www.researchportal.be - 8 Feb 2016 05:15:12
Onderzoeksprojecten (1 - 500 van 897) Zoekfilter: Classificaties: Economie, econometrie, economische theorie, economische systemen, economische politiek
1ste jaarverslag over de ontwikkeling van het transport van personen engoederen over de weg Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van huidig project is de finalisering (vervollediging, bijsturing en toevoeging) van de Socio-economische conclusies van een bestaand ontwerpverslag dat finaal moet leiden tot het opstellen van het 1ste Jaarverslag over de ontwikkeling van het transport van personen en goederen over de weg zoals voorgeschreven door het Samenwerkingsprotocol betreffende de beroepschauffeurs. In concreto, dient de economische concurrentiepositie van de wegvervoersector nader te worden geanalyseerd. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
2de contract ikv TRALOTRA project cogranted by EC DG for energy and transport : aan Provincia di Cremona (Italië) : Referring to work package 3 (development of common training material) and delivering the modules in paper and in electronic form. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project ontwikkelt innovatieve opleidingsinstrumenten met betrekking tot beste praktijken op het gebied van intermodaal transport, met de bedoeling de professionele vaardigheden en het beheer van logistieke en transportbedrijven te verbeteren. En dit via de creatie van eleerplatformen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS • Ethem PEKIN
2 verschillende Samenwerkingscontracten. Project 'Logistieke poort Antwerpen' in opdracht van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen. Project 'Logistieke poort Vlaams-Brabant' in opdracht van de Provinciale ontwikkelingsmaatschappij Vla... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van deze studies is om na te gaan hoe de Antwerpse en Vlaams-Brabantse logistieke regio's verder kunnen uitgebouwd worden ten einde logistieke activiteiten in deze provincies te verankeren en uit te breiden. Hiervoor werd de huidige toestand van de Antwerpse en Vlaams-Brabantse logistieke markt geïnventariseerd oa via goederenstroomanalyses voor de beide provincies. Voor de provincie Antwerpen werd er daarnaast een benchmarking uitgevoerd waarbij de provincie Antwerpen werd vergeleken met andere Europese logistieke regio's. Op basis van de confrontatie van deze twee oefeningen werd een gapanalyse uitgevoerd, d.w.z. het afzetten tegen elkaar van de actuele en de potentiële marktsituatie. Voor Vlaams-Brabant werd ook specifiek de rol van de luchthaven van Zaventem als logistieke poort in detail bestudeerd. Vanuit deze analyses werden vervolgens een aantal speerpunttrajecten gedefinieerd die beogen de posities van de provincies Antwerpen en VlaamsBrabant als Europese logistieke topregio's te versterken en te verdiepen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Tom VAN LIER • CATHY MACHARIS
Aankoop van een rijsimulator, een systeem voor de detectie van hoofd- en oogbewegingen, fysio- en biomechanische monitoring en een systeem om hersenactiviteit (EEG) te meten Universiteit Hasselt Abstract: In het kader van het EFRO-project 2.1.70/02/1206 "Uitbreiding wetenschappelijke apparatuur", heeft het Instituut IMOB de volgende wetenschappelijke apparatuur aangekocht: - Een systeem voor monitoring van oog- en hoofdbewegingen en fysiologische en biomechanische monitoring - Een hard- en softwaresysteem voor rijsimulator - De ontwikkeling van op maat gemaakte software componenten voor de rijsimulator Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS
A comparative study of the competitive intelligence practices in South Africa and Flanders. Universiteit Antwerpen Abstract: A comparative study of the competitive intelligence practices in South Africa and Flanders. Organisaties: • INTERNATIONALE ECONOMIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers
A contingency perspective on perceived tenant satisfaction of technology incubators. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ICM. UA levert aan ICM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens • Johanna Vanderstraeten
Actualisatie Index voor Duurzame Economische Welvaart Universiteit Gent Abstract: Dit project actualiseert het onderzoeksrapport van het project ?De Index voor Duurzame Economische Welvaart voor Vlaanderen, 19902011? (MIRA/2013/04 ? Bleys, 2013). De originele tijdreeks uit de voorgaande studie (1990-2011) wordt uitgebreid tot 2012. In het geactualiseerde onderzoeksrapport wordt de nieuwe tijdreeks voor de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen vervolgens geanalyseerd en geinterpreteerd op basis van de variatie in de onderliggende gegevens (de componenten). Hierbij wordt bekeken of de financieeleconomische crisis die Vlaanderen treft, een negatief effect heeft op de duurzame economische welvaart in de regio. Organisaties: • Vakgroep Algemene economie
Onderzoekers: • Brent Bleys
AdLit : reclamegeletterdheid in een Nieuwe Media-omgeving : onderzoek naar de kennis van minderjarigen met betrekking tot overreding bij nieuwe advertentieformaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil nagaan in hoeverre minderjarigen gewapend zijn (m.a.w. in welke mate kunnen ze inhoud van reclame onderscheiden en zijn ze in staat om hier consequent mee om te gaan in hun handelen) tegen de nieuwe vormen die publiciteit aanneemt. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Koen Ponnet • Karolien Poels
AdLit : reclamegeletterdheid in een Nieuwe Media-omgeving : onderzoek naar de kennis van minderjarigen met betrekking tot overreding bij nieuwe advertentieformaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil nagaan in hoeverre minderjarigen gewapend zijn (m.a.w. in welke mate kunnen ze inhoud van reclame onderscheiden en zijn ze in staat om hier consequent mee om te gaan in hun handelen) tegen de nieuwe vormen die publiciteit aanneemt. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker
ADRIATIC : Accession Dynamics by Reengineering interactive Academic Training for Interregional Communication. Universiteit Antwerpen Abstract: ADRIATIC : Accession Dynamics by Reengineering interactive Academic Training for Interregional Communication. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Evrard Claessens
Afvalbeheer en innovatieve logistiek voor een duurzaam milieu (ILSE). Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project wil men onderzoeken op welke manier logistiek een zinvolle bijdrage kan leveren tot de verdere ontwikkeling van gesloten afval-tot-herbruik kringlopen, en dus de circulaire economie. Dit project moet aan afvalophalers en afvalverwerkers nieuwe concepten aanleveren om afval slimmer op te halen, te sorteren en te verwerken. Dit resulteert in lagere logistieke kosten per eenheid afval en stimuleert nieuwe initiatieven inzake recuperatie van grondstoffen. Voor de logistieke sector biedt het extra kansen om een rol te vervullen in het opzetten en onderhouden van de logistieke stromen binnen het ganse afval/grondstof recuperatie proces, en dus de circulaire economie. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Aid effectiveness and hunger in developing countries. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Andrea Guariso
A license to discriminate: when, how and why do diversity policies affect employment discrimination? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep HRRG Brussel
Onderzoekers: • Karin Proost • Lieven Brebels • Christopher Lennartz
A multidisciplinary and multilevel approach to strategic HR differentiation and employee performance. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep HRRG Brussel
Onderzoekers: • Luc Sels • Sophie De Winne • Lieven Brebels
Analyse en evaluatie van de impact van fusies en overnames van ondernemingen in financiële moeilijkheden Universiteit Gent Abstract: Terwijl er uitgebreide literatuur bestaat die verschillende aspecten van F&O behandelt, is onderzoek naar F&O van ondernemingen in financiële moeilijkheden uitermate beperkt. Dit onderzoeksvoorstel draagt bij tot de academische literatuur door de impact te onderzoeken van dergelijke overnames op het risicoprofiel van de overnemer, het effect op concurrenten en door transacties te bekijken waarbij de overnemer zelf in moeilijkheden is. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Sophie Manigart
Analyse en evaluatie van fusies en overnames (F&O) van ondernemingen in financiële moeilijkheden Universiteit Gent Abstract: Niettegenstaande er uitgebreide literatuur bestaat die verschillende aspecten van F&O behandelt, is onderzoek naar F&O van ondernemingen in financiële moeilijkheden uitermate beperkt. Dit onderzoeksvoorstel draagt bij tot de academische literatuur door de impact te onderzoeken van dergelijke overnames op het risicoprofiel van de overnemer. Daarnaast beoordelen we F&O als herstelstrategie voor ondernemingen in operationele moeilijkheden. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Wouter De Maeseneire
Analyse van de evolutie ven de groei van de arbeidsproductiviteit in Belgie in de na-oorlogse periode. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Na een indrukwekkend ritme te hebben gekend in de jaren vijftig en zestig vertoont de groei van de arbeidsproduktiviteit in België een duidelijke vertraging sindsdien.Hierbij vallen echter belangrijke verschillen te noteren tussen grote economische sectoren en bedrijfstakken. Dit project beoogt een systematische empirische analyse te maken van deze verschijnselen in het licht van de meest relevante recente bijdragen in de theoretische groeiliteratuur.De bevindingen zullen worden geconfronteerd met deze van andere studies voor België's handelspartners,en er zal worden stilgestaan bij hun economisch politieke implicaties voor de huidige debatten in verband met de competiviteit, de tewerkstelling en de arbeidsduurverkorting. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • DIRK FRANTZEN
Analyse van de gevolgen van Low Sulphur eisen. Universiteit Antwerpen Abstract: Analyse van de gevolgen van Low Sulphur eisen. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom
Analyse van de impact van klant/bedrijfsinteractie op navolgend koopgedrag Universiteit Gent Abstract: Dit project analyseert de impact van klant/bedrijfsinteractie op navolgend koopgedrag mbv volgende technieken: text mining (voor gegevensvoorbereiding), classificatie- en overlevingsanalyse. De beschrijvende en voorspellende performatie worden vergeleken. We zien de bijdrage van dit project zowel op methodologisch als empirisch/inhoudelijk vlak. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Analyse van de kapitaalstructuur in transitie-economieën: het geval van Slowakije, Tsjechië en Estland. Universiteit Antwerpen Abstract: Analyse van de kapitaalstructuur in transitie-economieën: het geval van Slowakije, Tsjechië en Estland. Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Management
Onderzoekers: • Frankie Bostyn
Analyse van de onderliggende mechanismen van risicovol rijgedrag bij adolescenten en strategieën voor training door middel van rijsimulatie Universiteit Hasselt Abstract: In dit onderzoeksvoorstel staat risicovol rijgedrag bij adolescenten (17-22 jaar) centraal, omdat deze groep van jonge onervaren bestuurders oververtegenwoordigd is zowel op vlak van falende vaardigheden als op vlak van overtredingen. Het doel van dit voorstel is de verklarende mechanismen achter het verhoogde risico op falende vaardigheden (project 1) en overtredingen (project 2) bij adolescenten te verkennen en om daarnaast trainingsmodules te ontwikkelen en te testen die kunnen bijdragen tot reductie en preventie van risicovol rijgedrag bij
jonge onervaren bestuurders (project 3). Meer in detail zal de rol van neurocognitieve systeem van executief functioneren als onderliggend mechanisme voor risicovol rijgedrag onderzocht worden. Dit systeem is van centraal belang bij de regulatie van complex gedrag en behelst zowel het uitvoeren van gepast gedrag als het onderdrukken van ongepast gedrag. Het executieve systeem is nog niet volledig ontwikkeld tijdens de adolescentie en het daaruit volgende gebrek aan executieve controle zou kunnen leiden tot risicovol rijgedrag, zowel direct (i.e., falende vaardigheden) als indirect, wanneer het affectieve systeem geprikkeld wordt (i.e., overtredingen). Trainingsmodules gericht op executieve functies en resulterend in de verbetering van het regulerend vermogen zullen worden gecombineerd en vergeleken met trainingsmodules in de simulator. De rijsimulator staat centraal in elk van de voorgestelde projecten. Daarnaast maakt apparatuur voor de registratie van oogbewegingen en (psycho)fysiologische responsen, multidimensionele metingen van (rij)prestatie mogelijk. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Kris BRIJS • Ellen JONGEN
Analyse van de strategische positie van de Antwerpse diamantsector. Universiteit Antwerpen Abstract: Analyse van de strategische positie van de Antwerpse diamantsector. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Koen Vandenbempt • Rudy Martens
Analyse van multiwebsite surfgedrag Universiteit Gent Abstract: Dit project tracht socio-demografische profielen te voorspellen op basis van multiwebsite surfgedrag. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Analyse van persoonlijke blootstelling met behulp van sensornetwerken Universiteit Hasselt Abstract: De samenleving wordt steeds gevoeliger voor individuele risicos. Voor vele algemene risicos, zoals die ten gevolge van verkeersongevallen en luchtvervuiling, zijn individuen nu meer risico avers dan vroeger. Nochtans zullen beleidskeuzes (bv. mbt milieu) vaak de blootstelling van mensen aan vervuiling wijzigen en het individuele gezondheidsrisico veranderen. Die beleidsvoornemens worden meestal enkel op populatieniveau bestudeerd en afgewogen. Historisch heeft men de blootstelling van de bevolking (vooral mbt luchtvervuiling) altijd berekend door het eenvoudigweg vermenigvuldigen van berekende concentraties van polluenten met de bevolkingsdichtheid op dezelfde plaats. Het meten van de vervuiling gedurende lange tijd op vele plaatsen gaat immers meestal gepaard met hoge kosten en wordt bemoeilijkt door de complexe en omvangrijke meetapparatuur. Recent hebben UHasselt en VITO aangetoond dat dynamische analyses beter toelaten de blootstelling van stedelijke bevolkingsgroepen te voorspellen dan de traditionele statische aanpak. Omdat mensen zich gedurende de dag van de ene plaats naar de andere begeven zal hun blootstelling worden bepaald door de achtergrondconcentraties op elk van die locaties en vermeerderd met de lokale bronnen (indoor, op school, in de auto, ). We formuleren de hypothese dat de verplaatsing tussen micro-omgevingen de belangrijkste determinant is van de verschillen in blootstelling tussen mensen die binnen eenzelfde geografische eenheid wonen en werken. Beleidsmaatregelen die kunnen ingrijpen op de dagelijkse routine activiteiten kunnen dan een efficiënte tool zijn om ook de blootstelling te wijzigen (verminderen). Om deze hypothese te testen zullen drie complementaire methodes worden toegepast: 1. het gebruik van een tijdsgebruik model om de tijdstippen en locaties van blootstelling te voorspellen 2. nieuw ontwikkelde goedkope sensoren voor luchtvervuiling worden ontplooid in een netwerk waardoor data kunnen worden verzameld mbt de blootstelling van specifieke doelgroepen in de populatie 3. Datamining om grote hoeveelheden data afkomstig van een gedistribueerd sensornetwerk te beheren en analyseren Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Analyse van tijdsvariërende verbanden in multi-landen monetaire tijdsreeksen. KU Leuven Abstract: Dit project beoogt de tijdsvariërende verbanden tussen de hoeveelheid geld en kredieten, activaprijzen en inflatie te analyseren, te verklaren en te voorspellen. Een eerste doelstelling is om de macro-economische verbanden te onderzoeken in het frequentiedomein. De motivatie voor een analyse in het frequentiedomein is dat de verbanden tussen de traag fluctuerende componenten van twee tijdsreeksen anders kunnen zijn dan de verbanden tussen de snel fluctuerende componenten van deze tijdsreeksen. We kiezen hier voor een multi-landen benadering, wat nieuw is in de literatuur. Een tweede doelstelling is het analyseren van de tijdsvariërende verbanden tussen de hoeveelheid geld en kredieten, de activaprijzen en de inflatie. Rekening houden met deze tijdsvariatie is belangrijk omdat men in de literatuur rapporteert dat deze verbanden niet constant zijn in detijd. Een derde doelstelling is het uitwerken van de methodologie die ons toelaat de tijdsvariatie van de verbanden te analyseren in een Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers:
• Christophe Croux • Frank Smets • Peter Reusens
Analysis of capital structure in transition economies - the Polish case decision-making, institutional constraints, efficiency implications and policy conclusions. Universiteit Antwerpen Abstract: Analysis of capital structure in transition economies - the Polish case decision-making, institutional constraints, efficiency implications and policy conclusions. Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Management
Onderzoekers: • Frankie Bostyn
Analysis of the contribution of transport policies to the productivity and competitiveness of the European economy and comparison with the United States (COMPETE). Universiteit Antwerpen Abstract: Analysis of the contribution of transport policies to the productivity and competitiveness of the European economy and comparison with the United States (COMPETE). Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
An economic analysis of environmental policy in the European car market. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Frank Verboven • Mathias Reynaert
An empirical analysis on institutional transformation in microfinance institutions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep FAcT Brussel
Onderzoekers: • Bert D'Espallier • Jann Goedecke
An interbank market in a DSGE model. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Internationale Economie Leuven
Onderzoekers: • Frank Smets • Alice Servais
Anomalieën in de publieke sector Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anomalieën in het individuele gedrag - afwijkingen van de von Neumann-Morgenstern axioma's inzake rationeel gedrag - zijn belangrijk binnen het public choice domein. Het voorgestelde onderzoek heeft als doel anomalieën in het overheidsbeleid exhaustief te beschrijven en uitgebreid empirisch te testen op Vlaams lokaal niveau. We zullen ons hierbij concentreren op verschillende vormen van budgettaire windfalls. Meer bepaald, zullen we kijken naar de gevolgen van onverwachte veranderingen in de inkomsten uit dotaties en uit de aanvullende personenbelastingen, en van veranderingen in de lokale schuldpositie. Verder zal de invloed van de privatisering van het Gemeentekrediet op de gemeentefinancieën worden behandeld. Organisaties: • Econometrie en Macro-Economische Studies
Onderzoekers: • BRUNO HEYNDELS
AON business doelen in Centraal en Oost-Europa met EU sponsoring opportuniteiten Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' AON Risk Services EMEA B.V.' hebben voor het project ' Titel wordt later aangevuld door R&D. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK • Steven VANDUFFEL
Applied microeconomics on trade, productivity and investment.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Jozef Konings • Stefaan Decramer
Arbeidsmarktkenmerken en de macro-economische effecten van het begrotingsbeleid Universiteit Gent Abstract: dit project wil de invloed van arbeidsmarktkenmerken op de effecten van het begrotingsbeleid nagaan. De uitgangshypothese is dat arbeidsmarktkenmerken het succes van het begrotingsbeleid kunnen maken of breken. Meer concreet willen we nagaan of landen met zwakke arbeidsmarktkenmerken minder kans hebben op succes bij bugettaire sanering en herstructurering, dwz een minder gunstige evolutie zullen ervaren van tekort, schuldgraad, werkgelegenheid, enz. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Freddy Heylen • Gerdie Everaert
A retailer's private label portfolio: budget, standard and premium private labels. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Frank Verboven • Lien Lamey • Gizem Hökelekli
Artistic and creative entrepreneurship: antecedents and impact. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Bart Van Looy • N. N. • Katia Campo
Asymptotische theorie voor multidimensionale statistiek. KU Leuven Abstract: Wiskundige statistiek verleent steun aan op data gebaseerde beslissingen in een waaier van gebieden zoals (bio)medische wetenschappen, actuariële wetenschappen, financiële wiskunde, biologie, bioinformatica, ingenieurswetenschappen, enz. De huidige onderzoeksvragen in statistiek vereisen hooggeavanceerde technieken, deze zijn nodig om hoog- en ultrahoogdimensionale gegevens te bestuderen voor functionele en ruimtelijke gegevensen voor verscheidene vormen van 'imperfecte' gegevens (metingen met stochastische fout, onvolledige gegevens, gecensureerde of getrunceerde gegevens). Belangrijke onderzoeksonderwerpen zijn: het ontwerpen van schatters en toetsen in hoogdimensionale modellen; dimensiereductie; clustering en classificatiemethoden; de studie van flexibelen niet- en smeiparametrische modellen; aanpassingstoetsen en diagnostiek voor complexe modellen; een studie van afhankelijkheidsstructuren. Speciale aandacht zal gegeven worden aan metingen met stochastische fout, inveerse probleme Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Gerda Claeskens
Audit technologique et de fonctionnement du C.I.R.B. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG) is de Instelling van Openbaar Nut die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onder het toezicht van de minister van Informatica verantwoordelijk is voor het gewestelijke en gemeentelijke informaticabeheer. De kernopdracht van het CIBG, dat opgericht is als instrument voor ontwikkeling en modernisering, is het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) te organiseren, te promoten en te verspreiden bij diverse Brusselse openbare entiteiten: de gewestelijke overheden; de gemeenschapsinstellingen; de lokale overheden en diensten; de scholen en universiteiten; de ziekenhuizen; de burgers. Het CIBG beschikt over twee hefbomen om de IT-strategie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te ontwikkelen: wat betreft de human resources, kan het CIBG via de vzw IRISteam putten uit een reservoir van hooggekwalificeerde IT-medewerkers. op telecomvlak beschikt het CIBG over een geavanceerde infrastructuur, als aandeelhouder-oprichter van de cvba IRISnet, het breedbandnetwerk voor telecommunicatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • MARC DESPONTIN
Banking market structure, financial intermediation, firm dynamics. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • N. N. • Otto Toivanen
Basic research collaboration between firms and university (star) scientists. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Stijn Kelchtermans • Bart Leten • Marcelina Grabowska
Bedrijfsmodellen voor gebruikersgerichte producten (MADE4U). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de business en technologie aspecten van de productie en commercialisaties van sterk gepersonaliseerde brilglazen voor personen met visuele handicap. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Frankie Bostyn • Vassilios Kritis • Paul Matthyssens
Bedrijfsomvattend proces georiënteerd operationeel risicobeheer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Jan Vanthienen • Filip Caron
Begrotingsbeleid, arbeidsmarkthervorming en economische groei Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek bestudeert de invloed van begrotingsbeleid en arbeidsmarkt- en reproductmarkthervorming op werkgelegenheid en economische groei op lange termijn. We veronderstellen daarbij imperfecte concurrentie. Tevens gaan we na onder welke omstandigheden arbeidsmarkthervorming in de OESO-landen verklaard kan worden. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Freddy Heylen
Beheersing van bierdistributie en moutproductie voor verbetering van de bierkwaliteit en -stabiliteit Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet
BELDAM 2015 Universiteit Hasselt Abstract: De FOD Mobiliteit en Vervoer verricht in de loop van 2015 een nieuwe nationale enquête over de dagelijkse mobiliteit van de Belgen. Dit is een update van en een in overeenstemming brengen met de enquête BELDAM 2010. Om het veldonderzoek in de beste omstandigheden uit te voeren, moeten van nu af aan een aantal wetenschappelijke en technische voorbereidende werkzaamheden worden ondernomen. Die taken worden toegewezen aan hetzelfde consortium van ploegen die heeft bijgedragen tot het succes van de enquête BELDAM 2010. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Davy JANSSENS
BELDAM Dagelijkse Mobiliteit in België Universiteit Hasselt Abstract: Het BELDAM project is de opvolger van het vorige MOBEL project. Dit project was in 1999 verantwoordelijk voor het afnemen van de eerste nationale enquête rond verplaatsingsgedrag van Belgische huishoudens. Het BELDAM project heeft als doel gedetailleerde verplaatsingsdata te verzamelen op federaal niveau. Het project bestaat uit 3 belangrijke fases. 1. De eerste fase omvat de voorbereiding van de enquête waarbij onderzoeksteams bestaande zwakheden en onderwerpen die voor verbetering vatbaar zijn uit de MOBEL enquête, zal identificeren. Er zal ook een algemeen overzicht van de algemene ontwerpbeslissingen ivm de enquête opgemaakt worden. 2. In een tweede fase neemt men de enquête af. Verschillende controlemaatregelen zullen hier toegepast worden.
