NAVB Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel
NAVB - CNAC
Opleiding “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” Dossier bekrachtigd door het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf op 14 maart 2002
1/24 1717/N 19.01.2005
Inhoud 1.
Inleiding...........................................................................................................................
3
2.
Beheer van het opleidingsgebeuren.................................................................................
3
3.
De opleiding “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw”......................................
3
4.
Uitreiken van opleidingsattesten.......................................................................................
10
5.
Assimilatie van andere opleidingen................................................................................
10
6.
Erkenningsprocedures voor opleidingscentra................................................................
11
Bijlage 1:
Overeenkomst “ NAVB ” en het opleidingscentrum
Bijlage 2:
Model aanvraagformulier
2
1. Inleiding Het sectoraal akkoord 2001-2002, afgesloten in het Paritair Comité Bouw, voorziet ondermeer in de intrede van uitzendkrachten (uitzendarbeiders bouw) in de bouw. Artikel 5.3.1.7 van dit protocol bepaalt dat de uitzendarbeider bouw een veiligheidsopleiding heeft genoten van 16 uur. Deze opleiding vindt plaats vooraleer de uitzendarbeider tewerkgesteld wordt in de bouw.
2. Beheer van het opleidingsgebeuren De opleiding “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” wordt beheerd door het NAVB. Dit beheer omvat volgende opdrachten : • • • • •
Het beheer van de inhoud en de eindtermen van de opleiding Het opstellen van de erkenningsprocedure voor opleidingscentra Het uitwerken en implementeren van een kwaliteitsbewakingssysteem Het erkennen van opleidingscentra Het uitwerken van een opleidingshandboek
3. De opleiding “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” 3.1 Situering Naar analogie met de opleidingen die per CAO worden voorzien voor arbeiders met minder dan 5 jaar ervaring in de bouwnijverheid, worden de prioritair te behandelen bouwberoepen voor uitzendarbeiders in de bouw bepaald als volgt: •
Polyvalente bouwvakker
•
Ruwbouwarbeider
•
Wegenwerker
•
Dakwerker 3
•
Schrijnwerker
•
Installateur speciale technieken
•
Schilder
Gelet op het feit dat verwacht wordt dat het merendeel van de uitzendkrachten bouw polyvalent zal ingezet worden op de bouwplaatsen, wordt gekozen voor het organiseren van een uniforme opleiding “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw”. Deze opleiding vertoont grote gelijkenissen met de opleiding “Basisveiligheid voor de polyvalente bouwvakker”, op het aspect regelgeving na, waarvoor hier ook de specifieke aspecten eigen aan uitzendarbeid worden opgenomen.
3.2 Inhoud De eindtermen “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” hebben tot doel te definiëren over welke algemene kennis de uitzendkrachten-bouwvakkers dienen te beschikken op de aangegeven gebieden en welke basisbegrippen van belang zijn bij de veilige uitvoering van werkzaamheden.
Onderwerpen 1. basiskennis van relevante onderwerpen uit de veiligheids- en gezondheidswetgeving 2. bijzondere aspecten veiligheid en gezondheid bij de uitzendarbeid 3. basiskennis en begrip van de termen, risico, preventie en beheersmaatregelen 4. basiskennis van de oorzaken van een ongeval en aanpak van een ongevalpreventie 5. basiskennis over het gebruik van werkvergunningen 6. basiskennis van de algemen risico’s en beheersmaatregelen voor : gevaarlijke stoffen, brand, gereedschappen, elektriciteit, … 7. basiskennis van het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 8. basiskennis van de vakspecifieke risico’s en preventiemaatregelen voor de polyvalente bouwvakker o.a. in verband met : taken, gereedschap, machine en werkomstandigheden.
