Zaterdag 17 september 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Toespraak Bosgroepen Oost-Vlaanderen - Wachtebeke Dames en heren, Beste gedeputeerde(n), Beste boseigenaars, leden van de bosgroepen,
Ongeveer 17 jaar geleden startte een eerste pilootproject van de bosgroepen in de Kempense Heuvelrug in de provincie Antwerpen, en dat onder stimulans van de Vlaamse overheid. Dat project droeg de zorgzame naam ‘Bosverplegingsproject’. Gesteund door de positieve ervaringen volgden ook in de rest van Vlaanderen een resem initiatieven tot de oprichting van de bosgroepen.
Intussen zijn er in Vlaanderen al 19 bosgroepen (gebiedsdekkend) actief: goed voor meer dan 8.100 leden én dit aantal stijgt nog elke
dag! De bosgroepen zijn verenigingen van en vóór boseigenaars, en dus mogen we de leden, op een dag als vandaag, wel eens in de bloemetjes zetten. Dankzij jullie toewijding en liefde voor de natuur en voor de bossen wordt een zeer aanzienlijk deel van de bossen in Vlaanderen verzorgd en onderhouden. Het is me dan ook een eer en een genoegen hier in Puyenbroeck aanwezig te zijn op de ledendag van de Oost-Vlaamse bosgroepen.
Dames en heren, Zoals u weet, is Vlaanderen een van de dichtbevolktste streken van de wereld. Dat zet de bestaande ruimte onder zware druk. Door de groeiende demografie zal dat in de toekomst wellicht nog toenemen. De bossen die we hebben, moeten we daarom duurzaam beheren en met de Vlaamse Regering willen we ook zoveel mogelijk extra groene ruimtes creëren in en rond de steden. Dat Groene Stedengewest is één van de speerpunten van het ViApact. 2
Ongeveer twee derden van de Vlaamse bossen is in private handen. Daarom zijn jullie als boseigenaars belangrijke actoren voor duurzaam onderhouden bossen. De bosgroepen willen elke boseigenaar bij dat onderhoud helpen en geven hen daarover advies. Door bijvoorbeeld het organiseren van vorming, activiteiten, houtverkopen, gezamenlijke beheerwerken, ontmoetingsdagen en informatiesessies.
Dat dit in het verleden al een succesvolle methode bleek, zal voor niemand onder u een geheim zijn. Dit blijkt ook uit deze OostVlaamse ledendag. Zo verhoog je de betrokkenheid en verbreed je het draagvlak voor duurzaam, multifunctioneel bosbeheer. Oost-Vlaanderen liet zich daarbij de voorbije 10 jaar in positieve zin opmerken. Er is al heel wat ervaring verzameld sinds de start van de pilootprojecten in het noorden van de provincie, later ook in de Vlaamse Ardennen en in het midden van Oost-Vlaanderen.
3
Die groene vlek van bossen moet zich verder verspreiden. In Vlaanderen zijn er meer dan 100.000 boseigenaars. Vaak gaat het om sterk versnipperde, kleine bossen. Maar het zijn net die vele kleintjes die moeten samenwerken om te komen tot een stevige puzzel van duurzaam beheerde bossen. Daarvoor zijn de bosgroepen cruciaal. En daarom is het belangrijk dat de bosgroepen zich ook in de toekomst op de kleinere boseigenaars blijven richten en een ondersteunende rol spelen om boseigenaars aan te zetten tot duurzaam bosbeheer.
Dankzij hun eigen dynamiek zijn de bosgroepen voor een groot deel gegroeid tot wat ze nu zijn. Hier en daar was er de nodige begeleiding van het Agentschap voor Natuur en Bos, maar tegelijk behouden de bosgroepen een zekere zelfstandigheid en creativiteit, waardoor ze als onafhankelijke speler kunnen optreden. Als Vlaamse overheid willen we ook onze appreciatie voor jullie initiatieven en inspanningen op andere manieren uitdrukken. Daarom hebben we de in 2009 opgerichte ‘Koepel van Vlaamse 4
Bosgroepen vzw’ financieel ondersteund: de koepel verenigt alle bosgroepen en verspreidt hun gemeenschappelijke punten. Die eerste investering van meer dan 100.000 euro liep voor 18 maanden tot oktober 2011. Omdat we dit project zo belangrijk vinden, willen we – ook in budgettair krappe tijden – het graag verlengen voor een gelijkaardig bedrag met een nieuwe periode van 18 maanden.
