OPDRACHTEN VOOR DE COOL NATURE PARK WIJCHEN NOORD

COOL NATURE PARK WIJCHEN NOORD

OPDRACHTEN VOOR DE BUITENSCHOOLSE OPVANG

Samengesteld door Carine van Nuland, Nathalie Aldenhoven en Nicole van Duijnhoven in opdracht van Gemeente Wijchen In samenwerking met: |Cultuurpunt Wijchen |Het Dijkmagazijn| LesInKunst|PaboGroenewoud | Cool Nature Park Wijchen Noord Dijkmagazijn Beuningen, LesInKunst

Cool Nature Park Wijchen Het park Wijchen Noord is opgeknapt om ervoor te zorgen dat de kinderen uit Wijchen meer naar buiten gaan. Het is een plek die educatief veel opbrengt maar ook om vrij te spelen. Tijdens en na schooltijd is dit de plek waar kinderen zich op hun gemak moeten n voelen. Om dit te bereiken hebben we deze kaarten in het leven geroepen om de buitenschoolse opvang te helpen met wat ideeën om in het park uit te voeren. Waarom buiten les? Spel in de natuur heeft vele gunstige effecten op kinderen, dat is de conclusie conclusi van vele onderzoeken naar het effect van natuur op kinderen. Gunstige effecten zoals; verhogen van concentratie, zelfdiscipline, meer samenwerking, betere taalverwerving, coördinatie, beweeglijkheid, motoriek en zelfs minder ziek zijn horen in dit rijtjee thuis. De natuur geeft rust aan een kind, waardoor het na even buiten gespeeld te hebben weer lekker rustig is in de klas of groep. Waarom zijn deze kaarten zo leuk en makkelijk te gebruiken? o Je moet naar buiten o Het zijn korte opdrachten o Je hebt geen extra materialen nodig (zie ervoor de leskist) o Natuurbeleving en creativiteit staan voorop o Het staat los van school o Er is geen natuurkennis vereist

Cool Nature Park Wijchen Noord Dijkmagazijn Beuningen, LesInKunst

INHOUDSOPGAVE BSO kaarten 1. 2. 3. 4.

Wat zit er in de kist? Hoe gebruik ik de kaarten? Pedagogische doelen Onderwerpen opdrachtkaarten

1. Wat zit er in de kist? Aanwezig? Wat? Ideeënkaarten o Loepen o Lange pincetten o Nylon Touw dik o (10m) Nylon Touw dun o Bolletje wol o Tennisbal o Visnetjes o Petrischaaltjes o Potjes o Bakjes / Emmer o Wasknijpers o

Hoeveel? 2x 10x 5x 3x 5x 5x 2x 4x 10x 20x 5x 10x

Aanwezig? Wat? Zoekkaarten o Plattegrond o Liniaal / meetlint o Schaar/ snoeitangetje o

o o o o o o o o

Papier Verrekijker Potloden Zakmes Naalden Paar handschoenen EHBO koffertje Handzaagje

Aanwezige zoekkaarten: Planten, Vogels, Kevers, Vlinders, Bodemdieren en Waterdieren. Cool Nature Park Wijchen Noord Dijkmagazijn Beuningen, LesInKunst

Hoeveel? 10x 5x 2x 5x 2x 10x 4x 5x 1x 1x 1x

2. Hoe gebruik ik de kaarten? In dit boekje is een verzameling van verschillende opdrachten te vinden die uitvoerbaar zijn in het Park Wijchen Noord. Het boekje is bedoeld voor de buitenschoolse opvang, de leerlijnen van basisscholen zijn dan ook losgelaten. Het boekje is opgebouwd uit 3 onderdelen die elk een eigen kleur hebben: Doen Creëren Experimenteren Bij elke opdracht staat aangegeven op welke manier de opdracht uitgevoerd kan worden: Waar:

Hoeveel pers. 1

Smulbos Vlindertuin

2

Hoeveel tijd

Welk seizoen

Binnen of buiten

Lente

Buiten

Zomer Buiten /Binnen

3 Overal Vijver

4

Herfst Winter


3.Pedagogische doelen Pedagogische opdracht van de BSO In de kinderopvang staan de volgende vier pedagogische doelen centraal: 1. Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid 2. Het bevorderen van persoonlijke competentie van kinderen 3. Het bevorderen van sociale competentie van kinderen 4. Socialisatie door overdracht van waarden en normen (Bron: Riksen-Walraven (2000)

