Yellah
Yellah
Komveld19, 3730 Riemst – mail:
[email protected] - tel. 012 45 77 39 – www.yellahyellah.be
Nieuwsbrief van de Belgische Vereniging voor Weeskinderen in Marokko
Augustus 2010
Onze weeskinderen worden groot
(van lnr: Khalid, Souad (opvoedster), Brahim, Abdelillah, Zohra (voorzitster vereniging), Mohamed, Younis, Ayoub, Hamza en opvoedster Zahra)
Zohra Nait Oufakir, voorzitster van de Belgische vereniging voor weeskinderen is zopas terug van een langdurig bezoek aan Layla Amina in Taroudant weeshuis. Tijdens dat bezoek nam ze ruim de tijd om gesprekken te voeren met de opvoedsters en de kinderen van het ‘Belgische huisje’, het huisje dat sterk gesteund wordt door de vereniging. Hier volgt een korte voorstelling van de kinderen en de opvoedsters.
Ayoub (16 j.) droomt van een carrière in de sport. Als dat niet zou lukken wil hij aan de slag als informaticus want hij werkt graag met de computer. Om daar in te lukken moet hij toch harder zijn best doen op school, hij is begaafd maar zijn inzet en motivatie kunnen beter. Ayoub moet ook meer zelfvertrouwen krijgen, hij voelt zich nu dikwijls alleen en verloren. De stagiaires van de Khlim hebben samen met de opvoedsters van het huisje een plan gemaakt om hier aan te werken.
1
Ook voor Brahim (13 j.) is de motivatie voor school een probleem. Hij geraakt achter met Frans en wiskunde. De opvoedsters moeten er echt achterzitten en hem er voortdurend op aanspreken. Hij krijgt nu bijles van een vrijwillige leerkracht. Brahim weet wel al duidelijk wat hij later wil worden: zakenman.
Ook Hamza (14 j.) heeft het moeilijk om mensen te vertrouwen. Hij is erg teruggetrokken en zit dikwijls alleen op zijn kamer. Ook school wil niet goed lukken, er is nu het voorstel d om bij een schoenmaker in de leer te gaan. Voor Hamza is dat een manier om het beroepsleven te verkennen.
Abdelillah (14 j.) zorgt voor de sociale cohesie in de groep. Hij doet erg zijn best om de anderen gerust te stellen en het iedereen naar zijn zin te maken. Abdelillah wil niet dat er ruzie wordt gemaakt. Verder studeren is voor hem waarschijnlijk te moeilijk, best zou hij een beroep aanleren. Zijn voorkeur gaat uit naar handel.
Zahra is al van begin af aan als opvoedster actief in het Belgische huisje. Zij voelt zich er thuis en kent haar job en de jongens door en door. Souad is er nu een half jaar, zij volgde Amina op die nu directrice is geworden. Souad is wat strenger voor de jongens en vult op die manier Zohra goed aan.
Khalid (17 j.) is de oudste van de groep. Hij heeft een mentale handicap en is minder begaafd. Sinds een paar maanden is hij nu bij een fietsenmaker in de leer. Op die manier krijgt hij het vak onder de knie en ontvangt hij ook nog een beetje zakgeld. Zelf zegt hij dat hij graag dokter wil worden, maar dat zal bij die droom blijven. Mohamed (14 j.)is de slimste jongen van het weeshuis. Hij is hoogbegaafd en doet het erg goed op school en iedereen is er van overtuigd dat hij alle kansen moet krijgen om later verder te studeren. Een familie uit de stad steunt hem, hij gaat er regelmatig een weekendje logeren en ze bellen hem ook dikwijls op. Mohamed wil zeker dokter worden en daar heeft hij ook de capaciteiten voor.
Nieuwe directrice bedankt onze vereniging Gesprek met Amina, sinds kort de nieuwe directrice van het weeshuis. Voor haar betekent het een promotie, jarenlang was zij opvoedster in het Belgische huisje .
Younis (14 j.) kan ook goed mee op school. Wel is hij erg impulsief en soms komt hij agressief over. De Vlaamse stagiairs hebben ook voor hem een specifiek begeleidingsprogramma uitgewerkt. Younis kan erg kwaad worden als een belofte niet nagekomen wordt, bijvoorbeeld een geplande uitstap die in het water valt. Voor hem kan dat betekenen dat hij het vertrouwen in mensen verliest. Omdat hij graag voetbalt heeft Zohra geregeld dat een voetbaltrainer uit de buurt naar het weeshuis komt om er met de kinderen die daar zin in hebben te voetballen. Misschien groeit daar wel een eigen clubje uit: FC Laula Amina?
