Ö3B RBK^BNOE JZ-ANOBR! WOORDEN EN MUZIEK VAN HERMAN STENZ
(Auteursrecht voorbehouden)
u
:■
AMtAArCxpotxstoinS^Md£e]tng.
n.' ^
m m ff w a
Ë .1
t
m m
Il — ken dM
U. dp de strut te
y i T^J ^
1
'{r ^^ EÉ
.4-
B
in vveer
^ ^^
V,tn-2tVnKlijH,}l vertraden
— -1
*
^i^^
en WIMöI
ziiCaënwij XyeZji«.
iii\..zénd..mi WA^I
i
SP 1
^MZ' wc JA .aiie.tjeé,
m
Al...tiid vrÄ?..Ji{k. blIL.-Jfi.Xd
l r, M^fLMil^' y #
pp Zijn
I
^ ^^
wij v&auk wat moe
oje.^peeld:
hk
vond$ wordt
" i ■ xi a
^ ld
^^
.
Op de straat zingen wij liedjes Eiken dag in weer en wind, Duizendmaal onz' melodietjes Altijd vroolijk, blij gezind.
Speelmanskind zijn wij geboren Uit het land der melodij; 't Vrij bestaan kan ons bekoren. Zwervend gaat onz' dag voorbij.
Zijn wij oud, stemmen versleten. Schenkt ons liedje geen genot. Dan zijn wij spoedig vergeten. Oud en arm ... artistenlot I
Hm-lala, hm-lala, hm-lalala.
Hm-lala, hm-laHïrhm-lalala.
Hm-lala, hm-lala, hm-lalala.
Zijn wij vaak wat moe gespeeld: 's Avonds wordt de buit gedeeld!
Harmonie en dissonant: 't Leven van den muzikant I
Eenmaal komt ons laatst getij: Slotaccoord... en 't is voorby I
OEEN INDISCHE VERLOFOANOER KAN BUITEN EEN
„HIS MASTER'S VOICE" GRAMOPHONE. HET WARE TROPElSWN3TRUMENT[ ENORME KEUZE VAN DE NIEUWSTE MODELLEN, BU:
N.V WILLEM SPRENGERN
GRAMOPHONE-HANDEL
PASSAGE 46, L. v. MEERDERVOORT 60a en 453, DEN HAAG STEEDS HET NIEUWSTE f STEEDS HET BESTE! GEGARANDEERD ZEEWAARDIG EMBALLEEREN oP*'** Redactie en Administratie: Galgewater 22, Leiden. Tel. 700
VerschVnt wekeiyks - Prtyi per kwartaal f 1.0S
VQSSE^QP^-^g^r
0. ï u.
DE AANKLEEDING VAN HET TOONEEL DOOR
EDUARD VETERMAN
Steeds onooertroffen in schoonheid
^■v
Zij triompheert op iedere plaats en op ieder uur van den dag, omdat zij aan haar decolleté, armen en handen dezelfde donzigheid en zachtheid geeft als aan haar gelaat, waardoor zij een geheel vormt, voor een moderne vrouw onmisbaar. Deze illusie, die ook de Uwe is, kunt U verwezenlijken dank zij „LA VBLOUTY DE DIXOR", die de eigenschappen van Crème en Poeder in zich vereenigt. Door dit wonderlijke schoonheidspreparaat verkrijgt Uwe verschijning een ongeëvenaarde jeugdigheid. In de stad, op visite, 's avonds in het theater of in de salons bij de schelle lichten, kunt gij steeds mooi zijn, gij blijft jong en aantrekkelijk, Uw charme dankende aan
-
jf
VELO UTYde TMX£)|J PARIS
het origineel e preparaat, eenig ter wereld, dat de eigenschappen van crème en poeder in zich vereenigt, naast deze eigenschappen het groote voordeel bezittende te „houden", te „blijven" en vooral niet Te „vlekken". „LA VELOUTY DE DIXOR" die men niet missen kan bij glimmende neus en roede vlekken, wordt gefabriceerd in Naturelle, Blanche, Ivoire en Ocre, al naar gelang de persoonlijke charme van Uw teint. Verkrijgbaar bij alle parfumerie- en kapperszaken Gratis demonstratie bij de voornaamste Dames-kappers
GRATIS: Een proefdoosje inhoudende vier proeftubes in bovengenoemde tinten wordt U toegezonden na onvangst van flO.25 aan postzegels door den importeur
N. E. v, d. LAAKEN, Leidschekade 90, - AMSTERDAM - Telefoon 36372
- 2 -
Het grootste deel van het publiek, dat in den schouwburg 'n heelen avond zit te lachen of te huilen, heeft er maar een vaag begrip van, hoe belangrijk bij zoo'n tooneelvoorstelling het decor wel is; komt zelfs niet op de gedachte, dat de rol, die dat decor speelt, menigmaal tegen een hoqfdrol opweegt. Ik wil niet zeggen, dat het publiek er blind voor is, want dét zou een onwaarheid zijn. 't Is meermalen gebeurd, dat het publiek, als het gordijn opging, zóó verrukt was van wat het te zien kreeg, dat het spontaan begon te applaudisseeren, en er is geen criticus, die niet in zijn recensie zich verplicht voelt, iets over de „aankleeding" te zeggen. Maar dit enthousiasme van 't publiek geldt voor een groot deel het plaatje. Wanneer je zoo'n oogenblik m den schouwburg hebt zitten wachten, met eeli vriendelijk strijkje en een nog vriendelijker zakje bonbons, en je wordt dan opeens in 't stikkedonker gezet — dan is de verwachting gespannen, en wanneer die verwachting dan wordt vervuld door een mooi, kleurig, rijk schilderij, is een spontane uiting van bewondering begrijpelijk. Zoo waren de schouwburgbezoekers indertijd verrukt van het decor uit net „Princesje van het Groene Eiland", waarin we een Marker-binnenhuis met de grootst mogelijke zorg hadden ge-, copiëerd. Al die „echte" borden aan de muren, al die typische détails, de huisjes op den achtergrond ze vormden samen — zooals men in de vestiaire kon hooren opmerken — „een plaatje". Bij „Madame Sans-Gêne" gebeurde hetzelfde, toen het gordijn week voor de groote receptiezaal van de Hertogin van Dantzig met haar gouden kolommen, haar reuzen-portretten van de Maarschalken van Frankrijk en op den achtergrond het enorme schilderij van den Slag bij Rivoli. Alleen zeiden de menschen in de vestiaire niét net een „plaatje", maar net een . „schilderij", omdat het geval te groot voor een plaatje scheen. Nu is de spontane bewondering van ons schouwburgpubliek voor zulke aparte monteeringen eigenlijk zeer merkwaardig — want hoe verwend zijn we niet door de bioscoop! Wat worden ons déar niet een geweldige bouwwerken en geweldige landschappen voorgezet 1 De filmregisseur laat heele steden bouwen; laatst hoorde ik zelfs, dat men in een atelier de gansche Friedrichstrasse uit Berlijn had nagebouwd, met electrische trams, auto-verkeer, winkels, lichtreclames en zoo voorts! En" tóch schijnt de film op 't punt van monteeringen niet geheel en al te kunnen bevredigen; men gelooft er niet in. Men ziet het wel op dat witte doek... maar men voelt tegelijk dat men voor den mal kan worden gehouden. In de film „Metropolis" was er bijvoorbeeld een opname van een Stadion, met een reeks standbeelden op de reuzenhooge
(u hadt ze eens dichtbij moeten zien!) hetzij de colonnaden en schilderijen van „Madame Sans-Gêne", hetzij 't Spaansche landschap in „Mensch en Oppermensch", waar het publiek ook zeer geestdriftig om was. %*
TOONEELFANTASIE. (Ontw. Gordon Cralg) Voorbeeld van een gestyleerd decor voor een dichterlijk stuk
muren. In werkelijkheid waren die standbeelden veertig centimeter hoog, en die muur iets meer dan een meter; men truceerde de opname! De bioscoopbezoeker vóélt instinctmatig dat hij een beetje sbij den neus genomen wordt: het witte doek biedt in werkelijkheid een plaatje; de voorstellingeji zijn niet tastbaar, hebben geen ruimte... en hebben geen kleur. Want over de afschuwelijke kleurfilms hoeven we niet te praten; ze heeten „in natuurlijke kleuren" te zijn vervaardigd, maar brengen het' niet verder dan banale Ansichtkaarten. • Op het tooneel is alles tastbaar, is alles werkelijkheid. Wanneer déiér een bezoeker bij den neus genomen wordt, geschiedt het op zóó'n slimme manier, dat hij er absoluut niets van gewaar wordt. En juist die werkelijkheid verbluft: hetzij de collectie Marker-bordjes
Maar hebt u er wel eens over nagedacht, dat een tooneeldécor nog méér dan een „plaatje" of een „schilderij" is ? Dat het tooneeldécor gedurende de heele voorstelling" etn zware en verantwoordelijke taak heeft te' vervullen? Stel u eens voor, dat er heelemääl geen decor aanwezig zou zijn; dat men in de groote, holle tooneelruimte een stuk speelde, en zich behielp met een paar keukenstoelen, een withouten tafeltje, een oude tuinbank; dat men een sterke electrische lamp als eenige verlichting bezigde. Ik spreek natuurlijk van 't geval, dat dit niet toevallig noodig is en door den auteur voorgeschreven, als in „Man weiss es nie" van Heinrich Schmidt. Maar denk u eens een „Madame Sans-Gêne" of een „Adelaarsjong" in zoo'n omgeving gespeeld ... dan zult u onmiddellijk voelen wat u aan het decor mist. Het tooneeldécor is het onmisbare hulpmiddel om stemming en sfeer te verwekken, om de fantasie van den toeschouwer te hulp te komen, teneinde zich te kunnen indenken dat men zich wérkelijk te Weenen, Parijs of Krommenie bevindt, dat men wérkelijk een blik slaat in de Grieksche oudheid, in de achttiende eeuw, of in de toekomst. Het tooneeldécor is de onmisbare achtergrond, waarzónder de tooneelspelers in de ruimte zouden zweven. Nu zijn er twee mogelijkheden voor den tooneelarchitekt: hij kan volstaan met aanduidingen, en hij kan pogen de realiteit op het tooneel te brengen. Een aanduiding is de eenvoudigste karakteristiek van een zaak. Wanneer we Napoleon willen aanduiden, dan trekken we een plukje haar over ons voorhoofd — als we dat tenminste nog hebben — en steken onze hand in ons vest; dat plukje haar en die hand vormen de eenvoudigste karakteristiek van den grooten Keizer.
MARKER BINNENHUISJE. (Ontw. Eduard Veterman) Voorbeeld van een naturalistisch decor voor een naturalistisch stuk - 3 -
.
V
CAFE-RESTAURANT w [Lift] 99 AMSTERDAM
Middag-, Diner- en Avondconcert: HONG-KAPEL-BONZO-OLAH Zalen disponibel voor Vergaderingen en Partijen. Gerenommeerde Keuken. 17 Ie klasse electrisch verwarmde Toulet Billards — Billijke Prijken. Aanbevelend F. REIBEL (Gérant]
REMBRANDTPLEIN
ANTIEK EXTERIEUR. (Ontw. Lehner) Voorbeeld van een naturalistisch decor voor een dichterlijk stuk (Fout!)
Maar wanneer we Napoleon in realiteit willen brengen, dan moeten we een uniform aantrekken zooals hij altijd droeg — u weet wel, die groene, met witte opslagen! — en een adelaarsneus opzetten en een pruik, en onze huidkleur tanig-geel maken en zoo meer. Dan moeten we met de meeste nauwkeurigheid alle portretten van Napoleon bekijken,^ en daaruit opvisschen hoe hij s, er in werkelijkheid moet hebben uitgezien. Zoo gaat het met een decor precies eender. Men kan van een kamer slechts aanduidingen geven, dat zijn dus: ramen, deuren, schoorsteen — maar men kan ook de kamer brengen in realiteit, dus: met de bloemetjes van het behangsel, de richeltjes van het beschot en de kozijnen, de schilderijen en portretten, den haard met kolenbak, de pendule met coupe's, het karpet je voor de deur en nog tientallen dingen meer. Voor beide opvattingen valt veel te zeggen. Het spreekt, dat de reaUteit bewerkelijker is, dan het aanduiden, maar daartegenover staat, dat de weinige dingen waarmee men iets aanduidt, dan ook precies raak moeten zijn. Wanneer men Napoleon door " een scheiding in 't haar wilde aanduiden, zou niemand hem immers herkennen ? De beide tooneelarchitekten, die — onafhankelijk van elkander — indertijd het eerst den strijd hebben aangebonden met de realiteit op het tooneel zijn Edward Gordon Craig en Adolphe Appia. Gordon Craig ergerde zich vooral aan de geweldige monteeringen, waarin men in Engeland Shakespeare vertoonde, en die zóó omvangrijk waren, en zooveel tijd-van-verwisselen kostten, dat men de stukken belangrijk moest bekorten, wilde men niet, dat de toeschouwers in den schouwburg zouden overnachten. „Per slot van rekening," .
.
■
.
zei Craig, „hoe mooi dat allemaal ook is: het gaat om het stuk en niet om de fantasieën van den tooneelarchitekt!" En uit verzet tegen al die overdadigheid kwam hij tot de soberste aanduidingen: gordijnen stelden een zaal voor, 'n stuk muur een vesting. Adolphe Appia ergerde zich vooral aan de opera-opvoeringen, zooals ze in Duitschland toendertijd — en bij ons, helaas nog steeds II — werden gegeven, met geschilderde'rotsen, die bibberden als er iemand tegen aanliep; met geschilderde achterdoeken, waarop je, als ze een beetje oud werden, de naden door den hemel kon zien loopen en dergelijke dwaasheden meer. En ook Adolphe Appia ging over tot strenge aanduidingen; hij heeft een ware omwenteling in de aankleeding der operauitvoeringen teweeggebracht. De ideeën van Gordon Craig werden in ons land door Verkade ingevoerd, wat stellig zijn grootste verdienste blijft.
INTERIEUR, (Ontw: Emll Plrohan) Voorbeeld van een „aanduidend" decor voor een naturalistisch stuk
W
DIT
|is het Merk der goede Films |
pat hij Craig in alle opzichten ontrouw is geworden, mag daarom des te spijtiger heeten. Een vijftien jaar terug zou Verkade een stuk als „De Blauwe Vogel" heel anders hebbeq gemonteerd dan thans! Intusschen: het denkbeeld van „aanduidingen" is niet overal bij te volgen. Het hangt er namelijk heelemaal van af, wat voor soort siuk men aan te kleeden heeft! Ook in de stukken bestaan twee soorten, die men zou kunnen noemen, de dichterlijke en de naturalistische spelen. De dichterlijke spelen zijn stukken, waarbij de schrijver zich om niets anders bekommerde dan om dat, wat zijn verbeelding, zijn inspiratie of zijn fantasie hem ingaf, zonder te rekenen met mogelijkheden of onmogelijkheden; zonder te rekenen met de kleine strubbelingen, die het dageüjksch leven zoo lijnrecht tegenover de fantasie doet staan. Toen Shakespeare zijn „Hamlet" schreef, heeft hij er heusch niet aan gedacht, dat de arme prins ook wel eens zijn neus moest snuiten. Helden uit dichterlijke spelen, drogen alleen hun tranen, maar snuiten nooit hun neuzen. Ze dranken alleen uit bokalen, ze eten zelden. Hun sok-ophouders springen nooit. Ze. rooken geen sigaretten, hebben uitsluitend beurzen en géén portemonnaies. Ze hoeven nooit naar woorden te zoeken, maar hebben altoos prachtige, min of meer gedragen beelden bij de hand. Ze hebben nooit buikpijn en de, menschen met wie ze spreken vallen ze zelden in de rede. Tegenover dit sodrt stukken staan de naturalistische. Naturalistische figuren doen alles met verbluffende zorgvuldigheid. Ze spreken slordig, praten door elkaar, niezen en kuchen, rooken en snoepen,.. kortom: doen de duizenden-een kleinigheden, die iedereen elk moment van den dag bij zichzelf en bij anderen opmerken kan. De figuren uit een naturaUstisch stuk zijn gewone menschen van om ons heen. De figuren uit een dichterlijk stuk zijn „aangegeven" menschen, die onze verbeelding naar willekeur uitwerken kan.« Een roi uit een „dichterlijk" stuk is daardoor op tallooze wijzen te spelen. Een rol uit een „naturalistisch" stuk maar op heel enkele manieren. Voorbeelden van „dichterlijke" stukken zijn bijvoorbeeld de werken van Maeterlinck, van Hoffmansthal, om bij auteurs van ónze dagen te blijven. Voorbeelden van „naturalistische" stukken zijn de werken van Heyermans — en eigenlijk alles wat we tegenwoordig op onze theaters zien spelen, 'n enkele uitzondering daargelaten. Ik kan hier natuurlijk nipt verder op ingaan, omdat we 't ovpr tooneelarchitektuur hebben en niet'over dramaturgie. Maar het zal u inmiddels duidelijk zijn geworden, wat den tooneelarchitekt te doen staat. Wanneer hij „Op hoop' van Zegen" zou moeten enscèneeren, zou hij een groote fout begaan, wanneer hij met „aanduidingen" zou willen vol(Zle voivolä op paf. O.)
/
- 4 -
SPEL E]>ü ACCOMPAGNEMENT Xevensbeeldje in één bedrijf door JAN VAN KASTEEL. PERSONEN: Irene, een aardig meisje van 20 jaar; Paul, volontair bij Van Heelen's Bank, 26 jaar; Boelie, idem, 24 jaar. PLAATS: Irene's kamer.
