Ons Middelbaar Onderwijs 1. Voorwoord b. Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs a. Inleiding algemeen directeur

schoolgids 2012 13 0 2

ud In ho 1. Voorwoord ................................................. 5 a. Inleiding algemeen directeur b. Voorwoord schooldirecteur 2. De school ..................................................... 7 a. Schoolleiding b. De identiteit van de school c. Missie en visie d. Historie van de school e. De mediatheek f. ICT 3. Onderwijs ................................................ 12 a. Richtingen b. Aannamebeleid c. Klassen I. Het eerste leerjaar II. Het tweede leerjaar III. Het derde leerjaar IV. Het vierde leerjaar V. Het vijfde leerjaar VI. Het zesde leerjaar d. Extra vak e. Wijziging van schoolsoort, profiel of pakket f. Lessentabellen g. Rapporten

2

OMO Scholengroep De Langstraat Dr. Mollercollege - Waalwijk

h. Bevorderingsnormen i. Resultaten j. Verplichte onderwijstijd k. Internationalisering l. Tweetalig onderwijs (TTO) 4. Begeleiding en zorg .................................. 42 a. Leerlingbegeleiding I. Mentor II. Leerlingcoördinator III. Leerlingbegeleider IV. Decaan V. Vertrouwenspersoon b. Zorgadviesteam c. Verzuim d. SWV De Langstraat en Reboundvoorziening e. Dyslexie 5. Lestijden en rooster ................................. 46 a. Lestijden b. Minirooster c. Lesrooster d. Vakantieplanning 6. Overleg en inspraak .................................. 48 a. Contacten met ouders b. Ouderraad c. Leerlingenraad d. Medezeggenschapsraad e. Klankbordgroep Medezeggenschapsraad f. Inspectie

terug naar inhoud

7. Culturele en sportieve activiteiten .......... 52 a. Kunstklas b. Sportklas c. Excursies en buitenlandse reizen d. Culturele activiteiten e. Maatschappelijke activiteiten f. Speciale evenementen 8. Financiële zaken ....................................... 56 a. Schoolkosten en de vrijwillige ouderbijdrage b. Lesmaterialen en gratis boeken c. Kosten per leerjaar d. Tegemoetkoming in de schoolkosten e. Beleid inzake sponsoring f. Stichting Leergeld g. Stichting Strohalm h. Betalingsregeling

11. OMO SG De Langstraat en Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs ...................... 66 a. De plaats van de school binnen Ons Middelbaar Onderwijs b. Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs c. Missie d. Visie van OMO Scholengroep De Langstraat 12. Klachtenregeling Ons Middelbaar Onderwijs ..................... 68 a. De afhandeling van klachten en bezwaren b. Klachtenregeling OMO 13. Reglementen ............................................ 77

9. Verzekeringen ........................................... 61 a. Schoolongevallenverzekering b. Algemene aansprakelijkheidsverzekering c. Doorlopende schoolgroepsreisverzekering d. Uitsluiting 10. Veiligheid................................................... 63 a. Voel je thuis b. Gebruik computer / communicatiemiddelen c. Veilig op weg

terug naar inhoud


3

1

s d i g

l o ho

Sc

Voorwoord

a.

Dr. Mollercollege Waalwijk Schooljaar 2012 - 2013 Burg. Moonenlaan 5 5141 EJ Waalwijk Tel: 0416 - 33 28 63 [email protected] www.waalwijk.drmollercollege.nl Het Dr. Mollercollege Waalwijk maakt deel uit van de OMO Scholengroep De Langstraat en staat onder het bevoegd gezag van

Inleiding algemeen directeur De tijd die je doorbrengt op school, speelt een grote en belangrijke rol in je leven. Niet alleen omdat je er veel kunt leren, maar ook omdat je er vrienden maakt en er elke dag je interesses en talenten kunt leren ontdekken. Ons doel is om alle leerlingen daarbij een flinke stap verder te brengen in hun ontwikkeling, niet alleen door het behalen van een diploma, maar ook door er een plezierige tijd te hebben. Daarvoor heb je naast een goede begeleiding ook goede informatie nodig. Die informatie wordt onder andere gegeven in deze schoolgids. Onze Scholengroep bestaat uit het d’Oultremontcollege in Drunen, het Dr. Mollercollege in Waalwijk en Kaatsheuvel en de Walewyc in Waalwijk. Deze scholen worden vooral herkend, doordat zij een eigen gezicht hebben. Niet alleen in het gebouw, maar ook in het onderwijsaanbod en het team van docenten en medewerkers kun je die eigen cultuur herkennen. Onze leerlingen voelen zich dan ook nauw verbonden met hun eigen locatie. Dat vinden wij belangrijk, omdat de school voor iedereen een plaats is waar je je echt thuis moet voelen. Net zoals thuis zijn er op school dan ook regels die ervoor zorgen dat we een fijne en veilige school voor iedereen kunnen zijn. Deze regels staan o.a. in de schoolgids beschreven en wij vragen van iedereen deze regels te onderschrijven en na te leven. Niet voor niets is het motto van de scholen van de Scholengroep: ‘Samen kom je verder’: wij weten ons samen verantwoordelijk voor de ‘tijd van leren’ van de leerlingen die aan ons zijn toevertrouwd. De informatie in deze schoolgids geldt voor zaken die op het hele schooljaar 2012 – 2013 betrekking hebben. De gids is daarmee een naslagwerk voor leerlingen, ouders en medewerkers en is het document waarin de school beschrijft wat de ouders en leerlingen van ons mogen verwachten. Ook staat beschreven wat de school van de ouders en de leerlingen verwacht om de doelstelling van de school te kunnen realiseren, namelijk goed onderwijs in een klimaat van geborgenheid. Hiernaast is ook de informatie die wij geven via de website, via mail en eventueel via losse brieven en boekjes van belang, met name voor actuele ontwikkelingen. Het is van groot belang voor leerlingen en ouders om kennis te nemen van de inhoud van de schoolgids en de overige op de website gepubliceerde reglementen. Namens de schoolgemeenschap wens ik u en uw zoon of dochter een goede leertijd en een plezierig schooljaar. Met vriendelijke groet, hoogachtend, mr. J. (Jan) van Pelt, algemeen directeur OMO Scholengroep De Langstraat

4


terug naar inhoud

terug naar inhoud


5

Schoolgids > Voorwoord

b.

Voorwoord schooldirecteur

2

De school

a.

Schoolleiding De algehele leiding van het Dr. Mollercollege ligt in handen van de directeur de heer ir. C. Vennekens

Dit is de schoolgids van een vijfennegentig jaar oude, maar nog altijd springlevende en bruisende school. Dit is de schoolgids van het Dr. Mollercollege, een school van 1315 leerlingen, hun ouders en 115 medewerkers. Iedereen die bij het wel en wee van onze school betrokken is, kan deze gids als handzame brochure gebruiken.

Deze wordt bijgestaan door vier adjunct-directeuren: mevrouw M.de Kok, klas 1 en 2 (behalve vmbo) de heer drs. J. Dierx, klas 2, 3 en 4 vmbo mevrouw R. Melfor, klas 3, 4 en 5 havo de heer drs. R. Geboers, klas 3, 4, 5 en 6 vwo

Deze gids kan ouders en leerlingen helpen, die voor de taak staan een school voor voortgezet onderwijs te kiezen uit het aanbod van scholen in de omgeving. Natuurlijk willen zij de school kiezen, die het best past bij de mogelijkheden en kwaliteiten van de leerling. Een school die de leerling het best begeleidt naar volwassenheid, op een manier die past bij de ideeën van ouders en leerling. Daarnaast is deze gids bedoeld voor ouders en leerlingen die de keuze voor het Dr. Mollercollege al gemaakt hebben. Zij vinden in deze gids de informatie, die van belang is voor de dagelijkse gang van zaken op school. Met de gids wil de school ook de communicatie tussen school, ouders en leerlingen bevorderen. Het is onmogelijk om in deze schoolgids alle informatie te verwerken, die betrekking heeft op het reilen en zeilen op het Dr. Mollercollege. Daarom zijn in de gids regelmatig verwijzingen opgenomen naar andere informatiebronnen. In elk geval krijgen de leerlingen aan het begin van het schooljaar in de vorm van een jaargids via de website aanvullende en actuele informatie over de dagelijkse gang van zaken. Wij hopen van harte dat deze schoolgids u aanzet tot het kiezen van het Dr. Mollercollege als toekomstige school voor uw zoon of dochter of u bevestigt in de keuze die u eerder heeft gemaakt. Ir. C.J.W. Vennekens directeur Dr. Mollercollege

6


terug naar inhoud

Zij richten zich met name op het onderwijs binnen hun afdeling en geven leiding aan de verschillende docenten. De directe zorg voor de leerlingen is in handen van de leerlingcoördinatoren (zie blz. 42).

b.

De identiteit van de school Het Dr. Mollercollege wil haar leerlingen begeleiden in de groei naar volwassenheid en hen bewust maken van hun plaats in de samenleving. Dit gebeurt vanuit een christelijke , katholieke levensovertuiging met de daarbij behorende christelijke waarden. Onze levensovertuiging uit zich in een aantal activiteiten die gekoppeld zijn aan belangrijke momenten in het schooljaar, zoals de periode rond Kerstmis of de start en de afsluiting van het schooljaar. Maar onze levensovertuiging uit zich vooral in de manier waarop wij dagelijks met elkaar omgaan. De schoolcultuur is er een waarin duidelijke regels zijn, maar waar ook ruimte is voor de individuele situaties waarin leerlingen soms verkeren en die maatwerk vereisen. Respect voor elkaar en elkaars opvattingen staan daarbij centraal. De communicatie over wat we waardevol vinden is uitermate belangrijk in de verdere ontwikkeling van de identiteit die we als school voorstaan. Deze communicatie vindt niet alleen plaats in de lessen levensbeschouwing, maar ook bij alle andere vakken.

terug naar inhoud


7

Schoolgids > De school

c.

Missie en visie

d.

In de provincie Noord-Brabant heeft een groot aantal scholen voor secundair onderwijs één schoolbestuur: Ons Middelbaar Onderwijs (OMO). Iedere school heeft zijn eigen identiteit, maar samen hebben de scholen één doel: met goed onderwijs en zorgzame begeleiding leerlingen van twaalf tot en met achttien jaar, ongeacht hun talenten en sociale achtergrond, voorbereiden op het vervolgonderwijs en op de maatschappij.

De visie van de school omschrijven we als volgt: Goed onderwijs We willen kennis en vaardigheden bijbrengen op een bij de leerling passend niveau. Daarbij streven we naar voor die leerling optimale leerprestaties en dagen we de leerling uit om kwaliteit te leveren. We willen de leerling het onderwijs aanbieden dat het beste past bij zijn of haar intellectuele capaciteiten én persoonlijke geaardheid. Daarbij moet ruimte zijn om rekening te houden met de verschillen die er tussen leerlingen bestaan. Respectvol samenleven en samenwerken In het verlengde van de opvoeding van de ouders/verzorgers willen we een set van waarden overdragen. Een kernwaarde daarbij is respect voor elkaar en voor elkaars mening. We willen de leerlingen voorleven en meegeven dat een respectvolle samenleving leidt tot een veilige en kansrijke maatschappij. We voelen ons daarbij geïnspireerd door de normen en waarden vanuit onze katholieke traditie. Zorg en begeleiding in dienst van de onderwijsdoelen We willen de leerlingen de ondersteuning bieden die nodig is om het onderwijsleerproces zo goed mogelijk te laten verlopen. De school heeft daarvoor een zorgprofiel geformuleerd waarin de basiszorg is aangegeven. De grenzen van de zorg worden bepaald door de mogelijkheden die de school heeft. Waar zorg nodig is die niet primair gericht is op het goed laten verlopen van het onderwijsleerproces, heeft de school een signaalfunctie en verwijst ze naar andere instanties.

Historie van de school Het Dr. Mollercollege is in 1916 als Waalwijkse Handelsdagschool en tevens eerste school van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs gesticht door de gedreven katholiek en onderwijspionier dr. Hendrik Moller. In 1931 ging vanuit deze Handelsdagschool de driejarige HBS (Hogere Burger School) van start. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was er de volwaardige, vijfjarige HBS met de afdelingen A en B, alleen voor jongens. Meisjes kwamen er pas na de oorlog, op de MMS (Middelbare Meisjes School). Het huidige gebouw aan de Burg. Moonenlaan werd in 1953 ingewijd, met gescheiden speelplaatsen voor jongens en meisjes. Met het betrekken van de nieuwbouw kreeg de school ook een nieuwe naam, om de initiator te eren: het Dr. Mollercollege. In 1955 werd de school een gymnasium rijker. De jaren vijftig, zestig en zeventig brachten zo’n onstuimige groei van het leerlingenaantal van ‘het Moller’, dat tot tweemaal toe een forse uitbreiding van het gebouw nodig was (rond 1959 en rond 1974). De Mammoetwet bracht in 1968 de brugklas. Nieuwe schooltypen, het havo en het atheneum, vervingen binnen enkele jaren de oude vertrouwde HBS en MMS. Het gymnasium bleef, maar ging ook mee in de veranderingen. Nieuwe begrippen als ‘vakkenpakketten’ en ‘clusters’ deden hun intrede. In 2006 startte het Moller een tweetalige (Engels) stroom binnen het vwo. Buitenschoolse activiteiten als excursies, toneeluitvoeringen, sport, muziek en werkweken zorgden voor afwisseling en verrijkten het schoolleven. In de jaren tachtig puilde het Moller uit. Het leerlingenaantal bereikte zelfs de 1470, waarna het weer langzaam daalde tot onder de 1200. In 1993 werd een volledige fusie met de Waalwijkse Michaël-mavo aangegaan. Tegelijk deed de ‘basisvorming’ haar intrede. Dit betekende: 15 vakken vanaf klas 1, waaronder enkele nieuwe zoals techniek en verzorging. In 1995 werd overgegaan tot fusie met de Scholengemeenschap Crispijn te Kaatsheuvel. Bij deze fusie is een geheel nieuwe schoolstructuur ontworpen, die kleinschaligheid binnen het grote geheel biedt en garant moet staan voor handhaving van zorg voor de leerling en het goede onderwijsniveau. Nieuwe, grote uitbreidingen van hoofd- en nevenvestiging werden in 1996 en laatstelijk in 2004 gerealiseerd.

Meer dan goed onderwijs Het vormende aspect van ons onderwijs komt niet alleen in lessituaties naar voren. Ook bij activiteiten die buiten het door de overheid vastgestelde curriculum liggen, vindt vorming op maatschappelijk, cultureel, sportief en levensbeschouwelijk gebied plaats. We willen planmatig en gericht werken aan de vorming van jonge mensen tot verantwoordelijke en volwaardige wereldburgers die goed toegerust zijn voor hun leven in de maatschappij en de wereld van morgen.

8


terug naar inhoud

terug naar inhoud


9

Schoolgids > De school

In 1999 fuseerde het Dr. Mollercollege in Waalwijk en Kaatsheuvel met de Walewyc MAVO in Waalwijk en het d’Oultremontcollege in Drunen en Vlijmen tot Instelling voor R.K. Voortgezet Onderwijs in de Langstraat. In 2004 werd besloten voortaan te spreken van OMO Scholengroep De Langstraat. Binnen deze scholengroep heeft het Dr. Mollercollege een eigen plaats met een eigen identiteit. Met ingang van 2010 functioneren de twee vestigingen in Waalwijk en Kaatsheuvel zelfstandig: ieder met een eigen onderwijsbeleid en budget. Het huidige schoolgebouw voldoet inhoudelijk niet meer aan de eisen van modern onderwijs en daarom heeft de school toestemming gekregen voor vervangende nieuwbouw: ter plaatse van het voormalige Olympiabad komt een nieuwe school waarin het Dr. Mollercollege samen met de Walewyc (school voor mavo, en ook onderdeel van de Scholengroep) gehuisvest zal worden. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang en naar verwachting zal de oplevering plaatsvinden rond de jaarwisseling van 2013/2014. In het nieuwe gebouw zal het Dr. Mollercollege de onderwijssoorten havo en vwo gaan aanbieden. De vmbo-t afdeling zal integreren met de Waleyc. Voorafgaand aan het moment waarop de nieuwe huisvesting kan worden betrokken, wordt er gewerkt aan een soepel samengaan van de vmbo-afdelingen van de beide scholen op het punt van lessentabellen, lesmethodes en didactisch/pedagogische benadering.

e.

f.

ICT In het Schoolplan heeft de school nadrukkelijk uitgesproken dat ICT een belangrijk hulpmiddel kan zijn voor het onderwijs. De toepassingsmogelijkheden nemen in hoog tempo toe door enerzijds de technische ontwikkelingen van computers, digitale borden, tablets, smartphones etc., en anderzijds de verschijning van nieuw digitaal lesmateriaal, digitale toetsmogelijkheden, “apps” enz.. In het huidige gebouw zijn alle leslokalen inmiddels voorzien van een PC, waarop door de docenten de aan-/afwezigheid wordt geregistreerd; ook het huiswerk en proefwerken worden hierin aangegeven. In een groot aantal leslokalen hangt een digitaal lesbord. De ICT-infrastructuur in de nieuwbouw biedt t.z.t. nog veel meer mogelijkheden, maar daar willen we niet passief op wachten. Daarom zal er in het schooljaar 2012-2013 in één 2-havo/ vwo klas een pilot plaatsvinden, waarbij alle leerlingen en docenten de beschikking krijgen over een “device” (tablet of notebook). Deze klas zal les krijgen in een deel van het gebouw, dat hiertoe speciaal van draadloze internettoegang zal worden voorzien. Doel van de pilot is om ervaring op te doen met ICT-toepassingen in het onderwijs en daarmee richtingen te ontdekken voor het onderwijs in de nieuwbouw. Afspraken m.b.t. gebruik mobiele telefoons, het maken van foto’s en/of filmpjes en het plaatsen daarvan op internet e.d. zijn vastgelegd in de Gedragscode leerlingen voor computergebruik en communicatiemiddelen (zie website ‘leerling’).

De mediatheek Het Dr. Mollercollege beschikt over een mediatheek die vijf dagen per week geopend is. Leerlingen kunnen gebruik maken van de volgende faciliteiten: lenen van boeken, tijdschriften, video’s, dvd’s (gratis), gebruik van computers en tv/dvd-combinaties, gebruik van een rustige studie- en leesruimte (kranten, tijdschriften, naslagwerken, studie- en beroepsvoorlichting), mogelijkheid van kopiëren en printen (niet gratis). De mediatheek werkt samen met de Openbare Bibliotheek Waalwijk. Leerlingen van klas 4 en hoger kunnen ook terecht in de kapel, waar zij gedurende de lesuren 2, 3, 4, 6 en 7 onder toezicht kunnen werken. Elke leerling werkt daar minimaal 2 lesuren per week volgens een afgesproken schema.

10


terug naar inhoud

terug naar inhoud


11

3 a.

