ANDRIES SOURY BURGEMEESTER VAN ROTTERDAM DOOR W. J. L. POELMANS
O
P 21 Juni 1664 overleed te Rotterdam, in den ouderdom van 80 jaren, de oud-burgemeester Andries Soury, die aldaar verschillende regeerings-ambten had bekleed en o.a. van 1647 tot zijn dood als raad en vroedschap fungeerde» Het zij mij vergund om hier van zijn leven het een en ander mede te deelen. Geboren te Delft omstreeks 1585, was hij reeds op jeugdigen leeftijd te Rotterdam gekomen; in of vóór 1610 vertrok hij als opperkoopman met het schip „Rotterdam" naar Grissee op Oost-Java bij Madoera. Voor notaris Balthazar Basius te Rotterdam verklaarde hij namelijk op 14 Maart 1642, dat hij toen ongeveer 56 jaar oud was en in 1610 te Grissee in Oost-Indië verblijf had gehouden *)• In 1612 was hij te Passoeroean gevestigd tot het opkoopen van garens ^)* Jan Pietersz. Coen, directeur van de kantoren te Bantam en Jacatra, schrijft 1 Januari 1614 aan de bewindhebbers der Generale Oost-Indische Compagnie, dat bij de verwoesting van Grissee en Jortan door de Matarammers, eind Augustus 1613, de inwoners met hunne goederen gevlucht waren en dat de koopman Andries Soury de goederen van de Compagnie te Soerabaja in veiligheid had weten te brengen, waardoor de schade van de Compagnie aldaar beperkt bleef tot ongeveer „500 realen van achten aen grove waren/* Soury zelf meldt 22 October 1615 uit Bantam aan de bewindhebbers der Generale Oost-Indische Compagnie te Amsterdam, dat de oorlog op Java het verzenden van een groote partij garens heeft belet, dat de oorlogszucht van den 1) Zijn attestatie betrof het overlijden van Adam Claesz. van Driel te Grissee. 2) J. K. J. de Jonge, De opkomst van het Ned. gezag in O.-I.,. deelen 3 en 4 en M. A. van Rhede van der Kloot, De Gouverneursgeneraal en Commissarissen-generaal van Ned. Indië 1610-1688.
82
Vorst van Mataram zoo groot is dat verscheiden koningen een verbond tegen hem hebben gesloten. Voorts dat de Portugeezen enkele jonken hebben verloren en dat men getracht heeft een contract met Mataram te sluiten» Van 1616 tot 1619 treffen wij Soury aan als koopman en opperhoofd te Djambi* In den aanvang van het jaar 1616 trachtte Coen zich onafhankelijk van Bantam te maken door peperhandel met Djambi te drijven, hij beoogde met het vestigen van een Nederlandsen kantoor te Djambi ook voeling te krijgen met andere vorsten op Sumatra's oostkust vooral met den vorst van Palembang, van ouds een vijand van Bantam. Den opperkoopman Soury te Djambi beval hij daarom dezen vorst te zijner tijd een redelijk geschenk te zenden en te trachten een verbond met hem te sluiten. In 1619 is Soury raad van Indië, in welk jaar hij met Pieter Carpentier Jacatra helpt ontzetten; zij waren met het fregat „Ceylon" den 9en April uitgevaren, doch - hoewel zij daar gaarne onverwachts met de vloot geland waren - door tegenwind eerst 10 Mei te Jacatra aangekomen. Uit een rapport van verscheiden personen, in 1622 uit Oost-Indië te Amsterdam aangekomen, blijkt dat Soury - de eerste gouverneur van de Oost-Indische Compagnie te Masulipatam op de kust van Coromandel - niet ongevoelig was voor het schoone geslacht. Een zeker persoon zou op zijn sterfbed wraak geroepen hebben over het feit, dat Soury „anders personen wijfï offsoende." Soury was daarover indertijd ter verantwoording geroepen naar Jacatra, doch had zich weten te verontschuldigen en bovendien den toorn zijner superieuren weten af te wenden door te zeggen, dat er een lading van 150 caraet diamanten in aantocht was. Hij keerde, daar zijn tijd om was, naar het vaderland terug, en werd opgevolgd door Abraham van Uffelen als gouverneur. *). Soury vestigde zich dadelijk, na zijn terugkeer uit OostIndië, als koopman te Rotterdam. 8 September 1624 trad hij aldaar als jonggezel, wonende op de Hoogstraat, in het huwelijk met mejuffrouw Johanna van der Duyn, jonge1) Kroniek Historisch Genootschap 1871 blz. 335 en Dr. Daniël Havart, Op- en ondergang van Cormandel, Amsterdam 1693, I. 153.
