Ontv.: NO.:
Inrichtingsplan
Korps Politie Cu ra Versie 2 Datum: 29 januari 2010 Uitgebracht door:
Inrichtingsplan KPC Pagina 1 van 123
Inrichtingsplan KPC Pagina 2 van 123
Inhoudsopgave: Samenvatting Organogram 1.
Inleiding
2.
Aigemeen 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3.
Intake &. service 3.1
3.2
3.3 3.4 3.5
3.6
4.
Missie
Visie
Sturingsconcept
Inrichtingskeuze Politieprocessen
Inrichtingskeuzes Bedrijfsvoering
Definitie, afbakening, werkprocessen en resultaatgebieden
3.1.1 Definitie
3.1.2 Afbakening
3.1.3 Werkprocessen, taken en resultaatgebieden
Het intakeproces
3.2.1 Telefonische intake
3.2.2 Aangifteproces aan de balie
3.2.3 Internet aangifte
Coordinatie en leiding
Bereikbaarheid
Bezetting Intake & service
3.5.1 Formatieoverzicht Intake & service
3.5.2 Organogram Intake & service
De Meldkamer
3.6.1 Afbakening
3.6.2 Taken, rollen en verantwoordelijkheden
3.6.3 Formatietoelichting
3.6.4 Formatieoverzicht Meldkamer en call Center
3.6.5 Organogram Meldkamer en call Center
Basispolitiezorg (BPZ) 4.1
4.2
4.3
Definitie, afbakening, werkprocessen, taken en resultaatgebieden
4.1.1 Aigemeen
4.1.2 Definitie
4.1.3 Afbakening
4.1.4 Werkprocessen, taken en resultaatgebieden
De politiezorg en het zorggebied
4.2.1 Inleiding
4.2.2 Definitie
4.2.3 Afbakening
4.2.4 Werkprocessen, taken en resultaatgebieden
4.2.5 Formatie Basispolitiezorg (BPZ)
Noodhulp
4.3.1 Aigemeen
4.3.2 Definitie
4.3.3 Afbakening
4.3.4 Kwaliteiteisen voor reactie op meldingen
4.4.4 Werkprocessen, taken en resultaatgebieden
Inrichtingsplan KPC Pagina 3 van 123
4.4 4.5
5.
4.3.5 Repositioneren Noodhulpeenheden
4.3.6 Formatie Noodhulp
Organisatiestructuur Basis Politie Zor9
Operationele ondersteuning
4.5.1 Aigemeen
4.5.2 Definitie
4.5.3 Afbakening
4.5.4 Ondersteuiningstaken
4.5.4.1 Speciale Taken
4.5.4.1.1 Hondenbrigade
4.5.4.1. 2 Arrestantentransport
4.5.4.2 Vreemdelingenpolitie
4.5.4.3 Grootschalig en bijzonder optreden
4.5.4.4 Bijzondere Taken
4.5.4.5 Bijzondere Wetten
4.5.4.6 Verkeer
4.5.5 Organogram Divisie Bijzondere Politie
Opsporinq 5.1 5.2 5.3 5.4 5.6
5.7
5.8 5.9
5.10
5.11
Aigemene uitgangspunten
Definitie opsporing
Werkprocessen, taken en resultaatgebieden
Afbakening
5.4.1 Proces incidentgerichte opsporing
Werkprocessen, taken en resultaatgebieden informatie
5.6.1 Het Proces Infodesk
5.6.3 Het proces Analyse
5.6.4 Het proces case screening
5.6.5 Het proces criminele inlichtingen
Definitie Opsporingondersteuning
5.7.1 Observatie
5.7.2 Aanhouding en Ondersteuning
5.7.3 Technische Ondersteuning
Forensische Opsporing
5.7.4 5.7.5 Interceptie
Goederenzorg
Organisatie van de opsporing
5.9.1 Toedeling van zaken m.b.t. de criminaliteitsvormen
5.9.2 Flexibel en probleemgericht organiseren
De Divisie Centrale Recherche (OCR)
5.10.1 De Unit Veelvoorkomende Criminaliteit (WC).
5.10.2 De Unit Lokaal Ernstige Criminaliteit (LEC).
5.10.3 Cobrdinatie en leiding DCR
5.10.4 Bereikbaarheid OCR
5.10.5 Formatie DCR
5.10.6 Organigram (DCR)
Divisie Georganiseerde Criminaliteit (DGC)
5.11.1 Taken Divisie Georganiseerde Criminaliteit
5.11. 2 Samenwer1
5.11.3 Finandeel Opsporen
5.11.4 Digitaal Opsporen
5.11.5 Zware Criminaliteit (Zwacri)
5.11.6 Cobrdinatie en leiding DGC
5.11.7 Bereikbaarheid DGC
5.11.8 Formatie DGC
Inrichtingsplan KPC Pagina 4 van 123
5.12
5.13 5.14 6.
Bedrijfsvoerjnq 6.1 6.2 6.3
6.4 6.5 6.6 6.7 7.
5.11.9 Organigram DGC
Divisie Informatie & Ondersteuning (DIO)
5.12.1 Taken Divisie Informatie & Ondersteuning
5.12.2 Informatieorganisatie
5.12.3 Aanhouding en Ondersteuningseenheid (AOE)
5.12.4. Observatie-eenheid (OE)
5.12.5 Forensische Ondersteunlng (FO)
5.12.6 Technische Ondersteuning (TO)
5.12.7 Interceptie
5.12.8 Cobrdinatie en leiding DIO
5.12.9 Bereikbaarheid DIO
5.12.10 Formatie DIO
5.12.11 Organigram DIO
Formatie Recherche en lnformatie Dienst (totaal)
Organigram Recherche en Informatie Dienst
Definitie
Aannames en uitgangspunten
Werkprocessen, taken en functies per werkproces
6.3.1 Leiding
6.3.2 Financien
6.3.3 HRM
6.3.4 Facilitaire zaken
6.3.5 ICT
6.3.6 Ondersteuning & Beleid
Cobrdinatie, aansturing en verantwoordelijkheden
Bereikbaarheid
Formatieoverzicht
Organogram Dienst Bedrijfsvoering
Staf KO[DSleidinq 7.1 7.2 7.3 7.4
7.5 7.6 7.7 7.8
Definitie
Afbakening
Uitgangspunten/algemene opmerkingen
Werkprocessen/functies per werkproces
7.4.1 Bureau Interne Zaken
7.4.2 Bureau Kwaliteit
7.4.3 Bureau Preventie & Communicatie
Cobrdinatie, aansturing en verantwoordelijkheden
Bereikbaarheid
Formatieoverzicht Staf
Organigram
BULAGE 1: BESTURING PRIMAIRE PROCESSEN BULAGE 2: DWARSVERBANDEN BULAGE 3: FUNCTIEUJST KORPS POLITIE CURACAO BULAGE 4: BEGROTING (PERSONEEL EN MATERIEEL) 4.1 I nleiding
4.2 Uitgangspunten
4.3 Begroting KPC
4.3.2 Kapitaaldienst
Inrichtingsplan KPC
Pagina 5 van 123
4.4 Haalbaarheid KPC Begroting
BULAGE 5: LIJST AFKORTINGEN
Inrichtingsplan KPC Pagina 6 van 123
Samenvattinq < Inhoud >
Het Korps Politie Nederlandse Antillen houdt op te bestaan en er zullen 3 nieuwe politiekorpsen op Cura<;ao, Sint Maarten en de BES eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en een Gemeenschappelijke Voorziening Politie (GVP) worden ingericht. Bij besluit van 1 oktober 2008 heeft de Politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen de opdracht verstrekt om de verdere professionalisering en inrichting van de Antilliaanse politiekorpsen in te zetten. Met verwijzing naar Artikel 7 van de "Consensus Rijkswet Politie Curacao, Sint Maarten en BES" (CRW) is de taak toebedeeld om een inrichting te voorzien voor een kwalitatief volwaardig en professionele organisatie van het politiekorps voor een zo effectief en efficient mogelijke uitvoering van de politietaken opsporing, observatie, aanhouding en handhaving van de openbare orde. In het onderhavige document wordt de nieuwe inrichting van het Korps Politie Cura<;ao (KPC) uitgewerkt en als plan voorgesteld. Na bestudering van de wettelijke verplichtingen en overige normatieve referenties zijn de politieprocessen uitgewerkt. Op basis van de processen en de efficiency verbeteringen van die processen is gekomen tot een formatie en organisatie van het korps dat voldoet aan de voorwaarden gesteld in de CRW. De belangrijkste keuzes voor de inrichting van het KPC zijn: A. Kwaliteit: expertise op een plaats organiseren ten behoeve van de ontwikkeling van het vakgebied. B. Efficiency: dubbel organiseren is duurder C. Checks and Balances: Continu meten, analyseren en verbeteren als basis van het ma nagementsysteem. D. Consistentie: aard van het werk is leidend voor de beantwoording van de vraag waar je het onderbrengt. E. Informatie coordinatie: een informatie organisatie voor zowel landelijk als bovenlandelijk, ten dienste van aile politieprocessen (IGP). Informatiegericht Parreto regeling 20% in 80% uit. F. Wettelijke basis: inrichting conform de vigerende wetgeving op Cura<;ao, in de CRW en andere landelijke, koninkrijk en internationale wetgeving G. Contourennota: vastgestelde inrichtingskeuzes bepaald aan de hand van de klant en het personeel vormen de basis. De rode draad en tevens de basis uitgangspunten van de inrichting zijn: • Informatie Gestuurde Politie (IGP); een werkwijze waarbij de acties binnen de primaire processen als opsporing, handhaving en noodhulp (en ook binnen de bedrijfsvoering van de organisatie) zoveel mogelijk zijn ingegeven door informatie en kennis van de materie. • Gebiedsgebonden politiezorg (GPZ); inzet van middelen in de zorggebieden waarbij de politie herkenbaar aanwezig is, optimaal bereikbaar en fysiek aanwezig voor veiligheid en rechtshandhaving in de wijk. De sturing van de handhaving op basis van informatie is ingericht met de voorziening van buurtregisseurs in de wijken. • Noodhulp; optimale inzet voor en reactie op spoedeisende incidenten waarbij sprake is van normovertreding, dreiging van normovertreding of hulp. Centrale sturing van noodhulpeenheden door de centrale meldkamer, toebedeeld in clustergebieden. • Intake; het efficient selecteren, doorgeleiden en afhandelen van aile op initiatief van de burger tot stand gekomen (klant)contacten. • Opsporing; een optimale aanpak van de activiteiten die zijn gericht op het oplossen van strafbare feiten met het doel te komen tot een strafrechtelijke sanctie. • Bedrijfsvoering en Ondersteuning; een algehele ondersteuning van het korps met bureaus en administratieve bedrijfsvoering die gezamenlijk waarborgen dat invulling wordt gegeven in de uitgezette beleidslijnen.
Inrichtingsplan KPC Pagina 7 van 123
Met het bovenstaande zal de nieuwe organisatie van het KPC vijf hierarchische niveaus kennen: A. De Korpschef met de Plaatsvervangend Korpschef. B. Diensthoofden C. Divisiehoofden D. Unithoofden E. Teamleiders F. Medewerkers
De organisatie biedt een totaal van 847 formatieplaatsen waarbij de volgende processen zijn uitbesteed: 1. Schoonmaak van de infrastructuur (Kantoor); 2. Reguliere management ondersteuning met consultancy en advies; 3. Opleiding van personeel. 4. Bewaking en beveiliging van objecten, ambassades, belangrijke vestigingen, personen en diensten. 5. Bewaking van arrestanten. De finandele paragraaf geeft aan wat het benodigde budget zal zijn om de formatieplaatsen te financieren, wat de operationeel kosten zullen zijn, het benodigde om contracten ten behoeve van de uitbesteding aan te gaan en de benodigde investeringen om dit korps optimaal te laten functioneren.
De inzet voor de Gemeenschappelijke Voorzieningen Politie (GVP) is niet voorzien in dit plan.
Inrichtingsplan KPC Pagina 8 van 123
ORGANOGRAM KPC
Korpschef
]0
< In houd >
Inrichtingsplan KPC Pagina 9 van 123
1.
Inleiding
< Inhoud >
De Politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen heeft bij besluit van 1 oktober 2008 de opdracht verstrekt om te komen tot de verdere professionalisering en inrichting van de Antilliaanse politiekorpsen. Het Korps Politie Nederlandse Antillen houdt op te bestaan en er zullen 3 nieuwe politiekorpsen op Curac;ao, Sint Maarten en de BES eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en een Gemeenschappelijke Voorziening Politie (GVP) worden ingericht. Voor elk nieuw in te richten politiekorps is onder de regie van het presidium een werkgroep opgericht. Onder deze werkgroepen zijn drie subwerkgroepen ingericht voor de politieprocessen, de opsporing en de bedrijfsvoering, bestaande uit politiemensen van de Antiliiaanse politiekorpsen en Rotterdam Rijnmond. De subwerkgroepen hebben voor het nieuw op te richten politiekorps Curac;ao een contourennota geschreven, waarin op hoofdlijnen het nieuwe politiekorps wordt beschreven. De inmiddels door het presidium vastgestelde contourennota, met daarin opgenomen de uitgangspunten, processen en keuzes voor de organisatie-inrichting, vormen de basis voor het voorliggende inrichtingsplan van het (nieuw) in te richten Korps Politie Curac;ao. De visie en missie, het sturingsconcept en de uitgangspunten politieprocessen die leidend zijn voor de inrichting van het nieuwe korps worden beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt het proces intake en service beschreven. In hoofdstuk 4,5 en 6 worden respectievelijk de processen Basis Politiezorg, Opsporing en Bedrijfsvoering beschreven. Per proces worden de algemene uitgangspunten, de definities, de afbakeningen, de werkprocessen, de taken, de resultaatgebieden en de organisatiestructuur beschreven. Op basis daarvan wordt de inrichting van de basispolitiezorg, de intake, de operationele ondersteuning, de informatie functie, de opsporing, de opsporingsondersteuning en de bedrijfsvoering beschreven. In hoofdstuk 7 wordt de staf van de Korpschef beschreven. In bijlage 1 is een hoofdstuk over sturing op het primaire proces opgenomen en in bijlage 2 een hoofdstuk over dwarsverbanden tussen de primaire processen. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de nieuwe functienamen binnen het Korps met bijbehorende formatiesterkte. De functiebeschrijvingen zullen in bijlage 4 worden weergegeven. In Bijlage 5 is het financiele kader en de meerjaren begroting van het korps opgenomen.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 10 van 123
2.
Aigemeen
2.1
Missie
< Inhoud >
Het begrip missie heeft betrekking op de primaire functie, het bestaansrecht van de organisatie. Dit betekent voor het korps Politie Cura<.;ao, dat door het politiekorps wordt bijgedragen aan de veiligheid en leefbaarheid van de rnensen die op het eiland Cura<.;ao wonen, werken of als toerist verblijven. Missie Koros Politie Curacao "Wij mannen en vrouwen van het Korps Politie Cura~ao leveren een effectieve hoogwaardige bijdrage aan de veiligheid en leefbaarheid van de samenleving van Cura~o, een samenleving waarin de bevolking in harmonie met elkaar kan leven. n
2.2
Visie
De verwachtingen, eisen en wensen die de burgers van het eiland Cura<.;ao aan politieoptreden stellen, veranderen voortdurend en daarmee ook de rol en positie van de politie in de samenleving. Het takenpakket van de politie is de afgelopen jaren dermate gegroeid dat herbezinning op de taken noodzakelijk is gebleken om kwalitatief goede politiezorg te kunnen blijven garanderen. Hierbij hoort ook dat de politie taken afstoot die niet tot de kerntaken behoren, zoals de administratieve toelating van vreemdelingen en het bewaken en verzorgen van de verdachten die op het politiebureau worden vastgehouden. Deze ontwikkeling hangt nauw samen met het inzicht dat veiligheidszorg een primaire verantwoordelijkheid is van lokale overheden in gezamenlijkheid. Integraal veiligheidsbeleid krijgt meer en meer gestalte door spreiding van taken en verantwoordelijkheden over bestuur, politie en openbaar ministerie en andere relevante (keten en zorg) partners. Het doel is om door gezamenlijke inspannlng het veiligheidsniveau in wijken en buurten op Cura<.;ao te verhogen. De politie zoekt, voor een optimale bijdrage aan de integrale aanpak, aansluiting bij lokale veiligheidsvraagstukken. Kern van de politie taak is een gestructureerde aanpak van problemen en achterliggende oorzaken, in nauwe samenspraak met andere instanties. Een dergelijke aanpak wordt mogelijk door een goede informatiepositie op te bouwen en te onderhouden en te zorgen voor herkenbaarheid en aanspreekbaarheid: kennen en gekend worden. Visie Koros Politie Curacao "Wij mannen en vrouwen van het Korps Politie betrouwbare en betrokken politieorganisatie. "
2.3
Cura~ao
vormen een adequate,
SturingsconceDt
Inrichtingskeuzes Politie processen KPC kent drie verschillende vormen van sturing. Lijnsturing, Processturing en Beleidssturing. Lijnsturinq Lijnsturing gaat over de 'wat vraag': sturing vanuit de verantwoordelijkheid voor het realiseren van resultaten door een divisie, dienst of afdeling binnen KPC. Lijnsturing gaat over het bereiken van doelstellingen met inzet van aantal mensen en middelen binnen de afgesproken beheersmatige kaders. Voor lijnsturing is het IGP concept van groot belang. Een specifiek accent in de lijnsturing als uitvloeisel van het concept van informatiegestuurd werken is dat leidinggevenden zich sterk zullen focussen op het operationele resultaten en de keuzen die moeten worden gemaakt voor een optimale veiligheidsaanpak. Daarom wordt binnen KPC een sturingsoverleg georganiseerd op de verschillende sturingsnLveaus (strategisch, tactisch en operationeel) waarin wordt gefocust op benoemde prioriteiten, aandachtsvelden en afgesproken resultaten alsmede verantwoording afleggen over behaalde resultaten en leren van tJitgevoerd werk. Afhankelijk van het niveau van overleg zullen aan de orde komen: • Actuele informatie die van belang is voor de veiligheidsaanpak
Inrichtingsplan KPC
Pagina 11 van 123
• • • • • •
Trends in veiligheid Persoonsgerichte of gebiedsgerichte aanpak Keuzen maken tussen en binnen opsporingsonderzoeken. Monitoring van de prestaties afgezet tegen de geplande resultaten. Presentatie van methoden van aanpak van problemen waar anderen van kunnen leren. Afspraken over inzet op problemen van mensen, middelen en aanpak.
Processturinq Voor de inrichting van de politieprocessen KPC geldt als belangrijkste binnen inrichtingskeuze de procesorientatie. Dat betekent dat de focus en de sturing van het politiewerk niet activiteit gericht maar procesgericht wordt vorrngegeven. Bij proceso~ientatie wordt primair gekeken naar de wijze waarop het politie "product" tot stand komt. Door de procesbenadering centraal te stellen, wordt de focus verlegd naar de resultaten (producten) en ieders toegevoegde waarde bij de totstandkoming daarvan. Procesorientatie vergt een externe focus: wat wi! de burger van de politie en welke producten en diensten zijn daarvoor noodzakelijk. Procesgericht werken betekent dat er niet op de afzonderlijke door afdelingen en diensten uit te voeren activiteiten en taken gestuurd wordt, maar op het totale werkproces. De essentie van procesgericht werken is horizontaal kijken: wie werkt met wie samen en hoe loopt de informatie en welke eindresultaten worden gezamenlijk bereikt. Voor het korps Politie Cura910 zijn vier hoofdprocessen te onderscheiden: intake, noodhulp, wijkpolitie (handhaving en toezicht) en opsporing. Voor de processen intake, noodhulp, wijkpolitie en opsporing worden proceseigenaren benoemd. De proceseigenaar gaat over de hoe-vraag en over de kwaliteitseisen die aan het proces en de medewerkers die binnen dat proces werkzaam zijn gesteld mogen worden. De proceseigenaar is verantwoordelijk voor het monitoren van kwaliteit; het initieren en doorvoeren van verbeteringen en het aanspreken van lijnchefs op (de wijze van) procesuitvoering. Leidinggevenden in de politieprocessen hebben een dubbele verantwoordelijkheid. Een verticale (hierarchische) verantwoordelijkheid en een horizontale (proces) vera ntwoordelij kheid. Hoewel de hierarchische verantwoordelijkheid altijd in de lijn ligt, heeft de procesverantwoordelijke heel vee I invloed op de manier waarop en de kwaliteit waarmee het werk wordt verricht. Door processturing worden de schotten tussen de afzonderlijke korpsonderdelen geslecht, worden samenwerking en collectiviteit bevorderd. Ontwikkelingen worden op een plaats in de organisatie in gang gezet. Het is noodzakelijk om bij de inrichting en uitvoering van de werkprocessen expliciet aandacht te schenken aan de dwarsverbanden tussen de processen en de samenwerking tussen medewerkers met verschillende expertise en achtergrond in een proces. Ook verdient de samenwerking van het Korps Politie Cura910 met externe partners (OM, Kustwacht, Kmar, Douane en anderen) de aandacht.
Beleidssturinq Beleidssturing gaat over inhoud geven aan prioriteiten: sturing vanuit de verantwoordelijkheid voor een thema (bijvoorbeeld huiselijk geweld of jeugd) dat prioriteit heeft en daarom van KPC extra aandacht vraagt. Voor dergelijke thema's wordt binnen KPC een portefeuillehouder aangewezen. De proceseigenaar richt het werkproces in en formuleert en bewaakt kwaliteitseisen. De portefeuillehouder geeft vorm en inhoud aan een thema en kan daarvoor ook prestaties formuleren. De lijnverantwoordelijke zorgt voor implementatie en uitvoering van afgesproken werkwijzen en resultaten . Verantwoording over uitvoering van beleid en resultaten vindt plaats in de lijn. Er zijn geen vrijgestelde proceseigenaren en beleidsportefeuillehouders. Deze rollen worden ingevuld binnen een lijnverantwoordelijkheid voor een divisie, dienst of afdeling. Zoveel als mogelijk overlappen de rol van lijnverantwoordelijke voor een afdeling met die van procesverantwoordelijke. Zo zal de eindverantwoordelijke voor de afdeling recherche tevens proceseigenaar opsporing in het korps zijn.
Inrichtingsplan KPC Pagina 12 van 123
2.4
Inrichtingskeuze Politieprocessen
Belangrijke keuzes voor de inrichting van de politieprocessen binnen het KPC zijn: A. Kwaliteit: expertise op een plaats organiseren ten behoeve van de ontwikkelin9 van het vakgebied. B. Efficiency: dubbel organiseren is duurder. C. Checks and Balances: transparantie en evenwichtige verdeling van de capaciteit ten behoeve van de verschillende processen binnen het KPC D. Consistentie: aard van het werk is leidend voor de beantwoording van de vraag waar je het onderbrengt. Transparantie in de wijze waarop het werk wordt uitgevoerd (het proces) is de basis voor de rechtvaardiging van de formatie. E. Informatie cobrdinatie: een informatie organisatie voor zowel landelijk als bovenlandelijk, ten dienste van aile politieprocessen (IGP) F. Wettelijke basis: inrichting conform de vigerende wetgeving op Cura<;ao, in de CRW en andere Ilandelijke, koninkrijk en internationale wetgeving G. Contourennota: De reeds vastgestelde inrichtingskeuzes, evenals de bestaande wet en regelgeving, vormen de basis en normatieve referenties voor de inrichting. Informatie Gestuurde Politie IGP Informatie Gestuurde Politie (IGP) vormt een ander belangrijk uitgangspunt voor de inrichting van het Politiekorps Cura<;ao. In de kern komt het concept IGP erop neer dat de informatie vanuit allerlei bronnen binnen en buiten de politie, (ei)landelijk en boven(ei)landelijk, optimaal wordt gegenereerd en gebruikt om te komen tot -sturing op- de meest effectieve bestrijding van criminaliteit en realisatie van veiligheid en laafbaarheid in de samenleving. Het informatieproces wordt binnen KPC zodanig ingericht dat het voorziet in het bepalen van de operationele informatiebehoefte en het vervolgens verzamelen, verwerken, veredelen, analyseren, cobrdineren en verstrekken van informatie. Informatie sturing vindt plaats op: operationeel, tactisch en strategisch niveau binnen de processen Intake, Handhaving, Noodhulp en Opsporing. De informatie stroomt door aile vier de processen binnen de organisatie maar ook naar en van andere organisaties op (ei)landelijk en boven(ei)landelijk niveau. De informatieprocessen zorgen voor verbinding en samenhang tussen die processen. Het is daarvoor essentieel dat de informatieorganisatie binnen KPC op een plek binnen de organisatie wordt ingericht. De informatieorganisatie is het knooppunt van informatie voor het Korps Cura<;ao en tussen andere politiekorpsen en organisaties; specifiek die tussen de Korpsen Sint Maarten, BES en Aruba waar soortgelijke informatieorganisaties worden ingericht. Gebiedsgebonden politiezorg GPZ Een ander leidend concept voor het Politiekorps Cura<;ao is de Gebiedsgebonden politiezorg (GPZ). Gebiedsgebonden politiezorg is geen spedalisme maar een concept dat als een rode draad door aile processen heen loopt, vergelijkbaar met het IGP concept. Uitgangspunt bij gebiedsgebonden politiezorg is dat met het bevoegde gezag en andere ketenpartners vanuit de lokale problematiek een "gemeenschappelijke veiligheidsaanpak" per wijk (gebied) geformuleerd wordt. Uitgangspunt voor deze gemeenschappelijke veiligheidsaanpak is een probleemgerichte benadering. Het gezamenlijk aanpakken van criminaliteitsproblemen kan worden bereikt door middel van preventieve-, handhavings- en repressieve maatregelen. Door nauwe samenwerking tussen interne partners waaronder de buurtagent, noodhulpeenheden en opsporing en externe partners (zoals het bestuur, het OM, de zorgverlening en de bewoners) dient een optimale combinatie van deze maatregelen ontwikkeld en uitgevoerd te worden. Het IGP concept vormt een belangrijke voorwaarde om hier invulling aan te geven. Dat betekent dat buurtagenten en noodhulpeenheden (pro)actief en gericht aan het werk zijn op basis van informatie uit ondermeer ActPol. Om over adequate informatie te kunnen beschikken is het een voorwaarde dat Actpol (en de andere systemen) op de juiste wijze gebruikt en gevuld wordt. Noodhulp De noodhulp richt zich op de behandeling van hulpaanvragen die directe inzet behoeven en hoge prioriteit hebben (prioriteit 1 en 2). Het proces noodhulp wordt binnen KPC centraal georganiseerd. Elk van de noodhulpeenheden bestaat uit twee executieve politiemedewerkers en heeft een eigen (geografisch) verzorgingsgebied. De meldkamer is sturend bij de inzet van noodhulpeenheden en
Inrichtingsplan KPC
Pagina 13 van 123
bepaalt welke eenheid op een melding wordt ingezet en of en hoe voertuigen geplaatst worden. Wanneer een noodhulpeenheid geen melding aan het behandelen is vervult de noodhulpeenheid binnen het eigen verzorgingsgebied informatiegestuurd handhavings- en toezichtstaken uit. De medewerkers van de noodhulp zijn verantwoorde'lijk voor de volledige afhandeling van de incidenten waarbij ze betrokken zijn, dus ook de schriftelijke verslaglegging. Verdachten die worden aangehouden terzake van misdrijven worden overgedragen aan de opsporing. Verdachten van overtredingen worden zelf afgehandeld. Ter ondersteuning van de processen handhaving en noodhulp worden onder verantwoordelijkheid van de divisiechef operationele ondersteuning en intake verschillende vormen van expertise en operationele ondersteuning ingericht. Intake Intake betreft de organisatie van de loketfunctie van KPC en omvat het fysieke loket, het telefonische loket en het digitale loket. Het fysieke loket vormt een herkeflbare baliefunctie waar het publiek zich kan melden voor het doen van aangifte, het aanvragen van vergunningen en het halen of brengen van informatie. De baliefunctie wordt binnen KPC in ieder geval op elk van de vijf wijkbureaus ingericht en in de toekomt mogelijk ook op politieposten. Het telefonisch loket heeft betrekking op de telefonie en de telefonische bereikbaarheid van de politie. Voor een adequate en efficiente afhandeling dienst onderscheid gemaakt te worden in urgente en niet urgente telefonie. Dit onderscheid wordt gefaciliteerd door duidelijk herkenbare (gescheiden) telefoonnummers. Urgente telefonie is bestemd voor de meldkamer. Niet urgente telefonie voor het call-Center. Het digitale loket biedt (op termijn) de mogelijkheden om via e-mail of via een interactieve website informatie uit te wisselen tussen publiek en politie. Hierbij is naast het geven en ontvangen van informatie ook beperkte dienstverlening met betrekking tot het doen van (eenvoudige) aangiften of het aanvragen van vergunningen mogelijk. Opsporinq Opsporingsactiviteiten kunnen worden gestart naar aanleiding van een incident of naar aanleiding van een reeks incidenten die op enige manier overeenkomsten vertonen (een probleem). Tussen il1cidentgerichte- en probleemgerichte opsporing bestaan verschillen in werkwijze en inzetpatronen. Incidentgerichte opsporing is het proces van opsporen waarbij naar aanleiding van een melding, ontvangen informatie, een of meer aangiften dan wei een of meer aangehouden verdachten een zo efficient mogelijk reactief onderzoek wordt uitgevoerd. Probleemgerichte opsporing is het proces van projectmatig opsporen dat voigt op constatering van stelselmatigheid in verdachte(n) en/of strafbare feiten, indien deze een ernstige inbreuk op de veiligheid en/of leefbaarheid vormen en/of de maatschappelijke integriteit aantasten. Binnen het Korps Politie Curac;ao wordt voor de inrichting van de Recherche en Informatie dienst een onderscheid gemaakt in Veel Voorkomende Criminaliteit (We), Lokaal Ernstige Criminaliteit (LEe) en Zware en Georganiseerde Criminaliteit (ZwaCri). De bestijding van de WC wordt binnen het Korps gedeconcentreerd uitgevoerd op meerdere wijkteams. Het hoofd van de recherche en Informatie dienst is eindverantwoordelijk voor aile opsporingsactiviteiten binnen het Korps (ook de We) en is vanuit die rol tevens proces eigenaar. 'De divisiechef Centrale Recherche is lijnverantwoordelijk voor de bestijding van de WC en de LEe. De Divisiechef ZwaCri is lijnverantwoordelijk voor de bestrijding van de ZwaCri. De divisiechef recherche ondersteuning en informatie is lijnverantwoordelijk voor de opsporingsondersteuning en de informatieorganisatie. Het Politiekorps Curac;ao zal, gezien haar omvang en de vormen van criminaliteit die het dagelijks moet bestrijden, over voldoende specialismen en expertise moeten beschikken. De bestrijding van criminaliteit op Curac;ao, maakt het noodzakelijk en wenselijk om samen te werken met andere Politiekorpsen en instanties. Er zijn verschillende vormen van samenwerking: bi lateraIe samenwerking, multilaterale sa menwerking en samenwerking door middel van de Gemeenschappelijke Voorziening Politie. De sa menwerkingsvormen en onderwerpen zullen voorafgaand aan de vaststelling van dit inrichtingsplan nader bepaald en ingevuld moeten worden.
2.5
Inrichtingskeuzes BedrUfsvoering
In deze paragraaf wordt ingegaan op onderwerpen, die van belang zijn voor de keuzes, die gemaakt zijn bij de inrichting van de functies.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 14 van 123
Inrichtinq Binnen het korps politie Cura<;ao zijn de bedrijfsvoeringstaken thans georganiseerd in verschillende afdelingen. Het uitgangspunt bij de inrichting is dat een nieuwe ordening van taken wordt gekozen, die beter aansluit bij processturing. Hierdoor kan het zijn dat bepaalde afdelingen bij elkaar worden gebracht en bepaalde taken worden belegd bij een andere afdeling dan de huidige. Een voorbeeld hiervan is de inkoopfunctie die thans verspreid is onder de afdelingen ICT, logistiek en de politiegarage, die enkel en aileen onderdeel zal uitmaken van het facilitaire proces. Voor zover wordt afgeweken van de ordening conform procesinrichting wordt dit aangegeven in de paragraaf "uitgangspunten".
De rechtspositie van medewerkers van het korps politie Cura<;ao kent niet de mogelijkheid om deeltijd te werken . Hierdoor kunnen aileen hele functies worden ingericht. De noodzaak om taken steeds te groeperen naar een omvang van een volle fte, leidt soms tot een andere inrichting dan wanneer deeltijdfuncties mogelijk zouden zijn geweest. Samenwerkinq Het korps pol,itie Cura<;ao wordt als een zelfstandig functionerende organisatie ingericht. De korpschef heeft een integrale managementverantwoordelijkheid. Gelet op het voornemen van het Land Cura<;ao om gezamenlijk enkele onderwerpen te organiseren teneinde doelmatigheidswinst te boeken en tevens gelet op het samenwerkingsverband tussen de korpsen zoals vermeld in de Consensusrijkswet, is het noodzakelijk om in de toekomst bepaalde taken samen te organiseren dan weI uit te besteden. Uitgangspunt zal altijd zijn dat het korps aile processen binnen haar organisatie zal inrichten. Sterktelcaoadteit De inrichting van het zelfstandige korps politie Curac;ao brengt met zich mee dat er taken moeten worden uitgevoerd, die voorheen door andere instanties werden gedaan. Voorbeelden hiervan zijn niet aileen de beleidsontwikkeling op een groot aantal terreinen, maar ook diverse uitvoerende werkzaamheden op Personeel, Financieel, Facilitair en ICT-gebied. De toename van het werkaanbod hierdoor is overwogen bij het voorliggende inrjchtingsvoorstel. Daar tegenover staat echter dat, nu een aantal financiele, personele en facilitaire processen niet meer hoeft te lopen via de centrale overheid, de mate van bureaucratie zal afnemen, waardoor de netto-inzetbaarheid zal toenemen.
Het inrichtingsplan beschrijft die taken en benodigde capadteit die nodig is om de reguliere bedrijfsvoering te laten functioneren. Dit betekent dat bij de inrichting geen rekening is gehouden met capaciteit die nodig is voor inhaalslagen die nodig zijn om achterstandssituaties weg te werken . Dit zal moeten plaatsvinden via een (incidentele) projectstructuur ondersteund met extra middelen en capaciteit. Kwa/itelt Bij de inrichting is rekening gehouden met de ambitie die het Korps Politie Cura<;ao heeft om kwalitatief sterk te verbeteren. Het doorvoeren van verbeteringen in het korps op aile geledingen vraagt ook vanuit 8edrijfsvoering en Staf om een beter toegerust ondersteuningsproces.
Zoveel mogeli.j k zijn internationeel erkende kwaliteitsnormen gehanteerd voor de inrichting van het kwaliteitsmanagementsysteem. Zo zal de inrichting rekening houden met werkprocessen als "interne audits" en strikte richtlijnen voor directiebeoordelingsvergaderingen, om invulling te geven aan de eerder genoemde lijnsturing. Voor beheersing van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de belangrijkste processen beschreven met duidelijke onderkenning van de Deming cyclus voor continu meten, analyseren en verbeteren van de presta ties van het korps.
Plan
Do
Act
Check
Bij de bedrijfsvoering is sprake van een aantal taken, dat hoogwaardig spedalisme vergt, zoals fiscale advisering, applicatiedesigner maar ook bouwtechnische ondersteuning . Deze specialistische taken
lnrichtingsplan KPC Pagina 15 van 123
worden niet ingericht. Ais de inzet van dergelijk specialisme nodig is, zal dat worden ingehuurd. De bekostiging hiervan wordt inzichtelijk in de meerjarenbegroting onder de post advieskosten Informatie Het is noodzakelijk dat het korps met de nieuwe overheid de meerjaren visie ontwikkelt voor leT. Hierin moet worden meegenomen het uitbestede beheer en ontwikkelingen rondom de Act-pol domeinen (Act-Pol, Act-FMS en Act-BMS) maar ook de mogelijkheden om gebruik te maken van een Shared Service Organisatie ressorterend onder het nieuwe eilandbestuur. De huidige informatievoorziening is onvoldoende en de structuur is geknipt over verschillende locaties en verantwoordelijkheden. Bij dit inrichtingsplan wordt er vanuit gegaan dat een ICT strategie wordt opgestart om de informatievoorziening toekomstvast te maken. Hierbij moet aandacht besteed worden aan eisen van beveiliging en 2-uurs continu'iteit, die een voorwaarde zijn voor een politieorganisatie. In de toekomst kan dit betekenen dat het aantal functies op ICT gebied moeten worden uitgebreid, of dat wordt samengewerkt met andere partijen. Zoals eerder gesteld worden vooralsnog aileen de lokale beheer- en ondersteuningstaken ingericht.
Binnen het domein Vreemdelingendienst zijn de grensbewaking, de toelating en de handhaving losgekoppeld van elkaar. De activiteiten van het onderdeel toezicht wilen worden belegd binnen de nieuwe overheid (administratieve taak). De activiteiten m.b.t. handhaving blijven binnen het korps. Naast de consequenties voor de formatie heeft dit ook gevolgen voor het beheer en de werking van de ICT componenten. (Applicaties en overige delen van de infrastructuur). Dit gegeven moet nader worden uitgewerkt in een strategische notitie m.b.t. het ICT domein.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 16 van 123
3.
Intake &. service
3.1
Definitie, afbakening, werkprocessen en resultaatgebieden
3.1.1 Definitie Het werkproces intake wordt gedefinieerd als het geheel aan activiteiten en niet spoed zijnde klantverzoeken (van politiediensten) worden overgedragen aan andere processen. Het gaat hierbij om het eerste (burger of een instelling) waarbij het initiatief niet is uiteengegaan van de 3.1.2
waar aile inkomende spoed behandeld en/of worden contact met de omgeving politie.
Afbakening
DIENST
Intake is het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van aile op initiatief van de burger (inclusief bedrijf of instelling) tot stand gekomen (k1ant)contact, die leidt tot een vorm van dienstverlening van de politie, uiteraard altijd passend binnen de politiele kerntaken. Conform bovenbschreven definitie kan intake bestaan uit: 1. Een noodhulp verzoek. 2. Een verzoek voor niet-spoedeisende assistantie. 3. Een aanvraag voor een evenementsvergunning. 4. Aangifte van een strafbaar feit. 5. Aangifte van een gevonden of verloren voorwerp. 6. Een klacht jegens de politie. 7. Een vraag naar informatie. 8. Overige persoonlijke interacties. In dit hoofdstuk wordt de inrichting aangaande intake beschreven zoals die ook intern is vastgelegd in de KPC Procedure "Intake". Intake & Service is voorts ingericht op basis van de volgende uitgangspunten: • Intake centraal georganiseerd, intakeactiviteiten (decentraal) gedeconcenteerd met minimaal (3) loketvormen: een digitaal loket (24/7), een fysiek (persoonlijk) loket en een telefonisch loket (24/7 bereikbaar); • Breng een scheiding aan tussen de spoedeisende gevallen en de niet spoedeisende gevallen (wei een politiele reactie); • Hierbij gebruikmakend van Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA's), voornamelijk voor het fysieke loket; • Voorts nadenken over de (overige) modaliteiten in de wijkbureaus en de (eventuele) loketvormen bij andere instellingen.
De afbakeningscriteria zijn: 1. een burger (klant in brede zin, maar ook een bedrijf of instelling) die in contact treedt met de
politie maakt pas na het eerste contact duidelijk wat de reden van dit contact is. Het is dus bij aanvang niet meteen duidelijk welk proces ter opvolging wordt uitgevoerd; 2. bij aile (ingekomen)klantaanvragen wordt de politie om een reactie gevraagd, ook al is dit de mededeling dat de politie het verzoek niet in behandeling kan nemen en eventueel moet doorverwijzen. Om te waarborgen dat aile (k1ant)verzoeken een professionele reactie krijgen worden deze in een proces samengebracht, inclusief het monitoren hierop;
Inrichtingsplan KPC
Pagina 17 van 123
3. am de beoogde effectiviteit en efficiency binnen de organisatie zelf te garanderen, worden de interne klantverzoeken conform gestandaardiseerde (formaat) werkwijzen en richtlijnen afgedaan: (a) het onmiddellijk helder krijgen van vragen en verzoeken van de collega(s) en het terpl'ekke geven van de juiste informatie dan wei het verwijzen van de collega naar de aangewezen externe instantie (b) het onmiddellijk doorverwijzen van de collega(s) en (c) in ieder geval de collega in aile gevallen optimaal kunnen ondersteunen met een professionele dienstverlening; 4. intake is als apart proces binnen de basispolitie functie georganiseerd, zodat de overige uitvoerende processen zich kunnen concentreren op hun kerntaken. Op het moment dat de burger in contact treedt met de politie vindt de eerste intake plaats. Dit eerste contact is voor de burger zeer belangrijk en van belang voor het imago en de reputatie van de politieorganisatie. De burger wil correct te woord worden gestaan en serieus genomen worden door politiefunctionarissen die zowel klantgericht (servicegericht) als oplossingsgericht zijn. Hiertoe zijn interbne directieven ontwikkeld voor beheersing van klantvriendelijk onthaal. Het doel van het werkproces intake is dat het bijdraagt aan de handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. Intake richt zich op het helder krijgen, het afhandelen en overdragen van aile spoedeisende en niet-spoedeisende verzoeken en meldingen van klanten (burgers, bedrijven en instellingen). Klantverzoeken worden aangenomen en (onmiddellijk) afgehandeld of ter be(af)handeling overgedragen aan eenheden binnen de politieorganisatie.
3.1.3
Werkprocessen, taken en resultaatgebieden
Binnen het werkproces intake worden de volgende processtappen onderscheiden: 1. Kennisnemen van het klantenverzoek (en activiteiten); 2. Verwerken van het klantenverzoek (en activiteiten); 3. Monitoren (en activiteiten). Binnen dit werkproces wordt het volgende gewaarborgd: • er is snel en laagdrempelig contact (burger) met de politie; • iedere burger krijgt dezelfde kwal,iteit van dienstverlening, ongeacht wie hij/ zij is en ongeacht waar hij/ zij woont; • de burger wordt geInformeerd wat hij/ zij van de politie kant mag verwachten; • er voigt actieve terugkoppeling op de status van het verzoek van de burger; • het klantverzoek wordt zo volledig mogelijk afgehandeld met een minimale wachttijd en zo veel mogelijk afhandelen zonder doorverwijzingen. De toegevoegde waarde van het werkproces intake is tweeledig: • als de voordeur van de politieorganisatie, vormt intake daarmee het koppel punt tussen buiten en binnen. Het is alert op de omgeving en heeft oog voor relevante informatie; • het verzorgt klantcontacten langs verschillende kanalen en filtert deze contacten zodat de burger de juiste ingang (efficiency) geboden wordt om zijn/haar vraag te plaatsen en dat het proces ervoor zorgt dat deze verzoeken correct en uniform worden afgehandeld. Verantwoordelijkheden in het werkproces intake: De medewerker Intake & service draagt bij aan de handhaving van de openbare orde, de veiligheid en de leefbaarheid in de samenleving, door het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van aile contacteno met burgers, bedrijven, instellingen, volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen die leiden tot een vorm van dienstverlening door de palitie en die passen binnen de kerntaken van de politie.
3.2
Het intakeDroces
Het werkproces Intake binnen de BPZ kent verschillende vormen: fysiek (aan de balie), telefonisch en digitaal (per e-mail) via internet. Het intakeproces wordt zodanig ingericht en georganiseerd dat de burger via vele kanalen de politie kan bereiken. De burger bepaalt uiteindelijk (zelf) welk kanaal hij kiest: telefoon, mail, digitaal (via internet) of gewoon (fysiek) aan de balie, al of niet op afspraak.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 18 van 123
Binnen het KPC wordt het werkproces Intake als volwaardig kJantgericht werkproces centraal birmen de BPZ georganiseerd. De (sub)activiteiten binnen dit werkproces vinden echter op niveau van de wijkteams gedeconcentreerd plaats. Hierbij wordt gebruik gemaakt van speciaal daartoe opgeleide medewerkers met een beperkte opsporingsbevoegdheid (BOA's). Door de inzet van BOA's wordt de reguliere politiecapaciteit ontlast en vrijgespeeld, terwijl de kwaliteit van de dienstverlening verbeterd kan worden.
3.2.1 Telefonische intake Het telefonische loket heeft betrekking op de telefonie en de telefonische bereikbaarheid van de politie. Hierbij dient voor een adequate en efficiente afhandeling onderscheid gemaakt te worden in urgente en niet urgente telefonie. Dit onderscheid wordt gepacificeerd door duidelijk herkenbare (gescheiden) telefoonnummers. V~~r
wat betreft de urgente telefonie en het (explidet) gebruik van het alarmnummer 911 daarvoor, wordt door het KPC stevig ge'investeerd in het bewustmakingsproces hiervan bij de inbeller. Daarnaast nopen (dwingende) wettelijke bepalingen de inbeller daartoe. De inbeller zal voor wat betreft de niet urgente telefonie een ander telefoonnummer moeten hanteren.
3.2.2 Aangifteproces aan de balie Naast het (fysiek) geven en ontvangen van informatie aan de balie is ook beperkte dienstverlening met betrekking tot het doen van (eenvoudige) aangiften of het aanvragen van vergunningen mogelijk. Nieuwe technische mogelijkheden hierin worden (in een doorlopend proces) bestudeerd en op dit moment door het KPC (verder) ontwikkelt. De medewerkers Intake & service geven de baliefunctie invulling eveneens nemen zij de telefonie voor hun rekening. Door specifieke openingstijden te bepalen voor de wijkbureaus afzonderlijk en deze duidelijk bekend te maken wordt gekomen tot een efficientere wijze van plannen en organiseren zonder dat dit ten koste gaat van de dienstverlening.