2
Als opvoedster heb je zelf vorming gevolgd. Wat vond je daarvan? “In het begin, toen de kinderen nog klein waren, hadden ze vooral verzorging nodig. In de periode daarna kwamen voor ons de waaromvragen: waarom eten ze niet? Waarom beginnen ze terug in bed te plassen? Waarom maken ze ruzie? We wisten niet hoe aanpakken en gelukkig gaf jullie vorming ons houvast. We kregen meer geduld als opvoedster en hebben veel kennis opgedaan, met name over de verschillende fases in de ontwikkeling van kinderen. Belangrijke thema’s waren omgaan met agressiviteit, faalangst en puberteit.” In de loop der jaren gingen ook een aantal Vlaamse stagiairs voor een langere periode aan de slag in het weeshuis. Hoe liep dat? “Eigenlijk haalden we meer uit de vormingen. Maar ook met de stagiairs hebben we goed samengewerkt. Als het goed klikte leerden we veel van hun manier van aanpakken en hun manier van werken.” Hebben weeskinderen specifieke problemen? “Als ze veertien, vijftien jaar worden komen ze met zware vragen. ‘Waar zijn mijn ouders?’ Kinderen hebben recht op een antwoord. Als hun ouders gestorven zijn, leggen we het gewoon uit. Maar het ligt anders bij verlaten kinderen, kinderen van alleenstaande moeders of kinderen uit heel arme gezinnen. ‘Waarom hebben ze mij achtergelaten? Waarom komen mijn ouders mij niet halen?’ Daar kunnen wij meestal niet op antwoorden. Wat we wel kunnen doen is veel tijd doorbrengen met de kinderen, hun vertrouwen winnen en een band met hen opbouwen.”
In de tweede plaats streef ik naar een goede relatie tussen de opvoedsters en de kinderen, nu is dat nog niet altijd en overal het geval. In de derde plaats wil ik een betere invulling van de vrije tijd. Er zijn te weinig activiteiten voor de kinderen. Dikwijls hangen ze zomaar wat rond op het pleintje voor het weeshuis. De vrije tijd kan beter benut worden, zo kunnen ze ook meer in contact komen met de buitenwereld en met andere kinderen.” Hoe schat je de toekomst in van de weeskinderen? Binnen drie jaar zouden de oudsten al op eigen benen moeten staan. “Fysiek zijn de kinderen sterk, maar op moreel vlak zijn ze zwak. Ook na hun achttiende zullen ze nog steun nodig hebben op moreel vlak. Ik hoop dat dan het weeshuis nog open staat voor hen. Een continue begeleiding is waarschijnlijk niet mogelijk, maar als ze in de problemen geraken zouden ze hier toch nog terecht moeten kunnen.” Nu moeten we ze leren verantwoordelijkheid te nemen en zelfstandig te worden. We hebben nood aan een mannelijke begeleider, die kan beter met de grotere jongens om. We hebben hier ook de ruimte om ateliers op te zetten. Dat is nodig voor kinderen die niet meekunnen op school. Iemand die schrijnwerker wil worden, kan daar dan in de leer gaan bij een schrijnwerker. Als hij achttien is, is het te laat.” “Tenslotte wil ik iedereen in Vlaanderen bedanken voor de hulp. Jullie steun geeft ons veel zelfvertrouwen en energie. In het bijzonder wil ik Zohra bedanken, zij begrijpt ons, voor ons is ze als een moederfiguur.”
Hoe pak je het aan als kersverse directrice? “Voor mij betekent het veel meer dan alleen een administratieve functie. Ik probeer verandering te brengen. In de eerste plaats wil ik als directrice een goede band met de kinderen. Elke dag heb ik een gesprek met twee kinderen. Ik wil dat ze mij zien als een vriendin waar ze terecht kunnen als ze iets nodig hebben of met een probleem zitten. Ik sensibiliseer ze ook voor dingen waarvoor ze op hun hoede moeten zijn.
