ONTWERP-AKTE VAN LEVERING
Heden, de verschenen voor mij, **, notaris ter standplaats **: 1. wonende te volgens zijn/haar verklaring optredende als gevolmachtigde van **, ** van de Regionale directie Domeinen ** te **, geboren te ** op **, (on)gehuwd, identiteitsbewijs: rijbewijs, nummer: **, die bij het verstrekken van deze last en volmacht handelde namens de STAAT DER NEDERLANDEN, hierna te noemen de Staat, kantoorhoudende te **, **straat ** (postadres: postbus **, postcode **), hiertoe bevoegd op grond van het Organisatie- en mandaatbesluit dienst Domeinen. Van welke volmacht blijkt uit een onderhandse akte van volmacht, die aan deze minute is gehecht.
2. wonende te volgens zijn/haar verklaring optredende als gevolmachtigde van ** geboren te ** op **, (on)gehuwd, identiteitsbewijs: rijbewijs, nummer: **, die deze volmacht verstrekt in zijn hoedanigheid van hoofd Grondzaken in de regio **, gelet op het bepaalde in het besluit van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de dato drie april tweeduizend (Staatscourant 2000, 69) laatstelijk gewijzigd bij besluit de dato achttien april tweeduizend drie van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Staatscourant 2003, 77) en gelet op het bepaalde in het besluit van drie en twintig februari tweeduizend vijf (Staatscourant 2005, 39) van de directeur van het Bureau, de publiekrechtelijke rechtspersoon BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, gevestigd te ‘s Gravenhage en kantoorhoudende Herman Gorterstraat 5, 3511 EW Utrecht (postadres: Postbus 20030, 3502 LA Utrecht), rechtsgeldig vertegenwoordigende. Van welke volmacht blijkt uit een onderhandse akte van volmacht, die aan deze minute is gehecht. 3. wonende te volgens zijn/haar verklaring optredende als gevolmachtigde van: ** Van welke volmacht blijkt uit een onderhandse akte van volmacht, die aan deze minute is gehecht.
De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden en overwogen dat de Staat der Nederlanden, hierna te noemen de Staat, en de publiekrechtelijke rechtspersoon Bureau Beheer Landbouwgronden, hierna te noemen BBL zijn overeengekomen dat de Staat op grond van de opdrachtbrief tot uitvoering van het Project Ontwikkeling Militaire Terreinen van de Directeur-generaal Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Directeur Dienst Landelijk Gebied van 24 maart 2005, kenmerk DN.2005/594, de na te melden onroerende zaak om niet in eigendom zal overdragen aan BBL; dat BBL zijn recht op levering op de na te melden onroerende zaak in het openbaar heeft verkocht aan **, hierna te noemen Koper;
Akte van Levering
2
dat de afgelopen decennia de na te melden onroerende zaak door het ministerie van Defensie in gebruik is geweest, en in samenwerking met Staatsbosbeheer is beheerd, als militair oefenterrein; dat de ontwatering en beplanting van de na te melden onroerende zaak de afgelopen decennia is aangepast aan de functie van militair oefenterrein; dat de na te melden onroerende zaak thans een natuurbestemming krijgt; dat de ontwatering en beplanting wordt aangepast aan deze nieuwe bestemming door op een aantal plaatsen de opslag van bomen en struiken te verwijderen, zodat er sprake kan zijn van een, in Nederland zeldzaam, nat heide gebied; dat op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau de bijzondere natuur(historische) waarde en de bijzondere natuurpotenties van de na te melden onroerende zaak worden onderkend en van groot belang is dat het terrein voor publiek openbaar toegankelijk blijft; dat BBL voor het veiligstellen, herstellen en verder ontwikkelen van deze bijzondere natuurwaarden en natuurpotenties een Natuurherstelplan heeft geschreven dat Koper dient te volgen; dat Koper de wens heeft de langjarige beleidsdoelen van de provincie en de Staat ten aanzien van na te melden onroerende zaak maximaal te dienen en overeenkomstig het hierna te noemen Natuurherstelplan te beheren; dat zij in verband hiermee het volgende overeenkomen:
I. Verkoop recht op levering BBL heeft in het openbaar verkocht aan Koper, die in het openbaar heeft gekocht het recht op levering op de na te melden onroerende zaak.
