Kievitseieren
KIEVITSEIEREN OOK IN KOEDIJK WERDEN KIEVITSEIEREN GEZOCHT EN GEVONDEN
HET ZOEKEN VAN KIEVITSEIEREN We hadden laatst familie op bezoek en we kregen het over oom Arie. Oom Arie Visser (1894-1979) was een broer van mijn opa en hij was, naast het gewone werk op het land, een veel gevraagde mollenvanger. Hij was daar goed in, maar ook in het vangen van ratten en het vinden van eieren in het land had hij zijn sporen verdiend.
Kievitseieren zoeken in het Ambacht, hier bij de Daalmeer
In zijn jonge jaren was hij ook eens aan het eieren zoeken in het Ambacht. Het mocht op dat moment wel niet, maar daar kon oom Arie zich niet zo veel van aantrekken. Plotseling zag hij de veldwachter aankomen. Ze groetten elkaar vriendelijk en de veldwachter vroeg of hij aan het eieren zoeken was. Oom Arie ontkende en de veldwachter, die hem wel beter kende, zei, dat hij dat heel goed van hem vond. Hij gaf hem een goedkeurend klopje op zijn …… pet en liep lachend verder. Oom Arie bleef verbijsterd achter, want de veldwachter had alle eieren, die hij onder zijn pet had bewaard, kapot gemaakt en het struif liep langs zijn wangen! Het zoeken van kievitseieren is in Nederland al eeuwenlang een volksgebruik en als we bedenken, hoe intensief dit al eeuwen lang zo gaat, is het een wonder, dat de gekuifde vogels zich al die jaren hebben weten te handhaven.
Werkgroep Koedijker Verleden
www.koedijkerverleden.nl
Kievitseieren
Omstreeks het jaar 1270 verscheen de beroemde natuurencyclopedie “Der Naturen Bloeme” van Jacob van Maerlant. Hierin wordt ook de kievit of Vanellus Vanellus vermeld met al zijn listen om niet alleen zijn natuurlijke vijanden op een dwaalspoor te brengen, maar ook de meest slimme eierzoeker. De mensen waren dus zo’n 800 jaar geleden al goed op de hoogte van de gedragingen van deze vogel en de kennis, het geduld en de geoefendheid van de echte eierzoeker, om het nest van de kievit te vinden, dwingt nog steeds respect af. Wanneer de kenner in de vroege ochtend het natte veld in gaat, weet hij precies waar hij op moet letten, want dat zijn niet de eieren of het nest, maar in de eerste plaats het gedrag van de vogels. Uit het doen en laten van het kievitspaar weet de kenner met bijna wiskundige nauwkeurigheid te bepalen, waar het nest zich bevindt. Hij wordt niet afgeleid door het gedoe van de vogels, die hem met hun gebuitel en gekrijs uit de goede richting proberen te lokken. Het is hoofdzakelijk het mannetje, dat zulke capriolen uithaalt, terwijl het wijfje ondertussen ongezien van het nest opstaat, voorzichtig een eindje van het nest wegloopt en dan zonder drukte wegvliegt. Ondertussen gaat het mannetje verder met zijn luchtdans en luidruchtig geschreeuw. De kenner laat zich hierdoor echter niet van de wijs brengen. Hij let op waar het wijfje opvliegt, waar het mannetje vliegt en weet dan waar het nest ongeveer moet zijn. De leek, die niet op het gedrag van de vogels let, maar het veld voetje voor voetje, halmpje voor halmpje, zo serieus mogelijk afzoekt, zal vrijwel zeker niets vinden. Want hoewel de kieviten niet veel werk van hun nest maken, zij er geen veren, dons of ander nestmateriaal voor gebruiken en het geheel er nogal primitief uitziet, zijn nest en eieren door hun bruin/groene kleur met zwarte vlekken moeilijk te zien tussen de aarde en de kluiten. Pas als er vier eieren in het nest zijn gelegd, worden deze een weinig afgedekt met wat gras of plantvezels. Daarna begint de vogel ook te broeden.
Tekst en afbeelding uit Der Naturen Bloeme
Er wordt trouwens niet lang gebruikt gemaakt van het nest, want zodra de jonge vogeltjes uit het ei komen, kunnen ze lopen en verlaten binnen enkele uren het ouderlijk nest.