Eindtermen 1. Basiskennis van relevante onderwerpen uit de veiligheids- en de gezondheidswetgeving • • • •
doel en uitgangspunten van de welzijnswetgeving de algemene verplichtingen van de werkgever en de werknemer in het kader van de welzijnswetgeving de algemene rechten van de werknemer in het kader van de welzijnswetgeving de rol van de veiligheid-& gezondheidsorganisaties
4
•
de functie en bevoegdheden van door de overheid aangewezen toezichthoudende instanties met betrekking tot arbeidsomstandigheden
2. Bijzondere aspecten van veiligheid en gezondheid bij uitzendarbeid •
taakverdeling uitzendonderneming en inlener i.v.m. te nemen maatregelen voor de veiligheid en gezondheid van de uitzendkrachten • de typefuncties bij de bouw- en werkpostfiche • medisch toezicht van uitzendkrachten onthaal van de uitzendkracht bij uitzendbureau en inlener 3. Basiskennis en begrip van de termen risico, preventie en beheersmaatregelen • • • •
begrip “risico = kans x gevolg” beheersmaatregelen gericht op kans of gevolg manieren om gevaarlijke situaties op te heffen het herkennen van gevaarlijke handelingen
4. Basiskennis van oorzaken van een ongeval en methodes van ongevalpreventie • •
•
ongevalstheorie (bijv. ijsberg) met nadruk op onderliggende oorzaken ongevalspreventie met aandacht voor de volgende aspecten 1. de mens 2. de techniek 3. de omgeving 4. de organisatie handelswijze en rapportage van ongevallen en bijna-ongevallen
5. Basiskennis over het gebruik van werkvergunningen • • •
doel en inhoud van de werkvergunningen verantwoordelijkheden bij het werken met vergunningen het bestaan van bijzondere vergunningen
6. Basiskennis van de risico’s en beheersmaatregelen 6.1 Gevaarlijke stoffen • • • • • •
de opnamewegen van gevaarlijke stoffen maatregelen ter voorkoming van blootstelling aan gevaarlijke stoffen de betekenis van de grenswaarden het verschil tussen acute en chronische vergiftiging de gevaren van een te hoge en een te lage zuurstofconcentratie in de lucht de giftige werking van bijvoorbeeld de volgende stoffen :
5
• • • • • • • • •
organische oplosmiddelen koolstofmonoxyde verven en lakken asbest
waarom reukwaarneming geen goede aanwijziging is voor de aan- of aanwezigheid van gevaarlijke gassen de betekenis van R- en Z-zinnen de indeling van gevaarlijke stoffen de betekenis van gevarensymbolen van gevaarlijke stoffen uit product-informatiekaarten de gevaren van een stof kunnen aflezen
6.2 Branden en explosies • • • • •
factoren van invloed op het verbrandingsproces indeling van stoffen voor brandgevaar op grond van het vlampunt enkele voorbeelden van brandbevorderende stoffen het toepassingsgebied van verschillende soorten blusmiddelen wijze van handelen bij uitbreken van een brand
6.3 Besloten ruimten • • • • •
kenmerken van een besloten ruimte gevaren van hete werken in besloten ruimten : brand en explosiegevaar, verstikkingsgevaar, vergiftigingsgevaar, gevaar voor elektrocutie maatregelen waaronder een besloten ruimte betreden mag worden : organisatorische maatregelen, toezicht, verblijfsduur, vergunningen, conditie metingen, ventileren, gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen risico verhogende apparaten en materieel in besloten ruimten risico verhogende activiteiten in besloten ruimtes, bijvoorbeeld : las- en snijwerkzaamheden, aanbrengen van verfproducten, werken met oplosmiddelen/brandstoffen
6.4 Gereedschappen en machines • • •
de risico’s en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met machines veiligheidsmaatregelen bij het werken met handgereedschap de risico’s en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van mechanisch gereedschap
6.5 Hijsen, tillen dragen • • •
de risico’s en de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het werken met een hijswerktuig documenten die beschikbaar moeten zijn bij hijskranen met keuringsplicht het veilig gebruik van verschillende gereedschappen 6
•
een last handmatig veilig tillen en verplaatsen
6.6 Struikelen, uitglijden, vallen • • • •
voorbeelden geven vanuit de eigen werksituatie die struikelen, uitglijden of verstappen tot gevolg kunnen hebben methoden om de risico’s bij het lopen te voorkomen : wegnemen : aanpassen, repareren, orde en netheid beheersen : afzetting, markering
