Jaarboek
VSG
Jaarboek Sportgeneeskunde 2009
NUR 898
2009
Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek
Sportgeneeskunde 2009
Inhoud
Colofon Jaarboek Sportgeneeskunde 2009 Een publicatie van Arko Sports Media BV in samenwerking met de Vereniging voor
Inhoudsopgave Voorwoord
5
1 Inleiding
7
2 Algemene informatie
9
Sportgeneeskunde Samenstelling en redactie Peter van Beek (hoofdredacteur) Carolien Kanne Marleen Kessel Nicole Eyssen (eindredacteur) Uitgave Arko Sports Media Postbus 393 3430 AJ Nieuwegein
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
Geschiedenis van de sportgeneeskunde.................... 11 Sportgezondheidszorg............................................... 13 Beleidsontwikkelingen VSG en FSMI......................... 17 Sportbeleid Ministerie van VWS 2006-2010.............. 20 Olympisch Plan 2028................................................. 24 Sportartsen................................................................ 30 Sportmedische begeleiding....................................... 36 Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen............................................. 38 Klachtenregeling sportgeneeskunde......................... 42 Financiering van de sportgeneeskunde..................... 43
tel. 030-6051090 fax. 030-6052618 e-mail:
[email protected] website: www.sportsmedia.nl Uitgever Michel van Troost Concept / vormgeving studiorvg*, Rotterdam Foto’s 0mslag dreamstime.com Druk Delta Hage, Den Haag ISBN/EAN 9789054721260 NUR 898
© 2010 Arko Sports Media, Nieuwegein Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag, zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, c.q. de uitgever van deze uitgave door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in art. 17 lid 2. Auteurswet 1912 en in het KB van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16b., te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
2
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
4 Wetenschap en onderwijs
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
125
Wetenschappelijk onderzoek................................... 127 Promoties sportartsen............................................. 160 Opleiding tot sportarts............................................ 165 Onderwijs/Bij- en nascholing................................... 168 VSG Congres............................................................ 172
3 Feiten en ontwikkelingen 2009 3.1 3.2 3.3 3.4
45
Cijfers en getallen...................................................... 46 Personalia.................................................................. 47 In de media............................................................... 48 Rapportages betrokken organisaties......................... 59 - Capaciteitsorgaan.................................................... 60 - CCC.......................................................................... 62 - Consument en Veiligheid........................................ 63 - Dopingautoriteit...................................................... 66 - FSMI........................................................................ 69 - Gehandicaptensport Nederland............................... 72 - LOSO....................................................................... 73 - Mulier Instituut ...................................................... 76 - NGS ........................................................................ 79 - NIOS........................................................................ 81 - NISB........................................................................ 83 - NOC*NSF................................................................. 87 - NOTS....................................................................... 90 - NVFS........................................................................ 91 - RCT.......................................................................... 93 - RIVM Gezond Leven................................................ 95 - RIVM Kies Beter...................................................... 96 - SBOS....................................................................... 98 - SCAS........................................................................ 99 - Service Médical..................................................... 100 - Service Médical Academy...................................... 103 - SOS....................................................................... 105 - Sport&Geneeskunde............................................. 109 - TNO........................................................................ 110 - VFBV....................................................................... 113 - VSG......................................................................... 114 - VSG......................................................................... 116 - VSN......................................................................... 119 - VSPN...................................................................... 121 - VVBN..................................................................... 123 - Werkgroep Cardiovasculaire screening en Sport... 124
173
5.1 Organisaties en adressen nationaal........................ 174 5.2 Organisaties en adressen internationaal................. 208
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
3
Voorwoord
v
Voorwoord
Van een afstand, maar nog steeds met veel belangstelling en betrokkenheid, volg ik de activiteiten van de Vereniging voor Sportgeneeskunde. In de afgelopen jaren vallen een aantal positieve ontwikkelingen daarbij op. Inhoudelijk is er een verheugende toename van het werk binnen de vereniging als ook in de presentatie naar buiten, in de zin van kwaliteit, kwantiteit en professionaliteit. Ik kom tot deze overtuiging door persoonlijke informatie, de inhoud van het tijdschrift, het cursusaanbod en de steeds beter wordende inhoud en organisatie van het jaarcongres.
zich de sportgeneeskunde te faciliteren, een verplichting waaraan zij in toenemende mate gevolg geeft.
Bovendien blijkt uit de lijst van SMI’s een toenemende
Van medische organisaties en in het bijzonder van
interne groei, maar vooral ook groeiende integratie van
de K.N.M.G. mag worden verwacht dat zij de voor
de sportgeneeskunde in andere medische echelons,
de geneeskunde belangrijke kwaliteitsverbeterende
zowel intra- als extramuraal. Deze ontwikkeling, waarbij
mogelijkheden erkent die sportgeneeskunde in zich
de sportgeneeskunde in toenemende mate integreert in
heeft en haar als consequentie hiervan interdisciplinair
de verschillende medische disciplines, is zowel voor de
inschaalt. Erkenning als medisch specialisme is hiervoor
geneeskunde als geheel als voor de sportgeneeskunde
een absolute voorwaarde.
van groot belang. Van sportorganisaties mag worden verwacht dat De sportgeneeskunde moet groeien in haar rol als
zij niet alleen sportgeneeskundige voorzieningen
maatschappelijk relevante organisatie, niet alleen in de
tot stand brengen, maar ook de inbedding van de
sport maar evenzeer in de geneeskunde. Door in het
sportgeneeskunde daadwerkelijk ondersteunen.
gehele veld van de geneeskunde acte de présence te geven, kan de sportgeneeskunde zichtbaar maken welke
Op de Vereniging voor Sportgeneeskunde rust de taak de
belangrijke bijdrage zij kan leveren aan de kwaliteit van
kwaliteit van het sportgeneeskundig handelen te bewaken
de geneeskunde in preventief, curatief en diagnostisch
en te verbeteren en vitale verbindingen aan te gaan en te
opzicht. Vooral mag dit van de sportgeneeskunde
onderhouden met relevante medische organisaties, met de
worden verwacht ten opzichte van de meer dan vijftig
overheid en met sportinstanties.
procent van de bevolking die in de sport dan wel in
Voor de lezer van dit jaarboek zal duidelijk worden dat de
bewegingsprogramma’s participeert.
vereniging zich van deze taak met verve kwijt.
Wanneer de overheid terecht sport en beweging
Dr. G.P.H. Hermans
stimuleert, neemt zij daarmee impliciet de verplichting op
Erelid VSG
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
5
Inleiding
1
Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt het Jaarboek Sportgeneeskunde 2009, een
weergegeven, wordt stilgestaan bij bijzondere leden
jaarlijkse uitgave van Arko Sports Media en Sport &
van de VSG in 2009 en is de aandacht gerubriceerd
Geneeskunde, het wetenschappelijk tijdschrift van de
die door de media in 2009 aan sportgeneeskundige
Vereniging voor Sportgeneeskunde en de Vlaamse
onderwerpen werd gegeven. Het hoofdstuk wordt
Vereniging voor Sportgeneeskunde. Dit jaarboek is
afgesloten met uitgebreide informatie over de vele
bedoeld als naslagwerk voor iedereen die informatie zoekt
organisaties die elk hun rol spelen op het gebied van
op het gebied van de sportgezondheidszorg in Nederland
de sportgezondheidszorg.
en de redactie heeft zich ingespannen om deze informatie logisch gerangschikt en overzichtelijk aan te bieden.
In hoofdstuk 4 wordt uitvoerig stil gestaan bij het lopende wetenschappelijk onderzoek op het gebied
In hoofdstuk 2 is algemene informatie bijeengebracht over
van de sportgeneeskunde, met een opsomming van de
de ontwikkeling van de sportgeneeskunde in Nederland
inmiddels door sportartsen afgeleverde proefschriften.
en over de beleidsvisie van de overheid, die het grote
Hierna wordt de opleiding tot sportarts aan de orde
belang erkent van sport voor de Nederlandse samenle-
gesteld inclusief de opleidingsregio’s en wordt een
ving. Uitgebreide informatie wordt verschaft over het
overzicht gegeven van de in 2009 georganiseerde
Olympisch Plan 2028 dat volledig wordt gesteund door
bij- en nascholings-activiteiten, inclusief het jaarlijkse
het kabinet en waarvoor het kabinet ook olympische
VSG-congres.
ambities heeft geformuleerd ten aanzien van onder meer onderwijs, cultuur, architectuur en de inrichting van
In hoofdstuk 5 zijn de sportmedische instellingen per
Nederland. In het verlengde van deze ontwikkeling komt
provincie gerangschikt met vermelding van de hier
voor de sportgeneeskunde de uitdaging in beeld om de
werkzame sportartsen, gevolgd door de namen en
door NOC*NSF en de overheid geformuleerde topsportam-
adressen van instanties die actief zijn op beleidsmatig of
bitie te kunnen ondersteunen op sportmedisch gebied.
organisatorisch gebied binnen de sportgezondheidszorg,
Hiervoor zal een topsportspecifieke opleiding ontwikkeld
inclusief alle sportbonden en de diverse verenigingen
dienen te worden met specifieke werkplekken in de nog
van trainers c.q. oefenmeesters.
verder te ontwikke-len TopSport Medische Samenwerkings-
Tenslotte worden de namen en adressen vermeld van
verbanden (TMS).
onderwijsinstellingen die een opleiding aanbieden op het
Het hoofdstuk wordt afgesloten met een beschrijving van
gebied van de sportgezondheidszorg in de brede zin
de competenties van de sportarts en van de richtlijnen
des woords.
omtrent het sportmedisch handelen, gevolgd door een korte schets over de huidige financiering van de sportge-
De redactie spreekt de hoop uit dat dit jaarboek zijn
neeskunde.
waarde als naslagwerk in de praktijk zal bewijzen.
In hoofdstuk 3 zijn de sportgeneeskundige verrichtingen
P.A. van Beek
van de sportartsen over 2009 in Nederland in getal
Hoofdredacteur
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
7
Algemene informatie
2
Hoofdstuk 2 Algemene informatie
In dit hoofdstuk wordt een algemeen overzicht verschaft van de omgeving waarin de sportgeneeskunde zich bevindt. In paragraaf 2.1 vindt u een korte beschrijving van de geschiedenis van de sportgeneeskunde, gevolgd in paragraaf 2.2 door een toelichting op de positionering van de sportgeneeskunde binnen de sportgezondheidszorg. In paragraaf 2.3 worden de beleidsontwikkelingen binnen het werkveld beschreven vanuit de VSG en de FSMI. Vervolgens treft u in paragraaf 2.4 een samenvatting aan van het sportbeleid van het Ministerie van VWS. In paragraaf 2.5 worden relevante delen uit het Olympisch Plan 2028 besproken. In paragraaf 2.6 wordt uitleg gegeven over de definitie van sportgeneeskunde en het beroepsprofiel van de sportarts, gevolgd door een omschrijving van het begrip sportmedische begeleiding in paragraaf 2.7. In paragraaf 2.8 zijn de richtlijnen voor artsen omtrent sportmedisch handelen opgenomen. In paragraaf 2.9 wordt de klachtenregeling sportgeneeskunde kort besproken en tenslotte wordt in paragraaf 2.10 kort aandacht besteed aan de financiering van de sportmedische zorg.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
9
Algemene informatie
2
2.1 Geschiedenis van de sportgeneeskunde
advertentie
De sportgeneeskundige historie in Nederland begint
stond er een toenemende behoefte aan sportmedische
rond 1921. Op 1 april 1921 werd op initiatief van Jan van
begeleiding en meer belangstelling voor de sportge-
Breemen de ‘Nederlandsche Geneeskundige Vereeni-
neeskunde. Factoren die hierbij een rol speelden, waren
ging ter bevordering van de Lichamelijke Opvoeding
onder andere de enorme groei van de sportdeelname,
(NGVLO)’ opgericht, met als doel ‘de bestudeering der
het besef van de positieve maar ook van de negatieve
vraagstukken op het gebied der lichamelijke opvoeding
effecten van sportbeoefening zoals plotse dood bij sport
voorzoover die vraagstukken van geneeskundig belang
en het optreden van blessures, en de toenemende twij-
zijn’. Het was wereldwijd de derde vereniging op dit
fel over het nut van de verplichte sportkeuring.
gebied, alleen Duitsland en Frankrijk waren Nederland al
Het aantal artsen dat belangstelling voor sportge-
voorgegaan.
neeskunde had groeide gestaag, daarmee ontstond
In 1923 is, op initiatief van Herman Reijs, de ‘Haagsche
de behoefte om de sportgeneeskundige activiteiten te
Afdeeling van de Vereeniging’ opgericht en diezelfde
bundelen. In 1965 werd daarom de ‘Vereniging voor
Reijs richtte in 1927 het eerste sportkeuringsbureau op.
Sportgeneeskunde (VSG)’ opgericht.
Er kwamen al snel meer sportkeuringsbureaus, die zich
Aan het begin van de jaren zeventig waren de medische
op 2 mei 1930 verenigden tot de Federatie van Bureaux
begeleiding van en de voorzieningen voor de ‘top-
voor Medische Sportkeuring. Voornaamste doelstelling
sporter’ verbeterd, maar daarnaast bestond een grote
van de Federatie was ‘het uitschakelen van extra risico’s
behoefte aan sportmedisch advies voor de ‘gewone’
bij sportbeoefening voor zover deze te vinden zijn in de
wedstrijdsporter en de recreatiesporter. Om aan deze
lichamelijke gezondheidstoestand van de candidaat’.
groeiende vraag te kunnen voldoen, startte een aantal
De keuringen werden in de eerste jaren meestal
VSG-leden met ‘sportspreekuren’.
’s avonds verricht door artsen met weinig sportmedische
In 1975 nodigde de VSG de leiders van deze sport-
kennis en ervaring. Doordat een aantal sportbonden
spreekuren uit om een blauwdruk van de sportgezond-
de medische sportkeuring en een goedkeuringsbewijs
heidszorg in Nederland te bespreken en in datzelfde jaar
echter verplicht had gesteld, werden in de topjaren van
werd het VSG-beleidsplan ‘De toekomst van de Sport-
de Federatie 300.000 keuringen per jaar verricht door de
geneeskunde in Nederland’ aan de toenmalige minister
toen ongeveer 225 sportkeuringsbureaus. De sportkeu-
van CRM aangeboden.
ring was zowel voor de arts als voor zijn medewerkers,
Hierna raakte de ontwikkeling van de sportgeneeskunde
zeker gedurende de eerste vijfentwintig jaar, een sociale
in Nederland in een stroomversnelling. De Nederlandse
taak. In de loop der tijd werd de nodige sportmedische
Hartstichting stelde geld beschikbaar voor de opleiding
knowhow verkregen door praktijkervaring en door het
van de eerste sportarts, Gee van Enst. Tevens kwam er
volgen van applicatiecursussen.
via de Lotto/Toto geld beschikbaar voor de sportgenees-
Tot de zestiger jaren was er, behalve de sportkeurings-
kunde waarmee het Bureau Sport-Geneeskundige Aange-
bureaus, vanuit de medische professie niet zoveel inte-
legenheden werd opgericht.
resse voor sportgeneeskundige zaken. Pas na het deba-
Eén van de belangrijkste punten in het beleidsplan van
cle van de Olympische Spelen van Rome (1960) en het
de VSG uit 1975 was het oprichten en landelijk spreiden
succes van de Olympische Spelen van Tokio (1964) ont-
van sportmedische voorzieningen (SMA’s), die gericht
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
11
2
pelijk onderzoek) tot het Nederlands Instituut voor Sport
De ‘oude sportkeuringen’ beantwoordden steeds minder
en Gezondheid (NISG). De SMA’s maakten zich echter los
aan hun doel en er kwam steeds meer kritiek op. De
van het NISG en verenigden zich in 1992 in de Federatie
vraag naar betere sportmedische advisering en voorlich-
van Sportmedische Adviescentra (FSMA).
ting leidde tot een toename van het aantal SMA’s, waar
In 1996 werd het NISG wegens financiële problemen en
een grotere sportgeneeskundige kennis beschikbaar was
interne conflicten opgeheven waarbij het ‘restant’ van
dan in het sportkeuringsbureau.
de activiteiten werd ondergebracht bij de Sector Sport
In 1979 besloten de Federatie en de VSG tot nauwere
en Gezondheid van NOC*NSF.
samenwerking tussen de sportkeuringsbureaus en de
In 1993 ging Marieke van Doorn als eerste sportarts in
SMA’s. Ze gaven een onderzoeksopdracht aan Bureau
de kliniek (Reinier de Graaf Gasthuis te Delft) werken en
Berenschot, dat in 1981 met het rapport ‘Structuren in
in datzelfde jaar startte Gee van Enst de eerste sport-
de sportgezondheidszorg: beweging in structuur’ kwam
geneeskundige afdeling in het Sophia Ziekenhuis te
Sportgezondheidszorg is het geheel aan (preventieve
1. Sportkeuring/sportmedisch onderzoek
met daarin het advies om te komen tot een landelijke
Zwolle.
en curatieve) medische, paramedische en aanverwante
Een beoordeling van de individuele gezondheid en de
en regionale sportgezondheidszorg. Sportkeuringsbu-
In 1998 ging de FSMA deel uit maken van bureau
dienstverlening ten behoeve van de doelgroep sporters
geschiktheid om te bewegen/sporten. Een sportarts ver-
reaus en SMA’s moesten worden samengevoegd in een
Sportgeneeskunde Nederland. Binnen dat bureau waren
of potentiële sporters (VWS 2001).
richt hierbij diverse onderzoeken zoals intern, orthope-
veertigtal sportmedische regio’s, waarin de nadruk zou
inmiddels per 1990 het NIOS (Nederlands Instituut Oplei-
liggen op preventie en sportadvisering, met als overkoe-
ding Sportartsen), per 1994 de VSG (Vereniging voor
Deze definitie van het Ministerie van VWS wordt in dit
van de uitgebreidheid van de keuring/het onderzoek,
pelend orgaan een nieuw op te richten Nationaal Insti-
Sportgeneeskunde) en per 1996 de SOS (Stichtingen
jaarboek gehanteerd en verder uitgewerkt door te stel-
diverse testen uit zoals ogentest, urinetest, longfunctie-
tuut Sport GezondheidsZorg (NISGZ). De consequenties
Opleidingen in de Sportgeneeskunde) ondergebracht.
len dat de door VWS genoemde ‘preventieve, curatieve
test of inspanningstest.
waren opheffing van de Federatie (gerealiseerd in 1983),
In 1999 werd besloten door de toename van het aantal
en aanverwante dienstverlening’ onder meer wordt gele-
2. Blessurebeoordeling
overdracht van een groot aantal taken van de VSG aan
sportgeneeskundige afdelingen binnen ziekenhuizen
verd in gecertificeerde sportmedische instellingen door
In de praktijk geschiedt dit door de diverse aanbieders
het NISGZ en het inpassen van het Bureau Sport-Ge-
dat zich ook bij de Federatie wilde aansluiten, tot de
sportartsen, sportfysiotherapeuten en sportmasseurs.
van sportzorg, maar het is de vraag of dat vanuit het
neeskundige Aangelegenheden in het nieuwe instituut.
naamswijziging van FSMA naar FMSI (Federatie van
De aanbieders binnen de sportgezondheidszorg richten
oogpunt van het bieden van optimale zorg aan sporters
Het NISGZ heeft in 1983 het Preventief Sport Medisch
Sportmedische Instellingen). Inmiddels zijn er 54 ge-
zich zowel op mensen die willen gaan sporten en om
juist is. De VSG streeft ernaar om hierover duidelijke
Onderzoek (PSMO) ingevoerd ter vervanging van de
certificeerde sportmedische instellingen verspreid over
advies verlegen zitten, als op mensen die al sporten en
afspraken te maken tussen de sportartsen, sportfysio-
‘oude’ sportkeuring. Het was een grote kwalitatieve ver-
heel Nederland, 103 geregistreerde sportartsen en 35
advies dan wel behandeling nodig hebben.
therapeuten en sportmasseurs.
betering omdat bij het PSMO niet alleen werd gekeurd,
sportartsen in opleiding verdeeld over negen opleidings-
Ook mensen met chronische aandoeningen kunnen
3. Blessurebehandeling
maar ook geadviseerd en voorgelicht. Het PSMO sloeg
regio’s. VSG, NIOS, SOS en FSMI zijn ondergebracht bij
baat hebben bij de expertise die aanwezig is binnen de
Behandeling van een sportblessure door een (sport)arts
echter niet aan en de voornaamste reden hiervan was
bureau Sportgeneeskunde Nederland van waaruit deze
sportgezondheidszorg. De meerwaarde van de aanbie-
en/of (sport)fysiotherapeut op verwijzing van een
dat in 1982 een aantal sportbonden de ‘verplichte sport-
organisaties professioneel worden ondersteund.
ders binnen de sportgezondheidszorg ten opzichte van
(sport)arts. Doel is de persoon terug te brengen naar
keuring’ en de structuur van het PSMO afschaften. Het
die in de reguliere zorg ligt vooral op het terrein van
zijn oorspronkelijke prestatieniveau. Hieronder vallen
basisonderzoek zou, afhankelijk van de voorinforma-
advisering op het gebied van de belasting en belast-
ook sportrevalidatie, oefentherapie en training.
tie, al of niet uitgevoerd worden door een arts en daar
baarheid. De reguliere zorg vervult voor de sportge-
4. Blessurepreventie
bleken sporters niet in geïnteresseerd. Waren er in 1980
zondheidszorg een rol als ‘poortwachter’. In de praktijk
Advies aan personen en/of organisaties over maatrege-
nog 300.000 keuringen, in 1986 waren het er nog maar
maken mensen in veel gevallen eerst gebruik van de
len die blessures kunnen voorkomen c.q. beperken.
40.000 en in 1987 slechts 20.000. Met ingang van 1 juli
‘gewone’ voorzieningen zoals de huisarts of de spoed-
5. Sport-/beweegadvies
1988 werden de PSMO-bureaus en de Sport Medische
eisende hulp. Vanuit deze reguliere zorg vindt, indien
Individueel advies over duur, frequentie en intensiteit
Regio’s opgeheven. Hierdoor bleven alleen de SMA’s
nodig, doorverwijzing plaats naar de sportgezondheids-
van geschikte sport- en beweegvormen.
over binnen het NISGZ.
zorg.
6. Testen en meten
In 1991 accordeerde de Sociaal-Geneeskundigen Regi-
De sportarts, sportfysiotherapeut en sportmasseur kun-
Het beoordelen van de fitheid van een persoon of een
stratie Commissie (SGRC) het eerste officiële leerplan
nen gezien worden als de belangrijkste groepen profes-
groep op basis van sportfysiologische testen.
van de opleiding tot sportarts en hierna was er sprake
sionals die een bijdrage leveren aan het optimaliseren
7. Materiaaladvies
van een officieel door de SGRC erkend opleidingsinsti-
van de gezondheid van iedereen die wil sporten en
Beoordelen van materialen bij een bepaalde sport of be-
tuut tot sportarts, het NIOS (Nederlands Instituut Oplei-
bewegen. Samen leveren zij verschillende sportzorgpro-
wegingsvorm, met het doel de prestatie te bevorderen
ding Sportartsen).
ducten (Zorg voor sport en bewegen, Stichting Prismant
en/of de gezondheid te beschermen.
In 1992 fuseerde het NISGZ met het Janus Jongbloed
2006).
8. Voedingsadvies
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
2
2.2 Sportgezondheidszorg
waren op de specifieke wensen van de sportbeoefenaar.
Research Centrum (een instituut voor sportwetenschap-
12
Algemene informatie
Algemene informatie
disch en cardiologisch onderzoek en voert, afhankelijk
Advies over algemene voeding en specifieke diëten op
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
13
2
Algemene informatie
Algemene informatie
basis van een individuele voedingsanamnese, een ana-
chronische blessures (acute blessures worden in het
lyse van de lichamelijke activiteit en de kenmerken/wen-
algemeen door de reguliere zorg behandeld). Tevens zul-
sen van de sporter.
len zij bij de sportgezondheidszorg aankloppen voor de
9. Begeleiding
verplichte keuringen die bepaalde sportbonden eisen.
Bundeling van meerdere van de reeds genoemde zorg-
Voor recreatiegerichte sporters worden veel evenemen-
producten ten behoeve van individuen, teams, vereni-
ten georganiseerd en de organisatie daarvan zal de
gingen en/of evenementen over een langere periode.
sportgezondheidszorg inschakelen voor het verzorgen
10. EHBSO
van de begeleiding zoals het aanbieden van preventieve
Een combinatie van blessurebeoordeling en (eerste) bles-
activiteiten en hulp bij blessures.
surebehandeling die als één geheel wordt aangeboden.
4. Prestatiegerichte sporters
Doelgroep
Maximale
Dit zijn sporters die meer uit hun lichaam willen halen
Zorgvraag
Door wie/waar
> Toegang tot de sport > Blessurepreventie > Materiaaladvies > Hulp bij acute/chronische blessures > Revalidatie > Prestatievoorbereiding > Evenementenbegeleiding
Sportarts > Sportmedische Instelling Sportfysiotherpeut Sportmasseur Sportdiëtist Sportpsycholoog
Deze sportzorgproducten kunnen worden ingezet ten be-
en extra inspanningen leveren om (steeds) beter te
hoeve van vijf typen zorgvragers die binnen de sportge-
presteren, zonder dat zij echt de uiterste grenzen willen
zondheidszorg worden onderscheiden:
onderzoeken waartoe hun lichaam in staat is. Voor deze
1. Chronisch zieken
groep is het belang van sportbeoefening relatief groot.
Sport en bewegen kunnen bij bepaalde chronische
Zij zullen een beroep doen op de sportgezondheidszorg
aandoeningen bijdragen aan een verbetering van de
voor de verplichte keuringen/sportmedische onderzoe-
kwaliteit van leven. Advisering over passende vormen
ken, blessurepreventie, blessurebeoordeling en -behan-
van sportbeoefening, waarbij rekening wordt gehouden
deling, revalidatie, materiaaladvies en begeleiding bij
met de belasting-belastbaarheid, is voor mensen met
evenementen.
een chronische aandoening van belang. In het algemeen
5. Maximale sporters
zullen chronisch zieken eerst via de huisarts bij een me-
Maximale sporters zijn op zoek naar de uiterste grenzen
disch specialist terecht komen die hen zal behandelen
van wat zij lichamelijk (en geestelijk) kunnen pres-
voor hun aandoening. Bij bepaalde aandoeningen kan
teren. Dit zijn dan ook met name topsporters die op
de huisarts of medisch specialist van mening zijn dat
nationaal of internationaal niveau tot de besten in hun
sport en bewegen een positieve bijdrage kunnen leveren
sport willen behoren. Zij doen een beroep op de sport-
aan de kwaliteit van leven van de patiënt. In dat geval
gezondheidszorg voor sportkeuringen/sportmedische
zal hij de patiënt doorverwijzen naar een sportarts voor
onderzoeken, blessurepreventie, blessurebeoordeling
nader advies.
en -behandeling, revalidatie, prestatievoorbereiding en
2. Inactieven die actief willen worden
materiaaladvies. Tevens maken zij gebruik van de sport-
Inactieven die na een (lange) periode van inactiviteit
gezondheidszorg bij de deelname aan evenementen.
weer willen gaan sporten of bewegen hebben vragen
Er wordt dan altijd een team van professionals uit de
Op dit moment wordt toegewerkt naar regionale samen-
Bron: Zorg voor sport en bewegen. Naar regionale samenwerking tussen
die vergelijkbaar zijn met een aantal zorgvragen van
sportgezondheidszorg ingezet.
werking binnen de sportgezondheidszorg en vanuit de
sportvoorzieningen en gezondheidszorg. Landelijk Platform Sportgezond-
sportgezondheidszorg naar samenwerking met enerzijds
heidszorg. Stichting Prismant, 2006.
chronisch zieken. Ben ik in staat om een sport te be-
Prestatiegericht
Recreatiegericht
Inactief > Actief
Chronisch
> Toegang tot de sport > Blessurepreventie > Materiaaladvies
Sportarts > Sportmedische Instelling Sportfysiotherpeut Sportmasseur
> Hulp bij acute/chronische blessures > Revalidatie > Evenementenbegeleiding
> Toegang tot de sport > Blessurepreventie > Chronische blessures > Evenementenbegeleiding
Sportarts > Sportmedische Instelling Sportfysiotherpeut Sportmasseur www.sportzorg.nl www.sportenbeweegpagina.nl
> Vraag naar een passend sport- en beweegadvies
Sportarts > Sportmedische Instelling www.sportzorg.nl www.sportenbeweegpagina.nl
Sportarts > Sportmedische Instelling Sportfysiotherpeut www.sportzorg.nl www.sportenbeweegpagina.nl
> Vraag naar een passend sport- en beweegadvies
Eigen verantwoordelijkheid sporter
oefenen? Welke sport zou voor mij het meest aangewe-
In de piramide wordt een en ander schematisch samen-
de algemene gezondheidszorg en anderzijds de sport-
zen zijn? Op welke wijze moet ik mijn sportbeoefening
gevat (zie volgende pagina).
wereld op basis van kwaliteit. Doelstelling hiervan is
opbouwen? Zijn controles nodig en op welke signalen
het verbeteren van de doelmatigheid en transparantie
moet ik letten?
van de sportgezondheidszorg zodat wordt gewaarborgd
Deze groep is in principe gezond, maar heeft behoefte
dat elke (potentiële) sporter van optimale zorg wordt
aan een passend sport- en beweegadvies.
voorzien.
2
Samenwerking in de keten bepaalt kwaliteit
3. Recreatiegerichte sporters Hieronder verstaan we de sporters die sport vooral zien als een gezonde, ontspannende bezigheid. Het leveren van (steeds betere) prestaties is voor deze groep niet de primaire motivatie. Zij doen met name een beroep op de sportgezondheidszorg bij vragen over blessurepreventie, blessurebeoordeling en behandeling van
14
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
15
Algemene informatie
2
2.3 Beleidsontwikkelingen VSG en FSMI
advertentie
In 2002 hebben de Vereniging voor Sportgeneeskunde
onder meer met de impuls ‘Brede scholen, Sport en Cul-
(VSG) en de Federatie van Sportmedische Instellingen
tuur’ (2007) en recentelijk de impuls Nationaal Actieplan
(FSMI) gezamenlijk een beleidsplan uitgebracht met als
Sport en Bewegen (2008).
titel: “Sport is goed, zorg moet! “
De sportgeneeskunde is inmiddels niet meer weg te
Uitgangspunt voor dit beleidsplan was de constatering
denken als partner bij de uitvoering van dit kabinetsbe-
dat het stimuleren van sport, sportief bewegen en bewe-
leid. In de VWS-nota uit 2005 zijn zelfs een aantal doel-
gen van groot belang is, maar dat de daaraan gekop-
stellingen expliciet voor de sportgeneeskunde benoemd.
pelde toename van de vraag naar sportgezondheidszorg
In de afgelopen jaren heeft de sportgeneeskunde dan
de ontwikkeling van adequate (sportgezondheids-)zorg
ook veel bereikt. Toch valt er nog het nodige te verbe-
noodzakelijk maakte. Ondanks het feit dat dit beleids-
teren aan de kwaliteit en (financiële) toegankelijkheid
plan een aantal jaren geleden is ontwikkeld, is het
van de sportmedische zorg. Elke sportende/bewegende
uitgangspunt nog steeds actueel. Inmiddels hebben bin-
Nederlander heeft recht op goede zorg, maar zolang
nen de sportgezondheidszorg en de maatschappij echter
diezelfde sportende/bewegende Nederlander niet weet
een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die vragen
dat deze zorg bestaat of er zelf voor in de buidel moet
om verdieping en uitbreiding van de destijds genomen
tasten, is de toegankelijkheid onder de maat. Het is be-
initiatieven. Daarom is in 2008 een nieuw beleidsplan
kend dat goede sportmedische zorg (grotere) problemen
van de VSG en FSMI verschenen waarin invulling wordt
kan voorkomen en tot sneller herstel kan leiden, dus
gegeven aan deze verdieping en uitbreiding.
ook vanuit economisch opzicht is het van belang dat wordt gewerkt aan kwalitatief hoogwaardige en toegan-
Het stimuleren van sport en bewegen is een belangrijk
kelijke sportmedische zorg.
aandachtspunt in alle geledingen van de maatschappij. Sport en bewegen zijn ‘hot’ en een gezonde maar
Bij de ontwikkeling van het nieuwe beleidsplan van
verantwoorde sportbeoefening staat daarbij voorop. Er
VSG/FSMI is rekening gehouden met diverse ontwikke-
is aandacht voor de recreatieve sporter, de gehandicapte
lingen en trends in de maatschappij en op overheids-
sporter, de wedstrijdsporter en de topsporter, maar
niveau. Daaruit kunnen de volgende conclusies worden
daarnaast ook voor het individu met zijn eigen eisen en
getrokken:
wensen. Dit betekent dat ook voor de consequenties
• Op basis van de toename van het aantal sporters
van sport en bewegen (zoals blessures en het voorko-
kan geconcludeerd worden dat er in absolute zin
men daarvan) aandacht moet blijven bestaan.
meer blessures zullen ontstaan. Hierdoor zal de
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in de nota ‘Tijd voor Sport’ (2005) en het uitvoe-
vraag naar sportmedische zorg toenemen. • Op basis van de toename van het aantal ouderen,
ringsprogramma Samen voor Sport (2006) uiteengezet
het aantal mensen met een chronische aandoening/
welke keuzes worden gemaakt om de wens van de over-
bewegingsgerelateerde aandoening, het aantal men-
heid (“investeren in een sportieve samenleving”) te ver-
sen met een beperkte beweeglijkheid en het aantal
wezenlijken. Het huidige kabinet heeft dat onderstreept
mensen met overgewicht, kan geconcludeerd worden
in het beleidsdocument ‘De Kracht van Sport’ (2007),
dat de rol van bewegen (zowel preventief als cura-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
17
2
Algemene informatie
Algemene informatie
tief ) steeds belangrijker zal worden. Hierdoor zal de
sen) is van belang om aan de verwachte toename van
• opzetten van een complicatieregistratiesysteem;
Tevens wil de VSG toewerken naar de erkenning van de
‘sport’-participatie en dus ook de vraag naar sportme-
de vraag naar sportmedische zorg te kunnen voldoen.
• opzetten en uitvoeren van kwaliteitsvisitaties;
sportgeneeskunde als klinisch medisch specialisme of op
• implementatie van Diagnose Behandel Combinaties
zijn minst als een specialisme met een gelijksoortige posi-
dische zorg toenemen.
• Goede voorlichting is noodzakelijk, enerzijds om
• Door de ontwikkeling van “ketenzorgtrajecten” wordt
zoveel mogelijk problemen te voorkomen, anderzijds
gewerkt aan een verhoging van de doelmatigheid
om consumenten/patiënten/sporters bewust te maken
van de sportgezondheidszorg. Gelet op de verwachte
van wat er ‘te koop’ is op het gebied van sportmedi-
toename van onder andere het aantal mensen met een chronische aandoening/bewegingsgerelateerde
sche zorg. • De sportmedische zorg dient herkenbaar, bereikbaar
aandoening, zal ook een toename van het aantal
en toegankelijk te zijn voor alle groepen die sportme-
ketenzorgafspraken moeten worden gerealiseerd om
dische zorg nodig hebben.
de kwaliteit en de doelmatigheid van de sportgezondheidszorg te optimaliseren. • Patiënten worden meer en meer ‘klanten’ in de zorg en verwachten een snelle behandeling op een kwa-
• implementatie van een Elektronisch Patiëntendossier in (top)sportmedische begeleiding;
tie, financiering en bekostiging als die van andere medisch specialisten. Dit zal de toegankelijkheid van de sportmedische zorg in meerdere opzichten ten goede komen.
• ontwikkeling van sportspecifieke blessure(preventie) informatie; • uitbreiding van ketenzorgtrajecten.
Het totale beleidsplan van VSG en FSMI is te raadplegen op www.sportgeneeskunde.com.
• Uitgangspunt voor de organisatie en het aanbod van de sportmedische zorg is de vraag van de zorgvrager/ consument/patiënt/sporter. • Er dienen voldoende kwalitatief goede voorzieningen
litatief hoog niveau zonder “onnodige” wacht- of
aanwezig te zijn om aan de verwachte toename van
toegangstijden. De sportarts dient dan ook voldoende
de zorgvraag te kunnen voldoen.
THE ELBOW
THE TREATMENT OF BASIC ELBOW PATHOLOGY Edited by Denise Eygendaal
tijd te besteden aan de zorg en de nazorg en ook de samenwerking met andere disciplines in de sportge-
VSG en FSMI zullen op deze consequenties inspelen door
zondheidszorg moet aan hoge eisen voldoen. Het ver-
het uitvoeren van diverse projecten op het gebied van
wachtingspatroon van patiënten verschuift naar een
kennis- en kwaliteitsontwikkeling, van PR, promotie en
eisenpatroon en de patiënt verandert in een zelfbe-
voorlichting en van verdere ontwikkeling van infrastruc-
wuste consument. De afhandeling van de zorg zal dan
tuur en ketenzorg. Bij de uitvoering van deze projecten
ook een formeler karakter krijgen. Wetgeving (WGBO,
zullen de volgende actoren betrokken zijn:
BIG, WMK, WBO), informatieplicht en voorlichting ver-
• professionals (sportartsen, sportfysiotherapeuten,
Keeping abreast of medical literature is a difficult task. We feel the pressure to stay up to date in our profession, as we are passionate about our field of interest, and because our patients expect and deserve informed doctors. Stacks of journals collect on our desks, and the number of textbooks on our bookshelves is constantly increasing, but unfortunately there is less and less time to read them.
gen meer tijd van de individuele sportarts en zullen
sportmasseurs, sportdiëtisten, sportpsychologen,
The elbow, the treatment of basic elbow pathology is
meer ondersteuning nodig maken. Klachten, vragen
sportzorgconsulenten c.q. casemanagers);
a comprehensive book focusing on both athletic and other injuries to the elbow
om opheldering en ‘second opinions’ zullen frequen-
• experts (cardiologen, orthopedisch chirurgen, revalida-
ter voorkomen en eveneens een groter tijdsbeslag per
tieartsen, huisartsen, fitnessbegeleiders, inspannings-
patiënt vergen.
fysiologen, biomechanici);
• Het huidige zorgstelsel veronderstelt een keuzevrij-
coaches/begeleiders, ouders, leraren lichamelijke op-
moeten zijn van de keuzemogelijkheden om ook
voeding);
daadwerkelijk een keuze te kunnen maken. Dit vereist
• publiek (consument, sporter, patiënt);
een adequate informatievoorziening.
• organisaties (landelijke organisaties, regionale instellingen en gemeentes).
veel groter dan waaraan het huidige aanbod van sportmedische zorg kan voldoen.
Voorbeelden van projecten zijn: • ontwikkeling van richtlijnen en protocollen op sport-
Deze conclusies hebben de volgende consequenties voor
geneeskundig gebied;
de sportmedische zorg:
• ontwikkeling van onderwijsmodules voor huisartsen;
• De sportmedische voorzieningen en expertise zullen
• scholingstraject voor bedrijfsartsen/jeugdartsen,
zich minstens even snel dienen te ontwikkelen als de
trainers/coaches, praktijkondersteuners huisartsen,
verwachte toename van de zorgvraag. Gespecialiseer-
doktersassistenten en Physician Assistents;
de kennis op het gebied van bewegen, gezondheid en ziekte is hierbij onmisbaar. Ook overdracht van sportmedische kennis en expertise aan andere artsen (bijvoorbeeld huisartsen, jeugdartsen en bedrijfsart-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
joint. This book is a useful compilation of the most effective management of elbow pathology and it is my hope it will serve as an important tool for the busy practitioner. A considerable amount of time was therefore taken to organize the book in a clear and structured fashion.
• sportbegeleiders (begeleiders, trainers/instructeurs,
heid van de patiënt. De patiënt zal zich echter bewust
• De potentiële behoefte aan sportmedische zorg is
18
(DBC’s);
2
• ontwikkeling van voorlichtingsmaterialen, regionale voorlichtingsbijeenkomsten, toolkits, Clubzorg;
I am indebted to the group of colleagues from all over the world who shared their expertise regarding their most successful methods of treating elbow and upper extremity injuries. It is their contribution which has made this textbook an important step in the continued advancement of the treatment of elbow pathology. Their collective knowledge is really all you need to know about the elbow. List of contributors: K.-N. An, G.I. Bain, M. Baratz, R.H.M.A. Bartels, F. Van Glabbeek, A.N. Larson, M. Maas, B.F. Morrey, M.E. Morrey, R.G.H.H. Nelissen, B.M. Pluim, R.P. van Riet, M.R. Safran, B.S. Sanderhof-Olsen, D. Stanley, R. Tamminga.
Titel Ondertitel
: The Elbow : The treatment of basic elbow pathology Redactie : Denise Eygendaal Prijs : € 74,09 incl. btw € 69,90 excl. btw ISBN : 978-90-5472-108-6 Omvang : 224 pagina’s Bijzonderheden : Engelstalig
U kunt The elbow nu bestellen voor € 69,90 excl. btw bij Arko Sports Media op telefoonnummer 030-600 47 80, per mail
[email protected] of via de website www.sportengeneeskunde.nl
• opzetten van een kennistransfercentrum voor sportmedische zorg;
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
19
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.4 Sportbeleid Ministerie van VWS 2006 - 2010
leefstijl te bevorderen.
samen met andere partners in de markt van
Het NASB stimuleert
beweegbeleid.
gemeenten om deel te nemen aan het programma door het geven van Basisondersteuning vanuit het
Inleiding
2. Het benaderen van werkgevers, branches en intermediaire partijen met informatie en met programma’s voor beweegbeleid om de meerwaarde van bewegen door werknemers aan te geven en te
Nationaal Instituut voor Sport en Bewegen (NISB, zie
promoten; dit gebeurt met name door het bijwonen
3.4). Het NISB organiseert de ondersteuning van de
of organiseren van meetings en congressen.
Impuls NASB bij gemeenten door het inzetten van
2
3. Het benaderen van werknemers en het brede publiek
regionale of lokale adviseurs, het aanbieden van
met werkgerichte campagnes en met informatiemate-
trainingen, het organiseren van professionele bijeenkom-
rialen over het nut van meer gaan bewegen.
sten en door informatievoorziening
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
gedrag te bevorderen, werd het nut van voldoende
via website of nieuwsbrief.
Het breed implementeren van het NASB in de Neder-
heeft in de kabinetsnota “Tijd voor Sport - bewegen,
beweging gepropageerd aan de hand van de Nederland-
Daarnaast is via Impuls NASB in het voorjaar 2008 een
landse bevolking moet op afzienbare termijn tot de
meedoen en presteren” (2005) aangegeven te streven
se Norm voor Gezond Bewegen (NNGB). Volgens deze
eenmalig bedrag van € 38 miljoen door de rijksoverheid
volgende resultaten leiden:
naar een ‘sportieve samenleving waarin zowel veel aan
beweegnorm is voldoende beweging het dagelijks 30
beschikbaar gesteld aan ongeveer 100 gemeenten met
• in 2010 is de kans op een blessure per 1000 uur
sport wordt gedaan als van sport wordt genoten’. De
minuten matig intensief bewegen (stevig wandelen,
de grootste gezondheidsachterstanden, die op voor-
sportbeoefening met 10 procent gedaald van 1.0
overheid heeft in het uitvoeringsprogramma “Samen
fietsen) op minimaal 5 dagen per week, voor jongeren (<
hand waren geselecteerd. De gemeenten die gebruik
naar 0.9 letsels;
voor Sport - 2006/2010” (2006) uiteengezet welke
18 jaar) is 60 minuten per dag de beweegnorm (dub-
maken van de Impuls NASB ontvangen een geldbedrag
keuzes worden gemaakt om de drie kernpunten
bel30).
op basis van hun inwoneraantal.
(bewegen, meedoen en presteren) in de periode 2006
Door middel van het NASB kunnen gemeenten, sportor-
tot 2010 te verwezenlijken.
ganisaties, bedrijven en andere maatschappelijke
Binnen NASB Sport werken NOC*NSF en elf sportbonden
organisaties de gezondheid van te-weinig-actieve
samen aan de ontwikkeling van laagdrempelige
burgers stimuleren door hen activiteiten aan te bieden
sportactiviteiten om te-weinig-actieve mensen meer te
gemiddeld geen enkele dag per week voldoende
op het gebied van sport, spel, fitness en beweging in
laten bewegen. De sportactiviteiten worden gekoppeld
beweegt teruggedrongen van 8% in 2006 naar 5%
het ‘gewone’ dagelijkse leven. Met te-weinig-actieve
aan gemeenten die via sport de lichaamsbeweging
eind 2010;.
burgers worden mensen bedoeld die de beweegnorm
willen stimuleren.
niet halen. Een groot aantal organisaties spelen een rol
NOC*NSF heeft hierin een coördinerende en adviserende
volwassen bevolking aan de Nederlandse Norm
binnen het NASB en de belangrijkste zijn VWS,
rol en treedt met betrekking tot het thema Sport
Gezond Bewegen en/of de Fitnorm (combinorm), in
NOC*NSF, NISB, VSG en VNG.
namens de sportsector op als gesprekspartner voor de
2004 was dit 60%.
• in 2010 is het aantal bedrijven dat aandacht heeft voor sport en bewegingsbeleid voor de werknemers tijdens of na werkuren toegenomen van 14% in 2006 naar 25% eind 2010; • in 2010 is het deel van de volwassen bevolking dat
• in 2012 voldoet minstens 70% van de Nederlandse
overheid. Voor NASB Sport heeft NOC*NSF een website Het NASB richt zich in principe op de volgende drie
ingericht, specifiek bedoeld om sportbonden en
Gezonde sportbeoefening
thema’s:
sportverenigingen te stimuleren.
Uit recent epidemiologisch onderzoek blijkt dat zich
Het uitgangspunt van de overheid was daarbij dat de
1. Bewegen en Sporten in de gemeente (Impuls NASB)
De ambitie is om in 2012 door de initiatieven van de
in Nederland jaarlijks gemiddeld 3.500.000 sportblessu-
keuze voor een gezonde en actieve leefstijl de logische
2. Bewegen en Sporten via sportvereniging of
georganiseerde sport tenminste 100.000 mensen meer
res voordoen. Hiervan zijn 880.000 blessures geleidelijk
aan het bewegen te krijgen.
en 2.700.000 blessures plotseling ontstaan en bij
keuze van de burger zelf moest worden, waarbij de overheid de randvoorwaarden zou scheppen voor een gezonde sportbeoefening en wel een kwalitatief
sportbond (NASB Sport) (NASB Werk)
20
Binnen NASB Werk worden bedrijven en branches door
gezocht (“Sportblessures in Nederland”, Sport &
het NISB gestimuleerd om gebruik te maken van
Geneeskunde, mei 2009).
De Impuls NASB (2008) is een initiatief van het ministe-
kansrijke interventies om werknemers in beweging te
Hoewel groot in aantal zijn de sportblessures de minst
verantwoorde sportbeoefening en een goede sportinfrastructuur.
1.400.000 blessures wordt medische behandeling
3. Bewegen en Sporten tijdens of rondom het werk
rie van VWS, NOC*NSF en VNG waarin een impuls wordt
brengen op of rondom de werkvloer.
ernstige van alle ongevalletsels, maar ze leveren wel
Het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB)
gegeven aan het realiseren van beweeginterventies als
Hiervoor kiest NISB een drietal invalshoeken.
ongemak op bij het ontwikkelen en voortzetten van een
onderdeel van gemeentelijk gezondheidsbeleid (WCPV)
1. Het ontwikkelen en testen van zowel bewegingsin-
actieve leefstijl en dat is om verschillende gezondheids-
Het Ministerie van VWS heeft ter uitvoering van de nota
en hierin komen de voormalige aandachtsgebieden wijk,
terventies bestemd voor de werkomgeving als ook
redenen ongewenst.
het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen ingezet om
school en zorg samen. De gemeenten hebben op lokaal
van instrumenten die werkgevers helpen met het
De overheid heeft al een aantal jaren grote aandacht
burgers op grote schaal tot een actieve leefstijl te
niveau de regierol om te-weinig-actieve burgers te
formuleren en implementeren van beweegbeleid;
voor een continue en betrouwbare monitoring van
verleiden. Om de hiervoor noodzakelijke omslag in
verleiden meer te gaan bewegen en zo een actieve
deze interventies en instrumenten worden opgezet
sportblessures om verantwoorde beleidskeuzes te
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
21
2
Algemene informatie
Algemene informatie
kunnen maken en het overheidsbeleid is de laatste jaren
worden uitgewerkt in een aantal projecten zoals
benodigde budget. NOC*NSF financiert jaarlijks € 1,3
implementatie van de methode vindt plaats in samen-
met name gericht op:
richtlijnenontwikkeling, ontwikkeling van onderwijsmo-
miljoen en de sportbonden leggen gezamenlijk € 2,4
werking met de KVLO en Besturenorganisaties.
• het kwaliteitsbeleid in de sportgeneeskunde;
dules voor huisartsen, scholingstraject voor bedrijfsart-
miljoen per jaar bij.
Voor blessurepreventie is door VWS voor de periode
• de sportmedische begeleiding van topsporters;
sen/jeugdartsen, voor trainers/coaches, voor praktijkon-
In 2008 werd inmiddels de uitvoering van sportmedi-
2009-2014 een budget van € 0,8 miljoen per jaar
• doelgerichte blessurepreventieprogramma’s.
dersteuners huisartsen, voor doktersassistenten en voor
sche begeleiding voor topsporters in vier regionale
begroot, in 2006 en 2007 werd respectievelijk
Physician Assistents.
centra gerealiseerd. Een verdere concentratie van het
€ 235.000 en € 255.000 gerealiseerd, in 2008 ca
Kwaliteitsbeleid in de sportgeneeskunde
Andere projecten zijn de ontwikkeling van voorlichtings-
aanbod van topsportmedische zorg wordt uitgewerkt in
€ 700.000. De resultaatafspraak is dat in 2010 de kans
Met de toename van de sportdeelname en de vergrijzing
materialen/toolkits, het opzetten van Kennis Transfercen-
Topsport Medische Samenwerkingsverbanden. Hierbij
op een blessure per 1000 uur sportbeoefening met
neemt ook de vraag naar sportmedische zorg toe. Zoals
trum Sportgezondheidszorg, het opzetten van een
gaat een gecertificeerd SMI een samenwerkingsverband
10 procent gedaald is van 1,0 naar 0,9 letsels.
werd aangegeven doen zich jaarlijks in Nederland 3,5
complicatieregistratiesysteem, het opzetten en uitvoeren
aan met geregistreerde sport(para)medici en de kwaliteit
Ten aanzien van het aanbod van blessurepreventieve
miljoen sportblessures voor en 1,8 miljoen sportblessu-
van kwaliteitsvisitaties, de implementatie van Diagnose
hiervan wordt objectief door de Stichting Certificering
interventies werken de Stichting Consument en Veilig-
res worden medisch behandeld. Een verdere ontwikke-
Behandel Combinaties (DBC’s) en van het Elektronisch
van Actoren in de Sportgezondheidszorg (SCAS)
heid, NOC*NSF en de sportbonden al langer samen met
ling en een betere toegankelijkheid van de sportgenees-
Patiëntendossier in (top)sportmedische begeleiding, de
vastgesteld .
voorlichtingsprogramma’s als “Blessures blijf ze de
kunde zijn belangrijke pijlers in het sportbeleid dat erop
ontwikkeling van Clubzorg en sportspecifieke
Topsport Medische Samenwerkingsverbanden zijn
baas” en het recentere “Sport Blessurevrij”.
gericht is het kwaliteitsbeleid in de sportgeneeskunde te
blessure(preventie)informatie.
momenteel in oprichting, 30 instellingen hebben een
Een actueel initiatief is de campagne “Surfen naar
ondersteunen.
De ontwikkeling van de websites/portals www.sportge-
eerste intentieverklaring aan de SCAS toegestuurd, een
Sportblessurepreventie” met als doel om samen met
Het ministerie van VWS heeft in 2008 meerjarige
zondheidsonderzoek.nl en www.sportzorg.nl maken
tiental SMI’s hebben daadwerkelijk een volledige
sportinhoudelijke deskundigen voor de sporter en het
ondersteuning toegezegd voor het beleidsplan 2008-
tevens deel uit van het beleidsplan. Parallel hieraan
aanvraag ingediend en zijn vanaf januari 2009 getoetst.
sportwerkveld één internetsite te ontwikkelen met
2011 van de Vereniging voor Sportgeneeskunde/
loopt de discussie over erkenning van de sportgenees-
Op 14-12-2009 is het SportMedisch Centrum Papendal
informatie over primaire sportspecifieke blessurepreven-
Federatie van Sportmedische Instellingen. Er is voor de
kunde als medisch specialisme of op zijn minst als een
als eerste Topsport Medisch Samenwerkingsverband
tie. De site wordt mogelijk gemaakt door VWS en
periode 2008-2014 jaarlijks ca. € 3 miljoen beschikbaar
specialisme met een gelijksoortige positie, financiering
door de SCAS gecertificeerd
ZonMw en bij het ontwikkelen en het onderhouden van
voor de opleiding en infrastructuur van de sportgenees-
en bekostiging als medisch specialisten.
Om de topsportmedische begeleiding verder te profes-
de site wordt samengewerkt met NOC*NSF, sportbon-
kunde, in 2006 en 2007 werd respectievelijk € 1,4
22
sionaliseren is ook kennisdeling van belang. De kennis
den, de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) en
miljoen en € 1,652 miljoen gerealiseerd. Mede met de
Sportmedische begeleiding van topsporters
en ervaring die door de Topsport Medische Samenwer-
vertegenwoordigers van brancheorganisaties.
financiële ondersteuning van VWS wordt de opleiding
Het overheidsbeleid is erop gericht de sportmedische
kingsverbanden in samenwerking met de bonden is
De stichting Consument en Veiligheid en de Vereniging
tot sportarts gefinancierd via een subsidie aan de
begeleiding van topsporters doelmatiger te laten
opgedaan, moet daarvoor worden gedeeld met het
voor Sportgeneeskunde hebben in 2008 een plan van
Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts (SBOS, zie 3.4).
verlopen door concentratie van de aanbieders en VWS
Landelijk Overleg Sportgezondheids Onderzoek (LOSO).
aanpak opgesteld voor vraaggestuurde blessurepreven-
Ten aanzien van de “bemensing” in de sportgeneeskun-
heeft aangegeven een clustering van topsport medische
de telt Nederland per eind december 2009 103 geregi-
begeleiding voor te staan.
Doelgerichte blessurepreventieprogramma’s
concentreren op de thema’s preventie, monitoring/
streerde sportartsen (72 man, 31 vrouw) en 35 sportart-
In gezamenlijk overleg is besloten deze clustering over
Minder sportblessures en een goede behandeling van
evaluatie, kennis- en netwerkontwikkeling en coördinatie.
sen in opleiding (20 man, 15 vrouw).
te laten aan de sportbonden en
sportblessures leiden tot een daling van de medische
Het plan van aanpak verbindt voorlichting, onderzoek
In totaal is 76 fte sportarts werkzaam bij één van de 54
sportmedische organisaties, waarbij de verwachting is
kosten, een daling van de duur van het verzuim ten
en uitvoering met elkaar en in een tweetal expertmee-
gecertificeerde sportmedische instellingen verspreid over
dat door de kwaliteitseisen uiteindelijk ca. 10 centra
aanzien van arbeid, school en sport en indirect tot een
tings werd geconcludeerd dat het interventieprogramma
Nederland waarvan 25 gevestigd in een ziekenhuis. Het
zullen ontstaan met een geografische spreiding over
verhoging van de sportparticipatie.
ter preventie van sportblessures wordt gericht op:
aantal medische verrichtingen binnen deze instellingen is
Nederland.
Het overheidsbeleid om een vermindering van het aantal
• negen geprioriteerde sporttakken met een groot aan-
gestegen van ca 60.000 in 2003 naar ruim 91.000 in 2009.
NOC*NSF heeft op verzoek van VWS onder de naam
sportblessures te bewerkstelligen richt zich op innovatie
tal beoefenaars en hoog blessurerisico of hoge ernst
Daarnaast hebben 21 sportbonden het afgelopen jaar
‘Gezond aan de Top’ een voorstel uitgewerkt voor een
van blessurepreventieve maatregelen en persoonlijke
samengewerkt met een sportarts, variërend van een
regeling die bijdraagt aan onder andere de professiona-
beschermingsmiddelen, verbetering van de kwaliteit van
fulltime dienstverband tot een incidentele consultatie.
lisering van topsportmedische begeleiding, verbetering
kader en kennisverspreiding over en monitoring van
Doelstelling van het beleidsplan 2008-2011 van de VSG/
van de samenwerking tussen sportzorgaanbieders en
blessurepreventie.
FSMI is om het hoofd te bieden aan de verwachte groei
sportbegeleiders en clustering van topsportmedische
Het overheidsbeleid bestrijkt inmiddels ook het bewe-
tingsblessures en recidieven en omvat zowel pri-
naar sportmedische zorg en door middel van de ontwik-
begeleiding. Hoofddoelstelling hierbij is te komen tot
gingsonderwijs en om het aantal (ernstige) ongevallen
maire, secundaire als tertiaire preventie.
keling van ketenzorgtrajecten te werken aan de kwaliteit
een kwaliteitsverbetering van de topsport medische
tijdens bewegingsonderwijs te verminderen, is de
en de doelmatigheid van de sportgezondheidszorg.
begeleiding.
methode “Veiliger bewegingsonderwijs op de basis-
Dit plan van aanpak voor vraaggestuurde blessurepre-
In dit beleidsplan staan drie hoofdthema’s centraal,
Het Ministerie van VWS heeft voor de regeling ‘Gezond
school” beschikbaar. Kern van de methode is een drietal
ventieve interventies werd inmiddels geaccordeerd door
namelijk het ontwikkelen van kennis en kwaliteit, de
aan de Top’ een subsidie van € 1 miljoen per jaar ter
checklists voor leerkrachten bewegingsonderwijs,
VWS en is volop in uitvoering.
communicatie en de organisatie. Deze hoofdthema’s
beschikking gesteld, ongeveer een kwart van het
schooldirecties en bovenschools management. De
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
2
tieve interventies (Kloet e.a) waarbij de activiteiten zich
van de blessures; • de veel voorkomende blessures (hoofd-, knie- en enkelblessures); • aandacht geven aan de preventie van overbelas-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
23
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.5 Sportartsen
In al die jaren werd er binnen de beroepsgroep sportart-
Voor de sportartsen is hier de volgende invulling aan
sen veel gediscussieerd over wat het vak moet inhouden.
gegeven.
In 1998 leidde dit tot het vaststellen van de zogeheten ‘kernactiviteiten’ van de sportarts en keerde de rust bin-
Medisch handelen
nen de sportartsenwereld weer. Voortschrijdend inzicht en
De sportarts is tot het volgende in staat.
praktische argumenten leidden echter tot nieuwe gedach-
1. Kan een relevante, beknopte en accurate anamnese
tes. Dit heeft in juni 2004, na een goede voorbereiding
afnemen en een doelmatig lichamelijk onderzoek
van de interne VSG-werkgroep beroepsprofiel en meerdere
efficiënt uitvoeren. Volgt relevante procedures om
mondelinge en schriftelijke discussierondes, geleid tot
gegevens te verzamelen, te analyseren en te inter-
een actueel beroepsprofiel van de sportarts. Het beroeps-
preteren, stelt een diagnose en verricht de juiste
profiel is zo geformuleerd dat elke sportarts zich er in
geneeskundige procedures om het probleem van een
Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich
Ze beperkt zich niet tot één enkele medische discipline,
principe in kan vinden en dat de sportarts zich uitstekend
patiënt/sporter te helpen oplossen. Drie kerntaken
richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van
maar is een horizontaal specialisme. De sportarts heeft
onderscheidt van andere medisch specialismen.
de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en
een brede kennis en weet die ook op verschillende ma-
sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevorde-
nieren in te zetten. Zo houdt hij zich niet alleen bezig met
Beroepsprofiel
probleem (zoals van het bewegingsapparaat of
ren, waarborgen en herstellen van de gezondheid van
zorg, maar ook preventie, prestatiebevordering, weten-
Het beroepsprofiel van de sportartsen is gebaseerd op
een intern probleem) adviseren, behandelen c.q.
mensen met chronische aandoeningen door sport en
schappelijk onderzoek en beleids- en managementtaken
het Canadese systeem van beoordeling en toetsing: de
verwijzen. Bij de consultatie wordt desgewenst
bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk rekening gehou-
kunnen belangrijke onderdelen van zijn takenpakket zijn.
Canadian Medical Education Directions for Specialists,
gebruik gemaakt van aanvullend onderzoek
worden onderscheiden: a. Consultaties: op grond van een sportmedisch
kortweg Canmeds. Dit model definieert het beroeps-
(bijvoorbeeld bloedonderzoek, beeldvormende
Net als de werkzaamheden is ook het werkveld van de
profiel van de medisch specialist aan de hand van ruim
diagnostiek).
Algemeen
sportarts enorm breed. Een groot deel kiest voor een
twintig sleutelcompetenties (Lutke Schipholt, 2003).
Talrijke gezondheidsvoordelen van lichaamsbeweging
veelzijdige baan bij een van de ruim vijftig gecertificeer-
Deze competenties zijn gegroepeerd in een zevental
zijn onbetwist. Lichaamsbeweging (en dus ook sport)
de sportmedische instellingen in Nederland. Ook sport-
competentiegebieden:
ningsgerelateerde diagnostiek (o.a. inspan-
kan een grote bijdrage leveren aan de verbetering van
organisaties, zoals sportbonden, professionele (top)
1. Medisch handelen
ningsdiagnostiek met ademgasanalyse,
de gezondheid en het herstel na letsel of ziekte. Voor
sportclubs en sportverenigingen, bieden menig sport-
2. Communicatie
compartimentsdrukmetingen, biomechanische
chronisch zieken kan beweging bovendien het ziektever-
arts uitdagend werk vol afwisseling, reizen en – niet te
3. Samenwerking
analyse), en
loop of de leefsituatie positief beïnvloeden. Als het gaat
vergeten – fantastische sportieve hoogtepunten. Tot slot
4. Kennis en wetenschap
om de gezondheidsbevorderende werking van lichaams-
zien we de laatste jaren ook binnen het sportonderwijs
5. Maatschappelijk handelen
beweging is de sportarts dé expert. Hij weet alles over
en de danswereld een groeiende vraag naar sportartsen.
6. Organisatie
(sportspecifieke) belasting van verschillende vormen
Dat het werkterrein van de sportarts in de toekomst nog
7. Professionaliteit
van lichaamsbeweging en over de belastbaarheid van
verder uitgebreid zal worden is zeker niet ondenkbaar.
den met de sportspecifieke belasting en belastbaarheid.
mensen, al dan niet met verschillende aandoeningen, ziekten of blessures.
2
Ontwikkeling van de sportgeneeskunde
In het bijzonder gaat het om: - Specifieke, sportgeneeskundige, inspan-
- behandeling in de vorm van belastingsadviezen (belasting in relatie tot belastbaarheid en sportrevalidatie).
b. Preventieve sportmedische onderzoeken: dit betreffen fysische/diagnostische onderzoeken,
In de onderstaande figuur zijn de competentiegebieden
inspanningstesten of keuringen die gevraagd
en hun onderlinge verhouding weergegeven:
worden ten behoeve van een patiënt/sporter.
Sportgeneeskunde is een relatief nieuwe loot binnen de De sportarts zoekt voortdurend naar de beste balans
medische wereld in Nederland. In 1986 werden de sport-
tussen belasting en belastbaarheid. Het is zijn taak om
artsen geregistreerd binnen het register van de Sociale Ge-
zijn patiënten/sporters te beschermen tegen overma-
neeskunde. Dit was een historisch moment en een grote
tige, eenzijdige, ongeschikte of vroegtijdige belasting.
stap voorwaarts. In de daaropvolgende jaren kwamen er
Tegelijkertijd mag van hem ook een sportvriendelijke
steeds meer nieuwe sportartsen die hun werkzaamhe-
houding worden verwacht: de sportarts respecteert zijn
den verlegden van sociaal geneeskundige inhoud naar
patiënten/sporters in hun wijze van sportbeoefening.
meer curatief werk. In 1993 startte zelfs een sportarts zijn
Zijn inspanningen zijn dan ook vaak niet alleen gericht
werkzaamheden in een intramurale setting. Hierna volgden
op de gezondheid van zijn patiënten/sporters, maar ook
vele anderen. Anno 2009 zijn er ruim 25 ziekenhuizen die
op hun sportieve prestaties.
sportgeneeskunde binnen de muren hebben. Kortom, er heeft een verschuiving plaatsgevonden van sociale ge-
Sportgeneeskunde kan met recht een van de meest ge-
neeskunde naar steeds meer curatieve geneeskunde.
varieerde takken van de geneeskunde worden genoemd.
24
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
25
2
Algemene informatie
Algemene informatie
c. Sportmedische begeleiding: bovenstaande taken
informatie die een optimaal herstel mogelijk maakt.
aan wetenschappelijk onderzoek zal doen, dient hij
(consulten en sportmedische onderzoeken), maar
Dit impliceert het vermogen om een patiënt/sporter
nodig, doeltreffend bij aan de samenwerking met
of zij wel de vaardigheden te hebben om deel te
dan in een traject over langere termijn voor meer-
op invoelende wijze en met respect te informeren
de eerste schil rondom de patiënt/sporter (trainers,
nemen aan gemeenschappelijke onderzoeksprojecten
dere individuen en/of groepen. In dat geval is de
en te adviseren. De belasting dient aangepast te
begeleiders, coaches etc.). Hierbij wordt het sportbe-
(waaronder multicenter trials), kwaliteitsborging of
sportarts bij uitstek de coördinator van zorg.
worden aan de belastbaarheid, waarbij ondertus-
lang en de revalidatiemogelijkheden geïntegreerd in
de ontwikkeling van richtlijnen die relevant zijn voor
sen begrip, discussie en actieve deelname van de
het behandelplan van de sporter, waarbij de gezond-
de praktijk.
handelingsmogelijkheden en past deze in de praktijk
patiënt/sporter in beslissingen over zijn behandeling
heid van de sporter centraal staat en waarbij de be-
toe. Hieronder valt het weten te stellen van de
worden gecultiveerd. Daaronder valt het kunnen luis-
langen van niet-gezondheidswerkers gerespecteerd
Maatschappelijk handelen
juiste, patiëntgerelateerde vragen, het systematisch
teren naar een patiënt/sporter, alsmede het effectief
worden.
De sportarts is tot het volgende in staat.
zoeken naar onderbouwing en het kritisch evalueren
communiceren met andere zorgverleners om een op-
van sportgeneeskundige en andere relevante litera-
timale en consistente zorg voor de patiënt/sporter en
Kennis en wetenschap
onder valt het kunnen herkennen, inschatten en
tuur, alsmede ander bewijs om de klinische besluit-
zijn omgeving (familie, trainer, coach) te waarborgen.
De sportarts is tot het volgende in staat.
reageren op de psychosociale, economische en bio-
vorming te optimaliseren.
Dit vraagt eveneens om het vermogen om duidelijke
1. Ontwikkelt, implementeert en documenteert een
logische factoren die de gezondheid van patiënten
2. Raadpleegt relevante informatie en onderzoekt be-
3. Weet waar de grenzen van de eigen persoonlijke deskundigheid liggen. Hieronder valt het nemen van
en accurate dossiers bij te houden. 4. Is in staat, indien nodig, de patiënt te wijzen op
1. Kent en herkent de determinanten van ziekte. Hier-
persoonlijke, doorlopende opleidingsstrategie. Dit
beïnvloeden. De sportarts verwerkt informatie over
impliceert de acceptatie van de verantwoordelijkheid
de bepalende gezondheidsfactoren in de patiënten-
een beslissing of en wanneer er andere deskundigen
andere informatiebronnen, zoals door medisch we-
om de persoonlijke leerbehoeften vast te stellen.
zorg van individuele patiënten, de gemeenschap. Op
nodig zijn om bij te dragen aan de zorg voor een pa-
tenschappelijke instanties ‘approved’ internetsites,
Daaronder valt het kunnen inschatten van deze per-
arts-patiëntniveau betreft dit (1) het kunnen aanpas-
tiënt/sporter en het doorvoeren van een persoonlijk
naslagwerken, beeldmateriaal (video, CD-ROM) en
soonlijke leerbehoeften, het kiezen van de geschikte
sen van de behandeling van patiënten en informatie
programma om de eigen medische vaardigheid op
andere deskundigen.
leermethoden en het evalueren van de leerresulta-
verstrekking aan patiënten, teneinde hun gezond-
ten voor een optimale praktijkvoering. De sportarts
heid te bevorderen en het begrip voor het beleid
peil te houden. 4. Toont effectieve consultatievaardigheden. Hieronder
Samenwerking
maakt daarbij doeltreffend gebruik van informatie-
te vergroten, (2) het leren omgaan met de ziekte te
valt het presenteren van goed onderbouwde evalua-
De sportarts is tot het volgende in staat.
technologie.
bevorderen en het stimuleren tot een actieve deel-
ties en aanbevelingen, zowel mondeling als schrifte-
1. Overlegt doelmatig met andere artsen, gezondheids-
2. Past kritische beoordelingsprincipes toe op sportge-
name in de medische besluitvorming. Hieronder valt
lijk, naar aanleiding van een verzoek van een andere
werkers en sportbegeleiders (trainer, coach). Dit im-
neeskundige en andere relevante informatiebronnen.
op maatschappelijk niveau (1) het identificeren van
gezondheidswerker.
pliceert het vermogen om onderzoek en behandeling
Dit betreft het werken in de geest van wetenschap-
risicogroepen en het herkennen van maatschappelij-
te ontwikkelen en behandelplannen te continueren,
pelijk onderzoek en het gebruiken van onderbou-
ke ontwikkelingen die de volksgezondheid beïnvloe-
Communicatie
samen met de patiënt/sporter en andere zorgverle-
wing bij klinische besluitvorming. Net als bij de rol
den, (2) het herkennen van relevant overheidsbeleid
De sportarts is tot het volgende in staat.
ners. Onder deze aanpak valt het vermogen om te
van medisch deskundige/klinisch besluitvormer valt
en (3) het in voorkomende gevallen bijdragen aan
1. Vormt een goede verstandhouding met patiënt/spor-
weten waar de grenzen van de eigen deskundigheid
hieronder het kunnen stellen van de juiste vragen,
ter. Hieronder valt het kunnen vormen en onderhou-
liggen, het begrijpen van de rollen en deskundigheid
het doelmatig zoeken naar en het beoordelen van de
den van een therapeutische relatie en het cultiveren
van de andere betrokkenen, het informeren van en
kwaliteit van de onderbouwing in de (vak-)literatuur
meenschap als geheel. Hieronder valt het toepassen
van een omgeving die gekenmerkt wordt door be-
samenwerken met de patiënt/sporter en zijn omge-
en het op de hoogte blijven van de onderbouwde
van medische deskundigheid in situaties die niet te
grip, vertrouwen, empathie en vertrouwelijkheid.
ving (familie, trainer, coach) bij de besluitvorming
zorgnormen voor de aandoeningen die in de praktijk
maken hebben met directe patiëntenzorg, bijvoor-
en het expliciet integreren van de meningen van
het meest voorkomen.
beeld bij het afleggen van verklaringen als medisch
2. Verkrijgt relevante sportgeneeskundige informatie van de patiënt/sporter over zijn probleem en inte-
de patiënt/sporter en zorgverleners in de behandel-
greert dit. Hieronder valt het kunnen navorsen van
plannen.
de overtuigingen, zorgen en verwachtingen van de
2. Draagt doeltreffend bij aan de samenwerking met
3. Bevordert de kennisverwerving van de patiënt/sporter, studenten, arts-assistenten en andere medisch
beleid dat de volksgezondheid gunstig beïnvloedt. 2. Bevordert de gezondheid van patiënten en de ge-
deskundige en het geven van presentaties. 3. Handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving.
deskundigen. Hieronder valt het helpen van anderen
De specialist is op de hoogte van de relevante wet-
patiënt/sporter over het ontstaan, de aard en de
andere artsen en andere gezondheidswerkers. Hier-
om hun leerbehoeften en ontwikkelrichting vast te
telijke regelgeving en werkt in overeenstemming
behandeling van de aandoening in een sportgenees-
onder vallen activiteiten in ziekenhuizen, praktijken
stellen, het geven van opbouwende feedback en het
met de eigen juridische positie en die van patiën-
kundig perspectief. Sportartsen moeten in staat zijn
en andere instellingen, zoals commissies, onderzoek,
toepassen van de principes van kennisverwerving
ten, waaronder die met betrekking tot het beroeps-
om de invloed van factoren, zoals onder andere leef-
onderwijs en kennisverwerving. Dit impliceert het
(onder andere door middel van onderwijstaken) bij
geheim. Onderkent daarbij de gevolgen voor het
tijd, geslacht en mentale factoren op de aandoening
kunnen onderkennen van de vakgebieden van team-
volwassenen in de interactie met de patiënt/sporter,
medisch handelen.
van de patiënt/sporter in te schatten. Onder sportge-
leden, het respecteren van de meningen en rollen
studenten, arts-assistenten (als opleider), collega’s
neeskundige informatie wordt onder meer verstaan
van individuele teamleden, het bijdragen aan een
en anderen.
sportieve achtergrond, trainingsbelasting, materiaal
gezonde collegiale ontwikkeling en conflictoplos-
en de invloed van omgevingsfactoren.
sing en het bijdragen aan de taak van de groep door
en deelt deze kennis door publicaties, onderwijs
geleerd deze bespreekbaar en hanteerbaar te maken
middel van de eigen deskundigheid.
en voordrachten. Hoewel niet elke sportarts actief
met het oog op een adequaat beleid in de gegeven
3. Bespreekt met de patiënt/sporter de toepasselijke
26
1. Draagt vanuit zijn sportmedische discipline, indien
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
2
4. Draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe kennis
4. Treedt adequaat op bij incidenten in de zorg. De specialist herkent incidenten in de patiëntenzorg en onderkent eigen fouten en die van anderen en heeft
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
27
2
Algemene informatie
Algemene informatie
situatie, op de leerzaamheid van het voorval, op
gen, het zelfbewust zijn, het behouden van de juiste
Medische Instellingen. Hieraan dient de sportarts zich
preventie in de toekomst en op het belang van de
balans tussen persoonlijke en professionele rollen
tevens te houden. Andere instellingen, zoals sportbon-
patiënt. De specialist is bekend met de wijze waarop
en het aanpakken van intermenselijke verschillen in
den, ziekenhuizen, arbodiensten en GGD-instellingen,
incidenten volgens voorschrift worden gemeld en
professionele relaties.
van waaruit of namens welke de sportarts activiteiten
weet om te gaan met klachten over de patiëntenzorg.
3. Kent de grenzen van de eigen competentie en han-
ontwikkelt, kennen hun eigen specifieke regels en richt-
delt daarbinnen. Hieronder valt het nemen van een
lijnen waaraan de sportarts zich in deze voorkomende
Organisatie
beslissing over of en wanneer andere deskundigen
gevallen dient te committeren.
De sportarts is tot het volgende in staat.
nodig zijn om bij te dragen aan de zorg voor een
1. Gebruikt tijd en middelen effectief om een evenwicht te creëren tussen patiënt/sporter enerzijds en zorg,
patiënt. 4. Oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke
Gelet op de ontwikkelingen om binnen de sportgeneeskunde te komen tot DiagnoseBehandel Combinaties
financiële behoeften, externe activiteiten en privéle-
ethische normen van het beroep. Hieronder valt
(DBC) zal de sportarts zich in de toekomst ook gehou-
ven anderzijds. Hieronder valt het effectief kunnen
inzicht in en het zich houden aan de ethische en
den weten aan hieromtrent te maken afspraken.
toepassen van time-management en zelfevaluatie
medische gedragsregels, het herkennen van ethische
om realistische verwachtingen te formuleren en te
dilemma’s en de behoefte aan hulp om ze, indien
Positie van de sportarts in het ketenproces
komen tot een evenwichtige levensstijl.
nodig, op te lossen en het kunnen herkennen van
De positie die de sportarts inneemt bepaalt de reik-
en reageren op onprofessioneel gedrag elders in de
wijdte van zijn verantwoordelijkheden De sportarts is
voor de sportgezondheidszorg en sportmedisch on-
klinische praktijk, daarbij rekening houdend met de
ten eerste verantwoordelijk voor zijn eigen zorg en het
derwijs. Hoewel de belangen van de patiënt/sporter
lokale en landelijke regelgeving. Deze gedragsregels
resultaat van die zorg. Daarnaast is hij, in het geval
altijd voorop staan, impliceert dit het vermogen om
zijn vastgelegd in de publicatie ‘Richtlijnen voor
hij optreedt als coördinator van zorg, verantwoordelijk
grondige afwegingen te maken ten aanzien van de
artsen omtrent het Sportmedisch Handelen, VSG,
voor de zorg en het resultaat van die zorg van derden,
toewijzing van middelen op basis van het nut voor
Bilthoven, 1996. Bovendien heeft de Vereniging voor
die handelen in opdracht van de sportarts. Onder der-
de individuele patiënt/sporter en de bevolking.
