“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
Inhoudsopgave
versie - juni 2013
Doelstelling - 3 Uitgangspunten leren voetballen - 4 Waarborging continuïteit - 5 Selectiebeleid - 6 Vaste speelwijze als rode draad - 9 Wedstrijdgericht trainen - 12 Trainingsopbouw - 14 Voorbereiding training - 15 Coaching - 16 Tenslotte - 18 Bijlagen: A. Kenmerken per leeftijdsgroep - 19 B. Aandachtpunten bij trainingsvormen - 22 C. Keeperstraining - 24 -
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
-2-
Doelstelling De voetbalpiramide staat symbool voor de stappen waarvan we iedere keer doordrongen moeten zijn. De jeugdafdeling bestaat uit gepassioneerde mensen die een organisatie hebben neergezet, waarbij samenwerking hoog in het vaandel staat. De onderlinge waardering is groot door de open communicatie, waardoor het nu mogelijk is om de voetbaltechnische kant centraal te stellen. De stappen zijn ook direct van toepassing op een voetbalteam waarbij de voorwaarden bij een selectieteam natuurlijk veel strenger zijn. Met dit opleidingsplan willen wij vanuit de Missie en Visie en het opgestelde jeugd beleidsplan, te vinden op: www.vvsliedrecht.nl/JEUGDAFDELING, ook het voetbaltechnische gedeelte bij de v.v. Sliedrecht verder stroomlijnen. Het uitgangspunt van het opleidingsplan is de geformuleerde hoofddoelstelling in de Missie en Visie: “Een kwalitatief goede jeugdopleiding verzorgen” Willen we aan het streven binnen de vereniging “het 1e elftal opgebouwd uit eigen jongens, Sliedrechters” kunnen voldoen, dan zullen de standaard jeugdelftallen minimaal op divisie niveau moeten voetballen. Om dat te bereiken worden er gediplomeerde trainers voor de standaard elftallen aangesteld en zullen ook de trainingsfaciliteiten optimaal moeten worden geregeld. De selectie-elftallen binnen de jeugd zullen organisatorisch worden ondergebracht onder het onderdeel Prestatief. Naast het onderdeel Prestatief is uiteraard ook het onderdeel Recreatief een zeer belangrijk aandachtsgebied binnen onze jeugdafdeling. De ene speler is nu eenmaal meer getalenteerd dan de ander, maar ook in die groep spelers dient geïnvesteerd te worden, zowel tijd als energie. Om dit te realiseren is er een grote groep vrijwilligers (veelal ouders) nodig om de jeugd te trainen en begeleiden op zaterdag. Dit betreft een zeer belangrijk onderdeel binnen het jeugdbeleidsplan, nl. “het trainen en begeleiden van spelers die puur recreatief hun hobby uitoefenen”. Ook voor deze grote groep liefhebbers biedt dit opleidingsplan aanknopingspunten voor traingingen en wedstrijden. Om deze groep te ondersteunen voor wat betreft oefenstof en organisatie rondom een training, zullen er door de Technisch Jeugd Coordinator regelmatig trainingsavonden worden georganiseerd.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
-3-
Uitgangspunten leren voetballen Aan het Jeugdopleidingsplan van v.v. Sliedrecht liggen enkele algemene uitgangspunten ten grondslag. Hierbij kan de vraag gesteld worden wat v.v. Sliedrecht in algemene zin belangrijk vindt bij het leren voetballen. Het doel van het jeugdopleidingsplan is te komen tot een gelijk gerichte aanpak in technisch-, tactisch-, conditioneel- en organisatorisch opzicht bij de trainingen van de teams van v.v. Sliedrecht en het ontwikkelen van een herkenbare eigen speelstijl. Hierbij moet rekening worden gehouden met de leeftijd, kwaliteit en mogelijkheden van de verschillende spelersgroepen. Het technisch plan dient derhalve als handleiding voor trainers van elftallen en begeleiders. Beleid ten aanzien van de opleiding is bij v.v. Sliedrecht afgestemd op het verwezenlijken van bovengenoemde hoofddoelstelling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen zogenaamde prestatie of selectieteams welke meerdere keren per week trainen en recreatieve teams. Middels aan hun leeftijd aangepaste trainingen en begeleiding zal getracht worden om deze spelers op een voor hen hoogst haalbare niveau te brengen. Het zal echter nooit ten koste mogen gaan van de aandacht en tijd voor het algemeen belang van het totale voetbal bij v.v. Sliedrecht. Jeugdspelers moeten worden opgeleid in de geest van "het willen winnen". Maar op gezag van bovenaf moeten winnen of erger nog het niet mogen verliezen is verfoeilijk voor het jeugdvoetbal. Hier speelt het technisch en begeleidend kader dus een cruciale rol. In plaats van ‘winnen’ moet voor de trainer of leider vooral het ‘winst boeken’ in de ontwikkeling van de individuele speler centraal staan. In het kader van de opleiding is de ontwikkeling van de individuele speler belangrijker dan de prestatie van de elftallen, uitzonderingssituaties daargelaten, zoals in verband met kampioenschappen of degradatie. Ook in de ontwikkeling van de mentaliteit (het willen winnen) wordt in de trainingsopbouw (pagina 14) rekening gehouden met de verschillende leeftijdscategorieën. De betere jeugdspelers moeten in hun team op die positie(s) worden opgesteld, waar zij zich kwalitatief het beste ontwikkelen. In het algemeen gesteld dus op posities, waar zij de meeste weerstand ondervinden of wel waar hun minder sterke kwaliteiten beter ontwikkeld kunnen worden. De beste speler dus niet in de positie van zogenaamde "laatste man". Een linksbenige speler moet dus bv. de gehele linkerflank kunnen bespelen.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
