OPLEIDINGSBELEID SPORTGENEESKUNDE VAN DE OPLEIDINGSINRICHTING UMC Utrecht Afdeling Revalidatie, Verplegingswetenschap & Sport Utrecht
Utrecht, 01-06-2012
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
ALGEMEEN Opleidingsgroep Sportgeneeskunde Opleidingslocaties Ontwikkeling Sportgeneeskunde in de regio Verleden Heden Toekomst korte termijn Toekomst lange termijn Kansen en bedreigingen Motivatie om sportartsen te willen opleiden Inbedding afdeling Sportgeneeskunde binnen opleidingsinstelling Start opleiding Sportgeneeskunde Aansluiting Opleidingsbeleid Sportgeneeskunde bij Algemeen opleidingsbeleid
2. 2.1 2.2 2.2.1 2.3 2.3.1 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.7 2.7.1 2.7.2 2.7.3 2.7.4 2.8 2.9 2.10
OPZET EN INVULLING OPLEIDING SPORTGENEESKUNDE Selectie- en aannamebeleid nieuwe AIOS Tijdsplanning opleidingsmodules Tijdsbalk planning opleidingsmodules Samenwerkingsverbanden met andere instellingen Samenwerking met de KNVB Verantwoording opleidingsbeleid t.o.v. NIOS Opleidingsplan Sportgeneeskunde Opleidingsprincipes Opleidingsactiviteiten Plan van aanpak t.a.v. competentiegericht onderwijs Onderlinge afstemming modules Relatie modules naar werkveld Sportgeneeskunde Invulling module Cardiologie en relatie naar Sportgeneeskunde Invulling module Pulmonologie en relatie naar Sportgeneeskunde Invulling module Orthopedie en relatie naar Sportgeneeskunde Invulling module Huisartsgeneeskunde en relatie naar Sportgeneeskunde Invulling module Sportgeneeskunde Inhoud en opbouw werkzaamheden eerste en tweede jaar module Sportgeneeskunde Sportmedische begeleidingsactiviteiten Mogelijkheden invulling tweede jaar Sportgeneeskunde op andere locatie Samenwerking met revalidatiegeneeskunde Afspraken binnen opleidingsgroep Supervisie Evaluatie opleiding AIOS
3. 3.1
PORTFOLIO Implementatie en beoordeling Portfolio
4. 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2
KWALITEITSZORG Beleid gebruik (medisch-inhoudelijke) richtlijnen- en protocollen Implementatie competentiegericht onderwijs Docentenprofessionalisering Overzicht docentenprofessionalisering per opleider Overzicht deelname activiteiten voor opleiders
5.
ONDERTEKENING OPLEIDINGSBELEID
BIJLAGEN
1. ALGEMEEN Algemene toelichting op hoe dit opleidingsbeleid tot stand is gekomen. 1.1
Opleidingsgroep Sportgeneeskunde
Sportgeneeskunde Hoofdopleider Waarnemend hoofdopleider Overige sportartsen
Module Cardiologie Deelopleider Cardiologie Waarnemend deelopleider Overige cardiologen Module Pulmonologie Deelopleider Pulmonologie Waarnemend deelopleider Overige pulmonologen
Module Orthopedie Deelopleider Orthopedie Waarnemend deelopleider Overige orthopedisch chirurgen
Module Huisartsgeneeskunde Deelopleider Huisartsgeneeskunde Waarnemend deelopleider
Drs. W.J.T.M. van der Meulen, sportarts UMCU Prof. Dr. F.J.G. Backx, sportarts UMCU Drs. G.J. Goudswaard, sportarts KNVB Drs. J.E. Frederiks, sportarts KNVB Drs. P.L.J. van Veldhoven, sportarts KNVB Dr. M.H. Moen, sportarts UMCU
fte 1.0 0.8 1.0 1.0 0.8 0.5
Dr. R. Rienks Dr. H. Kirkels Dr. M.J.M. Cramer Prof. dr. P.A. Doevendans
1.0 1.0 1.0 1.0
Drs. S.W.A. van Haarlem Dr. F.M.N.H. Schramel Dr. H.J. Reesink Drs. F.T. van Beek Prof. Dr. J.C. Grutters Dr. G.J.M. Herder Drs. D.A. van Kessel Drs. B.A.H.A. van Mackelenbergh Dr. J.J. Mager Dr. J.D. Oudijk Drs. R.J. Snijder Drs. J. van der Zeijden
1.0 1.0
Dr. A. de Gast Drs. J.A.G. van de Laar Drs. H.T.F v.d. Weijer Drs. A. Zürcher Drs. G.I.J.M. van der Werf Drs. S.M. van Gaalen
1.0 1.0 1.0 1.0 1.0 1.0
Drs.M.H.M Ebbing Drs.H.C.Peucker
0.8 0.8
3/46
1.2
Opleidingslocaties
Hoofdlocatie Sportgeneeskunde
UMC Utrecht Divisie Hersenen Afdeling Revalidatie, Verplegingswetenschap en Sport (SCAS gecertificeerd als SGA en TMS); Universitair Centrum Sportgeneeskunde (inclusief SMC KNVB)) Heidelberglaan 100 3584 CX Utrecht Postbus 85500 Utrecht. H.P. F00.810 (per 1/7/12: W01.121) 088-7551583
[email protected] http://www.umcutrecht.nl/subsite/sportgeneeskunde http://www.knvb.nl/organisatie/sportmedisch_c www.ucssportgeneeskunde.nl
Locatie Module Cardiologie
UMC Utrecht/Centraal Militair Hospitaal (CMH) Utrecht Divisie Hart en Longen, afdeling Cardiologie Heidelberglaan 100 3584 CX Utrecht Postbus 85500 Utrecht. H.P. T01.103 088-7552100
[email protected] www.umcutrecht.nl/zorg/patienten/specialismen/C/cardiologie
Locatie Module Pulmonologie
St Antonius ziekenhuis Nieuwegein/Oudenrijn Utrecht P/a Postbus 2500 3430 EM Nieuwegein 030-2710089
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Locatie Module Orthopedie
Diakonessenhuis afdeling Orthopedie Prof. Lorentzlaan 76 3707 HL Zeist Postbus 80250, 3508 TG Utrecht 030-2566270
[email protected] www.diakonessenhuis.nl
Locatie Module Huisartsgeneeskunde
Praktijk Ebbing en Peucker Prins Bernhardweg 69 3991 DE Houten 030-6371261
[email protected] http://huisartsenmcd.praktijkinfo.nl
1.3
Ontwikkeling Sportgeneeskunde in de regio
1.3.1 Verleden De Universiteit Utrecht heeft een rijke historie m.b.t. sportgeneeskunde. Dit gaat via prof. Jongbloed terug tot de jaren vijftig van de vorige eeuw. Ook in de periodes nadien hebben Utrechtse hoogleraren (Biersteker en Mosterd) bijgedragen aan de nadere onderbouwing en ontwikkeling van het vakgebied sportgeneeskunde. Medio 2002 hebben nieuwe impulsen, met steun van de Raad van Bestuur van het UMC Utrecht, geleid tot een versterking van de organisatie en infrastructuur op het gebied van de Sportgeneeskunde in Midden-Nederland. Dit is gerealiseerd door gecoördineerde samenwerking tussen UMC Utrecht en KNVB in het Universitair Centrum Sportgeneeskunde (UCS), waardoor (klinische) patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs in de regio wordt geïntegreerd. Werkend vanuit een klinische setting binnen een academisch ziekenhuis met een gerenommeerd sportmedisch revalidatiecentrum (Sport Medisch Centrum KNVB Zeist), integreert het UCS de kennis en expertise van twee SCAS-gecertificeerde sportmedische instellingen. Het Sport Medisch Centrum (SMC) van de KNVB dient al jaren als opleidingsplaats voor sportartsen en sportfysiotherapeuten en als stageplaats voor artsen en fysiotherapeuten in opleiding. Het UMC Utrecht is een opleidingsziekenhuis voor meerdere medische specialismen (zie bijlage 9). Tot 2002 was de afdeling Sportgeneeskunde slechts betrokken bij de opleiding tot sportarts via de stageplaats fysiologie. Sinds 2003 vonden ook delen van de praktijkleerperiode sportgeneeskunde en stages wetenschappelijk onderzoek plaats in het UMC Utrecht. Dit was tot begin 2007 op niet-structurele basis. 1.3.2 Heden Sinds 1-1-2007 fungeert het UMC Utrecht samen met de KNVB (UCS) als een regionale opleidingsplaats voor de gehele opleiding tot sportarts. Op beide opleidingsplaatsen werken 3 resp. 4 sportartsen. Het UMC Utrecht is als SportGeneeskundigeAfdeling (SGA) een topreferent centrum alwaar relatief veel second opinions worden verricht. Op het Sport Medisch Centrum (SMC) van de KNVB te Zeist zijn de speerpunten: uitgebreide topsportkeuringen, blessure consulten, teambegeleiding en sportrevalidatie. Op beide locaties wordt gewerkt met topsporters, maar vooral met breedtesporters. Binnen het UMC ontstaat snelle toegang tot andere specialismen zoals radiologie, cardiologie, pulmonologie, etc. Uitgaande van de trias academica (patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs) wordt zo veel mogelijk gewerkt aan evidence based practice in een stimulerende onderzoeksomgeving. 1.3.3 Toekomst korte termijn Het UMC Utrecht werkt nauw samen met het Diakonessenhuis (locaties in Utrecht en Zeist), waarbij op niveau van de Raad van Bestuur in 2008 een alliantie is bereikt. Sportgeneeskunde vanuit het UMC Utrecht en vanuit het SMC KNVB werkt al geruime tijd samen met de afdeling Orthopedie van het Diakonessenhuis. Daarnaast bestaan korte zakelijke lijnen met andere regionale ziekenhuizen, zoals het Mesos Medisch Centrum (heelkunde en orthopedie voor (liesbreuk) operaties), Hofpoort Zuwe Ziekenhuis Woerden (afdeling sportgeneeskunde en Maartenskliniek), het Amstelland ziekenhuis te Amstelveen (afdeling orthopedie), het Groene Hart Ziekenhuis te Gouda (afdeling orthopedie) en de Bergman Kliniek te Naarden (orthopedie). Deze relaties zijn gecreëerd om snelle operatieve verwijzingen te realiseren, daar de afdeling orthopedie binnen het UMC Utrecht andere speerpunten heeft (bv. wervelkolomchirurgie; kinderorthopedie; kraakbeenchirurgie) alsmede te lange wachttijden voor (top)sporters. Op het gebied van de longziekten zijn de contacten aangehaald met het St. Antoniusziekenhuis te Nieuwegein om de module pulmonologie in te vullen. Een deellocatie is het Oudenrijnziekenhuis te Utrecht alwaar de SGA SportsClinic zit. Het ligt voor de hand hier een samenwerking te realiseren op het gebied van hoogwaardige (top-)sport longproblematiek. De contacten met de regionale sportfysiotherapeuten zijn de laatste jaren aangehaald, daar zij zowel verwijzers zijn als menig patiënt toegewezen krijgen voor een specifieke behandeling ( zie voor een overzicht van fysiotherapeuten waar veel mee wordt samengewerkt bijlage 10). Om de contacten met de sportfysiotherapeuten optimaal te houden, organiseert het UMC Utrecht een jaarlijks symposium voor (sport)fysiotherapeuten. Hier worden voor fysiotherapeuten interessante onderwerpen uitgediept. Zo werd in 2010 het symposium "de onderste extremiteit" georganiseerd en in 2011 "de bovenste extremiteit". Op beide symposia waren ongeveer 100 belangstellende fysiotherapeuten. De AIOS wordt gevraagd om op dit symposium een voordracht te geven.