Onderwijs

Richtingen Inrichting van de school Het Dr. Mollercollege is een scholengemeenschap voor vmbo (theoretische leerweg), havo en vwo (gymnasium en atheneum). In klas 1, 2 en 3 bieden wij op het vwo tweetalig onderwijs (Engels) aan. De school kiest voor kleinschaligheid binnen het grote geheel. Het grote geheel maakt het mogelijk dat leerlingen zonder problemen doorstromen naar andere schooltypes en zo het diploma halen dat bij hen past. De kleinschaligheid in deelscholen voorkomt dat leerlingen verloren lopen en zorgt voor een flexibele organisatie. Hieronder vindt u een korte uitleg bij ieder schooltype. VMBO (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) Het vmbo kent vier sectoren in vier leerwegen. De sectoren zijn techniek, zorg en welzijn, economie en landbouw. De vier leerwegen zijn de basisberoepsgerichte, de kaderberoepsgerichte, de gemengde en de theoretische leerweg. Het Dr. Mollercollege biedt alleen de theoretische leerweg aan. Na het eerste jaar kunnen de leerlingen uit de vmbo/havo-brugklas doorstromen naar de tweede brugklas als ze aan de daarvoor geldende eisen voldoen. Het vmbo leidt in principe op voor het mbo (middelbaar beroepsonderwijs), hoewel een behoorlijk aantal afgestudeerden bij goede resultaten kiest voor doorstroming naar 4 havo.

Gymnasium Het gymnasium is een van de twee vormen van vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) op het Dr. Mollercollege. Het gymnasium onderscheidt zich van het atheneum doordat in de onderbouw de leerlingen les volgen in de vakken Latijn en Grieks. Na de 3e klas maken de leerlingen een keuze voor één van beide vakken en volgen zij het vak Klassieke Culturele Vorming. Het gymnasium mikt op leerlingen met bijzonder goede studietalenten en op leerlingen die breed geïnteresseerd zijn in de antieke taal en cultuur (de wortels van onze westerse samenleving). Er is op het Dr. Mollercollege een eerste brugklas atheneum/gymnasium. De keuze voor het gymnasium wordt gemaakt aan het einde van het eerste brugjaar. Aan het eind van de derde klas kiezen de leerlingen een profiel. De leerlingen krijgen in de vierde klas les in een aantal vakken binnen het algemene deel en binnen het profieldeel met daarnaast nog een of meer extra vakken. Het gymnasium leidt in principe op tot een studie aan de universiteit.

Havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) De keuze voor het havo wordt aan het einde van het tweede brugjaar gemaakt. Aan het eind van de derde klas kiezen de leerlingen een profiel. De leerlingen krijgen in de vierde klas les in een aantal vakken binnen het algemene deel en het profieldeel en daarnaast een aantal vrij te kiezen vakken. Het havo leidt in principe op voor het hbo (hoger beroepsonderwijs), hoewel een behoorlijk aantal afgestudeerden kiest voor het (versneld doorlopen van het) mbo of, bij goede resultaten, voor een overstap naar 5 atheneum. Atheneum Het atheneum is een van de twee vormen van vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) die op het Dr. Mollercollege worden aangeboden. De keuze voor het atheneum maakt de leerling aan het einde van het eerste of tweede brugjaar. Aan het eind van de derde klas kiezen de leerlingen een profiel. De leerlingen krijgen in de vierde klas les in een aantal vakken binnen het algemene deel en het profieldeel met daarnaast nog een of enkele extra vakken. Het atheneum leidt in principe op tot een studie aan de universiteit.

12


terug naar inhoud

terug naar inhoud


13

Schoolgids > Onderwijs

b.

c.

Aannamebeleid De basis van het aannamebeleid ligt in de afspraken gemaakt in het samenwerkingsverband waarin het Dr. Mollercollege deelneemt en in het advies van het POVO-overleg (PrimairOnderwijsVoortgezet Onderwijs). Bij het aannemen van leerlingen hanteert OMO Scholengroep De Langstraat de volgende de aannamecriteria: ÚÙ ?]lÙY\na]kÙnYfÙ\]ÙZYkakk[`ggdÙakÙd]a\]f\ ÚÙ ]]fÙhYkk]f\Ùd]]jdaf_ngd_kqkl]]eÙZabÙ`]lÙk[`ggdY\na]k ÚÙ \]ÙmalkdY_ÙnYfÙ\]Ù[alg£lg]lkÙakÙ]]fÙYYfnmdd]f\Ù_]_]n]fÙeYYjÙ\a]flÙ`]jc]fZYYjÙl]ÙÙrabfÙafÙ`]lÙ advies en het leerlingvolgsysteem; ÚÙ \]Ùk[`ggdÙeY_Ù]]fÙYYfnmdd]f\]Ùl]klÙ]ak]fÙaf\a]fÙ]jÙ_]j]\]Ùloab^]dÙZ]klYYlÙgn]jÙ\]ÙÙ haalbaarheid van het niveau waarvoor de leerling zich heeft aangemeld ondanks cito-score en advies; ÚÙ \]ÙYYffYe][geeakka]Ùh]jÙk[`ggdÙZ]kdaklÙgn]jÙ\]ÙYYffYe]ÙnYfÙ]]fÙd]]jdaf_ Daarbij gelden de volgende afspraken: Advies

Cito

Plaatsing

VMBO-t

530-539

VMBO-t/HAVO -> op deze afdeling wordt les gegeven en getoetst op vmbo-t niveau

HAVO

540-543

HAVO/VWO -> op deze afdeling wordt les gegeven en getoetst op HAVO-niveau

VWO

544-550

Atheneum/Gymnasium NL Atheneum/Gymnasium TTO

Klassen I. Het eerste leerjaar De overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is een hele stap. De leerling moet wennen aan een groot aantal veranderingen: veel verschillende leraren, een ingewikkeld gebouw, onbekende medeleerlingen, nieuwe vakken, huiswerk en zelfstandig studeren. Vooral in het begin kan dit alles verwarrend zijn, waardoor sommige leerlingen zich onzeker voelen. Door hen juist in die overgangsfase goed te begeleiden kunnen problemen worden voorkomen of opgelost. Daarom besteden wij veel aandacht aan de introductie van de nieuwe brugklassers. Eerste brugklas (vmbo/havo, havo/vwo, atheneum/gymnasium) Het Dr. Mollercollege kent vier typen brugklassen: de vmbo/havo-brugklas, de havo/vwo-brugklas, de atheneum/gymnasium-brugklas en de tto-brugklas (tweetalig onderwijs op atheneum/ gymnasium-niveau). Grondgedachte bij deze dakpansgewijze indeling is, dat een leerling plezier moet hebben en houden in de studie en zich thuis moet voelen op het Dr. Mollercollege. Een voorwaarde is dat de leerling het geboden onderwijs aankan, maar er ook genoeg uitdaging in vindt. Daarom moet ook de mogelijkheid bestaan om over te stappen van de ene schoolsoort naar de andere, zodat tenminste in het eerste jaar alle mogelijkheden open blijven. Deze uitgangspunten leiden in het brugjaar tot een uniforme lesurentabel met uitzondering van één uur Latijn op atheneum/gymnasium: alle leerlingen krijgen dezelfde vakken aangeboden gedurende dezelfde tijd. De wijze waarop en het tempo waarin de leerstof wordt aangeboden en verwerkt, zijn verschillend en sluiten zo goed mogelijk aan bij de mogelijkheden van de leerling. Voor zover gewenst en mogelijk worden de leerlingen die van dezelfde basisschool komen, bij elkaar in de klas geplaatst. Mentorlessen in de eerste brugklas Op het lesrooster staat een mentorles per week, die wordt gegeven door de mentor. De leerlingen krijgen hierin ondersteuning bij het leren. Aan het begin van het schooljaar is er speciale aandacht voor agendagebruik en de ontwikkeling van studievaardigheden. Gedurende het jaar krijgt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling veel aandacht. In het begin van het schooljaar worden alle leerlingen ook getest op woordbeeldmoeilijkheden (dyslexie). Vanaf de herfstvakantie worden de leerlingen die na extra testen dyslectische problemen blijken te hebben, begeleid om hiermee om te leren gaan.

14


terug naar inhoud

terug naar inhoud


15


Indien daar aanleiding toe is komen de leerlingen in aanmerking voor extra hulp in de vakken Nederlands, Frans, Engels en wiskunde. De plaatsing geschiedt op aanwijzing van de vakdocenten. Huiswerk: 1. Tijdens de eerste twee weken: a. zal het huiswerk op het bord worden geschreven en door de leerlingen in de agenda worden genoteerd; b. zal dit huiswerk vervolgens voor het grootste deel in de klas worden gemaakt; c. krijgen de leerlingen uitgelegd WAT er moet worden gemaakt en HOE het huiswerk moet worden aangepakt; d. zal de docent het huiswerk controleren, de leerlingen helpen met de aanpak van het huiswerk en de leerlingen stimuleren bij het maken van het huiswerk. 2. Het huiswerk zal minimaal tot de herfstvakantie: a. op het bord worden genoteerd; b. gedurende de les extra aandacht krijgen, bijvoorbeeld tijdens de laatste 10 minuten. Klassieke vorming De leerlingen van de atheneum/gymnasium-klassen volgen het gehele jaar 1 uur Latijn per week. Op het einde van leerjaar 1 maken de leerlingen in de atheneum/gymnasiumklassen een keuze voor 2 (TTO) atheneum of 2 (TTO) gymnasium. Een aantal daartoe geselecteerde leerlingen uit de havo/vwo-brugklassen kan in het tweede/ derde trimester een cursus ‘snuffellatijn’ volgen (1 uur per week). Tijdens deze cursus kunnen de leerlingen kennis maken met Latijn, Grieks en de klassieke cultuur als voorbereiding op hun eventuele keuze voor het gymnasium. De cursus is zo opgezet dat de leerlingen uit de havo/vwo-klassen die naar 2-gymnasium gaan, uiteraard niet met een achterstand met betrekking tot de klassieke talen beginnen. Keuzemogelijkheden na de eerste brugklas Aan het einde van het eerste leerjaar wordt bezien op welk schooltype de leerling het best zijn weg kan vervolgen. Na het 2e rapport wordt een besluit genomen door de docentenvergadering. Alle leerlingen zullen door hun leraren worden beoordeeld op hun geschiktheid voor het vervolgonderwijs. De school zal daarover in maart een advies uitbrengen. Essentieel hierbij zijn de cijfers van het 2e rapport; deze cijfers worden berekend op basis van alle resultaten die behaald zijn in het lopende schooljaar (‘voortschrijdend gemiddelde’).

16


terug naar inhoud

De leerlingen uit de vmbo/havo-klassen, die op het voorjaarsrapport 8,0 of meer gemiddeld staan, mogen zelf kiezen of ze naar 2-vmbo-T of naar de 2e brugklas (havo/vwo) gaan, ongeacht het advies. Bij een gemiddelde tussen 7,5 en 8,0 beslist de rapportvergadering. Bij een lager gemiddelde komt de leerling niet in aanmerking voor de 2e brugklas. De leerlingen uit de havo/vwo-klassen mogen bij een gemiddelde van 7,5 of meer op het voorjaarsrapport zelf kiezen of ze naar 2vwo of naar de 2e brugklas gaan, ongeacht het advies. Bij een gemiddelde tussen 7,0 en 7,5 beslist de rapportvergadering. Bij een lager gemiddelde komt de leerling niet in aanmerking voor 2vwo. Indien het gemiddelde van het derde rapport sterk afwijkt van het tweede, wordt het advies opnieuw besproken. Het verschil tussen de schooltypen zal de leerlingen tijdens de mentorlessen worden duidelijk gemaakt. In 2 gymnasium ligt het tempo bij enkele vakken hoger dan in 2 atheneum. In minder tijd moet evenveel leerstof behandeld worden. De studiemogelijkheden na het gymnasium zijn dezelfde als na het atheneum. Het gymnasium biedt wel een bredere algemene ontwikkeling. II. Het tweede leerjaar Tweede klas vmbo De leerlingen in 2 vmbo-kg en 2 vmbo gt krijgen les in enkele nieuwe vakken: natuur-/ scheikunde, economie en Duits. De leerlingen kiezen na het tweede jaar vier vakken uit: aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, economie, Frans en Duits. Tweede brugklas (havo/atheneum) In de tweede brugklas worden enkele nieuwe vakken gegeven: Duits en natuur-/scheikunde. De leerlingen in het tweede brugjaar moeten een keuze maken voor 3 atheneum of 3 havo. Net als in het eerste brugjaar wordt er na het tweede rapport een voorlopige keuze gemaakt. Na het tweede rapport brengt de school advies uit en volgt de definitieve keuze. Bij dit advies wordt onder andere gekeken naar studiehouding, inzicht, resultaten en de uitslag van een eventueel aanvullende test. Het advies is bindend; dit wil zeggen dat men daarop alleen in overleg met de school kan terugkomen. Bij leerlingen uit de tweede brugklas die bij het 2e rapport een vwo-advies krijgen, moet het gemiddelde van het derde rapport minstens gelijk zijn aan het gemiddelde van het tweede rapport. Bij een daling van het rapportgemiddelde wordt het advies opnieuw besproken. Het gaat hierbij telkens om rapportcijfers op basis van ‘voortschrijdend gemiddelde’.

terug naar inhoud


17


De leerlingen die op het tweede rapport 7,5 of meer gemiddeld staan, mogen zelf kiezen of ze naar het havo of naar het atheneum gaan, ongeacht het advies. Bij een gemiddelde tussen 7,0 en 7,5 beslist de rapportvergadering. Bij een lager gemiddelde komt de leerling niet in aanmerking voor 3-atheneum. Het spreekt voor zich dat u over de keuze steeds met de school kunt overleggen. Indien de studieresultaten daartoe aanleiding geven, kan een leerling aan het eind van de 2e brugklas overstappen naar 3-vmbo-t (theoretische leerweg). Deze overstap kan slechts plaats vinden na uitvoerig overleg waarbij leerling, ouders, adjunct-directeur, leerlingcoördinator, mentor en decaan betrokken zijn.

Mentorlessen in de tweede klas Voor alle leerlingen is een mentorles ingeroosterd. In dit uur wordt behalve aan studiebegeleiding veel aandacht geschonken aan de keuzebegeleiding. Aan het eind van de tweede klas krijgen de leerlingen een schooladvies over het voor hen meest geschikte vervolg van de studie. Vanaf het begin van het schooljaar komen de leerlingen in aanmerking voor extra hulp in de vakken Nederlands, Frans, Engels en wiskunde. Na de herfstvakantie is er ook extra hulp voor het vak Duits. De plaatsing geschiedt op aanwijzing van de vakdocenten.

Twee gymnasium In 2 gymnasium worden enkele nieuwe vakken gegeven: Grieks, Duits en natuur-/scheikunde. De leerling die al gekozen heeft voor 2-gymnasium, zal deze studie in het algemeen voortzetten op 3, 4, 5 en 6-gymnasium, tenzij in overleg met de school wordt besloten over te stappen naar atheneum of havo.

III. Het derde leerjaar Derde klas vmbo Medio januari maken de leerlingen in 3 vmbo een voorlopige keuze voor de sector en het vakkenpakket. Eind april volgt dan de definitieve keuze. Daarbij kunnen zij gebruik maken van de tot dan toe behaalde resultaten, de adviezen van de vakdocenten, het advies van de school en eventueel andere testgegevens. Het vakkenpakket in klas 4 vmbo wordt mede bepaald door de sectorkeuze. De keuze in 3 vmbo moet daarop zijn afgestemd. Tijdens de mentorlessen werken de leerlingen in de periode voorafgaande aan de keuze met de methode ‘Optie’. Hierdoor krijgen zij een beter inzicht in hun eigen capaciteiten en interesses en in de mogelijkheden van opleidingen en beroepen. Ook leren zij hoe ze, o.a. met behulp van de computer, informatie kunnen verzamelen over vervolgopleidingen en beroepen. De decaan heeft tijdens de tweede periode met elke leerling een gesprek over sector en pakketkeuze. Examendossier In de theoretische leerweg bestaat het examenpakket uit de verplichte vakken Nederlands, Engels, Maatschappijleer en Lichamelijke Opvoeding, 2 sectorvakken en twee vrij te kiezen vakken. In klas 3 start de vmbo-leerling met het examendossier. Dit dossier moet aan het eind van klas 4 volledig zijn afgesloten om deel te mogen nemen aan het centraal examen (CE). Aan het eind van de derde klas worden levensbeschouwing en het kunstvak (beeldende vorming) afgesloten. Hiervoor moet een voldoende gehaald worden. In klas 4 moet ook het vak lichamelijke opvoeding met een voldoende resultaat worden afgesloten om een diploma te kunnen krijgen.

18


terug naar inhoud

terug naar inhoud


19


Derde klas havo In 3 havo krijgen de leerlingen één nieuw vak: economie. De leerlingen maken rond Kerstmis een voorlopige keuze voor een van de profielen van de tweede fase. Ze kunnen kiezen uit de profielen Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek. In april maken leerlingen en ouders een definitieve keuze. Daarbij wordt gekeken naar de rapportcijfers van de eerste twee perioden en de adviezen van de vakdocenten.

De decaan heeft tijdens de tweede periode met elke leerling een gesprek over de voortzetting van de studie in de bovenbouw. Indien de studieresultaten daartoe aanleiding geven, kan een leerling aan het eind van 3 atheneum overstappen naar het havo en een leerling van 3 gymnasium naar het atheneum. Deze overstap kan slechts plaatsvinden na uitvoerig overleg waarbij leerling, ouders, adjunctdirecteur, leerlingcoördinator, mentor en decaan betrokken zijn. IV. Het vierde leerjaar

Tijdens de mentorlessen werken de leerlingen van oktober tot eind maart met een methode, waardoor zij hun eigen interesses en capaciteiten beter leren kennen. Ook leren zij digitaal informatie te verzamelen over vervolgopleidingen en beroepen. De decaan heeft tijdens de tweede periode met elke leerling een gesprek over de voortzetting van de studie in de bovenbouw. Indien de studieresultaten daartoe aanleiding geven, kan een havo 3-leerling aan het eind van het eerste trimester overstappen naar 3 vmbo-T. Incidenteel komt het voor dat een leerling op advies van het team de mogelijkheid krijgt om aan het einde van het schooljaar de overstap van 3 havo naar 4 vmbo-T te maken. Een overstap vindt plaats na uitvoerig overleg met alle betrokkenen: de leerling, ouders, adjunct-directeuren, leerlingcoördinatoren, mentoren, docententeam en decanen. Aan de overstap van 3 havo naar 4 vmbo-T is een aantal restricties verbonden. De definitieve beslissing is aan de school. Derde klas atheneum en gymnasium In 3 atheneum en 3 gymnasium krijgen de leerlingen één nieuw vak: economie. In 3 atheneum en 3 gymnasium maken de leerlingen rond Kerstmis een voorlopige keuze voor een van de profielen van de tweede fase. Ze kunnen kiezen uit de profielen Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek. De gymnasiumleerling volgt in de bovenbouw Grieks of Latijn, de atheneumleerling niet. In april maken leerlingen en ouders een definitieve keuze. Daarbij wordt gekeken naar de rapportcijfers van de eerste twee perioden, de adviezen van de vakdocenten en het advies van de school. Tijdens de mentorlessen werken de leerlingen van oktober tot eind maart met een methode, waardoor zij hun eigen interesses en capaciteiten beter leren kennen. Ook leren zij met behulp van de computer informatie te verzamelen over vervolgopleidingen en beroepen.

