Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Onverzekerd in Utrecht
Omvang en kenmerken van onverzekerden www.utrecht.nl/GGGD
tegen ziektekosten in Utrecht. Analyse van CBS gegevens
Colofon
uitgave
Unit Epidemiologie en informatie GG&GD
Gemeente Utrecht Postbus 2423
3500 GK Utrecht 030 286 3333
[email protected] in opdracht van
Unit Beleid Strategie en Communicatie GG&GD
Gemeente Utrecht internet
www.utrecht.nl rapportage
Addi van Bergen, Ronald Smit en Rita van de Meulen informatie
Inge Mutsaers
(030) 286 3333 foto omslag
Bert Spiertz en Anton van Daal drukwerk Nashuatec, Utrecht bronvermelding
Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding.
December 2007
Onverzekerd in Utrecht
Samenvatting
Samenvatting Op 1 januari 2006 is in Nederland de nieuwe Zorgverzekeringswet van kracht geworden. Hierdoor zijn een aantal veranderingen opgetreden. Zo zijn alle inwoners van Nederland, op enkele bijzondere groepen na, verplicht zich tegen ziektekosten te verzekeren en is de premie voor voormalig ziekenfondsverzekerden aanmerkelijk hoger geworden. De vrees bestond dat bepaalde groepen zoals mensen met een laag inkomen, dak- en thuislozen en verslaafden zich niet zouden verzekeren. Vanuit haar rol op het terrein van de openbare gezondheidszorg heeft de GG&GD Utrecht de situatie van onverzekerden in de gemeente Utrecht in kaart gebracht. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft hiervoor, specifiek voor Utrechtse situatie, onderzoeksgegevens geleverd. Op de peildatum 1 mei 2006 waren in de gemeente Utrecht 5.620 inwoners onverzekerd tegen ziektekosten 1, ofwel 2,0% van de Utrechtse bevolking. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 1,5% is dit percentage hoog. In vergelijking met andere grote steden zoals Den Haag en Amsterdam, waar resp. 3,5% en 3,4% van de bevolking onverzekerd was, is de situatie in Utrecht minder ongunstig. De grootste groep onverzekerden in Utrecht wordt gevormd door de jongvolwassenen van 20 tot 30 jaar. Gemiddeld is 3,9% van deze groep onverzekerd, absoluut gaat het om 2.460 personen ofwel 44% van alle onverzekerden in Utrecht. Dit hoge aantal is niet, zoals vaak gedacht wordt, te wijten aan de grote studentenpopulatie in Utrecht. Het zijn vooral de niet (aan het hoger onderwijs) studerende jongvolwassenen die onverzekerd door het leven gaan. Een andere grote groep onverzekerden in Utrecht zijn de westerse allochtonen: 6,5% van hen is onverzekerd. Absoluut gaat het om 1.800 personen ofwel 32% van alle onverzekerden in Utrecht. De helft van hen is in de leeftijd van 18-34 jaar. Landelijk ligt het percentage onverzekerden onder westers allochtonen ook hoog, maar een stuk lager dan in Utrecht, namelijk 4,6%. De reden voor het hoge percentage onverzekerden in Utrecht is niet bekend. Ook de groep ‘overig niet-westerse’ allochtonen in Utrecht is vaak onverzekerd. Gemiddeld is maar liefst 6,7% van deze groep onverzekerd tegen ziektekosten. Absoluut gaat het om 800 personen. ofwel 14% van alle onverzekerden in Utrecht. Ook landelijk ligt het percentage onverzekerden onder niet-westers allochtonen hoog, nog hoger zelfs dan in Utrecht, namelijk op 6,8%. Het betreft dus geen typisch Utrechts probleem. Het merendeel van de onverzekerden in deze groep is jong: 70% is in de leeftijd van 18-34 jaar. Maar ook in de oudere leeftijdscategorieën behoort de groep overig niet-westerse allochtonen tot de minst goed verzekerden in Utrecht. De groepen waaraan bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel lokaal extra aandacht aan is besteed, blijken vaker dan gemiddeld verzekerd te zijn. Van de bijna 10.000 Utrechtse
1
Volgens de CBS definitie: ‘nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum’. Voor uitleg verder in dit rapport
of bijlage 1. 1
Samenvatting
Onverzekerd in Utrecht
bijstandsgerechtigden bleek slechts 0,7% onverzekerd te zijn ofwel 70 personen. Ook onder eenoudergezinnen, een groep die vaak een laag inkomen heeft, zijn er erg weinig onverzekerden (0,8% ofwel 60 personen). Eén van de meest opvallende uitkomsten van dit onderzoek is wel het lage percentage onverzekerden onder Marokkaanse Utrechters. Slechts 1,3% van de Marokkanen in Utrecht heeft geen ziektekostenverzekering. Landelijk is dit 2,4%. Ook bij Turkse Utrechters is het percentage onverzekerden lager dan gemiddeld: 1,7% versus 2,0% gemiddeld in Utrecht. Een andere doelgroep van gemeentelijk beleid, de sociaal kwetsbaren, dak- en thuislozen en verslaafden, kunnen met de gegevens van het CBS niet in kaart gebracht worden. Vanuit de afdeling Maatschappelijke Gezondheidsbevordering en Zorg (MGZ) van de GG&GD Utrecht wordt onderzoek gedaan naar de aard en omvang van de onverzekerden in deze groep. Een rapportage hierover wordt binnenkort verwacht. Uit dit onderzoek komen niet de GSB wijken, maar de wijken Oost en Binnenstad naar voren als wijken met een hoog percentage onverzekerden. In Oost is 4,0% van de wijkpopulatie onverzekerd, in Binnenstad 3,2%. Absoluut gezien gaat het om 1.120 onverzekerden in de wijk Oost en 500 onverzekerden in de wijk Binnenstad. Een andere groep die opvalt zijn onverzekerden in institutionele huishoudens. Absoluut betreft dit geen grote groep (340 personen), maar relatief zijn erg veel personen die in een institutioneel huishouden wonen onverzekerd, namelijk 9,3%. Op basis van dit onderzoek is het niet mogelijk meer inzicht te geven in deze groep onverzekerden. Aangezien dit een kwetsbare groep betreft die (deels) afhankelijk is van anderen, is nader onderzoek gewenst. Ook kinderen vormen een extra kwetsbare groep. Op 1 mei 2006 waren in Utrecht 380 minderjarige kinderen onverzekerd; 240 van hen waren jonger dan 5 jaar. Ook deze groep verdient, hoewel gering in aantal, extra aandacht. Gedacht kan worden aan het checken van verzekeringsgegevens door de Jeugdgezondheidszorg en het opnemen van verzekeringsgegevens in de het Elektronisch Kinddossier. Het onverzekerd zijn van (groepen) mensen is niet alleen een probleem voor deze mensen zelf, maar is ook een maatschappelijk probleem. Onverzekerden mijden mogelijk medisch noodzakelijke zorg met alle daarbij komende risico’s voor de volksgezondheid. Zorgaanbieders ervaren veel problemen met onverzekerden en kunnen hiervan ook financiële schade ondervinden. Ook de toegankelijkheid van de zorg kan in het geding komen. Op 1 juli 2007 is de coulanceregeling van de zorgverzekeraars afgelopen. Het risico bestaat dat wanbetalers door de zorgverzekeraars geroyeerd gaan worden. In Utrecht gaat het om 2% van de bevolking, waaronder een groot aandeel mensen met een uitkering, eenoudergezinnen, paren met kinderen, allochtonen en mensen uit de lagere inkomensgroepen. Het risico bestaat dat deze mensen onverzekerd raken. Aanbevolen wordt de situatie te blijven monitoren. De CBS gegevens blijken hiervoor een geschikt instrument te zijn.
2
Onverzekerd in Utrecht
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Samenvatting .......................................................................................................................1 1
Inleiding .....................................................................................................................5
2
Methode .....................................................................................................................7
3
Resultaten ..................................................................................................................9 3.1
Omvang .........................................................................................................9
3.2
Onverzekerden naar leeftijd..........................................................................10
3.3
Onverzekerden naar geslacht........................................................................ 11
3.4
Land van herkomst .......................................................................................12
3.5
Studenten.....................................................................................................14
3.6
Uitkeringsgerechtigden.................................................................................15
3.7
Plaats in het huishouden...............................................................................16
3.8
Wijkverschillen..............................................................................................17
4
Bespreking resultaten ...............................................................................................19
5
Conclusies en aanbevelingen: ...................................................................................25
Literatuur ...........................................................................................................................27 Bijlagen .............................................................................................................................. 29
3
Onverzekerd in Utrecht
Inleiding
1 Inleiding De nieuwe Zorgverzekeringswet Op 1 januari 2006 is in Nederland de nieuwe Zorgverzekeringswet van kracht geworden. Hierdoor zijn een aantal veranderingen opgetreden:
Op een aantal bijzondere groepen na, is iedereen die in Nederland woont of werkt verplicht zich tegen ziektekosten te verzekeren. Voordien gold dit alleen voor mensen met een inkomen onder de ziekenfondsgrens.
Voor de oude ziekenfondspopulatie is het nominale gedeelte van de premie (dat deel dat
mensen zelf moeten betalen) aanzienlijk hoger geworden: van zo’n 300 euro naar zo’n 1000
euro per jaar. Uitgezonderd zijn kinderen tot 18 jaar. Als de ouders verzekerd zijn, zijn zij geen premie verschuldigd. (1)
Risicogroepen Om de financiële gevolgen voor de mensen met een laag inkomen te beperken is landelijk een inkomensafhankelijke zorgtoeslag in het leven geroepen. Deze kan via de Belastingdienst worden aangevraagd. Het CBS constateert dat desondanks de vrees bestond dat de hoge nominale premie mensen met een laag inkomen zou weerhouden zich aan te melden bij een ziektekostenverzekeraar (1). Partijen in het veld verwachtten dat mensen met psychiatrische problemen of verslavingsproblemen moeite zouden hebben met procedures en maandelijkse betaling van de premie en daardoor onverzekerd zouden blijven of worden. Voor mensen zonder geldige verblijfsstatus heeft de invoering van de nieuwe wet geen directe gevolgen gehad. Zij kunnen zich binnen de nieuwe zorgverzekeringwet niet verzekeren tegen ziektekosten en dat was voorheen ook niet mogelijk. Wel hebben zij recht op medische noodzakelijke zorg. In dit rapport wordt niet nader ingegaan op deze groep.