Sportgeneeskunde, als overkoepelende organisatie,
den verstaat men o.a. verzorgenden en helpenden. De
2. Verzorgt de acquisitie van de benodigde middelen
3. Werkt effectief en efficiënt in een gezondheidszorg-
2
een klachtenregeling ingesteld waaraan de sportarts,
sportarts is niet verantwoordelijk voor het handelen van
organisatie. Dit impliceert het hebben van inzicht in
voor zover het zijn sportmedisch handelen betreft,
beroepsgroepen die zelf geregistreerd zijn, zoals bijvoor-
de rollen en verantwoordelijkheden van de specialis-
aan gehouden is. Ook zijn vanuit de overkoepelende
beeld de fysiotherapeut.
ten in Nederland, de organisatie en functie van het
beroepsorganisaties van sportartsen regels en richt-
Nederlandse ziektekostenstelsel en de kracht van
lijnen opgesteld omtrent het specifiek sportmedisch
Literatuurlijst
verandering. Hieronder valt het doelmatig in teams
handelen van de sportarts en over aanwijzingen met
Lutke Schipholt, I. De basis van de zorg is in elk land het-
met collega’s kunnen werken, het managen van een
betrekking tot het gebruik van doping door sporters.
zelfde, Medisch Contact, 58, nr. 22, 891-894, 2003.
praktijk en het functioneren binnen bredere managementsystemen in organisaties (bijvoorbeeld FSMI,
Randvoorwaarden
Richtlijnen voor artsen omtrent het Sportmedisch Handelen.
VSG, sportbond en medische staf ).
Kwaliteit
Bilthoven, VSG, 1996.
De sportarts is verantwoordelijk voor de kwaliteit van Professionaliteit
zijn beroepsuitoefening, in het bijzonder van het profes-
De sportarts is tot het volgende in staat.
sioneel medisch handelen. Kwaliteitsborging gebeurt
1. Levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, op-
door inschrijving in het register van erkend sociaal
rechte en betrokken wijze. Hieronder valt het zich
geneeskundigen. Registratie is verplicht en wordt elke
bewust zijn van het centrale belang van de patiënt.
vijf jaar getoetst. De sportarts is vanuit zijn specialisatie
Ook valt hieronder het onderkennen van en omgaan
gehouden aan periodieke na- en bijscholing, teneinde
met diversiteit in etnische en culturele achtergronden
het vereiste deskundigheidsniveau en de registratie te
en met maatschappelijke vraagstukken, die invloed
behouden. Het deelnemen aan intercollegiale toetsing is
hebben op het geven van patiëntenzorg en het op
ook een (verplicht) instrument hiervoor.
peil houden en verdiepen van de relevante kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. 2. Vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk
28
Eisen vanuit de werkplek Het werken van de sportarts in een sportmedische
professioneel gedrag. Hieronder valt het nemen van
instelling is gehouden aan bepaalde afspraken, zoals
de verantwoordelijkheid voor persoonlijke handelin-
vastgelegd in de statuten van de Federatie van Sport
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
29
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.6 Olympisch Plan 2028
Vanaf 2016
beginnen met het aantal breedtesportaccommoda-
Kandidaatfase: aan het begin van deze fase wordt
ties te vergroten én de bereikbaarheid te verbete-
besloten of Nederland zich kandidaat stelt voor organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen 2028.
2
ren; • het creëren van een echte breedtesportcultuur, te beginnen met werknemers (weer) te laten sporten door bedrijfssport te bevorderen.
Acht ambities Sociaal-maatschappelijke ambitie
samenhangende deelprojecten, die rond een achttal
Nederland heeft in 2016 een sociaal klimaat waarin
ambities gegroepeerd zijn. Ambities rond topsportont-
men met plezier samenleeft, er trots op is Nederlander
wikkeling, rond breedtesportontwikkeling, op sociaal-
te zijn en graag iets bijdraagt aan de maatschappij.
Dat Nederland als klein land tot grote prestaties in staat
breedtesport bedoeld, olympisch én niet-olympisch,
maatschappelijk terrein, op het gebied van welzijn,
NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
is, bleek op de Olympische spelen van 2000 in Sydney.
actief én passief. Ook het naar Nederland halen van tot
economie, ruimtelijke ordening, evenementen en
• sportparticipatie in achterstandswijken te vergroten
Nederland eindigde in het medailleklassement bij de
de verbeelding sprekende internationale sportevene-
media-aandacht. Hieronder worden deze ambities nader
beste tien landen van de wereld. Een bijzondere
menten, waaronder in het bijzonder de Olympische
toegelicht.
prestatie die het waard is om voor eigen publiek te
Spelen en Paralympische Spelen van 2028, hoort erbij.
herhalen. Sydney leerde ons nog een les: ook een land
en bruggen te slaan naar het sportverenigingsleven; • sportverenigingen te ontwikkelen tot maatschappelijke organisaties en zelfs tot openbare voorzienin-
Topsportambitie
gen.
met een relatief kleine bevolking is in staat de Olympi-
De Alliantie
Nederland heeft in 2016 een vruchtbaar topsportkli-
sche Spelen met succes te organiseren. Zo ontstond
Een plan met zoveel impact op de Nederlandse samenle-
maat waarin sporters optimaal kunnen presteren.
Welzijnsambitie
heel voorzichtig de gedachte om de Olympische en
ving verdient het om zijn vorm te krijgen in een alliantie
Nederland bezet structureel een Top 10 positie op de
Nederland heeft in 2016 een gezonde bevolking: fitte
Paralympische Spelen naar Nederland te halen. Na de
van zoveel mogelijk partijen die bij de samenleving
diverse wereldranglijsten.
werknemers, vitale ouderen en minder mensen (en
Spelen van Athene 2004 bleek dat dit idee op veel
betrokken zijn. Het plan om Nederland naar olympisch
NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
vooral kinderen!) met overgewicht. Voldoende bewe-
steun kon rekenen.
niveau te brengen heeft raakvlakken met zoveel
• het creëren van een excellerende omgeving, te
ging en gezonde voeding zijn de norm.
NOC*NSF is met deze gedachte aan de slag gegaan en is
facetten, dat de alliantie breed zal moeten zijn. De
beginnen met (aankomende) topsporters betere
NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
de initiatiefnemer en aanjager van het Olympisch
overheid, werkgevers/ bedrijfsleven, werknemers,
mogelijkheden te bieden zich verder te ontwikkelen
• het stimuleren van meer sport en beweging door
Plan 2028.
onderwijs en wetenschap, de sportwereld en diverse
via Centra voor Topsport en Onderwijs en Nationale
het aantal breedtesportaccommodaties te vergroten,
andere organisaties en instellingen kunnen allemaal
Topsport Centra. Dit zijn expertisecentra van
bedrijfssport te bevorderen, passend sportaanbod
In 2006 besloot het bestuur van NOC*NSF te onderzoe-
vanuit hun specifieke deskundigheid een waardevolle
internationale allure voor alle facetten van de
te realiseren om senioren (weer) aan het sporten te
ken hoe de discussie over de organisatie van Olympi-
bijdrage leveren aan het Plan. Dan pas ontstaat het
topsport: de beste coaches, voortreffelijke accom-
krijgen, sportorganisaties en begeleidend kader te
sche en Paralympische Spelen het best zou kunnen
klimaat dat nodig is om, vanuit een gedeeld ideaal,
modaties, wetenschappelijke begeleiding, topsport-
professionaliseren en sport op school te bevorde-
worden ingericht. Dit onderzoek werd gesteund door de
deze droom te verwezenlijken.
geneeskunde, sportfysiologie, testlaboratoria,
vier grote steden en de ministeries van Volksgezond-
sociaal-maatschappelijke begeleiding, duswonen,
ren; • gezonde voeding te stimuleren in sportkantines, bij
heid, Welzijn en Sport (VWS), van Economische zaken
De drie fasen van het Olympisch Plan 2028
(EZ) en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
2006-2009
Milieubeheer (VROM). Het Olympisch Plan 2028 is de
Onderzoeksfase: het formuleren van de ambities in dit
met topsporters via een “tweedecarrièrebeleid”
Economische ambitie
voorlopige uitkomst van dit onderzoek, waarbij veel
‘plan van aanpak op hoofdlijnen’ en het verwerven van
voldoende mogelijkheden te bieden om behalve
Nederland heeft in 2016 een sterke, competitieve
publieke en private partijen betrokken zijn. Het is een
een breed draagvlak hiervoor, via een brede maatschap-
hun topsportcarrière ook een passende maatschap-
economie, mede dankzij een grotere arbeidsparticipa-
plan van aanpak op hoofdlijnen om heel Nederland naar
pelijke discussie.
pelijke loopbaan op te bouwen.
tie, een toegenomen arbeidsproductiviteit, meer
olympisch niveau te brengen.
Resultaat: een charter waarmee de deelnemende
Het Olympisch Plan 2028 is de ambitie om met sport in
trainen en onderwijs onder één dak;
sportevenementen en op scholen.
• het creëren van een topsportcultuur, te beginnen
aandacht voor innovatie en een sterk internationaal
partijen zich concreet verbinden aan het Olympisch
Breedtesportambitie
imago.
Plan 2028.
Nederland is in 2016 een samenleving waarbij het
NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
beoefenen en beleven van sport voor jong en oud een
• leerlingen en studenten uitdagend onderwijs te
de volle breedte een bijdrage te leveren aan Nederland,
30
Het Olympisch Plan is een aaneenschakeling van
zodat de positieve effecten nu en in de toekomst
2009-2016
belangrijke kwaliteit is in hun leven. Minimaal 75% van
bieden, waarbij individuele talenten beter worden
zichtbaar zijn, met de organisatie van de Olympische en
Opbouwfase: voor elk van de geformuleerde ambities
de Nederlanders uit alle lagen van de (multiculturele)
herkend en ontwikkeld en prestaties worden
Paralympische Spelen van 2028 in Nederland als
wordt met en door de betrokken partijen een plan van
samenleving doet in 2016 regelmatig aan sport.
inspirerend perspectief en mogelijke uitkomst.
aanpak uitgewerkt en doorgevoerd.
NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
Met ‘sport in de volle breedte’ wordt de topsport én
Resultaat: heel Nederland naar olympisch niveau.
• het creëren van een faciliterende omgeving, te
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
beloond; • innovatie en wetenschap te stimuleren.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
31
2
Algemene informatie
Algemene informatie
Beleid VSG aansluitend bij het Olympisch plan 2028
2. Kennis van sportspecifieke letsels en andere
Nederland is in 2028 een land met een goed leefklimaat, voldoende sportaccommodaties en een goede mobiliteit,
Naar aanleiding van o.a. het Olympisch plan 2028 en de
3. (overtraining, doping), kennis van de typische
zodat het organiseren van Olympische en Paralympische
topsportambitie die hierin genoemd wordt, is de VSG
Spelen nog beter mogelijk is.
gaan onderzoeken of de huidige sportartsen voldoende
NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
toegerust zijn om de topsportambitie te kunnen
• het uitwerken van de Olympische Hoofdstructuur;
ondersteunen op sportmedisch gebied.
• het doortrekken van het Meerjarenprogramma
Topsport stelt specifieke eisen aan de medische
Ruimtelijke ambitie
Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT 2020) naar
begeleiding en daardoor aan de inrichting van het
een MIRT 2028;
medische begeleidingsteam en de organisatie eromheen
• het opstellen en in de praktijk brengen van een visie op groen en gezondheid.
8. Kennis hebben van en ervaring hebben met werken
relevante gezondheidsproblemen (fysiologische) eigenschappen van de sporters uit de
onder hoge druk in een topsportomgeving. 9. Een voor de topsport passende attitude bezitten. 10. Vermogen om uitstekend te kunnen communiceren
betreffende tak van sport.
met trainers/coaches, met topsporters als ook met
4. Een direct te consulteren netwerk van (gecertificeer-
de ploeg-/sportbegeleiding in algemene zin (sponsor
de) medisch specialisten en
en andere belanghebbenden).
5. paramedici tenbehoevevan (snelle) behandeling en advies. 6. Kennis van alle beschikbare experts binnen de
Om de huidige sportartsen op te leiden tot een prestatiearts die over bovengenoemde competenties beschikt, zal
(Gezond aan de Top, 2008). Topsportmedische begelei-
specifieke tak van sport (inspanningsfysiologie,
een topsportspecifieke opleiding ontwikkeld moeten
ding is een voorziening die een bijdrage levert aan het
biomechanica, voeding, farmacie, endocrinologie).
worden. De prestatieartsen zullen hun werkplek vinden in
creëren van optimale voorwaarden om maximaal te pres-
7. In staat zijn om te fungeren als coördinator van
de nog verder te ontwikkelen TopSport Medische Samen-
Evenementenambitie
teren, waarbij vanuit (para)medisch standpunt zal
Nederland staat in 2016 wereldwijd bekend om zijn grote
worden bewaakt dat dit op een veilige, gezonde en
ambitie en talent voor het organiseren van grote sport-
verantwoorde wijze geschiedt. Om een sportarts
en culturele evenementen.
adequaat te laten functioneren in de topsport dient de
De reactie van het kabinet op het Olympisch Plan 2028: ‘Uitblinken op alle niveaus’
NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
sportarts over specifieke competenties te beschikken.
(bron: toespraak, 3 juli 2009)
• het opzetten van een Evenementenbureau als
(acute) topzorg.
werkingsverbanden (TMS) (zie hoofdstuk 3.4 FSMI).
In een persconferentie lichtte Staatssecretaris Bussemaker het kabinetsstandpunt toe bij het Olympisch Plan 2028:
• het creëren van excellente voorwaarden voor een pro-actief evenementenbeleid, te beginnen met
De huidige competenties van een sportarts zijn af te
Uitblinken op alle niveaus.
leiden uit de definitie voor sportgeneeskunde. Dames en heren,
expertise- en kenniscentrum op het gebied van de
Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich
acquisitie, de organisatie, de promotie en de publici-
richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van
teit rond evenementen;
de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport
Ik ben er trots op dat ik het kabinetsstandpunt over het Olympisch Plan 2028 van
en sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het
NOC*NSF aan u mag presenteren.
fonds, Evenementenfonds en Accommodatiefonds om
bevorderen, waarborgen en herstellen van de gezond-
Het Olympisch Plan heb ik half mei mogen ontvangen. Ik heb toen meteen duidelijk gemaakt dat het mij sterk
onze ambities en activiteiten op het gebied van
heid van mensen met chronische aandoeningen door
aanspreekt.
evenementen te financieren;
sport en bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk
Vandaag sluit het gehele kabinet zich daarbij aan.
rekening gehouden met de sportspecifieke belasting en
Het spreekt de regering vooral aan dat het Olympisch Plan kansen biedt voor heel Nederland, niet alleen voor de
belastbaarheid.
sport. Daar willen we verdere invulling aangeven.
• het opzetten van een Host Broadcasting Garantie-
• het naar Nederland halen van meer sport- en culturele evenementen met een grotere diversiteit aan takken
2
Het kabinet erkent het grote belang van sport voor de Nederlandse samenleving.
van sport. Gezien de definitie en gezien de algemeen omschreven
Miljoenen mensen doen in hun vrije tijd aan sport en miljoenen mensen kijken naar sport. Topsporters halen het
Media-aandacht ambitie
sportgeneeskundige competenties die een sportarts
beste uit zichzelf omhoog en zorgen voor verbondenheid onder een groot publiek.
Door het vergroten en verbreden van de media-aandacht
verwerft gedurende zijn/haar opleiding (Opleidingsplan
En sport is meer. Sport is goed voor de sociale cohesie, de gezondheid, de economie. Jongeren leren dankzij sport
voor sport is in 2016 de sportbeleving in Nederland
Sportgeneeskunde 2008, zie hoofdstuk 3.4 NIOS)
discipline, zelfbeheersing, doorzettingsvermogen en om te gaan met winst en verlies. Ouderen leggen sociale
dusdanig toegenomen dat een Top3 positie bezet wordt
behoort een topsporter niet tot de primaire doelgroep
contacten door te sporten en mensen met een beperking krijgen een groter zelfvertrouwen.
in Europa. Mede daardoor groeit het aantal mensen dat
van een sportarts. Gezien de wensen vanuit de topsport
Sport staat symbool voor de wil om te presteren, uit te blinken, de beste willen zijn. Daardoor kan sport ook op
regelmatig aan sport doet.
zouden er een aantal aanvullende eisen kunnen worden
andere terreinen een belangrijke inspiratiebron zijn. Het kabinet heeft daarom ook Olympische ambities geformu-
NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
gesteld.
leerd voor onder meer het onderwijs, cultuur, architectuur en de inrichting van Nederland.
de diepte, te beginnen met het voorbereiden, bouwen
De VSG is van mening dat de volgende extra competen-
”En hoe zit het dan met de Olympische Spelen” vraagt u zich ongetwijfeld af. Het antwoord is: zover is het nog
en lanceren van een Crossmedia Platform Sport gericht
ties niet mogen ontbreken bij een sportarts die topspor-
niet. Het kabinetsbeleid is er vooralsnog op gericht dat we de sport in Nederland op een hoger niveau brengen én
op de informatievoorziening over vier mediakanalen:
ters medisch begeleidt (prestatiearts).
dat we sport inzetten als een inspiratiebron voor andere sectoren, zodat we op verschillende terreinen tot de
televisie, web-tv met video-on-demand, mobiel-tv en
1. Topsportspecifieke kennis en ervaring: niet alleen
wereldtop behoren: economisch, sociaal, ruimtelijk, cultureel.
• het realiseren van een rijk aanbod in de breedte en in
32
doelgroep-tv in (o.a.) clubhuizen van sportclubs.
van de belastingvorm maar ook van de specifieke
Niet voor niets is de titel van het kabinetsstandpunt: “Uitblinken op alle niveaus”.
Daarnaast heeft het Crossmedia Platform Sport
topsportomgeving, van materialen en van het
Als we de komende jaren genoeg vooruitgang boeken, als we van Nederland een land hebben gemaakt dat
aandacht voor alle bestaande en toekomstige media.
verschil in trainings- en wedstrijdbelasting.
excelleert op verschillende niveaus, dan komt het er misschien wel van dat we een bid gaan uitbrengen voor de
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
33
2
Algemene informatie
Algemene informatie
Olympische en Paralympische Spelen in 2028.
De vierde ambitie: om Nederland mooi, duurzaam en bereikbaar te maken en te houden, gaat het kabinet de
Maar als we uiteindelijk géén bid doen voor de Spelen, dan zijn alle investeringen die we hebben gedaan absoluut
komende jaren een aantal onderwerpen agenderen. Onder meer: een ruimtelijk plan voor een Olympische hoofd-
niet voor niets geweest. Daar hoeven we geen moment spijt van te hebben.
structuur. Architecten zullen uitgedaagd worden met gedurfde ontwerpen te komen. Nederland moet een gidsland
Als staatssecretaris van VWS ben ik niet alleen betrokken bij dit ambitieuze plan. Het gehele kabinet doet mee en
worden in duurzame ontwikkelingen.
mijn collega-bewindslieden zijn even enthousiast als ik ben.
Tot slot de uitstraling van ons land, Nederland in beeld.
2
Om daar aan bij te dragen moet er een meerjarige en strategische evenementenkalender komen. Een kalender met Maar behalve de rijksoverheid zijn ook andere partners onontbeerlijk. Vanzelfsprekend de sportsector, maar ook
aandacht voor sportevenementen, maar ook voor culturele manifestaties, belangrijk congressen en bijvoorbeeld de
gemeenten, provincies, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de bevolking zelf.
Floriade. Door aansprekende evenementen aan elkaar te koppelen kunnen we Nederland in het buitenland goed
Waar hebben we het concreet over?
onder de aandacht brengen en ons imago als klein land met grote ambities en resultaten versterken.
Het kabinet ziet vijf terreinen waarop we als samenleving topprestaties kunnen gaan leveren. Terreinen die van
Daarvoor is het onontbeerlijk dat we belangrijke, mondiaal aandacht trekkende evenementen binnenhalen, bijvoor-
belang zijn voor de sport én voor de gehele samenleving.
beeld het WK voetbal in 2018 of 22. U weet dat België en Nederland, als vervolg op het succesvolle EK in 2000, dit
Het zijn de volgende vijf terreinen:
samen willen organiseren.
Allereerst Talentvol Nederland: in 2028 moet er in Nederland een cultuur zijn waarin het vanzelfsprekend is om te
Het kabinet stelt voor het Nederland-België bid 4,5 miljoen euro beschikbaar.
willen presteren en excelleren. In de sport, maar ook in de cultuur, het onderwijs, ondernemerschap.
En we gaan de komende jaren meer investeren in het binnenhalen van grote evenementen. Daarbij kijken we vooral
Meedoen in Nederland is een ander terrein waarop het kabinet wil inzetten. Het doel is dat in 2028 sport voor
naar het vergroten van het maatschappelijk rendement: economisch, ruimtelijk en sociaal.
iedereen toegankelijk is, dat meer mensen bewegen en sporten en dat sport eraan bijdraagt dat mensen deelne-
Deze evenementen zijn van belang voor de uitstraling van Nederland, maar ook om ervaring op te doen.
men aan de samenleving.
Voor deze evenementen wordt de komende jaren drie miljoen extra uitgetrokken. Daarnaast komt er nog eens drie
Het derde aandachtsgebied is Vitaal Nederland: de Nederlandse bevolking is in 2028 fit en vitaal. Een actieve en
miljoen voor Holland Branding; toerisme, evenementen en innovatie.
gezonde leefstijl is onder alle Nederlanders wijd verbreid.
En tot slot trekt het kabinet drie miljoen euro uit voor het programmabureau dat op Papendal wordt gevestigd. Dit
Mooi, bereikbaar en duurzaam Nederland is het vierde terrein. Ons land moet in 2028 aantrekkelijk zijn voor
bureau gaat er op toezien dat het Olympisch Plan in samenwerking met andere partijen wordt uitgevoerd.
toeristen, goed bereikbaar met hoogwaardig vervoer en met een prettig vestigingsklimaat voor bedrijven. Het laatste terrein waarop we willen excelleren is Nederland in beeld: in 2028 moet Nederland internationaal
Dames en heren,
bekend staan als een klein land met grote ambities en resultaten. Een land dat in staat is grote evenementen te
Het is u duidelijk: Nederland heeft ambities met Olympische allure. De komende jaren gaan we daarin 13,5 miljoen
organiseren. Een land dat een betrouwbare handelspartner is, waar bedrijven graag hun hoofdkantoor vestigen en
investeren, zoals ik u net vertelde.
dat aantrekkelijk is voor toeristen.
Niet alleen VWS, maar ook andere departementen gaan investeren op hun terreinen om Nederland op Olympisch
Dames en heren, dat zijn de ambities waaraan het kabinet graag invulling wil geven. U begrijpt dat dat niet van de
niveau te brengen.
ene op de andere dag kan. Het is een langdurig traject dat zich uitstrekt over meerdere kabinetten. Maar met dit
Als dit allemaal is gebeurd, kunnen we serieus gaan nadenken over het uitbrengen van een bid om de Olympische
standpunt leggen we vandaag wel de basis.
Spelen te organiseren.
Ik kan vandaag dan ook niet een volledige, concrete onderbouwing van de ambities geven. Veel maatregelen die
Maar uitgangspunt blijft: als de Spelen niet aan Nederland worden toegewezen – en we weten allemaal dat het
genomen moeten worden, vergen veel en langdurig overleg met andere partners en vragen grote investeringen.
Olympisch Comité in haar uiteindelijke beslissing veel factoren mee weegt - dan zijn de gemaakte investeringen
Maar ik kan u al wel een aantal plannen noemen - de een concreter dan de ander - die aangeven hoe we de
absoluut niet voor niets geweest.
ambities denken te verwezenlijken. Ik noem er een paar, er staan er meer in het kabinetsstandpunt. Ik noemde de ambitie Talentvol Nederland. Om daar invulling aan te geven willen we nagaan of het aantal LOOT-
Literatuur
scholen moet worden uitgebreid van 27 tot ongeveer 35, die goed regionaal verspreid zijn.
Olympisch Plan 2028 – heel Nederland naar Olympisch niveau, Plan van aanpak op hoofdlijnen, NOC*NSF, mei 2009
Ook onderzoeken we of het LOOT-concept toegepast kan worden op MBO-instellingen. Bovendien willen we de LOOT-scholen niet beperken tot de sport, maar ook beschikbaar maken voor talenten op
Gezond aan de Top, NOC*NSF, 2008
het gebied van muziek en dans. Notitie VSG3294 ‘Competenties Sportarts in Topsport’, VSG, 2009
Meedoen in Nederland, de tweede ambitie, betekent meedoen aan sport, maar ook meedoen aan de maatschappij door sport. We willen de participatie in en door de sport vergroten met maatschappelijke stages, beroepsstages,
Opleidingsplan Sportgeneeskunde, NIOS, september 2008
vrijwilligerswerk, werkervaringsplaatsen en werkgelegenheid. Met gemeenten, woningcorporaties en de sportsector willen we ervoor zorgen dat er voldoende sportvoorzieningen zijn in achterstandswijken.
Toespraak van staatssecretaris Bussemaker op het Olympisch plan 2028 www.minvws.nl/toespraken/ds/2009/olympisch-plan2028-uitblinken-op-alle-niveaus.asp
De derde ambitie: Vitaal Nederland. De komende decennia vergrijst ons land snel. De groep werkenden wordt relatief
34
kleiner. Het is noodzakelijk dat werknemers fit zijn. Naast fitness betekent dat aandacht voor bedrijfssport. Ook moet
Uitblinken op alle niveaus; Kabinetsstandpunt bij het Olympisch Plan 2028 www.minvws.nl/kamerstukken/ds/2009/kabinets-
de leefomgeving van mensen beweegvriendelijker worden. Een aantal gemeenten start al met de Gezonde Wijk.
standpunt-olympisch-plan-2028.asp
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
35
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.7 Sportmedische begeleiding
Periodieke aanwezigheid bij trainingen en wedstrijden
gers, sportdiëtisten, sportpsychologen, mentale bege-
Periodieke aanwezigheid bij trainingen en wedstrijden
leiders en inspanningsfysiologen. De verdeling van de
(nader uitgewerkt in ‘Criteria voor (para)medische be-
diverse taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
geleiding tijdens bondstrainingen, trainingskampen en
wordt schriftelijk vastgelegd.
2
manueel-) fysiotherapeuten, sportmasseurs, sportverzor-
wedstrijden’ (in overleg frequentie afspreken)). Doel van deze aanwezigheid is het opbouwen van een
Dossiervorming
vertrouwensband met de sporter, beschikbaar zijn voor
De medische overdracht tussen de diverse betrokkenen
vragen, overleg en afstemming met technisch kader,
bij de sportmedische zorg dient geprotocolleerd plaats
eventueel overleg met fysiotherapeut of sportverzorger,
te vinden.
inschatten van belasting, belastbaarheid en techniekbe-
Middels onderlinge schriftelijke verslaglegging, over-
heersing, vroegtijdige signalering van problemen, korte
dracht en terugkoppeling tussen diegenen die in het
Uitwerking van de definitie naar de praktijk
blessureconsulten, beoordelen blessures i.v.m. inzet-
sportmedische begeleidingstraject van de betreffende
veel gebruikte term in het zorgcircuit rondom een
baarheid in relatie tot trainings- of wedstrijdbelasting,
sporter/sportploeg een rol spelen, wordt de sportmedi-
sporter.
SMB is een, in de tijd, continu proces van (para)medi-
bewaken belasting-belastbaarheid tijdens binnen- en
sche zorg zo continu mogelijk aangeboden. In de huidi-
Het blijkt in de praktijk echter een begrip te zijn dat op
sche zorg voor individuele sporters of groepen sporters.
buitenlandse trainingsstages en toernooien.
ge praktijk komt dit neer op het consequent bijhouden
velerlei wijzen wordt uitgelegd, ook binnen de groep
Gedurende het jaar is er sprake van meerdere contact-
Bij niet-sportgerelateerde klachten van de betreffende
van een dossier dat door de (top)sporter (of zijn/haar
sportartsen. Derhalve heeft de Werkgroep Sportartsen
momenten. In de optimale situatie bestaat het longitudi-
sporter, dient de sporter in principe gebruik te maken
trainer) bijgehouden/aangevuld kan worden.
Sportbonden (WSS) het initiatief genomen een docu-
nale begeleidingstraject uit de volgende onderdelen:
van de reguliere zorg (i.c. de huisarts), tenzij omstandig-
Denk hierbij bijvoorbeeld aan trainingsomvang/-intensi-
heden (zoals verblijf in het buitenland) dit onmogelijk
teit en de ‘ervaren zwaarte’ daarvan. Uiteindelijk ideaal
Het begrip ‘SportMedische Begeleiding (SMB)’ is een
ment op te stellen waarin het begrip ‘SportMedische Begeleiding’ wordt gedefinieerd en toegelicht vanuit de
Periodiek SportMedisch Onderzoek
maken. Wel wordt verwacht van de sporter dat ziekten
is een elektronisch patiëntendossier waarin de diverse
visie van de sportartsen. Hiermee hoopt zij transparan-
Periodiek sportmedisch onderzoek uit het oogpunt van
e.d. worden gemeld bij de (para)medische begeleiders.
(para)medische begeleiders toegang hebben tot de voor
tie te geven aan een begrip dat op dit moment door
preventie (bepalen belasting –belastbaarheid, moni-
In de praktijk kan sportmedische begeleiding er als
hen relevante delen. Registratie dient op een gestan-
velen op niet-eenduidige wijze wordt gebruikt. De defi-
toring trainingstoestand en sportspecifieke advisering
volgt uitzien.
daardiseerde wijze plaats te vinden, zodat uit het dos-
nitie Sportgeneeskunde vormt de allereerste basis voor
vormt een integraal onderdeel van het periodiek sport-
de uitleg van het begrip ‘SportMedische Begeleiding’.
medisch onderzoek). Aan het begin van een begelei-
Samenwerking en afstemming
sier ook gegevens ten behoeve van blessureregistratie
dingstraject wordt een intredekeuring/(top)sportmedisch
De sportarts treedt idealiter bij sportmedische begelei-
Definitie Sportgeneeskunde
onderzoek gedaan om de betreffende sporter ‘in kaart’
ding op als de coördinator van de (para)medische zorg
Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich
te brengen.
rondom een bepaalde sporter of sportploeg en staat
richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van
gehaald kunnen worden.
daarin derhalve centraal. Iedere zorgverlener (binnen
de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en
Consulten
en buiten het begeleidingsteam) heeft echter zijn eigen
sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevor-
Met name het diagnosticeren en behandelen van klach-
verantwoordelijkheden ten aanzien van de wettelijke
deren, waarborgen en herstellen van de gezondheid van
ten die problemen opleveren tijdens sportbeoefening,
verplichtingen die er bestaan (Wet BIG, WGBO, Wet op
mensen met chronische aandoeningen door sport en
maar ook het opstellen en coördineren (begeleiden) van
de Medische Keuringen, dossierplicht etc.) en respec-
bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk rekening gehou-
een sportrevalidatieplan (waaronder ook interdisciplinai-
teert de verantwoordelijkheden van de andere zorgverle-
den met de sportspecifieke belasting en belastbaarheid.
re coördinerende, logistieke en delegerende activiteiten
ners dienaangaande.
rondom een casus) en sportspecifieke advisering.
Definitie SportMedische Begeleiding
36
Verantwoordelijkheden
SMB heeft als uitgangspunt het bewaken c.q. optima-
Advisering/gezondheidsvoorlichting
Procesmatig gezien functioneert de sportarts aan het
liseren van de gezondheid van de sporter in het kader
Advisering c.q. voorlichting op het gebied van presta-
hoofd van een team van (para)medici, zodat het hele
van sportbeoefening.
tiebevordering (grensbepaling), voeding en voedings-
begeleidingsproces wordt overzien en bijgestuurd kan
supplementen, geneesmiddelengebruik in relatie tot
worden, indien nodig. De sportarts is de eindverantwoor-
Nader gespecificeerd voor de topsporters
dopingreglement, acclimatisatie, vaccinaties, hygiëne,
delijke ten aanzien van het totale begeleidingstraject.
SMB levert een bijdrage aan het creëren van optimale
hoogtestages, hoogteproblematiek, inspanningsfysiolo-
Alle betrokkenen daarin zijn echter verantwoordelijk
voorwaarden om maximaal te presteren, waarbij vanuit
gische aspecten van training, et cetera.
voor hun eigen (para)medisch handelen.
(para)medisch standpunt zal worden bewaakt dat dit op
Onderdelen uit het begeleidingstraject behoren toe aan
een veilige, gezonde en verantwoorde wijze geschiedt.
andere artsen dan wel aan (gespecialiseerde sport- en
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
37
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.8 Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen
10. Indien een arts tijdens de begeleiding van sporters
op deze richtlijn is van toepassing als er sprake is
geconfronteerd wordt met het gebruik van doping-
van gezondheidsrisico’s voor derden of een acute
geduide middelen, op medische indicatie voor
noodsituatie (zie richtlijn 32).
geschreven door een (andere) behandelend arts in verband met een aandoening, heeft de arts de
plicht, na verkregen toestemming van de sporter,
16. De arts informeert de sporter op begrijpelijke wijze
(16-17: informed consent)
in samenspraak met de sporter/patiënt en met de
over de behandeling, het gebruiken van medicatie
behandelend arts te zoeken naar een vergelijkbaar
en de eventuele gevolgen, en gaat vervolgens over
effectief (ander) geneesmiddel dat niet op de (in
tot het vragen van zijn toestemming voor de behan-
ter)nationale dopinglijst(en) voorkomt.
deling.
11. Indien een arts bij de begeleiding van sporters De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) heeft speci-
17. Een teamarts die de begeleiding van een sportclub
seerde sporters houdt een arts niet voor zichzelf of
geconfronteerd wordt met het gebruik van doping-
of sportteam verzorgt, maakt aan de individuele
fieke richtlijnen ontwikkeld voor artsen die met sporters
houdt hij niet geheim voor een beperkte groep.
geduide middelen die de sporter(s), zonder dat
sporters duidelijk dat zij vrij zijn een andere arts te
werken. In de sportgeneeskunde komen specifieke situ-
2. Een arts houdt test- en trainingsmethoden die een
er sprake is van een medische indicatie, gebruikt
raadplegen.
(gebruiken) in het kader van het streven naar pres
Tevens maakt de teamarts de betrokken sporter dui-
tatieverbetering, heeft de arts de plicht de des
delijk dat hij (de teamarts) in dat geval niet verant-
aties voor, zoals doping, blessurebehandeling, belangstelling van de media, grote financiële belangen van de
2
curatief of preventief effect hebben, niet voor zichzelf. 3. Een arts houdt bijwerkingen van een behandeling
sportbeoefenaars en -clubs enz. Vaak worden van artsen
van zieke of geblesseerde sporters en schadelijke ef-
betreffende sporter(s) het gebruik van deze midde-
woordelijk kan zijn voor het handelen en adviseren
in de sport handelingen verwacht die op zijn minst
fecten van trainingsmethoden niet geheim.
len te ontraden.
van (de) andere arts(en).
anders zijn dan in de geneeskunde gebruikelijk. Naar aanleiding van ernstige medische problemen bij een
wielerploeg in de Tour de France in 1991 concludeerde
4. De indicatie tot een behandeling per infuus is voor een zieke sporter in beginsel niet anders dan voor
de Hoofdinspectie Volksgezondheid dat er veel mis was
een patiënt die geen sport beoefent.
in de begeleiding binnen die tak van sport. Aanbevolen
Categorie 2 Aspecten in relatie tot de patiënt
18. Een arts, dan wel zijn werkgever, behoort in ieder
(12- 15: verantwoordelijkheid (sport)arts en sporter)
12. De arts draagt zorg voor de gezondheid, veiligheid
(aansprakelijkheid (sport)arts) geval een adequate beroepsaansprakelijkheidsverze
en het welzijn van de aan zijn zorg toevertrouwde
kering en eventueel een beroepsrechtsbij
5. De arts zal slechts dan overgaan tot suppletie van
sportbeoefenaren. De arts werkzaam bij een sportbond
standsverzekering te hebben.
van de begeleiding van sporters.
(sport)voedingspreparaten als er sprake is van een
of sportvereniging zal hierbij een zorgvuldige afweging
Naar aanleiding daarvan is in 1992 door de VSG een
vermoedelijk tekort aan voedingsbestanddelen en/of
moeten maken tussen individuele, groeps- en organisa
multidisciplinaire werkgroep ingesteld waarin ook de
als er een verhoogde behoefte aan voedingsbestand
tiebelangen. Het belang van de gezondheid van de
fenaren en andere hulpverleners
KNMG was vertegenwoordigd. Deze werkgroep heeft zich
delen bestaat waarin de normale voeding, ondanks
individuele sporter staat echter voor de arts centraal.
over deze problematiek gebogen en concept-richtlijnen
zorgvuldige samenstelling en variatie, tijdelijk niet
opgesteld. Die werden voorgelegd aan diverse belang-
kan voorzien.
werd om tot veldstandaarden te komen ten behoeve
hebbende organisaties en daarna, in 1995, besproken in
6. Hormonale suppletie is alleen toelaatbaar als er ten
13. De arts is persoonlijk verantwoordelijk en vrij in
Categorie 3 Aspecten in relatie tot collega-beroepsbeoe(kritiek op collega-arts)
19. De arts zal zich onthouden van kritiek in het
de besluitvorming met betrekking tot diagnostiek,
openbaar op collegae-beroepsbeoefenaren die een
therapie en begeleiding ten behoeve van de aan
(top)sporter onder behandeling hebben.
een openbare zogenaamde consensusbijeenkomst waar
opzichte van een normale uitgangssituatie sprake is
zijn zorg toevertrouwde sportbeoefenaren. Bij deze
zowel groeperingen uit de sportmedische sector als
van een abnormale daling van de hormoonspiegel
besluitvorming dient altijd rekening gehouden te
daarbuiten aanwezig waren. Dit heeft geleid tot bijstel-
die volgens de huidige inzichten van de medische
worden met het recht op informed consent en de
20. In het kader van de begeleiding van de sporter kan de
lingen. Uiteindelijk werden de richtlijnen op 4 novem-
wetenschap gekoppeld is aan een verhoogd risico
ber 1995 door de Algemene Ledenvergadering van de
op verstoring van de gezondheid van de sporter.
VSG vastgesteld. Hieronder is een overzicht opgenomen
7. Het door een arts toedienen van pijnstillende injecties is ook in de sport een geaccepteerde behande
van de richtlijnen. De toelichting bij de richtlijnen is te
lingsmethode van pijn.
vinden via www.sportgeneeskunde.com bij de Vereniging voor Sportgeneeskunde.
8. De arts dient geen injectie toe, als daardoor bij sport
Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen
15. De arts heeft de plicht om helder en precies zijn
21. Wanneer de arts dient te beslissen over de toelating tot een bepaalde (tak van) sport, zal de arts op basis van zijn eerdere contacten met de sporter of
trainer/coach over de geschiktheid tot sportdeel-
informatie van feitelijke aard aan de behandelend
lichaam van de sporter ontstaat.
name van de betreffende sporter, zodat geen twijfel
arts vragen .
kan bestaan over zijn uitspraak. De arts respecteert 9. De arts die benaderd wordt door een gezonde spor-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
is gewaarborgd.
sche gegevens uitwisselen met de behandelend arts.
deelname een risico op irreversibele schade aan het
medisch/technisch handelen 1. Behandelmethoden ten behoeve van zieke of gebles-
tie als onafhankelijke deskundige in voldoende mate
arts, met toestemming van de sporter, relevante medi-
op grond van zijn onderzoek zonodig aanvullende
(1-3: algemene behandeling, training)
eigen verantwoordelijkheid van de sporter. 14. De arts aanvaardt alleen opdrachten indien zijn posi-
(20-24: uitwisselen gegevens)
objectieve mening te geven aan de sporter en zijn
Categorie 1 Aspecten in relatie tot het algemeen
38
(4-8: infuus, suppletie, injectie)
(9-11: doping; zie ook 33-34)
hierbij de eigen verantwoordelijkheid van de aan
Categorie 4 Aspecten in relatie tot het vastleggen van
zijn zorg toevertrouwde sporter na zo nodig op de
gegevens
ter met het verzoek dopinggeduide middelen voor te
uit de beslissing van de sporter voortvloeiende
22. De arts maakt aantekeningen van de voor de sporter
schrijven, dient op dit verzoek afwijzend te reageren.
consequenties te hebben gewezen. Een uitzondering
en diens sportbeoefening relevante medische zaken
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
39
2
Algemene informatie
Algemene informatie
en registreert deze gegevens zorgvuldig in een dos-
sier. De arts bewaart de gegevens gedurende tien
29. De arts verkrijgt en behoudt inzicht in de specifieke
(eigen kwaliteit en bijscholing)
34. De arts heeft de vrijheid van zijn mening inzake de dopingproblematiek - ongeacht of deze een posi-
jaren, te rekenen vanaf het tijdstip waarop deze zijn
en mentale eisen, waaraan sporters blootstaan bij
tieve, dan wel een negatieve houding inzake het
vastgelegd, of zoveel langer als redelijkerwijs nodig
deelname aan sportactiviteiten. Relevante aspecten
gebruik van dopinggeduide (genees)middelen heeft -
is voor een goede hulpverlening aan de sporter.
in dit verband zijn:
aan anderen blijk te geven. Dit mag niet op een voor
23. De arts zal het dossier en de registratie waarin het
- deskundigheid;
de patiënten/sporters hinderlijke wijze geschieden en
dossier is opgenomen zo inrichten en beheren, dat
- doeltreffendheid en doelmatigheid;
vooropgesteld dient te worden, dat dit hem er niet
geheimhouding van de inhoud en de bescherming
- zorgvuldigheid;
van weerhoudt elke patiënt/sporter ongeacht diens
van de privacy van de sporter tegenover anderen
- veiligheid.
levensovertuiging die zorg te geven die voor deze
gewaarborgd worden. 24. Op verzoek van de sporter zal de arts zo spoedig mogelijk inzage en afschrift van de gegevens in het
het beste is en waarop deze recht kan doen gelden.
(toelaatbaarheid vechtsporten)
30. De arts is zich ervan bewust dat die takken van
(35-36: publiciteit)
dossier alsmede daarbij benodigde toelichting ge-
sport waarbij het opzettelijk (tijdelijk) uitschakelen
35. De arts doet slechts met toestemming van de spor-
ven. Alleen indien door inzage in en afschrift van be-
van vitale lichaamsfuncties van de tegenstander di-
ter en op zeer zorgvuldige wijze uitlatingen in de
paalde gegevens aan de sporter de privacy van een
rect bijdraagt aan het sportieve resultaat, strijdig zijn
media over de gezondheidstoestand van een bij hem
ander zou worden geschaad, blijft dit achterwege.
met belangrijke medische en ethische beginselen,
onder behandeling zijnde sporter.
juist wanneer zulks ook als zodanig door de regle Categorie 5 Aspecten in relatie tot de maatschappij
menten toegestaan wordt.
(25-26: sportkeuring, geschiktheidsbeoordeling)
25. De arts keurt alleen op basis van de specifiek geldende medische eisen die aan de betreffende sport-
2
36. De bepalingen over het beroepsgeheim dienen hierbij uiteraard in acht te worden genomen. Publiciteit door en voor artsen moet feitelijk, controleerbaar en
(extra aandacht voor jeugdige sporter)
begrijpelijk zijn. Publiciteit mag niet wervend zijn of
31. De arts is verantwoordelijk voor de medische bege-
dusdanig gevoerd worden dat bepaalde diensten of
leiding van jeugdige sporters, helpt mee de ontwik-
behandelmethoden van een arts worden vergeleken
26. De arts die in opdracht van een derde een keuring
keling van het kind zowel somatisch als psycho-so-
met die van met name genoemde of onmiskenbaar
doet stelt de sporter, op wie het onderzoek betrek-
matisch te bevorderen en helpt mee uitwassen van
aangeduide collega’s.
beoefening gesteld worden.
king heeft, in de gelegenheid om mee te delen of
te intensieve sportbeoefening te voorkomen.
hij de uitslag en de gevolgtrekking van het onder-
zoek wenst te vernemen en, zo ja, of hij daarvan als
eerste wenst kennis te nemen teneinde te kunnen
32. De arts die zich bezighoudt met medische begelei-
(beslissingsbevoegdheid arts in riskante situaties)
beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt
ding van en toezicht houdt op de sportbeoefening
gedaan. Deze mededeling beperkt zich tot het advies
(bijvoorbeeld als toernooiarts of rondearts) heeft
van de arts dat de sporter “geschikt”, “ongeschikt”
onder bepaalde omstandigheden het recht te beslis-
of “beperkt geschikt” (met vermelding van de voor-
sen of een sporter wel of niet aan een wedstrijd
waarden waaronder) wordt bevonden om de betref-
kan (blijven) deelnemen. Deze bevoegdheid geldt
fende (top)sport (nog langer) te beoefenen.
indien de betrokken sporter op dat moment niet in staat is tot een adequate beoordeling van zijn eigen
(beloning)
gezondheidstoestand en van de omgeving en/of de
27. De arts aanvaardt geen financiële beloning of ge-
gezondheidstoestand van de betrokken sporter een
schenken die in onevenredige verhouding tot de
risico voor derden vormt.
gebruikelijke honorering staan.
(signaleringstaak)
28. De arts signaleert - op basis van ervaring en
(33-34: doping)
33. De arts werkt mee aan een in de sportregelgeving neergelegde, verplichte dopingcontrole voor spor-
beroepsmatig verkregen gegevens - gezond
ters, indien hij hierbij in zijn beroepsuitoefening is
heidsbedreigende situaties bij sportbeoefening of
betrokken en voor zover andere uit de gedragsregels
training aan daarvoor verantwoordelijken met het
en richtlijnen voortvloeiende p lichten zich daartegen
doel de geconstateerde gezondheidsbedreiging te
niet verzetten.
reduceren en waar mogelijk te elimineren.
40
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
41
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.9 Klachtenregeling sportgeneeskunde Met de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ) wil de overheid het recht van patiënten op een zorgvuldige klachtenbehandeling waarborgen. De Vereniging voor Sportge-
Wil de consument/patiënt/sporter optimaal kunnen profi-
Sporters/patiënten zouden hier zeer bij gebaat zijn omdat
ling van klachten.
teren van sportmedische zorg dan is het van groot belang
met de erkenning als klinisch specialisme de door de
dat deze zorg ook financieel toegankelijk is en deze
sportarts verleende zorg beter bereikbaar zal worden voor
neeskunde (VSG) heeft een eigen klachtenregeling ontwik-
mogelijk bij de plek waar deze is ontstaan omdat dit
toegankelijkheid is duidelijk voor verbetering vatbaar.
sporters/patiënten door inpassing in de verzekerde zorg.
keld, waarmee zij het doel van de WKCZ onderschrijft.
doorgaans de meest snelle weg is om tot een oplos-
De VSG en de FSMI hebben gezamenlijk in de afgelopen
Tevens zal de sportgeneeskunde met deze erkenning
sing te komen. Dit betekent dat de klacht bij voorkeur
jaren veel aandacht besteed aan het informeren van de
gebruik kunnen maken van voorzieningen op het gebied
eerst besproken wordt door de klager zelf met degene
zorgverzekeraars over de activiteiten en verrichtingen van
van kwaliteit, wetenschap en opleiding en dit zal leiden
op wie de klacht betrekking heeft.
de sportartsen en de sportmedische instellingen en dit is
tot betere en beter geborgde sportmedische zorg.
niet zonder resultaat gebleven.
Tot op heden is de erkenning van sportgeneeskunde als
Doelstelling van de VSG-klachtenregeling Als doelstellingen staan in de klachtenregeling omschreven: 1. recht doen aan de individuele klager en de individuele
3. Indien de klager en de aangeklaagde samen niet tot een oplossing komen kan de klager zich tot de
In de afgelopen jaren is een duidelijke toename te zien
klinisch medisch specialisme nog niet gerealiseerd. Hier-
aangeklaagde door een zorgvuldige afhandeling van
klachtencommissie wenden. De klachtencommissie zal
geweest van het aantal zorgverzekeraars dat via de aan-
door is de sportgeneeskunde ook niet opgenomen in het
klachten;
klager en aangeklaagde doorgaans eerst voorstellen
vullende pakketten vergoedingen verstrekt voor sportme-
Opleidingsfonds, hetgeen betekent dat de opleiding van
de klacht door bemiddeling op te lossen. De VSG wijst
dische kosten. Anno 2008 vergoedt 96% van de zorgver-
de sportartsen niet gefinancierd is.
daartoe een onafhankelijke bemiddelaar aan.
zekeraars een blessureconsult en/of een sportmedisch
Toch heeft het Ministerie van VWS vanuit haar sportbeleid
onderzoek/keuring. Van die 96% vergoedt 77% zowel een
een meerjarenfinanciering van de opleiding tot sportarts
indien de klager of de aangeklaagde geen bemidde-
blessureconsult als een sportmedisch onderzoek/keuring,
tot stand gebracht vanwege het belang dat de overheid
ling wenst wordt de klacht door de klachtencommissie
15% vergoedt alleen een blessureconsult en 4% alleen
hecht aan (kwalitatief en kwantitatief) voldoende sport-
behandeld.
een sportmedisch onderzoek/keuring. Nog maar 4% van
artsen.
de zorgverzekeraars verstrekt geen enkele vergoeding
Uiteraard is de VSG het Ministerie van VWS zeer erkentelijk voor deze oplossing.
2. waar mogelijk wegnemen van gevoelens van ongenoegen en streven naar herstel van de verstoorde relatie tussen de klager en de aangeklaagde; 3. bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de uitoefening van de sportgeneeskunde.
Op wie is de VSG-klachtenregeling van toepassing?
4. Indien bemiddeling geen resultaat heeft gehad of
5. De klachtenregeling beoogt een zorgvuldige en vertrouwelijke afhandeling van de klacht door de klachten-
voor sportmedische kosten.
De klachtenregeling is van toepassing op het handelen van
commissie volgens vaste en inzichtelijke procedures,
Ondanks het feit dat bijna alle zorgverzekeraars via de
de al dan niet als sportarts geregistreerde arts, die werk-
waarbij het beginsel van hoor en wederhoor wordt
aanvullende pakketten in meer of mindere mate vergoe-
Ten aanzien van de bekostiging van de sportgeneeskunde
zaam is op het terrein van de sportgeneeskunde en die
toegepast.
dingen verstrekken voor sportmedische kosten, blijft de
heeft de VSG een professioneel bureau ingeschakeld om
deze regeling voor zijn praktijk heeft aangenomen. Tevens
financiële positie van de sportgeneeskunde binnen de
de mogelijkheden voor de totstandkoming van tarieven
is de regeling van toepassing op sportartsen die de kennis
vertrouwelijke registratie van klachten. Op basis van
reguliere zorg wankel. Blessureconsulten en sportmedi-
voor sportgeneeskunde binnen de reguliere zorg nader
en kunde uit de manuele geneeskunde gebruiken binnen
een analyse van de geregistreerde klachten kan de
sche onderzoeken door de sportarts worden dan welis-
te onderzoeken en waar mogelijk te bewerkstelligen.
hun werkzaamheden als sportarts. De klachtenregeling is
klachtencommissie de VSG en/of FSMI aanbevelingen
waar vergoed, maar de aanvullende diagnostiek (door de
Inmiddels is er een DBC-typeringslijst uitgebracht, die
ook van toepassing op de in de praktijk van deze (sport)
doen bijvoorbeeld ter bevordering van de naleving van
sportarts aangevraagd om een goede diagnose te kunnen
gebaseerd is op de DBC-lijst van de orthopedie. Daar-
arts voor hem in dienstverband werkzame (sport)artsen en
de gedragsregels of ter verbetering van de kwaliteit
stellen) komt voor eigen rekening van de patiënt. Ook
naast is het Elektronisch Patiënten Dossier geïntroduceerd
andere medewerkers.
van de sportgeneeskunde.
daar probeert de sportgeneeskunde in overleg met de
en via dit systeem kan iedere sportarts nu digitaal én
zorgverzekeraars een oplossing voor te vinden, maar de
uniform zijn patiënten registreren.
6. De klachtenregeling beoogt tevens een zorgvuldige en
(Sport)artsen die geen lid zijn van de VSG kunnen verzoeken om aansluiting bij de klachtenregeling van de VSG. Uitgangspunten bij de VSG klachtenregeling 1. De VSG en FSMI (Federatie van Sportmedische Instellingen) willen sporters een bereikbare en laagdrempelige
42
2.10 Financiering van de sportgeneeskunde
voorziening bieden voor een onafhankelijke afhande2. Het verdient voorkeur een klacht op te lossen zo dicht
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
2
Voor de volledige tekst van de klachtenregeling en de bij-
consument/patiënt/sporter merkt daar nu nog niets van.
behorende stroomschema’s verwijzen wij u naar de website
De VSG heeft vanaf begin 2000 de wens uitgesproken
van de VSG: www.sportgeneeskunde.com.
de sportgeneeskunde erkend te krijgen als een klinisch medisch specialisme, waardoor de sportgeneeskunde binnen de intramurale setting gepositioneerd zou worden.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
43
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
3
Hoofdstuk 3 Feiten en ontwikkelingen 2009
In dit hoofdstuk wordt getracht een overzicht te geven van de feiten en gebeurtenissen in 2009 in de sportgezondheidszorg. Daartoe vindt u in paragraaf 3.1 een aantal cijfers en getallen. In paragraaf 3.2 worden belangwekkende gebeurtenissen van personen uit de sportgezondheidszorg kort toegelicht. Vervolgens wordt in paragraaf 3.3 een beeld geschetst van hetgeen er in 2009 in de media te zien en te horen is geweest. Tenslotte komen in paragraaf 3.4 de bij de sportgezondheidszorg betrokken organisaties kort aan het woord. Zij geven hun doelstellingen aan en vertellen wat zij in 2009 aan speerpunten of acties ondernomen hebben.
44
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
45
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
3.1 Cijfers en getallen
3.2 Personalia
Aantal sportartsen
begeleidingswerkzaamheden, administratieve werkzaam-
Onderscheidingen
103 geregistreerde sportartsen (72 man, 31 vrouw)
heden of lid van een werkgroep/expertgroep.
Inklaar ook lid van de Studiegroep Sportblessurepreven-
Aantal blessureconsulten per jaar uitgevoerd in bij de Aantal sportmedische instellingen
FSMI aangesloten Sportmedische Instellingen
Sportarts Han Inklaar is eind april 2009 benoemd tot
sie van de NeVoBo, lid van de commissie antidoping
Per december 2009 zijn er 54 gecertificeerde sportme-
blessureconsulten
: ca. 31.000
Officier in de Orde van Oranje Nassau. Deze onderschei-
van de NeVoBo, onbezoldigd ‘reviewer’ van internation-
dische instellingen verspreid over heel Nederland, 25
herhalingsconsulten
: ca. 19.000
ding werd hem uitgereikt door burgemeester Janssen
ale sportmedische tijdschriften en actief in verschillende
van de gemeente Zeist, vanwege de grote verdiensten
commissies van NOC*NSF.
hiervan zijn gevestigd in een ziekenhuis. De verwachting is dat dit aantal de komende jaren zal stijgen.
Aantal sportmedische onderzoeken per jaar uitgevoerd
die hij heeft gehad in zijn functie bij de KNVB, hij was
tie van het Ministerie van WVC (nu VWS), dopingcontroleur voor de UEFA, voorzitter van de Medische Commis-
in bij de FSMI aangesloten Sportmedische Instellingen
bondsarts voor alle nationale voetbalteams. Han Inklaar
Aantal sportartsen werkzaam bij sportmedische
Zweefvliegkeuringen
: 1.430
nam eind april na 31 jaar afscheid van zijn werkgever de
instellingen
verplichte keuringen
: 5.300
KNVB om van zijn pensioen te genieten.
76 fte sportartsen is werkzaam bij sportmedische instel-
basis sportmedische onderzoeken
: 5.800
Als hoofd van het Sportmedisch Centrum heeft Han
Ereleden
lingen verspreid over heel Nederland. Dit is gebaseerd
basisplus sportmedische onderzoeken : 5.180
Inklaar zich op bijzondere wijze ingezet voor het
J.C.F.M. Aghina, bedrijfsarts
op een 36-urige werkweek inclusief 3e en 4e jaars sport-
grote sportmedische onderzoeken
: 13.780
verminderen van blessures in de sport. Hoewel werk-
F. van Bemmel, cardioloog
artsen in opleiding. Veel sportartsen zijn werkzaam voor
overig (onderzoek en advisering)
: 9.810
zaam voor de KNVB, heeft Han Inklaar zich in zijn
A.G.M.F. Brok, sportarts
verdiensten niet beperkt tot voetbalgerelateerde
J.C. van Gooswilligen, sportarts †
meerdere sportmedische instellingen.
Bijzondere leden VSG
Aantal blessureconsulten en sportmedische onderzoeken
functies. Hij heeft zich juist ingezet, ongeacht de
P.C. Harting, bedrijfsarts
Aantal werkzaam bij sportbonden/sportverenigingen/
in 2009 totaal: 91.300
sporttak, voor het algemeen belang van de sportende
G.P.H. Hermans, orthopedisch chirurg
sportclubs
Aantal blessureconsulten en sportmedische onderzoeken
Nederlander, van breedtesporter tot topsporter, met
F. Kessel, sportarts
Er zijn 21 sportbonden die de afgelopen jaar hebben
in 2008 totaal: 80.210
zowel curatieve als preventieve aandachtsgebieden.
W.L. Mosterd, sportarts
samengewerkt met een sportarts. Dit samenwerken vari-
In dit algemene belang heeft Han Inklaar zich met volle
J.B.M. Wesseling, sportarts
eert van sportbonden die een sportarts fulltime in dienst
overtuiging ingezet voor de professionalisering van de
J. Jongh, †
hebben tot sportbonden die op oproepbasis samenwer-
sportgeneeskunde.
ken met een of meerdere sportartsen. In totaal zijn 13,5
Han Inklaar is veelvuldig actief geweest in verschillende
Leden van verdienste
fte sportartsen werkzaam voor een sportbond/sportver-
bestuursfuncties en commissies buiten de KNVB, vooral
Benoemd in 2007: mevrouw dr. B.M. Pluim
eniging/sportclub, gebaseerd op een 36-urige werkweek
binnen de Vereniging voor Sportgeneeskunde. Hij was
Benoemd in 2008: de heer drs. E.R.H.A. Hendriks
en inclusief de 3e en 4e jaars sportartsen in opleiding.
onder andere secretaris van de Wetenschappelijke
Werkzaamheden elders /overige werkzaamheden
Gedragsregels, lid van de Werkgroep Richtlijnen,
Sportarts Peter van Beek benoemd tot Lid van Verdienste van de VSG
sportartsen
voorzitter van de Commissie Kwaliteit, lid van de
Elk jaar wordt een sportarts in het zonnetje gezet
17 fte sportartsen verricht werkzaamheden ten behoeve
Werkgroep Intramuraal Werkende Sportartsen, lid van de
voor zijn of haar bijzondere bijdrage aan de sport
van de sportgeneeskunde zoals beleidsmatig werk, huis-
Werkgroep Sportartsen Sportbonden en voorzitter van
geneeskunde. In dat kader werd in 2009, tijdens het
artsgeneeskunde, bedrijfsgeneeskunde, onderwijs en
de Werkgroep Cardiovasculaire Screening en Sport.
Wetenschappelijk Sportmedisch Congres Sport, Bewegen
onderzoek. Dan zijn er nog 3.5 fte sportartsen die ove-
Een aantal commissies is (mede) op zijn initiatief tot
en Gezondheid, Peter van Beek benoemd tot Lid van
rige werkzaamheden verrichten, zoals het opzetten van
stand gekomen, soms reactief, maar vaak preventief,
Verdienste van de VSG.
Commissie, lid van de Commissie Implementatie
46
vanuit een vooruitziende blik. Daarnaast was Han
Sportarts Han Inklaar benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau
35 sportartsen in opleiding (20 man, 15 vrouw)
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
3
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
47
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
3.3 In de media
van de werkgroep Cardiovasculaire Screening en Sport
3
stent.nl en ANIOS.nl (maximaal gedurende 1 maand).
over het onderwerp acute hartdood tijdens het sporten geïnterviewd door Editie NL op RTL 4.
Daarnaast was er op alle websites een interview te lezen met sportarts in opleiding Hiske Kneepkens.
Websites van anderen
HealthDirect In maart heeft er op HealthDirect.nl een artikel gestaan
TV/radio
‘Bewegen helpt echt bij diabetes’. ‘Meer bewegen’ is
Voor de website www.wielerland.nl verzorgt www.sport-
een vaak gehoorde maar door patiënten te weinig op-
zorg.nl sportmedisch nieuws en informatie. De artikelen
gevolgde oproep. Zeker patiënten met diabetes type 2
die op deze drukbezochte website verschijnen, gaan
hebben baat bij bewegen, zo ontdekte sportarts Step-
Niet alleen
alle over diverse aspecten van
han Praet. Via hun huisarts kunnen patiënten in aanmer-
het bekende
wielrennen zoals blessures,
king komen voor bewegingstherapie.
wielrennen
voeding, training.
BNR Nieuwsradio
op de weg
Naar aanleiding van het persbericht van Consument en
werd onder
Breng- en haalplein
In juli verscheen er een artikel geschreven door sport-
Veiligheid, ‘Meer ongelukken tijdens de sportles’ heeft
de aandacht
Breng- en haalplein is in het leven geroepen door de
fysiotherapeut Jeroen Bijman over de sportkeuring.
sportarts Don de Winter in maart een reactie gegeven
gebracht, ook
NKS. Hier kunnen o.a. trainers en coaches oefenstof,
‘Daarnaast mag de sporter zich realiseren dat hij ook
mountainbiken, veldrijden, dameswielrennen en baan-
trainingsideeën, voorbereidingsprogramma’s met elkaar
verantwoording heeft naar de hulpverleners en vrijwil-
wielrennen werden in dit nieuwe programma in beeld
uitwisselen. Sportzorg.nl stuurt waardevolle documenten
ligers die betrokken zijn bij het evenement waaraan hij
Bij de laatste editie van de Dam tot Damloop is een
gebracht. Namens de sportgeneeskunde werd medewer-
in op het gebied van sport, bewegen en gezondheid die
meedoet. Het is iets waar wij sportfysiotherapeuten de
deelnemer overleden. De 39-jarige deelnemer werd
king verleend door sportartsen Guido Vroemen en Hans
bestemd zijn voor o.a. (jeugd)trainers, begeleiders en
sporter bewust van kunnen maken.’
vlakbij de finish plotseling onwel en bleek later te zijn
Smid. Guido Vroemen behandelde tien uitzendingen een
coaches. Er bestaan al websites voor volleybal, voetbal
overleden aan de gevolgen van een hartstilstand. Naar
sportmedisch onderwerp in relatie tot wielrennen. In
en atletiek.
aanleiding van dit bericht heeft sportarts Don de Winter
november is het tweede seizoen begonnen waarin weer
een interview gegeven over het onderwerp acute hart-
in elke aflevering een sportmedisch onderwerp behan-
Evenementen
wijzen naar Sportzorg.nl. Zo verscheen er in augustus
dood tijdens het sporten.
deld werd.
Het gehele jaar door zijn organisaties van diverse sport-
een artikel ‘5x ontspannen’, waarin wordt verwezen naar
evenementen, waaronder alle marathons, in Nederland
Sportzorg.nl. Internet biedt veel informatie: via www.
op dit bericht.
InFysio
Margriet Op Margriet.nl verschijnen regelmatig artikelen die ver-
Runnerslife
Goedemorgen Nederland Radio
benaderd met informatie over de website Sportzorg.nl
prorun.nl kunt u gaan hardlopen, via www.sportmaatje.
Gedurende 8 afleveringen werden in het programma
Caster Semenya vierde haar overrompelende zege op de
en de diensten die daar te vinden zijn. Naast vermelding
nl kunt u iemand zoeken om mee te sporten en www.
‘Runners Life’ (NET5) drie verschillende groepen hard-
800 meter blijmoedig, maar of het goud haar gelukkig
op diverse grote websites van marathons, waaronder
sportzorg.nl geeft nuttige algemene informatie. Een
lopers gevolgd die gingen trainen voor één gemeen-
zal maken is nog maar de vraag. Het uiterlijk van de
alle Fortis Marathons, heeft de Dam-tot-Damloop ook
goede start voorkomt blessures!
schappelijk doel: het bereiken van de finishlijn. Begin-
18-jarige Zuid-Afrikaanse atlete, die tot voor kort al-
sportmedische informatie op hun website geplaatst om
nende lopers trainden aan de hand van het Start to
leen in eigen land liep, heeft voor ophef en verwarring
deelnemers voor te lichten.
Persberichten
Run trainingsprogramma dat door de Atletiekunie in het
gezorgd. Is de wereldkampioene op de 800 meter een
leven is geroepen. Daarnaast werd een groep gevolgd
vrouw? Sportarts Hans Smid ging op de kwestie in en
die grenzen ging verleggen om een halve marathon te
was live te beluisteren tijdens het KRO radioprogramma
Geneeskundestudent.nl, Coassistent.nl en ANIOS.nl
Persbericht: sporters worden steeds serieuzer genomen door zorgverzekeraars
kunnen lopen. De marathon van Parijs was het einddoel
Goedemorgen Nederland. Een gevarieerd actualiteiten-
In maart is er een campagne geweest om studenten
Ook dit jaar hebben wij weer een top-3 vastgesteld van
voor onze derde groep lopers, die klaargestoomd werd
programma, dat in een relatief hoog tempo de achter-
enthousiast te maken voor het vak sportgeneeskunde.
zorgverzekeraars met het beste aanvullende pakket.
voor een hele marathon. In de uitzending van 1 maart
gronden van de actualiteit belicht.
Onderdelen van de campagne waren:
Opvallend dit jaar is dat er twee zorgverzekeraars in de
1. Plaatsing van een banner op elke pagina van Ge-
top-3 staan die een speciale aanvullende verzekering
werd een loper gevolgd tijdens een medische keuring bij SMC Papendal.
Editie NL Bij de laatste editie van de Dam tot Damloop is een
48
Wielerland.nl
Wielerland TV
deelnemer overleden. De 39-jarige deelnemer werd
Vanaf zaterdag 18 april was het nieuwe programma Wie-
vlakbij de finish plotseling onwel en bleek later te zijn
lerland TV te zien op RTL7. In het programma wordt een
overleden aan de gevolgen van een hartstilstand.
kijkje genomen achter de schermen van de wielersport.
Naar aanleiding van dit bericht is sportarts Han Inklaar
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
neeskundestudent.nl, Coassistent.nl en ANIOS.nl. 2. Plaatsing van een advertorial in de maandelijkse
hebben ontwikkeld gericht op sporters. Het persbericht is opgepakt door het ANP en geplaatst
nieuwsbrief van Geneeskundestudent.nl, Coassistent.
in o.a. het Algemene Dagblad en diverse regionale dag-
nl en ANIOS.nl.
bladen als het Brabants Dagblad.
3. Plaatsing van een advertorial in de nieuwsrubriek op de homepage van Geneeskundestudent.nl, Coassi-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
49
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Persbericht: geavanceerde spelcomputer brengt Nederland in Beweging
Krantenartikelen/magazines
In Nederland zijn in 2008 meer dan 100.000 geavanceer-
Algemeen Dagblad
de spelcomputers verkocht die een rol kunnen spelen in
In januari verscheen er in het Algemeen Dagblad een
de strijd tegen obesitas en mogelijk geschikt zijn voor
artikel ‘Warming-up nieuwe stijl’.
revalidatiedoeleinden.
Bij sporters die snelle bewegingen in verschillende
De Vereniging voor Sportgeneeskunde juicht het toe dat
richtingen moeten maken, zoals voetballers, passen
zorgprofessionals - zoals inmiddels in Engeland gebeurd
dynamische rekoefeningen voor grote spiergroepen. De
hij in Rosmalen bij onder 19 op de bank tegen
- de relevante software van spelcomputers gaan testen
het knap lastig zijn. Benauwdheid, een drukkend gevoel
warming-up oude stijl hoeft niet helemaal in de ban,
Roemenië. ‘Misschien had ik mijn afscheid nog kun-
om te zien of deze technologieën te gebruiken zijn voor
en een loopneus bemoeilijken het sporten. Daarom
vindt sportarts Hans Smid. ,,Het doel van de warming-
nen rekken, maar al een tijdje heb ik een déjà-vu in het
onder andere revalidatiedoeleinden en beweegstimule-
heeft de Vereniging voor Sportgeneeskunde een aantal
up is je lichaam en geest voorbereiden op inspanning.
kwadraat. Ik vroeg me steeds vaker af wat ik nog op
ring voor risicogroepen. De relevante informatie verfijnt
tips opgesteld om de sporter te adviseren bij sporten
Statisch stretchen werkt ontspannend, dus het is niet zo
de bank deed.’
de toepassingsmogelijkheden van computers en com-
met hooikoorts.
gek dat veel mensen zich er lekker bij voelen. Als amateursporters zich graag zo voorbereiden, is dat best. Ze
In april verscheen er in het Algemeen Dagblad ook een
Persbericht: digitale Sportkeuring reikt sporter maatwerk aan
presteren misschien wat minder, maar ach.’’ Toch moet
artikel: ‘Hardlopen zonder zwoegen’.
je met statisch rekken wel voorzichtig zijn, vindt ook
Sportarts Hans Smid denkt dat de techniek veel ellende
Persbericht: griepepidemie in Nederland. Sporters opgelet!
Binnen 5 minuten krijgt een (beginnend) sporter advies
Smid. ,,Doe het in ieder geval niet als je daarna moet
kan voorkomen. ‘Als je goed op je houding let en zo
op maat via de digitale sportkeuring. Elke sporter be-
‘exploderen’. Statisch rekken en daarna een sprintje
ontspannen mogelijk probeert te lopen, verdwijnt de
Er is een griepepidemie in Nederland, berichtte het
slist nu zelf of hij/zij een sportmedisch onderzoek wil la-
trekken, voelt niet fijn.’’
obsessie van altijd maar door willen gaan. Bovendien
NIVEL afgelopen week. In de tweede week van januari
ten uitvoeren. Kiest een sporter voor een sportmedisch
meldden 104 op de honderdduizend mensen zich bij de
onderzoek bij een sportarts dan brengt men mogelijke
In februari verscheen er in het Algemeen Dagblad een
de blessures. Chi-runners spannen de rompspieren goed
huisarts met griep. Het NIVEL spreekt van een epidemie
gezondheidsrisico’s in kaart. Tevens krijgt de sporter ad-
artikel ‘Verbrand vet als een diesel’.
aan. Dat helpt om bij vermoeidheid de boel weer onder
als twee weken achter elkaar het aantal griepgeval-
vies op maat over sportkeuze en conditieverbetering.
Een getraind persoon verbrandt tijdens een uurtje
controle te krijgen.’
puterspelletjes voor het realiseren van uiteenlopende bewegingsdoelstellingen.
len boven de zestig op de honderdduizend inwoners
ontspannen op de bank meer calorieën dan iemand De digitale sportkeuring vergt de bezoeker van www.
die niet sportief is. Dat komt doordat de verbranding
Scheids!
De Vereniging voor Sportgeneeskunde heeft 10 punten
Sportzorg.nl slechts 5 minuten. Aan de hand van de vra-
plaatsvindt in de spieren. Hoe meer spieren, hoe meer
In 2009 is het kwartaal magazine Scheids! verschenen.
opgesteld waar de sporter op moet letten bij sporten
genlijst krijgt men advies over:
je verbrandt. ‘Klopt’, zegt Don de Winter. Hij is ver-
In Scheids! worden onderwerpen aan de orde gesteld
met een griep. O.a. het Algemeen Dagblad heeft het
• het raadplegen van een sportarts voor een advies op
bonden aan de afdeling sportgeneeskunde van het
die verder reiken van de betreffende sport, maar ook
Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag en tevens
boeiend en leerzaam
onderstaande was te lezen.
• de geschikte takken van sport;
voorzitter van de Vereniging voor Sportgeneeskunde.
zijn voor scheidsrech-
De Vereniging voor Sportgeneeskunde zegt dat zieke
• frequentie en intensiteit van sportbeoefening gezien
Volgens hem is het een typisch welvaartsprobleem dat
ters die in andere
veel mensen overgewicht hebben. ‘Meer sporten is het
sporten actief zijn. Top-
mensen die willen sporten moeten opletten. ‘Het vroe-
maat;
de individuele situatie.
devies. Je moet je energie nu eenmaal verbranden. De
scheidsrechters vertel-
leeft nog wel, maar wij raden het af,’ zegt sportarts
Het bericht is verschenen in de zaterdageditie van
gemiddelde man in Nederland wordt ieder jaar één kilo
len over hun ervarin-
Hans Smid van de Vereniging voor Sportgeneeskunde.
De Telegraaf.
zwaarder. Dat lijkt niet veel, maar over een periode van
gen in het buitenland,
veertig jaar, praat je dan wel over veertig kilo.’
over de manier waarop
gere geloof dat een griep eruit kon worden gezweet,
‘Je wordt er niet sneller beter van. Het kan juist geuitzonderlijk geval onder de griep een ontsteking van
Persbericht: gericht sportherstel voorkomt veel blessures
In april verscheen er in het Algemeen Dagblad een
de hartspier kan zitten.’
Ernstige sportblessures kunnen effectief worden voor-
artikel: ‘Arts voor duivelse keuze’.
komen door meer aandacht te besteden aan secundaire
Zijn bureau is al leeg. Han Inklaar (61) maakt niet
aanpak van mondige en lastige sporters. Sportgenees-
Persbericht: 10 tips voor sporten met hooikoorts
preventie. Recent onderzoek leert dat jaarlijks circa 11
langer zijn dagelijkse autoritje naar de bossen van de
kunde Nederland verleent elke uitgave medewerking
miljoen sporters worden geconfronteerd met ongeveer
KNVB in Zeist. Na 31 jaar gaat het hoofd van het sport-
door het schrijven van een artikel. Zo verscheen er in
Het voorjaar en de zomer zijn de maanden waarin de
3,5 miljoen sportblessures. Bij secundaire preventie gaat
medisch centrum van de voetbalbond met pensioen. Op
mei een artikel over bloedhygiëne en later in het jaar
meeste hooikoortsklachten voorkomen. En hoe mooier
het om sporters die worden geconfronteerd met begin-
17 april neemt de bondsarts tijdens een symposium
over plotselinge hartdood.
het weer hoe meer klachten de groep hooikoortspatiën-
nende pijn. Deze sporters zijn goed te motiveren om
over gezondheid en voetbal definitief afscheid. Vorige
ten heeft. Voor hooikoortspatiënten is dit een vervelen-
verdere gevolgen te voorkomen.
week was Inklaar voor het laatst bij een nationaal elf-
vaarlijk en zelfs levensbedreigend zijn, omdat in een
de periode. Sporten is gezond, maar met hooikoorts kan
50
rennen vermoeide lopers vaak slordig. En dan ontstaan
uitkomt.
bericht opgepakt en melding gemaakt in de krant. Het
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
3
zij zich voorbereiden en focussen op een wedstrijd, over hun
tal. Eerst met Oranje onder 17 in Servië en daarna zat
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
51
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Fiets
In oktober verscheen er in het Nederlands Dagblad een
ontstaat dit tijdens een duel, maar soms ook tijdens
PZC
In maart verscheen er in het magazine Fiets een artikel
artikel ‘Zwangerschap en sport’.
rennen zonder tegenstander in de buurt (verstappen).
In augustus verscheen er een artikel ‘Zeeuwse bondsarts
‘APK voor het lichaam’ . Iedere fietser is natuurlijk
Sportarts Marieke van Doorn: ‘Sporten tijdens de zwan-
Het schietbeen is het vaakst aangedaan. Na zo’n letstel
Brons kent alle pijntjes en blessures van de WK-deelnemers’.
anders. Een sportmedisch onderzoek verloopt altijd vol-
gerschap is een kwestie van nuchter nadenken. Hardlo-
moet er onderscheid gemaakt worden tussen botbreu-
Arnold Brons – afkomstig uit Oost-Souburg, woonachtig in
gens een vast stramien, maar daarbij houdt men altijd
pen kan prima als je zwanger bent.’
ken en een groep overige letsels, die in de geneeskunde
Amsterdam – reist al meer dan tien jaar mee naar de grote
ook wel de weke delen letsels genoemd worden.
toernooien. Ook voor hem is het wereldkampioenschap
rekening met persoonlijke omstandigheden. Als sportarts Guido
Limburgs Dagblad
Vroemen ie-
In april verscheen er in het Limburgs Dagblad een artikel
Telegraaf
ik een groot team van medisch personeel aan. Da’s toch
mand voor het
‘Veel gerend, weinig getraind’.
