ONTWERPAKTE VAN LEVERING
Directie Vastgoed Regionale directie Zuid
Heden, de verschenen voor mij, notaris ter standplaats
Stationsplein 3 4811 BB Breda Postbus 2222 4800 CE Breda Nederland www.rvob.nl
1. de heer/mevrouw volgens zijn/haar verklaring optredende als gevolmachtigde van de heer drs. Cornelis Johannes Antonius Maria de Vetter, hoofd afdeling Verkoop van de Regionale directie Zuid van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf, Directie Vastgoed, geboren te Breda op zesentwintig maart negentienhonderd vierenzestig, gehuwd, legitimatie: rijbewijsnummer 3175166676, die bij het verstrekken van deze volmacht handelde namens de Staat der Nederlanden, hierna te noemen de Staat, kantoor houdende te Breda, Stationsplein 3, 4811 BB, hiertoe bevoegd op grond van het Organisatie- en mandaatbesluit Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf, Directie Vastgoed van 1 juli 2009, kenmerk DMN 2009/336 (Staatscourant 22 juli 2009, Nr. 11060), waarbij hij, volmachtgever, handelt namens de Minister van Financiën, van welke last en volmacht blijkt uit een onderhandse akte van volmacht van ********************, die aan deze minute is gehecht;
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
2. de heer/mevrouw handelend als schriftelijk gevolmachtigde, blijkens een aan deze akte vastgehechte onderhandse akte van volmacht, van de heer Petrus Christiaan Maria van Kleef, domicilie kiezende te 5037 DB Tilburg, Professor Cobbenhagenlaan 125, geboren te Lepelstraat op negen en twintig maart negentienhonderd drie en vijftig, identiteit vastgesteld aan de hand van een rijbewijs met het nummer 3332956904, afgegeven te Reimerswaal op één en twintig april tweeduizend zes, bij het verstrekken van de volmacht handelend in zijn hoedanigheid van plaatsvervangend hoofd Grondzaken in de regio Zuid ingevolge het bepaalde in het besluit - van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de dato drie april tweeduizend (Staatscourant 2000, 69) laatstelijk gewijzigd bij – besluit de dato achttien april tweeduizend drie van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Staatscourant 2003, 77) en gelet op het bepaalde in het besluit de dato drie en twintig februari tweeduizend vijf (Staatscourant 2005, 39) van de Directeur van het Bureau, de publiekrechtelijke rechtspersoon: Bureau Beheer Landbouwgronden, statutair gevestigd te ’s-Gravenhage, kantoor houdende te 5037 DB Tilburg, Professor Cobbenhagenlaan 125, (correspondentieadres: Postbus 1287 te 5004 BG Tilburg), rechtsgeldig vertegenwoordigende, hierna het Bureau Beheer Landbouwgronden ook genoemd: bureau of wederpartij, van welke volmacht blijkt uit een onderhandse akte van volmacht, die aan deze minute is gehecht. 3. Comparitie koper (door notaris nader in te vullen), van welke volmacht blijkt uit een onderhandse akte van volmacht, die aan deze minute is gehecht. De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden:
Pagina 1 van 15
dat de Staat der Nederlanden, hierna te noemen de Staat, en de publiekrechtelijke rechtspersoon Bureau Beheer Landbouwgronden, hierna te noemen BBL zijn overeengekomen dat de Staat op grond van de opdrachtbrief tot uitvoering van het Project Ontwikkeling Militaire Terreinen van de Directeur-generaal Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Directeur Dienst Landelijk Gebied van 24 maart 2005, kenmerk DN.2005/594, de na te melden onroerende zaak om niet in eigendom zal overdragen aan BBL;
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
dat BBL zijn recht op levering op de na te melden onroerende zaak in het openbaar heeft verkocht aan **************, hierna te noemen Koper; dat zij in verband hiermee het volgende overeenkomen: I.
Verkoop recht op levering BBL heeft in het openbaar verkocht aan Koper, die in het openbaar heeft gekocht het recht op levering op de na te melden onroerende za(a)k(en).
II. Overeenkomst tot levering Naar aanleiding van de onder I genoemde verkoop en koop, draagt de Staat, met instemming van BBL, vervolgens in eigendom over aan Koper die van de Staat in eigendom aanvaardt: Kavel A.: een natuurterrein, gelegen aan de Rustvenseweg 6 te 5375 KW Reek, kadastraal bekend gemeente Schaijk, sectie G, nummer 839, groot zeventien hectare eenenvijftig are vijfenveertig centiare (17.51.45 ha). (Opmerking: langs de noord- en zuidzijde van voornoemd natuurterrein liggen enkele smalle stroken grond (percelen Schaijk G nummer 836, 837 en 838), over de eigendomsoverdracht waarvan momenteel met de aanliggende eigenaren wordt onderhandeld. De percelen Schaijk G 837 en 838 zijn daarbij zonder recht of titel bij de aangrenzend eigenaar in gebruik. Mochten bedoelde onderhandelingen onverhoopt niet tot resultaat leiden dan kan het zo zijn dat bedoelde stroken grond bij de levering van het natuurterrein alsnog worden geacht daartoe te behoren, waardoor het te leveren terrein alsdan maximaal 4540 m2 groter kan worden.)