/'TT rene heeft zich welbehaaglijk terf II neer gezet; Paul zal juist gaan } JL zitten. Irene is tegenover Paul heel vriendelijk en welgezind, niet innerlijk gebonden. Paid is zwaarmoedig-nerveus, tegenover Irene zeer eerbiedig liefhebbend.) Paul: „Ja, mijn kansen op 'n vaste aanstelling zijn verkeken... Irene: „Wat sneu zeg! Hoe komt dat nu weer?" Paid (geïrriteerd): „Nu weer", „Nu weer", ze£ maar ronduit, dat ik nu eenmaal altijd dezelfde ezel ben| Je hebt gelijk, hoor I" ^ Irene: „Maar beste jongen, bedaar tochl Wie zegt dat nu?" Paul (beschaamd, nederig): „Vergeef me, Renyl Maar het is ook zóó ellendig..." Irene (eigenlijk verlegen met het geval, tóch iets willende doen voor Paul, lief): „Houd er den moed maar in, hoorl De wereld draait nog, bèn je mal! Vertel nu eens rustig, wat er gebeurd is. En dan krijg je-van mij een lekker kopje thee, hè?" Paul (dadelijk zeer geroerd, sentimenteel): „En het is niet dat baantje alleen, Reny, dat nu voorloopig verkeken is..." (Kijkt haar smeekend aan). . Irene (er omheen pratend): „Nu zoet vertellen, of anders..." (Zij dreigt met den vinger). Paul (gehoorzaam); „Je weet de twee dingen, waardoor ik de directie aan mij hoopte te verplichten..." Irene (zich niet herinnerend, maar dit niet ronduit willende zeggen): „Ja... Maar de finesses weet ik niet allemaal meer, hoorl" Paul (innerlijk teleurgesteld, maar durft dit niet te laten blijken): „Mijn reorganisatieplan, een bezuiniging van eenige duizenden — en dan mijn ontdekking, dat het niet pluis is bij Erpestein, die een blanco crediet van ons hebben." Irene (vaag): „O, ja..." Paul: „Vandaag had ik alles voor eljcaar. Mijn plan tot in bijzonderheden
A: „Ik heb gehoord, dat WUlemsen een ongeluk heeft gehad toen hl] een trein wilde halen. Hoe is het eigenlijk gebeurd?" B: „Ziele die trap da»r?" A: „Ja. En?" B: „Nou, WUlemsen zag ze niet!"
uitgewerkt — het materiaal ovef Erpestedn verzameld. Ik" vroeg een privéonderhoud bij de directie aan, en nu ..." (Stokt, lacht, bitter). Irene: „Wat zeiden ze?" Paul: „Dat ik mij niet verbeelden moest, nu al de practijk van jaren te kunnen verbeteren. Ze lachten mij nog niet eens openlijk uit, alleen zoo stilletjes, medelijdend, ironisch. Daarmee was mijn plan afgehandeld, werk van maanden..." Irene: „Ellendig. — En Erpestein?" Paul: „Toen ik daarover begon, sneed Van Heelen dit direct af door te zeggen, dat hij over "Erpestein, waarvan zijn neef commissaris is, zeer voldoende was ingelicht. Hij weet er misschien wel alles van... Stel je voorl De wereld is een beroerde boel, Reny." Irene: „Kom kom, niet zoo somber I (Hem willende afleiden). En Boelie? Ik ben lederen dag bang, dat ze hem zelfs als volontair niet meer willen hebben en hem buiten de deur zullen zetten." (Zij lacht bij de gedachte aan hem). Paul: „En die heeft nu net vandaag wèl een aanstelling als procuratiehouder gekregen." Irene (onwillekeurig): „O, wat fijnl" Paul (argwanend): „Je schijnt je daar wel erg over te verheugen? (Dan, goedig). Nu, ik misgun het hem ook niet. Het is een grappige vent, en heel geschikt. Maar ik weet niet, wat ze in zaken met hem willen beginnen. Er zit geen greinde ernst in den kerel. Zoo één moet met meedoen aan het eigen- 5 -
lijke spel; hij is geboren voor accompagnateur." Irene (lacht, kón in haar gevoelens voor den ander niet gekwetst worden): „Accompagnateur..." (Er wordt gebeld.) Irene: „Daar zal hij misschien rijn. Hij zou even aankomen vanavond. (Bij voorbaat geamuseerd:) Zal je weer een bombarie hoorenl" Paul (bitter): „Ik verdwijn maar, Reny. Anders voel ik me spelbreker in de vroolijkheid..." Irene (heel vriendelijk, maar hem niet weerhoudend): „Hou je maargoed, Paul! Je komt er wel uit, hè?" (Handdruk.) Paul: „Ja, ik weet den weg. Dag!" Irene: „Dagl" (Zij inspecteert haar toilet voor den spiegel, lacht stilletjes.) (Er wordt driemaal geklopt; msteen treedt Boelie binnen.) Boelie: „Bonsoir, petite reine de roon coeurl Mijn hart ontgloeit als steeds door uw liefelijk aanschijn." Irene: „Dag onverbeterlijke flirt!" Boelie: „Reny, in bitteren ernst. .." Irene: „Past niets bij je." Boelie: „Geloof me toch, Reny, als ik jou maar zie, lacht het leven mij toe als een, als een " (zoekt). Irene: „Als een...." Boelie: „Als een góudreinet." Irene: „Dat is dan toch een vergissing: ik ben doodarm. Wist je dat nog niet?" Boelie: „Waarom doe je nu zóó leelijk tegen mij, Reny? Van Reny leid je het makkelijkst góudreinet af, maar ik wil ook wel zeggen: als een bellefleurtje. Of als een paradijsappeltje. En zal je nu verder lief voor mij wezen ?" Irene: „Wel zeker I Moet ik dat soms beloven?" Boelie: „Ja. En je doét het ook. Je bent heelemaal niet zoo boos als je je voordoet." Irene: „Ik ben woedendl" (Stampvoet.) Boelie: „En vrééselijk leuk. Je bent zóó heerlyk als je boos bent!" Irene: „Mooie heerlijkheid, die uit
De man die pas het Jawoord heeft gekregen: „Ik voel me zoo gelukkig lieTeling, nu Ik de zekerheid heb, dat er niets meer tusschen ons zal kunnen komen."
^p^j:
—,—__—-^-
hooszijn moet blijken. Dank je wel voor h€t compliment 1" Boelie: „Reny, je bent onuitstaanbaar." Boelie: „Zie je wel, dat je van mij niets leelijks wilt hooren? Ik vind je ook lief. En ik stelde je voor om het te blijven." Irene (geeft het op): „Je bent een draak. — Wil je thee? (Hem itniteerend:) Natuurlijk zeg, niet te sterk, met veel suiker en weinig melk." Boelie: „Precies. — Maar weet je wel, Reny, voor wièn je daar thee gaat schenken? Weet je wel, wie en wat ik ben?" Irene: „Een vreeselijk gekke vent, anders niet veel voor zoover ik weet." Boelie: „Hoe bedrieglijk is de schijn, Renyl Ik ben niets minder dan een geposeerd burger, een gesitueerd man in de maatschappij." Irene: „Aan welke tooneeluitvoering moet je nu weer meedoen?" Boelie: „Neen, plaaggeest, het is heusch waar." Irene: „Och kom?" Boelie: „Toch wel. Je hebt de eer, thee te schenken voor den jongsten procuratiehouder bij Van Heelen's Bank. Wat zeg je ddärvan ?" (Hij ziet haar vol verwachting aan). Irene (koeltjes): „Kolossaal zegl Van harte hoorl (Feliciteert.) Hoe zijn ze dädr ingetippeld?" Boelie (nu heel ernstig): „Meen je dat nu, Reny? Meen je nu heusch, dat ze er bepaald „ingetippeld" moeten zijn om mij te benoemen?" Irene: „Nu, er waren wel serieuzer menschen te vinden geweest, hè? Paul bij voorbeeld. —Hij was net hier." Boelie: „Ja, ik sprak hem nog even in de gang. Beste kerel, en het spijt me verd Pardon..." Irene (lacht): „Schaam je. Boeliel" Boelie: „Ik vind het zoo beroerd, dat hij ook niet aangesteld is. Hij heeft zoo hard geploeterd. Maar hij h^eft het weer niet handig ingepikt." Irene (overtuigd): „Ja...." Boelie (dringend): „Maar geloof jij nu werkelijk, dat ik niet geploeterd heb ?" Irene (quasi-ongeloovig): „Och kom ?" Boelie (ernstig pleitend): „Het is toch heusch waar, Reny. Maar ik zet er een licht mutsje bij op: dan kan ik er beter tegen, als het verkeerd loopt. Snap je dat?" Irene (eenvoudig): „Ja, heel best." Boelie: „Geloof je het werkelijk?" Irene (lachend): „Zeker, jongen! Het schijnt wèl een ernstige zaak voor je te zijn, wat ik alzoo van je prestaties op de Bank denk?" Boelie: „Ja, Reny, dat is het ook. Wij kennen eikaar nu al zoo lang, en wij hebben het altijd zoo goed met elkaar kunnen vinden ..." Irene: „Nou, nou..." Boelie (onverstoorbaar): „En ik heb ook altijd gevonden, dat je met^ niemand zoo gezellig flirtte als met mij..." Irene: „Boelie, ben je niet wijs?" Boelie (altijd onverstoorbaar): „Maar ik hoopte, dat je toch óók nog wat anders voor mij voelde. En nu, nu ik mijn baan heb, nu wil ik het weten, Reny. (Heel innig nu:) Hou je een beetje van mij, Reny?"
Irene (nog even spottend): „Is het zoowaar ernst geworden, Boelie? Bij jou?" Boelie (onrustig nu): „Ja. Ai lang. En bij jou ? ... Of niet ? Reny ?" Irene (kijkt hem in de oogen, tot alle spot uit haar eigen blik verdwenen is; opent- haar armen voor hem): „Mijn jongen I" Boelie: „Renyl" (Omhelzing.) Irene (zich vrij makend): „Maarte mag niet altijd zoo ernstig zijn als daarnet, hoorl" Boelie: „Ik beloof het je plechtig, Reny. Wij zullen het leven doorfladderen gelijk de vlinderkoningin en haar beeldschoone prins." Irene (lacht): „Verwaande kwastI" (Zij dansen samen.) Boelie (onderbrekend): „Ik wou, dat Paul daarnet niet weggegaan was." Irene (perplex): „Watblieft?!" Boelie (lachend): „Ik bedoel: dan zou hij als goed pianist ons vlinderspel kunnen accompagneerèn." Irene (ironisch, maar ernstig denkend aan Paul's woorden over Boelie): „Ik vrees, dat hij geboren is voor accompagnateur. Poor boyl" Boelie (haar afleidend): „Maar wij spelen samen, Reny, met óf zonder accompagnement ?" Irene: „Wij samen, ja ..." SCHERM.
Een aardige foto van Hollywood's lievelingen: Joan Crawford en Douglas Fairbanks Jr., die binnenkort In het huwelijk zullen treden.
De (a^nlkleeding van licit ^ooneell (Vervolg van pa£ 4]
staan. Eerstens wemelt de tekst van indicaties, die de aanwezigheid van allerlei détails noodzakelijk maken; als Kniertje roept, dat de lucifers bij het zeepbakje liggen, kan men niet veronderstellen, dat dit zeepbakje aan gordijnen is opgehangen. Een stuk als „Op hoop van Zegen" moet volkomen realistisch worden „aangeklee'd". Iets anders is het met een stuk als „Lucifer" van Vondel. Eerstens zou het heel lastig wezen, den hemel realistisch te verbeelden, ornaat we moeilijk kun-| nen zeggen, hóe dé hemel van „Lucifer" er wel uit heeft gezien. Het «preekt vanzelf, dat men hier met „aanduidingen" moet volstaan; dat het belachelijk zou zijn een paar wolkjes over een lijntje te hangen. De tooneelarchitekt heeft hier vóór alles te zorgen, dat men niet aan de aarde herinnerd wordt. U ziet, hoe nauwkeurig de aard van het tooneeldécor moet worden afgewogen, alvorens de tooneelarchitekt nog één lijn op papier heeft gezet. En als
het nu maar zoo makkelijk was, dat men bij het lezen van een stuk kon zeggen: „o, dit is een „.dichterlijk spel" of „dit is een naturalistisch spel"! Maar er wordt geen regel bedacht, of er zijn uitzonderingen op — ,en die uitzonderingen maken de zaak juist moeilijk. Want het kan natuurlijk gebeuren, dat men een „dichterlijk" stuk speelt, dat een beetje hooge eischen aan zijn toehoorders stelt. En het publiek luistert nu eenmaal moeilijk! Wanneer men dan nog, als achtergrond, met „aanduidingen" volstaat, is er groote kans, dat een belangrijk deel van het publiek zich gruwelijk zal vervelen. Bij zulke stukken moet de tooneelarchitekt zijn fantasie een beetje vrijheid laten, al mag hij daarbij geen moment met den geest van het stuk zelf in strijd komen. Een voorbeeld van zoo'n monteering is „Paulus onder de Joden", dat voor de groote massa lang niet makkelijk te volgen was; de tooneelarchitekt heeft toen gepoogd de voorstelling te ondersteunen door een enscèneering te bedenken, die even indrukwekkend en monumentaal was als hèt stuk zelf, en de menschen een beetje in de sfeer er van bracht. Er zijn natuurlijk ook naturalistische stukken, waarvoor een andere maatstaf geldt dan de zoo straks genoemde, en als voorbeeld hiervan kan gelden „Het Graf van den Onbekenden Soldaat". Al heeft dit stuk hier en daar een beetje dieperen zin, al wordt het hier en daar zelfs ietwat symbolisch: het is een naturaUstisch drama. En tóch zou het fout zijn geweest dit stuk in een reahstisch pak te steken: in een salon met schilderijen en étagères en zoo meer. Want de omgeving doet er bij dit stuk zoo weinig toe: het gaat vóór alles om hetgeen wordt gezégd. Bij zoo'h soort stuk moet men met aanduidingen volstaan: een deur, een raam, een schoorsteen; die onderdeejen, welke uitdrukkelijk voor het spel noodig zijn, en dan nog maar aangeduid. Want het gaat er in dit stuk om, wat met de menschen innerlffk gebeurt. * Het onderscheid tusschen „naturalistisch" en „aangeduid" of „gestyleerd" decor, zal u nu duidelijk zijn. U zult begrijpen, dat men „Hamlet" niet kan spelen in een kamer met een behangsel van rose bloemetjes, en een dolle klucht als „De Spaansche Vlieg" in een decor van sombere gordijnen met plechtige trappen en troonzetels als badkuipen. U zult begrijpen, dat men in den Spaanschen tuin van „Mensch en Oppermensch" geen Liberty-kamerschutten neer kan zetten met gestyleerde bloemen, en dat men in de tuinen van Aranjuez in „Don Carlos" geen bordjes kan plaatsen met Verboden Toegang. Maar wanneer we omtrent al deze dingen tot overeenstemming zijn gekomen, is het tooneeldécor er nog niet. Want wanneer het alleen maar een geschikten achtergrond vormt voor het een of andere stuk, vervult het een passieve rol. Zijn taak is echter veel belangrijker, zooäls ik straks reeds zei: het decor speelt menigmaal een rol, die tegen de hoofdrol opweegt. Over dat actieve aandeel in de voorstelling een volgend maal.
BE OHBEKENBE P^LS
EEN dNEROMANS-FILM DE FRANCE DER UFA
De onbekende passagier met het kind.
Lechancy, geneesheer te Parijs, heeft den bankier Delorme vermoord, omdat deze hem door operaties ter beurze geruïneerd en bovendien chantage op hem gepleegd heeft. Hij neemt overhaast de vlucht naar Marseille, waar hij zich inscheept op het vrachtschip „Henry Fraissinet", dat naar Zuid-Amerika vertrekt. Aan boord bevinden zich Marie, een jonge weduwe — nicht van den kapitein — en haar zoontje Jean, in wier gezelschap Lechanchy dagelijks verkeert. Deze omstandigheid leidt ertoe, dat hij zijn maaltijden bij1 den kapitein en diens familie gebruikt. .. Op Keratavond is de arts, die op een valschen pas reist, aan tafel stiller dan ooit te voren. Hij staat vroeger dan gewoonlijk op, wat den kapitein de woorden in den mond geeft: „Die man wordt door onrust verteerd." Eenige uren daarna ontvangt de gezagvoerder een radiogram van het Hoofdbureau van Politie te Parijs, inhoudende een aan alle gezagvoerders gericht bevel tot arrestatie van dokter Lechanchy, die wegens moord op den bankier Delorme wordt vervolgd De kapitein staat op de brug en ziet Lechanchy, die met. een somber gezicht over de verschansing leunt... Plotseling rijst in hem de gedachte, dat do zonderlinge passagier de gezochte moor-
CHARLES VANEL, de onbekende passagier.
j
GIER
Alleen een dokter kan redding brengen.
MICHELE VERLY als Marie.
denaar is. Hij deelt Marie zijn vermoeden mede en besluit de autoriteiten er van te verwittigen, dat de schuldige aan boord is. Marie weerhoudt hem er evenwel van door haar oom erop te wijzen, dat hij geen zweem van bewijs heeft om dèn passagier aan te brengen. Diens papieren zijn immers in orde, terwijl daaruit niet is gebleken, dat hij dokter zou zijn... Lechanchy wordt echter niet meer door den kapitein aan tafel genoodigd, wat zijn onrust doet veiïrieerderen. Op een nacht wordt Jean ernstig ziek. Men vreest, dat de jongen kroep heeft. Radeloos staan Marie, de kapitein en de eerste stuurman aanzijn ziekbed. De gezagvoerder acht een operatie noodzakelijk. Maar wie moet haar uitvoeren? Iedereen denkt nu aan den passagier, die zich in de laatste dagen van iedereen heeft afgezonderd en op wien nog steeds de verdenking rust. De kapitein stapt op hem af en verzoekt hem dringend zijn neefje te helpen. Lechanchy geeft zijn incognito niet prijs PERSONEN: De passagier Charles Vanel Marie Michèle Verly De kapitein...... Redelsperger De eerste stuurman . . . 5over Het kind /eanMercanton Regie: JACQUES DE BERONCELU. 7 —
en ontkent arts te zijn. Hij kan dus niet helpen. De toestand van den kleinen jongen verergert met het uur In haar wanhoop en vertwijfeling smeekt Marie hem haar kind' van een wissen dood te redden... Na aanvankelijk weer geweigerd te hebben, opereert hij Jean, die er tot groote blijdschap van allen bovenopkomt... Lechanchy voelt, dat hij zich verraden heeft en springt overboord. Hij wordt bewusteloos opgehaald ... De kapitein vindt in zijn hut een brief, dien de passagier aan hem heeft geadresseerd. Hierin wordt medegedeeld, dat de' schrijver inderdaad Lechanchy is, die in een vlaag van verbijstering den ploertigen bankier en afperser heeft Verinoord. Begaan met het lot van den arts, brengt de kapitein in zijn reisroute een kleine wijziging aan... Hij laat voor Santos, waar de autoriteiten Lechanchy niet verwachten kunnen, even stoppen. Ontroerd neemt men van den dokter afscheid. Marie geeft hem het schrijven terug; dat hij aan den kapitein heeft gericht met het verzoek, het te willen herlezen, zoodra hij voet aan wal zal hebben gezet. Wanneer de dokter den brief opent, leest hij tot zijn groote vreugde, dat Marie hem uit dankbaarheid en warme sympathie uitnoodigt haar in Rio een bezoek te brengen.
JEAN MERCANTON als het kind
M /
DOOR.fOR/NNE GRIFFITH.
