Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
Trix Bakker november 2008
Inhoudsopgave I.
Wat is Open Access?
II. Hoe wordt Open Access bereikt?
1 2
Open Access tijdschriften - The Golden Road
2
‘Self-archiving’ in digitale archieven - The Green Road
3
III. Voordelen van Open Access
4
IV. Business modellen
5
Abonnementenmodel
5
Open Access model (Article processing charge)
6
V. Toenemende bekendheid van en steun voor Open Access
7
VI. Self-archiving in VU-DARE – het digital archief van de VU
9
VII.
Voordelen van Open Access publicaties in VU-DARE
10
VIII.
Stand van zaken bij de Vrije Universiteit t.o.v. Open Access
11
BIJLAGE I
Referenties Open Access
12
BIJLAGE II
Open Access videos
16
BIJLAGE III
Berlin Declaration
16
BIJLAGE IV
OA Self-Archiving Policy: Harvard University FAS
16
BIJLAGE V
Leaflet Open Access”- EC pilot FP7
16
BIJLAGE VI
Entrée op Maat – Meerwaarde van repositories
16
I.
Wat is Open Access?
Open Access (OA) staat voor het gratis en zonder beperkingen beschikbaar stellen van de resultaten van met publieke middelen gefinancierd onderzoek en voor het effectief (her)gebruik daarvan. Met de principes van Open Access is internet hét medium voor het verspreiden en delen van wetenschappelijke kennis. De 1. 2. 3.
principes van Open Access (OA) zijn in vier verschillende declaraties opgetekend: Budapest Open Access Initiative, februari 20021 Bethesda Statement on Open Access Publishing, juni 20032 Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities, oktober 20033 4. Brisbane Declaration, September, 20084 Deze declaraties kwamen tot stand tijdens conferenties van met name wetenschappers, grote wetenschappelijke organisaties (zoals Max Planck Instituut, CERN, Los Alamos National Laboratory, Universiteiten, UCL, JISC, SPARC en de Deutsche Forschungsgemeinschaft) en bibliothecarissen die verontrust waren over de toenemende machtsposities van de grote uitgevers die steeds hogere prijs- en toegangsbarrières opwierpen ten nadele van de verspreiding van onderzoeksresultaten. De grote gemene deler van deze declaraties is dat: • Open Access-publicaties voor iedereen met een internetverbinding - onderzoekers, studenten en het algemene publiek - kosteloos toegankelijk moeten zijn en blijven; • Open Access-publicaties online worden gepubliceerd en in minimaal één online repository worden opgenomen; • de auteur de gebruiker toestemming geeft om de content te (her)gebruiken voor onderzoek; • die toestemming voor (her)gebruik twee voorwaarden heeft: er is een correcte bronvermelding en er mag geen plagiaat worden gepleegd. • de auteur vooraf toestemming voor het vrije, wereldwijde en onherroepelijke gebruik moet geven via een niet-exclusieve licentie. Open Access-publicaties vormen een ruim begrip. Hieronder vallen originele wetenschappelijke publicaties inclusief de data en metadata, het bronnenmateriaal, de digitale afbeeldingen van grafische en beeldmaterialen en wetenschappelijke multimedia die onder de OA-principes toegankelijk zijn gemaakt. Deze publicaties zijn eenvoudig terug te vinden met bekende zoekmachines zoals Google Scholar en Yahoo. Door toepassing van de principes van Open Access wordt de verspreiding van kennis veel efficiënter. Daarom ondertekenen steeds meer wetenschappers, wetenschappelijke instellingen, bibliotheken en overheidsinstellingen de Boedapest, Bethesda en/of Berlin declaraties om Open Access te promoten en te stimuleren dat onderzoekers hun resultaten publiceren onder de OA-principes. Voor auteurs betekent Open Access een vergroting van het lezerspubliek (wereldwijd toegankelijk) en een verhoging van de zichtbaarheid en impact van het eigen werk (meer downloads en citaties). Voor gebruikers is de prijsbarrière weggevallen (gratis toegang) en is bij (her)gebruik veel meer toegestaan dan bij niet-OA publicaties. Dit betekent niet 1
Budapest Open Access Initiative, http://www.soros.org/openaccess/read.shtml Bethesda Statement on Open Access Publishing, http://www.earlham.edu/~peters/fos/bethesda.htm 3 Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities, http://oa.mpg.de/openaccess-berlin/berlindeclaration.html. 4 Brisbane Declaration, http://www.earlham.edu/~peters/fos/2008/10/brisbanedeclaration-on-oa.html 2
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
1
dat gebruikers “alles” - behalve plagiaat en geen bronvermelding - wordt toegestaan. Dankzij Creative Commons bestaat er voor de auteur de mogelijkheid zijn/haar werk onder bepaalde voorwaarden te delen. Creative Commons heeft een 6-tal licenties ontwikkeld die het de auteurs mogelijk maken om hun auteursrechtelijk beschermd werk voor bepaalde vormen van hergebruik vrij te geven (zie map ‘Open Access & Auteursrecht’).5 Vrije toegang tot informatie ofwel Open Access zoals omschreven in de declaraties impliceert aanzienlijke veranderingen in de wijze van verspreiding (disseminatie) van kennis wat betreft financiële en auteursrechtelijke aspecten. Hieraan zal extra aandacht worden besteed (zie Business models en de map ‘Open Access & Auteursrecht’).
II.
Hoe wordt Open Access bereikt?