en/of Kavel B.: de vrijstaande, verhuurde, woning met, tuin, erf, ondergrond en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan de Rustvenseweg 8 te Reek, kadastraal bekend gemeente Schaijk, sectie G, nummer 833 groot negen are twintig centiare (0.09.20 ha). en/of Kavel C.: de vrijstaande, verhuurde, woning met, tuin, erf, ondergrond en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan de Rustvenseweg 10 te Reek, kadastraal bekend gemeente Schaijk, sectie G, nummer 834 groot negen are vijftien centiare (0.09.15 ha), hierna ook te noemen het verkochte.
Pagina 2 van 15
Conformiteit: Voor wat betreft kavel A.:
Koper zal het verkochte gebruiken als natuurgebied.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
Ten aanzien van het gebruik van het verkochte hebben de Staat en BBL het volgende medegedeeld: - hen is niet bekend dat dit gebruik op publiek- of privaatrechtelijke gronden niet is toegestaan. Voor wat betreft kavel B. en/of C.:
Koper zal het verkochte (laten) gebruiken voor woondoeleinden. Ten aanzien van het gebruik van het verkochte verklaart verkoper dat hem bekend is dat dit gebruik op publiek- of privaatrechtelijke grond niet is toegestaan. Het is koper bekend dat, gelet op de huidige planologische bestemming “militair terrein”, er geen woonbestemming rust op de woning (kavel B. en/of C.) respectievelijk op de tot de woning behorende grond. Verkoper is er mee bekend dat tussen de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te Tilburg en de provincie Noord-Brabant op 25 juni 2007 een overeenkomst genaamd “Samenwerkingsovereenkomst DLG - Provincie Sanering Voormalige Militaire Terreinen” werd gesloten. In die overeenkomst is, ten aanzien van woningen als de onderhavige, onder meer het volgende bepaald. De Provincie is bereid om medewerking te verlenen aan een bestemming tot woondoeleinden van dienstwoningen, als hiervoor bedoeld, mits deze dienstwoningen zijn gelegen aan en rechtstreeks toegankelijk zijn via de openbare weg en niet binnen op grond van milieuwetgeving toepasselijke hindercirkels van omliggende bedrijven zijn gelegen en ook overigens voldaan wordt aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de toepasselijke ruimtelijke kaders voortvloeiende uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening en andere publiekrechtelijke wet- en regelgeving. De Provincie zal zich inspannen om te bevorderen dat de betreffende gemeentebesturen ter zake de betrokken woningen tot de wijziging van de bestemming in woondoeleinden zullen overgaan. De hiervoor bedoelde (voormalige) dienstwoningen vallen overigens buiten het gemeentelijk woningbouwprogramma. Door de betrokken gemeente is aan de Staat in casu verkoper inmiddels voldoende bewijs verstrekt, waaruit blijkt, dat het in de rede ligt om de, tot de woning behorende, grond te bestemmen in een woonstemming. Aankomsttitel: Het verkochte is de Staat in eigendom krachtens titel(s) ouder dan twintig jaar. Koopprijs: De koopprijs bedraagt (voor kavel A. en/of B. en/of C.): Deze koop en verkoop heeft plaatsgevonden voor de prijs van ************ **************** EURO (€ *******,**), exclusief eventueel verschuldigde
Pagina 3 van 15
omzetbelasting, welk bedrag door Koper is voldaan door storting op rekening van de notaris, voor welk bedrag BBL bij deze kwijting verleent.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
Bepalingen: De volgende bepalingen zijn van toepassing op deze overeenkomst: Artikel 1. Leveringsplicht 1. De Staat levert de eigendom van het verkochte: a. onvoorwaardelijk; b. niet bezwaard met beslagen of hypotheken of met inschrijvingen daarvan; c. niet bezwaard met kwalitatieve verplichtingen en/of kettingbedingen anders dan in deze akte vermeld; d. niet bezwaard met beperkte rechten behoudens erfdienstbaarheden, van welke de aan de Staat bekende hierna zullen worden vermeld. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 15, lid 1 Boek 7 Burgerlijk Wetboek gaan alle bijzondere lasten en beperkingen, ook de lasten en beperkingen die niet in deze akte zijn vermeld, heden over op Koper, die deze uitdrukkelijk aanvaardt. Artikel 2.
Afwijking verkochte
Indien de hiervoor vermelde grootte van het verkochte en/of de verdere omschrijving daarvan niet juist of niet volledig is, ontlenen de Staat, BBL noch Koper daaraan rechten. Artikel 3.
