ONLINE ANALYSE – ‘KINDERMISHANDELING ONVOLDOENDE AANGEPAKT’
In opdracht van de NPHF maakte Politiek Online een analyse van de online berichtgeving over de brandbrief die Kinderombudsman Marc Dullaert de Tweede Kamer op woensdag 23 november heeft aangeboden. In de brief schrijft Dullaert dat de maatregelen die de overheid de afgelopen jaren heeft genomen om kindermishandeling tegen te gaan geen effect hebben gehad. Het aantal gevallen van kindermishandeling is sinds 2007 met 10% gestegen – van 107.000 naar 118.000 - en de verwachting is niet dat het aantal snel zal dalen. Dullaert riep de Rijksoverheid dan ook op kindermishandeling stevig aan te pakken en meer prioriteit te geven dan momenteel het geval is.
Berichtgeving in landelijke en regionale media
De zondag voordat de Kinderombudsman Marc Dullaert zijn brandbrief aanbood aan de Tweede Kamer was hij te gast in het radioprogramma De Zondag Van Willigenburg. Daar liet Dullaert al weten dat kindermishandeling in Nederland een ongekend groot probleem is:
‘(…) als in Nederland 15 van de 10.000 mensen griep heeft, dan spreken we van een epidemie. Maar als je je realiseert dat 34 van de 1.000 kinderen wordt mishandeld moet je spreken van een superepidemie.’
Enkele dagen later, op woensdag 23 november neemt de Kinderombudsman twee adviesrapporten in ontvangst: ‘De aanpak van kindermishandeling in Nederland: knelpunten en aanbevelingen’ van het Kinderrechtencollectief en ‘Blijvende aandacht voor een zeer ernstige en hardnekkige problematiek: Advies aan de Kinderombudsman over de aanpak van kindermishandeling in Nederland’ van de Kennisinstituten (Nederlands Jeugdinstituut, de Bernard van Leer Foundation, MOVISIE, Augeo Foundation, het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak). Deze rapporten biedt de Kinderombudsman diezelfde dag, vergezeld van een brandbrief, aan aan de Tweede Kamer.
De brandbrief van Dullaert wordt door alle landelijke en regionale media opgepikt. De teneur van de brandbrief klinkt door in de berichtgeving: de meest gebruikte kop boven de nieuwsberichten is ‘Aanpak kindermishandeling faalt’. Het (ANP-)bericht met deze kop wordt o.a. gepubliceerd door RTL Nieuws, Radio 1, Nu.nl, De Telegraaf, PowNed, de Volkskrant, Trouw en het Parool.
Ook staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid reageert middels een videoboodschap op Rijksoverheid.nl op de brief van Dullaert. Daarin stelt Veldhuijzen van Zanten kindermishandeling afschuwelijk te vinden en stevig aan te pakken:
1
‘Wij willen het voor zijn en als het voorkomt, meteen stoppen. Dat doe ik samen met mijn collega’s Teeven en Opstelten van Justitie. Wij willen dat kindermishandeling niet voorkomt, dat je het voor kunt zijn. Door goede voorlichting van ouders, door ervoor te zorgen dat kindermishandeling tijdig wordt herkend en door de daders te straffen. Daarnaast hebben we aandacht voor de gevolgen op lange termijn voor mishandelde kinderen en, eventueel, de daders. Deze maatregelen zijn opgenomen in een gezamenlijk actieplan van VWS en Justitie, dat in november wordt gepresenteerd. Onderdeel van dat plan is ook dat de hele samenleving voor onze kinderen kan zorgen. Door zuinig te zijn op onze kinderen, en waakzaam.’
Ombudsman pleit voor opvoedcursus Een dag later is de Kinderombudsman wederom in het nieuws. Om kindermishandeling te voorkomen, zouden ouders een opvoedcursus moeten volgen voordat ze kinderen krijgen, aldus Dullaert.
‘"Zoals vrouwen ook op zwangerschapsgym gaan, moet het normaal zijn om naar een opvoedcursus te gaan” (…) Ouders zouden onder andere kunnen leren hoe ze met frustraties en onmacht kunnen omgaan.’
Het plan krijgt steun van een meerderheid in de Tweede Kamer, schrijft het AD. Andere media nemen het bericht over, waaronder het Reformatorisch Dagblad, De Stentor en de Gelderlander. Uit de reacties blijkt dat een deel van de lezers het initiatief toejuicht.
