O&O: uitgaven en werkgelegenheid ► De privésector is zowel de voornaamste bron van investeringen (58,6 %) in O&O als de
belangrijkste uitvoerende sector (66,3 %)… In 2011 financierden de ondernemingen ongeveer 60,3 % van O&O in de OESO-zone (60 % in de Verenigde Staten), tegenover 53,3 % in de Europese Unie en 58,6 % in België. De ondernemingen voeren 67 % van de activiteiten in O&O in de OESO-zone uit (68,3 % in de Verenigde Staten), tegenover 61,9 % in de Europese Unie en 68,1 % in België. ► … maar België is daarmee nog ver verwijderd van de "norm van Lissabon" van 3% ► De farmaceutische industrie behoort op het vlak van O&O-inspanningen evenwel tot de
internationale kopgroep: de O&O-uitgaven intra-muros van de industrie stegen van 15,5 % tot 28,1 % van het totaal van de uitgaven van de privésector (van 2000 tot 2009). Volgens de OESO bedroegen in 2011 de bruto-uitgaven voor O&O in België 2,04 % van het bbp tegenover 1,94 % in de Europese Unie (EU-28) en 2,37 % in de hele OESO-zone. De meeste Scandinavische landen (waaronder Finland = 3,78 %, Zweden = 3,37 % en Denemarken = 3,09 %), Japan (3,39 %), Korea (4,03 %), de Verenigde Staten (2,77 %), Duitsland (2,88 %) en, in mindere mate, Frankrijk (2,24 %) doen het beter.
In-house expenditure on R&D in the pharmaceutical industry (as % of total of the company sector) 1995 USA
2000 7,9
2005 6,5
2011
15,4
17,7
Japan
6,8
6,9
8,2
10,1
Germany
4,7
6,3
8,8
8,0
Belgium
14,6
15,5
21,9
29,2
Denmark
20,0
23,6
27,6
19,4
France
12,0
12,4
13,8
11,9
Ireland
16,2
9,3
20,2
6,8
9,6
8,3
5,0
5,3
Italy
6,8
8,9
10,5
7,3
United Kingdom
Netherlands
19,9
24,7
25,4
28,8
Sweden
14,3
15,6
11,8
13,2
Bronnen: OESO, Belangrijkste indicatoren van wetenschap en technologie, Volume 2013 (1), FOD Federaal Wetenschapsbeleid. Opmerkingen: 1. Zweden: 2007 2. Verenigde Staten, Denemarken, Frankrijk, Italië, Nederland en Verenigd Koninkrijk: 2010
pharma.be vzw | asbl Terhulpsesteenweg 166 Chaussée de La Hulpe | Brussel 1170 Bruxelles
[email protected] | www.pharma.be | fax 02 661 91 99 BTW - TVA BE 0407.622.902 | Ondernemingsnummer - Numéro d’entreprise 0407.622.902
Het relatieve aandeel van de intra-muros O&O-uitgaven van de farmaceutische industrie in België bedraagt 29,2 % van het totaal van de uitgaven voor O&O van de ondernemingssector. Daardoor behoort België op het vlak van inspanningen in O&O tot de kopgroep van de farmaceutische ondernemingen.
Expenditure on in-house R&D by pharmaceutical companies in purchasing power parities ($) per inhabitant in 2010 180 160 140
165
161 140
120 100
125
112
80 60 58
40
57
56
20 0
27 Denmark
USA
Belgium
Sweden
United Kingdom
France
Ireland
Germany
Netherlands
Bronnen: OESO; berekeningen pharma.be Opmerkingen: 1. België: 2009 2. Zweden: 2007
België moet niet onderdoen voor de economische grootmachten, wanneer we de uitgaven intra- muros van de farmaceutische ondernemingen bekijken in verhouding met de koopkracht 1 per inwoner. Alleen Denemarken en de Verenigde Staten doen het beter dan ons land.