3.2.3 Internet aangifte Het digitale loket heeft betrekking op de mogelijkheden om via e-mail of via een interactieve website informatie uit te wisselen tussen publiek en politie. Het KPC zal op termijn een digitaal loket in de vorm van een interactieve website ontwikkelen . Om adequaat te kunnen reageren op urgente meldingen moeten deze worden gescheiden van de minder urgente meldingen. De klant ontvangt kort na het indienen van een urgente melding minimaal een telefonische reactie dan wei een formele schriftelijke van de politie. Enkele slotpoomerkingen aangaande inrichting van Intake & Service: Het 'innemen' van urgente meldingen en deze omzetten naar de gewenste inzet van politiepersoneel vraagt een gebruik van het toegewezen noodnummer 911 en een afhandeling vanuit het meldkamerproces. Dit proces wordt uiteraard gei'nitieerd bij het intakeproces. Het meldkamerproces wordt verder in paragraaf 3.6. uitgewerkt. Door de intake als afzonderlijk proces te organiseren wordt eveneens de mogelijkheid gecreeerd om binnen dit proces decentraal intakeactiviteiten te organiseren maar ook de ontvangst en registratie van gevonden, - verloren- en in beslaggenomen goederen op een professionele wijze af te handelen. De opslag, beheer en teruggave van deze goederen vindt conform wettelijke bepalingen en richtlijnen plaats en wordt in een werkinstructie gegoten. Dit proces wordt centraal georganiseerd. Het telefonische en digitale loket wordt binnen de Unit Intake en Service georganiseerd in de Gezamelijke Meldkamer ten aanzien van spoedeisende meldingen en de Callcenter, ten aanzien van niet spoedeisende meldingen. Spoedeisende meldingen worden gedaan via het alarmnummer 911 terwijl niet spoedeisende meldingen via een nog nader te bepalen 9 .. , nummer de Callcenter binnen komen. Telefonische aangiften zouden ook via de Callcenter gedaan kunnen worden. De overige spedfieke 1<euzes in het werkproces intake:
Inrichtingsplan KPC
Pagina 19 van 123
* Ten
behoeve van een herkenbare en transparante orngeving wordt betreffende het intakeproces voor het KPC een uniform en gestandaardiseerd dienstverleningsconcept aangeboden. Dat houdt onder andere in : hetzelfde antwoord en dezelfde actie op dezelfde vraag van de burger;
= een eenduidige bejegening van de burger;
= een uniforme uitstraling naar de burger toe;
* Het intakeproces omvat een Gezamelijke Meldkamer waar spoedeisende meldingen binnen komen en een Call Center ten behoeve van de niet-spoedeisende hulpvraag. Daarnaast zijn er (decentrale) intake-units aan de wijkbureaus (een gedeconcentreerde aan- en afmelding van de hulpvraag). De intake-units aan de wijkbureaus en die van de call Center worden bemand met (service)medewerkers met een beperkte opsporingsbevoegdheid (BOA's); * Ten behoeve van het integrale intakeproces worden intake-units gedeconcentreerd ingericht, doch centraal aangestuurd; * Een doelgroepbenadering is van belang, bij spedfieke klantgroepen (minderjarigen, bUitenlanders, bedrijven en 'instellingen) bijvoorbeeld eveneens een specifieke behandeling hanteren. Het aansteli'en van taakaccenthouders behoort hier tot de mogelijkheden; * De openingstijd van de intake-units op locatie is voor wat betreft meldingen in het algemeen 24/7 van maandag tim zondag vanuit vijf politielocaties: de wijkbureaus Barber, Rio-canario, Montagne, Punda en Otrabanda. Door hier eenduidige afspraken over te maken met de klant neemt de toegankelijkheid toe en verbetert de bereikbaarheid van het KPC; * De openingstijden van de intake-units is voor wat betreft de opname van aangiften (strafbaar gestelde delicten) in het algemeen van 07:00 uur tot 17:00 uur van maandag tIm vrijdag vanuit de vijf politielocaties. Opname van aangiften na 17:00 uur en op de zaterdagen en zondagen vindt slechts (centraal) plaats vanuit drie politielocaties: de wijkbureaus Barber, Rio-canario en Montagne. De callcenter is 24/7 telefonisch bereikbaar voor niet spoedeisende meldingen; * De mogelijkheid tot internetaangifte (eenvoudig strafbaar gestelde delicten) moet (nog) worden uitgewerkt. De mogelijkheid tot het doen van een telefonische (eenvoudige) aangifte vindt zowel centraal (call Center) als op locatie plaats (decentraal intake units). Doordat meldingen in het algemeen worden ingebracht via een (intake)geintegreerd en gealioceerd meldkamersysteem, zal de telefonische werkdruk bij de (decentrale) intake-units niet toenemen. Daarnaast wilen er doorgaans (traditioneel) meer meldingen (autogebonden) rechtstreeks bij de meldkamer worden aangeboden. De totale formatie ten behoeve van intake wordt daarom ook hierop afgestemd. De capaciteit die eventueel bij de intake-units wordt vrijgemaakt zal op de volgende wijze worden ingevuld: = terugbelprotocollen; = mogelijkheid van aangifte op locatie; = mogelijkheid van aangifte op afspraak; = verhoor van getuigen en verdachten in eenvoudige opsporingszaken; * De openingstijden van de intake-units is voor wat betreft de aanvraag van vergunningen in het algemeen van 08:00 uur tot 17:00 uur van maandag tim vrijdag vanuit de vijf politielocaties; * Buiten de (eerder) genoemde openingstijden wilen slechts de intake-units op locatie van Barber, Rio-canario en Montagne geopend blijven voor de (geografische) clusters. Hierbij geldt dat de kwaliteit van de geleverde diensten aan de burger gewaarborgd blijft (o.a. de vastlegging van werki nstructies); * Er wordt een proceseigenaar intake & service (lid managementteam) aangesteld; * Bij een dringende hulpvraag zal de burger veelal via het nummer 911 contact zoeken met de politie. De medewerker meldkamer (Calltaker Gezamelijke Meldkamer / dispatcher; is getraind om: = de meldingen goed te kunnen inschatten naar aard en ernst van de melding; = de noodhulpeenheden goed en kundig te kunnen aansturen naar aanleiding van deze meldingen; = de noodhulpeenheden goed en vakkundig te voorzien van de juiste informatie om hun werk goed te kunnen doen. De niet spoedeisende hulpvraag wordt afgedaan door calltakers met een beperkte opsporingsbevoegdheid (BOA's) van de Call Center van het KPC. Het aannemen van de telefoon binnen de Call Centerdient genormeerd te worden; * Aan de hand van uitvraagprotocolien wordt bepaald of de vraag van de burger een (autogebonden) melding is en wordt aangeboden aan de meldkamer, dan wei wordt
Inrichtingsplan KPC
Pagina 20 van 123
* *
doorverbonden of vastgelegd ter verdere afhandeling door de intake-units op de wijkbureaus. De doorontwikkeling hiervan versterkt dit proces door meer aandacht te bested en aan de kwaliteit van het werk en op resultaten te focussen; De intake-units binnen een cluster (het Stadsdeel bijvoorbeeld) ondersteunen elkaar bij vervanging tijdens ziekte e.d.; Intake zal veelal voorafgaan aan de processen handhaven, noodhulp en opsporen. Er moeten daarom ook kwaliteitsafspraken met deze processen over de output van intake worden gemaakt. Dit kan betekenen dat de (service)medewerkers op flexibele tijdstippen moeten worden ingezet of (bij)geschoold moeten worden.
3.3
Coordinatie en leiding
Voor het werkproces Intake & service zal er gelet op de span of control en het specifiek inhoudelijke karakter van de intakeonderdelen sprake zijn van een leidinggevend of wei hoofdenniveau. Onder directe verantwoordelijkheid van het unithoofd Intake & service vallen eenn Chef Gezamelijke Meldkamer en Callcenter, vier teamleiders Gezamelijke Meldkamers en Callcenter en acht teamleiders decentrale intake units. Deze acht teamleiders van de decentrale intake units worden in de dag- en middagdiensten ingeroosterd. In de nachtdiensten worden er daarom gezien de bezettingsgraad geen teamleiders ingezet. Deze leidinggevenden vormen samen met het unithoofd Intake & service het ondersteunende management op unit niveau. Het unithoofd Intake & service ressorteert direct onder het divisiehoofd Aigemene Politie.
3.4
Bereikbaarheid
Intake op Cura<;ao wordt als zelfstandige unit ingericht. Het intakeproces wordt voornamelijk uitgevoerd door BOA's. De (gezamenlijke en/of gealloceerde) meldkamer wordt verder geprofessionaliseerd en is 24/7 (mede)bereikbaar voor wat betreft intakeactiviteiten. De informatieafdeling is voorts bereikbaar voor politieorganisaties en andere opsporingsinstanties. Bij de openstelling voor (eenvoudige) aangifte etc. wordt gebruik gemaakt van BOA's. Deze verzorgen de baliefunctie en nemen aangiften op. De formatie van de BOA's is in dit geval toereikend voor de totale openstelling van de wijkbureaus en een dubbele bezetting aan de balie om de service te allen tijde effectief en efficient te laten verlopen.
3.5
Bezetting Intake & service
Werkproces Intake &. service
Aantal per dienst O-A-N
Unithoofd Intake en Service
1
Tijd r 08:00-17:00
r
Teamleider Intake en Service
1-1 (geen nachtdienst) (8)
Medewerker Intake en Service (unit Barber)
2-2-1-3 (8) ---------- r 2-2-2-3 (9) 2-2-1-3 (8)
Medewerker Intake en Service (unit Rio-Canario)
Medewerker Intake en Service (unit Montagne)
Medewerker Intake en Service (unit Otrobanda)
Medewerker Intake en Service (unit Punda)
I
2
2--------
16/7
24/7 ~~24/7
24/7
08:00-15:00
08:00-15:00
Inrichtingsplan KPC
Pagina 21 van 123
3.5.1
Formatieoverzicht Intake & service
Formatieoverzicht werkproces intake & service
1 8
Unithoofd Intake en Service Teamleider Intake en Service Medewerker Intake en Service
29
Totaal:
38
3.5.2
Organogram Intake & service: Unit
[ntake & Service
I ~'e l(ik ..i rTIl'r
3.6
(all Center
De Meldkamer
Voor de inrichting van de meldkamer is uitgegaan van de volgende punten: • Procesgeorienteerde meldkamer; • Studie naar een gezamenlijke (gezamenlijk gealloceerd) meldkamer met de brandweer en ambulance; • De meldkamer is stu rend op de noodhulpvoertuigen. Hierbij is er sprake van het prioriteren van de meldingen; • Intake van de meldingen in prindpe door BOA's (Calltakers Gezamelijke Meldkamer). De dispatcher is wei een politiemedewerker (aansturing door blauw); • Beschrijf de (sub)processen en normeer de presta ties; • Binnen het meldkamerproces wordt (eveneens) het werkproces intake georganiseerd. Binnen het domein intake & service wordt voor een deel het meldkamerproces ingericht en georganiseerd met een 24 uurbezetting. Hierbij dienen urgente en niet urgente meldingen van elkaar onderscheiden en gescheiden te worden. Ook dienen meldingen naar hun aard gecategoriseerd en geprioriteerd te worden.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 22 van 123
Daarnaast dient de meldkamerfunctie geprofessionaliseerd te worden. Hierbij moet worden gedacht aan het beschrijven van werkwijzen en procedures, de organisatie van technisch en functioneel beheer van de meldkamer, het normeren van gewenste prestaties en het trainen en opleiden van personeel . Binnen het meldkamerproces wordt voor de intake van meldingen gebruik gemaakt van medewerkers telefonie (calltakers Gezammelijke Meldkamef). Het blijft wenselijk dat daarnaast een reguliere ervaren politiemedewerker belast wordt met de uitgifte van meldingen en de aansturing en coordinatie van noodhulp eenheden (dispatchef). Binnen het KPC vindt momenteel de uitwerking plaats naar de mogelijkheid van een gezamenlijke (gezamenlijk gealloceerd) meldkamer met Brandweer en Ambulance. Een gezamenlijke meldkamer met brandweer en ambulance levert niet aileen efficiencywinst op maar ook het vereiste kritische massa om de meldkamer als proces te kunnen inrichten en professionaliseren. De meldkamer stuurt aile eenheden op straat direct aan. De burger kan hierbij de meldkamer niet rechtstreeks bellen. Ais de burger de politie belt via een algemeen nummer komt hij/zij terecht bij het callcenter. Belt de burger voor een spoedeisende melding (911) vraagt de medewerker of de burger contact wil met politie, brandweer of de ambulancedienst. De burger wordt vervolgens direct naar de juiste persoon in de gezamenlijke meldkamer doorverbonden. Bij het bellen van 911 dient de burger duidelijk zijn/ haar naam, waar hij/ zij zich bevindt en welke hulpdienst hij/ zij nodig heeft aan te geven. De integratie betekent ten slotte een effidentere en effectievere inzet van mensen en middelen. Het project herinrichting en professionalisering meldkamer politie wordt op dit moment nader (separaat) uitgewerkt. Het aantal nodeloze meldingen via 911 moeten ten slotte verder worden teruggedrongen door gebruikmaking van de Call Center. De Call Center dient actief mee te werken aan het terugdringen van de nodeloze meldingen via 911.
3.6.1 Afbakening De meldkamer speelt een ondersteunende rol bij de ontwikkelingen in noodhulp en de BPZ. Noodhulp vraagt om een sturende en directieve rol van de meldkamer. De meldkamer regelt en coordineert de noodhulpmeldingen. Via mobilofoon staan de medewerkers meldkamer rechtstreeks in contact met aile (noodhulp)eenheden. Ais er een melding bij de meldkamer binnenkomt, bepaalt de centralist (dispatchef) welke eenheid hij aanstuurt. Oat kan een noodhulpeenheid zijn, maar bijvoorbeeld ook politie op de motor of te voet. Bij aile noodhulpmeldingen probeert de politie van het KPC om binnen 15 minuten ter plaatste te zijn. De meldkamer heeft altijd een compleet overzicht waar aile noodhulpeenheden zich bevinden. Oat kan door gebruik te maken van GPS (Global Positioning System). Zo kan de meldkamer de auto sturen die het dichtst bij een incident in de buurt is. Meestal voordat de noodhulpeenheid ter plaatse is, voorzien de medewerkers van de meldkamer hen van aile benodigde informatie. Zo kan de politie vaak efficienter optreden of vooraf rekening houden met mogelijke gevaren. Bij de BPZ heeft de meldkamer een (meer)communicatieve rol. 3.6.2 Taken, rollen en verantwoordelijkheden De meldkamer heeft als kerntaak de aansturing van politie-eenheden bij noodhulpincidenten, evenals
het leveren van ondersteuning aan de politie-eenheden. Binnen de meldkamer worden urgente
meldingen 'aangenomen' en vertaald naar de gewenste (politie)inzet. De wijze waarop de politie
invulling geeft aan de noodhulpvragen (zie werkproces noodhulp) bepaalt in hoge mate het
vertrouwen dat burgers hebben in de politie.
De Medewerker meldkamer (dispatcher) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde,
veiligheid en leefbaarheid, door het regisseren van de afhandeling van afzonderlijke spoedeisende
verzoeken en meldingen door politie-eenheden en hulpdiensten in een gebied.
De Medewerker Meldkamer is dus verantwoordelijk voor de regie op de afhandeling van afzonderlijke
spoedeisende verzoeken en meldingen door politie eenheden en hulpdiensten in een gebied.
De Medewerker Intake & service draagt bij aan de handhaving van de openbare orde, veiligheid en
leefbaarheid in de samenleving, door het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van aile contacten
Inrichtingsplan KPC
Pagina 23 van 123
met burgers, bedrijven, instellingen, volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen die leiden tot een vorm van dienstverlening door de politie en die passen binnen de kerntaken van de politie. De Medewerker (Calltaker Callcenter) Frontoffice draagt bij aan de directe ondersteuning van operationele politietaken, door de afhandeling van verzoeken en meldingen (bedrijven, burgers en instellingen), volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.
3.6.3 Formatietoelichting De gezamenlijke meldkamer en de Callcenter worden aangestuurd door een Chef Gezamelijke meldckamer en Calcenter. Vier Teamleiders gezamelijke meldkamer en callcenter ondersteunen de Chef Gezamelijke Meldkamer en Callcenter door leiding te geven aan de teams. Een van deze teamleiders fungeert tevens als meewerkend voorman en vervangt de Chef Gezamelijke Meldkamer en Callcenter. Een aantal executieve politiemedewerkers is specifiek belast met de aansturing van de noodhulpeenheden, terwijl een aantal niet-executieve medewerkers als medewerkers Call Taker Gezamelijke Meldkamer fungeren. Binnen de Callcenter is er eveneens een aantal medewerkers (calltakers Calcenter) ingedeeld. Zij genieten echter wei een beperkte opsporingsbevoegdheid en hebben aldus een BOA-status. 3.6.4
Formatieoverzicht Meldkamer en Call Center
Formatieoverzicht gezamenlijke Meldkamer en Call Center KPC Unithoofd Gemeenschappelijk Meldkamer en Call Center
1
Chef Gezamelijke Meldkamer en Callcenter
1
, Teamleider Gemeenschappelijk Meldkamer en Call Center
Calltaker Callcenter
5 16 16 16
Totaal:
55
Dispatcher Dispatcher Gemeenschappelijke Meldkamer
3.6.S
Organogram Meldkamer en Call Center Unit Intake & Service
Il1take & Service
Call Center
Inrichtingsplan KPC Pagina 24 van 123
4.
Basispolitiezorg (BPZ)
4.1
Definitie, afbakening, werkprocessen, taken en resultaatgebieden
< Inhoud >
4.1.1 Aigemeen Voor het Korps Politie Cura<;ao (KPC) zijn lOals al vermeld vier hoofdprocessen te onderscheiden: intake, noodhulp, handhaving en opsporing. Voor deze (uitvoerende) werkprocessen worden proceseigenaren benoemd. Dit zijn tevens de werkprocessen waarin uitvoering wordt gegeven aan de missie van het KPC. Het is verder noodzakelijk om bij de procesorientatie explidet aandacht te blijven schenken aan de dwarsverbanden tussen deze werkprocessen en de samenwerking tussen medewerkers met verschillende expertise en achtergrond in een proces. In dit inrichtingsplan zijn aanpassingen doorgevoerd naar aanleiding van ingediende zienswijzen tijdens de inspraakperiode. Het onderdeel politieprocessen van het inrichtingsplan KPC bevat twee delen. Deel 1 beschrijft de politieprocessen in de zorggebieden evenals de werkprocessen betreffende de noodhulpfunctie. Deel 2 beschrijft de procesgang bij de (operationele) ondersteuning van het primaire proces. Achtereenvolgens worden de achtergronden bij de werkprocessen beschreven: de algemene uitgangspunten, de definitie van het werkproces, de processtappen in het werkproces, de procesbeschrijving(en) en de ten grondslag liggende werkzaamheden (activiteiten) en ten slotte de afbakening in het werkproces. Het werkproces wordt afgesloten met een toelichting op het dienaangaande forrnatieoverzicht en een organigram van het besproken onderdeel.
4.1.2 Definitie BPZ omvat het leveren van politiediensten in een geografisch beperkt (werk)gebied, door gekwalificeerde politiemensen, in samenwerking met relevante partners. De politie-inzet in de werkgebieden geschiedt door planmatige aanpak op basis van vooraf geformuleerde beleidsprioriteiten, is probleemgericht, heeft in meer of mindere mate een structureel karakter en komt zoveel mogelijk tegemoet aan de wensen van de gemeenschap. De inzet van de BPZ is voor Cura<;ao gebiedsgebonden conform het strategische werkconcept GPZ (Gebied Gebonden Politiezorg). 4.1.3 Afbakening De veiligheid en rechtshandhaving op Cura<;ao is een verantwoordelijkheid van het korps als geheel, waar nodig zullen daarom ook divisies, units en teams elkaar moeten bijstaan met capaciteit en expertise. Het lOrgen voor een veiliger Cura<;ao en het beheersbaar maken tegen de verschillende vormen van criminaliteit en onveiligheid, kunnen wij als politie niet aileen. Daarvoor hebben wij de bevolking en andere partners hard nodig. De BPZ wordt daarom ook vormgegeven om en rond buurtregisseurs. De buurtregisseurs geven, in samenwerking met wijkteammedewerkers en noodhulpeenheden, invulling aan de totale politiezorg (de wijkzorg) in een aan hen toegewezen zorggebied. Naast deze gedeelde verantwoordelijk blijft als uitgangspunt van kracht, dat de politie op Cura<;ao primair aandacht besteedt en dientengevolge haar capaciteit (informatiegestuurde) verdeelt over toezicht, hand having en opsporing.
4.1.4 Werkprocessen, taken en resultaatgebieden Het gebiedsgebonden werken vormt de basis van het korps KPC. De politie moet weten wat er leeft en zich afspeelt in haar lOrggebieden. Ook moet ze zichtbaar en herkenbaar aanwezig zijn en optreden waar nodig. Naast veiligheid is vertrouwen een belangrijke kernwaarde. Vertrouwen in de politie is van invloed op de subjectieve veiligheidsbeleving van burgers. Het KPC streeft er naar met haar aanpak het vertrouwen te vergroten. Binnen de Basispolitiezorg (BPZ) worden de werkprocessen intake (zie Hoofdstuk 3), handhaving, noodhulp en operationele ondersteuning onderscheiden. De mate van bereikbaarheid is voor de invulling van die processen belangrijk. Optimale bereikbaarheid bestaat uit een combinatie van fysieke aanwezigheid, telefonische bereikbaarheid en de mate waarin binnen de BPZ capaciteit
Inrichtingsplan KPC
Pagina 25 van 123
beschikbaar is om te reageren op acute hulpvragen: daar zijn alwaar politie ook daadwerkelijk nodig is. De afweging van deze factoren kan per gebied tot verschillende uitkomsten leiden, waarbij voorop dient te staan dat de duidelijkheid voor de burger over bereikbaarheid niet mag worden ondergraven door de verschillende varianten.
4.2
De politiezorg en het zorggebied
4.2.1 Inleiding In de BPZ zijn politiemensen belast met de generale politietaak. Aigemene taken als surveilleren, het verlenen van spoedeisende hulp, het opnemen van (eenvoudige) aangiften, het onderhouden van contacten met de bevolking, het initieren van niet te omvangrijke rechercheonderzoeken, conflictbemiddeling en andere hulpverleningstaken worden vanuit deze basispolitiefunctie verricht. De politiezorg wordt vormgegeven in de buurten en wijken op basis van de volgende uitgangspunten: • Gebiedsgebonden politiezorg en gemeenschappelijke veiligheidszorg; • Integrale aanpak veiligheidsproblematiek in samenwerking met bestuur, justitie en andere relevante partners; • Van buiten naar binnen werken. Weet wat er speelt in zijn buurt(en), de z.g. buurtscan (als doorlopend proces); • Benoeming van thema's en taakaccenten waaronder o.a. jeugd.
4.2.2 Definitie De algemene politiezorg is ge'integreerd in de wijkteams (wijkzorg). De wijkzorg omvat het handhaven (toezicht op naleving van) van wet- en regelgeving, het aanspreken van mensen op hun gedrag, het verlenen van service, het signaleren van problemen. Het werkproces handhaven binnen de wijkzorg wordt in dit hoofdstuk verder uitgewerkt. Het werkproces Handhaven wordt als voigt gedefinieerd: onder handhaven (toezicht houden) wordt verstaan het geheel aan activiteiten waar de politie in samenwerking met relevante partners (in een specifiek geografisch gebied) een beschermende, begrenzende en bekrachtigende rol heeft in de samenleving. Dit (passief) toezicht wordt feitelijk vertaald naar doezicht (actief en handelend optreden). Het gaat hierbij zowel om activiteiten waarbij het initiatief bij de politie ligt, als om activiteiten waarbij de politie in actie komt op een initiatief van de burgerij. Handhaven behelst verder de gerichte activiteiten door politiemedewerkers om het naleefgedrag van burgers en bedrijven te vergroten. Het in stand houden van en waar nodig herstellen van de balans en orde. Dit laatste kan op velerlei wijze plaatsvinden. Niet aileen toezicht en verbaliserend optreden maar ook langdurige integrale (veiligheids)projecten vallen hieronder.
4.2.3 Afbakening De politiezorg in het zorggebied zal voornamelijk bestaan uit het (preventief) signaleren en melden van normoverschrijdend gedrag, overtredingen en (eenvoudige) misdrijven en het nemen van regulerende of corrigerende maatregelen, zodat de openbare orde en veiligheid snel en doeltreffend wordt gegarandeerd. Dit is vastgelegd als het proces "Handhaven". "Handhaving" wordt verder gedaan om de samenleving weerbaarder te maken door een probleemgerichte en preventieve aanpak. Hierbij is van groot belang dat de criminaliteit, het vandalisme en ander ordeverstorend gedrag niet langer uitsluitend wordt benaderd in termen van wet- of ordehandhaving, van werkaanbod of dat het incidentenpatroon wordt beschouwd als de enige basis voor planning. "Handhaving" wordt ondersteund door de processen "Noodhulp" (zie 4.3) en "Operationele Ondersteuning" (zie ~ . Binnen de BPZ wordt optimaal bijgedragen aan de veiligheid, leefbaarheid en het welzijn. Dientengevolge moet de criminaliteit in de wijken primair benaderd worden als een maatschappelijk probleem met haar vele verschijningsvorrnen, vele oorzaken en uiteenlopende gevolgen. De allerhande sociale - algemene of meer wijkgebonden - problemen spelen hierbij een rol, die de politie
Inrichtingsplan KPC
Pagina 26 van 123
(zeker) niet zelf (aileen) kan oplossen maar die ze wei kan signaleren en waarin ze wei andere partners en instanties kan activeren. Vaak zullen het ook gezin- of andere relatieproblemen zijn of persoonlijke problemen van burgers. Problemen waarin enigerlei vorm van psychosodale hulpverlening eerder geboden is dan afwachten tot de situatie zodanig escaleert dat uiteindelijk het strafrecht gehanteerd moet worden. Op dit punt ligt voor de politie vooral een signalerende, verwijzende en een activerende taak aan het adres van de hulpverlenende instanties. Dit vergt een hechte samenwerking met partners, diensten en aile andere instanties die op het terrein van het gemeenschappelijke en individuele welzijn van de mensen die in de wijken werkzaam zijn. De buurtregisseur vervult hierbij een belangrijke schakelfunctie. De invulling van de functie van buurtregisseur is van essentieel belang voor het slagen van het strategische concept de gebiedsgebonden politiezorg (GPZ). Hij of zij is verantwoordelijk voor de handhaving in het aan hem/ haar toegedeelde geografisch (werk)gebied. Een goede samenwerking met het Openbaar ministerie en het afstemmen van het beleid van het Openbaar ministerie en de politie is eveneens van wezenlijk belang.
De ontwikkelde concepten als (Informa~ie Gestuurde Politie) IGP, Tegenhouden als strategie en Polidng of Communities (groepsbenadering) zijn hierbij leidend. Inherent aan deze visie op het handhaven is dan ook dat we niet zeggen 'dit wei en dit niet' maar meer kiezen voor 'nu dit en dan dat'. Een f1exibel georganiseerde handhaving is dus een vereiste om tijdig en effectief te kunnen reageren op de veranderende omstandigheden en vraag. 4.2.4 Werkprocessen, taken en resultaatgebieden Binnen het werkproces handhaven worden de volgende processtappen onderscheiden: • Netwerken en preventie (en activiteiten); • Surveilleren (toezicht houden) en intervenieren (en activiteiten); • Adviseren en toezicht op de naleving (controle activiteiten) van de vergunningsvoorwaarden (en activiteiten) . Vooral de laatste processtap is er op gericht te voorzien in de (operationele) controle van de (al) afgegeven vergunning. Het gaat vooral om de vergunningen die vallen onder de Vergunningslandsverordening (bijvoorbeeld in verband met het wapenbezit) en andere vergunningen zoals vergunningen voor o.a. bouwwerkzaamheden op/ aan de openbare weg e.d. Aan deze processtap worden (weer) de volgende (sub)processen ontleend: • (advies)ondersteuning bij het behandelen van de (vergunning)aanvraag; • het (decentraal) uitvoeren van de operationele controles door de wijkzorg. De verantwoordelijkheden in het werkproces handhaven: De medewerker BPZ belast met handhaving is verantwoordelijk voor het geven van aanwijzingen (bij toezicht) en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd. Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten. Het aanhouden en voorgeleiden van verdachte personen. Naast de medewerker BPZ belast met handhaving, is de buurtregisseur de gezichtsbepalende persoon in de wijk. De buurtregisseur vertegenwoordigt de politie in zijn werkgebied. Elk werkgebied bestaat uit meerdere wijken. Hij vervult een signalerende rol in de richting van interne en externe partners. Op operationeel niveau overlegt hij met verschillende relevante instanties en buurtbewoners over de aanpak van (veiligheids)problemen. Informatiegestuurd verricht de buurtregisseur samen met medewerkers handhaving (BPZ) preventieve, proactieve en repressieve werkzaamheden. De buurtregisseur Is verder aanspreekbaar voor de totale politiezorg in het aan hem toegewezen gebied. Kortom: de buurtregisseur regisseert op het criminaliteitspodium en is de spin in het web van gebiedsgebonden politiezorg. Voor spedfieke taakvelden worden taakaccenthouders aangesteld. Afhankelijk van de aard van de taakvelden kunnen deze taakaccenthouders op teamniveau in de wijkbureaus of voor het over (aangewezen) dustergebied worden toegewezen. De overige spedfieke keuzes in het werkproces handhaven: * De wijkzorg kent een vaste kern met buurtregisseurs en medewerkers met het taakaccent 'jeugd'. Van hieruit wordt het gebiedsgebonden (GPZ) politiewerk in enge zin gestalte gegeven;
Inrichtingsplan KPC
Pagina 27 van 123
* *
*
* *
* * * * *
*
* * *
De buurtregisseur wordt voor 80 % ingeroosterd voor het wijkwerk; Het taakaccent 'jeugd' houdt in dat een coliega voor 50 % wordt ingeroosterd voor werkzaamheden op het gebied van jeugd. De resterende tijd wordt hij ingezet bij de overige processen. Door middel van gerichte sturing kan kwaliteitwinst worden geboekt doordat de jeugdagent wordt ingezet op tijden en plaatsen waar veer jeugd wordt verwacht. Ook hier geldt dat de bereikbaarheid en de toegankelljkheid van de jeugdagenten aanzienlijk zal toenemen. Het aantal taakaccenthouders jeugd per wijkteam/ of duster wijkteams moet voldoen aan de afgesproken OM kaders. De Chef Wijkteam kan dit verhogen indien jeugdproblematiek daartoe aanleiding geeft; De kern van waaruit het Gebiedsgebonden Politiezorg (GPZ) gestalte wordt gegeven bestaat dus uit gelabelde capadteit (buurtregisseur 80%, jeugdagent 50%, wijkzorg 20%). De overige capaciteit van al deze collega's wordt ingezet ten behoeve van de andere processen (waaronder opsporing). De dagelijkse sturing hierop vindt plaats door de Chef wijkteam. Dit is ten opzichte van de huidige situatie een sterke verbetering Omdat het primaat huiselijk geweld (beleidsprioliteit) vooral in de wijk ligt, is het wenselijk om dit taakaccent (Ls.m. zorginstellingen) in het proces handhaven onder te brengen en eventueel in nauwe samenspraak met het proces opsporen tot resultaat te komen. Het is gewenst om op kwaliteit van afwikkeling afspraken te maken. De stuling vindt op divisieniveau plaats; De sturing van het (integraal) Gebiedsgebonden Politiezorg (GPZ) (buurtregisseurs, jeugdagenten, wijkzorg -medewerkers) vindt plaats op basis van de extern gemaakte afspraken en lokale beleidsprioriteiten. Op basis van de wijkscans worden speerpunten benoemd die de basis vormen voor afspraken die gemaakt worden. De activiteiten die daaruit voortvloeien, worden ingevuld samen met of door de ketenpartners. De bereikbaarheid en ook de toegankelijkheid voor ketenpartners van de buurtregisseurs en de jeugdagenten zal door deze organisatievorm sterk toenemen; De buurtregisseur heeft een unieke rol: hij staat aan de basis van IGP. Hij is een belangrijke vragende en leverende partner in het informatieproces. Hij zet opdrachten uit naar collega's in de wijkzorg en levert informatie vanuit de wijk. Naast zijn rol in de informatievoorziening is hij ook een belangrijke uitvoerder in de wijk; Het vormgeven van andere taken (zoals verkeer of grootschalige evenementen) is afhankelijk van de veiligheidsproblematiek en de speerpunten in de wijken. Het divisiehoofd maakt hierin keuzes. De buurtregisseur is leidend hierin terwijl de taakaccenthouders wijkondersteunend werken; Naast zijn hierarchische verantwoordelijkheid kan de Chef wijkteam worden belast met de sturing van een werkproces (bijvoorbeeld handhaving en/of noodhulp) binnen de Divisie Aigemene Politie (DAP). Gezamenlijk dragen de Chef wijkteam en het divisiehoofd zorg voor de integrale sturing op aile processen binnen de wijkzorg; Om vrijval (link met werkproces noodhulp) te voorkomen zal strak gestuurd worden op de activiteiten door middel van het IGP- concept door de Chef wijkteam. De verzoeken voor (veiligheids)projecten worden ingediend op divisieniveau waarbij de nadruk op de wijk (wijkscans etc.) dient te liggen; Bij het behalen van zijn resultaten werkt het divisiehoofd Aigemene Politie Dienst nauw samen met de divisiehoofden van respectievelijk de Recherche Dienst en de Divisie Recherche Ondersteunende Dienst; De teamleiders(m/v) wijkteam sturen samen met de onder hen ressorterende senior medewerkers het operationele proces op de werkvloer aan en hebben daarbij bijzondere aandacht voor de uitvoering van lGP. Prioritering van onder andere IGP vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het divisiehoofd. Bij de aansturing van het operationele werkproces worden de Chefs wijkteam ondersteund door teamleiders die op dat gebied gepositioneerd zijn; Te allen tijde is er binnen een zorggebied een teamleider (en een senior medewerker) beschikbaar die bel'ast is met de operationele aansturing binnen het zorggebied; De vrijwillige politie (veiligheidsteunpunten) wordt op divisieniveau aangestuurd; De veiligheidssteunpunten Westpunt, Soto, Terra Corra, Grote Berg, Seroe Papaya en Buena vista werken tijdsgebonden en worden met de volgende taken belast: spreekuur met buurtregisseur; intake op afspraak;
Inrichtingsplan KPC
Pagina 28 van 123
kleine administratieve werkzaamheden (Actpol);
netwerken (contacten);
(teruggave) gevonden voorwerpen;
in beslagname;
opname eenvoudige aangiften.
Aan de onderbouwing van het aantal (vastgestelde) clustergebieden (per zone) ligt het Buurtmonitor 2007, Narratief, het permanent onderzoek naar de leefsituatie op buurt c.q. wijkniveal.l (POLS), of de "buurtmonitor" ten grondslag. Het SKC (Sodaal Kennis Centrum) is in 2005 met dit project gestart na een intensieve voorbereiding in nauwe samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). In hun verslag worden de resultaten gepresenteerd van het onderzoek naar 12 aandachtswijken van Curaglo. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Stafbureau van het Eilandgebied Cura<;ao. Ook de laatste ingevingen van het lokale bestuur op dit gebied hebben hierbij een rol gespeeld. Voor wat betreft de (geografische) samensteliing van de zorggebieden tot een gezamenlijk cluster en het aantal toegewezen buurtregisseurs per zorggebied hebben naast de onderzoeksresultaten per wijk ook o.a. historische feiten, de politiele kengetallen, de meldingpatronen per wijk en de aard, - omvang- en ernst van de hulpvraag een doorslaggevende rol gehad voor wat betreft het aantal buurtregisseurs per clustergebied. Overzicht 1: het aantal buurtregisseurs per dustergebied werkproces Handhaving
Bezettingsoverzicht buurtregisseurs per zorggebied Zorggebieden Aantal Westpunt 1 • 1 Soto • Clustergebied 1 Terra Corra 1 • (3) 1 Souax • Seroe Fortuna • Seroe Papaya I • CI ustergebied 2 Stenen Koraal 1 • 1 Buena Vista • 1 Brievengat • Clusters
Wijkbureau Barber
~
Rio-Canario
(7)
• •
Clustergebied 3
Wishi en Marchena Stadsdeel Otrabanda
1 1
Otrobanda J21
Clustergebied 4
• • •
Rooi Santoe Montagne Abow Kirindongo Abow
1 1 1
• • •
Stadsdeel Punda Koraal Specht Berg Altena
1 1 1
Montagne (3)
Clustergebied 5
'.
Punda (3)
Totaal:
."
(18)
De teamleider BPZ is operationeel leidinggevende en belast met de daadwerkelijke omzetting van mensen en middelen in resultaten. Capaciteitsmanagement (inzet van mensen en middelen en operationele personeelsplanning) is echter een proces wat centraal binnen de organisatie uitgevoerd moet worden. Dit proces omvat zowel de planning van activiteiten/diensten (personeelsinzet) vooraf alsook het administratief verwerken hiervan achteraf. Dit proces wordt binnen de back -office van de unit HRM ondergebracht. Het omvat een doorlopend proces i.s.m. de teamleider BPZ.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 29 van 123
De teamleider basispolitiezorg (BPZ) is voorts verantwoordelijk voor het opstelien en uitvoeren van een werkplan (per wijk/gebied) en geeft op die wijze uitvoering aan het vastgestelde beleid. De teamleider is verantwoordelijk voor de feitelijke aansturing van het dagelijkse werk in basispolitiezorg. Hij overlegt hierover o.a. met de buurtregisseur, de opsporing en de informatieorganisatie. De teamleider wordt in zijn/ haar taken ondersteund door een Senior Medewerker BPZ. De Senior medewerker BPZ is o.a. belast met de opvang van- en het begeleidend coachen van de (nieuwe) medewerkers en heeft zelf ook een of meerdere taakaccenten (o.a. jeugd en verkeer) in portefeuilie. In nauw overleg wordt zo maatwerk geleverd waarbij het van groot belang is dat aile processen (intake, noodhulp, handhaving, toezicht, opsporing) betrokken worden. De strategische en tactische doelstellingen en de prestatieafspraken worden tens lotte door de teamleider naar het niveau van de individuele medewerker BPZ doorvertaald. Aan het hoofd van een wijkbureau staat een Chef wijkbureau die ondersteund wordt door een medewerker(ster) secretariaat. Gezien de functiezwaarte van deze leidinggevende, de veiligheidsproblematiek in het betreffende zorggebied en de diversiviteit aan veiligheidsvraagstukken in het zorggebied, kan er eveneens een plaatsvervangend chef wij~bureau worden opgenomen in de forma tie van het desbetreffende wijkbureau. In de BPZ worden er f1exibele dag- en avonddiensten gedraaid. Dientengevolge heb je bij elk wijkbureau minimaal drie teamleiders BPZ nodig, opdat er per (f1ex)dienst minimaal een teamleider op dienst kan zijn 16/7. De in dit overzicht gehanteerde norm(steliing) voor wat betreft het aantal teamleiders is daarom drie [3] per wijkbureau. Het aantal Senior medewerkers BPZ is overal gelijk vanwege de eerdergenoemde taakinvulling. Het aantal medewerkers BPZ wordt afgezet tegen het aantal buurtregisseurs per zorggebied (wat qua normsteliing inhoudt dat er voor elke buurtregisseur vijf [5] medewerkers BPZ wordt geteld).
4.2.5
Formatie Basispolitiezorg (BPZ)
Overzicht 2: het formatieoverzicht BPZ
I
Wijkbureau Functionaliteit
Barber
Rio-canario
Montagne
10%
25%
20%
Hoofd Wijkbureau Plv. Hoofd Wijkbureau Buurtregiseur Administratief Medewerker Wijkbureau Teamleider Handhaving / Noodhulp Senior medewerker Handhaving / Noodhulp Medewerker Handhaving / Noodhulp Totaal: \
1
1 1
3 1
7
4.3
Punda
Otrobanda
Totaal:
25%
20%
1000/0
1 1 3 1
1
1
1 1 3 1
2 1
5 3 18 5
3
3
3
3
3
15
6
6
6
6
6
30
15
25
10
15
25
90
29 fte
44 fte
25 fte
30 fte
38 fte
166 fte
Noodhulp
Uitgangspunten Noodhulp: • Het noodhulpproces wordt zelfstandig vanuit drie locaties binnen de wijkzorg (centraal) georganiseerd; • Aantal noodhulpeenheden per wijk(team) zal bepaald worden bij aanvang op historische feiten en nadien een combinatie hiervan met kengetalien, afgesproken normeringen, kwaliteitseisen en prestatie-eisen; • Noodhulpvormen kunnen per gebied verschillend zijn; • Vrijval uren op basis van informatie (IGP) inzetten ten behoeve van de BPZ; • Eenmanssurveillance in het kader van noodhulp wordt niet ingevoerd.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 30 van 123
4.3.1 Aigemeen De buurtregisseur kan als ambassadeur in zijn werkgebied niet zonder ondersteuning bij de uitvoering van zijn taken. Hij/ zij is onderdeel van een team met een aantal medewerkers BPZ die verantwoordelijk zijn voor de noodhulp, handhaving en toezicht. 4.3.2 Definitie Noodhulp omvat de \\brandweer of uitrukfunctie" van de politie. Noodhulpincidenten zijn meldingen die naar aard en/of omvang van de melding om dringende aanwezigheid van de politie vragen. Essentiele elementen hierbij zijn: • dat de situatie levensbedreigend is; • dat er sprake is van een ernstige aantasting van de rechtsorde, waarbij onmiddellijk politieoptreden is geboden; • en dat er sprake is van bedreiging van de lichamelijke integriteit van personen en niet onmiddelli~k ingrijpen zalleiden tot een ernstige escalatie van de situatie. Kortom, acute situaties waarbij het optreden van politie noodzakelijk is. Het (werk)proces 'noodhulp verlenen' omvat dus de afhandeling van aile bij de politie gemelde incidenten waarbij sprake is van normovertreding, dreiging van normovertreding of hulp en waarvan de afhandeling op basis van aard en/of omstandigheden dusdanig spoedeisend is, dat de politie geen of nagenoeg geen uitstel duldt, of de burger die niet verwacht.
4.3.3 Afbakening De doelstelling van het werkproces noodhulp is er op gericht een zo adequaat mogelijke hulpverlening aan de burger te verlenen. De beschikbare capaciteit binnen de noodhulp die op rustige momenten niet direct wordt ingevuld door de afhandeling van meldingen, kan (passend) binnen de afgesproken beleidsuitgangspunten gericht en informatiegestuurde worden ingezet voor andere handhaving- en toezichtstaken (toezichttaken op verkeersgebied, jeugdoverlast, horecaoverlast en hotspots). Hiennee wordt recht gedaan aan zowel de noodhulp als aan de ondersteuning van de probleemgerichte en gebiedsgebonden aanpak vanuit de wijkteams. Noodhulpeenheden op Cura<;ao zullen, wanneer zij een arrestant gemaakt hebben, behoudens het afhandelen van de feitelijke aanhouding, de verdere behandeling van de strafzaak in beginsel overdragen. De (standaard) (norm)verplichting dat de politie KPC in 90% van de incidenten bij een prioriteit 1- en 2 melding binnen 15 minuten en bij een prioriteit 3- en 4 melding binnen 30 minuten ter plaatse is, maakt de noodhulp een zeer dominant proces dat 24 uur per dag en 7 dagen per week georganiseerd moet worden. Deze performance eisen zullen door het KPC aan het lokale bestuur worden voorgelegd, waama het bestuur deze prestatie-eisen voor het KPC bekrachtigd. De noodhulpactiviteiten zijn ge"integreerd in het BPZ en worden gedeconcentreerd uitgevoerd vanuit drie politielocaties (Barber, Rio-Canario en Montagne). De aansturing van het noodhulpproces vindt centraal door de meldkamer plaats. Betreffende eerdergenoemde norm(verplichting) zal het bevoegde gezag (Iokaal bestuur) zich echter nog moeten uitspreken. Dientengevolge zullen de (gecorrigeerde) normen in de prestatienormen van het korps worden opgenomen.
4.3.4 Kwaliteiteisen voor reactie op meldingen Aan de reactietijden van meldingen (politieactie) streett het KPC naar de volgende kwaliteitseisen: • bij prioriteit 1 & 2 meldingen: in 90 % van de gevallen binnen 15 minuten ter plaatse; • bij prioriteit 3 & 4 meldingen: in 80 % van de gevallen binnen 30 minuten ter plaatse. Ais onderdeel van de inzetstrategie, wordt conform een werkinstructie van de meldkamer een prioriteitensysteem binnen de meldkamer gehanteerd waarbij de meldingen in 4 groepen worden ingedeeld. De indeling van de meldingen in verschillende prioriteiten hangt af van de (aard en) ernst van de melding. Bij de bepaling van de emst van de melding gelden ondenneer de volgende factoren: De veiligheid van burger en/of de politieman/vrouw; De aard van het feit (delict); De mate van verstoring van orde en rust;
Inrichtingsplan KPC
Pagina 31 van 123
Het feit, dat bij niet tijdig reageren, meer surveillance-eenheden moeten worden ingezet. Het meldkamerpersoneel besllst in welke prioriteitsklasse de indellng plaatsvindt op basis van de aard van de binnengekomen melding en de informatie die de melder verstrekt, waarbij het geautomatiseerde meldkamersysteem een standaard advies geeft. De prioriteitsklassen zijn o.a.: Prioriteit 0 (MKinzet)
Spoedassistentie col/ega's;
[SPOED] inzet van NHE (Noodhu/p Eenheid);
Prioriteit 1 (MKinzet)
Ernstige verstoring van de openbare orde; direct gevaar voor /even ofgezondheid (geen wachttijd gedoogd) Direct inzet van NHE;
Prioriteit 2 (MKinzet)
Ernstige verstoring van de openbare orde; geen direct gevaar voor /even ofgezondheid (geringe wachttijd, interruptie moge/ijk) Inzet NHE (wachttijd zo kort mage/ijk)
Prioriteit 3 (Wijkbureau inzet)
Assistentie verzoek zonder ernstige aantasting openbare rechtsorde en zonder gevaar eigen /even ofgezondheid. In principe inzet NHE. Wachttijd tot half uur moge/ijk.
Prioriteit 4 (Wijkbureau inzet)
Assistentie verzoek zonder ernstige aantasting openbare rechtsorde en zonder gevaar voor /even ofgezondheid en wat uitstel kan gedogen. Me/ding die uitste/ kan gedagen en dus eventueel kan worden afgedaan door een Eenheid uit de BPZ
Noodhulp staat verder (volledig) garant voor de afhandeling van de hulpvraag. Overige hulpvragen worden zoveel mogelijk omgezet in afspraken voor de BPZ of de buurtregisseur of eventueel de opsporing of intake. Hulpvragen die beslist niet bij de politie thuishoren, zullen worden doorgeleid naar de desbetreffende instanties. De (integrale) werkinstructie dienaangaande wordt separaat als bijlage gevoegd aan dit inrichtingsplan.
4.4.4
Werkprocessen, taken en resultaatgebieden
Binnen het werkproces noodhulp worden de volgende processtappen onderscheiden: • Het verwerken van de melding (en activiteiten); • Het behandelen van het incident (en activiteiten); • Monitoren (en activiteiten).
De werkzaamheden (activiteiten) binnen het werkproces noodhulp zijn: • • • • • • • • •
het prioriteren van meldingen aileen op piekmomenten; de noodhulp neemt de hulpverlening over als de burger eerst ter plaatse is; de verwachtingen van de melder worden gemanaged door aan te geven welke eenheden wanneer ter plaatse kunnen zijn; meldingen worden adequaat naar de overige processen doorgezet; de politie zorgt ervoor dat de melder zijn informatie professioneel kwijt kan; melders worden zo spoedig mogelijk doorgezet naar de aanrijdende eenheid; informatie wordt met zo min mogelijk tussenstations doorgegeven aan de overige processen en naar andere partners; het contact met de burger wordt pas afgesloten nadat het incident naar behoren is afgehandeld; de politie treedt zichtbaar handelend op.