83
dochter, wonende op de Leuvehaven, dochter van den brouwer Jan Allartsz van der Duyn en Ingetje Adriaensdr. BylewerfL Uit dit huwelijk werden geboren: L mr. Johan Soury, advocaat voor het Hof van Holland, schepen te Rotterdam 1660-1661. 2. Adriaen Soury, ongehuwd, vroedschap 1672-1688, burgemeester 1684-1685. 3. Andries Soury, gedoopt 1 Febr. 1635, trouwt 10 Oct. 1660 Maria Vroesen. Zij hertrouwt 30 Juni 1663 met mr. Cornells van der Duyn, jonkman, wonende in Crooswijk i). 4. Maria Soury, gedoopt 31 Aug. 1636, trouwt 12 Dec. 1660 Herman van Zoelen, vroedschap 1664-1692, burgemeester, bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie en lid van de Admiraliteit op de Maze. Andries Soury verkreeg al spoedig na zijn terugkeer uit Oost-Indië verschillende ambten, als: kerkmeester in 1626, schepen 1627, vredemaker 1630, Gedeputeerde ter Dagvaart 1647, burgemeester 1651 ^). Reeds in de vergadering van de vroedschap van 16 November 1637 werd een voordracht opgemaakt van drie personen, waaruit de Stadhouder een vroedschap zou kiezen. Andries Soury was mede daarop geplaatst, doch hij kwam toen niet in aanmerking, daar hij, naar men beweerde, te Delft geboren en dus niet benoembaar was in de Rotterdamsche vroedschap, volgens het stelsel van wederkeerigheid. Delft liet namelijk ook geen in andere plaatsen geboren personen in de vroedschap toe. Het duurde nog tot 1647 eer Soury werkelijk een vroedschapsplaats verwierf. Van beroep was hij blijkbaar kassier en handelaar in edelgesteenten; anno 1626 verkoopt hij een paar braceletten aan Daniël van der Leck^) en in Februari 1650 koopt hij voor een bedrag van ƒ 39.300,— robijnen en diamanten in 1) Rotterdamsch Jaarboekje 1914, blz. 68. 2) Bronnen voor de Geschiedenis van Rotterdam, deel I. 3) Boedelpapieren Daniel van der Leek 1633. Archief Weeskamer nr. 1007.
