Motieven van aios en studenten geneeskunde om te kiezen voor een opleidingsplek in het UMCG/OOR N&O
Pine Remmelts Jan Pols Hanke Dekker Ids Dijkstra Juni 2012
Inhoud
Inleiding .................................................................................................................. 1 Methode .................................................................................................................. 1 Resultaten................................................................................................................ 2 Respondenten ..................................................................................................... 2 Aios .................................................................................................................... 2 Studenten geneeskunde ...................................................................................... 4 Conclusies ............................................................................................................... 7 Bijlage I................................................................................................................... 8 Bijlage II ................................................................................................................. 10 Bijlage III ................................................................................................................ 12
Inleiding Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) verzorgt alle medisch specialistische vervolgopleidingen. De Centrale Opleidingscommissie van het UMCG merkte dat diverse specialismen moeite hebben met het vullen van opleidingsplekken. Ze vroeg zich daarom af hoe de opleidingen en de regio zich kunnen profileren om voor potentiële aios aantrekkelijk te zijn. Wat maakt dat men kiest voor het UMCG en de Noordelijke Opleidingsregio (OOR N&O)? Om bovengenoemde vraag te beantwoorden heeft de Centrale Opleidingscommissie van het UMCG, in samenspraak met Bureau Werving van het UMCG aan de Postgraduate School of Medicine gevraagd een kort onderzoek te verrichten naar factoren die bepalen of men in het UMCG/ OOR N&O opgeleid wil worden. Het onderzoek is uitgevoerd door medewerkers van het Wenckebach Instituut in samenwerking met het Onderwijsinstituut van de Faculteit der Medische Wetenschappen. Resultaten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt om te komen tot een betere aansluiting tussen wensen en behoeften van (toekomstige) aios en het UMCG en daarmee het verhogen van de wervingskracht van het UMCG. Een gerichte wervingscampagne om de aantrekkelijke kanten van een opleiding in het UMCG (OOR N&O) onder de aandacht te brengen kan hierbij ondersteunend zijn. Bestaand onderzoek op het gebied van de keuze van een vervolgopleiding richt zich met name op de beroepskeuze van geneeskunde studenten en recent afgestudeerde basisartsen en niet op de vraag in welke opleidingsregio men opgeleid wil worden.* Daarom is onderzoek gedaan onder aios en studenten geneeskunde naar de factoren die hun keuze bepalen. Daarbij is ook gekeken of er verschillen zijn tussen aios die binnen of buiten de regio hun studie geneeskunde hebben gevolgd.
Methode Het onderzoek is met een digitale vragenlijst uitgevoerd onder aios werkzaam in het UMCG en 6e jaars studenten Geneeskunde in hun M3 stage (semi-arts stage) in het UMCG en affiliatieziekenhuizen. Aios werden benaderd via de Outlook Aiosadreslijst, geactualiseerd met gegevens uit Peoplesoft. Het Onderwijsinstituut van de Faculteit der Medische Wetenschappen heeft e-mailadressen van M3 studenten beschikbaar gesteld. Voorafgaand aan het opstellen van deze vragenlijst hebben ter oriëntatie 7 gesprekken plaatsgevonden met huidige aios om te inventariseren welke beweegredenen zij hebben voor het volgen van een vervolgopleiding in het UMCG. Op basis daarvan zijn een vragenlijst voor aios en een aangepaste vragenlijst voor studenten geneeskunde gemaakt. Aios werd gevraagd naar beweegredenen voor de keuze van hun huidige opleidingsplek, studenten naar factoren voor hen belangrijk zijn bij de keuze van een toekomstige opleidingsplek. Beide groepen konden het belang van elke factor aangeven op een vijf-punts Likertschaal lopend van “heel onbelangrijk” (1) tot “heel belangrijk” (5) en hadden de mogelijkheid om aanvullende factoren te noemen. De vragenlijst bevatte naast vragen naar beweegredenen vragen naar demografische gegevens en enkel achtergrondvariabelen zoals aantal sollicitaties en het moment van de keuze voor een vervolgopleiding. Middels een open vraag werd respondenten tevens gevraagd om adviezen om een opleiding in het UMCG (OOR N&O) aantrekkelijker te maken.
*
Zie het proefschrift van Soethout: Soethout M.B.M. Career preference of medical students and career choice of recent graduates. [proefschrift] Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam; 2007.
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 1 van 16
Resultaten Respondenten In totaal hebben 529 Aios en 159 Studenten Geneeskunde een vragenlijst ontvangen. De respons bedroeg 172 voor aios (32%) en 79 voor studenten Geneeskunde (49%).