3. In een derde fase zal een analyse ven de resultaten uitgevoerd worden. Uit deze analyse volgt een gedetailleerde rapportage van de conclusies. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Beleggen - Portefeuillebeheer en performantiemeting Universiteit Gent Abstract: De vakgroep financiele economie zal KPMG voorzien in de basis voor de analyses van asset allocatie en performantie meting aan de hand van fundamenteel onderzoek en door het voorzien van tools om deze analyses te maken. Beleggen - Portefeuillebeheer en performantiemeting. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
Beleggingsrendementen en risicopremies voor Belgische bedrijfsobligaties (1832-2010) Universiteit Antwerpen Abstract: De Brusselse beurs was één van de tien belangrijkste ter wereld in de 19de en begin 20ste eeuw. Bedrijven uit alle mogelijke sectoren (spoorwegen, steenkoolmijnen, zinkbedrijven, metaal, glas, banken, electriciteitsbedrijven etc.) waren erop genoteerd. Bovendien was de Brusselse beurs zeer internationaal georiënteerd voor de Eerste Wereldoorlog met aandelen, overheidsobligaties en bedrijfsobligaties uit de ganse wereld (of van Belgische bedrijven actief in het buitenland). We onderzoeken de rendementen van alle op de Beurs van Brussel genoteerde Belgische bedrijfsobligaties voor de periode 1832-2010 met behulp van koersen, aantallen en alle kenmerken van deze bedrijfsobligaties (interest, de taxatie, de duurtijd, de uitgifteprijs (à pari, boven pari, beneden pari), de introductieprijs op de beurs, bijkomende condities (call/put), en terugbetalingsvoorwaarden (bedrag, vervroegde aflossingsfaciliteiten)). Tegelijk berekenen we de risicopremie en vergelijken deze met de equity premium. Het gaat hierbij over 1270 bedrijfsobligaties. Doordat we over zeer lange tijdreeksen beschikken zullen econometrisch verantwoorde conclusies (gegeven de volatiliteit) kunnen worden getrokken. Het onderzoek is van belang zowel voor investeerders als voor bedrijven. Investeerders (beleggers) hebben meerdere mogelijkheden inzake beleggingen. Een breed gamma aan alternatieven is hierbij ter beschikking met wellicht de meest gekende een belegging in aandelen, in overheidsobligaties en het aanhouden van cash (onder de vorm van op korte termijn opvraagbare bedragen). In de internationale literatuur zijn het ook deze drie vormen die traditioneel het voorwerp van onderzoek uitmaken. Er is evenwel nog een andere (en tevens veelgebruikte) belegggingsvorm, de bedrijfsobligaties. Ons onderzoek zal de belegger exact informeren inzake het rendementsverschil op een dergelijke belegging. De kwestie kan ook nog vanuit een andere invalshoek bekeken worden, met name vanuit de financieringspolitiek van een bedrijf. Is het voor een bedrijf onverschillig of het zich met aandelen of obligaties financiert, of kan het zijn dat een van beide aantrekkelijker is? Niet onbelangrijke voor het financieel management. Bij gebrek aan voldoende studies internationaal tasten investeerders en bedrijven momenteel zowat in het duister. Het door ons uitgevoerde onderzoek zal hiertoe de nodige wetenschappelijke onderbouwing aanreiken. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Jan Annaert
Beleidsondersteunend technologie-onderzoek, gericht op duurzame ontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Beleidsondersteunend technologie-onderzoek, gericht op duurzame ontwikkeling. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN TECHNOLOGIEMANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Karel Soudan • Aviel Verbruggen
Beleidsvoorbereidend onderzoek (BVO)(1 jaar): Onderzoek naar relatie tussen arbeidsmobiliteit en kennistransfer. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Oprichting & inrichting Careercentre om doorstroming van universitair afgestudeerden en getrainde onderzoekers naar de ondernemingssector te bevorderen. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ROSETTE S'JEGERS • Lucia SMIT • Michael DOOMS
Beleidsvoorbereidend onderzoek (BVO)(1 jaar): Onderzoek naar relatie tussen arbeidsmobiliteit en kennistransfer. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de 'Economics of Science, Technology and Innovation', wordt de doorstroming van universitair afgestudeerden en getrainde onderzoekers naar de ondernemingssector beschouwd als één van de belangrijkste schakels voor kennistransfer tussen universiteiten en industrie (2007, Martin and Tang, 1991, Pavitt). Het bevorderen van tijdelijke en permanente vormen van arbeidsmobiliteit tussen academische instellingen en de ondernemingssector staat dan ook hoog op de politieke agenda van Europese en nationale overheidsinstellingen. Er is echter nog maar weinig empirisch materiaal beschikbaar om het proces van kennistransfer in kaart te brengen. Kennissociologe Lucia Smit heeft in haar recente doctoraatsonderzoek (2010) een eerste aanzet gedaan tot het operationaliseren en meten van de mate waarin uitgestroomde doctoren hun vaardigheden en kennis toepassen in de arbeidsmarkt. Het ontwikkelde instrument, wordt idealiter verbreed naar masters teneinde de doelstellingen van de verschillende opleidingsonderdelen te evalueren. Organisaties:
• Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ROSETTE S'JEGERS • Lucia SMIT • Michael DOOMS
Beleidsvoorbereidend onderzoek (BVO): Universitair Expertisecentrum PPS (PPS leerstoel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het uitvoeren en het financieren van grootschalige projecten, bijvoorbeeld in infrastructuur , is een belangrijke zorg voor overheden, gezien de impact die deze projecten hebben op de economische groei en maatschappelijke activiteit en, (in voorkomend geval), tevens beogen om te voorzien in essentiële (overheids)diensten. In vele landen hebben de beperkingen van overheidsfondsen of -budgetten geleid tot het uitnodigen van de private sector om deel te nemen in lange termijn contractuele overeenkomsten voor het financieren, bouwen en/of operationaliseren van kapitaalintensieve projecten. De publiek-private samenwerking (PPS) wordt vaak beschouwd als een afgeleide vorm van de privatiseringsbeweging in Westerse geliberaliseerde regimes. Nochtans worden ook andere argumenten worden aangehaald om PPS - vormen in het leven te roepen of te rechtvaardigen zoals efficiëntieverhoging van de (federale, regionale of lokale) overheid, het hefboomeffect voor overheidsinvesteringen, meerwaardecreatie voor zowel overheid als de private sector, lange termijn zorgmanagement in plaats van episodisch management, etc. Er is echter ook een schaduwzijde aan het PPS - begrip omdat soms ook andere - minder lofwaardige - redenen kunnen meespelen zoals debudgettering. Sommige PPS projecten kregen dan ook een negatieve conotatie in de media, bijvoorbeeld door een gebrekkig stakeholder management. Fundamenteler is echter dat het begrip PPS op zich tot controverse kan leiden omdat het de rol van de private sector vergroot in de domeinen van publieke dienstverlening, zoals onderwijs, publiek transport, (wegen)infrastructuur, watervoorziening, zorg- en rusthuisvoorzieningen, stadsontwikkeling, etc. Bovendien is een PPS-project vaak zeer complex en zijn vele publieke en private entiteiten betrokken hetgeen tot verhoogde studiekosten leidt. Terwijl het aantal publiek-private samenwerkingsprojecten sterk toeneemt over de laatste jaren, rijst toch de vraag of deze projecten succesvol zijn voor alle betrokken partijen, of de complexiteit geen afbreuk doet aan het beoogde resultaat of aan de risicoanalyse en -evaluatie, en of dit wel een duurzame vorm betreft voor het investeringsbeleid in bepaalde sectoren. Voor België bevinden we ons nog aan het begin van de leercurve en vertonen overheden, private partners en investeerders een sterke interesse in meer onderzoek betreffende dit investeringsvehikel. De PPS - projecten die lopen, enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten, bevinden zich hetzij in de fase van het "in de markt plaatsen", hetzij in de fase van de conceptualisering resp. het bouwen van de infrastructuur; het aantal gevallen waarin men zich in de (lange termijn-) exploitatiefase bevindt en die soms twintig tot dertig jaar of méér bestrijkt, zijn eerder beperkt. In dit visiedocument worden op een beknopte wijze enkele potentiële onderzoeksdomeinen geïdentificeerd die verder kunnen worden geëxploreerd en uitgewerkt binnen het kader van het Universitair Expertisecentrum PPS aan de Vrije Universiteit Brussel, dat einde januari 2010 werd opgericht (Leerstoel PPS: VUB i.s.m. de partners Deloitte, Laga en Grontmij). De inleiding zal onder meer ingaan op het ontstaan van de publiek-private samenwerking (PPS) in Europa waarbij enkele landen enige ervaring hebben opgebouwd terzake, onder meer het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Portugal en Nederland. Daarbij zijn landen met een eerder continentale visie en/of traditie betrokken evenals landen met een eerder Angelsaksische visie en/of traditie betrokken. Het begrip PPS wordt kort toegelicht en enkele noden voor onderzoek in dit kader worden aangehaald. Er wordt vervolgens aangegeven welke doelen het Universitair expertisecentrum PPS voor ogen heeft en hoe het academisch team dit doel zal realiseren. De timing binnen de Leerstoelperiode van 5 jaar wordt beschreven en het budget om dit waar te maken wordt aan de hand van enkele scenario's voorgesteld. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO): Universitair expertisecentrum PPS (PPS Leerstoel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het uitvoeren en het financieren van grootschalige projecten, bijvoorbeeld in infrastructuur , is een belangrijke zorg voor overheden, gezien de impact die deze projecten hebben op de economische groei en maatschappelijke activiteit en, (in voorkomend geval), tevens beogen om te voorzien in essentiële (overheids)diensten. In vele landen hebben de beperkingen van overheidsfondsen of -budgetten geleid tot het uitnodigen van de private sector om deel te nemen in lange termijn contractuele overeenkomsten voor het financieren, bouwen en/of operationaliseren van kapitaalintensieve projecten. De publiek-private samenwerking (PPS) wordt vaak beschouwd als een afgeleide vorm van de privatiseringsbeweging in Westerse geliberaliseerde regimes. Nochtans worden ook andere argumenten worden aangehaald om PPS - vormen in het leven te roepen of te rechtvaardigen zoals efficiëntieverhoging van de (federale, regionale of lokale) overheid, het hefboomeffect voor overheidsinvesteringen, meerwaardecreatie voor zowel overheid als de private sector, lange termijn zorgmanagement in plaats van episodisch management, etc. Er is echter ook een schaduwzijde aan het PPS - begrip omdat soms ook andere - minder lofwaardige - redenen kunnen meespelen zoals debudgettering. Sommige PPS projecten kregen dan ook een negatieve conotatie in de media, bijvoorbeeld door een gebrekkig stakeholder management. Fundamenteler is echter dat het begrip PPS op zich tot controverse kan leiden omdat het de rol van de private sector vergroot in de domeinen van publieke dienstverlening, zoals onderwijs, publiek transport, (wegen)infrastructuur, watervoorziening, zorg- en rusthuisvoorzieningen, stadsontwikkeling, etc. Bovendien is een PPS-project vaak zeer complex en zijn vele publieke en private entiteiten betrokken hetgeen tot verhoogde studiekosten leidt. Terwijl het aantal publiek-private samenwerkingsprojecten sterk toeneemt over de laatste jaren, rijst toch de vraag of deze projecten succesvol zijn voor alle betrokken partijen, of de complexiteit geen afbreuk doet aan het beoogde resultaat of aan de risicoanalyse en -evaluatie, en of dit wel een duurzame vorm betreft voor het investeringsbeleid in bepaalde sectoren. Voor België bevinden we ons nog aan het begin van de leercurve en vertonen overheden, private partners en investeerders een sterke interesse in meer onderzoek betreffende dit investeringsvehikel. De PPS - projecten die lopen, enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten, bevinden zich hetzij in de fase van het "in de markt plaatsen", hetzij in de fase van de conceptualisering resp. het bouwen van de infrastructuur; het aantal gevallen waarin men zich in de (lange termijn-) exploitatiefase bevindt en die soms twintig tot dertig jaar of méér bestrijkt, zijn eerder beperkt. In dit visiedocument worden op een beknopte wijze enkele potentiële onderzoeksdomeinen geïdentificeerd die verder kunnen worden geëxploreerd en uitgewerkt binnen het kader van het Universitair Expertisecentrum PPS aan de Vrije Universiteit Brussel, dat einde januari 2010 werd opgericht (Leerstoel PPS: VUB i.s.m. de partners Deloitte, Laga en Grontmij). De inleiding zal onder meer ingaan op het ontstaan van de publiek-private samenwerking (PPS) in Europa waarbij enkele landen enige ervaring hebben opgebouwd terzake, onder meer het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Portugal en Nederland. Daarbij zijn landen met een eerder continentale visie en/of traditie betrokken evenals landen met een eerder Angelsaksische visie en/of traditie betrokken. Het begrip PPS wordt kort toegelicht en enkele noden voor onderzoek in dit kader worden aangehaald. Er wordt vervolgens aangegeven welke doelen het Universitair expertisecentrum PPS voor ogen heeft en hoe het academisch team dit doel zal realiseren. De timing binnen de Leerstoelperiode van 5 jaar wordt beschreven en het budget om dit waar te maken wordt aan de hand van enkele scenario's voorgesteld. Organisaties:
• Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO): Universitair Expertisecentrum PPS (PPS Leerstoel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Publiek-Private Samenwerking, kortweg PPS, is een samenwerkingsverband waarbij de publieke en de private sector samen een project uitvoeren met de bedoeling om een bepaalde meerwaarde te realiseren: projecten zijn van dezelfde kwaliteit tegen een lagere prijs of zijn van betere kwaliteit tegen een gelijke prijs. Het vormt een alternatief voor de traditionele manier van samenwerken. De overheid maakt gebruik van de denk- en innovatiekracht van de private sector. De private sector kan rekenen op een contract voor een lange periode. Organisaties: • Business • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK • Steven DE SCHEPPER
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO): Werkgroep "stages/eerste werkervaring" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vrije Universiteit Brussel (VUB) heeft een aanvraag gekregen van enkele vooraanstaande HR dienstverleners om samen te werken in de doorstroming van studenten van de VUB naar de arbeidsmarkt. Een zichtbare doorstroming van VUB studenten naar de arbeidsmarkt draagt immers mogelijk bij aan het verhogen van de instroom aan de VUB. In dit onderzoek wordt een overzicht gegeven van de dagelijkse processen gerelateerd aan een eerste werkervaring van studenten. Vervolgens wordt een inventarisatie gemaakt van noden en behoeften in dit kader. Ten slotte wordt een voorstel gedaan tot mogelijke verbeteringen in het licht van een doelmatiger aanwending van middelen gerelateerd aan processen verbonden aan een eerste werkervaring van studenten aan de VUB. Organisaties: • Business
Onderzoekers: • Michael DOOMS
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO): Werkgroep "stages/eerste werkervaring" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vrije Universiteit Brussel (VUB) heeft een aanvraag gekregen van enkele vooraanstaande HR dienstverleners om samen te werken in de doorstroming van studenten van de VUB naar de arbeidsmarkt. Een zichtbare doorstroming van VUB studenten naar de arbeidsmarkt draagt immers mogelijk bij aan het verhogen van de instroom aan de VUB. In dit onderzoek wordt een overzicht gegeven van de dagelijkse processen gerelateerd aan een eerste werkervaring van studenten. Vervolgens wordt een inventarisatie gemaakt van noden en behoeften in dit kader. Ten slotte wordt een voorstel gedaan tot mogelijke verbeteringen in het licht van een doelmatiger aanwending van middelen gerelateerd aan processen verbonden aan een eerste werkervaring van studenten aan de VUB. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Michael DOOMS
Beloningen en stimulansen in particuliere non-profitorganisaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de motivatie van werknemers tewerkgesteld in de non-profit sector, meer bepaald leerkrachten en ziekenhuispersoneel. Bovendien zal er een vergelijking gemaakt worden met de motivatie van werknemers uit de profit sector. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • CINDY DU BOIS • ROLAND PEPERMANS • Catherine SCHEPERS • Ralf CAERS • Sara DE GIETER • MARC JEGERS
Berekenen en beheren van kuddegedrag in financiele markten. KU Leuven Abstract: De term herd behavior kan vrij vertaald worden als kuddegedrag. Aandelenprijzen die zich als een kudde gedragen, gaan allemaal tegelijk omhoog, of juist allemaal tegelijk omlaag. Uit empirisch onderzoek is gebleken dat wanneer aandelen unisono bewegen, ze meestal samen omlaag gaan. Bijgevolg kan een markt waarin aandelenprijzen als een kudde bewegen bijzonder ernstige gevolgen hebben voor het financiële systeem. Een index dieaangeeft hoe sterk de huidige aandelenprijzen samen bewegen, maakt het mogelijk om op tijd in te grijpen teneinde het financiële systeem te beschermen.In dit project behandelen we volgende doelstellingen: Multivariate modellen voor aandelenprijzen en index opties.Kuddegedrag in financiële markten.Beheren van systemisch risico en angst in financiële markten. Organisaties: • OG Insurance Leuven
Onderzoekers: • Jan Dhaene
Berekening fiscale ontvangsten obv gedragsverandering tgv hervorming van de verkeersbelasting. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij een hervorming van de belastingen in functie van de Ecoscore van het voertuig is het de bedoeling de consument aan te zetten om milieuvriendelijke voertuigen te kopen. Indien de consument geconfronteerd wordt met hogere belastingstarieven voor vervuilende wagens, kan er een gedragsverandering plaatsvinden en derhalve een evolutie van een milieuvriendelijker wagenpark bewerkstelligd worden. De mate waarin er een gedragsverandering zal plaatsvinden zal in dit project gemeten worden door middel van prijselasticiteiten. Op deze manier kunnen de meerontvangsten van de belastingshervormingen berekend worden over een aantal jaren, rekening houdend met de technische evolutie, de invoeringstermijn en het effect op het consumentengedrag.
Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Laurence TURCKSIN • CATHY MACHARIS
Bernard Chait en de vroege ontwikkeling van de econometrie in België (1930-1960) Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds december 2001 wordt samen met Nederlandse collega Albert Jolink, faculteit Bedrijfskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam) onderzoek gedaan naar de vrijwel compleet vergeten Antwerpse ingenieur-econoom Bernard Chait. Het voorgestelde project heeft tot doel dit onderzoek te verdiepen en af te ronden, en de resultaten ervan bekend te maken aan een breed publiek. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Guido Erreygers
Beslissingen in economische recessies Universiteit Gent Abstract: Dit project gaat ervan uit dat economische recessies een bedreiging vormen voor mensen hun gevoel van zelf-integriteit. Hierdoor zouden recessies kunnen leiden tot gedrag dat dient om het zelf te affirmeren. Uitgaande van een priming techniek onderzoekt huidig project derhalve of economische recessies kunnen leiden tot een verhoogd identiteitsrelevant consumptie, sociaal verantwoordelijk gedrag, vooroordelen en meer gepolariseerde politieke attitudes. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Mario Pandelaere
Beslissingsondersteunend instrument voor het intermodale transportbeleid (DSSITP) Decision support system for intermodal transport policy. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het vinden van manieren om de groei in intermodaal vervoer via het spoor en de binnenvaart te stimuleren. Spoor/weg en de binnenwaart/weg combinaties hebben elk een specifieke marktstructuur en werking. Het is echter belangrijk om hen samen te analyseren om de verstorende invloed van potentiële competitie tegen te gaan. Hierdoor kunnen ook maatregelen voor intermodaal vervoer op federaal en regionaal niveau beter worden geïntegreerd. Naast het stimuleren van groei is het tevens belangrijk om de grenzen van deze groei te voorspellen. In hoeverre is het intermodale terminallandschap verzadigd? Is de capaciteit van ons binnenlands waterwegennetwerk en spoorwegennetwerk toereikend voor een toekomstige groei in intermodaal vervoer? De congestie in de haven van Antwerpen is vastgesteld als een belangrijk knelpunt voor binnenvaart terminals. Welke alternatieven zijn beschikbaar om deze problemen op te lossen? Dit project anticipeert op de toekomstige behoefte aan informatie over beleidsmaatregelen om het intermodale transport van goederen te stimuleren. Federale, regionale en lokale overheden worden voorzien van fundamentele informatie ter ondersteuning van hun beslissingen betreffende transport en mobiliteit. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS • Ethem PEKIN
Betaalbaar wonen en de impact van woonsubsidies in Vlaanderen. KU Leuven Abstract: Door de sterke prijsstijging van woningen in Westerse landen in de decennia vóór de start van de economische crisis, stond de betaalbaarheid van wonen internationaal hoog op de agenda. In Vlaanderen bijvoorbeeld zijn de woningprijzen tussen 1995 en 2005 gemiddeld verdubbeld in nominale termen. Naast de bekommernis omtrent de betaalbaarheid van wonen, rees ook de vraag of de subsidies op vlak van wonen de mensen bereikten met dehoogste nood. In deze doctoraatsthesis wordt de betaalbaarheid van wonen en de verdelende impact van woonsubsidies onderzocht voor Vlaanderen en Nederland. Een omvattende conceptuele aanpak is gehanteerd voor data van 2005/2006, waarbij zowel een woonuitgaven- als een gebruikskostenbenadering werd toegepast. De resultaten tonen aan dat in zowel Vlaanderen als Nederland wonen onbetaalbaar is voor ongeveer 14% van de gezinnen. Bovendien blijkt het betaalbaarheidsprobleem weider verspreid onderde huurders dan de eigenaars, en het grootst voor gezinnen behorend tothe Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Jozef Berghman • Kristof Heylen • Wilhelmus van Oorschot
Beursprogramma Solvay Business School - VUB Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan de Solvay Business School van de Vrije Universiteit Brussel krijg je een unieke combinatie van economische, bedrijfsgerichte, kwantitatieve én technologische opleidingsonderdelen. De bedoeling is dat je later als handelsingenieur in een onderneming in staat bent om het jargon van je medewerkers of collega's te begrijpen, of het nu gaat om ingenieurs, juristen, informatici of andere specialisten. En dat je zelfstandig of samen met hen tot beleidsbeslissingen kan komen. Kortom: dat je een brug kan slaan tussen de wereld van de economen en die van andere deelnemers aan het maatschappelijk verkeer. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK
Bibliometric methods for the structural analysis of specialisation patterns in science systems. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Wolfgang Glänzel • Mehmet Ali Abdulhayoglu
Bibliotheekkrediet Sociale en Human Wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Management • Engineering Management
Onderzoekers: • Karel Soudan • Rudy Martens
Big data mining voor klantenanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • David Martens
Bi-grafe gebaseerd sociaal netwerk analyse en leren. Universiteit Antwerpen Abstract: Veel sociale netwerken zijn bi-partite van structuur, waarbij de knopen van het netwerk opgesplitst kunnen worden in twee niet overlappende groepen en connecties enkel bestaan tussen knooppunten van verschillende groepen. Bijvoorbeeld, auteurs die gelinkt zijn aan hun papers, of smartphones gelinkt aan de locaties die ze bezoeken. Vaak wordt enkel het geprojecteerde netwerk gebruikt: een netwerk van auteurs, gelinkt als ze samen een paper hebben geschreven, of een netwerk van smartphones, gelinkt als ze samen een locatie hebben bezocht. Dit leidt echter tot een belangrijk verlies van informatie en een groter aantal connecties. Hoewel sociale netwerk analyse en inferentie veel interesse wekken in sociale, computer-, en mens-wetenschappen, is er heel weinig onderzoek verricht naar dit specifiek type van netwerk. In dit project zullen we nieuwe metrieken definiëren om de globale structuur van dergelijk netwerken te analyseren, de evolutie doorheen de tijd ervan bestuderen, aangepaste leeralgoritmes ontwikkelen die voorspellingsmodellen genereren, en de methoden valideren op grote netwerk datasets. We zullen hierbij specifiek focussen op drie real-life cases: het auteur-paper netwerk gebruik makend van publieke data, alsook data van Universiteit Antwerpen, het klant-betalingsontvanger netwerk gebruik makend van data van een grote Europese bank, en het smartphone -locatie netwerk gebaseerd op data van een VS-gebaseerde ad exchange. Onze bevindingen zouden moeten leiden tot nieuwe inzichten in menselijk gedrag, theorievorming en accuratere voorspellingsmodellen in ieder van deze domeinen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • David Martens • Marija Stankova
Bilaterale samenwerking in he kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBULB_Annabel Vanroose. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in he kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-ULB_Annabel Vanroose. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • LEO VAN HOVE
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUHasselt_Willems Kim Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Kim Willems Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • MALAIKA BRENGMAN
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench Fee i.h.k. van Joint PhD VUB-ULB, Grégory Rayée Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evaluation et couverture des produits dérivés sur taux de change en tenant compte des risques liés aux taux d'intérêts et à la volatilité Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • Steven VANDUFFEL
BIOMED 2 - EURICUS III. The implementation of guidelines for budget control and cost calculation, and their effect on the quality of management of intensive care units in the countries of the European Union
Vrije Universiteit Brussel Abstract: As far as costing and budgeting procedures are concerned, a non-systematic diversity across intensive care units (ICUs) and European countries has been observed mainly characterised by the absence of any standardised operationalisation of relevant concepts. Therefore this "reinforced concerted action" will (a) develop guidelines for the standardisation and harmonisation of budgeting and costing procedures in ICUs in Europe; (b) develop instruments to assess the quality of management in ICUs (medical directors and head nurses); (c) explore the effects of a training about the costing and budgeting guidelines, and their implementation on the cost-effectiveness of ICUs; and (d) explore their effects on the quality of management of ICUs. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS • MARC JEGERS
BITS Fiestverkeerindidatoren: identificatie en harmonisatie van databronnen Universiteit Hasselt Abstract: Aanvullende studie in het kader van de conventie (2004- 2007) tussen de Federale Regering dienst Mobiliteit en Vervoer en het Federaal Planbureau: uitbreiding tot de fietsverplaatsingen van de vervoersindicatoren. Om tegemoet te komen aan een onderbouw van maatregelen die een mogelijke verschuiving van de modal shift in de hand werken, in de richting van meer milieuvriendelijke transportmodi, werden reeds statistische indicatoren ontwikkeld die toepasbaar zijn op alle gebieden en op diverse transportmodi. Dat neemt niet weg dat deze indicatoren voor wat betreft de fiets gebaseerd zijn op een erg beperkte hoeveelheid data en dat de meetinstrumenten die op dit moment voor het fietsbeleid voorhanden zijn, helemaal niet voldoen. Het doel van dit project is om beterschap te brengen in deze situatie door: . de toegevoegde economische waarde van het fietsgebruik in te schatten; . het verzamelen van beschikbare gegevens mbt. fietsinfrastructuur; . het vaststellen van fietsbezit; . het aandeel van fietsverkeer te vergelijken met andere vervoerwijzen ((in de mate van het mogelijke, verfijningen van deze indicatoren volgens bepaalde variabele (bijvoorbeeld. de vervoerreden, de leeftijd, enz) zullen opgenomen worden) Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Blijven of scheiden: wanneer bestaande zakelijke relaties versterken enwanneer een nieuwe partner zoeken. KU Leuven Abstract: Intensive cooperation between firms has become central to the strategy of many organizations to create additional firm value. This cooperation may take the form of strategic alliances, close buyer-supplier relationships, joint-ventures etc. However, many of these relationships end up infailures. The literature has started to investigate how to govern interfirm relationships, with special attention for control problems and control choices. However, little attention has been paid to the selection ofa good partner. Only recently the literature has pointed to the importance of selecting partners and of reinforcing prior business ties as potential alternative mechanisms for coping with the risks of cooperation. To advance this stream of literature, we present a number of experimentalstudies to examine the influence of a set of contingency variables on the interplay between partner selection and control. The key contributionof this project is to investigate contingency variables that help to Organisaties: • OG Accountancy Leuven
Onderzoekers: • Alexandra Van den Abbeele
BNP Paribas Fortis Chair in Bankieren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vanaf het nieuwe academiejaar in oktober krijgen de Solvay Business Schools van zowel de Vrije Universiteit Brussel als van de Université Libre de Bruxelles samen een BNP Paribas Fortis Chair in Banking. Met deze leerstoel wil de bank de komende vijf jaar zowel de opleiding als het wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de bankwereld een boost geven. Vanaf oktober 2010 krijgen zowel de Vrije Universiteit Brussel als de Université Libre de Bruxelles een Paribas Fortis-leerstoel met de bedoeling om de kennis over het bankwezen in deze snel evoluerende omgeving verder te ontwikkelen en te verspreiden. Naast specifieke lessenreeksen zullen er ook minstens twee conferenties of seminaries per academiejaar worden georganiseerd, en zal het onderzoek ook leiden tot wetenschappelijke publicaties. Deze zullen verschillende facetten van het banking-domein omvatten, zoals investment banking, risk management, financial regulation en de effecten van het concurrentiebeleid op de financiële sector. BNP Paribas Fortis heeft voor de leerstoel een jaarlijks bedrag veil van 125.000 euro, gedurende vijf jaar. De leerstoel zal aan VUB-zijde worden bekleed door professor Steven Vanduffel, en aan ULB-zijde zal nog iemand aangeduid worden door de professoren Hugues Pirotte en Matthias Dewatripont. Organisaties: • Faculteit Economische en Sociale Wetenschappen en Solvay Business School • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • Steven VANDUFFEL
BOF2009: Co-financiering Kort Verblijf Salvatore, Nanni en Mkrtchyan Universiteit Hasselt
Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 18 mei 2009 de co-financiering van het verblijf van Dino Pedreschi van de Universiteit Pisa, Italië en van Fosca Gianotti van de Italian National Research Council goedgekeurd. Beide onderzoekers zouden een sabbatical jaar aan de UHasselt doorbrengen maar hebben op het laatste moment gekozen om hun sabbatical niet in Hasselt maar in Boston te doen. Daarom heeft de Onderzoeksraad op 21/10/2010 de aanvraag tot wijziging van de middelen van het BOF09KV04-project goedgekeurd. De invulling is tweeledig: de samenwerking met dr. Rinzivillo Salvatore en dr. Mirco Nanni enerzijds en de samenwerking met Lusine Mkrtchyan anderzijds. Organisaties: • Beleidsinformatica • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
BOF - Korte Verblijven - Prof. dr. Tianrui Li Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 11 juni 2008 het verblijf van Prof. dr. Tianrui Li van de School of Information Science and Technology, Southwest Jiaotong University, China goedgekeurd. Gedurende dit verblijf zal Prof. Tianrui Li onderzoek uitvoeren in samenwerking met E. Hermans, D. Ruan, G. Wets en K. Vanhoof (onderzoeksinstituut IMOB). Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Bootstrapcorrecties voor LS en IV schatters in dynamische paneldata modellen Universiteit Gent Abstract: De LSDV schatter is aanzienlijk vertekend in dynamische paneldata modellen. Dit project onderzoekt de prestaties van een op bootstrap gebaseerde correctiemethode in dynamische processen van een hogere orde en een vector van (endogene) verklarende variabelen. Verder exploreren we alternatieve benaderingen om de langetermijneffecten adequaat te schatten. Tot slot trachten we onze bevindingen toe te passen in de context van het convergentiedebat. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Gerdie Everaert
Bpost op afspraak CSR impact Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' BPOST- Brussel' hebben voor het project ' Bpost op afspraak CSR impact' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Tom VAN LIER • CATHY MACHARIS
Breaking stereotypical perceptions of job seekers: Increasing attractiveness through person-organization fit. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Karin Proost • Luc Sels • Anja Van den Broeck • Arne Vanderstukken
Brein-Tranversale evaluatie van intermodale nieuwe strategieën (BRAIN-TRAINS). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde • Christa Sys
Brein-Tranversale evaluatie van intermodale nieuwe strategieën (BRAIN-TRAINS). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Koen Verhoest
Brugproject Economie-Onderwijs 2013 (Bride). Universiteit Antwerpen
Abstract: Het brugproject is er in eerste instantie op gericht om ondernemerschap bij studenten te stimuleren. Via een daartoe ontwikkeld traject zullen studenten met innovatieve ideeën gekoppeld worden met studenten die het business luik op zich nemen om zo via co-creatie tot marktklare producten of concepten te komen. Organisaties: • Faculteit Ontwerpwetenschappen - overige • Productontwikkeling
Onderzoekers: • Johan Braet • Christiaan Baelus
Budgettaire impactberekening van de toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken. Universiteit Antwerpen Abstract: Budgettaire impactberekening van de toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
Budgettaire uitdagingen, werkgelegenheid en groei in de OESO Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de relatie tussen budgettair beleid (het niveau en de structuur van belastingen en overheidsuitgaven); het publieke pensioensysteem, werkgelegenheid per leeftijdsgroep en economische groei, binnen één coherent kader. We bestuderen de effectiviteit en welvaartseffecten van verschillende beleidsmaatregelen om de overheidsschuld te verminderen en de scholingsinspanning van de jongeren, werkgelegenheid en groei te verhogen. Onze methodologie bestaat in het contrueren en simuleren van dynamische algemene evenwichtsmodellen met overlappende generaties. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Freddy Heylen
Businessmodellen voor meer financiering en het faciliteren van financiering voor transportinfrastructuur (BENEFIT). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Businessmodellen voor meer financiering en het faciliteren van financiering voor transportinfrastructuur (BENEFIT). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Koen Verhoest
CALP (Centrum voor onderzoek naar actief arbeidsmarktbeleid). KU Leuven Abstract: Gedurende dit opstartjaar van het Steunpunt WSE zal binnen het CALP de effectiviteit van het verwijzingsinstrument van de VDAB worden onderzocht, en zal het voorbereidend werk opstarten m.b.t. onderzoeken die in de volgende jaren zullen worden uitgevoerd, met name m.b.t. de impactmetingvan de beroepsopleiding voor werklozen en van beleid dat aanzet tot langer blijven werken. Organisaties: • HIVA-OG Arbeidsmarkt
Onderzoekers: • Joost Bollens
Chaotische complexiteit in socio-economische processen. De impact van de liberalisatie van de energiemarkt op het milieu. Een globale , systemische multiactoren benadering van beleidsvoering in de Europese Unie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De liberalisatie van de energiemarkten, die zal plaatsvinden in de Europese Unie (EU), leidt tot grote uitdagingen voor al de betrokkenen, zowel in de prive sector als in de publieke sector. De belangrijkste uitdaging is het verenigen van concurrende acties en/of opinies met een daurzaam milieubeleid. Twee problemen zullen in dit project behandeld worden: i) de aangogane verbintenissen binnen de EU, rekening houdend met de internationale verdragen (Rio, Kyoto, Buenos Aires), m.b.t. de uitstoot van CO2 te wijten aan fossiele brandstoffen; ii) het specifiek afvalprobleem te wijten aan de nucleaire elektriciteits productie. De studie zal hoofdzakelijk bestaan uit twee delen. Het eerste deel omvat het bestuderen van de gevolgen van de onregelmatigheden op de energiemarkten. Het tweede en omvangrijker deel, bestaat erin mogelijke cnterventies van de overheid, zowel op nationaal als Europees niveau, te onderzoeken. De te nemen maatregelen zullen rekening moeten houden met een duurzame ontwikkeling van de maatschappij. Fiscale mnatregelen ter ondersteuning van een aivalbeleid of het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen, zijn voorbeelden van zulke interventies. Een beheersprocedure van de toekomstige chaotische evolutie bestaande uit drie stappen zal ontwikkeld worden: i) systeemdynamica modellisatie; ii) selectie van de meest geschikte strategieen d.m.v. multicriteria analyse; iii) management, controle en monitoring van de beheersprocedure. De stappen worden verdeeld in het verwerven van inzicht in de structuur van het probleem, het ontwikkelen van geschikte controlestrategieen, en het genereren van mogelijke scenarios in het kader van virtuele realiteiten. Deze laatste stap laat toe de bovenstaande strategieen te testen aan mogelijke toekomstige evoluties op de energiemarkten. Organisaties: • Toegepaste Statistiek, Operationeel Onderzoek en Wiskunde voor de Humane Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE BRANS
China, België en Nederland: economische kansen en uitdagingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De rol van China in de wereldeconomie evolueert razendsnel. Over de effecten daarvan op de Belgische en Nederlandse economieën bestaan veel onzekerheden. In deze studie wordt diepgaand geanalyseerd wat de opkomst van de Chinese economie betekent voor specifieke Belgische en Nederlandse bedrijven en bedrijfstakken met behulp van unieke dataverzameling en geavanceerde econometrie. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Arjen van Witteloostuijn
China's Outward Foreign Direct Investment. How can Belgium benefit ? Universiteit Antwerpen Abstract: China's Outward Foreign Direct Investment. How can Belgium benefit ? Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • Daniël Van den Bulcke
Cleantechplatform.be : Cleantech als opstap naar een CO2 neutraal Limburg Universiteit Hasselt Abstract: Cleantech is een populaire afkorting van "clean technologies". Cleantech is een verzamelnaam van producten, diensten en processen op basis van technologieën die het gebruik van onze natuurlijke hulpbronnen optimaliseren en de milieu-impact minimaliseren. Het Cleantechplatform.be wil een broedplaats zijn waar diverse partijen (bedrijven, kennisinstellingen, investeerders, overheden en consumenten) rond Cleantech samenwerken om bedrijfseconomische activiteiten te ontwikkelen, bestaande kennis te valoriseren en kennisontwikkeling te stimuleren en projecten te initiëren. Het vervolgproject, met financiële steun van EFRO en de provincie Limburg, wil de verdere uitbouw van het Cleantechplatform.be versterken en draagt bij aan het Limburgs transitietraject naar CO2 neutraliteit. De Cleantech Denk tank stuurt het Cleantechplatform.be. Momenteel zijn 11 Cleantech Do tanks opgericht: Duurzaam bouwen, duurzame energie, biomassa, materialen, ondergrond, logistiek, mobiliteit, landbouw, natuur, ETS-bedrijven, en bedrijventerreinen. De universiteit Hasselt werkt samen met de partners POM Limburg en de provincie Limburg concreet rond volgende vier acties: (i) stimuleren van cleantech kennisuitwisseling, (ii) stimuleren van cleantech kennisontwikkeling, (iii) stimuleren van cleantech toepassingen en (iv) realiseren van een cleantech structuur in afstemming met diverse complementaire initiatieven. Heel concreet blijft de universiteit Hasselt verantwoordelijk voor het kennisplatform, zowel voor het stimuleren van kennisuitwisseling als het stimuleren van kennisontwikkeling. De provincie Limburg speelt een belangrijke rol in het stimuleren van toepassingen en het stimuleren van kennisuitwisseling bij bedrijven en burgers. Ook bij de afstemming (TACO2, I-CleantechVlaanderen) en bij de communicatie brengt de provincie zijn ervaring in. Om de link met de bedrijven blijvend te verzekeren, is POM Limburg een belangrijke copromotor. De POM Limburg speelt een belangrijke rol bij het stimuleren van Cleantech business. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Closing the circle: een demonstratie van enhanced landfill mining (ELFM) Universiteit Hasselt Abstract: Dit project wil demonstreren dat het integraal valoriseren van materialen en energie uit stortplaatsen mogelijk is aan de hand van het project Closing the Circle te Houthalen-Helchteren. Het project Closing the Circle is een voorstel om een afvalopslagplaats van Remo Milieubeheer te valoriseren door maximale recyclage van materialen en valorisatie van het energiepotentieel van het recyclageresidu voor de productie van duurzame elektriciteit en warmte. Naar schatting 45% van de aanwezige 15 miljoen ton afvalstoffen kunnen rechtstreeks of na behandeling als materiaal gerecupereerd worden. De resterende afvalstoffen kunnen via voorbehandeling geschikt gemaakt worden voor hoogefficiënte energetische valorisatie. De ontginning van stortplaatsen wordt aan de hand van het concept Enhanced Landfill Mining (ELFM) en Enhanced Waste Management (EWM) gekaderd om actoren te duiden wat de relevantie en potentie er van is zodoende drempels weg te werken. Aan de hand van dit demonstratieproject zullen overheden en bedrijven geholpen worden bij het inpassen van het concept in huidige regelgeving en bedrijfsvoering. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Closing the Circle & Enhanced Landfill Mining als onderdeel van de overgang naar Management van duurzame materialen. Universiteit Hasselt Abstract: Het 'enhanced landfill mining (ELFM) IWT project richt zich op de volgende problemen die met elkaar in verband staan en die tegelijkertijd aangepakt dienen te worden om 'Closing the Cirle' te realiseren. De onderdelen zijn: - De ontwikkeling van een behandelingsschema (scheiding en recuperatie) voor oudere en heterogene afvalstromen die specifieke oplossing vereisen - De ontwikkeling van innovatie methodes om de huidige problematische afvalstromen of de combinatie van verschillende afval stromen (die niet geschikt zijn voor directe energetische valorisatie) om te zetten in ELFM bouwmateriaal toepassingen met hogere toegevoegde waarde. - De energetische valorisatie van het gerecycleerd residu met behulp van plasma technologie, die op een innovatieve wijze zich richt op de geïntegreerde optimalisatie van energie valorisatie and materialen recuperatie. - De ontwikkeling van een beslissingsinstrument om te bepalen of een afvalstroom omgezet dient te worden in energietoepassing of materiaaltoepassing. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Coaching lokale mandatarissen inzake duurzame mobiliteit (editie 2008) Universiteit Hasselt Abstract: De Vlaamse Stichting Verkeerskunde heeft (VSV) heeft van het Vlaams parlement de taak gekregen om opleiding, bijscholing en permanene vorming inzake verkeerskunde te verstrekken. Concreet organiseert de VSV hier jaarlijks meer dan 500 vormingsuren voor waarmee meer dan 3.300 mensen bereikt worden. De VSV stelt echter vast dat met dit aanbad mandatarissen slechts in beperkte mate bereikt worden. Daarom wordt er gekozen om voor deze doelgroep een persoonlijke begeleiding te organiseren. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Cognitie versus emotie in het selecteren van een strategie tijdens een ultimatum spel en sociale dilemma's. De modererende rol van individuele verschillen. Universiteit Antwerpen Abstract: Afwijkingen van economisch "rationele" beslissingen in anonieme, éénmalige strategische interacties blijven moeilijk te verklaren vanuit een puur economisch standpunt. Deze studie wil aan de hand van experimenteel onderzoek inzicht verwerven in hoe strategieselectie afhangt van de situationele context en individuele verschillen. We stellen als hypothese dat (1) strategieselectie bepaald wordt in de mate dat de context waarin de interactie plaats vindt de socio-emotionele versus cognitieve systemen van de hersenen activeert, en dat (2) individuele verschillen de strategieselectie beïnvloeden in de mate waarin ze samenhangen met de activatie van socio-emotionele informatieverwerking. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Christophe Boone
