Ontdekkingen, olifanten, ongelukken Ghana zwart-wit Bekeken door Anneloes Zwarts (Dagboek van Anneloes Zwarts Augustus 2001-Februari 2002.)
Eerst druk (50 ex) najaar 2002 Tweede druk (50 ex) voorjaar 2003 Derde druk (50 ex) najaar 2003
Voorwoord. Beste familie, vrienden en sponsoren en aanhangsels, Een jaar geleden had ik niet gedacht dat ik een voorwoordje zou krabbelen voor mijn eigen dagboek! Vorig jaar, in augustus 2001 vertrok ik met een studiegenootje naar Ghana om voor mijn opleiding (HBO-V) daar een afstudeerstage te gaan doen in een plaatselijk ziekenhuis in de stad Techiman. Iedereen waarschijnlijk wel bekend, want ik heb voor vertrek heel wat brieven verstuurd met deze mededeling en de vraag om een sponsoring. Dankzij vele schatten van mensen kon deze stage inderdaad doorgaan…nogmaals bedankt voor alle gulle giften! De eerste drie maanden hebben we inderdaad in het ziekenhuis gewerkt. Na deze periode zijn we op zoek gegaan naar andere projecten in de gezondheidszorg in Ghana. Dit hadden we voor de aanvang van de stage al zo gepland, alleen het bleek moeilijk te zijn om van tevoren contact te leggen en afspraken te maken over het meelopen en meewerken binnen dit soort projecten. Wat hiervan uiteindelijk is terechtgekomen, kunt u allemaal in deze schrijfsels lezen. Tussen het werk door hebben we de tijd benut om zoveel mogelijk van het land en de cultuur mee te maken. Af en toe maakten wij elkaar gek met al onze plannen en dingen die we nog wilden ondernemen. Ik was al langer gewend om een soort van dagboek bij te houden, maar vanaf het moment dat mijn voeten de Afrikaanse bodem betraden en ik zoveel nieuwe dingen tegenkwam, was ik bang om de dingen te vergeten, zodat ik bijna elke dag wel een stuk heb geschreven. Teruggekomen in Nederland heb ik deze verhalen aan mijn naaste familie laten lezen, omdat ik merkte dat het niet mogelijk was om alles te vertellen wat ik graag wilde overbrengen. Clara, mijn lieve zusje, mam en pap waren zo stoer om bladzijdes vol met priegelige tekst te ontcijferen en uit te typen. Ik was sprakeloos bij het zien van het resultaat… wat een papier! We hebben nog best veel zitten klooien met de computer om het allemaal tot een geheel te maken. Er moesten een hoop onkuisheden, spellingsfouten en ook Engelse woorden worden geschrapt. Maar nu: u valt het geluk ten deel om inzicht te krijgen in de geschriften! Ik hoop dat u door mijn schrijven een goed beeld kan krijgen van niet alleen mijn belevenissen, maar ook van de gezondheidszorg, de cultuur en de natuur van dit schitterende land. Kortom, dat u een stukje van “Ghana life” zult proeven! Voorgaande fouten en onkuisheden zijn dus gecorrigeerd… hopelijk. De personages uit dit dagboek zijn dus levensecht, en eventuele gelijkenissen uit dit verhaal met de werkelijkheid berusten in geen geval op toeval. Wel moet ik toegeven dat ik de dingen heb opgeschreven zoals ik ze zelf gezien en geïnterpreteerd heb. Er kunnen dus best onjuistheden in schuilen, aangezien ik de volmaaktheid nog niet bereikt heb. Ik ben heel dankbaar voor de supporting van jullie allemaal, zowel op het geestelijk als op materieel vlak. Afia, bedankt voor de gave tijd… je bent een topper!!! Anneloes Zwarts, Groningen, augustus 2002
I
Inhoud
Voorwoord.
I
Inhoud
II
Hoofdstuk 1. Vertrek naar Ghana, eerste indrukken, korte verkenning van het land en de gewoontes. 1 Laatste dag thuis. Aankomst in Accra. Van Accra naar Kumasi. Aankomst bij het ziekenhuis, markt van Techiman. Naar Sunyani. Op weg naar Tamale, een korte verkenning van de stad. In Tamale, bezoek aan de chief, Ghanese modeshow en feest! Kerkdienst, vertrek naar Mole park. Het Mole National Park. Vertrek naar het noorden, Bolgatanga. Noord Ghana (Upper East). Van het noorden terug naar Techiman. Kerk en dorpsfeest ter ere van de verjaardag van een chief.
1 1 2 4 5 6 7 9 9 10 11 12 13
Hoofdstuk 2. Werken in het ziekenhuis in Techiman. In de weekenden erop uit. Het begin van de stage op de medische afdeling. De omgang met ziekte en dood. Ongeluk met een bus. Feest van de chief. Een Nederlandse chief. Grotto. Gasten en een fiets. De chirurgische afdeling. Werken op de chirurgische afdeling. Eten bij een collega verpleegkundige. Op de O.K. Op stap met verpleegkunde studenten en een festival in Techiman. Bezoek aan een PCV’er, AIDS preventie en een outreach. De Kinderafdeling. Een bevalling. Terugblik op een weekend in Kumasi. De kraamafdeling. De verlosafdeling. Een vrije zaterdag.
15 15 17 18 18 19 19 20 20 20 21 21 22 23 25 26 26 28 28 29
II
Kippen en kappen. Een outreach clinic in Offuman. Nogmaals een outreach in een dorpje. Anaemia clinic en het voedselproject. Dansen bij de outreach clinics. Project voor verstandelijk gehandicapte kinderen. Problemen met de waterpomp. Bevallingen. Bezoek aan het Bui-park, begin van Malaria. Malaria. Een weekend in de Upper West Region. De polio immunisatiedagen. De spoedeisende hulp. Naar een begrafenis met dokter Kessie. Weer terug in het ziekenhuis. In de nachtdienst. Weer een weekendje chillen. Met het PHC-team naar Offuman. Een outreach clinic in Issakrom. De oogkliniek. Op pad met de sociale werker van het ziekenhuis. Chiefs in Nkoranza. De school voor verpleegkundigen in Berekum. Leuke dag. In en om het ziekenhuis. Sterren en fufu. Naar een basisschool. Naar Kumasi en het wildpark Owabi. Ellende. Ruzie in het ziekenhuis. Voorbereidingen voor de komst van gasten. Komst van twee co-assistenten en Afia’s ouders. Naar de Pinkstergemeente. Weer naar het Mole park. Bij de watervallen. Hoofdstuk 3. Rondtrekken door Ghana op zoek naar projecten in de gezondheidszorg. Naar Accra. Accra bekijken. Een regeldagje. Naar het strand bij Coco Beach. Op weg naar het hospitaalschip van de VRA. Een vrije zondag in Akosombo. In het ziekenhuis, rondleiding op het schip. De Volta regio in. Naar een waterval en een berg in een klein dorp. Van Amedzofe naar Hohoe. De natuur in Liate Wote. Naar de hoogste waterval van het land. III
29 30 30 31 32 34 34 35 36 37 38 39 39 40 42 42 43 44 45 45 46 46 47 48 48 49 49 50 50 51 52 52 53 53 54 55 55 55 56 56 57 57 58 58 59 60 60 61
Terug naar de kust. Het vluchtelingenkamp. In Cape Coast, naar het psychiatrisch ziekenhuis. Slavenfort Elmina. Kerst op het strand, terug naar Techiman. Mailen en cadeautjes kopen in Kumasi. … en het liep uit op een losbandig feest. In het psychiatrisch ziekenhuis. Opname van psychiatrische patiënten. Eerste dag op de gesloten afdeling. De mannenafdeling. Electro Convulsie Therapie. Fort Metal Cross. Reizen in de Western Region. Een zondag in Takoradi. Regeldag in Accra. Op weg naar het ziekenhuis in Nkawkaw. Het Kwahu ziekenhuis. Afscheid van het Kwahu ziekenhuis, op weg naar Techiman.
62 62 63 63 64 65 66 67 67 68 69 69 70 71 73 74 74 75 76
Hoofdstuk 4. Terug in Techiman, opruimen, evalueren en afscheid nemen. Terug in ons eigen guesthouse. Zomaar een zondag. Ali-illegali in Sunyani. Bezoek aan een schooltje, regeldingen. Evaluatiegesprek met de matron, visum halen in Sunyani. Naar Koase, uit eten. Afia rasta. Afscheid nemen en inpakken.
77 77 77 77 78 79 79 80 80
Hoofdstuk 5. Accra, djembé’s inkopen, feesten en vertrek. Reis van Techiman naar Accra. Naar de tuinen in Aburi. Djembé’s kopen. Transport van de trommels naar de havenplaats Tema. Een receptie in The Golden Tulip, Bob Marley feest. Terug in Nederland.
82 82 82 82 83 84 85
Columns Wij bewegen mensen? Always Coca-Cola?
87 87 89
Appendix. Ghana. Algemene Informatie.
90
Index
92
IV
Hoofdstuk 1. Vertrek naar Ghana, eerste indrukken, korte verkenning van het land en de gewoontes. Laatste dag thuis. Zondag, 19 augustus 2001.
Tjonge, wat een dag, echt een leuk afscheid! Zelfs zonder drank was ik helemaal melig vanavond. (Vanwege de nieuwe medicijnen tegen TBC moet ik me geheel onthouden tot en met december en dat zie ik zwaar in). Er belden mensen, mailden mensen en mensen kwamen persoonlijk afscheid nemen. Heel lief vind ik dat. Vanavond hebben we een vuur gestookt, stonden we net maximaal hamburgers te fikken, gaat het regenen!! Claartje, zo gek als een deur, haalde een parasol op en even later stonden wij daar in het donker in de stromende regen onder de parasol die hevig lekte, “Moriaantje zo zwart als roet” te brullen. Is dat nou geen goeie psychische voorbereiding? Papa ging later zijn zevenklapper showen en wij gillen dat Poekie, de kat van de buren, eindelijk dood is (meteen ging het licht bij de buren aan…), weer helemaal dubbel van het lachen over die platte kat, dus het was erg gezellig. Vannacht slapen we met zijn drieën, Johanneke, Claar en ik. Dat is ook erg leuk. Ik heb nu niet veel tijd meer, dus:… Ajuus.
Aankomst in Accra. Maandag, 20 augustus 2001.
Daar zijn we dan, in Accra, de hoofstad van Ghana! Ik zal proberen de afgelopen dag te beschrijven. Allereerst kreeg ik vanochtend de ter voorbereiding van de dag een ontbijt op bed van mijn zusje Charlotte. Johanneke, Claar, Inge, en natuurlijk papa en mama gingen mee naar Schiphol om mij weg te brengen en uit te zwaaien. We hadden een rechtstreekse vlucht van zeven uur vliegen van Amsterdam naar Accra. Het vliegtuig vertrok ook nog netjes ’s middags zodat ik de escortgroep geen ellende hoefde aan te doen met nachtbraken of vroeg opstaan. Het is wel heel erg raar om zomaar met een klasgenoot voor een lange tijd weg te gaan. Vooral omdat ik Afia1 helemaal niet goed ken. In het vliegtuig zaten we ineens naast elkaar ons te realiseren dat we het echt met z’n tweetjes zullen moeten doen.
1.
Afia is mijn stagegenoot en dit is haar Ghanese naam. Afia betekent vrijdag. De mensen in Ghana worden meestal genoemd naar de dag waarop ze geboren zijn. Er zijn dus zeven jongensnamen en zeven meisjesnamen, hoewel in andere regio’s soms varianten worden gebruikt. In Techiman waren er de volgende namen: Dag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag
Jongen Akwasi Kojo Kwabena Kweku Yaw Kofi Kwame
Meisje Akosua Adjoa Abenaa Akua Yaa Afia Ama
1
Het vliegen ging naar mijn beleving heel erg snel. Toen we aankwamen in Accra was het al donker, om zeven uur al, en we liepen tegen een muur van warme lucht op toen we het vliegtuig uitstapten. We konden gewoon een stuk over de landingsbaan lopen naar de bus die ons naar de aankomsthal reed. In die hal aangekomen, stonden er overal negers die ons op wilden halen en ons in hun auto’s wilden proppen. Er was een doortastende taxichauffeur die ons de hal uitloodste en ons naar een hotel heeft gereden. Hij had een vreselijk krottige auto, en Afia en konden alleen maar heel hard lachen om de zielige bankjes en de gammele achterbak die bijna bezweek onder onze grote tassen. Onderweg naar het hotel verbaasde ik me over al dat zenuwachtige gedoe met de toeter. Voor het minste of geringste gebruikte de chauffeur dat geval, terwijl ik hem volgens de theorie in Nederland alleen maar ‘ter afwending van gevaar’ mag gebruiken. Eigenlijk had ik me voorbereid op een super primitief gebeuren, maar nu zitten we dus in een luxe hotel! Echt heel netjes: internet café, telefoon, eigen badkamer, airco… haha, maar het is ook maar voor één nacht. Het is erg gaaf allemaal, overal negertjes, ik kan ze trouwens haast niet verstaan, want hun Engels (als het Engels is) lijkt totaal niet op het onze! Je wordt hier aangegaapt alsof je van een andere planeet komt, dat is wel grappig. Ik ben benieuwd hoe de wereld er hier bij daglicht uitziet.
Van Accra naar Kumasi.2 Dinsdag, 21 augustus 2001.
Ahhh… wat is het hier tof! Vanochtend was ik om zes uur klaarwakker. ’t Is ongelofelijk dat ik nu echt in de tropen zit. Ik had zin om meteen naar buiten te rennen. Toen Afia wakker was hebben we buiten onder de palmbomen ontbeten. We weten niet zo goed hoe we ons moeten gedragen, ook niet bij het ontbijt waarbij we bediend werden, terwijl we meenden dat het zelfbediening was. Na het ontbijt zijn we een stukje gaan lopen, en hadden we de eerste confrontatie met de mensen. We zijn maar gewoon een straat uitgelopen en kwamen toen op een soort markt terecht. Er stonden daar heel wat standjes en het was er erg druk. Overal liepen vrouwen met eten (eieren, brood, fruit) en kinderen met handelswaar. Ik zag ook veel zwervertjes en bedelaars. Maar de stalletjes met koopwaar kwamen we echt overal tegen! Ook op de straten is het ongelofelijk druk: het chaotische en toeterend verkeer bestaat uit een stroom van taxi’s en propvolle busjes die langs komen crossen en op de vreemdste plaatsen stoppen om mensen te laden en lossen. Als obruni’s3 krijgen we heel veel aandacht op straat, we lopen eigenlijk als filmsterren rond. Toen we deze oriëntatie gehad hadden, besloten we om uit te gaan zoeken hoe we in Techiman moesten komen, dus we namen een taxi naar het STC busstation4. Helaas was de bus die we moesten hebben vanochtend om zeven uur al vertrokken. Toen hebben we maar een bus naar Kumasi genomen, om in ieder geval op weg te zijn. Het is ongelofelijk met die bussen! Tot de nok toe vol, wij waren de laatsten die erin gestampt werden, op een klapstoeltje midden in het gangpad. We zaten allemaal boven op elkaar. Veel mensen vielen na het vertrek meteen in slaap, of hingen uit het raam om eten te kopen van de verkopers die gewoon op de weg staan en elke bus
2.
3. 4.
Dit is na Accra de grootste stad in het land. Letterlijk betekent de naam “onder de Kum boom”. Het verhaal daarachter is dat er eens een groot man, Okomfo Anokye, twee bomen plaatste in deze regio. Hij wachtte welke boom vrucht zou dragen en verkoos de plek van die boom als locatie voor zijn toekomstige stad. Obruni (spreek uit obroenie) Coco is de naam voor een blanke westerling. Het betekent zoiets als rood en wit. Dat moet duiden op ons roze biggenvelletje. STC staat voor State Transport Corporation. Deze STC bussen staan bekend om hun veiligheid en comfort.
2
aanschieten om hun spul te verkopen. Als de buschauffeur ineens flink gas geeft, terwijl je geld aan het wisselen bent, heb je pech… In de bus zat ik naast een studente die me aansprak. Ze vroeg me onder andere wat we van het gedrag van de Ghanezen vonden. Ik vertelde haar dat ik nog maar net een dag in Ghana was en dat ik alleen in een gids had gelezen dat de bevolking hier bekend staat om hun vriendelijkheid. Toen hoorde dat we hier nog maar zo kort waren, wilde ze meteen laten zien dat Ghanezen heel gastvrij zijn: ze nodigde ons uit om bij haar familie te slapen, zodat we de volgende dag verder naar Techiman zouden kunnen reizen. We hebben dankbaar gebruik gemaakt van dit aanbod, dus toen we na zeven uur rijden in Kumasi aankwamen, stond er al een auto klaar die met ons heel de stad doorcrosste naar de familie van deze studente. Nu lig ik dus met Afia op een kamer bij een echt Afrikaans gezin. Ze zijn heel vriendelijk, humoristisch en gastvrij. Toen we bij hen binnenkwamen waren de kindertjes heel schuw, maar even later toen we bijna letterlijk op een stoel waren gezet en een halve liter water naar binnen hadden gegoten, kwamen die kleintjes voelen of we wel echt waren en een meisje probeerde zelfs mijn blanke vel weg te wrijven. Haha, ze was met grof geweld aan het poetsen! Na een poosje kwam er een hele stapel met foto’s tevoorschijn. Blijkbaar is dit een rijke familie, want het waren echt van die glamourfoto’s met keurig geklede jongetjes, meisjes in kitserige jurkjes met allerlei frutsels eraan, prachtige suikertaarten en bruiloften. Ik vond het zo gaaf, ze hadden een klein kindje van twee jaar oud, en toen die slaperig werd, bracht hij ineens een draagdoek naar zijn moeder toe. Die legde het kind op haar rug, en knoopte de draagdoek er handig omheen. Daarna schudde ze eens lekker met de massa, en het kind was onder zeil. Echt prachtig! Daarnet toen we al in bed lagen, kwam de heer des huizes thuis en wij moesten er toch echt uit om kennis met hem te maken. Deze man was aangenaam verrast om twee blanken in zijn huis aan te treffen. Meteen lagen we helemaal dubbel want hij dacht dat ik “Halleluja” heette. Hij vond het een erg mooie naam, maar toen bleek dat het een misverstand was, begon hij ontzettend hard en aanstekelijk te lachen. Zo’n hele goeie bak vond ik het nou ook weer niet, maar alleen al door deze vertoning: wij in pyjama tegenover een wildvreemde neger die keihard staat te lachen, moesten Afia en ik ook wel hard meedoen. Ik ben er nu ook al achter dat het niet gebruikelijk is om meteen je naam te noemen als je iemand een hand geeft. We waren nog geen vijf minuten aan de praat of onze gastheer begon al plannen te maken om ons mee te nemen Religieuze reclame zie je overal. op een excursie langs de stranden en de kust! Alles kan geregeld worden als we maar bellen. Ik denk dat dit komt omdat ze ons hier heel bijzonder vinden. Dat bleek ook al bij het eten dat we vanavond kregen. Het was namelijk iets anders dan wat de rest van de familie te eten kreeg, en het werdt ook in een aparte kamer voor ons geserveerd. 3
Verder kregen we een mooie slaapkamer met privé badkamer. De WC’s doen het niet zo, we moeten met emmers water doorspoelen, maar dat is nog luxe. We hebben ook al kennis gemaakt met de Milo, een drankje dat hier erg populair schijnt te zijn. Het is een soort chocolademelk denk ik. Dat werdt ook zomaar bij ons op de slaapkamer geserveerd. Goed, na deze dag ben ik helemaal overtuigd…de Ghanezen zijn inderdaad gastvrij!
Aankomst bij het ziekenhuis, markt van Techiman5. Woensdag, 22 augustus 2001.
Vanochtend om kwart voor zes weer opgestaan, dan is het zo ongeveer weer licht. De familie waar we sliepen, zei heel nadrukkelijk dat ze ons zouden missen. Zouden de mensen hier dan zo snel hechten? Er moesten adressen worden uitgewisseld, en zodra we weer in Kumasi komen, moeten we absoluut bellen! We wilden onze tassen zelf meenemen, maar die werden gewoon door een of andere bediende uit onze handen gehaald en naar de auto gedragen. Toen propten we ons alweer in een bus, richting Tamale. Afia heeft uitgerekend dat we er met z’n tachtigen inzaten. Onderweg wist ik niet waar ik kijken moest om alles maar op te nemen, ik heb echt genoten van het uitzicht: al die dorpjes met zelfgemaakte hutjes, stalletjes langs de weg, de palmbomen en dan die aparte rode grond! Langs de weg liepen mensen met takkenbossen en van die grote tobbes op hun hoofd. En verder wriemelden er werkelijk overal kinderen rond! Nu begin ik een beetje te begrijpen wat ze in Nederland bedoelen met de term vergrijzing. Af en toe werden we ingehaald door wrakkige minibusjes die maximaal beladen waren. Ik weet niet wat voor rommel ze hier in de tank gooien, maar het zorgt in ieder geval voor een hoop lawaai en rook. Om de gaten in het wegdek te ontwijken, slingerde de chauffeur regelmatig naar de andere kant van de weg. Ik dacht bij de eerste paar keer dat hij een beetje de weg kwijt was, of dat hij gezopen had, maar dat slalommen hoort dus zo. Blijkbaar is het ontbijt hier om negen uur, want ineens stopte de bus langs de weg, en de hele inhoud van de bus stroomde naar buiten om bananen en pinda’s te kopen van alle vrouwen en meisjes die met manden op hun hoofd liepen te roepen. Ik wist haast niet wat ik moest doen met de aandacht van de mensen. Vooral de kleine kindertjes kijken hun ogen uit als ze een obruni zien. In Techiman aangekomen was er een hoop stampei, want Afia en ik moesten de bus uit dus iedereen moest opstaan. Dat kwam omdat het gangpad ook helemaal ingebouwd was met klapstoeltjes. En hoewel we van tevoren gezegd hadden dat onze tassen een beetje aan de buitenkant van het laadruim moesten liggen, bleken ze toch ergens midden in het ruim van de bus te zijn gegooid. (lekker efficiënt!) Eerst moesten er een hoop andere tassen eruit gehaald worden om ze te vinden, dus we moesten wel een poos wachten. Niemand scheen het bijzonder te vinden. Het was duidelijk dat iedereen de tijd had en er waren genoeg mensen die ons wilden helpen en onze tas wilden dragen. Een meisje met een mand eieren op haar hoofd bracht ons naar het ziekenhuis en riep hard in het rond dat we voor het Holy Family Hospital6 kwamen… ze was supertrots ons te mogen helpen. Op het ziekenhuisterrein aangekomen schoten we maar de eerste de beste vrouw in een apenpakje aan met de vraag of ze ons naar het hoofd van het ziekenhuis kon brengen. Zo zaten we even later op het kantoortje van Mrs. Wilson, de matron.7 Zij is een echte relaxte negerin. Na een miljoen 5. 6. 7.
Techiman is de plaats van bestemming. Hier staat het ziekenhuis waar we stage zullen gaan lopen. Het ligt ongeveer 400 km verwijderd van Accra, in het binnenland. Een missieziekenhuis van de Rooms-katholieken kerk met aan het hoofd een bisschop. De matron wordt ook wel Principle Nurse Officer (PNO) genoemd en is het hoofd van de verpleging. Zij was onze begeleidster tijdens onze stage.
4
keer “kwaaba’s” (welkom) heeft ze ons het een en ander over het ziekenhuis en ‘Ghana life’ verteld. Maar eerst ging ze een busje regelen dat ons naar ons gastenverblijf zou brengen en een schoonmaakster die het huis gebruiksklaar moest maken. We hadden veel verwacht… maar dit…we kunnen we in mooi wit guesthouse8 wonen, een van de mooiste huisjes op het terrein vind ik. Het heeft een keuken, douche, WC, woonkamer en twee slaapkamers! Verder twee veranda’s en een binnentuintje dat afgesloten kan worden met een hek. Normaal zitten hier ook andere studenten maar die zijn net vertrokken. Het komt er dus op neer dat we voorlopig hier het rijk alleen hebben. Er is gewoon stromend drinkwater dat uit speciale torens komt. Tjonge, wat super! Als we naar buiten kijken zien we palmbomen en muskieten, dat wordt lekker aanklooien met klamboe’s dus. ’s Middags werden we weer opgehaald van ons huisje en nam de matron ons mee om ons een beetje wegwijs te maken in de stad en op de markt. Ze liet ons een winkeltje zien waar het “obrunibread” wordt verkocht. Dat soort brood eten de obruni’s hier het liefst volgens haar. Daarna gingen we naar de markt. Dat is volgens haar de grootste yam-markt9 van heel Ghana. Wat een tentoonstelling! Overal schreeuwende mensen met allerlei soorten etenswaren. Ik wist van de helft niet wat het voor moest stellen en waar je het voor gebruiken moet, dus het was goed dat de matron erbij was om het een en ander uit leggen. Werkelijk iedereen loopt op van die plastic teenslippers, en die worden ook overal verkocht. Je moest uitkijken waar je liep, want er waren mannen die met een grote vaart met beladen karren en zakken gewoon op de massa mensen inreden, in de hoop dat ze vanzelf wel aan de kant gaan. De matron was slakken aan het kopen voor haar soep van vanavond. Van die hele grote die om een stokje gedraaid worden en uit het huisje worden getrokken. Het zou niet meteen mijn favoriete gerecht zijn denk ik. Ondertussen kreeg ze door ons gezelschap allerlei vragen naar haar hoofd: de mensen wilden weten waar die obruni’s wonen en wat ze hier komen doen. Er liep ook een man rond die bijna naakt en helemaal geschift was. Opeens begonnen de mensen te roepen en van hem weg te lopen. Hij jatte een tomaat en toen werd hij door de vrouwen geslagen. Alleen de vrouwen doen hier zo’n beetje de verkoop, de mannen zijn voor het zwaardere werk. O ja, we hebben ook een slaaf… ten minste… daar komt het op neer, een meisje dat schoon komt maken en bedden voor ons opmaakt en ze wil ook wel eten voor ons koken. De matron zei dat we haar alles konden vragen om te doen. Dit huis is een klein villaatje, het laatste wat ik had verwacht. Ik kan dus niet “back to the basics” want iedereen geeft je een voorkeursbehandeling. Zo worden bijvoorbeeld de Ghanese leerling verpleegkundigen in een heel ander (en krottiger) gastenverblijf geplaatst en ze moeten het ook zelf schoonmaken. Vanavond zijn we bij de familie Wegdam10, de Nederlandse doktersfamilie geweest om even kennis te maken. Ze zijn heel aardig dus dat zit wel snor.
Naar Sunyani.
Donderdag, 23 augustus 2001.
De kindertjes uit de buurt hebben nu ontdekt dat het huisje weer bewoond is door obruni’s. Ze hangen de hele dag aan het hek om een glimp van ons op te vangen en ons aan te raken en zelfs 8. 9.
Het gastenverblijf voor gasten, verpleegkunde studenten en co-assistenten uit Nederland. De yam is een grote knol die onder de grond groeit. Het wordt heel vaak gebruikt in de Ghanese keuken en het heeft veel weg van een aardappel. Ook de bladeren van de plant worden veel gegeten. 10. Dokter Wegdam is orthopedisch chirurg en is door “Memisa” uitgezonden. Hij is al een aantal jaren werkzaam in Ghana. Hij doet de gecompliceerde operaties in Techiman, maar reist ook andere ziekenhuizen in de buurt bij langs om te operaties uit te voeren en artsen op te leiden.
5
mijn handen door het hek heen te zoenen. Nog steeds kan ik er niet goed tegen, al die aandacht! Als je ook maar even toegeeft kom je al helemaal niet meer van de kinderen af. Ik snap nu waarom er een hek voor het huis staat. Ze zijn er al over heen geklommen en in onze keuken geweest om een paar bananen te jatten. Brutaaltjes!! Maar helemaal gelijmd als ze maar een beetje aandacht krijgen. Vandaag zijn we weer in de stad geweest. Gewoon wat wandelen om de boel zo wat te verkennen. Volgens mijn geweldige gids wonen er in Techiman ongeveer 22.000 mensen en dat geloof ik graag! Er lopen een aantal grote geasfalteerde wegen door de stad, maar er zijn ook veel onverharde straatjes met van die rode aarde. De riolen zijn gewoon open en lopen langs de kant van de weg. De mensen roepen je na als je langsloopt, ze willen allemaal weten waar je naar toegaat. We zagen we ook een albino neger… dat is apart! Hij was nog witter, of liever gezegd: rozer dat wij zijn, en dan met wit kroeshaar. Het was nog maar een kindje, hij zal het wel moeilijk hebben onder de Afrikaanse zon. Verder zie je om de haverklap kerken en ook vaak godsdienstige teksten op verkoopkraampjes of auto’s. Wat me ook opviel is dat hier veel moslims wonen. Techiman heeft meerdere moskee’s, waar trouwens een hoop lawaai uit kan komen, hebben we afgelopen nacht gemerkt. Vanmiddag zijn we met een aantal arts-assistenten en de hospitaldriver met het ziekenhuisbusje naar Sunyani gecrosst. Dat is de hoofdstad van deze regio. Nou, sixflags is niks vergeleken bij dit ritje. Tjonge wat kon die man crossen. De bus viel bijna van ellende uit elkaar en er zaten geen riemen in. We moesten over aardig grote heuvels heen, en dat ging heftig! We hebben ook even geld gehaald, dat kan voorlopig alleen bij een grote bank in Sunyani. Afia heeft vierhonderd gulden ingewisseld, dat betekent dat we werd overladen met pakken cedi’s11! Haha, we zijn zo’n beetje miljonair hier. Dat komt omdat de cedi maar weinig waard is. We zijn verder met de chauffeur uit eten geweest. Onderweg terug naar Techiman stopten we ineens om groot yams in te slaan. Die handelsvrouwtjes zijn niet op hun mondje gevallen hoor! Zegt iemand van ons dat die yams wel erg klein zijn voor de prijs die ze er voor vraagt… zegt ze keihard in zijn gezicht dat zijn piemel veel kleiner is! Uiteraard in het Twi12, dus de grap moest eerst nog vertaald worden. Dus wij begonnen pas met lachen toen de grap allang verstreken was. Ook zo jammer… Vanavond moesten we ons best doen om van een jongen af te komen die steeds maar achter ons aan bleef lopen en zeggen dat hij onze vriend is. Echt ergerlijk, ze willen allemaal met je trouwen hier.
Op weg naar Tamale, een korte verkenning van de stad. Vrijdag, 24 augustus 2001.
Tjonge wat een dag… We komen ogen en oren te kort! Volgens de matron moesten we maar om acht uur bij de weg gaan staan, misschien dat er dan een bus langs komt die naar Tamale gaat. We hebben namelijk nog een week vrij en daar willen we gebruik van maken door alvast het noorden van het land wat te bekijken. De bus kwam inderdaad langs, maar pas om half elf en barstensvol… dus hij stopte niet. Toen hebben we maar besloten om een tro-tro13 te nemen. Dat gaf nogal wat
11. De cedi is de munteenheid in Ghana. Eigenlijk is het de naam van kleine witte schelpjes waar vroeger mee betaald werd. 12. Het Twi is een van de vele talen in Ghana, dat voornamelijk in de Ashanti en Brong Ahafro Regio gesproken wordt. 13. Een tro-tro (ook wel mammy Lorrie) is een minibusje dat een bepaalde route rijdt van A naar B. Hij staat op een vaste plek en op het moment dat hij vol is, vertrekt het naar de bestemming. Meestal zit er een
6
problemen want we snapten er helemaal niks van: waar kun je die dingen vinden, hoe weet je nou waar ze heen rijden, hoe moet je dat betalen… Iedereen schijnt aan de busjes zelf te kunnen zien wat de bestemming is, terwijl er geen nummers zijn of bordjes staan. Na een hoop gedoe hadden we dan toch het goede “station” gevonden. De busjes en taxi’s stonden schots en scheef door elkaar heen geparkeerd. Toen we aankwamen begon iedereen hard de bestemming van het busje te roepen, en we werden bijna letterlijk een busje ingeduwd dat naar Tamale ging. Met zo’n twintig mensen en een hoop bagage (vis, graanzakken, een mand kippen, een bed, zo gek niet te bedenken) werden we boven op elkaar gepropt! Het kaartje dat we kochten voor de rit, vertoonde sterke overeenkomsten met een stukje krant. Wat ik ook zo grappig vind, is dat de mensen hun water niet uit een flesje drinken, maar uit zakjes. Er lopen dan ook veel kinderen op het station rond die dit ‘icewater’ verkopen aan de mensen die in het busje moeten wachten tot de laatste passagier voor de rit gevonden is. Onderweg gingen de mensen weer eten kopen vanuit het busraampje, maar dat liep uit op een ruzie onder een aantal vrouwen… zonder pardon werd de vis en de net gekochte fufu-bal14 naar het hoofd van de koopvrouwen geslingerd… De hele bus zat onder de saus, de vrouwen gierden van het lachen… Ik kon mijn lachen ook niet inhouden, vooral toen de jongen naast Afia op haar schouder in slaap viel en een grote klodder slijm op haar T-shirt drapeerde omdat hij met z’n mond open lag. Nadat we zo’n drie uur gereden hadden, stopte de tro-tro ineens en bijna iedereen ging langs de kant van de weg plassen. De vrouwen heel elegant met doeken ervoor langs. Na vier en een half uur rijden was mijn achterwerk totaal geplet en mijn voeten gevoelloos, maar niemand uit de bus zeurde over dit soort dingen, terwijl de meesten nog beroerder zaten dan wij, met nog grotere emmers, tassen en zakken boven op zich… maar zo zit je dan echt in de lower-class, geweldig! Volgens de matron is het helemaal niet vertrouwd zo’n tro-tro, maar ik ben blij dat we het gedaan hebben. Alleen jammer dat we het Twi niet kunnen verstaan. Eindelijk in Tamale aangekomen, veel geklooi voordat we uiteindelijk een beetje normaal (lees krakkemikkerig) guesthouse hadden gevonden. We zitten nu in een kamertje met een zielig groen peertje dat als lamp moet dienen en een apart hokje met rood licht… Arghh. We zijn door een jongetje door de armste wijken van de stad heengeloodst. Overal poep en rioolwater, naakte kindertjes en stampende fufu-moeders. Toch wel heel goed om dit zo te zien met eigen ogen. Op dit moment is de regenperiode volop aan de gang, dat betekent dat het nog aardig groen is hier, maar als ik de bevolking mag geloven zal het binnenkort erg heet worden. De eigenaar van het guesthouse is zo vereerd met ons verblijf. We worden knettergek van hem. Zonder pardon scheurt hij met ons naar het beste restaurant van de omgeving. Hoe ik ook wil, primitief kan ik haast niet doen, want er wordt meteen weer wat voor je geregeld. Tjonge, wat is dit een krakbed en wat een zielige stoeltjes!
In Tamale, bezoek aan de chief, Ghanese modeshow en feest! Zaterdag, 25 augustus 2001.
Vanochtend waren Afia en ik om half zeven alweer wakker en in de benen. De hele nacht heeft het gehoosd! Buiten gekomen sprong Abdullah alweer op ons af, gisteren was hij ons gidsje en nu zat hij als een hondje voor ons guesthouse te wachten om vandaag weer met ons mee te mogen. jongen bij de deur om het geld van de passagiers te innen en de deuren open te doen en onderweg uit het raam te hangen om mensen aan te trekken. 14. Fufu is het belangrijkste eten uit de Ghanese keuken. Het wordt gemaakt door gekookte cassave met yams of plantains (grote onrijpe bakbananen) te stampen. Het wordt gegeten met een soep zoals: palmnutsoup, groundnutsoup lightsoup of peppersoup.
7
Eigenlijk is dat ook wel makkelijk want hij kent de stad op zijn duimpje en weet ook de prijzen. We zijn door een enthousiaste imam door een moskee geleid, de grootste hier in Tamale. Vanaf het dak van de moskee heb je een boeiend uitzicht over de moslimwijk die om de moskee heen ligt, en de rest van de stad. Er zitten hier ontzettend veel moslims. Op vrijdag blokkeren ze al de straten met hun geblèr. Verder zijn we op de grote markt geweest. Nou, dat is wel even wat anders dan die in Groningen. Prachtige beelden kom je tegen: mooie kleden, een tafel met onderdelen van geslachte dieren, een slager met een stuk of wat dooie geiten onder zijn snelbinders. Ook hebben ze hier een aparte markt voor muziekinstrumenten, met trommels en fluiten enzo. Echt heel erg mooi! Trouwens, als westerling snap je niet dat de Tourist information hier helemaal in the middle of nowhere is. We hebben een uur moeten lopen om het te vinden. Het was helemaal buiten de stad in een vaag gebouw. Gelukkig is Abdullah ook nog eens als tolk inzetbaar, we waren al een paar keer fout gelopen en hebben meerdere keren naar de weg gevraagd. Vanmiddag zijn we naar een chief15 geweest, dat is de hoogste piet van een van de dorpjes hier in de buurt. Hij is geloof ik erg voornaam en als wij wilden dat hij tegen ons praatte dan moesten we hem een geschenk geven: colanoten!! Dus die moesten we eerst op de markt gaan kopen en in bladeren verpakt dan aan hem geven. Vervolgens moesten voor hem hurken en wachten tot hij het zou accepteren. Ik voelde me net Esther voor koning Ahasveros; maar hopen dat je zijn goedkeuring krijgt. Gelukkig zijn we blank en schoon van uiterlijk, dus hadden we een streepje voor. We mochten hem wel een paar vragen stellen, maar ik zat met mijn mond vol tanden. Daar zit je dan, tussen de zelfgemaakt huisjes, met -tig kindertjes om je heen, bij het huis van de chief, half op je knieën voor zijn verrotte tuinstoel en dan nog een goeie vraag bedenken? Dus ik vroeg maar hoe oud hij was… a stupid question blijkbaar, want de gids moest hard lachen en vroeg nog eens na of hij dat echt moest vertalen…dat zegt al wat. Ze verwachtten vast een vraag over de geschiedenis of de cultuur van hun volk. Deze chief had trouwens een heleboel vrouwen en heel veel kindertjes! Zolang een man zijn vrouwen financieel en lichamelijk kan onderhouden, staat niets hem in de weg om opnieuw te trouwen. Als ik de tolk moet geloven dan heeft de chief 147 kinderen. Er scharrelde inderdaad heel wat grut rond bij zijn stoel. De meeste kinderen zijn helemaal verheerlijkt als je ze een aai over hun bol geeft. We mochten ook het huis van de chief bekijken en uiteindelijk ook nog met hem op de foto. O ja, deze chief was trouwens tachtig jaar oud… een scharminkeltje met een zwart velletjes erom heen en een tandeloos mondje, maar iedereen heeft respect voor hem. Die colanuts smaken trouwens heel erg bitter. Ik denk dat dat mannetje ook aardig high moet zijn geweest want het is toch cocaïne wat er in die noot zit? Vanavond zijn we naar een Ghanese modeshow geweest. Gelukkig was het donker zodat we niet zo erg opvielen als blanken, maar toen een paar vrouwen ons ontdekten wilden ze meteen met ons op de foto, op het podium nog wel! We hadden de hele dag door de stad geslenterd, dus we waren vuil en stoffig en we liepen in ons oude kloffie, maar ze vonden het werkelijk geweldig! Beetje jammer maar we kregen op den duur nog meer aandacht dan de modellen die daar rondliepen. Na de show toen we ons terug wilden lopen naar onze kamer, werden we aangeschoten door drie keurig geklede jongens: wit overhemd met puntkraag, colbert en pantalon. Ze vroegen of we ook zin hadden om mee te gaan naar de disco. We wisten niet of het wel vertrouwd was, maar we hebben het gewoon gedaan. Geen spijt van gehad! Ze werkten daar met UV-licht dus we zagen alleen de puntkraagjes en de mouwen nog. Bij mij alleen de b.h.-bandjes en de streep over mijn
15. Een chief is een soort burgemeester, het hoofd van een stad of dorp. Deze mensen hebben veel invloed op het leven van de inwoners.
8
broek. Ze hadden wel lekkere muziek, R&B16, voor eventjes lekker dan. R&B is hier nogal favoriet bij de mensen geloof ik. Wat kunnen die negers trouwens dansen zeg! Dat swingt echt de pan uit! Ze willen graag samen met je dansen en je vast houden. Ik kon er niet aan ontkomen. Het grappige is dat je hun hoofd niet eens ziet, zo donker zijn ze. Alleen als ze lachten kon ik ongeveer schatten waar de rest van hun hoofd ergens moest zijn, want dan zag je een rij glimmende witte tanden. We hebben gedanst tot we doodop waren. Het was erg leuk. We liggen alleen weer in een krothotel en dit keer in een éen-persoons bed, omdat we de doublerooms niet meer konden betalen. Het Engels gaat inmiddels steeds beter en gelukkig kan ik de bevolking ook beter verstaan.
Kerkdienst, vertrek naar Mole park. Zondag, 26 augustus 2001.
Vanochtend om half zeven weer wakker gebruld door de voorganger van de kerk die aan ons hotelletje vast zit, wat een lawaai! Toen we later zelf ook naar de dienst gingen, bleek het dezelfde ruimte te zijn waar gisteren het R&B feest was. Het verschilde ook niet zoveel van de disco, qua inhoud. Drie uur lang lawaai en dansen. Nog een lekkere lange hallelujaaa meeting erachter aan, dus alles met elkaar zaten we een hele morgen in de kerk. We kwamen weer niet uit onder alle mensen die handen willen schudden en je willen uitnodigen. Vandaag hadden we weer met ons gidsje Abdullah afgesproken, want hij wilde zijn huis laten zien. We hebben hele einden gelopen, want hij woonde buiten de stad. Het huis zag er wel armoedig uit. Toen we binnenkwamen was zijn broer was net maximaal aan het bidden. Ondanks dat ze zo arm waren gaven ze ook nog eens een zakje pinda’s aan ons mee! Wat zijn wij westerlingen toch een vieze rijke stinkerds! Zo was Abdullaatje helemaal onder de indruk van het woordenboek van Afia. Hij vond het bijzonder dat je daar Nederlands mee leren kunt, terwijl wij dat soort dingen heel normaal vinden. We hebben nog wat door de stad gelopen en om vier uur weer een bus gepakt richting het Mole park. Het was een pokdalig geval, dat eigenlijk de naam ‘bus’ niet meer dragen mocht, maar gelukkig heeft hij het park gehaald. Het grootste gedeelte van de weg was onverhard en stond vol plassen, dus we schoten niet zo op. Rond half tien ‘s avonds waren we nog eens in het park. Nu liggen we samen met een vreemde vent op een kamer want dat is goedkoper. Hij komt uit Spanje en is net beter van een malaria aanval.
Het Mole National Park. Maandag, 27 augustus 2001.
