Opening expertisecentrum voor bewegingsapparaat Deze maand is Mobility Clinic van het UMC Utrecht gestart. Dit is dé plek voor patiënten met complexe problemen aan het steun- en bewegingsapparaat. Medisch specialisten van verschillende afdelingen werken hierin samen. Daardoor kunnen bijna alle patiënten al na het eerste polibezoek rekenen op een duidelijke diagnose en helder behandeladvies. Mobility Clinic start met zorg voor mensen met complexe knieproblemen. Dit onderdeel richt zich op complexe sportletsels en patiënten die vanwege complexe klachten elders uitbehandeld zijn. Ook patiënten met relatief eenvoudige indicaties in combinatie met complexere co-morbiditeit zoals hypertensie of diabetes mellitus komen voor Mobility Clinic in aanmerking evenals jonge patiënten met een versleten knie als gevolg van artrose. Werkwijze Alle patiënten worden vooraf besproken in een multidisciplinair team bestaand uit een orthopedisch chirurg, sportarts, reumatoloog en fysiotherapeut. Medische gegevens van eventueel eerdere behandeltrajecten zijn dan al opgevraagd. Op grond daarvan besluit het team door welke arts(en) de patiënt gezien wordt. Is er aanvullend diagnostisch onderzoek nodig, dan krijgt de patiënt dat op dezelfde dag, voorafgaand aan het consult. Daardoor kunnen bijna alle patiënten al na het eerste polibezoek rekenen op een duidelijke diagnose en helder behandeladvies. Nieuwste inzichten en technieken In Mobility Clinic zijn patiënten niet alleen verzekerd van een snelle diagnose. Orthopedisch chirurg prof. Daniël Saris: “Wij behandelen patiënten met de nieuwste inzichten en technieken, die in andere ziekenhuizen nog niet mogelijk zijn. Denk aan bijvoorbeeld een kraakbeentransplantatie waarbij we via een kijkoperatie eigen kraakbeenvormende cellen in de knie van de patiënt plaatsen. Verder doet Mobility Clinic onderzoek naar nieuwe behandelmethoden en -technieken en mogelijkheden om bestaande behandelingen te perfectioneren.” Intercollegiaal overleg en doorverwijzen Twijfelt u of u een patiënt moet doorverwijzen of heeft u andere vragen over zijn of haar klachten, dan kunt u altijd via het verwijzersnummer 0800-8099 contact opnemen met een van de medisch specialisten van Mobility Clinic. U kunt uw patiënten naar Mobility Clinic doorverwijzen via de specialismen sportgeneeskunde, orthopedie en reumatologie. Dat kan via Zorgdomein of het verwijzersnummer. Kniepatiënten kunnen wekelijks terecht bij de Mobility Clinic op woensdag- en vrijdagmiddag.
Pagina('s)
1 / 10
Mobility Clinic breidt op termijn uit naar andere complexe indicaties aan het steun- en bewegingsapparaat. Meer informatie Ga voor meer informatie naar www.umcutrecht.nl/mobilityclinic Voor een impressie van Mobility Clinic kniepoli klik hier.
Ons kenmerk Pagina('s)
2 / 10
App voorspelt kans op hart- en vaatziekten Het UMC Utrecht heeft een app gemaakt waarmee artsen snel en makkelijk van individuele patiënten het tienjaarsrisico op ziekte of sterfte door hart- en vaatziekten kunnen berekenen. De app is gratis beschikbaar en meteen te gebruiken in de spreekkamer. Met de nieuwe vaatrisico-app kunt u voor alle type patiënten gemakkelijk het risico op hart- en vaatziekte berekenen. U hoeft slechts enkele getallen in te vullen, waaronder leeftijd, geslacht en cholesterolgehalte. Personaliseren van medicijnen Internist en vasculair geneeskundige prof. Frank Visseren van het UMC Utrecht Hart en vaatcentrum bedacht de app. “Met het berekende risico kan in overleg met de patiënt worden besloten hoe de behandeling eruit gaat zien en wat de patiënt zelf kan doen om zijn of haar vaatrisico te verlagen. De vaatrisico app draagt op deze manier bij aan op maat gesneden cardiovasculair risicomanagement voor de individuele patiënt.” Het gaat vooral om het ‘personaliseren’ van medicijnen die de bloeddruk of het cholesterolgehalte verlagen. Drie risicoscores De app bevat drie risicoscores: voor mensen met risicofactoren maar zonder vaatziekte of diabetes, voor mensen met diabetes mellitus en voor mensen die al hart- en vaatziekten hebben. De vaatrisico-app is mede gebaseerd op het SMART-onderzoek van het UMC Utrecht waarin meer dan tienduizend patiënten met hart- en vaatziekten meer dan tien jaar gevolgd zijn. Het is een uitbreiding van de bestaande CVRM Risicotabel app van de afdeling Vasculaire Geneeskunde van het UMC Utrecht, die al zo’n vierduizend gebruikers heeft. Deze app was echter alleen bruikbaar voor patiënten zonder hart- en vaatziekten. De app is ontwikkeld door het Hart- en vaatcentrum en MAC3, het Medical App Co-Creation Center van het UMC Utrecht. Ervaringen Monika Hollander, kaderhuisarts HVZ bij Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra en onderzoeker bij Julius Centrum, gaat de app testen. Benieuwd naar haar ervaringen? Lees daarover alles in de nieuwsbrief Huisartsengeneeskunde (zie einde van deze nieuwsbrief) die eind deze maand uitkomt.
