ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
Vragenlijst, steekproef en respons Het ‘leefsituatieonderzoek 2008’ (LFS 2008) is gehouden in september 2008. Het onderzoek is gehouden onder leden van het lelystadspanel en aangevuld met een willekeurige (aselecte) steekproef. Op het moment van het onderzoek bestond het panel uit 1.666 leden. Hiervan hebben 1.374 (82% respons) aan het onderzoek deelgenomen. Panel leden hadden de optie om de vragenlijst digitaal in te vullen; 75% maakt hier gebruik van. De andere respondenten hebben een schriftelijke vragenlijst ingevuld. De aanvullende steekproef is onder 3.000 inwoners verspreid en 1.016 (34%) mensen hebben de vragenlijst ingevuld terug gestuurd. In totaal hebben 2.390 mensen meegewerkt aan het onderzoek. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. De uitkomsten van deze enquête kennen een bepaalde mate van onzekerheid, vanwege het feit dat er met een steekproef uit de bevolking wordt gewerkt. De mate waarop het ‘werkelijke getal’ kan afwijken van de steekproefschatting is afhankelijk van het aantal respondenten in de steekproef. De mogelijke afwijking wordt groter – en dus minder nauwkeurig – naarmate de steekproef kleiner is en/of de schatting de 50% nadert, zoals in tabel 1 wordt weergegeven. Tabel 1 Afwijkingsmarges rondom schattingen naar steekproefgrootte Steekproefgrootte
5%
20%
35%
50%
50
6
11,1
13,2
13,9
100
4,3
7,8
9,3
9,8
200
3
5,5
6,6
6,9
400
2,1
3,9
4,7
4,9
800
1,5
2,8
3,3
3,5
1.000
1,4
2,5
3
3,1
3.000
0,8
1,4
1,7
1,8
De kans bestaat dat het ‘werkelijke getal’ ook buiten de marges van tabel 1 valt. Die marges zijn zo berekend dat 95% van de steekproefschattingen wél binnen de afwijkingsmarge vallen. Wil men echter 99% zekerheid, dan worden de afwijkingsmarges groter. Deze zekerheid noemt men de ‘betrouwbaarheid’. Overeenkomstig de landelijke richtlijnen voor beleidsonderzoek worden de schattingen in dit onderzoek met de
afwijkingsmarges van een 95% betrouwbaarheid geïnterpreteerd. We spreken in dit onderzoek van een relatie (bijvoorbeeld tussen leeftijd en waardering voor vrijetijdsvoorzieningen) als de kans dat deze relatie niet voor alle inwoners op gaat, minder dan 1% is. In de rapportages wordt dan gesproken in termen als ‘aanzienlijk’, ‘behoorlijk’, ‘in belangrijke mate’ of ‘noemenswaardig’. Weging Om uitspraken over ‘alle inwoners’ te kunnen doen is een weging toegepast. De respondenten zijn ingedeeld op leeftijdscategorie (4), sekse (2) en klasse van de woning (5). Op basis van deze drie kenmerken zijn de respondenten ‘herwogen’ om te zorgen dat alle (4 x 2 x 5 =) 40 bevolkingsgroepen evenredig zijn vertegenwoordigd. In het leefsituatieonderzoek van 2004 en 2006 zijn de respondenten ook gewogen op opleiding. In 2008 is de weging ook aangepast. Voor dit onderzoek is de verhouding gebruikt zoals die gevonden is in het onderzoek Beroepsbevolking en pendel 2007 van de provincie Flevoland. Het opleidingsniveau van 65+ is gebaseerd op de Seniorenenquête 2004 van de GGD Flevoland. Verder is om te voorkómen dat bepaalde respondenten ‘te zwaar’ wegen, bij de weging een maximum gewicht van 4,0 toegepast. Geen van de respondenten weegt zwaarder dan het maximum, dus in de analyse wordt er met 2.390 respondenten gewerkt. Wijkindeling In tabel 2 staat de wijkindeling en welke buurten er in deze wijken liggen. Tabel 2: Wijk- en buurtindeling Zuiderzeewijk (Noordoost) Atolwijk (Noordoost) Boswijk (Zuidoost) Waterwijk (Zuidoost) Schepenwijk-Midden (KeKoGoSc , De Bolder) (Noordwest) Kustwijk (Noordwest) Havendiep (Botter) (Zuidwest) Haven (Zuidwest) Overig Lelystad