WOW! We zijn op safari geweest! De gids die met ons door het park zou gaan stond al klaar om half zes ’s morgens. Gewapend met een shotgun en een leuk safaripakje. Een heel schattig mannetje. Niet echt iemand waarvan ik onder de indruk zou zijn als ik een leeuw of een olifant was, maar goed, we gingen met hem het park in en we hebben een geweldige tocht gehad! Dit savannegebied is heel uitgestrekt, de oppervlakte is zo’n 510.000 hectare. Een park kun je het eigenlijk niet 16. R&B staat voor Rytm and Blues, een muziekstijl.
9
meer noemen, zo onmenselijk groot is het. Er waren heel veel apen. Ze noemen het hier baboon monkeys, maar het zijn gewoon bavianen. Verder liepen er kuddes antilopen, ze schieten alle kanten op als je eraan komt. Ook zagen we wilde zwijnen en olifanten, geweldig om er gewoon tussendoor te lopen! Even later ging er zelfs een groep olifanten zwemmen in een meertje. Volgens de gids moet je hier in het droge seizoen zijn, want dan komen alle dieren naar de plas om te drinken. In het water patrouilleerden ook nog een paar krokodillen, fantastisch! ’s Middags gingen we weer op pad en hebben we weer een hoop dieren gezien. De savanne is nu helemaal groen en fris. We hebben een flink stuk gelopen. Tussendoor nog een poos een kudde antilopen zitten observeren vanaf een paar grote steenblokken. Terwijl ik daar zat, voelde ik me op en top gelukkig, het was zo gaaf met al die nieuwe geluiden en geuren… en dan dat uitzicht!! Ik snap nu eindelijk wat het woord “regentijd” inhoudt, want ’s avonds begon het alweer zo te hozen en te onweren. Nog nooit had ik zo’n onweersbui gezien! Soms was het wel drie of vier seconden achter elkaar licht en ik kon de kleuren van de omgeving gewoon zien. We zitten al die tijd zonder stroom en water (afgezien van dat wat er met bakken uit de lucht komt zetten), wat wel lastig is met de WC enzo, maar het gaat verder prima. Er was een hele mooie zonsondergang, en vanuit onze slaapruimte hebben we een geweldig uitzicht op een soort vallei. Helaas is de zon heel snel onder, dus lang kun je er niet naar kijken.
Vertrek naar het noorden, Bolgatanga. Dinsdag, 28 augustus 2001.
Toen we vanochtend opstonden was het nog maar vijf uur. Het was nog stikdonker, maar we moesten met de bus mee die maar één keer per dag vertrekt. Helaas ben ik zo stom geweest om het inpakken van mijn tas weer op het laatst aan te laten komen, dus ik moest op de gok de boel bij elkaar grabbelen en hopen dat alles in mijn tas zat… niet dus. Ik heb een broek en een onderbroek over het hoofd gezien, dus de volgende gasten wacht een warm onthaal. We hebben zes uur lang in de bus naar Tamale gezeten. Onderweg moesten we een noodlanding maken, want het raam viel eruit, gelukkig konden een paar mensen hem nog net grijpen en naar de driver brullen dat hij moest stoppen. Door de enorme hoeveelheid regen die er was gevallen, was de weg heel slecht en gingen we maar langzaam. Weer met een plat achterwerk in Tamale aangekomen dus. Daar aangekomen hebben we een tro-tro genomen naar Bolgatanga, een stad nog verder in het noorden van Ghana. Dat betekende dus weer een lange zit, opgepropt tussen de rest van de mensen. Onze nieuwe Spaanse kennis reisde met ons mee die kant op, omdat hij toch alleen was, en wel een beetje gezelschap kon gebruiken. Hij heeft een goeie humor, en dat is erg gezellig. In Bolgatanga hadden we snel een aardig guesthouse gevonden. De eerste met een WC die het tenminste goed doet. Wow, wat een luxe (en nog is de lucht niet om te harden). We slapen in een dormitory17, maar vandaag zijn er geen andere gasten, dus we hebben het rijk alleen met ons drietjes. Het probleem waar ik nu mee zit is dat ik geen geld kan krijgen, want de schaarse automaten die hier in het land te vinden zijn weigeren mijn pinpas in behandeling te nemen en ook bij de banken zelf kunnen ze me niet helpen. Daar baal ik van. Vanavond heb ik ontzettend scherp gegeten, ik wist niet eens dat zoiets bestond, maar ik moest en zou mijn bord leeg eten zowaar ik Anneloes heet. Toen we ’s avonds in bed lagen hebben we een boeren- en scheten kampioenschap gehouden. Afia kan heel goed scheten…met haar mond op haar arm dan en ik heb de titel op mijn naam staan voor de beste boeren.
17. Een zaaltje waar iedereen kan slapen. Je betaalt alleen voor je eigen bed.
10
Het was trouwens nog een heel gepruts om de klamboes op te hangen met touw en plakband. Ze hebben een rare vorm (het zijn van die piramidegevallen) dus af en toe is het lastig om ze zo op te hangen dat ze ook nog enig nut hebben. Er lag een laag stof op het bed, dus eerst moest dat eraf geklopt. Gelukkig hadden we lakenzakken bij ons, want het beddengoed was ook ranzig.
Noord Ghana (Upper East). Woensdag, 29 augustus 2001.
Afgelopen nacht heb ik veel ellende gehad met de verwerking van het eten van gisteravond. ( Het voelt als een rode peper in je kont als je moet poepen), maar goed, het is nu weer over hoop ik, en ze zeggen dat een mens zichzelf kan trainen in scherp eten, dus ik heb goede hoop voor de toekomst. Ook waren de muggen flink irritant, vanochtend maar liefst 15 muggenbulten geregistreerd, en dan alleen nog maar op mijn benen! Ik slaap elke nacht Pak zo’n beest rustig op bij zijn kop onder mijn klamboe en spuit zoveel muggenspul op mijzelf of zijn staart dat ik zelf haast comateus ben en dan nog zit ik onder de bulten. Afia ook. Als ik geen malaria krijg weet ik het ook niet meer. Vandaag zijn we helemaal in het topje van Ghana geweest, naar Paga. Dat ligt zo’n beetje op de grens met Burkina Faso. Ze hebben daar een meer met krokodillen, dat was erg gaaf. Toen we aankwamen sleurde de plaatselijke gids ons zo’n beetje uit de auto en dwong ons overal voor te betalen, bijvoorbeeld voor de begeleiding naar het meer en voor de kip die je nodig hebt om de krokodillen te lokken. En daarvoor vroegen hij en z’n mannetjes prijzen waar je aardig kippig van werd, want we werden toch afgezet! Maar wij assertievelingen hebben gewoon niet toegegeven en het kwam zelfs zo ver dat die mannetjes kwaad begonnen te worden! Maar toen we eindelijk een deal hadden was alles goed en namen ze de kip mee om de krokodillen attent te maken op onze komst. Ze komen gewoon uit het water het land op, en dan kan je ze aanraken. Ik word zo langzamerhand een beetje gestoord van al die aandacht. Vandaag weer een aanzoek gehad bij het krokodillenmeer. O, wat romantisch! We zijn weer teruggegaan naar Bolgatanga via Navrongo, daar hebben we een korte stop gemaakt. Het is best een mooi plaatsje, met een leuke markt. Het is leuk om steeds nieuw eten uit te proberen waar de mensen mee te koop lopen. Zo hadden we vandaag een soort oliebol gekocht. Daar leek het tenminste op, maar het bleek gewoon een stuk geplet brood te zijn dat gefrituurd was ofzo. Vanaf Navrongo hebben we weer een lange zit gemaakt in een tro-tro. Het was een heel gedoe om de motor aan te krijgen. Er moesten een aantal mensen duwen, en de driver startte hem in de versnelling op. We begonnen hortend en stotend, dwars door alle geparkeerde busjes heen, tot de motor goed draaide. Best een aardige methode, want toen we eenmaal op gang waren bleef de motor trouw dienstdoen. Zodra we van een helling naar beneden gingen, zette de driver de motor weer uit, om benzine te sparen ofzo, alhoewel ik me afvraag of de motor op deze manier niet alleen maar meer naar de filistijnen gaat. Het is mij al wel duidelijk dat de mensen hier in staat zijn om auto’s die in onze ogen terminaal zijn, zodanig te behandelen dat ze –zij het met enige decibellen en rookwolken meer- weer aardig functioneren. Die jongens zijn best handig met het sleutelen aan auto’s maar dat moet ook wel met al dat afgedankte spul. 11
Ze spreken in dit gedeelte van het land trouwens alweer een andere taal, het fra-fra. Ondertussen heb ik vandaag nog een paar banken vereerd met een bezoek, maar nog steeds kijken ze naar mijn creditkaart alsof hij van een andere planeet komt. Ik leef al dagen op het geld van Afia en dat is nu ook bijna op. We moeten dus morgen weer terug naar Sunyani anders hebben we een probleem.
Van het noorden terug naar Techiman. Donderdag, 30 augustus 2001.
Vandaag zowat de hele dag in een tro-tro doorgebracht, om van Bolgatanga terug naar Techiman te komen. Mijn achterwerk voelt als een broodplank. Wat ik zo vreemd vind, is dat er mensen zijn die mijn haren willen hebben. Soms vraagt iemand of hij een pluk haar mag hebben, zoals vanochtend. Maar af en toe als ik in de bus zit, voel ik gewoon dat ze uit m’n hoofd worden getrokken. Ze vinden het blijkbaar bijzonder, maar ik vind het nogal irritant, vooral als je nietsvermoedend in de tro-tro zit. Onderweg in de tro-tro begon een meisje te kotsen en voor mij een vrouw. Ze stak haar hoofd uit het raam en liet alles lopen, met als gevolg dat mijn uitzicht op het liefelijke Ghana een drastische verandering doormaakte (alle kots zat dus net op mijn raam). Dat was wel jammer want het leuke bij zo’n lange rit als deze is dat je de verschillen in landschap tussen het noorden en het midden van het land gaat zien. Gaandeweg richting het midden van het land zie je meer en andere begroeiïng, maar ook het type huisjes zijn anders. In het noorden zie je veel meer van die ronde hutjes met puntdaken, heeft wel wat weg van paddestoelen. Hier in Brong Ahafro nemen de hutjes weer meer de vorm van een huis aan. Het was erg heet vandaag, flink zweten dus, vooral als je zo dicht op elkaar zit voor een lange tijd. Ik troostte mezelf met de gedachte dat we naar ons eigen guesthouse teruggingen waar een douche en schone kleren zijn. De afgelopen zes dagen heb ik namelijk steeds in dezelfde kleren gelopen (wel gewassen tussendoor maar dat gaat ook maar matig met de hand). Maar helaas, thuis aangekomen is er geen stromend water… tenminste niet uit de kraan, wel uit de lucht… en hevig!! We hebben ons dus maar in regenwater gewassen, dat we in emmers hadden opgevangen, en dat ging prima. Nu is er ook geen elektriciteit meer door het onweer. Best gezellig eigenlijk, alleen ik zie niet zoveel meer dus ik kap voor vandaag maar weer met schrijven. Het is trouwens bij de Barclays bank in Tamale toch gelukt met mijn creditkaart! We moesten wel een poos wachten bij deze operatie, want er moest naar het hoofdkantoor gebeld worden, en het geld moest via Britse ponden overgezet worden in cedi’s. Maar nu geen kopzorgen meer over geld.
Bezoek aan de queen mother18. Vrijdag, 31 augustus 2001.
Afgelopen nacht zat ik om vijf uur weer tegen het plafond door het geblèr van de moslims. Het lijkt wel of ze de hele dag bezig zijn met jodelen en bidden. Het gaat gewoon via een grote luidspreker op het dak van de moskee door de hele stad heen. Toen, om acht uur een hoop gerommel en geknal in de waterleiding en… YES hij deed het weer! We hebben allebei onze kleren gewassen. Gladys, onze slaaf (, die het huis aan het schrobben was, bood al aan om onze was te doen, maar dat wilden we zelf doen. Dat was achteraf dus eens en nooit weer, volgende keer is het absoluut aan Gladys gegund. 18. De queen mother is meestal een oudere zus van de chief. Zij is de belangrijkste vrouw van het dorp.
12
In de namiddag, om zo’n uur of vijf liepen we zeer schaars gekleed, zelfs bijna in blote kont, toen het ziekenhuisbusje aan kwam rijden om ons op te halen! We hadden inderdaad een afspraak om twee uur, maar toen er niemand op kwam dagen, hadden we de hoop opgegeven. We gingen naar een of ander feest van de queen mother. We dachten dat het misschien ter ere van de queen mother van Elisabeth van Engeland was, maar dat bleek een grote blunder! Ghana is was als een van de eerste Afrikaanse landen onafhankelijk! Foutje! Maar goed, de queen mother is de hoogste tante van de stad. Ze zat samen met een aantal andere belangrijke mannen en vrouwen in een halve kring voor het oog van de rest van de bezoekers. De belangrijke mensen zitten op uit hout gesneden platte brede krukken, die ze een ‘stool’ noemen. Aan de vormen en symbolen op die stools kun je zien of iemand een machtig persoon is. Dat kun je ook zien aan de punten die op de slippers van deze mensen zitten. De mannen die om de queen mother heenzaten (misschien een oudstenraad?) hadden hele gave kleden, die ze als een tuniek om zich heen geslagen hadden. Dat staat erg mooi moet ik zeggen, maar het is nogal lastig om de boel goed op zijn plaats te houden. Steeds zag je die mannen met hun kleden staan sjorren, en ik heb al wel gesignaleerd dat ze -mocht er iets afzakkenonder die kleden nog een korte broek dragen. Verder hadden deze mannen ook staven met klompen goud eraan, daar leek het tenminste verdacht veel op. Wat was ik blij dat de matron meewas, want ik had geen idee wat ik moest doen of hoe ik me moest gedragen, dus ik hobbelde maar wat achter haar aan. Ze gaf iedereen een hand, dat is de gewoonte bij het binnenkomen en afscheid nemen, vertelde ze. Daar waren we een mooie poos zoet mee, want er waren nogal wat handen om aan te schudden. Ik volgde braaf het voorbeeld van de matron en Afia achter mij ook. De mensen vonden het geweldig! Helaas verstond ik niet wat ze zeiden, want ik kan geen Twi, daar baal ik van. We hadden wel door dat er over ons gepraat werd. Terwijl ik zo langs de mensen ging, bleef ik maar breed lachen en riep ik steeds maar “goeiemiddag!’ Maar dat bleek ook een fout, want de avond begint hier al om vier uur. Moet je ook maar net weten! Toen we eindelijk op een stoel zaten kwamen de mensen van hun plaats af om ons weer een hand te geven. Dat betekent dat je welkom bent. Op deze manier heb je na een bezoek de meeste mensen drie keer bij de hand gehad! Maar het is wel gaaf om de upperclass van de stad zo mee te maken. Ik heb me nu voorgenomen om heel ijverig het Twi te gaan leren, want ik vind dat er maar weinig Engels gesproken wordt. Dan moet ik me maar aanpassen. Tijdens dit gebeuren heb ik weer twee huwelijksaanzoeken gehad (ik ga ze maar eens turven, kijken welke dag het record is). Jammer dat ik hier niet kan hardlopen, dat is het enige wat ik nu mis. Ik heb verder een ongelofelijk maanlandschap op mijn lijf van de muggen hier.
Kerk en dorpsfeest ter ere van de verjaardag van een chief. Zondag, 2 september 2001.
Wederom alweer een geweldige dag in de geschiedenis! Vanochtend zijn we naar de kerk geweest, we hebben heerlijk gedanst. Iedereen vindt het geweldig en we gingen in een grote kring door de kerk heen. We kunnen nu groeten en een beetje tellen in het Twi. Iets wat zeer gewaardeerd wordt. Ik vond het wel verdacht dat er tijdens deze dienst wel drie keer een collecte werd gehouden. Volgens mij hadden ze gewoon een extra collecte ingelast omdat er obruni’s in de kerk waren. En omdat je dan dansend achter elkaar naar de collectepot moet, was het telkens groot feest! Gisteren hebben Afia en ik met een pan water op onze hoofden lopen oefenen maar dat gaat nog niet zo goed. Het lijkt zo makkelijk, als je die vrouwen ziet, die zetten de gekste dingen op hun hoofd. Maar het zal wel enige training vereisen. Misschien zijn onze hoofden ook wel te rond, of 13
zijn onze haren te steil voor het doekje dat je op je hoofd legt onder de vracht. Het gleed bij mij steeds naar beneden, en dan hebben we het nog niet eens over de pan. Het buurmeisje heeft ons ook geleerd hoe je een baby op je rug knoopt, dat is echt gaaf! Eigenlijk is het helemaal niet moeilijk. Waarom leggen wij onze baby’s eigenlijk in een kar? Negerkindjes zijn sterker dan onze kleintjes, ze kunnen eerder hun hoofd optillen enzo, omdat ze van het begin af aan een goede training krijgen. Vanmiddag kwamen de familie Wegdam en de matron ons ophalen voor een dorpsfeest, want de onderchief was jarig. GEWELDIG! Normaal mogen vrouwen hem niet aanraken, maar wij mochten hem zelfs een hand geven. Er werd Afrikaans gekookt en… gedanst! Er waren een heleboel trommels en er waren ook ‘talking drums’. De trommelaars die deze trommels bespelen, kunnen hele zinnen maken, ze communiceren via de trommels. Er was een vertaler op het feest die de woorden weer kon decoderen, dus je kon horen wat er ‘getrommeld’ werd. Afia en ik hebben ook meegedanst. De mensen roepen en klappen dan en vormen een kring om je heen. Ze vonden het zo geweldig en bedankten ons ervoor dat we gingen dansen, en ze wilden onze handen schudden. Op den duur kwam de chief zelf ook in actie. De feestgangers begonnen al te joelen, en het was dan ook gaaf om te zien hoe hij (met zijn parasoldragers die ook meemoesten) stond te swingen. De mensen stonden eromheen in een kring met de handen omhoog en ze maakten het V-teken. Hier betekent dat zoiets dat je de aandacht wilt hebben voor degene die aan het dansen is. Het toppunt was wel dat de chief bekend maakte dat hij ons wel als vrouw wilde… Jawel, toe maar en dan ook meteen allebei tegelijk! Wat hebben die vrouwen trouwens een geweldige draaikonten zeg! Hier ben je echt een schoonheid als je een flink achterstel hebt, dus we kunnen nog even lekker dooreten!
14
Hoofdstuk 2. erop uit.
Werken in het ziekenhuis in Techiman. In de weekenden
Het begin van de stage op de medische afdeling. Dinsdag, 4 september 2001.
De eerste twee dagen in het ziekenhuis zijn achter de rug. We hebben gisteren een introductie gehad en een grote rondleiding van Martha, een verpleegkundige die de Ghanese verpleegkundestudenten begeleidt. De matron is echt een warhoofd: tot twee keer toe vergat ze dat ze een afspraak met ons had, daarna bracht ze Afia naar de chirurgische afdeling terwijl ìk juist had gezegd dat ik wel van wonden en bloed hield. Nou ja we wisselen toch over een week. Het is namelijk de bedoeling dat we eerst een oriëntatie gaan doen op de afdelingen, dus dat we na elke week wisselen. Daarna mogen we zelf kiezen waar we graag willen gaan werken. Nu werk ik dus op de medical ward19. Ook interessant hoor. Meer dan driekwart van de informatie gaat langs me heen, omdat ik het Ghanese Engels nog niet echt kan volgen.
19. -
Dit is de medische afdeling van het ziekenhuis. Voor de rest bestaat het ziekenhuis uit: Surgical ward (chirurgische afdeling) Paediactric ward (kinderafdeling) Emergency ward (spoedeisende hulp) Labour ward (verlosafdeling) Maternity ward(kraamafdeling) Eyeclinic (oogkliniek) Theater (operatiekamer) Pharmacy (apotheek) PHC (primary health care, preventie van ziekten en voorlichting) Laboratory (laboratorium) X-ray departement (röntgenafdeling)
15
Ik moest lachen toen ik de hoofdverpleegkundige in haar Dijkzigt jurkje aan zag komen. Echt zo’n jurkje uit het jaar nul, dat het ziekenhuis in Rotterdam hier heeft gedumpt. Hier dragen ze deze soepgevallen met trots! Toen het hoofd erachter kwam dat haar jurk uit Nederland kwam moest ik uit gaan leggen wat er nou eigenlijk op stond. Men heeft hier nog hetzelfde systeem met uniformen als dat er vroeger in Engeland was. Je kunt aan de jurk zien wat voor functie iemand heeft. De schoonmaaksters hebben blauwe jurken, de afdelingsassistenten roze, de verpleegkundigen zijn in het groen en als je hoofd van een afdeling bent dan draag je wit. En ze hebben allemaal zo’n schattig schortje voor en een kapje op hun hoofd (met uitzondering van de mannelijke verpleegkundigen dan, die je hier overigens in vergelijking met Nederland veel meer ziet). Helaas zijn de uniformen die wij voor onze stage meegenomen hebben ook wit, dus je wordt al gauw aangezien voor iemand die veel verstand van zaken heeft. Dat zorgt soms voor misverstanden, want ik heb juist helemaal geen ervaring, en al helemaal niet in de ziektebeelden die ik hier tegenkom! Op de afdeling is het zo primitief, ik snap er soms geen zak van. Er waren vanochtend nergens beddenlakens te bekennen. Die zaten allemaal in de was. Aangezien de wasmachine, die de vorige stagiaires gedoneerd hadden nu al defect aan de kant staat, en blijkbaar niemand weet hoe hij gerepareerd moet worden, moet het beddengoed met de hand gewassen worden. Ook verdwijnen er regelmatig lakens, de mensen kunnen ze goed gebruiken en nemen ze gewoon mee naar huis. Daarom heeft het ziekenhuis er nu op laten drukken: stolen from medical ward. Veel mensen zijn analfabeet en nemen dus alsnog rustig lakens mee, maar waarschijnlijk krijgen zij wel commentaar van mensen uit hun omgeving die wel kunnen lezen! Afgelopen weekend heeft een of andere grapjas met een geweer lopen hengsten, met als gevolg dat veel mensen met schotwonden opgenomen zijn. Aangezien de chirurgische afdeling al vol ligt, zijn er ook een aantal van deze patiënten bij ons opgenomen. De verpleegkundigen doen vooral de wondverzorging en de medicatie. Er is geen keuken, dus de familie van de patiënten moet zelf zorgen dat er eten gekookt wordt en dat de patiënt dit binnenkrijgt. Ook moeten de kleren van de patiënten door de familie gewassen worden. Er is dus volop bedrijvigheid op het terrein van het ziekenhuis! Aan (handen)wassen doen ze hier volgens mij niet zo. De bedden vallen van ellende uit elkaar en soms ben ik doodzieke patiënten kwijt die gewoon buiten blijken te wandelen! Intussen wordt er van alles zonder pardon in en uit patiënten geropt, pijn kennen we hier niet! De patiënten hebben hier niet zoveel in te brengen, moeten maar gewoon hun behandeling ondergaan en dankbaar zijn als ze het redden. Ik vond ook dat er veel over de hoofden van de patiënten heen werd gepraat. De behandeling moet trouwens cash betaald worden, grote bedragen gaan er over de bank. Ik hoorde van verpleegkundigen dat het regelmatig voorkomt dat mensen hem gewoon peren als ze weer kunnen lopen, om de rekening te ontduiken. Die mensen kun je ook nooit terug vinden, aangezien er van elke naam duizenden rondlopen hier. Er is ook een isolatiecel voor mensen met TBC en AIDS, maar je hoeft geen sluis door en je niet te ontsmetten, dus hoezo isolatie?! Sommige dingen herken ik ook niet eens: een verroeste stok blijkt een infuuspaal te zijn, helemaal verrot met ergens nog een wieltje wat eraan bungelt, een emmer blijkt een naaldcontainer te zijn. Nou ja… als ik medicijnen probeer uit te delen moet ik eerst kijken welke pillen bij welk potje horen, want soms is de inhoud niet naar het etiket. Ik kwam daarachter toen ik groene paracetamolletjes tegenkwam. -
OPD (outdoor patients department, een soort polikliniek, mensen komen hier binnen en worden eventueel doorgestuurd voor opname)
16
Er lopen nog een aantal verpleegkundestudenten uit Berekum rond, dat is best leuk, want dan hebben wij een voorbeeld van hoe je je als leerling een beetje moet gedragen. Het valt me wel op dat de leerlingen heel zelfstandig zijn en gewoon meteen meewerken als een vaste kracht. Ik kijk mijn ogen uit. Het is hier lekker druk allemaal. Vanmiddag kregen we ineens huisbezoek van de dominee en een oudste. We zijn net afgelopen week voor het eerst in deze kerk geweest en zie daar: de herders letten wel heel goed op de witte schaapjes!
De omgang met ziekte en dood. Woensdag, 5 september 2001.
Heavy day vandaag. De mensen gaan zo raar om met ziekte en dood! Het ene moment loopt onze patiënt nog buiten (gewoon weggelopen met zijn vrouw), het volgende moment (een half uur later) gaat ie op bed liggen om zijn laatste adem uit te blazen. Zijn vrouw, die keihard stond te brullen werd naar buiten gewerkt. En terwijl de andere patiënten er met hun neus bovenop zitten, wordt de boel snel afgelegd. Nou ja, afleggen… dit is ook niet te vergelijken met hoe het in Nederland gaat. Daarna werd het lichaam in een lakentje gerold en op een brancard gesmeten en met de nog keihard brullende vrouw achter ons aan naar het mortuarium gereden. De beheerder van het mortuarium vond uiteraard alle afleiding leuk (‘t is ook zo’n stil bestaan met eenzijdige communicatie), dus ik kreeg een hele rondleiding. Enthousiast rukte hij alle vriesladen open om te laten zien wat ie in huis had. Sommige lijken zagen er echt afschuwelijk uit! Zo lag er bijvoorbeeld eentje te ontdooien die al zo’n veertig dagen in de vriezer zat, de familie was er eindelijk klaar voor om hem te begraven. Dat schijnt best normaal te zijn hier, want de begrafenissen zijn vaak groot opgezet, en voordat zo’n feest helemaal is geregeld, ben je wel een paar maanden verder. Dit geldt trouwens alleen voor de christelijke Ghanezen, de moslims worden juist heel snel begraven. Het was trouwens lekker koel daar, echt een voordeel als je in een mortuarium werkt! Verder hadden we op de afdeling een heftig geval van meningitis, een kindje nog. De mensen wachten hier zo lang met een bezoek aan de dokter dat ze al op het randje liggen als ze binnen komen in het ziekenhuis. Personeel en familie lijken nergens van onder de indruk. Ik vraag me af of ze hier wel eens rennen met een spoedgeval, volgens mij gaat hier alles dan nog op zijn dooie gemak. Het personeel doet het rustig aan. Er is nu trouwens ook een Duitser opgenomen die zijn arm en been heeft gebroken. Hij is heel mondig, iets wat het personeel helemaal niet gewend is dus ze worden knettergek van hem. Hij is een westerse patiënt, wil 17
gewoon weten wat er met hem gebeurt en wat voor spul er in zijn lijf gespoten wordt, maar de verpleegkundigen vinden dat maar raar. En hij wordt gek van het ziekenhuis en wil zo snel mogelijk weg, terwijl hij toch al op de beste kamer ligt (maar dat is nog krotterig voor westerse maatstaven). Ik ben nu inmiddels verhuisd naar de andere slaapkamer, dat is wel relaxt. In december komen er pas weer twee nieuwe bewoners dus hebben we tot dan toe het rijk alleen.
Ongeluk met een bus. Donderdag, 6 september 2001.
Hectische dag! Toen ik op de afdeling kwam was er haast niemand. Bijna al het verplegend personeel was op de emergency ward i.v.m. een groot ongeluk met een bus. Ik werd er dus ook heen gestuurd op te helpen assisteren. Wat een bloederige taferelen! De wachtkamer lag zelfs volgestapeld met bloedende hopen mens. De ene was er nog erger aan toe dan de ander. Het was dus hard werken, gewoon aan de lopende band infusen zetten, bloed stelpen, mensen op brancards slepen en ermee naar de O.K. en röntgenkamer rijden. Ondertussen rennen er ook nog eens twee kippen rond, die volgens mij last van dioxinevergiftiging hadden (haha wat ben ik lollig). Maar het maakt niet uit of je een been gebroken hebt, je moet gewoon lopen naar de brancard en naar het röntgenapparaat. Alle leerling studenten uit Berekum waren al eerder uit hun bed getrommeld om mee te helpen. Het ongeluk was met zo’n tro-tro geval, de driver was in slaap gevallen… iets wat vaker schijnt voor te komen want ze zitten hier erg lang achter elkaar achter het stuur. Tot nu toe twee doden. Vanavond heeft Gladys voor ons gekookt. Eindelijk weer eens een normaal bord eten want Afia en ik bakken er niet zoveel van. We zijn daarna op bezoek geweest bij de Ghanese studenten, dat was erg gezellig. We lagen de hele avond in een scheur.
Feest van de chief. Vrijdag, 7 september 2001.
Lekker dagje was het vandaag. I’m a lucky girl. De dokter vroeg me mee uit… Knap ventje! Maar ja, vast weer omdat ik een obruni ben. De andere verpleegsters begonnen allemaal te gillen dat ze dolgraag een keer met hem meegaan maar dat hij ze niet vraagt. Ik kijk hem een keer onnozel aan en het is voor mekaar. Ongelofelijk eigenlijk, hoezo gaan de mensen niet op het uiterlijk af. Vanavond was er een feest van de Techimanhene20. We hadden om twee uur een afspraak, maar de Ghanezen zijn ruim met hun tijd, want om vijf uur kwam het landrovertje er nog eens aan tuffen om ons op de pikken. Super gaaf, die chief. Wat een bulk zeg! Overal van die slaven om hem heen en van die oudsten met gouden staven. De onderchief bij wie we de vorige week op verjaardagsbezoek waren geweest, was helemaal blij dat we weer terug waren gekomen. Vanavond heb ik de benen uit mijn lijf gedanst met Suzanne, ons buurmeisje. Ze heeft een paar goeie negerswing demonstraties gegeven en we zijn hard aan het oefenen met konten schudden en alles laten shaken. Radio Techiman keihard laten galmen met Ofori21. Het was wel zweten, want het was echt warm vandaag.
20. De Techimanhene is de hoogste chief van de stad. 21. Dit is de zanger van de Ghanese hit “Asew”.
18
Een Nederlandse chief. Zaterdag, 8 september 2001.
Tjonge, wat een ge-chief deze week. Vandaag zijn we met dokter Wegdam en zijn vrouw naar Techimentia geweest, waar een nieuwe primary school22 geopend werd. Een vriend van de dokter, een Nederlandse neuroloog, had veel geld in het project gestoken en is daarom in dat dorp tot developmentchief benoemd. Het was erg gaaf om hem daar met zijn blanke biggenvel in zijn mooie kleed tussen de rest van de dorpshoofden te zien zitten. We hebben weer gedanst. Echt honderden mensen om je heen en kindertjes die niet van je af kunnen blijven. We konden naar afloop haast niet meer bij de auto komen, zoveel aandacht kregen we. Ongelofelijk nog steeds om als een beroemdheid door het leven te gaan. ’s Avonds zijn we gezellig uit eten geweest met de familie Wegdam en een arts uit Accra en haar zusje. Verder hebben we kennis gemaakt met nog een Nederlander die hier zit: Robbert-Jan. Zijn vrouw is hier ook arts, maar zij kreeg een kind en is daarvoor terug naar Nederland gegaan. Het was een gezellig avondje. De dokter heeft echt een gave auto, zo’n landrover die lekker trekken kan, betere zaak!
Grotto.
Zondag, 9 september 2001.
Vandaag zijn we met een paar Ghanese verpleegkundestudenten op stap geweest. Af en toe snappen we geen bal van die Ghanezen, vooral als het over afspraken gaat. Zo ook vandaag, tot twee keer toe een misverstand waardoor we elkaar zijn misgelopen. Maar ondanks dat zijn we toch samen naar Grotto geweest. Dat is een heel mooi park met allemaal bijbelse afbeeldingen van steen en verder een kerk in de rotsen. Als je op deze rotsen staat kun je heel ver over het landschap heen kijken. Ik lag helemaal in een deuk, want ze waren net een auto aan het zalven en inzegenen toen we aankwamen. De eigenaar had hem net gekocht en om ongelukken te voorkomen neem je hem dan mee naar de priester. Zelfs de jerrycan met benzine en de bougies ontkwamen niet aan de zegen en de wierookwalmen! We worden knettergek van de jongens af en toe. Al dat gezeur! Ze zitten meteen aan je. Zo waren er vandaag 2 DJ’s van radio Techiman. Ze wilden een gesprek met ons op de radio,
22. Het scholensysteem in Ghana ziet er ongeveer zo uit: Primary School (PS, basisschool) Junior Secundary School (JSS, voorbereiding op het voortgezet onderwijs) Secundary School (SS, voortgezet onderwijs) University (universiteit).
19
maar dan moesten we eerst even komen. (babbelen om elkaar beter te leren kennen) argh! Vooral Afia had het zwaar te verduren met een van die jongens, wat een slijmbal was dat zeg! Maar verder was het heel gezellig vandaag. Vanavond (eindelijk maar toch) fufu wezen stampen bij de buren. We hebben het al over fufu stampen sinds we van plan waren naar Ghana te komen en nu was het dan zover! Het ging er echt heftig aan toe, dat stampen. Vooral de stukken kookbananen vlogen alle kanten op. Het lijkt wel op dansen als ze aan het stampen zijn. Al met al werd het een slijmerige bal en we kregen ontzettende spicy soep erbij, maar ik heb alles keurig naar binnen gewerkt zoals het een Anneloes betaamt.
Gasten en een fiets. Maandag, 10 september 2001.
Zitten we net in de grootst mogelijke puinzooi, komt mevrouw Wegdam ons twee meiden voorstellen die een nachtje in het guesthouse blijven slapen. Het was echt een pokkenzooi, niet zo’n goeie beurt dus. Vandaag hebben we een fietsje opgetrommeld dus nu kunnen we ook samen fietsen.
De chirurgische afdeling. Dinsdag, 11 september 2001.
Ik ben geswitcht (hoe schrijven we dat, dokter?) naar de surgical ward. Dat zijn de mooiere zaken die je daar tegenkomt. Grote wonden, amputaties, infecties en gecompliceerde breuken. Erg heftig allemaal, want zo gauw de patiënten het weer een beetje zelf kunnen doen worden ze naar huis gestuurd. Ik ben de hele dag bezig geweest met wonden schoonmaken en verbinden. ’s Middags was ik op de emergency ward, want er was weer een ongeluk gebeurd. Het bloed vloeide weer rijkelijk en ik moest af en toe echt even een knop omzetten bij het gehuil van de mensen. Ze zijn hier absoluut niet kleinzerig… kneiterhard zelfs, dus als ze een kik geven is het denk ik wel ernstig. Daar komt nog bij dat veel ingrepen zonder verdoving worden gedaan. Zo knipt een verpleegkundige gewoon even het vel van iemand zijn been af zonder dat hij maar een gil gaf. Er gebeuren hier veel dramatische ongelukken in het verkeer. De zogenaamde RTA’s23 maken dat het altijd druk is op deze afdeling. Ik vind het supergaaf om hier te werken. Volgens mij kan ik bij m’n collega’s niet eens iets fout doen in hun ogen. Ze prijzen je zowat de hemel in bij alles wat je doet en ook de patiënten vinden het helemaal geweldig als je alleen al een stom verbandje legt. Ik ben zo happy dat ik hier zit; mooie zonsondergang, gave palmbomen. Af en toe regent het hard en gaan we buiten een regendans houden in bikini, super gaaf!
Werken op de chirurgische afdeling. Woensdag, 12 september 2001.
Ik ben erg veel aan het dagboek schrijven ineens, maar daar heb ik ook wel veel tijd voor. Ik heb nog geen moment een agenda gebruikt. Tijd is niks en toch zo snel om! Ik heb het erg naar mijn zin hier. Het gaat lekker op de surgical, ze laten me alles alleen doen. Het is best wel verantwoordelijk werk en daar ben ik wel blij mee. Aan de andere kant merk ik dat er weinig controle is. Er gaat zoveel fout bij de medicatie bijvoorbeeld. Zware medicijnen worden vaak verkeerd gegeven, er wordt vaak vergeten iets af te tekenen of aan het aan de patiënt te geven. De familie lag vanochtend onder en naast de bedden van de patiënten in de isolatiekamer te slapen, en werden door de verpleegkundige naar buiten gescholden. 23. RTA staat voor Road Travel Accident, verkeersongeluk.
20
Vandaag voelde ik me echt een slager. Een wondenronde die de hele dienst duurde! We hebben ook al gemerkt dat een regenbui een goed excuus is om niet naar je werk te komen. Vandaag was er in de ochtend zo’n hoosbui, en we hadden ons helemaal ingepakt (ik had alleen maar plastic zakken en die hielpen nog niks) en zijn heel hard naar de afdeling gerend, want we moesten om half acht beginnen. Maar daar was verder nog niemand van de dagdienst aanwezig! Zij kwamen pas om een uur of elf, toen de bui weer over was. De nachtdienst moest op de afdeling blijven totdat zij afgelost werden, maar dat schijnt hier normaal te zijn.
Eten bij een collega verpleegkundige. Donderdag, 13 september 2001.
De allersmerigste wonden lopen raggen… Het was een drukke dag in de O.K. Veel patiënten van en naar de O.K. gereden en opnames gehad. Het is altijd erg leuk als dokter Wegdam de artsenronde op de afdeling komt doen, dan legt hij veel uit over breuken en tracties enzo. Ik ben bijna over mijn nek gegaan bij bepaalde wonden, want ik had vannacht niet zo goed geslapen en ook niet zo veel gegeten dus ik moest even indammen. Maar vanavond toch weer zonder blikken of blozen vissenkoppen en geitendarmen en whatever nog meer (ik wil het niet weten) naar binnen gewerkt. We waren namelijk uitgenodigd bij een van de verpleegkundigen die graag voor ons wilde koken. En daar kregen we een maaltijd waar de Keuringsdienst van Waren steil van achterover zou slaan. Afia ging bijna over haar nek toen ze een geitenvel met haren moest eten, maar we hebben ons beiden goed gehouden. (Ik vond het nog lekker ook, gewoon je verstand op nul zetten en eten.) En wij maar verkondigen hoe geweldig Mercy24 gekookt had. Geit wordt veel gegeten in Ghana en koe, kip en vis ook. Verder heb je ook de zogenaamde bushmeat, dat is wat dubieus allemaal. Volgens mij vallen er meer soorten vlees onder, zoals ratten- en apenvlees. In het noorden van het land zijn er mensen die zelfs hondenvlees te eten! O ja, vandaag heb ik twee dikke brieven uit Nederland gekregen, post is toch wel erg leuk. Er schijnt ook een of ander bombardement in Amerika te zijn geweest, maar ik snap er niet zoveel van, maar ja, er zijn hier ook niet zo veel TV’s en ik moet al moeite genoeg doen om de mensen gewoon een beetje te volgen met hun zoeloetaal. We hebben vanavond uitgebreid staan dansen met oranje spullen: een opblaasmuts en nog wat van carnavalsrommel die we in een kastje in het guesthouse gevonden hebben. We hadden de radio mee naar buiten gesleept. Binnen tien seconden staat er een stel negers op de stoep en je hebt een feestje gebouwd!
Op de O.K.
Vrijdag, 14 september 2001.
Het leven is geweldig hier. ’s Ochtends om zes uur ben ik altijd al helemaal uitgeslapen en klaar voor de dag. Ik steeds in een deuk met Afia. Dat begint meteen al als we wakker zijn, dan zijn we vaak erg melig en we hebben al hele discussies en grote plannen en liggen dan plat van het lachen. Vandaag hebben we gebivakkeerd in de O.K. De chirurg dokter Wegdam kwam langs op de chirurgie afdeling. Hij vond het wel een goed idee om ons wat bij te spijkeren in de chirurgie, nu hij door heeft dat we zolang in het ziekenhuis blijven. Zijn assistente zit op dit moment in het buitenland en hij kan op de OK wel wat hulp gebruiken. Dus ’s middags stonden we met onze neus 24. Naast hun naam van de geboortedag hebben veel mensen nog een ander naam. Vaak noemen ze dit hun “christian name”. Namen als Faith (geloof) Mercy, (barmhartigheid) Justice, (recht) en Grace (genade) kom je vaak tegen.
21
boven op een heftige operatie: een verbrijzelde femur25 en een externe fixatie van de humerus26. Het ging er nogal aan toe, ik vond het geweldig. Dokter Wegdam had een mooie planning gemaakt wie er wanneer op de tafel kwam, maar dat liep mis. Er lag een patiënt klaar die helemaal niet geopereerd zou worden, en het kostte veel tijd om de goeie op te halen en gebruiksklaar te maken. Toen ze met de fixatie van de humerus bezig waren, bleek dat de assistent de goede plaat die erop moest niet kon vinden. Dus de arm moest twee centimeter verder worden opengesneden zodat er een maatje groter op kon worden gezet. En vlak na de operatie, de patiënt is nog niet afgevoerd… of de plaat is gevonden! We kunnen wat door de O.K. assistenten worden bijgeschoold, zodat we zo meteen op de O.K. kunnen meehelpen. Dat lijkt me echt gaaf. Vandaag al een lesje gehad in steriliteit. Handjes wassen, klapdeuren door rammen (je mag je handen niet meer gebruiken) en steriele kleding aan, erg interessant. Op den duur moest Wegdam zelfs assistentie van ons hebben. Het zag er echt heel interessant uit toen Afia met een tang in die wond zat. Vandaag hebben we banku27 gegeten. Het smaakt als een grutjesbal, met hele zoute pindasoep en vis. Dat hadden de buren voor ons gekookt. We zijn wel op en top aan het integreren hier. Ik kan haast geen contact met thuis krijgen, de telefoonlijnen liggen steeds plat en terugbellen via de callcenters lukt even niet. Daar baal ik wel een beetje van. Nu is het weekend en we gaan lekker op stap.
Op stap met verpleegkunde studenten en een festival in Techiman. Zaterdag, 15 september 2001.
