Verzenddatum:
Ontwerp Omgevingsvergunning
Burgemeester en Wethouders hebben op 15 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een 50KV station. De aanvraag gaat over het perceel Oudelandsedijk 73 te Middelharnis, kadastraal bekend: sectie B, nummer 0128. De aanvraag is geregistreerd onder nummer UV2011 0062. Besluit Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: 1. Activiteit Bouwen Het bouwen van een 50kV station 2. Activiteit Planologisch strijdig gebruik Het bouwen van een 50kV station Onderdeel van het ontwerp besluit vormen: 1. en 2. Activiteiten verlenen middels afwijking van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.10 lid 1 onder a en c en artikel 2.12, lid 1a onder 3 van de Wabo. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is beoordeeld voor de activiteit bouwen aan het bestemmingsplan “Buitengebied”, de welstandsnota, het bouwbesluit en bouwverordening. Voorts is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat uw aanvraag niet voldoet, maar dat wij uw aanvraag afwijkend verlenen. Overige bijgevoegde documenten De volgende documenten zijn als gewaarmerkte stukken bijgevoegd, met de datum van dit besluit: 1. A1 tekening, nummer BE-1.01, onderdeel “Plattegronden”; 2. A1 tekening, nummer BE-1.02, onderdeel “Plattegronden”; 3. A1 tekening, nummer BE-2.01, onderdeel “Doorsneden”; 4. A1 tekening, nummer BE-3.01, onderdeel “Gevels”; 5. A4 boekwerk, nummer BE-4.01, onderdeel “Detailboek”; 6. A4 blad, kleur- en materiaalstaat; 7. A2 tekening, nummer C-001, onderdeel “Situatie”; 8. A1 tekening, nummer C-002, onderdeel “Dwarsprofielen terrein”; 9. A1 tekening, nummer C-003, onderdeel “Plattegronden en doorsneden”; 10. A1 tekening, nummer C-004, onderdeel “Doorsneden en details”; 11. A2 tekening, nummer C-005, onderdeel “Terreinindeling bestaande situatie”; 12. A2 tekening, nummer C-006, onderdeel “Terreinindeling nieuwe situatie”; 13. A2 tekening, nummer C-007, onderdeel “Riolering bestaande situatie”;
14. A2 tekening, nummer C-008, onderdeel “Riolering nieuwe situatie”; 15. A1 tekening, nummer C-010, onderdeel “Palenplan”; 16. A4 boekwerk, nummer 20101031-C-101, onderdeel “Gewichtsberekening”; 17. A4 boekwerk, nummer 20101031-C-102, onderdeel “Sterkteberekening”; 18. A4 boekwerk, nummer 04P000252-adv-01, onderdeel “Funderingsadvies”; 19. A4 boekwerk, onderdeel “Ruimtelijke onderbouwing d.d. 14 juni 2011”; 20. A4 boekwerk, onderdeel “Sectorale onderzoeken bij ruimtelijke onderbouwing”; 21. A4 boekwerk, nummer MIH-1411, onderdeel “Landschappelijke inpassing”; 22. A4 boekwerk, versie 14 januari 2011, Bestemmingsplan “Buitengebied”; 23. A0 tekening, versie 14 januari 20011, kaart 5 bestemmingsplan “Buitengebied” Beroepsclausule Tegen het besluit kan binnen zes weken na bekendmaking beroep worden aangetekend. Het beroepsschrift moet in tweevoud worden ingediend bij de Rechtbank Rotterdam, postbus 50951 3007 BM te Rotterdam. De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een beroepschrift is verstreken. Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Hebben u of derde belanghebbenden er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, postbus 50951 3007 BM te Rotterdam. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Middelharnis, namens dezen, de coördinator Ruimtelijke Ontwikkeling / Bouw- & Woningtoezicht,
mr. J. den Braber.
Inhoudsopgave De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning, verleend op [datum besluit] aan Stedin Netbeheer B.V., Rochussenstraat 200 3015 EK Rotterdam, voor het project het bouwen van een 50KV station op het perceel Oudelandsedijk 73 te Middelharnis.
1. Procedureel
4.
2. Overwegingen
5.
3. Voorschriften
7.