6.7 Werken op hoogte • • • • •
algemene risico’s en regels bij werken op hoogte veilig gebruikmaken van materieel dat wordt gebruikt bij het werken op hoogte veiligheidsvoorzieningen welke gebruikt dienen te worden bij het werken op hellende en platte daken veiligheidsvoorzieningen bij wand- en vloeropeningen valbeschermingsmiddelen en gebruikstoepassingen
7. Basiskennis van juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en gebruikstoepassingen • •
draagplicht van persoonlijke beschermingsmiddelen indien voorgeschreven en de eigen verantwoordelijkheid voor het dragen inzicht in de toepassing en kennis van het veilig gebruikmaken van verschillende soorten persoonlijke beschermingsmiddelen
8. Basiskennis van de vakspecifieke risico’s en preventiemaatregelen van de polyvalente bouwvakker 8.1 Uitvoeringstechnieken – taken – activiteiten overzicht van de klassieke fasen in een bouwproject: • • • • •
egaliseren van bouwterrein – grondwerken wegeninfrastructuur uitgravingen, bouwputten en kelders ruwbouwactiviteiten : metselen – bekisten – ijzervlechten – betonstorten afwerking en dakconstructie
8.2 Gebruikte gereedschappen en machines • • •
grondverzetmachines, hefwerktuigen, aanslagmateriaal, bouwliften soorten steigers, ladders, trappen handgereedschap, elektrisch gereedschap, pneumatisch gereedschap 7
8.3 Gevaarlijke stoffen • • • • •
cement en toevoegstoffen ontkistingolieën verven lijmen, vernissen asfaltproducten
8.4 Arbeidsomstandigheden 8.4.1 Veiligheidsrisico’s 8.4.1.1 Algemene veiligheid • • • • •
werfinrichting toegang opslag, doorgangen op de bouwplaats gezondheidsinrichtingen taken van werkgever en werknemers op het vlak van veiligheid werkvergunningen
8.4.1.2 Collectieve beveiliging • • • •
beschoeiingssystemen afscherming van werkvloeren afscherming van openingen randbeveiliging
8.4.1.3 Persoonlijke beschermingsmiddelen • • • • • •
helm, schoenen, handschoenen oog- en gelaatsbescherming ademhalingsbescherming individuele valbeveiliging oorbescherming werkkledij
8.4.1.4 Brandveiligheid & elektriciteit • • • •
algemene principes van brandvoorkoming afscherming van machines beveiliging door isolatie, aarding, verliesstroom kabelhaspels, leidingen, stopcontacten, verlengsnoeren
8
8.4.1.5 Werken met handgereedschap, machines • • • •
bestelling, aankoop, indienststelling staat van gebruik en onderhoud afscherming en CE-markering slijpmachine, boormachine, schiethamer, cirkelzaag
8.4.2 Gezondheidsrisico’s 8.4.2.1 Werken met gevaarlijke producten • •
pictogrammen, etikettering opslag en behandeling van producten • risico’s voor ogen, neus, ademhaling, opname via de mond • persoonlijke hygiëne
•
8.4.2.2 Fysische belasting • correct tillen van lasten • maximumgewichten • hulpmiddelen voor zware lasten
•
8.4.2.3 Psychosociale belasting • werken onder tijdsdruk • algemene uitzetbaarheid – wisselende arbeidsposten
•
8.4.2.4 Omgevingsinvloeden • klimatologische omstandigheden • lawaai & trillingen
•
8.4.2.5 EHBO • basisbegrippen • samenstelling verbanddoos • eerste zorgen bij frequent voorkomende letsels : brandwonden, snijwonden • procedures ingeval van ernstige letsels
8.5 Bijzondere werksituaties • •
werken in sleuven, bouwputten werken in besloten ruimten
9
8.6 Arbeidsorganisatie •
de polyvalente algemene inzetbaarheid in steeds wisselende arbeidssituaties en –omstandigheden
3.3 Duurtijd De opleidingsduur bedraagt minimum 16 lesuren, gespreid over een periode van maximum 30 aaneensluitende kalenderdagen. Deze opleiding vindt plaats vooraleer de uitzendarbeider tewerkgesteld wordt in de bouw.
3.4 Opleidingshandboek Het NAVB werkt een handboek voor de deelnemers uit op basis van deze eindtermen. Dit handboek zal door de opleidingscentra aangewend en ter beschikking gesteld worden van de deelnemers. Didactische pakketten worden uitgewerkt door de opleidingscentra.
4. Uitreiken van opleidingsattesten De instellingen erkend door het NAVB en die dus een vorming organiseren die beantwoordt aan de inhoud en kwaliteitseisen opgesteld door het NAVB , mogen opleidingsattesten uitreiken, conform de specificaties opgenomen in dit document en haar bijlagen.