84
de Rotterdamsche bank van leening, beleend op last van de Engelsche Koningin Henriette Maria *), In 1642 kocht hij zijn woonhuis aan de Hoogstraat noordzijde bij het Spui voor ƒ 12,000,—; dit huis werd in 1675 verkocht door Adriaen Soury en Herman van Zoelen, getrouwd met Maria Soury, voor ƒ 16,500,—. In 1663 kocht Andries Soury het huis ten oosten van het voorgaande gelegen voor ƒ 8,000,—, ter bewoning door zijn zoon Adriaan, verkocht in 1691 door mr, Jacob Visch, secretaris der stad, getrouwd met Ignatia van Zoelen, eenige erfgename ab intestato van haar oom maternel, den heer Admen Soury, die een zoon was van Andries Soury, voor ƒ 10,250,—, Voor notaris Arent van der Graeff, buurman van Andries Soury, maakt deze met zijn vrouw op 8 Juli 1643 mutueel testament, aan hunne kinderen te zamen vermakende ƒ 50,000,— met benoeming van mr, Jacob Navander en Aldert van der Duyn tot toeziende voogden. Verder legateert hij aan zijn broeder Pieter Soury ƒ 6,000,— en aan Claertje de Haes, zijn testateurs zusters dochter, ƒ 3,000,=—, In het protocol van notaris Jacob Delphius te Rotterdam komt op 23 December 1662 een nader testament voor van Andries Soury en echtgenoote, waarbij bepaald is, dat na hun dood aan hunne ongetrouwde zonen mr, Johan en Adrianus eerst ieder ƒ 20,000,— moet worden uitgekeerd, evenals zij ieder van hunne getrouwde kinderen, Andries en Maria, hebben gegeven. Adrianus heeft de keus om de bleekerij „Bleyckesteyn" buiten de Coolschepoort aan den Cingel al of niet te naasten voor ƒ 16,000,— en Maria kan het huis, waarin de testa teuren wonen, aan de noordzijde van de Hoogstraat, met de tapijten, die in de zaal hangen, alsmede het marmeren koelvat, de tafel met 20 fluweelen stoelen, den spiegel en verder huisraad eveneens voor ƒ 16,000,— overnemen, Aan de eenige dochter van hun overleden zoon mr, Andries, genaamd Hillegonda Christina Soury ^), werd gelegateerd ƒ 30.00Q^r-T,zonder meer. Tot executeurs warden 1) Rotterdamsch Jaarboekje 1915, blz, 16. 2) Gedoopt Waalsche kerk 18 Sept, 1661, waarbij getuigen waren
85
•
benoemd mr» Daniel van Hoogendorp, baljuw en dijkgraaf van Schieland en mr» Christianus Prins, oud-burgemeester dezer stad. In dit testament klinkt een sombere toon over mr. Johan Soury, oud-schepen der stad, die blijkbaar nog al eens uit den band sprong* De ouders hebben met leedwezen ondervonden, dat hij zijn goederen verkwist en in bandeloosheid doorbrengt, dat hij vaak geld leent en aan drinkgelagen deel neemt *). Zijn erfdeel wordt toegekend onder administratie .van anderen en met bepaling, dat er geen beslag op mag worden gelegd ter voldoening van drinkgeld en dergelijke. Zij zeggen nog het te meer te betreuren, daar hij steeds behoorlijk gekleed werd en meer dan voldoende zakgeld kreeg om met eere bij alle eerlijke menschen te komen. Na den dood zijner moeder op 5 Augustus 1672 eischt mr. Johan Soury, advocaat voor de respectieve hoven van justitie bij akte voor notaris P. van Someren 1 Februari 1673 zijn erfdeel op, dat hem toekwam ingevolge haar testament op den 2 Maart 1669 voor den notaris T» Delphius, o- *"' tling „dat hij bij een- .._'. . namelijk bij den Hove van Holland geoordeeld zal werden te zijn een man bequaam om zijne goederen selfs te konnen regeren en administreeren, daervan hij jegenwoordig al een geruymen tijt een goet begin heeft gemaeckt". Inderdaad schijnt hij zich gebeterd te hebben; bij testament van Adriaan Soury, gepasseerd 15 Januari 1684 voor notaris Govert van Gesel te Rotterdam, maakt d:;: c a. een legaat aan iviana Soury, dochter van zijn broeder Jean Soury» Hieruit blijkt, dat hij getrouwd was, vermoedelijk in Den Haag. Legaten voor philantropische instellingen vinden wij in d: ... ,.e.i niet vermeld, toch moet dit bet geval geweest 7..ijn, -mmers in de vergadering van den Waalschen Kerkeraad dd. 23 Januari 1689 stelde de heer Van Zoelen voor, de helft van de som van duizend francs, gelegateerd de burgemeesters Andries Soury en Adriaan Vroesen, alsmede Maria S ^ : " - 4 l Ü W a n Harmen van Soelen. •"• 1) Zie over een vroolijken maaltijd, waaraan hij deelnam, Rott. Historiebl. II, 304.