Bijlagen 1. A1 tekening, nummer BE-1.01, onderdeel “Plattegronden”; 2. A1 tekening, nummer BE-1.02, onderdeel “Plattegronden”; 3. A1 tekening, nummer BE-2.01, onderdeel “Doorsneden”; 4. A1 tekening, nummer BE-3.01, onderdeel “Gevels”; 5. A4 boekwerk, nummer BE-4.01, onderdeel “Detailboek”; 6. A4 blad, kleur- en materiaalstaat; 7. A2 tekening, nummer C-001, onderdeel “Situatie”; 8. A1 tekening, nummer C-002, onderdeel “Dwarsprofielen terrein”; 9. A1 tekening, nummer C-003, onderdeel “Plattegronden en doorsneden”; 10. A1 tekening, nummer C-004, onderdeel “Doorsneden en details”; 11. A2 tekening, nummer C-005, onderdeel “Terreinindeling bestaande situatie”; 12. A2 tekening, nummer C-006, onderdeel “Terreinindeling nieuwe situatie”; 13. A2 tekening, nummer C-007, onderdeel “Riolering bestaande situatie”; 14. A2 tekening, nummer C-008, onderdeel “Riolering nieuwe situatie”; 15. A1 tekening, nummer C-010, onderdeel “Palenplan”; 16. A4 boekwerk, nummer 20101031-C-101, onderdeel “Gewichtsberekening”; 17. A4 boekwerk, nummer 20101031-C-102, onderdeel “Sterkteberekening”; 18. A4 boekwerk, nummer 04P000252-adv-01, onderdeel “Funderingsadvies”; 19. A4 boekwerk, onderdeel “Ruimtelijke onderbouwing d.d. 14 juni 2011”; 20. A4 boekwerk, onderdeel “Sectorale onderzoeken bij ruimtelijke onderbouwing”; 21. A4 boekwerk, nummer MIH-1411, onderdeel “Landschappelijke inpassing”; 22. A4 boekwerk, versie 14 januari 2011, Bestemmingsplan “Buitengebied”; 23. A0 tekening, versie 14 januari 20011, kaart 5 bestemmingsplan “Buitengebied”
1.
Procedureel
Ter inzage legging Tussen [datum start ter inzage legging] en [datum einde ter inzage legging] heeft een ontwerp van de deze beschikking ter inzage gelegen en zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is [wel / geen] gebruik gemaakt. Samengevat betreft het de volgende zienswijze(n): [samenvatting zienswijzen]. Over deze zienswijzen merken wij het volgende op: [reactie op zienswijze(n)]. Advies, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen Op grond van artikel 2.27 Wabo wijst het Bor of een bijzondere wet categorieën van gevallen aanwijzen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Omdat het hier een geval betreft als vermeld in artikel 2.12 lid 1a onder 3, wordt de omgevingsvergunning niet verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Op 7 juli 2011 [beoogde besluitdatum] hebben wij van de Gemeenteraad Middelharnis een verklaring ontvangen waaruit blijkt dat er geen bedenkingen zijn tegen het verlenen van de gevraagde vergunning.
2.
Overwegingen
Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Het bouwen van een 50kV station Bij het nemen van het besluit hebben wij het volgende overwogen: Bestemmingsplan Het gevraagde valt binnen het bestemmingsplan “Buitengebied”. De betreffende gronden zijn bestemd voor “Nutsvoorzieningen” met de nadere aanduiding “hoogspanningsverdeelstation”. Gronden met deze bestemming zijn bedoeld voor bouwwerken ten dienste van de voornoemde bestemming, waarbij een maximum bebouwingspercentage geldt van 5% van het opgenomen bouwvlak. Binnen het bouwvlak geldt een maximale goothoogte van 4 meter. Het bouwvlak heeft een oppervlakte van 11.083 m², wat resulteert in een maximale bebouwing van 554,15 m². Momenteel staat er al een tranformatorstation op het perceel met een oppervlakte van 295,82 m². Het nu gevraagde 50 kV station heeft een oppervlakte van 403,24 m², wat resulteert in een gezamenlijke bebouwing van 699,1 m². Het maximum bebouwd oppervlak wordt hier dus ruimschoots overschreden. Het gevraagde station heeft een goothoogte van deels 6,14 en deels 8,4 meter, wat het maximum tevens ruim overschrijdt. De aanvraag is wegens het overschrijden van het maximum bebouwd oppervlak en de maximale goothoogte in strijd met de voorschriften van het geldende bestemmingsplan. Nieuw bestemmingsplan Momenteel is er een herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied” in voorbereiding. In de herziening hebben de betreffende gronden de bestemming “Bedrijf - Nutsvoorziening” met de specifieke vorm van bedrijf “Transformatorstation”. Gronden met deze bestemming zijn bedoeld voor een 150 kV transformatorstation, alsmede bedrijfsactiviteiten ten behoeve van bestaande nutsvoorzieningen en nutsvoorzieningen in milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van risicovolle inrichtingen, horeca, detailhandel, geluidzoneringplichtige inrichtingen en bedrijfswoningen. Binnen het bouwvlak geldt een maximaal bebouwingspercentage van 14%. Tevens geldt er een maximale goothoogte van 6 meter en 8,5 meter binnen een specifieke locatie binnen het bouwvlak. Het bouwvlak heeft ook in deze opzet een oppervlakte van 11.083 m², wat resulteert in een maximale bebouwing van 1.219,3 m². De gezamenlijke bebouwing zoals hiervoor berekend overschrijdt dit maximum niet. Het gevraagde station valt exact binnen de specifieke locatie van het bouwvlak waar een maximale goothoogte is vastgesteld van 8,5 meter. Het maximum wordt niet overschreden. Het gevraagde is geheel in overeenstemming met de in voorbereiding zijnde herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied”. Welstand Voor de welstandstoetsing is de aanvraag ter beoordeling voorgelegd aan de welstandsgedelegeerde. De welstandsgedelegeerde deelt mee dat het gevraagde, mede gelet op het uitvoerig vooroverleg, voldoet aan de van toepassing zijnde criteria van de nota en redelijke eisen van welstand. Bouwbesluit De aanvraag is in overeenstemming met de van toepassing zijnde voorschriften van het bouwbesluit.
Brandweer De aanvraag is voor toetsing aan de brandweertechnische voorschriften ter beoordeling voorgelegd aan de plantoetsafdeling van Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond. Deze heeft nog enkele opmerkingen ten behoeve van de nood- en transparantverlichtingsinstallatie, de plaatsing van brandblussers in het pand en de situatie van een opstelplek op het terrein. Betreffende deze punten zijn als voorwaarden in de omgevingsvergunning opgenomen. De aanvraag voldoet hiermee aan de van toepassing zijnde brandweertechnische voorschriften. Milieu Voor het gevraagde transformatorstation is met betrekking tot de activiteit milieu geen omgevingsvergunning noodzakelijk. Echter dient wel een melding op grond van het Besluit Algemene Regels Inrichtingen Milieubeheer te worden ingediend. Uit navraag bij het ISGO blijkt dat deze melding op 8 juli 2008 al is ontvangen ter voorbereiding op de bouwaanvraag. Een aanhoudingsplicht is bij deze aanvraag dus niet van toepassing. Bodem Uit navraag bij het is ISGO blijkt het volgende. Behalve het dempen van enkele sloten zijn er geen gegevens bekend over vervuiling. Er hoeft dus geen nader verkennend bodemonderzoek te worden overlegd. De vergunning kan wat betreft dit aspect zonder meer worden verleend. Ruimtelijke afweging Vanwege de strijdigheid met het bestemmingsplan kan de omgevingsvergunning alleen worden verleend indien dat niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Ter beoordeling is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, welke is opgenomen in bijlage 19: “Ruimtelijke onderbouwing d.d. 14 juni 2011”. Geconcludeerd is dat de aanvraag niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Overeenkomst Om te voorkomen dat de nieuwbouw een te grote inbreuk op het open landschap heeft, is door Hollandschap een groenplan opgesteld. Het ontwerp van het groenplan zorgt voor een goede landschappelijke inpassing van het geheel. Om af te kunnen dwingen dat het groenplan ook daadwerkelijk uitgevoerd zal worden, is in een anterieure overeenkomst, ondertekend op [datum ondertekening], de uitvoering ervan door middel van een boetebeding vastgelegd. Daarnaast is ook risico op planschade in de overeenkomst afgewenst op de aanvrager.
3.
