20 14- 42 1
Wmo * meedoen! M ,
Wmo-raad Nieuwegein
College van B&W Gemeente Nieuwegein Postbus 1 3430 AA Nieuwegein Datum
29 september 2014
Onderwerp
advies inz. Nota Armoedebeleid 2015-2018
Geacht College, Ons werd ter hand gesteld de concept-nota "Armoedebeleid 2015-2018" met het verzoek hierover een advies uit te brengen. Graag voldoen wij hieraan. In algemene zin spreken wij onze waardering uit voorde goede leesbaarheid van de nota. Wel vragen wij ons af, of de lengte ervan wel in verhouding staat tot het nieuwe beleid dat erin wordt gepresenteerd. Immers, de beleidswijzigingen hebben voornamelijk betrekking op een beperkt aantal zaken die zullen veranderen ten opzichte van de huidige praktijk. Daarnaast ademt de nota de sfeer van "van binnen naar buiten" geschreven te zijn. De belangrijkste stakeholders, de burgers die gebruik maken van het armoedebeleid, zijn niet gehoord. Tenslotte de laatste algemene opmerking: wij vinden het jammer, zo niet een gemis, dat in de nota niet nadrukkelijker aandacht wordt gegeven aan het feit, dat minimabeleid en daarmee ook armoedebeleid flankerend is aan participatiebeleid. Geen woord wordt daarover gerept. Maar wellicht kunnen/moeten we dat tegemoet zien bij de presentatie van gemeentelijke verwerking van de participatiewet en wordt in dat stuk de relatie met het armoedebeleid gelegd. De nota geeft ons aanleiding de volgende aspecten, zoveel mogelijk gerubriceerd naar de paragrafen, onder uw aandacht te brengen: Ad paragraaf 1: Waarom dit beleidsplan? 1. De rekenkamercommisie heeft in het algemeen gi oncludeerd, dat Nieuweg bestaande armoedebeleid goed op orde heeft. U laat zich deze conclusie naar onze mening gerieflijk aan leunen. Ons overtuigt u hiermee niet. Ons advies: Refereer aan hoe de gemeente presteert in relatie tot vergelijkbare gemeenten. Onze tip maak gebruik van gegevens beschikbaar via http://www.waarstaatjegemeente.nl/
De gemeenteraad heeft verzocht de armoedeproblematiek onder kinderen in Nieuwegein in kaart te brengen en oplossingen voor dit probleem aan te dragen. Deze focus treffen wij (te) weinig aan. Ons advies: het voorgestelde beleid nog eens in dat licht te bezien en nader te specificeren.
Ad paragraaf 2: Voor welke opgaven staan we? 3. Bij het onderdeel "Juridische Opgave" zegt u te willen trachten bij aanpassing van de huidige verordeningen en beleidsregels van de afzonderlijke WIL-gemeenten waar mogelijk te willen stroomlijnen "omdat dit de uitvoering van de minima-regelingen voor WIL vereenvoudigt". Hoewel u deze uitspraak meteen relativeert, willen wij u toch wijzen op het glijdende vlak waarop u zich begeeft. Ons advies; middelen, zoals de uitvoeringspraktijk van WIL, kunnen en mogen niet de eigen gemeentelijke beleidsdoelen gaan bepalen. Zie daarbij ook ons eerdere advies van 7 november 2013 over de visienota Regionale Samenwerking. 4.
Bij het onderdeel "Financiële Opgave" verwijst u in de laatste alinea op pag. 11 voor de financiële ruimte voor de individuele studietoeslag naar de tabel op dezelfde pagina. Wij treffen dit element daar echter niet aan. Ons advies: Maak duidelijk welke financiën voor de individuele toeslag beschikbaar zijn.
Ad paragraaf 3: Wat willen we bereiken? 5. Eigen kracht en verantwoordelijkheid staan voorop. Een appèl daarop is niet altijd mogelijk. Soms hebben mensen een steun in de rug nodig om weer grip te krijgen op die eigen kracht om de problemen te overwinnen. Ons advies: Laat hier het beleid ook ruimte voor bieden en expliciteer dat ook. 6.