Voor een actrice, die van het begip harer loopbaan gewend is aan de dagelijksche routine van een filmstudio, is één van de dingen, die het meest tegenvallen bij een eerste stemproef, de veranderde „atmosfeer" van het tooneel met zijn indrukmakende dubbele deuren en muren, die overal met een soort vilt zijn bekleed. Men stapt over kabels, hoort vreemd belgerinkel, dat tot stilte maant, ziet de menschen op hun teenen loopen en aanschouwt de camera's in hermetisch gesloten cellen, die op telefooncellen gelijken en waar, in tegenstelling met de zwijgende films, alles door glas gefotografeerd wcwdt. Daar er practisch geen ventilatie in deze cellen is, daar door elke opening het geluid naar binnen zou dringen, moeten de opnamen na korten tijd steeds onderbroken worden en drie harde kloppen op de deur van de cabine zijn het signaal, om de cel te openen en eruit te komen, om een paar minuten frissche lucht te happen, alvorens het werk te hervatten. Dan is er de tafel van den operateur, met een soort van schakelbord-installatie, waarmee hij vreemdkhnkende boodschappen over-
brengt, bijvoorbeeld „inschakelen", als alles gereed is om te beginnen. Alvorens men aan al deze nieuwtjes gewend is, heeft men natuurlijk een gevoel van groote vreemdheid. Toen mijn eerste stemproïf genomen werd, vond ik dat de grootste moeilijkheid was, natuurlijk te spreken. Het eenige werkelijke verschil tusschen gewoon en voor de vitaphone spreken bestaat hierin, de woorden iets langzamer te zeggen, waardoor een gelijktijdig spreken met het spel op het doek verkregen wordt. Voorts moet er vooral op de „s's" gelet worden, opdat elke kans van lispelen vermeden wordt. . Maar natuurlijk te spreken is juist de groote moeilijkheid. In het dagelijksche leven denken we bij het spreken even weinig bewust aan intonatie, klankhoogte en het plaatsen der woorden als bij het ademen. Ik beweer echter, dat een actrice even natuurlijk in sprekende als in zwijgende films behoort te zijn, m.a.w. zij behoort zichzelf te zijn. Het zou dunkt mij een groote fout zijn, als wij de puntjes op de „i" zetten en de woorden half uitspraken op een houterigen, onnatuurlijken toon. Derhalve besloot ik op mijn eigen „dagelijksche" manier te spreken. Stel u echter mijn verwondering voor, toen ik de eerste „spreekproef" hoorde. Ik kon nauwelijks mijn eigen oorén gelooven. Bulderende tonen klonken door de studio. Ofschoon ik op mijn gewone manier gesproken had, kwam het geluid met zulk een omvang terug, dat ik het gevoel kreeg, op een mijl afstand een groote menschenmenigte door een megafoon te hooren. Dit geweldige stemvolume was voor mij de grootste verrassing, toen ik mijn stem voor het eerst „van" het doek hoorde. Natuurlijk worden de stemgeluiden gedempt als de film vertoond wordt; na korten tijd raakt men dan ook gewend aan de resultaten. Maar deze eerste .gewaarwording is bepaald verschrikkelijk I Nu ik thans zóó volkomen in de sprekende films geloof, dat ik een nieuw contract afgesloten heb voor zes speciale spreekfilms voor de First National — twee per jaar voor de eerstvolgende drie jaren — vind ik het merkwaardig, eens eraan te herinneren, hoe éen groot tegenstandster ik er in het begin van wasl Ik dacht, dat ze geen ingang zouden vinden, de industrie integendeel ongeveer vijf jaar achteruit zouden zetten. Vrouwenstemmen vond ik in 't bijzonder hinderlijk, en de groote mogelijkheden van het doek, vooral wat betreft spel en buitenopnamen, leken zoo beperkt. Maar dat was in 't begin, toen, jammer genoeg, er reeds films uitkwamen, voordat de nieuwe toonfilm-uitvindingen geperfectionneerd waren. In mijn afschuw pa-
voor het geheele idee weigerde ik de groote mogelijkheden, die de toekomst bood, te erkennen. Ik veronderstel, dat dit grootendeels kwam, omdat toen de films terwille van het geluid gespeeld werden; nu is alles echter anders: technische fouten worden dagelyks verbeterd en de artistieke grondslag ontwikkelt zich snel tot een graad van volmaaktheid. Van een vurig tegenstandster ben ik veranderd in een vurig enthousiaste en ik geloof, dat sprekende films als „The Barker", „Broadway Melody" en „In Old Arizona" het geheele aspect van deze nieuwe filmkunst absoluut veranderd hebben. Het is interessant te weten, dat de eerste film-experimenten van den grooten Thomas Edison met het idee van gelijktijdige klankoverbrenging verbonden waren. De uitvindingen, die men t.o.v. de zwijgende films deed, omwikkelden zich échter zooveel sneller dan de klank-uitvindingen, dat de zwijgende films de oyerhand kregen en zoo in belangrijkheid toenamen, dat men den klank uit het oog verloor. Nu is de zaak weer aan het rollen gebracht en zijn we teruggekomen op het origineele idee van den grooten Edison! In de eerste twee films, die ik gespeeld heb met dialoog-begeleiding — „Saturday's Children" en „Prisoners" — vond ik, dat de-daad-bij-het-woordvoegen en omgekeerd een groote hulp is bij karakter-nitbeeldingen. Inplaats van de oude manier, om eenige onvoorbereide zinnen onverstaanbaar te mompelen, om het gebarenspel te helpen, zeggen wij nu verstaanbare dingen, waarvan een goede weergave de openbaring is van de innerlijke emoties, van onze karakters, enz. Woorden helpen mij, om een karakter veel stérker te voelen; dingen te zeggen, die een persoon in een bepaalde situatie in werkelijkheid zou zeggen, geven een veel grootpren schijn van werkelijkheid aan iedere rol. Ik vind, dat alle leden van mijn gezelschap met nieuw enthousiasme hun werk doen. Het verstand heeft ten laatste ook op het doek de overhand gekregen en de grootere eischen, die bij sprekende films aan de spelers gesteld worden, maken natuurlijk, dat ook hoogere kunst wordt voortgebracht.
-
(COKMIESIPO MJlWIll E Mej. A. D. te AMSTERDAM. - Een goed middel tegen roode handen is deze vaak in ie wrijven met een brij van melige aardappelen. Ook kunt U nog probeeren de handen de* avond» te waMchen met tannine-glycerine-oplo»»ing. Helpt dit niet, probeert U dan eens de handen des avonds te pakken in lappen, die met eidooier zijn bestreken.
«■«fwa-r,■■-. • :-y^.y>»t«i^»p|ww^.?y^.y^^^
|^iB|l»lll|g>i|iipi|iiW.i|i.l)^
BRIQITTE HELM EN FRANZ LEDERER IN „DE LEUOEN VAN NINA PETROWNA H FOTO UFA
BUZIAU, HE Hedenavond Bouwmeester'sRevue gezien. — Heb gelachen — gegierd — gebruld. — That's alll Is het niet genoeg? — Ik zou het haast denkenI — Nee toch: u hebt gelijk. Ik ben misschien nog een beetje onvolledig. Ik had moeten schrijven: Heb hedenavond Buziau gezien in Bouwmeester's revue. Maar... dan heb ik ook alles gezegd. Want, ik verzeker u, deze man maakt de revue. Ik schrijf niet over costuums, dansen, decors, lichteffecten en wijsjes; ook niet over andere artisten. Enkel en alleen maar over Buziau ... en nog twee andere confraters uit de Weensche Marischka-Revue. Maar die komen zoo dadelijk aan de beurt. Ik wil alleen maar terloops opmerken, dat Buz' een klasse „an sich" vertegenwoordigt. Hij neemt een geheel 'eigen plaats in op onze Nederlandsche planken. Hij komt, ziet en overwint. Hij is een groot acteur... omdat hij volkomen het gebaar beheerscht, omdat smart en vreugde zich op zijn gelaat weerspiegelen en ... omdat hij het tooneel vult. Hij is een groot improvisator, omdat hij uit èen luttel gegeven een situatie opbouwt. Hij is een groot komiek, omdat hij psychologisch-juist aanvoelt en sober is, d.w.2. nooit meer geeft dan gebiedend is. Hij is een groot fantast, getuige zijn origineele costuums, hoeden en dassen. Bewtfzen. Zijn meesterlijk acteurschap toont hij in de stadion-scène. Hij eet kersen en floept een pit naar het midden der toeschouwersruimte. Denkbeeldig alles, maar je zwèèrt: hij doet het. Hij zit op den hoed van een ander; zijn angst is meesterlijk... Van wien is de hoed? Hij betast voorzichtig de biceps van den één, geen portuur; den ander — het zou juist kunnen I Ziet hem dat uitbeelden! Let op, hoe hij een simpel zinnetje over het voetlicht brengt. „Is dat niet eigenaardig?" of „Ik heb dat dadelijk al -gemerkt!" Het is zoo stupide, zoo idioot verwaand kan het aandoen. Dät kan alleen een acteur, die de techniek volkomen beheerscht.
s
Ben vergelijking tusschen Buziau en zijn Weensche collega'sSigiHoferenJosefEgger
HET „LACHKANON"
Hebt u op het -groote tooneel, ik meen, waar de kunst met een groote K wordt „gepleegd", ooit een volmaakter parodie gezien dan de verwaande vioolvirtuoos, spelend op zijn instrument met één snaar? Musicus, polyglotte (wonderlijk, zooals hij zijn Fransch, Engelsch en Duitsch spreekt) en fantast is hij. Wie bedacht er ooit heerlijker onzin dan de getrucqueerde piano (niet van Duwaer en Naessens) ? Moet ik verder opsommen? — De Revellers-parodie met zijn biscuitmédaille ? Zijn gekleede jas, alias rok-costuum? Er is heusch te veel om op te noemen 1 Daartegenover nu het werk van Sigi Hofer en Josef Egger in de MarischkaRevue. Wij beelden hierbij een foto van hen af in de kostelijke parodie „heer en knecht". — Zeker, de komische venslagenheid te zien, waarmee een Sigi Hofer zijn knechtenrol moet spelen en steeds buiten de handeling van het stuk treedt, omdat hij zichzelf niet in een
livrei-pakje kan wegmoffelen — het is subliem, maar... het is geen glanspunt van den avond. Buziau heeft enkel glanspunten. Sigi Hofer en Josef Egger hebben geschreven scènes — hebben een geleerde rol — hebben bepaalde Witzen — en een revue, waarin een zekere handeling, een draad van de ééne scène naar de andere voert. „Passen Sie auf, schone Damen Passen Sie auf, etc." Buziau vertelt geen Witzen, leidt geen scènes in, heeft bijna geen geleerden tekst, maar hij spreekt met zijn gebaren en met zijn lach. Sigi Hofer en Josef Egger hebben den voorsprong van een befaamden troep, van een geweldige reclame en de suggestie buitenlandsche sterren te zijn. Zij plukken de vruchten van een zeker snobbisme, dat alles offert aan een cosmopolitische geste. Buziau heeft dezen voorsprong niet. Hij is geen buitenlandsche „Star", maar voor wie kijk hteit op de juiste waarde van zijn prestaties, staat onotnstootelijk vast, dat Buziau in den strijd om den lauwerkrans met een beduidenden voorsprong als overwinnaar uit het strijdperk treedt. Wonder boven wonder echter is dit nog niet een algemeen erkende waarheid. Het spreekt vanzelf, dat ik uiteraard beknopt moest zijn en maar vluchtig vergelijkingen kon maken. Dat ik anderen dus in het geheel niet noemde, wil niet zeggen, dat ook dezen geen uitnemende dingen deden. Alleen Buziau domineert, daaraan is nu eenmaal niets te veranderen... Velen zijn er op de planken. Opgeroepen voor de taak, Zicft het masker voor te binden In den tempel van 't vermaak. Weinigen zijn mtverkoren. Soit, — net is nu eenmaal zoo; Eentje mdet de bofferd wezen En 4ie „Eén" is — Buziau! CHEF VAN DIJK.
, EÖI pt^yVl^Ê DVEF? THEH Eli EKfl«i&<SE&BHMHIHiBnHHm
EEN JAPANSCHE BIJ HET BEREIDEN VAN DE THEE
Hoewel in alle landen der wereld de thee op verschillende wijzen en in verschillenden vorm genoten wordt — in Rusland drinkt men haar met citroensap inplaats van met suiker en melk; in Turkestan nuttigt men haar met room en in Perziê wordt het extract met venkel, anijszaad, kruidnagelen en suiker vermengd — is er toch geen land, waar ze met meer ceremonieel en zóó verrukkelijk wordt genuttigd als in Japan. Dit komt waarschijnlijk omdat de cha-no-yu — aldus noemt men in het land van de Rijzende Zon de reeks van plechtige handelingen, die bij de theeceremonie in zwang zijn — oorspronkelijk van zuiver godsdienstigen aärd zijn. Thans hebben zij meer een aesthetisch doel, dat inderdaad ook wordt bereikt. ! Mogen wij u uitnoodigen, zoo'n theeceremonie eens mee te maken? Ja? — Schenk dan allereerst uw aandacht aan de wijze, waarop zij wordt gezet.* Zooals? u ziet, bestaat de thee niet uit bladeren, zooals bij ons, doch uit poeder en geschiedt het zetten voor iemand, die op zijn kopje thee zit te wachten, op een werkelijk „tergend" langzame wijze. Dit moet u evenwel niet verbazen, want iedere handeling, elke beweging, elke houding en ieder gebaar is stipt voorgeschreven door een uitgebreide verzameling regelen, waarvan de echte Japanner bij een „plechtige" thee als wij nu meemaken, voor niets ter wereld zou afwijken. Ieder voorwerp, dat er bij gebruikt wcwdt — en het zijn er heel wat — wordt gehanteerd op een wijze, die onveranderd is gebleven in den loop der eeuwen; evenals de woorden, die erbij geuit worden. Geloof daarom maar niet, dat het Japansche meisje, dat een dergelijke thee aanricht, dit doen zal, zonder eerst haar handen te hebben gewasschen of de kamer te hebben geveegd. Evenmin moogé gij verwachten, dat ze het hamscheppertje, het borsteltje om de thee om te roeren of den wierookbrander
den eenen keer op een andere wijze zal aanvatten dan een ander maal. Neen: de Japanner duldt bij de cha-no-yu geen enkele afwijking, hoe gering die ook zou zijn. Denk er daarom ook goed aan, dat gij — al zijt ge gast — precies op de voorgeschreven wijze van het huis van uw gastheer door tka tuin loopt naar het vrij erin staande gebouwtje, waar de thee zal wordpn genuttigd. En — voor ik het vergeet te zeggen — loop ook vooral weer zóó terug, want ge zoudt den ganschen verheffenden en veredelenden indruk, dien uw gastheer bij de ceremonie ondergaan heeft, totaal bederven, indien gij, alvorens ge weer in zijn huis waart teruggekeerd, het decorum niet zorgvuldig bewaarde! Maar vooral:" zorg, dat ge de thee goed weet te drinken. Want dat is een heele kunst, die maar weinig Europeanen zich kunnen eigen maken. Ziet ge hoe uw kopje thee eruit ziet ? Het lijkt veel op dunne erwtensoep en het is ook net zoo groen, maar als ge het proeft, zult ge merken, dat het verrukkelijk smaakt. Wacht echter nog even, alvorens ge het kopje naar uw mond brengt, want zooals wä dit gewend zijn te doen, gaat het bij den iapanner nu eenmaal niet. Kijk even oe de anderen het doen. Ze zijn half kruipend over den grond geschoven — in een zittende houding — om het schoteltje thee aan te nemen. Daarna hébben ze het even aan het voorhoofd gebracht en zie, nu drinken ze het, na het eerst nog even zachtjes te hebben gesdiud, in drie teugjes leeg... Het yWtttftje is een heel gewoon
diepe zin verborgen: de cha-no-yu wil den Japanner inkeer en eenvoud leeren. Vandaar dan ook, dat de deur, die toegang tot het theehuisje geeft, nauwelijks drie voet hoog is, zoodat iedereen, zelfs de voornaamste gast, zich bukken (= vernederen) moet, eer hij er kan binnentreden. Verbaast het u, dat er geen woord gesproken wordt? Ik kan het mij begrijpen, doch indien ge weet, dat het geheele ceremonieel slechts ten doel heeft, verschillende deugden te beoefenen, waarvan de voornaamste zijn eenvoud, oplettendheid en geduld, dan zult ge inzien, dat er allerminst luidruchtigheid bij passen zou. Natuurlijk hebt ge u een beetje onhandig gevoeld. Ge moet u daar echter niets van aantrekken; de Japanner vergeeft het u wel. Want hijzelf heeft er ook zeker wel vier oï vijf jaar over gedaan, eer hij de kunst volkomen meester was. En daarbij heeft hij dan nog de hulp gehad van een uitstekenden leermeester, die hem o.a. ook heeft ingewijd in de philosophische beschouwingen, die aan de cha-no-yu verbonden zijn. Ziezoo — de plechtigheid is ten einde. Sta nu weer zwijgend, op en buk u om het huisje te kunnen verlaten teneinde weer, door den tuin, het huis van uw gastheer te bereiken, waar waarschijnlijk wel een slap kopje groene thee, zonder suiker en melk en ietwat bitter van smaak, voor u gereed staat en dat ge net zoo moogt uitdrinken alsof ge bij uzelf thuis waart... Wel zal men het u met een sierhjke buiging (Zie slot op pa&. 14}
EAU DE COLOGNE
ANCELO MARIE FARINA
SIGI HOFER en JOSEF EGGER In de parodie „Heer en Knecht"
- 10 -
JOSEF EGGER
OVBRAU VBRKRUCSAAR
DE BEGROETING BIJ aardewerkschaaltje van zeer ruw maaksel. Trouwens alles, wat bij de theeceremome wordt gebruikt, moet zeer eenvoudig zijn; het mag zelfs niet het aanzien van „nieuw" hebben. Natuurlijk ligt ook hierin weer een •\ 11
DE THEE-CEREMONIE ZOmCPSDPOeten ver■■*»■■■*»■ «t" «••»•«■■ v« dwijnen spoedig door CCn pOt
SpPIltOL Bij alle Drogisten.
BLUE BAND stelt nooit teleur! Bij het koken, bakken en braden bereikt U met BLUE BAND de beste resultaten. De verstandige huisvrouw, die de waarde vail een smakelijken maaltijd kent, gebruikt daarom voor de bereiding alléén BLUE BAND. Ge kunt probeeren wat ge wilt. steeds zult ge weer terugkomen op
BLUE BAND
REMBRANDT'S „OUDE KRIJGSMAN" Een schilderij, dat een verrassing werd.
Tijdens een bij Christie in Londen gehouden schilderijenvetkooping bracht bovenstaand portret van Rembrandt de som van f 50.000 op. Dit was een volkomen verrassing voor de eigenaresse Mrs. Reeve, die het indertijd van haar vader erfde en niet wist, dat het schilderij, zoon waarde vertegenwoordicrde, daar het voor een gering bedrag in de familie was gekomen. „Ik heb er mij nooit om bekommerd, wat het waard was en heb het ook nooit laten taxeeren", beweerde zij, toen ze hoorde, wat het had opgebracht. Het doek is thans in het bezit van de Savile Gallerij.
- 13 -
BROADWAY MELODY Metro Goldwyn Mayer's All Talking, All Singing, All Dancing Film. ROLVERDEEUNO: Queenie ..:':', , Eddie .... hek Een Blondine. . Turpe .... Hank Oom Bernie . . De Regisseur. . Directeur Zanfield Babe Hatrick . . Stew
Een repetitie van de „Mahoney Sisters".