Bevorderen persoonlijke competentie In het Pedagogische kader kindercentra 0-4 4 jaar staat het basisdoel “bevorderen van persoonlijke competentie” uitgewerkt in zeven competentiegebieden vertrouwen Ik mag er zijn. 1. Emotionele competentie: het gevoel er bij te mogen zijn en op anderen te kunnen vertrouwen: 2. Cognitieve competentie: de behoefte om de wereld om je heen te begrijpen: Ik voel, ik denk, ik ontdek. ontdek 3. Communicatieve competentie: jezelf kenbaar willen maken in taal: Ik kan het zelf zeggen. zeggen 4. Motorisch-zintuiglijke competentie: streven naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid: Ik kan het zelf. zelf 5. Creatief-beeldende competentie: jezelf uiten in beweging, geluid en materiaal: Ik kan dansen, zingen, iets maken. maken 6. Sociale competentie: inzicht in het “eigen ik” in relatie tot anderen: We doen het samen. samen 7. Morele competentie: erbij willen horen en streven naar waardering en goedkeuring: Ik ben een goed kind. kind (Bron: Singer & Kleerekoper (2009) Op de opdrachtkaarten staan bij kopje doel bovenstaande competentiegebieden benoemd.


4.Thema’s opdrachtkaarten en Pedagogische agogische doelen 3. Doen 3.1 Oehoe, Kwaak

1

2

3

4

5

6

7

4. Creeëren 4.1 Parkdieren

1

2 3

4 5

6

7

5. Experimenteren 5.1 Kleine beestjes race

3.2 Wat ben jij?

4.2 Graspop

5.2 LichaamsLichaams verzorging

3.3 Kruiwagenrace

4.3 Toverstaf

5.3 Eau de toillete

3.4 Wie heeft er het meeste water? 3.5 Slakken in je huisje

4.4 Lijstjes

5.4 OerSoep Soep maken

4.5 Vriendschapsketting 4.6 Vogelnestje

5.5 Jammie Jammie!

4.7 Een vlotje bouwen 4.8 Tekenen

5.7 Schepnetje

4.9 Zanddieren

5.9 Schatkaart maken 5.10 Ruiken

3.6 Cowboy! 3.7 Bodybuilder! 3.8 Boompje verwisselen 3.9 Voelen 3.10 Takjesmikado

5.6 Zoekkaart

5.8 Pijl en boog

4.10 Web mozaïek

Verklaring symbolen: 1. Ik mag er zijn (emotioneel) 3. Ik kan het zelf zeggen (communicatie) 5. Ik kan dansen, zingen, iets maken (creatief) 7. Ik ben een goed kind (moreel)

1 2 3

2. 4. 6.


Ik voel, ik denk, ik ontdek (cognitief) Ik kan het zelf (motorisch-zintuiglijjk) (motorisch We doen het samen (sociaal)

4

5

6

7

BSO Doen Benodigdheden: • Stevig papier • Potlood

30 min.

3.1

Oehoe, kwaak! Uitleg activiteit: Dit is een dierengeluidenspel gecombineerd met verstoppertje. Maak eerst kaartjes van de dieren die verstopt kunnen zitten in het park. Denk daarbij aan: verschillende vogels, kikkers, bijen, vissen. Zorg dat de kinderen die zich verstoppen 1 dier op hun blaadje dje hebben. De kinderen die gaan zoeken moeten alle te vinden dieren op hun blaadje hebben. De ‘dieren’ krijgen opdracht om eens in de zoveel tijd een geluid te maken. Als de dieren gevonden zijn moeten ze zich melden bij de leiding. Variaties: 1. Probeer er de dieren te vinden in de volgorde die op het blaadje staat. 2. De dieren mogen verplaatsen. 3. Je kunt kaartjes maken door te knippen, plakken, tekenen en schrijven. 4. Er zit een papegaai in het spel die alle dieren kan nadoen


OeHoe, e, Kwaak!

Doel: Kinderen leren de geluiden van een aantal dieren Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Creatief-beeldend, Sociaal, Moreel.


BSO Doen Benodigdheden: • Kaartjes met dierennamen erop.

30 min.

3.2

Wat ben jij? Uitleg activiteit: Dit is een spel waarbij dieren uitgebeeld worden. Als voorbereiding is het handig om kaartjes te maken met dierennamen erop. Dit kan zijn van dieren uit het park of boerderijdieren. Zoals: Kikkers, koe, geit, schaap, kip, konijn, kat, hond, nd, haan, varken, paard, ezel, vis, bij, vogel, vlinder, egel. Ga met de kinderen in een kring zitten. Iedereen is één voor één aan de beurt. Één kind pakt een kaartje, denkt hier even over na en gaat het geluidloos uitbeelden. Laat de andere kinderen raden. n. Als het goed geraden is wordt er gewisseld. Variaties: 1. Alle kinderen kunnen tegelijk raden maar het kind dat het uitbeeld kan ook per keer een kind aanwijzen die mag raden. Kinderen gaan zelf dieren zoeken en deze nadoen of gebruik de kaartjes van de vorige opdracht. opdracht 2. Bepaalde dieren mogen niet aangetikt worden als ze een struik of boom aanraken.


