M AT R IX
JAARGANG 13 NAJAAR / 2006
K WA RTA A LB L A D VA N DE TECH N I SCH E U N IVE R S ITE IT E I N DHOVE N
Onthulling ‘SOH19 States of Nature’
TU/e BETROKKEN BIJ DIABETESONDERZOEK OP ZOEK NA AR INFORMATIC ASTUDENTEN IN INDIA ONTKALKEN ZONDER CHEMIC ALIËN
T U/ e - C O N G R E S T I P
Colofon Technische Universiteit Eindhoven Communicatie Service Centrum Postbus 513 5600 MB Eindhoven homepage: http://www.tue.nl e-mail:
[email protected]
Ontbijtsessie ‘Medisch (ver)antwoord’ Datum:
Donderdag 8 november 2006, van 07.45 tot 10.30 uur. Plaats:
Hoofdredactie Drs. Han Konings Telefoon (040) 247 33 30/ 247 29 61 Telefax (040) 245 60 33
Faculteit Biomedische Technologie, gebouw W-hoog. Inhoud:
Prof.dr.ir. Frank Baaijens laat iets zien van het boeiend onderzoek aan zijn faculteit dat resulteert in toepassingen voor ziekenhuizen en bedrijven.
Informatie over adverteren H&J Uitgevers Telefoon (010) 451 55 10 Telefax (010) 451 53 80
Doelgroep:
Bedrijven die zich richten op technologieën voor de gezondheidszorg, managers en professionals uit de gezondheidszorg.
Medewerkers aan dit nummer Cora van den Berg Hilde Bosman Chris van de Graaf Jim Heirbaut Joep Huiskamp Ivo Jongsma Paula van de Riet Maria van Rooijen Enith van Vlooswijk
Organisatie:
TU/e, United Brains in samenwerking met de faculteit Biomedische Technologie. Meer informatie en aanmelden:
Kosteloze aanmelding via www.tue.nl/ondernemen of via www.kennispoort.nl.
Eindredactie en coördinatie Communicatiebureau Corine Legdeur Foto’s en illustraties Peter Cox Durk Gardenier Vincent van den Hoogen Ton Minnen OGC Bart van Overbeeke Bram Saeys Alex Vermeulen
ingenieur-in-spe Kevin van Eeten (21)
Basisvormgeving Proforma, grafisch ontwerp & advies, bno Vormgeving Onnink Grafische Comm. bv, Oudenbosch
Wat is je toekomstig beroep? Na mijn studie wil ik nog mijn MBA halen aan de universiteit van Nyenrode en dan het bedrijfsleven in in de richting van de chemie.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Druk E.M. de Jong, Baarle-Nassau Redactieadviesgroep Mr.drs. B.C. Donders Drs. W.F. Gaasendam Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Prof.dr. L.H.J. Verhoef Matrix wordt gemaakt door het Communicatie Service Centrum van de TU/e en verschijnt vier keer per jaar. Het blad wordt (na schriftelijk verzoek) kosteloos toegezonden aan TU/e-ingenieurs en aan een scala van andere, externe relaties.
Wat is het leukste moment van het afgelopen jaar? Dat was toch wel 1 maart. Het moment waarop ik met twee van mijn studiegenoten in een veel te lux studentenhuis ben gaan wonen. Wie vind jij de beste TU/e-docent? Mijn keuze valt op dr. Christian Illies. Deze man doceerde het vak Techniek en Ethiek en het lukte hem om alles zo inspirerend te vertellen! Wat wil je graag veranderen op de TU/e? De mentaliteit van studenten. Men is niet trots op de TU/e. Dat vind ik jammer.
Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit Matrix is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Voor het gebruik van de foto’s of andere illustraties is toestemming van de maker nodig.
Wat is je favoriete muziek? Om te relaxen luister ik graag jazz, maar als het op feesten aankomt, hoor ik graag Nederlandstalige muziek als Hazes.
Het eerstvolgende nummer van Matrix verschijnt in december 2006.
Belangrijkste in je omgeving? Mijn familie.
ISSN 1380-247X 2
Vierdejaars student Scheikundige Technologie. Heeft op het dr. Mollercollege gezeten in Waalwijk. Is sinds 1 juni voorzitter van de studievereniging van de opleiding, Japie.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
inhoud IN GESPREK
8
Verantwoordelijkheid voor de aanwas van bèta’s De ambities van Nederland zijn helder: meer leerlingen enthousiasmeren voor bètavakken, in het bijzonder voor wis-, natuur-, scheikunde en techniek. De ambities van het voortgezet onderwijs zijn minder eensluidend. Het Beatrix College in Tilburg breekt met deze trend. Rector Hans van der Heijden aan het woord.
ONDERZOEK
16
TU/e betrokken bij diabetesonderzoek Diabetes of suikerziekte wordt een steeds groter probleem in het welvarende westen en de zich ontwikkelende landen. Aan de oorzaken liggen vetzucht en gebrek aan beweging ten grondslag, maar hoe het mechanisme precies werkt, weet men niet. Reden genoeg om onderzoek te doen naar de achterliggende oorzaken ervan.
S TA R T E R S
40
Ontkalken zonder chemicaliën Het ene bedrijf bevindt zich nog in de startfase, en het volgende staat alweer in de steigers. Ir. Dirk van Asseldonk is binnen drie jaar directeur van twee bedrijven, beide opgericht vanuit onderzoek binnen de TU/e.
30
ALUMNI De kleine TU/e Encyclopedie/Meer dan 650 pagina’s vol wetenswaardigheden, portretten, anekdotes en feitjes over de Technische Universiteit Eindhoven en haar mensen in heden en verleden. Dat is ‘De kleine TU/e Encyclopedie 1956-2006’, gemaakt ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de universiteit.
42
LOOPBAAN Ingenieurs in alternatieven/Het werkzame leven van de twee architecten loopt parallel. Ir. Theo Hauben (35) en ir. Marco Vermeulen (34) ontwierpen en realiseerden tijdens hun studie aan de faculteit Bouwkunde samen een project. Ze studeerden tegelijkertijd af. Werden beiden gevraagd voor een docentschap aan de TU/e en richtten samen het bureau Urban Affairs op.
en verder in dit nummer Op de cover:
Op 12 september is op de TU/e-campus het kunstwerk ‘SOH19 States of Nature’ onthuld. Lees verder op pagina 48. Foto: Alex Vermeulen
• Europese bijval voor Eindhovense academische competenties / 4 • TU/e in de pers / 6 • Nieuws over bedrijfsleven / 7 • Duale opleidingen / 12 • Op stage / 14 • Nieuws over onderwijs / 15 • Op speurtocht naar talentvolle informatica- studenten / 20 • Nieuws over onderzoek/ 24 • De Vonk met prof.dr. Cor Koning / 26 • Nieuws over alumni / 29 • Nieuwe impuls voor een betere universiteit / 34 • Verwevenheid van DSM en TU/e / 36 • TU/e en MKB Limburg hebben elkaar gevonden /38 • Ontwerper in opleiding / 47 • Alumnivereniging ‘Schoone Leij’/ 49 • Agenda en service-rubriek /50
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
3
XBXEXLXEXI X DX X X X X
Europese bijval voor Eindhovense academische criteria Eindcompetenties van studenten en een daarop gebaseerd kwaliteitszorgsysteem in het onderwijs zijn volgens TU/ehoogleraar dr.ir. Anthonie Meijers centrale bouwstenen voor toekomstig onderwijs en vormen de sleutel naar instellingsaccreditatie. De set van academische eindcompetenties (criteria) die hij samen met anderen in 2003 in het boekje ‘Criteria voor academische bachelor en master curricula’ formuleerde, is hiervoor bij uitstek geschikt. Andere Europese TU’s hebben veel belangstelling voor deze eindcompetenties. 4
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
De Europese Unie streeft ernaar om de mobiliteit van Europese studenten te vergroten en voerde daarom de bachelor/ master-structuur in. Maar echte mobiliteit is pas mogelijk als ook de eindkwalificaties van de bachelor- en masteropleidingen gelijk zijn. Om die te harmoniseren ontwikkelde de EU de zogeheten ‘Dublin descriptors’. Volgens Meijers zijn deze ‘descriptors’ vooral gericht op kennis en begrijpen, maar bijvoorbeeld niet op een aspect als ontwerpen, een onderdeel dat van groot belang is voor een technische universiteit
Academische Competenties De startpunten van het boekje ‘Criteria voor academische bachelor en master curricula’ waren het eindrapport van de Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs, een onofficiële lijst van kwalificaties voor bachelors en masters van de VSNU, en een eerder door het platform Academische Vorming van de TU/e ontwikkelde notitie over ontwerpen op academisch niveau. De in het boekje (inmiddels tweede druk) beschreven academische competenties kunnen worden gezien als een operationalisering voor de universiteiten van de veel globalere Dublin descriptoren, die in 2002 en daarna zijn ontwikkeld en die door verschillende beleidsinstanties worden gehanteerd. Op basis van het bovengenoemde onderzoek kunnen zeven competentiegebieden worden onderscheiden die een academicus karakteriseren. Hij of zij 1. is kundig in een of meer wetenschappelijke discipline(s). Een academicus heeft vertrouwdheid met bestaande wetenschappelijke kennis, vaardigheden en houding, en heeft de competentie deze door studie uit te breiden. 2. is bekwaam in onderzoeken. Een academicus heeft de competentie door onderzoek nieuwe wetenschappelijke kennis te verwerven. Onderzoeken betekent hier: het op doelgerichte, en methodische wijze vinden van nieuwe kennis en nieuwe inzichten. 3. is bekwaam in ontwerpen. Veel academici zullen naast onderzoeken ook ontwerpen. Ontwerpen is een synthetische activiteit gericht op de totstandkoming van nieuwe of gewijzigde artefacten of systemen, met de bedoeling waarden te creëren conform vooraf gestelde eisen en wensen (bijv. mobiliteit, gezondheid).
Met pilotprojecten worden opleidingen
4. heeft een wetenschappelijke benadering. Een academicus heeft een systematische aanpak, gekenmerkt door de ontwikkeling en het gebruik van theorieën, modellen of samenhangende interpretaties, heeft een kritische houding en heeft inzicht in de eigen aard van wetenschap en technologie.
geëvalueerd in termen van eindcompetenties.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
als de TU/e. Meijers noemt nog twee voordelen van het Eindhovense systeem van academische competenties. Ze maken het mogelijk om een onderscheid te maken tussen wo en hbo (iets dat volgens Meijers vanwege politieke redenen nauwelijks mogelijk is met de Dublin descriptors) en ze zijn specifieker en beter te operationaliseren. De Eindhovense criteria zijn in twee pilotprojecten uitgeprobeerd en dat heeft in 2005 geleid tot een herziening. De universiteiten van Delft, Twente en Nijmegen hebben de criteria inmiddels overgenomen en ook vanuit Wageningen en Maastricht is er serieuze interesse voor. Er is een 3TU boekje van verschenen. Met de Nederlandse Vlaamse Accreditatie Organisatie en het ministerie van OCW zijn ook gesprekken gevoerd en is er volgens Meijers veel waardering voor de Eindhovense aanpak. De volgende stap is om een kwaliteitszorgsysteem te ontwikkelen dat op deze academische competenties is gebaseerd. Daarvoor is in Eindhoven al veel werk verricht. Er zijn pilotprojecten geweest om opleidingen en studenten te evalueren in termen van de gewenste eindcompetenties van studenten. Het is echter nog een onderzoek- en ontwikkelingstraject. Het zou volgens Meijers goed zijn om dit nu binnen de 3TU Graduate School,
5. beschikt over intellectuele basisvaardigheden. Een academicus is competent in redeneren, reflecteren en oordeelsvorming. Dit zijn vaardigheden die in de context van een discipline worden geleerd of aangescherpt en daarna generiek toepasbaar zijn. 6. is bekwaam in samenwerken en communiceren. Een academicus heeft de competentie met en voor anderen te kunnen werken. Dat vraagt om adequate interactie, verantwoordelijkheidsgevoel en leiderschap, maar ook om goede communicatie met vakgenoten en niet-vakgenoten. Ook is hij of zij in staat deel te nemen aan een wetenschappelijk of publiek debat. 7. houdt rekening met de temporele en maatschappelijke context. Wetenschap en technologie zijn niet geïsoleerd en hebben altijd een temporele en maatschappelijke context. Opvattingen en methodes hebben hun herkomst; beslissingen hebben maatschappelijke consequenties in de tijd. Een academicus is zich hiervan bewust en heeft de competentie deze inzichten te integreren in zijn of haar wetenschappelijk werk. De tekst van het gehele boekje is te downloaden via http://www.tue.nl/academischevorming.
in Aken voor het eerst met hun collega’s van het Duitse samenwerkingsverband TU 9. Samen wil men een systeem opzetten voor kwaliteitszorg in het onderwijs aan de hand van de criteria van Meijers. Daarmee moet het voor studenten makkelijker worden om over te stappen tussen de instellingen. In Duitsland vormen de technische universiteiten van Aken, Berlijn, Braunschweig, Darmstadt, Dresden, Hannover, Karlsruhe, München en Stuttgart samen de TU 9. Noem het maar de Duitse tegenhanger van de toekomstige 3TU-federatie, al werken onze
de onderwijssamenwerking van de drie TU’s, voort te zetten en daar de expertise op te bouwen die dan voor elk van de drie TU’s beschikbaar is. Het bestuur van de 3TU Graduate School heeft hem gevraagd een voorstel voor zo’n expertisecentrum uit te werken. Inmiddels mogen de criteria zich ook verheugen in een warme belangstelling bij Europese TU’s in Duitsland, Scandinavië en Italië. Contact met Duitse universiteiten
De voorzitters van de drie Nederlandse technische universiteiten spraken in juni
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
5
BELEID
F OTO : TO N M I N N E N
Anthonie Meijers krijgt veel waardering voor ‘zijn’ academische competenties.
oosterburen niet samen in een federatief verband. TU/e-beleidsmedewerker drs. Ben Donders betitelt de TU 9 als een pressiegroep die opkomt voor de gezamenlijke belangen. In totaal kent Duitsland 34
technische universiteiten. De TU 9 presenteert zich echter als dé gesprekspartner voor ‘Gesellschaft, Wirtschaft und Politik’ (maatschappij, bedrijfsleven en politiek). Volgens Donders wil de groep bijvoorbeeld dat onderzoek een wezenlijk aspect blijft van de bacheloropleiding, waardoor de aangesloten TU’s zich onderscheiden van de Duitse ‘Fachschulen’. Ook huldigt de TU 9 het standpunt dat iemand pas een volwaardig ingenieur is als hij of zij ook de masteropleiding heeft afgerond. De bijeenkomst in juni was de eerste ontmoeting tussen de Duitse en Nederlandse collegevoorzitters. Volgens Donders heeft men elkaar eerst uitgelegd wat precies de opzet is van de 3TU- en de TU 9-samenwerking. Een concrete afspraak is er ook gemaakt. Gezamenlijk wil men een systeem voor kwaliteitszorg in het onderwijs gaan ontwikkelen, aan de hand van de criteria voor academische curricula. Eind november staat er een tweedaagse internationale workshop op het programma,
waarbij onder meer getracht wordt om een gezamenlijk voorstel te definiëren voor de Europese Commissie voor de vorming van een Europees netwerk van technische onderzoeksuniversiteiten. Die zouden dan moeten gaan werken met een kwaliteitszorgsysteem gebaseerd op de 3TU criteria. Donders verwacht dat hierbij de Nederlandse en Duitse rectoren het voortouw nemen. Overstappen
Meijers bevestigt het Duitse enthousiasme voor zijn criteria voor academische curricula. Recent heeft hij er aan de TU Berlijn nog een uiteenzetting over gegeven. Meijers stelde de criteria op in 2003 en begin 2005 werden ze overgenomen door Delft en Twente en door de Radboud Universiteit Nijmegen. Als ook de TU 9 de criteria overneemt, is het volgens Donders in de toekomst voor Duitse en Nederlandse studenten makkelijker om over te stappen tussen de aangesloten instellingen.
TU/e in de pers berichten uit landelijke en regionale bladen ‘GEEF HET CENTRUM VAN
‘ER IS EEN CORRELATIE TUSSEN
‘TM-hoogleraar Fransoo ijvert
EINDHOVEN MAAR EEN METRO-
DE WELVAART VAN EEN LAND EN
voor Center of Excellence
POLE UITSTRALING. DAAR ZET JE
DE COMMUNICATIEMOGELIJK-
Supply Chain’ in de
EEN STAD MEE NEER.’
HEDEN. TELECOMMUNICATIE
CURSOR van 29 juni 2006.
KAN VEEL ECONOMISCHE AC-
Ir. ARNO PRONK van
TIVITEIT ONDERSTEUNEN EN
de faculteit Bouwkunde,
GENEREREN.’
‘KUNSTSTOFZONNECELLEN HEBBEN NOG EEN LANGE WEG
wen voor tijdelijkheid’
Prof.dr.ir. TON KOONEN ,
van het EINDHOVENS
hoogleraar Breedband
DAGBLAD van 4 juli 2006.
Telecommunicatie, in het arti-
Prof.dr.ir. RENÉ JANSSEN ,
kel ‘Breedbandcommunicatie
hoogleraar Organische
tot in de meterkast, in
Chemie, in het artikel
TRANSFER juni 2006.
‘Schaars silicium’ in DE
‘HOEWEL DE ECONOMEN VAN
TE GAAN.’
HET CENTRAAL PLAN BUREAU
INGENIEUR van 14 juli
HET TEGENDEEL BEWEREN, IS
2006.
ER IN NEDERLAND EEN TEKORT
‘DE LOGISTIEKE SECTOR IS EEN
AAN BÈTA’S.’
BELANGRIJKE KRACHT ACHTER
Collegevoorzitter
Prof.dr.ir. René Janssen.
Prof.dr. HUUB SALEMINK ,
HET ECONOMISCH HERSTEL IN
‘WE WILLEN ONZE NANOTECH-
deeltijdhoogleraar aan
NEDERLAND.’
NOLOGIE EEN LEVENSWETEN-
de faculteit Technische
SCHAPPELIJKE DRAAI GEVEN
Natuurkunde, in het artikel
AMANDUS LUNDQVIST
6
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
in het artikel ‘Meer bou-
in het artikel ‘De ratrace om
Prof.dr.ir. JAN FRANSOO
EN ZO EEN PLAATS VEROVEREN
‘Groot worden in het bouwen
toptalent’ in TRANSFER
van de faculteit Technologie
IN DE INTERNATIONALE ONT-
van lego-motortjes’ in DHV
juni 2006.
Management, in het artikel
WIKKELING.’
TIMES van augustus 2006.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
bedrijfsleven nieuws F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
TECHNIEKSTUDENTEN IN DE SLAG MET STORK-TOPMAN Ook voor techniekstudenten trekt de arbeidsmarkt weer stevig aan en dat dwingt het bedrijfsleven ertoe om allerhande evenementen te bedenken om jong talent al in een vroeg stadium te kunnen ontmoeten. Onlangs had ASML een ‘open nacht’ in Veldhoven. De wervingsafdeling van Stork leek het een goed idee om studenten te laten zeilen tegen de wereldkampioen in de 470 klasse van 1972. En laat dat nu juist hun eigen
TU/e-studenten varend in een Valk. Van links naar rechts: Casper Beijst, Ruben Philipse en Joris van der Els.
topman Sjoerd Vollebregt zijn. In juni gingen ruim honderd zeilliefhebbers, waaronder negen studenten van de TU/e, op de Kagerplassen de strijd
One zijn er op het gebied van samenwerking
en ondernemers is daarbij fifty-fifty. Aan de TU/e
aan met Vollebregt. Een team van de Universiteit
met de Eindhovense kennisinstellingen - de
houdt Gerard Blom, werkzaam bij het Innovation
Twente won de race. De twee boten die voor-
TU/e en Fontys Hogescholen - al wel gesprek-
Lab, zich bezig met het zoeken naar kandidaten
zien waren van een TU/e-bemanning eindigden
ken gaande.
voor de studiereizen. Om de deelname laag-
respectievelijk op een veertiende en een negen-
drempelig te maken, kunnen wetenschappers
tiende plaats in het veld van vijfentwintig boten. Oud-wereldkampioen Vollebregt legde beslag op de vierde stek.
en ondernemers kosteloos deelnemen aan de studiereizen. Indien u meer wilt weten over het
EUROPEES UITWISSELINGSPROGRAMMA
project en/of belangstelling heeft om aan een studiereis deel te nemen, dan kunt u contact op-
NOG EENS VIJFTIG MILJOEN VOOR NANOSCIENCE
De TU/e is één van de deelnemers aan een
nemen met Gerard Blom, telefoon 040-2474822,
onlangs goedgekeurd project met de naam
e-mail
[email protected]. Hij kan u ook meer
‘Bridging Business and Science’. Dit project
vertellen over de programmering van elk van de
heeft tot doel om in de periode 2006-2007
studiereizen.
Oud-minister Laurens Jan Brinkhorst van
de samenwerking en kennisuitwisseling te
Economische Zaken heeft de komende jaren
stimuleren tussen Europese wetenschappers
vijftig miljoen euro extra uitgetrokken voor de
en hightech bedrijven. Het creëren van nieuwe
ontwikkeling van nanowetenschappen in de
Europese netwerken voor wetenschappers en
regio Eindhoven. De TU/e en Fontys Hogescholen
ondernemers in de sectoren Biotechnology &
worden hier mogelijk ook bij betrokken. Het geld
Health, ICT & New Materials en Environmental
Het TU/e Innovation Lab ontwikkelt een instru-
komt bovenop de zeshonderd miljoen euro die
Solutions is het belangrijkste doel van het
ment waarmee startende ondernemers zelf
tot 2010 voor nano is gereserveerd. De investe-
nieuwe programma. Naast de TU/e zitten ook
kunnen toetsen of ze de juiste ondernemersvaar-
ringen van het Rijk moeten er mede voor zorgen
de universiteiten van Surrey, Krakow, Bologna
digheden bezitten. Deze online self-assessment
dat Nederland leidend wordt op het gebied van
en Córdoba in het uitwisselingsprogramma.
wordt dit najaar in gebruik genomen.
nanotechnologie. Brinkhorst droomt van een
Ook bedrijven worden actief bij het project
Starters die hun ondernemersvaardigheden wil-
marktpositie voor Nederland die vergelijkbaar
betrokken. Men gaat tweedaagse studiereizen
len toetsen kunnen zich aanmelden bij het TU/e
is met die van het Amerikaanse Silicon Valley.
organiseren naar elk van de universiteiten, die
Innovation Lab.
Het zwaartepunt van deze ontwikkeling ligt in de
steeds ongeveer veertig personen zullen ont-
Contactpersoon is Gerard Blom,
regio Eindhoven.
vangen. De verdeling tussen wetenschappers
telefoon 040-247 4822, e-mail
[email protected].
