Les 5 - KG - De Eremieten
Opmerkingen bij de 5e les KG. D.d. 22 januari 2005. De Eremieten.
Vandaag gaat het over Eremieten en Monniken.
Lezen 1 Tim. 4:1-5.
Paulus waarschuwt tegen verleidingen. - In Efeze kwamen de Judaïsten die vonden dat de besnijdenis en de spijswetten van uit het OT gehandhaafd moesten worden. - Ook waren er de Griekse Hellenisten die vonden dat er meer onderscheid moest worden gemaakt tussen het stoffelijke en het geestelijke. Je diende God beter door niet te trouwen en te eten en te drinken. Dan werd je pas echt een geestelijk mens.
Hierdoor komen er allerlei wetten. Paulus waarschuwt daartegen:
Alles is geschapen door God en is goed geschapen. De mens kan het verkeerd gebruiken. Het gaat erom of je de Heere er voor kunt danken. Het wordt door woord en gebed toegewijd aan God. Dat geeft een positieve levensinstelling.
Dat moet ook de kerk in de 4e en 5e eeuw leren. Constantijn de Grote was de eerste christelijke keizer na de vervolgingen.
In 313 het Edict van Milaan. Er kwam Godsdienstvrijheid.
In 321 werd de zondagswet uitgevaardigd. De Kerk krijgt een bevoorrechte positie.
1/5
Les 5 - KG - De Eremieten
In al deze positieve ontwikkelingen schuilt dan het gevaar van weelde en verwereldlijking van de kerk. Hierop wordt reageerd door waarschuwingen om de regels vast te houden en ook door zoeken naar eenzaamheid en afzondering. Dan kun je de Heere beter dienen. Ze namen o.a. als voorbeeld het verhaal uit Jer. 35 waar de Rechabieten afgezonderd aan de rand van de woestijn in tenten woonden en een gelofte hadden gedaan om geen wijn te drinken.
Zo komt er in in de 4e en 5e eeuw een stroming in de kerk die de ascese zoekt. Ascese is een Grieks woord dat training, oefening betekent. Oefening in de onthouding. Deze stroming breekt door in Egypte, Syrië etc. De mensen die zich afzonderen strijden hun geloofsstrijd in eenzaamheid ver van de wereld. Ze worden de Eremieten genoemd, naar Eramos (betekent woestijn). Of Anachoreten, Anagorio betekent ontwijken, weggaan. Of Kluizenaars, Claustrum betekent afgescheiden ruimte.
Een naam is Antonius. Hij leefde van 251 tot 356. Zijn leven werd beinvloed door Athanasius.
Antonius is geboren in Komar in Egypte. Hij had welgestelde ouders en genoot een christelijke opvoeding. Een preek over de rijke jongeling maakte veel indruk op hem. De jongeling moest alles verkopen en aan de armen geven en Christus volgen. Maar omdat hij teveel aan het aardse goed vast zat, deed hij dat niet. Antonius besloot daarna om wél alles te verkopen. Hij bedeelde zijn enige zuster goed en trok de woestijn in om in afzondering zich te wijden aan God. De woestijn was de plaats van de duivelen. Antonius wilde de duivelen overwinnen. Hij leefde 15 jaar in een spelonk, 20 jaar in een ruïne, daarna een tijd bij een bron in de woestijn.
Daar verbouwde hij groente voor de mensen die hem opzochten. Hij kreeg veel bezoek omdat men zijn typische levenswijze wilde bewonderen. Zelf leefde hij van brood, water en zout. En hij at alleen na zonsondergang. Zijn kleding bestond uit een schapenvacht. Hij waste zich niet, om niet seksueel geprikkeld te worden. Hij verscheen in 310 in de bewoonde wereld, in de stad Alexandrië tijdens het bewind van keizer Galerius die de christenen de marteldood liet sterven. Dat wilde Antonius ook. Hij liep door de straten van Alexandrië. De christenen werden om hem heen opgepakt, maar hij niet. Hij heeft pech. Hij gaat weer voor 20 jaar naar de woestijn. Dan in 330 raakt hij in discussie met Arius en ontmoet ook Athanasius. Athanasius beschrijft het leven van Antonius, hij staat aan de kant van Antonius.
2/5
Les 5 - KG - De Eremieten
Antonius sterft op 105 jarige leeftijd. Het sobere leven heeft hem kennelijk geen kwaad gedaan. Zijn gebit is zelfs nog in bijzonder goede staat. Hij wilde dat zijn graf geheim bleef omdat hij niet geëert wilde worden. Hij was een echte Eremiet.
Een andere naam uit die tijd was Simion Stylitus. Hij werd ook wel Sipro de pilaarheilige genoemd.
Hij woonde in Syrië. Op 30 jarige leeftijd koos hij er voor om op een 3 meter hoge pilaar te gaan wonen. Maar dat vond hij nog te dicht bij de afvallige wereld. Daarom koos hij voor een pilaar van 20 meter boven het aards gewemel. Hij spreekt de mensen waarschuwend toe. Als hij honger had liet hij een mandje aan een touw zakken, hier deden dan de mensen wat te eten in. In 450 sterft hij en wordt heilig verklaard. Bij die pilaar is later een klooster gebouwd.
