One happy island Ook voor ouderen Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba, Aruba. Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba, Aruba. Advies betreffende de ontwikkeling van de ouderenzorg in Aruba, in het bijzonder de verpleeghuiszorg In opdracht van ABC advies Adviseur: drs. P.A.E. de Boevere Oranjestad/Goes 30 september 2014
Stichting ABC Advies rapport nr. 162 www.abcadvies.org
Reproductie en/of openbaarmaking van deze uitgave is toegestaan mits voorzien van bronvermelding
ISBN nr 978-90-815922-8-4
Boevere, P.A.E. de (2014) One happy island, ook voor ouderen. Advies betreffende de ontwikkeling van de ouderenzorg in Aruba, in het bijzonder de verpleeghuiszorg, Stichting ABC Advies, rapport nr. 162, Aruba / Goes, Nederland.
2
Inhoudsopgave
Pagina
Woord vooraf
2
Samenvatting
4
Aanleiding
5
Vraagstelling
6
Ouder worden op Aruba
8
Ouderdom met gebreken
10
Huidige situatie in de zorg
12
De uitdaging
18
Terug naar de vragen
20
Geraadpleegde literatuur
26
Bijlagen
27 e.v.
1
Woord vooraf Op verzoek van de stichting ABC Advies heb ik in de week van 8 september 2014 een bezoek gebracht aan Aruba. In het bijzonder aan de Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba (SABA). Aan dat bezoek lag een uitgebreide vragenlijst ten grondslag. Aan mij de opdracht om in deze heel korte tijd op zoveel mogelijk vragen antwoorden te vinden. De SABA wordt geconfronteerd met een verouderd verpleeghuis in een tijd, waarin van overheidswege een budgetkorting van 10 % is opgelegd. De noodzakelijke ver- of nieuwbouw van het verpleeghuis in Oranjestad vormt tevens de aanleiding om verder na te denken over de ontwikkeling van de ouderenzorg in het algemeen. Een gezamenlijke visie op de langere termijn ontbreekt in Aruba, terwijl het land te maken heeft met een zeer snelle veroudering van de bevolking, minder beschikbare middelen en alle problematiek die hiermee gepaard gaat. Tijdens mijn bezoek heb ik met veel mensen gesproken. Beleidsmakers en verantwoordelijken van organisaties. Wat mij zeer aangenaam trof, was de enorme gedrevenheid van deze mensen en hun betrokkenheid bij de bevolking. Met name in dit geval, bij de ouder wordende mens. Met een dergelijke positieve instelling moet het lukken om in samenspraak met elkaar tot een programma te komen, dat de komende jaren kan worden uitgewerkt ten behoeve van de zorg voor de ouder wordende inwoner van Aruba en zijn/haar naasten. Ik bedank iedereen die met mij heeft gesproken of mij op andere wijze van informatie heeft voorzien. Er is al veel volbracht. Aruba hoeft niet op nul te beginnen. Wat er is, biedt hoop op de toekomst. Mijn bijdrage in dat proces is heel beperkt. Ten hoogste een duwtje in de rug. Een duwtje in de richting van een samenwerkingsproces waarin zowel de ministeries als de zorg- en welzijnsorganisaties hetzelfde doel voor ogen hebben. Een goed leefklimaat voor de oudere inwoner van Aruba. Er zal veel creativiteit gevraagd worden, want “meer van hetzelfde” wordt uiteindelijk onbetaalbaar en dus onhaalbaar. Dit rapport is opgebouwd in drie hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden vooral de feiten weergegeven met name gebaseerd op gegevens van het CBS. In hoofdstuk 2 worden deze gegevens verder geïnterpreteerd en in relatie gebracht tot de huidige, maar vooral de toekomstige situatie op Aruba. Hier wordt niet alleen gekeken naar de SABA, maar ook naar andere organisaties die in dit verband een belangrijke rol spelen. Hierin is dit rapport niet uitputtend. Ik heb zeker niet met alle bestaande organisaties gesproken. De strekking van het geheel zal echter ook op hen van toepassing kunnen zijn. In het laatste hoofdstuk wordt gereageerd op de oorspronkelijke vragenlijst en worden enkele suggesties gedaan die kunnen bijdragen aan de discussie over de toekomst van de ouderenzorg in Aruba. Ik wens
2
de beleidsmakers en –uitvoerders in Aruba veel wijsheid, creativiteit en doorzettingsvermogen. Drs. Peter de Boevere
3
Samenvatting Het onderzoek vond plaats in de week van 8 september 2014. Het advies werd opgesteld op basis van gesprekken met het management van de SABA ,met de directies van voor de SABA belangrijke organisaties en het ministerie van Sociale Zaken. Daarnaast is kennis genomen van informatie die beschikbaar is gesteld door het CBS en andere relevante informatie. De vraagstelling is erg omvangrijk en betreft vragen ten behoeve van de SABA, maar ook vragen in meer algemene zin ten behoeve van de ontwikkeling van de ouderenzorg in Aruba In Aruba voltrekt zich een proces van ontgroening en vergrijzing. Dat is op meer plaatsen in de wereld het geval, maar in Aruba gaat het in een versneld tempo. Daarnaast kampt Aruba met het probleem van obesitas, waardoor bij het ouder worden meer dan normaal sprake is van dementie en langdurige zorg behoevende lichamelijke problemen. Aruba bezuinigt. De SABA kreeg onlangs een bezuinigingsdoelstelling van 10%. Het rapport geeft in grote lijnen de ontwikkeling weer van de leeftijdsopbouw van de Arubaanse bevolking en de daarmee gepaard gaande vragen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. De nadruk ligt op de ontwikkeling van de verpleegzorg, maar ook andere vormen van zorg en welzijn passeren de revue. De vragen worden naar vermogen beantwoord en er worden suggesties gedaan voor een oplossingsrichting. Centraal hierin staan het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en een proces van samenwerking tussen overheid en organisaties. Er is veel aanwezig in Aruba, zij het op beperkte schaal. Er is veel energie bij betrokkenen, er zijn ideeën en er is de wil om het probleem aan te pakken. Zie hier de ingrediënten die een oplossing binnen handbereik brengen. Wie neemt het voortouw? Drs. Peter de Boevere
4