TU/e ONTWIKKELT SELFASSESSMENT VOOR STARTERS
Bij het project -dat de naam Point-One heeft- zijn naast de overheid grote bedrijven als Philips en ASML betrokken. Ook het midden- en kleinbedrijf doet mee. De vijftig miljoen extra investering
Ondernemen en Technologie
moet tot een omzetstijging van dertig procent in 2011 leiden. De totale nano-gerelateerde omzet zou dan 26 miljard euro bedragen.
LEZINGEN OP 2 NOVEMBER EN 14 DECEMBER
De grootschalige activiteiten van het Rijk en het bedrijfsleven moeten niet alleen meer geld opleveren. Gehoopt wordt dat meer scholieren zich tot de dynamiek van de nanotechnologie voelen aangetrokken en dat ze zullen kiezen voor een opleiding in de bèta/techniekhoek. Er moet bovendien een industrieel PhD-programma worden opgezet dat zich specifiek op deze tak van wetenschap richt. Volgens een woordvoerder van Point-
Jaarlijks organiseert de TU/e de lezingenreeks ‘Ondernemen en Technologie’, bedoeld voor mensen uit het bedrijfsleven. De lezingen vinden plaats in de vergaderzaal van Kennispoort, aan de rand van de TU/e-campus en beginnen om 17.00 uur. Voor meer informatie: www.tue.nl/ondernemen of www.kennispoort.nl. Daaronder vindt u een overzicht van de lezingen die in het collegejaar 2006/2007 gegeven worden. Op donderdag 2 november 2006 spreekt prof.dr.ir. Aarnout Brombacher van de faculteit Technologie Management over ‘Productkwaliteit en innovatie: conflict of uitdaging’ en op donderdag 14 december 2006 spreekt prof.dr.ir. Jan Bergmans van de faculteit Elektrotechniek over ‘Beelddiagnose met de computer: afkijken van het brein’. De toegang is gratis.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
7
XI XNX GX EX SX PXRX EXKX X
H A N S VA N D E R H E I J D E N , R E C T O R VA N H E T B E AT R I X COLLEGE IN TILBURG
Hans van der Heijden is rector van een zogenaamde Universumschool.
F OTO ’ S : B A RT VA N OV E R B E E K E
Verantwoordelijkheid voor de
aanwas van bèta’s De ambities van Nederland zijn helder: meer leerlingen enthousiasmeren voor bètavakken, in het bijzonder voor wis-, natuur-, scheikunde en techniek. De ambities van het voortgezet onderwijs zijn minder eensluidend. Daar is het bètaonderwijs vaak een ondergeschoven kindje, want: moeilijk, saai en niet sexy. Het Beatrix College in Tilburg breekt met deze trend; op die school neemt de aandacht voor bèta juist toe. Rector Hans van der Heijden over de ambities, de hindernissen en het slechte imago van de ingenieur.
De rector schetst om te beginnen de situatie van de school waar hij in 1991 als directeur begon. ‘We zijn een groeischool. Toen we in 1996 op deze locatie begonnen met het eerste nieuwe gebouw hadden we vierhonderd leerlingen. We zijn in de afgelopen tien jaar uitgebreid naar een scholengemeenschap van tweeduizend leerlingen. Het aantal personeelsleden is van veertig naar tweehonderd gegaan.’ Van der Heijden startte zijn onderwijsopleiding aan de oude kweekschool en gaf enkele jaren les op wat
8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
toen nog het Lager Onderwijs heette. Later werkte hij in het voortgezet onderwijs, waar hij les gaf in verschillende vakken. ‘Rond mijn dertigste kwam ik in de leiding van de school. Dat doe ik nu ongeveer dertig jaar.’ Als groeiende school zocht het Beatrix mogelijke profielen om zich te onderscheiden. ‘Wij wilden niet één profiel. We hebben al Lichamelijke Opvoeding en CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) dat bij ons sterk ontwikkeld is. Enkele jaren geleden kwam een docente
Van der Heijden: ‘Wij hebben een verantwoordelijkheid om meer mensen in bèta op te leiden.’
die net was afgestudeerd en bij ons natuurkunde gaf met het idee om meer aandacht te schenken aan bètavakken.’ Ideaal rolmodel
Het zat de docente hoog dat bèta zo weinig aandacht kreeg. En terecht, zegt Van der Heijden. ‘Haar opvatting is dat wij een verantwoordelijkheid hebben om meer mensen in bèta op te leiden. Dat idee spreekt mij aan, omdat ik ook zie dat de samenleving meer behoefte krijgt aan leerlingen met dat profiel. Naarmate we meer kenniseconomie en minder productieland worden, zal de opleiding van de beroepsbevolking zich daarop moeten aanpassen. Daarbij is er de uitstoot van ouderen door de grijze golf. Dan is het onze taak om onze leerlingen kennis te laten maken met de wereld van techniek.’ De docente maakte een plannetje en haar enthousiasme sloeg over op het schoolbestuur. ‘Dat ze is een vrouw is, heeft hier zeker bij geholpen. Ze is natuurlijk een ideaal rolmodel. Het heeft de beeldvorming van de niet-sexy bèta en techniek helpen tackelen.’ De directie had nu de lastige taak om bètavakken te profileren en promoten. ‘We kunnen het de leerlingen niet door de strot duwen, maar kunnen wel de kennis ervan vergroten.’ Het beeld dat nu leeft bij leerlingen en ouders is vaak niet erg positief, zegt Van de Heijden. ‘Ze associëren techniek met vuile overalls en minder met hightech. Techniek scoorde lange tijd niet erg hoog. Iedereen moest in het management en op kantoor terechtkomen.’ Om hier verandering in te brengen werd aan de vijfde klas van het vwo het vak ‘toegepaste natuurwetenschappen’ aangeboden. Niet verplicht, maar een extra vak voor leerlingen die erin geïnteresseerd zijn. Sinds vorig jaar kan ook 4 havo hiervoor kiezen. ‘We zouden het graag
ook in 6 atheneum geven, maar de examenprogramma’s zitten zo vol dat leerlingen een regulier vak zouden moeten laten vallen voor een vak waarin geen centraal schriftelijk eindexamen gedaan kan worden.’ Desalniettemin biedt de school een jaar lang gedurende drie uur per week ‘toegepaste natuurwetenschappen’ aan. Voor dit vak schreven zich de eerste keer acht van de 25 leerlingen in. Voor een keuzevak geen slechte score, meent de rector. De eerste module ging over robotica. ‘Dat doen we in samenwerking met de TU/e. Ook die relatie is bij toeval ontstaan. Een de medewerkers van de TU/e die zich bezighoudt met de aansluiting van voortgezet onderwijs en universiteit, kent de docente die het programma hier heeft opgezet. Via dat contact konden we terecht op de universiteit waar onze leerlingen aan de slag gingen met het maken van geïntegreerde schakelingen. Dat was een groot succes. Aan het eind van de module hebben we natuurlijk geëvalueerd wat de ervaringen waren. Een deel van de leerlingen - dat geen ambities in bèta had - zei dat er in de studiekeuze niet veel veranderd was, maar ze hadden wel een veel beter beeld gekregen van techniek. Anderen - die wel techniek of bèta wilde - waren gesterkt in hun overtuiging of ze waren over de drempel getrokken.’ Universumschool
Op basis van de ervaringen van het Beatrix College lijkt het stimuleren van bèta in het voortgezet onderwijs een kwestie van toevalligheden en koppige pioniers en idealisten. Toch is dat niet helemaal het geval, want ook de overheid draagt een steentje bij. ‘Tegen het einde van het schooljaar 2004-2005 werden we benaderd door het
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
9
IN GESPREK
Van der Heijden: ‘Je kunt je afvragen of de universiteit de nieuwe capaciteiten van studenten voldoende benut.’
Platform Bèta Techniek. Dat was geïnteresseerd in wat wij doen.’ Het Platform Bèta Techniek stimuleert de aanwas van bètatechnici. Het wil structureel vijftien procent meer leerlingen en studenten in bètatechnisch onderwijs en streeft naar een betere benutting van talent in bedrijven en onderzoeksinstellingen. Een programma van het platform is de Universumschool, dat scholen helpt zich te profileren op bètaonderwijs. De middelen van het programma zijn het delen van kennis, ervaring en ontwikkelde producten met andere scholen in het netwerk en een financiële bijdrage die kan oplopen tot tienduizenden euro’s per jaar. ‘Wij kwamen in het voortraject van de Universumschool en voor die status kregen we geld waarmee we bijvoorbeeld de studiematerialen en aantal uren voor docenten van de module robotica konden betalen. Toen we een officiële Universumschool werden, kregen we nog meer geld en ondersteuning.’ Rekenvaardigheden
Ook is de school van Van der Heijden actief in het Pre University College, een koepel waaronder alle activiteiten van de TU/e plaatsvinden die gericht zijn op het optimaliseren van de aansluiting tussen het vwo en universiteit. Van der Heijden zelf zit in de stuurgroep van het PUC. Veertien leerlingen van zijn school deden mee aan het programma op de golven van de wetenschap. ‘Volgens docenten waren we bijzonder welkom op de TU/e. Er wordt in Eindhoven alles aan gedaan om ons te faciliteren en er wordt geluisterd naar kritiek en ideeën van onze docenten.’ Veel van de activiteiten van het Pre University College zijn voortgekomen uit de zorg om de groeiende kloof tussen voortgezet onderwijs en universiteit. Een voorbeeld daarvan is het niveau van wiskunde van leerlingen die zich in het eerste jaar van de TU/e melden. Met bijscholingsprogramma’s worden de nieuwe studenten ‘op niveau gebracht’. Van der Heijden vindt het te kort door de
1 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
bocht om te spreken van steeds slechter wordende leerlingen. ‘Ik laat me nooit aanpraten dat onze leerlingen een laag niveau hebben. Ik geloof daar niet in. Het ligt genuanceerder. De bijspijkercursussen hebben te maken met een klein deel van de wiskunde.’ Een wiskundedocent van het Beatrix College valt Van der Heijden bij: ‘Het gaat hier specifiek over elementair rekenen, zoals het ontbinden van factoren. Dat hiaat begrijp ik wel, omdat dit soort rekenvaardigheden vroeger in klas twee werd geleerd, nu komt het in klas vijf. Dat probleem is overigens voorlopig niet te verhelpen. Daarbij is er ook wat voor te zeggen om het later te doen en om de wiskunde in de eerste jaren meer contextgericht te maken. Het ontbreken van die elementaire rekenvaardigheden is eigenlijk alleen een probleem voor de leerlingen die in de harde bètavakken verder willen. Voor een bioloog maakt het niet uit of je eenderde of 33 procent neemt. Het niveau is ook algemeen niet veel lager dan een aantal jaar geleden. De aandachtsgebieden verschuiven wel. Het probleem zou overigens opgelost moeten worden met het vak Wiskunde D, wat vanaf 2007 gegeven kan worden.’ Beeldvorming
De docent heeft het hier over de Tweede Fase, een onderwijsvernieuwing die volgens Van der Heijden tot gevolg heeft dat de aandacht binnen vakken verschoof. Dat heeft aansluitingsproblemen gegeven en daarvoor zijn bijspijkerprogramma’s in het leven geroepen, zegt de rector. ‘Maar er zit ook een andere kant aan het verhaal. Je moet je ook afvragen of de instroomeisen van een universiteit steeds hetzelfde kunnen blijven als de wereld verandert en als het voortgezet onderwijs evolueert. Het is een dynamisch, zich steeds ontwikkelend proces. Het voortgezet onderwijs is zich aan het herbezinnen. Dat kan soms gevolgen hebben voor het niveau, maar dat is nu eenmaal waar het wetenschappelijk onderwijs het mee moet doen. Je kunt je daarom ook afvragen of de universiteit de nieuwe capaciteiten die studenten hebben ontwikkeld voldoende benut. Wij hebben overigens kennis genomen van de inhoud van de bijspijkercursussen en gebruiken die kennis in ons onderwijs.’ En zo zet de rector zich in voor beter bètaonderwijs. Rest de vraag: is de aanwas van bètatechnici via inspanningen in het voortgezet onderwijs te vergroten? ‘De keuze van leerlingen voor een studierichting is te beïnvloeden, maar zoals altijd moet je tegen gevestigde opinies in roeien. We krijgen nog steeds leerlingen in de eerste klas die bij het horen van het woord wiskunde meteen roepen: ik kan het niet, want mijn vader en moeder konden het ook niet. Alsof dit genetisch is bepaald. Maar ook vanuit de wiskunde zelf wordt misschien wel de mythe in stand gehouden dat wiskunde een moeilijk vak is en dat het slechts toegankelijk is voor een kleine groep bevoorrechten. Dankzij die - mede zelfveroorzaakte - beeldvorming gaat talent verloren. Dat is zonde.’
PUBLIEKSDAG hart voor technologie! zondag 1 oktober 2006 12.00 - 17.00 uur
www.tue.nl/publieksdag
XOXNX DX EX RXW XX I JXSX X
Studeren voor je werk en werken voor je studie: bij een duale universitaire studie draait het om die combinatie. Aan de TU/e bood jarenlang alleen de opleiding Installatietechnologie een duale variant. Scheikundige Technologie volgde met procestechnologie. In juni namen de eerste twee duale studenten procestechnologie hun bul in ontvangst. Wat is dit voor type studie en waarom heeft het misschien wel de toekomst?
STUDEREN EN TEGELIJKERTIJD WERKEN
Duale opleidingen ‘Ik ben een echte laatbloeier’, zegt ing. David van Soelen (39). Na zijn mts-opleiding procestechnologie kwam Van Soelen terecht bij Shell, waar hij besloot om in de avonduren verder te studeren aan de hts. Drie jaar geleden merkte hij echter dat zijn honger naar kennis nog steeds niet was gestild. ‘Ik wilde meer weten over wat er op fundamenteel niveau gebeurt tijdens een chemisch proces. Aan de hts had ik dat niet geleerd, terwijl ik op mijn werk een niveau bereikte waarbij dat wel belangrijk was.’ En dus meldde hij zich aan voor de duale masteropleiding procestechnologie, die toen van start ging aan de TU/e-faculteit Scheikundige Technologie. Binnen een duale opleiding raken werk en studie hecht met elkaar vervlochten. Eén dag per week nemen de studenten, die tevens werknemers zijn, deel aan col-
1 2
M
A
T
R
I
X
/
3
leges of overleguren met TU/e-docenten. Op hun werk proberen de studenten de leerstof in te zetten. Omgekeerd wordt de leerstof zoveel mogelijk afgestemd op de bedrijfsrichting waarbinnen de studenten werkzaam zijn. Experiment
De Nederlandse universiteiten bieden ruim twintig duale opleidingen. Twee ervan zijn te volgen aan de TU/e: naast de master procestechnologie is dat de master installatietechnologie aan de faculteit Bouwkunde. Laatstgenoemde bestaat al sinds 1998, toen de faculteit kon meeliften met een experiment van het ministerie van Onderwijs. ‘Twintig opleidingen mochten toen dualiseren’, vertelt dr.ir. Rinus van Houten, coördinator van de duale opleiding Installatietechnologie. ‘De opleiding
/
2
0
0
6
Installatietechnologie wilde graag meedoen, omdat deze zo dicht tegen de beroepspraktijk aan ligt. We kregen toen een half miljoen gulden aan subsidie.’ De duale master procestechnologie bestaat pas drie jaar en is de enige in zijn soort in Nederland. De opleiding kwam tegemoet aan het verzoek van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie om betere doorstroommogelijkheden te creëren voor hbo-ingenieurs naar universitaire functies. De faculteit hoopte op deze manier bovendien de dalende studenteninstroom te compenseren. De duale opleidingen richten zich op mensen als Van Soelen: dertigers en veertigers met een hogere technische opleiding, die hun werk- en denkniveau serieus willen opschroeven. De recente invoering van het bachelor-mastersysteem levert op den duur
Kostbare tijd
Omdat duale TU/e-studenten maar één dag per week naar de universiteit komen, wordt de opleiding uitgesmeerd over een langere periode. Een master procestechnologie duurt minimaal drieënhalf jaar en een master installatietechnologie vier jaar. Om de uren op de campus zo goed mogelijk te benutten, introduceerde de duale opleiding procestechnologie het e-learning: duale studenten kunnen verschillende reguliere colleges via internet volgen. Zo hebben ze tijdens de contacturen meer tijd voor het stellen van vragen aan de docent. ‘Voor de docenten is het heel plezierig om met de studenten samen te werken, omdat de studenten heel gemotiveerd zijn’, weet ir. Ouafae El Fahmi, coördinator van de duale master procestechnologie. ‘Ook voor studenten is het tenslotte kostbare tijd.’ Wat betreft de financiële kosten: een duale
F OTO ’ S : B A RT VA N OV E R B E E K E
wellicht een grote poel aan bachelorwerknemers, waarin duale masteropleidingen naar hartelust kunnen vissen naar potentiele studenten. Het concept sluit bovendien aan bij ideeën over de kenniseconomie, waarin individuen hun leerloopbaan gedurende hun hele leven flexibel blijven vormgeven. Dat mag allemaal prachtig klinken, maar het vergt wel veel van de studenten. Zeker als ze naast hun baan en studie ook nog een gezin draaiende moeten houden. Van Soelen weet er alles van. ‘Er waren momenten dat ik dacht: ‘Pff, hoe ingewikkeld moet dit nog worden?’. Je moet écht gemotiveerd zijn om eraan te beginnen.’
Ouafae El Fahmi is coördinator van de duale opleiding procestechnologie.
master kost tienduizend euro, net zoveel als een normale student zou betalen aan collegegeld, plus wat inschrijvingsgeld. ‘Vergeleken met een MBA-opleiding is dat niets’, zegt El Fahmi. ‘Wel bekijken we nu of die kosten misschien bijgesteld moeten worden, want de subsidie is inmiddels gestopt.’ Tot nu toe volgden ruim dertig studenten de duale master procestechnologie. Voor 2007 zijn er al 22 geïnteresseerden. Uit het totale aantal aanmeldingen selecteert de faculteit straks maximaal twintig kandidaten op grond van hun motivatie, hun capaciteiten en de medewerking die te verwachten valt van hun werkgevers. De welwillendheid van het bedrijf waar de student werkt, is voor duale opleidingen een belangrijke vereiste. ‘De werknemer moet een dag per week vrij kunnen nemen’, licht El Fahmi toe. ‘Grotere werkgevers zien vaak dat de werknemer zo beter kan doorgroeien.
Sommige multinationals vergoeden zelfs de voorbereidingstijd voor de tentamens. Bij kleinere bedrijven ligt dat anders; zij zijn vaak wat minder happig om in de opleiding te investeren.’ Van Soelen heeft inderdaad de groei bereikt die hij voor ogen had: nog voor hij zijn bul in ontvangst neemt, heeft Shell hem een baan als procesingenieur aangeboden. ‘Zonder opleiding was dat misschien ook mogelijk geweest, maar het zou veel langer duren. Ik denk bovendien dat ik cruciale kennis zou missen.’ Om de kloof te dichten tussen de afgeronde hbo-opleiding en de universitaire bacheloropleiding, doorlopen alle duale studenten een schakelprogramma. Naast ‘harde’ exacte vakken biedt dat programma bij de duale master procestechnologie tevens een doorlopende cursus ‘academische vorming’. Voor de studenten, die vaak al jarenlang gewend zijn zeer doelgericht te
F OTO : D U R K G A R D E N I E R
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
1 3
ONDERWIJS vorming kan met de uitslag rekening houden tijdens de begeleiding, zodat mensen extra aandacht krijgen als dat nodig is.’
werken, is dit vaak even wennen, vertelt El Fahmi. ‘Ze hebben zoiets, van ‘wat móet ik hiermee?’. Het is andere materie dan ze gewend zijn, het is niet exact.’ Toch is het je toe-eigenen van een abstracte, academische denkwijze essentieel. Nu de eerste duale studenten de eindstreep naderen, onderstrepen de docenten van de opleiding het belang van een academische grondhouding. ‘Docenten willen graag van tevoren weten dat mensen niet alleen in staat zijn om vakken te halen, maar ook een academische habitus hebben’, vertelt de coördinator. ‘Ze moeten kunnen en willen abstraheren. We kijken nu met het Studenten Service Centrum of het mogelijk is om dit al tijdens de toelatingsprocedure te toetsen.’ Overigens betekent dit volgens El Fahmi niet dat het de huidige lichting duale studenten ontbreekt aan abstraheringsvermogen. ‘De toetsingsprocedure kan gewoon beter. De docent academische
Toekomst
De duale master procestechnologie zal qua studentenaantallen niet veel meer groeien, vertelt El Fahmi. ‘Het moet niet te grootschalig worden, dan gaat het te veel tijd kosten. Wel zou het mooi zijn als we ook de andere specialisaties tot een duale opleiding zouden kunnen uitbouwen. Nu staat de duale opleiding nog in de kinderschoenen, maar met het BaMa-stelsel kan deze best een grote toekomst hebben.’ Is het in dat licht niet opmerkelijk dat de TU/e slechts twee duale opleidingen aanbiedt? Van Houten van de duale opleiding Installatietechnologie: ‘Juist niet. Mensen zeiden (in 1998, red): dit is een technische universiteit, we doen dit in feite al. Maar een duale opleiding behelst
meer dan alleen het lopen van een stage, het is een uitwisseling tussen het bedrijf en de TU/e.’ Terwijl reguliere studenten vaak op zoek gaan naar een bedrijf waar ze hun stageproject kunnen uitvoeren, werkt het bij duale studenten juist andersom. ‘Het bedrijf is de probleemhouder’, vertelt Van Houten. ‘De studenten zitten in een erkend project en krijgen daardoor alle medewerking. Het bedrijf is ook bereid om te faciliteren.’ Vooral in een kenniseconomie, waar intensieve contacten tussen de universiteiten en het bedrijfsleven de spil vormen van vernieuwing, is dat van groot belang. Van Houten: ‘In het bedrijfsleven worden wetenschappelijke artikelen niet gelezen. Bij een duale opleiding doe je iets aan die tegenstelling. Docenten worden bij de les gehouden en ondervinden aan de praktijk hoe de TU/e iets kan betekenen voor het bedrijfsleven.’