-4-
Waarborging continuïteit Een voetbaltechnisch plan dat goed functioneert heeft pas na enkele jaren duidelijk zichtbare opbrengsten. Hierdoor is de continuïteit van het grootste belang. Om de continuïteit en de uitvoering van het technisch beleid zoals vastgelegd in het jeugdplan te waarborgen zal door v.v. Sliedrecht aan twee voorwaarden moeten worden voldaan. De Technische Commissie moet de uitvoering van het technisch beleid door trainers en begeleiders coördineren/controleren en eventueel corrigeren. Tevens zullen zij ervoor moeten zorgen dat men voorwaarden creëert, die het de trainers en begeleiders mogelijk maakt het technisch beleid uit voeren. Het inzicht van vooral het technisch kader is hierbij cruciaal. v.v. Sliedrecht zal moeten blijven investeren in scholing van trainers en leiders. Dit kan zowel intern als extern gebeuren door middel van (korte) cursussen of themabijeenkomsten. Hierbij kunnen we denken aan kader opleidingen bij de KNVB zoals: Pupillen cursus, Junioren cursus, Keepertrainers cursus, UEFA C jeugd of senioren, UEFA B. De nieuw te contracteren selectietrainers, leiders en bestuursleden moeten zich kunnen vinden in het in het jeugdplan aangegeven beleid en zich bereid tonen de aangegeven richtlijnen te volgen. In dit kader hebben de 1e selectietrainers een aantal neventaken: • Contact onderhouden met de trainers van de overige selectieteams in zijn categorie. • Zicht hebben op de globale trainingsinhoud van de overige selectieteams in zijn categorie. Delen van oefenstof staat hierbij vaak centraal. • Zicht hebben op de kwaliteiten van de spelers van de selectieteams in zijn categorie. Communicatie met de Scoutinggroep, andere trainers en leiders, en de Technisch Jeugd Coördinator is hierbij belangrijk. Het belangrijkste doel is om tot een goede indeling voor het volgende seizoen te komen (interne scouting) • Het belang van de speler behartigen bij het eventueel doorschuiven van die speler en nadrukkelijk niet het teambelang of het eigen belang als trainer. De Technische Commissie/ Technisch Jeugd Coördinator hebben hierin een doorslaggevende stem. • Minimaal 2 maal per jaar een stage training organiseren voor de niet selectietrainers. Samen met de niet selectietrainers op het veld om oefenstof en trainingsopbouw door te nemen.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
-5-
Selectiebeleid Afhankelijk van de aanleg, ambitie, motivatie, fysieke gesteldheid en voetbaltechnische en tactische vaardigheid worden jeugdvoetballers van v.v. Sliedrecht ingedeeld in zogenaamde selectieteams en niet-selectieteams. In deze paragraaf wordt weergegeven volgens welke selectieprocedures wordt gehandeld, welke rechten en plichten selectiespelers hebben, en op welke wijze sommige spelers in aanmerking kunnen komen om tijdens het seizoen in een ander team worden ingedeeld. De selectieprocedure voor het nieuwe seizoen Eén van de taken van de jeugdopleiding is een goed scoutingapparaat. Gedurende het gehele seizoen worden spelers gevolgd op basis van de onderstaande criteria. Type speler in het veld Aanvaller Middenvelder Verdediger Doelverdediger Rechts, Links of 2-benig Techniek
Graag willen scoren, een actie kunnen maken. Het kunnen omschakelen, zowel drang naar voren als het mee willen verdedigen. Het spel kunnen verdelen bij balbezit. Graag de tegenspelers het scoren willen beletten. Het spel kunnen verdelen naar voren bij balbezit (opbouwen). Graag in de goal en kunnen duiken, niet bang voor de bal. Met welke voet de bal wordt gespeeld.
Balcontrole
Beheersing van de bal (aannemen, kappen) in diverse spelvormen.
Actie/passeren
Het duel durven aangaan en ook regelmatig winnen. Een neusje voor de goal hebben en/of durven schieten en scoren, ook als een verdediger.
Scorend vermogen
Traptechniek, nauwkeurig en gemakkelijk kunnen schieten over korte/lange afstanden. Bal durven koppen met het voorhoofd (niet voor F-jes).
Passing/schot Koppen Spelinzicht Spelinzicht
Het spelletje instinctief doorhebben van zowel het eigen als het spel van de tegenpartij. De juiste keuzes maken in aanval van/naar verdediging.
Positiespel
De vrije ruimte zien en ook je medespelers kunnen vinden. Aanspeelbaar zijn en in beweging blijven.
Spelomzetting
Kunnen omschakelen van aanvallen naar verdedigen; van balverlies naar balbezit. Hiervoor weinig coaching nodig hebben. Het spel kunnen versnellen en temporiseren op de juiste momenten.
Snelheid Loopsnelheid Denken en handelen
Pure sprintsnelheid over de "voetbalafstanden" Een hoge mate van handelingssnelheid met/zonder bal.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
-6-
Fysiek Fysiek sterk ten opzichte van medespelers en tegenspelers. Het kunnen afschermen van de bal en je niet laten wegzetten. Een goede fijne motoriek, dribbelaar. Beperkt gevoelig voor blessures, snel herstellen. Een wedstrijd kunnen uitspelen.
Kracht Behendigheid, lenig Blessure gevoelig Uithoudingsvermogen Mentaliteit Gedrag in groep - teamspirit
Positief naar anderen en tegenspelers; coachen van medespelers.
Opkomst training/wedstrijden Inzet – motivatie
Plezier en gedrevenheid in het spel; goed zijn best doen.
Gedrag naar trainers/leiders
Het positief aannemen en opvolgen van de oefenstof/opdrachten.
Hoge mate aanwezig dan wel tijdig afgemeld.