Ons kenmerk Pagina('s)
3 / 10
Kwaliteit geboortezorg voor het eerst inzichtelijk Het WKZ werkt al jaren samen met een aantal verloskundigenpraktijken. Dit samenwerkingsverband heeft met zorgverzekeraar Zilveren Kruis Achmea onderzocht op welke kwaliteitsinformatie aanstaande ouders de verloskundige zorg op dit moment al kunnen vergelijken. Het Geboortecentrum van het WKZ en de met haar samenwerkende verloskundige praktijken hebben als eerste in Nederland hun scores openbaar gemaakt. Tot nu toe was kwaliteitsinformatie alleen bekend voor het ziekenhuis en de verloskundige praktijken apart. Onderzoek in de hele geboorteketen is belangrijk, omdat driekwart van de zwangeren uiteindelijk gebruik maakt van zowel verloskundige zorg als het ziekenhuis. De onderwerpen waarop de verloskundige zorg is vergeleken zijn bijvoorbeeld overleving van baby en moeder, bloedverlies van de moeder, APGAR-score en de mate waarin een baby zuurstof toegediend krijgt. Ongeacht dus of een vrouw thuis of in het ziekenhuis bevalt. Verbeteren Gynaecoloog Martijn Heringa hoopt dat ook andere ketens van verloskundigen en ziekenhuizen in de regio op dezelfde onderwerpen zullen gaan meten. “Als we dat dan een aantal jaren doen, zul je zien dat we ons gaan verbeteren. Omdat we met z’n allen maar één ding willen: een zo gezond mogelijk kind en een zo voorspoedig mogelijke bevalling, voor zowel moeder als kind.” In Nederland wordt al langere tijd zowel de kwaliteit van de geboortezorg in het ziekenhuis gemeten als de kwaliteit van de geboortezorg door verloskundigen. De kwaliteit van geboortezorg in Nederland is de laatste jaren verbeterd. De resultaten blijven echter achter ten opzichte van de ons omringende landen. Onderstaand de uitkomsten van de Geboortezorg Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) WKZ Verloskunde. Geboortezorg infographic Bekijk hier het filmpje over 'Kwaliteit geboortezorg voor het eerst inzichtelijk'.
Ons kenmerk Pagina('s)
4 / 10
Diagnose binnen een maand na verwijzing voor alle MDL patiënten Alle patiënten met maag-, darm- of leverklachten kunnen vanaf nu twee weken na verwijzing door de huisarts op de polikliniek MDL terecht. Daarna volgt aanvullend onderzoek. Vier op de vijf patiënten heeft met deze nieuwe werkwijze binnen maximaal een maand na verwijzing een diagnose en behandelplan. Wachttijden met uitschieters tot ruim honderd dagen zijn daarmee definitief voorbij. De werkwijze is een variant op de sneldiagnostiek voor patiënten met verdenking op of angst voor kanker aan de tractus digestivus. Sinds twee jaar kan deze groep binnen één dag na verwijzing door de huisarts terecht op de poli. De dag erna vindt aanvullende diagnostiek plaats. MDL-arts Leon Moons: “Het merendeel van deze patiënten heeft binnen 48 uur een diagnose. Dat wordt enorm gewaardeerd. Daarom willen we dit concept, zij het in een minder snelle variant, aan alle patiënten aanbieden. Want ook zij hebben vervelende klachten.” De invoering van de sneldiagnostiek maakte het voor de poli MDL noodzakelijk opnieuw naar de inrichting van de werkprocessen te kijken. Er kwamen geprotocolleerde diagnostische trajecten, de endoscopiefaciliteiten werden uitgebreid, er kwamen verpleegkundig specialisten en de beschikbare middelen werden slimmer ingezet. ”Voor alle niet-spoedeisende patiënten die door de huisarts worden doorverwezen of die voor een second opinion komen hebben we het diagnosetraject daarom flink kunnen bekorten. Daarnaast blijven we er voor academische tertiaire zorg. Dit creëert een mooie combinatie van snelle basiszorg op academisch niveau, met aandacht en expertise voor minder vaak voorkomende aandoeningen.” Het sneldiagnostiektraject voor patiënten met verdenking op MDL-kanker blijft zoals het is. Doorverwijzen U kunt patiënten doorverwijzen naar de polikliniek MDL via Zorgdomein of via het centrale verwijzersnummer 0800-8099.