In april verscheen er een artikel ‘Verbod op tackle en
prachtig?’
eerst onder-
In 1988 promoveerde sportarts Gène Janssen op een
sliding’.
zoekt, neemt
proefschrift over marathonlopen. Hij constateerde toen
De tackle en sliding moeten worden verboden. Dat wil
Brabants Dagblad
hij daarom
dat het lopen tot pakweg 25 kilometer (of halve mara-
Han Inklaar, de bondsarts die vorige week afscheid nam
In mei verscheen er een artikel ‘Juiste positie op fiets
altijd een uit-
thon) meer positieve effecten heeft dan negatieve. Bij
van de KNVB. In een interview op Ons Oranje.nl be-
cruciaal in strijd tegen blessures’.
gebreide vra-
het lopen van een marathon (42,195 kilometer) wordt
klemtoont Inklaar het voorkomen van blessures. ‘Als de
‘Eerst fiets je even rustig. Dan schakel je naar het bui-
genlijst door. De checklist telt maar liefst acht A-4tjes,
de kans op meer negatieve effecten groter. Die conclusie
tackle en sliding worden verboden, zou dat veel minder
tenblad. Tenslotte ga je er écht vandoor.’ Piet Rooijak-
waarin verschillende thema’s worden aangeroerd. ‘Het
staa, wat hem betreft nog steeds kaarsrecht overeind.
blessures tot gevolg hebben. Medisch gezien zou dat
kers (28) uit Gerwen volgt de aanwijzingen van sportarts
is belangrijk om een indruk te krijgen over hoe iemand
Hij deed destijds ook aanbevelingen over trainingsme-
een zegen zijn.’ Tegelijkertijd is hij sceptisch: ‘Maar zo’n
en bewegingswetenschapper Edwin Achterberg (36)
zijn sport beoefent’, zegt Guido. ‘Om welke sporten gaat
thoden, maar moet meer dan twintig jaar later constate-
verandering doet wezenlijk geweld aan het karakter van
netjes op. Terwijl de wielrenner zich in het zweet werkt,
het? Hoe lang sport hij al? Op welk niveau wordt er ge-
ren dat (trainingstechnisch) nog steeds niets veranderd
de sport aan. Dat zul dus wel niet gebeuren.’
filmt Achterberg de verrichtingen.
sport? Wil hij wedstrijden rijden, zware toertochten fiet-
is. ‘De atleten maken teveel kilometers, maar trainen te
sen of wil hij gewoon fit blijven? Hoeveel uur wordt er
weinig’, zegt de 60-jarige Janssen ietwat cryptisch. Hij is
FietsActief
In juli verscheen er een artikel over Clubzorg in het Bra-
aan de hobby besteed en hoe ziet het weekprogramma
in het dagelijks leven als sportarts verbonden aan het
In het mei-nummer van FietsActief verscheen een artikel
bants Dagblad.
er uit?’ Deze informatie vergelijkt Vroemen vervolgens
Laurentiusziekenhuis in Roermond.
‘Wat is conditie?’.
Vandaag ondertekent sportwethouder Rodney Weterings
Aan het artikel is medewerking verleend door sportarts
een overeenkomst met het Sport Medisch Centrum van
Hans Smid.
het Jeroen Bosch Ziekenhuis (D.A. Dartée, orthopedisch
met de huidige werksituatie. ‘Zit je dertig uur per week
in eigen land een hoogtepunt. ‘In een bomvol Ahoy stuur
achter een bureau of verricht je juist zware lichamelijke
TC Tubantia
arbeid in ploegendienst? Ook oude sportblessures wor-
In april verscheen er in de TC Tubantia een artikel ‘Een
den in kaart gebracht.’
gevaarlijke kater’. Medewerking aan dit artikel werd
MedNet magazine
der Togt) over Clubzorg. Clubzorg maakt systematische
verleend door sportarts Wolter Kluivers. Vaak wordt er
In mei verscheen er in MedNet magazine een artikel
sportmedische begeleiding voor alle Bossche vereni-
Nederlands Dagblad
nog een geintje over gemaakt, maar wat als een speler
‘Sportcor onderzoekt hartstilstand bij sporters’.
gingen mogelijk. De gemeente ’s-Hertogenbosch pleit
In maart verscheen er in het Nederlands Dagblad een
bewusteloos neervalt? Het is helemaal niet ondenkbaar.
Jaarlijks worden naar schatting 150 tot 200 sporters
hiermee voor verantwoord sporten met aandacht voor
artikel ‘Niet bang voor een pijntje’.
Spieren hebben om goed hun werk te kunnen doen
getroffen door een
Bijna tienduizend Nederlanders meldden zich tijdens die
zuurstof nodig. Daarvoor zorgen de bloedsomloop en
plotselinge hartstil-
twee memorabele weken ijspret in januari met blessu-
de hartslag. Bij het drinken van alcohol verwijden de
stand tijdens of vlak
Volkskrant
res en verwondingen op de Spoedeisende hulp van een
bloedvaten zich. Het hart moet vervolgens sneller pom-
na het sporten. Maar
Begin juni verscheen er in De Volkskrant een artikel
ziekenhuis. Gegarandeerd zaten daar ook heel overmoe-
chirurg) en Sportgeneeskunde Nederland (Drs. C.R van
blessurepreventie en gezond bewegen.
pen om voldoende zuurstof naar de spieren te brengen.
precieze gegevens
‘Medisch specialisme Sportgeneeskunde nog steeds in
dige, zichzelf
Het suikergehalte in het bloed wordt daardoor lager,
ontbreken. Sinds
de wachtkamer’.
overschat-
met alle gevolgen van dien. Sporten en alcohol drinken:
een jaar kunnen
Een gezonder Nederland dankzij de sport. Een land waar
tende figuren
het schijnt bij elkaar te horen. En dat terwijl het totaal
slachtoffers worden
de burgers vitaal zijn en de jeugd fit, waar bewegings-
bij, denkt
geen combinatie is. Niet de avond voor een wedstrijd
geregistreerd op de
armoede en obesitas duidelijk zijn teruggedrongen en
sportarts Hans
tenminste.
website van Sport-
waar een gezonde levensstijl de standaard is. In het
cor, een initiatief van
plan ‘Heel Nederland in 2016 naar Olympisch niveau’
wat oudere,
Den Haag Sport
de Nederlandse Ver-
laat NOC*NSF er geen twijfel over bestaan, alleen een
ongetrainde
In april verscheen er in Den Haag Sport een artikel
eniging voor Cardio-
sportief actieve bevolking biedt het draagvlak voor een
types die in
‘Enkelletsels’.
logie en Vereniging
succesvolle Olympische kandidatuur.
Smid. Oftewel:
3
hun hoofd nog twintig zijn en zich daar op het ijs ook
Aan het artikel is medewerking verleend door sportart-
voor Sportgeneeskunde. Doel hiervan is inzicht krijgen
Dat vraagt om adequate sportgezondheidszorg, zegt
naar gedragen.
sen Don de Winter en Hans Tol. Bij voetbal zijn enkel-
in incidentie en oorzaken van hartstilstand.
Don de Winter, voorzitter van de Vereniging van Sport-
letsels de meest voorkomende sportletsels. Meestal
52
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
53
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
geneeskunde, een organisatie waarbij meer dan 100
de sportvereniging van nu wordt op allerlei manieren
Hoe kunnen we de samenwerking regelen met andere
over de cruciale rol van state-of-the art medische
sportartsen zijn aangesloten. Zij vormen het netwerk
uitgedaagd een bijdrage te leveren aan de samenleving
professionals, zoals fysiotherapeuten, oefentherapeuten
begeleiding bij behalen van de top 10 Olympische
dat erop toeziet dat sport op verantwoorde wijze wordt
waarvan zij deel uitmaakt: als plek ter bevordering van de
en diëtisten? En misschien belangrijker nog: hoe organi-
bedreven.
gezondheid, voor ontspanning en als ontmoetingspunt.
seer ik dat in mijn praktijk of Hagro?
Welke gevolgen heeft dit voor de bestuurders van deze
De Nieuwe Praktijk organiseerde in 2009 vier bijeen-
verenigingen? Sportgeneeskunde Nederland was deze
komsten in vier verschillende regio’s. De nieuwe praktijk
In juni verscheen er een artikel ‘Ik heb groen licht van
dag met een informatiestand aanwezig om de ruim 250
is een initiatief waarin huisartsen elkaar en andere eer-
Valentijn!’
bezoekers (sportbestuurders, gemeenten, intermediairs) te
stelijnszorgverleners stimuleren tot vernieuwingen. De
Nieuwsbrieven
Sportkeuring een must voor beklimming Mont Ventoux.
informeren over de mogelijkheden van sportgeneeskunde
nieuwe praktijk is voor en door huisartsen, het is een
Vanuit het bureau worden er diverse nieuwsbrieven
Op zaterdag 5 september gaan goed getrainde sporters
en in het bijzonder van het project Clubzorg.
platform waarop huisartsen goede voorbeelden kunnen
verstuurd.
vakgebieden.
uitwisselen.
zoveel mogelijk geld op te brengen voor de kanker-
Sport en Orthopedie congres
Sportgeneeskunde Nederland was tijdens deze bijeen-
Maandagnieuws
bestrijding. De organiserende stichting Go for Mont
Op 28 augustus vond in de RAI Amsterdam het 4e sport-
komsten vertegenwoordigd met een informatiestand.
Elke maandag wordt er een nieuwsbrief verstuurd be-
Ventoux werkt dit jaar nauw samen met Boom regionale
medisch congres van de stichting Sport en Orthopedie
uitgevers en de Businessclub Meppel. In Sportleven
plaats, met als titel ‘Noviteiten in de (top)sport, onbe-
Sportcongres Rotterdam
de afgelopen week en de resultaten doorgenomen. Ook
elke week aandacht voor het initiatief. Portretten van
grensd?” Tijdens het congres waren zo’n 300 (sport)
Op woensdag 11 november organiseerde Rotterdam
worden de afspraken van de komende week vermeld.
bestuurders van de stichting, deelnemers, sponsors
fysiotherapeuten, sportartsen, bewegingswetenschap-
Sportsupport voor de vijfde maal het Sportcongres Rot-
en uiteraard mensen van het KWF, die in eendrachtige
pers, (club)artsen, chirurgen, orthopedisch chirurgen en
terdam, dat plaatsvond in stadion de Kuip. Het Sport-
Federatie van Sportmedische Instellingen
samenwerking groot verzet plegen tegen kanker. In afle-
arts-assistenten aanwezig.
congres is hét toneel waar Rotterdamse verenigingen
Eenmaal per maand ontvangen alle leden van de FSMI
vering 16 aandacht voor de sportkeuring, een must voor
Sportgeneeskunde Nederland was aanwezig met een
elkaar treffen, waar praktische informatie wordt verstrekt
(ruim 50) de nieuwsbrief. Daarnaast wordt de nieuws-
iedereen die in Frankrijk aan de start verschijnt.
informatiestand. Deelnemers werden geïnformeerd over
en waar kennis met elkaar uitgewisseld kan worden.
brief verstuurd aan alle sportbonden.
de mogelijkheden van Sportgeneeskunde en het aanko-
Sportgeneeskunde Nederland was aanwezig met een
mende VSG congres in december.
informatiestand om de verenigingen te informeren over
Vereniging voor Sportgeneeskunde
Clubzorg.
Eenmaal per maand ontvangen alle VSG leden (ruim
Evenementen
stemd voor de besturen. Hierin worden de afspraken van
NVDA congres
LOVAH-congres Utrecht
Op 26 september vond het NVDA-congres (Nederlandse
Comazuipen? Steeds meer kinderen te dik! Hoe krijg ik cognities in beweging? Reizigersvaccinaties? Intra-articulaire
450) de nieuwsbrief.
Vereniging van Doktersassistenten) plaats. De doktersas-
VSG Sportmedisch Wetenschappelijk Congres
Sportzorg.nl
sistent en de praktijkondersteuner krijgen steeds meer
Op donderdag 3 en vrijdag
Eenmaal per maand wordt een Sportzorg.nl nieuwsbrief
injecties? Kleurrijke dermatologie! Hoe behandel je sport-
een voorlichtende en adviserende functie. De rol van
4 december 2009 organi-
verstuurd. Deze nieuwsbrief bevat nieuws over sport,
blessures? E-consulting? Body language!
beide functies wordt, binnen de diverse werkvelden, be-
seerde de Vereniging voor
bewegen en gezondheid en wordt verstuurd aan de
Op bovenstaande en vele andere vraagstukken werd
langrijker. Op dit congres is o.a. de cursus Actieve leef-
Sportgeneeskunde alweer voor de vijfde maal het toon-
uitgebreid ingegaan op het derde LOVAH-congres, hét
stijl voor doktersassistenten en praktijkondersteuners
aangevende Sportmedisch Wetenschappelijk Congres. Al
congres voor alle AIOS huisartsgeneeskunde in Neder-
gepresenteerd. De cursus is ontwikkeld door de NVDA
jaren staat het toonaangevende Sportmedisch Weten-
land. Het congres had als thema ‘Huisarts in beweging’
en de VSG vanuit het gedachtegoed van het Partnership
schappelijk Congres bekend om de verscheidenheid aan
en vond plaats op 23 januari in het Beatrix Theater in
Huisartsenzorg in beweging.
interessante onderwerpen binnen het brede vakgebied
Utrecht. Sportgeneeskunde Nederland was aanwezig met
In een van de parallelsessies heeft Hans Smid, sportarts,
van Sport en Geneeskunde. Ook bij dit e eerste lustrum
leden van de VSG, FSMI, sportbonden en ruim 2.000
een informatiestand, waar de AIOS informatie ontvingen
het onderwerp “Actieve Leefstijl” behandeld en is verwe-
waren er ruim 40 experts die in negen workshops dieper
geïnteresseerden die zich via Sportzorg.nl hebben
over o.a.sportgeneeskunde, sportartsen, huisarts en sport,
zen naar de nieuwe cursus. Daarnaast was Sportgenees-
ingingen op onderwerpen als sportletsel, sportweten-
ingeschreven.
sportmedische instellingen, AktiefAdvies.
kunde Nederland aanwezig met een informatiestand.
schap VVBN, sportrevalidatie, sportcardiologie, sportradiologie. De boeiende inhoudelijke onderdelen van het
6e Nederlands Congres voor Sportbestuurders
54
ambitie van Nederland; • verdiepende workshops door experts uit de diverse
Meppeler Courant
uit deze regio weer de strijd aan met de elementen om
Patiënt in Beweging: hoe organiseer je dat?
congres waren dit keer:
Eigen websites
• iedere dag opening met een uitmuntende keynote
Patiënten in beweging krijgen hoeft niet zoveel tijd en
speech (op donderdag prof.dr. E. Witvrouw / op vrij-
Sportgeneeskunde.com
Op zaterdag 13 juni vond het 6e Nederlands Congres voor
energie te kosten als veel huisartsen of praktijkonder-
dag prof.dr. D. Corrado);
Op www.sportgeneeskunde.com vindt je de links naar
Sportbestuurders plaats met als thema ‘De sportvereni-
steuners denken. Heeft u vragen als: Welke rol spelen
ging midden in de samenleving?!’ Niet voor niets, want
huisartsen bij leefstijlinterventie? Welke tools zijn er al?
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
3
• op de donderdag een verrassende actuele lezing door Maurits Hendriks (technisch directeur NOC*NSF)
de overkoepelende organisaties op het gebied van sportgeneeskunde in Nederland: De Vereniging voor
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
55
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Sportgeneeskunde (VSG), De Stichting Opleidingen in
Sportmedische diensten
AktiefAdvies.nl
de Sportgeneeskunde (SOS), Het Nederlands Instituut
Snelle toegang tot de juiste specialisten op het gebied
AktiefAdvies.nl is een initiatief van het ‘Partnership Huis-
Opleiding Sportartsen (NIOS), De Federatie van Sportme-
van sportmedische zorg:
artsenzorg in Beweging’. Het partnership is van mening
dische Instellingen (FSMI), De Stichting Geneeskunde en
• sportkeuringen;
dat de huisarts een centrale rol heeft in het bevorderen
Sport (G&S), De Stichting Beroepsopleiding in de Sport-
• medische consulten;
van gezonde leefstijl en bewegen voor de patiënt. De
geneeskunde (SBOS).
• sportmedische onderzoeken;
gezamenlijke partners zijn vanuit hun expertise en doel-
• testen (bijvoorbeeld inspanningstest;
stellingen van grote waarde voor het ondersteunen van
• sportmedisch advies (voeding, training, blessures,
de huisarts, zijn praktijk en de zorgketen (- inclusief het
ClubZorg.nl
gezondheid).
Clubzorg is een gezondheidsservice voor verenigingen en
3
sport- en beweegaanbod) rondom zijn praktijk. Kortom, het partnership ondersteunt de huisarts op het gebied
bestaat uit systematische voorlichting, educatie en be-
Sportzorg.nl
geleiding op het gebied van sport, bewegen en gezond-
Sportzorg.nl is uw startpunt op het web als u meer wilt
van aktieve leefstijladvisering.
weten over verantwoord sporten en gezond bewegen. Van blessurebehandeling tot digitale sportkeuring, bij
Sportzorg Twitter
Sportzorg.nl vindt u de informatie die u zoekt.
Twitteraars kunnen nog gemakkelijker op de hoogte blijven van het laatste nieuws op het gebied van sport,
Sportzorg biedt via deze website laagdrempelige informa-
bewegen en gezondheid! Via www.twitter.com/sportzorg
tie voor iedereen over uiteenlopende onderwerpen als: • suggesties voor een goede voorbereiding en warming-up; • praktische tips voor gezonde voeding en afvallen; • omgaan met blessures en beperkingen; heid. Door Clubzorg worden blessures voorkomen en
• bewegen met een (chronische) aandoening;
de sporter (die klachten heeft) herstelt sneller doordat
• adressen van o.a. Sportmedische Instellingen (SMI);
hij snel de weg weet te vinden binnen het veld van de
• downloads van o.a. preventieve enkeltape;
sportgezondheidszorg.
• het laatste nieuws over sport, bewegen en gezond-
Clubzorg bestaat uit de volgende drie onderdelen:
• diverse artikelen over sportgerelateerde onderwerpen;
heid; • cardiovasculaire vragenlijst: risico van hartproblemen Informatie Clubblad/website-artikelen met informatie over blessu-
(zelftest) • keuringswijzer (zelftest).
is een populaire internetdienst, waarmee gebruikers korte berichten kunnen publiceren en lezen en zo via
res, hersteltraining, preventieve maatregelen. Materialen voor uw clubhuis / medische ruimte: alle in-
zijn de laatste berichten automatisch te volgen. Twitter
Elke maand weten ruim 60.000 unieke bezoekers de
deze razend populaire tool op de hoogte blijven van het
weg naar Sportzorg.nl te vinden!
laatste nieuws.
Sportenbeweegpagina.nl
Volg Sportzorg op Twitter via www.twitter.com/sportzorg
formatie van www.clubzorg.nl kan men eenvoudig downloaden en plaatsen op eigen website en/of clubblad.
Op Sportenbeweegpagina.nl vindt u het landelijke aan-
en klik op ‘follow’. U ontvangt vanaf dat moment alle
Educatie
bod van sport- en beweegmogelijkheden voor zowel de
Sportzorg tweets in uw Twitter account. Maakt u nog
Als Clubzorg vereniging is het bijvoorbeeld mogelijk
reguliere sporter als voor mensen met een beperking zo-
geen gebruik van Twitter? Ga dan naar Twitter.com en
een thema-avond te organiseren over blessurepreventie
als een lichamelijke of verstandelijke beperking, visuele
klik op de button Get Started-Join!
voor trainers, coaches, medisch kader en ouders.Andere
problemen, gehoorproblemen en chronische aandoenin-
mogelijkheden zijn:
gen. Het aanbod komt tot stand door aanbieders van
• voorlichtingsavonden over: voeding, materiaal, bles-
sport- en beweeg programma’s, zoals sportverenigingen,
sures e.d.;
fysiotherapiepraktijken, zwembaden, fitnesscentra e.d.
• scholingsavonden: AED instructie, Eerste Hulp bij Sport Ongevallen e.d.
56
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
57
Feiten en ontwikkelingen 2009
3
3.4 Rapportages betrokken organisaties De deelnemende organisaties: Capaciteitsorgaan
(Stichting Capaciteitsorgaan Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen)
CCC
(College van Clubartsen en Consulenten)
Consument en Veiligheid
(Stichting Consument en Veiligheid)
Dopingautoriteit
(Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland)
FSMI
(Federatie van Sportmedische Instellingen)
Gehandicaptensport Nederland LOSO
(Landelijk Overlegorgaan Sportgezondheids Onderzoek)
W.J.H. Mulier Instituut NGS
(Nederlands Genootschap voor Sportmassage)
NIOS
(Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen)
NISB
(Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen)
NOC*NSF
(Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie)
NOTS
(Nederlandse Orthopedische en Traumatologische Sportgeneeskundige werkgroep)
NVFS
(Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg)
RCT
(Radiologisch Centrum voor Topsportgeneeskunde)
RIVM Kies Beter
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Kies Beter)
RIVM Gezond Leven
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Gezond Leven)
SBOS
(Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts)
SCAS
(Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg)
Service Médical
(Stichting Service Médical)
Service Médical Academy
(Stichting Service Médical Academy)
SOS
(Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde)
Sport&Geneeskunde
(Stichting Sport en Geneeskunde)
TNO
(Nederlandse Organisatie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek)
VFBV
(Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald Voetbal)
VSG
(Vereniging voor Sportgeneeskunde)
VSG
(Vereniging Sport en Gemeenten)
VSN
(Vereniging Sportdiëtetiek Nederland)
VSPN
(Vereniging SportPsychologie Nederland)
VvBN
(Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland)
Werkgroep Cardiovasculaire screening en Sport
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
59
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Capaciteitsorgaan
aantal sportmedische instellingen (SMI’s); • een toenemende productie per sportarts in termen van zowel preventie als behandeling/advisering;
Stichting Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen Joris Meegdes
3
Adresgegevens Capaciteitsorgaan Domus Medica
• een toekomstige vraag, die onder meer mede door
Mercatorlaan 1200
de vergrijzing en een waarschijnlijk toenemende
3528 BL UTRECHT
‘sport’-participatie van ook deze groep ouderen eer-
Postbus 20051
der groter dan kleiner zal worden.
3502 LB UTRECHT T 030 2823840
De ontstaansgeschiedenis van kortweg het Capaciteits-
start gemaakt met enkele onderdelen op het terrein van
Mede op basis van deze contouren is tenslotte een eer-
E
[email protected]
orgaan dateert van eind vorige eeuw, toen in het jaar
de geestelijke gezondheidszorg.
ste voorlopige, beperkte en beleidsarme vooruitblik met
W www.capaciteitsorgaan.nl
1999 de stichting door een drietal groeperingen uit krinBehoeftebepaling sportartsen
zorgverzekeraars is opgericht. Dit jaar (2009) viert het
De specifieke bemoeienis met de sportgeneeskunde da-
Capaciteitsorgaan dus haar tienjarig bestaan.
teert van 2007, in welk jaar door het Capaciteitsorgaan
Geen advies
instroom van nieuwe sportartsen in opleiding opgesteld.
op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid,
Deze rapportage en raming betreft dus geen advies van
Doelstelling
Welzijn en Sport (VWS) een rapport over de behoefte-
het Capaciteitsorgaan, doch kan in een vervolgfase wel
Er zijn drie formele doelstellingen, namelijk:
bepaling sportartsen is uitgebracht. Mede in aansluiting
als vertrekpunt dienen voor het nader onderzoeken en
• het op grond van(onder meer) de te verwachten
op de beleidsnota ‘Tijd voor sport – Bewegen, Meedoen,
formuleren van het toekomstperspectief van het vakge-
zorgbehoefte opstellen van behoefteramingen met
Presteren’ (september 2005) bestond de behoefte te
bied. Als zodanig is dit bij de aanbieding van het rap-
betrekking tot de onderscheiden medische en tand-
bezien hoe dit sportbeleid zich verhoudt tot het aantal
port ook nadrukkelijk aangegeven, inclusief de bereid-
heelkundige vervolgopleidingen;
sportartsen in ons land. Het aandragen van informatie
heid in een mogelijk vervolgtraject wel tot een gedegen
over het aantal sportartsen, enkele kenmerken van deze
en afgewogen advisering te komen. Daarin zouden dan
heid met betrekking tot de behoefte aan en capaci-
beroepsgroep alsmede ook over het aantal nu in oplei-
alle betrokken veldpartijen langs de voor het Capaci-
teit van deze opleidingen;
ding zijnde sportartsen, zou daar een eerste bijdrage
teitsorgaan gebruikelijke weg hun visie kunnen inbren-
• informatievoorziening voor de zorgsector en over-
• het in beeld brengen van de benodigde capaciteit
aan kunnen leveren. Desgevraagd omvat dit rapport dus
gen resp. hun zegje kunnen doen.
van de initiële geneeskundige opleiding en de advi-
een veelheid aan basiselementen voor nu en straks in
Tot op heden is dit vervolgtraject echter nog niet ingezet
sering hierover aan de overheid.
combinatie met een weergave van de meest elemen-
en wordt volstaan met het zo goed mogelijk monitoren
taire kwantitatieve aspecten van de beroepsgroep. Kort
van de feitelijke ontwikkeling. Dit laatste zoveel moge-
Kenmerkend is dus de tripartiete samenstelling, die zo-
samengevat passeren daarbij onder meer de volgende
lijk op basis van primaire gegevens vanuit bestaande
wel zichtbaar wordt in de samenstelling van het Plenair
zaken de revue:
bronnen, zoals de Vereniging voor Sportgeneeskunde
Orgaan (= Bestuur) als de afzonderlijke Kamers van
• de profilering van het vakgebied als onderdeel van
(VSG), het Nederlands Instituut Opleiding Sportarts
het Capaciteitsorgaan. Vanaf het begin opereren er vijf zgn. Kamers op het terrein van de eerstelijns gezond-
de sociale geneeskunde (een sportarts is dus géén
(NIOS) en de Sociaal Geneeskundige Registratie Com-
medisch specialist);
missie (SGRC). Overigens zal naar verwachting medio
heidszorg (huisartsen), van de medisch specialistische
• een aanbod op 1 januari 2007 van totaal 85 geheel
(ziekenhuis)zorg, van de tandheelkundige (mond)zorg,
of gedeeltelijk binnen de ‘sport’ actieve sportartsen,
met daarin ook aandacht voor de groep van de sociaal
van de ouderenzorg (specialisten ouderengeneeskunde,
die voor 70 fte werken;
geneeskundigen.
voorheen verpleeghuisartsen) en van de sociaal geneeskundige zorg. Een verdere verbreding van het werkterrein en -domein is echter ingezet en deze lijkt voor de nabije periode ook zeker niet te zijn afgesloten. Zo zijn er nog niet zo
komende jaren; • een jaarlijks bezette opleidingscapaciteit of totaal aantal sportartsen in opleiding van ongeveer 30; • een wat onevenwichtige spreiding van sportartsen over het land met relatief het grootste aanbod in het
met betrekking tot de groep van de klinische technolo-
noorden en oosten versus het minste in het zuiden
gische (bèta-)specialismen (klinische chemie, klinische
van het land; • een groeiende vraag naar sportgeneeskundige ex-
voor het nieuwe ‘profiel’ spoedeisende geneeskunde
pertise in de afgelopen jaren, ongetwijfeld voor een
(SEH). Mede op verzoek van VWS is in 2009 verder een
deel ook samenhangend met een uitbreiding van het
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
2010 een nieuw integraal Capaciteitsplan 2010 uitkomen
• een verdere feminisering van de beroepsgroep in de
lang geleden voor het eerst ook adviezen afgegeven
fysica en ziekenhuisfarmacie), alsmede zeer recent nog
60
betrekking tot de raming van de benodigde jaarlijkse
gen van beroepsbeoefenaren, opleidingsinstellingen en
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
61
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
CCC
Consument en Veiligheid
College van Clubartsen en Consulenten
Stichting Consument en Veiligheid
Ron Peters
Ingrid Vriend
Het CCC is in 1990 opgericht als Club van Clubartsen
Projecten en activiteiten
Consument en Veiligheid werkt aan het verbeteren van
en indirect tot een verhoging van sportparticipatie.
en Consulenten in het betaalde voetbal door een vijftal
In 2009 is door het CCC een pilot opgestart voor het
de veiligheid. Het enorme aantal letsels door ongeluk-
Daarom heeft VWS in de nota ‘Tijd voor Sport’ zich ten
clubartsen uit die tijd: Pieter Vierhout (F.C. Twente), Ka-
introduceren van een Elektronisch Medisch Voetballers
ken en de verantwoordelijkheid die de overheid heeft
doel gesteld de incidentie van sportblessures met 10%
rel van den Brekel en Cees Rein van den Hoogenband
Dossier (EMVD) bij 10 BVO’s. Doelstelling is conform
voor het verbeteren van de veiligheid, zijn hiervoor de
terug te dringen en het beleid hiervoor aan te scherpen
(PSV), Otto Stibbe (Ajax) en Ben van den Bosch (Fey-
het huisartsinformatiesysteem een sluitend en volledig
belangrijkste motieven. Inmiddels is er al veel verbeterd.
(Ministerie van VWS, 2007). De eindverantwoordelijkheid
enoord).
dossier te ontwikkelen dat de voetballers kan volgen bij
Maar ook nu nog overlijden per jaar 3.300 mensen als
voor deze ambitie ligt bij het Ministerie van VWS, maar
Gezamenlijk kwamen zij tot de conclusie dat de proble-
overgang naar andere clubs en een raadpleegfunctie kan
gevolg van een ongeluk en worden nog eens 3,1 miljoen
wordt uitbesteed aan een programmamanager. Begin
men rond de behandeling van betaald voetballers zeer
hebben, conform de wet op het EPD, voor professionals
letsels medisch behandeld.
2008 heeft VWS besloten het programma onder regie
specifieke aandacht en kennis vroeg. Tevens was het zo
uit de gezondheidszorg.
Onze opdrachtgevers zijn overheden (verschillende
van Consument en Veiligheid tot uitvoering te brengen.
ministeries), gezondheidsbevorderende organisaties,
Dit in nauwe samenwerking met de andere organisaties
maatschappelijke non profit partijen zoals de GGD en de
uit het veld van de sportblessurepreventie.
dat clubartsen uit verschillende disciplines voortkwamen en de behoefte bestond om van elkaar te leren en be-
Samenstelling bestuur 2009
handelingen op welk gebied dan ook meer met elkaar af
Piet Bon, huisarts, clubarts Ajax
voorzitter
Brandweer, profit partijen zoals verzekeraars, brancheor-
te stemmen. Het oprichten van een vereniging was daar-
Peter van Beek, sportarts Papendal
secretaris
ganisaties en zorgkoepels en de Europese Commissie.
Bij de uitvoering van het sportblessurepreventiebeleid
toe een geschikt middel dat uiteindelijk ook helemaal
Gekie Meins, orthopedisch chirurg,
Speerpunten van Consument en Veiligheid zijn kinder-
staan de volgende uitgangspunten centraal:
past in de tijd waarin professionalisering binnen het be-
clubarts FC Twente
penningmeester
veiligheid, veiligheid van senioren, veiligheid in de zorg,
1. de vraag van de sporter;
taald voetbal steeds meer op de agenda kwam te staan.
Jip Spierings, huisarts, clubarts FC Oss
lid
brandveiligheid, veiligheid bij sportbeoefening en veilig-
2. sportverzuim zoveel mogelijk voorkomen en beperken;
Momenteel zijn alle Betaald Voetbal Organisaties (BVO’s)
Sjoerd Jan de Vries, KNO-arts, clubarts NEC
lid
heid in het verkeer en tijdens werk. Consument en Veilig-
3. gezond sporten: de sporter is zich bewust van zijn
aangesloten en telt het College ruim 100 leden.
Tom van Thiel, chirurg, clubarts de Graafschap
lid
heid richt zich op de preventie van letsels door ongeval-
Ron Peters, huisarts, clubarts ScTelstar
lid
len (dus niet op de preventie van opzettelijk letsel).
Doelstelling
eigen verantwoordelijkheid in en mogelijkheden om blessures te voorkomen; 4. vroegtijdige signalering van sportblessures: de spor-
Het doel van het CCC is het adviseren van BVO’s en de
Adresgegevens
Waar staan we voor
KNVB op het gebied van de gezondheidszorg voor voet-
College van Clubartsen en Consulenten
Consument en Veiligheid zet zich in voor een samenle-
ballers in de meest brede zin van het woord, het ontwik-
Bolhaarslaan 49
ving waarin vermijdbare ongevallen nihil zijn. Dat doel is
kelen van protocollen, het stimuleren van onderwijs voor
7522CV Enschede
haalbaar, want een ongeval is altijd het gevolg van een
de aangesloten leden en zo uiteindelijk tot certificering
T 053-4344385
samenloop van omstandigheden, in principe voorzien-
bereidheid van sporters en intermediairs om mee te
komen van het beroep van clubarts.
E
[email protected] en
[email protected]
baar en dus te voorkomen. Elk leven dat we kunnen
werken, toepasbaarheid van methodieken;
ter is zelfbewust en alert op signalen;
W www.mijnclubarts.nl
redden en elke handicap die we kunnen voorkomen,
5. monitoring van de epidemiologie van sportblessures via bestaande registraties; 6. de aanpakbaarheid van de blessureproblematiek:
7. bestaande ‘good practices’: gebruik maken van actu-
Rol
draagt bij aan de kwaliteit van onze samenleving. Het
ele kennis over de doelmatigheid van interventies en
Het CCC is lid van het bestuur van de Stichting Certi-
voorkomen van ernstige ongevallen, daar is het ons
preventieve maatregelen.
ficering Actoren in de Sportgezondheidzorg (SCAS, zie
om te doen. Consument en Veiligheid werkt in één en
3.4) en en op basis van certificeringeisen van de SCAS
dezelfde organisatie aan een betrouwbare probleemana-
Dit alles om de volgende (sub)doelstellingen te bereiken
organiseert het CCC geaccrediteerde nascholingen voor de
lyse en aan de uitvoering van een praktische oplossing.
in 2011:
opleiding “Arts Betaald Voetbal” waar artsen (o.a. huisart-
We zijn trots dat we deze bijzondere combinatie van
−− bijdragen aan de incidentievermindering die VWS
sen, specialisten, sportartsen) aan deel kunnen nemen.
onderzoek en preventie in huis hebben.
Het Bestuur van de CCC verzorgt de contacten met andeOnze rol binnen de sportgezondheidszorg
Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVSF, zie 3.4)
Minder sportblessures en een goede behandeling van
en de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG, zie 3.4).
sportblessures leiden tot een daling van de medische
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
zich stelt in de nota ‘Tijd voor Sport’ om het aantal sportblessures terug te dringen met 10% (in 2011 ten
re organisaties zoals met de Nederlandse Vereniging voor
kosten en de duur van arbeid-, school- en sportverzuim
62
3
opzichte van 2006;) −− meer sporters: −− weten welke risico’s op een sportblessure gepaard gaan met sport en bewegen;
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
63
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
−− vinden deze risico’s belangrijk;
in Nederland te publiceren en onder het werkveld te
werken over betere valvaardigheden beschikken en meer
In 2004 is het platform Monitoren Sportblessures opge-
−− weten een blessure en een risico te (h)erkennen;
verspreiden. Een uitgebreid overzicht van sportblessures
kennis en een positievere houding hebben over valpreven-
richt om kennis en ervaring met betrekking tot het mo-
−− nemen hun eigen verantwoordelijkheid door
in Nederland is beschikbaar op www.veiligheid.nl/sport-
tie. Tevens moet de evaluatie uitwijzen hoe het lespakket
nitoren van sportblessures in Nederland af te stemmen,
blessures. Deze cijfers worden jaarlijks geactualiseerd.
wordt gewaardeerd en op welke wijze het lespakket het
beschikbare informatie over sportblessures in Nederland
beste kan worden geïmplementeerd, indien het effectief is.
te standaardiseren, bronnen voor gegevens over sport-
Begin 2010 zijn de eerste resultaten bekend.
blessures te verbeteren en in te spelen op knelpunten
informatie over preventie en zorg in te winnen èn toe te passen; −− zijn bekend met de zorgketen: weet waar je wanneer heen kan en moet voor zorg.
64
www.voorkomblessures.nl
op dit gebied. Een belangrijk product van het platform
In samenwerking met sportinhoudelijke deskundigen is de voorlichtingscampagne www.voorkomblessures.nl
Procesevaluatie Clubzorg
is het handboek Monitoren Sportblessures met richtlij-
In de praktijk
ontwikkeld. Het resultaat is één toegankelijke, volledige,
In samenwerking met de VSG is Consument en Veiligheid
nen voor de registratie en (operationele) definities van
Het sportblessurepreventiebeleid vertaalt zich naar
relevante en betrouwbare internetsite voor de sporter en
gestart met een procesevaluatie van Clubzorg. Clubzorg is
sportblessures. Als (agenda)lid van het platform nemen
meerdere activiteiten en projecten, waarvan een aantal
het sportwerkveld. De doelgroep van de campagne is 18-
een sportzorgpakket voor sportverenigingen om bewust-
deel: EMGO-instituut, Ministerie van VWS (Directie
door Consument en Veiligheid wordt uitgevoerd. We
35 jarige (ongeorganiseerde) sporters. Sporters van tot nu
wording ten aanzien van blessurepreventie te creëren. Er
Sport), NIVEL, NOC*NSF, UMC Groningen, UM Maastricht,
hanteren daarbij een unieke werkwijze, waarbij de verta-
toe 15 sporttakken (fitness, hardlopen, hockey, korfbal,
bestaan pakketten voor trainers, coaches en sporters van
UMC Utrecht, TNO KvL, SCP, VSG en ZonMw onder voor-
ling van probleemanalyse naar probleemoplossing, dus
mountainbiken, paardrijden, schaatsen, skateboarden,
sportverenigingen, waarin ondermeer wordt ingegaan op
zitterschap van Consument en Veiligheid.
van ongevalinformatie tot en met acties en campagnes,
skaten, skiën, snowboarden, tennis, voetbal, volleybal
preventieve maatregelen, EHBSO en sportmedische zorg.
centraal staat en die succesvol is gebleken.
en wegwielrennen) kunnen via 3D animaties zien wat er
Bij twee Nederlandse gemeenten waar Clubzorg in het
In 2008 zijn de kaders voor het platform Sportblessure-
Met behulp van beschikbare ongevalgegevens, onder-
gebeurt in het lichaam als één van de veel voorkomende
najaar van 2009 wordt geïntroduceerd zal worden
preventie uitgewerkt, waarna het in 2009 operationeel
zoek naar de incidentie en prevalentie van letsels, doel-
sportblessures wordt opge-
bekeken wat de voorwaarden zijn voor succesvolle
is geworden. Deelnemers zijn landelijke organisaties die
groeponderzoek en informatie over (kosten)effectieve
lopen en persoonlijk advies
implementatie van Clubzorg en hoe het sportzorgpakket
betrokken zijn bij sport en sportblessurepreventie: Mi-
preventiemaatregelen is het mogelijk om prioriteiten te
krijgen wat zij het beste
wordt gewaardeerd. Medio 2010 zijn de resultaten van
nisterie van VWS (Directie Sport), NTFU, EFAA, Physique,
stellen in preventieactiviteiten. Wanneer preventiemaat-
zelf kunnen doen.
de procesevaluatie bekend.
NGS, TNO, VSG, NVFS, KNGF, KNSB, KNVB, NOC*NSF,
regelen zijn vastgesteld, worden samenwerkingsmoge-
De internetsite www.
lijkheden met organisaties en bedrijfsleven verkend. Het
voorkomblessures.nl is
Onderzoek naar veiligheidsbeleving sporters
KiV, NationaalSportPlatform en NISB. Doel is gezamen-
resultaat van deze marktverkenning is coalitievorming
ontwikkeld in opdracht
In het voorjaar van 2009 is de Veiligheidsbarometer
lijk beleid rondom sportblessurepreventie vormgeven,
en een campagnestrategie, waarmee preventiemaatrege-
van de directie Sport van
Sporters verschenen. In een online enquête is bij ruim
relevante ontwikkelingen en good practice uitwisselen
len succesvol kunnen worden geïmplementeerd.
het Ministerie van VWS en
4.000 sporters gekeken naar attitude, kennis en gedrag
en zorgdragen voor een optimale(re) afstemming en
Deze werkwijze is terug te zien in de diverse projecten
ZonMW. Bij de ontwikke-
ten aanzien van preventieve maatregelen. Naast sport-
communicatie over sportblessurepreventiebeleid in het
die Consument en Veiligheid uitvoert rondom sportbles-
ling en het onderhouden
specifieke informatie geeft de Veiligheidsbarometer in-
werkveld. Hierdoor kan tijdig ingesprongen worden op
sures en de preventie daarvan. Deze projecten hebben
van de site wordt door
zicht in de stand van zaken ten aanzien van de beleids-
kansen en bedreigingen.
als doel de gegevensverzameling over sportblessures te
Consument en Veiligheid samengewerkt met sportkoepel
doelstellingen. Zo is bijvoorbeeld duidelijk geworden
verbeteren, analyses uit te voeren om de prioriteit en
NOC*NSF, (de medische afdelingen van de participerende)
dat de mate waarin sporters een blessure of het risico
Wilt u meer weten over het sportblessurepreventiebeleid
preventiekans vast te stellen of betreffen het opzetten,
sportbonden, de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG)
op een blessure herkennen, sterk voor verbetering vat-
of over de lopende projecten binnen Consument en
uitvoeren en evalueren van voorlichting en educatie.
en vertegenwoordigers van brancheorganisaties.
baar is. Ook weten niet alle sporters waar ze informatie
Veiligheid, dan kunt u contact opnemen met mw. Saskia
kunnen inwinnen over het voorkomen van blessures. De
Kloet. Zij coördineert vanuit Consument en Veiligheid
rapportage is op te vragen bij Consument en Veiligheid.
het sportblessurepreventiebeleid.
NeVoBo, KNHB, KNLTB, Atletiekunie, KNWU, KNKV, NS-
Voorbeelden van lopende projecten zijn:
Vallen is ook een sport
De nieuwste cijfers over sportblessures in Nederland
Om een daling van het aantal sportblessures bij de jeugd
Eenduidige en actuele informatie over sportblessures is
te realiseren heeft Consument en Veiligheid, in samen-
Samenwerking
Adresgegevens
van belang als basis voor de preventie van sportblessu-
werking met gekwalificeerd judodocent en leerkracht
Op het terrein van het monitoren van sportblessures en
Stichting Consument en Veiligheid
res. Vanuit diverse organisaties zijn bronnen beschikbaar
bewegingsonderwijs Yos Lotens en sportmarketingbureau
het sportblessurepreventiebeleid zijn twee landelijke
Postbus 75169
die samen een volledig beeld geven van de omvang,
2Basics, het lespakket ‘Vallen is ook een sport’ ontwikkeld
platformen actief, waarvan vertegenwoordigers van rele-
1070 AD Amsterdam
etiologie, risicofactoren en ontstaansmechanisme van
om valvaardigheid bij basisschoolkinderen te trainen. In
vante organisaties lid zijn. Het bundelen van kennis en
Rijswijkstraat 2
sportblessures. In 2006 is de methodiek van één van
2009 is, in samenwerking met het EMGO-instituut, gestart
netwerken heeft een duidelijke meerwaarde. Een plat-
1059 GK Amsterdam
deze bronnen, namelijk het enquête-onderzoek ‘Onge-
met een pilot onder 40 scholen. Gedurende het schooljaar
form biedt de organisaties de gelegenheid (1) optimaal
T 020-5114511
vallen en Bewegen in Nederland’ (OBiN) grotendeels
2009/2010 zal de helft van deze scholen met het lespak-
samen te werken, (2) op de hoogte te zijn van relevante
E
[email protected]
gewijzigd. Deze wijziging was aanleiding voor Consu-
ket gaan werken, de andere scholen zullen hun reguliere
ontwikkelingen, (3) in te springen om bedreigingen weg
W www.veiligheid.nl
ment en Veiligheid om, in afstemming met de betrok-
bewegingsonderwijsactiviteiten uitvoeren. Onderzoek moet
te nemen of kansen uit te werken en (4) prioritering aan
ken organisaties, de nieuwste cijfers over sportblessures
uitwijzen of kinderen op de scholen die met het lespakket
te brengen aan activiteiten.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
3
www.voorkomblessures.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
65
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Dopingautoriteit
beleid. Het duidelijkst wordt dat zichtbaar in het an-
is in dit verband wel de schade die ex-topsporters uit
tidopingbeleid dat zich richt op de ongeorganiseerde
voormalig Oost-Duitsland geleden hebben. Maar om de
sport. Bezoekers van sportscholen en fitnesscentra zijn
situatie beter in beeld te krijgen (en er eventueel beleid
Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland
meestal niet aangesloten bij een sportbond en vallen
op te ontwikkelen) voert de Gezondheidsraad momen-
Herman Ram
daarom niet onder de regelgeving van WADA. Maar juist
teel een verkennend onderzoek uit en de Dopingauto-
in de ongeorganiseerde sport vinden we het grootste
riteit participeert hierin als adviseur. De resultaten van
aantal dopinggebruikers en gevreesd moet worden dat
het onderzoek zullen begin 2010 gepubliceerd worden.
3
juist deze gebruikers de grootste kans op gezondheidsDe Dopingautoriteit (voluit: Stichting Anti-Doping Autori-
het ondertekenen van een verklaring zich akkoord verkla-
schade lopen. Deze zogenoemde ‘esthetische’ gebrui-
WAD Code 2009
teit Nederland) is door de overheid aangewezen als de
ren met de uitgangspunten van de campagne. Een aantal
kers (die doping gebruiken om een slank en/of gespierd
Sinds 1 januari 2009 geldt een vernieuwde versie van de
Nationale Anti-Doping Organisatie (NADO) van ons land
vooraanstaande topsporters fungeert als Ambassadeur
uiterlijk te verkrijgen) gebruiken vaak illegale en (dus)
World Anti-Doping Code. De WAD Code is het kerndocu-
en het World Anti-Doping Agency (WADA) heeft de orga-
van de campagne (zie www.100procentdopefree.nl).
vervuilde middelen in doseringen die ver boven de
ment van het mondiale antidopingbeleid, maar niet een
nisatie als zodanig formeel erkend. Dit betekent dat de
therapeutische dosering liggen. Gesteund en gefinan-
reglement dat direct toegepast kan worden door sport-
Dopingautoriteit is aangewezen om de centrale onderde-
World Anti-Doping Code
cierd door het Ministerie van VWS kent de Dopingauto-
bonden of sporters. Daarvoor moeten de regels eerst
len van het Nederlandse antidopingbeleid uit te voeren.
Antidopingbeleid is bij uitstek internationaal ontwikkeld
riteit een uitgebreid preventieprogramma, bekend onder
worden verwerkt in reglementen die per land kunnen
De Nederlandse overheid (het Ministerie van VWS) en
en vastgesteld beleid: sinds de oprichting van het World
naam “Eigen Kracht” dat zich op deze doelgroep richt.
en moeten verschillen, in verband met de verschillende
de Nederlandse sport (vertegenwoordigd door NOC*NSF)
Anti-Doping Agency (WADA) in 1999 is grote voortgang
Het programma biedt, zoals de naam al suggereert,
wet- en regelgeving die landen kennen. Een duidelijk
zijn de opdrachtgevers en financiers van de Dopingau-
geboekt met de mondiale harmonisatie van dat beleid,
alternatieven voor dopinggebruik door informatie en ad-
voorbeeld hiervan is de wetgeving op het gebied van de
toriteit. Daarnaast voert de Dopingautoriteit opdrachten
waarvan de hoofdpunten in 2003 in de eerste editie van
viezen te geven over gezonde voeding en verantwoorde
bescherming van persoonsgegevens.
uit voor derden. Zo worden in opdracht van buitenland-
de World Anti-Doping Code (WAD Code) werden vast-
training (zie www.eigenkracht.nl).
De WAD Code is in Nederland geïmplementeerd door het
se zusterorganisaties en internationale federaties ook
gelegd. De harmonisatie van de regelgeving was hoog
dopingcontroles uitgevoerd bij buitenlandse sporters
nodig, omdat tot aan de acceptatie van de WAD Code
Prevalentie-onderzoek
pingautoriteit in 2008 ter vaststelling aan de topsport-
die zich in Nederland bevinden en tijdens internationale
de rechtszekerheid van sporters bedreigd werd door de
Naar schatting kent Nederland op dit moment zo’n
bonden heeft aangeboden.
evenementen die in Nederland georganiseerd worden.
veelheid aan verschillende en zelfs tegenstrijdige regels
164.000 actuele dopinggebruikers. Meer dan 90.000
Maar ook het vaststellen van dit dopingreglement is nog
De Dopingautoriteit heeft ISO-certificering voor alle
waarmee zij te doen hadden. De WAD Code beoogt om
mensen gebruiken stimulantia, terwijl ruim 40.000
niet voldoende om alle voorzieningen uit de Code ook
procedures: een dergelijk kwaliteitscertificaat is van
alle sporters aan dezelfde regelgeving te binden, waar
mensen anabole steroïden en andere (groei)hormonen
in Nederland te realiseren. De Dopingautoriteit heeft
groot belang om de kwaliteit en transparantie van alle
ter wereld ze zich ook bevinden en welke sport ze ook
gebruiken. Deze cijfers zijn gebaseerd op onderzoek, in
daarom ook in het jaar 2009 nog veel aandacht moeten
activiteiten te waarborgen, bovendien is het een in het
maar beoefenen. Veel taken van de Dopingautoriteit
2009 uitgevoerd door TNO in opdracht van de Dopingau-
besteden aan alle wijzigingen die het gevolg zijn van
Nationaal Dopingreglement gestelde voorwaarde voor
vloeien min of meer rechtsreeks voort uit de WAD Code
toriteit, dankzij financiering van het Ministerie van VWS.-.
de nieuwe WAD Code. De WAD Code is namelijk op een
het uitvoeren van dopingcontroles.
of uit één van de International Standards die daarbij ho-
Eerdere onderzoeken gaven lagere cijfers te zien, zeer
behoorlijk aantal punten gewijzigd. Voor een deel be-
ren. In deze Standards zijn vooral de taken beschreven
waarschijnlijk omdat veel respondenten sociaal wense-
treft het kleinigheden, maar er zijn ook gebieden waar
Waarom antidopingbeleid?
die direct of indirect met de uitvoering van dopingcon-
lijke antwoorden gaven en dus hun gebruik ontkenden.
ingrijpende wijzigingen hebben plaats gevonden. Een
Hoewel een minderheid van zo’n twintig procent van
troles te maken hebben.
De door TNO toegepaste onderzoeksmethode ondervangt
duidelijk voorbeeld is de zogenaamde Whereabouts-
de bevolking pleit voor het vrijgeven van doping is een
Uiteraard kent de mondiale harmonisatie van de regels
dit probleem, waardoor hun onderzoek een realistischer
administratie, waarin de verblijfsgegevens van sporters
ruime meerderheid van de bevolking voor handhaving
ook een keerzijde: nationale wensen en voorkeuren
beeld van het feitelijk gebruik in Nederland geeft.
verwerkt worden. De nieuwe WAD Code bevat nieuwe en
van het verbod en opsporing van overtreders. Onder
kunnen niet altijd gerealiseerd worden. Een bekend
sporters is de steun zelfs nog groter. Naast andere argu-
voorbeeld van zo’n nationale voorkeur is de wens om
Gezondheidsschade
sporters die verplicht zijn deze gegevens in te sturen.
menten speelt de mogelijke schade aan de gezondheid
cannabis en enkele andere groepen van stoffen van de
Er is sinds kort dus meer bekend over de exacte om-
Een en ander is geregeld in een speciale Whereabouts-
van de sporter daarbij een hele grote rol. Diverse geval-
Dopinglijst af te voeren: die wens gaat niet in vervul-
vang van dopinggebruik in Nederland, maar dit geldt
bijlage bij het Nationaal Dopingreglement. Een andere
len hebben in het verleden aangetoond dat ongecontro-
ling omdat een (ruime) meerderheid van de landen hier
veel minder voor de aard en omvang van de gezond-
belangrijke wijziging is de aanpassing van het sanctie-
leerd dopinggebruik slachtoffers eist. De regels beogen
tegen is.
heidsschade die uit dopinggebruik voortvloeit. Hoewel
stelsel, waardoor tuchtcommissies meer ruimte krijgen
er veel indicaties zijn dat dopinggebruik (zeker op de
om in de strafmaat rekening te houden met de persoon
de sporters te beschermen en meer in het bijzonder ook
66
opstellen van het Nationaal Dopingreglement dat de Do-
gedetailleerde regels die grote gevolgen hebben voor de
de jeugdige sporters die sterk beïnvloed worden door
Nationaal beleid
lange duur) ernstige schade aan de gezondheid van de
van de sporter en de omstandigheden van het individu-
ouders en coaches.
Naast de gebieden waarop de WAD Code dus min
gebruiker toebrengt, is deze schade nooit op weten-
ele geval.
De keuze van sporters voor een dopingvrije sportbeoe-
of meer dwingend voorschrijft wat de taken van de
schappelijke basis geïnventariseerd. Vooralsnog blijft de
Zowel in de regelgeving als in de publiciteit is de positie
fening wordt door de Dopingautoriteit ondersteund met
Dopingautoriteit zijn, zijn er (gelukkig) ook terreinen
informatie beperkt tot rapporten en artikelen over indi-
van het begeleidend personeel - coaches maar zeker
de 100% Dope Free campagne. Sporters kunnen door
waarop veel meer ruimte is voor ‘eigen’ Nederlands
viduen of kleine groepen gebruikers. Het meest bekend
ook (sport)artsen – enigszins onderbelicht. Dit is ten
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
67
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
FSMI
onrechte omdat juist de omgeving van de sporter sterk
ook (para)medici, soigneurs) en uiteindelijk aan “het
bepalend is voor de keuzes die de sporter maakt, om
Nederlandse publiek”. In de praktijk blijken ook familie-
nog maar niet te spreken over de situaties waarin bege-
leden, partners en andere mensen uit de omgeving van
leiders – en dan met name artsen – beslissingen nemen
een gebruiker behoefte te hebben aan informatie en ook
en middelen toedienen zonder de sporter daarin te
zij kunnen terecht bij de Dopingautoriteit. Elke middag
kennen. De nieuwe WAD Code legt meer nadruk op het
van 13.00 – 16.00 uur is de Dopinginfolijn open: 0900-
begeleidend personeel en vraagt meer aandacht voor de
2001000.
overtredingen die juist door hen begaan kunnen worden
Ook kunnen vragen per e-mail gesteld worden: doping-
(zoals handel en toediening). Voor de opsporing van
[email protected]. Alle vragen worden gewoon-
In 1927 is door de ‘Haagsche Afdeeling van de Vereeni-
steuning biedt aan gecertificeerde sportmedische instel-
overtredingen wordt ook de samenwerking met justitie
lijk binnen één (werk)dag beantwoord.
ging ter bevordering van de Lichamelijke Opvoeding’ het
lingen zodat deze optimaal kunnen functioneren op een
eerste sportkeuringsbureau opgericht. Daarna kwamen
herkenbare plek binnen de reguliere gezondheidszorg”.
nagestreefd. Bovendien wordt de sporter gestimuleerd
Federatie van Sportmedische Instellingen
tot het afleggen van verklaringen over zijn omgeving,
Bestuur en Raad van Advies
er snel meer sportkeuringsbureaus die zich op 2 mei
waarvoor dan strafvermindering in het vooruitzicht ge-
De Dopingautoriteit heeft een klein bestuur van drie
1930 verenigden tot de Federatie van Bureaux voor Me-
De afgelopen jaren heeft de FSMI de aandacht vooral
steld wordt.
leden: Dolf Segaar (voorzitter), Conny van Bentum (secre-
dische Sportkeuring. Begin zeventiger jaren ontstonden
gericht op de interne organisatie, verbetering van de
Nederland kent een geheel uit artsen samengestelde
taris, voorgedragen door NOC*NSF) en Charlotte Insinger
de Sportmedische Adviescentra (SMA’s) die voorname-
communicatie en de ontwikkeling en uitvoering van het
zogenaamde GDS-commissie (Geneesmiddelen Dispen-
(penningmeester, voorgedragen door het ministerie van
lijk een adviserende taak vervulden op het gebied van
kwaliteitsbeleid.
satie Topsporter) die dispensatie kan verlenen voor het
VWS). Daarnaast kent de Dopingautoriteit een zevenkop-
sportbeoefening en blessurebegeleiding.
Op 2 april 2009 heeft er een kwaliteitsdag FSMI plaats
gebruik van dopinggeduide middelen. Nieuw in de WAD
pige Raad van Advies waarin vertegenwoordigers van
In 1975 startte de Federatie een onderzoek met als doel
gevonden voor het bestuur, commissie kwaliteit en
Code is dat alleen sporters die deel uitmaken van een
allerlei geledingen (bijvoorbeeld artsen en apothekers,
te onderzoeken welke manco’s er aan de sportkeuring
medewerkers van het bureau, waarbij een belangrijke
zogenaamde Testing Pool nog verplicht zijn om derge-
maar ook de sporters en coaches) zitting hebben.
kleefden, hoe de sportkeuring verbeterd zou kunnen
kwaliteitsslag werd gemaakt ten aanzien van de uitvoe-
worden en/of deze verbeterde versie ook vruchten zou af-
ring en de controle op het huidige systeem. Inmiddels
ters die een dopingcontrole ondergaan kunnen volstaan
Adresgegevens
werpen. Dit onderzoek leidde ertoe dat de “oude” sport-
zijn op deze gebieden belangrijke stappen gezet. Er is
met het achteraf aanvragen van die dispensatie.
Dopingautoriteit
keuring werd vervangen door het preventief sportmedisch
een start gemaakt met de implementatie van het intern
Postbus 5000
onderzoek (PSMO). Dit was op zich een grote kwalitatieve
kwaliteitsbeleid waarin eisen worden gesteld aan de
Verdere informatie
2900 EA Capelle aan den IJssel
verbetering omdat bij de sportkeuring de nadruk lag op
interne zorgstructuur en organisatie van de bij de FSMI
De Dopingautoriteit verstrekt informatie aan (aankomen-
T 010–2010150
goed- of afkeuring, maar bij het PSMO juist werd gefocust
aangesloten sportmedische instellingen. Daarnaast is
de) topsporters, aan de anders georganiseerde sport
E
[email protected]
op het geven van advies en voorlichting.
een kwaliteitshandboek ontwikkeld conform de indeling
(sportscholen en fitnesscentra en hun bezoekers), aan
W www.dopingautoriteit.nl
Inmiddels was de Federatie van Bureaux voor Medische
van het INK-managementmodel. Deze twee ontwikkelin-
Sportkeuring opgegaan in het Nationaal Instituut voor
gen hebben geleid tot de certificering van inmiddels 54
de Sport GezondheidsZorg (NISGZ), later omgedoopt tot
sportmedische instellingen.
Nederlands Instituut voor Sport en Gezondheid (NISG).
Op dit moment zijn er maatschappelijk veel trends
In 1983 werd door het NIGZ het nieuwe PSMO ingevoerd
waarneembaar die van invloed zijn op de organisatie-
ter vervanging van de “oude”sportkeuring, maar het
ontwikkeling van de FSMI. Aanzienlijke veranderingen
PSMO bleek niet aan te slaan met als belangrijkste oor-
zijn waarneembaar in de zorgvraag. In de dagelijkse
zaak dat een aantal grote sportbonden de “verplichte
praktijk worden artsen in toenemende mate geconfron-
sportkeuring” in 1982 hadden afgeschaft.
teerd met vragen over sportblessures, een actieve leef-
De huidige Federatie van Sportmedische Instellingen is
stijl en sportadvisering bij cliënten met een chronische
opgericht in 1992. Eerst was de officiële naam ‘Federatie
aandoening. De vergrijzing is van invloed op het aantal
van Sportmedische Adviescentra (FSMA), maar door een
(oudere) sporters en zorgt mede voor een toename van
toename van het aantal sportgeneeskundige afdelingen
het aantal sportletsels. Het lijkt dan ook aannemelijk
binnen ziekenhuizen dat zich ook bij de Federatie wilde
dat het aantal verrichtingen binnen de sportmedische
aansluiten, is in 1999 besloten tot een naamswijzing om
instellingen de komende jaren zal toenemen. Door een
een bijdrage te leveren aan een transparant aanbod van
veranderende leefstijl waarbij men op zoek is naar vei-
sportmedische zorg.
ligheid en zekerheid zal de vraag niet alleen toenemen,
lijke dispensatie vooraf aan te vragen. Alle andere spor-
het begeleidend personeel (trainers en coaches, maar
3
maar zal ook de aard van de zorgvraag wijzigen. Daar-
68
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
De missie van de FSMI luidt als volgt:
naast zijn er nieuwe aanbieders van sportgeneeskundige
“de federatie is een organisatie die professionele onder-
producten op de markt en is er sprake van een zodanig
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
69
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
tekort aan sportartsen dat de zorgvraag in zijn volle
projectgroep Gezond aan de Top. Deze projectgroep heeft
relevante informatie over verantwoord sporten en sport-
en inmiddels zijn een aantal sportmedische instellingen
omvang niet door de sportartsen in de sportmedische
de Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheids-
medische begeleiding te leveren. Niet alleen sporters
gestart met dit Elektronisch Patiëntendossier.
instellingen kan worden opgevangen.
zorg (SCAS) verzocht om certificatie-eisen te formuleren
maar ook begeleiders, coaches en trainers kunnen die
In 2009 zijn er diverse bijeenkomsten geweest met
Rekening houdend met deze ontwikkelingen in de maat-
die gelden voor het begeleiden van topsporters.
informatie goed gebruiken. Clubzorg is een gezond-
vertegenwoordigers van verschillende sportbonden (vol-
schappij ambieert de FSMI ook in de komende periode,
Onder een Topsport Medisch Samenwerkingsverband
heidsservice voor verenigingen en bestaat uit systemati-
leybal, judo, taekwondo, voetbal, gymnastiek) om de
in een snel veranderende omgeving waarbij sprake is
wordt verstaan: één of meerdere sportmedische instellin-
sche voorlichting, educatie en begeleiding op het gebied
wensen en mogelijkheden te bespreken om het Elektro-
van een toenemende vraag en groeiende concurrentie,
gen en personen die samenwerken om aan de eisen voor
van sport, bewegen en gezondheid. Door Clubzorg wor-
nische Patiëntendossier toepasbaar te maken binnen de
de regiefunctie op het gebied van de sportmedische
topsportmedische begeleiding te voldoen. Onder topsport
den blessures voorkomen en de sporter (die klachten
sportmedische begeleiding van (top)sporters.
instellingen te behouden. Dat wil zij doen door haar
wordt in dit kader het volgende verstaan: A, B en High
heeft) herstelt sneller doordat hij/zij snel de weg weet te
Tevens is er een koppeling mogelijk tussen dit dossier
deskundigheid op het gebied van professionalise-
Potential sporters van de categorie 1 sporten.
vinden binnen het veld van de sportgezondheidszorg.
en het Blessure Informatie Systeem (BIS) van TNO. Het
ring ook in te zetten bij de ontwikkeling van nieuwe
Een Topsport Medisch Samenwerkingsverband moet bij de
Clubzorg is actief in de gemeenten Eindhoven, ‘s-Herto-
systeem waar BIS tot nu toe op draaide voldeed niet
product-markt-combinaties. De klant vormt daarbij het
SCAS aangemeld zijn en voldoen aan de SCAS-eisen. De
genbosch en Rotterdam. Voor 2010 zal contact worden
meer aan de eisen van deze tijd en in 2009 ontving de
uitgangspunt. Op het gebied van de ondersteuning van
toetsing hierop vindt via een certificeringstraject plaats.
gezocht met meer gemeenten om Clubzorg te implemen-
FSMI het verzoek van TNO om het BIS te laten verlopen
sportevenementen op regionaal niveau wordt een syste-
Zeventien TMS-en hebben in 2008/2009 meegedaan aan
teren. Stichting Consument en Veiligheid zal een proce-
via een systematische koppeling van de sportmedische
matisch aanbod van sportmedische begeleiding ontwik-
de instapfase en hieruit kwam naar voren dat er nog een
sevaluatie uitvoeren waarin wordt ingegaan op vragen
Elektronische Patiëntendossiers en deze systematiek zal
keld. Uiteraard zal parallel aan deze productontwikkeling
aantal vragen waren die verduidelijkt moesten worden.
als ‘Hoe wordt de website van Clubzorg gewaardeerd?’
nader worden uitgewerkt.
voordurend aandacht blijven bestaan voor de kwaliteit
Hiervoor is een informatiebijeenkomst gehouden op 12
en ‘Welke concrete acties voert een vereniging uit naar
van de sportmedische instellingen als zodanig. Om te
maart 2009 die heeft geleid tot enige aanpassing van de
aanleiding van Clubzorg?’.
kunnen blijven inspelen op de groeiende vraag en de
normen. Daarnaast zijn een aantal ondersteunende docu-
toenemende concurrentie zullen nurse-practitioners en
menten ontwikkeld zoals een modelovereenkomst tussen
Elektronisch Patiëntendossier voor de sportarts
Mevrouw drs. M. Oudshoorn
physician-assistents worden opgeleid waardoor kosten-
bond/ SMI/ beroepsbeoefenaren, een handleiding en een
Middels het Elektronisch Patiëntendossier kan de sport-
Drs. B. Scholte
besparend en doelmatiger gewerkt kan gaan worden.
instrument tevredenheidsmeting (sporter) en bond.
arts in één oogopslag het hele behandelproces van de
Drs. G. Koot
Om de regie over het sportmedische zorgproces te
Tevens is de fasering van het certificatietraject aangepast:
patiënt overzien. Zowel de (financiële) administratie als
Drs. A. Brons
blijven behouden zullen zorgketens worden ingericht en
• voor 1 oktober 2009 dienen alle (aspirant) TMS-en hun
alle behandelgegevens kan men in dit dossier vastleg-
Samenstelling bestuur Mevrouw drs. G. Sijpkes
duurzame samenwerkingsverbanden met ketenpartners
verbetermaatregelen op basis van de uitkomsten van
gen en gemakkelijk terugvinden. Deze informatie is ver-
Adresgegevens
worden aangegaan. Uiteindelijk dient deze samenwer-
de instapfase in te leveren;
volgens te gebruiken voor facturatie, correspondentie en
Federatie van Sportmedische Instellingen
king te leiden tot een grotere winst voor alle deelne-
• de certificeerder beoordeelt vervolgens aan de hand
verslaglegging. Deze efficiënte manier van werken spaart
Postbus 52
van een documentenbeoordeling de verbeterpunten ;
in de eerste plaats tijd, de ervaring leert dat dit gemid-
3720 AB BILTHOVEN
deratie heeft zal vergroot en uitgebreid worden. Hiertoe
• voor 1 september 2010 moet het instapcertificaat wor-
deld tien minuten per patiënt bedraagt. Naast overzicht
Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping
wordt een communicatiestrategie ontwikkeld die tevens
den omgezet in een volledig certificaat en de certifica-
en tijdwinst biedt het dossier vooral veel gebruiksgemak
Gebouw 60
als doel heeft de leden meer gebruik te laten maken
tiebeoordeling bestaat in deze fase uit documentenbe-
omdat men via het internet toegang heeft tot alle gege-
3723 MB BILTHOVEN
van de diensten van de FSMI.
oordeling en een beoordeling van de praktijk (bezoek
vens. Papieren dossiers meeslepen is daarmee verleden
Telefoon: 030-2252290
op locatie).
mende partijen. De kennis die het veld nu van de Fe-
tijd en ook het bewaren van medische informatie wordt
Fax: 030-2252498
Indien een TMS in de praktijk voldoet krijgt het een cer-
op deze manier eenvoudiger. Het dossier is voorbereid
E-mail:
[email protected]
Het afgelopen jaar zijn de volgende ontwikkelingen
tificaat voor 2 jaar. Indien een TMS ook aan een aantal
op het keurmerk Goed Beheerd Zorgsysteem, dat garan-
Website: www.sportgeneeskunde.com
ingezet:
specifieke omschreven normen voldoet die te maken heb-
deert een optimale beveiliging van de informatie.
ben met de structurele werking van de verbetercyclus dan
In 2009 hebben alle SMI’s door middel van een informa-
Topsport Medisch Samenwerkingsverband
krijgt het TMS een certificaat voor 4 jaar.
tiebijeenkomst kennis kunnen maken met het dossier
Doelstelling van het meerjarenprogramma “Gezond aan
Voor meer informatie zie http://www.sportgeneeskunde.
de Top”, waarin NOC*NSF de activiteiten op het gebied
com/scas_colleges onder Topsport Medisch Samenwer-
van topsportmedische begeleiding samenbrengt, is het
kingsverband.
3
voorzitter
verbeteren van de kwaliteit van topsportmedische be-
70
geleiding. Van sportbonden wordt verwacht dat zij een
Clubzorg
overeenkomst aangaan met een gecertificeerd Topsport
Sportverenigingen doen er alles aan om de leden een
Medisch Samenwerkingsverband (TMS). De betrokken
fijne tijd te bezorgen, maar de zorg voor de gezondheid
belangenorganisaties te weten NOC*NSF, VSG, FSMI, NGS
van sporters heeft niet altijd de allerhoogste prioriteit.
en NVFS hebben zich in 2006 verenigd in de landelijke
Clubzorg helpt de sportverenigingen bij deze taak door
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
71
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Gehandicaptensport Nederland
3
LOSO Landelijk Overlegorgaan Sportgezondheids Onderzoek Ron Diercks
Gehandicaptensport Nederland is de nieuwe naam van
Projecten en activiteiten
Naar aanleiding van het RGO rapport (Advies Onder-
Wat heeft LOSO tot nu toe opgeleverd?
NebasNsg, ingevoerd per april 2008. Bij Gehandicap-
Gehandicaptensport Nederland bestaat uit de volgende
zoek Sportgezondheidszorg, Sport en Bewegen, 2001)
• Een gestructureerd samenwerkingsverband dat o.m.
tensport Nederland zijn circa 325 verenigingen aange-
organisatieonderdelen die zich gezamenlijk hard maken
en op initiatief van de VSG, met steun van VWS en later
bestaat uit een regulier overleg, één maal per 3
sloten. Veel van deze verenigingen zijn opgericht voor
voor de gehandicaptensport in Nederland.
gesteund vanuit het programma SBG van ZonMw, werd
maanden. Deze samenwerking is primair gericht op:
sporters met een handicap, maar er zijn ook steeds
• De Adviesgroep: kennis, expertise, advies en oplei-
het LOSO opgericht. Het LOSO is geen juridische entiteit
−− het gezamenlijk coördineren, opzetten en uitvoe-
meer reguliere sportverenigingen waarvan gehandicapten lid zijn. Gehandicaptensport Nederland schat dat er
(rechtspersoon) maar een samenwerkingsverband tussen:
dingen. • De Sportbond: sportbond voor een aantal gehandi-
ongeveer 30.000 sporters met een handicap in Neder-
captensporten, maar ook ondersteuning van lidorga-
land regelmatig sporten en/of bewegen. NebasNsg is in
nisaties, organisatie van nationale en internationale
2001 uit een fusie van NEBAS (Nederlandse Bond voor
competities, kampioenschappen, toernooien en
Aangepaste Sporten) en NSG (Nederlandse Sportbond voor Geestelijk Gehandicapten) ontstaan. De NEBAS is van oudsher een sportbond voor lichamelijk, visueel en zintuiglijk gehandicapten, de NSG was de sportbond voor mensen met een verstandelijke handicap.
• het Universitair Centrum voor Sport, Beweging en Gezondheid van het UMCG Groningen; • de Afdeling Sociale Geneeskunde en het EMGO+ Instituut van het VU medisch centrum Amsterdam; • het Universitair Centrum voor Sportgeneeskunde
uitzendingen. • SailWise: actieve watersport voor mensen met een beperking op een van de eigen accommodaties. • Special Olympics Nederland: sportevenementen voor mensen met een verstandelijke handicap.
(UCS) van het UMC Utrecht; • het Maastrichts Universitair Medisch Centrum+ (MUMC-MOVE); • recent heeft het multidisciplinaire onderzoeksinstituut Musculoskeletal Science Center (MUSC) van het
Doelstelling
Samenstelling bestuur
Gehandicaptensport Nederland stimuleert en faciliteert
De heer Th. Meijer
Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam zich als 5e voorzitter ad interim
partner aangesloten bij het LOSO.
sporten en bewegen voor alle mensen met een handicap.
ren van onderzoek; −− het gezamenlijk ontwikkelen en evalueren van protocollen voor preventie; −− het verdelen van de onderzoeksvragen; −− het gezamenlijk uitvoeren van onderzoeken; −− elkaar ondersteunen bij specifieke onderzoeksvragen. • Gewerkt wordt vanuit de eerder vastgestelde LOSO matrix. • Naar buiten toe treedt het LOSO op als één groep bij overleg met uitvoerende organisaties. • Onderzoek: −− Promoties: 5 in 2008 en 2009 in Groningen en VUMC.
Adresgegevens
Waarom werd LOSO opgericht?
Rol
Gehandicaptensport Nederland
• Herkenbaar loket/platform, sturing op zorgvragen.
liteit, bewegen en diabetes, hardlooponderzoek,
Sport draagt bij aan het welzijn van mensen. Iedereen,
Regulierenring 2B
• Meer draagvlak bij opdrachtgevers van onderzoek
tendinopathie, Parkinson, psychische stoornissen).
ook mensen met een handicap, moet de mogelijkheid
3981 LB Bunnik
krijgen om te sporten. Sporten en bewegen maakt men-
T 030-6597300
sen met een handicap ‘fit voor het leven’.
E
[email protected]
Gehandicaptensport Nederland stimuleert en faciliteert
W www.gehandicaptensport.nl
(overheid en eventuele andere partijen). • Meer volume (meer onderzoeksprojecten met meer onderzoekers). • Meer output (wetenschappelijke publicaties).
het sporten en bewegen en waarborgt sport- en bewe-
• Meer financiële slagkracht.
gingsmogelijkheden voor alle mensen met een handicap.
• Operationele samenwerking (proefpersonen, apparatuur). • Samenwerking andere universiteiten en kennisinsti-
−− Projecten (liesblessure, overtraining, enkel stabi-
• Verspreiding /knowledge transfer verloopt via wetenschappelijke artikelen, wetenschappelijk dag, congressen, regionale activiteiten, projecten en participatie in samenwerkingsverbanden. Strategische partners Strategische partners van LOSO zijn NOC*NSF (vertegenwoordiger van de georganiseerde sport in Nederland),
tuten (passend op lopende programma’s/deelpro-
de Vereniging voor Sportgeneeskunde (vertegenwoor-
gramma’s).
diger van sportmedisch Nederland), ZonMw en het Mi-
• Mogelijkheid Europese trajecten op te zetten bij de daarbij passende Europese gelden.
nisterie van VWS. Deze partijen hebben een strategisch belang bij de totstandkoming van een wetenschappelijk programma SBG en/of hebben aan de basis gestaan om dit te initiëren.
72
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
73
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Veldorganisaties Veldpartijen zijn organisaties die onderzoeksvragen kunnen genereren, kennis kunnen afnemen en/of kennis kunnen doorsturen (als intermediair) naar de praktijk van SBG. Te denken valt aan onderwijsinstellingen,
lijkheid nemen en initiatieven ontplooien; • te adviseren over implementatie van de onderzoeks gegevens; • afstemming van onderzoek en implementatie van de LOSO partners te faciliteren.
sportmedische instellingen, gezondheidsinstellingen/-
Een populatie wordt (schematisch) onderverdeeld in drie
Samenstelling bestuur
subcategorieën:
Prof. Dr. R.L. Diercks
voorzitter
1. suboptimale groep (met een ziekte en/of aandoening)
Dr F. Hartgens
secretaris
2. de groep waarbij het optimaliseren van de gezond-
Prof. Dr. F. Backx
heid belangrijk is (en die geen suboptimale gezond-
Prof.dr. W. van Mechelen
heid hebben) en
Prof.dr. B. Koes
organisaties, sport- en beweegorganisaties.
Wat wil het LOSO vanaf 2009 e.v.?
Aanspreekpunt (generator van onderzoeksvragen) kan
De missie van het LOSO is hoogwaardig wetenschap-
centraal staat; dit laatste hoeft natuurlijk niet alleen
Adresgegevens
de individuele veldorganisatie zijn of zijn/haar koepelor-
pelijk onderzoek te bevorderen op het gebied van SBG
gericht te zijn op Olympische niveaus, dit geldt in
LOSO
ganisatie.
in het bijzonder op het gebied van curatie, preventie en
feite voor elke wedstrijdsporter.
Postbus 52
3. de groep waarbij het optimaliseren van de prestatie
prestatie. Daarnaast wil het LOSO de disseminatie van
3720AB Bilthoven
Klankbordgroep SBG (Sport, Bewegen en Gezondheid)
de gegenereerde kennis faciliteren (ondersteunen en
T 030-2252290
Vanuit het LOSO wordt een klankbordgroep ingesteld.
begeleiden).
E
[email protected]
Deze Klankbordgroep is het platform waar de onder-
LOSO vormt in samenwerking met veldpartijen en onder-
W www.loso.nl
zoekers en de veldpartijen met de strategische partners
zoeksinstituten, een blijvend platform voor wetenschap-
elkaar ontmoeten en in gezamenlijkheid beleidsvoor-
pelijk onderzoek op het gebied van SBG.
stellen formuleren. De Klankbordgroep bestaat uit de
Het LOSO is een virtuele onderzoeksorganisatie met de
LOSO partners, de strategische partners van het LOSO
ambities van een ‘sportuniversiteit’ en een uitdrukke-
(NOC*NSF, de VSG, ZonMw (programmacommissie SBG
lijke oriëntatie naar de veldorganisaties. Het LOSO heeft
en het Ministerie van VWS ) en uit de belangrijkste
als doel hoogwaardig, praktijk-driven, onderzoek uit te
veldorganisaties. Om direct slagvaardig te kunnen wer-
(doen) voeren of te ondersteunen in het domein van
ken zal dit aangevuld worden met een beperkt aantal
SBG. Hierbij is een open en laagdrempelige relatie met
partners zoals het Nederlands Instituut voor Bewegen
het veld een voorwaarde. Door deze veldorganisaties te
en Gezondheid (NISB) en de Federatie van Sportmedi-
betrekken bij de onderzoeksvragen wordt voor dezelfde
sche Instellingen (FSMI). Belangrijk in dit verband ook
veldorganisaties de implementatie erg waardevol en
is het Kennis Transfer Sportgezondheid (KTS) -initiatief
relevant.
van Sportgeneeskunde Nederland/VWS. In de Klankbordgroep zal structureel plaats ingeruimd worden voor een
Wat zijn concreet de doelen van het LOSO?