Collaborative vehicle routing - Algoritmes voor gezamelijke transportplanning in een duurzame supply chain. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van dit onderzoek bestaat erin modellen en -algoritmes te ontwikkelen voor collaborative vehicle routing problems, die in staat zijn de logistieke beslissingen in een horizontaal samenwerkingsverband te ondersteunen. Zo dienen de algoritmes een rittenplanningsprobleem op te lossen voor de volledige coalitie waarbij zowel de verschillende marktcondities en eigenschappen van de klanten (bv. smal versus breed tijdsvenster) als de strategische focus van de betrokken partijen (bv. belang van afstand is groter dan schending van tijdsvenster) in rekening gebracht kunnen worden. Daarnaast wordt er gestreefd naar een planning die door alle betrokken partijen aanvaardbaar is. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Christof Defryn
Collectief Cleantech Realisatieplan Universiteit Hasselt Abstract: Het collectief cleantech realisatieplan is een EFRO project opgestart door de stad Genk, de UHasselt en de POM Limburg. Het project werd goedgekeurd in oktober 2009 en krijgt een bedrag van 200.000 EUR toegekend van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, evenals een Hermes toelage van 225.000 EUR. Het CCR beoogt de creatie van duurzame waarden en innovatieve samenwerkingen op het bedrijventerrein van Genk-Zuid. Concreet zal dit project door middel van diepte-interviews en marktbevraging de bereidheid tot samenwerking analyseren tussen de bedrijven op Genk-Zuid voor diverse themas rond cleantech. Op basis van hun interesses op het vlak van duurzame samenwerking worden 5 samenwerkingstrajecten uitgewerkt. De doelstelling is de creatie van win-win situaties, enerzijds in het streven naar een hoger economisch rendement en anderzijds de winst op vlak van duurzaamheid. Het project wordt aanzien als een pilootproject voor Limburg. Vanuit deze ervaring wordt een leidraad met best practices voor de creatie van samenwerking tussen bedrijven - met het oog op winst in duurzaamheid - door de UHasselt opgesteld. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Collectief keuzegedrag en kinderen. KU Leuven Abstract: Het collectieve model kent een toenemende populariteit in de micro-economische literatuur. In de collectieve benadering zijn gezinsleden, die elk hun eigen voorkeuren hebben, betrokken in een intra-familiaal onderhandelingsproces dat resulteert in Pareto-optimale allocaties. Dankzij zijn specifieke uitgangspunt van individuele voorkeuren en zijn gunstige empirische eigenschappen is het collectieve model het voornaamste alternatief geworden voor het standaard unitaire model, dat veronderstelt dat gezinnen zich gedragen alsof ze uit één beslissingnemer bestaan. Dit onderzoeksvoorstel heeft als doel om het speelveld van de collectieve benadering te verbreden. In het bijzonder zal het onderzoek zich richten op de modellering van participatiebeslissingen in de arbeidsmarkt en fertiliteitsbeslissingen binnen gezinnen. Gegeven de interactie tussen (het aantal) kinderen en het (voornamelijk vrouwelijke) arbeidsaanbod vereist de analyse van deze onderzoeksvraag een dynamisch model dat expliciet Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • Frederic Vermeulen
Colleges aan ULB ikv. Engelstalig programma. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colleges aan ULB ikv. Engelstalig programma. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK
Combinatorial auctions.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Frederik Spieksma • Celien Souvagie
Combinatorial Optimization: Metaheuristics and Exact methods. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Frederik Spieksma
COMEX: Combinatorische optimalisatie: metaheuristieken en Exact Methoden Universiteit Hasselt Abstract: Combinatorische optimalisatieproblemen kunnen omschreven worden als het op zoek gaan naar het beste element van een eindige verzameling van items. Productie, distributie, telecommunicatie, beleid, verkeer, milieubezorgdheid, gezondheidszorg, financiën: het is moeilijk om een aspect van het huidige economische leven te vinden waarvan het ontwerp, beheer en beheersing niet op kritieke wijze steunen op één of meer combinatorische problemen. Gezien de alom aanwezigheid van combinatorische optimalisatieproblemen, kan het belang van de ontwikkeling van efficiënte oplossingsmethoden voor zulke problemen niet worden overschat. Een breed spectrum aan ontwikkelingmethoden voor combinatorische optimalisatieproblemen is voorhanden gaande van exacte algoritmen tot een verscheidenheid aan heuristische benaderingen. Vele combinatorische optimalisatieproblemen kunnen nog steeds niet opgelost worden zoals gewenst en vormen een sterke uitdaging voor bestaande optimalisatietechnieken. Bovendien vereist de complexiteit van hedendaagse realistische optimalisatieproblemen de ontwikkeling van nieuwe methoden die op efficiënte wijze de beschikbare groeiende computerkracht uitbaten. Hieruit kan besloten worden dat de bestudering van combinatorische optimalisatieproblemen en de ontwikkeling van werkende algoritmen om een oplossing te vinden één van de meest actieve onderzoeksgebieden is binnen de discipline van operationeel onderzoek. Het project heft als belangrijkste doelstelling de beschikbare Belgische expertise op het gebied van combinatorische optimalisatieproblemen samen te brengen, synergie tussen de onderzoeksgroepen uit te baten om zodoende een netwerk te creëren, en om jonge onderzoekers op te leiden met als doelnieuwe modellen, algoritmische technieken en implementaties voor complexe, grootschalige combinatorische optimalisatieproblemen. De onderzoeksteams zijn in hoge mate complementair met betrekking tot hun expertise. Het specifiek karakter van teams kunnen ontstaan uit het type van modellen die gebruikt worden (Lineair vs. niet-lineair, continue vs. discrete variabelen, deterministisch vs. stochastisch, enkelvoudige of meervoudige doelstellingen ...), of van de algoritmen die ze ontwerpen om de problemen op te lossen (exacte methoden vs. heuristische methoden), of van de toepassingsgebieden (supply chain management, telecommunicatie, transport, planning, ...). Organisaties: • Logistiek
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS • An CARIS • Kris BRAEKERS • Hanne POLLARIS
Competitive intelligence in het Vlaamse bedrijfsleven en bedrijfsondersteunende instellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Competitive intelligence in het Vlaamse bedrijfsleven en bedrijfsondersteunende instellingen. Organisaties: • INTERNATIONALE ECONOMIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Patrick De Pelsmacker
Concurrentie en regelgeving: de rol voor de overheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel heeft als algemeen doel de positie van de overheid in de optimale industriële organisatie van een economie te onderzoeken. In tal van Westerse landen observeren we dat de rol van de overheid verandert: van markt(vervangende)- speler en markt(verstorende) regelgever naar marktgeoriënteerde regelgever en toezichthouder. Dit project besteedt bijzondere aandacht aan het belang van deze transitie en de theoretische relatie tussen regelgeving (ex ante) en interventie (ex post). Specifieke sectoren zullen in het project opgenomen worden. De gevolgde onderzoeksmethodologie sluit aan bij de Nieuwe Industriële Economie die de bedrijfstak als onderzoeksentiteit beschouwt zodat specifieke industriekenmerken in de analyse kunnen opgenomen worden. De benadering is modelmatig van aard en zowel theoretisch als empirisch. Organisaties: • VAKGROEP INTERNATIONALE ECONOMIE, INTERNATIONAAL MANAGEMENT EN DIPLOMATIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
Congestie en het belastingsbeleid ten aanzien van bedrijfswagens. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de fiscale behandeling van bedrijfswagens te bestuderen in het kader van een geïntegreerd optimaal belastingsbeleid ten aanzien van zowel de arbeidsmarkt als de transportmarkt, waarbij rekening wordt gehouden met de rol van bedrijfswagens voor de externe kosten van vervoer (congestie, vervuiling, ongevallenrisico, etc.). Zowel optimale belastingen als budgettair neutrale belastinghervormingen worden onderzocht. De bekomen theoretische inzichten worden geïllustreerd aan de hand van numerieke modellen toegepast op de Belgische situatie. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers:
• Bruno De Borger
Congestie, tijdsallocatie en de arbeidsmarkt. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is een optimaal congestiebeleid te bestuderen binnen het raamwerk van tijdsallocatiemodellen (Becker (1966), DeSerpa (1971), Jara-Diaz (2000)). We bekijken eerst optimale congestiebelastingen in een Becker tijdsallocatiemodel onder twee types van hypothesen: (i) in de veronderstelling dat enkel de inputs in de productie van vervoer kunnen worden belast (zoals vb via brandstofbelastingen); (ii) in de veronderstelling dat de activiteit 'transport' zelf direct kan worden belast (zoals via systemen van rekeningtijden). Ten tweede, we breiden dit model uit om aan te tonen dat recente resultaten in de literatuur omtrent de optimale belastingdifferentiatie tussen pendelaars en ander vervoergebruikers drastisch moeten worden aangepast. Ten derde bestuderen we de rol van het introduceren van tijdsallocatiemodellen voor het ontwikkelen van een economisch beleid tav van bijvoorbeeld carpooling en bedrijfsvervoerplannen. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger
Congestievermijdende transportplanning Universiteit Hasselt Abstract: Dit project beoogt een nieuwe integrale manier om verliestijden rond transportplanning te screenen en kostenoptimale voorstellen tot efficiëntieverbeteringen aan te reiken. We projecteren hiervoor de huidige planningscontext (uit te voeren ritten, preferente leveringsrestricties, starttijdstippen, ) in de tijd en houden rekening met verkeerscongesties en wachttijden op stopplaatsen. Om deze verliestijden te kunnen beperken, berekenen we tevens optimale oplossingen waarin simultaan ritten anders kunnen gecombineerd worden,vertrektijdstippen van chauffeurs kunnen verschoven worden en rendabele voorstellen geleverd worden om leveringsrestricties bij te sturen. De voordelen van congestievermijdende planning worden gekwantificeerd, zodat bijhorende voorgestelde wijzigingen in de interne en externe logistiek kunnen onderbouwd worden. Op deze manier kunnen we belangrijke tactische vraagstukken aanpakken waarmee transporteurs en verladers tegenwoordig kampen. Hoewel de uitwerking van de onderliggende methodologieën generiek is, zal de validatie voornamelijk gebeuren voor transport op Vlaamse wegen. Organisaties: • Beleidsinformatica • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Tom BELLEMANS
Constructie van een ontologie en robuuste technieken voor timetabling-problemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Constructie van een ontologie en robuuste technieken voor timetabling-problemen. Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Springael
Constructie van een ontologie en robuuste technieken voor timetabling-problemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Constructie van een ontologie en robuuste technieken voor timetabling-problemen. Organisaties: • BELEIDSINFORMATICA, OPERATIONEEL EN LOGISTIEK MANAGEMENT • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Jan Verelst
Contract for Intellectual services relative to OECD PORT-CITIES project. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Business • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK • Michael DOOMS
Corporate political strategy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Christophe Crombez • Philippe van Gruisen
Corporate social responsibility in an international setting KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Maddy Janssens • Joost Luyckx
Corporatief restructurering in China: lessen en ervaringen van Belgische multinationals in de privatisatieproces in Centraal en Oost Europa opgelegd door FDI in China. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een onderzoek naar de effecten van het Chinese privatiseringsproces op de rechtstreekse buitenlandse investeringen in dat land en in het bijzonder op het gedrag van de Belgische ondernemingen die hierbij betrokken zijn. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • WILLEM VAN DEN PANHUYZEN
Corporatisme in het macro-economische beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: De bestaande literatuur over de werking van het corporatistisch model van macro-economisch beleid wordt in twee opzichten uitgebreid. Vooreerst wordt het belang bestudeerd van asymmetrische informatie bij de onderhandelingen tussen de betrokken partijen. Vervolgens wordt ook het budgettair beleid van de overheid bij de analyse betrokken. Deze betere theorievorming moet uiteindelijk leiden tot een betere specificatie van de onderzochte empirische relaties. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Wilfried Pauwels • André Van Poeck
Corruptie en Regionale Integratie Akkoorden Universiteit Gent Abstract: Ons onderzoek richt zich op het verband tussen corruptie en Regionale Integratie Akkoorden (RIAs), welke akkoorden zijn om de handelsbarrières voor een beperkte groep van landen af te bouwen. We onderzoeken of corrupte landen meer of minder geneigd zijn om akkoorden af te sluiten en of RIAs gebruikt worden om corruptie te bevorderen of daarentegen om het te bestrijden. Organisaties: • Vakgroep Algemene economie
Onderzoekers: • Glenn Rayp
Coworking spaces & flexoffices: modetrend of toekomst? Universiteit Antwerpen Abstract: POM Antwerpen wordt geregeld gevraagd om advies of participatie in projecten die inzetten op de creatie van ruimte voor ondernemerschap. Geregeld gaat het daarbij om initiatieven die coworking of flexwerken willen inrichten. Doelstelling van dit onderzoek is een kwalitatieve inschatting te kunnen maken van de projecten die ons ter evaluatie worden voorgelegd en tevens de bedrijvencentra/incubatoren waarin we betrokken zijn beter te kunnen aansturen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet
Credible risk measures under solvency II with application in insurancenance. KU Leuven Abstract: CREDIBLE RISK MEASURES UNDER SOLVENCY II WITH APPLICATIONS TO INSURANCE AND FINANCE 1. Introduction The introduction of the Solvency II accord is one of the largest reforms ever observed in the EC insurance industry. Under Solvency II capital requirements rules are established to determine the required capital to be held by the company. The determination of a sufficient amount of capital to hold is only part of a larger risk management and solvency policy, which includesidentifying, measuring, pricing, and controlling risks. The goal of this project is to investigate credibility theory within theframework of risk measures (eg. VaR, CTE, distortion functions). In general, credibility theory is concerned with the determination of insurance premiums for contracts in a more or less heterogeneous portfolio; in case there is a limited or irregular claims experience for each contract but extensive experience for the portfolio (see Goovaert et al. 1991). This project focuses on the creation of Organisaties: • OG Insurance Leuven
Onderzoekers: • Jan Dhaene
Curriculumontwikkeling restaurant- en hotelwezen aan de Kiev State University of Trade and economics. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omdat toerisme en de daarbij horende activiteiten zoals hotel- en restaurantmanagement een bloeiende sector is, die heel wat werkgelegenheid schept en voor de staten een reële bron van inkomsten betekent, die de verspreiding en wisselwerking van ideeën ondersteunt, wil de Kiev State University for Trade and Economics (KSUTE) een belangrijke rol spelen in de opleiding 'tourism and hospitality management'. Zeker nu Oekraïne een toeristisch doelland wil zijn met steden zoals Kiev die volledig heropgebouwd zijn en waar grote hotelketens vestigingen hebben. KSUTE wenst meer nadrukkelijk het curriculum Restaurant en Hotel aan te passen aan de actuele noden, rekening houdend met de Europese evolutie inzake hotel- en restaurantmanagement en met de wereldtrends die het gevolg van de globalisering zijn. De doelstellingen worden gerealiseerd door - het inrichten van seminaries en workshops: samenstellen van aangepaste syllabi, verzamelen van literatuur, uitwerken van nieuwe onderwijsstrategieën zoals Probleem Oplossend Leren en modulair onderwijs; - bezoeken aan hotels en restaurants en rechtstreekse contacten met de beroepswereld; - train the trainer-sessies; - aankoop van gespecialiseerde literatuur, cursusmateriaal en ICT-materiaal; - nazorg van het project door uitwisseling van stagedocenten en gastdocenten. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers:
• ROSETTE S'JEGERS
Cursussen, lessen, lezingen, ... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Universiteit Antwerpen - UA' hebben voor het project ' Cursussen, lessen, lezingen, ...' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Toegepaste economie
Onderzoekers: • Caroline BUTS
Daar staat je fiets! Een innovatieve aanpak voor het herpositioneringsprobleem van stadsfietsen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen
DaCoTa: Verzamelen, overbrengen en analyseren van verkeersveiligheidsdata Universiteit Hasselt Abstract: Verkeersveiligheidsbeleid moet gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis en het verenigen van relevante Europese kennis is de meest efficiënte manier om kennis om te zetten in beleid. DaCoTa heeft tot doel beleidmakers geschikte data, informatie en instrumenten te bieden ter ondersteuning van het beleid. In vroegere en huidige EU projecten werd reeds een verscheidenheid aan data, informatie en methodes verzameld en dit zal zich verderzetten in de toekomst. Het is echter tijd om deze grote hoeveelheid relevante kennis toegankelijk en rechtstreeks bruikbaar te maken voor de ontwikkeling van verkeersveiligheidsbeleid en beslissingen. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Elke HERMANS
Databases voor onderzoek op "financial constraints" Universiteit Gent Abstract: De aangevraagde infrastructuur is de verwerving van toegangsrechten tot een aantal databases die fundamentele gegevens bevatten voor onderzoek in de vakgebieden financiële economie, bedrijfsfinanciering en accounting. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Paul Van Cauwenberge • Rudi Vander Vennet • Koen Schoors
Datamining voor het detecteren van fiscale fraude. Universiteit Antwerpen Abstract: Binnen een context van globalisering van de economie en steeds veranderende financiële structuren, is fraude een groot financieel probleem voor overheden. Er is een groeiende interesse in geautomatiseerde data mining systemen die fraude-patronen zoeken in data. In dit multidisciplinair project zullen we data mining technieken ontwerpen, toepassen en valideren, om zo accuraat te voorspellen welke entiteiten (bedrijven of personen) waarschijnlijke fraudeurs zijn, door rekening te houden met concepten zoals verschillende data types, privacy, intuiïtie en begrijpbaarheid van de voorspellingen. Dit voorstel zal gebruik maken van bestaande contacten bij de federale overheid, en zal de formele start zijn van een nieuw onderzoeksthema binnen de Antwerp Tax Academy. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Bruno Peeters • David Martens • Jellis Vanhoeyveld
DATA SIM: Data Science voor het simuleren van het tijdperk van de elektronische voertuigen Universiteit Hasselt Abstract: DATASIM is gericht op het verstrekken van een volledig nieuwe en zeer gedetailleerde spatio-temporerle microsimulatie methodologie die is gebaseerd op de enorme hoeveelheden grote data van verschillende soorten en uit verschillende bronnen, met als doel om de gedetailleerde landelijke gevolgen van een massale omschakeling naar EV aan te pakken, gezien het vervlochten karakter van mobiliteit en elektriciteitsdistributienetwerken. Terwijl de toenemende beschikbaarheid van grote data over menselijke activiteiten radicaal nieuwe manieren aanbiedt om het sociale en ecologische universum te begrijpen, is het onze ambitie om binnen dit project deze informatie aan te vullen met gedragsmatige rijke data om de algemene kennis te vergroten. In termen van onderlinge afhankelijkheid, maakt de geavanceerde geïntegreerde methodologische omgeving die we voorstellen het mogelijk om meer realistische en consistente verbanden te leggen tussen verplaatsingskeuzes die gemaakt worden door individuen in de loop van een dag dan conventionele modellen, gegeven het doel om miljoenen individuele agents te simuleren, elk met hun gedetailleerde voorspelling van ieder activiteit-verplaatsingsschema, verschillende types van activiteiten, duratie van de verplaatsing en verplaatsingsreeksen. Belangrijke doorbraken kunnen verkregen worden uit het project die leiden tot nieuwe dimensies van gebruik, die elk dicht aanleunen bij de mijlpalen die werden uitgezet in de 'European Industry Roadmap for Electrification of Road Transport from today till 2020'. Tenslotte hebben vele wetenschappers al gewezen op het feit dat het niet alleen het doel is van sociale wetenschappen om te begrijpen hoe mensen zich gedragen in grote groepen, maar om ook te begrijpen wat individuen motiveert om zich zo te gedragen. Dit fundamentele inzicht dat
kan verkregen worden via dit project, is een stap in de richting van de oplossing van de belangrijke uitdaging waar we voor staan in onze samenleving, en het kan ons helpen op de langere termijn om een impact te hebben op het totale en bredere maatschappelijk welzijn. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Davy JANSSENS • Luc KNAPEN
De bedrijfseconomische impact van de Antwerpse diamantsector. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie beoogt een analyse van de bedrijfseconomische impact van de Antwerpse diamantsector. Het is de bedoeling om een objectieve bedrijfseconomische kaart te maken van de diverse spelers binnen de Antwerpse diamantindustrie, wat deze spelers (en dus de sector) op economisch vlak betekenen en wat de impact is van deze sector op andere sectoren binnen Vlaanderen/België. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Koen Vandenbempt
De Belgische mondiale expansie (1831-1914). Een systematisch onderzoek naar de determinanten, actoren en evolutie van de Belgische koloniale en de financieel-industriële expansie, vanaf Leopold I tot de eerste wereldoorlog. Universiteit Gent Abstract: Gedurende de 19de eeuw was België betrokken bij een mondiale expansie die enerzijds voortkomt uit koloniale aspiraties en anderzijds uit de financiële, industriële en commerciële mondialisering van de Belgische bank- en ondernemerswereld. Dit onderzoek stelt zich tot doel een systematisch overzicht te leveren van deze dubbele Belgische expansiebeweging en de dynamiek hierachter te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet
De beoordeling van de educatieve behoeften van ingenieurs en onderzoekers in de luchtvaart en luchtvervoer (EDUCAIR). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Tom Pauwels • Thierry Vanelslander • Eddy Van de Voorde
De blauwdruk voorbij: een zoektocht naar succesrijke informele monitoring en evaluatiesystemen in Rwanda en Uganda. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet • Nadia Molenaers
De constructie van kostenefficiënte proefopzetten voor product- en procesinnovatie met behulp van geheeltallige lineaire programmering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Peter Goos
De correctie van panel data schatters in dynamische modellen met cross-sectionele afhankelijkheid en endogeniteit Universiteit Gent Abstract: De FE en CCEP schatters zijn vertekend in dynamische paneldata modellen. Voor FE bestaan vele correcties maar geen onder hen is toepasbaar in een context van endogene regressoren, een probleem dat we remediëren op basis van de bootstrap methode. De CCEP schatter is onontbeerlijk bij cross-sectionele afhankelijkheid maar werd nog niet gecorrigeerd voor vertekening. Dergelijke correcties betreffen het tweede onderzoeksdoel. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Gerdie Everaert
De determinanten van de liquiditeitsimpact van financiële analisten – Een kwantiel-regressie aanpak Hogeschool-Universiteit Brussel Abstract: De belangrijke rol die financiële analisten vervullen op de financiële markten heeft aanleiding gegeven tot onderzoek (i) dat de invloed van analisten op informatieve efficiëntie van kapitaalmarkten analyseert (Lys en Soh, 1990; Womack, 1996; Barber et al., 2002), (ii) dat nagaat op welke wijze de financiële analisten de verspreiding van informatie beïnvloeden (Lobo en Mahmoud, 1989; Ayers en Freeman, 2003) en (iii) dat inzicht tracht te verwerven in de wijze waarop de fouten in de voorspelling van analisten kunnen worden gebruikt als een signaal om trading strategieën te implementeren (Frankel en Lee, 1998; Hughes et al., 2008). Er is echter weinig onderzoek verricht naar het effect van de financiële analisten op de liquiditeit van een aandeel. In dit project onderzoeken we het effect van voorspellingen van financiële analisten op de liquiditeit van een aandeel. In
tegenstelling tot bestaand onderzoek onderzoeken we de directe impact van voorspellingen van individuele analisten op de liquiditeit van een aandeel. We onderzoeken ook de determinanten van de liquiditeitsimpact van financiële analisten d.m.v. kwantielregressie, waarbij we controleren voor endogeneiteit onder de factoren die de liquiditeit van het aandeel beïnvloeden. Deze twee onderzoeksvragen vormen belangrijke bijdragen tot de bestaande literatuur en bieden sterke onderzoeksmogelijkheden op het snijpunt van onderzoek naar het gedrag van financiële analisten en onderzoek naar de microstructuur van financiële markten Organisaties: • HUBrussel - Financien, Accountancy & Tax Onderzoek
Onderzoekers: • GEERT VAN CAMPENHOUT • KRIS BOUDT