Aanleiding De Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba (SABA) is hoofdspeler op de Arubaanse markt bij het aanbieden van verpleeghuiszorg. SABA heeft daartoe drie complexen onder haar beheer, waar in totaal aan zo’n 286 personen zorg wordt geboden. Ongeveer 65% van deze mensen heeft psycho-geriatrische problematiek, de andere helft heeft met name hulp nodig vanwege somatische beperkingen. De veroudering op Aruba neemt snel toe als gevolg van ontgroening, vermindering van het aantal jonge immigranten en de langere levensverwachting van de Arubaanse bevolking. Op dit moment is meer dan 11% van de bevolking 60 jaar of ouder. Dit neemt toe tot naar verwachting 19,2 % in 2023. Ouderdom komt met gebreken. Eén van die gebreken is de ziekte van Alzheimer. Op dit moment is bij bijna 1400 inwoners enige vorm van dementie geconstateerd. Bevolkingsonderzoek (“Alzheimer & Aging in Aruba”, 2011) voorspelt dat dit aantal in 2023 (binnen 8 jaar) zal zijn opgelopen tot naar schatting 2500 personen. Hierbij is, naast de groep mensen met de ziekte van Alzheimer, rekening te houden met de eveneens toenemende groep mensen met vasculaire dementie als gevolg van obesitas. 90% van de dementerenden is 75 jaar of ouder. Ook lichamelijke gebreken nemen toe naarmate de leeftijd stijgt. Op dit moment hebben volgens gegevens van het CBS bijna 1300 mensen van 65 jaar en ouder dagelijks hulp nodig als gevolg van hun gebrekkige lichamelijke situatie. Naar verwachting zal ook dit aantal de komende jaren stijgen. Nog explosiever dan het aantal dementerenden! Dit is vooral te wijten aan het huidige obesitas probleem en de daar aan gerelateerde lichamelijke ziektebeelden, zoals diabetes mellitus, de daarmee gepaard gaande blindheid en amputaties, maar ook vaatafwijkingen, hartfalen en gewrichtsproblemen. Bij gelijkblijvend beleid zullen de kosten van de zorg voor ouderen binnen nu en 10 jaar nagenoeg verdubbelen. Op dit moment wordt 30 % van de kosten veroorzaakt door 10 % van de bevolking. Het aantal werkenden daalt relatief sinds 2010, waardoor de kosten door steeds minder mensen moeten worden opgebracht. De SABA wordt geconfronteerd met een budgetkorting van 10 %. Ondanks een wachtlijst voor de verpleeghuizen van 150 personen. 65% mensen met somatische problemen en 35% psychogeriatrische problemen. Twintig beschikbare plaatsen in vph Oranjestad en zesentwintig beschikbare plaatsen in het vph Centrodi Cuido San Nicolas. worden niet
5
gebruikt vanwege ontbrekende geldmiddelen. Om dezelfde en om bureaucratische redenen is het invullen van vacatures problematisch. Vraagstelling De SABA constateert een problematische situatie, die – als er geen ingrijpende veranderingen plaatsvinden – zeer onwenselijke vormen zal aannemen. Door de 10% korting op de subsidie is betalen van o.a. de leveranciers op korte termijn niet meer mogelijk. Het verpleeghuis in Oranjestad is dringend aan vervanging toe en niet veel langer veilig en adequaat te gebruiken als zorginstelling. Door de vele vacatures is de werkdruk hoog en krijgen bewoners niet altijd de zorg die ze nodig hebben. De SABA heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid, maar erkent in deze ook haar medeverantwoordelijkheid voor het welzijn van de Arubaanse bevolking in het algemeen en de noodzaak om haar deskundigheid aan te wenden ter ondersteuning van politieke besluitvorming. De overheid kan het niet alleen. De SABA en haar collega- organisaties ook niet. Een gemeenschappelijke aanpak is nodig. Dit heeft geleid tot de volgende vraagstelling, die in eerste instantie voortkomt uit de behoefte om een ontwikkelingsplan voor het verpleeghuis Oranjestad op te stellen, maar die tevens inhoud kan geven aan een basale discussie op Aruba over de toekomst van de ouderenzorg.
Wat zijn de te verwachten ontwikkelingen op het gebied van ouder worden op Aruba;
Wat is de te verwachten gezondheidsconditie van deze ouder wordende bewoners en wat zijn de gevolgen voor de verpleegzorg behoefte;
Hoe kijkt men lokaal aan tegen het langer thuis blijven wonen met beperkte zorg aan huis;
Hoe groot is de groep met de wens tot zelfstandig wonen in een complex waar zorg dichtbij is;
Welke relatie heeft bovenstaande met de verschillende inkomensklassen;
Welke soorten verpleegzorg moeten we aanbieden en hoe moet deze worden verdeeld over de locaties;
Hoe kan er ingespeeld worden op (tijdelijke) verpleegzorg van andere (jongere) doelgroepen;
Hoe kunnen we met nieuwe activiteiten aanvullende inkomstenbronnen creëren ter aanvulling van de zeer beperkte subsidie middelen?
Om een (begin van een) antwoord te krijgen op deze vragen hebben gesprekken plaatsgevonden met de bestuurder en het MT van de SABA, de directie van het CBS, de directie van het WGK, de directie van Cas Marie, de directie van Kibrahacha, de directeur en
6
een beleidsmedewerker van de Dienst Sociale zaken, de directeur van CeDe Aruba en het architectenbureau BK- consult. De beschikbare gegevens van het CBS zijn bestudeerd en besproken en waar nodig in de rapportage verwerkt of in verwijzende zin genoemd. Om een goed beeld te krijgen van de huidige verpleeghuissituatie is een bezoek gebracht aan de bestaande voorzieningen zijnde Verpleeghuis di Cuido in San Nicolaas, het Verpleeghuis Maris Stella in Savaneta, en het verpleeghuis Oranjestad bestaande uit het St. Michael en Paviljoen San Pedro in Oranjestad. Tevens is een bezoek gebracht aan de voorzieningen van Cas Marie en Kibrahacha
7
1. Ouder worden op Aruba Zoals in de aanleiding reeds vermeld vindt al geruime tijd een proces van ontgroening en vergrijzing plaats in Aruba. Dit is een proces dat zich op vele plaatsen in de wereld afspeelt, met name in de meer ontwikkelde landen, waartoe Aruba zich mag rekenen. Een extra verschijnsel in Aruba is de explosieve groei van het aantal mensen met obesitas en diabetes, waardoor meer dan gemiddeld gezondheidsproblemen ontstaan. Het Arubaanse CBS heeft veel informatie beschikbaar als het gaat over dit proces en de daaruit voortvloeiende gevolgen. Het CBS geeft de feiten, beleidsmakers kunnen/moeten deze vertalen in consequenties voor de te maken keuzes. In deze rapportage geef ik een beknopt overzicht van de beschikbare informatie. Het is eenvoudig deze informatie te controleren. De herkomst wordt erbij weergegeven. In de “Population and Housing Census 1961 – 2010”, wordt een prognose gegeven voor de ontwikkeling van de leeftijdsopbouw. In 1960, 2010 en 2030 ziet die er in Aruba als volgt uit: Leeftijd
% 1960
2010
% 2030
0-14
41,4
20,7
17,4
15-60
53.7
63.8
56.6
60+
4,9
15,4
26,0
65+
3,1
10,4
19,9
76+
4,2
14,2
28,5
80+
0,5
1,9
5,1
Waarvan:
Dit overzicht geeft een goed beeld van de ontgroening en de vergrijzing nu en in de komende jaren. Het jaar 2030 lijkt ver weg, maar dat is al over 16 jaar aangebroken. Het proces is nu al gaande en in 2030 nog niet op het hoogtepunt! Dat zal pas liggen rondom 2050.
