Opdrachtenboekje. Noord-Holland

Opdrachtenboekje Noord-Holland

Opdrachtenboekje

Noord-Holland Dit boekje is van:

Ik zit op de:

Les 1

Gelijk = Gelijk? Opdracht 1 Lees de tekst over het project.

Hallo! Jij doet met je klas mee aan Gelijk=Gelijk? Je zult een aantal weken met dit project bezig zijn. Het gaat over discriminatie en vooroordelen. De lessen worden gegeven door drie jongeren die we ‘peer educators’ noemen. Tijdens de lessen kun je uitgebreid kennismaken met deze jongeren. En zij maken kennis met jou. Aan het eind van het project weten jullie onder andere wat discriminatie, stereotypen en tolerantie is. Ook leren jullie het verschil tussen discriminatie en pesten. Met jullie nieuwe kennis denken jullie met elkaar na over een plan dat discriminatie en pesten bestrijdt. Over dit plan maken jullie een mooie poster. Deze poster kunnen jullie gebruiken om op de eindmanifestatie het plan aan te prijzen. Het is namelijk een wedstrijd: het plan dat wint maakt kans om daadwerkelijk uitgevoerd te worden! Alle scholen die meedoen aan Gelijk=Gelijk? leveren na afloop van het project hun winnende plan aan. Een jury zal uit al deze plannen één plan kiezen en dat plan wordt uitgevoerd. Hard je best doen, want misschien wordt jouw plan wel de grote winnaar! Veel plezier met Gelijk=Gelijk?!

3

Les 2

Feit & Mening Opdracht 1 Feit: Iets wat je kunt controleren. Het is zo, en je kunt er niet over discussiëren. Bijvoorbeeld: Ik heb een appel in mijn hand. De appel is groen. Een appel is gezond. Een appel is fruit. Noem nog twee andere voorbeelden van feiten.

!

Mening: Iets wat je vindt. Bijvoorbeeld ik vind appels lekker. Of: ik vind mijn broek mooi. Noem nog twee andere voorbeelden van een mening.

!

4

Beschrijf hoe de personen op de foto’s eruit zien. Noem alleen de feiten en probeer je mening voor je te houden. Bijvoorbeeld: ‘Op de foto staat een jongen met zwart haar’. En dus niet: ‘Op de foto staat een aardige jongen met mooi haar.’ Aardig en mooi zijn voorbeelden van een mening.

!

Opdracht 2 Noteer het nummer van de foto die jij het beste vindt passen bij de volgende vragen: Wie zou jij als eerste kiezen in jouw voetbalteam?

Nr.:

Met wie zou je mee willen doen aan een talentenjacht?

Nr.:

Wie zit op ballet?

Nr.:

Wie kan goed tekenen?

Nr.:

Wie heeft twee moeders?

Nr.:

Wie gaat elke week naar de kerk?

Nr.:

Wie is een echte boekenwurm?

Nr.:

Wie heeft de Thora, het heilige boek van de Joden, gelezen?

Nr.:

Wie is fan van Frans Bauer?

Nr.:

Wie is computerverslaafd?

Nr.:

Wie heeft 900 Hyves vrienden?

Nr.:

Wie bidt vijf keer per dag?

Nr.:

Wie is wel eens gepest?

Nr.:

Wie wil graag advocaat worden?

Nr.:

Wiens vader is nooit thuis?

Nr.:

Wie is verliefd op de juf?

Nr.:

Wie luncht dagelijks in de snackbar?

