$179'0##0''0'0'4)+'61'-1/56 ,##418'4<+%*6 41;#.&76%*5*'..2.%,##418'4<+%*6'0 8'4-146',##44'-'0+0)
Onze INSIDE ENERGY-app voor de iPad belicht het belang van innovatie om de energie te kunnen leveren die mensen in hun leven vooruitbrengt. Ontdek nieuwe manieren om olie en gas te vinden en te winnen, leer meer over energie-efƂciency en schonere brandstoffen, en maak kennis met de mensen die dit mogelĎk maken. shell.com/inside_energy
OVER DE FOTO’S
Energie geeft ons leven vitaliteit. We eten, we werken, we spelen, we reizen, we communiceren – elke dag gebruiken we energie. De foto’s in dit Jaaroverzicht geven een kĎk op ons dagelĎks energiegebruik.
Shell Jaaroverzicht 2011 Jaaroverzicht
JAAROVERZICHT 2011 BOUWEN AAN EEN ENERGIETOEKOMST DE WERELDWIJDE ENERGIEBEHOEFTE STIJGT, EVENALS DE CONSUMENTENVERWACHTINGEN – MEER MENSEN WILLEN ENERGIE VAN SCHONERE BRONNEN. SHELL WERKT SAMEN MET ANDEREN OM NIEUWE ENERGIEBRONNEN TE ONTSLUITEN EN NOG MEER UIT DE BESTAANDE TE HALEN. WIJ DOEN DIT OP VERANTWOORDE EN INNOVATIEVE WIJZE. EEN BETERE ENERGIETOEKOMST KAN ALLEEN GEBOUWD WORDEN ALS IEDEREEN MEEDOET. SHELL DRAAGT DAARAAN BIJ.
ONZE RESULTATEN IN 2011 WINST PER AANDEEL OP BASIS VAN GESCHATTE ACTUELE KOSTEN +52%
NETTOKASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN +34%
$37
$4,61
MILJARD
RESULTAAT OP BASIS VAN GESCHATTE ACTUELE KOSTEN TOEREKENBAAR AAN AANDEELHOUDERS +54%
$28.625
MILJOEN
BEKENDGEMAAKT DIVIDEND PER AANDEEL
$1,68
OVER DIT JAAROVERZICHT
INHOUD
Het Jaaroverzicht en Verkorte Jaarrekening is een beknopte versie van het “Annual Report and Form 20-F” van Royal Dutch Shell plc. Het bevat niet de volledige inhoud van dat rapport. Voor verdere informatie verwĎzen wĎ naar het volledige, niet-verkorte document, dat kosteloos verkrĎgbaar is op http://reports.shell.com/annualreport/2011 en via de adressen op blz. 37 .
3 4 6 20 22 26 31 34
SYMBOLEN
internet- of e-mailadres QR-code. Scan deze code met de QR-reader-app op uw smartphone of tablet voor de hyperlink naar mobiel internet aanverwante informatie in dit document
Bericht van de Voorzitter Verslag van de Chief Executive OfƂcer Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten Verkort verslag van de Board Samenvatting bezoldigingsverslag Samenvatting corporate governance Verkorte geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie voor de aandeelhouders
1
2
Shell Jaaroverzicht 2011 Jaaroverzicht
ONZE ACTIVITEITEN Shell is een innovatiegedreven, wereldwĎd opererende groep energieen petrochemie-ondernemingen. Upstream (blz. 10 ) verwĎst naar de manieren waarop wĎ ruwe olie, aardgas en bitumen vinden en winnen; Downstream (blz. 12 ) verwĎst naar de processen waarmee wĎ deze omzetten in producten voor verkoop aan consumenten en bedrĎven.
Olie en gas produceren
Naar olie en gas zoeken
Bitumen winnen
Olie rafƂneren tot brandstoffen en smeermiddelen
Oliezanden ontginnen
Petrochemische producten vervaardigen
Velden ontwikkelen
Aanvoer en distributie
Handel Biobrandstoffen ontwikkelen
Gas in vloeibare producten omzetten (GTL) Handel Gas door koeling vloeibaar maken (LNG)
Businessto-Businessverkopen
Windenergie opwekken LNG hergasiƂceren
CHEMISCHE PRODUCTEN
Retail-verkopen Retail-verkopen
Businessto-Businessverkopen GAS
voor de keuken, verwarming, stroom
Shell’s YouTubekanaal Een grote verzameling Shellvideo’s over onze mensen en onze activiteiten. youtube.com/shell
Shell’s photostream op Flickr Een keuze uit onze beste foto’s van over de hele wereld.
ƃickr.com/photos/royaldutchshell
BRANDSTOFFEN EN SMEERMIDDELEN
voor transport
voor plastic, coatings, reinigingsmiddelen
Shell Jaaroverzicht 2011 Jaaroverzicht
BERICHT VAN DE VOORZITTER “ONZE GEZAMENLIJKE INSPANNINGEN LATEN ONS DE GRENZEN VAN DE TECHNOLOGIE STEEDS VERDER VERLEGGEN EN OP NIEUWE MANIEREN NAAR GRONDSTOFFEN KIJKEN.” Het wereldwĎde economisch herstel zette in 2011 door. Maar de Ƃnanciële turbulentie van de eurozone vormt een bedreiging. BĎ een verdere toename van de overheidsschuld van de Verenigde Staten en Japan zou die turbulentie zich tot in de middellange termĎn kunnen uitstrekken. Ook in de ontwikkelingslanden zal de groei naar verwachting afzwakken vanwege een wereldwĎd dalende vraag naar hun export en een algemeen gebrek aan vertrouwen bĎ investeerders. Desondanks zullen bevolkings- en welvaartsgroei in ontwikkelingslanden de langetermĎnvraag naar alle vormen van energie – zowel duurzame als conventionele – verder doen stĎgen.
die optiek is het beheersen van klimaatgassen slechts één aspect van een complex probleem. Zelfs basale grondstoffen als water en voedsel moeten in de context van het evoluerende wereldenergiesysteem worden beheerd. Deze ontwikkelingen hebben nu al hun weerslag op onze eigen industrie, en die zal de komende decennia alleen maar sterker worden. Shell streeft naar een beter inzicht in de onderlinge samenhang tussen water-, voedsel- en energiesystemen. Naar onze overtuiging mogen deze systemen niet los van elkaar gezien worden. PLANNEN VOOR DE TOEKOMST
VOLATILITEIT IN DE MARKT
Om in die vraag te kunnen voorzien moeten ook olie- en gasbronnen tot ontwikkeling worden gebracht die, tot dusver, werden genegeerd omdat zĎ geologisch te complex of geograƂsch te ver afgelegen waren. Dit zal gepaard gaan met hogere kosten – en hogere energieprĎzen. DergelĎke fundamentele marktfactoren zullen de spanning tussen energieaanbod en -vraag vergroten, en daarmee ook de kwetsbaarheid van de wereld voor economische en politieke volatiliteit. Onvoorspelbare gebeurtenissen waar dan ook ter wereld, zoals overhaaste regelgeving, een bevolkingsoproer of een natuurramp, kunnen voor een omslag in de kosten en prĎzen zorgen. We leven in een wereld met zeer grote wederzĎdse afhankelĎkheden. Energievraagstukken lopen dwars over geograƂsche en industriële grenzen heen. SAMENHANG VAN GRONDSTOFFEN
BĎ de ontwikkeling van een groter, diverser energiesysteem moeten de economische, politieke en milieueffecten van de winning, verwerking, distributie en afvoer van alle grondstoffen worden meegenomen. Vanuit
3,2
BĎ Shell zetten we onze creativiteit in om nieuwe energiebronnen te ontdekken en voorheen oneconomische bronnen rendabel te maken. En we zĎn bereid om aanzienlĎke bedragen te investeren om de energieproductie van morgen zeker te stellen.
het een aanvulling vormt op intermitterende bronnen als zonne- en windenergie. Bovendien kan aardgas door koeling vloeibaar worden gemaakt en over zee worden verscheept. WĎ verwachten dat de wereldwĎde markt voor vloeibaar gemaakt aardgas (LNG) zal blĎven groeien, en we willen onze leidende positie daarin handhaven. Daarnaast zĎn we een overtuigd voorstander van biobrandstoffen. Door onze joint venture Raízen zĎn we nu een toonaangevende producent van ethanol uit Braziliaans suikerriet, met een potentiële CO2-emissiereductie van zo’n 70% ten opzichte van conventionele transportbrandstoffen. De joint venture werkt samen met haar leveranciers, contractors en landeigenaren om zeker te stellen dat zĎ duurzame methoden toepassen voor hun land, water en arbeidskrachten. EEN DUURZAME TOEKOMST CREËREN
Met onze technische en Ƃnanciële middelen kunnen we olie- en gasreserves ontwikkelen in zeer diep water, in zeer krappe – “tight”|– steenstructuren en in het zeer koude klimaat in het Arctisch gebied. We willen in onze industrie toonaangevend zĎn bĎ dit soort ontwikkelingen, een voortrekker met hoge standaarden voor milieubeheer en maatschappelĎke verantwoordelĎkheid. We richten ons sterk op aardgas. Ongeveer de helft van alle energie die wĎ produceren komt al in die vorm uit de boorput, en we willen dat aandeel de komende jaren verder vergroten. Gas is immers de schoonste fossiele brandstof. Vervanging van kolengestookte door gasgestookte elektriciteitscentrales is de snelste en goedkoopste manier voor de wereld om de CO2-emissies in de stroomsector terug te dringen. Daarnaast biedt met gas geproduceerde stroom het grote voordeel continu op afroep beschikbaar te zĎn, waardoor
MILJOEN
AANTAL VATEN OLIE-EQUIVALENT DAT WE ELKE DAG PRODUCEREN
Maar de volatiele wereld van vandaag heeft meer nodig dan Shell alleen kan realiseren. Daarom smeden we sterke banden met partners die qua know-how, strategische doelen of geograƂsche reikwĎdte onze eigen mogelĎkheden aanvullen. Deze partners kunnen gouvernementele of non-gouvernementele, commerciële of niet-commerciële organisaties zĎn. De taakstelling is duidelĎk: een koolstofarm energiesysteem creëren dat betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam is. Onze gezamenlĎke inspanningen zullen ons de grenzen van de technologische mogelĎkheden steeds verder laten verleggen naarmate we steeds complexere energieprojecten uitvoeren. En ze zullen ons op nieuwe manieren naar grondstoffen laten kĎken. Onze partners, onze klanten en onze aandeelhouders verwachten niet anders van ons. Jorma Ollila Voorzitter
48% $1,1
MILJARD
AANDEEL VAN AARDGAS IN ONZE PRODUCTIE
BEDRAG DAT WE IN R&D INVESTEREN
3
4
Shell Jaaroverzicht 2011 Jaaroverzicht
VERSLAG VAN DE CHIEF EXECUTIVE OFFICER “ONZE SUCCESVOLLE PROJECTEN, ONZE GOEDE PERFORMANCE EN ONZE GROEIKANSEN LATEN DUIDELIJK ZIEN DAT WE OP DE GOEDE WEG ZIJN.” In 2011 startte de productie bĎ drie grote projecten die een aantal kerncompetenties van Shell weergeven: innovatie en technologie; waardecreatie door de integratie van upstream- en downstream-activiteiten; en langetermĎnrendement. Dit zĎn Pearl GTL, Qatargas 4 en de uitbreiding van het Athabasca Oil Sands Project. Samen met talrĎke kleinere projecten vormen zĎ een springplank voor groei van de productie, kasstromen en LNG-verkopen. Ik dank onze werknemers en projectpartners voor hun harde werk en toewĎding waardoor we al deze projecten in bedrĎf hebben kunnen nemen. Groei is een belangrĎk onderdeel van onze strategie, evenals “operational excellence” en de ontwikkeling van mogelĎkheden voor de toekomst. Het is goed te kunnen vermelden dat we ook ten aanzien van die aspecten van onze strategie in 2011 grote stappen wisten te zetten. Dit brengt ons dichter bĎ ons doel ’s werelds meest competitieve en innovatieve energie-onderneming te zĎn. FINANCIËLE RESULTATEN
Ons resultaat op basis van geschatte actuele kosten toerekenbaar aan aandeelhouders was circa $29 miljard, een stĎging van 54% ten opzichte van 2010. Ondersteund door hogere olieprĎzen en verkopen van activa, genereerden zowel het Upstream- als het Downstreamsegment surplus kasstromen. Dit succes werd behaald ondanks lage aardgasprĎzen in Noord-Amerika en krappe rafƂnagemarges. Exclusief mutaties in het werkkapitaal was de kasstroom uit bedrĎfsactiviteiten $43 miljard, 30% hoger dan in 2010. We hebben over 2011 dividenden van in totaal meer dan $10 miljard bekendgemaakt, en we verkeren in een positie om het dividend over het eerste kwartaal van 2012 te kunnen verhogen. Het totaalrendement voor onze aandeelhouders over de afgelopen drie jaar was ongeveer 70%.
90.000 AANTAL MENSEN DAT WE IN DIENST HEBBEN
In 2011 hebben we ook goede vooruitgang geboekt bĎ de herinrichting van onze portfolio om verdere groei te ondersteunen. WĎ hebben circa $7,5 miljard aan opbrengsten uit de verkoop van niet-kernactiviteiten ontvangen. VEILIGHEID EN MILIEU
Ons doel is om nul dodelĎke ongevallen te hebben en geen incidenten die schade toebrengen aan onze werknemers, contractors of naburige gemeenschappen, of een gevaar voor onze installaties vormen. We boeken verdere vooruitgang op het gebied van persoonlĎke veiligheid. Het aantal werkgerelateerde dodelĎke ongevallen is de afgelopen jaren aanzienlĎk gedaald. Maar we hebben nog een weg te gaan voordat onze veiligheidsdoelstelling is bereikt. Ik betreur dat zes mensen in 2011 zĎn overleden terwĎl ze voor Shell aan het werk waren. Een aantal incidenten bĎ onze faciliteiten in 2011 onderstreepte de noodzaak voor ons om waakzaam te blĎven en onze focus op de veiligheid van onze operaties te handhaven. BĎ Shell Nigeria Exploration and Production Company trad bĎ het beladen van een olietanker op zee een lekkage op. Ook was er een brand bĎ onze rafƂnaderĎ in Singapore en een lek in een pĎpleiding in het Britse deel van de Noordzee. In al deze gevallen heeft de snelle en doelmatige reactie van medewerkers, in samenwerking met de lokale autoriteiten, letsel voorkomen en de milieueffecten beperkt. We blĎven open over onze operationele performance. Dit soort transparantie is nodig als de industrie wil samenwerken met lokale, nationale en internationale organisaties om negatieve milieu- en maatschappelĎke effecten overal ter wereld te minimaliseren. Dit soort open, multilaterale benadering helpt mogelĎk ook om de bezorgdheid te verminderen over “hydraulic fracturing” – de techniek
30+
AANTAL RAFFINADERIJEN EN CHEMISCHE FABRIEKEN
waardoor olie en aardgas commercieel winbaar worden uit schalie of andere “tight” steenformaties. We hebben in 2011 een stelsel van doelstellende principes ingevoerd die maatgevend kunnen zĎn voor onze werkwĎze bĎ het ontwikkelen van mogelĎkheden voor “tight oil” en “tight gas” in de hele wereld. ZĎ stellen een kader voor de bescherming van water, lucht, de natuur en de gemeenschappen waarin wĎ opereren. Door ons eraan te houden, bekrachtigen we onze reputatie als een verantwoorde operator en geven een voorbeeld voor anderen in de industrie. HET FUNDAMENT VOOR GROEI
In 2011 wisten we een solide fundament te leggen waarop we onze toekomst kunnen bouwen. Onze exploratieactiviteiten, die we in 2011 hebben uitgebreid, resulteerden in vĎf aanzienlĎke vondsten. Ook verkregen we de rechten voor meer dan 140.000 km2 nieuw exploratiegebied in verschillende landen in Afrika, Noord- en LatĎns-Amerika en het Aziatisch-PaciƂsch gebied. Er zĎn plannen om te beginnen met boringen in de wateren van Alaska. Ook voeren we boorprogramma’s uit onshore in China, voor de kust van Frans-Guyana en on- en offshore in Australië, nadat we eerder in al deze gebieden bemoedigende resultaten hebben behaald. In 2011 hebben we 12 deƂnitieve investeringsbesluiten genomen, waarvan vier betrekking hebben op “tight gas” in Noord-Amerika en twee op LNG-projecten. Een van de LNG-projecten is het eerste in zĎn soort: Prelude omvat de bouw van ’s werelds eerste drĎvende productie- en vloeibaarmakingsinstallatie. Daarnaast hebben we ons Ƃnancieel gecommitteerd om het Cardamom-project in de
12
SECONDEN
GEMIDDELDE TIJD TUSSEN HET BIJTANKEN VAN VLIEGTUIGEN DOOR SHELL
Shell Jaaroverzicht 2011 Jaaroverzicht
Golf van Mexico uit te voeren. Dit investeringsbesluit, samen met dat voor een project voor de kust van Maleisië, onderstreept onze wereldwĎd toonaangevende vaardigheden in diepwater. In totaal hebben we nu zeven diepwaterprojecten in aanbouw. Samen met onze partners zĎn we begonnen met de bouw van de initiële productiefaciliteiten voor het Majnoon-veld in Irak – een van ’s werelds supergrote olievelden. De overeenkomst voor de oprichting van Basrah Gas Company is eveneens in 2011 door de regering van Irak goedgekeurd. In 2011 zĎn we met Qatar Petroleum overeengekomen een petrochemie-complex op gasbasis te ontwikkelen op dezelfde locatie waar onze Pearl GTL- en Qatargas 4-fabrieken staan. En dit jaar – 2012 – verwachten we dat de joint venture-rafƂnaderĎ bĎ Port Arthur, Texas, een van de grootste rafƂnaderĎen in de Verenigde Staten zal worden door de voltooiing van de uitbreiding die haar capaciteit meer dan verdubbelt. In 2011 hebben we in Brazilië, een van ‘s werelds snelstgroeiende economieën, de joint venture Raízen voor marketing en biobrandstoffen opgestart. Het is in dat land al een leidende onderneming op het gebied van ethanol en zou ons toegang tot nieuwe internationale markten kunnen verschaffen. Het geeft ons ook de mogelĎkheid om hier op termĎn de resultaten van ons geavanceerd R&D-programma voor biobrandstoffen te benutten. EEN NIEUW PROGRAMMA VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN
Met onze sterkere Ƃnanciële positie en aangescherpte portfolio kunnen we nu een nieuw programma voor de middellange termĎn voortvarend implementeren. WĎ zĎn van plan de netto-investeringen in 2012 tot circa $30 miljard te verhogen, van ongeveer $24 miljard in 2011. Continuering van een robuust investeringsprogramma – ongeacht de dalingen in de conjuncturele cycli – is de beste manier om groei en rendement voor de aandeelhouder te genereren. Het uiteindelĎke niveau van de uitgaven in enig jaar hangt uiteraard af van de timing van projecten, kosten in de industrie, verkopen van activa en de ƃexibiliteit om onze boorprogramma’s op of terug te schalen.
We verwachten over de komende vier jaar cumulatieve kasstromen uit bedrĎfsactiviteiten, exclusief mutaties in het werkkapitaal, die circa 50% hoger zĎn dan over de afgelopen vier jaar – mits de Brent-olieprĎs rond $100 per vat is, de prĎs voor Noord-Amerikaans aardgas op de middellange termĎn weer naar $5 per MMBtu gaat, en de omstandigheden voor rafƂnage verbeteren. We hebben het potentieel om rond 2017–2018 een productiestĎging van 25% te realiseren ten opzichte van 2011. Een deel van deze nieuwe productie zal naar verwachting uit olie- en condensaatrĎke schalie komen. We zien verder groeipotentieel voor onze gedifferentieerde brandstoffen, onze smeermiddelen en onze chemische producten. We zullen dan ook selectief blĎven investeren in die markten en producten. Maar we zullen ons ook op verbetering van de Downstreamactiviteiten richten. DE LAT NOG HOGER LEGGEN
Onze succesvolle projecten, onze goede performance en onze groeikansen laten duidelĎk zien dat we op de goede weg zĎn. Maar ik denk dat we nog meer waarde uit onze activa kunnen halen. De beschikbaarheid van onze verwerkingsfaciliteiten zou bĎvoorbeeld hoger kunnen zĎn. En er zĎn nog aanzienlĎke besparingen mogelĎk in onze aanvoerketens. Daarom zullen we ons blĎven inspannen om onze operationele performance en concurrentiepositie te verbeteren. We zullen ons ook blĎven focussen op klanttevredenheid, en blĎven proƂteren van onze geïntegreerde operaties. En uiteraard mogen we nooit en te nimmer de veiligheids- en milieuprestaties uit het oog verliezen. Als we het op die aspecten van onze activiteiten goed doen, dan zal Shell met zekerheid de eerste keus zĎn voor zowel eigenaren als consumenten van grondstoffen. Peter Voser Chief Executive OfƂcer
43.000 80+ AANTAL SHELLTANKSTATIONS
Recente toespraken door Peter Voser: www.shell.com/speeches
AANTAL LANDEN WAARIN WE ACTIVITEITEN HEBBEN
18,8
MILJOEN TON VERKOOPVOLUME AAN LNG
5
6
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
VERKORTE BESPREKING VAN DE ACTIVITEITEN EN RESULTATEN PRESTATIE-INDICATOREN BELANGRIJKSTE PRESTATIE-INDICATOREN
2011
2010
Total shareholder return (%) Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten ($ miljard) Projectoplevering (%) Voor verkoop beschikbare productie (duizend boe/d) LNG-verkopen (miljoen ton) Beschikbaarheid van rafƂnaderijen en chemische fabrieken (%) Totaal aantal te registreren ongevallen (letselgevallen per miljoen gewerkte uren)
17,1 37 79 3.215 18,8 91,2
17,0 27 75 3.314 16,8 92,4
1,2
1,2
28.625 4,61 23.503 15,9 13,1
18.643 3,04 23.680 11,5 17,1
14.250 207 90.000
14.249 195[B] 97.000
ADDITIONELE PRESTATIE-INDICATOREN Resultaat op basis van geschatte actuele kosten toerekenbaar aan de aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc ($ miljoen) Winst per aandeel op basis van geschatte actuele kosten ($) Netto-investeringen ($ miljoen) Rendement op gemiddeld geïnvesteerd vermogen (%) Gearing per 31 december (%) Bewezen olie- en gasreserves toerekenbaar aan de aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc (miljoen boe) [A] Lekkages van meer dan 100 kilogram bij bedrijfsactiviteiten Werknemers (jaargemiddelde)
[A] Exclusief reserves die zĎn toe te rekenen aan het minderheidsbelang in Shell-dochterondernemingen. [B] Aangepast van 193 na afronding van onderzoeken naar operationele lekkages.
RISICOFACTOREN De activiteiten en resultaten van Shell zĎn onderhevig aan risico’s ten aanzien van de concurrentiesituatie, economische, politieke, juridische, administratiefrechtelĎke, sociale en zakelĎke omstandigheden, omstandigheden in de bedrĎfstak alsmede Ƃnanciële omstandigheden. Deze risico’s zouden afzonderlĎk of gecombineerd een materieel negatief effect kunnen hebben op onze operationele performance, resultaten of Ƃnanciële positie. Beleggers dienen de hierna genoemde risico’s zorgvuldig te beoordelen. Onze bedrijfsresultaten en financiële positie zijn onderhevig aan fluctuerende prijzen voor ruwe olie, aardgas, olieproducten en chemische producten. Ons vermogen om strategische doelen te realiseren hangt af van onze reactie op concurrentiekrachten. De algehele macro-economische omstandig heden en financiële en commodity-marktomstandigheden zijn van invloed op onze bedrijfsresultaten en financiële positie doordat handels-, treasury-, rente- en
valutarisico’s onderdeel zijn van ons business-model. Onze toekomstige productie van koolwater stoffen is afhankelijk van de resultaten van grootschalige en complexe projecten, en van ons vermogen om bewezen olie- en gasreserves te vervangen. Een aantasting van onze bedrijfsreputatie zou een negatief effect hebben op ons merk, ons vermogen om nieuwe bronnen zeker te stellen, de maatschappelijke acceptatie van onze activiteiten, en op onze financiële prestaties. Onze toekomstige prestaties zijn afhankelijk van de succesvolle ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën. Toenemende bezorgdheid over klimaatver andering zou tot additionele regelgeving kunnen leiden die vertragingen van projecten en hogere kosten tot gevolg kan hebben. De aard van onze activiteiten stelt ons bloot aan een breed scala van risico’s ten aanzien van gezondheid, veiligheid, beveiliging en het milieu. Shell verzekert haar blootstelling aan risico’s hoofdzakelijk zelf.