In overleg met de Koepel en het Agentschap voor Natuur en Bos nam ik ook het initiatief om werk te maken van een charter met afspraken voor de toekomst. Ook de bosgroepen zelf worden sinds hun oprichting financieel gesteund met middelen van de Vlaamse Regering. Zo heb ik in 2011 een budget van ongeveer 2,8 miljoen euro voorzien voor subsidiëring van basiswerking, projectwerking en vormingsdagen.
5
Dames en heren, Sta me toe nog even op de toekomstige uitdagingen in te gaan. De gedeputeerde is hier niet alleen voor zijn ‘schoon ogen’. Met de Vlaamse Regering hebben we dit voorjaar het witboek goedgekeurd waarin een aantal bevoegdheden tussen verschillende overheden zullen verschuiven. Concreet voor de bosgroepen worden erkenning, subsidiëring en opvolging onder de bevoegdheid van de provincies gebracht.
De Vlaamse overheid zal hierover duidelijke afspraken maken met de provincies. We willen immers nog een bepaalde uniformiteit in de werking van de verschillende bosgroepen bewaren en we willen ook nog inhoudelijke accenten kunnen leggen.
Eén belangrijk accent is de instandhoudingsdoelstellingen (in uitvoering van een Europees netwerk aan beschermde gebieden, beter bekend als het NATURA 2000-netwerk). Dat is een duidelijk en ambitieus engagement dat ik in mijn beleidsnota heb opgenomen én in het Vlaams regeerakkoord staat. De boseigenaars 6
kunnen hieraan hun belangrijke bijdrage leveren door de biodiversiteit in de bossen hoog te houden of te verbeteren. Daarom hebben we ook de bosgroepen bij dit uitgebreid overleg betrokken.
Momenteel maken we een doorlichting van de bestaande subsidiesystemen voor bosbeheerders. Waar nodig zullen we ze aanvullen om gericht en efficiënt bij te dragen aan de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen. Zo zullen voor de bosgroepen, en ook onze andere partners, middelen voorzien worden om projecten met ecologische doelstellingen te verwezenlijken. Bosgroepen stimuleren nu al veel eigenaars om hun bossen volgens de criteria duurzaam bosbeheer te beheren. Is dat moeilijk? Zeker niet. Via heel concrete instrumenten zoals de aanleg van poelen of de vrijmaking van open plekken in het bos kunnen privéboseigenaars vaak al op vrij korte tijd kansen creëren om soorten en biotopen in stand te houden.
7
Net door hun ervaring en kennis op het veld – of misschien beter: in het bos – blijft het belangrijk dat de bosgroepen bij de opmaak van bosbeheerplannen een stimulerende rol spelen. En een langetermijn-plan willen uittekenen. Bij de opmaak van een beheerplan komt vaak een indrukwekkende samenwerking tot stand tussen verschillende boseigenaars. Enerzijds openbare eigenaars, zoals gemeenten, provincies en het Vlaamse Gewest, en anderzijds verenigingen en privé-eigenaars slaan dikwijls de handen in elkaar voor een efficiënt en duurzaam bosgebiedbeheer.
De opmaak van beheerplannen houdt naast de ecologische functie van bossen rekening met de economische en sociale functie. Functies die we niet mogen veronachtzamen. Deze multifunctionaliteit en duurzaamheid blijven de uitgangspunten van ons beleid. Als minister van Leefmilieu en Natuur doe ik veel inspanningen om de toegankelijkheid van onze bossen te bevorderen. Dat geeft ook al resultaten: denk aan de openstelling van het private Eekhoekbos in Oost-Vlaanderen vorig jaar. 8
Dames en heren, U heeft het gehoord: er ligt nog veel werk op de plank. Ik ben er alvast van overtuigd dat als we samen goede afspraken kunnen maken, we ook samen héél wat kunnen realiseren. Als alle boseigenaars, dus ook ieder van jullie, zijn steentje – of beter – zijn boompje bij kan dragen, komt een bosrijker Vlaanderen weer wat dichterbij. Want een duurzaam bosbeheer in Vlaanderen bouwt ook op uw inspanningen. En u weet, hoe sterker de wortels, hoe minder kans om om te vallen. Ik dank u.
Joke Schauvliege Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur
9