II. Overeenkomst tot levering Naar aanleiding van de onder I genoemde verkoop en koop, draagt de Staat, met instemming van BBL, vervolgens in eigendom over aan Koper die van de Staat in eigendom aanvaardt: het voormalige schietterrein Gorsselse Heide, bestaande uit de onder en bovengrondse infrastructuur, 24 meter mitrailleurbaan en 100 meter geweerpoortbaan met kogelvangers, wegen en ondergrond, evenals onder- en aanliggende gronden, en verdere onroerende aanhorigheden, gelegen ten noordoosten van het dorp Eefde, begrensd door de openbare zandwegen Elzerdijk, Reeverdijk, Deventerdijk en de Gerrit Slagmanstraat in de gemeente Lochem, geheel groot ongeveer 99.50.56 hectare, uitmakende de gehele percelen kadastraal bekend gemeente Almen, sectie A, nummers 225, 227, 239, 390, 391, 392, 627, 628, 629, 630 en 916, groot achtereenvolgens 3.84.00, 0.24.50, 012.00, 0.06.10, 0.13.10, 0.65.71, 3.63.10, 0.06.70, 88.58.59, 1.89.20 en 0.27.56 hectare, plaatselijk bekend als Reeverdijk 7, 7211 LX te Eefde, hierna ook te noemen het verkochte.
Conformiteit: Koper zal het verkochte gebruiken voor het (laten) realiseren en in stand houden van een openbaar toegankelijk natuurgebied, niet bestemd voor bebouwing. Ten aanzien van het gebruik van het verkochte heeft de Staat het volgende medegedeeld: - hem is niet bekend dat dit gebruik op publiek- of privaatrechtelijke gronden niet is toegestaan.
Akte van Levering
3
Aankomsttitel: Het verkochte is door de Staat verkregen krachtens titels die ouder zijn dan dertig jaar, voor wat betreft de percelen kadastraal bekend gemeente Almen, sectie A, nummers 225, 239, 390, 391, 392, 627, 628, 629 en 630 door inschrijving op 10 juni 1893 in register 4, deel 568, nummer 38, van de openbare registers voor registergoederen (voormalige bewaring te Zutphen) van een afschrift van een akte van koop en verkoop, op 6 juni 1893 verleden te Zutphen en voor wat betreft de nummers 227, 629, 630 en 916 door inschrijving op 11 februari 1893 in register 4, deel 566, nummer 2, van de openbare registers voor registergoederen (voormalige bewaring te Zutphen) van een afschrift van een akte van koop en verkoop, aktenummer A 42, op 12 mei 1892 verleden te Zutphen, Het is de Staat noch BBL bekend dat er terugkooprechten op het verkochte rusten.
Koopprijs: 1. Deze koop en verkoop heeft plaatsgevonden voor de prijs van ** euro (€-**), exclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting, welk bedrag door Koper is voldaan door storting op rekening van de notaris, voor welk bedrag BBL bij deze kwijting verleent. 2. De zakelijke belastingen en lasten zullen worden verrekend op datum voldoening van de koopprijs.
Bepalingen: De volgende bepalingen zijn van toepassing op deze overeenkomst:
Artikel 1. Leveringsplicht 1. De Staat levert de eigendom van het verkochte: a. onvoorwaardelijk; b. niet bezwaard met beslagen of hypotheken of met inschrijvingen daarvan; c. niet bezwaard met kwalitatieve verplichtingen en/of kettingbedingen anders dan in deze akte vermeld; d. niet bezwaard met beperkte rechten behoudens erfdienstbaarheden, van welke de aan de Staat bekende hierna zullen worden vermeld. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 15, lid 1 Boek 7 Burgerlijk Wetboek gaan alle bijzondere lasten en beperkingen, ook de lasten en beperkingen die niet in deze akte zijn vermeld, heden over op Koper, die deze uitdrukkelijk aanvaardt.
Artikel 2. Afwijking verkochte Indien de hiervoor vermelde grootte van het verkochte en/of de verdere omschrijving daarvan niet juist of niet volledig is, ontlenen de Staat, BBL noch Koper daaraan rechten.