5. Assimilatie van andere opleidingen Een gelijkschakeling met de opleiding “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” wordt voorzien voor: • • • •
uitzendkrachten die tenminste 5 jaar ervaring hebben in de bouwsector tijdens de laatste 15 jaar van hun beroepsloopbaan uitzendkrachten die een attest hebben dat afgeleverd werd door het NAVB bij het einde van hun leertijd bouw uitzendkrachten die in het bezit zijn van een attest (van of conform verklaard door het NAVB) voor een basisveiligheidsopleiding bouw uitzendkrachten die in het bezit zijn van een attest basisveiligheid (VCA)
10
6. Erkenningsprocedure voor opleidingscentra HOOFDSTUK 1: ERKENNINGSPROCEDURE Artikel 1 : OPLEIDINGSCENTRUM De opleiding “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” wordt ingericht door een door het NAVB erkend opleidingscentrum. Hiertoe sluit het opleidingscentrum een overeenkomst af met het NAVB volgens het model in bijlage. Artikel 2: ERKENNING ALS OPLEIDINGSCENTRUM Om als opleidingscentrum erkend te worden moet de instelling positief beoordeeld zijn door het NAVB op basis van de elementen van dit document en haar bijlagen. Artikel 3 : DOORLICHTING Het opleidingscentrum kan het bewijs voorleggen erkend te zijn als openbare opleidingsverstrekker (VDAB, FOREm, Brufor, Onderwijs voor sociale promotie, IFPME, VIZO) of een geldig certificaat voorleggen volgens Q-for. Artikel 4: AANVRAAG Een aanvraag tot erkenning als opleidingscentrum “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” wordt per aangetekend schrijven gericht aan “het NAVB”. Hiervoor wordt het aanvraagformulier, vervat in de bijlagen, gebruikt. Artikel 5 : BESLISSING TOT ERKENNING Op basis van de aanvraag beslist het NAVB het opleidingscentrum al dan niet te erkennen. Indien deze beslissing negatief is, worden de redenen ervan aan het opleidingscentrum bezorgd. Artikel 6: OVEREENKOMST Het opleidingscentrum dat erkend wordt, sluit een overeenkomst af met “ het NAVB ” volgens het model in bijlage.
11
Artikel 7 : TUSSENTIJDSE AUDITS-TOEZICHT Op elk ogenblik kunnen door het NAVB tussentijdse audits opgelegd of toezicht uitgeoefend worden. Deze hebben tot doel de naleving van de procedures na te gaan.
Artikel 8 : GELDIGHEIDSDUUR VAN DE ERKENNING De erkenning wordt toegekend voor een periode van 3 jaren, te tellen vanaf de datum van beslissing van het NAVB om het opleidingscentrum te erkennen. Feiten vastgesteld tijdens de tussentijdse audits of tijdens het toezicht van een deskundige aangesteld door het NAVB , kunnen leiden tot de schorsing of de definitieve intrekking van de erkenning van het opleidingscentrum door het NAVB .
HOOFDSTUK II : EISEN AAN OPLEIDINGSCENTRA Artikel 9 : ALGEMENE EISEN VOOR HET OPLEIDINGSCENTRUM 9.2. Organisatieschema Het opleidingscentrum moet met een organisatieschema de verantwoordelijkheden, het functioneren en de hiërarchische structuur van het centrum, met inbegrip van het bestuur en personeel, inzichtelijk maken. 9.3. Instructies Het opleidingscentrum moet beschikken over duidelijke vastgelegde instructies met betrekking tot de plichten en verantwoordelijkheden van personeelsleden en aangetoond moet worden dat overeenkomstig hieraan gewerkt wordt. 9.4. Toegankelijkheid Het opleidingscentrum moet op niet–discriminerende wijze kandidaten in de gelegenheid stellen aan een opleiding deel te nemen. Toelichting Een opleidingsinstelling moet binnen aanvaardbare grenzen, dit ter beoordeling en/of in overleg met het NAVB , kandidaten die gehandicapt zijn of de landstaal waarin de opleiding georganiseerd wordt onvoldoende beheersen, speciale maatregelen treffen of mogelijkheden bieden om kandidaten in de gelegenheid te stellen opleiding te volgen. De opleiding wordt pedagogisch en didactisch aangepast aan het niveau van de deelnemers. 9.5.
Frekwentie en duurtijd van de opleidingssessies
Het opleidingscentrum moet meerdere malen per jaar kandidaten in de gelegenheid stellen aan een opleiding deel te nemen, conform de vereisten opgenomen in dit document en haar bijlagen.
