Opzet monitoringssystematiek composietstromen
3
Opzet monitoringssystematiek composietstromen
Joost Krebbekx Niki Lintmeijer 25 november 2015
4
5
Inhoud
1. Inleiding...................................................................................................... 7 1.1
Wat zijn composieten?.............................................................................................7
2.
Doel en scope in de ontwikkeling van een monitoringssystematiek........ 9
2.1
Doel van het onderzoek...........................................................................................9
2.2
Afbakening monitoringssystematiek composietstromen in Nederland.................10
3.
Situatieschets: de noodzaak van monitoring en recycling...................... 13
3.1
Aanleiding: composiettoepassingen nemen een vlucht.........................................13
3.2
De levensduur van composieten is zeer lang..........................................................14
3.3
Aantallen in de markt zijn onzeker........................................................................15
3.4
Geen goede end-of-life oplossing geeft problemen................................................16
4.
Voorgestelde monitoringsmethodiek . ..................................................... 19
4.1
Definities: VAN, OP en IN de markt......................................................................19
4.2
Voorgestelde opzet verder uitgewerkt.................................................................... 20
5.
Wijze van uitvoering................................................................................. 27
5.1
Voorgestelde totale werkwijze monitoring.............................................................27
5.2
Voorgestelde fasering............................................................................................. 28
5.3
Begroting kosten periode 2016-2018.................................................................... 29
6.
Conclusies en aanbevelingen................................................................... 31
6.1 Conclusies..............................................................................................................31 6.2 Aanbevelingen....................................................................................................... 32 Bijlagen.............................................................................................................. 33
7
1. Inleiding
Door toenemende vraag naar duurzame materialen worden vezelversterkte composieten steeds vaker toegepast als constructiemateriaal in verschillende industrieën. Onder andere in de machinebouw, maritieme sector en transport is het gebruik van composieten vanwege de vele voordelige eigenschappen populair. Echter, ondanks het duurzame karakter van composieten is de recycling van het materiaal nog onbekend terrein. Om in de toekomst composietmaterialen op een verantwoorde, duurzame wijze in te winnen, te scheiden en te herwinnen, heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aan Berenschot gevraagd een onderzoek op te zetten naar de inrichting van een monitoringssystematiek van composietstromen. Dit onderzoek richt zich in eerste instantie op het opstellen van een methodiek om composietstromen in de Nederlandse markt te meten, om zo een beeld te krijgen van de omvang van het toekomstige afvalprobleem. Vervolgens wordt gekeken naar de wijze waarop composietstromen gerecycled kunnen worden, en wat de bijbehorende logistiek is. Dit onderzoek past in het streven van de overheid om afval tot grondstof op te werken, op basis van een circulaire economie. Deze rapportage omvat de beschrijving van de voorgestelde methode voor de monitoring van composietmateriaal, evenals enkele aanbevelingen rondom de invoering van deze methode in de komende jaren. In de rapportage zijn slechts enkele gegevens over de feitelijke stromen opgenomen, vanwege het feit dat deze gegevens niet (publiek) beschikbaar zijn. 1.1
Wat zijn composieten?
Composiet (letterlijk: samengesteld) is een verzamelnaam voor verschillende vezelversterkte kunststoffen. Hoewel het materiaal uit verschillende componenten kan bestaan, bestaat de basis ervan enerzijds uit vezels die de sterke structuur bepalen en anderzijds uit harsen (de matrix) die de constructie bij elkaar houden. De componenten samen geven het materiaal bijzonder sterke, lichte en vormvrije eigenschappen. Om deze reden is de toepassing van composieten in vele sectoren denkbaar.
8
De complete definitie van composietmateriaal kan als volgt worden beschreven: Een composiet is materiaal dat is samengesteld uit twee of meer materialen met verschillende fysische of chemische eigenschappen, die in combinatie een materiaal vormen dat duidelijk andere eigenschappen heeft dan de individuele componenten waaruit het is samengesteld. In de definitieve structuur zijn de samenstellende materialen onderscheidbaar aanwezig.1 De bekendste vezels die in composieten verwerkt worden zijn glasvezel, koolstofvezel (carbon), aramide (twaron en kevlar), nanotubes en natuurlijke vezels, zoals vlas en hennep. Tot op heden worden polyestercomposieten (glasvezel) het meest toegepast, onder andere in de scheepsbouw. Koolstofvezels worden voornamelijk ingezet in de lucht- en ruimtevaart, Formule 1 racewagens en racefietsen. Het matrixmateriaal kan bestaan uit thermoharders (polymeren die bij verhitting uitharden) en thermoplasten (polymeren die bij verhitting smelten). Thermoharders zijn over het algemeen hoogwaardiger in eigenschappen en worden in composieten dan ook vaker toegepast dan thermoplasten. De meest gebruikte thermohardende kunststoffen zijn onverzadigde polyesters, epoxy’s, en vinyl esters. 1.1.1 Voordelen van composietmateriaal Composieten hebben vele eigenschappen die het materiaal uitermate toepassingsgeschikt maken in meerdere sectoren. Figuur 1. Opbouw van een composiet.
Voordelige kenmerken zijn onder andere: zz
Lichte en sterke constructie
zz
Vormvrijheid
zz
Isolerende eigenschappen
zz
Weinig onderhoud
zz
Slijtvastheid
zz
Corrosieweerstand
Deze kenmerken zorgen voor het duurzame karakter van composieten en maken dat het materiaal kan worden ontworpen voor uiteenlopende, zeer specifieke producten.
1
Samengesteld door projectteam met consensus van stuurgroep
9
2. Doel en scope in de ontwikkeling van een monitoringssystematiek
2.1
Doel van het onderzoek
Het opzetten van een goede recyclemethodiek van composieten begint met het meten van de concrete hoeveelheden composietstromen die in Nederland op de markt komen, in de markt aanwezig zijn en van de markt komen. Het doel van dit onderzoek betreft dan ook het ontwerpen van een monitoringssystematiek die het verkrijgen van deze gegevens mogelijk maakt, ten behoeve van: zz
Bewustzijn
zz
Publieke business cases
zz
Private business cases
Hierbij wordt alleen gekeken naar de Nederlandse markt. Het doel van de monitoring is om een betrouwbaar beeld te schetsen van de werkelijke stromen composietmateriaal die uiteindelijk beschikbaar komen voor recycling. Vanwege de complexiteit van het onderwerp wordt verwacht dat het verkrijgen van de juiste gegevens stapsgewijs betrouwbaarder en vollediger wordt. Hierbij dienen in ieder geval na het uitvoeren en analyseren van de meting de volgende vragen beantwoord te kunnen worden2: zz
Hoe groot is de vrijkomende stroom van composieten producten in Nederland op dit moment?
zz
Hoe groot is de toenemende stroom van nieuwe composieten producten in Nederland, zowel vanuit binnenlandse productie als import?
zz
Wanneer en waar komen de nieuwe productstromen vrij voor recycling?
zz
Is recycling van composieten een reële optie of is tijdelijk opslag nodig?
zz
Wegen uiteindelijk de kosten van recycling op tegen de baten?