‘Ja, de beste man heeft helemaal gelijk. (…) Maar dan niet alleen richten op hoe de ouders omgaan met frustraties en dergelijke, ook aandacht geven aan hoe je normen en waarden bijbrengt.’
Uit de reacties van een groter deel van de lezers blijkt echter dat er nogal wat scepsis heerst, bijvoorbeeld ten aanzien van het aantal gevallen van kindermishandeling in Nederland en het voorstel van de Kinderombudsman om een opvoedcursus verplicht te stellen. De teneur van de kritiek is zeer divers (en dat zien we op vrijwel alle online plekken terug). De kritiek houdt o.a. verband met het feit dat het begrip kindermishandeling nergens wordt gedefinieerd, dat een corrigerende tik vandaag de dag al als kindermishandeling wordt gezien, dat gezinnen worden gebroken op basis van (ongefundeerde) vermoedens van kindermishandeling, dat de jeugdzorg in Nederland gebrekkig functioneert, dat het melden van vermoedens geen zin heeft omdat de betrokken instanties niets doen en/of
langs
elkaar
heen
werken,
dat
de
bureaucratie
enorm
is,
dat
de
oproep
van
de
Kinderombudsman vooral bedoeld is om subsidies en andere financiele middelen van de jeugdsector veilig te stellen, dat een opvoedcursus een typisch voorbeeld is van inmenging in de privésfeer et cetera. Een kleine greep uit de reacties:
‘Zou de toename in het aantal meldingen niet een gevolg kunnen zijn van de anti-misbruikcampagnes? Het uit de schaduw halen van kindermishandeling vind ik helemaal geen kwalijke zaak. Dat de statistiekjes dan suggereren dat er méér mishandeling voor komt, neem ik dan voor lief.’
2
‘Het is natuurlijk helemaal niet lang geleden dat het "spontane armbreuksyndroom bij jonge kinderen" officieel door de artsenij werd bestudeerd. Ook de spontane val uit het bedje op het cocosmatje, waardoor schaafwonden en schrammen werden veroorzaakt was een gebruikelijk fenomeen. Ik wil maar zeggen, blijkbaar is de ontkenning van huiselijk geweld een gebruikelijke reactie. Het niet ingrijpen is de bedoeling van al die bureaucratische instanties die voorgeven wèl in te grijpen.’
‘Ik kan verzekeren dat er vaak niet adequaat wordt gehandeld bij meldingen van kindermishandeling, er langs elkaar wordt gewerkt en ook meldingen niet serieus worden genomen door het AMK of zelfs de wijkagent. Scholen staan vaak met de rug tegen de muur etc.etc. De wet op de privacy mag nooit een reden zijn om niet in te grijpen. Bovendien wordt er vaak te laat of te weinig ingegrepen door diverse instanties en is er VEEL te veel bureaucratie.’
‘En zo maken we eenvormigheid tot ideaal. Iedereen wordt hetzelfde opgevoed. Met dezelfde methodes die morgen weer veranderen. Ik word hier zo MOE van. Liefde en hoe je in liefde te uiten KUN je niet leren in een politiek correct cursusje.’
‘Mystiek gezwatel. Of je ouders al dan niet leert om tot tien te tellen, heeft niets te maken met hun liefde voor het kind. Of je ouders de vaardigheid bijbrengt om zich niet bij alle tegenslagen machteloos te voelen, heeft niets te maken met hun liefde voor het kind. Of je ouders leert elkaar af te lossen als ze zien dat de ander vermoeid raakt, heeft niets te maken met hun liefde voor het kind. Wel kan het er allemaal toe leiden dat ze meer ruimte weten te creëren om die liefde te uiten in plaats van hun frustraties op het kind bot te vieren. Onderzoek wijst uit dat er per jaar 118.000 gevallen van kindermishandeling worden gemeld. En dat is het topje van de ijsberg. Met een vaag beroep op liefde los je dat niet op maar bagatelliseer je de problemen alleen maar.’
Ook vanuit professionele hoek komt kritiek op de brandbrief van de Kinderombudsman, al is de kritiek verpakt in een constructief verhaal. Kinderarts Cecile Buzing zegt in de Gelderlander dat volgens haar het aantal gevallen van kindermishandeling niet toeneemt, maar dat die indruk wordt gewekt doordat er de laatste jaren meer aandacht is voor het onderwerp:
‘Sinds wij in het ziekenhuis medewerkers trainen op het herkennen, is het aantal meldingen verdrievoudigd.’
