www.researchportal.be - 15 Feb 2016 17:14:36
Onderzoeksprojecten (400 - 450 van 897) Zoekfilter: Classificaties: Economie, econometrie, economische theorie, economische systemen, economische politiek
Kinderopvang in model: huishoudens en de overheid in welvaartseconomisch perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een maatschappelijk oordeel van verschillende beleidsalternatieven in verband met kinderopvang. Daartoe integreert het kinderen als actoren in het collectieve economisch model van huishoudens en vergelijkt het beleidsinspanningen voor kinderopvang in Vlaanderen, Finland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk op hun verdelingseffecten (binnen en tussen huishoudens). Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Joris Ghysels
Keystroke logging in writing: solving privacy issues. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Kennispostioneringsysteem (KPS). Universiteit Antwerpen Abstract: Het KPS-project wil bedrijven en organisaties begeleiden in het uitbouwen van een strategisch en proactief kennisbeleid dat rekening houdt met de noden van het individu in alle levens- en loopbaanfasen. Het project bundelt een verzameling van methodes en instrumenten waaruit organisaties, HR-verantwoordelijken en kennisverantwoordelijken inspiratie kunnen putten om de kennisstrategie in hun organisatie vorm te geven, uit te bouwen en te ondersteunen. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens
Kennisoverdracht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: lokaal leren enregionale kennisstromen. KU Leuven Abstract: Dit project wordt uitgevoerd in opdracht van het Brussels HoofdsedelijkGewest. Het is een samenwerking tussen KULeuven (campus Brussel) en de ULB. De focus van het project is het in kaart brengen van de kennisbasis(in termen van O&O, innovatie, octrooien en bibliometrie) binnen de regio en de kennisinteracties met actoren binnen en buiten de regio. Vanuiteen regionaal innovatie systeem oogpunt wordt rekening gehouden met eenevolutief karakter van de kennisbasis. De interacties met actoren buiten de regio worden geografisch in kaart gebracht, dit zowel vanuit een theoretisch als vanuit een empirisch oogpunt. Het project loopt in nauwe samenwerking met het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA). Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Jan Van Hove • Peter Teirlinck
Kennis- en praktijkcentrum voor incubatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds iMinds. UA levert aan iMinds de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet
Karakteristieken en Perfomantie van Wetenschappelijk Basisonderzoek door Ondernemingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Stijn Kelchtermans • Rene Belderbos • Bart Leten • Massimo Riccaboni
Kapitaalmobiliteit, financiële kwetsbaarheid en de transitie van Centraal- en Oost-Europese landen naar de EMU. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel focusseerdt op de monetaire en financiële risico's voor de 8 Centraal- en Oost-Europese landen (CEEC) in de periode tussen hun toetreding tot de EU en het EMU-lidmaatschap.. Het omvat: 1. Een 'assessment' van de financiële kwetsbaarheid van CEEC. In dit luik onderzoeken we de impact van 'twin deficits' (deficit op de lopende rekening én een budgettair tekort) op de kwetsbaarheid van CEEC voor wisselkoerscrisissen. 2. De doelstelling van het econometrisch luik van dit onderzoek is de sensitiviteit inschatten van budgettaire consolidatie in de 8 CEEC voor buitenlandse kapitaalbewegingen. Het mode van Von Hagen, Hallet and Strauch (2001) kan daarbij als referentiebasis gebruikt worden.
Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jacques Vanneste • André Van Poeck
Jaarlijkse enquête gehouden bij Belgische ondernemingen en gewijd aan financiering van KMO's. Universiteit Antwerpen Abstract: In elk van de volgende drie jaar zal een schriftelijke enquête worden afgenomen onder Belgische KMO's met als doel het in kaart brengen van de KMO-financiering vanuit vraagperspectief. In de enquête KMO-financiering zal aandacht worden besteed aan de beschikbaarheid van financiering, de evolutie in de kredietrelatie tussen bank en onderneming, het gebruik van diverse financieringsmiddelen en overheidsmaatregelen, de kennis inzake ratings en de houding ten aanzien van financiering met eigen middelen. Elk jaar zullen enkele vragen worden toegevoegd die inspelen op de actualiteit en recente evolutie binnen het domein van de KMO-financiering. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
Is meer competitie in de banksector altijd optimaal Universiteit Gent Abstract: Deregulering, technologische vooruitgang en desintermediatie hebben geleid tot een toename van (potentiële) competitie in de financiële sector. De marktstructuur in de banksector heeft naast directe effecten op de prijszetting van bankproducten, ook verscheidene indirecte effecten. Hoe beïnvloedt meer bankcompetitie de langetermijnrelaties tussen banken en ondernemingen? Beïnvloedt de bankmarktstructuur de effectiviteit van het monetaire beleid? Welk effect heeft bankcompetitie op conjunctuurcycli? Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