AIOS Algemeen Van de aios studeerde 67,1% geneeskunde in Groningen (tabel 1) en is 53% afkomstig uit de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel. Van de hele groep studeerde 18,8% cum laude af en is 16,5% gepromoveerd. Tussen aios die in Groningen studeerden en die elders studeerden bestaan op dit punt geen significante verschillen. Faculteit Rijksuniversiteit Groningen
% 67,1
Universiteit Utrecht
5,9
Erasmus Universiteit Rotterdam
5,3
Radboud Universiteit Nijmegen
4,1
Vrije Universiteit Amsterdam
4,1
Universiteit Leiden
3,5
Universiteit Maastricht
3,5
Universiteit van Amsterdam
2,9
Buitenland 3,5 Tabel 1 Faculteit studie geneeskunde aios
Het specialisme waarvoor men in opleiding wilde komen koos 16,5% van de aios vóór hun coschappen, 51,2% tijdens de co-schappen en 32,4% na het artsexamen (bijlage I, tabel A). Van de aios volgt 92,9% een opleiding voor het specialisme van hun eerste keuze, 65,9% had na één sollicitatie een opleidingsplek, 90,6% na twee sollicitaties. Op dit punt bestaan geen significante verschillen tussen aios die in Groningen studeerden en die elders studeerden. Tussen het afronden van de studie geneeskunde en het begin van de vervolgopleiding verstreek voor 27,1% van de aios minder dan een jaar tijd (15,3% startte binnen 3 maanden), voor 31,2% tussen 1 en 2 jaar en voor 18,8% tussen 2 en 3 jaar. De opleidingsplek koos 5,9% van de aios vóór hun co-schappen, 31,2% tijdens de co-schappen en 62,9% na het artsexamen (bijlage I, tabel B). Het UMCG/OOR N&O was voor 74,7% de opleidingsplek van hun eerste keuze (zie ook bijlage I, tabel C: eerste keuze van de overige 25,3%). Van de aios geeft 43,5% aan na hun registratie werkzaamheden in een regionale setting te ambiëren, 25,9% ambieert een universitaire werksetting en 30,6% heeft nog geen voorkeur (bijlage I, tabel D). Beweegredenen De beweegredenen voor aios om te kiezen voor een opleidingsplek in het UMCG/OOR N&O staan in tabel 2. Omdat aios die buiten de regio gestudeerd hebben mogelijk andere beweegredenen hebben om voor de regio te kiezen dan aios die in Groningen gestudeerd hebben zijn deze twee groepen met elkaar vergeleken. De resultaten hiervan en significante verschillen staan in de laatste twee kolommen van tabel 2. De belangrijkste drie redenen van aios die in Groningen studeerden zijn:
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 2 van 16
1. De locatie van de opleidingsstad 2. De kans om daadwerkelijk aangenomen te worden 3. De sfeer binnen de opleidingskliniek Voor aios die elders geneeskunde studeerden zijn dat: 1. De kans om daadwerkelijk aangenomen te worden 2. De sfeer binnen de opleidingskliniek 3. De breedte waarin het vakgebied binnen de opleiding aan de orde komt
Hele groep
In Groningen gestudeerd
Elders gestudeerd
De kans om na een sollicitatie daadwerkelijk aangenomen te worden.
3,76
3,68
3,93
De locatie van de opleidingsstad.
3,58
3,99
2,75
De sfeer binnen de opleidingskliniek(en).
3,56
3,64
3,41
De breedte waarin het vakgebied tijdens de opleiding aan de orde komt.
3,38
3,42
3,30
De vakinhoudelijke accenten die tijdens de opleiding gelegd worden.
3,27
3,29
3,23
De landelijke reputatie van de opleiding.
3,22
3,29
3,07
De kwaliteit van onderwijsfaciliteiten.
3,21
3,32
3,00
Rust en ruimte in de opleidingsregio.
3,17
3,31
2,89
De wens om mettertijd in deze regio als medisch specialist werkzaam te zijn.
2,95
3,12
2,61
De mogelijkheid om opleiding en (promotie-)onderzoek te koppelen.
2,91
3,04
2,64
Het aanbod van differentiatiestages.
2,76
2,84
2,61
Dat mijn vrienden in de buurt wonen. De mogelijkheid voor mijn partner om in de nabijheid van mijn opleidingsplek werk te vinden. Het culturele aanbod van de opleidingsstad.
2,76
3,19
1,88
2,75
2,88
2,48
2,73
2,88
2,43
De hoogte van de filedruk in de opleidingsregio.
2,71
2,58
2,57
De huizenprijzen in de opleidingsregio.
2,71
2,80
2,54
Dat mijn familie in de buurt woont.
2,61
3,21
1,77
De mogelijkheid om in deeltijd opgeleid te worden.
2,44
2,53
2,25
De mogelijkheid van kinderopvang. De mogelijkheid om een andere stad te leren kennen.
2,08
2,10
2,04
2,01
1,73
2,53
Tabel 2 Gewicht redenen keuze vervolgopleiding aios; 1 heel onbelangrijk - 5 heel belangrijk Vet gedrukt: significant verschil p < ,05
Voor aios die in Groningen geneeskunde studeerden weegt het belang van een aantal factoren significant zwaarder dan voor aios die elders studeerden: De locatie van de opleidingsstad. Rust en ruimte in de opleidingsregio. De wens om mettertijd in de regio als medisch specialist werkzaam te zijn. Dat vrienden in de buurt wonen. Het culturele aanbod in de opleidingsstad. Dat familie in de buurt woont.