Vandaag zijn we naar de watervallen van Kintampo geweest. Alle verpleegkundestudenten van Berekum die hier momenteel werken, hadden een dag vrij gekregen hiervoor. Dat is best bijzonder, want de verpleegkundigen moeten hier doorgaans zeven dagen werken waarna ze één dag vrij zijn. Het komt dus vrijwel nooit voor dat de studenten tegelijkertijd vrij zijn. Martha, de studentenbegeleidster had een busje van het ziekenhuis geregeld en ze nodigde ons uit om mee te gaan. Het is zo vreselijk grappig om te zien hoe zij een dagje uit regelen: ze stouwen een hele koelbox vol met hete rijst en nemen een cameraman mee, die van alles wat los en vast zit een foto schiet. Het kostte wel enige moeite om weg te komen: een hoop geschreeuw, mensen die in en uit het busje sprongen, we moesten eerst een poos in Techiman rondrijden en daar nog een paar keer stoppen om onbekende redenen (we zagen alleen maar dat er hard gediscussiëerd werd, maar uiteindelijk bleek het nergens over te gaan). Na een hoop geklier waren we nog steeds de stad niet uit, maar niemand maakte zich er erg druk om. Toch, een tijd later bleek er weldegelijk vaart in het busje te zitten, want we vlogen met een aardige snelheid over een slechte weg met veel gaten. Ik moest de koelbox met rijst dichthouden, er zat nog een studente bij me op schoot en achter mij zat constant iemand aan mijn haar te frunniken. Plotseling zette de driver de bus langs de kant en iedereen staakte zijn gesprek en een van de studenten begon hardop te bidden voor een behouden vaart (wat ook wel nodig is, gezien het rijgedrag van de mensen hier en de toestand van het wegdek). Bij de slagboom die voor de waterval was gefabriceerd werden we hevig afgezet, omdat Afia en ik erbij waren. Bij de “ingang” van de volgende waterval gingen we dan maar onderduiken. Er werd een handdoek over ons heen gegooid omdat we anders weer te veel geld zouden kosten. Helaas 25. De femur is de Latijnse naam voor het dijbeen. 26. De humerus is het opperarmbeen. 27. Dit is een soort bal, gemaakt van gemalen maïs met water.
22
vielen we nog steeds op, dus er moest weer een halfuur onderhandeld worden omdat de prijs veel te hoog was. Maar goed, de watervallen waren fantastisch! We hebben er heerlijk onder gezeten en we konden heel gaaf over de rotsen naar beneden glijden. De jongens bedenken zich niet, maar pakken je van achteren beet en sleuren je mee naar beneden en laten je niet meer los. Ik moest zo lachen toen ik zag hoe Afia de eerste keer gelanceerd werd. Ze zat nietsvermoedend onder de waterval, en vloog ineens met een neger achter haar over de gladde rotsen naar beneden! Het is hier heel normaal dat je aan elkaar zit, constant zit er wel iemand aan je te frunniken of omhelzen ze je. Seks is hier lang niet zo geladen, gewoon onderdeel van de dag. Toch wel vreemd want iedereen is hier erg gelovig; overal wordt God bij genoemd, maar seks met de een en dan de ander is volgens mij wel weer heel normaal. Maar we hadden dus een gave dag in het water. Wat me opvalt is dat haast niemand hier kan zwemmen, ik heb zelfs een neger moeten redden die half aan het verzuipen was. Dat was weer mijn goeie daad van vandaag! Tussendoor hebben met z’n allen rijst gegeten (dat gaat niet zo makkelijk met je handen, je moet het echt even doorhebben), de helft ging er naast bij mij, en die studenten zitten je ook zo heerlijk te bekijken, maar ik had besloten om me vooral niet opgelaten te gaan voelen over dat soort dingen, anders heb je geen leven hier. ’s Avonds was er een heel groot festival in de stad. Een mega manifestatie. Het was heel erg druk en toen we door de mensenmassa heen probeerden te komen, werd ik helemaal plat geduwd, iedereen trok aan me, wilde me aanraken. Ze zaten aan mijn benen en ik werd er knettergek van! Ook Afia had het zwaar te verduren. Gelukkig zagen we een groot gebouw met een verlicht balkon, daar zijn we naar binnen “gevlucht”. (da’s weer een voordeel van blank zijn, ze vragen je nergens naar en laten je er zo in). Maar toen kwamen we Fred, de big boss tegen die het feest had georganiseerd, die hadden ze voor ons geroepen. Hij heeft ons naar het balkon van het gebouw gebracht. Ik voelde me net Beatrix met haar balkonscène, want toen we erop gingen hoorden we de mensenmassa beneden te juichen. Volgens Fred waren er zo’n 3000 mensen. Ze gingen helemaal uit hun dak als we gingen dansen. Er werd meteen drank voor ons gehaald en de DJ werd van het podium gehaald om te horen wat onze favoriete nummers waren, zodat hij ze kon draaien. Ongelofelijk! Maar gewoon lekker feest vieren tussen de mensen kan dus niet, want we gaan dood van de aandacht, dat is wel jammer. We beginnen maar kletsverhalen op te hangen omdat we zo zat van al die vragen zijn. Zo vertelde Afia vanavond dat ik drie mannen had en dat we gekomen waren om wieltjes onder de ziekenhuisbedden te monteren. Ze geloven het allemaal. Toen we terug naar huis wilden, konden we niet eens uit het gebouw komen, dus we kregen protection mee die ons door de mensenmassa heen moest brengen. We zijn ook knettergek dat we daar op het balkon gaan staan. Iedereen kent ons nu (als ze dat al niet deden), maar we hebben wel een hele leuke avond (nacht) gehad.
Bezoek aan een PCV’er28, AIDS preventie en een outreach. Maandag, 17 september 2001.
Gisteren hebben we onze tassen ingepakt, de fietsen gepakt, en zijn we naar Koase29 gefietst. Dat was ongeveer 35 km en de wegen waren heel hobbelig, dus telkens zwetend een berg op en dan weer hard naar beneden crossen. Het ging erg lekker! 28. Dit is de afkorting voor Peace Corps Volunteer, vrijwilligers die uit Amerika komen om voor een langere tijd in een dorp te wonen en te werken. Het doel is om de leefomgeving van de mensen te verbeteren door projecten en voorlichting.
23
We gingen op zoek naar Shannon, een Amerikaanse van onze leeftijd die hier voor twee jaar vrijwilligerswerk doet. We zijn haar een keer in de bus tegengekomen. Ze doet verschillende gezondheidsprojecten in het land, onder andere AIDS preventie. Ik moest wel erg lachen toen ze haar bak met demontratiepiemels tevoorschijn haalde. Erg paradoxaal, maar ze doet deze voorlichting meestal in de kerk, na de dienst, omdat dan iedereen bij elkaar is. In Nederland is dat absoluut niet in te denken en al helemaal niet in de Rooms katholieke kerk! Maar hier kan het dus gewoon allemaal. Ze vertelde dat dit een goeie manier is om de mensen te bereiken, want bijna het hele dorp zit zondags in de kerk, en bovendien laat een boodschap die in de kerk verkondigd wordt, veel meer indruk achter. We hebben het super gezellig gehad en konden bij haar blijven slapen. Ze woont vlak bij een kleine healthpost die het dorp rijk is. Daar zijn we ook wezen kijken. De verloskundige die daar werkte, was bezig de gebruikte handschoenen uit te wassen, want zoveel spullen hadden ze niet. We hebben ’s avonds nog een poosje in een pub gezeten en gedanst. Afia stond in de microfoon van de DJ te verkondigen dat wij alleen “krakrakakra” (een klein beetje) Twi konden spreken. Een super goeie bak van haar, want iedereen lag dubbel (ik snap nog steeds de negerhumor niet dus). Vandaag zijn we mee geweest met een outreach programma30 in Buoku, die ook vanuit de healthpost in Koase geregeld was. Elk ziekenhuis en kliniek heeft zijn eigen district die bereikt moet worden via deze outreaches. We hadden onze post ingericht in een klein kerkje in het dorpje. Alvorens daar te beginnen moesten we eerst een bezoek aan de chief van het dorp brengen om hem te begroeten en te vertellen dat we voor een outreach programma naar het dorp waren gekomen. Toen hebben we kindertjes gewogen en lekker spuiten gejast. Er waren veel kinderen die voor de D.T.P. vaccinatie moesten. De verpleegkundige was erg blij dat we erbij waren, want het ging aardig snel, en zij kon ondertussen lekker op de kerkbank slapen. Ik sta nog steeds versteld hoe inefficiënt de Afrikanen te werk gaan. We hebben gewoon de hele middag in de kerk gezeten, terwijl ik het gevoel had dat we dit klusje in twee uur hadden kunnen klaren. Maar dit is gewoon de manier van leven van de bevolking, overal de tijd voor nemen en vooral niet te veel vooruit denken. Dat is iets wat Afia en ik echt nog moeten leren, het stelt ons geduld soms erg op de proef, maar het laatste wat we willen is het stempel “ongeduldig” op krijgen. Het was mooi dat we een dak boven ons hoofd hadden, want opeens begon het hard te waaien en te regenen. Helaas was het dak een beetje lek, daar zaten we dan met onze vaccinatieboekjes in de drup. Gelukkig boden de tafels nog enige bescherming. We hebben ook weer een nieuw gerecht gehad vandaag, de zogenaamde watchie. Een gerecht met rijst, zwarte boontjes en veel hete kruiden. De mensen zijn zo aardig, ook wat eten betreft. Altijd als ze gaan eten zeggen ze “you are invited” en ze willen ook echt dat je je handen in hun kom eten steekt en mee eet! Alles wordt gedeeld, best mooi eigenlijk. Voor ons ook een mooie kans om de gerechten uit de Ghanese keuken een beetje te leren kennen. Ik lag dubbel toen Afia er tussenuit probeerde te knijpen omdat ze nodig moest plassen. Ze ging het kerkje uit, meteen de bosjes in. Maar de mensen waren ongerust waarom ze zomaar wegliep, terwijl het regende, en een paar vrouwen hingen uit het raam van de kerk in de bosjes te turen om te kijken wat er aan de hand was.
29. Koase is een dorpje dat tussen Techiman en Wenchi in ligt. 30. Dit is een activiteit die buiten de kliniek, meestal in een klein dorp gehouden wordt. De nadruk ligt daarbij op gezondheidsvoorlichting en –bevordering, door middel van het wegen en vaccineren van kinderen en kennisoverdracht.
24
Na de outreach zijn we weer terug gefietst naar huis. De zon scheen erg hard en het zweet spoot in stralen van mijn kop af, maar toch erg lekker. De mensen verklaren ons voor gek dat we voor zo’n eind op de fiets gaan zitten. Je ziet hier ook maar weinig mensen fietsen, de meesten kunnen het niet zo goed. De matron stond meteen voor de deur of we vandaag niet onze reports hadden moeten schrijven… oeps! We hadden vorige week namelijk al een onzinnig verhaaltje gekalkt en dat vonden we voor de komende maand wel weer genoeg. Vanavond hebben we lekker van de straat gegeten en in de stad rondgezwalkt. Ik vind het er altijd er gezellig op de avonden, de mensen leven buiten en marktkraampjes zijn gewoon open.
De Kinderafdeling.
Woensdag, 19 september 2001.
Ik ben weer geswitcht van afdeling, deze keer naar de paediatrics. Eigenlijk is de kinderafdeling niks voor mij. Ook hier liggen weer de ergste gevallen: erop of eronder. En die kindertjes zijn ook al zo hard! Ik begin steeds meer te beseffen dat wij maar een stelletje zeikerds zijn in Nederland, die heel wat gauwer grienen en naar pilletjes grijpen. Ik heb eigenlijk wel respect voor deze kindertjes, dat ze zich er zo goed door heen slaan. Op deze afdeling werkt eindelijk eens iemand die systematisch te werk gaat en dat is wel eens lekker moet ik zeggen. Hij heeft de boel zelfs een beetje geordend, d.w.z. er zitten namen op de medicijnbakjes, de papieren van de patiënten kloppen en de meeste dingen hebben een vaste plek. Waarschijnlijk vinden zijn collega’s hem veel te precies, maar voor mij is dit weer even een verademing. Dit is eindelijk een persoon die niet verlegen staat te lachen, maar je ook meeneemt om je dingen te leren en voor te doen. Hij geeft soms ook opdrachten en vraagt dingen na. Ik vind dat veel prettiger dan dat zenuwachtige geklier van de anderen. Er staan meer dan dertig bedden op deze afdeling, maar als het druk is dan pleurt men vrolijk twee of drie kinderen in éen bed (soms is dat puzzelen met de slangen) of er worden gewoon matrasjes op de grond gelegd. Er zijn veel malariapatiëntjes, brandwonden, thyfusperforaties en kindertjes die ondervoed of uitgedroogd zijn. Ik had eigenlijk niet verwacht dat dat veel zou voorkomen in Ghana, maar je ziet hier nog best veel ondervoeding. Af en toe vraag ik me af waar ik nou eigenlijk het infuus in moet zetten, als je alleen maar een paar botjes met een velletje erom heen voor je hebt liggen. Er was ook een jongetje dat tetanus had. Hij was helemaal verkrampt, zijn achterhoofd tegen z’n schouders aan zo’n beetje. Wel gek, je hoort best vaak van die ziekte, maar ik had nog iemand met tetanus gezien. Soms lach ik inwendig om het beeld dat sommige mensen hier van Nederland hebben. Vandaag zat een verpleegkundige zicht te beklagen, ze vond dat ze zo veel moest doen, en zei tegen mij dat “in Holland de mensen nooit hard hoeven te werken, daar heeft elke verpleegkundige maar één patiënt om voor te zorgen”. Ik dacht nog eens terug aan andere stages en zag nog hoe we daar moesten rennen om op tijd klaar te zijn. Deze vrouw kan tijdens haar dienst gewoon liggen maffen! Vanavond had ik een late dienst, kwam om acht uur thuis en trof Afia kotsend in bed aan. Twee uur daarvoor liep ze nog gewoon vrolijk rond, maar het was ineens misgegaan. Ze ging hard te keer, ze gooide alles eruit en was zelfs gal aan het kotsen. Ik hoop niet dat dit het begin van malaria is want dan hebben we wel een probleem.
25
Een bevalling.
Donderdag, 20 september 2001.
Vandaag stond Shannon ineens voor mijn neus. Ik was aangenaam verrast. Het is echt een tof mens. Ik heb haar een rondleiding gegeven door het ziekenhuis. Afia was nog steeds niet zo lekker en ik zou haar afmelden op de afdeling waar ze werkte, gevolg: twintig mensen die haar willen komen “visiten” omdat ze ziek is. Argh! Ze heeft een malariatest laten doen, maar gelukkig was die negatief. Verder lekker gewerkt vandaag, ik ben via een sluipgang van de paediatrics naar de maternity geweest om te helpen bij de bevalling. Wat een slagerswerk zeg! Die vrouw die lag te bevallen werd gewoon geslagen, omdat ze volgens de midwife31 niet genoeg aan het persen was! Er werden de nodige decibellen geproduceerd door de vrouw die lag te bevallen, maar niet minder door de verpleegkundige die telkens “PUSH PUSH PUSH” brulde. Toen ze mij zag dreigde ze dat ik de vrouw mee zou nemen en haar buik open zou snijden als ze niet gauw opschoot. Zo ben je ineens weer gebombardeerd tot dokter. Maar na een hoop gekrijs en drama was het kind er dan. Ze zijn nog best wel blank, maar na een paar dagen schijnen ze wel aardig bij te kleuren. Op de paediatrics hadden we vandaag een kind dat verbrand was op haar rug en benen. Ze weigerde alle behandeling, we moesten er echt met vier man op om de wonden te verbinden. Zelfs een shot valium en diazepam konden haar niet rustig krijgen! En brullen en gieren! Nou zijn brandwonden ook wel heel erg pijnlijk dus ik had wel met haar te doen. Vanavond hebben we kenkey32 gegeten met een van de verpleegkunde studenten Frank, dat was erg gezellig. Er zat een onmogelijke rode pepersaus bij, die kun je gewoon niet eten zonder derdegraads verbrandingen op te lopen. De stroom was vanavond weer uitgevallen, dus we zaten een lange tijd in het donker. Er stijgt een luid gejuich en applaus op uit heel de stad als het weer terugkomt. Zouden wij in Nederland ook moeten doen voor onze technici!
Terugblik op een weekend in Kumasi. Maandag, 24 september 2001.
Ik ben terug van een weekend in Kumasi, de stad van de gouden stoel. Goeie zaak, leuke stad. Wat hebben we veel gedaan! Onze missie was onder andere om goeie taart te kopen voor Afia haar verjaardag binnenkort, maar dat is niet gelukt. Afgezien van een paar lang-houdbare-suikertaartgevallen was er niets van die strekking te vinden. We kletsen maar wat uit onze nek tegen alle mannen want ze zijn wel heel erg daar! Afia zat vandaag te vertellen dat we allebei al getrouwd waren en dat we kippen kwamen plukken. We 31. Een midwife is een verloskundige. 32. Dit is een bal van gegiste maïs dat in bladeren verpakt wordt. Je wordt geacht om dit te eten met een ontzettende hete pepersaus en vis.
26
stelden ons voor als “scharrelkip en schimmelkaas” (de Ghanezen kunnen toch heel moeilijk “sch” zeggen). En we hebben geen telefoon en geen adres! Het werkt aardig moet ik zeggen, op een andere manier kom je haast niet van ze af. Vrijdag- en zaterdagavond hebben we eerst het uitgaansleven wat gescreend, samen met een jongen die in ons guesthouse werkte. We zagen hier ook wat andere obruni’s rondlopen, en dat valt inderdaad meteen op, dat blanke vel van hen. We zijn overdag naar een oorlogsmuseum geweest. Het blijkt dat de Ghanezen tijdens de eerste en tweede wereldoorlog ook heel wat afgevochten hebben, zelfs tegen de Japanners! Ook zagen we het paleis van de Ashanti-koning. Dat is indrukwekkend, maar totaal niet te vergelijken met paleizen hier in het westen. Over de grote markt banjeren is ook leuk, maar erg druk! We hebben leuke Afrikaanse stoffen gekocht en hebben daarvan jurken laten naaien bij de kleermakers. De stoffen die hier erg gewild zijn heten de Dutch wax, en hoewel ze typisch Afrikaans zijn, worden die in Nederland gemaakt. We waren op den duur in een gebouw waar de kleermakers aan het werk waren. Het grappige is dat er van die stoere mannen zaten, mooi gespierd, maar achter een bloemetjesnaaimachine (zo’n hele ouderwetse) die handmatig moet worden aangedraaid! Heel paradoxaal. Het is apart dat er zoveel mannen dit beroep uitoefenen, ze waren met heel erg veel! Verder zijn we in het culturele centrum geweest, waar ze de Kente33 weven en stoffen bestempelen met Adinkra symbolen34. Ook worden daar de stoffen gebatikt, trommels gemaakt en andere Afrikaanse kunst van hout gemaakt. Dat was heel erg mooi. We wilden meteen al van alles gaan kopen, maar we hadden bedacht dat we dat beter aan het einde groot in kunnen slaan. Er was in het centrum nog Ashantimuseum, daar zijn we ook nog geweest. Dit is echt het land van goud hier, dat was ook wel aan de spullen in het museum te zien. Zondag zijn we naar Bosumtwi geweest, een groot meer onder Kumasi. Onderweg daarheen hadden we pech met de taxi, hij ging steeds meer protesteren en we reden met stoten de heuvels op en af. Op den duur trok ie het niet meer en stonden we langs de weg. Afia had ineens de gave van genezing ontvangen, want na enige schroefjes die zij aanwees te hebben aangedraaid deed hij het weer aardig, naar Afrikaanse begrippen. Toen we bij het meer aankwamen werden we tegengehouden door een man die zei dat we eerst een donatie moesten doen om een boom aan het meer te planten. Gelukkig waren we van tevoren gewaarschuwd, veel mensen geven zich uit voor een “eigenaar” of beheerder van iets en daar vangen ze veel geld voor. We kwamen hier nog andere obruni’s tegen, waaronder een Nederlandse jongen. Erg grappig, want hij zat in een gastgezin en moest echt weer even een knop omdraaien naar het Nederlands. We vervielen dan ook weer ongemerkt terug in het Engels toen we aan het praten waren. Na een paar dagen in de drukte was dit meer echt super. We hebben heerlijk gewandeld, gezwommen, (in het water ben je veilig, want Ghanezen kunnen niet zo goed zwemmen). Het was echt geweldig: de natuur, de dorpjes om het meer en de vers gebakken vis van de dorpelingen! Helaas was het heet en ben ik erg verbrand, dus de vellen gaan denk ik binnenkort weer hangen. Verder was het weer flink proppen in de tro-tro. Ik zat op ongeveer de zijkant van de auto, met mijn onderstel op de deur. Bij het opendoen van de deur was ik verbazend snel buiten!
33. De kente is een veelkleurig geweven stof, meestal gedragen door koningen, queen mothers en chiefs. 34. Dit zijn symbolen met een speciale betekenis. Het zijn er zo ongeveer tachtig en drukken een gezegde uit, een historische gebeurtenis, een wijsheid of een houding.
27
De kraamafdeling.
Dinsdag, 25 september 2001.
Ik zou vandaag starten bij het primary health care team, maar de outreaches gingen niet door omdat er een storm kwam. Het heeft gestortregend! Dus toen ben ik maar naar de maternity ward gegaan, dat was leuk. Al die negerbaby’s met hun leuke kroeshaartjes. Er liggen veel keizersnee gevallen op deze afdeling. De labour ward zit er aan vast, en af en toe is dat goed te horen. Vanmiddag hadden we een AIDS-workshop met de studenten. We oefenden een en ander met een rollenspel, maar het is mij wel duidelijk dat de studenten daar nog niet zo bekend mee zijn. Daarna zijn Afia en ik de stad in geweest om ingrediënten te kopen voor een appeltaart. Ja, het is ongelofelijk, maar we hebben zelf een taart gebakken. Het koste wel wat moeite om de ingrediënten te vinden in de stad, vooral de slagroom was een probleem. Trouwens, bijna alle Afrikaantjes vonden het resultaat veel te zoet. Ik hoorde dat de jongens bang zijn dat ze impotent worden als ze veel suiker eten, dus die wilden al helemaal geen appeltaart. Zelf waren we er natuurlijk erg blij mee. ’s Avonds kwamen de verpleegkunde studenten naar ons guesthouse om afscheid te nemen, want morgen gaan ze allemaal terug naar hun school in Berekum. We hebben op ons binnenplaatsje gedanst, met onze Afrikaanse jurken aan. En springen maar! Afia zou even een soort paringsdans doen met een van de studenten, met als resultaat dat ze allebei hun evenwicht verloren en in de bosjes vielen. Het zag er werkelijk niet uit, zwaar lachen. Nou doei.
De verlosafdeling.
Vrijdag, 28 september 2001.
D-day (delivery day)! Anneloes heeft vandaag op de labour ward gewerkt en een kind verlost… (of de moeder?) Ik kwam daar vrolijk binnen wandelen, om eens wat rond te kijken, maar het was mega-druk en voor ik het wist had de verloskundige een schort om me heen geknoopt, een paar handschoenen aangedaan en ik stond boven een persende vrouw. Ik probeerde maar gewoon een beetje intelligent te doen (ik heb er de ballen verstand van, wist nog maar net waar het kind ongeveer vandaan moest komen). Maar het kindje draaide zijn hoofd niet toen het eruit kwam, dat is een slecht teken. Toen moest ik het zelf omdraaien (er stond een midwife achter me te roepen wat ik moest doen) en de baby er letterlijk uittrekken. Er zat niet veel actie in, ze moesten hem meteen leegzuigen, beademen en shaken (ze pakken het kind gewoon bij de benen en shaken het op en neer). Helaas deed ie daarna nog steeds niet veel. Volgens de verloskundige was het waarschijnlijk al voor de bevalling dood. De moeder leek nergens van onder de indruk te zijn. Ik stond daar zo verbijsterd toe te kijken, want ze legden het kindje er niet eens even netjes bij, het werd zo compact mogelijk opgevouwen (JA, OPGEVOUWEN) en in een laken gerold en afgevoerd. Binnen de kortste keren werd de moeder op een stoel neergezet, want de volgende vrouw die moest bevallen moest weer op de brancard. Ik wist even niet wat me overkwam, maar toch wel gaaf om zelf een bevalling te doen. Daarna heb ik in een kamertje zwangere vrouwen lopen voelen en controleren. Martha had ons meegenomen en 28
ons het een en ander uitgelegd. Ze was ineens weer verdwenen (daar zijn ze hier ook zo goed in), dus gingen Afia en ik zelf maar een beetje verder. We hadden veel lol met patiënten waar we af en toe echt geen snars van begrepen. Op de maternity waar ik de laatste twee dagen heb gewerkt, is het erg leuk. We hebben een naaldencontainer gemaakt en gedemonstreerd op de afdeling. Omdat iedereen gewoon met besmette naalden rondloopt of soms zelfs terug steekt in het hoesje. Gelukkig viel ons maaksel in de smaak bij het hoofd. Dat is al heel wat, want zij heeft veel invloed op de rest van het personeel. Verder heb we veel keizersneewonden lopen verzorgen, hechtingen geknipt, leuk werk. Beetje jammer alleen dat de alcohol op is, dus dat we niet veel te verzorgen hebben eigenlijk. Trouwens, wat hebben die prematuurtjes een kleine adertjes. Ik moest assisteren, we moesten wel een paar keer de naald terughalen omdat je gewoon helemaal niet ziet of je in de ader zit. Afia is vandaag jarig en Suzanne had haar vrienden uitgenodigd voor vanavond, daar waren we mooi klaar mee. Gelukkig waren we uitgenodigd bij de familie Wegdam, dus dat feestje ging niet door. De roddel gaat snel, want ik hoorde ook al van de matron dat er een feest bij ons zou zijn, maar we wisten zelf van niks (. We hadden een geweldig gezellig etentje bij de “Wegdammers”. Ik heb zwaar gezondigd, want ik heb namelijk wijn en amaretto gedronken. Wel stom, ik hoop dat het goed komt. Ik moet misschien maar aan medicijnonthouding voor de verandering. We hebben helemaal in een scheur gelegen, vooral toen de dokter met de zelfontspanner ging opereren. Het zijn echt gezellige mensen. Ze hadden het openingsfeest van de school in Techimentia nog op de videoband staan, want dat was in het landelijk nieuws geweest. Ik ga nu een bloedbad aanrichten, want ik word doodgestoken door de muskieten. Ik heb op mijn linkerbeen nu negentien muggenbulten. De lampen in ons huis doen het nog steeds niet zo, dus we moeten maar wat met kaarslicht aanknoeien.
Een vrije zaterdag.
Zaterdag, 29 september 2001.
Vandaag zijn we met zeven Amerikaanse PVC-ers uit eten geweest in de premier palace. Aan de ene kant heb je veel gemeenschappelijk omdat je obruni bent, aan de andere kant zijn die Amerikanen ook rare gasten. Het was een super-de-luxe hotel, maar een groot deel van de voorraad was op, dus het ging een beetje knullig. Het blijft moeilijk om het eten voor één tafel tegelijk te serveren, want de eersten hadden hun eten allang weggewerkt, toen de laatste zijn eten kreeg opgediend. We waren zowat de hele dag weg. Verder hadden we vandaag voor de eerste keer in het weekend een rustig dagje, we hebben een beetje aangeknoeid, brieven geschreven, de was gedaan en dat soort onbenullige dingen. De WC is ook kapot. Ze hadden de boel van de week al bekeken, nou doet ie het weer niet.
Kippen en kappen. Zondag, 30 september 2001.
Vanochtend in alle vroegte alweer een haan om zeep staan helpen en samen met Afia geplukt. De buren gingen hem koken, en ze gebruiken echt alles! De kop, de poten en zelfs de poep werd uit de darmen geknepen en de darm werd keurig uitgewassen voor gebruik.
29
Daarna zijn we naar mevrouw Wegdam geweest, die wilde graag geknipt worden dus dat heb ik even gedaan en guess what? Wij kregen bruin brood met kaas. Na al die keren sugarbread35 was dat echt lekker!! Verder heb ik ook contact met Groningen gehad. Was wel leuk om die Leute weer eens te spreken. Het schijnt nogal spannend te zijn wat er op dit moment allemaal in Amerika en Afghanistan gebeurt. Zo raar, we krijgen haast niks van dat wereldnieuws mee. Zelfs Europa schijnt van de aanval op het WTC op zijn kop te staan. Ik hoorde zelfs dat het leger in Nederland in actie moest komen. Vanavond hebben we met Suzanne banku gemaakt… is wel te eten. Die klote-lamp is nog steeds kapot en oh ja, het Ghanese volkslied kennen we nu al bijna! Hebben we vanavond nog vanaf onze veranda staan brullen, samen met het hoofd van de paediatrics die toevallig langs kwam wandelen.
Een outreach clinic in Offuman. Dinsdag, 2 oktober 2001.
Vandaag weer op outreach geweest. Allereerst in zo’n gave auto over de meest onmogelijke hobbelwegen om in de dorpen te komen. De natuur is nog zo mooi groen… en al die mooie palmbomen! De dorpelingen zijn zo lekker bezig met hun eten, de hele dag zo’n beetje. Ze zijn wel veel smeriger dan in Techiman en kunnen werkelijk geen woord Engels. We zijn in twee groepen opgesplitst en onze post was aan een wankel tafeltje bij een boom. Ik heb zo’n beetje de hele dag kindertjes lopen wegen en groeikaarten ingevuld. De moeders moeten deze groeikaarten altijd zelf bewaren en sommigen zijn erg vies. Daarom had het PHC team de boekjes gekaft met…Nederlandse reclamefolders! Erg leuk om te zien hoe de rundergehakt een half jaar geleden in de reclame was, terwijl je groeikaarten aan het invullen bent. Het was ontzettend druk, telkens kwamen er weer nieuwe vrouwen aangehobbeld met hun aanhang. De meeste moeders zijn ook wel heel erg jong, zestien, zeventien jaar is geen uitzondering. Verder zijn we uitgebreid over de markt wezen lopen, want de driver die ons op zou komen halen kwam niet opdagen. Hij was het plaatselijk brouwsel aan het uitproberen, de zogenaamde pito36, met als gevolg dat onze terugreis nog schokkeriger en hobbeliger verliep dan de heenweg. De PHC verpleegkundigen hadden de laadbak van de auto helemaal volgestouwd met yams, kookbananen en steenkool omdat het in het dorp goedkoper is dan in de stad. Lekker proppen dus. Het zijn wel lange dagen zo, we waren net voor het donker weer terug. O ja ook nog een zeer vermeldbaar feit is dat het gisteren (1 oktober) Sint Pannenkoek was. We hebben dat uitgebreid gevierd en we hopen dat ook in stand te houden de komende jaren. We hebben een hoop lol gehad met slingers en ballonnen en pannenkoeken op onze kop. Ik ben wel een ranzig mens geworden zo langzamerhand, met vage humor.
Nogmaals een outreach in een dorpje. Woensdag, 3 oktober 2001.
Vandaag weer naar een klein dorpje geweest, dat was een flink stuk rijden. Het is altijd moeilijk om op gang te komen bij de PHC-staff. Ze moeten vaak eerst nog eten en langs het hoofdkantoor rijden om een nieuwe voorraad op te halen. (Dat moet bijna elke dag, want dan is er weer iets anders op. Men kan onmogelijk in één keer bedenken wat je voor een week nodig hebt aan 35. Sugarbread is het soort brood dat de Ghanezen meestal eten. De naam zegt het al: er zit suiker in en het is dus zoet. Verder is er ook teabread (in stokbroodvorm en iets minder zoet) en butterbread. 36. Het brouwsel dat op bier moet lijken, maar naar azijn smaakt, heet pito.
30
voorraad.) Verder moesten we ook nog sojabonen laten vermalen, daar hebben we ook wel een uur staan wachten. De weg naar het dorpje was wederom beroerd. Bij het eerste dorp werd ik samen met nurse Dorothy gestationeerd en Afia en de rest van de groep ging verder naar twee andere dorpen. Sommige kindertjes denken dat ze een geest zien als ze mij zien en zetten het op een brullen! Ook liep er een albinovrouw rond, die mensen hebben echt geen leven in deze felle zon: totaal verbrand! Haar man had polio, geen benen, maar toch slagen zij er samen weer in om gezonde kindertjes te krijgen, terwijl ze uitgesloten zijn van de maatschappij. Wel mooi, want dat betekent voor hen dat ze weer voorzien worden van levensonderhoud. Omdat het dorpje maar klein was waren we snel klaar met het vaccineren en controleren. Daarna ging Dorothy een uitgebreide healthtalk37 geven over muskieten en malaria. Uiteraard verstond ik er geen bal van, maar ik kon mooi voor mug spelen ter ondersteuning. Met gebaren kom je toch ook wel een heel eind. Meestal snappen de mensen me wel en anders lachen we er gewoon heel hard om. Er was ook weer een jongen die mij zijn huis aanbood, ik merkte heel onnozel op dat dat wel een beetje lastig mee te nemen was in het vliegtuig, maar toen had ik pas door dat het de bedoeling was dat hij dan ook in het huisje zou gaan wonen. Dat maakte het wat minder allemaal. Toch gaaf hoor, dat hutje trok me wel aan, maar ik ben toch maar weer mee terug gegaan. Het duurde trouwens heel erg lang voordat de anderen terugkwamen, wij lagen inmiddels al in diepe rust: Dorothy met haar hoofd op de tafel en ik op een houten bankje. Onderweg naar het ziekenhuis terug terug kreeg onze assistent ineens een hyperventilatie aanval. De driver zette meteen de auto langs de weg, want het klonk wel gevaarlijk. De lucht is hier ook nog eens zo benauwd. Steeds meer lampen in ons huisje begeven het. We moeten het nog steeds met kaarsen doen. Nu begint het keihard te onweren, zo geweldig dat geknetter en het ruikt zo lekker als de regen begint te vallen. Je kan merken dat het de afgelopen dagen heel droog is geweest.
Anaemia clinic en het voedselproject. Donderdag, 4 oktober 2001.
Vandaag begonnen we weer eens lekker met een kerkdienst op het ziekenhuisterrein. Er zijn om de haverklap diensten, dat is meteen een goede kans om voorlichting te geven aan de familie van de patiënten. Daarna een scheldpartij van de matron, omdat de bezoekers van het ziekenhuis hun afval op de grond gooien en klodders spuug in de hal deponeren. Ze zei dat iedereen een voorbeeld moest nemen aan “onze obruni’s”, waarbij ze de aandacht op Afia en mij vestigde: “want deze mensen laten nooit hun spuug lopen”. We stonden er maar een beetje beteuterd bij. Nou was het geval dat Afia zich helemaal niet lekker voelde, ze vertelde me dat ze elk moment kon gaan kotsen, een gegeven dat het verhaal van onze matron niet echt geloofwaardig maakte. Gelukkig kon ze het ophouden en heeft ze keurig na de kerkdienst in de bosjes achter de PHC gekotst. Ik ben met de vaccins lang de labourward en maternity geweest, om de pasgeboren kindertjes te prikken. Sommigen zijn echt nog helemaal bleek. Daarna hadden we een anaemia clinic, het stelt niet zoveel voor wat daar gebeurt, beetje bloeddrukjes meten en hemoglobine testen. Verder zijn we naar het voedselproject geweest dat vlak bij ons in de buurt is. Daar proberen ze van pinda’s, maïs en sojabonen, highproteïne-food te maken. Het lukt ze aardig, maar het probleem is dat het spul te duur is voor de doorsnee moeder van het ondervoede kind, dus dat ze het niet zo 37. Een voorlichting over de gezondheid. Dit kan gaan over hygiene, borstvoeding, preventie van ziekten, de noodzaak van vaccinaties etc.
31
goed verkopen. Het is wel mooi dat het aanbod er is, maar er is weinig nagedacht hoe het nou met de doelgroep zit (de ondervoede mensen zijn meestal niet degene die in een BMW rondrijden). Het is wel interessant om te zien hoe ze daar dat prutje fabriceren. Ik was het al vaak tegen gekomen bij het PHC team, die verkoopt het tijdens de outreaches naar de dorpen. Ondertussen ben ik een gaaf boek aan het lezen over een Ghanese prins, zoon van Ashantehene die naar Nederland is gevoerd.38 Het is leuk om wat over de Ashanti cultuur te lezen, want dit land heeft een rijke geschiedenis! Vanmiddag hebben we een grote ontdekking gedaan. Achter de pharmacy staat een grote boom met limoen-citroenachtige gevallen eraan. Ze zijn geweldig en ik ben bang dat ik er een heleboel van naar binnen ga slaan. De bevolking hier vindt ze niet lekker omdat ze nogal zurig zijn. Hoezo vitamientjes te kort in een ver land? Daar zitten we dan met onze buizen met vitaminepillen. Wat ik ook zo grappig vind is dat je hier zoveel mensen met parasolletjes ziet, iets wat bij ons helemaal in de vergetelheid is geraakt. Wij willen in Europa juist de zon op onze kop. De mensen hier moeten erg lachen als ze horen dat veel witte mensen in de zon gaan liggen om bruiner te worden. Dat kan er bij hen gewoon niet in en hoe langer ik nadenk hoe stommer ik het ook vind. We zitten alleen maar een beetje kanker te kweken met al dat zonnegedoe. Als je zwart bent wil je wit zijn (dan gooi je bleekmiddel over je hoofd, zoals hier veel gebeurt), en als je blank bent moet je zo nodig bruinen. We zijn een stel geiten met z’n allen! (Het gras-aan-de-overkant-verhaal.).
Dansen bij de outreach clinics. Vrijdag, 5 oktober 2001.
Voorlopig even de laatste outreach, dit keer helemaal door de bush, sommige plekken trok de auto bijna niet. Terwijl er toch een aardig motortje en fourwheel drive op zit. De bermen waren helemaal begroeid dus de auto moest zich er doorheen wringen. Bovendien had het vannacht ook nog eens flink geplensd; er zaten veel gaten met water in de weg. Voor mij dus geweldig (hotsend en stotend tussen de rest ingepropt), voor de verpleegkundigen die dit soort ritjes veel vaker moeten maken een bron van ergernis. Toen kwamen we eindelijk bij onze post aan, een krakkemikkig tafeltje onder een rieten overkapping. In geen velden of wegen was een dorpje of huis te bekennen, dus ik begon me al ernstig af te vragen tegen wie we vandaag aan moesten praten. De driver ramde eens flink op zijn toeter en… na ongeveer een uur kwamen de vrouwen met kindertjes ineens van alle kanten. Ze komen vaak rechtstreeks van het veld op het geluid van de auto af. Deze mensen leven helemaal van wat het land hun biedt, echte boeren. Omdat veel mensen van ver moeten komen, maken de verpleegkundigen het hele gebeuren soms aantrekkelijker door een paar liedjes zingen en te dansen. Dat is wel heel goed want de liedjes hebben hele educatieve teksten zoals: “bij diarree gebruik ORS39”, of: “was je handen voor het eten” e.d. Dit blijft vaak langer en beter hangen dan de preken over gezondheid die afgestoken worden. Zo ook vandaag, en na een poosje kwamen de vrouwen helemaal los met het zingen, dat was toch fantastisch! Allemaal klappen en op hun rokken slaan, ze hebben een uitstekend gevoel voor ritme en kunnen heel mooi zingen. Toen gingen we dus dansen: een echte oermens dans. Ik heb nog nooit zoiets gezien, zoals deze mensen echt alles aan hun lichaam kunnen laten bewegen: hun voeten gaan vreselijk snel, hun achterwerk recht naar achteren en een expressie op die gezichten! Ik vond het geweldig. Telkens als er twee mensen begonnen te dansen ging de hele kring eromheen 38. Arthur Japin: “de zwarte met het witte hart”. 39. Dit is een afkorting voor Oral Rehydration Salts. Bij uitdroging kun je dit smerige spul goed gebruiken om wat meer vocht vast te houden in je lichaam.
32
staan en staan gillen, klappen en zingen. Wij hebben ons ook goed geweerd, hoewel het vast geen porem was. De hele middag zijn we in het dorp gebleven, een geweldige ervaring. Een van de vrouwen liet zich regelmatig ineens door de knieën zakken, het is dan de bedoeling dat je haar opvangt en weer overeind gooit. Moet je ook maar net weten. Afia noemde het de “kippendans”, en dat was het juiste woord! Ik verbaas me er af en toe over hoe weinig de mensen hier weten. Ik dacht dat de verpleegkundigen best veel scholing hadden gehad, maar soms merk ik dat ze er niet veel van snappen. Zo kwam ik er vandaag achter dat ze niet eens hun eigen land op de kaart kunnen vinden, laat staan Nederland. En hoe leg je uit wat sneeuw is? En dat ik in Nederland nog nooit malaria en polio ben tegengekomen, maar heel andere ziektebeelden zoals Alzheimer en kanker en hart- en vaatziekten veel vaker voorkomen, daar kunnen ze niet bij. Naar mijn idee zien ze de westerse wereld in hun gedachten als de hemel waar alles kan en alles voor je betaald wordt. Dat je ook nog belasting moet betalen en moet werken is al heel raar (en dan vertel ik maar niet, dat werken in Nederland ook ECHT werken is, vooral in de zorg). Verder merk ik dat termen zoals kinderbijslag en studiefinanciering ook aardig verbasterd zijn overgekomen. Want een verpleegkundige vertelde mij dat ze heus wel wist dat in Nederland de opvoeding van je kinderen door de overheid betaald wordt en dat de regering je studie ook betaalt. De fufu van vanavond heb ik helemaal alleen gestampt. Afia met haar handen eronder om het goed neer te leggen. Helaas waren mijn coördinatie en de reactiesnelheid van Afia enigszins aangetast, dus ik heb met die stamper recht op haar hand geslagen (uiteraard met het volle gewicht erop) met als gevolg een grote blauwe plek. Ik begin echt dol te worden op de fufu, het smaakt zo goed! We hebben weer gezellig met de buren gegeten. Bij hen woont ook unana, de oude oma die de moeder is van de pharmacist. Ze is al erg oud en praat geen woord Engels, maar ze is heel boeiend. Hoewel ze heel krakkemikkig is, maakt ze nog gewoon eten en past op de kindjes. Elke dag komt ze langs om een “praatje” te maken. We snappen er nooit een klap van, want ze blijft onverstoord Twi praten. Vanavond waren we bij mevrouw Wegdam. Ineens kruipt er een kakkerlak op haar benen en zij produceert me toch een decibellen. Ik moest eigenlijk keihard lachen. We hebben met de bloemenvaas achter dat beest aangezeten. Vannacht ben ik in het donker in die citrus-boom (we hebben deze boom maar met deze naam gebombardeerd) geklommen en we hebben een rijke oogst gehad. Die dingen zijn verslavend!!
33
Project voor verstandelijk gehandicapte kinderen. Maandag, 8 oktober 2001.
