Dolle Mina Indeling van het essay Onderschrift en titels van de kopjes Inleiding
Vaardigheid
• Gebruik bron 1. Oorzaak en gevolg 1. Leg uit met de bron waarom vrouwen ‘in opstand’ ko- • een historische vraagstelling men. Gebruik twee argumenten verklaringen geven voor historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen
Naamgeving en sym- • Gebruik bron 2 bool 2. Ben je van mening dat het symbool op deze affiche goed weergeeft hoe de groep haar doelen wil bereiken? Verwerk in je antwoord een argument dat je ontleent aan de bron
• Interpretatie het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten
Ludieke acties
• Gebruik de bronnen 3 t/m 9 3. Dolle Mina maakt naam met ludieke acties. Zijn deze drie acties zowel ludiek (= speels) als serieus te noemen als je kijkt naar de man- vrouw verhoudingen in die tijd? Ondersteun je antwoord met een voorbeeld uit iedere bron.
Interpretatie • bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met:de rol van waardepatronen in heden en verleden
Dolle Mina : mediage- • Gebruik de bronnen 3 t/m 9 niek 4. Dolle Mina wil een maatschappij waarin vrouwen dezelfde kansen en mogelijkheden hebben als mannen. Dolle Mina kiest vooral voor publiciteit in de media om haar doelen te bereiken. 5. Ben je van mening dat de acties veel publiciteit trekken omdat de Dolle Mina vrouwen zich niets aantrekken van bestaande opvattingen over hoe vrouwen zich dienen te gedragen? Betrek in je antwoord twee van de afgebeelde acties.
Interpretatie • Bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met:de rol van waardepatronen in heden en verleden
Succes ?
• Gebruik de bronnen 10 t/m 12 interpretatie 6. Dolle Mina heeft een aantal grote acties gevoerd. O.a. • Het ondersteunen van uithet Werkende Wijvenplan. Samen met andere actiegroe- spraken mbv argumenten pen ook Marie word Wijzer en Wij Vrouwen Eisen. Vraag: wat wil Dolle Mina met deze acties bereiken? Oordeel vervolgens welke van deze drie acties het meest succes heeft gehad. Ga daarbij uit van de situatie en positie van vrouwen en meisjes nu.
Tot slot
• Lees eerst nog eens rustig je eerdere antwoorden door. Continuïteit & verandering Kijk voor meer informatie ook eens op www.opzij.nl en dan • in historische processen de klikken op feminisme ( tweede golf en feminisme nu) samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven; • de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven
Docenten handleiding De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Je gaat een opdracht maken over Dolle Mina. Doe het zo: 1. Gebruik de cursieve kopjes in kolom 1 als hoofdstukken van je essay. 2. Maak telkens eerst de vragen in kolom 2 en gebruik het antwoord bij het schrijven van de hoofdstukken. http://www.iiav.nl/nl/databases/dossiers/index.html (Dit is een dossier over Dolle Mina op de IIAV website)
Kolom 1
Indeling van het essay en titels van de hoofdstukken. (Je mag andere titels verzinnen)
Kolom 2
Bron en vraag De bronnen kun je hieronder vinden
Inleiding • Gebruik bron 1. Hierin beschrijf je kort de redenen waarom vrouwen en 1. Leg uit met de bron waarom vrouwen ‘in opstand’ koeen kleine groep mannen omstreeks 1970 in opstand ko- men. Gebruik twee argumenten. men tegen de bestaande man-vrouwverhoudingen. Maak bij de beschrijving gebruik van het antwoord op de vraag hiernaast Naamgeving en symbool Hierin beschrijf je de actiegroep Dolle Mina en geef je aan wat zij wil bereiken. Maak bij de beschrijving gebruik van het antwoord op de vraag hiernaast
• Gebruik bron 2 2. Ben je van mening dat het symbool op deze affiche goed weergeeft hoe de groep haar doelen wil bereiken? Verwerk in je antwoord een argument dat je ontleent aan de bron
Ludieke acties Hierin besteed je aandacht aan de wijze waarop Dolle Mina haar eisen onder de aandacht brengt. Dit doe je door de afgebeelde acties nader te beschrijven. Maak bij de beschrijving gebruik van het antwoord op de vraag hiernaast
• Gebruik de bronnen 3 t/m 9 3. Dolle Mina maakt naam met ludieke acties. Zijn deze drie acties zowel ludiek (= speels) als serieus te noemen als je kijkt naar de man- vrouw verhoudingen in die tijd? Ondersteun je antwoord met een voorbeeld uit iedere bron.
Dolle Mina : mediageniek? In dit hoofdstuk leg je met twee voorbeelden uit hoe Dolle Mina het voor elkaar krijgt om kreeg om zoveel publiciteit van de media te krijgen. Beschrijf in dit kader twee acties. Maak bij de beschrijving gebruik van het antwoord op de vraag hiernaast
• Gebruik de bronnen 3 t/m 9 4. Dolle Mina wil een maatschappij waarin vrouwen dezelfde kansen en mogelijkheden hebben als mannen. Dolle Mina kiest vooral voor publiciteit in de media om haar doelen te bereiken. 5. Ben je van mening dat de acties veel publiciteit trekken omdat de Dolle Mina vrouwen zich niets aantrekken van bestaande opvattingen over hoe vrouwen zich dienen te gedragen? Betrek in je antwoord twee van de afgebeelde acties.
Succes ? Hierin beschrijf je of hoe succesvol Dolle Mina is geweest in de drie acties hiernaast genoemd. Maak bij de beschrijving gebruik van het antwoord op de vraag hiernaast
• Gebruik de bronnen 10 t/m 12 6. Dolle Mina heeft een aantal grote acties gevoerd. O.a. het Werkende Wijvenplan. Samen met andere actiegroepen ook Marie word Wijzer en Wij Vrouwen Eisen. Vraag: wat wil Dolle Mina met deze acties bereiken? Oordeel vervolgens welke van deze drie acties het meest succes heeft gehad. Ga daarbij uit van de situatie en positie van vrouwen en meisjes nu.
Tot slot Lees eerst nog eens rustig je eerdere antwoorden door. Hier geef je kort je eigen mening over de successen van Kijk voor meer informatie ook eens op www.opzij.nl en de tweede golf, waar Dolle Mina aan bijgedragen heeft. dan klikken op feminisme ( tweede golf en feminisme nu) Ga daarbij uit van de huidige situatie / de verhouding tussen mannen en vrouwen nu. Deze mening is gebaseerd op de antwoorden die je al gegeven hebt op de deelvragen antwoorden
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Inleiding
Bron 1 Deel van artikel uit het weekblad Margriet no. 40 jaargang 1970
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Naamgeving en symbool
Bron 2 (IIAV A 4276) Symbool van Dolle Mina. Deze actiegroep wordt eind 1969 opgericht door Deze actiegroep werd eind 1969 opgericht door een groepje vrouwen en mannen
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Dolle Mina: mediageniek?
Bron 3 tot en met 9 (F156-96) actie in Amsterdam in 1970. Plaats van handeling: het Rembrandtplein Actie bedoeld als tegenhanger van het vrouwelijk naakt in de stripteasetenten rond het plein.
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Dolle Mina: mediageniek?
Foto 100010736 ( pilactie) Pilactie Dolle Mina. Amsterdam 1970
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Dolle Mina: mediageniek?
F161-96( dubbele moraal) 1970. Bij de ingang van de RAI staan Dolle Mina’s . Ze wachten deelnemers aan een congres over reclame op
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Dolle Mina: mediageniek?
F161-96( dubbele moraal) 1970. Bij de ingang van de RAI staan Dolle Mina’s . Ze wachten deelnemers aan een congres over reclame op
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Dolle Mina: mediageniek?
F160-96 ( ongehuwde moeders) niet 10 mei 1970 wordt uitgeroepen tot ongehuwde moederdag. Leden van Dole Mina demonstreren
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Dolle Mina: mediageniek?