Open Access tot wetenschappelijke publicaties wordt op 2 complementaire manieren bewerkstelligd: 1. Open Access tijdschriften (“the Golden Road”) 2. Self-Archiving’’: deponeren van peer-reviewed tijdschriften in digitale archieven (“the Green Road”)
Open Access tijdschriften OA-tijdschriften zijn online tijdschriften waarin alle artikelen zijn gepubliceerd volgens de principes van Open Access. De artikelen zijn dus gratis toegankelijk en de auteur heeft een niet-exclusieve licentie gegeven voor (her)gebruik. De artikelen zijn peer-reviewed en de auteurs behouden hun auteursrechten. Open Access publiceren is echter niet kosteloos. De kosten worden gedragen door de auteur - doorgaans de universiteit of instelling waar de auteur aan verbonden is, of de financier/opdrachtgever van het onderzoek. In Nederland hebben de Universiteit van Amsterdam en de Technische Universiteit Delft een fonds ingesteld van €150.000 per jaar voor Open Access publicaties. Het komt ook voor dat de uitgever voldoende inkomsten heeft uit sponsoring, advertenties of andere content waar wel voor betaald wordt, dan hoeft de auteur niets te betalen. Wanneer er geen geld is om de publicatiekosten te betalen, dan worden deze kwijtgescholden. Dit model van Open Access wordt vaak de “Golden Road to Open Access” genoemd. Bekende OA-uitgevers zijn de Public Library of Science, PLoS6 (not-for-profitorganisatie) en BioMed Central (profitorganisatie). Op de website van BioMed Central is een actuele prijslijst te vinden van per uitgever verschillende ‘article processing charges’.7 Het aantal OA-tijdschriften van traditionele uitgevers neemt gestaag toe: in 2005 waren dit 199 titels en in 2008 786.8 Er is een groeiend aantal traditionele uitgevers, zo’n 30%, die de auteur de mogelijkheid biedt zijn/haar publicatie(s) al dan niet in Open Access te publiceren. Dit type uitgevers worden ‘hybride uitgevers’ genoemd. Als de auteur kiest voor Open Access, dan moet de auteur c.q. instelling of financier de publicatiekosten betalen; het artikel is onmiddellijk na publicatie vrij toegankelijk voor iedereen. Bovendien mag de finale auteursversie (dus níet de uitgeversversie) direct na publicatie gedeponeerd worden in het digitale archief 5
Creative Commons Nederland, http://creativecommons.nl/ PLoS, http://www.plos.org/index.php 7 Lijst van ‘Article processing charges’, http://www.biomedcentral.com/info/authors/apccomparison/ 8 Recent survey on Publisher behaviour: “Journal launch rate continues to rise”, http://www.researchinformation.info/news/news_story.php?news_id=402 6
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
2
van de instelling.9 Voorbeelden van dit type uitgever zijn: Cambridge University Press met Cambridge Open Option (15 tijdschriften), Elsevier met het Sponsorship programme, Oxford University Press met Oxford Open (selectie van ca. 70 titels - grotendeels STM); Springer met Springer OpenChoice (alle tijdschriften), Sage met Sage Open (alleen STM tijdschriften), Taylor & Francis met iOpenAccess (grotendeel STM tijdschriften) en WileyBlackwell met OnlineOpen (STM-titels).10 De uitgevers zien dit tot op heden als experiment. De abonnementsprijzen worden niet of zelden (bijv. Oxford) verlaagd, zodat ze in feite dubbele inkomsten genereren (zie par. Business modellen). Ondanks het groeiende aantal uitgevers dat de Open Access optie aanbiedt, zijn auteurs nog terughouden om hier gebruik van te maken. In 2008 maakten minder dan 10% van auteurs gebruik van deze optie.11
‘Self-archiving’ in digitale archieven Digitale archieven (repositories) spelen een belangrijke rol in de Open Access ontwikkelingen. Dankzij het SURF DARE-project hebben alle Nederlandse universiteiten sinds 2003 een digitaal archief. Hieruit resulteerde DAREnet, het netwerk van Digital Academic REpositories. Het DARE programma richtte zich op het coördineren en stimuleren van de ontwikkeling van digitale archieven met wetenschappelijke output in Nederland.12 Vanaf april 2008 is DAREnet opgenomen als deelverzameling in de wetenschapsportal NARCIS die door de KNAW wordt ontwikkeld om de zichtbaarheid en vindbaarheid van Nederlands wetenschappelijk onderzoek te vergroten.13 Idealiter biedt een geïnstitutionaliseerd digitaal archief de voor iedereen toegankelijke wetenschappelijke productie van de instelling en vormt daardoor een soort ‘etalage’ van de universiteit. Hoe wordt nu zo’n digitaal archief gevuld? Het is namelijk niet altijd geoorloofd een gepubliceerd artikel in de etalage te zetten, zeker niet wanneer iedereen er ‘zomaar’ bij kan. De afgestane auteursrechten aan de uitgevers spelen hierbij een belemmerende rol. Een klein aantal uitgevers (69) staan het deponeren van de uitgeversversie toe (50 onmiddellijk na publicatie en 19 na een embargo periode variërend van 6 maanden tot 2 jaar). In totaal betreft dit 1334 tijdschrifttitels. Echter, 95% van de uitgevers staan auteurs ‘self-archiving’ toe van zijn/haar artikelen op een persoonlijke webpagina of institutioneel archief – 63% betreft de finale auteursversie en 32% preprints. Dit wordt de “Green Road to Open Access” genoemd. Sommige uitgevers gaan zelfs zover met Open Access mee dat zij de AO-principes van de Declaraties aanvaarden en zelf gaan experimenteren met Open Access. Hier hangt echter vaak een prijskaartje aan – te betalen door de auteur/opdrachtgever bovenop de 9
De finale auteursversie is de versie die wel het peer review proces volledig doorlopen heeft maar nog niet de opmaak van de uitgever kent. 10 Cambridge Open Option, http://journals.cambridge.org/action/stream?pageId=4088&level=2#4092; Elsevier’s Sponsorship programme, http://www.elsevier.com/wps/find/authorsview.authors/author_sponsorship_informatio n; Oxford Open, http://www.oxfordjournals.org/oxfordopen/ ; Springer OpenChoice, http://www.springer.com/open+choice?SGWID=0-40359-0-0-0; Sage Open, http://www.sagepub.co.uk/sageopen.sp; Taylor & Francis’ iOpenAccess, http://www.tandf.co.uk/journals/iopenaccess.asp; Wiley-Blackwell’s OnlineOpen, http://www3.interscience.wiley.com/aboutus/open_access_options.html 11 Zie voetnoot 8. 12 Het DARE-programma (2003-2006) is voortgezet als SURFshare van het platform ICT en Onderzoek van SURFfoundation, http://www.surffoundation.nl/SURFshare 13 NARCIS , http://www.narcis.info/index. NARCIS geeft toegang tot 162.952 full-text publicaties, 2.382 datasets en informatie over onderzoekers (expertise), onderzoeksprojecten en onderzoeksinstellingen in Nederland.
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
3
abonnementsgelden die door de bibliotheek betaald worden. De uitgeversversies van deze publicaties komen echter niet in de digitale archieven, hooguit de finale auteursversie. Deze uitgevers begeven zich dus zowel op de “Gold” als op de “Green Road to Open Access”. Deze ‘Green Road’ betekent in feite dat de auteurs blijven publiceren in gerenommeerde tijdschriften waar de bibliotheek al dan niet een abonnement op heeft. Willen zij bredere toegang tot deze publicaties realiseren, dan worden ze geacht een zekere actie te ondernemen: zij moeten direct na acceptatie door de uitgever namelijk de finale auteursversie aanleveren aan het digitale archief. Auteurs voeren doorgaans drie redenen aan om dit niet te doen: 1. Copyrightbeperkingen. De universiteit van Nottingham, UK, houdt via de SHERPARoMEO website een actueel overzicht van het auteursrechtenbeleid van uitgevers bij (in totaal 414).14 Hierin ontbreken echter vaak de kleine, landelijke uitgevers. Het beleid van uitgevers is zeer divers. Sommige uitgevers houden er voor verschillende tijdschriften zelfs een verschillend beleid op na. Wel blijkt de mate van overdracht van het auteursrecht aan de uitgever steeds meer onderhandelbaar. De auteur kan ook zelf toestemming vragen aan de uitgever om een artikel in het digitale archief op te mogen nemen (zie map ‘Open Access & Auteursrecht’). 2. Verwarring met hun officieel gepubliceerde versie in verband met citaties. Dit wordt ondervangen door in de metadata van de publicatie op te nemen welke versie het is en een link naar de officiële versie. Hiervoor kan sinds februari 2008 een ‘versions toolkit’ als hulpmiddel worden gebruikt.15 3. Het kost extra tijd om hun publicatie te deponeren. Wetenschappers zijn verplicht om hun onderzoek te registreren in METIS, het universitair onderzoekregistratiesysteem. Aan de bibliografische beschrijving (metadata) in METIS kan een publicatie (versie die is toegestaan door de uitgever) worden toegevoegd. Doorgaans is METIS gekoppeld aan het digitaal archief waardoor de publicaties na registratie in METIS automatisch in het digitaal archief komen; de metadata en publicaties hoeven dus maar één keer te worden ingevoerd.16
III. Voordelen van Open Access Publicaties die vrij toegankelijk zijn bieden diverse voordelen. 1. Efficiëntere verspreiding van kennis. De voortgang van de wetenschap is er dankzij internet bij gebaat dat de onderzoeksresultaten in de vorm van elektronische publicaties snel (direct na acceptatie voor publicatie door de uitgever), zichtbaar en voor iedereen beschikbaar zijn. Bovendien maakt de elektronische vorm van de publicatie effectief (her)gebruik van het gepubliceerde materiaal mogelijk. De toegang tot wetenschappelijke publicaties wordt nu voor een groot deel belemmerd door het abonnementenmodel. Er zijn wereldwijd zo’n 25.000 peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften, waarvan ca. 3.500 (ca. 15%) Open Access zijn. In deze tijdschriften worden zo’n 2,5 miljoen artikelen per jaar gepubliceerd. Elke universiteit kan zich echter - vanwege de beperkte budgetten en stijgende tijdschriftenprijzen – slechts een klein deel van deze 25.000 tijdschriften veroorloven. Dit betekent dat gebruikers, m.n. onderzoekers, slechts toegang hebben tot een fractie van wetenschappelijke publicaties. 2. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van de potentiële ‘research impact’ verloren gaat, terwijl ‘research impact’ een indicatie is van vooruitgang en productiviteit van onderzoek. Carrières van onderzoekers zijn afhankelijk van deze impact. Hoe groter de impact, hoe beter deze door de universiteiten en de subsidiegevers beloond wordt 14 15 16
SHERPA/RoMEO http://www.sherpa.ac.uk/romeo/ Versions Toolkit, http://www.lse.ac.uk/library/versions/VERSIONS_Toolkit_v1_final.pdf Bij de VU zal de koppeling METIS-DARE vanaf voorjaar 2009 gerealiseerd zijn.