Het selecteren van spelers is geen momentopname, maar een continue proces waarin de technische commissie wordt geadviseerd door een tiental scouts, veelal (oud)trainers en (oud)voetballers, maar ook mensen met specifieke voetbalkennis, bijvoorbeeld keepertrainers. Hierbij wordt voornamelijk naar een individuele speler gekeken. Het is onmogelijk om een goed scoutingsrapport op te stellen van meerdere spelers te gelijk. Daarnaast maakt de trainer van het team twee keer per jaar (begin december/begin april) een beoordeling van zijn spelers, dit wordt naast de beoordeling van de scouts gelegd om een zo goed mogelijk beeld te krijgen. De bedoeling hiervan is de kans te minimaliseren op het ‘vergeten’ van een speler uit een lager team. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de leeftijd van de spelers. Onderstaand een voorbeeld van de spelersbeoordeling. Voetbalvereniging Sliedrecht Spelersbeoordeling ** Selectie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam
2013 / 2014 Rechts- / linksbenig Positie Techniek rechts m 8 rechts v 7 rechts m-a 8 links a-m 8 rechts v-m 7 links v 7 rechts keeper 7 rechts a 7 rechts m-a 8 rechts v 6 rechts m-v 6 rechts m-v 6 rechts m-v 6 rechts v 6 rechts v 7 rechts a-m 6 links a-m 8 rechts m-v 7 rechts a-m 6 rechts m-v 6
speler 1 2 3 4 13 5 6 7 8 10 17 18 20 12 14 15 16 11 9 19
v = verdediger m = middenvelder a = aanvalller
Spel inzicht 8 6 8 6 7 7 7 6 6 6 8 8 8 6 6 6 6 7 6 5
Snelheid Cijfer TIS 8 8,0 9 7,3 8 8,0 9 7,7 9 7,7 9 7,7 8 7,3 9 7,3 7 7,0 9 7,0 7 7,0 7 7,0 7 7,0 8 6,7 6 6,3 7 6,3 6 6,7 5 6,3 6 6,0 5 5,3
Fysiek 8 9 9 6 7 7 7 9 9 7 6 6 6 7 7 7 6 6 7 6
Metaliteit Eindcijfer Ontwikkeling Positief 8 8,0 Negatief 9 8,0 Gelijk 5 7,6 Positief 9 7,6 Positief 8 7,6 Negatief 7 7,4 Gelijk 8 7,4 Positief 5 7,2 Negatief 6 7,2 Positief 7 7,0 Negatief 7 6,8 Gelijk 7 6,8 Negatief 7 6,8 Gelijk 7 6,8 Negatief 7 6,6 Gelijk 7 6,6 Positief 6 6,4 Negatief 7 6,4 Gelijk 7 6,4 Negatief 7 5,8
cijfers van 5 - 9 ** de beoordeling kom t tot stand door de spele rs op het niveau van hun eigen team onde rling m et e lkaar te vergelijken
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
-7-
De informatie uit de scouting en beoordeling wordt tevens gebruikt om spelers uit te nodigen voor de specifieke techniektrainingen op woensdagmiddag. De selectietrainer draagt, in samenwerking met de Technisch Jeugd Commissie en Technisch Jeugd Coördinator, de verantwoordelijkheid om alle spelers uit te nodigen voor selectietrainingen en wedstrijden. Aanvang selectietrainingen voor het nieuwe seizoen is begin april, telkens wordt er getraind of wedstrijden gespeeld met een spelersgroep die eventueel in aanmerking komt voor de selectie volgend seizoen. In de maand juni (uiterlijk eind juni) worden de voorlopige selecties voor volgend seizoen samengesteld en gecommuniceerd naar de betrokken spelers en ouders, middels een brief of een gesprek.. Definitieve indeling selectie elftallen pas begin nieuwe competitie. Nieuwe indeling tijdens het seizoen Het kan voorkomen dat bepaalde spelers tijdens een seizoen te weinig weerstand ondervinden bij de trainingen (medespelers) en wedstrijden (tegenstanders). Een speler is dan te goed voor het team en leert individueel niets of te weinig meer bij. Dit zal als eerste de betreffende trainer, Technisch Jeugd Coördinator en de scoutinggroep moeten opvallen. In dit geval moet afgewogen worden of het verstandig is de betreffende speler met een hoger team mee te laten doen. Daarbij kan dan ook nog de keuze worden gemaakt of dit alleen de trainingen betreft. Slechts in uitzonderlijke gevallen moet een speler uit het ontvangende team in een lager team ingedeeld worden. Hier moeten dan ook gegronde redenen voor zijn (speler heeft er geen plezier meer in, speler kan het niveau duidelijk niet aan). De Technisch Jeugd Coördinator heeft een coördinerende rol in het overleg tussen leiders, trainers, ouders, speler en Technische Jeugd Commissie. Bij voorkeur zijn de evaluatiemomenten aan het begin van het seizoen of tijdens de winterstop. Dit kan eventuele onrust voorkomen. Vanaf begin maart zal het meetrainen met hogere teams wel worden gestimuleerd om sneller aansluiting te krijgen op het gewenste niveau. Overgang naar de senioren Na de overgang naar het seniorenvoetbal houdt de opleiding van de betreffende speler niet op. Niet elke speler zal immers het eerste elftal van v.v. Sliedrecht kunnen halen. Het streven is om ook minimaal 2 senioren selectieteam te hebben, die vooral ex-jeugdspelers in de gelederen hebben. Op dit moment zijn dat het 2e en 3e team van v.v. Sliedrecht. Het is wel noodzakelijk dat hier dan ook echt spelersmateriaal voor is: van alle spelers in een 2e en 3e elftal moet gedacht kunnen worden dat zij mogelijk in de nabije toekomst het 1e / 2e elftal nog kunnen halen, afhankelijk van hun ontwikkeling. Hiervoor is ook het elftal onder-23 belangrijk. Talentvolle (ex)-jeugdspelers van 1e/2e/3e en A1 kunnen zich op een andere wijze ontwikkelen dan binnen hun eigen team. Bijvoorbeeld alleen al door een andere verantwoordelijkheid (spelers 1e) en voetballen met betere spelers (spelers A1). Volledige medewerking van alle selectietrainers en een vaste begeleiding zijn 2 belangrijke voorwaarden voor de continuïteit van dit team.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
-8-