Wat ben jij?

Doel: Verbeelding gebruiken. Op je beurt wachten. Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Creatief-beeldend, Sociaal.


BSO Doen Benodigdheden: • Geen

3.3

Kruiwagenrace Uitleg activiteit: Dit is een spel waarbij er actie verwacht wordt! De kinderen gaan per tweetal tegen elkaar racen. Zet als voorbereiding een parcours uit. Dit is het leukste als dit niet te lang is en ze eindigen waar ze ook starten. Eén kind gaat met zijn beide handen op de grond staat en zijn benen worden vastgehouden door een ander kind. Variatie of tip: 1. Maak er een estafette van. Het kind die als eerste gelopen heeft gaat nu als kruiwagen. Het volgende kind in de rij zal dan achter de kruiwagen lopen.

30 min.


Kruiwagenrace

Doel: Leren samenwerken Competentiegebieden: Emotioneel, Motorisch-zintuiglijk, Sociaal.


BSO Doen Benodigdheden: • Emmers • Bekers of sponzen Uitleg activiteit:

3.4

Wie heeft er het meeste water? Uitleg activiteit: Zorg voor 2 lege emmers en 2 vol met water. Dit kan gehaald worden bij de waterpomp in het park. Verdeel de kinderen in twee groepen. In het begin van het parcours staan 2 volle emmers. Aan het einde staan de lege emmers. Het is de bedoeling dat de emmers aan het einde vol komen met water. Dit word gedaan door het heen en weer rennen van de kinderen met de bekers of sponzen. De tijd stopt als van 1 team alle kinderen aan de beurt zijn geweest. Variatie of tip: Voor een warme zomerdag kan je als variatie de d kinderen sponzen op hun hoofd laten vervoeren zonder dat deze eraf mag vallen!

15 min.


Wie heeft er het meeste water? Doel: Schatten of het beter is om snel aan te komen met minder volle bekers of langzamer maar met vollere bekers. Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Sociaal, Moreel.


BSO Doen Benodigdheden: • Wasknijpers Uitleg activiteit:

3.5

Slakken in je huisje? Uitleg activiteit: De groep wordt in twee groepen gesplitst. De ene helft is slak en de andere helft zijn vangers. De slakken liggen met hun buik op de grond. Ze houden hun handen voor hun ogen zodat ze niets zien. Het is de bedoeling dat de vangers, zonder dat de slakken het merken, een knijper aan de slakken sl hun kleren hangen. Als de slak het merkt dat er een knijper aan zijn kleren gehaakt wordt kruipt deze in elkaar en mag de knijper niet geplaatst worden. De winnaar is diegene met de minste knijpers. Variatie of tip: 1. Let erop dat dit spel eerlijk gebeurd. Kijk goed of de slakken hun ogen dicht hebben. Let goed of de vangers hun knijper weghalen als de slak in zijn huisje kruipt. 2. Variatie in dieren en beweging van dieren.

10 min.


Slakken in je huisje?

Doel: Eerlijk leren spelen. Leren voelen. Competentiegebieden: Emotioneel, Motorisch-zintuiglijk, Sociaal, Moreel.


BSO Doen Benodigdheden: • Touw Uitleg activiteit: • Palen

3.6

Cowboy! Uitleg activiteit: Het is de bedoeling dat de kinderen gaan lasso werpen. In het park staan houten boomstammen waarom de kinderen hun lasso kunnen werpen. Trek een worplijn van 3 meter voor kleine kinderen en van ongeveer 6 meter voor de grootste kinderen. Ze kunnen nu met 2 of 3 tegelijk lasso gaan werpen. Laat ieder der kind 5 keer proberen. Wie nu de meeste keer zijn lasso om een paal heeft geworpen heeft gewonnen. Variatie of tip: 1.Doordat er weinig kinderen tegelijk kunnen is het leuk om dit samen te doen met boomstammen werpen. 2. Variatie in punten voor hoge of lage stammen. 3. Een hoepel neerleggen om daarin te mikken (Jeu de Boules).

30 min.


Cowboy!

Doel: Motoriek ontwikkelen Competentiegebieden: Emotioneel, Motorisch-zintuiglijk, Moreel.


BSO Doen Benodigdheden: Uitleg activiteit: • Zware/stevige tak • Meetlint

30 min.