Afgaande op de twee indicatoren voor uitgaven en tewerkstelling in O&O is de farmaceutische industrie een speerpuntsector in de Belgische kenniseconomie (gegevens 2011). Aanzienlijke investeringen in O&O en hoogopgeleid personeel met hoge toegevoegde waarde zijn twee belangrijke kenmerken van een op kennis gebaseerde economie. Twee verhoudingen in de onderstaande tabel wijzen op het relatieve belang van de uitgaven in O&O. De O&O-uitgaven van de farmaceutische industrie bedragen: o
40,2 % van de uitgaven in O&O van alle verwerkende industrieën
o
56,2 % van de toegevoegde waarde die door de farmaceutische sector wordt gegenereerd
Het is eveneens opmerkelijk dat de uitgaven in O&O in de 3 bedrijven die in België fundamenteel O&O 1
De koopkrachtpariteit (KKP) is een berekening die het mogelijk maakt om alle prijzen in een zelfde munt uit te drukken door de verschillen in koopkracht tussen de munten te elimineren. Door deze berekening te gebruiken elimineert men de effecten van prijsverschillen tussen twee landen. 2|9
uitvoeren in geneesmiddelen voor menselijk gebruik (2,34 Mia EUR) 52,1 % vertegenwoordigen van de totale verkoop op de Belgische markt (IMS 2012) in af-fabrieksprijs (4,49 Mia EUR). Drie verhoudingen illustreren bovendien het belang van de tewerkstelling in O&O: o
Bijna één persoon op de vier in de farmaceutische sector (24,4 %) is in O&O tewerkgesteld;
o
Bijna één tewerkgestelde in O&O op de vier in de verwerkende industrie (24,3 %) maakt deel uit van de farmaceutische sector;
o
De toegevoegde waarde per tewerkgestelde persoon bedraagt 128,766 euro.
Daarmee profileert de farmaceutische industrie zich wel degelijk als een speerpuntsector van de kenniseconomie.
3|9
R&D related indicators by sector
Main sectors of the manufacturing industry
Expenditure on Econ. weight R&D (2011) as % (Added value of total of the sector expenditure on as % of total R&D added value by manuf. 2011) industry (2011)
Employment in R&D (2011) Expenditure on as % R&D (2011) of total as % of value added employment in R&D as factor costs in manuf. by sector (2011) industry (2011)
Employment in Added value per R&D (2011) employed as % person (2011) of total (EUR) employment by by sector sector (2011)
Agricultural and food industries Textile and clothing industry Timber industry, paper and cardboard industry Coke production, refining and nuclear industries Chemical industry Pharmaceutical industry
15,3 3,4 6,8 2,1 15,0 7,0
3,5 1,4 0,9 0,2 13,8 40,2
2,3 4,0 1,2 0,7 9,0 56,2
6,4 3,3 2,4 0,3 10,6 24,3
1,6 2,5 1,3 1,7 5,7 24,4
68.832,5 48.137,3 67.478,4 202.466,7 147.539,5 128.766,9
Rubber and plastics industry, manufacture of other non-m Metallurgical industry Manufacture of IT, electronic and optical products Manufacture of electric equipment Manufacture of machines and equipment Manufacture of transportation equipment Other manufacturing industries
9,3 15,1 3,0 3,3 7,8 7,2 4,8
4,9 6,6 10,4 4,4 6,0 7,1 0,5
5,2 4,3 34,2 13,0 7,5 9,7 1,0
6,9 9,0 14,4 9,5 10,4 7,3 1,8
3,2 2,2 24,3 12,3 6,8 4,1 1,1
79.017,5 67.959,8 92.185,7 79.071,0 93.807,7 73.588,2 56.686,5
100,0
100,0
9,7
100,0
4,4
80.726,2
Total of manufacturing industries
Bronnen: BNB (toegevoegde waarde en totale tewerkstelling); Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (uitgaven en tewerkstelling in O&O).