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 3 van 16
Er is één factor die juist voor aios die elders geneeskunde studeerden significant zwaarder weegt: De mogelijkheid om een andere stad te leren kennen. Voor het belang van de beweegredenen en hun volgorde maakt het niet uit hoe lang men studeerde, hoe vaak men solliciteerde, of men cum laude afstudeerde of gepromoveerd is. Aan de respondenten is de mogelijkheid gegeven om ook andere beweegredenen aan te geven. 142 Respondenten (82,5%) maakten hiervan gebruik. Men noemt met name de bekendheid met het ziekenhuis door studie geneeskunde, coschappen of aniosschap. In een enkel geval is er sprake van toeval of beperkte keuzemogelijkheid. Een overzicht van alle opmerkingen staat in bijlage II. Aanbevelingen Door aios werden veel aanbevelingen gegeven om de opleidingen in het UMCG/OOR N&O aantrekkelijker te maken. Opmerkingen hebben met name betrekking op de secundaire arbeidsvoorwaarden (hulp bij huisvesting, verhuis- en reiskosten vergoeding; het 100% vergoeden van de opleidingskosten; het realiseren van kinderopvang en hulp bij het zoeken van een baan voor de partner) en de inhoud van de opleidingen (vorm en kwaliteit van de opleiding; stages). In onderstaand kader staat een korte illustratie, een volledig overzicht staat in bijlage III. “Goede secundaire arbeidsvoorwaarden zoals onder andere verhuiskosten en/of reiskostenvergoeding, gezien de grootte van de regio en daarbij het noodzakelijk reizen zijn zeer belangrijk. Ik ben nu 15% van mijn netto salaris kwijt omdat ik heen en weer reis tussen umcg en woonplaats. Verhuizen is geen opties omdat ik een jaar in het umcg verblijf en de kosten hiervan vele malen hoger zijn”. “De opleidingskosten 100% vergoeden zoals ALLE ANDERE opleidingsregio's” “Meer opleidingsklinieken in de regio; voor ons zijn bijvoorbeeld Leeuwarden, Martini en Zwolle geen erkende opleidingsklinieken en dus bestaat er geen mogelijkheid tot uitwisseling "dichtbij" huis” “Betere regeling voor perifere stages (nu middenin opleiding, vereist verhuizing en er bestaat geen keuzemogelijkheid / invloed op voorkeursplek)” ”Meer invloed op de locatie van de perifere stage” “Mogelijkheden om makkelijker stages in een ander ziekenhuis in een ander deel van het land te doen” ”Meer vrijheid eigen opleiding echt te kunnen samenstellen”
Studenten geneeskunde Algemeen Van de studenten uit M3is 66,6% afkomstig uit Groningen, Friesland, Drenthe en (bijlage I, tabel E). Van hen weet 83,3% weet in welk specialisme men zich wil specialiseren. Daarvan kwam 70,5 tijdens de masterfase tot dat besluit en 12,8% daarvoor (bijlage I, tabel E). Huisartsgeneeskunde is favoriet met 15, 4%, gevolgd door Heelkunde, Obstetrie & Gynaecologie en Kindergeneeskunde (bijlage I, tabel F). Geen enkele respondent kiest voor een vervolgopleiding in: KNO-heelkunde, Cardiologie, Cardiothoracale Chirurgie, Radiologie, Pathologie, Radiotherapie, Klinische Genetica, Medische microbiologie, Nucleaire Geneeskunde, Specialist Ouderengeneeskunde, Bedrijfsgeneeskunde, Maatschappij & gezondheid en arts voor verstandelijk gehandicapten.
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 4 van 16
Van de studenten geneeskunde heeft 43,6% een voorkeur voor het UMCG/OOR N&O als opleidingsregio ( zie tabel 3). % UMCG
43,6
AMC
11,5
UMC Utrecht
9,0
UMC St Radboud
7,7
Erasmus MC
3,8
LUMC
2,6
VUmc
2,6
Weet ik nog niet
16,7
Tabel 3 Voorkeur opleidingsregio M3 co’s
Beweegredenen Hoe zwaar studenten uit M3 verschillende factoren mee laten wegen bij het kiezen van een opleidingsplek, staat in tabel 4. Om hun beweegredenen te kunnen vergelijken met die van de aios die al deze keuze hebben gemaakt, staan in de laatste twee kolommen van tabel 4 de rangordening van beweegredenen van studenten en aios. Studenten
Rangorde studenten
Rangorde aios
De sfeer binnen de opleidingskliniek(en)
4,56
1
3
De locatie van de opleidingsstad
4,26
2
2
De kwaliteit van onderwijsfaciliteiten
4,04
3
7
De kans om na een sollicitatie daadwerkelijk aangenomen te worden
3,92
4
1
De vakinhoudelijke accenten die tijdens de opleiding gelegd worden
3,92
5
5
De wens om mettertijd in de opleidingsregio werkzaam te zijn
3,87
6
9
Dat mijn vrienden in de buurt wonen
3,87
7
11
De breedte waarin het vakgebied tijdens de opleiding aan de orde komt
3,81
8
4
De landelijke reputatie van de opleiding
3,81
9
6
De mogelijkheid voor mijn partner om in de nabijheid van mijn opleidingsplek werk te vinden Het aanbod van differentiatiestages
3,68
10
13
3,63
11
12
Dat mijn familie in de buurt woont
3,49
12
17
De mogelijkheid om opleiding en (promotie-)onderzoek te koppelen
3,24
13
10
Het culturele aanbod van de opleidingsstad
3,08
14
14
De mogelijkheid om in deeltijd opgeleid te worden
2,95
15
18
De mogelijkheid om een andere stad te leren kennen
2,82
16
20
Rust en ruimte in de opleidingsregio
2,81
17
8
De huizenprijzen in de opleidingsregio
2,65
18
15
De hoogte van de filedruk in de opleidingsregio
2,58
19
16
De mogelijkheid van kinderopvang
2,46
20
19
Tabel 4 Gewicht redenen keuze vervolgopleiding M3 co’s; 1 heel onbelangrijk - 5 heel belangrijk Rangordening redenen studenten en aios
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 5 van 16
De belangrijkste drie redenen die M3 co‟s noemen voor het kiezen van een opleidingsplek zijn: 1. De sfeer binnen de opleidingskliniek(en) 2. De locatie van de opleidingsstad 3. De kwaliteit van onderwijsfaciliteiten De M3-studenten kregen de mogelijkheid om ook andere beweegredenen aan te geven. 9 Respondenten (11,3%) maakten hiervan gebruik. Zij maakten de volgende opmerkingen: 1. Werk partner (advocate) in de randstad 2. Dicht bij de school van de kinderen (dus in het noorden) 3. Groningen is zo ver weg en daar raak je "uitgegroeid". Opleiding in het OOR heeft als consequentie dat de academische jaren alsnog in Grun gevolgd moeten worden. 4. De plaats waar mijn partner werkzaam is en daarom gebonden is aan bepaalde woonplaats/gebied. 5. Bekend zijn met ziekenhuis en opleiders. 6. De werksfeer bij de andere specialismen waar je je deelstage gaat lopen 7. Het idee dat de locatie van opleiding zeer bepalend zal zijn voor de locatie waar je daarna zult blijven werken (tot waarschijnlijk heel erg lang). 8. Sportfaciliteiten 9. Groningen is een prima stad om te studeren, maar weinig 25-30 jarigen voelen zich nog aangetrokken tot de stad. In de regio noord-oost zijn er geen andere steden die qua levensomgeving een goed alternatief zijn.