Vaste speelwijze als rode draad Een basisformatie en speelwijze is geen wet van Meden en Perzen: het is dus niet zo dat elke wedstrijd op dezelfde manier gevoetbald moet worden. Het geeft echter wel richtlijnen zoals v.v. Sliedrecht het graag wil zien. Wanneer dit enkele seizoenen wordt volgehouden, zullen zowel spelers als trainers steeds beter bekend worden met de speelwijze, welke kan worden onderscheiden in die voor elftallen en die voor zeventallen. Elftallen (A-D) In de jeugd dienen in ieder geval de selectieteams, en bij voorkeur ook de recreatieteams, volgens een vast systeem te spelen. Binnen termijn van een aantal seizoenen moet dit systeem in principe 1:3:4:3 zijn. Dit gegeven past uitstekend binnen een belangrijk uitgangspunt van het jeugdvoetbal: er moet worden gespeeld om te winnen, en niet om niet te verliezen. De speelwijze bij balbezit en balbezit tegenstander is te complex om in detail weer te geven, er kan echter aangegeven worden dat we bij balbezit vanuit 1.4.3.3 overgaan naar 1.3.4.3 en bij balbezit tegenstander pressie spelen daar waar het kan. Het leren 1 op 1 spelen is voor jeugd zeer belangrijk, omdat in alle linies veel van spelers verwacht mag worden en mentaliteit/tactisch vermogen vereist is. Indien pressievoetbal door omstandigheden niet mogelijk is, dan moet de speelwijze collectief worden aangepast gedurende gedeelten van de wedstrijd of mogelijk zelfs gedurende vrijwel de gehele wedstrijd. In het geval dat het een tijdelijke terugval van het team tijdens de wedstrijd betreft, waardoor het initiatief verloren dreigt te gaan, zal het tijdelijk spelen op balbezit en de bal rond laten gaan benadrukt moeten worden. Door middel hiervan kan het initiatief worden teruggewonnen om van daaruit weer over te gaan naar pressievoetbal. In geval er tegen veel sterkere tegenstanders geen pressie kan worden toegepast, doch dat men zelf onder druk wordt gezet, zal er collectief vanuit de verdediging aangevallen moeten worden (countervoetbal). De rode draad qua speelwijze is bij v.v. Sliedrecht aldus minimaal herkenbaar aan: • Het spelen met drie spitsen, waaronder twee vleugelspitsen; • Het inschuiven van de vrije man en eventueel doorschuiven centrale middenvelder; • Opkomende vleugelverdedigers die zich inschakelen bij de opbouw; • Bij balverlies zo vroeg mogelijk (voorin) beginnen te verdedigen. Zeventallen (E en F) In de jeugd dienen in ieder geval de selectieteams, en bij voorkeur ook de recreatieteams, volgens een vast systeem te spelen. Binnen termijn van een aantal seizoenen moet dit systeem in principe 1:2:1:2:1 zijn. Dit gegeven past uitstekend binnen een belangrijk uitgangspunt van het jeugdvoetbal: er moet worden gespeeld om te winnen, en niet om niet te verliezen. De speelwijze bij balbezit en balbezit tegenstander word hieronder in taken en functies per positie weergegeven.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
-9-
Formatie balbezit
Centrale aanvaller 6
Vleugelaanvaller 7
Vleugelaanvaller 5
Centrale verdediger 3
Vleugelverdediger 4
Vleugelverdediger 2
Doelverdediger 1
Taken en Functies: Doelverdediger(1): • Positie kiezen t.o.v. de verdedigers • Voortzetting d.m.v. rollen, werpen, passen of trappen • Fungeren als centrale opbouwer (vliegende keep) Vleugelverdedigers (2, 4): • Positie kiezen (uit elkaar, veld groot maken) • Aanspelen van de aanvallers • Wanneer er ruimte is, zelf met de bal naar voren dribbelen/drijven • Meedoen met de aanval Centrale verdediger (3): • Positie kiezen (tussen aanvallers en vleugelverdedigers in) • Aanspelen van de aanvallers of verdedigers die meedoen met de aanval • Wanneer er ruimte is, zelf met de bal naar voren dribbelen/drijven • Meedoen met de aanval
• Doelpogingen, indien de gelegenheid zich voordoet Vleugelaanvallers (5, 7): • Positie kiezen t.o.v. de verdedigers (veld lang maken) • Met de bal zo snel mogelijk richting doel: alleen of maatje aanspelen die vrij baan heeft richting doel • Zelf voor het doel positie kiezen (aanspeelbaar zijn om te kunnen scoren) • Doelpogingen Centrale aanvaller (6): • Zo diep mogelijk positie kiezen (veld zo lang maken, dat je nog met een pass bereikbaar bent) • Doelpogingen (individuele acties of via combinatie met maatjes) • Doelgericht zijn.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 10 -
Formatie balbezit tegenstander
Taken en Functies: Doelverdediger(1): • Doelpunten voorkomen • Positie kiezen t.o.v. de bal, tegenstanders en medespelers
Vleugelaanvaller 7
Vleugelaanvaller 5
Centrale aanvaller 6
Vleugelverdediger 4
Vleugelverdediger 2
Centrale verdediger 3
Doelverdediger 1
Vleugelverdedigers (2, 4): • Niet laten uitspelen, voorkomen van doelpunten • Dekken van de aanvallers van de tegenpartij • Teammaatjes helpen (rugdekking) • Bal afpakken Centrale verdediger (3): • Niet laten uitspelen, voorkomen van doelpunten • Dekken centrale aanvaller • Teammaatjes helpen (rugdekking) • Veld klein maken • Bal afpakken
Vleugelaanvallers (5, 7): • Storen van de opbouw van de tegenstander • Bal afpakken • Teammaatjes helpen, (rugdekking) • Veld klein maken • Niet laten uitspelen Centrale aanvaller (6): • Dekken van de centrale verdediger van de tegenpartij • Storen van de opbouw van de tegenstander, voorkomen dieptepass • Bal afpakken • Teammaatjes helpen (rugdekking) • Veld klein maken • Niet laten uitspelen
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 11 -
Wedstrijdgericht trainen De training van een jeugdteam is meer dan het bezig houden van de spelers. De eerstkomende wedstrijd is belangrijk, maar de ontwikkeling op langere termijn is de basis voor structureel succes. Uiteindelijk wil je als trainer dat iedere speler beter wordt en het team beter gaat functioneren. De voorbereiding van de training is een absolute must. Welke oefeningen ga je doen, waarom, hoe, hoe lang, welk materiaal is beschikbaar, etc.? Allemaal vragen die vooraf duidelijk moeten zijn. De inhoud is dan bekend en alle aandacht kan naar de spelers.