Involving volunteers and their effect on the governance and functioning of private non-profit organisations. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Involving volunteers and their effect on the governance and functioning of private non-profit organisations. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Inventarisatie en analyse van de beschikbare methodieken, codes van goede praktijk en aanbevelingen voor de evaluatie vanuit veiligheidsstandpunt van de bezettingsgraad van (petro)chemische installaties en aanverwante industrie met risico's van zware ong Universiteit Antwerpen Abstract: Inventarisatie en analyse van de beschikbare methodieken, codes van goede praktijk en aanbevelingen voor de evaluatie vanuit veiligheidsstandpunt van de bezettingsgraad van (petro)chemische installaties en aanverwante industrie met risico's van zware ong Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Karel Soudan
INTRAS - Ongelijkheden in verkeersveiligheid Universiteit Hasselt Abstract: In gezondheidsonderzoek bestaan overtuigende bewijzen voor de invloed van socio-economische en culturele verschillen op de gezondheid. Onder deze gezondheidsproblemen vormen letsels ten gevolge van verkeersongevallen wereldwijd een toenemend aandachtspunt. Net zoals in andere gezondheidsdomeinen worden ongelijkheden vastgesteld in ongevallenbetrokkenheid. Opnieuw blijken kansarmen het meest kwetsbaar. Het onderzoek ter zake ontbeert evenwel nog steeds modellen die verklaren hoe contextuele en individuele factoren bijdragen tot het ontstaan van verkeersletsels. De belangrijkste doelstelling in dit onderzoeksvoorstel is dan ook het blootleggen van een aantal van de mechanismen die aanleiding geven tot de ongevalbetrokkenheid van verschillende groepen in België. Aangezien er geen studies zijn uitgevoerd met betrekking tot de verschillende ongevallenbetrokkenheid in België door verschillende socio-economisch en cultureel bepaalde groepen, zal ook dit deel uitmaken van het onderzoeksvoorstel. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Kris BRIJS • Stijn DANIELS
Intrasectoriële benchmarking van onderwerpen met beoordelingsruimte in externe rapportering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Walter Aerts
Intra-household dynamics in development settings and risks. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • Frederic Vermeulen • Jesse d'Anjou
"In the mind's eye": Is het effect van reele en iconische oog stimuli op het cooperatief gedrag beinvloed door context en intrinsieke motivatie? Een gedrag- en fMRI studie. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie onderzoekt de neurale processen die de relatie tussen oog stimuli en coöperatief gedrag in sociale dilemma's onderbouwen, en onderscheidt hierbij het effect van foto's van levensechte ogen versus oogiconen. We verwachten dat enkel de levensechte ogen sociale informatie kunnen verschaffen en hierdoor het sociale cognitiesysteem in de hersenen activeren (de temporo-pariëtale junctie, de mediale frontale cortex, en de amygdala) en vertrouwen opwekken. Oogiconen roepen het gevoel op geobserveerd te worden, wat samen gaat met reputatie-effecten en activatie in de laterale prefrontale cortex. Bovendien toetsen we of het effect van levensechte oogstimuli versus oogiconen (en het daarbij horende patroon van hersenactivatie) gemodereerd wordt door de sociale waarden oriëntatie van een persoon (een eigenschap die aangeeft in hoeverre men intrinsiek gemotiveerd is om te coöpereren) en de beslissingscontext. Dit manipuleren we door gebruik te maken van drie verschillende speltheoretische paradigma's (het simultaan en sequentieel gespeeld gevangenisdilemma en het coördinatiespel) die verschillen in de mate waarin ze de speler tot hebzucht of wantrouwen aanmanen. We testen in hoeverre de 2 types van oogstimuli coöperatie aanmoedigen door hebzucht en angst te temperen en we verwachten dat dit afhangt van de sociale waarden oriëntatie. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Christophe Boone • Loren Pauwels
International versus Domestic Trade Network: Evidence from Belgian Firm-level Data. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Internationale Economie Leuven
Onderzoekers: • Jan Van Hove
Internationalisation strategies of flemish firms. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Leo Sleuwaegen • Priscilla Boiardi