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 6 van 16
Conclusies -
Wat betreft de redenen voor het kiezen van een stad/regio voor een vervolgopleiding verschillen studenten geneeskunde en aios weinig: sfeer binnen de opleidingsklinieken, locatie van de opleidingsstad en de kans om daadwerkelijk aangenomen te worden. Aios hechten minder gewicht aan het hebben van vrienden en familie in de buurt en de kwaliteit van de onderwijsfaciliteiten.
-
De keuze voor een specialisme vindt voornamelijk plaats tijdens de co-assistentschappen. Enkele specialismen hebben nooit de voorkeur van de respondenten. Dit geldt voor alle diagnostische en beeldvormende disciplines en komt overeen met bevindingen uit eerder onderzoek.
-
De keuze voor de opleidingsstad vindt voornamelijk plaats ná het artsexamen. Aios laten bij de keuze voor een opleidingsstad en –regio ook de kans om daadwerkelijk aangenomen te worden, het zwaarst meewegen.
-
Er is een sterke regionale gebondenheid van studenten en aios.* Een hoog percentage studenten wil graag een opleidingsplek in de regio: 43,6%. Voor een jaarklasse van 400 studenten komt dat neer op circa 175 sollicitanten per jaar. Onder aios is het percentage dat in Groningen geneeskunde studeerde 67,1%. Voor aios die elders studeerden is het UMCG/OOR N&O significant minder vaak de regio van eerste keuze.
-
Het UMCG leidt op voor UMC‟s en regio: van de 69,4% aios die een voorkeur heeft, wil 43,5% regionaal werkzaam zijn, 25,9% in een UMC.
-
Voor het aantrekkelijker maken van opleidingen in UMCG/OOR N&O zien aios met name verbetermogelijkheden in: Secundaire arbeidsvoorwaarden: hulp bij huisvesting, verhuis- en reiskosten vergoeding; het 100% vergoeden van de opleidingskosten; het realiseren van kinderopvang en hulp bij het zoeken van een baan voor de partner. De opleidingen zelf: vorm en kwaliteit van de opleiding; stages. Alhoewel niet al deze verbetermogelijkheden bepalend lijken te zijn voor de uiteindelijke keuze voor een opleidingsplek zijn dit signalen van aios die de mogelijkheid bieden aantrekkelijkheid van de opleiding in het UMCG (OOR-NO) positief te beïnvloeden.
Beperkingen Er zijn twee belangrijke kanttekening bij het onderzoek: 1. Het responspercentage is onder de aios niet groot (32%), dat is onder de M3 co‟s hoger (49%), maar hun absolute aantal is niet groot (79). 2. Belangrijker is wellicht dat we met dit onderzoek geen zicht krijgen op de redenen die aios hebben om niet voor een opleiding in UMCG/OOR N&O te kiezen. Die zijn elders in opleiding en hun benadering vergt een ander onderzoek.
*
Uit het aansluitingsonderzoek blijkt dat circa 75% van de jonge klaren uit de OOR N&O uiteindelijk werkzaam is in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel.
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 7 van 16
Bijlage I
Tabellen
Tijdens de coschappen
% 51,2
Groningen
% 28,2
Na het artsexamen
32,4
Overijssel
20,5
Voor de coschappen
16,5
Friesland
11,5
Gelderland
10,3
Drenthe
6,4
Noord-Holland
6,4 6,4
Tabel A Moment keuze specialisme aios
Na het artsexamen
% 62,9
Zuid-Holland Flevoland
5,1
Tijdens de coschappen
31,2
Utrecht
2,6
Voor de coschappen
5,9
Zeeland
1,3
Buitenland
1,3
Tabel B Moment keuze opleidingsplek aios
Tabel E Locatie voortgezet onderwijs M3 co’s
AMC
% 28,9
UMC Utrecht
21,1
Tijdens M2
Percentage 29,5
UMC St Radboud
18,4
Tijdens M3
28,2
Erasmus MC
10,5
Tijdens M1
12,8
LUMC
7,9
Voor mijn studie geneeskunde
6,4
UMCG
7,9
Tijdens de bachelor
6,4
VUmc
5,3
Ik weet het nog niet
16,7
Tabel C Regio eerste keuze aios als OOR N&O dat niet was
Regionaal
% 43,5
Universitair
25,9
Geen voorkeur
30,6
Tabel D Voorkeur werksetting aios na registratie
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 8 van 16
Tabel F Moment keuze specialisme M3 co’s
Huisarts
% 15,4
Heelkunde
9,0
Obstetrie en Gynaecologie
9,0
Kindergeneeskunde
6,4
Anesthesiologie
5,1
Orthopedie
5,1
Plastische Chirurgie
5,1
Dermatologie
3,8
Interne Geneeskunde
3,8
Psychiatrie
3,8
Urologie
3,8
Longziekten en Tuberculose
2,6
Oogheelkunde
2,6
Klinische Geriatrie
1,3
Neurochirurgie
1,3
Neurologie
1,3
Reumatologie
1,3
Revalidatiegeneeskunde
1,3
Spoedeisende Geneeskunde
1,3
Verzekeringsgeneeskunde
1,3
Weet ik nog niet
11,5
Tabel G Voorkeursspecialisme M3 co’s
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 9 van 16