Naast een voorstel voor de wijze van monitoring van composieten bevat dit rapport een begroting van de wederkerende inspanningen om de monitoring jaarlijks te realiseren en een voorstel voor de organisatie van deze systematiek. 2
Bron: prioritering van onderzoeksvragen door expertpanel
10
2.2
Afbakening monitoringssystematiek composietstromen in Nederland
Scoping composietstromen vanuit technologie Composietmaterialen zijn opgebouwd uit meerdere componenten. De vorm en opbouw van composieten kunnen dan ook sterk van elkaar verschillen. In dit onderzoek worden voornamelijk composieten meegenomen met een thermohardende of thermoplastische matrix, waarvan de vezellengte 1 centimeter of langer is. Een compleet overzicht van de scope staat in onderstaande tabel. Per segment is aangegeven of dit type composietmateriaal onderdeel is van de scoping.
SOORTEN VEZELS Glas Koolstof Aramide PA PE Biobased vezels
THERMO- PLASTISCHE POLYMEREN Spuitgiet/extrusie
THERMO-PLASTISCHE MATRIX PEEK PEI Etc.
THERMO-HARDENDE MATRIX* Epoxy’s Polyesters Vinylesters Etc.
Lange vezels in weefsels
nvt
Ja
Ja
Lange vezels random
nvt
Ja
Ja
Vezels vanaf 1 cm
Nee
Ja
Ja
Vezels kleiner dan 1 cm
Nee
Nee
Nee
Vezels kleiner dan 1 mm
Nee
Nee
Nee
*
Bij matrix gaat het om vloeibare harsen (al dan niet in prepreg vorm) en niet om granulaten. Granulaten zullen via de normale polymeren recycling route verlopen (korrels worden weer korrels) Tabel 1. Overzicht beoogde scope voor monitoringssystematiek.
De scope bevat geen rubbercomposieten (zoals autobanden en transportbanden). Voor dit soort composiet toepassingen is een geheel andere recyclelogistiek en recycletechnologie, reeds werkend, voorhanden. Hetzelfde geldt voor thermoplastische polymeren. Ook voor deze composiettoepassingen is een geheel andere recyclelogistiek en recycletechnologie, reeds werkend, voorhanden. Scoping composietstromen vanuit logistiek Vanwege de vele verschijningsvormen van composietmateriaal is de keten van composieten uitgebreid, internationaal georiënteerd en soms ook gefragmenteerd in Nederland aanwezig. Om te beginnen bestaat de keten aan de voorkant in het algemeen uit hars- en vezelproducenten. In Nederland zijn door de aanwezigheid van een aantal grote chemieconcerns activiteiten op het gebied van vezelproductie.
11
Figuur 2. Overzicht composietketen in Nederland.
Vervolgens wordt het composietmateriaal samengesteld door een verwerker die het tussenproduct maakt. Typische verwerkingstechnologieën staan in tabel 2, niet al deze technologieën zijn in Nederland aanwezig. Het tussenproduct gaat daarna naar een eindfabrikant, die het onderdeel inbouwt in het eindproduct, wat vervolgens op de markt komt. Vanaf dit moment gaat het product in de gebruiksfase.
VERWERKINGSTECHNOLOGIEËN Continu lamineren Hand lay-up Spray-up RTM
De duur van de gebruiksfase kan, afhankelijk van de toepassing, sterk verschillen.
Prepreg autoclaveren
Dit is een belangrijke factor bij het monitoren van stromen die ‘einde levensduur’
SMC persen
zijn.
Filament winding
Bij het opzetten van een recyclingsroute van composieten zijn zowel het inwinnen, scheiden en herwinnen van belang als aparte stap in de keten. Deze 3 stappen staan dan ook centraal in de scope van de monitoringssystematiek.
Pultrusie Infusion Centrifugaal gieten BMC spuitgieten
Daarnaast moet bij elk van de stappen rekening worden gehouden met import en export. Zoals eerder gesteld is de Nederlandse keten sterk internationaal vervlochten en kunnen overal in het systeem import- en export stromen de composietstroom vermeerderen c.q. verminderen. Hoewel de hoofdvraag van dit onderzoek het opzetten van een systeem betreft voor het verzamelen van de post-use-stroom, is vanuit het perspectief van het opzetten van een organisatie die die post-use stroom gaat verwerken een goede business case van belang. Hierbij kan de post-industrial stroom ook van belang zijn. Bij deze stroom kan het zowel om uitgeharde composieten gaan (snijafval gerede producten) als om niet-uitgeharde producten (pre-preg). De stroom van productief afval is interessant, omdat deze makkelijk te beheersen aantallen bevat van een voorspelbare kwaliteit. Post-industrial waste is dan ook in de scope van dit onderzoek opgenomen.
13
3. Situatieschets: de noodzaak van monitoring en recycling
3.1
Aanleiding: composiettoepassingen nemen een vlucht
Vezelversterkte composieten worden voor een toenemend aantal toepassingen gebruikt. Waar de inzet van composieten in de maritieme sector (o.a. plezierjachten) al langere tijd gebruikelijk is, is het materiaal in onder andere de autoindustrie en voor de bouw in opkomst. Met name de lichte, sterke constructie en de lange levensduur van de vezelversterkte kunststoffen geven het materiaal een duurzaam karakter. Echter, over de recycling van composieten is in het algemeen nog weinig bekend en nog weinig voor geregeld. Luchtvaart
Scheepsbouw
Automotive
Windmolens
Romp, vleugels en interieur
Romp en interieur
Carroserie en interieur
Bladen en gondels
Olie en gas
Bouw
Bussen en treinen
Sport
Buizen en vaten
Gevels, daken en interieur
Carroserie en interieur
Rackets, fietsen, sticks en hengels
Figuur 3: Overzicht van toepassingen van composieten. Daarnaast komen vezelversterkte composieten nog voor in silo’s, zwembaden en wordt composietmateriaal gebruikt in de elektriciteitssector (kabelmantels, schakelkasten, isolatoren en printplaten).