Armoedebeleid vormt een aanvulling op andere beleidsterreinen. Bij de herstructurering van het Sociale Domein ziet u het Sociale Wijkteam als een belangrijke 'interface' daarbij. Het Sociaal Wijkteam lijkt te worden tot een Haarlemmerolie bij de oplossing van alle sociale problemen en bij de inrichting van de gemeentelijke regisseursrol. Ons advies: Wees voorzichtig met het nemen van de zoveelste hypotheek op een instrument, het Sociale Wijkteam, dat nog in ontwikkeling genomen moet worden.
Ad paragraaf 4: Wat gaan we daarvoor doen? 7. U hecht groot belang aan preventie en vroegsignalering. Bij het (doen) slagen daarvan plaatsen wij de volgende adviezen: •
Heb aandacht voor de cultuurverschillen die in en tussen(risico-) groepen bestaan en houd daarmee met de in te zetten preventie-activiteiten rekening;
•
Zoek mogelijkheden om in het onderwijs (primair en ook voortgezet) aandacht te besteden aan het thema budgetteren'.
8.
In het beleid dat u voorstelt, hanteert u twee inkomensgrenzen: 110% en 130% van het sociaal minimum. Dat dreigt aanleiding te geven tot onduidelijkheid. Ons advies: Stel één grens, en zorg ervoor dat burgers na het bereiken van die grens niet meteen alle tegemoetkomingen vanuit het armoedebeleid verliezen. Zorg bijv. voor een percentuele afbouw bij het bereiken van een hoger inkomen. Dit te voorkomen dat het zelf genereren van een inkomen doorwerk onaantrekkelijk wordt, omdat in de netto sfeer alle "genoten" voordelen eensklaps verdwijnen.
9.
De nadelige effecten van de afschaffing van de Wtcg en de CER worden in uw voorstellen opgevangen door een verruiming van de door de gemeente geboden collectieve ziektekostenverzekering (basis- en aangepast aanvullend pakket. Onze vraag isi worden burgers die onder de minima gerekend moeten worden (130% sociaal minimum) tot het nemen van het aanvullende pakket verplicht, op straffe van het niet vergoed krijgen van extra medische en zorgkosten vanuit andere bron, zoals Bijzondere Bijstand en hoe verhoudt zich dat tot het feit, dat de wetgever alleen de afname van een basisverzekering/pakket als verplichting voor een ieder in de wet heeft vastgelegd?
10.
De Stadspas lijkt een goed initiatief. Onnodig om te wijzen op de mogelijk stigmatiserende werking en de privacyaspecten ervan. Ons advies: bij de uitwerking van de stadspas moet aan beide zaken aandacht geschonken worden.
Ad paragrafen 5 en 6 Organisatie/Aansturing en Dekking 11. Bij het lezen van deze paragrafen ervoeren wij een ongemak, dat wij niet onbesproken willen laten in dit advies: wie bewaakt de perceptie- en overheadkosten die met de uitvoering (en doorontwikkeling) van het Armoedebeleid gemoeid zijn. Het komt ons voor dat hierover niet (goed) is nagedacht. Naar onze berekening komen die kosten voor 2015 uit op 10-17% van het beschikbare budget, afhankelijk van hoe de post 'faciliteren van particuliere initiatieven" gewaardeerd wordt. Ons advies:. Spreek de ambitie uit, dat tenminste 85% (bijvoorbeeld) van het geld dat beschikbaar is voor de minima deze groep ook daadwerkelijk bereikt en zorg voor transparantie en monitor deze ambitie. Wmo-raad Nieuwegein, namens deze drs. E.J.C. Baeten voorzitter i.a.a.