Bijlage II Beweegredenen aios Inhoud opleiding - Het unieke opleidingstraject van 7-jaar tot MKA-chirurg - Breed adherentiegebied wat tot groot scala aan pathologie leidt - Blaarexpertise centrum bij dermatologie - Mogelijkheid combineren kliniek en onderzoek - De mogelijkheid om onderzoek te kunnen doen - Mogelijkheid om de wetenschappelijke stage te gebruiken voor het afmaken van mijn proefschrift - Opleidingsgarantie na promotieonderzoek - Binding door promotieonderzoek - Lagere belasting diensten - De mogelijkheid tot specialiseren zonder promotieonderzoek - De mogelijkheid vervolg te geven aan reeds ingezette lijn van onderzoek bij een ander specialisme Ik was al met promotieonderzoek in Groningen begonnen en een eind gevorderd toen ik solliciteerde voor de specialistische vervolgopleiding. Vanwege de sociale contacten, maar ook de mogelijkheid om het promotieonderzoek goed af te ronden en de gelegenheid om een opleidingsplaats te kunnen bemachtigen, was Groningen een logische keus. Ik ben wel heel bewust voor mijn promotieonderzoek naar Groningen verhuisd, omdat het onderzoek en vooral de mensen met wie ik zou gaan samenwerken, me aansprak Opleidingsaspecten - Sfeer en de landelijke reputatie - Open voor oud- tropenartsen - Een goede opleider - Sfeer oriëntatiegesprek - Goede ervaringen van collega's in de periferie met de opleidingsplekPrettige sfeer tijdens meeloopdag, goede verhalen over de opleiding via arts-assistenten die al in UMCG werden opgeleid. - Relatief meer kansen om (beiden) in opleiding te komen in deze regio gezien lagere aanbod sollicitanten - Ik wilde zo snel mogelijk in opleiding en Groningen was de eerste plek die beschikbaar kwam - Makkelijk in opleiding komen in regio noord, maw de concurrentie in t westen is groter Stad en regio - Paardenstalling in Groningen beter betaalbaar dan in de randstad Privé - Het feit dat ik hier mijn opleiding geneeskunde gedaan had en mijn sociaal netwerk hier deels al had opgebouwd - Hier gestudeerd. Niet elders gesolliciteerd, partner had hier vaste baan - Mogelijkheid om baan van mijn partner te combineren met mijn ambities - Vriend woont en werkt in groningen en kan niet verhuizen - Mijn partner werkt in het UMCG - Mijn partner had reeds een baan in Groningen. - Werk partner - Partner die al in de regio werkte - Opleidingsplek partner - Partner had reeds werk in de omgeving - Het hebben van een koophuis in de stad - Partner met een vaste baan in de stad - Heb hier gestudeerd, en partner studeerde nog toen ik met opleiding begon
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 10 van 16
-
Mijn schoonfamilie woont hier in de buurt en hun mobiliteit gaat achteruit. Dat was ook een reden om hier te solliciteren.
Andere factoren - Ik liep mijn semi-arts stage bij mijn opleidingsplek; en ben eigenlijk als het ware 'doorgerold' direct na het halen van mijn diploma, en heb dus niet heel serieus nagedacht over andere plaatsen - De geneeskundeopleiding heb ik ook in Groningen doorlopen, dus je weet wat je krijgt en verwachten kunt - Keuze co schap en wetenschappelijke stage hier gedaan, logische stap dus om hier te blijven - Stad waarin studie en promotieonderzoek gedaan, daardoor gemakkelijk vervolg aldaar te regelen - Vertrouwdheid met het ziekenhuis waar je al co-schappen hebt gelopen - Opleiding geneeskunde in Groningen gedaan en keuze co-schap, derhalve is er al een voorkeur ontstaan - Begonnen als ANIOS in een aan het UMCG geaffilieerd opleidingsziekenhuis - Bekendheid als arts-assistent bij betreffende specialisme - Ik woonde reeds in Groningen. Ben naar deze stad vanuit A'dam verhuisd omdat ik als agnio op een speciale afdeling wilde werken en umcg had de 1e sollicitatieronde hiervoor. Je kent dan het ziekenhuis en daarom voor opleiding gesolliciteerd. - Voorgedragen door de kliniek waar ik als agnio werkzaam was, dus de kans om aangenomen te worden - contacten van specialisten in de periferie met de huidige specialisten van het UMCG - Vertrouwen van de opleidersgroep in mijn kundigheid/ vermogen om opleiding/promotie goed te kunnen voltooien - Als ANIOS te hebben gewerkt in een van de geaffilieerde perifere klinieken maakt de mogelijkheden in het UMCG aanzienlijk groter dan in een van de andere academische centra - Dat ik al promotie-onderzoek deed in dezelfde stad en het kon combineren. En dat ik in dezelfde stad de opleiding geneeskunde had gedaan, maakte het iets makkelijker omdat je meer personen in het ziekenhuis kent. - Bijzondere situatie, ik ben elders mijn opleiding begonnen; ben door Groningen benaderd om daar te komen werken aansluitend aan opleiding is mij een staflid positie toegezegd, er zijn goede onderzoeksmogelijkheden en ik kan in mijn eigen superspecialisme verder. - Voor het vakgebied Klinische Genetica zijn er maar een beperkt aantal plaatsen in den lande. omdat ik als ANIOS ben begonnen in het UMCG, was het logisch gevolg om hier verder te gaan als AIOS. Daarnaast vielen een aantal steden sowieso af vanwege te verre reistijd van familie en vrienden. - Landelijke opleidingssollicitaties, al lang blij met opleidingsplek - Enige umc dat in 2012 opleidingsplaatsen had voor kindergeneeskunde - Ik vraag mij af wie er nog naar het UMCG komt, zodra het profijtbeginsel wordt ingevoerd. Er lijkt hier sprake van te zijn. Een groot deel van de aios (waaronder ikzelf) zullen dan stoppen met de opleiding. Het behouden van de aios lijkt mij van meer belang dan scoren van nieuwe zieltjes... - Eerdere ervaringen binnen de ziekenhuizen in deze regio - Aantrekkelijke anios plaats in de regio - Opleiding kon op nog 1 andere plek (rotterdam) - Bekendheid met het ziekenhuis, gezien het multidisciplinair karakter van het vak - Met name afhankelijk van je opgebouwde netwerk voorafgaand aan het starten van je opleiding is belangrijk in je keuze waar te solliciteren. - Toeval betreffende vacature, geen speciale band met wat voor plek dan in NL - Er was een vacature - Royale verhuisvergoeding