Ons kenmerk Pagina('s)
5 / 10
Nieuwe behandeling voor darmkanker: HIPEC Sinds juni biedt het UMC Utrecht in samenwerking met het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis in Amsterdam een relatief nieuwe behandeling van darmkanker aan. Het gaat om de HIPEC of Hyperthermic Intraperitoneal Chemotherapy. Deze zware behandeling kan patiënten helpen waarbij darmkanker alleen nog maar is uitgezaaid naar de buikholte. Bij de behandeling maken chirurgen de buik open en spoelen ze de buikholte met warme, vloeibare chemotherapie. De vloeistof moet anderhalf uur in de buikholte staan. De chemotherapie komt dus niet in het bloed. Door de warmte zijn de kankercellen die eventueel nog in de buikholte zitten gevoeliger voor chemotherapie. De kans op complicaties zoals een nabloeding, een infectie of lekkage van de darm naar de buikholte is helaas wel aanwezig. Niet voor alle patiënten “Het is een zware operatie, die we daarom niet aan alle patiënten kunnen aanbieden”, vertelt chirurg Helma van Grevenstein van het UMC Utrecht. “Patiënten moeten fit genoeg zijn om de ingreep te ondergaan en de tumor mag niet vérder uitgezaaid zijn dan de buikholte. Maar omdat de resultaten van de ingreep in de diverse ziekenhuizen in Nederland zo goed zijn, zijn we heel blij dat wij deze operatie ook kunnen aanbieden.” Vijfjaarsoverleving Als darmkanker uitzaait naar de buikholte zijn de vooruitzichten heel slecht. Zonder behandeling leeft geen enkele patiënt daarmee langer dan twee jaar. De HIPEC-behandeling belooft daar verandering in te brengen. Dankzij de HIPEC-behandeling leeft na vijf jaar nog zo’n twintig tot vijftig procent van de patiënten met uitgezaaide darmkanker in het buikvlies. In juni heeft de eerste patiënt in het UMC Utrecht de operatie ondergaan. Dit jaar worden circa twintig patiënten geopereerd, in 2015 waarschijnlijk twee keer zo veel. Acht ziekenhuizen in Nederland voeren deze behandeling al uit.
Ons kenmerk Pagina('s)
6 / 10
Vuistregels voor inschatten schizofrenie Eind juli werd bekend dat er 83 nieuwe genvarianten zijn ontdekt die invloed hebben op het ontstaan van schizofrenie. Dit onderzoek, dat mede werd geleid door het UMC Hersencentrum, kan nieuwe en verbeterde behandelingen in een stroomversnelling brengen. Toch blijft het allerbelangrijkste dat huisartsen bij een vermoeden op schizofrenie zo snel mogelijk doorverwijzen, stelt psychiater prof. René Kahn van het UMC Utrecht Hersencentrum. Omdat dat voor hen vaak moeilijk is in te schatten, geeft hij een paar vuistregels. Ieder jaar wordt bij drie op de tienduizend mensen schizofrenie geconstateerd. Kahn schat dat een huisarts een of twee nieuwe schizofreniepatiënten per jaar ziet. Recente onderzoeken wijzen uit dat schizofrenie eerder ontstaat dan tot nu toe werd gedacht: niet rond de 18, maar vier tot vijf jaar eerder. De allereerste tekenen zijn vaak dat schoolprestaties teruglopen, dat het kind zich terugtrekt en dat het zich minder goed verzorgt. Soms ook praat het in zichzelf of hoort stemmen. Kahn: “Dat laatste is reden om meteen door te verwijzen, maar zeker in het beginstadium zijn die verschijnselen er vaak nog niet. Het lastige is dan om in te schatten in hoeverre het bijvoorbeeld om gewoon pubergedrag gaat. Ik raad huisartsen in geval van twijfel aan om het kind na een half jaar nog een keer te zien.” De klachten mogen dan in elk geval niet verergerd zijn. Is dat wel zo dan adviseert hij doorverwijzing naar een psychiater. 