Een verslechtering van de economische en bedrijfsomstandigheden in Nigeria kan een negatieve invloed hebben op onze resultaten en financiële positie. Wij hebben activiteiten in meer dan 80 landen. Deze kennen verschillen in politieke, juridische en fiscale stabiliteit. Dit stelt ons bloot aan een grote schakering van politieke ontwikkelingen en daarmee samenhangende mogelijke wijzigingen in wet- en regelgeving. Daarnaast lopen Shelldochterondernemingen en volgens de equity-methode opgenomen investeringen wereldwijd een risico op rechtsgedingen en geschillen. Onze activiteiten stellen ons bloot aan maatschappelijke instabiliteit, terrorisme en oorlogshandelingen of piraterij die een negatieve invloed kunnen hebben op onze activiteiten en resultaten. We steunen in onze bedrijfsactiviteiten in aanzienlijke mate op informatietechnologiesystemen (IT). Wij hebben aanzienlijke pensioenverplich tingen, waarvan de financiering onderhevig is aan kapitaalmarktrisico’s. De raming van bewezen reserves is een proces dat subjectieve beoordeling op basis van de beschikbare informatie en de toepassing van complexe regels vereist, dus latere neerwaartse bijstellingen zijn mogelijk. Als de werkelijke productie uit die reserves lager is dan de huidige ramingen aangeven, zou dat een negatief effect kunnen hebben op onze winstgevendheid en onze financiële positie. Veel van onze grote projecten en activiteiten vinden in joint ventures of geassocieerde deelnemingen plaats, waarbij de mate van onze zeggenschap en ook ons vermogen om risico’s te onderkennen en te beheersen, beperkt zijn. Inbreuken op antitrust- en mededingingswet geving hebben boetes tot gevolg en stellen ons en onze werknemers aan strafrechtelijke sancties en civielrechtelijke procedures bloot. Shell is momenteel wegens inbreuken op de U.S. Foreign Corrupt Practices Act onderworpen aan een Deferred Prosecution Agreement met het Amerikaanse ministerie van Justitie. De statuten van de Vennootschap bepalen de jurisdictie voor geschillen met aandeelhouders. Hierdoor kunnen de rechtsmiddelen van aandeelhouders worden beperkt.
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
SAMENVATTING RESULTATEN EN STRATEGIE W I N ST OV E R D E P E R I O D E
$ MILJOEN
2011
2010
24.455
15.935
4.289
2.950
Segmentresultaten Upstream Downstream Corporate Totaal segmentresultaten Toerekenbaar aan minderheidsbelang Resultaat op basis van geschatte actuele kosten toerekenbaar aan de aandeelhouders [A] Voorraadeffect en minderheidsbelang Winst over de periode
86
91
28.830
18.976
(205)
(333)
28.625
18.643
2.560
1.831
31.185
20.474
[A] Voor het resultaat op basis van geschatte actuele kosten wordt de inkoopprijs van de gedurende een periode verkochte hoeveelheden gebaseerd op de actuele aankoopkosten van de verkopen gedurende dezelfde periode, rekening houdend met het belastingeffect. Het resultaat op basis van geschatte actuele kosten is derhalve exclusief het effect van wijzigingen in de olieprijs op de voorraadwaardering.
RESULTATEN
Het resultaat op basis van geschatte actuele kosten toerekenbaar aan de aandeelhouders over 2011 was $28.625 miljoen, 54% hoger dan in 2010. In 2011 was het resultaat in Upstream $24.455 miljoen, tegen $15.935 miljoen in 2010. Deze stĎging met 53% kwam voort uit hogere gerealiseerde olie- en gasprĎzen, hogere LNG-verkoopvolumes, hogere bĎdragen uit handel en lagere bĎzondere waardeverminderingen. Het effect van deze posten werd gedeeltelĎk tenietgedaan door hogere exploitatiekosten, voornamelĎk als gevolg van het opstarten van nieuwe projecten, lagere productievolumes en gestegen belastingen. In 2011 was de voor verkoop beschikbare olie- en gasproductie 3.215 duizend vaten olie-equivalent per dag (boe/d), tegen 3.314 duizend boe/d in 2010.
De economische groei, die in 2010 sterk was, vertraagde in 2011. Dit was gedeeltelĎk toe te schrĎven aan een aantal ingrĎpende gebeurtenissen: de vernietigende aardbeving en tsunami in Japan; onrust in meerdere olieproducerende landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten; en grote Ƃnanciële turbulentie in de eurozone door hoge begrotingstekorten en een stĎgende schuldenlast. De meeste opkomende economieën presteerden ondanks deze moeilĎke omstandigheden goed en lieten in 2011 robuuste groei zien, met een productiestĎging in China en India van respectievelĎk 9% en 7%. Daarentegen steeg de productie in de Verenigde Staten en de eurozone met respectievelĎk 1,8% en 1,6%, te traag om de hoge werkloosheidspercentages terug te dringen.
MARKTOVERZICHT
Voor 2012 is er bezorgdheid over een wereldwĎde economische verslechtering. De meeste analisten voorzien een recessie in de eurozone en tragere economische groei in de Verenigde Staten. De opkomende economieën zullen naar verwachting een hoger economisch activiteitenniveau kennen, maar hun performance blĎft nauw gekoppeld aan de ontwikkelde economieën. Deze projecties gaan er dan ook van uit dat beleidsmakers in de ontwikkelde economieën zich aan hun monetaire en Ƃnanciële beleidstoezeggingen houden en de Ƃnanciële onrust weten te beheersen, waardoor de omstandigheden kunnen stabiliseren.
In overeenstemming met de ontwikkeling van de wereldeconomie liet de mondiale vraag naar olie in 2011 een bescheiden stĎging van 0,7 miljoen vaten per dag zien. Een sterke toename met 1,3 miljoen vaten per dag van de vraag in opkomende economieën compenseerde ruimschoots de daling met 0,6 miljoen vaten per dag in de ontwikkelde economieën.
Olie- en aardgasprijzen Brent-olie noteerde gedurende het grootste deel van 2011 prĎzen in een bandbreedte van $95-125 per vat, en sloot het jaar op $106,51 per vat. Gemiddeld waren de prĎzen in 2011 circa 40% hoger dan in 2010. De prĎs van Brent-olie was in 2011
Het resultaat in Downstream in 2011 was $4.289 miljoen, tegen $2.950 miljoen in 2010. Het resultaat steeg door hogere marges in de chemie, een hogere bĎdrage uit handel en lagere exploitatiekosten, waarvan het effect gedeeltelĎk tenietgedaan werd door een hoger verlies bĎ rafƂnage en lagere verkoopvolumes.
gemiddeld $111,26 per vat, vergeleken met $79,50 in 2010; West Texas Intermediate (WTI) was gemiddeld $95,04 per vat in 2011, tegen $79,45 een jaar eerder. De aardgasprĎzen in Noord-Amerika waren in 2011 gemiddeld ongeveer 9% lager dan in 2010. De Henry Hub-prĎzen daalden van een maandelĎks gemiddelde van $4,00-4,55 per miljoen British thermal units (MMBtu) in de eerste acht maanden naar $3,15-3,90 per MMBtu in de laatste vier maanden van het jaar, toen de voorraden hoog waren en de productie getemperd moest worden. In het Verenigd KoninkrĎk waren de prĎzen bĎ het National Balancing Point gemiddeld 56,35 pence/therm in 2011, tegen 42,12 pence/therm in 2010. In de toename komt een verkrapping van LNG-markten en dus de invloed van Europese, aan olie geïndexeerde prĎzen tot uiting. Anders dan de prĎsstelling van ruwe olie, die wereldwĎd geldt, kunnen gasprĎzen van gebied tot gebied aanmerkelĎk verschillen. Shell produceert en verkoopt aardgas in gebieden waar de omstandigheden ten aanzien van het aanbod, de vraag en regelgeving aanzienlĎk verschillen van die in de Verenigde Staten of het Verenigd KoninkrĎk. Voor de lange termĎn gecontracteerde LNGprĎzen in het Aziatisch-PaciƂsch gebied zĎn hoofdzakelĎk geïndexeerd aan de olieprĎzen en dit komt in onze LNG-portfolio tot uiting. In sommige delen van Europa is indexatie aan de olieprĎzen nog steeds de norm, al zĎn in aardgascontracten recentelĎk meer elementen van spotmarktprĎzen opgenomen. Trends in de raffinage- en petrochemische markten De rafƂnagemarges hadden te lĎden van het moeilĎke economische klimaat van 2011 en waren in belangrĎke rafƂnagecentra over het algemeen lager dan in 2010. Het jaar kende een opeenvolging van neerwaartse bĎstellingen van voorspellingen van de vraag. Industriële overcapaciteit bleef op de sector drukken na het opstarten van omvangrĎke rafƂnagefaciliteiten, vooral in Azië. BelangrĎke factoren voor de rafƂnagemarges in 2012 zĎn naar verwachting de groei van de vraag in OPBRENGSTEN PER GEOGRAFISCH GEBIED exclusief verkopen tussen segmenten
Europa 39,9% Azië, Oceanië, Afrika 31,5% Verenigde Staten 19,6% Overig Amerika 9,0% Totaal $470.171 miljoen
7
8
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
een onzeker economisch klimaat, structurele wereldwĎde overcapaciteit bĎ de rafƂnage en geopolitieke spanningen die tot mogelĎke verstoringen van de aanvoer kunnen leiden. De chemiemarges stonden in 2011 in Azië onder druk door export uit het Midden-Oosten en toenemende economische onzekerheid. De kraakmarges in Europa waren hoog, ondersteund door hogere regionale prĎzen en lagere kosten. De ethaankrakermarges in de Verenigde Staten proƂteerden van het grote prĎsverschil tussen ruwe olie en aardgas in dat land. De chemiemarges in 2012 zullen naar verwachting vraaggestuurd zĎn en afhangen van de ontwikkeling van de wereldeconomie. De marges van ethaankrakers in de Verenigde Staten zouden steun moeten ondervinden van het blĎvende prĎsverschil tussen olie en gas als grondstof. STRATEGIE
Onze strategie is gericht op versterking van onze positie als een toonaangevende onderneming in de olie- en gasindustrie om voor aandeelhouders een concurrerend rendement te leveren en daarbĎ op een verantwoorde manier in de wereldwĎde energiebehoefte te helpen voorzien. Veiligheid en maatschappelĎk en milieuverantwoord ondernemen spelen in onze activiteiten een centrale rol. Er is hevige concurrentie om toegang tot grondstoffen in upstream en tot nieuwe markten in downstream. Maar wĎ zĎn ervan overtuigd dat onze technologieën, ons vermogen tot uitvoering van projecten en “operational excellence” belangrĎke onderscheidende factoren voor onze activiteiten zullen blĎven. Naar verwachting zal circa 80% van onze investeringen in 2012 op onze Upstream-activiteiten gericht zĎn. In Upstream richten we ons op het zoeken naar nieuwe olie- en gasreserves en het ontwikkelen van grote nieuwe projecten waarbĎ onze technologie en|know-how waarde toevoegen voor de eigenaren van de grondstoffen. In onze Downstream-activiteiten leggen we structureel de nadruk op het genereren van kasstromen voor de lange termĎn uit onze bestaande activa en selectieve investeringen in groeimarkten. Het doel om op de meest milieu- en maatschappelĎk verantwoorde manieren te voorzien in de groeiende mondiale vraag naar energie stelt de wereldwĎde energie-industrie voor grote uitdagingen. We willen de energie-efƂciency van onze eigen activiteiten verbeteren, klanten ondersteunen bĎ het beheersen van hun energiebehoefte en het onderzoek en de ontwikkeling continueren van technologieën voor een efƂciëntere en emissiearmere olie- en aardgasproductie.
Onze inzet voor technologie en innovatie blĎft een kernelement in onze strategie. Energieprojecten worden complexer en technisch veeleisender; wĎ zĎn er dan ook van overtuigd dat onze technische expertise bepalend wordt voor de groei van onze activiteiten. Tot onze kerncompetenties behoren de ontwikkeling en toepassing van technologie, de Ƃnanciële en projectmanagementvaardigheden waardoor wĎ grote olie- en gasprojecten kunnen realiseren, en het aansturen van geïntegreerde waardeketens. We benutten onze gevarieerde en wereldwĎde portfolio van bedrĎfsactiviteiten en klantgerichte diensten op basis van de kracht van het merk Shell. VOORUITZICHTEN
We hebben drie verschillende stappen voor de ontwikkeling van Shell’s strategie gedeƂnieerd: focus op resultaten en continue verbetering; realiseren van groei; en ontwikkelen van “next-generation”-projecten voor de langere termĎn. Focus op resultaten en continue verbetering We zullen werken aan continue verbeteringen van de operationele performance, met bĎzondere aandacht voor veiligheid, gezondheid en milieu, de performance van activa en exploitatiekosten. Het verkopen van activa is een kernelement in onze strategie, waarbĎ wĎ kapitaal efƂciënter inzetten door de investeringen te concentreren op de meest aantrekkelĎke groeimogelĎkheden. Shell heeft in 2009–2011 circa $17 miljard aan niet tot de kernactiviteiten behorende activa verkocht. Naar verwachting zal terugtrekking uit verdere niet tot de kernactiviteiten behorende posities in 2012 tot $3 miljard aan opbrengsten uit afstotingen opleveren. We ontplooien initiatieven die naar verwachting de geïntegreerde Downstreamactiviteiten van Shell zullen verbeteren door een concentratie op de meest winstgevende posities en groeimogelĎkheden. Shell heeft in 2009–2011 bekendgemaakt zich terug te trekken uit 800 duizend vaten per dag aan niet tot de kernactiviteiten behorende rafƂnagecapaciteit en uit geselecteerde retail- en andere verkoopposities, en heeft maatregelen genomen om de kwaliteit van de Chemieactiva te verbeteren. Realiseren van groei Onze geplande netto-investeringen in 2012 bedragen circa $30 miljard – een stĎging ten opzichte van 2011 – in het kader van Shell’s investeringen in langetermĎngroei. Dit bedrag heeft voornamelĎk betrekking op investeringen in zo'n 17 nieuwe projecten waarvoor in 2010–2011 deƂnitieve investeringsbesluiten zĎn genomen. Deze projecten behoren tot een portfolio van ruim 60 nieuwe groeiprojecten
die in aanbouw zĎn of worden geëvalueerd voor toekomstige investeringen. De jaarlĎkse uitgaven in de toekomst zullen afhangen van de timing van investeringsbesluiten en van de macro-economische vooruitzichten voor de korte termĎn. Begin 2012 heeft Shell een aantal ambitieuze Ƃnanciële en operationele doelen gedeƂnieerd voor winstgevende groei. Deze doelen zĎn gebaseerd op de prestaties van Shell bĎ het ontwikkelen van nieuwe investeringsprojecten en bĎ het opstarten van projecten. De kasstroom uit bedrĎfsactiviteiten, exclusief mutaties in het werkkapitaal, was in 2008–2011 $136 miljard. Shell verwacht een toename van de totale kasstroom uit bedrĎfsactiviteiten, exclusief mutaties in het werkkapitaal, van 30-50% over 2012–2015, uitgaande van een Brent-olieprĎs in een bandbreedte van $80-100 per vat en verbeterde omstandigheden voor de aardgasprĎzen in Noord-Amerika en downstream-marges ten opzichte van 2011. In Upstream hebben we het potentieel om in 2017–2018 een gemiddelde productie te bereiken van circa 4,0 miljoen boe/d, tegen 3,2 miljoen boe/d in 2011. Dit productiepotentieel zal afhangen van de timing van investeringsbesluiten en de macro-economische vooruitzichten voor de korte termĎn, en houdt rekening met circa 250 duizend boe/d aan verwachte afstotingen van activa en aƃopende licenties. In Downstream voegen we nieuwe rafƂnagecapaciteit in de Verenigde Staten toe en doen we selectieve groei-investeringen in verkoopactiviteiten. Ontwikkelen van “nextgeneration”-projecten Shell heeft een aanzienlĎke portfolio van opties voor de volgende groeifase opgebouwd. Deze portfolio is erop gericht om energieprĎsvoordelen te benutten en de blootstelling van Shell aan de uitdagingen van kosteninƃatie vanuit de industrie en politieke risico’s te beheersen. BelangrĎke elementen in deze reeks mogelĎkheden betreffen de wereldwĎde exploratie en bestaande olie- en gasposities in de Golf van Mexico, “tight gas” in Noord-Amerika, olie- en condensaatrĎke schalie en LNG in Australië. Deze projecten zĎn onderdeel van een portfolio met het potentieel om de productiegroei tot aan het einde van het decennium te ondersteunen. Shell werkt eraan deze projecten tot ontwikkeling te brengen, met een nadruk op Ƃnancieel rendement. BEWEZEN RESERVES EN PRODUCTIE
In 2011 heeft Shell 1.545 miljoen boe aan de bewezen reserves toegevoegd, exclusief het per saldo negatieve effect uit wĎzigingen
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
van commodity-prĎzen van 235 miljoen boe aan bewezen reserves en een per saldo negatief effect uit acquisities en afstotingen van 105 miljoen boe aan bewezen reserves. Van de totale netto-toevoegingen van 1.205 miljoen boe aan bewezen olie- en gasreserves, vóór inachtneming van de productie, waren 984 miljoen boe afkomstig van Shell-dochterondernemingen en hadden 221 miljoen boe betrekking op het Shell-aandeel in volgens de equity-methode opgenomen investeringen. In 2011 was de totale voor verkoop beschikbare olie- en gasproductie 1.173 miljoen boe. Nog eens 39 miljoen boe werden geproduceerd en bĎ bedrĎfsactiviteiten verbruikt. De voor verkoop beschikbare productie van dochterondernemingen was 811 miljoen boe, met nog eens 29 miljoen boe die bĎ bedrĎfsactiviteiten werden verbruikt. Het Shell-aandeel in de voor verkoop beschikbare productie van volgens de equity-methode opgenomen investeringen was 362 miljoen boe, met nog eens 10 miljoen boe die bĎ bedrĎfsactiviteiten werden verbruikt. Met inachtneming van de totale productie hadden we derhalve per saldo een daling van de bewezen reserves met 7 miljoen boe, resulterend uit een toename met 144 miljoen boe afkomstig van dochterondernemingen en een daling van 151 miljoen in het aandeel van Shell in de productie van volgens de equitymethode opgenomen investeringen. ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
Shell kan zich van de concurrentie onderscheiden door technologie en innovatie. ZĎ ondersteunen succes in onze huidige activiteiten en maken onze toekomstige activiteiten mogelĎk. De afgelopen vĎf jaar hebben we gemiddeld ruim $1 miljard per jaar aan onderzoek en ontwikkeling besteed, meer dan elke andere internationale olie- en gasmaatschappĎ. In 2011 waren de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling $1.125 miljoen, tegen $1.019 miljoen in 2010. De ontwikkeling van Shell-technologie is intrinsiek gekoppeld aan onze strategische doelen en gebaseerd op de behoeften van onze klanten en partners. ZĎ wordt uitgevoerd door één geïntegreerde organisatie voor onderzoek en ontwikkeling waar de ontwikkeling van eigen technologie door Shell wordt aangevuld met externe wetenschappelĎke en technologische samenwerking. Deze samenwerking helpt een gezonde instroom van nieuwe ideeën zeker te stellen en technologische ontwikkelingen te versnellen. Over het gehele spectrum van onze bedrĎfsactiviteiten en hun behoeften streven we naar technologische doorbraken; van innovatief seismisch onderzoek dat meerdere miljoenen
sensoren inzet die helpen om tot nu toe niet zichtbare koolwaterstofaccumulaties onder de oppervlakte op te sporen, tot oliewinningsmethoden die de hoeveelheid olie vergroten die uiteindelĎk uit bestaande velden wordt gewonnen; van geavanceerde biobrandstoffen die afkomstig zĎn uit oneetbare planten of restafval van landbouwgewassen zoals stro van tarwe en gerst, tot een conceptsmeermiddel dat het totale brandstofverbruik efƂciënter kan maken. Ook werken we aan technologieën om de milieueffecten van onze activiteiten en producten te verminderen. Deze worden bĎvoorbeeld toegepast in regelingen voor het afvangen en opslaan van koolstof om CO2- en andere emissies te reduceren, of in energie-efƂciency-programma’s voor onze rafƂnaderĎen of onze klanten. Onze voortdurende investeringen in onze belangrĎkste technologieën betalen zich nu uit. Al in de jaren tachtig zĎn we bĎvoorbeeld begonnen met de ontwikkeling van het procedé voor de omzetting van gas in vloeistoffen (gas to liquids – GTL) en katalysatoren waardoor in 2011 in Qatar ’s werelds grootste GTL-fabriek kon worden opgestart. Zo’n 30 jaar geleden begonnen we te werken aan chemische producten voor verbeterde oliewinning, onder meer het soort polymeeroplossing dat sinds begin 2010 in het Marmul-veld in Oman wordt geïnjecteerd, waar het de oliewinning naar verwachting met circa 10% of meer zal doen stĎgen. Shell is al sinds de jaren zeventig een pionier bĎ de productie van olie uit diepwater en dit heeft geleid tot
wereldwĎd toonaangevende projecten zoals Perdido in de Golf van Mexico en Parque das Conchas voor de kust van Brazilië. Het drĎvend LNG (ƃoating LNG – FLNG) concept is nog zo’n voorbeeld waar we door technologische innovatie uitzonderlĎk grote sprongen voorwaarts willen maken. Het FLNG-concept van Shell behelst een enorme drĎvende constructie – meer dan 480 meter lang en zesmaal zwaarder dan een volledig beladen vliegdekschip – waarmee aardgas kan worden gewonnen, vloeibaar gemaakt en in LNG-tankers gepompt voor levering aan afnemers over de hele wereld. Dit concept is in zĎn geheel binnen Shell ontstaan en ontwikkeld en wordt nu toegepast bĎ Prelude, ‘s werelds eerste FLNG-project, voor de kust van Australië. In 2012 blĎft onze focus sterk gericht op technologieën die onze uiteenlopende activiteiten ondersteunen. TegelĎkertĎd blĎven we streven naar een verdere verkorting van de tĎd die nodig is om een technologie uit het laboratorium en in de praktĎk te brengen.
9
10
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
UPSTREAM KERNGEGEVENS
$ MILJOEN
Segmentresultaat
2011
2010
24.455
15.935
91.691
68.198
Inclusief: Opbrengsten (inclusief verkopen tussen segmenten) Aandeel in de winst van volgens de equity-methode opgenomen investeringen
7.127
4.900
15.606
13.697
Verkoop-, distributie- en algemene beheerskosten
1.276
1.512
Exploratiekosten
2.266
2.036
Afschrijvingen
8.827
11.144
19.083
21.222
3.215
3.314
Productie- en verwerkingskosten
Netto-investeringen Voor verkoop beschikbare olie- en gasproductie (duizend boe/d) LNG-verkopen (miljoen ton) Bewezen olie- en gasreserves per 31 december (miljoen boe) [A]
18,83
16,76
14.250
14.249
[A] Exclusief reserves die zijn toe te rekenen aan het minderheidsbelang in Shell-dochterondernemingen.
Onze Upstream-activiteiten zoeken naar en winnen ruwe olie en aardgas, vaak in joint ventures met nationale en internationale olie- en gasmaatschappĎen. Dit omvat ook de winning van bitumen uit oliezandenmĎnbouw, dat wĎ omzetten in synthetische ruwe olie. We maken aardgas door koeling vloeibaar en transporteren het als LNG naar afnemers in de hele wereld. Ook zetten we aardgas om in vloeistoffen (GTL) om schoner verbrandende brandstoffen te leveren. Daarnaast verkopen en verhandelen we aardgas (inclusief LNG) ter ondersteuning van onze Upstream-activiteiten. RESULTATEN
In het segmentresultaat van $24.455 miljoen over 2011 was een bate van per saldo $3.855 miljoen begrepen die hoofdzakelĎk voortkwam uit baten uit afstotingen, de waardering tegen marktwaarde van bepaalde gas- en derivaatcontracten, en buitengewone belastingposten. Het effect van deze baten werd gedeeltelĎk tenietgedaan door bĎzondere waardeverminderingen van activa en kosten in verband met het moratorium op offshore-boringen in de Verenigde Staten. In het segmentresultaat over 2010 van $15.935 miljoen was een bate van per saldo $1.493 miljoen begrepen, hoofdzakelĎk in verband met baten uit afstotingen, waarvan het effect voor een deel tenietgedaan werd door bĎzondere waardeverminderingen, de waardering tegen marktwaarde van bepaalde gascontracten en kosten in verband met het moratorium op offshore-boringen in de Verenigde Staten. Alle hierboven geïdentiƂceerde baten en lasten hebben betrekking op posten die afzonderlĎk meer dan $50 miljoen bedragen. Exclusief deze baten en lasten was het segmentresultaat in 2011 43% hoger dan in 2010, hoofdzakelĎk door de realisatie van de groeistrategie van Shell, continue portfoliooptimalisatie en hogere marktprĎzen.