Ook
adresseert
de
Gelderlander
het
steeds
terugkerende
argument
dat
meldingen
van
kindermishandeling vaak niet serieus worden genomen. Ook Buzing ontkent dat niet:
‘De Kinderombudsman gaf aan dat er na meldingen te weinig gebeurt om kinderen te helpen. Buzing: „De melding van een arts heeft een bepaald gewicht. In 95 procent van de door ons gemelde gevallen,
3
bleek sprake van kindermishandeling. Het AMK zorgt dan dat er hulp komt. Dat is lastiger bij een melding van een buurman, of partner. Er kunnen dan ook motieven als wraak meespelen.”’
Maatregelen van het kabinet Zoals staatssecretaris al min of meer aankondigde in haar videoboodschap, werd gisteren het ‘Actieplan Aanpak Kindermishandeling: Kinderen Veilig’ naar de Tweede Kamer gestuurd. RTL Nieuws schrijft over de presentatie van het actieplan: ‘Kabinet pakt kindermishandeling hard aan’. In het plan geen verplichte opvoedcursus voor ouders, maar wel andere maatregelen zoals:
-
Bij een melding van kindermishandeling starten drie onderzoeken tegelijk: medici, jeugdzorg en justitie buigen zich over de zaak. Daarna gaan ze verder met één gezamelijk plan van aanpak.
-
Als bijvoorbeeld een consultatiebureau of school merkt dat ouders in de fout dreigen te gaan, kan een kinderrechter de ouders dwingen een opvoedcursus te volgen.
-
Daders van kindermishandeling krijgen vaker een tijdelijk huisverbod opgelegd.
-
AMK's moeten vaker aangifte gaan doen.
-
Het gebruik van een meldcode moet wettelijk verplicht worden.
Ook op dit nieuws wordt er online overwegend sceptisch en wantrouwend gereageerd. Op Fok! Forum lezen we o.a.:
‘Typisch. Eerst zorgen voor een maatschappij waarbij beide ouders wel moeten werken om fatsoenlijk rond te kunnen komen, en vervolgens gaan lopen zeiken wanneer de koters 'verwaarloosd' worden...(!)’
‘Het zal mij niks verbazen als kinderen uit een gezin weg gehaald worden omdat een of andere flapdrol melding van kindermishandeling heeft gemaakt en door "foutjes" in het systeem de ouders schuldig verklaard worden.... Terwijl het kind domweg van een glijbaan is afgeflikkerd en bont en blauw is....’
Berichtgeving op zorg- en opinieblogs
In de reactiekolommen van de grote landelijke en regionale nieuwssites is de teneur dus overwegend sceptisch en wantrouwend. Geldt dat ook voor de opinieblogs en zorgsites? Ja, grotendeels wel. Ook hier zien we geen eenduidige lijn in de kritiek en worden de adviesrapporten en ideeën van de Kinderombudsman en het actieplan van het kabinet in ieder geval niet direct omarmt. Zo stelt De Dagelijkse Standaard:
‘(…) het probleem ligt natuurlijk veel dieper. Want ook de ouders van de 119.000 jaarlijks mishandelde kinderen willen ten diepste gewoon het beste voor hun kind. Ze weten alleen niet (altijd)
4
hoe. Veel ouders vandaag de dag ervaren onmacht in de opvoeding van hun kinderen. En het gemiddelde gezin kan weinig hulp verwachten vanuit de kerk, gemeenschap of andere stevige sociale verbanden. De enige steun die ze ervaren komt van SBS6: zien dat het altijd erger kan. De vraag die de politiek zich zou moeten stellen is denk ik veel minder: hoe organiseren we de hulp rondom mishandelde kinderen? maar juist: hoe kunnen we de hedendaagse ouder handvaten bieden voor een degelijke opvoeding?’
Columniste Renske de Greef vraagt zich in NRC Next af hoe zo’n algemene opvoedingscursus tot stand zou kunnen komen:
‘(…) zou het mogelijk zijn om één heldere cursus aan te bieden, te midden van al die honderden verschillende opvoedstromingen? De kwestie ‘hoe moet ik mijn kind opvoeden’ lijdt aan hetzelfde probleem als ‘aan welk voedsel ga ik nou weer dood’ – iedere dag brengt weer een nieuw wetenschappelijk inzicht.’