0p stage ervaringen van een TU/e-student in het buitenland
Ondersteunen van een ziekenhuis Laura Kluijtmans, studente Technische Bedrijfskunde, had vanaf de eerste dag het gevoel dat ze op vakantie is. Toch zijn het lange dagen die ze maakt in het ziekenhuis op Aruba. Ze heeft er problemen in het aantrekken en ondersteunen van specialisten opgelost. Misschien komt het doordat ze
legd. Ik heb de processen in het
haar opdrachten met een grote
privé. Ik kreeg allerlei gerechten
vanaf vrijwel elke plek op het
aantrekken van een specialist,
vrijheid uit. ‘De opdracht was:
voorgeschoteld, werd betrokken
eiland uitzicht heeft op strand en
zoals wervingsprocedure, sol-
bedenk zelf een opdracht, bedenk
bij verhitte politieke discussies en
zee, of het is de relaxte en vrien-
licitatieprocedure, het opstellen
wie je daarvoor moet spreken,
werd uitgenodigd op bruiloften en
delijke instelling van de Arubanen.
van contracten, het vinden van
welke informatie je nodig hebt
begrafenissen van mensen die ik
Het gevolg is in elk geval dat de
geschikte huisvesting en derge-
en regel het maar. Ik kon gewoon
niet eens kende.’
studente helemaal ontspannen
lijke, in kaart gebracht en waar
bij medewerkers en directie bin-
Ze leerde op Aruba ook een nieuwe
over Aruba fladdert. Intussen is
nodig verbeterd. Hetzelfde heb
nenlopen als ik vragen had. Deze
manier van werken kennen. ‘De
ze wel degelijk hard aan het werk.
ik gedaan met de processen ter
openheid van de organisatie, en
werksfeer is zoveel relaxter dan
Haar opdracht in het ziekenhuis
ondersteuning van een in dienst
het idee serieus te worden ge-
in Nederland. Ook werknemers
is om problemen rond bestaande
zijnde arts. Hier gaat om coa-
nomen als stagiaire, spraken me
die lange dagen maken en onder
procedures voor het aantrekken
ching en beoordeling, facilitaire
erg aan.’
druk staan, nemen de tijd voor een
en ondersteunen van specia-
diensten, ICT-ondersteuning
De informele sfeer maakte dat ze
praatje bij de koffie alwaar de nood-
listen op te lossen. Kluijtmans:
enzovoorts.’
in korte tijd veel mensen leerde
zaak tot hard werken gerelativeerd
kennen. ‘Veel collega’s waren
wordt. Iedereen kent elkaars fami-
‘Bepaalde activiteiten werden niet
1 4 2
Laura Kluijtmans op het Arubaanse strand.
of verkeerd uitgevoerd, systemen
Relaxt
bereidwillig mij kennis te laten
lie, hobby’s en blunders, en uitgaan
bleken niet compatible en veel
Kluijtmans kreeg veel verant-
maken met hun gewoontes en
met je collega’s is een gewoonte
afspraken werden niet vastge-
woordelijkheden en ze voerde
gebruiken. Op het werk, maar ook
geworden.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
onderwijs F OTO : O G C
nieuws
zou het hele programma op zijn kop komen te
CvB BEZOEKT BROERTJE VAN BMT IN CHINA
staan. Ook wil de rector eerst duidelijkheid krijgen over hoe de bachelor- en de masteropleiding
De opleiding Biomedische Technologie (BMT)
zich ten opzichte van elkaar verhouden.
van de TU/e dient als voorbeeld voor een school op het gebied van Biomedical and Information Engineering, op de campus van de Northeastern
2,4 MILJOEN VOOR SPRINTPROGRAMMA
University (NEU) in de Chinese stad Shenyang. Recent bracht het College van Bestuur van de TU/e er een driedaags bezoek om te praten over
De TU/e krijgt 2,4 miljoen euro van het Platform
de huidige voortgang en de ontwikkelingsplan-
Bèta Techniek. Het bedrag wordt verdeeld
nen voor de komende periode. De TU/e maakt
over drie jaar en komt uit het Sprint-pro-
deel uit van het Joint Management Committee,
gramma (Stimuleringsprogramma Innovatie
dat vorige week voor de tweede keer bijeen is
Natuurwetenschappelijke Opleidingen) van het platform. Dat heeft zich als doel gesteld de
gekomen. De samenwerking tussen de verschillende partners verloopt voorspoedig. Het ge-
De Chinese stad Shenyang waar het CvB een
instroom en uiteindelijk de uitstroom van de
bouw is klaar en er zijn inmiddels 59 studenten
bezoek aan bracht.
bètaopleidingen met vijftien procent te verhogen. De TU/e gebruikt het geld als ondersteu-
aan het eerste jaar begonnen. Voor komend jaar
ning van bestaande activiteiten zoals het Pre
mikt men op 150 eerstejaars. De zogenaamde Joint School wordt verder onder-
eindtoets maakte een certificaat -met vermelding
University College. Hierin wordt gewerkt aan een
steund door het Chinese ict-bedrijf Neusoft en
van het toetsresultaat- uit handen van rector prof.
betere aansluiting van vwo naar TU/e. Ook wordt
Philips. Dat vaardigt oud-topman in China Martin
dr.ir. Hans van Duijn. Reden: het volgen van de
de subsidie gebruikt voor het verbeteren van de
Schuurmans af om te helpen bij het opstarten
colleges was belangrijker dan het halen van een
aansluiting van hbo naar TU/e en het verhogen
van de opleiding.
voldoende.
van de P-rendementen. Bij de toekenning van de subsidie kreeg de TU/e alle vrijheid om het geld
Onlangs verzorgden de BMT-hoogleraren Hilbers
te besteden. Voorwaarde was wel dat de doelen
en Ter Haar Romeny aan de nieuwe opleiding een masterclass op het gebied van de medische beeldanalyse. Naast de masterclasses draagt
bestuurlijk afgedekt waren. In het totaal is in het
GEEN ‘HARDE KNIP’ TUSSEN BACHELOR EN MASTER
Sprint-programma twintig miljoen euro verdeeld over de verschillende universiteiten met bètaop-
de TU/e bij aan de opleiding met adviezen over curricula en onderwijsprogramma’s. Een aantal
Het College van Bestuur van de TU/e ziet geen
leidingen. Delft kreeg 5 miljoen, Twente 2,2 en
studenten van NEU krijgt de mogelijkheid om de
reden om de TU Delft te volgen bij het invoeren
Utrecht 2,5 miljoen. De rest is ongeveer gelijk
master Biomedical Engineering aan de TU/e te
van een zogenoemde ‘harde knip’. Hierbij mogen
verdeeld over de algemene universiteiten met
komen volgen.
studenten pas aan een masteropleiding beginnen
bètarichtingen. In 2009 komt nog eens vijftien
Voor de huidige rector magnificus Van Duijn en
als ze alle vakken van de bachelopleiding heb-
miljoen euro beschikbaar. Het Sprint-programma
collegevoorzitter Lundqvist was het de eerste
ben gehaald. Volgens rector prof.dr.ir. Hans van
heeft een drieledig doel: het verhogen van de in-,
keer dat ze de Joint School bezochten. Ook heb-
Duijn heeft zo’n beslissing veel voeten in aarde.
de door- en de uitstroom van de hogere techni-
ben zij kennisgemaakt met de regio Shenyang,
Het zou onder meer betekenen dat in het derde
sche en natuurwetenschappelijke opleidingen.
onder andere met een bezoek aan Neusoft.
jaar meer instroommomenten moeten worden
In 2007 moet de instroom structureel vijftien pro-
gecreëerd en dat er meer mogelijkheden voor het
cent hoger zijn dan in 2003. De uitstroom dient
afleggen van tentamens moeten komen. Daarmee
in 2010 met vijftien procent te zijn gestegen.
COLLEGEREEKS PRE UNIVERSITY COLLEGE Van de 75 scholieren die in het voorjaar deelnamen aan de collegereeks ‘Op de golven van de
Nieuwe bachelorstudenten
wetenschap’ hebben er 46 de bijbehorende toets met een voldoende afgesloten. Volgens dr.ir. Lex
VOORLOPIGE INSTROOMCIJFERS 2006/2007
Lemmens is deze eerste grote activiteit van het Pre University College (PUC) geslaagd. Daarom gaat de reeks begin 2007 op herhaling, maar dan met twee groepen van tachtig scholieren. Het PUC is een bundeling van lesactiviteiten gericht op middelbare scholieren om de aansluiting tussen middelbare school en technische universiteit te verbeteren. De vlak voor de zomer afgesloten
Op 7 september hadden zich 1305 nieuwe studenten voor een bacheloropleiding aan de TU/e ingeschreven. Er moeten nog wel een aantal inschrijvingen verwerkt worden en er kunnen zich nog steeds studenten inschrijven, maar het geeft een voorlopig beeld. Van de 1305 inschrijvingen voor dit jaar hebben 504 studenten een vooropleiding met een Natuur & Techniekprofiel, 247 met een Natuur & Gezondheidprofiel, 209 hebben beide profielen en 249 studenten een HBO-diploma. Daarnaast zijn er 57 studenten met een propedeusediploma en 39 studenten hebben een andere vooropleiding dan hierboven genoemd.
serie van zes colleges kende vier afvallers en vijfentwintig zakkers. Toch kreeg iedereen die de
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
1 5
ONDERZOEK
F OTO : O G C
Foto rechts: Een proefpersoon met testapparatuur rond zijn bovenbeen gaat de MRI-scanner in.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Diabetes of suikerziekte wordt een steeds groter probleem in het welvarende westen en de zich ontwikkelende landen. Aan de oorzaken liggen vetzucht en gebrek aan beweging ten grondslag, maar hoe het mechanisme precies werkt, weet men niet. Reden genoeg om onderzoek te doen naar de achterliggende oorzaken ervan. Daarvoor zochten TU/e- onderzoekers gezonde inactieve mannen met overgewicht voor een uitgebreid onderzoek.
TU/e betrokken bij
diabetesonderzoek Er zijn twee typen diabetes. Type 1 heet ook wel juveniele diabetes, waar type 2 ouderdomsdiabetes wordt genoemd. Bij type 1 maakt de alvleesklier te weinig insuline aan. Dit is een stof die er in de cellen voor zorgt dat de glucose wordt opgenomen, waarna het in de cel kan worden afgebroken tijdens de verbranding. Bij type 2 diabetes wordt er normaal insuline gevormd, maar neemt de gevoeligheid van de organen ervoor af. Ouderdomsdiabetes komt -ondanks de naam- tegenwoordig niet alleen meer voor bij ouderen. Steeds jongere mensen hebben kans erop, wat men in het algemeen wijt aan een ongezonde levensstijl. Veel en vet eten en weinig beweging vergroten de kans op deze aandoening. Mitochondriën
Bij type 2 diabetes neemt ook het verbrandingsvermogen van de spieren af. Een paar jaar terug kwam het vermoe-
1 6
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
den naar voren dat wel eens zou kunnen komen door het minder goed functioneren van de mitochondriën in deze organen. Deze energiefabriekjes van de cellen vormen het onderwerp van een onderzoek van de TU/e, samen met de Universiteit Maastricht en het Maxima Medisch Centrum. ‘Voor veel artsen is dit heel revolutionair’, zeggen promovendi drs. Nicole van den Broek en drs. Henk De Feyter van de capaciteitsgroep Biomedical NMR. ‘Zij richten zich al een jaar of twintig vooral op de rol van de lever bij suikerziekte.’ Voor het onderzoek zijn Van den Broek en De Feyter op zoek gegaan naar gezonde mannen van boven de 45 jaar met overgewicht. De achttien geschikte personen die zich aanmeldden, moeten dienen als referentie voor de resultaten van een groep ‘type 2’-patiënten. Alle deelnemers zijn man, zitten in dezelfde leeftijdsgroep, zijn inactief en hebben ongeveer dezelfde mate van overgewicht, uit-
gedrukt in de ‘body mass index’ (het lichaamsgewicht in kilo’s gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte in meters). De proefpersonen krijgen een kleine onkostenvergoeding, maar moeten in totaal toch zo’n zeven keer komen opdraven. Uit gesprekken met de onderzoekers blijkt dat de deelnemers meestal meedoen om op tijd de toekomstige diabetes te signaleren. De aanloop van de ziekte is namelijk niet onomkeerbaar. Door meer te gaan sporten en beter te eten, wordt de gevoeligheid voor insuline weer hoger. Waarom alleen mannen gezocht? De Feyter: ‘Omdat die geen hormonale cyclus hebben, wat weer een extra variabele zou opleveren in het onderzoek. Dat wil je liever niet.’ Zoet drankje
De promovendi onderwerpen de inactieve mannen aan een reeks tests om meer te weten te komen over de wer-
king van de mitochondriën in de spieren. Als eerste krijgen de vrijwilligers een zoet drankje boordevol glucose te drinken. Van iedereen wordt vooraf en na twee uur de bloedsuikerspiegel gemeten. Hoe lager die is, hoe beter de glucose is afgebroken en opgenomen. En hoe gezonder de persoon dus is. Deze test hebben Van den Broek en De Feyter inmiddels al afgenomen. Het bleek dat de helft van de vrijwilligers al een eind op weg was richting type 2 diabetes. ‘Op dat moment hebben we besloten een derde groep proefpersonen te benoemen: de mensen met pré-diabetes’, vertelt Van den Broek. Vervolgens kruipt men voor een flinke inspanning op de hometrainer. Met een kapje over de mond kunnen de onderzoekers de zuurstofopname van de proefpersoon bepalen, wat een maat is voor zijn algehele conditie. Tegelijk wordt een hartfilmpje gemaakt om eventuele hartpatiënten eruit te pikken om ze uit te sluiten van het onderzoek.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
1 7
ONDERZOEK
De kern van het onderzoek aan de TU/e zijn de metingen in de MRI-scanner. Dit gigantische apparaat wordt niet alleen gebruikt voor het maken van de bekende doorsnedeplaatjes uit het ziekenhuis. Het kan ook de concentraties van bepaalde stoffen bepalen. Met deze functie wordt de concentratie fosfocreatine in de spieren gemonitord. Deze stof wordt verbrand in de eerste seconden van een zware inspanning. ‘Sprinters op de honderd meter lopen bijna volledig op deze stof’, legt De Feyter uit. ‘Na een inspanning wordt het verbrande fosfocreatine weer aangevuld. Hoe snel dat gebeurt, is een belangrijke maat voor het functioneren van de mitochondriën.’ Bovenbeenspier
De proefpersoon ligt in de MRI-scanner met zijn been in een opstelling. Eerst wordt de ligging van de spieren en botten bepaald. Daarna worden de concentraties van de belangrijke stoffen in rust gemeten. Vervolgens begint de inspanning, waarbij één been het werk verricht. Dat tilt via een ingenieus systeem van kabels en een fietsvelg gedurende anderhalve seconde een gewicht op. Om de zoveel tijd leggen de onderzoekers er een ouderwets weegschaalgewichtje bij. Om te zorgen voor een betere doorstroming van het bloed, is het been niet continu aangespannen. ‘We gaan net zolang door met gewichtjes
toevoegen tot de proefpersoon moe is’, vertelt Van den Broek. De MRI-scanner maakt om de zes seconden een scan en dat gaat door als de persoon ligt bij te komen van de inspanning. ‘Daar halen we de bruikbare informatie uit. We bepalen hoe lang het duurt tot het lichaam het fosfocreatine-niveau weer tot op rustniveau heeft teruggebracht. Dat is een enorm belangrijke parameter voor het functioneren van de mitochondriën.’ Met de MRI-scanner kijken de onderzoekers naar de activiteit van de bovenbeenspier. Om echt ín de spier te kijken, neemt collega-onderzoeker Stephan Praet van iedere proefpersoon een spierbiopt. Met een holle naald wordt een kleine hoeveelheid spierweefsel verwijderd. Dat wordt onderzocht op vetgehalte, dichtheid van bloedvaten en op mitochondriën. Voor de laatste twee geldt: hoe meer hoe gezonder. De Feyter en Van den Broek verwachten de eerste resultaten van hun onderzoek dit najaar. Als aanvulling daarop hebben ze ook al ratten onderzocht. Van den Broek: ‘Het is lastig dat de ziekte zo’n lange aanloop heeft. Je neemt steeds een doorsnede van de groep risicogevallen, want je kunt iemand geen tien, twintig jaar volgen. Daarom doen we soortgelijke inspanningstests ook op ratten. Die ontwikkelen net zo goed type 2 diabetes en die kun je wel tijdens hun hele leven volgen. Zo leren we meer over het verloop van de ziekte.’
techniekbedrijvens talent 17 november 06 Beurs-WTC Rotterdam 33 topbedrijven casestudies bedrijfspresentaties workshops bedrijvendiners
schrijf je in voor 29 oktober op techniekbedrijven.nl 1 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
"%7"/$&:063$"3&&3 "UPT0SJHJOJTFFOUPPOBBOHFWFOEFJOUFSOBUJPOBMF*5EJFOTUWFSMFOFS NFUXFSFMEXJKESVJNHFESFWFOQSPGFTTJPOBMT*O/FEFSMBOEJT "UPT0SJHJONBSLUMFJEFSFOUFMUIFUCFESJKGSVJNNFEFXFSLFST "UPT0SJHJO5FDIOJDBM"VUPNBUJPO HFWFTUJHEJO6USFDIUFO7FMEIPWFO JTFFOPOEFSEFFMWBO"UPT0SJHJOFOEÏEJFOTUWFSMFOFSPQIFUHFCJFE WBOJOUFMMJHFOUF TPGUXBSFJOUFOTJFWFQSPEVDUFOFOTZTUFNFO
.BBLFFOWMJFHFOEFTUBSUWBOKFDBSSJÒSFJOEF UFDIOJFLBMT
40'58"3&&/(*/&&3 TUBSUFSPGFSWBSFO 'VODUJFCFTDISJKWJOH 8JK[PFLFODPMMFHBTNFUFFOQBTTJFWPPSUFDIOJFLEJFNÏUPOTQMF[JFS CFMFWFOCJKIFUPOUXJLLFMFOWBOFNCFEEFEFOSFBMUJNFTPGUXBSFWPPS UFDIOJTDIFTZTUFNFO 4PGUXBSF&OHJOFFSCJK"UPT0SJHJO5FDIOJDBM"VUPNBUJPOCFUFLFOUXFSLFO BBONVMUJEJTDJQMJOBJSFQSPKFDUFOJOUFDIOJTDIDPNQMFYFPNHFWJOHFO 0O[F4PGUXBSF&OHJOFFST[JKOWFFMBMCFUSPLLFOCJKIFUHFIFMFUSBKFDU WBOBGIFUPQTUFMMFOWBOSFRVJSFNFOUTFOEFTJHOUPUFONFUEF JNQMFNFOUBUJF
'VODUJFFJTFO &FOCÒUBBDIUFSHSPOEPQ)#0PGBDBEFNJTDIOJWFBV KBBSFSWBSJOHNFUIFUPOUXJLLFMFOWBOFNCFEEFEFO SFBMUJNFTPGUXBSF ,FOOJTWBO$ $ $ &OJHFFSWBSJOHNFUPOUXFSQFOJO006.-PG)BUMFZ1IJSCBJ 0QUJPOFFMFSWBSJOHNFUÏÏOPGNFFSWBOEFWPMHFOEFTUFFLXPPSEFO UFDIOJTDIFTZTUFNFO 7NPEFM QSPKFDUNBUJHXFSLFO /&5 42- +FIFCUFFOFDIUFAEPFNFOUBMJUFJUFOKFCFTDIPVXUIFUBMTVJUEBHJOH PNKF[FMGJOWFSTDIJMMFOEFUFDIOJTDIFWSBBHTUVLLFOUFWFSEJFQFO ,BOEJEBUFONFUCFQFSLUFFSWBSJOHLVOOFOXPSEFOPQHFMFJEBBOEF "DBEFNZ5FDIOJDBM"VUPNBUJPO "5" 7PPSNFFSJOGPSNBUJFPWFSEF"5"LJKLPQXXXBUBOM
8BUCJFEFOXJK /BUVVSMJKLCJFEFOXFKFFFOHPFETBMBSJTFOEJUPTFDVOEBJSF BSCFJETWPPSXBBSEFO.FFSXFUFO ,JKLPQXXXBUPTPSJHJOOMDBSFFSTPGCFMFOWSBBH OBBS$IBOESB3BNSBUBO
%JTDPWFSZPVSUSVFQPUFOUJBM
0PLMFWFSKFFFOCJKESBHFBBOEFDPNQFUFODFPOUXJLLFMJOHFOCJOOFO 5FDIOJDBM"VUPNBUJPO 8FCJFEFOKFFFOPNHFWJOHXBBSJOKFDPOUJOVXPSEUBBOHFNPFEJHEPN KFWFSEFSUFQSPGFTTJPOBMJTFSFOJOKFWBLHFCJFE "UPT "UPTJODMVTJFGIFUTZNCPPMNFUEFWJT "UPT0SJHJOJODMVTJFGIFUTZNCPPMNFUEFWJT "UPT$POTVMUJOHFOIFUTZNCPPMNFUEFWJTPQ[JDI[FMG [JKOHFSFHJTUSFFSEFIBOEFMTNFSLFOWBO"UPT0SJHJO4""VHVTUVT
SAMENWERKING
Op speurtocht naar talentvolle
informaticastudenten India mag dan voor IT-bedrijven zeer aantrekkelijk zijn vanwege de lage salariskosten, nog meer profijt is te behalen als de Indiase informaticus hoger gekwalificeerd is en de Nederlandse en Indiase collega’s elkaar beter begrijpen. Daarom zijn de TU/e en de universiteit van Manipal, de MAHE, dit jaar een gezamenlijke masteropleiding Informatica gestart. De studenten worden volledig gesponsord door vier IT-bedrijven, waar ze uiteindelijk ook drie jaar zullen gaan werken. 2 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
In de gang van het hoofdgebouw van het Manipal Institute of Technology, één van de faculteiten van de universiteit in Manipal MAHE, zitten veertien jonge mannen en drie vrouwen, waarvan twee in een sari, de typische kledingdracht van Indiase vrouwen. Gespannen wachten ze op het sollicitatiegesprek. Tegenover een achtkoppig selectieteam, bestaande uit vertegenwoordigers van de TU/e, MAHE en de vier IT-bedrijven Philips, Capgemini, LogicaCMG en Cordys, moeten ze in ongeveer een kwartier aanto-
F OTO ’ S : M A H E
MAHE, die daarvoor Philips in Bangalore benaderde. Philips dat in Bangalore zeventienhonderd Indiërs in dienst heeft, had er wel oren naar. Philips miste namelijk informatici die niet alleen software ontwikkelen maar ook software kunnen ontwerpen. Srinivasan Balakrishan, senior onderzoeker bij Philips Research Bangalore: ‘Philips ontwikkelt veel software in India, met name voor Philips Medical Systems, maar software ontwerpen en testen gebeurt meestal in Nederland. Wij willen dat ook in India doen. Maar Indiase studenten worden daarvoor niet opgeleid. Indiase universiteiten besteden weinig aandacht aan software ontwerp en architectuur, het is bij hen geen aparte discipline. Bij de technische topuniversiteiten van India, de IIT’s, lukte het ons niet hun curriculum te beïnvloeden. De MAHE, met wie wij al veel samenwerken op het gebied van onderzoek, studentenstages en -beurzen, bleek wel bereid om samen met de TU/e een dergelijke opleiding op te zetten.’ Voor de MAHE is de opleiding zeer aantrekkelijk. De universiteit is befaamd vanwege haar medische faculteit, die tot de beste tien van India behoort. De technische faculteit scoort niet zó hoog, maar hikt daar wel tegenaan. Van de zevenhonderd studenten die jaarlijks aan de informatica-opleiding beginnen, stopt het merendeel na de vierjarige bachelor. Nog geen twee procent
Foto links: De studieruimte van de universiteit van Manipal, de MAHE.