In Indonesië hebben we voor een bedrag van circa $0,9 miljard een belang van 30% genomen in het Masela-productiedelingscontract. Het Masela-productiedelingscontract omvat mede de Abadi-gasvondst, die volgens de planning op basis van een ƃoating LNGproject ontwikkeld zal worden, aanvankelĎk met een capaciteit van 2,5 miljoen ton per jaar, met het potentieel voor aanzienlĎke projectuitbreidingen in een latere fase. In 2012 zal naar verwachting met de frontend engineering and design-fase worden begonnen. In Irak is de deƂnitieve overheidsgoedkeuring verkregen voor de oprichting van Basrah Gas Company, een joint venture tussen de Iraakse onderneming South Gas Company (51%), Shell (44%) en Mitsubishi Corporation (5%). De joint venture zal onbewerkt gas uit de velden Rumaila, West Qurna 1 en Zubair verzamelen, behandelen en verwerken.
NETTO-INVESTERINGEN
De netto-investeringen in 2011 bedroegen circa $19 miljard, tegen circa $21 miljard in 2010. De investeringen en exploratiekosten in 2011 waren $23 miljard (waarvan $9 miljard exploratiekosten, inclusief de acquisitie van activa met niet-bewezen reserves). Dit is een daling ten opzichte van de $26 miljard in 2010, waarin $7 miljard aan acquisities was begrepen, voornamelĎk met betrekking tot East Resources.
In Maleisië heeft Shell twee productiedelingscontracten met 30 jaar verlengd om voor de kust van Sabah en Sarawak projecten voor verbeterde oliewinning uit te voeren. De verbeterde efƂciency bĎ de winning uit de olievelden Baram Delta (Shell-belang 40%) en North Sabah (Shell-belang 50%) zal naar verwachting tot additionele olieproductie leiden en zal de levensduur van deze velden mogelĎk tot na 2040 kunnen verlengen.
PORTFOLIO-AANPASSINGEN EN ONTWIKKELING VAN NIEUWE AFZETMOGELIJKHEDEN
In de Verenigde Staten heeft Shell een miljardeninvestering bekendgemaakt voor de ontwikkeling van haar grote olie- en gasveld Cardamom in diepwater in de Golf van Mexico. Het Cardamom-project (Shell-belang 100%) zal naar verwachting een piekproductie bereiken van 50 duizend boe/d.
In Australië hebben we in 2011 het deƂnitieve investeringsbesluit bekendgemaakt voor het Prelude ƃoating LNG-project. Het project zal naar verwachting tot 110 duizend boe/d aardgas en aardgascondensaat produceren, voor verkoop beschikbaar in de vorm van circa 3,6 miljoen ton LNG, 1,3 miljoen ton condensaat en 0,4 miljoen ton LPG (liqueƂed petroleum gas) per jaar. Eveneens in Australië heeft Arrow Energy Holdings Pty Ltd (Shell-belang 50%) alle aandelen van Bow Energy Ltd verkregen, een onderneming op het gebied van koolbedmethaan, voor een bedrag van circa $0,3 miljard voor het Shell-belang. De transactie is in januari 2012 afgerond. In China hebben Shell en China National Petroleum Corporation (CNPC) een wereldwĎde samenwerkingsovereenkomst ondertekend om mogelĎkheden tot samenwerking te benutten, zowel internationaal als in China. Ook hebben beide partĎen een aandeelhoudersovereenkomst ondertekend om een joint venture (50% Shell en 50% CNPC) voor boorputafwerking op te richten, onder voorbehoud van verdere concern- en overheidsgoedkeuringen.
Eveneens in de Verenigde Staten hebben we in het kader van onze continue portfolioverbetering voor circa $1,8 miljard onze activa in de Rio Grande Valley verkocht. In een aantal landen hebben we niet tot de kernactiviteiten behorende activa verkocht. In 2011 zĎn LNG-verkoopovereenkomsten voor in totaal ongeveer 6 miljoen ton per jaar gesloten. Deze langetermĎnovereenkomsten van tot 25 jaar zĎn gekoppeld aan olieprĎzen en zullen vanuit de wereldwĎde LNG-portfolio van Shell worden beleverd. PRODUCTIE
In 2011 was de voor verkoop beschikbare productie van koolwaterstoffen gemiddeld 3.215 duizend boe/d, 3% lager dan in 2010. Exclusief het effect van wegens afstotingen verloren productie was de productie ongeveer gelĎk aan die in 2010. Een belangrĎke bĎdrage aan de productie van 2011 werd geleverd door nieuwe
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
projecten die in productie kwamen, met name Qatargas 4 LNG en Pearl GTL in Qatar, de uitbreiding van het Athabasca Oil Sands Project in Canada en het verder opvoeren van de productie uit het Gbaran-Ubie-project in Nigeria. Het opstarten van nieuwe velden en het verder opvoeren van de productie uit bestaande velden compenseerden ruimschoots het effect van productiedalingen en het effect van hogere prĎzen op toebedeelde hoeveelheden in het kader van productiedelingscontracten, maar niet het bĎkomende effect van een lagere vraag als gevolg van het warme weer in Europa en omvangrĎkere onderhoudsactiviteiten dan in 2010. De LNG-verkopen in 2011 waren met 18,83 miljoen ton 12% hoger dan in 2010. Deze toename kwam hoofdzakelĎk voort uit de stĎging van de verkoopvolumes van Qatargas 4 (Shell-belang 30%). De eerste LNG-levering uit Qatargas 4 vond in januari 2011 plaats en gedurende het jaar werd de productie naar de volle capaciteit opgevoerd. Ook Nigeria LNG, dat proƂteerde van een stabiele gasaanvoer, en het Sakhalin-2 LNG-project, waar de productie 10 miljoen ton per jaar bereikte, rapporteerden hogere verkoopvolumes. Het effect van deze stĎgingen werd gedeeltelĎk tenietgedaan door de vermindering van
het Shell-aandeel in de LNG-productie van Woodside Petroleum Ltd als gevolg van de verkoop van een deel van het belang van Shell in die onderneming in november 2010.
Australië, Frans-Guyana en Nigeria en zes signiƂcante succesvolle evaluaties. De vondsten worden geëvalueerd om de omvang van de aanwezige volumes vast te stellen.
In Qatar zĎn beide productie-installaties in het Pearl GTL-project met de productie gestart. Het eerste gas uit de boorputten is in maart 2011 naar Train 1 gevloeid en in juni 2011 vond de eerste commerciële levering van gasolie plaats. In december 2011 is de eerste GTL-was in Train 2 geproduceerd. We voeren de productie bĎ dit omvangrĎke project verder op, om medio 2012 de plateauproductiecapaciteit te bereiken.
In totaal heeft Shell deelgenomen aan 417 succesvolle boorputten die buiten gebieden met bewezen reserves zĎn geboord. Aan 197 van deze putten zĎn in 2011 bewezen olie- en gasreserves toegewezen.
In Canada begon de productie uit het uitbreidingsproject voor de Scotfordveredelingsinstallatie (Shell-belang 60%). Door de uitbreiding met 100 duizend boe/d komt de capaciteit van de installatie op 255 duizend boe/d aan zware olie uit de Athabasca-oliezanden. In Nigeria bereikte het Gbaran-Ubie-project begin 2011 een piekproductie van 1|miljard standard cubic feet gas per dag. EXPLORATIE
Gedurende 2011 heeft Shell deelgenomen aan vĎf belangrĎke exploratievondsten in
In 2011 heeft Shell nieuw gebied aan haar exploratieportfolio toegevoegd, hoofdzakelĎk uit nieuwe licenties in Australië, Brunei, Canada, Colombia, Frans-Guyana, NieuwZeeland, Rusland, Tanzania, TurkĎe en de Verenigde Staten. Ook heeft Shell met succes geboden op nieuwe exploratie- en productierechten in Rusland. In totaal heeft Shell rechten verkregen voor meer dan 140.000 km2 aan nieuw exploratiegebied, waaronder posities in olie- en condensaatrĎke schalie. Het effect hiervan werd gedeeltelĎk tenietgedaan door afstotingen en terugtrekkingen uit exploratiegebied in een aantal landen (voornamelĎk Australië, Brazilië, Canada, Colombia, Egypte, Noorwegen en de Verenigde Staten).
11
12
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
DOWNSTREAM KERNGEGEVENS
$ MILJOEN
Segmentresultaat [A] Inclusief: Opbrengsten (inclusief verkopen tussen segmenten) Aandeel in de winst van volgens de equity-methode opgenomen investeringen [A]
2011 4.289
2010 2.950
428.646
336.216
1.577
948
Productie- en verwerkingskosten
10.547
10.592
Verkoop-, distributie- en algemene beheerskosten
12.920
13.716
Afschrijvingen
4.251
4.254
Netto-investeringen
4.342
2.358
Beschikbaarheid van rafƂnaderijen (%)
92
92
Beschikbaarheid van chemische fabrieken (%) [B]
89
94
Door rafƂnaderijen verwerkte hoeveelheden (duizend b/d)
2.845
3.197
Olieproducten – verkoopvolumes (duizend b/d)
6.196
6.460
18.831
20.653
Chemische producten – verkoopvolumes (duizend ton)
[A] De segmentresultaten worden gerapporteerd op basis van geschatte actuele kosten (zie blz. 7). [B] De berekening van de beschikbaarheid van chemische fabrieken in 2011 is gebaseerd op een methodologie voor een betere aansluiting binnen onze Downstream-activa. Op deze basis zou het percentage voor|2010 92% zijn.
De Downstream-organisatie van Shell bestaat uit een aantal verschillende activiteiten die deel uitmaken van een geïntegreerde waardeketen. GezamenlĎk zetten deze ruwe olie om in een reeks gerafƂneerde producten die over de gehele wereld worden getransporteerd en verkocht voor huishoudelĎk en industrieel gebruik en voor transportdoeleinden. Hiertoe behoren benzine, diesel, stookolie, luchtvaartbrandstof, scheepvaartbrandstof, smeermiddelen, bitumen, zwavel en LPG. Ook vervaardigen en verkopen wĎ petrochemische producten voor industrieel gebruik over de hele wereld. Onze verwerkingsactiviteiten omvatten zowel RafƂnage als Aanvoer en Distributie. Verkoop omvat onze activiteiten op het gebied van Retail, Business to Business (B2B), Smeermiddelen en Alternatieve Energie. Onze Chemie-activiteiten hebben hun eigen verwerkings- en verkoopdivisies. We handelen ook in ruwe olie, olieproducten en petrochemische producten, voornamelĎk om de grondstoffen voor onze Verwerkings- en Chemie-activiteiten te optimaliseren en onze Verkoopactiviteiten te bevoorraden. RESULTATEN
Het segmentresultaat in 2011 was $4.289 miljoen, 45% hoger dan in 2010. In het resultaat over 2011 waren baten van per saldo $15 miljoen begrepen. De baten ontstonden uit de waardering tegen marktwaarde van commodity-derivaten, een bate uit de oprichting van de joint venture Raízen, een nettobate uit afstotingen en een belastingbate. Het effect van deze baten werd grotendeels tenietgedaan door lasten
wegens bĎzondere waardeverminderingen, overtolligheid en voorzieningen voor buitengebruikstelling en rechtsgedingen. De afstotingen in 2011 omvatten mede de verkoop van onze rafƂnaderĎ in Stanlow in het Verenigd KoninkrĎk, het merendeel van onze Downstream-activiteiten in zeven Afrikaanse landen, onze Downstream-activiteiten in Chili en additionele terugtrekkingen uit niet-kernactiviteiten. In het resultaat over 2010 waren lasten van per saldo $923 miljoen begrepen. De lasten hadden betrekking op bĎzondere waardeverminderingen, waarvan het effect gedeeltelĎk gecompenseerd werd door een bate in verband met de waardering tegen marktwaarde van commodity-derivaten, baten uit afstotingen en een bate uit de verkoop van land gehouden in verband met de voormalige Shell Haven-rafƂnaderĎ in het Verenigd KoninkrĎk. Alle hierboven geïdentiƂceerde baten en lasten hebben betrekking op posten die afzonderlĎk groter zĎn dan $50 miljoen. De hiernavolgende bespreking heeft betrekking op het resultaat over 2011 exclusief de baten van per saldo $15 miljoen en op het resultaat over 2010 exclusief de lasten van per saldo $923 miljoen. Het resultaat van Downstream steeg ten opzichte van 2010, gesteund door verbeterde gerealiseerde verkoopmarges per eenheid in de meeste activiteiten, al daalden de verkoopvolumes van olieproducten, voornamelĎk als gevolg van portfolio-verkopen en de effecten van de oprichting van de joint venture Raízen.
Chemie rapporteerde in 2011 een recordresultaat als gevolg van verbeterde marktomstandigheden gedurende het grootste gedeelte van het jaar. Deze leidden tot hogere gerealiseerde marges, die gedeeltelĎk tenietgedaan werden door het effect van niet-geplande operationele gebeurtenissen op de verkoopvolumes van Chemie. Tot aan het vierde kwartaal waren de gerealiseerde rafƂnagemarges te vergelĎken met die van 2010, waarna de marges fors daalden door wereldwĎd verslechterende marktomstandigheden. Als gevolg daarvan rapporteerde Verwerking in 2011 een groter verlies dan in 2010. Het effect van dit verlies werd grotendeels gecompenseerd door een hogere bĎdrage uit handelsactiviteiten die voortkwam uit hogere marktvolatiliteit en grotere mogelĎkheden voor arbitrage vergeleken met 2010. De door rafƂnaderĎen verwerkte hoeveelheden waren in 2011 11% lager dan in 2010, als gevolg van portfolio-aanpassingen om onze rafƂnaderĎ-activa in 2011 verder te stroomlĎnen. Exclusief het effect van deze portfolio-verkopen en de sluiting van de rafƂnaderĎ waren de door rafƂnaderĎen verwerkte hoeveelheden 2% lager dan in 2010. NETTO-INVESTERINGEN
De netto-investeringen in 2011 waren $4,3 miljard, tegen $2,4 miljard in 2010. De investeringen in 2011 waren $7,5 miljard, waarvan $3,3 miljard in Verwerking en Chemie, en $4,2 miljard in Verkoop. Van de $4,2 miljard in Verkoop hebben we $1,7 miljard in Raízen geïnvesteerd, en $0,4 miljard in de acquisitie van 253 tankstations in het Verenigd KoninkrĎk. Circa 49% van onze investeringen in 2011 is aangewend om de integriteit en performance van onze activa op peil te houden. De investeringen in 2010 waren $4,8 miljard. De opbrengsten uit afstotingen in 2011 waren $3,2 miljard, tegen $2,4 miljard in 2010. We hebben ons gepland programma voor de verkoop van activa in het kader van de herinrichting van onze Downstream-portfolio nu grotendeels gerealiseerd. PORTFOLIO-AANPASSINGEN
BĎ Verkoop hebben we de investeringen in geselecteerde retail-markten gecontinueerd, bĎvoorbeeld in het Verenigd KoninkrĎk en China, en in onze groeiende smeermiddelenactiviteiten in Azië. In Brazilië hebben we met Cosan S.A. de biobrandstoffen-joint venture Raízen (Shellbelang 50%) opgericht voor de productie van ethanol, suiker en elektriciteit, alsmede
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
de aanvoer, distributie en retail-verkoop van transportbrandstoffen. We hebben met Qatar Petroleum een principeovereenkomst ondertekend voor de gezamenlĎke ontwikkeling van een voorgesteld omvangrĎk petrochemiecomplex waarvoor de grondstoffen uit aardgasprojecten in Qatar zouden komen. Het complex zal een stoomkraker op wereldschaal omvatten. Daarnaast zal het een mono-ethyleenglycolfabriek en een fabriek voor hogere oleƂnen omvatten, beide op basis van eigen Shell-technologie. Shell zal een aandelenbelang van 20% in het project hebben en Qatar Petroleum zal de resterende 80% houden. We hebben voor een totaalbedrag van $1,2 miljard (inclusief circa $0,9 miljard aan werkkapitaal) onze rafƂnaderĎ bĎ Stanlow, in het Verenigd KoninkrĎk, met een capaciteit van 272 duizend b/d, verkocht. We hebben de afstoting bekendgemaakt van onze Downstream-activiteiten in Afrika (exclusief Zuid-Afrika) voor een totaalbedrag van ongeveer $1 miljard. In 2011 hebben we de verkoop afgerond van de activiteiten in Kaapverdië, Madagaskar, Mali, Marokko, Mauritius, Senegal en Tunesië. De nog af te stoten activiteiten in de overige landen zullen naar verwachting in 2012 worden verkocht.
In Chili hebben we onze Downstreamactiviteiten voor een totaalbedrag van $0,6 miljard verkocht. De transactie omvatte alle activiteiten van Shell op het gebied van Retail, Commerciële Brandstoffen, Bitumen en Chemie, alsmede daaraan gerelateerde aanvoer- en distributie-infrastructuur. Het verkoopnetwerk van circa 300 tankstations zal via een handelsmerklicentieovereenkomst onder het Shell-merk blĎven.
CORPORATE Het segment Corporate omvat de nietbedrĎfssegmentgebonden, ondersteunende activiteiten van Shell. Dit zĎn onder meer de holdings en treasury-organisatie, het hoofdkantoor en de centrale functies en de eigen verzekeringsactiviteiten. Alle Ƃnancieringslasten en -opbrengsten en daarmee verbonden belastingen worden in het segment Corporate opgenomen en niet in de segmentresultaten van de operationele activiteiten. RESULTATEN
Het segmentresultaat over 2011 was $86 miljoen positief, tegen $91 miljoen in 2010.
Per saldo stegen de rentebaten en -lasten en beleggingskosten tussen 2010 en 2011 met $315 miljoen. De geactiveerde rentekosten voor projecten daalden aanmerkelĎk, met name doordat grote projecten in bedrĎf werden genomen. Het aandeel van Shell in de rente van volgens de equity-methode opgenomen investeringen nam toe, grotendeels vanwege de schuldenportfolios van nieuwe investeringen. Deze effecten werden gedeeltelĎk gecompenseerd doordat de rentebaten waren gestegen als gevolg van hogere gemiddelde kassaldi. Valutakoersverliezen van $77 miljoen in 2011 kwamen voornamelĎk voort uit de negatieve invloed van valutakoersen op leningen in niet-functionele valuta en kassaldi in werkmaatschappĎen. De overige inkomsten in Corporate stegen in 2011 met $429 miljoen vergeleken met 2010, voornamelĎk wegens hogere belastingbaten en lagere kosten.
Meer informatie over onze operationele prestaties is te vinden in ons Investors’ Handbook, dat in april 2012 wordt gepubliceerd op http://reports.shell.com/investorshandbook/2011
13
14
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
ONZE MENSEN Shell wil ’s werelds meest competitieve en innovatieve energie-onderneming zĎn. De mensen die voor Shell werken hebben de capaciteiten om dat mogelĎk te maken. Onze mensen worden geworven, opgeleid en beloond in overeenstemming met onze personeelsstrategie die op drie prioriteiten is gebaseerd: talent zekerstellen voor nu en later; leiderschap en professionaliteit versterken; en de individuele prestaties en die van de organisatie verhogen.
WERKNEMERS PER GEOGRAFISCH GEBIED IN 2011 gemiddeld aantal
Nederland 9% Verenigd Koninkrijk 8% Overig Europa 11% Azië, Oceanië, Afrika 37% Verenigde Staten 22% Overig Amerika 13% Totaal 90.000
Shell had gedurende 2011 gemiddeld circa 90.000 werknemers in meer dan 80 landen. De herschikking van onze portfolio leidde in 2011 tot een reductie van het aantal werknemers. Veel van deze voormalige werknemers van Shell hebben hun dienstverband voortgezet met de eigenaren van de activa die wĎ verkochten. Om onze strategie en plannen in de toekomst uit te voeren zĎn we tegelĎkertĎd extern blĎven rekruteren. De meeste van onze nieuwe werknemers, zowel pas afgestudeerden als ervaren professionals, zĎn uit technische disciplines afkomstig. PERSONEELSCOMMUNICATIE EN BETROKKENHEID
WĎ hechten aan de dialoog met onze medewerkers – hetzĎ direct of, waar van toepassing, via ondernemingsraden of erkende vakbonden. Dit is een intrinsiek onderdeel van onze werkprocedures. Via een reeks verschillende bronnen, onder meer de periodieke nieuwsbrief van de Chief Executive OfƂcer, webcasts, publicaties en bĎeenkomsten kunnen werknemers zich ieder kwartaal op de hoogte stellen van de Ƃnanciële en operationele resultaten van Shell. Het Shell People Survey is een van de belangrĎkste instrumenten die worden ingezet om de personeelsbetrokkenheid te meten: de maatstaf voor de verbondenheid en identiƂcatie met Shell. Het geeft een waardevol inzicht in de opvattingen van werknemers, en het percentage deelnemers is structureel hoog. De gemiddelde score in 2011 was 74% positief, een toename van 3 procentpunt ten opzichte van de score in 2010.
WĎ stimuleren mogelĎkheden om op veilige wĎze meningen over onze processen en procedures kenbaar te maken. Via onze wereldwĎde telefonische hulplĎn en website kunnen werknemers vertrouwelĎk en anoniem melding doen van overtredingen van onze Gedragscode en de General Business Principles van Shell (zie blz. 26 ). DIVERSITEIT EN BETROKKENHEID
We zetten ons al vele jaren in om een cultuur te creëren die diversiteit omarmt en betrokkenheid stimuleert. De inbedding van deze principes in onze bedrĎfsactiviteiten helpt ons de behoeften van onze diverse klanten, partners en belanghebbenden over de hele wereld beter te begrĎpen. Ons streven is om gelĎke kansen te creëren bĎ werving, loopbaanontwikkeling, promotie, training en beloning voor alle werknemers, ook voor die met een handicap. Via periodieke bewaking van en toezicht op processen voor de ontwikkeling van getalenteerde medewerkers, streven we ernaar onze wereldwĎde doelstellingen op het gebied van diversiteit en betrokkenheid te behalen met betrekking tot de vertegenwoordiging van vrouwen en werknemers uit het betreffende land zelf in hogere leidinggevende functies. Eind 2011 was het percentage vrouwen in topposities gestegen naar 16,6%, van 15,3% eind 2010. In 34% van de landen waar Shell-dochterondernemingen en volgens de equity-methode opgenomen investeringen aanwezig zĎn, bezetten werknemers uit het land zelf meer dan de helft van de hogere leidinggevende functies, vergeleken met 36% in 2010. Onze derde wereldwĎde doelstelling voor diversiteit en betrokkenheid is gericht op de mate waarin onze werknemers zich betrokken voelen bĎ het bedrĎf. Dit wordt gemeten aan de hand van een D&I-indicator die een gemiddelde vertegenwoordigt van de antwoorden op vĎf vragen in het Shell People Survey. In 2011 was de D&I-indicator 68% positief, een stĎging van 2 procentpunt ten opzichte van 2010.
MILIEU EN MAATSCHAPPIJ Ons commercieel succes hangt af van ons vermogen om een aantal uitdagingen op het gebied van milieu en maatschappĎ met succes aan te gaan. We moeten aantonen dat we veilig kunnen opereren en de gevolgen kunnen beheersen die onze activiteiten voor naburige gemeenschappen en de maatschappĎ als geheel kunnen hebben. Slagen wĎ daar
niet in, dan kan dit leiden tot een verlies van mogelĎkheden om zaken te doen, tot aantasting van onze reputatie als onderneming, en tot negatieve gevolgen voor onze maatschappelĎke acceptatie. VEILIGHEID
Behoud van onze maatschappelĎke acceptatie staat of valt bĎ behoud van de veiligheid en betrouwbaarheid van onze operationele activiteiten. We beperken veiligheidsrisico’s in al onze activiteiten door middel van rigoureuze beheersingsmaatregelen en compliance-systemen in combinatie met een veiligheidsgerichte cultuur. Onze wereldwĎde standaarden en operationele procedures deƂniëren de beheersingsmaatregelen en fysieke maatregelen die nodig zĎn om ongevallen te voorkomen. Als gevolg van het BP Deepwater Horizonincident in 2010 is er nog steeds sprake van toegenomen regelgeving en een kritischere maatschappelĎke houding ten aanzien van de veiligheid van offshore-boringen. Om de veiligheid van onze operaties overal ter wereld te vergroten hebben we een herbeoordeling uitgevoerd van de operationele procedures, testfrequenties, trainingsprotocollen en veiligheidsprocedures. We hebben een aantal aanpassingen doorgevoerd bĎ onze veiligheids- en technische procedures. Desondanks ontstond er in 2011 een brand op onze Pulau Bukom-verwerkingslocatie in Singapore. Ook hebben we binnen de hele onderneming onze eisen voor de integriteit van installaties en procesveiligheid beoordeeld en geactualiseerd. KLIMAATVERANDERING
Naarmate de vraag naar energie toeneemt en de gemakkelĎker toegankelĎke olie- en gasbronnen afnemen, ontwikkelt Shell meer bronnen die de inzet van meer energie en geavanceerde technologie vereisen. Hiertoe behoort ook productiegroei door uitbreiding van onze conventionele olie- en gasactiviteiten, onze oliezandenactiviteiten in Canada, onze gas-to-liquids (GTL)-activiteiten in Qatar en onze wereldwĎde LNG-activiteiten. Naarmate onze activiteiten groeien en de productie energie-intensiever wordt, zal in verband daarmee naar verwachting sprake zĎn van een toename in onze directe CO2-emissies uit onze Upstream-faciliteiten. We zoeken naar kostenefƂciënte oplossingen voor CO2-reductie en zien potentiële commerciële mogelĎkheden in de ontwikkeling van dergelĎke oplossingen. Onze belangrĎkste bĎdrage aan het terugdringen van CO2-emissies ligt op vier gebieden: de levering van meer aardgas; de levering van meer biobrandstoffen; verdere ontwikkeling van het afvangen en opslaan van CO2; en de toepassing van maatregelen om de energie-efƂciency bĎ onze activiteiten te verhogen.