KTS vertegenwoordiger.
1. (Doen) uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek.
In latere instantie kan de vertegenwoordiging van de
2. Landelijk structureren, herkenbaar en bereikbaar ma-
veldorganisaties desgewenst, in verband met het di-
ken van de onderzoeksactiviteiten binnen het gebied
rect contact met het werkveld, uitgebreid worden met
van de sportgezondheid rond herkenbare academi-
bijvoorbeeld organisaties zoals GGD Nederland, de
sche kernen.
Vereniging van Sport en Gemeentes, de sportkoepel
3. Prioriteren en programmeren van wetenschappelijk
NKS en beroepsorganisaties/ intermediairs zoals NGS,
onderzoek, in afstemming met universitaire lijnen en
NFWS, KNGF-NVFS, KVLO en NVJG. Gezien de taak en
maatschappelijk organisaties (veldpartijen).
verantwoordelijkheid van de Klankbordgroep lijkt het op
Het werkgebied van LOSO
Laag
Hoog
Sub-optimaal
Optimaliseren van gezondheid
Optimaliseren van performance
Blessure, aandoening, ziekte
Kwaliteit/welzijn
Sporter
• Blessurebehandeling • Revalidatie • Chronische aan doeningen/exercise • Bewegen als therapie
• Beweegstimulering • Gezondheidsbevordering • Educatie en preventie • Speciale groepen
• Prestatieverbetering • Testen en meten • Training en biomechanica • Voeding en doping • Psychologie
4. Faciliteren van implementatie van de resultaten van
termijn opportuun ook nationale onderzoeksorganisaties
het wetenschappelijk onderzoek (waaronder PR en
zoals TNO Kwaliteit van Leven en het RIVM te betrekken.
communicatie).
3
Het is de taakstelling van de Klankbordgroep om: • het genereren van onderzoeksvragen uit het veld te stimuleren;
74
Onderzoekdomein LOSO 2009 e.v.
• over thema’s, programma’s en projecten te adviseren
Matheson en Pipe (1995) hebben een ‘Human Perfor-
waarbij het onderzoekprogramma dat de Klank-
mance continuüm model’ opgesteld dat het domein
bordgroep voorstelt niet uitsluitend wordt gestuurd
van LOSO goed representeert. Het continuüm loopt van
vanuit de behoefte van de veldorganisaties, ook de
‘laag’ naar ‘hoog’ en geeft een mogelijke ontwikkeling in
Klankbordgroep als zodanig kan haar verantwoorde-
welzijn, gezondheid en prestatie weer.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Figuur 1; Naar Matheson en Pipe (1995); een zogeheten ‘Human Performance continuüm model’
Welk domein wil het LOSO bestrijken? De onderzoekers
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
75
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
W.J.H. Mulier Instituut
wetenschappelijk én beleidsrelevant onderzoek in en
historische processen. Deze relatie is van direct maat-
naar de sportwereld en hiermee verweven terreinen,
schappelijk belang. Zij is te herkennen in maatschap-
zoals actieve leefstijl en lichamelijke opvoeding.
pelijke discussies over bijvoorbeeld obesitas, waarin
3
de oorzaken, verantwoordelijkheden en oplossingen in
Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek
Doelstellingen
Koen Breedveld
sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek; • de bevordering van de coördinatie en kwaliteit van
Projecten en/of activiteiten Enkele grote projecten die door het Mulier Instituut wor-
De ontwikkelingen in de samenleving en in de sport
initiatiefnemers van de Elfstedentocht en de Nijmeegse
het fundamenteel en toegepast sociaal-wetenschap-
den uitgevoerd hebben direct of indirect met gezond-
voltrekken zich in een razend tempo, hangen in toene-
Vierdaagse en stond aan de basis van de oprichting van
pelijk sportonderzoek;
heid en lichamelijkheid te maken. Binnen het door VWS
mende mate met elkaar samen, grijpen op elkaar in en
de atletiekunie (KNAU), de voetbalbond (KNVB) en de
hebben steeds vaker een internationale dimensie. Het
internationale schaatsunie (ISU).
karakter van de sport is daardoor veranderd. Er is een
• het bijdragen aan de opbouw, synthese en over-
gesubsidieerde meerjaren onderzoeksprogramma Sport:
dracht aan wetenschappers en beleidsmakers van
passie, praktijk en profijt verricht het instituut onder
sociaal-wetenschappelijke kennis op sportgebied;
meer onderzoek naar:
zeer omvangrijke en pluriforme sportwereld ontstaan,
Doelstelling
waarop allerlei maatschappelijke ontwikkelingen inwer-
Het Mulier Instituut vervult een spilfunctie in het sport-
ken. Dergelijke ontwikkelingen vragen om een vergroting
onderzoek in Nederland. Het verricht toegepast en
van de kennis op sportgebied, vooral met het oog op
fundamenteel sociaal-wetenschappelijk onderzoek op
HBO-instellingen bij de opleiding van
gen ondervinden (jonge) topsporters gedurende hun
een degelijke fundering van beleid.
het gebied van sport en bewegen en streeft naar een
onderzoekers op dit werkgebied.
sportloopbaan en welke factoren zijn bepalend in de
Deze kennisbehoefte, zo stelden de oprichters van
optimale afstemming tussen kennisontwikkeling en de
het Mulier Instituut vast, is problematisch. Terwijl de
toepassing en verspreiding van kennis. Naast de uitvoe-
Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
en voor het sociaal-maatschappelijk welbevinden
sportsector en het sportbeleid een proces van profes-
ring van hoogwaardig, probleemgestuurd beleidsonder-
Het Mulier Instituut richt haar activiteiten op ontwikke-
van talenten en (ex)topsporters? Deze vraag wordt
sionalisering ondergingen, bleef de uitvoeringsstructuur
zoek richt het instituut zich op theoretische verdieping,
lingen in de sportwereld. Hieronder worden alle mensen,
bekeken vanuit het perspectief van jonge talentvolle
van het sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek daarbij
innovatief, longitudinaal en internationaal vergelijkend
groepen en organisaties verstaan die betrokken zijn bij ac-
achter. De gevolgen waren fragmentatie, gebrekkige on-
sportonderzoek. Ook communicatie met relevante be-
tiviteiten die zich als sport aandienen of in de samenleving
derlinge afstemming en onvoldoende kennisaccumulatie.
leids- en onderwijsinstanties en kennisoverdracht en
als sport worden beschouwd. Tot dit werkterrein behoren
standen en beletsels van mensen om niet te spor-
De sociaal-wetenschappelijke fundering en verankering
implementatie behoren tot de kerntaken van het insti-
activiteiten van zeer uiteenlopende aard, van zwemmen op
ten. Volgens de kabinetsnota ‘Tijd voor sport’ dient
van het beleidsonderzoek is daardoor beperkt gebleven.
tuut. Het ministerie van VWS, NOC*NSF, KVLO, NISB en
de Olympische Spelen tot fitness in de sportschool en van
deze groep onder meer te worden gestimuleerd tot
Voor conceptueel, toetsend en vergelijkend onderzoek
VSG zijn betrokken bij de onderzoeksafstemming en de
gymnastiek op school tot skaten op straat.
sportbeoefening door aanpassing van het sport- en
waren weinig mogelijkheden. Enerzijds resulteerde dat
ontwikkeling van het instituut.
Voor het ministerie van VWS voert het instituut het
in onvoldoende synthese en theorievorming, anderzijds
• de bevordering van de instelling van bijzondere leerstoelen op dit werkgebied; • het ondersteunen van universiteiten en
• topsporters: talentontwikkeling, sociaal welbevinden en burn out. De centrale vraagstelling van het onderzoek luidt: welke stimulansen en belemmerin-
transitiefases van beginnen en stoppen met topsport
onderzoeksprogramma Sport: passie, praktijk en profijt
sporters, ‘drop outs’ en ex-topsporters. • niet-sporters: kwantitatief onderzoek naar weer-
beweegaanbod. • lichaamsoefening en zelfdiscipline. Eén van de hypo-
in een gebrekkige disseminatie en implementatie van
Visie
uit (zie http://www.mulierinstituut.nl/objects/publications/
thesen die eerder onderzoek heeft opgeleverd is dat
wetenschappelijke kennis.
Het Mulier instituut vindt het van maatschappelijk be-
Programmatisch%20werkplan%202007-2010%20per%20
het slankheidgebod niet bij iedereen sterk genoeg
Om deze situatie te verbeteren en de onderlinge afstem-
lang dat er door de uitvoering van fundamenteel en toe-
3%20juli%202007.pdf ). Dit programma loopt van 2007
werkt om gewicht en de vorm van het lichaam onder
ming, coördinatie en diepgang van het sociaal-weten-
gepast sociaal-wetenschappelijk onderzoek meer valide,
tot en met 2010 en het programma van het instituut
controle te houden door beheersing van het voeding
schappelijk sportonderzoek in Nederland te bevorderen,
betrouwbare en vruchtbare kennis wordt gegenereerd
speelt op verscheidene manieren in op (fundamentele
- en bewegingsgedrag. Zwaarlijvigheid wordt hier ge-
werd op 12 april 2002 het W.J.H. Mulier Instituut opge-
over de sportwereld en over sporten en bewegen als
en actuele) maatschappelijke ontwikkelingen en vraag-
relateerd aan variatie in zelfdiscipline ten aanzien van
richt. Het instituut ontstond uit een samenwerkingsver-
onderdeel van een actieve leefstijl. Het Mulier Instituut
stukken. Tot deze vraagstukken behoren ook zaken die
voeding en beweging. Het onderscheidt zich van het
band tussen het onderzoeksbureau Diopter – Janssens
zet zich ervoor in dat deze kennis wordt aangewend ter
verwant zijn met sportgeneeskunde/sportgezondheids-
bestaande, medisch geïnspireerde onderzoek naar be-
& Van Bottenburg bv, de Universiteit van Tilburg, de
ontwikkeling, onderbouwing, toetsing of evaluatie van
zorg, zoals de toenemende problemen rond het gebrek
wegen door het uitgangspunt dat de aard en de mate
Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam.
het beleid op deze terreinen.
aan bewegen en zwaarlijvigheid. Verder onderhoudt het
van de zelfdiscipline ten aanzien van lichaamsbewe-
Diopter is met al haar activiteiten opgegaan in het
76
eerste instantie op individueel niveau worden gezocht.
• het verrichten van fundamenteel en toegepast
Mulier Instituut onder andere een panel van verenigin-
ging sociaal gedetermineerd zijn. Dat betekent dat
nieuwe instituut.
Missie
gen en van sporters. Aan beide panels kunnen vragen
veel aandacht wordt besteed aan de relaties tussen
Het instituut is gevestigd in ’s-Hertogenbosch en ver-
Het Mulier Instituut wil een onafhankelijk, innovatief,
worden voorgelegd, bijvoorbeeld over omgang met bles-
sociale klasse, lichaamsoefening en zelfdiscipline.
noemd naar W.J.H. (Pim) Mulier (1865-1954), wellicht de
gezaghebbend en gewaardeerd interuniversitair onder-
sures. In bredere zin staat in het programma de sociaal-
Bovendien onderscheid het zich door mogelijke dis-
belangrijkste pionier en aartsvader van de (georgani-
zoeksinstituut zijn met een stimulerende en uitdagende
wetenschappelijke vraag centraal naar de relatie tussen
crepanties te identificeren tussen het perspectief van
seerde) sport in Nederland. Hij richtte de eerste Neder-
werksfeer dat in Nederland nauw betrokken is bij de
persoonlijke handelingsmogelijkheden, maatschappelijke
de overheid op volksgezondheid en dat van de indivi-
landse voetbal-, hockey- en bandyclub op, was één van
programmering, coördinatie en uitvoering van sociaal-
en institutionele structuren/tegenstellingen en bredere
duele burger op zijn of haar individuele gezondheid.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
77
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
NGS
Tevens is in 2007 door ZonMw eveneens een meerjarige
Adresgegevens
onderzoekssubsidie toegekend voor onderzoek naar de
W.J.H. Mulier Instituut
invloed van de schoolomgeving op het sport- en be-
Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek
weeggedrag van de jeugd (School, Bewegen en Sport).
Postelstraat 59
Het onderzoek beoogt tevens inzicht te bieden in de
5211 DX ’s-Hertogenbosch
Nederlands Genootschap voor Sportmassage
effecten van beleidsinterventies in die sfeer die erop
Postbus 188
Ronald van Tol
gericht zijn om het sport- en beweeggedrag in positieve
5201 AD ’s-Hertogenbosch
zin te beïnvloeden.
T 073-6126401 F 073-6126413
In de jaren ‘20 werd de opleiding tot sportmasseur geor-
bij de promotie van sportmassage en die met mas-
Samenstelling bestuur
E
[email protected]
ganiseerd door het Nederlands Genootschap voor Heil-
sageteams actief zijn bij grote evenementen als de
Het hoogste orgaan binnen de stichting is het bestuur.
W www.mulierinstituut.nl
gymnastiek en Massage. Het duurde tot 1954 voordat
Wandelvierdaagse van Nijmegen, de Elfstedentocht(en)
Het bestuur stelt de missie en kerntaken alsmede het
met de oprichting van het Nederlands Genootschap voor
en triatlons. Bovendien zijn de NGS-afdelingen diverse
meerjarig onderzoeksprogramma van het instituut vast.
Sportmassage een specifieke organisatie voor sportmas-
sportclubs behulpzaam bij het zoeken naar een goede
De leden van het bestuur zijn verbonden aan, en voor
seurs ontstond.
sportmasseur.
hun bestuurszetel voorgedragen door, de onderzoeks-
De doelstelling van het NGS was en is nog steeds de
Verdere doelstellingen van het NGS zijn o.a. de belang-
instellingen die in de stichting participeren. Het bestuur
sportmassage in al haar facetten te bevorderen en de
stelling voor sportmassage te vergroten, de belangen
van het Mulier Instituut wordt gevormd door vertegen-
kwaliteit van de sportmassage in Nederland te waarbor-
van de sportmassage en van haar leden te behartigen,
woordigers van de vier universitaire onderzoeksgroepen:
gen. Dat betekent onder meer dat nationale en interna-
het vergroten van de kennis van sportmasseurs(seuses),
Universiteit Utrecht, Universiteit van Tilburg, Rijksuniver-
tionale ontwikkelingen op dit gebied gevolgd worden,
kortom het dienen van de sportbeoefening door middel
siteit Groningen en Universiteit van Amsterdam.
terwijl ook de raakvlakken met andere massageme-
van sportmassage.
Prof. dr. Paul Verweel
voorzitter
thoden worden bestudeerd en deze kennis wordt via
Het streven van het NGS is erop gericht meer erkenning
Dr. Ir. Hugo van der Poel
secretaris
diverse kanalen, waaronder het vakblad ‘Sportmassage’,
te verkrijgen van sporters, sportbonden, de overheid en
naar de aangesloten sportmasseurs doorgesluisd.
andere bij de sport betrokken instellingen en groepen.
Zowel tijdens de opleiding als na het behalen van het
Tijdens de opleiding sportmassage kan men reeds aspi-
diploma sportmassage speelt het Nederlands Genoot-
rant lid worden van het NGS.
Prof. Dr. Ruud Koning Dr. Ruud Stokvis
penningmeester algemeen bestuurslid
3
schap voor Sportmassage (NGS) een belangrijke rol. Sinds zijn oprichting in 1954 is het NGS er in geslaagd
De sportmasseur
de sportmassage in al haar facetten te ontwikkelen
Een goede masseur beschikt over ‘Fingerspitzenge-
en zodoende een niet meer weg te denken plaats te
fühl’ en van deze vaardigheid wordt veelvuldig gebruik
laten innemen in de sportgezondheidszorg. Het NGS
gemaakt bij de directe voorbereiding op een sportieve
participeert in de sector Sport en Gezondheid van het
prestatie. Deze pre-actieve massage wordt door de
NOC*NSF samen met de overige partners in de sportge-
sporter zelf gewaardeerd als één van de factoren die
zondheidszorg, de Nederlandse Vereniging voor Sport-
meehelpen om een optimale prestatie te leveren.
geneeskunde (VSG), de Nederlandse Vereniging voor
Behalve deze pre-actieve massage zal de sportmasseur
Fysiotherapeuten in de Sportgezondheidszorg (NVFS) en
ook na afloop van de training en/of wedstrijd zijn kun-
de Federatie van Sportmedische Instellingen (FSMI). Om
digheid kunnen aanwenden bij de post-actieve massage,
de eigen belangen bij de overheid te behartigen, heeft
waarmee spierstijfheid verminderd of zelfs voorkomen
het NGS contacten met het ministerie van Volksgezond-
kan worden. Naarmate de trainingen frequenter en in-
heid Welzijn en Sport (VWS).
tensiever worden zal de noodzaak tot massage toenemen, omdat het bewegingsapparaat minder tijd gegund
78
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Het NGS is een professionele organisatie waarbij circa
wordt om te herstellen en massage kan in dergelijke
23.000 bezitters van een NGS-licentie geregistreerd zijn.
gevallen het herstelproces ondersteunen.
Daarvan zijn er ruim 7.900 lid van het NGS. Het NGS
Voorts wordt het tot de taak van de sportmasseur gere-
houdt de vakkennis van de licentiebezitters continu op
kend de sporters met raad en daad terzijde te staan met
peil door extra cursussen te organiseren en deelname
adviezen over voeding, trainingsbelasting, verzorging
aan grote evenementen te stimuleren.
van het lichaam, het nut van de vele soorten smeersels
Het NGS is georganiseerd in afdelingen, die actief zijn
etc. We zien vaak dat de sportmasseur door de sporter
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
79
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
als een soort vertrouwensman wordt beschouwd, bij wie
Nederlands Genootschap voor Sportmassage
hij niet alleen met zijn lichamelijke klachten terecht kan,
Postbus 200
maar bij wie hij ook eens heerlijk zijn hart kan luchten.
6800 AE Arnhem Tel: 026-8450870 (van 9.00-13.00 uur)
Enkele lopende projecten
Fax: 026-8450875
−− ontwikkelen kwaliteitsystemen voor de organisatie
E-mail adres:
[email protected]
3
NIOS Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen
en voor de individuele sportmasseur; −− certificering van sportmasseurs en praktijken; −− professionalisering van na- en bijscholingen;
In 1986 erkende het College voor Sociale Geneeskunde
Per 1 januari 2009 is het nieuwe opleidingsplan van het
−− participant bij de professionalisering van topsport-
de Sportgeneeskunde als officiële tak van de sociale
NIOS van kracht (dit is sinds haar oprichting inmid-
geneeskunde. In 1987 werd de Sportgeneeskunde door
dels het derde opleidingsplan). Dit opleidingsplan is
−− participant bij professionalisering van ketenzorg;
de Ministeries van Welzijn, Cultuur en Volksgezondheid
gebaseerd op het Canadese systeem van beoordeling
−− nationaal examenpunt sportmassage;
resp. Onderwijs en Wetenschappen officieel erkend als
en toetsing, dat als zodanig is geïmplementeerd in alle
−− ontwikkeling welness massage.
tak van de sociale geneeskunde. Aansluitend hieraan
medische (vervolg-)opleidingen. Het model definieert het
is in 1989 het NIOS opgericht door de Vereniging voor
beroepsprofiel van de medisch specialist aan de hand
Sportgeneeskunde (VSG) om de taken en verantwoorde-
van ruim twintig sleutelcompetenties verdeeld in zeven
lijkheden aangaande de opleiding tot sportarts in volle
competentiegebieden, te weten:
omvang uit te oefenen. Het leerplan van de opleiding
• medisch handelen;
medische zorg;
Meer informatie: www.sportverzorgingngs.nl
tot sportarts werd op 27 juni 1991 door de Sociaal-Ge-
• communicatie;
voorzitter
neeskundigen Registratie Commissie (SGRC) besproken
• samenwerking;
secretaris
en vervolgens werd het NIOS door de SGRC erkend als
• kennis en wetenschap;
het opleidingsinstituut voor artsen tot sportarts.
• maatschappelijk handelen;
De vierjarige voltijdopleiding tot sportarts van het NIOS
• organisatie;
is toegankelijk voor (basis)artsen en bestaat uit praktijk-
• professionaliteit.
Bestuurssamenstelling (per 1-1-2009) Dhr. Arend van der Veen Dhr. Frans Friederichs Dhr. Jaap Stein
penningmeester
Dhr. Huub van den Broek
ICT
Mevr. Janny Veerbeek-de Lange Dhr. Guus Bloemeers
Public Relations (afdelingen)
scholing en cursorisch onderwijs. Deze combinatie stelt
Vakgebied Sportmassage a.i.
sportartsen in opleiding optimaal in de gelegenheid om
Uitgaande van deze competentiegebieden zijn de sport-
zowel de benodigde theoretische kennis als de even-
geneeskundige competenties gedefinieerd die vervol-
eens onmisbare praktijkervaring op te doen. De oplei-
gens als uitgangspunt zijn gebruikt voor de invulling
ding is opgebouwd (in chronologische volgorde) uit een
van de opleiding.
zevental modules, te weten cardiologie, pulmonologie,
Bij het beoordelen van de competenties van de sportart-
orthopedie, huisartsgeneeskunde, wetenschappelijk on-
sen die in opleiding zijn, wordt gewerkt met een portfo-
derzoek en twee modules sportgeneeskunde. Daarnaast
lio. Dit biedt een geformaliseerd overzicht van individue-
is cursorisch onderwijs een essentieel onderdeel gedu-
le leer- en werkervaringen, onderbouwd met bewijzen en
rende de hele opleiding, waarbij een groot accent ligt
gerelateerd aan de eisen uit het Opleidingsplan Sportge-
op inspanningsfysiologie. Meer informatie over de oplei-
neeskunde. Een portfolio is ook een registratiesysteem
ding tot sportarts is elders opgenomen in dit jaarboek.
waarin verschillende andere vormen van toetsing en
Dhr. G. Spees
Bedrijfsvoering
beoordeling kunnen worden opgenomen. Het instrument Doelstelling
biedt veel mogelijkheden tot (zelf )reflectie en daarmee
De stichting heeft sinds haar oprichting in 1989 als doel:
tot het nemen van besluiten voor verdere ontwikke-
‘het opleiden tot sportarts, onder andere door het op-
ling. Met de komst van het nieuwe opleidingsplan is het
richten en in stand houden van één of meer opleidings-
accent voor de opleider van de sportarts in opleiding
instellingen voor de opleiding van sportgeneeskundigen
verschoven van ‘beoordeling’ naar ‘coaching’.
als bedoeld in de desbetreffende Besluiten van het College voor Sociale Geneeskunde en voorts al hetgeen in de ruimste zin met één en ander verband houdt, daartoe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn.’
80
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
81
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Er zijn op dit moment tien plaatsen in Nederland waar de opleiding tot sportarts wordt verzorgd:
NISB
• beleid t.a.v. welke competenties een (zij)instromer moet hebben;
• Amersfoort/ Baarn
• gewenste onderwijsmethode;
• Amsterdam
• gewenste beoordelingsmethode”;
3
Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
• Groningen • Heerenveen
Samenstelling
• Den Haag/ Leidschendam
De Werkgroep Curriculum van het Concilium Sportge-
• Roermond/ Venray
neeskunde dient tenminste te bestaan uit:
• Nijmegen
1 NIOS-instituutsopleider (= voorzitter WC-C/ E. Stolk)
NISB is het kennis- en innovatie-instituut dat aanzet
hoogte van trends en ontwikkelingen op het gebied van
• Utrecht/ Zeist
2 hoofdopleiders Sportgeneeskunde (G.C. van Enst,
tot sport en bewegen om participatie, leefbaarheid en
sport en bewegen. NISB geeft richting aan vernieuwing,
gezondheid te bevorderen. NISB doet dit door ontwik-
werkt aan deskundigheidsbevordering en ondersteunt
keling en verspreiding van vernieuwende strategieën en
professionals op het gebied van sport- en bewegingssti-
deskundigheidsbevordering onder professionals en de
mulering. Daarbij hoort ook verspreiding en implementa-
landelijke publiekscampagne 30minutenbewegen.
tie van vernieuwingen.
• Eindhoven/ Veldhoven
W.M. van Teefelen)
• Zwolle
1 VSG-vertegenwoordiger bij de SGRC (sportarts/
Om iedere sportarts in opleiding uitzicht te kunnen
1 vertegenwoordiger van de Juniorkamer (3e of
R. Vesters) bieden op een passende arbeidsplaats, is het aantal
Het beleid van NISB is erop gericht dat gemeenten en
4e jaars/ B. Bulder)
opleidingsplaatsen voor sportartsen beperkt. Eind 2009
1 onderwijskundige (ad hoc)
lokale (sport)organisaties initiatieven ontplooien die
Financiering
telde Nederland 34 sportartsen in opleiding en in 2010
De commissieleden rouleren om de drie jaar, behoudens
bijdragen aan een structurele verbetering van het lokale
NISB kent een systeem van gemengde financiering,
zullen er zeven nieuwe sportartsen in opleiding gaan.
de VSG-vertegenwoordiger, onderwijskundige en insti-
sportaanbod. Het liefst in samenwerking met andere
waarbij het ministerie van VWS de grootste opdrachtge-
Tijdens een sollicitatieprocedure wordt bepaald wie tot
tuutsopleider. De aios wordt op voordracht van de Juni-
lokale sectoren als welzijnswerk, gezondheidszorg, on-
ver is. VWS verstrekt zowel de zogenoemde instellings-
de opleiding wordt toegelaten.
orkamer benoemd voor de duur van maximaal twee jaar,
derwijs en recreatie.
subsidie als specifieke projectsubsidies voor innovatie-
respectievelijk tot het moment dat hij of zij de opleiding
NISB heeft zich een gerespecteerde positie verworven
ontwikkeling, verankering en verspreiding.
Het afgelopen jaar is een aantal ontwikkelingen ingezet:
heeft afgerond.
met kennisontwikkeling en -verspreiding, het entameren
Aanvullende financiering komt uit subsidie van andere
van debat, het ‘makelen en schakelen’ tussen de diverse
ministeries, uit fondsen (ZonMw, VSB Fonds, Stichting
Nieuwe visitatiemethodiek
Samenstelling bestuur
partners in de wereld van sport, gezondheid en welzijn.
Doen, Johan Cruijff Foundation) en via partnerships met
Gelijktijdig met de invoering van het NIOS opleidings-
Drs. R. van Linschoten
De overheid beschouwt NISB als een belangrijke organi-
bijvoorbeeld NOC*NSF, bonden, gemeenten, provincies
plan (per 1 januari 2009) is de nieuwe visitatiemetho-
Drs. P.A. van Beek
secretaris/penningmeester
satie om de doelstellingen op het gebied van sport en
of bedrijven. Bij de campagne 30minutenbewegen is
diek, naar het voorbeeld van het geactualiseerde model
Prof.dr. R. Diercks
lid
bewegen te realiseren.
zelfs het streven dat de subsidie wordt verdubbeld door
van de MSRC, bij het NIOS ingevoerd. De visitatiecom-
Verantwoordelijk voor organisatorische en
De activiteiten van NISB zijn hoofdzakelijk gericht op be-
partners/sponsors uit het bedrijfsleven.
missie ad hoc bereidt de visitatie voor aan de hand van
onderwijskundige zaken zijn:
leidsmakers, consulenten en coördinatoren van beweeg-
Daarnaast is er sinds 2009 een B.V.: NISB Consult.
een visitatiewerkdocument. Dit werkdocument dient
mw. A.M.G.J. Bruinsma, directeur NIOS
en sportactiviteiten. Overheden, sportbonden, provin-
Vanuit NISB Consult kan o.a. advies op maat worden
tevens als leidraad / checklist tijdens de visitatiedag.
mw. Drs. E. Stolk, instituutsopleider NIOS
ciale sportraden, welzijninstanties en gezondheidszorg,
gegeven, daar waar subsidies niet meer beschikbaar of
mw. E.V.M. Muller, ambtelijk secretaris NIOS
recreatie, onderwijs en ook bedrijven kloppen bij NISB
niet aan de orde zijn.
voorzitter
Werkgroep Curriculum van het Concilium (WC-C) Adresgegevens
Met de landelijke campagne 30minutenbewegen richt
Lokale aanpak
In het Kaderbesluit SGRC staat dat het Concilium een
Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen
NISB zich ook op diverse publieksgroepen in de sa-
Het accent ligt voor NISB op een lokale, wijkgerichte
Commissie Onderwijs moet hebben. Dit is als zodanig
Postbus 52
menleving. Zo wordt er rechtstreeks gecommuniceerd
aanpak. Hierbij werkt NISB nauw samen met partners
ook opgenomen in het Reglement van het Concilium,
3720 AB BILTHOVEN
met vmbo-leerlingen, 50-plussers, chronisch zieken en
uit de sport- en beweegsector, onderwijs, zorg, welzijn
waarbij de (samenvatting) van de taak als volgt wordt
Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping
werknemers.
en bedrijfsleven. De opdrachten komen van de rijksover-
beschreven:
Gebouw 60
“(In opdracht van het Concilium Sportgeneeskunde)
3723 MB BILTHOVEN
Missie
welzijn of onderwijs en bedrijven die sport en bewe-
eerste voorstellen uitwerken ten aanzien van o.a. de
Telefoon: 030-2252290
De maatschappelijke waarden van sport en bewegen
gen inzetten als middel om hun doelen te bereiken. De
onderstaande onderwerpen:
Fax: 030-2252498
zo goed mogelijk benutten, dat is de missie van NISB.
voorgenomen fusie met Vereniging Sport en Gemeenten
• inhoud (competenties) van de opleiding Sportge-
E-mail:
[email protected]
Die maatschappelijke winst kan een gezonde en actieve
(VSG, zie 3.4) in 2010 zal de slagkracht op lokaal niveau
Website: www.sportgeneeskunde.com
leefstijl zijn, meer participatie van allochtonen of oude-
versterken.
neeskunde;
82
aan voor ondersteuning van innovatieve projecten.
Taakomschrijving
heid, instellingen op het gebied van sport, gezondheid,
• gewenste niveau van de beschreven competenties;
ren aan de samenleving of bijvoorbeeld meer sociale
• duur van de respectievelijke delen van de opleiding;
cohesie in wijken en buurten.
Flexibel en pragmatisch
NISB is als kennis- en innovatie-instituut goed op de
NISB ontwikkelt kennis in programma’s die projectmatig
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
83
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
zijn opgezet. Begin en einde worden steeds duidelijk
bel30.nl) en werknemers (www.30minutenbewegen.nl).
Convenant Overgewicht
stages in de sport, wordt de BeweegKuur vanaf 2011
gemarkeerd. Daardoor kan NISB flexibel inspelen op
Intermediairs zoals sportraden, gemeenten, welzijnsorga-
Het Convenant Overgewicht is een samenwerkingsver-
in honderden wijken aangeboden en ondersteunt NISB
actuele vragen en ontwikkelingen. NISB beschikt over
nisaties, sportorganisaties en zorgprofessionals kunnen
band van organisaties uit overheid, maatschappij en
vanuit het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen 100
expertise als het gaat om effectmeting via monitors,
de campagne lokaal vertalen. Speciale publieksacties
bedrijfsleven. Doel is om het groeiende probleem van
gemeenten met gezondheidsachterstanden.
effectevaluaties, gebruikersraadplegingen en markton-
ondersteunen de boodschap, zoals in 2009 de actie
overgewicht een halt toe te roepen. Gezamenlijk hebben
NISB levert daarnaast een bijdrage aan het realiseren
derzoek. Daarnaast kent NISB een levendige traditie in
‘Start met’ en de Traploopweek in samenwerking met
de partners een actieplan opgesteld”Energie in Balans”
van Olympische ambities op wijk- en buurtniveau. NISB
het organiseren van debat en betrokkenheid in allerlei
het Diabetes Fonds. In 2010 gaat de aandacht speciaal
(oktober 2005)dat inzage geeft in wat er in gang is ge-
heeft als doelstelling om ondersteuning te bieden aan
vormen tijdens workshops, congressen, lezingen, pre-
naar het stimuleren van het gebruik van de fiets: Heel
zet om overgewicht te bestrijden. Eind november 2009
gemeenten en overige professionals bij de ontwikkeling
sentaties, publicaties en artikelen. NISB heeft interactief
Nederland Fietst.
is het eindverslag van de eerste periode overhandigd
van een integrale wijk-, buurt- en dorpssamenwerking
aan minister Klink. Ook is op dat moment het nieuwe
rondom de maatschappelijke thema’s gezondheid, leef-
werken hoog in het vaandel staan en gebruikt die input om weer verder te verbeteren.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Convenant Gezond Gewicht ondertekend door de mi-
baarheid en participatie, waarbinnen sport en bewegen
NISB verspreidt de ontwikkelde kennis en informatie
Met de invoering van de Wmo in 2007 heeft het kabi-
nister en ruim twintig partijen uit het bedrijfsleven, de
ingezet wordt als middel om tot vitale gezonde burgers
zoals methodiekontwikkeling, strategievorming en proto-
net een impuls gegeven aan gemeenten om de actieve
grote steden en het maatschappelijk veld. Op uitnodi-
te komen. Het Olympisch Plan 2028 en het standpunt
collen voor bepaalde situaties in de vorm van brochu-
participatie van burgers aan de samenleving te bevor-
ging van het Convenant is NISB als partner toegetreden
van het kabinet zijn voor NISB een aangrijpingspunt om
res, boeken, dvd’s en websites. Maandelijks worden de
deren. Het gaat daarbij zowel om meer sociale cohesie
tot het samenwerkingsverband (www.convenantoverge-
in de aanloop naar 2028 deze doelstelling te realiseren.
websites van NISB door zo’n 70.000 bezoekers (okt.
op buurt- en wijkniveau als om grotere participatie van
wicht.nl).
NISB beschikt over methodieken, materialen en trainin-
2009) bekeken. NISB organiseert interactieve bijeenkom-
kwetsbare burgers, onder wie mensen met een beper-
sten, praktijkgerichte workshops, cursussen en trainin-
king. Ook belemmeringen voor de sportdeelname beho-
Kennisnetwerk preventie
lijk, welzijn, ruimte en breedtesport van het Olympisch
gen om het gebruik van de ontwikkelde kennis en het
ren tot de aandachtspunten. Voor gemeenten ontwik-
De rijksoverheid wil versnippering en overlap in de
Plan 2028.
aanleren van nieuwe vaardigheden te stimuleren. Dit
kelde NISB een ‘sporttas’ met instrumenten om sport,
gezondheidszorg verminderen en de doelmatigheid
doet zij in samenwerking met provinciale en lokale inter-
participatie en sociale cohesie te verbinden. Deze Wmo-
verhogen. Tegen deze achtergrond hebben kennisorgani-
Aandacht voor jeugd
mediaire organisaties.
sporttas bevat voorbeelden en praktische hulpmiddelen
saties die werkzaam zijn op het terrein van preventie en
De jeugd staat volop in de belangstelling. De poli-
voor ambtenaren uit de sectoren sport, zorg en welzijn
gezondheidszorg het Kennisnetwerk Preventie opgericht.
tiek zet in op het wegwerken van achterstanden bij de
die als input dienen bij het positioneren van sport en
NISB participeert hierin vanuit een bijzondere positie. De
jeugd op het gebied van gezondheid, welzijn, onder-
Sport kan leiden tot een betere gezondheid en meer
bewegen binnen Wmo-beleid (www.wmo-sporttas.nl).
invalshoek voor NISB ligt niet direct in de preventie van
wijs, opvoeding en bewegen, o.a. via het Beleidskader
maatschappelijke samenhang. De kabinetsnota Tijd
Ook is in de campagne voor de gemeenteraadsverkie-
ziekten maar in het bestrijden van bewegingsarmoede
Sport, Bewegen en Onderwijs (2008) van de ministeries
voor Sport (2005) is de basis voor veel programma’s en
zingen extra aandacht gegeven aan mogelijkheden om
van met name ouderen. NISB participeert in het netwerk
van VWS en OCW. NISB sluit zich daar graag bij aan.
projecten die NISB heeft ontwikkeld en/of uitvoert, zoals
sport en bewegen in te zetten in de prestatievelden van
om de samenwerking en samenhang op een goede ma-
Een ander voorbeeld is het contract van het ministerie
“Nationaal Actieplan Sport en Bewegen” (NASB), “Mee-
de Wmo (www.nisb.nl/gemeenteraadsverkiezingen).
nier uit te bouwen. Een ander netwerk dat in dit kader
van Onderwijs met NISB voor het realiseren van 12.000
in 2009 is ontstaan, is Fit for Life Nederland. NISB is
maatschappelijke stages in de sport. NISB formuleert
opvang”.
BeweegKuur
het coördinatiepunt van dit netwerk van 24 partijen dat
jeugdprojecten waarbij maatschappelijke doelen leidend
Het kabinetsbeleid sluit nauw aan bij de NISB-program-
De BeweegKuur is een beweegprogramma bedoeld voor
zich actief richt op het kunnen sporten en bewegen van
zijn en de vraag van jongeren voorop staat: fun, gezel-
ma’s en -campagnes die de leefbaarheid, gezondheids-
mensen met (een hoog risico op) diabetes type 2 en
ouderen (www.fitforlifenederland.nl).
ligheid, veiligheid en vertrouwen bij bewegen en sport.
bevordering en maatschappelijke binding stimuleren.
overgewicht. Door de samenwerking tussen verschillen-
Intensievere samenwerking tussen scholen, sportclubs,
de professionals uit de eerstelijnszorg worden patiënten
Olympisch Plan 2028
naschoolse opvang en sportbuurtwerk moet meer spor-
In de praktijk
een jaar lang begeleid naar een actievere leefstijl.
De missie van dit plan is om met sport in de volle
tieve activiteiten opleveren voor jongeren op en rond
Campagnes
In 2008 is de BeweegKuur van start gegaan in 7 pilotre-
breedte heel Nederland naar Olympisch niveau te bren-
scholen en in de wijken.
Elke dag 30 minuten bewegen, eigenlijk zou iedereen
gio’s en dit aantal is in 2009 uitgebreid naar 14 regio’s.
gen op sociaal-maatschappelijk, economisch, ruimtelijk
De sociale omgeving is een belangrijke factor bij ge-
dat moeten doen. We wéten het ook wel, maar de eer-
In 2010 gaan 21 regio’s aan de slag met de BeweegKuur
en welzijnsgebied, met als mogelijk resultaat Olympi-
dragsverandering. Voor kinderen en jongeren telt de
ste stap zetten is vaak lastig. De landelijke campagne
met als doel: opname in het basispakket van de zorg-
sche en Paralympische Spelen in 2028 in Nederland.
mening van ouders zwaar. Toch blijken maar weinig
30minutenbewegen brengt deze boodschap onder de
verzekeraars in 2011.
Vooral de ambities breedtesport, sociaal-maatschap-
projecten voor leefstijlverandering van kinderen zich
aandacht en helpt drempels weg te nemen. De cam-
NISB regisseert de BeweegKuur met subsidie van het
pelijk, welzijn en ruimte sluiten naadloos aan op de
concreet op ouders te richten. Daarom gaat NISB extra
pagne, primair gericht op de ‘burger’, wordt uitgevoerd
ministerie van VWS en in samenwerking met NHG, LVG,
missie en visie van NISB. In veel projecten draagt NISB
aandacht besteden aan de rol van ouders. Dat gebeurt
in opdracht van het ministerie van VWS. De campagne
NVDA, KNGF, LHV, DVN, Vereniging Sportgeneeskunde,
nu reeds bij aan de doelen van het Olympisch Plan. Zo
onder meer via “Beweegkriebels” en “Beweegplezier
die loopt tot en met 2010 heeft bijzondere aandacht
NVD en NDF (voor meer informatie:
werkt NISB aan het stimuleren van sport en bewegen
vanaf 4, twee projecten voor spelenderwijs bewegen van
voor doelgroepen waar de meeste inactiviteit voorkomt:
www.beweegkuur.nl).
bij senioren binnen het landelijk netwerk Fit for Life Ne-
jonge kinderen.
derland, organiseert NISB ruim 12.000 maatschappelijke
Ruimte om te spelen, te bewegen en te sporten is van
chronisch zieken, 50-plussers, vmbo-jongeren (www.dub-
84
gen die goed aansluiten bij de ambities maatschappe-
Kabinetsbeleid
doen alle jeugd door sport” en “Sport en naschoolse
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
3
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
85
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
belang voor de jeugd om zich gezond te kunnen ontwik-
van actieve leefstijladvisering. In 2009 is de website
kelen. Daarbij gaat het zowel om de openbare ruimte
www.actiefadvies.nl gelanceerd: deze houdt professio-
als groene ruimte, schoolpleinen, playgrounds, trapveld-
nals op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het
jes, hangplekken en de stoep als om de nabijheid van
gebied van bewegen en presenteert recent ontwikkeld
sportparken en voorzieningen. NISB wil nadrukkelijk de
voorlichtingsmateriaal of nieuwe initiatieven in het land.
3
NOC*NSF
relatie leggen tussen de omgeving en sport en bewegen, met andere woorden tussen fysiek en sociaal.
Communities in Beweging Communities in Beweging is een werkwijze gericht op
De ketenaanpak actieve leefstijl
‘inactieven’ met een lage sociaaleconomische status.
Sport heeft ons veel te bieden. Soms zelfs meer dan we
Breedtesport
Dit is een netwerk en samenwerkingsverband tussen
In een aantal weken ervaren de deelnemers plezier in
denken. Sport is een bron van plezier. Op het veld én
Bij een vereniging moet iederéén terecht kunnen om
professionals binnen en buiten de zorg om de actieve
bewegen, neemt hun zelfvertrouwen toe, ontwikkelen
langs de kant. Sport is ook een maatschappelijk bind-
lekker te sporten. Meer of minder talent, jong of oud,
en gezonde leefstijl voor mensen met een gezondheids-
ze initiatieven, leren ze meer over gezonde voeding en
middel. Daarnaast is sport goed voor de fysieke, men-
recreatief of prestatiegericht, de vereniging heeft ieder-
achterstand en/of chronische aandoening te bevorderen.
kennen meer vormen van laagdrempelig bewegen. Het
tale en sociale gezondheid. En dat een heel leven lang!
een wat te bieden. Bij de meeste verenigingen kun je
Professionals uit de eerste lijnszorg en de wijk of wel-
einddoel is om de deelnemers structureel meer te laten
Maar steeds vaker hebben we het te druk om met sport
op elk niveau sporten, naar sport kijken en zorgen vele
zijns-, sport- en beweegsector werken stapsgewijs actief
bewegen, vooral door meer te bewegen in hun dagelijks
bezig te zijn of zitten we alleen nog maar achter de
enthousiaste vrijwilligers ervoor dat je aan trainingen en
samen om dit te bereiken.
leven en meer te weten over een gezonde en actieve
computer. Sportkoepel NOC*NSF vindt dat dát moet en
wedstrijden kunt meedoen.
De Ketenaanpak is sinds 2006 als procesaanpak ont-
leefstijl. Uit ervaring blijkt dat sommige deelnemers zelfs
kan veranderen. NOC*NSF wil van Nederland een écht
De manier waarop de bijna 29.000 sportverenigingen
wikkeld. Door middel van pilotprojecten in het land is
doorstromen naar reguliere sportactiviteiten. Iets wat
sportland maken op Olympisch niveau. NOC*NSF is dan
in Nederland zijn georganiseerd, is behoorlijk uniek in
informatie verzameld over diverse thema’s, zijn good
vóór deelname aan Communities in Beweging nauwelijks
ook een van de alliantiepartners voor het Olympisch
de wereld. Vrijwel nergens zijn zo dicht bij huis zoveel
practises beschreven en instrumenten verzameld.
mogelijk leek.
Plan 2028. Het Olympisch Plan 2028 is de ambitie om
verschillende mogelijkheden om aan sport te doen.
De website www.nisb.nl/ketenaanpak biedt informatie en
Vanaf 2007 tot 2009 is er ervaring opgedaan met proef-
met sport in de volle breedte een bijdrage te leveren
Wel heeft een aantal sportverenigingen de laatste jaren
praktische handreikingen en instrumenten over de Ke-
implementatie van de aanpak CiB in Nederland. Op dit
aan Nederland, met veel positieve effecten, nú en in de
soms moeite om het hoofd boven water te houden. Ze
tenaanpak Actieve Leefstijl voor professionals werkzaam
moment bevindt het project zich in de implementatie-
toekomst. En met de organisatie van de Olympische en
kunnen niet genoeg vrijwilligers krijgen, het ledenver-
in en buiten de eerste lijn. Daarnaast is een recente pu-
fase, waarbij het benoemd is als één van de veelbe-
Paralympische Spelen van 2028 in Nederland als inspire-
loop gaat snel, de accommodaties moeten onderhouden
blicatie over succes- en faalfactoren van de Ketenaanpak
lovende projecten die in het kader van het Nationaal
rend perspectief en mogelijke uitkomst.
worden of de inkomsten en uitgaven moeten beter op
verschenen en te downloaden op de website.
Actieplan Sport en Bewegen ingezet worden. Tevens
Professionals kunnen met deze informatie zelf een Ke-
heeft de aanpak CiB inmiddels de status van theore-
In Nederland kan iedereen op elk niveau aan sport
NOC*NSF ambieert een Nederland waarin zoveel moge-
tenaanpak Actieve leefstijl bouwenof onderdelen uit de
tisch goed onderbouwd gekregen van het Centrum voor
doen. Jong of oud, valide of met een beperking, recreant
lijk inwoners georganiseerd sportief actief zijn of hierbij
ketenaanpak gebruiken of toepassen binnen hun eigen
Gezond Leven.
of topsporter. Samen met de aangesloten sportbonden,
op één of andere manier betrokken zijn. De Olympische
de scholen, het bedrijfsleven, de overheid en tal van
ambitie is dat minimaal 75% van de Nederlanders, uit
project en/of activiteiten.
elkaar worden afgestemd.
Adresgegevens
andere organisaties staat NOC*NSF dan ook pal voor de
alle lagen van de (multiculturele) samenleving, in 2016
Partnership Huisartsenzorg in Beweging
NISB
georganiseerde breedtesport én topsport in Nederland.
regelmatig aan sport doet.
Het kabinet wil dat het aantal mensen dat door een on-
Heelsumseweg 50
Sport is fantastisch, om te doen, om naar te kijken
gezonde leefstijl en te weinig beweging een chronische
6721 GT BENNEKOM
én om je voor in te zetten. Bij je eigen vereniging, op
Cruciaal voor een sterke vereniging is en blijft de kwa-
aandoening ontwikkelt, aanmerkelijk verminderen. Huis-
Postbus 64
school, in de wijk of aan de top. Sport maakt ons trots,
liteit van het sportaanbod. Bestaand en nieuw sport-
artsen en andere zorgverleners hebben een belangrijke
6720 AB BENNEKOM
is gezond en zorgt voor erkenning. En sport is ook een
aanbod moet naadloos aansluiten bij de uiteenlopende
rol in het actief bevorderen van een gezonde leefstijl,
T 0318-490900
bedrijfstak. Samen sporten is leuk en het geeft het ge-
behoeften van de verschillende doelgroepen. Het ul-
bewegen en preventie. Het partnership Huisartsenzorg in
I
voel dat je ergens bij hoort.
tieme doel is sporters een leven lang sport aan te kun-
www.nisb.nl
Beweging – waarin NISB participeert - is van mening dat
86
nen bieden, passend bij de levensfase waarin men zich
de huisarts een centrale rol heeft in het bevorderen van
De maatschappelijke betekenis van sport is groter dan
bevindt. De kwaliteit van het kader (van de barmensen
een gezonde leefstijl en bewegen voor de patiënt. De
ooit. Maar we zijn er nog lang niet. Als de Nederlandse
tot en met de voorzitter en van de scheidsrechters tot
gezamenlijke partners zijn vanuit hun expertise en doel-
samenleving de kracht van sport echt wil benutten en
en met de trainers) moet sterk zijn en blijven! Samen
stellingen van grote waarde voor het ondersteunen van
bovendien bij de top tien van de wereld wil (blijven)
met de sportbonden zet NOC*NSF in op de werving van
de huisarts, zijn praktijk en de zorgketen, inclusief het
horen, dan moet zij fors investeren. Sport, overheid en
vrijwilligers, maar ook op versterking van hun kennis en
sport- en beweegaanbod rondom zijn praktijk. Kortom,
bedrijfsleven voorop. NOC*NSF staat voor de sport en
vaardigheden. Dit betekent dat meer en betere cursus-
het partnership ondersteunt de huisarts op het gebied
daagt iedereen uit om samen te investeren in de kracht
sen en opleidingen worden aangeboden en ontwikkeld.
van sport.
Ook andere lokale partners spelen een belangrijke rol
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
87
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
in de opknapbeurt voor de verenigingen. Niet voor
gesteund bij de ontwikkeling van hun maatschappelijke
van datgene wat de Olympische Gedachte of het Olym-
maar ook met buitenlandse sportorganisaties, oplei-
niets worden gemeenten, scholen, het buurtwerk en het
carrière. Er is per slot van rekening ook een leven nà de
pisme wordt genoemd.
dingsinstituten en andere voor de sport relevante partij-
bedrijfsleven in één adem genoemd met de sportvereni-
topsport.
ging. Samenwerking wordt op alle fronten gestimuleerd.
3
en. Het gaat bij internationale samenwerking doorgaans Internationaal
om kennis en ervaring halen en/of brengen ten behoeve van topsport en/of breedtesport in Nederland.
NOC*NSF concentreert zich de komende jaren op een
De topcoach
Als nationale sportkoepel heeft NOC*NSF ook een inter-
aantal cruciale thema’s voor de ontwikkeling van de
In het NOC*NSF topsportbeleid is veel aandacht voor
nationale rol en verantwoordelijkheid. De sportkoepel
Nederlandse georganiseerde sport. Met betrekking tot
de begeleiding van de topsporters, voor het kader dus.
vertegenwoordigt de Nederlandse sport in het buiten-
Adresgegevens
die thema’s heeft NOC*NSF een proactieve, initiërende
Het persoonlijke ontwikkelingsprogramma “MasterCoach
land en behartigt zowel binnen de EU als daarbuiten
NOC*NSF
rol. Dit wordt vormgegeven in programma’s met concrete
in Sports” voor topcoaches is daarvan een voorbeeld,
haar belangen. Daarnaast streeft NOC*NSF internationale
Postbus 302
projecten, resultaten en deadlines. De volgende pro-
evenals het ontwikkelen van loopbaantrajecten voor
samenwerking na, algemeen en sportspecifiek. En niet
6800 AH Arnhem
gramma’s staan onder andere op de agenda:
bondscoaches en ander sporttechnisch kader. Om ac-
alleen binnen internationale fora, met zustercomités of
026 – 483 4400
• marketing en innovatie van sport
tuele ontwikkelingen en thema’s onder de aandacht te
federaties of in het kader van zogenaamde Memoran-
www.nocnsf.nl
• groei door verenigingen
brengen en het delen van kennis te stimuleren, initieert
dum of Understanding (tussen nationale overheden),
• HR in de sport
NOC*NSF regelmatig Nationale en Olympische Coach
• gehandicaptensport
Platforms. Ook organiseert de sportkoepel expertmee-
• maatschappelijke kwaliteit
tings waar dieper op bepaalde onderwerpen wordt
• ontwikkeling sportbonden
ingegaan (bijvoorbeeld hoogtetraining of mentale begeleiding).
Topsport Het topsportbeleid van NOC*NSF richt zich op een
World Class Performance programma’s
vaste positie bij de tien beste landen van de wereld. In
Sporttechnische programma’s (trainingen en wedstrij-
het kader van deze ambitie van NOC*NSF ‘Nederland
den) moeten zich kunnen meten met het allerhoogste
structureel in de Top 10’ wordt een studie uitgevoerd,
internationale niveau. Ze kregen de naam “World Class
een feiten- en ambitiepresentatie. Deze Studie Top Tien
Performance programma’s”. De topsportbonden zijn
zal de basis vormen voor een nog te ontwikkelen high
verantwoordelijk voor de invulling van de programma’s
performance plan.
waarmee de sporter zich kan meten aan de wereldtop.
Om de top tien-ambitie te verwezenlijken is het beleid
NOC*NSF stimuleert en helpt de bonden een goed top-
van NOC*NSF Topsport gericht op het creëren van opti-
sportbeleid te ontwikkelen.
male omstandigheden voor topsporters en topsportcoaches. NOC*NSF is de professionele organisatie van de
Olympisch succes
Nederlandse topsport, de marketing en de financiering
Samen met de topsportbonden stelt NOC*NSF de
van topsport.
kwalificatie-eisen vast voor Olympische en Paralympische Spelen. Sporters die de normen en limieten halen,
88
De topsporter
krijgen extra ondersteuning om zo daadwerkelijk succes
Doel is om in zoveel mogelijk sporten permanent tot de
te boeken. Daarnaast verzorgt de sportkoepel rondom
beste tien landen van de wereld te behoren, óók in niet-
de Olympische Spelen alle zaken op het gebied van lo-
Olympische sporten! Om dat te bereiken is NOC*NSF
gistiek, transport, administratie en verblijf.
voortdurend bezig goede voorwaarden voor (aanko-
De Spelen zijn het toppunt in de carrière van vele spor-
mende) topsporters te creëren, waardoor zij maximaal
ters en de droom van vele anderen. Miljoenen mensen
kunnen presteren.
zijn op de een of andere manier bij de Olympische Spe-
Eén van de voorwaarden is dat topsporters zich opti-
len betrokken. Als sporter, als begeleider, als organisa-
maal kunnen voorbereiden op topsportprestaties. Aan-
tor, als toeschouwer op de tribunes of via de media. De
vullend op de investeringen van een sportbond biedt
Spelen zijn voor zowel de atleten als de toeschouwers
NOC*NSF ter ondersteuning verschillende financiële en
een fantastisch voorbeeld van wat je met sporten kunt
materiële voorzieningen. Het Ministerie van VWS, de
bereiken en hoe van sport een intercultureel en fees-
NOC*NSF Partners in Sport en Suppliers verlenen hier-
telijk evenement wordt gemaakt. Maar de Olympische
aan hun medewerking. Daarnaast worden topsporters
Spelen zijn slechts het zichtbare topje van de ijsberg,
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
89
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
NOTS
NVFS
Nederlandse Orthopedische en Traumatologische Sportgeneeskundige werkgroep
Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg
Heleen Sonneveld
Jeffrey Jansen
In 1982 werd door een aantal orthopeden met speci-
Samenstelling bestuur
ale interesse voor de sportgeneeskunde een werkgroep
M. P. Heijboer
opgericht die later uitgroeide tot de Nederlandse Or-
Mw. H. Sonneveld
thopedische en Traumatologische Sportgeneeskundige
dr. P.H. Wiersma
werkgroep (NOTS) van de Nederlandse Orthopedische
dr. T.V.S. Klos
De NVFS is één van de tien beroepsinhoudelijke lidver-
Nieuwjaarsdebat. In 2009 zijn belangrijke eerste stap-
voorzitter
enigingen van het Koninklijk Nederlands Genootschap
pen gezet naar het hoogleraarschap musculoskeletale
secretaris
voor Fysiotherapie (KNGF). Zes van deze lidverenigingen,
fysiotherapie. Op stapel staan een gemeenschappelijk
penningmeester
waaronder de NVFS, zijn door het KNGF-bestuur formeel
Beroeps Competentie Profiel, een Wetenschappelijke
erkende specialistenverenigingen. Een werkgroep van
Raad en uiteindelijk een MSG-opleiding met verschil-
fysiotherapeuten die frequent sporters met blessures
lende uitstroomvarianten.
buitenlandse betrekkingen
Vereniging (NOV). Naast een actieve rol door de leden van de NOTS bij
De relatie met andere beroepsgroepen werkzaam in de
zagen, deed onder begeleiding van een sportarts veel
de organisatie van symposia, congressen en onderwijs
sportgezondheidszorg wordt onderhouden door verte-
aan deskundigheidsbevordering. Toen deze werkgroep
Rol van de NVFS binnen de sportgeneeskunde/sportge-
biedt deze werkgroep in driemaandelijkse vergaderin-
genwoordiging op congressen en refereeravonden en
in 1981 uit meer dan 150 leden bestond is besloten
zondheidszorg
gen een platform voor intercollegiaal overleg en tijdens
NOTS-vertegenwoordiging in het bestuur van de Vereni-
de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de
De NVFS kent verscheidene projecten binnen de sport-
de vergaderingen wordt ruim aandacht besteed aan
ging voor Sportgeneeskunde (A. Stibbe).
Sportgezondheidszorg op te richten. Voor deze groep
gezondheidszorg. Vanuit de adviezen van het Lande-
casuïstiek. Voor deelname aan de vergaderingen en het
Op internationaal niveau is de NOTS toegetreden tot de
fysiotherapeuten behartigt de NVFS de belangen en is
lijk Platform Sportgezondheidszorg beschreven in het
lidmaatschap van de NOTS werkgroep zijn alle in sport
EFOST (European Federation of National Associations of
zij servicebureau. Vanuit de cursussen onder hoede van
rapport “Zorg voor Sport en Bewegen”, werkt de NVFS
geïnteresseerde orthopeden en ouderejaars assistenten
Orthopaedic Sports Traumatology).
de Nederlandse Sport Federatie te Papendal is via een
samen met de VSG (sportgeneeskunde) en de NGS
orthopedie welkom.
tweejarige post HBO- opleiding en de verplichte na- en
(sportmassage) in het Project Regionalisatie Ketenkwa-
Dr. M. Maas, skeletradioloog uit het AMC, is tevens lid
bijscholingen van zittende sportfysiotherapeuten de op-
liteit (zie onder). De vereniging zoekt dialoog met en
van de NOTS en zijn aanwezigheid geeft een extra di-
leiding inmiddels geëvolueerd tot een 3 jarige post-HBO
wordt gevonden door allerlei relevante partners in de
mensie o.a. bij de bespreking van casuïstiek.
Masteropleiding Sportfysiotherapie (MOS).
sportzorg, zoals orthopeden, cardiologen, sportartsen en
De NVFS maakt zich hard voor erkenning van de specia-
inspanningsfysiologen, maar ook door instellingen als
lisatie Sportfysiotherapie. Naast een hoge kwaliteit van
NOC*NSF, sportbonden, TNO en Consument & Veiligheid.
het als paramedicus verstrekken van sportmedische en
Laatsgenoemde partner is de laatste jaren zeer actief op
sporttechnische informatie, doelgerichte sportfysiothe-
gebied van sportblessurepreventie.
rapeutische behandeling en begeleiding bij sportgerela-
De kwaliteit van NVFS-sportfysiotherapeuten is onom-
teerde bewegingsvraagstukken en aandoeningen zal de
streden. Al jaren spreken NOC*NSF en de sportbonden
beroepsinhoud van de sportfysiotherapie in de toekomst
hun voorkeur uit voor de actieve leden van onze ver-
ook door de overheid erkend zijn op gebied van pre-
eniging. Voor de SCAS-gecertificeerde Topsport Medi-
ventie, wellness en lifestyle. In 2015 zullen alle geregi-
sche Samenwerkingsverbanden (TMS) zijn de criteria en
streerde NVFS sportfysiotherapeuten Master zijn of het
overgangsregelingen voor de deelnemende disciplines,
Mastertraject in zijn gegaan. Hierdoor hoopt de NVFS de
waaronder de NVFS sportfysiotherapie, reeds opgesteld.
3
kloof met de academisch geschoolde sportzorgaanbie-
90
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
ders te verkleinen en de communicatie en daarmee de
Projecten en activiteiten
samenwerking met hen te intensiveren.
In het project Regionalisatie Ketenkwaliteit werken VSG,
De NVFS heeft samen met de Nederlandse Vereniging
NVFS en NGS samen om de sportzorgketen bestaande
voor Manuele Therapie (NVMT) en de Oro-faciale Fysio-
uit sportarts, sportfysiotherapeut en sportmasseur in
therapeuten (NVOF) in 2008 de zogeheten Musculoske-
drie pilotregio’s weg te zetten. Kennismaking, het ver-
letale Groep (MSG) gevormd. In eerste instantie dient
beteren van de communicatie tussen de disciplines en
deze samenwerking de gemeenschappelijke belangen,
deskundigheidsbevordering vormen hierbij belangrijke
maar ook op inhoudelijk vlak manifesteert de MSG zich
pijlers. Doel is om inzichtelijk maken welke sportzorg
met gezamenlijke projecten als het MSG-congres en het
voor welk sportgerelateerd gezondheidsprobleem
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
91
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
RCT
bestaat en waar de cliënt deze kan vinden. In de pilotre-
tijdens de Marathon van Rotterdam 2007 dit project
gio’s Noord-Holland, Oost-Brabant en Zuid- Limburg zijn
in januari 2009 gestart. Een dynamische website met
in 2009 respectievelijk de deelprojecten “Acute Enkel”,
checklist en links naar steeds de meest recente achter-
“Preventie” en “Chronische Achillodynie” uitgezet.
grondinformatie wordt eind 2009 gerealiseerd.
De benoemde casemanagers, zowel in Noord-Holland
De NVFS participeert in twee preventieprojecten van
Radiologisch Centrum voor Topsportgeneeskunde
als in Oost-Brabant zijn dit de NVFS-vertegenwoordigers,
Consument & Veiligheid, te weten de Pilot Enkel Preven-
Bas Maresch
organiseren eenmaal per kwartaal bijeenkomsten waarbij
tie en het Platform Sportblessurepreventie. Het laatste
alle deelnemende disciplines kennis delen. Verder zor-
project verzamelt alle know-how over sportblessurepre-
gen zij voor contacten tussen de regionale werkgroep en
ventie in één website (www.voorkomblessures.nl) en
Reeds sinds jaren is er een nauwe samenwerking tussen
in de behandeling, hebben Maresch en Timmer met de
aanpalende disciplines zoals huisartsen, SEH, EHBO, in
levert in het gedeelte “Materialenhok” presentatiemate-
sportartsen van o.a. Sport Medisch Centrum Papendal,
maatschap Radiologie werkzaam in ziekenhuis Gelderse
2010 zal een landelijke uitrol volgen.
riaal en de laatste cijfers ten behoeve van de gemeen-
topsportarts Peter Vergouwen en o.a. radiologen Bas
Vallei te Ede enkele jaren geleden besloten het RCT op
De NVFS heeft een aandeel in diverse congrescommis-
schappelijke boodschap over preventie van blessures.
Maresch, Frans Timmer en Taco Geertsma werkzaam in
te richten om naar behoren aan deze zorgvraag te kun-
ziekenhuis Gelderse Vallei te Ede. Naast de conventione-
nen voldoen. Dit heeft plaatsgevonden in nauwe samen-
le radiologie is er steeds meer nadruk komen te liggen
werking met NOC*NSF .
sies. De VSG (sportgeneeskunde) heeft in haar jaarlijkse Sportmedisch Wetenschappelijk Congres een onderdeel
Samenstelling bestuur
voor en door NVFS- sportfysiotherapeuten. De Neder-
Bart Smit
landse Vereniging voor Arthroscopie zoekt samenwer-
Algemene verenigingszaken, Topsport,
king met de NVFS voor haar lustrumcongres in 2010 waarvoor de voorbereiding in volle gang is. Nederlandse Vereniging voor Traumatologie organiseert, in samenwerking met de Verenigde Gipsverbandmeesters Nederland, het College van Clubartsen en Consulenten, de Neder-
Beroepsinhoud, Scholing, Wetenschap, Congresinhoud
landse Vereniging voor Spoedeisende Hulp Artsen, de
Jeffrey Jansen
Vereniging voor Sportgeneeskunde en de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheids-
voorzitter
op meer geavanceerde onderzoeksmodaliteiten zoals echografie, CT en MRI.
Wat doet het RCT?
Positioneren & Profileren, Sociaal-economische zaken
Het Radiologisch Centrum voor Topsportgeneeskunde (RCT)
Het RCT richt zich specifiek op diagnostiek van blessures
Joris Stavenuiter
verricht thans diagnostiek voor alle sportartsen welke be-
van voornamelijk topsporters en doet dit met een hoge
interim penningmeester Financiën, Regiozaken
trokken zijn bij topsportgeneeskunde en voor verscheidene
mate van deskundigheid op het gebied van echografie
Wim Hullegie
organisaties en disciplines betrokken bij topsport.
en MRI van het bewegingsapparaat.
secretaris vice voorzitter
In Nederland heeft het RCT een unieke expertise op het Waarom het RCT?
gebied van echografie van het bewegingsapparaat. Re-
Samenwerkingsverbanden, LPS, Congresorganisatie
In vergelijking tot de reguliere patiëntenzorg vereisen
gelmatig worden lezingen gehouden voor verschillende
blessures van topsporters veelal een speciale aanpak.
disciplines in zowel binnen- als buitenland.
zorg het 4e Post Olympisch Sport Congres 2010.
Adresgegevens
Immers topsporters zijn geen “zieke”mensen, maar
Binnen de maatschap Radiologie verrichten enkele
De NVFS neemt zitting in het project VoorZorg Sport-
Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezond-
veelal sporters in de bloei van hun carrière, die in
sportspecifiek geïnteresseerde radiologen de onderzoe-
evenementen samen met onder andere VWS, Inspectie
heidszorg
topconditie zijn en het maximale vragen van lichaam
ken, op een tijdstip waarbij reguliere patiëntenzorg niet
van Volksgezondheid, NOC*NSF, VSG en Zilveren Kruis
Stadsring 159b
en geest. Bij deze categorie patiënten is vaak een zeer
in het gedrang komt.
Achmea om organisatoren van sportevenementen een
3817 BA Amersfoort
kleine afwijking al bijzonder relevant voor hun prestatie-
Kwaliteit, flexibiliteit, snelheid en servicegerichtheid
checklist aan te bieden met betrekking tot preventie van
T 033-4791130
vermogen. Het opsporen hiervan vereist vakmanschap,
staan hoog in het vaandel.
sportblessures en –ongevallen. In opdracht van het Mi-
E
[email protected]
geduld en tijd.
Resultaten van de uitgevoerde onderzoeken worden het-
nisterie van VWS is naar aanleiding van de sterfgevallen
W www.nvfs.nl
Het is voor de diagnostiek noodzakelijk om zo goed
zij dezelfde dag, dan wel de volgende dag persoonlijk
mogelijk geïnformeerd te zijn over de toedracht en het
met de verwijzend arts besproken, waarbij voorafgaand
tijdstip van het ontstaan van de blessure. Hierdoor is
vaak reeds contact is geweest. Daarnaast krijgt deze een
het mogelijk om dedicated onderzoek te verrichten, de
schriftelijke uitslag en een CD-ROM met het onderzoek
optimale onderzoekstechniek te kiezen en de onder-
binnen twee werkdagen toegestuurd.
tijdens de Nijmegen Vierdaagse in 2006 en calamiteiten
communicatie
3
zoeksbevindingen goed en sportspecifiek te interpreteren. Hiervoor is dus goed overleg nodig met de aanvra-
Tot nu toe….
gende sportartsen/fysiotherapeuten.
De reacties van zowel sporters als aanvragers en
Voorts bestaat er bij topsporters vaak een tijdsdruk
NOC*NSF zijn uitermate positief geweest. Dit heeft ge-
gelet op wedstrijdperioden en krappe trainingschema’s.
leid tot een “on-line” second opinion centrum tijdens
Deze combinatie van factoren is erg lastig te realise-
de Olympische Spelen in Peking 2008 en continuering
ren binnen het normale dagelijkse programma van een
van de samenwerking met NOC*NSF voor de A-, B- en
radiologie-afdeling in een ziekenhuis.
HP-sporters in ieder geval tot de Olympische Spelen in Londen 2012.
92
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Geconfronteerd met een stijgende vraag naar deze spe-
De werkzaamheden zijn uitgebreid, samenwerkingsver-
cifieke vorm van diagnostiek en een toenemend belang
banden zijn aangegaan en worden gecontinueerd met
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
93
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
3
Centrum Gezond Leven
onder andere Global Sports Communication en
Adresgegevens
voetbalclub Vitesse.
Het RCT is bereikbaar via:
Verwacht wordt dat naast de gebruikte high-end echo-
T 06–52282036
grafie en CT- apparatuur binnen afzienbare termijn een
E S.J. Maresch, radioloog:
[email protected]
RIVM Centrum Gezond Leven
3T MRIscan ter beschikking zal zijn voor de meest
F.A. Timmer, radioloog:
[email protected]
Harriët Driegen
optimale diagnostiek. Het RCT streeft ernaar haar werkzaamheden verder gestalte te geven en de samenwerking met sportart-
Het RIVM Centrum Gezond Leven is in 2007 ingesteld
Het digitale loket www.loketgezondleven.nl van het Cen-
sen, NOC*NSF, VSG en overige sportorganisaties uit te
door het ministerie van VWS in antwoord op de bevin-
trum Gezond Leven geeft voor een groot aantal gezond-
breiden.
dingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)
heidsthema’s, waaronder actieve leefstijl, informatie over
in 2005 (Staat van de gezondheidszorg 2005. Openbare
relevant beleid, passende interventies en doorverwijzin-
gezondheidszorg: hoe houden we het volk gezond). Dit
gen naar betrouwbare bronnen en websites.
rapport wees onder andere op de versnippering van ken-
In de Interventie-database (I-database) op het digitale
nis en het onvoldoende gebruiken van wetenschappelijk
loket staan alle actuele leefstijlinterventies in Neder-
bewezen interventies. Het Centrum Gezond Leven maakt
land gebundeld en gemakkelijk toegankelijk gemaakt.
deel uit van de wettelijk door de minister te onderhou-
Interventies zijn vindbaar door te zoeken op diverse cri-
den ondersteuningsstructuur publieke gezondheidszorg.
teria zoals doelgroep, setting of gezondheidsthema. De
Het centrum is onderdeel van het RIVM (Rijksinstituut
interventies zijn uitgebreid beschreven met vermelding
voor Volksgezondheid en Milieu) en werkt samen met
van contactgegevens van de aanbieder. De I-database
diverse lokale en landelijke partners. De formele opening
werkt volgens het principe voor-en-door professionals.
van het Centrum vond plaats met de lancering van de
Dit betekent dat professionals zelf informatie over de
website www.loketgezondleven.nl op 15 december 2008.
activiteiten en projecten die zij uitvoeren gericht op het
Ons motto is: “RCT: maatwerk voor topsporters!”
bevorderen van een goede gezondheid, invoeren en acDoelstelling
tualiseren in de database. Ook (onderdelen van) de pro-
Het Centrum Gezond Leven werkt aan de versterking
jectenbank Sport en Bewegen staan al in de I-database.
van doelmatige, samenhangende en effectieve lokale
De onafhankelijke Erkenningscommissie Interventies
gezondheidsbevordering. Het centrum bevordert het
onderzoekt en beoordeelt voor het RIVM en het Ne-
gebruik van de best passende leefstijlinterventies en
derlands Jeugdinstituut de kwaliteit en effectiviteit van
ondersteunt lokale professionals door beschikbare in-
interventies. Bruikbare en door de commissie erkende
terventies inzichtelijk te presenteren en te beoordelen
leefstijlinterventies zijn gemakkelijk te vinden in de
op kwaliteit, effectiviteit en samenhang. Hierbij houdt
Idatabase. Zo is snel een passende keuze te maken uit
het continu de vinger aan de pols bij de wensen en be-
de mogelijkheden op het terrein van gezond leven zoals
hoeften van professionals werkzaam op het gebied van
gezond bewegen, sportblessurepreventie en preventie
gezondheidsbevordering en preventie.
van overgewicht.
Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
Adresgegevens
Binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
RIVM Centrum Gezond Leven
verzamelt en ontsluit het Centrum Gezond Leven kennis
Postbus 1
over gezond leven, waaronder gezond bewegen, preven-
3720 BA Bilthoven
tie van overgewicht en sportblessurepreventie.
T 030-2748573 E
[email protected]
Projecten en/of activiteiten
W www.loketgezondleven.nl
Activiteiten van het Centrum Gezond Leven op het gebied van sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg zijn de volgende.
94
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
95
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
KiesBeter.nl RIVM
Het onderzoek en de adviestaak van het RIVM hebben
Adresgegevens
betrekking op:
RIVM
• de ontwikkeling van de volksgezondheid en de ge-
Postbus 1
zondheidszorg; • de effecten van voeding en andere consumentenpro-
3
3720 BA Bilthoven W www.kiesbeter.nl
ducten op de gezondheid; • milieu- en natuurvraagstukken; • voorbereidingen, maatregelen en nazorg die nodig Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Zorgpolissen
ontwikkelt en beheert kiesBeter.nl, een website en in-
Op kiesBeter.nl kan men zijn polis opzoeken en nakij-
formatiedienst die mensen de weg wijst in de zorg. De
ken. Men kan inzien of te maken en gemaakte zorgkos-
Het RIVM voert met name onderzoek uit voor de minis-
informatie op de site is afkomstig van vele toeleveran-
ten gedekt worden door zijn zorgverzekeraar. Ook staan
teries van VWS, VROM en LNV, inspecties en internatio-
ciers en de Vereniging voor Sportgeneeskunde is er daar
er oordelen die klanten gaven over de service door hun
nale organisaties zoals de Europese Unie en de Verenig-
één van (zie http://www.kiesbeter.nl/gezondleven/bewe-
zorgverzekeraar.
de Naties.
zijn bij calamiteiten en rampen.
gen/blessures-voorkomen). Het RIVM werkt ook mee aan sportzorg.nl.
Betrouwbaar Het RIVM ontwikkelt kiesBeter.nl in nauwe samen
Mensen kunnen steeds vaker zelf hun keuzes maken
werking met organisaties die zowel de aanbieders
op het gebied van zorg en gezondheid. De informatie
(bijvoorbeeld ziekenhuizen en verzekeraars) als de
op kiesBeter.nl helpt daarbij. Op de website kan men
vragers vertegenwoordigen (patiënten en consumenten).
bijvoorbeeld zorgverleners en zorginstellingen vinden en
Opdrachtgever is het Ministerie van Volksgezondheid,
vergelijken (van apotheken tot ziekenhuizen), nakijken
Welzijn en Sport.
of men moet bijbetalen voor zijn medicijnen of wat zijn rechten zijn als patiënt. En de site bevat een complete
Contact
medische encyclopedie. KiesBeter.nl is een uitstekend
Naast de website is er ook een telefoonlijn:
startpunt voor vragen als:
0900-1237890 (€ 0,15 per minuut, op werkdagen
• wat houdt mijn aandoening in?
van 9.00-18.00 uur). Op de site staan tevens lokale
• bij welke zorginstelling kan ik terecht?
organisaties, waar men kiesBeter.nl voor mensen
• hoe lang moet ik wachten op mijn operatie?
kan raadplegen.
• moet ik bijbetalen voor mijn medicijnen? • wat zijn mijn rechten als patiënt?
RIVM Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Artsen en behandelaars kunnen kiesBeter.nl gebrui-
is het onderzoeksinstituut van de overheid op het ge-
ken bij de voorlichting aan hun patiënten, tijdens het
bied van volksgezondheid en milieu. Het RIVM verricht
spreekuur of na afloop daarvan, door hen via de site
niet alleen zelf onderzoek, maar verzamelt ook wereld-
per email een deeplink te sturen zodat zij thuis de infor-
wijd kennis en past die kennis toe. Het RIVM brengt
matie (verder) kunnen bekijken.
jaarlijks een groot aantal rapporten en adviezen uit. Bij het RIVM, dat gevestigd is in Bilthoven, werken onge-
Keuzehulpen
veer 1550 mensen.
Voor verschillende aandoeningen heeft kiesBeter.nl keuzehulpen. Deze helpen bij het maken van keuzes in de behandeling, zodat de patiënt die kan bespreken met zijn arts. De voor- en nadelen van elke behandelmethode worden op een rij gezet. Er zijn keuzehulpen voor onder meer: ADHD, depressie, hart- en vaatziekten, klaplong, hernia en diabetes.