Een pra'aije over de thee overhandigen en als ge „Japansch" wilt doen, dient ge er ook gehurkt bij te gaan zitten. Maar strikt noodzakelijk is dit nu niet. En ge hoeft óók niet meer te zwijgen. Integendeel, ge kunt nu babbelen naar hartelust, want het ten onzent bekende en vermaarde koffte-praatje houdt de Japanner bij een kopje thee en noemt het chabanashi, d. w. z. thee-gebabbel! Drink dus vrijmoedig uw kopje o cha uit en doe, alsof ge thuis zijt! Dat ziet ook de Japanner het liefst als ge bij hem te gast zijt! Mogen wij u nu nog even iets over de thee zelf vertellen ? Dat de thee over gansch de wereld zoo'n gehefkoosde drank is geworden, is voor een niet gering deel te danken aan de caffeine, die zij bevat, en die, een chemische verbinding vormt, welke een aangename, verfrisschende werking op ons zenuwgestel uitoefent. Dit wil zeggen: zoolang wij de thee met mate genieten, want gaan we overdrijven, gebruiken we er te veel van of in een te sterke oplossing, dan kunnen we daar zeer nadeelige gevolgen van ondervinden. Niet zelden toch raakt de spijsvertering door het overmatige gebruik van thee geheel in de war, terwijl de gebruiker — of wilt ge: /msbniiker — in een staat van
zwaarmoedigheid vervalt, waarbij hij nog vaak gekweld wordt door slapeloosheid! Deze laatste onaangename gevolgen zijn dan te danken aan het looizuur, dat de thee bevat. De thee kan men in twee hoofdsoorten onderscheiden, te weten groene en zwarte thee. Het verschil zit niet in den struik, waarvan de bladeren afkomstig zijn, doch in de wijze waarop ze voor het gebruik bereid zijn. De groene thee wordt alleen gedroogd en gebroken; deze wordt vooral in China gebruikt en kan beter dan de andere soort door zieken en zwakken worden genoten. De zwarte thee bestaat uit drie soorten, die ook al weer alle van denzelfden struik komen: de bovenste blaadjes zijn de beste, dan volgen de middelste, terwijl de dichtst bij den grond groeiende de minste soort leveren. De thee, die men in den winkel koopt, bestaat steeds uit verschillende soorten, die gemengd zijn. Het is namelijk niet mogelijk één soort
BEZOEKT HEI
ÏE DEN HAAG 14 -
te vinden, die volkomen voldoet aan de eischen van kleur, geur en sterkte. Java, Ceylon, Britsch-Indië en China zijn de landen, die de meeste thee leveren. Hoewel China op het oogenblik wat de „leverantie" betreft aan de spits staat, is dit toch niet het vaderland van de thee. Dit is BritschIndië, vanwaar ze naar de andere landen werd overgebracht. Pas in de vijftiende en zestiende eeuw is het drinken van thee in ons land bekend geworden. Langen tijd dronk men ze evenwel uitsluitend als „medicijn"; pas later is ze als genotsdrank in zwang gekomen. Het „zetten" van de thee is een kunst, die slechts geinige huisvrouwen verstaan. Om te beginnen wordt vaak over het hoofd gezien, dat het „theewater" goed moet hebben gekookt, maar dat het dit ook weer niet te lang mag hebben gedaan! Bovendien moet thee in een steenen pot worden gezet, iets, wat ook nog wel eens vergeten wordt. Het aftreksel heeft na vijf minuten zijn besten smaak. Laat men het langer trekken, dan lossen er minder goede stoffen op, die den smaak bederven. . Er wordt tegen deze regels zooveel gezondigd, dat in zeer veel gevallen uit een goede theesoort een onsmakelijk, zelfs ongenietbaar „kopje thee" wordt bereid. Waarom wij ze dan ook ter behartiging aanbevelen! „Het kost immers niets meer," zegt de volksmond ip zoo'n geval terecht!
Eddie Kern, een veelbelovend liedjes-componist, werkt twee jaar in New York tot het groote succes komt;'hij wordt belast met het componeeren van de muziek voor degroate, nieuwe revue „Broadway Melody" in het theater van den beroemden directeur Zanfield. Eddie is geëngageerd met „Hank" Mahoney, een jonge " lersche, die met haar zuster Queenie in de provincie een nummer maakt, dat niet al te veel geld inbrengt. Zij treden op als de „Mahoney-Sisters", en thans ziej Eddie de kans schoon om zijn verloofde en haar zuster te helpen. Hij laat de meisjes naar New York overkomen en zal trachten haar in de nieuwe revue een nummer te verschaffen, waarvoor hij de muziek geschreven heeft. Als de revue succes oogst, zullen hij en Hank in het huwelijk kunnen treden. Maar bij de eerste repetitie besluit de heer Zanfield het „Zuster"-nummer te laten verballen. Queènie krijgt echter sólowerk te vervullen en vestigt de algemeene aandacht op zich. Een van de New Yorksche millionnairs, dieZanfield's onderneming steunt, de rijke Jock Warriner, voelt zich zeer tot de mooie Queenie aangetrokken, maar het duurt niet lang, of Eddie en zijn aanstaand schoonzusje worden op elkaar verliefd. Hank, Eddie's meisje, ziet dit eerst in, als haar zuster, om haar groeiende genegenheid voor haar aanstaanden zwager te vergeten en te verbergen, meer en meer aandacht gaat
Scenarioschriiver Regie van . . . Liedjes van . . HMuzikale begeleiding Dialogen van. .
. . . . . . . . . . . . .
Anita Page Charles King Kenneth Thomson Mary Doran Drew Demarest . Bessie Love fed Preuty Edward Dillon Eddie Kane /. Emmet Beck Marshall Ruth Edmund Ooulding Harry Beaumont Arthur Freed Nacio Herb Brown 1 Norman Houston en James Cleason
Tijd en plaats der handeling: De tegen- 1 wotWige te New York.
BESSIE LOVE als Hank.
Op Queenie's verjaardag.
EDDIE en QUEENIE.
schenken aan de attenties van denmillionnair. Door Jock's invitaties voor partijtjes te accepteeren, laat zij met opzet Eddie en Hank meer over aan eikaars gezelschap. Zelfs tot een huwelijk met Jock is Queenie bereid om het geluk van haar zuster niet in den weg te staan. Maar zoowel Eddie als Hank keuren 't af, dat Queenie zich zoo overgeeft aan de mondaine vermaken van haar rijke vereerders en als Eddie zijn angst over Queenie's toekomst te duidelijk laat blijken, beseft zijn meisje, dat hij niet van haar, maar van haar zuster houdt. „Hank" onderdrukt haar smart en verwijt Eddie, dat hij niet mans genoeg is om te vechten voor het meisje, dat hij begeert, wat den jongen man aanleiding geeft binnen te vallen op een verjaringsfuif ten huize van Jock. Met een blauw oog wordt hij echter smadelijk de deur uitgeworpen. Queenie trekt zijn partij, een hefdesverklaring tusschen beiden volgt en Eddie trouwt met haar. Hank slaat hun vriendelijk aanbod om met hen samen te wonen af en met behulp van Oom Bernie, hun impressario, vindt zij een andere blondine, met wie een nieuwe combinatie van de „Mahoney Sisters" kan worden gevormd. In haar werk zal Hank vergetelheid vinden voor haar verdriet en belooning voor haar edel gedrag: het geluk van haar zuster en den beminden man niet in' den weg te hebben gestaan ...
Hank en haar nieuwe Partnerin. - 15 -
HISTORISCHE MISDADEN DE
TERECHTSTELLING VAN
en de politiek, die Hendrik de Achtste van Engeland (1509 tot 1547) tegenover de geestelijkheid voerde, in 1544 tot onlusten leidde, wist hij geen beter middel te vinden om zijn woede te koelen, dan de arrestatie te bevelen van de gravin van Salisbury, de moeder van kardinaal Pole, dien hij voor een van zijn grootste vijanden hield. Daar de zoon buiten zijn bereik was — de kardinaal vertoefde in Italië — wreekte hij zich op de moeder, gedachtig aan de moraal van den wolf uit de fabel: ,,Si ce n'est toi, c'est done quelqu'un des tiens". Woorden zouden onmogelijk de verbazing kunnen schilderen van deze reeds hoogbejaarde vrouw, die ondanks haar leeftijd nog zeer knap was, toen men haar kwam gevangennemen. Ze dacht aan een vergissing en beweerde, dat de koning niet in staat was tot zóó 'n schandelijke daad. Maar weldra bleek, dat er van een misverstahd geen sprake was. „Wat heb ik dan toch gedaan ? Waar beschuldigt men mij dan van?" vroeg de ongelukkige voortdurend, terwijl men harfr naar de gevangenis overbracht. „Mevrouw," antwoordde eindelijk de officier, die met deze pijnlijke opdracht was belast, „de koning is er achter gekomen, dat ge zeer bescheiden leeft en veel geld weggeeft aan bepaalde personen ..." „WelnU, mag dat niet ? Is er soms een wet, die 't geven van aalmoezen verbiedt?" „Dat niet, mevrouw, maar u weet, dat er in den laatsten tijd hier en daar opstanden hebben plaats gehad en men beweert, dat de lieden, die geld van u hebben ontvangen, er niet vreemd aan zouden zijn . . . ." „Maar dat is afschuwelijk !" riep de gravin uit. „Had de koning niet een minder bespottelijk en doorzichtig voorwendsel kunnen vinden ? Ik begrijp nu wel, dat men mijn leven zal nemen en dat men onbeschaamd genoeg is om op mijn hoogen leeftijd te rekenen teneinde die misdaad zonder opspraak te kunnen volvoeren. Maar hierin vergist men zich en ik hoop, dat mij de kracht zal blijven om aan de wereld te tooni n, wie Hendrik VIII is." Van dit oogenblik af hield deze vrouw, die begiftigd was met een waarlijk edel karakter, niet op te strijden voor haar recht en zich met alle mogelijke middelen te verdedigen tegen de tyrannie, waarvan zij het slachtoffer was. Eén oogenblik was Hendrik VIII dan ook werkelijk bevreesd, dat de dood der gravin hem
GRAVIN
te veel nieuwe vijanden zou bezorgen, maar zijn wraakzucht en woede behielden ten slotte de overhand en hij gaf aan het parlement. bevel, de vervolging van de gravin door te zetten. Dat was een zeer moeilijke opdracht: hoe zeer de rechters zich ook beijverden om den koning ter wille te zijn, zij konden' niets vinden, wat de arme vrouw ten laste kon worden gelegd. Ten slotte vond men in haar correspondentie eenige brieven van haar zoon, waaruit men, door eenige erin voorkomende zinnen laaghartig te verdraaien, een schijn van een bewijs tegen haar kon inbrengen. Daar er overigens niets te vinden was, moest men zich hier wel mee behelpen. De gravin van Salisbury werd voor de rechtbank gebracht. Onmiddellijk trachtte men haar te intimideeren, door te verklaren, dat zij zonder gehoord te zijn, zou worden veroordeeld, indien zij niet meer achting voor haar rechters toonde. „Wat er ook met mij zal gebeuren en wat ge ook van plan zijt te doen," antwoordde zij, „nimmer zult gij de misdaad kunnen geheim houden, die gij voornemens zijt te begaan.Hij, Die deze beproeving over mij heeft laten komen, zal mij ook de kracht geven haar te dragen." Men ondervroeg haar betreffende de feiten, die tegen haar werden aangevoerd. O.a. beweerde men, er reeds langen tijd van op de hoogte te zijn, dat haar zoon een vijand van den koning was, en dat hij begeerig was naar de kroon. „Mijn zoon is veel te verstandig om een koningskroon te wenschen," antwoordde de gravin. „Maar al was dit zoo, sinds wanneer is de moeder aansprakelijk voor de verlangens van haar zoon ?" „Men is aansprakelijk voor die misdaden, welke men gunstig gezind is," antwoordde de president haar, „en gij hebt de plannen van uw zoon bevorderd, door uw geld te geven aan hen, die een opstand hebben voorbereid." „Ik heb aalmoezen gegeven aan de armen, mijne beeren," verweerde de beschuldigde zich, „en ik heb daarbij geen enkele voorwaarde gesteld of bijgedachte gehad. Dat mag misschien heel zonderling klinken voor menschen, die belust zijn op bloed en goud, maar het is daarom toch de waarheid." Hierna verklaarde zij op volkomen afdoende en duidelijke wijze de zinnen, die men uit de correspondentie van haar zoon had gelicht, maar geen van haar rechters wilde zich door haar laten overtuigen. Zij hadden een opdracht van
CAMILLA HORN
DE LEVENDE DOODE Universal-drama in 7 «céen
SALISBURY Hendrik VIII te vervullen en daaraan hadden zij zich te houden. De ongelukkige vrouw werd dan ook veroordeeld om onthoofd te worden terwijl haar bezittingen werden verbeurd verklaard. Het vonnis ontroerde haar niet; terwijl het haar werd voorgelezen, was er op hem- mooi, moederlijk gezicht geen spoor van angst of schrik te bekennen. Toen men haar naar het schavot voerde, riep zij voortdurend de menschen, die langs den weg geschaard stonden, aan als haar getuigen bij de vreeselijke misdaad, die op bevel van den koning .zou worden voltrokken en waaraan het parlement zijn medewerking had verleend. Op het schavot aangekomen, wendde zij zich met een vaste, duidelijke stem tot het volk, dat er omheen geschaard stond en spoorde het aan, om vooral de herinnering niet te vergeten aan 't drama, dat zich voor hun oogen zou afspelen .... „Uw koning is een bloeddorstige tijger," riep zij uit. „Toont u waardig, door een mensch te worden geregeerd en gij zult een mensch als koning krijgen ...." Gedreven door een overmaat van ijver wilde de beul haar in de rede vallen. „Mevrouw," zei hij, „het is tijd, dat ik mijn plicht doe en het vonnis ten uitvoer breng." „Ik ml me niet aan dit vonnis onderwerpen," antwoordde de gravin hem, „want als ik dat deed, zou ik er de rechtvaardigheid van erkennen en tot aan mijn laatsten snik wil ik, met alle mij ten dienste staande middelen, protesteeren tegen deze misdaad." De beul wilde haar na die woorden grijpen, maar zij ontglipte hem en liep het schavot rond, steeds roepend : „Gij hebt opdracht mij te vermoorden ; doe het, indien ge kunt. Ik zal er nooit toe medewerken I" De beul liep haar met opgeheven bijl na en bracht haar een eersten slag toe, die een vreeselijke wond veroorzaakte. De gravin bleef loopen. Zij was in het wit gekleed en het bloed maakte weldra haar kleeren rood, hetgeen zoo'n afgrijselijk gezicht opleverde, dat de menigte, die om het schavot stond, dreigende kreten begon te uiten tegen den beul. Eén oogenblik leek het zelfs, alsof men het schavot wilde bestormen .... De beul slaagde er echter in zijn slachtoffer een tweeden slag toe te brengen, maar ook deze bracht nog niet het einde. Pas bij den vierden slag viel zij, uitgeput door bloedverlies, neer. De beul greep haar, sleepte haar naar het blok en sloeg haar het hoofd af....
RALPH VOOR HET VERTREK NAAR HET FRONT ROLVERDEELINO: Ralph Brandon . Norman Kerry Rita Pauline'Starke Helene Brandon . . . i . . Marion Nixon jack Kenneth Harlan Ward Rogers Crauford Kent Rita's vader Burron Douglas
A merika 1917... vele dappere mannen zijn opwHj geroepen, om voor hun vaderland te strijden. JrJL. Ralph Brandon, een gunsteling der vrouwen, bevindt zich ook onder de opgeroepenen en daarom geeft hij een intiem afscheidsfeestje. Hij is gehuwd met Helene, die echter op den dag, dat hij zal vertrekken, niet veel aan hem heeft, daar hij steeds omringd is door verscheidene dames. Ralph's vriend Jack gaat ook mede naar het kamp. Een dame, die beslist weigert binnen te komen, wil Ralph in den tuin spreken. Ralph gaat naar haar toe en ziet tot zijn verbazing zijn jeugdvriendin Rita voor zich. Zij wil afscheid van hem nemen en Rita vraagt om slechts één kus. Ralph weigert echter, daar zij beiden bij Ralph's huwelijk voorgoed afscheid van elkaar genomen hebben. Een jaar later. Vele strijders waren weggegaan, doch läng niet allen waren teruggekeerd. Jack komt terug als kapitein en vertelt zijn wedervaren. Na een eersten aanval werden hij en Ralph gescheiden en na dien tijd heeft Jack zijn vriend niet meer teruggezien. Jack weet dan ook niet beter of Ralph is gesneuveld. Wat was èr echter gebeurd? Ralph was tijdens het gevecht bang geworden en gedeserteerd. Hij kan zich niet meer vertoonen en is daarom naar zijn vriendin Rita gegaan. Deze zal hem wel eén onderdak bezorgen. Ralph's vrouw, onwetend, dat haar man nog leeft, trouwt met Jack, hetgeen Ralph niet verhinderen kan. Teleurgesteld vertelt Ralph aan Rita, dat Helene niet mag weten, dat hij leeft. , Jack logeert met zijn vrouw in Biltmore Hotel, niet anders denkend, dan dat zijn vriend dood is. Ralph komt voor een misdrijf in de gevangenis en wordt veroordeeld. Rita smeekt hem te vluchten en legt hem uit, hoe hij kan wegkomen. De vlucht wordt echter bemerkt, doch ui de verwarring Js Ralph niet te vinden. Ralph's geweten gaat evenwel spreken en hij loopt regelrecht op een mitrailleur af, op deze wijze zijn einde vindend.
I
' 'f
&.
1
r-
RALPH NA ZIJN TERUGKOMST BIJ RITA
- 16 - 17
Camilla Hom werd in 1908 in Frankfurt a. Main geboren als dochter van een Duitschen vader en een Italiaansche moeder. Op jeugdigen leeftijd verliet Camilla haar ouderlijk huis en ging naar een kostschool in Zwitserland. Toen zij 15 jaar telde was zij reeds zeer bekwaam in 't borduren en naaien, en hield zij zich bezig met de vervaardiging van pyama's. Toen dit werk, door de daling van de geldswaarde en de stijging van de prijzen der grondstoffen niet loonend meer was, ging Camilla Horn dansen leeren. Ze huurde een piano, nam een leeraar en trad korten tijd later op in een cabaret. Op zekeren avond bezocht een aandeelhouder der Ufastudio dit cabaret. Camilla's verschijning interesseerde hem zoo, dat hij haar vroeg den volgenden morgen een proef te komen afleggen. Het debuut slaagde schitterend! Ze had slechts drie dagen als „extra" gewerkt, toen de directeur haar naast Jannings in „Faust" liet optreden. Twee jaar en slechts in twee films had zij met den grootsten Europeeschen acteur gewerkt, toen zij opgemerkt werd door Mr. Joseph M. Schenck, president van de „United Artists", die haar op staanden voet een contract voor vijf jaar gafl Hierdoor kwam zij naar Amerika. Haar eerste rol in een Amerikaansche rolprent was die van de vrouw, de tegenspeelster van John Barrymore ia „Tempest". Miss Horn heeft blond haar en donkere oogen. Zij is een levendig persoontje en bezit evenveel charme als schoonheidI Zij is een eerste klas naaister en... een uitstekende huishoudster. Kwaliteiten, die nu juist niét alle filmsterren bezitten! Camilla Hom is de eenige van haar familie, di« artiste is eti uitblinkt door een bijzonder talent!
-_—^—__
TäT Millioenen woorden.... Hoezeer de menschelijke kennis is toegenomen in de laatste paar eeuwen, komt vooral sterk tot uiting door den omvang der encyclopaedies, die in onzen tijd verschijnen. Toen ongeveer anderhalve eeuw geleden de eerste druk van een heel bekende encyclopaedie uitkwam, waren drie deelen voldoende om alles te bevatten, wat de mensch aan kennis had vergaard. Nu verschijnt van ditzelfde wetenschappelijke compilatie-werk een nieuwe druk, en deze zal bestaan uit vier en twintig deelen, gedrukt met een kleinere letter dan de eerste uitgave." Het is zeer moeilijk, zich een juiste voorstelling te maken van het aantal woorden, dat moet worden geschreven, eer deze druk persklaar is. Van de vroegere edities zullen slechts ongeveer zes millioen woorden gebruikt kunnen worAardrijkskunde en Politiek. den, terwijl ongeveer dertig millioen woorden zullen moeten worden geschreven Er zijn oogenblikken, waarop een beetje om de sinds den vorigen druk opgedane kennis — laten we zeggen van aardrijkskennis op populaire wijze voor den aan- kunde — zelfs een diplomaat te pas kan staanden gebruiker van het werk vast komen. Als men, zooals de leidende te leggen! Fransche politici, een brief krijgt met het hoofd „Het Nationale Comité van Verdediging van Poldavia", waarin de hulp wordt gevraagd van den Volkenbond Waarin Amerika ons niet voor deze verdrukte natie, dan dient voor is —. men toch te weten, dat er nooit een land Amerika gaat er prat op, dat het in van dien naam heeft bestaan. De Fransche heel veel opzichten ons den toon aangeeft. leidende politici wisten dit evenwel niet, Waar het echter het opsporen en ontdek- met het gevolg, dat er heel wat „oude ken van misdadigers betreft, is het ver ratten" in de val liepen en zich onsterfelijk bij Europa ten achter. En het weet dit! blameerden! In bijna alle landen van Europa is de crimineele recherchedienst op wetenDe Secure. schappelijken grondslag ingericht. Maar De Zwitsersche schrijver Claise Cenin geen enkele stad der Vereenigde Staten vindt men een laboratorium, dat vol- drars is uiterst secuur. Terwijl zijn laatste doende wetenschappelijk is toegerust om boek ter perse was, overviel hem opeens bijvoorbeeld microscopische bewijzen te de twijfel of een bepaalde scène, die hij in Chili had laten spelen, wel juist door kunnen bijeenbrengen ! Het resultaat van deze achterlijkheid hem beschreven was. Hij gaf zijn uitgever blijkt duidelijk uit de statistieken. Het opdracht met het afdrukken van het boek New York Police Department deelt o.a. te wachten, nam een boot naar Valpamede, dat van de 288 gevallen van moord, raiso en overtuigde zich ter plaatse, dat die in 1928 hebben plaatsgehad, er slechts hetgeen hij beweerd had juist was. De lezers zullen zijn overtocht natuurtwee tot een arrestatie hebben geleid. Gedurende hetzelfde jaar werden onge- lijk wel betalen. Maar zij krijgen dan ook veer honderd bommen in de straten van waar voor hun geld ! Chicago geworpen en niet één keer heeft |N3 men de daders kunnen opsporen !