- Hr. M. Stekelenburg, wethouder - Gemeenteraad Nieuwegein
Postbus 1 3 4 3 0 AA IBAN:
Bezoekadres
NL49 BNGH 0 2 8 5 0 0 4 3 8 7
S t a d s p l e i n 1 3 4 3 1 L;
www.nieuwegein.nl
B I C : BNGHNL2G
Strategie Maatschappelijke Ontwikkeli
Contactpersoon Telefoon E-mail
Wmo-raad Nieuwegein drs. E.J.C. Baeten Postbus 1 3430 AA NIEUWEGEIN
Eveline Bal
14 030
[email protected]
Datum
20 n o v e m b e r 2
Kenmerk Zaaknummer
0463731
Berichtnummer Onderwerp
r e a c t i e op a d v i e s Nota Armoe
sbeleid 2015 -
2018
Geachte heer Baeten, Op 29 september j l . hebben wij het advies van de Wmo-raad Nieuwegein over het Beleidsplan Armoedebeleid 2015 - 2018 ontvangen. Wij danken u voor het gegeven advies. In deze brief geven wij een reactie op uw advies en wordt beschreven wat er met uw advies is gedaan. De nota ademt de sfeer van 'binnen naar buiten' geschreven te zijn. De belangrijkste stakeholders, de burgers die gebruik maken van het armoedebeleid, zijn niet gehoord. Bij de ontwikkeling van het nieuwe armoedebeleid zijn de organisaties die zich inzetten voor mensen met een laag inkomen betrokken. Door hun ervaringen met de doelgroep kunnen zij inschatten welke ondersteuning de doelgroep nodig heeft. Daarnaast is bij de ontwikkeling van het beleid rekening gehouden met de aanbevelingen uit het Rekenkameronderzoek naar het armoedebeleid van de gemeente Nieuwegein. In het Rekenkameronderzoek zijn ook burgers die gebruik maken van het armoedebeleid bevraagd. Hun ervaringen en ideeën zijn indirect dus in de beleidsontwikkeling meegenomen. Wij hechten veel waarde aan de ervaringen van de doelgroep met de minimaregelingen. Om te kunnen beoordelen hoe het nieuwe voorgestelde beleid in de praktijk uitwerkt gaan wij in de toekomst nog vaker dan voorheen in gesprek met onze maatschappelijke partners, cliëntenvertegenwoordiging én de doelgroep zelf. Dit staat beschreven in paragraaf 4.6 van het beleidsplan. Wij vinden het jammer, zo niet een gemis, dat in de nota niet nadrukkelijker aandacht wordt gegeven aan het feit, dat minimabeleid en daarmee ook armoedebeleid flankerend is aan participatiebeleid, Het college vindt het belangrijk dat de problemen van mensen met een laag inkomen integraal worden aangepakt. Wij zien armoede daarom niet alleen als een financieel probleem, maar ook als een 'participatieprobleem'. Het hebben van weinig geld belemmert mensen immers om mee te doen in de samenleving. In het
Bladnummer Zaaknummer Onderwerp
2/6 0463 '31 reactie op advies Nota Armoedebeleid 2 0 1 5 2018
beleidsplan wordt expliciet aangegeven dat het beleid daarom gericht is op het bevorderen van de participatie van mensen met een laag inkomen. Daarnaast wordt beschreven dat het minimabeleid raakt aan flankerende beleidsterreinen binnen het brede sociaal domein en dat hiervoor vanuit die beleidsterreinen aandacht moet zijn. Er is in het beleidsplan getracht om zoveel mogelijk de koppeling met flankerend (participatie)beleid te leggen. Het treedt echter niet in de plaats van dat beleid, maar is een aanvulling daarop. De Rekenkamercommissie heeft in het algemeen geconcludeerd, dat Nieuwegein het bestaande armoedebeleid goed op orde heeft. U laat zich deze conclusie naar onze mening gerieflijk aan leunen. Ons overtuigt u hiermee niet. Ons advies: Refereer aan hoe de gemeente presteert in relatie tot vergelijkbare gemeenten. In het beleidsplan wordt de conclusie van de Rekenkamercommissie over het armoedebeleid van de gemeente Nieuwegein samengevat. De Rekenkamercommissie heeft deze conclusie getrokken op grond van bevindingen uit eigen onderzoek, gebaseerd op documentstudies en gesprekken zijn gevoerd met professionals, vrijwilligers en de doelgroep zelf. Naar oordeel van het college hoeft deze conclusie daarom niet nader onderbouwd te worden met extra gegevens of informatie. De gemeenteraad