij compost voor gebruik in de tuinbouw. Plantenbiotechnologisch onderzoek spitst zich voornamelijk toe op de in vitro cultuur van planten, de in vitro veredeling van planten, de genetische transformatie van siergewassen en op het opsporen van reportergenen bij planten.
Vakgroep Plantaardige productie Universiteit Gent We aim to contribute to the improvement of production and reproduction of crops and agricultural important plant species to the benefit of the society at large. There are four units active within the department, that embrace different agriculturaly important research area's: in vitro biology, horticulture, plant breeding, sustainable crop production, weed science, botanical diversity and ethnobotany. In vitro biology and horticulture focuses on technology that enables the efficient clonal propagation of a variety of plants including woody, ornamental and medicinal species. The agronomic important traits of these plants are evaluated. Plants with novel or improved properties are selected after hybridisation or obtained through genetic engineering. The plant breeding research focuses on the improvement of germplasm and the development of new varieties of some major crops and some orphan crops. We consider plant breeding as an important tool to underpin sustainable crop production systems. The unit weed science covers topics as the biology of important weeds, the development of resistance to herbicides and resistance management. The Ethnobotany section aims to analyse and evaluate the production of crops in of tropical and subtropical area's.
Vakgroep Pediatrie en genetica Universiteit Gent Het moleculair genetisch onderzoek dat in het Centrum voor Medische Genetica wordt uitgevoerd richt zich tot het identificeren en analyseren van verworven genetische defecten in hematologische aandoeningen. De belangrijkste onderzoekstopics zijn: -Identificatie en karakterisering van nieuwe recurrente chromosomale afwijkingen die resulteren in een herschikking van het EVI1 oncogen -Analyse van de moleculaire mechanismen die bijdragen tot maligne transformatie in leukemieën met ectopische EVI1 expressie -Evaluatie van de betrokkenheid van HOX genen in hematologische maligniteiten -Identificatie en karakterisering van nieuwe TCRB herschikkingen in T-ALL -Identificatie van nieuwe oncogenen
betrokken in T-ALL -Identificatie van genomische afwijkingen in de ziekte van Hodgkin -Analyse van de differentiële expressie van microRNA?s in myeloïde en lymfoïde maligniteiten Het moleculair genetisch onderzoek dat in het Centrum voor Medische Genetica wordt uitgevoerd richt zich tot het identificeren en analyseren van verworven genetische defecten in neuroblastoom. De belangrijkste onderzoekstopics zijn: -Studie van miRNA expressie en miRNA doelwitgenen -Identificatie van MYCN doelwitgenen -Studie van epigenetische veranderingen -Genoomwijde DNA copij aantal en genexpressie-analyse en geïntegreerde genomische analyse -Identificatie van prognostische merkers en signaturen -Identificatie en evaluatie van nieuwe therapeutische moleculen Het moleculair genetisch onderzoek dat in het Centrum voor Medische Genetica wordt uitgevoerd richt zich tot het identificeren en analyseren van genetische defecten in patiënten met onverklaarde mentale retardatie. Tevens wordt onderzoek verricht naar de genetische basis van korte gestalte.
Vakgroep Pathologische anatomie Universiteit Gent The research unit of the Pathology department is part of the Faculty of Medicine and Health Sciences and is headed by prof. Claude Cuvelier. A wide variety of research activities is currently underway. Many of our staff-members are engaged in full-time research. In addition, numerous members of the clinical unit are involved in research projects either independently or in collaboration with either our researchers or investigators of other departments.
Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten Universiteit Gent Pluimveeziekten Een belangrijke opdracht van een universiteit is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Binnen onze afdeling wordt onderzoek gedaan over de volgende onderwerpen: -Stafylokokken infecties bij konijnen -Salmonella infecties bij kippen, duiven, schildpadden Aspergillose bij vogels -Infectieziekten bij reptielen en amfibieën
Vakgroep Oogheelkunde Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen Universiteit Gent Within the Department of ENT, University of Ghent, the Upper Airway Research Laboratory (URL, head: C. Bachert) was established in 1998 to structure basic scientific and translational research in the area of immunology of the nose. Prof. C. Bachert and Dr. Ph. Gevaert established in vitro, ex vivo and in vivo models of allergic rhinitis and nasal polyposis. An example of ?bench to bedside research? was the report of the role of IL-5 in nasal polyps and finally the administration of a anti-human IL-5 monoclonal antibody in a Phase I trial (Gevaert et al., 2006b). Prof. Bachert and Prof. Van Cauwenberge are members of ARIA, a WHO initiative on allergic rhinitis, and Prof. Bachert is member of EPO3S, an EAACI initiative, and the US counterpart, an AAAAI project, on rhinosinusitis. Prof P. van Cauwenberge is head of the GA2LEN project, part of the 6th European Framework program. Prof C. Bachert heads WP 2.7.2, focussing on studies in chronic rhinosinusitis, together with 8 other centres of excellence within Europe. This WP coordinates research in the areas of epidemiology, remodeling, phenotyping of inflammation, T regulatory cell function, gene polymorphism, eicosanoid regulation, and impact of bacterial products on mucosal inflammation and IgE synthesis.
Vakgroep Morfologie Universiteit Gent Morfologische analyse van de post-natale ontwikkeling van de tonsillen bij het schaap. Tonsillen spelen een belangrijke rol in de pathogenese van talrijke ziekten, waaronder prionziekten, bij het schaap. Een grondige morfologische kennis van deze lymfoïde structuren is onontbeerlijk voor verdere studies. Met behulp van stereologie worden het tonsillaire volume en oppervlak bepaald in functie van de leeftijd. Het follikelgeassocieerde epitheel wordt elektronenmicroscopisch onderzocht en de verschillende lymfocytenpopulaties en subpopulaties worden immunohistochemisch en flow cytometrisch geanalyseerd. schaap ? tonsillen ? stereologie ? histologie ? elektronenmicroscopie ? immunohistochemie ? flow cytometrie Driedimensionele analyse van de bloedvatontwikkeling bij varkensembryo?s De ontwikkeling van het veneuze systeem bij varkensembryo?s van verschillende leeftijden wordt in kaart gebracht op basis van histologische seriecoupes wordt met behulp van drie-dimensionele reconstructiesoftware. Op deze manier wordt niet alleen getracht enkele bestaande topografische onduidelijkheden rond dit ontwikkelingspatroon te verhelderen, dit morfologisch model zal ook als basis dienen voor verder onderzoek naar de moleculaire achtergrond van angiogenese. 3D analyse ? varken ? embryo ? angiogenese De invloed van verschillende angiopoietische factoren bij het ontstaan van glomeruli in de nier De glomeruli van de nier bestaan uit een kluwen van gefenestreerde capillairen. Verschillende angiogenetische groeifactoren zoals VEGF en de angiopoietines zijn belangrijk voor het ontstaan en de maturatie van deze glomeruli, maar hun precieze rol in dit proces is nog niet duidelijk. In dit onderzoek wordt de aanwezigheid van deze groeifactoren in kaart gebracht en met in vitro proeven worden de mogelijke functies experimenteel onderzocht. angiopoietines ? VEGF ? nier ? glomeruli ? real time PCR ? laser capture microscopy Ontwikkeling van een axenische voedselketen voor het bestuderen van probiotica Een axenische voedselketen wordt ontwikkeld voor zowel Artemia als zeebaarslarven (Dicentrarchus labrax). De invloed van verschillende probiotische factoren op de ontwikkeling van Artemia en van de zeebaarslarven wordt onderzocht. Hierbij ligt de nadruk op de ontwikkeling van het gastro-intestinaal kanaal. Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van verscheidene licht- en elektronenmicroscopische techieken. axenisch ? probiotica ? Artemia ? zeebaars ? microscopie ? ontwikkeling