De economische crisis en de gender loonkloof Universiteit Gent Abstract: Een beter begrip van de wijze waarop de huidige economische crisis mannen en vrouwen heeft beïnvloed is belangrijk voor het ontwerpen van een effectief gendergelijkheidsbeleid. Dit project onderzoekt hoe de huidige economische crisis de gender loonkloof in Europa beïnvloedt. De verandering in deze loonkloof wordt ontleed in gender verschillen in de verdeling van individuele kenmerken en van de beloningen voor deze kenmerken. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Gerdie Everaert
De economishe impact van de kunstsector in de economie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vrije Universiteit Brussel Abstract: De betekenis van de kunstsector in de Brusselse economie kan benaderd worden via de tewerkstelling of via de toegevoegde waarde die ze creëert.Gezien het grote gebrek aan relevant statistisch materiaal hieromtrent,zal hiertoeeen databank opgesteld worden.De gegevens in deze databank weerspiegelen de aktiviteit van zowel " bedrijven " , VZW'sals zelfstandige werknemers, die de " producenten" zijn in de kunstsector .Op basis van deze gegevens omtrent bovenvermelde maatstaven zal de relatieve belangrijkheid van de kunstsector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gekwantificeerd worden. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MONA GRINWIS PLAAT STULTJES • IRIS VANAELST
De effecten van etnische buurten op de arbeidsmarktintegratie van allochtonen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoek heeft als doel de effecten te analyseren van etnische geografische concentraties op de arbeidsmarktintegratie van mensen met een immigratie achtergrond. Het effect van etnische geografische concentraties is immers niet a priori duidelijk. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger • Liesbet Okkerse
De effecten van financiële integratie en de EMU op de werking van financiële instellingen en markten: een industrieel economische analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: De effecten van financiële integratie en de EMU op de werking van financiële instellingen en markten: een industrieel economische analyse. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE EN PUBLIEKE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
De effectiviteit van Brand Placement: naar een integratief raamwerk. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject doelt op de ontwikkeling van een integratief raamwerk voor het onderzoeken van de effectiviteit van brand placement. Doorheen een serie van 4 onderscheiden werkpakketten willen we bestuderen hoe (1) kenmerken van de merkplaatsing, (2) kenmerken van het publiek, (3) contextuele factoren en (4) cross-media effecten de werking van brand placement beïnvloeden. Met een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden willen we een integratief model ontwikkelen om de effectiviteit van brand placement te vatten. Zodoende verdiepen we de wetenschappelijke kennis omtrent dit opkomend fenomeen, en helpen we Vlaamse mediabedrijven hun economische return-onmarketing-investment te optimaliseren. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Nathalie Dens • Yann Verhellen
De efficiëntie van Futures Markets Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Michael Frömmel
Deelproject "Analyse Samenwerkingsopportuniteiten" binnen de Strategische Werkgroep Collaboratieve netwerken". Universiteit Antwerpen Abstract: Deelproject "Analyse Samenwerkingsopportuniteiten" binnen de Strategische Werkgroep Collaboratieve netwerken". Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Deel van de studie m.b.t. het uitvoeren van een innovatieve omruiling van schulden tegen onderwijs Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds UNESCO. UA levert aan UNESCO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Impact van globalisatie
Onderzoekers: • Danny Cassimon
De exploratie van de drijfveren achter de tijdsvariatie in macroeconomische dynamieken Universiteit Gent Abstract: We stellen voor om een macroeconomisch model te ontwikkelen die de drijfveren achter tijdsvariatie in macroeconomische dynamieken kan blootleggen. Bovendien beschouwen we drie beleidsrelevante empirische applicaties in de domeinen van macro- en monetaire economie waar tijdsvariatie in dynamieken zijn ontdekt maar de onderliggende oorzaken niet bestudeerd zijn. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Gert Peersman
De federalisering van Belgie als middel ter sanering van de overheidsfinancien: fiscaliteit als beleidsinstrument van de diverse overheidsgeledingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De omvorming van België tot een federale staat en de hiermee gepaard gaande bevoegdheidsregeling leidt ondermeer tot fiscale oversijpelingseffecten, t.t.z. tot een interjurisdictionele afhankelijkheid op fiscaal gebied. Het voorgestelde onderzoek zal deze interrelatie nader onderzoeken. Daarbij zullen we uitgaan van aanknopingspunten uit recente internationale theorieën inzake fiscale illusie.Bij het onderzoek naar de fiscale illusie op lokaal bestuursniveau in België zullen we ons concentreren op onderzoek naar het 'flypaper effect'. Meer specifiek zal dieper worden ingegaan op het symmetrisch dan wel asymmetrisch karakter van de respons van de lokale besturen op het stijgen of dalen van de overheidsdotaties, waarbij een empirisch onderzoek zal worden verricht naar de gevolgen van de hervorming van het Gemeentefonds voor de Vlaamse gemeenten. In hetzelfde kader zullen daarnaast de gevolgen van zogenaamde 'tax windfalls' worden bestudeerd: wat de implicaties van de federale hervorming van de personenbelasting zijn op de belastingstelsels en de uitgaven van de Vlaamse gemeenten.Verder zullen politieke en demografische determinanten van het lokale belasting- en uitgavenbeleid bestudeerd worden met een empirische toets aan de Vlaamse gemeenten. Organisaties: • Econometrie en Macro-Economische Studies
Onderzoekers: • BRUNO HEYNDELS
De financiële problemen van sportfederaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het gaat om een opdracht van wetenschappelijke dienstverlening op vraag van het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfedraal Comité). De bedoeling is enig zicht te krijgen op de financiële toestand van de Belgische sportfederaties en op de problemen waarmee ze gedurende de laatste jaren worden geconfronteerd. Op die manier kunnen de voornaamste oorzaken van de groeiende financiële malaise nauwkeurig geduid worden, zodat door de verantwoordelijke instanties beter kan worden ingegrepen om aan de noden van de federaties tegemoet te komen. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Stephanus Kesenne
Definiëren en valideren van verbanden tussen surrogaat veiligheidsindicatoren en verkeersongevallen Universiteit Hasselt Abstract: Verkeersongevallen veroorzaken een enorm economisch verlies voor de samenleving. De geschatte jaarlijkse kostprijs voor België bedraagt 12,5 miljard euro, oftewel 4,6% van het BNP. Traditioneel wordt verkeersveiligheid bestudeerd met behulp van ongevalsgegevens. Deze methoden heeft echter vele nadelen, zoals de random variatie gerelateerd aan de zeldzame aard van ongevallen, underrapportering en een ethisch probleem. Daarom is er nood aan surrogaat- of aanvullende methodes die gebruik maken van informatie over ernstige conflicten en normaal interactief verkeersgedrag. Deze methoden lijden momenteel echter nog onder betrouwbaarheids- en validiteitsproblemen omwille van het gebruik van subjectieve en supoptimale indicatoren. Mijn onderzoek bestaat uit 3 belangrijke stappen. Eerst worden verschillende types conflicten gedefinieerd, kwantitatieve continue maatstaven geïmplementeerd voor elk van deze types en verbanden met omgevingskenmerken worden onderzocht. In de tweede stap wordt een kader ontwikkeld om rijgedrag onder te verdelen op basis van taxonomische analyse om de kritieke subgedragingen te identificeren die leiden tot gevaarlijke situaties. In de derde stap worden vereisten van een veilige wegomgeving gecombineerd met dit kader en met een model voor menselijke informatieverwerking, wat de analyse en validatie toelaat van de verbanden tussen de drie niveaus van verkeerssituaties (ongevallen, ernstige conflicten en interactief gedrag). Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Elke HERMANS
Definition of a Cost-Benefit Method to Assess te Impact of Road Safety Measures in the European Union Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ons onderzoek beoogt de implementatie van een expertsysteem dat de boekhoudkundige registratie ondersteunt. Hiertoe is echte reen grondige logische analyse noodzakelijk. Door de concentionele analysetechnieken te verrijken met ideeën afkomstig uit diverse disciplines - AI, relationele omgevingen enz. - hopen we op een meer dan uitsluitend gestructureerde frormalismen ten gunste van de implemetatie. Zo zal een groot deel van het onderzoek gericht zijn op 'boekhouding als beleidsinstrument'. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • MARC DESPONTIN
De geschiedenis van het economisch denken in België, 1830-1945. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bouwt voort op een voorbereidend BOF-project terzake waarin een uitgebreide inventaris werd opgesteld van Belgische economen, economische opleidingen, publicaties, tijdschriften en verenigingen tot 1945. Het project beperkt zich tot de periode 1830-1945 en wil het verzamelde materiaal analyseren en zal zich in de eerste plaats richten op (1) de geschiedenis van het economisch hoger onderwijs in België en (2) op economisch wetenschappelijk onderzoek met internationale relevantie. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Wilfried Pauwels • Bert Mosselmans
De gevolgen van de groeiende lagekostenluchtvaartsector voor de vervoersinfrastructuur en passagiersstromen in Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: De gevolgen van de groeiende lagekostenluchtvaartsector voor de vervoersinfrastructuur en passagiersstromen in Europa. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Eddy Van de Voorde
De gevolgen van een permanent hoge overheidsschuld. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksproject valt uiteen in twee delen waaraan telkens ongeveer twee jaar zal worden besteed.In het eerste deel de omgeving geschetst worden waarbinnen de schuldafbouw zal dienen te gebeuren. Deze omgeving omvat niet alleen de macro-economisch-financiële omgeving maar ook de overheidsrekeningen. In een tweede deel zal de aandacht worden toegespitst op de gevolgen van de hoge schuld voor de privé-sector. In een volgend gedeelte zullen we onderzoeken welke effecten de beperkte beleidsruimte heeft op de privé-sector. Deze zijn hoofdzakelijk terug te brengen tot onzekerheden rond het inkomen. De beide deel-onderzoeken moeten ons toelaten een juister beeld te verwerven van het te verwachten gedrag van zowel de beleidsvoerder als de consument-spaarder t.a.v. de hoge overheidsschuld. In principe, moet dit resulteren in aanwijzingen betreffende het optimaliseren van de schuldafbouw en het te voeren beleid. Organisaties: • Econometrie en Macro-Economische Studies
Onderzoekers: • JOSEPH VUCHELEN
De groeikracht in de Vlaamse economie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Jozef Konings • Stijn De Ruytter
De impact of audit effort op de relatie tussen audit prijzen en industry specialisatie. KU Leuven Abstract: The project is motivated by the discussion at EU level (Green Paper on Audit) on two following topics : How can audit quality be enhanced and competition in the audit market be increased? Audit quality is an important issue because of its impacts on investor behavior. As audit quality is unobservable, in the literature audit firm size or industry specialization are used as proxies. Previous studies show that specialization is associated with higher financial reporting quality but found no consistent evidence about fee premiums for specialists (Hay et al., 2006). We want to disentangle theoretical explanations for this conflicting evidence by introducing audit hours in those relationships. We link specialization to audit effort and then investigate its effect on fees controlling for effort. Furthermore, we also study the impact of possible drivers of audit quality: partner rotation, non-audit services, audit tenure and the competition in the audit market (Numan and Willekens,2010), issu Organisaties: • OG Accountancy Leuven
Onderzoekers: • Ann Gaeremynck • Marleen Willekens
De impact van bedrijfsspecifieke arbeidsbescherming op de kapitaalstructuur, de prestaties en de overleving van een bedrijf. KU Leuven Abstract: In dit project wordt empirisch onderzoek uitgevoerd naar de impact van bedrijfsspecifieke werknemersbescherming op verschillende cruciale bedrijfsfinanciële topics, nl. kapitaalstructuur, performantie en overlevingskansen. Het onderzoek is gebaseerd op een uitgebreide dataset van Belgische KMO's en grote ondernemingen. De belangrijkste contributies van onderzoek binnen het project zijn (i) het gebruik van bedrijfsspecifieke maatstaven van werknemersbescherming, terwijl de meeste bestaande studies een landenindex gebruiken, (ii) de focus op verschillende types van contracten van onbepaalde duur (arbeider/bediende), terwijl de literatuur zich beperkt tot het verschil tussen tijdelijke en vaste contracten, (iii) het bestuderen van nieuwe links (performantie en overlevingskansen) en (iv) het geeft een veel completer beeld van het
probleem, gegeven dat we de steekproef niet beperken tot grote bedrijven, maar ook KMO's opnemen (die eveneens erg belangrijke werkgevers zijn). Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Cynthia Van Hulle • Nico Dewaelheyns
De impact van culturele adaptatie op de effectiviteit van e-commerce websites. Een contingentie benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale probleemstelling van dit onderzoek behelst de vraag of e-commerce websites gestandaardiseerd dan wel aangepast moeten worden om internationale klanten aan te trekken en op welke vlakken eventuele adaptatie wenselijk is. Om op deze vraag een antwoord te kunnen bieden, wensen wij aan de hand van een omvattende experimentele opzet de impact van culturele adaptatie op de effectiviteit van transactie-geörienteerde websites te bestuderen. Wij zullen hiervoor gebruik maken van een verfijnde en systematische experimentele benadering, waarbij internetgebruikers binnen de EU blootgesteld zullen worden aan fictieve websites die op verscheidene vlakken en niveaus aan verschillende culturele dimensies zullen worden aangepast. De effectiviteit van deze websites zal worden gemeten aan de hand van een uitgebreide online bevraging bij de proefpersonen. Zo kunnen we nagaan op welke niveaus culturele adaptatie wenselijk is en op welke effectiviteitsmaatstaven de verschillende graden van lokalisatie een impact hebben. We zullen daarbij ook rekening houden met institutionele verschillen tussen landen binnen de EU. Via deze studie hopen wij, (1) een belangrijke bijdrage te zullen kunnen leveren aan het standaardisatie/adaptatie debat in navolging van de aanbevelingen door Taylor (2005) alsook (2) tegemoet te komen aan de nood aan systematische cultuuroverschrijdende studies naar de effectiviteit van website design aspecten, waar Cyr aan appelleert (2008). Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • MALAIKA BRENGMAN
De impact van de economische crisis op de luchtvaartsector in de EU. Universiteit Antwerpen Abstract: De impact van de economische crisis op de luchtvaartsector in de EU. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
De impact van diversiteit in inkomstenstromen op de stabiliteit van de banksector Universiteit Gent Abstract: We gaan na hoe de focus versus diversificatie beslissing in de strategieën van financiële instellingen een impact heeft op die instellingen een impact heeft op die instellingen hun capaciteit om zich in te dekken tegen extreme situaties. We gebruiken marktdata om banken hun gevoeligheid voor extreme schokken te meten een gebruiken technieken ontwikkeld voor extreme waarden analyse. Vervolgens analyseren we de impact van verschillende inkomstenstromen op de maatstaf voor extreem bankrisico. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
De impact van overheidssteun aan ondernemingen op markten, concurrenten en consumenten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project draagt bij tot het beter begrijpen van de economie van overheidssteun. Het bestaat uit theoretisch en empirisch onderzoek en schuift resultaten naar voor die theoretisch en praktisch relevant zijn. Organisaties: • Toegepaste economie
Onderzoekers: • Caroline BUTS • MARC JEGERS
De impact van seksueel geweld op sociale voorkeuren en wederopbouw na conflictsituaties: een case-studie in DR Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Marijke Verpoorten • Nik Stoop
De integratie van monetaire randvoorwaarden in activiteitengebaseerde transportmodellen om de economische onzekerheid van lange termijn voorspellingen van de verkeersvraag in rekening te brengen. Universiteit Hasselt Abstract: Het belang van het opnemen van monetaire beperkingen in moderne reisvraag modellen is herkend in de contekst van lange termijn mobiliteitsbeslissingen zoals residentiële locatie, job locatie en wagenbezit, maar de beperkingen zijn zelden geïncorporeerd in modellen die dagtot-dag activiteiten voorspellen. Om dit te beëindigen zullen monetaire beperkingen die relevant zijn bij moderne reisvraag modellen geïdentificeerd worden door het analyseren van verschillende datasets die beschikbaar zijn binnen de onderzoeksgroep, en een methodology zal ontwikkeld worden om de geïdentificeerde beperkingen binnen de bestaande VEREN framework op te nemen. Naast het gebrek van dag-tot-dag monetaire beperkingen, richten huidige modellen zich vaak niet expliciet op de graad van onzekerheid in reisvoorspelling. Aangezien transportmodellen gebruikt worden om de waarschijnlijke gevolgen van verschillende beleidsmaatregelen zoals congestieheffing te voorspellen, is het dreigend voor
besluitvorming om een schatting te hebben, niet alleen van de meest waarschijnlijke uitkomst, maar ook om de mogelijke omvang en variabiliteit van toekomstige transportvoorspellingen te kennen. Daarom zal in dit project de onzekerheid in reisvoorspelling expliciet in rekening worden genomen door het kwantificeren van zowel de onzekerheid te wijten aan het feit dat toekomstige waarden van verklarende variabelen onbekend zijn en de onzekerheid te wijten aan het gebruik van schattingen in plaats van echte waarden. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Davy JANSSENS
De interactie tussen competitie in de banksector, diversificaie van activiteiten en de stabiliteit van het financiële systeem Universiteit Gent Abstract: Recente evoluties in de financiële sector, in het bijzonder de expansie en de interactie van types financiële transacties en intermediairs hebben belangrijke voordelen gecreëerd (bvb. Op vak van transactiekosten, toegang tot kapitaal voor bedrijven, risicospreiding). Die recente tendensen kunnen echter rechtstreeks en onrechtstreeks de stabiliteit van het financieel systeem in gevaar brengen. Ten eerste wil ik nagaan hoe competitie in de banksector de stabiliteit van het financiële systeem beïnvloedt. In de tweede onderzoekspijler wil ik meer specifiek nagaan of geografische dan wel functionele spreiding bijdragen tot het verbeteren van de stabiliteit van de banksector. Finaal willen we nagaan wat de wisselwerking is tussen de financiële sector en de reële sector. Op die manier kunnen we nagaan waar de schokken ontstaan, hoe ze geabsorbeerd worden en wat de reële kosten zijn van financiële instabiliteit. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
De interactie tussen vraag en aanbod van cultuur. KU Leuven Abstract: Men kan verwachten dat gebieden met een grote verscheidenheid aan culturele activiteiten en culturele infrastructuur gemiddeld een hogere participatiegraad hebben als gevolg van dat diverse aanbod in de buurt. Een economische vraagstudie die de aanbodzijde informatie incorporeert zal het effect van het culturele aanbod op participatie verduidelijken. Een bijkomend voordeel van een economische vraagstudie is de mogelijkheid om de elasticiteit van deelname te berekenen met betrekking tot de aanbodzijde-indicatoren. Dit laat ons toe veranderingen in de participatiegraad ten gevolge van veranderingen in het culturele aanbod te voorspellen. De aanbodzijde elasticiteit vertoont, op een macro-niveau, of het cultureleaanbod in lijn is met de voorkeuren van de bevolking. Hoewel deze elasticiteit leidt tot belangrijke informatie die kan worden gebruikt om het gevoerde cultuurbeleid te evalueren en aan te passen, is er weinig over bekend. Verder wordt nagegaan of de aangeboden diensten en goedere Organisaties: • Onderzoeksgroep KBPRO Brussel
Onderzoekers: • Alain Praet • Jan Colpaert
De investeringen in de vierde Kondratieff-cyclus en de woon-en werksatisfactie van (creatieve) bewoners. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksvoorstel heeft de volgende doelstellingen: -het uitvoeren en ordenen van een data-verzameling over het al dan niet samenvallen van de vierde Kondratieff lange-termijncyclus en de stedenbouwkundige investeringspatronen in Amsterdam en Antwerpen, -het verduidelijken hoe en waarom de bovenstaande investeringspatronen de aantrekkelijkheid van een metropool voor haar bewoners (inzonderheid de creatieve klasse zoals gedefinieerd door R. Florida) fundamenteel kunnen veranderen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
De invloed van emoties op de besluitvorming in sociale dilemma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek put uit inzichten in de economie, psychologie, en neurowetenschappen om te begrijpen waarom besluitvorming vaak afwijkt van speltheoretische verwachtingen. Het specifieke doel is om met fMRI de tussenliggende rollen van emotionele en rationele subsystemen in de hersenen te belichten wanneer mensen een coöperatieve of competitieve strategie kiezen in een sociaal dilemma. De rol van persoonlijkheid en de context van het dilemma wordt mee onderzocht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Paul Parizel • Christophe Boone
De invloed van religiositeit op intertemporele, sociale en arbeidsvoorkeuren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestudeert de invloed van religiositeit op specifieke voorkeuren van centraal belang voor economisch gedrag. De hypothese dat religiositeit een significante invloed uitoefent op intertemporele tijdvoorkeur, op sociale voorkeuren en op preferenties voor werk, wordt getoetst zowel met enquête gegevens als met experimentele data. Daarbij wordt bijzonder nagegaan of er verschillen zijn in effecten van religiositeit in gemeenschappen met een christelijke of islamitische achtergrond. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Walter Nonneman
De invloed van sociaal kapitaal en heterogeniteit van de bevolking op het gedrag van kiezers en politici. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Voorliggend onderzoeksvoorstel betreft het afronden van een doctoraal proefschrift. Het doctoraat behandelt de interrelatie tussen (economisch) overheidsbeleid en verkiezingsresultaten. Meer concreet wordt er, via vijf empirische studies, ingegaan op de intermediaire rol van sociaal kapitaal en heterogeniteit van de bevolking. Drie afgewerkte papers tonen aan (1) dat het economische beleid een invloed uitoefent op de verkiezingsuitslag; (2) dat sociaal kapitaal instrumenteel stemgedrag verhoogt en (3) dat sociaal kapitaal een positieve impact heeft op de betrokkenheid van burgers bij de politiek. Om het doctoraal project af te ronden, dienen nog twee papers te worden afgewerkt. Daarbij worden de percepties van de politieke actoren (kiezers & politici) bestudeerd. De vierde paper gaat na of politici over perfecte informatie beschikken. Concreet, bestuderen we de mate waarin politici hun populariteit kunnen voorspellen en ofsystematische voorspellingsfouten verklaard kunnen worden aan de hand van de heterogeniteit van de bevolking. In een vijfde paper gaan we na of beter geïnformeerde burgers (door de aanwezigheid van sociaal kapitaal) hun opinie over het overheidsbeleid baseren op 'objectieve' (economische) indicatoren zeals de lokale werkloosheidsgraad, lokale belastingen .... Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • BRUNO HEYNDELS
De invloed van welvaartsondernemen op globalisering: theoriebouw en empirische toetsing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De wereldeconomie wordt thans gekenmerkt door een verder toenemende globalisering en liberalisering. De aspiraties van de ondernemers en de verschillende stakeholders (werknemers, aandeelhouders, leveranciers, consumenten, enz.) zijn niet onverdeeld. In het perspectief van duurzaam ondernemen zoeken steeds meer ondernemingen meerwaarde in een beheersstructuur (corporate governance) waarbij de stakeholders bij het management van de onderneming betrokken worden. Dit onderzoeksproject beoogt de ontwikkeling en het empirisch testen van een theoretisch denkkader dat nagaat hoe ondernemers, onder invloed van stakeholders, strategische beslissingen nemen teneinde in te spelen op de veranderende omgaving op vlak van globalisering en liberalisering. Een onderneming kan een competitieve strategie voeren door te streven naar liberalisering en open confrontatie met buitenlandse concurrenten. Of ze kan een niet-competitieve strategie ontwikkelen met het oog op meer protectionisme door het inroepen van overheidsbescherming. De opbouw van het model zal uit volgende twee fasen bestaan: - bepalen van de determinanten die de ondernemingsspecifieke kenmerken op het vlak van beheersstructuur weerspiegelen - nagaan in welke zin de beheersstructuur en het standpunt van de verschillende stakeholders bepalend zijn voor de internationale strategieën van een onderneming Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ILSE SCHEERLINCK
De kostenstructuur van transportorganisatoren. De opbouw van een instrument ter bepaling van kostprijsindices. Universiteit Antwerpen Abstract: De kostenstructuur van transportorganisatoren. De opbouw van een instrument ter bepaling van kostprijsindices. Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman
De langetermijngevolgen van ingrijpende gebeurtenissen in het vroege leven op de latere levensloop.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid CES Leuven
Onderzoekers: • Iris Kesternich