F149-96b 1970 congres van Dolle Mina. Vrouwen met leuzen.
De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Dolle Mina: mediageniek?
IIAV 100009071 Amsterdam . 1970 abortusdemonstratie
10 De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Dolle Mina: mediageniek?
IIAV A 272 In 1973 leggen mannen en vrouwen van ritssluitingfabriek Optilon in Winschoten hun werk neer. Deels uit protest omdat vrouwen wel hetzelfde werk verrichten als mannen maar minder betaald krijen. O.a. Dolle Mina verklaart zich solidair met de actie
11 De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Succes?
IIAV A 4665 Wij vrouwen eisen is een landelijk actiecomité waarin ook Dolle Mina vertegenwoordigd was. Aankondiging van een demonstratie in Amsterdam. 1976
12 De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Succes?
IIAV A 856 In mei 1973 lanceert Dolle Mina het Werkende Wijven Plan. Dolle Mina vindt dat betaalde arbeid voor vrouwen zou leiden tot individuele vrijheid. Immers inkomen betekent economische zelfstandigheid.
13 De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Dolle Mina Succes?
IIAV A 327 In 1972 wordt een aparte stichting opgericht. Marie word wijzer, heet de stichting. Ook Dolle Mina is er lid van
14 De vrouw beslist | de verdieping | Dolle Mina
Eerste Feministische Golf DE VROUW WIL OOK BESLISSEN, de ‘Eerste Feministische Golf’, ±1870 - 1920. TOELICHTING VOOR DE DOCENT NIVEAU Het niveau van deze opdrachten mikt op de derde klas van havo en vwo (de laatste klas van de basisvorming), maar sluit ook aan bij de leerstof van de tweede fase. Wij gaan uit van een door een vakdocent begeleide klas. Van het bronnenonderzoek kan een korte versie gemaakt worden door alleen opdracht 1, 4 en 6 te laten doen. Eventueel gevolgd door een presentatie of een verslag. AANSLUITENDE LEERSTOF (domein B Oriëntatiekennis van de tien tijdvakken) De inhoud van de opdracht sluit aan op de eindtermen die met ingang van schooljaar 2007 gelden voor havo en vwo. Het nieuwe van deze regeling is dat de leerlingen aan het einde van het curriculum moeten beschikken over ‘oriëntatie kennis’ van de prehistorie tot heden. Om dat te bereiken is ‘de geschiedenis’ ingedeeld in tien tijdvakken die elk een aantal kenmerkende aspecten hebben, de oriëntatiekennis. In totaal zijn er 49 kenmerkende aspecten. De leerlingen moeten bij elk kenmerkend aspect “een passend voorbeeld [kunnen] geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of [van een] handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld [kunnen] gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken”. Deze opdracht over de Eerste Feministische Golf bevat voorbeelden, die de leerlingen kunnen gebruiken voor de volgende kenmerkende aspecten: 34 De opkomst van emancipatiebewegingen. 35 Voortschrijdende democratisering met deelname van steeds meer mannen en uiteindelijk ook vrouwen aan het politieke proces. 36 De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. Er is een verband te leggen met andere kenmerkende aspecten: 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap. 31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. 48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen. 49 De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen. ORIËNTATIE KENNIS EN RESIDU KENNIS De ‘oriëntatie kennis’ van alle 49 kenmerkende aspecten wordt bekend verondersteld. Zo gaan we er bijvoorbeeld vanuit dat leerlingen die het kenmerkende aspect 40 Het voeren van twee wereldoorlogen bestudeerd hebben, het begrip ‘massaoorlog’ of ‘totale oorlog’ begrijpen (opdracht 4). Deze benadering past bij het uitgangspunt dat leerlingen alle kenmerkende aspecten met een eigen voorbeeld moeten kunnen illustreren. Die voorbeelden vormen de werkkennis van de leerling. Doorgaans blijft de werkkennis, die je nodig hebt om een onderwerp te bestuderen, niet lang hangen. Zij zakt weg als de toets of het examen gedaan is. Daarom wil het rapport van de commissie De Rooy dat de tien tijdvakken op elk niveau, van basisschool tot vwo, worden herhaald, maar dat doel is niet bereikt, want de aanbevelingen van het rapport zijn in 2007 alleen verplicht gesteld voor de tweede fase van havo en vwo. Maar het valt te verwachten dat de docenten in de basisvorming (de klassen 1 t/m 3) wel rekening zullen gaan houden met de nieuwe eindtermen van de bovenbouw. Wij gaan er bij deze opdrachten van uit dat van een onderwerp dat als voorbeeld voor een kenmerkend aspect bestudeerd is, de werkkennis misschien wel wegzakt, maar dat er altijd een residu kennis overblijft, die de leerling kan toepassen bij een nieuw onderwerp. Het grote voordeel van de nieuwe eindtermen is dat de leerlingen zelf een eigen chronologisch overzicht van voorbeeld kennis moeten opbouwen en zich eigen maken en dat deze verworven kennis steeds opnieuw moet worden toegepast.
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf Leerlingen ervaren daardoor het leren als nuttig, want wat zij geleerd hebben wordt steeds opnieuw gebruikt. In deze opdracht verwerft de leerling nieuwe voorbeeldkennis voor de kenmerkende aspecten 34, 35 en 37 en moet hij (residue)kennis van een aantal andere kenmerkende aspecten toepassen.
DE VAARDIGHEDEN (domein A historische vaardigheden of structuurbegrippen) Per opdracht wordt een toelichting gegeven op de inhoud en de vaardigheden (structuurbegrippen). Bij een deel van de opdrachten staan antwoorden, suggesties en verwijzingen. De docent kan er voor kiezen maar een paar opdrachten te laten maken. Opdracht 1 De suffragettes De leerling moet, met behulp van Google, uit 2.710 (het aantal wisselt) afbeeldingen er een aantal zoeken waarmee de vragen kunnen worden beantwoord. De afbeeldingen worden door Google in pakketjes van 18 aangeboden, vaak gaat het om dezelfde afbeeldingen. (Structuurbegrip Bruikbaarheid: De leerling kan voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en gegevens eruit selecteren. Structuurbegrip Interpretatie: De leerling kan uitspraken ondersteunen met historische argumenten.) Opdracht 2 Vrouwen uit de ‘beschaafde stand’, de ‘fatsoenlijke burgerklasse’ en de’ vrouwen uit het volk’ Als bron worden fragmenten gebruikt uit Elise van Calcar, De dubbele roeping der vrouw 1873. Met dit boekje won zij een prijsvraag van de Vereeniging van Fabrijk- en Handwerksnijverheid in Nederland. Deze achtergrondinformatie kan in de klas gebruikt worden om de bruikbaarheid van bronnen te bespreken: Welke conclusies over het toenmalige Nederland kun je uit de bron trekken? Welke onderzoeksvragen kun je formuleren? Was er iets aan het veranderen in economisch en maatschappelijk opzicht ten opzichte van de voorgaande tijd? Dit veronderstelt dat leerlingen weten dat omstreeks 1870 Nederland de kenmerken begon te vertonen van een industriële samenleving. Wij hebben gekozen voor een vergelijking met het heden. Vraag 1 en 2 Bij de vragen krijgen de leerlingen de kennis aangeboden dat er toen drie klassen waren. De namen van de klassen zijn ontleend aan het boekje van Elise van Calcar. De leerlingen komen er door deze twee vragen achter dat de meeste vrouwen van de Eerste Golf behoorden tot de hogere klasse en zij moeten daar een verklaring voor geven (met de bron). Tevens kunnen zij ontdekken dat deze vrouwen ook opkwamen voor de andere klassen, omdat die vrouwen met dezelfde maatschappelijke ontwikkelingen te maken hadden. (structuurbegrip oorzaak en gevolg) Vraag 3 Elise van Calcar noemt vier redenen waarom vrouwen omstreeks 1873 moeilijk een zelfstandig leven kunnen leiden. De leerlingen moeten uitleggen of deze vier redenen tegenwoordig nog van invloed zijn (structuurbegrip continuïteit en verandering) en een verklaring geven voor