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
BĎna één derde van de wereldwĎde CO2-emissies komt van stroomopwekking. Voor de meeste landen kan een toename van het gebruik van gas in plaats van kolen voor stroomopwekking de grootste bĎdrage leveren, tegen de laagste kosten, aan het behalen van hun doelstellingen voor emissiereducties voor dit decennium. In combinatie met duurzame energie en het afvangen en opslaan van CO2 is aardgas ook essentieel voor een aanzienlĎk CO2-armere energietoekomst na 2020. Op basis van Shell’s toonaangevende positie in LNG en nieuwe technologieën voor de winning van aardgas uit “tight gas”steenformaties kunnen we aardgas leveren ter vervanging van kolen in stroomopwekking. We zien biobrandstoffen als de meest praktische en commercieel levensvatbare manier om de komende jaren de CO2-emissies van transportbrandstoffen te verlagen. Onze joint venture Raízen in Brazilië produceert jaarlĎks 2 miljard liter ethanol uit suikerriet – qua CO2-emissies de best-presterende van alle huidige biobrandstoffen. Daarnaast investeren
we in onderzoek voor de ontwikkeling en commercialisering van geavanceerde biobrandstoffen. Shell neemt deel aan projecten voor het afvangen en opslaan van CO2, onder meer het Mongstad-testcentrum in Noorwegen, het Gorgon-project in Australië en het Questproject in Canada. Ook zĎn we betrokken bĎ de beoordeling van een mogelĎk project in het Verenigd KoninkrĎk om CO2 op te slaan in een uitgeproduceerd gasreservoir in de Noordzee. We blĎven werken aan de toepassing van maatregelen om de energie-efƂciency bĎ onze activiteiten te vergroten. Van onze totale broeikasgasemissies in 2011 kwam een deel van het affakkelen van gas in onze Upstreamactiviteiten. Dit affakkelen gebeurt met name bĎ faciliteiten die de infrastructuur ontberen om met olie meegeproduceerd gas af te vangen. Het continue affakkelen vindt grotendeels in Nigeria plaats, waar de veiligheidssituatie en een tekort aan Ƃnanciering door de partner eerder de vooruitgang van projecten
voor het afvangen van meegeproduceerd gas hadden bemoeilĎkt. We verwachten de komende jaren een toename van het affakkelen van gas bĎ onze activiteiten in Irak naarmate de olieproductie stĎgt terwĎl we met onze partners de meest effectieve manier evalueren om meegeproduceerd gas af te vangen. In 2011 verkregen we goedkeuring voor de oprichting van een nieuwe joint venture voor het afvangen van meegeproduceerd gas bĎ drie grote olievelden in dat land. LEKKAGES
OmvangrĎke lekkages van olie en olieproducten kunnen aanzienlĎke saneringskosten en boetes tot gevolg hebben. ZĎ kunnen bovendien onze maatschappelĎke acceptatie en reputatie aantasten. BĎ Shell zĎn duidelĎke eisen en procedures van toepassing om lekkages te voorkomen, en programma’s ter waarde van meerdere miljarden dollars zĎn ophanden om onze faciliteiten en pĎpleidingen te onderhouden en te verbeteren.
shell.com/environmentsociety
15
16
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
Tot de lekkages die zich in 2011 hebben voorgedaan behoorde een lekkage van ruwe olie tĎdens laadoperaties bĎ de Bonga-installaties 120 kilometer voor de kust van Nigeria en een lekkage uit een pĎpleiding die verbonden is met het Gannet Alpha-platform in het Britse deel van de Noordzee. Shell betreurt beide incidenten; in beide gevallen zĎn snelle en omvattende maatregelen genomen om milieueffecten te minimaliseren. De omvang van olielekkages door sabotage en diefstal van ruwe olie in Nigeria blĎft aanzienlĎk. In 2011 heeft The Shell Petroleum Development Company of Nigeria Ltd (SPDC) een openbare website opgezet om de reactie op, het onderzoek naar en het opruimen van iedere lekkage van haar faciliteiten te volgen, ongeacht of deze is ontstaan door operationele tekortkomingen of sabotage. Eveneens in 2011 heeft het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) een onderzoek gepubliceerd naar olielekkages in Ogoniland, waar SPDC tot 1993 activiteiten had. SPDC heeft onmiddellĎk alle aanbevelingen in het UNEP-rapport onderschreven, en toegezegd een onafhankelĎk wetenschappelĎk adviespanel in te stellen om de procedures van SPDC te beoordelen ten behoeve van rehabilitatie en herstel van locaties in de Niger Delta waar olielekkages hebben plaatsgevonden.
SPDC hoopt dat het UNEP-rapport als aansporing zal dienen voor samenwerking om de uitdagingen in Ogoniland en de Niger Delta in het algemeen op te pakken.
onze veiligheids- en operationele principes en stellen een tĎdplan op om eventuele afwĎkingen te verhelpen. OLIEZANDEN
“HYDRAULIC FRACTURING”
In het afgelopen decennium hebben we onze onshore-aardgasportfolio kunnen uitbreiden door technologische verbeteringen die toegang verschaffen tot volumes aan “tight” gas, waaronder ook in schalieformaties ingesloten gas, die voorheen niet economisch winbaar waren. Een van de belangrĎkste technologieën die in velden met “tight” gas wordt toegepast is het zogeheten “hydraulic fracturing”. HierbĎ wordt een mengsel van water, zand en chemische additieven onder zeer hoge druk in een steenformatie gepompt, waardoor kleine breuklĎnen ontstaan waar aardgas doorheen kan stromen. Om drinkbaar grondwater te beschermen en te isoleren tegen “hydraulic-fracturing”-vloeistoffen in het boorgat, voorzien we onze “tight gas”-putten van een staalafdichting en cement. Al onze olie- en gasbronnen dienen twee of meer ondergrondse barrières te hebben om het grondwater te beschermen. We bewaken de integriteit van een boorgat gedurende en in veel gevallen ook na “hydraulic fracturing”. Wanneer we activa aankopen, evalueren we of de boorputten van de activa voldoen aan
We ontwikkelen oliezandenvolumes in Alberta, Canada. BĎ de mĎnbouwactiviteiten produceert de ontwikkeling van deze volumes “tailings”: een mix van zand, klei, water en zware metalen die overblĎft nadat bitumen – een bĎzonder zware olie – onttrokken is aan het opgegraven erts. Allereerst worden tailings in “ponds” of kunstmatige meren verzameld. Deze “ponds” zĎn bovengrondse, door een wal van samengeperst laagwaardig erts afgebakende bassins. Als door de mĎnbouwactiviteiten een put is ontstaan die groot genoeg is, worden daarin dĎken gebouwd en de tailings worden dan binnen die dĎken gehouden. De tailings-meren bĎ de mĎnen Muskeg River en Jackpine van het Athabasca Oil Sands Project beslaan een gebied van 23 km2. Tailings bevatten natuurlĎk voorkomende chemische stoffen die giftig zĎn, en wĎ bewaken deze continu, beoordelen het mogelĎk effect op het milieu en nemen maatregelen om dieren en planten te beschermen en vervuiling van oppervlakte- en grondwater te verhinderen. Het land dat voor onze oliezandenmĎnbouw wordt gebruikt moet – bĎvoorbeeld door herbegroeiing of herbebossing – worden
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten
hersteld in een toestand vergelĎkbaar aan die van vóór de mĎnbouwactiviteiten, zoals vereist door de regering van Alberta. BĎ het terreinherstel worden ook gedroogde tailings gebruikt. We blĎven werken aan tailingstechnologie en werken samen met onderzoeksinstituten en andere operators om oplossingen voort te brengen en uiteindelĎk het tempo van het terreinherstel te verhogen. WATER
Naarmate de wereldenergiebehoefte toeneemt, wordt de energie-industrie wereldwĎd een van de grotere industriële afnemers van schoon water. De milieueffecten van Shell op het water kunnen in de toekomst toenemen door de ontwikkeling van onconventionele bronnen, zoals “tight gas” en oliezanden, en onze biobrandstofactiviteiten. Een combinatie van een toenemende vraag naar water als hulpbron, stĎgende verwachtingen van belanghebbenden en wetgeving inzake water kan leiden tot maatregelen die onze toegang tot schoon water en onze mogelĎkheden om bĎ onze bedrĎfsactiviteiten water te lozen beperken. BIOBRANDSTOFFEN
WĎ behoren tot de grootste distributeurs ter wereld van biobrandstoffen. Waar mogelĎk betrekken we grondstoffen voor biobrandstoffen die voldoen aan de eisen van internationale certiƂceringsregelingen. Wanneer dat niet mogelĎk is, nemen we onze eigen, al langer bestaande duurzaamheidsclausules op in contracten met leveranciers. Deze clausules dienen te verhinderen dat we biobrandstoffen betrekken van leveranciers die zich mogelĎk niet houden aan richtlĎnen ten aanzien van mensenrechten, of mogelĎk land geruimd hebben dat rĎk aan biodiversiteit was. NABURIGE GEMEENSCHAPPEN
Voor het succes van onze projecten en bedrĎfsactiviteiten is het essentieel om het vertrouwen van lokale gemeenschappen te winnen. We hebben wereldwĎde eisen ingevoerd voor “maatschappelĎke prestaties” – hoe wĎ in onze betrekkingen met gemeenschappen dienen te handelen. We zĎn bezig deze eisen in al onze activiteiten in te voeren. De eisen stellen duidelĎke regels en verwachtingen voor hoe wĎ gemeenschappen betrekken en respecteren die door onze activiteiten geraakt kunnen worden. BĎ alle omvangrĎke installaties en nieuwe projecten wordt een persoon benoemd die verantwoordelĎk is voor de beoordeling van de maatschappelĎke gevolgen en om manieren te vinden om deze te beperken. Ook hebben we speciƂeke vereisten om het effect van onze bedrĎfsactiviteiten op de traditionele levenswĎze van inheemse gemeenschappen te minimaliseren, en procedures voor het omgaan met onvrĎwillige herlocatie en klachten.
Meer gegevens over onze milieuen maatschappelijke prestaties zijn beschikbaar in het Sustainability Report 2011 van Shell dat in april 2012 gepubliceerd zal worden op http://reports.shell.com/ sustainability-report/2011
VERMOGENS- EN LIQUIDITEITSPOSITIE De belangrĎkste factoren die van invloed zĎn op onze kasstromen uit bedrĎfsactiviteiten zĎn het resultaat en de mutaties in het werkkapitaal. Onze resultaten worden vooral beïnvloed door gerealiseerde prĎzen voor ruwe olie en aardgas, de ruwe-olie- en aardgasproductie, en rafƂnage- en verkoopmarges. Omdat de bĎdrage van Upstream aan het resultaat groter is dan die van Downstream, hebben wĎzigingen in Upstream – en met name wĎzigingen in de gerealiseerde prĎzen voor ruwe olie en aardgas en de productieniveaus – de meeste invloed op de kasstroom uit bedrĎfsactiviteiten van Shell. In Downstream kunnen de marges worden beïnvloed door wĎzigingen in elke van een reeks factoren die verband houden met onze industrie of de bredere economische omgeving. De speciƂeke gevolgen van dergelĎke wĎzigingen hangen van de reactie van de oliemarkten af. Op de langere termĎn zal de vervanging van bewezen olie- en gasreserves van invloed zĎn op het vermogen van Shell om productieniveaus in Upstream te handhaven of verhogen. Dit zal weer van invloed zĎn op onze kasstroom en de winst. We hebben een gevarieerde portfolio van projecten voor de ontwikkeling van velden en exploratiemogelĎkheden. Die diversiteit kan helpen om de gevolgen van politieke en technische risico’s in Upstream te beperken, inclusief de gevolgen voor de daaraan verbonden kasstroom uit bedrĎfsactiviteiten. Als onderdeel van actief portfoliobeheer zĎn wĎ voornemens waar passend selectieve acquisities en desinvesteringen te doen, in overeenstemming met onze strategie en afhankelĎk van kansen in de markt. FINANCIËLE POSITIE EN LIQUIDITEIT
De Ƃnanciële positie van Shell is sterk. In 2011 hebben we een rendement op het gemiddeld geïnvesteerd vermogen
gegenereerd van 15,9%, met een gearing van 13,1% per 31 december 2011 (2010: 17,1%). We hebben in 2011 $10,5 miljard in de vorm van dividend naar onze aandeelhouders terug laten vloeien, in het kader waarvan we 104,6 miljoen aandelen hebben uitgegeven voor aandeelhouders die ervoor kozen nieuwe aandelen te ontvangen in plaats van contanten. Als gedeeltelĎke compensatie van de verwatering als gevolg van de uitgifte van die aandelen zĎn 34,4 miljoen aandelen ingekocht en ingetrokken in het kader van ons nieuwe programma voor de inkoop van eigen aandelen (zie hieronder). DIVIDENDEN
Ons beleid is om het dividend in Amerikaanse dollars te verhogen in overeenstemming met onze inschatting van de onderliggende resultaten en kasstromen van Shell. BĎ het bepalen van het dividend kĎkt de Board naar een aantal factoren, onder meer de macro-economische omgeving, de huidige balanspositie en de investeringsplannen voor de toekomst. We hebben over het vierde kwartaal van 2011 een interim-dividend bekendgemaakt van $0,42 per aandeel, gelĎk aan het dividend in Amerikaanse dollars over hetzelfde kwartaal van 2010. De Board verwacht daarnaast dat het interim-dividend over het eerste kwartaal van 2012 $0,43 per aandeel zal zĎn, 2% hoger dan het dividend in Amerikaanse dollars over hetzelfde kwartaal van 2011. Ook kan Shell kiezen om, afhankelĎk van haar kapitaalbehoefte, via de inkoop van eigen aandelen geldmiddelen naar aandeelhouders terug te laten vloeien. In september 2010 hebben we een keuzedividendprogramma ingevoerd waardoor aandeelhouders hun aandelenbezit kunnen vergroten door er, indien goedgekeurd door de Board, voor te kiezen om dividenden in de vorm van nieuwe aandelen te ontvangen in plaats van in contanten. NETTO-INVESTERINGEN
Onze investeringen in 2011 bedroegen $31,1 miljard (2010: $30,6 miljard). Onze opbrengsten uit afstotingen stegen in 2011 naar $7,5 miljard, vergeleken met $6,9 miljard in 2010. INKOOP EIGEN AANDELEN
In 2011 is een programma voor de inkoop van eigen aandelen gestart ter compensatie van de verwatering als gevolg van de uitgifte van aandelen in het kader van ons keuzedividendprogramma. Alle in het kader van het programma voor inkoop van eigen aandelen ingekochte aandelen zĎn ingetrokken. Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2012 zal een besluit worden voorgelegd om de Vennootschap wederom gedurende een jaar te machtigen tot aan vooraf vastgestelde limieten aandelen in haar eigen kapitaal te verwerven.
17
18
Shell Jaaroverzicht 2011 De Board van Royal Dutch Shell plc
DE BOARD VAN ROYAL DUTCH SHELL PLC
Jorma Ollila v VOORZITTER Geboren 15 augustus 1950, Fin. Met ingang van juni 2006 benoemd tot Voorzitter van de Vennootschap. Begon zijn loopbaan bij Citibank in Londen en Helsinki, en trad in 1985 bij Nokia in dienst, waar hij Vice President of International Operations werd. In 1986 benoemd tot Senior Vice President Finance, en tussen 1990 en 1992 President van Nokia Mobile Phones. Tussen 1992 en 1999 was hij President en Chief Executive OfƂcer van Nokia en van 1999 tot juni 2006 Chairman en Chief Executive OfƂcer. Hij is thans Chairman van de Board van Nokia.
tot Managing Director van The “Shell” Transport and Trading Company, p.l.c. en Chief Financial OfƂcer van de Koninklijke/Shell Groep. Hij was van 2004 tot 2006 lid van de Raad van Commissarissen van Aegon N.V., van 2005 tot april 2010 lid van de RvC van UBS AG en van 2006 tot december 2010 lid van de Zwitserse Federal Auditor Oversight Authority. In 2011 werd hem door de Sultan van Brunei de titel Dato Seri Laila Jasa verleend. Hij is thans Director van Catalyst, een non-proƂt organisatie die werkt om meer kansrijke omgevingen te creëren en de mogelijkheden voor vrouwen in het bedrijfsleven te vergroten, en is in maart 2011 benoemd tot de Board of Directors van Roche Holdings Limited.|Hij is ook actief in een aantal internationale en bilaterale organisaties, onder meer de European Round Table of Industrialists en The Business Council.
diverse functies, onder meer in Brunei, Nederland en Oman. Hij was ook Country Chair voor Shell in het Verenigd Koninkrijk. Lid van de Nigerian Presidential Honorary International Investor Council, voorzitter van de Shell Foundation en een Trustee van de Emirates Foundation en het International Business Leaders Forum Council. In 2002 werd hij tot CBE benoemd voor zijn verdiensten voor de Britse olie- en gasindustrie en in 2011 werd hem door de Sultan van Brunei de titel Dato Seri Laila Jasa verleend. In 2010 werd hij door de Britse premier benoemd tot British Business Ambassador, en|werd|hij ook benoemd tot Nonexecutive Director van Network Rail.
Josef Ackermann l NON-EXECUTIVE DIRECTOR
Lord Kerr of Kinlochard GCMG
Simon Henry
ll
CHIEF FINANCIAL OFFICER
VICE-VOORZITTER EN SENIOR INDEPENDENT DIRECTOR
Geboren 13 juli 1961, Brit. Met ingang van mei 2009 benoemd tot Chief Financial OfƂcer van de Vennootschap. Trad in 1982 in dienst bij Shell als ingenieur bij de StanlowrafƂnaderij in het Verenigd Koninkrijk. In 1989 gekwaliƂceerd als lid van het Chartered Institute of Management Accountants. Bekleedde daarna diverse functies in Finance, onder meer Finance Manager Marketing in Egypte, Controller voor de Upstream-activiteiten in Egypte, Finance Adviser van Olieproducten voor het Aziatisch-PaciƂsch gebied, Finance Director voor het Mekong Cluster en General Manager Finance voor de South East Asian Retail business. In 2001 benoemd als Head of Group Investor Relations en in 2004 als Chief Financial OfƂcer voor Exploratie & Productie.
Geboren 22 februari 1942, Brit. In oktober 2004 benoemd tot Non-executive Director van de Vennootschap. Non-executive Director van The “Shell” Transport and Trading Company, p.l.c. van 2002 tot 2005. Lid van de Britse diplomatieke dienst (1966–2002), Permanent Vertegenwoordiger van het Verenigd Koninkrijk bij de EU, Brits Ambassadeur in de VS en Permanent Staatssecretaris van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken. Werd in 2004 onafhankelijk lid van het House of Lords. Thans Non-executive Director van Rio Tinto plc, Scottish American Investment Company plc en Scottish Power, en Chairman van het Centre for European Reform.
Geboren 7 februari 1948, Zwitser. In mei 2008 benoemd tot Non-executive Director van de Vennootschap. Sinds 2006 Chairman van de Management Board en sinds 2002 Chairman van de Group Executive Committee van Deutsche Bank AG. In 1996 toegetreden tot de Management Board van Deutsche Bank, waar hij verantwoordelijk was voor de investment bankingdivisie. Hij begon zijn loopbaan in 1977 bij Schweizerische Kreditanstalt (SKA) waar hij een aantal functies bekleedde in corporate banking, foreign exchange/money markets, treasury en investment banking. In 1990 werd hij benoemd in de Executive Board van SKA, waarvan hij van 1993 tot 1996 President was. Hij is thans ook lid van de RvC van Siemens AG en lid van de Board of Directors van Zurich Financial Services Limited.
Guy Elliott v NON-EXECUTIVE DIRECTOR
Peter Voser
Malcolm Brinded CBE
CHIEF EXECUTIVE OFFICER
EXECUTIVE DIRECTOR, UPSTREAM INTERNATIONAL
Geboren 29 augustus 1958, Zwitser. Met ingang van juli 2009 benoemd tot Chief Executive OfƂcer van de Vennootschap. Trad oorspronkelijk in 1982 in dienst van Shell en bekleedde diverse Financeen Business-functies in Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, Argentinië en Chili, waaronder die van Chief Financial OfƂcer van Olieproducten. Trad in 2002 in dienst van de Asea Brown Boveri (ABB) Groep als Chief Financial OfƂcer en lid van het ABB Group Executive Committee. Keerde in oktober 2004 terug naar Shell en werd benoemd
Geboren 18 maart 1953, Brit. In oktober 2004 benoemd tot Executive Director van de Vennootschap, met mondiale verantwoordelijkheid voor Exploratie & Productie, en met ingang van juli 2009 voor Upstream International. Voorheen vanaf maart 2004 Managing Director van The “Shell” Transport and Trading Company, p.l.c. en daarvoor vanaf 2002 Directeur van N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij. Trad in 1974 in dienst van Shell en bekleedde wereldwijd
Geboren 26 december 1955, Brit. Met ingang van september 2010 benoemd tot Non-executive Director van de Vennootschap. Sinds 2002 Chief Financial OfƂcer van Rio Tinto plc en Rio Tinto Limited. Na een periode in investment banking trad hij in 1980 in dienst bij de Rio Tinto Group, na het behalen van een MBA bij INSEAD. Bekleedde diverse functies in marketing, strategie en general management, waaronder Head of Business Evaluation en President van Rio Tinto Brasil. Hij was vanaf 2007 Non-executive Director en vanaf 2008 Senior Independent Director van Cadbury plc, beide tot maart 2010, en tot april 2009 voorzitter van de Audit Committee.
Shell Jaaroverzicht 2011 De Board van Royal Dutch Shell plc
Charles O. Holliday v l NON-EXECUTIVE DIRECTOR Geboren 9 maart 1948, Amerikaan. Met ingang van september 2010 benoemd tot Non-executive Director van de Vennootschap. Chief Executive OfƂcer van DuPont van 1998 tot januari 2009 en Chairman van 1999 tot december 2009. Trad in 1970 in dienst bij DuPont nadat hij een B.S. in industrial engineering had behaald aan de University of Tennessee. Bekleedde verschillende productie- en business-functies, waaronder zes jaar in Tokio als President van DuPont Asia/ PaciƂc, voordat hij Chairman en Chief Executive OfƂcer werd. Voorheen Chairman van de World Business Council for Sustainable Development, Chairman van The Business Council, Chairman van Catalyst en Chairman van de Society of Chemical Industry - American Section, en één van de oprichters van de International Business Council. Hij is Chairman van de Board of Directors van Bank of America Corporation en een Director van Deere & Company.
Gerard Kleisterlee l NON-EXECUTIVE DIRECTOR Geboren 28 september 1946, Nederlander. Met ingang van november 2010 benoemd tot Non-executive Director van de Vennootschap. President en Chief Executive OfƂcer en voorzitter van de Raad van Bestuur van Koninklijke Philips Electronics N.V. van 2001 tot maart 2011. Nadat hij verschillende functies binnen Philips had bekleed sinds hij daar in 1974 in dienst trad, werd hij in 1999 benoemd tot Chief Executive OfƂcer van Philips’ Components divisie en in 2000 tot Executive Vice-President van Philips. Hij is in juli 2011 benoemd tot Chairman van Vodafone Group plc. Hij is lid van de European Round Table of Industrialists, voorzitter van zowel de Foundation Board alsook de Executive Committee van het IMD, lid RvC van De Nederlandsche Bank N.V. en Daimler AG en een Director van Dell Inc. Hij is tevens voorzitter van Stichting Cancer Center Amsterdam.
Christine Morin-Postel l NON-EXECUTIVE DIRECTOR Geboren 6 oktober 1946, Française. In oktober 2004 benoemd tot Non-executive Director van de Vennootschap. Commissaris van N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum
Maatschappij vanaf juli 2004 en lid Raad van Bestuur van N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij tot december 2005. Voorheen Chief Executive van Société Générale de Belgique, en Executive Vice-President en lid van de Executive Committee van Suez S.A., Chairman en CEO van Crédisuez S.A. en Nonexecutive Director van Pilkington plc en Alcan Inc. Zij is Non-executive Director van British American Tobacco plc en EXOR S.p.A.