Aanvaarding
Het verkochte wordt aanvaard in de feitelijke staat, waarin het zich heden bevindt, geheel ontruimd, onder gestanddoening van de lopende, hierna in artikel 10 genoemde overeenkomsten. Het voortgezet gebruik van de Staat als zorgvuldig schuldenaar vanaf voormeld tijdstip tot aan het tijdstip van feitelijke levering wordt geacht geen wijziging te hebben gebracht in de staat van het verkochte. Artikel 4.
Feitelijke levering, risico, baten en lasten
De feitelijke levering van het verkochte vindt plaats terstond na de ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip komen de baten Koper ten goede, zijn de lasten voor zijn rekening en draagt hij -behoudens het bepaalde in artikel 8- het risico van het verkochte. De onroerende zaakbelastingen doch uitsluitend die wegens zakelijk genotsrecht (OZB eigenarenbelasting) en alle andere zakelijke belastingen en lasten welke met betrekking tot het verkochte worden geheven, zijn met ingang van heden voor rekening van Koper, ongeacht aan wie de aanslag wordt opgelegd. Artikel 5.
Titelbewijzen/bescheiden
De op het verkochte betrekking hebbende titelbewijzen en bescheiden als bedoeld in artikel 9 Boek 7 Burgerlijk Wetboek zijn, voor zover de Staat deze in
Pagina 4 van 15
zijn bezit had, aan Koper afgegeven. Artikel 6.
Bevoegdheid de Staat
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
a. De Staat is bevoegd tot levering van het verkochte. b. Op het verkochte rusten geen andere dan de gebruikelijke zakelijke lasten, waarvan de verschenen termijnen zijn voldaan. Artikel 7.
Overname van verplichtingen met betrekking tot leidingen, buizen, kabels en dergelijke
Voor zover in het verkochte andere dan de in deze akte vermelde leidingen, buizen en/of kabels aanwezig zijn, verklaart Koper de daarmee verband houdende verplichtingen van de Staat over te nemen, zich te verbinden deze na te komen en de Staat en BBL te vrijwaren voor iedere vordering te dier zake. Artikel 8.
Bodemverontreiniging
Met betrekking tot het risico van bodemverontreiniging in het verkochte komen Koper en de Staat en BBL, ten dele in afwijking van het hiervoor in artikel 4 bepaalde omtrent het risico van het verkochte, het navolgende overeen. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de onroerende zaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluiten de Regeling bodemkwaliteit, voorzover het de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de Circulaire bodemsanering 2009, voor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. Ter veruidelijking: de toekomstige stand van de wetenschap omtrent de Wet bodembescherming heeft hierop geen invloed. De huidige wetgeving die bekend is op het moment van ondertekening van deze akte is vigerend. Voor wat betreft Kavel A.:
2a. Er is onderzoek verricht naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging door een specifiek gekwalificeerde en van partijen onafhankelijke instelling. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in de rapporten: a. “Terreindekkend bodemonderzoek Mobilisatiecomplex Schaijk” de dato 3 juni 2003, rapportnummer 02.B304.10 en “Verkennend bodemonderzoek dienstwoningen nabij MC Schaijk” de dato 3 juni 2003, rapportnummer 03.B304.10 van CSO Adviesbureau te 6201 BH Maas tricht; b. “Historisch vooronderzoek Mobilisatiecomplex Schaijk” van 28 september 2009, projectnummer 20090989/MPAE van Adviesbureau Geofox-Lexmond bv te 5001 CE Tilburg; c.
“Bodem en wateronderzoek MC Schaijk” van 15 december 2009, projectnummer 20091577/GLOE van Adviesbureau Geofox-Lexmond bv te 5001 CE Tilburg.
Partijen verklaren in het bezit te zijn van voormelde rapporten. Uit die
Pagina 5 van 15
rapporten blijkt dat dat er: -geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging; -er daarom geen saneringsnoodzaak bestaat; -er geen aanleiding bestaat tot het uitvoeren van een vervolgonderzoek.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
De Staat en BBL verwijzen naar deze onderzoeksrapporten voor de hen bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in het verkochte. De Staat en BBL zijn niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat het verkochte enige verontreiniging bevat, dan zijn vermeld in voormelde rapporten. Het is Koper bekend dat de in de hierboven bedoelde rapporten geconstateerde verontreinigingen gebruiksbeperkingen met zich kunnen brengen. Koper accepteert deze gebruiksbeperkingen die geen aanleiding hebben gegeven de koopsom te verlagen. Voor wat betreft kavels B. en C.:
2b. Er is onderzoek verricht naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de onroerende zaak door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport “Verkennend bodemonderzoek dienstwoningen nabij MC Schaijk” van CSO Adviesbureau, Postbus 1323, 6201 BH Maastricht, d.d. 3 juni 2003, rapportnr. 03.RB072. Partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. De verkoper verwijst naar voormeld onderzoeksrapport voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in de onroerende zaak. De verkoper is niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat de onroerende zaak enige verontreiniging bevat, dan zijn vermeld in het onderzoek. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt een een nader onderzoek niet noodzakelijk geacht. 3. De koper zal de Staat en/of BBL niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van bodemverontreiniging in de onroerende zaak, dan wel tot vergoeding van de kosten ten gevolge van bodemverontreiniging, voor zover deze uit voormelde rapporten blijkt. Deze verplichting van de koper geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op degenen die de onroerende zaak zullen verkrijgen onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van de onroerende zaak zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebonden. 4. De eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van BBL indien blijkt dat ten tijde van deze overdracht behalve beide partijen bekende verontreiniging, ook andere verontreiniging in de onroerende zaak aanwezig is, waarover de verkoper de koper verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd.