Internationale technologische diffusie en de produktiviteitseffecten van onderzoek en ontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt het belang van eigen commercieel gerichte O&O-inspanningen en van buitenlandse technologische diffusie bij de verklaring van de evolutie van de productiviteit van landen. Een internationale cross-sectie analyse wordt uitgevoerd op verschillende niveaus van aggregatie met betrekking tot een reeks OESO-landen gedurende de jongste drie decennia. Schattingen worden gemaakt van de elasticiteit van de totale factorproductiviteit met betrekking tot het binnenlands en het buitenlands O&O kapitaal, alsmede van de overeenstemmende opbrengstvoeten op de uitgaven aan O&O. Er wordt nagegaan of, en in welke mate, er veranderingen hebben plaatsgevonden in de waargenomen produktiviteitseffecten van O&O tijdens de onderzoeksperiode. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de implicaties van de resultaten voor de industriële politiek en het wetenschapsbeleid. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • DIRK FRANTZEN
Internationale handel, productiviteit en capaciteiten van ondernemingenin de Chinese nijverheid. KU Leuven Abstract: We gebruiken de integratie van de Chinese economie in de wereldeconomie, qua handel en investeringen, om lessen te kunnen trekken voor industriële ontwikkeling in andere ontwikkelingslanden. De specifieke onderzoeksvragen hebben een logische opvolging:1. Eerst, tonen we het bestaan en de sterkte aan van een oorzakelijk verband tussen de handelshervormingen en productiviteitsgroei.2. Vervolgens, tonen we aan hoe deze productiviteitsgroei het gevolg is van verhoogde bedrijfscapaciteiten in deChinese nijverheid in drie domeinen: lagere kosten, hogere kwaliteit enprijs, en productinnovatie.3. Tenslotte, kwantificeren we het relatieve belang van de volgende drie kanalen voor het oorzakelijk verband: "lerendoor-exporteren", verhoogde concurrentie op de binnenlandse markt en kennisoverdracht vanuit buitenlandse bedrijven. Organisaties: • Onderzoekseenheid CES Leuven
Onderzoekers: • Johannes Van Biesebroeck
Interdisciplinaire Master in Wetenschappen Thesis programma : IPIMA : "Improving Photocatalysts towards Innovative Market Apllications" Universiteit Hasselt Abstract: De kwaliteit van binnenhuislucht is niet altijd optimaal. Over het algemeen is de vervuiling van binnenhuislucht twee tot vijf keer hoger dan de buitenlucht. Daarenboven besteden we gemiddeld gezien tot tachtig procent van onze tijd binnenshuis. Het probleem is vooral ernstig door de aanwezigheid van vluchtige organische stoffen (VOS), dewelke een duidelijk ongunstig effect hebben op onze gezondheid. Daarom is er zonder enige twijfel behoefte aan methodes om de concentraties van dergelijke verontreiniging binnenshuis te verminderen. Dit project gaat dan ook het potentieel na van fotokatalyse. Specifiek testen we de impact van een titaandioxide (TiO2) halfgeleider katalysator op de afbrak van acetaldehyde in water en koolstofdioxide. Acetaldehyde is een specifieke organische stof. Onze katalysator wordt geactiveerd met behulp van ultraviolet (UV) licht. Dit technisch onderzoek is uitgebreid met theoretische economische inzichten om te onderzoeken of het
fotokatalytisch systeem ook commercieel haalbaar is. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Interdisciplinaire databank over internationale politieke, juridische en economische ontwikkeling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Hans Bruyninckx • Patrick Develtere • Johan Swinnen • Bart Kerremans • Jan Van Hove • Ilke Van Beveren • Filip De Beule
Interacting Externalities KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Energie, Transport en Milieu Leuven
Onderzoekers: • Sandra Rousseau • Johan Eyckmans • Marieke Franck
INTELLIGENTE DATA MINING SYSTEMEN GEBASEERD OP MULTIDIMENSIONELE INFORMATIE RUIMTEN Universiteit Hasselt Abstract: De belangrijkste eisen voor intelligente systemen gedefinieerd in zijn: In intelligente systemen kennis van de verschillende soorten moeten worden verenigd in een netwerk structuur, ontworpen volgens de gemeenschappelijke beginselen voor alle soorten van kennis. Het netwerk moet een weerspiegeling zijn van het hiërarchische karakter van echte media.. Binnen het netwerk moet er worden voorzien in een twee-weg overgang tussen convergente en divergente presentaties van objecten. In dit onderzoek zullen we theorie van groeiende Piramidale Networks (GPN) gebruiken. De theorie en de praktische toepassing van de groeiende piramidale netwerken heeft geleid to meerdere publicaties . Piramidale netwerk is een netwerk, automatisch afgestemd op de structuur van de binnenkomende informatie. Piramidale netwerken zijn geschikt voor het uitvoeren van verschillende activiteiten van associatief zoeken. Zo kan men kiezen voor alle objecten, met een bepaalde combinatie van attributen. Voor de toegang van al deze objecten is het voldoende om de paden op te sporen vertrekkend uit de hoekpunten van de betrokken piramide. Alle processen, in verband met de bouw van het netwerk en de verwerking van een beschrijving zijn gelokaliseerd in een relatief klein deel van het netwerk. Vorig onderzoek op complexe gegevens van grote omvang toonde een hoge effectiviteit van de toepassing van de groeiende