5/46
Binnen de muren van het UMC Utrecht ontstaat meer vraag en behoefte aan effectieve beweegprogramma's voor patiënten met een chronische aandoening. Het gaat hier bijv. om patiënten die op de operatielijst staan voor oncologische chirurgie of long- en niertransplantaties. Ook verzoeken van de neurologie-afdeling en de afdeling reumatologie om de fysieke inactiviteit van hun patiëntenpopulatie (i.c. CVA en RA) te helpen bestrijden hebben geleid tot gezamenlijke projecten ter verbetering van de patiëntenzorg en/of wetenschappelijk onderzoek. Binnen het UCS verband zijn we in 2010 door de SCAS geaccrediteerd tot Topsportmedisch Samenwerkingsverband (TMS). Er is een certificatie tot TMS verkregen tot 24 februari 2014. Het SMC van de KNVB is hierin het loket, met het UMC Utrecht als partner op de achtergrond. Voorts heeft het UCS een alliantie gevormd met revalidatiecentrum De Hoogstraat (Utrecht) en Militair Revalidatiecentrum (MRC) Aardenburg in Doorn. Hierbinnen wordt momenteel een Plan van Aanpak uitgewerkt om in Midden-Nederland een expertisecentrum op te zetten op het gebied van gehandicapten en (top)sport. Dit speelt niet alleen in op medische vragen van gehandicapte sporters, maar ook op de behoefte van NOC*NSF om de sportmedische begeleiding op de Paralympische Spelen (PS) verder te professionaliseren. Naar aanleiding hiervan zullen nieuwe onderzoeksprojecten worden opgestart. De PS 2012 in Londen zullen, evenals voorheen Athene (2004) en Peking (2008) medisch begeleid gaan worden door een sportarts en revalidatiearts vanuit het UMC Utrecht. 1.3.4 Toekomst lange termijn We voorzien dat verdere integratie binnen de (voormalige) afdeling Revalidatie van het UMC Utrecht zal leiden tot een nauwe koppeling aan de revalidatiegeneeskunde en fysiotherapie. Programma's als Preconditionering en Reconditionering zullen er toe leiden dat binnen de muren van het ziekenhuis steeds meer effectieve bewegingsprogramma's zullen plaatsvinden. De hartrevalidatie en de revalidatie van oncologische patiënten zullen een steeds prominentere plek krijgen op het raakvlak van de revalidatie- en sportgeneeskunde. Door het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen de RvB van het UMC Utrecht en het Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis zal met name de instroom van patiënten in de oncologische revalidatie stijgen. De samenwerking met het SMC van de KNVB heeft geleid tot de totstandkoming van meerdere protocollen, zoals voor revalidatie na een VKB-plastiek en chronische liesblessures als ook een interventie-onderzoek ter bestrijding van voetbalblessures. Dit past naadloos in het ingezette traject om één van de toonaangevende Centres of Excellence te worden, geaccrediteerd door de Wereldvoetbalbond FIFA. Deze officiële erkenning heeft in oktober 2010 plaatsgevonden. 1.4 Kansen en bedreigingen Binnen een straal van 25 kilometer is in Midden-Nederland een 8-tal SMA's of SGA's actief. Tot dusverre heeft dit niet geleid tot duidelijke vermindering van de omzet binnen het UMC noch binnen het SMC van de KNVB. Dit heeft vermoedelijk te maken met duidelijke positionering ten opzichte van de andere sportzorg aanbieders. Qua kansen wordt geconstateerd dat steeds meer sportfysiotherapeuten actief contact zoeken met het UMC Utrecht om gericht te kunnen samenwerken. Ook zijn er diverse groepen en sportbonden, zoals bijvoorbeeld Holiday on Ice, die specifiek kiezen voor het UCS om hun sporters te laten diagnosticeren en behandelen. Bedreigingen worden vooral gezien in het licht van zorgverzekeraars, die ongunstige polisvoorwaarden hebben en de sportarts nog altijd als niet-medisch specialist beschouwen waardoor aanvullende onderzoeken niet vanzelfsprekend vergoed worden. Het UCS draagt actief bij aan de beoogde totstandkoming van de erkenning tot medisch specialist middels deelname aan de betreffende TaskForce en deelname in de Adviescommissie van het CGS. Wanneer deze klip genomen is, valt te verwachten dat veel bedreigingen omgezet worden in kansen.
1.5 Motivatie om sportartsen te willen opleiden Binnen beide locaties van het UCS werken ervaren sportartsen die bereidwillig zijn om hun kennis en ervaring over te dragen aan een nieuwe generatie sportartsen. Beide instellingen participeren al geruime tijd in het begeleiden van coassistenten, semi-artsen en stagiaires op aanpalende vakgebieden. Op beide locaties komen dermate interessante (top)sporters/patiënten dat dit een gunstig leerklimaat oplevert. Vanwege de inbedding in het UMC Utrecht, het multidisciplinair samenwerken met andere medische disciplines en de centrale ligging van het UMC waarbinnen op alle andere vakgebieden specialistische opleidingen bestaan, maakt deze opleidingsinrichting tot een zeer interessante optie. 1.6 Inbedding afdeling Sportgeneeskunde binnen opleidingsinstelling De opleiding sportgeneeskunde is ingebed in de afdeling Revalidatie, Verplegingswetenschap & Sport, welke weer een onderdeel vormt van de divisie Hersenen binnen het UMC Utrecht. Het UMC Utrecht heeft als academisch opleidingsziekenhuis op alle vakgebieden een erkende opleiding. Een relatief nieuw vak als Sportgeneeskunde kan in zo'n ervaren leeromgeving volledig tot zijn recht komen. 1.7 Start opleiding Sportgeneeskunde Officiële start van de opleiding: 01-01-2007 1.8 Aansluiting Opleidingsbeleid Sportgeneeskunde bij Algemeen Opleidingsbeleid Van begin af aan is de opleiding Sportgeneeskunde aangemeld bij het Centraal Orgaan Opleidingen (COC) binnen het UMC Utrecht en sinds kort aangesloten, ook al betreft het een niet-medisch specialisme. Jaarlijks worden er COC-vergaderingen bezocht en vindt er een aantal overlegsituaties plaats, zoals over een interne audit/pre-visitatie. Op dit moment wordt er binnen de divisie Onderwijs en Opleidingen gewerkt aan de opzet van een complete previsitatie, de verwachting is dat een previsitatie vanaf 2013 mogelijk zal zijn.
7/46
2.
OPZET EN INVULLING OPLEIDING SPORTGENEESKUNDE
2.1 Selectie- en aannamebeleid nieuwe aios Eerste vereiste: Goede afronding van het doctoraal geneeskunde. Daarnaast: Specifieke motivatie voor sportgeneeskunde, blijkens eigen sportervaring, wetenschappelijke interesse, sportbegeleidingstaken, keuze coschappen, nevenopleidingen als bewegingswetenschappen, fysiotherapie, sportacademie, etc. Aangezien we continu coassistenten en semi-artsen begeleiden, stimuleren we excellente studenten om te solliciteren naar een opleidingsplaats tot sportarts. Uiteraard willen wij die kandidaat bij voorkeur door laten stromen naar een opleidingsplaats bij ons, want een betere selectiemethode (stage) is er niet. Tevens wordt het aspect wetenschappelijke affiniteit meegewogen en gezocht naar mogelijke subsidiering via een AGIKO-constructie. 2.2
Tijdsplanning opleidingsmodules
2.2.1
Tijdbalk planning opleidingsmodules (in chronologische volgorde)
Module Cardiologie Pulmonologie
Duur 9 maanden 3 maanden
Opleidingsinstelling UMC Utrecht, CMH St Antonius ziekenhuis Nieuwegein/Oudenrijn Utrecht
Opleider Dr.R. Rienks Drs. S.W.A. van Haarlem
Orthopedie (incl. SEH en gipskamer) Huisartsgeneeskunde Sportgeneeskunde
12 maanden 3 maanden 9 maanden
Diakonessenhuis Zeist
Dr. A. de Gast
Huisartsenpraktijk Houten UMC Utrecht/ KNVB
Wetenschappelijk onderzoek Sportgeneeskunde
3 maanden
UMC Utrecht
Drs.M.H.M. Ebbing Drs. W.J.T.M. van der Meulen en drs.G.J. Goudswaard Prof. Dr. F.J.G. Backx
9 maanden
UMC Utrecht/ KNVB e
e
Drs. W.J.T.M. van der Meulen en drs. G.J. Goudswaard e
Op dit moment laten wij enkele excellente studenten (2 ,3 en 4 jaars) participeren in lopende studies, zodat zij co-auteur kunnen worden van internationale publicatie(s). 2.3 Samenwerkingsverbanden met andere instellingen Samenwerking m.b.t. opleiding Sportgeneeskunde De hoofdopleider houdt zicht op alle deelopleidingen door periodieke gesprekken te plannen en te leiden (gemiddeld 1x per kwartaal) met de betreffende deelopleider en de AIOS, waarin voortgang en geconstateerde knelpunten standaard gespreksonderwerpen zijn. Indien zich situaties voordoen, waarin bijgestuurd dient te worden, gaat de hoofdopleider verder in gesprek met de deelopleider om deze zaken op te lossen en het leerproces te waarborgen. 1) In de module cardiologie wordt via participatie in de (poli-)klinische werkzaamheden, zoals op de verpleegafdeling, de CCU/hartbewaking, de Spoedeisende hulp (SEH) en de cardio thoracale chirurgie ervaring opgedaan met acute en chronische cardiale ziektebeelden, inclusief de mogelijke diagnostische en therapeutische procedures. Naast de werkzaamheden in het UMC Utrecht zal een deel van de opleiding in het Centraal Militair Hospitaal plaatsvinden alwaar een voor sportartsen interessante patiëntenpopulatie is namelijk vaak fysiek actieve militairen. Hierbij wordt ook uitgebreid stilgestaan bij de ergometrie, electrocardioversie en ritmeproblematiek. In het derde kwartaal doet de AIOS zelfstandig spreekuur onder directe supervisie van de deelopleider of andere cardioloog/staflid. Patiënten die de AIOS op dit spreekuur ziet, zijn qua problematiek een uitstekende voorbereiding op het specifieke sportcardiologisch spreekuur. De ervaringen tot dusverre zijn positief.
