Onderzoeksrapport Verenigingen Voor Verkeersveiligheid
Verantwoordelijke uitgever: Ann Demeulemeester Haachtsesteenweg 579 1030 Brussel Redactie: Karen Hiergens, Tine Majeur, Ilse Fannes, Els Hillaert Druk: 2009
Dit onderzoeksrapport is ook gratis te downloaden op www.deverenigdeverenigingen.be.
2
Inleiding Verkeersveiligheid staat al jaren in de top 3 van de grootste maatschappelijke bekommernissen. Tegelijkertijd neemt de bereidheid om zélf iets aan verkeersveiligheid te doen nauwelijks toe. Daar waar sinds het begin van de jaren zeventig het aantal verkeersslachtoffers daalt, tonen recente cijfers aan dat het aantal ongevallen stagneert. Een aantal beleidsmaatregelen uit het verleden hebben vruchten afgeworpen. De winst van nieuwe maatregelen wordt echter steeds kleiner.
Vanuit deze bekommernis beoogde het Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen, dat in eind 2007 werd voorgesteld door Vlaams minister van mobiliteit Van Brempt, om via extra stimulansen en middelen het beleid en debat rond verkeersveiligheid een nieuwe impuls te geven, onder meer door draagvlakverbreding. Verenigingen kunnen hierbij een grote rol in spelen. Door de aard van hun werking zijn ze goed geplaatst om de aandacht voor verkeersveiligheid te vernieuwen of structureel te bestendigen. Aan ons – ‘de Verenigde Verenigingen’ – werd de vraag gesteld om na te gaan hoe onze achterban hier mee bezig is. Zo ontstond het project ‘Verenigingen voor verkeersveiligheid’ in de schoot van ‘de Verenigde Verenigingen’. Het project heeft tot doel om samen met verenigingen na te gaan hoe zij vanuit hun werking (meer) kunnen bijdragen tot een brede maatschappelijke sensibilisering rond verkeersveiligheid.
Dit rapport is het resultaat van ons onderzoek naar en onze inventarisatie van projecten van verenigingen rond verkeersveiligheid. In het eerste hoofdstuk van dit rapport, beschrijven we het project ‘Verenigingen voor verkeersveiligheid’ en het opzet van het onderzoek. In hoofdstuk 2 en 3 gaan we verder in op het thema verkeersveiligheid, de rol van het beleid en die van het middenveld, in België en in de buurlanden. In hoofdstuk 4 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek. Op basis van deze bevindingen formuleren we in hoofdstuk 5 reflecties, die leiden tot projectmatige en beleidsmatige aanbevelingen in hoofdstuk 6. De inventaris in bijlage geeft een uitgebreid overzicht van bestaande verkeersveiligheidsinitiatieven per (middenveld)sector.
3
4
Inhoud Inleiding ............................................................................................................................................ 3 1. Onderzoek ‘Verenigingen Voor Verkeersveiligheid’ .............................................................. 7 1.1. Project ‘Verenigingen Voor Verkeersveiligheid’ ........................................................ 7 1.2. Doel en opstart van het onderzoek............................................................................. 8 1.3. Methodiek....................................................................................................................... 9 2. Verkeersveiligheid ............................................................................................................ 13 2.1. Verkeersveiligheid in Vlaanderen: historiek .............................................................. 13 2.2. De verkeers- en mobiliteitssector in Vlaanderen ..................................................... 14 2.3. Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen......................................................................... 15 2.4. Verkeersveiligheid over de landsgrenzen................................................................. 16 3. Maatschappij en Verkeersveiligheid ...................................................................................... 21 3.1. Middenveld in Vlaanderen ............................................................................................... 21 3.2. Draagvlak voor verkeersveiligheid ................................................................................... 23 4. Bevindingen uit het onderzoek................................................................................................ 25 4.1. Kwantitatieve resultaten .................................................................................................... 25 4.2. Werken aan verkeersveiligheid, een waaier aan invalshoeken, methodieken en sectoren ...................................................................................................................................... 25 4.2.1. Verkeersveiligheid vanuit verschillende invalshoeken ............................................ 25 4.2.2. Verscheidenheid aan methodieken ......................................................................... 31 4.2.3. Sectoriële analyse........................................................................................................ 32 4.3. Tendensen uit de diepte-interviews ................................................................................. 37 4.4. Conclusies............................................................................................................................ 39 4.5. Reflectiedag........................................................................................................................ 41 5. Reflecties .................................................................................................................................... 45 5.1. Betere randvoorwaarden voor (bestaande) verkeersveiligheidsinitiatieven ............. 45 5.2. Meer samenwerking........................................................................................................... 46 5.3. Kansen op lokaal niveau ................................................................................................... 47 6. Aanbevelingen .......................................................................................................................... 49 6.1. Projectmatige aanbevelingen.......................................................................................... 49 6.2. Beleidsmatige aanbevelingen.......................................................................................... 51 7. Nawoord..................................................................................................................................... 53 Bijlage 1. Inventaris: initiatieven van het middenveld rond verkeersveiligheid .................... 55
5
6
1. Onderzoek ‘Verenigingen Voor Verkeersveiligheid’ 1.1.
Project ‘Verenigingen Voor Verkeersveiligheid’
Dit onderzoek kadert in het project ‘Verenigingen voor Verkeersveiligheid van ‘de Verenigde Verenigingen’. Het project heeft tot doel om samen met verenigingen na te gaan hoe zijn vanuit hun werking (meer) kunnen bijdragen tot een brede maatschappelijke sensibilisering rond verkeersveiligheid.
Het project loopt één jaar lang (oktober 2008 - oktober 2009) en startte met een onderzoek naar bestaande initiatieven, acties, projecten en processen uit het middenveld van Vlaanderen en Brussel. Wat leeft er? Welke organisaties zijn hierbij betrokken? Wat motiveert hen om het thema mee op te nemen in hun werking? Een antwoord op deze vragen vindt u in hoofdstuk 4 van dit onderzoekrapport.
De bevindingen en conclusies hieruit, vormden de voedingsbodem voor de ‘reflectiedag’ met het middenveld op 26 maart 2009 in Brussel. ‘de Verenigde Verenigingen’ en KOMIMO - Koepel Milieu en Mobiliteit vzw - presenteerden de belangrijkste conclusies uit het onderzoek, illustreerden dit met praktijkvoorbeelden en daagden de aanwezigen uit te reflecteren over mogelijke vervolgtrajecten en samenwerkingen.
Tijdens de reflectiedag werden ook de 12 verkeersveiligheidacties en -projecten van verenigingen voorgesteld, die genomineerd werden in het kader van de projectoproep ‘Verenigingen Voor Verkeersveiligheid’. Dit onderzoeksrapport is geen eindpunt van ons project. Op basis van de bevindingen uit het onderzoek formuleren we enkele aanbevelingen (cf. 6.)die we verder zullen opvolgen en zullen we op korte termijn enkele concrete acties uitvoeren (cf. 7.).
7
1.2.
Doel en opstart van het onderzoek
Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is een antwoord te vinden op de vraag hoe het middenveld het draagvlak voor verkeersveiligheid kan helpen vergroten en onder welke randvoorwaarden dit kan gebeuren. Hiervoor onderzochten we in de eerste plaats wat er op dit moment binnen het middenveld gebeurt rond verkeersveiligheid.
Het was niet onze doelstelling om volledigheid na te streven of een sluitende inventaris te geven van àlle initiatieven die groepen ondernemen rond verkeersveiligheid. Verkeersveiligheid heeft met zoveel actoren, partners en invalshoeken te maken en is zo omvangrijk dat dit niet enkel een onmogelijke opdracht zou zijn, maar bovendien slechts een momentopname.
De onvolledigheid bij het inventariseren van de bestaande initiatieven, doet geen afbreuk aan de waarde van dit rapport, aangezien we voornamelijk baat hebben bij een uitgebreide impressie van wat er leeft in het Vlaamse middenveld: een beeld van de inzet van verschillende actoren (in sectoren), de verschillende methodieken en invalshoeken.
De bestaande initiatieven zijn heel versnipperd. Door ze te inventariseren en te rubriceren, krijgen verenigingen een beter zicht op de initiatieven van andere sectoren en verenigingen en kunnen goede voorbeelden beter bekend gemaakt worden. Door meer inzicht te verwerven in invalshoeken en noden, kunnen verenigingen beter ondersteund worden in hun werking rond verkeersveiligheid. Bovendien willen we hiermee andere verenigingen stimuleren om ook rond verkeersveiligheid te werken.
Afbakening onderzoeksgroep Centraal in ons onderzoek staan de verenigingen, een verzamelnaam waar op zich al menig onderzoek over is geschreven. We kozen voor een open definiëring, waarbij ‘verenigingen’ staan voor niet-commerciële groeperingen zonder uitzonderingen in thematiek, structuur, ideologie, 8
middelen of organisatievorm. Het gaat hier dus zowel over feitelijke verenigingen als vzw’s. Een essentieel kenmerk in deze definiëring is het feit dat verenigingen of groeperingen mensen op een vrijwillige basis verenigen. In ons onderzoek hebben we ons in de eerste plaats gericht naar de, erg verscheiden, verenigingen, die verkeersveiligheid (nog) niet als rode draad in de werking hebben, in tegenstelling tot mobiliteitsverenigingen of verkeersactiegroepen bij wie dit wel zo is.
1.3.
Methodiek
Startpunt ‘de Verenigde Verenigingen’ We vertrokken van de leden van ‘de Verenigde Verenigingen’ als te bevragen doelgroep om een zicht te krijgen op de ideeën, projecten en acties rond verkeersveiligheid van verenigingen op lokaal, regionaal en Vlaams niveau. Dit samenwerkingsverband omvat niet alleen quasi het hele georganiseerd middenveld. Het geeft ook de verscheidenheid weer die voor dit onderzoek belangrijk was – een verscheidenheid qua sector (mobiliteit, milieu, sociaal-cultureel, …), thematiek (jongeren, inspraak,…), werking (beleidsbeïnvloeding, acties,...) structuur (sterke federatiewerking of losse groepering) en werkingsterrein (Vlaams, lokaal,…). Het onderzoek richtte zich zonder onderscheid naar zowel de koepelorganisaties als naar de regionale en lokale structuren/afdelingen.
‘de Verenigde Verenigingen’ omvat als samenwerkingsverband 14 koepelorganisaties uit alle sectoren van het middenveld: 11.11.11, Vlaams ABVV, ACLVB, ACV, ACW, BBL, Forum EtnischCulturele Minderheden, Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk (FOV), Gezinsbond, Christelijke Mutualiteit (LCM), Socialistische Mutualiteit (NVSM), Vlaamse Jeugdraad, Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen en de Vlaamse Sportfederatie. Deze koepelorganisaties hebben samen ruim 450 leden (met tienduizenden afdelingen) die ook lid zijn van ‘de Verenigde Verenigingen’.
9
Bevraging via telefoon, e-mail of enquêtes De relatie tussen verenigingen en verkeersveiligheid onderzochten we aan de hand van een aantal open vragen, waarbij we polsten naar bestaande acties rond verkeersveiligheid, hun vooropgestelde doel, de betrokken partners, de resultaten en de opvolging.
Om zoveel mogelijk verenigingen te bereiken, werden de verenigingen zowel rechtstreeks, als via hun overkoepelend orgaan (federatie of koepel) bevraagd. Het overkoepelende orgaan werd gevraagd om op hun beurt de bevraging te verspreiden naar hun leden of afdelingen (socioculturele- , milieu-, sport-, jeugd-, senioren- en gehandicaptensector). Verenigingen werden persoonlijk aangeschreven, gebeld of gesproken of kregen de boodschap mee via algemene of sectoriële communicatiemiddelen zoals websites, nieuwsbrieven of ledentijdschriften. Via gerichte communicatie werden 1600 verenigingen bereikt (Hierin zitten de lokale afdelingen van grotere verenigingen niet vervat.). 153 verenigingen reageerden op de vraag of ze werken rond verkeersveiligheid. Met 110 van hen hadden we een telefonische bevraging, 32 verenigingen gaven een schriftelijke input (enquête).
Diepte-interviews Om de kwantitatieve gegevens aan te vullen met kwalitatieve analyses, namen we daarenboven 11 diepte-interviews af, zowel binnen de mobiliteitssector als bij verenigingen uit andere sectoren. Uit de mobiliteitssector werden 5 mobiliteitsverenigingen (De Fietsersbond, Mobiel 21, Voetgangersbeweging, Responsible Young Drivers, Ouders van Verongelukte kinderen en Zebra) en 1 mobiliteitsorganisatie (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) geïnterviewd. We peilden naar hun visie, aanpak en samenwerking met andere sectoren en verenigingen. Voor de diepte-interviews bij niet-mobiliteitsverenigingen kozen we voor verenigingen of koepels met ervaring en een sleutelpositie binnen de sector. Met KWB, Verkeersplatform ACW en de Vlaamse Jeugdraad bespraken we hun bestaande initiatieven en visie op verkeersveiligheid. VFG en KVG, die interesse hebben om rond het thema te werken, vertelden meer over hun verwachtingen van en doelstellingen voor een werking rond verkeersveiligheid.
10
© MJA Limburg, Speelstraat 2008
11
12
2. Verkeersveiligheid 2.1.
Verkeersveiligheid in Vlaanderen: historiek
Veiligheid in al zijn aspecten, en verkeersveiligheid in het bijzonder, staat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Het is niet alleen een zaak van de overheid en het politieapparaat, maar verkeersveiligheid dringt via tal van acties, projecten en campagnes door tot alle geledingen van onze maatschappij. Zo neemt bijvoorbeeld ook de media de laatste jaren steeds vaker initiatief om de verkeersveiligheid te verhogen. Twee voorbeelden: Libelle roept met haar BABS-campagne (Bewust Autorijden Bij Scholen) ouders op om ‘helemaal babs’ te worden. Dat wil zeggen: een ouder die respectvol en veilig omgaat met kinderen in het verkeer. Het Nieuwsblad lanceerde in 2008 het ‘Fietsrapport’ waarbij burgers werden opgeroepen fietsroutes op hun kwaliteit te beoordelen. Het mag gezegd worden: verkeersveiligheid is vandaag een hot item.
De aandacht voor verkeersveiligheid met als doel het aantal verkeersongevallen terug te dringen, is niet nieuw. In 1933 vroeg de overheid aan de toenmalige Rijkswacht om een bijzondere Wegpolitie op te richten. Die wegpolitie bestond uit 4 ploegen van 2 mensen die de opdracht kregen om het land te doorkuisen en te waken over de verbindingswegen. In 1935 telde de wegpolitie 19 mensen. Na de oorlog reorganiseerde de Bijzondere WegPolitie zich en vanaf 1949 werden er opnieuw binnen het korps van de Rijkswacht motorrijders opgeleid, die vooral belast werden met de handhaving op het verkeersreglement.
In de jaren ’70 ontwikkelde het autowegennet zich snel, net als het voertuigenpark en daaraan gekoppeld, helaas, ook het aantal ongevallen. In die jaren had de verkeersonveiligheid een triest hoogtepunt bereikt met meer dan 3000 (!) doden op de Belgische wegen, waarbij het aantal voertuigen toch de helft minder was dan vandaag. In die periode startte de toenmalige Belgische Radio- en Televisieomroep (BRT) in samenwerking met Via Secura - de nationale vereniging ter voorkoming van ongevallen op de weg - en de Rijkswacht met uitzendingen van het verkeersprogramma ‘Kijk Uit’.
13
Via Secura, een sectie van de Rijkswacht, verschafte sinds 1958 informatie over verkeersveiligheid aan kinderen, opgroeiende jongeren en volwassenen met een tentoonstellingsbus, informatiesessies in onderwijsinstellingen en infostanden op bijvoorbeeld het autosalon. In 1971 groeide hieruit het Belgische Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV), gekend van onder meer de BOB-campagnes.
Verkeersveiligheid werd eind jaren ’90 een belangrijke beleidsprioriteit, wat zich onder andere uitte in de opname van het thema in het federale Veiligheids- en detentieplan. In 2001 zag de StatenGeneraal voor Verkeersveiligheid het licht, wat onder meer leidde tot de invoering van het Verkeersveiligheidsfonds, de aanpassingen aan de verkeerswet en de plaatsing van flitspalen. De dalende trend in verkeersslachtoffers was gezet: in 2005 stierven in Vlaanderen 566 verkeersdoden. In 1990 waren er dat nog meer dan 1100, in 1980 nog bijna 1400.
Deze maatregelen en ook de invoering van zone 30 aan de schoolpoorten zorgden niet alleen voor minder verkeersslachtoffers, maar brachten ook heel wat commotie teweeg waardoor het publieke debat over verkeersveiligheid werd aangezwengeld.
2.2.
De verkeers- en mobiliteitssector in Vlaanderen
Eind jaren ’80 ontstonden de eerste verenigingen en middenveldorganisaties die zich bekommeren om verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit in Vlaanderen. In vergelijking met Nederland en Duitsland is de Vlaamse mobiliteitssector jong. Kenmerkend is dat de opleiding Verkeerskunde op universitair niveau in Vlaanderen pas aangeboden wordt sinds 2003, terwijl TU Delft in Nederland deze richting al bijna 30 jaar aan studenten aanbiedt.