Zuiderzeewijk, Lelycentre, Groene Velden, Jagersveld Atol-West, Atol-Oost, ArchipelRozengaard, Oostrandpark Archipel, Rozengaard, Beukenhof, Wold, Horst, Kamp, Griend, Zoom Waterwijk, Landerijen Kempenaar, Kogge, Gondel, Schouw, Hanzepark Punter, Jol, Galjoen, Kuststrook, Karveel, Boeier, Golfpark, Golfresort, Parkhaven Botter, Tjalk, Schoener, Landstrekenwijk Lelystad-Haven, Hollandse Hout Stadshart, Industrie, Buitengebied
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
De wijkindeling die in de rapportage gebruikt wordt komt overeen met de indeling die de gemeente Lelystad hanteert. Achtergrondkenmerken Respondenten uit het onderzoek worden op basis van een onderstaande persoonsen gezinskenmerken ingedeeld. Geslacht Net als in de rest van Nederland ligt de verhouding man-vrouw in Lelystad rond de 50%-50%. De repsons onder mannen is echter lager 43%; tegenover 57% respons onder vrouwen. Door een herweging benaderen we dezelfde verhouding als in de hele populatie. Tabel 3: Responsverdeling (gewogen) naar geslacht Mannen
Vrouwen
Totaal
638
683
1321
Steekproef respons
543
525
1068
Gewogen respons totaal
1181
1208
2389
Panel respons
Leeftijd Jongeren en jongvolwassenen doen in het algemeen minder vaak mee aan een onderzoek. Dit geldt ook voor dit onderzoek. Van de 18-29 jarigen heeft slechts 22% de vragenlijst ingevuld. Onder personen van 55+ is de respons aanzienlijk hoger: 49%. Herweging voorkómt over-, of ondervertegenwoordiging van een van de leeftijdsgroepen. In tabel 4 staat de respons per leeftijdsgroep en de gewogen respons. Tabel 4: Responsverdeling naar leeftijd
18-29 jaar 30-39 jaar 40-54 jaar 55 plus
Panel respons (ongewogen)
Aselect respons (ongewogen)
Gewogen respons
10%
13%
20%
17%
17%
21%
30%
28%
29%
44%
42%
30%
Klasse van de woning De weging in 2008 wijkt enigszins af van de weging toegepast in eerdere jaren. De weging op stadsdeel is in 2008 veranderd in een weging op ‘klasse van de woning’. Een weging op stadsdeel werd dit jaar
niet wenselijk geacht, omdat de repons van de steekproef verhoudingsgewijs overeenkomt met de verdeling over de stadsdelen in de totale bevolking. Er is daarom gekozen om op basis van postcode gebied een gemiddelde WOZ-waarde uit te rekenen. Op basis van de verdeling van de gemiddelden is er een klasse-indeling bepaald. Uit tabel 6 valt een ondervertegenwoordiging van de twee laagste klassen en oververtegenwoordiging van twee hoogste woningklassen af te lezen. Deze scheve verdeling wordt rechtgezet door de weging. Tabel 5. Klasse-indeling van de woning Panel Aselect KlasseGemid WOZ respons respons indeling
(€) x 1.000
Totaal gewogen
Klasse 1
Tot 133
12%
12%
16%
Klasse 2
133-150
20%
22%
25%
Klasse 3
150-180
21%
25%
23%
Klasse 4
180-270
26%
24%
19%
Klasse 5
270 en hoger
21%
17%
16%
Opleidingsniveau De respons is tenslotte op opleidingsniveau gewogen. Door middel van de weging wordt de oververtegenwoordiging van hoger opgeleiden gecorrigeerd. Als referentiekader voor de verdeling van het opleidingsniveau in Lelystad zijn het 1 onderzoek van de Provincie Flevoland in 2007 , de cijfers van het CBS in 2006 en de Seniorenenquête 20042 van de GGD Flevoland gebruikt. Tabel 6: Responsverdeling naar opleidingsniveau
Laag opgeleid Middelbaar opgeleid Hoog opgeleid
Provincie Flevoland 2007 (18-64 jaar)
GGD Flevoland 2004 (65+ jaar)
Gewogen respons LFS 2008 (18 jaar en ouder)
27%
42%
29%
46%
42%
45%
27%
16%
26%
1 De provincie Flevoland heeft in 2007 een onderzoek gedaan naar de beroepsbevolking en pendel. Aan dit onderzoek hebben 1.608 mensen van 15 t/m 64 jaar deelgenomen. 2 De GGD Flevoland heeft in 2004 een enquête onder senioren (55+) gehouden. De verhouding van het opleidingsniveau is na consultatie met GGD aanpast voor tijd (van 2004 naar 2008) en leeftijd (deel in leeftijdsgroep 55-64 jaar dat nu 65+ is).