Linda G. Stuntz l NON-EXECUTIVE DIRECTOR Geboren 11 september 1954, Amerikaanse. Met ingang van juni 2011 benoemd tot Non-executive Director van de Vennootschap. Oprichtend vennoot van advocatenkantoor Stuntz, Davis & StafƂer, P.C., gevestigd in Washington, D.C. Tot haar praktijkgebied behoren wet- en regelgeving voor energie en milieu alsmede zaken met betrekking tot overheidssteun voor technologieontwikkeling en -overdracht. Vervulde tussen 1989 en 1993 hogere beleidsfuncties in het Amerikaanse Energieministerie, onder meer als onderminister. Heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling en invoering van de Energy Policy Act van 1992. Tussen 1981 en 1987 was zij Associate Minority Counsel en Minority Counsel voor het Energy and Commerce Committee van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Ze was van 2008 tot 2009 voorzitter van het Electricity Advisory Committee van het Amerikaanse Energieministerie en van 1993 tot 2010 lid van de Board of Directors van Schlumberger Limited. Zij is thans lid van de Board of Directors van Raytheon Company.
Jeroen van der Veer l NON-EXECUTIVE DIRECTOR Geboren 27 oktober 1947, Nederlander. Met ingang van juli 2009 benoemd tot Non-executive Director van de Vennootschap. Voorheen Chief Executive sinds oktober 2004. Directeur van N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij sinds 1997 en vanaf 2000 President-directeur. Director van Shell Canada Limited van 2003 tot 2005. Hij was tot mei 2011 Vice-Chairman en Senior Independent Director van Unilever (waartoe Unilever N.V. en Unilever plc behoren), en is Voorzitter van de RvC van Koninklijke Philips Electronics N.V. en ING Groep en hij heeft diverse rollen in uiteenlopende stichtingen en charitatieve instellingen.
Hans Wijers v l NON-EXECUTIVE DIRECTOR Geboren 11 januari 1951, Nederlander. Met ingang van januari 2009 benoemd tot Nonexecutive Director van de Vennootschap. Hij is Chief Executive OfƂcer en Chairman van de Raad van Bestuur van Akzo Nobel N.V. Kwam in 2002 bij Akzo Nobel N.V. in dienst als lid van de Raad van Bestuur. In mei 2003 werd hij benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur. Hij promoveerde in de economie terwijl hij als docent verbonden was aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Later werd hij Managing Partner bij The Boston Consulting Group. Van 1994 tot 1998 was hij minister van Economische Zaken. Daarna keerde hij als Senior Partner terug naar The Boston Consulting Group tot zijn benoeming als lid van de Raad van Bestuur van Akzo Nobel N.V. Hij is trustee van een aantal charitatieve instellingen en lid van de European Round Table of Industrialists.
Michiel Brandjes COMPANY SECRETARY Geboren 14 december 1954, Nederlander. In februari 2005 benoemd tot Company Secretary en General Counsel Corporate van de Vennootschap. Trad in 1980 in dienst van Shell als juridisch adviseur en werd later benoemd tot Hoofd Juridische Zaken in Singapore. Na een periode als Hoofd Juridische Zaken in China benoemd als Company Secretary van N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij.
L I D M A AT S C H A P B OA R D - CO M M I S S I E S
Audit Committee Corporate and Social Responsibility Committee Nomination and Succession Committee Remuneration Committee Voorzitter v Lid l Op 14 maart 2012 heeft de Board de benoeming goedgekeurd van Hans Wijers als Vice-voorzitter en Senior Independent Director en van Josef Ackermann als lid van de Nomination and Succession Committee. Mits de betreffende Directors in de AVA van 2012 worden herbenoemd, gaan deze nieuwe benoemingen in|op 23 mei 2012.
19
20
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkort verslag van de Board
VERKORT VERSLAG VAN DE BOARD BESPREKING VAN ACTIVITEITEN EN RESULTATEN
BENOEMING EN HERBENOEMING VAN DIRECTORS
De informatie die behoort bĎ de “Bespreking van activiteiten en resultaten” (Business Review) is te vinden in het “Bericht van de Voorzitter” op blz. 3 , in het “Verslag van de Chief Executive OfƂcer” op blz. 4 en 5 en in de “Verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten” op blz. 6 tot en met 17 , die door middel van verwĎzing deel uitmaken van dit verslag. In dit Verkorte verslag van de Board beoogt de Board in haar verslaggeving een evenwichtige en transparante beoordeling van de positie en perspectieven van de Vennootschap te geven aan aandeelhouders en andere belanghebbenden.
Ingevolge de Britse Corporate Governance Code zullen alle Directors in iedere Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) aftreden en, afhankelĎk van de bepalingen van de statuten en hun wens om als Director van de Vennootschap aan te blĎven, zullen de aandeelhouders worden verzocht om hun herbenoeming goed te keuren. In de AVA in 2012 zal Lord Kerr niet herbenoembaar zĎn. HĎ zal aftreden na negen jaar als Non-executive Director gefungeerd te hebben. De aandeelhouders zullen tevens worden verzocht om te stemmen over de benoeming van Sir Nigel Sheinwald tot Director van de Vennootschap met ingang van 1 juli 2012.
BOARD OF DIRECTORS
Gedurende het jaar waren de Directors: Josef Ackermann, Malcolm Brinded [A], Guy Elliott, Simon Henry, Charles O. Holliday, Lord Kerr of Kinlochard, Gerard Kleisterlee, Wim Kok (afgetreden per 17 mei 2011), Christine Morin-Postel, Jorma Ollila, Linda G. Stuntz (benoemd met ingang van 1 juni 2011), Jeroen van der Veer, Peter Voser en Hans WĎers.
De biograƂeën van alle Directors zĎn te vinden op blz. 18 en 19 en ook, voor zover zĎ op de AVA benoembaar of herbenoembaar zĎn, in de Oproeping tot de AVA. Informatie over de arbeidsovereenkomsten van Executive Directors is te vinden op blz.|24 . Exemplaren hiervan zĎn ter inzage beschikbaar bĎ de Company Secretary.
[A] Zoals op 22 februari 2012 is bekendgemaakt, zal Malcolm Brinded met ingang van 1 april 2012 terugtreden als Executive Director van de Vennootschap.
De bepalingen met betrekking tot de aanstelling van Non-executive Directors zĎn in hun aanstellingsbrieven van de Vennootschap uiteengezet, die ingevolge de Britse Corporate
B E L A N G E N VA N D E D I R E CTO R S [A]
1 januari 2011
31 december 2011
Aandelen A
Aandelen B
Aandelen A
Josef Ackermann
10.000
–
10.000
–
Malcolm Brinded
20.240
141.941
20.240
141.941
Guy Elliott Simon Henry
Aandelen B
–
3.177
–
5.677
4.175
49.836
9.175
50.843
Charles O. Holliday
–
20.000[B]
–
20.000[B]
Lord Kerr of Kinlochard
–
17.500
–
17.500
Gerard Kleisterlee
–
–
5.000
–
Christine Morin-Postel Jorma Ollila Linda G. Stuntz
8.485
–
8.485
–
25.000
–
25.000
–
–
3.000[C][D]
–
3.000[D]
Jeroen van der Veer
190.195
–
195.195
–
Peter Voser
112.091[E]
–
148.496
–
5.251
–
5.251
–
Hans Wijers
[A] Exclusief belangen in aandelen of opties toegekend ingevolge het Long-term Incentive Plan, het Uitgesteldebonusplan, het Restrictief aandelenplan en de Aandelenoptieplannen. [B] Gehouden als 10.000 ADS (RDS.B ADS). Een RDS.B ADS vertegenwoordigt twee gewone aandelen B. [C] Op de datum van benoeming. [D] Gehouden als 1.500 ADS (RDS.B ADS). Een RDS.B ADS vertegenwoordigt twee gewone aandelen B. [E] Inclusief 1.397 aandelen A ontvangen ingevolge het keuzedividendprogramma van de Vennootschap met betrekking tot het interim-dividend over derde kwartaal van 2010.
Governance Code ter inzage beschikbaar zĎn bĎ de Company Secretary. Geen Director heeft of had een materieel belang in enig gedurende het jaar of per 31 december 2011 bestaand contract dat met betrekking tot de activiteiten van de Vennootschap van betekenis was. MELDINGSPLICHTIGE VRIJWARING
De Vennootschap is met elk van de Directors een vrĎwaring aangegaan. De bepalingen van deze vrĎwaringen zĎn identiek. De aktes vrĎwaren de Directors zo veel als maximaal toegestaan volgens de toepasselĎke wetgeving van Engeland tegen iedere schade die door de Director is geleden uit hoofde van zĎn functie als Director of als werknemer van de Vennootschap of bepaalde andere entiteiten. BELANGEN VAN DIRECTORS
Er zĎn in de periode tussen 31 december 2011 en 14 maart 2012 geen mutaties geweest in de belangen van Directors, behalve de toename met 1.400 aandelen B (gehouden als 700 ADS (RDS.B ADS)) in de belangen van Linda G. Stuntz en de wĎzigingen in de belangen van de Executive Directors in aandelen of opties toegekend ingevolge het Long-term Incentive Plan, het Uitgesteldebonusplan, het Restrictief aandelenplan en de aandelenoptieplannen. Per 14 maart 2012 hielden de Directors en het Senior Management van de Vennootschap individueel en in totaal (inclusief aandelen waarop opties worden gehouden) minder dan 1% van het totale aantal aandelen van iedere categorie uitstaande aandelen van de Vennootschap. INKOOP EIGEN AANDELEN
Op 17 mei 2011 hebben aandeelhouders tot aan het sluiten van de volgende AVA een machtiging verleend aan de Vennootschap om eigen aandelen in te kopen tot ten hoogste 625 miljoen van haar aandelen (exclusief inkoop van aandelen voor op aandelen gebaseerde beloningen voor werknemers). In 2011 zĎn voor een totaalbedrag van €1.106 miljoen, inclusief kosten, 34,4 miljoen aandelen B met een nominale waarde van €2,4 miljoen ($2,9 miljoen) ter intrekking ingekocht (equivalent aan 0,5% van het totale geplaatste aandelenkapitaal van de Vennootschap per 31 december 2011), tegen een gemiddelde prĎs van $32,22 per
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkort verslag van de Board
aandeel B. In de periode van 1 januari 2012 tot 14 maart 2012 zĎn geen eigen aandelen ingekocht. De Board blĎft de mogelĎkheid tot inkoop van eigen aandelen in passende omstandigheden zien als een belangrĎk instrument in het Ƃnancieel management van de Vennootschap. Op de AVA van 2012 zal een besluit worden voorgelegd om de Vennootschap wederom gedurende een jaar te machtigen aandelen in haar eigen kapitaal te verwerven tot aan vooraf vastgestelde limieten. Dit voorstel wordt nader toegelicht in de Oproeping tot de AVA. BETALINGEN AAN POLITIEKE EN LIEFDADIGHEIDSORGANISATIES
Er zĎn in 2011 geen betalingen door de Vennootschap of andere Shell-maatschappĎen aan politieke partĎen of organisaties gedaan. Shell Oil Company beheert het partĎneutrale Shell Oil Company Employees’ Political Awareness Committee (SEPAC), een politiek actiecomité dat bĎ de US Federal Election Commission is geregistreerd. Hiervoor in aanmerking komende werknemers kunnen vrĎwillige persoonlĎke bĎdragen aan SEPAC doen. Via individuele Shell-dochterondernemingen sponsort Shell programma’s voor maatschappelĎke investeringen in vele landen over de gehele wereld. In het Verenigd KoninkrĎk heeft Shell in 2011 $11 miljoen aan charitatieve doelen geschonken. Dit betrof onder meer een schenking aan de Shell Foundation, een in het jaar 2000 opgerichte, onafhankelĎke charitatieve instelling, die bedrĎfsmatig denken toepast op wereldwĎde ontwikkelingsvraagstukken. INFORMATIE OVER BELANGRIJKE CONTRACTEN EN INFORMATIE INGEVOLGE DE OVERNAMERICHTLIJN
Shell heeft geen contracten of andere regelingen die afzonderlĎk essentieel zĎn voor haar bedrĎfsvoering, noch heeft zĎ belangrĎke overeenkomsten die zouden ingaan, wĎzigen of eindigen als gevolg van een verandering in de zeggenschap in de Vennootschap na een overnamebod. Shell heeft thans drie belangrĎke trusts voor aandelenbezit door werknemers: een Nederlandse stichting en twee Amerikaanse Rabbi Trusts. Op de aandelen van de stichting wordt stem uitgebracht door het bestuur van de stichting en op de aandelen van de Rabbi Trusts door de Voting Trustee, Evercore Trust Company, N.A. Zowel het bestuur van de stichting als de Voting Trustee zĎn onafhankelĎk van de Vennootschap. Het Britse Shell All Employee Share Ownership Plan (SAESOP) heeft een
afzonderlĎke trust voor aandelenbezit. Op aandelen gehouden ten behoeve van het SAESOP wordt stem uitgebracht door zĎn trustee, EES Corporate Trustees Limited, op de door de deelnemers aangegeven wĎze. ACCOUNTANT
PricewaterhouseCoopers LLP heeft zich bereid verklaard om als accountant van de Vennootschap te blĎven fungeren en een besluit voor hun herbenoeming zal aan de AVA van 2012 worden voorgelegd. CORPORATE GOVERNANCE
De Verklaring van de Vennootschap inzake corporate governance is opgenomen in het hoofdstuk “Samenvatting corporate governance” op blz. 26 tot en met 29 . ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS
De AVA wordt gehouden op 22 mei 2012, in het Circustheater, Circusstraat 4, Den Haag, Nederland, met een satellietverbinding met The Barbican Centre, Londen, Verenigd KoninkrĎk. Een audiovisuele verbinding maakt actieve deelname over en weer mogelĎk voor personen die fysiek aanwezig zĎn in Nederland of het Verenigd KoninkrĎk. Nadere informatie over de onderwerpen die op de AVA aan de aandeelhouders worden voorgelegd, is te vinden in de Oproeping tot de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Namens de Board Michiel Brandjes Company Secretary 14 maart 2012
21
22
Shell Jaaroverzicht 2011 Samenvatting bezoldigingsverslag
SAMENVATTING BEZOLDIGINGSVERSLAG Met betrekking tot de bezoldiging van de Directors was 2011 een jaar van stabiliteit. Met name op het gebied van prestatievoorwaarden in verband met prestatiebeloning was het belangrĎk om geen verdere aanpassingen te doen. WĎ hopen dat deze stabiliteit helpt om de beloningsregelingen voor Executive Directors consistenter en transparanter te maken. In 2011 hebben wĎ ons constructieve overleg met aandeelhouders met substantiële belangen en vertegenwoordigers van aandeelhouders gecontinueerd. In de stemming in de AVA van 2011 werd met 98,8% vóór het besluit inzake het Bezoldigingsverslag van 2010 gestemd. WĎ zien deze uitkomst als een positieve beoordeling van het gevoerde overleg en de besluiten die de Remuneration Committee (REMCO) gedurende 2009 en 2010 heeft genomen. In 2011 is door Deloitte LLP aan REMCO een extern perspectief gepresenteerd op onze bezoldigingspraktĎk voor Executive Directors. Daarnaast heeft REMCO de werking van de jaarlĎkse bonusscorecard beoordeeld en de gevoeligheid ervan voor volatiliteit van commodity-prĎzen evenals het gebruik van de relatieve winst per aandeel in de langetermĎnprestatiebeloningsplannen. REMCO heeft geconcludeerd dat het bestaande beleid doelmatig is en dat voor 2012 geen wĎzigingen vereist zĎn.
S A M E N VAT T I N G B E LO N I N G 2 0 1 1
Simon Henry
Bezoldiging [A]
5.208
3.214
2.469
Waarde vrijgegeven 2008 LTIP-toekenningen
4.614
5.363
–
Waarde vrijgegeven 2008 DBP-toekenningen
450
1.192
–
Waarde vrijgegeven 2008 Restrictief-aandelenplantoekenningen 1.391
1.609
–
Waarde vrijgegeven 2008 PSP-toekenningen
–
–
1.152[B]
Waarde uitgeoefende opties
–
–
122
Totale bezoldiging in euros
11.663
11.378
3.743
in dollars
16.232
15.835
5.209
in pond sterling
10.124
9.876
3.249
[A] Meer informatie is te vinden op blz. 25. [B] Waarde van prestatie-aandelen in het kader van het Prestatie-aandelenplan (PSP) ontvangen vóór benoeming als Executive Director, in maart 2011 vrijgegeven.
langetermĎnprestaties, pensioen en andere vergoedingen. Het beloningspakket van Executive Directors is in sterke mate gekoppeld aan het behalen van ambitieuze doelen die als indicatoren worden gezien voor de uitvoering van de strategie van Shell. REMCO beschouwt deze koppeling als essentieel. Het diagram hieronder vat de koppeling samen.
het basisjaarsalaris van de Executive Directors geëvalueerd en besloten tot de volgende salarisaanpassingen per 1 januari 2012: het salaris van de Chief Executive OfƂcer Peter Voser is vastgesteld op €1.600.000; het salaris van de Executive Director Malcolm Brinded op €1.200.000; en het salaris van de Chief Financial OfƂcer Simon Henry op €940.000. JAARLIJKSE BONUS
BASISSALARIS
REMCO stelt de bezoldigingsniveaus vast in vergelĎking met ondernemingen van vergelĎkbare grootte, complexiteit en wereldwĎde reikwĎdte. De huidige vergelĎkingsgroep bestaat uit BP, Chevron, ExxonMobil en Total alsmede een selectie van vooraanstaande Europese ondernemingen.
EXECUTIVE DIRECTORS Het bezoldigingspakket van een Executive Director bestaat uit een basissalaris, een jaarlĎkse bonus en een beloningspakket voor
€ DUIZEND
Peter Voser Malcolm Brinded
De basissalarissen van Executive Directors waren vanaf juni 2009 tot januari 2011 bevroren, met uitzondering van aanpassingen voor promoties. REMCO heeft het niveau van
REMCO gebruikt de jaarlĎkse bonus om de kortetermĎndoelen die de Board ieder jaar als onderdeel van het Business Plan vaststelt en het individueel functioneren afgemeten aan persoonlĎke doelen, kracht bĎ te zetten. Een scorecard met Ƃnanciële en operationele doelen alsmede doelen op het gebied van projectoplevering en duurzame ontwikkeling vertegenwoordigt de koppeling met de bedrĎfsresultaten. De scorecard-doelen zĎn ambitieus maar realistisch. De scorecard voor het jaar wordt door REMCO vastgesteld en goedgekeurd. De uitkomst voor het
STRATEGISCHE RICHTING
Korte termijn
Middellange termijn
Langere termijn
FOCUS OP RESULTATEN
PRODUCTIEGROEI
OPTIES VOOR VOLGENDE GENERATIE PROJECTEN
ONDERSTEUND DOOR CONCURRERENDE BASISSALARISSEN EN JAARLIJKSE BONUSREGELINGEN:
ONDERSTEUND DOOR OPERATIONELE LTIP-MAATSTAVEN:
ONDERSTEUND DOOR PERSOONLIJK AANDELENBEZIT VOOR DE LANGE TERMIJN
Kasstroom Operational excellence Duurzame ontwikkeling, met veiligheid als basis
Totaalrendement voor de aandeelhouders (Total shareholder return – TSR) Groei van de winst per aandeel op basis van geschatte actuele kosten (CCS) Groei van de productie van koolwaterstoffen Groei nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Shell Jaaroverzicht 2011 Samenvatting bezoldigingsverslag
BEOOGDE BEZOLDIGINGSVERDELING
Basissalaris 22% Jaarlijkse bonus 26% Langetermijnprestatiebeloning 52%
prestatiejaar is gewoonlĎk in februari van het volgende jaar bekend, en REMCO vertaalt deze in een score tussen nul en twee. REMCO past beoordeling toe om te waarborgen dat de deƂnitieve uitkomst voor de bonussen van Executive Directors in overeenstemming is met de resultaten van Shell in het verslagjaar. Voor de Scorecard van Executive Directors voor 2011 was de duurzame-ontwikkelingscomponent een combinatie van de veiligheidsmaatstaf (weging 10%) en additionele doelstellende interne maatstaven (totale weging 10%) voor operationele lekkages, energie-efƂciency, en gebruik van schoon water. Deze criteria behoren tot de belangrĎkste duurzaamheidsvraagstukken waar Shell mee te maken heeft en zullen ook voor 2012 worden gebruikt. BĎ het vaststellen van de performance van Shell in 2011 heeft REMCO in aanmerking genomen dat: de nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten van $37 miljard uitmuntend was; operational excellence in lijn was met de doelstelling: – de projectoplevering boven de doelstelling lag, waarbĎ geselecteerde projecten op tĎd en binnen het budget zĎn opgeleverd; – de productie van koolwaterstoffen van 3.215 duizend boe/d lager was dan de doelstelling; – de LNG-verkopen van 18,8 miljoen ton per jaar op een uitmuntend niveau lagen; en – de gecombineerde beschikbaarheid van rafƂnaderĎen en chemische fabrieken met 91,2% iets lager was dan de doelstelling. de prestaties van Shell op het gebied van duurzaamheid in 2011 over het geheel genomen boven de doelstelling lagen: – de veiligheid op het werk, gemeten op basis van de frequentie van het totaal aantal te registreren ongevallen (TRCF), uitmuntend was, met 1,2 per miljoen gewerkte uren, in lĎn met vorig jaar, het laagste niveau dat Shell ooit heeft gerapporteerd; en – de prestaties ten aanzien van de andere interne doelstellende maatstaven, bestaande uit energie-efƂciency en gebruik van schoon water, in lĎn met of boven de
doelstelling waren, maar de doelstelling voor het volume aan operationele lekkages niet werd behaald. Op basis van de meer algemene operationele prestaties en de gevolgen voor onze reputatie van incidenten als de brand in de Pulau Bukom-rafƂnaderĎ en de lekkages bĎ Bonga en Gannet, heeft REMCO besloten het scorecard-resultaat voor 2011 neerwaarts bĎ te stellen van 1,44 naar 1,30. Het beoogde niveau van de bonussen voor 2011 was hetzelfde als in 2010: 150% voor de Chief Executive OfƂcer en 110% voor de overige Executive Directors. Op basis van het scorecard-resultaat voor Executive Directors voor 2011 en het individuele functioneren heeft REMCO de voor 2011 uit te keren jaarlĎkse bonussen vastgesteld. Voor de Chief Executive OfƂcer was de uitkomst hiervan een jaarbonus van €3.500.000 (226% van het basissalaris). De bonus voor Executive Director Malcolm Brinded is vastgesteld op €2.000.000 (170% van het basissalaris) en de bonus voor de Chief Financial OfƂcer is vastgesteld op €1.500.000 (169% van het basissalaris). LANGETERMIJNPRESTATIEBELONING
Er zĎn twee belangrĎke langetermĎnprestatiebeloningsplannen in gebruik: het Long-term Incentive Plan (LTIP) en het Uitgesteldebonusplan (DBP). TerwĎl de jaarlĎkse bonus de prestaties afmeet aan interne doelen, richt de langetermĎnprestatiebeloning zich op de prestatie vergeleken met de andere grote oliemaatschappĎen: BP, Chevron, ExxonMobil en Total. In overeenstemming met het langetermĎnkarakter van de strategie van Shell zĎn het LTIP en het DBP bepalend voor meer dan de helft van de bezoldiging van Executive Directors. Beide plannen doen op aandelen gebaseerde toekenningen die onvoorwaardelĎk worden op basis van prestaties van Shell afgemeten aan vooraf bepaalde maatstaven over een prestatieperiode van drie jaar. Executive Directors worden beloond als Shell beter presteert dan de vergelĎkingsondernemingen op basis van een combinatie van total shareholder return (TSR – totaalrendement voor de aandeelhouder), groei van de winst per aandeel op basis van geschatte actuele kosten (CCS), groei van de productie van koolwaterstoffen en van de nettokasstroom uit bedrĎfsactiviteiten. Toekenningen ingevolge het LTIP en het DBP worden onvoorwaardelĎk op basis van de volgende relatieve prestatierangschikking.
R E L AT I E V E P R E STAT I E R A N G S C H I K K I N G
Shell’s positie ten opzichte van vergelijkbare ondernemingen [A]
Uiteindelijk aantal toegekende voorwaardelijke prestatieaandelen [B]
1e
2 x oorspronkelijke LTIP-toekenning 2 x de helft van de uitgestelde bonusaandelen
2e
1,5 x oorspronkelijke LTIP-toekenning 1,5 x de helft van de uitgestelde bonusaandelen
3e
0,8 x oorspronkelijke LTIP-toekenning 0,8 x de helft van de uitgestelde bonusaandelen
4e of 5e
nul
[A] Ten aanzien van elk van de vier prestatiemaatstaven. [B] Met inachtneming van de weging van de vier prestatiemaatstaven.