3
“Jullie vorming zet onze opvoedsters op de juiste weg” Interview met dokter Jamal, voorzitter van het bestuur van het weeshuis. Wat is de bijdrage van de Belgische vereniging voor weeskinderen in Marokko? “Die is erg groot. De vereniging heeft er voor gezorgd dat het weeshuis nu op een andere manier werkt. Het is op kleine schaal begonnen met de bouw van het Belgische huisje waar twee opvoedsters samen gingen wonen met zes weeskinderen. Dat was de stimulans voor een grootschalig project. De vereniging heeft mee gezocht naar financiering om andere huisjes bij te bouwen die op dezelfde manier gingen werken. Ze heeft andere partners over de brug gehaald en bereid gevonden te investeren in de bouw van deze huisjes en in de kosten voor levensonderhoud en begeleiding van de weeskinderen. De vereniging heeft ook de verdienste dat ze, samen met de studenten en docenten van de Katholieke Hogeschool Limburg, kwam met een vormingsaanbod voor onze opvoedsters. Vorming is essentieel, onze opvoedsters zijn niet gekwalificeerd en door die vorming treden ze nu professioneler op. De resultaten daarvan zie je ook bij de kinderen. De opvoedsters krijgen een andere kijk op de situatie, ze gaan anders met problemen om en ze weten nu ook beter wat mogelijke oplossingen zijn. Ze hebben meer zicht op de ontwikkeling van de kinderen. Dat levert hun allemaal kapstokken om de kinderen beter te begeleiden. Jullie vorming heeft hen op de juiste weg gezet.
Hij kan er niet volgen en hier in Marokko is er geen aangepast onderwijs. Hij is nu bij een fietsenmaker in de leer en binnenkort kan hij aan het werk. Zonder begeleiding zou zo’n jongen helemaal mis kunnen lopen.” Hoe kan de samenwerking er in de toekomst uitzien? “We hebben nog meer vorming nodig. En die zou ook intensiever moeten, nu is dat meestal maar één keer per jaar. Ook kunnen we de financiële bijdrage voor de kosten van het levensonderhoud en de begeleiding in het Belgisch huisje niet missen. Financieel staan we niet sterk, zonder jullie steun en die van andere organisaties, zijn we nergens. We kunnen nog niet op eigen benen staan. Het budget dat we van de Marokkaanse overheid krijgen is heel miniem. Het duurt nog zeker tien jaar vooraleer we autonoom kunnen werken. We hebben nu wel sinds kort de opbrengsten van onze riad, ons gastenverblijf voor toeristen, maar die dekken nog niet het volledige budget dat we nodig hebben. Als die op volle toeren draait halen we daar dertig procent van het budget voor het weeshuis uit.” Wat gebeurt er met de kinderen na hun 18de? “De discussie daarover zit nog in de beginfase. We proberen samen te zitten met verenigingen en organisaties die ons daarbij kunnen helpen om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Voor ons stopt het als de kinderen 18 zijn, die verantwoordelijkheid kunnen we er niet bijnemen. Dat betekent wel niet dat we de kinderen uit het oog verliezen, we willen wel met externen samenwerken maar kunnen er niet de verantwoordelijkheid voor dragen.”
De kinderen zijn nu in elk huisje goed bezig. Ze gaan naar school, spijbelen doet zich niet voor en de schoolprestaties gaan de goede kant op. Een positief voorbeeld is Khalid, een jongen met een verstandelijke handicap. Secundair onderwijs is voor hem geen optie.
4
Weeshuis in Imintanout heeft dringend beter sanitair nodig
ongeveer een 150tal kilometer van Marrakech. In dit weeshuis verblijven een 400-tal kinderen. De weeskinderen leven hier in extreme omstandigheden. Er is gebrek aan sanitair. Er zijn maar enkele WC's voor gans het weeshuis, en die zijn er dan nog erg aan toe. De weeskinderen hebben geen douches. Om volledig een nieuw sanitair te voorzien voor het weeshuis zal er ongeveer een bedrag van 20.000 euro nodig zijn. Graag willen we dit weeshuis samen met u steunen door een aantal wc’s en douches te bouwen. Deze kinderen hebben er recht op.