Situatie in Utrecht Voor bijstandsgerechtigden en mensen met een laag inkomen (tot maximaal 120% van het sociaal minimum) was het in Utrecht al langer mogelijk via SoZaWe een collectieve verzekering af te sluiten bij AGIS. Daarbij kreeg men een aanvullende ziektekostenverzekering door SoZaWe vergoed. Voorafgaand aan de invoering van de zorgverzekeringswet heeft de Gemeente extra inspanningen geleverd om deze groep zo goed mogelijk verzekerd te krijgen en de gevolgen van de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet voor deze groep te beperken. Bij de invoering op 1 januari 2006, had driekwart van de betreffende huishoudens in Utrecht een collectieve ziektekostenverzekering afgesloten. In 2004 was dit nog minder dan de helft (46%). (2) Voor de groep sociaal kwetsbaren, zoals dak- en thuislozen, verslaafden en mensen met ernstige psychische problemen, is in september 2005 op initiatief van de afdeling MGZ van de GG&GD Utrecht een werkgroep samengesteld bestaande uit vertegenwoordigers van maatschappelijke opvanginstellingen, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de GG&GD. (3) Onverzekerden werden in kaart gebracht en via (of samen met) hun casemanagers benaderd om een verzekering af te sluiten. Veranderingen in verzekeringsgegevens worden bij de GG&GD gemonitored door periodiek de 5
Inleiding
Onverzekerd in Utrecht
gegevensstatus van deze groep (+ 3000 sociaal kwetsbaren) te controleren in VECOZO, de landelijke database van de zorgverzekeraars (4). Zorgverleners in Utrecht is gevraagd reguliere zorg te blijven verlenen en onverzekerden te melden bij het Meldpunt OGGZ. Verder is intensief campagne gevoerd om deze groep te bereiken
Onderzoek CBS Om de gevolgen van de invoering van de Zorgverzekeringswet te monitoren heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opdracht gegeven aan het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) de groep onverzekerden in Nederland in kaart te brengen. In november 2006 maakte het CBS een voorlopige raming van het aantal onverzekerden in Nederland bekend. Het aantal onverzekerden op 1 mei 2006 werd geschat op 182 duizend (1). Dit is ruim 1% van de bevolking. In mei 2007 werd het aantal onverzekerden definitief vastgesteld op 241.160 ofwel 1,5% van de bevolking (5). Dit cijfer was tot stand gekomen door middel van een nieuwe, nauwkeuriger methode de zogenaamde micromethode. Uit het onderzoek bleek dat in Utrecht 2,0% van de bevolking niet verzekerd was tegen ziektekosten.
Vraagstelling Vanuit haar rol op het terrein van de openbare gezondheidszorg wil de gemeente Utrecht de situatie van onverzekerden in Utrecht verder in kaart brengen. De Gemeente wil graag inzicht in de samenstelling van de groep onverzekerden in Utrecht. Ook wil men weten welke groepen vaker onverzekerd zijn en hoe de situatie in Utrecht zich verhoudt tot landelijk. Om deze vragen te beantwoorden zijn specifiek voor Utrecht gegevens opgevraagd bij het CBS. Deze gegevens worden in dit rapport gepresenteerd. Dit rapport beperkt zich tot de groep onverzekerden die in de GBA is opgenomen. Illegalen, onverzekerden onder grensarbeiders die in het buitenland wonen en in Nederland werken en Nederlanders die in het buitenland wonen blijven buiten beschouwing.
Leeswijzer Hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de methode van het onderzoek zoals uitgevoerd door het CBS. De resultaten van het onderzoek staan vermeld in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 tenslotte worden de resultaten kort besproken. In hoofdstuk 5 staan de conclusies vermeld en worden enkele aanbevelingen gegeven.
6
Onverzekerd in Utrecht
Methode
2 Methode Onderzoek CBS Voor dit rapport is gebruik gemaakt van de resultaten van het onderzoek van het CBS naar het aantal onverzekerden tegen ziektekosten in Nederland. De resultaten hiervan zijn deels voor iedereen toegankelijk via de website van het CBS (www.cbs.nl). Met behulp van ‘StatLine’ kunnen aantallen en percentages onverzekerden naar achtergrondkenmerken worden verkregen. Een uitsplitsing naar gemeente is echter niet mogelijk, wel naar GGD-regio of provincie. Voor de Gemeente Utrecht levert dit geen probleem op aangezien de GGD-regio samenvalt met de gemeente. Echter binnen de geografische gebieden is uitsplitsing naar achtergrondkenmerken beperkt. Zo is uitsplitsing naar etniciteit, wat relevant is in de Utrechtse situatie, niet mogelijk. Op verzoek van de GG&GD Utrecht zijn door het CBS specifiek voor Utrecht gegevens geleverd. Deze worden in dit rapport gepresenteerd. De gegevens die betrekking hebben op Nederland of op andere GGD-regio’s of provincies, zijn afkomstig van StatLine. In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de methodiek van het CBS onderzoek. Voor meer details wordt verwezen naar de rapporten en website van het CBS.
Micromethode Het Centraal Bureau voor de Statistiek monitort sinds 1995 de omvang van de groep onverzekerden tegen ziektekosten in Nederland. Hiervoor gebruikte men de zogenaamde macromethode. Bij deze methode wordt het aantal onverzekerden berekend door het totale aantal verzekerden uit de verschillende verzekerdenadministraties te vergelijken met het totale aantal verzekeringsplichtigen in de GBA. Voor de bepaling van het aantal onverzekerden in 2005 heeft het CBS een nieuwe methode ontwikkeld, de zogenaamde micromethode. Hierbij worden gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie op persoonsniveau gekoppeld aan de landelijke polisadministratie van verzekerden tegen ziektekosten (basisverzekering). Voor het bepalen van het aantal onverzekerden is de geactualiseerde GBA van 10 januari 2007 gebruikt, het Referentiebestand Verzekerden Zorgverzekeringswet (RBVZ) van 2 maart 2007 en aanvullende bestanden over bijzondere groepen die niet verzekeringsplichtig zijn. Dit betreft militairen in actieve dienst, gemoedsbezwaarden, asielzoekers, personen met inkomsten uit het buitenland (verdragsverzekerden en niet verdragsverzekerden), gedetacheerden vanuit het buitenland, diplomaten en werknemers van volkenrechtelijke organisaties. Voor Nidos-pupillen en buitenlandse studenten, twee groepen die niet verzekeringsplichtig zijn, waren geen microbestanden voorhanden. Hiervoor heeft het CBS additionele gedaan. Voor meer details en een beschrijving van deze groepen wordt verwezen naar de publicatie van het CBS (5). De micromethode levert nauwkeuriger resultaten op dan de eerder gebruikte macromethode. Om de nauwkeurigheid nog verder te vergroten is gecorrigeerd voor personen die op de peildatum ten onrechte nog in de GBA stonden (overleden of gemigreerd), voor personen die kort na de peildatum zijn geëmigreerd en personen die zich kort na de peildatum alsnog verzekerd hebben. Dit levert een
7
Methode
Onverzekerd in Utrecht
gecorrigeerd cijfer op. Het CBS noemt dit het aantal ‘nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum’. Vóór correctie spreekt men van het aantal ‘formeel onverzekerd op peildatum’. Voor een toelichting op de gehanteerde definities wordt verwezen naar bijlage 1. In dit rapport worden, tenzij anders vermeld, de gecorrigeerde cijfers gegeven.
Achtergrondskenmerken Het gebruik van de micromethode waarbij gegevens op persoonsniveau gekoppeld worden, maakt het mogelijk om inzicht te krijgen in de kenmerken van de groep onverzekerden. In dit rapport wordt de groep onverzekerden uitgesplitst naar leeftijd (5 jaarscategorieën), herkomst (autochtoon, Marokkaans, Turks, Surinaams, Antilliaans/Arubaans, Overig westers en Overig niet-westers), studenten (WO en HBO), personen met een uitkering (WAO/Wajong/WAZ, ABW, WW en IOAW/IOAZ), plaats in huishouden (kind minderjarig, kind meerderjarig, alleenstaande, partner in gehuwd stel zonder kinderen, partner in gehuwd stel met kinderen, partner in ongehuwd stel zonder kinderen, partner in ongehuwd stel met kinderen, ouder in eenoudergezin, in institutioneel huishouden en overig/onbekend), eerste en tweede generatie allochtoon en wijk. In bijlage 2 wordt een toelichting gegeven op de gebruikte definities.
Analyses Door het CBS zijn tabellen geleverd zoals die ook op Statline (www.cbs.nl) staan, maar dan specifiek gericht op de bewoners van de gemeente Utrecht. Daarnaast zijn tabellen per wijk geleverd. In bijlage 4 zijn de door het CBS geleverde tabellen opgenomen. Alle tabellen hebben betrekking op de personen die op 1 mei 2006 (peildatum) onverzekerd waren en dat een half jaar later (1 november 2006) nog steeds waren. In de tabellen wordt zowel het absoluut aantal onverzekerden, afgerond op tientallen, als het percentage van het totale aantal personen binnen de betreffende categorie gegeven. Alle tabellen zijn door het CBS gecontroleerd op statistische veiligheid zodat geen cijfers naar buiten gebracht worden die tot herkenning van personen kunnen leiden.
8
Onverzekerd in Utrecht
Resultaten
3 Resultaten 3.1
Omvang
Utrecht Op de peildatum 1 mei 2006 waren in de gemeente Utrecht 6.980 personen ‘formeel onverzekerd tegen ziektekosten’. Deze personen waren op 1 mei 2006 verzekeringsplichtig én geregistreerd in de Gemeentelijke Basisadministratie. Deze groep bevat ook mensen die op de peildatum van 1 mei 2006 ten onrechte nog in de GBA stonden, omdat zij geëmigreerd zijn zonder zich uit te (laten) schrijven. Ook zijn er mensen bij die binnen een half jaar na de peildatum geëmigreerd zijn en mensen die zich binnen een half jaar na de peildatum alsnog verzekerd hebben. Het CBS heeft hiervoor gecorrigeerd en komt voor Utrecht, na correctie, op 5.620 personen die 6 maanden na de peildatum van 1 mei 2006 nog onverzekerd waren, ofwel 2,0% van de Utrechtse bevolking. Het CBS hanteert in publicaties het gecorrigeerde cijfer. In het vervolg van dit rapport worden dan ook uitsluitend de gecorrigeerde cijfers gebruikt. Overal waar gesproken wordt over onverzekerden wordt bedoeld: 'nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum'.
Totaal Nederland Provincie Utrecht Gemeente Utrecht GGD Den Haag GGD Rotterdam e.o. GGD Amsterdam 0,0%
0,5%
1,0%
1,5%
2,0%
2,5%
3,0%
3,5%
4,0%
Figuur 1 – Percentage onverzekerden tegen ziektekosten in Nederland, Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht en GGD-regio’s overige G4.