Niettemin kent Vlaanderen al een divers landschap aan niet-gouvernementele organisaties die verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit vanuit een specifieke invalshoek op professioneel niveau behartigen. Zo trekt Ouders van Verongelukte Kinderen sinds 1994 zich het lot aan van ouders die hun kind verloren in het verkeer en uiten ze hun verontwaardiging over de verkeersonveiligheid waarmee kinderen elke dag te maken hebben. Responsible Young Drivers sensibiliseren sinds 1989 jonge chauffeurs tot een nuchter rijgedrag en vonden in de BOB-campagne een ideale partner. 14
Zebra richt haar werking ( sinds 2003) vooral op de opvang van jonge verkeersslachtoffers en hun omgeving en is ontsproten aan de Levenslijnactie van VTM.
Heel wat andere organisaties combineren de zorg voor het milieu aan duurzame mobiliteit en verkeersveiligheid. Gebruikersorganisaties zoals de Fietsersbond (1995) en de Voetgangersbeweging (2000) bouwen in hun werking sterke accenten in op het vlak van verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers. Net als bij Mobiel 21 zijn vorming, educatie en beleidswerk belangrijke werkdomeinen binnen deze organisaties. Mobiel 21 is ontstaan uit Langzaam Verkeer en reeds sinds 1982 actief. Samen met TreinTramBus, Trage Wegen (2002), Taxistop, Autopia en de Bond Beter Leefmilieu zijn deze verenigingen sinds 1996 verenigd in de Koepel Milieu en Mobiliteit (Komimo) en vormen ze een sterk samenwerkings- en overlegplatform en de drijvende kracht achter 2 grote mobilitetiscampagnes, nl. de Heen-en-weer-week en de Aardigop-weg-week.
Verkeersveiligheid werd bovendien ook steeds meer opgenomen door niet-gespecialiseerde verenigingen zoals sociale bewegingen, vakbonden of jeugdorganisaties. Tenslotte werkt ook de van federale tot lokale- overheid met acties en sensibilisatiecampagnes aan een veiliger verkeer. Het grote aantal acties houdt het thema actueel, zorgt ervoor dat mensen zich bewust blijven van de problematiek, verhoogt het draagvlak voor het verkeersreglement en zet mensen aan om actief mee na te denken en te handelen. En toch daalde het aantal verkeersdoden de laatste jaren niet meer.
2.3.
Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen
Eind 2007 lanceerde Vlaams minister van Mobiliteit Katleen Van Brempt het Verkeersveiligheidplan Vlaanderen, de opvolger van (doelstellingen uit) het Mobiliteitsplan Vlaanderen. Het doel was om met extra stimulansen en middelen het beleid en debat rond verkeersveiligheid een nieuwe impuls te geven, zodat in 2015 het aantal verkeersdoden niet meer is dan 250 per jaar. Om die doelstelling 15
te bereiken, wordt er gelijktijdig gewerkt aan educatie, infrastructuur, uitrusting van voertuigen, wetgeving en handhaving.
Het verkeersveiligheidsplan stelt dat zowel omgevingsfactoren als persoonsgebonden factoren (zoals motieven en demografische kenmerken) het verkeersgedrag bepalen. Ongevallen kunnen drie oorzaken hebben: de onveiligheid van de infrastructuur, de onveiligheid van het voertuig en het onveilige verkeersgedrag van de weggebruikers. Deskundigen zijn het erover eens dat vooral het verkeersgedrag van de weggebruikers een bepalende rol speelt bij het aantal en de ernst van de ongevallen. Onderzoek toont aan dat 9 van de 10 ongevallen een gevolg zijn van foutief gedrag. In mindere mate zijn de infrastructuur en het voertuig oorzakelijke factoren. Op korte termijn wil het verkeersveiligheidsbeleid zich dus richten op het verkeersgedrag van de weggebruikers en op verkeerseducatie.
Het plan kwam tot stand in samenwerking met het Steunpunt Verkeersveiligheid, het Vlaams Forum Verkeersveiligheid, de Vlaamse administratie, onderzoekers en kabinetsmedewerkers. Ook voor de uitwerking van het plan rekent men op de inzet van verschillende actoren, waaronder het verenigingsleven.
Het versterken van het draagvlak voor verkeersveiligheidmaatregelen is een continu aandachtspunt binnen het Vlaamse mobiliteitsbeleid. De doelgroepen die bereikt worden door (beleids)acties blijven nog te vaak beperkt tot de ‘traditionele’ doelgroepen zoals scholen en (de visie van) gespecialiseerde mobiliteitsverenigingen. Het Mobiliteitsplan wil initiatieven nemen om de doelgroepen en de impact van beleidsacties te verbreden. ‘Het werken aan verkeersveiligheid is een opdracht voor alle maatschappelijke actoren, niet louter van hen wiens businessplan hier expliciet op geënt is’, aldus het plan.
2.4.
Verkeersveiligheid over de landsgrenzen
In België ligt de nadruk bij verkeersveiligheid op de horizontale aanpak: een veilig verkeer is een zaak geworden van politici, media, burgers, scholen, bedrijven, politie èn verenigingen. Als we over 16
onze landsgrenzen heen kijken, zien we dat er duidelijke verschillen zijn qua doelstellingen en aanpak van (het betrekken van het verenigingsleven bij) een verkeersveiligheidsbeleid .
Frankrijk De Franse decentrale structuur beïnvloedt het verenigingslandschap met betrekking tot verkeersveiligheid. De overheid brengt verkeersveiligheid onder de aandacht aan de hand van affichecampagnes, zoals de recente ‘Soufflez, vous saurez’. Er zijn slechts weinig verenigingen op landelijk niveau actief rond het thema. De bekendste vereniging is wellicht de Ligue contre la violence routière, een organisatie met zetel in Parijs, die vooral het aantal verkeersdoden aanklaagt. Zij zet in 40-tal departementen activiteiten op, biedt haar actiemodel ook aan andere verenigingen aan, maar richt zich vooral op beleidsbeïnvloeding.
Andere nationale organisaties die verkeersveiligheid behartigen zijn Anateep en Fubicy. Anateep is vooral bekommerd om het veilig collectief vervoer van leerlingen en pleit bijvoorbeeld voor gordeldracht in de schoolbus. Fubicy is de Franse Fietsersbond en komt op voor meer verkeersveiligheid van fietsers. In Frankrijk worden ook veel acties door burgers en scholen opgezet, maar in hoofdzaak op departementaal en lokaal vlak, wat het voor een buitenstaander moeilijk maakt om hoogte te krijgen van de betrokkenheid van verenigingen bij dit thema.
Verenigd Koninkrijk Heel anders gaat het er aan toe aan de andere kant van het Kanaal: daar zet een indrukwekkend aantal van nationale en regionale organisaties zich in voor verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit. Heel wat actiemodellen richten zich bovendien op de participatie van burgers, scholen en verenigingen.
Sustrans is een van de grootste mobiliteitsbewegingen in het Verenigd Koninkrijk. Een project als DIY Streets helpt bewoners om hun straat tot een leefbare, (verkeers)veilige straat te hertekenen. Safe 17
Routes to School streeft naar verkeersveilige schoolroutes, een duurzamer woon-schoolverkeer en de opmaak van schoolvervoerplannen. Deze plannen worden opgesteld met vertegenwoordigers van de school, de buurt en de lokale politie.
The Slower Speed Initiative lanceert acties om automobilisten aan te zetten om langzamer te rijden. Een goed voorbeeld is de campagne 20’s Plenty, vergelijkbaar met de Belgische Zone30campagnes. 20’s Plenty zet bewoners en lokale verenigingen met achtergrondinformatie en voorbeeldbrieven op weg om voor zo’n zone te ijveren bij de lokale autoriteiten.
THINK staat in voor de realisatie van de overheidscampagnes voor verkeersveiligheid. In hun campagnes maken zij vaak gebruik van het schokeffect om de boodschap te doen aankomen.
Dit is slechts een greep uit talrijke initiatieven die genomen worden en waaruit blijkt dat het thema maatschappelijk sterk ingebed is. Groot-Brittannië heeft overigens een sterke open debatcultuur en een traditie in het campagnevoeren met een sterke betrokkenheid van bedrijven, burgers, scholen en middenveld.
Duitsland In Duitsland is de Deutsche Verkehrssicherheitrat (DVR) een actieve maatschappelijke speler op het vlak van verkeersveiligheid, met 220 leden waaronder bedrijven, vakbonden, verkeersveiligheidsorganisaties, automobielclubs, verzekeringsmaatschappijen, kerken en ministeries. Elk jaar organiseert de DVR de Tag der Verkehrssicherheit, een dag waarop naast tal van doe-activiteiten ook gesensibiliseerd wordt voor meer verkeersveiligheid.
Een andere grote organisatie die zich sinds meer dan 80 jaar inzet voor verkeersveiligheid is de Deutsche Verkehrswacht. Dat doet ze door doelgroepgerichte projecten te ontwikkelen, door mensen persoonlijk aan te spreken, informatiesessies, …, steeds met bijzondere aandacht voor de zwakke weggebruikers, kinderen, ouderen en jonge bestuurders. De organisatie kan daarbij 18
rekenen op de hulp van zowat 70.000 leden uit het hele land en de financiële steun vanuit het bevoegde ministerie.
Om het verkeer vanuit een ecologisch en sociaal standpunt te benaderen is de Verkehrsclub Deutschland opgericht in 1986. Ook deze vereniging heeft een indrukwekkend hoog aantal leden (63.000) en zet vooral in op politiek lobbywerk en het aanwakkeren van het maatschappelijk debat. Wie de stem van de Verkehrsclub harder wil laten doorklinken in plaatselijke debatten, krijgt gedegen achtergrondinformatie en kan deelnemen aan workshops.
Het is duidelijk dat verkeersveiligheid ook in Duitsland mensen mobiliseert, of dat nu vanuit de bezorgdheid voor het milieu, de sociale aspecten of het terugdringen van het aantal ongevallen is.
Nederland Veilig Verkeer Nederland, ook wel gekend als 3VO (Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie), is een fusie van 3 organisaties: Veilig Verkeer Nederland, Kinderen Voor en de Voetgangersvereniging. Veilig Verkeer Nederland kan terugblikken op maar liefst 75 jaar ervaring. Momenteel heeft 3VO zeven landelijke programma’s lopen die verschillende doelgroepen actief betrekken bij het thema verkeersveiligheid: kinderen, jongeren, senioren, bewoners en buurt, automobilisten, bedrijven en verenigingen. Onder deze programma’s worden diverse activiteiten en nationale acties ontwikkeld. Op Voeten en Fietsen naar school is zo’n jaarlijkse actiedag, waarbij scholen opgeroepen worden tot een autoluwe schooldag. Met BROEM krijgen senioren een opfriscursus in verkeersveiligheid en het verkeersreglement. Buurten vinden hun gading in de Nationale Straatspeeldag en het project Levensloopbestendige buurten of wijken. Op scholen wordt ook jaarlijks een groot verkeersexamen georganiseerd. 3VO richt zich ook naar automobilisten: de gekende BOB-campagne is één van hun sensibilisatiecampagnes. Met de postercampagne ‘Kinderen moeten ieder jaar weer aan de drukte wennen’ vraagt ze extra aandacht van chauffeurs bij het begin van het schooljaar. 19
3VO biedt ook een trainingsaanbod voor vrijwilligers aan en stelt –uiteraard- ook zowel lokaal als nationaal haar beleidseisen voor een veiliger verkeer.
Naast Veilig Verkeer Nederland, toch wel de grootste in zijn soort, ontwikkelen ook andere organisaties zoals de Fietsersbond en ANWB educatieve programma’s rond verkeersveiligheid. Voor cijfers, onderzoek en kennis over verkeersveiligheid kunnen Nederlanders zich richten tot de SWOV (Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid), een onafhankelijk instituut. Deze organisatie is van mening dat de Nederlandse burger heel erg betrokken is bij verkeersveiligheid. Dat bewijzen de vele mails en informatievragen die bij de SWOV terecht komen, wanneer bijvoorbeeld verkeerssituaties wijzigen, een dodelijk ongeval zich heeft voorgedaan, nieuwe reglementen worden ingevoerd, … . De verkeersveiligheidsorganisaties hebben het voordeel dat de SWOV hun acties en campagnes regelmatig evalueert, waardoor die nog beter kunnen afgestemd worden op de doelgroepen.
20
3. Maatschappij en Verkeersveiligheid 3.1. Middenveld in Vlaanderen België, en Vlaanderen bij uitstek, kent een groot en boeiend verenigingsleven: in elke wijk, in elke gemeente is er wel een organisatie of vereniging actief. Dat verenigingsleven is zo verscheiden als de zee diep is, zowel naar structuren, behandelde thema’s, verzuilde achtergrond, ontstaansgeschiedenis als actieradius. Lokale sportclubs, migrantenfederaties, vakbond, socioculturele verenigingen, mensenrechtenorganisaties, Noord-Zuid-groeperingen, jeugdgroepen, … . Of het nu gaat om protestacties, beleidswerk, lokale activiteiten of vormingen: het verenigingsleven lééft in Vlaanderen.
Het verenigingsleven is bovendien nog veel meer dan wat we kunnen detecteren in decreten of statuten. Het omvat ook heel wat spontane initiatieven, groepjes mensen die opkomen voor hun straat, tegen een concreet probleem of voor een leuk doel. Ad hoc opgericht - en soms even snel weer verdwenen – maar bruisend van enthousiasme en inzet. Het is deels omwille van die verscheidenheid in (mogelijkheden tot) engagement dat zo veel burgers zich thuis voelen in een vereniging. Uit onderzoek blijkt dat de helft van alle mensen - drie miljoen mensen - in Vlaanderen lid zijn van een vereniging. 22% is bovendien actief lid van minstens twee verenigingen. 10 % bekleedt een bestuursmandaat in minstens één vereniging.
Al deze verenigingen en groepen van mensen hebben een constante: ze brengen mensen samen en bouwen zo mee aan een democratische samenleving. Door hen te informeren, hen een (politieke) stem te geven en deze te vertalen naar het beleid.
De bindende factor verschilt van vereniging tot vereniging. Er zijn bijvoorbeeld verenigingen op basis van een gemeenschappelijke doelstelling (sport, ontwikkelingssamenwerking, …) en er zijn verenigingen van mensen die een gemeenschappelijke eigenheid hebben en/of zich in een gelijkaardige maatschappelijke situatie bevinden (vb. vrouwenverenigingen, ouderenverenigingen, verenigingen van allochtonen, van armen, van holebi’s), verenigingen van mensen met een
21
gemeenschappelijke ideologische of levensbeschouwelijke invalshoek (vb. katholieke, socialistische of vrijzinnige verenigingen). Vele verenigingen combineren verschillende van die bindende elementen (vb. christelijke jongerenvereniging, socialistische vakbond, vrouwelijke sportclub). Al deze verschillen maken het middenveld tot een divers kleurenpalet, met alle tinten en schakeringen die de maatschappij rijk is.
Deze verscheidenheid is een rijkdom en een bron van ontmoeting; verenigingen zijn immers geen geïsoleerde eilanden. Ze interageren voortdurend met elkaar, op verschillende niveaus en met verschillende doelstellingen. Op lokaal niveau werken verenigingen van allerlei slag samen om overkoepelende doelstellingen na te streven. Op landelijk niveau zorgen verschillende koepels en steunpunten voor ervaringsuitwisseling en samenwerking van verenigingen binnen eenzelfde sector, vb. vrouwenraad, jeugdraad, steunpunt sociaal-cultureel werk, federatie van organisaties voor volksontwikkelingswerk, … . Andere samenwerkingsverbanden of platformen verzekeren dan weer de samenwerking en uitwisseling tussen verschillende sectoren, zoals ‘de Verenigde Verenigingen’.
‘de Verenigde Verenigingen’ is als samenwerkingverband van al deze verenigingen gestart in 2002 als ‘Staten-Generaal van het Middenveld’. Sinds die oprichting heeft ‘de Verenigde Verenigingen’ een positie verworven die ondertussen de kracht, diversiteit en uitdagingen van het middenveld versterkt. Zo werd er met de Vlaamse regering een charter met wederzijdse engagementen afgesloten, wordt het samenwerkingsverband betrokken bij diverse initiatieven vanuit beleid en het middenveld (bv. promotie van verenigingsaspecten) en weet de media ook steeds beter wat de doelstelling en achtergrond is van ‘het middenveld’ in het algemeen en ‘de Verenigde Verenigingen’ in het bijzonder.
‘de Verenigde Verenigingen’ werkt per definitie vanuit een horizontale benadering. Over alle sectoren, zuilen en structuren heen ondersteunt ze zowel via beleids- als projectwerk de werking van het middenveld. Die werking bevorderen en het ondersteunen van horizontale thema’s die heel het middenveld aanbelangen, werd de core-business met de ondertekening van een charter met de Vlaamse Overheid in 2006. In dit charter erkent de Vlaamse overheid de maatschappelijke relevantie van het middenveld en engageren beide partijen zich om samen werk te maken van 22
grote maatschappelijke uitdagingen: sociale samenhang, actief burgerschap en participatie, diversiteit en de noodzakelijke randvoorwaarden om dit alles volop in en via het middenveld te laten groeien.
Als samenwerkingsverband van verenigingen nam ‘de Verenigde Verenigingen’ dan ook het project ‘Verenigingen voor Verkeersveiligheid’ op omdat verenigingen ook hier een katalysator (kunnen) zijn.