Vanzelfsprekend ligt de focus bij iedere leeftijdsgroep anders. F-pupillen moeten maar met twee dingen bezig zijn: balvaardigheid en beweeglijkheid. Bij de E-tjes komt er al een beetje tactiek bij, het winnen van de wedstrijd is hier nog steeds ondergeschikt!! De D-pupillen en C-junioren kunnen daarnaast ook mentaal getraind worden (best wel lastig). Vanaf een jaar of 15 kan pas conditie, kracht en snelheid verder worden ontwikkeld en kan de training uit de vier elementen van bovenstaand model © worden opgebouwd.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 12 -
De weerstand speelt een grote rol. Te weinig weerstand betekent nagenoeg geen ontwikkeling, te veel weerstand is slecht voor het zelfvertrouwen. Zoek de balans in het plezier wat de spelers hebben bij het uitvoeren van de oefeningen. Wedstrijd gericht trainen = veel partijspelletjes (1:1; 2:2; 4:4; 7:7 etc.) waarbij de ene keer de nadruk kan worden gelegd op de individuele actie en de andere keer bijvoorbeeld als team zo lang mogelijk balbezit houden. Wel altijd het veld uitzetten met pionnen en hesjes uitdelen. Hieronder worden de belangrijkste eisen opgesomd waaraan elke voetbaltraining bij v.v. Sliedrecht moet voldoen: • Voetbaleigen bedoelingen: doelpunten maken en voorkomen, doelgerichtheid, spelen om te winnen, terwijl winnen voor de trainer niet het belangrijkste is. • Veel herhalingen: veel beurten, geen lange wachttijden, goede organisatie, voldoende materialen. • Rekening houden met de groep qua leeftijd, vaardigheid en beleving. Goede arbeidsrust-verhouding. • Juiste coaching: de trainer beïnvloedt spelers door situatieve en begeleidende coaching, het vraag-en-antwoordspel, en door het juiste voorbeeld te (laten) geven. • De spelers moeten gestimuleerd worden om zo veel mogelijk thuis te oefenen • De trainers moeten verstandig om kunnen gaan met de voetbalweerstanden: bal, medespeler, tegenstander, spelregels, doelgerichtheid, spanning, tijd, ruimte. • Actieve inbreng spelers: vraag- en antwoordspel. (Open vragen) • Winnaarsmentaliteit kweken
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 13 -
Trainingsopbouw In de traingingsopbouw binnen het opleidingsplan moet een duidelijke lijn aanwezig zijn specifiek gericht op de leeftijdsgroepen. De kenmerken per leeftijdsgroep zijn als bijlage A toegevoegd aan dit document. Onderstaand model laat zien waar de accenten moeten liggen, met vanzelfsprekend de nadruk op ontwikkeling van de technische vaardigheden.
Trainingsopbouw van F > A 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
10 10
20
40 30 E
Fysiek
20
Mentaliteit
20
50
40
15
30 35
60
F
Coordinatie Techniek Tactiek Mentaliteit Fysiek
5
20
30 30 20
20
20
D
C
Tactiek 40 Techniek
10
10 10
B
A
Coordinatie
tikspelletjes > > > > > specifieke looptraining balvaardigheid > > > > > pass- en trapvormen in patronen bal afpakken > > > > > positioneel verdedigen wil om te winnen > > > > > wil om te verbeteren beweegelijkheid > > > > > krachttraining
Het model trainingsopbouw F > A is de kapstok voor alle trainingsvormen. Alle jeugdtrainers binnen de v.v. Sliedrecht moeten bewust bezig zijn met het beter maken van de individuele spelers, dit zal zeker ook een positief effect hebben op de teamprestatie. Voorbereiding van de trainingen is essentieel om een goede training te kunnen geven. De dia’s op de volgende pagina’s zijn hierin een leidraad. Daarnaast zijn er speciale trainingsvoorbereidingsformulieren van de KNVB beschikbaar. De vraag naar oefenstof kan meestal niet gestild worden en hiervoor zal door de Technisch Jeugd Coordinator initiatieven worden genomen (trainingen, database, etc.), maar de 1e voorwaarde is dat de jeugdtrainer de passie voor het voetbal kan overbrengen. Wees enthousiast, moedig je spelers aan, geef complimenten, stel vragen = zie onderdeel coaching.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 14 -
De Training
herhaling = herkenbaar = verbetering
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 15 -
Coaching Regelmatig hoor je jeugdtrainers roepen "overspelen", "niet pingelen" en dan ook nog negatief reageren als de pass niet aankomt. Gelukkig zijn er ook trainers die voor de wedstrijd vragen om mooie acties en combinaties te maken. Dus de keuze aan de spelers zelf laten. Natuurlijk is dit erg moeilijk (ook op latere leeftijd), maar het maken van fouten hoort bij de ontwikkeling van de jonge voetballer. Daarnaast is zelfvertrouwen de belangrijkste voorwaarde. Dit bereik je niet met geschreeuw langs de zijlijn, want kinderen gaan echt niet beter voetballen door onophoudelijke kritiek. Stel vragen waarom ze een bepaalde keuze maken, laat ze zelf nadenken over een andere oplossing. Spelers hebben in een team een specifieke positie en verschillende taken. Om in een wedstrijd goed te kunnen presteren dient het team afspraken te maken over hoe zij aanvallen, verdedigen en omschakelen. Alle teams moeten een wedstrijdbespreking houden met als basis uitgangspunten de speelwijze, opstelling, motivatie en gewenste gedrag t.a.v. medespelers, tegenstanders, scheidsrechter. Ook een nabespreking van de wedstrijd is noodzakelijk voor de ontwikkeling van de spelers. Het moment hiervoor moet door de trainer bepaald worden (na de wedstrijd kan, maar in ieder geval voor het begin de eerstvolgende training. Spelers geven hun reacties t.a.v. de wedstrijd, daarna neemt de trainer het woord en leidt de bespreking, hoe is het spel verlopen? (waar en waarom liepen dingen goed of fout). Voetballen lijkt eenvoudig, maar is eigenlijk best wel moeilijk. Medespelers, tegenstander en richting van de bal zorgen er voor dat de spelsituatie telkens verandert. Geen enkele aanval is precies hetzelfde. Maar dit maakt voetbal juist ook de mooiste sport die er bestaat. Het betekent wel dat spelers zelf keuzes moeten maken en goed moeten kunnen samenwerken. Als coach van een team is het dus belangrijk dat je het maken van de juiste keuzes begeleidt en ontwikkelt. De spelers moeten de verantwoordelijkheid nemen voor wat ze doen in het veld. De basis is dat de coach zijn boodschap duidelijk overbrengt. Het taalgebruik van coach moet concreet zijn. Meer initiatief nemen, agressief zijn in duels, dominant spelen, scherp zijn …... Dit zijn uitspraken van coaches langs de lijn of in de wedstrijdbespreking die betrekking hebben op het gedrag, mentaliteit van spelers. Maar begrijpen de spelers wel wat de coach precies bedoelt? Deze uitspraken zijn niet concreet en niet specifiek. De speler heeft hier niet zoveel aan, want als hij/zij het vertaalt naar: met z’n allen naar voren, overtredingen maken, veel roepen om de bal, de scheidsrechter op z’n fouten wijzen ….. dan bereik je het tegenovergestelde. De vraag voor de speler blijft: Wat moet ik precies doen? Wat wordt van mij verwacht?