piramidale netwerken. Eigenschappen als eenvoud van verandering , het combineren van processen van informatie, generalisatie, en de hoge associativiteit maken van groeiende piramidale netwerken een belangrijk onderdeel van de prognose en diagnose-systemen. Deze eigenschappen zullen verder onderzocht worden voor classificatie en boodschappenkorf analyse. De implementatie zal gebaseerd zijn op een Multi-dimensioneel informatie model (MDIM) . De objecten zijn dan georganiseerd in een hiërarchie van genummerde informatieruimten . Er is geen limiet voor de reeksen van de ruimten.. De genummerde informatie ruimten zijn geordend en de belangrijkste activiteiten binnen deze ruimten houden rekening met deze volgorde. Organisaties: • Beleidsinformatica • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
Intelligent communicatieplatform voor multimodaal transport. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale ligging in Europa en de dichte transportinfrastructuur maken van Vlaanderen een aantrekkelijk logistiek knooppunt. Toch zijn er ook minpunten: talrijke economische en ecologische problemen gerelateerd aan overbelaste wegen zetten de transportsector zwaar onder druk. Eenvoudige oplossingen zijn er niet maar het ontbreekt bevrachters en aanbieders van transport momenteel aan voldoende instrumenten om op een eenvoudige manier kwantificeerbare informatie te verwerven die cruciaal is voor een optimaal beheer en optimale planning van de transporten: deze die al bestaan breken daarenboven niet door omdat intelligente componenten en real-time beslissingsondersteuning ontbreekt. Dit project heeft tot doel een software communicatieplatform te ontwikkelen dat verschillende partijen in de sector van multimodaal transport samenbrengt. Hiertoe zal vooral ag ntentechnologie aangewend worden: het domein van de agententechnologie is op academisch vlak reeds uitgebreid bestudeerd en het nut van specifieke aspecten zoals autonomie, intelligentie, cooperatie, ... wordt niet in twijfel getrokken. Toch stellen we vast dat er nog een brede kloof gaapt tussen de overtuigende theorie en de praktijk. Door het domein van multimodaal transport afte bakenen tot activiteiten die aan binnenscheepvaart (en short sea transport) gerelateerd zijn, bekomen we een probleem dat zich perfect leent voor een intelligente agententoepassing: door gebruik te maken van software agenten willen we betere organisatievormen bewerkstelligen in de binnenscheepvaart en bij alle betrokken gebruikers. De realisatie van een intelligent communicatieplatform voor multimodaal transport zal voldoende toegevoegde waarde bieden aan reeds bestaande initiatieven (in de eerste plaats aan BIV AS) om die aantrekkelijk te maken voor implementatie in de transportsector. In een concrete uitvoering beschikken alle partijen over software componenten waarmee ze zich kunnen aanbieden op het communicatieplatform. Gebruikers configureren hun eigen software vertegenwoordiger, de agent, door hem toegang te geven tot interne informatie. De agent dient ook
kennis te hebben over de objectieven en beperkingen van het bedrijf. Tenslotte moet hij weten welke samenwerkingen er mogen aangeknoopt worden met agenten van andere bedrijven (bvb. onmiddellijk ingaan op voorstellen van X, geen vrachten aannemen van Y,...). Ais resultaat zullen bedrijven elkaar vinden op het communicatieplatform en informatie uitwisselen (bvb. over de locatie van een binnenschip, de wachttijden aan sluizen, over de grootte en het leveradres van een nog te laden vracht). Software agenten kunnen ook onderhandelen over aankomsttijden, retourvrachten. De agenten hebben een veel breder zicht, kunnen vlugger informatie verwerken en nieuwe voorstellen uitwerken dan een menselijke vertegenwoordiger dat kan doen. Vanuit die positie waarborgt de agentencommunicatie een efficientere werkvorm dan in de huidige situatie, met beperkte overzichtsinformatie, mogelijk is. Door zijn ontwerp, met agentenvertegenwoordigers voor alle betrokken partijen, mag het communicatieplatform niemands belangen schaden. Dit flexibele model voor de organisatie van binnenscheepvaart zal een voorbeeldcase zijn voor een toepassing op grotere schaal. Door aan te sluiten op reeds bestaande applicaties voor o.a. wegtransport kan dit model agententechnologie introduceren in de brede sector van multimodaal transport. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Intellectual property (IP) strategies. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Stijn Kelchtermans • Bart Leten • Maarten Rabijns