3.2. Draagvlak voor verkeersveiligheid Verkeersveiligheid is een recht, bezorgdheid èn opdracht voor alle maatschappelijke actoren. Het beleid en de verenigingen hebben elkaar hiervoor nodig. Het beleid beoogt veranderingen in de huidige situatie ten voordele van het algemeen belang. Themaspecifieke verenigingen werken nu , vanuit hun invalshoek, aan dit algemeen belang (cf. 2.2. ). Hun achterban blijft echter beperkt. Verenigingen zijn letterlijk ‘goed geplaatst’ om te werken aan het algemeen belang, aangezien zij lokale, individuele burgers verenigen rond een gemeenschappelijk belang. Op dit geaggregeerde niveau worden individuele belangen vaker en makkelijker opzij geschoven ten voordele van het gemeenschappelijk goed en kunnen individuen samen invloed uitoefenen op hun omgeving en het beleid. Dit maakt verenigingen niet alleen op themaspecifiek vlak, maar ook op algemeen democratisch vlak, een logische partner voor het beleid. Het middenveld heeft in het verleden bovendien al vaak zijn bereidheid om maatschappelijke problemen aan te pakken, bewezen.
Het versterken van het draagvlak voor maatregelen inzake verkeersveiligheid is een continu aandachtspunt van het Vlaamse mobiliteitsbeleid. Bovendien is verkeersveiligheid een duidelijk ‘horizontaal’ thema, waar zowel burgers, bedrijven, verenigingen als beleidsmakers aan kunnen meewerken. Iedereen draagt zijn verantwoordelijkheid inzake een veilig verkeer. Verkeersveiligheid is een algemeen belang dat een integrale aanpak vraagt om ook ieders betrokkenheid en verantwoordelijkheid te verhogen. Hierin heeft het middenveld duidelijk een rol te spelen. Welke ze op dit moment speelt en wil, kan en mag spelen, bespreken we in hoofdstuk 4.
23
© Wim Schuerman, dorpscomite Wilsele-Dorp
24
4. Bevindingen uit het onderzoek 4.1. Kwantitatieve resultaten Van de 153 bereikte verenigingen , gaven 107 verenigingen (= 70%) aan op een of andere manier te werken aan een veiliger verkeer. Een kwart van deze 107 verenigingen die rond verkeersveiligheid werken, zijn natuur- en milieuverenigingen, op de voet gevolgd door jeugdverenigingen (18%) en verenigingen voor personen met een handicap (11%). Meer dan de helft van de bereikte verenigingen die rond verkeersveiligheid werken, komen dus uit één van deze drie deelsectoren.
Verder waren respondenten die rond verkeersveiligheid werkten socio-culturele verenigingen (10%), en mobiliteits- (8,5%), senioren- (7,5%), en armoedeverenigingen (4,5%). Ook vier buurtwerkingen ( 3,5%) gaven aan rond verkeersveiligheid te werken, net als de sportverenigingen (3,5%), mutualiteiten (2%), twee koepels van ouderverenigingen (2%), de grootste gezinsvereniging (1%), de sociale beweging (1%) en een allochtoon middenveldsorganisatie (1%). Vanuit de vakbondsbewegingen en de Noord-Zuidverenigingen kwam er geen positieve respons op onze vraag naar verkeersveiligheidsinitiatieven (0%). Bovenstaande kwantitatieve analyse geeft een duidelijk beeld van welke sectoren het meest actief zijn rond verkeersveiligheid en welke minder of niet.
4.2. Werken aan verkeersveiligheid, een waaier aan invalshoeken, methodieken en sectoren 4.2.1. Verkeersveiligheid vanuit verschillende invalshoeken Het middenveld in Vlaanderen is erg verscheiden, zowel qua aanpak, structuur, thematiek als sector. Verkeersveiligheid is voor 95% van de verenigingen niet de reden van hun ontstaan of bestaan en aldus niet de core-business van hun werking. Uit het onderzoek blijkt dat verenigingen 25
het thema niet alleen aangrijpen om verkeersongevallen en –doden te vermijden, maar vooral vanuit een (hun) doelgroep of werking: door de ogen van jongeren, vanuit een bekommernis voor mensen met een handicap, geïnspi-reerd door de behoeften van senioren, vanuit een sociale invalshoek, bezorgdheid om het milieu, … .
Waarom werken verenigingen aan een veiliger verkeer? Welke argumenten zijn voor hen doorslaggevend? We onderscheiden enkele duidelijke invalshoeken van waaruit verenigingen aan verkeersveiligheid werken en stofferen hen met enkele voorbeelden.
1. Een veilig verkeer redt mensenlevens (verkeersongevallen vermijden) Verenigingen die het thema mee opnemen in hun beleid, er acties rond voeren, campagnes rond opzetten ed., doen dit vaak omdat ze - de simpelste verklaring - het aantal doden en gewonden in het verkeer willen terugdringen. Deze oudste benadering van verkeersveiligheid is verbonden aan de resultaatsindicatoren zoals ze in het Verkeerveiligheidsplan Vlaanderen staan beschreven. Zowel verenigingen, oudercomités, buurtwerkingen als mobiliteitsverengingen werken vanuit deze insteek aan acties, vorming en beleidswerking. Deze invalshoek op verkeersveiligheid komt terug bij bijna de helft van de verenigingen. Voorbeelden: promillebril-campagnes van Responsible Young Drivers, fluovestjesacties.
2. Een veilig verkeer voor iedereen (toegankelijkheid) Alle maatschappelijke actoren hebben recht op een veilige plaats op de weg. Letterlijk, omdat ook zij zich veilig moeten kunnen verplaatsen in de openbare ruimte. Figuurlijk, omdat iedereen recht heeft op erkenning van zijn eigenheid, en zijn/haar specifieke noden en randvoorwaarden voor een veilig verkeer en dus recht heeft op inspraak en aandacht in de uitwerking van een verkeersveiligheidsbeleid. Verkeersveiligheid wordt door verenigingen voor personen met een handicap en seniorenverenigingen benaderd vanuit de invalshoek toegankelijkheid. Wie volwaardig wil deelnemen aan de samenleving moet zich immers kunnen verplaatsen. Vooral voor mensen in een rolstoel, mensen met een visuele en auditieve beperking en senioren die minder mobiel zijn vormt 26
de toegankelijkheid van de openbare ruimte een belangrijke voorwaarde om zich veilig te kunnen verplaatsen. Ook voor de jeugdsector en ouder- en gezinsverenigingen is de toegankelijkheid een belangrijke invalshoek: de toegankelijkheid voor kinderen en jongeren, de leefbaarheid van straten en wijken, voldoende (bereikbaar) speelweefsel. Een verenigingswerking rond verkeersveiligheid ontstaat dan voornamelijk vanuit een oprechte vraag naar democratische gelijkheid (van jongeren, senioren, personen met een beperking). Acties van verenigingen zijn gewoonlijk gelinkt aan het verbeteren van de infrastructuur en ruimtelijke ordening, met de lokale besturen als belangrijke partner. Voorbeelden: actie voor toegankelijke voetpaden vanuit de Vereniging Personen met een Handicap (VFG), project Uitlaat van Karuur vzw, speelstraten, Fietsproject ‘leren fietsen’ van Vormingplus Kempen, Verkeersplatform van ACW en partners.
3. Een duurzaam verkeer is een veilig verkeer (ecologie) Veilig verkeer kadert in een rationele benadering van de verkeersstromen. Wie bewust nadenkt over zijn verplaatsingen, neemt de veiligheid ervan immers ook in rekening, bv. fietsen is aantrekkelijker als het veilig is. Uit onderzoek blijkt dat de meeste ongevallen door/met het autoverkeer gebeuren. Openbaar vervoer zorgt voor minder ongevallen en zwakke weggebruikers zijn dikwijls betrokkene en slachtoffer, maar vormen op zich weinig gevaar. Op die manier is een duurzaam verkeer een veilig verkeer.
Dit is vooral voor natuur- en milieuverenigingen de reden om verkeersveiligheid mee op te nemen in hun beleidswerking (bv. adviesraden) of campagnes. Ook ouderverenigingen halen aan dat de keuze voor duurzame mobiliteit aan de basis ligt van hun veilige voet- of fietspoolacties. Voorbeelden: www.johanna.be, Dag van de trage weg van vzw Trage Wegen, Ecodriven van Bond Beter Leefmilieu.
27
4. Een veilig verkeer kost (ons/mij) minder (economie) Verkeersongelukken en -doden kosten zowel de maatschappij als individuen geld. De macro-economische kost van verkeersonveiligheid gaat over infrastructuurkosten of onderhoud van wegen. Voor verenigingen is dit geen motivatie om verkeersveiligheid op Vlaams of lokaal niveau op te nemen. Zij focussen op het persoonlijke of maatschappelijke leed. Uitzonderingen op de regel zijn de vakbonden die verkeersveiligheid mee opnemen in hun werking rond een goed woon-werkverkeer. Zij halen de persoonlijke economische (meer)kost van verplaatsingen aan als extra argument om mensen te overtuigen deel te nemen aan de actie en gebruik te maken van alternatieve vervoersmiddelen. Komimo benadrukte in haar Heen-en-weerweek de impact van verkeersongevallen, namelijk 15% van alle arbeidsongevallen.
5. Een veilig verkeer begint bij infrastructuur en inrichting (ruimtelijke ordening) Een rechtvaardige indeling van de ruimte en vervoersmiddelen komt een veiliger verkeer ten goede. Bij de aanleg of herinrichting van wegen, straten en pleinen, dorpskernen en woonkernen zijn verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid daardoor prioritaire aandachtspunten. Maar er is nog veel werk op dat vlak. Daarvan getuigen de vele acties van buurtcomités, lokale werkgroepen en natuur- en milieuverenigingen, die de bescherming van de zwakke weggebruiker centraal stellen. 24% van de ondervraagde verenigingen ijveren vanuit deze zorg voor een betere ruimtelijke ordening. Soms verzetten verenigingen zich actief tegen de aanleg of herinrichting van verkeersinfrastructuur die de verkeersveiligheid en -leefbaarheid in het gedrang brengt. Het gaat om problemen als te snel rijdend verkeer, te grote verkeersstromen, zwaar verkeer en sluipverkeer in dorpskernen en woonzones, gevaarlijke kruispunten en knooppunten, te weinig openbaar vervoer, het ontbreken van (veilige) fietspaden en voetpaden, … . Verenigingen ijveren vaak ook bij het gemeentebestuur voor de aanleg of herstelling van onveilige fietspaden, kruispunten, oversteekplaatsen, … . Deze verenigingen zetelen dikwijls in de gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening van waaruit ze hun verkeersveilig advies geven over de ruimtelijke uitvoeringsplannen of het gemeentelijke structuurplan. Voorbeelden: De Fietswacht van ACW, de acties van stRaten-generaal.
28
© Ouders van Verongelukte Kinderen vzw
29
30
4.2.2. Verscheidenheid aan methodieken Verenigingen zetten een heel arsenaal aan instrumenten in om aan verkeersveiligheid te werken: actie voeren, enquêtes starten, affiches ophangen, vorming opzetten, advies uitbrengen in raden, … . Uit onze bevraging blijkt dat verenigingen het vaakst informatie verschaffen en sensibiliseren (46% van de initiatieven). 30% van de bereikte verkeersveiligheidsinitiatieven zijn acties en projecten. 24% van de respondenten werkt aan verkeersveiligheid door beleidsbeïnvloeding of – acties.
1. Sensibiliseren: informatie en vorming Verenigingen zetten vele acties op om het grote publiek, specifieke doelgroepen of hun leden te informeren. Dit gaat van algemene veiligheidstips (bv. de Gezinsbond en CM informeren over het gebruik van fietshelmen en kinderzitjes) in brochures of ledenbladen, over brochures over verkeerswetgeving (bv. nationale secretariaten van jeugdbewegingen) tot actiemodellen met inspirerende tips (bv. ACW maakte de brochure ‘Maak plaats voor fietsers en voetgangers’).
Verenigingen bieden ook vaak vorming aan, over de dode hoek, fietsvaardigheid (bv. Handicum vzw geeft vorming hoe je je veilig kan bewegen in het verkeer), wegcode (bv. KWB cursussen aan vrije begeleiders), ‘preventief rijden’, eerste hulp bij een verkeersongeval, …
2. Samen beweging maken: acties en projecten Beweging maken doe je sàmen, via acties (projecten) of overleg (proces). Voorbeelden van deze eerste zijn er genoeg: van fluovestjesacties, over knelpuntwandelingen (bv. Stedelijk Netwerk Lange Munte), affichecampagnes of sensibiliseringscampagnes. De Verkeersplatformen in Vlaanderen zetten vooral in op langdurige samenwerking voor de voorbereiding, uitwerking en opvolging van acties en adviezen over verkeersveiligheid.
31
3. Het beleid raken Samen met, in reactie op en als advies voor het Vlaamse of lokale beleid: verenigingen zijn een belangrijke partner voor besturen in verkeersveiligheid. Vaak gebeurt dit via vertegenwoordiging in lokale adviesraden. Dikwijls zijn het ook belangenbehartigers van specifieke doelgroepen die het beleid adviseren rond of attenderen op het belang van verkeersveiligheid voor hun achterban (senioren, personen met een handicap). Naast het gestructureerde advies zoals de adviesraden, reageren verenigingen dikwijls (proactief) op het beleid. Petities blijken nog altijd populair als drukkingmiddel, bijvoorbeeld door ACW die samen met buurtbewoners een petitie starten rond ‘zwaar verkeer doet onze straat zeer’. Andere voorbeelden zijn de Fietswacht of het Seniorencentrum Brussel dat een knelpuntanalyse maakte samen met beleidsverantwoordelijken.
4.2.3. Sectoriële analyse 1. Mobiliteitsverenigingen Een veilig verkeer sluit logischerwijze nauw aan bij de werking van mobiliteitsverenigingen. Een aantal verenigingen werkt heel specifiek aan het verhogen van de verkeersveiligheid. Zo doen Responsible Young Drivers en Drive Up Safety heel gerichte sensibiliseringsacties (gebruik gordel, vermijden van alcohol) naar jongeren om het aantal verkeersslachtoffers onder de jongeren te doen dalen. Ook Zebra en OVK streven expliciet naar een daling van het aantal verkeersslachtoffers. Door het werken met nabestaanden en verkeersslachtoffers geven de verenigingen het thema verkeersveiligheid een gezicht en maken ze de problematiek ruimer zichtbaar en verhogen ze de betrokkenheid. Bij KOMIMO, Fietsersbond, Mobiel 21 en de Voetgangersbeweging is verkeersveiligheid ingebed in het ruimere verhaal van duurzame mobiliteit. Zo werkt de Fietsersbond bijvoorbeeld aan een veilig verkeer door meer mensen op de fiets te krijgen, en wil ze omgekeerd meer verkeersveiligheid voor de fietsers bekomen.
32
2. Natuur en milieuverenigingen Ruim de helft van deze bereikte verenigingen werkt aan een veiliger verkeer door te reageren tegen onveilige situaties in het verkeer, voornamelijk maatregelen rond ruimtelijke ordening. Centraal staat dan ook beleidsbeïnvloeding of –advisering, onder meer via de lokale adviesraden. De actievoerders behartigen vooral de belangen van de zwakke weggebruikers. Via buurtenquêtes, petities en/of dossiers worden de problemen aangekaart bij de lokale overheid. De andere verenigingen werken vooral vanuit de duurzame invalshoek rond verkeersveiligheid. Voorbeelden: lokale adviesraden, acties zone 30, informatiedagen verkeersveiligheid.
3. Sociaal-culturele sector Zo divers als de sociaal-culturele sector is, zo verscheiden zijn de activiteiten die ze organiseren in het kader van verkeersveiligheid. Meestal benaderen ze het thema vanuit de invalshoek duurzaamheid of mobiliteit. Ze zetten daarbij zowel in op vorming van de eigen achterban als doelgroepgerichte publieksacties. Voorbeelden: bijscholingscursussen verkeersreglement, themalessen rond verkeer, fluovestjes-acties en artikels in ledenbladen.
4. Sociale beweging Het ACW werkt rond een veilig verkeer vanuit haar bekommernis voor een sociaal, economisch en ecologisch Vlaanderen. Ze legt daarbij de nadruk op het vermijden van verkeersongevallen en infrastructuur. Zowel het nationaal secretariaat als de verbonden en afdelingen werken hier aan via sensibilisatie, lokale acties, inspraakprocessen, beleidsbeïnvloeding en het informeren van de achterban. Voorbeeld: de Zone30-affichecampagne, De Fietswacht, Graag Traag-campagne.
5. Jeugdsector Een grote meerderheid van de jeugdverenigingen is nu al (bewust of onbewust) actief rond verkeersveiligheid. Bovendien schreef de Vlaamse Jeugdraad in 2009 het advies ‘het thema jeugdvrije tijd-mobiliteit’ op de politieke agenda, met een pleidooi voor (jeugd)vervoerplannen rond jeugdplekken. De nationale koepels bieden bovendien via hun website brochures of fiches aan 33
over de verkeerswetgeving bij het verplaatsen in groep (te voet of met de fiets). Ook stellen ze reflecterend materiaal ter beschikking. Sommigen gaan nog een stap verder en werken ook projecten uit, zoals speelstraten (MJA Limburg), eerste hulp bij het omgaan met verkeersslachtoffers (Jeugd Rode Kruis) of het project Uitlaat (Karuur vzw).