HET RAPEN VAN KIEVITSEIEREN Het rapen van de eieren, vooral van de eerste leg, is niet zo schadelijk voor de kievitenstand, als het lijkt. Het eerste legsel zou al in de koude aprilmaand uitkomen en de tere kuikentjes zouden het door de gure kou en de nattigheid moeilijk hebben in leven te blijven. Ook is in april het gras minder hoog gegroeid dan later, zodat de diertjes zich minder goed kunnen verbergen voor vijanden. De kievit legt in maart Al vriest het ook op zijn staart
Werkgroep Koedijker Verleden
www.koedijkerverleden.nl
Kievitseieren
Al lange tijd worden eieren en kieviten ook beschermd door de Jachtwet. Er mag maar een bepaalde periode worden geraapt. En geraapt werden er veel, alleen in Friesland bijvoorbeeld waren dat er in 1912 al 200.000 stuks.
Kievit met jongen
De ervaren zoeker weet de vogel te foppen. Als hij een ei vindt, legt hij daarvoor in de plaats een of ander voorwerp, meestal een aardappel, die enigszins op een ei lijkt. De vogel heeft dit niet in de gaten en legt er weer een ei naast. De zoeker haalt dan nog eens dezelfde truc uit en haalt zo meerdere eieren uit één nest. De vogel, die niets in de gaten heeft, gaat door met leggen tot er vier (nep)eieren in het nest liggen. Niet iedereen was blij met het zoeken naar kievitseieren. Het lopen door het land van de boer veroorzaakte schade. Gras werd platgetrapt en gewassen vernield. Vele boeren verboden de zoekers dan ook hun land te betreden, soms met bordjes op het land, soms zelf met advertenties in de krant.
Nest met kievitseieren
Veel ruzies zijn hierdoor ontstaan, veel bekeuringen geschreven en veel mensen tot boetes en zelfs celstraffen veroordeeld.
Werkgroep Koedijker Verleden
www.koedijkerverleden.nl
Kievitseieren
In 1929 moesten Herman, Gijs en Willem A. zich verantwoorden voor het kantongerecht. Zij zouden kievitseieren hebben gezocht op land van de NH-kerk in Koedijk zonder toestemming van deze eigenaar. Ook hun vader was als voogd over twee van zijn zoons aanwezig. Verdachten ontkenden het feit waarvoor zij werden aangeklaagd. De heer Drost, rijksveldwachter uit Koedijk, bleef echter bij zijn proces-verbaal. Hij was door de landeigenaar te hulp geroepen en hij had de verdachten, die bezig waren met het zoeken van kievitseieren, persoonlijk op het verboden terrein waargenomen. De verdachten werden door de kantonrechter tot boetes veroordeeld. Een andere veel gehoorde klacht, was dat niet alleen kievitseieren werden meegenomen, maar ook en passant de eieren van andere vogels, zoals eenden, tureluren, kemphanen en scholeksters. Ook dat was te betreuren. Niet overal waren ….
Toch was het rapen van eieren niet altijd voor iedereen een sport of hobby, velen hadden zo ook een welkome bijverdienste naast hun karig loon of verdienden er zelfs een volledig inkomen mee.
HANDEL IN KIEVITSEIEREN In de periode vanaf het eerste kievitsei, eind maart, tot half april/begin mei, afhankelijk hoelang mocht worden geraapt, ontstond een levendige handel in deze eieren. Er werd voor veel geld omgezet, in het bovenstaande voorbeeld alleen al in Friesland in 1912 200.000 eieren á 15 cent is 30.000 gulden, een voor die tijd een aanzienlijk bedrag. De gevonden eieren uit Koedijk, voor zover ze niet zelf door de rapers werden opgegeten, werden in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog onder andere verkocht aan poelier en eierhandelaar G.N. Meijroos, wonende op de Laat in Alkmaar. Meijroos kocht vele eieren uit de omtrek op en plaatste hiervoor zelfs advertenties in de Alkmaarsche Courant. De eieren werden niet alleen in Nederland verkocht, maar ook geëxporteerd naar het buitenland, zoals …. eierzoekers welkom Engeland, Duitsland en zelfs Italië. Daar werd juist het Nederlandse kievitsei als een delicatesse beschouwd. Een van de liefhebbers van het kievitsei was de Duitse staatsman Bismarck. Op zijn verjaardag in 1909 kreeg hij er van vereerders 101 stuks als verjaardagsgeschenk. Hij moet dus wel een echte liefhebber zijn geweest! In 1890 lezen we in de krant, dat de kievitseieren uit Nederland hun oude faam dreigen te verliezen. De eieren zijn, volgens de kenners, die zich de weelde van een kievitsei kunnen veroorloven, alleen smakelijk en eetbaar als zij volkomen vers zijn. De Engelse smullers tonen zich in dit opzicht meer en meer ontevreden over de Nederlandse kievitseieren. Deze eieren worden met argwaan bekeken en op één lijn gesteld met kraaieneieren, welke wel eens voor kievitseieren worden verkocht. De Nederlandse eieren komen te vaak bedorven of “duf” aan. Ze worden door de Nederlandse boeren te lang bewaard voor ze worden verzonden. Nederland moet voorzichtig zijn, want andere landen kunnen ook kievitseieren leveren. Wales, Schotland, Normandië en Engeland zelf, kunnen ook eieren leveren!