Artikel 3. Aanvaarding Het verkochte wordt aanvaard in de feitelijke staat, waarin het zich heden bevindt, geheel ontruimd, vrij van huur of pacht of ander(e) gebruiksrecht(en). Het voortgezet gebruik van de Staat als zorgvuldig schuldenaar vanaf voormeld tijdstip tot aan het tijdstip van feitelijke levering wordt geacht, behoudens wijzigingen als gevolg van de door de Staat en/of BBL eventueel nog af te ronden en/of aan te vangen werkzaamheden in het kader van sanering en/of het Natuurherstelplan Gorsselse Heide, geen wijziging te hebben gebracht in de staat van het verkochte.
Akte van Levering
4
Artikel 4. Feitelijke levering, risico, baten en lasten De feitelijke levering van het verkochte vindt plaats terstond na de ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip komen de baten Koper ten goede, zijn de lasten voor zijn rekening en draagt hij -behoudens het bepaalde in artikel 8- het risico van het verkochte. De onroerende zaakbelastingen doch uitsluitend die wegens zakelijk genotsrecht (OZB eigenarenbelasting) en alle andere zakelijke belastingen en lasten welke met betrekking tot het verkochte worden geheven, zijn met ingang van heden voor rekening van Koper, ongeacht aan wie de aanslag wordt opgelegd.
Artikel 5. Titelbewijzen/bescheiden De op het verkochte betrekking hebbende titelbewijzen en bescheiden als bedoeld in artikel 9 Boek 7 Burgerlijk Wetboek zijn, voor zover de Staat deze in zijn bezit had, aan Koper afgegeven.
Artikel 6. Bevoegdheid de Staat a. De Staat is bevoegd tot levering van het verkochte. b. Op het verkochte rusten geen andere dan de gebruikelijke zakelijke lasten, waarvan de verschenen termijnen zijn voldaan.
Artikel 7.
Overname van verplichtingen met betrekking tot leidingen, buizen, kabels en dergelijke
Voor zover in het verkochte andere dan de in deze akte vermelde leidingen, buizen en/of kabels aanwezig zijn, verklaart Koper de daarmee verband houdende verplichtingen van de Staat over te nemen, zich te verbinden deze na te komen en de Staat en BBL te vrijwaren voor iedere vordering te dier zake.
Artikel 8. Bodemverontreiniging Met betrekking tot het risico van bodemverontreiniging in het verkochte komen Koper en de Staat en BBL, ten dele in afwijking van het hiervoor in artikel 4 bepaalde omtrent het risico van het verkochte, het navolgende overeen. 1. Van bodemverontreiniging is sprake indien zich op en/of in de bodem van het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten gelet op de streefwaarden vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2006, Stcrt. 2006, 83 behorende bij de Wet bodembescherming, de stand van de wetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. 2. Er is bodemonderzoek verricht naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in het verkochte door specifiek gekwalificeerde en van partijen onafhankelijke instellingen. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in rapporten van Ecolyse, d.d. 1988, rapportnummer -, CSO Adviesbureau voor Milieuonderzoek, d.d. april 1992, rapportnummer GOR.B02.10, Heidemij Reststoffen, d.d. augustus 1992, rapportnummer 292/92009, Ingenieursbureau BMC Bodemconsult, respectievelijk d.d. oktober 1998, rapportnummer 980430, en d.d. november 1998, rapportnummer 980511, Tauw b.v., respectievelijk d.d. december 1998, rapportnummer R002-3690245D, d.d. februari 2004, rapportnummer R001-4304898DTLD01-D, en d.d. december 2004, rapportnummer R001-4336181DTL-snv-V01-NL, en De Klinker Milieu Adviesbureau, respectievelijk d.d. mei 2003, rapportnummer 021008GG.010, en d.d. juli 2003, rapportnummer 030513GG.510. Partijen verklaren in het bezit te zijn van deze rapporten. Uit voormelde rapporten blijkt dat de bodem bij de 25 meter mitrailleurbaan en 100 meter geweerpoortbaan op specifieke punten is verontreinigd met antimoon, koper en lood en dat bij de 100 meter geweerpoortbaan sprake is van verontreiniging van het grondwater met antimoon. De Staat en BBL verwijzen naar deze onderzoeksrapporten voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn
Akte van Levering
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
5