12
Een opleiding heeft een duurtijd van minimum 16 lesuren gespreid over een periode van maximum 30 aaneensluitende kalenderdagen. Deze opleiding vindt plaats vooraleer de uitzendarbeider tewerkgesteld wordt in de bouw. 9.6.
Reglement opleidingscentrum
Het opleidingscentrum moet beschikken over een reglement waarin haar taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de wijze waarop haar besluiten worden genomen, op een adequate wijze zijn vastgelegd. Het opleidingscentrum legt de taken, verantwoordelijkheden en werkwijzen van de personen die betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en naverwerking van de opleidingen, schriftelijk vast. Het opleidingscentrum staat ondermeer in voor : -
Het nagaan of voldaan is aan de bepalingen van het opleidingsreglement
-
Het uitwerken van specifieke didactische hulpmiddelen
-
Het samenstellen van coherente deelnemersgroepen
-
De verificatie van de identiteit van de deelnemers
-
Het bijhouden en ter beschikking stellen van een bestand met de gegevens van de deelnemers
-
De terbeschikkingstelling van de opleidingshandboeken aan de deelnemers
-
Het terbeschikking stellen van de nodige infrastructuur, aangepast aan de aard van de opleiding en in functie van de groepsgrootte
-
Het uitreiken van deelnameattesten
-
Het afstemmen van de didactiek en methodiek op het niveau van de deelnemers
9.7.
Groepsgrootte Om een voldoende interactie tussen deelnemers en opleiders mogelijk te maken wordt het aantal deelnemers per sessie beperkt tot maximum 20.
9.8.
Flexibiliteit Het opleidingscentrum dient een opleidingsaanbod te verzekeren waardoor opleidingsaanvragen kunnen ingevuld worden binnen een termijn van 8 werkdagen.
13
Artikel 10: EISEN GESTELD AAN DE OPLEIDERS 10.1 De opleiders De opleiders: •
beheersen de taal van de kandidaten waaraan opleiding wordt verstrekt
•
beschikken hetzij over een bouwtechnische achtergrond en relevante bouwervaring ttz minimum een hogere bouwkundige opleiding van het korte type aangevuld met 2 jaar nuttige beroepservaring, hetzij over een nuttige beroepservaring van 5 jaar, hetzij over een attest uitgereikt door het NAVB, na het volgen van een opleiding voor opleiders.
•
beschikken over een attest van pedagogische bekwaamheid of een nuttige beroepservaring op het vlak van opleiding van ten minste 2 jaar kunnen aantonen
•
beschikken over een getuigschrift van aanvullende vorming voor diensthoofden VGV (preventieadviseur) van minimum niveau II of over een getuigschrift voor coördinatoren V&G van minimum niveau B of over een VOL(VCA)
•
kunnen aantonen dat ze zich permanent vervolmaken inzake preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten in de bouwnijverheid
•
kennen de toe te passen procedures voor de ze opleiding
10.2. Ondersteuning De opleiders moeten zodanig ondersteund en uitgerust worden door het opleidingscentrum dat zij hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden kunnen uitoefenen. Artikel 11 : GEHEIMHOUDING Het opleidingscentrum moet beschikken over afdoende regelingen om op alle niveaus binnen de instelling, met inbegrip van commissies, colleges en dergelijke geheimhouding te bewaken, te garanderen en te bewerkstelligen, van de informatie die wordt verkregen gedurende het opleidingsproces. Artikel 12 : OPLEIDINGSREGLEMENT, PROCEDURES EN REGELINGEN BEHORENDE BIJ HET OPLEIDINGSPROCES 12.1. Opleidingsreglement Het opleidingscentrum moet beschikken over een opleidingsreglement waarin alle regelingen, rechten en plichten van deelnemers zijn opgenomen. Dit reglement moet vrij verkrijgbaar zijn. 12.2. Procedures Het opleidingscentrum moet over op schrift gestelde procedures beschikken en deze op peil houden voor het vaststellen, beoordelen, goedkeuren en/of uitvoeren van de opleiding en alles wat daarmee samenhangt zoals : 14
a) de inschrijving voor de opleiding b) de toelatingseisen c) de eindtermen d) de opleidingsmethodieken e) de beoordeling van de voltooiing van de opleiding en de communicatie daaromtrent, alsmede het verstrekken van attesten en het invullen van de opleidingspaspoorten. 12.3. Klachten Het opleidingscentrum moet beschikken over procedures voor de registratie van klachten en de afhandeling daarvan. 12.4. Informatie Het opleidingscentrum moet over op schrift gestelde procedures beschikken en deze op peil houden voor het al dan niet binnen een vastgestelde periode tijdig informeren van de kandidaten omtrent : 1) de statuten van de opleidingsinstelling 2) instructies en/of handboek(en) inzake het opleidingsproces 3) het opleidingsreglement 4) teksten/opzet geheimhoudingsverklaringen van functionarissen betrokken bij het opleidingsproces 5) stroomdiagrammen van het opleidingsproces 6) organisatieschema’s met overzichten van bevoegdheden en verantwoordelijkheden van functionarissen en/of organen betrokken bij het opleidingsproces 7) opzet waaruit de kwaliteitsbewaking duidelijk wordt 8) lijst met opleiders 9) bestand van de deelnemers 10) relevante informatie/documentatie waarmee kandidaten worden geïnformeerd inzake de opleiding en de wijze waarop aan de opleiding kan worden deelgenomen; 11) opzet van het attest van deelname.