Safety First.
De nieuwste Parijsche handtasch. Onder de nieuwtjes, die in Parijs worden gedragen,, behoort een handtasch van varkensleer met een beugel; die aan een hondenketting doet denken. Een kram dient als sluiting. Een andere tasch, die ik zag, werd gesloten met een miniatuur deurknop van goud.
De weinige menschen, die loopen en daardoor nog net op het nippertje voor een auto uit den weg kunnen springen, zullen weldra in het geheel niet meer veilig zijn, zelfs al verlaten zij de wegen en zoeken zij him toevlucht op de vlakke velden. Er zal weldra namelijk een auto in den handel komen, die voorzien is van „rupswielen", waardoor het mogelijk is met dezen wagen de wegen te verlaten en over slooten en heggen de velden op te rijden ! De tank dus in vollen vredestijd!
EXCELSIOR-FILMS ZIJN PUBLIEK-FILMS - 18 -
Schooner dan Bloemen en Paarlen | Godfried de Groot
Oe nieuwste aanwinst van de Jazzband. De Goofus, de laatste aanwinst van de jazzband, is inderdaad wat men zou kunnen noemen een muzikale grap. Het lijkt op 'n saxophone en brengt een geluid voort, dat hèt midden houdt tusschen dat van een mondharmonica en een orgel. Zijn werkelijke naam is couenophone en oorspronkelijk was het een stuk goed gemaakt kinderspeelgoed. Na een kleine wijziging te hebben ondergaan is het nu een waardevolle versterking voor het jazz-orkest geworden. Het staat thans op vier lage pootjes, zoodat het op een tafel gezet en als een piano bespeeld kan worden. Aan het mondstuk heeft men een rubber verlengstuk verbonden van ongeveer een meter lengte.
Schoenen van Visschenhuid.
K?
is de teint der vrouw. Zij is haar kostbaarst bezit. De fluweelachtige zachtheid, de jeugdige frischheid van de huid kan ondanks het voortsnellen der jaren behouden blijven, 's Morgens na hét bad, 's avonds voor men zich ter ruste begeeft, een korte massage met de zachte, fijn geurende "4711" Cold Cream. Overdag verscheidene malen — vooral voor men uitgaat — de vetvrije, in het gebruik onzichtbare Mat-Crème, dat edele"471 l"-product. Daarbij nog "4711"poederen de jaren gaan voorbij zonder een spoor na te laten. Zooals alle "4711 "-producten dragen ook de "4711" Crèmes het wettig gedeponeerde merk "4711" en de Blauw-Gouden firmakleuren.
jaii-Cremë
WILTON METRO GOLDWYN altijd NOG BETERE FILMS
?\en »Ie de vele reproducties van ons verh in „Wet Weehblad" Cinema O theater
HEBT OU AL EEN ABONNÉ OPOEOEVEN?
BELANGRIJKE MEDEDEELING
Pas op voor het geld!
Indien U meent HKT BESTE gezien te hebben, dat er op filmqebied bestaat, dan heeft de
Specialiteit in modeme en artistieke foto's
Tfet edele >M#nM?™duf
De nieuwste Engelsche damesschoenen wprden gemaakt van visschenhuid. De Honds- of Doomhaai wordt in het Kanaal een werkelijke plaag en tot tot nu toe was zij de meest waardelooze — efa tegelijkertijd gemakkelijkst te vangen — visch van alle bewoners der zee. Het verwerken van de huid tot leer is nu echter een bloeiende industrie geworden, vooral op het eiland Man !
Ik hoorde onlangs van een Amerikaanschen millionnair, die weigerde, wanneer hij een rekening door middel van een cheque betaalde, wisselgeld in ontvangst te nemen, omdat hij bang was voor besmetting. ' Peter Mazzina, de welbekende directeur van de Ambassador Club in Londen, staat zijn personeel niet toe, doffe munten of (bezoedeld bankpapier aan de cliënten te overhandigen, maar hij stuurt lederen morgen naar de bank om nieuw zilver en papieren geld. „Dames stellen schoon zilver op prijs," zegt hij. „Aangeslagen zilver maakt haar taschjes vuil. Bovendien komt het voor, dat een dame het eene oogenblik geld in ontvangst neemt en het volgende haar lippenstift gebruikt." Inderdaad is het waar, dat geld bacillen verspreidt. Het is evenwel niet gemakkelijk, om er zich tegen te beschermen, als men geen Amerikaansch millionnair is! Het eenige is: zindelijkheid en sober leven, omdat hierdpor de natuurlijke weerstand tegen de besmetting wordt verhoogd. En overigens: niet bang zijn maar ! Oók niet voor geld !
^an Euykenstraat 2a, Tel. 28474 Amsterdam
VOOR ONZE ABONNÉ'S
Zooals U bekend is, ontvangt elke abonné, die een nieuwen abonné aanbrengt, als premie een boek. Het enorme succes, dat wij hiefmede hebben, heeft ons aanleiding gegeven nog iets verder te gaan. Wij hebben thans de hand gelegd op een serie boeiende romans, mooie gebonden boeken, waarbij er zelfs zijn met een inhoud van ruim 350 bladzijden. Bovendien ontvangt elke abonné, welke 10 nieuwe abonne's heeft aangebracht, een ? aardig boekenkastje ter opberging van deze serie Voorloopig stellen wtf 10 verschillende romans beschikbaar, waaruit de abonné, die een nieuw abonnement aanbracht een keuze kan doen, zoodat successievelUk de geheele serie in haar of zUn bezit komt. -19-
ECHTELIJK GELUK
KOK EN SPRINGER Advocaten en Procureu
JAAP VAN DER POLL ALS HUGO KOK Samuel Falkland (Herman Heijermans) schreef dit tooneelstuk in drie bedrijven naar een Duitsch gegeven en de N.V. Het Schouwtooneel brengt onder regie van Adriaan van der Horst deze „vroolijke
erfenisjacht" thans ten tooneele Kok, de ingetogen, voorname advocaat, en Otto Jules Springer, zijn schreeuwerige, maar slimme compagnon, hebben, om een erfenis te redden, die aan den staat dreigde te vervallen, de zangeres Irena La Penna de Santa Fé doen huwen met den advocatenklerk George Keizer, die den aanvalligen leeftijd van vijftig lentes heeft bereikt. Het compagnonschap tusschen Kok en Springer wordt ontbonden en beide advocaten veranderen in verwoede tegenstanders. Het huwelijk van Mevrouw La Penna de Santa Fé-Keizer is een bron van ellende en de huisvriend, de zangleeraar George Keizer de Tweede, werkt op den huisheer als de bekende roode lap op een stier. Met het gevolg, dat Springer de verdediger van Keizer wordt en Kok mevrouw Keizer ter zijde zal staan. Het derde bedrijf speelt in de rechtszaal. Hier bereikt het stuk zijn climax en daverde de lach door de zaal. Louis Davids is een geestige Jules Springer en Jäap van der Poll een beheerschte Hugo Kok. Jettie van Dijk-Riecker en Hein Harm^waren de beide ongelukkige echteïl Rijken was de slappe, weeke
DOOR
D'ALVAREZ
VRIJ NAAR HET ENGELSCH
LOUIS DAVIDS ALS JULES SPRINGER huisvriend. Van de drie rechters hadden Daan van Ollefen Sr., Willem de Vries en Sam de Vries vermakelijke typen gemaakt. We voorspellen Kok en Springer een groote „lachers-practijk". E. W.
„Als 2e me zou vragen, haar terug te nemen," besloot hij, „zou ik nog niet weten, of ik het niet zou doen." „Dat pleit voor je," zei mr. Pett. „Kom, ik moet weg!" „En ik geloof, dat ze iedereen zeer dankbaar zou zijn, die haar dat vertelde," zei mr. Hat, den ander bij zijn revers vasthoudend. Mr. Pett, die voor zich uitstaarde als zag hij niets, zei dat hij dit zeer waarschijnlijk vond. „Maar het zou natuurlijk handig gedaan moeten worden," zei mr. Hat, „anders zou ze misschien denken, dat ik van plan was terug te komen." „Je weet zeker wel, dat ze verhuisd is?" zei mr. Pett met het air van iemand, die zoo spoedig mogelijk het onderwerp van gesprek veranderen wil. „Hè?" zei de ander. „Ze woont^ nu John Street 37," zei mr. Pett. „Ze vertelde aan mijn vrouw, dat ze beeren ging houden. Ze noemt zich weer juffrouw Harris, haar meisjesnaam." Mr. Pett was er vandoor, eer mr. Hat van zijn verbazing was bekomen en de laatste begaf zich direct foto Godfried de Groot op pad om de waarheid van hetgeen SERAH VAN DER HEIM, dl« de hoofdrol vervult In „Amsterdam in hij had gehoord, te controleeren. Hij Vuur en Vlam" liep een paar keer voorbij zijn oude huis; er lagen stukjes stroo en proppen „En?" vroeg zij verbaasd. papier in het voortuintje; de blinden „Ik zou de kamers graag eens willen waren dicht en een kaartje stond zien," zei de ander. achter een der benedenramen. Ten „Maar u is niet ongehuwd," zei zijn zeerste ontdaan door een dergelijke be- vrouw, zich herstellend. slissing van zijn vrouw, wandelde hij „Ik ben zoo goed als ongehuwd," zei in de somberste stemming terug naar mr. Hat. „Ik mag wel zeggen: beter dan zijn huurkamer. ongehuwd." Des Zaterdagsmiddags ging hij naar „U is me te oud," wierp mrs. Hat John Street en wierp, terwijl hij voorbij- tegen. liep, een verholen bük op nummer 37. „Ik ben drie ■ jaar jonger dan u," Hij herkende direct de gordijnen en zei mr. Hat wanhopig. ziende, dat er niemand in de kamer Zijn vrouw perste haar lippen op was, leunde hii over het hekje en keek elkaar en haar hand greep naar de naar een bordje, dat achter het raam deur; mr. Hat zette zijn voet er tegen. stond: „Gemeubileerde kamers te huur „Indien u geen huurders wenscht, voor ongehuwden. Indien gewenscht met waarom zet u dat biljet daar dan?" pension". vroeg hij. „Ik neem maar niet den eersten den Hij floot tusschen zijn tanden en liep langzaam verder; na een poosje keerde besten," zei zijn vrouw. „Ik wil een week vooruit betalen," hij om en liep er weer langs. Wel vier keer liep hij voorbij en toen, terwijl zei mr. Hat, zijn hand in zijn zak een eigenaardige trilling zijn mond- Stekend. „Natuurlijk, als u bang bent hoeken bewoog, liep hii op de voordeur om me in huis te nemen... bang, omtoe en belde. Hij hooroe binnen iemand dat u misschien aan uw gevoelens van loepen, en meer dan om zijn moed bijeen te houden dan ergens anders om, trok hij nog eens aan de bel. De deur werd snel jfeopend en het verbaasde gezicht van zijn vrouw staarde hem aan. „Wat wilt u?" vroeg zij kort. Mr. Hat nam zijn hoed af. „Goeden avond, mevrouw," zei hjj beleefd. „Wat wilt u?" herhaald« zijn vrouw. „Ik zag," begon mr. Hat, -en hij schraapte zijn keel, „ik zag dat biljet achter het raam." Mrs. Hat greep zich beet aan den deurpost.
BEZOEKT HET
LUXO R PALAST
LOUIS DAVIDS
HEIN HARMS, LENA KLEY EN JETTIE VAN DIJK-RIECKER
JAAP VAN DER POLL
20 -
- 21 -
teederheid zoudt toegeven... ik bedoel ..." „Bang?" zei mrs. Hat verwonderd. „Gevoelens van teederheid ? Ik... ik ..." „Een gewone, zakelijke transactie, zoo zie ik het," zei mr. Hat. „Ik zie het als een man. Misschien zijn vrouwen op dit punt anders. Ze kunnen niet " „Komt u binnen," zei mrs. Hat, diep ademhalend. Mr. Hat gehoorzaamde en liep met zijn hand voor zijn mond achter haar aan de trap op. Op de bovenste verdieping wierp zij de deur van een klein kamertje open en ging opzij om hem te laten passeeren. Mr. Hat snoof critisch. „Het ruikt nogal stoffig," zei hij eindelijk. „Ü behoeft het niet te nemen," zei zijn vrouw abrupt. „Er loopen nog genoeg beeren rond, die kamers zoeken." „Zeker, en ik geloof, dat zij zullen blijven loopen als zij deze kamer zien," zei de ander. „U moet niet denken, dat ik graag heb, dat u het huurt, want dat is niet zoo," zei mrs. Hat, het begin van een beweging makend, die erop berekend was om hem naar beneden te duwen. „Misschien bevallen de kamers mij wel," zei mr. Hat nadenkend, terwijl hij een blik door de geopende deur van de zitkamer wierp. „Ik zal niet veel thuis zijn. Ik ben een man, die er dol op is zijn avonden buitenshuis door te brengen." Mrs. Hat, een antwoord met geweld inhoudend, keek hem grimmig aan. „Ik heb slechtere kamers gezien," zei hij toen langzaam. „Maar ik heb er dan ook heel veel gezien. Hoeveel vraagt u?" „Vijf gulden per week," antwoordde zijn vrouw. „Met ontbijt, thee en avondeten twaalf gulden per week." Mr. Hat begon bijna te fluiten, maar kon zich nog net bijtijds inhouden. „Ik zal het eens probeeren," zei hij met het air van een beschermer. Mrs. Hat aarzelde. „Indien u hier komt," zei ze, „begrijpt u toch zeker wel, dat het geheel en al op zakelijken grondslag is?" „Natuurlijk," zei de ander met voorgewende verbazing. „Waar denkt u dat ik de kamers anders voor huur?" „U komt hier als een vreemde, en ik zorg voor u als een vreemde," vervolgde zijn vrouw. „Zeker," zei de ander. „Ik zal het dan veel prettiger hebben, daar ben ik van overtuigdl Maar natuurlijk, zooals ik al zei, indien u bang bent, dat u zult toegeven aan gevoelens van teederheid ..." „Loop naar de maan met je teederheid," viel zijn vrouw hem in de rede, rood wordend en hem boos aankijkend. „Goed, ik huur en kom om negen uur met mijn koffers," zei mr. Hat.