In bovenstaande figuur is een overzicht weergegeven van verschillende toepassingen in verschillende markten en welke delen hierin van composiet zijn gemaakt.
14
In deze toepassingen is in de afgelopen jaren een aantal significante doorbraken te melden: zz
De luchtvaart is dusdanig ver dat composieten ook in de dragende delen mogen worden toegepast. Waar vroeger slechts enkele kleppen en vloeistukken op het vliegtuig van composietmateriaal werden gemaakt, zien we nu een doorbraak op grotere schaal, bijvoorbeeld in de Boeing 777 en de Airbus 350 die een volledig koolstof composiet constructie hebben. De luchtvaart kent bovendien nog een belangrijke ontwikkeling: die van vezelversterkte thermoplasten, een Nederlandse TU Delft/Fokker/ten Cate innovatie met veel perspectief.
zz
Gevelbouw van composiet in de gebouwde omgeving geeft een architect veel vormvrijheid. Om deze reden worden steeds meer gebouwen van een composietgevel voorzien, waarbij ook steeds meer de sterkte van composieten wordt gebruikt..
zz
Bruggen: voor simpele bruggen worden steeds meer composieten gebruikt. Deze zijn door hun stijfheid/gewicht verhouding zeer makkelijk te plaatsen.
zz
Met de introductie van de BMW-i, is composiet ook in personenauto’s geïntroduceerd. Inmiddels is ook Alfa Romeo met een dergelijke constructie op de markt gekomen.
De toepassing van composiet is dus in vele markten in opkomst. Er bestaat echter nog onzekerheid over welke productstromen jaarlijks op de markt komen, en waar deze stromen uiteindelijk terechtkomen. Deze onzekerheid is een belemmerende factor in de introductie van een recyclingsmethodiek. Ook de grote verschillen in levensduur van composieten maakt het ingewikkeld om uitspraken te doen over welke stromen op welke momenten vrij komen voor recycling. 3.2
De levensduur van composieten is zeer lang
Vanwege bovengenoemde toepassingsvoordelen wordt composietmateriaal in uiteenlopende sectoren gebruikt. De gemene deler in deze producten is dat het materiaal een lange gebruiksfase kent. Onderstaande tabel toont een overzicht van de meest voorkomende toepassingen van composietmateriaal en hun levensduur. TOEPASSING
GEMIDDELDE LEVENSDUUR
Luchtvaart
30 – 50 jaar
Scheepsbouw (jachten)
30 – 45 jaar
Transport (auto’s, treinen, etc.)
20 – 30 jaar
Silo’s
> 50 jaar
Infrastructuur (bruggen, waterkeringen)
50 – 100 jaar
Bouw (gevels, dakgoten, etc)
50 – 100 jaar
Apparaten en- machinebouw (incl. windmolens)
20 – 30 jaar
Sport (rackets, hockeysticks, racefietsen)
1 – 10 jaar (hoge esthetische factor/trendgevoelig)
Tabel 3. Overzicht levensduur verschillend soorten composietapplicaties.
15
In principe is de technische levensduur bij de meeste toepassingen dominant boven de economische levensduur en esthetische levensduur. Bij veel applicaties zien we dan ook een levendige tweede markthandel. Voor de eerste gebruiker is de economische levensduur gehaald, het product is technisch nog in orde en gaat naar een volgende eigenaar. Slechts bij Leisure/sport worden spullen afgedankt omdat er mooiere, trendgevoelige producten op de markt verkrijgbaar zijn. 3.3
Aantallen in de markt zijn onzeker
Over de aantallen en verwachte groei van de Nederlandse composietenmarkt bestaat tot op heden onzekerheid, met name vanwege de import- en exportstromen van het materiaal. Hoewel de jaarlijkse productie redelijk goed wordt gemeten, is het niet geheel duidelijk welk aandeel via export verdwijnt, via import binnenkomt en wat de verblijftijd op de Nederlandse markt is. Hierdoor is de inschatting van de uiteindelijke aantallen end-of-life materiaal complex. Een aantal studies geeft een indicatie van de omvang van de markt van voornamelijk glasvezelversterkte kunststoffen en mogelijke ontwikkelingen hiervan. Deze studies concentreren zich vaak op Europa of zelfs op de wereldmarkt, wat de inschatting van exacte stromen in Nederland bemoeilijkt. Een rapport van de AVK (de Duitse vereniging voor composieten) uit 2014 geeft een overzicht van de Europese markt van glasvezelversterkte kunststoffen. Dit rapport laat zien dat deze markt na de economische crisis weer een voorzichtige groei doormaakt. In 2014 werd de totale markt geschat op 1.04 miljoen ton productie, voornamelijk afkomstig van de transportsector. De productie in de Benelux wordt in dit onderzoek op 43 kiloton geschat, ongeveer 4% van de totale Europese markt.
Figuur 4. Productie van glasvezelversterkte kunststoffen in Europa vanaf 2004 en verdeling per sector in 2014. Bron: AVK/Carbon Composites 2014.
Hetzelfde onderzoek van de AVK geeft aan voor koolstofversterkte kunststoffen een wereldwijde groei in vraag te verwachten van maar liefst 102% tussen 2013 en 2020. Deze groei wordt voornamelijk veroorzaakt door een toenemend aantal toepassingen in de luchtvaartindustrie en door ontwikkelingen op het gebied van windturbines.