6. Noord-Zuid-sector Het thema verkeersveiligheid komt niet aan bod binnen de werking van de bereikte Noord-Zuidverenigingen. Verkeersveiligheid is geen aandachtspunt bij de samenwerking met het Zuiden en het wordt ook niet opgenomen in de Noordwerking. Een uitzondering hierop is Handicap International die zich bekommert over de afnemende verkeersveiligheid in Aziatische landen waar het gemotoriseerd verkeer exponentieel toeneemt. De organisatie lanceert er sensibiliseringsprojecten.
7. Sector etnisch-culturele minderheden Ook vanuit de etnisch-culturele sector kwam er geen positieve respons op de vraag of verenigingen rond verkeersveiligheid actief zijn, hoewel verkeersveiligheid soms een plaats krijgt in een groter verhaal van empowerment, leren fietsten, of maatschappelijke oriëntatie, de werking en het gebruik van openbaar vervoer.
8. Armoedesector Als armoedeverenigingen rond verkeersveiligheid werken, doen ze dit veeleer met traditionele acties (bv. fluovestjesacties) naar de eigen doelgroep. Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, benadrukte het belang van mobiliteit in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting ook op het Vertikaal Overleg Mobiliteit (november 2008).
9. Sportverenigingen In ons onderzoek gaven enkele sportverenigingen aan dat ze het dragen van fluovestjes promoten. Wandelverenigingen kiezen rustige, veilige wegen die aangenaam zijn om te wandelen, maar zetten geen specifieke acties op. De Vlaamse Sportfederatie geeft aan dat verenigingen van 34
sporten waarbij op de openbare weg gegaan wordt (wielrennen, atletiek, wandelen, paardensport), aandacht besteden aan hun zichtbaarheid en een route langs veilige wegen.
10. Sector voor personen met een beperking Verenigingen voor personen met een beperking kiezen dikwijls voor een activiteit of vorming rond verkeersveiligheid. Via mail en telefonisch bereikten we 16 verenigingen voor personen met een beperking, die rond verkeersveiligheid actief zijn. 5 van deze verenigingen richten zich uitsluitend op personen met een verstandelijke beperking en organiseren cursussen rond verkeersveiligheid voor hun doelgroep. Verenigingen die zich richten op personen met een fysieke handicap, benaderen het thema verkeersveiligheid vanuit de insteek van toegankelijkheid. De acties die verenigingen ondernemen hebben vooral te maken met sensibilisatie over de problemen die mensen met een beperking ervaren en informatie over de wetgeving (rond voortbewegingtoestellen en de toegankelijkheid van de openbare weg). Voorbeelden: actie voor blindegeleidetegels, erkenning van de parkeerplaatsen van rolstoelgebruikers.
11. Seniorenverenigingen Senioren zijn dè doelgroep van de toekomst. Dit klinkt misschien raar, maar senioren maken één vierde van de bevolking uit en tegen 2020 zal één op de drie automobilisten ouder zijn dan 60. Een minderheid van de bereikte seniorenverenigingen werkt rond verkeersveiligheid. Zij doen dit door opfrissingcursussen te organiseren of (beleidsmatig) te werken aan een betere toegankelijkheid van de openbare ruimte. Ze werken daarvoor vaak samen met plaatselijke politiekorpsen en lokale besturen.
12. Ouderverenigingen 2 van de 4 koepels van ouderverenigingen ondersteunen de activiteiten rond verkeersveiligheid van de aangesloten ouderverenigingen, voornamelijk acties en informatiemomenten georganiseerd. Zo kunnen ouderverenigingen die aangesloten zijn bij VCOV een mobiel verkeerspark lenen en/of een vormingsavond voor ouders aanvragen. 35
Go!ouders informeert de aangesloten ouderverenigingen via nieuwsbrief, nieuwsflits of website over verkeerszaken en biedt hen in samenwerking met een gespecialiseerde organisatie ook een vorming rond verkeer aan.
13. Gezinsverenigingen De grootste organisatie voor gezinnen, de Gezinsbond, werkt vanuit de leefwereld en problemen van kinderen aan een veiliger verkeer. Ze doet dit beleidsmatig of via het verspreiden van informatie via haar ledenblad. Enkele lokale afdelingen werken momenteel rond verkeersveiligheid.
14. Buurtwerkingen Buurtwerkingen worden niet ondersteund door een koepel, waardoor ze minder makkelijk toegang hebben tot gestructureerde achtergrondinformatie of voorbeeldprojecten. Hun acties zijn willekeuriger en geënt op de lokale situatie. Als ze rond verkeersveiligheid werken, maken ze gebruik van affichecampagnes, knelpuntwandelingen, overleg en buurtonderzoek.
15. Vakbond Zowel voor het ABVV als het ACV is verkeersveiligheid een continue aandachtspunt binnen hun werking rond een duurzaam woon-werk verkeer, dat ze concreet vormgeven aan de hand van beleidsinitiatieven en ondersteuning van campagnes.
16. Mutualiteiten De mutualiteiten hanteren de invalshoek gezondheid op verkeersveiligheid en beperken zich tot het informeren van de achterban of leden. De Gezondsheidsvoorlichting (GVO) van de Christelijke Mutualiteit verspreidde een folder rond fietshelmen en organiseerde de actie ‘Fiets je fit’ waarbij (veilig) fietsen gepromoot werd omdat fietsen gezond is. De GVO van de Socialistische Mutualiteit in Oost-Vlaanderen organiseert cursussen defensief rijden.
36
4.3. Tendensen uit de diepte-interviews De diepte-interviews gaven ons niet alleen meer zicht op bestaande initiatieven, de geïnterviewden bleven ook stilstaan bij randvoorwaarden voor verkeersveiligheidsprojecten, invalshoeken, uitdagingen, .. . We sommen hier enkele van de meest voorkomende en/of frappante tendensen op, ter aanvulling van de eerder beschreven verscheidenheid in methodieken, invalshoeken en (deel)sectoren.
- Momenteel werken mobiliteitsverenigingen en andere verenigingen soms samen voor concrete projecten. De mobiliteitsverenigingen bieden graag op vraag de nodige ondersteuning, ze worden geregeld gevraagd voor een workshop, een cursus, een lezing, … bij een (lokale) vereniging. - Mobiliteitsverenigingen/organisaties staan open om meer samen te werken met verenigingen. Ze vragen zich af hoe ze verenigingen kunnen overtuigen om deel te nemen aan een actie en welke hefbomen er nodig zijn om verenigingen warm te maken. - De mobiliteitssector vindt dat verenigingen een geschikte partner zijn om het thema verkeer te koppelen aan de bestaande sociale netwerken. - Niet-mobiliteitsverenigingen die reeds rond verkeersveiligheid werken benoemen enkele van hun pluspunten tegenover de mobiliteitsverenigingen/organisaties: •
ze bereiken en betrekken de lokale burgers/goegemeente meer (netwerk),
•
verenigingen zijn een goeie biotoop om tot een collectieve verontwaardiging tegenover verkeersonveiligheid te komen: mensen worden aangesproken op het eigen aandeel en vermogen om het verschil te maken,
•
pas als de verontwaardiging er is, zal een echte mentaliteitsverandering kunnen plaatsvinden.
- Niet-mobiliteitsverenigingen zijn bang dat ze hun identiteit (authentieke manier van werken, procesmatig, samen met mensen, van onderuit…) gaan verliezen als ze samenwerken met mobiliteitsverenigingen. Ze willen niet als kanaal gebruikt worden. - Mobiliteitsverenigingen wijzen erop dat andere verenigingen bij de uitwerking van hun verkeersveiligheidsprojecten te weinig gebruik maken van de aanwezige kennis en 37
expertise, wat niet alleen tijdsrovend is, maar soms ook ten koste gaat van de originaliteit of de inhoud van het project. - Als niet-mobiliteitsverenigingen rond verkeersveiligheid werken, is dit thema vaak geen doel op zich, of althans niet het enige doel, vaak gaat het ook om het verhogen van competenties, het groepsgevoel, het (leren) dragen van verantwoordelijkheid, het aanbieden van (ontspannings)activiteiten. - Er bestaan weinig financieringsmogelijkheden voor projecten rond verkeersveiligheid. Het tijdelijk karakter van de mogelijke projectsteun bemoeilijkt procesmatig werken en permanente sensibilisatie.
38
4.4. Conclusies De scope van dit onderzoek omvatte een bevraging van alle geledingen en sectoren van het middenveld. Meer dan 100 (van de 153 bereikte) verenigingen gaven daarbij aan te werken aan een veiliger verkeer. Ongetwijfeld zijn er nog honderden andere groeperingen die hier rond actief zijn. Deze resultaten tonen alvast dat het thema verkeersveiligheid leeft binnen heel wat nietmobiliteitsverenigingen en dat deze zich engageren voor verkeersveiligheid.
Binnen de natuur- en milieuverenigingen, jeugdverenigingen en socio-culturele verenigingen (waaronder de seniorenverengingen, verenigingen voor personen met een beperking en ouderverenigingen) wordt verkeersveiligheid al opgenomen of zijn er plannen en enthousiasme om dit (verder) te doen. Verenigingen uit het allochtoon middenveld, Noord-Zuid-verenigingen en sportverenigingen werken niet actief aan verkeersveiligheid.
Het middenveld is een verzameling van verschillende verenigingen, sectoren, visies, uitgangspunten. Ook de acties en projecten die we inventariseerden, zijn dat. Toch zijn er een aantal duidelijke lijnen, namelijk:
- Meer dan de helft van de verenigingen werkt (ook) rond verkeersveiligheid vertrekkende van een andere reden dan de invalshoek het aantal verkeersslachtoffers en -doden te verminderen. Toch legt een groot aantal verenigingen de nadruk op het vermijden van verkeersongevallen. Hier vallen vooral de ‘traditionele’ verkeersveiligheidacties (fluovestjesacties) en eenmalige acties naar specifieke doelgroep op. De mentaliteitsverandering staat hierbij centraal.
- Verenigingen werken hoofdzakelijk sensibiliserend om verandering teweeg te brengen bij verschillende doelgroepen, zowel naar hun eigen achterban (bijvoorbeeld scholieren en hun ouders, senioren, fietsers, … ), als naar diegenen die een (on)veilige situatie voor hun doelgroep in de hand werkt, zoals automobilisten, of lokale overheden. In het tweede geval doen ze vaak een beroep op het inlevingsvermogen van ‘de andere partij’.
39
- Verenigingen trekken ook vaker de grenzen open, overstijgen soms ook letterlijk de gemeentegrenzen, door zich te richten op acties met een bredere doelgroep en via een meer globale aanpak (zowel via verkeerseducatie als via het ijveren voor aanpassingen in infrastructuur). Het zijn deze lokale verenigingen (of beter: samenwerkingsverbanden) die een echt draagvlak voor verkeersveiligheid (en ruimer: duurzame mobiliteit) creëren. Het Verkeersplatform is hiervan het bekendste voorbeeld.
- Vele acties effenen de weg voor beleidsbeïnvloeding. Ze dringen er bij de lokale overheid op aan om structurele maatregelen uit te voeren, zoals de aanleg van wegversmallingen, drempels, het instellen van zone 30.
- Het plaatselijk lobbywerk bij bevoegde overheden wordt vooral door natuur- en milieuverenigingen, buurtcomités, lokale actiecomités, Fietsersbondafdelingen of lokale ACWafdelingen opgenomen. Op basis van vastgestelde knelpunten kloppen ze aan bij het gemeentebestuur met een dossier dat voorstellen bevat over hoe de knelpunten aangepakt kunnen worden.
- Lokaal is er vaak een erg groot enthousiasme, maar de aanpak is niet altijd vernieuwend, de ondersteuning en de middelen zijn vaak beperkt. Acties en activiteiten van nietmobiliteitsverenigingen vertrekken meestal bottom-up, zijn geënt op een specifieke situatie en maken weinig gebruik van bestaande mobiliteitscampagnes.
- Hoewel er vaak samenwerking is tussen verenigingen en de mobiliteitssector, hebben beiden het gevoel dat het beter, anders kan en dat ze door een betere samenwerking of afstemming effectiever zouden kunnen samenwerken.
40
4.5. Reflectiedag Op 26 maart 2009 vond de Reflectiedag van ‘Verenigingen voor Verkeersveiligheid’ plaats. Hier werden de bevindingen uit het onderzoek voorgesteld, werden enkele vragen scherpgesteld en was er ruimte voor uitwisseling tussen de verschillende actoren. Het was belangrijk te peilen naar de grenzen aan verbreding en verdieping.
Iedereen is het erover eens dat het draagvlak voor verkeersveiligheid moet verbreed worden. Verkeersslachtoffers zijn nog altijd maatschappelijk aanvaard en dat zou niet mogen. Bovendien zijn mensen zich nog te weinig bewust van hun individuele verantwoordelijkheid om hun gedrag in het verkeer te veranderen. Er is nood aan sensibilisatie over de eigen verantwoordelijkheid in verkeersveiligheid.
De zin en bereidheid om samen te werken is er. Verenigingen zoeken naar ondersteuning in hun werking rond verkeersveiligheid. Samenwerken kan, als er rekening wordt gehouden met de eigenheid van de verenigingen. Samenwerken vraagt meer overleg tussen de verschillende actoren. Het opstarten van een platform waar in eerste instantie mobiliteitsverengingen en de andere verenigingen in dialoog met elkaar treden, is een mogelijkheid. Mobiliteitsverenigingen willen zich inzetten om hun expertise beschikbaar te stellen van lokale groepen.
Om het draagvlak te vergroten is het belangrijk om verkeersveiligheid niet te benaderen vanuit een heel negatieve invalshoek, zoals vaak gedaan wordt door de media. Het is belangrijk dat verenigingen en individuen geïnspireerd worden om iets leuks rond het thema te doen. Om mensen uit hun kot te laten komen, zijn er positieve actiemodellen nodig. Door samen in te zetten op een gezamenlijke mediacampagne en/of één grote, eenvoudige, laagdrempelige actie, kunnen we het draagvlak vergroten.
Met een lokale dynamiek en een groot draagvlak, kan je op het beleid wegen en veel verwezenlijken. 41
De dialoog tussen verenigingen en lokale besturen is belangrijk. Werken aan verkeersveiligheid is de verantwoordelijkheid van zowel de burgers als het beleid. Er zijn goede voorbeelden van meer inspraak in het beleid, zoals de betrokkenheid van Blindenzorg bij de heraanleg van pleinen in Gent. Besturen haken af als er te veel kritiek komt, hierbij spelen ook politieke kleuren mee. Een onafhankelijke overleg dat verschillende actoren samenbrengt is essentieel. Een voorbeeld hiervan is een Verkeersplatform, dat binnen een gemeente de verschillende actoren (politiek, scholen, verenigingen…) samenbrengt. Voor verenigingen is het belangrijk om op korte termijn concrete resultaten te boeken zodat vrijwilligers gemotiveerd blijven. Dit botst vaak met de langetermijnplanning van de gemeente. Het is daarom belangrijk om gezamenlijk zowel kortetermijndoelen te stellen en ondertussen te werken aan structurele veranderingen.
42
© Verkeersplatform
43
44
5. Reflecties 5.1. Betere randvoorwaarden voor (bestaande) verkeersveiligheidsinitiatieven Verenigingen hebben hun eigenheid en specifieke werking en speerpunten. Dat verkeersveiligheid een thema is dat iedereen aanbelangt, dus ook elke vereniging, staat ondertussen buiten kijf. Wat niet wil zeggen dat we elke vereniging een werking rond verkeersveiligheid willen opdringen. Projecten rond verkeersveiligheid in verenigingen, een reflex om verkeersveilige activiteiten te organiseren, het aangaan van een (lokale) samenwerking rond verkeersveiligheid, … . Verenigingen doen het en willen en kunnen het nog meer en beter doen, mits enkele belangrijke randvoorwaarden.
Bij die verenigingen waar er ruimte is om het thema verkeersveiligheid op te nemen, is er een vraag naar lokale actiemodellen, goede praktijkvoorbeelden en/of concreet actiemateriaal waar zij mee aan de slag kunnen gaan. De bestaande campagnes en andere initiatieven zouden meer bekend moeten zijn bij lokale verenigingen. Deze hebben ook nood aan een concreet voorstel van hoe zij met het materiaal of de actie aan de slag kunnen gaan in hun buurt of gemeente.
Informatie over bestaande projecten, campagnes en de vraaggestuurde werking rond verkeersveiligheid van verschillende mobiliteitsactoren moet beter ontsloten worden naar verenigingen. Het aanbod, de campagnes en methodieken van de mobiliteitssector moeten (waar mogelijk) beter afgestemd worden op de eigenheid en manier van werken van verenigingen.
De mogelijkheden voor subsidiëring van kleinschalige projecten zijn beperkt tot ‘Het Fonds Dominique De Graeve’ (Koning Boudewijnstichting), het Vlaamse decreet rond subsidies voor mobiliteitsprojecten, eventueel subsidiemogelijkheden in het kader van specifieke doelgroepen (toegankelijkheid) en de financiële ondersteuning van lokale overheden. ‘de Verenigde 45
Verenigingen’ lanceerde de voorbije maanden een projectoproep met beperkte financiële ondersteuning van een aantal initiatieven ter bevordering van verkeersveiligheid. Met het beschikbare budget kon slechts een derde van de ingediende projectenaanvragen ondersteund worden. Hoe kleinschalig deze steekproef ook is, het toont aan de verenigingen ook financiële drempels ervaren om rond verkeersveiligheid te werken.