2.
Elders Het percentage onverzekerden op 1 mei 2006 is landelijk 1,5% en ligt daarmee lager dan in Utrecht (figuur 1). Ook in de provincie Utrecht is het percentage onverzekerden lager (1,4%) dan in de gemeente Utrecht. Uit het onderzoek van het CBS blijkt dat het percentage onverzekerden sterk samenhangt met de stedelijkheidsgraad. In niet stedelijke gebieden is 0,9% van de bevolking niet
2
Het servicegebied van de GGD Den Haag en GGD Amsterdam omvat resp. de gemeenten Den Haag en Amsterdam.
Het servicegebied van de GGD Rotterdam e.o. omvat naast de gemeente Rotterdam ook de gemeenten:
Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Ridderkerk en Lansingerland. 9
Resultaten
Onverzekerd in Utrecht
verzekerd tegen ziektekosten. Dit percentage loopt op met de stedelijkheidsgraad naar 2,7% in de zeer sterk stedelijke gebieden van Nederland. Van de 240.000 onverzekerden in Nederland woont meer dan 60% in sterk tot zeer sterk stedelijke gebieden. Ten opzichte van de overige grote steden lijkt de situatie in Utrecht gunstig. In de gemeenten Den Haag en Amsterdam ligt het percentage onverzekerden hoger dan in de gemeente Utrecht (resp.3,5 % en 3,4%). In de GGD-regio Rotterdam e.o. is het percentage gelijk (2,0%). Deze regio omvat naast de Gemeente Rotterdam ook omliggende gemeenten.
3.2
Onverzekerden naar leeftijd
In figuur 2 is het percentage onverzekerden in Utrecht weergegeven naar leeftijdscategorie. Jongvolwassenen blijken een belangrijke risicogroep te zijn. In de leeftijdscategorie van 20 tot en met 24 jaar wordt het hoogste percentage onverzekerden gevonden, namelijk 4,2%. Van de 25 tot en met 29 jarige Utrechters is 3,7% onverzekerd. Vanaf 30 jaar neemt het percentage onverzekerden langzaam af tot minder dan 1% bij de leeftijdsgroepen ouder dan 55 jaar. Landelijk ziet men dit zelfde beeld terug, met dit verschil dat de piek bij de 20-30 jarigen in Utrecht aanzienlijk hoger ligt dan landelijk. Nederland
Utrecht
5% 4% 3% 2% 1% 0%
Figuur 2 – Percentage onverzekerden in Utrecht en Nederland naar 5-jaars leeftijdscategorie.
In figuur 3 is de groep Utrechters zonder ziektekostenverzekering uitgesplitst naar leeftijdscategorie. Ook hier valt de groep 20 tot 30 jarigen op. Zij vormen veruit de grootste groep in Utrecht. Van de 5.620 onverzekerden is 44% tussen de 20 en 30 jaar oud en 25% valt in de leeftijdsklasse van 30 tot 40 jaar. 12% van de onverzekerden is jonger dan 20 jaar. In totaal gaat dit om 630 kinderen en jongeren onder de 20 jaar, waarvan 240 kinderen jonger dan 5 jaar, 90 kinderen van 5 tot 10 jaar, 60 kinderen van 10 tot 15 jaar en 240 van 15 tot 20 jaar oud.
Figuur 3 – Onverzekerden in Utrecht naar leeftijdscategorie.
10
0-9
10-19
20-29
30-39
40-49
50-59
60-69
70 plus
Onverzekerd in Utrecht
3.3
Resultaten
Onverzekerden naar geslacht
Mannen blijken vaker onverzekerd te zijn tegen ziektekosten dan vrouwen. In Utrecht is gemiddeld 2,3% van de mannen en 1,7% van de vrouwen onverzekerd tegen ziektekosten. Landelijk zijn deze percentages resp. 1,7%, voor mannen en 1,3% voor vrouwen. In figuur 4 is het percentage onverzekerden in Utrecht uitgesplitst naar leeftijdscategorie en geslacht. In deze figuur is te zien dat de verschillen naar geslacht zich beperken tot de leeftijd van 20 tot 60 jaar. Bij jeugdigen en ouderen tot 90 jaar zijn er geen verschillen naar geslacht: vrouwen in die leeftijdscategorieën zijn even vaak onverzekerd als mannen. Ook landelijk ziet men dat vooral in de leeftijdscategorieën tussen 20 tot 60 jaar mannen vaker onverzekerd zijn dan vrouwen. Man
Vrouw
5% 4% 3% 2% 1% 0%
Figuur 4 – Percentage onverzekerden in Utrecht naar leeftijd en geslacht.
In paragraaf 3.2 werd geconstateerd dat Utrechters in de leeftijd van 20 tot 55 jaar vaker onverzekerd zijn dan hun leeftijdsgenoten landelijk. Dit blijkt verschillend te zijn voor mannen en vrouwen. In de figuren 5 en 6 is het percentage onverzekerden niet alleen uitgesplitst naar leeftijd maar ook naar geslacht. In figuur 5 is te zien dat bij vrouwen alleen de leeftijdsgroep van 20 tot 35 jaar in Utrecht vaker onverzekerd is dan landelijk. Bij mannen geldt dit ook voor de leeftijdscategorieën van 35 tot 55 jaar (figuur 6)
Nederland vrouwen
Utrecht vrouwen
5% 4% 3% 2% 1% 0%
Figuur 5 – Percentage onverzekerden vrouwen in Utrecht en Nederland naar 5-jaars leeftijdscategorie.
11
Resultaten
Onverzekerd in Utrecht
Nederland mannen
Utrecht mannen
5% 4% 3% 2% 1% 0%
Figuur 6 – Percentage onverzekerde mannen in Utrecht en Nederland naar 5-jaars leeftijdscategorie.
3.4
Land van herkomst
Uit het CBS onderzoek blijkt dat allochtone Nederlanders vaker onverzekerd zijn dan autochtone Nederlanders. Het CBS noemt personen allochtoon wanneer ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Autochtonen zijn volgens de definitie van het CBS personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar ze zelf zijn geboren. Ook in Utrecht zijn allochtone inwoners vaker onverzekerd dan autochtone inwoners. Van de Utrechters van Nederlandse afkomst is 1,1% niet verzekerd tegen ziektekosten, bij de Utrechters van allochtone afkomst is dit 3,9%. Dit hoge percentage is vooral te wijten aan de eerste generatie allochtonen. Deze groep omvat allochtonen uit verschillende landen van herkomst, zoals bijv. Marokko en Turkije maar ook westerse landen. Van de eerste generatie allochtonen is 6,0% niet verzekerd. Landelijk ligt dit percentage nog hoger: op 6,6%. Van de tweede generatie allochtonen in Utrecht is 1,5% onverzekerd. In figuur 7 zijn deze gegevens grafisch weergegeven. 7% 6% 5% 4% 3%
Nederland
2%
Utrecht
1% 0% Autochtoon
Allochtoon
Eerste generatie
Tweede generatie
Figuur 7 – Percentage onverzekerden naar herkomst (autochtoon, allochtoon) en generatie, landelijk en Utrecht.
Binnen de allochtone populatie zijn er niet alleen verschillen tussen eerst en tweede generatie, maar ook naar land van herkomst. In figuur 8 is het percentage onverzekerden weergegeven naar land van herkomst. Zowel de Utrechtse als landelijke cijfers worden weergegeven. Opvallend is het lage 12
Onverzekerd in Utrecht
Resultaten
percentage Marokkaanse Utrechters dat onverzekerd is: 1,3% ofwel 330 personen. Ook Turkse Utrechters zijn relatief goed verzekerd, zowel ten opzicht van andere allochtone groepen als ten opzichte van Turken elders in Nederland. In figuur 8 is te zien dat vooral de overige westerse en niet westerse allochtone groepen vaak onverzekerd zijn. In vergelijking met landelijk steekt met name de groep afkomstig uit westerse landen in Utrecht ongunstig af . Tot de categorie 'overig westers' rekent het CBS allochtonen uit Europa (exclusief Nederland), Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië en Japan. In Utrecht wonen vooral veel personen afkomstig uit Indonesië/Ned. Indië (8.473), Duitsland (4851), Joegoslavië (1.772), Griekenland (1.475), Groot Brittanië (1.433) en België (1.366) (6).
Nederland
Utrecht
7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% Autochtoon
Marokko
Turkije
Suriname
Nederlandse
Overige nietWesterse
Westerse
Aruba
landen
landen
Antillen en
Overige
Figuur 8 – Percentage onverzekerden naar etniciteit, landelijk en Utrecht.
De groep overig westerse allochtonen zonder zorgverzekering is niet alleen relatief maar ook absoluut een grote groep. Dit is goed te zien in figuur 9. Nederlanders vormen met 2.240 onverzekerden de grootste groep, gevolgd door onverzekerden uit overige westerse landen (1.800) en onverzekerden uit overige niet-westerse landen (800). Voor meer details wordt verwezen naar bijlage 4 tabellen 2 en 3.
Nederlands Marokko Turkije Suriname Nederlandse Antillen en Aruba Overige niet-Westerse landen Overige Westerse landen Figuur 9 – Onverzekerden in Utrecht naar afkomst.
Gemiddeld genomen zijn allochtone Utrechters vaker onverzekerd dan autochtone Utrechters, maar dit geldt niet voor alle leeftijdsgroepen. Zo blijken Marokkaanse, Turkse en Surinaamse kinderen juist minder vaak onverzekerd te zijn dat autochtone kinderen (figuur 10). Bij de 18 tot 35 jarigen ziet men
13
Resultaten
Onverzekerd in Utrecht
juist het omgekeerde beeld. In deze leeftijdsgroep zijn allochtone Utrechters twee keer zo vaak onverzekerd als autochtone Utrechters. Met name allochtonen van overig niet westerse en westers afkomst in de leeftijd van 18 tot en met 34 jaar blijken zeer vaak onverzekerd te zijn: 11% van de 1834 jarige allochtonen van overig niet westerse afkomst en 12% van de 18 – 34 jarige westerse allochtonen heeft geen ziektekostenverzekering afgesloten. In totaal zijn dit 550 personen uit overig niet-westerse landen (300 mannen en 250 vrouwen) en 1.350 personen uit westers landen (610 mannen en 740 vrouwen). Voor meer details wordt verwezen naar tabel 2 in de bijlage. In Utrecht zijn 65-plussers in het algemeen goed verzekerd tegen ziektekosten. In figuur 10 valt wel op dat allochtone ouderen relatief vaker onverzekerd zijn.