Pagina 6 van 15
5. Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van Koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in het verkochte sprake is van een partijen ten tijde van deze overdracht niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door Koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht in het verkochte aanwezig was en ook onder de bij de ondertekening van deze akte geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, zal die bodemverontreiniging door of in opdracht van de Staat respectievelijk worden gesaneerd, waarbij zal worden gesaneerd tot waarden die overeenkomen met het gebruik als militair oefenterrein in casu de militaire bestemming. Indien Koper bovendien aannemelijk maakt dat in het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van de akte ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van zodanige risico’s dat met spoed moet worden gesaneerd, dan komen de kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van de Staat.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
6. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 4 komen de kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, sanering en waardedrukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van deze akte voor rekening van Koper indien na tien jaar of langer zal blijken van een partijen ten tijde van de overdracht in het verkochte onbekende verontreiniging. 7. Ingeval de in lid 6 bedoelde sanering noodzakelijk is, gedoogt Koper de sanering en alle ter beoordeling van de Staat daarmee verband houdende werken op, alsmede de toegang tot het verkochte, tot het moment waarop het bevoegd gezag heeft verklaard dat de sanering overeenkomstig het saneringsplan is uitgevoerd en voltooid. Artikel 9.
Asbesthoudende materialen
Voor wat betreft de kavels B. en/of C.:
1. De Staat heeft voor wat betreft de informatie- en onderzoekplicht omtrent de vraag of er sprake kan zijn van de aanwezigheid van asbest in, op en/of aan het verkochte een onderzoek uitgevoerd, waarvan de resultaten zijn vastgelegd in het rapport “Asbestinventarisatie conform SC 540, locatie Rustvenseweg 10 te 5375 KW Reek” d.d. 28 januari 2010 van Search Ingenieursbureau B.V. Meerstraat 2 te 5473 AA Heeswijk. Partijen verklaren beiden in het bezit te zijn van dit rapport en met de inhoud hiervan volledig op de hoogte te zijn. 2. Uit voormeld rapport, waarvan de Staat aan de koper een fotokopie heeft verstrekt, blijkt dat op de locatie enkele asbesthoudende en/of asbestverdachte materialen, zoals een vensterbank en dakbeschot werden aangetroffen.
Pagina 7 van 15
Datum mei / juni 2010
3. Het is koper bekend dat de inhoud van het hierboven bedoelde rapport geen aanleiding heeft gegeven de koopsom te verlagen.
Zaaknummer 105001099
4. De koper neemt het risico van de aanwezigheid van alle - zowel bekende als onbekende - asbest en asbesthoudende materialen in, op en/ of aan het verkochte van de Staat over en vrijwaart de Staat voor iedere vordering te dier zake. 5. De koper zal de Staat niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van de in lid 4 van dit artikel bedoelde asbest casu quo asbesthoudende materialen in, op en/of aan het verkochte, dan wel tot vergoeding van enige schade ten gevolge van deze materialen. Deze verplichting van de koper geldt als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en zal overgaan op al degenen die het verkochte zullen verkrijgen, hetzij onder algemene titel, hetzij onder bijzondere titel. Degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het verkochte zullen verkrijgen zijn eveneens aan deze verplichting gebonden. Artikel 10.