—
„Ik had graag, dat u de ramen open- en tot den rand toe gevuld was, gaf deur gaand. „Als u dat verlangt, kunt zette en de kamers wat luchtte. En wat hem geen voldoening. u werkelijk beter weggaan." met de lakens?" Toen hij den volgenden morgen opEr verliep een week, en de bijzondere „Wat zou er mee zijn?" vroeg zijn stond, had hij nog honger en hij wachtte uitgaven, ontstaan omdat mr. Hat zijn vrouw. met nieuwsgierigheid, getemperd door maaltijden meestal buiten de deur ge„IDenkt u eraan, dat ik schoone wil een onaangenaam voorgevoel, op zijn bruikte, begonnen zijn gezondheid schade hebben," zei mr. Hat. „Ik was eens ontbijt. Mrs. Hat kwam eindelijk op te doen. Zijn vrouw daarentegen ver» ergens en ..." zijn kamer en na hem beleefd te heb- keerde in den besten welstand. Op een Hij zweeg plotseling. ben gevraagd, hoe hij had geslapen, goeden dag kwam zij hem vertellen, begon zij zijn ontbijt neer te zetten. dat zij den gemakkelijken stoel van zijn „Nou, en?" vroeg zijn vrouw snel. „Nu, daar waren ze geloof ik niet Er kwam een versch brood en een thee- kamer had gehaald, omdat die noodig heelemaal schoon- Nu, goedenavond, pot voor den dag en de geur van was voor een anderen kostganger. „Hij heeft mijn twee andere kamers mevrouw." sissend spek steeg van beneden op. „U moet drie weken vooruit betalen," Toen kwam mrs. Hat weer binnen en gehuurd," zei ze glimlachend; „het plaatste met een welwillenden glimlach kleine kamertje aan den achterkant en zei zijn vrouw. „Drie..." riep de ander uit. „Drie een ei vóór hem, waarna zij wegging. de groote zitkamer voor. Ik heb nu Twee minuten later belde hij. alles verhuurd." weken vooruit ? Waarom..." „Zou hij mijn tafel ook niet willen „Zoo zijn mijn voorwaarden nu een- . „U kunt afnemen," zei hij, toen mrs. Hat de kamer binnenkwam. hebben?" vroeg mr. Hat en zijn stem maal," zei mrs. Hat. „U kunt ze aan„Wat ? Ontbijt u niet ?" vroeg zij, haar klonk bitter-sarcastisch. vaarden of niet. Misschien zou het beter handen verbaasd ineenslaand. „Nou, ik Zijn vrouw antwoordde, dat zij het zijn, indien u het niét deedt." Mr. Hat keek nadenkend voor zich heb wel eens van zonderlinge com- eens zou vragen en bracht den voluit, haalde toen met eenigen tegenzin mensaals gehoord, maar ik had nooit genden dag de boodschap terug, dat mr. Sadler, de nieuwe huurder, ze wel zijn portemonnaie uit zijn eenen en wat durven denken ..." „De thee is koud en zoo zwart als wilde hebben. De tafel verdween gezüvergeld uit zijn anderen zak en overinkt," gromde de verontwaardigde kost- durende mr. Hat's gedwongen afwezighandigde de gevraagde som. „En wat als ik mij niet op mijn gemak ganger, „en het ei moest zich werkelijk heid voor zijn zaken en een klein bamboe-tafeltje, dat waggelde als je hier gevoel?" vroeg hij, toen zijn vrouw over zichzelf schamen." „Ik ben bang, dat u een vitter is," er naar wees, was er voor in de plaats haastig het geld in haar zak stak. „Dat zal dan uw eigen schuld zijn," zei mrs. Hat, haar hoofd schuddend. gekomen. „Ik weet zeker, dat ik mijn best doe De nieuwe huurder, een man van was het antwoord. om het u naar den zin te maken. Het middelbaren leeftijd met een radde tong, Er was een twijfelachtige blik in mr. Hat's oogen en nadenkend liep hij naar kan mij heusch niet schelen voor de was van den eersten dag af een succes beneden en liet zichzelf uit. Hij begon moeite, maar als u het niet naar uw en het was maar al te duidelijk, dat mrs. Hat erg haar best deed bij hem te begrijpen, dat de grap veel gecom- zin heeft, kunt u beter weggaan." „Hoor nu eens, Emily," begon haar in het gevlei te komen. Mr. Hat, die pliceerder was dan hij had gedacht en voor zijn avondeten niets dan brood het was niet zonder voorgevoelens, dat man. „Emily-me niet!" zei mrs. Hat vinnig. en kaas kreeg, liet dien gezonden maalhij des avonds om negen uur terug kwam, vergezeld van een jongen, die „Hoe komt u erbij! Een kostganger! tijd meer dan eens in den steek om U weet wat we afgesproken hebben. over de trapleuning te hangen teneinde zijn bagage droeg. 1 De donkere uitdrukking verdween van U kunt beter weggaan, als u zich niet de geuren op te snuiven der spijzen, die naar de kamer van mr. Sadler zijn gelaat zoodra hij de deur geopend behoorlijk weet te gedragen." ,,Dat doe ik stellig niet vóór mijn wefden gebracht. had. De temperatuur binnen was warm „U verwent hem," zei hij tegen en behaaglijk en vermengd met een sma- drie weken om zijn," zei mr. Hat norsch, kelijken geur van gebraden vlêesch. „dus u moogt zich wel behoorlijk ge- mrs. Hat, toen de nieuwe huurder er een week was. „Let op mijn woorBoven wachtten een helder vuurtje en dragen!" „Ik kan u voor hetgeen u betaalt, den ... Hij wordt onhandelbaar." een keurig uitgespreid tafelkleed op niet volstoppèn," zei mrs. Hat, naar de „Dat is mijn zaak," zei zijn vrouw hem. kort. Hij liet zich in een gemakkelijken „Als je mij maar niet lastig valt, stoel vallen en wreef in zijn handen. wanneer er moeilijkheden van komen," Toen viel zijn blik op een klein belletje zei de ander. „Dat wil ik alleen maar op de tafel en de deur openend belde zeggen." hij. om zijn avondeten. Mrs. Hat lachte spottend. „U moogt „Ja, mijnheer?" zei mrs. Hat, de hem niet, dat is het," merkte zij op. kamer binnenkomend. „Hij vroeg me gisteren of hij u soms „Mijn avondeten, alstublieft," zei de op de een of andere manier had benieuwe huurder met groote waardigheid. leedigd." Mrs. Hat keek hem verbaasd aan. „Zoo? Deed hij dat?" snauwde mr. „Daar staat het toch," zei ze, naar Hat. „Laat hij zich met zichzelf bede tafel wijzend. „Ik hoef u toch moeien en op zijn eigen zaken letten." zeker nog niet te voeren óók?" „Hij zegt, dat u volgens hem een De kostganger keek naar het stukje zwartgallig humeur hebt," vervolgde zijn uitgedroogde kaas, het brood en de vrouw. „Hij denkt, dat het misschien boter en zijn gezicht betrok. „Ik... ik indigestie is, omdat u des avonds altijd dacht, dat ik een braadlucht rook," kaas eet." zei hij na eenige oogenblikken. Mr. Hat deed alsof hij die woorden „O, dat is voor mij," zei mrs. Hat niet hoorde, en na zijn pijp opgestoken zoetsappig glimlachend. te hebben, luisterde hij eenigen tijd naar „Ik heb zoo'n honger," zei mr. Hat, het gezoem van het gesprek dat zijn trachtend zijn kalmte te bewaren. vrouw en mr. Sadler beneden voerden. „Dat zal van de kou zijn, denk ik," Met een uitdrukking van berusting op zei mrs. Hat nadenkend. „De kou heeft zijn gezicht klopte hij zijn pijp uit en op sommige menschen die uitwerking, begaf zich ter ruste. dat weet ik. — Wilt u maar bellen, Een half uur was voorbij gegaan en als u iets noodig heeft?" nog lag hij wakker. De stem van zijn Ze verhet de kamer, opgewekt een vrouw had gezwegen, maar de zware bas wijsje neuriënd, en nadat hij eenige van mr. Sadler was nog hoorbaar. Hij oogenblikken in sombere overpeinzing ging overeind in bed zitten om te luiste, ïfad doorgebracht, stond mr. Hat op ren, toen een zwakke alarmkreet van been begon aan zijn eenvoudigen maaltijd. neden tot hem doordrong. Het volgende Het feit, dat de karaf met water groot
No. 80477. Zeer moderne japon in twee timen van éen kleur van charmelaine met satijngarneering. Verkrijgbaar in bustemaat 90, 95, 100 en 110 cM. Benoodigd van 135 cM. breeds stof 2.65 M., van 95 cM. breeds garneerstof 60 cM. Van deze afbeeldingen, die met toestemming der firma Weldon Ltd. te Londen zijn gereproduceerd, zijn fr. p. p. geknipte patronen verkrijg-
oogenblik vloog de deur van zijn slaapkamer open en een woeste gedaante, die telkens bijna viel in het donker, snelde op zijn bed toe en viel in zijn armen. „Help!" riep zijn vrouw. „O, Alfred! Alfred!" „Mevrouw," zei mr. Hat preutsch, terwijl hij vergeefsche pogingen deed om zich los te worstelen. „Ik... ik ben zoo ... bang," snikte mrs. Hat „Dat is geen reden om de kamer van een huurder binnen te dringen en uw armen om zijn nek te slaan," zei haar man streng. „Stel je niet zoo aan," zei zijn vrouw hijgend. „Hij... hij zit beneden in mijn kamer met een papieren muts op zijn hoofd en den pook in zijn hand en hij zegt, dat hij de keizer van China is..." „Hij ? Wie hij ?" vroeg haar man. „Mr. Sad—Sadler," antwoordde mrs. Hat, hem bijna worgend. „Hij gebood mij voor hem te knielen en den grond met mijn hoofd aan te raken." Het ledikant schudde uit sympathie voor de emoties die mr. Hat als man en echtgenoot ondervond. „Ja, maar daar heb ik niets mee te maken,"zei mr. Hat na eenige oogenblikken. „Hij is gekl" zei zijn vrouw, fluisterend. „Heel erg gek. Hij zegt, dat ik zijn favoriete ben en ik moest met mijn hand over zijn voorhoofd strijken," Het bed schudde weer. „Ik geloof niet, dat ik eenig recht heb om tusschenbeide te komen," zei mr. Hat, nadat hij het bed tot rust had gebracht. „Hij is uw huurder." „Jij bent mijn ,man," zei mrs. Hat.
„Ho-hol" zei mr. Hat. „Herinner je je dat eindelijk weer?" „Ja, Alfred," zei zijn vrouw. „En heb je spijt van je slechte gedrag?" vroeg mr. Hat. Mrs. Hat aarzelde. Toen dwong het geluid van tegen elkaar slaande stukken ijzetr, dat van beneden kwam, haar tot spreken. I I „Ja—ja," snikte zij „En je hebt graag, dat ik weer bij je terugkom?" vroeg de edelmoedige mr. Hat. „Ja—ja," zei zijn vrouw. Mr. Hat sprong uit zijn bed en stak een kaars aan. Toen kreeg hij zijn overjas, die aan de deur hing, trok ze aan en ging naar beneden. Mrs. Hat, nog steeds bevend, volgde hem. „Wat beteekent dat allemaal?" vroeg mr. Hat, de deur met een smak opengooiend. Mr. Sadler, nog steeds met den pook in zijn hand en een papieren muts op zijn hoofd, deed zijn mond open om wat te zeggen. Toen hij evenwel het slordige uiterlijk van mr. Hat zag en het behuilde gezicht van mrs. Hat, die over zijn schouder keek, werd hij vuurrood. Er kwamen tranen in zijn oogen en zijn wangen zwollen. „K-k-k-kchl K-kch!" zei hij ontploffend. „Spreek Engelsch, geen Chineesch," zei mr. Hat streng. Mr. Sadler wierp den pook op den grond en tot groote ergernis van mr. Hat sloeg hij zijn handen voor zijn mond en barstte in een schaterlach uit. „Als je klaar bent met stoommachinetje spelen," zei nu mr. Hat grimmig. „Zij... zij... zij ..." zei mr. Sadler. „Nou is het genoeg," zei mr. Hat niet VET? U HEBT ZUURSTOF NOÖDIOI zeggen thans de ParUsche Geleerden. Een geheim, dat tot nu toe slechts aan enkele der meest bevoorrechte schoonheidsexperts bekend was, is onlangs uitgelekt. Ze hebben een opzienbarend succes bereikt in het verminderen van vet door middel van een samengesteld apparaat, dat Zuurstof in de vetweefsels brengt. Zoodoende wordt het vet „geoxydeerd" of „verbrand". Jarenlang weet men reeds, dat deze oxydatie een natuurlijk lichamelijk proces is, dat voortdurend plaats vindt. De Zuurstof van het lichaam, die het vet op normaal peil houdt, wordt verkregen door de longen en de- poriën der huid. Wanneer door een of andere reden, zooals b.v. gebrek aan beweging, te overvloedig en te luxueus voedsel enz., U niet voldoende Zuurstof krijgt om het overtollige vet te „verbranden", gaat het zich ophoopen en U begint corpulent te worden. Daarom, wat noodig is om de vetvorming tegen te gaan en te verminderen, is meer Zuurstof. Dit nu kan verkregen worden op een veilige en aangename wijze met Radoxbaden. Koop een pakje Radox (dat Zuurstof afgeeft) bij Uw drogist en doe zes eetlepels in Uw heet bad. Dit overlaadt het water met zuivere Zuurstof, die het lichaam binnendringt door de poriën en direct het vet gaat aantasten. U zult verrast staan over de gewichtsafname na ieder Radoxbad.
- 22 - 23 -
No. 80478. Allerliefste zomerjapon van kunstzijde met kraag en manchetten van crèpe georgette en kant. Verkrijgbaar in bustemaat 90, 95, 100 en 110 cM. Benoodigd .van 90 cM. breede stof 3.20 M., van 90cM. breede garneerstof 70cM. baar tegen toezending van f 0.75 en vermelding van het no., aan mevr. Miliy Simons, 2e Schuytstraat 261, Den Haag.
een waarschuwende dreiging in zijn oogen. „Zij maakte een buiging voor mij," gorgelde mr. Sadler. „Je hadt het moeten zien, Alf! Ik zal het, nooit vergeten. Nooit! Neen, je hoeft me niet te wenken ... ik kan er niets aan doen ik moet zoo lachen..." Hij veegde zijn oogen met zijn zakdoek af en leunde uitgeput achterover. Toen hij zijn zakdoek wegdeed, was hij alleen en hoorde hoe op de trap stemmen fluisterend spraken. Direct daarop hoorde hij opnieuw voetstappen op de trap en mr. Hat kwam met een ernstig gezicht de kamer binnen. „Eruit!" zei hij kort. „Wat ?" zei de verbaasde mr. Sadler. „Wat? Het is elf uur!" „Ik kan er niets aan doen, al was het twaalf uur," was het antwoord. „Dan had je maar niet voor gek moeten spelen en den boel door je lachen bederven. Nu, ga je of moet ik je eruit gooien ?" Hij kwam naar het andere einde van de kamer en legde zijn hand op den schouder van den protesteerenden mr.. Sadler, duwde hem de gang in en zijn jas van den kapstok nemend, hielp hij hem bij 't aantrekken. Mr. Sadler, zich overgevend aan zijn noodlot, werkte zich langzaam in zijn jas en ventileerde een paar opmerkingen over het onderwerp ondankbaarheid. „Ik kan er niets aan doen," zei zijn vriend zachtjes, „ik heb moeten zweren, dat ik je nooit eerder had gezien." „Hè?" zei de bibberende mr. Sadler. „En gelooft ze je?" „Neen," antwoordde mr. Hat, „maar ze doét alsof."
KATTEN ALS HUISDIEREN Er zijn poesjes, die haar meester naloqpen als een hond en blijken geven van aanhankelijkheid door kopjesgeven b.v., en die niets van vreemden moeten hebben. Zulke exemplaren verhuizenjgemakkelijk met het huisgezin mede en loopen niet weg naar de oude omgeving. Zoo kan er veel goeds van het kattenkarakter gezegd worden, doch in het algemeen genomen mogen de meeste menschen de katten niet lijden. Wanneer de eene dame van de andere zegt. dat zij een echte kat is, dan valt daaruit niet veel goeds te distilleeren. Heksen worden vaak met zwarte katten of katers afgebeeld. Het woord kater doet mij denken aan iemand, dife een kater heeft. Ook weer een uitdrukking voor een onaangenamen toestand I Zoo valt er meer te vinden omtrent de communis opinio over de kat en men houdt haar algemeen voor valsch. Zij is inderdaad sluw, geduldig, voorzichtig, stil, allemaal eigenschappen, die de kat in de vrije natuur noodig heeft om aan den kost te komen. Nemen wij tevens in aanmerking, dat het nog niet zoo heel lang geleden is, dat de kat getemd is, dan is het te begrijpen, dat de meeste poesjes spoedig krabben! Toch is ons poesje reeds sterk veranderd. Haar gehoor, gezicht en gevoel zijn zeer ontwikkeld, in tegenstelling met haar reuk. Voor het gevoel dienen o.a. de lange snorren. Neemt men deze weg, dan loopt het dier wankelend en is niet meer zeker van zijn sprong. E«n kat klimt gemakkelijk en kan op den vlakken bodem snel loopen, doch nimmer in een rechte lijn. Ook zwemmen \ kan zij, doch zij doet dit ongaarne en schuwt vedleer het water. Toch zijn er katten, die aan den kant van het water zittend, op behendige wijze met haar klauwen vischjes kunnen verschalken. Katten zijn nachtdieren, evenals haar grootere zusters de tijgers en vangen liefst kleinere zoogdieren als de ons bekende ratten en muizen.
SPREKENDE OOGEN
Eigenaardig vooral is de wijze, waarop de katten en katers in den maneschijn elkaar hun liefde betuigen. Wanneer men stiekum de in een der^elyken toestand verkeetende paren observeert, dan is men eerder geneigd om aan 'een zeer luidruchtig duel te denken dan
aan een liefdesverklaring. Dergelijke dakscènes hebben het meest plaats in de maanden Februari-Maart en JuniTuli. 56 dagen na de paring werpt de kat s-6 jongen, die blind ter wereld komen en op den negenden dag beginnen te zien. Tevoren heeft de aanstaande moeder zorgvuldig een mooi plaatsje uitgezocht, meestal een verborgen hoekje met stroo of zachte goederen. Daar worden de jongen gedeponeerd en bij gevaar of verontrusting, door ~de moeder zacht in den bek genomen en verplaatst. Wanneer de jongen wat ouder zijn, geven zij herhaaldelijk aanleiding tot uitdrukkingen als: wat een snoesjes, wat een dotjes en hebben dan ook verscheidene vaardige penseelen in beweging gebracht. Zoo bestaan er voortreffelijke teekeningen en schilderijen over dit speciale onderwerp," b.v. van Henriette Ronner en L. E. Lambert. Trouwens de moeder zelf is een slank, sierlijk, schoon dienen zij is niet gemakkelijk -weer te geven. Het sloï van dit artikel komt In het _____ volgende nummer.
MOEDER MET HAAR JONGEN Naar een teekening van L. E. Lambert
EUROPEESCHE WILDE KAT
HET RAVIJN DES DOODS EEN FIRST NATIONAL FILM
Don Miguel wordt gevangen genomen
De gestoorde bruiloft.
et jaar 1848 was een angstig jaar voor de Spanjaarden in Calif omië; onder het Amerikaansche bewind vreesden zij terdege voor de veiligheid van hun bezittingen. Luitenant Stephan Bancroft van de Texas' Cavalerie heeft opdracht gekregen, den Spaanschen ranch-houders te melden, dat ze hun landsvergunningen bij de U. S. A.-Landscommissic te Monterey moeten laj<m inschrijven. Gebeurt dit niet vóór den vastgestelden datum, dan zullen hun bezittingen als algemeen eigendom beschouwd worden. Stephen bereikt de ranch van Don Alfredo Villegas, een dooitrapten, gewetenloozen schurk. Hij vraagt naar Don Miguel Castanares, Alfredo's vriend. Als antwoord wordt hij de ranch afgejaagd. Niettegenstaande de woeste achtervolging ziet hij kans Don Miguel te bereiken en hem den brief te overhandigen. In deze avontuurlijke momenten maakt hij kennis met Don Miguel's dochter, Dolores, op wie hij verliefd wordt... Den volgenden dag, als Don Miguel op weg naar Monterey is om zijn be-
H
ROLVERDEEUNO: Stephen Bancroft. . Ken Maynard Dolores Castanares . Virginia Brown Faire Don Miguel Castanares Eric Mayne Don Alfredo Villegas Tyrone ßrereton Tarzan, het wondèrpaard van Ken Maynard REGIE: ALBERT ROOELL
VIRGINIA BROWN FAIRE en KEN MAYNARD.
Het gevecht tusschen Stephen en Don Alfredo.
DE MAN-KAT - 24 -
Stephen bij zijn pogingen om Dolores te redden, #
— 25 -
zittingen te laten inschrijven, wordt hij gevangen genomen en in den kelder van D(?n Alfredo's huis gegooid. Het plan van den schurk is, Don Miguel tot den laatsten inschrijvingsdag gevangen te houden, om daarna beslag te leggen op diens bezittingen. Dolores wordt gedwongen in een huwelijk met Louis, Don Alfredo's zoon, toe te stemmen. Den volgenden dag reeds zal da bruiloft jgehouden worden. Maar Stephen Bancroft is er ook nog. Instinctmatig voelde hij, dat Don Miguel en Dolores gevaar liepen. In „Het ravijn des Doods" was hij in aanraking gekomen met een uitgezochte bende vogelvrijverklaarden, waarmee hij vriendschap had gesloten. Met twee van die kerels weet hij, verkleed als Spaansche caballeros, toegang te verkrijgen op de bruiloft. Na een reeks sensationeele avonturen en vechtpartijen gelukt het hun Don Miguel en Dolores uit de klauwen van den schurk te redden. De bruiloft was te goed verzorgd, om haar zoo maar te laten verioopen. Zij wordt toch gevierd — alleen neemt Stephen thans de plaats in van Louis Villegas.
IDEBESTE Mijn neef Jansen
hoorde onlangs, hoe iemand, die in den oorlog was geweest, vreesèlijk zat op te snijden over zijn heldendaden .., Toen de man was uitverteld, vroeg mijn neef hem: „Ik weet nu, wat jij al zoo gedaan hebt, maar zeg eens, waar hebben ze nu eigenlijk al die andere mannen ook nog voor noodig gehad?" Rechtspraak De Neger-rechter: „Nou, ben je schuldig of niet?" De Neger: „Neen, ik ben niet schuldigi" De Neger-rechter: „Wat doe je.hier dan onzen tijd te verspillen?" Zoo de ouden zongen ...
Vader (streng): „Hoor eens, Luus, je moet er voor zorgen, dat je verloofde in het vervolg wat vroeger weggaat des avonds. Heeft je moeder er nog niets van tegen je gezegd?" Luus: „Ja; ze zei, dat de mannen nog niets veranderd zijn, vatjerl" De verrassing
Marie: „En heb je je man nog een verrassing bereid op zijn verjaardag?" Mien: „Nou, dat zou ik denken. Ik heb hem nog nooit zoo verbaasd zien kijken I" Marie: „En wat heb je hem dan gegeven ?" Mien: „Een ontbijt 1"
Zaken vóór alles Man (die door een auto is overreden): „Waar... waar ben ik?" Straatventer: „Hier mijnheer, alsjeblieft. Een plattegrond van de stad. Hier kunt u precies op zien, waar u bent I" De Zakenman
De jeugdige candidaat voor het toelatingsexamen-H.B.S. had onder zijn antwoorden de volgende opmerking geschreven : Deze antwoorden zijn eigendom van den schrijver en mogen alleen met zijn toestemming als humor aan de tijdschriften worden verkocht. \ FÄi»JÜNiL^lrlH:!-]!?!!