8
In aantallen mensen is het volgende beeld te zien: Leeftijd
1960
2010
2030
15-64
29550
69844
82936
75+
2213
14384
37664
Totaal bevolking
53199
101410
132225
Uit dit overzicht blijkt, dat de potentieel werkende bevolking weliswaar met 7% van de totale bevolking toeneemt, maar dat het aantal ouderen meer dan verzesvoudigt! Dit betekent, dat in 1960 ruim dertien werkenden bestonden ten opzichte van één persoon van 75+ en in 2030 er nog maar krap twee werkenden zijn ten opzichte van één persoon van 75+. Hierbij is rekening gehouden met de stijging van de pensioengerechtigde leeftijd tot 64 jaar. Indien deze leeftijd verder oploopt, bijvoorbeeld tot 67 jaar zoals in Nederland, dan zullen de cijfers op termijn verbeteren. Exacte gegevens zijn hierover niet beschikbaar.
9
Ouderdom met gebreken In 2011 publiceerde het CBS een rapport “The dynamics and consequences of population ageing”. Hierin wordt onder meer ingegaan op de leeftijdsopbouw van de bevolking. De laatste cijfers uit 2014 doen die uit 2011 alweer verbleken omdat de veroudering nog grotere vormen aanneemt dan verwacht. Werd in 2010 nog verondersteld dat in 2023 19,2 % van de bevolking 60 jaar of ouder zou zijn, in 2014 wordt al uitgegaan van 26,1 % mensen van 60+ in 2025! In datzelfde rapport wordt tevens aangegeven dat het aantal alleen wonende ouderen toeneemt. Het aantal alleenwonende oudere vrouwen wordt 2x zo groot verondersteld dan het aantal alleen wonende oudere mannen. Dit heeft vooral te maken met de langere levensduur van vrouwen en het gegeven, dat alleenstaande weduwnaars eerder geneigd zijn te hertrouwen (met blijkbaar een jongere vrouw). De kans op sociale isolatie en economische achteruitgang van deze alleenstaanden is groot. In het rapport “The prevalence of disability in Aruba” van het CBS wordt aangegeven dat in de leeftijdscategorie van 60 – 64 jaar, de leeftijd rondom de pensionering, 11,1% van de mensen een handicap of aandoening heeft (Disability). In de leeftijd tussen 70 en 74 jaar is dit toegenomen tot 22.6 % en tussen 85 en 89 jaar betreft dit 61.1 % van de bevolking. In het rapport “Alzheimer & Aging in Aruba” geeft het CBS een overzicht van de toename van het aantal mensen met een vorm van dementie. Niet duidelijk is of het hier inderdaad alleen de ziekte van Alzheimer betreft, of dat ook rekening is gehouden met vormen van vasculaire dementie (als gevolg van onder meer obesitas) en bijvoorbeeld dementie als gevolg van de ziekte van Korsakov (langdurig en overmatig alcohol gebruik). Ervan uitgaande, dat het hier alleen de ziekte van Alzheimer betreft, geeft het overzicht een toename weer van 214 mensen in 1960 tot 2432 mensen in 2023. Van 2010 tot 2023 is de stijging explosief. In die periode groeit het aantal mensen met de ziekte van Alzheimer van 1368 tot 2432!
10
Als hier nog geen rekening is gehouden met andere vormen van dementie, waaronder naast bovengenoemden ook dementerende verslaafden, dementerende verstandelijk gehandicapten en dementerende psychiatrisch zieken behoren, dan is het te verwachten aantal dementerenden nog vele malen hoger. Conclusie 1. Uit bovenstaande gegevens blijkt, dat het aantal jongeren, ten opzichte van de totale bevolking, afneemt, het aantal ouderen explosief toeneemt en het aantal werkenden ten opzichte van het aantal ouderen (75+)tot een dramatisch dieptepunt zakt. Ervan uitgaande dat ouderdom komt met gebreken, kan met grote mate van zekerheid worden verondersteld, dat er steeds meer hulpbehoevende ouderen zullen zijn. Bij gelijkblijvend beleid zullen de kosten van de hulp door steeds minder mensen gedragen kunnen worden en zullen steeds minder (jongere) mensen beschikbaar zijn om de noodzakelijke hulp te leveren. Het aantal dementerenden stijgt na 2010 explosief. Het aantal mensen met een bepaalde mate van “Disability” stijgt eveneens in snel tempo.