Integratie van simulatie en optimalisatie als een ondersteuning voor complexe logistieke besluitvorming. Universiteit Hasselt Abstract: In logistieke systemen of supply chains dienen een aantal beslissingen genomen te worden op strategisch, tactisch en operationeel vlak. Ter ondersteuning van operationele beslissingen die te maken hebben bvb. met locaties van opslagplaatsen, hoogte van voorraden, niveau van dienstverlening aan klanten, aantal en type van in te zetten voertuigen, keuze van transportmodi, te volgen routes, werden in één vakgebied van operationeel onderzoek een aantal kwantitatieve technieken ontwikkeld. De logistiek vandaag is echter complex geworden door het gebruik van meer dan één transportmodus, logistieke ketens over meer dan één land, en strenge eisen vanwege de klanten, zodat deze optimalisatietechnieken tegen hun beperkingen qua praktische toepassing aanbotsen. Bovendien gaan de meeste van deze technieken uit van deterministische gegevens, d.w.z. gegevens waar geen ruis of onzekerheid op zit. De vraag en levertijden zijn echter twee factoren uit de logistiek die aan schommelingen onderhevig zijn. De techniek die in de managementwetenschappen het meest wordt gebruikt om zulke onzekerheden na te bootsen is computersimulatie. Recentelijk is een trend ontstaan waar gepoogd wordt hybriede methoden te ontwikkelen ofwel verschillende technieken nauw te laten samenwerken. In dit project wordt voorgesteld simulatie te laten samenwerken met optimalisatie. Vooraleer zulk een samenwerking te kunnen realiseren dient echter een methodologie en een taal te worden ontwikkeld. Immers zowel optimalisatie als simulatie hebben hun eigen methodologie en taal. De eerste en tweede fase van dit project slaan bijgevolg op het harmoniseren van methodologie en taal. Indien de keuze wordt gemaakt voor het gebruik van een optimalisatiepakket en een simulatiesoftware, dienen deze immers een interface te hebben om de samenwerking toe te laten. In een derde fase dienen de ontwikkelde theoretische concepten in werkelijkheid te worden gebracht om ze te testen en de vele parameters te 'tunen'. Hierbij kunnen eenvoudige logistieke ketens worden gebruikt zoals in een aantal standaardwerken worden beschreven. De waarde van de integratie tussen simulatie en optimalisatie zal echter dienen getest te worden op complexe logistieke systemen. Hiervoor dienen praktijkvoorbeelden uit de Vlaamse economie als test-gevalstudie te worden gekozen. Bij deze voorbeelden zullen dan de sterkten en zwakheden van het geïntegreerde concept naar boven komen. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS
Integrated personnel scheduling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Erik Demeulemeester • Jeroen Belien • Philippe De Bruecker
Integrated optimization approaches for municipal solid waste collectionrouting and processing facility location in Flanders. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep CEDON Brussel
Onderzoekers: • Simon De Jaeger • Jens Van Engeland
Integrated freight analysis within cities (infact) Universiteit Antwerpen
Abstract: Het betreft hier een netwerkproject dat tot doel heeft een beter inzicht te verwerven in het goederenvervoer in stedelijke gebieden. De andere partners zijn W. Debauche (van het opzoekingscentruml voor de Wegenbouw) en Prof. Philippe Toint (FUNDP). Het onderzoek omvat een literatuurstudie, een pilootstudie naar het koopgedrag van gezinnen en de studie van de verschillende organisatiemethodes van het stedelijke goederenvervoer (met behulp van modelvorming). Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Integrale benadering van duurzaam energiebeleid. Een normatieve bijdrage tot beleidsonderteuning (SEPIA)-Sustainable Energy Policy Integrated Assessment-a normative contribution to decision support. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het SEPIA project - Sustainable Energy Policy Integrated Assessment - heeft als onderzoeksonderwerp het aanreiken beleidondersteunings -methodologieën, -procedures, -structuren en -instrumenten te ontwikkelen voor een duurzaam energiebeleid met een specifieke focus op het betrekken van groepen van belanghebbenden (stakeholders). De doelstelling van de studie is het toegankelijk maken en het bediscussiëren van de haalbaarheid van belangrijke aspecten van een duurzaamheidsbeoordeling in de context van het Belgische energiebeleid. Zij streeft ernaar om over het ontwerp van deze beoordeling de consensus en dissensus tussen verschillende stakeholdergroepen te identificeren en aldus de fundamenten te gieten voor een Duurzaamheidsbeoordeling die aangepaste aangepast is aan de context van de Belgische energie besluitvorming. Deze studie erkent daarnaast expliciet de socio-politieke en normatieve achtergrond van het debat op energie kwesties en diens keuzes, met inbegrip van duurzame energie. Door de VUB dient naast een methodologische inbreng ook een specifiek nucleaire deeltaak uitgevoerd waarbij de voornaamste nuclaire energietechnologiosche evoluties worden geschets in historisch perspectief en hun mogelijke impact en constraints worden aangegeven voor de °3 en 4 ° generatie reactoren die nu in ontwikkeling zijn Het project wordt uitgevoerd in het kader van het BELSPO-project "Wetenschap voor Duurzame Ontwikkeling" en loopt van Januari 2008 tot en met December 2010. De onderzoeksmethodologie is interdisciplinair daar deze de integratie nastreeft van inzichten op energie systemen die hun oorsprong kennen in technologische ontwikkelingen, economie, politieke- & sociale wetenschappen en ethiek, terwijl ze tegelijkertijd attent blijft voor de context-afhankelijkheid van deze verschillende soorten kennis (en dit door de integratie van stakeholder inzichten). Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • GILBERT EGGERMONT • Fré MAES • Jean HUGE
