ONTWIKKELING VAN EEN GEBIEDSPLAN MIDDELS EEN OPEN PARTICIPATIEF PLANPROCES VOOR
INHOUD:
Pagina:
Voorwoord
3
Inleiding
5
Voorgenomen projectgebied
6
Toelichting planproces
9
Hoofdonderwerpen ‘open planproces’
10
Handreiking voor het ‘Plan van aanpak’
11
Lijst van belanghebbende partijen planproces
12
Colofon
13
Extra tot het rapport behorende documenten: A. Hoofdbijlage: Onderbouwing ‘Gebiedsplan landgoederen op de helling’ B. Bijlage 1: Beschrijving ‘Landgoederen op de helling’ Bijlage 2: Handreikingen voor een open planproces
2
VOORWOORD Op verzoek van het bestuur van de vereniging ‘Vrienden van park Hartenstein en omgeving’, kortweg VvPHe.o., is in het voorjaar van 2014 een zogeheten ‘Task force’ gevormd. Deze ‘Task force’ heeft de opdracht gekregen om een opzet te maken voor een open participatief planproces t.b.v. de ontwikkeling van een gebiedsplan voor Park Hartenstein en omgeving. Dit met de bedoeling om aan de hand van zo’n open proces belanghebbende partijen enthousiast te maken er aan deel te nemen. Die deelname moet leiden tot een plan met gewenste kwaliteiten, een plan ook waarvoor een breed draagvlak gaat bestaan. Dit initiatief komt mede voort uit het hoofddoel van de belangenorganisatie VvPHe.o.: het ontwikkelen van activiteiten die leiden tot herstel en behoud van de aanwezige cultuurhistorische – en recreatieve waarden van (voormalige buitenplaats) park Hartenstein;
het ontwikkelen van activiteiten die leiden tot herstel en behoud van de aanwezige landschappelijke -, cultuurhistorische -, ecologische- en natuurwaarden van de parkbossen Sonnenberg, Pietersberg, Hemelse berg en Laag Oorsprong welke gebieden allen deel uitmaken van de Zuid-Veluwezoom in de gemeente Renkum.
Samenwerking met nieuwe kennispartner: stichting 'Ruimte Denken' (sRD) VvPHe.o. heeft sRD gevraagd deel te nemen aan het planproces. Het is de doelstelling van en de kennis binnen deze stichting die VvPHe.o. er toe heeft gebracht sRD als partner nauw bij het planproces te betrekken. De toekomstige planvorming zal hierdoor een belangrijke extra kwaliteitsimpuls krijgen. De stichting wil verbeeldingskracht en creatieve activiteit inzetten bij vraagstukken ter verbetering van de omgevingskwaliteit van het landschap en de stad. De tijd is immers rijp voor een innovatieve aanpak van gebiedsontwikkeling, waarbij kunstenaars, specialisten, omwonenden en opdrachtgevers in samenwerking antwoorden geven op nieuwe thema´s. Doorontwikkeling initiatief Door samenwerking te zoeken met sDR is naar idee van de stichting het oorspronkelijke VvPHe.o.-initiatief doorontwikkeld tot een ruimere opzet van het plangebied. In deze ruimere opzet zijn, gezien de onderlinge landschappelijke samenhang en de geschiedenis, Park Hartenstein, de Hemelse Berg, de Laag Oorsprong en de Pietersberg als één plangebied te beschouwen. Gelet op, al dan niet sluimerende, bouwambities van eigenaren/pachters (van Het Geldersch Landschap, Zinzia Zorggroep, Tuin Laag Oorsprong, Diaconaal Centrum tot de gemeente) achten SRD en VvPHe.o. een integrale planbenadering de beste methode om voor het waardevolle en tevens kwetsbare gebied tot een voor mens en omgeving betekenisvol resultaat te komen. Voor de samenstelling van dit rapport zijn adviserende - en belanghebbende partijen, te weten de stichting K.N.H.M. (Arnhem) en de stichting 'Dorpsplatform Oosterbeek' in de afgelopen periode benaderd. Beiden hebben positief gereageerd op het initiatief van het hier voorgesteld participatief open planproces. Met als gevolg dat het Dorpsplatform Oosterbeek 3
nu tevens één van de drie initiatiefnemende partijen van het planproces is geworden, terwijl de KNHM in haar specialistische rol van procesadviseur aan het proces zal deelnemen. Met dit document willen de initiatiefnemende partijen tevens een bijdrage tot de inrichting van een open planproces voor het gebied leveren. Deze bijdrage is in de bijlagen opgenomen. De inhoud daarvan kan als een leidraad dienen voor deelnemende partijen aan het planproces. Het bestuur van de vereniging ‘Vrienden van park Hartenstein e.o.’, de stichting ‘Ruimte Denken’ en de stichting Dorpsplatform Oosterbeek nodigen de gemeente Renkum ertoe uit om, vanuit de vernieuwde bestuursfilosofie (ruimte voor burgerparticipatie), voor de realisatie van haar ambities in het plangebied uit te gaan van de resultaten van het open participatief planproces en dit vast te leggen in een door de gemeente, het Dorpsplatform en de initiatiefnemers te sluiten samenwerkingsverklaring. De besturen van VvPHe.o., sRD en van stichting Dorpsplatform Oosterbeek.