De marktplaats van ideeën: minder eigenaars, minder ideeën? Een interdisciplinair onderzoek naar impact van mediaeigendomsconcentratie op diversiteit aan media-inhoud, -productie en –outlets in longitudinaal en internationaal vergelijkend perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project combineert inzichten van communicatie-, politieke en economische wetenschappen voor een analyse van de kenmerken van de huidige mediaconcentratie (en mediaconglomeraten) en de impact hiervan op inhoudsdiversiteit in historisch en internationaal vergelijkend perspectief, om zo te antwoorden op de vraag of media eigendomsconcentratie de diversiteit aan issues, actoren, standpunten en discoursen in de media beperkt. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Peter Van Aelst • Hildegarde Van den Bulck • Jan Bouckaert • Pieter Maeseele
De meerwaarde van het coöperatief ondernemingsmodel voor huidige en toekomstige maatschappelijke behoeften VIONA. Universiteit Antwerpen Abstract: Aanlyse van de juridische vormen voor en regelgeving ten aanzien van het coöperatief ondernemen in Europa, met specifieke aandacht voor legal issues die een invloed kunnen hebben op de geschiktheid van deze vormen om een antwoord te bieden op hedendaagse en toekomstige maatschappelijke uitdagingen. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Anne Van Regenmortel • Marleen Denef
De modellering van arbeidsaanbod- en fertiliteitsbeslissingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • Frederic Vermeulen
De multiculturele dimensies in dewelke multinationale firma's in Brussel werken: hun invloed op succes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een onderzoek naar een mogelijk verband tussen de culturele openheid van een onderneming en haar economische performantie. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • WILLEM VAN DEN PANHUYZEN
De ontwikkeling en empirische schatting van een meerlanden dynamisch algemeen evenwichtsmodel Universiteit Gent Abstract: In eerste instantie wordt er een meerlanden algemeen evenwichtsmodel op theoretische basis ontwikkeld. Alle verschillende vormen van rigiditeiten en soorten schokken zullen worden ingebouwd. Vervolgens zal dit theoretische model worden geschat op basis van Bayesiaanse schattingstechnieken. Eenmaal het model geschat is, kunnen er een aantal economische en beleidsvraagstukken behandeld worden. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Gert Peersman
De ontwikkeling en het gebruik van datamining technieken voor een betere besluitvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksvoorstel behelst het ontwerpen van datamining technieken met toepassingen in het brede bedrijfsdomein. De voornaamste theoretische contributies omvatten de ontwikkeling van regel inductietechnieken (AntMiner+ en ALBA) en data analyse raamwerken. De finale bruikbaarheid van de datamining modellen zijn steeds van primair belang in het onderzoek van deze kandidaat, wat bewerkstelligd wordt door het inbouwen van domeinkennis en eisen van begrijpbaarheid. Toepassingen zijn voornamelijk te vinden in het kredietrisico en marketing domein, met ook innovatieve toepassingen van datamining in de software engineering, auditing en corporate performance domeinen. Het huidige en geplande onderzoek bouwen verder op voorgaande bevindingen, onder andere door de technieken en raamwerken te verschuiven van een classificatie naar regressie context. Verder beoogt de kandidaat een sterk gebruik van netwerk data, één van de voornaamste focuspunten in huidig datamining onderzoek. Het verkrijgen en gebruiken van netwerkdata wanneer geen expliciet sociaal netwerk beschikbaar is, zoals in de bank sector, maakt deel uit van de voornaamste theoretische onderzoeksobjectieven. Marketing toepassingen omvatten het voorspellen van response, churn en wallet share, terwijl een belangrijke risicomanagement toepassing te vinden is in credit scoring, en dit zowel op het retail als corporate niveau. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • David Martens
De optimale cluster van beleidsmaatregelen voor een verschuiving in de richting van duurzame voertuigen. Universiteit Hasselt Abstract: Dit onderzoeksvoorstel beoogt een analyse en bijsturing van het beleid inzake de reductie van externe effecten veroorzaakt door privaat vervoer, alsook een stimulans voor duurzame wagens op een sociaal efficiente wijze. Het eerste deel van dit doctoraatsonderzoek focust op een robuust en betrouwbaar kader voor de vergelijking van sociale kosten tussen verschillende wagentypes. Wegens methodologische tekortkomingen (hoofdzakelijk beschouwde private en externe kosten) in huidige literatuur, zijn bestaande studies niet geschikt voor beleidsaanbevelingen. Zodoende werd er een raamwerk opgesteld voor een consistente en methodologisch correcte sociale kostenanalyse van verschillende wagentypes. De tweede doelstelling van dit onderzoeksvoorstel is de vergelijking van de sociale kosten van verschillende wagentypes, die representatief zijn voor het huidige wagenpark, aan de hand van het opgestelde raamwerk. Voor de sociale kostenanalyse wordt de top 5 van verkochte wagens voor verschillende types (benzine, diesel, HEV, PHEV en BEV) voor 3 segmenten (kleine, medium en luxewagens), resulterend in 75 wagens, opgenomen. Het derde deel van het doctoraatsonderzoek heeft betrekking op de relevante fiscale en niet-fiscale maatregelen die de externe effecten van privaat vervoer reduceren en een verschuiving naar duurzame wagens stimuleren op een sociaal efficiente wijze. De sociale kostenanalyse (tweede doelstelling) zal resulteren in beleidsaanbevelingen per wagentype. Organisaties: • Economie en beleidsmanagement
Onderzoekers: • Wim MARNEFFE
De politieke economie van het fiscaal en budgetair beleid van de Europese unie en haar lidstaten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Christophe Crombez
De politieke economie van humanitaire organisaties in conflictsituaties: casus Grote Meren/West-Tanzania. Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek naar hoe hulporganisaties en hun activiteiten naar vluchtelingen toe kaderen in de bredere context van 'complex political emergencies' en wat de impact kan zijn van een dergelijke externe humanitaire interventie op het verloop en de intensiteit van het conflict. Organisaties:
• Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Ruddy Doom • Jan Blommaert • Marleen Renders
De politieke economie van prijszetting en investeringen in transport. Universiteit Antwerpen Abstract: Het recente transport-economisch onderzoek was vooral normatief gericht (zie onder meer Small en Verhoef (te verschijnen 2007), Arnott, Rave and Schöb (IFO monograph, 2005), De Borger en Proost (EE boek, 2001)). De centrale vraagstelling was: wat zijn de meest efficiënte prijszettings- en investeringsstrategieën in de transportsector, rekening houden met verschillende marktimperfecties? Deze imperfecties zijn niet enkel gesitueerd in de transportsector zelf (vb. wanneer geen tijdsdifferentiatie mogelijk is, wanneer niet alle alternatieven perfect kunnen geprijsd worden, als er imperfecte concurrentie is voor sommige transportmodi), maar betreffen ook de arbeidsmarkt (loonwig door belastingen, imperfecte herverdelingsinstrumenten). Dit normatief onderzoek heeft aangetoond dat nieuwe vormen van prijszetting (road pricing, cordon prijzen, kilometerheffingen, etc.) belangrijke efficiëntiewinsten kunnen meebrengen indien de opbrengsten van deze instrumenten juist worden aangewend. In de praktijk vindt men echter eerder inefficiënte prijszetting en investeringsbeslissingen terug. De nieuwe vormen van prijszetting waarvan sprake worden maar heel traag ingevoerd. In dit voorstel gebruiken we een positieve i.p.v. een normatieve benadering. De centrale vraagstelling is hoe we de huidige belastingen en investeringen in de transportsector kunnen verklaren, zowel in individuele landen als in federaties van landen. Aangezien het hier een zeer breed onderzoeksveld betreft, concentreren we ons in dit voorstel tot een drietal specifieke topics. Het ultieme doel blijft natuurlijk een meer algemene theorie op te bouwen en te testen. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger
De Politieke en Institutionele Determinanten van Regionale Integratie in Sub-Sahara Afrika. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek poogt de invloed van politieke en institutionele factoren na te gaan op het handelsbeleid van ontwikkelingslanden. Het analyseert theoretisch en empirisch het effect van corruptie op de formatie van regionale handelsakkoorden in Sub-Sahara-Afrika en probeert deze conclusies door te trekken naar andere instrumenten van het handelsbeleid. Organisaties: • Vakgroep Algemene economie
Onderzoekers: • Glenn Rayp
De productie van electriciteit met intermitterende technologiëen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project bestuderen we de relatie tussen de vereiste productiecapaciteiten voor het aanmaken van electriciteit met onderbroken dan wel flexibele productie-eenheden. We doen dit voor onderscheiden concurrentiële marktstructuren. Daarnaast evalueren we ook verschillende vormen van overheidsinterventie voor het efficiënt functioneren van de electriciteitsmarkt. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
De relatie tussen corporate governance en fusies overnames. Wat kunnen we leren van Europese transacties? KU Leuven Abstract: Om de hoge mislukkingsgraad in fusies en overnames te verklaren, wordt er in academisch onderzoek vaak verwezen naar principalagent belangenconflicten tussen aandeelhouders en managers. Effectieve corporate governance maatregelen zouden ervoor moeten zorgen dat managers geen fusies en overnames doorvoeren omwille van persoonlijke belangen. Deze inzichten zijn echter gebaseerd op het Anglo-Saxische model waarbij aandeelhouderschap erg verspreid is. Het is onzeker zelfs onwaarschijnlijk dat dezelfde conclusies ook van toepassing zouden zijn in een Continentaal Europese context waarbij het aandeelhouderschap typisch veel meer geconcentreerd is. Belangenconflicten tussen meerderheids- en minderheidsaandeelhouders kunnen er echter voor zorgen dat deze laatste groep wordt benadeeldwanneer ondernemingen gekenmerkt worden door hoge aandeelhoudersconcentratie, beperkte institutionele bescherming van minderheidsbelangen, en zwakkere corporate governance instrumenten. We gaan er van uit dat Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Nancy Huyghebaert • Mathieu Luypaert
De relatie tussen stad en platteland van de vroege Middeleeuwen tot de twintigste eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de relatie tussen stad en platteland van de vroege Middeleeuwen tot de twintigste eeuw. Organisaties: • Grondslagen van het Economische Denken - Economische en Sociale Geschiedenis
Onderzoekers: • JUUL HANNES
De rol van een firma's senior leiderschap bij de creatie van technologische doorbraken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone • Victor Gilsing
De rol van investeringsbanken bij fusies en overnames in Europa: Welke invloed hebbenfinanciële adviseurs op overnameactiviteit en in welkemate dragen ze bij tot waardecreatievoor hun cliënten? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Nancy Huyghebaert
De rol van oxytocine en de moderende invloed van sociale context en persoonlijkheid op het affiliatiegedrag van mensen. Universiteit Antwerpen Abstract: De neuropeptide oxytocine (OT) heeft een belangrijke rol in het tot stand brengen van vertrouwen en samenwerking omdat het enerzijds angst remt, en anderzijds de affectieve banden tussen mensen versterkt. Recente onderzoeksbevindingen suggereren dat individuele verschillen in OT metabolisme samengaan met persoonsverschillen in een aantal aspecten van sociaal gedrag (waaronder empathie, stressreactiviteit, en een verhoogde kans op autisme), en dat verder het effect van OT op vertrouwen en sociale hechting afhangt van contextuele en persoonsfactoren. Het doel van de studie is daarom drievoudig. Ten eerste onderzoeken we de modererende invloed van de sociale context en van persoonlijkheidseigenschappen op de gedragsimplicaties (vertrouwen en sociale hechting) van OT in een gedragsstudie waarbij OT of een placebo intra-nasaal worden toegediend. Ten tweede onderzoeken we met fMRI en DTI het onderliggende neuraal mechanisme waarbij OT vertrouwen induceert en hechting tussen mensen mogelijk maakt. We pogen daarbij de functionele en anatomische connectiviteit tussen de neurale correlaten van angstremming (amygdala) en sociale motivatie (nucleus accumbens) in kaart te brengen. Ten derde onderzoeken we of er mogelijk een relatie bestaat tussen afwijkingen in OT plasma-gehalte en/of OT werking enerzijds, en sociaal delinquent gedrag anderzijds. Inzicht in de relatie tussen een hormoon dat sociale angst en affiliatie reguleert, de sociale omgeving, en delinquent gedrag, kan nuttig zijn in het ontwikkelen van gepaste klinische- en gedragstherapieën voor jongeren die moeite hebben met maatschappelijke integratie. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Paul Parizel • Christophe Boone
De rol van persoonlijke motivaties in de carrièrebeslissingen van doctoraatshouders. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Stijn Kelchtermans
DE ROL VAN SLAAP IN CONSUMENTENBESLUITVORMING. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Siegfried Dewitte • Andrea Weihrauch
De rol van sociale media in de impact van stijgende voedselprijzen op demonstraties en sociale onrust. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Joachim Vandercasteelen
De Rol van Vraagfactoren in Productiviteitsschattingen met Toepassingenin de Internationale Handel. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Bruno Cassiman • Jozef Konings • Stijn Vanormelingen
De schatting van investeringen in immateriële activa en van de spiilover-effecten ervan. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderhavige projectvoorstel is gericht op het thema 'immateriële investeringen'. Het bevat een uitgesproken empirisch deel met betrekking tot de directe schatting van de componenten en van het geheel van de investeringen in immateriële activa, en een deel waarin, op basis van een originele theoretische aanpak, getracht wordt een aantal nieuwe indicatoren te bekomen voor de (indirecte) spillover-effecten die gegenereerd worden door investeringen in immateriële activa. De onderzoeksstrategie die onderliggend is aan het onderhavige voorstel bestaat erin 1. Ten aanzien van een aantal dimensies in de categorie der immateriële investeringscomponenten waarover vooralsnog geen informatie voorhanden is, een eerste systematische poging te ondernemen tot het samenstellen van een tijdreeks voor de Vlaamse regio en voor België in zijn geheel. Met name zal dit gebeuren ten aanzien van de dimensies 'uitgaven voor bedrijfsopleidingen' en 'marketing-uitgaven'; 2. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans
Design for supply chain management. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Robert Boute • Maud Van den Broeke
Design van Financiële Markt Infrastructuur: Een Geïntegreerde Aanpak. KU Leuven Abstract: 1 Introduction and MotivationFinancial crises (e.g., the Eurocrisis or the 2007-2009 global .nancialcrisis) as well as trading inci-dents (e.g., the LIBOR manipulation, Knight or the Flash Crash) highlighted the vulnerability of the.nancial market.s infrastructure to shocks. Stock, bond, derivative andinterbank markets, amongothers, were severely disturbed or even shut down completely. This sparked an intense debate amongacademics and spurred new regulation such as the Dodd-Frank Act, MiFID II and EMIR. Aiming tocontribute to and advance this debate, the core research question of our project is : How should the.nancial market infrastructure be designed to foster e¢ ciency and stability of the .nancial system?Our project proposes an integrated approach on .nancial market infrastructure by bringing togetherthe di¤erent steps of the trading chain .trading, clearing, and settlement .in transacting .nancialsecurities. This is a key contribution to the literature which up to now has mainly f Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Hans Degryse • Gunther Wuyts
De sociale achtergrond van managers, vooropgestelde en uitgevoerde organisatiewaarden met betrekking tot rechtvaardigheid, en langetermijn gevolgen voor de organisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone • Tine Buyl
De structuur van vrijwillige verzekeringsnetwerken Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek spitst zich toe op de rol van bepaalde, vooraf bestaande verbanden in de vorming van vrijwillige verzekeringsnetwerken. Dit leidt tot 3 doelstellingen. Ten eerste moet een speltheoretisch model van netwerkvorming ontwikkeld worden waarin deze verbanden een rol spelen. Ten tweede moeten emperisch bruikbare en axiomatisch gefundeerde maatstaven van persoonlijke verbondenheid ontwikkeld worden. Ten slotte worden deze maatstaven gebruikt om de netwerken van vrijwillige verzekering in Ethiopië te analyseren, om na te gaan hoe zij de structuur van het netwerk beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Determinanten huishoudelijk energiegebruik. Universiteit Antwerpen Abstract: Determinanten huishoudelijk energiegebruik. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Walter Aerts • Lieve Goorden
Determinanten van de commissaris-revisorkeuze in een ongereguleerde en gerreguleerde omgeving : een theoretische ana lyse met een empirische toepassing voor Belgie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: - het betreft fundamenteel onderzoek op het gebied van de "accounting theory", inclusief empirische verificatie; - het zal bijdragen tot de ontwikkeling van in België quasi-onbestaand wetenschappelijk inzicht in de auditmarkt; - het zal licht werpen op de rol van de revisor in een markteconomie, al dan niet gereguleerd; - het keuzeproces bij potentiële klanten is uiteraard inter- essant voor de revisoren zelf; het laat internationale vergelijking van dit keuzeprocestoe; - het zal de diepgang van het wetenschappelijk onderwijs terzake in Vlaanderen bevorderen . Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • MARC JEGERS • JOEL BRANSON
Determinanten van innovatie en groei van KMO's en zelfstandigen (SMESESAP). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Arjen van Witteloostuijn
Determinants of innovative performance and innovation intensity of firms. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Dirk Czarnitzki • Kristof Van Criekingen
De uitwerking en verdieping van onderzoek dat zich richt op de LNG-bunkermarkt, in het bijzonder in de context van het Antwerpse havengebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. UA levert aan het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Christa Sys
Development of rule-based classification models using profit maximization. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Bart Baesens
De verhouding tussen entrepreneuriale performantie bij familiebedrijven en de modererende rol van familiale betrokkenheid en bestuurskarakteristieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds AMS. UA levert aan AMS de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Anna Jorissen • Eddy Laveren
De verschuiving van het metafysisch raamwerk rond reproductie en schaarste in de transitie van classicisme naar neoclassicisme in de 19de-eeuwse Britse politieke economie, met de eenheid in het denken v. W. Stanley Jevons als ... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De zogenaamde transitie van classicisme naar neo-classicisme in de 19-de eeuwse politieke economie vormt reeds lang een vraagstuk binnen de geschiedenis van het economisch denken. Het onderzoek is gericht op Wiliam Stanley Jevons, één van de hoofdtenoren van de nieuwe wetenschap in Groot-Brittannië, die opmerkelijk genoeg ook in domeinen als metereologie, logica en wetenschapsfilosofie zeer actief was en er ten dele zelfs baanbrekend werk in verrichtte. Hedendaagse commentatoren leggen sterk de nadruk op de analytische verschuivingen die plaatsvonden ,terwijl deze volmgens de werkhypothese eerder van secundaire aard waren. Vanuit de gangbare invalshoek ontwaart men veelal een eerder Klassieke vroege Jevons die later naar het neo-classicisme evolueert.De studie wil de eenheid van Jeons' denken aantonen , zowel binnen de economische wetenschap als in verhouding tot zijn andere activiteitsdomeinen , en dit vanuit een gewijzigde kijk op het schaarstebegrip. De transitie moet worden gezien in de context van een verschuiving van een reproductiemodel met interne schaarste naar een nonreproductiemodel met externe schaarste, een metafysische omwenteling geïnduceerd door maatschappelijke ontwikkelingen. De figuur Jevons wordt zo opgevat als voorbeeld om dit proces te illustreren. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • DIRK FRANTZEN • JEAN VAN BENDEGEM
De Vorst als Vaderfiguur. Een diachronisch onderzoek met het oog op de ontwikkeling van praktische taal- en tekstanalytische methodologieën voor historici. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project streeft naar de operationalisering van een aantal taal- en tekstanalytische onderzoeksmethoden ten behoeve van onderzoek op het terrein van de sociale geschiedenis. De ontwikkeling van tekstanalytische methoden voor historici zal gebeuren via een aantal concrete gevalstudies gewijd aan de discursieve strategieën via dewelke de figuur van 'de vorst' werd en wordt geconstrueerd, van de Middeleeuwen tot vandaag. Organisaties: • Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis
Onderzoekers: • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
Diagnostics and robustness of penalized estimation techniques.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Christophe Croux • Viktoria Oellerer
Dial-a-ride problemen met realistische kenmerken Universiteit Hasselt Abstract: Dit onderzoeksvoorstel heeft als doel de huidige algoritmes voor het oplossen van complexe , real-life varianten van het 'diala - ride probleem' ( DARP ) te verbeteren. Het DARP is een generalisatie van een aantal rittenplanningsproblemen , maar verschilt vanwege het menselijk perspectief. Reizigers geven transportverzoeken op , bestaande uit een oorsprongslocatie , een bestemming en een gewenste pick-up of bezorgingstijd . Service level criteria , zoals een maximale tijdafwijking en een maximale rijtijd , verhogen de complexiteit. Bovendien worden verschillende types gebruikers en een heterogene wagenpark vaak waargenomen. Efficiënte algoritmen, gezien de real-life kenmerken, zijn nodig om het serviceniveau en kostenefficiëntie te waarborgen . In het eerste deel van mijn doctoraatsonderzoek is het menselijk perspectief in aanmerking genomen als een afzonderlijke doelstellingsfunctie , wat leidt tot een 'multi-objective problem'. Beslissers zijn niet nodig om de kwaliteitsvoorkeuren van te voren te definiëren. A posteriori kiezen ze uit een reeks niet-gedomineerde vervoer plannen, gegenereerd door middel van een evolutionair algoritme. Pareto-gebaseerde werkwijzen worden gebruikt om voorlopige informatie over de kenmerken van de oplossings-set te verkrijgen en zullen en in een hybride metaheuristische aanpak geïntegreerd worden. Aandacht zal geschonken worden over hoe algoritmische componenten geadapteerd kunnen worden om de onderliggende structuur van het DARP te benutten. De oplossingsmethoden zullen getest worden op benchmark- en real-life gegevens . Algoritmische prestaties kunnen beoordeeld worden met behulp van Pareto-compliante kwaliteitsindicatoren, zoals de hypervolume indicator en de unaire epsilon -indicator. De tweede doelstelling van dit onderzoeksvoorstel heeft als doel de mogelijkheden voor lagere operationele kosten en hogere servicegraad te kwantificeren wanneer een horizontale samenwerking tussen twee of meer 'dial-a-ride' ( DAR ) dienstverleners wordt uitgeoefend . Zij kunnen klantverzoeken uitwisselen of voertuig capaciteit delen. Concreet , vereist dit de extentie tot de multi-depot zaak van eerder genoemde methoden. De voordelen van de verschillende samenwerkingsgraden zullen onder verschillende probleem omstandigheden onderzocht worden en benchmark- data sets zullen opgezet worden. In het derde deel van mijn doctoraatsonderzoek is het DARP bestudeerd in een dynamische context , waar nieuwe verzoeken worden onthuld tijdens de uitvoering van de routes . In dit geval dient de beslissing te worden genomen of dit verzoek aanvaard wordt en de eerste oplossing in real time aangepast dient te worden aangepast. Het kan ook reageren op onvoorziene gebeurtenissen , zoals annulering van de aanvragen , vertragingen of voertuig storingen. In dit onderzoeksvoorstel zal een beleid worden ontwikkeld als leidraad voor de planners. Ten eerste zal een insertie heuristisch worden toegepast om te beslissen of nieuwe aanvragen zullen worden bediend en lokale search operatoren zullen worden ontwikkeld om de eerste oplossing te repareren. Ten tweede zal een hybride solver , die exacte en heuristische optimalisatie technieken integreert, gecreëerd worden om een highspeed -algoritme voor het genereren van nieuwe oplossingen te verkrijgen. Tenslotte zal een experimenteel ontwerp en multilevel regressieanalyse worden toegepast om te bepalen welke parameterinstellingen en algoritmische componenten het beste werken, afhankelijk van de kenmerken van het probleem . De ervaring met rittenplanningsproblemen van de onderzoeksgroep Logistiek , waarin dit doctoraatsvoorstel ligt , biedt een gedegen basis voor deze uitdagende doelstellingen . De onderzoeksgroep participeert ook in een Interuniversitaire 'Attraction Pole', waarin deze verantwoordelijk is voor de toepassing van de nieuw voorgestelde oplossingsprocedures in de distributie logistiek . Dit PhD voorstel past perfect bij het wetenschappelijk werk in uitvoering en zal profiteren van de verworven expertise en onderzoekssynergieën . Organisaties: • Logistiek
Onderzoekers: • An CARIS • Kris BRAEKERS
Dialoog met consumenten over voedselveiligheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dialoog met consumenten over voedselveiligheid. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
Digitaal Rijbewijs : een multidimensioneel analysesysteem voor rijvaardigheid. Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het project is (1) een "proof-of-concept" te bouwen van een bestuurder-gericht digitaal platform dat de ongevalskans analyseert en er een score aan toekent; (2) het platform uitrusten met een rij-feedback systeem dat feedback over het rijgedrag combineert met een totaalscore rapport en met informatie over het aanpassingsvermogen van bestuurders om hen op die manier te motiveren om veiliger en efficiënter te rijden. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Tom BELLEMANS
Digitale televisie voor iedereen (DTV4ALL). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Universitat Autonoma de Barcelona. UA levert aan de Universitat Autonoma de Barcelona de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Directe en indirecte effecten van havenactiviteit : een gedesaggregeerde analyse.