Noodhulp benut hierbij de burger optimaal', neemt de burger mee in het proces en koppelt uiteindelijk het resultaat terug, waardoor het vertrouwen in de politie zal toenemen. Het proces noodhulp heeft niet aileen een verbinding met andere processen, maar is veelal zelfs essentieel voor de kwaliteit van aile andere processen zoals handhaving (en toezicht). Vanuit het belang om adequaat en snel te reageren op een noodhulpvraag vanuit het publiek is de zaak om de noodhulp te normeren en te monitoren. Door het aantal noodhulpeenheden te bepalen op meldingpatronen naar tijd en locatie kan de dienstverlening optimaal en efficient worden ingevuld.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 32 van 123
Verantwoordelijkheden in het werkproces noodhulp: De medewerker BPZ belast met noodhulp is verantwoordelijk voor het adequate reageren op- en het professioneel afhandelen van de melding; het, eventueel in overleg, nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die dit behoeven wordt verleend. De hieruit voortvloeiende activiteiten zijn o.a. de inname van de melding, opbouw van de melding, uitgifte van de melding en (het) ter plaatse komen. Daarnaast fungeert de seniormedewerker BPZ belast met noodhulp als een coach en mentor voor de medewerkers BPZ. Zij ondersteunen de teamleiders BPZ bij de briefing en de de-briefing en geven invulling aan werkverdeling. Daarnaast verlenen zij ondersteuning aan de teamleiders in hun leidinggevende rol door te fungeren als informant bij beoordeling- en jaargesprekken en vanuit het bureau of op locatie verzorgen van de eerste operationele aansturing bij bijzondere incidenten. De overige spedfieke keuzes in het werkproces noodhulp: Binnen het KPC is er sprake van een concept waarin de noodhulp verzorgd wordt door - en ge'integreerd is binnen - het BPZ. Vanuit de noodhulp wordt voorzien in de urgente vraag naar politiezorg. De meldkamer is sturend en coordinerend in dit proces; noodhulpeenheden worden primair aangestuurd door de meldkamer. Na uitgifte van een urgente melding wordt zo snel mogelijk ter plaatse gegaan om aan de gewenste vraag naar politiezorg te voldoen. Om hier zo goed mogelijk invulling aan te kunnen geven is het noodzakelijk zicht te hebben op meldingenpatronen in tijd en naar locatie. Op basis hiervan kan een uitspraak gedaan worden over de spreiding van eenheden en kan het benodigde aantal eenheden om aan de te verwachten vraag te kunnen voldoen op een efficiente wijze worden bepaald. Concreet betekent dit dat er in de praktijk altijd een minimale dekking moet zijn om in een voorkomend geval binnen een acceptabel tijdsbestek binnen het werkgebied aan noodhulpvragen te kunnen voldoen. De ingezette noodhulpeenheden zullen hun activiteiten moeten afstemmen op hun noodhulptaak. Zij zullen zich buiten de noodhulptaak aileen kunnen richten op kortstondige, direct af te breken politietaken. Het is voor het KPC verder zinvol om te overwegen andere surveillancevormen in te zetten bijvoorbeeld de fiets in het centrumgebied van Willemstad en motorsurveillance in het buitengebied. Hiermee kan sneller en efficienter worden ingezet op meldingen. Eenmanssurveillance wordt echter uitgesloten. Een belangrijke kernwaarde is dat de noodhulpfunctie in (geografische) dustergebieden wordt georganiseerd. Er zijn daarvoor binnen de Noodhulp drie geografische dusters of dustergebieden benoemd: cluster West(punt), duster Centrum en duster Oost(punt). Ouster Westpunt omvat het bestaand zorggebied van de wijkteams van Barber en Tera Kora. Cluster Centrum uit die van zorggebieden van de wijkteams van Rio-Canario, Mahuma Seru Fortuna, Punda en Otrabanda. Cluster Oostpunt omvat de bestaande zorgebieden van de Wijkteams Brievengat en Montagne. Deze dusters worden betreffende de (inhoudelijke) noodhulpfunctie aangestuurd door noodhulp teamleiders of dustercoordinatoren. Toedeling van capaciteit (formatie) aan de dusters zal evenredig afhangend van de (geografische) grootte van het dustergebied en de in het dustergebied zich voordoende aiminaliteit moeten plaatsvinden. Elk duster heeft een minimale omvang, die het mogelijk maakt de afgesproken resultaten te behalen en aile processen volgens eenduidige uitgangspunten te organiseren. Uiteraard zullen ook altijd vormen van samenwerking tussen dusters plaatsvinden, met als doel het behalen van de korpsresultaten. In de dusters wordt de '7 x 24-uurs' noodhulpfunctie georganiseerd. Dit betekent echter niet, dat uitsluitend de medewerkers BPZ belast met noodhulp in de duster hieraan een bijdrage leveren. Op basis van deze uitgangspunten komen in de dusters aile processen samen in een brede, samenhangende politionele taakuitvoering. Hier vindt ook (warme) communicatie en informatie-uitwisseling over het werk tussen de medewerkers BPZ plaats. Procesgericht werken in de duster staat ten dienste van het behalen van de resultaten, zoals die zijn afgesproken met bestuur en de korpsleiding en vastgelegd in het jaarwerkplan.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 33 van 123
* *
*
* *
* * *
Noodhulp is een vorm van dienstverlening met een sterke klant(burger)gerichtheid. De burger moet hierbij kunnen vertrouwen op een professionel'e houding. Door het verlenen van noodhulp als een vak te beschouwen, worden eisen gesteld aan die professionaliteit; V~~r het verlenen van noodhulp gelden geen wijk, rayon, cluster- of zelfs districtgrenzen. Essentieel voor noodhulp is dat zo spoedig mogelijk, in elk geval binnen de normen, adequate hulp wordt geboden . Het maakt niet uit waar deze noodhulp vandaan komt, als deze er maar binnen de daarvoor gestelde norm wordt verleend. Voor prioriteit 1- en prioriteit 2 meldingen gelden daarom geen geografische grenzen; De organisatie van de noodhulp vindt plaats door korpsbrede afspraken te maken over levering van capaciteit per cluster/ zone. Aanrijdtijden zijn dan gegarandeerd die (vee I) lager moeten uitkomen dan nu (spreiding van de noodhulpeenheden). De huidige organisatie vanuit iedere wijkbureau (decentraal) laat zien dat het niet altijd mogelijk is de aanrijdtijden te halen. De nieuwe opzet houdt echter in dat de meldkamer KPC expliciet verantwoordelijk wordt voor de landelijke inzet van de noodhulpeenheden. De bereikbaarheid van de politie op dit punt zal ten opzichte van de huidige situatie toenemen. Dientengevolge moet in de meldkamer een aparte meldtafel worden opgezet voor incidenten en calamiteiten die het normaIe noodhulpverkeer minder verstoren; De noodhulp zal effectiever worden omdat zij informatiegestuurde wordt ingezet en (af)gehandeld; Efficientere noodhulp kan georganiseerd worden door de kwaliteit en kwantiteit van de eenheden te baseren op twee criteria: het te verwachten (in te schatten) werkaanbod en aanrijdtijden. Dit betekent dat niet meer eenheden dan noodzakelijk worden gepland. Daarnaast kan het werkaanbod aanleiding geven om ondersteunende eenheden als motorrijders in te zetten; Een effidentere inzet van de noodhulp maakt het mogelijk meer tijd beschikbaar te krijgen voor de overige processen. Deze (rest)capadteit komt onder andere ten goede voor de wijkzorg; De wijze van organiseren en uitvoeren van de noodhulp kan in bebouwde en niet bebouwde gebieden verschillend zijn (afhankelijk van het werkaanbod en de omstandigheden); Elke medewerker in een cluster/zone maakt deel uit van een team. Het invullen van de noodhulpverplichting is een clusterverantwoordelijkheid, waardoor geprofiteerd wordt van de voordelen van schaalvergroting. In geval van capaciteitsproblemen bijvoorbeeld als gevolg van ziekte, zwakte, vakantie, ME inzet of aan de andere kant, worden oplossingen gevonden in het grotere collectief van de cluster (buffer) .
Historische gegevens, kengetallen en rneldingpatronen werden gebruikt om de noodhulpsterkte doordacht te kunnen bepalen. Op dit moment bestaat er geen werkelijke prestatienorm voor de noodhulp op basis van bijvoorbeeld aanrijdtijden. Het bevoegde gezag zal zich hierover moeten uitspreken. De geografische clusters, het uitgaansgebied in het stadsdeel en het gebied rond Bapor Kibra (Mambo, Wet & Wild, Lions Dive), de infrastructuur en het grote verkeersaanbod in deze gebieden, rechtvaardigen 24/7 de inzet van maxirnaal 11 en minimaal 6 noodhulpeenheden per werkdag. Om de eerdergenoemde minimale- en maximale (dubbel bemenste) noodhulpeenheden 24/7 te kunnen inzetten zijn volgens de norm 88 fte nodig. Vanuit BPZ worden vier fte (teamleider als meewerkend voorman) gelabeld ter (operationele) coordinatie van de noodhulp. Deze coordinatie zal in voordoende gevallen ook daadwerkelijk op straat kunnen plaatsvinden. Daarnaast fungeert deze teamleider ook als hulp-officier van Justitie. Een fte (teamleider) per dienst en aangezien ook de noodhulpfunctie over drie diensten 24/7 geleverd moet worden brengt je tot het aantal van 12 fte.
4.3.5 Repositioneren Noodhulpeenheden Indien een Noodhulp-eenheid voor langere tijd niet inzetbaar is kan er een "gat" dreigen te ontstaan in de dekkingsgraad van de Noodhulpeenheden binnen het zorggebied. In voorkomende gevallen kan dit aanleiding geven om de beschikbare Noodhulpeenheden een andere positie in het zorggebied aan te wijzen. Het zogenaamde repositioneren van eenheden.
Inrichtingsplan KPC Pagina 34 van 123
Overzicht 3: het aantal dubbelbemenste noodhulpeenheden per c/uster(gebied)
Overzicht (bezetting) dubbelbemenste Noodhulpeenheden 24/7
~[Dir-wo~rvrrza-[i°
Dagen Dienst
Cluster West
I 1
Cluster Centrum
I
N
I I I
0 A
1
Cluster Oost
0 A
I
3 3 -, 1
N
0 A
jN -
Totaal:
! !
lA
4.3.6
3 3 1
I
3 3 1
3 I -I 3 I 1
5 r 5 5 1 5 5 -r-51 5 r 4 I 4 I 4 -rI 5 3 r 32 - 1 32 1 3 l 2 I 3 I
IS
I D
r
I I I
N
2
2
11 10
11 10 7
7
r
r
I
r
3 3 1
-,
5 r 5 1 5
iT ! 3
2
11 11 8
Formatie Noodhulp
-Formatieoverzicht werkproces noodhulp
Senior medewerker noodhulp
I I
12 12
Medewerker Noodhulp
1
Totaal (rninmaal)
I
76 100
Teamleider Noodhulp
I I
!
I ! I I I "'1 ! -I I
1 1 1 4 4 4 2 2 1 2 7 7 7
1 1 1 3 4 4 2 2 2 6 7 7
Inrichtingsplan KPC
Pagina 35 van 123
4.4
Organisatiestructuur Basis Politie Zorg
)1. ~h: :'l:~i~' ~ r': 4 :~ I
[J:"~
. .•......••.•••. ··• ··••• · .. . •• ••• y . ....
_.JI~
~~~~~~~~~~~~~~
-.. -,
': ' I . .
_
.... t
..
;',
_ . f : ..
~~, ~ ~, ~'
I
.: ':
. . . . . . . ..
;
BPZ Intake & service 4~----------~1 I~----------
••
4.5 De • • • • • • • • • • • • • • •
Operationele ondersteuning
uitgangspunten bij de werkprocessen ten behoeve van operationele ondersteuning zijn: Specifieke specialismen worden centraal georganiseerd en ingericht; Er wordt een gezicht naar buiten getoond; BPZ weet waar ze moeten zijn voor ondersteuning; BPZ weet welke ondersteuning er verwacht kan worden; De dienstveriening sluit beter aan op de behoeften; Centralisatie van de ondersteuning zal leiden tot efficienter en effectiever werken; De aansturing van de dienstveriening krijgt hierdoor meer aandacht; Een werkpakket wordt hierdoor transparanter en inzichtelijker voor iedereen, zodat een ieder ook daadwerkelijk weet wat van hem verwacht kan worden; Resultaten worden hierdoor meetbaar en controleerbaar; Prioriteiten zijn een afgeleide van de prioriteiten van het KPC en vervolgen van de PD; Er moet worden geluisterd naar de mensen in het veld (vraagj aanbod); Op jaarbasis worden afspraken gemaakt over de te ontvangen service die een ieder verwacht; De wensen en vragen van de klant worden zo vee! mogelijk gemonitord; De lijnen zijn kort en de interne besluitvorming is snel en eenduidig; De dienstverlening moet aansluiten op de behoeften wat (weer) een betere waarborg voor een professionele dienstverlening is.
4.5.1
Aigemeen
Uitgangspunt is dat binnen de BPZ specifieke kennis en kunde, welke nodig is boven op de reguliere basis, als thema of taakaccent voor specifieke medewerkers georganiseerd kan worden. Deze
Inrichtingsplan KPC
Pagina 36 van 123
medewerkers fungeren dan als vraagbaak of hebben in voorkomend geval een actieve rol als zich iets voordoet op het gebied van dit thema of taakaccent. Daarnaast zijn er specialismen die op basis van hun complexiteit, een diepere (vak)kennis en kunde vergen, andere competenties moeten beschikken dan die louter een taakaccent houder kan vervullen en/of die zo kapitaalsintensief zijn, dat zij afzonderlijk georganiseerd moeten worden. Hierin speelt ook zowel de frequentie waarmee op een dergelijk specialisme een beroep moet worden gedaan als het gegeven dat er vanuit het betreffende specialisme (eveneens) een aantal zelfstandige taken worden uitgevoerd. Uitgangspunt is dat dit specialisme vanuit een executief perspectief (vooral) ondersteunend moet zijn aan de BPl.
4.5.2 Definitie Operationele ondersteuning omvat het optimaal leveren van de ondersteuning met specifieke expertise waar binnen het primaire proces behoefte aan is, dan wei het optimaal beantwoorden aan specifieke ondersteuningsbehoeften in de (basis)politiezorg. 4.5.3 Afbakening De politiele (operationele) ondersteuning draagt bij aan de legitimiteit, doeltreffendheid en doelmatigheid van operationele politietaken. De politiele ondersteuning richt zich op de directe ondersteuning van operationele politietaken. Hierdoor worden operationele politiediensten in staat gesteld zich optimaal te richten op de uitvoering van hun (operationele) kerntaken . De politiele ondersteuning is voorts initierend en ondersteunend ten behoeve van het proces uitvoeren. lij levert pro actieve initiatieven voor de opvolging en vervolging en input voor het maken van gefundeerde keuzes en het bepalen van prioriteiten in de uitvoering van primaire politietaken. Daarnaast levert zij reactief specialistische ondersteuning voor de uitvoering van operationele politietaken. 4.5.4
Ondersteuningstaken
Bij de basis politiezorg in de zorggebieden worden de processen "Handhaving" en "Noodhulp" ondersteund met aanvullende politietaken. De inzet voor deze aanvulling geschiedt incidenteeel op afroep op basis van de operationele behoeften, ten behoeve van preventie naar aanleiding van eigen analyse van informatie, of structureel als gevolg van geinstitutionaliseerde bijzondere wet en regelgeving of specialistische taklen. De ondersteuningstaken worden als voigt geclusterd: Speciale taken (zie 1..5.:.1:.1) Vreemdelingenpolitie (zie 1....5....1.l) Grootschalig en bijzonder optreden (zie ~) Bijzondere taken (zie 4.5.4. 4) Bijzondere weteen (zie 4.5.4,5) Verkeer (zie ~)
4.5.4.1
Special'e Taken
Definitie: In dit inrechtingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen "speciale taken" (zie ~), "Grootschalig en bijzonder optreden" (zie 4.5.4.3) en "Bijzondere taken" (zie 4.5.4.4). De verschillen de het onderscheid blijkt uit de definities, uitgangspunten en doelstelling van die taken en zijn van dien orde dat daarmee ook een aanpassing van de inrichting is gerechtvaardigd . •:. Speciale Taken zijn ondersteunende politietaken die incidenteel en op afroep kunnen worden ingezet bij handhaving in de Basis Politie lorg . •:. Bijzondere taken zijn de coordinerende activiteiten van mensen en middelen voor grootschalige politieoptredens. Bij bijzondere takenwordt norma liter de mate van inzet van mens en middelen van dien aarde dat daarme de reguliere operatiponeele ondersteuning door UST wordt overschreden . •:. Grootschalige en bijzonder optreden zijn de handhavingstaken die nodig zijn bij gebeurtenissen, incidenten of rampen die dermate verstorend zijn voor de openbare orde, dat dit de doelstelling en specialismen van de bestaande inrichting voor speciale en bijzondere taken te boven gaat. Uitgangspunten Speciale Taken:
Inrichtingsplan KPC
Pagina 37 van 123
• • • • • •
Inventariseer welke ondersteuning te organiseren vaIt binnen de wijkteams als taakaccent of thema en welke centraal binnen de Unit Speciale Taken (UST); Leidend in de keuze hiervoor zijn de kennisintensiteit, de kapitaalintensite~t, de schaal en de duur; V~~r de inzet van UST worden expliciete inzetcriteria gehanteerd; UST ondersteunt toezicht en handhaving (BPZ) als er extra kwaliteit of kwantiteit nodig is; Binnen de UST worden specifiek kennis en vaardigheden ondergebracht waaronder in ieder geval het bike-team en de hondenbrigade; Binnen de UST wordt het Arrestanten Transport georganiseerd.
Afbakening: Binnen dit thema worden door de UST aile operationele politietaken uitgevoerd met bijzondere aandacht voor doelgroepen, (hangjongeren, drugsverslaafden, drifters,) netwerken (scholen, buurtcentra, buurtverenigingen, belangenverenigingen), (specifieke) aandacht voor de opsporing van veelvoorkomende criminaliteit en het toezicht bij grootschalige evenementen en het transporteren van Arrestanten. Hierbij wordt eveneens gebruik gemaakt van surveillance en/of speurhonden. Werkprocessen, taken en resultaatgebieden: Ten einde zoveel mogelijk roosterdruk te voorkomen ten aanzien de medewerkers BPZ, doch (juist) om ook zo veel mogelijk f1exibiliteit te creeren ten aanzien van niet geplande en/of zich voordoende (ernstige) bijzondere gebeurtenissen - ernstige ordeverstoringen en bestuurlijke beleidsaanpassingen betreffende overlast of overlast veroorzakende criminaliteit - heeft het KPC deze f1exibele capaciteit betreffende de thema openbare ordehandhaving ge'institutionaliseerd in een Unit Spedale Taken. De Unit Speciale Taken (UST) kent een duidelijke afgebakende ondersteunende rol voor die gevallen waarin er behoefte is aan kwalitatieve of kwantitatieve ondersteuning. Politiemedewerkers van de UST voeren ook openbare (orde)handhavingstaken zoals ME en AOE taken uit. De ,inbedding van de surveillancehonden en de organisatie van de andere ondersteuningsvormen zoals een bike-team worden nag verder uitgewerkt. In de huidige situatie zijn de surveillancehonden ook ondergebracht bij de UST. Certificering ten aanzien van deze rol is uitermate belangrijk. Binnen de UST worden de volgende werkzaamheden (activiteiten) verricht: • ondersteuning handhaving controles verkeer; • ondersteuning handhaving controles bijzondere wetten; • ondersteuning handhandhaving controles (verblijf) vreemdelingen; • ondersteuning handhaving voorkomen van overlast; • uitvoeren (geplande) grootschalige acties; • toezicht bij grootschalige evenementen; • bijzonder toezicht en handhavingstaak bij calamiteiten; • deelname aan activiteiten mobiele eenheid (ME); • deelname aan activiteiten Aanhouding en Ondersteuningseenheid (AOE); • deelname aan activiteiten fletseenheid (bike-team); • deelname aan activiteiten inzet surveillance- en speurhonden. • Transport van arrestanten. De medewerker UST is verder verantwoordelijk voor het afzetten en afschermen van gebieden en/of gebouwen, het houden van toezicht, het uitvoeren van controles, het ondersteunen bij huiszoeking (en), het aanhouden en overdragen van verdachten, het uitvoeren van charges, het opvangen en begeleiden van menigtes, het uitvoeren van zoekacties etc.
Formatietoelichting De f1ex-inzet van de medewerker UST, waaronder o.a. deelname aan de mobiele eenheid met minimaal een sectie (drie groepen), brengt met zich mee dat deze unit uit minimaal 24 fte dient te bestaan . Aile executieve (politie)ambtenaren die deel uitmaken van de UST, maken ook deel uit van de mobiele eenheid. De mobiele eenheid (volledig peloton) zal behalve uit medewerkers UST voor wat betreft een tweede sectie bestaan uit medewerkers en leidinggevenden van de andere korpsonderdelen.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 38 van 123
Afhankelijk van de inzetopdracht zal een groep, een sectie of een heel peloton worden ingezet. De UST zal een (uitermate) flexibele inroostering kennen, waarbij in het kader van de reele mogelijkheden of bijvoorbeeld bepaalde dreigingpatronen na het verrichten de reguliere dienst(en) het personeell bereikbaar en beschikbaar moet zijn middels oproep.
4.5.4.1.1 Hondenbrigade De UST zal vooral ter ondersteuning van de eigen taken maar ook ter ondersteuning van andere korpsonderdelen een hondenbrigade kennen. Afbakening De hondengeleiding richt zich op toezicht en handhaving van de open bare order veiligheid en leefbaarheid in een (werk)gebied met behulp van surveillancehonden. Binnen dit thema worden aile operationele politietaken uitgevoerd met bijzondere aandacht voor netwerken rond het dierenwelzijn (dierenartsen, belangenverenigingen). Certificering van geleider en hond. Werkprocessen, taken en resultaatgebieden De hondengeleiders van de hondenbrigade zijn primair verantwoordelijk voor het ondersteunen van de UST. Daarnaast hebben zij tevens een ondersteunende taak aan de overige korpsonderdelen en (extern e) opsporingorganisaties ten einde op een zo efficient en effectief mogelijke wijze maatwerk te leveren bij de uitvoering van de politiewerkzaamheden. Conform bestuurlijke wens worden nu de (reele) mogelijkheden bezien en onderzocht opdat de hondenbrigade zich eveneens bezig gaat houden met praktijkgerichte opleidingen voor het KPC en andere justitiele organisaties betreffende het africhten van politiehonden en diens geleiders. De volgende werkzaamheden (activiteiten) vinden binnen de hondenbrigade plaats: • het selecteren en aankopen van politiehonden; • het opleiden en africhten van politiehonden; • het opleiden van hondengeleiders; • het inzetten van politiehonden en hun geleiders;
- speur-, opsporings- en traceertaken,
preventieve en/of repressieve optreden bij ordeverstoring,
- vergunning controle.
• het adviseren met betrekking tot de inzet van politiehonden. Het KPC heeft gekozen voor de centrale inbedding en aansturing van de politiehonden. De hondenbrigade is daarom ook ge'integreerd in de UST. De teamleider hondenbrigade dient eveneens als instructeur opgeleid te worden, terwijl de hondengeleiders ook als pakkers moeten kunnen fungeren. Naast de teamleider wordt geadviseerd om minimaal twee hondengeleiders als instructeurs op te leiden. De hondenbrigade zal ten slotte flexibele diensten draaien, doch 24/7 moet er minimaal een hondengeleider met hond (surveillance/speurhond) bereikbaar zijn middels oproep.
4.5.4.1.2 Arrestantentransport Afbakening Binnen de UST wordt eveneens het arrestantentransport georganiseerd. Het arrsetantentransport omvat het transporteren van arrestanten van en naar de plaats der bestemming. Het omvat verder aile activiteiten die betrekking hebben op het ophalen en vervoeren van de gedetineerden van de plaats van verhoor naar o.a. politiecellen, het gerechtsgebouw, en/of enige andere (overheid)instelling vallende of binnen de directe bevoegdheidssfeer van of toekomende aan de fundamentele rechten van de ingesloten arrestant. Werkprocessen, taken en resultaatgebieden Dit proces vangt immers aan na het besluit tot (voorlopig) in verzekeringstelling van de verdachte. Binnen dit thema wordt zorg gedragen dat ingesloten (politie)arrestanten de juiste zorg krijgen. Ook wordt er voor gezorgd dat gedetineerden in de juiste staat en op de juiste plek op (de juiste) tijd (aan)komen.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 39 van 123
Het KPC heeft op dit moment het beheer over drie politiecellencomplexen. Het wijkteam Barber (20 plaatsen), het wijkteam Rio-Canario (18 plaatsen), de Politiecellen te Koraalspecht Bon Futuro Gevangenis (38 plaatsen) en ten s10tte de vreemdelingenbarakken Koraalspecht Bon Futuro (52 plaatsen). In totaal ku nnen er 76 politiearrestanten worden ingesloten bij de (bestaande) politiecellen en 52 (illegale) vreemdelingen in de detentiecentra bestemd v~~r (illegale) vreemdelingen.
De bewaking- en bejegeningstaken met betrekking tot de ingesloten politiearrestanten en illegale vreemdelingen, wordt op dit moment namens het KPC uitgevoerd door bewaarders die in dienst zijn van particuliere bewakingsbedrijven en medewerkers in dienst van de Stichting Beveiligingszorg Justitie. Met betrekking tot de bewaking- en beveiligingswerkzaamheden binnen deze cellencomplexen worden op dit moment in totaal 64 bewaarders in dienst van een particulier bewakingsbedrijf ingezet. Zij verrichten 24/7, onderverdeeld in vier ploegendiensten, hun werkzaamheden. Binnen het politiecellencomplex te Koraalspecht (Bon Futuro) verrichten 24/7, eveneens onderverdeeld in vier ploegendiensten, 24 medewerkers in dienst van een door de overheid gesubsidieerde "Stichting Beveiligingszorg Justitie" de bewaking- en bejegeningwerkzaamheden. Het KPC heeft er voor gekozen om bij haar nieuwe inrichting de bewaking- en beveiligingstaken van en in de politiecellencomplexen en andere onder de politie vallende detentiecentra uit te besteden middels zorgcontracten (met zware normeringeisen) aan de Stichting Beveiligingszorg Justitie. De medewerkers van deze stichting zullen in principe niet in dienst zijn van het KPC maar van de stichting zelf, terwijl het KPC op haar jaar1ijkse begroting de finandele (exploitatie)middelen daartoe moet reserveren, de benodigde inventaris moet aanschaffen en in samenwerking met de stichting de faciliteiten moet onderhouden. Binnen het KPC wordt het arrestantentransport geinstitutionaliseerd binnen de unit speciale taken. De teamleiders en medewerkers arrestantentransport zijn primair verantwoordelijk voor het al dan niet op verzoek ophalen, vervoeren, afvoeren en bij aankomst op de plek der bestemming overdragen van de ingesloten politiearrestant en (illegale) vreemdeling. Hierbij dient gebruik gemaakt te worden van spedaal voor dit doel bestemde ingerichte arrestantenwagens, waarbij de privacy van de arrestant maar ook de veiligheid van de bestuurder van de arrestantenwagen gegarandeerd wordt.
Formatietoelichting Arrestantentransport, dient gezien aard en frequentie der taak 24/7 georganiseerd te worden binnen het korps. In tegenstelling tot de bewaking- en bejegening van politiearrestanten en illegale vreemdelingen, zal dit thema en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden (activiteiten) geheel in eigen beheer door het KPC uitgevoerd moeten worden. Aan het hoofd van het team staat een teamleider. De onder hem ressorterende medewerkers hebben echter een bijzondere opsporingsbevoegdheid (BOA), zijn wapen- en vuurwapendragend, doch zullen niet als executieve politieambtenaren worden aangesteld. Bezetting arrestantentransport: Di Dienst Ma Dag 6 6 Avond 2 2 2 Nacht 2 Totaal: 10 10
Wo 6 2 2
Do 6 2 2
Vrijd 6 2 2
10
10
10
Za 2 2 2 6
Zo 2 2 2 6
Inrichtingsplan KPC
Pagina 40 van 123
Formatieoverzicht Unit Speciale Taken -
Formatieoverzicht Unit Speciale Taken (incl. hondenbrigade) Unithoofd Speciale Taken en Hondenbrigade Teamleider Speciale Taken Teamleider Hondenbrigade Teamleider Arrestanten transport
I I I
1
2 1 1
I
Senior medewerker Speciale Taken Medewerker Speciale Taken (toezicht & handhaving en rolaanduiding ME, AE, Bike-team)
4
I
Medewerker Arrestanten Transport
·t,
Totaal:
I
Hondengeleider
4.5.4.2
-
20
'-,
8 16 -53
Vreemdelingenpolitie
Afbakening Het thema vreemdelingen omvat het toezicht en de handhaving van de openbare orde en de veiligheid en leefbaarheid op het gebied van vreemdelingen. Binnen dit thema worden aile operationele politietaken uitgevoerd met bijzondere aandacht voor de grenscontrole (de rechtmatige toelating via de havens), de rechtmatigheid van het verblijf van vreemdelingen, de gerichte opsporing van (illegale) vreemdelingen en het netwerken (belangenvereniging) op dit werkgebied. Werkprocessen, taken en resultaatgebieden De bestuurlijke taken om en rond vreemdelingen (toelating en administratief toezicht) worden momenteel in een snel tempo losgekoppeld van de politiele taken en ondergebracht bij de Nieuwe Toelati ngsorganisatie.
De samenwerking tussen de politie en de Nieuwe Toelatingsorganisatie zal in de nieuwe situatie primair bestaan uit de uitvoering van het vreemdelingentoezicht en de uitwisseling van informatie (een digitale verbinding) tussen de beide diensten. Met de Nieuwe Toelatingsorganisatie zal daarom een convenant worden afgesloten ter garantstelling dat de Unit vreemdelingen(politie) minimaal een raadpleegfunctie in de digitale bestanden (Acts FMS) van de nieuwe toelatingsorganisatie behoudt. De reguliere handhavende (toezichthoudende) en controlerende taak van vreemdelingen, niet zijnde op de (Iucht)havens en haar administratieve afhandeling, zal door de medewerkers BPZ plaatsvinden. Deze medewerkers BPZ moeten zodanig worden toegerust dat ze deze taken naar behoren uitvoeren. Met betrekking tot het uitvoeren van gerichte (controle)acties en de voorbereidingen daartoe, worden zij ondersteund door een spedalist binnen dit thema. Opdat spedalisme binnen (specifieke)thema's gewaarborgd wordt, wordt divisiebreed de volgende criteria gehanteerd: dat het een yak apart is, dat er bijzondere middelen gehanteerd worden, de schaalgrootte en een bi1zonder clientengroep. Verder zijn het zaken die vooral wijkteamoverschrijdend zijn waarvoor een centraal punt dient te zijn waartoe men zich kan wenden, wat ook de gewenste eenheid in het KPC beleid ter zake ten goede komt.
De specialist vreemdelingen wordt binnen het thema vreemdelingen gepositioneerd en voert de volgende werkzaamheden (activiteiten) uit: • Ondersteuning op het gebied van handhavingzorg en de organisatie van grootschalige acties
betreffende het vreemdelingen toezicht- en controle;
• Het opmaken verwijderingbeschikkingen; • De begeleiding in- en van het inbewaringstellingtraject en de verwijdering van (illegale)
vreemdelingen;
Inrichtingsplan KPC
Pagina 41 van 123
• Advies in- en de (formele) afhandeling van gecompliceerde verwijderingen van (iUegale) vreemdelingen; • Advies aan het lokale bestuur betreffende de verwijdering illegale vreemdelingen; • Opsporingondersteuning bij complexe onderzoeken waarbij (illegale) vreemdelingen betrokken zijn. De grenscontrole wordt uitgevoerd door medewerkers grenscontrole. De immigratietaak betreft een zelfstandige taak binnen het thema vreemdelingen. Niet executieve politieambtenaren met bijzondere opsporingsbevoegdheid (BOA's) voeren aan de grens deze taken uit. De uitvoering van deze taken vinden zoveel mogelijk met gebruikmaking van digitale hulpmiddelen- en bestanden plaats. Rekeninghoudende met het gegeven dat Curac;ao een internationale luchthaven heeft en een uitgestrekt zeehavengebied, zal er 24/7 en op een professioneJe wijze (aUerhande) vormen van grenscontroles georganiseerd moeten worden op de (Iucht)havens. Het gaat hierbij om de controle ten aanzien van zowel de inklaring als de uitklaring van passagiers en vreemdelingen. Vaste normen betreffende de wacht- en afhandelingtijd van binnenkomende passagiers op vooral de luchthaven, moeten nog in overleg met de bestuurlijke autoriteiten en andere dienaangaande belangenorganisaties worden overeengekomen. Voor wat betreft de vaarbewegingen in- en rand de (binnen)wateren van Curac;ao moet er eveneens een 24 uur voorziening getraffen worden. De grenscontrole aan de (zee)havens moet 24/7 georganiseerd worden. Historische gegevens en kengetallen bepalen dat er vanaf 07:00 tim 11:00 uur (de piekmomenten) een hogere personeelsbezetting vereist is terwijl in de nachtelijke uren, vanaf 23:00 tim 07:00 uur, een wat lagere bezetting verantwoord is. Naar aanleiding van de zogenaamde inforapportages zullen er specifieke contrales worden uitgevoerd op (plezier)jachten en boten die onze havens, baaien en binnenwateren aandoen.
Formatietoelichting De specialist vreemdelingen die doorgaans be\ast is met opsporingsactiviteiten en advisering in - en bij wat complexere zaken, zullen gedurende de week acht uur per dag kantoor houden, terwijl zij na kantooruren in de weekeinden en op zon- en feestdagen middels oproep bereikbaar en beschikbaar moeten zijn. Een unithoofd vreemdelingen is belast met de totale aansturing van deze processen en wordt hij hierin ondersteund door een teamleider. Formatieoverzicht Vreemdeli ngenzorg Formatieoverzicht Unit Vreemdelingen Unithoofd Vreemdelingentoezicht en Grensbewaking
1
Teamleider Toezicht en Opsporing
1
- - - - - - --
Senior medewerker Toezicht en Opsporing
1
Medewerker Toezicht en Opsporing
7
~-~~~-~----~-----------~~
Medewerker Grensbewaking (luchthaven)
51
Teamleider Grensbewaking (Iuchthaven)
5
Medewerker grensbewaking (haven)
20
Teamleider grensbewaking (haven)
3 89
--,-------
Totaal:
4.5.4.3
--------:-r
Grootschalig en bijzonder optreden
Afbakening Grootschali9 en bijzondere optreden omvat het voorbereiden van, - de samenhang met, - het toezicht houden op en de handhaving van de openbare orde, - de leefbaarheid en veiligheid op het gebied
Inrichtingsplan KPC
Pagina 42 van 123
van (niet) planmatige grootschalige gebeurtenissen, - incidenten of (natuur)rampen en specifieke
doelgroepen in relatie tot de ernstige verstoring van de openbare orde en rechtsorde.
Binnen dit thema worden aile operationele taken uitgevoerd met bijzondere aandacht voor netwerken
en doelgroepen.
Werkprocessen, taken en resultaatgebieden Het is zaak om bij dit thema het grootschalige en bijzondere optreden binnen het KPC meer planmatig en multidisciplinair te prepareren en te trainen bijvoorbeeld voor grote evenementen en in geval van calamiteiten. Niet aileen door het genereren van draaiboeken maar ook door functionarissen op te leiden en toe te rusten voor hun taak onder bijzondere omstandigheden en hierop te beoefenen. De functionaliteit van Officier van Dienst (OVD) wordt in dit stadium (nog) niet opgenomen in dit inrichtingsplan. De functionaliteit wordt in ieder geval nader uitgewerkt in een aantal (nieuwe) functies (het betreft een rolaanduiding in de functie). De activiteiten om en rondom conflict- en crisisbeheersing zullen als taakaccent binnen het KPC worden ingericht. Gelet op de gecoordineerde inzet van (hulp)diensten en korpsonderdelen bij grootschalige inddenten, ligt het voor de hand om de taakaccenten op het gebied van grootschalig optreden in het algemeen en van multidisciplinaire preparatie in het bijzonder, primair bij de unit bijzondere taken te beleggen. 4.5.4.4 Bijzondere Taken In paragraaf 4.5.4.1 is het verschil tussen "bijzondere taken" en "speciale taken" reeds aangegeven. Ook zijn de bijzondere taken gedefinieerd. De medewerkers van de Unit Bijzondere Taken zijn (primair) (mede) verantwoordelijk voor de coordinatie van mensen en middelen op het gebied van de Mobiele Eenheid (ME), Aanhouding en Ondersteuningseenheid (AOE), de Unit Speciale Taken (UST) en Grootschalig en Bijzonder politieoptreden. Voor wat betreft de Rampenbestrijding behelst de coordinatie het tijdig en professioneel vertalen van de gehanteerde (deel)plannen in beschikbare capaciteit (mensen en middelen). Dit behelst verder het organiseren, prepareren en uitvoeren van grootschalig politieoptreden, ondersteuning bieden betreffende de werving en selectie van (geschikte) kandidaten, het plannen en helpen organiseren van opleidingen en trainingen op dit gebied, de aanschaf van materieel en (hulp)middelen, het onderhouden van deze hulpmiddelen en het onderhouden van de (ontwikkelde) vaardigheden op het gebied van de openbare ordehandhaving en rampenbestrijding. Formatietoelichting De unit coordinator bijzondere taken behoudt een functionele relatie met (lid managementteam) de portefeuillehouder calamiteiten en/of grootschalige en bijzonder optreden. De unit bijzondere taken bestaat uit een lijnchef, de unit -coordinator, en (maximaal) drie medewerkers die als operationeel expert (deskundigen) op dit gebied worden ingezet (geen taakaccent). Ervaring en verworven competenties binnen dit thema is een vereiste. De unit zal ten slotte uitsluitend op normale werkdagen bemand worden. Na kantoortijden zijn zij uiteraard middels oproep bereik en beschikbaar. Formatieoverzicht Bijzondere Taken Formatieoverzicht Unit Bijzondere Taken Unithoofd Bijzondere Taken
- --
Medewerker Bijzondere Taken
1 3
Totaal:
4
'""":
4.5.4.5 Afbakening
Bijzondere Wetten
Inrichtingsplan KPC
Pagina 43 van 123
Het thema bijzondere wetten omvat het toezicht op- en de handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid op het gebied van de plaatselijke bijzondere wetgeving.
Werkzaamheden, taken en resultaatgebieden Binnen dit thema worden aile operationele taken uitgevoerd, met bijzondere aandacht voor de controletaak, advisetingstaak, signaleringstaak, de cotirdinatie van- en het netwerken op het gebied van de wettelijke bepalingen betreffende de Vergunninglandsverordening (openbare evenementen), de Vuurwapenverordening 1930 en de Wapenverordening 1931. De reguliere (alledaagse) control eta ken betreffende dit werkgebied zijn in de BPZ belegd. Daarnaast is er gezien schaalgrootte en actiegroep vooral behoefte om binnen dit thema specialisme centraal te organiseren, waarbij vooral de administratieve- en adviserende taken door BOA's worden uitgevoerd. De toegenomen bedrijvigheid op Curac;ao brengt inmiddels een sterk toegenomen vraag met zich mee naar (allerlei) vergunningen op de verschillende vormen van bijzondere wetgeving. Hierdoor is ook de vraag naar politi eel advies met de bijbehorende administratieve last toegenomen. Het toetsen van de aan deze vergunningen verbonden vergunningsvoorwaarden vereist een degelijke (vak)kennis van zaken op dit gebied. Dit laatste vergt een brede kennis van de vaak complexe wetgeving en beleidsregels op dit gebied. Het administratief afhandelen van deze aanvragen is kapitaalsintensief en moet breed opgezet en geborgd worden binnen de organisatie (zie normeting en opzet Nieuw Bestuurlijke Organisatie op dit vakgebied). De medewerker BPZ zal degelijk moeten worden toegerust om de taken op dit gebied naar behoren te kunnen uitvoeren. Voor wat betreft advisering over openbare evenementen in het zorggebied, spelen respectievelijk de buurtregisseur, de teamleider en de medewerker BPZ een belangrijke rol. Binnen dit thema worden de volgende werkzaamheden (activiteiten) uitgevoerd: • Het centraal registreren van de aanvraag; • Het centraal beoordelen van de aanvraag; • Het centraal (administratief) afhandelen van de aanvraag; • De centrale cotirdinatie- en begeleiding van de operationele controles op naleving van de wettelijke bepalingen. Naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen in en rond de NBO, werd het KPC genoodzaakt om dit thema centraal te organiseren. Intakeactiviteiten en (operationele) controleactiviteiten vinden echter gedeconcentreerd op locatie plaats.
De centraal georganiseerde aanpak bevordert de aansturing van het proces en vergroot ook het inzicht en overzicht in het proces. Het streven is gericht op een verhoging van de effidency en een klantvriendelijke benadering, waarbij gefocust wordt op het "one window principe" ten aanzien van deze specifieke doelgroep.
Formatietoelichting De controlerende taak binnen het zorggebied vindt 24/7 plaats. Intake-activiteiten zullen via een centraal loket fysiek (en nadien ook gedeconcentreerd op locatie) door de week gedurende werkdagen van 08.00 tim 17.00 uur kunnen plaatsvinden. Advieswerkzaamheden vinden door de week (op werkdagen) vanaf 08.00 tim 17.00 uur plaats. De unit bijzondere wetten staat onder leiding van een executief unithoofd. taken zijn 7 fte capaciteit evenals administratieve ondersteuning nodig.
V~~r
de invulling van aile
Inrichtingsplan KPC
Pagina 44 van 123
Formatieoverzicht Bijzondere Wetten -
Formatieoverzicht Unit Bijzondere wetten
----,---,---=-:----,-------,,--,--1I
Unithoofd Bijzondere Wetten
1
Teamleider/ Plaatsvervangend Unithoofd Bijzondere Wetten
1
~I------------------~
Medewerker Bijzondere Wetten
3
Administratieve medewerker A Bijzondere Wetten
~~
Totaal:
4.5.4.6
---,
I
.~
8
13
Verkeer
Afbakening De benadering van de verkeersaanpak is integraal waarbij aanpassing van de infrastructuur, educatie van verkeersdeelnemers en handhaving hand in hand moeten gaan. Een strenge handhaving van de bestaande verkeersregels helpt mee het aantal verkeersgewonden- en doden terug te dringen. Het beoogde doel is vergroting van de verkeersveiligheid door snelheidshandhaving en infrastructurele maatregelen. Aanvullend hierop wordt er ook aandacht besteed aan handhavingcommunicatie en voorlichting. Dit thema omvat het toezicht en de handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid op het plaatselijke wegennet. Werkprocessen, taken en resultaatgebieden Binnen het thema verkeer worden aile operationele politietaken uitgevoerd met bijzondere aandacht voor netwerken met wegbeheerders, waarin bij de aanleg van (nieuwe) wegen, het ver(bouwen) van (nieuwe)woonwijken en industrieterreinen advisering een belangrijke rol speelt, toezicht en handhaving van de verkeerswetgeving en de daaraan gerelateerde bijzondere wetgeving. Er wordt verder doorgaans aandacht besteed aan de speerpunten snelheid, rood licht, rijden onder invloed en het dragen van veiligheidsgordels. Zowel de reguliere controlerende- en handhavende verkeerstaken als de begeleiding van bijzondere (zware) transporten zal door de medewerkers BPZ plaatsvinden. Deze medewerkers worden zodanig toegerust om de reguliere handhavende en controlerende verkeerstaken, de afhandeling van eenvoudige verkeersongevallen en de begeleiding van bijzondere transporten naar behoren en conform vooraf bepaalde normstellingen te kunnen vervullen. De specialist binnen dit thema wordt centraal (en ondersteunend) en organisatorisch ondergebracht bij de unit verkeer, waarbij hij/ zij verantwoordelijk is voor de volgende werkzaamheden (activiteiten): • Het afhandelen van complexe en zware verkeersongevallen; • Het afhandelingen van verkeersmisdrijven; • De verkeertechnische advisering en ondersteuning; • Het uitvoeren verkeertechnisch onderzoek. • Statistisch analyseren van kernoorzaken van ongevallen; • Aansturen en richting geven aan toezicht op naleving van verkeerswetten naar aanleiding van de analyse van kernoorzaken; • Adviseren van Bureau Preventie & Communicatie over preventieve maatregelen hieromtrent; Het KPC heeft er voor gekozen om de reguliere controle van- en handhaving van de (specifieke) verkeerstaak te laten uitvoeren door de medewerker BPZ. Verkeerspecialisme, vooral bij de ongevallenbehandeling en de behandeling van zware en/of complexe verkeersongevallen, evenals de afhandeling van verkeersmisdrijven en het uitvoeren van verkeertechnische (forensische)onderzoeken, wordt centraal georganiseerd en ingericht binnen de unit verkeer.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 45 van 123
De ongevallenbehandeling, de behandeling van verkeersmisdrijven (o.a. het rijden onder invloed en het doorrijden na een ongeval) en het uitvoeren van het verkeerstechnisch onderzoek wordt door executieve ambtenaren van politie uitgevoerd. De verkeerstechnische advisering op het terrein van (stedelijke) planologie en de aanleg van het plaatselijke wegennet (infrastructuur), wordt zowel door de executieve als door de niet-executieve ambtenaren van politie gedaan. Hierbij moet worden opgemerkt dat ook niet-executieve ambtenaren van politie belast kunnen worden met het uitvoeren van technisch (forensisch)onderzoek aan voertuigen. Dit laatste zal gezien de wereldwijde ontwikkelingen op dit gebied gaandeweg het verbetertraject binnen het korps georganiseerd en ingericht moeten worden binnen het proces forensische opsporing.
Formatietoelichting Ten gevolge van de nu (al) voorhanden liggende historische feiten op verkeersgebied, moet er een 24/7 bezetting ten behoeve van de verkeersongevallenbehandeling, de afhandeling verkeersmisdrijven en het uitvoeren van verkeerstechnisch onderzoek worden gegarandeerd. De verkeerstechnische advisering kan echter door de weeks op de normaIe werkdagen en op lokettijden worden afgedaan. De unit verkeer staat onder leiding van een unithoofd. Formatieoverzicht Verkeerzorg Formatieoverzicht Unit Verkeer Unithoofd Verkeer
Medewerker Verkeer
1 3 2 8
Technisch deskundige/ adviseurs Verkeer
4
Teamleider Verkeer Senior Medewerker Verkeer
Administratieve medewerker (A)
2 20
I Totaal:
4.5.5
Organogram Divisie Bijzondere Politie Divisle BIJzondere Polltle (DBP)
Unl[ Vreemdellngen
Unit BIJzondere Weten
I
Unit Speciale Taken
Untt BIJzondere Tilken
Unit Verkeer
Inrichtingsplan KPC
Pagina 46 van 123
5.
Opsporing
5.1
Aigemene uitgangsDunten
< Inhoud >
•
V~~r
•
Aile opsporingseenheden werken zoveel mogelijk met hetzelfde werkproces en identieke producten (standaardisatie).
•
Bij kapitale delicten (bijvoorbeeld levensdelicten en ernstige zedendelicten) met een grote maatschappelijke impact waarin geen sprake is van ondubbelzinnig daderschap kan de politie een Team Grootschalige Opsporing (TGO) formeren. Het TGO is een (tijdelijke) voorziening zowel bij de Divisie Centrale Recherche (DCR) als bij de Divisie Georganiseerde Criminaliteit (DGe). Het hoofd RID is eindverantwoordelijk voor het TGO-onderzoek.
•
Het prioriteren, wegen en kiezen van zaken van Veelvoorkomende Criminaliteit, Lokaal Ernstige Criminaliteit en Zware Georganiseerde en Grensoverschrijdende Criminaliteit zijn van groot belang binnen het opsporings- en informatieproces en krijgt daarom veel aandacht bij de inrichting. 'Zicht op Zaken' is hierbij een expliciet onderdeel.
•
Goed PD -management en kwaliteit van de aangifte is voor het proces opsporing van essentieel belang. Dit vereist een goede samenwerking en afstemming met de processen handhaving, noodhulp en intake.
5.2
het proces Opsporing en het proces Informatie is het hoofd van de Recherche- en Informatiedienst (RID) proceseigenaar. De proceseigenaar bepaalt hoe het proces opsporing en het proces informatie verloopt. De proceseigenaar stuurt aileen mensen aan voor het ontwerpen en inrichten van het proces.
Definitie opsporinq
Opsporingsproces omvat aile activiteiten die zijn gericht op het oplossen van strafbare feiten met het doel te komen tot een strafrechtelijke sanctie. Opsporingsactiviteiten kunnen worden gestart naar aanleiding van een incident of naar aanleiding van een reeks incidenten die op enige manier overeenkomsten vertonen. Aanleiding voor een onderzoek kan een gemeld of aangegeven strafbaar feit zijn, evenals informatie op basis waarvan strafbare feiten worden vermoed.