2) In de periode dat de AIOS de module Pulmonologie volgt, krijgt hij/zij inzicht in het voorkomen en behandelen van zowel acute als chronische luchtwegaandoeningen, i.c. inspanningsastma resp. astma en COPD. De AIOS krijgt inzicht in het uitvoeren en interpreteren van longfunctie onderzoek zoals spirometrie. Ook dopinggerelateerde anti-astmatische medicatie vormt hierbij een vast onderdeel van deze leerperiode. Per 1 juni 2012 is de module ondergebracht in het St. Antoniusziekenhuis. 3) Per 1-1-2012 is er een nieuwe deelopleider huisartsgeneeskunde, dhr. M.H.M. Ebbing. De huisartsenpraktijk maakt onderdeel uit van een groot Gezondheidscentrum waar ook fysiotherapeuten, een diëtist en een psycholoog aan verbonden zijn, waardoor de AIOS een goed beeld krijgt van de huisartsenzorg in het algemeen en de samenwerking met paramedici in de eerste lijn. De samenwerkingsovereenkomst is bijgevoegd in bijlage 6. 4) De samenwerking met de afdeling Orthopedie van het Diakonessenhuis te Zeist geeft de AIOS meer inzicht in de biomechanische aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat en de operatieve mogelijkheden bij veel voorkomende sport- en beweeggerelateerde blessures. De klachten die hier gezien worden, zijn veelal ernstiger van aard dan de klachten die bijvoorbeeld tijdens de module huisartsengeneeskunde gezien worden. Zo ontstaat een goed beeld van het brede spectrum van de sportgeneeskunde. Het gebied tussen de huisartsgeneeskunde en orthopedie wordt afgedekt door de twee modules sportgeneeskunde. 5) De samenwerking met de KNVB in het kader van het UCS stelt de AIOS in staat ook (top)sporters te beoordelen in hun revalidatieproces. Daarnaast leert de AIOS om te gaan met prestatiedruk aangezien bij bijvoorbeeld topvoetballers er veel geld met sportverzuim door blessures gemoeid gaat. De AIOS tot dusverre waren zeer enthousiast over deze unieke mogelijkheden, waarbij ook specifiek wordt samengewerkt met ervaren sportfysiotherapeuten. Daar in goede samenspraak is afgesproken dat alle duik- en zweefvliegkeuringen van het SGA-UMC Utrecht en SMC-KNVB Zeist verwezen worden naar het e SMA Utrecht, is met het SMA-Utrecht overeengekomen dat de AIOS 4 woensdagen in zijn/haar 4 opleidingsjaar aldaar kennis maakt en ervaring opdoet met deze specifieke sportmedische verrichtingen. In het voorjaar zijn er veel van dergelijke keuringsaanvragen en worden 4 praktijkdagen in het UMC Utrecht omgeruild met het SMA Utrecht (aan de overzijde van het UMC), zodat optimaal geoefend kan worden. Dit onderdeel wordt begeleid door drs. E.R.H.A. Hendriks, sportarts en medisch coördinator SMA Utrecht (zie bijlage 8). De samenwerkingsovereenkomst tussen het UMC Utrecht en de KNVB is bijgevoegd als bijlage 7. 5) De AIOS maakt kennis met het uitvoeren van relevant sportgeneeskundig wetenschappelijk onderzoek. Zoveel mogelijk zal getracht worden de AIOS actief te laten participeren in een lopend onderzoek en een deelaspect te laten uitvoeren, alwaar een internationale publicatie uit voort moet komen. Begeleiding van wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd door ervaren onderzoekers zoals prof. dr. F.J.G. Backx, en dr. S.L. Schmikli alsmede andere senior-onderzoekers/promovendi van de afd. Revalidatie, Verplegingswetenschap & Sport. Zeker in het kader van evidence based practice is dit relevant. Samenwerking medisch-inhoudelijk Er zijn door het opzetten van samenwerkingsverbanden in het kader van de opleiding tot sportarts ook medisch-inhoudelijke samenwerkingen ontstaan. Een snelle toegang tot radiologie, cardiologie en pulmonologie (UMC Utrecht), alsmede tot gespecialiseerde sportrevalidatie (KNVB Zeist) hebben tot een effectieve en efficiënte verwijsstructuur geleid. Voorts wordt nauw samengewerkt met drs. H. van der Hoeven/drs. C. van de Hart en drs. M. van de List, orthopedisch chirurgen Bergman kliniek te Naarden voor operatieve aanpak van top- en breedtesporters. Met andere top- orthopeden in den lande vindt geregeld overleg plaats om te komen tot een optimale en snelle behandeling van (sub)topsporters.
9/46
2.3.1 Samenwerking met het SMC van de KNVB Sedert 10-10-2002 hebben het UMC Utrecht en de KNVB een aparte stichting opgericht: de stichting Universitair Centrum Sportgeneeskunde (UCS), waarvan de waarnemend hoofdopleider directeur is. Dhr. B. Oostveen, directeur Betaald Voetbal KNVB, is voorzitter en drs. J. Kuilboer, directeur concernstaf UMC Utrecht is penningmeester, hetgeen de twee-eenheid onderstreept. De samenwerking bestaat o.a. uit personele uitwisseling bij onderbezetting, snelle wederzijdse verwijzing van patiënten (sportrevalidatie in Zeist; geavanceerde diagnostiek in het UMC Utrecht), verdeling onderwijsactiviteiten, gezamenlijke aanvraag tot TMS en FIFA-geaccrediteerd Sportmedisch Centrum alsmede het omzetten van praktijkrelevante vragen uit de voetbalwereld naar research. Voorbeelden: - VKB-protocol (literatuur-update), - Chronische liesblessures (promotietrajecten dr. Jaap Jansen en dr. Adam Weir) en - Hamstringblessures (promotieonderzoek drs. ing. Anne-Marie van Beijsterveldt) 2.4 Verantwoording opleidingsbeleid t.o.v. NIOS Opleidingsplan Sportgeneeskunde De afdeling Revalidatie, Verplegingswetenschap & Sport voelt het als een morele verplichting om aanstaande collega-sportartsen te ondersteunen tijdens hun persoonlijke ontwikkeling tot sportartsspecialist. Deze ‘’verplichting’’ betekent dat ernaar gestreefd wordt om een veilig en leerzaam klimaat te scheppen. 2.4.1 Opleidingsprincipes Er wordt competentiegericht onderwijs aangeboden conform het CanMeds-model. Hierbij is de leerinhoud verbonden met de verrichtingen in de praktische/ klinische context. Daarnaast is het leren ontwikkelingsgericht. Het stelt de AIOS in staat zelf te reflecteren op de voortgang en kan dit oordeel toetsen aan anderen (zie opleidingsactiviteiten). Het eindresultaat is bepalend; de route waarlangs het resultaat wordt behaald is flexibel. Zo wordt ernaar gestreefd dat de AIOS in staat is op basis van aanwezige kennis, vaardigheden en houdingen adequaat te handelen in complexe beroepssituaties, en gemaakte keuzes te onderbouwen. Tijdens alle modules worden de CAO’s UMC en ziekenhuizen nageleefd. 2.4.2 Opleidingsactiviteiten De AIOS zal de verplichte onderwijsmodules volgen. Deze modules zijn volgens bovengenoemde opleidingsprincipes opgezet. Door de lokale opleiders zullen de ontwikkelingen van de AIOS regelmatig (op vaste tijdstippen) beoordeeld worden. Tijdens het startgesprek worden doelen geformaliseerd met minimaal 1 externe voordracht en 1 publicatie per jaar, welke tijdens de voortgangsgesprekken worden gecontroleerd. Iedere 3 maanden wordt er een voortgangsgesprek gehouden met de AIOS, hoofd- en deelopleider. De beoordeling zal onder andere gebeuren aan de hand van objectieve eisen zoals gesteld in het protocol "toetsing en beoordeling in de sociaal geneeskundige opleidingen" uit het NIOSopleidingsplan, zoals bijvoorbeeld de 5-puntsschaal, maar ook aan de hand van het evalueren van resultaten met betrekking tot doelen die door de AIOS zelf zijn opgesteld. Deze doelen moeten door de AIOS volgens het SMART-principe geformuleerd worden. Iedere AIOS (opleidingsjaar 1 t/m 4) wordt in de gelegenheid gesteld het verplicht cursorisch onderwijs in het kader van de opleiding tot sportarts te volgen (gemiddeld 1 dag/maand), naast de opleidingsactiviteiten die tijdens iedere module wekelijks plaatsvinden. Om de AIOS de mogelijkheid te bieden de progressie te spiegelen aan andere AIOS' zal er iedere maand een 2-uur durende bijeenkomst van alle AIOS' in de opleidingsinrichting worden gepland. Tijdens deze bijeenkomsten is er ruimte voor referaten, voordrachten of patiënten besprekingen. Het standaardwerk van Brukner/Kahn vormt hierbij de leidraad. Daarnaast bieden deze zelfde bijeenkomsten de mogelijkheid tot reflectie, en kunnen als basis dienen voor reflectieverslagen die de AIOS geacht wordt te schrijven. Voorts heeft de AIOS de verplichting tot het bijwonen van de twee wekelijkse radiologiebesprekingen. Hierbij zal de AIOS de eigen patiënten kort en bondig toelichten en een dispuut aangaan met de toelichtende radioloog. Hierdoor leert de AIOS (mede) het goed bestuderen en interpreteren van sportrelevante radiologische beelden.