12.5. Omkadering Het opleidingscentrum moet toereikende faciliteiten, middelen en accomodatie ter beschikking stellen om kandidaten in de gelegenheid te stellen aan een gedegen aanschouwelijke en interactieve opleiding deel te nemen.
15
Artikel 13 : DOCUMENTATIE Het opleidingscentrum moet een systeem in stand houden voor de beheersing van alle documentatie met betrekking tot de opleidingen. Het opleidingscentrum moet bewerkstelligen dat : 1) de geldende uitgaven van de juiste documenten beschikbaar zijn op alle van toepassing zijnde plaatsen 2) alle wijzigingen van of aanvullingen op documenten voorzien zijn van de juiste autorisatie en worden verwerkt op een manier die directe en snelle acties op de juiste plaats bewerkstelligt 3) vervangen documenten binnen het opleidingscentrum en haar vertegenwoordigers uit het gebruik worden genomen.
Artikel 14 : REGISTRATIE 14.1. Opleiders Het opleidingscentrum moet over een registratiesysteem beschikken om de informatie over de van toepassing zijnde kwalificaties, opleiding en ervaring van iedere opleider te registreren en bij te houden. 14.3. Attesten Het opleidingscentrum moet over een registratiesysteem beschikken en het actueel houden, dat past bij de eigen omstandigheden en voldoet aan bestaande wetgeving, waarin persoonlijke gegevens zijn opgenomen die samenhangen met het kunnen identificeren van het attest. Alle gegevens moeten gedurende een toereikende periode, minimaal voor de geldigheidsduur van het attest, veilig worden opgeslagen, waarbij alle noodzakelijke vertrouwelijkheid in acht wordt genomen, tenzij de wet anders eist. Artikel 15 : TOEZICHT Het toezicht op het opleidingscentrum gebeurt door het NAVB. Artikel 16 : INFORMATIEVERSTREKKING Het opleidingscentrum verleent op elk ogenblik inzage in de procedures en de wijze waarop deze worden toegepast aan het NAVB en/of deskundigen aangesteld door het NAVB en stelt hen in staat hun controles op een adequate wijze uit te voeren.
Hoofdstuk III : EISEN AAN VERMELDINGEN OP ATTESTEN
Artikel 17 : WOORD- EN BEELDMERK
16
17.1. Juridische eigenaar Het NAVB is juridisch eigenaar van het woord én beeldmerk op het attest 17.2. Gebruik van woord- en beeldmerk Voor het gebruik van het woord-/beeldmerk op attesten is gekoppeld aan een erkenning van het opleidingscentrum door het NAVB. Op het attest dienen de onder artikel 18 genoemde minimale vermeldingen te zijn opgenomen. Een model van dit attest wordt voorgelegd aan het NAVB ter goedkeuring. Artikel 18 : MINIMALE VERMELDINGEN OP ATTEST 18.1. Woord- en beeldmerk Het NAVB woord- en beeldmerk wordt op de attesten geplaatst. 18.2. Statement “Attest van deelname aan de opleiding Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” 18.3. Identificatie Naam, voornaam, geboorteplaats, nationaliteit, geboortedatum van de persoon die de volledige opleiding heeft gevolgd. 18.4. Data Datum of data van deelname aan de opleiding 18.6. – Vermeldingen op het attest Naam en handtekening van het opleidingscentrum en haar vertegenwoordiger de houder van het attest, het doorlopend registratienummer van het attest en de vermelding : “Opleiding conform de eindtermen opgesteld door het NAVB, versie …” en de Erkenningsreferentie van het opleidingscentrum.