3.7

Bodybuilder! Uitleg activiteit: De kinderen boomstammetjes gaan werpen. Kies een stuk vlakke grond waarop goed te zien is waar de stammen terecht komen. Maak een werplijn waarachter alle kinderen moeten blijven. Er mag een aanloop worden genomen. Het maakt niet uit hoe de boomstam word vastgehouden. De plek waar de boomstam blijft liggen telt vanaf het punt dat het dichtste bij de werplijn ligt. Alle afstanden van de kinderen worden bij de groep opgeteld. De groep met het grootste afstand heeft gewonnen! Variatie of tip: 1. Er kunnen 2 kinderen tegelijk gooien. Dit zorgt voor een spannend wedstrijdelement. 2.Dit spel is goed uit te voeren samen met het spel lassowerpen. 3. Materialen zoeken in het park, kijken hoever je deze weg kunt gooien en andersom. Maak gebruik de zwaarte van het voorwerp in combinatie met de wind.


Bodybuilder!

Doel: Motoriek ontwikkelen. Tellen. Inzicht in gewicht/volume. Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Sociaal.


BSO Doen Benodigdheden: • 2 bomen minder

Uitleg activiteit: dan dat er spelers in de groep zijn • 1 speler heeft geen boom en kan getikt worden. • alle andere spelers staan wel bij een boom.

3.8

Boompje verwisselen Uitleg activiteit: De spelers die bij hun boom staan zijn veilig voor de tikker. De speler zonder boom zorgt dat hij niet getikt wordt. Dit doet hij door hard voor de tikker weg te rennen of door een boom in te nemen van één van de andere spelers met een boom. De eerste speler is dan veilig, de andere speler is vanaf v dat moment niet meer veilig en moet ervandoor op zoek naar een andere boom. Wanneer de speler zonder boom door de tikker getikt wordt, wordt de tikker een gewone speler, en de speler de tikker en begint het spelletje opnieuw. Variatie of tip: 1. Iedere speler mag niet langer dan een bepaalde tijd bij één boom blijven. 2. Als ze iets speciaals uit het park vasthouden zijn ze veilig. veilig

15 min.


Boompje verwisselen

Doel: Leren kijken naar je omgeving Competentiegebieden: Emotioneel, Motorisch-zintuiglijk, Sociaal.


BSO Doen

3.9

Voelen!

Benodigdheden: • Blinddoeken Uitleg activiteit: • Verschillende materialen uit het park

Uitleg activiteit: Maak groepjes van ongeveer 7 kinderen. Laat ze allemaal verschillende materialen uit het park verzamelen. Blinddoek 1 kind. De andere kinderen mogen om de beurt iets voor het geblinddoekte kind leggen. Dit kind moet raden wat het is. Wissel het blinddoeken na 6 keer om. Variatie of tip: Stop de voorwerpen in een doos en laat de geluiden en raden. raden Breng variatie aan zodat ze niet uit hun hoofd kunnen raden wat ze straks gaan voelen. Probeer als leidinggevende iets bij het stapeltje voelspullen te voegen wat bijvoorbeeld uit de klas komt en daardoor moeilijker te raden is. is

30 min.


Voelen!

Doel: Zintuigen ontwikkelen Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Communicatief, Motorisch-zintuiglijk, zintuiglijk, Sociaal.


BSO Doen Benodigdheden: • Takjes uit het Uitleg activiteit: park • Eventueel een mes.

30 min.

3.10

Takjesmikado Uitleg activiteit: Laat ieder kind 5 rechte, dunne, kleine takjes verzamelen uit het park. Bij voorkeur los liggende takjes. Maak groepjes van 5 kinderen. Één kind wordt aangewezen als scheidsrechter. sch Één kind verzamelt alle gevonden takjes en neemt deze in 2 handen als een bosje. Laat daarna de takjes los. Één kind begint met het proberen van het verzamelen van de stokjes zonder dat de andere stokjes jes bewegen. Als dit wel gebeurd is de volgende aan de beurt enzovoorts. Wie aan het eind de meeste stokjes heeft is de winnaar. Variatie of tip: Varieer door de hoeveelheid takken, lengte van de takken of de vertakking van de takken te veranderen en punten te geven. De takjes kunnen ook beschilderd worden in verschillende kleuren zodat er punten aan de verschillende takjes gegeven kan worden.


Takjesmikado!

Doel: Motoriek ontwikkelen. Samenwerken Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Sociaal, Moreel.


BSO Creëren Benodigdheden: • Verzamelbak Uitleg activiteit: • Schaar • Touw • (Klei) • Natuurlijke materialen uit het park

4.1

Parkdieren Uitleg activiteit: In een park leven veel dieren maar er kunnen meer dieren bij. Ga op zoek naar losse vormen waar je een dier ier van maken. Denk aan stokken, stokken gras, steen, riet en andere spullen. Vraag je af; Wat zie ik? Wat heb ik nog nodig? Wat kan ik doen? - bast van een stok afhalen - haren of staart maken - ogen Neem de materialen mee en maak in het park of binnen je dier. dier Variatie of tip: Ga na het maken van je dier het park in en vind het beste plekje waar je dier zich het beste voelt. Maak een tekening of foto.