83 nieuwe genen Eind juli meldde het tijdschrift Nature dat er 83 nieuwe genvarianten zijn ontdekt die invloed hebben op het ontstaan van schizofrenie. Het zijn de resultaten van een internationale genetische onderzoek van ongekende omvang. Het DNA van 37.000 schizofreniepatiënten is vergeleken met dat van 113.000 gezonde mensen. “Dit is voor schizofrenie het belangrijkste onderzoek van de afgelopen vijftig jaar”, stelt Kahn. Samen met zijn collega Jim van Os van het Maastricht UMC leidde hij het Nederlandse deel ervan. “De resultaten rekenen af met het idee dat schizofrenie het gevolg van een slechte opvoeding of omgeving zou zijn. Net als bijvoorbeeld suikerziekte is het een ‘echte’ aandoening is, met een biologische basis.” Nieuwe en verbeterde behandeling De nieuwe genen maken onderdeel uit van een netwerk dat een rol speelt bij de ontwikkeling van zenuwcellen, van het immuunsysteem of van het dopaminesysteem. Dat geeft steun aan het al bestaande vermoeden dat ook het immuunsysteem betrokken is bij de ziekte. Ook het reeds bekende DRD2-gen komt uit het onderzoek naar voren. Dat klopt goed, want alle schizofreniemedicijnen binden aan deze dopaminereceptor. Dat op deze schaal de genetische risicofactoren voor schizofrenie zijn ontdekt, brengt de biologische oorzaken ervan een grote stap dichterbij. Dat kan tot nieuwe en verbeterde behandelingen leiden. Doorverwijzing naar UMC Utrecht Hersencentrum Huisartsen kunnen patiënten met verdenking op schizofrenie aanmelden via Zorgdomein of via het centrale verwijzersnummer 0800 8099.
Ons kenmerk Pagina('s)
7 / 10
Medicatieverificatie bij ontslag De medicatieverificatie bij ontslag wordt momenteel uitgerold in het UMC Utrecht. Het doel is ervoor te zorgen dat u, de thuisapotheek en de patiënt dezelfde, actuele informatie krijgen over de te gebruiken medicatie na ontslag uit het ziekenhuis. Bij vragen over het medicatieoverzicht kunt u contact opnemen met de behandelend arts. Bij opname vindt bij alle patiënten medicatieverificatie plaats. Wanneer de ontslagdatum van een patiënt bekend is, verifieert een apothekersassistent het medicatiedossier. De ontslagmedicatie wordt daarbij vergeleken met de oorspronkelijke thuismedicatie. Bij onduidelijkheden of mogelijk het ontbreken van geneesmiddelen neemt de apothekersassistent contact op met de arts. Zij maakt vervolgens een overzicht van welke medicatie moet worden voortgezet (al dan niet in andere dosis), welke medicatie moet worden gestaakt en welke nieuwe medicatie is toegevoegd. Deze lijst wordt besproken met de patiënt en/of zijn mantelzorger en naar de thuisapotheek gefaxt. U ontvangt een exemplaar via de post, per fax of via de patiënt. Bij vragen over het medicatieoverzicht kunt u contact opnemen met de behandelend arts. De komende maanden zullen alle verpleegafdelingen binnen het UMC Utrecht de ontslaggesprekken gaan invoeren.