20


terug naar inhoud

Vierde klas vmbo Binnen de theoretische leerweg kunnen de leerlingen een keuze maken uit vier sectoren: economie, zorg &welzijn, techniek en landbouw. Iedere leerling doet schoolexamen en centraal examen in één bepaalde sector. Binnen alle sectoren zijn de vakken Nederlands en Engels verplicht. Verder zijn verplicht bij de sector: - economie: economie en een van de vakken Frans, Duits of wiskunde; - techniek: wiskunde en natuur-/scheikunde 1; - zorg & welzijn: biologie en een van de vakken wiskunde geschiedenis of aardrijkskunde; - landbouw: wiskunde en een van de vakken natuur-/scheikunde of biologie. Er zijn ook nog twee vrij te kiezen vakken. Daarnaast krijgen alle leerlingen maatschappijleer en lichamelijke opvoeding. Het examen bestaat uit het Schoolexamen (SE) en het Centraal Examen (CE). De vakken Maatschappijleer, Lichamelijke Opvoeding en Kunstvakken (Beeldende Vorming of muziek) kennen alleen een SE. Levensbeschouwing en kunstvakken (beeldende vorming of muziek) zijn al afgesloten in klas 3 tenzij de leerlingen examen doen in het vak tekenen. Levensbeschouwing, kunstvakken en lichamelijke opvoeding moeten voldoende zijn afgesloten. Voor maatschappijleer krijgen de leerlingen een cijfer. Dit cijfer telt mee in de zak-/slaagregeling. De vakken Nederlands, Engels, Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, economie, wiskunde natuur-/scheikunde 1, natuur-/scheikunde 2, biologie en tekenen kennen zowel een SE als een CE. Het vak tekenen kent ook nog een centraal praktisch examen (CPE). Alle leerlingen moeten een sectorwerkstuk maken. Dit sectorwerkstuk moet met een “voldoende” of “goed” worden afgesloten. De titel van het sectorwerkstuk wordt ook vermeld op het diploma.

terug naar inhoud


21


Examen vmbo Meer informatie over de inhoud van de examens, de zak/slaagregeling en de precieze gang van zaken bij het examen staat in het Programma van Toetsing en Afsluiting en het Examenreglement dat alle leerlingen voor 1 oktober krijgen uitgereikt. De eerste schoolexamens worden al vrij vroeg afgenomen. Het is belangrijk dat de leerlingen vanaf het begin serieus met de studie bezig zijn. De resultaten voor het schoolexamen bepalen voor 50% het eindcijfer. Na iedere periode wordt een rapportage van de tot dan toe behaalde cijfers aan de leerling meegegeven, zodat de ouders op de hoogte blijven van de resultaten. De leerling moet uiteindelijk in de eindexamenklas aan de voorschriften van dit examen voldaan hebben om aan het centraal examen (CE) te kunnen deelnemen. De verschillende onderdelen van het schoolexamen en de voorwaarden waaraan het moet voldoen, krijgt de leerling aan het begin van het schooljaar uitgereikt in het zogenaamde programma voor toetsing en afsluiting (PTA). Na afronding van de vmbo-t-opleiding zijn er de volgende mogelijkheden voor vervolgonderwijs: 1. het middelbaar beroepsonderwijs (mbo); 2. de bovenbouw van het havo. Een commissie beslist over de toelating tot het havo. Hierbij wordt gelet op: a. de totale schoolloopbaan; b. een gemiddelde van minimaal 6,8 bij de overgang van 3 naar 4 vmbo; c. de adviezen van de docenten; d. de aansluiting van het vmbo-pakket op het gekozen havo-profiel. Bovendien dienen leerlingen minimaal 6 theorievakken te hebben gevolgd en in het jaar dat zij de havo starten nog geen 18 jaar oud te zijn. Aan het begin van het schooljaar wordt de toelatingscode vmbo-t - havo op onze site geplaatst. Deze code is regionaal afgestemd. Klas 4 havo In de vierde klas van het havo volgen de leerlingen les in de vakken van: a het gemeenschappelijk deel: Nederlands, Engels, culturele en kunstzinnige vorming, levensbeschouwing en lichamelijke opvoeding. b het profiel dat gekozen is. De profielen zijn: ‘cultuur en maatschappij’ (CM), ‘economie en maatschappij’ (EM), ‘natuur en gezondheid’ (NG) en ‘natuur en techniek’ (NT). c het vrije deel: een of meer vakken uit de andere profielen of keuzevakken. Oriëntatie op studie en beroep behoort ook tot dit vrije deel, maar is geen vak apart. Het is deels opgenomen in de mentorbegeleidingsuren en wordt verder door elke individuele leerling zelf ingevuld. In de vierde klas moeten de leerlingen al opdrachten en toetsen maken voor het schoolexamen (SE). Dit geldt met name voor de vakken die alleen in 4 havo gegeven worden. CKV en

22


terug naar inhoud

levensbeschouwing worden in 4 havo al geheel afgesloten. Maar ook andere vakken nemen al een deel van het schoolexamen af in de voorexamen-klas. Voor de vakken die niet uitsluitend met een schoolexamen worden afgesloten, telt het voortschrijdend gemiddelde als het eerste cijfer van het SE. De leerling moet uiteindelijk in de eindexamenklas aan de voorschriften van dit examen voldaan hebben om aan het centraal examen (CE) te kunnen deelnemen. De verschillende onderdelen van het schoolexamen en de voorwaarden waaraan het moet voldoen, krijgt de leerling aan het begin van het schooljaar uitgereikt in het zogenaamde programma voor toetsing en afsluiting (PTA). Klas 4 vwo In de vierde klas van het vwo volgen de leerlingen les in de vakken van a het gemeenschappelijk deel: Nederlands, levensbeschouwing, Engels, algemene natuurwetenschappen, culturele en kunstzinnige vorming (CKV) (voor de leerlingen van het gymnasium klassieke culturele vorming (KCV)) en lichamelijke opvoeding. b het gekozen profiel ‘cultuur en maatschappij’, ‘economie en maatschappij’, ‘natuur en techniek’ en ‘natuur en gezondheid’ c het vrije deel: een of meer vakken uit de andere profielen of keuzevakken. Oriëntatie op studie en beroep behoort ook tot dit vrije deel, maar is geen vak apart. Het is deels opgenomen in de mentorbegeleidingsuren en wordt verder door elke individuele leerling zelf ingevuld. * Leerlingen van het gymnasium volgen één van de klassieke talen Latijn of Grieks. * Leerlingen die in de onderbouw tweetalig onderwijs hebben gevolgd kunnen in de 4e klas kiezen voor het Cambridge Advanced Examen en een voorbereiding op het Internationaal Baccalaureate. In de vierde klas krijgen de leerlingen voortgangstoetsen en voor Algemene Natuurwetenschappen (ANW), Klassieke Culturele Vorming (KCV) en levensbeschouwing moeten de leerlingen al opdrachten en toetsen maken voor het schoolexamen (SE). De vakken ANW, CKV en KCV worden in klas vwo-4 al geheel afgesloten. Op basis van deze cijfers wordt ook de overgang naar 5 vwo bepaald. De leerling moet uiteindelijk in de eindexamenklas aan de voorschriften van dit examen voldaan hebben om aan het centraal examen (CE) te kunnen deelnemen. De verschillende onderdelen van het schoolexamen en de voorwaarden waaraan het moet voldoen, krijgt de leerling aan het begin van het schooljaar uitgereikt in het zogenaamde programma voor toetsing en afsluiting (PTA).

terug naar inhoud


23


V. Het vijfde leerjaar Klas 5 havo In de vijfde klas van het havo volgen de leerlingen les in de vakken van: a het gemeenschappelijk deel: Nederlands, Engels, maatschappijleer. b het profiel dat gekozen is. De profielen zijn: ‘cultuur en maatschappij’ (CM), ‘economie en maatschappij’ (EM), ‘natuur en gezondheid’ (NG) en ‘natuur en techniek’ (NT). c het vrije deel: een of meer vakken uit de andere profielen of keuzevakken. Tot het vrije deel behoort ook het maken van het profielwerkstuk dat onder begeleiding van een vakdocent gemaakt dient te worden. Uit praktische overwegingen wordt aan de leerlingen van 5 havo het vak lichamelijke opvoeding in een dubbel of blokuur aangeboden tot 1 februari in plaats van één wekelijks lesuur tot het einde van het jaar. Het vijfde leerjaar van het havo is het afsluitend jaar van dit schooltype. Het eindexamen speelt in dit leerjaar daarom een belangrijke rol. Het examen bestaat uit twee gedeelten: a. het schoolexamen voor elk vak waarvoor ook al toetsen en opdrachten zijn gemaakt in de vierde klas; b. het centraal examen. Hiervoor is het werk landelijk hetzelfde. De leerling moet uiteindelijk in de eindexamenklas aan de voorschriften van het schoolexamen voldaan hebben om aan het centraal examen te kunnen deelnemen.

Klas 5 vwo In de vijfde klas van het vwo volgen de leerlingen les in de vakken van a het gemeenschappelijk deel: Nederlands, Engels, lichamelijke opvoeding en levensbeschouwing. b het profiel dat gekozen is. De profielen zijn: ‘cultuur en maatschappij’ (CM), ‘economie en maatschappij’ (EM), ‘natuur en gezondheid’ (NG) en ‘natuur en techniek’ (NT). c het vrije deel: een of meer vakken uit de andere profielen of keuzevakken. In dit deel volgen alle leerlingen ook het vak levensbeschouwing. Leerlingen van het gymnasium volgen les in de klassieke talen Latijn en/of Grieks. Met de voortgangstoetsen wordt gepeild of de leerlingen op het niveau kunnen presteren dat op dat moment van hen gevraagd wordt. Op basis van deze cijfers wordt ook de overgang naar 6 vwo bepaald. Het voortschrijdend gemiddelde van deze toetsen telt mee in het examendossier (uitgezonderd het vak informatica). De leerling moet uiteindelijk in de eindexamenklas aan de voorschriften van dit schoolexamen voldaan hebben om aan het centraal examen (CE) te kunnen deelnemen. De verschillende onderdelen van het schoolexamen en de voorwaarden waaraan het moet voldoen, krijgt de leerling aan het begin van het schooljaar uitgereikt in het zogenaamde programma voor toetsing en afsluiting (PTA). Voor de vakken die niet uitsluitend met een schoolexamen worden afgesloten, telt het voortschrijdend gemiddelde als het eerste cijfer van het SE. VI. Het zesde leerjaar

De verschillende onderdelen van dit schoolexamen en de voorwaarden waaraan dit moet voldoen, staan in het zogenaamde programma voor toetsing en afsluiting (PTA). In de examenklas ontvangen de leerlingen en de ouders alleen nog rapportage van de schoolexamenresultaten. Daarin worden tot de afsluiting van het schoolexamen alle resultaten verzameld die meetellen in het schoolexamen. Voortzetting van de studie op het Dr. Mollercollege Voor de leerlingen die het diploma havo behaald hebben, bestaat de mogelijkheid de studie voort te zetten op het atheneum. Een commissie beslist over de toelating tot 5 atheneum. Hierbij wordt gelet op: a. de totale schoolloopbaan; b. de adviezen van leraren; c. de aansluiting van het op het havo gevolgde profiel en het op het atheneum te volgen profiel.

24


terug naar inhoud

Klas 6 vwo In de zesde klas volgen de leerlingen les in de vakken van a het gemeenschappelijk deel: Nederlands, Engels en maatschappijleer; b het gekozen profiel; c het vrije deel: een of meer vakken uit de andere profielen of keuzevakken. * Leerlingen van het gymnasium volgen les in de klassieke talen Latijn en/of Grieks. * Tot het vrije deel behoort ook het maken van het profielwerkstuk dat onder begeleiding van een vakdocent gemaakt dient te worden.

terug naar inhoud


25

Schoolgids >

Examen Het zesde leerjaar van atheneum en gymnasium is een afsluitend leerjaar. Het eindexamen speelt in dit leerjaar daarom een belangrijke rol. Het examen bestaat uit twee gedeelten: a het schoolexamen voor elk vak waarvoor al toetsen en opdrachten zijn gemaakt in voorexamenklassen; b het centraal examen. Hiervoor is het werk landelijk hetzelfde. Uit praktische overwegingen wordt aan de leerlingen van 6 vwo het vak lichamelijke opvoeding in een dubbel of blokuur aangeboden tot 1 februari in plaats van één wekelijks lesuur tot het einde van het jaar. De leerling moet in het laatste jaar aan de voorwaarden van het schoolexamen hebben voldaan om aan het centraal examen te kunnen deelnemen. De verschillende onderdelen van het schoolexamen en de voorwaarden waaraan dit moet voldoen staan in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). In de examenklas ontvangen de leerlingen en de ouders alleen nog rapportage van de schoolexamenresultaten. Daarin worden dan tot de afsluiting van het schoolexamen alle resultaten verzameld die meetellen in het schoolexamen. Een aantal vakken uit het gemeenschappelijk deel en het vrije deel van het programma is al afgesloten voor het zesde leerjaar. Daardoor komt het laatste jaar meer nadruk te liggen op de vakken uit het profieldeel. De gegevens van de eerder afgesloten vakken gaan mee naar de eindlijst en bepalen mede het eindresultaat.

d.

e.

Wijziging van schoolsoort, profiel of pakket De keuze van een schooltype, een profiel of een vakkenpakket is een moeilijke zaak. Het is mogelijk dat ouders en leerlingen in de keuzefase niet goed weten wat de juiste beslissing is. Een gevolg kan zijn dat men, eenmaal in de volgende klas, alsnog op de genomen beslissing wil terugkomen. Verandering van schooltype, profiel en van pakket, verloopt echter nooit zonder problemen: de leerling komt in nieuwe groepen, krijgt andere leraren, zal een eventuele achterstand in leerstof moeten inhalen enzovoort. Voor wijzigingen van schooltype of van pakket gelden op onze school de volgende regels: 1. Een verandering van schooltype of vakkenpakket kan alleen tot de herfstvakantie bij de leerlingcoördinator en decaan van betreffende afdeling worden aangevraagd. 2. Het toestaan van een verandering is mede afhankelijk van onderwijskundige en organisatorische mogelijkheden. 3. Voor verandering is schriftelijk toestemming van de ouders nodig. 4. De studieresultaten van voorgaande jaren zullen mede bepalen of de gewenste verandering kan worden toegestaan. Bij verandering moet voldaan worden aan de overgangsnormen van het voorafgaande schooljaar, toegepast op de nieuwe gewenste situatie. 5. De leerling zal bij verandering van vakkenpakket een toets in het nieuwe vak moeten afleggen over de reeds behandelde leerstof. De verandering wordt alleen toegestaan als het resultaat van deze toets voldoende is. 6. De uiteindelijke beslissing ligt bij de schoolleiding.

Extra vak De leerlingen van klas 3 (vmbo, havo en vwo) kunnen voor klas 4 een extra vak kiezen. De keuze van een extra vak is mogelijk onder de volgende voorwaarden: 1. De leerlingen die bij hun definitieve keuze een extra vak aanvragen, kunnen deze aanvraag daarna niet meer ongedaan maken. Aanvragen na de definitieve keuze kunnen in de regel niet meer gehonoreerd worden. 2. De rapportvergadering beslist aan de hand van de schoolcarrière en de studieresultaten of het volgen van een extra vak kan worden toegestaan. 3. Het toestaan van een extra vak is mede afhankelijk van onderwijskundige en organisatorische mogelijkheden. Als een extra vak wordt toegestaan, moet de leerling alle lessen in het extra vak volgen op dezelfde wijze als de andere leerlingen die dit vak in hun vakkenpakket hebben. Uitzonderingen hierop zijn slechts mogelijk in overleg met de schoolleiding. 4. Het gemiddelde van het tweede rapport (klas 3) moet minstens 7,0 zijn. Als een leerling in 4 havo en 5 atheneum of gymnasium een extra vak heeft gevolgd, zal ernaar gestreefd worden dit ook in de examenklas mogelijk te maken. Dat kan niet zonder meer. Het hangt af van onderwijskundige en organisatorische mogelijkheden.

26


terug naar inhoud

terug naar inhoud


27


Lessentabel Dr. Mollercollege Waalwijk 2012 - 2013

f. Lessentabellen Dr. Mollercollege Waalwijk Lessentabel onderbouw 2012 – 2013 wth1 whv1 wag1 wtt1 wtl2 wbr2 wat2 wta2 wgy2 wtg2 wtl3 wha3 wat3 wta3 wgy3 wtg3 wtl4 NE

3

3

LA

3

3

1

1

3

3

3

3

GR FA

3

3

3

3

DU EN

3

3

3

EN+

3

3

3

4

4

3

3

3

3,5

havo 4

havo 5

vwo 4

vwo 5

vwo 6

3

3

3

3

3

LA

4*

3*

3*

4*

3*

3*

NE

3

3

4

3

3

GR

1

1

3

3

FA

3*

4*

3*

3*

3*

2

3

3

3

2

2

2*

2

3

3

2

2 3,5*

DU

3*

4*

3*

3*

3*

3

3

3

3

3

3

2*

3

3

3

2

2 3,5*

EN

3

3

2*

2*

3*

2

2

2

2

2

2

3

3

3

3

2

2

CAE / IB

4*

5*

5*

1

1

1

1

3,5

1

GS

3*

3*

2*

3*

3*

GS

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2*

2

2

2

2

2 3,5*

AK

3*

3*

2*

3*

3*

AK

2

2

2

2

2

1

1

1

1

1

2*

2

2

2

2

2 3,5*

WIA

3*

3*

3*

3*

3*

WI

3

3

3

3

3

4

4

4

3

3

4

4

3

3

3

3 3,5*

WIB

3*

3*

3*

4*

3*

2

3

3

3

2

2

3*

2*

2*

3*

2*

NS

WIC

NSE

2

2

2

2

2

2 3,5*

WID

NST

2

2

2

2

2

2 3,5*

NA

3*

4*

3*

3*

3*

3,5*

SK

3*

3*

2*

3*

3*

BI

2

2

2

2

3

3

3

3

3

2

EC LB

3

2

2

2

2

1

1

1

1

1

2* 2*

1

1

1

1

1 3,5*

BI

3*

4*

3*

3*

3*

2

1

1

1

1

1

EC

3*

4*

3*

3*

3*

MO

3*

3*

2*

3*

3*

LB

2

1

2

MA

2

TH

2

2

2

2

BV

2

2

2

2

2

2

2

2

1

1

2*

2

2

2

1

1

BTE

3,5*

REKV

1

LO

4

4

4

KWT

1

1

1

ML

1

1

1

PW

1

1

30

30

Totaal

4

2

2

2

2

2

2

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

31

31

30

31

31

31

31

32

2 1

2 1 30

2 1 30

2 1 31

2 1 32

2

MA

2 1 33

2

IF

3*

3*

KU

3*

3*

CKV

2

2* 2* 2

ANW

2 2

ML

1

REKV

1

3*

3*

3*

2

1**

2

KCV LO

3*

1

2 1

1

(WIC=WIA in vwo 4) * keuzevak ** LO Soloproject H5/V6 1 les op tabel

28


terug naar inhoud

terug naar inhoud


29


g.

Rapporten De ouders/verzorgers van leerlingen op het Dr. Mollercollege kunnen online en continu de studieresultaten van hun kinderen volgen via Magister. Vervolgens zijn er de rapporten in december, april en aan het einde van het schooljaar. Deze drie rapporten zijn ‘cijfer-rapporten’, die worden besproken in een vergadering van leraren van de klas. Aan de hand van het eindrapport beslist deze vergadering van leraren over de bevordering. Naast de rapporten kunt u met uw inlogcode te allen tijde ook via de website ‘Magister’ de resultaten bijhouden. Daar vindt u ook informatie over absentie en dergelijke.

h.