heeft verzocht de armoedeproblematiek onder kinderen in Nieuwegein in kaart te brengen en oplossingen voor dit probleem aan te dragen, Deze focus treffen wij (te) weinig aan. Ons advies: het voorgestelde beleid nog eens in dat licht te bezien en nader te specificeren. Naar aanleiding van uw advies is in paragraaf 3.2 van het beleidsplan expliciet opgenomen dat er specifieke aandacht uitgaat naar kinderen die leven in gezinnen met een laag inkomen. In het beleidsplan zijn verschillende maatregelen opgenomen gericht op de bevordering van de participatie van deze kinderen. Een aantal van deze regelingen (de computerregeling en de participatieregeling) worden ook nu al gehanteerd en ongewijzigd voortgezet. Aanvullend op deze regelingen, willen wij ook inzetten op gezonde voeding voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen en wordt vanaf 2015 budgetvoorlichting onder jongeren gegeven. Hiertoe stellen wij vanaf 2015 subsidie beschikbaar aan initiatieven die op dit terrein activiteiten ondernemen. Bij het onderdeel "Juridische Opgave" zegt u te willen trachten bij aanpassing van de huidige verordeningen en beleidsregels van de afzonderlijke WIL-gemeenten waar mogelijk te willen stroomlijnen "omdat dit de uitvoering van de minimaregelingen voor WIL vereenvoudigt". Hoewel u deze uitspraak meteen relativeert, willen wij u toch wijzen op het glijdende vlak waarop u zich begeeft. Ons i Ivies: middelen, zoals de uitvoeringspraktijk van WIL, kunnen en mogen niet de eigen
Bladnummer Zaakn
ïer
Onderwerp
3/6 0463731 reactie op advies Nota Armoedebeleid 2015 2018
gemeentelijke beleidsdoelen gaan bepalen. j het ontwikkelen van nieuw beleid spelen de beschikbare middelen altijd een rol. Wij willen voorkomen dat te groot deel van de beschikbare middelen moet worden besteed aan de uitvoeringskosten en te weinig terecht komt bij de doelgroep zelf. Daarom zijn zo laag mogelijke uitvoeringskosten wel relevant. Bij het onderdeel "Financiële Opgave" verwijst u in de laatste alinea op pag. 11 voor de financiële ruimte voor de individuele studietoeslag naar de tabel op dezelfde pagina. Wij treffen dit element daar echter niet aan. Ons advies: Maak duidelijk welke financiën voor de individuele toeslag beschikbaar zijn. In de tabel op pagina 11 was sprake van een technische fout. In de tabel stond 'individuele inkomenstoeslag'. Hier hoort'individuele studietoeslag'te staan. Naar aanleiding van uw advies is deze fout gecorrigeerd. Eigen kracht en verantwoordelijkheid staan voorop. Een appèl daarop is niet altijd mogelijk. Soms hebben mensen een steun in de rug nodig om weer grip te krijgen op die eigen kracht om de problemen te overwinnen. Ons advies: Laat hier het beleid ook ruimte voor bieden en expliciteer dat ook. Wij zijn het met de Wmo-raad eens dat mensen met een laag inkomen gezien hun situatie niet altijd een appèl op hun eigen verantwoordelijkheid kunnen doen. Indien mensen niet over voldoende middelen beschikken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, wordt passend financiële ondersteuning door de gemeente geleverd. Dit is geëxpliciteerd in paragraaf 3.2 van het beleidsplan, waar beschreven wordt dat het college mensen die (tijdelijk) niet financieel zelfredzaam zijn breed toegankelijke regelingen, of indien nodig, individuele bijzondere bijstand biedt. Armoedebeleid vormt een aanvulling op andere beleidsterreinen. Bij de herstructurering van het Sociale Domein ziet u het Sociale Wij kteam als een belangrijke 'interface'daarbij. Het Sociaal Wijkteam lijkt te worden tot een Haarlemmerolie bij de oplossing van alle sociale problemen en bij de inrichting van de gemeentelijke regisseursrol. Ons advies: Wees voorzichtig met het nemen van de zoveelste hypotheek op een instrument, het Sociale Wijkteam, dat nog in ontwikkeling genomen moet worden.