nen wat ze waard zijn. Om zich überhaupt te kunnen kandideren voor de gezamenlijk masteropleiding Informatica van de TU/e en de MAHE moesten ze minstens een score van zeventig procent halen voor hun bachelor, of tachtig procent op de gate, een standaard toelatingstest. Maar zullen ze ook voldoende technisch onderlegd zijn, over goede communicatieve vaardigheden beschikken en zich soepel kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden? Dat zijn namelijk de drie criteria waar het selectieteam vooral naar zal kijken. Aan motivatie ontbreekt het hen in ieder geval niet. Ze
zien het als de kans van hun leven. Voor de tweejarige opleiding worden ze immers volledig gesponsord door één van de vier ITbedrijven. Het eerste studiejaar volgen ze aan de MAHE, het tweede jaar aan de TU/e. Na afloop blijven ze drie jaar in dienst bij één van de bedrijven. Welke dat is wordt in de loop van het eerste halfjaar bepaald. Bij dat bedrijf doen ze het laatste halfjaar hun afstudeeropdracht. Software ontwerpen
Het idee voor deze door het bedrijfsleven gesponsorde opleiding kwam van de
De kandidaten en hun motieven ‘Met alleen een bachelor kom je in een bedrijf niet hogerop. Je moet altijd doen wat je superieuren je opdragen. Met een masterdiploma kun je zelf nieuwe dingen onderzoeken en ontwikkelen. Bovendien krijg ik nu de kans om internationale ervaring op te doen.’ Harsh Beohar uit Bhopal is met zijn 22 jaar de jongste van de acht geselecteerde kandidaten. Hij is de enige die zijn bachelordiploma het afgelopen jaar heeft gehaald, de anderen hadden het al een of twee jaar eerder en werken bij een IT-bedrijf. Ze wilden, zeggen ze, eerst werkervaring opdoen alvorens aan een masteropleiding te beginnen. En allemaal noemen ze als belangrijkste motivatie voor deze opleiding de kans op global exposure: de mogelijkheid internationale studie- en werkervaring op te doen en meer van de wereld te zien. Van Nederland weet Harsh, net zoals de anderen, niet veel meer dan dat het er koud
is, dat ze er goed kunnen hockeyen én dat het Nederlandse cricketteam in 1999 voor het eerst deelnam aan het wereldkampioenschap cricket. Op de TU/e hebben de meeste kandidaten zich beter georiënteerd. Zo weet Harsh niet alleen dat de TU/e op de vijfentwintigste plaats staat van beste universiteiten in Europa en op de drieëntachtigste van de wereld, maar ook dat de Eindhovense universiteit de beroemde informaticus Edsger Dijkstra heeft voorgebracht. ‘Dat geeft mij een idee van hoe goed de studenten aan de TU/e worden opgeleid.’ De studenten komen allemaal uit de betere middenklasse. Hun ouders hebben een goede baan bij een bank, zijn arts of docent en de meeste van hen behoorden ooit tot de kaste van Brahmanen. Maar dat speelt, zeggen ze, geen enkele rol meer. ‘Ik volg geen rituelen. Ik ben niet vegetarisch en alcohol drink ik
M
A
T
R
alleen als ik sociaal moet zijn met vrienden’, zegt Abhiram Ganesh (24). Bijna allemaal denken ze na het laatste jaar in Nederland en het werken bij een in Nederland gevestigd bedrijf weer terug te keren naar India. Op de vraag of ze daarmee ook denken bij te dragen aan de ontwikkeling van het straatarme India als geheel, antwoorden ze over het algemeen nuchter. Kopal Gakkhar: ‘Ik volg deze opleiding in de eerste plaats voor mijn eigen carrière. Van de enorme opkomst van de IT-sector profiteert vooralsnog alleen de midden- en bovenlaag van India, niet de grote massa van heel arme mensen. Alleen de overheid kan die mensen helpen, door te zorgen voor goed onderwijs voor iedereen. IT-bedrijven kunnen alleen indirect iets voor hen betekenen door belasting te betalen. In die zin kan ik wel weer waardevol zijn voor de ontwikkeling van India.’
I
X
/
3
/
2
0
0
6
2 1
XA S XM X XEXNXWXEXRXKXIXN G
Vlnr: Professor Manohara Pai, de acht geselecteerde studenten en prof.dr. Jos Baeten.
wijze van werken, die kenmerkend is voor de Nederlandse aanpak. Tonny Wildvank, vice-president van Capgemini: ‘Nederlandse informatici leggen van te voren precies vast waaraan het systeem uiteindelijk moet voldoen en gaan vervolgens met elk onderdeel afzonderlijk en stap voor stap aan de slag. Indiërs werken veel procesmatiger, ze zijn daarbij geneigd de grootste dingen het eerst te doen. Het een is niet beter dan het andere, wel is het noodzakelijk dat ze elkaars werkwijze kennen, zodat ze elkaar beter begrijpen en kunnen samenwerken.’
volgt daarna de masteropleiding. Professor Manohara Pai, die voor de MAHE de gezamenlijke masteropleiding coördineert: ‘Deze opleiding zal intelligente studenten aantrekken en ertoe kunnen bijdragen de kwaliteit van een IIT te evenaren. Maar bovenal willen we onze informatica-opleiding internationaliseren en onze studenten een brede, internationaal georiënteerde opleiding bieden. Daarnaast kunnen we zo de contacten met het bedrijfsleven verstevigen.’
Tijdsplanning
Aan het eind van de dag heeft het sollicitatieteam acht kandidaten geselecteerd. Hoewel de teamleden onderling verschilden in wat voor hen de doorslag gaf voor hun keuze –voor de één telde bijvoorbeeld vooral de technische kennis zwaar, voor de ander het onafhankelijk kunnen denken, waren ze in hun eindoordeel opvallend eensgezind, zegt prof.dr. Jos Baeten, die voor de TU/e de sollicitatiegesprekken voerde. Maar de kwaliteit van de zeventien kandidaten viel wel wat tegen. Baeten: ‘Bij een aantal ontbrak het aan technische kennis, anderen waren weinig communicabel, of we waren er niet zeker van dat ze het in Nederland zouden redden. Iemand die als motivatie opgeeft dat zijn ouders willen dat hij dit gaat doen, vonden we niet overtuigend. Maar we hebben het grootste vertrouwen dat de kandidaten die nu uitgekozen zijn het zullen halen.’ Toch vinden alle betrokkenen het wel jammer dat er uit veel minder kandidaten gekozen kon worden dan in eerste instantie de bedoeling was. Het idee was om uit zo’n honderdtwintig kandidaten de beste twintig à dertig te selecteren. Dat zich er uiteindelijk maar zeventien voor aanmeldden wijt
Bruggenbouwers
Ook voor de TU/e zijn de wens om te internationaliseren en het verbeteren van de contacten met het bedrijfsleven de belangrijkste redenen om met deze opleiding te starten. Prof.dr. Kees van Hee, decaan van de TU/efaculteit Wiskunde en Informatica, wist het afgelopen jaar de andere drie IT-bedrijven, die ook vestigingen hebben in India, te enthousiasmeren voor deze constructie. Net als Philips hopen zij zo beter gekwalificeerde Indiase software engineers binnen te krijgen. Maar dat is niet het enige streven. De vier bedrijven hebben ook grote behoefte aan ‘bruggenbouwers’; Indiase informatici die beide culturen en manieren van werken kennen en intermediair kunnen zijn tussen de Nederlandse en Indiase vestigingen. Want daar bestaan grote verschillen tussen. Alle vier bedrijven wijzen daarvoor in de eerste plaats naar de modelmatige
2 2
M
A
T
R
I
X
/
3
de MAHE, die verantwoordelijk is voor de werving, deels aan de verkeerde tijdsplanning. Volgens hoogleraar Pai zat tussen het tijdstip waarop ze hun bachelor gehaald hebben –in mei– en de datum waarop ze zekerheid hebben over toelating tot deze masteropleiding teveel tijd. ‘Veel afgestudeerden zullen niet het risico hebben durven nemen te wachten met een baan of met een masteropleiding elders’, aldus Pai. ‘Bovendien is de concurrentie van IT-bedrijven enorm. Alle bedrijven azen op de beste kandidaten. Volgend jaar zullen we daarom eerder met de selectie beginnen.’
/
2
0
0
6
Teleurgesteld
Op Cees Derksen van LogicaCMG maken deze voornemens weinig indruk. Hij is zo teleurgesteld over het kleine aantal kandidaten waaruit te kiezen viel, dat hij beslist heeft dat zijn bedrijf niet meer meedoet aan een volgende lichting. Derksen: ‘Je investeert er veel tijd en geld in. In maart wisten we al dat we dit gingen doen, dan had de MAHE toch aan betere tijdsplanning kunnen denken. Van de zeventien waaruit we nu konden kiezen, vond ik een aantal echt onbekwaam. Van de geselecteerde kandidaten zou ik met twee zeker verder willen gaan, maar over sommigen heb ik nog steeds mijn twijfels.’ Bij de andere drie bedrijven is men een andere mening toegedaan. ‘Het is een uniek programma, waarmee we de kwaliteit van ons Indiaas personeel sterk kunnen verhogen’, zegt Subramanian Ramanathan, directeur van Cordys India. Net zoals Philips en Capgemini ziet hij dit eerste jaar als een leerproces, waarmee je ervaring opdoet voor de volgende keer. Wildvank: ‘Het belangrijkste is dat we de normen niet naar beneden hebben gehaald. Van deze acht zou ik met vier of vijf zo in zee willen gaan.’
Ervaar de kick van TOPIC Uitdaging als arbeidsvoorwaarde Ruim 120 gedreven technische software specialisten, die behoren tot de besten in hun vakgebied, werken bij TOPIC Software Group in Best aan de meest uitdagende en uiteenlopende projecten in de consumentenelectronica, medische systemen en professionele systemen. TOPIC onderscheidt zich door de persoonlijke benadering van medewerkers en opdrachtgevers en door de kwaliteit en professionaliteit van onze medewerkers. Met succes. TOPIC blijft groeien, daarom hebben wij volop uitdagingen voor technische software engineers, software designers en software architecten. Heb jij minimaal 2 jaar werkervaring in een aantal van de volgende ontwikkel-omgevingen: C, C++, C#, JAVA, Windows, UNIX, VxWorks, pSOS, QNX, UML, RUP, O.O., Yourdon, Hatley & Pirbhai, real-time en embedded software? En wil jij je blijven ontwikkelen in projecten en via ons Personal Improvement Program? Mail dan snel je motivatie met CV naar
[email protected] of bel eerst met Frank de Roo, manager recruitment, (0499) 336979.
Voor meer informatie:
WWW.TOPIC.NL
onderzoek F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
nieuws TU/e VERHUURT SINGLETRON AAN PHILIPS De deeltjesversneller singletron in het Cyclotrongebouw van de TU/e wordt gedeeltelijk verhuurd aan MiPlaza, een onderdeel van Philips Research dat hoogwaardig onderzoek faciliteert. AccTec BV, onderdeel van de TU/e-holding, sloot daarover een overeen-
Martien de Voigt
komst met Philips afgelopen juni. Hierdoor
geeft uitleg over de
betaalt Philips een belangrijk deel van de
deeltjesversneller.
exploitatiekosten. Philips heeft zelf al een deeltjesversneller, maar deze is reeds twintig jaar oud en op termijn toe aan vervanging.
lichtsnelheid. Dit gebeurt in een grote tank,
een kortere tijd dan voorheen. Waar eerst en-
Het onderhoud en de vervanging van het ap-
waarin elektrische velden worden gecreëerd
kele uren nodig waren voor het verwisselen van
paraat kosten veel geld en manuren, die het
tot drie miljoen volt. Via lange buizen worden
een trefplaat, kost dat nu nog maar vijf tot tien
bedrijf liever uitbesteedt. AccTec exploiteert
de deeltjes gestuwd richting een trefplaat met
minuten.
het cyclotron voor de productie van radio-
het te analyseren materiaal. Het signaal van
’Een dergelijke meetopstelling werd hier al jaren
isotopen door derden en het singletron voor
de verstrooide heliumkernen geeft vervolgens
gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, maar
onderzoek op het gebied van nucleaire analy-
informatie over de stof op microniveau. Met de
was niet geschikt om op grote schaal analyses
setechnieken voor de TU/e.
meetopstelling zijn dunne materiaalfilmpjes,
te produceren’, zegt prof. dr. Martien de Voigt,
In het singletron worden heliumkernen in
bijvoorbeeld een coating op een lamp of een
directeur van AccTec BV. ‘We kunnen nu veel pre-
één keer versneld naar vier procent van de
zonnecel, hoogst nauwkeurig te analyseren in
paraten verwerken in korte tijd.’
STERKE BLOEDVATEN DANKZIJ TISSUE ENGINEERING Hart- en vaatziekten zijn nog altijd doodsoorzaak nummer één in Nederland. Een groot probleem zijn dichtslibbende bloedvaten, bijvoorbeeld de kleine vaten die het hart van bloed voorzien. Dotteren of een bypass-operatie zijn oplossingen hiervoor. Naar het laatste deed ir. Maria Stekelenburg de afgelopen vier jaar onderzoek. Zij ontwikkelde een bloedvat, gekweekt van menselijke cellen. Zij heeft gewerkt aan het opkweken van bloedvaten door middel van tissue engineering. Met cellen van een patiënt wordt op een dragermateriaal een lichaamseigen bloedvaatje gekweekt. Het begint met een dragermateriaal, een scaffold, gemaakt van bijvoorbeeld polymeren. De scaffold heeft de vorm van een buisje. Hierop zaait de onderzoeker een geconcentreerde cel-oplossing. Het buisje met de cellen wordt opgekweekt bij 37 graden Celsius en krijgt voldoende voedingsstoffen om te kunnen groeien. F OTO : O G C
Vervolgens wordt het buisje mechanisch belast. Stekelenburg was tevreden over de sterkte van het vat, maar dat betekent nog niet dat ze het kan toepassen bij een patiënt. Stekelenburg gaat als postdoc nog drie jaar met dit onderwerp verder, waarbij de bloedvaatjes in varkens getest gaan worden.
Gesteld ‘Een goede persoonlijke hygiëne is essentieel voor hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek, aangezien de beste ideeën toch nog altijd in bad geboren worden.’ (Stelling bij het proefschrift ‘EuS based Thin Film Layered Systems’ van Coen Smits)
‘Het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek vertoont veel overeenkomsten met sporten in het algemeen en met wielrennen in het bijzonder.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Modeling en Remodeling of the Collagen Architecture in Cardiovascular Tissues’ van Niels Driessen)
‘De waarde van een theorie is evenredig met haar voorspellend vermogen en omgekeerd evenredig met haar complexiteit.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Multi-fluid Modeling of Transient Plasmas’ van Bart Broks)
2 4
M
A
T
R
I
X
/
3
‘De combinatie van werken, promoveren en deel uitmaken van een gezin vormen de perfecte combinatie van betrokkenheid en distantie voor het schrijven van een proefschrift.’
/
2
0
0
6
(Stelling bij het proefschrift ‘The Emergence of a Competitive Group Competence in a Research Group’ van Frank Bakema) ‘Liquid nitrogen is a good and spectacular but not efficiënt dust remover.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Ethylene Polymerization over Flat Phillips Model Catalysts’ van Emiel van Kimmenade)
Windhinder PROMOTIE-ONDERZOEK NAAR WINDOVERLAST
De eerste drie onderzoeksters in het ‘Women in
Een goedkope manier om een beeld te krijgen
Science’-programma van de TU/e zijn benoemd.
van de plaatsen waar sterke windvlagen te
Doel hiervan is het vergroten van het aantal
verwachten zijn bij hoogbouw, is de zand-erosie-
vrouwelijke wetenschappers aan de TU/e. Vijf
techniek. Strooi een laagje zand over de bodem
onderzoeksters krijgen een zogeheten ‘tenure
van een model van het bouwproject en plaats
track’ aangeboden, een traject van zes jaar met
dat in een windtunnel. Waar het zand wegwaait,
uitzicht op een vaste aanstelling als universitair
kan maar beter geen terras gepland worden.
hoofddocent. Per 1 juni zijn de eerste twee on-
Dr. Gábor Dezsö van de faculteit Bouwkunde
derzoeksters in dienst getreden, per 1 septem-
probeerde te achterhalen of uit de zanderosie-
ber de derde. Dr.ir. Emilia Barakova uit Bulgarije
patronen af te leiden valt wat de windsnelheden
is per 1 juni aangesteld bij Industrial Design,
zijn en verdedigde zijn proefschrift hierover
waar zij zich bezig zal houden met het ontwer-
begin juli. Het Von Karman Institute for Fluid
pen van interactief speelgoed voor autistische
Dynamics (VKI), bij Brussel, gebruikt al tiental-
kinderen. Barakova heeft de afgelopen drie jaar
len jaren de zanderosietechniek om een beeld
onderzoek gedaan naar neurorobotics, aan het
te krijgen van windhinder rond hoge nieuw-
Dr. Gábor Dezsö probeerde te achterhalen of uit
RIKEN Brain Science Institute in Japan.
bouwprojecten. Dezsö begon zijn experimenten
zanderosiepatronen in een windtunnel af te leiden
Dr. Jessica Kroeze is per 1 juni in dienst getre-
ogenschijnlijk heel eenvoudig. Met een kubusje
valt wat de windsnelheden zijn.
den bij de groep Moleculaire Materialen en
met zand eromheen, en dan de erosiepatronen
Nanosystemen van de faculteit Scheikundige
die ontstaan bestuderen. Maar de Hongaarse
Technologie. Kroeze was tot voor kort verbon-
onderzoeker moest concluderen dat dit hele-
de erosiepatronen die ontstonden in het roze test-
den aan het Centre for Electronic Materials and
maal niet zo eenvoudig was. Het voornaamste
zand dat hij gebruikte. De basisveronderstelling
Devices van Imperial College in Londen.
probleem waren de turbulente windstromingen
hierbij was dat overal op de rand van een ‘kale
Dr. Francesca Nardi uit Italië is per 1 septem-
rond het ‘gebouw’, het kubusje. Daarover was in
plek’ de gemiddelde windkracht hetzelfde zou
ber aangesteld bij Wiskunde en Informatica.
de literatuur te weinig bekend om een koppeling
zijn. Namelijk precies die kracht waarbij zandkor-
Nardi werkte van 2000 tot 2002 als postdoc bij
te maken tussen de zandpatronen en de wind.
rels nog nét niet opgepikt worden door de wind.
EURANDOM, het aan de TU/e verbonden onder-
Dus deed de promovendus een stap terug. In
Na veel testen moet Dezsö echter concluderen
zoeksinstituut voor stochastiek.
plaats van een driedimensionale studie te doen,
dat deze veronderstelling niet klopt. Er bleken
Dr. Denka Hristova uit Bulgarije is aangesteld
ging hij kijken naar het gedrag van zand achter
plaatsen te zijn waar de wind ruimschoots boven
aan de faculteit Scheikundige Technologie, waar
een zogenoemde back- ward facing step, een
die grenswaarde uitkwam, maar waar toch zand
zij zich bezig gaat houden met het onderzoek
naar achteren gerichte trede. Omdat die trede
bleef liggen. Terwijl het op andere plekken in no-
naar onder andere de kristallisatie van polyme-
over de volle lengte van de windtunnel dezelfde
time wegwaaide. De verklaring voor dit fenomeen,
ren om daarmee de eigenschappen en structuur
vorm heeft, zijn ook de windturbulentie en de
vermoedt Dezsö: ophoping. Het zand dat op
van materialen te kunnen verbeteren. Hristova
patronen in het zand erachter over de volle
bepaalde plekken wegwaait, wordt door de turbu-
was al sinds september 2005 als research fellow
breedte hetzelfde. Reden voor het gebruik van
lente wind op andere plaatsen gedropt, waar het
aangesteld bij Scheikundige Technologie.
deze opstelling was niet alleen dat het de zaak
zich ophoopt. En ook al is de wind er sterk genoeg
De vijfde benoeming gaat naar dr. Suzana
een stuk eenvoudiger maakte, maar ook omdat
om het zand weg te blazen, er komt meer bij dan
Andova uit Macedonië. Zij zal op 1 januari 2007
de turbulente windpatronen rond de backward
er verdwijnt. Met andere woorden: kwantitatieve
benoemd worden, omdat zij nu nog aan een on-
facing step al tot uit den treure bestudeerd zijn.
gegevens -exacte windsnelheden- zijn niet af te
derzoeksproject werkt aan de Noorse University
Dezsö probeerde deze kennis te koppelen aan
leiden uit de erosiepatronen.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
EERSTE BENOEMINGEN ‘WOMEN IN SCIENCE’
of Science and Technology in Trondheim. Zij houdt zich bezig met onderzoek naar het gedrag van complexe systemen, met name stochastische systemen. De theoretische kennis hierover kan worden toegepast in embedded systemen,
Mignot Afstudeerprijs van vijfduizend euro ging
een halffabrikaat van acht naar vier weken kan
die weer een belangrijke rol spelen in allerlei
naar ir. Martin Wolffs, die afstudeerde aan de fa-
worden verlaagd. De laatste en grootste prijs
hedendaagse technologie en in veiligheidspro-
culteit Scheikundige Technologie. Hij heeft een
van zesduizend euro, de ASML Promotieprijs,
tocollen.
aantal soorten moleculen ontwikkeld waarmee
ging dit jaar naar dr.ir. Erik Kieft van de faculteit
het rendement van flexibele organische zon-
Technische Natuurkunde. De jury roemde zijn
necellen omhoog kan. Daarbij liet hij zich inspi-
uitzonderlijk brede promotieonderzoek. Dat be-
reren door de natuur. De UFE/Océ Ontwerpprijs
vatte zowel experimenteel als theoretisch werk,
(UFE staat voor Universiteitsfonds Eindhoven)
maar ook simulaties. Kieft heeft de factoren in
van vijfduizend euro werd toegekend aan Juan-
kaart gebracht die van belang zijn bij het gene-
Met de uitreiking van academische prijzen wor-
Martin Vannicola, M.Sc. PDEng van de ontwer-
reren van straling in het extreme ultraviolet. Dit
den jaarlijks de beste afstudeerder, de beste
persopleiding Logistics Management Systems.
licht is zeer belangrijk bij het maken van steeds
ontwerper van het Stan Ackermans Instituut en
Hij maakte een ontwerp voor een nieuw logis-
fijnere halfgeleiderstructuren voor bijvoorbeeld
de beste promovendus in het zonnetje gezet. De
tiek concept, waardoor de productietijd van
steeds betere computerchips.