Bevorderingsnormen Bij de beslissing of een leerling wordt bevorderd, speelt het aantal verliespunten een belangrijke rol. Het rapportcijfer 5 telt voor één verliespunt, het rapportcijfer 4 voor twee verliespunten en het rapportcijfer 3 voor drie verliespunten. Op het eindrapport worden geen cijfers toegekend lager dan 3. De cijfers op het eindrapport zijn afgerond op gehele getallen. Bij het eerste en tweede rapport zijn de cijfers afgerond op één demimaal. De bevorderingsnormen zijn afgeleid van de slaag/zakregeling zoals die voor de betreffende afdeling geldt. Het is niet toegestaan om tweemaal in hetzelfde leerjaar of in twee opeenvolgende jaren op een afdeling te doubleren. Per 1-8-2012 is door de wetgever de maximale verblijfsduur in het vmbo afgeschaft. Over de eerste 3 leerjaren havo en vwo mogen leerlingen maximaal 5 jaar doen. Voor de bovenbouw van havo en vwo bepaalt de school de maximale verblijfsduur. Van klas 1 naar klas 2 VMBO-t/HAVO Een leerling wordt bevorderd naar het 2e leerjaar als: ÚÙ Ù]jÙl]fÙ`gg_kl]Ùlo]]Ùn]jda]khmfl]fÙrabfÙgeÙZ]ngj\]j\Ùl]Ùogj\]fÙfYYjÙ?8MF£ÙeY_Ù`a]jnYfÙÙ slechts één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde geplaatst zijn; ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙYdd]ÙjYhhgjl[ab^]jkÙÙg^Ù`g_]jÙak ÚÙ Ù]jÙ_]]fÙjYhhgjl[ab^]jÙüÙÙ¦cd]af]j¢_]dabcÙ§ÙghÙ`]lÙjYhhgjlÙnggjcgel Bij 5 of meer verliespunten is de leerling afgewezen. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport.

30


terug naar inhoud

Bij het tweede rapport vindt de determinatie van de leerlingen plaats. Daarbij gelden de volgende regels: gemiddelde rapport 2 is lager dan 7,5 gemiddelde rapport 2 is 7,5 tot 8,0 gemiddelde rapport 2 is 8,0 of hoger

plaatsing in VMBO-t2 beslissing rapportvergadering plaatsing in HAVO/VWO2

HAVO/VWO Een leerling wordt bevorderd naar het 2e leerjaar als: ÚÙ ] Ù jÙl]fÙ`gg_kl]ÙÙn]jda]khmfl]fÙrabfÙoYYjnYfÙkd][`lkÙ##fÙn]jda]khmflÙZabÙ\]Ùc]jfnYcc]fÙ Nederlands, Engels en wiskunde; ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙYdd]ÙjYhhgjl[ab^]jkÙÙg^Ù`g_]jÙak ÚÙ Ù]jÙ_]]fÙjYhhgjl[ab^]jÙüÙÙ¦cd]af]j¢_]dabcÙ§ÙghÙ`]lÙjYhhgjlÙnggjcgel Bij 5 of meer verliespunten is de leerling afgewezen. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport. Bij het tweede rapport vindt de determinatie van de leerlingen plaats. Daarbij gelden de volgende regels: gemiddelde rapport 2 is lager dan 7,0 gemiddelde rapport 2 is 7,5 tot 8,0 gemiddelde rapport 2 is 8,0 of hoger

plaatsing in HAVO-2 beslissing rapportvergadering plaatsing in Atheneum-2

Om van het eerste leerjaar van HAVO/VWO naar gymnasium-2 bevorderd te kunnen worden gelden aanvullende eisen. Dat zijn achtereenvolgens: ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙ\]ÙjYhhgjl[ab^]jkÙnYfÙ`]lÙlo]]\]ÙjYhhgjlÙakÙÙg^Ù`g_]j ÚÙ Ù`]lÙjYhhgjl[ab^]jÙnYfÙoakcmf\]ÙakÙghÙ`]lÙlo]]\]ÙjYhhgjlÙÙg^Ù`g_]j ÚÙ Ù`]lÙjYhhgjl[ab^]jÙnYfÙ=jYfkÙakÙghÙ`]lÙlo]]\]ÙjYhhgjlÙÙg^Ù`g_]j ÚÙ Ù\]Ù]ak]fÙlYnÙ\]ÙnYcc]fÙoakcmf\]Ù]fÙ=jYfkÙrabfÙnggjoYYj\]ÙnggjÙ\]]dfYe]ÙYYfÙ ‘snuffellatijn’, dat na uitreiking van het 2e rapport aanvangt; ÚÙ Ùl]fÙ`gg_kl]Ùlo]]Ùn]jda]khmfl]fÙghÙ`]lÙlo]]\]ÙjYhhgjl ÚÙ Ù\]Ùd]]jdaf_Ùngd_lÙ\]Ùd]kk]fÙkfm^^]ddYlabf½Ù]fÙZ]`YYdlÙnggjÙ\]ÙY^kdmal]f\]Ùlg]lkÙ`a]jnYfÙ]]fÙ 6,5 of hoger.

terug naar inhoud


31


Atheneum/gymnasium Een leerling wordt bevorderd naar het 2e leerjaar als: ÚÙ Ù]jÙl]fÙ`gg_kl]ÙÙn]jda]khmfl]fÙrabfÙoYYjnYfÙkd][`lkÙ##fÙZabÙ\]Ùc]jfnYcc]f Nederlands, Engels en wiskunde. ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙYdd]ÙjYhhgjl[ab^]jkÙÙg^Ù`g_]jÙak ÚÙ Ù]jÙ_]]fÙ[ab^]jÙüÙÙ¦cd]af]j¢_]dabcÙ§ÙghÙ`]lÙjYhhgjlÙnggjcgel

Bij het tweede rapport vindt de determinatie van de leerlingen plaats. Daarbij gelden de volgende regels: gemiddelde rapport 2 is lager dan 7,0 gemiddelde rapport 2 is 7,0 tot 7,5 gemiddelde rapport 2 is 7,5 of hoger

Bij 5 of meer verliespunten is de leerling afgewezen. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport. Om van het eerste leerjaar van atheneum/gymnasium naar gymnasium-2 bevorderd te kunnen worden gelden aanvullende eisen. Dat zijn achtereenvolgens: ÚÙ Ù\]Ù[ab^]jkÙnggjÙ\]ÙnYcc]fÙ=jYfkÙCYlabfÙ]fÙoakcmf\]ÙrabfÙghÙ`]lÙlo]]\]ÙjYhhgjl 6,5 of hoger; ÚÙ Ùl]fÙ`gg_kl]Ùlo]]Ùn]jda]khmfl]fÙghÙ`]lÙlo]]\]ÙjYhhgjl TTO Van een TTO-leerling wordt een bepaalde inzet verwacht (commitment). Dit wordt uitgedrukt in een oordeel (onvoldoende, voldoende of goed). Een leerling mag zijn schoolloopbaan alleen op het TTO vervolgen indien hij of zij niet meer dan één onvoldoende voor commitment heeft op het eindrapport.

32

plaatsing in HAVO-3 beslissing rapportvergadering plaatsing in atheneum-3

VWO Een leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar als: ÚÙ Ù]jÙl]fÙ`gg_kl]ÙÙn]jda]khmfl]fÙrabfÙoYYjnYfÙeYpaeYYdÙ##fÙn]jda]khmflÙZabÙ\]Ùc]jfnYcc]fÙ Nederlands, Engels en wiskunde; ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙYdd]ÙjYhhgjl[ab^]jkÙÙg^Ù`g_]jÙak ÚÙ Ù]jÙ_]]fÙ[ab^]jÙüÙÙ¦cd]af]j¢_]dabcÙ§ÙghÙ`]lÙjYhhgjlÙnggjcgel Bij 5 of meer verliespunten wordt de leerling afgewezen. Ook bij 2 of meer verliespunten bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde volgt doubleren. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport. TTO Een leerling mag zijn schoolloopbaan alleen op het TTO vervolgen indien hij of zij niet meer dan één onvoldoende voor commitment heeft op het eindrapport.

Van klas 2 naar klas 3 VMBO-t Een leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar VMBO-t als er ten hoogste 2 verliespunten op het eindrapport voorkomen. Een leerling wordt afgewezen bij 5 verliespunten of meer. Een leerling valt in de bespreekzone bij 3 of 4 verliespunten.

Van klas 3 naar klas 4 VMBO-t Een leerling wordt bevorderd naar het 4e leerjaar VMBO-t als er ten hoogste 2 verliespunten op het eindrapport. Een leerling wordt afgewezen bij 5 verliespunten of meer. Een leerling valt in de bespreekzone bij 3 of 4 verliespunten.

HAVO/VWO Een leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar als: ÚÙ Ù]jÙl]fÙ`gg_kl]ÙÙn]jda]khmfl]fÙrabfÙoYYjnYfÙeYpaeYYdÙ##fÙn]jda]khmflÙZabÙ\]Ùc]jfnYcc]fÙ Nederlands, Engels en wiskunde; ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙYdd]ÙjYhhgjl[ab^]jkÙÙg^Ù`g_]jÙak ÚÙ Ù]jÙ_]]fÙ[ab^]jÙüÙÙ¦cd]af]j¢_]dabcÙ§ÙghÙ`]lÙjYhhgjlÙnggjcgel Een leerling wordt afgewezen bij 5 of meer verliespunten op het rapport. Ook bij 2 of meer verliespunten bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde volgt doubleren. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport.

HAVO en VWO Een leerling wordt bevorderd naar het 4e leerjaar als: ÚÙ Ù]jÙl]fÙ`gg_kl]ÙÙn]jda]khmfl]fÙnggjcge]fÙafÙeYpaeYYdÙlo]]ÙnYcc]fÙoYYjnYfÙeYpaeYYdÙÙÙÙ één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde; ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙYdd]ÙjYhhgjl[ab^]jkÙÙg^Ù`g_]jÙak ÚÙ Ù]jÙ_]]fÙ[ab^]jÙüÙÙ¦cd]af]j¢_]dabcÙ§ÙghÙ`]lÙjYhhgjlÙnggjcgel Een leerling heeft een bespreekrapport indien op het eindrapport ten hoogste 4 verliespunten voorkomen in maximaal drie vakken en er aan alle andere bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. In alle andere gevallen is een leerling niet bevorderd.


terug naar inhoud

terug naar inhoud


33


Van klas 4 naar klas 5 HAVO Een leerling wordt bevorderd naar HAVO-5 als: ÚÙ Ù]jÙl]fÙ`gg_kl]ÙÙn]jda]khmfl]fÙafÙeYpaeYYdÙlo]]ÙnYcc]fÙnggjcge]fÙoYYjnYfÙeYpaeYYdÙ één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde (a/b) voorkomt; ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙYdd]ÙnYcc]fÙ¤ÙemnÙ\]ÙnYcc]fÙ:BMÙ]fÙCFÙ¤ÙÙg^Ù`g_]jÙak ÚÙ Ù]jÙ_]]fÙ[ab^]jÙüÙÙ¦cd]af]j¢_]dabcÙ§ÙghÙ`]lÙjYhhgjlÙnggjcgel ÚÙ Ù`]lÙjYhhgjl[ab^]jÙnYfÙ\]ÙnYcc]fÙ:BMÙ]fÙCFÙÙg^Ù`g_]jÙak Een leerling heeft een bespreekrapport indien op het eindrapport ten hoogste 4 verliespunten voorkomen in maximaal drie vakken en er aan alle andere bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. In alle andere gevallen is een leerling niet bevorderd. Een leerling die doubleert in HAVO-4 kan vrijstelling krijgen voor de vakken levensbeschouwing en CKV mits deze vakken met het cijfer 7 of hoger zijn afgesloten. VWO Een leerling wordt bevorderd naar VWO-6 als: ÚÙ Ù]jÙl]fÙ`gg_kl]ÙÙn]jda]khmfl]fÙafÙeYpaeYYdÙlo]]ÙnYcc]fÙnggjcge]fÙoYYjnYfÙeYpaeYYdÙ één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde (a/b); ÚÙ Ù`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙ\]ÙjYhhgjl[ab^]jkÙÙg^Ù`g_]jÙak ÚÙ Ù]jÙ_]]fÙ[ab^]jÙüÙÙÙ¦cd]af]j¢_]dabcÙ§ÙghÙ`]lÙjYhhgjlÙnggjcgel Een leerling heeft een bespreekrapport indien op het eindrapport ten hoogste 4 verliespunten voorkomen in maximaal drie vakken en er aan alle andere bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. In alle andere gevallen is een leerling niet bevorderd.

Van klas 5 naar klas 6 VWO De eindcijfers van de vakken levensbeschouwing, maatschappijleer, ANW en KCV (indien de leerling dit vak volgt), worden gemiddeld. Dit combinatiecijfer telt als één cijfer mee in de bevorderingsnorm. De aparte cijfers van deze vakken mogen niet lager dan een 4 zijn. Een leerling wordt bevorderd indien op het eindrapport: ÚÙ Ùl]fÙ`gg_kl]ÙÙn]jda]khmfl]fÙnggjcge]fÙafÙeYpaeYYdÙlo]]ÙnYcc]fÙ]fÙ`]lÙ_]ea\\]d\]ÙnYfÙ alle vakken (m.u.v. LO en CKV) minimaal 6,0 is. In dit gemiddelde worden de cijfers van de vakken levensbeschouwing, maatschappijleer, ANW en KCV (indien de leerling dit vak volgt) niet afzonderlijk meegeteld. Wel meegeteld wordt het gemiddelde van deze vakken (combinatiecijfer); ÚÙ Ùl]fÙ`gg_kl]Ù~Ùn]jda]khmflÙafÙ\]ÙnYcc]fÙE]Ù
Een leerling die doubleert in VWO-4 kan vrijstelling krijgen voor de vakken ANW, CKV of KCV mits deze vakken met het cijfer 7 of hoger zijn afgesloten. Een leerling die de schoolloopbaan vervolgt in HAVO-4 krijgt een vrijstelling voor CKV mits de vakken CKV of KCV in VWO-4 met een voldoende rapportcijfer zijn afgesloten.

34


terug naar inhoud

terug naar inhoud


35


i.

Resultaten 2010 - 2011

In-, door-, en uitstroomgegevens 2010 - 2011

aantallen 2010 bevorderd/ bevorderd/ niet bevorderd/ niet bevorderd/ niet 2011 geslaagd geslaagd niet geslaagd niet geslaagd bevorderd/ school verlaten op school school verlaten niet geslaagd

percentages 2010 2011

vmbo-t Waalwijk

bevorderd/ bevorderd/ niet bevorderd/ niet bevorderd/ geslaagd geslaagd niet geslaagd niet geslaagd school op school school verlaten verlaten

niet bevorderd/ niet geslaagd

klas 1

58

57

3

1

0

1

vmbo-t Waalwijk

klas 2

47

45

0

2

0

2

klas 1

58

98%

5%

2%

0%

2%

klas 3

55

51

2

4

2

6

klas 2

47

96%

0%

4%

0%

4%

klas 4

46

43

33

3

0

3

klas 3

55

93%

4%

7%

4%

11%

totaal

206

klas 4

46

93%

72%

7%

0%

7%

totaal

206

havo klas 1

80

76

2

2

0

2

klas 2

89

75

3

12

2

14

klas 3

61

44

1

16

0

16

klas 4

120

95

1

15

9

24

klas 5

107

83

82

14

10

24

totaal

457

vwo klas 1

93

92

0

1

0

1

klas 2

127

119

0

8

0

8

klas 3

96

96

0

0

0

0

klas 4

121

98

0

21

2

23

klas 5

97

82

0

14

1

15

klas 6

74

55

55

9

10

19

totaal

608

havo klas 1

80

95%

3%

3%

0%

3%

klas 2

89

84%

3%

13%

2%

16%

klas 3

61

72%

2%

26%

0%

26%

klas 4

120

79%

1%

13%

8%

20%

klas 5

107

78%

77%

13%

9%

22%

totaal

457

vwo klas 1

93

99%

0%

1%

0%

1%

klas 2

127

94%

0%

6%

0%

6%

klas 3

96

100%

0%

0%

0%

0%

klas 4

121

81%

0%

17%

2%

19%

klas 5

97

85%

0%

14%

1%

15%

klas 6

74

74%

74%

12%

14%

26%

totaal

608

totaal

1271

Opm. Resultaten over het schooljaar 2011-2012 volgen medio oktober.

36


terug naar inhoud

terug naar inhoud


37


j.

Verplichte onderwijstijd Uitgangspunten In het onderwijs gelden urennormen voor onderwijstijd. De Kamer heeft de verplichte onderwijstijd vastgesteld op 1000 klokuren in alle leerjaren met uitzondering van de examenklassen (700 klokuren). Onze school is van mening dat de samenleving en de politiek eisen mogen stellen aan het onderwijs. Leerlingen en hun ouders moeten erop kunnen rekenen dat scholen voldoende uren voor onderwijs en begeleiding realiseren. De eisen die aan scholen worden gesteld moeten echter wel redelijk zijn. In vergelijking met andere Europese landen krijgen onze leerlingen meer onderwijstijd, zijn hun prestaties bovengemiddeld, maar is het bedrag dat aan onderwijs wordt uitgegeven lager dan het gemiddelde. We willen echter graag onze verantwoordelijkheid nemen om aan de echte vraag van de samenleving tegemoet te komen, nl. minder tussentijdse ongeplande lesuitval en minder uitval rond de zomervakantie. We zijn dan ook actief bezig om dit te realiseren en we spannen ons tot het uiterste daarvoor in. Wel willen we er ook naar streven de kwaliteit van het eigen onderwijs centraal te blijven stellen en ook de begeleiding mag er in principe niet onder lijden. Van de resultaten hiervan zullen wij verslag doen aan de ouders en de leerlingen en dit bespreken in de ouderraad, de leerlingenraad en MR. Wat is onderwijstijd? Voor een goed begrip is het belangrijk dat we vaststellen wat onder onderwijstijd verstaan wordt. Onderwijstijd is nl. meer dan alleen lessen. Onderwijstijd is voor de scholen van de Scholengroep gerelateerd aan alle activiteiten in het kader van het primaire proces. Het primaire proces omvat alle activiteiten op het gebied van onderwijs, begeleiding en buitenlesactiviteiten. Onderwijsactiviteiten hebben een directe relatie met de lessen van de vakken of vakgebieden. Begeleidingsactiviteiten hebben een directe relatie met leren leren (algemene studiebegeleiding), leren leven (sociaal-emotionele begeleiding) en leren kiezen (algemene begeleiding op het maken van keuzes). Buitenlesactiviteiten zijn van wezenlijk belang voor de sfeer van de school. In de interactie tussen docenten en leerlingen bij deze activiteiten is er sprake van een leerproces dat dikwijls van een andere aard is dan in de normale lessituatie. Zin, zorg en betrokkenheid zijn de begrippen die hierbij een heel specifieke invulling krijgen. Bovenstaande betekent dat onderwijstijd veel meer is dan alleen de lessen. Voor de bepaling van de onderwijstijd gaan we uit van de criteria zoals genoemd door de minister van onderwijs.