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
4
3.
4.
5.
6. 7. 8. 9.
met hogere salarissen, nieuwe opdrachten, promotie, prestige, prijzen e.d. Bovendien bevordert of versnelt het de internationale erkenning. Uit onderzoek blijkt dat artikelen die wereldwijd gratis toegankelijk zijn, veel vaker (150% - 500%, afhankelijk van het vakgebied) worden geciteerd en gedownload.17 Open Access leidt dus tot verhoging van de research impact. Universiteiten profiteren ook van de toegenomen zichtbaarheid van onderzoek en onderzoeksimpact van hun onderzoekers - research impact is van groot belang voor de toewijzing van onderzoeksgelden - en dit vergroot de ‘return-on-investment’ in onderzoek en ontwikkeling van de wetenschap en de reputatie van de instelling. Open Access bevordert het solidariteitsbeginsel: de verspreiding van kennis is niet meer gebonden aan hoogte van budgetten, de mate van welvaart van het land waarin de onderzoeker woont en werkt, of de organisatie waaraan hij/zij verbonden is. Vrije toegang is voor iedereen en niet alleen voor diegenen die het kunnen betalen. Efficiëntere besteding van de onderzoeksgelden. Het grootste deel van het wetenschappelijke onderzoek wordt gesubsidieerd door de overheid. Om de onderzoeksresultaten in de vorm van publicaties te kunnen raadplegen, moeten de bibliotheken en individuele gebruikers aan met name gerenommeerde uitgevers hoge bedragen betalen. Vaak moet een auteur een aanzienlijk bedrag aan een uitgever betalen om zijn/haar artikel gepubliceerd te krijgen en moet zijn/haar auteursrechten overdragen en mag het artikel vervolgens na publicatie niet (via internet) verspreiden of moet daar extra voor betalen. Onderzoeksgeld wordt hierdoor tot twee- of zelfs driemaal toe aangewend om onderzoeksresultaten te verspreiden. Er gaat ook vaak veel tijd overheen voordat de publicatie openbaar gemaakt is, hetgeen ten koste gaat van de actualiteit van de publicatie. Beter vindbaar. De publicaties zijn wereldwijd via internet toegankelijk en eenvoudig terug te vinden met Google Scholar en Yahoo met een hoge relevantie ranking.. Versnelde en verkorte onderzoekscyclus. Open Access bevordert onderzoek effectief, omdat onderzoekers onmiddellijk toegang hebben tot alle informatie die ze nodig hebben en faciliteert interdisciplinair onderzoek en e-Science en collaboratories. Educatief nut. Open Access betekent dat er geen beperkingen zijn om artikelen in een digitale leeromgeving op te nemen. De URL biedt direct toegang tot het benodigde artikel. Voordeel voor uitgevers. Uitgevers hebben ook profijt bij een bredere verspreiding van de publicaties, want hierdoor zijn deze beter zichtbaar en hebben de artikelen van hun tijdschriften een grotere citatie impact (kwaliteitskeurmerk). Bovendien is aangetoond dat OA-publicaties (pre- en post-prints in digitale archieven) supplementair zijn aan de officiële uitgeversversies en niet een vervanging en hebben niet tot substantiële opzeggingen geleid.18
NB. Gezien de nog korte doorlooptijd van Open Access zijn de nadelen nog niet in kaart gebracht. Het is echter wel noodzakelijk de evt. nadelen de komende jaren in kaart te brengen.
IV.
Business modellen
In de relatie tussen uitgevers en instellingen zijn er twee business modellen19: 1. Abonnementenmodel Individuen of instellingen (bibliotheken en universiteiten) betalen abonnementsgelden
17
Zie: Effect, the, of open access and downloads ('hits') on citation impact: a bibliography of studies, http://opcit.eprints.org/oacitation-biblio.html 18 Zie: Berners-Lee, De Roure et al. (2005), http://eprints.ecs.soton.ac.uk/11160/ 19 Dit zijn geen strikt gescheiden categorieën, in de praktijk blijken er veelvoudige variaties in business modellen te zijn.