Onze vereniging heeft als doel het verbeteren van de woon en leefomstandigheden van de weeskinderen om hen zo een kans te bieden op een betere toekomst. Weeshuizen in Marokko zijn grotendeels afhankelijk van giften. Hierdoor komen ze in financiële moeilijkheden terecht en dit uit zich in gebrek aan leefruimte, gebrek aan verzorging, ongekwalificeerd en onervaren personeel, gebrek aan onderwijs en de kinderen leven ook meestal in gesloten ruimten.
U kunt ons helpen om de elementaire hygiëne voor de kinderen van Imintanout te verbeteren. Achteraan deze nieuwsbrief vindt u alle details over hoe u ons financieel kan steunen. U bent er zeker van dat honderd procent van uw gift rechtstreeks gebruikt wordt voor de noden van deze kinderen.
In eerste instantie concentreerde onze vereniging zich op het weeshuis in Taroudant. Met onze hulp (en die van vele andere partners) is er in dat weeshuis de laatste tien jaar erg veel veranderd. Er kwam een betere infrastructuur, met name door de bouw van ‘gezinswoningen’ waar zes weeskinderen samenwonen met hun vaste opvoedsters. Ook wordt er samengewerkt met de Katholieke Hoge School en het Limburgse Provinciebestuur om opvoedingsondersteuning te bieden aan de begeleidsters van de kinderen. In veel andere weeshuizen in Marokko is de situatie schrijnender. Onze vereniging heeft nu ook een samenwerkingsverband met een tweede weeshuis in Marokko, in Imintanout,
Kinderen met een handicap In het weeshuis verblijven ook vijf kinderen met een ernstige mentale handicap. Ze wonen in een apart huisje. Het huisje is nieuw gebouwd met subsidies van de Vlaamse gemeenschap (onze vereniging heeft daar voor gezorgd), maar toch is het niet echt aangepast aan de behoeften van deze kinderen. De ruimtes zijn eigenlijk te klein. De twee opvoedsters staan ook onder zware druk omdat deze kinderen erg veel zorg nodig hebben. Ze missen
5
hiervoor ook de medische competenties. Een bijzonder probleem is dat de kinderen de laatste jaren erg gegroeid zijn en ze zijn nu erg sterk. Te sterk voor de opvoedsters in crisismomenten. Hajer, de zus van Zohra, liep twee jaar geleden stage in het weeshuis en heeft toen samen met de opvoedsters en het bestuur een oplossing uitgedokterd en uitgewerkt om de ergste problemen aan te pakken. Ze heeft gezorgd dat er een muur kon gebouwd worden aan het huisje zodat er nu een afgesloten tuin is voor de kinderen. Zo hebben ze meer ruimte en kunnen ze ook meer buiten komen zonder risico dat ze weglopen. Om dit project te financieren heeft Hacer in de moskee van Winterslag in Genk twee keer een geldinzamelingsactie georganiseerd, één keer met een druk bijgewoond ontbijtbuffet. Zohra: “Voor deze kinderen is nog meer nodig. Nu slagen ze er meestal in de kinderen kalm en rustig te houden. Maar er kan nog meer gesleuteld worden aan de professionaliteit van de opvoedsters om op een goede manier met deze kinderen om te gaan en ze te begeleiden.“
Jongeren uit België bezoeken weeshuis In april vorig jaar brachten dertig jongeren uit België een bezoek aan het weeshuis in Taroudant. Dat gebeurde op initiatief van het FMDO, de Federatie van Marokkaanse Democratische Verenigingen. Opvallend was dat het een erg gemengde groep was: er waren jongens en meisjes bij van Marokkaanse, Turkse en Vlaamse origine. Ze kwamen uit alle hoeken van het land: Brussel, Limburg, Oostende,… Iessa Kalaai was er bij. “We hadden pech dat er die week een staking was van de bussen en de taxi’s waardoor een aantal uitstappen in het water vielen. Gelukkig kon ons bezoek aan het weeshuis wel doorgaan. We hebben de huisjes bezocht waar de kinderen en tieners opgroeien in gezinsverband en we hebben ook geholpen bij het voeden van de baby’s. Voor de jongeren was de reis een verrijking, ze hebben er veel geleerd. Ook het onderlinge contact tussen de deelnemers van verschillende herkomst was een sterk punt.” Zohra Nait Oufakir heeft samen met de jongeren hun werkweek in het weeshuis geëvalueerd. “Ze vonden het erg fijn om in het weeshuis te werken. Daarvoor kenden ze dit soort werk niet. Ze waren erg geëngageerd