Iedere maand wordt er door de research unit binnen de Afdeling Revalidatie, Verplegingswetenschap & Sport een "Journalclub" georganiseerd. Hierin worden voor de sportgeneeskunde relevante artikelen besproken of gediscussieerd met gastsprekers. Dit alles draagt bij aan de kritische houding van de AIOS. De Journalclub is tevens het platform voor de AIOS om één keer per jaar een voordracht te oefenen voordat extern gesproken wordt, zoals bijv. tijdens het VSG congres. Het afronden van de module sportgeneeskunde geschiedt aan de hand van KPB's en kennisvragen. Sinds eind 2011 is het NIOS gestart met een specifieke inhoudelijke kennistoets, namelijk een voortgangs- en exit-toets. Het al dan niet afronden van een module hangt af van zoveel mogelijk objectieve criteria die zijn/ worden vastgelegd in documenten. Dit kan zijn: een inhoudelijke kennistoets gecombineerd met het praktisch uitvoeren van een lichamelijk onderzoek,waarbij alle hierbij benodigde competenties worden geëvalueerd in navolging van het CanMeds model, waarbij ook specifiek gekeken wordt naar het beroepsprofiel van de Sportarts uit juni 2004. 2.4.3 Plan van aanpak t.a.v. competentiegericht onderwijs Aan het einde van de opleiding worden de volgende kennis en vaardigheden geobserveerd en beoordeeld: meest voorkomende maar ook zeldzame sportrelevante aandoeningen van verschillende tracti; dit geschiedt door middel van casuïstiek-besprekingen en checks van patiëntenbrieven. Tijdens de klinische beoordelingen (KPB’s) wordt aandacht besteed aan de uitvoering van anamnese en lichamelijk onderzoek, de interactie en communicatie AIOS-patiënt alsmede het vaststellen en uitvoeren van het daaropvolgende beleid. 2.5 Onderlinge afstemming modules (procedures) Per kwartaal vindt overleg plaats tussen hoofdopleider en deelopleiders, waarbij onder meer gesproken wordt over een soepele en adequate overgang naar de volgende periode. Met name deelname aan het cursorisch onderwijs van het NIOS dat slechts 1 maal per 2 jaar wordt gegeven, wordt periodiek en in een open sfeer besproken. De deelopleiders cardiologie en orthopedie zijn sportminded en kennen de einddoelen van de totale opleiding, waardoor men hieraan optimaal meewerkt. Aan het begin van het opleidingsjaar wordt een jaarplanning doorgesproken met gerichte einddoelen, zoals voordrachten en publicaties, als ook het bijwonen van het verplichte cursorisch onderwijs van het NIOS en maandelijkse onderwijssessies in het UMC Utrecht. Indien er enige frictie bestaat aangaande het volgen van het cursorisch onderwijs, dan meldt de AIOS dat onmiddellijk aan de hoofdopleider, die op zijn beurt dan stante pede contact opneemt met de betreffende deelopleider, om te waarborgen dat de AIOS het vereiste cursorisch onderwijs kan volgen
11/46
2.6
Relatie modules naar werkveld Sportgeneeskunde
2.6.1 Invulling module Cardiologie en relatie naar Sportgeneeskunde In goed onderling overleg is afgesproken dat de ontwikkeling van kennis en vaardigheden zodanig moet zijn dat de AIOS in de laatste 4 maanden van de module zelfstandig een cardiologisch spreekuur kan voeren onder supervisie van de (vervangend) deelopleider. In dit spreekuur zullen sportcardiologische vraagstukken specifiek aan de orde komen. Door het hele jaar heen zal de AIOS worden betrokken bij alle aan sport gerelateerde cardiale pathologie die zich op de poli presenteert en wordt veel nadruk gelegd op het verrichten van (maximale) inspanningstesten en aan inspanning gerelateerde meetmethoden, zoals bij duikkeuringen. De eerste 6 maanden van de module cardiologie worden ingevuld met algemeen cardiologische kennis opdoen. Dit houdt in dat de AIOS als zaalarts klinisch opgenomen patiënten onder zijn/haar hoede heeft, op de CCU/hartbewaking werkt, een beperkt aantal avond- en nachtdiensten draait en participeert in de diensten op de SEH. Afwisselend zijn er werkzaamheden op de polikliniek, de ritme- en functieafdeling. Specifieke aandacht gaat hierbij ook uit naar ritmestoornissen, electrocardioversie, ergometrie, maken en interpreteren van rust en inspannings ECG`s, kennis hebben met het vervaardigen en interpreteren van echocardiogrammen bij patiënten/sporters, in staat zijn verslagen te interpreteren aangaande coronaire angiografie en scintigrafie technieken. De laatste 6 maanden van de opleiding worden parttime (naast de module pulmonologie) gevolgd in het Centraal Militair Hospitaal (CMH), waarbij de nadruk ligt op sport gerelateerde klachten van de poliklinische patiënten (sporters en militairen) aldaar. De AIOS heeft dan een eigen poli-spreekuur onder supervisie. Deze supervisie vindt dagelijks “over de schouder” plaats door de deelopleider/sportcardioloog of, bij ontstentenis, door een dienstdoend stafarts. Ook zal de AIOS betrokken worden bij de (poli-)klinische (hart-)revalidatie. In het kader van het bereiken van de leerdoelen en ontwikkelen van de competentie betreffende het medisch handelen bij cardiale problematiek zal de AIOS voldoende sportgeneeskundige kennis, inzicht en vaardigheden dienen te ontwikkelen om doelmatige en hoogwaardige (sportcardiologische-) patiëntenzorg te kunnen verlenen. De AIOS heeft kennis van de processen die ten grondslag liggen aan coronaire insufficiëntie, het falen van het hart als pomp en aan ritmestoornissen. Ook aan de volgende in de competentietabel module cardiologie: Medisch handelen 1.2: `de AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence based toe` zal worden voldaan. Hieronder vallen de volgende competenties: • De AIOS is in staat het terrein waarop de sportarts werkzaam is af te bakenen met het werkterrein van de cardioloog. • De AIOS kent en herkent en weet op de juiste wijze te handelen bij levensbedreigende situaties,zoals patiënten/sporters met een circulatiestilstand, ritmestoornissen, ischemische hartziektenof zeer ernstig pompfalen. • De AIOS is in staat om een goede cardiologische screening uit te voeren door middel van anamnese, (cardiologisch-) lichamelijk onderzoek en kent de invasieve en non-invasieve (oa maken van rust- en inspannings ECG`s, Lausanne protocol) diagnostische technieken en kan deze voor zover sportrelevant interpreteren. • De AIOS is in staat relevante symptomen te herkennen in het afnemen van de speciële (cardiologisch gerichte) anamnese met name rondom klachten als benauwdheid, kortademigheid, pijn of flauwvallen, al dan niet optredend bij sporten of bewegen. • De AIOS kent de verschijnselen en de methoden van onderzoek ten aanzien van risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals hypertensie, adipositas en diabetes mellitus. • De AIOS kent de diagnostiek, therapie en prognose van aangeboren en verworven hartziekten • De AIOS kent de implicaties van alle gangbare cardiologische diagnosen, ten aanzien van sportbeoefening en is in staat om adequate adviezen dienaangaande te geven. • De AIOS kent en herkent de soms misleidende verschijnselen van sportbeoefening op cardiale variabelen, teneinde ongewenste agressieve diagnostiek en therapie te voorkomen. • De AIOS kent en herkent de circulatoire complicaties die zich kunnen voordoen tijdens en na inspanning en weet adequaat te handelen ter preventie respectievelijk ter behandeling daarvan.
•
• •
•
•
•
De AIOS kent en beheerst de diverse technieken van mond-op-mond beademing, van hartmassage, defibrilleren (en intuberen), het onder moeilijke omstandigheden aanleggen van een infuus en het zonder uitstel de correcte medicatie toedienen. De AIOS is in staat bij de gangbare ziektebeelden de juiste farmacotherapie voor te schrijven respectievelijk een advies te geven m.b.t. het aanpassen ervan. De AIOS is (al dan niet na het bepalen van een belastingsprofiel) in staat een sporter/cardiale patiënt persoonlijk advies te geven betreffende sport en/of bewegen, aanpassen trainingsschema en leefstijladvisering. De AIOS is in staat bij de gangbare ziektebeelden (al dan niet na het bepalen van een belastbaarheidsprofiel) gerichte oefentherapie respectievelijk (hart-)revalidatietraining en leefstijladvisering voor te schrijven. De AIOS is in staat om de indicatie te stellen voor de aanvraag van: o Laboratoriumonderzoek/bloedanalyse o Longfunctieonderzoek o Beeldvormende diagnostiek De AIOS weet wat de indicatiestelling is om beeldvormende diagnostiek (röntgenonderzoek, echocardiografie, scintigrafie, CT-scan en MRI) aan te vragen en in het kader van sportgeneeskundige problematiek, zo nodig in overleg met een sportcardioloog, de uitslag kunnen beoordelen.
Wekelijks vindt er thematisch onderwijs plaats, waarbij er periodiek specifieke aandacht is voor sport gerelateerde cardiologische klachten. Een weekschema is bijgevoegd in bijlage 2. In de laatste 4 maanden van de module cardiologie participeert de AIOS ook in de hartrevalidatie. Hierbij verricht de AIOS alle inspanningstesten (met ademanalyse) van patiënten die voor hartrevalidatie zijn aangemeld. Ook draait de AIOS mee in een 6-weekse cyclus van de hartrevalidatie, waarbij hij/zij bij alle aspecten van dit traject (inspanningstesten, MDO's, beweegprogramma) betrokken is. Er wordt een aantal patiënten specifiek gevolgd gedurende deze 6 weken. Supervisie vindt plaats door de hoofdopleider. Deze is in 2012 ook betrokken geweest bij het herstructureren van de hartrevalidatie volgens de IGZ normen.
13/46
2.6.2 Invulling module Pulmonologie en relatie naar Sportgeneeskunde Vanwege financiële en organisatorische redenen was het anno 2010 en 2011 niet haalbaar om een Pulmonologie module te realiseren in het UMC Utrecht van exact 3 maanden, daar het slechts functioneren als zaalarts voor ons niet acceptabel was. Ook door de verregaande specialisatie van pulmonologie in het UMC Utrecht is het moeilijk om aan het bereiken van alle aspecten van de leerdoelen te voldoen. Om toch te kunnen voldoen aan alle door het NIOS geëiste voorwaarden van een volwaardige module pulmonologie van 3 maanden, zijn er gesprekken gevoerd met de nieuwe deelopleider longgeneeskunde van het Antoniusziekenhuis (drs. S. van Haarlem) om te bezien of de module pulmonologie wellicht daar ondergebracht kan worden. Inmiddels heeft dat in goed overleg met de deelopleider cardiologie, R. Rienks van het UMC Utrecht, hoofdopleider W. van der Meulen en mevr. S. van Haarlem, geleid tot een compleet nieuwe invulling van de module pulmonologie in de opleidingslocaties St. Antoniusziekenhuis en locatie Oudenrijn, welke per 1 juni 2012 zal starten. In overleg met de deelopleider zal er tijdens de opleidingsmodule Pulmonologie zorg voor worden gedragen dat de AIOS voldoende kennis ontwikkelt op het gebied van: •
Acute longgeneeskunde, zodat de AIOS op de juiste wijze weet te handelen bij levensbedreigende situaties (reanimatie) en de verschijnselen kent en herkent van acute bronchoconstrictie, pneumothorax en trombo-embolische processen en hun gevolgen en de juiste maatregelen weet te treffen.
•
Beoordeling van het basale longfunctie onderzoek inclusief spirometrie, flow-volume onderzoek, arterieel bloedgasonderzoek, de directe en indirecte provocatie testen voor hyperreactiviteit (allergologie), inspanningsastma en EIB. ( histamine drempel bepaling/eucapnische hyperventilatie test/hyperventilatie provocatie test)
•
Het verrichten en beoordelen van inspanningstesten, met name het inzichtelijk maken van de cardiopulmonale belastbaarheid.
•
Het zelfstandig poliklinisch in kaart brengen van pulmonale problematiek met name voor ziektebeelden met een raakvlak aan de sportgeneeskunde zoals bv astma/EIB/COPD/hyperventilatie en de behandeling hiervan.
•
Kennis nemen van de indicatie voor longrevalidatie en aanverwante schema’s
•
Beoordelen van thoraxfoto’s
Om bovenstaande doelen te bereiken gaat de AIOS acute longpatiënten opvangen op de SEH, gesuperviseerd door een van de (dienstdoende) longartsen. De AIOS gaat een eigen spreekuur doen waarbij er een selectie gemaakt zal worden van ziektebeelden met een duidelijk raakvlak aan de sportgeneeskunde. Hierbij valt te denken aan ziektebeelden als astma, exercise induced bronchospasmen, hyperventilatie en COPD. Onder leiding van de deelopleider leert hij/zij het beoordelen van het basale spirometrisch onderzoek als ook de indicatiesteling en beoordeling van directe en indirecte provocatie testen. Een deel van de tijd zal besteed worden aan het bijwonen en uitvoeren van eenvoudig spirometrisch onderzoek op de longfunctie. De AIOS zal in eerste instantie onder supervisie van de deelopleider en later zelfstandig ergometrieën gaan uitvoeren en ook zorg dragen voor de beoordeling hiervan. Op deze manier zal hij /zij bijgeschoold worden over de basisprincipes van de inspannings(patho-)fysiologie. De AIOS woont een groot deel van de overdrachten en onderwijsactiviteiten van de AIOS longgeneeskunde bij, met name voor zover die een relatie hebben met de sportgeneeskunde. Op deze manier krijgt de AIOS een goed inzicht in de dagelijks longartsen praktijk, de behandeling van veel voorkomende aandoeningen en de beoordeling van röntgenfoto’s. De AIOS doet de daganalyse COPD waarbij hij/zij een volledig beeld krijgt van het ziektebeeld, de indicatie voor revalidatie en hij/zij loopt mee met een longgespecialiseerde fysiotherapeut bij de poliklinische revalidatie van longpatiënten.