11
2. Huidige situatie in de zorg
De SABA De Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba (SABA) werd opgericht op 1 april 1972. De doelstelling was: “Het bieden van huisvesting, verzorging, verpleging en begeleiding om voorwaarden te scheppen die nodig zijn voor het beleven van een met de leeftijd de bejaarden overeenkomende zinvolle levensperiode te bevorderen”. De SABA heeft een potentiële capaciteit voor 307 bewoners. 46 Plaatsen zijn op dit moment niet in gebruik vanwege een tekort aan financiële middelen. De capaciteit is verdeeld over drie centra op drie locaties zijnde: Centro di Cuido te San Nicolaas
capaciteit 80
Huize Maris Stella te Savaneta
capaciteit 98
Verpleeghuis Oranjestad
capaciteit 109
in gebruik 54 plaatsen
Totaal potentieel 307 plaatsen, in gebruik 261 plaatsen. Volgens een presentatie van de indicatiecommissie op 20 mei 2013 heeft meer dan de helft van de populatie van de Saba een lichte of ernstige mate van dementie (62%) De andere helft (38%) heeft één of meer somatische aandoeningen. Ruim 75 % van de bewoners heeft een verpleeghuisindicatie. Voor opname in één van deze voorzieningen bestaat een wachtlijst met zo’n 150 personen. De indicatiecommissie geeft daarvoor de volgende oorzaken:
Een toename in aanvragen van minder intensieve hulpbehoevende senioren
Het niet verlengen van werkvergunningen voor dienstmeisjes, waardoor particuliere thuiszorg moeilijk is geworden
Een opnamestop van de SABA tussen augustus 2008 en april 2009
Het stijgend aantal mensen met dementie
De uitgangspunten van de indicatiestelling zijn drieledig:
Het verwezenlijken van een integrale benadering
Ondersteuning en taakverlichting van de mantelzorg
Een bindend indicatie- en toewijzingsbesluit. Dit betekent dat het wordt erkend en uitgevoerd door zowel de zorgaanbieder als door het Land Aruba, dat op dat moment garant staat voor het financieren van de geïndiceerde zorg.
12
In 2012 bedroeg het totaal aantal verzoeken tot opname 160 personen. 49 personen werden opgenomen in de periode tot mei 2013. Bijna 25 % van de geïndiceerde stond meer dan een jaar op de wachtlijst. Na zes maanden op de wachtlijst hoort een follow-up gedaan te worden om te bepalen of de indicatie nog actueel is. Dit lukt in de praktijk vaak niet, volgens de indicatiecommissie. Er vindt volgens de zorgaanbieders niet of nauwelijks wachtlijstbegeleiding plaats. Het ministerie van Sociale zaken twijfelt er aan of iedereen die op de wachtlijst staat daar wel op hoort. Hier wordt een getal genoemd van 50-60 echte wachtenden. Hiermee twijfelt het ministerie dus aan het werk van de indicatiecommissie
Ter vergelijking de situatie op Walcheren in Zeeland, Nederland op dit moment: Aantal inwoners: 116000 Aantal verzorgingshuisplaatsen: 405 Aantal verpleeghuisplaatsen: 704 Aantal plaatsen Volledig Pakket Thuis: 55 (geclusterd zelfstandig wonen met 24 uur zorg) Wachtlijst: 0 - 10 Deze situatie is niet zaligmakend! Er is weliswaar nauwelijks een wachtlijst, maar inmiddels is gebleken, dat dit aantal intramurale plaatsen onbetaalbaar is. Vooral de verzorgingshuisplaatsen zullen binnen enkele jaren worden afgebouwd. Ten dele zullen daar verpleeghuisplaatsen voor terug komen, maar grotendeels zullen deze plaatsen verdwijnen. Er zal meer zorg thuis geleverd moeten worden o.a. ondersteund door casemanagers dementie. (voorlichting, begeleiding en ondersteuning mantelzorg).
13
In de “Geprojecteerde beddencapaciteit t.b.v. ouderen met verpleegindicatie” van het ministerie van Sociale Zaken van Aruba wordt het aantal benodigde bedden voor mensen met een verpleegindicatie berekend op 592 in 2025.
Conclusie 2 Gezien de wachtlijst is het aantal beschikbare intramurale plaatsen te beperkt ten opzichte van het aantal geïndiceerden. Ook mede gezien de tijd die mensen moeten wachten wordt niet voldaan aan tenminste twee van de drie uitgangspunten van de indicatiestelling. De mantelzorg wordt niet ondersteund, hun taak wordt niet verlicht. Het land Aruba staat garant voor de financiering, maar maakt dat –gezien de wachtlijst – (nog) niet waar. In de prognose van het ministerie van Sociale zaken wordt rekening gehouden met een verdubbeling van de intramurale capaciteit in 2025.. Het verpleeghuis in Oranjestad is in slechte staat en dringend toe aan vervanging. Dit betreft 109 plaatsen. Daarbij opgeteld de voorgenomen verdubbeling die in 2025 beschikbaar moet zijn zullen op korte termijn 397 plaatsen nieuw gerealiseerd moeten worden.
Het Wit Gele Kruis (WGK) Het Wit Gele Kruis is de thuiszorgorganisatie van Aruba. Het WGK bestaat al 55 jaar en levert dagelijks aan zo’n 167 cliënten hulp. Het betreft hier Alphahulp, verzorging en verpleging. Gemiddeld krijgt een cliënt een ½ uur per dag hulp. Het WGK werkt alleen van maandag t/m vrijdag overdag. Alleen voor het geven van injecties (Bijv. aan diabetes patiënten) en voor het verzorgen van wonden is er een weekenddienst van 7.00 uur tot 10.00 uur. Het aantal mensen dat de thuiszorgmedewerkenden met twee personen tegelijk moet helpen in
14
verband met overgewicht van de cliënt neemt gestaag toe. Dit is een extra belasting van de beschikbare capaciteit. Het WGK beschikt over 53 personeelsleden, waarvan er 23 in de wijkzorg werken. De medewerkenden van het WGK doen veel aan preventie. Met name in de middaguren. Zij bereiken hiermee zo’n 2000 mensen per jaar. Ook is er via de lokale media veel aandacht aan onderwerpen zoals diabetes, kanker en overgewicht etc. De salarissen van de medewerkers van het WGK worden betaald door de landelijke overheid. Om hulp te krijgen moeten mensen lid zijn van het WGK. Dit kost 95 gulden per jaar. Daarnaast betalen mensen een eigen bijdrage per behandeling. Zo kost een wasbeurt AMF 7,50. Zonder lidmaatschap is dat het dubbele. Voor Alphahulp wordt 9 gulden per uur gerekend. De coördinatie van deze hulp wordt gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken. Het WGK kampt op dit moment met een wachtlijst van 35 hulpvragers. De wachtlijst (zowel intra- als extramuraal) leidt er toe, dat er veel “particuliere” aanbieders zijn op de zorgmarkt. Deze aanbieders vragen veel geld voor weinig of geen zorg.