86
.
door wijlen burgemeester Soury, beschikbaar te stellen tot leniging van den nood der Fransche geloofsvluchtelingen. Zooals wij hierboven zagen uit het testament van 8 Juli 1643, had Andries Soury ook nog een broeder Pieter en een zuster Maria; ik kan nu meteen iets over hen mededeelen. Pieter was in dienst van de Oost-Indische Compagnie als kapitein. Hij maakte contracten met den vorst van Djambi, die echter niet steeds werden nagekomen* Hij trachtte o.a. verschillende fraaie juweelen aan de vorstin te verkoopen, waarin hij ten deele slaagde. Zijn slap beleid vond echter geen onverdeelde goedkeuring bij zijn superieuren *)• Hij was gehuwd met Johanna Goossens; beiden zijn in Oost-Indië overleden ^). Maria trouwde met den boekverkooper Anthony de Haes te Rotterdam 3). Uit hun huwelijk werd geboren te Rotterdam en hervormd gedoopt 29 December 1624 een kind genaamd Johannes. Besluiten wij met de mededeeling, dat Andries Soury begraven is in het familiegraf Van der Duyn in de Groote kerk te Rotterdam. Zijn graf, waarschijnlijk Hoogkoor 42, is gedekt met een zerk, waarop, met andere grafschriften, het volgende te zijner gedachtenis is gesteld: Hier leyt begraven de Heer Andries Soury in syn leven oudt Burgemeester raet en vroetschap deser steede obyt den 21 en Juny 1664 oudt synde 80 jaeren ende sin huisvrou Joffrou Johanna van der Duyn overleden den 5 Augusty 1672 out synde 72 jaeren. Twee van zijn kinderen werden begraven in het koor, graf nr. 103. De zerk heeft het volgende grafschrift: Hier rust het lijck van juffr. Maria Soury, gewesene huys1) Dag-Register van Batavia 1643-1644 en De Jonge, De opkomst van het Ned. gezag in Oost-Indië, deel 5. 2) De heer Andries Soury, schepen dezer stede, werd 15 Nov. 1645 door Weesmeesters benoemd als voogd over het nagelaten weeskind van Pieter Soury en Johanna Goossensdochter, beiden overleden. 3) Dr. A. M. Ledeboer, Boekdrukkers in Nederland, noemt Anthony de Haes werkzaam 1629-1631 op het Steyger. Koop van het huis in 1630 door Anthony de Haes voor ƒ 3000,— verkoop in 1636 door Andries Soury en Willem de Haes, als voogden, over het nagelaten weeskind van Anthony de Haes en Maria Soury, voor ƒ 3200.
87
vrouw van de Heer Harmen van Zoelen*) oudt burgemeester en raet mitsgaders bewinthebber van de Oostindische company alhier obiit den 10 Juny anno 1676 oudt synde 40 jaeren. Hier leyt begraven de Heer Adriaen Soury oudt burgemeester en vroetschap deser stede oudt 60 jaere 7 maende obyt den 26 December anno 1688, (Twee wapens onder één helm; helmteeken een muis tusschen een vlucht I. Soury; IL Van der Duyn) 1) Deze werd er 5 Oct. 1702 in bijgezet» 2) Soury's schepenzegel van 1627 vertoont een gewone muis met den staart naar beneden. Rietstap is hiermede in overeenstemming, doch De Vou en de beeldhouwer van Soury's grafzerk in de Groote kerk beelden het dier met zijn staart in de lucht af.
KOUDE BADEN TEGEN RHEUMATIEK Het Koude Bad, aan het einde van de Boompjes, te Rotterdam, zal op Maandag den 12 Mey 1800 weder geopend worden; dienende hetzelve byzonder voor zwakke Personen en die met het Rhumatisme bezet zijn; doch het getal der Inteekenaars is in verre na nog niet compleet: Men kan zich adresseren bij den Knegt, Theodorus Scholtes, op den Visschersdijk D. 284, te Rotterdam voornoemt* Rotterdamsche Courant 6 Mei 1800.
24. HET POTHUIS VAN VAN BEEST. HOOFDSTEEG W.Z. STEIGER Z.Z. R.L SUPPL. VII 78A.