5.3
Werkprocessen, taken en resultaatgebieden
Zoals eerder werd gesteld heeft het KPC gekozen om Informatie Gestuurd te willen werken. In het kader van de opsporing betekent dit dat het KPC de opsporing informatie gestuurd zal uitvoeren, de zogenaamde Informatie Gestuurde Opsporing (IGO), als onderdeel van Informatie Gestuurde Politie (IGP). Informatie Gestuurde Opsporing (IGO) legt een sterke koppeling tussen het opsporingsproces en het informatieproces. Gegevens en informatie moeten leiden tot sturing op strategisch niveau voor het formuleren van beleid op het gebied van misdaadbestrijding en stu ring op tactisch niveau ten aanzien van het maken van concrete keuzes in onderzoeken. Analyse van gegevens en informatie vormt het hart van dit besluitvormingsproces. De kwantiteit en kwaliteit van de informatiehuishouding bepalen in belangrijke mate haar effectiviteit en efficiency. Naast het primaire tactisch opsporingsproces en het informatieproces speelt het proces opsporingsondersteuning en het proces goederenzorg van in beslaggenomen goederen een belangrijke rol. Het Politiekorps Curac;ao levert met opsporing een zichtbare bijdrage aan de veiligheid van Curac;ao. Het gaat hierbij om tegenhouden, het actief opsporen van verdachten van strafbare feiten, het oplossen van misdrijven en het oprollen van criminele samenwerkingsverbanden die zich schul dig
Inrichtingsplan KPC
Pagina 47 van 123
maken aan ernstige vergrijpen die een grote impact hebben op de samenleving. Binnen het proces opsporen wordt onderscheid gemaakt in drie soorten criminaliteit:
1. Veel Voorkomende Criminaliteit (WC): eenvoudige misdnijven met een relatief hoge kans op slachtofferschap en met een beperkte impact op de veiligheidsbeleving, lOals vernieling en "eenvoudige" diefstal. Het gaat hierbij om vormen van criminaliteit die eenvoudig zijn van aard en een behandeltijd van slechts enkele dagen vergen. In beginsel worden geen bijzondere opsporingsmiddelen ingezet; 2. Lokaal Ernstige Criminaliteit (LEe): misdrijven met een sterk lokale impact die vanuit de ernst van de daad een forse inbreuk maken op de rechtsorde en veiligheid, zoals straatroof, woninginbraak en moord. De delicten vergen veelal een wat langere inzet. Incidenteel worden hierbij bijzondere opsporingsmiddelen ingezet; 3. Zware Criminaliteit (ZWACRI): gecompliceerde misdrijven die een ernstige verstoring van de rechtsorde in brede zin veroorzaken en uiteindelijk een omvangrijke maatschappelijke impact blijken te hebben. Bijzondere opsporingsmiddelen worden bij deze misdrijven ingezet.
Gedeconeentreerd werken Binnen de Recherche- en Informatiedienst zal een aantal werkzaamheden naar behoefte - al dan niet permanent- gedeconcentreerd worden uitgevoerd. Met deconcentratie wordt bedoeld dat de processturing centraal is georganiseerd maar dat de werkzaamheden feitelijk 'op locatie' worden uitgevoerd. Het is dus lokaal werken onder centraal gezag. Hiermee wordt een optimale mix beoogd tussen de voordelen van centraal werken (kwaliteitsstreven en efficiency) en decentraal werken (optimale afstemming met andere processen).
5.4
Afbakeninq
De feitelijke aanpak van de drie vormen van criminaliteit wordt gerealiseerd door middel van de incidentgerichte- en probleemgerichte opsporing. Incidentgerichte opsooring is het proces van opsporen waarbij naar aanleiding van een melding, ontvangen informatie, een of meer aangiften dan wei een of meer aangehouden verdachten een zo efficient mogelijk reactief onderzoek wordt uitgevoerd. probleemgerichte opsporing is het proces van projectmatig opsporen dat voigt op constatering van stelselmatigheid in verdachte(n) en/of strafbare feiten, indien deze een ernstige inbreuk op de veiligheid en/of leefbaarheid vormen en/of de maatschappelijke integriteit aantasten.
5.4.1 Proees inddentgerichte opsporing Het proces incidentgerichte opsporing ziet in de volgende processtappen als voigt uit: 1. aannemen van een melding of een aangifte van een strafbaar feit, die middels de incidentgerichte aanpak wordt behandeld, en/of het overnemen van een op (heterdaad) aangehouden verdachte of het aanhouden van een verdachte op heterdaad De inddentgerichte opsporing kunnen op de volgende manieren starten 2. Meldingen en aangiften worden in Actpol ingevoerd (geregistreerd). 3. Zaken en aangiften worden gescreend. Bij dit proces wordt besloten of een aangifte wordt opgelegd ja/nee alsmede wanneer nodig nadere prioritering binnen prioriteiten. 4. Zaakdossier wordt samengesteld. 5. Zaken worden toegedeeld. a. Toedeling zaakdossier aan medewerkers o.b.v. evenwichtige werkbelasting b. Uitstelien behandeling door plaatsing in voorraadbuffer. 6. Uitvoeren opsporingsactiviteiten zoals aanhoudingen, verhoor etc 7. Voortgangsbewaking in behandeling zijnde zaakdossiers (onder meer via operationele sturing en verslaglegging in het "chef van dienst" rapport. S. Periodieke beoordeling openstaande zaak-dossiers. Bij de incidentgerichte aanpak wordt zowel bij de Veelvoorkomende Criminaliteit als bij de Lokaal Ernstige Criminaliteit case -screening toegepast. De screening van aangiften en zaken wordt door de Infodesk uitgevoerd en wordt in paragraaf 5.6.4. nader omschreven.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 48 van 123
Zaken die door de screening naar de opsporing worden doorgestuurd moeten minimaal aan een van onderstaande aspecten voldoen: 1. Daderindicatie 2. Opsporingsverplichting 3. Maatschappelijk belang
Ad.l Daderindicatie Bij daderindicatie zal de politie tot actie moet overgaan, als de identiteit van de verdachte bekend is, dan wei eenvoudig is te achterhalen op basis van een kenteken of iets dergelijks Ad.2 Opsporingsverplichting Opsporingsverplichting refereert aan een dusdanig ernstig misdrijf, dat ongeacht eventuele daderindicaties een opsporingsonderzoek gewenst is. De verplichting kan ook op basis van de speerpunten (van de driehoek) zijn. Ad.3 Maatschappelijk belang Bij maatschappelijk belang gaat het om seriematige misdrijven, die als geisoleerd fenomeen van minder belang zijn, maar door de seriematigheid een maatschappelijke belasting vormen. Deze misdrijven worden als zodanig door de Procureur-generaal benoemd. Aangiften en zaken die zijn ingescreend en die naar de opsporing kunnen, worden niet automatisch in behandeling genomen. Het is aan de leiding binnen opsporing die verantwoordelijk is voor de opsporingscoordinatie keuzen te maken als het werkaanbod de capaciteit overstijgt. Deze keuzen zijn, als het goed is, gebaseerd op vastgestelde prioriteiten. Het Openbaar Ministerie in de rol als leider van het opsporingsonderzoek denkt mee en beslist mee over prioritering. Naast algemene richtlijnen vastgesteld door de driehoek, zijn het juist concrete zaken waarbij de visie van het OM is gewenst
De opsporingscoordinator beslist of een zaak wordt uitgegeven, (tijdelijk) op de plank gelegd of alsnog direct afboekt. Hij/zij maakt keuzen op basis van het werkaanbod (ingescreende zaken) en capaciteit (beschikbare medewerkers). 5.4.2 Proces probleemgerichte opsporing Ter standaardisering van het proces van thematische/probleemgerichte opsporing van lokaal ernstige misdrijven en zware georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit wordt dit proces onderverdeeld in acht processtappen. Deze processtappen zijn het volgende: 1. Prioriteren 2. Kiezen en vaststellen 3. Plannen onderzoek 4. Voorbereiden onderzoeksactiviteiten 5. Uitvoeren onderzoeksactiviteiten 6. Monitoren voortgang onderzoek 7. Afronden onderzoek en afronden procesdossier 8. Evalueren onderzoek Ad.1 Prioriteren De probleemgerichte opsporing start met het benoemen van de criminaliteitssoorten die probleemgericht moeten worden aangepakt. Niet aile criminaliteit kan immers met de beschikbare politiecapaciteit worden bestreden en daarom moeten op voorhand keuzen worden gemaakt. Ad.2 Kiezen en vaststellen Het doel van dit proces is te bereiken dat is besloten tot aanpak van de zaak en de opdracht is verstrekt. Het startpunt van dit proces is een verzoek of een voorstel tot aanpak van een zaak, die door projectvoorbereiders en of een opsporingsteam worden voorgesteld. Dit verzoek wordt via de afdeling projectvoorbereiding ingediend bij de stuurploeg die in deze de rol van een stuurgroep vervult en die zodanigbesluit over de LEC en ZwaCri zaken die probleemgericht c.q. projectmatig
Inrichtingsplan KPC
Pagina 49 van 123
worden aangepakt. De stuurploeg bestaat uit de verantwoordelijken voor opsporing door KPC, te weten: het hoofd van de Recherche -en Informatiedienst, de divisiehoofden Centrale Recherche, Informatie en Ondersteuning en Zware Georganiseerde Criminaliteit alsmede de door het OM toegewezen vertegenwoordiging in de persoon van de Hoofd Officier van Justitie en/of door hem aangewezen Officieren van Justitie belast met l.E.C. zaken en Zaarcri zaken. V~~r wat betreft de LEC zaken kan een vertegenwoordiger van de Politiedienst ook deel uitmaakt van de stuurgroep. De taken van de "stuurgroeo" ziin: • Het benoemen van de aan te pakken onderzoeken of personen (pre-wegen) op basis van pre weegdocumenten. • Het vaststelien van de operationele prioriteiten • H'et vaststellen van de tactische beheersingsstrategie (proactief, preventief, repressief) • H'et toekennen van mensen, middelen en budgetten (onderzoekskeuze) • H'et evalueren van de operationele aanpak (voortgangsbewaking en eindevaluatie) Het identificeren van de informatiebehoeften Het monitoren en (bij)sturen van de opsporing Projectvoorstelien worden door de stuurgroep samengevat en getoetst aan de volgende beoordelingscriteria: Ten aanzien van lokale ernstige misdrijven I . aantasting van integriteit van lijf en goed of persoonlijke/zakelijke levenssfeer; 2. beleidsspeerpunten 3. maatschappelijke impact Ten 1. 2. 3. 4. 5.
aanzien van zware, georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit: aantasting van integriteit van lijf en goed of persoonlijke/zakelijke levenssfeer; geldelijk gewin en geldelijke doorwerking; uitwerking op overheden; uitwerking op wettige markten en tegenstrategieen.
De stuurgroep kiest de dadergroepen, en of series van delicten die in voorbereiding en of uitvoering genomen worden.
Ad.3 Plannen onderzoek Het doel van dit proces is te bereiken dat tactiek van aanpak en de bedrijfsmatige inrichting van de zaak is vastgesteld. Primair in deze processtap worden mensen en middelen gemobiliseerd. Voorts worden doelen en duur van het project vastgesteld. Er wordt in deze processtap zo nodig een projectplan geschreven voor een planmatige uitvoering van het project. Op hetzelfde moment kan het voorbereiden en uitvoeren van onderzoeksactiviteiten en het monitor voortgang onderzoek beginnen. Ad.4 Voorbereiden onderzoeksactiviteiten Het doel van deze processtap is te bereiken dat de onderzoeksactiviteiten zijn voorbereid en gepland. De teamleiding bereidt zich o.a. voor de feitelijke start van het onderzoek, de briefing worden voorbereid en vorderingen voor rechtelijke machtigingen worden gemaakt. Gedurende de feitelijke start vinden er ook reeds uitvoeringshandelingen plaats en het onderzoek wordt gemonitord. Ad.S Uitvoeren onderzoeksactiviteiten Het doel van deze processtap is te bereiken dat de onderzoeksactiviteiten volgens plan uit te voeren en af te ronden. Aanhoudingen, huiszoekingen, tappen en dergelijke onderzoeksactiviteiten worden uitgevoerd. Lopende het onderzoek zal via monitoren het projectplan aan bijstellingen onderhevig zijn. Het onderzoeksdossier wordt samengesteld en het weekjournaal wordt onderhouden. Ad.6 Monitoren onderzoek Het doeI van deze processtap is te bereiken dat de (inhoudelijke) voortgang van de zaak en de onderzoeksactiviteiten is beheerst. Via deze processtap bestaat de mogelijkheid om de eerder (bij
Inrichtingsplan KPC
Pagina 50 van 123
projectplan) genomen beslissingen bij te stellen en de daar uit voorkomende producten bij te stellen of de opdrachten de afronding van het onderzoek uit te voeren.
Ad.7 Afronden onderzoek en samenstellen procesdossier Het doel van deze processtap is te bereiken dat het procesdossier, dat aan de doelstelling van het projectplan voldoet, is samengesteld en overgedragen aan het Openbaar Ministerie. Het is de afronding van het opsporingsdeel. Ad 8. Evalueren onderzoek Evaluatie is een noodzakelijke stap in de Plan Do Check Act drkel en kan lOwel naar inhoud als gericht op het proces plaatsvinden. Tijdens en na afloop van een opsporingsonderzoek vindt daarom een proces van reflectie plaats ter verbetering van -de keuze van- het opsporingsonderzoek en toekomstige opsporingsonderzoeken. Middels het gebruik van formaten en vaste werkwijzen kan het proces van evaluatie worden gestandaardiseerd.
5.5
Definitie informatieproces
Het informatieproces is gericht op het verzamelen en verwerken van veiligheidsinformatie. Dit proces omvat het sturen op de verzameling van gegevens, het inwinnen van gegevens gericht op optimalisering van de informatiepositie en het analyseren van die gegevens, opdat ermee gestuurd kan worden. Het gaat om gegevens die betrekking hebben op veiligheidsvraagstukken in onze omgeving. Het kan daarbij gaan om het identificeren van de omvang en aard van de problematiek op veiligheidsthema's of om informatie over een subject. Het informatieproces richt zich op informatie ten behoeve van het operationele proces. Deze informatie kan bijdragen aan strategische of tactische besluitvorming in het korps (zoals analyses en weegdocumenten) of direct bijdragen aan de operationele aanpak. Voorbeelden hiervan zijn enkelvoudige verstrekkingen van kentekens of antecedenten of het samenstellen van dossiers van veelplegers. Dit ondersteunende proces richt zich op (aile) primaire processen (intake, handhaven, noodhulp en opsporen).
5.6
Werkprocessen, taken en resultaatgebieden informatie
De informatieorganisatie van het Korps Politie CuraQlo dient een continu beschikbare en herkenbare eenheid te vormen met een adequate frontoffice functie, die op verzoek snel en zorgvuldig operationele informatie aan gelegitimeerde functionarissen uit de daartoe beschikbare bronnen kan verstrekken, dan wei op basis van inzicht in informatie beheerders, gebruikers en aanvragers van informatie bij elkaar kan brengen (informatie- coordinatie). Daamaast dient de informatieorganisatie operationele informatie ten behoeve van strategische en tactische besluitvorming te verstrekken. Gezien de omvang van het korps zullen onderdelen van de informatieorganisatie gedeconcentreerd worden georganiseerd. De CIE zal centraal georganiseerd blijven (zie ~). De Informatieorganisatie verlOrgt de informatievoorziening op all'e geografische niveaus, sturings- en procesniveaus en vervult de rol van informatieknooppunt voor andere informatieknooppunten, opsporingsorganisaties en politiediensten.
De • • • • • • • • • •
taken en dienstverlening bestaan hoofdzakelijk uit: Planmatige en zelfstandige verzameling van informatie. Registreren, bewerken en beheren van informatie Verzorging van een frontoffice -bevraagfunctie. Verstrekking informatieproducten ten behoeve van briefings en sturingsoverleggen. Ondersteuning van rechercheonderzoeken. Informatiecoordinatie tussen informatieknooppunten en opsporingsorganisaties. Coordinatie van informatie tussen verschillende partners. Productie van analyses. Verzorging van projectvoorbereiding Case-screening in de inddentgerichte opsporing
Inrichtingsplan KPC
Pagina 51 van 123
Bij 1. 2. 3. 4. 5.
de informatieorganisatie spelen vijf processen een belangrijke ral in de opsporing: het proces infodesk het proces prajectvoorbereiding het praces analyse het praces case -screening het proces criminele inlichtingen
5.6.1 Het Proces Infodesk De infodesk wordt zodanig georganiseerd dat er sprake is van een infodesk ten behoeve van aile diensten in het politiekorps die belast zijn met de veiligheid en leefbaarheid op Curac;ao In het praces Infodesk worden in ieder geval de volgende activiteiten verricht: 1. verzamelen van informatie; 2. veredelen van informatie; 3. registreren van het verzamelproces; 4. opstellen van overzichten; 5. verstrekken van informatie; 6. makelen van informatie; 7. ontsluiten en bevorderen gebruik van nieuwe brannen. Ad. 1 Verzamelen van informatie De Infodesk heeft de taak ten aanzien van een informatieverzoek de relevante informatie te verzamelen door middel van het raadplegen van relevante en beschikbare bronnen. Ten bate van het overzicht in het Koninkrijk heeft de Infodesk volledig toegang tot basisregisters en -systemen van landen in het koninkrijk. Ad. 2 Veredelen van informatie De infodesk heeft als taak combinaties te leggen tussen informatie uit verschillende brannen, indusief de daaruit volgende logische informatiebehoeften alsmede informatie middels andere bronnen te verifieren. Ad. 3 Registreren van het verzamelproces Teneinde verantwoording te kunnen afleggen over het verzamelproces vindt registratie van het verzamelpraces plaats. Transparantie in de opsporing brengt met zich mee dat de Infodesk inzicht kan bieden in de wijze waarop de Infodesk aan de verstrekte informatie is gekomen ter onderbouwing van de verstrekte informatie. Ad. 4 Opstellen van overzichten Binnen de Infodesk worden overzichten opgesteld ter ondersteuning van andere disciplines binnen het korps. De informatie verandert niet wezenlijk van inhoud en aard. Ad. 5 Verstrekken van informatie De primaire taak van de Infodesk is het ondersteunen van de opsporing met relevante informatie. De Infodesk verstrekt daartoe zowel op Curac;ao als in de Koninkrijk informatie ten behoeve van strategische, tactische en operationele processen. Deze informatie komt uit algemene politieregisters en open brannen. Verstrekking vindt plaats onder het regime van de bran waar de informatie in is opgenomen. Hierbij vindt advisering plaats over de betrouwbaarheid en de veiligheid van de bran en de toepassingsmogelijkheden van de verkregen informatie. Ad. 6 Makelen van informatie Op basis van inzicht in informatie kan de Infodesk beheerders en gebruikers van informatie bij elkaar brengen, dan wei de beheerder op de hoogte stellen van de informatiebehoefte van de gebrui ker/verzoeker. Ad. 7 Ontsluiten en bevorderen gebruik (nieuwe) bronnen De Infodesk heeft de taak nieuwe brannen voor het opsporingsproces aan te boren en aanbevelingen te doen over brannen die de opsporingsambtenaar zelfstandig moet kunnen bevragen.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 52 van 123
5.6.2 Het proces projectvoorbereiding Projectvoorbereiding gaat vooraf aan de uitvoering van opsporing van LEC- en ZwaCri- delicten door een opsporingsteam maar kan zo nodig wei opsporingswerkzaamheden behelzen. Projectvoorbereiding levert onder meer: weegdocumenten c.q. projectvoorstellen en projectplannen, zodat mensen en middelen zo effectief mogelijk ingezet kunnen worden. Aile voorstellen die aan de stuurgroep worden voorgelegd, lopen via de projectvoorbereiding. Projectvoorbereiding vormt daarmee ook de secretarisfunctie voor het stuurgroepoverleg. Binnen projectvoorbereiding kunnen de volgende stappen worden onderscheiden: Maken van pre~weegdocument ten behoeve van besluitvorming Verwerken informatie Maken projectvoorstel ten behoeve van besluitvorming • Maken projectplan ter voorbereiding van de uitvoering • 5.6.3 Het proces Analyse Besluitvormililg vindt plaats op grond van analyseproducten. De politiemanager zal met ibehulp van de analyseproducten sturing kunnen geven aan het opsporingsproces. Behalve voor de ondersteuning van besluitvorming kan analyse ook worden ingezet om het overzicht en inzicht in complexe onderzoeken te vergroten. Informatie Gestuurde Politie betekent dan ook een heldere manier van sturelil, communiceren en samenwerken tussen leidinggevende en de analist. Het werkproces analyse kent vier stappen, te weten: Intake, voorbereiden en coordineren; • Verzamelen en verwerken gegevens / infonrnatie; • Analyseren, interpreteren en rapporteren; • Verspreiden informatie en intelligence. Analyse vindt plaats door operationeel-tactisch en strategisch analisten (zie Hoofdstuk 2). Analyse kan gedeconcentreerd -bv. in opsporingsteams- worden uitgevoerd.
5.6.4 Het proces case screening Case-screening is het selecteren van een onderzoek uit het werkaanbod op basis van vooraf benoemde, geobjectiveerde zaakinhoudelijke en beleidsmatige criteria, zoals indicaties voor de haalbaarheid en bewijsbaarheid van een zaak en beleidsprioriteiten. Casescreening is dus een hulpmiddel binnen de incidentgerichte opsporing bij het selecteren van zaken voor onderzoek waarbij met name gelet wordt op de kans op succes (opsporingsindicaties) en rekening gehouden wordt met beleidskeuzes. Case-screening wordt tevens als een middel gezien om af te wegen welke zaken daadwerkelijk wei en welke niet in behandeling worden genomen. Case screening wordt ter voorbereiding op de opsporing uitgevoerd binnen de infodesk en kan als stap in het proces vergeleken worden met de projectvoorbereiding binnen de probleemgerichte opsporing (zie ook paragraaf 5.4.2). 5.6.5 Het proces criminele inlichtingen Het proces rond het inwinnen van criminele inlichtingen bij informanten wordt gekenmerkt door een hoog afbreukrisico. Binnen de CIEregeling zijn daarom waarborgen georganiseerd om die risico's te managen. Het proces criminele inlichtingen bl i1ft daarom conform de CIEregeling georganiseerd. De CIE zal zoveel als mogelijk informatie inwinnen op basis van specifieke behoefte
5.7
Definitie Opsporingondersteuning
De opsporingondersteuning is het ondersteunen van de opsporing middels het gebruik van (spedale) ondersteunende diensten. Naast de informatieorganisatie bestaat de Opsporingondersteuning uit een zestal deelorganisaties. Deze zijn het Observatie Team, Arrestatie en Ondersteuning eenheid (AOE), Technische Ondersteuning (TO), de Interceptie en de Forensische Ondersteuning. Het OT, AOE, FO en TO functioneren op basis van aanvraag. Deze organisaties kunnen geen zelfstandige opsporingsonderzoeken verrichten.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 53 van 123
Bij het proces opsporingondersteuning zijn de volgende belangrijke deelprocessen te onderkennen. I . Proces Observatie (Incident- en probleemgericht) 2. Proces Aanhouding en Ondersteuning 3. Proces Technische Ondersteuning 4. Proces Forensische Ondersteuning 5. Proces Interceptie
5.7.1
Observatie
Ter ondersteuning van het proces opsporing kan de politie personen, objecten en situatie gadeslaan teneinde informatie te verzamelen Het proces Observatie kent 3 processtappen, te weten: Voorbereiden Observatieactiviteiten • Uitvoeren Observatieactiviteiten • Monitoren Observatieactiviteiten Voorbereiden Observatieactiviteiten • Ontvangen en beoordelen informatieopdracht/-verzoek • Inventariseren en ordenen beschikbare informatie • Vaststellen benodigde activiteiten en randvoorwaarden • Plannen observatieactiviteit Uitvoeren observatieactiviteit • Instrueren personeel voor het uitvoeren observatieactiviteiten • Uitvoeren observatieactiviteiten • Debriefen personeel na uitvoeren observatieactiviteiten Rapporteren Monitoren observatie Het doel is vast te stellen of de vooraf gestelde doelen zijn gehaald (productevaluatie) en of de wijze waarop dit is gebeurd effectief en efficient is verlopen (procesevaluatie). Voor de kwaliteit van het product is een evaluatie van groot belang. Naast een interne debriefing wordt het verloop van de inzet na afronding door het kaderlid geevalueerd met de aanvrager. Dit zijn bijvoonbeeld een proces-verbaal van het geobserveerde object of het journal van het observatie team.
5.7.2 Het • • •
Aanhouding en Ondersteuning
proces Aanhouding en Ondersteuning kent 3 processtappen, te weten: Voorbereiden aanhouden en ondersteunen Uitvoeren aanhouding en ondersteunen Monitoren aanhouden en ondersteunen
Voorbereiden Aanhouden en ondersteunen Bereiken dat het inzetverzoek wordt ontvangen en beoordeeld, dat dit leidt tot het samenste"en van een operationeel plan van aanpak waarin onder andere de te vol'gen tactiek is beschreven. Het processtap voorbereiding van de aanhouding - of ondersteunende activiteiten bestaat uit de volgende activiteiten: Ontvangen inzet verzoek AOE,
Beoordeling en advies Commandant AOE
Vergaren informatie door de Commandant AOE
• Aanvraag interne toestemming inzet AOE • Aanvraag externe toestemming inzet AOE • Voorverkenning • Samenste"ing, goedkeuring oplegging operationeel plan Uitvoeren Aanhouden en ondersteunen
Bereiken dat de inzet vol gens plan wordt uitgevoerd.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 54 van 123
Het processtap Uitvoeren Aanhouden en ondersteunen activiteiten bestaat uit de volgende activiteiten: Instrueren uitvoerende personeel Uitvoeren operationeel plan van aanpak • Debriefen met uitvoerend personeel • Rapporteren Monitoren Aanhouden en ondersteunen
de kwaliteit van het product is een evaluatie van groot belang. Naast een interne debriefing
wordt het verloop van de inzet na afronding door het kaderlid geevalueerd met de aanvrager. Dit zijn
bijvoorbeeld een proces-verbaal van aanhouding of bevindingen, alsmede een verslag van
binnentreden in geval van een aanhouding in een woning. Hiervoor is een hulpmiddel beschikbaar.
Het AOE Proces-verbaal van aanhouding en het AOE verslag binnentreden woning zijn als hulpmiddel
beschikbaar.
V~~r
Het doel is vast te stellen of de vooraf gestelde doelen zijn gehaald (productevaluatie) en of de wijze
waarop dit is gebeurd effectief en efficient is verlopen (procesevaluatie).
Door de aanvrager wordt informatie verstrekt over de afloop van het onderzoek, bijvoorbeeld of er
vuurwapens bij een doorzoeking zijn aangetroffen.
5.7.3
Technische Ondersteuning
Ter ond'ersteuning van het proces opsporing kan de politie personen, objecten en situatie gadeslaan, door middel van technische hulpmiddelen, teneinde informatie te verzamelen Het proces Technische Ondersteuning kent 3 processtappen, te weten: Voorbereiden activiteiten Uitvoeren activiteiten Monitoren activiteiten Voorbereiden Technische ondersteuningsactiviteiten • Ontvangen en beoordelen opdrachtj-verzoek technische ondersteuning • Inventariseren en ordenen beschikbare informatie • Vaststellen benodigde activiteiten en randvoorwaarden • Plannen technische ondersteuningsactiviteit Uitvoeren Technische Ondersteuningsactiviteit • Instrueren personeel voor het uitvoeren Technische ondersteuningsactiviteit • Uitvoeren Technische ondersteuning activiteiten Debriefen personeel na uitvoeren Technische ondersteuningsactiviteit Ra pporteren Monitoren technische ondersteuning Het doel is vast te stell en of de vooraf gestelde doelen zijn gehaald (productevaluatie) en of de wijze waarop dit is gebeurd effectief en efficient is verlopen (procesevaluatie). Voor de kwaliteit van het product is een evaluatie van groot belang. Naast een interne debriefing wordt het verloop van de inzet na afrondililg door het kaderlid geevalueerd met de aanvrager. Dit zijn bijvoorbeeld een proces-verbaal van bevinding of het journal van het team Technische Ondersteuning.
5.7.4
Forensische Opsporing
Forensische opsporing is sporenonderzoek dat gedaan wordt ten behoeve van het strafrechtelijk onderzoek. Ten eerste heeft het proces Forensische Opsporing tot doel om sporen van een verdachte te relateren aan een delict. Dit kan zijn een vingerafdruk, aangetroffen op de plaats van een delict, dat wordt
Inrichtingsplan KPC
Pagina SS van 123
vergeleken met de opgeslagen vingerafdrukken in een databestand van al eerder bekende verdachten. Ten tweede kunnen sporen worden gebruikt voor het versterken van het vermoeden van schuld, gebleken uit feiten of omstandigheden die al eerder tegen een verdachte door de politie zijn verzameld. Uit buurtonderzoek komt een bepaalde identiteit van een verdachte naar voren en aangetroffen sporen op de plaats van het delict komen overeen met de betreffende varia belen van de verdachte. Ten derde is het mogelijk, dat aangetroffen sporen het doel hebben om bij een bepaalde verdachte een delict te vinden. Dit onderdeel van de forensische opsporing heet "case enrichment". De vierde mogelijkheid binnen de forensische opsporing kan zeker worden opgevat als onderdeel van de Informatie Gestuurde Opsporing (IGO). De kern van IGO is een sterke koppeling tussen het informatieproces, dat zich vooral richt op de omgeving van de politie en het opsporingsproces binnen de politie. Het proces Forensische Opsporing kent 3 processtappen, te weten : • Voorbereiden Forensische Opsporingactiviteiten • Uitvoeren Forensische Opsporingactiviteiten • Monitoren Forensische Opsporingactiviteiten Voorbereiden Forensische opsooringactiviteiten bestaat uit de volgende activiteiten: • Ontvangen en beoordelen opdracht/-verzoek tot forensische opsporing • Inventariseren en ordenen beschikbare informatie • Vaststellen benodigde activiteiten en randvoorwaarden • Plannen Forensische Opsporing Uitvoeren Forensische Opsporingactiviteiten bestaat uit de volgende activiteiten: • Instrueren personeel voor het uitvoeren van het forensische onderzoek. uitvoeren sporenonderzoek Debriefen personeel • Rapporteren Monitoren forensische opsooringactiviteiten Het doel is vast te stell en of de vooraf gestelde doelen zijn gehaald (productevaluatie) en of de wijze waarop dit is gebeurd effectief en efficient is verlopen (procesevaluatie). V~~r
de kwaliteit van het product is een evaluatie van groot belang. Naast een interne debriefing wordt het verloop van de inzet na afronding door het kaderlid geevalueerd met de aanvrager. Dit zijn bijvoorbeeld een proces-verbaal van het forensisch onderzoek.
5.7.5 InterceDtie Het door middel van technisch hulpmiddelen faciliteren bij het opnemen van, niet voor het
publiekbestemde communicatie, die plaatsvindt met gebruikmaking van de diensten van een
aanbieder van een communicatiedienst.
Het proces interceptie kent drie stappen, te weten:
• Voorbereiden interceptie • Uitvoeren interceptie Monitoren interceptie 5.8
Goederenzorg
Goederen worden in beslaggenomen ten behoeve van strafvordering. Tot behoud van deze functie v~~r de strafvordering moeten in beslaggenomen goederen worden bewaard.
Definitie goederen:
Inrichtingsplan KPC
Pagina 56 van 123
Goederen zijn aile zaken en aile vermogensrechten. Er zijn roerende en onroerende goederen. Eigendom is het recht dat een persoon op een zaak kan hebben: hij kan er vrij gebruik van maken. Onder bezit verstaat de wet het houden van een goed voor zichzelf: het is een feitelijke situatie. Het houderschap betekend dat iemand een zaak onder zich heeft, terwijl hij niet de eigenaar is.
Definitie inbeslagneming: Onder beslagneming verstaan we het onder zich nemen of gaan houden van voorwerpen ten behoeve van de strafvordering. De oorspronkelijke eigenaar/bezitter verliest dan de vrije beschikking over dat voorwerp. Inbeslagneming is meer dan de loutere bewaring van het bewijsmateriaal, want daarbij gaat (voorzover nodig) het bezit van het bewijsmateriaal tijdelijk over in de handen van de bevoegde opsporingsautoritejten. ] nbeslagneming kan worden gelast met betrekking tot bewijsmateriaal dat in het bezit is van verdachten zowel als van derden. Het proces goederenzorg wordt in zes stappen onderverdeeld, waarbij de inbeslagneming en de opslag worden beschreven. aantonen in beslag genomen voorwerpen bewijs van ontvangst en kennisgeving inbeslagneming registreren van de in beslag genomen voorwerpen • bewaring in beslag genomen voorwerpen • deponering in beslaggenomen voorwerpen • teruggave voorwerpen op bevel van de Officier van Justitie of de rechter
5.9
Organisatie van de opsporing
De Recherche- en Informatie Dienst (RID) bestaat uit drie Divisies: 1. Divisie Centrale Recherche (DCR), 2. Divisie Informatie & Ondersteuning (DIO), 3. Divisie Georganiseerde Criminaliteit (DGC). Elke divisie bestaat uit twee (of meer) units en elke unit bestaat uit twee of meer teams cq eenheden
cq secties. Een team of een eenheid bestaat uit minimaal 7 en maximaal 14 medewerkers. Een sectie
bestaat uit minimaal 3 en maximaal 6 medewerkers.
Administratieve ondersteuninq:
In elk der divisies van de Recherche en Informatie Dienst zal er een (administratieve) medewerker
zijn, die de hoofden administratief zullen ondersteunen. De Belangrijke onderdelen van de
ondersteuning zijn o.a. het verlenen van ondersteuning op secretarieel gebied zoals agendabeheer,
bewaken van termijnen, voorselecteren van inkomende post en e-mail, dossierbeheer,
telefoonbehandeling, het ontva rngen van gasten, het fungeren als aanspreekpunt op diverse gebieden
betreffende de kantoororganisatie, het maken van fotokopieen en het schrijven van nota's en brieven,
het controleren en bijhouden van verzoeken lOals vakantie verzoeken en bijzondere vrijstelling van
dienst en controleren en of corrigeren van roosters.
Goederenbeheer:
In verband met het beheer en opslag van inbeslaggenomen goederen zal er bij de Divisie Centrale
Recherche en de Divisie Georganiseerde Criminaliteit een Goederenbeheerder aangesteld worden, die
verantwoordelijk is voor het beheer en opslag van de inbeslaggenomen goederen.
Onderhandelaars
Binnen de organisatie van de Opsporing zullen een drietal medewerkers worden opgeleid als
onderhandelaar. Deze medewerkers zullen bewust en bekwaam zijn in de uitvoering van
onderhandelingen met verdachten bij eventuele calamiteiten lOals ontvoeringen en gijzelingen. De
medewerkers verrichten deze taken naast hun reguliere werkzaamheden in de vorm van een
taakaccent.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 57 van 123
Bomverkenners Binnen de organisatie van de Opsporing zullen een vijftal medewerkers worden opgeleid als bomverkenners. Deze medewerkers moeten weten hoe te handelen bij het zoeken naar ge'improviseerde explosieven met de hulpmiddelen die tot zijn beschikking staan, lOals spiegelset, laserlamp, maglight e.d. De medewerkers verrichten deze taken naast hun reguliere werkzaamheden in de vorm van een taakaccent. Plaatsingsteam Binnen de organisatie van de Opsporing zullen een aantal medewerkers worden opgeleid op het gebied van het "heimelijk" plaatsen van technische hulpmiddelen. Deze medewerkers vormen het plaatsingsteam dat op verzoek en in samenwerking met de Technische Ondersteuning, de plaatsingen voorbereid en vervolgens uitvoert. Het plaatsingsteam zal bestaan uit een plaatsingscommandant en een aantal plaatsers. De medewerkers verrichten deze taken naast hun reguliere werkzaamheden in de vorm van een taakaccent. Familierechercheurs Binnen de organisatie van de Opsporing zulien een vijftal medewerkers worden opgeleid als familierechercheurs. De familierechercheurs zijn onder meer in staat om op adequate wijze (de familie van) het slachtoffer op de hoogte te houden van informatie uit het onderzoeksteam. Daarnaast zijn ze in staat om informatie te vergaren ten behoeve van het onderzoek. De medewerkers verrichten deze taken naast hun reguliere werkzaamheden in de vorm van een taakaccent.
5.9.1 Toedeling van zaken m.b.t. de criminaliteitsvormen De Divisie Centrale Recherche werkt lOwel gedeconcentreerd binnen de wijkteams als centraal. De Divisie Georganiseerde Criminaliteit werkt aileen centraal. De basis voor de aanpak van de vormen van criminaliteit in organisatorische zin is respectievelijk als voigt te onderscheiden: 1. de veel voorkomende criminaliteit (WC), zoals diefstallen, vernielingen en baldadigheid wordt door de Divisie Centrale Recherche gedeconcentreerd binnen de aangewezen wijkteams aangepakt. Dit betreft de incidentgerichte aanpak van zaken. 2. de lokaal ernstige criminaliteit (LEC), zoals roofoverva II en, diefstal van motorrijtuigen, eenvoudige moord/doodslag zaken wordt door de centrale unit van de Divisie Centrale Recherche incidentgericht opgepakt. De centrale Recherche pakt tevens probleemgericht de delicten aan die op grond van lokale besluitvorming (stuurgroep) op projectmatige basis dienen te worden aangepakt. 3. de Zware en grensoverschrijdende criminaliteit wordt door de Divisie Georganiseerde Criminaliteit aangepakt. Deze criminaliteit zal veelal een bovenlandelijk karakter hebben met een projectmatige aanpak. Ook hier vindt echter incidentgerichte afhandeling van zaken plaats. 5.9.2 Flexibel en probleemgericht organiseren Criminele samenwerkingsverbanden spelen goed in op winstgevende ontwikkelingen in de markt. Illegale activiteiten worden goed afgeschermd voor de buitenwereld en er wordt in wisselende samenstellingen samengewerkt met andere criminelen. De RID is daarom zo ingericht dat er lOveel mogelijk kan worden ingespeeld op die kenmerken die de zware- georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit zo succesvol maken. Dit betekent dat er met name binnen de DGC en delen van de DCR een behoorlijke mate van flexibiliteit 'i n de samensteliing van onderzoeksteams ('projecten') aanwezig is. Daarbij zijn de volgende begrippen "Probleemgericht' en 'Rexibel' leidend voor de werkwijze van de DGC: Probleemgericht Het is van belang een probleem grondig te analyseren voordat het aangepakt wordt Het probleem is de maat voor de aanpak. Op grond van goede en degelijke beschrijvingen kan verantwoord worden gekozen voor het doel dat behaald moet worden. Pas daarna kan worden bekeken hoe mensen en
Inrichtingsplan KPC
Pagina 58 van 123
middelen zo effectief en efficient mogelijk kunnen worden ingezet. Er wordt "rondom" het probleem georganiseerd.
Flexibel De aanpak van een criminele organisatie vindt niet plaats in vaste structuren, maar speelt via een projectmatige opzet in op de aard van het probleem. In een projectplan wordt, aan de hand van de probleemstelling en de gedefinieerde doelen, bepaald welke mensen, middelen en eventuele externe expertise, er nodig zijn om deze doelen te bereiken. Daarbij wordt dus eveneens de vereiste vorm van expertise voor dat specifieke project toegedeeld. De meeste onderzoeken binnen de DGC en een deel van die van de DCR worden daarom in de vorm van een project uitgevoerd. Na afloop van een project worden de vaste medewerkers verdeeld over nieuw aan te pakken onderzoeken (projecten). Het werken in vaste teams (hoewel organisatorisch op deze wijze ingericht) behoort hierdoor tot het verleden. Deze wijze van werken vraagt uiteraard een flexibele instelling van de medewerkers."
5.10
Oe Oivisie Centrale Recherche (OCR)
De Divisie Centrale Recherche (DCR) ressorteert onder de hoofdafdeling Recherche en Informatie Dienst (RID). De DCR is belast met de opsporing van zaken op het gebied van WC en LEe. De DCR voert haar werkzaamheden gecentraliseerd uit waarbij de aanpak van bepaalde delicten gedeconcentreerd worden uitgevoerd. De DCR wordt ondersteund door de Divisie Informatle & Ondersteuning (DIO). Bepaalde vormen van expertise die elders binnen de RID georganiseerd zijn (bijvoorbeeld finandele expertise bij de Divisie Georganiseerde Criminaliteit (DGC) worden naar gelang de noodzaak gedeconcentreerd binnen de DCR uitgevoerd. De DCR bestaat uit de volgende Units: Veelvoorkomende Criminaliteit (WC); Lokaal Ernstige Criminaliteit (LEC);
Processtappen OCR Binnen de Divisie Centrale Recherche worden de volgende processtappen onderscheiden; • Plannen onderzoek • Voorbereiden onderzoeksactiviteit • Uitvoeren onderzoeksactiviteit • Monitoren onderzoeksactiviteit • Afronden onderzoek 5.10.1 Oe Unit Veelvoorkomende Criminaliteit (WC). De Unit WC is belast met de uitvoering van opsporingsonderzoeken op strafbare feiten die als WC zaken zijn aangemerkt (bidlage 1.). Binnen de Unit WC wordt hoofdzakel,i jk de incident gerichte aanpak toegepast. Zaken/gevalJen die een probleemgerichte aanpak behoeven worden in beginsel binnen de Unit LEC of zelfs binnen de DGC aangepakt. Binnen het sturingsoverleg kan echter bij wijze van hoge uitzondering bepaald worden dat een project binnen de Unit WC wordt uitgevoerd. Binnen de Unit WC worden de werkzaamheden gedeconcentreerd uitgevoerd. De Unit WC bestaat uit een aantal teams die hun werkzaamheden onder de lijnverantwoordelijkheid van het Unithoofd WC uitvoeren. De teams zullen worden gehuisvest binnen een aantal wijkteams en zullen flexibel inzetbaar zijn. Hiermee wordt bedoeld dat: de mate van deconcentratie mede bepaald wordt door de wijze waarop de noodhulp georganiseerd en weggezet is; de personele bezetling van de gedeconcentreerde eenheden telkens bepaald en bijgesteld wordt aan de hand van de werkdruk op de desbetreffende locaties.
De Unit WC voert feitelijk de volgende taken uit: 1. de opvang; 2. de uitvoering van de opsporingsonderzoeken.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 59 van 123
Ad.l. Opvang De opvang behelst de afhandeling van de aangehouden verdachten die door de Aigemene Politiedienst en externe partners worden aangedragen als gevolg van ontdekking op heterdaad (WC zaken). De teams belast met de "opvang" verrichten hun werkzaamheden uit op die plekken (wijkteams) waar noodhulp plaatsvindt. Ad.2. de uitvoering van de opsporingsonderzoeken De uitvoering van de opsporingsonderzoeken van WC zaken wordt voorafgegaan door case-sreening.
Case-screening vindt plaats binnen de informatie organisatie ondergebracht binnen de DIO. Binnen
de Unit WC worden de zaken toebedeeld aan de tactische eenheden.
am redenen van herkenbaar organiseren en voorkomen van versplintering zullen de locaties waar
opsporingsond'erzoeken worden uitgevoerd op basis van casescreening en de locaties waar
arrestanten worden afgehandeld voor WCzaken zoveel mogelijk overeenkomen.
Processtapoen
Binnen de Unit Veel Voorkomende Criminaliteit worden de volgende processtappen voor
incidentgerichte aanpak onderscheiden;
• aannemen van een melding of een aangifte van een strafuaar feit, en/of het overnemen van een op (heterdaad) aangehouden verdachte of het aanhouden van een verdachte op heterdaad • Registreren meldingen en aangiften. • Screenen van meldingen en aangiften • Samenstellen zaakdossier • Toebedelen zaakdossiers o Uitvoeren onderzoek o Monitoren onderzoek o Afronden onderzoek • Periodieke beoordelen van openstaande zaak-dossiers.
5.10.2 De Unit Lokaal Ernstige Criminaliteit (LEC). De Unit LEC is belast met de uitvoering van opsporingsonderzoeken naar strafbare feiten die als LEC zaken zi'j n aangemerkt (bijlage 1.), als mede geprioriteerde thema's (thans woninginbraken, autodiefstallen, roofovervallen, lokale handel in verdovende middelen) en het vaste thema jeugd en zeden. Binnen de Unit LEC wordt zowel de incident gerichte aanpak toegepast als ook de probleemgerichte aanpak. Jeugd en zedeo Het specialisme (thema) Jeugd richt zich op het signaleren, het opsporen, het onderzoeken en het aanpakken van strafbare feiten door jeugdige personen met specifieke methoden en technieken. Binnen het thema worden aile onderzoeksactiviteiten uitgevoerd met bijzondere aandacht voor de opsporing van criminaliteit door jeugdigen en met bijzondere aandacht voor de preventie van jeugdcriminaliteit. Veel jeugdgerichte politieactiviteiten passen binnen de integrale veiligheidszorg. IDe Wijkpolitie werkt samen met externe partners en heeft een goede informatiepositie ten aanzien van de jeugdproblematiek. Dit onderstreept het belang van probleemgerichte samenwerking tussen het team jeugd- en zeden en de wijkpolitie. Die samenwerking moet ook voorkomen dat er onvol'doende afstemming plaats vindt, waardoor doublures kunnen ontstaan. am dit te bewaken wordt er een portefeuillehouder jeugd benoemd binnen het team jeugd- en zeden. Aan een minderjarige verdachte wordt meer aandacht besteedt dan aan een meerderjarige verdachte. In het verhoor van de minderjarige verdachte probeert de rechercheur meer algemene en specifieke informatie te krijgen over de prive- omstandigheden van de jongere ("is er sprake van signaalgedrag?''), over de relaties van de minderjarige en over zijn of haar criminele omgeving. Deze informatievergaring kent dus veel meer facetten dan puur het criminele feit waarvoor de verdachte is ingesloten. Benadrukt wordt, dat de jeugdrechercheur geen pseudo-hulpverlener is. Uiteraard moet wei zorgvuldig worden gekeken naar een passend vervolg op de eerdere aanhouding. De jeugdrechercheur heeft een inschatting- en verwijsfunctie.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 60 van 123
Het specialisme (thema) Zeden richt zich op het signaleren, het opsporen, het onderzoeken en het aanpakken van strafbare feiten op het gebied van lichamelijke integriteit met specifieke methoden en technieken. Jeugd en Zedenzaken worden behandeld door een vast team, waarin daartoe opgeleide rechercheurs werkzaam zijn. Binnen de Unit LEC wordt zowel de incidentgerichte als de probleemgerichte aanpak toegepast. De afdeling LEC is centraal georganiseerd onder de lijnverantwoordelijkheid van de Unithoofd LEe. Hierbij zullen twee aspecten georganiseerd worden namelijk: 1. de opvang 2. het opnemen van aangiften; 3. de uitvoering van de opsporingsonderzoeken .
Ad.l. Opvang De opvang behelst de afhandeling van de aangehouden verdachten die door de Aigemene Politiedienst en of externe partners worden aangedragen als gevolg van ontdekking op heterdaad (LEC zaken). Ad.2. het opnemen van aangiften Het opnemen van aangiften geschiedt in het kader van de activiteiten gerelateerd aan het proces voorbereiden opsporing maar wordt gezien de serviceverlening georganiseerd binnen het proces Intake. De intake wordt daarom in dit inrichtingsdocument onder het hoofdstuk intake nader omschreven. Rechercheurs binnen de Unit LEC nemen uitsluitend nog de complexe aangiften op. Dit wordt vanuit de opvang in de incidentgerichte opsporing verzorgd en zal nog een relatief gering capaciteitsbeslag vormen voor de opsporing. Aangiften kunnen complex zijn door by. de gevoeligheid of de omvang van het delict.