Cas Marie De Stichting Cas Marie (Huis van Marie) bestaat sinds 2006 en wordt gefinancierd door de overheid. De organisatie is genoemd naar de echtgenote van de heer Escalone, de oprichter van de stichting. Zijn vrouw Marie was vroeg dementerend en de heer Escalone moest alles zelf uitzoeken. Daar wilde hij voor anderen verandering in brengen. De Stichting Cas Marie wil een centrale rol vervullen ten behoeve van mensen die te maken krijgen met een dementieel proces. Zelf, of bij iemand in hun naaste omgeving. De Stichting biedt dagverzorging in het dagopvangcentrum aan 16 personen. Er is tevens een “Memorygroep” waar 18 mensen met een lichte vorm van dementie aan deelnemen. Cas Marie organiseert informatiebijeenkomsten, gespreksgroepen voor mantelzorgers en individuele begeleiding, zo mogelijk ook via huisbezoek. Cliënten betalen een eigen bijdrage van 100-200 gulden per maand afhankelijk van het aantal dagen dagverzorging. De bekendheid van Cas Marie is nog gering. De wens bestaat om in meerdere wijken aanwezig te zijn en uit te breiden naar openstelling van 5 dagen per week.
15
Cas Marie ervaart bij de bevolking een schaamtegevoel als het gaat om een familielid met (een beginnende) dementie. Men beschikt ook over te weinig informatie op dat gebied. De gebrekkige samenwerking met de Fundacion Alzheimer Aruba wordt betreurd. Het is moeilijk om aan voldoende vrijwilligers te komen.
Club Kibrahacha 60+ Kibrahacha is een welzijnsorganisatie met als doel de leden te helpen een gezond lichaam en een gezonde geest te behouden. De organisatie bestaat sinds 1985, heeft drie mensen in dienst en 40-45 vrijwilligers. De financiering komt voor 40 % van de overheid, 20 % via fondswerving, 20 % via de Rotary en de overige 20 % wordt betaald uit contributie van de leden. De contributie bedraagt 25 AMF per maand. De jaaromzet is ongeveer AMF 500.000. Kibrahacha organiseert o.a. Dance Fit, Yoga, Energietraining e.d. Zij bereiken inmiddels zo’n 250 deelnemers. De locatie is alleen ‘s morgens geopend. Maximaal 1 x per week worden mensen gehaald en gebracht. Mensen komen echter gemiddeld 3,5 keer per week. Zij worden dan gebracht door familieleden, voor wie deze opvang een goedkope oplossing is. Als mensen niet komen terwijl ze zich wel hebben aangemeld, dan wordt er contact met ze opgenomen. Dit is een vorm van sociaal contact, waardoor mensen zich betrokken voelen. De organisatie beschikt over één grote bus en twee kleine. Om aan meer en goede vrijwilligers te komen zou Kibrahacha graag werkgevers willen overtuigen om hun medewerkers die bijna met pensioen gaan een cursus te laten volgen en zo mensen te interesseren voor vrijwilligerswerk dat hen ligt. Kibrahacha zou voor een efficiënt gebruik van de locatie wel willen samenwerken met de naschoolse opvang.
Overige organisaties Getracht is een beeld te schetsen van de verschillende elementen die in de zorgketen van Aruba aanwezig zijn. Het is er allemaal, en waarschijnlijk is er nog veel meer. De tijd was echter te kort om met alle aanwezige organisaties van gedachten te wisselen. Hopelijk kunnen zij zich ook vinden in dit verhaal. In de discussie over de toekomst van de ouderenzorg zullen zij zeker betrokken moeten worden.
16
Conclusie 3 De hele keten van welzijn, dagopvang, preventie, ondersteuning, thuiszorg en wonen met zorg is aanwezig, zij het beperkt en niet in alle wijken evenredig. Er is veel enthousiasme en er zijn veel ideeën. Een degelijke samenhang ontbreekt echter, waardoor elke organisatie, weliswaar goed, maar met name individueel bezig is. De wil tot samenwerken is er wel en het belang daarvan wordt ook ingezien. Naast intramuraal blijkt ook voor de thuiszorg een wachtlijst te bestaan. Voorliggende voorzieningen zijn maar beperkt voorhanden. Hierdoor ontstaat sterk de indruk dat het systeem verstopt zit. De vraag is: “Wat nu?”. Hierop wordt in het volgende hoofdstuk ingegaan. Niet met de bedoeling om te vertellen hoe het moet, (er zijn altijd meer wegen die naar Rome leiden) maar om één of meerdere richtingen aan te geven waarlangs deze grote uitdaging kan worden aangepakt.
17
3. De uitdaging De situatie zoals in de vorige twee hoofdstukken beschreven, moet voldoende onderbouwing zijn voor de stelling dat Aruba een grote uitdaging heeft op het gebied van ouderenzorg. Dat wordt ook door niemand ontkent! Door de meesten wordt hierbij gewezen op een tekort aan financiële middelen. Dat is een gegeven. De oplossing zal echter niet gevonden worden in het eindeloos ter beschikking stellen van meer geld. Natuurlijk is er geld nodig, maar vooral ook samenwerking, visieontwikkeling en creativiteit. Zowel ministeries als aanbieders van zorg en welzijn staan voor hetzelfde dilemma. Samenwerking is hierbij de meest aangewezen weg om een antwoord te vinden op de vragen die de ontgroening en vergrijzing in Aruba met zich mee brengen. Vergeet hierbij de woningcorporatie(s) niet. Zij spelen een belangrijke rol in de huisvestingsvraagstukken van ouderen, ook indien er sprake is van langdurige zorg. Ook de ziektekostenverzekeraar heeft een groot belang bij een goed functionerende keten in de ouderenzorg. (hierbij kan o.a. gedacht worden aan de “verkeerde bed” problematiek in het ziekenhuis.
Visieontwikkeling Elk van de organisaties heeft voor zichzelf wel een idee hoe het moet en wat er moet gebeuren om de vergrijzing het hoofd te bieden. Er is echter geen sprake van een gezamenlijke visie op de toekomst. De vraag “Op welke manier kan mijn organisatie het beste bijdragen aan een samenhangend aanbod voor onze ouderen?” zou echter centraal moeten staan. Met een dergelijke houding is het mogelijk om een visie te ontwikkelen op het proces van vergrijzing in Aruba: Wat willen we? In deze fase worden standpunten ingenomen over o.a.
Het zo lang mogelijk thuis wonen van de oudere.
Welke voorwaarden dan geschapen moeten worden. Bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, aanpassingen, thuiszorg, dagopvang, tijdelijke opname, welzijnsactiviteiten en de spreiding hiervan over het land. Maar ook de mate van informatie, begeleiding, casemanagement en de rol van de huisarts.
De uitbreiding van de thuiszorg naar 7x24 uur. Inclusief de inzet van technische mogelijkheden voor zorg op afstand, zoals camerabewaking e.d.