Er moeten (voldoende) laagdrempelige subsidiekanalen zijn voor de financiering van (kleinschalige) verkeersveiligheidsprojecten uit verschillende sectoren.
5.2. Meer samenwerking Iedereen is het er over eens dat samenwerking zinvol kan zijn. Er is nood aan vernieuwde, betere èn meer samenwerking tussen expertise en draagvlak. Het onderzoek wijst alvast op de nood aan uitwisseling, informatie en ondersteuning. Maar hiertegenover staat de spanning tussen de topdown-benadering van algemene campagnes uit de mobiliteitssector en de bottom-up-aanpak van vele verengingen. De mobiliteitssector heeft de nodige knowhow. Middenveldorganisaties laten projecten veelal van onderuit groeien en maken gebruik van de kracht van de gedragenheid en ervaring. Als we door vernieuwde samenwerking de slagkracht en gedragenheid voor verkeersveiligheid willen vergroten, zullen we zowel rekening moeten houden met de specificiteit en eigenheid van elke vereniging en sector, als enkele verschillen in aanpak en doelstellingen moeten overstijgen. Een gezamenlijke actie kan verenigingen stimuleren verder te gaan dan het vertrouwde discours (van klassieke acties). Het is belangrijk om een brede benadering van verkeersveiligheid te hanteren, waarbij ook ruimte is voor de sociale component van verkeersveiligheid. Verenigingen die zich minder aangesproken voelen om rond verkeersveiligheid te werken, zullen makkelijker geprikkeld worden als ze ook andere motivaties hebben om deel te nemen aan een bestaande campagne, waar ze achter kunnen staan. We denken hierbij aan het meewerken aan een lokale dynamiek, uit lokale verontwaardiging, of om deel te zijn van een positieve campagne die aansluit bij hun werking/leefwereld.
46
Er moet meer werk worden gemaakt van de gedragenheid van verkeersveiligheid. Een mogelijkheid om de algemene gedragenheid te verhogen is een laagdrempelige, positieve (media)campagne, met ruimte voor de eigenheid en invalshoek van elke vereniging en sector.
Als we door het samengaan van draagvlak en expertise meer slagkracht willen, is er nood aan kruisbestuiving. Het zoeken naar win-win-situaties en het inzetten van ieders knowhow en sterktes staan hierbij centraal. Wat zijn de mogelijkheden voor samenwerking en afstemming, rekeninghoudend met de marges van de eigenheid van zowel verenigingen als de mobiliteitssector? Hoe kunnen mobiliteitsverenigingen andere verenigingen beter ondersteunen? Hoe kunnen bestaande methodieken en campagnes meer nog meer ‘tot in de straat’ komen? De (kortstondige en kleinschalige) samenwerking tussen de mobiliteitssector en verenigingen moet meer gestimuleerd en ondersteund worden. Mobiliteitsverenigingen moeten meer gestimuleerd en ondersteund worden om hun bestaande methodieken te vertalen naar en aan te passen aan verenigingen en om – aan de hand van uitwisseling- te experimenteren met het beter bereiken van (een sector van) het middenveld.
5.3. Kansen op lokaal niveau Er liggen kansen op lokaal niveau. Verontwaardiging en een situatie dicht bij huis, waarbij mensen persoonlijk betrokken zijn, brengt hen sneller op de been. Vooral op lokaal vlak zijn mensen bereid om sàmen te gaan voor een veiligere buurt. Werken aan beleidsbeïnvloeding is een belangrijk aspect binnen werkingen rond verkeersveiligheid. Ook op dit vlak kunnen lokale initiatieven meer ondersteuning gebruiken. Mobiliteitsorganisaties zijn bereid om hen op vraag te ondersteunen. Het is ook zowel voor de lokale overheid als de burgers van belang dat elke gemeente een proactief participatief beleid inzake verkeersveiligheid voert. (Verenigingen van) burgers zullen verkeersbewuster worden doordat ze betrokken worden en zich wellicht ook meer verantwoordelijk voelen als verkeersdeelnemer. Politiek heeft het 47
gemeentebestuur baat bij een proactief participatief beleid aangezien verkeersveiligheid en leefbaarheid dagdagelijkse verzuchtingen zijn voor bewoners. Een goede invulling en opvolging van het beleid hier rond werkt de tevredenheid van burgers in de hand en is ook electoraal interessant. De dynamiek van het lokale niveau moet meer geëxploreerd worden, zodat de lokale betrokkenheid bij verkeersveiligheid vergroot. De lokale overheid moet haar bewoners en lokale verengingen proactief betrekken bij haar mobiliteitsbeleid.
48
6. Aanbevelingen 6.1. Projectmatige aanbevelingen Om het draagvlak voor verkeersveiligheid te verhogen, is het van belang om op verschillende sporen in te zetten. Ons inziens gaat het over de peilers: ontmoeting, samenwerking en brede campagne.
Ontmoeting 1.
Door middel van een virtuele ontmoetingsplaats kan de informatie, expertise en campagnes van de mobiliteitssector ontsloten worden en kunnen goede voorbeelden en ervaringen uitgewisseld worden.
Het is belangrijk dat er zowel up to date informatie wordt bekend gemaakt als dat mensen er terecht kunnen met hun vragen en ervaringen. Het is noodzakelijk dat de uitbouw van deze ontmoetingsplaats gebeurt door samenwerking tussen de mobiliteitssector en verenigingen. Er moet bekeken worden of bestaande initiatieven uitgebreid en aangepast kunnen worden of dat een nieuwe website noodzakelijk is om het vooropgestelde doel te bereiken.
2.
Door middel van sporadisch thematisch overleg tussen verenigingen en mobiliteitsorganisaties kunnen ervaring gedeeld worden en kan er ruimte gecreëerd worden voor nieuwe samenwerking en voor experimenteren.
Brede campagne 3.
Het middenveld en de mobiliteitssector zetten samen hun schouders onder een laagdrempelige kadercampagne of mediacampagne met positieve uitstraling.
49
Dit zou een dag voor verkeersveiligheid kunnen zijn, met een duidelijk logo, figuur en kaderslogan. Aansluiten bij bestaande dagen - (Europese) Verkeersveilige dag, Europese dag van de hoffelijkheid in het verkeer - is aangewezen. Afstemming met de ‘ik ben voor’-campagne van BIVV is vereist. Het is van belang dat er minimaal zowel enkele grote verenigingen, koepels als mobiliteitsverenigingen mee mobiliseren, dat de organisatie in de schoot van een middenveldsamenwerking ligt, en dat de campagnevlag vele ladingen kan dekken. Aan de campagne kunnen talrijke mobiliserende acties gekoppeld worden zoals sloganwedstrijden, lokale acties. Er kan gewerkt worden met een jaarlijkse specifieke invalshoek.
Samenwerking 4.
Mobiliteitsverenigingen en -sector gaan meer op zoek naar afstemming met verenigingen.
Aan de hand van samenwerking stemt de mobiliteitssector bestaande campagnes, actiemodellen en educatief materiaal meer af op de vraag en noden van het verenigingsleven. Ze staat ook open voor nieuwe mogelijkheden om op een goede manier samen te werken. Mobiliteitsverenigingen en -sector experimenteren samen rond het beter bereiken van bepaalde doelgroepen (de expertise en contacten van het middenveld) en het inzetten van de mobiliteitsexpertise in verkeersveiligheidsinitiatieven (expertise van de mobiliteitsverenigingen).
5.
Op lokaal niveau wordt de aanwezige dynamiek versterkt door samenwerking met verschillende actoren voor concrete projecten en in een neutraal overleg.
Een succesvol voorbeeld hiervan is het concept van de verkeersplatforms van ACW en partners. Momenteel zijn er in 10 gemeenten verkeersplatforms actief.
50
6.2. Beleidsmatige aanbevelingen Binnen verenigingen leeft het thema verkeersveiligheid. Verontwaardiging, betrokkenheid of bekommernis zijn de redenen om rond verkeersveiligheid te werken. Dit onderzoek toont aan dat er, naast vele zinvolle en goede initiatieven en campagnes, nog nood is om mensen warm te maken voor verkeersveiligheid en hun eigen verantwoordelijkheid en dat verenigingen hierin een rol kunnen spelen. We vragen dan ook aan de diverse overheden om de rol van het middenveld hierin te erkennen en te ondersteunen en het middenveld de ruimte te laten haar eigen projecten en processen (in samenwerking) te laten ontwikkelen en bestendigen. Bovendien vragen we om de kracht en de noodzaak van langzame maar duurzame veranderingsprocessen ‘van onderuit’, naast grootschalige (media)campagnes te erkennen en deze projecten en processen ook te ondersteunen.
1.
Er wordt bekeken hoe de Vlaamse overheid aan de hand van de mobiliteitsconvenant (module 15, flankerende maatregelen) en/of een stedelijk participatiebeleid proactieve participatie van bewoners en (mobiliteits)verenigingen bij het gemeentelijk mobiliteitsplan verregaand (financieel) kan stimuleren.
Er zijn mogelijkheden om module 15 van de mobiliteitsconvenant hiervoor verder te exploreren. Het is aangewezen om gebruik te maken van de geplande evaluatie in november 2009 om hierover een voorstel te doen. De publicatie ‘Burgerparticipatie in Vlaamse steden’ kan hierbij inspireren, ook wat betreft de rol van de Vlaamse overheid in deze. Het is aanbevolen dat de VVSG haar vormingsaanbod afstemt op dit thema.
2.
Er wordt bekeken hoe gemeentes aangemoedigd kunnen worden om verkeersveiligheidsprojecten van bewoners en lokale verenigingen te subsidiëren aan de hand van een projectsubsidie.
51
Het lokale niveau is het meest geschikte om (kleinschalige) initiatieven rond verkeersveiligheid te ondersteunen en zo de participatie van bewoners en verenigingen te verhogen. De Vlaamse overheid kan bij de uitwerking echter een belangrijke rol spelen. Er zijn mogelijkheden om module 15 van de mobiliteitsconvenant hiervoor verder te exploreren. De projectsubsidie kan ook kaderen in het stimuleren van burgerinitiatieven in de gemeente (bvb. Wijk aan zet in Gent). Bovendien is het ook aanbevolen om telkens te peilen naar de aandacht voor verkeersveiligheid bij burgerinitiatieven. Het is aanbevolen om vernieuwende methodieken te stimuleren en het werken aan de hand van jaarlijkse thematische invalshoeken (bv. samenhangend met beleidsprioriteiten) is een optie.
3.
De rol van het middenveld in verkeersveiligheid wordt erkend en de gemeenschappelijke verkeersveiligheidsprojecten, zoals aanbevolen in 6.1., worden (financiële) ondersteund, zodat er ruimte ontstaat om de ontstane dynamiek tijdens het project ‘Verenigingen voor verkeersveiligheid’ te bestendigen.
52
7. Nawoord Dit onderzoeksrapport toont enkele duidelijke resultaten en tendensen rond verenigingen en verkeersveiligheid. Bovendien hebben we met de aanbevelingen in dit rapport enkele speerpunten voor de toekomst geopperd. Binnen het kader van het project ‘Verenigingen voor verkeersveiligheid’ zal ‘de Verenigde Verenigingen’ de komende maand een wervende brochure opmaken met goede voorbeelden, bestaande projecten en het aanbod van mobiliteitsverenigingen en organisaties. Op die manier wil ‘de Verenigde Verenigingen’ verenigingen informeren over (het organiseren van) en inspireren tot diverse projecten rond verkeersveiligheid. Bovendien zal ‘de Verenigde Verenigingen’ enkele betrokken verenigingen (in het kader van de projectfinanciering ‘Verenigingen voor Verkeersveiligheid’) verder bevragen rond hun kennis van en samenwerking met de mobiliteitssector. Die informatie, succesverhalen, ervaringen en advies, zal ontsloten worden naar de verschillende betrokken actoren in de mobiliteitssector. Met de bevindingen en aanbevelingen uit dit rapport zal ‘de Verenigde Verenigingen’ met de diverse actoren (verenigingen, mobiliteitssector en overheid) bekijken en onderhandelen welke aanbevelingen verder opgewerkt kunnen worden.
53
54
Bijlage 1. Inventaris: initiatieven van het middenveld rond verkeersveiligheid Deze inventaris biedt een overzicht van bestaande initiatieven, acties, projecten en processen rond verkeersveiligheid van het Vlaamse en Brusselse middenveld. We geven kort aan hoe verenigingen uit verschillende sectoren rond verkeersveiligheid werken.