Bestaande overeenkomsten/bestaand gebruik
Voor wat betreft kavel A.:
1. Bij onderhandse akte van 29 januari 1997, thans contractnummer 0682. 0004.001, is aan Banden Groep Nederland B.V., Rustvenseweg 2 te 5375 KW Reek, tot wederopzegging, vergunning verleend tot het hebben en behouden van een afrastering tegen het bij deze akte verkochte complex, voor een, sedert 1 januari 2010 geldende jaarlijkse vergoeding van € 36,96. 2. De hiervoor in het derde artikellid genoemde vergoeding komt ten bate van de Staat tot en met 31 december 2010. 3. Koper neemt de verplichtingen van de Staat, voortvloeiende uit de hiervoor in dit artikel bedoelde overeenkomst c.q. toestemming over, verbindt zich deze na te komen en vrijwaart de Staat en BBL voor iedere vordering te dier zake. (Opmerking: mogelijk wordt voormelde onderhandse akte (vergunning) beëindigd, voordat notarieel transport van het complex zal plaatsvinden. Mocht dat het geval zijn dat wordt de betreffende tekst alsnog uit de leveringsakte verwijderd.) Voor wat betreft kavel B.:
1. In het bij deze akte ver- en gekochte is begrepen de verhuurde woning met het adres Rustvenseweg 8 te 5375 KW Reek. Deze woning is bij onderhandse “huurovereenkomst woonruimte” van 23 februari 1999, thans contractnummer 0682.0001.001, voor onbepaalde tijd verhuurd aan de heer H.L.M. Aerts voor een, sedert 1 juli 2009 geldende, huursom van € 258,93 per maand. 2. Aan de hiervoor in het eerste artikellid genoemde heer Aerts is bij onderhandse akte van 2 juli 1986, thans contractnummer 0682.0003.001, tot wederopzegging toestemming/vergunning verleend tot het hebben en behouden van een voliere en overkapping bij woning rustvenseweg 8 te
Pagina 8 van 15
Reek, een en ander tegen een vegoeding van NIHIL. 3. De hiervoor in het eerste artikellid genoemde huursom komt, naar tijdsgelang, ten bate van de Staat tot en met de datum van aktepassering.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
4. Koper neemt de verplichtingen van de Staat, voortvloeiende uit de hiervoor in dit artikel bedoelde overeenkomst en/of toestemming over, verbindt zich deze na te komen en vrijwaart de Staat en BBL voor iedere vordering te dier zake. Voor wat betreft kavel C.:
1. In het bij deze akte ver- en gekochte is begrepen de verhuurde woning met het adres Rustvenseweg 10 te 5375 KW Reek. Deze woning is bij onderhandse “huurovereenkomst woonruimte” van 25 februari 1998, thans contractnummer 0682.0002.001, voor onbepaalde tijd verhuurd aan de heer L.J.M. Heesakkers voor een, sedert 1 juli 2009 geldende, huursom van € 269,50 per maand. 2. De hiervoor in het eerste artikellid genoemde huursom komt, naar tijdsgelang, ten bate van de Staat tot en met de datum van aktepassering. 3. Koper neemt de verplichtingen van de Staat, voortvloeiende uit de hiervoor in dit artikel bedoelde overeenkomst over, verbindt zich deze na te komen en vrijwaart de Staat en BBL voor iedere vordering te dier zake. Artikel 11.
Ondergrondse tanks
Voor wat betreft kavel A.:
1. De Staat zal, afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van (een) ondergrondse tank(s) in het verkochte, bij de overdracht de nodige wettelijke verplichte certificaten overdragen conform het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks 1998 (BOOT), thans opgenomen in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). Mocht Koper alsnog (een) ondergrondse tank(s) aantreffen, van de aanwezigheid waarvan door de Staat bij de overdracht geen mededeling is gedaan, dan zal BBL op zijn kosten alsnog zorgdragen voor certificering en keuring conform het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT) of voor de verwijdering van de tank(s) zorgdragen, eveneens op zijn kosten, wanneer certificering ter zake onmogelijk is geworden. 2. Ingeval de in lid 1 bedoelde verwijdering van de tank(s) na heden noodzakelijk is, gedoogt Koper alle ter beoordeling van de Staat daarmee verband houdende werkzaamheden op, alsmede de toegang tot het verkochte. Artikel 12.
Archeologische vondsten
Voor wat betreft kavel A.:
1. Koper verklaart er mee bekend te zijn dat, conform het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) de bodemverstoorder verplicht is tot onderzoek naar eventueel aanwezige archeologische waarden in de grond. Koper neemt de even-
Pagina 9 van 15
tueel hieraan verbonden (onderzoeks-)kosten voor zijn rekening, zonder dat de Staat en/of BBL bijdraagt in de kosten daarvan. 2.
Het is de Staat noch BBL bekend dat zich in het verkochte archeologische waarden bevinden.