Overzichtsbeeld plangebied: Google Earth
Oosterbeek, november 2014 geactualiseerd: april 2015
4
INLEIDING Een open participatief planproces zien we als een proces dat veel verder gaat dan het organiseren van een klankbordgroep, een bewonersbijeenkomst of een ontwerpatelier zoals dat bij het volgen van een bestemmingsplanprocedure te doen gebruikelijk is. Belanghebbenden worden in een open plan proces vanaf het allereerste begin betrokken bij ontwikkeling van plannen. Het doel van een open participatief planproces voor de voormalige ‘landgoederen op de helling’ in Oosterbeek is dat de gemeente samen met betrokkenen, waaronder omwonenden, in het gebied gevestigde bedrijven/instellingen en maatschappelijke organisaties, tot:
een kwalitatief goed plan komen onder invloed van actief betrokken partijen.
Een plan dat ontstaat:
op basis van vertrouwen tussen belanghebbende partijen
waar belanghebbende partijen achter kunnen staan (draagvlak).
en
Stichting ‘Ruimte Denken’ wil in samenwerking met vereniging ‘Vrienden van Park Hartenstein e.o.’, Dorpsplatform Oosterbeek, gebiedseigenaren, pachters en gemeente Renkum (samenwerkend in een sturend en tevens faciliterend team tijdens het proces) een gedragen gebiedsontwikkelingsplan op hoofdlijnen maken, waarbij aandacht is voor cultuur en natuur, en de verwaarloosde geschiedenis van de landgoederen wordt verteld. Vanuit de juiste typering van de geschiedenis kan het ‘DNA van het gebied’ en de ziel van de plek worden ´gedolven´. De samenstellers.
5
VOORGENOMEN PROJECTGEBIED
Beknopte beschrijving Het projectgebied, onderdeel van de Zuid Veluwe, bestaat uit de voormalige landgoederen/buitenplaatsen Hartenstein, Hemelse berg, Laag Oorsprong en Pietersberg. Deze deelgebieden welke ruimtelijk vloeiend in elkaar overlopen, zijn landschappelijk bijzonder gepositioneerd. Bijzonder, vanwege: a. oude landschapsvormen: het gebied maakt onderdeel uit van de zuidhelling van de, tijdens ijstijden gevormde, stuwwal tussen Renkum en Dieren; b. diversiteit: het een golvend landschap betreft met voor Nederland atypische grote hoogteverschillen (van plus minus 10 tot 50 m. boven NAP). Een landschap waarin zowel droge als natte natuurmilieus voorkomen met sprengen- en bronbeken;
Kaart plangebied: Rob Aben
c. contrasten: dominantie van bossen (beslotenheid) op de helling enerzijds en anderzijds opvallende wijdsheid van de aangrenzende uiterwaarden van de Rijn en de Betuwe. Het gebied op de helling bestaat uit een fijn mozaïek van cultuur en natuur: op de ene plaats overheerst het parkachtige karakter met lanen, waterpartijen, door bossages omsloten akkers en met verrassende door- en uitzichten. Op een andere plaats lijkt het of de natuur de overhand heeft genomen, bijvoorbeeld in de vorm van een soortenrijk moerasbos. In dit weefsel van landschappelijke en natuurlijke elementen zijn diverse verwijzingen naar de geschiedenis aanwezig. Het bijzondere landschap trok tussen 1840 en 1890 kunstschilders aan in een periode dat het ‘en vogue’ was om ‘en plein air’ landschappen te schilderen. Gebiedsproblematiek Het proces dat de samenleving veranderde van een agrarische samenleving in een industriële samenleving (en de veranderingen in de handel met de overzeese gewinwesten), successiewetgeving, twee wereldoorlogen met daartussen de economische crisis in de dertiger jaren, vormden de oorzaken van de teloorgang van vele van de aanwezige landgoederen en buitenplaatsen. Vooral de Tweede Wereld Oorlog is in fysiek opzicht voor een groot aantal landgoederen in Renkum desastreus geweest. In vele gevallen werd een landhuis, het hart van het eigendom, vernietigd. Families verlieten noodgedwongen hun eigendom en keerden in de meeste gevallen niet meer terug. Daarmee heeft het gebied geen duidelijke eigenaren meer; het is van iedereen geworden, en dus van niemand. Dat contrasteert nogal met de situatie waarin men ‘te gast was’ op de landgoederen en buitenplaatsen van een eigenaar die er zorg 6