Ad.3. de uitvoering van de opsporingsonderzoeken De uitvoering van de opsporingsonderzoeken van LEC zaken (bijlage 1), waarbij de incidentgerichte aanpak wordt toegepast, wordt voorafgegaan door case -sreening. Case -screening vindt plaats binnen de informatie organisatie ondergebracht binnen de DIO. Binnen de afdeling LEC worden de zaken toebedeeld aan de tactische eenheden.
De uitvoering van de opsporingsonderzoeken van LEC zaken waarbij de probleemgerichte aanpak wordt toegepast wordt voorafgegaan door projectvoorbereiding, keuze en toebedeling. Projectvoorbereiding vindt plaats binnen de informatie organisatie ondergebracht binnen de DIO. Keuze en toebedeling vinden plaats binnen het sturingsoverleg van de stuurgroep. Processtappen Binnen de Unit Lokaal Emstige Criminaliteit worden de volgende processtappen onderscheiden; • Plannen onderzoek • Voorbereiden onderzoeksactiviteit • Uitvoeren onderzoeksactiviteit • Monitoren onderzoeksactiviteit • Afronden onderzoek
5.10.3 Coordinatie en leiding DCR De aansturing binnen de Divisie Centrale Recherche gebeurt door een divisie hoofd. Veel Voorkomende Criminaliteit (We)
De Unit WC wordt aangestuurd door een (1) Unithoofd WC en zal bestaan uit een aantal flexibele
teams, die belast zijn met uitvoering van de taken.
• De medewerkers binnen de teams WC worden aangestuurd door een teamleider.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 61 van 123
Lokaal Ernstige Criminaliteit De Unit LEC wordt aangestuurd door een Unithoofd en zal bestaan uit een aantal flexibele teams, die belast zijn met uitvoering van de taken ern een vast team Jeugd en Zedenzaken. • De medewerkers binnen de teams LEC worden aangestuurd door een teamleider. De medewerkers binnen het team Jeugd en Zeden worden aangestuurd door een specialist Jeugd en Zeden die als teamleider fungeert.
5.10.4 Bereikbaarheid OCR Een aantal taakvelden binnen de Divisie Centrale Recherche, maakt bereikbaarheid voor andere eenheden binnen en buiten het politiekorps noodzakelijk. Telefonische bereikbaarheid wordt gegarandeerd tijdens kantooruren en via een piketregeling. Benodigde capaciteit Door een goede opvolgorganisatie zullen spoedeisende hulpaanvragen met betrekking tot WC en LEC worden doorgeleid naar het tea m dat primair belast is met de opvang. De overige teams binnen de afdelingen WC en LEC vormen, de tweedelijns opvang. Dit vereist geen directe (fysieke) bereikbaarheid.
Bereikbaarheid
Veel Voorkomende Criminaliteit
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 22:00 uur voor wat betreft de opvang en het uitvoeren van onderzoeken • Weekenden en feestdagen van 08:00 tot 16:00 uur voor wat betreft de opvang en het uitvoeren van onderzoeken. Na kantoortijden op basis van piket.
Lokaal Ernstige Criminaliteit
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 22:00 uur voor wat betreft de opvang en het uitvoeren van onderzoeken • Weekenden en feestdagen van 08:00 tot 16:00 uur voor wat betreft de opvang en het uitvoeren van onderzoeken Na kantoortijden op basis van piket.
5.10.5 Formatie OCR De formatie van Divisie Centrale Recherche bestaat uit vaste en roulerende formatieplaatsen. Het roulerende deel van de fonrnatie bestaat uit medewerkers vanuit de algemene politiedienst die voor een bepaalde periode binnen de tactische teams van de Unit WC werkzaam zullen zijn in het opsporingsproces. Voor dit systeem van roulatie is gekozen vanwege het belang om medewerkers van de algemene politiedienst zoveel mogelijk gedegen kennis en ervaring op te laten doen op het gebied van de bestrijding van de Veel Voorkomende Criminaliteit. Daarmee wordt enerzijds bereikt dat er een interactie blijft bestaan tussen de recherche en algemene politiedienst en anderzijds dat er vanuit de opgedane ervaring een betere bijdrage aan de criminaliteitsbeheersing geleverd kan worden.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 62 van 123
Formatieoverzicht Oivisie Centrale Recherche Oivisie Centrale Recherche (OCR) Pivisie Hoofd OCR
1
Divisie assistent
1
Goederen beheerder
1
r Unithoofd Veel Voorkomende Criminaliteit
1 3 3 18 3
Teamleider Veel Voorkomende Criminaliteit Senior Tactisch Rechercheur WC Tactisch Rechercheur WC
rRecherche assistent A
I I Unithoofd Lokaal Ernstige Criminaliteit
rTeamleider Lokaal Ernstige Criminaliteit
I
I Specialist Jeugd en Zeden
I
I Senior Tactisch Rechercheur LEC
I Tactisch Rechercheur LEC Recherche assistent B
--
Recherche assistent A
I
r
1 4
3 11
15 4
I
3
I
72
I r Totaal - minimaal 5.10.6
5.11
Organigram (OCR)
Divisie Georqaniseerde Criminaliteit eDGC)
De diversiteit van de georganiseerde criminaliteit, het flu"ide, netwerkachtige karakter van vee I criminele samenwerkingsverbanden en het gegeven dat naast lokaal werkende criminele organisaties ook regionaal en transnationaal opererende organisaties actief zijn heeft Forse gevolgen voor de
Inrichtingsplan KPC
Pagina 63 van 123
bestrijding van georganiseerde criminaliteit. De effectieve bestrijding van georganiseerde criminaliteit vergt dan ook een adequaat ingerichte en toegeruste (flexibele en wendbare) bestrijdingsorganisatie waarbij informatie, kennis en expertise ontwikkeld en geborgd is, en gemakkeli~k en tijdig toegankelijk is. Met de oprichting van de Divisie Georqaniseerde Criminaliteit (DGC) zal het politiekorps Cura<.;ao in staat zijn, de georganiseerde criminaliteit in zijn verschillende vormen adequaat en effident, te bestrijden.
5.11.1 Taken Divisie Georganiseerde Criminaliteit Met de oprichting van de Divisie Georganiseerde Criminaliteit (DGe) zal het politiekorps Cura<.;ao in staat zijn, de georganiseerde criminaliteit in zijn verschillende vormen adequaat en efficient, te bestrijden. De taken van de Divisie Georganiseerde Criminaliteit zijn: • Het verrichten van onderzoeken op het gebied van zware, georganiseerde en/of grensoverschrijdende iIIegale handel in verdovende middelen,- wapenhandel, - witwassen, mensenhandel/mensensmokkel, - financieel-economische criminaliteit, - cybercrime en terrorisme; Het verrichten van onderzoeken naar misdrijven die gezien de ernst of frequentie, dan wei het georganiseerd verband waarin ze worden gepleegd een ernstige inbreuk op de rechtsorde maken; • Het uitvoeren van interregionale en internationale verzoeken tot rechtshulp; Processtappen DGC
Binnen de Divisie Georganiseerde Criminaliteit worden de volgende processtappen onderscheiden;
• Plannen onderzoek • Voorbereiden onderzoeksactiviteit • Uitvoeren onderzoeksactiviteit • Monitoren onderzoeksactiviteit • Afronden onderzoek
5.11.2 Samenwerking Binnen de Divisie Georganiseerde Criminaliteit zullen de medewerkers van het politiekorps Cura<.;ao, aangevuld met het personeel van de Gemeenschappelijke Voorziening Politie, kwalitatief hoogwaardige producten leveren op het gebied van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit, waarbij intensieve en structurele samenwerking plaats vindt met zowel lokale (kustwacht, douane, Kmar) als internationale partners. 5.11.3 FinancieelOpsporen De drijfveer voor georganiseerde criminaliteit is in de meeste gevallen financieel gewin. Het afnemen van criminele winsten is dan ook een gevoelige slag voor criminelen. Financieel rechercheren speelt daarom een belangrijke rol bij de bestrijding van met name georganiseerde criminaliteit maar ook bij de bestrijding van Lokaal Ernstige Criminaliteit kan het een belangrijke ral spelen. Het financieel rechercheren heeft zowel betrekking op de bestrijding van financieel economische delicten, als op de inzet van financieel-technische instrumenten bij de aanpa'k van criminaliteit. Vanuit dit perspectief is financieel rechercheren te definieren als het opsporen, analyseren, bewerken en verwerken van relevante financiele en andere administratieve gegevens. De taken en dienstverlening van de Unit Financieel Opsporen bestaan hoofdzakelijk uit: • Het zelfstandig verrichten van financiele onderzoeken op het gebied van de georganiseerde criminaliteit (fraude, witwassen etc..) • Ten behoeve van Divisie Centrale Recherche, gedeconcentreerd, bewijsrechtelijke en tactische ondersteuning verlenen in opsporingsonderzoeken. • Crimineel gedag in kaart te brengen, (organisatie)structuren duidelijk te maken en (nieuwe) ontwikkelingen te signaleren; Processtappen
Inrichtingsplan KPC
Pagina 64 van 123
Binnen de Unit Finandeel Opsporen worden de volgende processtappen onderscheiden; • Plannen onderzoek • Voorbereiden onderzoeksactiviteit • Uitvoeren onderzoeksactiviteit • 'Monitoren onderzoeksactiviteit • Afronden onderzoek
5.11.4 DigitaalOpsporen De moderne crimineel is steeds meer ook actief in de virtuele wereld, en laat daarbij digitale sporen achter. De verscheldenheid in digitale gegevensdragers neemt hand over hand toe. Daarnaast worden digitale gegevensdragers steeds geavanceerder en worden de opgeslagen gegevens steeds meer en beter afgeschermd voor derden. De virtuele wereld biedt nieuwe mogelijkheden voor criminelen en criminaliteit. Dat is een gegeven voor de opsporing. Dit gegeven is nog relatief nieuw, en vraagt op dit moment om gebundelde hoogwaardige tactische expertise om de virtuele wereld voor de opsporing toegankelijk te maken.
De relatieve nieuwheid van de nieuwe technieken en de daarmee verbonden media en de fase van stormachtige ontwikkeling maken dat op dit moment een onderdeel voor digitale expertise moet bestaan dat gebundelde expertise bevat, en twee gebieden van de opsporing ondersteunt te weten: • de tactische opsporing (expertise internet) • de forensisch-technische opsporing (veiligstellen digitale sporen) De taken en dienstverlening van de Unit Diqitaal Opsporen bestaan hoofdzakelijk uit: • Het zelfstandig uitvoeren van projectmatig onderzoek; tactisch rechercheren in de virtuele wereld; • Het ontwikkelen van bijzondere kennis op dit vakgebied, en het uitleren van de basis vaardigheden aan medewerkers van het Korps Politie Cura<;ao; • Het op verzoek uitlezen en vastleggen van gegevens van digitale gegevensdragers, Processtapoen
Binnen het taakveld Diqitaal Opspore" worden de volgende processtappen onderscheiden;
• Plannen onderzoek • Voorbereiden onderzoeksactiviteit • Uitvoeren onderzoeksactiviteit • Monitoren onderzoeksactiviteit • Afronden onderzoek
5.11.5 Zware Criminaliteit (Zwacri) Binnen de Divisie Georganiseerde Criminaliteit worden projectteams op een flexibele en probleemgerichte manier samengesteld zoals beschreven in paragraaf 2.2. De projectteams zijn belast met de probleemgerichte en incidentgerichte opsporing van zwacri-delicten (bijlage 1), alsmede de uitvoering van interregionale en internationale verzoeken tot rechtshulp, en de uitvoering van TGO-zaken. Inddentgericht opsporen Medewerkers zijn belast met de afhandeling van de opvangzaken (incidenten) die aangedragen worden door de Noodhulp, wijkpolitie en of externe partners waaronder de kustwacht en de douane. • De invoer en uitvoer van crimineel vermogen . (o.a geldkoeriers, smokkel van edelmetalen) • De invoer van verdovende middelen (o.a luchtvracht, koeriers, schepen, gofasts, containers) • De uitvoer van verdovende middelen (indien het koeriers betreft dienen het substantiele hoeveelheden te zijn) • De invoer en uitvoer van vuurwapens • Mensensmokkel en mensenhandel • Calamiteiten, waaronder bommeldingen, gijzelingen en ontvoeringen Probleemgericht opsporen
Inrichtingsplan KPC
Pagina 65 van 123
De uitvoering van de opsporingsonderzoeken van zwacri zaken waarbij de probleemgerichte aanpak wordt toegepast wordt voorafgegaan door projectvoorbereiding, keuze en toebedeling. Projectvoorbereiding vindt gedeconcentreerd plaats binnen de DGC, door medewerkers van de informatieorganisatie. Keuze en toebedeling vindt plaats binnen het sturingsoverleg van de stuurgroep. Op het gebied van de probleem gerichte aanpak zijn Projectteams belast met: ~ De uitvoering van projecten gericht op de bestrijding van; o Internationale drugshandel o Internationale wapenhandel o Internationale mensenhandel - mensensmokkel o Internationale financiele criminaliteit o Internationale corruptie o Cybercrime o Terrorisme ~ De uitvoering van interregionale en internationale verzoeken tot rechtshulp ~ De uitvoering van TGO-zaken in samenwerking met het ,personeel vanuit de DCR en DIO. Processtappen Binnen de Unit Zwacri worden de volgende processtappen voor incidentgerichte aanpak onderscheiden; • aannemen van een melding of een aangifte van een strafbaar feit, en/of het overnemen van een op (heterdaad) aangehouden verdachte of het aanhouden van een verdachte op heterdaad • Registreren meldingen en aangiften. • Screenen van meldingen en aangiften • Samenstellen zaakdossier • Toebedelen zaakdossiers o Uitvoeren onderzoek o Monitoren onderzoek o Afronden onderzoek • Periodieke beoordeling openstaande zaak-dossiers. Processtappen Binnen de Unit Zwacri worden de volgende processtappen voor probleemgerichte aanpak onderscheiden; • Plannen onderzoek • Voorbereiden onderzoeksactiviteit • Uitvoeren onderzoeksactiviteit • Monitoren onderzoeksactiviteit • Afronden onderzoek
5.11.6 CoOrdinatie en leiding DGC De aansturing binnen de Divisie Georganiseerde Criminaliteit gebeurt door een divisiehoofd. Unit Financieel en Digitaal opsooren De Unit financieel en digitaal Opsporen wordt aangestuurd door een Unithoofd en zal bestaan uit teams, die belast zijn met uitvoering van de taken. De medewerkers binnen het team Financieel Oosooren worden aangestuurd door een financieel
specialist die als teamleider fungeert.
De medewerkers binnen het team Diqitaal Oosooren worden aangestuurd door een digitaal
specialist die als teamleider fungeert.
Unit Zwacri De Unit Zwacri wordt aangestuurd door een Unithoofd en zal bestaan uit teams, die belast zijn met uitvoering van de taken. De medewerkers binnen een team Zwacri worden aangestuurd door een teamleider
Inrichtingsplan KPC
Pagina 66 van 123
5.11.7 Bereikbaarheid DGC Een aantal taakvelden binnen de Divisie Georganiseerde Criminaliteit, maakt bereikbaarheid voor andere eenheden binnen en buiten het politiekorps noodzakelijk. Telefonische bereikbaarheid wordt gegarandeerd tijdens kantooruren en via een piketregeling. Door een goede opvolgorganisatie zullen spoedeisende hulpaanvragen met betrekking tot zware en georganiseerde criminaliteit worden doorgeleid naar het team dat primair belast is met de incidentgerichte opsporing. De overige teams vormen in het kader van incidentgerichte opsporing op het gebied van de zware en georganiseerde criminaliteit, de tweedelijns opvang. Dit vereist geen directe (fysieke) bereikbaarheid.
Divisie Georganiseerde I Criminaliteit
Bereikbaarheid
Unit Finandeel en digitaal opsporen
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 16:00 uur voor wat betreft het uitvoeren van onderzoeken. De weekenden en feestdagen OD basis van piket.
Unit Zwacri
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 16:00 uur voor wat betreft de opvang en het uitvoeren van onderzoeken. De weekenden en feestdagen op basis van piket.
5.11.8 Formatie DGC De formatie van Divisie Georganiseerde Criminaliteit bestaat uit vaste en roulerende formatieplaatsen. Het roulerende dee! van de formatie bestaat uit medewerkers vanuit de Divisie Centrale Recherche die structureel voor een bepaalde periode binnen de Unit Zwacri werkzaam zullen zijn in het opsporingsproces. Voor dit systeem van roulatie is gekozen vanwege het belang om medewerkers zoveel mogelijk gedegen kennis en ervaring op te laten doen op het gebied van de bestrijding van de zwaardere vormen van criminaliteit. Daarmee wordt enerzijds bereikt dat er een interactie blijft bestaan tussen de rechercheurs van de verschillende divisies en anderzijds dat er vanuit de opgedane ervaring een betere bijdrage aan de criminaliteitsbeheersing geleverd kan worden.
Inrichtingsplan KPC Pagina 67 van 123
Formatieoverzicht Divisie Georganiseerde Criminaliteit Divisie Georganiseerde Criminaliteit (DGe)
Divisie Hoofd DGC rl- - - - - - - - - - - - - - 1
I Divisie assistent
I 1
~~~~~-------------I
r
Goederen beheerder
-----------------
1
~I
I Unithoofd expertise ------Financieel specialist = Teamleider
1
1
Senior Financieel rechercheur
4
Financieel rechercheur
7
Recherche assistent A
1
Digitaal specialist = Teamleider
1 1 3 1
'Senior-Digitaal rechercheur
r Digitaal rechercheur
I Recherche assistent A
r """""""",-oof:-:" ----:d zwacri rU- nith
Recherche assistent A
1 3 7 14 6 4
Totaal - minimaal
58
I Teamleider zwacri Senior Tactisch Rechercheur Tactisch Rechercheur Recherche assistent B
5.11.9
Organigram DGC
Inrichtingsplan KPC
Pagina 68 van 123
5.12
Oivisie Informatie & Ondersteuning (010)
De Divisie Informatie & Ondersteuning maakt deel uit van de Recherche en Informatie Dienst.
5.12.1 Taken Divisie Informatie & Ondersteuning Met de inrichting van de Divisie Informatie & Ondersteuning (DIO) zal het politiekorps Curac;ao nog beter in staat zijn, om de politieprocessen te ondersteunen met hoogwaardige expertise en operationele, tactische en strategische informatieproducten. De taken van de Divisie Recherche Ondersteuning zijn; • Het ondersteunen van het tactische rechercheproces op het gebied van OT, AT, FO, TO. • Het leveren van operationele, tactische en strategische informatieproducten op het gebied van de opsporing en de handhaving. Binnen de Divisie Informatie & Ondersteuning worden de volgende processtappen onderscheiden; Genereren informatie: Bepalen informatiestrategie • Cobrdineren, inwinnen informatie Inwinnen, verzarnelen, vastleggen informatie Analyseren & interpreteren Verstrekken informatie Verstrekken informatie: • Ontvangen en afwijzen - toekennen verzoek • Plannen verzoek • Verzamelen en plannen informatie • Verstrekken informatie Voorbereiden opsooring: Ontvangen informatie Maken pre-weegdocument • Verwerken informatie • Maken projectvoorstel Uitvoeren opsooringsactiviteiten: • Plannen opsporingsactiviteiten • Voorbereiden opsporingsactiviteiten • Uitvoeren opsporingsactiviteiten • Monitoren opsporingsactiviteiten • Afronden opsporingsactiviteiten
5.12.2 Informatieorganisatie Het politiekorps Curac;ao wil informatiegestuurd aan veiligheid werken. Professionalisering van de informatieorganisatie en de infonnatieprocessen is belangrijk voor het concept Informatiegestuurde politie. Deze informatieorganisatie immers zorgt ervoor dat op het juiste moment met de juiste informatie kan worden gestuurd op veiligheid en leefbaarheid. Het informatieproces dient zodanig te zijn ingericht dat het voorziet in het bepalen van de operationele informatiebehoefte en het vervolgens verzamelen, verwerken, veredelen, analyseren, cobrdineren en verstrekken van informatie. Dit informatieproces moet worden gericht op de veiligheidsprioriteiten van het eiland en de afspraken over criminaliteitsbestrijding op boveneilandelijk niveau. Ten aanzien van informatievoorziening kan onderscheid worden gemaakt naar geografie, sturing en naar proces. • Er worden twee geografische niveaus onderkend: eilandelijk en boveneilandelijk. • De sturingsniveaus zijn: operationeel, tactisch en strategisch. • De processen zijn Intake, Wijkpolitie, Noodhulp en Opsporing.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 69 van 123
De inforrnatie stroomt door aile vier de processen binnen de organisatie maar ook naar en van andere
organisaties op eilandelijk en boveneilandelijk niveau. De informatieprocessen zorgen voor verbinding
en samenhang tussen die processen. De informatieorganisatie speelt een voorname rol in de
informatievoorziening in de processen en op aile niveaus, maar geen exclusieve. In ieder onderdeel
van de organisatie wordt immers informatie verzameld, verwerkt en gedeeld. De
informatieorganisatie kan wei worden gezien als het knooppunt van inforrnatie voor het Korps en
tussen andere politiekorpsen en organisaties; specifiek die tussen de Korpsen Sint Maarten en BES
waar soortgelijke informatieorganisaties worden ingericht.
De Infodesk en de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) vormen gezamenlijk de Unit informatie die
het Korps Politie Curac;ao op maat van de benodigde operationele informatie moet voorzien om te
kunnen sturen. De Infodesk richt zich op overlast en criminaliteit op aile (sturings-)niveaus en in aile
processen terwijl de CIE zich op de zware criminaliteit richt rond het proces opsporing. In de sturing
ressorteren de Infodesk en de CIE onder dezelfde lijnverantwoordelijke.
De taken en dienstverlening van de Unit infodesk zijn beschreven in paragraaf 5.6. Binneri de Divisie
Georganiseerde Criminaliteit zullen medewerkers van de infodesk gedeconcentreed werkzaamheden
verrichten op het gebied van de bovenlokale informatiecoordinatie, analyse en projectvoorbereiding.
Tevens zullen er operationele analisten gedeconcentreed hun werkzaamheden verrichten binnen de
Divisie Centrale Recherche. Gezien de aard van het werk en de beperkte omvang van de CIE werkt
deze geconcentreerd.
Processta ppen
Binnen het team Infodesk worden de volgende processtappen onderscheiden;
Verstrekken informatie (Front Office) (Zie ook 5.6.1): verzamelen van informatie; • veredelen van informatie;
• registreren van het verzamelproces;
• opstellen van overzichten;
• verstrekken van informatie;
• makelen van informatie;
• ontsluiten en bevorderen gebruik van nieuwe bronnen.
Analyseren (Analyse): • Intake, voorbereiden en coordineren; • Verzamelen en verwerken gegevens / informatie; • Analyseren, interpreteren en rapporteren; • Verspreiden informatie en intelligence. Voorbereiden oDsooring (Projectvoorbereiding - Case -screening): • Ontvangen informatie • Uitvoeren case- screening Maken pre- weegdocument • • Verwerken informatie Maken projectvoorstel • De Criminele Inlichtingen Eenheid CIE is de organisatorische eenheid binnen het Korps Curac;ao die belast is met de informatievoorziening in het kader van de uitvoering van de politietaak waarbij informatie wordt verkregen op basis van het runnen van informanten. De CIE heeft volgens wettelijke regelgeving de exclusieve bevoegdheid tot het verwerken van informanteninformatie. De CIE, zal zeer nauw samen werken met de infodesk op het gebied van met name het inzichtelijk maken van de criminele samenwerkingsverbanden. De taken en dienstverlening van de Criminele Inlichtingen Eenheid bestaan hoofdzakelijk uit: • Het runnen van informanten • Het verzamelen en verifieren van criminele inlichtingen
Inrichtingsplan KPC
Pagina 70 van 123
• • • •
Het registreren van criminele inlichtingen Het analyseren van criminele inlichtingen ten behoeve van criminaliteitsbeeldanalyses. Het beschrijven van criminele samenwerkingsverbanden (CSV's) en daarmee het vervullen van een ondersteunende rol op het gebied van de projectvoorbereiding. Het verstrekken van criminele inlichtingen ten behoeve van concrete opsporingsonderzoeken
Processta ppen
Binnen de Cri_minele Inlichtingen Eenheid worden de volgende processtappen onderscheiden;
Genereren informatie: • Bepalen informatiestrategie • Coordineren, inwinnen informatie • Inwinnen, verzamelen, vastleggen informatie • Analyseren & interpreteren • Verstrekken informatie
5.12.3
Aanhouding en Ondersteuningseenheid (AOE)
De aanhouding en ondersteuningseenheid (AOE) wordt ingezet indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat levensbedreigende omstandigheden tegen de politie of anderen dreigen. Het AOE kan op verzoek vuurwapengevaarlijke verdachten aanhouden. Ook kan het AT op verzoek van een chef van dienst assisteren bij incidenten waarbij er sprake is van levensbedreigende situaties en/of de aanhouding van vuurwapengevaarlijke verdachten. Het AOE is ingesteld om bij aanhoudingen er voor te zorgen dat de veiligheid van de burger, de politieambtenaar en de verdachte niet in het geding komt. De inzet van een AT is erop gericht om geweld te voorkomen of te beheersen. Door snel en vooral verrassend op te treden wordt bij de aanhouding het gevaar voor derden tot een minimum beperkt. Voor de inzet van een AT geldt een interne (Korps) en externe toestemmingsprocedure (Openbaar Ministerie). De taken en dienstverlening van de Aanhouding en Ondersteuningseenheid hoofdzakelijk uit: 1. het verrichten van planmatige aanhoudingen, 2. het bewaken, beveiligen en waarnemen, 3. Interventie en Boarden van vaartuigen, 4. het verlenen van specialistische ondersteuning.
bestaan
Processtappen Binnen de Aanhouding en Ondersteuningseenheid worden de volgende processtappen onderscheiden; Aanhouden en ondersteunen: • Voorbereiden aanhouden en ondersteunen • Uitvoeren aanhouden en ondersteunen • Monitoren aanhouden en ondersteunen
s.12.4.0bservatie-eenheid (OE) De Observatie-eenheid (OE) kan op verzoek na de daarvoor geldende procedure verdachten en/of locaties observeren. Onder observatie wordt het stelselrnatig gadeslaan van bepaalde personen, objecten en situaties verstaan ten einde informatie te verzamelen, al dan niet op de openbare weg of al dan niet in voor publiek toegankelijke ruimten. Afhankelijk van de doelstelling en de vraag van het opsporingsonderzoek kunnen observaties op verschillende manieren plaats vinden namelijk dynamisch, statisch of technisch. Een combinatie daarvan is natuurlijk ook mogelijk. Dit observeren levert materiaal op voor de aansturing van het onderzoek en het verzamelen van bewijsmateriaal. De taken en dienstverlening van de Observatie-eenheid bestaan hoofdzakelijk uit: • Het verrichten van statisch observaties;
Inrichtingsplan KPC
Pagina 71 van 123
• • •
Het verrichten van dynamisch observaties; Het adviseren op het gebied van Observatie; Het ontwikkelen van expertise op het vakgebied observatie.
ProcesstaDpen
Binnen de ObselVatie-eenheid worden de volgende processtappen onderschelden;
• Voorbereiden observatie • Uitvoeren observatie activiteiten • Monitoren observatie activiteiten • Afronden observatie
5.12.5 Forensische Ondersteuning (FO) De forensische opsporing is een essentieel onderdeel van het opsporingsproces. Samen met tactiek en informatie maakt het onderdeel uit van het opsporingsproces. Daar waar de tactische opsporing zich bezighoudt met het - op basis van wettelijke bevoegdheden - vergaren van bewijsvoering, wordt met behulp van forensisch onderzoek een groot aantal ondersteunende handelingen verricht om de tactische opsporingsambtenaar optimaal te faciliteren. Deze facilitering vindt plaats door het ter beschikking stellen van technologie en deskundigheid. Anders gezegd; forensische opsporing richt zich op sporen zoeken, sporen onderzoeken en resultaten interpreteren. Het onderzoek is primair gericht op waarheidsvinding in het kader van het onderzoek naar de toedracht van een vermoedelijk strafbaar feit. De uitkomsten van dit onderzoek 1
Binnen de Unit Forensische opspotipg worden de volgende processtappen onderscheiden;
• Voorbereiden onderzoeksactiviteiten • Uitvoeren onderzoek • Monitoren onderzoeksactiviteiten
5.12.6 Technische Ondersteuning (TO) Huidige en toekomstige technische en digitale technieken bieden nieuwe mogelijkheden voor de politie bij met name de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit. Door de sectie Technische Ondersteuning kan op verzoek, na de daarvoor geldende procedure technische ondersteuning in opsporingsonderzoeken geleverd worden. Deze technische ondersteuning varieert van "eenvoudig" tot zeer complex met technisch (zeer) hoogwaardige apparatuur, en is veelal ondersteunend aan het opsporingsproces. De taken en dienstverlening van Technische Ondersteuning bestaan hoofdzakelijk uit: • Het genereren van informatie door middel van technische hulpmiddelen, waaronder videocamera's, geluidsrecorders en hulpmiddelen voor het volgen van objecten en personen. • Het voorbereiden, cobrdineren en uitvoeren van plaatsen van technische hulpmiddelen. • Het adviseren met betrekking tot de inzet van technische hulpmiddelen lin de opsporing.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 72 van 123
•
Het ontwikkelen van expertise op dit vakgebied.
Processtaooen Binnen het taakvel'd Technische onderscheiden; • Voorbereiden onderzoeksactiviteit • Uitvoeren onderzoeksactiviteit • Monitoren onderzoeksactiviteit
Ondersteuning
worden
de
volgende
processtappen
5.12.7 Interceptie De medewerker interceptie kan op verzoek, na de daarvoor geldende procedure ondersteuning ten aanzien van interceptie leveren. De medewerker interceptie houdt zich bezig met het verkrijgen van historische printgegevens en het opnemen van telecommunicatie (aansluiten tap's). Het faciliteren op het gebied van interceptie wordt als taakaccent georganiseerd. 5.12.8 Coordinatie en leiding DIO De aansturing binnen de Divisie Informatie en Ondersteuning gebeurt door een divisie hoofd. Unit Informatie De Unit informatie wordt aangestuurd door een Unithoofd en bestaat uit de Criminele Inlichtingen Eenheid en de Infodesk. • De medewerkers binnen de Criminele Inlichtingen Eenheid worden aangestuurd door een teamleider die tevens als Chef OE fungeert. De medewerkers binnen de Infodesk worden aangestuurd door een teamleider. Unit Ondersteuning De Unit ondersteuning wordt aangestuurd door een Unithoofd en bestaat uit de aanhouding en ondersteuningseenheid (AOE), de observatie-eenheid (OE), het team Forensische Opsporing (FO) en het team Technische Opsporing (TO) • De medewerkers binnen de aanhouding en Ondersteuningseenheid worden aangestuurd door een teamleider. • De medewerkers binnen de observatie-eenheid worden aangestuurd door een teamleider. De medewerkers binnen het team forensische Oosporing worden aangestuurd door een forensisch specialist die als teamleider fungeert. De medewerkers binnen het team Technische Opsooring wordt aangestuurd door een technisch specialist, die als teamleider fungeert.
5.12.9 Bereikbaarheid DIO Een aantal taakvelden binnen de Divisie Informatie en Ondersteuning, maakt bereikbaarheid voor
andere eenheden binnen en buiten het politiekorps noodzakelijk.
Telefonische bereikbaarheid wordt gegarandeerd tijdens kantooruren en via een piketregeling.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 73 van 123
Divisie Informatie en Ondersteuning (DIO)
Berei kbaa rheid
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 16:00 uur Na kantoortijden, de weekenden en feestdagen I van Diket.
o~
basis
Infodesk
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 16:00 uur Na kantoortijden, de we~k~nd~n en feestdagen van ~iket.
o~
basis
Arrestatieteam
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 16:00 uur Na kSlntoorti jden, de w~~k~nden en feestdagen o~ basis van Diket.
Criminele Inlichtingen Eenheid
Observatieteam
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 16:00 uur NSI kantoortijden, de weekend~n ~n f~estdSlg~n o~ basis van~iket.
\
Forensische Opsporing
Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 22:00 uur Na kantoortiiden, de week~nd~n en f~§tdagen van Diket.
o~
basis
Technische Opsporing
• Maandag tim vrijdag van 08:00 tot 16:00 uur Na kantoortijden, d~ w~~k~nden en feestdagen van Diket.
o~
basis
•
I
f 5.12.10 Formatie DIO De formatie van Divisie Informatie en Ondersteuning bestaat uit vaste formatieplaatsen. Formatieoverzicht Divisie Informatie en Ondersteuning
I Divisie Informatie en Ondersteuning (DIO)
I Divisie Hoofd DIO I
1
I Divisie assistent
1
r r
I~------~------------~
I Unithoofd onder-s-t e-u-n-"i-ng ------,------Teamleider observatie Senior Medewerker o-=-bse-rva,-:------'---.,- - tie
Medewerker observatie
------,r------------------~
1 1 2 6
[
I Teamleider AOE Senios Medewerker AOE Medewerker AOE Teamleider Forensisch specialist Senior Forensisch rechercheur I Forensisch rechercheur
1
2 11 1
2 ~------------ 3
7
Inrichtingsplan KPC
Pagina 74 van 123
Recherche assistent A
1
1
1
I
Technisch specialist = sectiecommandant SeniosMedewerker techniek
-I
1
I Medewerker techniek A
1
I
Unithoofd informatie
1
1
Teamleider
1 1 1
1
em
1 1
I Runner cm B I Runner cm A
4
r Recherche assistent A
1
Teamleider info-Iokaal
1
I
2
I InformatierecherZheur B
1
Informatierechercheur A
2
Projectvoorbereider B
1
Projectvoorbereider A
2
Analist C
1
Analist B
2
Analist A
2
Recherche assistent A
3
Tearnleider info-zwacri
1 1 1 1
Informatierechercheur B Informatierechercheur A
--
Projectvoorbereider B Projectvoorbereider A Analist C Analist B I
Analist A Recherche assistent A
Totaal - minimaal
1
2
r
1
r-
2
r I I
r
1 2
79
Inrichtingsplan KPC
Pagina 75 van 123
5.12.11
Organigram DIO
Inrichtingsplan KPC
Pagina 76 van 123
5.13
Formatie Recherche en Informatie Dienst (totaall
Recherche en Informatie Dienst Dienst Hoofd Divisie Hoofd Unithoofd Teamleider Financieel specialist Digitaal specialist Forensisch specialist Technisch specialist Specialist J&Z
1
I
3
I
6
-
16 1 1 2 1
3
Analist A Analist B Analist C
3 4
Senior Tactisch Rechercheur Senior Digitaal rechercheur Senior Financieel rechercheur Senior Forensisch rechercheur Informatierechercheur Senior Medewerker ACE Senior Medewerker observatie Senior Medewerker techniek ProjectvoorbereiderB Runner cm B Recherche assistent B
21 1
Tactisoh Rechercheur Digitaal rechercheur Financieel rechercheur Forensisch rechercheur Informatierechercheur Medewerker observatie Medewerker techniek Medewerker ACE Projectvoorbereider A Runner cm A Recherche assistent A
47 3 7 7 3
Goederen beheerder Divisie assistent Totaal
2
4 3 2 2 2 1 2 2 10
6 1 11
4 4 19 2
3
210
"
Inrichtingsplan KPC
Pagina 78 van 123
6.
Bedrijfsvoerinq
6.1
Definitie
< Inhoud >
Bedrijfsvoering is de wijze waarop financiele -, personele - en materiele middelen worden georganiseerd en ingezet om zo effectief en efficient mogelijk afgesproken producten te leveren c.q. taken te vervullen.
6.2
Aannames en uitgangspunten
In deze paragraaf wordt ingegaan op de aannames en uitgangspunten van bedrijfsvoeringstaken in het korps in relatie met de ontwikkeling van de nieuwe overheid en de beschrijving van de interne werkprocessen. Aannames en uitgangspunten op korpsniveau ten opzichte van andere organisaties Het gaat hier om de aannames en uitgangspunten van bedrijfsvoeringstaken die binnen het politiekorps worden uitgevoerd ten opzichte van taken, die onder verantwoordelijkheid van de Korpschef door externe organisaties worden uitgevoerd. • Ondanks het feit dat het nog niet duidelijk is welke bedrijfsvoeringstaken, door de nieuwe overheid van het Land Curac;ao, central georganiseerd zullen worden, is het uitgangspunt van het korps dat zij aile bedrijfsvoeringstaken intern zullen organiseren. Reden waarom in dit inrichtingsplan aile bedrijfsvoeringstaken benoemd en beschreven zullen worden. Later kan door de overheid worden vastgesteld of deze al dan niet in eigen beheer worden uitgevoerd. Onderwerpen/taken die voor zover thans bekend binnen de nieuwe overheid worden georganiseerd zoals de uitbetaling van salarissen aan overheidspersoneel zijn niet meegenomen in dit plan. • In de Consensus Rijkswet is bepaald dat de politiekorpsen gemeenschappelijk politieonderwijs gaan organiseren. De aard, omvang en organisatievorm van het gemeenschappelijk te organiseren politieonderwijs is nog niet bepaald. Wei heeft de landsregering van Curac;ao bepaald dat er een zelfstandig nieuw opleidingsinstituut voor het land Curac;ao opgericht zal worden. Hetgeen inhoudt dat dit inrichtingsplan niet de inrichting van het politieonderwijs beschrijft. • De infrastructurele objecten rondom de werking van de zogenaamde ACT-POL omgevingen, die gezamenlijk met de politiekorpsen KPSS en KPBES georganiseerd is (ACT-POL, ACT-BMS en ACT FMS) zijn thans beheersmatig en formatief uitbesteed aan de commerciele leverancier die tevens eigenaar is. De fysieke infrastructuur (servers, netwerk, applicaties) is gevestigd bij het korps. Gelet op het feit dat er nog geen uitsluitsel bestaat omtrent het zelf in beheer nemen van dit systeem wordt in dit inrichtingsplan op het gebied van ICT alsnog uitgegaan van continuering van de huidige situatie rondom de inrichting, beheer en ondersteuning van gemeenschappelijke boveneilandelijke applicaties. Binnen het korps zal niet aileen rekening worden gehouden met de functie die noodzakelijk zijn voor lokaal beheer en ondersteuning maar ook voor de overname van dit systeem. • In dit inrichtingsplan zal tevens rekening worden gehouden met taken die in verband met strategische redenen en omwille van efficiency en effectiviteit zullen worden uitbesteed.
Aannames en uitgangspunten op unit -niveau: Het gaat hier om aannames en uitgangspunten van (bedrijfsvoering)taken voor zover van belang voor de afbakening tussen de dienst Bedrijfsvoering en de andere afdelingen van het korps. De Dienst Bedrijfsvoering ondersteunt de leidinggevenden en de uitvoering binnen aile processen door het beschikbaar stellen van stuurinformatie, instrumenten, advies, systemen en functionaliteit, et cetera, zonder daarmee de verantwoordelijkheid van de leidinggevenden binnen de processen over te nemen. Deze ondersteunende rol past bij integraal management waarbij de lijn zelf de verantwoordelijkheden draagt.
De afdeling bedrijfsvoering binnen het korps politie Curac;ao bestaat uit:
lnrichtingsplan KPC Pagina 79 van 123
• De unit HRM, waar de onderdelen personeelsadministratie, HRM adviseurs, werving en selectie, juridische zaken en bedrijfsmaatschappelijk werk zijn ondergebracht. Aile HRM-processen worden binnen een unit ondergebracht. Werving & Selectie, het uitvoeren van milieu en antecedentenonderzoeken en de salarisadministratie worden dan ook overgeheveld naar deze unit. Hier is in de formatiebereken ingen rekening mee gehouden. Voorstellen van disciplinaire straffen zullen door het onderdeel juridische zaken vallende onder de unit HRM worden opgemaakt. • Thans worden diverse planningswerkzaamheden uitgevoerd door de lijn. Deze moeten worden overgeheveld naar een centraal onderdeel HRM die, onder verantwoordelijkheid van de lijn, aile uitvoerende planningswerkzaamheden gaat verrichten. Hierdoor verloopt de planning efficienter en kan eenvoudiger managementinformatie worden gegenereerd en beschikbaar worden gesteld. Het betreft hier het proces van capaciteitsmanagement waaronder wordt verstaan o.a. de reguliere (operationele) afdelingplanning, planning van opleidingen, planning functioneringsgesprekken, planning op/van beleidsprioriteiten, inschatten consequenties ziekteverzuim, evenals het produceren van verantwoordingsdjfers over deze onderwerpen. Dit proces wordt volledig binnen de HRM-unit ondergebracht. Bij de formatieberekeningen is nier rekening mee gehouden. De unit Financien, waar de financiele administratie, financieel beheer en financial control zijn ondergebracht; • De unit Facilitaire zaken waar het beheer en onderhoud van de gebouwen, de logistieke ondersteunende taken, centrale inkoop en het beheer en onderhoud van het wagenpark van het korps zijn ondergebracht. • De taken met betrekking tot de centrale aankoop en uitgifte van kleding uitrusting en bewapening die thans onder beheer van het Centrale Politie Dienst vallen, zullen binnen de unit Bedrijfsvoering worden georganiseerd. De unit lCT, waar functioneel technisch beheer, applicatiebeheer en de service desk zijn ondergebracht. • Met betrekking tot de informatievoorziening is het koppelvlak tussen business en techniek (vraag en aanbod) binnen de unit lCT georganiseerd. Het informatieproces (IGP) wordt belegd bij de afdeling Intake, lnformatie en Operationele Ondersteuning. Informatiebeveiliging is belegd binnen het unit ICT. Taken op het gebied van dossiercoordinatie ACTPOL worden uitgevoerd als taakaccent van een van de lijnfunctionarissen binnen de basispolitiezorg. • De onderzoeksactiviteiten rondom het proces "digitale opsporing" zijn belegd binnen het proces Opsporing. • De unit ondersteuning & beleid fungeert als stafbureau voor de korpsleiding. Communicatie, secretariaat, post & archief en bodewerkzaamheden zijn taken, die vallen onder het proces ondersteuning. Beleidsondersteuning en Business Control zijn taken, die zich primair richten op de ondersteuning van de Korpsleiding bij de besturing van het korps. • Het archief en documentatiefunctie binnen het korps zal centraal binnen de Afdeling bedrijfsvoering worden georganiseerd in het unit ondersteuning. • Enkele thans door het korps uitgevoerde werkzaamheden zoals schoonmaak, Bewakingstaken, schadereparaties, specifieke reparaties, bandenreparatie, configuratie werkzaamheden, onderhoudnetwerk en applicaties ACTS zullen worden uitbesteed. Er dient rekening te worden gehouden met het feit dat de defrnitieve formatie van bedrijfsvoering pas vastgesteld kan worden bij de formele bekendmaking van de formatie van het korps. Daar de omvang van de ondersteuning afhankelijk is van de totale korpssterkte. Bij het concept inrichtingsplan bedrijfsvoering is bij de berekeningen uitgegaan van de huidige bezetting van ongeveer 700 fte.
6.3
WerkDrocessen. taken en functies per werkproces
De basis voor de inrichting van de afdeling Bedrijfsvoering zijn de ondersteunende processen, die aanwezig zijn in het korps . Nadat de processen zijn ge'identificeerd en benoemd, is vastgesteld welke processtappen en activiteiten uitgevoerd moeten worden. De taken zijn vervolgens verdeeld over
Inrichtingsplan KPC
Pagina 80 van 123
functies om ervoor te kunnen zorgen dat adequate ondersteuning wordt georganiseerd teneinde tot een adequate ondersteuning van de primaire processen te geraken. Aile werkprocessen zullen met regelmaat moeten worden geevalueerd. In dit inrichtingsplan zijn - op onderdelen - keuzen gemaakt om taken zelf te doen en in sommige gevallen werd er gekozen voor uitbesteding van activiteiten. Bij de beschrijving van de diverse processen en activiteiten wordt hier nader op ingegaan. Duidelijk moet zijn dat voor de uit te besteden activiteiten in de begroting dekking aanwezig zal moet zijn. In deze paragraaf worden per bedrijfsvoeringonderdeel de belangrijkste (deel)processen benoemd. Uit de processen zullen de processtappen en activiteiten voorvloeien die in functietypes zullen worden omgezet. Het doel van de functie zal tevens worden benoemd.
6.3.1 Leiding Binnen de Dienst Bedrijfsvoering geeft het Diensthoofd direct leiding aan de vijf onder hem ressorterende Unithoofden. De verschillende onderdelen worden onder diens verantwoordelijkheid inhoudeli1k aangestuurd door voornoemde unithoofden. De volgende functie wordt ingericht: Hoofd Bedrijfsvoenng Richt als integraal verantwoordelijke de kolom Bedrijfsvoering in. Stuurt op samenhang en uitvoering van de producten die worden geleverd of ingekocht, afgestemd op de behoeften van het operationele proces. Geeft inhoud aan het interne accountschap. Is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op aile gebieden van bedrijfsvoering.
6.3.2 Financien De korpsuitgangspunten "integraal management" en "financieel zelfbeheer" hebben gevolgen voor de taken van de unit financien. Voor integraal management moet de P&C-cyclus worden ingericht. Hierdoor wordt het hoofd bedrijfsvoering ondersteund met finandele informatie teneinde strateglsch financieel beleid te kunnen formuleren. Te realiseren P&C-producten zijn onder andere: een begroting inclusief toelichting (opgesteld als afgeleide van de korpsdoelstellingen), periodieke managementrapportages en een jaarrekening waarin verantwoording wordt afgelegd voor het gevoerde financieel beleid en beheer. Voorwaarde voor financieel zelfbeheer is beschikkingrecht over eigen liquide middelen (kas, bank en giro) om zodoende zelfstandig betalingen te kunnen verrichten. Daarnaast is het vereist dat er duidelijkheid komt over de omvang van het meerjarig budgettair kader (genormeerd P/M) zodat het korps zelfstandig afwegingen kan maken over de inzet van financiele middelen en de meerjarige uitwerking daarvan. Werkprocessen Binnen het proces financien worden o.a. de volgende deelprocessen onderscheiden:
Beqroting en interne budgettering:
Opstellen begroting en meerjarenraming conform bestuurlijke regelgeving op basis van verzamelde
informatie (o.a. beleid, vaste- en historische uitgaven en contractuele verplichtingen).
Bespreken/afstemmen begroting met de korpsleiding en definitieve versie ter goedkeuring indienen
bij het Ministerie van Justitie. Vaststellen van de interne budgettering naar afdelingen en (bijzondere)
projecten.
Treasurv
Bewaken en controleren van de liquiditeitspositie. Aantrekken en uitzetten van gelden binnen de
kaders van het treasurybeleid.
Administreren/verwerken (financiele) gegevens:
Inrichtingsplan KPC
Pagina 81 van 123
Registeren, verwerken en beheren van (financiele) gegevens in de administratie of extracomptabel.
Het gaat hierbij onder andere om verplichtingen, inkoopfaeturen, vorderingen (leges), salarissen en
overige gegevens (voedings -en benzinebonnen).
Adviseren:
Strategisch adviseren (t.b.v. besturen)inzake financiele consequenties en concretisering van
voorgenomen strategie/beleid, politieke/bestuurlijke ontwikkelingen en complexe financieel
economische vraagstukken. Financieel adviseren inzake budgettaire en begrotingsaangelegenheden
aan budgethouders, managementteam en korpsleiding.