2.6.3 Invulling module Orthopedie en relatie naar Sportgeneeskunde Ofschoon veel orthopedische pathologie gezien wordt van niet-sporters, wordt er vanaf de start van dit opleidingsjaar gestreefd naar het betrekken van de AIOS bij alle sportgerelateerde aandoeningen aan het steun- en bewegingsapparaat welke zich bij de orthopeden aandienen. De eis om op de spoed eisende hulp (SEH) te werken wordt concreet met elkaar besproken en ingepland. Stage lopen op de gipskamer, ervaringen delen met de gipsverbandmeester en instrumentmaker, en uiteraard het volgen van en assisteren bij operaties worden op elkaar afgestemd. Tijdens ieder spreekuur komen naast mensen met posttraumatische klachten, patiënten met chronische sportgerelateerde klachten, zoals artrose en chronische gewrichtsontstekingen. In de tweede helft van deze module worden specifieke sportspreekuren gecreëerd voor de AIOS, gesuperviseerd door de deelopleider of, bij ontstentenis, door een staflid van orthopedie. Per 1-1-2012 is in het Diaconessenhuis de opleiding tot orthopedisch chirurg ingebed. In aanloop naar de start van deze opleiding heeft verbetering van de deelopleiding sportgeneeskunde daardoor ook in versneld tempo plaatsgevonden. De volgende structurele verbeteringen zijn reeds doorgevoerd: • Over de schouder supervisie is geïntensiveerd. Dit houdt in dat tijdens de spreekuren van de orthopedisch chirurgen de AIOS regelmatig wordt gevraagd mee te kijken naar bijzondere klinische presentaties en/of beeldvormende diagnostiek. Tijdens de maandelijkse KPB’s wordt over de schouder meegekeken, alsook op die momenten waarop buiten de KPB’s een gezamenlijke beoordeling wordt verricht. De AIOS herhaalt daarbij bijvoorbeeld delen van het lichamelijk onderzoek of krijgt onderdelen gedemonstreerd. De borging ligt in het feit dat er met de opleidingsgroep overeengekomen is dat het van tijd tot tijd over de schouder superviseren tot de taken van de opleidingsgroep behoren. Alle leden van de opleidingsgroep hebben hun algemene en specifieke verantwoordelijkheden schriftelijk vastgelegd en ondertekend. • Dagelijks is er een ochtend- en middagoverdracht, waarbij o.a. patiëntenoverdracht plaatsvindt • De behandelprotocollen zijn opgenomen in het systeem Manual Master. • Er is een wekelijks gestructureerd overleg met de radiologen. • Het weekschema is bijgevoegd (zie bijlage 1). Hieruit blijkt dat de AIOS sportgeneeskunde in de deelmodule orthopedie leerervaringen opdoet over de volle breedte van het vakgebied orthopedie, met daarin extra aandacht voor de sport gerelateerde orthopedische klachten en afwijkingen. De eindtermen waaraan de AIOS wat betreft de competentie medisch handelen dienen te voldoen worden hieronder op rij gezet. Het betreft de problematiek van het bewegingsapparaat. Nb. Enkele eindtermen vallen mede onder de sportgeneeskundige stages. Zie portfolio: 1.1 De AIOS bezit adequate kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied • De AIOS heeft adequate kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van het bewegingsapparaat, alsmede kennis van de processen van groei- en veroudering, en de consequenties daarvan voor de belastbaarheid van het actieve en passieve deel van het bewegingsapparaat. • De AIOS heeft adequate kennis over operatieve-, immobiliserende-, fysische- en farmacotherapie bij letsels en orthopedische pathologie. • De AIOS leert de indicaties en contra-indicaties van de diverse therapievormen kennen en leert deze te betrekken in zijn besluitvorming.
15/46
1.2 De AIOS past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal bij problematiek van het bewegingsapparaat die bij sport en bewegen is ontstaan of zich daarbij manifesteert goed en evidenced based toe. Hieronder valt het • Kunnen definiëren van de hulpvraag. • Afnemen van een relevante, beknopte en accurate anamnese. • Doelmatig uitvoeren van een (orthopedisch)lichamelijk onderzoek. • Uitvoeren van relevante procedures om gegevens te verzamelen, te analyseren en te interpreteren. • Opstellen van een (differentiaal) diagnose. • En het opstellen van een behandelplan met het doel het probleem ven de patiënt/sporter te helpen oplossen. • De AIOS kent de ziektebeelden en letsels die zich kunnen presenteren in de (sport)medische praktijk; hij/zij weet deze te herkennen en te behandelen c.q. te doen behandelen door effectieve verwijzing. • Voor deze letsels is het nodig dat de sportarts zich een juiste voorstelling kan vormen van de belasting van de sporter tijdens de training en in wedstrijden aangezien het bewegingspatroon vaak een oorzakelijke factor is in het ontstaan van overbelasting, is vaardigheid in het observeren en analyseren ervan belangrijk. • De AIOS is in staat om relevante symptomen te herkennen in het afnemen van de speciële sportgeneeskundige anamnese. • De AIOS is in staat om sportspecifiek onderzoek van het bewegingsapparaat te verrichten • De AIOS kent de indicatiestelling voor invasieve en non-invasieve diagnostische technieken het bewegingsapparaat betreffende en kan deze voor zover sportrelevant interpreteren. Dit betref met name de diagnostiek van de voorkomende weke-delen-letsels van het bewegingsapparaat. • De AIOS is in staat om de indicatie te stellen voor de aanvraag van: o Laboratoriumonderzoek/bloedanalyse o Beeldvormende diagnostiek: röntgenfoto, echografie, scintigrafie, CT-scan. MRI o EMG-onderzoek o Spierkrachtmeting o Biomechanische analyse en de uitslag hiervan te beoordelen o Compartimentsdrukmeting en de uitslag hiervan te beoordelen • De AIOS beheerst de conservatieve behandelmethoden bij voorkomende weke-delen-letsels van het bewegingsapparaat. • De AIOS is in staat hersteltrajecten te begeleiden en het proces hiervan te bewaken teneinde het herstel te bespoedigen, een recidief te voorkomen en progressie alsmede secundaire schade te vermijden. • De AIOS is in staat een gericht beweeg-, sportadvies en aanpassen van trainingsschema te geven. • De AIOS is in staat aanpassingen van het materiaal voor te schrijven (advies m.b.t. schoeisel, inlays of ander sportmateriaal). • De AIOS is in staat gerichte en sportspecifieke oefeningen voor te schrijven (met instructies of in complexere gevallen gericht aangestuurd via de (sport)fysiotherapeut). • De AIOS is in staat injectietherapie, medicatie ten behoeve van pijnbestrijding en herstel en eventueel andere nieuwe bewezen therapieën toe te passen. • De AIOS heeft kennis van de behandeling van ernstige (ossale en articulaire) letsels • De AIOS is in staat indicaties en contra-indicaties van de diverse therapievormen te betrekken in zijn besluitvorming. • De AIOS is in staat, de conservatieve therapie van deze ernstige letsels ter hand te nemen • De AIOS is in staat eerste hulp bij sportongevallen te verlenen bij letsels van verschillende ernst en weet de juiste vervoersmaatregelen te treffen. • De AIOS weet op juiste wijze te handelen bij levensbedreigende situaties. • De AIOS is in staat zelfstandig wondtoilet en hechting te verrichten en draagt zorg voor infectiebestrijding en tetanuspreventie.
•
De AIOS is in staat om snel en adequaat te handelen bij traumatologische problematiek van het bewegingsapparaat ontstaan bij sport en bewegen. Hier valt ook `repositie`onder.
Er wordt structureel cursorisch onderwijs aangeboden op woensdag. Hierbij wordt aandacht besteed aan het houden van referaten, de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en medisch-inhoudelijke onderwerpen, waarbij kennis en vaardigheden aan bod komen. Dit staat los van andere structurele onderwijsmomenten zoals de traumabespreking, radiologiebespreking, de leermomenten tijdens de overdrachten en het wetenschappelijk werk. Ook is er 1 maal per maand vakgroepoverstijgend onderwijs waar de A(N)IOS aanwezig zijn. Het opleidingsklimaat in het Diakonessenhuis is door de AGNOIS en AIOS als bijzonder veilig beoordeeld (D-RECT) en de A(N)IOS zijn zeer tevreden over de geboden supervisie, de sfeer, de opleider als rolmodel en de onderlinge samenwerking binnen de maatschap orthopedie. Daar is geen reden tot drastische verbetering Dat betekent overigens niet dat alle opleidingsfacetten al tot volle wasdom zijn gekomen. Die verdienen hier en daar natuurlijk de volle aandacht. 2.6.4 Invulling module Huisartsgeneeskunde en relatie naar Sportgeneeskunde Naast de reguliere spreekuren die de sportartsen, als extra huisarts, in de betreffende praktijk meedraaien, wordt met name nader stilgestaan en overleg gepleegd over die deelgebieden die, naast de cardiologie en orthopedie, verdere kennis en vaardigheden vereisen. Hierbij dient gedacht te worden aan de domeinen KNO, gastro-enterologie, gynaecologie, dermatologie en oogheelkunde. Ook wanneer het gaat om chronische ziekten als bijvoorbeeld diabetes, metabool syndroom of depressie wordt de AIOS uitgebreid opgeleid. De verschillende NHG-standaarden en CBO richtlijnen worden elke keer met de AIOS besproken. De AIOS krijgt na 1 week inwerken zijn/haar eigen spreekuur. Tevens zal de deelopleider periodiek gebruik maken van video-opnames om de AIOS gerichte feedback te kunnen geven op de arts-patiënt communicatie en het gericht en systematisch werken, zoals men dat al jaren doet bij huisartsen in opleiding. Een weekschema voor deze module is bijgevoegd in bijlage 4.
17/46
2.7 Invulling module Sportgeneeskunde Aan de hand van alle denkbare categorieën sportpatiënten (ook second opinions) krijgt de AIOS directe terugkoppeling, waarbij toetsing plaats vindt van kennis met betrekking tot anatomie, functieonderzoek en provocatietesten. Door middel van KPB's wordt 1-2x per maand gecontroleerd en beoordeeld hoe het arts-patiëntencontact verloopt en kan een oordeel gevormd worden over de schriftelijke en mondelinge communicatievaardigheden van de AIOS. Feedback wordt gegeven op het fysisch-diagnostisch onderzoek, de aangevraagde beeldvormende technieken of andersoortige diagnostiek, de uitleg van de waarschijnlijkheidsdiagnose en het therapieplan, incl. medicatievoorschrift, gerichte verwijzingen en sportadvisering. Een maal per 4 weken wordt er structureel overleg gepleegd met de sportcardioloog om interessante en discutabele ECG’s te bespreken, en om de week is er een overleg met de radiologen ter bespreking van aangevraagde röntgenonderzoeken. Doordat sport binnen de orthopedie van het UMC Utrecht geen speerpunt is, is opnieuw onderzocht of het haalbaar en zinvol is een periodiek overleg te initiëren met de orthopeden van het Diakonessenziekenhuis ter bespreking van complexe sportorthopedie. Dit is gerealiseerd door het initiëren van een maandelijks overleg met Dr. A. de Gast in het Diakonessenhuis Zeist. De deelopleider Orthopedie woont 1 keer per 2 weken de radiologiebespreking in het UMC Utrecht bij om de getoonde röntgenbeelden te relateren aan de op de poli gepresenteerde orthopedische klachten. 2.7.1
Inhoud en opbouw werkzaamheden eerste en tweede module Sportgeneeskunde (resp. 3e en 4e opleidingsjaar).
De AIOS begint tegelijkertijd op beide locaties (UMC Utrecht en SMC-KNVB Zeist). Nadat de AIOS 1-2 weken over de schouder heeft meegekeken van ervaren sportartsen op beide locaties m.b.t. interne logistieke procedures en werkafspraken (fase 1), gaat hij/zij steeds meer zelfstandig aan de slag. Dit geschiedt gestaag en gedoseerd langs de lijn van de fasen 2-5: 2) Iedere nieuwe patiënt meteen terugkoppelen; patiënt wordt aansluitend door de supervisor gezien en gecontroleerd (3-4 maanden). 3) Iedere nieuwe patiënt meteen terugkoppelen; patiënt wordt zo nodig aansluitend door supervisor gezien en gecontroleerd, afhankelijk van casus en kwaliteit AIOS (2-3 maanden). 4) Alle patiënten aan het eind van de dag met supervisor doorspreken, en de AIOS neemt zelf het initiatief om bij onzekerheid/onduidelijkheid met de supervisor telefonisch/lijfelijk te overleggen e (rest van 3 jaar). e 5) Op initiatief van de AIOS worden cases doorgesproken cq. samen gezien (4 jaar). De overgang van fase 1 via stapjes naar 5 vindt plaats aan de hand van KPB’s. De AIOS wordt getraind in het pluis- niet pluis gevoel om op goede gronden eerder overleg te plegen met de hoofdopleider of medespecialisten. Voorts wordt scherp toegezien op het volgen van interne protocollen en richtlijnen alsmede registreren van de noodzakelijke administratie inclusief patiëntenbrieven en DBC-invoer. Alle verslagen/brieven worden gecheckt (en mede-ondertekend) door de supervisor alvorens ze verstuurd worden. Een weekschema is bijgevoegd in bijlage 4.