Record! 75 muggenbulten op beide benen. Ik krap alles open, want ik wordt helemaal gek van de jeuk. Het lijkt wel of ik de mazelen heb! Afia had talkpoeder bij zich en zwachtels…dus nu heb ik mijn benen ingepakt, want ik weet zeker dat het anders bloederige taferelen gaan worden. Afgelopen weekend zijn we op bezoek geweest bij een Nederlandse arts, Ineke Bosman. Zij heeft in de Nkoranza een project opgezet voor verstandelijk en meervoudig gehandicapte kindertjes. We werden gastvrij ontvangen en moesten persé blijven. Er werd meteen een feest georganiseerd om ons te verwelkomen. Afia had ballonnen meegenomen en de kinderen werden geschminkt. We kregen lekker eten, en een heel gaaf hutje waar we die nachten konden slapen. We hebben veel met de kindertjes gespeeld, twee hebben er bij mij op schoot geplast. Allemaal ranzig slijm, snottebellen enz. maar toch erg leuk. Bijzonder om te zien wat Ineke en haar man met dit project hier voor elkaar hebben gekregen voor de kinderen die in dit land min of meer kansloos zijn. Daarna zijn we naar het monkeysanctuary40 geweest, dat is een stuk regenwoud bij een paar dorpen waar ontzettend veel apen zitten. We hebben een lekker stuk gewandeld en in bomen geklommen. De apen worden in deze dorpen als heilig gezien. Ze zijn echt heel erg tam, lopen over de daken van de hutten, en ze komen naar je toe om gevoerd te worden. In het bos hebben ze een speciale begraafplaats voor de apen waar ook de priesters begraven worden, heel apart. Tijdens de wandeling hebben we een begrafenis bijgewoond van iemand uit het dorp. We kwamen toevallig langs en we waren van harte welkom. Dat betekent een hoop dans, drank etc. Er waren drummers, en we zetten de boel aardig op stelten door daar op bezoek te komen. De mensen zijn zeer vereerd. We kregen een unit akpeteshi41, dat had ik nog niet gehad en wilde het nou wel eens proberen. Nou, van dat spul kun je wel een feestje bouwen inderdaad! Ladderzatte negers zijn geen uitzondering daar. Teruggekomen in Techiman met een broek vol modder en de kleren helemaal smerig van het bos hebben we weer geen water en het is superheet… De pomp schijnt kapot te zijn. Jammer hoor, niet douchen dus.
Problemen met de waterpomp. Woensdag, 10 oktober 2001.
Het waterprobleem is nog steeds niet opgelost. Er zijn een aantal lui naar Accra gegaan om daar materiaal te halen om de pomp te kunnen maken. Heel het ziekenhuis zit nu zonder water en nog een deel van de stad. Vooral op de labour ward en de O.K. begint het een probleem te worden. Er komen veel mensen langs ons huis die met emmers water slepen die ze van het dorp ophalen. Gisteren heb ik ook helpen sjouwen, maar ik kan niet meer dragen dan twee volle emmers. 40. De bevolking gelooft dat deze aapjes heilig zijn. Vandaar dat het een heiligdom genoemd wordt. 41. De akpeteshi is de jenever van Ghana. Het is een sterke drank van zo’n 20-30% alcohol en wordt gemaakt door de palmwijn extra te destilleren.
34
Suzanne, die zet gewoon een wastobbe op haar hoofd. Ik weet bijna wel zeker dat op je hoofd dragen veel makkelijker is als je er aan gewend bent. Ik ga toch nog maar eens een poging doen om het te leren. Iedereen moet zelf maar zien te regelen hoe ze aan water komen, maar vanochtend werd er bij ons meteen een groot vat met water bezorgd. En we moeten het maar zeggen als we erdoor zijn. Alles wordt keurig voor ons geregeld, ik vind het nog steeds raar, die voorkeursbehandeling. Maar nu kunnen we de WC tenminste ook weer doorspoelen. Gisteren toen we naar Dampa gingen voor de outreach clinic, zat de auto vast. We hebben een hele tijd staan duwen en slippen, zodat we helemaal ranzig van de rondspetterende modder werden, maar gelukkig kregen we de auto er weer uit. De verpleegkundigen zijn best veel op hun uiterlijk, ze hadden modderspetters op hun kleren en dat vonden ze vreselijk!
Bevallingen.
Donderdag, 11 oktober 2001.
Midwife week. Deze week werk ik op de labour ward. Erg leuk, hoewel het absoluut mijn richting niet is. Ik heb al weer twee kindertjes gehaald. En ook maak ik goede vorderingen met watten draaien als er even niemand ligt te bevallen. Ze laten me hier ook al zoveel doen, ontsluiting voelen, tellen van contracties, hartslag van het kind, (met nog zo’n ouderwetse toeter). Ze controleren het niet eens wat ik doe! Alleen als ik het heel dringend vraag omdat ik gewoon niet weet of ik het wel goed doe, dan gaan ze mopperend even kijken of het goed is. Af en toe zijn er hele rare gevallen: vacuümextracties, een stuitbevalling. Doodgeboren kinderen of kinderen die na de geboorte overlijden zijn hier geen uitzondering en komen met grote regelmaat voor. Als het kind niet ademt wordt het aan de voeten omhoog gehesen, op de hieltjes getikt en met een pomp bewerkt. Vandaag was de midwife zo hard aan het schudden zodat ze per ongeluk met het hoofd van kindje tegen de kast aan knalde. Geen wonder dat de kinderen die hier de vijf jaar grens overschrijden heel sterk zijn. Verder is het voor de vrouwen ook geen lolletje, vandaag was er eentje helemaal uitgescheurd en is zonder verdoving gehecht. Geen gezanik, daarna stond ze op, kind op d’r arm en wandelt gewoon de afdeling af. Ze proberen de meeste vrouwen hier na de bevalling vierentwintig uur te houden, maar dat lukt niet altijd. Vooral als ze geen geld hebben blijkt soms dat ze hem zijn gepeerd. Dat is wel sneu want dan mist het kind weer de eerste vaccins. Soms hebben de aanstaande moeders nog een heel eind gelopen vanaf hun dorp, valk voor de bevalling. Ze nemen altijd een mandje met lappen en een pannetje met eten mee. Dat pannetje is heel erg belangrijk, ik heb zelfs het idee dat de moeder meer aandacht heeft voor haar eten dan voor het kindje wat ze net heeft gekregen. Ze kijken haast niet naar de baby, er wordt niet eens gevraagd of het een jongen of een meisje is! Soms dan moet de verpleegkundige het kind letterlijk aan de borst van de moeder leggen. Ik vraag me af of dit soort dingen nou echt normaal zijn hier. O ja, en sommige vrouwen (vooral de vrouwen uit het noorden) zijn besneden! Dat is echt vreselijk. Vandaag hebben we onze eigen fufustamper en bak gekocht. Dat gaf toch een opschudding op de markt! Binnen de kortste keren stond er een massa mensen om ons heen te roepen en te klappen dat de obruni’s fufu gaan stampen. Daar liepen we, achter mij Afia met een stamper, ik gewapend met de bak, door een haag van schreeuwende mensen en door dat lawaai steken ze elkaar ook aan. Op den duur moesten we echt met onze nieuwe aanwinst in een taxi wegvluchten.
35
Bezoek aan het Bui-park, begin van Malaria. Maandag, 15 oktober 2001.
Dit weekend zijn we naar het Bui-park geweest. Door het park loopt een grote zijarm van de Volta en daar zitten veel nijlpaarden. Het had allemaal heel leuk kunnen zijn, maar ik kreeg vrijdagavond ineens last van knallende koppijn, spierpijn en koorts. We waren al naar Shannon afgereisd in Koase, omdat we samen met haar zouden gaan. Ik heb een afschuwelijke nacht gehad daar, maar ’s morgens leek het beter te gaan dus we besloten toch maar te gaan. De weg naar het park was ontzettend slecht, er gingen alleen maar twee ontzettende krakbussen per dag die richting op, en natuurlijk was de eerste bus net vertrokken toen wij aankwamen, zodat we een halve dag moesten wachten in Wenchi. (Het is nu inmiddels dinsdag 16 oktober.) In de bush-bush aangekomen kwamen de koppijn en de koorts ineens terug en ook ontzettende diarree. We sliepen in een pokdalig geval, waar in de zestiger jaren de dambouwers van de Volta hebben gebivakkeerd. Sindsdien is er niks meer aan gedaan, dus er waren alleen wat krakbedden met ranzige matrasjes, stoffig en donker, surrounded by muggen en mieren. Omdat er geen licht en water was, zat er niet veel anders op dan vroeg naar bed en smerig door het leven te gaan. De nachten heb ik gebruikt om contant naar buiten te rennen (pikdonker) en onder de boom de sterrenhemel te bestuderen en een hoop spuitpoep te lozen. Omdat er alleen maar rijst met rode peper was om te eten, had ik af en toe het gevoel of ik vuur aan het schieten was. Ik voelde me echt beroerd, maar overdag ging het telkens wel weer. De eerste bus die we konden nemen ging maandag pas weer terug dus we moesten twee nachten blijven. We hebben op een berg geklommen, daar hadden we met heel mooi uitzicht over de omgeving, terwijl de zon langzaam onderging. Bij de schemering begonnen de krekels allemaal te krassen en de vuurtjes in de dorpjes werden opgestookt. Ik had zin om daar voor altijd op die berg te blijven staan, verstand en gevoel niet helemaal in balans denk ik. Zondag hebben we in kano’s over de black volta geroeid. We moesten met twee kano’s en in iedere kano zaten twee negers om te bomen tegen de stroom in want die was echt heel sterk! Ze moesten af en toe hun volle gewicht erop gooien om nog vooruit te komen. Onderweg hebben we veel apen en vogels gezien. Verder hadden we mooi uitzicht over de heuvels waar niemand woont en de natuur volledig zijn gang kan gaan. Er zaten inderdaad nijlpaarden in de rivier, maar we konden niet zo dichtbij komen omdat ze nogal chagrijnig waren. Maar het was al mooi om ze van een afstand te zien. Daarna gingen we weer terug, uiteraard heel wat sneller met de stroom mee! Omdat onze roeiers ook vissers zijn werden er onderweg ook fuiken gecontroleerd en daar kwamen toch hompen vis uit. De zogenaamde tijgervis is heel erg groot! Die nacht had ik weer erge koorts, afzien! Maandag hebben we vijf uur in de bus gezeten, met zo’n tachtig mensen in de bus zelf en ik denk dat er wel zo’n dertig man op het dak zat en dan nog mensen in de ramen. Verder moest er veel handelswaar en bagage mee, en we moesten werkelijk in elk gehucht stoppen om mensen op te pikken, ik was ongeveer in dezelfde staat als de bus, slecht dus! Af en toe zag ik de grond heel dichtbij komen en dacht ik dat de bus omkantelde, dat was zweten! Daarna begon ik het ook koud te krijgen en dat in Afrika! Afia zei ook dat ik er blauw uit zag. In Techiman in het ziekenhuis maar meteen een malariatest gedaan en die bleek dus positief te zijn. Ik liep dus al drie dagen met malaria rond. Meteen heeft dokter Kessie, die ook onze buurman is, een recept uitgeschreven en heb ik medicijnen gekregen. Het is wel apart om zelf als patiënt op de O.P.D. te zitten, terwijl je daar normaal zelf met de recepten voor de patiënten rondloopt. Gelukkig is hier een lekker bed. Nog steeds moet ik om de haverklap naar de WC rennen maar na
36
de medicijnen is de koorts tenminste gezakt en voel ik me al beter. Ik heb nog een flinke stapel post gekregen, wat leuk zeg! Al wel drie weken oud, maar ja.
Malaria.
Woensdag, 17 oktober 2001.
Ik ben nog steeds patiënt, helaas. Alles wat ik eet komt met tachtig kilometer per uur weer onverwerkt in de plee terecht. Meestal moet ik ook zorgen dat ik deze snelheden behaal om op tijd op de plaats van bestemming te kunnen zijn. En dan moet meestal eerst de klamboe opzij en zit ik helemaal in de knoop in mijn eigen net… Verstrikt in mijn eigen val. Een net dat me juist beschermen moest tegen de malaria maar dus gefaald heeft. Nou heb ik nog steeds koorts, ik heb maandag de grootst mogelijke onzin tegen Afia uitgekraamd: dat ze de thee maar moest laten drogen en dat ik het zo leuk vond dat ze Nederlands kon praten. Op den duur zat ik in het Engels tegen haar te zwetsen (zij zat in de kamer en ik lag in bed) en noemde haar bij haar Ghanese naam. Gisteren heb ik ook af en toe weer koorts gehad, maar na een shot paracetamol gaat het weer prima. Ik zit op een maximale dosis en eigenlijk wil ik dat niet i.v.m. ook nog de TBC medicijnen en de lariam42. Ik lijk wel een wandelende apotheek. Ik besef nu wat voor een band ik met Afia krijg, ze zorgt zo goed voor me en we hebben zoveel dingen samen gedaan. Zij was dit weekend in het park ook aan de diarree en we waren samen in het donker onder een boom aan het “knallen”. We konden elkaar niet eens horen door ons eigen lawaai. Nou dat soort stomme dingen doe je niet met de gemiddelde klasgenoot. En dat geeft ons een enorm saamhorigheidsgevoel, samen schijten onder de sterren. Gisteren heb ik alweer post gehad, Marjan was zo aardig om wat plaatjes van de aanslagen op het World Trade Center op te sturen en nu besef ik wat een ramp dat moet zijn geweest. Tot nu toe heb ik er weinig over gehoord maar nu beginnen de berichten uit Nederland binnen te druppen. Het schijnt dat Amerika ook bombardementen heeft uitgevoerd op Afghanistan. Ik zou de radio wel willen aanzetten, maar de kans dat je iets zinnig hoort is niet zo groot en die Ghanese muziek en dat getetter van de DJ’s zijn werkelijk niet om aan te horen. Als je nog geen koppijn had krijg je het daar wel van. Ik vind die Ghanese mensen eigenlijk zo lief, zodra ze horen dat je ziek bent staan ze bij je op de stoep om sorry, sorry, sorry te zeggen. Ze hebben het zelf niet makkelijk en gaan zich toch een beetje bezorgd om mij zitten maken. Ze komen ook vrolijk een pan met fufu brengen, dat ligt zwaar op de maag en dan ook nog de rode pepersaus! Maar hun bedoelingen zijn goed O ja, Kobi wil met me trouwen (buurjongetje van drie jaar). Ik heb hem gisteren gevraagd en dat vond hij wel een goed idee. Het is wel een lekker ding alleen een beetje klein. Afia was gisteren met het Primary Health Care team meegegaan en de auto had het begeven dus ze konden niets beginnen. Gelukkig hebben ze nog een tro-tro kunnen nemen maar ze was hartstikke laat terug. Vandaag kwam de dokter even langs, je houd het niet voor mogelijk. In het ziekenhuis is het reuze druk, komt ie nog doodleuk naar het guesthouse gewandeld om een receptje voor mij uit te schrijven. Als het de obruni’s maar aan iets ontbreekt wordt het al geregeld en eigenlijk staat me dat zo tegen! Waar gaat dit nou over? Ik ben maar een gewoon mens hoor. In het ziekenhuis liggen gevallen die nog veel meer een dokter nodig hebben. Op dit moment zijn er maar twee artsen in het ziekenhuis, veel te weinig! Ze moeten soms dag- en nachtdiensten achter elkaar draaien. Shannon kwam nog langs om afscheid nemen. Die gaat vakantie vieren op de Canarische eilanden. Ze heeft al een jaar Afrika erop zitten en in heel wat mindere omstandigheden dan wij.
42. Een profylaxe tegen malaria.
37
Maar ja, liever gillend gek dan een kerel op de nek, dat is onze kreet van deze week. We zijn allebei erg anti-mannen geworden.
Een weekend in de Upper West Region. Maandag, 22 oktober 2001.
Tjonge zeg, wat ben ik smerig! Hoe hard ik me ook was, het bruine water blijft van me af stromen. Het is alleen stof en zojuist uitgezwete stukken pigment. We zijn net teruggekomen uit Wa. Een stad helemaal in de Upper West Region boven in Ghana. De Harmattan is daar al aardig aan het waaien, dus ladingen stof in de lucht. Hoewel ik nog steeds een wandelend wrak was en Afia zich ook niet zo lekker voelde zijn we toch maar gegaan, want dit was onze laatste kans om Wa te bezoeken (we hebben lekker op z’n westers al onze weekenden vol gepland). Het was echt een gedoe om daar te komen! De tro-tro waar we mee gingen raakte maar niet vol, dus we hebben van twaalf uur ’s middags tot acht uur ’s avonds op een plank zitten wachten tot er mensen genoeg waren om weg te gaan. ’t Was ongeveer tien uur rijden over een hele slechte weg en we zaten opgepropt zonder ruimte om je hoofd ergens neer te leggen. Het gebeurde dan ook regelmatig dat je hoofd wegzakt van de slaap boven op iemand anders. Om vijf uur ’s nachts kwamen we aan en hebben een guesthouse gezocht om nog wat te slapen. Wa is een stuk dichter bij de desert en dat is te merken ook. De temperaturen liepen hoog op! Zweten dokter, en veel drinken! Overdag zijn we naar het paleis van een of andere koning geweest. We hadden namelijk gehoord dat het erg leuk was om de koning te bezoeken, maar de beste man bleek al twee jaar dood te zijn. Toen we bij het paleis aankwamen brulden een paar politiemannen dat we absoluut geen foto’s mochten maken en dat we ook niet naar binnen mochten, dat mag namelijk niemand omdat het gebouw op instorten staat. Ze lagen daar op een matrasje onder een overdekt prieel “hard” te werken. Het was zo grappig: in het begin was alles verboden, alles wat we deden was fout, maar nadat we even een praatje hadden gemaakt: verteld wie we waren en dat we in het land zijn om zieke mensen te helpen, waren ineens de zeilen omgezet: we mochten foto’s maken, kregen een rondleiding en opeens mochten we WEL naar binnen. En toen we verbaasd vroegen hoe dat kon, alles stond toch op instorten?, zeiden ze dat ze voor ons een uitzondering maakten. Daarna moesten we natuurlijk weer trouwen. Het is leuk hoeveel je voor elkaar kunt krijgen met een aardig praatje. Daarna zijn we naar een grote moskee geweest. Er zitten heel veel moslims daar en ook nog verschillende soorten. In een tentje hebben we STARbier43 gedronken met een ladderzatte politieagent die gewoon dienst had, uniform aan, om je krom te lachen! Ik mag nog steeds geen alcohol, maar aangezien er verder niets was, was ik genoodzaakt om bier te drinken, iets waar ik eerlijk gezegd niet rouwig om was. Verder hebben we een heel stuk gereisd naar Wenchiau, waar de grens is met Côte d’Ivoire op de Black Volta. Dat dorpje stond bekend om de nijlpaarden. In Wenchiau hebben we het plaatselijk brouwsel gedronken met de mannen van het dorp, ze konden geen woord Engels maar ze waren erg grappig. We hebben maar wat met gebaren gedaan en hebben ons bijzonder goed vermaakt. We hadden flink pech met de auto die ons terug zou brengen naar Wa. Daar kwam nog bij dat de petroleum opraakte, dus we hebben een hele tijd aan de kant van de weg zitten wachten op een nieuwe shot, maar die kwam natuurlijk niet aanvliegen. Er was maar weinig schaduw en wat kan het dan heet zijn zeg! Het is wel mooi om te zien hoe de mensen elkaar helpen: sta je met pech langs de weg, dan stoppen er vaak andere drivers die je wel weer op gang helpen.
43. STARbier is gebotteld in Ghana, maar het is gewoon het Heineken bier-recept wat ze gebruiken.
38
Op de terugweg van Wa naar Techiman, weer afzien in de bus. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit heb lopen schelden op de NS als ze weer eens vertraging hadden of als je moest staan. We kwamen midden in de nacht, in het donker aan. En dat terwijl we met onszelf hadden afgesproken nooit ’s nachts met een tro-tro te gaan rijden, in verband met de vele ongelukken die dan gebeuren.
De polio immunisatiedagen. Woensdag, 24 oktober 2001.
Van de week zijn we volunteers geweest voor de polio immunisatiedagen… Nou ja volunteer, we kregen toch al niks betaald. Maar we zijn dus twee dagen bezig geweest om alle kinderen onder de vijf jaar bij hun lurven te grijpen om het poliovaccin toe te dienen. De eerste dag hebben we bij de ingang van het ziekenhuis gezeten om de kinderen die daar langs komen te immuniseren. Vanochtend zijn we er ook al vroeg uitgegaan omdat we die vaccinaties moesten uitvoeren voordat de kinderen waren vertrokken naar school. Het is echt geweldig om de zon op te zien komen in de tropen! We gingen de huizen bij langs en we schreven met krijt een teken op de muur zodat het duidelijk was dat we er geweest waren. Verder de scholen, het ziekenhuis, de O.P.D, kortom: overal waar er maar kinderen te vinden zijn, werden de vaccins uitgedeeld. De kindertjes krijgen met inkt ook nog eens een merktekentje op hun vinger om te voorkomen dat ze meerdere shots krijgen. Tjonge, wat zijn er hier veel kindertjes! Maar ja, de vrouwen zijn ook bijna altijd zwanger. Op den duur moesten we ook de kinderen van het leuke doktertje vaccineren. Hij stond in zijn onderbroek voor het huis, tussen zijn kalkoenen. Afia en ik waren net twee hopeloze pubers, we kwamen niet meer bij van het lachen. Maandag heb ik de boom in de tuin zo mishandeld dat we weer normaal over het paadje kunnen lopen en Afia heeft met een schaar het gras gemaaid. Verder hebben we een oudewijvenparty gehouden met de meest afschuwelijke bloemetjesjurken die we op de markt hadden gevonden. Afia had nog thermossokken en steunkousen mee dus die kwamen mooi van pas. De lamp deed het weer eens niet vandaag, maar vannacht kwam de elektriciteit terug en midden in de nacht ging mijn lamp aan. Ik was te lui om uit bed te stappen en de lamp uit te doen dus ik heb een trui over mijn hoofd getrokken en ben verder gaan slapen.
De spoedeisende hulp. Donderdag, 25 oktober 2001.
Vandaag ben ik weer gaan werken op de emergency ward. Het trekt me toch wel heel erg aan en het ligt ook wel het dichtst bij dat “intensieve klinische gedoe”44, mijn onderwerp voor het afstuderen. Er liggen alleen wel een beetje mensen dood te gaan daar. Vandaag wandelde het hoofd vrolijk van de afdeling om eten te gaan kopen, stond ik er alleen nog met een ward-assistent. Natuurlijk kwamen toen juist de erge gevallen binnen zetten zoals een man die meningitis had, ik wist nauwelijks hoe ik moest handelen. Ik heb een beetje vitale functies gecontroleerd, maar hij was er slecht aan toe. Het is gewoon zo raar dat dit soort situaties kunnen! Ook het personeel loopt gewoon weg voor de stomste dingen, zoals een pyjama kopen van een handelsvrouw ofzo. Ik voel me super verantwoordelijk, maar ik weet nauwelijks waar alles staat en wat ik moet doen. De man was al dood voordat de dokter of het hoofd terugkwamen. Verder kwam er ook nog een man met een grote vaart naar binnen strompelen die vlak voor mij in elkaar stortte. Wat bleek: hij had een zogenaamde intro-castrale hernia. Dus al zijn darmen waren in zijn ballen gezakt. Nou ja…alle darmen is overdreven, maar ik kon mijn ogen 44. Bij het afstuderen aan de HBO-V kan men kiezen uit een aantal differentiaties: ik koos voor de IKZ (Itensievere Klinische Zorg)
39
niet geloven toen ik zijn ballen zag… zo groot! Hij moest meteen met zijn benen omhoog en zijn hoofd naar beneden op een bed, maar hij viel er weer uit omdat hij wild was van de pijn. Verder komen er veel slachtoffers binnen van verkeersongelukken. Omdat de afdeling die hieraan vastzit (de extention-ward) zo vaak vol is, liggen sommige mensen op een bankje of een brancard in plaats van op een bed. En dan zijn ze er zo erg aan toe! De medische handelingen zijn hier plenty: catheteriseren, sondes en infusen inbrengen, wonden verbinden, bloedtransfusies enzovoorts. Ik had er nog nooit zo bij nagedacht, maar het is eigenlijk lastiger om aders aan te prikken bij een neger. Het afdelingshoofd confronteerde mij daarmee toen ze tegen mij zei dat ik doorzichtig was… haha… Ja, toen ik goed keek zag ik overal de blauwe aders doorschijnen, en bij donkere mensen is dat niet zo. Daar kun je de aders alleen aan de bolling zien. Daarom is het ook noodzaak om de arm goed af te knijpen. Dat gaat nu trouwens met een stuk neussonde. Ik weet ook niet waarom er geen stuwbanden zijn. Afia werkt nog steeds op de maternity ward. Gisteren zagen we ineens het hoofd van de kinderafdeling rond crossen als taxichauffeur. Tja, iedereen heeft hier een handeltje naast zijn gewone baan.
Naar een begrafenis met dokter Kessie. Maandag, 29 oktober 2001.
Home sweet home, weer thuis in Techiman. Waarom ik zo blij ben om hier weer terug te zijn? Vrijdag stond de buurvrouw ineens op de stoep, of we zin hadden om mee te gaan naar een begrafenis in Anum. (Volta Regio) Eerst zou dokter Wegdam meegaan, maar aangezien zijn vrouw nu in Nederland zit had hij er niet zo’n zin in. Dus toen vond dokter Kessie dat wij mee moesten. Nou dat is me een ervaring hoor! Zo’n vier dagen met Ghanezen optrekken. Als we nou niet geïntegreerd zijn dan weet ik het ook niet meer. We hebben ontzettend veel geleerd over de leefgewoonten en de cultuur. De beste man die we gingen begraven was al zo’n drie maanden dood, maar aangezien hij nogal een hoge piet was, kostte het nogal veel tijd (en geld!) om de begrafenis te regelen. Trouwens, ze hebben de lichamen soms nog veel langer in de diepvries liggen, het record staat op zes jaar! Dat was ook wel extreem, toen hadden ze namelijk geen opvolger gevonden voor de queen mother en de traditie schrijft voor dat je een persoon niet mag begraven voordat er een opvolger gevonden is. Maar goed, we zouden om tien uur ’s ochtends vertrekken en wij gekke Hollanders staan dan natuurlijk om tien uur op de stoep. Maar helaas, doc moest eerst nog eten en slapen, dus wij worden met de fotoalbums op de bank geïnstalleerd. Vertrek: éen uur. Zoals het een Ghanees betaamt stoppen we om de haverklap op de raarste plekken om weer een of ander familielid te bezoeken of om eten te kopen langs de weg. Ghanezen hebben overal connecties en onderhouden deze contactenook goed. De helft van de tijd krijgen we niet mee wat er gebeurd of wat we geacht worden om de doen, dus het stelt ons geduld zeer op de proef. Nog even een leuke: we zaten bij dokter Kessie en zijn vrouw Faustina in de auto in Kumasi, komt er een “blinde” aangewaggeld die zegt: “obruni, geef me geld!” Waarop Faustina heel gevat opmerkte: “als je blind bent hoe kun je dan weten dat er een obruni in deze auto zit, kun je dat ruiken ofzo?”. Heel veel mensen spelen ook de rol van bedelaar, omdat bedelen best wat oplevert, aangezien iedereen hier zo godsdienstig is en de plicht voelt om geld te geven (vooral de moslims hebben deze plicht). De begrafenis duurde zoals de meesten hier in Ghana drie dagen. Vrijdagavond kwamen we laat aan in Anum. De meeste mensen waren zo vereerd dat we erbij waren! Ze waren bezig met een nachtwake, iedereen komt dan langs om de familie hun medeleven te betuigen en elkaar te begroeten. Het lijk lag ontdooid en wel op een bed, omringt met de meest kitserige dingetjen: witte 40
gordijntjes, nepbloemen… werkelijk afschuwelijk! De mensen steken hun emoties niet onder stoelen of banken, ze stonden daar te schreeuwen en huilen. We hebben nu gezien dat er geen enkele emotie aan te pas komt als iemand zijn familie begroet die hij lang niet gezien heeft, soms een handje en that’s it. Maar o wee! als je dood gaat. Mensen prijzen je de hemel in. Je betekende alles voor hen, zonder jou kunnen ze het leven niet voortzetten. Dit wordt allemaal met veel drama, gebrul en gehuil een dag lang geroepen. In tegenstelling tot onze begrafenissen is het verder één groot feest: familie ontmoeten, veel zuipen en eten! Omdat deze familie zo rijk was, was het een groot evenement met geluidsinstallatie en bands, maar ook de traditionele Afrikaanse bandjes ontbraken niet. Afgelopen weekend is de lijst met potentiële echtgenoten weer met zo’n 200 namen gegroeid. Het is fantastisch om al die mannen te zien lopen in hun mooie tuniek, ze hebben werkelijk een prachtig lijf -niks geen anabole steroïden, dit is puur natuur!- en dan willen ze nog allemaal met je trouwen ook! Vooral als we wat mee probeerden te dansen was de leeuw los. We hadden mensen nodig die om ons heen gingen staan om de anderen tegen te houden die met ons wilden dansen. Faustina had haar hele koffer volgestopt met traditionele begrafenisjurken en kerkjurken. Het hoort zo dat je drie keer wisselt, op de eerste twee dagen van de begrafenis in zwart-rood en zondags in de herdenkingsdienst zwart-wit. De mannen dragen dus kleden. Onze jurken waren afschuwelijk, bijna nog erger dan die van ons oudewijvenfeest. Die van mij was veel te groot, dus er waren overal spelden ingeprikt om de boel enigszins omhoog te houden. Ik voelde met net een aankleedpop en de dokter en zijn vrouw constant maar roepen dat we zo mooi waren in onze Afrikaanse jurken! Het leek net een groot verkleedfeest, een toneelstuk! Het leuke is ook dat alle mensen met status met je willen praten: zo was er een hele oude vrouw die heel rijk was en veel macht had. Die vond dat Anum mijn hometown moest worden. Ze had een groot stuk grond dat ze aan mij wilde geven en daar kon ik wel een huis op bouwen. Natuurlijk was er dan wel een éen of ander familielid waar ik mee moest trouwen. Tja… af en toe ben je meer een wandelend statussymbool dan gewoon een verpleegstertje dat in een ziekenhuis komt werken. Ik kan er ook niks aan Afia, dokter Kessie, Faustina, en ik. doen dat ik in een luxe BMW word gestopt en dat alle hoge pieten vereerd zijn als je met je afschuwelijke ouwe wijven jurk aan komt zetten. Een ander item, om minstens een bladzij over vol te kunnen pennen, is het eten. Ongelofelijk, wat zijn wij volgestopt. Als je na een mega bord banku of fufu denkt dat het voor de rest van de dag wel gebeurd is, dan heb je het grondig mis, want binnen twee uur staat er weer een bord vol eten 41
voor je neus. Met een verwachtingsvolle glimlach kijkt iedereen dan of de obruni’s het Ghanese eten ook nemen en je hebt het helemaal gemaakt als je je bord helemaal leegeet. Dan zijn ze zo vereerd! De moeilijkheid is alleen is dat ik dit wel twee keer, maar niet vier keer op een dag kan. Het ligt ook allemaal ontzettend zwaar op de maag, dus lopen gaf af en toe een probleem. Ik ben elke keer de pineut met de vissenogen, telkens lagen ze op mijn bord. Holé! Lang leven de Ghanese keuken. Verder was er het hele weekend in geen velden of wegen een plee te bekennen, dus waren we genoodzaakt onze toiletgang te reduceren tot één keer per dag. Dit gaf af en toe wel wat problemen, vooral toen ik diarree aan het krijgen was, maar zo ontzettend heb lopen knijpen om alles binnen te houden dat ik waarschijnlijk dichtgegroeid ben. Geen pretje met al die pepersausjes en pepersoep. Verder is er ook geen stromend water, maar dat is niet zo’n ramp. Na de dienst zondag zijn we naar Akosombo gegaan, daar hebben we het ziekenhuis van de VRA45 gezien en ook de dam van de Volta46. De zusjes van de dokter werden van hun kamer verbannen naar de bank omdat wij in hun bed kwamen slapen. Daar kom je natuurlijk de volgende dag bij toeval achter omdat je daar zelf naar vraagt… af en toe vind ik het zo lullig… Ontbijt maandagochtend om vier uur: garnalen (helemaal…hoezo pellen, maar het is nog lekker ook) en vissoep met een heel zwaar soort deegspul. Verbazend hoe gastvrij dit volk is. De dokter en zijn vrouw hebben zo hun best gedaan om te zorgen dat het ons aan niets ontbrak. Toch waren we blij dat we weer thuis waren, al was het alleen al door de kraan met water en de WC die we hebben.
Weer terug in het ziekenhuis. Dinsdag, 30 oktober 2001.
EMERGENCY!! Ik vind het echt heel erg leuk op de emergency afdeling. Dat is tenminste werken! Ik zat een beetje in de rats, omdat ik gisteren niet op was komen dagen i.v.m de begrafenis. Maar nee hoor, toen ik binnenwandelde was iedereen helemaal verheerlijkt dat de obruni weer terug was op de afdeling. Zoals gewoonlijk lagen de bankjes weer vol met mensen die op een bed of operatie moesten wachten. Een ward-assistent had alle medicatie lijsten naar de verkeerde plaats gebracht: gevolg: we kunnen geen medicatie doen tot twaalf uur. Aangezien er veel malaria en meningitis gevallen zijn is dit een slechte zaak, die medicijnen hebben we echt nodig. Ik heb soms zo met die mensen te doen! Vandaag heb ik ook weer een infuus gezet bij een heel klein kindje, adertjes zo klein, het moest telkens overnieuw. Tiet wordt in het kindje gestopt, armpje afgeknepen met een stuk touw… loopt er ineens weer een kip rond te rennen! Probeer je zo steriel te doen… maar soms is het een gebed zonder einde. Ik heb vandaag een hagedis gevangen in de kamer. Er zitten hier zoveel, ook van die rozedoorzichtige met donkere ogen.
In de nachtdienst.
Donderdag, 1 november 2001.
Gisteren heb ik Momi (de baby van de buren) alleen op mij rug geknoopt, het ging in een keer goed! Ik begin er al vaardigheid in te krijgen. Even lekker schudden met de massa en ze sliep al. Ik heb de rest van de avond met haar rondgelopen en ook al spring je en schudt alles, ze blijft gewoon doorslapen! 45. Deze letters staan voor Volta River Authority, een grote organisatie die o.a. het project van de dam van de Volta (groot meer) heeft gedaan. In Akosombo is bijna alles van de VRA. 46. Een groot stuwmeer in Ghana.
42
Deze keer had ik nachtdienst op de emergency. Het is nog drukker dan overdag in verband met de verkeersongelukken die vaak in het donker gebeuren. Af en toe kan ik wel kwaad worden op de verpleegkundigen daar, ze maken zich meer druk over een begrafenisuitnodiging dan over een mensenleven. Voor veel mensen is de hoop op mij -een blanke- gevestigd, maar ik kan verdorie nog geen woord verstaan. Vaak zijn ze zo radeloos als er iemand ligt dood te gaan en ik kan dan nog niet eens vragen wat er gebeurd is. Dus weet ik vaak helemaal niet waar de patiënt pijn heeft. Hun gebarentaal is ook nog eens anders. Als zo’n spoedgeval binnenkomt wil ik graag meteen helpen, maar mijn collega’s liggen soms met hun hoofd op de balie te slapen en mopperen tegen de patiënt en zijn familie. Ik kan behalve wat medische handelingen uitvoeren dus weinig betekenen. Dat gaat zo tegen mijn gevoel in. Zo was er een man die gif had geslikt met als doel suïcide, ik krijg dat allemaal niet mee als dat in het Twi meegedeeld wordt. Verder was het ranzig: twee mensen hebben over me heen gekotst, er wordt absoluut niet hygiënisch gewerkt: de verpleegkundige liet een blaascatheter gewoon aflopen op de vloer, veel naalden die gebruikt zijn en niet worden weggegooid. (Op het prikbord worden ook naalden gebruikt om de briefjes op te hangen...die zullen toch hopelijk niet voor prikken gebruikt zijn? Nou, ik ben voor alles op mijn hoede). Ondertussen kwam de arts assistent ook nog eens langs met zijn hond… een grote chaos. En toen ineens, gingen we om beurten twee uur slapen. Ik samen met twee andere verpleegkundigen. Eentje op de onderzoektafel, een op de balie en de laatste deed het op drie stoelen naast elkaar. Binnen een minuut waren ze vertrokken, diep gesnurk… en daar lig je dan op de tafel, je af te vragen hoe je nou in vredesnaam door het gehuil van de mensen heen kan slapen. Ik had me niet gerealiseerd dat de mentaliteit hier zo anders zou zijn! Na twee uur was de rest aan de beurt om te slapen. Ik voelde me veel beter toen ik wat rond kon lopen, alleen al om aanwezig te zijn. Een ander punt is dat de mensen een soort buigende beweging maken en aan de kant gaan als je in de buurt komt. Ze nemen een ondergeschikte houding aan en dat vind ik erg! Op het moment dat er een belangrijke handeling gedaan moest worden, kon het zo maar weer gebeuren dat iedereen hem gepeerd was en dat ik alleen stond tegenover een aantal verwachtingsvolle mensen… ARGH! Af en toe ging de telefoon, niemand in de buurt natuurlijk, dus ik moest opnemen en dan zit er alleen maar iemand in het Twi te praten. Soms zakte de moed me in de schoenen. Nachtdiensten zijn hier ook wel erg lang: van acht uur ’s avonds tot acht uur ’s ochtends. Vanavond hebben we een fufubak geschilderd en naar de buren gebracht als dank voor het weekend. Verder hebben we pannenkoeken gebakken voor dokter Wegdam en twee OKassistenten die voor een paar dagen bij ons in het huisje logeren. Het is erg gezellig om weer eens onder de Nederlanders te zijn. We hebben een leuke avond gehad. Nu ben ik dus van mijn bed verbannen en lig ik weer bij Afia op de kamer. Eigenlijk vinden we dat alleen maar leuk. Verder heb ik nog een nieuw soort outfit laten maken, de heleboel op zijn kop gezet bij een dress-shop, omdat we daar een jurk lieten maken. Binnen en paar seconden staan er zo twintig mensen om je heen om te kijken hoe je je op laat meten.
Weer een weekendje chillen. Maandag, 5 november 2001.
Ik ben terug van een super gaaf weekend in Kumasi! We zijn naar een mooi tropisch regenwoud geweest… prachtige vlinders, bomen, bloemen, vogels en oerwoud. Tuurlijk moesten en zouden we met een liaan door het oerwoud slingeren en dat is ons gelukt ook! Ik had er eigenlijk veel langer willen blijven maar helaas: life is very short en there’s no time. Maar we hebben er toch mooi een dag rondgebanjerd en weer lekker aangepapt met de manager zodat we een gratis ritje terug naar Kumasi kregen. Verder hebben we asociaal in een zwembad gehangen. Dat was pas echt 43
een tropisch zwembad. Met echte palmbomen in plaats van die papier-maché in elkaar gefrutselde boompjes in Nederland. Er zijn ook maar weinig negers die kunnen zwemmen dus in het diepe hadden we alle rust. Verder hebben we ons natuurlijk uitstekend vermaakt in het internetcafé. Het is erg gaaf om weer eens contact en terugkoppeling met Nederland te hebben. Er lopen plenty obruni’s rond in Kumasi en laat ik nou een jongen tegen komen waar ik in Nederland mee gemaild heb! Ik had afgelopen januari gereageerd op zijn oproepje of iemand ook wat van Ghana wist. We hebben wat heen en weer gemaild over tickets, inentingen, stages etc. Hij zat in Accra dus ik dacht: die kom je hier toch nooit tegen. Maar wel dus. Het was erg toevallig! Verder kwamen we ook nog verpleegkundigen tegen, net afgestudeerd uit Nederland, erg tof om weer eens landgenoten te zien. Wat helemaal raar is, is als een neger ineens Nederlands tegen je gaat praten. We kwamen een Ghanees tegen die in Rotterdam woont en op familiebezoek was… Hij kon nog niet zo goed Nederlands maar deed verwoede pogingen. We hebben een grote turkentas gekocht en het cultureel centrum leeggekocht en ook erge mooie Afrikaanse stoffen gekocht op de markt. We zijn lekker uit eten geweest, truttenschoentjes gekocht. Ik was mijn medicijnen vergeten dus ik mocht van mezelf toen ook maar aan de alcohol, waardoor het weekend nog gezelliger werd. Op de markt is snotverdorie mijn geld gejat. Wat is een rugzak ook voor een stomme uitvinding. Voor je je om kan draaien is het kwaad al geschied: rugzak open en dag poen! Vanavond hebben we bij ons zelf ingebroken want we waren de sleutel een beetje kwijt en stonden naar met onze turkentas voor het hek te gluren. Toen ben ik er dus maar over heen geklommen en heb via de zijkant van keuken een sleutel van de voordeur opgehaald.
Met het PHC-team naar Offuman. Dinsdag, 6 november 2001.
Outreach-clinic in Offuman. Toen we aankwamen moesten we eerst met de bevolking palmwijn47 en pito drinken. Dat was weer erg gezellig op de vroege ochtend. Het was verder ontzettend druk, we hebben meer dan honderd kinderen gehad. Op den duur was het zo druk dat de vrouwen bij de weegschaal begonnen te vechten, ze wilden allemaal tegelijk hun kind eraan hangen. Ik heb er toen heel hard doorheen geblèrd dat ik helemaal niemand ging wegen als ze dat deden. Hoewel er helemaal niemand Engels kon, snapten ze het allemaal en ik was erg verbaasd over het overwicht dat ik op hen had. Ik dacht dat niemand zou luisteren. Voor de kinderen zijn de overgebleven spuiten en doppen leuk speelgoed. Ze zaten er allemaal op te azen. Afia is met een voorlichter van het ziekenhuis een AIDS programma aan het doen.
47. Wijn, afkomstig van de palmnutboom. Het wordt gewonnen door deze boom om te hakken, een gat erin te slaan en er een kruik onder te zetten.
44
Een outreach clinic in Issakrom. Woensdag, 7 november.
Totally lost in the middle of nowhere… we werden met z’n tweetjes (Ama, een PHC-nurse en ik) in Issakrom gedropt vandaag. Surrounded by bananenbomen, palmbomen en maïsplanten. Na een hele poos wachten kwamen de eerste mensen opdagen. Hier waren de echte dikke buikjes, navelbreuken en rafelkleertjes. Alcohol en watten waren nergens te bekennen, dus moesten we de vaccinaties doen zonder ontsmetten en watten. In Nederland mag dat volgens de nieuwe theorieën al wel weer, maar aangezien we hier een aantal jaren achterlopen kan dat natuurlijk niet! Ook het mazelenvaccin was kwijt, de kindertjes die daarvoor kwamen hadden maar te wachten tot het eind van de dag. De rest van het PHC team kwam maar niet opdagen om ons weer op te halen, gelukkig hoefden we ons niet te vervelen, want de mensen gingen weer dansen! Wat is dat dansen gaaf zeg! Hun hele mimiek verandert, ze lijken heel erg kwaad en hun voeten bewegen heel snel. De rest van hun lichaam drilt aan alle kanten. Ik verbaas me erover hoe geweldig hun zingen klinkt, zonder dat ze maar enig muziekinstrument gebruiken. De rokken gebruiken ze als grote trom door ze op te spannen door wijdbeens te gaan staan en een hand erop te leggen en daar vlak onder te slaan. Verder klappen ze heel snel met de handen en tikken met de voeten. Er werd een berg fufu aangesleept zodat we geen honger zouden krijgen. Ook kreeg ik nog eens vers geplukte sinaasappels en yams mee. Het was dus een geweldige dag! Ik kwam ook een negerkindje met rood haar en sproeten tegen…zag er heel maf uit! Toen we bijna weggingen werd ik ineens door een van de vrouwen de bosjes ingetrokken, ik wist niet wat me overkwam. Trekt ze haar rok en onderbroek uit en gebaart mij dat ik naar haar anus moet kijken. Het zag er allemaal wat dubieus uit, maar ja, ik ben geen dokter en zij dacht van wel. Ze vond het in ieder geval heel geweldig dat ik er naar gekeken had. Soms kun je zo weinig doen. Ik heb maar gezegd (lees: gebaard) dat ze het in het ziekenhuis moet laten zien (ze was toch zwanger en moest er voor controle heen). Vanavond heb ik een poging gedaan om naar huis te bellen, geen succes, ik kon niks horen.