ONZE ZEVENTIENDE VRAAO Wie van onze lezeressen en lezers kunnen ons mededeelen, welke bijzondere omstandigheden zich, wat betreft den tijd, hebben voorgedaan bij den dood van George Washington, die tweemaal president was van de Vereenigde Staten van Amerika? Uw antwoord zien wij gaarne tegemoet — op een briefkaart — aan het adres Redactie „HET WEEKBLAD", Nieuwe Rubriek, Zeventiende Vraag, Galgewater 22, Leiden. Inzendingen dienen te geschieden vóór 12 Juni (Indische lezers vóór 10 October). Onder de goede inzendsters en inzenders zullen wij weer een geldprijs van f2.50, benevens, indien 't aantal goede antwoorden hiertoe aanleiding geeft, vijf troostprijzen verloten. Wij zijn benieuwd te vernemen, wat gij weet I
HLH-ENTHOUSIASTEN F. G. £e DEN HAAG, De Holl8nd.che filmacteur Ernst Winar i» getrouwd met Colette Brettel. Zijn adrea is BerlijnCharlottenburg, Lietzenburgerstrasse 15. E, G, te DORDRECHT. Victor Varkoni is getrouwd. Niet vergeten antwoordcoupon in te sluiten. Dank voor Uw aardig briefje! H, K, te AMSTERDAM, Fred Louis Lerch is den 28sten Maart te Ernsdorf (Oostenrijk) geboren, Hans Stüwe 14 Mei in Mecklenburg, Zijn adres is BerlijnHalensee, Paulsbomerstrasse 9. Leo B, te DEN HAAG, Hierbij de gevraagde adressen, H, B, Warner, Cecil B. de Mille-Studio's, Hollywood, Californië. Rina de Lignoro, Rome, Via Crescentzio 19, M, S, te HEEMSTEDE, Malcolm Todd is den 17en Maart geboren. Niet getrouwd. Zijn adres is Royal Airforce Club 128, Piccadilly, Londen W, 1. LIA B, te ZAANDAM, Karina Bell en Corry Bell zijn geen zusters, Karina Bell speelt in „Het huwelljksschandaal", A. N, te ENSCHEDE. Paul Hartmann en Bruno Decarli spelen niet meer voor de film. P. J. te AMSTERDAM. De ware namen van Wat en Half Wat zijn Carl Sehenström en Harald Madsen. 1. B. te ROTTERDAM. Iwan Mosjoukin is met de filmactrice Agnes Petersen getrouwd. Ben Lyon's adres is First National Studio, Burbank, Californië, Hij is den 6en Febr, geboren en met Bebe Daniels verloofd. W. E, te ROTTERDAM- John Barrymore is met de filmactrice Dolores Costello getrouwd. Lionel is een broer van John. O. M te BUSSUM. Viola Garden is getrouwd met den Russischen regisseur Ozep. C, B, te GOUDA, Betty Balfour speelde mede in „Circus Tomboli", Haar nieuwste creatie is „The Vagabund Queen". Haar adres: 8, Alexandra Court. Keen's Gate, Londen S.W. Gloria Swanson speelde in „Fijne Manieren", „Madame Sans Gene" en „Regen". Haar adres is United Studio, 7300 Sancta Monica Bid,. Hollywood, Ernst Verebes speelde in „De Spooktrein". „An der schönen blauen Donau", „De Zigeunerbaron" en „Het lachende krekeitje". Zijn adres: Berlijn W., Pragerstrasse 13. Den titel van de Bim moet XI ons precies opgeven, daar beide films bestaan, D. iH. te AMSTERDAM. Het tegenwoordige adres van den heer A. M, is ons niet bekend. Het laatst filmde hij in Engeland. M. J. v, I, te NIJMEGEN, Deze foto was gratis. Wij vinden het prettig, dat ze naar genoegen is, H, L, te HAARLEM. Het gevraagde nummer is nog voorradig. Schrijf ons even of we het U zullen toezenden? Th, A, A, G, te EINDHOVEN, Hier te lande bestaan geen filmscholen. Wend U tot de directie der Filmschule. Sonnen* strasse.' München. Nog beter is, U ziet van het plan afl De kans van slagten is zèèr gering, J, v. H. te DEN HAAG. Het adres van den heerj, C. de Vos Jr, is Theater Heeren' gracht, Den Haag. Hij is niet getrouwd. JO te DELFT. Emil Jannings is op reis. Kunnen U thans geen vast adres opgeven. Hij zal zich binnenkort te Berlijn vestigen. A. K, te ROTTERDAM, Greta Garbo is niet getrouwd, noch verloofd, U kunt haar om een foto met handteekening schrijven aan haar adres Metro-Goldwyn-Mayer Studio, Culver-City, Californië. Een ant« woordpoupon insluiten, In nummer 375 stond een foto van deze artiste. ' - 26
-
IITVMLF1I
mB ^v
ptOrv
PRINSES ASSCHEPOES
Duidelijk De kinderjuffrouw haalde Wiesje van een partijtje en was onderweg met haar naar huis. Bij het oversteken van een drukke straat zei ze: „Geel me maar een handje, Wiesje." Wiesje deed wat haar gevraagd werd, waarop de kinderjuffrouw verontwaardigd uitriep: „Lieve help, wat is je handje kleverig," „Dat zou de uwe ook zijn," antwoordde Wiesje, „als u drie vruchtenkoekjes en vijf bonbons in uw zak hadtl"
EEN DROEVIG SPROOKJE. .„ VOOR GROOTE MENSCHEN.
"^
Wacht even
Ie stonden op het perron vlak bij de rails. Het was duidelijk, dat de jonge man hevig verliefd was op het meisje naast hem. Hij deed dan ook al zijn best haar over te halen met hem te trouwen. Maar het meisje kon nog niet besluiten. De jonge man was wanhopig, „Als je niet met me trouwt, gooi ik me voor den trein, die daar binnenkomt," zei hij ten einde raad. Dat deed het meisje schrikken. „Om 's hemels wil," riep zij uit, „geef mij tijd om na te denken. Er komt immers direct weer een trein I" De wetenschappelijke vrouw
De man van een vrouwelijken dokter (tot de keukenmeid): „Wat heeft mevrouw gekookt?" Keukenmeid: „Mevrouw zei, dat de symptomen nog niet duidelijk genoeg waren om het te kunnen vaststellen." Geluk bij een ongeluk Luus: „Dat was een leuke jongen, die je uit het water heeft gehaald 1" Willy: „Ja. Ik had een groote keuze; er sprongen mij zeven nar Raak Modern schrijver: „Mijn werk zalnoi gelezen worden, als Vondel en Hoo al lang zijn vergeten." Criticus: „Ja, maar niet vóór dien tijd." Hy proefde het
Zij (pas gehuwd): „Er zijn veel fouten in dat nieuwe kookboek." Hij: „Ja, ik heb ze geproefd."
DERTIENDE VRAAO De gelukkige, die den geldprijs van f2.50 kreeg, was ditmaal mevrouw H. M. Flaschwinkel, Valkenboschkade 253, 's-Gravenhage, die ons als antwoord zond: Veni, vidi, vici beteekent ik kwam, ik \ zag, ik overwon. Deze woorden werden gebezigd door Julius Caesar na zijn veldtocht tegen den zoon van Mithradates, koning van Pontus. De troostprijzen verzonden wij aan mejuffrouw Elly Feitsma, Linnaeushof18, A'dam; den heer Frans Donders, Noordstr. 65, Tilburg; den heer P. de Rijk, Jan Kruijffstr, 17 A, R'dam; den heer M. C van Waardenburg, Korteveersteeg 60, Enspiik (bii Geldermalsen) en aan mevrouw W-J-Hambloch-v. Tekelenburg, Andemach a, Rhein, Krahnenberg9j(D.),
G
fordijnen wijken stil vaneen. Er klinkt een zachte muziek En in de groote duis'tre zaal Daar wacht reeds het publiek. Oinds op het helverlicht tooneel Is alles praal en pracht; Het is een schitterend decor. Costuump/es reia en zacht. Een koor van meisjes in het wit. Met vleugeltjes van goud. Die dansen daar hun elfendans In 't blijde lentewoud. Nu wijken allen achteruit En zingen blij en zacht Een welkomstliedje voor den prins, die zijn prinses verwacht. Zijn hofstoet, die hem is gevolgd in keurige toiletjes. Zij zingen mqt de elfen mee En buigen allen netjes. En het publiek, het kijkt en wacht. „Wat leuk van al die kleinen.' \ Zij, die voor het Prinsesje speelt. Zal nu wel gauw verschijnen. Dat is zoo'n alleraardigst kind. Wat tenger en lichtblond. Twee thooie blauwe kijkers en Een lieve kleine mond . . . Ze draagt haar kleedje zoo gracieus. Ze kan zoo heel mooi zingen . . ." Van heel 't publiek daar in de zaal Is ZIJ de lievelinge!! Ze is nu amper zestien jaar Half kind nog ... maar... half vrouw Het klinkt zoo „grappig" als ze zingt Van „liefde" en van „trouw"! Daar komt ze aan, zoo licht en blij. Men hoort applaudisseeren. Een knikje en een lieve lach. Dan gaat ze reciteeren ! Het is, als leeft ze in haar spel. Hoe goud glanzen haar haren, Hoe statig en hoe keurig zijn Haar houding en gebaren. Hier in dit vreemde wereldje Van schmink en klatergoud. Daar voelt ze zich geheel io thuis. Daar is ze mee vertrouwd.
Het stuk is uit; applaus weerklinkt! Zij hoort de menschen juichen. Verlegen, met een lieven blos. Staat zij maar steeds te buigen. „Wat is ze mooiT „Wat speelt ze lief". Zoo hoort men aldoor roemen. En zij staart met een blijden lach Naar al haar mooie bloemen. „Wat aardig toch van het publiek die bloemen haar te schenken," Het is een avond om nog lang. Nog HEEL lang aan te denken. Nu vlug haar mooi costuumpje uit Voorzichtig . . . en niet scheuren! Hè, als ze ZELF zoo'n jurk eens had. Wat zou ze daarmee „geuren' il Maar kom! . . , Vooruit met die japon! Niet over prakkizeeren. Heel even beeft ze van de kou En grijpt haar oude kleeren. En nu haar gouden muiltjes uit En netjes in gaan pakken En dan HAAR stukke schoenen aan Met nare scheeve hakken. Zij trekt haar dunnen mantel aan En haar verschoten sjaal. Dan fluks haar oude hoedje op En zij verlaat de zaal.
(
Het is daarbuiten guur en koud En huiv'rend loopt ze voort Naar het aan liefde arm gezin. Waartoe het kind behoort. De wind snijdt door haar mantel heen En door haar dunne blous' Nu is ze geen prinsesje meer! Ze is weer . , , Asschepoes! Arm kind, dat droomt van blijde jeugd Van rijkdom; mooie kleeren En dat het allernoodigste. Zelfs liefde moet ontberen! Arm kind! Geen kent het groot verdriet Dat jou zooveel tranen doet plengen. Arm kind! /e bent NU nog goed en nog rein. Maar WAT zal het leven je brengen?
H.C. EYLDERS.
- 27 -
J
DE RUBRIEK DER DERDE MUZE ttOlOFVATÏÏNG
Er is misschien geen enkele kunst, die zoo zeer verkracht wordt als de tooneelspeeUcunst. Elke dilettant, die een blauwen Maandag aan een vereeniging verbonden is, meent, dat hij wel een hoofdrol kan spelen. Hij stelt zich gelijk met zijn kunstbroeders, die reeds jaren een eexeplaats in de vereeniging innemen en oordeelt dadelijk te kunnen, wat anderen na jaren hebben bereikt. Vanwaar dit verschijnsel ? Men onderschat de tooneelspeelkunst. Men beschikt over een goed orgaan, men kan spreken: dus als men zijn rol van buiten heeft geleerd, zal het wel gaan, denkt men. Ik zou zoo iemand wel eens willen vragen: „Zoudt u na zes weken pianoonderricht gehad te hebben in het openbaar een piano-avond durven en kunnen geven?" Hij zou er voor terugdeinzen. Maar hij zou in de veel moeilijker kunst van tooneelspelen wèl een rol durven vervullen na een repetitietijd van zes weken I Het zal wel geen betoog behoeven, dat er van een kunstprestatie geen sprake kan zijn. Ik heb de ondervinding opgedaan, dat vele, (gelukkig niet alle) liefhebbers de tooneelspeelkunst onderschatten. Voor een kleine rol halen ze den neus op, en voor de moeilijke taak van figurant gevoelen zij zich heelemääl niet geroepen. Onder de vele kunsten, die er zijn, rangschikten de Grieken en Latijnen er \zeven, die zij „De Schoone Kunsten" noemden, nl. de bouwkunst, de beeldhouwkunst, de schilderkunst, de muziek, de gebarenkunst, de dichtkunst en de welsprekendheid. Onder deze zeven kunsten zijn er twee, die rechtstreeks met de tooneelspeelkunst in verband staan, m.a.w. waaronder de tooneelspeelkunst behoort. Deze twee kunsten zijn de mimica of de gebarenkunst en de eloquenüa of de kunst van wèl te spreken. Omdat deze laatste de moeilijkste en verhevenste aller kunsten is, werd aan haar de eerenaam gegeven van reglna artium, de koningin van alle kunsten. Laten wij nu eens zien hoe de liefhebber dikwijls zijn rol opvat. Hij ontvangt van den regisseur zijn. rol. Allereerst kijkt hij, hoeveel bladzijden druks of schnft zijn rol beslaat. Is dit naar zijn zin, dan toont hij zijn goedkeuring — beantwoordt dit echter niet aan zijn verwachtingen, dan zal zijn gelaat aanstonds het misnoegen weerspiegelen, waaraan hij ten prooi is. Beide is
N.V. KLEEDFRMAKERl)
^Old Bond Streel" DAMES- EN HEERENKLEEDING NAAR MAAT , *•
"■
LE1DSCHESTRAAT -H THI,P.KM)N
3 - 1 • o
3
^
VAN
DANKBARE TOESCHOUWERS IN ONS INSULINDE
verkeerd. Hij weet immers nog niet welke taak hem wacht. En welke is die taak? Vooreerst kennis te nemen van den inhoud van het stuk. Veronderstellen wij, dat het een blijspel is. De eerste taak is dan den geest, dien het stuk ademt, zich eigen te maken, en dien geest in zijn rol over ie brengen door toon, gebaar, stand enz. Vervolgens dat speciale kenmerk aan zijn rol te geven, dat haar onderscheidt van de overige rollen, en dit in alles vol te houden en door te zetten tot het allerlaatste oogenblik van het spel. Voorwaar geen gemakkelijke taak I Maar hoe gaat het dikwijls? Men leert zijn rol van buiten (ook dit laat dikwijls te wenschen over), weet waar men gaan en staan moet, en zegt met het juiste rhythme zijn rol op... en men meent zijn taak kunstzinnig vervuld te hebben. Onnoodig te zeggen, dat zoo iemand geen tooneel gespeeld heeft. Door een paar voorbeelden zal het duidelijk worden, hoe men een rol moet uitbeelden. Men moet bijv. voorstellen een goedig, klein manneke, veelal in zichzelf gekeerd en ernstig. 0.m. kan de speler zoo iemand zich aldus verbeelden: men oefent zich om, zooals doove menschen doen, een ieder met groote oogen en navorschend aan te zien en slechts te handelen naar hetgeen hij ziet gebeuren en niet naar hetgeen hij (niet) hoort. Dit maakt zijn uitbeelding vermakelijk. Een ander speelt bijv. het type van een gewichtigen buitenman, die zich wel eens aan een glaasje tebuiten gaat. Hoe dikwijls treft men ze niet aan in het gewone leven, in den trein, als toeschouwer bij publieke vermakelijkheden, steeds met een air van gewichtigheid over zich en domineerend over al de omstanders. Onnoodig te zeggen, dat dit dankbare, maar moeilijke rollen zijn. Immers die gewichtigheid gaat nu en dan schuil onder een eigenaardige door spijs en drank opgewekte vroolijkheid en gaat dan soms weer plotseling over in den gewichtig doenden „aangeschoten" buitenman. Men bedenke echter bierbij, dat een al te realistische nabootsing van den dronkaard slechts bijval heeft bij de lagere heffe, maar voor den beschaafden toeschouwer stootend is en blijft. In een der volgende nummers hierover meer. VICTOR. -28-
De meeste dilettanten in ons land zullen wel weten, dat het Amateur-Tooneel in Nederlandsch-Indië een niet 'onbelangrijke rol speelt in het Indische Kunstleven. Dat Java hiervan weerden hoofdschotel biedt, is begrijpelijk. Weltevreden, Soerabaia, Bandoeng, Semarang, enz., in al deze steden kan men geregeld genieten van amateur-voorstellingen, welke op hoog peil staan. Ikzelf heb daar verschillende opvoeringen mede gemaakt, welke op één lijn gesteld konden worden met menige beroepsvoor stelling in ons land. Geen wonder dus ook, dat beroepsgezelschappen uit het moederland dikwijls hun krachten aanvullen uit de dilettanten-wereld en zoodoende toch- een zeer goed geheel weten te krijgen. Uit den aard der zaak heeft het Amateur-Tooneel in Indië veel meer raison d'etre dan in Nederland. Waar het hier is, of althans behoort te zijn, een zuivere uiting van de tnedespelenden op kunstgebied, om de door den schrijver gestelde problemen of het zieleleven van de door den schrijver geschepte personen weer te geven in woord en mimiek, is de afstand tusschen publiek en spelers in Nederland veel grooter dan in Indië. Voor het publiek bestaat er in óns land geen behoefte aan het dilettantisme, in Indië wèl! Óm de eenvoudige reden, dat de beroepsvoorstellingen daar schaars voorkomen. Van dit standpunt bekeken is het dus eveneens logisch, dat het Amateur-Tooneel ook veel weliger kän tieren. Bovendien kan men daar entrée's of hoogere entrée's heffen dan hier, zoodat leid ook al weer een hoofdrol speelt en men dus uit ruimere middelen de kosten kan bestrijden. Ongetwijfeld komt deze rubriek ook onder de oogen van menig dilettant in Indië. Voor nieuwe gezichtspunten, het Amateur-Tooneel aldaar betreffende, spelfoto's, enz., enz., houd ik mij gaarne aanbevolen: mijn adres is Ceintuurbaan 304, AmsterdamOok het Amateur-Tooneel kan het zijne er toe bijdragen den band tusischen moederland en koloniën sterker te maken en de Nederiandersi sterker te doen meeleven met hen in den verren Archipel. C. J. PJETERS.