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
5
voor gedrukte en elektronische publicaties. De ’eigen’ gebruikers hebben gratis toegang. 2. Open Access model (‘article processing charge’ model). Iedereen heeft via internet gratis toegang tot wetenschappelijke OA-tijdschriften. Voor het geval er ‘article-processing charges’ (APCs) gevraagd worden (dit is minder dan 50%), worden deze kosten gedragen door de auteurs c.q. de instelling waar de auteur aan verbonden is of door de subsidiënt van het onderzoek. De articleprocessing charges (APC’s) kunnen ook gedekt worden door abonnementen en advertenties of een institutioneel lidmaatschap - BioMed Central en PLoS bijvoorbeeld bieden deze mogelijkheid.20 Onderzoek heeft uitgewezen dat de totale kosten om in OA-tijdschriften te publiceren veel lager zijn dan die van traditionele vormen van disseminatie, o.a. geen contract- en afschermingskosten en geen IBL-kosten meer. OA-publiceren biedt dus de mogelijkheid om geld te besparen. Dit vereist nieuwe kostendekkende modellen en financieringsmechanismes.21 Er zijn ook hybride publicatiemodellen waarin de auteur de mogelijkheid geboden wordt zijn/haar publicatie na betaling van een APC gratis toegankelijk te stellen, terwijl de andere artikelen in hetzelfde tijdschrift alleen via een abonnement toegankelijk zijn. Uitgevers zien dit als een geleidelijke overgang van ‘subscription-based access’ naar ‘open access’.22 Deze overgang brengt echter financiële problemen met zich mee voor de bibliotheken. De APCs voor hybride publicaties zijn doorgaans hoger dan die voor OApublicaties en zijn extra inkomsten voor de uitgevers, want zij ontvangen ook geld voor de abonnementen waarvan ze de prijzen niet verlagen (m.u.v. Oxford University Press). Dat het ook anders kan, blijkt uit de samenwerking die Springer en de UKB23 in juni 2007 in een pilot zijn aangegaan. In deze pilot biedt Springer alle wetenschappers in dienst van de Nederlandse universiteiten aan gratis - dus zonder betaling van een APC – gebruik te maken van Springer OpenChoice, de Open Access variant van Springer. De publicatiekosten worden betaald uit de abonnementskosten. UKB is voorstander van het Open Access publicatiemodel en Springer heeft het OpenChoice programma ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoefte om via Open Access te publiceren en daarbij te laten zien dat in een Open Access businessmodel uitgeverijen een toegevoegde waarde hebben in de wetenschappelijke informatievoorziening. De pilot is bedoeld om: • auteurs ervaring te laten opdoen met het publiceren via Open Access in bestaande tijdschriften;. • de bekendheid van Open Access bij de diverse stakeholders te vergroten; • ervaring op te doen met een nieuw businessmodel waarin de auteur en niet de lezer betaalt.24 De pilot is verlengd tot 2009 en geldt voor de eerste 1250 artikelen die per jaar Open Access gepubliceerd worden binnen de UKB-instellingen. In 2007 werden 1162 wetenschappelijke artikelen vanuit UKB-instellingen Open Access gepubliceerd in Springer tijdschriften. De UKB-instellingen hebben deze artikelen vervolgens toegevoegd 20
Een informatieve site over Open Accessa business modellen is: http://www.sparceurope.org/resources/hot-topics/open-journals/other-resources-andlinks/business-models/ 21 Zie: Wellcome Trust (2004), p. 22, http://www.wellcome.ac.uk/stellent/groups/corporatesite/@policy_communications/doc uments/web_document/wtd003184.pdf 22 Zie Hybrid Models: http://www.sparceurope.org/resources/hot-topics/openjournals/other-resources-and-links/hybrid-models/ 23 UKB is het samenwerkingsverband van de 13 Nederlandse universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek, http://www.ukb.nl/index.html 24 Springer OpenChoice, http://www.springer.com/open+choice?SGWID=0-40359-0-0-0
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
6
aan hun digitale archief. Springer heeft inmiddels ook een automatische workflow ontwikkeld, waardoor auteurs zelf hun nieuwe artikelen meteen Open Access kunnen maken op het moment van publicatie. Eind 2009 zal een gesprek plaatsvinden tussen Springer en UKB waarin de resultaten van de pilot besproken en geëvalueerd zullen worden en overlegd zal worden over het vervolg. Het nadeel van dit model is dat wanneer dit aantal van 1250 wordt overschreden er $1500 per artikel betaald dient te worden. Oxford University Press is bezig met een experiment met 70 tijdschriften. Hoe meer artikelen per tijdschrift Open Access gepubliceerd worden – door betaling van publicatiekosten – des te lager de abonnementsprijs van dat tijdschrift. Wiley-Blackwell experimenteert ook met “Green” en “Gold publishing” en biedt ‘gratis’ toegang tot oudere jaargangen en tot bepaalde types publicaties zoals review artikelen. De universiteiten die een fonds instellen voor OA-publiceren (UvA en TUD), stellen hiervoor ‘nieuw’ – dus extra - geld ter beschikking, omdat de abonnementskosten niet afnemen. De vraag is echter of en hoe reallocatie van het beschikbare geld - het geld dat nu uitgegeven wordt aan abonnementen – naar uitgaven voor OA-publicaties te realiseren valt. Een voorbeeld van reallocatie is het SCOAP3 project van CERN. Namens de hoge-energiefysica gemeenschap definieert CERN de voorwaarden voor de kwaliteitscontrole en verspreiding van de artikelen en vraagt uitgevers daarvoor offertes in te dienen. In één stap schakelt deze discipline daarmee over op Open Access.25 Vanaf begin 2000 zijn grote wetenschappelijke organisaties en beroepsorganisaties (‘societies’) zich aan het oriënteren op het Open Access uitgeven en het daarbij behorende business model. Hier werd veel aandacht aan geschonken tijdens de Berlin 6 Open Access Conferentie die tussen 13-16 november 2008 plaatsvond in Düsseldorf, Duitsland. Dit was de 5de follow-up conferentie van de Berlin Declaration.26 Alle presentaties en video’s zijn beschikbaar en met name de sessies 6 en 7 bieden interessante lezingen over resp. de rol van de ‘scholarly societies’ voor Open Access (European Educational Research Association, American Physical Society en de Linguistic Society of America)27 en over ‘value-for-money’ door representanten van grote onderzoeksinstellingen en ‘funding agencies’ (Swiss National Science Foundation, European Research Council en de Europese Commissie).28 NB: De Business modellen zijn voor nader onderzoek en verbetering vatbaar. De risico’s en nadelen zijn nog onvoldoende in kaart gebracht. Op dit punt biedt sessie 3 van Berlin 6 over verschillende business modellen een viertal interessante lezingen.29
V.
Toenemende bekendheid van en steun voor Open Access
Het aantal digitale archieven en OA-tijdschriften neemt ieder jaar aanzienlijk toe.30 Een aantal universiteiten registreren niet alleen digitale archieven wereldwijd, maar bieden 25
SCOAP3, http://scoap3.org/ Berlin 6 - Changing Scholarly Communication in the Knowledge Society. http://www.berlin6.org/ 27 Zie: The Role of Scholarly Societies for Open Access, http://www.berlin6.org/?page_id=74 28 Zie: Pondering on Research Impact and Cost Effectiveness: Funding Agencies and their Open Access Policies, http://www.berlin6.org/?page_id=75 29 Zie: The Cost and Benefits of Open Access: Business Models and Public Investment, http://www.berlin6.org/?page_id=71 30 Dramatische groei van Open Access: http://poeticeconomics.blogspot.com/2008/06/dramatic-growth-of-open-access-june30.html 26
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
7