Artikel 13.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
Munitie en Explosieven
Voor wat betreft kavel A.:
Met betrekking tot het risico van munitie en explosieven op/in het verkochte wordt het volgende bepaald: 1. Door de Explosieven Opruimings Dienst (EOD) van de Koninklijke Landmacht te Culemborg is een historisch vooronderzoek uitgevoerd naar mogelijk achtergebleven niet gesprongen explosieven op het verkochte. In een ter zake door de EOD uitgebracht rapport de dato 28 februari 2006, wordt geconcludeerd dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er een verhoogde kans bestaat op het aantreffen van achtergebleven explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Voorts werden geen aanwijzingen gevonden dat er mogelijk explosieven of ander wapentuig in de ondergrond van het verkochte is gedeponeerd in de periode dat het verkochte nog door Defensie werd gebruikt. Een exemplaar van voornoemd rapport zal aan de Koper ter hand worden gesteld. 2. De (eventuele) aanwezigheid van explosieven en/of munitie geeft geen aanleiding tot financiële compensatie van de zijde van de Staat en/of BBL, voorzover uit het bepaalde in lid 5 van dit artikel niet anders voortvloeit. 3. De Koper neemt, ingaande heden het risico van en de aansprakelijkheid voor de aanwezigheid van alle - thans onbekende - explosieven en/of munitie in, op en/ of aan het verkochte van de Staat over en vrijwaren respectievelijk de Staat en BBL voor iedere vordering te dier zake, één en ander onverminderd hetgeen uit het bepaalde in lid 5 van dit artikel voortvloeit. 4. De Koper verklaart ermee bekend te zijn dat de Staat en/of BBL niet bijdraagt in de kosten van verwijdering van explosieven en/of munitie, voorzover uit het bepaalde in lid 5 van dit artikel niet anders voortvloeit. 5. De Koper zal de Staat en/of BBL niet wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad aanspreken op aansprakelijkheid en tot sanering of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van de in dit artikel bedoelde explosieven en munitie in, op en/of aan het verkochte, dan wel tot vergoeding van enige schade ten gevolge van deze explosieven en/of munitie tenzij blijkt dat de Staat de Koper verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd over de aanwezigheid van munitie en/ of explosieven. Artikel 14.
Eisen aan toekomstig beheer
Voor wat betreft kavel A.:
1.
Het terrein maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Koper is verplicht het verkochte in stand te houden en te beheren als natuurterrein volgens de provinciale doelstellingen, momenteel vastgelegd in
Pagina 10 van 15
2.
het natuurgebiedsplan natuurbeheerplan met de typering ‘multifunctioneel bosdroog bos met productie’. De instandhouding van het verkochte moet ten minste geschieden in de toestand waarop het zich heden bevindt, zoals nader is vastgelegd in het proces verbaal van opneming van (datum) // volgens afspraken vastgelegd in overeenkomst (daum). Partijen verklaren in het bezit te zijn van een exemplaar van dit proces verbaal.
3.
Koper is verplicht het verkochte ten minste 358 dagen per jaar kosteloos van zonsopgang tot zonsondergang voor publiek open te stellen met een wandelpad, toegankelijk te houden en de openstelling kenbaar te maken door middel van borden.
4.
De cultuurhistorisch elementen van de voormalige spoelplaats blijven behouden en zijn vanaf het wandelpad te bezichtigen.
5.
In kader van beheer dient rekening gehouden te worden met de eisen die aanwezige fauna stellen aan hun leefomstandigheden. Specifiek dient het voormalige verbindingsgebouw en de bluskelder, welke geschikt zijn gemaakt voor verblijf van vleermuizen behouden te blijven. Tevens dient er voor gezorgd te worden dat deze voorzieningen ten alle tijden door vleermuizen gebruikt kunnen worden. Gebruik van de voorzieningen voor andere doeleinden is uitgesloten. Het open terrein bij de vleermuisvoorzieningen wordt vrij gehouden van hoog opgaande begroeiing. Minimaal de eerste 4 jaar wordt medewerking verleend aan het monitoringsprogramma van vleermuizen. Daarnaast dienen de leefomstandigheden (infiltratievijver) van de mogelijk aanwezige alpenwatersalamander volledig in stand te worden gehouden. Qua flora dient nagestreefd te worden dat de samenstelling van het bos in toenemende mate gaat bestaan uit zogenaamde ’inheemse boomsoorten’. Alle werkzaamheden welke op het aangekochte terrein worden uitgevoerd dienen volledig te passen aan de specifieke kenmerken van het terrein.
6.
Het terrein mag niet verder omheind worden.
7.
Het beheer en eventuele werkzaamheden dienen inhoudelijk te passen in het beleid van de beheerseenheid de Maashorst.