de verandering of het ontbreken daarvan. Deze vraag leent zich voor discussie, klassikaal of in groepjes. (structuurbegrip interpretatie; oorzaak en gevolg) Vraag 4 Leerlingen kunnen bijvoorbeeld antwoorden: dat vrouwen uit de ‘beschaafde stand’ het meest leden onder het maatschappelijk taboe op vrouwenarbeid, terwijl de arbeid van vrouwen uit de midden- en lagere stand wel acceptabel was, want vaak noodzakelijk. dat vrouwen uit de ‘beschaafde stand’ beschikten over veel vrije tijd, vaak een betere opleiding hadden en soms ook geld. Zij konden hun leven zin en richting geven in het feminisme. Deze vier vragen hebben ook betrekking op de rol van waardepatronen en verandering daarin. (Structuurbegrip Interpretatie: ”De leerling kan rekening houden met de rol van waardepatronen”.) Opdracht 3 Kiesrecht voor vrouwen Vraag 1 Uit vier bronnen met een propagandistisch karakter moet de leerling drie argumenten voor invoering van vrouwenkiesrecht noemen, bijvoorbeeld: Bron 2 Zelfs misdadigers mogen stemmen (als zij hun straf hebben uitgezeten), dan kun je aan vrouwen, die nooit iets misdeden, het stemrecht niet onthouden. (Vrouwen zijn toch zeker geschikter dan misdadigers om de staat te besturen?) Bron 3 Vrouwen dragen hetzelfde bij aan de maatschappij / doen hetzelfde werk op kantoor, in de fabriek, in het onderwijs en de verpleging, daarom moeten ook ze kiesrecht krijgen. (Gelijke verantwoordelijkheid, gelijke rechten) Bron 4 Kiesrecht geeft invloed (op het maken van wetten)/ door kiesrecht krijg je meer kennis en dat maakt je sterker
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf (opvoedkundig argument). Dat is voor mannen en vrouwen even belangrijk, want de strijd om het bestaan is voor beiden even zwaar. Bron 5 Het is beter voor de verhouding/de liefde tussen man en vrouw als beide gelijke rechten hebben. (Vrouwen uit drie verschillende standen zeggen tegen hun mannen/vrijers: Wij staken! Met kiesrecht voor de vrouw pas ik beter bij jou.) Vraag 2 Bron 6 De tekenaar tekent een groep kippen met een slot op de snavel, die bordjes dragen met vrede, gelijkheid, vrijheid, verdraagzaamheid, welvaart en geluk. De tekenaar bedoelt daarmee dat vrede enz. meer kans krijgen als vrouwen stemrecht hebben. Hij gaat er dus vanuit dat vrouwen anders zijn, andere dingen belangrijk vinden. Structuurbegrip interpretatie, rol van waardepatronen in heden en verleden Opdracht 4 Aletta Jacobs als voorbeeld Wij hebben Aletta Jacobs gekozen als voorbeeld voor leerlingen bij de kenmerkende aspecten 34, 35 en 36. Zij is een nationaal en internationaal bekend icoon van de vrouwenbeweging en heeft zich bezig gehouden met bijna alle facetten van de emancipatie. Met de in deze opdracht verworven basiskennis, moet de leerling al die facetten kunnen plaatsen. Aletta dient als oriëntatiepunt waaraan de leerling gemakkelijk andere vrouwen en mannen kan toevoegen. Verder is vergelijking mogelijk met de Tweede Golf. Andere aspecten van Aletta Jacobs: -- De Aletta van de kiesrechtstrijd (oefenen met bronnen): Kleio 46 (2005) nummer 3 (april/mei) -- De Aletta van de vredesbeweging: Als vrouwen toen de baas waren geweest, Aletta Jacobs in de Eerste Wereldoorlog, Kleio 46 (2005), nr 6 (september/oktober) -- De Aletta van de voorbehoedsmiddelen: Aletta en de ooievaar, Kleio 47 (2006) nr 1 (januari/februari). -- Aletta in Indonesië, deze opdracht voor het nieuwe CSE onderwerp verschijnt in het begin van het schooljaar 2006/2007. Deze vier artikelen met bronnen en vragen zijn ook te vinden op www.iiav.nl, onder het kopje voortgezet onderwijs. Een aantal bronnen van confessionele zijde over de kiesrechtstrijd is te vinden in: www.nationaalarchief.nl/onderwijs/voortgezetonderwijs. Daar staat onder Thema’s voor de Tweede Fase: Archief in de klas II. Klik daar op Vrouwenkiesrecht Antwoorden op de vragen van Opdracht 4 Aletta Jacobs als voorbeeld Vraag 1 Opmerking; Aletta zegt dat ze 14 was toen ze John Stuart Mill in het Nederlands las, maar ze moet 16 zijn geweest, want Mill scheef Subjection of women in 1869 en de Nederlandse vertaling is van 1870. Gebruik bron 7 (Aletta als kind. Zij wandelt mee als haar vader patiënten bezoekt) Voorbeeld van een juist antwoord: 1. De kleine Aletta wil dokter worden, maar ontdekt dat alleen jongens mogen studeren. Dan leest ze in De slavernij der vrouw dat dit komt omdat mannen de wetgeving maken. Daardoor wordt ze al op jonge leeftijd voorstandster van vrouwenkiesrecht, omdat vrouwen daarmee hun positie kunnen verbeteren. Het antwoord op deze vraag bevat een redenering en bestaat dus uit drie stappen. Vraag 2 Gebruik bron 8 (Aletta schrijft op eigen houtje een brief aan Thorbecke) Voorbeeld van een juist antwoord: 2. Dat verhoudingen in het gezin in de praktijk anders zijn dan je volgens de rechtspositie zou denken, blijkt uit de volgende voorbeelden: . De vader is het hoofd van het gezin (hij schrijft het antwoord aan minister Thorbecke), maar hij raadpleegt/beslist met de moeder, de oudste broer en Aletta zelf . Aletta een minderjarig meisje (net 17 geworden) schrijft een verzoek aan de minister-president, zonder het eerst aan vader te vragen. Hij zegt er wel wat van, maar Aletta heeft toch de indruk dat hij waardeert dat ze zo zelfstandig optreedt . Aletta zegt tegen haar vader “Ik heb niets te overwegen, mijn plan staat al sinds lang vast”, terwijl volgens de wet al-
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf leen de vader tot een plan voor haar kan besluiten. [Die moet bovendien de studiekosten betalen en dat was wel een probleem, omdat er zoveel kinderen waren.] . De moeder stelt ook voorwaarden, terwijl wettelijk alleen de vader dat recht heeft. Vraag 3 Gebruik bron 9 (Aletta krijgt de definitieve toestemming om te studeren) Voorbeeld van een juist antwoord: 3. Uit het antwoord moet blijken dat minister/minister-president Thorbecke zelf de beslissing neemt dat vrouwen (in dit geval Aletta) aan de universiteit mogen studeren. (De koning wordt er niet in gemoeid, en evenmin het parlement, want het gaat om een ministeriële beschikking.) Vraag 4 Gebruik bron 10 (de reacties in kranten en in haar omgeving) Voorbeeld van een juist antwoord: 4. In 1871 zijn er mensen die het onfatsoenlijk vinden dat een meisje gaat studeren. Dat blijkt uit de reacties van twee broers: zij vinden het een belemmering voor hun carrière dat ze zo’n zus hebben / één broer verwijt zijn vader dat hij dit toestaat / één broer wil niets meer met haar te maken hebben (hij komt daar later op terug) / de beide broers kunnen niet op tegen hun omgeving waar voortdurend opmerkingen gemaakt werden over hun studerende zus. Ook de reacties van de pers kunnen genoemd worden. Vraag 5 In deze vraag kunnen leerlingen vaststellen dat ook mannen opkomen voor emancipatie Gebruik bron 7 t/m 10 Voorbeeld van een juist antwoord: 5. Ook mannen leverden een belangrijke bijdrage aan de strijd voor gelijke rechten. Voorbeelden die gebruikt kunnen worden zijn: -- De Engelse econoom John Stuart Mill schrijft (in 1869) de slavernij der vrouw (al in 1870 in het Nederlands vertaald). Dat boekje heeft grote invloed, ook op de jonge Aletta. -- Minister-president Thorbecke vindt het belangrijk dat vrouwen kunnen studeren. Hij besluit persoonlijk dit toe te staan. -- de vader van Aletta steunt haar -- een aantal hoogleraren laten haar vervroegd examen doen Opdracht 5 De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en het kiesrecht voor vrouwen 1a. De rol van vrouwen veranderde in de oorlogvoerende landen, omdat in een massaoorlog de hele bevolking bij de oorlog betrokken is. Vrouwen waren tijdens de oorlog werkzaam in alle beroepen. Daardoor veranderde het rolpatroon (tijdelijk). Deze verandering werd door propaganda ondersteund. (In Engeland werden zelfs afspraken gemaakt tussen de suffragettebeweging en de overheid: de suffragettes zullen de inzet van vrouwen ondersteunen en de overheid zegt het vrouwenkiesrecht toe.) Antwoorden die inhouden dat de vrouwen direct deelnamen aan de strijd, zijn onjuist. Het ging om indirecte deelname aan de oorlog. Het openbare leven en de (oorlogs)industrie werden gaande gehouden door vrouwen. De vrouwen in het leger werkten bij ondersteunende diensten. 