en bezorgd voor het welzijn van de baby’s. Ze vonden het jammer dat de baby’s niet altijd voldoende aandacht krijgen. Door personeelsgebrek is er niet altijd de tijd om ze te pakken of om met ze te spelen. De kinderen van de huisjes waren erg blij met de komst van jongeren omdat ze hielpen hun vrije tijd op een goede manier door te brengen met spelletjes en sport. De kinderen hebben er erg goede herinneringen aan en vragen er nu nog steeds achter. Persoonlijk vond ik de samenwerking tussen jongeren van verschillende herkomst erg positief. Er waren absoluut geen spanningen. De Marokkaanse jongeren tolkten voor de anderen en zorgde zo voor een goede communicatie. De Marokkaanse jongeren waren fier dat ze op die manier een bijdrage konden leveren.“
6
De Belgische vereniging stimuleert dit soort inleefreizen voor jongeren in Marokko met een uitgebreid bezoek aan het weeshuis en andere instellingen in en rond Taroudant. Wilt u hieraan deelnemen of wilt u voor uw vereniging of groep zo’n reis opzetten? Neem dan contact met Zohra. Tijdens hun verblijf in Taroudant logeerde de jongeren uit België in de nieuwe riad die uitgebaat wordt door het bestuur van het weeshuis. Op deze manier probeert het weeshuis aan extra inkomsten te komen voor hun werking en voor de kinderen. Een riad is een traditioneel Marokkaans gastenverblijf waarbij de kamers gegroepeerd zijn rond een besloten binnentuin. Ook particulieren kunnen er terecht. Door te kiezen voor deze riad combineer je een aangenaam en origineel verblijf met een goed doel. Voor meer details over prijzen en voor reservatie kan je terecht op internet www.riadtaroudantpalmiers.com
Zelf het weeshuis bezoeken? Onze vereniging is jaarlijks bereid om voor haar leden en sympathisanten een inleefreis naar het weeshuis te organiseren. U komt dan rechtstreeks in contact met de kinderen en u ontdekt ook het zuiden van Marokko. Interesse? Neem contact op met Zohra. Nog een bericht: we kunnen deze nieuwsbrief ook per e-mail sturen. Dat bespaart ons kosten. Gelieve uw e-mailadres door te geven naar
[email protected].
7
Hoe kunt u het weeshuis financieel steunen? U kan ons rechtstreeks steunen op het rekeningnummer 733-0166930-23 van Weeskinderen Taroudant Marokko. Bedragen die u op deze rekening stort zijn fiscaal aftrekbaar. Elk jaar ontvangt u dan van onze partner het Vlaams Internationaal Centrum een fiscaal attest dat u kunt gebruiken voor het invullen van uw belastingsbrief. U kunt ook rechtstreeks steunen op onze eigen rekening 0682169837-71 van de Belgische vereniging voor weeskinderen in Marokko maar giften op deze rekening zijn niet fiscaal aftrekbaar. U kan ons eenmalig een gift doorstorten of (liefst) met een doorlopende opdracht. Daarvoor kunt u onderstaand formulier gebruiken dat u bij uw bank binnenbrengt of natuurlijk zelf online een opdracht aanmaken. Als u besluit om een doorlopende opdracht aan te maken gelieve ons dit formulier op te sturen, op die manier kunnen we u op de hoogte houden van onze werking en kunt u de evolutie van de kinderen volgen. Onze vereniging werkt uitsluitend met vrijwilligers en dat gebeurt rechtstreeks met onze partners in Marokko. Honderd procent van uw gift komt ten goede aan de weeskindneren. Alle giften zijn welkom, vele kleintjes maken één groot.
Formulier doorlopende opdracht Naam, voornaam: … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … Adres: … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … Telefoon: … … … … … … … … … … … … … … ... … … … … … … … … … … … … … … … … E-mail: … … … … … geef opdracht om vanaf …/… …/… … tot herroeping maandelijks over te maken via het debet van mijn rekening nummer … …-… … … … … … …-… … bij (naam en adres bank) … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … ………………………………………………………………… het bedrag van … … … … euro ten gunste van rekening 733-0166930-23 van weeskinderen Taroudant Marokko (met fiscaal attest) of 068-2169837-71 van Belgische vereniging voor weeskinderen in Marokko (zonder fiscaal attest). Datum en handtekening … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
8