KATIiADINA bUSH
Het meisje kon onmogelijk geweten hebben, dat hij spreken zou, dat was dus niet de reden waarom zij naar het Hooger Huis wenschte te gaan. Maar ze had hem daar ontmoet en nu wilde ze hem aan het diner ontmoeten! Tallooze uitdrukkingen gleden over het gelaat der hertogin, terwijl haar oogen op een bepaald punt in de kolen bleven staren. De peinzende plooi in haar voorhoofd werd steeds dieper, om daarna geheel te verdwijnen. Ze had een besluit genomen. *
de toetssteen wezen voor haar krach tem — indien zij niet slaagde, zou het haar een bewijs zijn, dat zulk een hoog doel niet voor haar was weggelegd en zij haar eerzucht moest kortwieken. Maar het zou haar gelukken. Het was mogelijk, dat de hertog zich niet tot haar aangetrokken gevoelde. Na dien éénen namiddag kon ze onmogelijk iets aangaande zijn karakter vaststellen, maar om alles ter wereld moest zij er in slagen een beschaafde lady te zijn, een gast wust geworden, dat zijn vlucht nu niet tusschen haars gelijken, om in zijn oogen meer boven haar uitging, maar dat zij tenminste deze plaats in te nemen. hem gemakkelijk volgen kon. Er lag iets diabolisch grilligs in het „Indien ik vrij geweest was, Katha- feit, dat een hartstochtelijk aanbidder rina, zou jij dan met mij getrouwd zijn?" het opzettelijk zoo had weten te regevroeg hij. „Hoe goddelijk was deze dag! len, dat zjjn aangebedene een mogelijken Denk eens, hoe het geweest ^ou zijn, medeminnaar ontmoeten zou! Gerard wanneer er liefde tusschen ons bestond Strobridge overdacht dit, terwijl hij voor — en nog andere vreugde in het ver- het lustig knappend houtvuur in Brook schiet lag. Ik zou alles gedaan hebben Street zijn gasten stond af te wachten. wat ik kon om je gelukkig te maken^ De saaierds kwamen natuurlijk het Katharina. Beantwoordt mij deze vraag! eerst, en daarha Katharina met de oude Het zal waarschijnlijk de laatste zijn, Miss Gwendoline d'Estaire, en het laatst die ik je stel." van allen, niet meer dan vijf minuten Zij liet de handen in haar schoot voor het diner, de hertog. Hij zag er rusten en beschouwde hem zwijgend; Er buitengewoon gedistingeerd uit in lag iets peinzends in haar stem, toen zij avondtoilet. Op zichzelf beschouwd, antwoordde: week het niet opmerkelijk af van dat „Ik denk het wel, wanneer je dien der anderen, maar toch lag er een eersten Kerstdag vrij geweest waart. Ja, . wonderfijne onderscheiding in, die aan ik zou met je getrouwd zijn. Ik 'zou mij vroegere tijden herinnerde. Zijn maniealles hebben laten leeren door je wat ren waren uiterst hoffelijk. Hij herkende ik nu weet, en daarna zou ik al die Katharina onmiddellijk en reikte haar gaven gebruikt hebben om je hpogerop de hand. Toen werd het diner aangete doen komen. Niet eerder zou ik ge- kondigd. rust hebben, voor jij en ik den hoogstens Gerard liet de vervelende .dame aan top bereikt hadden." den over — hij zelf geleidde de Hij liet een zachten snik hooren en oudehertog Gwendoline en Katharina kreeg den bedekte zijn gelaat' met de handen. voor haar rekening, zoodat „Lang geleden heb ik door zwak- •echtgenoot Katharina aan een kleine, ronde tafel heid al de grenspalen, die naar het naast den hertog kwam te zitten. geluk leiden, vergeten, Katharina. Ik Zij zag er bekoorlijk uit in haar nieuw Het mij door 's levens stroom meevoe- zwart toilet, eenvoudig gemaakt ren en nu ben ik tusschen de biezen als het oude,even met geliefkoosde gevangen en kan mij niet bevrijden. lelietjes der dalen in haar haar geHet denkbeeld van hetgeen ik had kun- speld. Mordryn zag zich ceintuur genoodzaakt nen zijn, is wonderzoet, liefste. En ik zijn buurdame bezig te houden, totdat weet, dat ik ten laatste je lief de ge- de gastheer, na dé visch, tactvol haar wonnen zou hebben. O, wat ^en aandacht tut zich wist te trekken en de smart! Maar ik wil dezen dag niet hertog vrij was. Onmiddellijk door droevig zelfverwijt bederven. Ik maakte daardoor hij van de gelegenheid gebruik wil de herinnering aan je woorden trouw om zich tot Katharina te wenden. bewaren en wanneer je in je koninkrijk Haar hart hamerde wild de opaangekomen zijt, denk dan aan mij en winding maakte haar oogen en donkerder laat ons onzen vriendschapsband aan en haar wangen bleek, maar zij verloor kalmer oevers hernieuwen." hoofd niet. Haar brein was helderder Hij nam haar hand, trok haar hand- het dan ooit. schoen uit en kuste haar blanke vinHij begon te spreken over het debat gers; Toen werden zijn oogen vochtig en zei hij haar vaarwel. In Katharina's van Woensdag. De heele zaak was hart was groote droefheid en beiden eigenlijk een bespotting, daar zij in het zwegen onder het huiswaarts keeren. Hooger Huis van alle macht ontbloot waren en alleen een zwak protest in HOOFDSTUK XXIV. konden dienen, zonder eenige kracht Toen de Vrijdagavond daar was en aan hun overtuiging bij te kunnen zetKatharina gereed stond om jnet Miss ten. Stelde .Miss Bush belang in poütiek ? Katharina verzekerde van wel, maar Gwendoline d'Estaire in de taia te stappen, was zij zoo opgewonden als nooit was van meening, dat er nu iets degratevoren in haar leven. Dezen avond zou deerends in school met de betaalde leden, die hun bestaan aan hun zetels hadden te danken. Ze bleven een poos over dit onderwerp redeneeren en de hertog voelMIJNHARDT's de zich aangenaam beziggehouden. Hij Hoofdpijn-Tabletten 60"ct vond haar diepe stem mooi en bewonderde bovenal haar buitengewoon fraaie Laxeer-Tabletten.. .60 handen. Zenuw-Tabletten. 75*ct „Bush?" dacht hij. „Ik herinner mij Staal-Ta biettan,. 90 niet dien naam ooit gehoord te hebben. Maag-Tabletten 75« Waarschijnlijk kwam de beschaving van Bij Apoth. en Drogfsteo den kant der moeder. Zulke handen
Nadat Mordryn zich na de lunch met de gastvrouw had teruggetrokken, zocht Gerard Strobridge Miss Bush op. „Het is gebeurd, Katharina," kondigde hij aan, met een poging om vroolijk te schijnen, terwijl zijn hart leed. „Vrijdagavond komt de hertog dineeren met Gwendoline, Arabella en een paar saaierds van buiten, ik heb mij dus van al mijn plichten en opofferingen gekweten. Zal ik er nu voor beloond worden ?" „Dat hangt er van af." „Ja, dat weet ik. Het is een zeer redelijke belooning. Ik wilde je verzoeken dezen middag in mijn auto met mij naar Hamptoncourt te gaan?" Katharina aarzelde. Ze zou gaarne gaan, maar ze had nog werk af te maken voor morgen en om het klaar te krijgen, zou ze dezen nacht laat op moeten blijven. Hij trad nader en zei ernstig: „lic weet, Katharina, dat wij heden voor het laatst tegenover elkaar staan als leerling en leermeester. Het lot brengt verandering veor ons beiden. Ik moet een herinnering aan je meedragen als eenige vriend, zonder de schaduw van een ander tusschen ons. Wil je niet trachten mij dit ééne, laatste, groote genoegen -toe te staan ?" Katharina was getroffen. „Ja, dat wil ik," zei ze. „Ik kan nu niet naar boven gaan om de gravin verlof te vragen, maar ik geloof wel, dat ze het goed zal vinden. Voor morgenochtend heeft ze mij niet noodig. Wil je nu reeds gaan?" „Ja, ik ga den auto uit de garage halen en zal bij Stanhope Gate op je wachten." Het werd een middag, die geen van beiden ooit vergat. Katharina voelde, dat de genegenheid, die zij voor haar vriend koesterde, waarachtig was. Ten laatste namen zij plaats op een bank, vanwaar ze een prachtig uitzicht hadden over de breede, groene laan tusschen de reusachtige boomen. Mijnheer Strobridge had alles in het werk gesteld om haar genoegen te doen. Hij had haar phantasie opgewekt en het allerfijnste uit haar innerlijk naar voren gebracht. Zij hadden de bloemen bestudeerd en over hun geliefkoosde boeken gesproken. Katharina was zich be-
7
-29 -
1
komen niet voor in den boeren- of burgerstand!" Nu begon Katharina over reizen te spreken. Ze wist, dat de menschen bij hun thuiskomst daar gaarne over praten. Zij zou zoo graag het Oosten leeren kennen. Kinglake's beschrijving van Damascus in „Eothen" had haar altijd diep getroffen. Was het werkelijk een stad van verborgen paleizen, van kreupelbosschen en tuinen en bronnen en parelende stroomen? Nu stond er waarachtige belangstelling in de oogen van Zijn Genade te lezen. Niet zoozeer omdat het gesprek op Damascus gekomen was, maar omdat een modem meisje Kinglake gelezen had, en wel zoo, dat ze zijn woorden herhalen konl Ook hij kende Kinglake en bezat zulk een sterk geheugen, dat hij zich nooit bij aanhalingen van het gelezene vergiste, totdat de hertog er zich een verwijt van maakte, dat hij tegen de wellevendheid gezondigd had, door de dame, door hem binnengeleid, te veronachtzamen. Hij keerde zich plichtmatig van Katharina af met het besluit het gesprek te vervolgen, zoodra allen zich in den salon bevonden. Die menschen zouden beslist bridge spelen. Wat was het kaartspel toch een kapitale uitvinding, wanneer men de kracht bezat zich van dat genot te spenenI Katharina deed nu wat in haar vermogen was om den vervelenden echtgenoot bezig te houden en sprak over onderwerpen, die binnen zijn horizon vielen. En Gerard, die haar gadesloeg, bewonderde de vorderingen van zijn leerlinge. Niet één uit zijn kring, of welken kring ook, zou als gast beschaafder en bekoorlijker hebben kunnen zijn. En door zijn trots over haar werd het verdriet draaglijker voor hem. Het gesprek werd nu algemeen en Katharina vond de gelegenheid, haar gevatheid in het beantwoorden van geestigheden te toonen.
ELKE WEEK EEN
ÄßONNE ONS AANQEBRACHT bezorgt u een aardige biblio Iheek met mooie romans
NIEUWS VAN DE SPREKENDEEN GELUIDSFILM De jongste «tcirice. De jongste actrice, die ooit voor het apparaat der sprekende film is opgetreden, is het vijfjarige dochtertje van Chester Morris, een der voornaamste spelers uit een nieuwe film der United Artists, de film „Alibi", welke door Roland West vervaardigd en geregisseerd is. Mevrouw Morris bracht onlangs een bezoek aan de studio's te Hollywood om het verfilmen van een scène, waarin haar man optrad, mee te maken. Zij nam haar dochtertje met zich mede. Maar eenmaal in de studio gekomen, legde de kleine in het geheel geen belangstelling aan den dag voor de verrichtingen van haar vader, integendeel, het begon te huilen, zoo hard, dat het filmen gestaakt moest worden. Mevrouw Morris wilde zich verontschuldigen en voelde zich erg verlegen. „Geen nood, hoor," zei de regisseur Roland West toen, „laten we voor de aardiebeid haar stem eens opnemen, dan kan de kleine later eens hooren, om welke reden haar vader met spelen moest ophouden." Aldus geschiedde. De baby werd op een stoel gezet, het apparaat begon te draaien en de ontboezemingen van de kleine, die in hevigheid nog waren toegenomen, werden vastgelegd. Zij werden den beer en mevrouw Morris aangeboden door den regisseur, die er zijn beste wenschen voor de kleine nog aan toevoegde. Toen verdween mevrouw Morris zoo vlug ze maar'kon. „Schreeuwende babies zijn nu eenmaal geen bezoekers voor de filmstudio," vond ze terecht. „HAAT grootste offer" en Charlie. Een aardige bijzonderheid van de geluidsfilm „Haar Grootste Offer", die op het oogenblik in ons land loopt, is, dat Charlie Chaplin er als.... figurant in optreedt. Eens, terwijl de regisseur Henry King bezig was een scène in elkaar te zetten, waarin verschillende figuranten door een deuropening moesten gluren naar Miss Talmadge, die als het-meisje-van-de-straat Mary Ann Wagner voorbijgaat, had bij een kleinen man in een groote jas noodig als een der kijkers. „Zou dat niets' voor jou zijn ?'" vroeg de regisseur schertsend aan Charlie Chaplin, die stond toe te kijken. Iedereen lachte en wie beschrijft de verbazing.van allen, toen Charlie antwoordde: „Natuurlijk, geef mij een jas en ik zal de scène met Norma Talmadge maken." Men vertelde Miss Talmadge niets van de aanwezigheid van den grooten figurant, maar toen zij door de straat kwam en de figuranten daar stonden te gluren, ontdekte zij dadelijk onder hen den beroemden filmster, die — naar hij zeide — in deze rol onbekend wenschte te blijven. Na afloop kreeg Charlie voor ' zijn „vertolking" de som van zeven en een halven dollar ....
Ja, het kwartet speelde bridge en de beeren volgden de dames bijna onmiddellijk naar boven. De hertog nam plaats op de sofa naast Katharina, zoodra de overigen hun robber begonnen waren. Hier kon hij haar ongestoord beschouwen. Hij bewonderde haar zeer. Ze had beslist een zorgvuldige opvoeding genoten in een fijn beschaafde omgeving. Was ze wellicht geparenteerd aan de Estaires ? Doch het lag niet in zijn gewoonte dergelijke vragen te stellen. Hij bracht dus het gesprek weer op „Eothen". Katharina was in den zevenden hemel. Nu en dan vestigde zij haar oogen met dien eigenaardigen magnetischen blik op hem. Zij spraken over muziek en poëzie en daarna over schilderijen — eerst over schilderijen in het algemeen en ten laatste over die te Blissington. „Kende "zij Blissington wel?" „Ja, zij kende het zeer goed," en een raadselachtige glimlach speelde een oogenblik om haar lippen. Mordryn verwonderde er zich over. „Zijn er voor u grappige dingen aan verbonden ?" „Ja, zeer grappige." „Wilt u mij niet zeggen welke?" Door zijn groote belangstelling bracht hij zijn aantrekkelijk, glad geschoren gelaat iets dichter bij het hare. „Eens zult u het vernemen." „Hoe beteekenisvol! Eens zal ik het vernemen! Hedenavond dus niet?" „Neen, dezen avond .zijn wij gasten op een diner en spreken we over literatuur, muziek en kunst." „Maar ik wilde over u spreken. Mag ik dat nie.t?" „Ik zie niet in waarom u het doen zou. Ik ben iemand, die u inderdaad niet meer terug zult zien. — Ik bedoel die u werkelijk niet meer spreken zult. Waarom dus tijd verspild-met nutfeiooze vragen ?"
PENSION SALOMONS Gelkinsestraat 39, Groningen
PRIMA KEUKEN Centrale verwarmins Stroomend water in alle kam ens In Centrum gelegen Kamers vanaf f 3,50 per das
)
aan Ambtenaren en Beambten. Geen rente, noch kosten vooruit.
Hotel-Cabaret „SPOORZICHT"
COULANTE VOORWAARDEN
LEEUWARDEN
VOORSCHOTTEN
1
CENTR. CRED1ET- EN SPAARBANK TE AMSTERDAM
Luxueus ingerichte zaai met srooten dansvloer
KEIZERSGRACHT 302-304
Steeds optreden van eerste ranss artlsten
MILLE COLONNES AMSTERDAM CABARET VARIÉTÉ DANCING
Tevens verbonden; Hotel-Café en Restaurant en Garage voor 100 wagens.
PRACHTIG GELEGEN IN HEF CENTRUM Eigenaar en Directeur: S. CASTELEIN
mm QmuEE U&UEM MEER. ADVERTEERT IN „HET WEEKBLAET CINEMA & THEATER HET BLAD voor geïllustreerde reklarae VRAAGT OFFERTES
20 3AAR DONGER *f ««
GEEN HAARVERF
»'♦ »
SUCCES VERZEKERD
Per (lac. f2.25 e» f4.—. Ven. geschiedt franco huis na ontv. bedrag of onder remb.
DMSTTDTyT Pi ©i^yTTi FREDERIK HENDRIKLAAN 03 (A)
EEN
Daaraan is voor u •N MOOI
Waarom zoudt U Langer Lijden?
BO EK
verbonden
C0N5TAND5E
DAN5LE55EN Sinds 1916 te 's-Qravenhage gevestigd
1
TOUSSAINTKADE 21 Ie kl. Inrichting
GE DIT
MET
211 CREAM EASY CREAM wordt geleverd in potten van 1 K.G. tegen toezending van f3.— aan
T. LEmS®N0 ZEEPiïmmEK 'sGRAVENHAGE
POST GIRO 63197
't ia veilig in Lu»
mme
LUX MAAKT OOK EEN UITSTEKEND SHAMPOO.
30
DOET
EASY
UW KOSTBARE SJAALS, HOE TEER OOK VAN WEEFSEL EN KLEUR BLUVEN Is hel veilig in water ONGEREPT, DOOR WASSCHEN IN
MIJN PI E PA
DEN HAAO.
Speciale installatie (met badinrichting) voor massages.
INDIEN
Krabben en wrijven maakt 't Jeuken erger. Oe beschadigt de huid en kunt's nachts niet slapen. Koop een flacon D.D.D- De eerste druppels doen de Jeuk reeds bedaren en bezorgen U een rüstigen slaap. D.D.D. brengt altijd verlichting, omdat het diep in de poriën dringt en daar de Ziektekiemen doodt Het is geen vettige zalf, maar een heldere vloeistof. Ekzeem, uitslag en andere huidaandoeningen wijken spoedig voor D.D.D. Koop nog heden een flacon van f 0.75 of f 2.50 bij Uw Apotheker of Drogist D D D ondersteunt de heilzame mmmmi. werking der D.D.D.-VIoei1 i ■ P stof en houdt de huid gezond, f 1.— per stuk. B1
-
Hud- en Haarverzorgiog - Geiaats- ea Licbaanisinaaiage Manicure r— Pedicure — Coiffeur pour Dames
ABONNE
aan ons gezonden
™ j *! «
er sl ds 3 3 _________ HAREN door middel van PERFECTUM hunne vroegere kleur terussekregen hebben. —PfRFECTUM is een onschadelilk haarwater, Is goed voor de hoofdhuid en voorkomt het uitvallen der haren.
31 -
■■»■■■
^
'
-■::■■
:
.■.-;.■■,
■
■:■■
.■
■-■
. ■.;,■■
@»?««^^nnQHIBBiraBHBnnVliPB
,.■-.-
i
W^llble voor Plc^ino door Evc^ w<&m DdWnteisa
n
:.■.,■ 'i-^vf
As
eerlijk. '5?
f
m , «;i
^
Vecéaoisl neuxrgHicuxk. ^^
'J
¥*
u
Il lljl^^lfj^ J
r
^»fë tt«
■w
BJ r
r i
,
OEEN INDISCHE VERLOFOANOER KAN BUITEN EEN
• ".
> i*
EMIL JANNIN6S die binnenkort In een geluidsfilm der Ufa wil optreden. Póto ParamouM
..HIS MASTERS VOICE" GRAMOPHONE, HET WARE TROPEN-INSTRUMENT I ENORME KEUZE VAN DE NIEUWSTE MODELLEN, BIJ;
N.V. WILLEM SPRENGER'S
GRAMOPHONE-HANDEL
PASSAGE 46r L. v. MEERDERVOORT 60a en 453, DEN HAAG STEEDS rtET NIEUWSTE f STEEDS HET BESTE! GEGARANDEERD ZEEWAARDIG EMBALLEEREN Redactie en Admtnlatratlé: Galgewater 33. Leiden. Tel. 700
Vewhant wekeHJk» - Pr«i p« kwartwd f 19»
Ni2ÖO