Milieu- en natuurverenigingen Bond Beter Leefmilieu (BBL) Met belgerinkel naar de winkel Jaarlijks organiseert Bond Beter Leefmilieu, in samenwerking met de Unie van Zelfstandige Ondernemers, de Christelijke Mutualiteit en de Fietsersbond, de campagne ‘Met Belgerinkel naar de Winkel’. Om mensen ertoe aan te zetten voor kleine tot middellange afstanden de auto in te ruilen voor de fiets of de voeten, wordt er in meer dan honderd steden en gemeenten een spaarkaartenactie georganiseerd. Mensen die te voet of met de fiets boodschappen doen kunnen hun spaarkaart laten afstempelen en een prijs winnen. Op die manier wordt ook het gemeentebestuur gestimuleerd om meer te investeren in duurzame mobiliteit. www.belgerinkel.be Eco-driving BBL stimuleert autobestuurders om hun autorijstijl aan te passen naar een efficiëntere, zuinigere en milieuvriendelijke rijstijl. Eco-driving bevordert bovendien de veiligheid en doorstroming van het verkeer. BBL biedt een opleiding eco-driving aan voor bedrijven, particulieren en scholen, vanaf 2009 ook voor vrachtwagenbestuurders. www.eco-driving.be ‘ik kyoto’ ‘ik kyoto’ promoot duurzaam woon-werkverkeer. Met de campagne ‘ik kyoto’ roept BBL bedrijven uit Vlaanderen en Brussel op om werknemers te stimuleren om te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer of al carpoolend naar het werk te gaan. Dit is minder belastend voor het milieu en is goedkoper voor de werknemers zelf, voor bedrijven en voor de maatschappij. Werknemers van de deelnemende bedrijven noteren gedurende vier weken (in 2009 van 4 tot 29 mei) hun duurzaam gependelde kilometers op een persoonlijke spaarkaart, online of via de folder. Samen besparen ze autokilometers en verminderen ze de uitstoot van CO2. www.ikkyoto.be www.bondbeterleefmilieu.be
55
Actiegroep ter Beveiliging van het Leefmilieu op de Linkeroever en in het Waasland (ABLLO vzw) In en rond Sint-Niklaas houdt ABLLO vzw de mobiliteitssituatie in het oog. Ze werkt aan een betere verkeersleefbaarheid, meer veiligheid voor de fietser en toegankelijk openbaar vervoer. Dit doet ze vooral via het afleveren van dossiers met vastgestelde knelpunten en oplossingsvoorstellen aan de bevoegde overheidsinstantie. www.abllo.be Actiecomité Milieubescherming Merelbeke vzw (AMM vzw) AMM diende in 2008 een bezwaarschrift in bij de Vlaamse Overheid (Agentschap Wegen en Verkeer) tegen het Project-MER buitenring R4. Het bezwaarschrift bevat bedenkingen en oplossingsvoorstellen bij de bestaande ontwerpen van verkeersinfrastructuur. Centraal staan een hogere veiligheid voor de weggebruiker en een meer vloeiende verkeersgeleiding van bepaalde op- en afritten. Voorzitter: Paul Claus,
[email protected] BorgerhouDt Van Mensen vzw BorgerhouDT Van Mensen streeft naar meer veiligheid voor fietsers en voetgangers bij de heraanleg van de Carnotstraat. Met succes: op 14 maart 2009 is het voorontwerp voor de heraanleg van de Carnotstraat goedgekeurd. Het voorziet ruime voetpaden en comfortabele fietspaden. Hendrik Roelandt & Ann Salomez,
[email protected] De Bron vzw, voor Natuur & Milieu van Yser tot Leie De Bron vzw voorziet fluovestjes bij nachtelijke activiteiten. Bovendien is ze aangesloten bij Trage Wegen vzw. Ook pleit De Bron om de A19 door te trekken zodat de drukke en gevaarlijke provincieweg onlast en veiliger wordt. www.debron.be De Raaklijn vzw De Raaklijn komt sinds 1991 op voor een betere leefomgeving op het grondgebied van Belsele, verkeer vormt daar een wezenlijk onderdeel van. De Raaklijn wil een veilig dorp voor iedereen, met minder verkeersgeweld en meer ruimte voor de zwakke weggebruiker, zowel binnen als buiten de dorpskern. Op basis van verkeerstellingen, buurtenquêtes, buurtvergaderingen, e.a., reikt De Raaklijn oplossingen en planmatige ideeën aan aan het stadsbestuur. Op die manier weert De Raaklijn sluipverkeer, ijvert ze voor de heraanleg van gevaarlijke kruispunten, realiseert ze een zone 30 in de dorpskern, stelt ze een fietsbeleid en plannen van de heraanleg van Belsele dorp voor. De 56
Raaklijn organiseert knelpuntenfietstocht. www.deraaklijn.be
ook
sensibiliseringsacties,
zoals
een
autoarme
zondag
of
een
De Torenvalk vzw De Torenvalk werkt niet structureel rond verkeersveiligheid maar organiseert wel af en toe acties. Zo heeft ze enkele jaren geleden een telling georganiseerd van de fietsstallingen in Ardooie. In 2008 deed ze de actie ’t Is Spel op de Markt. Met deze actie wil ze de discussie levendig houden over de openstelling van de voordien verkeersvrije markt te Tielt. Het gemeentebestuur wordt gevraagd op haar beslissing van de heropenstelling terug te komen. www.detorenvalk.be Groen- en Natuurbeschermingscomité Destelbergen vzw Groen- en Natuurbeschermingscomité Destelbergen voert al jaren actie rond de Alfons Braeckmanlaan die een druk gebruikte verkeersweg is en waarop hard wordt gereden niettegenstaande de zone 30. Het comité schrijft de lokale overheid aan, wijst haar op de gevaren voor de zwakke weggebruikers en stelt oplossingen voor. Voorzitter: Jan Deheegher,
[email protected] Groen vzw Groen vzw ijvert voor een betere en veiligere ruimtelijke ordening binnen het arrondissement Brugge. Sinds de jaren ‘90 maakt ze dossier op met nieuwe voorstellen inzake wegeninfrastructuur, havenontwikkeling en groenbehoud. Groen vzw pleit voor zo weinig mogelijk nieuwe wegen en zoveel mogelijk veilige wegen. http://users.telenet.be/a150254/ Houtlandse Milieugroep De Houtlandse Milieugroep zet zich blijvend in voor het behoud van trage wegen, wat de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker ten goede komt. www.houtland.com Komitee voor Leefmilieu en Natuurbehoud (Kolena vzw) Kolena vzw volgt vanuit het aandachtspunt verkeersveiligheid, de mobiliteitssituatie in Laarne op via de Mobiliteitsraad. Lieve Van Bockstael,
[email protected]
57
Leefmilieu Roeselare vzw Leefmilieu Roeselare brengt verkeersveiligheid steeds naar voor in de milieuraad en in haar jaarlijks gesprek met de burgemeester. Ze besteedt daarbij extra aandacht aan de fietsers: het aantal fietspaden en de toestand en veiligheid ervan. Dirk Vandewalle,
[email protected] Leefmilieu Wetteren vzw Leefmilieu Wetteren werkt aan de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker op Overschelde en Kwatrecht (Brusselsesteenweg). Samen met de buurtbewoners kaart ze de gevaarlijke situaties aan en nodigt de betrokken politieke verantwoordelijken uit om samen het probleem te analyseren en mogelijke oplossingen te bespreken. Ook via de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening en het mobiliteitsplan werkt Leefmilieu Wetteren samen met het gemeentebestuur samen aan een veiliger verkeer. users.skynet.be/leefmilieu_wetteren Leefmilieugroep Mechelen Zuid vzw Leefmilieugroep Mechelen Zuid is ontstaan in 1990 als reactie op de milieu- en verkeershinder in verschillende buurten. Petities met klachten over geur-, lawaai- en verkeershinder werden aan het stadsbestuur overgemaakt. Ook nu nog kaart Leefmilieugroep Mechelen Zuid gevaarlijke situaties aan bij het stadsbestuur. Het betreft problemen als doorgaand zwaar verkeer, te snel rijdend verkeer, onveilige kruispunten en gebrekkige signalisatie. Als het stadsbestuur geen actie onderneemt, gaat Leefmilieugroep Mechelen Zuid zelf over tot actie. Zo deed ze op 29 januari 2009 een sensibiliseringsactie. Ze trok vuilniszakken over de overbodige verkeersborden op een educatieve verkeersroute. Haar actie haalde de pers en kort daarna werden de borden verwijderd. www.leefmilieugroep-mechelen-zuid.be Milieufront Omer Wattez vzw Verkeersveiligheid is één van de thema’s waarrond Milieufront Omer Wattez werkt. Ze komt tegemoet aan de noden van de zwakke weggebruiker via de activiteiten rond trage wegen. Er wordt nauw samengewerkt met de fietsersbondafdelingen. www.milieufrontomerwattez.be
58
Natuurpunt M.O. Lennik (MOL) Verkeersveiligheid vormt een bekommernis van de MOL maar is geen thema waarrond permanent gewerkt wordt. MOL heeft 5 vertegenwoordigers in de Lennikse milieuraad die soms adviezen geven die rechtstreeks of onrechtstreeks te maken hebben met mobiliteit. Tijdens geleide wandelingen of fietstochten wordt gewezen op problemen met fiets- of voetpaden en worden die eventueel ook aangeklaagd bij het gemeentebestuur. www.natuurpunt-mollennik.be Milieuwerkgroep Tielrode - Ons Streven vzw Milieuwerkgroep Ons Streven schrijft de gemeente regelmatig aan met de vraag effectieve maatregelen te nemen om de verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruikers op gevaarlijke plaatsen te verbeteren. Milieuwerkgroep Ons Streven is aangesloten bij de lokale Fietsersbond in Temse. www.onsstreven.be Natuur en Landschap Meetjesland vzw Natuur en Landschap Meetjesland vzw maakt deel uit van het Comité ‘Eeklotegendering’. Dit comité verzet zich tegen de plannen van het Eeklose stadsbestuur om een ringweg aan te leggen tussen 2 woonwijken. Het comité gaf begin 2008 een petitiebundel af aan het stadsbestuur. Ook stelde ze een overzicht op van de problemen (waaronder doorgaand en zwaar verkeer, de veiligheid van de zwakke weggebruiker…) en oplossingsvoorstellen, uitgewerkt door het Comité samen met een planoloog. In maart 2009 organiseerde het Comité een optocht waarbij voetgangers, fietsers en tractoren met spandoeken en flyers de oplossingsvoorstellen kenbaar maakten. www.nlmeetjesland.be Regionale Actiegroep Leefmilieu (Raldes vzw) Raldes werkt rond verkeersveiligheid vanuit de invalshoek ruimtelijke ordening. Ze verzet zich tegen de aanleg van onveilige wegen. Wouter Jacob,
[email protected] STERREBEEK 2000 vzw Hinderlijke en gevaarlijke verkeerssituaties zijn al jarenlang een constante in de werking van STERREBEEK 2000. STERREBEEK 2000 deed in het verleden, samen met de basisscholen, een grondig onderzoek naar de verschillende knelpunten in de gemeente. Mede op basis daarvan, formuleert STERREBEEK 2000 regelmatig voorstellen om het verkeer veiliger en beter te maken. Ook het 59
gemeentelijk mobiliteitsplan kreeg in het verleden ruime aandacht. Regelmatig worden verkeersdeskundigen uitgenodigd. De vereniging werkt mee aan de provinciaal fietsroutenetwerk via de koepel "Veilig Mobiel". STERREBEEK 2000 sensibiliseert haar leden via haar ledenblad. STERREBEEK 2000 ondersteunt initiatieven voor een grotere veiligheid op de Mechelsesteenweg. Na verschillende dodelijke ongevallen schreef STERREBEEK 2000 samen met de omwonenden diverse ministers aan, zonder positief gevolg. www.sterrebeek2000.be stRaten-generaal In haar bezwaarschriften over De Oosterweelverbinding vormt verkeersveiligheid een belangrijk aandachtspunt. www.stratengeneraal.be Trage Wegen vzw Trage Wegen vzw, een platform en spreekbuis van meer dan 40 organisaties, strijdt voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van trage wegen. Deze vroegere buurtwegen bieden heel wat mogelijkheden als wandel- of fietspad en hebben een ecologische waarde. Trage wegen dragen als verbindingswegen voor de zwakke weggebruikers ook bij tot een verkeersveilige omgeving. www.tragewegen.be Johanna.be Johanna.be vzw streeft naar structureel gescheiden verkeer van zwakke en sterke weggebruikers, zowel voor dagelijkse verplaatsingen als voor recreatieve toepassingen. Daartoe beschermt, herstelt en creëert ze trage wegen. Bovendien maakt ze deze wegen gemakkelijk vindbaar via stafkaarten, toeristische folders, gemeentelijke info en eventueel aanduiding ter plaatse zelf. Ook ijvert ze voor bruikbare en degelijk onderhouden bermen op alle gemeente- en gewestwegen. Johanna.be stimuleert ook initiatieven van verenigingen en particulieren ter bescherming, heropening of creatie van veilige wegen voor zwakke weggebruikers door een actiebank op haar website aan te bieden waarop dergelijke acties kunnen geplaatst worden en door mogelijke trage wegen te inventariseren. www.johanna.be Vzw Aktiegroep Leefmilieu Kempen (VALK) VALK heeft geen specifieke werking rond verkeersveiligheid maar neemt verkeersveiligheid mee als aandachtspunt bij het goedkeuren van ruimtelijke uitvoeringsplannen.
60
vzw Kilowat?Uur Met als doel de CO²uitstoot te verminderen, overtuigt vzw KILOWAT?UUR mensen om ‘alternatief en verstandig mobiel’ te worden. Ze promoot de fiets en het te voet gaan en pleit bij overheden om onder andere veilige voet- en fietspaden te voorzien. www.co2minderen.be Werkgroep voor Milieu en Verkeer (WMV) WMV werkt actief aan een veiliger verkeer in St.-Denijs-Westrem en Afsnee. Aangeklaagde of gevaarlijke verkeerssituaties worden door WMV doorgelicht en geformuleerd. Zowel de bestaande situatie als de gewenste situatie worden uitgetekend. Daarvoor wordt vaak samengewerkt met lokale ad-hoc buurtcomités. Nadien wordt een dossier overgemaakt aan het stedelijk College en/of wordt overlegd met de Dienst Gebiedsgerichte Werking of de Dienst Mobiliteit over het ingediende voorstel. Om het draagvlak voor de oplossingsvoorstellen te vergroten, vraagt WMV lokale handelaars om de voorstellen in de etalages uit te hangen of organiseert WMV een vergadering waarop ze de buurtbewoners uitnodigt. Inhoudelijk gaan de klachten over te snel rijdend verkeer, sluikverkeer en vrachtverkeer in woonwijken; de veiligheid op wandel- en fietsroutes of typische schoolroutes; gevaarlijke kruispunten of knooppunten. Voorzitter: Herwig Verstraete,
[email protected] Zenne en Zoniën vzw Zenne en Zoniën vraagt aandacht voor de zwakke weggebruiker in haar werkingsgebied. Ze ijvert voor een beter openbaar vervoer en betere trage wegen en signaleert lokale problemen. www.zenzo.tk
61
Verenigingen voor personen met een beperking Blindenzorg Licht en Liefde vzw Blindenzorg Licht en Liefde werkt aan de toegankelijkheid van het openbare domein door bijvoorbeeld rateltikkers aan kruispunten te voorzien. Bovendien zetelt Blindenzorg Licht en Liefde in het Toegankelijkheidsoverleg Vlaanderen en is ze actief binnen de Werkgroep Toegankelijkheid van de De Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers. www.blindenzorglichtenliefde.be Federatie van Vlaamse DovenOrganisaties vzw (FEVLADO vzw) FEVLADO maakt informatie over verkeersveiligheid toegankelijk voor doven. FEVLADO biedt bijvoorbeeld het VRT programma Kijk Uit in gebarentaal aan op haar website. Ze onderhandelt ook met de VRT om het programma op televisie in gebarentaal te vertalen, aangezien dit vooral voor dove senioren toegankelijker is dan ondertiteling. www.flevado.be Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap (GRIP vzw) GRIP vzw werkt niet specifiek rond Toegankelijkheidsoverleg Vlaanderen. www.gripvzw.be
verkeersveiligheid,
maar
ondersteunt
wel
het
Katholieke Vereniging Gehandicapten vzw (KVG) KVG werkt rond toegankelijkheid en maakt deel uit van de actieve kerngroep van het Toegankelijkheidsoverleg Vlaanderen. KVG werkt rond het thema ‘Veilig met de rolstoel in het Verkeer’. De onduidelijkheid rond de plaats van de rolstoel leidt tot gevaarlijke verkeerssituaties. Via info- en vormingsmomenten informeert KVG de personen met een handicap en hun omgeving. Daarnaast laat KVG via adviesorganen op diverse niveaus haar stem horen. www.kvg.be
62
Vereniging Personen met een Handicap vzw (VFG) VFG ijvert voor integrale toegankelijkheid. VFG voert specifiek actie voor veilige en toegankelijke voetpaden. Via een petitie en meldingsfiches wil ze afdwingen dat voortaan alle voetpaden op een toegankelijke manier worden aangelegd. Via obstakelkaartjes en de ‘hou het voetpad vrij’affiche worden mensen vriendelijk gevraagd om meer rekening te houden met personen met een handicap. Zie www.voetpad.be. www.vfg.be VFG Antwerpen VFG provincie Antwerpen werkt aan de hand van acties aan veilige en toegankelijke straten, ze organiseerde onder andere een actie waarbij jongeren met een verstandelijke beperking samen in de stad bekijken wat beter kan. www.vfgantwerpen.be VFG Limburg VFG Limburg neemt deel aan de voetpadenactie. VFG West-Vlaanderen VFG provincie West-Vlaanderen organiseerde reeds infomomenten op scholen over personen met een beperking in het verkeer, in samenwerking met de politie. http://vfg-west-vlaanderen.skynetblogs.be/ VFG Oost-Vlaanderen VFG Oost-Vlaanderen sensibiliseert mensen via ludieke acties over het belang van toegankelijke wegen. Handicum (Vormingscentrum) vzw Handicum organiseert cursussen rond verkeersveiligheid voor volwassenen met een verstandelijke beperking. Handicum stelde deze cursussen zelf samen, aangezien het bestaande materiaal niet was afgestemd op hun doelgroep. Zich veilig verplaatsen op de fiets, met de brommer of te voet en de verkeersregels en verkeersborden komen aan bod in de cursus en de cursisten oefenen op straat. www.handicum.be
63
Vormingsinstituut voor Begeleiding van Gehandicapten (Vibeg) Vibeg organiseert cursussen rond verkeersveiligheid voor personen met een licht mentale handicap. De cursus werd opgesteld door Vibeg en wordt gegeven door hun vormingsbegeleiders. www.vibeg.be Het Grote Plein vzw Deze vormingsorganisatie voor volwassen personen met een verstandelijke beperking biedt een cursus rond verkeersveiligheid aan in haar open aanbod. Het Grote Plein werkt reeds tien jaar rond verkeersveiligheid en stelt zelf haar cursussen samen. www.hetgroteplein.be
Minderhedensector Vzw AIF Deze multiculturele federatie van zelforganisaties organiseerde in 2006 theoretische rijbewijslessen voor jongeren. http://aif.scw.be/
Armoedesector Vlaams Netwerk armoede Vlaams Netwerk Armoede informeert het Vlaamse beleid over het belang van mobiliteit in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting via het Vertikaal Overleg Mobiliteit. Mobiliteit vormt een belangrijke drempel voor de participatie aan de samenleving. www.vlaams-netwerk-armoede.be De Schakel vzw De Schakel vzw, een vereniging waar armen het woord nemen in Puurs, werkt met haar doelgroep thematisch rond het thema mobiliteit. Aan de hand van acties maakten ze o.a. hun bevindingen rond de onveiligheid in de buurt van het openbaar vervoer kenbaar. www.vlaams-netwerk-armoede.be
64
Kinderwerking Fabota Project ‘Kijk uit! Ik leer fietsen.’ Beginnende fietsers zijn bijzonder kwetsbaar. De Kinderwerking Fabota van buurtwerk ’t Lampeke vzw ontwierp en verspreidde daarom fluovestjes met de L van Leerling erop. Zo zijn beginnende fietsertjes beter herkenbaar en worden de andere weggebruikers aangemaand tot extra voorzichtigheid. Ook leert Fabota kinderen en ouders fietsen en zich veilig verplaatsen in het verkeer. www.fabota.be Antwerps Platform Generatiearmen (APGA) In 2003 voerde APGA een actieonderzoek uit over de behoeften van bejaarden die in armoede leven. In het kader van dit onderzoek detecteerde APGA de knelpunten en de behoeften van de ouderen rond mobiliteit. www.armoede.be/apga Tabora vzw Tabora vzw werkt met maatschappelijk kwetsbare jongeren rond de thema’s ‘veiligheid als jonge chauffeur’ en ‘veilige weggebruiker’. Tabora vzw is bovendien erkend als Centrum voor Theoretische Rijopleiding en biedt de opleiding gratis aan aan hun jongeren en organiseert het theoretisch rijexamen ter plaatse. http://taboravzw.googlepages.com/home
Buurtwerking Buurtbewonersgroep Oprheusbuurtgebeure Orpheusbuurtgebeure ontstond begin jaren ’90 met een zone 30-initiatief. Langzaamaan realiseerden de buurtbewoners hun doel, aan de hand van een huis-aan-huis-petitie, “Zone 30”affiches, infoavonden en werkvergaderingen onder begeleiding van de vzw Langzaam Verkeer, een stevig dossier met gedetailleerde voorstellen en volledig uitgetekende stratenplannen en een heuse actiedag op 30 oktober 1991. Uiteindelijk leidden gesprekken met de politie en enkele politieke verantwoordelijken tot een (gedeeltelijke) uitvoering van de plannen. Om deze eerste stap naar een verkeersveilige buurt te vieren, organiseerde Orpheusbuurtgebeure op 11 juni 1995 een eerste drempelfeest voor hun buurt. Het drempelfeest is ondertussen een jaarlijkse traditie als signaal naar de overheid om te tonen dat Orpheusbuurtgebeure daadwerkelijk wil verder bouwen aan het nog meer leefbaar maken van de stad, met de nadrukkelijke vraag om een beleid te voeren dat 65
kiest voor minder sluikverkeer en een betere bescherming van de zwakke weggebruiker. http://orpheusbuurtgebeure.wordpress.com/ Stedelijk Buurtwerk Lange Munte Stedelijk Buurtwerk Lange Munte organiseerde in samenwerking met Dienst Preventie van de stad Kortrijk een knelpuntenwandeling met buurtbewoners. Senioren en rolstoelgebruikers gaven aan welke problemen ze ervaren rond verkeersveiligheid. Er kwamen heel wat knelpunten te voorschijn: te smalle voetpaden, glibberige voetpaden door mosgroei, verkeerd geparkeerde auto’s, te weinig straatverlichting, e.a. . Tim Hautekeete,
[email protected] 't Meulentje vzw Via de werkgroep verkeersgroepenoverleg signaliseert ’t Meulentje vzw onveilige situaties aan de stad Brugge en het Vlaamse Gewest. Jaarlijks heeft de buurtwerking ook een overleg met de mobiliteitsambtenaar van de stad. http://www.buurtwerking-tmeulentje.be/disclaimer.php Zevendonk Buurtwerk Uit een grootschalig buurtonderzoek bleek dat verkeersveiligheid de grootste bekommernis was van de buurtbewoners. Buurtwerk Zevendonk besloot daarom om rond verkeersveiligheid te werken en adviseerde de stad over aanpassingen en maatregelen die de buurt veiliger zouden maken. www.zevendonk.be
Ouderverenigingen Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen (VCOV) Ouderverenigingen van het vrij onderwijs kunnen bij de koepel VCOV een mobiel verkeerspark ontlenen en een vormingsavond rond verkeersveiligheid aanvragen. Het mobiel verkeerspark bevat 15 verkeersborden, materiaal voor een fietsparcours en een handleiding voor het opstellen van het parcours en het begeleiden van de kinderen. De infoavond ‘kinderen veilig, ouders gerust!’ informeert ouders en doet hen nadenken over alternatieve, kindvriendelijke en meer veilige vervoermogelijkheden van en naar school. www.vcov.be
66
Oudervereniging VBS De Sprong en Oudervereniging VBS de Bosbes Deze ouderverenigingen organiseerden in 2008 een verkeersweek in samenwerking met VCOV. De hele week door vonden activiteiten plaats: de VCOV- infoavond verkeersveiligheid voor ouders, in samenwerking met de lokale politie, aan de hand van foto’s van gevaarlijke verkeersknelpunten in de schoolomgeving; het verkeerspark voor alle leerlingen; een fietscontrole door de lokale politie; een slotevent en een fluovestje voor alle leerlingen. www.vcov.be GO! ouders De koepel GO! ouders biedt een vorming rond verkeer aan aan ouderverenigingen. Bovendien informeert GO! ouders haar ouders of verkeersouders over relevante activiteiten en initiatieven rond verkeersveiligheid en dit via haar nieuwsbrief, nieuwsflitsen en/of website. www.g-o.be Ouderwerkgroep B.S.G.O. Duinen 'Fietsen in het verkeer: veilig en leuk' In 2007 werkte de ouderwerkgroep een verkeersproject uit om de fietsbehendigheid en verkeersveiligheid op school en in de schoolomgeving te verhogen. Het project werd ondersteund door het Levenslijn Kinderfonds. Het verkeersproject bestond uit verschillende acties: een stempelwedstrijd werden om kinderen te stimuleren te voet of met de fiets naar school te komen, een fietsvaardigheidsparcours, begeleid door Stichting Vlaamse Schoolsport, een voorstelling van een educatief verkeertheater en een infodag over de dode hoek. Els Simoens,
[email protected]
Seniorenverenigingen OKRA trefpunt 55+ OKRA trefpunt 55+ organiseert in verschillende West-Vlaamse regio’s opfrissingscursussen ‘senioren in het verkeer’. Gedurende vier namiddagen kunnen de deelnemende senioren aan de hand van theorie en praktische oefeningen (op straat) hun kennis van de wegcode opfrissen en stilstaan bij hun verkeersgedrag als zwakke weggebruiker en autobestuurder. Meer dan 2500 West-Vlaamse senioren volgden de reeks van vier sessies en ontvingen hiervoor een bijscholingscertificaat. Jan Scherpereel,
[email protected].