15 min.


Parkdieren

Doel: Diervormen maken en woonplekjes voor dit dier vinden. Competentiegebieden: Cognitief, Creatief beeldend.


BSO Creëren Benodigdheden: • Schaar Uitleg activiteit: • Touw • Grashalmen van ongeveer 30 cm

4.2

Graspop Uitleg activiteit: In een park groeit gras. Vindt droge grashalmen van bijna 30 cm (twee handen lang). Knip af en maak met touw een pop. Bijvoorbeeld een fee, heks of tovenaar. Wat hoort er bij je pop? Waar kan je het van maken? Variatie of tip: Tip: maak nog andere figuren als kabouters en dieren. Bedenk een poppenkast verhaal en speel dit achter een grote boomstam voor een publiek. publiek

25 min.


Graspop

Doel: Creativiteit met natuurlijke materialen:: poppen verzinnen en een voorstelling maken. maken Competentiegebieden: Emotioneel, Creatief-beeldend.


BSO Creëren Benodigdheden: • Mesactiviteit: Uitleg • Schaar • Touw • Natuurlijke materialen uit het park

4.3

Toverstaf Uitleg activiteit: Hokus pokus pilatus pas ik wil dat ……was Vind een rechte tak die even lang is als twee handen (30 cm). Haal de bast eraf. Vind magische dingen die je vast maakt aan de staf. Waarom maak je het vast aan je staf? En welke kracht heb je dan? Variatie of tip: Verzin krachtige toverspreuken en betover tover iemand en laat de anderen raden in wat. Het moet wel RIJMEN! (lied: Timpe tampe tovenaar)

20 min


Toverstaf

Doel: Fantasiespel met natuurlijke materialen, toverstaf maken en woordrijmen bedenken Competentiegebieden: Emotioneel, Communicatief, Creatief-beeldend, Sociaal.


BSO Creëren

4.4

Lijstjes

Benodigdheden: • 1 houten Uitleg activiteit: wasknijper • Schaar / tang / handboor • Touw of ijzerdraad • Natuurlijke materialen uit het park

Uitleg activiteit: Zoek takken die ongeveer zo dik zijn als je middelvinger. En twijgjes die je goed kan buigen. (wilgenhout moet 24 uur weken in water) Maak een vierkante of cirkel lijst. Bevestig met twijgjes of touw de wasknijper bovenin. Vergeet het ophangoog niet. Variatie of tip: Maak een tentoonstelling met de zelfgemaakte lijsten in het park. Wat wil je laten zien? Een leuk cadeau!

25 min.


Lijstjes

Doel: Creativiteit met natuurlijke materialen:: een lijstje maken van takken en er een tentoonstelling van maken Competentiegebieden: Emotioneel, Creatief-beeldend.


BSO Creëren Benodigdheden: • Verzamelbak Uitleg activiteit: • Schaar • Touw • Natuurlijke materialen uit het park

4.5

Vriendschapsketting Uitleg activiteit: Knip een touw van ongeveer drie handen lang af (+/- 45 cm). Maak een knoop aan einde en naald aan de andere kant vast. Rijg nu bloemen, blaadjes en andere natuur tot je een volle ketting hebt. Variatie of tip: Kijk bij elkaar en vertel wat je eraan geregen hebt en waarom. Zoek op wat je niet weet. Dit kan in elk jaargetijde.

15 min.


Vriendschapsketting

Doel: een vriendschapketting maken en vertellen waarom ik dit als kralen heb gebruikt. Competentiegebieden: Emotioneel, Creatief-beeldend, Sociaal.


BSO Creëren Benodigdheden: • Mesactiviteit: Uitleg • Schaar / tang • Touw / ijzerdraad • Natuurlijke materialen uit het park

4.6

Vogelnestje Uitleg activiteit: Heel hoog in de lucht vliegt een vogel. Dit jaar is ze met haar eerste of misschien het tweede nestje bezig. Welke vogels zie je? Hoe groot zal het nestje van die vogel zijn? Kan je een nestje vinden? Waar is het van gemaakt en waarom? - Hard / zacht - Hoog / laag - Droog / nat Enz. Variatie of tip: Zijn er andere dieren die nesten of holen bouwen. Boven, op en onder de grond?

20 min.


Vogelnestje

Doel: een nestje bouwen en vertellen welke vogel daarin een ei legt en waarom. Competentiegebieden: Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Creatief-beeldend.