ook toegang tot de full text publicaties en ontwikkelen zoekinstrumenten. De belangrijkste databases zijn: Scientific Commons (St. Gallen, Zwitserland)31, biedt toegang tot meer dan 23 miljoen publicaties van bijna 1000 digitale archieven; OAIster (Michigan, USA)32, de online catalogus van digitale bronnen, bevat nu 18 miljoen records van meer dan 1000 digitale archieven, in OpenDOAR (Nottingham, UK)33 zijn meer dan 1200 digitale archieven geregistreerd, idem in ROAR (Southampton, UK).34 De universiteit van Lund in Zweden houdt een lijst bij van peer-reviewed OA-tijdschriften, DOAJ35. Op dit moment zijn dit er meer dan 3.700 (inclusief ‘hybride tijdschriften’) – ongeveer 15% van alle wetenschappelijke tijdschriften – per dag worden er gemiddeld 2,2 nieuwe titels aan toegevoegd. De afgelopen jaren heeft Open Access een hoge vlucht genomen. Veel instellingen wereldwijd - waaronder alle Nederlandse universiteiten - hebben de Berlin Declaration ondertekend, daarmee aangevend dat men Open Access van wetenschappelijke informatie actief wil bevorderen.36 Vanaf 2003 is er elk jaar een vervolg op de Berlin Declaration conferentie. Ieder jaar brengt weer verdere ontwikkelingen aan het licht. Vanaf 2005 wordt steeds meer aangedrongen ‘selfarchiving’ verplicht te stellen, omdat uit onderzoek blijkt dat vrijwillig deponeren maximaal 15% van de onderzoeksresultaten oplevert, terwijl een mandaat de 100% kan bereiken in ca. 2 jaar. Tegelijkertijd wijst onderzoek uit dat 81% van de wetenschappers wanneer ‘self-archiving’ verplicht gesteld zou worden dit probleemloos zouden doen.37 Het ‘self-archiving’ betreft doorgaans de finale peer-reviewed auteursversie. De wetenschappers worden ook aangemoedigd om in OA-tijdschriften te publiceren. Op dit moment zijn er wereldwijd 58 ‘Green’ OA self-archiving mandates in ROARMAP.38 De European University Association heeft zich in maart 2008 uitgesproken Open Access te ‘mandateren’.39 De Europese Commissie startte in augustus 2008 een Open Access pilot in het zevende Kaderprogramma (FP7).40 De onderzoeksinstellingen die geld ontvangen voor onderzoek binnen FP7 zijn verplicht hun peer reviewed onderzoekspublicaties te deponeren in een digitaal archief: uitgeversversie (onmiddellijk na publicatie in OAtijdschrift) óf finale auteursversie (embargo van 6-12 maanden i.g.v. ‘subscription-based’ tijdschrift). Uitgevers zijn ook in beweging, zoals blijkt uit de Springer OpenChoice pilot met de UKB en het SCOAP3 initiative.41 Een onderzoek van SURF (2007) naar de mogelijke acceptatie van de ‘Licentie tot publiceren’ en een aantal daarmee verband houdende OA-principes onder 47 traditionele uitgevers wees uit dat deze uitgevers daar niet meer geheel afwijzend tegenover staan. Dit biedt SURF voldoende ondersteuning om de Licentie tot 31
Scientific Commons, http://en.scientificcommons.org/ OAISTER, http://www.oaister.org/ 33 Directory of Open Access Repositories, OpenDOAR, http://www.opendoar.org/ 34 Registry of Open Access Repositories, ROAR, http://roar.eprints.org/ 35 Directory of Open Access Journals, DOAJ, http://www.doaj.org/ 36 Lijst van instellingen die de Berlin Declaration hebben ondertekend, http://oa.mpg.de/openaccess-berlin/signatories-extended.html 37 Zie: Swan, Alma and Brown, Sheridan (2005), “Open access self-archiving: An author study”, http://cogprints.org/4385/1/jisc2.pdf 38 ROARMAP (Registry of Open Access Repository Material Archiving Policies), http://www.eprints.org/openaccess/policysignup/ 39 European University Association (EUA) recommandations, http://www.eua.be/fileadmin/user_upload/files/Policy_Positions/Recommendations_Op en_Access_adopted_by_the_EUA_Council_on_26th_of_March_2008_final.pdf 40 European Commission’s open access pilot in FP7, http://ec.europa.eu/research/sciencesociety/index.cfm?fuseaction=public.topic&id=1680 41 Springer OpenChoice, http://www.springer.com/open+choice?SGWID=0-40359-0-0-0; SCOAP3, http://scoap3.org/ 32
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
8
Publiceren en de OA-principes breder te gaan uitzetten en te promoten.42 (zie map ‘Open Access & Auteursrecht’).
VI.
Self-archiving in VU-DARE – het digitaal archief van de VU
In 2004 werd VU-DARE opgericht ten behoeve van het onderzoek en de onderzoekers aan de VU.43 VU-DARE wil alle wetenschappelijke publicaties van de onderzoekers aan de VU digitaal archiveren en gratis online toegang tot die bronnen. De bibliotheek draagt zorg voor digitale opslag en beschikbaarstelling op internet en gebruikt daarvoor de door het DARE-project ontwikkelde infrastructuur. Een onderdeel van VU-DARE is VU Dissertations Online, een dienst die VU proefschriften wereldwijd online beschikbaar maakt. Vanaf januari 2007 is het verplicht dissertaties ‘full text’ aan VU-DARE aan te leveren. Maar het is niet altijd geoorloofd deze in zijn geheel full text toegankelijk te stellen. Bij proefschriften – met name op het gebied van (bio)medische en de exacte wetenschappen – rust vaak op een substantieel aantal tijdschriftartikelen (die al gepubliceerd zijn) een embargo variërend van 6 maanden tot 3 jaar. Dit zou betekenen dat pas nadat het langstdurende embargo is verstreken, het proefschrift mag worden opengesteld. Maar een groot aantal uitgevers, waaronder Elsevier, Nature en Wiley staan het beschikbaar stellen van de finale versie via een digitaal archief toe (zie map ‘Open Access & Auteursrecht’). Proefschriften zijn behalve via VU-DARE ook te vinden in de Nationale Proefschriften Site44, een deelverzameling in de wetenschapsportaal Narcis en in OAISTER45. De Nationale Proefschriftensite biedt toegang tot meer dan 20.000 full-text proefschriften van alle Nederlandse universiteiten. Op • • • • • • • • • • • • •
dit moment zijn de volgende typen publicaties in VU-DARE opgenomen: Proefschriften Artikelen Jaarverslagen Inaugurale Redes Onderzoeksrapporten Wetenschapswinkel Vrije Universiteit Lezingen (Wijsbegeerte) Bibliografieën van een aantal VU hoogleraren (Wijsbegeerte) Proceedings en Lecture Notes (Kunstmatige Intelligentie) Technische rapporten (Exacte wetenschappen) Research Memoranda (Economie & Bedrijfskunde) Tinbergen Discussion papers (Economie & Bedrijfskunde) "Keur der Wetenschap", de complete publicatielijsten en indien toegestaan de full text van de publicaties van 10 prominente VU-onderzoekers Het Gronings getijdenboek in de vertaling van Geert Grote - gedigitaliseerd handschrift.
Wetenschappelijk medewerkers van de VU kunnen zelf hun integrale publicaties in VUDARE invoeren. Voor de aanlevering is het raadzaam om na te gaan of de uitgever opname in een digitaal archief toestaat. De reeds genoemde SHERPA-RoMEO website is
42
Beunen, Annemarie (2007), Acceptance of the JISC/SURF Licence to Publish & accompanying Principles by traditional publishers of journals, SURFfoundation, Final report December 2007. http://www.surffoundation.nl/download/LtP-final-reportdec07.pdf 43 VU-DARE, http://dare.ubvu.vu.nl/index.jsp 44 Nationale Proefschriftensite, http://www.narcis.info/index 45 OAISTER, http://www.oaister.org/
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
9
hierbij een handig hulpmiddel (zie verder de map ‘Open Access & Auteursrecht’ en de informatie op de VU-DARE webpagina). Tot nu toe worden er met name tekstuele publicaties opgenomen in VU-DARE. In de nabije toekomst zullen ook verrijkte, multimediale (grafische, cinematografische, software programmatische) publicaties worden opgenomen. SURFfoundation heeft op 1 september een ‘Call for tender 2008’ uitgezet. Hierdoor kunnen OA-publicaties aangevuld worden met onderzoeksdata, openbare reviews, simulaties, multimediale bestanden etc.46 Hierdoor wordt het gemakkelijker om de onderzoeksresultaten te verifiëren, reproduceren en hergebruiken. NB: Het uitgangspunt van de UB is dat opname in VU-DARE zoveel mogelijk via geautomatiseerde wijze gerealiseerd moet kunnen worden, dus met minimale personele inzet. Dit uitgangspunt wil de UB voortzetten.