67
Vlaams Verbond voor Gepensioneerden vzw (VVVG) De Vlaamse Ouderenraad is nationaal minder met verkeersveiligheid bezig. In het verleden zetelde VVVG wel in de Commissie Mobiliteit. Lokale werkingen spelen in op initiatieven en opfriscursussen van de gemeente of provincie. www.vvvg.be Humanistisch Vrijzinnige Vereniging (HVV) De Grijze Geuzen, de seniorenwerking van HVV, organiseert 3-jaarlijks een vormingsnamiddag over verkeersveiligheid en senioren, in samenwerking met de lokale politie.
[email protected] Seniorencentrum Brussel vzw De senioren van het Seniorencentrum namen in 2008 deel aan een actieonderzoek in het kader van het project MESsAGE van Mobiel 21. Ze maakten een knelpuntenanalyse en besloten om actie te voeren rond de knelpunten ‘toegankelijkheid van informatie over het openbaar vervoer’ en ‘de toegankelijkheid van haar faciliteiten’. Ze nodigden enkele beleidsverantwoordelijken en vervoersaanbieders van De Lijn en de NMBS uit voor een ervaringswandeling. Deze ervaringswandeling maakte indruk op de beleidsmakers, die aan den lijve ondervonden wat het betekent je als oudere te verplaatsen in Brussel, want nadien werd een delegatie van de senioren ontvangen op het kabinet om de verschillende knelpunten en mogelijke oplossingen verder te bespreken. www.seniorencentrum-brussel.be S-Plus Oost-Vlaanderen S-Plus Oost-Vlaanderen organiseerde in maart 2009 opfrissingscursussen ‘verkeersreglementering voor senioren’ in samenwerking met de VAB rijschool, op 4 verschillende locaties. De deelnemende senioren kregen een theoretische bijscholing over de wegcode, defensief rijden en eco-driving. www.s-plusvzw.be S-Plus Limburg S-Plus Limburg organiseert, in samenwerking met een rijschool, verschillende sessies ‘Opfrissen van de wegcode’ en ‘Fietsbehendigheidparcours’. www.s-plusvzw.be
68
Federatie Onafhankelijke Senioren (FedOS) FedOS Limburg organiseert jaarlijks een vorming voor haar leden rond verkeersveiligheid, gegeven door de lokale politie. www.fedos.be Vlaamse Ouderenraad (OOK) De Vlaamse Ouderenraad geeft advies over het thema ‘verkeersveiligheid en ouderen’ aan de Vlaamse overheid via de commissie Mobiliteit. www.vlaams-ook.be
Jeugdsector Steunpunt Jeugd Steunpunt Jeugd informeert over het thema verkeersveiligheid. Ze biedt via haar website veiligheidtips en informatie rond regelgeving aan, onder andere over het fietsen (in groep), skaten, voetgangers (in groep) en het vervoer van kinderen in de auto. In haar boek ‘Loslopend wild’, een bundeling van alle spelregels voor de organisatie van een jeugdkamp, is er ook een hoofdstuk over verkeer en vervoer. In augustus 2005 verscheen de brochure ‘jeugdlokalen en verkeersveiligheid’. Deze brochure is gericht op jeugdlokalen die werk willen maken van een verkeersveilige omgeving. www.steunpuntjeugd.be http://www.jeugdlokalen.be/veiligheid_preventie Vlaamse Jeugdraad De Vlaamse Jeugdraad informeert het jeugdwerk door te communiceren over de wijzigingen in de verkeerswetgeving die relevant zijn voor jeugdwerkingen. Daarnaast adviseert ze de Vlaamse overheid. In 2005 diende ze een advies in over ‘verkeersveiligheid, rijopleiding en autoverzekeringen’. In 2008 diende de Vlaamse Jeugdraad een advies in die de thema’s jeugd, mobiliteit en vrije tijd met elkaar koppelen. In 2002 organiseerde de Vlaamse Jeugdraad samen met Joepie en de VTM-nieuwsdienst het onderzoek ‘Het kan (verkeerd) Verkeren’, een perceptieonderzoek naar hoe tieners (12-15 jaar) mobiliteit, verkeer en verkeersveiligheid ervaren. www.vlaamsejeugdraad.be KSJ-KSA-VKSJ KSJ-KSA-VKSJ informeert haar achterban over de verkeerswetgeving en biedt veiligheidsmateriaal (bandjes, hesjes…) aan. Het informeren van de leiding gebeurt via haar website, via De Wegwijzer 69
(een brochure voor hoofdleiding die jaarlijks verspreid wordt), via het leidingtijdschrift en via de animatorcursussen. In het werkingsjaar 2001-2002 was ‘Het loopt op wieltjes’ het jaarthema met werken aan een veiliger verkeer als rode draad. www.ksj.be KLJ KLJ biedt haar achterban veiligheidsrichtlijnen aan en verkoopt veiligheidsmateriaal. www.klj.be Maatschappelijke Jongeren Actie (MJA) In MJA en haar afdelingen lopen/liepen verschillende projecten rond verkeersveiligheid. Driver.start MJA bood theoretische rijlessen voor jongeren aan bodemprijzen aan. Dit omdat ze enerzijds het behalen van een rijbewijs goedkoper wilde maken en anderzijds omdat theoretische rijlessen het inzicht in verkeerssituaties en dus de veiligheid verhogen. De lessenreeks werd georganiseerd in samenwerking met een rijschool. Speelstraten MJA Limburg organiseert speelstraten in de zomermaanden. MJA Limburg trekt iedere zomer met een bestelwagen vol speelgoed, animatiemateriaal en enkele gemotiveerde vrijwilligers naar heel wat speelstraten. Een speelstraat is een straat die tijdelijk verkeersvrij gemaakt wordt zodat kinderen en jongeren zich ongestoord kunnen uitleven op straat. Een speelstraat verbetert de kwetsbare positie van de kinderen op straat en sensibiliseert ook mensen om zich kindvriendelijker te gedragen in het verkeer. Ook vormen de spelende kinderen op straat een impuls voor sociale contacten tussen de ouders. Aan het organiseren van een speelstraat werken heel wat plaatselijke actoren (buurtcomités, jeugdverenigingen, jeugddienst…) mee. De Fietsdokters Met het project ‘De Fietsdokters’ wil Bond Moyson Jeugddienst West-Vlaanderen, kinderen en jongeren bewust maken van het belang van een goed werkende fiets. De fietsdokters controlen op een ludieke manier de fietsen van kinderen en geven hen hierbij de nodige informatie. De fietsdokters zorgen ervoor dat alle zieke fietsen terug gezond worden. Ze gaan op pad met controlekaarten en onderzoeken alle fietsen. Kleine herstellingen voeren ze uit, voor grote gebreken verwijzen ze naar de echte fietsenmakers. Naast het controleren van de fietsen, krijgen de kinderen en jongeren ook een brochure met verkeersveilige fietstips. www.mja.be
70
Chirojeugd Vlaanderen De chiro informeert haar achterban over de (gewijzigde) verkeerswetgeving en verkoopt via de Banier veiligheidsmateriaal. In het werkjaar 2007-2008 verspreidde ze naar al haar groepen een mapje veiligheidsfiches waaronder de veiligheidsfiche verkeer, te voet, fietsers en tochtactiviteiten. In haar Tochtenboek en Bivakboek worden tips en aandachtspunten gegeven om veilig de weg op te gaan. www.chiro.be Scouts en Gidsen Vlaanderen Scouts en Gidsen Vlaanderen informeert haar achterban over de verkeerswetgeving via haar publicaties ‘Speel op veilig’, ‘Veilig gedropt’ en ‘Straatmanieren’. Ook in het leidingtijdschrift wordt verkeersveiligheid af en toe in de kijker geplaatst. Daarnaast verkoopt Scouts en Gidsen Vlaanderen veiligheidsmateriaal via de Hopper Winkel. In 2006 startte Scouts en Gidsen Vlaanderen in het kader van het jaarthema ‘VerdraaiDe Wereld’ met activiteiten rond trage wegen. Gouw Noordzee organiseerde in het verleden een actie die de verkeersregels liet drukken op fluovestjes die ze goedkoop verspreidde. www.scoutsengidsenvlaanderen.be Vlaamse Dienst Speelpleinwerking (VDS) VDS verspreidde enkele jaren terug een pakketje met veiligheidsmateriaal naar al haar speelpleinen. BIVV werkte mee aan deze actie. Daarnaast pleit VDS voor een veilige speelomgeving en veilig bereikbare vrijetijdsinitiatieven (speelweefsel, trage wegen, …), maar ondernam nog geen acties hierrond. www.speelplein.net Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM) JNM werkt mee aan het behoud van trage wegen. Daarnaast wordt er op haar cursussen aandacht besteed aan het thema verkeersveiligheid. In het verleden werden reeds verschillende verkeersacties uitgevoerd. Zo organiseerde JNM bijvoorbeeld in mei 2002 een grote optocht in Leuven voor meer verkeersveiligheid voor jongeren www.jnm.be Uit De Marge vzw Lokale afdelingen van Uit De Marge werken rond verkeersveiligheid. Op nationaal niveau komt het thema slechts zijdelings aan bod. www.uitdemarge.be
71
FOS Open Scouting FOS Open Scouting informeert veiligheidsmateriaal te koop aan. www.fosopenscouting.be
haar
achterban
over
de
verkeerswetgeving
en
biedt
KAJ KAJ geeft haar (hoofd)animatoren richtlijnen over hoe ze zich in groep veilig op de weg kunnen begeven. In 2002 voerden de jongeren van KAJ de JENEVER- (Jongeren Eisen Nu Ernstige VERkeersveranderingen) actie: ze maakten hun eisenpakket aan de overheid, sensibiliseerden hun leden en zetten hen aan tot verantwoord rijgedrag aan de hand van ludieke afdelingsactiviteiten en werkten aan de zichtbaarheid van de zwakke weggebruiker door het verspreiden van KAJfluobandjes. www.kaj.be Crefi vzw Crefi informeert haar vrijwilligers over de richtlijnen rond veiligheid op de weg via haar cursussen en vrijwilligerskrantje. www.crefi.be Crejaksie vzw Voor Crejaksie vzw is verkeersveiligheid een belangrijk thema op haar vormingscursus voor de monitoren. www.crejaksie.be Jeugd Rode Kruis Jeugd Rode Kruis besteedt in al haar Eerste Hulp-initiaties en -cursussen aandacht aan het omgaan met verkeersslachtoffers. Ze ontwikkelde ook het lespakket ‘Jongeval’, voor jongeren uit de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Jongeval focust op de psychosociale gevolgen van een verkeersongeval en leert jongeren wat ze kunnen betekenen voor een slachtoffer van een verkeersongeval. www.jeugdrodekruis.be
72
Onderzoekscentrum Kind en Samenleving Kind en Samenleving voert onderzoeksprojecten uit over ‘Mobiliteit en Verkeersveiligheid’. Tijdens de voorbije jaren deed Kind & Samenleving onder meer belevingsonderzoek over de mobiliteit van kinderen en over broers en zussen van jonge verkeersslachtoffers. In 2007 sloot ze het project ‘Kinderparticipatie bij lokale mobiliteitsprojecten’ af. In 6 gemeenten werd een participatietraject opgezet. Kind & Samenleving begeleidde, ondersteunde en maakte samen met en op maat van de lokale spelers een participatietraject op, door enerzijds gesprekken met kinderen en tieners te voeren over het lokale mobiliteitsvraagstuk en anderzijds door de stem van kinderen en tieners een plaats te geven binnen het beleid. Tot juni 2009 loopt het onderzoek naar de beleving van jonge verkeersslachtoffers. Het doel van het onderzoek is om via belevingsonderzoek, een aantal fundamentele inzichten te verwerven omtrent de manier waarop jonge verkeersslachtoffers (10 tot 18 jaar) betekenis geven aan het verkeersongeval en de nasleep ervan. Door deze inzichten, kan de vereiste hulpverlening beter afgestemd worden op de noden en behoeften van jonge verkeersslachtoffers. www.k-s.be Centrum Informatieve Spelen (CIS) CIS biedt enkele spelen rond verkeersveiligheid en mobiliteit aan, namelijk ‘In Vervoering’, ‘Verkeersspelenset’ en ‘Weg-wijzer’. www.spelinfo.be Karuur vzw Sinds 2008 maakt Karuur vzw via het project ‘Uitlaat’ werk van verkeersveiligheid met de jeugdraad, kinderen (10-13 jaar) en jongeren (14-17 jaar). Het doel van het project is het verhogen van de verkeersveiligheid nabij gemeenschapsvoorzieningen zoals skate-infrastructuren, jeugdlokalen, cultuur- en sportcentra, … . In vier casegemeenten (namelijk Dilbeek, Hamme, Herentals en Mechelen) zet Karuur vzw een participatietraject op met kinderen en jongeren, de betrokken jeugd- en mobiliteitsdiensten en de schepenen van jeugd en mobiliteit. Eerst worden de beleving van de kinderen en/of tieners omtrent de gebruikte verkeersroutes en de zwarte punten in de verkeersomgeving van een gemeenschapsvoorziening onderzocht. Daarna vindt er een actieonderzoek plaats waarbij de kinderen en/of tieners mee acties uitdenken om de verkeerssituatie te optimaliseren. De wensen van de kinderen en jongeren zullen overgebracht worden aan het gemeentebestuur. Met deze inzichten kan het gemeentebestuur dan effectief aan de slag. De participatie- en leerervaringen zullen uiteindelijk teruggekoppeld en verder verspreid worden naar jeugdraden, ambtenaren en schepenen van andere gemeentes. www.karuur.be
73
Sociaal-culturele verenigingen Boerenbond De Boerenbond geeft advies over mobiliteit en verkeersveiligheid aan de Vlaamse Overheid via de Mobiliteitsraad (MORA). Bovendien zijn Trage Wegen een belangrijk aandachtspunt voor de Boerenbond en de Landelijke Gilden. www.boerenbond.be Liberale Beweging voor Volksontwikkeling (LBV) West-Vlaanderen In diverse lokale afdelingen van LBV West-Vlaanderen georganiseerd ter opfrissing van het verkeersreglement. www.lbvvzw.be
worden
vormingsnamiddagen
Liberale Beweging voor Volksontwikkeling (LBV) Limburg LBV Limburg organiseert infomomenten over de verkeerswetgeving voor fietsers, wandelaars en rolstoelgebruikers. Ze biedt ook fluohesjes aan. www.lbvvzw.be CURIEUS CURIEUS Limburg streefde via zone 30 acties voor een veilige schoolomgeving. www.curieus.be Centrum Voor Natuur- en Milieueducatie (CVN) CVN werkt aan duurzaam verkeer door het promoten van carpooling. www.c-v-n.be/ Bond Zonder Naam (BZN) BZN sensibiliseerde over het belang van gematigde snelheid via haar spreuk ‘Een rijbewijs is geen vliegbrevet’. Heel wat politiemensen en overheden gebruikten de spreuk. www.bondzondernaam.be
74