In search of work-home balance: a study on individual and contextual antecedents and career outcomes. KU Leuven Abstract: Krantenkoppen, zoals Why Women still cant have it all (Slaughter, 2012), politieke richtlijnen over arbeidstijden (EU Working Time Directive) en de kwaliteit van werk en leven (Eurofound), conferenties die zich enkel bezig houden met de topics rond werk en familie (bv. WFRN Conference), zelfhulpboeken zoals Work-life balance for dummies (Lockett & Mumford, 2009), workshops en seminaries voor managers over gezondheid, balans en geluk (Achor, 2010), lijsten met de 25 beste ondernemingen wat betreft de werk-privé balans (Smith, 2013), enz. Het is duidelijk dat het creëren van een balans tussen werk en privé een veelbesprokenthema is, zowel op de werkvloer, als onder politici en academici. Deze groeiende aandacht voor de werk-privé balans wordt gevoed door recente trends op het werkveld en binnen het privé-domein. Nieuwe werkstructuren,die gedreven worden door ondermeer de globalisatie (bv. 24/7 economie) en technologische ontwikkelingen (bv. Smartphones) en nieuwe familiestructur Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Luc Sels • Ans De Vos • Sara De Hauw
Innovative Inland Navigation (INLANAV). Universiteit Antwerpen Abstract: Drie privépartners (Universiteit Antwerpen, Schipco BV en Research Small Barges (BV) werken mee aan het INLANAV-platform om nieuwe schepen te ontwikkelen en de market take-up te bevorderen. De concepten gaan van duwbakken die door elektromotoren aangedreven worden, tot de realisatie van een automatisch geleid binnenschip met een groter scheepsruim. Hiertoe zullen nieuwe technologieën en materialen, zoals composieten, worden aangewend. De universiteit Antwerpen onderzoekt een tweefasig concept waarbij duwboten en binnenschepen gebruikt worden. In de eerste fase van het concept met duwboten en binnenschepen varen diverse binnenschepen, geduwd door één duwboot, op grote waterwegen uit van zeehavens naar kleine binnenwateren. In de tweede fase wordt het konvooi aan de ingang van een kleine binnenwaterweg losgekoppeld en varen de kleine binnenschepen zelfstandig uit. Dit concept spitst zich vooral toe op het combineren van schaalvoordelen op grote rivieren (d.w.z. duwboten en binnenschepen samen), terwijl de afzonderlijke binnenschepen klein en rendabel genoeg zijn om op kleine waterwegen te varen. Op die manier kan het konvooi zijn belangrijkste concurrent bekampen: het wegvervoer. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
Innovation processes in surface transport (INNOSUTRA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman
• Eddy Van de Voorde
Innovation policy and clusters in Europe: Economic Performance of YoungInnovative Companies KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Stijn Kelchtermans • Daniel Neicu
Innovatie-, octrooi- en handelsmerkgedrag met oversijpelingseffecten op gebied van kennis in kernlanden van de Europese unie Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling is Plasmans et al. (1998) en Lukatch en Plasmans (2000) zowel theoretisch als empirisch uit te breiden. //..Theroretisch door asymmetrie van bedrijven in te voeren, optimale statische en dynamische innovatiestrategieën en O & O- gerelateerde overheidsmaatregelen af te leiden. Empirisch door een vijftal analyses uit te voeren: (I) door een overzicht over de tijd te presenteren van het aantal aangevraagde en het aantal toegestane octrooien (handelsmerken) van EU-bedrijven bij de belangrijkste (Europese, Japanse en Amerikaanse) octrooibureaus (handelsmerkbureaus); (ii) door de 'octrooi-naar-octrooi-citaties' en 'octrooi-naar publicatie-citaties' als een mogelijk efficiënte maat voor de O & Ospillovers te bestuderen; (iii) & (iv)door voor de bedrijven, gegroepeerd in 22 bedrijfstakken, van EU-kernlandeneen schatting en toetsing van dynamische paneldatamodellen uit te voeren voor octrooiaanvragen (handelsmerkaanvragen), octrooien (handelsmerken) en bijbehorende octrooi(handelsmerk) intensiteiten voor een steekproef van 1989 tot 2000; (v) indien er belagrijke kennisspillovers bestaan kan de creatie van bv. een RJV zowel de individuele winst van de participerende bedrijven als de algemene welvaart verbeteren; we willen dan ook voor dezelfde landen een grondige vergelijkende analyse uitvoeren over de motieven voor het opstarten van RJV's, Joint Research and Development Agreements, Joint Research Pacts en Resaerch Corporations op basis van de geactualiseerde MERIT-CATI databank. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans
Innovatie en reductie van time-to-market door planmatig proefnemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt om vernieuwende zoekalgoritmes te ontwerpen voor het vinden van optimale statistische proefopzetten. Hiertoe zullen de nieuwste methoden voor combinatorische optimalisatie uit het operationeel onderzoek, meer bepaald metaheuristieken, ingezet worden in een nieuw toeassingsdomein, het experimenteel ontwerp. Zowel problemen met één doelfunctie als met meerdere doelfunctie zullen onze aandacht wegdragen. Organisaties: • Engineering Management • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Peter Goos
INNOMAT: Innovatie van matrassen in de O&O- en de end-of-life fase Universiteit Hasselt Abstract: Matrassen zijn niet alleen voor de Vlaamse economie, maar ook voor het maatschappelijk welzijn (bijdrage tot een goede nachtrust) belangrijke producten. Matrassen zijn echter volumineuze en vaak complex samengestelde producten. Innovatieprojecten in deze sector waren in de voorbije jaren vooral gericht op het verbeteren van het slaapcomfort en op het toevoegen van bijkomende functionaliteiten (bv. anti-allergische eigenschappen). Recent krijgen ook de duurzaamheidsaspecten meer aandacht. De gemiddelde levensduur van een matras bedraagt ca. 12 jaar. De jaarlijkse EOL-matrasstroom is qua volume significant genoeg om na te gaan of deze afvalstromen selectief ingezameld en omgezet kunnen worden in interessante materiaalstromen. Opdat de matrassensector effectief de materiaalkringlopen op een duurzame manier zou kunnen sluiten dient bijkomend onderzoek te worden gedaan. Immers, de voorgestelde oplossingen moeten aanvaardbaar zijn voor alle stakeholders: bedrijven (toeleveranciers, matrassenfabrikanten, afvalverwerkers/recyclers), eindconsumenten en overheid. Voor de bedrijven moeten de voorgestelde oplossingen technisch en economisch rendabel zijn. De consument wil niet inboeten aan slaapcomfort en hygiëne en wil bij voorkeur geen meerprijs betalen indien hier geen verbeterde productkenmerken tegenover staan. De overheid wil de milieu-impact van het huidige productiesysteem reduceren. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tom KUPPENS
Inhoud in een digitale omgeving. Een interdisciplinair onderzoeksproject naar Vlaamse E-publishing Trends (FLEET) Universiteit Gent Abstract: FLEET is een multidisciplinair onderzoeksproject rond de veranderende rol van aanbieders en ontvangers van informatie in een gedigitaliseerde netwerkmaatschappij. Het project maakt een grondige analyse van de sociale, economische, inhoudelijke, juridische en technologische ontwikkelingen op het vlak van online-nieuwsproductie en -consumptie, met bijzondere aandacht voor de impact hiervan op het medialandschap in Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Karin Van De Wal
Industriële clusters in België: verkenning van koper/leverancier-verhoudingen in de voedselindustrie. Universiteit Antwerpen
Abstract: Industriële clusters in België: verkenning van koper/leverancier-verhoudingen in de voedselindustrie. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Industrial policy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Patrick Van Cayseele • Ilona Sergant
Individuele verschillen in zelfregulerend gedrag: een functionele beeldvorming studie rond de hersenprocessen die doelgerichtheid, persistentie, en adaptief gedrag sturen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil via fMRI inzicht verwerven in de oorsprong van individuele verschillen in beheersing en zelfregulatie. We testen de hypothese dat individuele verschillen in activiteit in 3 vooropgestelde hersenregio's samenhangt met dopamine-receptor genpolymorphisme enerzijds, en met stabiele persoonlijkheidseigenschappen die doelgerichtheid, persistentie, en adaptief gedrag typeren anderzijds. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Paul Parizel • Christophe Boone
Individueel aangepaste online keuze-experimenten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Martina Vandebroek
Indirect taxes in microsimulation models. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • André Decoster • Kevin Spiritus
Incidental parameter problem. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Geert Dhaene • Yutao Sun
IMSFood: Innovatief management system voor een duurzame voedingsindustrie Universiteit Gent Abstract: IMSFood is een transnationaal ?Collective Research Project? (CORNET). Het doel van het IMSFood project is de ontwikkeling van een innovatief en duurzaam beheerssysteem voor voedings-KMOs om kosten te reduceren en tegelijkertijd kwaliteit te behouden. Het uiteindelijke resultaat van dit project is een op maat gemaakte toolbox om verschillende kost-reducerende technieken in KMOs te implementeren. De toolbox werd ontwikkeld op basis van case studies in overeenkomst met de betrokken bedrijven. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Xavier Gellynck