voor droeg. Van een kunstenaarskolonie was overigens sinds het einde van de 19e eeuw al geen sprake meer, Oosterbeek was te mondain geworden en het landschap te veel veranderd. Hierop volgde een periode waarin de (plaatselijke) overheid en particuliere organisaties trachtten een status quo te realiseren om verwaarlozing en dreigende verkaveling (voor woningbouw) van het cultuurgoed tegen te gaan. Overigens met wisselend succes. Inmiddels bestaan veel van de vroegere landgoederen in de gemeente Renkum niet meer. Zij kregen andere functies, werden verkaveld, bebouwd of (deels) aan hun lot overgelaten en beheerd of er nooit sprake was geweest van een landgoed en/of buitenplaats. Ondanks deze fysieke nivellering van het landschap, de zich veranderende samenleving en het ontbreken van een gemeentelijk, op landgoederen gericht, specifiek beheer (te weten bosbeheer i.p.v. landschapsparkbeheer) van de laatste decennia in dit gebied, is het toch frappant om vast te kunnen stellen dat het gebied nog steeds een landschappelijk waardevol gebied gebleven is met unieke, deels verborgen, kwaliteiten. Maar hoe lang nog? Het gebied ontbeert (vreemd genoeg) momenteel een duidelijke identiteit. Het is verworden tot een groene tussenzone. De in elkaar overgaande landgoederen, 50 tot 60 meter boven NAP verheven, liggen als parels aan een snoer aaneengeregen op de helling van de Zuid Veluwe en vormen een unieke combinatie met de veel lager gelegen uiterwaarden van de rivier de Rijn. De beschrijving van het gebied zoals bovenstaand weergegeven is tevens een verwijzing naar de dominantie van de landgoederen en hun eigenaren op hun omgeving op het vlak van landschapsinrichting, sociaal maatschappelijke houding en de ruimte die aan de kunst werd geboden. Deze periode veronderstelt een herkenbare cultuurhistorische ontwikkelingslaag. Door deze cultuurhistorische laag te behouden, worden de aanwezige natuur-(historische) waarden en cultuurhistorische waarden van eerdere oorsprong het best bewaard. Het desbetreffende landgoederenlandschap is in zijn geheel als bijzonder en van nationale en internationale importantie en moet als zodanig worden benaderd. Het toekennen van nieuwe functies op de betreffende voormalige landgoederen zou daarom moeten geschieden aan de hand van een integrale afweging waarbij de onderlinge samenhang van deze gebieden niet mag worden verstoord, nee, juist zou moeten worden versterkt. Aan de vier hierna beschreven voormalige landgoederen worden al jaren door de eigenaren bouwambities verbonden: - park Hartenstein: re-allocatie schoollocatie met nieuwe functie; - Hemelse berg: gebruik bestaande bouwrechten voor een nieuwe functie; - Laag Oorsprong: a. wens stichting ‘Geldersch Landschap&Kasteelen’ tot het realiseren van een hoofdgebouw voor het voormalige landgoed; b. uitbreiding voorzieningen (kas, oranjerie, kapschuur) stichting Tuin Lage Oorsprong (in R.O.-procedure); - Pietersberg: stilteruimte. Verwijzend naar het bovenstaand genoemde integrale benadering, versterking onderlinge samenhang en de gedachten omtrent het eventueel ontwikkelen van nieuwe functies, is het vanzelfsprekend om deze voormalige landgoederen tezamen tot één projectgebied te laten behoren van het open participatief planproces. Voor een uitgebreide onderbouwing van een integrale benadering van de gebiedsproblematiek van de 4 landgoederen wordt hier verwezen naar de in dit verband specifieke en inhoudelijke 7
bijdrage (inclusief procesplanning) van de stichting Ruimte Denken welke als hoofdbijlage tot dit rapport behoort.