17
Bijlage 1
Overeenkomst NAVB en het Opleidingscentrum Tussen het Nationaal Actiecomite voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf Sint-Jansstraat 4 1000 BRUSSEL vertegenwoordigd door de Heer Carl HEYRMAN, Directeur-Generaal Hierna het NAVB genoemd” enerzijds en
.......................................................... .......................................................... .......................................................... vertegenwoordigd door ............................................................................ hierna “het opleidingscentrum” genoemd
anderzijds, wordt het volgende overeengekomen :
18
Artikel 1 – Voorwerp van de overeenkomst Het NAVB verleent aan het opleidingscentrum onder onderstaande voorwaarden, het niet-exclusieve recht de opleiding “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw”te organiseren en bijhorende deelnameattesten uit te reiken aan deelnemers die een volledige opleiding afgerond hebben. Het gebruik van het NAVB woord- en beeldmerk zal beperkt zijn tot deze attesten en tot de duur van voorliggende overeenkomst.
Artikel 2 – Juridisch kader Het NAVB is juridisch eigenaar van het NAVB woord- en beeldmerk en beheerder van de eindtermen van de opleiding “basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw” met de daarbij behorende documenten, allen gedateerd .............en genoegzaam bekend bij het opleidingscentrum. Het opleidingscentrum erkent dit eigendomsrecht van het NAVB en zal het woord- en beeldmerk niet voor andere doeleinden dan beschreven in deze overeenkomst aanwenden.
Artikel 3 – Algemene voorwaarden Het opleidingscentrum zal zich strikt houden aan de in art. 2 vermelde, door de het NAVB vastgestelde documenten m.b.t. de eindtermen, die integraal deel uitmaken van deze overeenkomst. Het NAVB zal het opleidingscentrum onverwijld op de hoogte stellen van wijzigingen in de documenten. Het opleidingscentrum zal deze wijzigingen onverwijld doorvoeren in haar opleidingen.
Artikel 4 – Bijzondere voorwaarden Art. 4.1. Controles door het NAVB Het opleidingscentrum verleent het NAVB het recht het naleven van de regels vastgesteld in de in art. 2 vermelde documenten te controleren en om de deugdelijkheid van de opleidingen steekproefsgewijs te verifiëren. Hiertoe informeert het opleidingscentrum het NAVB over de geplande opleidingssessies en dit ten laatste 5 werkdagen voor de aanvang van elke sessie. Wijzigingen in de planning worden onverwijld meegedeeld aan de het NAVB. Het opleidingscentrum zal vertegenwoordigers van het NAVB vrije toegang verlenen tot de opleidingen en de bijbehorende documentatie, zonder dat een dergelijk onderzoek door het NAVB vooraf aangekondigd zal dienen te worden.
19
Art. 4.2. – Rapportages Het opleidingscentrum stelt jaarlijks ten behoeve van het NAVB een schriftelijke kwantitatieve en kwalitatieve rapportage op van de opleidingen, volgens het model opgemaakt door het NAVB met daarin opgenomen de aantallen deelnemers per periode, aangevuld met overige van belang zijnde gegevens. Tevens zal het opleidingscentrum een rapportage opstellen van het aantal ontvangen klachten en de afhandeling daarvan conform de daarvoor geldende procedures (klachten en beroep) met voor elke klacht een korte, bondige beschrijving van de wijze waarop deze is afgehandeld. Het opleidingscentrum zal per kwartaal het aantal uitgereikte attesten in het afgelopen kwartaal schriftelijk rapporteren aan het NAVB volgens het model opgemaakt door het NAVB Het opleidingscentrum zal uiterlijk binnen de 2 werkdagen die volgen op het afronden van een opleidingssessie, het NAVB op de hoogte brengen van de gegevens betreffende de deelnemers die de volledige sessie hebben bijgewoond en derhalve een attest ontvangen.