16
Het ‘MJA Composieten Recycling rapport’ (Kema, 2010) geeft aan dat destijds voor 2015 een hoeveelheid end-of-life afval werd verwacht van 300 kt in Europa. Dit zou volgens hetzelfde rapport neerkomen op ongeveer 36-60 kt voor de Nederlandse situatie alleen. Deze gegevens zijn echter gebaseerd op schattingen en niet uitgesplitst in verschillende productstromen. Een goede monitoring van composietenstromen in Nederland lijkt essentieel om passende end-of-life oplossingen in te richten. 3.4
Geen goede end-of-life oplossing geeft problemen
Ondanks de lange levensduur van composieten is het noodzakelijk om na te denken over de end-of-life van het materiaal. De directe aanleiding hiervoor is de publiciteit rond het groeiende aantal verwaarloosde end-of-life boten, dat een ‘drijvende berg’ van glasvezelversterkte polyesters vormt.3 Bootjessloperij ‘Het Harpje’ in Enkhuizen en de Nederlandse Jachtbouw Industrie (NJI) deden in samenwerking met de HISWA en het Watersportverbond onderzoek naar deze ‘weesboten’ en concludeerden dat het aantal end-of-life boten in 2025 kan oplopen tot 35.000.4 Voor deze boten, en andere producten die van de markt komen, is de inrichting van een goede recyclingsmethodiek nodig om milieuproblemen te voorkomen. Nieuwe next-life initiatieven zijn sporadisch en niet structureel Idealiter bij een end-of-life situatie wil men op een zo hoog mogelijk stuklijstniveau naar hergebruik kijken. Zijn er geen goede opties, dan gaat men pas naar materiaalhergebruik kijken. In de praktijk blijkt dat er nauwelijks goede opties zijn van hergebruik van de totale componenten of producten. Soms worden oude zeilboten als vijver gebruikt. Geen enkele optie heeft op dit moment echter serieus perspectief van een volumestroom op termijn.
Figuur 5. Sporadisch nextlife voorbeeld: speeltuin van windmolenbladen in Rotterdam. Foto: gkbgroep.nl
Nieuwe end-of-life initiatieven zijn gering en tot nu toe niet duurzaam succesvol In de afgelopen jaren zijn verschillende end-of-life initiatieven ontstaan, elk met een andere methodiek. Een overzicht van deze oplossingen is weergegeven in figuur 6.
Figuur 6. Lijst met end-of-life oplossingen in een oplopende duurzaamheidswenselijkheid.
3 4
NOS (Juli 2013). "Oude bootjes zijn afvalprobleem". Beschikbaar via: http://nos.nl/ artikel/526106-oude-bootjes-zijn-afvalprobleem.html Waterreactie Advies BV (2014). Aantal ‘end-of-life’ boten in Nederland en potentiële afvalstromen. Inclusief actualisatie aantal pleziervaartuigen in Nederland 2005 – 2014. In samenwerking met Hiswa, NJI, Ministerie van Economische Zaken, Bootjessloperij ’t Harpje en Het Watersportverbond
17
Enkele voorbeelden van deze zogenaamde ‘recyclingsroutes’ zijn: zz
Zajons/Compocycle route: Zajons vermaalde tot voor kort composietafval tot grondstof voor cement. Naast het feit dat glasvezel een waardevolle grondstof voor cement is, werd daarbij ook energie gewonnen door verbranding van de hars. Dit Duitse initiatief is in 2014 gestrand vanwege het faillissement van het moederbedrijf.
zz
CFK route: CFK Value Recycling is een vereniging met 100 leden op het gebied van composietenontwikkeling. Deze vereniging heeft in samenwerking met afvalverwerker Karl Meyer Gruppe een recyclingsfabriek neergezet die (voornamelijk CFRP) composieten uit elkaar haalt en terugbrengt tot grondstof.
zz
Teijin route: Teijin verzamelt snijresten bij verwerkers (post-industrial waste) en zelfs complete kogelvrijevesten (post-use) en recycleert de vezels tot pulp.
zz
Sintef route: De Noorse onderzoeksorganisatie SINTEF ontwikkelde een chemisch proces waarmee glasvezel en polyester gescheiden kunnen worden. Daardoor kan het composietmateriaal van onder andere plezierboten worden hergebruikt.
zz
Ook in Nederland is een aantal initiatieven op gang gekomen om composietmateriaal te recyclen. Onder andere Extreme Eco Solutions (EES) en Fiber Care & Recycling houden zich bezig met het verpoederen van composieten tot kleine formaten, waarmee het kan worden ingezet als additief voor ander materiaal.
Bovenstaande initiatieven zijn tot op heden echter nog niet succesvol gebleken voor het recyclen van grote hoeveelheden end-of-life materiaal op de langere termijn. Samengevatte aanleiding voor deze opdracht Momenteel is de recycling van composietmaterialen niet of nauwelijks ingericht, onder andere door de (tot nu toe) geringe hoeveelheid afval, ontbrekende wet & regelgeving op dit gebied en het beperkte aantal recyclingstechnologieën. Op dit moment belandt het composietmateriaal dan ook in het milieu als zwerfvuil (boten), op een stortplaats of in de verbrandingsoven.5 Ook de onzekerheid over welke composietstromen, waar en in welke hoeveelheden op de markt en van de markt komen, houden de opzet van een goede recyclemethodiek tegen. Om deze redenen heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de opdracht gegeven om een ontwerp op te zetten voor een monitoringssystematiek van composieten.
5
Bron: projectinterviews
19
4. Voorgestelde monitoringsmethodiek
4.1
Definities: VAN, OP en IN de markt
Om een monitoringssystematiek op te zetten met dit bereik zijn we uitgegaan van de opzet en ervaringen die Nedvang heeft opgedaan met andere materiaalstromen. Nedvang is met name gericht op verpakkingen, maar de blauwdruk van hun werkwijze is tevens toepasbaar als uitgangspunt voor deze studie. OP de markt wordt hier vervangen door IN de markt. Een groot verschil tussen de metingen van Nedvang en onze vraagstelling betreft het verschil in duur van de gebruiksfase. Verpakkingen kennen een relatief korte levensduur ten opzichte van de levensduur van composietobjecten. Dit betekent dat de voorspellende waarde van OP de markt metingen veel eerder werkelijkheid wordt. Daarom introduceren we in dit onderzoek een derde definitie: IN de markt meten.
producenten en importeurs van verpakte producten. Zij zijn namelijk verantwoordelijk voor preventie, hergebruik en recycling van de verpakkingen die ze op de markt brengen. Het bestuur van Nedvang bestaat uit vertegenwoordigers van organisaties uit het verpakkende bedrijfsleven en de zogeheten materiaalorganisaties. Deze laatste groep
DEFINITIES OP de markt
OP de markt houdt in dat producenten en importeurs hun product verkocht hebben aan de gebruiker, en dat het product gebruikt gaat worden (op de markt komen)
VAN de markt
VAN de markt houdt in dat de gebruiker van dat moment het product definitief afdankt en dat het product dus in de end-of-life fase komt (van de markt halen)
IN de markt
Nedvang is opgericht voor en door
IN de markt betekent dat het product in de gebruiksfase is (in de markt zijn). Hiermee is de studie naar de boten van Hiswa/NJI een echte IN de markt meting, die voorspelt wat er binnen 5, 10 en 15 jaren VAN de markt gaat komen.