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 11 van 16
Bijlage III Aanbevelingen aios Algemeen - Goed voor de huidige aios zorgen - Selectiever aannamebeleid (geen afvalputje) - Verbetering van gang van zaken bij P&O: meerdere collega's krijgen hier verschillende verhalen te horen en worden verschillend behandeld, met name wat betreft inschaling en verhuiskostenvergoedingen. - Nog afgezien van het bekende verschil in salaris tussen de academie en de periferie, gaf het UMCG mij het gevoel dat ik totaal niet belangrijk voor ze was en niet serieus genomen werd. Vooral bij het arbeidsvoorwaardengesprek waarbij de verhuisverplichting en -vergoeding ter sprake kwam: De persoon in kwestie van P&O was zeer verrast dat ik bereikbaarheidsdiensten had en dus zeker wel verplicht was om in de buurt te wonen. "En je weet zeker dat je voor de bereikbaarheidsdiensten geen piketkamer kunt regelen?" - "Ja dat zeggen mijn toekomstige collega's, maar u kent de mogelijkheden waarschijnlijk beter dan ik" - "Hmm... Kun je dan tijdens je bereikbaarheidsdiensten niet bij vrienden logeren?" Inhoudelijk en qua sfeer op de werkvloer is de opleiding ongeveer naar verwachting en dat zijn ook de redenen waarom ik voor het UMCG heb gekozen, maar door bovenstaande ervaring heb ik geen binding met de UMCG als bedrijf. Wellicht dat daar aan gewerkt kan worden. - Misschien een schaarste toeslag of beloningssysteem voor het kiezen van het UMCG (een tekort aan AIOS). - Kans op baan ook in andere gewesten - Kans op een baan na de opleiding - Klassieke indeling academie is achterhaald aan het raken Arbeidsvoorwaarden: algemeen - Betere secundaire arbeidsvoorwaarden (algemeen) (4x) - Betere financiële voorwaarden - Goede en reële arbeidsvoorwaarden voor arts-assistent. Of beter gezegd de bestaande voorwaarden dienen beter gerespecteerd te worden - Goede faciliteiten om de opleiding heen in de zin van kinderopvang, vergoedingen ed. Het is niet zozeer de opleiding zelf; je krijgt over het algemeen in mijn specialisme overal in NL een goede opleiding Arbeidsvoorwaarden: salaris - In het UMCG: salaris hoger (voor KCio in een lagere schaal dan elders in de regio) - Meer salaris dan in het westen en het midden van Nederland - Meer salaris dan andere regio's - Salaris - Meer salariëring - Hoger inkomen - Schaal extra Arbeidsvoorwaarden: vakantiedagen - Meer vakantiedagen; vergeleken met andere opleidingen in NL hebben wij hier veel minder vakantiedagen. Wonen - Verhuisvergoeding. Zodra je in opleiding bent, wordt je ergens geplaatst en vervolgens mag je de verhuizing zelf gaan betalen. - Betere vergoeding verhuiskosten - Gezien malaise op woonmarkt momenteel, langere vergoeding van dubbele woonlasten... - Verhuisregeling vanuit het UMCG
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 12 van 16
-
-
Hulp bij vinden woning, zowel in stad als in perifere jaar elders Bemiddeling in huisvesting Faciliteren bij zoeken naar woonruimte en verhuizing helpen bij zoeken naar huisvesting Hulp bij huisvesting Hulp bij huisvesting voor mensen die van ver komen Goede secundaire arbeidsvoorwaarden zoals onder andere verhuiskosten en/of reiskostenvergoeding, gezien de grootte van de regio en daarbij het noodzakelijk reizen zijn dit zeer belangrijk. Ik ben nu 15% van mijn netto salaris kwijt omdat ik heen en weer reis tussen umcg en woonplaats. Verhuizen is geen opties omdat ik een jaar in het umcg verblijf en de kosten hiervan vele malen hoger zijn. Staak het beknibbelen op vergoedingen door bv de verhuisplicht af te schaffen. De OOR N&O is te groot om niet te hoeven verhuizen als je bv van Almelo/Deventer naar Groningen moet verhuizen. Dit schrikt potentiële aios af Aanbod van tijdelijke woonruimte indien mensen van elders tijdelijk een stage in het UMCG komen doen. Betere secundaire arbeidsvoorwaarden, m.n. gerelateerd aan terugkomst na verhuizing naar de periferie Naast bovengenoemde pluspunten wil ik wel opmerken dat het sandwich model wat onhandig uit kan pakken voor mensen van buiten Groningen. In de praktijk betekent dit dat er eerst verhuisd wordt naar Groningen, vervolgens naar een eventuele perifere kliniek en daarna weer terug naar Groningen. Dit brengt behoorlijke financiële consequenties met zich mee die in principe goed geregeld zouden moeten zijn vanuit de organisatie. Dit is helaas in mijn persoonlijke ervaring niet het geval. Hopelijk kunnen mijn ervaringen bijdragen aan jullie evaluatie!