Analyseren, rapoorteren en verantwoorden:
Periodiek opstellen en verstrekken financiele en integrale rapportages (inclusief toelichting) aan
budgethouders, managementteam en korpsleiding. Opstellen jaarrekening (verantwoording) en
afstemmen met comptabiliteitsvoorschriften.
AOIIC
Ontwerpen en beheren administratieve organisatie (AO) en interne controle (IC). Toezien op
uitvoering AO-procedures en periodieke controle buiten de processen om. VastJeggen en rapporteren
over bevindingen IC aan (korps)leiding.
Functies Om aan genoemde deelprocessen invulling te kunnen geven worden binnen de unit financien de
volgende funetie indicaties ingericht:
Hoard finanden (1)
Geeft leiding aan de unit Is verantwoordelijkheid voor de juistheid, voliedigheid, kwallteit en
tijdigheid van de financiele processen en daaruit voortvloeiende produeten (begroting, jaarrekening,
budgetrapportages, adviezen etc.). Adviseert inzake (strategisch) financieel beleid en complexe
financieel-economische vraagstukken. Is belast met de ontwikkeling van de administratieve
organisatie, rapportagevormen, normen, kengetalien en prestatie-indicatoren.
Medewerker financieel beleid en control (1)
Stelt de begrating en jaarrekening op en stemt deze af met comptabiliteitsvoorschriften. Stelt
integrale en financiele managementrapportages op en bespreekt deze met verantwoordelijken
(budgethouder, managementteam of leden korpsleiding). Adviseert over diverse financiele
aangelegenheden en voert interne controles uit buiten de processen om.
Medewerker Financieel beheer en acfvies (1) Beheert de complete boekhouding (inclusief liquide middelen en vermogen) en controleert/autoriseert uitgevoerde werkzaamheden van de medewerker financien. Signaleert en adviseert over financiele feiten (o.a. budgetuitputting en begrotingsmutaties). Ondersteunt bij het opstelien van planning en control produeten. Medewerker Financien (3) Registreert/muteert financiele -en overige gegevens in de administratie (verplichtingen, inkoopfaeturen, vorderingen, leges, salarissen, kas en bank) of extracomptabel (voedings -en benzinebonnen). Ondersteunt werkzaamheden coliega's door aanlevering van gegevens. 6.3.3 HRM Binnen de unit HRM worden aile werkzaamheden uitgevoerd die nodig zijn om de lijn in haar integrale verantwoordelijkheid te ondersteunen in haar meer specifieke verantwoordelijk- heden op het terrein van personeelszorg. De unit draagt zorg voor de volgende taken: HRM beleidsontwikkeling, managementadvisering, -begeleiding en -ondersteuning, personeels- beheer, managen van personeelsinformatie, personeelszorg, juridische advisering en ondersteuning in rechtspositionele aangelegenheden.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 82 van 123
Aigemene beleidsontwikkeling en organisatieontwikkeling vallen onder de eindverantwoordelijkheid van de korpsleiding. Op basis van expertise en proceseigenaarschap, levert de unit HRM input in de ontwikkeling van het HRM beleid als onderdeel van Bedrijfsvoering van het KPC. Managementadvisering, -begeleiding en -ondersteuning is voor wat betreft de inzet van capaciteit, gerrcht op in- door en uitstroom.
Werkprocessen Binnen de Unit HRM van de KPC wordt een negental processen onderscheiden waarbij geldt dat
lijnmanagement, als onderdeel van integraal management, primair verantwoordelijk is. De unit HRM
levert advies, begeleiding en/of ondersteuning. Overigens kunnen de processen ook op een andere
manier geordend c.q. gedefinieerd worden. Voor het duiden van de bijbehorende werkzaamheden
alsmede het bepalen van de daarvoor benodigde functies heeft een andere indeling geen
consequenties.
INSTROOM
Werven en Dlaatsen;
Instroom, doorstroom en uitstroom vindt plaats op basis van een (strategische) personeelsplanning.
Werven en plaatsen richt zich op het kwalitatief en kwantitatief eenduidige wijze voorzien in de
persol'leelsbehoefte zoals dit wenselijk is conform de organisatiestrategie. Het proces omvat de in- en
externe werving en selectie (inclusief het milieu en antecedentenonderzoek) van (nieuw) personeel.
Het doel van dit proces is dat de juiste man op de juiste plaats komt waarbij aan personeel maximale
ontwikkelingsmogelijkheden wordt geboden.
DOORSTROOM
Inroosteren en inzetten van personeel;
Capaciteitsmanagement (operationele personeelsplanning) is een proces wat centraal binnen de
organisatie uitgevoerd moet worden. Dit proces omvat zowel de planning van activiteiten/diensten
(personeelsinzet) vooraf alsook het administratief verwerken hiervan achteraf. Dit proces wordt
binnen de back -office van de unit HRM ondergebracht. Bij de formatieberekeningen is rekening
gehouden met het onderbrengen van deze taak binnen de unit HRM.
Opleiden personeel;
Het doel van dit proces is het definieren en vastleggen van de opeenvolgende stappen die gevolgd
worden om trainings- en opleidingsbehoeften en competentielacunes voor het personeel bij het KPC
vast te leggen en daarin te (Iaten) voorzien. Tevens voorziet het proces in de beheersing van de
bepaling van de effectiviteit van geleverde trainingen opleidingen en andere acties.
Evalueren en ontwikkelen van personeel;
Dit proces is gericht op de verbetering van de professionaliteit en inzetbaarheid van het personeel
o.a. door een gerichte verzuimaanpak en het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken (eva Iuatiecycl us). Het gevraagd en ongevraagd verstrekken van relevante HRM- informatie aan het personeel maakt onderdeel uit van dit proces. De lijnmanager is primair verantwoordelijk voor dit proces, de HRM- adviseurs ondersteunen de lijnmanagers daarbij. Het korps heeft grote ambities om te komen tot een procesgestuurde organisatie waarbij competentiemanagement een essentiele rol speelt. Dit vraag om een enorme impuls en deskundigheid op HRM- gebied. Deze impuls moet in belangrijke mate van de HRM- adviseurs komen . Loopbaanadvisering maakt onderdeel uit van dit proces. UITSTROOM
De werkzaamheden met betrekking tot de uitstroom hebben zowel betrekking op de vrijwillige- als
niet vrijwillige uitstroom. Het afhandelen van overlijdensgevallen rekent de unit HRM tot haar taken.
Personeelszorg;
Personeelszorg is gericht op het voorkomen van uitval van personeel als gevolg van sociaal
maatschappelijke problemen en/of arbeidsgerelateerde problemen . Daarnaast is personeelszorg
gericht op ondersteuning en begeleiding tijdens ziel
Inrichtingsplan KPC
Pagina 83 van 123
Personeelsbeheer en het genereren van Dersoneelsinformatie;
Een goed HRM- beleid staat of valt met een zorgvuldig personeelsbeheer (formatiebeheer,
personeelsadministratie en sal'arisadministratie). Dit beheersproces behelst het op orde houden van
dossiers, het opmaken en verwerken van (Iands)besluiten, het voeren van een salarisadministratie en
het afhandelen van aile overige administratieve werkzaamheden binnen de unit HRM. Op basis van de
verwerkte informatie kan personeelsinformatie c.q. managementinformatie gegenereerd worden
waarmee richting kan worden gegeven aan het binnen het korps gevoerde HRM- beleid. Dit
aangezien personeelsinformatie een basis vormt voor de clustering van aile instrumenten
ressorterend onder de subonderdelen van het proces instroom doorstroom en uitstroom.
Personeelsbeheer moet voldoende in samenhang ingericht worden. Het versnipperen van dit proces
leidt tot kwaliteitsverlies en inefficientie. Het niet functioneren van een dergelijk proces kan leiden tot
foute besluitvorming met directe personele gevolgen voor medewerkers en het korps (bezwaren}.
Door aile administratieve werkzaamheden binnen een onderdeel onder te brengen wordt effidency,
onderlinge uitwisselbaarheid en kwaliteitsverbetering tot stand gebracht. Bovendien kunnen hierdoor
meer generiek beschreven functies worden opgenomen in het inrichtingsplan.
Afhandeling juridische zaken;
Het afhandelen van juridische zaken (bezwaren, disciplinaire zaken, etc) vindt binnen de unit HRM
plaats. Dit is een logische keuze gezien het feit dat het grootste gedeelte van deze zaken over
personele aangelegenheden gaat. Dit is een proces wat zich in de afhandeling (deels) leent voor
uitbesteding c.q. leent voor het inhuren van tijdelijk extra personeel teneinde piekbelasting op te
vangen. De coordinatie dient binnen de unit HRM plaats te vinden.
Inrichten van het koros;
Organisaties zijn voortdurend in beweging. Soms vraagt dit om het aanpassen van de structuur van
en functies binnen de organisatie. HRM heeft hierbij een belangrijke adviserende rol.
Aile HRM- processen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De processen grijpen in elkaar en zijn
afhankelijk van elkaar. Daarom worden deze processen binnen een unit HRM ondergebracht. Daarbij
zijn drie clusters te onderscheiden; personeelsontwikkeling /personeelzorg (front- office), juridische
zaken (middle -office) en personeelsbeheer (back- office). De unit staat onder leiding van een Hoofd
HRM.
Functies; Om invulling te geven aan bovengenoemde processen worden de volgende functies ingericht: Hoord HRM (l) Richt de unit HRM in. Stuurt op samenhang en uitvoering van de HRM producten en diensten. Adviseert over de beleidsontwikkeling op aile gebieden van HRM . Is als lijnchef verantwoordelijk voor de personele zorg en aansturing binnen de unit.
Front- office Adviseur HRM (3) Vertaalt HRM- regelingen en beleid naar uitvoering, adviseert de lijn in haar personeelszorgtaak en voert meer spedfieke HRM- taken zelfstandig uit. Is verantwoordelijk voor de werving en selectie van (nieuw) personeel. Draagt bij in beleidsontwikkeling van HRM 8edri;fsmaatschappe/ijk werker (1) Ondersteunt en begeleidt personeel bij het oplossen van sodaal -maatschappelijke problemen. Treedt op als vertrouwenspersoon. Ondersteunt en adviseert bij milieuonderzoeken in het kader van personeelswerving.
Middle- office Jurist (1)
Inrichtingsplan KPC
Pagina 84 van 123
Handelt juridische aangelegenheden adequaat, juist, zelfstandig en binnen de gestelde termijnen af. Vertegenwoordigt het korps bij rechtzaken en beroepsprocedures. Is aanspreekpunt van het korps inzake juridische aangelegenheden. Adviseert over strafmaat bij disdplinaire zaken. Adviseert over wet- en regelgeving. Stuurt juridisch medewerkers dage'lijks aan. Juridisch medewerker (2) Handelt in opdracht en binnen kaders eenvoudige juridische aangelegenheden af. Voert correspondentie. Adviseert over de interpretatie van wet- en regelgeving. Verzamelt informatie ter afhandeling van dossiers. Verschaft gevraagd en ongevraagd informatie over juridische aangelegenheden. Stelt juridische procesdocumenten op.
Back- office: Coordinator personee/sadministratie (l) Coordineert de werkzaamheden binnen de personeelsadministratie. Bewaakt uitvoering volgens vastgestelde regels. Veredelt personeels- en planningsgegevens tot managementinformatie. Stuurt medewerkers personeelsadministratie dagelijks aan. Stuurt het operationele planningsproces aan (dienstplanning, verlofplanning, opleidingen etc). Senior medewerker personee/sadministratie (3) Voert personeelsregistratie. Toetst aanvragen aan bestaande regelingen en adviseert over toekenning van rechtspositionele verzoeken met ruimere interpretatieruimte. Voert diverse separate registraties. Verricht de niet standaard administratieve werkzaamheden. Plant in opdracht van lijnchefs opleidingen en trainingen. Voert de salarisadministratie. Bewaakt termijnen aan de hand van een voortgangsregistratie. Met betrekking tot de deze functie zullen taakaccenten worden toebedeeld (salarisadministratie, capaciteitsmanagement, algemene administratie). P/anner(2) Maakt, door het analyseren van de bezettingsbehoefte, capadteit en jaarplanning, jaarlijkse en meerjarige capadteitsplanning ten behoeve van het korps. CoOrdineert zowel de planning van aile activiteitenjdiensten (personeelsinzet) binnen het korps aan de hand van voorgedragen informatie van de afdelingchefs vooraf alsook het administratief verwerken hiervan achteraf. Houdt bij de wij zigingen in wet en regelgeving "bussinesrules" teneinde de personele inzet optimaal en via de voorgestelde regels te laten verlopen. Medewerker personee/sadministratie (3 ) Voert eenvoudige personeelsregistratie. Voert aanvragen en regelingen uit en voert diverse separate registraties. Verricht eenvoudige administratieve werkzaamheden. Verwerkt achteraf planningsgegevens en uitvoeringsgegevens achteraf. Voert gegevens in geautomatiseerde systemen. Stelt dossiers samen
6.3.4 Facilitaire zaken De Unit Fadlitaire Zaken is verantwoordelijk voar de ondersteuning van het primaire proces op het gebied van huisvesting, inkoop en services, middelen en mobiliteit. Om de ondersteuning op een efficiente en effectieve wijze uit te voeren zijn de functies gekoppeld aan de bestaande - of nog op te stellen - werkprocessen. Gelet op de schaalgrootte van het korps vormen sommige taken geen gehele functie (volledige medewerker (fte». Om deze reden worden binnen sommige functies meerdere, met elkaar gerelateerde taken uitgevoerd en zijn sommige medewerkers voar meerdere taken (multifunctioneel) inzetbaar. Functies zijn daarom gekoppeld aan meerdere taken. Zo vervult de medewerkster bij de front-office naast de intake van meldingen oak administratieve taken en houdt zijn registraties en bestanden bij. WerkDrocessen De unit Facilitaire zaken is opgebouwd uit drie onderdelen namelijk een bedrijfsbureau, waar centraa ll aile meldingen en storingen worden aangenomen, de administratieve taken worden uitgevoerd en de centrale inkoop van goederen en diensten wordt verzorgd. Het onderdeel Materiele zaken waar de
Inrichtingsplan KPC
Pagina 85 van 123
taken ten aanzien van het beheer en onderhoud van gebouwen en de logistieke taken zijn ondergebracht en het onderdeel Mobiliteit waar de taken voor de aanschaf, het onderhoud en de reparatie van het wagenpark worden uitgevoerd. Binnen het facilitaire proces zijn de volgende (deel)processen te onderscheiden: Bedrijfsbureau • Frontoffice/Intake • Administratie en registratie • Inkoop en leveranciersbeleid IMateriele zaken • Beheer en onderhoud van gebouwen • Goederenbeheer • Afhandeling van meldingen en klachten en logistieke ondersteuning • Magazijnbeheer • Verhuizingen • Beheer van kleding en uitrusting Mobiliteit • Aanschaf, Onderhoud en reparaties • Schadeprocedures Onderstaand voigt per (hoofd) proces een korte beschrijving van de taken en activiteiten. Front- office I Intake Voor aile meldingen, klachten, wensen, informatie, reparaties en storingen is bij de Afdeling Facilitaire Zaken een Front- office ingericht. De front- office vormt het centrale meldpunt van waaruit aile meldingen van het korps worden opgenomen, geregistreerd en vervolgens worden uitgezet naar de onderdelen (back- office) Materiele Zaken en Mobiliteit (garage). Ook kunnen binnen de front- office eventueel eigenstandige taken worden afgehandeld. Zo wordt het sleutelbeheer bij de front- office ondergebracht, afspraken worden gemaakt en worden administratieve taken verricht. Administrptie en reaistratie Het opzetten van een eigen ingerichte goede informatiehuishouding leidt er toe dat het management in staat om zelf met de beschikbare informatie te sturen daar waar dat noodzakelijk en wenselijk is. Daarom wordt binnen het Bedrijfsbureau de informatiehuishouding van de afdeling Fadlitaire Zaken ingericht. De bedrijfsvoering van deze ondersteunende processen wordt hierrnee verder geprofessionaliseerd. InkooD en contractbeheer Aile taken met betrekking tot inkoop, leverandersmanagement en contractbeheer worden gecentraliseerd binnen het onderdeel inkoop. Doel is hiermee een professionaliseringsslag te maken waardoor aanzienlijke besparingen worden bereikt, deskundigheid wordt verhoogd en wordt gewerkt met uniforme procedures. Deze afdeling zal de inkoop gaan verzorgen voor aile andere afdelingen van het korps en/of participeren in shared services. Door eigen budgetten en goede begrotingen kan tevens een ontbureacratisering ten aanzien van de bestel en betaalprocedures worden bereikt. In het kader van control dient de functie van inkoop te worden gescheiden van de taken van FEZ. De afdeting inkoop ontwikkelt beleidskaders ten behoeve van aanbestedingsprojecten en inkoopprocedures en houdt gegevens van leveranciers bij (Ieveranciersbeleid). In overleg met de materiedeskundigen worden programma's van eisen opgesteld, waarna op basis van geldende procedures offertes worden aangevraagd en goederen en diensten worden ingekocht. Aflevering van goederen geschieden onder supervisie van de afdeling inkoop op de desbetreffende lokaties binnen het korps. Contractbetileer wordt ook bij de afdeling inkoop ondergebracht. Aile lopende contracten worden geregistreerd en gearchiveerd. Het contractenbeheer heeft als doel om de contractuele verplichtingen
Inrichtingsplan KPC
Pagina 86 van 123
van het korps duidelijk in beeld te hebben en om het korps en de ambtelijke organisatie te voorzien
van informatie (Iooptijd, opzegtermijn, evaluatiedatum et cetera). Ook bewaakt de afdeling de
naleving van afgesloten contracten en zal samen met de betrokken afdelingen door het uitbesteden
van taken (contract) controle en regie op de uitvoering van het werk moeten plaatsvinden
Beheer en onderhoud van gebouwen en terreinen
Huisvestingsontwikkelingen en het beheer en onderhoud van gebouwen wordt uitgevoerd door het
onderdeel Materiele Zaken. Op basis van een (lange termijn) huisvestingsplan in relatie met de
inrichting van de organisatie wordt de nieuwbouw of verbouw van bureau's en kantoren gepland.
Door de afdeling worden de gebouwen beheerd en onderhouden. Periodiek wordt de
onderhoudsstatus per gebouw en de technische installaties (koelinstallaties en noodstroom)
geschouwd en worden pro-actief en/of op basis van storingsmeldingen en bouwkundige
aanpassingen uitgevoerd. Naast meldingen en acute reparaties en storingen worden de
werkzaamheden gepland en uitgevoerd op basis van een (op te stell en) meerjaren
onderhoudsprogramma. Reparaties en storingen worden door de medewerkers zelf verricht of worden
uitbesteed aan derden. Ais werkproces valt binnen het beheer van de gebouwen ook de uitvoering
van verhuizingen. Na indiening van een verzoek tot verhuizing en accorderen van dit verzoek wordt
de verhuizing door de unit Materiele zaken ingepland en uitgevoerd.
Goederenbeheer
Onderdeel van het gebouwenbeheer vormt ook het beheer van de in de gebouwen aanwezige
goederen. Periodiek worden inventarisaties gehouden voor wat betreft de aanwezigheid en staat van
onderhoud van de in het pand aanwezige inventaris en goederen.
Afhandeling van meldingen en klachten en overige logistieke ondersteunjng (Eoerage)
Aanvragen voor middelen zoals dranken, kantoor- of huishoudelijke artikelen dienen bij de front
office te worden ingediend. De aanvragen, wensen en/of klachten worden geregistreerd en door de
betreffende medewerkers doorgezet naar de (coordinatoren van de) betreffende onderdelen. De
aanvraag, melding, klacht wordt beoordeeld en indien akkoord wordt uitvoering gegeven aan de
melding of bij aanvraag van goederen worden deze afgeleverd of kunnen deze worden afgehaald.
Tevens zullen op aanvraag diensten worden geleverd of logistieke ondersteuning worden verzorgd bij
bijvoorbeeld demonstraties of carnaval.
Maqazijnbeheer
de veel voorkomende aanvragen ten aanzien van o.a. dranken, huishoudelijk artikelen en
kantoorbenodigdheden wordt in het magazijn een voorraad aangehouden. Aanvragen van in het
magazijn aanwezige goederen worden direct afgehandeld en kunnen goederen worden afgehaald of
bezorgd. Niet in voorraad aanwezige goederen worden, na akkoord, besteld. Aflevering van goederen
geschiedt ter plaatse.
V~~r
Verhuizing
Door het hoofd bedrijfsvoering wordt het verzoek voor een verhuizing schriftelijk uiterlijk twee weken
voor aanvang aan de afdeling Logistiek ingediend . Dit verzoek wordt door de afdeling logistiek
ingepland. Er zal een inventarisatie worden gemaakt van de te verrichten we~kzaamheden. De nieuwe
lokatie zal tevens met de client worden ge"inventariseerd. Een planning van de te verrichten
werkzaamheden en personeel zal worden opgesteld . Het benodigde materiaal zal worden voorbereid.
Verhuizing zal in prinCipe maximaa t twee dagen in beslag nemen.
Beheer van kledinq, uitrustinq en bewaDeninq
Een van de taken binnen de bestaande Centrale Politie dienst (CPD) is de aanschaf, het beheer en de
uitgifte van kleding, uitrusting en bewapening. Vooruitlopende over de definitieve beslissing ten
aanzien van het onderbrengen en/of verdeling van deze taken in de nieuwe organisaties, kiest het
korps er voor om deze processen en taken binnen het eigen korps in te richten. Van ingekochte
kleding, uitrusting en bewapening wordt een voorrad aangelegd en op aanvraag en accordering
uitgereikt. Van de kleding, uitrusting en bewapening worden bestanden bijgehouden zodat zichtbaar
Inrichtingsplan KPC
Pagina 87 van 123
is aan wie, welke middelen ter beschikking zijn gesteld. Op zo'n manier kunnen nieuwe voorraden
tijdig worden besteld. Aflevering van goederen geschiedt ter plaatse.
Mobiliteit.
Het onderdeel mobiliteit heeft als doer het verzorgen van het beheer en onderhoud van de
dienstvoertuigen van het korps. Hieronder wordt begrepen het op basis van een mobiliteitsplan en
onderhoudsplannen aanschaffen van voertuigen, zorgdragen voor de opbouw en het voorzien van
specifieke apparatuur en uitrusting, het beheer en het afstoten van de voertuigen. Het onderdeel
garage verzorgt het onderhoud, de reparaties en de jaarlijks landelijk verplichte keuring van de
dienstvoertuigen. Onderhoudswerkzaamheden en reparaties worden zelf uitgevoerd of worden na
beoordeling en akkoord uitbesteed aan externe bedrijven. De garage beschikt over een eigen
magazijn. Hier worden onderdelen, volgens vastgestelde procedures, opgeslagen, beheert en
uitgegeven. Aflevering van goederen geschiedt ter plaatse.
Aanschaf
Het verrichten van voorbereidingen en marktonderzoeken bij de aanschaf of lease van voortuigen
voor het korps Het opstelien van eisenpakket voor de aanschaf van dienstvoertuigen, het bijwonen
van aanbestedingen en het geven van advies hieromtrent.
Onderhoud
Aan de hand van de gereden kilometers van de voertuigen, die digitaal bijgehouden worden, wordt er
een (preventieve) onderhoudsplan en schema opgesteld. De onderhoudsbeurten worden
geregistreerd en bijgehouden. Keuring en verzekeringsperiodes worden tevens ter uitvoering
bijgehouden.
Reparaties (buiten)
Na de werkorder op de lokatie alwaar het defecte voertuig zich bevindt te hebben ingevuld, zal de
reparatie indien mogelijk ter plaatse geschieden. De ingevulde werkorder zal bij terugkomst van de
medewerker door de ploegleider in het geautomatiseerd systeem worden ingeboekt. Indien het
voertuig ter plaatse niet kan worden gerepareerd, wordt het voertuig met de takelwagen naar de
Politiegarage vervoerd.
Reparaties (binnen)
Door de ploegleider in samenwerking met de medewerker wordt een grondig onderzoek gesteld naar
de defecten. Indien er sprake is van reparatie beslist de ploegleider in overleg met de roordinator het
al dan niet starten van de reparatie werkzaamheden bij de garage. Een werkorder wordt door de
ploegleider ingevuld. De lijst met het benodigde onderdelen (aanvraagbon) wordt tevens door de
ploegleider op de werkorder vermeld en ondertekend. Vervolgens wordt deze werkorder in de
geautomatiseerd systeem ingeboekt waarbij de lijst met benodigde onderdelen digitaal realtime naar
de garagemagazijn gezonden. Op het moment dat de medewerker de originele werkopdracht van de
ploegleider in ontvangst neemt zal zijn productie-uren beginnen te tellen. Met de aanvraagbon zal de
benodigde onderdelen door de medewerker bij het magazijn worden gehaald. Bij beeindiging van
deze verrichte werkzaamheden wordt de ploegleider door de medewerker in kennis gesteld. Door de
ploegleider zal indien nodig een proefrit met voornoemd voertuig plaatsvinden. Voor afgifte zie proces
afgifte voertuigen.
SchadeDrocedure
Het onderdeel mobiliteit zorgt ook v~~r de afhandeling van schades (het zij intern het zij uitbesteden)
aan voertuigen ontstaan door een eenzijdige aanrijding, vernieling of door een ongevall• Hiertoe
worden contacten onderhouden met de verzekeringsmaatschappijen.
Functies de uitvoering van de boven beschreven (werk) processen en activiteiten worden binnen de unit Facilitaire zaken de volgende functies ingericht.
V~~r
Hoard Fad/itaire Zaken (1)
Inrichtingsplan KPC
Pagina 88 van 123
Geeft leiding en sturing aan de unit Facilitaire zaken. Stelt jaarplannen en begrotingen op en rapporteert aan het hoofd Bedrijfsvoering. Adviseert de korpsleiding en draagt onder andere zorg voor het opstelien van mobiliteitsplannen, huisvestingsplannen en lange termijn onderhoud. Bedrijfsbureau Administratief medewerker Faci/itaire Zaken (2) Deze medewerker vervult meerdere taken en verzorgt de algemene administratie ondersteuni ng en processen van aile afdelingen van het Facilitair Bedrijf. Naast administratieve ondersteuning, registreren van gegevens aangeleverd uit de diverse processen en verwerken van deze in informatiebestanden. Hiermee wordt management- en sturingsinformatie voor de verschillende bedrijfsprocessen gegenereerd. De medewenker verzorgt de intake van meldingen, registreert deze en zorgt dat de meldingen worden doorgegeven aan de diverse afdelingen en/of medewerkers. Tevens wordt het sleutelsysteem beheerd. Medewerker inkoop (2) Ontwikkelt beleidskaders en procedures ten behoeve van aanbestedingprojecten en stelt offertes op. Onderhoudt contact met de aanvrager over het op te stellen programma van eisen en coordineert het inkoopproces. Koopt daadwerkelijk in en onderhoudt contacten met leveranciers. Tevens worden contracten afgesloten, bijgehouden en bewaakt wordt toegezien op de kwaliteit van de afgeleverde middelen en afdelingen.
Materiele zaken Coordinator MatedeJe zaken (1) Richt facilitaire functies in en stuurt de werkzaamheden daarbinnen dagelijks aan. Adviseert over aile aspecten van Fadlitaire afdelingverlening. Coordineert de dagelijkse uitvoering van de activiteiten van de medewerkers. Bewaakt de afdelingverlening van externen. Schouwt periodiek de gebouwen en terreinen op uit te voeren onderhoud. Ploeg/eider MateriiHe zaken (1) Verdeelt de dagelijkse taken tussen de medewerkers en voert aile voorkomende facilitaire taken uit zoals beheer en onderhoud van gebouwen en het afhandelen van meldingen en storingen Faci/itair Medewerker (7) Draagt zorg voor het feitelijk beheer en onderhoud van gebouwen. Voert eenvoudige bouwkundige en technische onderhouds- en beheerswerkzaamheden uit. Handelt klachten en meldingen af. Verleent logistieke ondersteuning zoals bij evenementen. Verzorgt de aanvraag en levering van dranken, kantoor en huishoudelijke artikelen, transporteert goederen. Verzorgt de aanschaf en uitgifte van kleding, uitrusting en bewapening. Magazijnbeheerder Faci/itaire Zaken (1) Draagt zorg voor het beheer van het magazijn. Bewaakt de voorraden, verwerkt aanvragen en geeft goederen uit. Houdt registraties bij.
Mobiliteit Coordinator Mobi/iteit (1) Richt de afdeling mobiliteit in en stuurt de werkzaamheden daarbinnen dagelijks aan . Adviseert over aile aspecten van Mobiliteit zoals aanschaf, beheer en onderhoud van voertuigen . CoOrdineert de dagelijkse uitvoering van de activiteiten van de medewerkers. Plant de keuring van voertuigen. Beslist over de uitbesteding van werkzaamheden. Rapporteert over schades aan voertuigen. Ploeg/eider Mobi/iteit (1) Beoordeelt binnenkomende verzoeken en stelt diagnoses. Stelt werkorders en verwerkt deze. Verdeelt de dagelijkse taken tussen de medewerkers en verzorgt onderhoud en reparaties van voertuigen. Monteur(7)
lmiehtingsplan KPC Pagina 89 van 123
Onderhoudt en repareert voertuigen. Vervangt onderdelen en banden. Voert ondersteunende taken uit zoals het aanbieden van voertuigen voor de keuring Maga?ijnbeheerder Mobiliteit (1) Draagt zorg voor het beheer van het magazijn. Bewaakt de voorraden, verwerkt aanvragen en geeft goederen uit. Houdt registraties bij en verwerkt werkorders.
6.3.5
ICT
De unit lCT is verantwoordelijk voor een actieve ondersteuning van aile korpsprocessen op het gebied van automatisering en informatisering. lCT is geen doel op zieh, maar rieht zieh naar de wensen en de eisen vanuit de korpsprocessen. Het is daarin een (modern) hulpmiddel om de korpsdoelstellingen te bereiken. lCT is in deze qua definitie bedoeld in de meest ruime zin, dus computers, randapparatuur, applieaties en netwerk (datacommunicatie en spraak) Dit inrichtingsvoorstel is gericht op de noodzakelijke doorontwikkeling van de informatievoorziening van de lCT binnen KPC. lCT is geen core- business maar een faeiliteit, die ervoor zorgt dat de goede informatie in de goede vorm op het juiste moment op de goede plaats aanwezig is tegen minimale kosten. De unit lCT moet de hierboven bedoelde proeessen bewaken vanuit een functioneel beheer. De hiervoor gevraagde formatie is een basis waarop komende jaren verdere aanpassing zal moeten gaan plaatsvinden. Ontwikkelingen op het gebied van samenwerking binnen (Iandelijke) shared services met overheden en ketenpartners en visie- ontwikkeling op uitbesteding zullen van invloed zijn op de dan benodigde (interne) formatie. Met nadruk wordt er op gewezen dat dit een startformatie betreft.
Werkorocessen De ,inrichtingskeuze van de unit lCT organisatie is gebaseerd op de drie hoofdproeessen; Technisch
beheer, Applicatiebeheer en Functioneel beheer.
De deelproeessen worden hierna op hoofdlijnen kort toegelicht.
Technisch beheer (operationeel) Configuratieproces Registratie van aile lCT- middelen waaronder status, eigenaarschap, locatie, aanschafkosten, licenties e.d. (PC's, printers, telefonie, applicaties, licenties ed). Deze informatie is basis voor de juiste uitvoering van de lCT- beheerproeessen. Uitvoering is belegd binnen de (oplossende) servicedesk. Hel pdeskli ncidentoroces: Het registeren, afhandelen, routeren en afmelden van incidenten die door gebruikers worden gemeld volgens afgesproken normen. Deze hebben zowel betrekking op techniek als functionaliteit. Doel is om zoveel mogelijk incidenten direct bij de (oplossende) servicedesk af te handelen. Tevens wordt er vanuit dit onderdeel op locatie ondersteuning verleend bij incidenten en het doorvoeren van standaard wijzigingen (oa. verhuizing en plaatsing lCT randapparatuur). Wijzigi ngsproces: Het gestructureerd doorvoeren van veranderingen in de infrastructuur (zowe! techniek als functionaliteit) Dit op basis van incidenten of op basis van vernieuwing. lnitiatie vanuit vanuit systeem- en applicatiebeheer. Aanschaf en vervanging Het opstellen van en adviseren over onderhouds· en vervangingsplanl1en en bijbehorende begrotingen. Het in overleg met gebruikers opstellen van functionele en tedmische programma's van eisen op voor nieuw aan te schaffen lCT-middelen. Adviseert over uitbestedingen, onderhoudscontracten, aanschaffingen e.d. ten aanzien van lCT-middelen. Het inbrengen van de lCT-kwalificaties in offerteaanvragen voor aansehaf van lCT -middelen. Het verstrekken van inhoudelijke informatie aan leveranciers. Het beoordelen van offertes en het adviseren over gunning.
Technisch beheer (tactisch) Beschikbaarheidsbeheer:
Inrichtingsplan KPC
Pagina 90 van 123
Het bieden van een afgesproken nivo van beschikbaarheid van de ICT infrastructuur (systemen,
netwerk en applicaties). Aspecten die hierin een rol spelen zijn : uitvoeren pro-actief beheer ter
voorkoming van storingen, monitoren van gebruik, uitvoeren van back-up en restore procedures.
Uitvoering van deze taken zijn voornamelijk belegd binnen de functies systeem-en netwerkbeheer en
appl icatiebeheer.
ICT capaciteitsmanagement :
Het pro- actief monitoren van de beschikbare opslagcapaciteit (schijven, databases e.d.) en deze
waar nodig uitbreiden. Het uitvoeren van schoningsprocedures vindt binnen dit proces ook plaats.
Uitvoering van deze taken zijn voornamelijk belegd binnen de functies systeem- en netwerkbeheer en
applicatiebeheer.
Service level management:
Het sturen op en rapporteren over de afgesproken dienstverlening (waaronder het aansturen van
toeleveranciers). Is binnen KPC van belang dat dit proces snel wordt ingericht, omdat essentiele
applicaties (ACTPOL cs.) en systemen qua beheer en ontwikkeling extern zijn belegd. Deze taak
wordt qua uitvoering belegd bij het hoofd van de unit ICT.
Security management:
Zorgdragen dat de infrastructuur op afdoende wijze is beveiligd tegen security- risico's van binnen uit
of buiten af. Hierbij kan gedacht worden aan toegang tot systemen, (autorisatiebeJeid), en informatie,
internetgebruik (hackers, virussen), koppelingen naar ketenpartners, fysieke beveiliging computer- en
netwerkruimtes.
Het opstelien van een gedegen basis- beveiligingsplan is de eerste activiteit.
Applicatiebeheer Aile hierna genoemde taken worden uitgevoerd door de applicatiebeheerders
Autorisatie- en rechtenbeheer:
Zorgdragen dat aileen geautoriseerde personen toegang hebben tot de informatiesystemen en
daarbinnen de handelingen kunnen uitvoeren die nodig zijn voor hun taakuitvoering.
Tabellenmanagement:
Zorgdragen dat de (stuur en referentie)tabellen binnen de verschillende appJicaties actueeJ zijn (denk
aan: lokaties, personeelsleden, wet- en regelgeving)
Applicatiegebruik:
Controleren dat de applicatie op de juiste manier gebruikt wordt (bijvoorbeeld het monitoren of
invoer van gegevens conform de daarvoor geldende regels plaatsvindt). Ook het participeren binnen
het gebruikersoverleg van betreffende applicatie behoort tot de taaksteliing. Dit geldt oak voar het
toetsen van voarstellen tot aanpassing van de applicatie en het verlenen van actieve
gebruikersondersteuning. Speerpunten zijn: ACTPOL en Kantoorautomatisering (LOTUS en MS-office)
Training en instructies
Het ontwikkelen en verzorgen van trainingen en instructielessen als nieuwe systemen worden
geIntroduceerd en/of het beoordelen van door derden ontwikkelde en verzorgde trainingen en
instructielessen. bijgevoegd
Functioneel beheer ICT Procesoverleg:
Regulier overleg met proceseigenaren over de werking van de informatiesystemen en het verzamelen
en bundelen van mogelijke verbeteringen (achterhalen van "de vraag achter de vraag"). Focus is het
proces, waarbij meerdere applicaties betrokken kunnen zijn.
Vernieuwing en innovatie:
Inrichtingsplan KPC
Pagina 91 van 123
Op basis van de bij de gebruiker achterhaalde functionele wensen conform beschikbaar budget
komen tot prioriter'ing en realisering van vernieuwingen binnen de informatievoorziening. Een en
ander afgestemd en geprioriteerd in overleg met de proceseigenaar. Ook innovatieve ontwikkelingen
wilen hun plaats moeten krijgen binnen de informatievoorziening. Keuzes wilen steeds meer
gebaseerd worden op uitgewerkte buSiness- cases.(kosten -baten).
Adviserinq:
Het formuleren van een ICT- meerjaren strategie en het adviseren van het management over J:CT
onderwerpen. Deze taak is formeel belegd bij de chef van de afdeling ICT. Inhoudelijke input wordt
geleverd via functioneel beheer.
Projectinzet:
Participeren binnen ICT (vernieuwings)projecten. Zorgt ervoor dat er testplannen beschikbaar zijn en
dat er formele acceptatietesten kunnen worden uitgevoerd. (decharge).
Deze processen moeten de komende tijd binnen de lijnorganisatie verder worden uitgewerkt met de
focus op een pragmatische benadering. De beschrijvingen zijn hoofdzakelijk gebaseerd op ITIL, de
wereldstandaard op het gebied van ICT procesbeschrijvingen. De mate waarin dit model
daadwerkelijk ingevuld kan worden is afhankelijk van de beschikbare financiele middelen, kennis,
capadteit en bovenal prioritering.
Functies ICT Op basis van de hierboven beschreven processen worden de volgende functies ingericht.
Hoord JCT (1) Geeft leiding aan de afdeling. Stuurt en coordineert de uitvoering van aile ICT taken. Stelt (meerjarig) ICT- plan op. Bewaakt de kwaliteit van de afgesproken dienstverlening zowel intern als extern uitbesteed. Bekleedt "Iaisson"- functie naar leveranders en ketenpartners. Medewerker Beveiliging en Processen (1) Stelt beveiligingsplan op en onderhoudt deze. Voert audits uit en brengt beveiligingsissues in beeld en rapporteert hierover aan het management. Beschrijft, implementeert, documenteert en beheert de gekozen ICT werkprocessen t.b.v. verdere professionalisering. Medewerker Functioneel beheer (1) Bewaakt dat de informatievoorziening zo optimaal mogelijk aansluit bij de wensen en eisen vanuit de processen. Organiseert ICT procesoverleg. Toets en adviseert m.b.t verzoeken tot aanpassing van informatiesystemen. Stelt testplannen op. Medewerker Applicatiebeheer (2) Zorgt voor continu"iteit en operationele beschikbaarheid van aile applicaties. Is aanspreekpunt voor gebruikers bij complexe vraagstelling. Geeft voonichting over gebruik en stelt gebruikershandleidingen op. Voert acceptatietesten uit voor nieuwe of gewijzigde applicaties. Beheert de referentietabellen. Medewerker Systeem- en Netwerkbeheer (1) Zorgt voor continu'iteit en operationele beschikbaarheid van aile lokale servers en netwerken. Voert dagelijkse beheertaken uit. (le lijns) Implementeert nieuwe releases van software en hardware. Voert back-up en recovery procedures uit. Medewerker Servicedesk (3) Registreert aile inkomende incidenten. De medewerker werkt zoveel mogelijk direct oplossend (remote). Communiceert aan de gebruiker de status en voortgang van wijzigingsverzoeken en/of storingen. Voert ook op locatie activiteiten uit waaronder het verhuizen en (ver) plaatsen van ICT middelen. Registreert en actualiseert aile ICT middelen (hardware en software).
Inrichtingsplan KPC
Pagina 92 van 123
6.3.6 Ondersteuning 8t Beleid De korpsleiding is verantwoordelijk voor de besturing van het korps. Daarbij wordt zij ondersteund door een aantal disciplines die z ~jn samengevoegd in de unit Ondersteuning & Beleid binnen de afdeling Bedrijfsvoering. Bij de besturing speelt de PDCA-cyclus een belangrijke rol. Dit betreft zowel de planningskant (beleid) als de verantwoording van de uitvoering (control). Beide aspecten zijn in deze staf bijeengebracht. Het overleg met externe partners en bestuur in het kader van gezamenlijk veiligheidsbeleid wore:lt ondersteund en voorbereid. Tot slot wordt er een drietal ondersteunende disciplines zoals post & archief, secretariaat en een bodetaak georganiseerd.
WerkDrocessen De unit Ondersteuning en beleid is opgebouwd uit vier verschillende stromen zijnde beleid, controle, administratie, secretariaat en bode, die allen een gezamenlijk doeI hebben "ondersteuning" bieden aan het Managementteam. Omdat de werkzaamheden binnen de unit ondersteuning & beleid onderdelen van diverse werkprocessen betreft, worden de processen waar deze onderdeel van uitmaken hier niet aile volledig toegelicht. Beleid Het opstellen van een capaciteitsplan afgestemd op overeengekomen doelen in het jaarplan en inzetplan waarbij capaciteit op hoofdlijnen wordt toegedeeld aan werkprocessen en activiteiten. Verzamelt gegevens t.b.v. beleidsvorming en veredelt deze tot informatie die voor beleidsontwikkeling of beleidskeuzes bruikbaar is. Ondersteund het managementteam bij opstellen van beleid. Schrijft beleidsplannen, beleidsnotities en verslagen. Beoordeeld gevraagd enongevraagd complexe juridische vraagstukken en geeft advies en voorstellen ter wijziging aan het managementteam. Bereidt marapgesprekken v~~r (verzamelt en toetst informatie, beoordeelt achtergronden afwijkingen en adviseert over bijstelling doelen Controle Het adviseren van het managementteam over het meetbaar maken van beleidsdoelstellingen. Het verzamelen, analyseren van informatie en het vertalen van deze informatie naar rapportages voor de uitvoering van de P&C-cyclus Bewaking van de totstandkoming van jaarplannen, managementsrapportages, jaarverslagen, meerjarenplannen, managementgesprekken, e.d. Het uitvoeren van procesmanagement (AO/Ie). Beoordeeld periodiek de processen van het korps door op effectiviteit en efficiency. Stemt productie van managementinformatie korpsbreed af. Bewaakt de uitvoering van de besluiten van het managementteam over de opvolging van de verbetervoorstellen uit de audits Administratiei Bode Het registreren van inkomende en uitgaande post. Het sorteren en verdelen van binnenkomende post. Het transporteren van post tussen de verschillende bureau's. Het bewaken van termijnen van afhandeling en zonodig terzake rappelleren Het vormen en archiveren van dossiers (schoont en selecteert stukken en maakt dossier toegankelijk). Het beheren van het statische archief (bepaalt inrichting en draagt voor voor schoning). Het vemietigen van dossiers. Het afhandelen van informatieverzoeken. Het op/terug zoeken van dossiers en het bij houden van de registratie hiervan. Secretariaat Het ondersteunen van het managementeam bij het voeren van overleg (agendeert, bereidt agendastukken voor en bewaakt afspraken). Het ondersteunen van het managementeam bij proces besluitvorming (agendeert, beoordeelt kwaliteit), besluitvormingsdocumenten, vraagt pre- advies aan bij verantwoordelijken en bewaakt opvolging besluiten. Het voorbereiden en opstellen van reacties op vragen die het managementeam moet beantwoorden t.b.v. externe ketenpartners. Het beheren van de agenda van MT- leden. Het organiseren en voorbereiden en notuleren van
Inrichtingsplan KPC
Pagina 93 van 123
bijeenkomsten/vergaderingen. Het afhandelen van mails en correspondentie en het concipieren van brieven. Het coordineren van de administratieve afhandeling van klachten.
Functies: De volgende functies worden ingericht; Hoofd Ondersteuning en Beleid (l) Zorgt voor adequate ondersteuning van het managementeam bij het formuleren van de meerjaren strategie. Stuurt op beleidsontwikkeling, samenhang en uitvoering van de producten die worden geleverd, afgestemd op de behoeften van het managernenteam (communicatie, planning & controle). Geeft inhoud aan het interne accountschap. Senior Beleidsmedewerker (l) Ondersteunt het managementeam bij beleidsontwikkeling door het verzamelen, analyseren en
verwerken van gegevens tot bruikbare informatie. Onderzoekt interne en externe
(juridische)beleidsvoorste"en brengt hier advies over uit. Ondersteunt bij externe overlegvormen en
bereid deze voor.
Beleidsmedewerker (2)
Ondersteunt het managementteam bij het nemen en doen uitvoeren van besluiten en bij andere
werkzaamheden. Venicht ondersteuning aan de beleidsontwikkeling en (juridische)beleidsvoorste"en.
Business Controller (1)
Ondersteunt en adviseert het management met betrekking tot sturing op het behalen van resultaten
en het beheersen van werkprocessen. Richt de integrale P&C-cyclus in stuurt daarbinnen
werkzaamheden functioneel aan, consolideert deelrapportages en bewaakt de samenhang en
totstandkoming hiervan. Produceert managementinformatie.
Secretaresse (2)
Ondersteunt het managementteam administratief en secretarieel in de organisatie van een groot
aantal activiteiten (inclusief het serveren van cateringsbehoeften).
Bode (2) Sorteert en transporteert poststukken Medewerker Post en Archief (2) Registreert en archiveert poststukken en dossiers.
6.4
CoOrdinatie, aansturing en verantwoordelijkheden
In deze paragraaf wordt ingegaan op aansturing van de afdeling Bedrijfsvoering en de verschi"ende verantwoordelijkheden. Het • • • • • De • • • •
Diensthoofd Bedrijfsvoering heeft de volgende verantwoordelijkheden: Participeert in het Korpsmanagementteam Treedt op ai's proceseigenaar bedrijfsvoering Ontwikkeling meerjaren visie bedrijfsvoering Leiding aan de hoofden van de verschi"ende units Ontwikkeling en implementatie beleid afdeling hoofden van de verschi"ende units hebben de volgende verantwoordelijkheden: Participatie in MT van de afdeling Bedrijfsvoering Treedt op als eigenaar van een deelproces (Financien, HRM, Fadlitair, ICT en Ondersteuning) Ontwikkeling beleid ten behoeve van een deelproces Leiding aan de medewerkers werkzaam in het bureau
Inrichtingsplan KPC
Pagina 94 van 123
Bij de inrichting van de afdeling Bedrijfsvoering wordt gekozen voor een 3-lagen leidinggevende structuur (korpschef, diensthoofd en hoofd) om zo de organisatie zo plat mogelijk te houden. Dit houdt in dat er geen chef wordt ingericht onder de hoofdenfuncties. De ondersteuning van het Diensthoofd Bedrijfsvoering zal worden ingebed binnen de unit Beleid en Onderstreuning. Het kan wei nodig zijn dat bepaalde functionarissen naast inhoudelijk werk ook coordinerende taken uitvoeren.
6.5
Bereikbaarheid
In deze paragraaf worden spedfieke eisen weergegeven ten behoeve van de bereikbaarheid van medewerkers om de continu'iteit van de bedrijfsvoering te kunnen waarborgen.
De medewerkers van het onderdeel ICT, Fadlitaire Zaken en Mobiliteit moeten worden opgenomen in een piketregeling om de 24-uurs beschikbaarheid.
6.6
Formatieoverzicht
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van aile functies die worden ingericht binnen de
afdeling Bedrijfsvoering en het aantal functies.
Tevens wordt ingegaan op de taken, die in aanmerking komen voor uitbesteden. Dit is noodzakelijk
omdat dit uitbesteden van taken wei begroot moet worden.