Artikel 15.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
Teruglevering
1. In geval Koper naar het oordeel van de Staat en/of BBL zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 14 ondanks behoorlijke aanzegging niet naar behoren nakomt, is hij verplicht het gekochte binnen zes maanden na daartoe door de Staat gedaan verzoek aan de Staat dan wel een door de Staat aan te wijzen derde te leveren en wel zo veel als mogelijk is in de oorspronkelijke staat, vrij van hypotheken, beslagen, huur, pacht of ander(e) gebruiksrecht(en) en tegen de koopsom als in deze akte vermeld. Over deze koopsom zal de Staat dan wel de door de Staat aangewezen derde geen rentevergoeding verschuldigd zijn, noch is de Staat dan wel de door de Staat aangewezen derde verplicht tot het vergoeden van eventueel door Koper aangebrachte verbeteringen. 2. Ingeval van niet-nakoming van het in het eerste bepaalde verbeurt Koper aan de Staat en/of BBL een onmiddellijk opeisbare boete ten bedrage van
Pagina 11 van 15
VIJFHONDERD EURO (€ 500,--), voor iedere dag die de overtreding voortduurt na de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden, onverminderd het recht van de Staat en/of BBL om nakoming en/of aanvullende schadevergoeding te vorderen. Artikel 16.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
Vervreemdingsverbod
Voor wat betreft kavel A.:
1. Behoudens het bepaalde in artikel 15 is Koper gedurende de eerste vijf jaren ingaande heden niet bevoegd het verkochte zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BBL geheel onder welke titel of benaming dan ook te vervreemden dan wel enigerlei verplichting aan te gaan welke de strekking heeft om het verkochte geheel te vervreemden. 2. Behoudens het bepaalde in artikel 15 is Koper niet bevoegd (een) gedeelte(n) van het verkochte zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BBL onder welke titel of benaming dan ook te vervreemden dan wel enigerlei verplichting aan te gaan welke de strekking heeft om het verkochte in delen te vervreemden. 3. Onder vervreemding van het verkochte wordt onder meer verstaan: juridische levering, verschaffen van de economische eigendom, verkoop, ruiling, huurkoop, schenking, inbrengen in een rechtspersoon, een maatschap of enig ander samenwerkingsverband, overdracht van appartementsrechten en vestiging van beperkte rechten op het verkochte met uitzondering van hypotheek. 4. Ingeval van niet-nakoming van het in het eerste en tweede lid bepaalde verbeurt Koper aan BBL een onmiddellijk opeisbare boete ten bedrage van HONDERDDUIZEND EURO (€ 100.000,--), onverminderd het recht van BBL om nakoming en/of aanvullende schadevergoeding te vorderen. 5. De in het eerste en tweede lid bedoelde toestemming moet worden aangevraagd bij de vertegenwoordiger van BBL, hiervoor in de comparitie onder 2 genoemd -of zijn opvolger- onder opgave van feiten of omstandigheden, onder toevoeging van stukken ter overtuiging, die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van het verzoek. 6. In geval de toestemming wordt verleend zal dit geschieden onder de verplichting voor Koper om het bepaalde in dit artikel aan de opvolgende verkrijger op te leggen, ten behoeve van BBL te bedingen en aan te nemen en in de notariële akte woordelijk te doen opnemen, zulks op verbeurte door Koper, indien hij verzuimt op te leggen, te bedingen en aan te nemen en/of te doen opnemen, van een onmiddellijk opeisbare boete, gelijk aan de boete, bedoeld in het vierde lid. Een afschrift van de notariele akte dient door Koper binnen één maand na dagtekening van de akte te worden toegezonden aan BBL. Artikel 17. 1.
Bestemmingswijziging
Indien (een deel van) het verkochte binnen twintig jaren, ingaande heden, naar het oordeel van BBL een (financieel) hoogwaardiger bestemming krijgt dan natuur, is Koper aan BBL een meerprijs verschuldigd.
Pagina 12 van 15
2.
Koper dient BBL direct bij aangetekende brief te informeren indien een bestemmingswijziging van (een deel van) het verkochte aan de orde komt.
3. Voor het bepalen van de in lid 1 van dit artikel bedoelde meerprijs zal worden uitgegaan van het verschil tussen de door twee niet-ambtelijke deskundigen vast te stellen vrije marktwaarde en de huidige koopsom. Van de deskundigen wordt er één door Koper en één door BBL aangewezen. Aanwijzing van de deskundigen dient te geschieden binnen twee maanden na een daartoe door één van de partijen gedaan verzoek. Indien één van de partijen in gebreke blijft om binnen de gestelde termijn een deskundige aan te wijzen kan de meest gerede partij benoeming verzoeken aan de rechter binnen wiens ressort het verkochte ligt.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
4. Komen de deskundigen tot een verschillend resultaat dan zal worden uitgegaan van de gemiddelde vrije marktwaarde. 5. De aan de taxatie verbonden kosten komen voor rekening van partijen, inhoudende dat zowel BBL als Koper zijn eigen taxateur zal betalen. 6. Als een bestemmingswijziging wordt gerealiseerd dient Koper de meerprijs aan BBL te betalen binnen twee maanden na een daartoe bij aangetekende brief gedaan verzoek. 7. Bij niet nakoming van de hiervoor vermelde verplichtingen verbeurt Koper, en bij het verleend zijn van een zakelijk genotsrecht, de gerechtigde tot het zakelijk genotsrecht, aan BBL een onmiddellijk opeisbare boete van VIJHONDERDDUIZEND EURO (€ 500.000,--), welk bedrag zal worden verhoogd in verhouding tot de waardedaling van het geld. Artikel 18.