Universiteit Antwerpen Abstract: Directe en indirecte effecten van havenactiviteit : een gedesaggregeerde analyse. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Dispositionele hebzucht: schaalontwikkeling en empirisch onderzoek naar oorzaken en gevolgen Universiteit Gent Abstract: Hoewel er veel onderzoek bestaat rond situationele invloeden op hebzuchtig gedrag, is er nauwelijks kennis over de oorzaken en gevolgen van hebzucht als persoonlijkheidskenmerk. Dit project onderzoekt individuele hebzucht en het effect ervan op gedrag een beoordelingen. Hiervoor wordt een schaal voor dispositionele hebzucht ontwikkeld en experimenteel onderzoek uitgevoerd dat hebzucht vergelijkt met jaloezie via economische speltheorie. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Mario Pandelaere
Dispute settlement in international trade: an economic analysis of the WTO DSU. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Jan Wouters • Christophe Crombez • Sven Van Kerckhoven
Doel- en waardencongruentie tussen organisatie en hun formele netwerken en de implicaties voor "unieke middelen en competenties" en "performantie" binnen sociale tewerkingsinitiatieven in Vlaanderen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Bram Verschuere • Daan Creupelandt • Nathalie Moray • Adelien Decramer
Doelgroepenbeleid voor laaggekwalificeerde tewerkstelling in Brussel. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep HRRG Brussel
Onderzoekers: • Stefan Adriaenssens • Lauren Eeckhout
Doelgroepenbeleid voor laaggekwalificeerde tewerkstelling in Brussel enhet hinterland. KU Leuven Abstract: Dit onderzoek vertrekt vanuit de vaststelling dat westerse arbeidsmarkten neigen tot een zekere polarisatie, waarbij banen in het midden verdwijnen. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt speelt de groei van dienstverlenende banen een belangrijke rol in de groei van de vraag naar laaggekwalificeerde arbeid. Het doel van dit onderzoek is om het doelgroepenbeleid, in het bijzonder het beleid met betrekking tot dienstencheques, tebeoordelen. Dat is van belang in het licht van de toekomstige verantwoordelijkheid van het Gewest door de zesde staatshervorming. De studie beoogt drie aspecten van deze arbeidsmarkt te documenteren. Ten eerste willen we de ruimtelijke interactie tussen het laaggekwalificeerde Brusselse arbeidsaanbod en de vraag in de rand documenteren. Daarbij gaan we op zoek naar bronnen voor een mogelijke spatial mismatch tussen het Brusselse laaggekwalificeerde arbeidsaanbod en de vraag naar huishoudelijke diensten in de rand en in het Gewest. Mogelijke mismatches door versch Organisaties: • Onderzoeksgroep HRRG Brussel
Onderzoekers: • Stefan Adriaenssens
Donald Davidson's account of akrasia and divided mind models of self-control. KU Leuven Abstract: This project aims at analyzing the limits and strengths of dual inheritance theory (DIT) for the explanation of what seems to be a profoundly cultural phenomenon, namely homophobia. At the same time, our analysis may also shed light on a topic that is generally neglected by cultural evolutionists, i.e. the cultural influence on sexual preferences and identities. Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Luc Lauwers • Sabrina Bruyneel • Wouter D'Hooghe
Doorbraak-innovaties: oorspong, diffusie en appropriatie. KU Leuven Abstract: Het doel van het voorgestelde onderzoek is om octrooi-gebaseerde indicatoren te gebruiken voor het meten van "baanbrekende innovaties" die kunnen worden toegepast op grote steekproeven. Baanbrekende innovaties zijn innovaties die nieuwe concepten introduceren, die het potentieel hebben om nieuwe markten te creëren en door middel van een mix van competitieveen coöperatieve interacties kunnen leiden tot follow-up innovaties en groei in andere ondernemingen. Door de vage definitie van het hoofdconcept, is er nog geen robuust empirisch bewijs beschikbaar dat het mogelijk maakt om meer algemene conclusies te trekken over de bijdragen van baanbrekende innovaties. Een eerste onderzoekstopic zal zijn om de wetenschappelijke achtergrond van baanbrekende innovaties in kaart te brengen. De vraag rijst welke onderzoeksthema's en -velden de voornaamste bronnen en dragers zijn van informatie, die getransformeerd kunnen wordenin baanbrekende innovaties.. Een volgende thema is het onderzoek van de r Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers
Doorlichting van de Kortrijkse musea. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek betreft een doorlichting van de Kortrijkse musea met als doel concrete aanbevelingen te geven m.b.t. - museale beleidskeuzes van de stad - afbakening van het profiel van de musea - personeelsbeleid en personeelsbestand - algemene werking - communicatie en promotie - de verhouding musea-toerisme - de verhouding musea-erfgoedcel - de verhouding musea-Buda-kunsteneiland - de verhouding tussen de musea-Kortrijk-designstad - de verhouding tussen de musea onderling in stad en regio - de kansen op regionale en/of nationale erkenning(en) rekening houdend met het erfgoeddecreet. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Guido De Brabander
Drugs in cijfers II. Universiteit Antwerpen Abstract: In België werd het belang van het onderzoek naar overheidsuitgaven benadrukt in de federale beleidsnota drugs van 2001. Daartoe werd van 2001 tot 2003 het onderzoek "Drugbeleid in cijfers. Een studie naar betrokken actoren, overheidsuitgaven en bereikte doelgroepen", het zogenaamde Drugs in cijfers I, uitgevoerd in opdracht van de toenmalige diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden, onder leiding van de onderzoekséquipe van Prof. dr. B. De Ruyver . Het huidig onderzoek wil de methodologie, zoals die werd ontwikkeld voor het onderzoek Drugs in cijfers I, voor het meten van overheidsuitgaven verfijnen en actualiseren, rekening houdend met de recente ontwikkelingen op het terrein, maar ook met de aanbevelingen en geïdentificeerde knelpunten uit Drugs in cijfers I en uit de recente studies uitgevoerd door en in opdracht van het EMCDDA. Dit onderzoek zal meer aandacht besteden aan de methodologie op zich en de rapportering over de methodologie. Daarnaast zal het onderzoek een nieuwe meting uitvoeren aan de hand van de verfijnde en geactualiseerde methodologie om een zicht te krijgen op de ~volutie in de overheidsuitgaven inzake de aanpak van het drugprobleem in België, met bijzondere aandacht voor de invloed van de beleidsopties en actiepunten in de federale beleidsnota drugs van 2001. Concreet houdt dit in dat het voorliggend onderzoek wil nagaan of er een relatie bestaat tussen de prioriteiten voor het drugbeleid in België en de door de overheid geïnvesteerde middelen voor deze prioriteiten. Daarnaast wordt ook onderzocht of er een verband bestaat tussen de prioritaire doelgroepen voor het drugbeleid in België en de door de overheid geïnvesteerde middelen voor deze prioritaire doelgroepen. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Duurzaamheid door supply chain consolidatie: een efficiënte tool voor gezamenlijke transportplanning tussen verladers. Universiteit Antwerpen Abstract: Horizontale collaboratie onder wegverladers is één van de meest veelbelovende manieren om zowel een daling van de supply chain kosten te realiseren als een stijging van de duurzaamheid. De effectieve planning hiervan is echter ingewikkeld en er is nood aan specifiekere tools die rekening houden met de distributie van de synergiewinsten. De winstverdeling moet eerlijk zijn, alsook aansporen tot flexibiliteit. Dit onderzoek zal een dergelijk winstverdelingsmechanisme ontwikkelen en dit integreren in een planningstool dat gebruik maakt van metaheuristieken om efficiënt te plannen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Christine Vanovermeire
Duurzaamheidgedreven innovatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet
Duurzaamheidsevaluatie van de sanering van gecontamineerde sites, met nadruk opnbsp;economische waardering.nbsp; KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep CEDON Brussel
Onderzoekers: • Valérie Cappuyns
Duurzaam landbeheer van met zware metalen verontreinigde gebieden Universiteit Hasselt Abstract: Definitie van de probleemstelling te analyseren in het doctoraat (opzet). Fytoremediatie is een lage kosten techniek betreffende de remediatie van medium vervuilde gronden. In het bijzonder is deze techniek relevant voor grote oppervlakten waar andere saneringstechnieken geen optie zijn omdat ze veel te duur uitvallen. Het doen ingang vinden bij de voornaamste stakeholders, de landbouwers die geconfronteerd worden met bodemvervuiling, heeft zeer veel te maken met het economische aspect. Het (partieel) vervangen van traditionele teelten door fytoremediatieteelten is geen neutrale operatie. Een dergelijke introductie heeft gevolgen voor het de teeltsamenstelling en de rotatie van de teelten op een areaal van een landbouwer en het daarmee samenhangend inkomen. Een economisch beslissingsmodel dient de aanvaardbaarheid van fytoremediatieteelten te onderbouwen. Een kosten-batenanalyse vanuit het private standpunt van de belanghebbenden dient volgende elementen op te nemen: (i) de kost van de fytoremediatie op zich, (ii) de grootte van het initiële aandeel van de fytoremediatieteelten in het totale areaal, dit bepaalt in sterke mate de lengte van de remediatieperiode, (iii) het verlies aan inkomen tijdens de remediatieperiode die de grond toch nog oplevert zelfs in zijn vervuilde toestand, (iv) het eventueel inkomen door de valorisatie van de geoogste biomassa van de fytoremediatieteelten, (v) het hogere inkomen dat kan gerealiseerd worden op de gesaneerde grond, (vi) het effect van onzekerheid betreffende de toekomstverwachtingen inzake kosten en opbrengsten. De hoogte van de netto actuele waarde van het inkomen gegenereerd op het herschikte landbouwareaal, berekend over een afzienbare tijdsperiode (bv. 40 jaar), vormt dan een criterium om de economische aanvaardbaarheid van het fytoremediatie project te beoordelen. De realisatie van het opzet via de doctoraatswerkzaamheden Tot nu toe hebben de doctoraatswerkzaamheden zich toegelegd op flankerende elementen van de economische problematiek zoals de regelgeving betreffende bodem en voedselkwaliteit en de externe effecten gepaard gaand met productie van bio-energie (CO2 reductie t.o.v. het gebruik van fossiele energie) en inzake nevenproducten(bv. digestaat uit vergisting van energiemaïs). Hierbij gebeurde analyse op het vlak van een hectare. De hoger beschreven economische probleemstelling ingebed in een areaal optiek met diverse scenarios qua initieel aandeel van fytoremediatie versus niet fytoremediatie teelten (zoals energiemaïs) en een samenhangend rotatiesysteem, wat bepalend is voor de lengte van de remediatieperiode en dus de snelheid waarmee hogere inkomens kunnen behaald worden, dient ontwikkeld te worden. Tevens dient gewerkt aan een algemeen analyse model waarvan de huidige berekeningen een toepassing kunnen zijn. Organisaties: • Milieueconomie • Economie en beleidsmanagement • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Theo THEWYS
Duurzaam Transport en Logistiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Bruno De Borger • Ann Verhetsel • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Duurzame multimodale transportplanning met toepassing in de chemische industrie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Sylvie Busschaert
Dynamische clustering, uit een academische benadering van een echte business-oplossing: theorie en toepassing. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Bart Baesens
Early stage assessment van hoogtechnologische productinnovaties in het kader van de succesvolle opzet van een private corporate venturing faciliteit en dienst voor de Vlaamse industrie en ondernemers. Universiteit Antwerpen Abstract: Early stage assessment van hoogtechnologische productinnovaties in het kader van de succesvolle opzet van een private corporate venturing faciliteit en dienst voor de Vlaamse industrie en ondernemers. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet
Economic analysis of sustainability and food security. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Elena Briones Alonso
Economic and Financial databases for top quantitative research in finance, business and economics. KU Leuven Abstract: Economische onderzoeksgroepen kunnen enkel excellent empirisch onderzoek verrichten wanneer ze kunnen beschikken over excellente databases. De aangevraagde infrastructuur omvat de beste financiële en economische databases, evenals een gebruiksvriendelijk platform om deze data te ontsluiten. De verwerving hiervan betekent een gevoelige uitbreiding en verbetering van de thans beschikbare databases voor de onderzoekers die in dit project betrokken zijn. Ze zijn daarmee ook de eersten in België, wat een belangrijke inhaalbeweging betekent tegenover onze buurlanden, waar zewel al beschikbaar zijn aan verschillende instellingen.De projectgroep omvat alle onderzoeksgebieden aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KULeuven, Lessius Hogeschool en de Hogeschool-Universiteit Brussel. De Vlerick Leuven Gent Management School steunt als derde-gebruiker de applicatie. De onderzoekers van al deze instellingen delen dezelfde bekommernis om excellent economisch en financieel onderzoek Organisaties: • OG Accountancy Leuven
Onderzoekers: • Bart Baesens • Hans Degryse • Marleen Willekens • Jan Dhaene • Jozef Konings • Luc Sels • Rene Belderbos • Frank Smets
Economic reform and development in South Africa: the tension between equity and economic efficiency - the case of agriculture and agri-business. Universiteit Antwerpen Abstract: Economic reform and development in South Africa: the tension between equity and economic efficiency - the case of agriculture and agribusiness. Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Management
Onderzoekers: • Luc D'Haese • Frankie Bostyn
Economie, bedrijfseconomie of bedrijfskunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen
Economisch beleid Universiteit Gent Abstract: De associatieonderzoeksgroep "Economisch beleid" beoogt de bestaande onderzoekssamenwerking aangaande het ontwerp en de economische effecten van overheidsbeleid in diverse domeinen (arbeidsmarkt, macro-economie, internationale economie, publieke economie, ?) tussen de onderzoeksgroep SHERPPA van de UGent, het Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde (HABE) van de HoGent en het Departement Bedrijfsmanagement Mercator (BMER) van de HoGent te ondersteunen en visualiseren en verder te versterken. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Gerdie Everaert
Economische analyse van het milieubeleid in de Europese automarkt. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger • Mathias Reynaert
Economische analyse van milieubeleid in de Europese automarkt. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger • Mathias Reynaert
Economische analyse van overheidssteun.MNM European Integration and Development. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We bestuderen de impact van overheidssteun op concurrentieposities. eerst wordt overheidssteun gedefinieerd alsook een overzicht gegeven van wetten, procedures en recente evoluties binnen de Europese Unie. ten tweede maken we een inventaris van bestaande economische literatuur over de concurrentiële impact van overheidssteun. Deze is tot op heden nog zeer beperkt. Belangrijke bijdragen werden onder andere geleverd door Garcia en Neven (2005), Katsoulacos (2005) en Möllgaard (2005). Vervolgens wordt er met behulp van een multinomial logit gezocht naar de belangrijkste determinanten die Europese Commissie beïnvloeden in het al dan niet goedkeuren van een voorgestelde steunmaatregel. Deze resultaten worden dan vergeleken met de doelen van het hervormingsplan aangaande overheidssteun dat door de Europese Commissie werd opgesteld voor de periode van 2005 tot 2009. Daarna maken we twee gevallenstudies. Een eerste behandelt de gvolgen van steun aan de Antwerpse Haven. In een tweede zullen we de subsidies voor onderzoek en ontwikkeling aan bevindingen van bovengenoemde auterus en een model van Jegers en Buts (2008) om te omen tot een theoretische analyse over de impact van overheidssteun op concurrentieposities, die we dan in het laatste stadium verder uitwerken tot een flexibel werkinstrument. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Economische barometer Provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Met een economische barometer wil de dienst Economie en Internationale Samenwerking relevante sociaaleconomische en ruimtelijk economische kerncijfers ik kaart brengen. Tevens wil DEIS samen met de Universiteit Antwerpen de economische evolutie in de provincie blijvend kunnen meten. Ook een benchmarking met relevante regio's hoort bij deze oefening. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Ann Verhetsel
Economische en duurzaamheidsanalyse van nieuwe generatie zonnetechnologie Universiteit Hasselt Abstract: Economische activiteiten gaan steeds gepaard met negatieve externe kosten zoals de uitstoot van broeikasgassen of afvalproductie. Om de druk op onze leefomgeving te verminderen en te minimaliseren, is de ontwikkeling en toepassing van propere technologieën (Cleantech) noodzakelijk. Immers, onze energieconsumptie blijkt toenemen terwijl duurzame energieproductie nog steeds maar slechts een klein onderdeel vormt van de totale energieproductie. Om CO2-emissies te beperken, is de ontwikkeling van innovatieve technologieën voor hernieuwbare energieproductie dan ook van belang. In deze context kunnen nanotechnologie, en meer specifiek organische halfgeleidende materialen, een belangrijke rol spelen. Organische zonnecellen blijken verschillende voordelen te bevatten ten opzichte van klassieke fotovoltaïsche zonnecellen van kristallijn silicium, maar een gedetailleerde en diepgaande analyse is raadzaam om de verdere technologische ontwikkeling te versterken. In andere woorden, naast de wetenschappelijke ontwikkeling van nieuwe generatie zonnetechnologie, is er ook nood aan economische en duurzaamheidsanalyses. Deze kennis kan wetenschappers leiden naar nieuwe winstgevende toepassingen en beleidsmakers naar effectieve ondersteuningsmaatregelen. Daarom is de doelstelling van dit onderzoeksvoorstel om een methodologisch kader te ontwikkeling en toe te passen voor een integrale beoordeling van nieuw generatie zonnetechnologie, rekening houdende met zowel economische als milieu aspecten. Meer specifiek, zal er in een eerste stap een gedetailleerde marktanalyse uitgevoerd worden om te leren van historische ontwikkelingen, dit in combinatie met een verkenning van nieuwe generatie zonnetechnologie. In een tweede stap zal er een economisch analyse-model gebouwd worden om de sleutel determinanten te identificeren voor succesvolle (nieuwe) toepassingen. In een derde stap, zal er een duurzaamheidsanalyse-model ontwikkeld worden voor een integrale beoordeling van economische en ecologische prestaties van organische zonnecellen. In een laatste stap, zullen op basis van de marktanalyse en de marktvoorspellingen, scenarios opgebouwd worden om de prestaties (economische en ecologische) in te schatten en toekomstige valorisatie van organische zonnecellen te stimuleren. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Theo THEWYS • Steven VAN PASSEL
Economische Groei, Armoede en Milieudegradatie in Ethiopië. Een Analyse van de Effecten van Economisch Beleid met Behulp van een Village Computable General Equilibrium (VCGE) Model. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt de relaties tussen economische groei, armoede en milieudegradatie in een dorpseconomie van noord Ethiopië. Een village social accounting matrix (VSAM) en een village computable general equilibrium (VCGE) zullen worden geconstrueerd met het oog op uitvoeren van microsimulaties. De analyse zal helpen om te identificeren welke strategieën gepast zijn om te evolueren in de richting van duurzame ontwikkeling. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Guido Erreygers
Een activiteitengebaseerde aanpak voor het onderzoeken en modelleren van verplaatsingsgedrag Universiteit Hasselt Abstract: P04-06Uit het rapport van diverse internationale organisaties blijkt dat het belang van vervoer en transport steeds toeneemt. Dit is ondermeer te wijten aan de verstedelijking en de globalisering, waardoor de wereldhandel en het personenvervoer stijgen. Om deze stijging in kaart te brengen, maar ook omdat regeringen het zich niet kunnen veroorloven dat de beperkingen van het transport een negatieve impact hebben op de toekomstige competitiviteit van hun producten, zijn lange-termijn investeringen noodzakelijk. Om betere lange-termijn beslissingen te realiseren, kan gebruik gemaakt worden van verkeers- en vervoersmodellen. Op internationaal niveau zijn de activiteitengebaseerde verplaatsingsmodellen de
standaard voor het modelleren van verplaatsingsgedrag. Het belangrijkste kenmerk van deze modellen is dat het verplaatsingsgedrag van personen of families wordt afgeleid van de activiteiten die zij willen of moeten doen. Verplaatsingen worden dus niet langer als een geïsoleerd gegeven beschouwd in deze modellen. Dit is een groot voordeel in vergelijking met de klassieke modellen. Ondanks de verschillende evoluties zijn activiteitengebaseerde modellen nog niet doorgedrongen tot de praktijk. De jongste 2 à 3 jaren heeft men echter ingezien dat activiteitengebaseerde verplaatsingsmodellen leiden tot meer realistische en beleidsverantwoorde voorspellingen. De voordelen van deze modellen zijn namelijk enerzijds dat men het verplaatsingsgedrag van personen realistischer kan beschrijven en anderzijds dat men het verplaatsingsgedrag van personen beter kan begrijpen. Omwille van deze voordelen schakelden onderzoekers en beleidsverantwoordelijken in de Verenigde Staten reeds over van het gebruik van conventionele modellen naar activiteitengebaseerde modellen. We zien dit bijvoorbeeld in Portland, San-Francisco en New York. Alhoewel deze trend het meest zichtbaar is in de Verenigde Staten, merken we deze evolutie ook op in Europa. In de lijn van deze ontwikkelingen is het doel van het project om een activiteiten-gebaseerd verplaatsingsmodel te ontwikkelen voor Vlaanderen. Nieuw aan dit model is dat het verzamelen van de data over verplaatsingsgedrag op een computergestuurde manier zal gebeuren. De ondervraagde personen zullen namelijk hun activiteiten en verplaatsingen ingeven in een GPS-toestel en zullen met behulp van de computer bevraagd worden. Het voordeel hiervan is dat men problemen zoals een lage respons of de hoge kosten voor het verzamelen van data kan vermijden. Daarbij komt nog dat dit model dynamisch wordt opgebouwd. Dit geeft als voordeel dat men gemakkelijker kan inspelen op nieuwe wendingen of veranderingen in activiteiten. Dit nieuwe activiteitengebaseerde verplaatsingsmodel biedt heel wat mogelijkheden voor beleidsmakers en beleidsondersteunende administraties en transport- en vervoersbedrijven. Het stelt hen in staat om betere beslissingen te nemen zodat de stijging van het vervoer en transport niet noodzakelijk een probleem moet betekenen voor de economie of het sociaal leven. Op basis van de verzamelde gegevens kan men namelijk afleiden wie, wanneer verplaatsingen maakt en waarom. Dit biedt de mogelijkheid om betere beleidsmaatregelen te nemen. Wanneer men bijvoorbeeld kan bepalen wanneer mensen gebruik maken van het openbaar vervoer, kan dit leiden tot efficiëntere maatregelen om het openbaar vervoer te stimuleren (bv. verschillende prijsbepalingen op dal- en piekmomenten). Vooral de gegevens op de vraag waarom en wanneer mensen zich verplaatsen is belangrijk, zeker voor het economisch leven. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Een activiteitengebaseerde benadering voor het modelleren van verplaatsingsgedrag ten gevolge van rekeningrijden. Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het onderzoeksproject is om een vollediger beeld te krijgen van het aanpassingsgedrag van mensen ten gevolge van rekeningrijden. Concreet dienen hiervoor complexe afhankelijkheden tussen de verschillende dimensies van een transportbeslissing en relaties met dagelijkse activiteiten mee te worden opgenomen. Door de koppeling met activiteiten kan niet alleen een juistere inschatting worden gemaakt maar wordt tevens een conceptueel kader gecreëerd dat beter beantwoord aan de dagelijkse socio-economische realiteit. Op die manier wordt het bvb. mogelijk om te beschrijven waar, met wie, wanneer en voor hoe lang mensen een bepaalde activiteit uitvoeren en welk transportmiddel ze hebben gebruikt om tot op hun bestemming te geraken. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Een basis voor een verdere groei van het intermodaal transport in België : onderzoek naar de 'missing links'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project wordt in samenwerking met de Universiteit van Luik (ULg) uitgewerkt. Het bestaat uit een samenhangend geheel van subprojecten, die tot doel hebben een overgang van het wegtransport naar het multimodaal transport te bewerkstelligen. Voorgaande onderzoeken hebben geleid tot de conclusie dat zowel de mensen in het veld als de beleidsmakers zich op specifieke elementen moeten concentreren om een sterkere groei vanhet intermodaal vervoer in België mogelijk te maken. Het huidig onderzoeksproject stelt een diepgaand onderzoek voor naar deze elementen, zijnde: 1) Het opstellen van een instrument om de transportprijzen te analyseren 2) Een overzicht weergeven van de meest kritische diensten met toegevoegde waarde, die intermodale terminals moeten leveren 3) Een geheel van richtlijnen weergeven om de hergroepering van goederen te optimaliseren 4) Het opstellen van een instrument om de 'modal scan' op te volgen. Het huidige voorstel is enerzijds gericht op het samenvoegen van de basiskennis die door de twee onderzoeksgroepen reeds opgedaan werd en anderzijds op verder onderzoek naar de ontwikkeling van een echt intermodaal plan, dat focust op de 'missing links' van het openbaar vervoer en dat de specifieke strategische gevolgen voor de diverse actoren (federale en regionale regeringen, transportondernemingen en gebruikers) zal bevatten. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ALAIN VERBEKE • CATHY MACHARIS • Laetitia VEREECKEN
Een economische analyse van verkeersveiligheid: theorie en toepassingen Universiteit Gent Abstract: Transport veroorzaakt aanzienlijk ongevalskosten. De consensus groeit dat er inspanningen moeten geleverd worden om verkeersongevallen en de kosten ervan te verminderen. Hiervoor kunnen de beleidsmakers beroep doen op verschillende instrumenten, die beogen het gedrag van weggebruikers in de gewenste richting te sturen. Doel: op basis van theoretische en empirische analyse concrete beleidsvoorstellen formuleren ter bevordering van de Belgische verkeersveiligheid. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Gerrit De Geest
Een economische, geografische en institutionele analyse van de ontwikkeling van het systeem van de Chinese containerhavens. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus - CONNEC. UA levert aan Erasmus Mundus - CONNEC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom
Een empirische analyse van institutionele transformatie in microfinancieringsinstellingen. KU Leuven Abstract: In de microfinancieringssector ondergaan verschillende instellingen momenteel een transformatie van NGO tot gereguleerde financiële entiteit. Er is echter weinig geweten over de impact van het transformatieproces ophet business-model van de MFI. Het doel van deze PhD-thesis is om wereldwijd empirisch bewijs te leveren van het geïsoleerde effect van transformatie op de verschillende dimensies die gezamelijk het business model van de MFI bepalen. Hierdoor krijgen we enerzijds een vollediger beeld van de impact van transformatie. Anderzijds laat deze aanpak ons toe om stelling in te nemen in verschillende academische discussies die worden gevoerd zoals het meten van sociale performantie, mission drift en de mogelijke 'trade-off' tussen sociale and financiële performantie. Organisaties: • Onderzoeksgroep FAcT Brussel
Onderzoekers: • Bert D'Espallier
Een experimentele analyse van de invloed van mobiliteit op vrijwillige bijdragen tot publieke goederen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Individuen kunnen genieten van de de baten van publieke goederen, zelfs indien ze hiervoor niet betalen. De economischspeltheoretische analyse geeft aan dat de "rationele" mens niet zal bijdragen. de psychologisch-sociologische benadering daarentegen voorspelt dat individuen wel bijdragen. De experimentele economie heeft gezorgd voor een beter inzicht in de menselijke gedragingen in een context van publieke goederen. De relatieve invloed van economische, psychologische en sociologische motivaties werd in kaart gebracht en relevante determinanten werden onderzocht. Voorliggend onderzoeksvoorstel omvat een experimentele analyse van de individuele bereidheid om bij te dragen tot publieke voorzieningen in een context waar mobiliteit mogelijk is. We onderzoeken in welke mate mensen bereid zijn om mee te werken aan een collectief doel, zelfs indien hun strikte eigenbelang hen dicteert om niet mee te werken. Concreet, onderzoeken we hoe de mogelijkheid tot mobiliteit deze bereidheid beïnvloedt. Organisaties: • Econometrie en Macro-Economische Studies