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 16 -
Stap twee is dat de coach niet de instructies geeft, maar spelers zelf keuzes laat maken in de wedstrijd, leren hoe hij/zij zelf situaties kan oplossen. Dit leerproces wordt gestimuleerd door de situatie te coachen en niet de oplossing te geven. Op deze manier maak je de speler onmiddellijk bewust van zijn omgeving, van zijn keuze en wat de andere (wellicht betere) opties waren. Situatie 1: De keeper van de C speelt een bal 2x breed terwijl hij hem beter diep naar de spits had kunnen spelen. Coaching fout: Diep kijken, de spits inspelen! Coaching goed: Houd overzicht, waar staat de spits? Situatie 2: De keeper staat te ver voor zijn doel. Het was beter geweest om op doel te schieten. Coaching fout: Schiet op doel! Coaching goed: Waar is de keeper? De coach stimuleert hiermee het speloverzicht, concentreren, denken en doen. De derde stap is gebaseerd op: eerst kijken naar jezelf en dan pas naar een ander. Je kent ze wel de spelers die altijd in discussie gaan. Veel trainers hebben hier moeite mee. Toch is dit niet perse negatief. Het duidt op betrokkenheid en een eigen mening. ‘Ja maar’ is echter ook verantwoordelijkheid afschuiven en niet meer naar jezelf kijken. Voor teamsporters is zo'n houding niet gewenst. Het ontwikkelen van meer verantwoordelijkheidsgevoel doe je door vragend te coachen. Situatie 1: De verdediging speelt de spits niet in. De spits komt hierdoor nauwelijks aan de bal. Coaching fout: Tegen de spits roepen: Je moet om de bal vragen. Coaching goed: Wat kun jij doen om de verdediging te helpen? Situatie 2: De spits reageert: Ik krijg geen bal van die verdediging. Coaching fout: Tegen de spits roepen: Je moet om de bal vragen. Coaching goed: Wat ga je doen om aan de bal te komen? Als je als coach bewust omgaat met de drie stappen, die in de praktijk vanzelfsprekend in elkaar overlopen, dan zal je zien dat de spelers zich sneller ontwikkelen.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 17 -
Tenslotte De noodzaak om het leren voetballen af te stemmen op de ontwikkeling van het kind is ook te vinden in diverse publicaties. Daarin wordt de ontwikkeling van spelers ook gekoppeld aan het plezier beleven. Een voorwaarde voor een goede jeugdopleiding is dat wordt ingespeeld op individuele verschillen tussen kinderen en ruimte wordt geboden om ook zelfstandig te kunnen handelen. Daaraan voorbij gaan kan bij veel spelers het spelplezier en de motivatie om te voetballen ernstig ondermijnen. Het feit dat een trainer er is voor de spelers en niet andersom, kan dan ook niet vaak genoeg worden herhaald. In het voorgaande is aangegeven waarop dit jeugdopleidingsplan is gebaseerd en wat de uitgangspunten zijn bij het leren voetballen van jeugdspelers. Als onderstaande vragen volmondig met ja kunnen worden beantwoord, is sprake van een goede leersituatie. Deze vragen kunnen in veel situaties, zowel bij trainingen als bij wedstrijden, worden gesteld. 1. Wordt het voetbalspel gespeeld? Kan er worden gescoord, is er sprake van verdedigen en aanvallen? 2. Wordt het spel (beter) geleerd? Zijn spelers beter geworden in aanvallen, verdedigen en/of omschakelen? 3. Wordt er plezier beleefd aan het spel? Vinden de spelers het leuk, zijn ze enthousiast en betrokken? Het is aan degenen die verantwoordelijk zijn voor de jeugdopleiding binnen v.v. Sliedrecht om de visie in de praktijk te brengen. Dat zou moeten blijken uit de mate waarin de club in de jeugdopleiding rekening houden met de ontwikkeling van kinderen. Wanneer deze gerichtheid ontbreekt, worden trainingen voor jeugdvoetballers al gauw een kopie van de trainingen voor volwassenen. Veel plezier met de mooiste sport die er bestaat.