Ons kenmerk Pagina('s)
8 / 10
Antoni van Leeuwenhoek en UMC Utrecht gaan samenwerken “We bouwen ons ziekenhuis rondom de patiënt.” Dat zegt prof. Elsken van der Wall, internistoncoloog. De oncologie van het UMC Utrecht en het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis gaan samenwerken vanaf 2015. Beide ziekenhuizen starten samen een nieuwe organisatie met twee volwaardige locaties; de huidige locatie in Amsterdam en een nieuwe locatie binnen de muren van het UMC Utrecht. “We pakken de beste punten van beide organisaties en realiseren daarmee een nieuw ziekenhuis met de allerbeste zorg voor mensen met kanker.” De nieuwe organisatie wil de kwaliteit van de oncologische zorg in Nederland door innovaties structureel verbeteren en vernieuwen. Die is in Nederland voor verbetering vatbaar. Nederland valt nu onder de internationale middenmoot waar het gaat om de vooruitzichten voor patiënten met kanker, meent Van der Wall. Concentratie zorg Door de kennis en ervaring van het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis en het UMC Utrecht te bundelen ontstaat een centrum dat kan uitgroeien tot een Europees, en op termijn, wereldwijd toonaangevend instituut op het gebied van kanker. De organisatie kan, door de sterke nationale en internationale positionering, topprofessionals aantrekken en opleiden, in zowel zorg als onderzoek. De samenwerking sluit ook aan bij de gedachte van de overheid, verzekeraars en patiënten dat zorg zich moet concentreren. Het is goedkoper als niet elke instelling alles doet. Daarnaast geldt: hoe meer behandelingen in een bepaald specialisme, hoe meer vaardigheid. Behandeling en innovatie De nieuwe organisatie wil zoveel mogelijk mensen met (verdenking op) kanker behandelen met multidisciplinaire teams. Er zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van unieke en vooruitstrevende technieken binnen de beeldgestuurde behandeling, maar ook van behandeling-op-maat. Het onderzoek naar deze innovatieve technieken krijgt een enorme impuls door de samenwerking. Deze innovaties, voor zowel de veelvoorkomende als ook de meer zeldzame tumoren, moeten beschikbaar worden voor andere ziekenhuizen. Zo kunnen de vooruitzichten voor de patiënten met kanker in heel Nederland verbeteren. Doorverwijzen naar locatie Utrecht van het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis Een aanvraag voor intensieve samenwerking ligt ter beoordeling bij de NZa. Eind dit jaar wordt een reactie verwacht. Informatie over verwijsmogelijkheden en andere concrete zorg- en behandelinformatie volgt in een volgend nummer van deze huisartsennieuwsbrief.
Ons kenmerk Pagina('s)
9 / 10
Opnieuw roze lintje voor UMC Utrecht Het UMC Utrecht heeft voor de vierde achtereenvolgende keer het Roze Lintje van de Borstkanker Vereniging Nederland (BVN) ontvangen. Ondanks de opnieuw aangescherpte eisen scoort UMC Utrecht maximaal: het ziekenhuis scoort positief op alle vijftien door de BVN opgestelde kwaliteitscriteria. Volgens de Monitor Borstkankerzorg van de BVN kunnen patiënten snel in UMC Utrecht terecht voor een diagnose en behandeling en werken de diverse medisch specialismen onderling goed samen in een multidisciplinair team. Bovendien is er veel aandacht en begeleiding voor de patiënt en wordt er goed gekeken naar erfelijke risico’s. Prof. Elsken van der Wall, internist-oncoloog en medisch manager oncologie bij het UMC Utrecht: “Het opnieuw ontvangen van het roze lintje geeft de bevestiging dat we in UMC Utrecht op de juiste weg zitten en hiermee moeten doorgaan.” Samenwerking Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis De volgende stap in de verdere verbetering van oncologische zorg is de samenwerking tussen het Antoni van Leeuwenhoek (AvL) en de oncologische zorg van UMC Utrecht vanaf 2015. Het AVL Utrecht zal dan de oncologische zorg in de regio Utrecht gaan aanbieden. Hierdoor wordt alle kennis en ervaring op het gebied van kanker van beide organisaties gebundeld tot een voor Nederland unieke samenwerking (zie voorafgaand artikel). Monitor Borstkankerzorg De BVN stelde in de Monitor Borstkankerzorg met input van ervaringsdeskundigen en professionals een lijst samen met vijftien basiseisen voor patiëntgerichte borstkankerzorg. Een ziekenhuis ontvangt het roze lintje als voldaan wordt aan de vijf belangrijkste voorwaarden die BVN heeft gesteld én aan zeven van de overige tien criteria. Jaarlijks worden de criteria aangescherpt om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en om ziekenhuizen nog meer te stimuleren patiëntgerichte zorg te leveren. Mammapoli UMC Utrecht De mogelijkheden om borstkanker te behandelen zijn in de loop der jaren steeds uitgebreider geworden. Er zijn verschillende specialismen bij betrokken. Dit vraagt om een goede organisatie van de zorg. Daarom heeft het UMC Utrecht een speciale mammapoli. Het doel van deze polikliniek is om vrouwen met een afwijking of knobbeltje in hun borst snel duidelijkheid te geven over de aard ervan.
Uitslag borstbiopt binnen één dag haalbaar Het is haalbaar om vrouwen met een verdenking op borstkanker na tests in het ziekenhuis op dezelfde dag te vertellen of zij kanker hebben of niet. Sneldiagnostiek doet geen afbreuk aan de diagnostische nauwkeurigheid. Dat blijkt uit onderzoek van onder meer het UMC Utrecht.
Ons kenmerk Pagina('s)
10 / 10