14
Nederland
12 Marokko en Turkije
10 8
Suriname, Ned. Antillen en Aruba
6
Overige niet-Westerse landen
4 2
Overige Westerse landen
0
0-17 jr
18-34 jr
35-49 jr
50-64 jr
65 plus
Figuur 10 – Percentage onverzekerden naar afkomst en brede leeftijdscategorie.
3.5
Studenten
Studenten aan Universiteit of Hogeschool blijken relatief vaker onverzekerd te zijn tegen ziektekosten dan de gemiddeld in Utrecht: 2,7% van de in Utrecht wonende HBO studenten en 2,3% van de WO studenten heeft geen zorgverzekering. Gemiddeld is het percentage onverzekerden in Utrecht 2,0%. Ook landelijk gezien zijn studenten aan het hoger onderwijs minder vaak verzekerd tegen ziektekosten dan gemiddeld (2,0% versus 1,5%). Wanneer men studenten echter vergelijkt met hun niet studerende leeftijdsgenoten, krijgt men een heel ander beeld. In figuur 11 is te zien dat personen in de leeftijd van 18 tot en met 29 jaar die niet studeren aan het hoger onderwijs, vaker onverzekerd zijn dan studenten. Met name in Utrecht is het verschil tussen studenten en niet studenten opvallend groot. Verder valt op dat het percentage onverzekerden onder HBO-studenten in Utrecht hoger is dan landelijk.
14
Onverzekerd in Utrecht
Resultaten
5,0 4,0 3,0
Nederland
2,0
Utrecht
1,0 0,0 student HBO
student WO
niet-studenten 18-29 jaar
Figuur 11 – Percentage onverzekerden in Nederland en Utrecht: studenten HBO, WO en niet studenten 18 tot en met 29 jaar.
3.6
Uitkeringsgerechtigden
Uitkeringsgerechtigden in Utrecht zijn minder vaak onverzekerd dan gemiddeld In Utrecht. Slechts 0,7% van de personen met een uitkering heeft geen zorgverzekering. In totaal gaat dit om 190 personen, waarvan 70 personen een arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft, 70 een bijstandsuitkering ontvangen op grond van de ABW en 40 een werkeloosheidsuitkering volgens de WW. Ook landelijk is het percentage onverzekerden onder uitkeringsgerechtigden lager dan gemiddeld (0,7% versus 1,5% gemiddeld). 2,0 1,5 Nederland
1,0
Utrecht
0,5 0,0 WAO/Wajong/WAZ uitkering
ABW uitkering
WW uitkering
IOAW/IOAZ uitkering
Totaal
Figuur 12 – Percentage onverzekerden in Nederland en Utrecht naar type uitkering.
In figuur 12 is de situatie in Utrecht vergeleken met landelijk. In Utrecht blijken uitkeringsgerechtigden gemiddeld genomen minder vaak onverzekerd te zijn dan landelijk het geval is. Het percentage onverzekerden bij personen met een werkeloosheidsuitkering ligt echter hoger dan landelijk (figuur 12). In Utrecht zijn geen onverzekerde personen met een uitkering in het kader van de IOAW/IOAZ 3. Dit type uitkering komt over het algemeen weinig voor: slechts 1% van alle uitkeringen in Nederland betreft een uitkering in het kader van de IOAW/IOAZ.
3
IOAW = Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; IOAZ = Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. 15
Resultaten
3.7
Onverzekerd in Utrecht
Plaats in het huishouden
In figuur 13 is het percentage onverzekerden aangegeven naar de plaats van de persoon in het huishouden. In bijlage 2 staan de door het CBS gebruikte definities vermeld.
Kind - minderjarig Kind - meerderjarig Alleenstaande Partner in Ongehuwd Stel zonder Kinderen Partner in Gehuwd Stel zonder Kinderen
Nederland
Partner in Ongehuwd Stel met Kinderen
Utrecht
Partner in Gehuwd Stel met Kinderen Ouder in eenoudergezin In Institutioneel huishouden Overig lid huishouden / Onbekend 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Figuur 13 – Percentage onverzekerden in Nederland en Utrecht naar plaats in het huishouden.
Wat opvalt in figuur 13 is het hoge percentage onverzekerden onder personen in een institutioneel huishouden (9,3% in Utrecht). Onder institutionele huishoudens worden huishoudens gerekend van twee of meer personen die daar bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften. Dit betreft bijvoorbeeld bewoners van instellingen zoals verpleeg-, bejaarden, en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en gevangenissen. Landelijk ligt het percentage onverzekerden in deze groep aanzienlijk lager namelijk op 2,7%. Absoluut gezien gaat het in Utrecht om een groep van 340 personen in institutionele huishoudens die onverzekerd is tegen ziektekosten. In figuur 13 valt ook het hoge percentage onverzekerden onder de groep ‘overige leden van een huishouding’ op. Bij overige leden van het huishouden kan men denken aan een kostganger die bij een gezin woont, pleegkinderen en alleenstaande minderjarige asielzoekers. Ook twee broers die samen één huishouding vormen behoren tot deze categorie. Verder zijn hierin alle personen opgenomen waarvan ten tijde van het onderzoek geen informatie bekend was over zijn/haar plaats in het huishouden. Het percentage onverzekerden onder overige leden van het huishouden is in Utrecht ongeveer gelijk aan landelijk (7,2%). Absoluut gezien gaat het om een groep van 770 personen. Verder is het percentage onverzekerden verhoogd bij meerderjarige thuiswonende kinderen (in Utrecht 3,2%) en alleenstaanden (in Utrecht 3,0%). Absoluut gezien gaat het in Utrecht om 450 meerderjarige thuiswonenden kinderen en 2.300 onverzekerde alleenstaanden.
16
Onverzekerd in Utrecht
3.8
Resultaten
Wijkverschillen
In figuur 14 wordt het percentage onverzekerden per wijk gegeven met daarbij ook het absolute aantal onverzekerden.
510 1,9%
West Noordwest
1,8%
Overvecht
510 1,6%
Noordoost
720
2,2%
760 1.120 4,0%
Oost 500
Binnenstad
3,2%
380 1,5%
Zuid Zuidwest
1,8%
230
Leidsche Rijn
290
Vleuten-De Meern 0
100
590
1,5% 0,9%
200 300 400
500 600 700
800 900 1000 1100 1200
Figuur 14 – Onverzekerden: absolute aantallen per wijk en percentages van de wijkpopulatie.
In Utrecht blijken Oost (4,0%) en Binnenstad (3,2%) de wijken te zijn met het hoogste percentage onverzekerden. In Vleuten-De Meern wonen relatief de minste onverzekerden (0,9%). In de Utrechtse GSB of aandachtswijken (Noordwest, Overvecht, Zuid en Zuidwest) ligt het percentage onverzekerden onder het stedelijk gemiddelde. Wanneer men naar het absolute aantal onverzekerden per wijk kijkt, staan de wijken Oost (1.120 onverzekerden), Noordoost (760 onverzekerden) en Noordwest (720 onverzekerden) bovenaan. In Leidsche Rijn wonen absoluut gezien de minste onverzekerden (230 personen). Op basis van dit onderzoek is het niet mogelijk aan te geven wat de achtergrond is van de gevonden wijkverschillen. Als men echter kijkt naar de bevolkingssamenstelling van de verschillende Utrechtse wijken dan springen twee wijken eruit wat betreft risicofactoren op onverzekerdheid. De wijken Oost en Binnenstad hebben het hoogste aandeel 18-34 jarigen in de bevolking (resp. 46% en 49% versus 35% gemiddeld), het hoogste percentage eenpersoonshuishoudens (resp. 66% en 71% versus 52% gemiddeld en het hoogste aandeel overig niet westerse en westerse allochtonen in de bevolking (19% versus 15% gemiddeld. Uit dit onderzoek blijkt dat deze groepen vaker onverzekerd zijn. In bijlage 3 zijn de wijkverschillen grafisch weergegeven.
17
18
Onverzekerd in Utrecht
Bespreking resultaten
4 Bespreking resultaten Reden tot zorg ?!! Op 1 mei 2006, 5 maanden na invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet, waren er in Utrecht 5.620 personen die op dat moment geen zorgverzekering hadden en die zes maanden later, op 1 november 2006, nog steeds onverzekerd waren. Zij vormen in totaal 2,0% van de Utrechtse bevolking. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 1,5% is het percentage onverzekerden in Utrecht hoog. In vergelijking met andere grote steden zoals Den Haag en Amsterdam, waar resp. 3,5% en 3,4% van de bevolking onverzekerd was, zou men kunnen stellen dat de situatie in Utrecht relatief gunstig is. Wat kan men op basis hiervan concluderen? Valt het allemaal wel mee? Of is onverzekerdheid in Utrecht een probleem en ligt hier een taak voor de Gemeente? Dit laatste lijkt het geval te zijn. Het ministerie van VWS noemt in haar rapport “Zorg Verzekerd” het onverzekerd zijn van (groepen) mensen om meerdere redenen ongewenst. Zij noemt de volgende redenen:
solidariteit: indien een substantieel aantal mensen zich niet verzekert, tast dit de borging aan van de risico- en inkomenssolidariteit.
gezondheid: het risico bestaat dat onverzekerden zorg mijden. Het uitstellen van noodzakelijke zorg kan in sommige gevallen risico’s voor de volksgezondheid opleveren of tot verergering van klachten met uiteindelijk duurdere zorg als gevolg.
financiële gevolgen: voor zorgaanbieders die geconfronteerd worden met aan onverzekerden noodzakelijk verleende zorg. (7)
Volgens de Grondwet en internationale verdragen, is de Nederlandse overheid verantwoordelijk voor een zorgstelsel dat haar ingezetenen toegang geeft tot noodzakelijke, kwalitatief goede zorg (7). Een zorgverzekering is een belangrijke voorwaarde voor de toegang tot deze zorg. De regering beschouwt het dan ook haar verantwoordelijkheid extra inspanningen te leveren om diegenen te beschermen die om enigerlei reden onverzekerd zijn of dreigen te raken (8). De verantwoordelijkheid ligt echter niet alleen bij de overheid. Burgers in Nederland zijn verplicht een zorgverzekering af te sluiten. Uit dit onderzoek blijkt dat een deel van de Utrechtse burgers dit nalaat. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen degenen die er bewust voor gekozen hebben om geen zorgverzekering af te sluiten en zij die wellicht minder goed in staat zijn invulling te geven aan deze verantwoordelijkheid (7). Op basis van dit onderzoek is het niet mogelijk een onderscheid te maken tussen deze twee groepen. Wel is er een aantal resultaten, dat wijst op enerzijds calculerend gedrag van burgers en anderzijds op onvermogen. Beide vergen een andere aanpak.