BSO Creëren Benodigdheden: • Mesactiviteit: Uitleg • Schaar • Touw • IJzerdraad • Natuurlijke materialen uit het park

4.7

Een vlotje bouwen! bouwen Uitleg activiteit: Zoek takken die ongeveer zo dik zijn als je middelvinger. En twijgjes die je goed kan buigen. Bind ze vast aan elkaar en maak een vlot. Denk je ook aan de mast en een zeil. Als het vlot goed vaart kijk jk je of er een klein steentje mee kan varen. Waar leg je het neer en waarom? Variatie of tip: Houd een wedstrijd met de vlotten. Zorg dat het eerlijk gaat. Als het windstil is kan je een touw bevestigen en met een tak zorgen dat het vlot op de vijver drijft.

30 min.


Een vlotje bouwen!

Doel: ontdekken wat blijft drijven en een vlot bouwen. Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Creatief-beeldend,, Moreel.


BSO Creëren Benodigdheden: • Papier A4 Uitleg activiteit: • Onderleg kanton met elastiek • Potlood • Gum • Loep

4.8

Tekenen Uitleg activiteit: Gebruik de loep en teken van heel dichtbij een klein stukje van een … ….. bloem ….. boom ..… insect En andere natuur. Variatie of tip: Om het spannend te maken kan je een deel van een insect vast tekenen aan een bloem. Bestaan er dieren die lijken op bijvoorbeeld een blaadje?

15 min.


Tekenen

Doel: ontdekken dat de natuur van dichtbij ook spannend is en details in grijstinten tekenen. tekenen Competentiegebieden: Cognitief, Creatief-beeldend.


BSO Creëren Benodigdheden: • Bakje Uitleg activiteit: • Lepeltje • Zand

4.9

Zanddieren Uitleg activiteit: Bij de vijver in een zandstrand met een waterpomp. Maak een platte berg in het zand en lepel een dier uit. Gebruik ook de achterkant van je lepel en takjes. Haal los zand weg. Variatie of tip: Maak een heel dier in een berg zand. Andere onderwerpen die je kan gebruiken zijn. stripfiguren, natuur, de elementen n water, aarde, vuur en lucht. Maak een foto of tekening.

15 min.


Zanddieren maken!

Doel een dier maken in het zand met niet teveel of weinig water. Competentiegebieden: Creatief-beeldend.


BSO Creëren Benodigdheden: • Mesactiviteit: Uitleg • Schaar • Touw ( losgemaakt henneptouw (van hooibalen) ) • Natuurlijke materialen die je vindt in het park

4.10

Webmozaïek Uitleg activiteit: Maak dunne draden van het touw. Rijg het tussen twee of drie takken takk in één struik (NIET TUSSEN VERSCHILLENDE STRUIKEN!) !) en maak een (spinnen)web. Maak het web mooier met bloemetjes, gras en andere dingen. Variatie of tip: Als er veel papiertjes, plastic in het park liggen kan je dit in het mozaïek doen zodat anderen zien dat het niet in het park thuishoort. Samen met het lijstje uit de opdrachten kan je het ook mee naar huis nemen.

20 min.


Web mozaïek

Doel: een web maken in een struik als een spin en met daarin een mozaïek van blaadjes en andere spullen

uit het park. Competentiegebieden: Motorisch-zintuiglijk, Creatief-beeldend, Moreel. Cool Nature Park Wijchen Noord Dijkmagazijn Beuningen, LesInKunst

BSO Experimenteren

5.1

Kleine beestjes race! race

Benodigdheden: • Potjes Uitleg activiteit: • A4 blaadje • Horloge of stopwatch

15 min.

Uitleg activiteit: Maak een groepje van drie of vier kinderen. Zoek allemaal een klein beestje waarvan jij denkt dat dit het snelste is. Stop dit beestje in een potje en neem het mee. Teken op een A4 blaadje het schema van de tekening na. Zet allemaal je beestje tegelijkertijd op start. Spreekt een tijd af, bijvoorbeeld 1 minuut en houdt deze tijd bij op een horloge of stopwatch. Kijk goed door welke vakken jouw beestje loopt. Tel de punten van de vakken bij elkaar op. Welke beestje is de kampioen en heeft de meeste punten gescoord? gescoord Welk beestje is het snelste bij 5? Variatie of tip: Herhaal de test nog een keer, zoek een ander beestje of teken een andere racekaart.


Kleine beestjesrace!

Doel: Zorgvuldig omgaan met kleine beestjes, inschatten hoe een beestje beweegt. Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Sociaal, Moreel.