van bodemverontreiniging in het verkochte. De Staat en BBL zijn niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat het verkochte enige verontreiniging bevat, dan zijn vermeld in voormelde rapporten. In de beschikking van het bevoegd gezag Wet bodembescherming de dato 5 september 2006, besluit nummer 2006 – 008385 is vastgesteld dat de bodem bij de 25-metermitrailleurbaan en de 100-meter-geweerpoortbaan ernstig verontreinigd is en tevens dat er zodanige risico’s zijn dat er met spoed moet worden gesaneerd. De Staat zal de geconstateerde verontreiniging saneren overeenkomstig het door het bevoegd gezag goedgekeurde saneringsplan, de dato 21 december 2005, projectnummer 4364641, tot aan het niveau/de functie extensief gebruik (openbaar) groen (bodemgebruikswaarde BGW II). Na de uitvoering van de sanering wordt een evaluatierapport en nazorgplan opgesteld. Beide partijen krijgen een exemplaar van het saneringsplan, het evaluatierapport en het nazorgplan. Partijen gaan ervan uit dat geen verdere sanering noodzakelijk is. Het is de Koper bekend dat de in de hierboven bedoelde rapporten geconstateerde verontreiniging gebruiksbeperkingen met zich mee kunnen brengen en maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem nodig zijn. De Koper accepteert deze gebruiksbeperkingen en de verplichting tot het nemen van nazorgmaatregelen die geen aanleiding hebben gegeven de koopsom te verlagen. Koper zal de Staat en/of BBL niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in het verkochte, dan wel tot vergoeding van de kosten ten gevolge van bodemverontreiniging, voor zover deze uit voormelde rapporten blijkt. De kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van de Staat indien blijkt dat, in afwijking van bovenbedoelde aanname, ten tijde van deze overdracht toch verontreiniging in het verkochte aanwezig is, waarover de Staat Koper verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van Koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in het verkochte sprake is van een partijen ten tijde van deze overdracht niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door Koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht in het verkochte aanwezig was en ook onder de bij de ondertekening van deze akte geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, zal die bodemverontreiniging door of in opdracht van de Staat worden gesaneerd, waarbij zal worden gesaneerd tot waarden die overeenkomen met de functie “extensief gebruik (openbaar) groen” (bodemgebruikswaarde BGW II). Indien Koper bovendien aannemelijk maakt dat in het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van zodanige risico’s dat met spoed moet worden gesaneerd, dan komen de kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van de Staat. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 7 komen de kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van deze akte voor rekening van Koper indien na tien jaar of langer zal blijken van een partijen ten tijde van de overdracht in het verkochte onbekende verontreiniging. Voor de in lid 4 genoemde sanering evenals ingeval de in lid 7 bedoelde sanering noodzakelijk is, gedoogt Koper de sanering en alle ter beoordeling van de Staat daarmee verband houdende werken op, alsmede de toegang tot het verkochte, tot het moment waarop het bevoegd gezag heeft verklaard dat de sanering overeenkomstig het saneringsplan is uitgevoerd en voltooid.
Akte van Levering
Artikel 9.
6
Erfdienstbaarheden, kwalitatieve bedingen en/of bijzondere verplichtingen
Het is de Staat noch BBL bekend dat er op het verkochte erfdienstbaarheden, kwalitatieve bedingen en/of bijzondere verplichtingen rusten.
Artikel 10. Monument Het is de Staat noch BBL bekend dat het verkochte is aangewezen als Monument in de zin van de Monumentenwet 1988.
Artikel 11. Archeologische vondsten 1. Koper verklaart er mee bekend te zijn dat, conform het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) de bodemverstoorder verplicht is tot onderzoek naar eventueel aanwezige archeologische waarden in de grond. Koper neemt de eventueel hieraan verbonden (onderzoeks-) kosten voor zijn rekening, zonder dat de Staat en/ of BBL bijdraagt in de kosten daarvan. 2. Het is de Staat noch BBL bekend dat zich in het verkochte archeologische waarden bevinden.
Artikel 12. Verplichtingen aan eigendommen van derden. De overdracht van het verkochte vindt plaats met inbegrip van alle rechten en verplichtingen die samenhangen met het verkochte. Koper verplicht zich om onderhoudsverplichtingen aan wegen, bermen, sloten en dergelijke, die nu voor rekening van de Staat komen en die samenhangen met het verkochte, ook als de desbetreffende wegen en dergelijke geen eigendom zijn van de Staat, over te nemen, zich te verbinden deze na te komen en de Staat en BBL te vrijwaren voor iedere vordering te dier zake. Verplichtingen met betrekking tot waterlopen zijn meestal niet vastgelegd, maar worden op basis van de betreffende keur door de aangelanden verricht. Verplichtingen aan wegen zijn gebaseerd op de wegenleggers van de betrokken gemeenten, danwel op het gegeven dat het beheer van de wegen gedurende meer dan 10 jaar door de Staat werd verricht. De Staat verplicht zich alle informatie aan Koper te leveren. Indien na drie maanden na ondertekening van deze akte nieuwe feiten blijken, zijn eventueel hieraan verbonden kosten voor rekening van de Staat.