Jongvolwassenen De groep die het vaakst onverzekerd is, is de jongvolwassenen van 20 tot 30 jaar. Dit ziet men landelijk, maar in Utrecht ziet men dit, met name bij de 20-24 jarigen, in verhoogde mate. Gemiddeld is 3,9% van deze groep onverzekerd, absoluut gaat het om 2.460 personen ofwel 44% van alle onverzekerden in Utrecht. Dit hoge aantal is niet, zoals vaak gedacht wordt, te wijten aan de grote studentenpopulatie in Utrecht. Studenten zijn inderdaad vaker onverzekerd dan de gemiddelde Utrechter, maar ten opzichte van hun leeftijdsgenoten zijn zij relatief vaker wel verzekerd. Het zijn
19
Bespreking resultaten
Onverzekerd in Utrecht
vooral de niet (aan het hoger onderwijs) studerende jongvolwassenen die onverzekerd door het leven gaan. Op deze leeftijd zijn mensen vaak gezond en maken weinig gebruik van de gezondheidszorg. Calculerend gedrag lijkt bij deze groep dan ook niet uitgesloten. Dit beeld wordt nog versterkt door de verschillen tussen mannen en vrouwen. Mannen, maken minder gebruik van de gezondheidszorg en blijken op ook vaker onverzekerd te zijn dan vrouwen. Anderzijds zijn er ook signalen uit het veld over laag opgeleide en allochtone jongeren die problemen ervaren bij het aanvragen van de zorgtoeslag. ROC’s zouden een goede ingang kunnen zijn om deze groep te bereiken.
Westerse allochtonen Een opvallende groep onverzekerden in Utrecht zijn de westerse allochtonen: 6,5% van hen is onverzekerd. Absoluut gaat het om 1800 personen, waarvan de helft in de leeftijd van 18-34 jaar. Het CBS hanteert een bredere definitie van westers allochtonen dan de Gemeente Utrecht. Zij rekenen iedereen waarvan minimaal één van de ouders afkomstig is uit Europa (exclusief Nederland), NoordAmerika, Oceanië, Indonesië of Japan tot de categorie westerse allochtonen 4. In Utrecht wonen vooral veel personen afkomstig uit Indonesië/Ned. Indië (8.473), Duitsland (4.851), Joegoslavië (1.772), Griekenland (1.475), Groot Brittanië (1.433) en België (1.366) (6). Het betreft dus een zeer gevarieerde groep, die zeer verspreid over de stad woont (6). Landelijk ligt het percentage onverzekerden onder westers allochtonen ook hoog, maar een stuk lager dan in Utrecht, namelijk 4,6%. Onduidelijk is de reden voor het hoge percentage onverzekerden in Utrecht. Mogelijk speelt de samenstelling van de groep westerse allochtonen in Utrecht een rol, zoals een groot aandeel 15-44 jarigen of bepaalde landen van herkomst die in Utrecht meer voorkomen. Ook lokale verschillen in de voorlichting aan deze groepen zou een factor kunnen zijn. Ook methodische of administratieve vertekeningen zijn niet uit te sluiten. Zo zijn buitenlandse studenten jonger dan 30 jaar, zolang zij naast hun studie niet werken, niet verzekeringsplichtig. In dit onderzoek is hiermee rekening gehouden voor buitenlandse studenten aan WO en HBO (5), maar voor buitenlandse studenten aan andere onderwijstypes niet. Dit kan mogelijk leiden tot een overschatting van het aantal onverzekerden in deze groep. Het is niet bekend of dit zich in Utrecht voordoet.
Lokale aanpak Een opvallende uitkomst van dit onderzoek is dat juist die groepen waar lokaal extra aandacht aan besteed is bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel minder vaak onverzekerd zijn. Zo zijn de inspanningen van de gemeente Utrecht om mensen met uitkering een ziektekostenverzekering te doen afsluiten, zeer succesvol geweest. Van de Utrechtse bijstandsgerechtigden bleek slechts 0,7% onverzekerd te zijn. Dat is lager het Utrechts gemiddelde en ook lager dan onder bijstandsgerechtigden elders in Nederland Gegevens over een andere doelgroep van gemeentelijk beleid, de mensen met een laag inkomen waren in het CBS onderzoek niet beschikbaar. Wel geeft dit onderzoek aanwijzingen dat er geen reden is aan te nemen dat deze groep vaker onverzekerd zou zijn, in tegendeel. Zo is het percentage onverzekerden
4
De Gemeente Utrecht rekent, in navolging van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), personen
afkomstig uit Oost Europa tot de niet-westerse allochtonen. Personen afkomstig uit Spanje, Portugal, Italië en Griekenland worden, in tegenstelling tot de VNG, in Utrecht wél tot de westerse landen gerekend. 20
Onverzekerd in Utrecht
Bespreking resultaten
onder Turkse en Marokkaanse Utrechters uitzonderlijk laag is. Beide groepen zijn oververtegenwoordigd in de laag inkomensgroep. Ook onder eenoudergezinnen, een groep die vaak een laag inkomen heeft, is het percentage onverzekerden erg laag. Eén van de meest opvallende uitkomsten van dit onderzoek is wel het lage percentage onverzekerden onder Marokkanen. Slechts 1,3% van de Marokkanen in Utrecht heeft geen ziektekostenverzekering. Landelijk is dit 2,4%. Ook bij Turkse Utrechters is het percentage onverzekerden lager dan gemiddeld: 1,7% versus 2,0% gemiddeld in Utrecht. Ook ligt het percentage in Utrecht lager dan het landelijk gemiddelde bij Turken (2,0%). Het merendeel van de Marokkanen en Turken in Utrecht is verzekerd bij AGIS. Het marktaandeel van AGIS onder Marokkanen in Utrecht is 88% en onder Turken in Utrecht 84% 5.
Bij de komst van de zorgverzekeringswet is door AGIS actief campagne gevoerd onder deze groep.
Met succes, zo laat dit onderzoek zien. Ook een andere doelgroep van gemeentelijk beleid, de sociaal kwetsbaren, kunnen niet met CBS gegevens in kaart worden gebracht. Sinds mei 2006 monitort de afdeling MGZ van de GG&GD Utrecht verzekeringsstatus van de groep sociaal kwetsbaren in Utrecht. Dit gebeurt door periodiek de verzekeringsstatus te controleren in VECOZO, de landelijke database van de zorgverzekeraars (4). De resultaten zullen in een vervolg op dit rapport worden gepresenteerd.
Andere opvallende uitkomsten Kinderen In 2006 waren in Utrecht 380 minderjarige kinderen zonder ziektekostenverzekering; 240 van hen waren jonger dan 5 jaar. Dit betreft relatief en absoluut gezien geen grote groep, maar vanuit het oogpunt van de openbare gezondheid wel een belangrijke groep. Zorgmijding als gevolg van het niet verzekerd zijn kan juist op jonge leeftijd grote gevolgen hebben. Overig niet-westerse allochtonen Anders dan de Marokkaanse en Turkse Utrechters zijn de overig niet-westerse allochtonen in Utrecht wel vaak onverzekerd. Gemiddeld is maar liefst 6,7% van deze groep onverzekerd tegen ziektekosten. Absoluut gaat het om 800 personen. Zij zijn afkomstig zijn uit Afrika, Latijns-Amerika of Azië, met uitzondering van Japan en Indonesië 6. In Utrecht zijn de grootste groepen overig-niet westers allochtonen afkomstig uit China/Hongkong (1.991), Irak (1.004), Afghanistan (776), Iran (659), Zuid Afrika (433), Somalië (374), Ethiopië (356) en India (339). (6). Details over de precieze herkomst van de onverzekerden zijn helaas niet bekend. Landelijk ligt het percentage onverzekerden onder niet-westers allochtonen ook hoog, nog hoger zelfs dan in Utrecht, namelijk op 6,8%. Het betreft dus geen typisch Utrechts probleem. Het merendeel van de onverzekerden in deze groep is jong: 70% is in de leeftijd van 18-34 jaar. Echter ook in de oudere leeftijdscategorieën behoort de groep overig niet-westerse allochtonen tot de minst goed verzekerden in Utrecht. Dit duidt eerder op onvermogen dan op calculerend gedrag.
5
Landelijk ligt het marktaandeel op 70-80%. Bron: persoonlijke communicatie met AGIS.
6
De gemeente Utrecht gebruikt een bredere definitie van niet-westerse allochtonen en rekent ook personen
afkomstig uit Oost Europa tot deze categorie.
21
Bespreking resultaten
Onverzekerd in Utrecht
Wijken Uit dit onderzoek komen niet de GSB wijken, maar de wijken Oost en Binnenstad naar voren als wijken met een hoog percentage onverzekerden resp. 4,0% en 3,2%. Absoluut gezien gaat het om 1.120 onverzekerden in de wijk Oost en 500 onverzekerden in de wijk Binnenstad. In deze wijken wonen relatief meer jongvolwassenen, eenpersoonshuishoudens en overig niet westers en westerse allochtonen. Uit dit onderzoek blijkt dat deze groepen vaker onverzekerd zijn. Instellingen Een andere groep die opvalt zijn onverzekerden in institutionele huishoudens. Absoluut betreft dit geen grote groep (340 personen), maar relatief blijken erg veel personen die in een institutioneel huishouden wonen onverzekerd te zijn, namelijk 9,3%. Landelijk ligt dit percentage aanzienlijk lager, op 2,7%. De vraag is waarom dit in Utrecht zo hoog is en welke groep dit betreft. Uit de GBA blijkt dat op 1 januari 2006 in Utrecht 3.847 personen woonachtig waren in een instelling (6). In welk type instelling deze personen woonachtig zijn, is op het moment van schrijven niet bekend. Wel zijn de aantallen bewoners van instellingen per hoofdbuurt bekend. Utrecht telt in totaal 97 hoofdbuurten. Aan de hand van gegevens uit de Stadsgids Utrecht (www.Utrecht.nl) is per hoofdbuurt gekeken welke instellingen daar aanwezig zijn. In het merendeel van de buurten betrof dit woonvoorzieningen voor ouderen zoals zorgcentra, woonzorgcentra en verpleeghuizen. Het lijkt erg onwaarschijnlijk dat deze groep geen zorgverzekering heeft afgesloten. Ook het Pieter Baan Centrum, de Vrouwengevangenis en het Huis van Bewaring vallen onder instellingen. Gedetineerden zijn ook verplicht een zorgverzekering af te sluiten. Omdat zij over het algemeen geen gebruik kunnen maken van de rechten uit de zorgverzekering, wordt de zorgverzekering gedurende de periode van detentie opgeschort. Zij zijn dan geen premie verschuldigd maar blijven wel ingeschreven bij de zorgverzekeraar.(7) In dit onderzoek zijn gedetineerden dan ook gewoon meegenomen. Een zorgverzekering is dus wettelijk verplicht voor gedetineerden. Het voorkomt dat zij na ontslag uit detentie onverzekerd raken. Het risico daarop is zeer reëel aangezien het over het algemeen enkele maanden kan duren voordat een ex-gedetineerde werk heeft gevonden of een bijstandsuitkering krijgt toegekend (7). Andere instellingen in Utrecht zijn o.a. gezinsvervangende tehuizen, internaten, asielzoekerscentrum en instellingen voor Maatschappelijke Opvang. Wat al deze instellingen gemeen hebben is dat de inwoners kwetsbaar zijn en afhankelijk van anderen. Vanuit dit oogpunt is nader onderzoek naar de achtergronden van het hoge percentage onverzekerden in deze groep dan ook zeer gewenst. Daarbij zal ook bekeken moeten worden in hoeverre de onderzoeksresultaten een artefact betreffen (administratief of methodologisch) of de werkelijke situatie beschrijven.