4|9
►
Negen ondernemingen doen aan fundamenteel onderzoek m.b.t. geneesmiddelen voor menselijk gebruik Drie ondernemingen van pharma.be (Janssen Pharmaceutica, GlaxoSmithkline Biologicals en UCBpharma) doen al lang aan fundamenteel onderzoek naar geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Daar kwamen 6 biotechnologische bedrijven met een interessante pijplijn bij (Ablynx, FluidDA, Thrombogenics en TiGenix). Voornaamste onderzoekgebieden van ondernemingen die aan fundamenteel onderzoek doen naar geneesmiddelen voor menselijk gebruik in België Ondernemingen
Onderzoeksgebieden
Janssen Pharmaceutica
Geneesmiddelen voor bloedziekten, analgetica, geneesmiddelen voor het centrale zenuwstelsel, cardiovasculaire geneesmiddelen, geneesmiddelen voor darm- en maagziekten, geneesmiddelen voor de behandeling van ontstekingen en besmettingen, geneesmiddelen voor gynaecologisch gebruik, geneesmiddelen voor metabolische stoornissen, antitumorale geneesmiddelen
GlaxoSmithKline Biologicals
Vaccins Het fundamenteel onderzoek m.b.t. de andere geneesmiddelen die tot het gamma van de groep GlaxoSmithKline behoren, vindt plaats in andere onderzoekscentra van de groep
UCB-Pharma
Biofarmaceutisch bedrijf gespecialiseerd in het onderzoek naar, en de ontwikkeling en commercialisering van farmaceutische producten voor problemen in het centrale zenuwstelsel, ademhalingsproblemen en allergieën, aantasting van de immuniteit, ontstekingen en oncologie
Bron: informatie meegedeeld door de betrokken ondernemingen.
De meeste Belgische filialen van de farmaceutische groepen die in België gevestigd zijn, investeren eveneens in O&O, maar in de laatste stadia van klinische proeven.
5|9
►
Hun uitgaven bedragen 2,34 Mia EUR en namen sinds 2000 met ongeveer 9,8 % toe.
Expenditure on R&D by pharmaceutical companies conducting fundamental research in Belgium on medicinal products for human use (m of EUR) 2.400
1.809
1.804
2009
2010
1.884
1.559
2006
2008
1.551
2005
762
2000
340
1995
738
311
1994
621
278
1993
1998
245
1992
594 216
1991
405
188
200
1990
400
1997
600
1999
800
1.529
1.000
1.358
1.179
1.200
1.279
1.400
2004
1.600
1.884
1.800
2007
2.000
2.057
2.343
2.200
2012
2011
2003
2002
2001
1996
0
Bron: schatting van pharma.be op basis van cijfers gepubliceerd door of verkregen van de 3 ondernemingen (GlaxoSmithKline, Janssen en UCB Pharma). Opmerkingen: 1. Bepaalde onderzoeksprojecten worden ook gesubsidieerd door de gewesten en/of de gemeenschappen. Wij beschikken echter niet over desbetreffende gegevens. 2. Een deel van deze uitgaven betreft activiteiten die buiten België plaatsvinden. Wij kennen echter niet de verhouding van de desbetreffende uitgaven.
Sinds het begin van de jaren 2000 klommen de totale O&O-uitgaven van de farmaceutische ondernemingen die aan fundamenteel onderzoek doen in Belgie 2 van 762,18 miljoen naar 2.342,98 miljoen EUR in 2012 (schatting), dit is een vermenigvuldiging met 3,1 (gemiddeld +9,8 % per jaar).
2
6|9
Het gaat hier om uitgaven die gefinancierd worden in België maar die mogelijk in het buitenland worden uitgevoerd (zie opmerkingen 1 en 2 onder de bovenstaande grafiek).