Impressie park Hartenstein, foto: Frans Welsch
8
TOELICHTING PLANPROCES Zoals eerder hier aangegeven, zijn binnen het aangegeven gebiedsplan bouwambities vast te stellen. Bouwambities die na openbare bekendmaking door de burgers van negatieve invloed op het gebied werden bevonden. Door het ontbreken van draagvlak voor de plannen heeft de winnaar van de gemeentelijke prijsvraag (eind negentiger jaren vorige eeuw) zijn ideeën voor de oude schoollocatie aan de Talsmalaan niet kunnen verwezenlijken en heeft stichting ‘Het Geldersch Landschap&Kasteelen’ in 2007 zijn plan om op de Lage Oorsprong een eigentijdse villa te willen bouwen onder druk van de bevolking moeten intrekken. Kortom, het realiseren van objectief beschouwd aannemelijke bouwambities vormen zeker binnen de grenzen van het aangegeven gebied van de 4 cultuurhistorisch waardevolle ‘landgoederen op de helling’ voor eigenaren een uitdaging, zo niet een onmogelijkheid wanneer de, in onze ogen, verouderde R.O.-procedures worden gevolgd, waarbij de aanwezige verschillende belangen niet of minder in samenhang met elkaar worden afgewogen. Dat kan anders en beter, wat tevens zou passen binnen de nieuwe bestuursfilosofie anno 2014 van het gemeentebestuur zoals dat reeds zichtbaar is bij de ontwikkeling van centrumplannen voor de kernen van Doorwerth en Renkum, waar het initiatief in deze gevallen bij de respectievelijke Dorpsplatformen ligt en sprake is van gemeentelijke facilitering en ambtelijke ondersteuning. Een dergelijke benadering biedt kansen om (voorbereidende) R.O.-processen minder conflicterend te laten verlopen waarbij participatie, openheid, kwaliteit en draagvlak criteria vormen waaraan deze aan moeten voldoen. Een intensieve procesvoering draagt bij aan goede resultaten. Een doordacht procesontwerp en een intensief procesmanagement met ruimte voor improvisatie zijn van groot belang. Zeker in een context van afhankelijkheid ten aanzien van de deelnemers aan het inspraakproces is het aangewezen de nodige tijd en energie te steken in de voorbereiding en begeleiding van het proces. Oog hebben voor het perspectief, de bekommernissen en het welbevinden van de deelnemers, en het proces zo vorm geven dat deelnemers zich veilig voelen, zonder dat andere kwaliteitscriteria zoals voortgang en inhoudelijke diepgang in het gedrang komen, is cruciaal. Het stimuleren van een actieve betrokkenheid van de deelnemers en ervoor zorgen dat er voldoende ruimte voor interactie is binnen de vooraf afgebakende beleidskaders, zodat deelnemers mee kunnen denken én doen, is erg belangrijk bij de procesorganisatie.
9
HOOFDONDERWERPEN ‘OPEN PLAN PROCES’ De resultaten van het planproces die uit de doorloop van de respectievelijke fasen naar voren komen, moeten, alvorens definitief te worden vastgesteld, worden getoetst aan gekwalificeerde thema’s. Als voorbeelden hiervan kunnen genoemd worden: - begrenzing projectgebied; - thema(-’s) op basis van onderzoek/analyse en wensen belanghebbenden; - authenticiteit; - uitstraling (architectonisch), identiteit; - relaties van het plangebied met het dorp; - relaties tussen de 4 deelgebieden (landgoederen); - nieuwbouw als kans voor stedenbouwkundige verbetering, voor landschapsarchitectonische verbetering en voor behoud karakteristieken ‘landgoederen op de helling’.