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
Huishoudensituatie De huishoudsamenstelling is een persoonskenmerk waarop geen weging wordt toegepast. Op basis van GBA gegevens schat O&S de mate waarin vijf soorten huishoudens in Lelystad voorkomen. In de rechterkolom van tabel 7 is de schatting samengevat. Uit de tabel is te zien dat het aandeel respondenten die alleen een huishouden heeft ondervertegenwoordigd is, met name ten gunste van mensen die met partner en kinderen een huishouden heeft. Die verschillen hebben een simpele verklaring: de steekproef omvat individuele inwoners en niet (vertegenwoordigers van) individuele huishoudens. De kans dat iemand uit een tweepersoonshuishouden aan het onderzoek meewerkt is dan ongeveer het dubbele van iemand uit een éénpersoonshuishouden. Deze nuance is van belang voor de interpretatie van de resultaten: de conclusies gelden voor alle inwoners (tussen 18 en 79 jaar) en niet voor alle huishoudens. Tabel 7: Responsverdeling naar huishouden
1 persoonshh. 2 persoonshh. 1 oudergezinnen 2 oudergezinnen Anders
Gewogen Totaal
Schatting O&S
18%
27%
35%
29%
5%
5%
39%
22%
3%
18%
Vragenlijst met frequentieverdelingen Op de volgende pagina’s wordt de vragenlijst weergegeven, zoals ze aan de mensen uit de steekproef is voorgelegd. De frequentieverdeling slaat echter op alle respondenten die en geldig antwoord gegeven hebben. De antwoorden op de vragen zijn in percentages vermeld, na herweging om steekproef verschillen in geslacht, leeftijd en stadsdeel te corrigeren. De percentages zijn steeds berekend ten opzichte van alle ‘geldige’ antwoorden op de vraag. Hiermee worden ‘geen mening’ of ‘weet niet’ als ‘ongeldig’ beschouwd, alsmede ‘niet van toepassing’ of geen antwoord. Per vraag zal een optelling van afzonderlijke antwoordcategorieën niet altijd op 100% uitkomen of door afrondingsverschillen en/of doordat respondenten meerdere antwoorden konden geven. Bij veel vragen hebben respondenten de optie om ‘weet niet / geen mening’ als antwoord te geven.
Het percentage dat deze optie heeft aangekruist – of helemaal geen antwoord heeft aangekruist – is slechts bij vragen vermeld waarvan het voor meer dan 5% van alle respondenten geldt. Om de respons van ‘moeilijk bereikbare doelgroepen’ te verhogen is bij een selecte groep van 500 respondenten de steekproef aan huis opgehaald. De 500 respondenten zijn geselecteerd op ‘wonend in slecht responderende buurten’ en niet-westerse herkomst.
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
ALGEMENE VRAGEN Eerst vragen wij enkele persoonlijke gegevens. Hiermee kunnen wij niet achterhalen wie u bent. Wél zijn die gegevens voor ons van groot belang om nuances tussen stadbewoners aan te brengen. Wij vragen bijvoorbeeld uw (volledige) postcode om straks, bij de vragen over ‘uw buurt’, het gebied te kunnen aanduiden waarover u een oordeel hebt uitgesproken. A.1
Wat is de postcode van uw woonadres? (s.v.p. twee cijfers én twee letters invullen)
Postcode:
A.2
8 2
* Individueel kenmerk: op basis hiervan wijkindeling gemaakt
Bent u een man of een vrouw? 49
Man
51
Vrouw
A.3
Wat is uw geboortejaar?
1 9 A.4
A.5
* Individueel kenmerk: op basis hiervan leeftijdsindeling gemaakt
Bent u zelf of is één van uw ouders buiten Nederland geboren? Ja * Individueel kenmerk: i.c.m A.5 herkomstverdeling gemaakt Nee
ga door naar vraag A.6
Weet niet
ga door naar vraag A.6
Wilt u in onderstaande schema het geboorteland of -regio van u en uw ouders aankruisen? zelf geboren
moeder geboren
vader geboren
In Nederland In Nederlandse Antillen / Aruba In Nederlands-Indië / Indonesië In Marokko In Suriname In Turkije Elders in Europa / Noord-Amerika Elders buiten Europa / Noord-Amerika Weet niet
A.6
Welke huishoudensituatie is het meest op u van toepassing?