Werkgroep Koedijker Verleden
www.koedijkerverleden.nl
Kievitseieren
DE CONSUMPTIE VAN KIEVITSEIEREN Allereerst kijkt men of het wel een kievitsei is. De eieren van de Vanellus Vanellus of kievit zijn bruingroen en lopen vrij puntig toe. Ze zijn van vele grotere en kleinere donkere stippen voorzien. Om te weten of de kievitseieren veilig gegeten kunnen worden, plaatst men het ei voorzichtig in een emmer water, zodanig dat het dikke eind van het ei op de vingertoppen blijft rusten en de punt naar boven is gekeerd. Blijft het ei in deze stand staan, dan kan men er veilig van op aan, dat er niets aan mankeert. Valt het ei op zijn kant, dan is het enigszins onbetrouwbaar, maar wipt het om, zodat de dikke kant naar boven komt te staan, dan zit er al een jong in het ei. Een andere proef, die echter niet zo betrouwbaar is als de eerder genoemde, is dat men de zwarte spikkels op de dop van het ei enigszins bevochtigt en dan met het ei wrijft over de rug van de hand. Blijft dan een donkere kleurafscheiding achter, dan zijn zulke eieren goed. Geeft de schaal echter niet af, dan zijn de eieren niet te vertrouwen. De opkoper van kievitseieren
Kievitseieren worden bij voorkeur in koud water opgezet met een scheutje azijn tegen het uitkoken. Als het water kookt, de eieren er nog vijf minuten inlaten. Zij kunnen dan hard gekookt liefst op een bedje van sterkers, worden opgediend. Aanwijzingen voor de echte liefhebber van het kievitsei in de vorige eeuw: Het ei wordt gewoon met de vingers gepeld. Vervolgens plaatst men het gepelde ei met de punt naar boven op de palm van de linkerhand en drukt het, van boven naar beneden, plat met de palm (niet met de vingers!) van de rechterhand. Van het platgedrukte ei wordt vervolgens het puntje afgesneden, waarna men het, steeds met de vingers, in zout doopt, dat men op de rand van het bord heeft geschept, waarna men het ei in enkele hapjes verorbert. Slechts wanneer het ei te zacht is gekookt en dus vloeibare substantie bevat, steekt men het in zijn geheel in de mond.
Poelier en eierhandel Meijroos
Overigens kon ook de kievit zelf worden gevangen en opgegeten. Hiertoe werden ze eerst droog geplukt, de ingewanden eruit gehaald, werden ze gelardeerd (met spekreepjes doorregen) en aan het spit gestoken. Men at ze dan met verjuis (het zure sap van bepaalde onrijpe druiven), zout en witte peper.
HET EERSTE KIEVITSEI En dan is er natuurlijk nog het eerste kievitsei. De echte liefhebbers werden in maart al nerveus en vroegen aan elkaar “Heb je gehoord of er al een kievitsei gevonden is?” of in het Fries “Hawwe jou ek heard of er al in ljeapay foun is?” Ook in Koedijk en omstreken werd aan deze “race” meegedaan.
Werkgroep Koedijker Verleden
www.koedijkerverleden.nl
Kievitseieren
Zo werd in 1935 al in de krant vermeld, dat de opkoper van kievitseieren, de heer Meijroos, het eerste ei uit onze omgeving had ontvangen van G. Prins uit Koedijk. Dergelijke berichten werden vaker over de eerste eieren uit diverse plaatsen in Noord-Holland geplaatst. Een waar succes dus voor de heer Prins! En dan het volgende jaar 1936 in de krant: Het eerste kievitsei van 1936 gevonden … of is het een grap? Het is elk jaar de grote vraag waar het eerste kievitsei vandaan zal komen. Grappenmakers zullen natuurlijk zeggen, dat het uit het nest komt of dat het van de kievit komt, maar dergelijke grapjes laten wij ditmaal buiten beschouwing. Het is de vraag waar in ons land het eerste ei gevonden zal worden en de zoekers in Friesland, in Noord-Holland en vele andere provincies zijn al dagenlang aan het speuren, omdat elke streek er een eer in stelt met het eerste kievitsei voor de dag te komen.