2.7.2 Mogelijkheden invulling tweede module Sportgeneeskunde op andere locatie. Aangezien na onderlinge afstemming zowel in het UMC Utrecht als bij de KNVB geen zweefvlieg- en duikkeuringen meer worden verricht is met de medisch coördinator SMA Utrecht afgesproken dat de AIOS hiervoor 4 dagen stage loopt bij het SMA Utrecht alwaar deze keuringen wel plaatsvinden Onder leiding van SMA-sportarts drs. E.R.H.A. Hendriks. Inplanning van deze stage vindt plaats in een tijd van het jaar dat er veel vraag is naar dit soort keuringen (maart-april), zodat het aanbod groot genoeg is.
2.7.3 Sportmedische begeleidingsactiviteiten (maximaal 8 weken) Vanaf de start van de opleiding wordt gestimuleerd dat de AIOS begeleidingactiviteiten verricht voor sportbonden en/of -clubs. Dit betekent concreet dat bij externe vragen de AIOS wordt gepolst om te participeren bij één- of meerdaagse evenementen (marathon van Utrecht; sporttoernooien), mits dit inpasbaar is en niet conflicteert met afspraken van de deelopleiders. In deze module doet de AIOS onmisbare ervaring op met het begeleiden van (top)sporters en sportploegen. Gedurende de module Sportgeneeskunde bij de KNVB is dit een onlosmakelijk onderdeel van het werk. De betreffende deelopleider neemt vooraf met de AIOS de werkwijze, verantwoordelijkheden en huisregels door en is altijd bereikbaar voor back-up en overleg. Ervaren sportfysiotherapeuten nemen tijdens de begeleidingsdagen de directe supervisie op zich. Evaluatie van deze periode vindt plaats via het beoordelen van het verslagformulier (onderdeel portfolio) tijdens het voortgangsgesprek. 2.7.4 Samenwerking met revalidatiegeneeskunde Door de unieke positie van de sportgeneeskunde in het UMC binnen de afdeling Revalidatie, Verplegingswetenschap & Sport zijn er voor de AIOS mogelijkheden gecreëerd om in de module Sportgeneeskunde ook ervaring op te doen op het gebied van de Revalidatiegeneeskunde. Hiertoe woont de AIOS maandelijks het zogenaamde RASP-overleg bij, waarbij zowel revalidatie- als sportartsen logistieke/organisatorische aspecten bespreken, zijn er gezamenlijke onderzoeksprojecten (bijv. (p)reconditionering), en krijgt de AIOS de mogelijkheid om spreekuren (i.c. een multidisciplinair voetenspreekuur) mee te draaien met de revalidatieartsen. Vanwege het toekomstige speerpunt Gehandicaptensport (samen met De Hoogstraat en MRC Doorn) zullen gehandicapte (top)sporters gekeurd, getest en beoordeeld worden door bundeling van kennis uit beide disciplines Ook wordt de AIOS per 1-3-2012 nadrukkelijk betrokken bij de hartrevalidatie-activiteiten zoals deze op de afdeling RV&S sinds jaar en dag plaatsvinden. Zie voor een uitgebreide beschrijving hiervan 2.6.1. In februari 2011 is de richtlijn oncologische revalidatie geautoriseerd, in de komende maanden moet deze richtlijn landelijk worden geïmplementeerd, waarvoor een subsidieaanvraag loopt. Door de hoogleraar revalidatiegeneeskunde van het UMC Utrecht, prof. dr. E. Lindeman, wordt op dit moment intensief onderzoek gedaan naar het realiseren van een gestructureerde inbedding van de revalidatie van oncologische patiënten. Het UMC Utrecht is onlangs tot een van de 6 centra gekozen waarin de landelijke richtlijn oncologische revalidatie geïmplementeerd zal worden. Er is een lokale projectgroep gestart onder leiding van een revalidatiearts van het UMC Utrecht die zich bezighoudt met de exacte invulling van deze oncologische revalidatie. In deze projectgroep wordt ook gesproken over de rol die de AIOS sportgeneeskunde hierin zou kunnen vervullen.
19/46
2.8 Afspraken binnen opleidingsgroep Om de 3-4 maanden vindt bilateraal overleg plaats met de verschillende deelopleiders, in aanwezigheid van de AIOS. De Opleidingsgroep komt 1x/jaar bijeen met het oog op een nieuwe sollicitatieronde. Indien nodig wordt dit moment ook aangegrepen om andere plenaire overlegpunten en afspraken te maken. Met alle deelopleiders is het volgende overeengekomen: • • • • •
•
•
Er wordt zorg gedragen voor gestructureerd cursorisch onderwijs, 1x/maand binnen het betreffende opleidingsjaar in het UMC Utrecht. Er wordt gebruik gemaakt van bestaande kennistoetsen die in 2011 door het NIOS in gebruik zijn genomen om gedurende de opleiding af te nemen.. Er vinden in ieder opleidingsjaar 3-4 voortgangsgesprekken plaats, in het laatste jaar 1x plenair. Er vindt minimaal 1 keer/maand een KPB plaats, zowel in het UMC Utrecht (jaar 1-3-4) als bij de KNVB te Zeist (jaar 3-4) en het Diakonessenziekenhuis (jaar 2). Er worden korte en langere klinische beoordelingsgesprekken gevoerd gedurende de gehele opleiding (zie ook 2.4.2 en 3: portfolio). Afspraken zijn om dit minstens 1x per maand uit te voeren; soms vaker waarbij dan een deelaspect (=1 competentie) eruit wordt gelicht. Bij de eindbeoordeling per module door zowel de hoofdopleider alsook de deelopleider wordt ook de mening van de waarnemend deelopleider en overige supervisoren betrokken. Bij meningsverschillen is het standpunt van de hoofdopleider doorslaggevend. Bijhouden van het portfolio is een gedeelde verantwoordelijkheid van AIOS en hoofd- en deelopleider. De deelopleider controleert 1x/kwartaal de rapportages en stimuleert waar nodig.
De bewaking van de voortgang van deze afspraken vindt plaats tijdens de voortgangsgesprekken, o.a. aan de hand van de inhoud van het portfolio. Hierbij geschiedt ook de periodieke evaluatie. 2.9 Supervisie Supervisie algemeen Concrete afspraken hebben geleid tot ondertekening van het regionale opleidingsplan, hetgeen is samengesteld met medeweten van betrokkenen. Zij kunnen op een professionele manier op elkaars verantwoordelijkheid worden aangesproken. De deelopleiders reageren nochtans snel en adequaat op vragen per mail/ telefoon (deadlines). Tijdens de evaluatiemomenten wordt primair stil gestaan bij positieve punten om van daaruit verbeterpunten te bepalen en de weg te beschrijven om daadwerkelijk tot verbetering te komen. Elke deel-opleider is gemiddeld 4 dagen/week aanwezig en voor supervisie beschikbaar. Bij ziekte, verlof, congresbezoek of anderszins wordt de supervisie overgedragen aan de waarnemend deelopleider en bij diens absentie overgedragen aan een derde ervaren medisch specialist (zie pag. 3 voor de desbetreffende personen). Er wordt zorg gedragen voor fulltime supervisie waarbij de AIOS de nieuwe patiënten van de sportartsen zelfstandig zal zien, waarna rapportage volgt. Soms direct na het consult, soms aan het einde van de dag waarin afdoende tijd wordt vrijgemaakt voor begeleiding. De supervisie wordt gekoppeld aan de poli spreekuren. Dat wil zeggen dat deelopleider 1 op dinsdagochtend en vrijdag zal superviseren en deelopleider 2 maandag, dinsdagmiddag, woensdag en donderdag.
Supervisie tijdens afwezigheid wegens sportbegeleidingsactiviteiten Er is een waarnemend opleider die de supervisie zal waarborgen. Deze waarnemer zal op de hoogte zijn van de manier waarop de begeleiding plaatsvindt (i.e. competentiegericht; coachend). De waarnemend hoofdopleider doet geen directe begeleidingswerkzaamheden meer. De deelopleider Sportgeneeskunde van de KNVB en de hoofdopleider (Van der Meulen) wel. De vakantie- en verlofdagen van de AIOS worden zoveel mogelijk afgestemd met de deelopleiders. De supervisie van de AIOS in die periode wordt overgedragen op de eerst aangewezen waarnemer. Voorbeeld: Wout van der Meulen is 1 dag per week (veelal de vrijdag) gedetacheerd naar de KNGU. Bij langer durende activiteiten wordt zijn taak waargenomen door een ander staflid. Compensatie dagen van diens begeleidingsactiviteiten zullen op dagen plaats vinden dat de andere supervisor aanwezig is. 2.10 Evaluatiebeleid opleiding De AIOS kan gebruik maken van de mogelijkheid om tijdens supervisiebijeenkomsten met de lokale opleider het opleidingsbeleid in kaart te brengen. Daarnaast is er de mogelijkheid om het beleid te evalueren met de hoofdopleider. Bij voortgangs- en evaluatiegesprekken wordt expliciet gesproken over en gespiegeld ten aanzien van de huidige opleiding binnen onze regio. Temeer daar we zelf, samen met de AIOS, proefondervindelijk bezig zijn om de opleiding verder te optimaliseren. De evaluatie van de opleiding van de individuele AIOS vindt gestructureerd plaats in het Portfolio (zie 3).
21/46
3. PORTFOLIO Om de voortgang van de AIOS ten aanzien van zijn/haar opleiding te bewaken, wordt gebruik gemaakt van het door het NIOS ontwikkelde Portfolio. Dat houdt o.a. in dat er bij de start van een module een startgesprek gehouden wordt, vervolgens iedere 3 maanden een voortgangsgesprek en aan het eind van de module een eind-/ beoordelingsgesprek. Tijdens elke module worden minimaal 1 keer per maand KPB’s gehouden. Tijdens bovengenoemde gesprekken worden deze KPB’s van feedback voorzien, wat dient te resulteren in reflectieverslagen en een individueel (accent bij het) Opleidingsplan. De verantwoordelijkheid om het Portfolio bij te houden wordt gedeeld tussen de AIOS en de hoofd- of deelopleider. De AIOS is zelf verantwoordelijk om afspraken te maken voor de te houden KPB’s, de jaarlijkse 360-graden beoordeling en voortgangsgesprekken. Daar waar het een (geschiktheids-) beoordelingsgesprek betreft ligt de verantwoordelijkheid voor het maken van de afspraak bij de hoofd- en deelopleider. 3.1 Implementatie en beoordeling Portfolio De AIOS neemt bij ieder voortgangs- en beoordelingsgesprek zijn/haar NIOS-Portfolio mee ter evaluatie. Indien e.e.a. ontbreekt wordt de AIOS hierop gewezen en gestimuleerd om dit z.s.m. adequaat aan te vullen. De secretaresse van de afdeling plant ruim 1 maand tevoren overlegmomenten in. Tijdens de gesprekken met de hoofd- en deelopleider wordt het portfolio uitvoerig doorgenomen, waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan: • De inhoud van het portfolio, met name de casuïstiekbesprekingen. • Evaluatie van KPB’s. • Bespreking van geconstateerde knelpunten. • Evaluatie van eerder gemaakte afspraken en controle op eerder afgesproken verbeterpunten • Gehouden voordrachten en presentaties. • Hoeveelheid en kwaliteit van abstracts en conceptartikelen. • Overzicht van het gevolgde cursorisch onderwijs. • De verslagen van start- en voortgangsgesprekken. • Beschrijving van de individuele leerdoelen. De schriftelijke vastlegging van toets- en beoordeelmomenten wordt volgens een vastomlijnd format gedaan: • Gemaakte afspraken worden geformuleerd en gedateerd. • De 5-puntsschaal wordt gehanteerd bij de beoordeling. • Beoordelingsformulier(en) worden door zowel AIOS als opleider (leesbaar) ondertekend.
