Orde van dienst voor 22 december 2013 - Vierde Adventszondag Voorganger: Ds. D. Steenks Organist: T. van Dienst *** Binnenkomst kerkenraad, stilte tot inkeer en orgelspel Welkom en drempelgebed
Intochtslied
Lied 437 : 1, 2 en 3
1. Kom tot ons, scheur de heemlen, Heer, daal, Heiland, uit uw hemel neer. Ruk open, rijt ze uit het slot, de hemeldeuren, Zoon van God.
2. Dauwt, heemlen, schenk u maatloos uit, daal, Heer, als dauw op dorstig kruid. Gij wolken, breekt in regens neer, regent de Heiland, Isrels Heer.
3. Breek, aarde, uit, breek uit in pracht, dat berg en dal van lente lacht. O aarde, wek die roze rood, ontspring, Heer, aan der aarde schoot. Bemoediging en Groet Inleiding op de dienst Kyriëgebed met responsie na het ‘daarom zingen wij’: Lied 367-b
Zingen
Lied 466 : 2, 3 en 6
2. O kom, die Heer en Meester zijt, verschijn ons toch in Majesteit! Verlichte wolk en lopend vuur, zo waart gij eens op aarde hier. O kom, o kom, Emmanuël! Verblijd uw volk, uw Israël! 6. Koning der volken, heers alom, en, eerste van de aarde, kom! Gij hoeksteen, maak ons samen één, verzamel allen om U heen! O kom, ja kom, Emmanuël! Verblijd uw volk, uw Israël!
3. Ja kom, Gij wortel Isaï verlos ons van de tirannie van alle goden dezer eeuw, o herder, sla de boze leeuw. O kom, o kom, Emmanuël! Verblijd uw volk, uw Israël!
Gebed bij de opening van het Woord Over het Adventsproject Projectlied
Sporen van de tijd couplet/refrein 1e, 2e 3e en 4e advent
Schriftlezing Oude Testament 2 Samuël 11 Bij het aanbreken van het voorjaar, de tijd waarin koningen gewoonlijk ten strijde trekken, stuurde David opnieuw een leger eropuit, onder leiding van Joab en zijn aanvoerders, om de Ammonieten te verslaan en Rabba te belegeren. Zelf bleef hij in Jeruzalem achter. Op een keer stond hij aan het eind van de middag op van zijn rustbed en liep wat heen en weer over het dak van het paleis. Beneden zag hij een vrouw die aan het baden was. Ze was heel mooi om te zien. Hij liet uitzoeken wie ze was, en men zei hem: ‘Dat is Batseba, de dochter van Eliam, de vrouw van de Hethiet Uria.’ David liet haar bij zich komen en sliep met haar. (De voorgeschreven periode van onthouding na haar onreinheid was juist verstreken.) Daarna ging ze terug naar huis. Enige tijd later merkte ze dat ze zwanger was. Ze liet dat aan David berichten, waarop David aan Joab opdracht gaf om Uria naar hem toe te sturen. Uria meldde zich op bevel van Joab bij David, die hem vroeg hoe Joab en het leger het maakten en hoe het er met de oorlog voorstond. Vervolgens zei hij: ‘Ga naar huis en ontspan u wat.’ Toen Uria het paleis verliet, kreeg hij nog een geschenk van de koning mee. Maar Uria ging niet naar huis; hij bleef slapen in het poortgebouw van het paleis, bij de knechten van zijn heer. 1Toen men David verteld had dat Uria niet naar huis was gegaan, zei hij tegen hem: ‘U hebt toch een lange reis achter de rug. Waarom bent u niet naar huis gegaan?’ Uria antwoordde: ‘De ark en het leger van Israël en Juda zijn ondergebracht in hutten, opperbevelhebber Joab en zijn manschappen bivakkeren in het open veld; zou ik dan naar huis gaan om te eten en te drinken, en te slapen met mijn vrouw? Zo waar u leeft, dat doe ik niet!’ David zei tegen Uria: ‘Blijf ook vandaag nog hier, dan laat ik u morgen teruggaan.’ Uria bleef die dag dus nog in Jeruzalem. De dag daarop nodigde David hem bij zich aan tafel en voerde hem dronken. Toch ging Uria ’s avonds niet naar huis, maar legde zich opnieuw te slapen bij de knechten van zijn heer. De volgende morgen schreef David Joab een brief, die hij aan Uria meegaf. In de brief stond: ‘Stel Uria op waar het hevigst wordt gevochten en geef hem geen rugdekking, opdat hij wordt getroffen en sneuvelt.’ Joab onderzocht waar de verdediging het sterkst was, en stelde Uria juist daar op. De verdedigers van de stad deden een uitval naar Joab. Er vielen slachtoffers onder de soldaten van David, en ook Uria vond de dood. Joab liet aan David verslag uitbrengen van de strijd en beval de bode: ‘Als je de koning het hele verloop van de strijd hebt verteld, en als hij dan woedend tegen je uitvalt: “Waarom hebben jullie je zo dicht bij de stad gewaagd? Jullie konden toch weten dat ze vanaf de muur zouden schieten! Zijn jullie soms