Nr.:

5

Opdracht 3 Lees de verhaaltjes goed door en onderstreep wat je belangrijk vindt. Koppel de verhaaltjes aan de foto’s. Dit kun je doen door lijntjes te trekken. Ik woon in Amsterdam met mijn vader, moeder en mijn kleine 1 zusje. Mijn ouders zijn geboren in Marokko. Mijn vader heeft een Islamitische slagerij. Daar verkopen ze Halal vlees. Dit vlees komt van een dier dat volgens een vast ritueel geslacht is. Halal is een term waarmee wordt aangegeven wat voor Moslims toegestaan is. Het tegenovergestelde van Halal is Haram. Mijn vader verkoopt geen varkensvlees omdat dat Haram is. Ik draag een hoofddoek uit respect voor mijn God: Allah. Dat betekent ‘almachtige’. Ik vind dat ik zo laat zien, dat ik een goed Moslima ben. Toen ik twaalf werd mocht ik van mijn vader zelf kiezen of ik een hoofddoek wilde dragen. De vijf zuilen van mijn geloof zijn belangrijk voor me. De vijf zuilen zijn vijf dingen die een moslim moet doen volgens de heilige wetten van de islam. Daarom bid ik bijvoorbeeld vijf keer per dag en vast ik tijdens de Ramadan.

6

Ik ga naar een school aan de rand van de stad. Het is een sportieve 2 school. Ik heb een talent voor sporten denk ik. Ik kleed mij dan ook graag zo. Ik ga elke dag met de bus naar school. Ik vind de bus heel gezellig en zou graag later buschauffeur willen worden. Maar één ding vind ik niet leuk. Toen ik gister met de bus naar huis reed, moest ik staan. De bus was namelijk veel te vol. Ik stond vlakbij een vrouw die mij vreemd aankeek. Toen ze me zag drukte ze haar tasje dichter tegen zich aan. Ik zag dat ze zich ongemakkelijk voelde.

Mijn moeders zeggen dat ze atheïst zijn. Als je atheïst bent geloof 3 je niet in God. Mijn moeders zeggen dat ik veel filosofische vragen stel, dat zijn belangrijke vragen over het leven. Maar die vragen kunnen zij nooit goed beantwoorden. Stiekem zou ik het wel fijn vinden om te weten wat er met mij gebeurt als ik dood ben. Daarom lees ik hier graag boeken over. Ik ben een echte boekenwurm.

Ik lees het boek de Thora. De Thora is het heilige boek van de Joden. 5 Ik zit op een openbare school en daar krijg ik altijd veel vragen waarom ik een keppeltje draag. Ik heb een keer flink ruzie gemaakt toen een klasgenoot mijn keppeltje van mijn hoofd trok. Ik werd er verdrietig van. Ik leg het daarom nu maar eens goed uit. Ik draag een keppeltje uit eerbied voor God. Ook eet ik koosjer. Koosjer is dat mijn geloof, het Jodendom, zegt of ik bepaald voedsel wel of niet mag eten.

Al toen ik vier jaar oud was wist ik dat ik danser wilde worden. Ik gaf 4 optredens in huis, op school en op straat. Ik wilde dat iedereen naar me keek. Ik danste vaak op klassieke muziek. Soms lachten mijn buurjongens mij uit. Zij houden namelijk niet van klassieke muziek. Het kan mij niet schelen wat ze vinden. Ik hou van Mozart en wil later naar de balletacademie.

7

Opdracht 4 Bedenk wat je de peer educators zou willen vragen. In de volgende les kun je deze vragen stellen.

8

!

Les 3

Discriminatie Opdracht 1a

!

Naam van de peer educator:

Wat is er gebeurd?

Wie waren erbij betrokken?

Wat was daar de reden voor?

Is dit pesten of discriminatie? En waarom denk je dat?

9

Opdracht 1b Naam van de peer educator:

Wat is er gebeurd?

Wie waren erbij betrokken?

Wat was daar de reden voor?

Is dit pesten of discriminatie? En waarom denk je dat?

10

!

Opdracht 1c Naam van de peer educator:

!

Wat is er gebeurd?

Wie waren erbij betrokken?

Wat was daar de reden voor?

Is dit pesten of discriminatie? En waarom denk je dat?

11

Opdracht 2

Discrim

12

iminatie

13

Pest

14

esten

15

Opdracht 3 Ben jij wel eens gepest? ja / nee

Ben jij wel eens gediscrimineerd? ja / nee

Wat is er gebeurd?