4.
KWALITEITSZORG
4.1
Beleid gebruik richtlijnen- en protocollen
T.a.v. preventieve sportmedische onderzoeken is het Lausanne protocol geïmplementeerd. Bij consulten zijn er (nog) weinig of geen aandoeningen geprotocolleerd. Gunstige uitzonderingen zijn het overtrainingssyndroom (OTS), de ziekte van Bechterew en de richtlijn SI-klachten. In algemenere zin: als het gaat om bijv. injectieprotocollen volgen wij zoveel mogelijk de interne UMC-protocollen. Deze zijn gegroepeerd te vinden op het intranet van het UMC Utrecht. Nadere implementatie zal weldra plaatsvinden t.a.v. chronische liesklachten, mediaal tibiaal stress syndroom, chronische achillestendinopathie en het patellofemoraal pijn syndroom. 4.2 Implementatie competentiegericht onderwijs Alle deelopleiders zijn bekend met het CanMeds-model. Er wordt dus niet alleen op medisch handelen geëvalueerd, maar ook op de andere competenties wordt gelet. Met name professioneel handelen, communicatie en organisatie worden UMC-breed middels vragenlijsten getoetst. 4.3 Docentenprofessionalisering Hoofdopleider en plaatsvervangend hoofdopleider hebben veel ervaring in het geven van onderwijs aan grote en kleine groepen van medisch studenten als ook aan artsen (postacademisch onderwijs). Via het Julius Centrum vindt jaarlijkse docentenscholing plaats (Van Geunsconferenties over Public Health o.l.v. prof. dr. G.Schrijvers). Daarnaast organiseert het UMC 4x/jaar voor het onderwijskader MD-Actueel. Via de VSG is scholing gevolgd met het oog op huisartsenbijscholingen. Tot dusverre bestaat binnen het UMC Utrecht wel een structureel beleid t.a.v. het behalen en bijhouden van de didactische competenties van alle opleiders, maar daar participeren de verschillende deelopleiders nog niet in. Hoofdopleider van der Meulen en plaatsvervangend hoofdopleider Backx volgden op 10 /11 maart, 20/21 juni en 4/5 oktober 2011 de 6 daagse Teach the Teacher cursus. Deelopleiders Ebbing en Goudswaard hebben de bijscholing op 6 maart 2012 gevolgd. Drs. J. Frederiks, sportarts bij de KNVB en betrokken bij het opleiden van AIOS, heeft de cursus inmiddels ook gevolgd. 4.3.1
Overzicht docentenprofessionalisering per opleider
Hoofdopleider Van der Meulen heeft gevolgd: • KALO opleiding voor docent Lichamelijke Opvoeding. (1975-1979) • de jaarlijkse docentenscholing via het Julius Centrum (prof.dr. G.Schrijvers). • Hockeytrainer B cursus. • academische opleidingen: Onderwijs in kleine groepen (2006). Professioneel gedrag beoordelen en feedback geven (2009). • Teach the teacher, 3x2 dagen in 2011 Waarnemend hoofdopleider F.J.G Backx heeft gevolgd: • 2009 bij het NIOS de cursus Teach-the-teacher van Peter Boendemaker (Wenckebach Instituut Groningen) • de jaarlijkse docentenscholing via het Julius Centrum (prof.dr. G.Schrijvers). • Op 22 maart 2010 staat tijdens de Van Geunsconferentie het thema ‘’Public Health Onderwijs en Onderzoek: een hoofdzaak voor iedere PH-specialist’’ centraal. Hoofdopleider en plaatsvervangend hoofdopleider zullen hieraan deelnemen. • Teach the Teacher, 3x2 dagen in 2011
23/46
Dr. R. Rienks (deelopleider Cardiologie) heeft de volgende docentopleidingen gevolgd: • Basistraining opleiden van Medisch Specialisten Drs. S.W.A. van Haarlem (deelopleider Pulmonologie) heeft gevolgd: • Nascholing huisartsen en fysiotherapeuten longfunctie/inspanningsfysiologie • Teach the Teacher: Basistraining Opleiden van Medisch specialisten 2-12-2011 • Sinds 2003 deel van de opleidingsgroep longziekten en tuberculose • Verantwoordelijk voor onderwijs op gebied van longfunctie/inspanningsfysiologie • Verantwoordelijk voor de stage longfunctie AIOS Longziekten en Tuberculose • Superviseren van AGNIOS en AIOS Longziekten en Tuberculose tijdens klinische stages en diensten. Dr. A. de Gast (deelopleider Orthopedie) heeft gevolgd: • Teach the teacher cursus (via VUmc) • 12 jaar universitair medisch specialist (colleges, tutorgroepen etc etc.) • 5 jaar plaatsvervangend opleider orthopedie in VUmc Drs. M.H.M. Ebbing (deelopleider Huisartsgeneeskunde) heeft gevolgd: • Huisartsenopleiders bijeenkomst Julius Centrum UMC • HADO middag Huisartsen opleiding UMC Evidence based medicine • HADO middag Huisartsen opleiding UMC Evidence based medicine • HADO (huisarts docenten) terugkomdag UMC • Teach de Teacher op 6-3-2012 Drs. G.J. Goudswaard (deelopleider sportgeneeskunde) heeft gevolgd: • Teach the teacher op 6-3-2012 4.3.2
Overzicht deelname activiteiten voor opleiders
Drs. W.J.T.M. van der Meulen: • Lid van het Concilium Sportgeneeskunde (NIOS) vanaf 1-1-2012 • Lid van Centrale OpleidingsCommissie (COC) UMC Utrecht Prof. Dr. F.J.G. Backx: • Lid van het Concilium Sportgeneeskunde (NIOS) tot 1-1-2012 • Lid van de NIOS-examencommissie • Lid van de Plenaire Visitatie Commissie van het NIOS Dr. R. Rienks • Geen Drs. G.J. Goudswaard • geen Dr. A. de Gast • Lid Commissie Modernisering Opleiding Orthopedie • Lid onderwijscommissie NOV • Voorzitter onderwijscommissie NOV
ONDERTEKENING OPLEIDINGSBELEID Hiermee verklaren ondergetekenden bekend te zijn met- en te staan achter de inhoud van dit Opleidingsbeleid voor de opleidingsinrichting. Hoofdopleider Naam: drs. W.J.T.M. van der Meulen Plaats: Utrecht Datum: Handtekening: Waarnemend hoofdopleider Naam: Prof. Dr. F.J.G. Backx Plaats: Utrecht Datum: Handtekening: Deelopleider Sportgeneeskunde KNVB Naam: drs. G.J. Goudswaard Plaats: Zeist Datum: Handtekening: Deelopleider Cardiologie Naam: dr. R. Rienks Plaats: Utrecht Datum: Handtekening: Deelopleider Orthopedie Naam: dr. A. de Gast Plaats: Zeist Datum: Handtekening: Deelopleider Huisartsgeneeskunde Naam: drs. M.H.M. Ebbing Plaats: Houten Datum: Handtekening: Deelopleider Pulmonologie Naam: Drs S.W.A. van Haarlem Plaats: Utrecht Datum: Handtekening: Instituutsopleider NIOS Naam: ..... Plaats: ..... Datum: ..... Handtekening:
25/46
BIJLAGEN 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Weekschema module orthopedie (Diakonessenziekenhuis Zeist) Weekschema module Cardiologie Weekschema afd. pulmonologie van het St. Antoniusziekenhuis Nieuwegein en locatie oudenrijn e Weekschema module Sportgeneeskunde 3 jaar UMCU-KNVB/huisarts/wetenschap e Weekschema module Sportgeneeskunde 4 jaar Overeenkomst samenwerking huisartsenpraktijk Ebbing & Peucker Samenwerkingsovereenkomst UMC Utrecht – KNVB 2002 Overeenkomst samenwerking met het SMA Utrecht Overzicht opleidingen tot medisch specialist UMC Utrecht Overzicht samenwerkingsverbanden sportfysiotherapeuten regio Utrecht
BIJLAGE 1- Weekschema module orthopedie
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Ochtend
07h30 overdracht 08h00 afdeling 10h00 gipskamer 12h30 lunch
07h30 overdracht 08h00 afdeling 09h30 optie: poli Dr vd Werf / OK 11h30 lunch
13h00 optie: poli Dr vd Laar / OK 15h30 afdeling 17h00 Diak Utrecht rontgenbespreking 17h30 grote visite + complicatie bespreking 18h30 naar huis
07h30 overdracht 08h00 hyluronzuur injecties met Dr Zurcher 08h30 afdeling 10h00 optie: poli Dr Zurcher / OK 12h30 lunch 13h00 Kniespreekuur 15h00 afdeling 17h00 onderwijs Diak Utrecht 18h00 naar huis
Compensatie voor overuren van de week, tijd voor verdieping orthopedie / wetenschappelijk onderzoek
Middag
07h30 overdracht 08h00 afdeling 09h30 sportspreekuur Dr vd Laar 12h00 afmaken visite afdeling 12h30 lunch 13h00 traumaspreekuur 16h30 overdracht 17h00 afdeling 17h30 naar huis
13h00 optie: poli Dr vd Werf / OK 16h30 overdracht 17h00 afdeling 17h30 naar huis
12h00 OK met Dr vd Werf 16h15 overdracht 16h45 afdeling 17h15 naar huis
Totaal volgens schema 43h45min (rekening houdend met 30min pauze per dag) Afdeling: 9.5h per week Onderwijs: 3h per week Poli / OK/ Gipskamer: 25.5h per week Overdracht: 4.5h per week Rekeninghoudend met bereikbaarheidsdienst / compensatie / traumadienst zal de sportarts gemiddeld 46h werken.
27/46
BIJLAGE 2 Weekschema module cardiologie
8.15
9.00 9.15 9.45 10.15 10.45 11.15
11.45 12.00
maandag overdracht
dinsdag Overdracht + presentatie ritme
woensdag Overdracht + refraat
donderdag 8.00u research presentatie
SEH
SEH
SEH
SEH
e
Elke 2 week gesprek Dr. Rienks
vrijdag Overdracht + onderwijs Of vanaf 7.45 grote visite ritme SEH
auscultatieonderwijs
Onderwijs Dr. Kirkels MRI bespreking
12.45 13.15 13.45 14.15 14.45 15.15 15.45 16.15 16.45
lunch SEH
17.15
Overdracht CCU
17.45
Einde werkdag
Grote visite algemene cardio SEH
lunch SEH
lunch SEH en CCU
lunch SEH
Overdracht CCU
Onderwijs sport e elke 4 week 2x per maand beeldvorming Overdracht CCU
Overdracht CCU
Overdracht CCU
Einde werkdag
Einde werkdag
Einde werkdag
Einde werkdag
Daarnaast feedback momenten op afdeling en supervisie op afdeling, welke dagelijks gebeuren, zonder vast tijdstip.