18
Het scheiden van wonen en zorg. Waarom betaalt de overheid voor huisvesting? Kan de hulpbehoevende niet een kamer/appartement huren in een zorgcomplex? Dan resteren alleen de kosten voor de zorg.
Hoe voorkomen/verkorten we ziekenhuisopnames?
Het creëren van ”aanleunwoningen”. Als tussenvoorziening. Waar? Hoeveel. Op het terrein van Maris Stella is nog maar beperkt ruimte.
Het aantal verpleeghuisbedden dat er op enig moment moet zijn. Dit gegeven is al bekend, maar kan in deze fase opnieuw bezien worden. Tevens een standpunt over de locatie. In welke wijken moeten die plaatsen komen? Wat is de minimale clustering? (in Nederland wordt in het algemeen een minimumaantal van 24 plaatsen aangehouden)
Hoe moet de omgeving van de verpleeghuizen er uit zien? Denk aan winkeltjes, loopcircuits, wasserij etc.
Voorliggende voorzieningen zoals alarmering, maaltijdvoorziening in de wijk etc.
De mate waarin zorg- en welzijnsorganisaties afhankelijk zijn van de overheid.
Wat kunnen/moeten mensen en/of hun familie zelf regelen en /of betalen?
Wat mogen zorg- en welzijnsorganisaties zelf regelen? Kan dat binnen de huidige regelgeving?
Hoe bereiken we dit? Als bekend is wat het eindplaatje moet zijn kan een blauwdruk worden opgesteld, op basis waarvan elke organisatie, met zijn eigen creativiteit en deskundigheid kan aangeven langs welke weg de doelen (zo goedkoop mogelijk, met behoud van een acceptabele kwaliteit van dienstverlening) gerealiseerd kunnen worden. Hoe betalen we dit? In deze fase wordt vastgesteld binnen welke grenzen er geopereerd kan worden. Hoe komen we aan additionele middelen? In deze fase is het zinvol om CeDe Aruba bij het proces te betrekken. Deze organisatie vervult een belangrijke rol bij de financiële ondersteuning van projecten. Ook de woningcorporatie(s)kunnen hier een belangrijke rol vervullen. Denk daarbij aan het bouwen van te verhuren woningen (met zorg). Zelfs projectontwikkelaars kunnen hier eventueel van betekenis zijn. Last but not least de zorgverzekeraar, die belang heeft bij een goede preventie en adequate voorliggende voorzieningen. Een belangrijke vraag in deze fase is de mate waarin organisaties elkaar kunnen versterken door met elkaar samen te werken. Het terugdringen van organisatiekosten is daarvan een onderdeel. Maar ook het creëren van gezamenlijke projecten tussen bijvoorbeeld ouderenzorg en verstandelijk gehandicapten.
19
Tevens is hier een eventuele samenwerking met de plaatselijke middenstand aan de orde. Bijvoorbeeld voor de exploitatie van een winkel/kapsalon/pedicure etc. in de(buurt van) verpleeghuizen. Tenslotte wordt hier de ondernemingsgeest van de zorgaanbieders aangesproken. Er van uit gaande dat zij meer regelvrijheid krijgen van de landelijke overheid en daarmee ook meer eigen verantwoordelijkheid voor een positieve exploitatie van hun instelling. De centrale vraag hierbij is welke extra en particulier te betalen diensten zij kunnen aanbieden aan de bevolking/toeristen. Waar kan winst gemaakt worden ter ondersteuning van de exploitatie van de algemeen gefinancierde zorgverlening en voor het realiseren van innovatieprojecten.
Terug naar de vragen
Wat zijn de te verwachten ontwikkelingen op het gebied van ouder worden op Aruba? Het CBS heeft een schat aan informatie op het gebied van ouder worden, dementie en disability op Aruba. Aruba ontgroent en vergrijst in een snel tempo. Er is sprake van een “dubbele vergrijzing”. Ouderen worden ouder dan voorheen. De zorgvraag zal toenemen, terwijl het aantal werkenden in verhouding sterk afneemt. Dit legt grote druk op de financiering van de ouderenzorg.
Wat is de te verwachten gezondheidsconditie van deze ouder wordende bewoners en wat zijn de gevolgen voor de verpleegzorg behoefte? Bij een gelijkblijvend verouderingsproces neemt het aantal hulpbehoevende ouderen gestaag toe, in verhouding tot het totaal aantal ouderen. Het betreft hier zowel psycho-geriatrische als somatische aandoeningen. Het is echter waarschijnlijk, dat – met name door overgewicht en diabetici bij een groot deel van de bevolking – zowel het aantal dementerenden als het aantal somatisch zieken sterker zal stijgen dan voorheen. De verpleegbehoefte zal in dat geval sneller stijgen en grotere vormen aannemen dan tot nu toe. Er zal een groter beroep gedaan worden op hulpverleners, omdat veel mensen niet meer door één persoon te helpen zijn. Het door het Ministerie van Sociale Zaken genoemde aantal van 592 plaatsen voor verpleegzorg in 2025, zal zeker niet te ruim bemeten zijn.
Hoe kijkt men lokaal aan tegen het langer thuis blijven wonen met beperkte zorg aan huis?
20
Er hebben ten behoeve van dit onderzoek geen gesprekken plaatsgevonden met mensen op de wachtlijst van het Wit Gele Kruis of de wachtlijst van de SABA. Om deze vraag goed te beantwoorden is dat wel aan te bevelen. De mensen waar wel mee is gesproken geven aan, dat er een hechte familieverband is op Aruba. Tot op zekere hoogte kan en wil men voor elkaar zorgen. Het is echter ook noodzakelijk dat mannen en vrouwen beiden werken om voldoende gezinsinkomen te genereren. Op enig moment gaan werk en mantelzorg met elkaar conflicteren. Op dat moment ontstaat de behoefte aan een opname van vader of moeder, van opa of oma.. De vraag hierbij is of deze opname nodig is voor de hulpbehoevende persoon in kwestie, of dat de noodzaak met name is gelegen in het ontlasten van de mantelzorg? Indien dit laatste het geval is kan aan die mantelzorg gevraagd worden wat er nodig zou zijn om de hulpbehoevende langer thuis te laten wonen en wat zij daar (financieel) voor over hebben. Voorzieningen die kunnen bijdragen aan langer thuis wonen zijn o.a. personenalarmering, met alarmopvolging (door mantelzorgers en/of professionals); Uitbreiding “Meals on Wheels” en/of het organiseren van “open tafels”. Bedrijfstijdverlenging van de thuiszorg tot 7 dagen per week, 24 uur per dag. Uitbreiding van de dagverzorging en spreiding over meerdere locaties. Inzet van vrijwilligersorganisaties voor sociaal huisbezoek en het ondernemen van activiteiten met de hulpvrager. Uitbreiden van tijdelijke verblijfsmogelijkheden bij ziekte of afwezigheid van de mantelzorg, het verstrekken van hulpmiddelen etc.