PRIJZEN VOOR HET BESTE ONDERZOEK
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
2 5
DE VONK
De Groninger Koning komt uit een familie bij wie het sleutelen in het bloed zit. Zijn grootvader repareerde rijwielen, zijn vader sleutelde aan auto’s en Cor Koning aan moleculen. Als chemicus werkte hij dertien jaar voor DSM in Zuid-Limburg, maar hij zwichtte in 2000 voor de grotere charme van het werken met studenten en promovendi aan de TU/e.
F OTO ’ S : V I N C E N T VA N D E N H O O G E N
Hoogleraar met een oog voor
industriële toepassingen ‘Ik ben geboren in Baflo, een klein dorpje in Groningen. Mijn vader had er een garagebedrijf en ik ben dus tussen de auto’s opgegroeid. In de schoolvakanties werkte ik mee. Als kleine zelfstandige begon mijn vader ’s ochtends om half acht en soms zat hij ’s nachts nog rekeningen te schrijven. Ik ben opgegroeid met het idee dat je hard moet werken om je producten te verkopen. Ik vind dat je als hoogleraar ook ondernemend moet zijn en niet moet zitten afwachten tot er iets op je afkomt. Aanvankelijk wilde ik na het Atheneum weg- en waterbouwkunde aan de HTS studeren. Constructies ontwerpen fascineerde me. Ik heb er ook over getwijfeld om architectuur te gaan studeren. Mooie gebouwen boeien me nog steeds. Maar twee vrienden schreven zich in voor scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en haalden me over om met hen mee te gaan. Ik bekeek het programma en dacht dat ik dat maar eens moest proberen. En dat ging goed. Ik heb de eerste tijd heen en weer gependeld tussen de universiteit en mijn dorp, waar ik voetbalde en actief was in het verenigingsleven. Ik had geen belangstelling
2 6
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
voor het studentenleven in een vereniging. Ik kende medestudenten die lid werden van Vindicat omdat dat goed zou zijn voor je netwerkcontacten later. Dat vond ik geen goede drijfveer. Je zoekt je vrienden op basis van gemeenschappelijke interesses en passies. Overigens vond ik Groningen een fantastische stad en ik ben er later ook gaan wonen. Promoveren
Toen ik ging afstuderen was het mijn plan om een baan te zoeken in de industrie. Maar de economische situatie was aan het begin van de jaren tachtig slecht. Ik heb mijn onderwijsbevoegdheid gehaald en ben al tijdens mijn laatste studiejaren les gaan geven aan een middelbare school in Drachten. Dat vond ik leuk, maar een echte roeping had ik niet. Een maand of acht voor mijn afstuderen kreeg ik het aanbod van mijn hoogleraar, professor Challa, om bij hem te promoveren. Rond 1987 brak er een gouden periode aan in de chemie. Een jaar voor ik promoveerde was ik al door verschillende bedrijven benaderd. Ik kon
PROF.DR. COR KONING (48), H O O G L E R A A R P O LY M E E R C H E M I E
uit drie aanbiedingen kiezen en had eigenlijk de knoop al doorgehakt, toen een oude bekende me overhaalde om toch eens bij DSM te gaan praten. Die kennismaking viel geweldig positief uit en ik heb mijn gevoel gevolgd. Bij DSM Research trof ik mensen bij wie ik me thuis voelde. Gewoon in spijkerbroek, geen gedoe. Dus verhuisde ik van Noord-Groningen naar Zuid-Limburg. Er is in de loop der jaren een soort traditie ontstaan van Groningse chemici die na een loopbaan binnen DSM bij de TU/e beland zijn. Hoogleraren als Piet Lemstra en Bert Meijer gingen me voor. De noordelijke no nonsense mentaliteit sluit blijkbaar zowel goed aan bij de sfeer bij DSM als bij die aan de TU/e. Groningers hebben van nature weinig woorden nodig. Er is een mooie anekdote over typisch Groningse communicatie. Een mevrouw zoekt op de Grote Markt de bus naar het dorp Spijk. Ze stapt op een buschauffeur af en vraagt: ‘Spiek?’ De chauffeur wijst met zijn vinger naar een bus aan de andere kant van de straat en zegt ‘Dei’. Klaar! Meer woorden zijn niet nodig. Dat kan bot overkomen, maar in Groningen wordt dat geaccepteerd. Ik heb overigens geleerd dat dit niet overal goed gaat. Je moet een goede mix vinden tussen directe zakelijkheid en gevoel voor het omgaan met mensen. Exploratief onderzoek
Ik ben geïnteresseerd in exploratief wetenschappelijk onderzoek. Nieuwe dingen uitproberen vind ik leuk: met een vernieuwend idee of concept komen vind ik interessanter dan het oplossen van problemen van bestaande producten. Aan het einde van de jaren negentig werd
de geldkraan bij DSM voor exploratief onderzoek verder dichtgedraaid. Een overname van de afdeling engineering plastics door BASF was heel reëel. We hadden niet zo’n zin om met onze vier schoolgaande kinderen naar Duitsland te verhuizen. Piet Lemstra vroeg me rond die tijd of ik interesse had voor de vacante leerstoel polymeerchemie aan de TU/e. Ik vond het aantrekkelijk om als hoogleraar eigen baas te zijn, dus toen de kans zich voordeed, heb ik die gegrepen. Ik heb overigens al snel gemerkt dat dit eigen baas zijn wel geldt binnen bepaalde randvoorwaarden! Het aantrekkelijke van Eindhoven is dat er onderzoeksgroepen werken die de hele kennisketen in de polymeerchemie, van fundamenteel tot toegepast, vertegenwoordigen. Onze groep moet je in het begin van die keten situeren. We proberen met behulp van katalysatoren, die we zelf ontwikkelen, van basisstoffen macromoleculen te maken. We bedenken vooraf wat we met die macromoleculen willen doen. Daarnaast werken we aan het karakteriseren van die moleculen. We werken vaak samen met groepen die iets verderop in de kennisketen actief zijn, zoals de groepen van Piet Lemstra, Han Meijer, Bert de With of Rolf van Benthem. Samen bekijken we of we de moleculaire structuur en architectuur kunnen relateren aan fysische en mechanische eigenschappen van het product dat je met die stof kunt maken. Daar hopen we van te leren. Gaat het niet in een keer goed, dan sleutelen we nog wat aan de moleculen om de eigenschappen te verbeteren. Daarnaast werken we samen met Jos Keurentjes en Jan Meuldijk van de Process Development groep.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
2 7
DE VONK
Koning: ’Ik beleef meer voldoening aan een maatschappelijk relevant idee dan aan een publicatie in een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift.’
te maken. Wanneer we er in slagen om moleculenketens in de lengte te oriënteren, dan kunnen we er enorm sterke vezels van maken. Daarmee denken we nieuwe, in het lichaam afbreekbare hechtdraden te kunnen maken voor chirurgische toepassingen. Met het Academisch Ziekenhuis Maastricht gaan we dit nieuwe materiaal evalueren op toepasbaarheid. Wanneer het succesvol is, moeten we eens overwegen of we de verdere ontwikkeling in een start up bedrijfje zouden kunnen onderbrengen. In een ander project werken we aan het elektrisch geleidend maken van polystyreen door er heel kleine hoeveelheden koolstofdraadjes in te dispergeren. Zo kun je een snelweg voor elektronen maken. We hebben daar een nieuwe techniek voor ontwikkeld gebaseerd op expertise die al twintig jaar in de groep aanwezig is, en die nu nog steeds door mijn collega’s in het Laboratory for Polymer Chemistry (SPC), Alex van Herk en Hans Heuts wordt gekoesterd. De wetenschappelijke staf van onze groep bestaat uit Bert Klumperman, Rob Duchateau, John Chadwick en Andreas Heise. De groep zoekt wetenschappelijke verklaringen voor verschijnselen die we tegenkomen en lost de puzzels op. Zo komen we steeds een stapje dichter bij de waarheid. Ik werk graag aan industriële en maatschappelijk relevante toepassingen. Ik denk dat ik aan een gewone universiteit minder goed zou gedijen. Ik beleef meer voldoening aan een maatschappelijk relevant idee dat de industrie fantastisch vindt en wil overnemen, dan aan een publicatie in een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift. Er zijn collega’s bij wie dat precies andersom is; niet iedereen hoeft op dezelfde manier bezig te zijn. We concentreren ons steeds meer op duurzame processen. We ontwikkelen slimmere katalysatoren, die minder uitstoot genereren en efficiënter omgaan met de basisstoffen. Zo hebben we de afgelopen jaren gewerkt aan een nieuwe receptuur voor de synthese van nylon. Het huidige industriële proces bestaat uit vijf stappen, en dat betekent ook vijf fabrieken met de bijbehorende afvalstromen. Wij hebben laten zien dat een alternatief, driestaps proces in een nylon met een prima kwaliteit resulteert. Nu de olievoorraad mondiaal slinkt, merk je dat er meer geld uit de industrie beschikbaar komt om naar alternatieve processen te zoeken. Het Dutch Polymer Institute financiert een aantal van dergelijke projecten. Er loopt ook onderzoek naar nieuwe producten op basis van hernieuwbare grondstoffen. Zo werken we aan nieuwe coatings op basis van plantenextracten. Dat levert prachtige materialen op met fantastische eigenschappen zoals taaiheid, transparantie en (bijna) kleurloosheid. Sinds vier jaar werken we in samenwerking met Anja Palmans uit de groep van Bert Meijer aan biomedische toepassingen. We zijn er in geslaagd om met behulp van enzymen een hoogwaardige biodegradeerbare polyester
2 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
Loopbaan
Ik wil mijn groep graag draaiend houden op inhoud en kwaliteit. Het is niet mijn stijl om blaaskakerig vooraf allerlei beloftes te doen om te zorgen dat het geld binnenstroomt, ook al ontkom je er niet aan om wat te lobbyen. Maar ik ben voor ‘what you see is what you get’. Ik zal nooit iets beloven dat ik niet waar kan maken. Bedrijven waarderen zo’n houding. Ik ben gewend om dingen vanuit het hart te doen. In mijn werk probeer ik politiek tot een minimum te beperken. Ik was bij DSM gewend om te werken in een omgeving waar alle neuzen dezelfde kant op werden geduwd. Binnen een universiteit hebben hoogleraren hun eigen prioriteiten en samenwerking gaat niet automatisch. Ik had aanvankelijk moeite om sommige collega’s over te halen om met hun specifieke expertise een bijdrage te leveren aan het realiseren van mijn ideeën. Ik sprong met open vizier in een discussie en dat werkte niet altijd goed. Ik heb echter bijgeleerd en momenteel werken we succesvol samen met bijna alle capaciteitsgroepen binnen SPC, en met enkele daar buiten. Ik heb het hier goed naar mijn zin. Ik denk dat er op dit moment geen universiteit in Europa is waar ik beter zou gedijen. Maar verwacht van mij geen uitspraak over hoe mijn loopbaan er over tien jaar uitziet. Toen ik bij DSM begon, was ik vast van plan er mijn hele loopbaan te blijven. Maar tijden veranderen en zaken kunnen anders lopen. Ik maak als hoogleraar meer uren dan bij DSM. Naast de tijd die ik aan mijn gezin besteed, houd ik nog maar weinig uren over voor maatschappelijke taken. Ik was ooit diaken in Brunssum, maar nu heb ik alleen nog tijd voor het bestuur van een vereniging die zich, vanuit een kerkelijke achtergrond, inzet voor het financieel mogelijk maken van vakanties voor mensen met een handicap.’
alumni nieuws F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
TU/e-ALUMNUS VOORZIT TER RvT VAN FONTYS Dr.ir. Ad Huijser wordt eind 2006 de nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht van Fontys Hogescholen. Hij volgt in die functie oudminister Gerrit Braks op. Huijser (60) was in het verleden vice-president van Philips Electronics. Hij is een geboren Eindhovenaar en
Bijeenkomst van
studeerde Technisch Natuurkunde aan de TU/e,
het ‘Science Café’
inschrijvingsjaar 1963. Hij trad in 1970 in dienst
in Eindhoven.
van Philips. Fontys meent door zowel zijn studie als zijn werk in Huijser een voorzitter te hebben gevonden, die een sterke binding heeft
genomen door Jan Misker van Philips (EMEA
afgestudeerd aan de TU/e, te benoemen
met Zuid- Nederland.
Recruitment Services, Philips Electronics
tot nieuw lid van de Raad van Bestuur van
Nederland B.V.) en gestart in juni 2006 met le-
KPN. Hij zal binnen de Raad van Bestuur
zingen en een debat over afvalwaterbeleid. Het
verantwoordelijk worden voor de Nederlandse
is opgezet in samenwerking met Philips High
consumentenmarkt. Tevens zal Coopmans vorm
Tech Campus, ASML, TNO, Studium Generale
gaan geven aan het eerder in gang gezette
Aan de universiteiten van Nijmegen, Delft,
en het Alumnibureau van de TU/e.
traject van de integratie van vaste en mobiele
Rotterdam, Groningen en Utrecht zijn ‘Science
Voor details kunt u terecht op http://www.
activiteiten in Nederland. De benoeming zal
Cafés’ al een bekend verschijnsel. Het zijn
sciencecafeeindhoven.nL. Het ligt in de bedoe-
bekrachtigd worden als aan alle vereisten is
maandelijkse ontmoetingen tussen weten-
ling dat de bijeenkomsten afwisselend plaats-
voldaan.
schap en burgers die in wetenschap geïnteres-
vinden op de High Tech Campus en in Café
seerd zijn. Een laagdrempelige en informele
Berlage in het centrum van Eindhoven.
HET ‘SCIENCE CAFÉ’
bijeenkomst in de stad, bij voorkeur in een
ALUMNUS NIEUW DIRECTIELID PVM
café, waarmee wetenschap bij de burger gebracht wordt. Geïnspireerd door het succes
NIEUW LID RvB KPN Marc Heijmans (38) heeft het directieteam
in Nijmegen van de Radboud Universiteit en Philips is in Eindhoven ook gestart met een
De Raad van Commissarissen van KPN is
van Partners in Vastgoedmanagement (PVM)
‘Science Café’. Het initiatief in Eindhoven is
voornemens ir. Baptiest Coopmans, in 1988
versterkt. PVM is een ingenieurs- en organisatieadviesbureau met vestigingen in Eindhoven, Rotterdam en Haarlem. Heijmans is al sinds de oprichting in 1994 voor PVM werkzaam.
Gezocht
Daarvóór werkte hij drie jaar bij een archi-
Van de onderstaande alumni zoeken wij een actueel adres. Kunt u ons hieraan
tectenbureau in Eindhoven. Hij studeerde
helpen, dan kunt u de gegevens telefonisch of per e-mail (
[email protected])
Bouwkunde aan de TU/e. Standplaats binnen
aan ons doorgeven. Alvast hartelijk dank.
PVM is het kantoor in Eindhoven, waarvan hij tevens vestigingsmanager is.
Naam
Studierichting
Inschrijving
Hanneke Jansen
Technische Bedrijfskunde
Ernst van Dijke
Elektrotechniek
1993
Ad Hamers
Elektrotechniek
1984
1990
ONDERNEMEN VERGT LEF!
Vasa Koselka
Elektrotechniek
1991
Op vrijdag 13 oktober vindt op de TU/e een
H.G.J.J. de Bruin
Technische Innovatiewetenschappen
1987
Meet & Match plaats tussen TU/e-alumni en
Hans Martens
Technische Innovatiewetenschappen
1993
TU/e-hightech starters. Tien hightech starters
Daphne Urlings
Scheikundige Technologie
1996
krijgen drie minuten de tijd om hun plannen
Eric Dohmen
Scheikundige Technologie
1990
aan de alumni voor te leggen en een deskun-
P.J.M. van der Straten
Scheikundige Technologie
1975
dige jury beoordeelt deze plannen. Vervolgens
E.F.J.M. Schade van Westrum Technische Natuurkunde
1989
is er een startersmarkt om nader kennis te
Bibian Derikx
Werktuigbouwkunde
1999
maken met de starters. Er kan op deze manier
Christian Habraken
Werktuigbouwkunde
1997
een Meet&Match ontstaan tussen starter en
Leon Janssen
Werktuigbouwkunde
1995
alumnus, het begin van een samenwerking.
Edwin Staps
Werktuigbouwkunde
1995
Wilt u zich als alumnus inschrijven voor deze
Ton van Weelden
Werktuigbouwkunde
1971
dag? Dat kan op www.tue.nl/ondernemen. Het
Ralf Vranken
Technische Wiskunde
2001
evenement vindt plaats in het Auditorium van de TU/e van 14.30 tot 19.00 uur.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
2 9
ALUM NI
D E S F E E R VA N V I J F T I G J A A R T U/ e
Meer dan 650 pagina’s vol wetenswaardigheden, portretten, anekdotes en feitjes over de Technische Universiteit Eindhoven en haar mensen in heden en verleden. Dat is ‘De kleine TU/e encyclopedie 1956-2006’, gemaakt ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de universiteit. ‘Het is geen officiële geschiedschrijving, Een impressie van de
maar een verzameling kenmerkende zaken uit de historie, bedoeld
inhoud van De kleine
voor mensen die ze zullen herkennen’, zegt Joep Huiskamp,
TU/e encyclopedie.
projectleider en auteur van de meeste tekst. ‘Op een gegeven moment grijpt het je helemaal.’
De kleine TU/e
encyclopedie
hebben gespeeld aan de universiteit. ‘Ik werd daarvoor gevraagd als stafmedewerker met schrijfervaring, onder andere voor de rubriek De Vonk in Matrix’, vertelt Joep Huiskamp. ‘Ik heb voorgesteld om het wat breder aan te pakken en er een soort encyclopedie van te maken. Hoewel ik nooit de pretentie heb gehad om er een serieus naslagwerk van te maken. Het is gerangschikt van A naar Z, meer niet. Ik had wel de ambitie om er een petite histoire van de TU/e van te maken. Niet met het onderzoek of onderwijs als uitgangspunt, maar
Al bij het vorige lustrum van de TU/e in 2001 was het idee geopperd om een boek te maken voor het vijftigjarig bestaan van de universiteit, in een commissie onder voorzitterschap van de in 2004 overleden prof.dr. Jack van Lint. Dat zijn uiteindelijk twee boeken geworden. Het ene is Gedreven door nieuwsgierigheid van techniekhistorici prof.dr.ir. Harry Lintsen en dr. Hans Schippers, over het onderzoek aan de THE en TU/e. Dat is in april van dit jaar verschenen. Het andere zou gaan over verschillende personen die een rol
met veel aandacht voor dingen die niet zo snel in formele geschiedschrijving aan bod komen.’ Huiskamp is driftig aan het werk gegaan. ‘Ik ben overal op zoek gegaan naar informatie over de laatste vijftig jaar’, vertelt hij. ‘Op mijn werkkamer stonden de archiefdozen soms bijna tot aan het plafond. Ik gebruikte de TH-berichten, de voorloper van Cursor, ik zocht in knipselkranten, praatte met veel mensen, las de lustrumboeken die eerder over de universiteit zijn geschreven, in 1966 en 1991. Oud-medewerker Willem van der
De kleine TU/e encyclopedie 1956-2006 In december 2006 verschijnt De kleine TU/e encyclopedie 1956-2006, een boek dat bedoeld is voor allen die de afgelopen vijftig jaar als (oud)student of (oud) medewerker een band hebben opgebouwd met de universiteit. Met een knipoog naar de titel bevat deze uitgebreide en rijk geïllustreerde bundel een van A tot Z geordende bonte verzameling artikelen die gezamenlijk een petite histoire van de TU/e vormen. Meer dan 650 pagina’s in pocketformaat vol wetenswaardigheden, portretten van markante personen en anekdotes over de Technische Universiteit Eindhoven. Door het invullen en opsturen van de bestel-
3 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
bon in de bijgevoegde folder bij deze editie van Matrix verzekert u zich van een exemplaar van dit collector’s item. De oplage is gelimiteerd. De verkoopprijs bedraagt twintig euro (inclusief BTW en vijf euro als bijdrage in de verzendkosten). Meer informatie over De Kleine TU/e Encyclopedie 1956 – 2006 is te vinden op www.histech.nl. Telefonische informatie: 040-247 2708. E-mail:
[email protected] N.B.: Personeelsleden van de TU/e ontvangen in december een exemplaar van deze uitgave. Wie als personeelslid extra exemplaren wil bestellen, kan daarvoor uiteraard de bon uit de bijgevoegde folder gebruiken.