35%
ga door naar vraag A.9 Twee volwassenen, geen (thuiswonende) kinderen
39%
Twee volwassenen met thuiswonende kind(eren)
18%
Alleenstaand
5%
Eén ouder met thuiswonend(e) kind(eren)
3%
Anders
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
A.7
Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden (inclusief uw zelf)? 17
Een persoon
6
Vijf personen
39
Twee personen
2
Zes personen
16
Drie personen
1
Meer dan zes personen
18
Vier personen
A.8
Hoeveel personen daarvan zijn jonger dan 18 jaar? 64 15 15
A.9
Geen
4
Drie personen
Een persoon
1
Vier personen
Twee personen
0
Meer dan vier personen
Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 1
Geen
4
Lager onderwijs (Lager onderwijs, basisschool, speciaal onderwijs)
18
Lager en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (VGLO, MULO, MAVO, VMBO theoretische of gemengde leerweg)
13 6
Hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO, HBS, VWO, MMS, Gymnasium, etc) Lager beroepsonderwijs (LTS, LHNO, LEAO, LAS, Ambachts- en Huishoudschool, LBO, VBO, VMBO basis of kaderberoepsgerichte leerweg)
32
Middelbaar beroepsonderwijs (MTS, UTS, MEAO, INAS, CIOS, MBO)
20
Hoger beroepsonderwijs (HTS, HEAO, HBO, Lerarenopleiding, ALO, Sociale Academie)
6
A.10
Welke van de volgende situaties is op u het meest van toepassing? (s.v.p. slechts één aankruisen) 7
Student, scholier, stagiair
3
Werkzoekend zonder werk
61 7 14
A.11
Wetenschappelijk onderwijs (Universiteit e.d.)
Werkzaam in loondienst, eigen bedrijf of praktijk, via uitzendbureau, enz. Werkzaam in eigen huishouding Gepensioneerd / AOW / VUT / FPU / rentenier
6
Arbeidsongeschikt, invalide
3
Werkzaam als vrijwilliger Hoeveel uur per week gemiddeld verricht u werk (en uw eventuele partner indien u samen een huishouden deelt)? U kunt meerdere categorieën invullen. Denk hierbij aan een doorsnee week uit uw leven de afgelopen maand. Uzelf
23
Uw eventuele partner
32,2
uur betaald werk
14,1
uur onbetaald werk (huishoudelijk, vrijwilligerswerk)
Ik verricht geen werk
32,7 14,9 17
uur betaald werk uur onbetaald werk
Mijn partner verricht geen werk
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
A.12
Waar werkt u indien u buitenshuis werkt? Uzelf
Uw eventuele partner
26
Niet van toepassing
28
Niet van toepassing
14
In de buurt waar ik woon
11
In de buurt waar wij wonen
36
Elders in Lelystad
36
Elders in Lelystad
15
Buiten Lelystad, in Flevoland
16
Buiten Lelystad, in Flevoland
27
Buiten Flevoland
30
Buiten Flevoland
8
Geen vast werkadres
7
Geen vast werkadres
*
Weet niet / geen mening
*
Weet niet / geen mening
Hoeveel bedraagt het netto maandinkomen van uw huishouden (inclusief vakantiegeld en
A.13
exclusief kinderbijslag)? 9
Minder dan € 950 per maand
10
Tussen de € 950 en € 1.300 per maand
18
Tussen de € 1.301 en € 1.700 per maand
36
Tussen de € 1.701 en € 2.950 per maand
27
Meer dan € 2.950 per maand
A.14
Kunt u aangeven welke van de volgende zaken u, of iemand anders van uw huishouden, bezit? Indien u iets niet bezit: Is dat dan om financiële redenen? Indien niet in bezit: Is dat Bezit?
om financiële redenen?
ja
nee
ja
nee
Auto
83
17
55
45
DVD-speler (niet bedoeld wordt een dvd-speler in pc)
92
8
21
79
Magnetron
93
7
19
81
Vaatwasmachine
72
28
23
77
Personal Computer (geen spelcomputer)
93
7
46
54
A.15
Als u uw tevredenheid met de financiële middelen van uw huishouden met een rapportcijfer van 1 tot en met 10 zou moeten beoordelen (waarbij 1 betekent dat u er zeer ontevreden mee bent en 10 betekent dat u er zeer tevreden mee bent), welk cijfer kiest u dan? Rapportcijfer (s.v.p. per regel één hokje aankruisen) Gemiddelde: 7,0
A.16
1 1%
2 1%
3 2%
4 4%
5 8%
6 15%
7 28%
8 28%
9 9%
De gemeente is in 2007 gestart met een communicatiecampagne onder de naam "Meedoen mogelijk maken". Heeft u wel eens van deze campagne gehoord?