VII. Voordelen van Open Access publicaties in VU-DARE Het opnemen en toegankelijk maken van publicaties in VU-DARE biedt veel voordelen. Naast de eerder genoemde voordelen van OA-publiceren, biedt het niet alleen voor de VU maar ook voor de individuele onderzoeker voordelen: - Het digitale archief van de VU is voor iedereen wereldwijd toegankelijk. - De onderzoeksresultaten van de VU zijn snel beschikbaar en lokaliseerbaar. - De zichtbaarheid van de wetenschappelijke output van de VU wordt vergroot en leidt potentieel tot een hogere citatiescore en meer downloads en bevordering en versnelling van internationale erkenning. - VU-DARE beoogt VU-wetenschappers snel en eenvoudig toegang te verlenen tot elkaars werk. - Vanuit VU-DARE is het eenvoudig een actuele publicatielijst met de full text publicaties voor auteurs te maken en het mogelijk te maken dat deze dynamisch op een persoonlijke webpagina wordt geplaatst en/of worden opgenomen in hun CV. - De wetenschappelijke publicaties in het digitale archief van de VU zijn eenvoudig terug te vinden met zoekmachines zoals Google Scholar en Yahoo met een hoge relevantie ranking. - Met het materiaal in het digitale archief kunnen andere diensten worden ontwikkeld, zoals een gids voor een specifiek onderzoeksgebied, automatische attendering op nieuwe onderzoeksresultaten van collega’s die op het zelfde terrein werken, e-mail alerts en RSS feeds, gebruiksstatistieken e.d. - In VU-DARE is de langdurige opslag en permanente toegang gegarandeerd omdat de publicaties in het e-Depot van de Koninklijke Bibliotheek worden opgeslagen.47 - Biedt managementinformatie ten behoeve van het jaarverslag en als verantwoording van de besteding van de onderzoeksgelden: de output per wetenschapper en/of faculteit is vrij eenvoudig te downloaden (publicatielijsten) en te bewerken (citatiescores en aantal downloads). - Beïnvloedt de universitaire ranking: onderzoek heeft uitgewezen dat de vulling van een digitaal archief, invloed heeft op de hoogte van de ranking.48
46
SURFshare tender 2008 – Verrijkte publicaties: http://www.surffoundation.nl/download/SURFshare_Tender2008_VerrijktePublicaties.p df 47 Het e-Depot van de Koninklijke Bibliotheek, http://www.kb.nl/dnp/e-depot/edepot.html 48 Zie: Swan, Alma and Leslie Carr (2008), “Institutions, Their Repositories and the Web”. Serials Review 34(1), 31-35 en: Thakur, Marian (2007), “The Impact of Ranking Systems on Higher Education and its Stakeholders”, Journal of Institutional Research 13(1), 83–96, http://www.aair.org.au/jir/Nov07/Ranking.pdf
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
10
-
Maatschappelijk verantwoorde werkwijze: resultaten van met publieke middelen gefinancierd onderzoek wordt gratis en zonder beperkingen beschikbaar gesteld.
Sommige wetenschappers van de VU denken dat - omdat zij hun publicaties al op hun persoonlijke website hebben staan - hun ‘peers’ hen wel weten te vinden. Waarom zouden ze dan hun publicaties nog in VU-DARE deponeren? Het deponeren van publicaties in VU-DARE heeft in vergelijking met persoonlijke websites een aantal voordelen: - Ook op persoonlijke websites moet men rekening houden met auteursrechtelijke beperkingen. Uit onwetendheid over de vraag wat al dan niet is toegestaan door de uitgevers biedt VU-DARE een aantal handige instrumenten (zie map ‘Open Access & Auteursrecht’). - Een digitaal archief vergroot de zicht- en vindbaarheid van publicaties – de inhoud van VU-DARE wordt geïndexeerd door zoekmachines zoals Google Scholar en Yahoo. Dit heeft grote invloed op de ‘research impact’, om de eenvoudige reden dat het niet alleen de ‘peer group’ vergroot, maar het algehele lezerspubliek wereldwijd. - Het bijhouden van URLs op persoonlijke webpagina’s kost vaak veel onderhoudstijd. VU-DARE garandeert permanente toegang en versie controle. In VU-DARE krijgt een publicatie een stabiele URL en is duurzame archivering gegarandeerd (e-Depot van de Koninklijke Bibliotheek). - Vanuit VU-DARE kunnen persoonlijke publicatielijsten worden gedownload naar persoonlijke websites. Deze hoeven dan niet meer afzonderlijk te worden onderhouden.
VIII.
Stand van zaken bij de Vrije Universiteit t.o.v. Open Access
De afgelopen jaren heeft Open Access een relatief hoge vlucht genomen. Veel instellingen wereldwijd (waaronder alle Nederlandse universiteiten) hebben de Berlin Declaration ondertekend. Lex Bouter, rector magnificus van de VU, heeft in januari 2007 de Berlin Declaration ondertekend en wil daarmee stimuleren dat onderzoekers hun onderzoeksresultaten online publiceren waarbij zij zelf het auteursrecht behouden en kopieën van hun publicaties in het digitale archief - VU-DARE - deponeren. Voor proefschriften is het deponeren al vanaf 2007 verplicht gesteld, maar voor andere publicaties is er nog geen beleid vastgesteld. Uit de praktijk blijkt dat het vrijwillig deponeren door onderzoekers van publicaties in VUDARE vergroot kan worden. Dit is niet alleen bij de VU geconstateerd, maar speelt ook bij de andere universiteiten. Op verzoek van het landelijke rectorenoverleg heeft de UKBwerkgroep ‘Open Access’ onlangs onderzoek gedaan naar de ‘state of the art’ binnen Nederland en internationaal. Door de werkgroep zijn de voor- en nadelen van opname van publicaties in een digitaal archief onderzocht en benoemd. Het belangrijkste bezwaar tegen opname van publicaties in een digitaal archief is het copyright omdat niet alle uitgevers opname en beschikbaarstelling via een digitaal archief toestaan. Opname van de finale auteursversie wordt door ruim 63% van de uitgevers (van de 414 uitgevers van SHERPA-RoMEO website) toegestaan.49 Het bezwaar dat hiertegen wordt aangevoerd is dat normaliter uit de uitgeversversie (ofwel de gepubliceerde versie) wordt geciteerd. Dit bezwaar is echter niet onoverkomelijk, omdat het aantal citaties en downloads per publicatie in het digitale archief wordt bijgehouden en als alternatieve meting van de research impact gebruikt kan worden. Hierbij komt dat de zichtbaarheid van de voor iedereen toegankelijke publicatie verbeterd is waardoor de kans om geciteerd te worden aanzienlijk groter is.