Het Ambacht met op de achtergrond het Daalmeerpad en Sint-Pancras
Ditmaal is een inwoner uit Zuid-Scharwoude de gelukkige geweest. Een zekere Pieter Kraakman heeft daar, ondanks het gure voorjaarsweer, op een stuk bouwland het eerste kievitsei gevonden. Het ei wordt bij de heer Meijroos bezorgd en hij zal het naar Den Haag zenden, waar het aan H.M. de Koningin zal worden aangeboden. Ook de redactie van de Alkmaarsche Courant wordt ingelicht. Iedereen is hier gelukkig mee, zeker omdat het in onze streek werd gevonden. Maar …. nadat dit alles reeds geschreven en gezet was bij de krant, wordt de redactie nogmaals opgebeld door de heer Meijroos. Hij deelt teleurgesteld mede, dat hij bedrogen is. Het ei is niet vers, het is waarschijnlijk een ei van het vorige jaar. Het zal nog moeten blijken of hier opzet in het spel is of dat men een “grapje” met de vinder heeft willen uithalen door het ei zo neer te leggen, dat het door hem gevonden zou worden. Dit was dus jammer, maar het verhaal gaat nog verder: Een paar dagen later ontving de krant bericht, dat een zekere D. Butter uit Koedijk ook een kievitsei had gevonden. Ook dit ei werd bij de heer Meijroos afgeleverd, die onmiddellijk contact opnam met Den Haag. Hierbij bleek, dat ondanks het gerucht, dat er in Friesland al eerder een ei was gevonden, dit niet was ontvangen in Den Haag en dat het Koedijker ei dus het eerste was van 1936. H.M. de koningin zou dus dit jaar een Koedijker kievitsei bij haar ontbijt krijgen! En zo kwam alles toch weer goed en werd het een succes voor Koedijk.
Werkgroep Koedijker Verleden
www.koedijkerverleden.nl
Kievitseieren
EN VERDER Een legende doet de ronde van de goede Nelis uit Heiloo. Nelis, die bij de Lieve Heer danig in aanzien stond, ging op een dag kievitseieren zoeken op het land van boer Siemen. Hij trapte hierbij met zijn klomp op een kantig blok, verborgen onder het zand. Toen hij het wilde oprapen om te kijken wat het was, zag hij dat het een houten beeldje van Maria met het Jezuskind was. Hij bracht het naar zijn moeder, die het de volgende dag naar meneer pastoor zou brengen. Maar toen Nelis de volgende dag weer over het land van boer Siemen liep, vond hij bij een kuiltje met kievitseieren opnieuw het houten beeldje van Maria met haar kind. Was dat een wonder?
Uit: Der Naturen Bloeme Vanellus dats die vaneel Een voghel wel bekent een deel Een kivit hetet in onse lant Dese voghel, als hi siet te hant I man van sinen nesten verre So vlieght hi te hem waerd erre Ende hi roept of hi ware verdovet Ende steect danne na sijn hovet Omme dat hine van den neste Waent verdriven over sijn beste
Ende hier bi word ten selven stonden Sijn broet ende sijn nest vonden Wel betekent vaneels vite Dat leven van den ypocrite Die roem houd ende sere verjoeghet Ghesciet hem enigerhande doeghet Ende makets voer die werelt tale So coemt die viant, die merct wale Bi deser kennesse tsinen neste Ende neemt hem al den loen int leste Jacob van Maerlant, ca. 1270
En nu nog iets over het kievitseieren zoeken in mijn jeugd in Koedijk. Helaas, ik kan mij niet herinneren ooit een kievitsnest te hebben gevonden of het moet al met behulp van een vriendje zijn geweest. Nee, de kieviten waren mij te slim af. Maar ja, vissen vond ik vroeger ook prachtig, lekker in het zonnetje in de graskant zitten, je beslommeringen van de dag overpeinzen en onderwijl heerlijk onafgebroken naar je dobbertje turen en dan maar hopen, dat je ……. niets vangt. En zo was het ook met eieren zoeken, fijn zoeken in het Ambacht, genieten van de natuur, maar vinden hoefde niet zo nodig.
Cor Visser
Werkgroep Koedijker Verleden
www.koedijkerverleden.nl