1b. Deze deelneming van vrouwen versnelde het democratiseringsproces dat al bezig was. Mannen, die massaal aan het front gestaan hadden, kon men moeilijk het kiesrecht weigeren. Vrouwen waren ook onmisbaar gebleken. (Daar kwam nog de oktoberrevolutie van 1917 bij. In de Sovjetunie ontstond een alternatief voor de burgerlijke democratie. Dat vormde ook een argument om alle burgers bij het bestuur te betrekken.) 2 De redenering dat er minder kans op oorlog is als vrouwen invloed krijgen, gaat uit van verschillen tussen man en vrouw. De man zou krijgshaftig zijn, de vrouw meer tot overleg bereid. Daardoor kan oorlog voorkomen worden als vrouwen meer bij het landsbestuur betrokken worden. 3. De leerlingen kunnen kiezen of ze het geheel, gedeeltelijk of helemaal niet met deze redenering eens zijn.
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf Structuurbegrip: De leerling moet met de kenmerkende aspecten kunnen “uitleggen hoe de kennis van het desbetreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt.” Bij deze vaardigheid wordt naar de mening van leerlingen gevraagd, daardoor is in principe elk antwoord goed. Door een historisch juist argument te vragen wordt de vraag meer gericht, maar het blijft altijd mogelijk om dubieuze standpunten met historisch juiste antwoorden te verdedigen. Opdracht 6 Kregen vrouwen in 1920 gelijke rechten en gelijke kansen? De leerlingen kunnen met bron 14 laten zien dat de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw in Nederland in 1956 uit de wet is geschrapt. (De wet werd in 1956 aangenomen en trad in 1957 in werking.) De seksuele ongelijkheid werd pas tijdens de Tweede Feministische Golf een belangrijk punt van maatschappelijke discussie. Veel vrouwen van de Eerste Golf besloten over deze onderwerpen zo min mogelijk te praten, omdat ze omstreden waren. Zij wilden eerst brede steun voor het vrouwenkiesrecht verwerven en pas daarna de andere onderwerpen weer op de agenda zetten. Aletta Jacobs vermeed bijvoorbeeld lange tijd om over voorbehoedsmiddelen te spreken. Maar na de invoering van het vrouwenkiesrecht in 1919, gaf ze wel een interview daarover in een Amerikaans tijdschrift. Dat deed daar veel stof opwaaien. Zij kreeg, toen zij door Amerikaanse artsen werd uitgenodigd voor een medische conferentie, geen visum. Over dit onderwerp is ook een opdracht voor leerlingen gemaakt: Aletta en de ooievaar, Kleio 47 (2006) nr 1 (januari/februari), ook te vinden op www.iiav.nl, onder het kopje voortgezet onderwijs. Opmerking: De Grondwet van 1917 was een compromis. Mannen kregen het algemeen kiesrecht, actief en passief, vrouwen kregen alleen passief kiesrecht en de mogelijkheid tot invoering van actief kiesrecht. Daardoor was geen 2/3 meerderheid meer vereist en kon vrouwenkiesrecht in 1919 met een gewone kamermeerderheid ingevoerd worden (initiatiefwet Marchant). Opdracht 7 Leerlingen maken een (powerpoint) presentatie, een verslag of spreekbeurt, maar de opdracht kan ook gericht worden op de eindtermen die in 2007 voor havo en vwo gaan gelden. In dat geval gebruikt de leerling de 6 gemaakte opdrachten om bij de kenmerkende aspecten 34, 35 en 36 “een passend voorbeeld” te geven “van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken”. Deze vernieuwing van de eindtermen van havo en vwo wordt in 2007 ingevoerd en het ligt voor de hand daar in de basisvorming al een beetje rekening mee te houden. Als leerlingen de opdrachten maken van ‘Dolle Mina’, ‘Man, Vrouw, Maatschappij en ‘Wij Vrouwen Eisen’, beschikken ze ook over passende voorbeelden voor kenmerkend aspect 48.
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf DE VROUW WIL OOK BESLISSEN, de ‘Eerste Feministische Golf’, ±1870 - 1920. TOELICHTING VOOR DE DOCENT NIVEAU Het niveau van deze opdrachten mikt op de derde klas van havo en vwo (de laatste klas van de basisvorming), maar sluit ook aan bij de leerstof van de tweede fase. Wij gaan uit van een door een vakdocent begeleide klas. Van het bronnenonderzoek kan een korte versie gemaakt worden door alleen opdracht 1, 4 en 6 te laten doen. Eventueel gevolgd door een presentatie of een verslag. AANSLUITENDE LEERSTOF (domein B Oriëntatiekennis van de tien tijdvakken) De inhoud van de opdracht sluit aan op de eindtermen die met ingang van schooljaar 2007 gelden voor havo en vwo. Het nieuwe van deze regeling is dat de leerlingen aan het einde van het curriculum moeten beschikken over ‘oriëntatie kennis’ van de prehistorie tot heden. Om dat te bereiken is ‘de geschiedenis’ ingedeeld in tien tijdvakken die elk een aantal kenmerkende aspecten hebben, de oriëntatiekennis. In totaal zijn er 49 kenmerkende aspecten. De leerlingen moeten bij elk kenmerkend aspect “een passend voorbeeld [kunnen] geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of [van een] handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld [kunnen] gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken”. Deze opdracht over de Eerste Feministische Golf bevat voorbeelden, die de leerlingen kunnen gebruiken voor de volgende kenmerkende aspecten: 34 De opkomst van emancipatiebewegingen. 35 Voortschrijdende democratisering met deelname van steeds meer mannen en uiteindelijk ook vrouwen aan het politieke proces. 36 De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. Er is een verband te leggen met andere kenmerkende aspecten: 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap. 31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. 48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen. 49 De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen. ORIËNTATIE KENNIS EN RESIDU KENNIS De ‘oriëntatie kennis’ van alle 49 kenmerkende aspecten wordt bekend verondersteld. Zo gaan we er bijvoorbeeld vanuit dat leerlingen die het kenmerkende aspect 40 Het voeren van twee wereldoorlogen bestudeerd hebben, het begrip ‘massaoorlog’ of ‘totale oorlog’ begrijpen (opdracht 4). Deze benadering past bij het uitgangspunt dat leerlingen alle kenmerkende aspecten met een eigen voorbeeld moeten kunnen illustreren. Die voorbeelden vormen de werkkennis van de leerling. Doorgaans blijft de werkkennis, die je nodig hebt om een onderwerp te bestuderen, niet lang hangen. Zij zakt weg als de toets of het examen gedaan is. Daarom wil het rapport van de commissie De Rooy dat de tien tijdvakken op elk niveau, van basisschool tot vwo, worden herhaald, maar dat doel is niet bereikt, want de aanbevelingen van het rapport zijn in 2007 alleen verplicht gesteld voor de tweede fase van havo en vwo. Maar het valt te verwachten dat de docenten in de basisvorming (de klassen 1 t/m 3) wel rekening zullen gaan houden met de nieuwe eindtermen van de bovenbouw. Wij gaan er bij deze opdrachten van uit dat van een onderwerp dat als voorbeeld voor een kenmerkend aspect bestudeerd is, de werkkennis misschien wel wegzakt, maar dat er altijd een residu kennis overblijft, die de leerling kan toepassen bij een nieuw onderwerp. Het grote voordeel van de nieuwe eindtermen is dat de leerlingen zelf een eigen chronologisch overzicht van voorbeeld kennis moeten opbouwen en zich eigen maken en dat deze verworven kennis steeds opnieuw moet worden toegepast.