Leidinq 1
Formatie Bedriifsvoering Diensthoofd Bedrijfsvoering Hoofd Financien Medewerker Finandeel beleid & controle Medewerker Finandeel beheer & advies Medewerker Finanden
1
Hoofd HRM Adviseur HRM Bedrijfsmaatschappelijk werker Jurist Juridisch medewerker Coordinator Personeelsadministratie Planner Senior medewerker personeelsadministratie Medewerker Personeelsadministratie
1
Hoofd Fadlitaire Zaken Administratief medewerker Facilitaire Zaken Medewerker Inkoop
1
FZ
Facilitair
lCT
1 1 3 3 1 1 2 1 2 3 3 2 2
Coordinator Materiele Zaken Ploegleider Materiele Zaken Facilitair Medewerker Magazijnbeheerder Fadlitaire Zaken Coordinator Mobiliteit Ploegleider Mobiliteit Monteur Magaziinbeheerder Mobiliteit
HRM
1 1
7 1 1 1
......
Hoofd ICT Medewerker Beveiliging en processen
7 1 1
I
I
1
OB
Inrichtingsplan KPC Pagina 95 van 123
Uitbesteden Binnen de huidige inrichting zijn op onderdelen keuzes gemaakt voor wat betreft het zelf uitvoeren van taken of deze uit te besteden. Bij uitbesteden wordt er van uitgegaan dat die activiteit, die behoren tot een werkproces van de afdeling bedrijfsvoering behoort, bij een externe partij zal worden ingekocht. Deze activiteit zal onder regie van de opdrachtgever door deze partij worden uitgevoerd. Inhuur van dergelijke taken zal moeten worden begroot. Argumenten om te kiezen voor uitbesteding zijn: • dat de organisatie zich geheel kan richten op de kerntaken • toegang tot expertise en technologie • professionaliteit • kennis van de leverancier • marktconformiteit en continuTteit • risicobeheersing en flexibiliteit • potentiele kostenreductie Uitbreide visie-ontwikkeling rondom het verder vormgeven van uitbesteding in brede zin moet beleidsmatig worden opgepakt. Voor de volgende onderdelen van de afdeling bedrijfsvoering worden de taken uitbesteed en/of ingekocht.
lIT Projectleiding implementatie Software ontwikkeling, niet zijnde ACTPOL 2e lijns ondersteuning technische infrastructuur (servers, netwerken,) Hierbinnen moeten ook de uitbreidingen worden ingenomen 2e lijns applicatie-ondersteuning gericht op lokale applicaties woo MS-office Bestaande onderhoudskontrakten Rekening moet - mede gelet op de doorontwikkeling - worden gehouden met aanzienlijke bedragen in de begroting Unit Fadlitaire zaken Beveiliging. De taken met betrekking tot de beveiliging en gebouwen wordt geheel uitbesteed. Uitbesteding vindt plaats op basis van het aantal voor de taak berekende inzet en uren. Voor de huidige beveiligingstaken voor wat betreft het gebouw Rio canario dient bij het omzetten van deze uren in fte's vooralsnog rekening te worden gehouden met 11 fte. Dit bedrag dient in de begroting te worden meegenomen.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 96 van 123
Schoonmaak In het bestaande inrichtingplan zijn 16 medewerksters belast met schoonmaaktaken op de diverse locaties van het korps. Op basis van nader vast te stellen programma van eisen met daarin indicatoren voor de kwaliteitseisen en de frequentie van schoonmaak is, op basis van het huidige aantal locaties, berekend dat het aantal uren dat nodig is voor het schoonmaken en houden van deze locaties overeenkomt met 7 (zeven) medewerkers. Bij - op termijn - volledige uitbesteding van deze taken zal voor 7 fte in de begroting rekening moeten worden gehouden. Hierdoor is er binnen dit inrichtingsplan geen rekening gehouden met de functie van hygienisten. Garage Er dient een onderzoek te worden verricht om na te gaan in hoe verre de mogelijkheid bestaat om een gedeelte van onderhoud en reparaties van het wagenpark inclusief de functie van het magazijn van de garage uit te besteden. Bij een keuze om deze taken uit te besteden dient rekening te worden gehouden met 6 fte in de begroting (5 monteurs en 1 magazijnbeheerder) HRM Thans wordt de salarisadministratie gevoerd bij de centrale overheid. Op dit moment is nog niet bekend of dit ook door de nieuwe overheid zal gebeuren. Ais dit zo is dan is er sprake van structurele uitbesteding van een taak van HRM. Vooralsnog gaat het korps KPC er vanuit dat deze taak door het korps moet worden uitgevoerd. De opmaak van salarismutaties zal binnen de unit HRM worden ondergebracht terwijl Salarisbudget en uitbetalingen van salarissen wordt bij het ministerie van Financien ondergebracht.
6.7
Organogram Dienst Bedrijfsvoering
Dienst Beetl Jfl;voerIrg (DeV)
Ullt FIn;n;;len
LI'1lt Facilitalre 7.tI\en
Lhlt leT
Lhlt Q'idersta.nlng
Inrichtingsplan KPC
Pagina 97 van 123
7.
Staf Korpsleidinq
7.1
Definitie
< Inhoud >
De korpsleiding/Managementteam van het Korps Politie Cura<.;ao bestaat uit de Korpschef, de plv. Korpschef, het Hoofd Politiedienst, het Hoofd Recherche & Informatiedienst en het Hoofd Dienst Bedrijfsvoering. De korpschef is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het Korps Politie Curac,;ao en geeft hiernaast direct aansturing aan de stafdiensten. De plv. Korpschef is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de uitvoerende diensten zijnde de Politiedienst en de Recherche & Informatiedienst. Het Hoofd Politiedienst en het Hoofd Recherche & Informatiedienst geeft op hun beurt aansturing aan de afdelingen die onder hen ressorteren. De staf van de Korpsleiding bestaat uit functionaliteiten, vallend buiten de Bedrijfsvoering, die de Korpsleiding ondersteunt in haar functioneren. Het betreft hier afdelingen en functionaliteiten die naast hun adviserende en (beleids)ondersteunende ral tevens uitvoering geven aan werkzaamheden op hun gebieden ten behoeve van het gehele korps.
7.2
Afbakening
De staf die de korpsleiding ondersteund wordt volledig ingericht binnen het Korps Politie Cura<.;ao op zo/n wijze dat de afdelingen vallende onder de staf compleet en volwaardig kunnen functioneren. Deze afdelingen worden direct door de korpschef aangestuurd. De Bureaus die onder de staf vallen zijn: Bureau Interne Zaken, Bureau Preventie & Communicatie en het Bureau Kwaliteit.
7.3
Uitgangspunten/algemene opmerkingen
Alhoewel er in deze hoofdstuk gesproken wordt van Staf korpsleiding zullen de bovenbedoelde afdelingen direct onder de korpschef ressorteren die voor de algehele aansturing verantwoordelijk is. Er wordt vanuit gegaan dat de werkzaamheden vallende onder de staf van de korpsleiding volledig binnen het korps worden ingebed. De producten vallende onder de staf zijn enerzijds ondersteunend en anderzijds adviserend richting de korpschef en het managementteam.
7.4
Werkprocessen/functies per werkproces
De basis voor de inrichting van de staf zijn de ondersteunende en adviserende/beleidsprocessen, die noodzakelijk zijn binnen het korps. Nadat de output en processen van de staf zijn ge'identificeerd en benoemd, is vastgesteld welke processtappen en activiteiten uitgevoerd moeten worden. De taken zijn vervolgens verdeeld over functies om ervoor te kunnen zorgen dat adequate ondersteuning en advisering wordt georganiseerd teneinde tot een adequate professionele ondersteuning van de korpsleiding te geraken. Aile werkprocessen zullen met regelmaat moeten worden geevalueerd. In dit inrichtingsplan is - op onderdelen - de keuze gemaakt om aile taken zelf te verrichten. Bij de beschrijving van de diverse processen en activiteiten wordt hier nader op ingegaan. In de volgende paragrafen worden per stafonderdeel de belangrijkste (deel)processen benoemd. Uit de processen zullen de processtappen en activiteiten voorvloeien die in functietypes zullen worden omgezet. 7.4.1 Bureau Interne Zaken Het bureau Interne Zaken bij het Korps Politie Cura<.;ao is belast met het verrichten van interne (disciplinaire) onderzoeken die middels klacht of in opdracht van het Openbare Ministerie of de korpschef bij voornoemd bureau worden gedeponeerd. Dit bureau wordt in opdracht van het
Inrichtingsplan KPC
Pagina 98 van 123
Openbare Ministeliie tevens belast met strafrechtelijke onderzoeken tegen medewerkers van het korps. Dit bureau is tevens belast met controles op de diverse werkplekken binnen het korps teneinde vast te kunnen stellen of het personeel conform de door de korpsleiding vastgestelde normen en discipline functioneren. Dit bureau is belast met het adviseren van de korpsleiding inzake preventieve maatregelen die genomen dienen te worden om de integriteit binnen het korps te waarborgen. Genoemde maatregelen dienen door dit bureau te worden geconcretiseerd in een interne (veiligheids) preventiebeleid voor de medewerkers van het korps. De projecten c.q. activiteiten voorvloeiende uit dit interne (veiligheids) preventiebeleid zullen tevens door dit bureau worden uitgevoerd. Bij (grootschalige) politieoptreden zal het personeel van dit bureau voor de nodige controle op de kwaliteit van het optreden van het personeel zorgdragen. De reactie van de omgeving op het optreden van het politiepersoneel zal tevens worden geevalueerd teneinde voorstel van aanpassingen op het optreden voor de korpsleiding aan te bieden. Dit bureau is mede verantwoordelijk voor het verrichten van milieu en veiligheidsonderzoeken binnen de werving en selectie procedure van het korps. Tot slot zal dit bureau zorgdragen voor de nodige rapportages van hun bevindingen inzake vorenstaande werkzaamheden ten behoeve van de korpsleiding. moeten opstellen.
Werkprocessen Het Bureau Interne Zaken is verantwoordelijk voor het registreren en evalueren van klachten, het verrichten van disciplinaire en strafrechtelijke onderzoeken, het rapporteren aan de korpsleiding en het uitvoeren van preventieve acties op het gebied van integriteit (disdpline) binnen het korps. Binnen het Bureau Interne Zaken zijn de volgende (deel)processen te onderscheiden: Opnemen van klachten Het Bureau Interne Zaken is verplicht aile meldingen (klachten) tegen onaanvaardbare optreden van het korpspersoneel op te nemen en te registreren. De klachten worden digitaal binnen een (beveiligd) geautomatiseerd systeem geregistreerd. Meldingen (klachten) kunnen door externe maar ook interne klanten worden ingediend. Naast deze meldingen kan een schriftelijke opdracht van de korpsleiding of het Openbare Ministerie aan voornoemd bureau worden gegeven om een (disdplinaire) Strafrechtelijk onderzoek jegens een korpsmedewerker op te starten. Deze opdrachten worden tevens in voornoemd geautomatiseerd systeem geregistreerd. Evaluatie klachten De klachten en of opdrachten die geregistreerd zijn worden door dit bureau geevalueerd om na te gaan of dezen interne (disciplinaire) of strafrechtelijke van aard zijn. De klachten die strafrechtelijk van aard zijn zullen na bespreking met het Openbare Ministerie door de Landsrecherche of door dit bureau zelf uitgevoerd. AIle klachten van interne disdplinaire aard zullen door het Bureau Interne Zaken worden onderzocht en afgehandeld. Onderzoeken Na de evaluatie van de klachten worden de onderzoeken van interne (disciplinaire) aard en/of disciplinaire aard door het personeel van het Bureau Interne Zaken aan de hand van de prioriteit gepland. Elke onderzoek zal projectmatig worden voorbereid waarna de geplande onderzoeksactiviteiten zullen worden uitgevoerd. Het verloop van het onderzoek zal constant worden gemonitord om na te gaan of dit volgens de geplande kaders wordt uitgevoerd waarna dit onderzoek zal worden afgerond. Controlewerklaamheden Het Bureau Interne Zaken is belast met het opstellen van een jaarplanning waarin de cyclus van de controles op de werkplekken wordt aangegeven. De controle richt zich op de ordelijkheid van de werkplek en materiaal, het bijhouden van de dienstroosters, aanwezigheid van personeel op dienst, invulling wachtrapport, communicatie tussen medewerkers onderling en tussen medewerkers en (directe)leidinggevenden. Naast deze controle wordt bij (grootschalig) optreden van het politiepersoneel tevens door dit bureau toezicht en controle gehouden. Hierbij zal proportionaliteit en subsidiariteit, houding, gedrag en nazorg van het politiepersoneel worden geevalueerd. De reactie
Inrichtingsplan KPC
Pagina 99 van 123
van de omgeving op het optreden van het politiepersoneel zal tevens worden geevalueerd teneinde voorstel van aanpassingen op het optreden voor de korpsleiding aan te bieden Preventieve Cbeleid) maatregelen Naar aanleiding van de bevindingen van het Bureau Interne Zaken in de verschillende onderzoeken en optredens van het politiepersoneel zal er een preventie beleidsplan door dit bureau worden opgesteld en ter akkordering bij de 'korpsleiding worden ingediend. Na a'kkordering door de korpsleiding zal dit beleidsplan in concrete acties (projecten) worden vertaald en door voornoemd bureau binnen de organisatie worden gei"mplementeerd teneinde de integriteit van het politiepersoneel te kunnen waarborgen. Milieu onderzoeken In het kader van het proces werving en selectie van sollidtanten bij het korps zullen de medewerkers van het Bureau Interne Zaken in een commissievorm belast worden met het milieu onderzoek en veiligheidsonderzoek van de kandidaten die bij het korps sollidteren. Rapportage Ais output van boven omschreven deelprocessen zal er rapportages worden opgesteld. Voor wat betreft de registratie van de klachten zal periodiek een overzicht van de aantal en type klachten met bijbehorende onderzoekresultaten ten behoeve van het korps worden opgesteld. De verrichte interne (disciplinaire) onderzoeken zullen met een rapportage, met als inhoud de onderzoekresultaten en condusie, INOrden afgesloten. Dit rapport zal voor het voorstel opleggen disdplinaire straf naar het juridische afdeling worden gezonden. De strafrechtelijke onderzoeken zullen met een proces-verbaal worden afgerond. Uit de uitgevoerde controlewerkzaamheden zullen rapportages van bevindingen voor de korpsleiding worden opgesteld. Een jaarlijkse preventiebeleid met bijbehorende projecten zal ter goedkeuring van de korpsleiding door het Bureau Interne Zaken worden opgesteld . De bevindingen rondom het milieu -en veiligheidsonderzoek zullen tevens gerapporteerd worden aan het Hoofd Bedrijfsvoering die de eind verantwoordelijkheid draagt van het proces werving en selectie.
Functies: De volgende functies worden ingericht; Hoard Interne Zaken (1) De bureauchef is onder ander verantwoordelijk voor: • de coordinatie van interne onderzoeken in het kader van klachtenbehandeling en disdplinaire aangelegenheden en leidinggeven. • de coordinatie en supervisie van het opnemen en registratie van de klachten over politie optreden. • de toetsing en verdere afhandeling (onderzoek) van klachten. • het adviseren van de Korpsleiding inzake mogelijke preventieve maatregelen • het opstellen en uitvoeren van een preventiebeleid binnen het korps. • het voeren van overleggen met de korpschef, het Openbare Ministerie en de Landsrecherche. • het zorgdragen voor de rapportages en planningen ten behoeve van de korpsleiding.
Medewerker Interne Zaken (5) De medewerker BIZ is onder ander verantwoordelijk voor:
• het opnemen en registreren van aile klachten. • het verrichten van interne (disciplinaire) en strafrechtelijke onderzoeken naar eigen medewerkers (veiligheidsonderzoek, disciplinaire onderzoek en m & a-onderzoek). • Het uitvoeren van veiligheidsaspecten binnen het korps. • het verrichten van controle werkzaamheden op werkplekken en tevens bij (grootschalig) optreden van het politiepersoneel. • de uitvoering van preventieve projecten voortvloeiende uit het preventie beleid. • het signaleren van ontwikkelingen en tendensen die de integriteit van het korps zullen aantasten en deze signalen gebruiken als input om een gedegen preventiebeleid op te kunnen stellen.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 100 van 123
Organogram Interne Zaken
Hoofd Interne Zaken
Medewerker Interne
Zaken
7.4.2
Bureau Kwaliteit
Definitie Kwaliteit wordt gedefinieerd als het geheel van kenmerken van het Korps Politie Curac,;ao dat betrekking heeft op het vermogen van het korps om kenbaar gemaakte en vanzelfsprekende behoeften van de interne- en externe klanten te bevredigen. Aannames en uitgangpunten In deze paragraaf wordt ingegaan op de aannames en uitgangspunten bij het inrichten van een Bureau Kwaliteit voor het korps politie Curac,;ao. Aannames en uitgangspunten
De afge/open jaren heeft zich om en bij het Korps Politie Curac,;ao vele ontwikkelingen voltrokken. In verschillende rapporten werd kritiek geleverd op het functioneren van het korps. Het korps diende beter en effidenter te gaan functioneren. Binnen het korps is het kwaliteitsdenken nog niet wijd bekend en wordt niet overal toegepast. Om structureel aandacht te geven aan het aspect kwaliteit van het politiewerk is binnen het structuur van het korps een Bureau Kwaliteit opgenomen. Doordat het sinds kort is dat binnen de structuur van het korps een Bureau Kwaliteit is opgenomen dient rekening te worden gehouden dat het bureau nog in een opbouw fase bevindt. Het Bureau kwaliteit zal aanvullende zekerheid aan de korpsleiding en het betreffende management geven over de effectiviteit en de beheersing van de bedrijfsvoering, door het vastleggen van de werkwijze van de interne audit, die het totale kwaliteitssysteem periodiek en stelselmatig op doeltreffendheid en doelmatigheid evalueert.
Werkprocessen en resultaat gebieden Inhoudelijk beschikt het Bureau Kwaliteit van de volgende instrumenten en middelen ter bewaking van het managementsysteem: Werkproces "Beheersing van documentatie en registraties" Werkproces "Opstellen van doelstellingen en streefwaarden" Werkproces "Meten, analyseren en verbeteren". Werkproces "Interne audits". Werkproces "Directiebeoordelingen".
Inrichtingsplan KPC
Pagina 101 van 123
Werkproces "Preventieve en corrigerende maatregelen" Beheersing van documentatie en registraties Doelstellingen en streefwaarden
PI n Meten, analyseren en verbeteren
Do
Act Directiebeoordelingen
Preventieve en corrigerende
maatregelen
Check Interne aud its
Plannen, doelstellingen en streefwaarden worden jaarlijks opgesteld. De werkelijke prestatie wordt gemeten aan de hand van Key Performance Indicatoren en de effectieve implementatie van de regelingen en normatieve referenties wordt getoetst in Interne Audits. De daaruit voortvloeiende bevindingen worden beoordeeld in Managementteam vergaderingen waar tevens preventieve en correctieve rnaatregelen uit volgen voor continu verbeteren.
Beheersing van documentatie en registraties In het proces beheersing van documentatie en registraties wordt voorzien in de richtlijnen en werkwijzen conform de procedure "Beheersing van documentatie en registraties", door het initieren, accorderen en distribueren van documenten Doelstellingen en streefwaarden Het doel van dit proces is het definieren, vastleggen en beheersen van de inzet binnen de organisatie bij het bereiken van algemeen voor KPC vastgestelde doelstellingen en prioriteiten. Met dit proces wordt de praktijk vastgelegd die ten grondslag ligt aan de continu verbetercyclus binnen het managernentsysteem van KPC, dat bestaat uit het vaststellen van doelen (PLAN), het opvolgen van doelstellingen (DO), het bijhouden en controleren van de voortgang (CHECK) en het aanpassen van doelstellingen, indien nodig (ACT). Hierbij zijn aile medewerkers van het korps betrokken. ~eten,
analyseren en verbeteren Met dit proces wordt het monitoren (bewaking en analyse) van de uitvoering van voorgestelde werkprocessen voorzien. Het Bureau Kwalitieit stelt middels het proces vast "WIE verantwoorde/ijk is voor WELKE gegevens die geana/yseerd worden in de PDCA verbetercydus. "
Interne audits Interne audits zijn de processen waarbij de werkelijke werkwijze wordt getoetst tegen de voorgenomen, voorgelegde en/of vastgestelde werkprocedures. Het Bureau Kwaliteit zal verantwoordelijk zijn op het plannen, uitvoeren, rapporteren, registreren en opvolgen op interne audits om vast te stellen of het managementsysteem in praktijk effectief is. Managementbeoordelingen Het proces van periodieke beoordeling van het kwaliteitsmanagementsysteem Managementteam wordt uitgevoerd en bewaakt door het Bureau Kwaliteit.
door
het
Preventieve en corrigerende maatregelen Het Bureau Kwaliteit beheert het werkproces van initieren en vastleggen van preventieve en correctieve maatregelen (acties) in antwoord of in navolging op geconstateerde tekortkomingen of afwijkingen binnen het kwaliteitsmanagementsysteem .. Leiding Binnen het Bureau Kwaliteit geeft het hoofd van het bureau leiding aan onder hem ressorteerde medewerkers. Zij worden onder zijn verantwoordelijkheid aangestuurd.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 102 van 123
De volgende functies worden ingericht: Hoard Kwaliteit (1) Het Bureau Kwaliteit wordt aangestuurd door een hoofd . De Hoofd Bureau Kwaliteit begeleidt het kwaliteitsmanagement bij KPC, adviseert het Managementteam en geeft de richting aan waarin invulling wordt gegeven aan het kwaliteitsbeleid en ziet er teven op toe dat het kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan de vereisten die daaraan gesteld zijn in het Management handboek. De Hoofd Bureau Kwaliteit zal tevens de Management Vertegenwoordiger zijn voor kwaliteit in het korps KPC. Medewerker Kwaliteit. (3) De medewerker Kwaliteit is belast met het uitvoeren van (beheersings)onderzoeken, het opstellen van beoordelingen en aanbevelingen(auditrapportages) en het adviseren van de auditor/hoofd Bureau Kwaliteit. Elk medewerker zal tevens de verantwoordelijkheden hebben van een interne auditor en toezien op beheersing van processen door de proceseigenaren, zoals bedoeld in de onderliggende documentatie voor het bedrijfsproces "Interne Audits". Coordinatie In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de aansturing van het Bureau en de verschillende vera ntwoordel ijkheden. Het • • • • • •
Hoofd Kwaliteit Treed op als management vertegenwoordiger van kwaliteit, Adviseert de Korpschef en onderhoudt het management handboek Stelt jaarlijks een audit programma op Treed op als proces eigenaar van verschillende processen Is verantwoordelijk voor de periodieke beoordeling van het kwaliteitsmanagementsysteem het mede ontwikkelen en actualiseren van een visie, beleidskaders en beleid voor een kwaliteitszorgsysteem en het daartoe inrichten van de auditfunctie binnen het korps • Doet onderzoek naar prestatie-indicatoren en doet aan de hand hiervan (en op basis van statistische analyses) voorstellen voor verbetering van prestatie van het korps. • Geeft leiding aan zijn bureau
Medewerker Kwaliteit • Treedt op als (Iead)auditor • Stelt audit rapporten op • Voert audit onderzoek uit • Adviseert de auditor/hoofdauditor aangaande zijn bevindingen • Ziet mede toe op de beheersing van de processen door de proceseigenaren
Organogram Kwaliteit Hoofd Kwalitelt
Meclewerker Kwaliteit
7.4.3 Bureau Preventie & Communicatie Het Korps Politie Cura<;ao (KPC) communiceert met externe 'stakeholders' over de taak,
Inrichtingsplan KPC
Pagina 103 van 123
verantwoordelijkheden en activiteiten die verricht worden zodat de transparant'ie en realistische verwachtingen ten opzichte van het KPC worden gewaarborgd. De communicatie met de externe stakeholder zal uiteindelijk moeten 'Ieiden tot het vergroten van de vertrouwen in het korps en tevredenheid over het werk van de politie, waardoor bovenvermelde 'stakeholders' bereid zijn het korps bij de uitvoering van haar taak te ondersteunen. Interne communicatie is erop gericht de tevredenheid en motivatie bij de korpsleden positief te be·invloeden. De interne communicatie dient de korpsleden te inspireren om de vastgestelde korpsdoelsteliingen te bereiken en om de gewenste korpswaarden en -normen na te leven. Nauw verbonden aan deze communicatie is het aspect preventie. Het is internationaal bezen dat de traditionele repressieve aanpak op het gebied van misdaad, geweld en onveiligheid niet meer genoeg is om deze delicten de kop in te drukken. Bij vorenbedoeld traject heeft met name de politie de trekkersrol. De politie kan het niet aileen. De preventieve (voorkomen) traject die de nodige aandacht dient te krijgen, vraagt echter om een overstijgende aanpak waarbij maatschappelijke organisaties, individuele burgers en de politie moeten samenwerken om veilige leefomstandigheden binnen onze gemeenschap tot stand te brengen. Met andere woorden zal er repressieve en preventieve maatregelen moeten worden genomen teneinde een effectieve aanpak van criminaliteit te bereiken.
Definitie Communicatie:
Het geheel van inspanningen en activiteiten die door spedalisten verricht moeten worden om de
correcte informatie op de juiste manier, op het jUiste moment en bij de juiste stakeholder te
verspreiden teneinde dezen de correcte informatie aan te bieden.
Preventie:
Het geheel van inspanningen en activiteiten die gericht zijn op de bewustwording en zodoende
voorkoming en beperking van de omvang en ernst van de criminaliteit. Hierbij wordt een onderscheid
in aanpak gemaakt naar aanleiding van de situatie, daders en/of slachtoffers. Tevens zal onderscheid
gemaakt worden in de prima ire, secundaire en tertiaire preventieve maatregelen gericht op het grote
publiek, risicogroepen of individuele personen.
Werkprocessen, taken en resultaatgebieden Het Bureau Preventie & Communicatie bij het KPC ondersteunt de korpsleiding op een professionele
wijze bij het formuleren en uitvoeren van het preventie en (interne en externe) communicatiebeleid.
Het Bureau Preventie & Communicatie is verantwoordelijk voor de volgende hoofdprocessen:
'Corporate' communicatie
Het Bureau Preventie & Communicatie draagt zorg v~~r de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van
het 'Corporate' communicatiebeleid binnen het KPC.
Corporate communicatie is enerzijds gericht op de externe "stakeholders". Hierbij wordt de nadruk
gelegd op het vergroten van het vertrouwen in de politie. Dit geschiedt door onder ander het tonen
van de inspanningen en innovaties van het korps, het benadrukken van de successen van het korps,
het uitleg geven over de werkwijze en prioritering van het korps, alsmede de verantwoording in
verband met legitimiteit.
De volgende uitgangspunten worden hierbij gehanteerd:
* Nadruk leggen op de (actieve en ontvangen) publieksvoorlichting (informatie aan bevolking) . * Profilering en positionering van het KPC (reputatie management) * Bevorderen participatie van de bevolking bij terugdringen van de criminaliteit (communicatie gericht op verhoging van meldings -en aangiftebereidheid en oplossen van zaken). Anderzijds richt Corporate communicatie zich op de interne 'stakeholders'. Hierbij zal de nadruk worden gelegd op het ontwikkelen en instandhouding van een krachtige en effectieve communicatiecultuur binnen de politieorganisatie. Deze communicatiecultuur zal moeten bijdragen tot een werkklimaat alwaar aile korpsleden gestimuleerd worden om met elkaar de doelstellingen van het Korps, met de aandacht voor de gewenste normen en waarden, te bereiken. Het gaat hier dus om de top-down communicatie, bottom-up communicatie maar ook de horizontale communicatie.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 104 van 123
De inhoud van deze communicatie benaderingen worden in vier categorieen onderverdeeld. • Communicatie over functie en/of taak inhoud (taakinformatie). Hierbij kan worden gedacht aan werkinstructies, afspraken over taakverdeling, etc. • Communicatie over de koers die het korps vaart (beleidsinformatie). Deze communicatie omvat onderwerpen die het beleid van het korps of het onderdeel betreffen. • Communicatie over de voortgang van processen (managementinformatie). Het gaat om informatie die van belang is om de vinger aan de pols te houden (zoals resultaatoverzichten, indicatoren en klanttevredenheidsmetingen). • Communicatie over aUerlei personeelsthema's en sociaal beleid (sociale informatie/ personeelsinformatie). Hierbij gaat het om benoemingen, pensionering, jubilea, te volgen of gevolgde opleidingen of cursussen, korpsvieringen, etc. Cr;iminaliteitsoreventie Het Bureau Preventie en Communicatie draagt zorg voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van een gecoordineerd preventiebeleid, met daarin de volgende kernelementen: • een veiligheidsanalyse waarmee inzicht wordt verl
navolgende producten (communicatiemiddelen) tot stand brengen.
Beleidsdocumenten, flyers, interviews, inter- en intranet, memo's, mededelingenbord (al dan niet
elektronisch), nieuwsbrieven, bekendmakingen, korpskrant, persbericht, audiovisuele producties,
training, adviezen, projecten, tevredenheid onderzoeken, presentaties, opendagen en participatie aan
beurzen, werkoverleg, bijeenkomsten, directiebrief, jaarverslagen en ideeenbus.
Functies Binnen het Bureau Preventie & Communicatie worden de volgende functies ingericht: Hoard Communicatie (l) Het Hoofd Preventie & Communicatie is verantwoording schuldig aan de Korpschef en geeft leiding aan het Bureau Preventie & Communicatie. Neemt deel aan het korpsmanagementteam. Hij is vera ntwoordel ijk voor het formuleren, implementeren en evalueren van het 'corporate' communicatiebeleid en het (criminaliteits)preventiebeleid. Betrokkene is tevens verantwoordelijk voor de ontwikkeJing van een meerjarenvisie op het gebied van 'corporate' communicatie en (criminaliteits)preventie. Het Hoofd preventie & Communicatie draagt zorg voor de
Inrichtingsplan KPC
Pagina 105 van 123
voortgangsrapportages en planningen ten aanzien van dit beleid aan de korpsleiding. Communicatie Deskundige (1) Ondersteunt het Hoofd Preventie & Communicatie In het formuleren, implementeren en evalueren van het communicatiebeleid en het criminaliteitspreventiebeleid. Evalueert en adviseert over de vormgeving en inhoud van de producten in relatie tot de huisstijl. Waarborgt de actualiteit, kwaliteit en consistentie van de inhoud. Bedenkt crossmediale toepassingen en doet voorstellen voor verbetering van digitale media. Werkt actief aan de gebruiksvriendelijkheid, structuur en inhoud van de verschillende middelen en doet hier ook verbeteringsvoorstellen voor. Participeert in het managementteam van het bureau Preventie en Communicatie. Oneast(1) Draagt zorg voor de totstandkoming van audiovisuele producties t.b.v. 'corporate' communicatie en
criminaliteitspreventie t.b.v. aile korpsonderdelen .
Fotograaf (1)
Draagt zorg voor het fotograferen en opnames van (sociale) politiele activiteiten t.b.v. aile
korpsonderdelen .
Intra - en internetbeheerder/media ontwerper (1)
Is belast met het dagelijks upgraden en onderhouden van het Inter- en intra net systeem. Zorgt voor
de inhoud (content) en vormgeving van de inter- en intranetsites. Verzamelt en structureert
informatie voor deze sites. Is tevens belast met het ontwerpen van aile soorten media ter
ondersteuning van de interne en externe publicaties.
Coordinator Communicatie (1)
De Coordinator Communicatie geeft leiding aan de Unit Communicatie. Hij coordineert de werkzaamheden ter uitvoering van het 'corporatie' communicatiebeleid. Draagt zorg voor een stelselmatige, (pro)actieve informatiestroom, gericht op de relevante interne en externe doelgroepen. Vertaalt het jaarplan van het Bureau Preventie & Communicatie, alsmede beleidsbeslissingen Partidpeert in MT van het Bureau Preventie & Communicatie. Medewerker communicatie (5) Voert de werkzaamheden uit van het 'corporate' communicatiebeleid v.w.b. de externe communicatie. Het vergaren van informatie omtrent de gevoerde aktiviteiten, prestaties en beleidsvoornemens van het korps. Het formuleren van informatie voor en onderhouden van contacten met de externe stakeholders. Op aanvraag fungeren als woordvoerder op aangewezen onderwerp. Voert de werkzaamheden uit van het 'corporate' communicatiebeleid v.w.b. de interne communicatie. Het vergaren van informatie omtrent korpsdoelstellingen, nieuwe inzichten zijdens de interne stakeholders en het formuleren van dezen ter gebruik als input voor de interne communicatiebeleid Coordinator Preventie (1)
De Coordinator Criminaliteitspreventie geeft leiding aan de Unit Criminaliteitspreventie. Hij coordineert de werkzaamheden ter uitvoering van het criminaliteitspreventiebeleid. De Coordinator Criminaliteitspreventie partidpeert in MT van het Bureau Preventie & Communicatie. Medewerker Preventie (3) Voert de werkzaamheden uit van criminaliteitspreventiebeleid. Zorgt voor de ondersteuning van de wijktearns en andere korpsonderdelen in de uitvoering van preventieprogramma's.
Organogram Bureau Preventie &. Communicatie
Inrichtingsplan KPC
Pagina 106 van 123
Hoofd Preventie en Communicatie
Communicatie Specialist
Coordinator Preventie
CoOrdinator Communlcatie
Inter- en intra net beheerder
Medewerker Communicatle
Oneast
Fotograaf I cameraman
Doordat de politieorganisatie in het midden van de samenleving staat is het van groot belang de in en externe communicatie goed in te richten. Vanwege het bestuurlijke aspect wordt deze functie dicht bij de korpsleiding in de staf ingebed.
7.5
Coordinatie, aansturing en verantwoordelijkheden
Gezien de positionering van de stafafdeling zal deze onder de directe verantwoordelijkheid van de korpschef vallen. De co6rdinatie en aansturing van aile werkzaamheden zullen dan ook door de korpschef geschieden.
7.6
Bereikbaarheid
Gelet op de controletaak die bij het Bureau Interne Zaken is weggelegd zullen de medewerkers die belast worden met deze aktiviteiten buiten kantooruren dienst moeten verrichten. Voor wat betreft de andere taken zullen dezen op werkdagen en kantoortijden worden verricht. De afdeling communicatie zal, vooral voor wat betreft de externe communicatie twee diensten per dag nl. dagdienst en avonddienst (van 07.00 tim 23.00 uur), bereikbaar moeten zijn. Buiten kantooruren wordt de bereikbaarheid van de functies 'Hoofd Preventie & Communicatie' en 'COOrdinator Communicatie' gegarandeerd via een piketregeling. Het Bureau Kwaliteit zal op werkdagen en tijdens kantooruren bereikbaar zijn.
7.7
Formatieoverzicht Stat
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de functies en de aantallen die worden ingericht binnen de stafafdeling.
Formatie Staf Korpschef Plv. Korpschef
Leiding
Kwaliteit
1
5 1 -
Communicatie I
1 1
';
Hoofd Interne Zaken Medewerker Interne Zaken Hoofd Kwaliteit Medewerker Kwaliteit
Interne Zaken
3
Inrichtingsplan KPC Pagina 107 van 123
Hoofd Communicatie
7.8
1
Organiqram
Korpschef
Bureau Preventie en Communicatie
Bureau Interne Zaken
Bureau Kwaliteit
EINDE DOCUMENT
Inrichtingsplan KPC
Pagina 108 van 123
BIJLAGE 1: BESTURING PRlMAIRE PROCESSEN Niveaus van sturing
< Inhoud >
Voor het korps Cura<.;ao worden drie sturingsniveaus onderkend. Deze worden hieronder benoemd. Op hoofdlijnen wordt besproken hoe sturing op de drie niveaus eruit ziet. De sturing verschilt ook nog per proces. De uitwerking daarvan is opgenomen in bijlage 3. Strateqisch sturinqsniveau Op strategisch niveau ligt de nadruk op het kiezen van strategische prioriteiten -in samenspraak met het bevoegd gezag- door het maken van beleidskeuzen t.a .v. criminaliteits- en overlastproblemen voor de langere termijn en monitoring van de veiligheidsaanpak op hoofdlijnen. Agenderlng van nieuwe veiligheldsthema's vindt daar plaats. Het tijdsperspectlef is een half tot drie jaar.
De gemeenschappelijke aanpak van veiligheid krijgt op Cura<.;ao vorm en inhoud door een planmatige aanpak die wordt vastgelegd in een gemeenschappelijk veiligheidsplan. Dit plan is geridht op specifieke vraagstukken, gebieden, dan wei doelgroepen. Voorbeelden hiervan zijn de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de bepaalde wijken en buurten, de aanpak van Huiselijk geweld of de aanpak van Jeugdproblematiek. Het opstellen van een dergelijk gemeenschappelijk veiligheidsplan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Gezaghebber, het Openbaar Ministerie en de Politie. De "driehoek". De korpschef Is eindverantwoordelijk op lijn- proces- en beleidsniveau. Per proces is er een proceseigenaar die verantwoordelijk is voor de inrichting, kwaliteitsmonitoring en doorontwikkeling. Tactisch sturinqsniveau Op korpsleidingniveau is er een periodiek MT overleg waar besluitvorming plaatsvindt over lijn beleids- en procesvoorstellen waarin kaders worden vastgesteld en verantwoordelijken mandaat wordt gegeven. De korpschef is voorzitter van dit overleg.
Op het tactische sturingsniveau is het tijdsperspectief in de regel tussen de 2 weken en 6 maanden. Bij tactische lijnsturing op 'de operatlen' binnen de strategische kaders gaat het om meer specifieke sturingsinformatie over dadergroepen, hot spots en hot times alsmede 'eenheids- of gebiedsoverstijgende problemen die op kortere termijn moeten worden aangepakt. Doel is het prioriteren van de aanpak van concrete criminaliteits- en overlastproblemen en daar ook mensen en middelen aan toe te wijzen alsmede strategieen te benoemen. Ook de voortgang en resultaten van de lopende en afgeronde onderzoeken wordt op dit niveau gemonitord en zonodiQl bijgestuurd.
De afdellngshoofden zijn lijnverantwoordelijke voor het functioneren van die afdeling. Het afdelingshoofd maakt deel uit van het MT van de korpsleiding maar heeft tevens een eigen managementteam bestaande uit divisiehoofden waarvoor de afdelingshoofd lijnverantwoordelijk is. Daar wordt besloten over inzet en beheer van mensen en middelen van de afdeling en wordt gestuurd op prestaties en implementatie van procesmatig en beleidsmatig afgesproken zaken. Voorts wordt besloten over welke zaken met hoeveel capaciteit en middelen worden aangepakt. Op tactisch niveau is er verder een per·iodiek operationeel korpsbreed sturingsoverleg waarin wordt gesproken over werk en resultaat. Hiervan maken deel uit: de KC, afdelingshoofden, divisiehoofden van de RID en APD en de Unithoofd informatie. Iedere proceseigenaar werkt aan de hand van een zelf opgesteld en door de korpschef geaccordeerd jaarplan. Voor de processturing is er een 'overleg processen' bestaande uit de proceseigenaren in het korps. Daarin wordt de voortgang besproken over de inrichting en doorontwikkeling van processen en wordt afgestemd en besloten over dwarsverbanden tussen de processen. De KC is verantwoordelijk voor de integraliteit van en afstemming tussen de processen. Het bevoegd gezag kan via de KC invloed uitoefenen op de samenhang en afstemming tussen de werkprocessen.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 109 van 123
Op procesniveau zit de proceseigenaar een afstemmingsoverleg voor met de leidinggevenden die in het werkveld het proces vormgeven. Hij kan maar hoeft geen lijnverantwoordelijke te zijn. Uit het oogpunt van reductie van complexiteit wordt hier wei zoveel rnogelijk naar gestreefd. Daar worden afspraken gemaakt over werlkmethoden binnen het proces en wordt ook geleerd van elkaar in de vorm van een PDCA drkel. Ook de procesresultaten worden daar gemonitord en besproken. Tot slot is daar oog voor afstemming en dwarsverbanden met andere processen. De portefeuillehouder beleid heeft als richtsnoer het korpsjaarplan voor de doelen die moeten worden gehaald op het thema. Zo nodig stelt hij een concreet door de korpschef geaccordeerd jaarplan op. Op basis van behoefte bepaalt de portefeuillehouder welke overleggen nodig zijn met welke externe- participanten. Dit is sterk afhankelijk van de portefeuille. ODerationee/sturinqsniveau Binnen de op hogere niveaus gestelde kaders wordt op dit niveau de wekelijkse en dagelijkse inzet op velUgheidsproblemen op grond van concrete operationele informatie verder ingevuld, uiteraard mede be'invloed door en afgestemd op incidenten die zich dagdagelijks voordoen. De door de uitgevoerde activiteiten verzamelde informatie wordt weer vastgelegd en ter beschikking gesteld van de organisatie. Het tijdsperspectief van dit niveau is 1 dag tot 2 weken.
Op operationeel niveau werkt de leidinggevende als lijnverantwoordelijke van een team of eenheid uitvoerende medewerkers. Op dit niveau vindt werkoverleg met medewerkers plaats. Hierin worden 'interne' zaken besproken maar is ook een onderdeel de 'sturing op veiligheid'. Ook de briefing en debriefing. zijn -dagelijkse- overleggen waar sturing en verantwoording op veiligheid plaatsvindt. Per proces zijn er specifieke door de proceseigenaar vastgestelde werkwijzen om te komen tot stl!Jring op de input, throughput en output van de medewerkers.
Sturing op de basispolitiezorg Strateaische sturing De gemeenschappelijke aanpak van veiligheidsvraagstukken, is gericht op het realiseren van een veilige leefomgeving. Een dergelijke aanpak heeft tot doel het bundelen en op elkaar afstemmen van krachten van aile ketenpartners, waaronder de politie. Hierbij worden verschillende activiteiten onderscheiden zoals activiteiten die zijn gericht op het veranderen van omstandigheden en voorwaarden (proactief), het voorlkomen en het tegengaan van problemen, het aanpakken van problemen en hotspots.
De gemeenschappelijke aanpak van veiligheid krijgt op CuraYlo vorm en inhoud door een planmatige aanpak die wordt vastgelegd in een gemeenschappelijk veiligheidsplan. Dit plan is gericht op specifieke vraagstukken, gebieden, dan wei doelgroepen . Voorbeelden hiervan zijn de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de bepaalde wijken en buurten, de aanpa'k van Huiselijk geweld of de aanpak van Jeugdproblematiek. Het opstellen van een dergelijk gemeenschappelijk veiligheidsplan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Gezaghebber, het Openbaar Ministerie en de Politie. De "driehoek". Een veilige samenleving is aileen mogelijk als aile ketenpartners hun verantwoordelijkheid oppakken en adequaat invulling geven aan hun rol. Tactische sturing De Korpschef en zijn MT zijn verantwoordelijk voor de tactische sturing. Jaarlijks worden op tactisch niveau prestatie afspraken gemaakt per eiland. Deze afspraken zijn meetbaar en concreet. De sturing en coordinatie door de driehoek heeft tot doel samenhang, samenwerking en samenloop te realiseren en de resultaten te monitoren. Maatwerk en f1exibiliteit staan daarbij voorop: wanneer ontwikkelingen nopen tot het herschikken van prioriteiten of ander ingrijpen wenselijk of noodzakelijk is, dan zal in nauw overleg met het bevoegd gezag hierop worden geanticipeerd. Uiteindelijk besluit de driehoek over de prioriteiten. Op de eilanden kan daardoor steeds in onderlinge afstemming met het bevoegd gezag snel en adequaat kunnen worden ingespeeld op ontwikkelingen. Door de Korpschef wordt gestuurd op het behalen van de voor het Korps CuraYlo geformuleerde prestatieafspraken (aantallen aangiften, aantaal bekeuringen, verdachten die bij het OM aangebracht worden, doorlooptijden etc.).
Inrichtingsplan KPC
Pagina 110 van 123
Operatione/e sturinq De chef basispolitiezorg is operationeelleidinggevend en belast met de daadwerkelijke omzetting van mensen en middelen in resultaten . Hij is verantwoordelijk voor de feitelijke aansturing van het dagelijkse werk in basispolitiezorg. De chef basispolitiezorg draagt zorg voor het opstellen en uitvoeren van een werkplan (per wijk/gebied) en geef\: op die wijze uitvoering aan het vastgestelde beleid. Hij overlegt hierover met wijkagent, de opsporing en de informatieorganisatie. In nauw overleg wordt zo maatwerk geleverd waarbij het van groot belang is dat aile processen (intake, noodhulp, handhaving, toezicht, opsporing) betrokken worden. Ook binnen het Korps Cura<;ao gelet een gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de veiligheid en leefbaarheid van het eiland Cura<;ao. De strategische en tactische doelsteliingen en prestatie afspraken worden naar het niveau van de individuele medewerker doorvertaald. Periodiek vindt er een operationeel sturingsoverleg plaats
Sturing op het Opsporingsproces
De korpschef is eindverantwoordelijk voor de opsporing in het korps. Het afdelingshoofd RID is tot op zekere hoogte door de korpschef gemandateerd en geeft feitelijk en inhoudelijk sturtng aan het opsporingsproces. Het afdelingshoofd RID is verantwoordelijk voor een gedegen terugkoppeling naar de korpschef. Met sturing op het opsporingsproces wordt bedoeld het, op basis van rationele keuzes, inzetten van mensen en middelen om de bedrijfsdoelen te bereiken. Sturing vindt plaats op tal van niveaus en op velerlei wijzen. De vraag naar opsporingsactiviteiten is groter dan de capaciteit. Daarom moet de beschikbare capaciteit in mensen en middelen zo goed mogelijk worden verdeeld over de verschillende activiteiten. Die toekenning van mensen en middelen geschiedt op verschiliende niveaus. Strateqische sturinq De beleidskeuzes op opsporingsgebied worden onderbouwd met informatie uit het criminaliteitsbeeld, dat jaarlijks wordt opgesteld. Het bestaat uit: • de criminaliteitsontwikkeling, die in kaart wordt gebracht door de Infodesk en de Crimil1ele Inlichtingen Eenheid (CIE) • behaalde resultaten, afkomstig uit Actpol • analyses van leefbaarheid- en veiligheidsproblematiek op buurtniveau • wijkveiligheidsplannen indien voorhanden.