Artikel 13. Munitie en Explosieven Met betrekking tot het risico van munitie en explosieven in het verkochte wordt het volgende bepaald: 1. Koper verklaart ermee bekend te zijn dat zich in het verkochte explosieven en/of munitie kunnen bevinden. 2. De explosieven en/of munitie kunnen als gevolg van oorlogshandelingen en hieraan gerelateerde handelingen (bijvoorbeeld kavelvernietiging) en/of als gevolg van oefenhandelingen (bijvoorbeeld door het gebruik van handgranaat- en mortierbanen) in of op het verkochte zijn geraakt. 3. De (eventuele) aanwezigheid van explosieven en/of munitie geeft geen aanleiding tot financiële compensatie van de zijde van de Staat en/of BBL. 4. Koper neemt ingaande heden het risico van en de aansprakelijkheid voor de aanwezigheid van alle - zowel bekende als onbekende – explosieven en/of munitie in, op en/of aan het verkochte van de Staat over en vrijwaart de Staat en BBL voor iedere vordering te dier zake. 5. Koper verklaart ermee bekend te zijn dat de Staat en/of BBL als verkoper niet bijdraagt in de kosten van verwijdering van explosieven en/of munitie, voorzover uit het bepaalde in lid 9 van dit artikel niet anders voortvloeit. 6. In verband met het bepaalde in lid 5 van dit artikel verklaart Koper, enkel en alleen ten aanzien van explosieven en/of munitie die als gevolg van oorlogshandelingen in of op het verkochte aanwezig zijn, bekend te zijn met het huidige Bijdragebesluit kosten ruiming
Akte van Levering
7.
8.
9.
10.
11.
12.
7
explosieven Tweede Wereldoorlog van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (de uitvoering van deze regeling is in handen van de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). De Staat (Het Explosieven Opruimings Commando Koninklijke Landmacht van het ministerie van Defensie), heeft een vooronderzoek verricht naar de aanwezigheid van explosieven en munitie in het verkochte. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het Rapport van Vooronderzoek opgemaakt d.d. 23 juni 2006, werkorder EOD 20051162. Partijen verklaren beiden in het bezit te zijn van dit rapport en met de inhoud hiervan volledig op de hoogte te zijn. In het rapport wordt aanbevolen om een met coördinaten nader aangegeven gebeid af te laten zoeken naar brisant- en rookgranaten van 2 inch mortieren en om de noordzijde van de aarden wal van de granaatwerpbaan tegen pantserdoelen af te laten zoeken naar antitankbrisantgranaten. Nader detectieonderzoek op deze gebieden wordt door de Staat uitgevoerd. Partijen gaan er van uit dat de resultaten van het in lid 7 van dit artikel bedoelde vooronderzoek niet alleen beslissend zijn ten aanzien van de vraag of zich explosieven en/of munitie in het verkochte bevinden, maar ook ten aanzien van de vaststelling of er sprake is van munitie en/of explosieven als gevolg van oorlogshandelingen en/of oefenhandelingen. De Staat neemt de kosten van het vooronderzoek en nader detectieonderzoek door het hiervoor in lid 7 genoemde Explosieven Opruimings Commando, de tijdelijke beveiligingsmaatregelen en sanering, en ook de uitvoering van de sanering, van de uit oefenhandelingen afkomstige en uit het door de Staat uitgevoerde vooronderzoek en nader detectieonderzoek, als bedoeld in lid 7 van dit artikel, blijkende, explosieven en/of munitie voor zijn rekening. Koper gedoogt zonder schadevergoeding de sanering en alle ter beoordeling van de Staat daarmee verband houdende werken op, en ook de toegang tot het verkochte, tot het moment waarop de sanering overeenkomstig het in lid 7 van dit artikel bedoelde vooronderzoek en detectieonderzoek is uitgevoerd en voltooid. Na de uitvoering van de sanering wordt een evaluatierapport van de munitiesanering opgesteld. De partijen in deze akte krijgen een exemplaar van het evaluatierapport. Indien blijkt dat, in afwijking van de aanname in het in lid 7 van dit artikel bedoelde vooronderzoek, ten tijde van deze overdracht toch explosieven en/of munitie uit oefenhandelingen in het verkochte aanwezig zijn, komen de kosten van vooronderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van Koper. Koper zal de Staat en/of BBL niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken op aansprakelijkheid en tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van de in dit artikel bedoelde explosieven en munitie in, op en/of aan het verkochte, dan wel tot vergoeding van enige schade ten gevolge van deze explosieven en/of munitie.