Sommen was een welkome bron van informatie en heeft een aantal stukjes geschreven. Collega’s van de afdeling Bibliotheek en Informatievoorziening hielpen een handje met het zoeken naar materiaal. Gelukkig bleken er nog veel oude foto’s te zijn. Bibliotheekmedewerker Erik Geelen heeft een groot deel daarvan gedigitaliseerd. Daarmee is de encyclopedie niet een eenmalige klus geweest. We kunnen erop voortbouwen.’ Ook oud-medewerkers, freelancers en alumni hebben meegewerkt en leverden kopij aan. ‘Ik heb tientallen mensen als informatiebron kunnen gebruiken. Matrix had al vaker aandacht aan de encyclopedie besteed. Zodoende belden er soms alumni op omdat ze oud materiaal hadden. Mensen kwamen met plakboeken aanzetten vol foto’s uit hun studententijd.’ Aan de hand van de informatie schreef Huiskamp de meeste items voor de ency-
lijst is overigens niet zo uitgebreid als in een wetenschappelijke publicatie. Dan zou het boek nog veel dikker zijn geworden.’ In de encyclopedie neemt historische informatie een belangrijke plaats in. ‘In zo’n lustrumjaar is er veel aandacht voor de geschiedenis’, zegt Huiskamp. ‘De universiteit zelf is toekomstgericht, zoals dat hoort. Wetenschap moet grenzen verleggen, nieuwe dingen bedenken. Maar waar je vandaan komt is ook bepalend. Allerlei personen die we allang zijn vergeten hebben een stempel op de universiteit gedrukt. Het is interessant om dat te laten zien.’ De TU/e kent een interessante voorgeschiedenis. ‘Het idee voor de universiteit is eigenlijk al ontstaan in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. De regering in ballingschap in Londen wilde graag een tweede technische hogeschool in Nederland, naast Delft. Voor de wederop-
clopedie zelf. Gaandeweg werd hij steeds fanatieker. ‘Ik ben er steeds meer ingedoken. Het hele project is uitgedijd tot 254 artikelen, groot en klein, die lopen van het Van Abbemuseum, Ackermans en Antieke wiskunde tot de Zoutlijn en het Zwembad.’ De vorm van het boek is in de loop van de tijd ontstaan. ‘We moesten een manier vinden om al die informatie kwijt te kunnen. Een encyclopedie leent zich daar uitstekend voor. Het is een handzaam, dik boekje geworden met veel illustraties. We hebben ons best gedaan om het toegankelijk te maken. Gelukkig heb ik de laatste maanden veel steun gehad van emeritus hoogleraar Frans Schurer in de rol van kritisch klankbord. Hij heeft bovendien een personenregister achterin het boek samengesteld, met meer dan duizend namen. Ook onderling verwijzen de artikelen naar elkaar. Ikoontjes geven aan welk soort artikel de lezer mag verwachten. De bronnen-
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
3 1
ALUMNI
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
2006 naar hun toekomstverwachtingen gevraagd. Ik ben de student op het spoor gekomen die in 1975 was afgestudeerd op het bouwen van een kartonnen huis, en hem gevraagd hoe het hem in zijn loopbaan is vergaan. Ook van Huub Loots, de chauffeur die meer dan veertig jaar bestuurders in de dienstwagen van de universiteit heeft rondgereden, zijn mooie verhalen opgenomen. Ik heb de Twentse hoogleraar achterhaald die in de jaren zestig als THE-student met vrienden een parodie op de James Bond-films regisseerde. Het boek zit vol met zulke zijlijntjes. Het gaat me vooral om mensen, anekdotes, tradities. Niet dat het volledig is. Ongetwijfeld zullen er mensen zijn die zich afvragen waarom de ene persoon erin staat en de andere niet.’ Verder staat de encyclopedie vol met allerlei wetenswaardigheden. Informatie over de gebouwen, architect S.J. van Embden, de academische rituelen, de personeelsvereniging, de studieverenigingen, de toga’s van de hoogleraren. ‘In de kelders van het Auditorium heb ik in de archieven van Studium Generale ook van alles gevonden. Veel interessante feiten zijn we anno 2006 bijna vergeten. Bijvoorbeeld dat we al in de jaren zestig en zeventig voorop liepen op computergebied. En neem de studentenprotesten. In 1961 was er een kraakactie in Eindhoven, lang voordat kraken in de mode kwam. Uit protest tegen het kamertekort werd het leegstaande Hotel Atlanta op het Stationsplein gekraakt. In de archieven van het Eindhovens Dagblad heb ik daar mooie foto’s over gevonden. De actie had succes: het leverde veel publiciteit op én veel nieuwe kamerverhuurders. In 1964
Auteur Joep Huiskamp heeft de archieven van de TU/e afgestruind naar materiaal voor De Kleine TUe Encyclopedie.
bouw waren nu eenmaal veel ingenieurs nodig, meer dan Delft alleen zou aankunnen. De politicus en bestuurder Jan de Quaay heeft achter de schermen in die begintijd een belangrijke rol gespeeld. Hij werd later de eerste president-curator van de nieuwe TH in Eindhoven. Andere markante figuren uit de begintijd waren Gilles Holst, de eerste directeur van het Philips Natlab, en de hoogleraren Dorgelo en Posthumus, de eerste twee rectoren. Van al deze mensen heb ik een redelijk uitgebreide biografische schets gemaakt, aan de hand van interviews, archiefmateriaal en gesprekken met mensen die hen meegemaakt hebben. Het is nu het goede moment voor zulke biografieën. Een paar mensen van het eerste uur zijn nog in leven. Als je langer wacht met zulke oral history, ben je te laat.’ Kraakactie
Naast de portretten van de pioniers van de universiteit bevat de encyclopedie ruim dertig interviews met mensen die aan de TU/e gewerkt of gestudeerd hebben. ‘Mensen die in de wetenschap zijn blijven werken of een andere opmerkelijke carrière hebben gehad, in het bedrijfsleven, de sport of de muziek. Het gaat niet alleen om personen uit het verleden. We hebben ook vijf studenten van de generatie 2005-
3 2
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
ontstond er een rel over een gezamenlijke ruimte voor alle studentenverenigingen. De studenten hielden een protestoptocht tijdens de Dies-viering. Een alumnus heeft daar mooie foto’s van geleverd. Dat protest legde feitelijk de basis voor de Bunker aan de John F. Kennedylaan.’ Wat Huiskamp is opgevallen is het grote verschil tussen de jaren zestig en de jaren zeventig. ‘Dat zie je ook aan de foto’s. In de jaren zestig hadden de studenten allemaal jasje, dasje, zeker bij tentamens. Dat beeld veranderde heel snel rond 1970, de tijd van de lange haren. Die sfeer zal iedereen die het meegemaakt heeft gelijk weer kunnen oproepen.’ En herkenning van die sfeer is waar het allemaal om gaat in De kleine TU/e Encyclopedie. ‘Het is geschreven voor mensen die iets hebben met de universiteit, in het heden of het verleden. Denk aan (oud)medewerkers, alumni, huidige studenten. Het is puur voor mensen die het eigene ervan zien, die dingen herkennen. Die bij wijze van spreken de speciale geur van de W-hal nog ruiken als ze na jaren terug zijn op de TU/e, zoals één van de geïnterviewden vertelt. Voor mensen die dát gevoel hebben, is het boek bedoeld. En er zijn intussen tienduizenden mensen voor wie de TU/e belangrijk geweest is in hun leven en loopbaan.’ Al met al heeft Huiskamp genoten van het hele project. ‘Het is leuk om allerlei verbanden te ontdekken tussen vroeger en nu. Als het je boeit, word je er steeds meer door gegrepen. Toen de deadline dichterbij kwam, heb ik er heel wat uren in de avonden en de weekends mee doorgebracht. Dat komt misschien ook omdat ik uit hetzelfde bouwjaar ben als de universiteit. Dat schept een band.’ Internetsite
Het ziet er naar uit dat het niet bij een gedrukte versie alleen blijft. Huiskamp is in gesprek met de universiteitsbibliotheek over het idee om met de encyclopedie als basis een uitgebreide internetsite te maken. De bibliotheekmedewerkers zijn al enthousiast. ‘Op deze manier kunnen alumni en oud-medewerkers aanvullingen of correcties kwijt. Zo kunnen we meer historisch beeldmateriaal ontsluiten. Het zou dan een soort Wikipediaversie worden, met een redactie, waar allerlei historische informatie over de TU/e te vinden is. Die zou de komende jaren verder kunnen uitgroeien.’
www.careers.asml.com
Earthquake in Taiwan Epicenter on a distance of 300 km from client Will the IC-production continue? 03:15 AM: telephone call On location within 24 hours Production stop during one hour: 50,000 US dollar No time for jetlag Troubleshooting Client looks on Colleagues from different locations assist Two know more than just one Solution in sight Testing Approval Production resumed
Client satisfied. King, emperor, client. The ASML commitment to its customers is clear. Whatever we do, we always base ourselves on the clients’ requirements. Through relentless team performance we continuously work on a machine which can produce an even smaller chip at a faster pace. And in the event a machine, anywhere in the world,
has come to a standstill, we board an airplane to solve matters immediately. Our clients can count on our employees to strengthen their competitiveness. ASML is one of the leading IC-production system suppliers in the world. ASML has the commitment and dedication of approximately 5,300 employees, located
at over fifty regional sales and service locations throughout the world. In order to guarantee commitment to our clients, we must be able to rely on the commitment of our employees. For more information about ASML, refer to www.careers.asml.com
BELEID
Nieuwe impuls voor een betere universiteit Elke zichzelf respecterende universiteit heeft een universiteitsfonds: een zak met geld waaruit activiteiten voor de instelling worden betaald. De TU/e heeft ook zo’n fonds, maar erg actief was het de afgelopen jaren niet. Daar komt nu verandering in. Met een nieuw bestuur, met nieuwe ambities en hopelijk met steun van bedrijven en alumni moet het Universiteitsfonds Eindhoven de kwaliteit van onderwijs, de internationalisering en het studentenleven een impuls geven. Kort na de start van de Technische Hogeschool in 1956 werd de stichting Universiteitsfonds Eindhoven opgericht. Frits Philips zette zich hier voor in, want hij wilde de binding tussen TH en samenleving zo sterk mogelijk maken. De stichting had als doel ‘het op een hoger plan brengen van technische wetenschappen en het technisch hoger onderwijs in het algemeen en dat van de THE in het bijzonder’. Dit gebeurde op basis van bijdragen van bedrijven en particulieren. In de loop van de jaren steunt het fonds bijzondere leerstoelen, buitenlandse gastdocenten, internationale uitwisselingen, studentenactiviteiten en studiereizen. Ook vraagt het aandacht voor bijzondere prestaties van studenten middels de UFE-Ontwerpersprijs. Toch leek het fonds de afgelopen jaren slapende. ‘Slapende is een groot woord, het was rustende’, zegt ir. Eric van Schagen, de nieuwe voorzitter van het universiteitsfonds. Van Schagen (1956) studeerde in 1981 af als bedrijfskundig ingenieur aan de TU/e. In het dagelijks leven is hij algemeen directeur van Simac Techniek NV, een holding bestaande uit bedrijven die actief zijn in producten en diensten op het gebied van ICTinfrastructuren, ICT-applicaties en Industriële Elektronica & Automatisering. ‘Het doel van het fonds indertijd was mensen die de universiteit een warm hart toedragen een mogelijkheid te geven om deze financieel te steunen. Die traditie is in de loop van de jaren verloren gegaan. Je ziet algemeen dat fondsen voor gezondheidszorg en ontwikkelingshulp ruim in hun middelen zitten. Doelen dichter bij huis hebben het moeilijker, terwijl je toch veel kunt doen voor organisaties waar je zelf veel aan te danken hebt, zoals universiteiten. Liefdadigheid voor onderwijs is in Nederland nog niet ingeburgerd omdat we dat primair zien als overheidstaak. Toch hebben universiteiten als Leiden en Utrecht sterke universiteitsfondsen. Daar gaat het om
3 4
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
exploitatiebegrotingen van enkele honderdduizenden euro’s met een eigen vermogen van miljoenen. Voor de TU/e hebben we een begroting van ruim dertigduizend euro met nauwelijks eigen vermogen. Eindhoven blijft dus ver achter. Daar gaan we verandering in brengen.’ Kennis uitdragen
Het nieuwe bestuur wil dus de komende jaren geld ophalen bij bedrijven, alumni en anderen die de universiteit een warm hart toedragen. Dit jaar gaat het bedrijven warm maken voor sponsoring. Vanaf 2007 worden alumni actief benaderd. In 2008 richt het fonds zich op vermogende mensen die in de vorm van een schenking of legaat de universiteit steunen. Het universiteitsfonds heeft een aantal onderwerpen die het aandacht wil geven. Bijvoorbeeld de kwaliteit van het onderwijs. ‘We willen excellente prestaties stimuleren en belonen. Gezien ons beperkte budget kunnen we natuurlijk niet heel veel financieren. Daarom richten we ons op de taak van katalysator; het financieel ondersteunen van goede prestaties en initiatieven door publiciteit en geldprijzen. Voorbeelden van die prijzen zijn de ontwerpersprijzen gesteund door bijvoorbeeld Océ en ASML.’
Simac-directeur ir. Eric van Schagen is voorzitter van het Universiteitsfonds Eindhoven
Vooral internationale projecten kunnen rekenen op de aandacht van het fonds. ‘Bijvoorbeeld medewerkers of studenten die samenwerkingen hebben met bedrijven of universiteiten in het buitenland. Dat is meestal duurder dan binnen Nederland, maar het is van groot belang dat die samenwerkingen ontstaan. Daarom willen wij een deel van de kosten op ons nemen.’ Net als in de beginjaren van het fonds is de relatie universiteit - bedrijfsleven van belang. Van Schagen: ‘Die samenwerking gaat in veel gevallen erg goed, maar soms is de universiteit nog te veel naar binnen gekeerd. Wij gaan stimuleren om kennis uit de universiteit naar buiten te brengen. Een voorbeeld voor ons is de vroegere Newaysprijs. Die wordt uitgereikt aan een hoogleraar die in de ogen van een jury er het meest in is geslaagd om kennis naar het bedrijfsleven te brengen. Met de aandacht die zo’n prijs genereert, geef je aan dat het belangrijk is. Dat kan anderen stimuleren er meer mee bezig te gaan.’ Als laatste wil het universiteitsfond de stad Eindhoven meer profileren als studentenstad. ‘We zijn trots op de stad, maar in vergelijking met andere steden is Eindhoven toch nog wat saai. Ik denk dat studenten een rol kunnen spelen in het levendig maken van de stad. Nu zijn ze nog te onzichtbaar. Dat ligt ook in de aard van techniekstudenten, maar er is meer uit te halen. Met eve-
nementen kunnen we iets meer frivoliteit in Eindhoven brengen. We weten nog niet precies hoe we dat gaan doen. Ideeën zijn daarom altijd welkom.’ Acceptgiro
Om alle plannen te verwezenlijken moet het fonds beschikken over een budget van honderd tot tweehonderdduizend euro, een vervijfvoudiging van het huidige budget. Het bestuur heeft drie jaar uitgetrokken om dat geld structureel bij elkaar te krijgen. In die periode moet blijken of een sterk universiteitsfonds aan de TU/e bestaansrecht heeft. ‘Er is latent een bereidheid bij bedrijfsleven en alumni om bij te dragen aan een sterke universiteit, en ik kan alleen maar hopen dat het gaat lukken’, zegt de directeur van Simac. ‘Om de kans van slagen te vergroten zullen we iedereen moeten benaderen. Hoe we dat gaan doen, is nog de vraag. We kunnen acceptgiro’s sturen, maar dat heeft een wat agressief karakter. Toch weet ik van mezelf dat een acceptgiro op een stapeltje rekeningen gemakkelijker betaald wordt. Het werkt wel, dus misschien gaan we het toch zo doen.’ Wilt u het Universiteitsfonds Eindhoven steunen? Kijk op: www.ufeindhoven.nl
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
3 5
SA M E NWE RK I NG M E T G ROOTB E D R I J F
Verwevenheid van
Het chemieconcern DSM is nauw
DSM en TU/e
met opmerkelijke chemische
verbonden met de TU/e. Niet alleen is een aantal hoogleraren uitvindingen op hun naam afkomstig van DSM. Ook hebben enkele DSM-onderzoekers een parttime aanstelling aan de faculteit Scheikundige Technologie.
F OTO : O G C
3 6
Corporate Technology van DSM. ‘We hebben nogal wat ingenieurs gerekruteerd uit Eindhoven. Een aantal disciplines zijn voor ons belangrijk, met name polymeerchemie, material science, procestechnologie en katalyse. Een aantal hoogleraren is vanuit DSM bij de TU/e terechtgekomen, zoals Han Meijer, Bert Meijer, Piet Lemstra en Cor Koning. Hun interesse ging meer uit naar het academische stuk van research,
DSM Research zit met zo’n 35 locaties verspreid over de hele wereld. De onderzoeksafdeling van DSM telt ongeveer tweeduizend medewerkers, circa negen procent van de bezetting van heel DSM. De grootste research site bevindt zich in Geleen, met zo’n achthonderd man. ‘We hebben veel contacten met de faculteit Scheikundige Technologie van de TU/e’, zegt prof.dr. Jos Put, vice-president
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
vandaar dat ze aan de universiteit zijn gaan werken. Maar de contacten zijn altijd gebleven.’ Er zijn in de loop van de jaren heel wat samenwerkingsprojecten geweest. ‘Het meeste gezamenlijke onderzoek loopt via het Dutch Polymer Institute (DPI) in Eindhoven’, zegt Put. (DPI is een technologisch topinstituut met de TU/e als één van de belangrijkste kennisinstituten). ‘Wij zijn de grootste partner binnen het
Milder
Naast de gezamenlijke onderzoeksprojecten zijn er ook enkele onderzoekers van DSM Research parttime in dienst van de TU/e. Zo ook dr. Andreas Heise, die één dag in de week aan de TU/e werkt. ‘Ik werk aan meerdere projecten die complementair zijn aan projecten bij DSM Research’, zegt hij. ‘Deze projecten zijn gericht op de lange termijn en minder gevoelig voor de concurrentiestrijd.’ Eén van die projecten
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
consortium rond DPI. Maar ook bilateraal hebben we veel samengewerkt. Zo hebben we met Piet Lemstra vooral gewerkt in het domein van de materiaalwetenschappen. In de tijd dat hij nog bij DSM werkte heeft hij de supersterke vezel Dyneema mee ontwikkeld. De polymere vezel wordt onder meer toegepast in touwen en kogelwerende vesten, en ook steeds meer in geavanceerde medische toepassingen.’ Met Bert Meijer is er een samenwerkingsproject geweest rond supramoleculaire chemie. ‘Hij heeft een chemisch systeem ontwikkeld waarmee beter verwerkbare kunststoffen gemaakt kunnen worden. Korte kunststofketens worden aan elkaar gezet met waterstofbruggen. Door het gebruik van meerdere waterstofbruggen ontstaat een redelijk sterke binding, terwijl die ook weer makkelijk af te breken is, bijvoorbeeld door verwarming of in een oplosmiddel. Zo is het materiaal op speciale manier verwerkbaar.’ Er zijn al diverse toepassingen voor dit product, dat SupraB gedoopt is. ‘Denk aan haargel en coatings, maar ook aan biomedische toepassingen als scaffolds, het ondersteunende materiaal dat in het menselijk lichaam kan gebruikt worden om weefsels te herstellen, en drug delivery systemen, dragermateriaal voor het gedoseerd en gericht afgeven van farmaceutische middelen.’ Aanvankelijk had DSM het octrooi voor SupraB. ‘Maar aangezien het moeilijk bleek om de waarde van het octrooi te realiseren binnen de bestaande business van DSM, hebben we het ingebracht in het start up-bedrijf Suprapolix. Dat is in 2002 opgericht met DSM en de TU/e als belangrijkste investeerders.’
Andreas Heise (links) en Jos Put, beiden werkzaam bij DSM research in Geleen.
zo vinden ze, dan werk je in een bedrijf, punt uit.’
draait om biokatalytische polymerisatie, een overlappend gebied tussen biotechnologie en materialen. ‘Hierin maken we gebruik van enzymen, die in de natuur functioneren als natuurlijke katalysatoren’, legt Heise uit. ‘Enzymen bieden allerlei mogelijkheden voor het maken van polymeren. Zulke processen zijn een stuk milder dan synthetische polymerisatie, zonder gebruik te hoeven maken van toxische stoffen. Biokatalytische polymerisatie is daarmee beter voor het milieu, maar biedt tegelijkertijd ook de mogelijkheid voor het maken van geheel nieuwe materialen. We proberen het te integreren in de bestaande polymerenindustrie. We brengen als het ware de biologische en de synthetische wereld samen.’ De combinatie van onderzoek aan de TU/e en DSM werkt goed, is Heise’s ervaring. ‘Het gaat veel verder dan een gewone samenwerking. Ik heb zelf een groot aandeel in het onderzoek. Daarnaast ben ik supervisor van drie PhD-studenten en twee postdocs. Ik geef weliswaar geen onderwijs, maar ik heb dezelfde verantwoordelijkheden als een universitair docent. Er staat inmiddels een aantal publicaties op mijn naam.’ Waar industriële research vooral gericht is op een specifieke toepassing, hebben de TU/e-onderzoekers meer vrijheid voor fundamenteel onderzoek. ‘We kunnen ons ook bezighouden met de onderliggende wetenschap. Goed voor het bedrijf én goed voor de universiteit. Die krijgt op zo’n manier de problemen uit de praktijk aangereikt. Voor mij persoonlijk is het een uitdaging om in twee werelden tegelijk te vertoeven. Dat is niet altijd gemakkelijk. Mensen in het buitenland vinden het maar raar dat ik aan beide kanten werk. Als je in een bedrijf werkt,
M
A
T
R
Lotuseffect
Ook prof.dr. Rolf van Benthem is voor één dag in de week aangesteld aan de TU/e, leerstoel Coating Technologie. ‘Eén van de meest aansprekende projecten waar ik aan werk en direct door DSM gefinancierd, is het onderzoek naar superhydrofobe materialen voor zelfreinigende coatings’, vertelt hij. ‘Populair gezegd het lotuseffect. De lotusbloem staat erom bekend dat ze altijd smetteloos schoon opduikt, ook uit modderig water. We hebben een coating ontwikkeld die ook zichzelf schoonmaakt als er water overheen gaat.’ Na tweeëneenhalf jaar is het project in een vergevorderd stadium. DSM heeft het patent in handen. ‘Nu willen we de effecten sterker maken en beter begrijpen door modellering. Zodat we kunnen voorspellen wanneer een coating zichzelf reinigt en wanneer niet. Ook moet de superhydrofoob voldoen aan alle andere eisen voor een coating: ze moet robuust zijn en bestand tegen krassen en belasting. Als we dit kunnen combineren, dan kan ze commercieel naar buiten komen. Denk aan zelfreinigende gevels of kozijnen van wolkenkrabbers.’ Ook van Benthem is erg te spreken over de dubbele aanstelling in bedrijfsleven en universiteit. ‘Dit soort samenwerkingen past perfect in de Open Innovation Policy van DSM. Bovendien leer ik over de nieuwe ontwikkelingen in mijn vakgebied meer binnen de context van de universiteit dan alleen binnen het bedrijf. En verder is het ook goed voor de rekrutering van nieuw bloed. Ik kom mensen tegen die we graag willen binnenhalen.’