Wij nemen uw advies mee in de (door)ontwikkeling van de sociaal wijkteams. Wij zien de sociaal wijkteams niet als enige schakel tussen de gemeente en de doelgroep. Ook andere organisaties, zoals woningcorporaties en scholen vervullen een belangrijke signaleringsfunctie. Wij willen de samenwerking met deze partijen
Bladnummer Zaaknummer Onderwerp
4/6 04
31
r e a c t i e op a d v i e s Nota A r m o e d e b e l e i d 2015 2018
vergroten, zodat de doelgroep eerder in beeld komt bij de gemeente en andere instanties die ondersteuning kunnen bieden. U hecht groot belang aan preventie en vroegsignalering. Bij het (doen) slagen daarvan plaatsen wij de volgende adviezen: •
Heb aandacht voor de cultuurverschillen die in en tussen(risico-) groepen bestaan en houd daarmee met de in te zetten preventie-activiteiten rekening;
•
Zoek mogelijkheden om in het onderwijs (primair en ook voortgezet) aandacht te besteden aan het thema budgetteren'.
Naar aanleiding van uw advies hebben wij budgetvoorlichting aan jongeren in het voortgezet onderwijs opgenomen als een extra maatregel in het beleidsplan. De voorlichting wordt beperkt tot jongeren in het voortgezet onderwijs. Wij kiezen ervoor dit instrument specifiek in te zetten voor jongeren in het voortgezet onderwijs, omdat zij vanaf ongeveer 13-jarige leefti d steeds meer te maken krijgen met geldzaken (zak- en kleedgeld, bijbaantjes, verleidende reclames, eet). Jongere kinderen hebben relatief minder te maken met geldzaken en financiën. In het beleid dat u voorstelt, hanteert u twee inkomensgrenzen: 110% en 130% van het sociaal minimum. Dat dreigt aanleiding te geven tot onduidelijkheid. Ons advies: Stel één grens, en zorg ervoor dat burgers na het bereiken van die grens niet meteen alle tegemoetkomingen vanuit het armoedebeleid verliezen. Zorg bijv, voor een percentuele afbouw bij het bereiken van een hoger inkomen. Dit te voorkomen dat het zelf genereren van een inkomen door werk onaantrekkelijk wordt, omdat in de netto sfeer alle "genoten" voordelen eensklaps verdwijnen. De gemeente Nieuwegein hanteerde voor 1 januari 2012 verschillende inkomensgrenzen voor de verschillende minimaregelingen om de armoedeval te beperken. Door verschillende inkomensgrenzen te hanteren wordt voorkomen dat een persoon bij (lichte) inkomensstijging direct voor geen enkele minimaregeling meer in aanmerking komt, waardoor zijn besteedbaar inkomen lager uit kan vallen dan dat van een persoon die wel een beroep kan doen op de minimaregelingen. Door aanscherping van de wetgeving was de gemeente Nieuwegein verplicht om de inkomensgrenzen van de minimaregelingen per 1 januari 2012 te verlagen naar 110% van het sociaal minimum. Per 1 januari 2015 worden de wettelijke kaders voor de minimaregelingen weer verruimd. De inkomensgrens voor de collectieve ziektekostenverzekering vervalt. Daarnaast mag de gemeente zelf bepalen welke grens zij hanteert voor de individuele inkomenstoeslag. De gemeente Nieuwegein gebruikt deze ruimte om de verlaging van de inkomensgrenzen in 2012 terug te draaien. Om te bewerkstellingen dat mensen met een inkomen net boven deze grens al hun lasten zelf moeten dragen omdat zij niet (langer) in aanmerking komen voor de minimaregelingen, is de inkomensgrens van de collectieve
dnummer Zaaknummer Onderwerp
5/6 0463731 reactie op advies Nota Armoedebeleid 2015 2018
ziektekostenverzekering en de stadspas hoger vastgesteld. Hierdoor wordt de 'armoedeval' bij de stijging van het inkomen verkleind en komt de gemeente ook mensen met een inkomen net boven 110% van het sociaal minimum tegemoet. De nadelige effecten van de afschaffing van de Wtcg en de CER worden in uw voorstellen opgevangen door een verruiming van de door de gemeente geboden collectieve ziektekostenverzekering (basis- en aangepast aanvullend pakket. Onze vraag is: worden burgers die onder de minima gerekend moeten worden (130% sociaal minimum) tot het nemen van het aanvullende pakket verplicht, op straffe van het niet vergoed krijgen van extra medische en zorgkosten vanuit andere bron, zoals Bijzondere Bijstand en hoe verhoudt zich dat tot het feit, dat de wetgever alleen de afname van een basisverzekering/pakket als verplichting voor een ieder in de wet heeft vastgelegd?