BĎ een vierde of vĎfde plaats in de TSRrangschikking wordt het niveau van de toekenning die op basis van de drie andere maatstaven onvoorwaardelĎk kan worden, voor het LTIP gemaximeerd op 50% van de maximale uitbetaling en voor het DBP op de helft van de uitgestelde bonusaandelen. Ingevolge het DBP moeten Executive Directors minimaal 25% en mogen zĎ maximaal 50% van hun jaarlĎkse bonus in uitgestelde bonusaandelen beleggen. Voor de helft van deze uitgestelde bonusaandelen kunnen additionele prestatieaandelen worden verkregen die op dezelfde basis onvoorwaardelĎk worden als bĎ het LTIP. OnvoorwaardelĎke toekenning In 2009 zĎn aan Executive Directors voorwaardelĎke toekenningen van prestatieaandelen ingevolge het LTIP gedaan en van premieaandelen ingevolge het DBP. Dit was de eerste toekenning waarbĎ gebruik werd gemaakt van de vier relatieve prestatiemaatstaven. Aan het eind van de prestatieperiode van 1|januari 2009 tot 31 december 2011 bezette Shell de eerste plaats binnen de vergelĎkingsgroep met betrekking tot TSR, de vierde met betrekking tot groei van de winst per aandeel, de vierde met betrekking tot de groei van de productie van koolwaterstoffen en de vierde met betrekking tot groei van de nettokasstroom uit bedrĎfsactiviteiten. REMCO heeft tevens de onderliggende Ƃnanciële prestatie van Shell in aanmerking genomen en besloten 60% van de aandelen ingevolge het LTIP vrĎ te geven, zonder beoordeling toe te passen. Aangezien de prestatievoorwaarde voor het DBP dezelfde is als voor het LTIP 2009, heeft REMCO besloten 60% van de prestatiegerelateerde
23
24
Shell Jaaroverzicht 2011 Samenvatting bezoldigingsverslag
premieaandelen ingevolge het DBP vrĎ te geven. Toekenning Op 3 februari 2012 vond een voorwaardelĎke toekenning plaats van prestatieaandelen ingevolge het LTIP aan de Executive Directors. Aan de Chief Executive OfƂcer is een toekenning gedaan ter waarde van driemaal zĎn basissalaris en aan de andere Executive Directors is een toekenning gedaan van 2,4 maal het basissalaris.
LTIP-TOEKENNINGEN VAN AANDELEN IN 2012
onvoorwaardelijk 2013
2014
2015
vrijgave 2016
2017
Peter Voser, Malcolm Brinded en Simon Henry hebben ervoor gekozen om 50% van hun op 3 februari 2012 toegekende jaarbonus voor 2011 in het DBP in te brengen.
DBP-TOEKENNINGEN IN 2011 Prestatieperiode voor jaarlijkse bonus
Uitstelperiode
februari toekenning 2011
2012
vrijgave 2013
2014
2015
De totale verwachte waarde van aan Executive Directors toegekende aandelen ingevolge het LTIP in 2011 was $12.061.000. RESTRICTIEF AANDELENPLAN
Een ander langetermĎnprestatiebeloningsplan – het Restrictief aandelenplan – dient om de binding met de Vennootschap te versterken. Op 1 augustus 2008 werden aan Peter Voser en Malcolm Brinded toekenningen gedaan van restrictieve aandelen ter waarde van eenmaal het basissalaris. De restrictieperiode was drie jaar. Overeenkomstig de bepalingen van de toekenningen heeft REMCO de restrictieve aandelen plus geaccumuleerde dividendaandelen in augustus 2011 vrĎgegeven. Na deze vrĎgave zĎn er geen uitstaande toekenningen ingevolge het Restrictief aandelenplan voor Executive Directors. In 2011 vonden geen toekenningen ingevolge het Restrictief aandelenplan plaats. AANDELENBEZIT
De Chief Executive OfƂcer wordt geacht over een periode van vĎf jaar een aandelenbezit op te bouwen van driemaal het basissalaris. Andere Executive Directors worden geacht in dezelfde periode een aandelenbezit op te bouwen van tweemaal hun basissalaris.
EXECUTIVE DIRECTOR MALCOLM BRINDED
Malcolm Brinded zal per 1 april 2012 terugtreden als Executive Director. In april 2012 zal hĎ terugkeren naar het Verenigd KoninkrĎk. De laatste dag van zĎn dienstverband bĎ Shell zal 30 april 2012 zĎn.
NON-EXECUTIVE DIRECTORS
PENSIOENBELANGEN
BEZOLDIGINGSBELEID
In 2011 hebben Peter Voser, Malcolm Brinded en Simon Henry pensioen opgebouwd ingevolge deƂned beneƂt-pensioenregelingen.
De Board bepaalt de bezoldiging van de Non-executive Directors (NEDs) van de Vennootschap binnen een in de statuten gestelde limiet van €4.000.000 en in overeenstemming met de verantwoordelĎkheden van de NEDs en de van hen gevraagde tĎdsbesteding. Het totale bedrag aan vergoedingen voor de NEDs in 2011 was €2.259.000.
Aanhoudingsperiode
Prestatieperiode februari toekenning 2012
De mate waarin het beoogde aandelenbezit tot nu toe is behaald, is als volgt: Peter Voser 114%; Malcolm Brinded 246%; en Simon Henry 93%. Bonussen die zĎn belegd in aandelen ingevolge het DBP, inclusief opgebouwd dividend, tellen hierbĎ mee. Niet-uitgeoefende aandelenopties, niet-onvoorwaardelĎke LTIPtoekenningen en premieaandelen ingevolge het DBP die onderhevig zĎn aan prestatievoorwaarden, tellen niet mee.
ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VAN EXECUTIVE DIRECTORS
Op de arbeidsovereenkomsten voor Executive Directors is het Nederlands arbeidsrecht van toepassing. Hiervoor is gekozen omdat dwingende bepalingen van het Nederlandse arbeidsrecht zelfs dan van toepassing zĎn als buitenlands recht van toepassing is verklaard op de overeenkomst. De arbeidsovereenkomsten bevatten soortgelĎke voorwaarden als die voor andere topfunctionarissen en werknemers van Shell met Nederland als basis. De overeenkomsten kunnen eindigen door opzegging door een van de partĎen, of van rechtswege door pensionering. Naar Nederlands recht zĎn ontslagvergoedingen niet gerelateerd aan de opzegtermĎn in de arbeidsovereenkomst. Voor huidige Executive Directors zal REMCO een vergoeding bieden voor verliezen voortkomend uit de beëindiging van het dienstverband van maximaal eenmaal het jaarinkomen (basissalaris plus beoogd bonusniveau). Voor toekomstige Executive Directors wordt in alle nieuwe arbeidsovereenkomsten een bepaling opgenomen die alle betalingen uit hoofde van een beëindiging van het dienstverband maximeert op eenmaal het jaarinkomen, met verwĎzing naar de verplichting van de Executive Directors om ander werk te zoeken en daardoor hun verlies te beperken. Na overleg hebben de aandeelhouders in 2011 hun steun uitgesproken voor een aantal beleidswĎzigingen, inclusief dit niveau van ontslagvergoedingen. Als zich een situatie voordoet waarin een ontslagvergoeding passend is, zal REMCO de voorwaarden daarvan bepalen, rekening houdende met de van toepassing zĎnde wetten en corporate governance-bepalingen en de belangen van de aandeelhouders op dat moment. REMCO zal ervoor zorgen dat in een dergelĎke situatie ondermaats presteren niet wordt beloond.
De Board evalueert periodiek de bezoldigingsniveaus van NEDs om te waarborgen dat zĎ vergelĎkbaar zĎn met die van andere grote beursgenoteerde ondernemingen. De vergoeding van de Voorzitter wordt door REMCO vastgesteld. In 2010 heeft een evaluatie plaatsgevonden en wĎzigingen zĎn in januari 2011 ingevoerd. De vergoedingen voor 2012 zĎn niet aangepast. V E R G O E D I N G E N VO O R N O N - E X E C U T I V E D I R E CTO R S (NIET DOOR ACCOUNTANTS GECONTROLEERD) €
Voorzitter van de Board
800.000
Non-executive Director jaarlijkse vergoeding
120.000
Senior Independent Director
55.000
Audit Committee Voorzitter [A]
45.000
Lid
25.000
Corporate and Social Responsibility Committee Voorzitter [A]
35.000
Lid
17.250
Nomination and Succession Committee Voorzitter [A]
25.000
Lid
12.000
Remuneration Committee Voorzitter [A]
35.000
Lid
17.250
Vergoeding voor intercontinentale reizen
5.000
[A] De voorzitter van een commissie ontvangt geen additionele vergoeding als lid van die commissie.
De Voorzitter en de overige NEDs kunnen niet deelnemen aan enige prestatiebeloningsregeling of prestatiegerelateerde bezoldigingsprogramma’s. Er worden geen persoonlĎke leningen of garanties aan NEDs toegekend. NEDs ontvangen een additionele vergoeding van €5.000 voor vergaderingen van de Board waarvoor intercontinentaal reizen noodzakelĎk is, met dien verstande dat voor
25
Shell Jaaroverzicht 2011 Samenvatting bezoldigingsverslag
één dergelĎke, niet in Den Haag gehouden vergadering per jaar geen vergoeding wordt betaald. NEDs bouwen geen pensioenaanspraken op uit hoofde van hun functie als Non-executive Director van de Vennootschap. Uit hoofde van zĎn voormalige functie als werknemer heeft Jeroen van der Veer pensioenaanspraken opgebouwd en zĎn aan hem aandelenopties en voorwaardelĎke toekenningen van aandelen gedaan ingevolge het LTIP en DBP.
BELONING VAN DIRECTORS EN SENIOR MANAGEMENT In het boekjaar 2011 heeft Shell een bedrag betaald en/of gereserveerd aan beloningen van in totaal $85.692.000 [A] (2010: $42.291.000) voor diensten die Executive Directors, NEDs en het Senior Management in alle hoedanigheden in dat jaar hebben verleend aan Shell. Een additioneel bedrag van in totaal $9.236.000 (exclusief inƃatie) is in 2011 opgebouwd aan pensioenaanspraken en soortgelĎke uitkeringen voor Executive Directors en het Senior Management. [A] Beloning inclusief winsten gerealiseerd uit vrĎgegeven langetermĎntoekenningen en gedurende het jaar uitgeoefende aandelenopties.
B E ZO L D I G I N G VA N E X E C U T I V E D I R E CTO R S I N F U N CT I E I N 2 0 1 1 (DOOR ACCOUNTANTS GECONTROLEERD)
Peter Voser
Simon Henry
2010
2011
2010
2011
Salaris
1.550
1.500
1.175
1.175
890
850
Bonus [A]
3.500
3.750
2.000
2.302
1.500
1.537
155
107
1
1
50
29
3
4
38
45
29
40
Vergoeding in contanten [B] Overige vergoedingen [C]
2010
Totale bezoldiging in euros
5.208
5.361
3.214
3.523
2.469
2.456
in dollars
7.249
7.100
4.473
4.666
3.436
3.253
in pond sterling
4.521
4.596
2.790
3.020
2.143
2.106
[A] De cijfers van de jaarlijkse bonussen zijn in de tabel opgenomen in het desbetreffende prestatiejaar en niet in het daaropvolgende jaar waarin zij worden uitgekeerd. [B] Inclusief de werkgeversbijdrage aan verzekeringen, tegemoetkomingen in de kosten van internationale scholen, autovergoedingen en belastingcompensaties. [C] Omvat levensverzekering en ziektekostenverzekering en een bedrag voor door de Vennootschap verstrekt transport voor woon-werkverkeer en leaseauto’s.
Het totale bedrag aan bezoldiging betaald aan of te ontvangen door Executive Directors van Royal Dutch Shell plc en haar dochterondernemingen voor diensten in alle hoedanigheden gedurende het boekjaar 2011 was €10.891.000 (2010: €11.340.000).
B E ZO L D I G I N G VA N N O N - E X E C U T I V E D I R E CTO R S I N F U N CT I E I N 2 0 1 1 (DOOR ACCOUNTANTS GECONTROLEERD)
DUIZEND
2011 Non-executive Directors
2010
€
$
€
$
137
191
132
175
Guy Elliott
157
219
47
62
Charles O. Holliday
196
272
47
63
Lord Kerr of Kinlochard
214
297
224
297
Gerard Kleisterlee
145
202
23
31
63
88
162
215
Wim Kok [A] Christine Morin-Postel
153
212
160
212
Jorma Ollila [B]
800
1.112
750
993
95
131
–
–
Jeroen van der Veer [D]
137
191
132
175
Hans Wijers
162
226
150
199
Linda G. Stuntz [C]
In de graƂeken hieronder wordt de TSR van Royal Dutch Shell plc in de afgelopen vĎf jaar vergeleken met die van de ondernemingen in de Euronext 100-aandelenindex en de FTSE 100-aandelenindex. De Board beschouwt deze indices als geschikt voor een brede vergelĎking met de markt, aangezien zĎ de toonaangevende indices zĎn in de thuismarkten van Royal Dutch Shell plc.
Malcolm Brinded
2011
Josef Ackermann
GRAFIEKEN TSR-ONTWIKKELING
€ DUIZEND
[A] Wim Kok is per 17 mei 2011 afgetreden. [B] Jorma Ollila ontvangt voor het voorzitterschap van de Nomination and Succession Committee geen additionele vergoedingen. Wel heeft hij de beschikking over een appartement wanneer hij om zakelijke redenen in Den Haag verblijft. [C] Linda G. Stuntz is met ingang van 1 juni 2011 benoemd. [D] In 2011 realiseerde Jeroen van der Veer ook winsten van € 9.017.000 uit het LTIP en €1.843.000 uit het DBP; beide gerelateerd aan toekenningen die aan hem zijn gedaan terwijl hij Executive Director was.
H I STO R I S C H OV E R Z I C H T T S R - O N T W I K K E L I N G R OYA L D U TC H S H E L L P LC
WaardestĎging van een hypothetisch belang van €100 en van £100 over een periode van vĎf jaar. Euronext 100-vergelĎking en FTSE 100-vergelĎking gebaseerd op de gemiddelde waarde over 30 handelsdagen.
AANDEEL B ROYAL DUTCH SHELL VERGELEKEN MET FTSE 100
AANDEEL A ROYAL DUTCH SHELL VERGELEKEN MET EURONEXT 100 Waarde van hypothetisch belang van €100
Aandeel A Royal Dutch Shell Euronext 100
€175
Waarde van hypothetisch belang van £100
€150
£150
€125
£125
€100
£100
€75
£75
€50
Aandeel B Royal Dutch Shell FTSE 100
£175
£50 dec 06
dec 07
dec 08
dec 09
dec 10
dec 11
dec 06
dec 07
dec 08
dec 09
dec 10
dec 11
26
Shell Jaaroverzicht 2011 Samenvatting corporate governance
SAMENVATTING CORPORATE GOVERNANCE Deze Samenvatting geeft een korte beschrĎving van het beleid van de Vennootschap inzake corporate governance. Het beschrĎft tevens hoe de Board de beginselen van de Britse Corporate Governance Code heeft nageleefd. COMPLIANCE-VERKLARING
De Board bevestigt dat de Vennootschap gedurende het jaar de belangrĎkste beginselen heeft toegepast en de relevante bepalingen heeft nageleefd van de Britse Corporate Governance Code (de Code). Naast de verplichting om de toepasselĎke Britse corporate governance-regels na te leven is de Vennootschap vanwege haar notering aan Euronext Amsterdam tevens verplicht om de regels van Euronext Amsterdam en de Nederlandse effectenwetgeving na te leven. Daarnaast dient zĎ de Amerikaanse wetgeving met betrekking tot effecten en de regels van de New York Stock Exchange (NYSE) na te leven aangezien door de Vennootschap uitgegeven effecten in de Verenigde Staten zĎn geregistreerd en zĎn genoteerd aan de NYSE. GOVERNANCE-REGELS VAN NYSE
In overeenstemming met de regels van de NYSE voor buitenlandse beursgenoteerde private ondernemingen, volgt de Vennootschap de praktĎken van het eigen land inzake corporate governance. Genoteerde buitenlandse ondernemingen dienen echter een audit committee te hebben die aan de eisen van Rule 10A-3 van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission voldoet. De Audit Committee van de Vennootschap voldoet aan die vereisten. Bovendien eist de NYSE dat buitenlandse beursgenoteerde private ondernemingen bepaalde schriftelĎke bevestigingen en kennisgevingen aan de NYSE doen en een samenvatting geven van de belangrĎkste verschillen tussen hun corporate governance en die van ondernemingen in de Verenigde Staten in het kader van de regels voor notering aan de NYSE. SHELL GENERAL BUSINESS PRINCIPLES
De General Business Principles van Shell verwoorden de centrale principes waarnaar elke Shell-dochteronderneming zich bĎ de bedrĎfsuitoefening dient te richten. Deze principes omvatten mede de inzet van Shell om fundamentele mensenrechten te steunen vanuit de legitieme rol van een onderneming en om aan duurzame ontwikkeling bĎ te dragen.
SHELL GEDRAGSCODE
Directors en werknemers hebben zich te houden aan de Gedragscode van Shell, die hen moet ondersteunen om onze Business Principles in de praktĎk te brengen. De Gedragscode zet de basisregels en normen uiteen die zĎ geacht worden na te leven en het gedrag dat van hen wordt verwacht.
20-F”; goedkeuring van interim-dividenden; belangrĎke contracten; en opvolgingsplanning en benoemingen van nieuwe leden van de Board. ROLLEN VAN DIRECTORS
Werknemers van Shell, contractors en derden waarmee Shell een zakelĎke relatie heeft (bĎvoorbeeld klanten, leveranciers en intermediairs) kunnen bezorgdheid op het gebied van “ethics en compliance” melden via de Shell Global Helpline. De Shell Global Helpline is een wereldwĎd vertrouwelĎk meldingssysteem dat door een externe derde partĎ wordt beheerd en is dagelĎks 24 uur per dag bereikbaar via lokale telefoonnummers en via het internet.
De rollen van de Voorzitter, een non-executive positie, en de Chief Executive OfƂcer zĎn van elkaar gescheiden en de Board heeft hun respectievelĎke verantwoordelĎkheden vastgesteld. De Voorzitter, Jorma Ollila, geeft leiding en sturing aan de Board en ziet erop toe dat de Board en zĎn commissies naar behoren functioneren. Hiertoe behoort dat hĎ ervoor zorgt dat de Directors juiste, tĎdige en duidelĎke informatie ontvangen. HĎ is ook ervoor verantwoordelĎk om de trainings- en ontwikkelingsbehoeften van elke Director af te stemmen en periodiek te evalueren (zie “Introductie en training ” op blz. 27 ), waarbĎ hĎ wordt ondersteund door de Company Secretary. De Chief Executive OfƂcer, Peter Voser, draagt de algehele verantwoordelĎkheid voor de uitvoering van de door de Board goedgekeurde strategie, het operationele management van de Vennootschap en de daarmee verbonden commerciële onderneming. Hierin wordt hĎ ondersteund door het Executive Committee waarvan hĎ voorzitter is (zie blz. 27 ).
STRUCTUUR EN SAMENSTELLING BOARD
NON-EXECUTIVE DIRECTORS
In 2011 bestond de Board uit de Voorzitter, Jorma Ollila, drie Executive Directors, waaronder de Chief Executive OfƂcer, en negen Non-executive Directors, waaronder de Vice-voorzitter en Senior Independent Director, Lord Kerr of Kinlochard, behalve gedurende de periode van 18 tot 31 mei, toen er acht Non-executive Directors waren.
Non-executive Directors worden voor een bepaalde termĎn benoemd, conform de statutaire bepalingen inzake hun benoeming en herbenoeming op de AVA. BĎ hun benoeming bevestigen Non-executive Directors dat zĎ voldoende tĎd kunnen vrĎmaken om aan de verwachtingen te voldoen die in deze rol aan hen worden gesteld. Voor Non-executive Directors geldt een opzegtermĎn van drie maanden. Er is geen regeling inzake vergoedingen in het geval van voortĎdige beëindiging.
CODE OF ETHICS
Executive Directors en Senior Financial OfƂcers van Shell dienen tevens een Code of Ethics na te leven. Deze Code is speciƂek bedoeld om aan de vereisten van Artikel 406 van de Sarbanes-Oxley Wet en de regels voor notering aan de NYSE te voldoen (zie hierboven). SHELL GLOBAL HELPLINE
In de AVA van 2011 op 17 mei 2011 is Wim Kok als Non-executive Director afgetreden en is Linda G. Stuntz met ingang van 1 juni 2011 benoemd tot Non-executive Director. De namen en biograƂeën van de huidige Directors zĎn te vinden op blz. 18 en 19 . De Board erkent zĎn collectieve verantwoordelĎkheid voor het langetermĎnsucces van de Vennootschap. De Board komt achtmaal per jaar bĎeen en heeft een formeel programma van taken die aan de Board zĎn voorbehouden. Hiertoe behoren: de algehele strategie en management; ondernemingsstructuur en kapitaalstructuur; Ƃnanciële verslaglegging en beheersingsmaatregelen; interne beheersing; goedkeuring van het “Annual Report and Form
De Non-executive Directors brengen bĎ Shell een breed en evenwichtig scala aan vaardigheden en ervaring in het internationale bedrĎfsleven in. ZĎ worden geacht zich via hun inbreng in vergaderingen van de Board en van de commissies van de Board constructief maar kritisch op te stellen, voorstellen op het gebied van strategie te helpen ontwikkelen en aan een onafhankelĎke beoordeling van zaken op het gebied van prestaties en risico’s bĎ te dragen. De Voorzitter en de Nonexecutive Directors komen regelmatig buiten aanwezigheid van de Executive Directors bĎeen om onder meer het functioneren van
Shell Jaaroverzicht 2011 Samenvatting corporate governance
individuele Directors te evalueren. Een aantal Non-executive Directors komt ook van tĎd tot tĎd met aandeelhouders met substantiële belangen bĎeen. De Senior Independent Director fungeert als klankbord voor de Voorzitter en indien nodig als tussenpersoon voor de andere Directors. De Senior Independent Director is voor aandeelhouders beschikbaar wanneer zĎ vragen of zorgen hebben die niet door middel van contact via de normale kanalen van de Voorzitter, de Chief Executive OfƂcer of andere Executive Directors opgelost konden worden of waarvoor dergelĎk contact niet passend zou zĎn. Alle Non-executive Directors die per eind 2011 in functie waren, worden door de Board beschouwd als geheel onafhankelĎk, met uitzondering van Jeroen van der Veer die als Chief Executive fungeerde tot aan zĎn aftreden uit die functie op 30 juni 2009. De standaard die wordt gehanteerd om de onafhankelĎkheid van Directors vast te stellen is te vinden op www.shell.com/investor als onderdeel van de taakomschrĎving van de Nomination and Succession Committee. BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN VAN DE VOORZITTER
ZĎn biograƂe op blz. 18 vermeldt de belangrĎke andere verplichtingen van de Voorzitter. ACTIVITEITEN VAN DE BOARD GEDURENDE HET JAAR
De Board is gedurende het jaar achtmaal bĎeengekomen. Zeven vergaderingen werden in Den Haag, Nederland, gehouden en een
vergadering in BeĎing, China. De agenda voor elke vergadering omvatte een aantal vaste agendapunten, onder meer verslagen van alle commissies van de Board, verslagen van de Chief Executive OfƂcer, de Chief Financial OfƂcer, en de andere leden van het Executive Committee. In de meeste vergaderingen heeft de Board tevens een aantal voorstellen voor investeringen, desinvesteringen en Ƃnanciering besproken. De Board heeft gedurende het jaar talrĎke strategische zaken beoordeeld en elk van de berichten over de resultaten van de kwartalen en het gehele jaar en dividendbekendmakingen goedgekeurd. De Board heeft regelmatig rapporten ontvangen van de verschillende functionele afdelingen, onder meer Corporate (waartoe Human Resources, Gezondheid en Beveiliging behoren), Legal, en Finance (waartoe Investor Relations behoort). INTRODUCTIE EN TRAINING
Na hun benoeming in de Board volgen Directors een uitgebreid, individueel op hen toegesneden introductieprogramma. Hiertoe behoren bĎeenkomsten met topfunctionarissen om de Directors in staat te stellen een goed inzicht te ontwikkelen in de activiteiten en strategie van Shell en de belangrĎkste risico’s en andere zaken waar zĎ mee te maken hebben. Gedurende het gehele jaar worden de Directors regelmatig op de hoogte gehouden van ontwikkelingen op het gebied van juridische zaken, ondernemingsbestuur en verslaglegging. De Board ziet bezoeken aan locaties als een integraal onderdeel van de continue training van Directors. Additionele training is mogelĎk om Directors indien nodig te helpen hun vaardigheden en kennis op peil te houden.