Improving frontline employees. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep HRRG Brussel
Onderzoekers: • Anja Van den Broeck • Yves Van Vaerenbergh • Annelies Costers
Implicaties van reële optie theorie voor industriële organisatie en competitiebeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Peter Kort • Jan Bouckaert
Implementatie databank aangepast vervoer. Universiteit Hasselt Abstract: Mobiliteit is één van de basisbehoeften om een sociaal leven uit te bouwen. Iedereen heeft recht om deel te nemen aan het maatschappelijke leven en heeft recht op basismobiliteit. In de praktijk geldt dit evenwel niet voor iedereen. Personen met een handicap en ouderen zijn vaak om verschillende redenen niet altijd even mobiel. Toch zijn er vandaag reeds heel wat initiatieven rond aangepast deur tot deur vervoer en toegankelijk openbaar vervoer. Personen met een beperking die gebruik willen maken van deze voorzieningen dienen hiervan echter op de hoogte te zijn. Hier stelt zich vandaag het probleem dat iedere vervoeraanbieder voorziet in zijn eigen afzonderlijke informatieverschaffing. Een persoon met een mobiliteitsbeperking heeft bijgevolg niet de luxe om via een routeplanner zijn verplaatsing te kunnen plannen. Personen met een beperking hebben nood aan gedetailleerde en eenduidige informatie die op een gebruiksvriendelijke manier wordt aangeboden. Daarnaast is het van groot belang dat de aangeboden informatie betrouwbaar is. Tenslotte is het wenselijk om de vervoeraanvrager zo optimaal mogelijk te begeleiden in zijn keuze voor de voor hem/haar meest aangewezen vervoerswijze en de daaraan gekoppelde vervoeraanbieder. Vanuit die optiek is het doel van dit project de verdere ontwikkeling en implementatie van de databank toegankelijk vervoer in Vlaanderen. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Impact van het innen van supplementen op toegankelijkheid van de gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Er is een voortdurende bezorgdheid van de maatschappij en de overheid over de toegankelijkheid van onze gezondheidszorg. In deze studie zal nagegaan worden of de evolutie in directe eigen betalingen (vnl supplementen) en private ziekteverzekering hierop een negatieve impact heeft. Meer specifiek zullen we: -een literatuuronderzoek uitvoeren over effecten van directe eigen betalingen in de gezondheidszorg en het afsluiten van aanvullende (private) verzekeringen; -de omvang en de aard van de supplementen in België voor de periode 1996-2003 berekenen alsook de socio-economische karakteristieken van de patiënten die ze genereren en betalen(op basis van gegevens ter beschikking gesteld door het IMA); -via geëigende econometrische technieken *determinanten voor het afsluiten van private verzekeringen bepalen; *de impact van een aanvullende verzekering op de kans en de duur van de hospitalisatie bepalen met correctie voor de gedragseffecten van supplementen. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Impact van "gratis" openbaar vervoer op het verplaatsingsgedrag, een gevalstudie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Openbaar vervoer subsidies spelen een belangrijke rol in het huidige mobiliteitsbeleid in België. De introductie van de 'gratis' bus in Hasselt in 1997 betekende een belangrijke mijlpaal. Nadien ontwikkelde de Vlaamse regering in samenwerking met De Lijn het zogenaamde "derde betalersysteem" voor bepaalde doelgroepen. Dit houdt in dat de prijs van het openbaar vervoer niet betaald wordt door de gebruiker of de aanbieder ervan, maar geheel of gedeeltelijk door een derde partij. In welke mate deze maatregelen bijdragen tot een duurzamer mobiliteitssysteem blijft een belangrijk punt van discussie. Sinds het academisch jaar 2003-2004, werd een "gratis openbaar vervoer" initiatief geïntroduceerd voor studenten van Nederlandstalige universiteiten en hogescholen in Brussel. Deze studenten kregen de mogelijkheid een terugbetaald openbaar vervoer abonnement te bekomen, geldig op het Brusselse openbaar vervoersnet van de MIVB (Maatschappij voor Intercommunaal vervoer in Brussel). Brussel werd geselecteerd voor een case studie, omdat er in dezelfde stad een groep studenten is die van de maatregel kunnen genieten, en een andere groep (studenten van Franstalige universiteiten en hogescholen in Brussel) die er geen aanspraak op kunnen maken. Om de effecten van deze maatregel te onderzoeken werd een vragenlijst afgenomen bij de studenten om hun huidige verplaatsingsgedrag na te gaan (aantal verplaatsingen, motieven, modale keuze, ...) en de veranderingen in verplaatsingsgedrag ten opzichte van het vorige jaar, toen de maatregel nog niet bestond. Bijkomend werd een vergelijking gemaakt tussen het huidige verplaatsingsgedrag van studenten die van de maatregel kunnen genieten en studenten die dat niet kunnen. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Astrid DE WITTE • CATHY MACHARIS