Artikel 14. Eisen aan toekomstig beheer 1. Koper is verplicht het verkochte in te richten, in stand te houden en te beheren als openbaar toegankelijk natuurgebied, en wel op de wijze zoals nader omschreven in het Natuurherstelplan Gorsselse Heide juni 2008 van de Dienst Landelijk Gebied, welk Natuurherstelplan wordt geacht woordelijk te zijn opgenomen in deze akte en ervan deel uit te maken. De Koper verklaart dat hij een exemplaar van het Natuurherstelpan Gorsselse Heide juni 2008 heeft ontvangen voor het aangaan van de koopovereenkomst en dat hij de inhoud ervan kent en begrijpt. 2. Tot de uitvoering van het in lid 1 van dit artikel genoemde Natuurherstelplan moet de instandhouding van het verkochte ten minste geschieden in de toestand waarop het zich heden bevindt, zoals nader is vastgelegd in het proces verbaal van opneming van **(datum). Partijen verklaren in het bezit te zijn van een exemplaar van dit proces verbaal. Ter realisering van voornoemde Natuurherstelplan Gorsselse Heide is Koper verplicht, binnen drie jaren na datum ondertekening van deze akte, voor zijn rekening en risico uitvoer te geven aan alle handelingen met betrekking tot herinrichtings- en beheersmaatregelen die beschreven staan in het Natuurherstelplan, een en ander overeenkomstig het bestek van de Bosgroep Midden Nederland september 2008. De Koper verklaart dat hij een exemplaar van het bestek Bosgroep Midden Nederland
Akte van Levering
3.
4.
5.
6.
7.
8.
8
september 2008, heeft ontvangen voor het aangaan van de koopovereenkomst en dat hij de inhoud ervan kent en begrijpt. De uitvoering van deze werkzaamheden dient te geschieden door in deze herstelwerkzaamheden gespecialiseerde bedrijven, welke staan vermeld in het bestek. Van de in lid 2 van dit artikel genoemde termijn van drie jaren kan worden afgeweken als Koper hiertoe ten minste zes maanden voor het verstrijken van deze termijn een met gegronde redenen omkleed verzoek indient bij de Staat/BBL. De Staat/BBL kan op grond daarvan eenmalig uitstel van de in lid 2 genoemde termijn verlenen tot ten hoogste twee jaar. Ter realisering van voornoemde Natuurherstelplan zal Koper het verkochte inrichten en beheren als natuurterrein zoals is vastgelegd in het Gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland 2006. In het geval het Natuurherstelplan, het bestek en/of het Gebiedsplan Natuur en Landschap 2006 met elkaar in tegenspraak zijn, geldt de volgende rangorde, waarbij een eerder genoemd document prevaleert boven een daaronder geplaatste: 1. Het Natuurherstelplan Gorsselse Heide juni 2008; 2. Het bestek Bosgroep Midden Nederland september 2008; 3. Het Gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland 2006. Koper is verplicht, voor zover niet in strijd met het Natuurherstelplan, het verkochte ten minste 358 dagen per jaar kosteloos van zonsopgang tot zonsondergang voor publiek open te stellen, toegankelijk te houden en de openstelling kenbaar te maken door middel van borden. Behoudens de uit te voeren herinrichtings- en beheersmaatregelen op grond van het in lid 1 en 2 van dit artikel genoemde Natuurherstelplan en bestek, is het niet toegestaan het verkochte te ontwateren en/of sloten te graven in het verkochte. Het is Koper niet toegestaan nieuwe opstallen in het kader van beheer of om andere redenen op, over of in het verkochte te plaatsen, te stallen, aan te leggen of te behouden.