12
Ja
88
Nee
6
Weet niet
10 4%
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
B. WONING De volgende reeks vragen gaan over uw woonsituatie: uw woning. B.1
In welk soort woning woont u? Is dat een:
11
Vrijstaande eengezinswoning
76
Eengezinswoning (rijtjeswoning, 2 onder 1 kap)
9
Appartement, flat, boven- of benedenwoning, etagewoning, portiekwoning, maisonnette
2
Zelfstandige ouderenwoning, aanleunwoning, serviceflat
1
Jongeren-, studenten-, verpleegstersflat of -huis
1 0
B.2
Woning met winkel en/of werkplaats, deel van een bedrijfsgebouw, boerderij of woning bij tuindersbedrijf Ander woningtype (woonboot, caravan, barak, vakantiewoning e.d.) Bent u, of is één van de leden van uw huishouden, eigenaar van de woning?
74
Ja
26
Nee
B.3
Hoeveel slaap-, woon, en studeer- of werkkamers zijn er in uw woning? Ruimten die uitsluitend in gebruik zijn voor bedrijf of beroep tellen niet mee. gemiddeld 4,5
B.4
kamers
Hoeveel vierkante meter is de oppervlakte van uw woonkamer? Als u het niet precies weet, mag u schatten. gemiddeld 39,9
m²
C. VEILIGHEID Het volgende blokje gaat over veiligheid. C.1
Voelt u zich wel eens onveilig?
42
Ja
58
Nee
C.2
Voelt u zich vaak, soms, of zelden onveilig? 4
Vaak
59
Soms
37
Zelden
C.3
ga door naar vraag C.3
Voelt u zich wel eens onveilig … (s.v.p. één vakje per regel aankruisen) Ja
Nee
Weet niet
… in uw eigen buurt?
22
78
*
… elders in Lelystad?
47
53
7
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
C.4
Zijn er in uw wijk of buurt plekken of straten waar u ’s avonds liever niet alleen zou komen?
44
Ja
56
Nee
D. CONTACTEN Nu een paar vragen over contacten met anderen. Het gaat hierbij om ontmoetingen, telefonisch, schriftelijke, email contacten met familieleden, gezinsleden die niet bij u in huis wonen. De contacten kunnen zelfs met iemand in het buitenland zijn. Wél gaat het om een contact 'met inhoud', dus meer dan een groet of het doorsturen van een bericht. D.1
Hoe vaak heeft u contact met een of meer familieleden?
78 Minstens een keer per week
3 Minder dan een keer per maand 3 Zelden of nooit
13 Twee keer per maand 4 Een keer per maand
D.2 Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen? 67 Minstens 1 keer per week
3 Minder dan 1 keer per maand
20 2 tot 4 keer per maand
3 Zelden of nooit
7 1 keer per maand D.3 Hoe vaak heeft u contact met uw buren? 53 Minstens 1 keer per week 23 2 tot 4 keer per maand
7 Minder dan 1 keer per maand 10 Zelden of nooit
8 1 keer per maand D.4 Hieronder staan enkele uitspraken: wilt u aangeven of ze op u van toepassing zijn? U kunt telkens antwoorden met ja, soms of nee. Ja 85 2
Soms 13 16
Nee 2 81
Weet niet * *
5. Ik maak deel uit van een groep vrienden
87 76 55
10 20 15
3 5 30
* * *
6. Mijn sociale contacten zijn oppervlakkig
13
33
54
*
1. Er zijn mensen met wie ik goed kan praten 2. Ik voel me van andere mensen geïsoleerd 3. Er zijn mensen bij wie ik terecht kan 4. Er zijn mensen die me echt begrijpen
D.5
In welke mate vindt u zichzelf een gelukkig mens?
14 Erg gelukkig 64 Gelukkig 19 Niet gelukkig, niet ongelukkig 2 Niet zo gelukkig 1 Ongelukkig
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
E. VRIJETIJDSBESTEDING De volgende vragen gaan over uw vrijetijdsbesteding. E.1
Hoe vaak bent u afgelopen 12 maanden met vakantie geweest? Een vakantie is een verblijf buiten de eigen woning voor recreatieve doeleinden met tenminste vier opeenvolgende overnachtingen.