De oogkliniek.
Donderdag, 8 november 2001.
We hebben vandaag het enige onderdeel van het ziekenhuis dat we nog niet hadden gehad (de eyeclinic) bezocht. Hoewel ik geen bal verstand heb van oogziekten (laat staan in de tropen en dat is nog eens een verhaal apart) mocht ik meteen helpen mensen onderzoeken. Beetje door de microscoop gluren en pupilreacties doen. Omdat veel mensen analfabeet zijn, testen ze het kijkvermogen niet met letters maar met symbolen. Er komen veel mensen met staar. Vanmiddag zijn we bij de pastorale medewerkers van het ziekenhuis geweest, “eventjes” wat vragen over AIDS-counseling, het komt er op neer dat we daar de hele middag zaten. Het was erg interessant, een verhalen dat je hoort! We zijn ook naar de vleeshallen op de grote markt geweest om een stuk koe te bemachtigen. Afia werd bedreigd met een mes omdat ze een foto wilde maken van halve gare koeien met vliegen erop. We hebben drie uur over de markt lopen banjeren, ontzettend droog en stoffig! Ondanks dat hebben we wel een paar juwelen van kokosnoten op de kop getikt!
45
Op pad met de sociale werker van het ziekenhuis. Vrijdag, 9 november 2001.
Alles loopt anders dan gepland. Was ik van plan weer eens gewoon naar de afdeling te gaan, zitten we nog geen dertig minuten later in de auto op weg naar Jema. We moesten op zoek naar de chief van dit dorp, want we hadden een probleem: er was een meisje in het ziekenhuis binnengekomen dat mishandeld en ondervoed was. Ze had een grote wond op haar been en het scheelde niet veel of hij moest geamputeerd worden. Ze was er slecht aan toe. Het bleek dat ze van huis weggerend was, omdat haar vader haar sloeg (die was aan de marihuana) en haar moeder dood was. Nu gingen wij met de social worker naar dat dorp om uit te vinden wat er aan de hand was en om een oplossing te zoeken. Omdat de chief het meeste invloed heeft in een dorp, was hij de eerste persoon waar we contact mee zochten. Natuurlijk een grote opschudding bij de inwoners omdat Afia en ik mee waren. Het hele dorp liep uit, op den duur stonden er zo’n zestig mensen om ons heen. We hebben de vader inderdaad te pakken gekregen, maar hij lag er al helemaal uit bij de dorpsgemeenschap. Hij stond vreselijk voor paal, iedereen lachte hem uit. Volgens de chief zou z’n gedrag niet verbeteren en zou hij uit de gemeenschap ontsnappen zodra we wegreden, dus we moesten hem meenemen naar Techiman. Hij was erg kwaad en ook heel erg nerveus. Prachtig om te zien hoe de oudsten van het dorp overleg plegen en beslissingen nemen. De jongere mannen moesten lager zitten dan de chief en de andere wijze mannen. Vrouwen mochten er volgens mij helemaal niet bij zijn, behalve de pastoraal werkster van het ziekenhuis en wij dan. Ik kon op den duur mijn lachen niet inhouden toen ik een gehandicapte (volgens Afia van de disablede geitenclub) geit langs zag komen, maar het gesprek ging er ondertussen zo heftig aan toe! Na veel gedoe moest vader mee de auto in en mee naar Techiman, alwaar hem een donderpreek van de matron te wachten stond. De hele week hebben we trouwens al afspraken met de matron over evaluaties, maar ze vergeet het telkens dus het wordt steeds vooruit geschoven. Vanavond heeft het Holy Family Hospital team gevoetbald tegen een team van leraren uit Nkoranza. Tjonge wat kunnen de Ghanezen goed voetballen, sommigen hebben er niet eens schoenen voor, de een loopt op slippers, de volgende op hakken… en toch zijn ze heel snel! Verder ook een feestje gevierd vanavond, omdat het buurmeisje Eveline jarig was. Ze woont hier eigenlijk niet, maar zit al sinds een paar maanden bij haar broer (dokter Kessie). In Ghana worden de verjaardagen meestal niet eens gevierd, dus ze was erg blij.
Chiefs in Nkoranza. Zaterdag, 10 november 2001.
Vandaag was er een groot festival in Nkoranza, en de president Kufuor zou ook komen. Dus wij hebben onze Afrikaanse jurken aangetrokken en zijn gaan kijken wat er te doen was. Het was toch gaaf! Alle chiefs kwamen in hun kentekleden en goud. Ze werden gedragen in een grote bak, die de dragers op hun hoofden hadden staan. Verder waren er veel parasollen en een groep met drummers bij elke chief. Het was wel grappig om te zien hoe de dragers zich in moesten spannen om de swingende chief in balans te houden. Toen ze aankwamen begonnen de mensen te juichen en dansen. Ik liep er naar toe om een foto te maken, maar dat viel teveel op. De chief had me in de gaten en hing uit zijn bak met mij te sjansen. Toen was de massa met mensen helemaal gek. Allemaal schreeuwen en juichen. Ik schaamde me dood en maakte dat ik wegkwam. Ook de queen mothers werden gedragen en geëerd. We kwamen tijdens het feest twee politie-agenten tegen, officieren, hoge pieten. Eentje kenden we wel, omdat die ons een keer de weg had gewezen. Hij zat toevallig naast Afia toen ze door haar 46
stoel heenzakte tijdens het festival. Er klonk een luid gekraak en meteen was hij, Prince heet ie, erbij om haar te redden. Afia had al een leuke naam voor hem: haar schwarzeneger. We zijn op hun uitnodiging ingegaan om wat te gaan drinken, nou dat werd een leuk feestje. Ik had een hele poos geen bier gehad door de medicijnen en ze plantten meteen een halve liter star en guiness voor mijn neus neer. Ik ben niks meer gewend, Afia ook niet zo, dus binnen de kortste keren waren we aangeschoten. De officieren waren ook aardig aan de sterke drank en zaten ons constant te versieren. Hoewel ik volhield dat ik getrouwd was, kwam ik er nog niet vanaf! Er werd gebraden kip gehaald, en het werd steeds gezelliger, alleen constant dat gezanik over trouwen. Die officieren moesten gewoon werken maar ze hebben dus de hele middag met ons in dat tentje gezeten. Af en toe rende eentje de straat op en brulde wat orders in het rond, om zich daarna weer te installeren in dat kroegje. Ik denk dat mensen hier gewoon minder verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Dat zie je in het ziekenhuis bij de verpleegkundigen en nu ook hier weer. ’s Avonds hebben we bij dokter Kessie gegeten. Hij gaat een brief voor ons schrijven naar de directeur van de VRA zodat we mee kunnen op het hospitaalschip, dus dat is erg mooi. Tjonge wat een kleren, wat een muziek en dans vandaag. Echt traditioneel Afrikaans, het was geweldig. De alcohol doet nog steeds zijn werk en ik ben dus overactief en zal voorlopig niet kunnen slapen, dus ik moet even een boom om gaan hakken ofzo.
De school voor verpleegkundigen in Berekum. Maandag, 12 november 2001.
Afgelopen zondagmorgen zijn we met de familie Wegdam naar een name-giving service48 geweest in de evangelische kerk. De familie die het kind had gekregen, hadden het Vrede genoemd, naar de achternaam van mevrouw Wegdam, dus we moesten ze supporten. De ceremonie was heel grappig: eerste kwam de moeder dansend de kerk in met het kind op haar armen en alle vrouwen die deelden in haar dankbaarheid (shared in thankfullness) gingen achter haar aan dansen in een rij, wij dus ook meehobbelen. Daarna de beurt aan de mannen: de vader voorop en deze keer dokter Wegdam de klos. Het was gewoon een polonaise, een erg leuke dienst. Omdat de diensten hier zo heel erg lang duren, besloten we tijdens de preek op te stappen. Het was vermakelijk, want toen we naar buiten liepen stroomde de halve kerk leeg, allemaal mensen achter ons aan Verpleegkundeklas in Berekum die de familie Wegdam kwamen bedanken voor hun support. Toen bleek dat de dienst voor het gemak ook maar afgelopen was. Afia en ik zijn daarna op het Sunyani station afgezet en naar het HFH van Berekum afgezakt, want we wilden namelijk de school voor verpleegkunde studenten en verloskundigen zien. Daar bij die school wonen ook de studenten die in september in het ziekenhuis in Techiman werkten. Ze waren 48. De naam van het kind wordt pas na een aantal dagen bekend gemaakt. Een name giving service is te vergelijken met een doopdienst.
47
toch blij dat we gekomen waren! Het was een hele leuke ontvangst, we kregen meteen een hele rondleiding door het ziekenhuis, het studentenhostel en de stad. ‘s Maandags werden we in Ghanese schooluniformen gehesen (het was wel moeilijk om wat te vinden, omdat onze konten doorgaans platter en onze schouders breder zijn dan de Afrikaanse vrouwen), en toen konden we terug in de schoolbanken. Letterlijk in de banken, van die oude bruine gevallen met een gleufje erin. We hebben vandaag een aantal lessen gevolgd in de klas, dat was erg grappig. Heel het leven lijkt hier wel vertraagd te gaan, de lessen zijn gemakkelijk te behappen, en ook de inhoud van de lessen is op zich wel goed, maar het is nog wel gewoon lekker consumeren wat de docent je voorschotelt. We hebben ook een practicum gehad, en ze hebben in de oefenruimte zelfs negerpoppen om je vaardigheden op te oefenen! De docent die ’s middags les zou geven kwam niet opdagen, dus wat doen wij Ghanezen dan: leg je hoofd neer op je bankje en ga lekker liggen slapen! We hebben nog een heel gesprek gehad over de opbouw en de inhoud van de lessen met een vrouw uit Duitsland die les gaf op het schooltje. Wel grappig, in het curriculum van de studenten hebben de zogenaamde African studies veel aandacht. De overheid vindt het erg belangrijk dat ze daar veel van leren. Ik vond het leuk om de verpleegkunde opleidingen te kunnen vergelijken. Scholieren in Ghana die graag de opleiding tot verpleegkundige willen volgen, moeten worden gesponsord door een ziekenhuis. Ze schrijven een brief met een sponsoraanvraag en motivatie om verpleegkundige te worden. Deze brieven worden geselecteerd door de matron van het betreffende ziekenhuis, en eventueel wordt een aspirant-student uitgenodigd voor een gesprek. Als een student aangenomen wordt, dan betaald het ziekenhuis de opleiding, in ruil voor een aantal jaren dienstverlening na de diplomering. We merkten ook dat de studenten in hun eigen vakantie voor een ziekenhuis moeten werken, niet om geld te verdienen, maar om ervaring op te doen. Tijdens de opleiding wonen de studenten intern, maar dat is hier vrij normaal, ook als je gewoon het voortgezet onderwijs volgt. We hebben nog een hele belangrijke ontdekking gedaan! In Berekum is een lekker zwembadje, dus die moesten we meteen even testen.
Leuke dag.
Dinsdag, 13 november 2001.
Geen zin om te schrijven vandaag, maar het was een dag zoals een Anneloes die graag heeft.
In en om het ziekenhuis. Woensdag, 14 november 2001.
Wat een geouwehoer zeg, met de elektriciteit! Dan is de stroom weer uitgevallen, na een paar uur gepruts weer gemaakt, ligt ie er na vijf minuten weer af! We zitten maar wat bij ons kaarsje, ons enig lichtpuntje in deze duistere geschiedenis. Gisteren kwam er een vrouw met de taxi het ziekenhuis binnen, ze stond op het punt om te bevallen. Ze was de taxi net uit en toen kwam het kind al en viel op de grond. Waarschijnlijk kwam het zo snel omdat het nog prematuur was en na twee uur was het kindje dan ook dood en de moeder -razend van woede- heeft het hele verhaal op de radio verkondigd. Het ziekenhuis kwam er niet zo best vanaf. Echt weer zo’n absurd verhaal zoals het alleen in Afrika kan. De matron moest eraan te pas komen om de boel weer een beetje recht te zetten. Rachia, het mishandelde meisje, is niet bij ons weg te slaan sinds we haar een keer hebben meegenomen naar ons huis. De volgende morgen stond ze om zeven uur alweer op de stoep met haar kapotte been, was ze het hele eind gestrompeld van het ziekenhuis naar ons huis. Wel leuk, 48
dat in deze cultuur je deur altijd open mag staan voor gasten, maar niet als we aan het slapen zijn! Vrijdag moet ze mee terug naar haar vader, dat weet ze nog niet, maar ze hebben een “toevallige” ontmoeting geregeld met haar vader. Ik ben erg benieuwd hoe dat af gaat lopen. Vandaag werden we tijdens de clinic met eieren, paw-paw en sinaasappels betaald omdat een aantal vrouwen geen geld hadden. (En dan betalen ze nog alleen maar een symbolisch bedrag).
Sterren en fufu.
Donderdag, 15 november.
We hebben vannacht op de veranda geslapen onder de sterrenhemel. Wat hebben ze hier een mooie sterrenhemel ’s nachts! Ik kan de hele melkweg zien en zoveel sterren! Die sterrenbeelden zijn heel anders opgesteld ineens, ik heb er maar eens goed studie van gemaakt. Om vijf uur begonnen natuurlijk de moslims weer door hun microfoon te blèren…beetje jammer dus. Maar het bevalt me zeer goed, buiten slapen. Het is ’s nachts nog zo warm dat je geen laken nodig hebt, dus het enige ingrediënt is een matrasje en daar wil ik ook nog van afkicken. Ik ben helemaal uit mijn dak gegaan bij het fufu stampen. Eerst bij de buren gestampt en daarna voor ons zelf, ik heb nu vier open blaren op mijn handen dus ik moet eens wat eelt gaan kweken. Rachia was helemaal weg van onze fufu met dubbelzoute pindasoep. Ze heeft wel drie borden gegeten en maar goed ook want ze was zo mager! Ook heeft ze bij ons in de tuin gepiest…ze wist niet waar de WC was, of ze wilde het gewoon niet weten.
Naar een basisschool. Vrijdag, 16 november 2001.
Vandaag gingen we naar een schooltje om daar de kinderen te onderzoeken: leestest doen, ogen, tanden, gewicht en dergelijke controleren. Ik heb trouwens de kinderen nog nooit in een leslokaal gezien, ze hebben hier in Ghana wel hele lange speelkwartiertjes. Omdat er zo veel kinderen zijn, worden de kinderen opgesplitst in een ochtendgroep en middag/avond groep. Vanaf het moment dat ze binnenkomen op de school wordt er Engels tegen hen gesproken, ook al verstaan ze er niks van. Ze worden trouwens wel gedrild hoor… Komen we binnen: − “Goodmorning class” − (in koor) “Goodmorning teacher”. − “How are you?” − “We are fine, how are you too?” − “I’m also fine” − “Thank God”. Het gaat allemaal precies gelijk in koor. De leraren lopen ook nog veel met linialen rond om hier en daar iemand letterlijk op de vingers te tikken. Maar er wriemelen ook zo ongelofelijk veel kindertjes rond! Toen we klas één aan het screenen waren merkten we dat sommige leerlingen wel hele slechte ogen hadden… Ze konden zelfs de bovenste letter van de leeskaart niet lezen. Blijkt dat de kinderen gewoon nog geen letters geleerd hebben! Ze waren al wel zo’n zeven tot negen jaar oud, dus dat is wel een beetje jammer. Verder gaf het PHC team een lesje gegeven over tetanus, we hebben foto’s gemaakt en toen moesten we weer terug. Vandaag regen! Lekker ruikt dat. Morgen knalt het groen weer uit de aarde.
49
Naar Kumasi en het wildpark Owabi. Maandag, 19 november 2001.
YES! Gisteren hebben we een ontzettende gave jungletocht gemaakt. Ik heb nog nooit zo’n gave trip gehad. We moesten ons soms een weg hakken door alle lianen en bomen en een stuk over een pijp die over moeras lag. Verder over onmens grote bomen heen klimmen, rennen over een paar termietenbulten (maar helaas hebben ze me toch nog flink te pakken gehad, ik ben meer een roodhuid dan een blanke), aapjes kijken, een stuk door het water heen om het meer over te steken…het was echt tof! Ook hebben we nog in het bamboebos gezeten, alleen maar bamboestruiken daar. Ze noemden het een bamboekathedraal en daar leek het ook op, want die stengels maakten een buiging en dan leek het net of je naar zo’n Romaans plafond zat te kijken. Er zaten zelfs van die grote pythons daar, maar die lieten zich niet zien. Het is zo fantastisch om al die oerwoudgeluiden te horen en die aparte geuren te ruiken! In dat Owabi Wildlife Sanctuary waren ook veel antilopen en vogels. Verder ben ik ook nog naar een volunteer office in Kumasi geweest, om te kijken of er nog een paar interessante projecten voor vrijwilligers in het land lopen. Ik wil eigenlijk dolgraag blijven voor een langere tijd en verpleegkundigen kunnen ze altijd wel gebruiken. Die man had wel een paar adresjes voor me, maar het vervelende is dat ze een referentie van school moeten hebben en dat gaan ze natuurlijk niet geven, dus moet ik even iets anders zien te regelen. Ook heb ik weer gemaild met de thuisbasis, en ben weer een paar nieuwe roddels gewaar geworden. Simon heeft de peugeot in de prak gereden en ze hebben ook al weer een nieuwe auto gekocht… Dat zal ook wel weer zo’n koektrommeltje op wielen zijn. Soms gaan de zaken er hier zo onprofessioneel aan toe: lopen we met een massa mensen op een plek waar het verboden is dwars de straat over, komt een politie agent aan die hard aan schelden is tegen iedereen die dat aan het doen is, maar op het moment dat hij ons ziet, ineens een big smile, gaat ie midden op straat met ons staan praten… Het slaat gewoon nergens op. We zaten hartstikke fout, maar hij vond het prima wat we deden, omdat we toevallig een wit velletje hebben. Afia heeft een hele gave Afrikaanse trommel gekocht, en we hebben ook trommelles gehad in het culturele centrum. Toen we thuiskwamen bleek dat er een MEGA stapel met post voor me lag: heel erg veel kaarten uit de gemeente Ten Boer, nog voor dat ik ziek was. Nu hobbel ik alweer helemaal gezond rond, maar de kaarten stromen nu met bakken binnen. Wel heel erg leuk om zoveel post te krijgen!! Nou ik zie wel weer dat ik alles door elkaar aan het schrijven ben, ik wil ook alles neerpennen maar ik zal nooit kunnen opschrijven hoe en waarom het zo prachtig is in dat oerwoud dus ik geef het op en kap er maar mee.
Ellende.
Dinsdag, 20 november 2001.
Vandaag heb ik de hele dag wonden lopen verzorgen met zuster Charlotte. Ze is nu helemaal enthousiast, want mijn zusje Charlotte heeft iets voor haar gemaakt omdat ze naamgenootjes zijn. Er waren heel veel kinderen met brandwonden vandaag. Twee waren van top tot teen verbrand door kokend water. Het is echt een slachtpartij om het verband los te maken, vandaag begon het ook weer zo hard te bloeden! Ze moesten een kind in bedwang houden zodat ik bij de wond kon. Het was helemaal wild van de pijn en na afloop had ze geen stem meer over. Het valt me op dat ze meteen doen alsof er niks gebeurt is, ze lijken haast geen pijn meer te hebben! Zolang er niemand aanzit is er niks aan de hand, maar ze vertrouwen de verpleegkundigen niet. Als die maar éen stap dichter bij doen beginnen ze weer te schreeuwen en ik geef ze gelijk. 50
Een jongen had ook zijn hoofd helemaal verbrand, hij was bijna blind. Ik moest af en toe mijn hoofd naar beneden gooien voor wat extra zuurstof, ik had weinig gegeten en was even niet op die wonden en eusollucht voorbereid. Één kindje had een ongeluk gehad, het bot kwam recht uit haar been, het kon niet meer gezet worden = amputatie = rest van je leven onzeker over je toekomst. Ik heb soms zo met ze te doen! Er was ook een kind dat heel slecht lag, maar de verpleegkundige was het al aan het afleggen voordat het dood was! Ik zag dat het nog ademde, wel haperig maar toch! Dat is toch niet te geloven!! Ze doen maar weinig moeite om zo’n kindje te redden. De arts had eerst adrenaline voorgeschreven, maar dat was er niet op de afdeling. Dat had tot gevolg dat de verpleegkundige eerst een poos na moest denken en tot de conclusie kwam dat een andere afdeling het misschien wel zou hebben, dus ze ging er slof…slof…slof heen om het op te halen. Ze hebben het kind de adrenaline gegeven en toen liep het afdelingshoofd weg. Ik kon wel gillen, maar iedereen vond het heel normaal, ze konden toch niks meer voor het kind doen en er moest nog genoeg gebeuren volgens hen. Een verpleegkundige pushte nog een paar keer op de borstkas, het kind ademde nog steeds, toen heb ik maar hartmassage gedaan… iedereen was verdwenen. De moeder stond ontroostbaar achter mij te brullen (krijgt ook geen medeleven van de staff). Later heb ik het kind samen met de oma afgelegd. Zo triest! Er gaan hier wel vaker kinderen dood, maar dat iedereen zo laks doet dat zal ik nooit begrijpen. Dat is echt een cultuurkloof! Ik had zo’n ontzettende honger aan het einde van de dienst dat ik bijna flauwviel. Afia kwam ook nog langs op de afdeling, samen met Shannon die terug was van Grand-Canaria. Ze had allemaal lekker vreetdingetjes meegenomen die er natuurlijk altijd in gaan. Vanavond hebben we een themafeest (back to the jungle) gehouden met kokosnoten-b.h.’s en grasrokjes, omdat we vandaag drie maanden in het land zijn. We hadden in het kader van onze outfit een NOOT-plan opgesteld voor het geval dat er iets mis zou gaan, d.w.z. dat iemand ons in deze outfit zou tegenkomen. Erg leuk gehad. We vragen ons wel eens af wat er met ons humorgevoel aan de hand is. Nog nooit hebben we zo veel en om zulke flauwe dingen gelachen als hier in Ghana.
Ruzie in het ziekenhuis. Donderdag, 22 november.
De stroom is uitgevallen, maar we hebben een kaars gevonden… Het is wel raak de laatste tijd. Vandaag was er knallende ruzie in het ziekenhuis tussen de vader en de moeder van een doodziek kind. Het kind had medicijnen nodig, maar er was geen geld volgens de vader, de moeder trok hem de haren uit zijn kop! Het was druk met opnames, er liggen momenteel twee of meer patiënten in éen bed. In hal worden extra matrasjes neergelegd om toch nog op te kunnen nemen. Ik had vandaag zo met een man te doen, zijn dochtertje was doodziek, lag te stuiptrekken en hij kon alleen maar machteloos toekijken hoe ze weggleed. Hij leek heel erg op papa, daarom vond ik het zo erg. Ineens vraag ik me ineens af hoe een neger nou op papa kan lijken, maar toch is het zo. De gezichten beginnen vertrouwder te worden, en ik kan ze beter onthouden en in gedachten overeenkomsten maken met andere gezichten die in mijn brein zitten, zoals bijvoorbeeld bij deze man en mijn vader. Ook begin ik gezichten meer te onderscheiden en ik kan ook wat meer verschillen zien tussen de diverse groepen hier. Zo kan je de Akan-mensen herkennen aan de typische inkerving op hun wang, en mensen uit het noorden hebben soms hun hele gezicht met dunnen lijntjes ingesneden. Hoewel er in het ziekehuis mensen werken die goed weten te handelen is de hoop soms op mij gevestigd. Ik word helemaal gek als patiënten mij zo aankijken terwijl ik niks kan doen. Het 51
probleem is dat de mensen ook veel te lang wachten voor ze naar het ziekenhuis gaan. Omdat ze arm zijn en het geld “beter” kunnen gebruiken… maar op deze manier is de behandeling alleen maar duurder. Soms zijn ze ook eerst naar een plaatselijke kruidendokter geweest die de boel flink verpest heeft door een of ander soort rommel in of op de patiënt te gooien. Ik kan er ook nog steeds niet goed aan wennen dat sommige mensen dood moeten gaan omdat er geen geld is voor operatie of medicijnen. Wat zijn wij verwend met onze verzekeringen! Ik verbaas me er nog steeds over hoe weinig sommige mensen weten. Vandaag vroegen we aan een vrouw waar ze woonde, antwoord: 5000 cedi’s hier vandaan met de tro-tro, die kant op! Dat betekent dus ongeveer anderhalf uur rijden. Je kunt als je de prijzen van de tro-tro ritjes weet, dan ongeveer uitrekenen waar zo iemand woont. Ik snap ook nog steeds niks van het ziektegedrag van de mensen hier: ligt er iemand bijna dood te gaan op een bed, zie ik hem nog geen half uur later in de tuin van het ziekenhuis staan pissen. En ook ben ik soms patiënten kwijt die buiten rondwandelen en zelfs de markt op wandelen, terwijl ze echt goed ziek zijn. Er liggen veel kindertjes met een thyfus perforatie op de afdeling op dit moment. Het zogenaamde “Poor and Sick Children foundation” van het ziekenhuis betaalt soms behandelingen zoals medicijnen en operaties voor hen. Erg mooi om te zien hoe kinderen er mee geholpen kunnen worden. Zo was er een meisje dat heel slecht binnenkwam, helemaal ondervoed en met een perforatie maar die er nu weer helemaal bovenop gaat komen dankzij dat fonds! Afia en ik hebben ook een leuk spel uitgevonden: zoek het tweede beroep. Iedereen heeft hier namelijk twee of meer beroepen, een handeltje, een taxi, een boerderij, heel maf.
Voorbereidingen voor de komst van gasten. Vrijdag, 23 november 2001.
Ik slaap weer met Afia in één hok omdat er morgen twee medische studenten uit Nederland komen. Dat was wel weer inkrimpen. We moesten het hele huis schoonmaken omdat het een ranzige zooi was en Afia’s ouders komen ook nog, dus moeten we nu ook afleren om knetterharde boeren te laten…dat lukt nog niet zo. Vandaag is het voorlopig de laatste dag in het ziekenhuis. Straks als Afia’s ouders er zijn hebben we een week herfstvakantie. We hebben even een fotosessie in het ziekenhuis gehouden, iets wat grote opschudding veroorzaakte. Suzanne heeft haar twee broers aan ons uitgehuwelijkt en gisteren kwam er alvast één uit Kumasi om ons te keuren. Hij stelde zich voor en vroeg meteen wie van ons de oudste was, want die was namelijk voor hem geregeld. Ik lag helemaal in een scheur want ze menen het nog serieus ook. Ik mag mijn virtuele man in Nederland zo langzamerhand wel diep dankbaar zijn, die heeft me al zo vaak uit de brand gered. Ik wil hier snotverdorie blijven, maar we zijn al vet over de helft en ik zit te klooien met de datum van mijn vliegticket. Eigenlijk heb ik ook bedacht dat ik geneeskunde wil gaan doen, maar dan moet ik meteen terug naar Nederland om af te studeren en mee te doen met loten. Al die tijd dat ik hier ben, ben ik nog niet ongesteld geweest maar volgens Shannon is dat normaal in de tropen, opstartprobleem.
Komst van twee co-assistenten en Afia’s ouders. Zaterdag, 24 november 2001.
Vanochtend een knallende start op de tennisbaan. De ballen vlogen alle kanten op, we hebben dan ook meer tijd in de bosjes gespendeerd dan op de baan. Dat kwam omdat we allebei veel te 52
enthousiast waren. Binnen de kortste keren waren we nat van het zweet want de temperaturen liepen weer hoog op. We hebben ook nog tevergeefs een slangenjacht gehouden. Toen kwam ineens alles tegelijk: Afia’s ouders met tassen vol bagage, twee medische studenten die bij ons in huis komen wonen, de administrator49, twee dokters die wilden tennissen en Suzanne en Doris renden ook nog eens gillend rond. De matron kon de deur van ons huis niet open krijgen en zat op ons te wachten omdat de studenten aangekomen waren. We hadden dus alleen slaapruimte aan de andere kant van het guesthouse dus de administrator, die daar tijdelijk woont moest met lede ogen aanzien hoe een deel van zijn huis ingenomen werd. Afia’s ouders hadden van alles meegenomen uit Nederland: brieven, cassettebandjes, sinterklaascadeautjes, bruinbrood!, ontzettend veel flesjes met muggenspul en allerlei shampoos en spulletjes die we nooit opkrijgen. Erg leuk allemaal.
Naar de Pinkstergemeente. Zondag, 25 november 2001.
Vanochtend een heftige kerkdienst gehad met duivelsuitdrijvingen, avondmaal, name-giving en engagements! Wat een geschreeuw en gedoe! Afia’s ouders kijken hun ogen uit. Haar vader werd meteen uit de mannenbank gehaald en kreeg een plekje vooraan op het podium, met naast hem een privé-vertaalster. We moesten naar voren in de microfoon brullen wie we waren, dat was een groot succes: PRAISE THE LORD!! Roept de hele kerk als antwoord: Halleluja! De collecte was net een veiling, er werd een bedrag genoemd en als iemand naar voren kwam om dat aan de kerk te geven, dan schalde zijn naam door de kerkzaal en daarbij precies vermeld wat hij gegeven had. (Vooral als het grote bedragen waren natuurlijk). Je vraagt je af hoe de “delinkerhand- mag-niet-weten-wat-de-rechterhand-doet” theologie hier verklaard wordt. We zijn uit eten geweest met onze nieuwe huisgenoten en dokter Christel en Robbert-Jan. Ik kijk heel raar tegen die witte baby aan nu. We hebben een hele gezellige avond gehad, die nieuwe studenten zijn O.K.
Weer naar het Mole park. Woensdag, 28 november 2001.
Wederom een gedenkwaardige dag in de geschiedenis. We zijn teruggegaan naar het Mole park en hebben weer een geweldige safari gehad. Afia’s ouders hebben zich goed door het tro-tro gebeuren heen geslagen. Hoewel we af en toe zo op elkaar gestouwd zaten, dat een vlo er nog claustrofobie van krijgt. Het is nu ramadan, dat is ook een beetje jammer, want na zes uur reed de bus niet meer verder omdat de chauffeur moslim was. Hij wilde dus eerst bidden en eten, gewoon op zijn matje naast de bus. Dus wij moesten heel erg lang wachten. We hebben na de safari heerlijk in het zwembadje gehangen. Er kwam op den duur een grote baboon langs, die de tas van een van de meisjes jatte. De gids vertelde dat de brutaalste apen zelfs bij het restaurant komen en dat ze weten hoe ze de dop van een ketchupfles moeten draaien! Het openen van een bierflesje wil nog niet zo, dus ze wachten heel braaf tot iemand hem open maakt en jatten hem dan alsnog mee. We zijn tussendoor ook nog naar de oudste moskee van West-Afrika geweest in Larabanga. We gingen op de fiets vanaf het Mole park, helaas waren ze een beetje krakkemikkig. Afia’s vader merkte toen hij in volle vaart van een heuvel (met allemaal van die kleine steentjes) crosste, dat zijn remmen het niet deden. Wij vonden het al zo stoer dat hij zo hard naar beneden durfde te 49. De administrator heeft een belangrijke functie in het ziekenhuis. Hij gaat over de financiën en heeft veel aanzien.
53
crossen, maar hij kon dus alleen maar lijdzaam meemaken hoe hij steeds harder en met steeds minder controle van de berg af racete. Wij lagen helemaal in een deuk, vooral om het aantal decibellen dat zowel het fietsje van Afia’s moeder als haar vader produceerde. Voordat we de moskee mochten zien, moesten we eerst weer de chief begroeten en hem een bijdrage schenken. Ongeveer iedereen die in dat dorp woont is gids, dus de bezienswaardigheden waren niet moeilijk te vinden. Op de terugweg van het Mole park naar Tamale zaten we in een ontzettende krakbus en weer veel te beladen. Zo’n bus heeft heel wat te verduren tijdens zo’n rit over een hobbelzandweg. Onderweg knalde het wiel eraf en we hoorden een gekraak en zagen niks dan stof. Ik hoorde mensen gillen en ik dacht dat de bus zou kantelen en dan ben je er geweest. Maar het ging gelukkig goed. Toen sprongen ineens de chauffeur en de bijrijder de auto uit en ze renden met een noodgang de bosjes in. Op dat moment was er helemaal chaos in de keet en ik dacht ook zoiets van dat de bus zou ontploffen. Gelukkig ging het alleen maar om het wiel, dat een aantal meters verderop de bosjes in was geslingerd. De volgende bus die langskwam (er gaan er precies twee per dag) zat al bomvol, maar na flink stouwen zat de hele inhoud van onze bus er ook nog bij. Afia en ik zaten met nog elf anderen op het dak, terwijl Afia’s moeder doodsangsten om ons uitstond in de bus zelf. Ik heb nog nooit zo’n geweldige rit gehad. De zon kwam langzaam op en het waaide lekker. We hadden een prachtig uitzicht van boven op de hutjes en het Afrikaanse savanneland dat langzaam wakker werd… Behalve een neger hadden we niks om ons aan vast te houden en de bus wiebelde zo erg dat we af en toe dachten dat ons laatste uur geslagen was. Afia brulde dat als ze toch dood moest dat het dan maar samen met mij moest - ik lag helemaal dubbel en ben er weer bijna naast gevallen arme neger. Al met al hebben we deze drie dagen zo’n twintig uur in de bus gezeten, dus nu is naast de tennisarm en voetbalknie de tro-trokont door mij in het leven geroepen. Voor de details van deze aandoening houd ik mij noodzakelijkerwijs afzijdig.
Bij de watervallen. Zaterdag, 1 december 2001.
Vandaag zijn we weer naar de watervallen van Kintampo geweest. De taxi viel weer bijna uit elkaar en er zaten geen ramen in, dat leverde enerzijds het voordeel op van een goede ventilatie, anderzijds zaten we onder het stof toen we aan kwamen. En natuurlijk is water dan DE oplossing (mooi dubbelzinnig), dus we hebben bijna een halve dag onder de watervallen staan weken. We hadden een taxichauffeur uit Techiman gevraagd om ons vanaf de watervallen weer op te halen. Hij had ons ook daar heen gebracht, maar hij had helemaal geen zin om tussendoor te werken dus hij is de hele dag bij ons gebleven. Wij zaten brood en pepernoten naar binnen te slaan en dat vond hij erg geweldig. Hoewel we aan het einde van de dag aardig geweekt waren, kwamen we weer als zwijnen aan, met haar als touw en recht overeind op het hoofd. Dus hebben we maar gebruik gemaakt van de kunstmatige waterval c.q. de douche. De broer van Suzanne denkt nog steeds dat Afia wel met hem gaat trouwen en hij had een mooi lied voor haar moeder gezongen. Op dit moment is dat liedje een hit hier, het betekent zoiets als: schoonmoeder, schoonmoeder, ik houd van je dochter. En dat in het Twi! Hahaha… Karlijn, een van de nieuwe huisgenootjes is ziek. Wel sneu hoor de eerste week. Ik heb gave kleren voor de trouwdag van pap en mam laten maken van batik-stof. Ze waren vandaag klaar en erg goed gelukt moet ik zeggen.
54
Hoofdstuk 3. Rondtrekken door Ghana op zoek naar projecten in de gezondheidszorg. Naar Accra.
Dinsdag, 4 december 2001.
Het werken in het ziekenhuis zit erop. We gaan vanaf nu ons oriënteren in andere projecten in de gezondheidszorg in Ghana. Op dit moment zitten we in Accra. Vanochtend om acht uur zijn we vertrokken en om zes uur ’s avonds waren we dan in Accra om Afia’s ouders af te leveren en zelf naar Akosombo te gaan, voor de medische zendingsboot van de VRA. De afgelopen dagen waren erg gezellig, we zijn met de Wegdammers uit eten geweest, we hebben getennist en Grotto nog een keer bezocht. Verder hebben we nog wat opnames met de videocamera gemaakt van het ziekenhuis en de afdelingen, die kunnen we goed gebruiken bij de presentatie die we straks op school gaan houden. Afia’s ouders hadden zo’n pak met opblaas-boerenkool meegenomen uit Nederland en ik heb zo’n beetje voor drie personen naar binnen gewerkt. Heel best te eten! We zijn dus van plan om de komende dagen niet terug te gaan naar Techiman, dus we hebben grote tassen meegenomen. Nu slapen we op een kamer bij de methodist church, waar net een paar rijke stinkerds hebben gezeten. Deze diagnose is gesteld nadat we in een ontzettend muffe walm een hoop geld vonden in een van de kastjes.
Accra bekijken.
Woensdag, 5 december 2001.
De temperaturen stijgen, het is hier in het zuiden veel heter dan in Brong-Ahafro. Het is echt bijna 40 °C tenminste, zo voelt dat aan. Het schijnt dat dat komt omdat de lucht hier veel vochtiger is. Uit elk gat van mijn lichaam komt zweet, een bijzondere ervaring moet ik zeggen. We hebben bedacht dat we voor een paar dagen in Accra blijven nu we er toch zijn… vandaag hebben we al heel wat gezien. We hebben zo’n beetje de hele stad doorgelopen. Alle belangrijke dingen zoals de Independence Arch en het nationale monument bekeken en de Japanner uitgehangen. Er lopen hier ontzettend knappe jongens rond die soms ook nog wel wat hersens hebben en je hebt helemaal gemaakt als je wat in het Twi tegen ze brabbelt. Ik ga toch maar eens wel trouwen hier. Ze vinden het vast niet erg om één van de 200 andere huismannen te zijn. Gisteren hadden we uitgebreid afscheid van Afia’s ouders genomen, komen we ze vandaag doodleuk weer tegen. Ze waren heel verbaasd en wij lagen dan ook in een deuk. Het eerste wat we gedaan hebben, is de zee bekijken, dat was de eerste keer dat we de golf van Guinea zagen. Geweldig, die palmbomen, de vissersbootjes en het fijne zand. En we waren volgens mij ook nog op het lelijkste stuk strand ook. We zijn ook nog in het nationale voetbalstadion geweest en Afia heeft daar op het veld rondgehobbeld. Vanavond heb ik lekker geïnternet, het ging verbazend snel en ik was heel verrast dat er ook MSN50 op zat. Laat ie het nog doen ook!! Het was echt niet te geloven. Natuurlijk waren er geen belangrijke mensen online, maar ik vond het allang gaaf dat ik zomaar met mensen uit Nederland kon chatten. We waren te laat terug vannacht. De hekken van het guesthouse zaten al op slot. Dus 50. MSN Messenger is een programma waarbij je kunt chatten met mensen die op dat moment online zijn.
55
we moesten de watcher wakker rammelen. Tja, het guesthouse is ook van de methodist church, die zijn geloof ik aardig serieus. Ik heb een paar mailtjes uit Nederland gelezen (o.a. van een jongen die we in Kumasi ontmoet hebben en die nu net terugwas in Nederland en mailde over zijn kater). Nu heb ik dus helemaal geen zin om terug te gaan naar Nederland. Afia wil morgen het ticket verzetten, maar ik zit nog steeds in de ontkenningsfase. Ik wil het liefst in Ghana blijven. We hebben net met onze laatste twee eigen gebakken pepernoten, die we speciaal bewaard hadden voor vandaag, nog een waardig sinterklaas mogen vieren. Wel raar om te bedenken dat het nu sinterklaas is. Afgezien van alle zwarte pieten hier heb ik echt geen sinterklaasgevoel ofzo.
Een regeldagje.
Donderdag, 6 december 2001.
Ik zit hier weer eens mijn geluk niet op te kunnen: vlak voor een hutje op een rots die boven de zee hangt, de golf van Guinea. Achter mij zijn ze aan het drummen en dansen en voor me zie ik de witte branding. Ik kan me nu al verheugen om vannacht in die hut te slapen. Vandaag hadden we een hoop doelen op het programma, maar we hebben er weinig behaald. We werden van het kastje naar de muur gestuurd. Was eigenlijk wel leuk. We zijn -tig kantoortjes binnen geknald en werden er even hard weer uit geknald. We probeerden o.a. de datum van ons ticket te verzetten, maar helaas, (niet dus) alles in januari zat al vol, dus waarschijnlijk kunnen we in Ghana blijven tot in februari. Vanochtend hebben we een weeshuis bezocht. 120 kindertjes wonen daar. We waren op zoek naar het bureau van Plan International, in de hoop dat we het foster parents kindje van de familie van Afia op konden zoeken, maar niemand heeft er hier van gehoord en we kwamen dus in dat tehuis voor straatkinderen terecht. Je ziet wel dat er een hoop support (geld) achter dit project zit vanuit het westen. Ik zag er ook obruni’s rondlopen. Vanmiddag begonnen er twee mannen om ons te vechten. Ik snapte niet wat nou het probleem was, want we zijn toch met z’n tweeën? De WC’s zijn hier maar matig vind ik. Ze hebben maar een heel zwak doorspoelsysteem, dus de drollen blijven meestal drijven, zodat je meestal een leuke verassing hebt als je binnenkomt. Het WC-papier mag je om die redenen eigenlijk niet doorspoelen, maar moet in een doos worden gegooid die naast de plee staat.
Naar het strand bij Coco Beach. Vrijdag, 7 december 2001.
Vandaag was iedereen vrij omdat het farmers day51 was. We zijn naar een beachparty op Coco Beach in Teshie geweest. Het zou om tien uur beginnen dus het begon om twee uur (logisch toch?) We hebben gewoon eerst maar een stranddag gehouden. De branding is geweldig, lekker groot. Ook gingen we volleyballen, dat was erg leuk. Ik heb zo ongeveer de hele dag in het water gelegen. Telkens weer de zee inrennen, tot mijn ogen uit mijn kop brandden van het zout. Natuurlijk word je in de branding weer door de knapste mannen (en ook minder knappe) ten huwelijk gevraagd. Onder andere een hele knappe jongen die in het nationale volleybalteam speelde. Gelukkig kunnen ze allemaal niet zwemmen, dus dat geeft redding als ze boven op je springen. ’s Avonds was er dus dat feest, waar we helemaal niet konden wezen. De hele massa werd gek en we hadden protection nodig die om ons heen gingen staan. Zodat we toch nog een beetje mee
51. De farmers day is een nationale vakantiedag.
56
konden doen, maar leuk was het niet. Afia loopt de hele dag al met “hondenoog” rond, een jongen met echte trouwe bruine hondenogen. Volgens mij spoort hij niet helemaal, maar dat maakt niet uit.