Vakgroep Moleculaire biotechnologie Universiteit Gent Laboratorium Biochemie en Moleculaire Cytologie Deze eenheid gebruikt confocale laserscanningmicroscopie voor het visualiseren van verschillende celtypes en ontwikkelt microscopische technieken voor single celanalyse en cellulaire dynamica van levende cellen gemerkt met fluorescente eiwitten. Celveroudering en genoomstabiliteit onder verschillende stresssituaties zoals ioniserende straling, reactieve zuurstofradicalen en mechanische stress worden onderzocht met behulp van kwantitatieve fluorescentie in situ hybridisatie, DNA-schade-analyse op celniveau en telomeerlengte- analyse. Laboratorium Immunologie en Biotechnologie van de Dierlijke Cel Er wordt onderzoek uitgevoerd naar Chlamydophila psittaci en Chlamydia trachomatis infecties. Cp. psittaci veroorzaakt ademhalingsproblemen bij vogels en belangrijke economische verliezen in de pluimveesector. Bovendien kan de mens geïnfecteerd worden door contact met besmette vogels. C. trachomatis veroorzaakt de belangrijkste sexueel overdraagbare bacteriële infectie bij de mens. Het onderzoek richt zich op 1. ontwikkeling van diagnostische testen 2. recombinante vaccins 3. bacterie-gastheercel interacties. Laboratorium Toegepaste Moleculaire Genetica Het onderzoek is gericht op de analyse van plantnematode interacties, meer bepaald van de sedentaire endoparasitaire nematoden omdat deze specifieke voedingscellen induceren in plantenwortels. In het laboratorium wordt een cytologische en moleculaire karakterisatie uitgevoerd van de plantenrespons op nematoden-infectie en wordt geanalyseerd welke signalen door de nematoden gesecreteerd worden die deze plantenceldifferentiatie induceren. Daarnaast lopen ook projecten voor het gebruik van DNA-merkertechnologie en bestaat er expertise voor de productie en moleculaire analyse van transgene planten. Laboratorium Biochemie en Glycobiologie Het onderzoek behelst een multidisciplinaire studie van planteiwitten, met bijzondere aandacht voor het belang van eiwit-suikerinteracties in de ontwikkeling van de plant. Recent onderzoek spitst zich toe op de studie van koolhydraatbindende eiwitten die tot expressie worden gebracht nadat de plant blootgesteld werd aan bepaalde stress-factoren. Het is de bedoeling betere inzichten te creëren in functie van deze eiwitten in signaaltransductie, en de ontwikkeling en de groei van planten. Laboratorium Bio-informatica Het onderzoek richt zich op ?junk mining? en ?systems biology/comparative genomics?. Onder ?junk mining? verstaan we de exploratie van het genoom in het geheel en de niet-eiwit-coderende stukken in het bijzonder. Identificatie en karakterisatie van nieuwe ncRNA is één van de speerpunten van ons onderzoek evenals phylogenetic footprinting. Onder het luik ?systems biology and comparative genomics? valt een programma voor de ontwikkeling van
innovatieve behandelingsmethoden van malaria.
Vakgroep Medische Beeldvorming van de Huisdieren en Orthopedie van de Kleine Huisdieren Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Medische Basiswetenschappen Universiteit Gent Weefselengineering Het maken van in vitro cel/biomateriaal constructen voor bot-engineering. Dit onderzoek betreft o.a. feederlaag-vrije expansie van mesenchymale en embryonale stamcellen , osteogene differentiatie van stamcellen, cel/biomateriaal constructen voor celafgifte in botengineering en in vivo dierexperimenten voor de evaluatie van botregeneratie. Analyse van cel-biomateriaal interacties: interacties van verschillende celtypes met bio-actieve membranen bekomen via electrospinning, hydrogelen met celadhesiemotieven, coatings voor bloedvaten. Klinisch anatomisch onderzoek Biomechanica van het schoudergewricht in functie van het plaatsen van een schouderprothese en het biomechanisch gedrag van de plexus brachialis. Als technieken worden CT scan, MRI, echografie , kinematische analyses, EMG en klinische testen aangewend bij cadavers en proefpersonen. Apoptose Studie van de regulatie van geprogrammeerde celdood binnen een in vitro model voor folliculaire atresie in het vertebraten ovarium. Peroxisomen Biogenese van peroxisomen in verschillende in vivo modellen waaronder het zebravismodel. Diagnostisch onderzoek op biopten in verband met peroxisomale aandoeningen. Biomoleculaire effecten van ionizerende stralingen Radiogenomics gebaseerd op single nucleotide polymorfismen. Onderzoek naar de rol van DNA herstelmechanismen van dubbelstrengbreuken in chromosomale stralingsgevoeligheid via gene silencing. Studie van de predictieve waarde van plasma TGFB1, single nucleotide polymorfismen in genen betrokken in de TGFB1 pathway en fysische geabsorbeerde dosis voor longweefsel en slokdarmschade bij patiënten behandeld met radioen radio-chemotherapie voor longkanker. De rol van genen betrokken bij DNA dubbelstrengbreuk herstelprocessen in borstkankerpredispositie en ?pathogenese. Toepassing van Y-H2AX foci als merker van DNA dubbelstrengbreuken en hun herstel binnen de hedendaagse radiotherapie. Klinische medische fysica Patiëntdosis en beeldkwaliteit in digitale radiologie. Inventarisatie van patiëntdosis in de interventionele cardiologie met speciale aandacht voor pediatrie. Evaluatie van dosis-reducerende technieken bij CT van de thorax via beeldvorming van cadavers. Radiologische opvolging bij toepassing van maagbanden voor gewichtsverlies bij morbide obesitas. Monte Carlo modelering van hoge precisie radiotherapie toegepast op pediatrische patiënten. Biologisch conforme radiotherapie en Monte Carlo dosisberekeningen in het ziekenhuis.
Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Inwendige ziekten Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Interne geneeskunde en klinische biologie van de grote huisdieren Universiteit Gent Binnen de vakgroep spitst het onderzoek zich toe op de volgende onderwerpen: Hartritmestoornissen bij het paard: Tijdens dit onderzoek werd een techniek opgesteld voor elektrische stimulatie van het hart, nl. ?pacing?. Via een catheter die in het hart ingebracht wordt kan de kamer of de voorkamer selectief geprikkeld worden. Aangezien zeer kleine voltages gebruikt worden, is de techniek niet pijnlijk voor het dier en kan dus zonder narcose toegepast worden. Het pacen van het hart kan enerzijds tijdelijk gebeuren of kan permanent zijn, nl. door implantatie van een pacemaker. Door middel van de pacing technieken kunnen bepaalde hartritmestoornissen nu behandeld worden. Daarnaast wordt de techniek tevens gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek aangaande de pathofysiologie en behandeling van hartritmestoornissen bij het paard. Magnetic Motoric Evoced Potentials: Na een ?pijnloze? magnetische stimulatie van de motorische hersencortex worden de hierdoor uitgelokte potentialen (MMEPs of magnetic motor evoked potentials) geregistreerd thv zowel de voorbenen als de achterbenen. Zowel de latentietijd (tijd tussen stimulatie en onset van de MMEPs) als de amplitude of grootte van de MMEPs wordt gemeten en de configuratie of vorm van de potentialen wordt beoordeeld. Op die manier kan de geleiding over de descenderende motorische zenuwbanen op een objectieve manier beoordeeld worden. De stiulatietechniek werd eerst gestandaardiseerd bij een aantal normale paarden. Daarna werden normaalwaarden opgesteld bij paarden van variërence grootte. Uiteindelijk werd de bruikbaarheid van de techniek getoetst bij een aantal paarden verdacht van ruggemergletsels gelegen thv het halsdeel of thv het rugdeel van het ruggemerg. Maag-darm motoriek bij het paard: Koliek prijkt helaas bovenaan de lijst van mogelijke doodsoorzaken van het paard. De hoge morbiditeit en mortaliteit die kenmerkend zijn voor equine koliek werden reeds in talrijke studies beschreven. Vooral problemen ter hoogte van de dunne darmen van het paard blijken een ongunstige prognose te hebben. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 19,1% van de koliekgevallen die in veterinaire klinieken worden aangeboden kunnen gecatalogeerd worden als dunne darm probleem. Deze koliekpatiënten kennen in maar liefst 67,3% van de gevallen een fatale afloop... Sporenelementen en vitamines bij paard en rund: Naarmate er hogere eisen gesteld worden aan productie en prestatie van de huisdieren neemt het belang van een adequate voeding toe. Hierbij mag het belang van vitamines en sporenelementen niet onderschat worden. Tekorten treden steeds frequenter op daarnaast zijn er nog altijd problemen met overmatige opname of toediening. Het onderzoek op het departement spitst zich vooral toe op de voorziening met anti-oxydantia bij paard en rund, meer specifiek vitamine E. Daarnaast wordt vooral de problematiek van zowel onvoldoende als overmatige kopervoorziening bij runderen opgevolgd.
Vakgroep Huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Heelkunde en anesthesie van de huisdieren Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar
Vakgroep Heelkunde Universiteit Gent informatie voorlopig niet beschikbaar