25 33
Geen enkele keer
42
Meer dan 1 keer
E.2 81 19
E.3
ga door naar vraag E.3
Eén keer
Bent u in de afgelopen 12 maanden in het buitenland op vakantie geweest? Ja Nee Bent u in het bezit van een abonnement voor het openbaar vervoer?
24 2
Ja, van de Nederlandse Spoorwegen (NS Jaarkaart, NS Trajectkaart, OV-kaart, kortingskaart)
4
Ja, van beide (zowel de Nederlandse Spoorwegen, als van bus, tram, metro)
70
Nee
E.4
Ja, van de bus, tram of metro
Hieronder staat een aantal soorten verenigingen en organisaties. Wilt u aangeven of u daar lid van bent of niet? Bent u lid van een:
1. Zang-, muziek- of toneelvereniging
ja 5
nee 95
2. Sportvereniging
35
65
3. Hobbyvereniging
8
92
4. Politieke organisatie
7
93
5. Vakbond, werknemers- of werkgeversorganisatie
22
78
6. Bibliotheek
35
65
7. Vereniging met godsdienstig doel (geen kerkgenootschap)
6
94
8. Overige vereniging(en) of organisatie(s)
24 zie*
76
* Indien u ook lid bent van overige vereniging(en) of organisatie(s): van hoeveel verenigingen of organisaties is dat dan?
E.5
gemiddeld 2,1 verenigingen/ organisaties
Heeft u de afgelopen 12 maanden een sport beoefend? Niet: vissen en denksporten zoals schaken, dammen of kaarten.
58 42
E.6
Ja Nee ga door naar vraag E.8 Hoeveel sporten beoefende u totaal?
gemiddeld 1,7
sporten
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
E.7
Hoe vaak sport u gemiddeld?
12
Minder dan 1 keer per maand
13
1 tot 3 keer per maand
32
1 keer per week
43
Vaker, namelijk
gemiddeld 3,2
keer per week
De volgende vragen gaan over uitgaan. E.8
Wilt u aangeven hoe vaak u in de afgelopen 12 maanden de volgende culturele voorzieningen heeft bezocht? Niet bezocht
1 keer per
2-3 keer per
4-11 keer per
1 keer per
jaar
jaar
jaar
maand of vaker
1. Concert van klassieke muziek
86
9
3
1
0
2. Popconcert
73
16
8
2
1
3. Opera
95
4
1
0
0
4. Toneelvoorstelling
76
15
9
1
0
5. Balletuitvoering
92
6
1
0
0
6. Cabaretvoorstelling
68
19
11
2
0
7. Musical
70
22
7
1
0
8. Film
47
19
22
9
2
9. Museum
55
18
19
7
1
10. Dansavond of houseparty
83
5
6
3
2
E.9
Heeft u hobby’s? Zoals musiceren, zingen, ballet, toneelspelen, schilderen of tekenen, handwerken, ‘doe-het-zelven’, verzamelen, computeren, wandelen of fietsen.
87 Ja 13 Nee
Zo, ja hoeveel?
gemiddeld 3,0
hobby’s
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
F. VRIJWILLIGERSWERK Wij willen u een aantal vragen stellen over vrijwilligerswerk. Als voorbeeld van vrijwilligerswerk kunt u bijvoorbeeld denken aan informele hulp aan zieken of ouderen in de buurt, kantinewerk, bestuurswerk, organisatie van evenementen. Het gaat in elk geval om bezigheden die u onverplicht en onbetaald doet. Hieronder zijn een aantal organisaties of verenigingen waarvoor men onbetaald vrijwilligerswerk kan doen. F.1 Doet u vrijwilligerswerk voor een: ja nee 3 97 1. Zang-, muziek- of toneelvereniging 2. Sportvereniging
11
89
3. Hobbyvereniging
3
97
4. Politieke organisatie
3
97
5. Vakbond, werknemers- of werkgeversorganisatie
3
97
6. Bibliotheek
1
99
7. Godsdienstige of levensbeschouwelijke organisatie
10
90
13
87
12
88
7
93
3
97
12 zie*
88
8. School, crèche of peuterspeelzaal (bv. oudercommissie, schoolbestuur of andere hulp op school)
9. Buren-, bejaarden- of gehandicaptenhulp 10. Een organisatie met maatschappelijke doelen (bv. mensenrechten, natuur- of dierenbescherming)
11. Een buurtvereniging of buurtcentrum 12. Overige vereniging(en) of organisatie(s)
* Indien u ook actief bent voor overige vereniging(en) of organisatie(s): voor hoeveel verenigingen of organisaties is dat dan? gemiddeld 1,6
verenigingen / organisaties
F.2. Hoeveel uur per week verricht u gemiddeld vrijwilligerswerk? Denk hierbij aan een doorsnee week uit uw leven in het afgelopen jaar gemiddeld 5,1
uur per week
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
G. TEVREDENHEID Dan volgen nu enkele vragen over uw tevredenheid met onderdelen van uw leefsituatie. U kunt steeds een rapportcijfer geven van 1 tot en met 10, waarbij 1 betekent dat u er zeer ontevreden mee bent en 10 betekent dat u er zeer tevreden mee bent. G.1