Op weg naar het hospitaalschip van de VRA. Zaterdag, 8 december 2001.
Vanochtend zijn we heel vroeg vertrokken naar Akosombo. Wat een crime met al die tassen. Ik had veertien kilo’s op mijn rug en ook nog eens een propvolle rugzak voorop en dan maar lopen. We wisten niet zo goed waar het tro-tro station was, dus we hebben een hele poos lopen rondzeulen. Toen hebben we alles in een tro-tro gepropt. Hondenoog was er ook om ons uit te laten, en ondertussen een toneelstuk op te voeren terwijl wij achter het tro-tro raam zaten te wachten op vertrek van het busje. In die tro-tro kwamen we een heel grappig mannetje tegen. Hij heeft een vrouw die bij de VRA werkt en ging meteen van alles regelen zodat we de directeur konden ontmoeten. In Akosombo aangekomen, was er net een heel groot feest gaande ter ere van het veertig jarig bestaan van de VRA. En daar vallen wij natuurlijk weer middenin. Televisiecamera’s waren er bij en meteen mensen die met ons op de foto willen. Het was wel grappig want al het personeel liep rond in een stof die speciaal voor de gelegenheid van dit jubileum gedrukt was. De vrouwen hadden er van die mooie Afrikaanse jurken van laten maken en de mannen liepen dus in een pak van die stof. We hebben alle hoge pieten al weer ontmoet. Dus de hele club van de V.R.A weet nu dat we er zijn. We balen als een stekker, want het hospitaalschip vaart niet, omdat er problemen met de machinekamer zijn. SHIT SHIT SHIT. Daar gaat onze cruise met de medische zending. Maar het is toch wel erg leuk om in Akosombo te zijn. We mogen wel meedraaien met andere projecten van het ziekenhuis, o.a. iets over bilharzia. Ze konden de sleutels van het studentenhostel niet krijgen, dus we moesten en zouden bij het meneertje (die we tegenkwamen in de tro-tro) en zijn vrouw Florence blijven slapen. Het zijn erge leuke Ghanezen, die volgens mij wel intelligent zijn en over zinnige dingen kunnen praten. Morgen kunnen we naar het studentenhostel, daar hebben we weer geluk mee, we zitten er de hele tijd gratis. Eigenlijk is dat ook wel nodig, want het geld dat vliegt gewoon. 3 vissenkoppen = 6 ogen, goedzo Anneloes!
Een vrije zondag in Akosombo. Zondag, 9 december. 2001.
Vanochtend met de heer des huizes (ja, ja, nog in zijn pyjama) op stap en om tien uur al aan de palmwijn! Weer ergens in een klein dorpje, erg leuk. Hij bleef maar doorschenken, ik heb een halve liter gehad! We hebben gezwommen in het Volta meer, Afia brulde dat er een krokodil achter ons aanzwom, dus we gingen best hard. Het meneertje (Kojo) wist niet wat hij zag toen hij ons rond zag zwemmen, hij dacht dat we een grapje maakten toen we zeiden dat we dat wilden doen. Daarna lekker fufu gegeten en ’s middags weer gezwommen. Nu slapen we nog steeds bij dezelfde mensen, want de sleutel van het studentenhostel is nog steeds niet getraceerd en daar wordt volgens mij ook weinig moeite voor gedaan, want hier zijn ze maar wat blij met ons gezelschap. We worden volgestouwd met eten en Ghanese films. Het is echt leuk om met deze mensen te praten en een beetje te zien hoe ze met elkaar samenleven hier. Door de week wonen ze apart en in het weekend komt deze man naar zijn vrouw toe. Het is hier best normaal dat man en vrouw apart wonen.
57
In het ziekenhuis, rondleiding op het schip. Maandag, 10 december 2001.
Vanochtend vroeg werden we opgepikt vanaf Florences huis met een VRA bus. Ongeveer de hele staf van het ziekenhuis woont op dit terrein en zat dus in de bus. Ze lagen helemaal in een deuk toen wij daar met onze backpacks aankwamen, op een of andere manier vinden ze die tassen heel bijzonder. Het was ook wel een voorstelling toen we onze tassen in de bus stonden te wringen. Het VRA ziekenhuis is erg mooi en schoon. Ik zie nu duidelijke verschillen tussen een missieziekenhuis zoals die in Techiman waar wij stagelopen en een regeringsziekenhuis zoals hier, dat duidelijk beter onderhouden is. We hadden vandaag eindelijk gelegenheid om met de administrator en directeur te praten. Nog steeds is het hele gedoe rondom die hospitaalboot een beetje vaag. We zijn namelijk door de kapitein rondgeleid op die boot en die vertelde ons dat er met de boot zelf niks mis is, dat het alleen weer een of andere geldkwestie is waarom hij niet vaart. Die boot zag er wel gaaf uit: een kleine operatiekamer, twee behandelkamers en zelfs een tandartsenpraktijk! Dat is de eerste keer dat ik een tandartsenpraktijkje hier in Ghana gezien heb. Bovenin het schip waren de kajuiten van de crew en de medische staf. De kapitein zag het helemaal zitten dat we meegingen, hij baalde zelf ook dat zijn boot daar maar lag. Misschien dat we in januari nog meekunnen. Ze hebben deze nacht wel accommodatie voor ons verzorgd. We zitten nu in het hostel voor medische studenten. Al heel erg lang niet bewoond, dus we moesten eerst een colonne kakkerlakken vermoorden en hagedissen verjagen. Toen we naar het hostel werden gebracht, zagen we onderweg de “scharrel” van Afia langs de weg staan. Het was Hondenoog! Hem waren we op het strand tegengekomen en hij had ons al twee dagen gevolgd in Accra. En nu liep hij doodleuk in Akosombo naar Afia te zoeken! Hij gebaarde dat we de bus moesten laten stoppen, maar op dat ene moment was Afia zo verbaasd en verontwaardigd, dat ze dat niet eens kon. Het is gewoon een eng idee dat iemand je volgt, zeker als je zo ver gaat. Nou, hij doet zijn naam wel eer aan, het lijkt wel of hij ons reukspoor volgt! We zijn hem vandaag nog drie keer tegengekomen… Telkens zaten we in een bus/auto en moesten we onderduiken, zodat hij ons niet kon zien. We hopen maar dat hij teruggaat, anders zitten we wel met een probleem. Het echtpaar waar we de afgelopen twee nachten hebben gelogeerd, heeft zich zo uitgesloofd om het ons naar de zin te maken! Lekker eten, uitstapjes, het zijn werkelijk schatten van mensen! Ze noemden ons bij onze Ghanese namen en waren ook zo trots dat we een beetje Twi konden. Ze hebben zelf geen kinderen en toen we vanochtend weggingen zei Florence: “You have made my weekend” en dat terwijl ze extra eten moest koken en bedden verzorgen… Ze zijn zo verbazend gastvrij! Nu die boot niet vaart moeten we weer een nieuw plan bedenken, snotverdorie.
De Volta regio in.
Woensdag, 12 december 2001.
We hebben Akosombo voorlopig even gelaten voor wat het is. Er zat geen schot in de zaak. We hebben in het kantoortje met de administrator en de directeur zitten kletsen, zo onprofessioneel! Kan me niet voorstellen dat je in Nederland in het kantoor van de directeur van Philips binnen knalt (VRA is echt een grote organisatie hier in Ghana) en zegt: “hallo, hoe is ’t ermee? Goed? Leuk zeg, we komen hier werken!” En ze slikken het allemaal. De administrator wilde al een kerstvakantie met ons aan de zuidkust organiseren. Het gaat allemaal nergens over. Er zaten nog twee geneeskunde studenten in het hostel, die konden nog op niveau praten. Maar toen we vertelden dat we weer weggingen, ook droefheid alom. 58
We zijn trouwens bijna nog op de stuwdam gekomen, maar helaas werden we weer teruggestuurd, omdat we geen geldige papieren hadden. Nu zijn we de Volta regio maar ingedoken. We hebben een tro-tro genomen naar Ho. Onderweg liepen de dorpelingen ratten te verkopen… we hebben er twee gekocht en daarmee bedoel ik de mensen die bij ons in de bus zaten. De chauffeur zei dat rattenvlees het lekkerste vlees is en dat hij rattensoep voor ons zou maken. Ha ha… in volle ernst… maar ik geloof, dat je het gewoon zou opvreten als het voor je neus wordt neergezet. Ho is wel een leuke plaats. We zijn daar naar het Tourist board geweest en dat was al een attractie op zich. Vier mensen die je tegelijkertijd van alles willen vertellen, alle kaarten en folders erbij slepen, ook materiaal dat er geen klap mee te maken heeft. Begon er één over een boot, dan begon een ander daar dwars doorheen over een struisvogelfarm te schreeuwen. Het was echt heel grappig. Na een half uur zijn we niks wijzer, maar wel in een opperbest humeur de adviezen van het personeel maar uit gaan proberen. We zitten nu weer in een krotkamertje, lijkt sterk op onze garage. De bedden zijn heel erg ranzig. We hebben de hele dag in de stad rondgelopen, rommeldagje, maar we vermaken ons wel.
Naar een waterval en een berg in een klein dorp. Donderdag, 13 december 2001.
Vanochtend waren Afia en ik om half zeven startklaar om naar Amedzofe te gaan. De mensen die in deze regio wonen spreken Ewe, dus aan ons gebrabbel in het Twi hebben we niks. De rit was geweldig: dwars door de heuvels (lees bergen) op superslechte weg (veel gaten, steile hellingen) met een ontzettend wrakkig citroënbusje, uiteraard tot de nok toe vol. Af en toe, boven die hellingen, kneep ik ’m wel. Ik ben elke keer verbaasd dat ik er weer levend uitkom. Afia d’r tas was in een doos met vis beland, dus de rest van onze reis kunnen we van deze overweldigende aroma’s genieten. In Amedzofe aangekomen hebben we meteen onze tassen neergepleurd bij een oud mevrouwtje en een geweldige klim naar een waterval gedaan. We moesten met touwen langs de rotsen omhoog klimmen. Wie denkt er nou bij Afrika aan zulke hoge bergen? We hadden een erg leuke gids, waar we de hele dag mee opgetrokken zijn. We kwamen nog een man tegen uit de UK, die hier ook gestrand was, een ontzettende meelbal. Echt lachen met hem. ‘s Middags hebben we samen met hem de St. Gemi beklommen, de op één na hoogste top in den lande. We hadden bovenop die berg een geweldige zonsondergang. Daar voelde ik me weer eens op en top gelukkig (op en top op de top!) Je kunt zelfs het Voltameer zien liggen in de verte: adembenemend! Later op die middag deden we een potje voetbal met een hele meute kindertjes en onze nieuwe vrienden. Ik heb meer met mijn toeter in het zand gelegen dan daarboven, maar dat was het meer dan waard. Voor het eerst in een paar dagen weer eens een warme maaltijd gehad. Er was zoveel te eten, dat ik het niet eens op kon. Beetje jammer. Daarna hadden we in een spotje52 een “landenpresentatie”. Iedereen moest zijn eigen land vertegenwoordigen met dansen. Heb ontzettend in een scheur gelegen, vooral om die borrelnoot van een Brit. ’t Is hier in de bergen best koud, dus het is voor het eerst in mijn Afrikaanse geschiedenis, dat ik onder… jawel, een deken lig! Dat doet me weer aan de “green pastures” van de Nederlanden denken.
52. Een tentje waar je wat kunt drinken.
59
Van Amedzofe naar Hohoe. Vrijdag, 14 december 2001.
Balancerend boven het ravijn… Zo hoort het! Hele gave tocht gehad vanaf Amedzofe naar het volgende dorp, Fume, waar we volgens de mensen uit Amedzofe wel een auto konden vinden die ons naar de bewoonde wereld zou helpen. Onze tassen worden steeds zwaarder door de rommel die we er steeds bijkopen en dat hebben we vandaag geweten! We moesten zo’n zes kilometer over een sterk dalend pad, Afia lag zeven keer op haar toeter. Ze had geen profiel onder haar schoenen. Zelf lag ik ook een keer op mijn van-zweet-doordrenkte hoofdje. Een beetje vervelend met zo’n mega ding op je rug. Komt de balans niet ten goede. Maar ondanks de ontberingen, was dit een zeer geslaagde tocht. Ben nog nooit zo aan het zweten geweest. Kon mijn shirt letterlijk uitwringen! In Fume moeten we afscheid nemen van onze vriend de Brit en ons gidsje. We hebben ter afsluiting een bananenbreadparty gehouden. Daarna hebben we inderdaad een busje gevonden dat naar Hohoe ging. Daar aangekomen weer rond lopen zwalken in de hitte op zoek naar een guesthouse. Deze zoektocht hebben we met succes afgerond, want het guesthouse waar we nu zitten heeft een douche waar stromend water uitkomt. Na de kakkerlakdouche in Akosombo en de bucketshower53 van de laatste paar dagen is dit een leuk gegeven. Nu heb ik al spierpijn van gisteren… Het is altijd goed om spierpijn te hebben… Verder geklooi met het stopcontact. Ik heb maximaal onder stroom gestaan toen ik met een of andere waterkoker-tang aan het opereren was. Ik gooide van schrik dat ding op de vloer, met als gevolg dat nu een stuk van de vloerbedekking is omgesmolten. Dit waren weer de goede daden van Johanna Frederiksdochter, opgetekend in de geschriften die tot op de huidige dag ontoegankelijk zijn voor sterfelijke zielen. Ik groet u.
De natuur in Liate Wote. Zaterdag, 15 december 2001.
We hebben vandaag de Mount Afadzato, de hoogste berg van Ghana beklommen. We hadden nog stille hoop op een plaatselijk rolstoelverhuur maar ze waren er niet met fourwheel drive, dus dan toch maar lopen ondanks de spierpijn. In het begin dacht ik: “dit gaat niks worden”, ik kon nog niet eens normaal op twee benen lopen, laat staan een berg beklimmen. Maar na een poos was alles mooi los gescheurd en ging het wel weer. De mensen in het dorpje daar zijn zo vreselijk aardig, ze gingen paw-paw’s voor ons schillen en water pompen. Op de berg kun je echt heel ver over het land heen kijken. Het was een zware klim naar de top, want we gingen zo’n beetje loodrecht omhoog, had ik het idee. Waarschijnlijk moet de haarspeldbocht hier nog worden uitgevonden. Daarna gingen we zwemmen onder een waterval, we moesten nog negen keer een rivier oversteken om er te komen. Er lagen alleen maar planken of bamboestokken overheen. Onderweg naar de waterval hebben we weer een klinische les alternatieve kruiden gehad en een lesje over vruchten. We konden zo bananen plukken en koffiebonen oogsten. Toen we terug gingen van Liate Wote naar onze basis in Hohoe, was de band van de tro-tro lek. We hebben langs de weg staan wachten, het is zo grappig als er iets gebeurt met de auto: iedereen gaat gewoon rustig de auto uit en gaat relaxt langs de weg moppen staan tappen of zoiets. Niemand die kwaad is of chagrijnig omdat hij moet wachten. Waarschijnlijk komt dit omdat het gewoon heel vaak gebeurt dat de auto het niet meer doet, of dat er weer eens een onderdeel naast/uit ligt. 53. Als er ergens een bucketshower is, betekent dit dat je zelf een douche moet maken door een emmer water over je hoofd heen te gooien.
60
Sommige mensen gaan zelfs lekker zitten eten, waar ze dat zo gauw vandaan halen, daar snap je soms geen klap van. We zijn drie keer in een andere tro-tro gepropt, o.a. weer als varkens in een veewagen. Het hoeft maar een keer mis te gaan en je bent meteen de pijp uit, maar andere manieren van vervoer zijn er nou eenmaal niet en als je verder wilt dan moet je wat. De Harmattan is nu echt bezig, je wordt zo ranzig van de stofwinden! Ik heb ineens weer bruin haar en er komt alleen maar bruin zweet en snot uit je gaten. Douchen is een aardig middeltje om wat van die stof af te komen, maar het werkt maar voor eventjes en dan kun je weer van voren af aan beginnen. Ik doe de moeite er niet meer voor en douch gewoon één keer per dag en voor de rest blijf ik lekker vies!
Naar de hoogste waterval van het land. Zondag, 16 december 2001.
Afgelopen nacht heb ik in plaats van in mijn bed de nacht doorgebracht op drie krukjes onder de sterren. Het was veel te heet in de slaapkamer en we liggen ook nog in één bed, gezien ons lowbudget opzet. Ik zat in de knoop met Afia en de klamboe en kon toch niet slapen, dus ik ging maar naar buiten. Het was helemaal stil in het stadje en de lucht was heel helder. Het was een hele gave nacht onder die sterrenhemel. Ik dacht er ineens weer aan dat je God kunt leren kennen door zijn schepping en door zijn woord. Die schepping hebben we de laatste paar dagen mogen zien en de Maker daarvan is groot! Overdag zijn we naar de Wli-watervallen geweest. De taxichauffeur maakt het deze keer wel heel erg bont! Negen mensen in zijn auto en toen nam ie er ook nog eentje op schoot terwijl ie aan het rijden was en de deuren niet eens goed dicht konden. In Wli kregen we op de vroege morgen meteen een vuurdoop in de plaatselijke palmwijn- en akpeteshistokerij. Het is leuk om te zien hoe ze die akpeteshi maken: ze hakken een palmnutboom om, zetten een kalebas eronder en vangen de palmwijn, die in de boom zit, op. Later stoken ze een vuur onder een vol vat met palmwijn en verkoelen de damp weer door het door een buis, die in de rivier ligt, te laten lopen. Het resultaat was letterlijk hartverwarmend. De stokers waren vereerd dat we alles wilden proeven, dat was erg leuk. Daarna weer een tocht door de jungle, onderweg moesten we weer een aantal keren de rivier over, maar de bruggen waren zo slecht dat we ook een aantal keren moesten waden. We hebben niet eens meer de moeite gedaan om schoenen en kleren uit te doen, want nat wordt je toch wel. Er zaten trouwens heel veel vleermuizen rond dat dorp en de gids maakte er kebab van. Hij had er ook een gevangen, ik had nog nooit een vleermuis van zo dichtbij gezien, laat staan geproefd. Ze zijn ook wel erg klein, maar als de vleugels naar buiten zijn getrokken zijn ze groot. De waterval was erg hoog, wel zo’n tachtig meter, dus wij willen er enthousiast onder gaan staan, maar dat water komt toch heel hard aan, dus we kwamen van een kouwe douche thuis. Het is zo voorspelbaar, die tochten met een gids… Ze vragen allemaal hetzelfde: waar kom je vandaan, wil je m’n vrouw worden en stuur de foto’s op als ze klaar zijn. Afia verzamelt alle adressen. We worden knettergek van al die briefjes met adressen en telefoonnummers, maar het is wel een snelste manier om van ze af te komen, leert de ervaring. Op de terugweg heb ik samen met Afia boven op een stuk wiel gehobbeld. En dan nu het grote nieuws: gisteren heb ik voor het laatst medicijnen gehad, dus ik mag weer aan de alcohol! Ik ben weer van een handicap verlost, dat gaan we uiteraard even uitgebreid vieren.
61
Terug naar de kust.
Woensdag, 18 december 2001.
Ondertussen zijn we naar Ada geweest waar de Volta in de zee terecht komt. Paradijsje! Het meer is heel blauw en de zee is zeegroen (he he) dus je ziet te scheiding van de kleuren tot op het laatst toe. Overal zie je palmbomen en bananenbomen. De mango’s zijn ook rijp dus dat betekent volop bunkeren, die dingen zijn echt lekker! We sliepen weer in een hutje op het strand, heel mooi om te zien hoe de vissers ’s morgens vertrekken. Ze gaan al heel vroeg weg en later op de dag staan de mensen hun boten weer op het strand te trekken. Het verschil tussen arm en rijk is heel groot hier. Zo staan er villa’s (o.a. van politici heb ik gehoord) die recht tegenover armoedige hutjes gebouwd zijn, dus als je vanuit zo’n kast uit het raam kijkt, dan moet je de armoede wel zien. (Wat dat betreft is het wel een goede plaats voor politici, bedenk ik me ineens). Vanuit Ada zijn we doorgestoomd naar Kokrobite. Een heel mooi plaatsje vlak aan het strand, even ten westen van Accra, waar allemaal hutjes staan waar je kunt slapen. Echt een obruni nest hier. Ik heb in de laatste maanden nog nooit zoveel blanken bij elkaar gezien. We slapen nu in een hut op palen. Echt heel gaaf. Verder zon, zee en een heerlijk strand! ’s Avonds is het een beetje misgegaan: ik heb heel veel bier gedronken. Natuurlijk kwam de manager van het hele spul weer sjansen. Hij bleef maar bier voor ons bestellen dus ik werd een beetje kachel. Toen stelde hij voor om een zwemwedstrijd in zee te gaan houden. Ik heb nog nooit zo’n mooie nacht gehad: heldere sterrenhemel en dan in de zee zwemmen. Ik moest ook wel lachen om Afia, ze moest haar best doen om haar evenwicht te houden in de branding. Zelf heb ik ook nog hard langs het strand lopen sprinten met m’n lamme harses, ik had zin om uit mijn dak te gaan. Ik ben een hele poos Afia en de manager kwijt geweest, die waren ineens van de aardbodem verdwenen. Toen ik ze na lang zoeken weer tegenkwam was de manager zijn schoenen kwijt, en Afia was vergeten waar ze haar kleren had neergelegd, dus die liep ook te zoeken. Er is hier in Kokrobite geen douche, dus later stonden Afia en ik maar op goed geluk wat emmers water over elkaar heen te gooien. Beetje jammer dat als je net in je Eva kostuum je haar staat te wassen, dat de emmer dan leeg is en dat je nieuw water uit de put moet gaan slepen. Ik was mijn kleren vergeten mee te nemen naar de “douche”, en Afia was haar onderbroek onderweg verloren. Het ging allemaal nergens over. Daarna was de chaos nog niet voorbij, want ‘s nachts werden we aangevallen door een bende termieten of whatever (van die dikke mieren) die onder onze matras bleken te zitten. Ze zaten echt overal! Afia maakte me wakker en ze riep dat ze overal mieren zag, maar dat geloofde ik in eerste instantie niet zo, omdat ze wel vaker over dieren praat als ze slaapt. Maar toen ze haar zaklamp aandeed, was het wel duidelijk, ze krioelden over haar hoofd heen! We hadden toen geen plek meer om te slapen (en dan ben je al zo kachel). Later kwam de watcher kijken wat we allemaal aan het doen waren, want we hadden bedacht dat we wel op de tafel op het strandje konden gaan liggen en waren met matrassen aan het slepen. Hij hield er even een lamp bij en er zat toch een nest! Hij is meteen aan het moorden geslagen. Ik heb verder niet veel meer geslapen.
Het vluchtelingenkamp. Donderdag, 20 december 2001.
Vandaag vieren we ons viermaandelijks jubileum en ons dertigste verschillende bed in Ghana. We hadden een geweldig feestmaal van droge rijst, water en een ei. Omdat we ondertussen ook nog wat voor school moeten doen, hebben we vandaag een vluchtelingenkamp voor Liberianen 62
bezocht. We kenden toevallig een vrouw die uit Nederland komt en daar werkt. We hoorden dat er een healthpost was en we hoopten dat we daar mee zouden kunnen werken. Dus wij zijn met de hele handel op onze rug door dat kamp heen gesjouwd. We hadden een heel leuk ontvangst door een van de zusters die in het kamp werkt. Ze hebben ons meteen het kamp laten zien. Helaas was de healthpost helemaal in elkaar gestort, dat geeft ongeveer wel aan hoe het er met de gezondheidszorg in het kamp voorstaat. De regering heeft al moeite genoeg om zelf het hoofd boven water te houden en wil bij deze Liberianen niks subsidiëren (geen scholen en ziektekosten) dus het vooruitzicht is ook niet gezellig. Ondertussen bestaat het kamp al zo’n tien jaar en nog steeds stromen er oorlogsvluchtelingen binnen. Ghana is na Côte d’Ivoire het eerste Engelssprekende land, vandaar dat de Liberianen deze kant op komen. Ik vond het kamp heel indrukwekkend. De zusters proberen nu zelf een beetje medische zorg te geven, maar vaak weten ze het ook niet. Ze hebben een hele voorraad met afgedankte medicijnen uit Duitsland gekregen, maar ja, daar waren ze wel heel voorzichtig mee, omdat ze er niet zo bekend mee zijn, sommige medicijnen waren ook al over datum en je hebt geen recept van een arts dus eigenlijk kun je ze niet zomaar uitdelen. Sterker nog, men wordt hier met een lading chemisch afval opgezadeld! Deze vrouwen hadden al wel enkele projectjes lopen, om bijvoorbeeld kindsoldaten op te vangen, die hebben een grote achterstand in onderwijs en kunnen vaak nergens meer terecht met zo’n verleden. Verder delen ze eten uit aan de armsten en doen ze wat aan dagbesteding en scholing. Daarna zijn we met de Nederlandse zusters meegereden naar Winneba, daar hebben we weer een tro-tro naar Cape Coast genomen. Op zoek naar een nieuw project! Ik ben moe van het gedoe van afgelopen nacht.
In Cape Coast, naar het psychiatrisch ziekenhuis. Vrijdag, 21 december 2001.
Vandaag zouden we naar Kakum gaan, een wildpark, maar helaas, afgelopen nacht waren er wat rellen van studenten: drie doden en een hoop taxichauffeurs die nu staken. Dus toen zijn we maar naar het kasteel/ fort geweest. Heel indrukwekkend hoe de slaven daar werden opgeslagen en in werden gescheept. We zijn vandaag naar het psychiatrisch ziekenhuis Ankaful geweest. Voor de eerste keer kregen we geen warm onthaal. We werden afgekafferd door het hoofd dat we hier niet zomaar konden aankomen zonder aan te kondigen van wat en hoe. Ze waren veel te bang dat we foto’s zouden maken van hoe de mensen behandeld worden. Omdat we geen geldige documenten bij ons hadden die bewezen dat we van het ziekenhuis in Techiman komen, waren we snel weer weg. Deze papieren liggen nog in Techiman, dus die moeten we nu eerst gaan ophalen! Dat gaat weer een heleboel tijd kosten. We waren best wel kwaad dat ze zo negatief deden, maar ja, we zijn gewoon verwend door alle gastvrijheid van de mensen hier. Eigenlijk willen we nog wel graag de kerst aan het strand vieren, dus we blijven nog even in de buurt. Vanwege onze nieuwe begroting hebben we nu een hok met een één-persoons bed betrokken. We zitten nogal eens in de knoop ’s nachts, omdat de scheidslijnen niet altijd duidelijk zijn.
Slavenfort Elmina.
Zaterdag, 22 december 2001.
We hebben een goede dag gehad in Elmina, waar we een kasteel bezichtigd hebben. Ze hebben daar ook een reusachtig fort. Het is grappig om te zien hoeveel invloed de Hollanders hier hebben gehad. Zo is er nog een Nederlandse begraafplaats en lopen er negers rond die van hun achternaam 63
“van Dijk” of “de Boer” heten. In het fort kwam er opeens een Nederlandse jongen met een camera vragen of ik ook wat wilde vertellen over het kasteel voor een reportage in Nederland. Ze waren met een aantal internationale studenten al door hele stukken van Afrika gereisd: Rwanda, Burundi, Kenya, soms ook dwars door de oorlog heen. Afia gaf ondertussen een dansshow Uitzicht vanaf het fort weg, samen met een jongen die met van die klikballetjes54 liep te spelen. Hoewel ze erg goed waren, werden ze door het personeel van het fort weggestuurd. We hebben een heel mooi einde aan de presentatie gedraaid, door als zwarte en blanke tezamen het kasteel en dus de geschiedenis achter ons te laten (. Buiten het fort heb ik voor ambtenaar van burgerlijke stand gespeeld, want er wilde iemand met Afia trouwen en ze besloot dat het dan maar meteen moest gebeuren. Toen we bij het stuk aankwamen van: “dan mag u nu de bruid kussen”, zag ik Afia al heftige gebaren maken, maar het was al te laat! Ik kon er niks aan doen. ’s Avonds werden we door een paar jongens uitgenodigd voor een drumshow op het strand. Ze speelden allemaal djembé, verbazend goed, en ze gaan er maximaal in op! Ook rappen is geen probleem. Geef je naam en ze rappen een heel liefdesverhaal, weer veel te overdreven natuurlijk, maar echt knap.
Kerst op het strand, terug naar Techiman. Vrijdag, 28 december 2001.
Dat was dan Christmas in Afrika, wat een feest! We zijn terug gegaan naar Kokrobite omdat daar een kerstprogramma was. Daar in Kokrobite is het de wereld van de rasta’s. Er worden best veel “herbs” gerookt, wat eigenlijk een voorloper is van hash. We kwamen dus ook niet onder de Reggae uit, Bob Marley is hier de grote held. Er waren veel blanken, voornamelijk uit de UK en Amerika. Op kerstavond ontkwamen we niet aan de carols van de Britten. Eigenlijk heb ik hier een verschuiving gemaakt van dag- naar nachtritme: drie nachten lang kwamen er bandjes en traditionele dansgroepen dus overdag slaap je dan met je toeter op het strand. We hebben ook weer een bedje gehuurd in de mierenhut en Afia is haar manager weer tegengekomen. Ook liepen we nog twee andere Nederlandse meiden tegen het lijf, die net zo geschift waren als wij, dus dat was erg leuk. We hadden echt een probleem met al die mannen, het was net een hengstenbal. We kunnen hen gewoon niet aan het verstand krijgen dat we graag alleen 54. Dit zijn twee kalebasjes die gevuld zijn met pitjes en door een touwtje aan elkaar zijn bevestigd. Je kunt er hele ritmes mee spelen door ze tegen elkaar aan te laten slaan en ze te schudden.
64
willen dansen en dat we knettergek worden van samen dansen. Op den duur had ik er drie tegelijk en ik had echt zin om kwaad te worden. Ik zal wat dat betreft blij zijn als ik weer in Nederland ben en weer een gewoon ordinair mens ben. Odika, een van de meisjes uit Nederland struikelde tijdens het dansen over een draad, dus toen was alle muziek en licht van de wereld. We zijn nu terug in Techiman om de papieren op te halen voor het psychiatrische ziekenhuis. Er komen heerlijke schimmelaroma’s uit de tassen, vandaag alles wassen of weggooien. Sommige dingen kunnen niet eens worden gewassen, zo ranzig zijn ze. Het is heerlijk om weer even terug te zijn in ons guesthouse in Techiman, waar de mensen ons kennen. Zo hebben we vanavond een laat “kerstdiner” genoten, bestaande uit, jawel… fufu! Dat hadden de buren voor ons gekookt zodra ze doorhadden dat we er weer waren. Kerst duurt hier geloof ik ook wat langer dan in Nederland en het nieuwe jaar schijn je ook wel een maand lang te vieren, voor zover je het vieren kunt noemen dan. De afgelopen tijd zijn onze namen veel genoemd op classic FM, radio Techiman, volgens de ziekenhuismedewerkers. Ze hoorden dan weer dat de DJ’s ons een gelukkig kerst toewensen enzo. Haha, ze zijn ons nog steeds niet vergeten dus, dit gaat weer nergens over. Ik heb veel met de zogenaamde Peace Corps Volunteers gesproken de afgelopen tijd en voel me eigenlijk maar een kneus dat ik maar voor een halfjaar in Ghana ben. Zij worden minstens voor twee jaar in een klein dorp gestationeerd, ze leren de taal en doen echt tof werk. Ik wil echt blijven, minstens nog een half jaar. We zijn de laatste tijd een beetje aan het klieren met een nieuwe datum voor het vliegticket en dat doet me beseffen dat we hier nog maar zo kort zijn. Zeker jammer nu ik een beetje begin mee te brabbelen in het Twi. Er is niet veel dat ik mis van Nederland. Ik dacht van tevoren dat ik na een paar maanden wel weer zin had om even terug te zijn, maar dat is helemaal niet zo. De grond begint nu echt droog te worden, het gras is allemaal dood of afgefikt. En komen van die flinke stofwinden uit het noorden, echt vies! Nu snap ik pas dat die hoofddoeken van die Afrikaanse vrouwen ook nog functioneel zijn, want mijn haar is bruin van het stof.
Mailen en cadeautjes kopen in Kumasi. Zaterdag, 29 december 2001.
Vandaag zijn we naar Kumasi gegaan omdat we persé een mailtje moesten versturen. Afstanden doen je niks meer, we zitten gewoon twee uur in een tro-tro met slapende poten en met kinderen op schoot, alleen om een computer te zien. En in Nederland vond ik twee uur in een trein al een hele reis. Nu is het heel normaal om zo’n vier uur per dag in een krot te zitten. Natuurlijk moesten we ook weer cadeaus in slaan want nu mijn ouders al dat Afrikaanse spul via Afia’s ouders zien wil iedereen wat, om gek van te worden! Terwijl we stonden de onderhandelen over wat batiklappen, liep het uit op een vechtpartij tussen de verkopers. Ze waren zelfs zo kwaad dat ze elkaars lappen begonnen te scheuren en met hun zandpoten er op stonden te stampen. Als je maar even laat blijken dat je geïnteresseerd bent staan er zo tien mensen om je heen met precies hetzelfde lapje. Dat is wel handig, want de prijs zakt zonder dat je er moeite voor hoeft te doen. Maar ze waren vandaag zo opvliegend dat de lol van het kopen en onderhandelen er al gauw af is. We balen er wel een beetje van dat het zo slecht gaat met onze projecten voor school. De hospitaalboot mislukt, het psychiatrisch ziekenhuis wil ons niet hebben zonder papieren en nu hoorde we van Shannon dat onze AIDS-campagne op de fiets door de Volta regio ook al niet door gaat. We reizen wel heel gezellig rond maar eigenlijk worden we toch geacht ons met de gezondheidszorg bezig te houden. Nou ja, BOEIUHHH!!! We hebben echt ons best gedaan. Op de terugweg naar huis verloren we een zak met rijst ofzo, want de achterklep vloog open en alles zat natuurlijk weer volgestouwd. Ineens hadden we een hoop meer voetruimte. Laatst had 65
Shannon ook al het zadel van haar fiets, die op het dak was vastgebonden, verloren. De tro-tro reed te hard en het zadel vloog met een rotgang de bush in had het ook geen zin meer om er voor te stoppen. Zij nog brullen natuurlijk, maar die drivers zijn ook zo stokdoof door de brullende motors, rammelende wagen en hun afgezaagde Ghanese hits, die ze rustig tien keer achter elkaar draaien. Ik ben trouwens niet gefrustreerd hoor, maar erg gelukkig.
… en het liep uit op een losbandig feest. Dinsdag, 1 Januari 2002.
We zijn weer op weg naar het psychiatrisch ziekenhuis en nu met papieren! Eerst zijn we naar Accra gegaan en daar hebben we werkelijk een KNALLEND nieuwjaar gevierd op Labadi-beach. Toevallig kwamen we Odika en Hester weer tegen in Accra in het hostel, dus we zijn met z’n vieren nieuwjaar wezen vieren op het strand. Eerst in het hostel even wat indrinken en de rastavrouw uithangen, we waren al een beetje aangeschoten toen we op het strand aankwamen. Meteen het nodige manvolk weer aanwezig en we moesten weer dansen. We hadden wat zielige vuurpijltjes gekocht die we om twaalf uur gingen afsteken. Iedereen hing aan elkaars nek en ik heb sommige mensen per ongeluk wel drie keer gehad. Kan ik er ook niks meer aan doen als hun jaar niet gelukkig wordt. Volgens mij wensen de Ghanezen elkaar helemaal niet een goedjaar toe door een hand te geven, of te zoenen. Maar nu vonden ze het uiteraard erg interessant en deden enthousiast mee. Er was iemand met een paard en die wilde hij aan mij wel even uitlenen, dus ik heb gewoon ’s nachts op het strand gegaloppeerd! Het was wel een gok hoor, want mijn evenwichtsgevoel was enigszins aangetast en die knol schrok steeds van het vuurwerk en dan scheurde hij er weer vandoor, maar ik heb toch de rit beëindigd met een stuk paard tussen mijn benen. Nou ja verder niet veel meer te melden dan dansen en feesten. We moesten de gekste soort mixjes van de barman proberen. Ik heb een ontzettend leuke jongen ontmoet en ik vond hem zo gaaf omdat hij de eerste mannelijke Ghanees was die NIET over trouwen begon, niet aan je zit, maar echt geïnteresseerd was en heel aardig. Hij studeert ook dus ik denk dat er wat meer verstand in zit en dat vind ik heel leuk. We hebben een heel tof gesprek gehad. Het is een halfbloed, Ghanese moeder en Britse vader. Zwaar interessant allemaal. Hij kan ook leuk dansen… Tja ik moet maar niet mijn kop op hol laten brengen, iedereen zat al zo te zeuren dat ik straks met een neger thuis kom. Hester haar scharrel was behoorlijk onder invloed en begon dominant te worden en irritant te doen. Dus om vijf uur hadden we het wel gezien, we hebben een taxi naar huis genomen. Iedereen was knettergek, Afia zat te brullen uit het raam dat iedereen een gelukkig leven mocht leiden en die man van Hester kon ook niet stoppen met schreeuwen, terwijl hij de stoel van de taxidriver zat te shaken. Toen we thuis kwamen hadden we echt een probleem: de deur van onze kamer zat op slot. We sliepen met zes man in een dormitory en twee Amerikanen waren er al in en hadden de deur op slot gedaan. Maar er waren al problemen met de sleutel en nu lukte het helemaal niet meer om de deur open te krijgen. Met ons gebonk en gerammel hebben we het personeel uit bed gehaald. We hebben het wel een uur staan proberen, daarna vonden Afia en ik het wel prima en zijn we op de grond op de binnenplaats gaan liggen maffen. Later werden we daar weggestuurd en moesten we met z’n vieren op een heel smerig matrasje in een ander hok gaan slapen. Ik vond het eigenlijk buiten veel beter, afgezien van dat je levend wordt opgevreten door de muskieten, maar we mochten niet meer op de grond slapen, dus toen zijn we toch maar verkast en hebben we gewacht op een mannetje dat de deur zou openbreken. Die kwam pas twee uur later, we waren allemaal zo brakkig en stonden eindelijk om acht uur ’s ochtends weer
66
in onze kamer. HAPPY NEW YEAR! De rest van de dag zat er weinig actie in ons allemaal, sommigen hadden een beetje hoofdpijn en dat soort gevolgen van alcoholmisbruik. Van de week had ik weer post. Ondertussen zit ik steeds te denken wat ik moet doen al ik klaar ben met mijn opleiding, als ik wil gaan studeren moet ik nu eigenlijk wel terug en ik wil het liefst hier blijven. Het vervelende is dat deze gedachten steeds maar blijven rondcirkelen en dat ik tot nu toe nog geen besluit heb genomen, iets wat heel onherkenbaar is voor een Anneloes. Maar ondertussen ben ik hier een geweldige tijd aan het beleven iets wat zeker voor herhaling vatbaar is.
In het psychiatrisch ziekenhuis. Woensdag, 2 januari 2002.
We zijn op tijd vertrokken richting Cape Coast naar het psychiatrisch ziekenhuis. Omdat we nu de gewichtige papieren bij ons hadden was ineens alles goed. Ze hebben een groots oriëntatie programma voor ons in elkaar gedraaid van acht dagen en we zijn vandaag meteen begonnen op de O.P.D. Het is zwaar interessant als je ziet wat voor mensen daar rondspringen. Er waren zelfs mensen waarbij de handen op de rug waren gebonden met touwen. Een verpleegkundige vertelde over hoe een opname hier in zijn werk gaat en we hebben wat anamnesegesprekken meegemaakt. Heel apart, de patiënten die worden opgenomen moeten van tevoren een borg betalen, zodat ze bij ontslag nog reisgeld hebben om weer terug naar hun huis te komen. Vaak worden ze letterlijk op de bus of tro-tro naar huis gezet, anders blijven ze na ontslag om het ziekenhuis hangen. Toch vind ik de manier van omgaan met de patiënten erg onprofessioneel en simpel. Maar ja, in Nederland heb je ook meer met wetten en regeltjes te maken, terwijl je hier maar gewoon kunt doen wat je goed lijkt. Spuit valium in je kont? Geen probleem. Ze hoeven hier haast nooit iemand te isoleren of vast te binden, aangezien iedereen hier zo’n beetje standaard platgespoten wordt. Na wat gerommel over huisvesting zijn we in een kasteel beland! twee badkamers, drie grote slaapkamers, een eetzaal, een zitzaal, een hele grote keuken, twee grote balkons en een megadakterras! Het is echt niet te geloven, wat een villa! Als ik het goed begrepen heb, woonde voorheen de arts hier. Het is wel een dubieus huis op een of andere manier en het is erg stoffig. En we zitten hier met z’n tweetjes in zolang we hier dus werken. Het was zelfs al zo erg dat ik Afia kwijt was. Dat is nog eens wat anders dan die bedompte kamertjes en hutten die we de laatste tijd versleten hebben. Het kostte eerst nog wel wat moeite om een huisvesting te regelen, maar zo hoeft het nou ook weer niet.
Opname van psychiatrische patiënten. Donderdag, 3 januari 2002.
Vandaag heb ik de hele dag op de O.P.D. gezeten en natuurlijk weer bij de medical officer55, die tegelijk ook de psychiater is, in de behandelkamer gezeten. Enkel alleen om te bekijken wat voor knetterlijpe mensen daar binnen wandelen. Ik vond die psychiater eigenlijk heel erg goed, hij heeft ook heel veel uitgelegd en verteld over het ziekenhuis en de patiënten. Het was erg interessant, ook om te zien dat bepaalde kenmerken van ziekten binnen deze cultuur op een andere manier naar buiten komen. Zo hebben de wanen en de hallucinaties veel met God en de duivel te maken, omdat religie een grote rol speelt in het leven van de Ghanezen. Er wordt nog veel met convulsietherapie gewerkt bij depressieve mensen. Ziektebeelden die veel voorkomen zijn: schizofrenie, manisch depressieve mensen, verslavingsproblematiek en epilepsie! 55. De Medical Officer is het hoofd van alle artsen. Hij kan gezien worden als de directeur van een ziekenhuis.
67
Wel maf dat epilepsie hier onder psychische ziekten wordt gerekend, terwijl het toch een organische oorzaak heeft. Wat hier een beetje vervelend is, is dat je als blanke gauw in het oog valt dus dat te patiënten meteen op je dak gaan zitten. En ze snappen soms niet dat wij geen Fante terug praten als ze tegen ons beginnen te praten. Vanavond hebben we de boel in een winkeltje in de war geschopt omdat het een groothandel was en wij hadden perongeluk allerlei verpakkingen opengetrokken. Ons kasteel is wel een beetje een spookhuis, telkens als we terug komen in het donker branden alle lampen, in de koelkast ligt een zak met bloed (we hebben nog niet in durven kijken), en verder zit er een slaapkamer op slot terwijl de vloer daar kraakt… haha, maar het is zo’n tof huis! Het galmt tien keer door als je roept enzo. Het personeel van dit ziekenhuis woont trouwens net als in Techiman allemaal zo’n beetje op het ziekenhuisterrein.