49
SHERPA/RoMEO http://www.sherpa.ac.uk/romeo/
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
11
Het komende jaar zullen de universiteiten – en dus ook de VU – zich buigen over een landelijk gedragen beleid en zal het al dan niet verplicht stellen tot deponeren in alle universiteiten aan de orde worden gesteld om draagvlak te creëren. Tegelijkertijd zal in de onderhandelingen van de UKB met uitgevers over licentievoorwaarden ook de mogelijkheid van opname van artikelen in een digitaal archief worden besproken. Onderzoek heeft uitgewezen dat ruim 80% van de wetenschappers geen problemen heeft met het opvolgen van een verplichting tot archivering van hun publicaties. Ook het behoud van copyright (gebruikmakend van de ‘Licentie tot publiceren’) en het publiceren in Open Access tijdschriften zal nadrukkelijker onder de aandacht worden gebracht. De bibliotheek van de VU biedt de infrastructuur aan - VU-DARE – waarmee de publicaties van auteurs die verbonden zijn aan de VU wereldwijd toegankelijk gemaakt kunnen worden. VU-Wetenschappers zijn verplicht om hun onderzoek te registreren in METIS. De bibliotheek en UC-IT dragen er zorg voor dat er een goede koppeling tot stand komt tussen METIS en VU-DARE. Dit zal het komende voorjaar gerealiseerd zijn. Door behalve de bibliografische beschrijving (metadata) ook de publicatie (versie die is toegestaan door de uitgever) aan METIS toe te voegen, wordt bij een goed werkende koppeling de publicatie automatisch opgenomen in VU-DARE. Om studenten actiever te betrekken bij het digitaal publiceren heeft de bibliotheek dit jaar het uitgeven van een studententijdschrift via Open Access gefaciliteerd, overeenkomstig de principes van de Berlin Declaration. Op 26 september jl. werd het eerste nummer van het tijdschrift Amsterdam Law Forum gepresenteerd tijdens de conferentie ‘Inclusion and Exclusion in Western Immigration’, georganiseerd door de Faculteit Rechten.50 De bibliotheek staat garant voor de archivering en technische ondersteuning, gebruikmakend van het Open Journal Systems (OJS).51
BIJLAGE I
-
Referenties Open Access
Antelman, Kristin (2004), “Do Open Access Articles Have a Greater Research Impact?”, College & Research Libraries News, 65(5), 372382,.http://eprints.rclis.org/archive/00002309/01/do_open_access_CRL.pdf Antelman, Kristin (2006), “Self-archiving practice and the influence of publisher policies in the social sciences”, Learned Publishing, 19(2), 85-95. http://eprints.rclis.org/archive/00006023/01/antelman_self-archiving.pdf Armbruster, Chris (2008), “Access, Usage and Citation Metrics: What Function for Digital Libraries and Repositories in Research Evaluation?”, (January 29), http://ssrn.com/abstract=1088453 Bailey, Charles, W., Jr. (2006), “What is Open Access”, http://www.digitalscholarship.com/cwb/WhatIsOA.htm Bailey, Charles, W., Jr. (2005-2008), Open Access Bibliography: Liberating Scholarly Literature with E-Prints and Open Access Journals (ISBN 1-59407-670-7). http://www.escholarlypub.com/oab/oab.htm Bankier, Jean-Gabriel and Irene Perciali (2008): “The Institutional Repository Rediscovered: What Can a University Do for Open Access Publishing?” Serials Review, 34(1), 21-26 50 51
Amsterdam Law Forum, http://www.amsterdamlawforum.org/ Open Journal Systems, http://pkp.sfu.ca/?q=ojs
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
12
Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities, http://oa.mpg.de/openaccess-berlin/berlin_declaration.pdf Berners-Lee, Tim; Dave De Roure; Stevan Harnad and Nigel Shadbolt (2005), “Journal publishing and author self-archiving: Peaceful Co-Existence and Fruitful Collaboration” (unpublished). http://eprints.ecs.soton.ac.uk/11160/ Brody, T., Carr, L., Harnad, S. and Swan, A. (2007), “Time to Convert to Metrics”. Research Fortnight. pp. 17-18. http://users.ecs.soton.ac.uk/harnad/Temp/refortnight.pdf Carr, L., Harnad, S. and Swan, A. (2007), “A Longitudinal Study of the Practice of SelfArchiving”, Working Paper. http://eprints.ecs.soton.ac.uk/10688/ Create Change: Cases in Point, interviews with scholars, http://www.createchange.org/index.shtml Crow, Raym (2002), The Case for Institutional Repositories: A SPARC Position Paper, Washington : SPARC, 37 p. http://www.arl.org/sparc/bm~doc/ir_final_release_102.pdf Effect, the, of open access and downloads ('hits') on citation impact: a bibliography of studies. http://opcit.eprints.org/oacitation-biblio.html Eysenbach, G. (2006): “Citation Advantage of Open Access Articles”, PLoS Biology, 4(5). http://biology.plosjournals.org/perlserv/?request=getdocument&doi=10.1371%2Fjournal.pbio.0040157 European Commission (2008): Open Access: Opportunities and Challenges: a Handbook.. http://ec.europa.eu/research/science-society/document_library/pdf_06/open-accesshandbook_en.pdf Fried Foster, Nancy, and Susan Gibbons (2005), “Understanding faculty to improve content recruitment for institutional repositories”, D-Lib Magazine, 11(1) http://www.dlib.org/dlib/january05/foster/01foster.html Graaf, Maurits van der, and Kwame van Eijndhoven, The European Repository Landscape : Inventory study into present type and level of OAI compliant Digital Repository activities in the EU, Amsterdam : Amsterdam University Press, 2007, 144 p. http://dare.uva.nl/document/93725 Harnad, Stevan (2005), “The Implementation of the Berlin Declaration on Open Access”. Report on the Berlin 3 Meeting Held 28 February - 1 March 2005, Southampton, UK, DLib Magazine, 11(3). http://www.dlib.org/dlib/march05/harnad/03harnad.html Harnad, Stevan (2008), “Validating Research Performance Metrics Against Peer Rankings. Ethics in Science and Environmental Politics, 8 (11). http://eprints.ecs.soton.ac.uk/15619/2/esep-harnad.pdf Harnad, Stevan, and Tim Brody (2004), “Comparing the Impact of Open Access (OA) vs. Non-OA Articles in the Same Journals” , D-Lib Magazine, 10(6). http://www.dlib.org/dlib/june04/harnad/06harnad.html Harnad, Stevan, Tim Brody, Les Carr, and Charles Oppenheim (2003), "Mandated online RAE CVs Linked to University Eprint Archives", Ariadne, Issue 35. http://www.ariadne.ac.uk/issue35/harnad/
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
13