vergeten hoe Abimelech, de zoon van Jerubbeset, in Tebes aan zijn einde is gekomen? Een vrouw heeft toen vanaf de stadsmuur een maalsteen op zijn hoofd gegooid, zodat hij stierf. Waarom hebben jullie je dan zo dicht bij de muur gewaagd?” dan moet je zeggen: “Ook uw bevelhebber Uria is omgekomen.”’ De bode ging naar David en vertelde hem alles wat Joab hem had opgedragen. Hij zei tegen David: ‘Onze tegenstanders waren sterker dan wij en deden een uitval naar ons. We dreven ze terug tot voor de poort, maar toen namen de boogschutters ons vanaf de muur onder schot en sneuvelden er soldaten van de koning. Ook uw bevelhebber Uria is omgekomen.’ David droeg de bode op om tegen Joab te zeggen: ‘U moet er maar niet te slecht over oordelen; de oorlog eist nu eenmaal zijn tol. Houd moed! Heropen de aanval op de stad en maak haar met de grond gelijk.’ De vrouw van Uria kreeg bericht dat haar man was gesneuveld, en ze treurde om haar echtgenoot. Toen de rouwtijd voorbij was, nam David haar bij zich aan het hof. Zij werd zijn vrouw en baarde hem een zoon. Naar het oordeel van de HEER was het wel degelijk slecht wat David had gedaan. Zingen
Lied 738 : 1 en 3
Kom zing het lied van Eva, de bron vol levenskracht, en zing het lied van Sara die moeder wordt en lacht en zing het lied van Hanna die God bestormt met haar gebed en zing omdat Maria Gods woord ter wereld brengt. Schriftlezing
Kom zing het lied van Tamar die opkomt voor haar recht en zing het lied van Rachab en haar geloofsgevecht en zing met Ruth uit Moab: in uw gemeente ben ik thuis, en zing ook van Batseba die meebouwt aan Gods huis.
Mattheus 1 : 1 t/m 6, 18 t/m 21
Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham. Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers, Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram, Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria. (…) De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ Zingen
Lied 443
1. De engel Gabriël komt aangesneld, de vleugels sneeuw, de ogen vurig fel: Gegroet, zegt hij, Maria, meisje zo gewoon, hoogs uitverkoren vrouwe. Gloria!
2. Jouw moederschap een zegen, weet dat wel, jouw zoon, zo langverwacht, Emmanuel, en alle mensen danken jou de eeuwen door; hoogst uitverkoren vrouwe. Gloria!
3. Verwonderd kijkt Maria, heft haar hoofd, en zegt: voor mij is goed wat God belooft. Mijn ziel zingt hoog de Heer en prijst zijn grote naam: hoogst uitverkoren vrouwe. Gloria!
Uitleg en verkondiging Zingen
Lied 478 : 1
Komt, verwondert u hier, mensen, ziet, hoe dat u God bemint, ziet vervuld der zielen wensen, ziet dit nieuw geboren kind! Ziet, die 't woord is, zonder spreken, ziet, die vorst is, zonder pracht, ziet, die 't al is, in gebreken, ziet, die 't licht is, in de nacht, ziet, die 't goed is, dat zo zoet is, wordt verstoten, wordt veracht. Gedachtenis Gedachtenislied
Lied 221 : 1
Zo vriendelijk en veilig als het licht zoals een mantel om mij heen geslagen zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht ik roep zijn naam, bestorm hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt. Wil mij behoeden en op handen dragen. Gebeden Collecte
4. Emmanuël, de redder, bracht zij voort in Betlehem, die kerstnacht naar Gods woord voor allen die geloven zal zij altijd zijn hoogst uitverkoren vrouwe. Gloria!
Slotlied 1. Ga, stillen in den lande, uw Koning tegemoet, de intocht is ophanden van Hem die wondren doet. Gij die de Heer verwacht, laat ons vóór alle dingen Hem ons hosanna zingen. Hij komt, Hij komt met macht. 4. Gij schenkt met volle handen, die zelf de armoe draagt. Gij maakt uzelf te schande, die steeds naar zondaars vraagt. Wij willen, groot en klein, die 't al van U ontvingen, U ons hosanna zingen en eeuwig dankbaar zijn. Wegzending en Zegen G: Amen.
Lied 440: 1, 3 en 4 3. Weest onbezorgd, gij armen, aan kinderen gelijk; in koninklijk erbarmen maakt God u groot en rijk. Hij die het veld bekleedt, de vogelen kan spijzen, wil ook zijn kind bewijzen dat Hij zijn noden weet.