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf Leerlingen ervaren daardoor het leren als nuttig, want wat zij geleerd hebben wordt steeds opnieuw gebruikt. In deze opdracht verwerft de leerling nieuwe voorbeeldkennis voor de kenmerkende aspecten 34, 35 en 37 en moet hij (residue)kennis van een aantal andere kenmerkende aspecten toepassen.
DE VAARDIGHEDEN (domein A historische vaardigheden of structuurbegrippen) Per opdracht wordt een toelichting gegeven op de inhoud en de vaardigheden (structuurbegrippen). Bij een deel van de opdrachten staan antwoorden, suggesties en verwijzingen. De docent kan er voor kiezen maar een paar opdrachten te laten maken. Opdracht 1 De suffragettes De leerling moet, met behulp van Google, uit 2.710 (het aantal wisselt) afbeeldingen er een aantal zoeken waarmee de vragen kunnen worden beantwoord. De afbeeldingen worden door Google in pakketjes van 18 aangeboden, vaak gaat het om dezelfde afbeeldingen. (Structuurbegrip Bruikbaarheid: De leerling kan voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en gegevens eruit selecteren. Structuurbegrip Interpretatie: De leerling kan uitspraken ondersteunen met historische argumenten.) Opdracht 2 Vrouwen uit de ‘beschaafde stand’, de ‘fatsoenlijke burgerklasse’ en de’ vrouwen uit het volk’ Als bron worden fragmenten gebruikt uit Elise van Calcar, De dubbele roeping der vrouw 1873. Met dit boekje won zij een prijsvraag van de Vereeniging van Fabrijk- en Handwerksnijverheid in Nederland. Deze achtergrondinformatie kan in de klas gebruikt worden om de bruikbaarheid van bronnen te bespreken: Welke conclusies over het toenmalige Nederland kun je uit de bron trekken? Welke onderzoeksvragen kun je formuleren? Was er iets aan het veranderen in economisch en maatschappelijk opzicht ten opzichte van de voorgaande tijd? Dit veronderstelt dat leerlingen weten dat omstreeks 1870 Nederland de kenmerken begon te vertonen van een industriële samenleving. Wij hebben gekozen voor een vergelijking met het heden. Vraag 1 en 2 Bij de vragen krijgen de leerlingen de kennis aangeboden dat er toen drie klassen waren. De namen van de klassen zijn ontleend aan het boekje van Elise van Calcar. De leerlingen komen er door deze twee vragen achter dat de meeste vrouwen van de Eerste Golf behoorden tot de hogere klasse en zij moeten daar een verklaring voor geven (met de bron). Tevens kunnen zij ontdekken dat deze vrouwen ook opkwamen voor de andere klassen, omdat die vrouwen met dezelfde maatschappelijke ontwikkelingen te maken hadden. (structuurbegrip oorzaak en gevolg) Vraag 3 Elise van Calcar noemt vier redenen waarom vrouwen omstreeks 1873 moeilijk een zelfstandig leven kunnen leiden. De leerlingen moeten uitleggen of deze vier redenen tegenwoordig nog van invloed zijn (structuurbegrip continuïteit en verandering) en een verklaring geven voor de verandering of het ontbreken daarvan. Deze vraag leent zich voor discussie, klassikaal of in groepjes. (structuurbegrip interpretatie; oorzaak en gevolg) Vraag 4 Leerlingen kunnen bijvoorbeeld antwoorden: dat vrouwen uit de ‘beschaafde stand’ het meest leden onder het maatschappelijk taboe op vrouwenarbeid, terwijl de arbeid van vrouwen uit de midden- en lagere stand wel acceptabel was, want vaak noodzakelijk. dat vrouwen uit de ‘beschaafde stand’ beschikten over veel vrije tijd, vaak een betere opleiding hadden en soms ook geld. Zij konden hun leven zin en richting geven in het feminisme. Deze vier vragen hebben ook betrekking op de rol van waardepatronen en verandering daarin. (Structuurbegrip Interpretatie: ”De leerling kan rekening houden met de rol van waardepatronen”.) Opdracht 3 Kiesrecht voor vrouwen Vraag 1 Uit vier bronnen met een propagandistisch karakter moet de leerling drie argumenten voor invoering van vrouwenkiesrecht noemen, bijvoorbeeld: Bron 2 Zelfs misdadigers mogen stemmen (als zij hun straf hebben uitgezeten), dan kun je aan vrouwen, die nooit iets misdeden, het stemrecht niet onthouden. (Vrouwen zijn toch zeker geschikter dan misdadigers om de staat te besturen?) Bron 3 Vrouwen dragen hetzelfde bij aan de maatschappij / doen hetzelfde werk op kantoor, in de fabriek, in het onderwijs en de verpleging, daarom moeten ook ze kiesrecht krijgen. (Gelijke verantwoordelijkheid, gelijke rechten) Bron 4 Kiesrecht geeft invloed (op het maken van wetten)/ door kiesrecht krijg je meer kennis en dat maakt je sterker
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf (opvoedkundig argument). Dat is voor mannen en vrouwen even belangrijk, want de strijd om het bestaan is voor beiden even zwaar. Bron 5 Het is beter voor de verhouding/de liefde tussen man en vrouw als beide gelijke rechten hebben. (Vrouwen uit drie verschillende standen zeggen tegen hun mannen/vrijers: Wij staken! Met kiesrecht voor de vrouw pas ik beter bij jou.) Vraag 2 Bron 6 De tekenaar tekent een groep kippen met een slot op de snavel, die bordjes dragen met vrede, gelijkheid, vrijheid, verdraagzaamheid, welvaart en geluk. De tekenaar bedoelt daarmee dat vrede enz. meer kans krijgen als vrouwen stemrecht hebben. Hij gaat er dus vanuit dat vrouwen anders zijn, andere dingen belangrijk vinden. Structuurbegrip interpretatie, rol van waardepatronen in heden en verleden Opdracht 4 Aletta Jacobs als voorbeeld Wij hebben Aletta Jacobs gekozen als voorbeeld voor leerlingen bij de kenmerkende aspecten 34, 35 en 36. Zij is een nationaal en internationaal bekend icoon van de vrouwenbeweging en heeft zich bezig gehouden met bijna alle facetten van de emancipatie. Met de in deze opdracht verworven basiskennis, moet de leerling al die facetten kunnen plaatsen. Aletta dient als oriëntatiepunt waaraan de leerling gemakkelijk andere vrouwen en mannen kan toevoegen. Verder is vergelijking mogelijk met de Tweede Golf. Andere aspecten van Aletta Jacobs: -- De Aletta van de kiesrechtstrijd (oefenen met bronnen): Kleio 46 (2005) nummer 3 (april/mei) -- De Aletta