Voorschriften
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: Het bouwen van een 50kV station 1. Met de werkzaamheden mag niet worden begonnen, alvorens bouw- en woningtoezicht hiervan in kennis is gesteld. Dit dient tenminste 2 dagen vóór de aanvang van de werkzaamheden te geschieden; 2. De rooilijnen, peilhoogte en/of bebouwingsgrenzen moeten door het bouwtoezicht worden aangegeven. Hiervoor dient minimaal 2 werkdagen vooraf een afspraak te worden gemaakt; 3. Het bouwtoezicht moet ten minste 1 dag voor de aanvang van de heiwerkzaamheden in kennis worden gesteld; 4. Het bouwtoezicht moet ten minste 1 dag voor het storten van beton in kennis worden gesteld; 5. Een bouwwerk moet, alvorens dit in gebruik wordt genomen, worden gereed gemeld bij het bouwtoezicht; 6. Van de openbare weg mag geen gebruik worden gemaakt voor het plaatsen van bouwmaterialen, tenzij hiervoor afzonderlijk vergunning is verleend; 7. Het bouwterrein moet door een doeltreffende afscheiding zijn afgescheiden; 8. Van de goedgekeurde tekening mag niet worden afgeweken; 9. Voor met de bouw wordt aangevangen moet een bouwveiligheidsplan worden overgelegd; 10. Uit het bouwafval moet chemisch afval worden gescheiden en worden afgevoerd naar een verwerkingsinrichting die bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen; 11. Bouwafval, met uitzondering van chemisch afval, moet worden afgevoerd naar een inrichting die over een afvalstoffenwetvergunning beschikt; 12. Indien bij de nieuwbouw op de locatie grond vrijkomt dienen de hergebruikmogelijkheden hiervan te worden bepaald conform de in het Bouwstoffenbesluit gestelde eisen. Bij hergebruik dient eerst te worden overlegd met de afdeling Bodem van het ISGO. Voor transport en afgifte van de grond en overige secundaire grondstoffen van het perceel naar een daarvoor geschikte stortplaats, verwerkingsbedrijf of hergebruiklocatie is paragraaf 4.3.3. van de Provinciale Milieuverordening van toepassing (o.a. begeleidingsbrief, meldings- en registratieverplichting); 13. Eventueel aanvulmateriaal dient schoon en gecertificeerd te zijn. Wanneer men hiervan wil afwijken dient eveneens contact te worden opgenomen met het ISGO;
14. Bij het open water dient een opstelplek te worden gecreëerd voor een brandweer voertuig. Deze opstelplek moet voldoen aan de volgende voorwaarden: a. totale afstand tussen het water en de opstelplaats is maximaal 8 meter; b. verticale afstand tussen het water en de opstelplaats is maximaal 5 meter; c. Breedte van 4 meter; d. Lengte van 10 meter; e. Bestand tegen een asbelasting van 10 ton en een totaal gewicht van 15 ton; 15. Ter voorkoming van afkaveling dient in het water bij de opstel plek een betonnen ring (rioleringsbuis) te worden geplaatst waardoor een vereiste waterdiepte van 110-120 cm wordt gegarandeerd; 16. Voor het bestrijden van brand moet het gebouw, gelet op artikel 2.4.2 van het Gebruiksbesluit, zijn voorzien van draagbare blustoestellen conform de NEN 4001 (uitgave april 2006). Het type blusapparaat is afhankelijk van de aard van de brand. Er kan het best een keuze gemaakt worden uit onderstaande types; Sproeischuimblusser algemeen, meest gangbaar Poederblusser brandbare vloeistoffen en gassen Koolzuursneeuwblusser (CO2) elektrische apparatuur en brandbare vloeistoffen Het draagbaar blustoestel moet een inhoud hebben van ten minste 6kg. Het onderhoud dient te gebeuren conform NEN 2559 en de REOB voorschriften, waarbij de keurdatum nimmer met meer dan 12 maanden overschreden mag worden; 17. In de onderstaande ruimtes met de bijbehorende vluchtwegen moet een decentrale nood- en transparantverlichtingsinstallatie, conform het gestelde in de laatste versie van NEN 1010 zijn aangebracht (Bouwbesluit artikel 2.59): a. Kelder 2; b. Secundaire ruimte; 18. Met de op tekening in rood aangebrachte correctie(s) wordt benadrukt op welke wijze wordt voldaan aan de bouwregelgeving; bedoelde aanwijzingen dienen in acht te worden genomen; 19. Met betrekking tot het gebruik van bouwwerken uit oogpunt van brandveiligheid zijn de artikelen in het Gebruiksbesluit van toepassing; 20. Met betrekking tot brandweertechnische voorwaarden kunt u zich wenden tot de heer A.G. Stevens, telefoonnummer 0181 677768;