Wat is er gebeurd?

Hoe voelde je je?

Hoe voelde je je?

Opdracht 4 Overeenkomsten pesten & discriminatie

Verschillen pesten & discriminatie



Pesten is het opzettelijk plagen van mensen. Iemand uitschelden, slaan of negeren, iemand zich ellendig laten voelen.

Om te bepalen of een gemaakt onderscheid discriminatie is, staat de volgende regel in artikel 1 van de Nederlandse grondwet:

Discriminatie betekent letterlijk ‘het maken van onderscheid’; voortrekken en achterstellen.

‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensover-

16

Les 4

Jouw idee Opdracht 1 Oorzaken discriminatie

tuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’ Volgens het Nederlandse Wetboek van Strafrecht mag het volgende niet: • In het openbaar aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen, of gewelddadig optreden tegen perso-

Oorzaken pesten

nen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid. • In het openbaar beledigen van een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid.

17

Opdracht 2 Mijn groepje: Naam: Naam: Naam: Naam: Naam: Ons plan gaat over pesten / discriminatie (doorhalen wat van toepassing is) De oorzaak:

Project Beschrijf nu jullie project zo goed mogelijk:

Voor wie is het bedoeld? Waar gaat het zich afspelen? (Op welke plekken in jullie buurt?) Wat willen jullie precies gaan doen?

Waarom is nou juist jullie plan zo belangrijk?

Wat is de titel van jullie plan?

18

!

Les 5

Poster In de provincie Noord-Holland, maar natuurlijk ook in de rest van Nederland, zijn er veel organisaties die ieder op hun eigen manier strijden tegen discriminatie. Voorbeelden van organisaties/ websites zijn:

Wat voor organisatie is het?

•

Wat kun je allemaal vinden op de website?

• • • • •

•

 eldpunt discriminatie Nederland: M www.meldpunt.nl Meldpunt discriminatie Amsterdam: www.mdra.nl COC Amsterdam: www.cocamsterdam.nl Bureau Discriminatiezaken NoordHolland Noord: www.art1nhn.nl www.discriminatie.nl De Politie: www.hatecrimes.nl en www.politie.nl/noord-holland_ noord Radar: www.radar.nl

Wat doen zij tegen discriminatie?

Opdracht 1 Zoek op internet naar een organisatie die zich bezighoudt met het tegen gaan van discriminatie. Je mag natuurlijk ook de adressen die hier boven staan gebruiken! Onderzoek de website en beantwoord de volgende vragen: Naam van de website:

Hoe kun je discriminatie melden?

! Meer weten? Kijk achter in dit werkboekje. Daar vind je meer informatie over de meldpunten discriminatie.

19

Opdracht 2 Maak een poster waarin jouw plan tegen pesten of discriminatie zichtbaar wordt. Een voorbeeld van een poster vind je hieronder. Tip: zorg dat de poster opvalt. Gebruik felle kleuren en grote letters.

het plan

20

leg hier uit waarom dit een goed plan is

Begrippenlijst

den tegen personen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun

Het feit: iets wat je kunt controleren. Het is zo, en je

hetero- of homoseksuele gerichtheid.

kunt er niet over discussiëren.

•

De mening: iets wat jij vindt.

mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levens-

Het stereotype: is een vaststaand beeld dat men-

overtuiging of hun hetero- of homoseksuele ge-

sen van iemand hebben, dat sterk overdreven is.

richtheid.

In het openbaar beledigen van een groep

Over één kam scheren: zeggen of denken dat iedereen hetzelfde is, geen onderscheid maken. De hokjesgeest: de neiging om medemensen in te

Meldpunten discriminatie

delen in een bepaalde categorie/een hokje. Generaliseren: vanuit een bepaald geval of situatie

Discriminatie kun je op drie manieren melden:

algemene conclusies trekken.