Hoe groot is de groep met de wens tot zelfstandig wonen in een complex waar de zorg dichtbij is? Dit is een vraag naar de behoefte aan aanleunwoningen en/of zogenaamde “VPTcomplexen”. (Volledig Pakket Thuis. Zelfstandig wonen in een complex waar 24 uur per dag een zorgverlener aanwezig is). Ook met deze doelgroep is niet gesproken. Uitgaande van de huidige praktijk en het gemak voor mantelzorgers dat zij hun hulpbehoevend familielid in goede handen kunnen achter laten, mag verwacht worden, dat deze behoefte groot zal zijn. In elk geval bij de mantelzorgers. Het geeft hen rust, zekerheid en meer vrijheid in hun persoonlijk leven. De hulpbehoevende zal echter moeten verhuizen. Dat is op oudere leeftijd vaak niet aantrekkelijk. Verhuizen op een moment dat iemand nog redelijk gezond is heeft dan ook de voorkeur. Om 24 uur per dag één of meerdere zorgverlener(s) in een complex te kunnen betalen is er echter een ruime zorgvraag nodig. Een suggestie is in deze om één of meerdere complexen te realiseren van bijvoorbeeld 60 woningen/appartementen, waarvan er 30 bewoond worden door mensen met een ruime zorgbehoefte en de overige 30 door ouderen of gehandicapten met geen of een lage zorgbehoefte. Zo is de kans groot, dat er altijd 24-30 zorgvragers (het absoluut noodzakelijke minimum) in het complex wonen, waardoor de zorg gegarandeerd
21
kan worden. Dit laatste is een belangrijk verhuisargument. Ook te gebruiken door de verhuurder. Gezien de huidige wachtlijst lijkt vooralsnog één dergelijk complex voldoende.
Welke relatie heeft bovenstaande met de verschillende inkomensklassen? Het CBS heeft gegevens over de inkomensklassen van de Arubaanse bevolking (Zie bijlage). Er is niets bekend over de relatie tussen inkomen en zorgbehoefte. Uitgangspunt kan zijn, dat mensen met een lager inkomen sneller een beroep doen op door de overheid/verzekeraar betaalde professionele hulp. Dit omdat zij zelf niet in staat zijn om bijvoorbeeld een particuliere hulp te betalen. Als dit uitgangspunt wordt gehanteerd, dan ligt het voor de hand, dat bij het realiseren van bijvoorbeeld bouwprojecten het huren van een woning ook voor de minder rijken haalbaar en betaalbaar is. Er kan uiteraard tevens worden gekozen voor een luxe resort voor de mensen die meer te besteden hebben. Het ligt niet voor de hand hier veel overheidsgeld in te investeren. Welke soorten verpleegzorg moeten we aanbieden en hoe moeten deze worden verdeeld over de locaties? Het begrip verpleegzorg impliceert de 24 uurs aanwezigheid van verzorgend of verplegend personeel. Dit is zorg die, alleen als het niet anders kan, wordt aangeboden in een verpleeghuis of een daarmee vergelijkbaar complex. Dit doet zich met name voor bij dementerende mensen, meestal ouderen. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen mensen met een somatisch probleem en mensen met een psycho-geriatrische aandoening. Mensen met een somatisch probleem kunnen meestal langer zelfstandig blijven wonen dan dementerenden. Voor beide groepen geldt, dat eerst zoveel mogelijk voorliggende voorzieningen worden ingezet om opname in een verpleeghuis te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen. Er kan onderscheid worden gemaakt in revalidatie, tijdelijk verblijf, langdurige zorg en hospicezorg (zorg voor de stervenden). Revalidatie is met name gericht op herstel van lichamelijke/mentale functies. Dit is behandeling, die soms gepaard gaat met een tijdelijk verblijf in een instelling. Samenwerking met het ziekenhuis is in dit geval onontbeerlijk. Revalidatie is een gespecialiseerd proces en moet niet versnipperd worden aangeboden. De deskundigheid van de hulpverleners blijft hoog als deze zorg wordt geconcentreerd. Vanwege de samenwerking, het transport en de beschikbaarheid van onderzoeksmogelijkheden gaat de voorkeur uit naar een locatie in de buurt van het ziekenhuis. Om de 24 uur personele bezetting betaalbaar te houden – met name de nachtdienst is een dure voorziening die gedeeld kan worden - is een combinatie met een verpleeghuis of ander 24 uurs
22
zorgcomplex raadzaam. De omvang kan in samenspraak met het ziekenhuis en de zorgverzekeraar worden vastgesteld. Tijdelijk verblijf kan nodig zijn na ziekenhuisopname. Er is dan geen medische reden om in het ziekenhuis te blijven, maar nog wel een zorgvraag op ander gebied. Dit kan ook een wenselijk verblijf zijn van een particulier, die de kosten zelf wil en kan dragen. Tijdelijk verblijf kan een voorloper zijn op langdurig verblijf in een verpleeginstelling. Dit tijdelijk verblijf wordt dan gebruikt om een crisis thuis op te vangen (De mantelzorg kan het bijvoorbeeld niet meer aan), of om de mantelzorg tijdelijk te ontlasten of een korte afwezigheid van de mantelzorg te overbruggen (bijvoorbeeld vakantieopvang) Tijdelijk verblijf is ook mogelijk als vakantie verblijf. Het kan ook de keus zijn van de (meestal somatisch) hulpbehoevende om het eigen huis even te verruilen voor een vakantieadres. Dat zal misschien niet door een inwoner van Aruba geïnitieerd worden, maar kan wel degelijk gewenst zijn bij toeristen. Ontwikkeling van een “zorghotel” kan een winstgevend bedrijf worden. Toerisme is de belangrijkste inkomstenbron van Aruba. Er zijn zeker veel hulpbehoevenden en gehandicapten (elders in de wereld) die er veel voor over zullen hebben om op Aruba vakantie te vieren met de zekerheid van goede zorg. Voor partners van een hulpbehoevende toerist is een dergelijk hotel ook een uitkomst. Die partner kan ook eens iets voor zichzelf doen en daarbij de ander met een gerust hart in het zorghotel achter laten. Langdurig verblijf is meestal voor de rest van het leven. Vooral dementerenden die een gevaar zijn voor zichzelf of voor anderen en zij die “dwaalgedrag” vertonen, komen hiervoor in aanmerking. Daarnaast kan er een beperkte groep mensen zijn met lichamelijke problemen, die een langdurig verblijf in een verpleeghuis noodzakelijk maken. De meeste mensen met een somatische aandoening kunnen echter met de juiste thuiszorg heel lang thuis blijven wonen of zelfstandig in een VPT- complex of aanleunwoning. Gezien het grote aantal dementerenden behoort spreiding van de voorzieningen tot de mogelijkheden. Ook bij spreiding kan er voor voldoende omvang gezorgd worden. Zeker gezien de toenemende vraag. Met spreiding wordt bereikt, dat mensen zo dicht mogelijk bij hun familie en vrienden kunnen blijven wonen. Dat maakt het bezoeken van een dement familielid qua afstand ook makkelijk. (er zijn helaas veel dementerenden die eenmaal in het verpleeghuis opgenomen aan hun lot worden overgelaten). Ook voor vrijwilligers is de locatie dan gemakkelijker te bereiken. Rekening houdend met het minimaal aantal bewoners per complex zijn 3 – 5 locaties goed haalbaar. Bij de spreiding kan rekening gehouden worden met de CBS gegevens betreffende de geografische verdeling van de ouderen (zie bijlage).