van de vredesbeweging: Als vrouwen toen de baas waren geweest, Aletta Jacobs in de Eerste Wereldoorlog, Kleio 46 (2005), nr 6 (september/oktober) -- De Aletta van de voorbehoedsmiddelen: Aletta en de ooievaar, Kleio 47 (2006) nr 1 (januari/februari). -- Aletta in Indonesië, deze opdracht voor het nieuwe CSE onderwerp verschijnt in het begin van het schooljaar 2006/2007. Deze vier artikelen met bronnen en vragen zijn ook te vinden op www.iiav.nl, onder het kopje voortgezet onderwijs. Een aantal bronnen van confessionele zijde over de kiesrechtstrijd is te vinden in: www.nationaalarchief.nl/onderwijs/voortgezetonderwijs. Daar staat onder Thema’s voor de Tweede Fase: Archief in de klas II. Klik daar op Vrouwenkiesrecht Antwoorden op de vragen van Opdracht 4 Aletta Jacobs als voorbeeld Vraag 1 Opmerking; Aletta zegt dat ze 14 was toen ze John Stuart Mill in het Nederlands las, maar ze moet 16 zijn geweest, want Mill scheef Subjection of women in 1869 en de Nederlandse vertaling is van 1870. Gebruik bron 7 (Aletta als kind. Zij wandelt mee als haar vader patiënten bezoekt) Voorbeeld van een juist antwoord: 1. De kleine Aletta wil dokter worden, maar ontdekt dat alleen jongens mogen studeren. Dan leest ze in De slavernij der vrouw dat dit komt omdat mannen de wetgeving maken. Daardoor wordt ze al op jonge leeftijd voorstandster van vrouwenkiesrecht, omdat vrouwen daarmee hun positie kunnen verbeteren. Het antwoord op deze vraag bevat een redenering en bestaat dus uit drie stappen. Vraag 2 Gebruik bron 8 (Aletta schrijft op eigen houtje een brief aan Thorbecke) Voorbeeld van een juist antwoord: 2. Dat verhoudingen in het gezin in de praktijk anders zijn dan je volgens de rechtspositie zou denken, blijkt uit de volgende voorbeelden: . De vader is het hoofd van het gezin (hij schrijft het antwoord aan minister Thorbecke), maar hij raadpleegt/beslist met de moeder, de oudste broer en Aletta zelf . Aletta een minderjarig meisje (net 17 geworden) schrijft een verzoek aan de minister-president, zonder het eerst aan vader te vragen. Hij zegt er wel wat van, maar Aletta heeft toch de indruk dat hij waardeert dat ze zo zelfstandig optreedt . Aletta zegt tegen haar vader “Ik heb niets te overwegen, mijn plan staat al sinds lang vast”, terwijl volgens de wet al-
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf leen de vader tot een plan voor haar kan besluiten. [Die moet bovendien de studiekosten betalen en dat was wel een probleem, omdat er zoveel kinderen waren.] . De moeder stelt ook voorwaarden, terwijl wettelijk alleen de vader dat recht heeft. Vraag 3 Gebruik bron 9 (Aletta krijgt de definitieve toestemming om te studeren) Voorbeeld van een juist antwoord: 3. Uit het antwoord moet blijken dat minister/minister-president Thorbecke zelf de beslissing neemt dat vrouwen (in dit geval Aletta) aan de universiteit mogen studeren. (De koning wordt er niet in gemoeid, en evenmin het parlement, want het gaat om een ministeriële beschikking.) Vraag 4 Gebruik bron 10 (de reacties in kranten en in haar omgeving) Voorbeeld van een juist antwoord: 4. In 1871 zijn er mensen die het onfatsoenlijk vinden dat een meisje gaat studeren. Dat blijkt uit de reacties van twee broers: zij vinden het een belemmering voor hun carrière dat ze zo’n zus hebben / één broer verwijt zijn vader dat hij dit toestaat / één broer wil niets meer met haar te maken hebben (hij komt daar later op terug) / de beide broers kunnen niet op tegen hun omgeving waar voortdurend opmerkingen gemaakt werden over hun studerende zus. Ook de reacties van de pers kunnen genoemd worden. Vraag 5 In deze vraag kunnen leerlingen vaststellen dat ook mannen opkomen voor emancipatie Gebruik bron 7 t/m 10 Voorbeeld van een juist antwoord: 5. Ook mannen leverden een belangrijke bijdrage aan de strijd voor gelijke rechten. Voorbeelden die gebruikt kunnen worden zijn: -- De Engelse econoom John Stuart Mill schrijft (in 1869) de slavernij der vrouw (al in 1870 in het Nederlands vertaald). Dat boekje heeft grote invloed, ook op de jonge Aletta. -- Minister-president Thorbecke vindt het belangrijk dat vrouwen kunnen studeren. Hij besluit persoonlijk dit toe te staan. -- de vader van Aletta steunt haar -- een aantal hoogleraren laten haar vervroegd examen doen Opdracht 5 De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en het kiesrecht voor vrouwen 1a. De rol van vrouwen veranderde in de oorlogvoerende landen, omdat in een massaoorlog de hele bevolking bij de oorlog betrokken is. Vrouwen waren tijdens de oorlog werkzaam in alle beroepen. Daardoor veranderde het rolpatroon (tijdelijk). Deze verandering werd door propaganda ondersteund. (In Engeland werden zelfs afspraken gemaakt tussen de suffragettebeweging en de overheid: de suffragettes zullen de inzet van vrouwen ondersteunen en de overheid zegt het vrouwenkiesrecht toe.) Antwoorden die inhouden dat de vrouwen direct deelnamen aan de strijd, zijn onjuist. Het ging om indirecte deelname aan de oorlog. Het openbare leven en de (oorlogs)industrie werden gaande gehouden door vrouwen. De vrouwen in het leger werkten bij ondersteunende diensten. 1b. Deze deelneming van vrouwen versnelde het democratiseringsproces dat al bezig was. Mannen, die massaal aan het front gestaan hadden, kon men moeilijk het kiesrecht weigeren. Vrouwen waren ook onmisbaar gebleken. (Daar kwam nog de oktoberrevolutie van 1917 bij. In de Sovjetunie ontstond een alternatief voor de burgerlijke democratie. Dat vormde ook een argument om alle burgers bij het bestuur te betrekken.) 2 De redenering dat er minder kans op oorlog is als vrouwen invloed krijgen, gaat uit van verschillen tussen man en vrouw. De man zou krijgshaftig zijn, de vrouw meer tot overleg bereid. Daardoor kan oorlog voorkomen worden als vrouwen meer bij het landsbestuur betrokken worden. 3. De leerlingen kunnen kiezen of ze het geheel, gedeeltelijk of helemaal niet met deze redenering eens zijn.