Hoe tevreden bent u met: Rapportcijfer (s.v.p. per regel één hokje aankruisen) 1
2
3
4
5
6
1. Uw woning?
gemiddeld 7,7
1%
0%
1%
2%
3%
7%
22% 39% 16%
9%
2. Uw woonomgeving?
gemiddeld 7,2
1%
1%
2%
2%
6%
13% 27% 31% 11%
5%
3. Uw vrienden en kennissenkring?
gemiddeld 7,7
1%
1%
1%
1%
3%
7%
7%
4. Uw maatschappelijke positie?
gemiddeld 7,1
2%
1%
2%
2%
6%
13% 31% 33%
8%
3%
5. De opleiding die u (tot nu toe) heeft gehad?
gemiddeld 7,3
1%
1%
2%
2%
5%
11% 29% 35% 10%
4%
6. Het leven dat u op dit moment leidt?
gemiddeld 7,5
1%
1%
1%
1%
5%
9%
gemiddeld 6,0
2%
2%
4%
7%
16% 28% 28% 11%
7. De Nederlandse samenleving?
G.2
7
8
9
10
23% 38% 18%
25% 36% 16% 2%
Over het geheel genomen, vindt u dat uw persoonlijke leefsituatie het afgelopen jaar is verbeterd of verslechterd? 34
Verbeterd
51
Nauwelijks veranderd
15
Verslechterd
*
Weet niet
H. HULP AAN BEKENDEN (MANTELZORG) De volgende vragen gaan over het verlenen van mantelzorg. Mantelzorg is de zorg die u geeft aan een bekende uit uw omgeving, zoals uw partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg wordt niet betaald. (N.B. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger). Het gaat niet om de normale huishoudelijke verrichtingen in uw eigen huishouden. H.1
Geeft u momenteel mantelzorg of heeft u de afgelopen 12 maanden mantelzorg gegeven? 16 5 77
H.2
Ja, ik geef die mantelzorg nu nog Ja, maar ik geef die mantelzorg nu niet meer Nee
ga nu door naar vraag I.1
Voor wie zorgt u (of heeft u gezorgd)? (Indien u voor meer personen zorgt/zorgde, graag degene aankruisen voor wie u het meest zorgt/zorgde)
26 Iemand uit eigen gezin (partner of kind) 40 Ouder of schoonouder 11 Ander familielid (broer, zus, zwager, schoonzus, e.d.) 13 Een vriend/ vriendin/ kennis 8 Iemand uit de buurt 2 Anders, namelijk
5% 1%
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
H.3
Waaruit bestaat (of bestond) de zorg? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk) 57 26
Hulp in de huishouding (boodschappen, huishouding e.d.) Klaarmaken van de warme maaltijden
23
Hulp bij persoonlijke verzorging (wassen, aankleden e.d.)
19
Hulp bij medische verzorging
67
Gezelschap, troost, afleiding e.d.
55
Begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper e.d.)
46
Regeling geldzaken en/of andere administratie
11
H.4.
Anders, namelijk Hoeveel uur per week verricht(te) u gemiddeld deze zorg? Denk hierbij aan een doorsnee week uit uw leven in het afgelopen jaar Gemidddeld 10,9
H.5.
uur per week
Hoe lang geeft (of gaf) u deze persoon hulp of verzorging? (afronden naar hele maanden, minder dan 2 weken = 0 maanden, 2 tot 6 weken = 1 maand, etc.) gemidddeld 27,4
H.6
maand(en)
Sommige mensen voelen zich erg belast door de verzorging van een ander. Zij vinden de zorg zwaar en moeilijk vol te houden. Voor andere mensen geldt dat minder. Alles bij elkaar genomen, hoe belast voelt (of voelde) u zich ? 38 Niet of nauwelijks belast 42 Enigszins belast 13 Tamelijk zwaar belast 5 Zeer zwaar belast 2 Overbelast (kan de zorg eigenlijk niet meer volhouden)
H.7
Heeft u ondersteuning ontvangen om de belasting te verminderen ? 49 Nee, ik ontvang (ontving) geen ondersteuning Zo ja, van wie?: (meerdere antwoorden mogelijk) 77 familie / vrienden 5 10 2
het Steunpunt Mantelzorg mijn huisarts een vrijwilliger (geen familie of vriend)
31
een professionele zorgverlener
3
het Zorgloket van de gemeente
10
anders, namelijk….