Tabel 4. Definities OP, VAN en IN de markt.
vertegenwoordigt bedrijven die verpakkingsmaterialen maken. Nedvang is onder andere bekend van de ‘Plastic Heroes’ en ‘Glas in ’t bakkie’ campagnes. Ook Nedvang monitort hout, glas, karton en kunststof stromen met zogenaamde OP en VAN de markt metingen omdat hergebruik en recyclingsdoelstellingen zijn afgesproken met de overheid.
20
Voor business cases is de combinatie met Post Industrial stromen van belang Een ander verschil is dat vanuit deze composiet informatie een business cases gemaakt moet kunnen worden voor bedrijven die actief willen worden in deze markt. Business cases zijn eerder positief als dit soort bedrijven zich ook richten op het fabrieks-/productieafval (Post Industrial waste). Dit betekent bijvoorbeeld in de praktijk afgesneden randen, afgekeurde producten, materiaal wat over datum is geraakt, etc. Dit voorstel voor composieten bevat een ontwerp voor een monitoringssystematiek op drie niveaus: zz
VAN de markt: hoeveel end-of life composietmateriaal komt jaarlijks beschikbaar voor recycling?
zz
IN de markt: hoeveel composietmateriaal is momenteel in de markt aanwezig zodat een voorspelling gedaan kan worden hoeveel er einde levensduur van de markt komt?
zz
Post Industrial waste: extra meting van stromen uit productieafval.
Bij de VAN de markt metingen worden direct de stromen gemeten van materialen die de end-of-life fase in gaan. Dit loopt via de afvalverwerkers die hun resultaten doorgeven aan het landelijk afvalmeldpunt. OP de markt metingen worden vooral gedaan om te voorspellen hoe de VAN de markt stromen er in de toekomst uit gaan zien. Op de markt metingen worden doorgaans door producenten/importeurs gemeten. 4.2
Voorgestelde opzet verder uitgewerkt
Wij stellen voor om vanaf 2016 composietstromen te monitoren via een jaarlijkse cyclus, in oplopende betrouwbaarheid en volledigheid. Deze cyclus gaat uit van drie stromen: VAN de markt, IN de markt en Post Industrial waste. Tijdens dit onderzoek is consensus ontstaan over het initieel vervangen van OP de markt metingen door IN de markt studies, omdat de lange levensduur van composietproducten ervoor zorgt dat OP de markt metingen pas over minimaal 20 jaar waardevol zijn. IN de markt meten voorspelt de markt van end-of-life producten voor (circa) de komende vijf jaar, waarbij de focus ligt op korte termijn end-of-life producten, en dus relevanter is. De voorgestelde opzet voor de jaarlijkse monitoring van bovengenoemde drie stromen is weergegeven in figuur 7.
21
Figuur 7. Opzet jaarlijkse monitoring.
Een gedetailleerde beschrijving van de voorgestelde monitoringsystematiek van deze stromen volgt in de volgende drie subparagrafen. 4.2.1 VAN de markt Wanneer een product van de markt komt, verschuift het van de gebruiksfase naar de end-of-life fase. Om te zorgen dat het product in de end-of-life fase gerecycled kan worden, zijn drie stappen van belang: inwinnen, scheiden en herwinnen. Momenteel is voor composieten het inwinnen om meerdere redenen een probleem: het herkennen van composietmateriaal is ingewikkeld, er is geen aparte meldingsplicht voor de registratie van composietmateriaal en er is geen private business cases die het recyclen van composieten interessant maakt.
Figuur 8. Overzicht van de composiet keten en VAN de markt.
22
Voor de meeste afvalstromen zijn afvalverwerkers verplicht om het type materiaal dat zij inwinnen te registreren via het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA). Het LMA registreert maandelijks alle meldingen van binnenlandse transporten van gevaarlijk afval, bedrijfsafval en scheepsafval en stelt deze gegevens beschikbaar aan overheden. Bij de melding van afval moet door de afvalverwerker altijd een Euralcode worden opgegeven: een zes-cijferige code uit de Regeling Europese Afvalstoffenlijst die aangeeft hoe gevaarlijk het afval is. De Europese afvalstoffenlijst (EURAL) bevat circa 800 verschillende afvalstoffen, deels gerangschikt naar herkomst, namelijk de bedrijfstak of bedrijfsactiviteit waarbij de afvalstof vrijkomt of naar soort van afvalstof. Voor het afval van composietstromen zijn nog geen Euralcodes beschikbaar die volledig passen binnen de definitie van composietmateriaal. Het afval van composieten wordt dan ook niet op deze manier geregistreerd. Wel bestaan er codes die hieraan gerelateerd zijn. Een van deze codes wordt momenteel ook al door sommige partijen gebruikt voor de registratie van composieten:200139: zz
kunststoffen
Om een op langere termijn zo betrouwbaar mogelijk monitoringsysteem op te zetten, stellen wij voor om voor de volgende Europese Afvalstoffenlijst een nieuwe code aan te vragen die de verzameling van composietstromen registreert. De aanvraag van een nieuwe Euralcode ligt bij de Europese Commissie en hangt onder andere af van de wens andere lidstaten om nieuwe codes aan het bestaande systeem toe te voegen. Nederland kan hierin alvast onderzoeken wat de mogelijkheden zijn en in hoeverre deze wens ook speelt bij andere lidstaten. In een later stadium kan gekeken worden naar eventueel onderscheid in Euralcodes tussen de verschillende stromen composietmateriaal. Dit wordt voornamelijk relevant wanneer ook de verwerkingstechnieken duidelijk onderscheidend zijn. Dit onderscheid kan een volgende indeling hebben, of mogelijk nog gedetailleerder: zz
Glasvezelversterkte kunststoffen
zz
Koolstofvezel- en aramideversterkte kunststoffen
zz
Andere vezelversterkte kunststoffen
Omdat de aanvraag van nieuwe Euralcodes echter een langdurig proces is dat kan oplopen tot enkele jaren (gemiddeld 3-6 jaar) stellen wij voor om gelijktijdig te beginnen met de registratie van composietmateriaal door alle meldingsplichtige inrichtingen via de bestaande code voor kunststoffen: 200139. Dit is een veelgebruikte code voor alle (harde) kunststoffen en daarmee bekend bij alle verwerkers. De rapportage hiervan vindt parallel aan andere afvalstromen maandelijks plaats via het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen. De opgegeven tonnages kunnen vervolgens op jaarlijkse basis worden gerapporteerd. Omdat de genoemde code voor alle kunststoffen wordt gebruikt, is het noodzakelijk om frequente steekproeven uit te voeren van de opgegeven stromen. Door middel van een schouw kan een indicatie worden gegeven van het percentage composietmateriaal dat zich in de kunststoffenstroom bevindt. Bij herhaalde metingen geeft dit (gemiddelde) percentage een eerste indicatie van de hoeveelheid composietmateriaal dat jaarlijks VAN de markt komt.