Dreigende ontwikkelingen Dit onderzoek beschrijft de situatie één jaar na de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet. De gevolgen van de invoering zijn nog niet uitgetrild. Op 1 juli 2007 is de coulanceregeling van de zorgverzekeraars afgelopen. Het risico bestaat dat wanbetalers massaal geroyeerd gaan worden. Uit een recent verschenen rapport van het CBS blijkt dat dit een aanzienlijke groep betreft. In Nederland gaat het om 191.000 wanbetalers ofwel 1,5% van de bevolking van 18 jaar en ouder (9). Wanbetalers
22
Onverzekerd in Utrecht
Bespreking resultaten
zijn volgens het CBS mensen die verzekerd zijn tegen ziektekosten en op 1 december 2006 minimaal 6 maanden geen premie voor de basisverzekering hadden betaald. In Utrecht was het percentage wanbetalers 1,4%, lager dus dan landelijk en ook lager dan in Amsterdam (2,1%), Rotterdam (3,5%) en Den Haag (2,2%). De groep wanbetalers lijkt in veel opzichten op de groep onverzekerden zoals die in dit rapport geschetst is. Jongvolwassenen, met name de groep 20-24 jarigen, zijn vaker wanbetaler. Het zelfde geldt voor mannen en allochtonen. In een aantal opzichten verschilt de groep wanbetalers van de groep onverzekerden. Mensen met een uitkering, eenoudergezinnen, ongehuwde partners met kinderen zijn wel vaak verzekerd, maar blijken ook vaker hun premie niet te voldoen. Ook mensen met een zorgtoeslag zijn vaker wanbetaler. Het risico bestaat dat deze groep onverzekerd dreigt te worden. Aangezien dit kwetsbare groepen betreft, is het belangrijk dit te blijven monitoren.
Betrouwbaarheid. De methode die het CBS heeft gebruikt om het aantal onverzekerden te bepalen is gevoelig voor fouten in de onderliggende administraties. Zo worden verhuizingen niet altijd bij de GBA gemeld . Personen die van ziektekostenverzekeraar wisselen, kunnen tijdelijk ontbreken in de administraties of juist dubbel voorkomen. Het CBS heeft deze fouten zo veel mogelijk gecorrigeerd. Ook administratieve achterstanden kunnen leiden tot fouten. Bij de invoering van de zorgverzekeringswet, kwam via de media het beeld naar buiten van grote administratieve achterstanden (chaos) bij zorgverzekeraars. Het CBS heeft voor dit onderzoek gebruik gemaakt het Referentiebestand Verzekerden Zorgverzekeringswet (RBVZ) van 2 maart 2007, dus ruime tijd na de invoering van de wet en ruim na de peildatum van 1 mei 2006, zodat administratieve fouten en achterstanden tot een minimum zijn beperkt. Van de GBA is de geactualiseerde verzie van 10 januari 2007 gebruikt. Hiermee is de betrouwbaarheid zo veel mogelijk gegarandeerd.
23
.
24
Onverzekerd in Utrecht
Conclusies en aanbevelingen
5 Conclusies en aanbevelingen:
In 2006 was 2% van de Utrechtse bevolking onverzekerd tegen ziektekosten. Dit percentage ligt hoger dan landelijk. Het feit dat (groepen) mensen zich niet verzekeren tegen ziektekosten is een maatschappelijk ongewenst verschijnsel met mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid en de toegankelijkheid van de zorg. De overheid heeft hierin een taak om deze gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen.
De extra inspanningen bij de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet door de Gemeente Utrecht en andere partijen zoals AGIS Zorgverzekeringen zijn succesvol geweest. In de GSB wijken ligt het percentage onverzekerden lager dan het Utrechts gemiddelde en onder uitkeringsgerechtigden en Turkse en Marokkaanse Utrechters is het percentage onverzekerden zelfs uitzonderlijk laag.
Een andere doelgroep van gemeentelijk beleid, de sociaal kwetsbaren, dak- en thuislozen en verslaafden, kunnen met de gegevens van het CBS niet in kaart gebracht worden. Vanuit de afdeling Maatschappelijke Gezondheidsbevordering en Zorg (MGZ) van de GG&GD Utrecht wordt de verzekeringsstatus van deze groep gemonitored. Een rapportage hierover wordt binnenkort verwacht.
Groepen die qua omvang uit het onderzoek naar voren komen als de grootste risicogroepen zijn jongvolwassenen en westers allochtonen.
Dit onderzoek geeft aanwijzingen dat calculerend gedrag met name bij de groep jongvolwassenen een rol kan spelen. Anderzijds zijn er ook signalen dat met name bij laagopgeleide jongeren gebrek aan informatie en onbekendheid met procedures een rol kunnen spelen. ROC’s zouden een ingang kunnen zijn voor voorlichting over en ondersteuning bij de aanvraag van de zorgtoeslag.
Het hoge percentage onverzekerden onder westers allochtonen is deels een Utrechts probleem. Bijna één op de drie onverzekerden in Utrecht is afkomstig is uit een ander Europees land, uit Noord-Amerika, Japan, Indonesië of Oceanië. Landelijk ligt het percentage onverzekerden in deze groep aanzienlijk lager. Westerse allochtonen vormen in Utrecht een zeer gevarieerde groep. Meer inzicht in zijn de achtergronden en redenen om zich niet te verzekeren zijn nodig, om een gepaste aanpak voor deze groep te ontwikkelen.
Overig niet-westers allochtonen zijn van alle herkomstgroeperingen het minst goed verzekerd. In absolute aantallen gaat het in Utrecht om 800 onverzekerden ofwel 14% van alle onverzekerden. Bij de invoering van de zorgverzekeringswet is aan deze groep niet specifiek extra aandacht besteed. Het lage percentage Marokkaanse en Turkse onverzekerden laat zien dat zo’n aanpak wel resultaat kan hebben. Aanbevolen wordt, in samenwerking met andere partijen, landelijk en/of in G4 verband, een aanpak op maat te ontwikkelen voor de belangrijkste risicogroepen.
Op 1 mei 2006 waren in Utrecht 380 minderjarige kinderen onverzekerd; 240 van hen waren jonger dan 5 jaar. Zorgmijding als gevolg van het niet verzekerd zijn, kan juist op deze leeftijd grote gevolgen hebben. Deze groep verdient dan ook extra aandacht. Gedacht kan worden aan het 25
Conclusies en aanbevelingen
Onverzekerd in Utrecht
checken van verzekeringsgegevens door de Jeugdgezondheidszorg of het opnemen van actuele verzekeringsgegevens in de het Elektronisch Kinddossier.
In Utrecht blijkt 9,3% van de personen die in een institutioneel huishouden wonen onverzekerd te zijn. Dit kunnen mensen zijn in bijv. woonzorgcentra, verpleeghuizen, gezinsvervangende tehuizen, internaten, instellingen voor maatschappelijke opvang, gevangenissen of asielzoekerscentra. Op basis van de dit onderzoek kunnen geen uitspraken gedaan worden over welke groep(en) het precies betreft. Wat al deze instellingen gemeen hebben is dat de inwoners kwetsbaar zijn en afhankelijk van anderen. Vanuit dit oogpunt is nader onderzoek naar de achtergronden van het hoge percentage onverzekerden in deze groep dan ook zeer gewenst.
Naast de 2,0% onverzekerden blijkt er in Utrecht nog een groep van 1,4% wanbetaler te zijn. Dit betreft deels groepen die extra kwetsbaar zijn, zoals een- en tweeoudergezinnen met kinderen en mensen uit de lagere inkomensgroepen. Nu de coulanceregeling van de zorgverzekeraars per 1 juli 2007 is afgelopen, loopt deze groep het risico onverzekerd te worden. De Gemeente wordt geadviseerd de situatie te blijven monitoren.
De gegevens, die het CBS specifiek voor Utrecht heeft geleverd, hebben bijgedragen aan het inzicht in de samenstelling van de groep onverzekerden in Utrecht en bieden aanknopingspunten voor lokaal beleid. Aanbevolen wordt dit jaarlijks en op termijn tweejaarlijks te herhalen. Voor de groep sociaal-kwetsbaren wordt aanbevolen jaarlijks te rapporteren op basis van VECOZO gegevens.
26
Onverzekerd in Utrecht
Literatuur
Literatuur 1.
2.
Het aantal onverzekerden tegen ziektekosten 2004-2006. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Voorbrug/Heerlen, 2006.
Hastenberg H van en J van Heijster. Armoedemonitor Utrecht 2006. Inventarisatie van armoede en
bereik van financiële regelingen. Afdeling Bestuursinformatie, Gemeente Utrecht. Utrecht, 2006.
3.
Smit R. Zorgverzekeringswet: Zorgen voor anderen. Gezondschrift, GG&GD Utrecht, 2006.
4.
Projectvoortstel ‘Zorg dat je er bij komt’. Monitoring van verzekeringsstatus bij sociaal kwetsbaren.
5.
6.
7.
8.
Intern document GG&GD Utrecht. Utrecht, 2006.
Het aantal onverzekerden tegen ziektekosten 2006. Nieuwe methode. Centraal Bureau voor de
Statistiek. Voorbrug/Heerlen, 2007.