Eerste dag op de gesloten afdeling. Vrijdag, 4 januari 2002.
Eerste dag op de afdeling. We waren nog niet binnen of ze begonnen in koor te brullen: obruni! Dat was natuurlijk te verwachten en dit is nog maar de vrouwenafdeling! Het lijkt hier een beetje op de jaren veertig psychiatrie in Nederland: grote slaapzalen met rijen bedden… een binnenplaatsje en dat is het wel. We werden naar een grote zaal gebracht waar de mensen hun ontbijt (soort pindabrij) kregen en hun medicatie. De patiënten zijn toch aardig geschoold, want de meesten kunnen wel Engels praten. Patiëntenrechten heb je hier nog niet zo dus als ze agressief worden dan worden ze in een hokje gezet en dan even een spuit largatil of valium in de buitenste bovenste bilkwadrant en alles is weer OK. Maar we hebben veel met de patiënten gepraat en dat is best interessant. Eentje had een beetje een grootheidswaan en ze dacht dat Afia uit de hemel was gekomen om haar op te halen. Ze heeft de hele dag bij de poort gewacht tot we weg gingen en toen ze door kreeg dat het feest niet door ging werd ze agressief! Verpleegkundigen geven patiënten gauw een duw of een klap, ik denk dat de “behandeling” puur alleen om medicijnen en shocktherapie draait en dat er geen aandacht is voor psychotherapie. Wat ik ook zo frappant vind is dat niemand hier zijn leeftijd weet. Ze noemen gewoon een leeftijd, maar na wat doorvragen en een eenvoudig rekensommetje blijken ze vaak ouder of jonger te zijn. Op de O.P.D kwam een man binnen die zeker wist dat hij twintig was. Zijn moeder zei dat ook. Het vreemde was alleen dat zij al bijna zeventig jaar oud was en dat haar zoon de tweede van zes kinderen was. Na nog wat doorvragen kwam de psychiater tot de conclusie dat hij ongeveer zevenendertig jaar moest zijn. In het noorden beweren ze ook rustig dat iemand 200 of 300 jaar is, gewoon omdat oude mensen niet weten wanneer ze geboren zijn, en iedereen slikt dat. Het staat ook gewoon op de grafstenen geschreven. Vanavond hoorden we ineens Celine Dion zingen en dan besef je pas dat je dat soort dingen toch een beetje mist, de westerse muziek! Lekker hoor, even mee galmen, zelfs al is het de afgezaagde Titanic. We eten elke dag fufu en bananen met brood.
68
De mannenafdeling. Maandag, 7 januari 2002.
Vannacht een enorme onweers- en regenbui gehad. Het raasde naar benenden. De stroom viel uit en onze zaklampen deden het ook niet meer. Iedereen zal wel blij met deze bui zijn, want het heeft in geen dagen meer een drup geregend en de grond is kurkdroog. Het was wel gaaf vannacht. Het is trouwens nog steeds een beetje dubieus in dit huis. Laatst verdwenen ineens de matrassen van de bedden in een andere slaapkamer en die andere slaapkamer die op slot zat, stond ineens open met een sleutel in de deur! Blijkbaar hebben meer mensen de sleutel van dit huis. Zaterdag zijn we op de gesloten mannenafdeling geweest. Nou, eigenlijk kunnen we daar gewoon niet wezen als twee jonge blanke meiden. Best raar, want het personeel bestaat normaal alleen uit mannen, maar het was wel hartstikke leuk, we kregen een leuk ontvangst van zowel de patiënten als het personeel. Eigenlijk een beetje jammer als je naar Afrika gaat om een goede daad te doen en je laat alleen maar gebroken harten achter. Op deze afdeling zaten wel zo’n zeventig mannen en ze hadden alleen zo’n binnenplaatsje en een krottig zaaltje om te ontbijten. De verpleegkundige schrijven vaak in de rapportage dat de patiënt doelloos rondloopt, maar dat lijkt me nogal logisch omdat er ook werkelijk geen klap voor hen te doen is. Er zitten in vergelijking met de vrouwen afdeling veel alcohol- en drugsaddicts. Ik moet trouwens hard nadenken wat het Nederlandse woord daarvoor is, we beginnen ook tegen elkaar steeds meer Engelse woorden tegen elkaar te praten. Helaas was ik zaterdag op een of andere manier een wrak: hoofdpijn, wiebelig en duizelig en op den duur voelde ik gewoon dat ik bijna ging flauwvallen. Afia is echt een lieverd, heeft me naar huis gebracht en is in d’r uppie eten gaan halen in Cape Coast. Ze had zelf ook hoofdpijn, dus echt een doorzetter. Gisteren hebben we echt zondag gehouden: flink uitgerust, preek gedraaid en een heel boeiend gesprek met Afia gehad over God, de duivel en wat de bijbel volgens ons is. Zij is hierin zo anders dan ik! Maar wel geïnteresseerd en dat vind ik al heel gaaf! Vandaag weer op een andere afdeling gewerkt, was erg leuk. Er werd een vrouw opgenomen die twee jaar alleen in een park had geleefd, het was meer een boskat dan een mens. Nog voordat je haar zag kon je ruiken dat ze in aantocht was, zo’n meur hing er om haar heen. Haar polsen waren doorgesneden door de touwen waarmee ze was vastgebonden… en gillen natuurlijk! Het eerste wat ze daar dus deden was emmers water over haar heen gooien en maximaal wassen. Daarna werd ze geschoren, tot het schaamhaar aan toe! Anorexia nervosa komt tot mijn verbazing hier ook voor. Er werd met geweld een soort pindabrij bij de patiënten naar binnen gestouwd, maar alles kwam er even hard weer uit. Er is verder niet zoiets als erover praten ofzo, dus ik ben bang dat dit soort mensen ten dode zijn opgeschreven. Er was ook een vrouw met katatone schizofrenie. Ze bleef gewoon precies in de houding liggen als waar ze in werd neergelegd. Het vreemde was dat haar hoofd net niet het kussen raakte, dus waarschijnlijk moest ze ontzettend veel energie inleveren om het omhoog te houden. Nog nooit had ik zoiets gezien. Iedereen was nieuw vandaag op deze afdeling dus het was een beetje een janboel.
Electro Convulsie Therapie. Dinsdag, 8 januari 2002.
Vanochtend om half zeven stonden we al in de startblokken voor de ECT. Erg heftig! Er waren zo’n tien patiënten die daarvoor kwamen. Het werd gedaan in een speciaal luguber kamertje. Eerst de persoon in kwestie platspuiten, hoewel het geen volledige verdoving was zoals in Nederland wel 69
gebeurt met dit soort therapie. Daarna de patiënt maximaal onder stroom zetten middels elektroden die op het hoofd gezet worden. Rol verband in de mond tegen de tongbeet. Ik vond het zelf ook wel heel schokkend bij de eerste patiënt: we moesten hem met zes man vasthouden toen de convulsies begonnen. Alle spieren over het hele lichaam begonnen samen te trekken. De ogen stonden wijd opengesperd en draaiden heel eng heen en weer en na een minuut nam het schokken af voor de helft. Daarna legden we de patiënt in de stabiele zijligging en was de volgende aan de beurt. Het was gewoon lopende band werk! De psychiater vertelde dat ontwrichtingen en botbreuken wel voorkomen tijdens de convulsies. Eenmaal bijgekomen, zijn de patiënten helemaal in de war en lopen ze verdwaasd in het rond. Helaas viel vanochtend de stroom een paar keer uit en daar sta je dan… met je mooie ECT apparaat, uit je neus te vreten. Elektriciteit is toch echt het eerste ingrediënt bij dit soort feestjes. Na het werken zijn we naar het Kakum national park geweest. We hebben een geweldige mars gedaan door het woud en over een paar touwbruggen die zo’n veertig meter boven de grond hingen. Ze zeggen dat deze brug de enige van zijn soort in Afrika is en dat er maar vier van dit soort dingen in de wereld zijn. We slapen nu vlak bij een krokodillenvijver en we gingen vanmiddag brood in het water gooien. Daar komen vissen op af en daar komen die dundees weer op af: ze springen zo voor je neus omhoog uit het water. Ik snap niet dat ze niet even wat hoger springen om een stuk mens op te vreten. Dat lijkt me toch nog voedzamer dan zo’n stom visje. Het zijn echte knapen… In Nederland kun je volgens mij in geen enkele dierentuin zo dichtbij komen. Er stonden ook een heleboel Safari-Arie’s heel hard te schreeuwen en te wijzen en met fototoestellen en met verrekijkers te opereren, dus we dachten minstens dat er wel wat interessants te doen was… Gaat het om een of ander stom soort miertje. Ik zal wel nooit de charmes van dat soort wriemelende “schoonheden” inzien.
Fort Metal Cross.
Donderdag, 10 januari 2002.
We zijn alweer aan het chillen geslagen. Leve de afritsbroeken, de backpacks en de pleerollen! Op dit moment zitten we in Dixcove, een stadje aan de zee in het westen van het land. Er staat daar, op de rotsen, een prachtig slavenfort. Toen we dat aan het bezichtigen waren, bood de beheerder aan dat we hier wel een paar nachten konden blijven… Ziet hier uw voordelen van blank, jong en vrouw zijn. Dat lieten we ons geen tweede keer zeggen. We hebben een geweldige kamer, die van de officieren is geweest en als ik uit het raam kijk, dan kijk ik uit op de binnenplaats, waar de deuren naar de slavenverblijven zitten. De zeewind waait hier recht naar binnen, dus het is lekker koel. We hebben alle ruimte van het kasteel om ons heen. Er is zelfs een sluipweg van de hoofdofficier naar het vrouwenverblijf… De mooiste vrouwen werden zo omhoog getakeld in de beste man zijn kamer. Gisteravond de hele nacht op het bovenste plateau tussen de kanonnen gezeten. Je kan zo mooi uitkijken over de zee, aan de andere kant zie je het nachtleven van de dorpsbewoners. Kijk je omhoog, dan zie je een geweldige sterrenhemel… Psalm 8… en ik kan niks anders dan God danken voor dit geweldige leven… dat ik dit alles mag beleven. Vandaag zijn we naar het dorp Busua in de buurt gewandeld. We zitten ons steeds af te vragen, waarom we altijd precies doen wat we niet gepland of afgesproken hebben. Natuurlijk moesten Velting en Zwarts uitgerekend een route nemen, waarvan duidelijk was dat er een hoop overvallen worden gepleegd. We hadden van tevoren gezegd, dat we dat nou eens een keer ECHT niet zouden doen. Het gevolg is duidelijk: we hebben een discipline van nul komma nul.
70
Maar goed, we hadden geluk, en kwamen heel aan. Er wonen daar heel veel vissers en ze waren net bezig om hun boten op het strand te slepen. Terwijl ze dat doen zingen ze een lied en trekken op de maat aan de touwen - heel mooi om dat te zien! Busua heeft een heel mooi strand. Hoewel het zwaar bewolkt was, was het toch lekker zwemweer (hoe kan het ook anders), dus veel gezwommen. ‘s Avonds weer een warm onthaal op fort Metal Cross. De beheerder heeft als piloot bij de luchtmacht gezeten, op de helikopter. Erg interessant natuurlijk, maar helaas: door wat overmatig gebruik van alcohol moest hij een toontje lager vliegen. Zijn vrouw woont in Takoradi, maar was voor het weekend naar het fort overgekomen. Het zijn aardige mensen hoor, maar ik kon niet begrijpen dat dit een echtpaar was. Toen we een foto van hen gingen maken stonden ze zo’n griezelig eind uit elkaar dat ik me begon af te vragen hoe zij het ooit met z’n tweeën voor elkaar hebben gekregen om kinderen op de wereld te zetten. Volgens mij zijn veel huwelijken hier zakelijk, en is het vrij normaal dat man en vrouw apart wonen. Maar het kan er ook wel mee te maken hebben dat je in deze cultuur je liefde in het openbaar niet toont… je ziet mensen hier ook nooit zoenen. Het schijnt nogal een taboe te zijn om dat te doen met anderen erbij. Toen we vanavond nog even door Dixcove liepen kwamen we langs het huis van de chief, dus toen moesten we daar natuurlijk even op bezoek en vertellen wat voor missie wij hier hebben. De mensen die hier vlak voor het fort wonen zijn bezig om hun boten te verven. Ze gebruiken felle kleuren en maken er complete schilderijen van!
Reizen in de Western Region. Zaterdag, 12 januari 2002.
Standplaats Nzulezo, een dorp gebouwd boven een meer, een dorp op palen. Eigenlijk een beetje een woonboten idee, met die loopbruggen ertussen van raffia. De bewoners hebben allemaal een boot, want gek genoeg hebben de meesten een boerderij op het platteland. Ze moeten er een half uur voor roeien om er te komen, dus je vraagt je echt af waarom ze dan hier gaan wonen. De bewoners blijkbaar niet. Het dorp ligt wel ontzettend geïsoleerd van de bewoonde wereld, maar het heeft wel zijn charmes, het leven zo dicht bij het water. Gisteren zijn we hier aangekomen, de reis naar het dorp was een beetje problematisch, want de jongen die ons de weg wees, had drank gehad. Hij stonk tenminste naar alcohol en kon niet eens rechtop in de boot blijven staan. Eerst verloor ie zijn peddel (terwijl we toen door een hele smalle en ondiepe vaargeul voeren) en daarna presteerde hij het om zelf ook in die vaargeul te vallen. Het was misschien nog geen dertig cm diep, maar hij ging helemaal kopje onder en was compleet de weg kwijt. We zagen het al helemaal gebeuren dat we binnen de kortste keren met zijn drieën, plus de zware tassen, in het water lagen. 71
Dus toen hebben we meteen een noodplan gemaakt: de paspoorten, creditkaart, vliegtickets, dagboeken en het fototoestel in een aparte rugzak die ik dan op mijn hoofd zou zetten tijdens het zwemmen. Afia zou de rest van de tassen dan meenemen. Beetje oneerlijk verdeeld, maar ter compensatie hadden we bedacht dat de tassen van Afia dan ook wel nat gered mochten worden. Ik heb echt de armen uit mijn lijf geroeid. Ik heb nu al spierpijn. ’s Middags hebben we nog een heel stuk geroeid. Eerst op het meer, daarna een heel smalle zijarm door de bush geprobeerd. Dat was erg leuk. We kwamen onderweg iemand tegen met verse palmwijn in zijn boot. Dat moest worden uitgetest. Daarna lekker gezwommen, tussen de krokodillen… WHAAA!!! Waarom moet dat nou weer? Volgens Afia moet ons eerst wat vreselijks overkomen (afgebeten benen enzo) voordat we eindelijk eens normaal gaan doen en daar heeft ze gelijk in. ’t Is wel maf als je de mensen in het dorp zo bezig ziet. Eén staat te wassen / piesen in het water en trapje verder gaat de volgende rustig staan drinken. De eigenaar beweert dat het hier heel schoon water is. Zal ook best wel, maar als ik vanuit de boot de buurman kan zien piesen, vertel je mij niet dat het drinkwater is. Hier hebben we snotverdorie de hele tijd health talks over staan houden! De mensen kunnen hier trouwens wel aardig zwemmen, dat moet ook wel als je in een meer woont. We hebben in het dorp ook een hut op palen gekregen om te slapen…met kakkerlakken. Elke keer als er iemand naar onze hut toekomt, liggen we te schudden in ons bed. (De hut zit aan de loopbrug vast gebouwd.) Zelfs het bed en de stoelen zijn gebouwd van palen en raffia. O ja en de muren van deze hut zijn beplakt met allemaal foldertjes van een of andere fietsroute in de Betuwe. Afgedankte reclamefolders uit Europa worden hier nog verkocht als bijvoorbeeld WC papier of in dit geval behang. Vanochtend zijn we na een ochtendduik in dit guinessmeer (het is water lijkt sterk op dat bruine guiness) op weg gegaan naar Takoradi. Ondertussen heb ik een monsterachtige spierpijn en op mijn linkerhand twee open blaren. Maar ja, we hebben die tocht in de boot ook twee keer zo snel gedaan als normaal, omdat wij ons weer eens moesten uitsloven. Dan komen we natuurlijk wel met onze tong op onze tenen aan. Op den Raffia plee duur konden we niet verder met de boot omdat het meer in deze droge tijd steeds meer inslinkt, dus toen moesten we met de bagage door het water heen. (soms tot op de knieën). We hadden ons voorgenomen om niet door stilstaand water heen te gaan lopen en daar liepen we alweer. Afia zag de bilharziawormen al in haar voetzolen en onder haar huid kruipen. Het is onze eigen schuld als we straks malaria, AIDS, bilharzia en weet-ik-niet-allemaal krijgen en dood gaan. Maar dan hebben we wel een heel mooi leven gehad. Bij de wildlife-office moesten we persé van de beheerder onze voeten wassen in een teiltje. We snapten helemaal niet waarom en na het wassen waren ze nog viezer, omdat we ons evenwicht niet konden houden met de tassen, dus met onze poten in de modder terechtkwamen. Maar erg veel lol gehad met dat teiltje. De Western Region vind ik echt wel heel mooi. Er zijn eindeloze mooie witte stranden met palmbomen en je ziet er haast geen toeristen. Onderweg naar Takoradi zaten we in een nogal sneu busje. De stoelen zaten los, dus we hadden zeker vering, maar het hoofdgebrek was wel dat de deur niet meer dichtwilde. De bijrijder bleef maar aan de roestige deur rukken en riep naar ons dat het onze schuld was dat hij in zulke rommel moest rondrijden in Ghana, want “jullie westerlingen hebben die rotzooi hiergebracht!”
72
Takoradi is wel een gezellige stad met veel marktmensen enzo. Vanavond hebben we een bezoek gebracht aan een apenberg die in de stad zou zijn. Afgezien van onszelf waren er maar twee apen te zien en dat bleken later ook nog eens gieren te zijn. ’s Avonds geklier met de plee’s die niet door willen spoelen omdat het water weer eens een keer niet stroomt.
Een zondag in Takoradi. Zondag, 13 januari 2002.
Vanochtend zat mijn wang ongeveer tot aan mijn wenkbrauw, ik voelde me net een varken, de hele rechterkant van mijn gezicht was opgezwollen. ’t Is ook nog blauw, dus ik zal wel wat gestoten hebben. Ok, over op de rapportage van vandaag: heerlijke dag gehad op de beach in Takoradi, er was helemaal niemand! Alleen het klotsende water en een fris windje. Het is aardig koel tijdens de nachten de laatste tijd, door de Harmattan denk ik. We horen al veel Ghanezen klagen dat ze het zo koud hebben. Sommigen hebben van die dikke truien en jassen aan. Of zelfs zo’n bontmuts uit Rusland! Dan lachen Afia en ik maar weer eens naar elkaar, want het is nog steeds hartstikke warm voor Nederlandse begrippen. We waren bananen aan het kopen van een vrouwtje die vertelde dat ze “White” heette. Ze wees eens op haar zwarte lichaam en zei dat die naam haar geen eer aandeed. Toen ik haar vertelde dat ik Zwarts heette, kwamen we samen tot de conclusie dat er toch ergens iets mis moet zijn gegaan. Verder kwamen we vandaag een man tegen, die rechtstreeks uit de kerk kwam, met een bijbel onder zijn arm. Hij kwam naar het strand om de dienst nog eens te overdenken en wat te mediteren. We hebben dus bijbelclub gehouden op het strand en een gaaf gesprek over geloof in verschillende culturen gehad. Ook over de toekomst van Afrika, politiek, studie, allemaal interessante onderwerpen waar een Ghanees volgens mij niet vaak over praat. Deze man was duidelijk een leprapatiënt, hij miste een paar vingers en had van die typische bobbels in zijn gezicht en hals. Ik vond hem bijzonder sympathiek, hij had duidelijk veel verstand van de zaken, maar was toch heel bescheiden. Verder hebben we heerlijk in de zee rondgedobberd, gerelaxt, genoten van het strand en thalassa! Later op de middag kwamen we een blanke jongen tegen, hij kwam uit Libië en hij nodigde ons uit voor een of andere party. Toen we later op die plek aankwamen, bleek het een groot blankennest te zijn, allemaal Libiërs, maar geboren in Ghana, dus eigenlijk Ghanezen. Het waren allemaal mannen en ze hadden volgens mij in geen tijden een vrouw gezien: ellende dus!! Ze hadden veel eten aan laten slepen, erg lekker, van dat pittige Noord-Afrikaanse eten met knoflook en van die tortilla’s. Verder vis, kip, rundvlees, we hebben ons niet laten kennen en heerlijk zitten bunkeren. Ze waren ook aan het waterpijp roken, ik vind het er echt niet uitzien, alsof ze met een scheikunde proef bezig zijn…en maar borrelen! Deze Libiërs hebben hier in de omgeving wel de touwtjes in handen, heb ik het idee. Ze zaten allemaal in het hout export en volgens mij maken ze daar grof winst mee. Eentje van hen was een gigantisch huis aan het bouwen, vlak aan zee. Toen we ‘s avonds weer naar huis wilden rees natuurlijk de grote vraag: hoe komen we hier weer normaal onderuit? Je moet echt ZO duidelijk zijn, want nee is geen nee voor dit soort gasten. Het maakt mij in ieder geval erg assertief, ik leer gewoon iedereen af te schepen en precies mijn eigen wil te doen, anders heb je geen leven hier. Toen we later al in bed lagen, hadden we ineens heel erg dorst, van het pittige eten waarschijnlijk. We zijn toen gewoon een kroeg ingedoken in onze pyjama’s, dat kan je je in Nederland niet voorstellen, maar we hadden echt geen zin om ons weer te verkleden. Bovendien kijkt niemand 73
hier ervan op. Ik had natuurlijk mijn jasje weer binnenstebuiten aan, dus daar maar een trui overheen en ook voor op mijn buik zat het wasvoorschrift van mijn broek. Beetje jammer, maar we hebben ons uitstekend vermaakt verder!
Regeldag in Accra. Maandag, 14 januari 2002.
Op tijd weer opgestaan om de dag te plukken. We zijn weer naar Accra gegaan, want er MOEST actie worden ondernomen inzake het vliegticket. We hebben het idee, dat als we er niet heel erg achteraan zitten, dat we dat ticket zien vliegen in plaats van onszelf. Dus we hadden ons al helemaal voorbereid… NIET het kantoor uit voor we een datum hebben, desnoods op de balie springen, stekkers uit de computer trekken en ruiten ingooien. Gelukkig was dat allemaal niet nodig, na wat geharrewar blijkt dat er heus wel plaatsen over zijn begin februari, dus we vliegen op 3 februari. Ze kunnen me dan meteen bij school afzetten, want ik ben geacht om vanaf 4 februari (we komen ’s morgens vroeg aan), colleges te volgen…Beetje jammer. Je moet gewoon je hoofd laten zien, over de telefoon valt niks te regelen hier. En daar maak je dan een hele reis voor, om in een half uur alles voor elkaar te hebben. Ik kreeg een mail van moeps dat ik niet moet wagen om op 2 februari terug komen, want dan trouwen Alex en zijn blondje en dan zit het verkeer rond Amsterdam vast. Verder kreeg ik ook nog een mail van iemand uit de gemeente, of ik wat weet van djembé’s en of die hier makkelijk zijn te versieren. Ze zijn op zijn school een actie voor Ghana aan het opzetten en proberen door middel van een grote djembé-verkoop-actie wat geld in de wacht te slepen. Ik vond het meteen een gaaf idee dus ik ga morgen maar eens rondneuzen of er iets te regelen valt. Verder hebben we op ons dooie gemak maar wat rondgelopen in Osu, de betere wijk van Accra. We hebben wat inkopen gedaan, we hadden een onmogelijke missie vanuit Techiman om slagroom mee te nemen voor Karlijn haar verjaardag, maar alles moet gekoeld blijven en aangezien we nog rondreizen onder de Afrikaanse zon, wil dat nog niet zo. Geld is weer op en de bank is dicht, dus HEEL zuinig zijn, geen eten en zo .
Op weg naar het ziekenhuis in Nkawkaw. Woensdag, 16 januari 2002.
WAT HEB IK NU WEER GEDAAN! Gisteren hadden we een regeldagje in Accra, dat houdt in dat ik bijna twintig djembé’s naar Nederland ga exporteren. Ik was even voorzichtig wat aan het rondneuzen in het Bob Marley circuit en toen kwam ik een handelaar tegen die wel vaker dit soort zaakjes naar het buitenland stuurt. Ik weet helemaal niet of ik hier wel goed aan doe, maar er is nog geen contract getekend, dus ik kan er nog even over nadenken. Het is wel spotgoedkoop hier en je kan er in Nederland een goede prijs voor krijgen. Verder hebben we een was- en tro-trodag gehouden, dat is weer een verhaal apart om met een trotro door Accra te crossen. We zijn echt naar alle kanten van de stad gekard. Af en toe wisten we helemaal niet meer waar we waren en moesten we hele einden lopen om weer in de bewoonde wereld te komen, maar het gaf ons zo veel voldoening dat we het geld van de taxi nu uit konden sparen! We hadden bergen met rottende was en we waren er al een halve dag mee bezig om de boel uit elkaar te trekken en weer schoon te krijgen. We hebben over de markt gebanjerd, alleen we mochten niks meer kopen want onze tassen zijn vol. Het is nog steeds leuk om daar rond te lopen, hoewel ze bijna overal dezelfde spullen hebben. 74
Dat viel me vandaag ook weer op toen we Accra uitgingen. Er staan langs de weg gewoon twintig kraampjes naast elkaar die stuk voor stuk hetzelfde soort brood verkopen. Vervolgens zie je een hele poos niets, en dan staan daar tien kraampjes bij elkaar die hetzelfde soort olie verkopen. Ik ben niet erg economisch aangelegd, maar toch onkom ik niet aan het idee dat een wat meer variabel aanbod een hoger rendement zou opleveren! Ons doel van de uittocht uit Accra was het ziekenhuis in Mpraeso, een dorp op en hele gave berg, vlakbij Nkawkaw. We zijn hierheen gegaan, omdat hier een proefproject loopt m.b.t. kwaliteit van zorg. In Techiman werken ze nauwelijks met dit soort onderwerpen, behalve dan het “contaminatiegroepje” zoals Afia dat altijd noemt…haha. Ze zijn in dat groepje wel heel erg gefixeerd op ontsmetten en steriel werken, terwijl er boven je hoofd en dus ook boven de wonden van de patiënt gewoon spinnenwebben hangen! Maar goed, we vielen hier in dit Kwahu hospital weer eens met onze neus in de boter, want er werd net een nieuwe afdeling (gynaecologie) geopend, dus er was een groot feest gaande met alle hoge pieten aanwezig. Binnen vijf minuten zaten we dus weer bij meneer de administrator en hadden we de medical officer te pakken. Het is niet te geloven hoe snel dit allemaal geregeld wordt. We kregen de eerste stoelen op het feest, TV Ghana er bovenop, dus ik denk dat ze in Techiman ook verbaasd zijn, als wij weer met onze toeter vooraan op TV zitten. Ze kunnen onze route wel door het land helemaal volgen daar… nou ja, dat is overdreven, maar dit is al de derde keer dat we het landelijke nieuws halen! Ze vonden het in het ziekenhuis allemaal erg leuk dat we er waren en dat we zo geïnteresseerd waren in het project. De komende paar dagen zullen we dus een programmaatje volgen, dat we net in elkaar hebben geflanst. Beetje jammer, maar ze hebben ons weer in het meest luxe hotel van de hele omgeving gezet, ze snappen gewoon niet dat ze ons daar geen plezier mee doen. En dat we in een krotje minstens zo gelukkig zijn. We werden er in een BMW heen gescheurd en dat soort grapjes. ’t Is voor even wel leuk, maar ik zal blij zijn als ik straks weer down-town praktijken uit kan voeren.
Het Kwahu ziekenhuis. Donderdag, 17 januari 2002.
Vanochtend vroeg kregen we een fantastisch ontbijt met alles erop en eraan van het ziekenhuis. Ook de lunch en het avondeten waren gisteren niet mis, ze zorgen zo goed voor ons! Ze regelen een driver die ons haalt en brengt en pakken zelfs eten voor ons in voor in het hotel. We hebben een oriëntatie gehad door heel het ziekenhuis en de verschillen tussen een government hospital (hier) en een mission hospital (zoals bijvoorbeeld in Techiman) zijn mij nu duidelijk. Er wordt veel meer geld van de overheid in de regeringsziekenhuizen gepompt, het ziekenhuis zag er dan ook mooi uit! Er zijn bij elk bed beddenlakens en gordijnen. Afia kon zelfs een echo-apparaat ontwaren op de verlosafdeling! Het zijn nog steeds wel allemaal krotspullen, maar ze doen het tenminste. In Techiman is er gewoon geen geld voor beddenlakens en dat soort dingen. Zeker nu de bisschop een ongeluk heeft gehad en dood is, ligt de boel daar in de prak. Volgens mij is het alleen maar beter voor het ziekenhuis, want die man had absoluut geen aandacht voor het welzijn van de patiënten, het geld ging geloof ik meer op aan mooie gebouwen binnen zijn bisdom. De matron van dit ziekenhuis is een aardig mens, een echte mamma, (zoals de dikkere en wat oudere vrouwen hier in Afrika heten). Wat ons wel verbaast, is dat het ziekenhuis zo leeg is: van de 172 bedden zijn er maar 45 in gebruik. Dat komt omdat veel verpleegkundigen naar Europa of Amerika vertrekken, met als gevolg dat de boel hier in elkaar dondert. Ik vind het best raar dat de westerse wereld de boel zo leeg zuigt. Zelfs de net nieuw geopende afdeling is niet in gebruik, omdat de gynaecoloog weg is! Het is te gek voor woorden. Ik snap ook wel dat er in het westen betere kansen zijn, maar het is 75
hier al zo slecht met de gezondheidszorg en op zo’n manier, als de artsen en verpleegkundigen vertrekken, zakt de hele boel hier in de stront.
Afscheid van het Kwahu ziekenhuis, op weg naar Techiman. Vrijdag, 18 januari 2002.
Laatste dag van ons programma in het ziekenhuis. We hebben een leuk gesprek gehad met de directeur van het ziekenhuis, die voorzitter is van het kwaliteitsgebeuren. Dus we hebben ook weer wat zinnigs naar school te rapporteren. Ook hebben we een video gezien over de werkwijze van het ziekenhuis onder het kwaliteitsmanagement team. We kwamen er bij toeval achter dat die video gemaakt was. Het komt niet in de hoofden van onze gastheren en -vrouwen op om dat ding dan ook te laten zien aan geïnteresseerden, daar moet je zelf om vragen. Als je dan laat blijken dat je graag de film wilt zien, dan vindt iedereen dat een heel goed idee en binnen de kortste keren is dan alles geregeld. Het is alleen dat je er zelf maar achter moet komen en het aan moet dragen… Hierna vertrokken we weer naar Kumasi, iedereen gaat mee om ons uit te leiden, droefheid alom dat de obruni’s weer vertrekken. In de tro-tro bus van Nkawkaw naar Kumasi heb ik weer een paar keer de dood voor ogen gezien: de driver had helemaal geen spiegels en scheurde er maar lukraak op los. Ging vlak voor heuvels inhalen, sneed andere auto’s af…het ergste was toen er een vrachtwagen gekanteld was en de weg versperd was. We namen toen een omleiding over een ontzettende kuilweg, dwars door de palmnutvelden heen. Later moesten we dwars door een greppel heen de weg weer op zien te komen. De bus wiebelde zo op en neer, ik was echt verbaasd dat hij niet kantelde. Ik zag de grond onder me af en toe heel dichtbij komen en we zaten weer eens als varkens op elkaar gepakt, dus als zo’n bus echt kantelt, dan ben je niet blij… Bloedlink! Ik kon alleen maar stijf zitten hopen dat alles goed ging en ondertussen zat Afia naast mij keihard te zingen: zo verwerken we onze emoties elk op onze eigen wijs. Thank God, we kwamen heel in Kumasi aan. Toen onze tassen werden uitgeladen wachtte mij een nieuwe verrassing: het bleek dat er drie geiten in het laadruim gestouwd waren en die hadden op mijn tas gepiest en gescheten… Gelukkig waren de busmannetjes zo aardig om mijn tas schoon te maken, maar ondanks dat heeft de geitenaroma de tas niet verlaten. Ik ben bang dat ook de inhoud van mijn tas niet vrijgebleven is van geitenpies. We hebben weer een ander guesthouse gevonden en nu we zijn in een hokje met rode lampen gestopt. (Dat vinden ze hier erg mooi, wij uiteraard wat minder). Ik mag (lees MOET) in het bed van de beheerder komen slapen,(knap, jong, gespierd). Hoop stampei omdat ik dat niet wil. Maar WAAROM dan niet? Ze kunnen je zo heerlijk een schuldgevoel aanpraten, maar Anneloes heeft geen gevoel meer. Ook liepen we hier bij het guesthouse Hester weer tegen het lijf, een aangename verassing. Sinds we Bradt als travelguide gebruiken is het (obuniwereldje) wereldje heel klein…
76
Hoofdstuk 4. nemen.
Terug in Techiman, opruimen, evalueren en afscheid
Terug in ons eigen guesthouse. Zaterdag, 19 januari 2002.
Techiman rules, we are back! Vanochtend vroeg zijn we nog wat door Kumasi gelopen en daarna naar huis! Dat was ook wel nodig want we hadden alweer zoveel gekocht, dat we het nauwelijks konden dragen. We kwamen toevallig een leuke klerenwinkel in Kumasi tegen en daar hebben we heftig inkopen gedaan. Belachelijk, want daar hebben we helemaal geen ruimte voor als we gaan vliegen! Wie haalt het nou in zijn bolle kop om in Afrika een nieuwe collectie kleren aan te schaffen en dat helemaal mee te slepen naar Nederland! We waren heel verbaasd toen we thuiskwamen: alles is in korte tijd (drie weken) zo droog en kaal geworden! Het gras is dood, de bladeren vallen van de bomen, het lijkt net herfst! Daarnaast staan er nog steeds grote stukken van de velden in brand, de lucht is grauw van rondwaaiende as en veel mensen lopen te hoesten. Dat komt ook door de stofwinden en het opwaaiende zand, van de grond, die nu echt heel droog is. Er was werkelijk een ENORME lading post voor ons binnengekomen, allemaal nog van kerst. Daar zit je dan halverwege januari met een pakket van kerstmutsen, kerstkransjes en oliebollenrecepten… Er komt ook heel veel post voor me binnen van de gemeente van Ten Boer, echt hartverwarmend! Ik ben de hele middag bezig geweest met de post en toen was ik er nog niet doorheen. We kregen ook foto’s van onze Spaanse vriend, waar we nog een poos mee hebben opgereisd en waar we die krokodil mee hebben staan voeren. Die foto’s waren erg gaaf! Vanavond werden we vergast op een spagettiparty van Kartine (Martine en Karlijn, de medische studenten). We hebben erg gelachen!
Zomaar een zondag. Zondag, 20 januari 2002.
Vandaag deed ik ineens een beetje een vervelende ontdekking: ons visum is allang verlopen, sinds december al, dus dat betekent dat we ongeveer anderhalve maand als illegalen in het land verblijven. Gelukkig wist dokter Wegdam er wel raad op: hij heeft een mooie brief van het ziekenhuis geschreven dat ze het maar gauw moeten verlengen bij de immigratiedienst. Moeten we morgen dus meteen heen.
Ali-illegali in Sunyani. Maandag, 21 januari 2002.
Hallo, daar zijn we weer! Het bleek in Sunyani dat we al meer dan vier maanden illegale praktijken aan het uitvoeren waren, dus we hebben op onze donder gehad. Gelukkig hadden we een pak koekjes meegenomen, op advies van Wegdam en onze allerliefste glimlach op het hoofd in de hoop dat ze het nieuwe visum eerder af willen geven en dat is helemaal gelukt! Bij het zien van de koekjes was die vrouw van de vreemdelingendienst al gelijmd. Bovendien had Wegdam ook nog een smak geld meegegeven, dat moest hij zelf ook nog betalen voor zijn visum ofzo. En daar waren ze natuurlijk ook blij mee. Hij
77
weet ook wel hoe hij de mensen moet bespelen hier. We kunnen het visum nu gewoon vrijdag ophalen in plaats van dat we acht dagen moeten wachten! Verder hebben we een aantal boeken vast opgestuurd naar Nederland, dat scheelt ons straks weer een aantal kilo’s. We maken ons namelijk wel wat zorgen wat betreft het maximum gewicht dat je bij het vliegen uit het land mee mag nemen. Straks lopen we daar, zwetend op het vliegveld, gewapend met maskers, trommels, fufustampers en houten beelden. We kwamen een Ghanees uit Nederland tegen, die schoot ons aan en sprak heel goed Nederlands. Hij had een gloednieuwe BMW met een geweldige ingebouwde muziekinstallatie, daar moesten we natuurlijk weer in rondcrossen. Ik snap nu ook wel waarom de mensen hier zo’n ideaalbeeld van Nederland hebben, als hun vriend terugkomt in zo’n auto, na een paar jaar in Nederland te hebben gewoond. Maar ze zien niet de Ghanezen die gewoon in de stad blijven en in de Bijlmer wonen ofzo. Volgens mij heb ik in mijn hele leven nog nooit zo vaak in die luxe karren rondgereden als hier in Ghana. Dat was nou niet echt wat ik mij bij dit land voorstelde, maar goed, de upper class heeft het hier goed en daar hebben wij nou eenmaal vaak mee te maken, omdat we zo bleek zijn uitgevallen.
Bezoek aan een schooltje, regeldingen. Donderdag, 24 januari 2002.
Afgelopen dagen een beetje regeldingetjes lopen doen, niet veel bijzonders, wat afscheid nemen van mensen, wat cadeautjes in elkaar frummelen, alvast de grootste rotzooi proberen op te ruimen… want het is echt een puinzooi in ons hokje. Vanochtend stonden we om negen uur ineens in een school, we kwamen een teacher tegen die we toevallig kenden en die heeft ons meegenomen alle klassen door. Meteen als je binnenkomt gaan alle leerlingen staan en dan moet je het bekende ritueel gaan uitvoeren: “goodmorning class”, “goodmorning madame”, “how are you?”, “we are fine, thank you, and how are you?” Ze zingen het allemaal precies gelijk, echt verbazend hoor. Zo ging het dus elke klas die we binnenstapten, opnieuw. De kinderen behandelen je als een beroemdheid… Daarna kwam Hester op bezoek met sangria! Dat viel erg goed in de smaak, ze had een pakket uit Nederland gekregen, met o.a. een halve kilo drop erin, ze had zich dus misselijk gevroten. Tja, hier kom je ook geen drop tegen, dus ik zou ook alles naar binnen schuiven. We kwamen vandaag per ongeluk ook twee officieren tegen, waarmee we in Nkoranza in een kroegje hebben gezeten. Stomtoevallig, want ze wisten van elkaar niet eens dat ze in Techiman waren. De vice-president kwam op bezoek, dus er moest veel politie aanrukken. Ze waren helemaal hoteldebotel dat ze ons weer zagen, wij vonden het uiteraard wat minder, want ze lieten ons bijna niet meer gaan. We hadden gehoopt dat we ze nooit meer zouden zien. Er is nu ook een project gestart door ons om nu hard alle dingen op te maken, die we al die tijd niet gebruikt hebben, dus als we morgen dood zijn, ligt dat aan een overdosis vitaminepillen ofzo… haha. Gelukkig wil iedereen onze oude kleren hebben, dus daar hoeven we ons niet bezorg om te maken. Vanavond een nieuw recept geïntroduceerd: bananenpannekoeken. Was erg goed gelukt trouwens. Jammer dat we daar weer zo laat achter moeten komen. Nou ja, het is poets en wederpoets. (Sorry, het regeltje moet vol.) Amen.
78
Evaluatiegesprek met de matron, visum halen in Sunyani. Vrijdag, 25 januari 2002.
Vanmorgen hadden we dan eindelijk maar toch de matron te pakken. We hebben ongeveer de hele week een afspraak met haar, maar ze vergeet het steeds. We hadden een klok voor haar gemaakt, met onze foto’s op de wijzerplaat. Hij viel erg goed in de smaak. Iedereen heeft ons trouwens gezien op TV met de opening van de nieuwe afdeling in Nkawkaw. Beetje jammer, vooral als het personeel zo zelfmedelijdend zegt dat wij dingen doen waar zij nooit de kans voor krijgen. Maar als ze dan een maand op verlof zijn, dan rommelen ze alleen maar wat rond in huis en ondernemen totaal geen actie! ’t Is ook wel waar dat er niet veel geld voor reizen is, maar als je wilt, kun je heus wel wat zien denk ik, ook als Ghanees zijnde. Trouwens, ik heb ook nog niet zoveel van Nederland gezien eigenlijk. Op een of andere manier doe je dit soort dingen in je eigen land wat langzamer. We hebben wanhopig geprobeerd om een evaluatie met de matron te houden, maar ze is echt niet professioneel in dat soort dingen. We werden alleen maar de hemel in geprezen en er is geen enkele kritiek, ze wilde alleen maar op haar mooist met ons op de foto en ze kletst maar wat over fondsen die we moeten steunen en dat ze ons in Nederland op komt zoeken. Dat had ik nou ook weer niet verwacht van een level vijf differentiatie stage… Daarna zijn we met Kartine naar Sunyani gegaan, alwaar ons een hoop ellende met het visum te wachten stond. Wat was het geval? Omdat de vice -president gisteren en vandaag in de stad was, had de dienstdoend officier van de immigratiedienst geen twee stempeltjes en een handtekeningetje kunnen zetten. Wat een flutsmoes! Dat kan je hier gewoon als reden aanvoeren! Dus wij hebben heel koppig op een krotbankje zitten wachten, net zolang tot het hoofd van de immigratiedienst kwam en de boel geregeld was. Toen was het inmiddels weer half zes, maar we waren allang blij, dat we ons paspoort weer terug hadden en dat we nu legaal het land kunnen verlaten. Op de terugweg scheurden we weer eens als een doorgedraaid six-flagskarretje over de heuvels en Afia voelde haar maag en begon keihard te gillen: HIIIHAAA! De driver en de rest van de mensen kwamen echt niet meer bij van het lachen, het was ook erg grappig. Gelukkig nieuwjaar (de mensen roepen dat nog de hele maand januari) en slaap ze.
Naar Koase, uit eten. Zaterdag, 26 januari 2002.