Kwalitatieve verplichtingen
1. De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden de in de akte omschreven verplichtingen tot dulden of niet-doen, zoals genoemd in artikel 8, leden 3 en 7, artikel 11, lid 2 en artikel 13, leden 3 en 5 te vestigen als kwalitatieve verplichtingen in de zin van artikel 252 Boek 6 Burgerlijk Wetboek. 2. De onder lid 1 omschreven verplichtingen zullen overgaan op al degenen die het verkochte onder algemene of bijzondere titel verkrijgen. Zij die van Koper/ rechthebbende een recht tot gebruik verkrijgen, zijn mede aan deze verplichtingen gebonden. Terzake van gemelde kwalitatieve verplichting behoudt de Staat domicilie te ’s-Gravenhage. Artikel 19.
Bestaande overeenkomsten/bestaand gebruik
Voor wat betreft kavels A., B. en C.:
Voorzover er kabels, leidingen etcetera -eigendom van PNEM/Essent/Enexisin het terrein liggen- moet er van worden uitgegaan dat voor het hebben, behouden en onderhouden daarvan, door de Staat toestemming werd verleend, doch dat ter zake geen nadere overeenkomst werd opgemaakt. Koper verklaart deze toestemming gestand te doen. Artikel 20. Kettingbeding Koper verbindt zich de in deze akte opgelegde verplichtingen zoals vermeld in de artikelen 12, 14, 15 en 17 bij elke vervreemding in eigendom van het
Pagina 13 van 15
ingevolge deze akte ge- en verkochte of gedeelte daarvan, zo ook bij elke vestiging van een beperkt recht op het verkochte aan de nieuwe verkrijger in eigendom of beperkt recht op het verkochte, op te leggen, ten behoeve van de Staat dan wel BBL te bedingen en aan te nemen en om die bedingen, alsmede het in dit artikel bepaalde, in elke verdere akte van vervreemding in eigendom of vestiging casu quo vervreemding van een beperkt recht op het verkochte, woordelijk te doen opnemen, zulks op verbeurte voor Koper en iedere opvolgende verkrijger in eigendom of beperkt recht op het verkochte, die verzuimt te bedingen, op te leggen, aan te nemen of te doen opnemen, van een onmiddellijk opeisbare boete van VIJHONDERDDUIZEND EURO (€ 500.000,--), ten behoeve van de Staat dan wel BBL, welk bedrag wordt verhoogd in verhouding tot de waardedaling van het geld. Artikel 21.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
Terugleveroptie
Voor wat betreft kavel B. en C.:
1. Het is de koper bekend dat de huidige planologische bestemming van het verkochte nog een militaire bestemming betreft. LNV/BBL kan er, in de gegeven omstandigheden, van uit gaan dat deze bestemming, voor wat betreft de woning, zal worden gewijzigd in een woonbestemming. LNV/BBL meent voormeld uitgangspunt te kunnen hanteren op basis van de inhoud van een brief van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landerd d.d. 11 maart 2009, waarvan een fotokopie aan de koper is verstrekt, waarin Burgemeester en Wethouders aan LNV meedeelt besloten te hebben in principe mee te zullen werken aan de bestemmingswijziging van de betrokken woning in burgerwoning. 2. LNV/BBL garandeert dat koper, op zijn verzoek, en binnen een periode van 3 maanden, na het definitief niet doorgaan van de bestemmingswijziging in woondoeleinden in de gelegenheid wordt gesteld om de woning c.a. terug te leveren aan BBL, een en ander ten minste in dezelfde toestand als waarin de woning zich op heden bevindt. BBL garandeert de woning cum annexis terug te kopen tegen dezelfde koopsom als hierboven genoemd. Eventuele door de koper, na heden, aan het gekochte aangebrachte verbeteringen zullen niet worden vergoed. 3. Het hiervoor in dit artikel bepaalde geldt uitsluitend voor het geval de bestemmingswijziging niet wordt gerealiseerd en ook uitsluitend vanaf het moment dat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden en kan binnen deze randvoorwaarden overgaan op de rechtsopvolger van de huidige koper. Artikel 22.
Kosten
De kosten van overdracht, waaronder begrepen het kadastraal recht, het opmaken van deze akte en het uitreiken van een afschrift daarvan aan de Staat en BBL, alsmede de kosten van het telefonisch overboeken van het door Koper verschuldigde bedrag, zijn voor rekening van Koper. De overdrachtsbelasting is voor rekening van Koper.
Pagina 14 van 15
Artikel 23.
Ontbinding
Partijen doen over en weer afstand van de bevoegdheid om na overdracht op grond van het bepaalde in artikel 265 Boek 6 Burgerlijk Wetboek ontbinding van deze overeenkomst te verlangen. Artikel 24.
Datum mei / juni 2010 Zaaknummer 105001099
Woonplaatskeuze
Voor de uitvoering van deze overeenkomst, ook voor fiscale gevolgen, kiezen partijen woonplaats ten kantore van mij, notaris, bewaarder van de minute van deze akte. waarvan akte ******* voor ontwerp, De Minister van Financiën namens deze,
drs. C.J.A.M. de Vetter hoofd afdeling Verkoop
Pagina 15 van 15