► 52 % van de totale uitgaven in O&O is intra- muros; 68 % van de totale uitgaven in O&O wordt in
België gerealiseerd
Breakdown of total expenditure on R&D (in-house and external) - 2004
In-house: staff 22,9% External: rest of world 32,2%
External: Belgium 15,8%
In-house: operations 23,4% In-house: capital 5,7%
Bron: enquête van de NBB naar O&O in de Belgische farmaceutische sector, 2007. Opmerkingen: 1. Totale O&O-uitgaven: alle uitgaven voor O&O-activiteiten in België gerealiseerd en/of beheerd of gecoördineerd vanuit België 2. O&O intra-muros : de intra-muros of interne uitgaven dekken het geheel van alle uitgaven m.b.t. O&O in het bedrijf, ongeacht de herkomst van de gelden. 3. O&O extra-muros : de extra-muros uitgaven dekken het geheel van alle uitgaven m.b.t. O&O-activiteiten uitgevoerd door derden (samenwerking of uitbesteding).
Volgens de NBB (data 2004) vindt 52 % van de totale O&O-uitgaven van de farmaceutische ondernemingen 3 intra-muros plaats en 48 % extra-muros (met andere woorden, iets minder dan een derde wordt in België gerealiseerd). Volgens de gegevens van de FOD wetenschapsbeleid voor het jaar 2009, is 59,3 % van de O&Ouitgaven van de bedrijven intra-muros en 40,7 % extra-muros.
3
7|9
Op basis van haar enquête over O&O in de Belgische farmaceutische sector, schat de NBB de totale uitgaven voor O&O op 1,4 mln. EUR in 2004. In deze enquête dekken de totale uitgaven voor O&O alle uitgaven voor O&O in België gerealiseerd en/of beheerd of gecoördineerd in België. Het gaat om totale uitgaven, dus niet enkel uitgaven in het kader van onderzoek, maar ook experimentele ontwikkeling.
► Het aantal werknemers actief in O&O bedraagt meer dan 5.700 en groeide sinds 2000 met 43,5 %
Employment in R&D in the pharmaceutical industry 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 20112012e Companies conducting fundamental R&D (number of people employed) FPS science policy (total employment) FPS science policy (total researchers)
Breuk tijdreeks in 2006 Bronnen: pharma.be en Programmatorische FOD Wetenschapsbeleid Opmerkingen: 1. Gegevens Programmatorische FOD Wetenschapsbeleid 2011 zijn voorlopig; gegevens 2012 en 2013 beschikbaar eind juli 2015 2. Breuk in tijdreeksen van Programmatorische FOD Wetenschapsbeleid tussen 2005 en 2006 3. Ondernemingen die aan fundamenteel onderzoek doen in België: gegevens 2011 en 2012 = schatting
In de afgelopen tien jaar is het personeel in O&O in ondernemingen toegenomen vanwege de toenemende nood aan hooggeschoold onderzoekspersoneel. Volgens de gegevens van de Programmatorische FOD 4 Wetenschapsbeleid bedroeg het totale personeel in O&O in 2011 naar schatting 5.762 tewerkgestelde personen en het totale aantal vorsers 3.092. Voor de periode 2011/2000 betekent dit een stijging van het volume van de tewerkstelling met 43,5 % wat de totale tewerkstelling betreft en 126,5 % wat de vorsers betreft.
4
8|9
FOD: Federale Overheidsdienst
De verdeling van de totale tewerkstelling in O&O in de farmaceutische sector volgens opleidingsniveau voor 2009 toont aan dat het om banen voor hooggeschoolden gaat: ► Doctoraten: 11 % ► Hoger onderwijs van het lange type (HOLT): 55,8 % ► Hoger onderwijs van het korte type (HOKT): 22,9 % ► Andere diploma’s: 10,3 % ► De farmaceutische industrie is de 1ste werkgever in O&O in de verwerkende industrie
Volgens de gegevens van de FOD Wetenschapsbeleid vertegenwoordigt de farmaceutische industrie 24,3 % (12,5 %) van de werknemers in O&O die in de verwerkende industrie (de privésector) werken. Daardoor is ze de belangrijkste werkgever in O&O in de verwerkende industrie en de op één na belangrijkste werkgever in de sector van de ondernemingen (na de sector van de dienstverlening aan bedrijven).
9|9