Technisch Jeugd Coördinator Voetbalvereniging Sliedrecht Hanno van den Herik
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 18 -
Bijlage A Kenmerken per leeftijdsgroep F-jeugd Leeftijdskenmerken • Snel afgeleid • Speels en individueel gericht, kan nog niet samenspelen en de belangrijkste weerstand is die van de bal. • Winnen is niet belangrijk, maar wordt hooguit belangrijk gemaakt door de begeleiding • Zeer beweeglijk en lenig Algemene doelstellingen • Het plezier in voetballen krijgen, behouden en vergroten. • Het ontwikkelen van het balgevoel, het beheersen van de bal., veel acties maken, bewegingen inslijpen. • Wennen aan het voetballen door veel met de bal te spelen. • De baas worden over de bal : • balgevoel creëren • dribbelen • richtingsgevoel leren • nauwkeurigheid (mikken) • balsnelheid (bal zacht of hard schieten) • aan- en meenemen van de bal • Veel balcontacten (de bal is eerst nog ‘doel’ op zich, en niet slechts een middel !). • Ontwikkelen van de techniek. • Bij voorkeur geen vaste keeper (uitzonderingen daar gelaten, indien een kind een uitgesproken voorkeur heeft). Iedere speler moet ervaring opdoen met keepen, en als er echte interesse is, zal dat vooral in de E-groep blijken. E-jeugd Leeftijdskenmerken • Beginnen met samenspelen. • Zien al wie goed kan voetballen en wie minder. • Vinden winnen belangrijker dan F-pupillen, maar de begeleiding moet hier nog steeds behoudend in zijn. • Ideale leeftijd om de technische basisvaardigheden te leren. • Begrijpen al iets van vrijlopen en dekken. Algemene doelstellingen • Het plezier in voetballen vergroten. • Het verder ontwikkelen van het balgevoel, het beheersen van de bal. • Wennen aan het voetballen door veel met de bal te spelen. • Het verbeteren van de technische vaardigheden (zie onder)
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 19 -
• Keepers kunnen enthousiast gemaakt worden voor het keepersvak. In de training moet vooral aandacht zijn voor de basistechnieken van oprapen, onderhands en bovenhands vangen, en diverse vormen van werpen.. D-jeugd Leeftijdskenmerken • Wil zich meten met anderen. • Kan in teamverband een doel nastreven. • Het toepassen en verbeteren van de vaardigheden, gekoppeld aan het spelinzicht in het spel. • Beheerst de eigen bewegingen en is bewust zijn prestaties op te vijzelen. • Ideale lichaamsbouw om technische vaardigheden te leren en te verbeteren. Algemene doelstellingen De technische rijping en het ontwikkelen van het inzicht in het herkennen van de spelbedoelingen en algemene uitgangspunten in de drie hoofdmomenten staat centraal. De technische vaardigheden moeten dus geoptimaliseerd worden. Bij balbezit tegenpartij moeten de D-spelers van v.v. Sliedrecht de globale teamfuncties van verdedigen kennen en kunnen uitvoeren. Bij balbezit moeten de D-spelers van v.v. Sliedrecht de globale teamfuncties van opbouwen en aanvallen kennen en kunnen uitvoeren. C-jeugd Leeftijdskenmerken • Verandering en bewustwording van eigen lichaam leidt tot geestelijke en maatschappelijke spanningen, motivatiegebrek en een kritische instelling tegenover gezag. • Behoefte aan vaste afspraken. • Weinig gevoelig voor moraliserende gesprekken, met name in groepsverband. De trainer benadert een conflict vooral in een persoonlijk individueel gesprek. • Bij voortdurende belasting gevaar voor spieraanhechtingen. Mogelijk begin groeispurt. • Ondanks de vaak ontbrekende leergierigheid blijft de reeds geleerde motorische vaardigheid behouden, ook al vermindert deze tijdelijk. Algemene doelstellingen De wedstrijd wordt als middel gebruikt teneinde het verder ontwikkelen van inzicht in en het herkennen van spelbedoelingen en algemene uitgangspunten in de hoofdmomenten balbezit en balbezit tegenpartij. Bij balbezit staat centraal: de uitgewerkte teamfuncties bij opbouwen, aanvallen en scoren. Bij balbezit tegenpartij staat centraal: storen, afschermen opbouw tegenstander, vastzetten, afjagen, en knijpen. Tot en met de D-pupillen hebben de spelers vooral de techniek getraind. Nu moeten de spelers zich er ook van bewust worden dat het voetballen meer met het hoofd dan met de benen gespeeld kan worden.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 20 -
B-jeugd Leeftijdskenmerken • Typische puberale verschijnselen zoals lusteloosheid , onredelijkheid en humeurigheid komen bij deze leeftijdsgroep voor. • Toch vindt men winnen zeer belangrijk. • Het optreden / doorzetten van een groeispurt , kan tijdelijke gevolgen hebben in de zin van verminderde controle over de ledematen. • De B-junior moet leren alle acties in belang van het team en van het resultaat te stellen. • Een soms te fanatieke houding heeft ermee te maken dat hij op zoek is naar zijn eigen grenzen. Algemene doelstellingen • Er is meer aandacht voor het rendement van de taakuitvoering door een speler. • Wie is geschikt voor welke positie en taak: de speler moet beginnen zich te specialiseren. • De spelers moeten de beginselen leren van verschillende speelwijzen en basisformaties, in relatie tot die van de tegenstander. • In het algemeen wordt er een hogere handelingssnelheid gevraagd dan in de Cgroep. De trainer vraagt dit door de juiste accenten te leggen in partij- en positiespelen. A jeugd Leeftijdskenmerken • Op deze leeftijd ontstaat een bepaalde mate van geestelijke stabiliteit. • Onrust maakt plaats voor een wat beheerster optreden. • Ook fysiek meer stabiliteit , beheerste vaardigheden komen versterkt terug indien in de B jeugd periode goed gewerkt is. • Spelers hebben meer oog voor eigen prestaties en ook voor die van hun teamgenoten. streven naar medeverantwoording. • Verdere wedstrijdrijpheid is nu een kwestie van veel trainen en het opdoen van de nodige wedstrijdervaring. • Sommige A-spelers zitten in de eindfase van het voortgezet onderwijs, sommige studeren al, en weer anderen werken mogelijk al. Algemene doelstellingen • Inzichtelijke rijping en ontwikkelen van de competitie: optimale rijpheid voor ‘topvoetbal’. • Leren winnen van de wedstrijd: taaktraining per positie, leren wat er in de verschillende taken gevraagd wordt, specialist worden. • Leren om als individu en linie in dienst van teamprestatie te spelen. • Gewenning aan het seniorenvoetbal gaat nu een belangrijke rol spelen.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 21 -