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Eerste Feministische Golf Structuurbegrip: De leerling moet met de kenmerkende aspecten kunnen “uitleggen hoe de kennis van het desbetreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt.” Bij deze vaardigheid wordt naar de mening van leerlingen gevraagd, daardoor is in principe elk antwoord goed. Door een historisch juist argument te vragen wordt de vraag meer gericht, maar het blijft altijd mogelijk om dubieuze standpunten met historisch juiste antwoorden te verdedigen. Opdracht 6 Kregen vrouwen in 1920 gelijke rechten en gelijke kansen? De leerlingen kunnen met bron 14 laten zien dat de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw in Nederland in 1956 uit de wet is geschrapt. (De wet werd in 1956 aangenomen en trad in 1957 in werking.) De seksuele ongelijkheid werd pas tijdens de Tweede Feministische Golf een belangrijk punt van maatschappelijke discussie. Veel vrouwen van de Eerste Golf besloten over deze onderwerpen zo min mogelijk te praten, omdat ze omstreden waren. Zij wilden eerst brede steun voor het vrouwenkiesrecht verwerven en pas daarna de andere onderwerpen weer op de agenda zetten. Aletta Jacobs vermeed bijvoorbeeld lange tijd om over voorbehoedsmiddelen te spreken. Maar na de invoering van het vrouwenkiesrecht in 1919, gaf ze wel een interview daarover in een Amerikaans tijdschrift. Dat deed daar veel stof opwaaien. Zij kreeg, toen zij door Amerikaanse artsen werd uitgenodigd voor een medische conferentie, geen visum. Over dit onderwerp is ook een opdracht voor leerlingen gemaakt: Aletta en de ooievaar, Kleio 47 (2006) nr 1 (januari/februari), ook te vinden op www.iiav.nl, onder het kopje voortgezet onderwijs. Opmerking: De Grondwet van 1917 was een compromis. Mannen kregen het algemeen kiesrecht, actief en passief, vrouwen kregen alleen passief kiesrecht en de mogelijkheid tot invoering van actief kiesrecht. Daardoor was geen 2/3 meerderheid meer vereist en kon vrouwenkiesrecht in 1919 met een gewone kamermeerderheid ingevoerd worden (initiatiefwet Marchant). Opdracht 7 Leerlingen maken een (powerpoint) presentatie, een verslag of spreekbeurt, maar de opdracht kan ook gericht worden op de eindtermen die in 2007 voor havo en vwo gaan gelden. In dat geval gebruikt de leerling de 6 gemaakte opdrachten om bij de kenmerkende aspecten 34, 35 en 36 “een passend voorbeeld” te geven “van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken”. Deze vernieuwing van de eindtermen van havo en vwo wordt in 2007 ingevoerd en het ligt voor de hand daar in de basisvorming al een beetje rekening mee te houden. Als leerlingen de opdrachten maken van ‘Dolle Mina’, ‘Man, Vrouw, Maatschappij en ‘Wij Vrouwen Eisen’, beschikken ze ook over passende voorbeelden voor kenmerkend aspect 48.
De vrouw beslist | de verdieping | Eerste Feministische Golf
Man vrouw maatschappij Indeling van het essay Onderschrift en titels van de kopjes
Vaardigheid
Inleiding
• Gebruik de bron. • Waarom komen vrouwen en een kleine groep mannen ‘in opstand’? • Haal in ieder geval twee argumenten uit de bron.
Oorzaak en gevolg • De kandidaat kan in het kader van een historische vraagstelling verklaringen geven voor historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelen. Interpretatie • De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Oprichting en doel- • Gebruik de bron. stelling • Wat wil Man Vrouw Maatschappij bereiken? • Ontleen in ieder geval een doelstelling van Man Vrouw Maatschappij aan het affiche.
Interpretatie • De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Naamgeving
• Gebruik de bronnen. • Hoe probeert Man Vrouw Maatschappij – volgens deze bronnen – de kansen van mannen en vrouwen te bevorderen? • Geef bij elke bron een argument.
Interpretatie • De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Acties
• Gebruik de bronnen. • Vind je dat de acties van Man Vrouw Maatschappij - als je ze bekijkt vanuit de toenmalige man- vrouw verhouding - bijdragen aan het doel van de organisatie? • Verwerk in je antwoord argumenten die je ontleent aan de bronnen.
Interpretatie • De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden. Interpretatie • De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Succes ?
• Kijk naar de bronnen. • Bedenk wat de mogelijkheden van jongens en meisjes, mannen en vrouwen zijn in 1968 en in 1988. Ben je het dan eens met de beslissing van MVM om zich op te heffen? • Ontleen aan iedere bron een argument dat je verwerkt in je antwoord.
Continuïteit en verandering • De kandidaat kan in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven en verschillende soorten historische verandering onderscheiden. Interpretatie • De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Tot slot
• Geef je eigen mening over de successen van de tweede golf, waar MVM aan bijgedragen heeft. Kijk voor meer informatie ook eens op www. opzij.nl en dan klikken op feminisme ( tweede golf en feminisme nu)
Continuïteit & verandering • De kandidaat kan in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven en de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven;
Docenten handleiding De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Je gaat een opdracht maken over Man Vrouw Maatschappij. Doe het zo: 1. Gebruik de cursieve kopjes in kolom 1 als hoofdstukken van je essay. 2. Maak telkens eerst de vragen in kolom 2 en gebruik het antwoord bij het schrijven van de hoofdstukken. Lees voordat je begint eerst www.devrouwbeslist.nl ( dit is het boek de vrouw beslist)
Kolom 1
Indeling van het essay en titels van de hoofdstukken. (Je mag andere titels verzinnen)
Kolom 2
Bron en vraag De bronnen kun je hieronder vinden
Inleiding • Gebruik bron 1. Hierin beschrijf je kort waarom vrouwen en een kleine • Waarom komen vrouwen en een kleine groep mannen groep mannen in opstand komen. ‘in opstand’? • Haal in ieder geval twee argumenten uit de bron.
Oprichting en doelstelling • Gebruik bron 2. Hier beschrijf je waarom Man Vrouw Maatschappij wordt • Wat wil Man Vrouw Maatschappij bereiken? opgericht en wat hun doelstelling is. • Ontleen in ieder geval een doelstelling van Man Vrouw Maatschappij aan het affiche. Naamgeving Hierin beschrijf je hoe Man Vrouw Maatschappij probeert de kansen van mannen en vrouwen te bevorderen, om zo haar naam waar te kunnen maken.
• Gebruik bron 3 t/m 6 • Hoe probeert Man Vrouw Maatschappij – volgens deze bronnen – de kansen van mannen en vrouwen te bevorderen? • Geef bij elke bron een argument.
Acties Hierin beschrijf je hoe de acties van Man Vrouw Maatschappij - als je ze bekijkt vanuit de man-vrouw verhoudingen van die tijd - hebben bijgedragen aan de gelijke kansen van mannen en vrouwen.
• Gebruik bron 7 t/m 11 • Vind je dat de acties van Man Vrouw Maatschappij - als je ze bekijkt vanuit de toenmalige man- vrouw verhouding - bijdragen aan het doel van de organisatie? • Verwerk in je antwoord argumenten die je ontleent aan de bronnen.
Succes
• Kijk naar de bronnen 12 t/m 14. • Bedenk wat de mogelijkheden van jongens en meisjes, Hierin beschrijf je of het terecht is dat Man Vrouw Maat- mannen en vrouwen zijn in 1968 en in 1988. Ben je het schappij in 1988 besluit zich op te heffen. Geef daarvoor dan eens met de beslissing van MVM om zich op te hefdrie argumenten. fen? • Ontleen aan iedere bron een Tot slot
• Geef je eigen mening over de successen van de tweede golf, waar MVM aan bijgedragen heeft. Kijk voor meer informatie ook eens op www.opzij.nl en dan klikken op feminisme ( tweede golf en feminisme nu)
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Inleiding
Bron 1 Deel van artikel uit het weekblad Margriet no. 40 jaargang 1970
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Oprichting en doelstelling
Bron 2 (A200) Deel van artikel uit het weekblad Margriet no. 40 jaargang 1970
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Naamgeving
Bron 3 (A2457) De naam Man Vrouw Maatschappij is bedacht om duidelijk te maken dat er geen sprake zou mogen zijn van traditionele mannen- en vrouwenrollen.
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Naamgeving
Bron 4 (F1-97c) Stand van de werkgroep (vanuit MVM) ‘Willem wordt wakker’ met tekst: ‘man moedig mens worden’, ‘Willem de wekker rinkelt’.
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Naamgeving
Bron 5 Artikel uit het MVM-blad 1976 Mannen wat moeten we ermee?
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Naamgeving
Bron 6 (A295) Propaganda om lid te worden van MVM.
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Acties
Bron 7 (A1361) Man Vrouw Maatschappij doet mee met verschillende acties die allemaal tot doel hadden gelijke kansen voor mannen en vrouwen te bevorderen.
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Acties
Bron 8 (100001212a) Abortusdemonstratie. Drie vrouwen met poppen boven het hoofd. ‘Uit het strafrecht, in het ziekenfonds, de vrouw beslist’ Geheel rechts: Hillie Molenaar. Foto online niet beschikbaar.