23
Parallel hieraan kan worden gestart met het verzorgen van trainingen voor verwerkers, zodat men in toenemende mate inzicht krijgt in het herkennen van composieten. Voornamelijk in een later stadium, wanneer nieuwe Euralcodes beschikbaar worden gesteld, is dit van groot belang. Samengevat is ons advies om gebruik te maken van de Euralcode 200139 (omdat veel composieten al in deze stroom terechtkomen), de wijze van melden via LMA te rapporteren en de volgende zaken hierop in te richten: zz
Overzicht maken van de verwerkers die composietmateriaal ontvangen, om te kunnen zorgen voor de opvolging van de Euralcode en bijbehorende steekproeven.
zz
Steeksproefgewijs doen van samenstellingsonderzoeken zodat een gemiddelde composietstroom samenstelling vastgesteld kan worden als rekenfactor. Nedvang heeft hier ervaring mee.
zz
Instructie (video’s) maken en opleidingen verzorgen voor meldpunten ten behoeve van composietherkenning zodat een betere inname kan plaatsvinden. De VKCN kan hier een uitstekende bijdrage in leveren.
zz
Maandelijkse meldingen ontsluitbaar maken voor jaarlijkse meting.
4.2.2 IN de markt Wanneer een product in gebruik is, is het product IN de markt aanwezig. Door gerichte studies en enquêtes in bepaalde marktcombinaties is een voorspelling te maken hoeveel van deze producten de komende jaren echt hun einde levensduur gaan bereiken. In dezelfde afbeelding van de keten hebben we het dan over dit gebied:
Figuur 9. Overzicht van de composiet keten IN de markt.
Uitgangspunt is hierbij eenzelfde wijze van werken zoals de Hiswa/ NJI studie waarbij door middel van het uitzetten van een vragenlijst bij de achterban, in combinatie met een expertteam een prognose is gemaakt voor 5, 10 en 15 jaren vooruit.
24
Uit het onderzoek van de Hiswa en NJI blijkt dat er in Nederland: • 197.500 boten in het water liggen, waarvan 154.000 in jachthavens. • 100.000 boten, bootjes, surfplanken en kano’s die niet meer worden gebruikt in tuinen, garages, schuren en loodsen liggen. • De totale Nederlandse reactievloot 900.000 ton weegt, waarvan 286.000 ton polyester. • Het aantal te recyclen boten toeneemt met 2,5% in de komende 5 jaar en 7,5% tussen 2025 en 2030. Dit komt neer op 12.500 boten in de komende vijf jaar en loopt op tot 35.000 boten tussen 2025 en 2030. Figuur 10. Voorbeeld resultaten van de IN de markt studie met betrekking tot boten, bootjes en surfplanken
De studie naar pleziervaart dekt voor de komende jaren dus één belangrijke PMC af. Er zijn echter nog meer PMC’s waar composieten toegepast worden. Om een selectie te maken van de belangrijkste is hierbij een overzicht gegeven van alle PMC’s. Door middel van het aandeel composiet in de producten en de verwachting dat producten nog in Nederland zijn bij einde levensduur, kan dus een selectie gemaakt worden in de mate van prioriteit van de verschillende PMC’s onderling. Deze prioritering staat weergegeven in tabel 5. Een voorbeeld van de gebruikte methodiek hierbij geldt als volgt: Het aandeel composiet in auto’s is momenteel klein (S), maar neemt sterk toe, er worden heel wat auto’s in Nederland op de markt gezet (voornamelijk door importeurs). Echter, veel auto’s verdwijnen na hun eerste en/of tweede gebruiker over onze landsgrenzen en komen daarmee niet vrij voor recycling binnen onze landsgrenzen. De VAN de markt stroom groeit daardoor minder hard dan de OP de markt stroom. INGESCHATTE STROOM OP DE MARKT NL KOMT DOOR IMPORT EN PRODUCTIE
INGESCHATTE STROOM VAN DE MARKT DIE NL BLIJFT
Automotive personen auto’s Glaspolyester, Koolstofepoxies
S, maar sterk groeiend
S, maar groeiend
Automotive bussen/trucks Glaspolyester
XL, stabiel
XL, stabiel
2
Windmolens Glaspolyester
M, maar groeiend
S, maar groeiend
3
Boten Glaspolyester
XL, maar afnemend
XL en toenemend
Gereed
Aerospace Koolstof/Aramide epoxies Koolstof thermoplasten
S, veel export
S, stabiel
Silo’s /tanks/pijpleidingen Glaspolyester
M, ook export
M, stabiel
Leisure (fietsen, rackets etc) Koolstof epoxies
S, licht toenemend
S, licht toenemend
PMC
Bouw (gevels, zwembaden, dakgoten, golfplaXL, maar toenemend ten, etc.)
L, toenemend
PRIORITERING
4
1
Tabel 5. Volgorde van belang van meten van verschillende PMC’s (inschatting stuurgroep van dit project).
25
Ons advies is gebruik te maken van het (hoogwaardige) netwerk van Nederlandse brancheorganisaties, actief in de geselecteerde PMC’s, en de volgende zaken hierop in te richten: zz
Opzetten van een projectteam dat de voorbereiding, uitvoeringen en analyses doet van enquêtes en onderzoek.
zz
Uitvoeren van vier studies, in volgorde zoals beschreven in tabel 5 met behulp van bijbehorende branchverenigingen: bouw (Bouwend Nederland, NVTB), automotive trucks & bussen (RAI, Holland Automotive), windmolens (NWEA) en silo’s/vaten.
zz
Ontsluitbaar maken van onderzoeken voor jaarlijkse metingen.
zz
Vergelijken van de jaarlijkse marktgegevens met voorspelling om een vervolg onderzoek beter te maken.