96
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
97
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
SBOS
SCAS
Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts
Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg
3
Joop de Wijs
In 1996 is de Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts
Samenstelling bestuur
(SBOS) opgericht om, op het gebied van vergoedingen
drs. H.B.A. van de Sande
en arbeidsrechtelijke positie, uniformiteit te brengen in
drs. T. Brandon
alle opleidingsregio’s tijdens de module sportgenees-
dr. H. Inklaar
voorzitter penningmeester
kunde. De SBOS heeft de volgende doelstellingen:
lid
De Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg
Instellingscertificering
(SCAS) is opgericht om onpartijdig de vakbekwaamheid vast
De SCAS certificeert op dit moment de volgende
te stellen van personen en instellingen die zich richten op
instellingen in de sportgezondheidszorg:
sportbegeleiding en behandeling van sportblessures alsmede
• Sportmedische Instellingen ( SMI’s) van de FSMI
om de kwaliteit vast te stellen van de opleidingsinstituten en
( Federatie SMI ‘s);
vaststellen, in stand houden en uitvoeren van een
Adresgegevens
de opleidingen voor de betreffende beroepsgroepen. Door
rechtspositieregeling voor artsen in opleiding tot sport-
Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts
middel van deze vaststelling wil de SCAS komen tot:
certificeringstraject gestart voor de Topsport
arts, op basis van besluiten van het College voor Soci-
Professor Bronkhorstlaan 10, 3723 MB BILTHOVEN
• verhoging kennis en kunde van werkers in de
Medische Samenwerkingsverbanden.
ale Geneeskunde in de hoedanigheid van werkgever;
Postbus 52, 3720 AB BILTHOVEN
aangaan van financieringsovereenkomsten met de oplei-
T 030-2252290
ders en opleidingsinstituten;
F 030-2252498
aangaan van financieringsovereenkomsten ter effectue-
E
[email protected]
ring van de beroepsopleiding tot sportarts en alles wat
• in nauwe samenwerking met NOC*NSF en VWS is een
sportgezondheidszorg; • verhogen van de kwaliteit van de sportmedische instellingen; • verhoging van het opleidingsniveau van opleidingsinstituten;
Opleidingscertificering De SCAS richt zich sinds 2009 eveneens op opleidingscertificering. Een aantal Hogescholen is een samenwerking gestart met de SCAS om post-HBO opleidingen en cursussen op het
daarmee verband houdt.
• actoren als zodanig herkenbaar maken bij derden (werk-
Sportartsen in opleiding die aan de module sportge-
• erkenning van actoren in de sportgezondheidszorg;
Samenstelling bestuur
neeskunde beginnen kunnen met de SBOS een arbeids-
• een positieve bijdrage leveren aan het ketenproces.
Drs. H.B.J. Janssen
gebied van sportgezondheidszorg te gaan certificeren.
gevers, klanten, collega’s );
overeenkomst afsluiten. Ze worden dan gedetacheerd
J. Laros
naar de sportmedische instelling waar ze de module
De SCAS hanteert de Europese richtlijn op het gebied van de
Drs. P.L.Bon
sportgeneeskunde gaan doen.
persoons- en systeem- certificatie. Daarnaast werkt de SCAS
G. Slot
voorzitter
Beroepsgroep Verzorgers Betaald Voetbal (BHBV) Club van Clubartsen en Consulenten (CCC) NOC*NSF
volgens de systematiek van de Raad van Accreditatie. De
J.C. Hermans
In 2008 heeft de staatssecretaris van het Ministerie van
SCAS ziet als haar rol binnen de sportgeneeskunde / sport-
Drs. J. Geurts
VWS de SBOS toegezegd dat de opleiding sportgenees-
gezondheidszorg het bij elkaar brengen van alle belangen-
R.R. van Tol Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS)
kunde per 1 januari 2008 wordt gefinancierd. De SBOS
organisaties op het terrein van de sportgezondheidszorg om
heeft de subsidie formeel aangevraagd en gaat ook op
te komen tot een gewogen oordeel over de kwaliteit van de
De heer R. van Tol heeft per september 2009 afscheid geno-
basis van de statutaire doelstelling deze gelden behe-
uitvoering van de sportzorg.
men van het bestuur van de SCAS. De Heer G. Spees volgt
Nederlandse Onderwatersportbond
de heer van Tol op als vertegenwoordiger van het Nederlands
ren. Per jaar wordt de instroom van 7 nieuwe sportartsen in opleiding gefinancierd.
Vereniging Sportdiëtisten Nederland (VSN)
Projecten/Activiteiten
Genootschap voor Sportmassage.
Persoonscertificering De SCAS certificeert op dit moment de volgende beroeps
Adresgegevens
beoefenaren in de sportgezondheidszorg:
SCAS
• sportdiëtisten;
Postbus 52
• wielrensoigneurs;
3720 AB Bilthoven
• artsen betaald voetbal;
T 030–2252290
• wielrenartsen;
F 030–2252498
• artsen sportduikgeneeskunde.
E
[email protected]
Met een aantal andere beroepsgroepen in de sportgezond-
W www.scascertificering.com
heidszorg is samenwerking gestart om te komen tot certificering van de betreffende beroepsgroepen.
98
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
99
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Stichting Service Médical
momenten al begonnen worden met het verlenen van
Service Médical neemt met haar dienstverlening in de
professionele medische hulp. Hierdoor wordt de zorg-
geneeskunde, het verlenen van spoedeisende (para)
keten aanzienlijk verkort, dat in voorkomende gevallen
medische zorg “binnen de dranghekken” een bijzondere
levensreddende consequenties kan hebben. De wet-
positie in. Daar waar de reguliere partijen zoals ambu-
telijke aanrijtijd van reguliere ambulances, die zeker bij
lancediensten, ziekenhuizen of anderszins, onvoldoende
drukbezochte sportevenementen kan oplopen tot boven
zijn ingericht, noch toegerust op dit specifieke werk-
de 15 minuten, hoeft niet te worden afgewacht.
gebied, heeft Service Médical in de loop der jaren een
3
uitvoerige expertise opgebouwd. Door er bewust voor 1985 is het jaar van oprichting van de Stichting Ser-
het bijzonder die ‘op zich verplaatsende sportterreinen’.
Deze medische hulpverlening op straat, tussen de
te kiezen om de fysieke afstand tussen de medische
vice Médical. De zorginstelling is een initiatief van de
Met ingang van 1 agustus 2006 kreeg Service Médical
dranghekken en in stadions gebeurt door een team van
hulpverleners van Service Médical en de sportende
Maastrichtse arts en huidig algemeen coördinator Jos
van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) het CBF-
125 professionele vrijwilligers. De meesten van hen zijn
medemens zo gering mogelijk te houden, is Service Mé-
Benders. Professionele acute medische hulpverlening bij
keurmerk. Op grond hiervan kan de stichting worden
verbonden aan een ziekenhuis of een ambulancedienst.
dical in staat om (vrijwel) direct na een ongeval of acute
sportevenementen is de doelstelling. In 24 jaar is de or-
gekenmerkt als een Goede Doelenorganisatie. Het keur-
Het gaat om artsen (onder wie chirurgen, anesthesisten,
ziekwording het slachtoffer bij te staan. Dit betekent dat
ganisatie uitgegroeid van een eenmansinitiatief tot een
merk is geldig voor een periode van vijf jaar.
reanimatieartsen en sportartsen), verpleegkundigen,
in de eerste, vaak cruciale momenten de hulpverlening
volwaardige medische organisatie met 6,5 FTE facilitaire
Service Médical is daarnaast door de Nederlandse Zorg-
fysiotherapeuten, ambulanceverpleegkundigen en –
reeds op gang komt.
medewerkers op kantoor, 125 operationele vrijwilligers
autoriteit erkend als officiële Zorginstelling.
chauffeurs. Allen zijn ze in het bezit van de hoogste
en een uitgebreid voertuigenpark.
medische registratie in hun expertisegebied. Service
Bij dit vroege contactmoment en de bijbehorende vroeg-
Waar de Stichting Service Médical als doel heeft om
Médical heeft de beschikking over meerdere hulpver-
diagnose van de patiënt/sporter, maakt Service Médical
Op 14 oktober 2003 verleende de staatssecretaris van
tijdens een sportevenement acute (para)medische zorg
leningsvoertuigen, waaronder vier volledig uitgeruste
de afweging om over te gaan tot een zelfstandige behan-
Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan Service Médical
‘binnen de dranghekken’ te verzorgen, minimaliseert
ambulances met een vergunning binnen de Wet Ambu-
deling van de klachten of om de patiënt/sporter over te
de erkenning van ‘bijzondere landelijke sportorganisa-
zij door haar directe aanwezigheid de tijd die verloopt
lance Vervoer (WAV). Verder beschikt de stichting over
dragen aan het veld van de reguliere geneeskunde. Bij
tie’. In een kabinetsnota uit die dagen geeft de staatsse-
om een hulpbehoevende medemens te bereiken tot
3 mobilances (‘first responders’), een ambulancemotor,
het merendeel van de behandelingen volstaat het dat
cretaris aan dat zij veel belang hecht aan hoogwaardige
hooguit enkele minuten. Door in de directe nabijheid
een mobiele polikliniek en desgewenst een helikopter.
Service Médical optreedt als eindstation waarbij geen ver-
geneeskundige begeleiding van sportevenementen, in
van de sporter te zijn, kan in de eerste vaak bepalende
Service Médical is verbonden met C-2000, het landelijke
dere verwijzing naar andere segmenten uit de medische
digitale communicatienetwerk van politie, brandweer
hulpverlening noodzakelijk is. Waar dit wel het geval is,
en ambulancediensten. Haar meldingen verlopen via de
neemt Service Médical contact op met deze instantie(s)
landelijke meldkamer LMAZ.
en begeleidt zij de patiënt/sporter naar de gewenste medische vervolgvoorziening. Door middel van een gevali-
Omdat er een toenemende behoefte bestaat aan
deerd behandelregistratieformulier, in combinatie met een
deskundige instructies en voorlichtingsmateriaal over
mondelinge toelichting, ziet Service Médical erop toe dat
acute zorgverlening op de sportplek is besloten om de
de ingezette behandeling bij haar collega-hulpverleners
uitgebreide praktische ervaring van Service Médical te
kan worden voortgezet.
bundelen in een nieuwe formele structuur. De in 2008 opgerichte Service Médical Academy fungeert hierbij als
Projecten en/of activiteiten
Centre of Excellence (zie 3.4).
In 2009 was Service Médical actief bij sportevenementen als de ENECO tour, de Vuelta in Nederland, de marathon
Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
van Eindhoven, het EK touwtrekken, de Senior Games,
Service Médical verzorgt sinds 25 jaar professioneel
het Nederlands Kampioenschap Wielrennen, de Rabo
maatwerk in de medische begeleiding van inmiddels
Cauberg clinic, de Alpe d’Huzes wervingstocht voor het
meer dan 200 evenementsdagen per jaar. Het team is
KWF en de sportdagen van de Johan Cruyff foundation.
op deze kerntaak altijd makkelijk aanspreekbaar; als medische hulp bij sport aangewezen is, geeft het team deze hulp op een zo snel mogelijke en efficiënte wijze. Het belang van de sporter staat daarbij voorop; naleving van medische codes, respect voor wedstrijdreglementen en voor de rol van andere gezondheidswerkers in het reguliere veld vormen een grondhouding.
100
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
101
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Stichting Service Médical samengevat:
Samenstelling bestuur
Service Médical is een samenwerkingsverband van
Dr. ir. Jan Meijers
(sport)artsen, fysiotherapeuten, verpleegkundigen, sport-
Winau Berkhof
masseurs en overige medische en paramedische werkers
Mr. Herman Menger
en kent de volgende karakteristieken:
Drs. Alexander Schuit
bestuurslid
• 125 Vrijwilligers, (para-)medisch specialisten;
Drs. Guy Peeters
bestuurslid
voorzitter (a.i.)
3
Service Médical Academy
secretaris/penningmeester plv. secretaris/penningmeester
Stichting Service Médical Academy
• 1 rijdende polikliniek; • 4 eigen ambulances (Wet Ambulance Vervoer);
Adresgegevens
• 3 dokterswagens (mobilances);
Stichting Service Médical
sportevenement. Ze krijgen antwoord op vragen als: hoe die-
• 1 ambulancemotor;
Laan van Brunswijk 31
nen de medische voorzieningen er uit te zien? Hoe luiden wet-
• kan beschikken over een helikopter met piloot;
6212 HC Maastricht
en regelgeving? Tot op dit moment is een achttal sporttakken
• voldoet aan alle wettelijke eisen die door de Inspec-
T 043-2310220
beschreven: Atletiek, Handbal, Tafeltennis, Triathlon, Turnen,
tie voor de Gezondheidszorg aan zorginstellingen
E
[email protected]
Volleybal, Wielersport en Zwemmen. Door een goede organisa-
worden gesteld;
W www.servicemedical.nl; www.servicemedical.eu ;
tie van medische voorzieningen neemt de veiligheid van een
www.servicemedical.tv
evenement toe, dat betekent benefit voor de sporter.
• is ISO gecertificeerd; • is via het C-2000 netwerk aangesloten bij de lande-
De Service Médical Academy draagt haar kennis uit via ac-
lijke meldkamer;
tieve deelname aan symposia en congressen, participatie in
• is een Goede Doelen organisatie (Keurmerk Centraal
medische commissies en het publiceren van wetenschappelijk
Bureau Fondsenwerving, CBF-keur);
onderzoek. De Stichting Service Médical Academy is het kennisinsti-
Voorbeelden van onderzoeken uit het recente verleden zijn:
gericht op de acute sportgeneeskunde binnen de
tuut rond het thema acute medische hulpverlening op het
• Analysis of injuries and illnesses among ProTour cy-
dranghekken en op het sportveld.
sportveld. De volgende drie pijlers vormen de kern van de
clists and Continental cyclists – een onderzoek naar
• hanteert eigen nascholingsprogramma’s, specifiek
stichting: kennis, praktijk en voorlichting. De Academy staat
wielerblessures bij elitewielrenners en beloften in
De samenwerkende partners en instellingen van de
in nauw contact met haar zusterorganisatie, de operationeel
Nederland;
Stichting Service Médical zijn:
georiënteerde Stichting Service Médical (zie 3.4).
• ABP
Op 26 augustus 2008 werd een samenwerkingsovereenkomst
• C&H Maastricht
ondertekend tussen de Stichting Service Médical Academy en
• Chemelot
het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC), op basis
• Cruyff Foundation
waarvan beide partijen samenwerken op het terrein van we-
inventarisatie naar de wet- en regelgeving omtrent
• Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad
tenschappelijk onderzoek. Met deze samenwerking krijgt het
ambulancevoertuigen;
• DSM
primaire aandachtsgebied van de operationele Stichting Ser-
• EMC
vice Médical ( traumahulp, acute harthulp en ander noodza-
– een inventarisatie naar medische richtlijnen van
• Eneco
kelijk medisch ingrijpen ter plaatse van een sportevenement)
overkoepelende sportbonden met betrekking tot
• Gibo Groep
een meer wetenschappelijke impuls.
sportevenementen.
• Hartmann
De Service Médical Academy bundelt de kennis met de
• Heuts Automaterialen
praktijk en destilleert hieruit voorlichting ten behoeve van de
Een voorbeeld van het delen van kennis met een internatio-
• Hogeschool Zuid
sportende medemens en van sportorganisaties. Inmiddels is
nale sportkoepel is de bijdrage van de Stichting Service Mé-
• Maastrichts Universitair Medisch Centrum
de Stichting Service Médical Academy uitgegroeid tot een vol-
dical Academy aan de ‘Road Races organiser’s Guide’ van de
• Mercuri Urval
waardig kennisinstituut met twee gezondheidswetenschappers
Wereld Wielerbond UCI. Het hoofdstuk ‘Medical Services’ uit
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en een fulltime bezetting.
dit handboek is een synthese van de kennis van de medische
de incidentie van plotse hartstilstanden en medische voorzieningen in het Nederlandse amateurvoetbal; • De ambulance in functie bij sporten op straat – een
• Sportevenementen en hun medische voorzieningen
staf van de UCI en de Academy, welke laatste zich baseerde
• Nederlander Vereniging voor Fysiotherapeuten in de Onder meer sportverenigingen en wedstrijdorganisatoren kun-
op de jarenlange ervaring van Stichting Service Médical. Het
• Nederlands Genootschap voor Sportmassage
nen hulp tegemoet zien bij het uitvoeren van medische actie-
hoofdstuk omvat de ideale medische richtlijnen bij wielerwed-
• Philips
plannen. Voor de provincie Limburg ontwikkelde de Academy
strijdenmet betrekking tot voertuigen, personeel, materialen
• Provincie Limburg
een handboek voor de organisatoren van sportevenementen.
en overige infrastructuur.
• Vereniging voor Sportgeneeskunde
In een tweedelige leidraad kunnen organisatoren informatie
• Vodafone
vinden over de te bewandelen route bij het opzetten van een
Sportgezondheidszorg
102
• Plotse hartdood bij voetballers – een onderzoek naar
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
103
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Projecten en/of activiteiten in 2009
Service Médical Academy samengevat:
Op het gebied van sportmedische voorlichting verzorgt de
• De Stichting Service Médical Academy is een ken-
Academy de wekelijkse rubriek ‘Sportmedisch’ in dagblad De
nisinstituut voor de acute medische hulpverlening op
Telegraaf. Medio 2009 is tevens een samenwerking aangegaan
het sportveld, op straat en in de stadions;
met Media Groep Limburg, voor de serie ‘Sport en Blessure’ in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad. Dit jaar verscheen een eerste vaste column in vakblad Ambulance Zorg. In 2009 is gestart met het geven van praktijklessen over acute
SOS Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde
• De Academy staat in verbinding met de vrijwilligersorganisatie Service Médical en speelt in op de aldaar verworven praktische ervaringen; • De Academy werkt wetenschappelijk nauw samen
geneeskunde op de sportplek, en wel op locatie. Het betreft
met het Maastrichts Universitair Medisch Centrum;
De SOS is een samenwerkingsverband van de Vereni-
Derde trap: Specialiseringsmodules
informatie- en thema-avonden over blessurepreventie en de
• Alle verworven kennis wordt ten dienste gesteld van
ging voor Sportgeneeskunde (VSG) en het Nederlands
Deze workshopmodules zijn bedoeld voor die artsen die
Instituut Opleiding Sportartsen (NIOS). De twee laatstge-
de desbetreffende modules uit de tweede trap hebben
noemde organisaties hebben beide tot doel om de ken-
doorlopen. De SOS richt zich in haar cursusaanbod met
nis over en de ontwikkelingen in de sportgeneeskunde
name op artsen die geïnteresseerd zijn in de sport-
toegankelijk te maken voor diverse medici. Hiervoor
geneeskunde. De SOS is de laatste jaren regelmatig
medische organisatie bij sportevenementen. Hierbij wordt samengewerkt met het Huis voor de Sport Limburg en de Vereniging voor Sportgeneeskunde. In opdracht van depProvincie Limburg wordt de laatste hand
3
de imponerende sportbeweging in Nederland; • Een voorbeeld van voorlichting is de wekelijkse sportmedische rubriek in het dagblad De Telegraaf; • Als kinderen vallen is de snelheid van hulpverlening
gelegd aan een rapport over ‘welke’ partijen allemaal verant-
van het grootste belang en derhalve. ontwikkelde de
hebben zij de Stichting Opleidingen in de Sportgenees-
gevraagd bijscholingen/cursussen te organiseren op het
woordelijk zijn voor ‘welke onderdelen’ van (grootschalige)
Academy een lespakket voor scholieren.
kunde (SOS) opgericht.
gebied van de sportgezondheidszorg voor niet-medici. Gezien de ontwikkelingen en de trends in de maatschap-
sportevenementen als het gaat om medische hulpverlening. Hiervoor zijn de landelijke en regionale GHOR-diensten, alsme-
De samenwerkende partners en instellingen van de Stichting
De SOS richt zich onder andere op het ontwikkelen en
pij heeft het SOS-bestuur de noodzaak gevoeld haar be-
de organisatoren en gemeentes benaderd. Het rapport zal ten
Service Médical Academy zijn:
geven van cursussen en workshops. Doel is de kwaliteit
leid in het licht van deze ontwikkelingen te bestuderen.
dienste staan van die partijen die direct en indirect betrokken
• Gibo Groep;
van de sportgeneeskunde te verhogen, waardoor spor-
Naar aanleiding van deze vragen heeft het SOS bestuur
zijn bij de opzet van sportevenementen.
• Heuts Automaterialen;
ters en patiënten een optimale advisering en zorg gebo-
in 2008 een toekomstverkenning middels de scenario-
De Service Médical Academy fungeert in brede zin als vraag-
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
den kan worden. Door haar contacten in de wereld van
methode uitgevoerd. In 2008 is daartoe via de scenario-
baak voor verenigingen wanneer deze hulp nodig hebben bij
• Maastrichts Universitair Medisch Centrum;
de sportgeneeskunde is de SOS ook in staat congressen
methode een toekomstverkenning gedaan met relevante
hun medische infrastructuur, maar is er ook voor sportbonden
• Provincie Limburg.
en/of seminars in dit vakgebied te organiseren. Beroeps-
partijen zoals: VSG, NIOS, FSMI en zorgverzekeraars.
en specialistenverenigingen, geneeskundige instellingen,
als het gaat om veiligheidsplannen, richtlijnen, onderzoeksvragen of algemene adviezen.
Samenstelling bestuur
Aan de hand van de gevalideerde behandelregistratieformu-
Drs. Jos Benders
voorzitter
lieren van zusterorganisatie Stichting Service Médical werden
Winau Berkhof
penningmeester, secretaris
opleidingsinstituten en de medische industrie kunnen
Belangrijke aandachtspunten voor het beleid in de
hiervan gebruik maken. De kwaliteitsbewaking is in
komende jaren (2009-2012) zijn:
handen van de Werkgroep Deskundigheidsbevordering
• SOS ontwikkeling afstemmen op de ontwikkelingen
van de VSG. Uiteraard wordt in voorkomende gevallen
de blessures van de wielerwedstrijden Olympia’s Ronde en de
binnen de VSG en het NIOS;
Eneco Tour over de afgelopen vijf jaar vergeleken. De studie
Adresgegevens
ook samengewerkt met de kwaliteitscommissies van de
• Doelgroepen uitbreiden met niet-medic;.
toonde aan dat de jongere wielrenners een aanzienlijk grotere
Stichting Service Médical Academy
diverse medische beroepsgroepen.
• Inhoud van de cursussen afstemmen op de klant/
kans maken op het oplopen van een blessure dan oudere meer
Laan van Brunswijk 31
ervaren coureurs. Ook werden aanwijzingen gevonden voor de
6212 HC Maastricht
invloed van het weer op het blessurerisico bij wielrennen.
T 043-2310220
Voor groep 7 en 8 van de basisscholen in Limburg is in sa-
E
[email protected]
menwerking met het Huis voor de Sport Limburg lesmateriaal
W www.servicemedicalacademy.nl
consument/sporter van de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg;
In het cursusaanbod zijn drie trappen te onderscheiden:
• Aandacht voor speerpunten van het Ministerie van VWS: Overgewicht, Diabetes, Depressie (internetzelfstudie) en vanuit deze speerpunten kunnen gerela-
geproduceerd over Eerste Hulp bij fietsongevallen. De Service
Eerste trap: Basismodule Sportgeneeskunde
Médical Academy draagt in dit project zorg voor een educatie-
Deze module is bedoeld voor iedere arts met interesse
ve film op dvd. In 2009 is deze dvd tevens overgedragen aan
in de sportgeneeskunde.
teerde doelgroepen gedefinieerd worden; • Project internationale kenniskaart: cursussen aansluiten op internationale kennisbank; • Rekening houden met de organisatie van de gezond-
de provincies Drenthe en Zeeland. Tweede trap: Verdiepingsmodules
heidszorg in de toekomst:
De insteek is verdieping van de onderwerpen uit de
−− taakherschikking medici/paramedici
basismodule sportgeneeskunde, onder het motto ‘ver-
−− verzekerde zorg of cliënt betaalt zelf
dieping en kwaliteit van het vakgebied’. Deze verdie-
−− economische situatie
pingsmodules zijn alleen te volgen door artsen die de
−− sturende overheid of de markt bepaalt
basismodule sportgeneeskunde hebben gevolgd.
−− ontwikkeling privé klinieken in relatie tot publieke sector
104
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
105
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
• Lobby / samenwerken /allianties creëren met VWS en zorgverzekeraars
De cursusduur is zes uur waarnaast voldoende tijd is
Leerdoelen
puren in sport/fitnesscentra en de cursus STOB voor
ingeruimd voor pauze.
−− Beter in staat zijn om patiënten met ‘Sport- en
zwembegeleiders van doelgroepuren in de zwembaden
−− workshops Fitrace voor ambtenaren en zorgverzekeraars, mogelijk in de vorm van teambuilding; • Geaccrediteerde E-learning opzetten;
Beweeg’ vragen te helpen in de eerste lijn. Het
ontwikkeld. Het doel van de cursus is om de sportbege-
Leerdoelen
opzetten en implementeren van een sport- en
leider op een kwalitatief verantwoorde manier starters-
−− Weten wat de invloed van bewegen op de gezond-
beweegspreekuur in de praktijk/HOED behoort
uren te leren geven voor inactieve mensen (met of zon-
daarbij tot de mogelijkheden.
der overgewicht) en actieve mensen met overgewicht.
• PR afstemmen op nieuwe doelgroepen; • Streven naar uniformiteit in het cursusaanbod:
heid is. −− Indiceren of het veilig is voor de patiënt om te gaan
−− uniform werken en scholen −− uniform werkende docenten • Aanpassing van de structuur aan het voorgenomen
sporten of wanneer door te −−
beleid.
patiënt kan verwachten nadat −−
Samenwerking De SOS werkt, behalve met het NIOS en de VSG, ook samen met: • De Werkgroep Cardiologie en Sport van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie • De Werkgroep Orthopedie en Sport van de Nederlandse Orthopedische Vereniging • De Stichting Sportgeneeskundige Opleidingen
verwijzen naar een specialist voor nader onderzoek.
−− Een reëel beeld te schetsen van de effecten die de gestart wordt met bewegen.
−− Weten dat gedragsverandering tijd vergt en een goede begeleiding. −− Hoe hij/ zij een patiënt kan begeleiden en coachen in de weg naar een actieve
Deze starters-uren zijn het gedachtegoed van STOB.
de patiënt adequaat te stimuleren en ondersteunen
Daarnaast is er een cursus voor de coördinatoren van
bij het veranderen tot een actieve leefstijl en de
de sport- en beweegcentra ontwikkeld met als doel het
patiënt te informeren over de gezondheidswinst door
waarborgen van een welkome en toegankelijke sfeer,
bewegen.
verantwoordelijkheid verantwoord beweegplan, goede
−− De huisarts beheerst het lichamelijk onderzoek
en regelmatige begeleiding, deelname zorgketen en
van het bewegingsapparaat en kan de juiste
sociale keten. Er zijn ontwikkelingen richting het in de
sportgerelateerde diagnose stellen.
zorgverzekering opnemen van een dergelijke begeleiding
−− De huisarts kent de sportzorgketen in zijn regio
binnen STOB centra.
en kan adequaat verwijzen naar de sportarts. De
Voor meer informatie over STOB zie http://www.stich-
−− leefstijl en hoe deze positief te beïnvloeden.
huisarts kan een overleg/ samenwerkingsverband
tingstob.nl.
−− Welke rol hij/ zij kan spelen binnen de eigen praktijk
opzetten met (sport)fysiotherapeuten, sportscholen,
en/ of in een zorgketen en wat de andere ketenpart-
diëtisten e.a. ten einde een op de individuele
Huisarts & Sport Modules
ners zijn in de weg naar een actieve leefstijl.
patiënt gericht beweegadvies te krijgen, rekening
Eind 2007 is gestart met de ontwikkeling van drie
houdend met eventuele chronische ziekten.
nieuwe Huisarts & Sport modules, te weten, de modules
Máxima Medisch Centrum, Veldhoven • NOC*NSF, sportbonden, NVFS, Nederlandse
−− De huisarts weet middels motivational interviewing
De cursus is op 26 september 2009 gepresenteerd op
Lage rugklachten, Chronische Schouderklachten en Nek-
Vereniging voor OrthoManuele Geneeskunde
het NVDA congres en is goed ontvangen. De regionale
De eerste cursusdag staat gepland op 20 mei 2010,
en hoge rugklachten. In het najaar van 2008 hebben
(NVOMG), Nederlandse Vereniging voor
kantoren van de NVDA zullen de cursus opnemen in hun
vervolgens zal ieder kwartaal gedurende een jaar een
er zes pilots plaats gevonden, per module twee pilots.
Doktersassistenten (NVDA), Stichting Tegen
cursusprogramma van 2010.
nieuwe themadag georganiseerd worden.
Naar aanleiding van de pilots zijn nog enkele aanpassin-
De vier cursusdagen worden afgesloten door een af-
gen gedaan. Met ingang van het voorjaar van 2009 zijn
Overgewicht en Bewegingsarmoede (STOB) • De Nederlandse Universiteiten
Cursus Verdieping Sport en Bewegen
rondend dagdeel waarop de cursisten hun ontwikkelde
de modules gedrukt en gereed gekomen om te doceren.
• De Vlaamse Vereniging voor Sportartsen
De cursus ‘Verdieping Sport & Bewegen’ is ontwikkeld
verbeterplan voor de eigen praktijk presenteren die tot
Inmiddels zijn de modules al meerdere malen gegeven
• GlaxoSmithKline/Postgrade
vanuit het gedachtegoed van het partnership ‘Huisart-
stand is gekomen met kennis van de voorafgaande the-
(zie ook paragraaf 4.4 onderwijs/ bij- en nascholing).
• Pfizer
senzorg in Beweging’ en is bedoeld om de huisarts te
madagen.
ondersteunen bij het actief bevorderen van een gezonde
De folder van de cursus is te bekijken op
Inhoud module Lage rugklachten
leefstijl.
http://www.sportgeneeskunde.com/sos_cursussen
−− Aspecifieke lage rugklachten op basis van een
Het afgelopen jaar is een aantal ontwikkelingen ingezet:
3
De cursus ‘Verdieping Sport & Bewegen’ is een vervolg
functionele instabiliteit bij gemaakte trainingsfouten
Cursus Actieve Leefstijl voor Doktersassistenten (DA) en
op de Basiscursus Sportgeneeskunde die door de Stich-
Cursussen in samenwerking met STOB
Praktijkondersteuners (POH)
ting Opleiding Sportgeneeskunde (SOS) wordt georgani-
De Stichting Tegen Overgewicht en Bewegingsarmoede
Bewegen, leefstijl en preventie zijn maatschappelijk ac-
seerd. De cursus wordt als één pakket van 4,5 dag aan-
is in 2009 opgericht en strijdt tegen overgewicht en
tuele en relevante thema’s. Bij de nieuwe zorgstandaar-
geboden. De dagen geven verbreding en verdieping van
bewegingsarmoede. Om de STRIJD te winnen wil STOB
den hebben huisartsen, DA, POH en andere zorgverle-
de basiscursus (sportblessures en lichamelijk onderzoek)
gedragsverandering bewerkstelligen. Hiervoor roept zij
Inhoud module Chronische schouderklachten
ners een belangrijke rol in het actief bevorderen van
en gaan daarnaast in op het belang van een actieve
alle belanghebbenden zoals organisaties, verenigingen,
−− Deze module begint met een kort resumé van
een gezonde leefstijl, bewegen en preventie. De cursus
leestijl, niet alleen voor de gezonde populatie, maar ook
bedrijven, overheden, individuen, politiek op om samen
relevant theorie en lichamelijk onderzoek.
‘Actieve Leefstijl’ is ontwikkeld in het kader van het part-
voor mensen met een chronische ziekte.
te werken! STOB richt zich op de begeleiding van de
nership ‘Huisartsenzorg in beweging’, waarin een samen-
doelgroep in sport- en beweegcentra (waaronder fitness
werking tussen de partners NVDA en VSG heeft plaats-
en zwembaden).
gevonden. De cursus is ontwikkeld om de DA of POH
Stichting STOB heeft de VSG gevraagd deskundigheids-
daarin te ondersteunen in het actief bevorderen van een
bevordering te ontwikkelen voor de sportbegeleiders in
gezonde leefstijl, bewegen en preventie.
de aangesloten sport- en beweegcentra. Het afgelopen
en ‘te lang zitten’. −− Specifieke lage rugklachten bij gemaakte trainingsfouten op basis van spondylolysthesis.
−− Bovenarmklachten op basis van de diagnose ‘Supraspinatustendinopathie’ bij een subacromiale impingement en een gestoord bewegingspatroon. −− Pijnklachten rechter schouder op basis van de diagnose ‘Capsulitis adhaesiva’.
jaar is de cursus STOB voor begeleiders van doelgroe-
106
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
107
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Inhoud module Nek en hoge rugklachten
Samenstelling bestuur
−− Schouderklachten bij werper (aangedane
Afgelopen jaar is mevr. Drs. J.P.M. de Wijs afgetreden na
anatomische structuur: supraspinatus) op basis van
3
Sport & Geneeskunde
10 jaar als voorzitter te hebben gefunctioneerd.
cervico-thoracale-dysfunctie. −− Nekklachten t.g.v. een posttraumatisch lokaal cervicaal syndroom met een functionele instabiliteit.
Drs. L.P. Heere
voorzitter
Drs. F. van Bemmel
secretaris
Drs. E.R.H.A. Hendriks De modules worden aan de hand van uitgewerkte
Drs. C.A.C.M. Wijne
casuïstiek (2) als volgt opgebouwd:
Drs. A.P.J. Kokshoorn
−− Ingangstoets aan de hand van vragen die na afloop
Drs. A.J.M. Brons
Hans Tol
penningmeester lid namens het NIOS lid namens de VSG cursuscoördinator
Sport & Geneeskunde, the Flemish/Dutch Journal of
(orthopedisch chirurg, hoogleraar klinische sportgenees-
Sports Medicine and Sports Science is sinds 2007 het
kunde), mevr. Drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop (cardio-
nieuwe tijdschrift van de Vlaamse Vereniging voor Sport-
loog), Prof.Dr. A.P. Hollander (hoogleraar inspanningsfy-
−− Anamnese: wat vraagt u?
Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde
geneeskunde (VVS) en de Nederlandse Vereniging voor
siologie) en dr. J.L. Tol (hoofdredacteur, sportarts) deel
−− Welk lichamelijk onderzoek doet u?
Postbus 52
Sportgeneeskunde (VSG). Eerdere publicaties van de
aan de redactie. België is vertegenwoordigd door Prof.
−− Wat is uw voorlopige (differentiaal) diagnose en
3720 AB BILTHOVEN
beide verenigingen zijn opgegaan in deze publicatie. Het
Dr. E. Witvrouw (hoofdredacteur), dr. L. Dossche, Prof.Dr.
Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping
tijdschrift heeft de missie om het toonaangevende we-
J. Gielen, Prof.Dr. R. Meeusen, ap.Dr. P. Nijs en Prof.Dr. K.
Gebouw 60
tenschappelijke tijdschrift in Nederland en België te zijn
Peers. In 2009 heeft Prof.Dr. E. Witvrouw het hoodredac-
besproken worden.
verdere beleid? −− Zelf oefenen van het lichamelijk onderzoek in 3-tallen.
3723 MB BILTHOVEN
op het gebied van sportgeneeskunde en sportweten-
teurschap overgedragen aan Prof.Dr. J. Gielen (ad inte-
Er wordt uitgegaan van een groepsgrootte van 12-24.
Telefoon: 030-2252290
schappen. In de reguliere vorm verschijnt het vijf maal
rim). Vanaf september 2009 is dr. D. Vissers de nieuwe
Het onderwijs wordt verzorgd door een huisarts en een
Fax: 030-2252498
per jaar en richt zich op iedereen met een wetenschap-
Vlaamse hoofdredacteur.
toegevoegde sportarts.
E-mail:
[email protected]
pelijke interesse voor sport en gezondheid.
Bij deze drie modules is ook aanvullend materiaal ont-
Website: www.sportgeneeskunde.com
Gesteund door de besturen van de VSG en VVS is de
wikkeld naast het werkschrift mét en zonder antwoor-
Het bestuur van de stichting Sport & Geneeskunde
Aanmoedigingsprijs voor Sport en Geneeskunde geïn-
den. Er is een geplastificeerde samenvattingskaart en
bestaat uit drs. P.A. van Beek, R.C. Hartman en drs. L.P.
troduceerd. Met deze prijs wordt aanstormend talent
een a4-kaart van stevig materiaal waarop het lichamelijk
Heere. De Stichting heeft tot doel de publicatie van de
gestimuleerd tot publiceren in het tijdschrift Sport &
onderzoek wordt samengevat (soms met illustraties) en
wetenschappelijke ontwikkeling van de sportgenees-
Geneeskunde. De Aanmoedigingsprijs 2008 is in het eer-
er worden aanvullende oefeningen geadviseerd.
kunde in de ruimste zins des woords, de bevordering
ste nummer van 2009 gepubliceerd. Als winnaar kwam
van de kwaliteit van de beoefening van de sportge-
sportarts in opleiding Maarten Moen uit de bus. Samen
Overzicht voorgenomen trajecten
neeskunde alsmede het verzorgen van publicaties op
met collegae publiceerde hij een artikel over de waarde
Cursus jeugd en sportgezondheidszorg voor jeugdartsen
sportmedisch en paramedisch gebied en het publiceren
van klinische schoudertesten.
afgestemd op schoolzorg en jeugdgezondheidszorg.
van de officiële mededelingen van de Vereniging voor
Cursus jeugd en sportgezondheidszorg voor jeugdver-
Sportgeneeskunde.
pleegkundigen afgestemd op schoolzorg en jeugdge-
Adresgegevens Sport & Geneeskunde
zondheidszorg.
De Nederlandse redactie bestaat uit één hoofdredacteur
Arko Sports Media
Cursus jeugd en sportgezondheidszorg voor doktersassi-
en vier redactieleden. De redactieleden vertegenwoor-
Postbus 393
stenten werkzaam in de jeugdgezondheidszorg.
digen een van de doelgroepen: Sportgeneeskunde,
3430 AJ Nieuwegein
Verdiepingsmodules voor niet-artsen.
Orthopedie, (Sport)fysiotherapie, Bewegingswetenschap-
E
[email protected]
pen en Cardiologie. Vanuit Nederland nemen Dr. R.E.H. van Cingel ((sport)fysiotherapeut), Prof.Dr. R.L. Diercks
108
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
109
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
TNO
door de LOSO partners) en gedeeltelijk heeft het mi-
Chorus (Ouderen en Chronische zieken) en dr. ir. Marieke
nisterie de kennisinvesteringsmiddelen vanuit het OCW
Verheijden (Jeugd).
3
budget van TNO gematcht met VWS middelen voor uit-
Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
voering van de nota. Uitgangspunt zijn daarbij de door
Marijke Hopman-Rock
Bewegen en Gezondheid 2007-2010:
VWS goedgekeurde hoofdlijnen van het TNO programma
Voorbeelden van projecten in de onderzoekslijnen
• monitoring, met nadruk op de diverse doelgroepen Monitoring
sportblessures en preventie van (val)ongevallen;
Het belangrijkste project in de monitorlijn is het twee-
TNO is een organisatie die meer dan 75 jaar geleden
TNO en sport- en bewegingsonderzoek
door de overheid in het leven geroepen is om de resul-
Het sportonderzoek bij TNO wordt gecoördineerd vanuit
taten van wetenschappelijk onderzoek meer toepasbaar
de afdeling Gezondheidsbevordering (voorheen Bewe-
determinantenanalyse), evaluatie en implementatie
verzorgt dit vanuit de eigen kennisinvesteringsmidde-
te maken voor bedrijven en overheid. Om deze orga-
gen en Gezondheid) in Leiden door dr. Janine Stubbe.
van (kosten)effectieve interventies: intensivering
len en in samenwerking met diverse relevante partijen
nisatie mogelijk te maken is er een speciale TNO- wet
Hoofd van de afdeling is dr. Nico van Meeteren. Naast
huidige lijnen met sterke nadruk op maatwerk voor
(RIVM, SCP, Consument en veiligheid, NISB, universiteit).
gemaakt die daarvoor allerlei zaken regelt. Zo krijgt TNO
sportonderzoek wordt ook veel gedaan aan beweeg- en
relevante doelgroepen en settings en op kosten-
Naast de rapportage van de jaarlijkse beweegcijfers
sinds jaar en dag voor haar kennisinvestering overheids-
voedingsgedragsonderzoek.
baten;
vanuit de OBiN (Ongevallen en Bewegen in Nederland)
financiering vanuit het ministerie van Onderwijs. Echter
Sportfysiologisch onderzoek wordt gedeeltelijk uitge-
de regie over de besteding van deze middelen legt OCW
voerd bij Defensie & Veiligheid in Soesterberg (prof.
grotendeels neer bij de betreffende vakministeries. Om
Hein Daanen). Kennismanager (=interne opdrachtgever
oneerlijke concurrentie met onderzoeksbureaus tegen
voor de kennisgelden die TNO vanuit de overheid ont-
en -participatie, met de nadruk op (kosten-)effectieve
2008) is in zijn geheel te downloaden via de TNO site.
te gaan, moet TNO werken met marktconforme tarieven
vangt) bij TNO op het gebied van Bewegen en Gezond-
programma’s voor specifieke beroepsgroepen/
Een nieuwe versie verschijnt einde 2010.
en mag kennisinvesteringsbudget eigenlijk niet ingezet
heid is prof. dr. Marijke Hopman-Rock. Hieronder wordt
branches en de inkadering daarvan binnen het
Een bekend monitorproject is de blessureregistratie
worden om opdrachten te subsidiëren. In de praktijk
nader ingegaan op de doelstellingen van het kennispro-
integraal gezondheidsmanagement van een bedrijf.
van diverse sporten via het internet (Blessure Informa-
zijn er echter voor marktopdrachten vaak andere bijfi-
gramma Bewegen en Gezondheid vanwege de relevantie
nancieringsmogelijkheden beschikbaar. Zo kunnen grote
voor sportgeneeskunde.
bedrijven een beroep doen op de TNO co-financierings-
110
van beleid en op overgewicht, zorgbehoefte, • ontwikkeling (tevens probleem- en
• rol van de omgeving (buurt, werkomgeving) op beweeggedrag; • beweging als determinant van arbeidsproductiviteit
jaarlijkse Trendrapport Bewegen en Gezondheid. TNO
worden ook ongevalcijfers uit het Letsel Informatie Systeem van de ziekenhuizen gerapporteerd. Het laatste trendrapport Bewegen en Gezondheid (Hildebrandt et al,
tie Systeem, BIS). Hierbij komt kennis beschikbaar die In de periode tot 2011 zal intensief aandacht worden
gebruikt kan worden om de sporten veiliger te maken
besteed aan groepen met de minste lichamelijke activi-
(projectleider dr. Janine Stubbe).
regeling van het ministerie van Economische zaken en is
Bewegen en Gezondheid: een programma voor de on-
teit: jeugdigen, ouderen, chronische zieken, mensen met
er voor MKB bedrijven een speciale regeling waaronder
derbouwing van beweegstimulering in Nederland
overgewicht, allochtonen, laag-opgeleiden, niet-werkenden
Interventies
ook de besteding van innovatievouchers.
TNO heeft enkele jaren geleden samen met het RIVM
en werknemers in bewegingsarme beroepen/branches.
TNO voert voor allerlei doelgroepen interventie- gere-
een wetenschappelijke onderbouwing gegeven voor het
Verwacht wordt dat deze speerpunten ook in de volgende
lateerd onderzoek uit. Voor de doelgroep jeugd is er
Kerngebieden
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB)(Wendel-
strategieperiode (2011-2014) zullen worden voortgezet. In
bijvoorbeeld het vervolgproject Wijk en Jeugd (onder-
Sinds enkele jaren is het onderzoek binnen TNO ver-
Vos et al, 2005). Op grond van deze onderbouwing
een zogenaamde Kennisarena Bewegen en Voeding (onder
steuning door VROM en VWS) waarbij bekeken wordt
deeld in vijf kerngebieden:
heeft het kabinet besloten tot uitvoering van de nota
auspiciën van VWS) is besloten dat Het Vitale Kind (kinde-
wat herstructurering van prioriteitswijken oplevert aan
• Industrie & Techniek
Tijd voor Sport (zie website www.minvws.nl). In de nota
ren met overgewicht) en De Vitale Oudere (lokale ketenaf-
verbeterd beweeggedrag bij de jeugd. Contactpersoon is
• Defensie & Veiligheid
Tijd voor Sport is een begroting opgenomen waarin
stemming van beweeg- en voedingszorg) speerpunten in
drs. Sanne de Vries (die in november 2009 op dit onder-
• ICT
wordt aangegeven welke beleidsspeerpunten er zijn en
het TNO werk zijn.
werp promoveert).
• Bouw & Ondergrond
met welke budgetten. De scope van de nota loopt van
• Kwaliteit van Leven
bewegen voor de gezondheid tot en met topsport. Ver-
De kennis die in het programma wordt ontwikkeld valt bin-
speelplaatsen voor ouderen, waarbij het mogelijk bleek
schillende uitvoeringsinstituten zijn er bij betrokken zo-
nen het thema Gezond Leven en is als zodanig ook bruik-
om ouderen enthousiast te maken voor het doen van
Per kerngebied zijn er ruwweg 1000 medewerkers. In
als NOC*NSF, sportverenigingen, NISB, NIGZ, Consument
baar in het kenniscentrum Gezond Leven van het RIVM.
oefeningen op de buitenspeelplaats die daarvoor speci-
het kerngebied Kwaliteit van Leven zijn opgenomen het
& Veiligheid. Ook beroepsverenigingen zoals die van de
Binnen TNO wordt het onderzoek op dit gebied momen-
aal is ontwikkeld (rapport te downloaden, projectleider
‘oude’ TNO Voeding (lokatie Zeist), TNO Arbeid (lokatie
sportgeneeskunde en de fysiotherapie zijn belangrijke
teel uitgevoerd door 45 medewerkers binnen de afde-
dr. Paul de Vreede). TNO is associate partner in diverse
Hoofddorp) en TNO Preventie en Gezondheid (lokatie
partijen in deze.
ling Gezondheidsbevordering in Leiden in samenwerking
EU projecten op het gebied van beweegstimulering
Leiden). Binnen deze lokaties zijn nu verschillende Busi-
De budgetten zijn gedeeltelijk bedoeld voor onderzoek
met de afdeling Gezond en Veilig Werken in Hoofddorp
(EUNAAPA, PASEO, MOVE EUROPE).
ness Units actief. In Leiden bevindt zich bijvoorbeeld de
en innovatie en daarbij komt naast de universiteiten
en het VU Medisch Centrum (onderzoekscentrum Body-
Voor de doelgroep werknemers worden diverse vormen
Business Unit Preventie & Zorg.
ook TNO in beeld. Gedeeltelijk wordt het onderzoek
atWork, bedoeld voor langer lopend en meer diepgaan-
van bewegingsstimulering binnen het bedrijf geëvalu-
uitgevoerd via de kanalen van ZorgOnderzoek Nederland
der wetenschappelijk onderzoek). Teamleiders in Leiden
eerd, zoals bedrijfsfitness, fietsen-naar-het-werk en het
(ZONmw, programma Sport, Bewegen & Gezondheid
zijn dr. Vincent Hildebrandt (Volwassenen), dr.ir. Astrid
concept ‘bedrijfssport’ van Sport en Zaken.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Op het gebied van ouderen is er onderzoek gedaan naar
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
111
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
3
VFBV
Op het gebied van sportonderzoek is bijvoorbeeld on-
Bewegen en Arbeid
derzoek gedaan naar enkelbraces (rapport te downloa-
Op het gebied van bewegen en arbeid is voor bedrijven
den, projectleider drs. Tinus Jongert). Andere succesvolle
de zogenaamde Leefstijlscan ontwikkeld waarbij werkne-
interventies op sportgebied waren Scoren voor gezond-
mers adviezen op maat krijgen over hun leefstijl en het
Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald Voetbal
heid (samen met o.a. NIGZ), Homeless Cup, Training
management adviezen krijgt over de verdere ontwikke-
Frank van Deursen
van de toekomst en Physical Activity Coach (samen met
ling van leefstijlbeleid. Met ROI-fit© kan het rendement
Philips).
van acht verschillende vormen van bewegingsstimulering in het bedrijf worden bekeken. Ook wordt onderzoek ge-
Voor de dopingautoriteit is in 2009 een rapport gemaakt
daan naar het belang, de (kosten)effectiviteit en succes-
De Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald
De VFBV organiseert regelmatig themamiddagen en na-
over dopinggebruik bij fitness beoefenaars (dr. Janine
factoren van implementatie van bedrijfsbewegingspro-
Voetbal (VFBV) is opgericht in 1993. Het bestuur van de
scholingen voor haar leden. Vaak worden deze nascho-
Stubbe e.a.).
gramma’s, zoals fietsen naar het werk en lunchwandelen
vereniging bestaat uit 5 personen en een administratief
lingen gehouden op het KNVB - sportcentrum in Zeist,
(dr. Ingrid Hendriksen).Tenslotte is het kwantificeren van
medewerkster vanuit de KNVB. Aanmelden als lid kan
maar ook externe accommodaties zijn in het verleden
In samenwerking met de stichting Consument & Veilig-
bewegingsarmoede op het werk zelf en de gevolgen
via de website of telefonisch via het secretariaat.
regelmatig bezocht.
heid en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
daarvan voor de werkprestatie alsmede het ontwikkelen
evalueert TNO ook de campagnes op het gebied van
van oplossingen hiervoor een belangrijk aandachtspunt.
valongevallen voor ouderen en de 30-minuten beweeg-
Doelstelling
Samenstelling bestuur
• Het bevorderen van een betere rechtspositie van
Rinus Louwers (fysiotherapeut VVV)
voorzitter
campagne. In februari 2009 verscheen het proefschrift
Referenties
fysiotherapeuten binnen:
Marc van Ingh (fysiotherapeut Helmond sport) penningmeester
van Gert Jan Wijlhuizen over de relatie tussen vallen en
• Hildebrandt VH, Ooijendijk WTM, Hopman-Rock
−− BVO’s.
Michel Eskes (fysiotherapeut KNVB)
bewegen van ouderen.
M (red). Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2006/2007. Leiden: TNO Kwaliteit van Leven, 2008.
Rol van de omgeving
• Wendel-Vos GCW, Ooijendijk WTM, Baal van PHM,
• Het ontwikkelen van kennis en kunde van de sportfysiotherapie binnen het:
secretaris
Frank van Deursen (fysiotherapeut afc Ajax)
algemene Zaken
Hans Wiltenburg (fysiotherapeut Roda JC)
algemene Zaken
−− betaald voetbal. • Vraagbaak zijn voor alle leden.
Projecten waarbij naar de rol van de omgeving wordt ge-
Storm I, Vijgen SMC, Jans M, Hopman-Rock M, Schuit
keken zijn bijvoorbeeld het project Wandelen in de wijk,
AJ, Wit de GA, Bemelmans WJE. Kosteneffectiviteit
waarbij in Schiedam aan ouderen is gevraagd hoe en
en gezondheidswinst van behalen beleidsdoelen
Het lidmaatschap van de vereniging staat open voor
T.a.v. Marion Jansen
waar zij het liefste wandelen. Hieruit blijkt dat vooral rou-
bewegen en overgewicht: onderbouwing Nationaal
fysiotherapeuten die werkzaam zijn bij een betaald
Woudenbergseweg 56 (Sport medisch centrum KNVB)
tes naar winkels heel populair zijn en dat sociale veilig-
Actieplan Sport en Bewegen. Bilthoven: RIVM, 2005.
voetbal organisatie. Het lidmaatschap is uitgesloten
3707 HX Zeist
heid een probleem is. Ook wordt momenteel onderzoek
Report 260701001.
voor personen die wel voetballers onder behandeling
T 0343-499127
hebben, maar die niet als fysiotherapeut bij een BVO
E
[email protected]
werken.
W www.VFBV.nl
opgezet naar de implementatie van innovatieve gebouwen kantoorinrichting om het beweeg- en voedingsgedrag
Adresgegevens
van werknemers te verbeteren (dr. Luuk Engbers). Tevens
www.tno.nl
VFBV
zijn TNO en Vumc partner in het Europese IMPALA project
Rol van de organisatie
(start in januari 2009) dat gaat over lokale infrastructuur
• Het ontwikkelen van de sportfysiotherapie binnen
op het gebied van bewegen en sport.
Adresgegevens
het betaald voetbal. • Verbeteren van de rechtspositie van BVO fysiotherapeuten. • Door het organiseren van “op maat gesneden” congressen, cursussen, studiemiddagen en lezingen wil de vereniging het kennis niveau van de fysiotherapeut die werkzaam in het betaald voetbal up to date houden en verbeteren.
112
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
113
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
VSG Vereniging Sport en Gemeenten
ternetsite www.sportengemeenten.nl blijft men op de
Adresgegevens
hoogte van de ontwikkelingen binnen de (gemeente-
Vereniging Sport en Gemeenten
lijke) sportsector.
Pastoor Bruggemanlaan 33
Daarnaast biedt Vereniging Sport en Gemeenten diverse
6861 GR Oosterbeek
mogelijkheden om kennis en kunde van en over het
T 026-3396410
werkveld te vergroten en vele deskundigen stellen op
E
[email protected]
basis van vrijwilligheid hun expertise aan de lokale
W www.sportengemeenten.nl
3
sport- en recreatiesector geheel belangeloos ter beschikIn 2009 is het reeds 60 jaar geleden dat de voorloper van
Doordat VSG sectoraal is georiënteerd beschikt de or-
king. Door het bundelen van de kwaliteit van deze men-
VSG werd opgericht onder de naam: ‘Contactraad voor de
ganisatie over specialistische kennis die het mogelijk
sen wordt een bijdrage geleverd aan de totstandkoming
Gemeentelijke Bemoeiingen voor Lichamelijke Opvoeding
maakt een inhoudelijke bijdrage aan het te formuleren
van innovatief lokaal beleid voor sport en recreatie.
en Sport’. Door het grote succes van deze raad werd het
beleid te leveren. Vereniging Sport en Gemeenten is een
Vereniging Sport en Gemeenten heeft hierin een regis-
al snel de ‘Landelijke Contactraad’ en in 1999 werd het
organisatie van en voor haar leden en vindt het van es-
serende, ondersteunende en stimulerende rol.
LC, Nederlands Instituut voor lokale Sport en Recreatie.
sentieel belang alle leden zoveel mogelijk te betrekken
Vereniging Sport en Gemeenten is in haar vierde levens-
bij de beleidsontwikkeling; daarom is haar achterban
Vereniging Sport en Gemeenten werkt via vier
jaar en vanaf het eerste uur organiseerde de Contactraad
permanent vertegenwoordigd binnen de organisatie en
strategische pijlers:
congressen, werkconferenties, bijeenkomsten en buiten-
maakt zij gebruik van een (digitaal) gemeentepanel.
• als beleids- en vakinhoudelijke belangenbehartiger
landse reizen. Vrijwel geheel gedragen door vrijwilligers.
In het kader van kennisoverdracht en informatieuitwisse-
Al een aantal decennia is er een professioneel bureau dat
ling organiseert VSG jaarlijks een groot aantal activi-
• als platform voor ontmoeting en kennisuitwisseling;
zorg draagt voor de bijeenkomsten, beleid voorbereid en
teiten als congressen, kennisdagen en expertmeetings
• als kennismakelaar en vraagbaak voor leden;
de belangen van de lokale sport behartigt bij het Rijk. Dit
(vaak in samenwerking met de gemeenten).
• als brancheorganisatie voor de zwembaden.
alles met input en ondersteuning van de vrijwilligers.
Via digitale uitgaven van Vereniging Sport en onze in-
voor lokale sport;
Samenstelling bestuur Jos Som, burgemeester Kerkrade
voorzitter
Paul Depla, wethouder Nijmegen
vice-voorzitter
Mervyn Stegers, Burgemeester Tubbergen
vice-voorzitter
Ad van Oirschot,
penningmeester
(hoofd gemeentelijk sportbedrijf Arnhem)
Pieter Bax, adj. directeur sportbedrijf Tilburg
lid
portefeuille zwembaden
Klaas Tigelaar, burgemeester Oud-Beijerland
lid
(afgevaardigd uit afdeling West)
Roelof Stäbler, wethouder Hoogezand -Sappemeer
lid
(afgevaardigd uit afdeling Noord)
Jaap Verkroost, Wethouder Maarssen
lid
(afgevaardigd uit afdeling Oost)
Leo Schoots, Burgemeester Cuijk
lid
(afgevaardigd uit afdeling Zuid)
114
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
115
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
VSG
VSG
De ambities voor de sportarts als beroepsbeoefenaar
Kwaliteitsvisitatiemodel VSG
luiden als volgt:
Gezien het feit dat de VSG hoge prioriteit geeft aan het
• De sportarts heeft een positie als erkend, zelfstandig
zo spoedig mogelijk bereiken van de medisch (klinisch)
Vereniging voor Sportgeneeskunde
(klinisch) medisch specialist die discipline
specialistenstatus, is het nodig de kwaliteitsvisitatie bij
Don de Winter
overstijgende medisch specialistische zorg biedt voor
de sportartsen te introduceren om hen voor te bereiden
de bewegende mens (een positie vergelijkbaar met
op de voor de medisch specialisten geldende eisen en
de revalidatiearts);
verplichtingen.
• De sportarts werkt bij voorkeur multidisciplinair
Kern van het nieuwe kwaliteitsvisitatiemodel is een ge-
De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) is in 1965
de maatschappij. Voor de sportgeneeskunde als relatief
met diverse disciplines: fysiotherapeuten,
degen voorbereide en gestructureerde zelfevaluatie door
opgericht door een aantal voortrekkers uit andere medi-
nieuw vakgebied binnen de zorg verandert er op dit mo-
bewegingsconsulenten, Physician Assistants, collega-
de sportarts van diens feitelijk handelen als sportarts.
sche disciplines, waaronder de cardiologie en de ortho-
ment veel. In drie strategische sessies heeft het bestuur
artsen van diverse disciplines in een afdeling
Sluitstuk van dat proces is een toetsing door VSG-visi-
pedie. Vanaf deze tijd is er steeds aan kennisverbreding
van de VSG een analyse gemaakt van trends en ontwik-
revalidatie-sportgeneeskunde. Hij kan vanuit een
tatoren tijdens de formele visitatie volgens het ‘peer-
gewerkt, door het organiseren van applicatiecursussen
kelingen en de impact hiervan op de positionering van
dergelijke setting ook topsporters begeleiden omdat
to’peer’ pincipe: visitatoren spreken een oordeel uit over
sportgeneeskunde en het opzetten van sportmedische
de sportgeneeskunde. Naar aanleiding van deze analyse
hij/zij goed is geoutilleerd;
de vraag of de betreffende sportarts in de voorafgaande
adviescentra (SMA’s) door heel Nederland. Als vervolg
zijn ambities voor zowel de sportgeneeskunde als de
hierop heeft de VSG zich ook hard gemaakt voor het
sportarts geformuleerd, die het uitgangspunt vormen
sportmedische instelling is een Centre of
betering van zijn/haar functioneren.
verankeren van het vak sportgeneeskunde binnen de
voor het beleid van de komende jaren.
Excellence rond complexe zorg/bewegingsvragen bij
Visitatie is niet een eenmalig proces maar een cyclische
(chronische) patiënten;
activiteit.
gezondheidszorgstructuur, waarbij de sportgeneeskunde is ondergebracht bij de sociale geneeskunde.
De ambities voor de sportgeneeskunde als vakgebied zijn als volgt geformuleerd:
Vanaf haar ontstaan heeft de VSG steeds het doel voor
• Sportgeneeskunde is actief op het gebied van
• De sportarts heeft een expertpositie. De sportarts/
• De sportarts is deskundige op het gebied van de bewegende mens en de vragen die daarbij
periode in voldoende mate bezig is geweest met de ver-
Voor meer informatie is het Projectplan Ontwikkeling kwaliteitsvisitatiemodel VSG op te vragen.
opduiken;
ogen gehad om de wetenschappelijke vereniging te zijn
topsportbegeleiding, diagnostiek en behandeling
voor sportartsen en andere artsen die geïnteresseerd
van bewegings- en inspanningsgerelateerde
sportevenementen is de sportarts de sportmedisch
Om een brug te slaan tussen sportgezondheidsonder-
zijn in de sportgeneeskunde. De VSG kent op dit mo-
aandoeningen (al dan niet in samenwerking met
coördinator.
zoek en praktijk is het KTS van start gegaan waarbij de
ment 446 leden, waaronder 103 sportartsen en 34 sportartsen in opleiding. Verder zijn de leden huisartsgenees-
• Bij alle nationale en internationale
sportfysiotherapeut); • De vergoeding voor sportgeneeskunde is goed
Kennis Transfer Sportgezondheidszorg (KTS)
centrale vraag is: ‘Wat kunnen onderzoeksresultaten Op basis van deze ambities kan geconcludeerd worden
betekenen voor de (aankomende) sporter/bewegende
kundige, sociaal-geneeskundige en/of medisch specialist
geregeld in de vigerende vergoedingssystematiek
dat de erkenning van het vak, uniformiteit/richtlijnen en
mens en voor hun intermediairs en hoe zijn onderzoeks-
met een grote affiniteit dan wel deskundigheid op het
binnen de gezondheidszorg;
een goede vergoedingsregeling voor de geleverde zorg
resultaten te vertalen en te gebruiken?’.
gebied van sportgeneeskunde. Daarmee is de VSG een omnivereniging voor artsen te noemen, ongeacht hun specifieke werksetting, opleiding en/of specialisme.
fundamentele bouwstenen zijn voor de toekomst. De
Het afgelopen jaar zijn een aantal expertgroepen gestart
sportgeneeskundige voorzieningen op het gebied
VSG zal hier dan ook in de komende jaren de aandacht
onderverdeeld naar aandoening, doelgroep, sport of an-
van preventie en curatie;
op gaan richten.
ders, te weten: ‘Enkel en Sport’, ‘Jeugd, sport, bewegen
• Binnen elke gezondheidsregio zijn er voldoende
• Sportgeneeskunde valt binnen de geldende keten; De VSG is toegankelijk voor artsen die de Basiscursus
• Sportgeneeskundige activiteiten/werkzaamheden
en gezondheid’, ‘Wielrennen’, ‘Zwemmen’ en ‘Revalidatie Het afgelopen jaar is er een aantal ontwikkelingen ingezet:
en sportgeneeskunde’. In de expertgroepen gaat men
Sportgeneeskunde hebben gevolgd en voor geregistreer-
worden als basis intramuraal uitgevoerd met
de Belgische sportartsen. Het bestuur van de VSG be-
transmurale activiteiten daarnaast (sportmedische
Werken naar een medisch specialisme
uitwisselen en delen van kennis, bij voorkeur met meer-
staat uit een sportarts als voorzitter, een drietal andere
begeleiding). Een sterke binding met het ziekenhuis
Eind 2008 is de VSG opnieuw gestart met het toewerken
dere disciplines met als doel de verzamelde kennis te
sportartsen en een vertegenwoordiger van de juniorka-
is cruciaal (voor extramurale- of tranmurale
naar het bereiken van de medisch (klinisch) specialisten
implementeren bij de betreffende doelgroepen. Moge-
mer, versterkt met vertegenwoordigers vanuit de discipli-
setting), maar een locatie binnen het ziekenhuis
status. Er zijn een drietal mogelijkheden om te komen
lijkheden voor implementatie van kennis naar praktijk
nes cardiologie, orthopedie en huisartsgeneeskunde.
wordt geprefereerd (situatie vergelijkbaar met
tot de erkenning als klinisch specialist. Op de Algeme-
liggen in de contacten met sportbonden, NOC*NSF, TNO
revalidatiearts);
ne Leden Vergadering van de VSG op 10 september is
Kwaliteit van leven, Centrum Gezond Leven (CGL), Stich-
Binnen de VSG zijn diverse commissies en werkgroepen
inhoudelijk aan de slag met het verzamelen, ordenen,
• Sportgeneeskundige zorg wordt verleend door
besloten in eerste instantie te gaan voor een volledige
ting Consument en Veiligheid (C&V), inzetten van werk-
werkzaam die een bijdrage leveren aan het beleid van
een geregistreerd medisch specialist in een
erkenning. Wanneer directe erkenning als klinisch speci-
groepen voor richtlijnontwikkeling en deskundigheidsbe-
de vereniging. Zo zijn er commissies/werkgroepen die
gecertificeerde instelling.
alist aangevraagd wordt, dient de aanvraag ondersteund
vordering. Tegelijkertijd heeft Bureau Sportgeneeskunde
zich bezighouden met de behartiging van de beroepsbe-
te worden door externe partijen zoals belangrijke stake-
Nederland (BSN) ook goede contacten richting onder-
langen van de sportartsen, maar ook met het versterken
holders, specialistenverenigingen en topsporters.
zoek en wetenschap via diverse werkgroepen, expert-
en bevorderen van het kennisdomein van de sportge-
3
groepen en LOSO-partners.
neeskunde of het profileren van de sportgeneeskunde in
116
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
117
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
VSN
Regionalisatie
Adresgegevens
Het Regionalisatie project heeft als doel “Het bevorde-
Vereniging voor Sportgeneeskunde
ren van een doelmatige, doeltreffende en transparante
Postbus 52
samenwerking tussen de meest betrokken zorgprofessio-
3720 AB BILTHOVEN
Vereniging Sportdiëtetiek Nederland
nals en (sport)organisaties. En het vertalen van best-
Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping
Floris Wardenaar
practices uit de regio naar het landelijke niveau”. Deze
Gebouw 60
doelstelling dient aan de hand van concrete onderwer-
3723 MB BILTHOVEN
pen te worden gerealiseerd. Gekozen is voor het uitzet-
T 030-2252290
ten van drie pilots in verschillende regio’s. In de pilotre-
F 030-2252498
De Vereniging Sportdiëtetiek Nederland (VSN) komt direct
Alle functies binnen de vereniging zijn vrijwilligersfunc-
gio’s is vervolgens een eigen thema gekozen waarvoor
E
[email protected]
voort uit het Netwerk Sportdiëtetiek. Dit netwerk is begin
ties, er is geen personeel in dienst.
samenwerkingsafspraken worden gemaakt. Deze afspra-
W www.sportgeneeskunde.com
2000 opgericht als reactie op de toenemende vraag van
ken kunnen worden doorvertaald naar andere regio’s
sportdiëtisten om zich te verenigen. Tot dat moment
Doelstelling
die hier vervolgens hun voordeel mee kunnen doen. De
bestond er een samenwerkingsverband van diëtisten die
Op dit moment zijn er twee doelstellingen:
methode om tot afspraken te komen en te implemente-
zich meer dan gemiddeld bezighielden met het begelei-
• het uitwisselen van kennis en informatie tussen
ren wordt eveneens doorvertaald naar andere regio’s en
den van topsporters.
sportdiëtisten en het profileren van de sportdiëte-
aangeboden als een kant en klaar handboek.
Het nieuwe netwerk had als doelstelling de kwaliteit van
tiek, vooral bij sporters en hun begeleiders;
het vakgebied te verbeteren als ook het op de kaart zetSamenstelling bestuur Drs. Th.C. de Winter
voorzitter, sportarts
• het verrichten van alle verdere handelingen, die met
ten van voeding als prestatiebepalende factor. Mede om
vorenstaande in de ruimste zin verband houden of
die laatste reden is toen veel contact gezocht met het
daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
NOC*NSF. De gedachte van het netwerk werd onder-
Drs. A.J.M. Brons
secretaris/penningmeester, sportarts
Drs. R.J.A. Visser
sportarts
steund door steeds meer wetenschappelijke publicaties.
Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
Drs. A. van Essen
sportarts
Ook de perikelen rondom doping en het gebruik van
Er zijn verschillende vormen van het uitwisselen van ken-
Drs. K.W. Janssen
sportarts in opleiding
voedingssupplementen heeft op een gegeven moment
nis en informatie op het gebied van sportvoeding. Hierbij
het NOC*NSF doen besluiten op structurele basis voeding
kan onderscheid worden gemaakt tussen het uitwisse-
en voedingsbegeleiding in te bouwen in de Nederlandse
len van kennis binnen de beroepsgroep (intern) en het
topsport. Dat heeft vooral zijn vlucht genomen in aanloop
uitwisselen van kennis richting sporters en begeleiders
naar de Olympische Spelen van Athene waarin een groot
(extern).
onderzoek is gedaan naar de voedingsinname van Ne-
Een aantal leden van de VSN is betrokken als lid van het
derlandse topsporters en onderzocht is op welke manier
voedingsexpertteam van NOC*NSF. Dit team heeft als taak
het meest doelmatig en doeltreffend voedingsbegeleiding
het NOC*NSF te adviseren over voedingsvraagstukken.
plaats kon vinden. Dit project is uitgevoerd in samenwer-
Daarnaast was de begeleiding van Olympische topspor-
king met het netwerk en de HAN.
ters in de afgelopen 10 jaren in handen van leden van dit
Inmiddels was het netwerk door de Nederlandse Vereni-
expertteam.
Dr. P.J. Senden
cardioloog
Drs. O. Stibbe
orthopedisch chirurg
Drs. H.B.A. van de Sande
huisarts
3
ging voor Diëtisten (NVD) erkend als netwerk met een
118
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
specifieke deskundigheid; de noodzaak voor het ontwik-
Projecten en activiteiten
kelen van beleid en strategie was daarmee een nadrukke-
De VSN fungeert als platvorm voor de beroepsgroep van
lijker kwestie geworden. Bij de operationalisering van het
sportdiëtisten. Middels twee jaarlijkse bijenkomsten, na-
ontwikkelde beleid en de gekozen strategie werd duide-
melijk de jaarvergadering en de studiedag, worden leden
lijk dat niet een netwerk, maar een vereniging de meest
in de gelegenheid gesteld om met elkaar in contact te ko-
voor de hand liggende organisatievorm was.
men. Tevens zijn er regionaal initiatieven voor intervisie.
Sinds de oprichting van VSN in 2004 is de VSN uitge-
De VSN beschikt over een goed werkzame website, de
groeid tot een vereniging voor sportdiëtisten met 121
website geldt als uithangbord voor de VSN. Geïnteres-
leden die gerechtigd zijn de geregistreerde merknaar
seerden vinden er informatie over de sportdiëtist en de
sportdiëtist VSN te voeren. Een deel hiervan is SCAS
VSN. Daarnaast kunnen bezoekers via de site opzoek
gecertificeerd, op basis waarvan deze leden aantonen dat
gaan naar een sportdiëtist bij hen in de regio. Op dit mo-
zij actief bezig zijn met het verbeteren van de kwaliteit
ment zijn er gemiddeld 200 unieke bezoekers per dag.
van de behandeling binnen de context van sportdiëtetiek.
Het adressenbestand van leden wordt ook verstrekt aan
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
119
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
sportzorg, de organisatie van beroepen die betrokken zijn
Adresgegevens
bij zorg en hulpverlening in de sport.
Vereniging Sportdiëtetiek Nederland (VSN)
Sinds 2008 zijn er verschillende factsheets voor klanten
Yvonne Krooshof, secretaris
verschenen in een VSN format. In 2009 is er een nieuwe
Rijnlaan 33
informatiebrochure in ditzelfde format uitgekomen over
8032 JZ Zwolle
de sportdiëtist.
E
[email protected]
3
VSPN Vereniging SportPsychologie Nederland
W www.sportdietetiek.nl
Samenstelling bestuur Floris Wardenaar
voorzitter
De Vereniging voor Sportpsychologie in Nederland werd
derlands Instituut van Psychologen (NIP), het Nederlands
Yvonne Krooshof
secretaris
op 7 oktober 1989 in Amsterdam opgericht.
Olympisch Comité en de Nederlandse Sport Federatie
Geertje Becker
penningmeester
Anja van Geel
algemeen bestuurslid (ontwikkeling)
Bea van der Mei
algemeen bestuurslid (kwaliteitszorg)
(NOC*NSF) en de Vlaamse Vereniging voor SportpsyDoelstelling
chologie (VVSP). De VSPN is lid van de Féderation
Haar belangrijkste doel is de ontwikkeling van de sport-
Européenne de Psychologie des Sports et des Activités
psychologie in Nederland te stimuleren, met name het be-
Corporelles (FEPSAC).
vorderen van wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de sportpsychologie en de professionalisering van de
Projecten
toepassing van psychologische kennis in de praktijk krij-
De VSPN heeft samen met de Vrije Universiteit een oplei-
gen bijzondere aandacht. Daartoe is o.a. in 2004 een ac-
dingstraject uitgestippeld voor de titel Sportpsycholoog
creditatiesysteem in het leven geroepen met bijbehorend
VSPN, die beschermd is. De vakorganisatie heeft een
register voor praktijksportpsychologen, docentsportpsy-
woordmerk laten registreren: Sportpsycholoog VSPN®.
chologen en sportpsycholoog-onderzoekers. Daarnaast is
In 2009 is de tweede lichting van start gegaan binnen de
de postacademische opleiding tot praktijksportpsycholoog
postacademische opleiding.
in 2007 van start is gegaan. De VSPN is verantwoordelijk
De geaccrediteerde sportpsycholoog neemt deel aan
voor het verstrekken dan wel intrekken van accreditaties
intervisie. De eisen van de intervisie komen overeen met
en draagt op deze manier bij aan kwaliteitsverbetering en
de eisen zoals die gesteld zijn aan de psychologenprak-
–monitoring in het vakgebied.
tijken van de leden van het NIP (Nederlands Instituut van Psychologen).
Missie
De eisen zijn opgenomen in de Gedragscode voor leden
Voortdurende aandacht wordt geschonken aan het op- of
van de VSPN.
bijstellen van opleidingsrichtlijnen op het gebied van de
Met name de gedragscode die de VSPN voorschrijft
sportpsychologie, aan het tot stand brengen en onder-
spreekt NOC*NSF aan. Kort gezegd komt die gedragscode
houden van contacten met verenigingen voor sportpsy-
erop neer dat sportpsychologen sporter gericht zijn, coach
chologie in het buitenland en aan het adviseren van de
gestuurd, in de coulissen blijven, geen successen claimen
georganiseerde sport en overheid ten aanzien van de
en evidence based werken, dus met methoden die berus-
sportpsychologie.
ten op wetenschappelijk onderzoek.
Rol van de VSPN binnen de sportgezondheidszorg De VSPN organiseert studie- en intervisiebijeenkomsten, symposia en congressen. Hierbij staat de uitwisseling van specifieke sportpsychologische kennis voorop. Deze kennis heeft betrekking op zowel de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek als op de sportpsychologische praktijk. Het ‘sportpsychologie bulletin’ wordt uitgegeven door de VU Amsterdam, waaraan de leden van de VSPN, door middel van een artikel, een bijdrage kunnen leveren. Er bestaan reeds samenwerkingsverbanden met het Ne-
120
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
121
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Feiten en ontwikkelingen 2009
Samenstelling bestuur Rico Schuijers Edith Rozendaal
Adresgegevens
voorzitter
Vereniging SportPsychologie Nederland
secretaris
Landstraat 66
VvBN
penningmeester
1814 BG Alkmaar
Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland
Vana Hutter
lid
E
[email protected]
Kenneth Meijer
Stéphanie Kuiper
lid
W www.vspn.nl
Karin de Bruin
lid
Simone van Sweden
lid
Pascal de Wijngaert
3
De VvBN bestaat vanaf 1 januari 2002 en komt voort
In maart wordt het jaarlijkse VvBN symposium gehouden,
uit een fusie tussen de Nederlandse Vereniging voor
waar prominente onderzoekers hun nieuwste bevindingen
Bewegingswetenschappen (NVB), de Vereniging voor
aan een breed publiek voorleggen en waar de proef-
Inspanningsfysiologie (VIF) en de Bewegingswetenschap-
schriftprijs wordt uitgereikt voor het beste proefschrift
pen Arbokring (BW-Arbokring). De VvBN is een landelijk
van het voorgaande jaar. Tevens wordt de algemene
georiënteerde vereniging die een voortrekkersrol vervult
ledenvergadering tijdens het symposium gehouden.
bij het uitdragen van de Bewegingswetenschappen in Nederland. Door de prominente positie en de vele acti-
De vereniging hecht grote waarde aan het bevorderen
viteiten groeit de vereniging snel en heeft zij momenteel
van onderzoek bij startende bewegingswetenschappers,
ruim 600 leden. Naast het bestuur is een aantal uitste-
daarom organiseert zij ieder jaar een studentendag bij
kend opererende commissies actief die zich op vrijwil-
een van de bewegingswetenschappenopleidingen in den
lige basis voor de vereniging inzetten.
lande. Tijdens deze dag presenteren studenten bewegingswetenschappen hun wetenschappelijke werk en
De doelstelling van de VvBN is het bevorderen van ken-
strijden zij om de VvBN studentenprijs.
nisuitwisseling en ondersteunen van onderzoek op het gebied van bewegingswetenschappen en dienstverle-
Samenstelling bestuur
ning ten behoeve van de leden van de vereniging. Twee
Dr Kenneth Meijer
voorzitter
keer per jaar geeft de VvBN de Moving Matters uit, een
Drs Melvin Kantebeen
secretaris
magazine met nieuws en wetenswaardigheden uit de
Drs Helco van Keeken
bewegingswetenschappen.
Dr Tinus Jongert
penningmeester
Dr Karin Proper De vertaalslag van recente wetenschappelijke bevindin-
Dr Rouwen Cañal Bruland
gen naar praktische toepassingen in het werkveld staat
Drs Rob Koelewijn
hoog in het vaandel. Hiertoe zijn diverse commissies actief. Een aantal interessegroepen (arbeid, bewegen en
Adresgegevens
gezondheid en revalidatie) organiseren elk eens per drie
E
[email protected]
maanden een openbare thema-avond waar de meest re-
W www.bewegingswetenschappen.org
cente ontwikkelingen op tal van bewegingswetenschappelijke terreinen levendig bediscussieerd worden.
122
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
123
3
Feiten en ontwikkelingen 2009
Werkgroep Cardiovasculaire Screening en Sport Han Inklaar
De interdisciplinaire werkgroep cardiovasculaire scree-
dies volgens de Lausanne criteria verricht bij enerzijds
ning en sport is een samenwerkingsverband van de
de algemene bevolking en anderzijds sporters van twee
Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie (NVVC) met
Sportmedische Instellingen.
haar werkgroep cardiologie en sport, de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) en de georganiseerde sport
De werkgroep is in 2009 drie maal in vergadering bijeen
(NOC*NSF en KNVB).
geweest.