Artikel 15. Teruglevering 1. In geval Koper naar het oordeel van de Staat en/of BBL zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 14 ondanks behoorlijke aanzegging niet naar behoren nakomt, is hij verplicht het gekochte binnen zes maanden na daartoe door de Staat gedaan verzoek aan de Staat dan wel een door de Staat aan te wijzen derde te leveren en wel zo veel als mogelijk is in de oorspronkelijke staat, vrij van hypotheken, beslagen, huur, pacht of ander(e) gebruiksrecht(en) en tegen de koopsom als in deze akte vermeld. Over deze koopsom zal de Staat dan wel de door de Staat aangewezen derde geen rentevergoeding verschuldigd zijn, noch is de Staat dan wel de door de Staat aangewezen derde verplicht tot het vergoeden van eventueel door Koper aangebrachte verbeteringen. 2. Ingeval van niet-nakoming van het in het eerste lid bepaalde verbeurt Koper aan de Staat en/of BBL een onmiddellijk opeisbare boete ten bedrage van vijftienduizend euro (€ 15.000,--), welk bedrag zal worden verhoogd in verhouding tot de waardedaling van het geld, voor iedere dag die de overtreding voortduurt na de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden, onverminderd het recht van de Staat en/of BBL om nakoming en/of aanvullende schadevergoeding te vorderen.
Artikel 16. Vervreemdingsverbod 1. Behoudens het bepaalde in artikel 15 is Koper gedurende de eerste vijf jaren ingaande heden niet bevoegd het verkochte zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BBL geheel onder welke titel of benaming dan ook te vervreemden dan wel enigerlei verplichting aan te gaan welke de strekking heeft om het verkochte geheel te vervreemden. 2. Behoudens het bepaalde in artikel 15 is Koper niet bevoegd (een) gedeelte(n) van het verkochte zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BBL onder welke titel of benaming dan ook te vervreemden dan wel enigerlei verplichting aan te gaan welke de strekking heeft om het verkochte in delen te vervreemden. 3. Onder vervreemding van het verkochte wordt onder meer verstaan: juridische levering, verschaffen van de economische eigendom, verkoop, ruiling, huurkoop, schenking,
Akte van Levering
9
inbrengen in een rechtspersoon, een maatschap of enig ander samenwerkingsverband, overdracht van appartementsrechten en vestiging van beperkte rechten op het verkochte met uitzondering van hypotheek. 4. Ingeval van niet-nakoming van het in het eerste en tweede lid bepaalde verbeurt Koper aan BBL een onmiddellijk opeisbare boete ten bedrage van één miljoen euro (€ 1.000.000,--), onverminderd het recht van BBL om nakoming en/of aanvullende schadevergoeding te vorderen. 5. De in het eerste en tweede lid bedoelde toestemming moet worden aangevraagd bij de vertegenwoordiger van BBL, hiervoor in de comparitie onder 2 genoemd -of zijn opvolgeronder opgave van feiten of omstandigheden, onder toevoeging van stukken ter overtuiging, die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van het verzoek. 6. In geval de toestemming wordt verleend zal dit geschieden onder de verplichting voor Koper om het bepaalde in dit artikel aan de opvolgende verkrijger op te leggen, ten behoeve van BBL te bedingen en aan te nemen en in de notariële akte woordelijk te doen opnemen, zulks op verbeurte door Koper, indien hij verzuimt op te leggen, te bedingen en aan te nemen en/of te doen opnemen, van een onmiddellijk opeisbare boete, gelijk aan de boete, bedoeld in het vierde lid. Een afschrift van de notariële akte dient door Koper binnen één maand na dagtekening van de akte te worden toegezonden aan BBL.