Het Vlaamse Kruis Het Vlaamse Kruis organiseert voor haar vrijwilligers (EHBO en ambulanciers) bijscholing rond defensief rijden. Het Vlaamse Kruis Gent organiseerde een slipcursus voor haar vrijwilligers. Daarnaast informeert het Vlaamse Kruis haar achterban over verkeersveiligheid via artikels in de afdelingstijdschriften. www.hetvlaamsekruis.be KWB Actie rijbewijs De KWB promoot de vrije begeleiding voor het behalen van een rijbewijs want vrije begeleiding werkt een grote rijervaring en een defensief gedrag in de hand én het is goedkoop. Plaatselijke KWB-groepen organiseren al jaren cursussen voor jongeren om zich voor te bereiden op het theoretisch rijexamen. Nu jongeren via het project “Rijbewijs op School” hun theoretisch rijexamen gratis op school kunnen afleggen, richt KWB zich op de voorbereiding van het praktisch rijexamen en startte met een opleiding voor de vrije begeleiders. De verkeersregels worden opgefrist en er wordt aandacht besteed aan de vaardigheden van de begeleider als coach en het stap voor stap uitbouwen van de begeleiding. www.kwb.be VIVA - Soc. Vrouwenvereniging Viva informeert haar achterban via artikels over verkeersveiligheid in haar ledenblad en verspreidt fluomateriaal. www.viva-svv.be Vormingsinstituut Rode Kruis Vlaanderen Rode Kruis Vlaanderen biedt een themales rond verkeer aan aan geïnteresseerden via haar lokale afdelingen en aan bedrijven of organisaties, zoals rijscholen. In een drie uur durende themales wordt eerste hulp bij een verkeersongeval aangeleerd en wordt stilgestaan bij een aantal preventieve maatregelen. www.rodekruis.be Vormingplus Kempen Vormingplus Kempen startte in 2006 een fietsproject ‘leren fietsen’ voor allochtone, volwassen vrouwen. Naast het 'fietstechnisch' leren fietsen was er ook de module 'leren fietsen' in het verkeer. De cursisten kregen een theorieles over 'verkeersveiligheid en verkeersregels'. De fietslessen werden gegeven door autochtone vrijwilligers, waardoor de lessen ook een kans waren voor interculturele 75
ontmoetingen. De organisatie van het fietsproject werd een mooie manier om mee te sleutelen aan de interculturele dialoog en het empowerment: via het project werden de vrouwen mobieler en zelfstandiger, wat onder andere de kans op werk vergroot. Met steun van de Vlaamse Stichting voor Verkeerskunde organiseerde Vormingplus Kempen eind 2007 een studiemiddag over het project en maakte ze een handleiding: ‘Leren fietsen: handleiding bij het organiseren van fietslessen voor volwassenen.’ www.vormingpluskempen.be
Gezinsverenigingen Gezinsbond In het verleden had De Gezinsbond enkele grotere sensibiliseringsacties rond verkeersveiligheid, met de focus op kinderen. Mobiel gezin In 2003 en 2004 trok de Gezinsbond met de tentoonstelling ‘Mobiel gezin - in de leer voor veilig verkeer’ naar de 5 Vlaamse provincies. Met de tentoonstelling informeerde de Gezinsbond gezinnen via infopanelen, foto’s, brochure, educatieve video’s en kunstkijkkasten over verkeersveiligheid, over hoe het thema in het gezin ter sprake kan gebracht worden en hoe je als (groot)ouder je (klein)kinderen kan leren veilig deel te nemen aan het verkeer. Het tweede luik van de tentoonstelling ‘verkeersACADEMIE’ was uitgewerkt door Technopolis en had als doel volwassenen bewust te maken van de plaats die kinderen innemen in het verkeer. Veilg Trottoir Via de actie ‘Veilig Trottoir’ verkenden de afdelingen van de Gezinsbond de veiligheid van de voetpaden in de eigen (school)omgeving. Naast de acties informeert De Gezinsbond ook haar achterban over algemene veiligheidtips (gebruik van fietshelmen, kinderzitjes…) en bestaande verkeersveiligheidacties via artikels in haar ledenblad De Bond. www.gezinsbond.be Gezinsbond Oost-Vlaanderen De Gezinsbond Oost-Vlaanderen is gestart met het project ‘Samen veilig naar school’. Met het project wil de Gezinsbond Oost-Vlaanderen de aandacht trekken op de veiligheid van kinderen op weg van en naar school maar ook op de veiligheid van de kinderen die in de zomervakantie massaal buiten spelen. De Gezinsbond organiseert een wedstrijd voor een affiche-ontwerp met als thema: veilig op straat tijdens de vakantie. Net voor de schoolvakantie wordt het winnend ontwerp 76
bekend gemaakt en krijgt de winnende klas een poppentheatervoorstelling rond verkeersveiligheid cadeau. In september 2009 zal een draaiboekje beschikbaar zijn voor de afdelingen die zelf met een voetpool aan de slag willen in hun gemeente. www.gezinsbond-ovl.be
Sociale bewegingen ACW Veilig en duurzaam verkeer vormt een belangrijk aandachtspunt in de werking van ACW. De zorg voor de zwakke weggebruiker staat daarbij centraal. ACW heeft reeds verschillende, succesvolle sensibiliseringsacties opgezet. Graag traag Sinds 2003 voert ACW de sensibiliseringscampagne ‘Graag Traag’. Met de campagne wil ze snelheidsduivels wijzen op hun verantwoordelijkheid. De Graag Traag- affiches manen automobilisten aan om hun snelheid te matigen. Op die manier maakt ACW werk van meer verkeersveilige gemeentes. De Fietswacht De Fietswacht, opgestart in 2002, is een permanente actie van het ACW om te komen tot meer en veiliger fietsinfrastructuur (fietspaden, oversteekplaatsen, fietsenstallingen…). Elke fietser kan onveilige situaties en oncomfortabele zaken melden aan een centraal meldpunt (het Fietswachtsecretariaat) die de signalen bundelt en doorspeelt naar de bevoegde beleidsmakers. Daarnaast is er ook een uitgebreid netwerk aan vrijwillige ‘fietswachters’ die zich engageren om alert te zijn en opgemerkte problemen te melden. Tevens voert de fietswacht sensibiliserende en geanimeerde acties voor een fietsvriendelijker beleid en moedigt het mensen aan om meer de fiets te nemen. www.fietswacht.be Verkeersplatform ACW richt permanente verkeersplatforms op in gemeentes. Een verkeerplatform is een groep mensen die werkt aan meer verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit in de gemeente. Het platform betrekt 4 actoren voor samenwerking en overleg: verenigingen, scholen, burgers en instanties. Via het overzien en coördineren van acties versterken lokale verkeerplatforms het draagvlak en dragen ze bij tot een mentaliteitsverandering en een ander gedrag van de weggebruikers. www.verkeersplatform.be Eind 2008 lanceerde de Verkeersplatforms de campagne Zien en gezien worden. De campagne roept alle weggebruikers op om zich in het verkeer goed zichtbaar te maken. Raamaffiches, flyers, stickers, fietslabels en fluo slagbandjes werden daarvoor verspreid. De reflecterende fiets- en 77
bagagelabels droegen de boodschap ‘Heb je een oogje op mij’ en vinden op de autoklevers ‘Ja, ik heb een oogje op jou!’ een antwoord. Ook heel wat lokale afdelingen van het ACW werken aan een veiliger verkeer. Verschillende ACW afdelingen hebben een werkgroep mobiliteit. Daarnaast worden heel veel acties opgezet, verschillend qua methodiek (affichecampagne, petitieactie, knelpuntenlijst, quiz, inspraakmomenten organiseren enz.) en qua doelgroep (beleidsmakers, fietsers, automobilisten, schoolkinderen en hun ouders enz.). ACW Gent-Eeklo vraagt met de affichecampagne ‘Kinderen willen lopen, spelen, fietsen’ ruimte voor kinderen. De affichecampagne richt zich zowel naar de inwoners als naar het lokale bestuur. Door de affiche aan het raam te hangen engageren de inwoners zich om samen te werken aan een kindvriendelijke buurt waarin rekening wordt gehouden met de zwakke weggebruiker. Aan het lokale bestuur wordt gevraagd om voldoende speelruimte voor kinderen te voorzien en om een verkeersbeleid te voeren die de zwakke weggebruiker centraal stelt. ACW Mechelen voerde het project ‘Handig met de fiets’ uit vanuit de overtuiging dat ongevallen voorkomen kunnen worden als de rijvaardigheid van kinderen en jongeren verbeterd wordt. Daarom bezocht ACW Mechelen verschillende scholen uit de regio met een mobiel fietsparcours. Door te oefenen op het fietsparcours verkregen de kinderen meer stuurvaardigheid, leerden ze situaties inschatten en er gepast op reageren. ACW Mechelen bood het parcours ook aan aan de Kempense senioren van OKRA. ACW werkgroep Mobiliteit (Rekkem-Menen) organiseerde in oktober 2006 haar eerste Fietselin(k). 350 kinderen, jongeren en volwassenen pleitten fietsend voor meer veiligheid voor de zwakke weggebruiker. Op de speelplaats van de gemeentelijke basisschool graveerden stadswachten de fietsen, oefende men op een behendigheidsparcours, kreeg men een dodehoekdemonstratie, controleerde de politie fietsen en versierde de Chiro de fietsen. ACW Lendelede organiseerde een verkeerstelling om te wijzen op zwakke verkeerspunten. Tijdens en na de telling werd duidelijk dat het verkeer tijdens de spitsuren heel gevaarlijk is. Na de telling klopte ACW Lendelede aan bij de overheid om de gevaarlijke kruispunten door te lichten en maatregelen te nemen om de verkeersveiligheid van de weggebruiker te verbeteren. ACW Grembergen zette samen met buurtbewoners het project ‘Zwaar verkeer doet onze straat zeer’ op. Via een affiche-actie en een petitie wees ACW op de overlast die zwaar verkeer in de buurt veroorzaakte en die de verkeersleefbaarheid voor zwakke weggebruikers in het gedrang brachten. De buurtbewoners en ACW overhandigden de petitie, samen met een symbolische vrachtwagen, aan het toenmalige College van Burgemeester en Schepenen. ACW regio Mechelen organiseert elke vrijdag voor de herfstvakantie ‘Stoer aan het Stuur’. Dit is een informatie- en doedag rond verkeersveiligheid voor jongeren uit het secundaire onderwijs.
78
Verscheidene werkwinkels en activiteiten confronteren de jongeren met de mogelijke gevolgen van roekeloos rijgedrag. Bij DVV krijgen de jongeren meer uitleg over de autoverzekering, bij KWB kunnen ze een theoretisch rijexamen invullen en de lokale politie toont wat de gevolgen zijn van overdreven snelheid, drugs en alcohol. Daarnaast zorgen ook partners als CM, Responsible Young Drivers en BIVV voor actie en info. De jongeren kunnen in de crash-, tol-, en reactiemeterwagens, de WODCA-mobiel en de 3D-rijsimulator stappen. ACW Mechelen sensibiliseert via dit alles de toekomstige autobestuurders rond de gevaren in het verkeer. ACW informeert haar achterban over het thema verkeersveiligheid. Brochure ‘Maak plaats voor fietsers en voetgangers’ ACW publiceerde in 2002 de brochure ‘Maak plaats voor fietsers en voetgangers’. De brochure bestaat uit twee delen: (1) meer en betere fiets- en voetgangerswegen in de gemeente en (2) actiemodellen met tips en concrete voorbeelden. Bruisplus Via Bruisplus worden ACW’ers geïnformeerd over mobiliteitsacties (van ACW, deelorganisaties, mobiliteitsverenigingen en overheden), over het mobiliteitsbeleid en de prioriteiten die ACW daarin wil zien en over bruikbare actiemodellen en methodieken. www.acw.be
Sportverenigingen Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS) Met het project ‘Meester op de fiets’ ondersteunt de Stichting Vlaamse Schoolsport, in samenwerking met Mobiel 21 en het BIVV, scholen bij het organiseren van een fietsvaardigheidstraining voor beginnende fietsers. Het doel is om van de jonge fietser een vaardige en veilige fietser te maken die gepast reageert op (on)voorziene verkeerssituaties. SVS biedt begeleiding en een materialenset voor fietsvaardigheidsproeven en fietsparcours aan. www.schoolsport.be
Natuurvriendensportfederatie De Natuurvriendensportfederatie stimuleert haar clubs om fluo hesjes te dragen met haar logo erop. Ze voert daarvoor promotie via haar ledenblad. www.natuurvriendensportfederatie.be
79
Bond voor Lichamelijke Opvoeding Bond voor Lichamelijk Opvoeding biedt fluomateriaal te koop aan. www.bvlo.be Vlaamse Wandelfederatie De Vlaamse Wandelfederatie informeert haar achterban via haar website over het verkeersreglement. De informatie vroeg ze op bij het BIVV. Bovendien vermijdt ze drukke wegen bij het uitstippelen van wandelroutes. www.vwf.be
Mutualiteiten Christelijke Mutualiteit (CM) De dienst communicatie van CM verspreidde in 2007 een folder rond fietshelmen. In de folder ‘Fietshelm op, slimme kop!’ wordt het belang van een fietshelm benadrukt en worden gebruikstips gegeven. In 2005 organiseerde de dienst gezondheidspromotie van de CM de actie ‘Fiets je fit’ waarbij (veilig) fietsen gepromoot werd omdat fietsen gezond is. Meer dan 160.000 fietsen kregen een label ‘Fijn dat je fietst’. Mensen die het fietslabel opstuurden naar de CM konden een prijs winnen. Er was ook een fiets-je-fit-folder, boordevol praktische en bruikbare tips om met fietsen te beginnen en het vol te houden en met aandachtspunten bij de aankoop en onderhoud van een fiets. www.cm.be Socialistische Mutualiteit ‘Leer defensief rijden’ is een project van Bond Moyson Oost-Vlaanderen die samen met Touring Rijscholen een rijvaardigheidstraining aanbiedt. Door oefening leren de deelnemers anticiperen op verschillende situaties en ontwikkelen ze verkeersinzicht. Zo worden ze zelfzekerder en worden ongevallen voorkomen. De cursus is zowel voor autobestuurders als voor motorrijders. www.socmut.be
80
Mobiliteitsverenigingen Koepel Milieu en Mobiliteit vzw (Komimo) Komimo werkt aan duurzame mobiliteit via de sensibiliseringscampagnes de Heen-en-weer-week en de Aardig-op-weg-week. www.komimo.be Drive Up Safety! (DUS!) Via sensibiliseringsacties werkt DUS! aan bewuster verkeersgedrag bij jongeren. www.dus.to Fietsersbond De Fietsersbond verhoogt via acties, educatie en beleidsbeïnvloeding de veiligheid van de fietsers. www.fietsersbond.be Responsible Young Drivers (RYD) Via sensibiliseringsacties en vormingen werkt RYD aan bewuster verkeersgedrag bij jongeren. www.ryd.be Mobiel 21 Via onderzoek, educatie en campagnes werkt Mobiel 21 aan veilige en duurzame mobiliteit. www.mobiel21.be Voetgangersbeweging De Voetgangersbeweging werkt via campagnes en acties aan een veiliger verkeer: Kom op Straat, Steunpunt Straten, Octopusplan. www.voetgangersbeweging.be Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK) OVK voert sensibiliseringsacties rond verkeersslachtoffers en nabestaanden. www.ovk.be
verkeersveiligheid
uit
vanuit
haar
ervaring
met
81
Touring Touring doet onderzoek over en streeft naar veilige uitrusting van voertuigen.
www.touring.be Zebra vzw Zebra biedt vormingsmateriaal aan over het omgaan met verkeersslachtoffers en preventie.
www.zebraweb.be
82