Ook blogger Berend Quest voorziet problemen als de opvoedcursus er daadwerkelijk komt:
‘Een opvoedcursus voor ouders die ‘dreigen’ in de fout te gaan. Nog buiten de taalkundige zwakte van die zin lopen de rillingen mij nu al over de rug wanneer ik naar de hoofdpunten uit het conceptplan kijk. Maar liefs drie disciplines – medici, jeugdzorg en justitie – buigen zich na een melding, bijvoorbeeld van school of consultatiebureau, over een zaak. Ik zie eindeloze overleggen, vrachtwagens met papier en kilometers bureaucratische wachtlijsten opdoemen aan de horizon.’
Op Artsennet een artikel met een korte quote van forensisch arts Lonneke van Duurling:
‘De hulp voor mishandelde kinderen is slecht georganiseerd, zegt kinderombudsman Marc Dullaert. Forensisch arts Lonneke van Duurling van de Utrechtse polikliniek voor kindermishandeling kan dit alleen maar beamen. Haar kliniek wordt overspoeld met hulpvragen. Hoewel de overheid veel aandacht besteedt aan het signaleren en melden van kindermishandeling, wordt Van Duurling niet betaald voor haar werk in de polikliniek. Bovendien loopt de subsidie voor de poli volgend jaar af. 'Zo kunnen we het niet blijven doen', zegt ze in EenVandaag. Van Duurling: 'In Nederland is niet geregeld dat bij kinderen letsel wordt onderzocht, onafhankelijk en deskundig, zodat vervolgstappen kunnen worden gezet.'
Zorgsite SKIPR richt zich in een nieuwsartikel op de kritiek van Dullaert op specifiek sectoren in de zorg, zoals de ggz en de gehandicaptenzorg.
‘Naast het onderwijs noemt Dullaert de ggz en de gehandicaptenzorg als belangrijke sectoren waarin de aanpak van kindermishandeling, ondanks herhaalde stimulans, onvoldoende van de grond komt.
5
Relatief weinig personeel is geschoold in het gebruik van een meldcode en de ggz deelt nog te weinig informatie over ouders met jeugdzorgprofessionals die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van kinderen, zo stelt Dullaert.’
Ook op andere fora lezen we vergelijkbare berichten als op de sites van de landelijke en regionale nieuwssites. In een reactie op de zorgsite Zorgwelzijn.nl:
De kinderombudsman zet de relaties tussen ouders en hulpverlening weer verder op scherp. Als je kind wat mankeert heb je het als ouder gedaan. Hulpvragen is komen vragen om veroordeling en repressie. Want hulp is er niet. En helpt dat nou? Nee dus, maar daar worden geen consequenties uit getrokken. Gewoon weer meer van hetzelfde. Praat eens met een ouder in de hulpverlening. Maar ja, het is veiliger om met de massa mee te huilen, o, o, die ouders. Maar of een kind daar wat aan heeft. Wat een kortzichtigheid.
En op het VIVA-forum, tot slot, gaat het over een nieuwsitem van RTL Nieuws waarin staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten stelt dat kindermishandeling ook betrekking heeft op ‘kinderen die zonder ontbijt naars school gaan en dat kinderen erbij lopen op een manier waardoor ze gepest kunnen worden’. Dat schiet veel mensen op het forum in het verkeerde keelgat, maar levert uiteindelijk wel een aardige discussie op:
‘Volgens haar viel ook onder kindermishandeling, als je je kinderen zo kleed dat ze op school gepest kunnnen worden daarom, toen viel mijn mond open van verbazing, of ergernis.’
‘Nou weten we hoe dat getal van 120.000 kinderen, die jaarlijks zouden worden 'mishandeld', vandaan komt. Valt me nog mee, dat getal, dan. Ik zie bijna alleen maar kinderen die zodanig gekleed zijn dat ze het uitlokken om gepest te worden.’
‘Elk écht mishandeld kind, is er één teveel. De Minister is niet geheel ten onrechte in verwarring. De definitie voor 'mishandeling', die de 'wetenschappers' hebben gebruikt voor hun rapportage aan de regering, is dusdanig ruim, dat er geen kind in Nederland is dat niet wordt 'mishandeld'. Het getal dat is gepubliceerd (118.000), is dan ook een volstrekt arbitrair getal, louter bedoeld om de druk op de ketel te houden, en de subsidiekraan open. Bij een eerdere poging om inzicht te verkrijgen in de omvang
van échte
mishandeling
in Nederland, teneinde
het
initiatief van
Donner
om
de
'opvoedkundige tik' bij wet te kunnen verbieden, gewicht te geven, kwamen twee verschillende universiteiten tot twee TOTAAL verschillende getallen. Beiden hadden arbitrair hun eigen definities opgesteld, en daarbij al begrepen dat je moest kiezen voor de 'inclusieve aanpak' om zoveel mogelijk geld los te peuteren voor al die 'professionals', die anders werkloos thuis zouden zitten, of na hun universitaire studie of hogeschool-opleiding achterop de vuilnisauto terecht zouden komen. Maar de éne universiteit maakte het nóg bonter dan de andere.’