Het gewone volk ziet na een tijd van martelaren de kluizenaars. De kerkleiding staat er nog sceptisch tegenover. Toch zijn er hele groepen die de afzondering zoeken. De Monniken-orde ontstaat.
Een derde naam is Pagomius, geboren in 320 in Egypte. Hij koopt grond en bouwt een klooster Pagodius. Hij komt in aanraking met christen-soldaten. De naastenliefde valt hem op en komt tot geloof en laat zich dopen.
Hij wordt een kluizenaar. Later komt hij terug in de bewoonde wereld. Hij krijgt een visioen. Een engel zegt tegen hem dat hij een klooster moet stichten. Aan de rand van de woestijn bouwt hij tentjes met een muur er omheen. De wereld wordt symbolisch buiten de muur gehouden. Pagomius maakt regels voor werk, gebed en maaltijd. Kloosterlingen moeten een driedubbele gelofte doen betreffende: Armoede, Gehoorzaamheid en Kuisheid. Er geldt een proeftijd van 3 jaar.
Dit is het eerste klooster. Er komen er meer. Zijn zus, Maria, sticht een vrouwenklooster. De bewoonsters worden nonnen genoemd. Non betekent nee zeggen.
3/5
Les 5 - KG - De Eremieten
Het kloosterdenken begon in Egypte. Athanasius verliest steeds meer invloed. Overal worden kloosters gesticht; in Italië Trier, Frankrijk, Duitsland, overal in Europa verschijnen kloosters. Ook kwamen er allerlei regels voor kloosterlingen. Deze werden hoofdzakelijk geschreven door Benedictus van Nursia.
Benedictus stichtte in 529 het klooster van Monte Cassino in Italië. De kloosterlingen die volgens die regels leefden heetten de Benedictijnen. OSB is de orde van Benedictijnen. Antonius, Simeon en Pagomius hadden met hun leven een trend gezet. In ± 500 is het kloosterleven een algemeen goed geworden in de kerk.
Wat zijn n u de positieve en negatieve punten van het kloosterdenken?
Positief: - Het werpt een dam op tegen de verwereldlijking. - Geeft verdieping in het geloofsleven. - Het had theologische invloed, men maakte nieuwe liederen en gezangen. - Het had liturgische invloed. - Het had filantropische invloed, men deed veel voor zieke en arme mensen. - Het had culturele invloed, men had tijd om uit boeken te leren en over te schrijven. Daardoor is er veel literatuur bewaard gebleven. Landbouwgronden werden ontgonnen.
Negatief: - Het evangelie wordt vanuit een klooster niet uitgedragen volgens de zendingsopdracht. We zijn niet van de wereld, maar wel in de wereld. Jezus zegt in Zijn hogepriesterlijk gebed: Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar bewaart. - Uit de wereld weggaan, niet eten of trouwen is een verheven gedachte. Men neemt de zondige aard overal mee naar toe, ook in het klooster. Paulus zegt in 1 Kor.7. Als je je niet kunt onthouden is het beter om te trouwen. In het doopsformulier zeggen we: We moeten gehoorzaam zijn, de wereld verzaken (niet mijden), onze oude natuur doden. Het kwaad zit in ons zelf. Ondanks dat ze de belofte van kuisheid doen gebeuren er toch rare dingen. - Mensen die aan zelfverheerlijking doen staan niet in het leven. De gedachte van de verdienste. We kunnen niets zelf verdienen. - De gedachte dat gewone dingen zondig zouden zijn komt voort uit de gedachte over het
4/5
Les 5 - KG - De Eremieten
scheiden van het geestelijke en het stoffelijke. Midden in het leven mag ik mij toewijden aan God.
Wat leren wij hiervan? Is er verdienstelijkheid van kerkscheuringen?
Elke kerkscheuring heeft het gevaar van, dat de afgescheidenen de neiging hebben te denken: Wij zijn beter dan zij.
Wij zijn allen als goddelozen gerechtvaardigd.
Is er ook in sommige pinkstergemeenten ook niet de neiging van zelfverheerlijking?
We worden alleen behouden door het geloof in Christus. Dat is de dam tegen de verwereldlijking.
Hoe gaan we om met welvaart? We leren van Antonius dat soberheid ons van God kan afhouden. Echter een beetje meer soberheid in ons leven zou wel goed zijn. In de kleding, met eten en drinken bijvoorbeeld. In het oude huwelijksformulier staat dat de vrouwen zonder wereldse pracht moeten wandelen, ingetogen. Ga niet op in het wereldse leven. Dan is er kans op uitglijden.
De leerpunten moeten we met dankbaarheid oppakken en aanvaarden. In het gezin is het belangrijk om op tijd te bidden, te zingen en uit de bijbel te lezen. Naastenliefde blijven geven.
5/5