Doelstelling van de werkgroep is de reductie van het
Leden van de werkgroep hebben een belangrijke bij-
aantal gevallen van acute hartdood in de sport.
drage geleverd aan de cursus Cardiologie en Sport, van
Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van activi-
sport-ECG naar pathologie, die op 15 mei 2009 georga-
teiten gericht op een beleid ten aanzien van de ontwik-
niseerd werd door het CardioVasculair Onderwijs Insti-
keling en het beheer van een database SPORTCOR met
tuut (CVOI).
de cardiovasculaire gezondheidsgegevens van topsporters en aankomende talenten.
Samenstelling werkgroep cardiovasculaire screening en
In opdracht van de VSG is door het Rijksinstituut voor
sport (in alfabetische volgorde):
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een haalbaarheids-
Dr.J.H.Bennekers
cardioloog
studie gedaan naar de wenselijkheid en kosteneffectivi-
Mevr.P.Boorsma
public affairs NVVC
teit van een keuring volgens het zogenaamde Lausanne
Drs.G.J.Goudswaard
protocol.
Dr.J.Hoogsteen
Het rapport van het RIVM beveelt op basis van een
Dr.H.Inklaar
uitgebreide literatuurstudie en gesprekken met des-
Drs.T.Meeles
sportarts KNVB en voorzitter van de werkgroep manager KNVB
Dr.A.Mosterd
screening voort te zetten en te verbeteren, in het bijzon-
Drs.C.Ottevanger
der het registratiesysteem van plotse hartdood en de
uitgevoerde keuringsprogramma’s.
Drs.N.M.Panhuyzen
cardioloog, epidemioloog beleidsmedewerker VSG en FSMI, secretariële ondersteuning cardioloog sportarts
De volgende stap, die momenteel actueel is, is de
Dr.R.Rienks
ontwikkeling van een businessplan. In dit businessplan
Dr.P.J.Senden
cardioloog
moeten zaken als meerjarenbegroting, beheer, registra-
Drs.T.de Vries
sportarts NOC*NSF
tiemethode, methodiek van gegevensverzameling, proto-
Dhr.G.de Wit
collering en privacy aan de orde komen. Inmiddels is er sedert enkele jaren op initiatief van het Julius Centrum en de afdeling cardiologie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht een website SPORTCOR (www.sportcor.nl) in de lucht. Het doel van deze website is zowel voorlichting met betrekking tot aspecten van de preventie van acute dood in de sport als het verzamelen van gegevens over acute doden in de sport. Door de initiatiefnemers zijn tevens twee pilot screeningstu-
124
cardioloog
kundigen aan lopende initiatieven op het gebied van
Dr.B.Pluim
sportarts KNVB
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
cardioloog
beleidsmedewerker breedtesport NOC*NSF
Wetenschap en onderwijs
4
Hoofdstuk 4 Wetenschap en onderwijs
Inleiding
Het programma SBG is in 2004 van start gegaan voor
In 2003 heeft ZonMw in opdracht van het ministerie van
een periode van drie jaar en in 2006 heeft het minis-
VWS het programma Sport, Bewegen en Gezondheid
terie additioneel budget beschikbaar gesteld om het
(SBG) ontwikkeld. Het programma is onder andere geba-
programma met drie jaar te verlengen. Het programma
seerd op het Advies Onderzoek Sportgezondheidszorg,
heeft een budget van in totaal o 5,5 miljoen.
sport en bewegen van de Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO) uit 2001 en de regeringsnota Sport, bewe-
Het programma Sport, Bewegen en Gezondheid, beoogt:
gen en gezondheid (2001), waarin tevens een reactie op
1. het versterken en verankeren van de onderzoeksin-
het RGO-advies is opgenomen en een veldraadpleging. ZonMw werkt aan de verbetering van preventie, zorg en gezondheid door het stimuleren en financieren van onderzoek, ontwikkeling en implementatie. Het is een
frastructuur; 2. het vergroten van kennis over de positieve en negatieve aspecten van sport en bewegen; 3. het bevorderen van kennistransfer en het creëren
intermediaire organisatie die staat voor kennisvermeer-
van voorwaarden voor de implementatie van onder-
dering en vernieuwing van de gezondheidszorg en
zoeksresultaten.
het gezondheidsonderzoek. ZonMw bestrijkt het hele spectrum van fundamenteel gezondheidsonderzoek tot
Deze doelstellingen hebben betrekking op drie aan-
en met de praktijk van de gezondheidszorg. Als schakel
dachtsgebieden en de eerste twee aandachtsgebieden
tussen maatschappij en wetenschap stimuleert ZonMw
zijn gericht op het vergroten van de gezondheidswinst
kennis en vernieuwingsprojecten en de bruikbaarheid
van sport en bewegen, het derde aandachtsgebied gaat
daarvan voor de praktijk.
om het beperken van de gezondheidsrisico’s van sport
Uitgangspunt voor ZonMw zijn vraagstukken op het
en bewegen.
gebied van gezondheid, preventie en zorg. Om die op
De aandachtsgebieden zijn de volgende.
te lossen is het nodig kennis te vergaren, een nieuwe
1. Preventie door sport en bewegen. Er is al veel be-
aanpak te ontwikkelen en te beproeven, of implemen-
kend over het effect van sport en bewegen op de
tatie van een effectief gebleken aanpak te bevorde-
bevordering van de gezondheid en de preventie van
ren. Daartoe formuleert ZonMw in opdracht van haar
ziekten. De meeste Nederlanders bewegen niet vol-
opdrachtgevers – het ministerie van Volksgezondheid,
doende. Voor dit aandachtsgebied richt het program-
Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Organisatie
ma zich op specifieke doelgroepen (jongeren, lage
voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), maar soms ook andere organisaties – programma’s waarbinnen projecten worden gesubsidieerd en uitgevoerd.
SES groepen, chronisch zieken). 2. Behandeling met behulp van sport en bewegen. Dit houdt in de inzet van sport en bewegen bij behan-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
125
4
Wetenschap en onderwijs
deling van chronische aandoeningen en handicaps. 3. Sportgeneeskunde: preventie en curatie van sport-
centra hebben zich verenigd in het Landelijk Overleg SportgezondheidsOnderzoek (LOSO). Voor het vergroten
gerelateerde aandoeningen. De sportgeneeskunde is
van kennis over de positieve en negatieve aspecten van
het medisch specialisme dat zich richt op het bevor-
sport en bewegen zijn binnen de kaders van het
deren, waarborgen en herstellen van de gezondheid
programma in totaal vijftien projecten gehonoreerd.
van deelnemers aan sport en sportieve activiteiten,
De resultaten van de projecten komen vanaf 2009 tot en
waarbij rekening gehouden wordt met de sportspeci-
met 2011 beschikbaar voor implementatie. In het kader
fieke belasting en belastbaarheid1. De sportarts richt
van kennistransfer stimuleert ZonMw met behulp van
zich, in samenwerking met bijvoorbeeld de sportor-
verspreiding en implementatie impuls de verdere
thopeed en de sportfysiotherapeut, op de preventie
toepassing van resultaten.
en curatie van sportgerelateerde aandoeningen zoals
In de volgende paragrafen zijn onder andere de
blessures, vermoeidheidsklachten of verantwoorde
ZonMw-gesubsidieerde projecten opgenomen.
sportbeoefening bij chronische ziekte.
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
4
4.1 Wetenschappelijk onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek binnen sportmedische instellingen en partners van het Landelijk Overleg Sportgezondheidsonderzoek (LOSO)
Voor het versterken en verankeren van de onderzoeksinfrastructuur heeft ZonMw aan vier academische centra
Hieronder is een overzicht opgenomen van het onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd binnen de sportme-
(UMC Groningen, VUmc Amsterdam, UMC Utrecht en UMC
dische instellingen die zijn aangesloten bij de Federatie van Sportmedische Instellingen en door de partners van het
Maastricht) twee keer voor een totale periode van zes
Landelijk Overleg Sportgezondheidsonderzoek (LOSO). Voor het overige sportgeneeskundige onderzoek verwijzen wij
jaar financiering beschikbaar gesteld. Deze academische
u naar www.sportgezondheidsonderzoek.nl. Het overzicht begint met een index van het onderzoek gerangschikt op trefwoorden met de naam van de contactpersoon en de pagina waar het onderzoek in samenvatting is opgenomen. De onderzoeken worden aansluitend op de index in drie categorieën gepresenteerd, te weten: • Sportletsels en aandoeningen • Inspanning(stest), training en prestatie • Bewegen en gezondheid
Achillespees-tendinopathie
pag
Schipper: Achillestendinopathie: toegevoegde waarde van ESWT.
136
Sengkerij: Inter-observer reliability of neovascularisation score using Power Doppler Ultrasound in Achilles tendinopathy.
140
Vos, de: PRICT-study: Platelet Rich Plasma injection in Chronic Achilles Tendinopathy.
139
Vos, de: Ultrasonographic tissue characterization van humane Achillespezen: kwantificatie van de integriteit van peesweefsel met een non-invasieve techniek.
139
Vos, de: Follow-up van excentrische oefentherapie met Ultrasonographic tissue characterization bij patienten met
1 Sport is Goed, Zorg moet; Sportmedisch beleidsplan 2002-2004, VSG en FSMI, 2002.
126
chronische Achilles tendinopathie (promotieonderzoek).
145
Addisson’s disease en sport
pag
Praet: Epinephrine response during exercise in Addison’s Disease.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
151
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
127
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Adductorenletsels
pag
Jansen: Adduction-related groin injuries in athletes; regular care and a novel treatment approach.
Chemotherapie en sport
4
pag
Schep: 136
Diagnostiek en training bij oncologische patiënten na chemotherapie.
149
COPD en sport
pag
Weir: Chronische adductorenklachten; de effectiviteit van een manueel geneeskundige techniek versus actieve oefentherapie.
138
Weir:
Wetering, van de: Revalidatietraining bij COPD.
150
Core stability
pag
Mid term follow up van de patiënten die hebben deelgenomen aan de gerandomiseerde studie naar chronische adductorenklachten.
146
Amputees en sport
pag
Borghuis: 148
Schmikli:
Bragaru: Amputees and Sport: program development in order to increase amputee’s sport participation.
Measuring and training core stability in elite youth soccer athletes.
158
Core stability en voetbalkwaliteiten van jeugdvoetballers (13-14 jr).
147
Schmikli:
Simmelink: Het meten van de fysieke conditie bij patienten met een beenamputatie.
152
Blessurepreventie
pag
SCORE: kosten-baten analyse core stability preventieprogramma in amateurvoetbal.
137
Tol: Inter- and intra-observer reliability of six clinical tests.
152
Diabetes en sport
pag
Bredeweg: Groningen Novice Running (GRONORUN 2): effect van een 4-weeks preconditioning programma op running related injury.
133
diabetes patients with multiple disabling co-morbidities.
The prevention of lower extremity physical activity injuries; a school-based randomised controlled trial in children aged 10-12 years.
Praet: Medium and long-term benefits of a structured rehabilitation (Beweegkuur+) program in long-standing type 2
Chinapaw: 132
155
Praet: A validation study on the SteepRamp test to assess physical loading capacity and oxidative capacity in
Schmikli: Preventie van overbelasting en overtraining bij 1e jaars roeiers.
147
Blessureregistratie
pag
patients with Type 2 diabetes.
156
Praet: Schmikli: Methode-effecten bij landelijke registratie van sportblessures: van CATI naar mixed mode.
Hyperoxic exercise training as an innovative therapy to improve metabolic control, endothelial dysfunction and physical fitness in deconditioned Type 2 diabetes patients.
137
Schmikli:
157
Praet: Interactive exercise therapy at home: a web based solution to improve long-term adherence, self-management and
Epidemiologie sportblessures Nederland (OBiN).
137
clinical efficacy of a life-style intervention program for patients with Type 2 Diabetes.
157
Cardiologie en sport
pag
Enkelbandletsel
pag
Beus, de: Sportcor: landelijke registratie van plotselinge hartstilstand bij sporters.
Hupperets: 153
Panhuyzen: Atriumfibrilleren bij sporters.
recidiverend enkelletsel. 142
Panhuyzen: Bloeddrukwaarden bij sporters.
153
Behandeling van een acuut lateraal enkelbandletsel; enkeltape of enkelbrace?
138
Hamstrings
pag
Heere: Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren
Schep: Diagnostiek en training bij patiënten met hartfalen.
132
Port, van de:
150
Panhuyzen: Preventieve cardiovasculaire screening bij sporters > 35 jaar: is dit zinvol?
De effectiviteit en kosteneffectiviteit van een proprioceptief oefentol trainingsprogramma ter voorkoming van
150
positief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen. 144
Vliet, van der: Top&Fit programma Cardiovasculaire aandoeningen.
128
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
155
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
129
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Kniepees-tendinopathie
pag
Steunebrink:
Optimalisatie diagnostiek en behandeling van compartimentsyndroom. 140
Veldhoven, van: Effect van Platelet-Rich Plasma injecties in de behandeling van jumpers knee.
pag
Hoogeveen:
Patella tendinopathie: een combinatie van excentrische oefentherapie met Glyceryl-trinitraat pleisters versus excentrische oefentherapie met placebopleisters.
Vaatproblemen bij sport
4
141
Schep: Optimalisatie diagnostiek en behandeling van sportgerelateerde vaatproblemen in de knieslagader
133
Zwerver:
(functionele popliteal entrapment).
141
Schep:
TOPGAME-studie: Tendinopathie of Patella Groningen, Amsterdam, Maastricht ESWT.
134
Sportgerelateerde vaatproblemen in de bekkenslagader.
141
Overtraining
pag
Voorste kruisband
pag
Brink:
Benjaminse:
Onderzoek naar de voorspellende waarde van overtraining-parameters bij jonge topsporters.
151
Patellofemoraal pijnsyndroom
pag
A Randomized Controlled ACL Injury Prevention Study.
145
Melick, van: Linschoten, van: Oefentherapie bij het patellofemoraal pijnsyndroom - de PEX studie.
2-6 Jarige follow-up van patienten met een VKB-reconstructie; hoe verhoudt het geopereerde been zich tot het niet-geopereerde been wat betreft kracht, stabiliteit en subjectieve functionaliteit?
135
Teeffelen, van:
142
Praet: The use of dynamic pedobarography to investigate who can cope with anterior cruciate ligament deficiency.
143
Zooltjes
pag
Training van lumbosacrale stabiliteit is effectiever dan reguliere quadricepstraining bij het patellofemorale pijnsyndroom. Preconditionering
136 pag
Valkenet:
Tijssen: Het gebruik van antipronatietape om het succes van zolen te bepalen.
(P)reconditionering.
153
Rugklachten
pag
153
Klokgieters: OriGENE rugtrainingsmethode versus actieve rompstabiliteitstraining bij chronische aspecifieke lage rugpijn.
154
Schouderklachten
pag
Dejaco: Vergelijking traditioneel revalidatieprogramma versus excentrisch revalidatieprogramma bij subacromiale impingmentklachten van de schouder.
134
Tendinopathie
pag
Jonge, de: In vitro onderzoek naar effecten van bloedproducten op het herstel van peesweefsel.
130
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
147
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
131
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Categorie: sportletsels en aandoeningen
4
• Wat is de effectiviteit van een proprioceptief oefentol trainingsprogramma, dat zonder toezicht en na de ‘usual care’ behandeling wordt uitgevoerd, op recidiverende enkelletsels?
The prevention of lower extremity physical activity injuries; a school-based randomised controlled trial in children aged 10-12 years (promotieonderzoek) Doelstelling en methode
• Wat is de kosteneffectiviteit van een proprioceptief oefentol trainingsprogramma, dat zonder toezicht en na de ‘usual care’ behandeling wordt uitgevoerd en is gericht op de preventie van recidiverende enkelletsels? • Wat is de compliantie bij het uitvoeren van een proprioceptief oefentol trainingsprogramma, dat zonder toezicht
The aim of this cluster randomised controlled trial is to evaluate the iPlay intervention programme to be used in
en na de ‘usual care’ behandeling wordt uitgevoerd en is gericht op de preventie van recidiverende enkelletsels?
physical education (PE) classes of primary schools, aimed at reducing acute lower extremity injuries due to sports
Naast deze vragen wordt de link tussen proprioceptieve training en de preventie van recidiverende enkelletsels van-
and physical activities in pupils aged 10-12 years.
uit een mechanisch en functioneel oogpunt behandeld.
The intervention programme has been developed according to the Intervention Mapping protocol. The effectiveness of
Type onderzoek
the prevention programme was evaluated in a cluster randomised controlled trial. Forty primary schools (2210 child-
Verantwoordelijk projectleider : dr. E.A.L.M. Verhagen, senior onderzoeker
ren) throughout the Netherlands participated in the study. Twenty primary schools were randomly allocated in the in-
Naam contactpersoon
: drs. M.D.W. Hupperets
tervention group and 20 schools in the control group. The study was carried out during one school year (2006-2007).
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
The primary outcome measure were acute lower extremity injury incidence. Secondary outcome measures will include
Naam instelling
: EMGO Instituut en VU Medisch Centrum
injury severity, injury costs, school absence and intermediary factors such as knowledge and (determinants of ) beha-
Looptijd onderzoek
: 01-08-2005 tot en met 31-07-2009
viour regarding the prevention of injuries.
Samenwerkingspartners
: UMC Groningen, UMC Utrecht, Universiteit Maastricht, NOC*NSF, Stichting Consument
Type onderzoek
: ontwikkeling
: toegepast klinisch
en Veiligheid
Verantwoordelijk projectleider : M. Chinapaw, senior onderzoeker Naam contactpersoon
: M.Chinapaw
Effect van Platelet-Rich Plasma injecties in de behandeling van de jumper’s knee: een dubbelblind
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
gerandomiseerde studie
Naam instelling
:E MGO Institute and Department of Public & Occupational Health,
Doelstelling en methode
Looptijd onderzoek
: 01-10-2005 tot en met 30-04-2009
te vergelijken met de injectie van autoloog bloed en NaCl. Hiertoe worden 90 patiënten met karakteristieke klachten
Samenwerkingspartners
: ALO Hogeschool Amsterdam, KVLO
en afwijkingen bij MRI/echo geïncludeerd en gerandomiseerd in PRP of autoloog bloed of NaCl-groep, waarna echo-
VU University Medical Center
Doelstelling is het effect van een Plaatjes-Rijk Plasma injectie in de patellapees bij patiënten met een jumper’s knee
geleid de juiste vloeistof wordt ingebracht. Controle zal plaatsvinden met gebruikmaking van anamnese, lichamelijk De effectiviteit en kosteneffectiviteit van een proprioceptief oefentol trainingsprogramma ter voorkoming van
onderzoek en eenmalig echo. Als primaire uitkomstmaat wordt de VISA-P score gehanteerd. Als secundaire uitkomst-
recidiverend enkelletsel (promotieonderzoek)
maten: return to play, VAS-score en echobeeld.
Doelstelling en methode
Type onderzoek
Sporters hebben een tweemaal grotere kans op recidiverend enkelletsel na een eerder letsel, met name gedurende
Verantwoordelijk projectleider : drs. F. van Hellemondt, sportarts
het eerste jaar na de eerste enkelverstuiking. Deze recidiverende enkelletsels kunnen gebreken tot gevolg hebben
Naam contactpersoon
: drs. P. van Veldhoven
en kunnen leiden tot chronische pijn of instabiliteit in 20 tot 50% van deze gevallen. Op basis van de hoge ratio re-
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
cidiverende enkelverstuikingen, is langdurige rehabilitatie nodig voor alle sporters met enkelverstuiking om recidive-
Naam instelling
: Meander Medisch Centrum
rende letsels te voorkomen. Deze langdurige rehabilitatie hoeft niet door een sportarts of een (sport)fysiotherapeut
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 31-12-2010
worden behandeld; het is wellicht ook voldoende als de geblesseerde sporters worden aangemoedigd gedurende
Samenwerkingspartners
: orthopeden en sportartsen in de regio
: toegepast klinisch
een bepaalde periode na de ‘usual care’ een preventief programma te volgen. Zulk een preventief programma zou de medische kosten, die gepaard gaan met een langdurige behandeling, reduceren tot een minimum, zou geen ad-
The Groningen Novice Running (GRONORUN 2) project (promotieonderzoek)
ditionele belasting van medisch behandelaars betekenen en zou potentieel grote positieve effecten in termen van
Doelstelling en methode
gezondheid en direct medische kosten als gevolg van recidiverende enkelverstuikingen kunnen opleveren.
Running is a popular form of recreational exercise. Although running has positive effects on health and fitness, the risk
De voorgestelde studie evalueert het effect van een proprioceptief oefentol trainingsprogramma op recidiverende
of a running related injury (RRI) has to be considered. The incidence of RRI’s is high and varies from 30-79%. In novice
enkelverstuikingen. Dit programma wordt aangeboden aan individuele sporters na rehabilitatie en behandeling in
runners an RRI can negatively affect future physical activity, so the prevention of running injuries especially in novice
de vorm van ‘usual care’. Via de spoedeisende hulp afdeling wordt geblesseerde sporters gevraagd deel te nemen
runners is important.
aan het onderzoek; ze worden ‘at random’ in een interventie- of een controlegroep ingedeeld met een stratificatie op
High quality studies on the prevention of RRI’s are scarce. When conducting a randomized controlled trial (RCT) it is
basis van geslacht en ernst van de verstuiking.
important that the intervention can be implemented in the real world, has a good compliance and will be adopted by
De primaire uitkomstmaat is de incidentie van recidiverende enkelletsels. Daarnaast worden ernst van het recidief
runners and coaches.
letsel, pijn, gevoel van instabiliteit, directe en indirecte kosten als gevolg van de blessure en factoren als kennis en
Therefore in this two-arms RCT we propose a preconditioning program of 4 weeks prior to a 10 week training program
gedrag jegens de preventie van recidiverende enkelverstuikingen meegenomen. De drie belangrijkste onderzoeksvra-
in a group of novice runners compared to a 10 week training program without preconditioning. We hypothesize that the
gen die beantwoord worden in de voorgestelde studie zijn:
novice runner can adapt more gradually to the high mechanical loads of running and therefore will be less susceptible for sustaining a RRI. The concept of preconditioning is already proven in other preventive sports injuries research.
132
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
133
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
In the long follow-up period, valuable information will be gathered for a better understanding of modifiable risk fac-
met primair subacromiaal impingement. Uiteindelijk dient vastgesteld te worden welke oefentherapie bij deze vorm
tors in running-related overuse injuries.
van impingement het meest effectief is.
The results of the GRONORUN 2 study can be implemented on existing training protocols. Results on risk factors can
Toelichting bij de doelstelling: Het idee van het toepassen van excentrische oefentherapie bij schouderpatiënten is
be implemented by runners, coaches, physiotherapists, sports physicians and general practitioners. It also warrants
gebaseerd op de rapportering van veelal goede tot excellente resultaten door het toepassen van zulke oefeningen
further research on clinical and preventive measures to reduce the incidence of overuse injuries and the clinical treat-
bij patiënten met chronische achillespees- en patellapeespijn.
ment after sustaining an overuse injury.
Ook is in 2006 een pilotonderzoek gedaan naar de effecten van excentrisch oefenen op pijnklachten bij patienten met
Type onderzoek
subacromiaal impingement. (Jonsson P, Wahlström P.,Öhberg L.,Alfredson H. Eccentric Training in Chronic Painful impin-
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider : drs. S.W. Bredeweg, sportarts
gement Syndrome of the Shoulder: Results of a Pilot Study Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2006;14:76-81).
Naam contactpersoon
: drs. S.W. Bredeweg
Hierbij dient te worden opgemerkt dat het pijnmechanisme bij patiënten met chronische schouderimpingement nog
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
niet ten volle is uitgeklaard. Echter, de histologische karakteristieken welke bij deze laatste populatie worden terug-
Naam instelling
:C entrum voor Sportgeneeskunde UMC Groningen en Universitair Centrum voor Sport,
gevonden ter hoogte van de supraspinatuspees tonen sterke gelijkenissen met deze gevonden bij patiënten met
Bewegen en Gezondheid Groningen
4
chronische achillespees- en patellapeespijn.
Looptijd onderzoek
: 01-01-2007 tot en met 01-07-2010
Een tweede opmerking is dat bij patiënten met chronische achillespees- en patellapeespijn er nog geen eenduidige
Samenwerkingspartners
: VU EMGO Instituut Amsterdam
wetenschappelijke verklaring gevonden is voor de structurele oorzaak van hun pijn. In deze context is dit onderzoeksproject een experimenteel project; de incidentie van patiënten met schouderpijn op
TOPGAME-studie (Tendinopathy of Patella Groningen, Amsterdam, Maastricht ESWT studie) (promotieonderzoek)
basis van primair subacromiaal impingement samen met de noodzaak aan het beter definiëren (zowel kwalitatief als
Doelstelling en methode
kwantitatief ) van de oefeninhoud (al dan niet van excentrische protocollen) maakt deze studie klinisch relevant.
De patella tendinopathie is een veel voorkomende overbelastingsblessure die een grote impact kan hebben op de
Type onderzoek
: toegepast klinisch
kniefunctie en zelfs op de carriere van sporters. Er bestaat geen consensus over wat de meest adequate behandeling
Promotieonderzoek
: nee
is maar schokgolftherapie (ESWT) lijkt een veelbelovende behandeling. Tot op heden werd de effectiviteit van deze
Verantwoordelijk projectleider : Beate Dejaco-Lanz, fysiotherapeute
behandelmethode alleen onderzocht bij patiënten met een chronische recalcitrante patellatendinopathie.
Naam contactpersoon
: Beate Dejaco-Lanz
Doel van deze studie is om de effectiviteit van de behandelmethode ESWT te bepalen op pijn, symptomen en functie
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
bij sporters met een patella tendinopathie (in een vroeg stadium) die nog in staat zijn om deel te nemen aan trainin-
Naam instelling
: Sportmedisch Centrum Papendal
gen en wedstrijden. Onderzoeksopzet is een dubbelblinde, gerandomiseerde gecontroleerde studie, waarbij gebruik
Looptijd onderzoek
: 01-10-2008 tot en met 30-03-2010
wordt gemaakt van een design met 2 groepen en herhaalde metingen, met een behandelperiode van 2 weken en
Samenwerkingspartners
: Ziekenhuis Rijnstate Arnhem
een follow-up periode van 6 maanden. De onderzoekspopulatie bestaat uit volleybal-, basketbal- en handbalspelers met een patella tendinopathie (in een vroeg stadium) tussen de 18 en 35 jaar oud. De interventie bestaat uit Extra-
Oefentherapie bij het patellofemoraal pijnsyndroom – de PEX studie (promotieonderzoek)
corporele Schokgolftherapie (ESWT). Een groep krijgt drie behandelingen met ESWT (met behandelinterval van een
Doelstelling en methode
week), de andere groep krijgt drie behandelingen met placebo ESWT (met behandelinterval van een week).
Randomized clinical trial. (Kosten)effectiviteitsstudie naar de uitkomsten van gesuperviseerde oefentherapie op pijn,
Primaire onderzoeksvariabelen/uitkomstmaten: Verandering van de VISA score.
functie en herstel bij het patellofemorale pijnsyndroom. Follow-up momenten van de studie zijn 3 en 12 maanden.
Type onderzoek
Gedurende 3 maanden volgt een groep patiënten met het PFPS een door de fysiotherapeut gesuperviseerd, gestan-
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider : drs. J. Zwerver, sportarts
daardiseerd en individueel aangepast oefenprogramma. Naast het oefenen bij de fysiotherapeut wordt er ook thuis
Naam contactpersoon
: drs. J. Zwerver
geoefend in deze periode van 3 maanden. Uitkomstmaten in de studie zijn: subjectief herstel, pijnklachten in rust en
E-mail contactpersoon
: j.
[email protected]
bij inspanning en functie. De groep wordt vergeleken met een controlegroep die de gebruikelijke zorg (‘usual care’)
Naam instelling
:C entrum voor Sportgeneeskunde UMC Groningen en Universitair Centrum voor
ontvangt bij deze klachten; d.w.z. een afwachtend beleid waarin leefregels worden gegeven, uitleg plaatsvindt over de
Sport, Beweging en Gezondheid Groningen, Academisch Ziekenhuis Maastricht, VU
aard van de aandoening en instructie over het uitvoeren van een isometrische quadricepsoefening. Patiënten krijgen
(EMGO Instituut)
een vragenlijst thuisgestuurd op baseline van de studie, na 6 weken, 3, 6, 9 en 12 maanden. Uitkomstmaten worden
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2011
bepaald na 3 maanden en na 12 maanden. Naast de klinische effectmaten vindt er ook een kosten-batenmeting plaats
Samenwerkingspartners
: Academisch Ziekenhuis Maastricht, VU (EMGO Instituut), Saxion Hogeschool, Ne-
waarbij analyse plaatsvindt van de kosten van arbeids- en ziekteverzuim, medische consumptie en kwaliteit van leven.
VoBo, NBB, NHV, NOC*NSF en ZonMw
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider : drs. R. van Linschoten, sportarts/onderzoeker en Vergelijking van een traditioneel revalidatieprogramma versus een excentrisch revalidatieprogramma bij
134
drs. S. Bierma-Zeinstra, onderzoeker
subacromiale impingementklachten van de schouder
Naam contactpersoon
: drs. R. van Linschoten
Doelstelling en methode
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Het doel van deze studie is te bepalen wat de effecten zijn van een excentrisch oefenprogramma voor de
Naam instelling
: Erasmus MC Rotterdam, afdeling huisartsgeneeskunde
m. supraspinatuspees versus een traditioneel revalidatieprogramma gericht op het versterken van de glenohumerale
Looptijd onderzoek
: 01-01-2005 tot en met heden
- en scapulothoracale musculatuur (zonder specifieke excentrische oefeningen van de m. supraspinatus) bij patiënten
Samenwerkingspartners
: Erasmus Medisch Centrum, iMTA
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
135
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Training van lumbosacrale stabiliteit is effectiever dan reguliere quadricepstraining bij het patellofemoraal
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
pijnsyndroom; een gerandomiseerde trial
Naam instelling
: UMC Utrecht
Doelstelling en methode
Looptijd onderzoek
: 01-01-2005 tot en met 31-12-2010
Evalueren van de effectiviteit van lumbosacrale stabiliteitstraining bij het patellofemorale pijnsyndroom in verge-
Samenwerkingspartners
: Erasmus MC Rotterdam
4
lijking met de standaardbehandeling van het moment, training van de m.quadriceps. 22 patiënten met het PFPS werden gerandomiseerd voor één van de twee behandelingsgroepen. Beide groepen trainden gedurende 6 weken
Methode-effecten bij landelijke registratie van sportblessures: van CATI naar mixed mode (internet/CATI)
tweemaal per week onder begeleiding van een fysiotherapeut. Bij de ene groep was de therapie gericht op verster-
Doelstelling en methode
king van de m.quadriceps (QT), bij de andere groep op de lumbosacrale stabiliteit (LST). Toewijzing naar QT of LST-
Het meten van de omvang, aard en ernst van de sportblessureproblematiek m.b.v. landelijke surveys is altijd onder-
training geschiedde at random via een computergestuurd lotingssysteem.
hevig aan een zekere fout. Zolang de fout goed gedocumenteerd is kunnen de schattingen correct geïnterpreteerd
Type onderzoek
: ontwikkeling
worden. Bij de overgang naar een nieuwe enquêtemethode veranderen de fout en de resultaten. Dit onderzoek richt
Verantwoordelijk projectleider : drs. W.M. van Teeffelen, sportarts, directeur
zich op het in kaart brengen van deze veranderingen, waardoor landelijke schattingen uit eerdere surveys vergeleken
Naam contactpersoon
: drs. W.M. van Teeffelen
kunnen worden met de nieuwe schattingen.
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Type onderzoek
Naam instelling
: Sanasport, sportmedisch centrum te Nijmegen
Verantwoordelijk projectleider : drs. S.L. Schmikli, senior onderzoeker
Looptijd onderzoek
: 01-11-2007 tot en met heden
Naam contactpersoon
: drs. S.L. Schmikli
Samenwerkingspartners
: UMC Nijmegen (St. Radboud)
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
: fundamenteel/strategisch
Naam instelling
: UMC Utrecht
Achillestendinopathie: toegevoegde waarde van ESWT
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2009
Doelstelling en methode
Samenwerkingspartners
: Consument en Veiligheid, TNO, Synovate, Mulier Instituut
Onderzoeken van een mogelijk additioneel effect van ESWT op een standaardbehandeling middels excentrische oefeningen bij achillespeestendinopathie. Methode: Prospectief gerandomiseerde trial in de vorm van een patiënten-
SCORE: kosten-baten analyse core stability preventieprogramma in amateurvoetbal (promotieonderzoek)
serie met een controlegroep en een interventiegroep. De controlegroep bestaat uit een groep patiënten die volgens
Doelstelling en methode
gangbare methode behandeld zal worden met excentrische oefentherapie volgens Alfredson. De interventiegroep zal
Het vaststellen van de kosteneffectiviteit van een trainingsprogramma, gebaseerd op core stability oefeningen uit het
hiernaast wekelijks (maximaal 8 maal) behandeld worden met laag energetische ESWT. Patiënten zullen gerekruteerd
FIFA programma “the 11”, op het hogere niveau van het amateurvoetbal in Nederland. De studie wordt uitgevoerd
worden vanuit de afdelingen orthopedie en sportgeneeskunde van het Laurentius Ziekenhuis Roermond. Gezien de
in twee volledige competities gedurende één jaar, geografisch van elkaar gescheiden, waarbij één competitie dienst
aard van de therapie is blindering niet mogelijk. Randomisatie zal plaatsvinden door middel van een gerandomiseer-
doet als experimentele groep (cluster randomized trial).
de nummerlijst. Evaluatie vindt plaats middels een VISA-A scoringslijst welke gedurende 16 weken om de 4 weken
Type onderzoek
zal worden ingevuld. Statistische analyse zal plaatsvinden middels de Wilcoxon test.
Verantwoordelijk projectleider : prof.dr. F.J.G. Backx, sportarts, hoogleraar klinische sportgeneeskunde
Type onderzoek
: ontwikkeling
Naam contactpersoon
: drs. S.L. Schmikli
Verantwoordelijk projectleider : drs. H. Schipper, sportarts in opleiding
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naam contactpersoon
: drs. H. Schipper
Naam instelling
: UMC Utrecht
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2012
Naam instelling
: Laurentius ziekenhuis Roermond
Samenwerkingspartners
: TNO en KNVB
Looptijd onderzoek
: 01-03-2008 tot en met onbekend
: toegepast klinisch
Epidemiologie sportblessures Nederland (OBiN) (promotieonderzoek) Adduction-related groin injuries in athletes; regular care and a novel treatment approach (promotieonderzoek)
Doelstelling en methode
Doelstelling en methode
Vaststellen van aard, ernst en omvang van de sportblessureproblematiek in Nederland ter identificatie van
Het doel van deze studie is om prospectief de effecten van een oefenprogramma, gericht op spierversterking en
doelgroepen waarvoor aanvullend beleid dient te worden opgesteld.
coördinatie met speciale aandacht voor de stabiliserende spieren rondom de heup, te evalueren. Het doel is de
Type onderzoek
proefpersonen klachtenvrij terug te laten keren op het oude sportniveau en recidief blessures te voorkomen. Het
Verantwoordelijk projectleider : drs. S.L. Schmikli, senior onderzoeker
belangrijkste doel is de niet-chirurgische behandeling van vage en langdurige adductie gerelateerde liesklachten te
Naam contactpersoon
: drs. S.L. Schmikli
optimaliseren. Twee belangrijke onderzoeksvragen zijn: 1) Wat is de reguliere paramedische behandeling van een
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
fysiotherapeut bij adductie-gerelateerde liesklachten? 2) Wat is de effectiviteit van een specifiek trainingsprogramma,
Naam instelling
: UMC Utrecht
gefocust op de spieren rondom de heup bij personen met adductie-gerelateerde liesklachten.
Looptijd onderzoek
: 01-01-2006 tot en met 31-12-2009
Type onderzoek
Samenwerkingspartners
: TNO, Consument en Veiligheid, SWOV, Mulier Instituut
: fundamenteel/toegepast klinisch
: strategisch
Verantwoordelijk projectleider : prof.dr. F.J.G. Backx, sportarts, hoogleraar klinische sportgeneeskunde Naam contactpersoon
136
: drs. J. Jansen
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
137
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Behandeling van een acuut lateraal enkelbandletsel; enkeltape of enkelbrace?
Ultrasonographic tissue characterization van humane Achillespezen: kwantificatie van de integriteit van peesweefsel
Doelstelling en methode
met een non-invasive techniek (promotieonderzoek)
In Nederland treden per jaar, bij sporters en niet-sporters, ruim 130.000 acute enkelletsels op (Schmikli et al, 2007).
Doelstelling en methode
Deze letsels leiden niet alleen tot lichamelijke beperkingen, maar ook tot aanzienlijke maatschappelijke kosten door
Achtergrond - Achilles tendinopathie is een klinische diagnose. Echografie wordt vaak gebruikt voor diagnostisch
verzuim van arbeid en/of sport.
aanvullend onderzoek. Echter, conventionele echografie is niet bruikbaar bij het vaststellen van de uitgebreidheid
Mensen met een lateraal enkelbandletsel lopen een risico van ongeveer 17 % om in het eerste half jaar na het let-
van een laesie. Bovendien is de methode sterk afhankelijk van de waarnemer. Ultrasonographic Tissue Characteriza-
sel een recidief enkelbandletsel te krijgen (Verhagen, 2002). In Nederland is de standaardbehandeling van laterale
tion (UTC) is een echografische methode waarbij onder gestandaardiseerde condities transversale beelden worden
enkelletsels een enkeltape (Standaard Nederlands Huisartsen Genootschap 2000). Toch wordt in de behandeling van
opgeslagen in een computer. Vervolgens wordt in opeenvolgende beelden van iedere pixel in het echopatroon de
acute enkelbandletsels de enkelbrace door de fabrikant aangeprezen als een (minstens) gelijkwaardig alternatief
dynamiek gekwantificeerd middels een in eigen beheer ontwikkeld algoritme en gerelateerd aan de integriteit van
voor enkeltape. Over het effect van het gebruik van braces als preventicum bestaat voldoende evidence. Aangaande
peesweefsel. UTC bleek in paardenpezen verschillende soorten weefsel te kunnen discrimineren. In humane Achilles-
het effect van het gebruik van een enkelbrace binnen de eerste behandelfase na het acute letsel, is echter nog
pezen kan deze methode worden ingevoerd als een nieuwe niet-invasieve methode om de integriteit van peesweef-
weinig bekend. Naast de kwaliteit van deze zorg, is er ook niet eerder gekeken naar de kosteneffectiviteit van deze
sel te bepalen.
behandelmethode.
Hypothese - Symptomatische en “post-symptomatische” Achillespezen bevatten minder intacte peesbundels dan
De doelstelling van dit project is het vergelijken van de resultaten van een standaardbehandeling van een lateraal
asymptomatische pezen. Asymptomatische pezen van patiënten met contralateraal een (doorgemaakte) Achillespees
enkelbandletsel (4 weken enkeltape;) met de behandeling met een specifieke enkelbrace (Push med; 4 weken).
tendinopathie bevatten minder intacte peesbundels dan de pezen van mensen die nooit een Achilles tendinopathie
Het project wordt uitgevoerd bij personen (sporters en niet-sporters) die in het dagelijks leven een lateraal enkel-
hebben doorgemaakt.
bandletsel hebben opgelopen en zich daarmee melden bij de Spoedeisende Eerste Hulp, huisarts of fysiotherapeut.
Studie design - Observationele studie
Belangrijkste uitkomstmaat daarbij is de kans op een recidief letsel binnen een half jaar en 1 jaar. Daarnaast worden
Methode: 58 pezen van 29 patiënten met (voorheen) unilaterale of bilaterale chronische midportion Achilles tendi-
de restklachten en de behandelkosten onderzocht en vergeleken. Data worden verzameld tijdens twee onderzoeks-
nopathie worden geanalyseerd met UTC. Alle patiënten hadden al een conservatieve behandeling ondergaan. UTC
momenten bij de sportarts (binnen 7 dagen na het letsel en na 1 jaar) en met behulp van online vragenlijsten
beelden van “matchted” asymptomatische pezen zijn verzameld. De UTC beelden worden gerandomiseerd en daarna
(week 5, 9, 13, 26, 39).
geanalyseerd door twee onafhankelijke waarnemers.
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Type onderzoek
: toegepast klinisch/ontwikkeling
Verantwoordelijk projectleider : prof.dr. F.J.G. Backx, sportarts, hoogleraar klinische sportgeneeskunde
Verantwoordelijk projectleider : dr. J.L. Tol, sportarts en drs. R.J. de Vos, AGIKO sportgeneeskunde
Naam contactpersoon
: dr. I. van de Port
Naam contactpersoon
: drs. R.J. de Vos
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naam instelling
: UMC Utrecht
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Looptijd onderzoek
: 01-01-2006 tot en met 31-12-2009
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 01-07-2009
Samenwerkingspartners
: Sportgeneeskunde Woerden, Nea International Maastricht
Samenwerkingspartners
: Orthopaedic Research Laboratory, Erasmus MC
Chronische adductorenklachten: de effectiviteit van een manueel geneeskundige techniek versus een actief
PRICT study – Platelet Rich plasma Injection in Chronic Tendinopathy. De waarde van Plaatjes-rijk Plasma injectie in
fysiotherapeutisch oefentherapieprogramma: een gerandomiseerde studie (promotieonderzoek)
chronische Achilles tendinopathie: een dubbel-blind gerandomiseerde studie (promotieonderzoek)
Doelstelling en methode
Doelstelling en methode
Het doel van deze studie is om prospectief de effecten van een oefenprogramma, gericht op spierversterking en co-
Introductie: Volgens de huidige Nederlandse richtlijnen wordt geadviseerd om patiënten met Achilles tendinopathie
ördinatie met speciale aandacht voor de stabiliserende spieren rondom de heup te vergelijken met de Van den Akker
excentrische oefentherapie voor te schrijven. In twee recente systematische reviews wordt echter gemeld dat excen-
manuele therapie techniek voor de behandeling van lang durige adductoren klachten.. Het doel is de proefpersonen
trische oefentherapie niet zo superieur is als eerder beschreven. Recente studies beschreven nieuwe ontwikkelingen
klachtenvrij terug te laten keren op het oude sportniveau en recidief blessures te voorkomen. Het belangrijkste doel
in behandelmethoden van tendinopathieën, zoals het gebruik van Plaatjes-Rijk Plasma (PRP). Deze behandelmetho-
is de niet-chirurgische behandeling van vage en langdurige adductie gerelateerde liesklachten te optimaliseren.
de heeft de mogelijkheid in te grijpen op het falend herstelmechanisme van de pees. Plaatjes participeren actief in
De belangrijkste onderzoeksvraag is: wat is de meest effectieve behandeling voor patienten met langdurige
weefselherstelprocessen en bevatten verscheidene groeifactoren. Het effect van PRP in een tennisarm leidde in een
adductorenklachten?
eerdere longitudinale studie al tot veelbelovende resultaten.
Type onderzoek
: fundamenteel/toegepast klinisch
4
Doel: Vergelijking van het behandelresultaat in 2 groepen: een PRP-injectie in combinatie met excentrische oefenthe-
Verantwoordelijk projectleider : prof.dr. F.J.G. Backx, sportarts, hoogleraar klinische sportgeneeskunde
rapie en een injectie met zoutoplossing in combinatie met excentrische oefentherapie.
Naam contactpersoon
: drs. A. Weir
Studiepopulatie: De studiepopulatie van de patiënten met chronische midportion Achilles tendinopathie zal uit 54
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
patiënten bestaan.
Naam instelling
: UMC Utrecht
Studie opzet: deze gerandomiseerde trial is dubbel-blind. De patiënten zullen door de arts-onderzoeker volgens een
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 31-12-2010
gestandaardiseerd protocol worden onderzocht. Zowel de arts-onderzoeker, als de behandelend sportarts en de pa-
Samenwerkingspartners
: MC Haaglanden, SMA Hoorn
tiënt zijn niet op de hoogte van de therapie die de patiënt toebedeeld heeft gekregen. Therapie: Alle patiënten zullen een excentrische oefentherapie volgen. De excentrische oefentherapie duurt 12 weken.
138
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
139
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
De oefening bestaat uit 3 series van 15 repetitieve oefeningen. Deze oefeningen moeten 2 maal per dag en 7 dagen
Sportgerelateerde vaatproblemen in de bekkenslagader (promotieonderzoek)
per week worden uitgevoerd.
Doelstelling en methode
Daarnaast wordt het effect van een eenmalige injectie met PRP vergeleken met een eenmalige injectie met zoutop-
Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de bekkenslagader bij sporters optimaliseren en op
lossing (randomisatie).
zijn waarde beoordelen. Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol duursporters
Follow-up: Follow-up (klinisch en met een nieuwe echografische methode: Ultrasonsographic Tissue Characterization)
met vaatproblemen prospectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de nadruk ligt op:
vindt plaats na 6, 12, 24 en 52 weken. Na 24 weken zullen de resultaten worden geanalyseerd door de arts-onder-
• het evalueren van de (lange) termijn effecten van chirurgisch ingrijpen;
zoeker. Een andere geblindeerde onderzoeker zal de resultaten na 52 weken analyseren.
• optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van
Uitkomstmaten: De primaire uitkomstmaat die voor dit onderzoek wordt gebruikt is de VISA-A score, een gevali-
pre-operatieve diagnostiek.
deerde scorelijst die specifiek is ontworpen voor bepaling van de ernst van de klachten bij patiënten met Achilles
Type onderzoek
tendinopathie.
Verantwoordelijk projectleider : dr. G. Schep, sportarts
Type onderzoek
: fundamenteel/toegepast klinisch/ontwikkeling
: toegepast klinisch
Naam contactpersoon
: dr. G. Schep
Verantwoordelijk projectleider : dr. J.L. Tol, sportarts en drs. R.J. de Vos, AGIKO sportgeneeskunde
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naam contactpersoon
: drs. R.J. de Vos
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Looptijd onderzoek
: 1-1-1996 tot en met 31-12-2014
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Samenwerkingspartners
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Klinische Fysica en Vaatchirurgie
Looptijd onderzoek
: 01-08-2008 tot en met 31-07-2010
vanuit Máxima Medisch Centrum en Technische Universiteit Eindhoven (Klinische
Samenwerkingspartners
: Orthopaedic Research Laboratory, Erasmus MC
Fysica), UMC Utrecht, Afdeling Sportgeneeskunde en Vaatchirurgie
Patella tendinopathie: een combinatie van excentrische oefentherapie met Glyceryl-trinitraat pleisters versus excen-
Optimalisatie diagnostiek en behandeling van sportgerelateerde vaatproblemen in de knieslagader
trische oefentherapie met placebo pleisters: een dubbel-blind gerandomiseerde studie
(functionele popliteal entrapment)
Doelstelling en methode
Doelstelling en methode
Het doel van de gerandomiseerde studie is het vergelijken van een combinatie van actieve excentrische oefenthera-
Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de bekkenslagader bij sporters optimaliseren en op
pie en Glyceryl-trinitraat pleisters met een combinatie van excentrische oefentherapie en placebo pleisters.
zijn waarde beoordelen. Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol duursporters
Methode: Deze gerandomiseerde trial is dubbelblind. Iedere patiënt ontvangt dus pleisters, maar de helft is placebo.
met vaatproblemen prospectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de nadruk ligt op:
Excentrische oefentherapie wordt ook bij iedere patiënt geïnstrueerd. De patiënten zullen door de onderzoeker vol-
• het evalueren van de (lange) termijn effecten van chirurgisch ingrijpen;
gens een gestandaardiseerd protocol worden onderzocht. De onderzoeker is niet op de hoogte van de therapie die
• optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van
de patiënt toebedeeld heeft gekregen. Type onderzoek
: toegepast klinisch
4
pre-operatieve diagnostiek. Type onderzoek
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider : dr. A. Weir, sportarts
Verantwoordelijk projectleider : dr. G. Schep, sportarts
Naam contactpersoon
: M. Steunebrink
Naam contactpersoon
: dr. G. Schep
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum Veldhoven
Looptijd onderzoek
: 1-12-2008 tot en met 31-03-2009
Looptijd onderzoek
: 1-1-2002 tot en met 31-12-2012
Samenwerkingspartners
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Vaatchirurgie Máxima Medisch Centrum
Inter-observer reliability of neovascularisation score using power doppler ultrasound in Achilles tendinopathy Doelstelling en methode
Optimalisatie diagnostiek en behandeling van compartimentsyndroom (promotieonderzoek)
Bekeken werd hoe betrouwbaar het zien en scoren van neovascularisatie in Achilles tendinopathie is, gezien met
Doelstelling en methode
Power Doppler. Hierbij zijn 50 pezen door twee verschillende uit acht radiologen beoordeeld en gescoord volgens
Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de knieslagader bij sporters optimaliseren en op
de gemodificeerde Öhberg score. Scores werden onderling vergeleken en een betrouwbaarheidsberekening werd
zijn waarde beoordelen.
uitgevoerd.
Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol sporters met verdenking van inspan-
Type onderzoek
140
: toegepast klinisch
ningsgebonden compartimentsproblemen prospectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de
Verantwoordelijk projectleider : dr. J.L. Tol, sportarts en dr. A. Weir, sportarts
nadruk ligt op:
Naam contactpersoon
: P.M. Sengkerij
• het evalueren van de effecten van chirurgisch ingrijpen;
E-mail contactpersoon
:
[email protected] en
[email protected]
• optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van pre-opera-
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Looptijd onderzoek
: eind 2009, gepubliceerd
Samenwerkingspartners
: R.J. de Vos, A. Weir, H. Tol, Th.C. de Winter, B. van Weelde, afdeling Radiologie MCH
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
tieve diagnostiek; • achterliggende anatomie en optimalisatie van de chirurgische techniek.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
141
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Type onderzoek
: toegepast klinisch
4
gaat 70-80% van deze actieve mensen sindsdien vaker door hun enkel. In deze groep ontwikkelt 19-72% chronische
Verantwoordelijk projectleider : dr. A.R. Hoogeveen, sportarts
enkel instabiliteit (Chronic Ankle Instability, CAI). CAI wordt in dit onderzoek beschreven als: een inversietrauma in
Naam contactpersoon
: A.R. Hoogeveen
het verleden (enkelverzwikking gepaard gaande met pijn, zwelling, hematoom, stijfheid en eventuele immobilisatie
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
met krukken en/of tape), wat hierna resulteert in terugkerende episodes van enkelinstabiliteit van minstens 2-3 keer
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum Veldhoven
per jaar in het dagelijks leven of tijdens sport activiteiten.
Looptijd onderzoek
: 1-1-2004 tot en met 31-12-2011
Er is veel onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaken van CAI, maar is nog geen consensus over het ontstaan-
Samenwerkingspartners
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met chirurgie en orthopedie Máxima
smechanisme hiervan. Lang is gedacht dat mechanische instabiliteit de belangrijkste rol speelde, maar nieuwe ont-
Medisch Centrum en in samenwerking met Sportgeneeskunde en Heelkunde Univer-
wikkelingen wijzen erop dat een verstoring in de centrale aansturing een oorzaak kan zijn van CAI. Dit dient echter
siteit Maastricht.
nog verdere verdieping. Doel van dit onderzoek is na te gaan of de balans bij een uitdagende dynamische balanstaak verstoord is, of de
Atriumfibrilleren bij sporters (promotieonderzoek)
pre-activatie van de onderbeenmusculatuur verstoord is bij uitvoering van een sprongtaak en of er een verband is
Doelstelling en methode
tussen beide aspecten bij actieve volwassenen (18-35 jaar, n=20) met CAI in vergelijking met gezonde volwassenen
Atriumfibrilleren vormt een beperking bij beoefening van sport. Atriumfirbilleren treedt bij de sporter gemiddeld
(18-35 jaar, n=20).
10-20 jaar eerder op dan bij de niet-sportende bevolking. Mechanisme en management zijn onduidelijk. Doel:
Proefpersonen uit beide groepen zullen de Multiple Hop Test uitvoeren, om zo te onderzoeken of er verschillen zijn
beschrijven van mechanisme en (optimaal) management van atriumfibrilleren bij sporters in een prospectieve
in dynamische balans tussen beide groepen. Daarnaast zal er een EMG gemaakt worden van de m. gastrocnemius,
follow up studie.
m. tibialis anterior, m. peroneus longus, bij een sprongtaak, om zo na te gaan of de pre-activatie van de onderbeen-
Type onderzoek
: toegepast klinisch
musculatuur anders is in de CAI groep in vergelijking met gezonde proefpersonen. Tot slot zal er gekeken worden of
Verantwoordelijk projectleider : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog
er een verband bestaat tussen de dynamische balans en pre-activatie.
Naam contactpersoon
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop
Type onderzoek
: ontwikkeling
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Promotieonderzoek
: nee
Naam instelling
: SMC Papendal
Verantwoordelijk projectleider : dr. R. van Cingel, directeur Sport Medisch Centrum Papendal, fysio- en
Looptijd onderzoek
: 01-01-2006 tot en met onbekend
Samenwerkingspartners
: UMC St. Radboud cardiologie, prof.dr. J.L.R.M. Smeets
manueel therapeut Naam contactpersoon
: R. van Cingel
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
2-6 Jarige follow-up van patienten met een VKB-reconstructie; hoe verhoudt het geopereerde been zich tot het
Naam instelling
: Sport Medisch Centrum Papendal
niet-geopereerde been wat betreft kracht, stabiliteit en subjectieve functionaliteit?
Looptijd onderzoek
: september 2009 tot en met augustus 2010
Doelstelling en methode
Samenwerkingspartners
: Maartenskliniek Nijmegen, afdeling RD&E
Alle patienten die 2 tot 6 jaar geleden gerevalideerd hebben op Sport Medisch Centrum Papendal vanwege een VKBreconstructie (BPTB of semitendinosus-gracilis graft) worden uitgenodigd voor een nieuwe meting. Hierbij zal de kracht
The use of dynamic pedobarography to investigate who can cope with anterior cruciate ligament deficiency
isokinetisch gemeten worden (zowel concentrisch als excentrisch), zullen hoptesten afgenomen worden om de stabili-
Doelstelling en methode
teit en functionaliteit te evalueren en zal een vragenlijst ingevuld worden over de subjectieve beleving van de knie.
The anterior cruciate ligament (ACL) is the most frequent injured ligament of the knee. By far, most ACL lesions occur
Er wordt een vergelijking gemaakt met het gezonde been om te beoordelen hoe goed de geopereerde knie er op dit
while practicing sports (skiing, football, rugby and basketball) and this is why it is called a typical sports injury.
moment voor staat.
Injury to the ACL leads to increased tibiofemoral laxity in the knee, which for its part may lead to knee-instability and
Type onderzoek
: ontwikkeling
dysfunction. Patients who experience this instability and dysfunction, are more likely to have episodes of giving way.
Promotieonderzoek
: nee
Although there is no evidence for this statement, many of these patients seem to need an ACL reconstruction. Appa-
Verantwoordelijk projectleider : Nicky van Melick, MSc, fysiotherapeute/bewegingswetenschapper
rently these patients are not able to return to their pre-injury activity level without an operation defined as non-copers.
Naam contactpersoon
: Nicky van Melick
Nevertheless, it is still uncertain who can actually benefit from surgery and who will do better with a well-designed
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
rehabilitation program without surgery after anterior cruciate ligament deficient (ACLD). It would therefore be very
Naam instelling
: Sport Medisch Centrum Papendal
important to be able to establish functional criteria in the guidance of treatment of ACLD and to predict the out-
Looptijd onderzoek
: september 2009 tot en met augustus 2010
come of treatment decisions. There is still lack of specified functional criteria for safe and successful return to sports
Samenwerkingspartners
: nvt
activities. Consideration should be given to the development of the tests, which should be objective, reliable and provide an independent assessment of limb performance in comparison with the opposite limb.
142
Chronic ankle instability: are there adaptations in static and dynamic stability or in feedforward mechanism of lower
To our knowledge, dynamic plantar pressure distribution has not been used as a quantitative measure of dynamic
extremity muscles?
knee function to differentiate ACLD potential copers from non-copers. The successful application of dynamic plantar
Doelstelling en methode
pressure distribution analysis for functional evaluation after reconstructive procedures in the lower extremities could
Enkelletsel is een van de meest voorkomende blessures in de sport. Dagelijks lopen gemiddeld 1 op de 10.000 men-
lead to the assumption that these abnormalities in plantar pressure measurement could represent disturbances
sen een inversie trauma aan de enkel op. Na de eerste keer enkelletsel te hebben opgelopen aan de laterale band,
in dynamic knee function after ACLD. In a pilot research on 12 ACLD, the Average Pressure Distribution Asymmetry
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
143
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
(aPDA) between ACLD and Sound limb is significantly reduced after reconstruction both in walking (figure 1) and run-
Type onderzoek
: fundamenteel / toegepast klinisch
ning. As such, high sampling frequency dynamic pedography would allow a refined quantitative insight into the knee
Promotieonderzoek
: ja
function in ACLD.
Verantwoordelijk projectleider : Maarten Moen, sportarts
Promotieonderzoek
: nee
Naam contactpersoon
: Maarten Moen
Type onderzoek
: toegepast klinisch
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
Naam instelling
: Universitair Medisch Centrum en Rijnland Ziekenhuis
Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
Looptijd onderzoek
: van 2008 tot en met 2010
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Samenwerkingspartners
: Universitair Medisch Centrum en Rijnland Ziekenhuis
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 01-04-2010
A Randomized Controlled ACL Injury Prevention Study
Samenwerkingspartners
:D epartment of Orthopedic Surgery, Erasmus MC / Institute of Sports Medicine,
Doelstelling en methode
Peking University 3rd Hospital, Beijing ,China / Research and Development, Sint Maartenskliniek, Nijmegen, The Netherlands
4
Van alle knieblessures heeft letsel van de voorste kruisband de grootste gevolgen, resulterende in de langste tijd niet deel kunnen nemen aan de sport. De voorste kruisband speelt een vitale rol voor het normaal functioneren en stabiliteit van de knie. Atleten die terug willen keren naar hun sport na een voorste kruisband blessure, moeten seri-
Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren
eus een reconstructie overwegen. Degene die een operatie ondergaan zijn vaak gedwongen om op een lager niveau
positief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen
terug te keren en hun activiteitsniveau in het algemeen ook aan te passen. Ongeacht de soort behandeling, is er
Doelstelling en methode
een hoge prevalentie van artrose na voorste kruisbandletsel. Deze aandoening heeft een aanzienlijke impact op de
Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren
kwaliteit van leven en het beperkt functionele en vrije tijdsactiviteiten nog meer. De behoefte aan preventie van
positief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen.
deze blessure moge duidelijk zijn.
Per risicofactor het literatuurbewijs tegen elkaar afzetten, bijvoorbeeld:
Het doel van dit project is om het mechanisme onderliggende aan de ontwikkeling van stabiliteit van de knie aan
• H/Q ratio: is deze ratio een risicofactor voor het krijgen van hamstringblessures en hoe zou je daarop kunnen
het licht te krijgen. Gezonde basketballers (m/v) uit de hoofdklasse in Rayon Noord, van 18 jaar of ouder, zonder
inspelen wat betreft preventie.
blessures van de onderste extremiteit zullen worden onderzocht. Proefpersonen krijgen een interventie met visuele
En andere risicofactoren zoals:
feedback. Ze moeten een taak uit voeren waarbij het wenden en keren, zoals in reële spelsituaties, centraal staat.
• Age
Door middel van een beeld van de uitgevoerde taak die de mate van belasting aangeeft op knie, worden de proef-
• Race
personen geïnstrueerd hun bewegingspatroon aan te passen, zodat de belasting op de knie minimaal wordt.
• Experience
Kinematica, kinetica van de heup, knie en enkel en EMG van de quadriceps, hamstrings en gastrocnemius zal
• Injury history: back, groin, hamstring
worden gemeten.
• Moment of injury (training or competition)
Type onderzoek
: toegepast klinisch
• Lack of flexibility
Promotieonderzoek
: ja
• Poor lumbar posture and core stability
Verantwoordelijk projectleider : A. Benjaminse, coördinerend onderzoeker
• Fatigue
Naam contactpersoon
: A. Benjaminse
• Inadequate warm-up
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
• Insufficient hamstring strength in comparison with the quadriceps
Naam instelling
: Interfacultair Centrum voor Bewegingswetenschappen en Universitair Centrum voor
• Position of peak hamstring torque
Sport, Beweging en Gezondheid, Universitair Medisch Centrum Groningen
Type onderzoek
: fundamenteel
Looptijd onderzoek
: 2008 tot en met 2012
Promotieonderzoek
: nee
Samenwerkingspartners
: Hanze Instituut voor Sportstudies, Groningen
Verantwoordelijk projectleider : dr. G.M.M.J. Kerkhoffs, orthopedisch chirurg, AMC Naam contactpersoon
: J. Heere, sportarts in opleiding
Follow-up van excentrische oefentherapie met Ultrasonographic tissue characterization bij patienten met chronische
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Achilles tendinopathie (promotieonderzoek)
Naam instelling
: AMC
Doelstelling en methode
Looptijd onderzoek
: 01-07-2009 tot en met 31-12-2010
Achtergrond - Achilles tendinopathie is een klinische diagnose. Conventionele echografie wordt vaak gebruikt
Samenwerkingspartners
: S. Goedegebuure, sportarts
voor diagnostisch aanvullend onderzoek, maar heeft geen prognostische waarde en de reproduceerbaarheid is onbekend. Recent is gebleken dat Ultrasonographic Tissue Characterization (UTC) de peesstructuur kan kwantificeren
144
De etiologie en behandeling van het mediaal tibiaal stress syndroom
met een goede inter-observer betrouwbaarheid. In humane Achillespezen kan deze methode worden ingevoerd als
Doelstelling en methode
een nieuwe niet-invasieve methode om de integriteit van peesweefsel te bepalen.
Verschillende studies worden ondernomen om de etiologie en behandeling van het mediaal tibiaal stress syndroom
Hypothese – Patienten die niet reageren op excentrische oefentherapie hebben op UTC minder intacte peesbundels
te onderzoeken.
dan patienten die wel op excentrische oefentherapie reageren. De locatie van de tendinotische laesie is van
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
145
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
voorspellende waarde op het beloop van de klachten.
Looptijd onderzoek
: 14-9-2009 tot en met 15-02-2010
Studie design – Prospectief cohort onderzoek
Samenwerkingspartners
: UMC Utrecht en KNVB
4
Methode: 25 patiënten met chronische midportion Achilles tendinopathie voeren een 12 weken durend excentrisch oefenprogramma uit (180 herhalingen per dag). De patienten worden gevolgd met de gevalideerde en
In vitro onderzoek naar effecten van bloedproducten op het herstel van peesweefsel
ziekte-specifieke VISA-A pijnscore en er wordt een UTC onderzoek uitgevoerd. Follow-up is na 2, 8, 16 en 24 weken.
Doelstelling en methode
Type onderzoek
Behandeling van peesaandoeningen bestaat momenteel hoofdzakelijk uit oefentherapie, echter deze therapie blijkt
: toegepast klinisch/ontwikkeling
Verantwoordelijk projectleider : d r. H.T.M. van Schie, veterinair arts; dr. J.L. Tol, sportarts en drs. R.J. de Vos, AGIKO sportgeneeskunde
niet toereikend. Plaatjes-Rijk-Plasma (PRP) wordt sinds kort in de kliniek experimeel toegepast als behandeling voor chronische tendinopathieën. Positieve effecten van PRP worden toegschreven aan de groeifactoren die worden
Naam contactpersoon
: drs. R.J. de Vos
uitgescheiden na activatie van de bloedplaatjes. Over het exacte mechanisme is echter weinig bekend. Illustrerend
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
hiervoor zijn de talloze mogelijkheden om PRP te vervaardigen. Dit project richt zich op het effect van activatie van
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
PRP voorafgaand aan de injectie op het gedrag van tenocyten. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van tenocyten in
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 01-11-2009
hun eigen matrix (pees onder mechanische belasting in in vitro model). Het doel is om meer inzicht te krijgen in de
Samenwerkingspartners
: Orthopaedic Research Laboratory, Erasmus MC
exacte werking van het PRP-product en de meerwaarde van activatie voorafgaand aan de injectie. Studie opzet: Fundamenteel laboratorium onderzoek
Mid term follow up van de patiënten die hebben deelgenomen aan de gerandomiseerde studie naar chronische
Type onderzoek
adductorenklachten
Verantwoordelijk projectleider : Prof. Dr. Ir. H.H. Weinans, dr. H.T.M. van Schie, veterinair arts, dr. J.L. Tol, sportarts,
Doelstelling en methode
: Ontwikkeling drs S. de Jonge
De vraagstelling van het onderzoek is: Wat is de recidief kans en hoe effectief is behandeling van sporters met chro-
Naam contactpersoon
: drs. S. de Jonge
nische adductoren klachten na mid-term follow up?
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naar aanleiding van een randomised controlled trial is het effect van oefentherapie versus manuele therapie bij
Naam instelling
: Erasmus MC Rotterdam, Orthopaedic Research Laboratory
sporters met langdurige adductoren gerelateerde liespijn bestudeerd.
Looptijd onderzoek
: 01-10-2009 tot en met 01-01-2010
De follow up van deze studie was 4 maanden. Dit is redelijk kort.
Samenwerkingspartners
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Er is in de literatuur niks bekend over recidief kans en langere termijn effectiviteit na behandeling van chronische adductoren blessures bij sporters. In dit onderzoek wordt een groep van 54 patiënten die deel hebben genomen aan een single blind, prospectief RCT naar adductoren gerelateerde liespijn weer geëvalueerd, om de recidiefkans en ef-
Categorie: Inspanning(stest), training en prestatie
fectiviteit van behandelingen na mid-term follow up in kaart te brengen. De patiënten vullen een gestandaardiseerde vragenlijst in met hulp van de onderzoeker. Daarna zullen ze op gestructureerde en eerder betrouwbaar bevonden
Trainingsbegeleiding eerste jaar Triton roeiers: preventie van overbelasting en overtraining
wijze lichamelijk onderzocht worden.
Doelstelling en methode
Het doel van de studie is te weten komen of therapie langdurig effectief blijft nadat sporters hun sport hebben
Gekoppeld aan een uitgebreide medische screening worden 32 eerstejaars wedstrijdroeiers (N♀=12) gedurende 6
hervat. Dit wordt gemeten door een geblindeerde onderzoeker door middel van verschillende uitkomstmaten.
maanden gevolgd op de ontwikkeling van chronische overbelasting en overtraining.
Als uitkomstmaat wordt gebruikt:
Type onderzoek
• Geen /nauwelijks palpatiepijn ter plaatse van de adductoren inserties en/of het os pubis en geen pijn bij actieve
Verantwoordelijk projectleider : drs. S.L. Schmikli, senior onderzoeker
: fundamenteel/toegepast klinisch
Naam contactpersoon
: drs. S.L. Schmikli
• Geen pijn bij sporten op het oude niveau, ook niet na sporten
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
• Terugkeer op het oude sportniveau
Naam instelling
: UMC Utrecht
• Wordt aan alle 3 uitkomstmaten voldaan dan wordt het als uitstekend gescoord; 2 maal is goed, 1 maal is
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2009
Samenwerkingspartners
: Triton
adductie tegen weerstand
redelijk, 0 maal is slecht. Daarnaast wordt gescoord:
146
• Patiënten tevredenheid in categorie slecht/matig/goed/uitstekend.
Core stability en voetbalkwaliteiten van jeugdvoetballers (13-14 jaar): de effecten van 6 weken interventie met
• Tegner score (sport score).
behulp van een trainingsprogramma
• VAS score voor pijn tijdens sporten, na afloop van sporten en in ADL.
Doelstelling en methode
Verder: Recidieven ja/nee. Duur van recidief plus behandeling – soort plus aantal/duur.
Naast blessurepreventievemogelijkheden, kan core stability training kansen bieden voor de verbetering van de fy-
Type onderzoek
sieke kenmerken van jeugdspelers die de voetbalkwaliteiten van spelers vergroten. Gedurende zes weken wordt de
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider : drs. A. Weir, sportarts
helft van één selectie onderworpen aan een trainingsregime met core stability training. Matched controls leveren de
Naam contactpersoon
: drs. A. Weir, Nick Jansen co-assistent LUMC
basis voor een vergelijk op voetbalspecifieke vaardigheden en algemene voetbalkwaliteiten.
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Type onderzoek
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Verantwoordelijk projectleider : drs. S.L. Schmikli, senior onderzoeker
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
: fundamenteel/ontwikkeling
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
147
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Naam contactpersoon
: drs. S.L. Schmikli
oxycon en er is niet vergeleken op verschillende voetbalniveaus.
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Doel van het onderzoek is de VO2-max behaald bij de Hoff test te vergelijken met de behaalde VO2-max bij een
Naam instelling
: UMC Utrecht
maximaal test op de loopband op verschillende voetbalniveaus, om te kijken of de Hoff test gebruikt kan worden als
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2009
voorspeller van de VO2-max. Methode: Spiroergometrische meting (loopband) van de VO2 max/HR max (evt. meerde-
Samenwerkingspartners
: ALO Amsterdam, JSV Nieuwegein
re parameters) bij een amateurclub, een eerste divisieclub en een eredivisie club (minstens 15 man per club). Tevens
4
spirometrische bepaling van de VO2-max tijdens de Hoff test met mobiele oxycon. Bepalingen (zo veel mogelijk) met Measuring and training core stability in elite youth soccer athletes
zelfde omgevingsfactoren (allen op kunstgras, zelfde week/maand om klimatologische invloeden te minimaliseren).
Doelstelling en methode
Type onderzoek
Hoewel is gebleken dat rompstabiliteit een belangrijk concept is in de klinische revalidatie en in het trainen van
Verantwoordelijk projectleider : dr. J.L. Tol, sportarts en drs. B.A.G.Bulder, sportarts in opleiding
competitieve atleten, met name vanwege de relatie met blessures, is er nog geen eenduidige methode ontwikkeld
Naam contactpersoon
: drs. B.A.G. Bulder
waarmee rompstabiliteit op een praktisch hanteerbare manier in kaart kan worden gebracht. Dit onderzoeksproject
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
zal met name focussen op de reflexieve component van rompstabiliteit, een aspect dat met name van belang is in
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
fysieke contactsporten als bijvoorbeeld voetbal. Eén van de doelen is om een meetinstrument te ontwikkelen en toe
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 31-12-2009
te passen bij jeugdige profvoetballers (de D-, C- en B-junioren van de voetbalacademie van FC Twente) om te zien
Samenwerkingspartners
: ADO Den Haag, HFC Haarlem, Semper Altius, M. Moen, sportarts Rijnland
: strategisch/toegepast klinisch/ontwikkeling
of het een voldoende sensitieve methode is om onderscheid te maken tussen voetballers met een goed ontwik-
ziekenhuis Leiderdorp
kelde reflexieve neuromusculaire rompcontrole en voetballers waarbij deze controle minder goed is ontwikkeld. Een tweede doel van het project is om voor de voetballers een specifiek rompstabiliteit trainingsprogramma te ontwikke-
Diagnostiek en training bij oncologische patiënten na chemotherapie (promotieonderzoek)
len en deze aan te bieden. Hiermee zal worden gekeken of de reflexieve component van rompstabiliteit kan worden
Doelstelling en methode
verbeterd met training. 3 van de 6 elftallen zullen gedurende het seizoen 2009/2010 specifieke rompstabiliteit oefe-
Doelstelling: De nabehandeling middels training/revalidatie op maat bij oncologische patiënten na chemotherapie
ningen krijgen aangeboden, uit elke leeftijdscategorie één elftal. Het gaat hierbij om dynamische, voetbalspecifieke
optimaliseren en op zijn waarde beoordelen.
oefeningen. Om te onderzoeken wat de precieze invloed is van een verminderde rompstabiliteit op blessurekans,
Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in ‘de zorgketen’ patiënten na chemotherapie aangestuurd door de
zullen tijdens het project blessure-incidenten van de voetballers worden bijgehouden en deze gegevens kunnen uit-
sportarts begeleid worden met een hoog intensief kracht- en interval-trainingsprogramma. Waarbij nu met name de
eindelijk worden gekoppeld aan de testresultaten op de rompstabiliteit metingen. Uiteindelijk zou het mooi zijn om
nadruk ligt op:
met behulp van het ontwikkelde meetinstrument bepaalde voetballers te kunnen selecteren die extra rompstabiliteit
• het evalueren van de (lange) termijn effecten van deze interventie;
training nodig hebben en om vervolgens deze atleten deze specifieke training aan te bieden ter verbetering van hun
• de relatie van fysiologische kenmerken met kwaliteit van leven en vermoeidheid;
reflexieve neuromusculaire rompcontrole.
• het onderbouwen/ontwikkelen van criteria om meer gedifferentieerde begeleiding op maat te geven.
Type onderzoek
: strategisch
Geplande promotie: 04-12-2009.
Promotieonderzoek
: ja
Type onderzoek
: toegepast klinisch/(landelijke) implementatie
Verantwoordelijk projectleider : A.J. Borghuis, MD/PhD-student
Verantwoordelijk projectleider : dr. G. Schep, sportarts
Naam contactpersoon
: A.J. Borghuis
Naam contactpersoon
: dr. G. Schep
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naam instelling
: Interfacultair Centrum voor Bewegingswetenschappen en Universitair Centrum voor
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum
Looptijd onderzoek
: 01-01-2002 tot en met onbekend
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 01-01-2011
Samenwerkingspartners
: Voetbalacademie FC Twente
Sport, Beweging en Gezondheid, Universitair Medisch Centrum Groningen.
N.B. Er zijn vervolgprojecten in ontwikkeling Samenwerkingspartners
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Inwendige Geneeskunde, Diëtetiek en Psychologie vanuit Máxima Medisch Centrum en vakgroep Bewegings-
Voetbal specifieke mobiele VO2-max meting vergeleken met conventionele spiroergometrie
wetenschappen Universiteit Maastricht
Doelstelling en methode
148
Uit onderzoek is gebleken dat meer elite teams (landskampioenen vs degradanten en wereldkampioenen vs voetbal-
Diagnostiek en training bij patiënten met hartfalen (promotieonderzoek)
dwergen) gemiddeld een hogere VO2-max hebben. Daarnaast is bewezen dat een betere aerobe capaciteit leidt tot
Doelstelling en methode
een verbetering van technische en tactische prestatie. Het is daarom van belang de VO2-max tijdens een seizoen te
Doelstelling: De nabehandeling middels training/revalidatie op maat bij hartfalenpatiënten optimaliseren en op zijn
monitoren en te optimaliseren. De VO2-max wordt doorgaans gemeten middels maximaal testen met spiroergome-
waarde beoordelen. Daarnaast ook de achterliggende mechanismen meer gedetailleerd in kaart brengen met als doel
trie (o.a. loopband of fietstest). Deze testen zijn echter niet voetbalspecifiek. De Hoff test is een voetbalspecifieke
te kunnen komen tot een betere patiëntenselectie en gerichtere trainingsaansturing.
veldtest waarmee eveneens de VO2-max gemeten/geschat kan worden. Bij deze test wordt in 10 minuten met de bal
Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in ‘de zorgketen’ patiënten met hartfalen aangestuurd door de
een dribbelparcours afgelegd in een steeds hoger tempo, waarbij de speler rond de 90-95% van de maximale hart-
sportarts begeleid worden met een kracht- en interval-trainingsprogramma. Waarbij nu met name de nadruk ligt op:
slag traint. Voetballers zijn hierdoor meer gemotiveerd door het werken met een bal. De test zou reproduceerbaar en
• het evalueren van de termijneffecten van deze interventie;
significant gecorreleerd zijn met de VO2-max. De test is echter nog niet bij grote groepen onderzocht m.b.v. mobiele
• de patiëntselectie en de waarde van assessment en met name inspanningsdiagnostiek hierbij;
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
149
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
• de achterliggende fysiologische mechanismen middels de relatie van fysiologische kenmerken met kwaliteit van leven en vermoeidheid.
Long-term performance decrement in young (elite) athletes: Relation with stress recovery balance and clinical parameters
Onderzoek afgerond met promotie op 12-02-2009 op TUE Eindhoven.
Doelstelling en methode
Type onderzoek
Getting clues with respect to predicting the early onset of OTS in young elite athletes.
: toegepast klinisch/(landelijke) implementatie
Verantwoordelijk projectleider : dr. G. Schep, sportarts
In a longitudinal monitor study we will test the predictive power of stress and recovery parameters for long-term
Naam contactpersoon
: dr. G. Schep
performance decrements in young elite athletes. Elite young male athletes (N=156, age 15-23 yrs), equally divided
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
across ball, team and endurance sports will be monitored during a full training season. Subjects fill in a day-by-day
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum Veldhoven
training log and a monthly questionnaire to obtain information about the stress-recovery balance (amount of stress,
Looptijd onderzoek
:0 1-01-2002 tot en met 12-02-2009
recovery-related activities, an illnesses and injuries). Performance will be measured monthly using a standardized
Samenwerkingspartners
4
N.B. Er worden vervolgprojecten voorbereid met een start in 2010 en beoogde
sports specific field test.
looptijd tot 2015.