23
Hoe kan er ingespeeld worden op (tijdelijke) verpleegzorg van andere (jongere) doelgroepen? Als er sprake is van aanleunwoningen, tijdelijke opnameplaatsen, een zorghotel, VPT complexen, een revalidatiecentrum en verpleeghuizen, dan moeten hier mogelijkheden gevonden worden om andere en jongere mensen die daar behoefte aan hebben een plek te geven. Hier hoeven geen aparte voorzieningen voor worden gebouwd. Hospicezorg is een vorm van zorg gericht op de laatste drie maanden van het leven. Het is een vorm van specialistische verpleging, waarbij verblijf gecombineerd wordt met specifieke aandacht voor de allerlaatste periode van het leven. Aandacht voor de stervende en de naasten. Mensen overlijden het liefst thuis in de nabijheid van hun naasten. Dat is niet altijd mogelijk. Het ziekenhuis of het verpleeghuis is dan een erg klinisch alternatief. Het is dan fijn, als er een specifieke plek is zoals een hospice of bijna-thuis- huis, waar men in alle rust, met de juiste verzorging en begeleiding en vrij van pijn, jeuk en andere symptomen kan leven en overlijden. Voor Aruba zijn tien kamers in één of twee specifieke units waarschijnlijk voldoende.
Hoe kunnen we met nieuwe activiteiten aanvullende inkomstenbronnen creëren ter aanvulling van de zeer beperkte middelen? Prioriteit heeft het vermijden van kosten. Dit kan vooral door samenwerking. Maar ook door andere organisaties de investering te laten doen. Bijvoorbeeld bouwen door de woningcorporatie of door projectontwikkelaars. De kosten van huur of koop vervolgens laten dragen door de gebruiker en niet door de overheid. Resteert het dragen van kosten voor algemene ruimtes/voorzieningen. Hierboven zijn voor het verwerven van extra inkomsten al een paar suggesties gedaan. Met name op het gebied van maaltijden en zorgtoerisme. De SABA beschikt over goed geoutilleerde keukens, waar voor een grotere groep mensen maaltijden bereid kunnen worden. Daarnaast kunnen extra inkomsten gegenereerd worden uit eigen bijdragen van hulpvragers (eventueel naar draagkracht) en de verhuur van aanleunwoningen of VPT appartementen. Ook de bemiddeling bij het verkrijgen van particuliere (thuis-)zorg kan winstgevend zijn. Zeker in het hogere segment van verpleegkunde. Hierbij zou een aanbod gedaan kunnen worden op het gebied van begeleiding van Arubaanse vakantiegangers naar elders in de wereld (vakantiebegeleiding). Het voor hulpbehoevende inwoners van Aruba regelen van zorg en hulpmiddelen op het vakantie adres hoort ook tot de mogelijkheden. Er zijn heel veel fondsen die graag geld geven aan goede doelen, mits er een goede onderbouwing ligt. CeDe kan hier ook een rol in spelen. Het kan zinvol zijn om iemand speciaal te belasten met fondsenwerving. Die persoon verdient zich terug. Tenslotte het promoten van de schenking van nalatenschappen.
24
Er zijn met elkaar vast nog meer potentiële winstmakers te bedenken. Het meest eenvoudig is het vermarkten van dingen die je al doet: weinig extra kosten, meer netto inkomsten. Zeker als de overheid en de zorg- en welzijnsorganisaties de handen ineen slaan zullen er mogelijkheden ontstaan. De kunst is om de juiste keuzes te maken. Ik wens eenieder daarbij veel wijsheid en veel succes. Goes, 30 september 2014
25
Geraadpleegde literatuur “The importance of conducting research on ageing and health in Aruba”, Desiree Helder, CBS, Aruba, 2013. “Geprojecteerde beddencapaciteit t.b.v. ouderen met verpleegindicatie”, presentatie ministerie van Sociale zaken, 2011 “The prevalence of disability in Aruba”, CBS, Aruba, 2011 “Indicatie- en toewijzingscommissie”, Presentatie aan de directie en staf van de SABA, 2013 “Snelle vergrijzing vraagt om aandacht op Aruba”, Bearingpoint, 24 november 2011 “Congres over ouderenzorg Aruba”, Bearingpoint, 10 maart 2012 “Arubaanse bejaardenzorg in de knel wegens bezuinigingen”, Bearingpoint, 23 april 2014 “Na Unda Mi Placa Ta Bai”, CBS, 2011 “Vierde volks- en woningtelling Aruba”, Leefomstandigheden van bejaarden op Aruba, CBS, februari 2002 “Alzheimer and Aging in Aruba”, CBS & the Alzheimer Foundation Aruba, 2011 “The dynamics and consequences of population ageing”’ CBS, 2011 “Census 2010 paper: Ageing on Aruba”, CBS, 2011 “Senioren op de woningmarkt”’ RIGO, 2009
26
Bijlagen
27
28
29
30
31
32