I
X
/
3
/
2
0
0
6
3 7
SAMENWERKING MET MKB
Will Kamminga, directeur van Eurisko ICT en Borgh Identity Weert, verwacht een aanmerkelijke groeispurt moet hij ongeveer acht tot misschien wel vijftig extra mensen aannemen voor de uitvoering van een project dat zonder de ‘ontwikkelingshulp’ van de TU/e niet van de grond was gekomen.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
voor zijn bedrijf in oktober 2006. Als alles goed gaat,
TU/e en MKB Limburg hebben elkaar gevonden Het gaat om een zeer veilige smartcard die als rechtsgeldige elektronische identiteit kan dienen en op termijn alle bestaande pasjes en identiteitsbewijzen zou kunnen vervangen. Dit is een project dat volgens Kamminga nooit uitgevoerd had kunnen worden zonder de backing van de TU/e via de Stichting Connect. ‘Het project was in mijn bureaula blijven liggen. Doordat de TU/e nu de veiligheid van de digitale handtekening en de transacties die met de smartcard via Internet uitgevoerd kunnen worden, onderschrijft, verwachten we serieus te worden genomen door de grotere bedrijven die dit in de markt kunnen zetten. Dat maakt het voor ons interessant om het aan te bieden.’
houder aan zijn geld of gegevens komen. Het bedrijf geeft de gegevens door als een soort gesloten digitaal pakket dat uitsluitend te openen is met de juiste pincode. Eurisko is gespecialiseerd in infrastructuren voor ICT en het leggen van interne en externe netwerken. Het bedrijf heeft momenteel elf mensen in dienst. Borgh Identity Weert gaat de smartcard in de markt zetten. Kamminga: ‘Hoewel het zakelijk prima gaat, blijft de markt veranderen en moet je je profileren ten opzichte van concurrenten door je meer te specialiseren. Wij richten ons op de beveiliging en proberen de zorgen bij de ondernemer weg te nemen door alles op afstand te monitoren.’ Leergang
Niet te kraken
De kaart werd gekocht van ESG (De Elektronische Signatuur). Met behulp van hoogleraar dr.ir. Henk van Tilborg van de faculteit Wiskunde en Informatica van de TU/e werd het proces (transactiemodel) verder verfijnd en zo beveiligd dat het model onmogelijk te kraken is. Zelfs wanneer de bezitter van de kaart wordt gedwongen zijn codes in te toetsen kan hij of zij een stil alarm laten afgaan door een code toe te voegen. De pasjes hebben een toegangscode van zes tot veertien cijfers, dus dat valt niet op. ‘De kaart is niet te kraken. Bij een poging blaast ze zichzelf bij wijze van spreken op, er komt nog net geen rookwolkje uit’, vertelt Kamminga. De smartcard is een soort chipkaart waarop een complete computer staat. De kaart geeft niet rechtstreeks toegang tot bijvoorbeeld een bankrekening, maar vraagt een sleutel aan bij Borgh Identity. Pas als die wordt afgegeven, na verificatie van de identiteit van de houder, kan alleen de
3 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
Kamminga deed met zijn bedrijf mee aan een proefproject van de leergang innovatief ondernemerschap van de Stichting Connect met vijftien ondernemers uit de regio Land van Weert en Cranendonck. De deelnemers zijn op basis van de leergang tot nieuwe inzichten gekomen en passen deze innovaties toe in de dagelijkse bedrijfsvoering. Connect wordt gesteund door MKB Limburg en diverse Limburgse overheden, banken en accountantskantoren. Het initiatief voor de leergang van Connect werd genomen door de voormalige burgemeester van Weert Carel Majoor, die de TU/e benaderde met de vraag of men mee wilde doen aan de regionale economische ontwikkeling door geselecteerde ondernemers te helpen innoveren. Daar werd positief op gereageerd. Masterstudenten van alle faculteiten, maar vooral van de opleiding Technische Bedrijfskunde, deden mee. Zij moesten samen met een oud-ondernemer als coach een businessplan schrijven
Will Kamminga voor zijn bedrijf Eurisko ICT in Weert.
voor een bedrijf dat wilde innoveren. De oud-ondernemer is daarna ook aangewezen om te helpen bij de uitvoering van het plan. ‘Het project is opgezet met enthousiaste mensen uit het gebied’, vertelt coördinator prof.dr. Leo Verhoef van het TU/e Innovation Lab en de leergang Ondernemerschap. ‘De samenwerking is perfect gelopen, juist omdat iedereen op zijn eigen terrein perfect geëquipeerd is. Contact deed de werving en intake, organiseerde de cursussen met mensen uit de praktijk, wij stelden onze kennis beschikbaar via studenten.’ Succesverhaal
Een van de andere succesverhalen was van de voormalige melkveehouders die waren overgestapt op het houden van herten. Als voer voor de herten verbouwden ze ook hazelnoten. Toen de oogst boven verwachting goed lukte, riepen ze de hulp van Connect in voor de marketing van de noten. Daar moest toch iets mee te doen zijn, dachten ze. Twee studenten Technische Bedrijfskunde en een coach schreven een businessplan. Een delicatessewinkel en een toeristische trekpleister op de boerderij waren geboren. De werktuigbouwkundestudenten van de universiteit ontwikkelde een machine om de noten te kraken en er kan nu ter plaatse hazelnootpasta en olie worden gemaakt. Inmiddels zijn begin dit jaar drie nieuwe leergangen in-
novatief ondernemerschap in de regio’s Weert-Roermond, Helden en Venray van start gegaan. De leergangen worden mogelijk gemaakt door bijdragen van overheden, banken en accountantskantoren in Limburg. Door de brede steun van overheid en bedrijfsleven hoefden de ondernemers in de eerste leergang uiteindelijk maar duizend euro te betalen voor hun deelname aan het project. Een verdere uitbreiding van de leergangen in andere Limburgse regio’s en de regio’s Eindhoven, Tilburg en ‘s Hertogenbosch wordt nog dit jaar voorzien. Daaraan werkt nu ook de Universiteit van Tilburg mee. Verhoef verwacht met de studenten van zijn leergang Ondernemerschap komend jaar ook starters uit de eigen TU/e gelederen op deze manier te gaan helpen. ‘De samenwerking met Eurisko is een schoolvoorbeeld van een perfecte fit’, vertelt Innovation Lab directeur Wim Bens. ‘Ze kwamen hier terecht via Connect en de Kennis Voucher. Ze hadden concrete vragen voor professor Van Tilborg bij Wiskunde. De kennisinkoop is ze nu zo goed bevallen dat ze een vervolgproject zijn begonnen.’ Will Kamminga over de samenwerking: ‘Aan de universiteit heeft men zich af en toe verbaasd over oplossingen waar wij als bedrijf op zijn gekomen. Van onze kant waren wij heel blij met de openheid en de bereidheid om kennis te delen. Je merkt dat de mensen waar je mee samenwerkt over een enorme hoeveelheid kennis beschikken.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
3 9
S TA RT E R S
ONDERNEMER TUSSEN ONDERZOEKERS
Ontkalken zonder chemicaliën Het ene bedrijf bevindt zich nog in de startfase, en het volgende staat alweer in de steigers. Ir. Dirk van Asseldonk is binnen drie jaar directeur van twee bedrijven, beide opgericht vanuit onderzoek binnen de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Eén techniek, twee bedrijven. Ruim drie jaar geleden richtte Van Asseldonk Dolphys Medical op, nu is daar Afira Water Technologies bijgekomen. Het uitgangspunt bij allebei is dat de afgifte van een stof uit een polymeersysteem aan of uit kan worden gezet door middel van temperatuurverschillen. Beide bedrijven zijn gevestigd binnen de TU/e en er vindt een constante samenwerking plaats tussen bedrijf en onderzoeksgroep. ‘Die constante samenwerking kent vele voordelen, maar je moet je er wel goed bewust van zijn dat je een bedrijf bent en opletten dat je geen onderzoeksgroep wordt. Je ontwikkelt een product en hierbij geldt: hoe makkelijker hoe beter. Bij onderzoek is dit vaak juist andersom. Daarbij geldt: hoe moeilijker hoe beter. Het vasthouden van de ondernemersmentaliteit is daarom nog wel eens moeilijk binnen de universiteit’, aldus Van Asseldonk. Die ondernemersmentaliteit had Van Asseldonk al tijdens zijn studie Scheikundige Technologie. In
2000 is hij afgestudeerd bij prof.dr.ir. Jos Keurentjes, werkzaam in de groep die de technologie achter beide producten onderzoekt. ‘Ik wist al snel dat ik een eigen bedrijf wilde beginnen, maar ben na mijn studie eerst werkervaring op gaan doen bij Unilever. In 2002 sprak ik Keurentjes weer tijdens de promotie van een wederzijdse kennis. Hij vertelde toen over het onderzoek naar de technologie, waar ze op dat moment al twee jaar mee bezig waren. Ik was meteen enthousiast en na goed overleg hebben we besloten om van deze vinding een bedrijf te maken. Dat bedrijf werd Dolphys Medical.’ Producten
Dolphys, het eerste bedrijf van Van Asseldonk, maakt de SonoSwitch. Dit product kan medicijnen lokaal toedienen, zodat de rest van het lichaam geen schade ondervindt van de toediening van het medicijn. Een klein doosje van speciaal polymeermateriaal, gevuld met het me-
F OTO ’ S : B A RT VA N OV E R B E E K E
De klant
Dirk van Asseldonk met links het materiaal voor de Sonoswitch en rechts voor het product Warmsoft.
4 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
dicijn, wordt als implantaat ingebracht. Het gebruikte materiaal wordt boven een bepaalde temperatuur poreus en dit zorgt ervoor dat het medicijn op dat moment in het lichaam kan. Een tegen het lichaam gedrukt ultrasoon luidsprekertje verwarmt en opent het medicijnpakketje. Uitzetten van het geluid sluit het doosje weer. In eerste instantie richt Dolphys zich met de SonoSwitch op pijnbestrijding, bijvoorbeeld waar nu morfine wordt gebruikt. Daar is nu Afira bijgekomen. Het product van Afira heet WarmSoft. WarmSoft haalt door middel van temperatuursverschillen kalk uit warm water. Op dit moment gebruiken bedrijven meestal ionenwisselaars om water te ontkalken. Hier zijn chemicaliën voor nodig. WarmSoft is gebaseerd op het uiteenvallen en weer ontstaan van micellen en hier komen geen chemicaliën aan te pas. Micellen bestaan normaal gesproken uit neutrale moleculen die samen een soort bolletje vormen. WarmSoft gebruikt moleculen die boven dertig graden Celsius micellen vormen en beneden die temperatuur uit elkaar vallen. Op deze moleculen is een negatieve lading gezet waardoor ze binden met het positief geladen calcium. In water boven dertig graden Celsius vormen de moleculen dus micellen en binden ze het calcium. Koelt dit water af, dan vallen de micellen uit elkaar en komt het calcium vrij. Het proces kan dan weer opnieuw beginnen.
Een ingewikkeld proces dus, waar Van Asseldonk zich inhoudelijk niet teveel mee bezighoudt. ‘Ik houd me bezig met de ontwikkeling van producten en ga verder waar de onderzoeker ophoudt. ‘Het product is mijn kindje, niet het onderzoek. Hoe makkelijker hoe beter dus. Aan de productzijde moet je dingen door de bril van de klant bekijken.’ En daarbij komen andere vragen om de hoek dan bij onderzoek. Van Asseldonk: ‘Het begint met marktonderzoek: wat wil de klant? Het idee kan nog zo goed en leuk zijn, als er vanuit de klant geen
Het uiteenvallen en weer ontstaan van micellen vormt de basis van de techniek van het product Warmsoft.
interesse is, houdt het op. Wanneer blijkt dat die interesse er wel is, wordt het interessant, dan moet je het gewoon gaan proberen. De volgende essentiële stap is dan: financiering. Als er binnen een jaar
SenterNovem, een agentschap voor duurzaamheid en innovatie van het ministerie van Economische Zaken. De steun van beide partijen is dus aanwezig. En om de producten tot een succes te maken, heeft Van Asseldonk ook de universiteit hard nodig. De band met de TU/e stelt hem in staat om zich puur met de productkant bezig te houden. ‘Hier zitten de beste onderzoekers, ik hoef me er écht geen zorgen over te maken dat dat niet goed gaat.’
nog steeds niemand geïnteresseerd is om jouw idee te steunen, moet je ook eerlijk zijn tegen jezelf: dan is het gewoon geen goed idee geweest. Je hebt dus de steun van twee partijen nodig: de klant en de financierder.’ Van Asseldonk kreeg de financiële steun voor beide bedrijven. Voor de financiering van Afira is inmiddels één miljoen euro subsidie binnengehaald, te verdelen onder de TU/e, de Universiteit Wageningen en Afira. Deze subsidie is afgegeven door
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
4 1
LOOPBA AN
Theo Hauben (links) en Marco Vermeulen vormen samen het bureau Urban Affairs.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Ingenieurs in
alternatieven Het werkzame leven van de twee architecten loopt parallel. Ir. Theo Hauben (35) en ir. Marco Vermeulen (34) ontwierpen en realiseerden tijdens hun studie aan de faculteit Bouwkunde samen een project. Ze studeerden tegelijkertijd af. Ze kregen samen hun eerste opdrachten. Werden beiden gevraagd voor een docentschap aan de TU/e en richtten samen hun bureau Urban Affairs op. De heren spreken over een nieuwe rol voor architecten, over water in Rotterdam en over het bouwen van eilanden voor de kust van Odessa. Ze studeerden af in architectuur, met een aantekening urbanistiek. Maar op dit moment doen ze bijna alleen nog stedenbouw. Architectuuropdrachten deden ze wel. Rond 1997 bijvoorbeeld, toen ze een opdracht kregen om het interieur van een pand aan de Kleine Berg in Eindhoven onder handen te nemen. Een voormalige gereedschappenwinkel werd omgebouwd tot kapperszaak, kledingwinkel en schoonheidsspecialist. Ze maakten er een voyeurmachine van, opvallend en vernieuwend. Uit die eerste opdracht is een professionele vriendschap ontstaan die tot op de dag van vandaag duurt.
4 2
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
Na het afstuderen ging Theo Hauben aan de slag bij het toenmalige Diederen Dirrix van Wylick Architecten, een bekende naam in Eindhoven. Marco Vermeulen is een paar maanden rond de wereld gaan reizen. Naar aanleiding van het project in de kapperszaak kwam een klant van de kapper met een opdracht. Hauben: ‘Zo gaat dat met opdrachten; van het één komt het ander.’ De opdracht daarna was het huis van de kapper. Vermeulen: ‘De vraag was of we onze samenwerking zouden gaan professionaliseren of dat we het erbij zouden doen.’ Naast de opdrachten werd de twee een docentschap aan de TU/e
Hauben: ‘Aan de eerste opdrachten verdienden we ook echt niks.’
aangeboden. Als klap op de vuurpijl kwamen ze op basis van hun eerste opdrachten in aanmerking voor een startsubsidie, een goede opstap om een bureau op te zetten. Vermeulen: ‘Die drie verschillende inkomsten gaven voldoende kritische massa om een eigen bureau te beginnen. Omdat we net na ons afstuderen begonnen, waren we nog gewend om met weinig geld rond te komen. Mensen die vanuit een baan een eigen bureau opzetten moeten vaak financieel een stap terug. Dat is een belangrijk bezwaar tegen een eigen onderneming.’ Het bureau Urban Affairs werd opgericht. Een eerste investering was een airconditioning. ‘Zo konden we de hele zomer doorwerken.’
collega’s te spreken. De heren van Urban Affairs waren snel verlost van dit dogma. Een halfjaar na hun afstuderen stond aan de Voorterweg in Eindhoven van hun hand een gelauwerd wooncomplex. Vermeulen: ‘Wij zijn begonnen met bouwen en hebben dus niet meer die druk. Overigens maken we nu veel meer stedenbouwkundige visies. Bouwen is heel leuk, maar het is ook complex en geeft veel sores.’ Hauben: ‘We willen meer dan bouwen alleen; we willen vooral breed bezig zijn, met architectuur, stedenbouw, maar ook met concepten en visies. Je begint natuurlijk op een afgebakend terrein, maar nu pakken we heel veel aan. We zijn in feite op zoek naar de grenzen van ons vak.’
Prestige
Prix de Rome
Hauben: ‘Aan de eerste opdrachten verdienden we ook echt niks. Je weet niet hoe je het allemaal moet calculeren, en bovenal waren we veel te ambitieus en staken veel te veel tijd in het werk.’ Een financiële flop dus, maar de heren mochten wel een aantal nieuwe woningen in Eindhoven ontwerpen. Het object viel zo op dat er meerdere publicaties in vooraanstaande tijdschriften uit volgde. De naam van ‘twee talentvolle architecten’ was gevestigd. In de wereld van architecten is het daadwerkelijk realiseren van een bouwwerk een kwestie van prestige. Architecten die dit jaren na hun afstuderen nog niet hebben gedaan, ervaren het als een ‘psychische’ last. Voor degenen die wél bouwen en hebben gebouwd, is het reden om met een minzaam lachje om de lippen over hun niet-bouwende
We hadden een vliegende start, zegt Hauben. ‘De oplossingen die we aandroegen voor de problemen die we voorgeschoteld kregen waren zo uitgesproken dat de vervolgopdrachten ook vroegen om originaliteit en inventiviteit. Reguliere bouwopdrachten die uitgaan van conventionele oplossingen werden niet bij ons neergelegd.’ Overigens geen groot gemis, zeggen de architecten van Urban Affairs. Vermeulen: ‘Het brede spectrum aan opdrachten betekent dat we veel voor het eerst doen en niet met voorspelbare oplossingen komen. Gezonde naïviteit is onze kwaliteit: we kijken naar een vraag alsof we hem voor het eerst zien.’ Een hoogtepunt voor het bureau was een tweede prijs bij de prestigieuze Prix de Rome in 2001. Deze prijs van de Nederlandse staat wordt eens per vijf jaar uitgereikt aan
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
4 3
LOOPBA AN
Maquette van de regio F OTO : P E T E R COX
talentvolle nieuwkomers in disciplines als architectuur, schilderen, beeldhouwen et cetera. Rotterdam Waterstad
Er volgden opdrachten uit de culturele hoek, ‘ontwerpend onderzoek naar dingen die er nog niet zijn’; ‘het formuleren van antwoorden die de vraag aan het licht brengen’. Dit type opdrachten is de afgelopen tien jaar sterk in opkomst. Waren het in het verleden ontwerpopdrachten waarbij in grote lijnen duidelijk was een opdrachtgever wilde en dat door een architect liet uitvoeren, nu zijn er steeds meer opgaveontwerpen, waarbij het ontwerp de opgave juist in beeld moet brengen. Een ontwerper komt daarmee helemaal vooraan in het proces van ontwerp terecht. Een voorbeeld hiervan is het project Rotterdam Waterstad: hoe kan de laagst gelegen stad van Nederland omgaan met de dreiging van het wassende water en deze omzetten in een kans voor een attractievere stad. Hauben: ‘De toename van de hoeveelheid zee-, rivier-, grond- en regenwater is onvermijdelijk. Het is zaak om daar nu al op te anticiperen, zodat er niet in noodvoorzieningen, maar op duurzame wijze in de stad zelf wordt geïnvesteerd. We hebben hiertoe vijf scenario’s uitgewerkt. Ze zijn niet allemaal realistisch, maar we laten de opdrachtgever met een ander oog naar het probleem kijken. Bijvoorbeeld een scenario wat de consequentie schetst van dijkverzwaring en het ontstaan van een buitendijks stadsdeel dat af en toe kan onderlopen zonder dat dit overlast veroorzaakt.’ Eén van de scenario’s heeft geleid tot een vervolgopdracht. Hierin gaan de architecten op zoek naar mogelijkheden voor waterretentie in stedelijk gebied om een oplossing te kunnen bieden voor de grote hoeveelheden regen die vooral in de zomer vallen. Vermeulen: ‘In plaats van een kostbare ondergrondse uitbreiding van de riolering is het idee om dit geld zichtbaar in bovengrondse waterpleinen te investeren. Zo sla je twee vliegen in een klap: er wordt niet alleen een oplossing geboden voor een waterhuishoudkundig probleem, maar je verbetert tegelijkertijd de openbare ruimte. Het ontwerpen van de waterretentiepleinen is voortgekomen uit ideeën die we zelf hebben ontwikkeld. Zo creëren we ons eigen werk en dat is superspannend. En wellicht staat het aan de oorsprong van een nieuwe typologie die bijdraagt aan een duurzame
4 4
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
Zuidoost Brabant uit de tentoonstelling Eindhoven SUPERvillage, Architectuur CentrumEindhoven, november 2005.
leefomgeving.’ Op dit moment wordt ook in opdracht van betrokken overheden gewerkt aan ruimtelijke scenario’s voor Brainport Zuidoost Brabant. Getracht wordt om de aanwezige culturele waarden van de regio te koppelen aan de economische ambities, waardoor er een originele ruimtelijke invulling ontstaat van de kenniseconomie. Oekraïne
Belangrijk in de manier van werken van de heren is het telkens zoeken naar meerdere totaal verschillende oplossingen. ‘Je bent altijd geneigd in een bepaalde richting te denken en elke volgende stap ligt dan in het verlengde van de vorige’, doceert Vermeulen. ‘Het is lastig om daar dan nog vanaf te wijken. Door jezelf te dwingen om er alternatieven naast te zetten, verras je jezelf. Vaak is de eerste oplossing niet de beste. Met een veelheid aan oplossingen kun je vergelijken en beredeneren waarom iets het beste is. Die manier van werken gebruiken we ook in het onderwijs aan de TU/e. We willen studenten daarmee losmaken van hun eigen dogma’s.’ En daarmee doen ze eigenlijk nog steeds wat we zeven jaar geleden ook deden, zegt Hauben. ‘Natuurlijk beter en professioneler, maar in essentie is het niet anders. Het leuke is dat een groep van opdrachtgevers zich rond die manier van werken heeft geformeerd.’ En die opdrachtgevers kunnen over de hele wereld zitten. Zo bracht een project Urban Affairs naar de Oekraïne. Daar werken ze aan het ontwerp van zeven eilanden voor de kust van Odessa in de Zwarte Zee. De havenstad in de Oekraïne heeft in navolging van het Palm Island Resort in Dubai het plan opgevat om eilanden voor de kust te bouwen. Met enige regelmaat gaan de twee architecten naar de Oekraïne om daar in workshops samen met professoren en lokale architecten te ontwerpen aan de eilanden. Of en wanneer het project gerealiseerd wordt, is nog onbekend, maar de ambities zijn serieus. Hauben: ‘We waren door bevriende architecten uitgenodigd om een workshop te doen in de Oekraïne.’ Meteen schoven ze bij aan tafels met hoge ambtenaren en investeerders. De rode loper gaat nog net niet uit wanneer ze op het vliegveld landen, maar ze krijgen wel grote aandacht van de media. ‘We zijn inmiddels vaker op Oekraïense tv geweest dan op de Nederlandse.’
mber e v o n 4 2 n e 23 recht Jaarbeurs Ut ligt aan De toekomst aar wat je voeten. M ? Ook
doen ga je er mee et ongeveer, al weet je h jd vragen. je hebt alti en. En over je Over je kans er kan meer
n. Want mogelijkhede n waar Precies wete t. nk de je dan ? je heen moet
T N E B E J E I W D R O W de Nobiles Kom dan naar n 2006. Carrièredage rkshops jn gratis wo Want daar zi les en vind je al en ng ni ai tr en doorn, branches, ve ij dr be er ov meer. ijkheden en studeermogel
www.nobilescarrieredag.nl
hoofdsponsors en mediapartners:
Profit Consulting binnenkort ook in EINDHOVEN!
