opdracht 1
opdracht 2
Leven en waarnemen
Beweging en voeding
Welke woorden horen bij elkaar?
Welk woord past bij de zin? Kies uit: vitamines – zenuwen – botten – spieren – brandstoffen – bouwstoffen.
Oor Oog Tong Huid Neus
proeven voelen luchttrillingen ruiken lens
opdracht 3
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Ze geven signalen door. Ze zorgen ervoor dat je beweegt. Ze geven stevigheid aan je lichaam. Ze zorgen ervoor dat je groeit. Ze geven je spieren energie. Je blijft er gezond door.
opdracht 4
Spijsvertering en transport
Spijsvertering en transport
Goed of fout?
Wat is de juiste volgorde van de spijsvertering?
1. In je longen verlaat zuurstof je bloed. 2. Het bloed vervoert afvalstoffen. 3. Je maag heet de spijsvertering. 4. Door de spijsvertering wordt je voedsel steeds kleiner.
A. maag – darmen – bloed – afval – mond – kauwen B. darmen – mond – kauwen – maag – bloed – afval C. maag – mond – kauwen – darmen – bloed – afval D. mond – kauwen – maag – darmen – bloed – afval
opdracht 5
opdracht 6
Kringloop en aanpassing
Verstoring en gezondheid
Schrijf de voedselketens van de volgende planten en dieren in de juiste volgorde.
Noem drie dingen die bacteriën doen.
A: mens – koe – gras B: mossel – meeuw – plankton – krab C: koolmees – rups – blad - roofvogel
opdracht 7
opdracht 8
Onderzoek
Planten nemen licht waar
Anoek plukt een tulp uit de tuin. Ze wil weten of er door de nerven van de tulp water stroomt. Hoe kan ze daar waarschijnlijk het beste achter komen? A: Ze bekijkt de bladeren met een vergrootglas B: Ze snijdt een blad door en legt hem in een glas water C: Ze zet het takje in water dat ze met inkt heeft gekleurd D: ze zet het takje in warm water
Gert wil weten of planten hun bladeren naar het licht draaien. Hij neemt een kamerplant en zet hem buiten neer. Wat kan hij het beste doen om antwoord op zijn vraag te krijgen? A: Hij moet een doorzichtige zak over de plant binden B: Hij moet een doos over de plant zetten C: hij moet een door over de plant heen zetten en er dan een één kant een gat in knippen D: hij moet niets over de plant heen zetten
opdracht 9
opdracht 10
Bevruchting en balts
Ontwikkeling
Kies steeds het juiste woord.
Wat is de juiste volgorde in de ontwikkeling van een insect?
1. 2. 3. 4. 5.
In een bloem zit een bacterie / stamper. In de stamper zitten eicellen / zaadcellen. Op de meeldraad / stamper zit stuifmeel. Een mannetjesdier heeft eicellen / sperma. Een vrouwtjesdier heeft eicellen / sperma.
opdracht 11
A: ei – larve – volwassen – pop B: pop – ei – larve – volwassen C: ei – larve – pop - volwassen
opdracht 12
Teveel dieren
Energie, licht en geluid
In het natuurgebied Oostvaardersplassen lopen herten, wilde paarden en runderen rond. Elk jaar sterven er dieren, omdat er niet voldoende voedsel is. Er zijn teveel dieren, volgens boswachter Jongejans. Hoe komt het dat er teveel dieren zijn? A: de boswachter zorgt te goed voor de dieren B: er staat een hek om het natuurgebied C: er worden veel jonge dieren geboren D: er zijn geen wolven die zieke en zwakke dieren opruimen
Maak de zinnen af. Kies uit: energiebron – afvalstoffen – schone – zon – fossiele 1. 2. 3. 4. 5.
Energie komt uit een…. De grootste energiebron is de …. Mensen gebruiken vooral …. Brandstoffen. Bij verbranding geven die ….. Wind en waterkracht zijn …. energiebronnen.
opdracht 13
opdracht 14
Elektriciteit en magnetisme Gewerveld en ongewerveld Welke woorden horen bij elkaar? Zuidpool Kompas Dynamo Magneet Ijzer Elektriciteit Noordpool Magneetnaald
opdracht 15
Wat is een gewerveld dier en wat is een ongewerveld dier? Noem bij elk 5 dieren.
opdracht 16
Verstoring en gezondheid
Energie, licht en geluid
Ga naar https://wwttest.voedingscentrum.nl/www/ scripts/start.php om te zien of jij gezond eet. Schrijf de uitkomst in je schrift.
Zonder energie gebeurd er helemaal niets. Energie gebruik je voor veel dingen. Schrijf 10 dingen in je schrift waar je in huis energie voor gebruikt.
opdracht 17
opdracht 18
Energie, licht en geluid
Elektriciteit en magnetisme
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
Ga naar http://mediatheek.thinkquest.nl/~k1010 /elektro/stroomkring.htm om te zien hoe een stroomkring werkt. Vat dit samen in je schrift.
1. licht – straling – kleuren – geluid 2. trilling- muziek – zien – luidspreker – golven
opdracht 19
opdracht 20
Geleider
Handen wassen:
Fleur wil weten of steen en ijzer goede geleiders zijn voor elektriciteit. Ze verbindt een steen met twee draadjes die op een batterij zijn aangesloten. Ze zet er ook een lampje tussen. Het lampje brandt niet. Ze vervangt de steen door een stuk ijzer. Nu brandt het lampje. Welke conclusie trekt Fleur nu? A: steen is een goede geleider, ijzer een slechte B: steen is een slechte geleider, ijzer een goede C: steen en ijzer zijn beide goede geleiders D: steen en ijzer zijn beide slechte geleiders
Melissa heeft de hele middag in het bos gespeeld. Als ze aan tafel gaat zitten vraagt haar moeder: ‘Heb je je handen gewassen?’ Wat is de belangrijkste reden dat moeder dat vraagt? A: Melissa vergeet altijd haar handen te wassen B: Moeder houdt niet van vlekken op het kleed C: Moeder houdt niet van zwarte randjes onder nagels D: Op Melissas handen kunnen bacteriën zitten