4.2.3 Post Industrial stroom In dezelfde afbeelding van de keten hebben we het dan over het omcirkelde gebied in figuur 13. Het betreft hier de verwerkers van composieten met verschillende soorten bewerkingstechnologieën in huis (zie ook tabel 2).
Figuur 11. Overzicht keten Post Industrial.
Deze bedrijven zijn goed in staat middels hun grondstoffen- en afvaladministratie een jaarlijkse opgave te doen van de Post Industrial stroom. Ons advies is gebruik te maken van het netwerk van de VKCN/NRK, actief in deze wereld, en de volgende zaken hierop in te richten: zz
Opzetten van een projectteam dat de voorbereiding, uitvoering en analyse doet van enquêtes en onderzoek (kan onderdeel uitmaken van de jaarlijkse inventarisatie onder leden van de VKCN).
zz
Ontsluitbaar maken van onderzoeken voor jaarlijkse metingen.
27
5. Wijze van uitvoering
5.1
Voorgestelde totale werkwijze monitoring
Figuur 12. overzicht van werkwijze monitoring.
De sommatie van bovengenoemde drie stromen levert het volgende voorstel aan activiteiten op: 1. VAN de markt metingen: Aansluiten bij LMA systematiek met maandelijkse Euralcode metingen en opstarten van aanvraagprocedure voor nieuwe Euralcodes. Naarmate er meer zicht komt op de samenstellingen van de stromen kan de meting verfijnd worden. 2. Post Industrial metingen: Opzetten van systematiek via NRK/VKCN achterban met jaarlijkse meting. 3. IN de markt studies: Studies met een voorspellende waarde die minstens 5 jaar geldig moeten zijn. Door het uitvoeren van deze studies en het eventueel bestuderen van VAN de markt informatie kan er meer duidelijk worden over end-of-life aantallen. 4. Het jaarlijks sommeren van deze gegevens, het opzetten van een professionele database en het publiceren van de jaarlijkse resultaten hiervan.
28
Voorwaardelijk zijn hierbij: zz
Het hebben van een webbased applicatie om gegevens te verzamelen (IN de markt & Post Industrial stromen)
zz
Absolute geheimhouding ten aanzien van bedrijfsspecifieke gegevens.
5.2
Voorgestelde fasering
Figuur 13. voorgestelde fasering.
Wij stellen voor om alle drie de verschillende stromen tegelijkertijd op te starten, maar om een fasering aan te brengen bij IN de markt studies. Voor een periode van drie jaar stellen we voor om eerst te leren van de eerste studies in 2016 en daarna de andere studies in te zetten. Dit betekent dat elk jaar een rapport uitkomt over de ontwikkeling van de composietstromen in Nederland met een database die steeds meer inzichten kan verschaffen over de stromen. Ons voorstel is in deze periode de scope stabiel te houden, tenzij biobased composieten een grotere vlucht neemt dan nu lijkt te gebeuren. Blijven de stromen volgens huidig niveau dan is ons voorstel om dit in 2018 te laten voor wat het is.
29
5.3
Begroting kosten periode 2016-2018
In onderstaande tabel zijn op basis van een aantal uitgangspunten deelbegrotingen gemaakt voor bovenstaand voorstel. INZET PERIODE 2016-2018
ACTIVITEITEN
DEELTAKEN
INZET PERIODE 2016-2018
IN de markt studie per PMC
• Betrekken brancheorganisatie • Samenstellen projectteam • PR campagne in de PMC • Opzetten vragenlijst/enquête • Analyse
Per PMC (totaal vier studies in drie jaar): 400 manuur + 50k
€ 328k
Regulier meten Post Industrial waste
• Uitzetten vragenlijst/enquête • Najagen metingen • Checken metingen • Expertpanel extrapolaties
2 uur per meetpunt/jaar Circa 50 meetpunten (constant aantal)
€ 24k
Opstarten meldingsplichtigen VAN de markt
• Verzamelen NAW gegevens • Samenstellen projectteam • Overleg LAM • Systeem aanpassen • PR organiseren
400 manuur + 50k
€ 82k
Regulier meten VAN de markt
• Najagen metingen • Checken metingen • Houden van steekproeven (€ 50k/jaar) • Verzorgen van opleidingen
12 uur per meetpunt/jaar 30 meetpunten (constant aantal) + steekproeven á € 50k/jaar + opleidingen á € 25k/jaar
Regulier samenstellen VAN, IN & PI
• Metingen anonimiseren • Analyses+ conclusies • Opleveren 3 jaarrapporten • Publiek maken
200 uur/jaar + 15k/jaar
Totaal begroot
Uurtarief = €80
Tabel 6. Begroting wijze van werken in perioden 2016-2018.
Vanuit de stuurgroep is consensus ontstaan om met een tarief van 80 Euro/uur te rekenen. Het idee is om de jaarlijkse samenstelling, analyse en rapportage door één partij gedurende deze jaren te laten uitvoeren, zodat hier een effect van ervaringsleren maximaal benut kan worden. Tabel 6 geeft een geschatte begroting van de kosten over de periode 2016-2018 drie jaren) van circa € 840k in totaal. Omgerekend naar een bedrag per jaar hebben we het dan over een begrote kostenpost van € 280k/jaar.
€ 311,4k
€ 93k
€ 838,4k = € 279,4/jaar
31
6. Conclusies en aanbevelingen
6.1 Conclusies zz
Er is consensus over het feit dat de levensduur van composieten ‘an sich’ zeer lang is en composieten dus een duurzaam karakter hebben, maar dat er ooit sprake is van een einde levensduur van een object.
zz
Er is consensus over het feit dat bij einde levensduur op dit moment geen duurzame oplossing voorhanden is.
zz
Er is consensus over het feit dat er nauwelijks data is om de grootte van deze stromen inzichtelijk te maken.
zz
Er is consensus over de nut en noodzaak van het hebben van data over de composietstromen in Nederland, om data te genereren voor bewustzijn en mogelijke business cases (privaat en publiek) mogelijk te maken om dit genoemde probleem op te lossen.
zz
Er is consensus over het feit dat de wijze van werken van Nedvang niet 1-op-1 te kopiëren is en dat in dit geval IN de markt studies, eerder goede data opleveren.
zz
Er is consensus over het feit dat ook Post Industrial informatie van belang is om met name business cases te kunnen maken.
zz
Er is consensus over de scope van de te meten composietenstromen, de periode van drie jaar om nut en noodzaak te bewijzen en de voorwaardelijke zaken zoals webbased werken en informatiegeheimhouding op bedrijfsniveau.