10
HANDREIKINGEN VOOR HET ‘PLAN VAN AANPAK’ Ook een open planproces kent een plan van aanpak (PVA) volgens welk plan het proces, in fasen onderverdeeld, invulling krijgt met activiteiten. Elke fase die doorlopen wordt, kenmerkt zich door beslismomenten, ook wel als mijlpalen aangeduid en geaccepteerde resultaten t.b.v. een volgende fase. De beslisruimte dient voor deelnemende partijen aannemelijk en helder te zijn. Samenvatting van hoofdactiviteiten in het planproces: 1. voorbereiding door initiatiefnemers i.s.m. de gemeente en het Dorpsplatform als sturend team: stake- en shareholdersanalyse, samenwerkingsverklaring opstellen, zorg dragen voor een onafhankelijk voorzitter t.b.v. de belangengroep’, het doen van vooronderzoek en projectopdracht voorbereiden; 2. open avond waar alle betrokkenen bij aanwezig zijn (feitelijke start open planproces); resultaten onderzoek tonen en de eerste prille visie voorleggen, verkennende avond; resultaten worden aan de belangengroep voorgelegd/vastgesteld en ter kennis van het ontwerpteam gebracht; 3. Lijst van aandachtspunten voor het ontwerpteam om het gebiedsontwikkelingsplan op hoofdlijnen verder vorm te geven; 4. Plan van hoofdlijnen ter bespreking en goedkeuring voorleggen aan belangengroep 5. Vaststelling Gebiedsontwikkelingsplan ´Landgoederen op de helling´ door belangengroep; 6. Sturend team draagt Gebiedsontwikkelingsplan over aan gemeente t.b.v. inbedding in R.O.-plannen; 7. Inbedding in R.O.-planvoering wordt getoetst door belangengroep. Organisatie, fasering en tijdsplanning: zie hiervoor de bijdrage van sRD, hoofdbijlage van dit rapport.
11
BELANGHEBBENDE PARTIJEN PLANPROCES In willekeurige volgorde kunnen hier genoemd worden: - gemeente Renkum; - omwonenden (Talsmalaan, deel Utrechtseweg, Hartensteinlaan, Hoofdlaan Kneppelhoutweg, Sandersweg, Pieterbergseweg vanaf Tafelberg), Benedendorpseweg t.h.v. Hemelse berg en Laag Oorsprong, van Borsselenweg vanaf Wolterbeekweg; - vereniging ‘Vrienden van Park Hartenstein en omgeving’; - stichting Dorpsplatform Oosterbeek; - vereniging ‘Vijf Dorpen in ’t Groen’; - stichting ‘Heemkunde Renkum’; - stichting ‘Het Geldersch Landschap&Kasteelen’ (pachter Lage Oorsprong); - Hartenstein@Laurie (voorm. restaurant Kleyn Hartenstein); - Uitvaartonderneming Mijnhart; - Lensen Hoveniers; - stichting Airborne Museum; - Scouting OPV-Schoonoordgroep; - Zinzia Zorggroep (eigenaresse deel van Hemelse berg); - organisaties actief op sportpark Hartenstein (ver. OTV, ver. Onder Ons, st. Stuwwalloop, PSV, Oosterbeekse IJsvereniging; - stichting ‘Tuin Lage Oorsprong’ (huurder deel landgoed Lage Oorsprong); - pachter(-s) agrarische percelen binnen het plangebied; - (indirect) Nederlandse Tuinenstichting (=‘autoriteit’ groen cultureel erfgoed).
Muziekuitvoering park Hartenstein, foto Frans Welsch
12
Colofon: Dit document is op verzoek van het bestuur van VvPHe.o. en sRD opgesteld. Samenstellers document: Rob Aben (landschapsarchitect BNT en lid VvPHe.o.) Luuk Broer (secretaris bestuur vereniging Vrienden van Park Sonsbeek) Bouke Verhaagen (bouwarchitect BNA en lid VvPHe.o.) Frans Welsch (voorzitter VvPHe.o.) Peter Kurstjens (planoloog en bestuurlid sRD) Hermelinde van Xanten (kunsthistorica en bestuurslid sRD) Jan van IJzendoorn (beeldend kunstenaar en bestuurslid sRD.) In zake ‘processuele – en inhoudelijke voorwaarden’ is het document ‘Spelregels open planproces’, opgesteld door Directoraat Generaal van Rijkswaterstaat, Directie Noord Holland, geraadpleegd. Ontwerp voorblad: Rob Aben
Oosterbeek, november 2014, geactualiseerd april 2015
13