Art. 4.3. – Modelattest Het opleidingscentrum zal een afschrift van het modelattest beschikbaar stellen aan het NAVB Artikel 5 – Financiële voorwaarden Art. 5.1. - Kosten voortvloeiend uit een tussentijdse audit als gevolg van een beslissing van het NAVB De kosten voortvloeiend uit een tussentijdse audit en normaal toezicht als gevolg van een beslissing van het NAVB zoals beschreven in de documenten, geciteerd in artikel 2 van deze overeenkomst, zijn ten laste van het NAVB. Art. 5.2. - Vergoeding voor het gebruik van het opleidingshandboek Voor het verplichte gebruik van het opleidingshandboek is aan het NAVB als juridisch eigenaar en beheerder en voor de duurtijd van deze overeenkomst een forfaitaire vergoeding verschuldigd van ........€
Art. 5.3. - Gebruik van het NAVBwoord/beeldmerk Het NAVB verleent als juridisch eigenaar van het woord/beeldmerk van de eindtermen het gebruiksrecht van haar woord/beeldmerk voor attesten uitgereikt door het opleidingscentrum volgens de modaliteiten bepaald in dit document en haar bijlagen. Art. 5.4. - Betaling van de verschuldigde kosten De in dit document en haar bijlagen vermelde vergoeding voor het gebruik van het opleidingshandboek vallen ten laste van het opleidingscentrum. De verschuldigde kosten worden gefactureerd door het NAVB aan het opleidingscentrum. 20
Alle facturen zijn betaalbaar binnen de dertig dagen volgend op de factuurdatum. Artikel 6 – Ingangsdatum, looptijd en opzegging Deze overeenkomst gaat in op ….....…………….. en is geldig voor een periode van drie jaar. Zij vervalt van rechtswege zonder dat daarvoor enige opzegging vereist is op de datum van het vervallen, of intrekken van de erkenning als opleidingscentrum bij gemotiveerde beslissing van het NAVB. De overeenkomst kan door elk der partijen schriftelijk en gemotiveerd worden opgezegd met een termijn van drie maanden. Bij verval of opzeg van de overeenkomst zijn de bedragen vermeld in artikel 5 niet terugvorderbaar door het opleidingscentrum. Artikel 7 – Verantwoordelijkheid over de naleving van vermelde voorwaarden De ondertekenende personen verbinden zich er toe om daadwerkelijk toezicht uit te oefenen over de rechtmatige toepassing van deze overeenkomst, waarvan zij door het plaatsen van hun handtekening erkennen ervan kennis genomen te hebben.
Artikel 8 – Bevoegde Rechtbank Op deze overeenkomst is uitsluitend het Belgisch recht van toepassing. In geval van geschil zijn uitsluitend de rechtbanken te Brussel bevoegd. Opgesteld te Brussel, op ……………………………….. in 2 exemplaren en waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben.
Voor het NAVB,
Voor het opleidingscentrum,
21
Bijlage 2: Model aanvraagformulier
Aanvraag tot erkenning als opleidingscentrum “Basisveiligheid voor de uitzendarbeider bouw”
Formulier vervolledigd per aangetekend schrijven te sturen aan:
NAVB Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel
1.
Naam van het opleidingscentrum: ...............................................................................................................................................
2.
Contactpersoon: Naam……….....…………………………………………………………………………….. Voornaam…………………………………………………………………………………… Functie………………………………………………………………………………………. Tel...................................................fax..............................................email.............................
22
3.
Adres: Maatschappelijke Zetel: Straat..............................................................................................nr...................................... Postcode.................................................Gemeente................................................................. Land......................................................... Tel....................................................fax..............................................email............................
Exploitatiezetel: Straat..............................................................................................nr...................................... Postcode.................................................Gemeente................................................................. Land......................................................... Tel....................................................fax..............................................email............................
4.
Juridische vorm:…………………………...…………………………………………………….
5.
Is de aanvrager een openbaar opleidingsverstrekker? JA / NEE (schrappen wat niet past)
6.
Beschikt de aanvrager over een geldig certificaat volgens Q-for ? JA / NEE (schrappen wat niet past)
23
Voor het opleidingscentrum:
Naam:.............................................. Functie:........................................... Handtekening:................................ Datum:...........................................
In bijlage toe te voegen: 1.
Statuten van de aanvrager
2.
Bewijs van openbaar opleidingsverstrekker of certificaat volgens Q-for
3.
Organisatieschema
4.
Instructies
5.
Reglement opleidingscentrum
6.
Profielen lesgevers
7.
Klachtenprocedure
8.
Modelattest
24