We will also evaluate which clinically relevant parameters (psychomotor speed, hormone responses, EEG parameters)
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Cardiologie en Klinische Fysica
can explain and validate the long-term performance changes. Athletes from the monitor study with at least a 5%
vanuit Máxima Medisch Centrum en Vakgroep Sportgeneeskunde en Cardiologie
prolonged performance decrement (cases, N=20) and athletes, matched for age and sport activity, but without per-
UMC Utrecht
formance decrement (controls N=20), will be included in a case-control study. After a medical examination to exclude health risks both groups will take part in:
Revalidatietraining bij COPD (promotieonderzoek)
• Assessment of psychomotor speed
Doelstelling en methode
• Measurement of hormonal responses after a two bout exercise protocol
Doelstelling: De revalidatie bij COPD-patiënten in een trransmurale zorgketen optimaliseren en op zijn waarde
• Assessment of EEG parameters that are related to cortico-cortical cross-talk, combined with salivary cortisol in
beoordelen. Methode: Prospectief RCT onderzoek waarbij ingebed in ‘de zorgketen’ patiënten met COPD na assess-
stressed and non-stressed conditions.
ment begeleid worden met op indicatie voedingsinterventie en een kracht- en interval-trainingsprogramma hetgeen
Type onderzoek
transmuraal georganiseerd is. De nadruk ligt nu met name op het evalueren van de termijneffecten en de kostenef-
Verantwoordelijk projectleider : dr. K.A.P.M. Lemmink
fectiviteit van deze interventie. Promotie gepland 2009.
Naam contactpersoon
: drs. M.S. Brink
Type onderzoek
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naam instelling
: Interfacultair Centrum voor Bewegingswetenschappen en Universitair Centrum voor
: toegepast klinisch/(landelijke) implementatie
Verantwoordelijk projectleider : C. van de Wetering, fysiotherapeut
: toegepast klinisch
Naam contactpersoon
: C. van de Wetering
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Looptijd onderzoek
: 01-01-2006 tot en met 31-12-2009
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum Veldhoven i.s.m. Nutrim Maastricht
Samenwerkingspartners
: UMC Utrecht
Looptijd onderzoek
:0 1-01-2002 tot en met 31-12-2010
Samenwerkingspartners
Sport, Beweging en Gezondheid, Universitair Medisch Centrum Groningen
N.B. Er worden vervolgprojecten opgestart vanaf 2010 met beoogde looptijd
Epinephrine response during exercise in Addison’s Disease
tot 2015.
Doelstelling en methode
: L onggeneeskunde, Fysiotherapie,
Fatigue is indisputable the main complaint affecting quality of life in Addison’s disease (AD, primary adrenocortical
Diëtetiek, Sportgeneeskunde vanuit Máxima Medisch Centrum Veldhoven en
insufficiency). Cortisone is crucial in normal andromedullary epinephrine (EN) synthesis. AD patients lack EN, which
Universiteit Maastricht Nutrim
is essential for glucose homeostasis during exercise. Prior studies, using an adrenodemedullated rat model, have demonstrated a reduced time to exhaustion and attenuated muscle glycogenolysis. In line with this, humans with
Bloeddrukwaarden bij sporters (promotieonderzoek)
AD have low lactate levels during exercise. Only limited human research is available and a decreased exercise capa-
Doelstelling en methode
city in humans with AD has not been objectified. Although much is clear about the role of EN during exercise, this
Hypertensie is een reden om een jonge sporter af te keuren voor competitieve sporten. Management van
information has not yet resulted in therapeutic strategies for AD patients. We hypothesize that exercise-related EN
hypertensie bij sporters (jonge en oudere) wordt beschreven aan de hand van een prospectieve observationele
deficiency is the main cause of fatigue in AD during exercise. In the present pikot research project, we will investi-
studie bij sporters die zijn verwezen i.v.m. hypertensie naar aanleiding van preventieve CV screening volgens het
gate exercise performance and cathecholamine response during exercise by AD patients with and without exercise
Lausanne protocol.
intolerance.
Type onderzoek
150
: fundamenteel/toegepast klinisch
This proof of concept study is essential to guide a subsequent clinical study investigating the possibility for EN
Verantwoordelijk projectleider : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog
replacement therapy in AD patients during exercise. Furthermore the research data can be used to formulate an exer-
Naam contactpersoon
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop
cise or training advice for AD patients.
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Naam instelling
: Sportmedisch Centrum Papendal
Promotieonderzoek
: nee
Looptijd onderzoek
: 01-01-2006 tot en met onbekend
Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
Samenwerkingspartners
: UMC St. Radboud, prof.dr. J.L.R.M. Smeets
Naam contactpersoon
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
: dr. Stephan F.E. Praet
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
151
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Het gebruik van anti-pronatie tape om het succes van zolen te bepalen (werktitel)
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Doelstelling en methode
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 01-01-2010
Onderzoeken of het aanmeten van zolen door middel van anti pronatie tape succesvoller is dan het aanmeten van
Samenwerkingspartners
:D epartment of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC / Neder-
zolen door middel van visuele inspectie. Hiertoe worden 3 groepen met elkaar vergeleken en het effect (gemeten in
landse Vereniging van Addison and Cushing Patiënten (NVACP)
4
pijn) beoordeeld. Type onderzoek
: toegepast klinisch
Het meten van de fysieke conditie bij patienten met een beenamputatie
Promotieonderzoek
: nee
Doelstelling en methode
Verantwoordelijk projectleider : Marsha Tijssen, fysiotherapeut/student bewegingswetenschappen
Patiënten met een beenamputatie hebben een verminderde fysieke conditie. Lopen met een prothese kost meer
Naam contactpersoon
: Marsha Tijssen
energie dan lopen met twee gezonde benen. Uit onderzoek is gebleken dat indien de revalidatie alleen bestaat uit
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
looptraining de maximale aërobe capaciteit niet toeneemt. Daarom zou naast de looptraining ook een training moe-
Naam instelling
: Sport Medisch Centrum Papendal
ten plaatsvinden om de conditie te verbeteren. Bij het starten van een trainingsprogramma om de fysieke conditie
Looptijd onderzoek
: maart 2009 tot en met juni 2010
te verbeteren bij patiënten met een beenamputatie moet echter rekening gehouden worden dat een groot deel van
Samenwerkingspartners
: Universiteit Maastricht en VSO
deze patiënten hart- en vaatziekten hebben of een grote kans hebben op het ontwikkelen hiervan. Het is van belang dat bij het starten van de revalidatie bij deze patiëntengroep bekend is of er sprake is van hart- en vaatziekten en
Preventieve cardiovasculaire screening bij sporters > 35 jaar: is dit zinvol? (promotieonderzoek)
in hoeverre deze patiënten in staat zijn tot een training om de fysieke conditie te verbeteren. Het meten van de
Doelstelling en methode
fysieke conditie kan het beste plaatsvinden door middel van een inspanningstest op een ergometer. Op dit moment
Over preventieve cardiovasculaire screening bij sporters >35 jr is nog niet zo veel bekend. Evenmin is vastgesteld of
is er geen geschikt meetinstrument beschikbaar waarmee bij patiënten met een beenamputatie de fysieke conditie
een inspanningstest geïncludeerd moet worden in deze screening. Alle sporters >35 jr die verwezen zijn voor preven-
gemeten kan worden. Het doel van dit onderzoeksproject is het ontwikkelen van een adequaat meetinstrument om
tieve CV-screening worden vervolgd in de tijd. Uitkomst zijn CV mortaliteit of event.
de fysieke conditie te meten bij patiënten met een beenamputatie.
Type onderzoek
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog
Promotieonderzoek
: ja
Naam contactpersoon
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop
Verantwoordelijk projectleider : drs. E.K. Simmelink, revalidatiearts
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naam contactpersoon
: E.K. Simmelink
Naam instelling
: SMC Papendal
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Looptijd onderzoek
: 2006 tot en met onbekend
Naam instelling
: Centrum voor Revalidatie UMCG
Samenwerkingspartners
: UMC St. Radboud cardiologie, prof.dr. J.L.R.M. Smeets
Looptijd onderzoek
: 01-10-2009 tot fen met 01-10-2013
Samenwerkingspartners
: Centrum voor Revalidatie UMCG (Revalidatiegeneeskunde en Longrevalidatie) in samenwerking met het Interfaculteit voor Bewegingswetenschappen RUG
: fundamenteel/toegepast klinisch
Sportcor (promotieonderzoek) Doelstelling en methode Landelijke registratie van plotselinge hartstilstand bij sporters. Doel daarvan is het verkrijgen van inzicht in de frequentie van optreden van en de oorzaken van plotselinge hartstilstand bij sporters. Inclusie: aanmelding via
Categorie: Bewegen en gezondheid
ww.sportcor.nl door nabestaanden, cardiologen, sportartsen, huisartsen en ggd-artsen (schouwartsen). Type onderzoek
: fundamenteel
Core Stability: Inter- and intra-observer reliability of six clinical tests
Verantwoordelijk projectleider : dr. A. Mosterd, cardioloog
Doelstelling en methode
Naam contactpersoon
: drs. M. de Beus
Het doel van deze studie is het bepalen van de inter- en intraobserver reliability van zes klinische core stability
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
testen. De zes testen zijn door 40 mannelijke atleten uitgevoerd. Een video van de testen is op levensgroot formaat
Naam instelling
: UMC Utrecht
vertoond aan zes observanten. Een vier-punts schaal (slecht, matig, goed, uitstekend) is gebruikt om de testen te
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2018
scoren. Een tweede observatie met dezelfde observanten vond vijf weken later plaats. Zowel de interobserver reliabi-
Samenwerkingspartners
: Vereniging voor Sportgeneeskunde en Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
lity als de intraobserver reliability zijn berekend met een intra-class correlation coefficient. Type onderzoek
152
: toegepast k linisch
(P)reconditionering
Verantwoordelijk projectleider : dr. J.L. Tol, sportarts en J. Darby, student onderzoeker
Doelstelling en methode
Naam contactpersoon
: J.L. Tol
De afdeling Revalidatie & Sportgeneeskunde (R&S) wil zich meer gaan profileren op het gebied van (p)reconditione-
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
ring. De term (p)reconditionering omvat twee onderwerpen: 1) preconditionering (gericht trainen om fitter te zijn vóór
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
een grote operatie of andere ingrijpende behandeling) en 2) reconditionering (revalidatie ná een operatie of ziekte).
Looptijd onderzoek
: juni 2009, ingediend voor publicatie
Beide aspecten zijn bedoeld om deconditionering tegen te gaan door middel van lichamelijke activiteit, wetende dat
Samenwerkingspartners
: KNVB
deconditionering een ongunstige invloed heeft op functionele, psychologische en sociale effecten heeft.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
153
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Naar aanleiding van gesprekken met relevante partners binnen verschillende divisies blijkt er, UMCU breed, interesse
Top&Fit programma Cardiovasculaire aandoeningen
te zijn voor dit onderwerp. Door middel van een financiële bijdrage van de divisie Hersenen kan deze profilering
Doelstelling en methode
doorgezet worden middels dit project. De profilering zal betrekking hebben op de patiëntenzorg, maar tevens ook een
De deelnemers worden geselecteerd door een cardioloog, huisarts, sportarts en/of inspanningsfysioloog. Op basis
profilering zijn om een infrastructuur te creëren voor wetenschappelijk onderzoek binnen de afdeling R&S. Op deze
van een ECG en uitgebreid medisch onderzoek vindt een verwijzing plaats. De interventie duurt minimaal èèn jaar,
manier zal de afdeling R&S zowel in de zorg als het wetenschappelijk onderzoek een sterkere positie binnen het zie-
waarbij twee maal per week beweegactiviteiten worden aangeboden onder deskundige begeleiding. Met behulp van
kenhuis krijgen. De doelstelling: De afdeling R&S profileert zich binnen het UMCU met meer wetenschappelijke uitstra-
een Philips Activity Monitor wordt het beweeggedrag van de deelnemers gevolgd. De interventie richt zich tevens
ling door een sterke onderzoeksinfrastructuur rondom relevante onderwerpen welke passen binnen de visie van het
op het voorkomen van risicogedragingen als roken, stress en verkeerde voeding. Aan het einde van de interventie
UMCU en dit in te bedden in de patiëntenzorg. Projecten die inmiddels zijn gestart: ‘INTENZS’ (Intensiveren van thera-
wordt het medisch onderzoek herhaald. Op basis van de AM kan verandering van het beweeggedrag van deelnemers
pie en zorg na stroke); ‘Preconditionering van patienten die een levende-donor niertransplantatie ondergaan’; ‘Precon-
vastgesteld worden.
ditionering voor oesofagusresectie’ (in aanvraag); ‘Symposium Pre- en reconditionering, winst voor de patiënt?’.
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Promotieonderzoek
: nee
Promotieonderzoek
: nee
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider : drs. Roald van der Vliet / dr. C.R. van den Hoogenband, programmamanager
Verantwoordelijk projectleider : Ingrid van de Port, onderzoekscoordinator Sportgeneeskunde
Naam contactpersoon
: Roald van der Vliet
Naam contactpersoon
: Karin Valkenet
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Naam instelling
: TopSupport
Naam instelling
: UMC Utrecht
Looptijd onderzoek
: 01-08-2009 tot en met 01-01-2011
Looptijd onderzoek
: van 1-10-2008 tot 31-12-2010
Samenwerkingspartners
: Stichting Vrienden van het hart / Fonys Hogescholen / Afstudeerder Universiteit
Samenwerkingspartners
: verschillende afdelingen binnen het UMCU
Maastricht
OriGENE rugtrainingsmethode versus actieve rompstabiliteitstraining bij chronische aspecifieke lage rugpijn
Medium and long-term benefits of a structured rehabilitation (Beweegkuur+) program in long-standing type 2 d
Doelstelling en methode
iabetes patients with multiple disabling co-morbidities
Er zijn verschillende mogelijkheden om patiënten met a-specifieke onderrugklachten te trainen. Twee daarvan die
Doelstelling en methode
gebruikt worden bij TopSupport zijn de OriGENE rugtrainer en de actieve rompstabiliteitstraining.
Research hypothesis
Doelstelling: Onze vraag is of er een verschil is in effect aangaande pijnklachten, eventuele bewegingsangst,
A supervised exercise and dietary intervention improves health when compared with a usual care dietary intervention
beperkingen, participatie en functionele beweegpatronen tussen de behandeling met intensieve lumbale extensoren
in obese type 2 diabetes patients with multiple disabling co-morbidities.
weerstandstraining door middel van de OriGENE rugtrainer ten opzichte van de actieve rompstabiliteitstraining.
Background
Deelnemers van het onderzoek zijn patiënten die a-specieke rugklachten hebben die langer dan twaalf weken
Physical exercise training is an important tool for improving blood glucose homeostasis in type 2 diabetic patients.
aanwezig zijn. Werving voor het onderzoek vindt plaats binnen de St. Anna zorggroep, namelijk via de sportgenees-
A combined resistance and endurance type exercise training program can be applied effectively to improve functional
kunde en orthopedie.
capacity, body composition and metabolic control in type 2 diabetes patients. However, in obese long-standing type
Patiënten worden gemeten door middel van een vijftal vragenlijsten en een fysieke test (functional movement
2 diabetes patients with multiple co-morbidities, the impact of structured exercise on health has not been assessed.
screen) op de baseline en krijgen vervolgens een 13 weken durende training die bepaald wordt door randomisatie.
Because of the high cardiovascular risk profile and functional disabilities in these patients, therapeutic exercise pro-
Follow up metingen vinden plaats 3, 6 en 9 maanden na de baseline meting. De primaire uitkomstmaten zijn de
grams have hardly been evaluated in this type 2 diabetes subpopulation.
mate van ervaren pijn, de mate van eventueel ervaren bewegingsangst vanwege rugklachten en het functioneren
Aims
van de patiënt in algemeen dagelijks leven, werk, sport en hobby’s. De secundaire uitkomstmaat is het functionele
The current research proposal aims to investigate the medium and long-term health benefits of a combined supervi-
beweegpatroon.
sed exercise and dietary intervention versus a dietary intervention in obese long-standing type 2 diabetes patients.
Daarna wordt bepaald in hoeverre de OriGENE rugtrainer of de actieve rompstabiliteitstraining beter is en of de
It is hypothesized that supervised exercise training combined with dietary measures will improve muscle strength,
patiënt een verbetering toont in de functionele beweegpatronen.
cardiorespiratory fitness and body composition. The latter will improve both physical and mental health status, resul-
Type onderzoek
: toegepast klinisch
ting in improved metabolic control through a durable increase in total weekly energy expenditure.
Promotieonderzoek
: nee
Study sample and Methods
Verantwoordelijk projectleider : J.A.J. van Kuijk, sportarts
Following extensive cardiovascular screening, a total of 80 obese long-standing type 2 diabetes patients with sub-
Naam contactpersoon
: Miguel Klokgieters
optimal glycemic control (HbA1c>7.0%) will be recruited through their general practitioner, nurse practitioner and/or
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
diabetologist.
Naam instelling
: TopSupport, Eindhoven (onderdeel van de St. Anna zorggroep)
Patients will be randomized to follow either a 26 weeks combined supervised exercise and dietary intervention pro-
Looptijd onderzoek
: juli 2009 tot en met juli 2010
gram or to take part in a dietary intervention program aimed at decreasing daily energy intake with 600 kcal/day.
Samenwerkingspartners
: nvt
Before and after 26 and 52 weeks, blood samples and questionnaires will be collected to assess changes in glyce-
4
mic control, lipid profile, health-related quality of life, diabetes burden and depression scores, respectively. Accelerometry based activity monitors will be used to assess changes in daily physical activity levels. Changes in
154
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
155
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
regional body composition, functional capacity, muscle strength and cardiorespiratory fitness will be assessed using
Hyperoxic exercise training as an innovative therapy to improve metabolic control, endothelial dysfunction and
respectively skinfold measurements, functional tests (Sit-to-Stand, 6 minute walking test), isokinetic testing and
physical fitness in deconditioned Type 2 diabetes patients
cycle-ergometry protocol.
Doelstelling en methode
End Points
Type 2 diabetes patients frequently suffer from physical deconditioning and vascular disease. Although the exact me-
Dependent variables are changes in 1. Blood HbA1c content; 2. Objectively measured movement related physical activity
chanisms are unclear, microvascular changes and endothelial dysfunction appear to inhibit the oxygen transport and
levels 3. Physical strength, resistance to fatigue and cardiorespiratory fitness 4. Cardiovascular risk profile (blood
uptake in peripheral skeletal muscle of type 2 diabetes patients. Hyperoxic-training has been shown a safe intervention
pressure, waist circumference, body composition,blood lipid profile) 5. Health-related Quality of Life, Depression
to increase exercise capacity and energy expenditure and is now routinely used for athletes (‘live-high, train-low’) and
score and Diabetes burden
COPD patients. Furthermore, in COPD patients normalisation of oxygen saturation improves insulin sensivity.
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Objective: This research project aims to investigate (1) whether hyperoxic interval training improves insulin resistance,
Promotieonderzoek
: ja
endothelial dysfunction, cardiovascular fitness, lipid metabolism and glycemic control in the treatment of deconditioned
Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
non-insulin dependent type 2 diabetes patients (2) the pathophysiological role of endothelial dysfunction and insulin
Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
resistance on the adaptive response to exercise.
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
Study design: double-blind placebo controlled intervention study
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Study population: 48 deconditioned non-insulin dependent type 2 diabetes patients
Looptijd onderzoek
: 01-10-2009 tot en met 01-01-2012
Intervention: After inclusion, subjects will be randomised and blinded to 16 weeks of progressive 30-45 min cycle
Samenwerkingspartners
:D epartment of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC /
ergometer interval training, applied 3 times a week while breathing either hyperoxic (100%O2, 4-8 L/min) or normoxic
Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) / GGD Rotterdam-Rijnmond
4
(21%O2-79%N2, 4-8L/min) humidified air (=placebo) through a nasal tube/face mask. Main study parameters/endpoints: The main study parameter and end-point is the relative improvement in whole-body
A validation study on the SteepRamp test to assess physical loading capacity and oxidative capacity in patients with
insulin sensitivity. Secondary end-points are relative improvements in vascular function parameters using forearm plethys-
Type 2 diabetes
mography, cardiovascular fitness, systemic blood pressure, body composition, lipid metabolism and glycemic control.
Doelstelling en methode
Before inclusion subjects will undergo a physical examination and X-ECG to exclude cardiovascular disease and as-
Background: Exercise therapy is becoming is a more and more important cornerstone in the treatment of type 2 di-
sess cardiorespiratory status. A subgroup of 12 subjects will undergo a submaximal exercise test while obtaining
abetes. Physical therapist often supervise such exercise interventions. However, for optimal results, physical loading
arteriovenous blood samples to optimize oxygen flow during exercise. Subsequently 36 participating subjects will be
capacity needs to be assessed to tailor the exercise intervention program to the individual patient. Due to autono-
asked to attend a total of 48 supervised exercise sessions of 45 min. To minimize the risk for a hypoglycemic event
mic neuropathy and use of medication. submaximal exercise tests have been proven unreliable in type 2 diabetes.
during the first 2 weeks of the exercise intervention, capillary blood glucose will be measured following exercise.
Previous research in post-chemo therapy patients has shown that a brief supramaximal exercise test (Steepramp
If necessary medication will be adjusted. Independent of oxygen concentration in the air mixture, patients are expec-
test, 25W/10 sec) provides a better estimate of maximal oxygen uptake capacity as opposed to a submaximal exer-
ted to improve their physical fitness and metabolic control. Beside the direct therapeutic effects, both interventions
cise test. In heart failure patients this has been show a safe and reliable test procedure. Besides physical loading
are expected to improve general health and well-being.
capacity , accurate information on activity patterns and movement behaviour is warranted in type 2 diabetes. So far,
Dual energy x-ray absorptiometry will be used to assess changes in body composition. Frequently sampled intrave-
large scale studies on the relationship between physical loading capacity, and objectively measured cardiorespiratory
nous and forearm venous occlusion plethysmography following intrabrachial infusions of methacholine and sodium
fitness in patients with type 2 diabetes are lacking.
nitroprusside will be applied.
Methods: For this research project, 135 patients with type 2 diabetes (50% men/50% women, age 30-80 yrs) will be
Type onderzoek
: toegepast klinisch
asked to perform a standard VO2max test, Steepramp test, as well as a submaximal Åstrand test. Test-retest reliabi-
Promotieonderzoek
: ja
lity of both the submaximal and Steepramp test will be measured.
Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
Outcome: Based on this validation study, type 2 diabetes specific regression equations will be developed that can
Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
assist a physical therapist to estimate VO2max, functional loading capacity and tailor a therapeutic exercise interven-
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
tion to the individual patient.
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Looptijd onderzoek
: 01-04-2009 tot en met 01-07-2010
Promotieonderzoek
: ja
Samenwerkingspartners
: Department of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC
Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
Interactive exercise therapy at home: a web based solution to improve long-term adherence, self-management and
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
clinical efficacy of a life-style intervention program for patients with Type 2 Diabetes
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Doelstelling en methode
Looptijd onderzoek
: 01-04-2009 tot en met 01-05-2010
Physical exercise training is an important tool for improving glucose homeostasis in type 2 diabetic patients. A
Samenwerkingspartners
: Department of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC
combined strength- and endurance training program appears to improve functional capacity, body composition and metabolic control in type 2 diabetes patients. However, long-term adherence to such programs is generally poor. Therefore, alternative strategies are warranted to reduce attrition rate.
156
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
157
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Objective: (1) Does online supervised exercise therapy using the LiveWorkout or Direct Life concept result in better
Naam instelling
adherence to therapeutic bouts of exercise in type 2 diabetes patients and are the LiveWorkout/Direct Life concept
4
: University Medical Center Groningen, Center for Rehabilitation, Graduate School for Health Research SHARE , Groningen
feasible e-coaching programs? (2) Will online exercise training as compared to a lifestyle e-coaching program cause
Looptijd onderzoek
: september 2008 tot en met september 2012
an improvement in: movement-related everyday activity/energy expenditure and functional capacity, muscle strength
Samenwerkingspartners
: nvt
and resistance to fatigue. (3) Does online exercise training as compared to online lifestyle coaching improve glycemic control (HbA1c), fasting plasma glucose levels and cardiovascular risk profile? Study design: A randomized controlled intervention study strategisch onderzoek, waar recent meer aandacht voor
through local advertisements, 35-75 years, HbA1c: 7.0- 10.0%, BMI: 27-40 kg/m2. Access to broadband internet inclu-
Categorie: Organisatie van de sportgezondheidszorg
ding a personal computer with minimally WindowsXP/MacOSX and a USB-connection
Geen onderzoeken
begrip wordt vooral gehanteerd voor onderzoek op het
Study population: 48 type 2 diabetes (<15 years) from the outpatient clinic (Diabetesplein) at ErasmusMC and/or
wordt gevraagd, is het translationele onderzoek. Dat
Intervention: Patients will be randomized to follow either a supervised progressive interval endurance and resistan-
grensgebied van fundamenteel onderzoek en klinisch
ce type of training at the ErasmusMC (13 weeks) combined with an interactive web based (LiveWorkout®) resistance
onderzoek. Strategisch onderzoek betreft in het alge-
training at home (26 weeks), or to take part in a lifestyle e-coaching program (26 weeks). Both programs are aimed
Categorie: Overig
at increasing daily physical activity levels.
Geen onderzoeken
meen middellange-termijn onderzoek.
Main study parameters/endpoints: Adherence to the exercise program as measured by percentage of dropouts as
Toegepast onderzoek
well as an increase in total weekly energy expenditure. The feasibility of the LiveWorkout and Direct Life program.
Onderzoek waarvan de vraagstelling voortvloeit uit een
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Promotieonderzoek
: nee
Gehanteerde definities
specifiek concreet probleem, met als doel praktische toepassing. Het betreft in het algemeen kortetermijn
Verantwoordelijk projectleider : Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
Sportgeneeskunde
onderzoek.
Naam contactpersoon
: Stephan F.E. Praet
Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich
De onderstaande begrippen zijn gedefinieerd volgens de
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van
invulling die ZonMw eraan geeft.
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en
Looptijd onderzoek
: 01-07-2009 tot en met 01-07-2010
sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevor-
Ontwikkeling
Samenwerkingspartners
: Brevidius bv, Philips Welness Solutions
deren, waarborgen en herstellen van de gezondheid van
Activiteiten gericht op ontwikkeling van vernieuwingen
mensen met chronische aandoeningen door sport en
in de praktijk en proeftoepassingen die vervolg geven
Amputees and Sport: program development in order to increase amputee’s sport participation
bewegen.
aan op eerder onderzoek gebaseerde kennis of ‘best
Doelstelling en methode
Bij beide wordt duidelijk rekening gehouden met de
practice’. Deze projecten gaan altijd gepaard met evalua-
Amputees experience a decrease in mobility and overall physical fitness. In general, sport participation is important in
sportspecifieke belasting en belastbaarheid. (vastgesteld
tieonderzoek. Er is, anders dan bij de hierna genoemde
maintaining physical fitness. Health organizations world wide recommend a minimum period of 30 min/day of physical
door de Algemene Ledenvergadering van de VSG, 2004)
(landelijke) implementatieprojecten, sprake van proef-
activity. Sport participation within amputees varies between 60 to 30% of the population. Influencing factors of this
De onderstaande definities van de drie typen onderzoek
projecten in een beperkte praktijkomgeving.
participation were found to be age, etiology and amputation level. Still, evidence is still scarce and inconcludent. Fur-
zijn in navolging van de definities die de nationale on-
thermore, no valid training program especially developed for amputees was found.
derzoeksorganisaties KNAW, NWO, RGO, VSNU daarover
(Landelijke) Implementatie
The present project started out with a systematic review on the topic of amputees and sports, and the following asso-
hebben afgesproken.
Activiteiten en projecten gericht op begeleide, planma-
ciations/outcomes were studied: biomechanics characteristics of amputees during sport participation, cardio-pulmona-
tige en systematische verspreiding en invoering van
ry data, psychology and Quality of Life, Rehabilitation and Functional outcome, Sport injuries, and Prosthetic devices
Fundamenteel onderzoek
een vernieuwing van bewezen waarde in de praktijk (op
used in sports. The following steps of the project will consist of a second systematic review of Case reports concer-
Onderzoek waarvan de vraagstelling voornamelijk wordt
basis van ‘evidence’ of ‘best practice’), met als beoogd
ning prosthetic devices used in sports, a qualitative study with the main purpose of finding the reasons why amput-
bepaald door wetenschapsinterne motieven en dat pri-
resultaat een brede invoering (uiteindelijk algemene,
ees do not involve in a greater number in sport. Additionally, a standardised exercise training for amputees will be de-
mair is gericht op kennisvermeerdering. Het betreft in
landelijke toepassing).
veloped. This program is intended for use during the rehabilitation program, while the patient is under direct medical
het algemeen langetermijn onderzoek.
supervision. Patient data will be gathered with respects to their cardio-pulmonary and psychological characteristics.
158
The main goal of the project is to increase sport participation within amputee population in order to increase their
Strategisch onderzoek
overall well being.
Onderzoek waarbij de concrete vraagstelling kan zijn
Type onderzoek
: ontwikkeling
bepaald door motieven van wetenschapsinterne aard,
Promotieonderzoek
: ja
maar dat is georiënteerd op praktische toepassing, of
Verantwoordelijk projectleider : drs. Mihai (Mike) Bragaru
verricht wordt vanuit een meer algemeen geformuleerd,
Naam contactpersoon
: Mihai Bragaru
aan de klinische dan wel maatschappelijke praktijk
E-mail contactpersoon
:
[email protected]
ontleend, praktisch probleem. Een bijzondere vorm van
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
159
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
4.2 Promoties sportartsen
160
M.B. van Doorn Dynamic exercise in human pregnancy
van lessen lichamelijke opvoeding en 6% verzuim van
Erasmus Universiteit Rotterdam, 1991
gitudinaal onderzoek bij een representatieve subgroep
Tot begin jaren negentig werden zwangere vrouwen
blijkt dat zaalsporten, contactsporten en sporten met
geadviseerd terughoudend te zijn met sportbeoefe-
veelvuldig springen alsmede jeugdigen die zeer frequent
ning. Het effect van inspanning op de zwangerschap
sporten een verhoogde blessurekans geven.
was tot dusver alleen op proefdieren onderzocht. In dit
Een experimenteel onderzoek bij 471 leerlingen van
proefschrift wordt een onderzoek beschreven naar de
12 tot 18 jaar, waarbij gedurende 4 maanden prakti-
fysiologische aanpassing van gezonde vrouwen met een
sche en theoretische vaardigheden werden aangeleerd
ongecompliceerd verlopende zwangerschap op maxi-
tijdens lessen biologie en lichamelijke opvoeding, gaf
minstens een hele schooldag veroorzaakte. Middels lon-
male inspanningstesten op de loopband en op de fiets
een verbetering van kennis omtrent blessurepreventie.
G.M.E. Janssen Marathon running; Functional changes in male and female volunteers during training and contests
G.C. van Enst De ontwikkeling van een selectiemethode in het periodiek preventief sportmedisch onderzoek
tijdens de 16e, de 25e en de 35e week van de zwanger-
Tevens bleek deze verbetering in kennis een - weliswaar
schap en 7 weken na de bevalling.
geringe - verbetering van attitude en blessure-incidentie
De resultaten lieten zien dat zwangerschap geen duide-
te bewerkstelligen.
lijk effect heeft op het maximale vermogen. De maximale
Naar aanleiding van deze onderzoeken wordt gepleit
Universiteit Maastricht, 1988
Universiteit van Amsterdam, 1990
zuurstofopname en de maximale hartfrequentie veran-
voor een meersporenbeleid via scholen, media en
G.M.E. Janssen heeft gedurende een trainingsperiode
In de zeventiger jaren was er sprake van een toene-
deren niet of nauwelijks en de tijdens de zwangerschap
sportverenigingen. Daarnaast wordt aanbevolen meer
van 20 maanden, waarin achtereenvolgens in wedstrijd-
mend aantal verplichte sportkeuringen, waarbij de vraag
bestaande hyperventilatie blijft tijdens maximale inspan-
aandacht te hebben voor technische en organisatorische
verband afstanden van 15, 25 en 42 km (marathon)
ontstond of het noodzakelijk was om een keuring altijd
ning bestaan. Het moederlijke inspannings-ECG werd
maatregelen.
werden gelopen, 114 ongetrainde proefpersonen onder
door een arts te laten verrichten. G.C. van Enst onder-
niet beïnvloed door de zwangerschap. De bloeddruk-
De conclusie van het proefschrift is dat verplicht gebruik
gestandaardiseerde omstandigheden getraind en getest.
zocht of het mogelijk was om door middel van een
waarden in rust waren bij 16 en 25 weken zwanger-
van beschermende maatregelen en spelregelwijzigingen
De testperiodes waren zodanig rond de wedstrijden ge-
selectiemethode (het periodiek preventief sportmedisch
schap iets lager dan in het derde trimester en na de
vermoedelijk meer effect hebben dan voorlichting en
pland dat eenmaal voor en tweemaal na de betreffende
onderzoek, PSMO) de gekeurde sporters in twee groe-
bevalling. De bloeddrukrespons op inspanning werd niet
opvoeding aangaande blessurepreventie.
wedstrijdafstand inspanningsfysiologisch is getest. Het
pen te verdelen, één die wel en één die niet door een
door de zwangerschap veranderd. Maximale inspanning
herstel kon worden vastgesteld door de testresultaten
arts moest worden gezien. De studie bestond uit het
verhoogde de foetale hartfrequentie 4 slagen per mi-
na de wedstrijd te vergelijken met de testresultaten voor
onderzoeken van 96 sporters met behulp van vragenlijs-
nuut, waarschijnlijk door de verhoogde lichaamstempe-
de wedstrijd.
ten, een biometrisch onderzoek door een fysiotherapeut
ratuur, het patroon bleef echter onveranderd. Na maxi-
H. Inklaar The epidemiology of soccer injuries in a new perspective
Het theoretische kader dat is gebruikt is het model
en een standaard onderzoek door een sportarts. Omdat
male inspanning was de contractiliteit van de uterus
Universiteit Utrecht, 1995
belasting-belastbaarheid. Middels katabole chemische
bij vrijwel elke sporter één of meerdere sportrelevante
licht verhoogd zonder dat er echte weeën ontstonden.
Voetbal is in Nederland de meest populaire tak van
processen wordt de benodigde mechanische energie
afwijkingen werden gevonden, werden de sporters ver-
De conclusie van het proefschrift was dat inspanning
sport. Dit heeft als gevolg dat blessurepreventie bij deze
geleverd. Deze katabole toestand veroorzaakt in eerste
volgens in groepen ingedeeld op basis van een meer
tijdens de zwangerschap niet schadelijk is voor de ge-
sport sterk in de belangstelling staat. In dit proefschrift
instantie een verstoring van de homeostase, die in
of mindere noodzaak van een keuring. Vervolgens werd
zonde moeder en foetus.
werd onderzocht wat begin jaren negentig in de litera-
tweede instantie middels anabole processen aanleiding
gezocht naar een combinatie van factoren op basis
zal geven tot herstel en structurele en functionele adap-
waarvan een betrouwbare selectie kon worden gemaakt.
tatie (het trainingseffect) in het menselijk lichaam.
De conclusie van het proefschrift was dat over de
Om een verstoorde balans tussen fysieke belasting en
tuur bekend was over de incidentie, etiologie en preventie van blessures. Vervolgens werd onderzocht welke
gebruikte selectiemethode geen valide uitspraak kon
Frank Backx Sports injuries in youth; etiology and prevention
belastbaarheid te herkennen is gekeken naar de ‘klas-
worden gedaan. Dit werd veroorzaakt door het kleine
Universiteit Utrecht, 1991
verenigingen. Aangetoond werd dat de kans op een
sieke’ inspanningsfysiologische variabelen alsmede
aantal deelnemers, de gebruikte methode waarmee de
Dit proefschrift presenteert en bespreekt observationeel
blessure het sterkst afhankelijk was van het spelniveau
naar een groot aantal biochemische, morfologische en
afwijkingen werden vastgesteld en het ontbreken van
en experimenteel onderzoek met betrekking tot ontstaan
van het team waarin de voetballer speelt. Ook de ernst
hormonale variabelen uit bloedonderzoek en spierbiop-
een keuringsconsensus. Wel werd vastgesteld dat de
en preventie van sportblessures bij jeugdigen.
en de vorm van de blessure waren aan het spelniveau
sieën. Uit de grote hoeveelheid gegevens blijkt o.a. dat
gebruikte selectiemethode een goed hulpmiddel kan zijn
Het beschrijvende, epidemiologische onderzoek bestaat
gerelateerd.
er een relatie is tussen de daling van CP-concentratie in
bij het geven van een verantwoord sportadvies.
uit een transversaal onderzoek bij 7648 leerlingen van
In vervolg hierop werd onderzocht welke blessures bij
de spier direct na een marathon en de testprestatie 3
8 tot 17 jaar en een longitudinaal onderzoek bij een
de sportmedische afdeling van de KNVB werden gepre-
dagen hierna. Belangrijk is de conclusie dat de bereikte
representatieve groep uit deze populatie. Retrospectief
senteerd. Uit dit onderzoek bleek dat knie- en enkeldis-
trainingsadaptatie individueel beoordeeld moet worden
werd over een periode van 6 weken een incidentie van
torsies en tendopathieën van de bovenbeenmusculatuur
om overbelasting te vermijden.
10,6 per 100 leerlingen gemeten, waarvan 31% leidde
het meest problematisch zijn. Hoe spelers uiteindelijk
tot consultatie van een arts, 36% resulteerde in verzuim
met blessures omgingen was afhankelijk van het belang
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
4
factoren bepalend zijn voor het krijgen van een blessure. Het onderzoek werd verricht bij twee amateurvoetbal-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
161
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
en het karakter van de wedstrijd.
Naar aanleiding van een case-serie werd onderzocht wat
duurinspanning, met minder zuurstofopname en kooldi-
De conclusie van het proefschrift was dat vooral bewust-
de meest ideale combinatie van diagnostische tests is.
oxideafgifte als gevolg.
wording van spelers en trainers ten aanzien van sportief
Hierbij werd ook gebruik gemaakt van een vergelijking
gedrag en spelregelkennis prioriteit heeft als primaire
met een controlegroep sporters zonder klachten. Met
preventie van blessures.
name gespecialiseerd Echo-doppler onderzoek en de
B.M. Pluim The athlete’s heart; a physiological or a pathological phenomenon?
meest sensitief. MRA toonde een afknikking van de gemeenschappelijke bekkenslagader beter aan dan Echo-
Universiteit Maastricht, 2001
(top)sporters. In dit proefschrift werd de etiologie, diag-
doppler, terwijl Echo-doppler bij de beentak het meest
In dit proefschrift werden de effecten van het gebruik
nosemethode en arthroscopische behandeling van deze
Rijksuniversiteit Leiden, 1998
efficiënt was.
van androgene-anabole steroïden (AAS) op lichaams-
klacht onderzocht.
Naar aanleiding van de onrust over het sporthart werd
De pathologie bleek te bestaan uit een afknikking van
samenstelling en het hart- en vaatstelsel onderzocht bij
Een kadaver- en veldstudie onderschreven niet de
in dit proefschrift de verschillen tussen het patho-
de bekkenslagader door een fixatie via een zijtakje aan
krachtsporters . Hiertoe werden twee studies verricht.
vroegere hypothese dat repeterende tractie aan het ge-
logisch vergrote hart en het vergrote hart van een
de heupbuikspier, door verbindweefseling ter plaatse of,
In studie 1 werden 16 krachtsporters onderzocht in een
wrichtskapsel een oorzaak zou zijn. Wel was er een cor-
sporter, alsmede de verschillen tussen kracht- en duur-
zelden, door een te lange slagader.
dubbelblinde placebogecontroleerde studie die gedu-
relatie met de schietbeweging en plaats van de voetbal
sporters onderzocht. Hierbij werd gebruik gemaakt van
Naast de mogelijkheid van vaatreconstructie, werd ook
rende 8 weken 200 mg nandrolon decanoaat of placebo
op de voet, waarmee de hypothese wordt ondersteund
magnetische resonantie imaging (MRI) en spectrosco-
gekeken naar een alternatieve behandeling door het op-
intramusculair kregen toegediend. In studie 2 werden 35
dat de osteofytvorming het gevolg is van repeterende
pie (MRS), 2-dimensionale echocardiografische opper-
heffen van de fixatie door het losmaken van de gemeen-
krachtsporters gevolgd die zelf een “cocktail” van ver-
(micro)traumata.
vlakte- lengte methoden en één dimensionale M-mode
schappelijke bekkenslagader en de beentak. Bij 20 van
schillende AAS in zeer hoge (supratherapeutische) dose-
In het tweede deel van het proefschrift wordt onderzoek
echocardiografie.
de 23 patiënten werd post-operatief zowel een subjec-
ringen hadden samengesteld, zowel gedurende kortdu-
gedaan naar röntgenopnamen bij zowel kadavers als
Bij het opmeten van het hart bleek dat van de echogra-
tieve als objectieve verbetering gevonden.
rend (8 weken) als ook na langduriger (12-16 weken)
sporters. De conclusie van dit onderzoek was dat de
fische methodes, de methode volgens de American Soci-
De conclusie van het proefschrift is dat functionele
gebruik van deze middelen. Zij werden vergeleken met
combinatie van laterale röntgenopnamen en een Antero-
ety of Echocardiography het nauwkeurigste was. MRI en
vaatafklemming vaak (te) laat wordt herkend, maar mits
krachtsporters die zonder ondersteuning van dopingge-
Mediale Impingement röntgenopname het betrouwbaar-
MRS lieten zien dat er sprake was van linker ventrikel-
herkend goed behandelbaar is.
duide middelen trainden.
ste is.
De resultaten toonden dat het gebruik van hoge dose-
Tenslotte worden twee prospectieve klinische trials
ringen AAS gedurende 8 weken tot meer toename van
beschreven van de behandeling van het syndroom
het lichaamsgewicht en de vetvrije massa leidde dan
door middel van een arthroscopische behandeling en
van hypertrofie en hartritme variabiliteit. Duursporters
A.R. Hoogeveen The lactate and ventilatory response to exercise in endurance athletes
lage doseringen, terwijl ook de grootte van de spierve-
het effect na twee en na 5 - 8 jaar. Patiënten zonder
hebben doorgaans een groter hart, terwijl krachtspor-
Universiteit Maastricht, 2001
zels met circa 12% toenam. Tevens bleek dat langduriger
gewrichtsspleetversmalling en minder dan twee jaar pijn
ters een dikker hart hebben. Het verschil is echter niet
Lactaat kan in potentie veel bijdragen aan het geven
(12-16 weken) gebruik van AAS niet tot grotere effecten
voorafgaand aan de behandeling hadden de beste prog-
zo groot dat een atleet op basis hiervan als duur- of
van trainingsadviezen voor topsporters. Tot nu toe
op de lichaamssamenstelling leidde dan kortdurend (8
nose. Bij patiënten met een gewrichtsspleetsversmalling
krachtsporter geclassificeerd kan worden.
ontbrak het echter aan duidelijke definities en interpre-
weken) gebruik. Nandrolon decanoaat als monotherapie
werd echter geen toename van de gewrichtsspleetsver-
De conclusie van het proefschrift is dat het sporthart
taties. In dit proefschrift wordt een overzicht gegeven
had geen effect op de spiervezelgrootte.
smalling gezien. In tweederde van de gevallen trad op-
vooral een fysiologisch fenomeen en geen duidelijk pa-
van de relatie tussen lactaat en de ventilatoire respons,
AAS hadden geen effect op echocardiografisch bepaalde
nieuw osteofytvorming op, echter de tevredenheid van
thologisch fenomeen is. Men zal echter wel alert moeten
waarbij de theorie wordt getoetst aan de praktijk.
hartgrootte en –functie, onafhankelijk van de doseringen
de patiënten bleef hetzelfde.
zijn op uitzonderlijke gevallen van linker ventrikelhyper-
Bij competitie- en elite wielrenners werd het lactaat
en van het soort middelen die toegediend werden. Wel
trofie en ECG-afwijkingen.
bepaald, de ventilatoire respons gemeten en werd de
leidde toediening van hogere doseringen AAS tot ern-
VO2-kinetiek in kaart gebracht. Hierbij werd geconclu-
stige verstoring van de vetstatus (o.a. cholesterol) in het
deerd dat een enkele lactaatmeting onvoldoende is en
bloed, hetgeen een verhoogd atherogeen risico inhoudt.
de ventilatoire respons een beter beeld geeft van het
Bij de personen die langduriger AAS gebruikten waren
prestatievermogen.
deze bijwerkingen ernstiger en na stoppen van AAS
hypertrofie, echter zonder pathologische veranderingen in vorm, functie of hoog-energetisch fosfaat metabolisme. Er werd geen relatie gevonden tussen de mate
G. Schep Functional vascular problems in the iliac arteries in endurance athletes. A new concept to explain flow limitations: diagnosis and treatment.
162
H. Tol Etiology, diagnosis and arthroscopic treatment of the anterior ankle impingement syndrome.
F. Hartgens Androgenic-anabolic steroid use in strength athlethes; effects on body compensition and cardiovasculair system
enkel – arm bloeddruk na een inspanningstest was het
Universiteit van Amsterdam, 2003 Het anterieur enkel impingement syndroom (footballer’s ankle) is een oorzaak van chronische enkelklachten bij
gebruik duurde het herstel van de ontregelde vetstatus Daarnaast was de snelle zuurstofopname bij het star-
Universiteit Utrecht, 2001
ten van een blokbelasting tekenend voor een goede
In dit proefschrift wordt het fenomeen van vaatafklemming
duurconditie. Bij sporters in wedstrijdvorm kan er zelfs
bij sporters onderzocht naar aanleiding van een wielren-
sprake zijn van een zogenaamde O2-overshoot. Verder
ner met onverklaarde claudicatio klachten. Het proefschrift
wordt er een relatie gevonden tussen het grote aantal
bespreekt de diagnose, pathologie en behandeling.
trainingsjaren en een toegenomen efficiëntie van de
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
4
langer dan bij kortdurende toediening.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
163
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
4.3 Opleiding tot sportarts
S. van Berkel, sportarts Knees in Need. Neuromuscular control of the ACL deficient knee
complicaties hadden ontwikkeld. Uiteindelijk bleek
Vrije Universiteit Amsterdam, 2006
HbA1c te geven, terwijl de fitheid en spierkracht met
In dit proefschrift worden enkele studies beschreven
gemiddeld 15% toenam.
waarin de coördinatiepatronen en de schuifkrachten in de
In vervolgonderzoek werd bij een eerstelijns diabetespo-
knie worden bestudeerd na een voorste kruisband (VKB)
pulatie de effectiviteit van een sportief wandelprogram-
ruptuur.
ma vergeleken met medische fitness. Beide programma’s
In twee verschillende studies werd aangetoond dat
bleken na één een jaar gemiddeld even effectief qua
patiënten in sommige situaties een lager kniemoment
bloeddruk en bloedglucoseregulatie. Ondanks een
leverden en in condities met kleinere kniehoeken meer
deskundige begeleiding viel 60% na een jaar uit en dit
co-contractie vertoonden (gelijktijdig aanspannen van
bleek voor de helft terug te voeren op overbelastings-
Sportartsen hebben na hun afgeronde studie genees-
Periode 2
knie-extensoren en flexoren), echter niet wanneer er een
klachten van het bewegingsapparaat.
kunde een vierjarige, fulltime opleiding tot sportarts ge-
• Module Sportgeneeskunde: 9 maanden
geïsoleerde schuifkracht op de knie werd gelegd.
een programma bestaande uit krachttraining en hoog intensieve intervaltraining een daling van bloeddruk en
volgd. Deze opleiding is als volgt modulair opgebouwd:
Met behulp van MRI werden de peesrichtingen van de
en vaardigheden opdoet om als sportarts adequaat Periode 1
consultaties en (preventief ) sportmedische onderzoe-
onwaarschijnlijk is dat co-contractie direct leidt tot een
• Module Cardiologie: 9 maanden
ken te kunnen uitvoeren bij de verschillende doel-
afname van de voorwaartse afschuifkracht in kniehoeken
Doel van de module is dat de arts in opleiding
groepen, waarbij de complexiteit van deze handelin-
tussen 0° en 30°. De peesrichtingen werden gebruikt in
tot sportarts (aios) voldoende kennis en vaardig
gen en de eigen verantwoordelijkheid van de aios
een EMG-gestuurd model. Hiermee werden de krachten
heden opdoet om in zijn hoedanigheid als sportarts
naar het einde van de module toeneemt.
in de knie berekend tijdens strekkingen van het hele
mensen met een cardiologische aandoening te kun-
been in verschillende houdingen. Geconcludeerd werd
nen herkennen en te kunnen behandelen / adviseren
Doel van de module is dat de aios leert om als
dat VKBpatiënten niet selectief een lagere schuif- of
(met name t.a.v. trainingsbelasting en cardiologische
sportarts zich voldoende kennis en vaardigheden
compressiekracht produceerden, maar een lagere totale
revalidatie) dan wel adequaat te kunnen verwijzen.
op het gebied van de ‘eerstelijns gezondheidszorg’
kracht. Opvallend was verder de grote inter-individuele
Tevens wordt de sportarts opgeleid om adequaat
eigen te maken zodat hij oplossingen kan bieden bij
variatie in peeshoeken. Dit suggereert dat de hoeveelheid
te kunnen handelen bij ‘(life threatening) cardiac
de begeleiding van sportploegen, met als nevendoel-
events’.
stelling in de thuissituatie van de sporter goed met
schuifkrachten tegen te gaan erg persoonsafhankelijk is.
• Module Pulmonologie: 3 maanden Doel van de module is dat de aios voldoende kennis
• Module Huisartsgeneeskunde: 3 maanden1
diens huisarts samen te kunnen werken. • Module Wetenschappelijk onderzoek; 3 maanden1
S. Praet Exercise therapy in Type 2 diabetes
en vaardigheden opdoet om in zijn hoedanigheid als
Doel van de module is dat de aios in staat is weten-
sportarts mensen met een pulmonologische aan-
schappelijk onderzoek en literatuur op het gebied
Universiteit Maastricht, 2007
doening (met name inspanningsastma en COPD) te
van de sportgeneeskunde te interpreteren en te
De prevalentie van diabetes mellitus type 2 neemt de
herkennen en te kunnen behandelen dan wel ade
beoordelen op wetenschappelijke kwaliteit, alsook
komende jaren sterk toe. Alhoewel het positieve effect
quaat te kunnen verwijzen.
te participeren in basaal wetenschappelijk onderzoek
van lichaamsbeweging bij diabetes mellitus inmiddels
• Module Orthopedie: 12 maanden
op zijn gebied.
is vastgesteld, wordt het in de praktijk nog nauwelijks
Doel van de module is dat de aios voldoende kennis
toegepast als behandeling. In dit proefschrift wordt de
en vaardigheden opdoet om in zijn hoedanigheid als
1 in de praktijk lopen zowel de module Huisartsgeneeskunde als de mo-
haalbaarheid en effectiviteit onderzocht van zowel kor-
sportarts mensen met een orthopedische en trauma-
dule en Wetenschappelijk onderzoek vaak door tot in periode 3
te-, middellange-, als langetermijn beweeginterventies in
tologische aandoening te herkennen en te kunnen
verschillende subpopulaties diabetespatienten. De acute
behandelen / te kunnen adviseren t.a.v. het revalida-
Periode 3
effecten op de glucoseregulatie werd mede bepaald
tietraject dan wel adequaat te kunnen verwijzen.
• Module Sportgeneeskunde: 9 maanden De opleiding wordt afgesloten met een tweede mo
door continue glucose monitoring (CGMS). CGMS blijkt
164
Doel van de module is dat de aios voldoende kennis
pezen rond de knie bepaald. Deze studie liet zien dat het
schuifkracht die wordt geproduceerd en de potentie om
ook van aanvullende waarde om de glucose ontregeling
Naar het einde van deze modules toe zal steeds meer
dule Sportgeneeskunde, waarin alle opgedane ken-
beter in beeld te brengen .
ruimte ingebouwd worden voor werkzaamheden met een
nis en vaardigheden geïntegreerd toegepast moeten
evident raakvlak met de sportgeneeskunde.
kunnen worden. Dat uit zich onder andere in het
Het beweeginterventieprogramma richtte zich in eerste
kunnen begeleiden / revalideren van zowel mensen
instantie op tweedelijns diabetespatiënten die reeds
met een (ernstige) chronische aandoening als top
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
4
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
165
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Opleidingsregio’s
4
Heerenveen Sportmedisch Centrum Heerenveen
Amersfoort / Baarn
Dalhuysenstraat 10
Meander Medisch Centrum
Postbus 272
Molenweg 2
8440 AG Heerenveen
3743 CM Baarn
0513-627175
033-8505050
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: H.J.P.A. du Bois
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: H.B. Plemper
Aios: H. van de Veen
Aios: P. van Veldhoven, M. Inklaar, G. van der Slagmolen, E. van Dorssen
Nijmegen Sanasport / Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
• sporters en het invullen van sportmedische begelei
Amsterdam
Weg door Jonkersbos 90
SMA Regio Amsterdam
Postbus 31100
Jan van Galenstraat 335
6503 CC Nijmegen
geneeskunde (SGRC). De sportartsen moeten zich peri-
Postbus 9243
024-3657716
dingswerkzaamheden.
odiek in dit register laten herregistreren, waarbij moet
1006 AE Amsterdam
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: W.M. van Teeffelen
Deze tweede module kan ingevuld worden op een
worden voldaan aan bepaalde criteria op het gebied van
020-5108768
Aios: K. Jansen, H. Kneepkens, M. van Rijswijck,
andere werkplek dan de eerste module Sportge-
na- en bijscholing, intercollegiale toetsing en uitgevoerde
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: S. Goedegebuure
M. Naeff, P. Keijsers
neeskunde, waarmee de aios zich in zijn opleiding
werkzaamheden.
Aios: W. van der Ende-Kastelijn, J. Heere, D. Kok,
al kan differentiëren binnen het werkterrein van de
Meer informatie hierover is te vinden via
F. Kappelhof
Sportgeneeskunde.
www.sportgeneeskunde.com bij de VSG.
Roermond / Venray SGA Laurentius Ziekenhuis / SMA Vitaal
Den Haag / Leidschendam
Mgr. Driessenstraat 6
Het (klinisch / inspannings-)fysiologieonderwijs loopt
SGA Medisch Centrum Haaglanden
Postbus 920
zowel qua tijd als qua inhoud door de verschillende mo-
Burg. Banninglaan 1
6040 AX Roermond
dules heen en bestaat uit:
2262 BA Leidschendam
0475-382222
070-3574444
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G.M.E. Janssen / P.R.
• zelfstudie met afsluitende toets;
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: Th.C. de Winter
Eijkelenboom. Aios: R. Timmermans, B. Peijs, M. de Koning
• cursorisch onderwijs;
Aios: B. Bulder, P. Groenenboom, F. Groot, R.J. de Vos
• de schriftelijke verslaglegging van een (vastgelegd) aantal uiteenlopende inspanningstesten.
Utrecht / Zeist Eindhoven / Veldhoven
SGA UMC Utrecht
Maxima Medisch Centrum
Heidelberglaan 100
In het schema bovenaan de pagina wordt de opbouw
De Run 4600
Postbus 85500
van de opleiding schematisch samengevat.
Postbus 7777
3508 GA Utrecht
5500 MB Veldhoven
088-7555555
Gedurende de vierjarige opleiding volgt de sportarts
040-8888688
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: F.J.G. Backx
in opleiding ook cursorisch en thematisch onderwijs.
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G. Schep /
Aios: D. Sluijs, A. Hindriks, K. Thijs, H. Joosten
Het opleidingsinstituut (NIOS) organiseert gemiddeld
A.R. Hoogeveen. Aios: V. Niemeijer, S. Bouts, M. Beelen
minimaal één cursusdag per maand en ook de oplei
Zwolle
dingsinrichtingen zelf organiseren thematisch onderwijs.
Groningen
Sportgeneeskunde Isala klinieken
Het is de bedoeling dat er wekelijks aandacht besteed
Sportmedisch Centrum UMCG
Groot Weezenland 20
wordt aan het houden van referaten, voordrachten of
Hanzeplein 1
Postbus 10500
patiëntenbesprekingen en het uitvoeren van
7900 RB Groningen
8000 GM Zwolle
(praktijk-)opdrachten.
Triadegebouw (nr. 23)
038-4245000
050-3617700
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G.C. van Enst (tot 01-04-
Meer informatie over de opleiding tot sportarts is te
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: S.W. Bredeweg
2010) / T. Brandon (vanaf 01-04-2010) Aios: P. Komdeur, S. van
vinden via www.sportgeneeskunde.com bij het NIOS.
Aios: M. Brinkman, F. Riedstra
Berkel, S. Jacolino, A. Snoek, P. Sengkerij
Na afronding van de vierjarige opleiding wordt de sportarts ingeschreven in het register van de sociale
166
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
167
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
4.4 Onderwijs/Bij- en nascholing
grote inbreuk op het (privé)leven van de sporters.
Sportmedische Aspecten van Wielrennen
Ook voor de begeleidende artsen is er veel extra re-
17 en 18 september 2009
gelgeving waar men zich aan dient te houden. Daarom
De doelstelling van de cursus was om artsen in vier
stond deze wetenschappelijke avond geheel in het
dagdelen te scholen in de sport-medische randvoorwaar-
teken van de actuele zaken op het gebied van het (anti)
den bij een verantwoorde beoefening van de wieler-
dopingbeleid. Aan de orde kwamen nieuwe regels voor
sport. In de cursus werd o.a. aandacht besteed aan de
aanvraag TUE, bloeddoping, whereabouts, e.d..
(trainings)fysiologie, biomechanische afstelling van de
4
fiets, voedingsaspecten, het screenend bloedonderzoek Injectietechnieken Bovenste Extremiteiten 24 april 2009
(biologisch paspoort), de cardiologische precompeti-
Naast een algemene kennismaking met indicatiegebie-
tiescreening en de specifieke keuringsrichtlijnen van de
den en technieken van het injecteren, behandelde deze
wielersport. Bij de bespreking van deze keuringsrichtlij-
cursus drie gebiedenvan de bovenste extremiteiten en
nen werden de eisen van de Internationale Wieler Unie
Door de SOS georganiseerde cursussen in 2009
Inspanningsastma bij sporters 6 maart 2009
wel de schouder, de elleboog en de hand/pols. Van elk
(UCI) en die van de SCAS (Stichting Certificering Actoren
Doping 16 januari 2009
De laatste jaren is het inzicht in de pathofysiologie van
van de drie indicatiegebieden werden, naast de alge-
in de Sportgezondheidszorg) als leidraad gehanteerd. De
De doelstelling van deze module was (sport)artsen op
(inspannings)astma als inflammatoir ziektebeeld snel
mene anatomie, de indicaties en injectietechnieken be-
bespreking van de sportspecifieke blessures en de keu-
de hoogte te stellen van de stand van zaken en de ont-
veranderd. Daarnaast neemt de incidentie gestaag toe,
sproken. Hierna werd het injecteren per indicatiegebied
ringsrichtlijnen geschiedde aan de hand van casuïstiek.
wikkelingen in het antidopingbeleid (nationaal/interna-
waardoor het voor een (sport)arts steeds belangrijker
geoefend in kleine groepjes.
In het programma was ook ruimte opgenomen om ken-
tionaal) en de epidemiologie van dopinggebruik. Vrijwel
wordt dit (ziekte)beeld goed te herkennen en te weten
Nadat de injectietechnieken op alle drie de gebieden
nis te maken met het afstellen van de fiets en de eigen
alle (sport)artsen worden van tijd tot tijd geconfron-
hoe de diagnostiek en behandeling hiervan is. Hetzelfde
geoefend waren, volgde ter controle de dissectie van de
praktijk van het baanwielrennen.
teerd met vragen over doping en het antidopingbeleid.
geldt ook voor COPD. Bij deze cursus werd de NHG-
geïnjecteerde gebieden.
Daarom heeft de SOS de cursus ‘Antidopingbeleid voor
standaard ‘COPD en astma bij volwassenen’ als uit-
(sport)artsen’ ontwikkeld. Deze cursus is bedoeld om
gangspunt gebruikt.
(sport) artsen (i.o.) wegwijs te maken in de dopingpro-
VSG Wetenschappelijke avond 24 september 2009 Injectietechnieken Onderste Extremiteiten 29 mei 2009
De derde bijeenkomst van dit jaar stond in het teken
Deze cursus behandelde drie gebieden van de onder-
van de cardiologie: “De Bloeddruk”.
blematiek en het antidopingbeleid, zoals dat nationaal
Basiscursus Sportgeneeskunde 9, 10 en 11 april 2009
ste extremiteiten en wel de heup, de knie en de enkel.
Binnen de sportgeneeskunde heeft de cardiologie een
en internationaal is vormgegeven en de ontwikkelingen
In de dagelijkse praktijk worden artsen in toenemende
Van elk van de drie indicatiegebieden werden, naast de
groot aandeel in de sportmedische onderzoeken. Bij ie-
hierin. Hierbij werden beleidsmatige aspecten (wetge-
mate geconfronteerd met vragen over sportblessures,
algemene anatomie, de indicaties en de specifieke injec-
dere cliënt wordt de bloeddruk gemeten en meestal zien
ving, controle, voorlichting) belicht, maar er werd ook
een actieve leefstijl en sportadvisering bij patiënten met
tietechnieken besproken. Hierna werd het injecteren per
we een normale bloeddruk, maar het komt voor dat de
aandacht besteed aan de problematiek van de vervui-
een chronische aandoening. Tijdens deze cursus kwamen
indicatiegebied geoefend in kleine groepjes in de snij-
bloeddruk te hoog of te laag is.
ling van voedingssupplementen, de werking en bijwer-
de meest recente inzichten over de gunstige en nadelige
zaal. Nadat de injectietechnieken op de drie gebieden
Ook bij de inspanningstesten wordt de bloeddruk regel-
kingen van dopingmiddelen en de epidemiologie van
effecten van sporten en bewegen aan bod. Er werd uitge-
geoefend waren, volgde ter controle de dissectie van de
matig gemeten en daarbij worden allerlei variaties waar-
het dopinggebruik.
breid ingegaan op het praktisch handelen in de praktijk,
geïnjecteerde gebieden.
genomen. Zowel een te lage als een te hoge bloeddruk
door veel met casuïstiek, workshops en practica te werVSG Wetenschappelijke avond 3 februari 2009
ken. De cursus is zeer praktisch van opzet en reikt kennis
Beeldvormende Technieken 10 september 2009
avond besteed aan de bloeddruk: wat zijn de mechanie-
In het kader van de deskundigheidsbevordering organi-
en vaardigheden aan over veel voorkomende sportmedi-
De sportgeneeskunde heeft zich in het laatste decen-
ken die er aan bloeddrukverschillen ten grondslag lig-
seert de Vereniging voor Sportgenees-kunde (VSG) ieder
sche problemen uit de dagelijkse praktijk.
nium steeds meer ontwikkeld in de richting van een kli-
gen en wat zijn de huidige inzichten over behandeling.
jaar Wetenschappelijke Bijeenkomsten.
De cursus stond in 2009 nog driemaal op het program-
nisch specialisme. Het is voor de huidige sportarts (i.o.)
De eerste van deze bijeenkomsten stond in het teken
ma en wel op 18, 19 en 20 juni, op 1, 2 en 3 oktober en
essentieel een goed inzicht te hebben in de (on)moge-
Workshop De Voet 29 september 2009
van de inspanningsgerelateerde buikklachten.
op 10, 11 en 12 december.
lijkheden van beeldvormende technieken bij aandoe-
De voet is in de kinematische keten het contactpunt
Tijdens de lezingen zijn de volgende onderwerpen
ningen van het bewegingsapparaat en wat de indicaties
met de ondergrond. In de meeste vormen van bewegen
besproken:
VSG Wetenschappelijke avond 23 april 2009
zijn om deze aan te vragen.
speelt deze schakel dan ook een belangrijke rol. Blessu-
- de fysiologie van de buik tijdens inspanning;
De tweede bijeenkomst van dit jaar stond in het teken van
Hiertoe wordt ieder jaar een cursus van een dagdeel
res aan de voet, aangeboren afwijkingen of veranderde
- pathofysiologie;
‘Doping’. Om in de sport aan de top mee te blijven doen
georganiseerd dat beoogt een verdieping te geven van
functie van de voet zullen invloed hebben op de normale
- prevalentie;
is goed presteren noodzakelijk. Een aantal sporters maakt
de kennis die in de praktijk van de opleiding wordt op-
bewegingspatronen. Dit kan zijn uitwerking hebben op
- klachten;
gebruik van doping om hun prestaties te verbeteren. Som-
gedaan. Bij deze cursus wordt veel ruimte geboden voor
aangrenzende gewrichten.
- diagnostiek;
mige middelen zijn toegestaan, andere zijn streng verbo-
interactie met de docenten. In 2009 werd de cursus
Veel welwillende mensen hebben een idee over de
- mogelijke behandeling van de inspanningsgerelateerde
den. De maatregelen die de laatste jaren getroffen zijn om
ingevuld aan de hand van casuïstiek van sportblessures
verzorging van de voet, ondersteuning en blessures.
het gebruik van verboden middelen op te sporen zijn een
van de lies/heup.
Alle hardlopers hebben ermee te maken dat er veel
buikklachten.
168
kan zorgen barenen daarom werd deze cardiologische
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
169
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
mensen over hun basis van bewegen een menig heb-
In de cursus wilden de docenten bij de deelnemers een
sche Wielren Unie (KNWU), is er in 2001 gestart met de
Tapen en Bandageren voor doktersassistenten
ben. De schoen als hulpmiddel voor de voet is dan ook
denkproces op gang brengen waarmee ze zelf nieuwe
certificering van de soigneurs. De certificering zorgt voor
Deze cursus werd in samenwerking met de fa. Postgrade
erg belangrijk. Hoe wordt deze als beste geadviseerd.
problemen kunnen oplossen. De cursisten dienden de
een bepaalde garantie van de kwaliteit van deze binnen
dit jaar 5 keer georganiseerd. Aan het einde van deze
Inzicht in de anatomie is voor het dynamisch bewegen
syllabus voorafgaande aan de cursus door te lezen en
de sportmedische structuur van de KNWU belangrijke
cursus konden de assistenten verschillende immobilisa-
van groot belang. Diagnostiek van de voorkomende
dienden kennis te hebben genomen van hoofdstuk 26
groep. Eén van de eisen voor het verkrijgen van een
tietechnieken toepassen en de gevolgen hiervan voor
problematiek en de juiste behandeling met de nieuwe
‘Sport Diving’ uit de vijfde editie uit Excercise Physiology
certificaat voor soigneurs is het volgen van de Basis-
het weefsel inschatten. Verder hadden zij een globale
inzichten moeten deskundig worden benaderd. Al met
van McArdle.
cursus Soigneurs. De door de Stichting Opleidingen in
kennis over pathologie en de bijbehorende biologische
de Sportgeneeskunde (SOS) in samenwerking met de
herstelprocessen van de weefsels. Zij hebben nu kennis
Tapen, Bandageren en Bracen 11 november 2009
KNWU georganiseerde Basiscursus Soigneurs bevatte de
van de verschillende materialen en kunnen de sporter
Zowel in de sportgeneeskundige praktijk als in de huis-
door het College van Deskundigen Soigneurs vastge-
adviseren en begeleiden bij het afbouwen van de im-
Trainingsfysiologie, 8 en 9 oktober en 3 en
artsenpraktijk zal een (sport)arts indicaties tegenkomen
stelde onderwerpen.
mobilisatie.
4 november 2009
voor het aanleggen van een tape, bandage of brace.
Sportartsen worden in de dagelijkse praktijk gecon-
In sommige gevallen kan de (sport) arts de fysiothera-
Huisarts en Sport, diverse modules, diverse data
fronteerd met vragen van sporters. Relatief vaak zullen
peut of masseur bijstaan in de behandeling, in andere
in 2009
vragen gesteld worden over de fysieke belastbaarheid
situaties zal hij zelf de behandeling ter hand nemen.
In samenwerking met de fa. Pfizer zijn dit jaar enkele
Nascholingen georganiseerd i.s.m. Stichting KOEL
en de sporthervatting na een blessure of ziekte. Soms
Daarnaast wordt de arts geconsulteerd over de aanschaf
modules van Huisarts en Sport georganiseerd. Huisarts
Stichting Kwaliteit en Ondersteuning Eerstelijnszorg
ook zijn het vragen over de relatie van de (trainings-)
en het gebruik van braces. De kennis en vaardigheden
en Sport is een meerjarenprogramma dat tot stand is
(KOEL) is de regionale
belasting - belastbaarheid bij het ontstaan van een bles-
die hiervoor nodig zijn werden in deze cursus geleerd.
gekomen op initiatief van NOC*NSF, dat wordt uitge-
ondersteuningsstructuur (ROS) voor de regio Zuid-Hol-
sure, een prestatiestagnatie of een algemeen overbelas-
De cursus had tot doel de (sport)arts die zich bezighoudt
voerd door de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG)
land Zuid. KOEL richt zich op kwaliteitsverbetering van
tingsbeeld. Vragen die betrekking hebben op de inhoud
met sportgeneeskunde, inzicht te verschaffen in materi-
en dat wordt mogelijk gemaakt door het Ministerie van
zorg door opleiding en ondersteuning van alle eerste-
en de opbouw van een trainingsprogramma.
aalkennis, terminologie, theoretische achtergronden en
Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Huisarts en Sport be-
lijns disciplines.
Om sporters goed te kunnen adviseren zal de (sport)
het indicatiegebied van bandageren, tapen en bracen.
staat uit een aantal modules van ieder drie uur, waarin
In het kader van het gekozen jaarthema ‘Bewegen en
arts (i.o.) een inschatting moeten kunnen maken van
Daarnaast werd een aantal veelvoorkomende technieken
de huisarts wordt geleerd wat erbij komt kijken om
Sport’ heeft Stichting KOEL de VSG gevraagd om de in-
de belastbaarheid, de sporter hierover moeten kunnen
besproken, gedemonstreerd en geoefend.
een patiënt in de sport te adviseren, maar ook om een
houd te verzorgen van een tweetal cursussen, rekening
al was het een goed idee om de problemen van de voet weer eens op te frissen.
adviseren en in overleg kunnen treden met de (revalida-
170
De cursussen vonden plaats op: 5 maart, 22 april, 19 mei, 13 oktober en 12 november 2009.
patiënt juist aan het bewegen te krijgen of meer te laten
houdend met de wensen van Stichting KOEL.
tie) trainer van de desbetreffende sporter. In de module
Sportarts bij een sportorganisatie 17 november 2009
bewegen.
In navolging hiervan is de cursus ‘Triage en sportblessu-
‘trainingsfysiologie’ werd nader op deze onderwerpen
Een mogelijke werkplek voor een (sport)arts is een
Achterliggend motief is de relatie tussen huisarts en
res onderste extremiteit’ georganiseerd voor de doel-
ingegaan. In acht dagdelen werden tijdens deze cursus
sportorganisatie. Er zijn verschillende sportorganisaties,
sporter op het gebied van sport, bewegen en gezond-
groep doktersassistenten op 14 mei, 9 september en 8
de motorische grondeigenschappen kracht, snelheid, uit-
denk bijvoorbeeld aan het NOC*NSF, een sportbond of
heid te verbeteren. In het bijzonder gaat het om: diag-
oktober. Daarnaast is de cursus ‘Bewegingsapparaat;
houdingsvermogen, coördinatie en lenigheid behandeld.
een (professionele) sportploeg/-club. Het werken bin-
nostiek, behandeling en preventie van gezondheidspro-
Sportgeneeskunde’ voor de doelgroep huisartsen geor-
nen een sportorganisatie heeft specifieke kenmerken.
blemen en bewegingsstimulering in het kader van het
ganiseerd waarin de meest voorkomende blessures van
Opfriscursus Duiken 5 en 6 november 2009
De invulling van de sportmedische begeleiding van
bevorderen van een gezonde leefstijl (ook voor mensen
knie, achillespees, enkel, schouder, rug en lies aan bod
Sportduiken wordt in toenemende mate als breedtesport
(top-)sporters heeft onder andere als kenmerk dat het
met chronische aandoeningen).
kwamen. Veel aandacht was er voor het onderzoek bij
beoefend. De keurende (sport) arts moet steeds vaker de
naleven van de medische geheimhoudingsplicht onder
De volgende modules zijn inmiddels ontwikkeld.
blessures, antwoord werd gegeven op het nut van tapen
invloed van chronische ziekten op de duiksport beoorde-
druk staat. Zeker als de (sport)arts werkzaam is bij een
• Module 1: Onderbeenklachten (Scheenbeenklachten/
bij enkelletsel en het nut van oefentherapie en werd
len of voorlichting geven over beperkingen die chronische
professionele sportclub of uitgezonden wordt naar een
ziektebeelden voor de duiksport betekenen. De richtlij-
(inter)nationaal toernooi, ziet de buitenwereld dit als
nen hierover zijn deels verouderd of zijn meningen van
een erebaantje of vakantie. Insiders weten echter dat
experts, inmiddels zijn een aantal richtlijnen evidence-
voor deze sportmedische begeleiding specifieke kennis
based.
en attitude onontbeerlijk zijn. In de cursus “(Sport)arts
In de dagelijkse (sportmedische) praktijk blijkt dat er veel
werkzaam bij een sportorganisatie” hebben sprekers
vragen zijn van (spor-)artsen over duikgerelateerde pro-
met veel eigen ervaring relevante onderwerpen aan de
blemen. Juist deze casuïstiek was voor de beide docenten
orde gesteld.
richtlijn bij de te behandelen problematiek. De cursus
Achillespeesklachten); • Module 2: Overbelastingsblessures Knie (Pijnklachten buitenzijde knie/voorzijde knie); • Module 3: Klachten Liesstreek/bil (Pijnklachten Bil/ Liesklachten);
ingegaan op doping, medicatie, overtraining en actieve leefstijl. Deze cursus heeft plaatsgevonden van 17 tot 24 januari en van 15 tot 19 september in Oostenrijk en op 7 april, 18 juni, 15 november en 11 december in Nederland.
• Module 4: Chronische aandoeningen en sport (10 casuïstiek); • Module 5: Actieve Leefstijl (4 casuïstieken); • Module 6: Lage rugklachten;
sloot goed aan bij de praktijk van de (sport)arts die voor-
Basiscursus Soigneurs 12 en 19 december 2009
• Module 7: Nek- en hoge rugklachten;
al recreatieve duikers keurt. Ook werd aandacht besteed
In het kader van de kwaliteitsverbetering van de sport-
• Module 8: Chronische schouderklachten.
aan de behandeling en preventie van duikongevallen.
medische begeleiding binnen de Koninklijke Nederland-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
4
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
171
4
Wetenschap en onderwijs
4.5 VSG Congres
Donderdag 3 en vrijdag 4 december 2009 heeft voor de
Aansluitend vond er een aperitief en diner plaats en
vijfde maal het jaarlijkse Sportmedisch Wetenschappelijk
brachten de sportartsen en sportartsen i.o. hun muzikale
Congres Sport, Bewegen en Gezondheid, georganiseerd
talenten ten gehore. Daarnaast werd sportarts Peter van
door de VSG, plaatsgevonden. Ruim 300 deelnemers
Beek in het zonnetje gezet. Hij werd benoemd tot Lid van
en 15 standhouders waren getuige van een geslaagd con-
Verdienste van de VSG voor zijn bijzondere bijdrage aan
gres. De reacties waren wederom overweldigend.
de sportgeneeskunde.
In tegenstelling tot voorgaande jaren werd begonnen om
Op de tweede dag brachten invited speakers in parallel-
11.00 uur. Voorzitter van de VSG, Don de Winter opende
sessies samen de belangrijkste innovaties en nieuwe in-
het congres. Daarna was het de beurt aan Prof. dr. E. Wit-
zichten naar voren. De dag begon met een plenaire lezing
vrouw met een lezing over preventie en etiopathogenese
van Prof. dr. D. Corrado over ‘The role of cardiovasculair
van hamstringletsels. Na de lunchpauze konden de deel-
screening for athletes of all ages’.
nemers kiezen uit drie parallelsessies sportletsel, sport-
Na deze lezing konden de deelnemers kiezen uit diverse
wetenschap en sportrevalidatie. Na de sessies kwamen
parallelsessies met onderwerpen als sportcardiologie,
de deelnemers weer plenair bijeen voor de voordracht
sportradiologie, sportdiëtetiek, sportpediatrie, gebruik
van Dr. D. Eygendaal over elleboogletsels. Aansluitend
van PRP en sportpulmonologie. Tevens kregen ruim 20
werd haar boek ‘The Elbow, treatment of basic pathology’
jonge onderzoekers de kans hun kennis uit te dragen
uitgereikt aan Don de Winter. Vervolgens was er een le-
tijdens deze sessies.
zing van Maurits Hendriks en zijn visie met betrekking tot het niveau van sportmedische kennis.