Profit Consulting, opgericht in 1998, is met ruim 40 medewerkers een technisch softwarehuis dat zich onderscheid door kennis, kunde en ruime ervaring binnen
Vanwege de succesvolle ontwikkelingen van Profit in het Zuiden van Nederland openen wij een vestiging in Eindhoven. Vanaf 1 oktober zijn wij gehuisvest op de High-Tech Campus. In verband met de groeiambities van Profit en de uitdagende opdrachten zijn wij voor onze nieuwe vestiging op zoek naar:
het vakgebied van de technische software ontwikkeling. Profit opereert op een kwalitatief hoogwaardig niveau. Onze professionals behoren tot de beste (embedded) software engineers in Nederland. Door onze specialisme zijn wij een belangrijke partner voor diverse OEM-partijen op
(ervaren) Technische Software Engineers Wij vragen: Een afgeronde opleiding op HBO- en/of WO-niveau (Informatica, Computertechniek, Technische Natuurkunde, Elektrotechniek, Toegepaste Wiskunde) Je hebt bij voorkeur 2 jaar werkervaring in ons vakgebied en aantoonbare kennis en ervaring in een van de volgende talen/technieken: C, C++, C# en/of .Net, Java, Unix, Linux, Windows(-CE), RTOS (VxWorks), pSOS, UML, RUP, OMT, O.O, Hatley&Pirbhai, realtime software ontwikkeling.
Nationaal en Internationaal niveau. Wij zijn dan ook benoemd tot Preferred Supplier bij een groot deel van onze opdrachtgevers.
Profit Consulting B.V. Tweelingenlaan 4 7324 AM Apeldoorn Tel: 055-5762822 www.profit-consulting.com
Je krijgt volop de ruimte om je verder te ontwikkelen en je ambities te verwezenlijken. Onze arbeidsvoorwaarden zijn meer dan uitstekend!, mede door onze riante winstdelingsregeling.
Mocht je meer informatie willen ontvangen neem dan contact op met Dolf Bello, Manager Recruitment, Telefoon: (055) 5762822 of e-mail je motivatie en CV naar
[email protected]
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
4 5
TSM, DE BUSINESS SCHOOL VAN DE UNIVERSITEIT T WENTE
“Come here, so I can kick you.” Mahatma Ghandi, 9 years old
Zou Mahatma Ghandi, de man die zei dat we nooit problemen met geweld zouden moeten oplossen, als grote leider zijn geboren? Of is leiderschap vooral iets wat je moet ontwikkelen? Beide, zegt TSM Business School. Leiderschap dat al in mensen zit, brengt TSM tot ontwikkeling. Want wie doorbraken wil realiseren binnen business, technologie of industrie begint met het innoveren van zichzelf. Kies úw programma op tsm.nl
4 6
M
A
T
R
I
X
/
2
/
2
0
0
6
ONTWERPEN
ontwerper in opleiding
Roy Pype (24) het gebied van de uitwendige radiotherapie wil het BVI nieuwe vestigingen openen en zoekt men samenwerking met ziekenhuizen in de regio. Door de wijzigende wetgeving en de mogelijke risicoverschuivingen in de zorg wil het BVI voldoende bedrijfskundig en procesmatig inzicht in de toekomstige vastgoedportefeuille. Pype heeft een ondernemingsplan voor een nieuwe (fictieve) vestiging gemaakt en hij heeft een Excel tool ontwikkeld waarmee het management verschillende toekomstscenario’s kan doorrekenen. Zijn opdracht is inmiddels afgerond en Pype gaat aan de slag bij Wiegerinck Architecten in Arnhem, die ook actief zijn in de gezondheidszorg.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Nadat Roy Pype zijn diploma als Burgerlijk Ingenieur Architect (M.Sc.) aan de Katholieke Universiteit Leuven behaald had, kwam hij naar Eindhoven voor de postdoctorale ontwerpersopleiding Architectural Design Management Systems (ADMS). Hij had een duidelijk doel voor ogen: Hij wilde meer weten van de bedrijfsmatige en procesmatige kant van het vak. Inmiddels heeft hij de opleiding afgerond en verrichtte een ontwerpopdracht voor het Dr. Bernard Verbeeten Instituut (BVI) met ongeveer 170 personeelsleden in Tilburg, dat patiënten d.m.v. radiotherapie behandelt. Daarnaast maakt nucleaire geneeskunde deel uit van de behandelmogelijkheden. Op
4 7
C U LT U U R
bij het opgaan van de zon Als de zon opgaat, verrijst langzaam het beeld van een zittende man uit de nieuwe vijver aan het terras van de Zwarte Doos, bij het Limbopad op het TU/e-terrein. Daar zweeft de imposante verschijning de hele dag drie meter boven de oppervlakte. Bij zonsondergang zakt het beeld weer waardig onder het water. Om de figuur heen drijven 88 glanzende zwarte eieren met ieder een klein zonnepaneel. Met ‘SOH19 States of Nature’ verbeeldt de internationaal bekende kunstenaar Alex Vermeulen de dynamische relatie tussen de natuurlijke elementen, techniek en kunst. binnen- en buitenland waren aanwezig bij de onthulling.
Het nieuwste kunstwerk op het terrein van de TU/e is sinds 12 september ‘operationeel’ en is met een vijver van zeventienhonderd kubieke meter één van de grootste kunstwerken in de openbare ruimte in Nederland. Het kunstwerk werd feestelijk ten doop gehouden met een show door vuurspuwer Erik Hobijn en DJ Eddy de Clerq. Vele belangstellenden uit
4 8
M
A
T
R
I
X
/
3
Pre stige proje ct
Tegelijkertijd werd het boek SOH19 States of Nature: ‘Sun Enlightenment’ gepresenteerd, waarin de thema’s en de ontstaansgeschiedenis van deze landschappelijke sculptuur worden belicht. Bijdragen
/
2
0
0
6
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Natuurkunst
komen van onder andere schrijver Marcel Möring, astrofysicusVincent Icke, Robert Greene (‘The 48 Laws of Power’) en Jan van Adrichem (Stedelijk Museum Amsterdam). Zo’n zes jaar lang was een groep van 32 natuurkundestudenten in de Stichting Natuurkunst de motor achter de verwezenlijking van het spectaculaire kunstwerk. Van een kladje op een bierviltje gecombineerd met het enthousiasme van kunstenaar Vermeulen om kunst en natuurkunde te verenigen, groeide het idee uit tot een prestigeproject waar vierhonderdduizend euro voor nodig was. Sponsors zijn bijvoorbeeld NRE, ASML, Philips, Burgers Ergon, de gemeente Eindhoven, TU/e en vele anderen. Bijna tot de laatste dag waren de studenten bezig met de fondsenwerving; financieel is alles nu rond. Een en ander is uitgevoerd in samenwerking met de gemeenschappelijke Technische Dienst en de Dienst Huisvesting van de TU/e. In de vijver
‘Het was echt fantastisch leuk om hier aan te werken. Ik zou er zó weer aan beginnen’, zegt de voorzitter van de Stichting Natuurkunst en vijfdejaars natuurkunde Paul van Meel. ‘Wij hebben hier enorm veel van geleerd. De ene dag houd je een presentatie bij een mogelijke sponsor, de andere sta je tot je enkels in het water om te zorgen dat een grote metalen paal recht in een vijver geplaatst wordt.’ Jort van Jaarsveld, vierdejaars natuurkunde en verantwoordelijk voor de externe betrekkingen van de stichting: ‘Dit heeft mijn kijk op de toekomst veranderd. Ik denk dat we onszelf allemaal beter hebben leren kennen. Doordat je jezelf zo tegenkomt, krijg je een beter idee van wat je wel en niet goed kunt.’ Hoewel het kunstwerk is ontworpen op basis van bekende natuurkundige principes, was het nog niet zo gemakkelijk om het allemaal technisch voor elkaar te krijgen. De zonnepanelen verzamelen energie om de figuur met een magnetisch veld omhoog te kunnen stuwen (Lorenz kracht). ‘Het beeld moest uitgebalanceerd worden, het moest in de paal honderd gram wegen, terwijl het normaal twintig kilo weegt. Daarbij was de techniek om het beeld omlaag en omhoog te krijgen best uitdagend’, legt Van Meel uit. Het kunstwerk blijft eigendom van de Stichting Natuurkunst. De universiteit heeft toegezegd dat het minstens vijftien jaar kan blijven staan en neemt in die periode onderhoud en beveiliging op zich.
ALUMNI 1999. Tijdens zijn studie was hij ook bestuurslid bij de aan Schoone Leij gelieerde studievereniging Mollier. Alle afstudeerders en alle leden van Mollier zijn automatisch aspirant lid van Schoone Leij.
ALUMNIVERENIGING SCHOONE LEIJ
Vriendenclub
Hands on mentaliteit
door dik en dun
Tegenwoordig werkt Voets bij groothandelaar in verwarmingsapparatuur Agpo Ferroli als product manager van de Warmte Distributiegroep. Daar heeft hij naar eigen zeggen veel aan de ‘hands on mentaliteit’ en de gestructureerde manier van werken die hij in zijn studietijd heeft aangeleerd. ‘Ik ben tegenwoordig bezig met de ontwikkeling en verkoop van nieuwe dingen op het gebied van verwarming voor zowel grootschalige collectieve instellingen als individuele woningbouw’, vertelt hij. Ook Voets komt nog vaak studiegenoten tegen in zijn werk én privé. ‘Het is mooi om via Schoone Leij op een informele manier contact houden met studiegenoten’, vindt Voets. De vereniging organiseert een keer per jaar een gezamenlijke activiteit en een keer per jaar een borrel. ‘Het moet vooral geen verplicht nummer worden, we willen op een leuke manier contacten onderhouden. ‘Meer ambities hebben we niet’, stelt Kuijpers. ‘Maar onderschat ons niet. Onze goede onderlinge contacten zijn goud waard.’
Alumnivereniging Schoone Leij is één van de kleinere verenigingen, opgericht in 2003 door en voor de afgestudeerden van de masteropleiding Installatietechniek en de voormalige opleiding Installatietechnologie. Niet de grootste, maar misschien wel de gezelligste studievereniging. De leden kennen elkaar allemaal persoonlijk en de vereniging is een echte vriendenclub. Doel van de vereniging: contact houden met elkaar, kennis uitwisselen en waar mogelijk andere leden en aspirantleden helpen. De wereld van de installatietechniek is klein, ook in de beroepspraktijk kent men elkaar. ‘Ik kom regelmatig in contact met oud-studiegenoten in mijn werk bij Valstar & Simonis’, vertelt Anke Kuijpers. Zij gaat haar eerste jaar als actief bestuurslid tegemoet. Kuijpers studeerde in 2002 af in de Installatietechniek en heeft sindsdien een baan voor drie dagen in de week als technicus bij installatieadviesbu-
reau Valstar & Simonis, waar zij betrokken is bij het ontwerp en de uitvoering van installatieprojecten. Eerbetoon
Alumnivereniging Schoone Leij werd op een zonnige middag opgericht op het terras van Café de Vooruitgang aan de Eindhovense Markt. Daar werd een ingenieus roulatiesysteem voor het bestuur én een naam bedacht. ‘Schoone Leij’ is een eerbetoon aan professor Leijendeckers, die de studie Installatietechniek aan de TU/e destijds zo’n beetje van de grond getild heeft. Hij is nog steeds erelid, maar werkt niet meer voor de universiteit. Bestuurslid Anton Voets is een man van het eerste uur. Hij kreeg samen met twee anderen als eerste zijn bul op het gebied van de Installatietechniek van de TU/e in
Meer informatie is te vinden bij: www.schooneleij.nl.
Bestuursleden Anton Voets en Anke Kuijpers.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
4 9
service nieuws
De postdoctorale ontwerpersopleidingen van de Technische Universiteit Delft, de Universiteit
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
3TU. SCHOOL FOR TECHNOLOGICAL DESIGN
dracht een werkelijke BV maken. De afgelopen drie jaar hebben op die manier drie techno startups het licht gezien.
Twente en de TU/e gaan dit jaar onder 3TU-vlag
WEER NWO-SUBSIDIE VOOR SCHOUTEN
verder. De nieuwe naam van het instituut wordt 3TU. School for Technological Design, Stan Ackermans Institute. Op 22 november vanaf
TU/e-hoogleraar dr.ir. Jaap Schouten krijgt
13.30 uur vindt op de TU/e een bijeenkomst
675.000 euro subsidie van NWO. Hij krijgt dit om
plaats voor het bedrijfsleven waarin afgestu-
de komende vijf jaar onderzoek te financieren
deerden en begeleiders uit het bedrijfsleven
naar nieuwe technologieën voor reactoren
presentaties houden over de rol die cursisten in
voor de chemische industrie. Schouten is een
de technologische innovatie kunnen spelen.
van de zeven onderzoekers die een zogeheten TOP-subsidie krijgt in het gebied Chemische
Wilt u een uitnodiging ontvangen, stuurt u dan een mailtje naar
[email protected].
Dr.ir. Cees Bastiaansen van de faculteit
Wetenschappen. Eerder dit jaar kreeg de
Scheikundige Technologie.
hoogleraar van de faculteit Scheikundige Technologie al een NWO-subsidie van 120.000 euro. Ook won Schouten dit jaar de eretitel
TU/e-DOCENT OP ÉÉN NA MEEST ONDERNEMENDE WETENSCHAPPER
onderwijs en ondernemerschap met elkaar te
‘Simon Stevin Meester’ van technologiestichting
verbinden. Bastiaansen heeft op basis van een
STW. Aan die titel zit een geldbedrag verbonden
Amerikaans systeem een aanpak ontwikkeld om
van een half miljoen euro.
Dr.ir. Cees Bastiaansen van de faculteit
studenten uit verschillende disciplines (bijvoor-
Scheikundige Technologie is tweede geworden
beeld Technische Bedrijfskunde en Scheikundige
in de competitie ‘Meest ondernemende weten-
Technologie) samen in een afstudeeropdracht
schapper van Nederland’. De prijs is voor het
een hypothetisch bedrijf te laten opzetten en
eerst uitgereikt door Science Alliance. Deze
een prototype te laten ontwikkelen. Mocht het
organisatie omschrijft zichzelf als een interme-
afstudeertraject succesvol verlopen, dan kun-
Een Intel Core Duo processor is de meest opval-
diair tussen wetenschap en bedrijfsleven. De
nen de studenten met hulp van bijvoorbeeld het
lende eigenschap van de notebook waarop de
jury is zeer gecharmeerd van zijn aanpak om
Incubator3+-programma van de afstudeerop-
TU/e dit jaar haar keus heeft laten vallen. De
NIEUWE NOTEBOOK VOOR STUDENTEN
eerstejaars zullen de komende jaren werken op een IBM (Lenovo) Thinkpad T60.De dubbele kern van het Intel rekenhart is goed voor
Filmvoorstellingen op de TU/e
een fors toegenomen handelingssnelheid ten opzichte van de NEC-notebook van vorig jaar. Daarnaast bevat de schootcomputer meer intern
Sinds september zijn er verscheidene films te zien in de Zwarte Doos op het TU/e-terrein. De programmering is te bekijken op www.tue.nl/sg. Toegang en reservering: vanaf een uur voor de voorstelling of aan de kassa (di, wo, do 19.00 uur) is de kassa aan de zaal open. Buiten deze kassa-uren kunnen kaarten gekocht of gereserveerd worden bij Plaza Futura in Eindhoven, tel. 040 - 29 46 848. Voor niet-studenten geldt het standaard Plaza weektarief van € 6,50; ook een Plazapas is geldig.
geheugen (1,5 GB) en een snellere grafische kaart van ATI, mede door meer geheugen (128 MB). En met ruim twee kilogram is hij zelfs nog een pondje lichter dan de vorige. De notebook van IBM is boven komen drijven in een vergelijkend onderzoek met computers van vijf grote producenten. De rekenaars werden vergeleken op reken-, schrijf- en grafische capaciteiten. Daarnaast onderzocht men of hij gemakkelijk is te onderhouden en hoe eenvoudig onderdelen te vervangen zijn. En elke laptop is tenslotte bij de Gemeenschappelijke Technische Dienst op de pijnbank gelegd, waar de construc-
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
tie van het ding is bekeken en er zelfs druk-
5 0
proeven aan te pas kwamen. Voor tweeduizend euro mag een eerstejaars zich eigenaar noemen van een laptop uit het ‘zakelijke topsegment’, inclusief vijf jaar garantie en verzekering tegen diefstal en stootschade. Daarvan neemt de TU/e
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
6
De Zwarte Doos
de helft voor haar rekening, mits de student hier
op het TU/e-terrein.
minstens drie jaar blijft.
agenda NIEUWE BENOEMING IN COLLEGE VAN BESTUUR De Raad van Toezicht van de TU/e heeft prof.
1 oktober, 12.00 – 17.00 uur, universi-
3 november, 16.00 uur, TU/e-Auditorium:
teitsterrein: Publieksdag met als thema: Hart voor
Intreerede van prof.ir. Ton Venhoeven van de facul-
technologie. Meer informatie: www.tue.nl/publieks-
teit Bouwkunde. Voor meer informatie: www.tue.nl,
dag.
ga naar agenda.
dr. Paul Verhaegen met ingang van 1 oktober 2006 voor een periode van vier jaar benoemd
2 - 27 oktober, 9.00 – 18.00 uur, etalage
9 november, 07.45 uur, faculteit
tot lid van het College van Bestuur van de TU/e.
videogalerie de Beeldbank in het Hoofdgebouw:
Biomedische Technologie: Ontbijtsessie met gast-
Verhaegen is momenteel werkzaam bij de
Beautiful World; typo film van Mieke Gerritzen. Meer
heer prof.dr.ir. Frank Baaijens met als titel ‘Medisch
Erasmus Universiteit Rotterdam als decaan
informatie: www.tue.nl/sg.
(ver)antwoord’. Meer informatie en aanmelden:
Internationale Zaken en als hoogleraar aan de
www.tue.nl/ondernemen of www.kennispoort.nl.
Rotterdam School of Management. Hij volgt
5 oktober, 07.45 uur, faculteit Wiskunde en
in Eindhoven prof.dr. Hans Amman op die per
Informatica: Ontbijtsessie met gastheren prof.dr.
11 november, vanaf 9.00 uur, TU/e-
1 april is benoemd als lid van het College van
Kees van Hee en drs. Henk Schimmel met als titel ‘De
Auditorium: Voorlichtingsdag voor VWO’ers.
Bestuur van de Universiteit van Utrecht.
juistheid en geldigheid van softwaresystemen’. Meer
Studiekiezers kunnen lezingen volgen en een
informatie en aanmelden: www.tue.nl/ondernemen
bezoek brengen aan een of twee opleidingen van
of www.kennispoort.nl.
hun keuze. Meer informatie: www.tue.nl/studievoorlichting.
5 oktober, 20.30 uur, Gaslab: Een avond met 22 november, 14.00 uur, Auditorium: pre-
Jules Deelder. Meer informatie: www.tue.nl/sg.
sentatiemiddag van de postdoctorale ontwerpersop-
7 t/m 15 oktober, 16.00 – 20.00 uur, Mijnheer Frits, het café-restaurant van het
leidingen die vanaf september onder 3TU-vlag zijn
Muziekcentrum Frits Philips aan de Markt: Live
informatie is aan te vragen bij
[email protected].
gebundeld. Lezingen gericht op bedrijfsleven. Meer
Jacket, in het kader van Tromp Internationaal Muziekconcours en Festival Eindhoven. Voor meer
7 december, 07.45 uur, faculteit Industrial
informatie zie het artikeltje op deze pagina.
Design: Ontbijtsessie met gastheren prof.dr.ir. Berry Eggen en dr. Lucas Asselbergs. Meer informatie en
F OTO : B R A M S A E Y S
31 oktober, vanaf 9.00 uur, TU/e-
aanmelden: www.tue.nl/ondernemen of www.ken-
Auditorium: Oriëntatiedag voor VWO’ers aan het
nispoort.nl
begin van hun studiekeuze. Meer informatie: www.
14 december, 17.00 uur, vergaderzaal
tue.nl/studievoorlichting.
Kennispoort: Lezing in het kader van de lezingen-
Nieuw CvB-lid prof.dr. Paul Verhaegen.
SG EN TROMP FESTIVAL
2 november, 17.00 uur, vergaderzaal
reeks ‘Ondernemen en Technologie’ van prof.dr.ir.
Kennispoort: Lezing in het kader van de lezin-
Jan Bergmans met als titel ‘Beelddiagnose met de
genreeks ‘Ondernemen en Technologie’ van prof.
computer: afkijken van het brein.’ Meer informatie
dr.ir. Aarnout Brombacher. Voor meer informatie en
en aanmelden: www.tue.nl/ondernemen of www.
aanmelding: www.tue.nl/ondernemen of www.ken-
kennispoort.nl.
nispoort.nl.
Studium Generale biedt in het kader van het Tromp Festival met het Live Jacket een gevoelsexperiment aan op de grens tussen techniek en kunst én kortingen op spetterende concerten. Muziek echt voelen, zoals in tast, kan met dit
werkers en studenten van de TU/e deze
Live Jacket. TNO heeft voor piloten een trilvest
bevreemdende installatie. Hij probeert met zijn
ontwikkeld dat hen helpt bij de navigatie. Het
Society of Algorithm nog voor de première orde
vest met 64 trilmotortjes (denk aan de trilstand
in de chaos te scheppen. Het publiek kan hierbij
van de GSM) kan aangetrokken worden en staat
doorlopend participeren, terwijl af en toe een
in interactie met een visueel algoritme dat ook
uitgenodigde performer een uitvoering brengt.
klank genereert. De muziek is op deze manier
Het vest en de experimenteerkamers bevinden
voelbaar in het bovenlijf. Op een andere plek in
zich op locatie in het Muziekcentrum Frits Philips
de ruimte zit een percussiegroep die ook in con-
waar de hele week slagwerkers en muziekfans
tact staat met het vest. En alsof dat nog niet ge-
van heinde en verre samenstromen. Wil je de
noeg is, wordt het internet ook nog gebruikt als
trillingen en sensaties aan den lijve ervaren, re-
de eigenlijke ruimte die de locaties omvormt
serveer dan voor dit gevoelsexperiment bij David
tot een samenhangend en consistent geheel.
Ernst
[email protected]. Het evenement vindt
Kunstenaar en techneut Guy van Belle (Brussel
plaats van zaterdag 7 oktober t/m zaterdag 15
en Bratislava) ontwikkelde samen met mede-
oktober 2006, dagelijks van 16.00 – 20.00 uur.
M
A
T
R
Een van de acts van het Tromp Festival.
I
X
/
3
/
2
0
0
6
5 1
Cor Koning
Er is op dit moment geen universiteit in Europa waar ik beter zou gedijen Technische Universiteit Eindhoven Den Dolech 2 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Telefoon (040) 247 91 11 e-mail:
[email protected] Internet: http://www.tue.nl