Reis(kosten) - Goede reiskostenvergoeding - Verbetering secundaire arbeidsvoorwaarden zoals reiskostenvergoeding - 1e klas OV om te reizen tussen Randstad, provincie, Groningen, - Met de auto naar het UMCG kunnen komen en mogen parkeren tegen schappelijk tarief (NB. de prijzen van woningen zijn namelijk hoog op fietsafstand) - Betere bereikbaarheid/beschikbaarheid parkeerplaatsen voor arts-assistenten dan wel aanmoedigen openbaar vervoer middels NS kaart of fietssubsidie - Snellere OV-verbinding met de Randstad - Hoge snelheidslijn naar westen. Groot nadeel is afgelegen van rest van land - Snelle treinverbinding naar Westen Opleidingskosten - Alle cursus vergoeden - Betere vergoeding opleidingskosten - Verbetering secundaire arbeidsvoorwaarden zoals cursusgeld vergoeding - Betere vergoeding cursussen - Volledige vergoeding opleidingsbudget - 100% vergoeding van de studiekosten ipv de huidige 70%!! - Belangrijk is 100% van de opleidingskosten te vergoeden zoals in andere klinieken - 100% betaling van cursus en congreskosten zoals bij andere opleidingsplekken gebruikelijk - Het volledig vergoeden van opleidingskosten! Er gaat in mijn ogen een groot negatief effect vanuit om de assistent in veel gevallen maar 70% te vergoeden van gemaakte kosten bij verplichte opleidingsmomenten - De opleidingskosten 100% vergoeden zoals ALLE ANDERE opleidingsregio's. Het is het enige minpunt mijns inziens. - Goede vergoedingsregelingen voor opleidingsactiviteiten zoals ATLS en FCCS cursus, zoals dit zelfs in de perifere ziekenhuizen gebeurt!
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 13 van 16
-
Betere vergoeding van opleidingskosten!! Dit is nu zeer slecht geregeld, waarbij men zich strikt aan de CAO houdt, terwijl de RvB er ook voor zou kunnen kiezen deze regeling aan te passen een voor een eerlijker vergoeding van opleidingskosten te kiezen Betere secundaire arbeidsvoorwaarden, met name de vergoedingen voor cursussen Dat het umcg de kosten van het profijtbeginsel 14000/jaar voor zijn rekening neemt
Partner - Loopbaanregeling voor partner - Partner aan werk helpen, - Hulp bij zoeken baan partner - Hulp voor niet medische partner om baan te vinden - Ruimte voor partner om mee te komen - Betere werkgelegenheid voor hoog opgeleide, niet-medische partner. Met name nu de kilometervergoeding niet meer fiscaal aftrekbaar wordt! - In het geval van dokterstelletjes, 2 opleidingen tegelijk faciliteren Kinderopvang - Kinderopvang - Goede kinderopvang (2x) - Betere kinderopvang - Goede kinderopvang verbonden aan het UMCG - Kinderopvang in UMCG zelf (4x) - Periferie Kinderopvang in het UMCG met flexibele openingstijden - Kinderopvang regelen binnen het UMCG met ruime openingstijden (2x) - Kinderopvang in UMCG (openen om 7:00 en later dicht) - Mogelijkheid flexibele kinderopvang UMCG - Als het UMCG zelf kinderopvang zou aanbieden zou ik daar zeker gebruik van maken en dat zou mijn leven makkelijker maken, maar gegeven de achteruitgang van de vraag naar kinderopvang bleek het regelen hiervan binnen de private sector momenteel ook erg makkelijk Opleiding - Het onderwijs sterk verbeteren - En voor de enkele opleidingen in het UMCG de kwaliteit verbeteren, staan slecht bekend in den lande. Neem een voorbeeld aan het AMC die erg drastisch, maar ook erg effectief te werk zijn gegaan! - Beter onderwijs - Betere opvang en begeleiding - Goede docenten en stafleden aantrekken - Stafleden zouden moeten leren om positieve, opbouwende feedback te geven - Expertisecentrum, een centrum dat zich durft te onderscheiden, investering in goede opleiding, vergoeding en stimuleren van cursussen - Mogelijkheden en financiering van verdieping in de opleiding - Betere multidisciplinaire samenwerking klinisch en onderwijskundig - Meer vrijheid eigen opleiding echt te kunnen samenstellen - Mogelijkheid tot uitdagende (verdiepings)stages, goede mogelijkheid tot doen van onderzoek, maar ook mogelijkheid om ervoor te kiezen niet gepromoveerd te zijn/worden - De mogelijkheid om opleiding en onderzoek te combineren, d.w.z. de mogelijkheid van een researchdag binnen de opleiding. - Kwalitatief goede opleiding. Goede secundaire voorwaarden Betere mogelijkheden tot wetenschappelijk onderzoek in combi met opleiding - Op mijn vakgebied: betere infrastructuur voor en meer nadruk op wetenschappelijk onderzoek
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 14 van 16
-
-
-