Elk jaar wordt de
De middag werd afgesloten met de uitreiking van de
prijs voor het beste
MSD Prijs voor Sportgeneeskunde. In de categorie ‘beste
abstract uitgereikt
wetenschappelijk artikel’ won Milou Beelen met haar
en de cheque van
artikel ‘Coingestion of carbohydrate and protein hydroly-
€ 1.000,-, be-
sate stimulates muscle protein synthesis during exercise
schikbaar gesteld
in young men, with no further increase during subsequent
door de Stichting
overnight recovery’ en zij ontving een cheque van € 500,-
Orthopedie en Sport, ging dit jaar naar Robert-Jan de Vos
beschikbaar gesteld door MSD.
van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam / Medisch Centrum Haaglanden Leidschendam voor zijn lezing ‘UlIn de categorie
trasonographic Tissue Characterisation van humane Achil-
‘beste proefschrift’
lespezen: kwantificatie van peesstructuur met een nieuwe
won Sander Koëter
non-invasieve methode’.
met het proefschrift ‘Patellar instability, diagnosis and treatment’ en ontving een cheque van € 2750,- tevens beschikbaar gesteld door MSD.
172
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2009
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
5
Hoofdstuk 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
173
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
5
5.1 Organisaties en adressen nationaal
Overzicht sportmedische instellingen Nederland Groningen
Zuid-Holland
Groningen
Gorinchem
Erkende Sportmedische Instellingen (SMI)
Gouda
Friesland
’s-Gravenhage
Heerenveen
Leiden Leiderdorp
Groningen
Drenthe
Leidschendam
Meppel
Rotterdam Vlaardingen
Overijssel
Woerden
Enschede Heerenveen
Zwolle
Noord-Brabant Bergen op Zoom
Meppel Hoorn
Alkmaar
Zwolle
Zaandam
Almere
Amsterdam
Utrecht
Leiden
Leidschendam
Helmond
Nijmegen
’s-Hertogenbosch
Nunspeet
Tilburg
Almere
Woerden
Utrecht
Gouda
Zeist
Papendal Amerongen
Ede
Arnhem
Spijkenisse
Gorinchem
Nijmegen
‘s-Hertogenbosch
Helmond
Terneuzen
Amerongen Baarn
Limburg
Hilversum
Maastricht
Utrecht
Roermond
Woudenberg
Sittard
Zeist
Venray
Noord-Holland
Breda Tilburg
Zeeland Middelburg
Utrecht
Woudenberg
Rotterdam
Bergen op Zoom
Eindhoven
Ede
Enschede
Hilversum
Middelburg
Arnhem
Flevoland
Nunspeet
Baarn
Aalsmeer
Vlaardingen
Breda
Veldhoven
Haarlem
Den Haag
Gelderland
Venray
Eindhoven
Aalsmeer Alkmaar
Eindhoven
Amsterdam
Terneuzen
Haarlem Roermond
Hoorn Zaandam
Sittard
Maastricht
174
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
175
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Erkende Sportmedische Instellingen (SMI)
T. 053 487 52 06
Sanasport
Utrecht
F. 053 487 54 78
Weg door Jonkerbos 90
SMA Amerongen
Groningen
E.
[email protected]
6532 SZ Nijmegen
Industrieweg Noord 4D
SMA Noord (5 locaties)
I. www.smaoost.nl
T. 024 365 77 16
3958 VT Amerongen
Laan Corpus den Hoorn 104
Sportartsen: W. Kluivers, R. Klooster
F. 024 365 77 22
T. 0343 450 028
E.
[email protected]
E.
[email protected]
9728 JR Groningen T. 050 526 20 70
Sportgeneeskunde ISALA klinieken
I. www.sanasport.nl
I. www.sportarts.org
F. 050 524 56 98
ISALA klinieken, locatie Weezenlanden
Sportartsen: W. van Teefffelen, R. Vesters, I. Hendriks
Sportartsen: G. Vroemen, R. van der Kolk
E.
[email protected]
Groot Weezenland 20
I. www.smanoord.nl
8011 JW Zwolle
SMC Maartenskliniek
SGA Meander Medisch Centrum
Sportartsen: B. Wiersma, J. Nijboer, C. Top
T. 038 424 56 98
Stadion De Goffert
Molenweg 2
E.
[email protected]
Steinweglaan 3
3743 CM Baarn
Sportmedisch Centrum UMCG
I. www.isala.nl
6532 AE Nijmegen
T. 033 850 61 41
Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)
Sportartsen: M. Vegter, G. van Enst, J. Stomphorst,
T. 024 378 65 44
E.
[email protected]
Hanzeplein 1
P. Grandjean
E.
[email protected]
I. www.meandermedischcentrum.nl
I. www.maartenskliniek.nl
Sportartsen: H. Plemper, F. van Hellemondt
9713 GZ Groningen T. 050 361 77 00
Gelderland
Sportartsen: M. Constandse-Wisse, E. van den Eede,
F. 050 361 92 51
SMC Papendal (SMCP) (4 locaties)
D. Wierper
E.
[email protected]
Nationaal Sportcentrum Papendal
I. www.sportgeneeskundegroningen.nl
Papendallaan 7
SMA Seneca
Loosdrechtse bos 17
Sportartsen: B. Bessem, S. Bredeweg, H. Zwerver
6816 VD Arnhem
Kapittelweg 33
1213 RH Hilversum
T. 026 483 44 40
6525 EN Nijmegen
T. 035 538 54 60
Friesland
F. 026 483 44 39
T. 024 353 11 83
E.
[email protected]
Sportgeneeskunde Friesland
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.zonnestraal.nl
Dalhuijsenstraat 10
I. www.smcp.nl
I. www.han-seneca.nl
Sportartsen: C. Wijne, E. Hendriks
8448 EW Heerenveen
Sportartsen: P. van Beek, F. Broekhof, L. Heere,
Sportarts: R. Kempers\s
T. 0513 627 175
R. Kempers, A. Kokshoorn, D. Oei, B. Pluim, Tj. de Vries
E.
[email protected]
SMA Zonnestraal Zonnestraal, paviljoen Ter Meulen
SGA UMC Utrecht SMA de Veluwe
Heidelberglaan 100
I. www.sportgeneeskundefriesland.nl
SMI Arnhem
Zorgplein ‘De Enk’
3584 CX Utrecht
Sportartsen: R. du Bois, C. Top, B. Wiersma
Beukenlaan 19
Stationsplein 18g
T. 088 755 88 31
6823 MA Arnhem
8071 CH Nunspeet
E.
[email protected]
Drente
T. 026 443 28 28
T. 0341 257 771
I. www.topsportgeneeskunde.nl
SGA Diaconessenhuis Meppel
E.
[email protected]
F. 0341 250 789
Sportartsen: A. Weir, F. Backx, W. van der Meulen
Diaconessenhuis
I. www.physique.nl
E.
[email protected]
Hoogeveenseweg 38
Sportartsen: T. Brandon, E. Hendriks
I. www.smaveluwe.nl
SMA Utrecht
Sportartsen: C. Wijne, A. Brons
Sportcentrum Olympos
7943 KA Meppel
5
T. 0522 23 34 65
Sportmedisch Centrum Gelderse Vallei (2 locaties)
F. 0522 23 34 19
Willy Brandtlaan 10
Flevoland
3584 CT Utrecht
E.
[email protected]
6716 RP Ede
SMA Flevoland
T. 030 253 30 77
I. www.sgameppel.nl
T. 0318 435 200
Randstad 22-01
F. 030 253 30 79
Sportarts: V. Rutgers
E.
[email protected]
1316 BN Almere
E.
[email protected]
I. www.smcgeldersevallei.nl
T. 036 534 54 59
I. www.smautrecht.nl
Overijssel
Sportartsen: E. Schoots, P. Vergouwen,
F. 036 533 52 42
Sportartsen: E. Schoots, J. Bax, E. Hendriks, J. Boelens-Quist
SMA Oost Centrum voor Revalidatie Het Roessingh
I. Gobes-de Punder
E.
[email protected]
Uppsalalaan 3
Roessinghsbleekweg 157
I. www.smaalmere.nl
SMC Medicort
7522 AH Enschede
Sportartsen: C. Wijne, S. Goedegebuure
J.C. Maylaan 6 3526 GV Utrecht
176
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
177
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 030-244 84 47
SMA Regio Amsterdam
SMA Zaanstreek/Waterland
SGA Medisch Centrum Haaglanden
E.
[email protected]
Andreasziekenhuis
Herengracht 12
Locatie Antoniushove Ziekenhuis
I. www.medicort.nl
Jan van Galenstraat 335
1506 DS Zaandam
B. Banninglaan 1
Sportarts: R. van der Kolk
1061 AZ Amsterdam
T. 075 631 18 44
2262 BA Leidschendam
T. 020 662 82 86
E.
[email protected]
T. 070 357 42 35
SMA Geerestein
E.
[email protected]
I. www.sportkeuring.nl
F. 070 357 41 14
Geeresteinselaan 26
I. www.sma-amsterdam.nl
Sportarts: F. van Hellemondt
E.
[email protected]
3931 JC Woudenberg
Sportartsen: F. Nusse, H. Plemper, C. Wijne,
T. 033 286 19 83
S. Goedegebuure
5
I. www.mchaaglanden.nl
Zuid-Holland
Sportartsen: A. Weir, Th.C. de Winter, M. Moen, J. Tol
SMA Midden Rivierengebied
F. 033 286 64 55 E.
[email protected]
SMA Olympia (2 lokaties)
Beatrix ziekenhuis
SMA Rotterdam
I. www.smageerestein.nl
Olympiaplein 74a
Banneweg 57
Topsportcentrum Rotterdam
Sportarts: E. Hendriks, J. Boelens-Quist
1076 AG Amsterdam
4204 AA Gorinchem
Van Zandvlietplein 20
T. 020 662 72 44
T. 0183 626 600
3077 AA Rotterdam
SMA Zeist
E.
[email protected]
F. 0183 699 921
T. 010 497 12 70
Sportmedisch centrum KNVB
I. www.smaolympia.nl
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Woudenbergseweg 56
Sportartsen: M. van der Werve, J. Bax
I. www.smagorinchem.nl
I. www.sma-rotterdam.nl
Sportarts: R.J.A. Visser
Sportartsen: R. van Linschoten, C. Dijkers,
3707 HX Zeist Postbus 515
SMA Jessica Gal Sportartsen
3700 AM Zeist
Stadhouderskade 2
SMA Midden Holland
T. 0343 499 285
1054 ES Amsterdam
Groene Hart Ziekenhuis, locatie Bleuland
Sportmedisch Centrum Rotterdam
F. 0343 499 288
T. 020 560 89 20
Bleulandweg 10
Sparta stadion, 4e verdieping
E.
[email protected]
E.
[email protected]
2803 HH Gouda
Spartapark Noord 1
I. www.topsportgeneeskunde.nl
I. www.jessicagal.nl
T. 0182 505 392
3027 VW Rotterdam
Sportartsen: J. Frederiks, G. Goudswaard
Sportarts: J. Gal
E.
[email protected]
T. 010 462 20 10
I. www.ghz.nl
E.
[email protected]
Sportarts: M. Alsemgeest
I. www.smc-rdam.nl
S. van der Putten, A. Nooitgedagt
Noord-Holland
SMA Regio Haarlem
SMA Aalsmeer PACA
Kennemer Sportcenter
Lakenblekerstraat 2
IJsbaanlaan 4b
SGA Diaconessenhuis Leiden
1431 GG Aalsmeer
2024 AV Haarlem
Houtlaan 55
SMA Den Haag
T. 0297 230 960
T. 023 525 80 80
2334 CK Leiden
Sweelinckplein 46
F. 0297 331 181
F. 023 525 39 95
T. 071 517 84 25
2517 GP ‘s-Gravenhage
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
T. 070 345 16 34
I. www.paca.nu
I. www.smahaarlem.nl
I. www.diaconessenhuis.nl
F. 070 345 15 70
Sportarts: Z. Fokke
Sportartsen: A. Weir, M. de Jong, H. Dijkstra
Sportarts: M. Verschure
E.
[email protected]
Sportarts: R. Rozenberg
I. www.smadenhaag.nl SMA Alkmaar en omstreken
SMA Hoorn
SGA Rijnland Ziekenhuis
Oudegracht 287
Westfries Gasthuis
Locatie St. Elisabeth & Rijnoord
1811 CJ Alkmaar
Fr. Maelsonstraat 3
Simon Smitweg 1
SMA Toppoint (2 locaties)
T. 072 520 05 08
1624 NP Hoorn
2353 GA Leiderdorp
Stadhoudersweg 1
E.
[email protected]
T. 0229 243 893
T. 071 582 86 20
3136 BW Vlaardingen
I. www.sma-alkmaar.nl
E.
[email protected]
E.
[email protected]
T. 010 475 53 32
Sportarts: F. Nusse
I. www.sportkeuring.nl
I. www.sgarijnland.nl
E.
[email protected]
Sportartsen: H. Plemper, E. van de Sande
Sportarts: M. van der Werve, M. Moen
I. www.mc-back-up.nl
Sportartsen: A. de Kort, J. Gal
Sportarts: J. Maas
178
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
179
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Sportgeneeskunde Woerden
Sportmedisch Centrum JBZ
SMA Prosano
Sportbeleid
Polanerbaan 2
Jeroen Bosch Ziekenhuis, locatie Carolus
Wielingenlaan 2
Algemene en sportbeleidsorganisaties
3447 GN Woerden
Marathonloop 9
4535 PA Terneuzen
Alliantie school en sport samen sterker. Stichting
T. 0348 427 880
Postbus 1101
T. 0115 677 128
Ondersteuning Projecten in Overheidssectoren (SOPO)
E.
[email protected]
5200 BD ‘s-Hertogenbosch
E.
[email protected]
Koninginnegracht 63
I. www.sportgeneeskundewoerden.nl
T. 073 649 12 00
I. www.prosano.nl
Postbus 85518
Sportarts: R. van Rooijen, C. Dijkers
E.
[email protected]
Sportarts: S. Praet
2508 CE Den Haag T. 070 302 82 20
I. www.smcjbz.nl
Noord-Brabant
Sportartsen: E. Achterberg, R.F. Van Oosterom,
Limburg
F. 070 346 24 09
SMA Sportgeneeskunde en Trainingsdiagnostiek
G. van der Meer
SMA Maastricht
E.
[email protected]
Korvetweg 26
I. www.alliantieschoolensport.nl
Gebouw Arbo Unie Drebbelstraat 1
SMA Hart van Brabant
6222 NE Maastricht
4622 RC Bergen op Zoom
Tweesteden ziekenhuis
T. 043 362 37 51
Fit!vak
T. 0164 233 443
Louis Regoutstraat 7
F. 043 362 37 51
Sint Bernulphusstraat 13/H
E.
[email protected]
5042 RE Tilburg
E.
[email protected]
Postbus 32
I. www.smi-std.nl
T. 013 467 34 16
I. www.smamaastricht.nl
6860 AA Oosterbeek
Sportarts: J. IJzerman
E.
[email protected]
Sportartsen: M. Alsemgeest, F. Hartgens
T. 026 339 07 30 F. 026 339 07 40
I. www.sma-tilburg.nl SGA West-Brabant
Sportarts: T. Schers
Amphia Ziekenhuis, locatie Molengracht
SGA Laurentius Ziekenhuis
E.
[email protected]
Mgr. Driessenstraat 6
I. www.fitvak.com
Molengracht 21
SMC Tilburg
6043 CV Roermond
4818 CK Breda
Olympiaplein 384
T. 0475 382 222
Interprovinciaal Overleg (IPO)
T. 076 595 30 13
5022 DX Tilburg
E.
[email protected]
Muzenstraat 61
F. 076 595 33 86
T. 013 545 68 20
I. www.lzr.nl
Postbus 16107
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Sportartsen; R. Timmermans, G. Janssen
2500 BC Den Haag
I. www.amphia.nl
I. www.smc-tilburg.nl
Sportarts: T. Langenhorst
Sportartsen: T. Schers. G. van der Meer
T. 070 888 12 12 Orbis Medisch Centrum
F. 070 888 12 80
Maaslandziekenhuis
E.
[email protected] I. www.ipo.nl
TopSupport Medisch sportgezondheidscentrum
SMI Máxima Medisch Centrum (2 locaties)
H. van der Hoffplein 1
Antoon Coolenlaan 1-03
SportMáx, Máxima Medisch Centrum
6162 BG Sittard
5644 RX Eindhoven
De Run 4600
T. 088 459 55 57
Interprovinciale Organisatie Sport (IOS)
T. 040 286 41 44
5504 DB Veldhoven
E.
[email protected]
Papendallaan 60
F. 040 285 83 55
T. 040 888 86 20
I. www.maaslandziekenhuis.nl
Postbus 302
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Sportartsen: P. Dobbelaar, H. Schipper
6800 AH Arnhem
I. www.st-anna.nl/main/sportgeneeskunde
I. www.sma-cardiosport.nl
Sportarts: R.F. van Oosterom, H. van Kuijk
Sportartsen: A. Hoogeveen, G. Schep,
SMA-Vitaal
F. 026 483 47 45
M. van der Cruijsen-Raaijmakers, B. van Essen,
VieCurie, Medisch Centrum voor Noord Limburg
E.
[email protected]
H. Kemps
Merseloseweg 130
I. www.iossport.nl
SMA Elkerliek (2 locaties) Wesselmanlaan 25
5
T. 026 483 44 54
5801 CE Venray
5707 HA Helmond
Zeeland
T. 0478 522 777
Nederlands Instituut voor Sport & Bewegen (NISB)
T. 0492 595 966
SMA Zeeland
F. 0478 522 775
Heelsumseweg 50
E.
[email protected]
Seissingel 100
E.
[email protected]
Postbus 64
I. www.sma-elkerliek.nl
4334 AC Middelburg
I. www.sma-vitaal.nl
6720 AB Bennekom
Sportartsen: R. Visser, I. Hendriks
T. 0118 67 08 31
Sportartsen: M. van der Cruijsen-Raaijmakers,
T. 0318 490 900
F. 0118 64 07 11
R. Eijkelenboom, H. Schipper
F. 0318 490 995
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.smazeeland.nl
I. www.nisb.nl
Sportarts: A. Brons
180
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
181
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport
Nederlandse Christelijke Sport Unie (NCSU)
Jan Luiting Fonds
American Football Bond Nederland (AFBN)
Federatie (NOC*NSF)
Korte Bergstraat 15
Zinzendorflaan 9
p/a Hoyledesingel 7
Papendallaan 60
3811 ML Amersfoort
Postbus 398
3054 EH Rotterdam
Postbus 302
T. 033 461 85 48
3700 AJ Zeist
T. 010 418 52 89
6800 AH Arnhem
F. 033 461 55 95
T. 030 692 76 75
E.
[email protected]
T. 026 483 44 00
E.
[email protected]
F. 030 691 28 10
I. www.afbn.nl
F. 026 482 12 45
I. www.ncsu.nl
E.
[email protected] I. www.janluitingfonds.nl
E.
[email protected] I. www.sport.nl
Atletiekunie Papendallaan 60
Nederlandse Culturele Sportbond (NCS) Meeuwenlaan 41
De Nationale Sportcheque BV
Postbus 60100
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
1021 HS Amsterdam
Marius Bauerstraat 30/4
6800 JC Arnhem
Nassaulaan 12
T. 020 636 30 61
Postbus 90468
T. 026 483 48 00
Postbus 30435
F. 020 636 34 66
1006 BL Amsterdam
F. 026 483 48 01
2500 GK Den Haag
E.
[email protected]
T. 020 408 48 88
E.
[email protected]
T. 070 373 83 93
I. www.sport4all.nl
F. 020 615 83 03
I. www.atletiekunie.nl
E.
[email protected]
F. 070 363 56 82 E.
[email protected]
Nederlandse Katholieke Sportfederatie (NKS)
I. www.vng.nl
Vughterweg 1
I. www.sportcheque.nl
Nederlandse Autoped Federatie (NAF) Klaas Benninkstraat 19
Postbus 90124
Stichting Nationale Sporttotalisator/De Lotto
8281 ZV Genemuiden
Vereniging Sport en Gemeenten (VSG)
5200 MA Den Bosch
Laan van Hoornwijck 55
T. 038 385 67 47
Stationsweg 6a
T. 073 613 13 76
2289 DG Rijswijk
F. 038 385 89 64
Postbus 103
F. 073 614 57 05
Postbus 3074
E.
[email protected]
6860 AC Oosterbeek
E.
[email protected]
2280 GB Rijswijk
I. www.autoped.nl
T. 026 339 64 10
I. www.nks.nl
T. 070 321 66 21
F. 026 339 64 12 E.
[email protected] I. www.sportengemeenten.nl
Sportfondsen en -financierings organisaties
F. 070 367 48 72
Koninklijke Nationale Autosport Federatie (KNAF)
E.
[email protected]
Kopperwetering 3
I. www.delotto.nl
2382 BK Zoeterwoude Rijndijk
Christelijk Nationaal Sportfonds
Postbus 274
Ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en Sport (VWS)
Korte Bergstraat 15
Stichting Waarborgfonds Sport
2300 AG Leiden
Directie Sportzaken
3811 ML Amersfoort
Papendallaan 7
T. 071 589 26 01
Parnassusplein 5
T. 033 461 85 48
Papendallaan 60
F. 071 582 08 80
Postbus 20350
F. 033 461 55 95
6816 VD Arnhem
E.
[email protected]
2500 EJ Den Haag
E.
[email protected]
T. 026 483 41 95
I. www.knaf.nl
T. 070 340 79 11
I. www.ncsu.nl/cns
E.
[email protected] I. www.sws.nl
F. 070 340 78 34 I. www.minvws.nl
Fonds Gehandicaptensport
Nederlandse Badminton Bond (NBB) Gelderlandhaven 5
Regulierenring 2b
Sportpraktijk
3433 PG Nieuwegein
Levensbeschouwelijke koepelorganisaties
Postbus 200
Sportbonden
Postbus 2070
Nederlandse Sport Alliantie (NSA)
3980 CE Bunnik
Nederlandse Culturele Aikikai Federatie (NCAF)
3430 CJ Nieuwegein
Korte Bergstraat 15
T. 030 659 73 20
KNSM-laan 300
T. 030 608 41 50
3811 ML Amersfoort
F. 030 659 73 73
1019 LM Amsterdam
F. 030 604 08 11
T. 033 461 85 48
E.
[email protected]
T. 020 419 91 47
E.
[email protected]
F. 033 461 55 95
I. www.fondsgehandicaptensport.nl
E.
[email protected]
I. www.badminton.nl
E.
[email protected]
5
I. www.aikikai.nl
I. www.sportalliantie.nl
182
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
183
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond
Algemene Boemerang Organisatie Holland
Nederlandse Curling Bond (NCB)
Nederlandse Frisbee Bond (NFB)
(KNBSB)
(ABO-Holland)
p/a Van Boetzelaerlaan 30
Postbus 85003
Wattbaan 31-49
Remmersteinstraat 157
3828 NS Hoogland
3508 AA Utrecht
3439 ML Nieuwegein
2532 AZ Den Haag
T. 033 489 29 40
T. 030 271 76 85
Postbus 2650
T. 070 329 78 57
F. 033 461 29 71
E.
[email protected]
3430 GB Nieuwegein
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.frisbeesport.nl
T. 030 607 60 70
I. www.etlaare.demon.nl/clubinfo.html
I. www.curling.nl
5
Nederlandse Go Bond (NGoB)
F. 030 294 30 43 E.
[email protected]
Nederlandse Boks Bond (NBB)
Koninklijke Nederlandse Dambond (KNDB)
Schokland 14
I. www.knbsb.nl
p/a Postbus 7012
Dorpsstraat 43a
1181 HV Amstelveen
3430 JA Nieuwegein
Postbus 100
T. 020 645 55 55
Nederlandse Basketball Bond (NBB)
T. 030 609 01 62
6990 AC Rheden
F. 020 647 32 09
Wattbaan 31-49
F. 030 604 43 23
T. 026 495 23 09
E.
[email protected]
3439 ML Nieuwegein
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.gobond.nl
Postbus 2651
I. www.boksen.nl
I. www.kndb.nl Nederlandse Golf Federatie (NGF)
3430 GB Nieuwegein T. 030 751 35 00
Nederlandse Bowling Federatie (NBF)
Nederlandse Danssport Organisatie (NDO)
Rijnzathe 8
F. 030 751 35 22
Nijverheidsweg 9d
Veluwepad 4
Postbus 221
E.
[email protected]
3433 NP Nieuwegein
5691 LR Son en Breugel
3454 ZL De Meern
I. www.basketball.nl
T. 030 606 03 25
T. 0499 473 252
T. 030 242 63 70
F. 030 601 99 75
F. 0499 465 221
F. 030 242 63 80
Nederlandse Beugel Bond (NBB)
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Nieuwendijk 30
I. www.bowlingnbf.nl
I. www.ndo-danssport.nl
I. www.golfsite.nl
T. 040 221 69 72
Nederlandse Bridge Bond (NBB)
Nederlandse Algemene Danssport Bond (NADB)
Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU)
E.
[email protected]
Kennedylaan 9
Jubileumplein 13
Lage Bergweg 10
I. www.verenigingen.sport.nl/beugelen/NBB
3533 KH Utrecht
3055 ZS Rotterdam
Postbus 142
T. 030 275 99 99
T. 010 285 08 00
7360 AC Beekbergen
Koninklijke Nederlandse Biljart Bond (KNBB)
F. 030 275 99 00
F. 010 285 08 01
T. 055 505 87 00
Symfonielaan 11
E.
[email protected]
E.
[email protected]
F. 055 505 25 05
3438 EX Nieuwegein
I. www.bridge.nl
I. www.danssportbond.nl
E.
[email protected]
5991 JK Heeze
I. www.kngu.nl
Postbus 135 3430 AC Nieuwegein
Nederlandse Casting Federatie (NCF)
Nederlandse Darts Bond (NDB)
T. 030 600 84 00
Sleepnetstraat 661
Patrijsweg 48
Nederlands Handbal Verbond (NHV)
F. 030 605 54 37
2584 GG Den Haag
2289 EX Rijswijk
Pastoor Bruggemanlaan 33
E.
[email protected]
T. 070 350 27 10
T. 070 366 72 06
6861 GR Oosterbeek
I. www.knbb.nl
F. 070 350 27 10
F. 070 367 71 59
Postbus 64
E.
[email protected]
6860 AB Oosterbeek
I. www.ndbdarts.nl
T. 026 707 14 20
Bob en Sleebond Nederland (BSBN)
Koninklijke Nederlandse Cricket Bond (KNCB)
Sint Olofslaan 2
Wattbaan 31-49
2613 EJ Delft
3439 ML Nieuwegein
Nederlandse Floorball en Unihockey Bond
E.
[email protected]
T. 015 212 85 34
Postbus 2653
Van Swietenlaan 1
I. www.nhv.nl
F. 0294 778 004
3430 GB Nieuwegein
9728 NX Groningen
E.
[email protected]
T. 030 751 37 80
T. 050 595 71 05
Nederlandse Handboog Bond (NHB)
I. www.bsbn.nl
F. 030 751 37 81
F. 050 595 37 37
Sportlaan 18a
E.
[email protected]
E.
[email protected]
5242 CR Rosmalen
I. www.kncb.nl
I. www.nefub.nl
Postbus 10101
F. 026 707 14 21
5240 GA Rosmalen
184
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
185
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 073 521 01 01
T. 030 603 81 14
Federatie van Nederlandse Klootschieters en
Lacrosse Federatie Nederland
F. 073 521 97 85
F. 030 604 43 23
Kogelwerpers (FKK)
M. 06 242 768 72
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Prins Bernhardstraat 11d
E.
[email protected]
I. www.handboogsport.nl
I. www.jbn.nl
Postbus 72
I. www.nllax.nl
Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS)
Koninklijke Nederlandse Kaats Bond (KNKB)
T. 0546 622 995
Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB)
De Beek 125
Jan Rodenhuisplein 3
F. 0546 622 995
Displayweg 4
3852 PL Ermelo
Postbus 131
I. www.klootschieten.com
3821 BT Amersfoort
Postbus 3040
8800 AC Franeker
3850 CA Ermelo
T. 0517 397 300
Koninklijke Nederlandse Kolf Bond (KNKB)
3800 BP Amersfoort
T. 0577 408 200
F. 0517 397 338
Frederik Hendrikstraat 24
T. 033 454 26 00
F. 0577 401 725
E.
[email protected]
1723 KE Noord-Scharwoude
F. 033 454 26 45
E.
[email protected]
I. www.knkb.nl
T. 0226 314 666
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.knltb.nl
5
7650 AB Tubbergen
I. www.paardensport.nl Nederlandse Kano Bond (NKB)
I. www.kolfbond.nl Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke
Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB)
Wattbaan 31-49
Wattbaan 31-49
3439 ML Nieuwegein
Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV)
Opvoeding (KNBLO)
3439 ML Nieuwegein
Posbus 2656
Woudenbergseweg 56-58
Groesbeekseweg 41
Postbus 2654
3430 GB Nieuwegein
3707 HX Zeist
Postbus 1020
3430 GB Nieuwegein
T. 030 751 37 50
Postbus 417
6501 BA Nijmegen
T. 030 751 34 00
E.
[email protected]
3700 AK Zeist
T. 024 365 55 75
F. 030 751 34 01
I. www.nkb.nl
T. 0343 499 600
F. 024 365 55 80
F. 0343 499 650
E.
[email protected]
Karate-Do Bond Nederland (KDBN)
E.
[email protected]
I. www.wandel.nl
Eisenhowerlaan 198-202
I. www.knkv.nl
E.
[email protected] I. www.knhb.nl
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart
Nederlandse Indoor en Outdoor Bowls Bond (NIOBB)
3527 HK Utrecht
Zandvoortselaan 154
T. 030 293 10 80
Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Fitnessfederatie
(KNVvL)
2106 AN Heemstede
F. 030 293 75 46
(KNKF)
Jozef Israëlsplein 8
T. 023 563 00 36
E.
[email protected]
Papendallaan 50
2596 AS Den Haag
E.
[email protected]
I. www.karatebond.nl
Postbus 302
T. 070 314 36 00
6800 AH Arnhem
F. 070 324 39 00
Koninklijke Nederlandse Kegel Bond (KNKB)
T. 026 483 47 00
E.
[email protected]
Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB)
Greidhoek 8
F. 026 483 47 01
I. www.knvvl.nl
Wattbaan 31-49
9644 TM Veendam
E.
[email protected]
3439 ML Nieuwegein
T. 0598 619 016
I. www.knkf.nl
Postbus 2655
E.
[email protected]
3430 GB Nieuwegein
I. www.kegelbond.nl
I. www.niobb.nl
T. 030 751 38 00
186
Postbus 1617
Federatieve Nederlandse Midgetgolfbond (FNMB) Weteringstraat 2 T
Nederlandse Kruisboog Bond (NKB)
1431 BC Aalsmeer
t.a.v. de secretaris
T. 0297 342 057
F. 030 751 38 01
Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging (NKBV)
Wilgenstraat 16
F. 084 722 72 86
E.
[email protected]
Houttuinlaan 16a
4731 BK Oudenbosch
E.
[email protected]
I. www.njbb.nl
3447 GM Woerden
T. 0165 321 420
I. www.fnmb.nl
Postbus 225
F. 0168 225 988
Judo Bond Nederland (JBN)
3440 AE Woerden
E.
[email protected]
Koninklijke Nederlandse Motorboot Club (KNMC)
Blokhoeve 5
T. 0348 409 521
I. www.nkbkruisboog.nl
Dukatenburg 90-11/6
3438 LC Nieuwegein
F. 0348 409 534
Postbus 7012
E.
[email protected]
3430 JA Nieuwegein
I. www.nkbv.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
3437 AE Nieuwegein
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
187
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 030 603 99 35
T. 020 646 27 40
T. 033 462 23 88
Nederlandse Tafeltennis Bond (NTTB)
F. 030 605 38 34
F. 020 646 38 81
F. 033 465 06 26
Van der Hagenstraat 20
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Postbus 600
I. www.knmc.nl
I. www.knrb.nl
I. www.knsa.nl
2700 MD Zoetermeer
Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV)
Nederlandse Rugby Bond (NRB)
Algemene Nederlandse Sjoelbond (ANS)
F. 079 343 81 50
Zijpendaalseweg 1
Bok de Korverweg 6
Jonkershof 9
E.
[email protected]
Postbus 650
Postbus 8811
6561 AN Groesbeek
I. www.nttb.nl
6800 AR Arnhem
1006 JA Amsterdam
T. 024 373 73 35
T. 026 352 85 10
T. 020 480 81 00
E.
[email protected]
Nederlandse Tang Soo Do - Moo Duk Kwan Bond
F. 026 352 85 22
F. 020 480 81 01
I. www.sjoelsport.nl
Bergselaan 162b
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.rugby.nl
5
T. 079 343 81 40
I. www.knmv.nl
Skate Bond Nederland (SBN)
T. 010 466 77 92
Eperweg 72
E.
[email protected] I. www.ntmb.net
Koninklijke Nederlandse Schaak Bond (KNSB)
Postbus 114
Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB)
Frans Halsplein 5
8084 ZJ ’t Harde
Nassaustraat 12
2021 DL Haarlem
T. 0525 659 130
Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU)
3583 XG Utrecht
T. 023 525 40 25
F. 0525 659 131
Landjuweel 1
T. 030 251 70 14
F. 023 525 43 53
E.
[email protected]
Postbus 326
F. 030 251 07 73
E.
[email protected]
I. www.skatebond.nl
3900 AH Veenendaal
E.
[email protected]
I. www.schaakbond.nl
I. www.onderwatersport.org
T. 0318 581 300 Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV)
F. 0318 581 309
Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond (KNSB)
President Kennedylaan 15
E.
[email protected]
Federatie Oosterse Gevechtskunsten (FOG)
Van Boetzelaerlaan 28-30
Postbus 82100
I. www.ntfu.nl
Postbus 517
3828 NS Hoogland
2508 EC Den Haag
3500 AM Utrecht
Postbus 1120
T. 070 310 11 00
Nederlandse Touwtrek Bond
E.
[email protected]
3800 BC Amersfoort
F. 070 427 31 13
Kolenbranderserf 47
I. www.oostersegevechtskunsten.nl
T. 033 489 20 00
E.
[email protected]
6961 JK Eerbeek
F. 033 462 08 23
I. www.wintersport.nl
T. 0313 652 163
Nederlandsche Oriënteringsloop Bond (NOLB)
E.
[email protected]
Vondellaan 221
I. www.knsb.nl
E.
[email protected] Squash Bond Nederland
I. www.touwtrekken.com
Scheglaan 12
3848 BH Harderwijk T. 0341 416 493
Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond (KNAS)
Postbus 711
Nederlandse Triathlon Bond (NTB)
E.
[email protected]
Sportlaan 18a
2700 AS Zoetermeer
Postbus 1267
I. www.nolb.nl
Postbus 10101
T. 079 361 54 00
3430 BG Nieuwegein
5240 GA Rosmalen
F. 079 361 53 95
T. 030 751 37 70
Nederlandse Racquetball Associatie (NRA)
T. 073 528 00 67
E.
[email protected]
F. 030 751 37 71
Diepenbrockrode 33
F. 073 528 00 68
I. www.squash.nl
E.
[email protected]
2717 BS Zoetermeer
E.
[email protected]
T. 079 323 99 14
I. www.knas.nl
I. www.racquetball.nl
I. www.nedtriathlonbond.org Taekwondo Bond Nederland (TBN) Papendallaan 60
Nederlandse Vijfkampbond
Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA)
Postbus 5159
Sportlaan 18a
E.
[email protected] Paulus Buyslaan 1
6802 ED Arnhem
Postbus 10101
Koninklijke Nederlandse Roei Bond (KNRB)
Postbus 470
T. 026 483 47 84
5240 GA Rosmalen
Bosbaan 6
3800 AL Amersfoort
F. 026 483 47 89
T. 073 528 00 63
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.taekwondobond.nl
I. www.nederlandsevijfkampbond.nl
1182 AG Amstelveen
188
3037 CH Rotterdam
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
189
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB)
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU)
T. 023 526 43 34
Stichting Nederlandse Budo Judo Jitsu Vormgeving
Woudenbergseweg 56
Wattbaan 31-49
E.
[email protected]
(NBJJV)
Postbus 515
3439 ML Nieuwegein
I. www.homosport.info
Postbus 440
3700 AM Zeist
Postbus 2661
T. 0900 8075
3430 GB Nieuwegein
Gehandicaptensport Nederland (NebasNsg)
T. 0413 270 382
F. 0343 499 199
T. 030 751 33 00
Regulierenring 2b
F. 0413 270 887
E.
[email protected]
F. 030 751 33 01
Postbus 200
E.
[email protected]
I. www.knvb.nl
E.
[email protected]
3980 CE Bunnik
I. www.nbjjv.nl
I. www.knwu.nl
T. 030 659 73 00
Nederlandse Volleybal Bond (NeVoBo)
5400 AK Uden
F. 030 659 73 73
Nederlandse Vereniging van Werkers in Gymnastische
Wattbaan 31-49
Nederlandse IJshockey Bond (NIJB)
E.
[email protected]
Sporten (NVWIG)
3439 ML Nieuwegein
Van der Hagenstraat 26-B
I. www.nebas.nl
Hoogstraat 162
Postbus 2659
Postbus 292
3430 GB Nieuwegein
2700 AG Zoetermeer
Nederlandse Politie Sportbond (NPSB)
T. 0172 491 895
T. 030 751 36 00
T. 079 330 50 50
Postbus 100
E.
[email protected]
F. 030 751 36 01
F. 079 330 50 51
3970 AC Driebergen
I. www.nvwig.nl
E.
[email protected]
E.
[email protected]
T. 0343 53 53 63
I. www.volleybal.nl
I. www.nijb.nl
F. 0343 51 42 97
Europese Handbal Trainers Vereniging (EHTV)
E.
[email protected]
Eeuwselstraat 33
Nederlandse Wandelsport Bond (NWB)
Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB)
I. www.politiesport.nl
5662 AE Geldrop
Pieterskerkhof 22
Wattbaan 31-49
3512 JS Utrecht
3439 ML Nieuwegein
Studentensport Nederland (SSN)
E.
[email protected]
T. 030 231 94 58
Postbus 7217
Lawickse Allee 9
I. www.ehtv.nl
F. 030 230 01 59
3430 JE Nieuwegein
6701 AN Wageningen
E.
[email protected]
T. 030 751 32 00
T. 0317 411 469
Platform vereniging van trainers in de handboogsport
I. www.nwb-wandelen.nl
F. 030 751 32 01
F. 0317 413 537
p/a A. Kanters, interim-secretaris
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Wildemanskruid 28
I. www.knzb.nl
I. www.studentensport.nl
3824 NA Amersfoort
Nederlandse Waterski & Wakeboard Bond (NWWB)
2406 GP Alphen aan den Rijn
T. 040 280 24 86
I. www.sportstage.nl
Langsom 18 1066 EW Amsterdam
Categorale sportorganisaties
T. 020 669 47 48
Nederlandse Bedrijfssport Federatie (NBF)
Sportspecifieke beroepsorganisaties
Dommerholtsweg 2
F. 020 669 45 54
Primulastraat 18
Vereniging Badminton Oefenmeesters (VBO)
7213 ET Gorssel
E.
[email protected]
5644 LK Eindhoven
Speenkruidstraat 18
T. 0575 493 241
I. www.waterskibond.nl
T. 040 211 12 52
2651 MV Berkel en Rodenrijs
E.
[email protected]
T. 010 519 01 55
Nederlandse Vereniging voor Judo- en Jiujitsu Leraren
I. www.bedrijfssport.org
F. 010 519 01 56
(NVJJL)
E.
[email protected]
Langestraat 63
I. www.vbo-trainer.nl
1271 RA Huizen
Watersportverbond Wattbaan 31-49
Vereniging van Hockey Oefenmeesters (VHO)
3439 ML Nieuwegein
Nederlandse Brandweer Sport Bond (NBSB)
Postbus 2658
Simon Vestdijkstraat 39
3430 GB Nieuwegein
1822 JA Alkmaar
Nederlandse Vereniging van Bowling Trainers
E.
[email protected]
T. 030 751 37 00
E.
[email protected]
(NVBT)
I. www.nvjjl.nl
F. 030 656 47 83
I. www.brandweersport.nl
Kriegerstraat 17
E.
[email protected] I. www.watersportverbond.nl
5
Stichting Homosport Nederland Korteweg 20
T. 035 526 62 95
5631 JA Grave
Nederlandse Korfbal Trainers Vereniging (NKTV)
E.
[email protected]
De Haal 5 1511 AB Oostzaan
Postbus 2514 2002 RA Haarlem
190
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
191
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 075 684 33 83
Nederlandse Academie van Schermleraren (NAS)
Centrale Organisatie van Voetbalscheidsrechters (COVS)
T. 040 250 54 45
E.
[email protected]
Van der Lecklaan 26
De Mulderij 128
F. 040 250 54 46
I. www.nktv.nl
6708 MP Wageningen
7772 HK Hardenberg
E.
[email protected]
T. 0317 421 507
T. 0523 260 136
I. www.coachesbv.nl
E.
[email protected]
F. 0523 272 799
Algemene Looptrainers Vereniging (ALV) p/a N. Groenewegen, penningmeester
E.
[email protected]
Nederlandse Federatie van Betaald voetbal Organisaties
I. www.covs.nl
(FBO)
Oegstgeesterweg 277
Nederlandse Vereniging van Schietsport Trainers (NVST)
2231 AW Rijnsburg
Van Bijnkershoeklaan 203
T. 071 402 27 05
3527 XE Utrecht
Nederlandse Vereniging van Volleybal Oefenmeesters
3953 MH Maarsbergen
E.
[email protected]
T. 030 292 61 87
(NVVO)
Postbus 50
E.
[email protected]
E.
[email protected]
3950 AB Maarn
I. www.nvvo.org
T. 0343 438 430
Belangenvereniging Leraren Martial Arts (BLMA)
Woudenbergseweg 50
F. 0343 438 439
Alblasstraat 58 II
Nederlandse Vereniging van Ski- en sneeuwsportleraren
1079 ZP Amsterdam
(NVVS)
Beroepsvereniging docentes Weerbaarheid en
E.
[email protected]
T. 020 442 05 74
St. Annastraat 4
Zelfverdediging (BWZ)
I. www.fbo.nl
E.
[email protected]
1381 XR Weesp
Hulkestein 27
T. 0294 450 560
7339 AW Ugchelen
Vereniging van Buitensport Ondernemingen Nederland
Federatie Belangenverenigingen Massage en Sportver-
F. 0294 450 561
E.
[email protected]
(VeBON)
zorging (FBMS)
E.
[email protected]
I. www.bwz.nu
Tolweg 2G
Postbus 29
I. www.nvvski.org
3851 SK Ermelo Nederlandse Vereniging Van Zwemsport Trainers
Postbus 83
T. 010 421 77 88
Nederlandse Vereniging van Taekwondo Leraren (NVTL)
(NVVZT)
3850 AB Ermelo
E.
[email protected]
Markgraaflaan 97
Steffenberg 12
T. 0341 559 000
I. www.eerste-nvvs.nl/pagesnw/bms
3131 VL Vlaardingen
3491 CZ Westerbork
F. 0341 559 080
T. 010 434 34 00
T. 0593 542 827
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.vebon.nl
3360 AA Sliedrecht
Nederlandse Vereniging van MBvO-leid(st)ers (VML)
5
I. www.zwemtrainers.nl
’s-Gravesandelaan 26
Vereniging van Tafeltennis Trainers (VVTT)
1222 SZ Hilversum
Poortersdreef 1
T. 035 685 13 82
3824 DL Amersfoort
Vak- en belangenorganisaties
Winthonlaan 4-6
E.
[email protected]
T. 033 472 60 15
Landelijke Bond voor Amateurvoetbalverenigingen (LBA)
Postbus 19129
I. www.vmlnederland.nl
E.
[email protected]
Bosb. Toussaintkade 22
3501 DC Utrecht
I. www.nttb.nl/vvtt
2802 XB Gouda
T. 030 789 20 00
Reddingsbrigades Nederland
Vereniging van Nederlandse Tennisleraren (VNT)
T. 0182 520 180
F. 030 789 21 11
Dokweg 19
Postbus 93259
F. 0182 520 180
E.
[email protected]
1976 CA IJmuiden
2509 AG Den Haag
T. 0255-545 858
T. 070 385 90 01
Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB
F. 0255-512 584
F. 070 383 64 09
Wassenaarseweg 220
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Postbus 93200
Vereniging van Contract Spelers (VVCS)
I. www.redned.nl
I. www.tennisleraren.nl
2509 BA Den Haag
Taurusavenue 35
T. 070 314 71 47
2132 LS Hoofddorp
Civiq
I. www.civiq.nl I. www.movisie.nl
Nederlandse Rugby Trainers Vereniging (NRTV)
Nederlandse Triatlon Trainers Vereniging (NTTV)
F. 070 314 69 69
T. 023 554 69 30
Postbus 8811
Gravin Aleidistraat 7
I. www.anwb.nl
F. 023 554 69 31
1006 JA Amsterdam
2691 ZZ Den Haag
T. 020 480 81 00
T. 0174 421 318
Coaches Betaald Voetbal (CBV)
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Postbus 886
E.
[email protected] I. www.vvcs.nl
5600 AW Eindhoven
192
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
193
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Fietsersbond
T. 030 280 21 75
T. 030 232 83 27
Pro Prof
Balistraat 59
E.
[email protected]
F. 030 231 45 83
Noord Brabantlaan 66
Postbus 2828
I. www.lnvs.nl
E.
[email protected]
Postbus 8662
I. www.nlcoach.nl
5605 KR Eindhoven
3500 GV Utrecht
T. 0345 851 422
T. 030 291 81 71
Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke
F. 030 291 81 88
Opvoeding (KVLO)
NL sporter
F. 040 251 12 25
E.
[email protected]
Zinzendorflaan 9
Taurusavenue 35
E.
[email protected]
I. www.fietsersbond.nl
Postbus 398
2132 LS Hoofddorp
I. www.proprof.nl
3700 AJ Zeist
T. 023 554 69 90
Stichting Fietsplatform
T. 030 692 08 47
F. 023 554 69 91
Vereniging van Recreatie-ondernemers Nederland
Berkenweg 30
F. 030 691 28 10
E.
[email protected]
(RECRON)
Postbus 846
E.
[email protected]
I. www.nlsporter.nl
Hoofdstraat 82
3800 AV Amersfoort
I. www.kvlo.nl
T. 033 465 36 56
Postbus 102 Vereniging NOV
3970 AC Driebergen
F. 033 465 43 77
Stichting LERF (Landelijke ErkenningsRegeling
Winthonlaan 4-6
T. 0343 524 700
E. slf@fietsplatform
Fitnesscentra)
Postbus 19129
F. 0343 524 701
I. www.fietsplatform.nl
Sportlaan 331
3501 DC Utrecht
E.
[email protected]
2566 KP Den Haag
T. 030 789 20 46
I. www.recron.nl
European Fitness & Aerobic Association (EFAA)
T. 070 323 87 34
F. 030 789 21 11
Graafschap Hornelaan 136
F. 070 323 87 50
E.
[email protected]
Samenwerkende Organisaties Voetbal Supporters
6004 HT Weert
E.
[email protected]
I. www.nov.nl
(SOVS)
T. 0495 533 229
I. www.lerf.nl
Graafseweg 274 Nederlandse Vereniging van Olympische Deelnemers
Postbus 218
E.
[email protected]
Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking
p/a NOC*NSF Topsport
6532 ZV Nijmegen
I. www.efaa.nl
en Duurzame Ontwikkeling (NCDO)
Postbus 302
T. 024 373 78 08
Mauritskade 63
6800 AH Arnhem
F. 024 373 78 07
Federatie FNV Sport
Postbus 94020
T. 026 483 46 38
E.
[email protected]
Oudenoord 170
1090 GA Amsterdam
E.
[email protected]
I. www.sovs.nl
Postbus 1555
T. 020 568 87 55
I. www.nvod.nl
3500 BN Utrecht
F. 020 568 87 87
T. 079 353 67 89
E.
[email protected]
Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek
Postbus 560
F. 079 353 67 65
I. www.sportdevelopment.org
Postbus 6
6800 AN Arnhem
F. 0495 520 791
I. www.fnvsport.nl
Vereniging voor Sport en Recht
5120 AA Rijen
T. 026 353 82 23
Stichting belangenbehartiging niet-commerciële
M. 06 225 285 23
F. 026 353 82 94
E.
[email protected] zwembadgebruikers (NICOZ)
E.
[email protected]
E.
[email protected]
HISWA Vereniging
Meeuwenlaan 41
I. www.bsenc.nl
I. www.sport-en-recht.nl/vsr
Hoofdstraat 82
1021 HS Amsterdam
Postbus 102
T. 020 636 30 61
Stichting Nederlandse Sport Pers Service (NSP)
Sportfondsen Nederland bv
3970 AC Driebergen
F. 020 636 34 66
Handelskade 49
Postjesweg 175
T. 0343 524 724
E.
[email protected]
Postbus 1782
Postbus 90367
F. 0343 524 725
I. www.sport4all.nl/htm/linknicoz.htm
2280 DT Rijswijk
1006 BJ Amsterdam
T. 070 415 78 98
T. 020 355 05 55
NLcoach
F. 070 415 78 00
F. 020 355 06 66
Wattbaan 31-49
E.
[email protected]
E.
[email protected]
3439 ML Nieuwegein
I. www.nsp.nl
I. www.sportfondsen.nl
E.
[email protected] I. www.hiswa.nl Landelijk Netwerk Vrouwen in de Sport (LNVS)
5
Wageningseberg 174 3524 LT Utrecht
194
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
195
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Stichting de Sportwereld
T. 026 483 44 50
T. 0528 233 775
T. 046 477 05 90
Postbus 11781
F. 026 483 44 51
F. 0528 233 779
F. 046 477 05 99
1001 GT Amsterdam
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
T. 020 692 89 03
I. www.w-o-s.nl
I. www.sportdrenthe.nl
I. www.huisvoordesportlimburg.nl
Vereniging voor Beroeps Wielrenners (VVBW)
Sportservice Flevoland
Sportservice Midden Nederland
5
E.
[email protected] I. www.desportwereld.nl
Harderwijkweg 5
Middendreef 227
Wattbaan 31-49
Thomas van Aquino, katholieke groepering van de KVLO
2803 PW Gouda
Postbus 2251
3439 ML Nieuwegein
Paulus Potterstraat 26
T. 0182 571 172
8203 AG Lelystad
Postbus 2657
5143 GX Waalwijk
F. 0182 532 732
T. 0320 251 113
3430 GB Nieuwegein
T. 0416 333 022
E.
[email protected]
F. 0320 250 297
T. 030 751 38 40
E.
[email protected]
I. www.fnv.nl/fnvbonden/sport
E.
[email protected]
F. 030 751 38 41
I. www.sportflevo.nl
E.
[email protected]
I. www.kvlo-thomas.nl
I. www.sportservicemiddennederland.nl
Nederlandse Vereniging van Zwembadmedewerkers Belangenvereniging Verzorgers Betaald Voetbal (BVBV)
(NVZ)
SPORT fryslân
Talingstraat 7
Postbus 1064
Kalverdijkje 77c
Sportservice Noord-Brabant
5607 PL Geldrop
2280 CB Rijswijk
Postbus 757
Nieuwkerksedijk 21a
T. 040-2800125
T. 070 307 03 44
8901 BN Leeuwarden
Postbus 106
E.
[email protected]
F. 070 415 09 26
T. 058 267 79 10
5050 AC Goirle
E.
[email protected]
F. 058 267 15 50
T. 013 534 90 27
I. www.nvzweb.nl
E.
[email protected]
F. 013 534 78 66
I. www.sportfryslan.nl
E.
[email protected]
Vakbond Voetbal Oefenmeesters in Nederland (VVON) Rosenstraat 39
I. www.ssnb.nl
7581 TB Losser
Nationaal Platform Zwembaden (NPZ)
T. 053 536 06 37
Arnhemsebovenweg 285
Gelderse Sport Federatie
F. 053 536 06 38
Postbus 119
Turfstraat 1
Sportservice Noord-Holland
E.
[email protected]
3970 AC Driebergen
Postbus 60066
Nieuwe Gracht 7
I. www.vvon.nl
T. 0343 518 118
6800 JB Arnhem
Postbus 338
F. 0343 531 080
T. 026 354 03 99
2000 AH Haarlem
Vereniging voor de Vrijetijdssector
E.
[email protected]
F. 026 354 03 98
T. 023 531 94 75
Raamweg 19
I. www.npz-nrz.nl
E.
[email protected]
F. 023 532 21 94
I. www.gelderland-sport.nl
E.
[email protected]
2596 HL Den Haag
I. www.sportservicenoordholland.nl
T. 070 427 54 12
Nieuwe carrière voor ex-topsporters (N-ex-t)
F. 070 427 54 13
Theo Koomenlaan 7
Huis voor de Sport Groningen
E.
[email protected]
5644 HZ Eindhoven
Laan van de sport 6
Sportraad Overijssel
I. www.vrijetijdsnetwerk.nl
Postbus 12
Postbus 177
Jacob Catsstraat 25
5110 AA Baarle-Nassau
9600 AD Hoogezand
Postbus 260
Stichting Wandelplatform-LAW
T. +31 (0)13 214 07 71
T. 0598 323 200
8000 AG Zwolle
Postbus 846
F. +31 (0)84 740 98 83
F. 0598 325 448
T. 038 457 77 77
3800 AV Amersfoort
E.
[email protected]
E.
[email protected]
F. 038 452 89 92
T. 033 465 36 60
E.
[email protected]
I. www.huisvoordesportgroningen.nl
E.
[email protected]
F. 033 465 43 77
I. www.n-ex-t.nl
I. www.sportraadoverijssel.nl Huis voor de Sport Limburg
E.
[email protected]
Provinciale sportorganisaties
Mercator 1
SportZeeland
SPORT Drenthe
Sportcentrumlaan 3
Seissingel 100
Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS)
Eisenhouwerstraat 35
Postbus 5061
4334 AC Middelburg
Papendallaan 50
Postbus 84
6130 PB Sittard
Postbus 185
7900 AB Hoogeveen
I. www.wandelnet.nl
6800 AD Arnhem
196
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
197
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 0118 640 700
T. 050 363 27 19
Hogeschool van Amsterdam
T. 070 448 32 22
F. 0118 640 711
F. 050 363 31 50
HES Hogeschool voor Economische Studies
F. 070 448 32 33
E.
[email protected]
I. www.rug.nl/economie
- Johan Cruyff University
E.
[email protected]
- Commerciële Sporteconomie
I. www.hhs.nl
I. www.sportzeeland.nl Universiteit Maastricht
Weesperzijde 190
Sportservice Zuid-Holland
- Bewegingswetenschappen
1097 DZ Amsterdam
Helicon Opleidingen NHB
Arckelweg 30
Postbus 616
T. 020 595 11 11
- Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen
Postbus 70
6200 MD Maastricht
F. 020 595 15 66
Bruggenseweg 11a
2685 ZH Poeldijk
T. 043 388 56 66
E.
[email protected]
Postbus 44
T. 0174 244 940
F. 043 388 57 07
I. www.economie.hva.nl
5750 AA Deurne
F. 0174 281 147
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.fdgw.unimaas.nl
Sportonderwijs Universitaire opleidingen
F. 0493 321 151
HES Hogeschool voor Economische Studies
E.
[email protected]
- Sportmanagement en Marketing
I. www.helicon.nl
- Sociaal-Culturele Wetenschappen, bachelor
Fraijlemaborg 133
Vrijetijdwetenschappen
Postbus 22575
Hogeschool INHolland Amsterdam/Diemen - Vrijetijdsmanagement, differentiatie
Vrije Universiteit Amsterdam
Warandelaan 2
1100 DB Amsterdam
- Bewegingswetenschappen
Postbus 90153
T. 020 523 63 11
sport en beweging
Van der Boechorststraat 9
5000 LE Tilburg
F. 020 523 60 77
Studie Informatiepunt
1081 BT Amsterdam
T. 013 466 24 54
I. www.economie.hva.nl
Wildenborch 6
T. 020 598 20 00
F. 013 466 81 83
F. 020 598 85 29
E.
[email protected]
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
1110 AG Diemen
I. www.fbw.vu.nl
I. www.uvt.nl/socialewetenschappen
- Sport, Gezondheid en Management
T. 0900-inholland (0900 464 655 236)
- Sport, Voeding en Leefstijl
E.
[email protected] I. www.inholland.nl
Postbus 261
Sport Management Institute
Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde (SOS)
Kapittelweg 33
- MBA Sportmanagement
- Sportgeneeskunde
Postbus 6960
Postbus 1332
Prof. Bronkhorstlaan 10
6503 GL Nijmegen
Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten
9701 BH Groningen
Postbus 52
T. 024 353 11 11
- Bedrijfskunde en Agribusiness, afstudeerrichting
T. 050 525 73 86
3723 MB Bilthoven
I. www.han.nl
F. 050 527 51 31
T. 030 225 22 90
E.
[email protected]
F. 030 225 24 98
NHTV internationale hogeschool Breda
8251 JZ Dronten
I. www.wagnergroup.nl
E.
[email protected]
- Vrijetijdsmanagement, thema sport
T. 0321 386 100
I. www.sportgeneeskunde.com
Archimedesstraat 17
F. 0321 313 040
Postbus 3917
E.
[email protected] I. www.cah.nl
Rijksuniversiteit Groningen
Management Paardenhouderij en Sport De Drieslag 1
- Bewegingswetenschappen
Hbo-opleidingen
4800 DX Breda
Ant. Deusinglaan 1
Hogeschool van Amsterdam
T. 076 530 22 03
Postbus 196
- Docentenopleiding Lichamelijke Opvoeding
F. 076 530 22 05
Hanzehogeschool Groningen
9700 AD Groningen
- Sport, Management en Ondernemen
E.
[email protected]
Instituut voor Sportstudies
T. 050 363 27 19
- Expertisecentrum Sport en Gezondheid
I. www.nhtv.nl
- Sport, Gezondheid en Management
F. 050 363 31 50
Dr. Meurerlaan 8
I. www.rug.nl/bewegingswetenschappen
1067 SM Amsterdam
Haagse Hogeschool
Van Swietenlaan 1
T. 020 523 63 11
- Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
9728 NX Groningen
Rijksuniversiteit Groningen
E.
[email protected]
- Sportmanagement
T. 050 595 37 02
- Sporteconomie en statistiek
E.
[email protected]
Laan van Poot 363
F. 050 595 37 37
Postbus 800
I. www.alo.hva.nl
2566 DA Den Haag
E.
[email protected]
9700 AV Groningen
198
T. 0493 313 006 Hogeschool van Amsterdam
Universiteit van Tilburg
I. www.sportservicezuidholland.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
5
- Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
I. www.hanze.nl/sportstudies
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
199
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Hogeschool INHolland Haarlem
T. 0877 878 688
Hogeschool Windesheim
ROC Zeeland (CIOS - Sport en Bewegen)
- Sport en Bewegen
F. 0877 875 500
School of Human Movements and Sports
- Sport- en bewegingsleider
Blijdorplaan 15
E.
[email protected]
- Sport en Bewegen
- Sport- en bewegingsbegeleider
Postbus 558
I. www.fontys.nl/sporthogeschool
- Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
- Sport- en bewegingscoördinator
- Bewegingsagogie & Psychomotorische Therapie
Zwembadweg 3
T. 0900-inholland (0900 464 655 263)
Fontys Bedrijfshogeschool Tilburg
Campus 2-6
Postbus 2102
E.
[email protected]
- Sport Management deeltijd
Postbus 10090
4460 MC Goes
I. www.inholland.nl
Professor Goosenslaan 1-01
8000 GB Zwolle
T. 0113 558 600
2003 RN Haarlem
Postbus 90909
T. 038 469 99 11
F. 0113 558 601
Hogeschool INHolland Rotterdam
5000 GL Tilburg
E.
[email protected]
E.
[email protected]
- Sportmanagement
T. 0877 877 655
I. www.windesheim.nl
I. www.ciosgoes.nl
Posthumalaan 90
F. 0877 877 644
Postbus 23145
E.
[email protected]
Mbo-opleidingen
Alfa College
3001 KC Rotterdam
I. www.fontys.nl/bedrijfshogeschool
ROC Amsterdam
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingsbegeleider
F. 010 439 93 88
Fontys Sporthogeschool Tilburg
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingscoördinator
E.
[email protected]
- Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
- Sport- en bewegingscoördinator
Kardingerweg 48
I. www.inholland.nl
Goirleseweg 46
- Johan Cruyff College
Postbus 11118
T. 0900-inholland (0900 464 655 263)
5026 PC Tilburg
Gaasterlandstraat 5
9700 CC Groningen
Hogeschool Rotterdam
T. 0877 870 199
1079 RH Amsterdam
T. 050 597 31 00
- Sportmarketing en Management
F. 0877 875 388
T. 020 646 22 36
E.
[email protected]
- Randstad Topsport Academie
E.
[email protected]
F. 020 642 25 12
I. www.alfa-college.nl
- Vrijetijdsmanagement, thema sport
I. www.fontys.nl/sporthogeschool
E.
[email protected] I. www.rocva.nl
Kralingse Zoom 91
- Sport- en bewegingsbegeleider
Fontys Economische Hogeschool Tilburg
3001 HA Rotterdam
- Sport, Economie en Communicatie (CE-SPECO)
Rijn IJssel (CIOS - Sport en Bewegen)
- Sport- en bewegingsleider
T. 010 241 41 41
- Co-SPECO, Sport en Media (differentiatie van
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingscoördinator
- Sport- en bewegingsbegeleider
IJsbaanlaan 4f
Communicatie)
E.
[email protected]
- SPECO Sportbusiness Centre
- Sport- en bewegingscoördinator
2024 AV Haarlem
I. www.hogeschool-rotterdam.nl
Professor Goossenslaan 1-02
Beukenlaan 3
T. 023 524 91 61
Postbus 90903
6823 MA Arnhem
F. 023 524 14 55
Saxion Hogescholen
5000 GD Tilburg
T. 026 355 74 11
I. www.rocnova.nl
- Sportmanagement
T. 0877 877 222
F. 026 355 74 39
M.H. Tromplaan 28
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Friesland College (CIOS - Sport en Bewegen)
Postbus 70000
I. www.fontys.nl/feht
I. www.rijnijssel.nl
- Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingsbegeleider
7500 KB Enschede
200
ROC NOVA College (CIOS - Sport en Bewegen)
Postbus 25035
F. 010 453 60 22
T. 053 487 18 71
Hogeschool Utrecht
Helicon Opleidingen NHB
- Sport- en bewegingscoördinator
E.
[email protected]
- Sport en Entertainment Marketing
- Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen
- Seniorensportbegeleider
I. www.saxion.nl
Padualaan 101
Bruggenseweg 11a
Abe Lenstra boulevard 29
Postbus 85029
Postbus 44
Postbus 582
Fontys Hogeschool Sittard
3508 AA Utrecht
5750 AA Deurne
8440 AN Heerenveen
- Sport en Bewegingseducatie
T. 030 258 62 00
T. 0493 313 006
T. 0513 643 434
Mgr. Claessensstraat 4
F. 030 258 62 05
F. 0493 321 151
F. 0513 643 410
Postbus 558
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
6130 AN Sittard-Geleen
I. www.hu.nl
I. www.helicon.nl
I. www.frieslandcollege.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
5
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
201
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
ROC Albeda-College
ROC Landstede
Body@work
W.J.H. Mulier Instituut
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingsleider
Vrije Universiteit Medisch Centrum
Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingsbegeleider
EMGO Instituut
Postelstraat 59
- Sport- en bewegingscoördinator
- Sport- en bewegingscoördinator
Van der Boechorststraat 7
Postbus 188
Rosestraat 1101
Zerboltstraat 2-1
1081 BT Amsterdam
5201 AD Den Bosch
3071 AL Rotterdam
8022 RX Zwolle
T. 020 444 82 06
T. 073 612 64 01
T. 010 290 10 10
T. 088 850 87 00
F. 020 444 83 87
F. 073 612 64 13
F. 010 290 12 12
F. 088 850 87 20
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.mulierinstituut.nl
I. www.albeda.nl
I. www.landstede.nl
I. www.bodyatwork.nl
ROC Leeuwenborgh (CIOS – Sport en Bewegen)
Sportonderzoek
- Sport- en bewegingsleider
Universitaire onderzoeksinstellingen en -afdelingen
Rijksuniversiteit Groningen
Drienerlolaan 5, Gebouw CTW – Z-115
- Sport- en bewegingsbegeleider
Faculteit der Psychologische, Pedagogische en
Postbus 217
- Sport- en bewegingscoördinator
Universiteit van Amsterdam
Sociologische Wetenschappen
7500 AE Enschede
- Dansleider
Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
Instituut voor Bewegingswetenschappen
T. 053 489 36 06
Sportcentrumlaan 2
Onderzoeksinstituut psychologie
A. Deusinglaan 1
E.
[email protected]
6136 KX Sittard
Roetersstraat 15
9713 AV Groningen
I. www.sportandleisure.nl
T. 046 420 26 24
1018 WB Amsterdam
T. 050 363 27 19
F. 046 420 73 01
T. 020 525 22 62
T. 050 363 75 81
Universiteit van Tilburg
E.
[email protected]
T. 020 525 27 45
F. 050 363 31 50
Sociaal-Culturele Wetenschappen
I. www.leeuwenborgh.nl
F. 020 525 24 46
E.
[email protected]
Warandelaan 2
E.
[email protected]
I. www.rug.nl/bewegingswetenschappen
Postbus 90153
I. www.emgo.nl
ROC Midden Brabant
Universiteit Twente Sport & Leisure Engineering Institute
I. www.assr.nl
5000 LE Tilburg Rijksuniversiteit Groningen
T. 013 466 25 54
- Sport- en bewegingsbegeleider
Universiteit van Amsterdam
Faculteit der Economische wetenschappen
F. 013 466 30 02
- Sport- en bewegingscoördinator
Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
Sporteconomie en statistiek
E.
[email protected]
Apenijnenweg 4
Amsterdams Instituut voor Maatschappijwetenschap
Landleven 5
I. www.uvt.nl/socialewetenschappen
5022 DV Tilburg
(ASSR)
Postbus 800
T. 013 539 70 10
Kloveniersburgwal 48
9700 AV Groningen
Universiteit Utrecht
E.
[email protected]
1012 CX Amsterdam
T. 050 363 71 92
Faculteit Sociale Wetenschappen
I. www.rocmb.nl
T. 020 525 22 62
F. 050 363 37 20
Capaciteitsgroep Algemene Pedagogiek en
- Sport- en bewegingsleider
T. 020 525 27 45
E.
[email protected]
Orthopedagogiek Capaciteitsgroep Psychologie en
ROC ID College
F. 020 525 24 46
I. www.rug.nl/economie
Gezondheid
- Sport- en bewegingsleider
E.
[email protected]
- Sport- en bewegingsbegeleider
I. www.assr.nl
Heidelberglaan 1 Universiteit Maastricht
Postbus 80140
Faculteit der Gezondheidswetenschappen
3508 TC Utrecht
Ambonstraat 1
ASSER International Sports Law Centre
Capaciteitsgroep Bewegingswetenschappen
T. 030 253 46 01
2405 EN Alphen aan den Rijn
R.J. Schimmelpennincklaan 20-22
Universiteitssingel 50
F. 030 253 77 31
T. 0172 473 272
Postbus 30641
Postbus 616
E.
[email protected]
E.
[email protected]
2500 GL Den Haag
6200 MD Maastricht
I. www.fss.uu.nl
I. www.idcollege.nl
T. 070 342 03 00
T. 043 388 13 98
F. 070 342 03 59
F. 043 367 09 72
Universiteit Utrecht
I. www.asser.nl / www.sportslaw.nl
E.
[email protected]
Utrechtse School voor Bestuurs- en
I. www.bw.unimaas.nl
Organisatiewetenschap (USBO)
- Sport- en bewegingscoördinator
5
Bijlhouwerstraat 6-8 3511 ZC Utrecht
202
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
203
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 030 253 81 01
Adviesbureau conVisie bv
T. 033 489 29 29
T. 026 446 36 55
F. 030 253 72 00
Kleverparkweg 44
F. 033 489 29 20
F. 026 446 39 19
E.
[email protected]
2023 CG Haarlem
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.usg.uu.nl
T. 023 526 94 35
I. www.hopman-andres.nl
I. www.kentrium.nl
5
F. 023 525 94 51 Vrije Universiteit Amsterdam
E.
[email protected]
Imago Leisure
MeerWaarde advies over economisch onderzoek
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
I. www.convisie.nl
Rat Verleghstraat 120
Blasiusstraat 48hs
Postbus 3319
1091 CT Amsterdam
De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Drijver & Partners
4800 DH Breda
T. 020 665 08 79
T. 020 598 62 50
Grindweg 82
T. 076 543 00 60
M. 06 555 587 57
F. 020 598 62 11
3055 VD Rotterdam
F. 076 543 00 61
E.
[email protected]
E.
[email protected]
T. 010 211 21 21
E.
[email protected]
I. www.meerwaarde.com
I. www.rechten.vu.nl
F. 010 211 21 29
I. www.imagogroep.nl
E.
[email protected] Vrije Universiteit Amsterdam
I. www.drijver-en-partners.nl
Faculteit der Bewegingswetenschappen
Moonen Sport & Leisure InnoSportNL
Statenlaan 53
Papendallaan 60
5121 HA Rijen
Van der Boechorststraat 9
DSP-groep BV
Postbus 143
T. 0161 222 808
1081 BT Amsterdam
Van Diemenstraat 374
6800 AC Arnhem
F. 0161 222 508
T. 020 598 20 00
1013 CR Amsterdam
T. 026 483 45 98
E.
[email protected]
F. 020 598 85 29
T. 020 625 75 37
F. 026 482 12 45
I. www.moonensportenleisure.nl
E.
[email protected]
F. 020 627 47 59
E.
[email protected]
I. www.fbw.vu.nl
E.
[email protected]
I. www.innosport.nl
I. www.dsp-groep.nl
Onderzoeksbureaus
W.J.H. Mulier Instituut Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek
ISA Sport
Postelstraat 59
Alijd Vervoorn SEC
Van Egdom Consultancy
Papendallaan 31
Postbus 188
Heintje Davidsweg 12
Hoveniersstraat 39
Postbus 302
5201 AD Den Bosch
2331 KP Leiden
7419 CA Deventer
6800 AH Arnhem
T. 073 612 64 01
T. 071 572 19 00
T. 0570 619 309
T. 026 483 46 37
F. 073 612 64 13
F. 071 572 21 90
F. 0570 619 309
F. 026 483 46 30
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
I. www.mulierinstituut.nl
I. www.vanegdomconsultancy.nl
I. www.isa-sport.com
Assist
Oranjewoud BV
Klifsberg 6
Grontmij | Marktplan
KplusV Organisatieadvies
Business unit Sport & Techniek
3825 CL Amersfoort
Nieuwe ’s-Gravelandseweg 40
Velperplein 8
Zutphenseweg 31d
T. 033 479 34 70
Postbus 223
Postbus 60055
Postbus 321
E.
[email protected]
1400 AE Bussum
6800 JB Arnhem
7400 AH Deventer
T. 035 692 66 66
T. 026 355 13 55
T. 0570 679 444
Backxbone
F. 035 692 66 60
F. 026 355 13 99
F. 0570 637 227
Van Lingelaan 71
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
3602 PB Maarssen
I. www.grontmijmarktplan.nl
I. www.kplusv.nl
I. www.oranjewoud.nl
F. 0346 555 981
Hopman-Andres Consultants BV
Kentrium Adviesbureau voor de wellness- en
Pellikaan Leisure Technologies b.v.
E.
[email protected]
De Wel 2a
leisurebranche
Rueckertbaan 219
I. www.backxbone.nl
Postbus 23
Burgemeester Weertsstraat 8
5042 AE Tilburg
3870 CA Hoevelaken
6814 HP Arnhem
T. 0346 555 575
204
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
205
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 013 469 06 50
Sports and Leisure Group
TNO Kwaliteit van Leven/Preventie en Zorg
T. 030 600 71 71
F. 013 469 06 51
1e Dorpsstraat 22
Wassenaarseweg 56
F. 030 600 71 77
E.
[email protected]
3701 HB Zeist
Zernikedreef 9
E.
[email protected]
I. www.plt.to
T. 030 693 04 50
Postbus 2215
I. www.infostrada.com
F. 030 691 41 58
2301 CE Leiden
Rathenau Instituut
E.
[email protected]
T. 071 518 18 18
Landelijk Informatiepunt Supportersprojecten
Anna van Saksenlaan 51
I. www.slg.nl
F. 071 518 19 16
Postbus 2336
E.
[email protected]
1000 CH Amsterdam
I. www.tno.nl
T. 020 638 74 60
2509 CJ Den Haag T. 070 342 15 42
Sportscan
F. 070 363 34 88
Popovstraat 56
E.
[email protected]
Postbus 40094
TNO Sport
I. www.rathenau.nl
8004 DB Zwolle
De Rondom 1
E.
[email protected] I. www.lisnet.nl
T. 038 422 71 68
Postbus 6235
Olympic Experience
ResCon Research & Consultancy
E.
[email protected]
5600 HE Eindhoven
Stichting Olympisch Stadion
Prins Bernhardlaan 2h
I. www.sportscan.nl
T. 040 265 00 00
Olympisch Stadion 2
F. 040 265 03 01
1076 DE Amsterdam
2032 HA Haarlem T. 023 545 11 46
Sports and Technology
E.
[email protected]
T. 020 671 11 15
F. 023 545 11 48
Theo Koomenlaan 7
I. www.sport.tno.nl
F. 020 675 43 29
E.
[email protected]
5644 HZ Eindhoven
I. www.rescon.nl
E.
[email protected] I. www.sportsandtechnology.com
Roessingh Research and Development b.v.
5
E.
[email protected]
Organisaties voor dataverzameling en informatievoorziening
I. www.olympischstadion.nl
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Stichting Recreatie Kennis- en Innovatiecentrum
Roessinghsbleekweg 33b
Steenbergen Advies en Onderzoek
Prinses Beatrixlaan 428
Raamweg 19
Postbus 310
Regentessestraat 21
Postbus 4000
2596 HL Den Haag
7500 AH Enschede
6522 AN Nijmegen
2270 JM Voorburg
T. 070 427 54 54
T. 053 487 57 77
T. 024 360 91 32
T. 070 337 38 00
F. 070 427 54 13
F. 053 434 08 49
M. 06 232 291 15
F. 070 387 74 29
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Kloosterweg 1
I. www.kicrecreatie.agro.nl
I. www.rrd.nl
I. www.kennispraktijk.nl
Postbus 4481 6401 CZ Heerlen
Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)
SLO
TNO Kwaliteit van Leven/Arbeid
T. 045 570 60 00
Parnassusplein 5
Boulevard 1945 3
Wassenaarseweg 56
F. 045 572 74 40
Postbus 16164
Postbus 2041
Postbus 2215
E.
[email protected]
2500 BD Den Haag
7500 CA Enschede
2301 CE Leiden
I. www.cbs.nl
T. 070 340 70 00
T. 053 484 08 40
T. 071 518 17 44
F. 053 430 76 92
F. 071 518 19 03
Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV)
E.
[email protected]
E.
[email protected]
E.
[email protected]
Kroonstraat 25
I. www.scp.nl
I. www.slo.nl
I. www.tno.nl
Postbus 8300
F. 070 340 70 44
3503 RH Utrecht Sport2B, Sport, Business en Beleid
F. 030 239 72 39
Raadhuislaan 14
I. www.civ-voetbal.com
2131 BE Hoofddorp
206
M. 06 506 920 23
Infostrada Sports
F. 023 561 62 39
Binnenwal 2
E.
[email protected]
Postbus 260
I. www.sport2b.nl
3430 AG Nieuwegein
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
207
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
5.2 Organisaties en adressen internationaal
ACSM
FIMS
American College of Sports Medicine
Fédération Internationale de Médecine du Sport
401 West Michigan Street
President: Prof. Walter Frontera
Indianapolis, IN 46202-3233
E.
[email protected]
P.O. Box 1440
I. www.fims.org
Indianapolis, IN 46206-1440 T. +1 317 637 92 00
IOC
F. +1 317 634 78 17
International Olympic Committee
I. www.acsm.org
Château de Vidy CH-1007 Lausanne
ECSS
Switzerland
European College of Sport Science
T. +41 21 621 61 11
Managing Director: Thomas Delaveaux
F. +41 21 621 62 16
German Sport University Cologne
I. www.olympic.org
Carl-Diem-Weg 6 50933 Köln
IPC
Germany
International Paralympic Committee
T. +49 221 49 82 76 40
Adenauerallee 212-214
F. +49 221 49 82 76 50
53113 Bonn
E.
[email protected]
Germany
I. www.ecss.de
T. +49 228 20 97 200 F. +49 228 20 97 209
EFSMA
E.
[email protected]
European Federation of Sports Medicine Associations
I. www.paralympic.org
General secretary: Fabio Pigozzi, M.D. IUSM - Sports Medicine Department
WADA
Piazza L.De Bosis 6
World Anti Doping Agency
I-00194 Roma
Stock Exchange Tower
Italy
800 Place Victoria (Suite 1700)
T. +39 06 367 335 12 569
P.O. Box 120
F. +39 06 367 333 44
Montreal (Quebec) H4Z 1B7
E.
[email protected]
Canada
I. www.efsma.net
T. +1 514 904 92 32 F. +1 514 904 86 50 E.
[email protected] I. www.wada-ama.org
208
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2008
Jaarboek
VSG
Jaarboek Sportgeneeskunde 2009
NUR 898
2009
Sportgeneeskunde 2009