D E E L N A M E A A N B I J E E N KO M ST E N VA N D E B OA R D E N CO M M I S S I E S VA N D E B OA R D [A]
Corporate and Social Audit Responsibility Board
Committee
Josef Ackermann
7/8
Malcolm Brinded
8/8
Guy Elliott
8/8
Simon Henry
8/8
Charles O. Holliday
8/8
Lord Kerr of Kinlochard
8/8
3/3
Gerard Kleisterlee
7/8
4/5
Wim Kok
2/2
Christine Morin-Postel
8/8
Jorma Ollila
8/8
Linda G. Stuntz
4/5
Jeroen van der Veer
8/8
Peter Voser
8/8
Hans Wijers
8/8
Committee
Nomination and Succession Remuneration Committee
Committee 4/5
5/5 5/5
5/5
5/5
5/5
2/2
2/2
5/5 4/5 1/2 5/5 3/3
[A] Het eerste getal geeft de deelname weer, het tweede het totale aantal vergaderingen. 7/8 geeft bijvoorbeeld aan dat een Director aan 7 van de 8 vergaderingen heeft deelgenomen. Als een Director gedurende het jaar is afgetreden of in een commissie van de Board is benoemd, worden alleen vergaderingen van voor de datum van aftreden of na de benoemingsdatum meegeteld.
5/5
EXECUTIVE COMMITTEE
Het Executive Committee staat onder leiding van de Chief Executive OfƂcer en ondersteunt hem in zĎn verantwoordelĎkheid voor het besturen van de algehele activiteiten van – en de gang van zaken bĎ – de Vennootschap. De Chief Executive OfƂcer heeft de uiteindelĎke beslissingsbevoegdheid voor alle bestuurlĎke zaken die niet binnen de taken en bevoegdheden vallen van de Board of de AVA. E X E C U T I V E CO M M I T T E E
Peter Voser
Chief Executive OfƂcer [A][B]
Matthias Bichsel
Projects & Technology Director [B]
Malcolm Brinded
Executive Director, Upstream International [A][B][C]
Simon Henry
Chief Financial OfƂcer [A][B]
Hugh Mitchell
Chief Human Resources & Corporate OfƂcer [B]
Marvin Odum
Upstream Americas Director [B]
Peter Rees
Legal Director [B]
Mark Williams
Downstream Director [B]
[A] Director van de Vennootschap. [B] Ingevolge de Amerikaanse Exchange Act Rule 3b-7 als een Executive OfƂcer aangemerkt. Heeft het economisch eigendom van minder dan 1% van uitgegeven soorten effecten. [C] Zoals op 22 februari 2012 is bekendgemaakt, zal Malcolm Brinded met ingang van 1 april 2012 terugtreden als Executive Director van de Vennootschap. Andrew Brown zal met ingang van deze datum als lid van het Executive Committee van de Vennootschap de taken voor Upstream International overnemen.
BOARD-COMMISSIES
Er zĎn vier Board-commissies; hun leden zĎn allen Non-executive Directors. Audit Committee De huidige leden van de Audit Committee zĎn Guy Elliott (voorzitter van de commissie met ingang van 18 mei 2011), Gerard Kleisterlee, Christine Morin-Postel (voorzitter van de commissie tot 17 mei 2011) en Linda G. Stuntz (met ingang van 1 juni 2011), allen Ƃnancieel deskundige, onafhankelĎke Non-executive Directors. Lord Kerr of Kinlochard is met ingang van 17 mei 2011 als lid van de commissie afgetreden. Guy Elliot geldt ten behoeve van de Code als lid met de vereiste “recente en relevante Ƃnanciële kennis en ervaring”, en geldt onder het Amerikaans effectenrecht als “audit committee Ƃnancial expert”. De Audit Committee heeft gedurende het jaar vĎfmaal vergaderd. De deelname aan de vergaderingen wordt in de tabel hiernaast vermeld. De voornaamste taken van de Audit Committee bestaan uit het ondersteunen van de Board bĎ de uitvoering van zĎn toezichthoudende taken met betrekking tot: interne beheersing en Ƃnanciële verslaglegging, de adequaatheid van de risicobeheersing en de interne
27
28
Shell Jaaroverzicht 2011 Samenvatting corporate governance
beheersingssystemen, de naleving van toepasselĎke externe wet- en regelgeving, het toezicht op de kwaliƂcaties, kennis en ervaring, middelen en onafhankelĎkheid van zowel de interne als de externe accountants en de jaarlĎkse evaluatie van het functioneren en de effectiviteit van de accountants. De commissie houdt de Board op de hoogte van de activiteiten en aanbevelingen van de commissie. Wanneer de commissie niet tevreden is met, of wanneer naar haar oordeel maatregelen of verbetering vereist zĎn met betrekking tot enig aspect van de risicobeheersing en interne beheersing, Ƃnanciële verslaglegging of activiteiten in verband met accountantscontroles, meldt zĎ deze bezorgdheid tĎdig aan de Board. In haar vergaderingen behandelt de commissie uiteenlopende onderwerpen, zowel vaste onderwerpen die de commissie regelmatig bespreekt (met name met betrekking tot de kwartaalberichten, de interne beheersing en de Ƃnanciële verslaglegging) alsook een reeks speciƂeke onderwerpen die relevant zĎn voor het algehele beheersingskader van de Vennootschap. ZĎ nodigt de Chief Financial OfƂcer, de Chief Internal Auditor, de Executive Vice President Controller, de Vice President Accounting and Reporting en de externe accountant uit om elke vergadering bĎ te wonen. Andere leden van het management nemen deel als en wanneer zĎ worden gevraagd. De commissie houdt ook besloten vergaderingen met de externe accountants en de Chief Internal Auditor buiten de aanwezigheid van leden van het management. Corporate and Social Responsibility Committee De leden van de Corporate and Social Responsibility Committee zĎn Charles O. Holliday (voorzitter van de commissie met ingang van 18 mei 2011), Lord Kerr of Kinlochard en Jeroen van der Veer. Wim Kok is met ingang van de sluiting van de AVA 2011 als Director van de Vennootschap en als lid van de commissie afgetreden. De commissie heeft gedurende het jaar vĎfmaal vergaderd. De deelname aan de vergaderingen wordt op blz. 27 vermeld. Doel van de commissie is om een gedegen overzicht te behouden van het beleid en gedrag van de dochterondernemingen van de Vennootschap ten aanzien van de General Business Principles van Shell en de Shell Gedragscode, alsmede belangrĎke vraagstukken van algemeen maatschappelĎk belang. ZĎ rapporteert haar eigen conclusies en aanbevelingen direct aan het executive management en aan de Board. De commissie vervult haar taken door de beheersing van de gevolgen van projecten en
activiteiten te beoordelen op het gebied van gezondheid, veiligheid, beveiliging, milieu en maatschappĎ. Ook beoordeelt de commissie vraagstukken die zich aandienen ten aanzien van milieu en maatschappĎ. Tevens levert de commissie een bĎdrage aan het Shell Sustainability Report, door een bespreking met de externe beoordelingscommissie van het verslag en door vóór de publicatie een conceptversie ervan te beoordelen. Naast de reguliere formele bĎeenkomsten bezoekt de commissie ook Shell-locaties, waar zĎ met lokale werknemers en externe belanghebbenden spreekt. In het bĎzonder volgt de commissie op welke wĎze de standaarden van Shell voor gezondheid, veiligheid, beveiliging, milieu en maatschappĎ in de praktĎk worden toegepast. In 2011 heeft de commissie een bezoek afgelegd aan oliezanden-installaties in Alberta, Canada, en aan “tight gas”-installaties in Pennsylvania, Verenigde Staten. Tevens heeft de commissie, samen met andere leden van de Board, de Changbei productiefaciliteit in de provincie Shaanxi, China, bezocht. Nomination and Succession Committee De leden van de Nomination and Succession Committee zĎn Jorma Ollila (voorzitter van de commissie), Lord Kerr of Kinlochard en Hans WĎers (met ingang van 18 mei 2011). Wim Kok is met ingang van de sluiting van de AVA 2011 als Director van de Vennootschap en als lid van de commissie afgetreden. De commissie heeft gedurende het jaar vĎfmaal vergaderd. De deelname aan de vergaderingen wordt op blz. 27 vermeld. De commissie beoordeelt continu de behoeften van de Vennootschap ten aanzien van leiderschap. De commissie identiƂceert geschikte kandidaten en draagt deze ter goedkeuring door de Board voor om in vacatures te voorzien wanneer en als deze openstaan. HierbĎ heeft de commissie zich soms laten bĎstaan door een extern bureau voor werving en selectie, in het bĎzonder met betrekking tot diversiteit. De commissie heeft daarnaast tot taak om aanbevelingen te doen voor de benoeming van de voorzitters van de Audit Committee, de Corporate and Social Responsibility Committee en de Remuneration Committee. In overleg met de voorzitter van de betreffende commissie doet ze ook aanbevelingen voor de leden van die commissies. ZĎ doet aanbevelingen inzake richtlĎnen op het gebied van corporate governance, ziet toe op de naleving van corporate governance-regels en doet aanbevelingen inzake de rapportering op het gebied van corporate governance en de benoemingsprocedures.
Tot de aangelegenheden die de commissie gedurende het jaar heeft behandeld, behoren de selectie van Directors, opvolgings- en benoemingsvraagstukken, vraagstukken inzake het rouleren van lidmaatschap van commissies van de Board en de structuur van het executive management; de introductieregelingen voor nieuwe Non-executive Directors, en de taakomschrĎvingen van diverse Board-commissies. Tevens heeft zĎ de Amerikaanse Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act en het rapport van Lord Davies of Abersoch met de titel “Women on Boards” (Davies-rapport) besproken. Na bestudering van het Davies-rapport heeft de Board in een verklaring zĎn waardering voor de aanbevelingen uitgesproken. DaarbĎ heeft de Board er ook op gewezen dat de Board en de planningprocedures voor opvolging in hogere leidinggevende functies van de Vennootschap in het algemeen een aantal factoren in aanmerking nemen, waartoe ook geslacht en andere diversiteitscriteria behoren. De Board heeft de verwachting uitgesproken dat in 2015 ten minste 25% van de Directors vrouwen zouden zĎn, conform de aanbeveling in het Davies-rapport. Remuneration Committee De leden van de Remuneration Committee zĎn Hans WĎers (voorzitter van de commissie), Josef Ackermann en Charles O. Holliday. De commissie heeft gedurende het jaar vĎfmaal vergaderd. De deelname aan de vergaderingen wordt op blz. 27 vermeld. De commissie stelt in overleg en in afstemming met de Board het bezoldigingsbeleid voor de Voorzitter, de Chief Executive OfƂcer en de Executive Directors vast, alsmede, in overeenstemming met dat beleid, hun individuele bezoldigingspakket. De commissie heeft daarnaast een beoordelende en adviserende functie ten aanzien van voorwaarden van overeenkomsten die aan Executive Directors worden geboden. ZĎ bewaakt de bezoldiging van andere senior executives en doet voorstellen. De taakomschrĎving van de commissie is in 2010 herzien om deze te laten aansluiten bĎ de ontwikkelingen op het gebied van corporate governance in het Verenigd KoninkrĎk met betrekking tot bezoldiging. In 2011 heeft de commissie het constructieve overleg met aandeelhouders met substantiële belangen en vertegenwoordigers van aandeelhouders gecontinueerd. Dit overleg wordt ook in 2012 voortgezet; na de publicatie van het 2011 Annual Report and Form 20-F zal zĎ wederom met voornoemde aandeelhouders bĎeenkomen. Er zĎn verschillende ontwikkelingen op het gebied van ondernemingsbestuur met betrekking tot bestuurdersbeloning. De commissie zal deze met belangstelling volgen en, waar dat passend is, erop reageren.
Shell Jaaroverzicht 2011 Samenvatting corporate governance
BEOORDELING VAN DE BOARD
De Board heeft formele beoordelingen uitgevoerd van het functioneren van de Board, de commissies van de Board, de Voorzitter en elk van de Directors. Deze procedure stond onder leiding van de Nomination and Succession Committee, en anders dan in 2010 werd geen externe adviseur ingeschakeld om dit proces te ondersteunen. Conform de Code is het voornemen om het evaluatieproces elke drie jaar extern te laten ondersteunen. De voltallige Board heeft de uitkomsten van de beoordeling van de Board en de commissies van de Board besproken. De beoordeling van de Voorzitter is door de voltallige Board in afwezigheid van de Voorzitter besproken. PRESENTATIES VAN RESULTATEN EN ANALISTENBIJEENKOMSTEN
De presentaties van de kwartaal-, halfjaar- en jaarresultaten en alle belangrĎke analistenbĎeenkomsten worden vooraf aangekondigd op de Shell-website en door middel van een bericht via de toezichthouders. ZĎ kunnen live worden gevolgd via webcasts of teleconferenties. Andere bĎeenkomsten met analisten of beleggers worden gewoonlĎk niet vooraf aangekondigd en zĎn noch via webcast noch anderszins op afstand te volgen. Er worden procedures toegepast om te waarborgen dat in zulke bĎeenkomsten uitsluitend informatie wordt besproken die niet van materieel belang of die reeds openbaar is. In dergelĎke bĎeenkomsten gehouden presentaties, en presentaties over de resultaten zĎn beschikbaar op www.shell.com. Dit is in overeenstemming met de eis om ervoor te zorgen dat alle aandeelhouders en andere partĎen in de Ƃnanciële markt gelĎktĎdig en gelĎkwaardig toegang hebben tot informatie die van invloed zou kunnen zĎn op de koers van het aandeel en andere effecten van de Vennootschap. De Voorzitter, de Vicevoorzitter en Senior Independent Director, de Chief Executive OfƂcer, de Chief Financial OfƂcer en de Executive Vice President Investor Relations komen regelmatig bĎeen met aandeelhouders met substantiële belangen en rapporteren de opvattingen van deze aandeelhouders aan de Board. CONTINUÏTEITSBEGINSEL
De Directors nemen redelĎkerwĎs aan dat de Vennootschap adequate middelen heeft om haar operationele activiteiten in de afzienbare toekomst voort te zetten. Derhalve hebben de Directors de Ƃnanciële overzichten die zĎn opgenomen in dit Jaaroverzicht opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel. BEHEERSINGSMAATREGELEN EN PROCEDURES
De Board is verantwoordelĎk voor het in stand
houden van een deugdelĎk systeem van risicobeheersing en interne beheersing en voor het beoordelen van de effectiviteit van dat systeem en heeft bevoegdheid gedelegeerd aan de Audit Committee om het te ondersteunen bĎ de vervulling van de verantwoordelĎkheden ten aanzien van interne beheersing en de Ƃnanciële verslaglegging. Er is één omvattend “Control Framework” voor de Vennootschap en haar dochterondernemingen dat eerder is gericht op beheersing van het risico van het niet-behalen van bedrĎfsdoelstellingen, dan op eliminatie van dat risico. Het verschaft derhalve slechts een redelĎke, maar geen absolute, mate van zekerheid dat zich geen materiële onjuistheden of verliezen kunnen voordoen. Het diagram hieronder geeft de belangrĎkste componenten van het Control Framework weer, te weten Fundamenten, Organisatie en Processen. In “Fundamenten” formuleren wĎ de doelstellingen, uitgangspunten en regels die de basis vormen voor – en de grenzen aangeven van – de activiteiten van Shell. “Organisatie” geeft de onderlinge verhoudingen van de verschillende betrokken rechtspersonen weer, alsmede de organisatie en aansturing van hun bedrĎfsactiviteiten. “Processen” heeft betrekking op speciƂekere processen, onder meer de wĎze waarop bevoegdheden worden gedelegeerd, en hoe strategie, planning en beoordeling worden gebruikt om prestaties te verbeteren, hoe naleving wordt beheerst en hoe in borging wordt voorzien. Alle beheersingsmaatregelen hebben betrekking op één of meer van deze componenten. De Board bevestigt dat er een continu|proces is voor het identiƂceren, evalueren en beheersen
van belangrĎke risico’s ten aanzien van het behalen van de doelen van Shell. Dit proces heeft gedurende het gehele jaar, tot en met de datum van dit Verslag, gefunctioneerd. Het wordt periodiek door de Board beoordeeld en is in overeenstemming met de richtlĎnen voor directeuren, bekend als de “Turnbull Guidance”. Shell heeft uiteenlopende processen om zekerheid te verkrĎgen over de adequaatheid van de risicobeheersing en de interne beheersing. Het Executive Committee en de Audit Committee bespreken regelmatig risico’s op groepsniveau en de bĎbehorende beheersingsmaatregelen. De Board heeft zĎn jaarlĎkse beoordeling van de effectiviteit van het systeem van risicobeheersing en interne beheersing van Shell uitgevoerd, waartoe Ƃnanciële, operationele en compliance-beheersingsmaatregelen behoren. Meer informatie over corporate governance is te vinden op www.shell.com/investor een samenvatting van de verschillen tussen onze corporate governance en de NYSE-regels voor Amerikaanse vennootschappen; de taakomschrijvingen van de vier Board-commissies, waarin hun rollen en verantwoordelijkheden worden uiteengezet; een volledige lijst van aangelegenheden waarover besluiten zijn voorbehouden aan de Board; de General Business Principles van Shell; de Gedragscode van Shell; de Code of Ethics voor Executive Directors en Senior Financial OfƂcers; en de Statuten.
CONTROL FRAMEWORK
Externe wet- en regelgeving, Externe belanghebbenden General Business Principles van Shell Board, Chief Executive OfƂcer en Executive Committee van Royal Dutch Shell plc Verklaring inzake risicobeheersing Standaarden, Handboeken en Richtlijnen
Gedragscode Delegatie van bevoegdheid
Strategie, Planning en Beoordeling
Compliance en Assurance Bedrijfssegmenten, Functies
Fundamenten
Organisatie
Processen
Rechtspersonen
29
30
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte geconsolideerde jaarrekening
ACCOUNTANTSMEDEDELING AAN DE AANDEELHOUDERS VAN ROYAL DUTCH SHELL PLC [A] WĎ hebben de Verkorte Geconsolideerde Jaarrekening onderzocht. Deze Verkorte Geconsolideerde Jaarrekening bestaat uit de Verkorte Geconsolideerde Winst- en Verliesrekening, de Verkorte Geconsolideerde Balans en het Verkort Geconsolideerd Kasstroomoverzicht tezamen met de toelichting hierop, het Verkort verslag van de Board en de samenvatting van het Bezoldigingsverslag.
WĎ hebben onze werkzaamheden uitgevoerd in overeenstemming met Bulletin 2008/3 zoals uitgegeven door de Auditing Practices Board in het Verenigd KoninkrĎk. Onze accountantsverklaring betreffende de Volledige Geconsolideerde Jaarrekening van de onderneming beschrĎft de basis voor onze accountantsverklaring voor deze Geconsolideerde Jaarrekening, het verslag van de Board en het Bezoldigingsverslag.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE DIRECTORS EN VAN DE ACCOUNTANT
OORDEEL
De Directors zĎn verantwoordelĎk voor het opstellen van het Jaaroverzicht en de Verkorte Geconsolideerde Jaarrekening met inachtneming van de van toepassing zĎnde wetgeving in het Verenigd KoninkrĎk. Het is onze verantwoordelĎkheid aan u te rapporteren over de overeenstemming tussen de Verkorte Geconsolideerde Jaarrekening, zoals opgenomen in het Jaaroverzicht en de Verkorte Jaarrekening, met de Volledige Geconsolideerde Jaarrekening, het verslag van de Board en het Bezoldigingsverslag, en te beoordelen of deze voldoen aan de relevante voorschriften van artikel 428 van de Companies Act 2006 in het Verenigd KoninkrĎk en de daaraan gerelateerde bepalingen. WĎ nemen ook kennis van de overige informatie in het Jaaroverzicht en de Verkorte Geconsolideerde Jaarrekening en beoordelen de gevolgen voor onze accountantsmededeling indien sprake blĎkt te zĎn van onjuistheden of materiële inconsistenties met de Verkorte Geconsolideerde Jaarrekening. De overige informatie bestaat uit de overige onderdelen zoals opgenomen in de inhoudsopgave op pagina 1. Deze accountantsmededeling, met inbegrip van het oordeel, is uitsluitend opgesteld ten behoeve van de aandeelhouders van de Vennootschap, zĎnde een rechtspersoon in overeenstemming met artikel 428 van de Companies Act 2006 in het Verenigd KoninkrĎk, en voor geen enkel ander doel. Met het verstrekken van deze accountantsmededeling aanvaarden wĎ geen aansprakelĎkheid voor enig ander doel of jegens derden aan wie deze accountantsmededeling wordt getoond of die deze in handen krĎgen, zonder onze voorafgaande schriftelĎke toestemming.
Naar ons oordeel is de Verkorte Geconsolideerde Jaarrekening consistent met de Volledige Geconsolideerde Jaarrekening, het verslag van de Board en het volledige Bezoldigingsverslag van Royal Dutch Shell plc over het jaar geëindigd op 31 december 2011 en voldoet deze aan de van toepassing zĎnde voorschriften van artikel 428 van de Companies Act 2006 in het Verenigd KoninkrĎk en de daaraan gerelateerde bepalingen. PricewaterhouseCoopers LLP Chartered Accountants and Statutory Auditors Londen 14 maart 2012
Noten: Het beheer en de integriteit van de Royal Dutch Shell plc website (www.shell.com) zĎn de verantwoordelĎkheid van de Directors. In de werkzaamheden van de accountant zĎn deze aspecten niet opgenomen en dienovereenkomstig accepteert de accountant geen verantwoordelĎkheid voor wĎzigingen in de Volledige of Verkorte Jaarrekening sinds deze op de website zĎn gepubliceerd. De wetgeving in het Verenigd KoninkrĎk met betrekking tot het opstellen en het publiceren van jaarrekeningen kan afwĎken van wetgeving in andere rechtstelsels. [A] Deze accountantsmededeling is een vertaling van de mededeling die is afgegeven bĎ de Engelstalige versie van de Verkorte Geconsolideerde Jaarrekening van Royal Dutch Shell plc (‘’Summary Consolidated Financial Statements of Royal Dutch Shell plc’’).
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte geconsolideerde jaarrekening
VERKORTE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Deze Verkorte geconsolideerde jaarrekening is een beknopte versie van de geconsolideerde jaarrekening van Shell en het Bezoldigingsverslag over 2011. ZĎ bevat niet voldoende informatie om een volledig inzicht
te verkrĎgen in de resultaten en de gang van zaken bĎ Shell en haar beleid en de regelingen inzake de bezoldiging van de Directors. BĎ de volledige geconsolideerde jaarrekening en het aan
V E R KO RT E G E CO N S O L I D E E R D E W I N ST- E N -V E R L I E S R E K E N I N G
Totaal opbrengsten en overige baten
accountantscontrole onderhevige gedeelte van het Bezoldigingsverslag is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven.
$ MILJOEN
2011
2010
484.489
378.152 35.344
Winst vóór belastingen
55.660
Belastingen
24.475
14.870
Winst over de periode
31.185
20.474
Winst toerekenbaar aan minderheidsbelangen Winst toerekenbaar aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc
267
347
30.918
20.127
V E R KO RT E G E CO N S O L I D E E R D E B A L A N S (PER 31 DECEMBER)
$ MILJOEN
2011
2010
Vaste activa
225.480
209.666
Vlottende activa
119.777
112.894
345.257
322.560
Activa
Totaal activa Verplichtingen Langlopende verplichtingen Kortlopende verplichtingen
71.595
72.228
102.659
100.552
Totaal verplichtingen
174.254
172.780
Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc
169.517
148.013
Minderheidsbelang
1.486
1.767
Totaal eigen vermogen
171.003
149.780
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
345.257
322.560
V E R KO RT G E CO N S O L I D E E R D KA S ST R O O M OV E R Z I C H T
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten (vóór belastingen) Betaalde belastingen Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten
$ MILJOEN
2011
2010
59.393
42.712
(22.622)
(15.362)
36.771
27.350
Nettokasstroom voor investeringsactiviteiten
(20.443)
(21.972)
Nettokasstroom voor Ƃnancieringsactiviteiten
(18.131)
(1.467)
(1.803)
3.911
(Daling)/stijging van geldmiddelen en kasequivalenten vóór valuta-omrekening Valuta-omrekeningsverschillen met betrekking tot geldmiddelen en kasequivalenten (Daling)/stijging van geldmiddelen en kasequivalenten
(349)
(186)
(2.152)
3.725
Geldmiddelen en kasequivalenten per 1 januari
13.444
9.719
Geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december
11.292
13.444
31
32
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte geconsolideerde jaarrekening
W I N ST P E R A A N D E E L
$
2011
2010
Gewone winst per aandeel
4,98
3,28
Verwaterde winst per aandeel
4,97
3,28
AANDELEN
AANTAL
2011
2010
Gemiddeld gewogen aantal aandelen A en B
6.212.532.421
6.132.640.190
Verwaterd gemiddeld gewogen aantal aandelen A en B
6.221.655.088
6.139.300.098
V E R KO RT E A A N S LU I T I N G VA N N E T TO S C H U L D E N [A]
Per 1 januari
$ MILJOEN
2011
2010
(30.888)
(25.314)
7.124
(9.237)
(1.803)
3.911
Kasstroom Leningen Geldmiddelen en kasequivalenten Overige mutaties
(149)
(43)
Mutaties met betrekking tot valuta-omrekening
(167)
(205)
(25.883)
(30.888)
Per 31 december
[A] De Verkorte aansluiting van nettoschulden is geen primair Ƃnancieel overzicht en maakt geen deel uit van het Verkort geconsolideerd kasstroomoverzicht.