38


terug naar inhoud

Op onze school kunnen dan hieronder o.m. de volgende activiteiten vallen: Ú lessen (zie lessentabellen) Ú mentor- of (studie)begeleiding Ú activiteiten in de mediatheek of in een open leercentrum Ú toetsen examenactiviteiten Ú introductieactiviteiten Ú (meerdaagse) excursies, stedenreizen, theaterbezoek en activiteitendagen Ú activiteiten in de vorm van individuele of groepsopdrachten in het kader van het lesprogramma Ú maatschappelijke stage Ú opvang bij lesuitval. Jaarplanning en maatregelen tegen lesuitval De planning van onze onderwijstijdactiviteiten is te vinden in de jaarplanning die iedereen aan het begin van het schooljaar uitgereikt krijgt. Structurele lesuitval bestrijden we door in het nieuwe schooljaar zo snel mogelijk met lessen te beginnen en zo min mogelijk dagen te gebruiken voor het afronden van het schooljaar. Vergaderingen en scholing vinden zoveel mogelijk plaats op momenten dat voor betrokken docenten geen lessen zijn ingeroosterd. Mocht dit onverhoopt roostertechnisch onmogelijk zijn, dan worden zoveel mogelijk vervangende activiteiten voor leerlingen gepland. Binnen de scholen worden grote inspanningen verricht om de lesuitval te minimaliseren Voorkoming van lesuitval heeft een hoge prioriteit. We willen onze leerlingen gedurende de beschikbare weken een goed gevuld onderwijsprogramma aanbieden, waarbij de dagelijkse begin- en eindtijd in principe gerealiseerd worden conform het geldende jaarrooster. Afwijkingen hiervan worden zoveel mogelijk vermeden c.q. elders gecompenseerd. Ook onze docenten zijn wel eens ziek en dat kan lesuitval veroorzaken. We streven er echter naar deze uitval onder het landelijk gemiddelde te houden. Bij ongeplande lesuitval zal sprake zijn van adequate opvang van leerlingen. We doen een uiterste inspanning om zoveel mogelijk lessen op te vangen. De onderbouw krijgt hierbij prioriteit. We hopen met onze aanpak binnen de genoemde randvoorwaarden te kunnen voldoen aan de wettelijk verplichte onderwijstijd. Vakantie Vlak voor de zomervakantie van 2012 heeft het parlement een wet aangenomen waarin zowel de onderwijstijd als de vakantiedagen worden gewijzigd. Deze wet gaat in op 1 augustus 2013 en zal dus pas effect hebben in het schooljaar 2013-2014.

terug naar inhoud


39

Schoolgids >

k.

Internationalisering Het Dr. Mollercollege wil door middel van contacten en uitwisselingen leerlingen en personeel stimuleren over de grenzen van hun eigen omgeving heen te kijken, ja zelfs Europees leren denken. Leerlingen en personeel krijgen daarvoor verschillende mogelijkheden aangeboden. In de TTO-klassen wordt extra aandacht besteed aan de Europese dimensie. TTO-leerlingen in klas 3 hebben een uitwisseling met leerlingen met leerlingen uit Ierland of uit Turkije of uit Roemenie. In klas 5 kan een beperkte groep leerlingen deelnemen aan een uitwisseling met een school in de VS. Ter dekking van een deel van de kosten van deze uitwisselingen krijgt de school subsidie van het Europees Platform. Ook aan de ouders van deelnemende leerlingen wordt een bijdrage gevraagd.

l.

Tweetalig onderwijs (TTO) Het Dr. Mollercollege in Waalwijk kent sinds 2005 tweetalig onderwijs (TTO). Dit houdt in dat de eerste drie jaren bij minimaal 50% van de lessen Engels wordt gebruikt. In een tweetalige klas spreken docenten en leerlingen in principe dus geen Nederlands, maar de vreemde taal. Dit actieve gebruik van de taal leidt tot meer zelfvertrouwen bij het gebruik van het Engels, en tot een grotere taalvaardigheid dan in het reguliere onderwijs. Heeft een leerling de eerste drie jaren succesvol doorlopen dan krijgt hij of zij een officieel certificaat. TTO is namelijk een officieel keurmerk van het Europees Platform (EP). In de vierde klas kan een leerling vervolgens opgaan voor het Cambridge Certificaat (Certificate in Advanced English: CAE), een internationaal erkend diploma. Tot slot is er in klas vijf en zes het International Baccalaureate Language A (IB), een uniek programma dat alleen TTO-scholen in Nederland mogen aanbieden.

Waarom TTO? Wie na havo of vwo in het buitenland wil gaan studeren heeft uiteraard een grote voorsprong met een TTO-opleiding. In Nederland zijn ook steeds meer opleidingen op universiteit en hbo volledig Engelstalig, dus ook dichter bij huis heeft een leerling voordeel van TTO. Volgt een leerling daarna ook de Cambridge en IB programma’s dan is hij of zij bovendien toelaatbaar op vrijwel elke Engelstalige universiteit. Engels is niet alleen de voertaal van veel opleidingen, het is de internationale taal bij uitstek. Leuk en afwisselend TTO is een boeiende en afwisselende opleiding, met veel extra activiteiten, zoals een werkweek in Engeland in klas 1, excursies, onder meer naar het Europees Parlement in Brussel, en een uitwisseling in klas 3. Door de internationale oriëntatie krijgt een leerling een brede blik op de wereld, en door de talenkennis kun hij of zij zich op veel plaatsen verstaanbaar maken. Voor wie is TTO? Omdat wij alleen tweetalig vwo aanbieden, moet een leerling, om in aanmerking te komen voor TTO, een citoscore van minstens 544 hebben en een vwo-advies. Wijken deze gegevens af, dan neemt de school contact op met de basisschool. Tweetalig onderwijs is een voorrecht en geen recht. Er wordt van de leerling een bepaalde inzet verlangd (commitment). Deelname wordt alleen gecontinueerd indien het zgn. commitment-cijfer positief is. Doubleren in een tto-klas mag ook alleen als dit commitment-cijfer positief is. Aan de deelname aan TTO zijn extra kosten verbonden.

Europese en internationale oriëntatie Ook internationalisering is een belangrijk onderdeel van TTO. TTO-leerlingen krijgen een brede internationale oriëntatie door het volgen van een internationaal programma. Dit kan op verschillende manieren. Te denken valt aan Europa in de reguliere lessen en samenwerkingsprojecten met scholen in binnen- en buitenland, e-mailprojecten en het leren over Europese geschiedenis of een buitenlandstage. Deze internationale contacten laten leerlingen over de grenzen heen kijken én de taal gebruiken in een natuurlijke omgeving.

40


terug naar inhoud

terug naar inhoud


41

4

a.

Begeleiding en zorg

Het Dr. Mollercollege wil alle leerlingen die begeleiding en zorg bieden, die nodig is om de school met succes te doorlopen. De school hanteert daarbij het ‘mentor als spil’- model. De mentor speelt de centrale rol bij de begeleiding van de leerlingen en heeft daarvoor ook speciale trainingen gevolgd. Hij heeft de speciale zorg voor de leerlingen uit een bepaalde klas. Die zorg richt zich op het totale functioneren op onze school. Hij bevordert dat de leerling zich thuis voelt en volgt nauwlettend de studieresultaten. De mentor is dus de basis voor de geïntegreerde aanpak van de begeleiding van het leerproces, de persoonlijke begeleiding en de keuzebegeleiding.

vakdocenten. Zij zijn tevens de vraagbaak voor leerlingen en ouders voor vragen die niet via de mentor beantwoord kunnen worden.

Leerlingbegeleiding

De leerlingbegeleider probeert op school voor kinderen een ruggensteun te zijn bij sociaalemotionele problemen. Niet alleen studieresultaten bepalen slagen of falen op school, ook de persoonlijke omstandigheden zijn belangrijk. Als leerlingen behoefte hebben daarover bij iemand te rade te gaan, kunnen ze terecht bij de leerlingbegeleider. De leerlingbegeleider is opgeleid om jonge mensen op school bij te staan. De leerlingbegeleider begeleidt leerlingen die op eigen initiatief komen en leerlingen die met een specifieke hulpvraag verwezen worden door hun mentor, leerling-coördinator of decaan. Leerlingen die binnen de school niet verder kunnen worden geholpen, kunnen in overleg doorverwezen worden naar een instantie die de gestelde hulpvraag beter of intensiever kan begeleiden. De gesprekken die de leerling met de leerlingbegeleider voert, zijn uiteraard vertrouwelijk. De inhoud van de gesprekken worden dan ook niet toegevoegd aan het leerlingendossier.

De persoonlijke begeleiding richt zich op leerlingen met persoonlijke problemen van allerlei aard. De leerlingen op onze school zijn op een zodanige leeftijd dat bijzondere gebeurtenissen in hun persoonlijke omstandigheden (thuis of op school) soms kunnen leiden tot problemen. Mentoren en leerlingcoördinatoren willen de leerlingen helpen bij het oplossen van deze problemen. Bovendien zijn hiervoor speciaal opgeleide leerlingbegeleiders aangesteld. I. Mentor De mentor is de spil waar alles om draait; ook bij de persoonlijke begeleiding. De mentor heeft direct contact met zijn leerlingen en zal als eerste persoonlijke problemen signaleren en voor de gewenste begeleiding zorgen. In het geval deze problemen om meer deskundige begeleiding vragen zal deze via mentor en leerlingcoördinator ingeschakeld worden. De mentor is de contactpersoon voor ouders. Bij hem kunnen ze informatie krijgen over de vorderingen en de ontwikkeling van hun kind en ook bij vragen of problemen zal de mentor bereid zijn met de ouders te overleggen. Daarom is het uitermate belangrijk dat ouders bij eventuele problemen zo snel mogelijk contact opnemen met de mentor. II. Leerlingcoördinatoren De school heeft 5 leerlingcoordinatoren: Klas 1: de heer J. Rutters Klas 2 havo en vwo: de heer P. Martens Klas 2, 3 en 4 vmbo: de heer J. Mahieu Klas 3, 4 en 5 havo: mevrouw A. Weijenberg Klas 3, 4, 5 en 6 vwo: mevrouw H. Nuchteren Deze leerlingcoördinatoren assisteren adjunctdirecteuren bij de directe zorg voor de leerlingen. Zij verrichten m.n. organisatorische taken op het gebied van verlof, buitenlesactiviteiten, discipline, rapportvergaderingen, contacten met ouders, ondersteuning van mentoren en

42


terug naar inhoud

III. Leerlingbegeleider Onze school kent drie leerlingbegeleiders: klas 1 + 2 : mevrouw A. Rooijakkers klas 2 + 3 : mevrouw N. Duijster klas 3 + 4 + 5 + 6: mevrouw D. Boselie

IV. Decaan HAVO Waalwijk: J. Didden (DDJ) VWO Waalwijk: C. van der Sloot (SLC) VMBO Waalwijk: Mw. J. Smits Met de keuzebegeleiding wil de school leerlingen helpen bij het maken van een juiste keuze met betrekking tot het schooltype, het profiel of leerweg en sector binnen de school èn de keuze van een vervolgstudie. De leerlingen zijn nog vrij jong als ze moeten kiezen. Meestal weten ze nog niet goed wat ze na het eindexamen willen en zijn nauwelijks op de hoogte van alle studie- en beroepsmogelijkheden. De keuze van het juiste schooltype, profiel of leerweg is dus geen eenvoudige zaak en verdient gezien de consequenties alle aandacht. Aanleg en interesse spelen een belangrijke rol. Door het geven van een aantal lessen en het voeren van gesprekken trachten we de leerlingen te helpen. Daarnaast wordt zoveel mogelijk informatie verstrekt aan leerlingen en ouders. Voor een zorgvuldige begeleiding is het noodzakelijk dat de school, naast de behaalde studieresultaten, beschikt over aanvullende gegevens met betrekking tot de capaciteiten en belangstelling van de leerling. Dit aspect van de begeleiding valt vooral onder de taak van de decaan. Voor de afname en de beoordeling van testen werkt de school samen met het Adviesbureau voor Onderwijs en Beroep (AOB).

terug naar inhoud


43

Schoolgids > Begeleiding en zorg

De schooldecaan is een speciaal opgeleide leraar die de leerlingen van onze school - in overleg met de ouders - begeleidt bij de studie- en beroepskeuze. Het is zijn taak de leerlingen optimaal te informeren over de mogelijkheden op school en de nieuwste ontwikkelingen en mogelijkheden waar het gaat om verdere studie en het beroep. Het werk van een decaan is vanzelfsprekend afgestemd op de behoefte van de leerling. In de middenklassen ligt het accent dan ook op het begeleiden van de leerling bij het kiezen van de juiste leerweg, sector of het juiste profiel, terwijl het in de bovenbouw gaat om het kiezen van een vervolgopleiding eventueel gekoppeld aan een beroepskeuze. De decanen van de bovenbouw hebben speciaal voor de leerlingen van de tweede fase een website ontwikkeld. Leerlingen van onze school kunnen via deze website in contact komen met oud-leerlingen die hun informatie kunnen verschaffen over de studie die zij volgen. V. Vertrouwenspersoon Voor de school is door de raad van bestuur een regeling vastgesteld ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Op basis van deze regeling wordt de zorg voor een prettig schoolklimaat en een prettige omgang met elkaar nagestreefd. In dit kader heeft het Dr. Mollercollege een aantal interne vertrouwenspersonen aangesteld zowel voor leerlingen als personeel: de heer J. Frankemölle, mevrouw K. Cohen-Coppens en mevrouw L. van de Walle-Dunn.

b.

Het extern zorgteam (ZAT) Om de zes weken komt een extern zorgteam bij elkaar. Van het extern zorgteam maken deel uit: de interne coördinator leerlingenzorg, interne begeleiders en vertegenwoordigers van externe zorgverlenende instanties. In dit zorgteam wordt de voortgang van verleende extra zorg besproken en wordt de zorgverlening op het Dr. Mollercollege geëvalueerd. Bovendien wordt er gesproken over zaken als vermindering van schooluitval en preventie van problemen bij maatschappelijk kwetsbare jongeren. Een nadere omschrijving van de zorgstructuur op het Dr. Mollercollege is te vinden in het zorgplan van de school.


terug naar inhoud

Verzuim Met de zorg voor kwaliteit en het inrichten van een veilige school wil het Dr. Mollercollege het lesverzuim en het vroegtijdig schoolverlaten tot een minimum beperken. Lesverzuim wordt gecontroleerd en geregistreerd door een daartoe aangestelde ”verzuimcoördinator”. In verband met de controle wordt van ouders verwacht dat zij te verwachten afwezigheid vooraf schriftelijk melden aan de school. In geval van onverwachte afwezigheid, bijvoorbeeld door ziekte, vragen wij ouders dit ’s ochtends telefonisch te melden aan de receptie van de school. Bij terugkomst op school moet er door de leerling een verklaring van de ouders overlegd worden. Ongeoorloofd lesverzuim kan leiden tot schorsing voor een of meerdere dagen. De school werkt in dit kader nauw samen met de leerplichtambtenaar van de gemeente.

d.

SWV De Langstraat en Rebound voorziening Het Dr. Mollercollege, het d’Oultremontcollege, de Walewyc, het Willem van Oranjecollege, de MET, de Overlaat en het ROC West-Brabant (Prinsentuincollege) hebben een samenwerkingsverband gevormd. Het doel van dit samenwerkingsverband is optimale zorg te verlenen aan leerlingen, zodat verzuim en vroegtijdig schoolverlaten worden voorkomen en een vangnet wordt gecreëerd voor leerlingen die (tijdelijk) extra ondersteuning behoeven. Het samenwerkingsverband regelt onder meer een Rebound-voorziening voor leerlingen in de regio. In het kader van de begeleiding is het soms beter als de leerling even buiten de school wordt geplaatst. Daartoe is een Rebound- voorziening gerealiseerd waarbij leerlingen intensief worden begeleid om na enkele weken de draad binnen de eigen school weer te kunnen oppakken. Verwijzing naar de Rebound vindt uiteraard plaats in overleg met de ouders/ verzorgers.

Zorgadviesteam Het intern zorgoverleg (IZO) Binnen de school functioneert een intern zorgteam bestaande uit de zorgcoördinator (interne coördinator leerlingenzorg), leerlingcoördinatoren en andere begeleiders. Binnen het zorgoverleg worden de leerlingen besproken die extra zorg nodig hebben. In het zorgteam komt de inzet van interne en externe zorgverleners aan de orde. Voor de inschakeling van externe instanties vragen wij altijd toestemming van de ouder(s)/verzorger(s).

44

c.

e.

Dyslexie De leerlingen in de eerste brugklas worden getoetst op woordbeeldproblemen. Voor de leerlingen die hiervoor in aanmerking komen, is er begeleiding waarbij zij leren omgaan met dit probleem. Leerlingen met een leeshandicap kunnen op kosten van de scholengroep schoolboeken als luisterboek bestellen bij Dedicon in Grave. Ouders dienen vooraf te overleggen met de remedial teacher van de school.

terug naar inhoud


45

5 a.

Lestijden en rooster

Lestijden

c.

Het Dr. Mollercollege vindt een goed doordacht rooster van groot belang. De lesdag begint om 08.20 uur. Dagindeling onderbouw

lesuur 1

08.20 - 09.10

lesuur 1

09.10 - 10.00

lesuur 2

09.10 - 10.00

lesuur 2

10.00 - 10.20

pauze

10.00 - 10.20

pauze

10.20 - 11.10

lesuur 3

10.20 - 11.10

lesuur 3

11.10 - 12.00

lesuur 4

11.10 - 12.00

lesuur 4

12.00 - 12.30

pauze

12.00 - 12.50

lesuur 5

12.30 - 13.20

lesuur 5

12.50 - 13.20

pauze

13.20 - 14.10

lesuur 6

13.20 - 14.10

lesuur 6

14.10 - 15.00

lesuur 7

14.10 - 15.00

lesuur 7

15.00 - 15.50

lesuur 8

15.00 - 15.50

lesuur 8

15.50 - 16.40

lesuur 9

15.50 - 16.40

lesuur 9

b.

De leerlingen krijgen aan het begin van het schooljaar hun lesrooster. Gedurende het schooljaar kan dit rooster gewijzigd worden in verband met wisselingen in het personeel. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij alle dagdelen (dus van 08:20 tot 16:40 uur) beschikbaar zijn en blijven. Ook het dagrooster kan vanwege afwezigheid van een docent veranderen. De leerlingen worden tijdig op de hoogte gebracht van deze wijzigingen via het informatiebord in de school en de website van de school.

Dagindeling bovenbouw

08.20 - 09.10

Lesrooster

De jaarplanning zal aan het begin van het schooljaar aan de leerlingen worden uitgereikt. Wijzigingen in de jaarplanning zijn te vinden op de website van de school.

d.

Vakantieplanning

Minirooster

Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie 2e Paasdag Meivakantie Hemelvaart 2e Pinksterdag Zomervakantie

Op bijzondere dagen geldt er een zogenaamd ‘minirooster’ om lesuitval zoveel mogelijk te voorkomen. De lessen duren dan 40 in plaats van 50 minuten.

De schoolleiding kan geen toestemming geven voor vakantie(-uitbreiding) binnen schooltijd.

08.20 - 09.00

lesuur 1

09.00 - 09.40

lesuur 2

09.40 - 10.20

lesuur 3

10.20 - 10.40

pauze

10.40 - 11.20

lesuur 4

11.20 - 12.00

lesuur 5

12.00 - 12:40

lesuur 6

12.40 - 13.00

pauze

13.00 - 13.40

lesuur 7

13.40 - 14.20

lesuur 8

15 t/m 19 oktober 2012 24 december 2012 t/m 4 januari 2013 11 t/m 15 februari 2013 1 april 2013 29 april t/m 8 mei 2013 9 en 10 mei 2013 20 mei 2013 1 juli t/m 16 augustus 2013

Bij minirooster tot en met het zesde lesuur worden de lessen aaneengesloten (dus zonder lunchpauze) gegeven.