BIJLAGE 3: weekschema pulmonologie Totaal: 2 dagdelen SEH ( opvang acute longpatiënten op de spoedeisende hulp ( astma, COPD, pneumothorax, hyperventilatie, pneumonie, respiratoire insufficiëntie) 5-10 patiënten in Nieuwegein per dag 1 dagdeel spreekuur ( astma/EIB/HVS/COPD) 1 dagdeel ergometrie ( uitvoeren en beoordelen) 1 dagdeel longfunctie ( indicatiesteling/uitvoeren/beoordeling ) In goed overleg met de deelopleider cardiologie is afgesproken dat de eerste 3 maanden, 2 dagen pulmonologie, woensdag/donderdag en 3 dagen cardiologie op de overige dagen zal worden ingevuld. De tweede 3 maanden 3 dagen pulmonologie, dinsdag/woensdag/donderdag en cardiologie op de maandag en vrijdag. Weekschema pulmonologie: Dinsdagochtend
Thematisch onderwijs (Nieuwegein) Longrevalidatie fysiotherapeut Utrecht Eric vd Steenhoven/ MDO longrevalidatie ( Utrecht) Daganalyse COPD (Utrecht) supervisie deelopleider/ een van de longartsen
Dinsdagmiddag
administratie/poli voorbereiding (Utrecht) Evt ergometrie/histamine/allergie/EHV ( Utrecht)
Woensdagochtend even weken Woensdagmiddag Woensdagochtend oneven weken Woensdagmiddag
Donderdagochtend
Donderdagmiddag
Röntgenbespreking/onderwijs ( Utrecht) Poli Utrecht/ supervisie deelopleider Ergometrie( Utrecht), supervisie deelopleider / een aantal keren meelopen op de poli allergologie bij dr Tupker, dermatoloog Onderwijs (Nieuwegein)/poli locatie Nieuwegein ? Ergometrie/lf ( Nieuwegein) supervisie deelopleider MDO oncologie Onderwijs Nieuwegein Opvang acute longpatiënten op spoedeisende hulp gesuperviseerd door een van de longartsen idem Tussentijds evt ergometrie/bloedgassen prikken op de longfunctie
29/46
e
BIJLAGE 4 Weekschema modules sportgeneeskunde 3 jaar/wetenschap/huisartsgeneeskunde Maandag KNVB 8.00 8.30 9.00 9.30 10.00 10.30 11.00 11.30 12.00 12.30 13.00 13.30 14.00 14.30 15.00 15.30 16.00 16.30 17.00 17.30 18.00 18.30 19.00
Dinsdag Huisarts Spreekuur
woensdag UMCU Wetenschap
donderdag KNVB Spreekuur/ administratie
vrijdag Huisarts Spreekuur
Fysiotherapie bespreking Spreekuur Bespreking ass/koffie Lunch Spreekuur
BegeleidingsActiviteiten voorbereiden
Visites/ Administratie Lunch Spreekuur
Bespreking spreekuur met M. Ebbing (Eenmaal/maand Fysiotherapie/ Onderwijs moment)
Lunch Wetenschap
Lunch spreekuur
Röntgen/cardiologie bespreking Eenmaal/maand onderwijs SGK
BegeleidingsActiviteiten voorbereiden
Bespreking ass/koffie Overleg en spreekuur met fysiotherapeut Lunch Spreekuur
Bespreking spreekuur met H. Peucker
e
BIJLAGE 5: Weekschema module sportgeneeskunde 4 jaar Maandag: Poli SMC KNVB; werktijden van 9.00u tot 17.00u Werkzaamheden bestaan uit consulten en sportmedische onderzoeken Dinsdag: Poli SMC KNVB; werktijden van 9.00u tot 17.00u Werkzaamheden bestaan uit consulten en sportmedische onderzoeken Woensdag: Wetenschapsdag in UMC Utrecht; werktijden van 9.00u tot 17.00u Werkzaamheden bestaan uit opzet, dataverzameling, analyses, schrijven van wetenschappelijke artikelen. In de ochtend max 3 PACT-testen (spiro-ergometrie bij oncologische revalidatie patiënten), niet wekelijks. Donderdag: Ochtend (9.00u t/m 12.00u): keuringsspreekuur (preventieve sportmedische onderzoeken) Middag (13.00u t/m 17.00u): spreekuur met eigen patiënten (supervisie Drs. W. van der Meulen) Vrijdag: Ochtend (9.00u t/m 12.00u): spreekuur met eigen patiënten (supervisie Prof. Dr. F. Backx) Middag (13.00u t/m 17.00u): administratie Bovenstaand het reguliere programma. Echter, in verband met sportmedische begeleidingsactiviteiten vanuit de KNVB wordt dit rooster soms aangepast. Onderstaand een schema van de begeleidingsactiviteiten die ik dit jaar heb verzorgd: JO15: 11-4-2011m t/m 14-4-2011 (Zeist) MO15: 20-2-2011 t/n 23-2-2011 (Engeland) 24-4-2011 (Duitsland) 14-5-2011 (België) MO16: 3-7-2011 t/m 10-7-2011 (Finland) MO17: 24-2-2011 t/m 27-2-2011 (Italië) 16-10-2011 t/m 20-10-2011 (Duitsland) VO19: 13-2-2011 (België) 29-3-2011 t/m 6-4-2011 (Denemarken) 8-5-2011 (Doorwerth) 15-5-2011 (Ridderkerk) 28-5-2011 t/m 6-6-2011 (Italië) 15-8-2011 t/m 23-8-2011 (Bulgarije)
31/46
BIJLAGE 6 Overeenkomst samenwerking Huisartsenpraktijk Ebbing & Peucker
33/46
BIJLAGE 7 Samenwerkingsovereenkomst UMC Utrecht - KNVB 2002
35/46
37/46
39/46
41/46
BIJLAGE 8 Overeenkomst samenwerking met het SMA Utrecht
43/46
BIJLAGE 9 Overzicht aangeboden opleidingen tot medisch specialist UMC Utrecht Aantal specialisten
Aantal FTE
Opleidingsbevoegdheid MSRC
Consulent beschikbaar
Anesthesiologie
59
48,50
X
X
Cardiologie
23
18,90
X
X
Cardio-thoracale chirurgie
8
8,00
X
X
Dermatologie & venerologie
10
7,80
X
X
Heelkunde
23
22,20
X
X
Interne geneeskunde
61
55,24
X
X
Keel-neus-oorheelkunde
11
9,97
X
X
Kindergeneeskunde
81
72,19
X
X
Klinische chemie
6
5,89
X
X
Klinische genetica
18
13,90
X
X
Klinische geriatrie
5
4,60
X
X
Longziekten en Tuberculose
7
6,75
X
X
Maag-darm-leverziekten
6
5,90
X
X
Medische microbiologie
13
10,56
X
X
Neurochirurgie
10
7,70
X
X
Neurologie
28
24,20
X
X
Nucleaire geneeskunde
5
4,46
X
X
Obstetrie & gynaecologie
26
23,80
X
X
Oogheelkunde
16
11,50
X
X
Orthopedie
9
9,00
X
X
Pathologie
16
15,05
X
X
Plastische chirurgie
8
5,75
X
X
Psychiatrie
32
28,25
X
X
Radiologie
22
20,40
X
X
Radiotherapie
19
17,70
X
X
Reumatologie
9
8,00
X
X
Revalidatie
6
4,45
X
X
Profiel spoedeisende geneeskunde
4
3,70
X
X
Urologie
7
6,80
X
X
BIJLAGE 10 Overzicht samenwerkingsverbanden sportfysiotherapeuten Jumph, Dianne van der Pennen Keizerkarelweg 489/491 1181RH Amstelveen
Paul Schuurman Fysio Scheepsbouwersweg 7-A, 1121 PC Landsmeer 020 4923464
Footconnection b.v. (David Evers) Dahliastraat 72 4101 HE Culemborg 0345-520330
H. van Egmond Kruyderlaan 29a 3431 MB Nieuwegein 030 6000202 fax 030 6000201
Grosfeld, Luc Roodmus 42 3435 CH Nieuwegein 030-6054601
Fysio Van Leeuwen Zandweg 86 3454 JX De Meern Tel. 030-6663999
Karstens en van der Meijden Melkweg 29 3738 XD Maartensdijk 0346-211913
Weustink praktijk voor fysiotherapie Klooster Leuterstraat 24 3961 AZ Wijk bij Duurstede 0343-571857
Leeuwen, van Fyso Fitplan Hof van Batenstein 8 4131 HC Vianen 0347-320503
TRIAS Mississippidreef 61 3565 CE Utrecht 030-2660662
Medicort/Rob Tamminga J.C. Maylaan 6 3526 GV Utrecht 030-2448447
Orthofysix Catharijnesingel 82 3511 GP Utrecht 030-2317551
Uttien & Vermeer Drs. W. van Royenstraat 30 3871 AN Hoevelaken Tel: (033) 2536059 E-mail:
[email protected]
Olympos (Janine Kerstholt) Uppsalalaan 3 3584 CT Utrecht 030-2534471
Mirani en van der Hoeven Kolkrijst 20 3828 EJ Hoogland 033-4802477
Fysioworkshop Houten, Damian Murphy Kruisboog 16 3994 AE Houten 030-6390204
Meine Veldman Kanaalstraat 116 3531 CN Utrecht 030 2992600
Motion Fysiotherapie W. Bruinlaan 8-A-XII 1422 CB Uithoorn 0297-562234
Hans van Elst Instituut voor Fysiotherapie Maatschap Het Slijk 8 4133 EA Vianen tel. 0347 372411
De Praktijk (Evert van Mourik) Emmaweg 22 3603 AM Maarssen 0346-570691
45/46
Fysiotherapie Kuijpers Hondiusstraat 70 3602 PJ MAARSSEN Telefoon: 0346-566860 Faxnummer: 0346-282769
De Molen Standerdmolen 8-011 3995 AA Houten 030-6378283
Fysio Physics Fysiotherapie Linaeusweg 31 3401 MS Ijselstein 030 6877139
Annatommie Utrecht, Victor Steeneker Herculesplein 379 3584 AA Utrecht 030-8809050
Fysie Zorg voor Beweging (voorheen OCA) Fysiotherapie, Reïntegratie & Fysio Fitness Godfried van Seijstlaan 41 3703 BR Zeist T 030 691 81 68
Fysio HD Hubert Duyfhuysstraat 7 3553 VT Utrecht
Fysiohofstede Oudwijk 19a 3581 TG Utrecht(oost) 030 2540203
[email protected]
Rob Duin, praktijk voor fysiotherapie Volendam Maatschap voor Fysiotherapie Julianaweg 45b 1131CX Volendam
Praktijk voor Fysiotherapie OpMaat Locatie Leidsche Rijn Park In Sportcity Parkzichtlaan 207 3451 GX Vleuten tel. 030-2285605 FT: Erik Lantinga
Gezondheidscentrum Lunetten Oeral 1 3524 DS UTRECHT NEDERLAND t: 030 - 288 40 84 w: http://www.gezondlunetten.nl e: Email Gezondheidscentrum Lunetten tav. Annemieke Wieman
Somatic Fysiotherapie Praktijk in Doorn Postbus 275 3940 AG Doorn Praktijk in Cothen Willem Alexanderweg 83 3945 CH Cothen
Fit by Action (Ron Massing) Damrak 1-5 1012 LG Amsterdam Tel. 06-41052292
www.fysiohd.nl
[email protected]