Bijlage B Aandachtspunten bij diverse trainingsvormen Dribbelen en drijven * bal zowel links / rechts als binnen- / buitenkant voet raken * opkijken (niet alleen naar de bal) * al dan niet onder weerstand * met schijnbewegingen * bij dribbelen: -tegenspelers opzoeken en uitspelen -bal kort aan de voet houden, veel balcontacten * bij drijven: -bal vooruit spelen, maar binnen bereik houden -rechtlijnig of met richtingsveranderingen Passen en trappen * binnenkant van voet: nauwkeurig, korte afstanden, snel spel -raakvlak is binnenkant van voet tussen wreef en enkel -standbeen naar speelrichting gericht, been niet te ver naast bal -bovenlichaam iets over bal gebogen * wreeftrap: hoge balsnelheid, langere afstanden, schoten op doel -raakvlak is de wreef -standbeen naar speelrichting gericht, been niet te ver LET ALTIJD OP DE naast bal TECHNISCHE UITVOERING -iets schuine aanloop -pass door de lucht door 'achterover-hangen' -na de pass doorzwaaien met speelbeen * let op balsnelheid Aan- en meenemen van de bal * met alle lichaamsdelen * over de grond en uit de lucht * vanuit stand en in beweging * met (kwart en halve) draai * met tegenstander (weerstand) * aandachtspunten: -in de bal komen -lichaam achter de bal houden -naar de bal blijven kijken Jongleren * met alle lichaamsdelen * zowel met links als met rechts * wedstrijdelement (jezelf verbeteren, beste in groep) * vanaf 'junioren': -met verplaatsingen, -met meerdere spelers
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 22 -
Koppen * ogen open bij raken van de bal * bal midden op voorhoofd raken * hele lichaam gebruiken (niet alleen hoofd) * lichaam moet 'spanboog' zijn * armen en benen zorgen voor balans * aanspannen van nek- en halsspieren Duel * partijtjes 1:1 (met of zonder doeltje / pion) * duel in de lucht (kopduel) * duel om de bal * aanvallend: -tegenstander opzoeken (niet ontwijken) -gebruik van schijnbewegingen -actie durven maken * verdedigend: -goed gebruik maken van lichaam -wanneer gepasseerd: tackle of sliding inzetten Combineren * met tweeën (1-2 combinatie) * met meerdere medespelers * als afwerkoefening: -met twee of meerdere aanvallers -al dan niet met verdedigers (weerstand) -zonder bal buitenom ('achterlangs') gaan -met (schijn-) overname
LET ALTIJD OP DE TECHNISCHE UITVOERING
Positiespelen * bij pupillen 'lummelen': 6:2, 5:2, 4:1 * bij junioren opbouw in moeilijkheid (6:3, 5:3, 4:2, 3:2, 3:1, 2:1) * met meerdere vakken (verplaatsen van spel) * als afwerkoefening (volledige weerstand) Partijspelen * 1:1 t/m 7:7 * met numerieke meerder- of minderheid * altijd in afgebakende ruimte * veldafmetingen afhankelijk van spelersaantal en intentie van training * scoringsmogelijkheden (o.a.): -in doel (diverse afmetingen) -door dribbel over achterlijn (lijnvoetbal) -door raken of omtrappen van pion * al dan niet met keepers * uitgaande van bepaalde opstelling * 'vrij spel' of met opdrachten
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 23 -
Bijlage C Keeperstraining Voor een keeper is het belangrijk dat hij / zij: * actief wordt betrokken bij de groepstraining van zijn/ haar team * individuele training krijgt om specifieke vaardigheden te oefenen * aandacht krijgt voor zijn / haar zelfvertrouwen, durf en brutaliteit Daarom dient de training van de doelverdediger gesplitst te worden in: * individuele training (specifieke keeperstraining) * training met de groep Aandacht dient geschonken te worden aan: * sterke punten: onderhouden en verbeteren * zwakke punten: verbeteren Een goede keeperstraining is hoofzakelijk gebaseerd op een van de drie aspecten: techniek, tactiek en conditie of een combinatie hiervan. Daarnaast is het aanleren van veelvuldig en op een goede manier leiding geven tijdens de wedstrijd belangrijk. In de diverse oefenvormen van de training dienen deze aspecten terug te komen. Hieronder staan enkele aandachtspunten omschreven: Werken aan techniek: - vangen - (uit)werpen - (uit)trappen - stompen - vallen, rollen, opstaan - oppakken van de bal - voetenwerk - springen (in relatie tot vangen, pakken en stompen) - werken met diverse soorten ballen - bodemgewenning - voorkomen van angst en krampachtigheid
LET ALTIJD OP DE TECHNISCHE UITVOERING
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 24 -
Werken aan tactiek: - opbouwend spel: meevoetballen (links en rechts), uittrappen, uitwerpen, aanwijzingen geven (vanuit de 3 hoofdmomenten) - verdedigend spel: opstelling en verdediging organiseren (vanuit de 3 hoofdmomenten) - inzicht hebben in het spel - coaching - goede opstelling, timing Werken aan conditie: - kracht - snelheid - vaardigheid - reactie - durf - doorzettingsvermogen In onderstaand overzicht, gebaseerd op het Jeugdkeeperstraining-leerplan van Frans Hoek, wordt per leeftijdscategorie (D t/m A) uiteengezet aan welke onderdelen aandacht besteed kan worden. Doelverdedigers F-groep Bij de F-jeugd moeten de oefeningen spelenderwijs worden uitgevoerd, vooral niet te serieus. - rollende ballen oprapen; - traptechniek vanaf de grond en uit de handen; - vangtechniek buikhhoogte, borsthoogte en boven het hoofd. - Afrollen links/rechts - Coordinatie; lopen, draaien en keren, vangen ( oog / hand ) - Coachen - Tweebenig meevoetballen E-groep Bij de E-jeugd moeten de oefeningen spelenderwijs worden uitgevoerd, vooral niet te serieus. - vangtechnieken; - rollende ballen oprapen links en rechts; - traptechniek, van de grond, dropkick en uit de handen; - gooitechniek, strekworp en rolworp; - stomptechniek, links en rechts en met 2 vuisten tegelijk. - Afrollen links/rechts - Coordinatie; lopen, draaien en keren, vangen ( oog / hand ) - Coachen - Tweebenig meevoetballen
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 25 -
D-groep De oefenstof is gelijk aan die van de E-groep. De oefeningen kunnen bij deze groep worden geïntensiveerd. - zie E-groep; - valtechniek. C-groep Bij de C-groep kan de moeilijkheidsgraad worden opgevoerd tot een matig niveau. - zie D-groep; - eenvoudige reactie; - hoge ballen plukken, waarbij geroepen dient te worden; - valtechniek; - Leiding geven aan de achterhoede - sprongkrachtoefeningen met en zonder bal; - opstelling keeper in diverse spelsituaties bijvoorbeeld hoekschop, vrije trap, opstelling "muurtje" enzovoort B-groep Bij de B-groep kan de moeilijkheidsgraad worden opgevoerd tot een redelijk niveau. - zie C-groep; A-groep Bij de A-groep kan de moeilijkheidsgraad worden opgevoerd tot een hoog niveau. - zie C-groep; - leiding geven aan de achterhoede.
“Ontwikkeling door Passie & Techniek”
- 26 -