46


terug naar inhoud

terug naar inhoud


47

6 a.

Overleg en inspraak

Contacten met ouders

De regeling is als volgt samen te vatten: 1. Wanneer ouders met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en gezamenlijk het gezag hebben over hun kinderen, krijgen zij alle informatie over hun kind toegestuurd op het woonadres van het kind; 2. Wanneer ouders gescheiden zijn en niet (of wel) bij elkaar wonen en beiden het gezag hebben, kunnen zij na een gericht verzoek beiden informatie over hun kind krijgen. De informatie wordt in principe* naar het woonadres van het kind gestuurd. Indien ouders hierover een geschil hebben dan kunnen ze naar de rechter. 3. Wanneer een ouder of beide ouders geen gezag (meer) heeft/ hebben over hun kind, hebben zij ook recht op informatie over hun kind. De ouder moet daarover zelf een concreet verzoek indienen; de ouder in kwestie kan niet volstaan met een algemeen verzoek om in de toekomst altijd belangrijke informatie te krijgen. Op grond van artikel 1:377c BW is dit recht beperkt. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaal-pedagogische ontwikkelingen op school. Indien het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben de ouders geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn, indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. 4. Als het gaat om de vader moet deze bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij helemaal geen recht op informatie. 5. Indien een leerling de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt, moet hij/zij aangeven of hij/zij de ouders met inachtneming van de bovenstaande leden machtigt tot het ontvangen van informatie.

Regelmatig en goed contact tussen ouders/verzorgers en school zal een positieve bijdrage leveren aan het vormingsproces van onze leerlingen. Daarom stimuleren wij deze ontmoetingen door periodiek zowel algemene als individuele ouderavonden te organiseren. Daarnaast moedigen wij de ouders aan schoolleiding of docenten te benaderen als zij menen dat daartoe aanleiding is. Contact per e-mail: op de Mollersite vindt u de e-mailadressen van de directieleden en de docenten. U mag er van uitgaan dat u uiterlijk op de 2e werkdag na verzending een reactie ontvangt. Ouderavonden Na het uitreiken van de rapporten in december zijn er ouderavonden met mentoren en vakdocenten waarop de resultaten van de leerlingen centraal staan. Na het rapport in april zijn er ouderavonden met mentoren en decanen speciaal gericht op de keuze van de vervolgstudie. Tenminste één week voor de ouderavond ontvangen de ouders een uitnodiging met een korte toelichting over de inhoud van en aanmelding voor deze avond. Informatieve avonden Er zijn er voor de verschillende jaarlagen en schooltypes algemeen informatieve ouderavonden waar de gang van zaken in de jaarlaag en o.a. de keuzemogelijkheden besproken worden. Voor de eerste brugklas is er daarnaast een speciale kennismakingsavond. MollerInfo De Mollerinfo is het informatiebulletin voor leerlingen, ouders en de medewerkers van het Dr. Mollercollege. Hij verschijnt om de twee weken. Alle geledingen van de school inclusief de ouderraad kunnen hierin, zo beknopt mogelijk, hun informatie doorgeven. Deze Mollerinfo wordt via e-mail verzonden aan alle ouders en medewerkers. Informatievoorziening aan ouder(s)/verzorger(s) De school heeft, naast de ouder die met het gezag bekleed is, aan de ouder die niet met het gezag bekleed is, een zelfstandige informatieplicht ten opzichte van de beide ouders van het kind. Er is onderscheid te maken tussen ouders die met het gezag bekleed zijn en ouders die niet met het gezag bekleed zijn. Ouders die met het gezag bekleed zijn, hebben recht op alle informatie over hun kind, ook al zijn ze gescheiden. Daarin wordt geen onderscheid gemaakt. Ouders die niet met het gezag bekleed zijn hebben ook recht op informatie over hun kind, maar op grond van artikel 1:377c BW is dit recht beperkt.

48


terug naar inhoud

b.

Ouderraad De ouderraad stelt zich ten doel de samenwerking tussen de ouders en de diverse geledingen van de school, zoals schoolleiding, medewerkers en bestuur te bevorderen. Belangrijk hierbij is het streven om de betrokkenheid van de ouders bij de school en het onderwijs aan hun kinderen te stimuleren en te vergroten. De ouderraad heeft daarom contacten met o.a. de schoolleiding en de leerlingenraad. Jaarlijks legt de ouderraad verantwoording af op de voor alle ouders toegankelijke algemene ledenvergadering. Aansluitend aan deze vergadering organiseert de ouderraad altijd een thema-avond waar, op deskundige wijze, een voor ouders interessant onderwerp wordt besproken. Vaak gaat het om problemen waar leerlingen op weg naar volwassenheid mee te maken krijgen. Te denken valt daarbij aan thema’s als ‘omgaan met alcohol en drugs’, ‘omgaan met geld’ en ‘puberbrein’.

terug naar inhoud


49

Schoolgids >Overleg en inspraak

Tussentijds wordt verslag gedaan van activiteiten en mededelingen van de ouderraad via de Mollerinfo en via een eigen pagina op de website van de school. Deze webpagina is te vinden onder het kopje ouders op de homepage. Ook treft u daar de statuten aan. De ouderraad is vertegenwoordigd in diverse commissies w.o.: Ú Klankbordgroep medezeggenschapsraad; Ú Nieuwe school en integratie met Walewyc; (o.a. veilige routes rond de school, gezonde kantine en fietsenstalling) Ú Tweetalig onderwijs (TTO)

Vanuit het Dr Mollercollege hebben namens de oudergeleding momenteel de heer L. Peters en mevrouw M. Neijman zitting in de medezeggenschapsraad. U kunt hen bereiken via het e-mailadres van de ouderraad: [email protected]. De medezeggenschapsraad is te bereiken via e-mailadres [email protected] of per postadres: Postbus 403, 5140 AK Waalwijk.

e.

Op het Dr. Mollercollege bestaat een (informele) klankbordgroep voor de Medezeggenschapsraad (MR). De klankbordgroep bestaat uit leden van de medezeggenschapsraad vanuit de deelschool Dr. Mollercollege (zowel vanuit ouder-, leerling- als personeelsgeleding) aangevuld met vertegenwoordigers vanuit hun achterban (bijvoorbeeld de ouderraad, personeel en leerlingenraad). De klankbordgroep vergadert in de week voorafgaand aan de vergadering van de Medezeggenschapsraad van de Scholengroep de Langstraat. In deze vergadering wordt de agenda voor de MR-vergadering voorbesproken en komen schoolspecifieke zaken (zoals de schoolgids, roosters, ouderbijdrage, leerlingenstatuut, etc.) aan de orde. Het gaat daarbij om uitwisseling van informatie en van standpunten van de verschillende geledingen binnen het Dr. Mollercollege t.a.v. de beoordeling van beleidsmatige zaken die spelen. De MR-leden zijn niet verplicht het standpunt van hun achterban in te nemen. Zij nemen deze standpunten mee in hun uiteindelijke beoordeling van de voorstellen die tijdens de MR-vergadering worden besproken.

Verder is de ouderraad zichtbaar aanwezig bij de volgende activiteiten: Ú Open dagen Ú Brugklasavonden Ú Diploma-uitreiking Contact De ouderraad is te bereiken via het e-mail adres: [email protected].

c.

Leerlingenraad Ieder jaar wordt er door de leerlingen een leerlingenraad gekozen. Deze raad komt op voor de belangen van de leerlingen en voert daartoe regelmatig overleg met de schoolleiding en met andere organen van de school. De leerlingenraad streeft naar verbetering van het leefklimaat voor de leerlingen op school en wil de contacten tussen de leerlingen bevorderen. De raad is vertegenwoordigd in de klankbordgroep van de school en in de medezeggenschapsraad van OMO Scholengroep De Langstraat. De leerlingenraad is bereikbaar via het e-mailadres [email protected].

d.

Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad waarin het Dr. Mollercollege participeert, functioneert op het niveau van Scholengroep de Langstraat. Naast het Dr. Mollercollege in Waalwijk zijn de Walewyc, het d’Oultremontcollege en het Dr. Mollercollege in Kaatsheuvel de deelscholen binnen deze Scholengroep die onder het OMO-bestuur valt. De medezeggenschapsraad is opgebouwd uit in totaal 18 vertegenwoordigers van ouders, leerlingen en personeel van alle vier de deelscholen. Zaken die op scholengroepniveau spelen maar ook deelschoolspecifieke zaken die formele instemming of advies van de medezeggenschapsraad vereisen, worden binnen de medezeggenschapsraad besproken.

50


terug naar inhoud

Klankbordgroep Medezeggenschapsraad

f.

Inspectie De inspectie van het onderwijs is te bereiken via het volgende e-mailadres: [email protected] of op het adres: Inspectie van het onderwijs, afdeling afdeling VO-3, Postbus 88, 500 AB Tilburg. Er is ook een website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Voor vragen over het onderwijs kunt u ook terecht op telefoonnummer 088-6696060. Klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunnen gemeld worden bij het meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief). (Zie ook hoofdstuk 12 klachtenregelingen).

terug naar inhoud


51

7

Culturele en sportieve activiteiten

Meer dan goed onderwijs Het Dr. Mollercollege biedt een grote verscheidenheid aan buitenlesactiviteiten (deels binnen en deels buiten lestijd). Deze activiteiten passen in de pedagogische en onderwijskundige doelstelling van de school. De onderwijsgebonden activiteiten vinden plaats in lestijd en zijn voor alle leerlingen verplicht. De school biedt ook buitenlesactiviteiten buiten lestijd. Deelname aan deze activiteiten vindt plaats op vrijwillige basis. De school vraagt van de deelnemers een bijdrage in de kosten. Deelname en begeleiding van buitenlesactiviteiten leidt onvermijdelijk tot onderbreking van het reguliere lesrooster. De school acht dit acceptabel mits daar waardevolle andere activiteiten tegenover staan. Er wordt naar gestreefd het aanbod aan buitenlesactiviteiten gelijkmatig te spreiden over de verschillende leerjaren. Ouders en leerlingen krijgen tijdig bericht omtrent precieze data, tijden en kosten.

a.

Kunstklas Het Dr. Mollercollege wil zich profileren als een school met extra aandacht voor kunst en cultuur. Activiteiten in het kader van kunst en cultuur behoren van oudsher tot het aanbod van de school. Denk daarbij aan Panpodium, de mogelijkheid voor leerlingen om hun talenten op kunstzinnig en creatief gebied te tonen, maar ook aan de Engelstalige dramaworkshops. Sinds het schooljaar 2005-2006 organiseert de school zogenaamde kunstklassen met o.a. popklassen, musicalklas, toneelklas, theatertechniekklas, digitale muziekklas, modeklas en ontwerpklas. In deze klassen krijgen de leerlingen de kans om hun talenten op het gebied van kunst en cultuur te ontdekken. In de bovenbouw gaat het meer om het ontwikkelen van de talenten. Leerlingen moeten auditie doen om deel te mogen nemen. De kunstklassen vinden plaats buiten lestijd en de deelname gebeurt op vrijwillige basis. Er worden hiervoor geen extra kosten in rekening gebracht.

52


terug naar inhoud

b.

Sportklas Naast kunst en cultuur staat ook sport hoog in het vaandel van het Dr. Mollercollege. Om de talenten van leerlingen op sportief gebied te ontwikkelen organiseert de school zogenaamde sportklassen in klas 1, 2 en 3. Deelname aan de sportklassen gebeurt op vrijwillige basis. Aan de deelname aan de sportklassen zijn extra kosten verbonden.

c.

Excursies en buitenlandse reizen De leerlingen in 1 vmbo-t/havo starten het schooljaar met een tweedaags introductiekamp in de buurt van Waalwijk. Klas 1 vmbo-t/havo, havo/vwo en atheneum/gymnasium (NL) bezoeken in hun eerste jaar vanuit het vak biologie Safaripark Beekse Bergen in Hilvarenbeek. Bovendien volgen zij een tweedaags sociaal maatschappelijk project genaamd Globaland. Leerlingen van klas 1 atheneum/gymnasium (NL en TTO) bezoeken in Leiden het Rijksmuseum van Oudheden in het kader van de klassieke talen. Leerlingen van klas 1 atheneum/gymnasium (TTO) gaan een week naar Engeland om daar te gast te zijn bij een kostschool, waar zij een volledig programma in het Engels aangeboden krijgen. Alle leerlingen van klas 1 krijgen de gelegenheid zich in te schrijven voor het PANzeilkamp dat op het einde van het schooljaar plaatsvindt. Leerlingen uit hogere klassen die daar voorgaande jaren al aan deelnamen kunnen wederom mee om het volgende certificaat op weg naar het schippersdiploma te behalen. De tweede klassen havo/vwo, atheneum (NL) en gymnasium(NL) bezoeken vanuit de vakken levensbeschouwing en geschiedenis diverse musea in Amsterdam. Ook volgen zij het driedaags project “Kruistocht In Spijkerbroek”, waarbij het thema Middeleeuwen centraal staat en vanuit verschillende oogpunten en vakken belicht wordt. De tweede klassen gymnasium (NL en TTO) gaan in het kader van de klassieke talen naar museum Valkhof in Nijmegen. Klas 2 atheneum (TTO) en gymnasium (TTO) hebben een drietal eendaagse excursies in het kader van TTO naar Noordwijk/Leiden, Keulen en Lille.

terug naar inhoud


53

Schoolgids > Culturele en sportieve activiteiten

Voor klas 3 van het gymnasium staat in het najaar een bezoek aan de Romeinse opgraving in Xanten op het programma. Voor alle derde klassen zijn er sportieve stages met een sociaal vormend karakter. In de kersten carnavalsvakantie zijn er een ski/snowboardreizen naar Oostenrijk. In het voorjaar is er een survival-, een paardrij- en een zeilkamp. Alle leerlingen hebben de mogelijkheid om aan het begin van het examenjaar een gezellige en culturele reis te maken naar Londen. De leerlingen van 4 vmbo bezoeken in het kader van het vak biologie Safaripark “De Beekse Bergen” in Hilvarenbeek en de leerlingen met geschiedenis in hun vakkenpakket gaan een dagje naar Den Haag. Profielreizen op het Dr. Mollercollege De school heeft een lange traditie opgebouwd op het gebied van internationalisering. Uitwisselingen en buitenlandse reizen vormen een herkenbaar profiel van het Dr. Mollercollege. In het vierde leerjaar van havo en vwo is er voor elke leerling de mogelijkheid om deel te nemen aan een profielreis. In het schooljaar 2012-2013 zijn er twee: voor de leerlingen met een maatschappijprofiel is er een reis naar Barcelona; voor de leerlingen met een natuurprofiel is er een reis naar Londen. Het programma dat daar doorlopen wordt, is afgestemd op het vakkenpakket van de deelnemende leerlingen. Leerlingen uit 4 gymnasium doen mee aan een uitwisselingsproject met een Griekse school.

d.

Culturele activiteiten

Nog voor de kerstvakantie organiseert de sectie Engels voor leerlingen vanaf klas 3 actief een Engelstalig drama- workshop met behulp van het gezelschap van Phileas Fogg. In het voorjaar nemen de leerlingen in de vierde klas in samen met andere scholen in Waalwijk vanuit CKV deel aan een CKV-project.


Maatschappelijke activiteiten In april nemen de leerlingen van klas 3 havo deel aan een ”maatschappelijke stage”. De leerlingen van leerjaar 3 vmbo krijgen een week Arbeids Ervaring Leren (AEL) met als doel de leerling kennis te laten maken met alle aspecten van arbeid om zodoende hun beroepskeuze te vergemakkelijken. Leerlingen uit de vierde klassen nemen vanuit het vak maatschappijleer deel aan de landelijke gemeenteraadsdag.

f.

Speciale evenementen Voor de centraal examens beginnen organiseren de leerlingen zelf een feestelijke afsluiting van hun lessen in de vorm van een ‘laatste schooldag-festijn’. Tijdens deze ‘laatste schooldag’ zetten leerlingen van de klassen 1 tot en met 3 zich in voor goede doelen. De activiteitencommissie organiseert aan het begin en aan het einde van het schooljaar leerlingenfeesten en een carnavalsbal. Ook staan er filmvoorstellingen en muziekavonden op het programma. Voor belangstellende leerlingen wordt er schouwburgbezoek georganiseerd in Waalwijk, Tilburg en ’s-Hertogenbosch.

De leerlingen uit de bovenbouw van vmbo, havo en vwo met Kunst en CKV2,3 in hun pakket bezoeken musea in Antwerpen of Rotterdam.

54

e.

terug naar inhoud

Om de vijf jaar organiseert de school een aantal activiteiten in het kader van de viering van het lustrum. Daartoe behoren activiteiten voor leerlingen en personeel maar ook een grandioze reünie. Deze reünie wordt door 2000 tot 3000 oudleerlingen bezocht en duurt tot in de kleine uurtjes.

terug naar inhoud


55

8 a.

Financiële zaken

Schoolkosten en de vrijwillige ouderbijdrage Wat is het belang van de vrijwillige ouderbijdrage? U wilt het beste voor uw kind. Wij als school ook. U heeft een belangrijke stem gehad in de schoolkeuze van uw kind. U wilt een leeromgeving waarin uw kind zich optimaal kan ontwikkelen op het intellectuele, sociale en emotionele vlak. Daar doen wij als school onze uiterste best voor. Met de vergoeding die wij van de overheid krijgen, kunnen wij het normale onderwijs bekostigen, maar wij willen uw kind meer bieden dan wettelijk vereist. Echter de rijksbijdrage is niet toereikend om al deze kosten als school zelf te betalen. Daarom vragen wij aan ouders een vrijwillige bijdrage. We vinden het nl. belangrijk, dat leerlingen zich breed ontwikkelen en zowel binnen als buiten de schoolse context leren. Daartoe bieden we allerlei extra activiteiten en faciliteiten (zoals introductieprogramma’s, werkweken en projectweken, excursies naar diverse musea en buitenlandse steden, activiteiten (zoals voorstellingen) en diensten op het gebied van sport, kunst en cultuur e.d., die de leeromgeving van uw kind verrijken en zijn/haar talenten meer tot hun recht laten komen. Ook op het gebied van veiligheid doen we graag wat extra’s, zoals bijv. kluisjes, verzekeringen en extra ict-voorzieningen. Ook blijven wij diensten en producten ontwikkelen om de service aan ouders en leerlingen en de communicatie met u te verbeteren. Voor een aantal van deze onderdelen vragen wij u als ouders dus een vrijwillige ouderbijdrage. Deze bijdrage dekt slechts een gedeelte van de werkelijke kosten per leerling! Zonder die bijdrage zouden vele activiteiten in het verleden niet mogelijk zijn geweest of in de toekomst niet meer bestaan. Wij bevelen deze bijdrage dus ook dit jaar weer van harte bij u aan. Uw bijdrage maakt het namelijk mogelijk om het onderwijs aan uw kind dat extraatje te geven dat met alleen de rijksbekostiging niet mogelijk is. De laatste jaren zijn ook de schoolkosten in Nederland helaas sterk gestegen. Hoewel wij er in overleg met de oudergeleding van de MR alles aan doen om de kosten te beperken, valt aan een aantal uitgaven niet te ontkomen. We menen echter nog steeds een alleszins redelijk bedrag te vragen dat de vergelijking met veel andere scholen goed kan doorstaan. En u kunt erop vertrouwen dat wij de bedragen zo laag mogelijk houden en deze met uiterste zorgvuldigheid zullen besteden.