De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Acties
Bron 9 (100001212a)
10 De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Acties
Bron 10 (A4303)
11 De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Acties
Bron 11 (A2612) ‘Op de vrouw af’ is een landelijke manifestatie, die vrouwen bewust moest maken van hun beperkte mogelijkheden.
12 De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Succes
Bron 12 (100008824) Twintig jaar na de oprichting van Man Vrouw Maatschappij, in 1988, vind de organisatie het mooi geweest. Er is genoeg bereikt en ze besluiten zich op te heffen.
13 De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Succes
Bron 13 (100008203)
14 De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Man Vrouw Maatschappij Succes
Bron 14 (A280) In 1981 komt er een Emancipatie Raad voor rechtstreeks advies aan de regering
15 De vrouw beslist | de verdieping | Man Vrouw Maatschappij
Wij Vrouwen Eisen Indeling van het essay en titels van de kopjes
Onderschrift
Vaardigheid
Stand van zaken
• Gebruik de bron. • Is het begrijpelijk dat sommige mensen in 1970 vinden dat de situatie rond abortus veranderd moet worden? • Geef twee argumenten.
• Oorzaak en gevolg De kandidaat kan in het kader van een historische vraagstelling verklaringen geven voor historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelen. Interpretatie De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Periode 1971-1974
• Gebruik de bronnen. • Wat wil de vrouwenbeweging precies veranderen aan de abortusregeling? • Ontleen aan elke bron telkens één ding rond de abortusregeling dat volgens de vrouwenbeweging moet veranderen.
• Interpretatie De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
1974 Wij Vrouwen Eisen
• Gebruik de bronnen. • Op de drie foto’s zie je Wij Vrouwen Eisen actie voeren. Bekijk de foto’s. Welk actiepunt hoort bij welke foto?
• Interpretatie De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Bloemenhove
• Lees De vrouw beslist, pagina 144 • Waarom wil minister Van Agt de Bloemenhovekliniek sluiten? • Bekijk de bronnen. • Wat is de reactie van de vrouwenbeweging? • Geef antwoord m.b.v. elementen op de foto.
• Interpretatie De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Wetsontwerp 1981
• Beantwoord de vragen m.b.v. de bron. • Wat houdt de nieuwe abortuswet precies in? • Is de vrouwenbeweging voor of tegen?
• Oorzaak en gevolg De kandidaat kan in het kader van een historische vraagstelling verklaringen geven voor historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelen. Interpretatie De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden
Docenten handleiding De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Je gaat een opdracht maken over Wij Vrouwen Eisen Doe het zo: 1. Gebruik de cursieve kopjes in kolom 1 als hoofdstukken van je essay. 2. Maak telkens eerst de vragen in kolom 2 en gebruik het antwoord bij het schrijven van de hoofdstukken. Lees voordat je begint eerst: www.devrouwbeslist.nl - welke???
Kolom 1
Indeling van het essay en titels van de hoofdstukken. (Je mag andere titels verzinnen)
Kolom 2
Bron en vraag De bronnen kun je vinden op www ...... of krijg je van de docent
Stand van zaken
• Gebruik bron 1. • Is het begrijpelijk dat sommige mensen in 1970 vinden Hier beschrijf je waarom het begrijpelijk is dat men in 1970 dat de situatie rond abortus veranderd moet worden? de situatie rond abortus wil veranderen. • Geef twee argumenten. Periode 1971-1974
• Gebruik de bronnen 2 t/m 5. • Wat wil de vrouwenbeweging precies veranderen aan Hier beschrijf je wat de vrouwenbeweging precies wil ver- de abortuswetgeving? anderen aan de abortusregeling van die tijd. • Ontleen aan elke bron telkens één onderdeel van de abortuswetgeving dat volgens de vrouwenbeweging moet veranderen. 1974 Wij Vrouwen Eisen
• Gebruik de bronnen 6 t/m 8. • Op de drie bronnen zie je Wij Vrouwen Eisen actie voeHierin beschrijf je waarom Wij Vrouwen Eisen wordt opge- ren. Bekijk ze goed. Om welke actiepunten gaat het? Verricht en wat zij wil bereiken. Dit doe je door de afgebeelde bind een actiepunt aan iedere foto. acties te beschrijven. Bloemenhove
• Lees De vrouw beslist, pagina 144 • Waarom wil minister Van Agt de Bloemenhovekliniek Hierin beschrijf je waarom minister Van Agt besluit de sluiten? Bloemenhovekliniek te sluiten en wat de reactie van de • Bekijk de bronnen 9 en 10. vrouwenbeweging daarop is. • Wat is de reactie van de vrouwenbeweging? • Verwerk in je antwoord twee aanwijzingen uit de foto. Wetsontwerp 1981
• Beantwoord de vragen m.b.v. bron 11. • Wat houdt de nieuwe abortuswet precies in? Hierin beschrijf je de inhoud van de nieuwe abortuswet • Is de vrouwenbeweging voor of tegen? Waarom denk uit 1981. Beschrijf ook wat de vrouwenbeweging er van je dat? Geef twee argumenten uit de bron die je antwoord vind. ondersteunen.
Tot slot Geef je eigen mening over de abortusstrijd zoals die gevoerd is vanaf 1970 tot 1981. Vind je dat vrouwen veel bereikt hebben? Eventueel kun je ook de situatie rond abortus nu weergeven. Kijk voor meer informatie op www.emancipatie.nl en dan klikken op dossier. Daar vind je meerdere dossiers over abortus.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Inleiding
Bron 1 Deze bron is onderdeel van de actie ‘Op de vrouw af’. Hiermee worden vrouwen bewust gemaakt van hun beperkte maatschappelijke mogelijkheden. Een van de actiepunten was seksualiteit en geboorteregeling.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Periode 1971-1974
Bron 2 Van 1971 tot 1974 zijn er veel acties vanuit de vrouwenbeweging die allen tot doel hebben de bestaande abortusregeling te veranderen.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Periode 1971-1974
Bron 3 Van 1971 tot 1974 zijn er veel acties vanuit de vrouwenbeweging die allen tot doel hebben de bestaande abortusregeling te veranderen.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Periode 1971-1974
Bron 4 Van 1971 tot 1974 zijn er veel acties vanuit de vrouwenbeweging die allen tot doel hebben de bestaande abortusregeling te veranderen.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Periode 1971-1974
Bron 5 Van 1971 tot 1974 zijn er veel acties vanuit de vrouwenbeweging die allen tot doel hebben de bestaande abortusregeling te veranderen.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen 1974 Wij vrouwen eisen
Bron 6 In 1974 wordt Wij Vrouwen Eisen opgericht. Deze groep formuleert drie eisen waaraan de wetgeving rondom abortus zou moeten voldoen.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen 1974 Wij vrouwen eisen
Bron 7 In 1974 wordt Wij Vrouwen Eisen opgericht. Deze groep formuleert drie eisen waaraan de wetgeving rondom abortus zou moeten voldoen.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen 1974 Wij vrouwen eisen
Bron 8 In 1974 wordt Wij Vrouwen Eisen opgericht. Deze groep formuleert drie eisen waaraan de wetgeving rondom abortus zou moeten voldoen.
De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Bloemenhove
Bron 9 In 1976 probeert minister van Justitie met behulp van een grote politiemacht de abortuskliniek Bloemenhove te sluiten.
10 De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Bloemenhove
Bron 10 In 1976 probeert minister van Justitie met behulp van een grote politiemacht de abortuskliniek Bloemenhove te sluiten.
11 De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen
Wij Vrouwen Eisen Wetsvoorstel 1981
Bron 11 In 1981 komt er op voorstel van minister-president Van Agt een nieuwe wet. Vrouwen die een abortus willen, krijgen vijf dagen bedenktijd en daarna kan een arts beslissen of hij/zij die abortus uit wil voeren.
12 De vrouw beslist | de verdieping | Wij Vrouwen Eisen