Orde van dienst Intrededienst ds. J.T. de Koning Zondag 10 mei 2015
*Welkom en mededelingen Zingen: Zingende Gezegend 213 Dit huis, een herberg onderweg voor wie verdwaald in heg en steg geen rust, geen ruimte meer kon vinden, een toevluchtsoord in de woestijn voor wie met olie en met wijn pijnlijke wonden liet verbinden, dit huis, waarin men smarten deelt, weet hoe Gods liefde harten heelt. Dit huis, waarin een Gastheer is wiens zachte juk geen last meer is, dit huis is tot ons heil gegeven: Een herberg voor wie moe en mat terzijde van het smalle pad struikelt en langer niet wil leven plaats tegen de neerslachtigheid een pleister van barmhartigheid. Dit huis, met liefde opgebouwd, dit gastenhuis voor jong en oud, ligt langs de weg als een oase; hier kan men putten: nieuwe kracht, hier is beschutting voor de nacht, hier is het elke zondag Pasen! Gezegend al wie binnen gaat en hier de lasten liggen laat *We worden stil voor onze God *Votum en groet
1
Zingen: Psalm 89:1 en 3 'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên; Uw waarheid t' allen tijd vermelden door mijn reên. Ik weet, hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen, Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen; Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken, Zo min zal Uwe trouw ooit wank'len of bezwijken. De hemel looft, o HEER, Uw wond'ren dag en nacht; Uw waarheid wordt op aard' de glorie toegebracht, Daar Uw geheiligd volk van Uwe trouw mag zingen; Want wie is U gelijk bij al de hemelingen? En, welke vorsten ooit het aard'rijk moog' bevatten, Wie hunner is, o HEER, met U gelijk te schatten? *Geloofsbelijdenis Zingen: Gezang 303:2, 4 en 5 Door God bijeen vergaderd, één volk dat Hem behoort, als kindren van één Vader; één doop, één Geest, één woord. Zo offert allerwege de kerk U lof en prijs. Eén naam is aller zegen, één brood is aller spijs. In ’t woeden aller tijden is nooit het lied verstomd, Gods hoede zal ons leiden, de volle vrede komt! Geloven wordt aanschouwen, als uit de hemel daalt de bruid, de hoge vrouwe, de kerk die zegepraalt.
2
Met God zijn wij verbonden, met Vader, Zoon en Geest, met alwie overwonnen, alwie zijn trouw geweest. Bewijs ons uw genade, dan zingen wij bevrijd de glorie van uw daden, in tijd en eeuwigheid. *Gebed *Schriftlezing: Daniel 7:13-14 13
14
Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan. Zingen: Op Toonhoogte 279 Majesteit, groot is Zijn majesteit. Lof zij Jezus en glorie, hulde en eer. Majesteit, God, die de zijnen leidt. Vanaf Zijn troon vestigt de Zoon Zijn heerschappij. Dus verhoog, maak eeuwig groot de naam van Jezus. Volk van God, kom en breng lof aan Jezus, de koning. Majesteit, groot is Zijn majesteit; Dwars door de dood werd Hij verhoogd, Jezus regeert! 3
Schriftlezing: Mattheus 28: 16-20 16 17
18
19
20
En de elf discipelen zijn naar Galilea gegaan, naar de berg waar Jezus hen ontboden had. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden. En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.
Zingen: Psalm 8: 1, 4, 5, 6 en 9 1 HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen! Hoe wordt Uw naam op aard' alom geprezen! Gij, die de glans van Uwe majesteit Hebt boven lucht en heem'len uitgebreid. 4 Mijn God, wat is de mens dan op deez' aarde! De broze mens, hoe klimt hij tot die waarde, dat Gij aan hem in zoveel gunst gedenkt; en 's mensen zoon Uw teêrste liefde schenkt! 5 Gij deed hem wel, een weinig tijds, beneden Het eng'lenheir een rang en plaats bekleden; Maar hebt hem ook Uw rijkste gunst betoond, En hem met eer en heerlijkheid gekroond. 4
6 Gij geeft hem, wijd en zijd in alle landen, De heerschappij der werken Uwer handen. Ja, zet èn aard' en zee voor 's mensen zoon, Door Uw gezag, ter voetbank van zijn troon. 9 HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen! Hoe billijk wordt Uw grote naam geprezen; Hoe heerlijk rolt, uit aller vromen mond, Die grote naam door 't ganse wereldrond! Verkondiging Zingen Psalm 68:7 en 12 (NB) 7 God zij geprezen met ontzag. Hij draagt ons leven dag aan dag, zijn naam is onze vrede. Hij is het die ons heeft gered, die ons in ruimte heeft gezet en leidt met vaste schreden. Hij die het licht roept in de nacht, Hij heeft ons heil teweeggebracht, dat wordt ons niet ontnomen. Hij droeg ons door de diepte heen, de Heere Heere doet alleen ons aan de dood ontkomen. 12 Gij mogendheden, zingt een lied, zingt Hem die koninklijk gebiedt, hier en in alle landen. Hij heft zijn stem, een stem van macht uw sterkte zij Hem toegebracht, strekt tot Hem uit uw handen. Zijn heerlijkheid en hoog bevel staan wakend over Israël, geen wankeling gedogend. Doorluchtig is uw majesteit, geef aan uw volk standvastigheid, o Heere God hoogmogend. 5
*Toespraken *Dankgebed *Inzameling gaven Kinderen zingen: Op Toonhoogte 395 kinderen De Here zegent jou en Hij beschermt jou Hij schijnt Zijn licht over jouw leven Hij zal genadig zijn en heel dicht bij je zijn Hij zal Zijn vrede aan je geven allen De Here zegent u en Hij beschermt u Hij schijnt Zijn licht over uw leven Hij zal genadig zijn en heel dicht bij u zijn Hij zal Zijn vrede aan u geven (2x) Zingen: Kroon Hem met gouden kroon 1 Kroon Hem met gouden Kroon, het Lam op zijne troon Hoor, hoe het hemels loflied al verwint in heerlijk schoon. Ontwaak, mijn ziel en zing van Hem, die voor u stierf. En prijs Hem in all’ eeuwigheên, die ’t heil voor u verwierf.
6
2 Kroon Hem, der liefde Heer! Aanschouw Hem, hoe Hij leed; Zij wonden tonen ’t gans heelal wat Hij voor ’t mensdom deed. De eng’len om Gods troon, all’ overheid en macht, zij buigen dienend zich ter neer voor zulke wond’re pracht. 3 Kroon Hem, de Vredevorst! wiens macht eens heersen zal van pool tot pool, van zee tot zee; ’t klinke over berg en dal. Als alles voor Hem buigt en vrede heerst alom, wordt d’ aarde weer een paradijs. Kom, Here Jezus, kom! *Zegen *Uitgangscollecte
7