1 week gericht onderwijs voordat je aan een nieuwe fase in je opleiding begint zoals IC? zeer progressief zijn in opleiding als tegengewicht van het geografische nadeel Mogelijkheid tot deeltijdopleiding Flexibiliteit in het werkrooster, dat je wel je uren maakt maar op flexibeler tijden Mogelijkheden om makkelijker stages in een ander ziekenhuis in een ander deel van het land te doen Mogelijkheden om een deel van de opleiding elders in het land of in het buitenland te doen Mogelijkheden om stages in het buitenland te faciliteren Buitenlandse stages / fellowships Samenwerking met buitenlandse klinieken voor stages tijdens opleiding Als er wat perifere stages betreft toch meer rekening gehouden kan worden met privé situaties qua plekken en timing Meer invloed op de locatie van de perifere stage (voor de interne tenminste 2 jaar) De externe stages zijn een drempel voor veel potentiële aios. De eerste twee jaar Groningen, dan een jaar Enschede evt.! en dan weer Groningen is voor mensen met een gezinsleven niet acceptabel. Aios lopen vaak door aniosschap en evt. promotieonderzoek tegen de 30 of zijn al ouder. Dit is dus een reëel probleem. Leiden/den haag/leiden is aanzienlijk aantrekkelijker mbt partners en verhuizen. Overigens speelde dit voor mij niet Betere regeling voor perifere stages (nu middenin opleiding, vereist verhuizing en er bestaat geen keuzemogelijkheid / invloed op voorkeursplek) Betere reiskosten en pensionkosten vergoeding, betere faciliteit voor AIOS (bijvoorbeeld te denken aan huisvesting/regelen van pension) OF beperken van het aantal opleidingsklinieken in je opleidingsfase Meer opleidingsklinieken in de regio; voor ons zijn bijvoorbeeld Leeuwarden, Martini en Zwolle geen erkende opleidingsklinieken en dus bestaat er geen mogelijkheid tot uitwisseling "dichtbij" huis. Minder ver gelegen perifere opleidingscentra (niet meer hoeven verhuizen) Gecombineerde opleiding met perifeer centrum (zoals bij de meeste andere specialismen) Een makkelijkere doorstroom van studie geneeskunde naar de specialistenopleiding bindt je meer mensen aan je. Maar veel geneeskundestudenten komen niet uit het noorden en willen terug naar de Randstad is mijn idee, onafhankelijk van het RUG/UMCG Meer carrièremogelijkheden bieden na het behalen van een PhD. Bv.Assistant / associate professor/... Hierbij dient men niet enkel te kijken naar de "beruchte" H-indexen. Ook andere activiteiten (zoals het schrijven van boeken) zouden van belang moeten zijn! Ik vind deze manier van beoordelen niet toereikend Goed geoutilleerde technische faciliteiten Administratief gedeelte opleiding verbeteren, nu bijv. een zeer omslachtig declaratiesysteem, waarbij je zelf moet voorschieten. Tablet beschikbaar stellen
Aiosvereniging - Een keer naar de aios luisteren! En dan m.n. de assistentenvereniging - Meer binding onder de arts-assistenten binnen het UMCG - betere ondersteuning AIOS in het UMCG (geen aanspreekpunt) Promotie - Meer promotie onder coassistenten - Meer aandacht voor het vakgebied in de opleiding: onbekend maakt onbemind! - Beter imago - Het idee dat je met de beste wetenschappers/artsen op jouw vakgebied werkt - Meer profilering op bepaalde aandachtsgebieden. - Je onderscheiden met andere opleidingsplekken bijv. d.m.v. beter sec. arbeidsvoorwaarden, onbeperkt opleidingsbudget, salaris e.d.
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 15 van 16
-
-
-
Profileren als breed ziekenhuis gezien grote regiofunctie. Hoge kwaliteit en een goede landelijke reputatie van de opleiding (dus niet het ziekenhuis an sich) zal mijns inziens gemotiveerde mensen trekken De stad Groningen zelf is aantrekkelijk genoeg. Schets „t als ´metropool´ van „t Noorden, en vele connecties met „t buitenland. Kinderopvang, met ruime openingstijden, garanderen voor aios en anios. Meer duidelijk maken dat veel kosten gedekt zijn, zoals verhuis en reiskosten. Schets de mooie en goedkopere woningmarkt. Schets de vriendelijke, makkelijk benaderbare opleiders, de werklust en de brede expertise. Reputatie van Groningen in het Westen Nadruk op opleidingsgericht werken, cursussen, etc. Zou mooi zijn als de arrogantie van het UMCG wat afnam. Het is het enige opleidingsziekenhuis in de regio en dat is dan ook de enige reden dat ik de opleiding hier volg Ik denk dat de afstand tot het westen voor een deel gecompenseerd zou kunnen worden door een opleiding die heel erg goed is: meer formeel onderwijs, meer supervisie op de afdelingen, betere feedback, een veilig leerklimaat waarin alle specialisten het belangrijk vinden om mensen op te leiden Profileren van de kracht van het UMCG: gemoedelijk en toegewijd Als Groningen er in zou slagen betere naamsbekendheid te verkrijgen middels het binnenhalen van grote congressen (zoals Maastricht de internistendagen heeft) en zich Evident zou profileren op congressen/ bijeenkomsten ( zoals Leiden, Rotterdam en Amsterdam dat meer doen) Hoge kwaliteit, brede specialisatie mogelijkheden, waardoor de kans dat je elders (in de Randstad) aan de slag komt vergroot wordt. Aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden (AIOS budget, opvang kinderen, evt. hulp bij zoeken van huis of baan voor partner) om te compenseren voor de locatie van het land om nieuwe collega's te werven
Inventarisatie motieven keuze opleidingsplek / pagina 16 van 16