De collectieve ziektekostenverzekering geldt als een voorliggende voorziening voor de individuele bijzondere bijstand. Dit betekent dat er in beginsel geen individuele bijzondere bijstand wordt verstrekt voor medische kosten die gedekt worden door de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. Deze regel maakt ook nu al onderdeel uit van de regels voor de bijzondere bijstand en dat blijft in de toekomst ook zo. Wanneer een persoon bijzondere bijstand aanvraagt voor medische kosten die door de verzekering worden gedekt en deze persoon de verzekering niet heeft afgesloten, wordt de bijzondere bijstand wel eenmalig verstrekt. De betreffende persoon wordt geacht om voor het daarop volgende jaar de collectieve ziektekostenverzekering af te sluiten indien hij op basis van zijn zorggebruik kan inschatten dat hij bepaalde kosten zal gaan maken. De Stadspas lijkt een goed initiatief. Onnodig om te wijzen op de mogelijk stigmatiserende werking en de privacyaspecten ervan. Ons advies: bij de uitwerking van de stadspas moet aan beide zaken aandacht geschonken worden. Wij nemen uw advies mee in de ontwikkeling van de nieuwe stadspas. Bij het lezen van deze paragrafen ervoeren wij een ongemak, dat wij niet onbesproken willen laten in dit advies: wie bewaakt de perceptie- en overheadkosten die met de uitvoering (en doorontwikkeling) van het Armoedebeleid gemoeid zijn. Het komt ons voor dat hierover niet (goed) is nagedacht. Naar onze berekening komen die kosten voor 2015 uit op 10-17% van het beschikbare budget, afhankelijk van hoe de post 'faciliteren van particuliere initiatieven"gewaardeerd wordt. Ons advies:. Spreek de ambitie uit, dat tenminste 85% (bijvoorbeeld) van het geld dat beschikbaar is voor de minima deze groep ook daadwerkelijk bereikt en zorg voor transparantie en mo itor deze ambitie. Het college vindt het belangrijk dat de beschikbare middelen voor armoedebestrijding zoveel mogelijk terecht komen bij de doelgroep. Een belangrijk doel is daarom om de uitvoeringskosten van het armoedebeleid te beperken.
Bladnummer Zaaknummer Onderwerp
6/6 0463731 reactie op advies Nota Armoedebeleid 2015 2018
Hiertoe worden verschillende maatregelen genomen, waaronder de invoering van de stadspas die het aanvraagproces van de minimaregelingen moet vereenvoudigen. Om te bewaken dat dit doel wordt bereikt, is in het beleidsplan een prestatie-indicator opgenomen die gaat over de verhouding tussen de uitvoeringskosten en de programmakosten per regeling. Op basis van ervaring van voorgaande jaren, zijn voor deze prestatie-indicator per regeling in 2015 een streefwaarden opgenomen in bijlage II bij het beleidsplan. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders,
drs. P.C.M, van Elteren secretaris
F.T.J.M. Backhuijs burgemeester