32
6.2 Aanbevelingen zz
We zien voor het welslagen van een goede monitoring dat het van belang is een draagvlak te organiseren onder verschillende partijen. Het is zinvol om deze verschillende partijen (NRK/VKCN, LMA, en verschillende brancheorganisaties per PMC) bijeen te brengen en een ‘Green deal’ met hen te sluiten.
zz
In dat Green Deal proces raden wij ook aan om te kijken of onze voorgestelde PMC’s en PMC-volgorde de juiste is. Wellicht kunnen kleinere PMC’s enthousiast zijn om mee te werken, wat de volgorde licht verandert. In de eerste fase kan dit van belang zijn.
zz
Tot die tijd bevelen wij aan om een klein team in werking te stellen (voortzetting stuurgroep), dat zich buigt over voorbereidende werkzaamheden, zoals de ontwikkeling van webbased applicaties, de uitvraag van een driejarige monitoringspartij en de totale financiering van dit initiatief.
33
Bijlagen
Opzet van de opdracht en betrokkenen De opzet van werkwijze van deze opdracht bestond uit twee fasen: Fase 1: Interviews Voor de uitvoering van dit onderzoek is gebruik gemaakt van bestaand onderzoeksmateriaal en een aantal interviews met experts in alle fasen van de composietketen. In totaal zijn acht experts in de keten individueel geraadpleegd. Fase 2: Validatiesessie De voorgestelde methode is vervolgens gevalideerd in een werksessie, georganiseerd voor een doorsnede van experts in de keten van composietmateriaal. Een lijst van aanwezigen is toegevoegd als bijlage. De resultaten van deze werksessie zijn in deze rapportage verwerkt. Fase 3: Eindrapportage U vindt de uitkomst van deze fase voor u in de vorm van dit adviesrapport. Voor de totstandkoming van dit onderzoek is onderstaande projectorganisatie samengesteld. Stuurgroep: z
Dhr. M. de Roos, Ministerie van IenM;
z
Dhr. B. Drogt, BiinC / CompositeNL;
z
Dhr. E. Schutjes, NRK;
z
Dhr. E. de Ruijter, NRK;
z
Dhr. J. van den Heuvel, Hiswa;
z
Dhr. G. Wyfker, Metaalunie;
z
Dhr. G. Klok, Nederlandse Jacthbouw Industrie;
z
Dhr. K.van der Sterren, Rijkswaterstaat.
Projectteam: z
Joost Krebbekx, Berenschot
z
Niki Lintmeijer, Berenschot
34
Aanwezigen validatiesessie (22-09-2015) NAAM
ORGANISATIE
Murk de Roos
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Erik de Ruijter
NRK
Eric Schutjes
NRK
Gerwin Klok
Metaalunie
Klaas van der Sterren
Rijkswaterstaat
Ben Drogt
Biinc / CompositeNL
Jeroen van den Heuvel
Hiswa
Oene Wassenaar
Polem
Bram van der Pijll
Bootjessloperij ‘t Harpje
Pieter Kuiper
ARN
Jack Smit
Flexipol
Marthien van Eersel
Van Gansewinkel
Paul Gramsma
EES
Bert Jan van der Woude
Fibre care & Recycling
Joost Krebbekx
Berenschot
Niki Lintmeijer
Berenschot
Geïnterviewde personen NAAM
ORGANISATIE
Leen Schaap
Schaap Composites
Bram van der Pijll
Bootjessloperij 't Harpje
Dick Zwaveling
Nedvang
Marthien van Eersel
Van Gansewinkel
Heidi Beers
Teijin Aramid
Erik van der Hout
Accel
Martine van der Ent
DSM Resins
Literatuurlijst zz
AVK & Carbon Composites (2014). Composites Market Report 2014. Market developments, trends, challenges and opportunities.
zz
Kema (2010). MJA Composieten Recycling. In opdracht van Agentschap NL en NRK.
zz
Ministerie van VROM (2001). Europese Afvalstoffenlijst (Eural). Handreiking Eural.
zz
NOS (Juli 2013). "Oude bootjes zijn afvalprobleem". Beschikbaar via: http:// nos.nl/artikel/526106-oude-bootjes-zijn-afvalprobleem.html
zz
Waterreactie Advies BV (2014). Aantal ‘end-of-life’ boten in Nederland en potentiёle afvalstromen. Inclusief actualisatie aantal pleziervaartuigen in Nederland 2005 – 2014. In samenwerking met Hiswa, NJI, Ministerie van Economische Zaken, Bootjessloperij ’t Harpje en Het Watersportverbond
Vormgeving: Berenschot, Harrie Wilkens
Berenschot Groep B.V. Europalaan 40, 3526 KS Utrecht Postbus 8039, 3503 RA Utrecht T 030 2 916 916 E
[email protected] www.berenschot.nl
Berenschot is een onafhankelijk organisatieadviesbureau met 350 medewerkers wereldwijd. Al ruim 75 jaar verrassen wij onze opdrachtgevers in de publieke en private sector met slimme en nieuwe inzichten. We verwerven ze en maken ze toepasbaar. Dit door innovatie te koppelen aan creativiteit. Steeds opnieuw. Klanten kiezen voor Berenschot omdat onze adviezen hen op een voorsprong zetten. Ons bureau zit vol inspirerende en eigenwijze individuen die allen dezelfde passie delen: organiseren. Ingewikkelde vraagstukken omzetten in werkbare constructies. Door ons brede werkterrein en onze brede expertise kunnen opdrachtgevers ons inschakelen voor uiteenlopende opdrachten. En zijn we in staat om met multidisciplinaire teams alle aspecten van een vraagstuk aan te pakken. Berenschot is aangesloten bij de E-I Consulting Group, een Europees samenwerkingsverband van toonaangevende bureaus. Daarnaast is Berenschot lid van de Raad voor OrganisatieAdviesbureaus (ROA) en hanteert de ROA-gedragscode.