Vanmorgen vroeg werden we uit bed gehaald door mevrouw Wegdam omdat er telefoon voor mij is uit Nederland. Ik dacht minstens dat er wat ergs aan de hand was, omdat Wegdam alleen gebeld zou worden in geval van nood. En waar gaat het over? Twaalf djembé’s die ik moet kopen, wat een noodgeval! We zijn heel ijverig bezig geweest om van alles te bakken vandaag, het beslag zat tot aan het plafond en in ons haar, was erg leuk. Onze baksels vielen goed in de smaak. ’s Middags zijn we weer naar Shannon in Koase geweest, dit keer was ze er wel, dus even afscheid genomen. Zij heeft nog een jaar voor de boeg. We waren laat terug en we hadden afgesproken dat we om half zeven bij ons huisje zouden worden opgehaald om uit eten te gaan met familie Wegdam en de co’s, dus we moesten echt rennen om nog op tijd thuis te zijn. Dat hadden we beter niet kunnen doen, want iedereen op straat schrok niet een weinig, dat wij daar voorbij stoven. Ze dachten minstens dat er iets vreselijks gaande hand was. Afia werd vastgegrepen en er renden mensen achter ons aan. Welke halve zool gaat er dan ook rennen in Afrika? Je kunt niet uitleggen dat het om een afspraak gaat, want dan kom je toch gewoon een uurtje later? Maar we gingen toch maar even terugschakelen naar snelwandelen.
79
We hebben een bere-gezellig avondje gehad met de Wegdams. Zijn toch zulke leuke mensen. Ze kunnen zo heerlijk op elkaar vitten, maar volgens mij zijn ze knetter op elkaar. We kregen van hen nog een cadeau, omdat we hier zijn geweest, met een leuke speech erbij. Dat houd je toch niet voor mogelijk. Lekker gegeten! Wat ook altijd zo leuk is, is het toetje. Normaal gesproken doen ze daar niet zo aan in Afrika, dus Wegdam koopt dan zelf een ananas die hij aan de bedienden geeft. Die slachten hem dan gewoon voor ons en ziedaar: een dessert! Niemand die protesteert of daar geld voor vraagt, ze vinden het ook helemaal niet raar dat je zoiets van hen vraagt. Afia is sinds gisteren al bezig om haar tas in te pakken. Ze denkt zo ver vooruit. Ik zit hier nog in mijn Afrika fase en zij zit alweer te denken welke kleren ze naar Nederland aan gaat doen. Wat dat betreft verschillen we wel van elkaar. Vanavond zijn we met Martine en Karlijn wezen wandelen. Ze zijn toch wel erg leuk, hoewel ik blij ben dat we de eerste tijd hier met z’n tweeën gewoond hebben. Je zit hier wel heel erg dicht op elkaar en af en toe, dan heb ik daar even geen zin in en wil ik gewoon in mijn eentje onder de palmnuttree zitten.
Afia rasta.
Zondag, 27 januari 2002.
Vandaag heeft Velting haar haar laten vlechten. We hebben dus de hele dag met vlechtjes zitten prutsen. Natuurlijk ging het allemaal weer op z’n Ghanees: Het eerst pak nephaar was op en verder was er niks meer in die kleur beschikbaar, dus we moesten switchen naar een andere kleur. De vrouw die het deed, was hoogzwanger en moest kotsen en slapen om uit te rusten. Er zat absoluut geen logica in het hele gebeuren. Maar goed, het zit er dan toch in. Er was ondertussen een kerkdienst, dus ze kon mooi meegenieten vanaf haar krukje. Afia haar kont is beurs en ik weet zeker dat ik voorlopig niet van die dingen op mijn kop hoef. Ze zegt dat het best wel pijn doet omdat het zo strak op haar hoofd zit, ook het slapen schijnt in het begin niet lekker te gaan. ’s Avonds hadden we bezoek van twee vrouwen die onze jurken hebben genaaid. We hadden pannenkoeken voor hen gebakken, ze vonden het erg spannend om op bezoek te komen.
Afscheid nemen en inpakken. Maandag, 28 januari 2002.
Vanochtend om half zeven een hoop gerammel aan het hek. Het bleek een van de vrouwen te zijn die gisteravond bij ons op bezoek was geweest. Ze had haar adres aan ons gegeven, maar kwam er later achter dat het verkeerd was. Ze was helemaal overstuur volgens Afia. We zijn het hele ziekenhuis door gebanjerd om afscheid te nemen van iedereen. Onze oude kleren en vooral de verpleegstersjurkjes, werden dankbaar in ontvangst genomen door het personeel. Iedereen is zo hartelijk. Ze roepen allemaal: “Save journey, wanneer kom je terug naar Ghana?”. Het was wel een crime om de tassen in te pakken: vol met maskers, jurken, houten beelden, straks nog fufu poeder… Ik zit nu al op de twintig kilo! Dan hebben we ook nog een turkentas, een rugtas en straks een djembé die mee moet als handbagage! Ha ha, ik ben benieuwd hoe dat straks gaat worden op het vliegveld. Vanavond de laatste fufu gehad… en ook een afscheidsdiner van Kartine. Erg leuk. We waren ook nog even bij dokter Kessie en Faustina. Zij is zwanger en gaat naar de Verenigde Staten om te bevallen. Heel slim, want dan krijgt het kind straks het Amerikaanse burgerschap. Heel veel vrouwen schijnen dat te doen (als ze een beetje geld hebben).
80
Faustina hield een sentimentele afscheidsrede, weer veel te overdreven. Wat ik wel heel gaaf vond, was dat dokter Kessie had gezegd dat we ons zo goed hadden aangepast. “Jullie waren een van ons”. Dat hadden we ons ook ten doel gesteld, vanaf het begin en dat is dus gelukt!
81
Hoofdstuk 5.
Accra, djembé’s inkopen, feesten en vertrek. Reis van Techiman naar Accra. Dinsdag, 29 januari 2002.
De hele dag op mijn achterste gezeten, want vandaag vertrokken we met de hospitaalauto naar Accra. We hadden echt geluk dat we meekonden in de auto van het ziekenhuis, want nu konden we in een keer, zonder onze tassen in verschillende tro-tro’s en bussen te proppen naar Accra! Onderweg stonden er veel velden in de fik. Er was heel veel rook, zodat we af en toe langzaam moesten rijden. Mevrouw Wegdam ging vandaag vliegen, dus die hebben we naar het vliegveld weggebracht. Daarna zijn we zelf naar een guesthouse gegaan om de laatste paar dagen hier te slijten. We moesten namelijk ons huis uit omdat er twee nieuwe verpleegkunde studenten in onze kamer kwamen, en ik moet nog een heleboel djembé’s inkopen en in laten schepen. We slapen weer eens in een krot met een ongelooflijk doorzakbed. Als ik morgens wakker word, lig ik volgens mij zo’n beetje op de grond. Ach so…
Naar de tuinen in Aburi. Woensdag, 30 januari 2002.
De ochtend begon weer goed… Uren door Accra lopen zwalken, op zoek naar een tro-tro station richting Aburi. Wanneer worden de plattegronden hier uitgevonden? Als de Ghanezen ze kunnen lezen zeker? ARGH. Maar toch, om elf uur hadden we dan een tro-tro gevonden die de prachtige route naar Aburi reed. Het was een flinke heuvel / kleine berg, dus de route had wat haarspelden. Aburi heeft een hele mooie tuin met allerlei soorten tropische bomen en planten. We hebben er ananas en paw-paw’s zitten eten en heerlijk zitten niks doen. Een activiteit (lees ook passiviteit) waar we de laatste tijd erg goed in zijn geworden. In het dorp Aburi waren er een heleboel houtbewerkers, die hele gave spullen hadden. Afia heeft in haar enthousiasme in totaal nu vijf (!!) maskers gekocht. Ze maakt zich nu wel enige zorgen hoe ze dat nou toch weer mee moet nemen naar Nederland. Ik moest heel hard de andere kant opkijken en slikken en tot tien tellen, om haar voorbeeld niet na te volgen. ’t Is ook zo mooi en goedkoop allemaal. De meeste inwoners slapen nu ineens buiten. Wel grappig om al die mensen bij de straat te zien liggen. Maar ze hebben gelijk ook, want de kamers zijn bedompt en warm en buiten heb je de lekkere frisse zeewind. Ze zijn alleen wat meer malariabestendig dan wij. Dus wij moeten weer lijden met onze ingesmeerde muggenhoofden onder de fan! Vanavond was ik eindelijk weer ongesteld! Dat is voor het eerst sinds ik in Afrika ben. Morgen djembé’s vangen. Ik ben benieuwd wat dat gaat worden.
Djembé’s kopen.
Donderdag, 31 januari 2002.
We zijn terug in onze geliefde Akuma village, het rastadorp. We zitten weer in ons hutje aan het strand. Geweldig om de laatste paar dagen aan zee te kunnen doorbrengen. Bovendien zijn ze hier altijd bezig met drummen en danscursussen en zo. Dus dat is heel leuk.
82
Het kostte wel een hoop moeite, de transfer van het vorige guesthouse hierheen. We hebben zes tassen. Gekkenwerk! Maar goed, vandaag zijn we dus big business wezen doen! We moesten dus het cultural center in om trommels te gaan keuren en in te kopen. De hele dag zijn we er mee bezig geweest. Die djembéverkoper wist niet wat hem overkwam, toen wij zijn shopje binnenkwamen. Hij bleef maar roepen dat ik rechtstreeks uit de hemel was gekomen, want hij had juist die ochtend gebeden of hij wat geld mocht verdienen vandaag. Laat ik nou zijn hele voorraad zo’n beetje inkopen! Natuurlijk kwam iedereen zich er mee bemoeien. Ze begonnen allemaal door elkaar heen te schreeuwen en op trommels te slaan, maar omdat er best wel serieus gepraat moest worden werd ik er helemaal knetterlijp van. Dus die jongen heeft iedereen uit zijn werkplaats gewerkt, zodat we rustig konden onderhandelen. We hebben een goede deal gemaakt! Ik vind dat toch wel prachtig, dat onderhandelingspraatje. Hij prees zijn trommels de hemel in, en ik zat ze natuurlijk af te kraken. Ze waren eigenlijk ook wel heel erg mooi. Wat me nog het meest voldoening gaf, was dat de baas van de shop later niet zo blij was over de prijs die de handelaar met mij gemaakt had. Dat betekent dat ik me deze keer niet heb laten afzetten! We moesten de markt op om alvast dozen te halen en een soort schuimrubber om de trommels veilig in te pakken. Het kostte nog heel wat moeite om de doos in elkaar te zetten, terwijl hij toch echt maar vier kanten had! Ook was het een gepuzzel om de trommels er goed in te krijgen. De jongens die ons hielpen legden ze er gewoon op goed geluk in, zodat er in het begin maar een paar trommels inpasten. Later, na enige ruimtelijke ordening, blijken er maar liefst acht trommels in een doos te passen!
Transport van de trommels naar de havenplaats Tema. Vrijdag, 1 februari 2002.
Vanochtend moesten Afia en ik zelfs opsplitsen. Zij ging een foster parents kindje van haar familie opzoeken, ergens in een dorpje. Ik moest het djembé project weer superviseren. We hebben het nog nooit zo druk gehad! Het zijn harde werkers hoor, die trommelmannen, maar nadenken is er niet zo erg bij, dus ik probeerde dat vooral wel te doen. Alles moet één voor één gebeuren bij hen, dat heb ik wel gemerkt. Eerst moesten de trommels allemaal ingepakt worden, we hebben een heleboel schuimspul eromheen verpakt en rollen met tape gebruikt. Toen de trommels daarna klaar waren om in de doos te gaan, kwamen de jongens tot de conclusie dat er schuimrubber op de bodem in de doos moet, dus gingen ze weer naar de markt om dat te kopen. Vervolgens, toen de doos dichtkon, 83
moest er dus tape en touw komen en…daarvoor moesten we weer de markt op! Ik liep me ondertussen al heftig zorgen te maken om de tijd, want ik zou voor vijf uur bij de haven in Tema zijn met die dingen. En dit was meteen mijn laatste kans, want morgen is het kantoor van het bedrijf gesloten. Als het vandaag niet zou lukken, dan had ik hier gestaan, met zestien trommels! Dus ik heb het voor elkaar gekregen om ondertussen –in de tijd dat de jongens die trommels aan het inpakken waren- alvast een busje te regelen die ons naar Tema kon rijden. Dat was wel bijzonder, want ik had verwacht dat eerst alles ingepakt en klaar zou moeten staan en dat we dan pas aan een busje konden gaan denken. We zijn gewoon naar het tro-tro station gegaan en hebben daar een driver wat geld onder zijn neus gehouden. Wel moesten we eerst alle bankjes uit het tro-tro busje slopen, om de dozen met djembé’s erin te knallen. Het waren dus uiteindelijk zestien trommels! Ik heb een paar extra voor onszelf gekocht. Toen alle dozen in het busje zaten, kon de klep niet meer dicht, dus daar gingen we, met een halfopen klep, wat touwen eromheen en maar hopen dat het goedgaat! We moesten een paar keer een sluiproute nemen over kleine hobbelweggetjes, een keer zelfs over een bananenveld, om de politiebarrières te ontwijken. Als ze namelijk een blanke zien met een hoop trommels in een busje gestouwd, weten ze dat ze geld kunnen vangen. Ondertussen gingen we uit het raam nog bakbananen kopen. Het kon allemaal! Ik moest ineens zo hard lachen toen ik nadacht waar ik nou eigenlijk mee bezig was: al stuiteren in een krotbusje, volgestouwd met dozen door een bananenveldje op weg naar de werf in Tema. Ik zag mezelf echt zitten! Het inschepen ging gemakkelijker dan verwacht: ze deden bij de loods niet eens moeite om de inhoud van de dozen te controleren. Ze smeten de boel in de loods en dat was het. Het was wel erg leuk om op de werf rond te kijken en door die loodsen heen te lopen. We kregen natuurlijk meteen weer een rondleiding. Daar tussen de rommel vond ik op een berg nog grote stukken karton, die we om de dozen heen hebben gebonden, ter versteviging. Ik hoop echt dat die stukken opgespannen geit het gaan overleven, nou, ik heb er mijn best voor gedaan! Het was vandaag wel weer een hengstenbal, want er waren vier jongens mee voor het tillen en zo en zonder Afia is de huwelijksellende nog groter.
Een receptie in The Golden Tulip, Bob Marley feest. Zaterdag, 2 februari 2002.
Willem-Alexander en Maxima trouwen vandaag. We hoorden dat er een groot feest werd gegeven voor alle Nederlanders in Ghana. Beetje jammer dat we het hele feest niet konden vinden. Na anderhalf uur met een taxi door heel Accra gecrosst te hebben, vonden we een boom met oranje ballonnen en restanten van een feest dat allang afgelopen was. Er was ook nog een receptie in het meest luxe hotel van Accra, de Golden Tulip, met een super-deluxe tuin met zwembad en bar. Iedereen was prachtig gekleed, galajurken, kostuums, oranje strikken. Wij hadden gewoon onze Afrikaanse flodders aan, dus we gingen nogal af. Echte boeren vergeleken bij de rest! Lopen de Afrikaanse meisjes daar prachtig westers gekleed rond en wij in de Afrikaanse stof! We hebben van de gelegenheid maar gebruik gemaakt, om zo veel mogelijk haring, bitterballen en snacks naar binnen te werken… Boeren waren we toch al. Ik kon niet geloven dat dit soort eten hier ook te krijgen is, maar er zitten hier natuurlijk best veel Nederlanders en die slepen dat allemaal mee. Maar goed, na een toespraak van de ambassadeur van de koningin en na het volkslied te hebben gebruld, hadden we het helemaal gehad met die kakkers, dus we waren gauw weer weg… naar het volgende feest, wat even wat meer in ons genre lag: RASTA! Ik had een rasta pet gekocht en we hebben dus de hele avond en nacht ons afscheid van Ghana gevierd met Bob Marley, Reggae, guinness en lekker dansen! Ze zijn echt knetterlijp, die rasta’s, ’t was ook 84
allemaal jointjes en herbs, maar goed, dat moeten ze zelf maar weten. Onder het motto “shake your BOM BOM” hebben we een geweldige avond gehad. Toen we terugkwamen moesten we de deur van ons rasta dorp een beetje inslaan om binnen te komen. We hadden niet gezien dat de deur ernaast gewoon open kon, dus dat was een beetje jammer. RAASSTTAAAA!!
Terug in Nederland. Zaterdag, 9 februari 2002.
Ik ben alweer een paar dagen in Nederland. Afgelopen maandag kwamen we weer aan. Gelukkig hoefden er op het vliegveld geen tassen te worden uitgepakt. We moesten alleen wel de djembé’s, die we als handbagage probeerden mee te nemen, inleveren. Die hebben ze alsnog in het ruim gegooid, dus we hadden geluk. Trouwens maf om te zien wat iedereen meesleept. Bij de Ghanezen is dit vooral eten. Sommigen nemen hele turkentassen met yams mee als handbagage! In het vliegtuig hebben we constant sky-radio geluisterd. Na een half uur beginnen de liedjes weer overnieuw, maar het is toch zo lekker om weer een beetje je eigen muziek te horen! Het was raar om aan te komen: familie achter een dikke glaswand, terwijl je nog op je bagage moet wachten. Verder was het ontzettend koud en nog helemaal donker! Gelukkig hadden ze een dikke jas meegenomen, want ik had alleen maar een vaag truitje. De eerste paar dagen na mijn aankomst in Nederland waren best vreemd. Alles wat ik zie, in supermarkten, op straat, verbaast me nu: wat een aanbod! Wat een luxe! Eigenlijk is zeven uur veel te kort om van de ene wereld in de andere te vliegen. Iedereen die ik tegenkom begint natuurlijk over Ghana te praten. Eigenlijk draai ik constant dezelfde verhalen af. En ik probeer weer een beetje aan het leven hier te wennen. Ik stuntel wat met de Euro, moet natuurlijk de nieuwe hits horen en bijpraten over de dingen die hier het afgelopen jaar gebeurd zijn en waar ik helemaal niks van heb meegekregen. Zo schijnt er een heel nieuwe politieke partij te zijn, nieuwe huizen gebouwd te zijn en een geweldige nieuwe film, die ik gauw moet zien volgens Clara. Het is best raar om nu weer zonder Afia te zijn, dag en nacht zijn we bij elkaar geweest! Ik ben blij dat de colleges maandag al begonnen waren, want ik zou niet weten wat ik anders had moeten doen. Rondhangen, en nadenken over Ghana vermoed ik. Maar ik ben dus gewoon vanaf woensdag weer naar school gegaan. Dat zorgt voor afleiding, en het motiveert me om hier weer aan de slag te gaan. Het eerste dat we deden was een presentatie houden op school over onze stage. Dankzij pap was dat een succes! Hij had een mooi filmpje in elkaar gezet van alle opnames die de Veltings de tijd dat ze in Ghana waren, hadden gemaakt. Hoeveel ik ook vertel en praat, ik denk niet dat ik kan overbrengen wat ik heb gezien en meegemaakt. De meeste mensen zijn al zo verbaasd als ik iets vertel wat in mijn ogen vrij normaal is geworden. Op school kreeg ik tijdens de onderwijsgroep meteen een vuurdoop: we hadden het over beleving, ervaring, verwerking… Een onderwerp waar ik nu even niks mee kan en niks mee te maken wil hebben. Ruimte voor gevoelens? Praten over je verdriet? Dat gebeurt daar niet, overleven was en is alles wat telt. Je mag blij zijn als je leven gered is, hier beginnen ze dan te zeuren: “mevrouw heeft een verminderd zelfbeeld door de littekens van de operatie”. Maar goed, ik zal wel binnen de kortste keren over deze stompzinnige gevoeligheden mee zeveren, omdat dit nu eenmaal de westerse wereld is. Ik merk nu al dat ik sommige dingen die ik gezien en meegemaakt heb, nu veel erger vind dan toen ik er op dat moment stond. De reactie van mensen op je verhalen is zo vreemd: soms schrikt men als ik het vertel, of men is vol van verbazing, terwijl er op dat moment niemand van onder de druk leek te zijn. Ik ben blij dat ik weer lekker bezig ben, zodat ik niet steeds alles loop te vergelijken met Ghana. Iets wat ongemerkt heel gauw gebeurt. Soms lig ik in een deuk om de manier waarop wij met onze rijkdom omgaan. Zo zijn er 85
bijvoorbeeld in ons dorp verkeersdrempels gekomen om de snelheid te beperken. Eerst leg je een prachtige weg aan, om die vervolgens vol te bouwen met obstakels. In Ghana kun je soms ook niet harder rijden dan 30 km per uur omdat de weg vol zit met gaten en hobbels. Eigenlijk precies dezelfde situatie als in ons dorp, en financieel gezien een stuk voordeliger! Ik ben bang dat ik vanaf nu niets zinnigs meer te schrijven heb in een dagboek. Want ik word weer een gewone Nederlander die gewoon op school zit, een onderzoek gaat doen over medezeggenschapsorganen, weer moet zien te aarden tussen de mensen hier die zich druk maken over kleren en uiterlijk. Ik weet wel dat dit een beetje overdreven is, ik ben gewoon wat recalcitrant, maar zo voel ik dit op dit moment wel. (Ja ja, kijk, Anneloes schijnt weer gevoelens te hebben!) Wat ik wel weet is dat ik de geur van het werk, het land, het reizen, nog vers in mijn kop heb zitten en dat ik zo gauw mogelijk weer iets soortgelijks wil gaan doen. Hoe leg ik dit uit? Voel ik me nou meer verantwoordelijk, nu ik zoveel dingen heb meegemaakt? KAN ik wat doen? Toch geniet ik ook weer zo van bepaalde dingen: een warme douche, een bruine boterham met kaas, een zinnig gesprek met mamma, familie. Ik dank God voor alles wat ik hier heb en dat Hij mij bewaard heeft. Meerdere keren heb ik gedacht dat ik er geweest was. Hij was er. Ik voelde me sterk en ook nu voel ik me hartstikke goed en kan ik alles aan. Ik ga weer lekker het leven in, maar hoop deze verwondering en dankbaarheid vast te houden.
86
Columns Wij bewegen mensen?
(Eerder gepubliceerd in de Groniek, dispuutsblad van de studentenvereniging CSFR)
Stel je voor, je bent een doorsnee Nederlander en je bent op maandagmorgen op weg. Naar je huis, je kamer, je werk, whatever. Je neemt bijvoorbeeld een bus, propt je tussen de rest van de mensen door en zoekt een paal of een handvat uit om aan te slingeren tijdens de rit. Vanaf de bestuurdersplaats wordt gebruld dat iedereen door moet lopen naar achteren dus je doet braaf een stapje opzij, om de rest de kans te geven om door te lopen. De achterdeuren worden opengegooid zodat de laatste mensen zich naar binnen kunnen wringen. Misschien heb je daarnet al een rit in een propvolle trein acht de rug, die natuurlijk te laat aan kwam zetten. Helaas waren er weer te weinig treinstellen en teveel studenten. Heb je nog net een plekje kunnen vinden bij de deuren dan moet er zo nodig een miepje met haar diverse verslavingen + railtender door het gangpad, zodat je genoodzaakt bent om de nek van je voorganger tot in detail te bestuderen. Eigenlijk ben je best zielig, maar een schrale troost: het kan altijd erger. Misschien kan ik de maandag-morgenergernissen wat verlichten door wat te vertellen over de gemiddelde transfer in Afrika. Hét vervoermiddel in Ghana is de tro-tro, een meestal wrakkig busje dat nog net in staat is om te rijden, maar eigenlijk niet meer in de categorie automobielen mag worden ingedeeld. Wil je graag mee, dan betaal je je plaats en ben je verplicht om in het busje te gaan zitten wachten totdat ie vol is. Beetje jammer als de plaats van bestemming niet zo populair is, want dan kun je lang wachten (m’n record staat op 8 uur.) Terwijl alle mensen zich in het busje stouwen, wordt alle bagage op het dak geladen en zie je de grond, die eerst nog een meter onder je was, met een verbazende snelheid dichterbij komen. Werkelijk alles wordt op het dak gebonden: bedden, turkentassen, een koelkast, zakken met yams. Zelfs geiten en kalkoenen gaan luid protesterend het dak op en worden daar vastgebonden, meestal boven op de kasten en zakken, want eronder is ook zo jammer. Als je denkt dat de bus zo ongeveer vol is, dan blijkt ineens dat je geacht wordt om met z’n tweeen of drieen op een stoeltje te zitten en dat er in het raamkozijn en op het dak ook nog mensen meerijden. Er gaan al gauw zo’n twintig mensen in het busje, stoeltjes in het gangpad worden uitgeklapt, dan begrijp je ineens dat een veiligheidsgordel vrij overbodig is. Aan de onderkant, bij je benen worden zakken met maïs en knollen neergezet en verder kun je op schoot een emmer vis, een autoband, een kind of iets van die strekking verwachten. Heb je last van claustrofobische gevoelens, dan is het een slimme zet om op de voorbank te gaan zitten, vlak naast de chauffeur. Je hebt dan wel de verplichting om tijdens de rit als knipperlicht te fungeren, de deuren dicht te houden en af en toe de jerrycan met petroleum een trap te geven, zodat de auto kan blijven rijden. Als er dan werkelijk niets mee bij kan, is het tijd om zoveel mogelijk mensen bij elkaar te krijgen, zodat de tro-tro kan vertrekken. Het kost uiteraard enige moeite om te starten en weg te rijden, dus deze mensen moeten allemaal het busje duwen en tijdens het rijden probeert de driver de motor in de versnelling op te starten. Dit gaat gepaard met de nodige decibellen, afkomstig van zowel het busje als de mensen die duwen. Mocht je het geluk hebben dat de motor in een keer aanslaat, dan betekent dat dat de reis kan beginnen, dus dat er gebeden moet worden voor een behouden aankomst (dit is ook echt nodig, gezien het rijgedrag van de Ghanezen!). Dus het busje wordt langs de weg geparkeerd, de motor wordt afgezet en iemand begint hard te bidden, waarna het
87
opstartingsritueel weer van voren af aan begint. Laten we er van uit gaan dat ook deze keer de motor het doet, zodat ik u het vervolg van de reis kan schetsen. Nog voordat je het stadje uit bent, ligt de helft van de inzittenden in diepe slaap en aangezien je ongeveer boven op elkaar zit, is enig fysiek contact onvermijdelijk: mensen vallen met hun hoofd op je rug of schouder in slaap. Onderweg, bij de dorpjes is het geen uitzondering om te stoppen en goedkoop massa’s eten in te slaan. Ook wordt er via de raampjes in het busje, een heleboel verhandeld: bananen, pinda’s, zakjes ijswater, vruchten en koekjes. Beetje vervelend als de driver flink gas geeft, terwijl je nog je wisselgeld moet krijgen… Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming, ben je meestal ongeveer in dezelfde staat als het busje, ellendig dus. Als ik zo eens denk aan lijn 3, die vanaf het station naar mijn flatje in Vinkhuizen rijdt, dan prijs ik mezelf gelukkig dat ik in Nederland de mogelijkheid en ruimte heb om aan een paal te slingeren of zelfs om te vallen! Ghanneloes
88
Always Coca-Cola?
(Eerder gepubliceerd in de Groniek, dispuutsblad van de studentenvereniging CSFR)
Hoewel ik af en toe nog in de ontkennende fase verkeer, moet ik m’n moeder weer eens gelijk geven: cola is niet goed voor een mens. Haar bezwaar lag altijd bij de grote hoeveelheden suiker die er in dit goedje worden gedumpt. Dat zou vast het glazuur van m’n schattige melktandjes aantasten. Maar naar mijn mening moet het kwaad gezocht worden in het hoofdingrediënt, de colanoot! Na mijn kennismaking met deze colanoot verkondig ik u de noodzaak van het toevoegen van massa’s suiker. Het begon allemaal met een bezoek aan de chief van de stad Tamale in noord Ghana. Deze beste man is de oudste in jaren en is de wijste in de stad. Hij heeft een hoge status en kan veel vertellen over zijn volk en de geschiedenis daarvan. Helaas wil zo’n chief een gewoon sterfelijk mens niet zomaar te woord staan. Het geluk van Afia (studiegenootje) en mij is dat we obruni’s zijn, dat maakt het voor hem al wat interessanter, maar we zullen een waardig cadeau voor hem moeten meebrengen als we ingewijd willen worden en erbij willen horen. Volgens de mensen in het dorp is de chief te strikken met colanoten en zal hij ons zeker ontvangen als we een paar van deze knikkers voor hem meebrengen. Een hele poos later, na een lange zoektocht op de markt, hebben we tien nootjes en drijven we in het zweet. Als die man nu niet tegen ons praten wil, kan hij de cola krijgen! We kunnen het niet laten om onze zwaar verdiende aanwist zelf eens uit te proberen. Na een paar keer kauwen dringt het afschuwelijke tot me door: nog nooit heb ik zoiets vreselijks geproefd. De binnenkant van m’n wangen begint te tintelen en ik heb het gevoel dat ik vacuüm gezogen word. Een blik op het gezicht van Afia doet me vermoeden dat zij in dezelfde toestand verkeert als ik. Goed, de rest is absoluut aan de chief gegund. Aangezien z’n onderkomen buiten de stad is, moeten we nog een heel stuk lopen, ik vol me draaierig en slap… stomme colanoot! Als we bij de chief aankomen, moeten we eerst op onze hurken zitten en ons geschenk aanbieden als eerbetoon. Gelukkig eet hij de noten op, dat betekent dat we welkom zijn. Ik vraag me af hoe hij ze zo gauw weg krijgt zonder tanden. Afia fluistert dat hij vast high is na zoveel coke. Hij ziet er inderdaad niet zo helder uit, maar dat kan ook niet anders na acht van die noten. Als hij klaar is, mogen we spreken. Wanhopig probeer ik een intelligente vraag te bedenken, maar m’n brein laat me in de steek. Er komt niets zinnigers naar boven dan te vragen hoe oud hij is. De tolk kijkt ons ongelovig aan, maar doet zijn werk. De chief is tachtig jaar en hoeft verder niet meer met ons te praten. Misschien was dit toch geen goede vraag… Wel laat hij ons zijn kinderen zien56. Als we de tolk mogen geloven zijn dit er honderd zevenenveertig, maar ik weet nog niet of ik dat wel geloof. Als we later in de tro-tro zitten, terug naar de stad, beseffen we wat een geweldig voorrecht het is, de leeftijd van de chief te mogen weten. (WAAR HEBBEN WE HET ALLEMAAL VOOR GEDAAN!) Het is echt superheet en ik heb nog een vieze smaak in m’n mond. ‘k Heb toch zin in een koude cola, Pepsi dan maar, daar zit nog meer suiker in! Ghanneloes
56. Zie foto voorpagina.
89
Appendix. Ghana. Algemene Informatie. Officiele naam: Republic of Ghana (GH) Ligging: west kust Afrika, vlak boven de evenaar. Oppervlakte: 6,5 keer Nederland. Bestuurlijke indeling: 10 regions, onderverdeeld in 110 districten. Hoofdstad; Accra Kustlijn meet 535 km.
Geografie
Taal: Engels is de officiële taal. Er worden meer dan vijftig andere talen gesproken, o.a. Twi, Hanssa, Ewe, Fanti, Ga en Nsema. Religie: de traditionele stamreligies domineren. Christenen (de helft van de bevolking; van wie ruim een derde rooms-katholiek) zijn het sterkst vertegenwoordigd in het zuiden; islamieten (ca. 15% van de bevolking) het sterkst in het noorden. Landschap: Ghana is een vrij vlak land: ongeveer 95% ligt lager dan 300m, 65% komt niet boven de 150 m uit. De weinige bergen zijn van becheiden hoogte. De hoogste top, de Afadjoto, ligt in de Togo hills en meet 885 m. Meer dan de helft van Ghana bestaat uit een reeks plateaus die door erosie zijn ontstaan. Het grootste deel van het centrum van het land wordt ingenomen door het Volta bekken, daar ligt nu het Volta-stuwmeer. Dit is met zijn 8500 km2 het grootste kunstmatige meer ter wereld. Het Kwahu plateau vormt de afscheiding tussen het stroomgebied van de Volta en de veel kleinere rivieren die in zuidwesten van Ghana afwateren. Het vrijwel ronde Bosumtwimeer nabij Kumasi is van vulkanische oorsprong. Klimaat en vegetatie: Zoals in heel West-Afrika wordt het klimaat in Ghana bepaald door het seizoenmatig heen en weer schuiven van de intertropische convergentiezone (ITCZ). De ITCZ is een front van lage luchtdruk op de plaats waar droge lucht vanuit de Sahara in botsing komt met de vochtige lucht van de oceaan rond de evenaar. Op die plek onstaat zware regenval die vaak gepaard gaat met hevig onweer. Op 21 december ligt de ICTZ op zijn meest zuidelijke positie, iets ten noorden van de 90
evenaar. Heel Ghana staat dan onder invloed van de noordoostpassaat, de Harmattan, die continentale droge, hete lucht uit de Sahara brengt, vol met stof. Door de verandering van de stand van de aarde t.o.v. de zon schuiven de hogedrukgebieden die in december boven de kreeftskeerkring boven de Sahara liggen, langzaam, vanaf 21 maart versneld, op naar het noorden. De ICTZ schuift mee en bereikt in juli haar noordelijkste punt rond de keerkring. Heel Ghana komt daardoor open te liggen voor vochtige, koelere oceaanlucht aangevoerd door de zuidwestmoesson. Vanaf juli schuift het hele systeem weer richting het zuiden. Vanwege zijn ligging dichtbij de evenaar, is de invloed van de continentale lucht in Zuid-Ghana beperkt tot de maanden december en januari. Daar valt het hele jaar door regen, met pieken in de maanden mei, juni en oktober en november. De natuurlijk vegetatie bestaat, (behalve in het zuidoosten) dan ook uit tropisch regenwoud. Het klimaat is tropischregenwoudklimaat (Köppenclassificatie Af). Naar het noorden toe wordt de regenval steeds minder. Bovendien is de neerslag in het noorden van Tamale geconcentreerd in één seizoen, (de maanden mei tot september), wanneer de Moeson steeds noordelijker kan doordringen. Noord-Ghana kent dan ook een droge en een regentijd die het ritme van de agrarische activiteiten bepalen. Het klimaat is een savanneklimaat. met de droge periode in de “winter”. Naar het noorden toe veranderd het regenwoud eerst in een bossavanne en daarna in een echte savanne met steeds meer gras en steeds minder bomen. Een afwijking van het beschreven patroon vormt de zuidoostelijke kustvlakte van Ghana, het gebied van o.a. Accra ligt. Dit is het droogste gebied van Ghana. De precieze oorzaken van die droogte zijn niet bekend, maar in elk geval ligt het gebied in een soort regenschaduw van het gebied ten westen van Kaap Three Points, dat de grootste hoeveelheden regen afvangt. Vanwege zijn ligging in de tropen zijn de temperaturen in Ghana constant hoog, met maand- en daggemiddelden die tussen 26°C en 28°C liggen. In Noord-Ghana kan ‘s avonds en ‘s nachts bij heldere hemel, de temperatuur wel 14 graden lager liggen dan overdag, het kan er dan fris zijn. In Noord-Ghana worden de hoogste temperaturen (zo’n 40°C) gemeten in de tijd vlak voor het regenseizoen begint. In Zuid-Ghana is het weer door de hoge temperaturen in combinatie met de hoge luchtvochtigheid vaak drukkend. Zeewinden brengen soms verkoeling. Bronnen: • Microsoft Elsevier, Encarta 2000 encyclopedie, Winkler Prins. • Jos Moerkamp, Ghana, mensen • politiek • economie • cultuur. Landenreeks. Koninklijk Instituut voor de tropen. NOVIB. NCOS. 1997.
91
Index Coco Beach, 59 Colanoten, 8, 93 Collecte, 14, 55 Convulsie, 71, 73 Creditkaart, 12, 13
A Aburi, 86 Accra, 1, 2, 4, 20, 36, 46, 58, 61, 65, 69, 77, 78, 86, 88, 94, 95 Ada, 65 Adinkra, 28 Adrenaline, 53 Afadzato, 63 AIDS, 17, 25, 29, 46, 47, 69, 76 Akosombo, 44, 58, 60, 61, 62, 63 Akpeteshi, 35, 64 Akuma, 86 Albino, 6 Amedzofe, 62, 63 Amputatie, 53 Ananas, 84 Ankaful, 66 Anorexia, 73 Antilopen, 10, 52 Anum, 42, 43 Apen, 35, 38, 52, 56, 76 Ashantehene, 33 Ashanti, 6, 28, 33
D Depressie, 71 Diarree, 34, 37, 38, 44 Dixcove, 74 Djembé, 67, 78, 83, 85, 86, 87, 88, 89 Drinkwater, 5, 7, 10, 13, 36, 37, 44, 63, 75, 76, 92 Duivelsuitdrijving, 55
E ECT. See Convulsie Electro Convulsie. See Convulsie Elektriciteit, 13, 41, 50, 73 Elmina, 67 Epilepsie, 71 Euro, 89 Ewe, 62, 94
B
F
Bamboe, 52 Bananen, 4, 6, 64, 65, 72, 82, 92 Banku, 23, 43 Bavianen, 10, 56 Begrafenis, 35, 42, 43, 44 Berekum, 18, 19, 23, 29, 49 Bilharzia, 60, 76 Bolgatanga, 10, 11, 12 Bosumtwi, 28 Braindrain, 79 Brandwonden, 26, 27, 52 Bui-park, 37 Buoku, 25 Busua, 74
Fietsen, 21, 25, 26, 56, 69 Fra-fra, 12 Fufu, 7, 21, 35, 37, 39, 43, 45, 47, 51, 61, 68, 72, 84, 85 Fume, 63
G Garnalen, 44 Geiten, 8, 33, 48, 80, 91 Geitenvel, 22 Geld, 3, 6, 7, 11, 12, 13, 20, 24, 28, 37, 42, 46, 50, 51, 53, 54, 58, 59, 60, 61, 70, 78, 79, 81, 83, 84, 85, 87, 88, 92 Gieren, 7, 27, 76 Golden Tulip, 88 Grotto, 20, 58
C Cape Coast, 66, 70, 72 Carols, 68 Chief, 8, 13, 14, 15, 19, 20, 47, 48, 56, 74, 93 Chillen, 45, 74
92
H
Mango’s, 65 Marihuana, 48 Medicatie, 21, 44, 72 Milo, 4 Mole National park, 9, 10, 55, 56 Moskee, 8, 40, 56 Moslims, 6, 8, 13, 18, 40, 51, 56 Mpraeso, 78 MSN, 58
Hagedis, 44, 61 Harmattan, 39, 64, 76, 95 Hartmassage, 53 Hash, 68 Herbs, 68, 89 Hohoe, 63, 64 Hospitaalschip, 49, 60, 61
N
I Nachtdienst, 39, 44, 45 Name-giving, 49, 55 Nieuwjaar, 69, 83 Nijlpaarden, 37, 38, 40 Nkawkaw, 78, 80, 83 Nkoranza, 35, 48, 82 Nzulezo, 75
Infuus, 17, 26, 41, 44 Internetcafé, 46 Issakrom, 46
J Jema, 47 Jungle, 52, 53, 64
O
K
Obruni, 2, 4, 5, 6, 14, 19, 30, 33, 37, 39, 42, 43, 44, 46, 59, 65, 71, 80, 93 Oerwoud, 45, 52 Offuman, 31, 46 Olifanten, 10 Ondervoed, 26, 47, 54 Onweer. See regentijd Osu, 78 Outreach, 25, 31, 32, 33, 36, 46 Owabi Wildlife Sanctuary, 52
Kakkerlakken, 61 Kakum, 66, 73 Kalkoenen, 41, 91 Kebab, 64 Kenkey, 27 Kente, 28 Kerk, 5, 6, 9, 14, 18, 20, 25, 26, 49, 55, 77 Kerkdienst, 32, 33, 55, 84 Kerst, 68, 81 Kintampo, 23, 56 Koase, 25, 37, 83 Koffiebonen, 64 Kokrobite, 65, 68 Koning, 8, 28, 39, 40 Krokodillen, 10, 11, 12, 60, 73, 75, 81 Kumasi, 2, 3, 28, 42, 45, 46, 52, 54, 59, 69, 80, 81, 94 Kwahu, 78, 79, 94
P Paga, 11 Palmnutboom, 46, 64, 84 Palmwijn, 35, 46, 60, 64, 75 Peper, 11, 37 Pito, 31, 46 Poor and Sick Children foundation, 54 Psychiater, 71, 72, 73 Psychiatrisch ziekenhuis, 66, 69, 70 Pythons, 52
L Labadi-beach, 69 Leeskaart, 51 Lepra, 77 Liaan, 45 Liate Wote, 63, 64
Q Queen mother, 13, 42, 48
R
M
Ramadan, 55 Rasta, 68, 69, 84, 89
Malaria, 9, 11, 27, 32, 34, 37, 38, 44, 76
93
Ratten, 62 Regentijd, 10, 95 Reggae, 68, 89
Twi, 6, 7, 14, 25, 35, 45, 57, 58, 61, 62, 68, 94
V S
Vaccinatie, 25, 47 Vissenkoppen, 22, 60 Vissoep, 44 Visum, 81, 82, 83 Vlechten, 84 Vleermuizen, 64 Vluchtelingen, 66 Volta, 37, 40, 44, 60, 62, 65, 69, 94 VRA, 44, 58, 60, 61, 62
Safari, 10, 55, 56 Schiphol, 1 Schizofrenie, 71, 73 Slaven, 19, 66 Slavenfort, 74 St. Gemi, 62 Steriel, 23, 44, 78 Sterren, 39, 51, 64 Stuwdam, 62 Sunyani, 6, 12, 49, 81, 83
W Wa, 39 Watchie, 26 Waterleiding, 4, 5, 10, 13, 36, 37, 44, 63, 75, 76 Waterval, 24, 57, 62, 64, 65 Weegschaal, 46 Wenchi, 25, 37 Wenchiau, 40 Western Region, 75, 76 Winneba, 66 Wli, 64 World Trade Center, 31, 39
T Takoradi, 76 Tamale, 4, 7, 8, 11, 13, 56, 93, 95 Tandarts, 61 Taxi, 2, 28, 37, 50, 54, 56, 70, 78 TBC, 1, 17, 38 Techiman, 3, 4, 6, 12, 13, 19, 20, 23, 25, 31, 38, 42, 48, 49, 56, 58, 61, 67, 68, 71, 78, 79, 81, 82, 86 Techimanhene, 19 Techimentia, 20, 30 Termieten, 52, 65 Teshie, 59 Tetanus, 26, 51 Thyfus, 54 Tijgervis, 38 Touwbruggen, 73 Trommels, 8, 14, 28, 52, 82, 87, 88 Tro-tro, 7, 11, 12, 19, 29, 39, 54, 55, 56, 60, 62, 64, 66, 69, 70, 78, 80, 86, 88, 91, 93
Y Yam, 5, 91
Z Zwembad, 45, 88 Zwijnen, 10, 57
94
!