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
Zou u (nog meer) ondersteuning willen ontvangen?
H.8
77 Nee, ik heb geen behoefte aan (meer) ondersteuning Zo ja, welke? 31 informatie en advies over de ondersteuningsmogelijkheden 31 9
praktische hulp (klussendienst e.d.) informatie over de ziekte van degene die ik help
13
contact met mensen die in dezelfde situatie zitten (lotgenoten)
16
iemand die tijdelijk de zorg van mij overneemt
18
iemand die de administratieve en/of juridische regeltaken overneemt
6 20
themabijeenkomsten / cursus over het verlenen van mantelzorg anders, namelijk….
I. GEZONDHEID Nu volgen tot slot enkele vragen over uw gezondheid. I.1
Heeft u last van een of meer langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps? Ook ouderdomsklachten of specifieke ouderdomsziekten tellen mee. 35
Ja
65
Nee
*
I.2
ga door naar vraag I.4
Weet niet Kunt u aangeven in welke mate u hierdoor belemmerd wordt?
Bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden thuis?
Sterk belemmerd 20
Licht belemmerd 54
Niet belemmerd 26
Uw vrijetijdsbesteding, bij het sporten of reizen?
30
49
21
21
48
31
Het uitvoeren van dagelijkse bezigheden op school/werk? (alleen beantwoorden als u 12 uur of meer per week werkt of een opleiding volgt)
I.3
Maakt u gebruik van de volgende diensten? Ja
Nee, maar ik zou
Nee
1. Verpleging of verzorging door de thuiszorg
3
het wel willen 1
96
2. Huishoudelijke hulp door de thuiszorg
7
6
87
3. Maaltijden aan huis (Tafeltje dek je)
1
1
99
8
1
91
5. Aanpassingen in uw woning
6
3
91
6. Dagopvang/dagbesteding
0
1
98
4. Vervoerhulpmiddelen zoals rollator, rolstoel of scootmobiel
ONDERZOEKSVERANTWOORDING EN FREQUENTIEVERDELING LEEFSITUATIE 2008
I.4 Krijgt u regelmatig (niet betaalde) zorg van familie, vrienden, kennissen of buren? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk) 12
8
Ja, huishoudelijke hulp (schoonmaken, koken, boodschappen doen, verzorging huisdieren, e.d.) Ja, persoonlijke verzorging (hulp bij wassen en aankleden, medicijngebruik, bewegen, eten en drinken e.d.) Ja, vervoer naar en/ of begeleiding bij activiteiten/ bezoeken buitenshuis
9
Ja, andere hulp, namelijk
2
89
Nee ga door naar vraag I.6
I.5 Hoeveel uur per week krijgt u gemiddeld deze hulp? gemiddeld 8,1
uur per week
I.6 Wat vindt u, over het algemeen genomen, van uw gezondheid? 7
uitstekend
20
zeer goed
55
goed
16
matig
2
slecht
TOT SLOT U bent nu aan het einde van deze enquête. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking. Als u nog aanvullende opmerkingen heeft, dan kunt u die hieronder kwijt. Deze ruimte is niet bedoeld voor het doen van verzoeken e.d. aan de gemeente. Hiervoor dient u apart een brief te schrijven aan: Gemeente Lelystad, Postbus 91, 8200 AB LELYSTAD
Het ingevulde enquêteformulier kunt u in de bijgeleverde antwoordenvelop uiterlijk zondag 28 september terugsturen aan Onderzoek en Statistiek van de Gemeente Lelystad. U kunt uw enquête ook aan de publieksbalie van het Stadhuis inleveren. Om aan de verloting van 10 keer €25 mee te doen, dient u ook het bijgeleverde verlotingformulier in te vullen. Is uw enquête voorzien van verlotingformulier uiterlijk maandag 15 september bij de gemeente binnen, dan maakt u ook nog eens kans op een extra cadeaubon van €250. U kunt uw enquête en verlotingformulier ook aan de publieksbalie van het Stadhuis inleveren. HARTELIJK DANK VOOR UW DEELNAME