Artikel 17. Bestemmingswijziging 1. Indien (een deel van) het verkochte binnen twintig jaren, ingaande heden, naar het oordeel van BBL een (financieel) hoogwaardiger bestemming krijgt dan natuur, is Koper aan BBL een meerprijs verschuldigd. 2. Koper dient BBL direct bij aangetekende brief te informeren indien een bestemmingswijziging van (een deel van) het verkochte aan de orde komt. 3. Voor het bepalen van de in lid 1 van dit artikel bedoelde meerprijs zal worden uitgegaan van het verschil tussen de door twee niet-ambtelijke deskundigen vast te stellen vrije marktwaarde en de koopsom van ** euro (€ **) per vierkante meter. Van de deskundigen wordt er één door Koper en één door BBL aangewezen. Aanwijzing van de deskundigen dient te geschieden binnen twee maanden na een daartoe door één van de partijen gedaan verzoek. Indien één van de partijen in gebreke blijft om binnen de gestelde termijn een deskundige aan te wijzen kan de meest gerede partij benoeming verzoeken aan de rechter binnen wiens ressort het verkochte ligt. 4. Komen de deskundigen tot een verschillend resultaat dan zal worden uitgegaan van de gemiddelde vrije marktwaarde. 5. De aan de taxatie verbonden kosten komen voor rekening van partijen, inhoudende dat zowel BBL als Koper zijn eigen taxateur zal betalen. 6. Als een bestemmingswijziging wordt gerealiseerd dient Koper de meerprijs aan BBL te betalen binnen twee maanden na een daartoe bij aangetekende brief gedaan verzoek. 7. Bij niet nakoming van de hiervoor vermelde verplichtingen verbeurt Koper, en bij het verleend zijn van een zakelijk genotsrecht, de gerechtigde tot het zakelijk genotsrecht, aan BBL een onmiddellijk opeisbare boete van vijf miljoen euro (€ 5.000.000,--) welk bedrag zal worden verhoogd in verhouding tot de waardedaling van het geld.
Artikel 18. Kwalitatieve verplichtingen 1. De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden de in de akte omschreven verplichtingen tot dulden of niet-doen, zoals genoemd in artikel 8, leden 6 en 10, artikel 13, leden 10 en 12 en artikel 14, leden 7 en 8 te vestigen als kwalitatieve verplichtingen in de zin van artikel 252 Boek 6 Burgerlijk Wetboek. 2. De onder lid 1 omschreven verplichtingen zullen overgaan op al degenen die het verkochte onder algemene of bijzondere titel verkrijgen. Zij die van Koper/rechthebbende een recht tot gebruik verkrijgen, zijn mede aan deze verplichtingen gebonden. Terzake van gemelde kwalitatieve verplichting wordt ten deze domicilie gekozen ten kantore van de Staat der Nederlanden, ** straat nr. ** te **.
Akte van Levering
10
Artikel 19. Kettingbeding Koper verbindt zich de in deze akte opgelegde verplichtingen zoals vermeld in de artikelen 11, 12, 14, 15 en 17, evenals de verklaringen en overwegingen zoals vermeld in de aanhef van deze akte, bij elke vervreemding in eigendom van het ingevolge deze akte ge- en verkochte of gedeelte daarvan, zo ook bij elke vestiging van een beperkt recht op het verkochte aan de nieuwe verkrijger in eigendom of beperkt recht op het verkochte, op te leggen, ten behoeve van de Staat dan wel BBL te bedingen en aan te nemen en om die bedingen, alsmede het in dit artikel bepaalde, in elke verdere akte van vervreemding in eigendom of vestiging casu quo vervreemding van een beperkt recht op het verkochte, woordelijk te doen opnemen, zulks op verbeurte voor Koper en iedere opvolgende verkrijger in eigendom of beperkt recht op het verkochte, die verzuimt te bedingen, op te leggen, aan te nemen of te doen opnemen, van een onmiddellijk opeisbare boete van vijf miljoen euro (€- 5.000.000,--), ten behoeve van de Staat dan wel BBL, welk bedrag wordt verhoogd in verhouding tot de waardedaling van het geld.
Artikel 20. Kosten De kosten van overdracht, waaronder begrepen het kadastraal recht, het opmaken van deze akte en het uitreiken van een afschrift daarvan, alsmede de kosten van het telefonisch overboeken van het door Koper verschuldigde bedrag, zijn voor rekening van Koper. De overdrachtsbelasting is voor rekening van Koper.
Artikel 21. Ontbinding Partijen doen over en weer afstand van de bevoegdheid om na overdracht op grond van het bepaalde in artikel 265 Boek 6 Burgerlijk Wetboek ontbinding van deze overeenkomst te verlangen.
Artikel 22. Woonplaatskeuze Voor de uitvoering van deze overeenkomst, ook voor fiscale gevolgen, kiezen partijen woonplaats ten kantore van mij, notaris, bewaarder van de minute van deze akte.
waarvan akte………………………………… voor ontwerp,