BSO Experimenteren Benodigdheden: • Geurende Uitleg activiteit: bloemen • Vaseline • Potje (niet te groot, dan heb je veel vaseline nodig) • Pannetje met warm water

5.2

Lichaamsverzorging Uitleg activiteit: Verzamel lekker ruikende (bloem)blaadjes. Je hebt zowel de d bloemen als de blaadjes nodig. Snijdt deze heel fijn en doe dit samen met vaseline v in een glazen potje. Zet dit it potje in een pan met warm water zodat de vaseline vaseli gaat smelten en de blaadjes erdoor heen geroerd kunnen worden. Als dit gebeurd is, moet de vaseline weer stollen en heb je je eigen zalf gemaakt. Variatie of tip: Laat de kinderen een leuk etiket maken voor op het potje. Laat de kinderen het sapje zeven, zodat je geen stukjes in de zalf krijgt.

15 min.


Lichaamsverzorging

Doel: Kinderen zelf laten onderzoeken wat ze mooi vinden en wat lekker ruikt. Competentiegebieden: Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Creatief-beeldend, Moreel.


BSO Experimenteren Benodigdheden: • Geurende Uitleg activiteit: bloemen • Alcohol (70%) • Flesjes • Roerstaafjes

5.3

Eau de toilette Uitleg activiteit: Zoek met de kinderen sterk geurende kruiden of bloemen (rozemarijn, marjolein, rozenblaadjes, etc.) en voeg deze toe aan flesjes die gevuld zijn met alcohol. Dagelijks daarna even schudden en na een week ruikt het flesje lekker. Variatie of tip: Laat kinderen zelf een naam bedenken en een etiketje maken.

15 min.


Eau de toillete

Doel: Kinderen zelf laten onderzoeken welke plantjes lekker ruiken. Competentiegebied: Cognitief


BSO Experimenteren Benodigdheden: • Bakje of oude Uitleg activiteit: pan • Roerstokje van hout

15 min.

5.4

Oer-soep maken!! Uitleg activiteit: Dit wordt een soep om NIET op te eten, maar om mee te spelen. Maak een groepje en bedenk samen wat voor soort soep je gaat maken. maken Wordt het een gezond soepje om iemand beter te maken? maken Een soep om iemand te betoveren? Verzamel samen allerlei dingen uit de natuur waarvan jullie denken dat ze in de soep kunnen. Wie maakt de meest spannende soep? Kunnen de andere kinderen nog ontdekken wat de ingrediënten van de soep zijn? Variatie of tip: Laat de kinderen een passende naam voor hun soep bedenken. Start een winkel om de soepen te verkopen.


Oer-soep oep maken!

Doel: Kinderen zelf laten onderzoeken waar ze allemaal soep van kunnen maken. Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Creatief-beeldend, beeldend, Sociaal. Sociaal


BSO Experimenteren Benodigdheden: • Vlierbessen, Uitleg activiteit: rozebottels, appeltjes, bramen, vruchten van drentse krent etc. • Geleisuiker • Gaspitje • Weegschaal • Jampotjes

5.5

Jammie, jammie!! Uitleg activiteit: Verzamel vruchten of bovenstaande planten om lekkere jam mee te maken. Pluk alleen vruchten die hoger dan 50 cm boven de grond hangen. Neem de gevonden vruchten of planten mee naar binnen en weeg net zoveel vruchten als suiker af.. Dus bijvoorbeeld 100 gram vruchten = 100 gram suiker. Variatie of tip: Probeer zoveel mogelijk combinaties uit om een lekkere jam van te maken.

Pas op! Pluk alleen van houtachtige planten.

15 min.


Jammie Jammie!

Doel: Kinderen leren jam te maken. Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Moreel.


BSO Experimenteren Benodigdheden: • Zoekkaarten Uitleg activiteit: (vlinders, kevers, vogels, waterdieren etc.) • Loepen • Verrekijker • Potjes

5.6

Zoekkaarten! Uitleg activiteit: Kijk in de kist en pak de zoekkaarten. Als je goed rond kijkt in het park zie je overal kleine of grotere beestjes, ook in de lucht! Maar hoe heten deze beestjes nou eigenlijk? Dit kun je gaan onderzoeken met de zoekkaarten. Zie je een beestje, stop hem in een potje en bekijk hem goed met een loep. Pak de zoekkaart erbij (bijv. de zoekkaart voor kevers) en begin bij start, volg de route en kom erachter hoe jou beestje heet! Variatie of tip: Je kunt bijv. ook opzoek gaan naar allerlei verschillende soorten kevers, je kunt deze dan vergelijken. kruipen Tip: Volg de dieren waar ze naartoe vliegen of kruipen. Tip: Wie ben ik? Zoek in tweetallen een diertje en probeer van elkaar te raden welke dit is. Hoeveel oeveel poten? Kleur? Gebruik eventueel een zoekkaart.