In het korpsjaarplan, dat in de driehoek door het gezag, het OM en de korpschef wordt vastgesteld, wordt beschreven welke prioriteit de verschillende criminaliteitsvormen zulien genieten in het komende jaar. De keuzes in het jaarplan worden mede gemaakt op grond van de criminaliteitskaart. Ook de door de wijkteamchefs ingebrachte prioriteiten worden in het korpsjaarplan verwerkt. Periodiek vindt er overleg plaats in de driehoek. Aan de hand van een periodieke managementrapportage (MARAP) en geactualiseerde criminaliteitskaart bespreken zij de ontwikkelingen in het criminaliteitsbeeld en komen zij tot eventuele strategische bijsteliingen. De wijze waarop de strategische keuzes in de praktijk zullen worden gebracht - hoe pakt de opsporing de verschiliende criminaliteitsvormen aan- staat beschreven in het werkplan dat jaarlijks door de Officier van Justine en Hoofd Recherche en Informatiedienst wordt opgesteld. Tactische sturinq De voor opsporing beschikbare capaciteit in mensen en middelen is eindig. Daarom moet met grote regelmaat worden beslist over de verdeling van de beschikbare capaciteit. Aan de hand van een aangifte, melding, zaakdossier of informatie besluit het hoofd RID op basis van vastgestelde weegcriteria en met het OM en het gezag afgesproken kaders, of de zaak wordt opgelegd of dat er een onderzoek wordt gestart. Daarnaast kan bij de bespreking van de voortgang van onderzoeken met de Officier van Justitie worden besloten tot beperking of beeindiging van het onderzoek. Het hoofd DCR dient overzicht te hebben van de voorraad en in behandeling zijnde onderzoeken. Hi) bewaakt ook de inhoudelijke voortgang van incidentgerichte onderzoeken. Hier zal een systeem voor beschikbaar moeten zijn. Er wordt nadrukkelijk voor gekozen de individuele medewerkers niet te belasten met de voorraad (werkachterstand) aan onderzoeken. Dat is een probleem van het
Inrichtingsplan KPC 'Pagina 111 van 123
management en het gezag. De individuele medewerker moet altijd volop werk hebben, maar moet niet (vaker dan inddenteel) overbelast raken. Tadische sturinq bij incidentqerichte oosporinq Veel incidentgerichte opsporingsonderzoeken starten met de aanhouding van een verdachte of het opnemen van een aangifte en het toepassen van de weging. Naar aanleiding hiervan beslist het hoofd RID binnen 2 dagen of de aangifte wordt opgelegd. Opgelegd wil zeggen dat de aangifte wordt verwerkt in de relevante systemen, maar niet leidt tot een opsporingsonderzoek. Ais de zaak wei wordt aangepakt, wordt een zaakdossier samengesteld. Ook een melding of informatie over een misdrijf kan leiden tot een weging en beslissing van het hoofd RID om een zaakdossier samen te stellen. Het opnemen van aangiften wordt (ook in zaken met een bekende verdachte) in principe uitgevoerd door medewerkers van het proces Intake. De opsporing ondersteunt het proces Intake hierbij en neemt zelf de volgende aangiften op: • Gecompliceerde aangiften; • Specialistische aangiften; • Aangiften, die logischerwijs voortvloeien uit een plaats delict onderzoek, bijvoorbeeld overval, steek- of schietpartij, waarbij kennis van het opsporingsonderzoek tot dan toe van belang is.
De infodesk stelt binnen 1 etmaal een zaakdossier samen, voegt de aanvullende gegevens toe aan Actpol en screent de aangiften op stelselmatigheid. Eventuele geconstateerde stelselmatigheid of structurele ernstige overlast wordt aan de chef informatie gemeld. Daarna kan door de infodesk een projectvoorstel worden opgesteld om te komen tot een projectmatige en/of probleemgerichte aanpak, veelal in samenspraak en samenhang met de Noodhulp en vooral de Wijkpolitie, waarna, door de stuurgroep, kan worden besloten tot een probleemgericht opsporingsonderzoek. De Divisiehoofd, geeft het zaakdossier, afhankelijk van het type strafbaar feit, uit aan een Unithoofd die daarvoor ruimte heeft. Op grond van capaciteitsoverwegingen kan de Divisiehoofd uiteindelijk beslissen om de behandeling voorlopig uit te stellen en in een voorraadbuffer te stoppen. De leiding van de opsporing beoordeelt minimaal eenmaal per 6 weken aile openstaande zaakdossiers. Zaakdossiers die na minstens 6 weken niet in behandeling zijn genomen worden besproken met de Officier van Justitie. Dergelijke zaakdossiers worden in principe opgelegd en gearchiveerd. Tadische sturinq bij orobleemg"erichte onderzoeken De hierboven eerder beschreven weegfactoren zijn ook toepasbaar voor de probleemgerichte opsporing, zij het dat daarbij een aantal additionele indicatoren een rol spelen: • de stelselmatigheid in verdachte(n) • de stelselmatigheid in misdrijven • de (dreigende) aantasting van de maatschappelijke integriteit • de verhouding tussen de in te zetten capaciteit en de oplossingskans • de bijdrage aan verbetering van de leefbaarheid • het belang voor de Wijkpolitie.
De stelselmatigheid van misdrijven en verdachten kan worden vastgesteld middels veredeling en of analyse van (rest-)informatie uit diverse bronnen. Indien deze stelselmatigheid wordt geconstateerd, wordt ten behoeve van de stuurgroep een document opgesteld met een voorstel voor een probleemgericht onderzoek (projectvoorstel). Daarin is in ieder geval opgenomen de probleemstelling, de onderzoeksdoelen (te bereiken resultaten). Afhankelijk van de mogelijkheid tot concreetheid van het voorstel worden eventueel ook al de onderzoeksaanpak, de benodigde capaciteit, de duur van het onderzoek en de randvoorwaarden geschetst. Stuuraroep Indien er sprake is van een probleemgericht onderzoek beslist de stuurgroep over het al dan niet starten van een opsporingsonderzoek. De stuurgroep bestaat uit het afdelingshoofd RID, de Divisiehoofden RID en de officier van justitie. In dit overleg vindt besluitvorming plaats over de toewijzing, voortgang en afsluiting van probleemgerichte opsporingszaken. Het jaarplan is hierbij een leidend document.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 112 van 123
leder probleemgericht opsporingsonderzoek wordt geleid door een teamleider die als projectleider fungeert en een zaak- Qfficier van Justitie. De projectleider van het opsporingsonderzoek stelt een projectplan op en bespreekt dit met de zaak- Officier van Justitie en zijn Unithoofd. In het projectplan wordt concreet een opsporingsonderzoek beschreven, dat past binnen de door de stuurgroep geschetste randvoorwaarden. De opsporingsambtenaren voeren het opsporingsonderzoek uit en relateren hun bevindingen bij proces-verbaal. De teamleider bewaakt de kwaliteit van het proces-verbaal. De projectleider en de Unithoofd overleggen met de zaak- Officier van Justitie over het toepassen van dwangmiddelen en bijzondere opsporingsmethoden en toetst voortdurend of het opsporingsonderzoek voldoende bewijsmiddelen oplevert om de doelsteliing van het onderzoek te bereiken. Bij onvoldoende bewijsmiddelen adviseren de Unithoofd en de zaak- Officier van Justitie aan de stuurgroep het onderzoek bij te stelien of te beeindigen. De stuurgroep neemt hierover een definitieve beslissing. Ais het onderzoek wordt beeindigd wordt het zaakdossier aan de infodesk ter beschikking gesteld. Bij voldoende bewijsmiddelen wordt het onderzoek afgesloten en het proces verbaal aan de Officier van Justitie aangeboden ter vervolging van de verdachte(n). Het zaakdossier wordt tevens aan de infodesk ter beschikking gesteld. Evaluatie
Tijdens en na afloop van het onderzoek evalueert de Unithoofd in gezamenlijkheid met de projectleider in welke mate de doelsteliing van het onderzoek is gehaald en of het probleem is opgelost of verminderd. Ook ondersteunen de leden van het projectteam de Officier van Justitie desgewenst bij de vervolging en de terechtzitting. Tenslotte wordt de gehanteerde werkwijze na afloop van het totale onderzoek schriftelijk geevalueerd en worden interne en externe leerpunten geformuleerd ten behoeve van toekomstige onderzoeken en opleidingen.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 113 van 123
BIJLAGE 2: DWARSVERBANDEN
< Inhoud >
Het is van belang de samenhang tussen de verschillende processen blijvend te bewaken en de daarbij behorende verantwoordelijkheden goed te benoemen en af te bakenen. De processen Intake, Noodhulp, Basispolitiezorg, OPSPoring en het Informatieproces vertonen een nauwe samenhang. Hiema wordt de samenhang, de belangrijkste verbindingen en de koppelvlakken tussen deze processen beschreven. Intake Intake verzorgt het grootste deel van de (eerste) contactmomenten met burgers, waaronder het opnemen van aangiftes. Dit geldt overigens niet voor het opnemen van aangiften die vorderen dat zij worden opgenomen door rechercheurs van de Opsporing, zoals aangiftes die om specialistische expertise vragen (zeden, fraude) of zeer gecompliceerde aangiften. Mensen die vragen hebben (of), niet spoedeisende melding of aangifte willen doen komen bij Intake terecht. De meldingen en aangiften vormen voor de basispolitiezorg en dan specifiek voor de wijkagent een signaalfunctie van de problematiek in zijn of haar wijk. De aangiften en meldingen zijn voor de opsporing van belang, omdat zij veelal het begin vormen van een (incidentgericht) opsporingsonderzoek. Het opnemen van aangiften behoort om die reden tot het opsporingsproces en kan tot de procesverantwoordelijkheid van het hoofd Opsporing en de lijnverantwoordelijkheid van de chef Intake worden gerekend. Tussen Intake en Opsporing bestaat een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie: de Opsporing heeft belang bij een hoge kwaliteit van de door Intake opgenomen processen-verbaal van aangifte, terwijl de Intake er vanuit moet kunnen gaan, dat zij zonodig direct - opsporingsondersteuning kunnen krijgen bij het opnemen van bepaalde aangiftes. Informatie De infodesk verzamelt, coordil1eert en verstrekt operationele informatie. Dit deel van de infodesk is het hart van de informatiehuishouding. Het heeft contact met aile actoren. De infodesk zorgt voor het uitzetten van informatievragen van en naar operationele medewerkers in de verschillende werkprocessen en fungeert als spin in het web. De infodesk bereidt ook de briefings en de-briefings voor de basispolitiezorg, de Intake, de meldkamer en de opsporing voor. De infodesk zorgt voorts dat operationele informatie binnen de richtlijnen wordt verwerkt en opgeslagen. Daamaast verzamelt, coordineert en verstrekt de infodesk informatie (en) over zaakdossiers die betrekking. hebben op vee I voorkomende en lokaali ernstige criminaliteit of op de benoemde aandachtsvelden. De infodesk screent Actpol structureel op stelselmatigheid en patronen. Daarnaast stelt de .infodesk de periodieke criminaliteitsbeeld analyse op. De infodesk beantwoordt ook ad hoc verdiepingsvragen. De werkzaamheden van de infodesk zijn in hoge mate ondersteunend aan en leidend voor die van de basispolitiezorg (handhaving en toezicht) en opsporing.
De infodesk voert voorts operationele misdaadanalyse uit. Daarmee wordt bedoeld: het ondersteunen van probleemgerichte projectmatige opsporingsonderzoeken het uitvoeren van verdiepingsslagen op de criminaliteitskaart het op aanvraag van een basispolitiezorg- of opsporingschef analyseren van criminaliteitsgegevens en -informatie.
De OE vergaart, analyseert en verstrekt criminele informatie, die past binnen haar wettelijke taakstelling. De opsporing verwacht, dat de CIE zich richt op de korpsprioriteiten. OE-informatie wordt slechts verstrekt aan opsporingschefs. Basispo/itiezorg (handhaven en toezicht) Basispolitiezorg vormt de ruggengraat van de gebiedsgebonden politiezorg. Binnen gebiedsgebonden politiezorg worden de politiele kerntaken toezicht, handhaving en (nood)hulpverlening in combinatie met signalering en advisering ingezet om optimaal bij te dragen aan een gemeenschappelijk tot stand te brengen veiligheid. Hiervoor is een nauwe samenwerking noodzakenjk tussen de verschillende onderdelen van het Korps CuraYlo. Medewerkers van uit d(i)e processen leveren vanuit hun eigen expertise een bijdrage aan de beheersing van de criminaliteit, en het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid op de eilanden. Bij een probleemgerichte benadering
De
Inrichtingsplan KPC Pagina 114 van 123
zijn deze bijdragen complementair en wordt gelOcht naar de optimale combinatie van proactieve, preventieve en reactieve maatregelen. Toezicht, handhaving, noodhulp en opsporing worden ,in samenhang ingezet om gemeenschappelijke doelen op het gebied van veiligheid en leefbaarheid te bereilken. Dit vraagt afstemming en samenwerking tussen de processen, zowel op het niveau van de sturing als van de uitvoering. De leidinggevenden en uitvoerenden van deze processen bespreken regelmatig de incidenten die zich in de afgelopen week hebben voorgedaan en de zaken waar de opsporing mee bezig (geweest) is in het Operationeel Sturingsoverleg. Maandelijks worden probleemgerichte onderzoeken door de opsporingsleiding besproken met de leiding van de Basispolitiezorg en de Offider van Justitie. De Basispolitiezorg moet vanuit haar verantwoordelijkheid en zicht op relevante problematiek erop kunnen vertrouwen dat zij substantiele invloed op de keuze van rechercheonderzoeken kunnen uitoefenen. In de praktijk dienen Basispolitiezorg en Opsporing, ieder aflOnderlijk en gezamenlijk hun bijdrage te leveren aan het vergroten van leefbaarheid en veiligheid op de eilanden. Tussen Basispolitiezorg en Opsporing bestaat een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie: de recherche heeft belang bij goed uitgevoerde opsporingshandelingen door Basispolitiezorg medewerkers (het opmaken van aanhoudings- en misdrijf processen-verbaal), terwijl de Basispolitiezorg belang heeft bij een adequate opvolging door de Opsporing . Het Informatieproces levert hieraan een wezenlijke bijdrage door relevante informatieproducten aan te leveren. Noodhulp
De werkzaamheden in het kader van de Noodhulp maken deel uit van de gebiedsgebonden politiezorg. De toegevoegde waarde van de Noodhulp werkzaamheden is gebaseerd op een continue aanwezigheid ( 24 uur per dag en 7 dagen per week) en de snelle en adequate reactie op spoedeisende meldingen. Snelheid van handelen en kwaliteit van het politieoptreden vereist, in relatie tot de relatief hoge risicofactor en de mate van onvoorspelbaarheid van de werkzaamheden, inzet van gekwalificeerd en ervaren personeel. Het proces Noodhulp ondersteunt de wijkpolitie door in de tijd tussen meldingen informatie gestuurd dan wei op spedfiek verzoek onderzoek in te stell en, te surveilleren in bepaalde gebieden of controles te houden. Handhaving en toezicht staan daarbij ten dienste van de gebiedsgebonden aanpak van problemen. Medewerkers in de Noodhulp verrichten daarnaast tal van handelingen die deel uitmaken van het opsporingsproces. Voorbeelden hiervan zijn het aanhouden van verdachten, het in beslag nemen van goederen of het nemen van (eerste) maatregelen op een plaatsdelict. Door medewerkers belast met Noodhulp nadrukkelijk te briefen en te de-briefen zijn zij niet aileen afnemer maar ook leverancier van relevante input voor het informatieproces. Opsporing
Het hoofd Opsporing is verantwoordelijk voor het totale opsporingsproces. Tussen Basispolitiezorg en Opsporing bestaat uiteraard evenzeer een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie: Het hoofd Basispolitiezorg is verantwoordelijk voor (de kwaliteit van) aile opsporingshandelingen binnen zijn werkproces. De recherche heeft belang bij goed uitgevoerde opsporingshandelingen door collega's uit de Noodhulp, terwijl de Noodhulp belang heeft bij een adequate opvolging door de opsporing. Die moet immers een door hen aangehouden verdachte overnemen en een door hen veiliggestelde plaatsdelict ten spoedigste overnemen. De door noodhulpcollega's uitgevoerde opsporingshandelingen zullen in de praktijk goeddeels beperkt blijven tot handelingen die logischerwijs uit de aard van hun werkproces - het reageren op spoedeisende meldingen voortvloeien en die geen uitstel gedogen. De opsporing zorgt er op haar beurt voor dat de betreffende zaak zo snel mogelijk wordt overgenomen, overdag (en's avonds) door feitelijke aanwezigheid en '5 nachts door piket. Door de partioipatie (op roulatie basis) van medewerkers Basispolitiezorg in de incidentgerichte opsporing wordt naast de realisatie van de in hoofdstuk 2 genoemde doelen ook een actieve bijdrage geleverd aan de verbinding tussen de basispolitiezorg en de Opsporing lOwel inhoudelijk als relationeel. De ambitie bij de probleemgerichte opsporing is het daadwerkelijk projectmatig aanpakken van criminaliteitsproblemen. Dit vraagt over het algemeen een integrale aanpak waarbij ook de andere politieprocessen vanuit hun verantwoordelijkheid een belangrijke bijdrage hebben.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 115 van 123
BULAGE 3: FUNCTIELUST KORPS POLITIE CURACAO
< Inhoud >
Formatie KPC Afdeling
Functies
Staf / Korpsleiding
Chef
Staf / Korpsleiding
I, Categorie
SL/TL/OL/U SL
Fte
P
PlaatsvervanCjend Chef Korps Politie Curacao
P
SL
1
Staf / Kwal iteit
Hoofd Kwaliteit
P
SI../TL
1
Staf L Kwaliteit
Medeweker Kwaliteit
3
Staf I Interne laken
Hoofd Interne Zaken
P/B P
U
n
1
Staf I Interne laken
Medewerker Interne laken
P
U
5
Staf I Communicatie - Preventie
Hoofd Communicatie en Preventie
P
n
1
Staf I Communicatie - Preventie
Coordinator Communicatie
B
OL
1
Staf I Commu nicatie - Preventie
Coordinator Preventie
P
OL
1
U
3
Staf I Communicatie - Preventie
Medewerker Preventie Medewerker Communicatie
P B
U
5
Staf I Communicatie - Preventie
Communicatiedeskundige
B
U
1
Staf I Communicatie - Preventie
Intra - en internetbeheerder
B
U
1
Staf I Commu nicatie - Preventie
Fotograaf
B
U
Cineast
B
U
StafLCommunicatie - Preventie
Staf I Communicatie - Preventie
Kor~
Politie Curacao
, Diensthoofd Bedrijfsvoering
1
1 1
P/B
SL
1
Hoofd Financien
B
n
1
Medewerker Financieel Beleid en Control
B
U
1
Financien
Medewerker Financieel Beheer en Advies
B
U
1
Financien
Medewerker Finanden
B
U
3
HRM
Hoofd HRM
B
n
1
HRM
Adviseur HRM
B
U
3 1
Bedrij fsvoeri ng '; Financien I Financien
HRM
Bedrijfsmaatschappelijk Werker
B
U
HRM
Jurist
B
U
1
HRM
Juridisch Medewerker
B
U
2
HRM
Coordinator Personeelsadministratie
B
U
1
HRM
Planner
B
U
2
HRM
Senior Medewerker Personeelsadministratie
B
U
3
HRM
Medewerker Personeelsadministratie
B
U
3
Facilitaire laken
Hoofd Fadlitaire laken
B
n
1
Fadlitaire laken
Medewerker Administratie Fadlitaire laken
B
U
2
Facilitaire laken
Medewerker Inkoop
B
U
2
Facilitaire laken
Coordinator Materiele laken
B
OL
1
Facilitaire laken
Ploegleider Materiele laken
B
OL
1
Fadlitaire laken
Facilitair Medewerker
B
U
7
Facilitaire laken
Magazijnbeheerder Facilitaire laken
B
U
1
Facilitaire laken
Coordinator Mobiliteit
B
OL
1
Facilitaire laken
Ploegleider Garage
B
U
1
Facilitaire laken
Monteur
B
U
7
Facilitaire laken
Magazijnbeheerder Garage
B
U
1
leT
Hoofd leT
B
n
1
leT
Medewerker Beveiliglng en Processen
B
U
1
leT
Medewerker Functioneel Beheer
B
U
1
leT
Medewerker Applicatiebeheer
B
U
2
leT
Medewerker Systeem en Netwerkbeheer
B
U
1
leT
Medewerker Servicedesk
B
U
3
Inrichtingsplan KPC
Pagina 116 van 123
Ondersteuning
Hoofd Ondersteuning en Beleid
B
n
1
Ondersteuning
Senior Beleidsmedewerker
B
U
1 2
Ondersteuning
Beleidsmedewerker
B
U
Ondersteuning
Business Controller
B
U
1
Ondersteuning
Secretaresse
B
U
2 2
Ondersteuning
Bode
B
U
On dersteu ning
Medewerker Post en Archief
B
U
Politiedienst
Hoofd PQlitiedienst
P
SL
1
Divisie Aigemene Politie Gem. meldkamer en Call Center KPC
Divisiehoofd Aigemene Politie Unithoofd Gemeenschappelijk Meldkamer en Call Center
P P
1 1
Gem. meldkamer en Call Center KPC
Chef Gezamelijke Meldkamer en Callcenter
P
n n n
Gem. meldkamer en Call Center KPC
Teamleider Gemeenschappelijk Center Dispatcher
P
OL
5 16
Gem . meldkamer en Call Center KPC
Meldkamer en
Call
Dispatcher Gemeenschappelijke Meldkamer Gem . meldkamer en Call Center KPC
Calltaker
2
1
P
U
P
U
16
BOA
U
16
I
n
1
I
OL
8
BOA
U
29
Buurtregisseur
P
U
18
Hoofd Wijkbureau
P
5
Plaatsvervangend Hoofd Wijkbureau
P
n n
Wijkteams / Noodhu/p
Administratief Medewerker Wijkbureau
B
U
5
Wijkteams / Noodhu/p
Teamleider Handhaving en Noodhulp
P
OL
27
Wijkteams / Noodhu/p
Senior medewerker Handhaving en Noodhulp
P
U
42
Intake & service
Unitiioofd Intake en Service
P
Intake & service
Teamleider Intake en Service
P
Intake & service
Medewerker intake en service
Buurtregie Wijkteams / Noodhu/p
II
Wijkteams / Noodhu/p
I
3
Wijkteams / Noodhu/p
Medewerker Handhaving en Noodhulp
P
U
166
Divisie Bijzondere Politiedienst
Divisiehoofd Bijzondere Politie
P
Unit Vreemdelingen
Unithoofd Vreemdelingentoezicht en Grensbewaking
P
n n
1
Unit Vreemdelingen
Teamleider Toezicht en Opsporing
P
OL
1
Unit Vreemdelingen
Senior medewerker Toezicht en Opsporing
P
U
1
Unit Vreemdelingen
Medewerker Toezicht en Opsporing
P
U
7
Unit Vreemdelingen
Teamleider Grensbewaking (Lucht)haven
I
OL
8
Unit Vreemdelingen
Medewerker "Grensbewaking (Lucht)haven
I
U
71 1
II
1
Unit Bijzondere Wetten
Unithoofd Bijzondere Wetten
P
n
Unit Bijzondere Wetten
Teamleider- Plv. Unithoofd Bijzondere Wetten
P
OL
1
Unit Bijzondere Wetten
P
U
3
Unit Bijzondere Wetten
Medewerker Biizondere Wetten Administratieve medewerker A Bijzondere Wetten
B
U
8
Unit Verkeer
Unithoofd Verkeer
P
n
1
Unit Verkeer
Teamleider Verkeer
P
OL
3
Unit Verkeer
Senior Medewerker Verkeer
P
U
2
Unit Verkeer
Medewerker Verkeer
P
U
8
BOA
U
4
B
U
2
I
Unit Verkeer
Technisch deskundige Verkeer
Unit Verkeer
Administratieve medewerker A Verkeer
Unit Speciale taken
Unithoofd Speciale Taken en Hondenbrigade
P
n
1
Unit Speciale taken
Teamleider Speciale Taken
P
OL
2
Unit Speciale taken
Teamleider Hondenbrigade
P
U
1
U
4
Unit Speciale taken
Senior medewerker Speciale Taken Medewerker Speciale Taken
P
U
20
Unit Speciale taken
Hondengeleider
P
U
8
Unit Bijzondere Taken
Unithoofd Bijzondere Taken
P
n
1
Unit Bijzondere Taken
Medewerker Bijzondere Taken
P
U
3
Unit Speciale Taken
Unithoofd Arrestantentransport
P
n
1
Unit Speciale taken
,
P
II
I
Inrichtingsplan KPC
Pagina 117 van 123
Unit Speciale Taken
Medewerker arrestantentransport
U
16
Rercherche en Informatiedienst
Hoofd Recherche en Informatie Dienst
p
Divisie DCR
Divisiehoofd Centrale Recherche
SL TL
1
P
Divisie DCR
Administratief Medewerker Recherche Informatie Dienst
B
U
3
Divisie DCR
Goederenbeheerder
B
U
2
Divisie DCR
Unithoofd WC
P
TL
1
DivisieOCR
Teamleider WC
P
OL
3
Divisie DCR
Tactisch Rechercheur WC
P
U
18
Divisie DCR
Senior Tactisch Rechercheur WC
P
U
3
Divisie DCR
Recherche assistent A WC
BOA
U
3
Divisie DCR
Unithoofd LEC
P
TL
1
Divisie DCR
Teamleider LEC
P
OL
4
Divisie DCR
Specialist Jeugd en Zeden
P
U
3
Divisie DCR
Tactisch Rechercheur LEC
P
U
15
Divisie DCR
Senior Tactisch Rechercheur LEC
P
U
11
Divisie DCR
Recherche assistant ALEC
BOA
U
3
Divisie DCR
Recherche assistent B LEC
BOA
U
4
Divisie DIO
Divisiehoofd Informatie en Ondersteuning
P
TL
1
Divisie DIO
Unithoofd Ondersteuning
P
TL
1
Divisie DIO
Teamleider Observatie
P
OL
1
Divisie DIO
Medewerker Observatie B
P
U
2 6
-
BOA
1
Divisie DIO
Medewerker Observatie A
P
U
Divisie DIO
Teamleider Aanhouding en Ondersteuningseenheid
P
OL
1
Divisie DIO
Medewerker Aanhouding en Ondersteuningseenheid B
P
U
2
Divisie DIO
Medewerker Aanhouding en Ondersteuningseenheid A
P
U
11
Divisie DIO
Teamleider Forensisch Onderzoek
P
OL
1
Divisie DIO
Forensisch Specialist
P
U
2
Divisie DIO
Forensisch Rechercheur B
P
U
3
Divisie DIO
Forensisch Rechercheur A
P
U
7
Divisie DIO
Recherche assistent A Ondersteuning
BOA
U
1
Divisie DIO
Technisch Specialist (tevens Teamleider)
P
OL
1
Divisie DIO
Medewerker Techniek B
P
U
1
Divisie DIO
Medewerker Techniek A
P
U
1 1
Divisie DIO
Unithoofd Informatie
P
TL
Divisie DIO
Teamleider CID
P
U
1
Divisie DIO
Runner CID B
P
U
2
Divisie DIO
Runner CID A
4
P
U
BOA
U
1
OL
1
Divisie DIO
Recherche assistent A Informatie
Divisie DIO
Teamleider Info Lokaal
P
Divisie DIO
Informatierechercheur B Info Lokaal
P
U
1
Divisie DIO
Informatierechercheur A Info Lokaal
P
U
2
Divisie DIO
Projectvoorbereider B Info Lokaal
P
U
1
Divisie DIO
Projectvoorbereider A Info Lokaal
P
U
2
Divisie DIO
Analist C Info Lokaal
B
U
1
Divisie DIO
Analist B Info Lokaal
B
U
2
B
U
2
BOA
U
3
Teamleider Info zwacri
P
OL
1
Informatierechercheur B Info zwacri
P
U
1
Divisie DIO
Informatierechercheur A Info zwacri
P
U
1
Divisie DIO
Projectvoorbereider B Info zwacri
P
U
1
Divisie DIO
Projectvoorbereider A Info zwacri
P
U
2
Divisie DIO
Analist A Info Lokaal
Divisie DIO
Recherche assistent A Info Lokaal
Divisie DIO Divisie DIO
Inrichtingsplan KPC
Pagina 118 van 123
-
Divisie DIO
Analist C Info zwacri
Divisie DIO
Analist B Info zwacri
Divisie DIO
Analist A Info zwacri
Divisie DIO
Recherche assistent A Info zwacri
I
B
U
I
1
Ii
B
U
,I
2
B
U
1
BOA
U
2
Tl
1
, ,
I
Divisie DGC
Divisie Hoofd DGC
P
Divisie DGC
Unithoofd Expertise
P
Tl
1
Divisie DGC
Teamleider / Financieel Specialist
P
OL
1
Divisie DGC
Financieel Rechercheur B
P
U
4
Divisie DGC
Financieel Rechercheur A
P
U
7
Divisie DGC
Recherche assistent A Expertise
BOA
U
1
Divisie DGC
Teamleider / Digitaai specialist
P
U
1
Divisie DGC
Digitaal Rechercheur B
P
U
1
Divisie DGC
Digitaal Rechercheur A
3
Divisie DGC
Recherche assistent A Expertise
Divisie DGC
Unithoofd Zware Criminaliteit
Divisie DGC
Teamleider Zware Criminaliteit
Divisie DGC
P
U
BOA
U
1
P
Tl
1
P
OL
Senior Tactisch Rechercheur Zware Criminaliteit
P
U
7
Divisie DGC
Tactisch Rechercheur Zware Criminaliteit
P
U
14
Divisie DGC
Recherche assistent A Zware Criminaliteit
BOA
U
4
Divisie DGC
Recherche assistent B Zware Criminaliteit
BOA
U
6
I
I
Afkortingen: P
Politieambtenaar
B BOA U Ol
Burger Buitengewoon Opsporingsambtenaar Uitvoerend personeel Operationeeel leidinggevend Tactisch leidinggevend Strategisch leidinggevend
Tl Sl
I
I I
3
847
Inrichtingsplan KPC
Pagina 119 van 123
BDLAGE 4: BEGROTING (PERSONEEL EN MATERIEELl 4.1 Inleiding In het Inrichtingsplan wordt de opzet van de organisatie van het KPC beschreven. Hierbij is rekening gehouden met de uitgangspunten vastgelegd in de Consensus Rijkswet Politie (eRP). Een van de basisuitgangspunten van het CRP is dat elk land draagt zorg voor een kwalitatief volwaardig en professioneel politiekorps. De vereiste financiele middelen om het KPC te kunnen laten functioneren conform haar doelstellingen en de gestelde kwaliteitsnormen zijn vastgelegd in onderstaande begroting. Deze begroting is dan ook aan te merken als de startbegroting van een volwaardige en professionele KPC. Dit impliceert dat de financiele consequenties om aan de gestelde normen te kunnen voldoen zijn verwerkt in de startbegroting. Ter adstructie wordt hierbij vermeld dat de organisatieopzet van het KPC voorziet in een personeelsformatie van 847 fte in vergelijking met 687 personeel op de salarislijst van januari 2009.
4.2 Uitgangspunten De begroting is opgesteld op basis van de volgende uitgangspunten : 1. Uitgaande van de aan de Staten ingediende begroting 2010 werden de financiele consequenties van de nieuwe KPC organisatie doorberekend in de nieuwe begroting. 2. Een personeelsformatie gelijk aan 847 FrE, zoals nader uitgewerkt in het Inrichtingsplan en gerecapituleerd in bijlage 3 3. Lonen en salarissen gebaseerd op de bezoldigingschaal 2009 KPNA. 4. De kosten die verband houden met de overname van taken en personeel Centrale Politie Dienst zijn, in afwachting over nadere informatie hierover, niet verwerkt in de begroting. In verband met de ontmanteling van het CPD, bedraagt het aandeel in het vrijvallende budget van het CPD dat voorlopig, op Presidium niveau, aan het KPC is toegerekend ANG 10.605.400. 5. De begrote kosten voor regulier onderwijs en cursussen zijn verantwoord in de begroting. De geraamde kosten voor het upgraden van het personeel in het kader van de doorontwikkeling zijn opgenomen in de kapitaalsbegroting. Het aandeel van het KPC in de landsbegroting Landelijk Politie Opleiding dat voorlopig, op Presidium niveau, werd bepaald bedraagt ANG 2.342.700. 6. De vereiste investeringen zijn verantwoord in de kapitaalsbegroting. Deze investeringen worden afgeschreven op basis van de verwachte economische levensduur. De jaarlijkse afschrijvingslasten zijn als kapitaallasten verantwoord in de operationele begroting. 7. Het aandeel van het KPC in de financiering van de apparaatskosten van de Gemeenschappelijke Voorziening Politie (GVP) is als PM post op de begroting opgevoerd, in afwachting van nadere informatie over deze kosten en de te hanteren verdeelsleutel tussen de nieuwe politiekorpsen. 8. De kosten die verband houden met personeel, materieel' en middelen die via het GVP aan het KPC worden geleverd zijn als PM post op de begroting opgevoerd, in afwachting van het nog op te stellen jaarplan en de operationele begroting van het GVP. Op grond van een behoefte onderzoek is door het KPC aangegeven de behoefte aan 29 personeelsleden aan te leveren via het GVP. 4.3 Begroting KPC Samengevat bestaat de begroting uit:
Gewone dienst (operationele kosten) Kapitaaldienst (investeringen) Aantal FTE: 847 Operationele kosten per FTE
4.3.1 Gewone Dienst
ANG 90.623.080 8.377.110 103.215
Inrichtingsplan KPC
Pagina 120 van 123
nieuw number
KPC
Inrichtingsplan KPC
Pagina 121 van 123
4333 , Oh.Duurz.Roer.Goed 4334 I Onderh.Hard/Software 4337 Verzekering/Belast. 4338 Con trib / Lid m .Organ is 4340 Advieskosten 4342 Represent/Voorlicht 4344 Aank. Kl.lnvent.Goed. 4346 I Verband/Geneesmiddel 4348 Voeding (exploitatie) 4350 Wasbehandeling 4358 OV.Kost.Laboratorium 4359 Ov.Verpleegkosten 4360 Spec. Kost.Orde / Rust 4371 Ov.Uitbesteed Werk Overige Uitgaven 4372
22.380 57l.716 27.400 1l.000 215.000 93.521 23.680 4.000 70.000 900 613 436.715 0 183.803
KAPITAALLASTEN
Bijdrage in GVP Apparaat
1.696.537
PM
Personeel en materieel via het GVP
PM
4.3.2 Kapitaaldienst
Afschrijvings
TOTAAL VOOR2010
5000 5310 5313 5319 5321 5322 5323 5324 5325 5326 5327 5330
periode in
Kapitaallasten
jaren
'Per jaar
Uitgaven KD Duurzame goederen 3.3 Nieu wb/Verb/ Groot Oh
1.648.300
25
65.932
Aanschaf Auto's
2.736.200
4
684.050
Kantoormid/Meubilair
1.203.233
5
240.647
109.800
5
21.960
73.652
5
14.730
Aan sch .Computerhardw
661.400
5
132.280
Aansch .Compulersoftw
102.000
3
34.000
Invest. In cursus/opleiding (n vestering in Advieskosten Ov.Duurzame aanschaf
682.000
3
227.333
145.000
2
72.500
1.015.525
5
203.105
Airco Apparatuur Telef/Faxapparatuur
8.377.110
1.696.537
4.4 Haalbaarheid KPC Begroting Op de eerste plaats wordt in onderstaande tabel de KPC operationele begroting vergeleken met de aan de Staten ingediende begroting 2010.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 122 van 123
Operationele begrotinq ANG Beqroting nieuwe KPC organisatie 90.623.080 Ingediende begroting 2010 aan de Staten 62.914.000 Meeruitgaven 27.709.080 Meeruitgaven wenselijkheidbegroting 2010 niet opgenomen in ingediende begroting I (2.521.296) Meeruitgaven Financiele consequenties nieuwe KPC organisatie I' 25.187.784 I
-
Detaillering financiele consequenties: Salarissen en sodale lasten , Personeel derden Energiekosten OverLge goederen en diensten Ka pitaalla sten Totaal
20.109.408 255.840 733.000 2.715.099 1.374.437 25.187.784
De meeruitgaven kunnen deels gefinancierd worden met het aandeel van het KPC in de vrijgevallen budgetten van het CPD en LPO.
Inrichtingsplan KPC
Pagina 123 van 123
BIJLAGE 5: LIJST AFKORTINGEN < Inhol.ld >
Act-BMS Act-FMS Act-Pol ACTS AO AOE BES BOA BPZ CPO OCR DGC DIO FO Fte GPZ HRM 10 ICT IGP KC Kmar KPC LBO LEC ME MT OE OM P&C-cyclus PO PDCA-cyclus PD-ma nagement Plv.
RID TO
UST WC Zwacri
Politie registratie systeem Act- Border Management System Politie registratie systeem Act- Foreign Management System Politie registratie systeem Act- politie Automation Consultancy and Technology Services Administratieve Organisatie Aanhouding en Ondersteuningseenheid Bonaire, Sint Eustatius en Saba Bijzondere Opsporingsambtenaar Basispolitiezorg Centrale Politie Dienst Divisie Centrale Recherche Divisie Georganiseerde Criminaliteit Divsie Informatie en Ondersteuning Forensische Ondersteuning full-time-equivalent Gebiedsgebonden politiezorg Human Resources Management Interne Organisatie Information and communication technologies Informatie Gestuurde Politie Korpschef Koninklijke Marechaussee Korps Politie Curac;ao Landelijke Beveiliging Dienst Locaal Ernstige Crimnaliteit Mobiele Eenheid l"1anagement Team Observatie Eenheid Openbaar Ministerie Planning & Control cydus Politie Dienst Plan-Do-Check-Act Cyclus Plaats Delict - management Plaatsvervangend Recherche en Informatie Dienst Technische Ondersteuning Unit Speciale Taken Veelvoorkomende Criminaliteit Zware Criminaliteit
PI LITUR
1. Purpose
Doel van POLITUR: POLITUR ontleent haar bestaansrecht aan het maatschappelijk doel zoals beschreven en vastgelegd in de Rijkswet Politie voor het Korps Politie Curac;ao (KPC). POLITUR heeft tot specifieke taak, in ondergeschiktheid aan de Korpschef van het KPC en het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels, te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde in de toeristische sector en het verlenen van hulp aan bezoekers van Curac;ao .
POLITUR's purpose of existence is: To comply with the society's purpose assigned and imposed to the Curac;ao Police Force (CPF), as described in the Statute Police Law for the country of Curac;ao, within the Dutch Kingdom. The specific task of POLITUR is to secure actual enforcement of law and order in the tourism sector and to do this in sub ordinance to the CPF Chief of Police and the competent authority and in accordance with the existing legal rules and regulations.
2
' I LITU
1. Purpose Xii
i
I 8 I '=,- I ~!F I
Taken van POLITUR: ~=7r:i~'::-:= "!::-.~~=~==-.~ 1. Opvang en noodhulpverlening aan de toerist;
. ~~~::~~ - Treffen van eerste maatregelen, aangiften verwerken;
~~~
- Eerste interventie slachtofferhulp;
~-----.-;=.-.-'-==-= - Geven van nazorg en hulp;
: ~J-~~~~: . Handhaven van de openbare orde en veiligheid op toeristische locaties; 2. --------I - Informatiegestuurd toezicht houden op de openbare orde en veiligheid; - Handelend optreden alwaar zekerheids- en veiligheidsgevoel van de toerist kunnen worden aangetast.
- (Veiligheids-) informatie verstrekken ;
- Deelnemen aan projecten en activiteiten binnen de sector;
- Adviseren aan KPC Unit Bijzondere Wetten bij uitgifte van vergunningen.
- Terugkoppelen met de KPC Buurtregisseur en het KPC Info Desk.
Preventie van ordeverstorende of strafbare feiten; 3. - Het adviseren en sturing geven aan de ontwikkeling van toeristische producten op het gebied van preventie. - Het maken van risicoanalyses (samen met KPC Bureau Preventie), het op basis van de bevindingen ontwikkelen van preventiemaatregelen en/of preventieprogramma's en het terzake adviseren van de stakeholders in de sector. - Het opzetten en bewaken van de uitvoering van preventietrajecten en -maatregelen en het daartoe afstemmen met betreffende actoren in de sector. -----
.......:c""'*
!
- - - -.. -
:~:;e:~~~=
L..-'
3
' ILITUR
1. Purpose
Tasks of POLITU R: 1. To provide for emergency response and relief for tourists;
- To provide initial response and interventions, including intake and reporting;
- To provide first intervention to victims;
- To provide for after care and guidance;
2.
Enforce public order and security at touristic locations;
- Provide surveillance and supervision based on intelligence;
- Act on threats where safety and security of tourists are or may be compromised;
- To provide (security) information;
- Participate in projects and events organized by the sector;
- To advise the CPF Unit Special Licenses when granting permits;
- To give feedback to the CPF Neighborhood Detective and the CPF Info Desk.
3.
Prevention of disturbance to public order and acts punishable by law; - To provide advise and guidance on crime prevention to the efforts for development of the tourism products; - To perform risk analyses Uointly with the CPF Prevention Department) and develop measures and programs based on the results of the analyses. - To setup and assure implementation of crime prevention projects and coordinate the measures to be taken by the parties involved. 4
PILITUR
1. Purpose
Missie van POLITUR: "Wij mannen en vrouwen van het POLITUR leveren een effectieve, hoogwaardige bijdrage aan de veiligheid van de toeristische sector op Curac;ao. Een veilige toeristische bestemming, een eiland van ongestoord plezier en vrijheid in harmonie met de samenleving en ons cultuur is ons eindstreven. " Door het uitdragen van de missie wenst het POLITUR een bijdrage te leveren aan het verhogen van de kwaliteit van Curac;ao als toeristische bestemming door middel van preventieve zorg voor veiligheid in de sector, waarbij toeristen zich op verantwoorde wijze en zo harmonieus mogelijk in de gewenste ruimtelijke omgeving kunnen begeven.
CUR
~
, 'I
C A:0.. : ".:.......-
If" .. .:.
5
p ITUR
1. Purpose
Mission statement of POLITUR: "We, POLITUR men and women, provide an effective and high-quality contribution to the security of the tourism industry of Curac;ao. Our ultimate goal is a safe destination, an island of undisturbed fun, leisure and roaming freedom that is in harmony with the community and our cultural heritage"
\ J
CUR ~ CAU
~;C?
,
f
~
ITUR
2. Necessity
The Industry:
Stay-over Arrivals
500,000
404,199 400,000
,,~~
390,111
~~n
419,812
299,466 300,000 200,000
I
221,424 I
233,858
-
100,000 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Year 7
PILITUR
2. Necessity
The Industry: Cruise Passengers
500,000 ---.----- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - .
431,555
423,088 340,907
400,000 I
~~?
400,850
A07
321,551 300000 ,
~.
-,- .-
200,000 100,000
o 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Year 8
PILITUR
2. Necessity
The Industry:
Cruise Calls
300~------------------------------------------------------------~
255 200
205
2005
2006
215
234
246 221
228
200
100
o 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Year 9
' ILITUR
2. Necessity
The Industry:
Cruise Arrivals Calls
2012 Cruise Arrivals Trend 80,000 70,000 60,000 50,000 40,000
---+-- Cruise Pax
30,000 20,000 10,000
o Ja n
Feb
Ma r
Apr
May
Jun
Jul
Aug
Sep
Oct
Nov
Dec
2012 10
p
UR
2. Necessity
The Industry:
Stay-over Arrivals Trend
50,000 40,000
........
..... ....
~
.....
-
'"'
......
30,000
....
~ .....
..... '"'
I
20,000 10,000
o
I
Jan
Feb
Mar
I
Apr
I
May
I
Jun
I
Jul
I
Aug
I
Sep
I
Oct
I
Nov
Dec
2012 11
LITUR
2. Necessity
The Industry:
Pend ing Investments I Prospects in Room Developments
10,000 fn
E 0 0
8,000
L
..... 0
6,000
5,708
6,094
L Q)
.c
E
4,000
:::J
Z
2,000 0 2012
2013
2014
2015
2016
Year
12
P' LITU
2. Necessity
Threats:
Robberies
1200 1000 800
tA8A
+1 - -
-1--
1-<1~~"W----------i
442
551 _
441
2008
2009
2010
1
600 400 200
o 2003
2004
2005
2006
2007
2011
2012
Year 13
PILITUR
2. Necessity
600 500
- -
-
-
-
----
400
338
300 200 100
o 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Year 14
PILITUR
2. Necessity
Threats:
Murders I Manslaughter
60 ._ 50
53
40 30 20 10 0
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Year 15
f
~ .
1..0
........
C/)
C/)
Q)
u
Q)
Z
N
.
t
o
0... Q)
0:: L...
ro
~
N 0r
O
N
00
"'0 C
Q)
L...
I "'0 C
ro
00
u .+-'
.00 +-'
ro
+-'
CJ) Q)
E
·c ()
PI LITUR
2. Necessity
Strategy Development and Deployment 7.5
COMPETITIVENESS KEY TO SUSTAINABILITY
Sustainable Growth - the ability to increase market share, the ability to continually add-value, the ability to create socia-economic, environmental and cultural benefits etc - ultimately depends on competitiveness.
Strategic Tourism Master Plan
Human Development
2010 - 2014
8) Social
Index, TV's, personal computers,
newspaper~ "=
"
P' LITUR
2. Necessity
Strategy Development and Deployment
- G-ood geographical location -A diversified product portfoho - Good quality attributes.
.~.ddivihg product
--Relatively unknown in the US Market. ...,Opportunities for market segments.
- Lack of private funds for marketing - High interest rates - Lack of focus on product development.
- Less competitive price level - Effects of war, terrorism and crime. - Limited marketing funds .
18
....en
~
en
Q)
(.)
Q)
z. N
......,
C
Q)
E
~
0
-Cl. Q)
0 "'C
c co ......, C
E
iii
-Q)
> Q)
0
=I
iii
Q)
0
~ 0')
Q) ......, CO ......, ~
en
a..
f
~
u
:J
Cl.
a=
~ i; 1
~
u c
'" '"c
'"
~
I
,1
!
R
l ~l cl
."ff
;;- I'.
~ '"'
~
! 1"
I } I ~ t
...J
-0 0 roo o..CN
~
c:>
iii
0::: ::::> ro C r - -0..0)
.!
_O_ ro :;::; ·c
> ro
0...
0'-« ,-0.> 0...0... 0...0
«
en ~
Q)
-c - o
..c Q)
.:::£
cu
+-'
C/)
o
N
LITUR
3. Stakeholders "Hot Spots" on the tourist trail.
Accommodation
Attraction
[~~~]port
+
Transportation
Transportation Entertainment
Stroll
Stroll Shopping
Tour
Tour
+
[sea] Port
Air
Restaurant
Appointment
21
P ~ LITUR
3. Stakeholders "Hot Spots" on the tourist trail.
Accommodation
Attraction
Transportation
[~~]port
+C
Stroll
=:>
./
Entertainment (
Shopping )
I r--- Transportation ~ Stroll ~
[sea] Port Air
Tour
Tour Restaurant Appointment
"Nodes", "Paths" or "Edges" of increased safety risks.
22
P' LITU
3. Stakeholders
Structural representational hierarchy of stakeholders. (Judicial, formal or by sector or product) CHATA DMO/SKO
VBC CASHA
Ministry of Public Health, Environment and Nature
LW
Private Business Owners
Ministry of Economical Development CTS
Ministry of Justice
KPC Public Prosecutor
[0] Parties to involve in setup POLITUR 23
::t:. ~
co
E
..c t) c
Q)
co.
~
co t)
0::: co
+oJ
en 0 0
.t) .£) ~
0.. Q)
0:::
c co t)
.c
E
o o
co ..£) E o o
o
.....,
c Q)
E
Q) en co
c
co
~
Q)
U L.. :::J
o
en
Q)
0::
.
LO
a..
CD
-e U
tV
•
a..
CD
en
\0 N
PI LITUR (::;\
Manpower
o
Recruitment
and Selection Procedure
5. Resource Management
eplo~ment of fgl
a!'or Laws and Regulations
"\.
. Instructions
Performance Management
Normative References
J
,t'
/
/
Control of Inventory
CD
.,.,..
HR Management ~
,~
15
@ I
Job Descriptions
Units and Posts
HO .
uSing
......
Uniform
Service @
KPl's
MANAGEMENT MANUAL Core Processes
CD 1 •
§
_
,t'
Insurances
cD
I
"
~
Code Corporate Governance
Legal structure
Methods
.....
Outsourced Processes
§
/
?,j,.
~
Organization ....
Procedures and Work Instructions
Financing
Taskforce POLITUR
Communication
Strategic Alliances
f1O\
Manpower Planning
(Rechtsposltleregeling)
@ ' 13
\V
Personnel
I~
Material
I
Machines
Transportation Eguipment
ICT and Communication
CD
Equipment for Prevention and Surveillance
Asset Management
CD