Harnad, Stevan, Tim Brody et al. (2008), “The Access/Impact Problem and the Green and Gold Roads to Open Access: An Update”, Serials Review, 34(1), 36-40. Harnad, Stevan, Less Carr et al. (2008), “Maximizing and Measuring Research Impact Through University and Research-Funder Open-Access Self-Archiving Mandates”, Wissenschaftsmanagement. (In Press). http://eprints.ecs.soton.ac.uk/16616/1/16Harnad-Carr.pdf Ho, Adrian K., and Charles W. Bailey, Jr. (2005), "Open Access Webliography", Reference Services Review 33, no. 3, 346-364. http://www.digital-scholarship.com/cwb/oaw.htm Kaufman-Wills Group, LLC (2005), The facts about Open Access. A study of the financial and non-financial effects of alternative business models on scholarly journals. West Sussex : Association of Learned and Professional Society Publishers, 128 p. Research Report (ISBN 978-0-907341-30-7). http://www.alpsp.org/ngen_public/article.asp?id=200&did=47&aid=270&st=&oaid=-1 King, Donald W.; Alvarado-Albertorio, Frances M. (2008), “Pricing and other means of charging for scholarly journals: a literature review and commentary”, Learned Publishing, 21(4), 248-272. Lorinc, John (2006), “The bottom line on open access”, University Affairs. http://www.universityaffairs.ca/2006/02/13/the-bottom-line-on-open-access.aspx Maron, Nancy L, and K. Kirby Smith (2008), Current Models of Digital Scholarly Communication. Washington : Association of Research Libraries, November 2008, 49 p., http://www.arl.org/bm~doc/current-models-report.pdf Open Access Directory. A compendium of resources in the area of open access, from FAQs to publishing tools. http://oad.simmons.edu/oadwiki/Main_Page Pappalardo, Kylie (2008), Understanding Open Access in the Academic Environment:A Guide for Authors, Open Access to Knowledge (OAK) Law Project. http://eprints.qut.edu.au/archive/00013935/02/13935.pdf Prosser D C (2003), “From here to there: a proposed mechanism for transforming journals from closed to open access”, Learned Publishing 16, no. 3, 163–166. http://alpsp.publisher.ingentaconnect.com/content/alpsp/lp/2003/00000016/00000003/a rt00001 Proudman, Vanessa (2007), "Seventeen guidelines for stimulating the population of repositories". http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=69760 Rowland, Fytton, Alma Swan et al. (2004), “Delivery, Management and Access Model for E-prints and Open Access Journals”, Serials Review, 30(4), 298-303. Sale, Arthur (2006a), “A researcher's viewpoint”. In: Open Access: Key Strategic, Technical and Economic Aspects. Chandos Publishing (Oxford) Limited, Oxford, UK, pp. 87-100. ISBN 1843342030 http://eprints.utas.edu.au/257/1/Chapter.pdf Sale, Arthur (2006b), “The Impact of Mandatory Policies on ETD Acquisition”, D-Lib Magazine. 12(4). http://www.dlib.org/dlib/april06/sale/04sale.html Savenije, Bas (2005), “Open Access tijdschriften: Van droom naar daad”, Informatie Professional 9(3), 16-19, http://www.library.uu.nl/staff/savenije/publicaties/openaccess.htm
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
14
SHERPA (2006), “Fifteen Common Concerns – and Clarifications”, http://www.sherpa.ac.uk/documents/15concerns.html Suber, Peter, “Timeline of the Open Access Movement”, http://www.earlham.edu/~peters/fos/timeline.htm Suber, Peter (2003 - ), Open Access News, http://www.earlham.edu/~peters/fos/fosblog.html Suber, Peter (2007), “Open Access Overview - Focusing on open access to peer-reviewed research articles and their preprints”. http://www.earlham.edu/~peters/fos/overview.htm Swan, Alma (2005), Open access self-archiving: An introduction. Truro, Key Perpectives Ltd., http://eprints.ecs.soton.ac.uk/11006/1/jiscsum.pdf Swan, Alma (2006), “Open Access: Why should we have it?” Key Perspectives. http://www.keyperspectives.co.uk/openaccessarchive/journalpublications.html; Swan, Alma (2007), “Open access and the progress of Science” . American Scientist Online, May-June. http://www.americanscientist.org/issues/pub/open-access-and-theprogress-of-science Swan, Alma and Sheridan Brown (2005), “Open access self-archiving: An author study”, Truro, Key Perspectives Ltd., http://cogprints.org/4385/1/jisc2.pdf Swan, Alma and Leslie Carr (2008a), “Institutions, Their Repositories and the Web”. Serials Review 34(1), 31-35. Swan, Alma (2008b). Key concerns within the scholarly communication process: report to the JISC scholarly communications group, Truro : Key Perspectives Ltd, March 2008, 65 p. http://www.jisc.ac.uk/media/documents/aboutus/workinggroups/topconcernsreport.doc Suber, Peter (2006), “Six things that researchers need to know about open access”, SPARC Open Access Newsletter, Issue 94. http://www.earlham.edu/~peters/fos/newsletter/02-02-06.htm Suber, Peter (2007), “Open Access Overview - Focusing on open access to peer-reviewed research articles and their preprints”. http://www.earlham.edu/~peters/fos/overview.htm Thakur, Marian (2007), “The Impact of Ranking Systems on Higher Education and its Stakeholders”, Journal of Institutional Research 13(1), 83–96, http://www.aair.org.au/jir/Nov07/Ranking.pdf UKB Werkgroep Open Access, Open Access in Nederland: de volgende stap, UKB, September 2008 [Interne notitie]. Velterop, Jan (2008): “Open access and publishing”. In: The E-Resources Management Handbook, published by United Kingdom Serials Group (UKSG), 117-121. http://uksg.metapress.com/link.asp?id=dplay0kyn6nkvk7u VERSIONS (Versions of Eprints – a user Requirements Study and Investigation Of the Need for Standards), http://www.lse.ac.uk/library/versions/
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
15
Waaijers, Leo, Bas Savenije and Michel Wesseling (2008), “'Copyright Angst, Lust for Prestige and Cost Control: What Institutions Can Do to Ease Open Access”, Ariadne Issue 57, http://www.ariadne.ac.uk/issue57/waaijers-et-al/ Wellcome Trust (2004), Costs and Business Models in Scientific Research Publishing. A report commissioned by the Wellcome Trust, 24 p. http://www.wellcome.ac.uk/stellent/groups/corporatesite/@policy_communications/docu ments/web_document/wtd003184.pdf Willinksy, John (2006), The Access Principle : The Case for Open Access to Research and Scholarship. Cambridge, Mass. : MIT Press, 2006. Willinsky, John (2006), “Why Open Access to Research and Scholarship?”, The Journal of Neuroscience September 6, 2006, http://www.jneurosci.org/cgi/content/full/26/36/9078 Willinsky, John and Mendis, Ranjini (2007), "Open access on a zero budget: a case study of Postcolonial Text", Information Research, 12(3) paper 308. http://InformationR.net/ir/12-3/paper308.html Willinsky, John (2008), “How To Institute an Open Access Policy? Stand Up”, http://www.slaw.ca/2008/09/28/how-to-institute-an-open-access-policy-stand-up/
BIJLAGE II - Open Access videos Bourne, Phil, Open Access Day 2008 address, Oktober 14. http://blip.tv/file/1406954 Campus Open Access Policies: The Harvard Experience and How to Get There, June 28, 2008, http://www.arl.org/sparc/meetings/ala08/index.shtml Open Access Videos, http://www.vimeo.com/oavideos Why open access? A conversation with Sydney Verba, Director of Harvard University Libraries and professor of political science, and Charles Nesson, Professor of Law, http://www.youtube.com/watch?v=fQ12XKq4hBk
BIJLAGE III - Berlin Declaration http://oa.mpg.de/openaccess-berlin/berlin_declaration.pdf
BIJLAGE IV - OA Self-Archiving Policy: Harvard University FAS http://www.eprints.org/openaccess/policysignup/fullinfo.php?inst=Harvard%20University %20Faculty%20of%20Arts%20and%20Sciences
BIJLAGE V
- Leaflet Open Access”- EC pilot FP7
http://ec.europa.eu/research/science-society/document_library/pdf_06/open-accesspilot_en.pdf
BIJLAGE VI - Entrée op Maat – Meerwaarde van repositories
http://www.surffoundation.nl/download/Factsheet_DARE_Entreeopmaat.PDF
------------------------------------------------------------------------------------------Open Access: vrije en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties
16