6
‘Je kinderen er heel onverzorgd bij laten lopen is toch ook verwaarlozing? Goed dat ze dat noemt. En raar dat het geÍnterpreteerd wordt als zijnde 'jeugdzorg gaat het zwaar krijgen, want volgens de staatssecretaris zijn onhippe kleren mishandeling.’
‘Daar zit het punt ook. In de interpretatie. Jij ziet het heel anders, Ik zie het anders, en zo ook de "deskundigen" , die zien het ook weer anders. De ellende met dit soort criteria is dat het geen harde criteria zijn, maar zachte. En dat die criteria beoordeeld worden door "buitenstaanders" op basis van één? twee? drie? meldingen.’
Social Media
Ook op de diverse social media platforms werd er ruimschoots aandacht besteed aan het nieuws rondom kindermishandeling. Als vanouds fungeerde Twitter voornamelijk als doorgeefluik voor links naar nieuwsartikelen met betrekking tot de brandbrief van de Kinderombudsman en/of het nieuws over de maatregelen van het kabinet. Opvallender was echter dat de scepsis op Twitter vergeleken met de reactiekolommen van de nationale en regionale nieuwssites aanzienlijk minder was. Mogelijk hangt dat samen met het relatief grote aantal (jeugd)zorgprofessionals en –instellingen dat actief is op Twitter en Linkedin.
Opvallend is overigens ook dat de Kinderombudsman zélf weliswaar ‘actief’ is op Twitter, Facebook en YouTube, maar daar slechts zeer beperkt gebruik van maakt, met op Twitter twee berichten en op Faceb ook geen enkel verwi jzing naar de brand brief op de bijbe horen de rapporten.
7
8
Conclusie
Of er sprake was van een vooraf ingestudeerd één-tweetje tussen staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten en de Kinderombudsman is niet bekend, maar feit is wel dat de brandbrief van de Kinderombudsman, de oproep tot een verplichte opvoedcursus, de reactie van de staatssecretaris en de presentatie van het Actieplan Aanpak Kindermishandeling ervoor hebben gezorgd dat het onderwerp kindermishandeling (minimaal) vijf dagen in het nieuws is geweest.
Daarnaast is duidelijk geworden dat de aanpak van kindermishandeling de Tweede Kamer ernst is (politiek-bestuurlijk draagvlak) en uit de reacties van (jeugd)zorgprofessionals op social media platforms blijkt dat er ook sprake is van professioneel draagvlak. Kindermishandeling heeft politieke en professionele prioriteit. Dat komt ook mooi tot uiting in het voorwoord van het rapport De aanpak van kindermishandeling in Nederland: knelpunten en aanbevelingen:
‘De aanpak van kindermishandeling kan op veel draagvlak rekenen. Tekenend daarvoor is dat dit rapport in een samenwerkingsverband van 9 ngo’s tot stand is gekomen: het Kinderrechtencollectief. Een twintigtal organisaties, kennisinstituten en experts hebben meegewerkt en zich aan de inhoud verbonden.’
Bij het ‘grote publiek’ (in deze analyse: de mensen die op diverse plekken reageren op artikelen en fora) is dat draagvlak echter in veel mindere mate aanwezig. Sterker nog: scepsis en wantrouwen overheersen. In zijn algemeenheid is de kritiek niet eenduidig en lijkt deze ongericht. Ook lijkt het alsof lezers doorgaans niet weten wat er nu precies onder kindermishandeling wordt verstaan. Mild geformuleerd is het maatschappelijk (online) draagvlak voor de aanpak van kindermishandeling broos.
En dat is problematisch. Een succesvolle en breed gedragen aanpak van een maatschappelijk probleem begint immers met een probleemanalyse en –definiëring die door politiek, professional en publiek wordt onderschreven en gedeeld. Die laatste groep is hier van groot belang. Niet alleen omdat de ingrepen - vooral als het mis gaat - op hen gericht zijn, maar vooral omdat ze een rol toebedeeld krijgen in de uitvoering van het beleid (opvoeden, signaleren, melden, waakzaam zijn). De kans dat burgers een bijdrage leveren aan een maatschappelijk probleem dat niet als zodanig wordt (h)erkend, is uitermate klein.
9