30 min.


Zoekkaarten!

Doel: Kinderen leren stapsgewijs namen van dieren op te sporen. Competentiegebieden: Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Moreel.


BSO Experimenteren Benodigdheden: • Schepnetje Uitleg activiteit: • Loepen • Bakje met water • Eventueel touw.

5.7

Schepnetje Uitleg activiteit: Ga op onderzoek uit met je schepnetje. Zoek aan de rand van de vijver en in de vijver naar diertjes. Doe deze in een bak (als je ze in het water vindt doe je ze in een bak met water). Probeer zoveel mogelijk diertjes te vangen, denk aan verschillende plekken. Welke diertjes heb je gevonden? Variatie of tip: Je kunt ook zelf een schepnetje maken. Laat kinderen de beestjes nadoen. Een wedstrijdje houden wie het meeste vangt of bijv. de meeste verschillende nde etc.

30 min.


Schepnetje

Doel: Kinderen denken na over hoe ze het beste diertjes kunnen vangen. Competentiegebieden: Cognitief, Motorisch-zintuiglijk, Moreel.


BSO Experimenteren Benodigdheden: • Takactiviteit: Uitleg • Zaag • Touw (dun) • Mesje • Afzetlint (voor een wedstrijdje)

5.8

Pijl en boog maken Uitleg activiteit: Heel lang geleden hadden de mensen nog geen gereedschap zoals wij dat nu hebben. Ze moesten toen alles met de hand maken. Als de mensen dan op jacht gingen naar eten, gebruikten zij pijl en boog. De boog maakten ze van hout dat buigzaam was, daartussen bonden ze een touwtje zodat de pijl weg zou schieten. De pijl maakten ze van een dunne stevige tak of rietstengel en maakte het puntje wat scherper met een mesje. Variatie of tip: 1. Als iedereen zijn pijl en boog klaar heeft kun je een wedstrijdje houden welke pijl het verste komt. 2. Maak in het huttenbouw bos een prehistorisch kamp. 3. Maak een katapult (hier is elastiek voor nodig).

30 min.


Pijl en boog maken

Doel: Kinderen ervaren hoe men vroeger gereedschap maakte Competentiegebieden: Emotioneel, Motorisch-zintuiglijk, Creatief-beeldend beeldend Sociaal, Moreel.


BSO Experimenteren Benodigdheden: • Kopieën van Uitleg activiteit: bijgeleverde Plattegrond Park Wijchen Noord. • Een schat! • Pennen + stiften • Papier

30 min.

5.9

Schatkaart maken Uitleg activiteit: Vroeger waren er nog veel piraten. Die piraten waren altijd op zoek naar goud. Als ze goud gevonden hadden verstopten ze dit ergens op een onbewoond eiland. Ze maakten dan een schatkaart waarmee ze de schat weer terug konden vinden. De schatkaart was een plattegrond lattegrond met daarop een kruisje (hier ligt de schat) en er staat aangegeven hoe je bij die schat komt. Probeer zelf eens een schatkaart te maken en laat deze door iemand anders proberen! Variatie of tip: 1. Maak 2 teams, elk team verstopt een schat (off meer) en geeft aan op de kaart waar hij ligt, het andere team gaat de schatten zoeken. 2. Oudere kinderen kunnen de zijkanten van het papier verbranden randjes maken door middel van een kaars.


Schatkaart maken

Doel: Kinderen zijn bezig met ruimtelijk inzicht van een plek. Competentiegebieden: Emotioneel, Cognitief, Creatief-beeldend, Sociaal.


BSO Experimenteren

5.10

Ruiken

Benodigdheden: • Theedoek Uitleg activiteit: • Bakjes • Materialen uit het park

Uitleg activiteit: Als je in de natuur bent ruik je van alles, bloemen, bomen, dieren, uitwerpselen van dieren en ga zo maar door. Je neus kan al deze verschillende geuren van elkaar onderscheiden. Werk in tweetallen. De één gaat op zoek naar allemaal ruikende dingen (het maakt niet uit of dit lekker of vies ruikt) en stop dit in verschillende bakjes. De ander wordt geblinddoekt en probeert te ruiken welke materialen het zijn. Variatie of tip: Om het extra moeilijk te maken kun je bijvoorbeeld veel verschillende bloemen zoeken die verschillend ruiken. Kun je de bloemen ook weer terugvinden in het park? Probeer de juiste namen van de bloemen te raden.

20 min.


Ruiken

Doel: Zintuigen gebruiken Competentiegebieden: Emotioneel, Motorisch-zintuiglijk, Moreel.


OPDRACHTEN VOOR DE COOL NATURE PARK WIJCHEN NOORD

Recommend Documents