• • •

Het vooroordeel: oordeel dat je over iemand of iets hebt, zonder iemand te kennen.

 ia internet v t elefonisch persoonlijk

Het meeloopgedrag: het voorbeeld van anderen volgen, zonder dat je een eigen mening hebt.

Als je discriminatie meldt, dan kan er wat aan ge-

Pesten: is het opzettelijk plagen van mensen.

daan worden. Je kunt je discriminatie op meerdere

Iemand uitschelden, slaan of negeren, iemand zich

plekken melden. De belangrijkste plekken in de

ellendig laten voelen.

provincie Noord-Holland zijn de politie, het Meld-

Discriminatie: betekent letterlijk ‘het maken van

punt Discriminatie en Bureau Discriminatiezaken

onderscheid’; voortrekken en achterstellen.

Noord-Holland Noord. Hieronder vind je de con-

De grondwet: de hoogste en belangrijkste wet van

tactgegevens.

een land. Het wetboek van Strafrecht: is een boek met regels

De Politie

die aan de basis staan van het Nederlandse straf-

Internet: www.hatecrimes.nl en www.politie.nl/

recht. In dit wetboek staat wat strafbaar is: misdrij-

noord-holland_noord/

ven en overtredingen in bijzondere wetten waar-

Telefoon: 0900-8844 (in geval van nood bel je 112)

voor je bijvoorbeeld naar de gevangenis moet.

Persoonlijk: je kunt aangifte doen bij een politiebureau bij jou in de buurt. Je kunt dan bellen naar

Discriminatie volgens de wet

bovenstaand telefoonnummer om een afspraak te

Om te bepalen of een gemaakt onderscheid discri-

maken.

minatie is, staat de volgende regel in artikel 1 van de Nederlandse grondwet.

Meldpunt Discriminatie (regio Amsterdam)

‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in ge-

Internet: www.mdra.nl

lijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens

Email: [email protected]

godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras,

Telefoon: 020 - 638 55 51

geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’

Persoonlijk: dit bureau zit in Amsterdam. Als je

Volgens het Nederlandse Wetboek van Strafrecht

in de omgeving van Amsterdam woont kun je ook

mag het volgende niet:

persoonlijk langs gaan om een melding te doen.

•

Bel daarvoor eerst met bovenstaand nummer om

In het openbaar aanzetten tot haat tegen of

discriminatie van mensen, of gewelddadig optre-

een afspraak te maken. Natuurlijk kun je ook een

21

afspraak maken als je niet in Amsterdam woont. Bureau Discriminatiezaken Noord-Holland Noord Internet: www.art1nhn.nl/ Email: [email protected] Telefoon: 072 - 515 44 00 Persoonlijk: dit bureau zit in Alkmaar. Als je in Alkmaar woont kun je ook persoonlijk langs gaan om een melding te doen. Bel daarvoor eerst met bovenstaand nummer om een afspraak te maken. Natuurlijk kun je ook een afspraak maken als je niet in Alkmaar woont. Tip: ga heel zorgvuldig om met deze meldpunten. Wil je een melding doen? Denk dan eerst goed na over wat je geleerd heb tijdens de lessen van Gelijk=Gelijk?

22

Colofon Gelijk=Gelijk? is een project van de provincie Noord Holland wordt uitgevoerd door Diversion. ontwikkeld door Diversion en stichting Discussiëren Kun Je Leren projectidee en concept door Diversion tekst en redactie door Diversion en Discussiëren Kun Je Leren ontwerp door Jannemieke Oostra coverfoto door Herman Poppelaars druk door Platform P bijlagen: bij het lesprogramma van Gelijk=Gelijk? horen een leerlingenboekje, docentenhandleiding, peer educators handleiding en leskaarten

Diversion T (020) 578 7997 E [email protected] I www.diversion.nl Contactpersoon: Saskia Selen

Discussiëren Kun Je Leren T (020) 7794557 en 0619210535 E [email protected] I www.discussierenkunjeleren.nl Contactpersoon: Chantal Deken, Tessa van Velzen