De vrijwillige ouderbijdrage bestaat uit een algemene bijdrage voor een optelsom van een aantal kleinere activiteiten en diensten. Daarnaast is er een specifiek gedeelte met overige schoolkosten, zoals voor (buitenlandse) reizen en excursies, het gebruik van atlassen of ander lesmateriaal dat op school aanwezig is enz. Als u ervoor kiest om niet of niet volledig bij te dragen aan de activiteiten of voorzieningen, dan heeft dit echter wel consequenties. Uw zoon of dochter kan dan in principe helaas geen gebruik maken van de extra faciliteiten en activiteiten die wij bieden. Meer concreet betekent dit bijvoorbeeld, dat uw kind geen kluisje krijgt of niet mee kan doen aan excursies en projectweken. Indien uw kind niet meedoet aan de extra activiteiten, wordt hij/zij uiteraard wel door ons op school opgevangen en krijgt zo nodig een vervangend programma. Als teveel leerlingen binnen een groep niet deelnemen aan de extra activiteiten, zijn wij helaas genoodzaakt deze af te gelasten. Dat zou natuurlijk heel jammer zijn, omdat deze activiteiten over het algemeen erg gewaardeerd worden. Misschien waren zij zelfs wel een van de redenen om voor onze school te kiezen! Daarom rekenen we heel graag op uw medewerking. Uw bijdrage is en blijft namelijk een waardevolle en zinvolle investering in de verrijking van het onderwijs aan uw kind. Vrijwillige ouderbijdrage en weten regelgeving Onze school houdt zich volledig aan de eisen die aan de vrijwillige bijdrage worden gesteld en die door de Inspectie worden gecontroleerd. Leerlingen kunnen zich bij de school inschrijven en aan het reguliere onderwijs en de bijbehorende examens deelnemen, zonder dat ouders verplicht zijn een bijdrage te betalen. Elke bijdrage die aan ouders wordt gevraagd voor schoolkosten is vrijwillig te betalen (artikel 24 en 27 WVO). De oudergeleding van de MR wordt om instemming gevraagd met hoogte en bestemmingen van de aan ouders gevraagde bijdragen voor schoolkosten. Verder stelt de school elk leerjaar gratis aan een leerling het voorgeschreven lesmateriaal ter beschikking (art. 6 WVO). Binnen OMO is afgesproken dat we hierbij geen borgregelingen of portokosten hanteren. Voor sommige lesmaterialen ontvangt de school geen financiële bijdrage van de overheid. Deze dienen de ouders voor eigen rekening aan te schaffen. Zie onder b. Ouders kunnen voor de aanschaf van deze aanvullende materialen zelf kiezen bij welke leverancier zij deze willen aanschaffen.

Gang van zaken Aan het begin van het schooljaar krijgt u van ons bericht dat u via de website onder ‘Ouders’: ‘Schoolkosten en ouderbijdragen’ of via een toegezonden keuzelijst aan kunt geven aan welke voorziening of activiteit u wenst bij te dragen.

56


terug naar inhoud

terug naar inhoud


57

Schoolgids > Financiële zaken

Informatie Op de website van de school wordt transparante informatie gegeven over de extra activiteiten en faciliteiten. Eventuele wijzigingen in het aanbod worden hier tijdig aangegeven.

b.

Betaling in termijnen en reductie- en kwijtscheldingsregeling De school geeft aan alle ouders de gelegenheid de ouderbijdrage ineens of in termijnen te betalen. Indien u bepaalde bijdragen niet kunt betalen, maar wel wilt dat uw kind kan deelnemen, kunt u kijken of u in aanmerking komt voor de reductie- en kwijtscheldingsregeling. Deze regeling staat op de website onder ‘Ouders’: ‘Schoolkosten en ouderbijdragen’. Heeft u vragen hierover, neemt u dan gerust contact op met de school. Daar helpen ze u verder.

d.

Lesmateriaal en gratis boeken

e.

De regeling houdt in dat wij jaarlijks een boekenpakket in bruikleen aan u verstrekken. Tot het boekenpakket behoren leerboeken, werkboeken, tabellenboeken, examenbundels, eigen materiaal, bijbehorende cd’s en dvd’s. Deze worden uitgeleverd door Iddink. De raad van bestuur heeft voor de OMO scholen een aanbestedingsprocedure doorlopen om te komen tot een boekencontract. Voor onze school gelden de voorwaarden dat u geen borgsom in rekening gebracht zullen krijgen voor de “gratis” schoolboeken en dat u ook geen verzendkosten hoeft te betalen. De ouders en leerlingen zijn echter wel verantwoordelijk voor eventuele beschadigingen en voor het zoekraken van het lesmateriaal. De school kan hiervoor een schadevergoeding vragen. Niet vergoede leermiddelen Vanuit het ministerie is een overzicht verschenen van de leermiddelen die niet worden vergoed en door de ouders zelf aangeschaft moeten worden. Het gaat hier om zaken die meerdere jaren meegaan, door meer kinderen in het gezin gebruikt kunnen worden, geen informatiedragers zijn of direct persoonsgebonden zijn, zoals o.a. agenda, schrijfmaterialen, schriften en multomappen, pennen e.d., rekenmachine, sportkleding en gereedschap, atlas, usb-stick, laptop, de kosten van ICT-applicaties (bijvoorbeeld tekstverwerking), woordenboeken, bijbel en lees- en literatuurboeken.

c.

Kosten per leerjaar U vindt een overzicht van alle schoolkosten per leerjaar op de website onder ‘Ouders’: ‘Schoolkosten en ouderbijdragen’.

58

Leerlingen kunnen een kluisje huren om schoolspullen en hun eigendommen veilig op te bergen. De huur is €7,50 per schooljaar. Ook de borg is € 7,50. De borg krijgt de leerling terug bij inlevering van de kluissleutel.


terug naar inhoud

Tegemoetkoming in de schoolkosten Vanaf het schooljaar 2011-2012 is een tegemoetkoming ouders voor leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs niet meer mogelijk. Het budget hiervoor is overgedragen naar het kindgebonden budget van de Belastingdienst. Voor sommige leerlingen is een tegemoetkoming in de studiekosten mogelijk. Aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar bij de administratie van de school. Zie voor meer informatie en voorwaarden www.duo.nl (Dienst Uitvoering Onderwijs).

Beleid inzake sponsoring De school betaalt het onderwijs met de middelen die de overheid aanreikt. Dit wordt aangevuld met vrijwillige ouderbijdragen en overige vergoedingen. Daarnaast kan de school – alleen met instemming van de MR – gebruikmaken van sponsorgelden, eventueel in ruil voor een tegenprestatie. In het convenant “Scholen voor primair- en voortgezet onderwijs en sponsoring”, staan gedragsregels die scholen als richtlijn kunnen gebruiken bij hun sponsorbeleid. Dit convenant ligt ter inzage bij de schooladministratie. Op basis van dit convenant heeft de scholengroep eigen sponsorbeleid geformuleerd. Dit is te vinden op www.sgdelangstraat.nl onder ‘Ouders’ – ‘Reglementen’.

f.

Stichting Leergeld In Nederland leven zo’n 327.000 kinderen in gezinnen met een inkomen rond de bijstandsnorm. Anders dan in ontwikkelingslanden, maar in verhouding even schrijnend en bovendien om de hoek. Schoolgaande kinderen - in de greep van de armoede - kunnen niet of weinig met andere kinderen meedoen. Niet met schoolkamp/week, niet met excursie, geen sportclub of kunstzinnige vorming. Meedoen vergroot de horizon van kinderen; zij maken sociale contacten, leren teamgeest, zich handhaven in een groep, leren winnen en verliezen.Als kinderen dit soort dingen niet leren maar worden buitengesloten, komen niet alleen zij ernstig tekort maar zal de maatschappij daar later duur “leergeld” voor betalen. Als ouders een aanvraag indienen voor bekostiging van (buiten)schoolse activiteiten komt een medewerker van de stichting op bezoek om de mogelijkheden te bespreken. Als ouders van deze mogelijkheid gebruik willen maken, kunnen zij een aanvraag indienen bij Stichting Leergeld. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de website van deze stichting (www.leergeld.nl). Het kan echter zijn dat er voor uw gemeente nog geen Stichting Leergeld is opgericht. Dan is het helaas nog niet mogelijk om uw aanvraag te behandelen.

terug naar inhoud


59

Schoolgids > Financiële zaken

g.

9

Stichting Strohalm

De school heeft een verzekeringspakket voor de leerlingen, bestaande uit een schoolongevallenverzekering, aansprakelijkheidsverzekering en een reisverzekering.

Een stichting voor noodhulp aan gezinnen in Waalwijk die onder het bestaansminimum leven. Financiële hulp, een luisterend oor, lotgenotencontact, deskundige doorverwijzing. Stichting Strohalm Postbus 471 5140 AL Waalwijk Mr. Van Coothstraat 68-70, Waalwijk Tel.: 0416-335359 www.destrohalm.nl

h.

Verzekeringen

a.

De schoolongevallenverzekering dekt de gevolgen van een ongeval, waar niet door een voorliggende verzekering voor verzekerd is. Het komen en gaan van en naar school, via de kortste weg, is meeverzekerd. Activiteiten buiten de school, mits in schoolverband en onder toezicht, vallen ook onder de dekking. Schade aan kleding, brillen, brommers e.d. veroorzaakt door een ongeval, wordt niet gedekt door deze verzekering.

b.

Betalingsregeling Het kan voorkomen dat ouders een bedrag verschuldigd zijn dat zij niet of niet in een keer kunnen betalen. Zij kunnen om een betalingsregeling vragen. Neem dan contact op met de financiële administratie van OMO Scholengroep De Langstraat, telefoonnummer 0416-673933. Daar helpen wij u verder. Zie ook onder a.

Schoolongevallenverzekering

Algemene aansprakelijkheidsverzekering De aansprakelijkheidsverzekering biedt de school, met inbegrip van de leerlingen en zij die voor de school actief zijn (zoals personeel en vrijwilligers), dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. De school is echter niet zonder meer aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van verwijtbaar gedrag en moet dus tekort zijn geschoten in haar rechtsplicht. De school is niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. De school is niet aansprakelijk voor beschadiging aan persoonlijke eigendommen (kleding, fiets, bril enz.) of voor verlies of diefstal ervan, ook niet als deze zijn opgeborgen in een kluisje.

60


terug naar inhoud

terug naar inhoud


61

Schoolgids > Verzekeringen

c.

10

Doorlopende schoolgroepsreisverzekering

a.

De raad van bestuur heeft een doorlopende reisverzekering afgesloten. Dit betekent dat deelnemers aan schoolreizen en buitenlandse reizen zijn verzekerd tegen personenschade en zaakschade. De polisvoorwaarden van alle verzekeringen zijn ter inzage beschikbaar op de schooladministratie en op onze website onder ‘Ouders’. Als ouders de dekking van deze verzekeringen onvoldoende vinden, dient de ouder op eigen initiatief voor bijverzekering zorg te dragen. Voor andere of hogere vergoedingen aanvaardt de Raad van Bestuur geen aansprakelijkheid.

d.

Uitsluiting De school aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade ontstaan door vernieling of diefstal uit garderobe, kluisjes, fietsenstalling e.d.

Veiligheid

Voel je thuis De school moet voor iedereen een plaats zijn waar je je echt thuis moet voelen. Net zoals thuis zijn er op school dan ook regels die ervoor zorgen dat we een fijne en veilige school voor iedereen kunnen zijn. Een leefbare school is voor iedereen van belang en dus moet ook iedereen eraan meewerken de school leefbaar te houden. Op grond van het bovenstaande zal duidelijk zijn dat de school er alles aan wil doen op school een veilig klimaat te scheppen en te handhaven. Agressie en geweld worden niet getolereerd. Door middel van gedragsregels en sanctiebeleid is de school actief om agressie en geweld te voorkomen en te bestrijden. Zij neemt klachten op dit terrein serieus en zal deze zorgvuldig afhandelen. Overigens speelt in het beleid betreffende agressie en geweld ook de Arbowet een grote rol. (“Agressie en geweld: voorvallen waarbij de werknemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid.” (Arbowet, art. 1)). In het kader van de Arbowet is de school verplicht: Ú beleid te voeren ter bescherming van werknemers tegen seksuele intimidatie en tegen agressie en geweld; Ú het personeel doeltreffend in te lichten over het beleid m.b.t. agressie en geweld; Ú een risico-inventarisatie en evaluatie op schrift te stellen en deze aan de MR te geven; Ú incidenten te registreren en bepaalde (ernstige) ongevallen te melden aan de arbeidsinspectie; Ú afspraken en procedures bekend te maken voor opvang; Ú beleid te voeren ter voorkoming van gevaar voor derden (m.n. leerlingen). Wat doet de school concreet op het terrein van agressie en veiligheid: Ú de school volgt de Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie en geweld (waaronder pesten) en discriminatie en de klachtenregeling van OMO; Ú de directie maakt het personeel jaarlijks attent op het schoolbeleid inzake agressie en geweld; Ú er is een Risico Inventarisatie & Evaluatie uitgevoerd. Bij bouwkundige wijzigingen of andere gebruikswijzigingen van het gebouw wordt voor dat gedeelte van het gebouw een nieuwe RI&E uitgevoerd door de Arbo-coördinator; Ú een slachtoffer van een incident meldt dit bij zijn coördinator of een leerlingbegeleider/vertrouwenspersoon. Hij maakt hierbij gebruik van het registratieformulier agressie en geweld voor intern gebruik, dat bij genoemde functionarissen aanwezig is. De functionaris zorgt voor verdere afhandeling (waaronder opvang) en geeft een kopie van het registratieformulier aan de directeur. Deze draagt zorg voor centrale registratie en ook voor melding van ernstige ongevallen (ziekenhuisopname, langdurige of blijvende behandeling) aan de arbeidsinspectie;

62


terug naar inhoud

terug naar inhoud


63

Schoolgids > Veiligheid

Ú de directie maakt het beleid betreffende agressie en veiligheid en de procedures aan het begin van ieder schooljaar bekend aan leerlingen en de ouders, eventueel via de mentoren; Ú schoolleiding en overig personeel zorgen voor een goed en veilig schoolklimaat om agressie en geweld voor alle bij school betrokkenen te voorkomen door: - een positieve benadering van elkaar en van de leerlingen; - een respectvolle manier van omgaan met elkaar en met de leerlingen; - duidelijke regels en consequent optreden; - een voorbeeldfunctie te vervullen; - een goede informatievoorziening en communicatie; - een veilig gebouw; - voldoende toezicht. Uiteraard beschikt de school over voldoende bedrijfshulp- verleners en EHBO’ers en is er een goedgekeurd ontruimingsplan/noodveiligheidsplan aanwezig. Omdat het ook van belang is dat leerlingen op een veilige manier van huis naar school rijden en omgekeerd, organiseert de school een aantal activiteiten in het kader van veilig verkeer. Op basis hiervan heeft het Dr. Mollercollege het Brabants Verkeersveiligheidslabel (BVL) ontvangen.

b. Gebruik computer / communicatiemiddelen Voor wat betreft afspraken met leerlingen omtrent het gebruik van computers, mobiele telefoons, het plaatsen van foto’s en filmpjes op internet etc. verwijzen wij u naar de “Gedragscode leerlingen voor computergebruik en communicatiemiddelen” . Deze gedragscode is op onze website te vinden onder ‘Ouders’.

64


terug naar inhoud

c.

Veilig op weg Het Dr. Mollercollege geeft verkeersveiligheid voorrang en heeft daarom het Brabants VerkeersveiligheidsLabel (BVL) Juist middelbare scholieren vormen een zeer kwetsbare groep in het verkeer. In de leeftijdscategorie 12 tot en met 18 jaar vallen jaarlijks veel verkeersslachtoffers. Vooral bij de overstap naar het voortgezet onderwijs krijgen jongeren vaak te maken met veranderende omstandigheden. Zij gaan langere afstanden afleggen en zelfstandig opereren in het verkeer. Ook onderschatten zij vaak de gevaren in het verkeer en nemen onnodige risico’s. Om hen meer bewust te maken van hun kwetsbare positie en de gevaren in het verkeer, is goede verkeerseducatie noodzakelijk! Het leert jongeren om te gaan met gevaarlijke situatie en zelfs gevaarlijke situaties te voorkomen. Waarom deelnemen aan het BVL? Sinds 2002 bezit het Dr. Mollercollege het Brabants VerkeersveiligheidsLabel (BVL). Inmiddels staan 71 middelbare scholen en 819 basisscholen ingeschreven. Er is een set met BVL-criteria ontwikkeld met onder andere verkeerslessen en -projecten en een verkeersveilige schoolomgeving . Onze school heeft een speciaal hiervoor aangestelde docent als ‘verkeerscoördinator’. Het BVL is daarmee een tastbaar bewijs van de geleverde kwaliteit. We dragen daarmee bij aan een stukje veiliger Brabant voor onze leerlingen. Kijk voor meer informatie op www.bvlbrabant.nl. Ga naar voortgezet onderwijs.

terug naar inhoud


65

11 a.

OMO Scholengroep De Langstraat en Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs De plaats van de school binnen Ons Middelbaar Onderwijs OMO Scholengroep De Langstraat bestaat uit het Dr. Mollercollege in Waalwijk en Kaatsheuvel, het d’Oultremontcollege in Drunen en de Walewyc in Waalwijk. De scholengroep valt onder het bestuur van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. De algemeen directeur heeft de verantwoordelijkheid voor de goede gang van zaken in de school. Hij rapporteert rechtstreeks aan de voorzitter van de raad van bestuur. Als klankbord voor de algemeen directeur heeft de school een raad van advies die bestaat uit personen uit de omgeving van de school. Zij denken vanuit hun kennis en betrokkenheid mee over de ontwikkelingen in de school en leveren een bijdrage aan de maatschappelijke plaats van de school in de omgeving.

In Koers 2016, Ons Middelbaar Onderwijs sinds 1916 - het strategisch beleidsplan van de vereniging – is het beleid voor de komende jaren beschreven. Koers 2016 is te downloaden van de website: www.omo.nl. Meer informatie over Ons Middelbaar Onderwijs, zoals het jaarverslag, is ook beschikbaar op de website.

d.

Visie van OMO Scholengroep De Langstraat De visie op onderwijs binnen OMO SG De Langstraat en in het verlengde daarvan binnen het Dr. Mollercollege, het d’Oultremontcollege en de Walewyc, is afgeleid van de OMO-missie en gericht op alle leerlingen die zijn toegelaten (zie hoofdstuk 2c).

De voorzitter van de raad van bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs is drs. C.G.H. (Eugène) Bernard MPM. De raad van bestuur is bereikbaar via telefoonnummer 013 - 5955500 en is gevestigd aan de Spoorlaan 171 in Tilburg. Het postadres is postbus 574, 5000 AN Tilburg. Het e-mailadres is [email protected].

b.

Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs De vereniging heeft een ledenraad. Deze ledenraad bestaat uit twee afgevaardigde leden van elke raad van advies. Daarnaast kunnen ouders van leerlingen, die onderwijs volgen op een OMOschool, lid worden van de vereniging. Leden van de ledenraad nemen deel aan de jaarlijkse vergadering. Daar worden de leden geïnformeerd over het OMO-beleid en worden de acht leden van de raad van toezicht, die belast is met het toezicht op de raad van bestuur, benoemd. Een aanmeldingsformulier voor het lidmaatschap is te vinden op de website www.omo.nl. Er wordt geen lidmaatschapsgeld gevraagd.

c.

Missie Ons Middelbaar Onderwijs, opgericht in 1916, is een vereniging van scholen voor voortgezet onderwijs in voornamelijk Noord-Brabant. De scholen, van gymnasium tot en met praktijk-onderwijs, ontwikkelen de talenten van iedere leerling door ‘goed onderwijs’ te bieden geïnspireerd vanuit de katholieke traditie. Zo verwerven de leerlingen passende startposities voor vervolgonderwijs en voor toetreding tot de maatschappij. De scholen van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs kennen een grote verscheidenheid die de bron vormt voor kennisdeling en daarmee voor het versterken van de professionaliteit van onze docenten. Door het benutten van schaalvoordelen zijn de scholen bovendien samen sterker en kunnen ze toch kleinschalig blijven. En daar profiteren onze leerlingen van.

66


terug naar inhoud

terug naar inhoud


67

12 a.

Klachtenregeling Ons Middelbaar Onderwijs

De afhandeling van klachten en bezwaren Waar zoveel mensen samenkomen, kan wel eens iets fout gaan. Of er kan verschil van mening zijn over de juistheid van een maatregel of beslissing. De meest voor de hand liggende gang van zaken is, dat er over de situatie gesproken wordt door wie er bij betrokken zijn. Een nadere uitleg, het nog eens goed horen van het verhaal kan vaak een oplossing bieden. Daarom vinden wij dat die weg als het even kan gevolgd moet worden. De school heeft als doelstelling klachten zoveel mogelijk te voorkomen. Mocht zich echter een klacht voordoen dan dient deze klacht op een effectieve manier te worden opgelost. De school gaat er hierbij van uit dat klachten in de regel van eenvoudige aard zijn en in principe binnen de vestiging kunnen worden opgelost. Komt men er niet uit of blijft het gevoel van onvrede leven, dan moeten de bezwaren aan anderen voorgelegd kunnen worden. Dat kan het beste bij degene die leiding geeft. Op de school is dat gewoonlijk de adjunct of de directeur. Het kan ook zijn dat de hulp van een vertrouwenspersoon gewenst is. In veel gevallen is bemiddeling mogelijk. Is bemiddeling gezien de aard van het conflict niet de aangewezen weg, of vindt degene die het bezwaar voelt, dat een formele klacht gewenst is, dan is er de klachtenprocedure.

b.

Klachtenregeling OMO Voor de school is een klachtenregeling vastgesteld door de raad van bestuur. Op basis van deze regeling kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van personeel, schoolleiding of bestuursleden. Een klacht op basis van de Klachtenregeling wordt in behandeling genomen als geen beroepsmogelijkheid mogelijk is op basis van het Reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken of de Regeling ter voorkoming seksuele intimidatie, agressie en geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Elke school heeft een voorfase klachtbehandeling. Deze voorfase biedt de mogelijkheid een klacht op school af te handelen. Pas als daar geen oplossing uit volgt, kan de klacht officieel ingediend worden bij de klachtencommissie. OMO heeft één klachtencommissie ingesteld voor de Klachtenregeling en de regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie en geweld (waaronder pesten) en discriminatie.

De klachtenregeling is hieronder integraal opgenomen. © 2011. Ons Middelbaar Onderwijs, Tilburg. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs.

Preambule De wet op het voortgezet onderwijs verplicht Ons Middelbaar Onderwijs om een klachtenregeling vast te stellen en een klachtencommissie in te stellen. Volgens de wet kunnen ouders, leerlingen en personeelsleden klachten indienen over gedragingen en beslissingen van het bestuur of het personeel. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie. Door de klachtenregeling ontvangen het bestuur en de school signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de klachtenregeling van Ons Middelbaar Onderwijs streven we daarom naar een zorgvuldige behandeling van klachten. Zo wordt niet alleen het belang van de betrokkenen gediend, maar ook het belang van de school. Het spreekt voor zich dat klachten op een behoorlijke manier worden afgehandeld. Daarbij nemen we ook ten opzichte van de aangeklaagde een behoorlijke afhandeling in acht. Als een klacht die is ingediend onterecht blijkt te zijn, zullen het bestuur en de directie van de school zich inspannen om de betrokkene indien nodig zo goed mogelijk te rehabiliteren. Elke school heeft een voorfase klachtbehandeling. Deze voorfase biedt de mogelijkheid een klacht op school af te handelen. Pas als daar geen oplossing uit volgt kan de klacht officieel ingediend worden bij de klachtencommissie. Ons Middelbaar Onderwijs heeft één klachtencommissie ingesteld voor de klachtenregeling en de regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie . Het adres van de klachtencommissie is: Postbus 90154, 5000 LG Tilburg. Het telefoonnummer is 013-5944446, e-mail: [email protected].

68


terug naar inhoud

terug naar inhoud


69

Schoolgids > Klachtenregeling Ons Middelbaar Onderwijs

Schematische weergave

Toelichting voorfase klachtbehandeling op schoolniveau

Binnen Ons Middelbaar Onderwijs bestaan drie typen klachten. Voor elk type klacht geldt een aparte regeling, bestaat een bevoegde instantie en is de voorfase klachtbehandeling wel of niet van toepassing.

Elke school wil klachten zoveel mogelijk voorkomen. Mocht zich echter toch een klacht voordoen, dan moet deze klacht op een effectieve manier worden opgelost. De school gaat er hierbij van uit dat klachten in de regel van eenvoudige aard zijn en in principe binnenschools kunnen worden opgelost. De school hanteert bij de afhandeling van klachten de volgende uitgangspunten: ÚÙ ÙBdY[`l]fÙcmff]fÙrgo]dÙegf\]daf_ÙYdkÙk[`ja^l]dabcÙogj\]fÙ_]malÙ<]fÙegf\]daf_]ÙcdY[`lÙcYfÙ tegen een ieder worden geuit. De persoon binnen de school die de klacht ontvangt heeft de verantwoordelijkheid om hier iets mee te doen. Deze fase is informeel. ÚÙ ÙJ[`ja^l]dabcÙcdY[`l]fÙcmff]fÙ`]lÙn]jngd_ÙrabfÙghÙ]]fÙafÙ]]jkl]ÙafklYfla]Ù_]mal]Ùegf\]daf_]Ù klacht, of kunnen direct zijn ingediend zonder dat de klager eerst informeel contact heeft gehad met de aangeklaagde. ÚÙ ÙJ[`ja^l]dabc]ÙcdY[`l]fÙogj\]fÙaf_]\a]f\ÙZabÙ\]Ùj][lgj¢\aj][l]mjÙ\a]Ù]jnggjÙrgj_lÙ\YlÙ\]Ù klacht wordt afgehandeld. Uitgangspunt daarbij is dat de klacht wordt afgehandeld door de betrokkene/aangeklaagde zelf of, als dat niet mogelijk is, door zijn direct leidinggevende.

Toepasselijke regeling

Voorfase klachtbehan-

Bevoegde instantie

deling op schoolniveau Algemene

Klachtenregeling

klachten Persoonlijke integriteit

Leerlingkwesties

Voorfase van toepassing Voorfase niet van toepassing

Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie Reglement bezwaar en beroep in Voorfase niet van leerlingenzaken toepassing

Rector/directeur klachtencommissie Klachtencommissie

Rector/directeur regionale commissie

Algemene klachten Klachtafhandeling dient primair op schoolniveau plaats te vinden. Indien het niet lukt om op school de zaak op te lossen dan kan de klager alsnog besluiten om de klachtencommissie in te schakelen. De klachtencommissie neemt een algemene klacht pas in behandeling nadat de voorfase klachtbehandeling op schoolniveau is doorlopen. Persoonlijke integriteit Klachten met betrekking tot de persoonlijke integriteit, te weten seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie, zijn zodanig van aard dat zij niet afgehandeld worden via de voorfase klachtbehandeling op schoolniveau. Deze klachten gaan rechtstreeks naar de klachtencommissie, met toepassing van de “Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie”. Leerlingkwesties De voorfase klachtbehandeling op schoolniveau is evenmin van toepassing bij kwesties rondom de toelating, bevordering/afwijzing tot een volgend leerjaar, schorsing, definitieve verwijdering van leerlingen en onregelmatigheden bij het eindexamen. Deze zaken worden ook niet doorverwezen naar de klachtencommissie, maar in bezwaar en beroep behandeld door de rector of directeur/ regionale commissie op de wijze zoals vermeld is in het “Reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken”.

70


terug naar inhoud

De afhandeling van de klacht moet op een behoorlijke manier gebeuren. Hierbij staat bemiddeling om tot een oplossing te komen voorop. Onder behoorlijke afhandeling van een klacht wordt in ieder geval verstaan: ÚÙ Ù?]lÙn]jklj]cc]fÙnYfÙngd\g]f\]Ùaf^gjeYla]ÙYYfÙ\]ÙcdY_]j ÚÙ Ù;]ÙcdY_]jÙafÙ\]Ù_]d]_]f`]a\Ùkl]dd]fÙrabf¢`YYjÙcdY[`lÙlg]Ùl]Ùda[`l]f ÚÙ Ù
terug naar inhoud


71


Artikel 1: Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. school: een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; b. commissie: de commissie als bedoeld in artikel 2; c. klager: een leerling, een ouder/voogd/verzorger, een lid van het personeel; d. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen van de aangeklaagde dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen door de aangeklaagde; e. aangeklaagde: (een lid van) het personeel, het bevoegd gezag; f. bevoegd gezag: raad van bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs; g. rector/directeur: persoon die door de raad van bestuur in deze functie is benoemd. Artikel 2: Instelling en taken klachtencommissie 1. Er is één klachtencommissie voor de scholen van het bevoegd gezag die de klacht onderzoekt en het bevoegd gezag hierover adviseert; 2. De klachtencommissie geeft advies aan het bevoegd gezag over: a.(on)gegrondheid van de klacht; b. het nemen van maatregelen; 3. De klachtencommissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als lid van de klachtencommissie heeft beëindigd; 4. De klachtencommissie brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden. Artikel 3: Samenstelling klachtencommissie 1. De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden. Voorts zijn er een plaatsvervangende voorzitter en twee plaatsvervangende leden; 2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de (plaatsvervangende) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden; 3. De (plaatsvervangende) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden kunnen geen deel uitmaken van het bevoegd gezag en niet werkzaam zijn voor of bij het bevoegd gezag. Artikel 4: Zittingsduur 1. De (plaatsvervangende) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn terstond herbenoembaar voor maximaal 2 perioden; 2. De (plaatsvervangende) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

72


terug naar inhoud

Artikel 5: Indienen van een klacht 1. De klager dient een klacht in bij de rector/directeur, die er voor zorgt dat de klacht wordt behandeld op schoolniveau. De afronding van de klacht geschiedt door een schriftelijke mededeling van de rector/directeur aan de klager, waarin wordt aangegeven wat de bevindingen en de conclusies zijn naar aanleiding van de ingediende klacht en hoe op de klacht zal worden gereageerd. 2. De klager kan de klacht schriftelijk indienen bij de klachtencommissie, nadat de voorfase klachtbehandeling op schoolniveau, zoals bedoeld in het vorige lid, is doorlopen. De klachtencommissie neemt een klacht pas in behandeling na afronding van deze voorfase. 3. De klacht dient binnen 60 werkdagen na de gedraging of beslissing bij de klachtencommissie te worden ingediend, tenzij de klachtencommissie de termijn wenst te verlengen; 4. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de klachtencommissie; 5. Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan, verwijst de ontvanger de klager aanstonds door naar de klachtencommissie. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht; 6. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend; 7. Na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde binnen vijf werkdagen schriftelijk mee dat zij een klacht onderzoekt en wat de aard van de klacht is; 8. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Artikel 6: Intrekken van de klacht Indien de klager tijdens de procedure bij de klachtencommissie de klacht intrekt, deelt de klachtencommissie dit aan de aangeklaagde en het bevoegd gezag mee. Artikel 7: Inhoud van de klacht 1. De klacht wordt schriftelijk bij de klachtencommissie ingediend en ondertekend; 2. De klacht bevat ten minste: a. de naam en het adres van de klager; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de klacht; 3. Indien niet is voldaan aan het gestelde in het tweede lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in het tweede lid, dan kan de klacht niet ontvankelijk worden verklaard; 4. Indien de klacht niet ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag schriftelijk en met redenen omkleed gemeld.

terug naar inhoud


73


Artikel 8: Vooronderzoek / vereenvoudigde behandeling / schriftelijke behandeling 1. De klachtencommissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de klacht bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen. Zij kan daartoe deskundigen inschakelen en hen zo nodig uitnodigen voor de hoorzitting. Indien hieraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het bevoegd gezag vereist. 2. Totdat de klager en de aangeklaagde zijn uitgenodigd om op een hoorzitting van de commissie te verschijnen, kan de voorzitter het onderzoek naar de klacht sluiten indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is omdat de commissie kennelijk onbevoegd is of de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is. 3. Met eenstemmig goedvinden van de commissie, de klager en de aangeklaagde kan de behandeling van de klacht schriftelijk geschieden. In dat geval wordt de klager in de gelegenheid gesteld te reageren op het door de aangeklaagde ingediende verweerschrift, waarna de aangeklaagde in de gelegenheid wordt gesteld te dupliceren op de door de klager ingediende conclusie van repliek. Artikel 9: Hoorzitting 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager en de aangeklaagde tijdens een niet openbare vergadering in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord. De hoorzitting vindt plaats binnen vier weken na ontvangst van de klacht; 2. De klager en de aangeklaagde worden buiten elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij de klachtencommissie anders bepaalt. 3. De klager en de aangeklaagde kunnen zich hierbij laten bijstaan door raadslieden; 4. Van elke hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag bevat: a. de namen en de functie van de aanwezigen; b. een zakelijke weergave van wat over en weer in de zitting is gezegd; 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de commissie. Artikel 10: Advies 1. De klachtencommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies; 2. De klachtencommissie rapporteert haar bevindingen schriftelijk aan het bevoegd gezag, onder toevoeging van het verslag van de hoorzitting, binnen vier weken nadat de hoorzitting heeft plaatsgevonden. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt de klachtencommissie schriftelijk en met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag; 3. De klachtencommissie geeft in haar advies een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van de klacht. De klachtencommissie stuurt het advies en het verslag van de hoorzitting in afschrift aan de klager en de aangeklaagde;

74


terug naar inhoud

4. De klachtencommissie kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag te treffen maatregelen. Artikel 11: Quorum Voor het houden van een zitting is vereist, dat ten minste de helft van het aantal leden van de klachtencommissie, en de voorzitter aanwezig zijn. Artikel 12: Niet deelneming aan de behandeling De voorzitter en de leden van de klachtencommissie nemen niet deel aan de behandeling van een klacht, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Artikel 13: Beslissing op advies Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de aangeklaagde, en de klachtencommissie schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag schriftelijk en met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie. Artikel 14: Openbaarheid 1. De rector/directeur legt deze regeling op de school (en haar nevenvestigingen) ter inzage; 2. De rector/directeur stelt alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling, door middel van publicatie in de schoolgids. Artikel 15: Seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Een klacht die betrekking heeft op seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie dient afgehandeld te worden via de Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie van Ons Middelbaar Onderwijs en niet via deze klachtenregeling. De voorfase klachtbehandeling op schoolniveau is op deze zaken niet van toepassing. Artikel 16: Toelating/bevordering/schorsing/verwijdering leerlingen en onregelmatigheden bij eindexamen De klachtencommissie is niet bevoegd en deze klachtenregeling is niet van toepassing indien het gaat om kwesties met betrekking tot de toelating, bevordering/afwijzing tot een volgend leerjaar, schorsing, definitieve verwijdering van leerlingen en onregelmatigheden bij het eindexamen. Deze zaken worden niet doorverwezen naar de klachtencommissie, maar behandeld door de rector of directeur/regionale commissie op de wijze zoals vermeld in het reglement

terug naar inhoud


75


13

bezwaar en beroep in leerlingenzaken Ons Middelbaar Onderwijs. De voorfase klachtbehandeling op schoolniveau is op deze zaken niet van toepassing. Artikel 17: Overige bepalingen 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012; 2. In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag; 3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Klachtenregeling Ons Middelbaar Onderwijs”. Aldus definitief vastgesteld in de vergadering van de raad van bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs op 15 november 2011.

Reglementen

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste reglementen van OMO. Managementstatuut Ons Middelbaar Onderwijs Het managementstatuut Ons Middelbaar Onderwijs regelt de verhouding tussen de raad van bestuur en de rector/algemeen directeur. Schoolmanagementstatuut Het schoolmanagementstatuut regelt de taak- en bevoegdhedenverdeling binnen de schoolleiding, als afgeleide van het managementstatuut.” NB. voorbehoud hierbij is dat het schoolmanagementstatuut van de school is vastgesteld door de raad van bestuur en aldus in werking is getreden. Reglement voor de raden van advies Ons Middelbaar Onderwijs Het reglement voor de raden van advies Ons Middelbaar Onderwijs regelt de relatie tussen de rector/algemeen directeur en de raad van advies. Medezeggenschapsreglement Ons Middelbaar Onderwijs Het medezeggenschapsreglement Ons Middelbaar Onderwijs regelt de samenstelling en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad. Privacyreglement Ons Middelbaar Onderwijs In het privacyreglement staat weergegeven op welke wijze binnen de kaders van de Wet Bescherming Persoonsgegevens persoonsgegevens worden verwerkt. Het Leerlingenstatuut De rechten en plichten van leerlingen zijn specifiek vastgelegd in het leerlingenstatuut. Reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken Het reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken regelt de procedure die wordt gehanteerd voor de behandeling van bezwaar en beroep tegen besluiten met betrekking tot toelating, bevordering, schorsing en verwijdering van leerlingen en examenzaken. Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie en geweld (waaronder pesten) en discriminatie Voor de school is een regeling vastgesteld door de raad van bestuur van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. Op basis van deze regeling wordt de zorg voor een prettig schoolklimaat en een prettige omgang met elkaar nagestreefd. Klachtenregeling Ons Middelbaar Onderwijs Voor de school is een klachtenregeling vastgesteld door de raad van bestuur. Op basis van deze regeling kunnen ouders en leerlingen een klacht indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van personeel, schoolleiding of bestuursleden. Een klacht op basis van de klachtenregeling wordt in behandeling genomen nadat de voorfase klachtbehandeling op schoolniveau is doorlopen. Alle bovengenoemde reglementen liggen ter inzage bij de schooladministratie en zijn te downloaden van onze website onder ‘Ouders’.

76


terug naar inhoud

terug naar inhoud


77

e

g olle

rc lo le n 5 M jk a . i r nla D alw oone lwijk 63 8 a W rg. M Waa 3 2 ller u

B

OMO Scholengroep De Langstraat d’Oultremontcollege

J

1 E

4

51

T

1

4

0 el:

3

6

ijk

lw aa

w w. l w w e.n g lle co

mo

r .d

Ons Middelbaar Onderwijs 1. Voorwoord b. Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs a. Inleiding algemeen directeur

Recommend Documents