/s/ Simon Henry Simon Henry Chief Financial OfƂcer, voor en namens de Board of Directors 14 maart 2012
Voor verdere informatie verwijzen wij naar het volledige “2011 Annual Report and Form 20-F” op http://reports.shell.com/ annual-report/2011
Onze INVESTOR & MEDIA-app voor iPhone, iPad en Android geeft u toegang tot ons laatste nieuws. U kunt de meest recente kwartaalresultaten zien, jaarpublicaties (zoals ons Sustainability Report en Investor Factsheet) lezen, video’s bekĎken en ook foto’s downloaden van onze activiteiten overal ter wereld. shell.com/app_irmedia
Shell Jaaroverzicht 2011 Verkorte geconsolideerde jaarrekening
TOELICHTING OP DE VERKORTE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1 AARD VAN DE VERKORTE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
De Verkorte geconsolideerde jaarrekening is afgeleid van de geconsolideerde jaarrekening van Royal Dutch Shell plc (“de Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (tezamen: “Shell”). Ingevolge de bepalingen van de Britse Companies Act 2006 en Artikel 4 van de International Accounting Standards (IAS)-Verordening is de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap en haar dochterondernemingen opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Zoals toegepast door Shell zĎn er geen materiële afwĎkingen ten opzichte van IFRS zoals uitgegeven door de International Accounting Standards Board (IASB) en derhalve is de geconsolideerde jaarrekening opgesteld in overeenstemming met IFRS zoals uitgegeven door de IASB. De geconsolideerde jaarrekening luidt in Amerikaanse dollars en bestaat uit de jaarrekening van de Vennootschap en haar dochterondernemingen. Dit zĎn de ondernemingen waarin de Vennootschap, direct of indirect, overwegende zeggenschap heeft door de meerderheid van het stemrecht of door het recht om overwegende invloed uit te oefenen of door het recht om het merendeel van de voordelen te verkrĎgen en bloot te staan aan het merendeel van de risico’s. Deelnemingen in maatschappĎen waarop Shell het recht heeft invloed van betekenis uit te oefenen, maar waarin het geen overwegende zeggenschap heeft, worden als geassocieerde deelnemingen aangemerkt. Regelingen waarbĎ Shell contractueel is overeengekomen om de zeggenschap met een andere partĎ of andere partĎen te delen zĎn joint ventures. Dit kunnen rechtspersonen (entiteiten onder gezamenlĎke zeggenschap) of niet-rechtspersonen (activa onder gezamenlĎke zeggenschap) zĎn. Belangen in geassocieerde deelnemingen en in entiteiten onder gezamenlĎke zeggenschap worden volgens de equity-methode verantwoord. Belangen in activa onder gezamenlĎke zeggenschap worden verantwoord door de opname, post voor post, van het aandeel van Shell in activa, verplichtingen, baten en lasten.
2 DIVIDENDEN $ MILJOEN
2011
2010
In contanten: $1,68 per aandeel (2010: $1,68) 3.440
5.239
Interim-dividenden – aandelen A:
Keuzedividend: $1,68 per aandeel (2010: $0,42)
2.556
549
5.996
5.788
In contanten: $1,68 per aandeel (2010: $1,68) 3.437
4.345
Totaal – aandelen A Interim-dividenden – aandelen B:
Keuzedividend: $1,68 per aandeel (2010: $0,42) Totaal – aandelen B Totaal
1.024
63
4.461
4.408
10.457 10.196
Op 2 februari 2012 hebben de Directors nog een interim-dividend voor 2011 bekendgemaakt van $0,42 per aandeel A en $0,42 per aandeel B. Het totale dividend bedraagt circa $2.659 miljoen en wordt op 22 maart 2012 betaalbaar gesteld. Ingevolge het keuzedividendprogramma kunnen aandeelhouders ervoor kiezen om dividenden in de vorm van aandelen A te ontvangen.
33
34
Shell Jaaroverzicht 2011 Additionele informatie voor de aandeelhouders
ADDITIONELE INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDERS AANDELEN
KEUZEDIVIDENDPROGRAMMA
De Vennootschap heeft twee soorten gewone aandelen – aandelen|A en aandelen B. De belangrĎkste beurs voor de handel in gewone aandelen A is Euronext Amsterdam en de belangrĎkste beurs voor de handel in gewone aandelen B is de London Stock Exchange.
In september 2010 heeft de Vennootschap een keuzedividendprogramma ingevoerd waardoor aandeelhouders hun aandelenbezit kunnen vergroten door er, indien goedgekeurd door de Board, voor te kiezen om dividenden in nieuwe aandelen te ontvangen in plaats van in contanten. Ingevolge het programma worden uitsluitend nieuwe aandelen A uitgegeven, ook aan aandeelhouders die aandelen|B houden.
Class A en Class B American Depositary Shares (ADS) zĎn aan de New York Stock Exchange genoteerd. Iedere ADS vertegenwoordigt twee aandelen Royal Dutch Shell plc van €0,07. De tabel hierna toont de hoogste, de laagste en de jaarultimokoersen van de gewone aandelen van de Vennootschap: met een nominale waarde van €0,07 aan Euronext Amsterdam; met een nominale waarde van €0,07 aan de London Stock Exchange; en in de vorm van ADS aan de New York Stock Exchange (ADS hebben geen nominale waarde). GraƂeken van de historische ontwikkeling van de Total Shareholder Return (TSR) staan op blz. 25 .
Toen het programma werd ingevoerd zĎn de programma’s voor herbelegging van dividenden (Dividend Reinvestment Plan, of DRIP) ingetrokken die door Equiniti en Royal Bank of Scotland N.V. werden aangeboden; de mogelĎkheid van herbelegging van dividend in het door The Bank of New York Mellon aangeboden plan werd eveneens ingetrokken. Aandeelhouders die aan een van deze plannen hadden deelgenomen, werden niet noodzakelĎkerwĎs automatisch voor het keuzedividendprogramma aangemeld. Als zĎ aan het programma wilden deelnemen moesten zĎ in de meeste gevallen formeel daarvoor kiezen. De belastinggevolgen van de keuze om nieuwe aandelen A te ontvangen in plaats van een dividend in contanten zullen van de individuele omstandigheden afhangen. Verdere informatie met betrekking tot de belastinggevolgen van het keuzedividendprogramma is te vinden op www.shell.com/dividend
A A N D E L E N KO E R S E N
2007 2008 2009 2010 2011
Hoogste € 31,35 29,63 21,46 25,28 28,40
2007 2008 2009 2010 2011
Hoogste pence 2.173 2.245 1.897 2.149 2.476
Euronext Amsterdam Gewone aandelen A Laagste Jaarultimo € € 23,72 28,75 16,25 18,75 15,27 21,10 19,53 24,73 20,12 28,15 London Stock Exchange Gewone aandelen B Laagste Jaarultimo pence pence 1.600 2.090 1.223 1.726 1.315 1.812 1.550 2.115 1.768 2.454
Hoogste $ 88,31 88,73 63,75 68,54 77,96
Hoogste $ 87,94 87,54 62,26 68,32 78,75
New York Stock Exchange Class A ADS Laagste Jaarultimo $ $ 62,71 84,20 41,62 52,94 38,29 60,11 49,16 66,78 57,97 73,09 New York Stock Exchange Class B ADS Laagste Jaarultimo $ $ 62,20 83,00 41,41 51,43 37,16 58,13 47,12 66,67 58,42 76,01
Shell Jaaroverzicht 2011 Additionele informatie voor de aandeelhouders
DIVIDENDEN
FINANCIËLE KALENDER
AANDELEN A EN B
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal
$
2011
2010
2009
2008
2007
0,42 0,42 0,42 0,42 1,68
0,42 0,42 0,42 0,42 1,68
0,42 0,42 0,42 0,42 1,68
0,40 0,40 0,40 0,40 1,60
0,36 0,36 0,36 0,36 1,44
Einde boekjaar Bekendmakingen Resultaten over het gehele jaar 2011 Resultaten over het eerste kwartaal 2012 Resultaten over het tweede kwartaal 2012 Resultaten over het derde kwartaal 2012
31 december 2011
2 februari 2012 26 april 2012 26 juli 2012 1 november 2012
Dividendkalender [A] AANDELEN A
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal voor het jaar bekendgemaakt Gedurende het jaar betaald
€ [A]
2011
2010
2009
2008
2007
0,29 0,29 0,32 0,32 1,22 1,20
0,32 0,32 0,31 0,30 1,25 1,25
0,32 0,30 0,28 0,30 1,21 1,21
0,26 0,26 0,31 0,30 1,13 1,07
0,26 0,26 0,25 0,24 1,02 1,03
[A] Euro-equivalent, afgerond naar naaste eurocent.
AANDELEN B
PENCE [A]
2009
2008
2007
1e kwartaal 25,71 27,37 28,65 2e kwartaal 25,77 26,89 25,59 3e kwartaal 27,11 26,72 25,65 4e kwartaal 26,74 25,82 26,36 Totaal voor het jaar bekendgemaakt 105,33 106,80 106,25 Gedurende het jaar betaald 104,41 107,34 107,86
2011
2010
20,05 20,21 24,54 27,97 92,77 82,91
18,09 17,56 17,59 18,11 71,35 69,84
[A] Pond sterling-equivalent.
CLASS A EN B ADS
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal voor het jaar bekendgemaakt Gedurende het jaar betaald
$
2011
2010
2009
2008
2007
0,84 0,84 0,84 0,84 3,36 3,36
0,84 0,84 0,84 0,84 3,36 3,36
0,84 0,84 0,84 0,84 3,36 3,32
0,80 0,80 0,80 0,80 3,20 3,12
0,72 0,72 0,72 0,72 2,88 2,81
Interim-dividend vierde kwartaal 2011 [B] Bekendmaking Ex-dividenddatum Record date Bekendmaking referentieprijs keuzedividend Einde keuzeperiode dividend en valuta [C] Bekendmaking euro- en pond sterling-equivalenten Betaalbaarstelling
2 februari 2012 15 februari 2012 17 februari 2012 22 februari 2012 2 maart 2012 9 maart 2012 22 maart 2012
Interim-dividend eerste kwartaal 2012 Bekendmaking Ex-dividenddatum Record date Bekendmaking referentieprijs keuzedividend Einde keuzeperiode dividend en valuta [C] Bekendmaking euro- en pond sterling-equivalenten Betaalbaarstelling
26 april 2012 9 mei 2012 11 mei 2012 16 mei 2012 25 mei 2012 1 juni 2012 21 juni 2012
Interim-dividend tweede kwartaal 2012 Bekendmaking Ex-dividenddatum Record date Bekendmaking referentieprijs keuzedividend Einde keuzeperiode dividend en valuta [C] Bekendmaking euro- en pond sterling-equivalenten Betaalbaarstelling
26 juli 2012 8 augustus 2012 10 augustus 2012 15 augustus 2012 24 augustus 2012 3 september 2012 20 september 2012
Interim-dividend derde kwartaal 2012 Bekendmaking Ex-dividenddatum Record date Bekendmaking referentieprijs keuzedividend Einde keuzeperiode dividend en valuta [C] Bekendmaking euro- en pond sterling-equivalenten Betaalbaarstelling
1 november 2012 14 november 2012 16 november 2012 21 november 2012 30 november 2012 7 december 2012 20 december 2012
Algemene Vergadering van Aandeelhouders
22 mei 2012
[A] Deze kalender is de voorgenomen kalender zoals op 27 oktober 2011 bekendgemaakt. [B] De Directors stellen geen verdere uitkeringen over 2011 voor. [C] Afwijkende keuzeperioden voor dividend en dividendvaluta kunnen van toepassing zijn voor aandeelhouders die aandelen houden in een effectenrekening bij een bank of Ƃnanciële instelling uiteindelijk gehouden via|Euroclear Nederland. Deze aandeelhouders kunnen informatie over de einddata die van toepassing zijn verkrijgen van hun commissionair, Ƃnanciële tussenpersoon, bank of andere Ƃnanciële instelling bij welke zij hun effectenrekening aanhouden. Een afwijkende dividendkeuzeperiode kan ook van toepassing zijn voor geregistreerde en niet-geregistreerde houders van ADS. Geregistreerde ADS-houders kunnen contact opnemen met The Bank of New York Mellon voor informatie over de einddatum die van toepassing is. Niet-geregistreerde ADS-houders kunnen voor informatie over de einddatum van de keuzeperiode die van toepassing is contact opnemen met hun commissionair, Ƃnanciële tussenpersoon, bank of andere Ƃnanciële instelling.
35
36
Shell Jaaroverzicht 2011 Additionele informatie voor de aandeelhouders
Over dit Overzicht Dit document is een Nederlandse vertaling van het ofƂciële Engelstalige document (Annual Review and Summary Financial Statements 2011). In het geval van verschillen of tekstuele inconsistenties tussen beide versies prevaleert de Engelse versie. In dit Overzicht wordt de benaming “Shell” soms gemakshalve gebruikt in passages die betrekking hebben op de Vennootschap en haar dochterondernemingen in het algemeen. Evenzo worden de woorden “wĎ”, “ons” en “onze” soms gebruikt om dochterondernemingen in het algemeen aan te duiden, of degenen die voor die dochterondernemingen werkzaam zĎn. Deze uitdrukkingen worden tevens gebruikt wanneer vermelding van de naam van de desbetreffende maatschappĎ gevoeglĎk achterwege kan blĎven. De uitdrukkingen “dochterondernemingen” en “Shelldochterondernemingen” in dit Overzicht verwĎzen naar maatschappĎen waarin de Vennootschap direct of indirect overwegende zeggenschap heeft door de meerderheid van het stemrecht of door het recht om overwegende invloed uit te oefenen of door het recht het merendeel van de voordelen te verkrĎgen en aan het merendeel van de risico’s blootgesteld te zĎn. MaatschappĎen waarop Shell invloed van betekenis uitoefent maar waarin zĎ geen overwegende zeggenschap heeft, worden als “geassocieerde deelnemingen” aangemerkt. MaatschappĎen waarin Shell gezamenlĎk met derden de zeggenschap uitoefent, worden aangemerkt als “entiteiten onder gezamenlĎke zeggenschap”. Joint ventures bestaan uit entiteiten onder gezamenlĎke zeggenschap en activa onder gezamenlĎke zeggenschap. In dit Overzicht worden geassocieerde deelnemingen en entiteiten onder gezamenlĎke zeggenschap tevens aangemerkt als “volgens de equity-methode opgenomen investeringen”. De term “Shell-belang” wordt gemakshalve gebruikt ter aanduiding van het eigendomsbelang dat Shell direct of indirect in een project, samenwerkingsverband of onderneming heeft na aftrek van alle door derden gehouden belangen. TenzĎ uitdrukkelĎk anders is aangegeven, hebben de cĎfers in de tabellen in dit Overzicht alleen betrekking op dochterondernemingen, d.w.z. vóór aftrek van minderheidsbelangen van derden. De term “Shell-aandeel” wordt echter gemakshalve gebruikt om te verwĎzen naar volumes aan koolwaterstoffen die worden geproduceerd, verwerkt of verkocht via dochterondernemingen en volgens de equitymethode opgenomen investeringen. Van dochterondernemingen wordt het hele aandeel in alle geproduceerde, verwerkte of verkochte volumes in het Shell-aandeel opgenomen, ook als het belang van Shell in de dochteronderneming minder dan 100% is. Daarentegen hebben de cĎfers voor het Shell-aandeel bĎ volgens de equity-methode opgenomen investeringen alleen betrekking op de volumes
waartoe Shell gerechtigd is. Volumes zĎn in alle gevallen na aftrek van royalty’s in natura. De in dit Overzicht opgenomen Verkorte geconsolideerde jaarrekening is een verkorte versie van de geconsolideerde jaarrekening die is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de Britse Companies Act 2006 en de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Zoals toegepast in de Geconsolideerde jaarrekening zĎn er geen wezenlĎke verschillen met IFRS zoals uitgegeven door de International Accounting Standards Board (IASB); derhalve is de Verkorte geconsolideerde jaarrekening opgesteld in overeenstemming met IFRS zoals uitgegeven door de IASB. IFRS als hierboven gedeƂnieerd omvat mede de interpretaties uitgegeven door het IFRS Interpretations Committee. TenzĎ uitdrukkelĎk anders vermeld, luiden de cĎfers in dit Overzicht in Amerikaanse dollars. Met alle verwĎzingen in dit Overzicht naar “dollars” en “$” worden Amerikaanse dollars bedoeld. De verkorte bespreking van de activiteiten en resultaten, die is afgeleid uit de volledige versie ervan in het “Annual Report and Form 20-F”, en andere onderdelen van dit Overzicht bevatten op de toekomst gerichte mededelingen ten aanzien van de Ƃnanciële positie, resultaten van activiteiten en segmenten van Shell. Alle mededelingen anders dan constateringen van historische feiten zĎn of kunnen worden gezien als op de toekomst gerichte mededelingen. Op de toekomst gerichte mededelingen geven verwachtingen weer voor de toekomst die zĎn gebaseerd op de huidige verwachtingen en aannames van het management en zĎn onderhevig aan bekende en niet-bekende risico’s en onzekerheden waardoor de feitelĎke resultaten, prestaties of gebeurtenissen materieel kunnen afwĎken van die welke in deze mededelingen worden vermeld of geïmpliceerd. Tot dergelĎke op de toekomst gerichte mededelingen behoren onder meer mededelingen ten aanzien van de potentiële blootstelling van Shell aan marktrisico’s en mededelingen waarin verwachtingen, overtuigingen, ramingen, voorspellingen, projecties en aannames van het management tot uitdrukking komen. Deze op de toekomst gerichte mededelingen zĎn te herkennen door het gebruik van termen en uitdrukkingen als “rekenen met”, “menen”, “kunnen”, “schatten”, “verwachten”, “doelen”, “bedoelen”, “zouden kunnen”, “doelstellingen”, “vooruitzicht”, “plannen”, “waarschĎnlĎk”, “voorspellen”, “risico’s”, “gepland”, “beogen”, “zouden moeten”, “ten doel stellen”, “zullen” en soortgelĎke termen en uitdrukkingen. Er zĎn verschillende factoren die van invloed kunnen zĎn op de toekomstige operaties van Shell en waardoor resultaten materieel kunnen afwĎken van die welke in de op de toekomst gerichte mededelingen in dit
Overzicht tot uitdrukking komen, waaronder (maar niet uitsluitend): (a) prĎsschommelingen voor ruwe olie en aardgas; (b) wĎzigingen in de vraag naar de producten van Shell; (c) valutakoersschommelingen; (d) boor- en productieresultaten; (e) ramingen van bewezen reserves; (f) verlies van marktaandeel en concurrentie binnen de bedrĎfstak; (g)|milieurisico’s en fysieke risico’s; (h) risico’s in verband met het vaststellen van passende potentiële overnamedoelen en de succesvolle onderhandeling over en afronding van dergelĎke transacties; (i) ondernemingsrisico’s in ontwikkelingslanden en landen waarop internationale sancties van toepassing zĎn; (j) wettelĎke, Ƃscale en administratiefrechtelĎke ontwikkelingen waaronder administratiefrechtelĎke ontwikkelingen als gevolg van klimaatverandering; (k)|economische en Ƃnanciële marktomstandigheden in diverse landen en gebieden; (l) politieke risico’s, waaronder de risico’s van onteigening en heronderhandeling van contractvoorwaarden met regeringsinstanties, vertraging of versnelling bĎ de goedkeuring van projecten, en vertragingen in de vergoeding van gedeelde kosten; en (m) wĎzigingen in handelsomstandigheden. Zie ook “Risicofactoren” voor additionele risico’s en een nadere bespreking. Het voorbehoud dat in de onderhavige passage wordt gemaakt of waarnaar wordt verwezen, is onverkort van toepassing op alle in dit Overzicht opgenomen op de toekomst gerichte mede delingen in hun geheel. De lezer dient niet overmatig te steunen op dergelĎke op de toekomst gerichte mededelingen. Iedere op de toekomst gerichte mededeling heeft slechts betrekking op de datum van dit Overzicht. Noch de Vennootschap, noch haar dochterondernemingen nemen enige verplichting op zich om enige op de toekomst gerichte mededeling publiekelĎk te actualiseren of te herzien naar aanleiding van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of andere informatie. Gezien deze risico’s kunnen de feitelĎke resultaten materieel afwĎken van die welke in de in dit Overzicht opgenomen op de toekomst gerichte mededelingen worden vermeld, geïmpliceerd of die daarvan worden afgeleid. In dit Overzicht zĎn verwĎzingen opgenomen naar de Shell-website en het Shell Sustainability Report. Deze verwĎzingen dienen slechts ter informatie voor de lezer; Shell neemt daarmee geen op www.shell.com of in het Shell Sustainability Report opgenomen informatie in dit Overzicht|op. Dit Overzicht, de oorspronkelĎke Engelse versie ervan, alsmede het volledige “Annual Report and Form 20-F” in de Engelse taal, zĎn kosteloos verkrĎgbaar op www.shell. com/annualreport of bĎ de kantoren van Shell in Den Haag (Nederland) en Londen (Verenigd KoninkrĎk). Exemplaren van dit Overzicht zĎn ook kosteloos via de post te verkrĎgen.
CONTACTGEGEVENS ONZE ADRESSEN
VOOR VRAGEN OVER
REGISTERED OFFICE
AANDELENADMINISTRATIE
Royal Dutch Shell plc Shell Centre Londen SE1 7NA Verenigd KoninkrĎk Geregistreerd in Engeland en Wales BedrĎfsnummer 4366849 Ingeschreven in het Nederlandse Handelsregister onder nummer 34179503 HOOFDKANTOOR
Royal Dutch Shell plc Carel van Bylandtlaan 30 2596 HR Den Haag Nederland AANDEELHOUDERSBETREKKINGEN
Royal Dutch Shell plc Carel van Bylandtlaan 30 2596 HR Den Haag Nederland +31 (0)70 377 1365/ +31 (0)70 377 4088 +31 (0)70 377 3953 of Royal Dutch Shell plc Shell Centre Londen SE1 7NA Verenigd KoninkrĎk +44 (0)20 7934 3363 +44 (0)20 7934 7515
Equiniti Aspect House Spencer Road Lancing West Sussex BN99 6DA Verenigd KoninkrĎk 0800 169 1679 (Verenigd KoninkrĎk) +44 (0)121 415 7073 +44 (0)1903 833168 Voor online-informatie over uw aandelenbezit en om de manier te wĎzigen waarop u uw documenten van de Vennootschap ontvangt: www.shareview.co.uk AMERICAN DEPOSITARY SHARES (ADS)
The Bank of New York Mellon PO Box 358516 Pittsburgh, PA 15252–8516 Verenigde Staten +1 888 737 2377 (Verenigde Staten) +1 201 680 6825 (internationaal)
[email protected] www.bnymellon.com/shareowner
[email protected] www.shell.com/shareholder BESTELLEN VAN PUBLICATIES
[email protected] +31 (0)888 800 844 Annual Report/20-F service voor de Verenigde Staten +1 888 301 0504
Ontwerp: Studio Dumbar Druk: TuĎtel volgens ISO 14001 Het drukken van dit document is koolstofneutraal uitgevoerd: de CO2-emissies zĎn gecompenseerd door gecertiƂceerde projecten voor koolstofcompensatie. www.natureofƂce.com NL-001-811422
shell.com/contact
#0&'4'27$.+%#6+'58#05*'.. *6624'214655*'..%1/ #NNGKPHQTOCVKGWKVQP\GXGTUNCIGPKUDGUEJKMDCCTQO QPNKPGVGNG\GPQHCNU2&(DGUVCPFVGFQYPNQCFGP
8114&'.'0
)'126+/#.+5''4&'5%*'4/9''4)#8' )'#8#0%''4&'<1'-(70%6+' +06'4#%6+'8')4#(+'-'0 #..'6#$'..'06'&190.1#&'0+0':%'.(14/##6 ':64#8+&'1o5 )'/#--'.+,-6755'08'45.#)'09+55'.'0 $'52#4+0)12-156'0'02#2+'4 #PPWCN4GRQTVCPF(QTO (HQTVJG[GCTGPFGF &GEGODGT
'GPWKVXQGTKIQRGTCVKQPGGNGP ƂPCPEKGGNQXGT\KEJVXCPQP\G CEVKXKVGKVGPKP
+PXGUVQTUo*CPFDQQM s
5WUVCKPCDKNKV[4GRQTV
)GFGVCKNNGGTFGƂPCPEKÇNGGP QRGTCVKQPGNGIGIGXGPUQXGT FGNCCVUVGXĎHLCCTKPENWUKGH MCCTVGP
'GPXGTUNCIQXGTQP\G XQTFGTKPIGPQRJGVIGDKGF XCPFWWT\COGQPVYKMMGNKPI