Wolf S, A van den Dijssel en F Meijer. Bevolking van Utrecht per 1 januari 2006. Gemeente Utrecht,
Afdeling Bestuursinformatie. Utrecht, juni 2006.
Zorg Verzekerd. De invoering van de Zorgverzekeringwet en potentiële onverzekerden: Verslag van
een VWS-onderzoek. Den Haag, 2005.
Wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten met het oog op het verzwaren van het
premie-incassoregime en andere maatregelen om de werking van het met die wet en de Wet op de zorgtoeslag in het leven geroepen stelsel te optimaliseren (verzwaren incassoregime premie en andere maatregelen zorgverzekering). Memorie van Toelichting. Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 30918, nr 3. Sdu Uitgevers. Den Haag, 2007.
9.
Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Voorbrug/Heerlen, 2007.
27
28
Onverzekerd in Utrecht
Bijlagen
Bijlagen Bijlage 1 Definities onverzekerden volgens CBS Onverzekerden Met ingang van 2006 is het aantal onverzekerden gedefinieerd als het aantal personen dat in de GBA is ingeschreven én verzekeringplichtig is volgens de Zorgverzekeringswet maar geen zorgverzekering zoals bedoeld in de Zorgverzekeringswet heeft afgesloten. De beperking tot het aantal onverzekerden in de GBA impliceert dat onverzekerdheid onder illegalen, grensarbeiders die in het buitenland wonen en in Nederland werken en Nederlanders die in het buitenland wonen (bijvoorbeeld de zogenaamde pensionado's) buiten beschouwing blijft. Formeel onverzekerden op peildatum; absoluut: Personen die op peildatum in de GBA staan (administratieve bevolking) en verzekeringsplichtig zijn, maar niet zijn opgenomen in het verzekerdenbestand. In principe is iedereen die verplicht verzekerd is in het kader van de AWBZ ook verplicht verzekerd in het kader van de Zorgverzekeringswet. In principe zijn dat alle ingezetenen van Nederland en degenen die in Nederland aan de loonbelasting zijn onderworpen. Echter, hierop is een aantal wijzigingen aangebracht met het "Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999". Dit leidt er toe dat de volgende groepen niet verplicht zijn zich te verzekeren in het kader van de Zorgverzekeringswet: - Asielzoekers; - Personen die in Nederland wonen maar in het buitenland werken; - Personen die in het buitenland een uitkering en/of pensioen ontvangen; - Diplomaten en werknemers van volkenrechtelijke organisaties; - Gedetacheerden die vanuit het buitenland in Nederland werkzaam zijn; - Buitenlandse studenten die uitsluitend wegens studie in Nederland wonen. Naast bovengenoemde groepen omvat deze categorie ook militairen in actieve dienst en gemoedsbezwaarden, die uit hoofde van lid 2 van artikel 2 van de Zorgverzekeringswet niet verzekeringsplichtig zijn. Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum; absoluut: Personen die op peildatum onverzekerd zijn en een half jaar later nog steeds. Dit cijfer is gelijk aan het aantal formeel onverzekerden op peildatum min het aantal personen dat zich binnen een half jaar na peildatum alsnog verzekerd heeft, geëmigreerd is of afgevoerd is uit de GBA. Er is hierbij geen rekening gehouden met sterfte en een andere verzekeringsplicht. Formeel onverzekerden op peildatum; percentage: Het aantal formeel onverzekerden op peildatum uitgedrukt als percentage van het totale aantal personen binnen de betreffende categorie op peildatum. Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum; percentage: Het aantal formeel onverzekerden op peildatum dat een half jaar na peildatum nog steeds onverzekerd is, uitgedrukt als percentage van het totale aantal personen binnen de betreffende categorie op peildatum.
29
30
Onverzekerd in Utrecht
Bijlagen
Bijlage 2: Definities achtergrondkenmerken volgens CBS Leeftijd De leeftijd van een persoon op peildatum. Herkomst Herkomst geeft aan met welk land een persoon een feitelijke verwantschap heeft, gegeven het geboorteland van de ouders of van zichzelf. Uitgegaan wordt van het geboorteland van de moeder. Als de moeder in Nederland geboren is, wordt gerubriceerd naar het geboorteland van de vader.
Autochtoon
Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar ze zelf zijn geboren.
Allochtoon
Het CBS rekent personen tot de allochtonen als ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Overige niet-westerse landen
Op grond van hun sociaal-economische en -culturele positie worden landen onderverdeeld in de categorieën niet-westers en westers. Tot de categorie 'overig niet-westers' behoren allochtonen uit Afrika, Latijns-Amerika en Azië, met uitzondering van Indonesië en Japan, en voor zover zij niet in een specifieke genoemde herkomstgroepering voorkomen. Op grond van hun sociaal-economische en culturele positie worden allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend. Het gaat vooral om mensen die in voormalig Nederlands Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Overige westerse landen
Op grond van hun sociaal-economische en -culturele positie worden landen onderverdeeld in de categorieën niet-westers en westers. Tot de categorie 'overig westers' behoren allochtonen uit Europa (exclusief Nederland), Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië, Japan, en voor zover zij niet voorkomen in een specifiek genoemde herkomstgroepering. Studenten in hoger onderwijs Studenten in hoger beroepsonderwijs (HBO) en wetenschappelijk onderwijs (WO). Personen met een uitkering Het aantal personen dat een uitkering ontvangt. Het totaal aantal personen met een uitkering hoeft niet gelijk te zijn aan de som van de opgetelde getallen omdat één persoon meerdere uitkeringen kan ontvangen. Het gaat om vier groepen uitkeringen: - arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (AO), deze worden verstrekt krachtens de WAO, WAZ of Wajong - bijstandsuitkeringen op grond van de ABW. - werkloosheidsuitkeringen volgens de WW - IOAW- en IOAZ-uitkeringen.
31
Bijlagen
Onverzekerd in Utrecht
Plaats in huishouden Positie die een persoon in een huishouden inneemt t.o.v. de referentiepersoon van het huishouden. De referentiepersoon is een statistische entiteit bedoeld voor het vaststellen van huishoudenskenmerken. Als er sprake is van een paar binnen een huishouden, wordt de man als referentiepersoon aangemerkt. In geval van een paar van gelijk geslacht is de oudste van het paar referentiepersoon. In een eenouderhuishouden is de ouder referentiepersoon, in een overig huishouden de oudste man (in geval van gelijk geslacht de oudste persoon). Personen waarvan ten tijde van de rapportage te weinig informatie was om in te delen in één van categorieën, zijn ingedeeld in de categorie Overig lid huishouden/Onbekend.
Kind - minderjarig
Als minderjarig kind is een persoon aangemerkt jonger dan 18 jaar die ongehuwd is en die bij de ouder(s) woont.
Kind - meerderjarig
Als meerderjarig kind is een persoon aangemerkt ouder dan 18 jaar die ongehuwd is en die bij de ouder(s) woont.
Alleenstaande
Persoon die alléén een (deel van een) woonruimte bewoont en zichzelf particulier voorziet in huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Partner in ongehuwd stel zonder kinderen
Twee niet met elkaar gehuwde personen (exclusief personen die een geregistreerd partnerschap hebben gesloten) in een huishouden zonder kinderen.
Partner in gehuwd stel zonder kinderen
Twee met elkaar gehuwde personen (inclusief geregistreerd partnerschap) in huishouden zonder kinderen. Sinds 1 januari 1998 is het in Nederland mogelijk een geregistreerd partnerschap aan te gaan. Geregistreerde partnerschappen staan ook open voor paren van gelijk geslacht. Sinds 1 april 2001 is het mogelijk voor paren van gelijk geslacht in het huwelijk te treden.
Partner in ongehuwd stel met kinderen
Twee niet met elkaar gehuwde personen (exclusief personen die een geregistreerd partnerschap hebben gesloten) in een huishouden met kinderen.
Partner in gehuwd stel met kinderen
Twee met elkaar gehuwde personen (inclusief geregistreerd partnerschap) in huishouden met kinderen. Sinds 1 januari 1998 is het in Nederland mogelijk een geregistreerd partnerschap aan te gaan. Geregistreerde partnerschappen staan ook open voor paren van gelijk geslacht. Sinds 1 april 2001 is het mogelijk voor paren van gelijk geslacht in het huwelijk te treden.
Ouder in eenoudergezin
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer kinderen. Kinderen (ongeacht hun burgerlijke staat en leeftijd) kunnen zowel eigen, stief- of adoptiekinderen zijn, ze wonen bij (één van) de ouder(s) en hebben zelf geen thuiswonende kinderen. Pleegkinderen worden niet meegeteld.
Overig lid huishouden / Onbekend
Een persoon die geen partnerrelatie met de referentiepersoon heeft, daar ook geen kind van is en evenmin een kind van de eventuele partner van de referentiepersoon is, wordt 'overig lid' genoemd. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont. Ook twee broers die samen één huishouding vormen, behoren tot deze categorie. Ook pleegkinderen en Nidospupillen zijn overig lid. Nidos-pupillen zijn alleenstaande minderjarige asielzoekers die om diverse redenen niet onder het ouderlijk gezag staan. Stichting Nidos is een voogdij-instelling voor
32
Onverzekerd in Utrecht
Bijlagen
ambulante jeugdhulpverlening en voert het gezag over deze groep. Een persoon van wie ten tijde van het onderzoek geen informatie bekend was over plaats in huishouden, is toegevoegd aan onbekend.
In institutioneel huishouden
Een institutioneel huishouden bestaat uit een verzameling van twee of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften. Bij bewoners in institutionele huishoudens gaat het om de bewoners van instellingen zoals verpleeg-, bejaarden- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en gevangenissen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven. Eerste generatie allochtoon Persoon is zelf in het buitenland geboren; ten minste één ouder is in het buitenland geboren. Tweede generatie allochtoon Persoon is in Nederland geboren; ten minste één ouder is in het buitenland geboren. Wijk Op basis van de vier cijfers van de postcode is een indeling gemaakt naar wijk. De volgende indeling is toegepast: West (postcodes 3531 3532 3533 3534 3542) Noordwest (postcodes 3513 3551 3552 3553 3554 3555) Overvecht (postcodes 3561 3562 3563 3564 3565 3566) Noordoost (postcodes 3514 3515 3571 3572 3573) Oost (postcodes 3581 3582 3583 3584 3585) Binnenstad (postcodes 3511 3512) Zuid (postcodes 3523 3524 3525) Zuidwest (postcodes 3521 3522 3526 3527) Leidsche Rijn (postcodes 3528 3541 3543 3544 3545) Vleuten-De Meern (postcodes 3451 3452 3453 3454 3455)
33
34
Onverzekerd in Utrecht
Bijlagen
Bijlage 3: Enkele relevante variabelen naar wijk Per centage 18-34 jar igen in de wijk Stadsgemiddelde
35%
West
40%
Noordwest
39%
Overvecht
28%
Noordoost
34%
Oost
46%
Binnenstad
49%
Zuid
35%
Zuidwest
36%
Leidsche Rijn
30%
Vleuten-De Meern
19% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Per centage van de bevolking van ov er ig wester s en nietwes ter se afkom st Stadsgemiddelde
15%
West
15%
Noordwest
14%
Overvecht
16%
Noordoost
15%
Oost
19%
Binnenstad
19%
Zuid
15%
Zuidwest
14%
Leidsche Rijn
15%
Vleuten-De Meern
11% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Per centage 1-per soonshuishoudens per wijk Stadsgemiddelde
52%
West
55%
Noordwest
52%
Overvecht
49%
Noordoost
56%
Oost
66%
Binnenstad
71%
Zuid
52%
Zuidwest
50%
Leidsche Rijn
26%
Vleuten-De Meern
25% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Data afkomstig uit: Wolf S, A van den Dijssel en F Meijer. Bevolking van Utrecht per 1 januari 2006. Gemeente Utrecht, Afdeling Bestuursinformatie. Utrecht, juni 2006. 35
36
Onverzekerd in Utrecht
Bijlagen
Bijlage 4: Tabellen
Tabel 1. Aantal en percentage onverzekerden tegen ziektekosten* in de gemeente Utrecht op peildatum 1 mei 2006 naar leeftijdscategorie en geslacht.
Onverzekerden, absoluut
Onverzekerden, percentage
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
0-4 jaar
110
130
240
1,1
1,4
1,2
5-9 jaar
40
40
90
0,6
0,6
0,6
10-14 jaar
30
30
60
0,6
0,5
0,5
15-19 jaar
120
130
240
1,7
1,5
1,6
20-24 jaar
610
680
1.290
4,8
3,8
4,2
25-29 jaar
630
540
1.170
4,2
3,2
3,7
30-34 jaar
500
330
830
3,3
2,3
2,8
35-39 jaar
370
170
550
2,8
1,4
2,1
40-44 jaar
270
120
390
2,5
1,2
1,9
45-49 jaar
180
90
270
2,1
1,0
1,6
50-54 jaar
120
60
180
1,6
0,9
1,3
55-59 jaar
70
50
110
1,0
0,7
0,8
60-64 jaar
30
40
70
0,7
0,8
0,7
65-69 jaar
30
20
50
0,6
0,5
0,5
70-74 jaar
20
20
30
0,5
0,4
0,5
75-79 jaar
10
20
30
0,3
0,6
0,5
80-84 jaar
0
10
10
0,3
0,3
0,3
85-89 jaar
0
0
10
0,1
0,2
0,2
90-94 jaar
0
10
10
0,0
0,8
0,6
95 jaar en ouder
0
0
0
0,0
0,5
0,5
Totaal leeftijden
3.140
2.480
5.620
2,3
1,7
2,0
Bron: CBS * Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum.
37
Bijlagen
Onverzekerd in Utrecht
Tabel 2. Aantal onverzekerden tegen ziektekosten* in de gemeente Utrecht op peildatum 1 mei 2006 naar leeftijdscategorie en herkomst volgens CBS.
0-17 jr
18-34 jr
35-49 jr
50-64 jr
65 plus
Totaal
TOTAAL Autochtoon
280
1.110
560
220
80
2.240
Marokko
30
210
70
20
20
330
Turkije
30
130
50
10
0
210
Suriname
10
80
50
10
10
160
Nederlandse Antillen en Aruba
10
50
10
0
0
70
Overige niet-Westerse landen
40
550
180
20
10
800
Overige Westerse landen
60
1.350
290
80
30
1.800
450
3.470
1.210
360
130
5.620
150
600
380
130
30
1.280
Marokko
10
150
60
10
10
240
Turkije
10
80
30
10
0
130
Suriname
10
50
30
10
0
110
0
30
10
0
0
50
20
300
130
20
0
470
Totaal herkomstgroepering MAN Autochtoon
Nederlandse Antillen en Aruba Overige niet-Westerse landen Overige Westerse landen
30
610
180
40
20
870
230
1.820
830
210
60
3.140
140
510
180
90
50
960
Marokko
10
50
10
10
10
100
Turkije
10
50
20
0
0
80
0
20
10
0
10
50
Totaal herkomstgroepering VROUW Autochtoon
Suriname Nederlandse Antillen en Aruba
0
20
0
0
0
20
Overige niet-Westerse landen
20
260
50
0
10
330
Overige Westerse landen
40
740
110
40
10
930
230
1.650
380
150
80
2.480
Totaal herkomstgroepering Bron: CBS
* Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum.
38
Onverzekerd in Utrecht
Bijlagen
Tabel 3. Percentage onverzekerden tegen ziektekosten* in de gemeente Utrecht op peildatum 1 mei 2006 naar leeftijdscategorie en herkomst volgens CBS.
0-17 jr
18-34 jr
35-49 jr
50-64 jr
65 plus
Totaal
Autochtoon
0,9
1,6
1,3
0,8
0,3
1,1
Marokko
0,3
2,7
1,6
0,9
1,1
1,3
Turkije
0,6
3,1
1,7
0,8
0,5
1,7
Suriname
0,7
3,5
2,5
1,1
1,9
2,1
Nederlandse Antillen en Aruba
1,5
4,9
2,5
0,9
0,0
3,2
Overige niet-Westerse landen
1,2
11,2
6,5
3,0
2,7
6,7
Overige Westerse landen
1,7
12,4
4,3
2,0
1,0
6,5
Totaal herkomstgroepering
0,9
3,5
1,9
1,0
0,4
2,0
Autochtoon
0,9
1,9
1,7
0,9
0,3
1,4
Marokko
0,3
4,1
2,1
0,9
1,0
1,8
Turkije
0,7
3,8
2,0
1,4
0,0
2,0
Suriname
1,0
5,2
3,7
1,6
1,8
3,1
Nederlandse Antillen en Aruba
0,8
6,6
3,7
2,1
0,0
4,2
Overige niet-Westerse landen
1,0
12,0
8,4
4,5
1,0
7,5
Overige Westerse landen
1,4
12,9
5,5
2,0
1,3
6,7
Totaal herkomstgroepering
0,8
3,9
2,5
1,2
0,5
2,3
Autochtoon
0,9
1,4
0,9
0,6
0,3
0,9
Marokko
0,3
1,4
0,7
0,8
1,4
0,8
Turkije
0,6
2,4
1,3
0,4
1,2
1,3
Suriname
0,4
2,0
1,3
0,7
1,9
1,3
Nederlandse Antillen en Aruba
2,2
3,2
1,2
0,0
0,0
2,2
Overige niet-Westerse landen
1,4
10,4
3,9
1,2
4,0
5,9
Overige Westerse landen
2,1
12,1
3,1
2,0
0,7
6,3
Totaal herkomstgroepering
0,9
3,1
1,3
0,8
0,4
1,7
TOTAAL
MAN
VROUW
Bron: CBS * Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum.
39
Bijlagen
Onverzekerd in Utrecht
Tabel 4. Aantal en percentage onverzekerden tegen ziektekosten* in de gemeente Utrecht op peildatum 1 mei 2006 naar herkomst en generatie. Onverzekerden, absoluut
Onverzekerden, percentage
Autochtoon
2.240
1,1
Eerste generatie allochtoon
2.750
6,0
630
1,5
5.620
2,0
Tweede generatie allochtoon Totaal Bron: CBS
Tabel 5. Aantal en percentage onverzekerden tegen ziektekosten* in de gemeente Utrecht op peildatum 1 mei 2006 naar instelling hoger onderwijs.
Onverzekerden, absoluut
Onverzekerden, percentage
HBO
320
2,7
WO
420
2,3
Totaal
740
2,4
Bron: CBS * Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum.
Tabel 6. Aantal en percentage onverzekerde personen met een uitkering op de laatste vrijdag van de maand april 2006 in de gemeente Utrecht naar type uitkering.
Onverzekerden, absoluut
Onverzekerden, percentage
Personen met WAO/Wajong/WAZ uitkering
70
0,5
Personen met ABW uitkering
70
0,7
Personen met WW uitkering
40
1,0
0
0,0
190
0,7
Personen met IOAW/IOAZ uitkering Totaal personen met een uitkering Bron: CBS
* Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum 1 mei 2006. Voor toelichting op het type uitkering wordt verwezen naar bijlage 2.
40
Onverzekerd in Utrecht
Bijlagen
Tabel 7. Aantal en percentage onverzekerden tegen ziektekosten* in de gemeente Utrecht op peildatum 1 mei 2006 naar plaats in het huishouden. Onverzekerden, absoluut
Onverzekerden, percentage
Kind - minderjarig
380
0,7
Kind - meerderjarig
450
3,2
2.300
3,0
Partner in Gehuwd Stel zonder Kinderen
280
0,8
Partner in Gehuwd Stel met Kinderen
330
0,8
Partner in Ongehuwd Stel zonder Kinderen
580
2,1
Partner in Ongehuwd Stel met Kinderen
130
1,1
60
0,8
In institutioneel huishouden
340
9,3
Overig lid huishouden / Onbekend
770
7,5
5.620
2,0
Alleenstaande
Ouder in eenoudergezin
Totaal Bron: CBS
* Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum 1 mei 2006. Voor toelichting op de definitie van plaats in het huishouden wordt verwezen naar bijlage 2.
Tabel 8. Aantal en percentage onverzekerden tegen ziektekosten* in de gemeente Utrecht op peildatum 1 mei 2006 naar wijk.
Onverzekerden, absoluut
Onverzekerden, percentage
West
510
1,9
Noordwest
720
1,8
Overvecht
510
1,6
Noordoost
760
2,2
1.120
4,0
Binnenstad
500
3,2
Zuid
380
1,5
Zuidwest
590
1,8
Leidsche Rijn
230
1,5
Vleuten-De Meern
290
0,9
Oost
Onbekend Totaal
10 5.620
2,0
Bron: CBS * Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum 1 mei 2006.
41
GG&GD Utrecht Uitgave Gemeente Utrecht GG&GD, Unit Epidemiologie en Informatie December 2007 Adresgegevens Bezoekadres Jaarbeursplein 17, Utrecht Postadres Postbus 2423, 3500 GK Utrecht Telefoon (030) 286 33 33 Fax (030) 286 33 44 e-mail
[email protected] website www.utrecht.nl/GGGD