Onderzoekers: • BRUNO HEYNDELS
Een fundamentele analyse van samengestelde beleidsindicatoren geconstrueerd via de multiplicatieve Benefit of the Doubt methode . KU Leuven Abstract: De hoofddoelstelling van dit Impulsproject is verder onderzoek te leveren naar het gebruik van samengestelde indicatoren geconstrueerd op basisvan "voordeel van de twijfel-weging" ('Benefit-of-the-Doubt weging) voor het meten en evalueren van complexe beleidsfenomenen. Het onderzoek omvat zowel een fundamenteel als een meer praktisch luik. Het fundamenteleluik bestaat erin samengestelde beleidsindicatoren (vooral in hun multiplicatieve vorm) diepgaander te bestuderen vanuit het perspectief van zowel measurement theory als welfare theory. De betrachting hierbij is hetdichterbij brengen van de twee gedachtescholen in de literatuur op het gebied van het meten van multidimensionele beleidskwesties. Het praktische gedeelte van het project bestaat erin om op basis van de bevindingen uit het fundamentele luik samengestelde indicatoren te construeren in het domein van sociaal beleid (EU social policy). Organisaties: • Onderzoeksgroep EERD Brussel
Onderzoekers: • Tom Van Puyenbroeck • Nicky Rogge • Ignace Van de Woestyne
Een geïntegreerd macro-financieel model voor de Belgische economie Universiteit Gent Abstract: In dit project analyseren we de interactie tussen liquiditeit, financiële prijzen (vastgoed en aandelenmarkten) en inflatie en dit op basis van modellen welke tijdsvariatie in de relaties toelaten. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Gert Peersman
Een historische reconstructie van de bijdrage van Ernest Mandel to het naoorlogs politiek en economisch denken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil bijdragen tot een meer systematische studie en inventarisering van de heterodoxe stromingen binnen het naoorlogse politiek en ekonomisch denken en raakt tegelijk een belangrijk deel van de intellektuele geschiedenis van de VUB in de jaren 70 en 80. Een belangrijke en specifieke plaats binnen de heterodoxe stroom wordt immers ingenomen door het omvangrijk oeuvre van Ernst Mandel (19231995),emeritus van de VUB.Mandels bijdragen bestrijken tal van terreinen en problematieken zoals de algemene bewegingswetten van het kapitaal, de geschiedenis van het wereldsysteem , de problematiek van de arbeidersbureaukratie...De historische rekonstruktie waar het project werk wil van maken streeft in de eerste plaats een geannoteerde bibliografie na van het totaal-werk van Mandel .Een volgende stap in het onderzoek is het ontwerpen van het bibliografisch materiaal aan een taxinomische analyse om te komen tot een cartografie van de (verhoudingen tussen de) meerdere ruimtesn die door het behandeld totaal-werk worden bestreken. In een volgende onderzoeksfase wordt bibliografisch gepeild naar zowel de teksten die " rond " (de "kon-tekst") als naar die die " achter " ( de " intertekstualiteit ") de teksten van Mandel zitten en wordt een schets ondernomen van het kompleks denk-resp.representatiesysteem dat door deze teksten wordt verwoord en gedragen.Tenslotte wordt een begin gemaakt van een bibliografische studie van de receptie van het werk van Mandel en wordt nagegaan hoe het zich veroudt tot het polymorf bevrijd marxisme dat in de huidige periode het licht ziet. Organisaties: • Geschiedenis • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Metajuridica
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • DIRK FRANTZEN • SERGE GUTWIRTH • ELS WITTE
Een methodologisch kader voor multicriteria besluitvorming op vlak van verkeersveiligheid Universiteit Hasselt Abstract: Dit onderzoek richt zich op het integreren van geavanceerde statistische methodes (zoals optimalisatiealgoritmes) in een nieuw kader voor multi-criteria besluitvorming op vlak van verkeersveiligheid om op die manier beleidsmakers beter te ondersteunen in hun keuzes. Gegeven de complexiteit van het fenomeen verkeersveiligheid en de toenemende belangstelling voor een uitgebreide set van verkeersveiligheidsindicatoren (waarin niet enkel het aantal verkeersdoden vervat zit, maar ook risicofactoren, beleidsinspanningen en beschrijvende kenmerken) is er nood aan evaluatie gebaseerd op meerdere indicatoren. Een mogelijk toepassingsgebied is het verbeteren van de rijopleiding. Bovendien impliceert de aard van deze indicatoren een aantal methodologische uitdagingen. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Elke HERMANS
Een micro-level analyse van gewelddadige conflicten (MICROCON). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Philip Verwimp
Een multisdisciplinaire benadering van evaluatie en ondersteuning van veilige mobiliteit bij senioren Universiteit Hasselt Abstract: Onderzoek wijst uit dat mobiliteit voor ouderen een belangrijk element is in de levenskwaliteit. Het laat ouderen toe om deel te nemen aan dagelijkse activiteiten zoals winkelen, het onderhouden van sociale contacten, onafhankelijkheid en verkleint daardoor de kans op depressie en sociaal isolement. Ouderen zolang mogelijk veilig mobiel houden, is dan ook een maatschappelijk relevante doelstelling. Met de vergrijzing van de bevolking zijn echter ook een aantal uitdagingen gepaard. Met de algemene trend van toename in mobiliteit zal ook de mobiliteit van senioren immers toenemen. Ouderen vormen echter een aparte risicogroep in het verkeer. Het project dat kadert binnen het platform "Careville Moving Care" heeft als algemene doelstelling om de mobiliteit en daarmee de levenskwaliteit van ouderen met een cognitieve beperking te bevorderen door het opstellen en aanbieden van een efficiënte screening van rijvaardigheid, training op maat en het uitwerken van kwaliteitsvolle en aangepaste mobiliteitsvoorzieningen wanneer het autorijden niet meer mogelijk is. Concreet streven de aanvragers volgende doelstellingen na: - Het opzetten en valideren van een geschikte screeningsmethodiek voor de beoordeling van rijvaardigheid bij senioren met een cognitieve beperking - Het ontwikkelen en valideren van een effectieve training van rijvaardigheid bij ouderen met een cognitieve beperking - Het informeren en optimaliseren van een aanbod aan mobiliteitsalternatieven doorheen de volledige zorgketen - Opmaak van een businessplan voor de oprichting van een centrum voor assessment en training van rijvaardigheid bij senioren De maatschappelijke valorisatie van dit project situeert zich enerzijds op het verlengen van de zelfstandigheid van ouderen in hun thuissituatie door hen maximaal te ondersteunen in het continueren van een veilige mobiliteit via zelfinzicht en training van rijvaardigheid. Anderzijds stimuleren we ouderen om zo lang mogelijk hun mobiliteit te behouden door het optimaliseren van het vervoersaanbod en het verder faciliteren van multimodaal vervoer. Het project biedt tevens een economisch valorisatiepotentieel doordat de aanvragers de ambitie hebben om op basis van de projectresultaten te komen tot de oprichting van een centrum voor diagnose en training van rijvaardigheid bij ouderen. Ook wensen we een centraal loket voor de behandeling van concrete vervoersvragen, nl. een Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer, aan te bieden met een focus op multimodaal vervoer met maximale inzet van openbaar vervoer (in combinatie met coaching bij het gebruik hiervan) en ook vervoer van (ouderen)voorzieningen. Het project wordt uitgevoerd door de volgende partners: - Vzw Jessa ziekenhuis (hoofdaanvrager) - Vzw Enter - BVBA Dr. Lutin - Instituut voor Mobiliteit (UHasselt) - als onderaannemer Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Ellen JONGEN • Joris CORNU
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen Hogeschool Gent Abstract: Dit Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoeksproject, met als titel ’Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen’, heeft als doel de beeldvorming in Vlaanderen rond gefailleerden weer te geven en de thematiek van herstarters in kaart te brengen. Er verstrijkt geen week zonder dat we geconfronteerd worden met faillissementen en de negatieve gevolgen ervan, onder andere voor de werkgelegenheid. Maar ook voor de ondernemers zelf heeft een faillissement heel wat implicaties op persoonlijk en materieel vlak. Aan de andere kant tracht de overheid ondernemen zo veel mogelijk te stimuleren via allerhande manieren. Want zonder ondernemers zou het waarschijnlijk al helemaal slecht gesteld zijn met onze economie. Maar als een ondernemer faalt, dan is er weinig of geen ondersteuning. Vindt de publieke opinie in België dat falen een persoonlijke mislukking betekent? Wordt de gefailleerde ondernemer aanzien als een sjoemelaar? Verdient de gefailleerde een tweede kans? Het antwoord op deze laatste vraag varieert aanzienlijk van land tot land. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld wordt falen aanzien als een mogelijkheid om een meer succesvolle ondernemer te worden. In veel Europese landen bestaat er echter een stigma op falen. Dit stigma kan een
belangrijke factor zijn om niet te starten als ondernemer. De Europese Commissie is zich ook reeds langer bewust van dit heersende stigma op falen en de mogelijke gevolgen ervan en vraagt de EU-lidstaten om aandacht te hebben voor een beleid van tweede kans. Want uit onderzoek blijkt dat een gefailleerde ondernemer meestal zijn ondernemingsgeest niet kwijt is. Integendeel, onderzoek geeft weer dat de mogelijkheid bestaat dat uit dit falen een ondernemer unieke kennis kan verwerven om een meer succesvolle onderneming op te richten. De Europese Commissie heeft zelfs een website ontwikkeld rond de thematiek van gefailleerde herstarters. Maar hoe zit het eigenlijk juist met gefailleerde herstarters in Vlaanderen? Voelen zij zich gestigmatiseerd door het eerdere faillissement? Hebben zij geleerd uit hun “falen”? Met welke problemen werden zij geconfronteerd bij een herstart? Organisaties: • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Talen • Vakgroep Toegepaste Economie • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • Ruth DeVreese • Ann-Sophie Bouckaert • Linda Verbist
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen, spoor 2 Hogeschool Gent Abstract: Dit PWO-vervolgproject is een vervolg op het PWO-basisproject ‘Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen’. Tijdens de uitvoering van het PWO-basisproject werd het duidelijk dat de maatschappelijke relevantie van dit thema zeer groot en actueel is. De algemene bedoeling van het PWO-vervolgproject is dan ook de verdere ontwikkeling van een meer uitgebreide onderzoekslijn rond tweedekansondernemerschap, waarbij ook aansluiting gezocht wordt bij internationaal onderzoek op dit vlak. Binnen deze onderzoekslijn willen we in de eerste plaats een antwoord formuleren op volgende onderzoeksvragen: (1)Welke zijn de motivaties en beweegredenen voor herstarters in Vlaanderen om na een faillissement opnieuw te ondernemen; (2)Welke zijn de hinderpalen en knelpunten die herstarters in Vlaanderen ondervinden door het eerdere faillissement; (3)Wat hebben herstarters geleerd uit hun faillissement dat ze kunnen toepassen bij hun nieuwe zaak; (4)Hebben herstarters een stigma ervaren na hun faillissement; (5)Ondervinden herstarters andere problemen dan ondernemers zonder faillissement; (6)Zijn de algemene bevindingen uit het PWO-onderzoek geldig op Europees niveau. Met het vervolgproject zullen de gevonden resultaten uit de interviews met de herstarters (basisproject) getoetst worden bij alle herstarters (faillissement vanaf 1995) in Vlaanderen. Daarnaast wordt er een controle uitgevoerd van de bevindingen bij een gelijkaardige groep ondernemers zonder faillissement. Het is de bedoeling problemen en knelpunten te identificeren specifiek bij herstarters en dit te kunnen vergelijken met problemen en knelpunten bij ondernemers in het algemeen. Als tweede doelstelling wordt de uitbouw van een Europees netwerk rond deze onderzoekslijn vooropgesteld. De realisatie van een boek op basis van de interviews met de herstarters wordt vooropgesteld en in mei 2012 wordt er opnieuw een symposium rond dit thema georganiseerd. De resultaten uit het onderzoek zullen teruggekoppeld worden naar vertegenwoordigers van belangengroepen en met de opleiding. Organisaties: • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Talen • Vakgroep Toegepaste Economie • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • Ruth DeVreese • Sabine Moenssens • Ann-Sophie Bouckaert • Els Van Speybroeck
Een onderzoek naar het belang van winkelpaden voor marketing informatie systemen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksprojecy heeft als doel de beweging van klanten in een winkelinrichting te bestuderen (bvb. Shopping-centra). Pad-data bevat waardevolle informatie voor markonderzoekers omdat deze weergeven hoe consumenten interageren met hun omgeving. Het doel van dit project is om methodes te ontwikkelen voor descriptieve en meer geavanceerde analysemes teneinde relevante inzichten te genereren voor het management. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Een overzicht van en duiding bij de competitieve voordelen van metropolen (en hun economisch hinterland) in de wedren naar innovatie en economische groei: een case study van Amsterdam en Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het bovenstaande onderzoeksvoorstel heeft de volgende doelstellingen: -het uitvoeren en ordenen van een data verzameling over innovatie en welvaartsgroei in Antwerpen en dat in vergelijking tot Amsterdam, -het verduidelijken hoe en waarom de welvaart van een metropool en haar economisch hinterland aan haar capaciteit om creativiteit (in het algemeen) en innovatie (i.e. de economische uitdrukking van creativiteit) te stimuleren vast hangt. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet
Een publiek beschikbare Economische Onzekerheids-Indicator voor de G8 landen m.b.v. tekst mining.
Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project focussen we op de vraag: hoe kunnen we onzekerheid omtrent economisch beleid meten? Recent ontwikkelden we een EPU (Economic Policy Uncertainty) index voor België, door online nieuwsartikels van de grootste kranten te minen. Gegeven de veelbelovende resultaten die we bekwamen, wensen we deze tekst mininggebaseerde methodologie toe te passen voor andere landen (de G8 landen) en zullen we een publieke website creëren waar deze index wekelijks automatisch zal worden geupdate. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Walter Daelemans • David Martens
Een rechtvaardige en duurzame handel, tussen markt en solidariteit: diagnose en perspectieven Universiteit Antwerpen Abstract: Een rechtvaardige en duurzame handel, tussen markt en solidariteit: diagnose en perspectieven Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker
Een revealed preference analyse van het modelleren van gezinsconsumptie. KU Leuven Abstract: In de literatuur werd reeds een brede waaier aan modellen voorgesteld om het consumptiegedrag van meerpersoons gezinnen te modelleren. Deze modellen vertrekken vanuit gegeven voorkeuren voor de individuele gezinsleden en modelleren vervolgens het beslissingsgedrag binnen gezinnen. De uiteenlopende karakterisaties verschillen van elkaar in termen van hun modellering van dit beslissingsgedrag, die kan variëren van niet-coöperatief tot coöperatief. De doelstelling van dit project bestaat erin een instrumentarium te ontwikkelen voor het vergelijken van de empirische prestaties van de verschillende modellen. De typische benadering hiertoe in deliteratuur is de zogenaamd differentiële benadering. In dit project wijken we af van deze gangbare praktijk door een revealed preference benadering te volgen. Eerst en vooral willen we revealed preference karakterisaties ontwikkelen voor de bestaande modellen van (niet-coöperatief en coöperatief) groepsconsumptiegedrag. Daarnaast beogen we ook de em Organisaties: • FEB Kulak
Onderzoekers: • Laurens Cherchye • Bram De Rock • Thomas Demuynck
Een Ricardiaanse Analyse van de impact van de klimaatsverandering op de Europese landbouw Universiteit Hasselt Abstract: Het onderzoek schat de impact in van de klimaatverandering op de Europese landbouw met behulp van een Ricardiaanse analyse. Deze analyse onderzoekt hoe het klimaat in verschillende Europese regio's invloed heeft op de netto huur of de waarde van landbouwgrond, rekening houdend met de verscheidenheid van substituties, aanpassingen en andere activiteiten die 'niet-meer-voordeel activiteiten' verdringen als het klimaat verandert (Mendelsohn et al., 1994.; Mendelsohn en Dinar, 2009). Op deze manier kan een holistische evaluatie van de klimaatverandering op de landbouw de uitdaging van het beleid betreffende de aanpak van de natuurlijke hulpbronnen ondersteunen. Bovendien beoogt dit onderzoeksproject ook om verschillende landbouwtechnologieën te beoordelen met betrekking tot (de prognoses) van de winst per hectare als een functie van temperatuur en neerslag. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Een search and matching benadering van tussenhandel in landbouwproducten in ontwikkelingslanden Universiteit Gent Abstract: Dit project ontwikkelt een search and matching model voor het bestuderen van de dynamiek van tussenhandelaars in landbouwproducten in ontwikkelingslanden. Het model zal worden gebruikt voor het voorspellen van de implicaties van een beleid van regionale specialisatie, investeringen in transport en communicatie, en handelsbeleid voor landbouwontwikkeling. De modellen worden empirisch getest door het vergelijken van de effecten van het sterk verschillend landbouwbeleid in Burundi en Rwanda. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Guido Van Huylenbroeck • Marijke D'Haese
Een simulatiemodel voor de aanloopprocedure in de haven van Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: De aanloopprocedure voor de haven van Antwerpen is een complex geheel van operationale regels en nautisch-technische nevenvoorwaarden om een vlotte toegankelijkheid tot de haven te garanderen. D.m.v. discrete event simulatie wil het onderzoeksteam de huidige toestand analyseren en voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden aan systeemoptimatisatie doen. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Willy Winkelmans
Een totaalaanpak voor evaluatie en het verbeteren van rijvaardigheid met behulp van een rijsimulator. Universiteit Hasselt Abstract: Het IOF (staat for 'Industrieel Onderzoeksfonds' van de AUHL - Associatie Universiteit Hogescholen Limburg) project beoogt de voorbereiding van een spinoff inzake de ontwikkeling van een online trainingstool en mobiele rijsimulator voor assessment en training van rijvaardigheid. Hiertoe zal onze huidige rijsimulator worden omgebouwd tot een mobiel systeem en zal het reeds bestaande assessment worden geautomatiseerd en gevalideerd. Tevens zal een online trainingstool ontwikkeld worden, zodanig dat deelnemers na een assessment kunnen
werken aan de verbetering van die aspecten van rijvaardigheid die als onvoldoende naar voren kwamen uit het assessment. De spinoff wil met andere woorden een complete benadering van rijvaardigheid aanbieden, vertrekkende van een goed assessment tot een online platform met toepassingen waar de gebruiker kan werken aan zijn/haar rijvaardigheid. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Dirk ROOX • Ellen JONGEN • Marc GERAERTS • Caroline ARIEN
Een vergelijkende studie over stedelijk bestuur in China en de EU-lidstaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Wouter Van Dooren
Een Webgebaseerd Multimodaal Beslissingsmodel. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor de correcte afweging van transport- en voorraadgerelateerde implicaties van de vervoerswijzekeuze zijn in de literatuur reeds diverse modellen ontwikkeld. Ondanks het feit dat deze modellen toelaten om in het merendeel van de situaties bedrijfsbeslissingen te ondersteunen, worden zij vooralsnog weinig gebruikt omwille van de moeilijkheid bij hun praktische implementatie. Het huidig project heeft als doel state-of-the-art benaderingen te integreren in een gebruiksvriendelijk en mistake-proof webgebaseerd model voor beslissingen m.b.t. de vervoerswijzekeuze. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Effectieve en Stabiele Internationale KlimaatAkkoorden [ESIKA]. KU Leuven Abstract: Dit project beoogt om de fundamentele determinanten te identificeren van de effectiviteit (in welvaarts- en milieutermen) en speltheoretische stabiliteit van internationale klimaatbeleidsakkoorden. Methodologisch zal het project de meest recente ontwikkelingen in de speltheoretische analyse van internationale klimaatsamenwerking (gemodelleerd als een globaal publiek goed) combineren met geavanceerde statistische analyse van numerieke simulatieresultaten geproduceerd met een integrated assessment economie-klimaat model. Deze benadering zal ons toelaten om te focussen opheterogeniteit van landen en regios in relevante achtergrondparameterszoals kwetsbaarheid voor klimaatverandering, mitigatie- en adaptatiekosten en stadium van economische ontwikkeling bijvoorbeeld. De resultaten van dit project omvatten een update van een numeriek IA model, een aantal state-of-the art publicaties in hoog aangeschreven wetenschappelijke tijdschriften in de domeinen van (milieu)economie en knbsp;limaatver Organisaties: • OG Energie, Transport en Milieu Leuven
Onderzoekers: • Johan Eyckmans
Effective and stable international climate accords. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep CEDON Brussel
Onderzoekers: • Johan Eyckmans • Irina Bakalova
Effective governance in non-profit organisaties: invloed van incentives van de betrokken belanghebbenden op organisatorische prestatie en de mediatie door governancestructuur (deelproject van toegekend IWT-SBO 2009-2013) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op basis van de centraal te ontwikkelen meetinstrumenten op het vlak van governance (dient gezamenlijk gestuurd te worden maar wordt geconcretiseerd aan de UA) wordt meer specifiek aan de VUB nagegaan of en eventueel hoe governancestructuren van nonprofitorganisaties gerelateerd zijn aan organisatieprestaties. De meting van dit laatste is een zeer specifiek nonprofit probleem, dat eveneens in een eerste fase door de VUB-onderzoekers dient aangepakt te worden. Dit gebeurt, naast een meer theoretische aanpak, door 20 diverse nonprofit organisaties op een kwalitatieve wijze grondig door te lichten door met verschillende betrokkenen diepteinterviews te houden. Dit moet leiden tot een kwantitatief testbaar model, dat, indien mogelijk, geïntegreerd dient te worden in een globaal model. Dit model zal empirisch getest worden met behulp van de gezamenlijk ontwikkelde meetinstrumenten. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Effective Governance in particuliere organisaties: de invloed van stimuli van verschillende belanghebbenden op organisatorisch succes en de bemiddelende rol van het bestuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Effective Governance in particuliere organisaties: de invloed van stimuli van verschillende belanghebbenden op organisatorisch succes en de bemiddelende rol van het bestuur.
Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Christophe Boone • Marc Deloof • Anna Jorissen • Arjen van Witteloostuijn
Effective Governance in particuliere organisaties: de invloed van stimuli van verschillende belanghebbenden op organisatorisch succes en de bemiddelende rol van het bestuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is na te gaan hoe structuren en besturingsmechanismen in een organisatie bijdragen tot de resultaten (financieel als niet-financieel) van die organisatie. In diverse organisatievormen zullen ten eerste interacties tussen de belangrijkste stakeholders in een organisatie in kaart gebracht worden. Ten tweede zal geanalyseerd worden welke besturingsmechanismen gebruikt worden. ten derde kijken we hoe deze interacties tussen stakeholders en governance of besturingsmechanismen een invloed hebben op de realisatie van de doelstellingen van een onderneming. Het volledige onderzoeksproject zal opgedeeld worden in deelprojecten rond een reeks organisatievormen (ter beurs genoteerd, niet ter beurs genoteerd (KMO), familiebedrijven, filialen van buitenlandse bedrijven, gefailleerde ondernemingen,NPOs), daar de mechanismen verschillen in functie van het type organisatie. De belanghebbenden of stakeholders zijn hierbij telkens de kapitaalverschaffers (eigenaars, leden, overheid, verstrekkers van vreemd vermogen), bestuurders en managers en werknemers (ondernemingsraden, syndicale afvaardiging of CPB). Resultaten uit de diverse organisatievormen zullen enerzijds meer inzicht versschaffen in passende besturingsmechanismen voor die betreffende organisatievormen. Anderzijds worden de resultaten gebruikt om te komen tot een algemeen contingency model mbt behoorlijk bestuur (hollistische aanpak). Op basis van de onderzoeksresultaten kunnen aanbevelingen gedaan worden mbt structuren en mechanismen die bijdragen tot een betere realisatie van organisatiedoelstellingen. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Christophe Boone • Marc Deloof • Anna Jorissen • Arjen van Witteloostuijn
Effective governance in private organizations : the influence of multiple stakeholders' incentives on organized outcome and the mediating role of governance. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Effective governance in private organizations : the influence of multiple stakeholders' incentives on organized outcome and the mediating role of governance. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Effective innovation strategies for incumbent firms in high-velocity environments. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Bart Van Looy • Annelies Geerts
Effectiviteit van reclame, tijdreeksanalyse met hoogfrequente data. Universiteit Antwerpen Abstract: Effectiviteit van reclame, tijdreeksanalyse met hoogfrequente data. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Marcel Weverbergh
Effects of RTAS on the Flemish economy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Jan Van Hove • Sophie Soete
Efficiëntie versus stabiliteit van de financiële sector in West en Oost-Europa Universiteit Gent Abstract: Theoretische en empirische analyse van deelaspecten van de trade-off tussen stabiliteit en efficiëntie in de banksector, toegepast op West- en Oost-Europa. Efficiëntie versus stabiliteit van de financiële sector in West en Oost-Europa. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
EFRO 256: Centrum voor ondernemen (startende ondernemers) Hogeschool Gent
Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Stephane Leliaert
EFRO 287: De Hogeschool Gent Bedenkers Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Johan Verrue • Stephane Leliaert
EFRO 581: Interregionale disseminatie van het businessmodel van het Centrum voor Ondernemen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers:
EFRO 664 ‘Centrum voor Ondernemen – Hogeschool Gent Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Stephane Leliaert
EFRO-project: " Organisatieontwikkeling binnen familiebedrijven: Op weg naar een lerend familiebedrijf " Universiteit Hasselt Abstract: Het lerende en innoverende familiebedrijf is het centrale thema van het nieuwe onderzoeksproject dat VKW Limburg vanuit het Limburgs Platform voor het Familiebedrijf (LPF) uitvoert in samenwerking met het onderzoeksinstituut KIZOK van de Universiteit Hasselt. Een vijftigtal ondernemers van bekende en succesvolle familiebedrijven worden geïnterviewd over hoe zij, samen met hun familie en niet-familieleden, veranderingen en vernieuwingen vorm hebben gegeven in het bedrijf over generaties heen en met welke problematieken/uitdagingen zij daarbij werden geconfronteerd. Dit thema is vanuit wetenschappelijk en praktijk oogpunt zeer belangrijk. Om in een snel veranderende omgeving een competitief voordeel te behalen èn te behouden is het vermogen van het bedrijf om haar organisatie gepast te veranderen van cruciaal belang. Er is echter weinig informatie beschikbaar over hoe familiebedrijven veranderingen/vernieuwingen tot een goed einde brengen en continu verbeteren in de richting van een vitaal, productief en lerend systeem. Dit onderzoek zal resulteren in de uitgave van een nieuw boek waarin 20 familiebedrijven geprofileerd worden. De ervaringen en ideeën van deze ondernemers worden wetenschappelijk onderbouwd. Het onderzoek zal tevens resulteren in een tool die nuttig zal zijn voor familiebedrijven om een inschatting te kunnen maken over hun lerend en innovatief vermogen. Organisaties: • Governance • Financiering, ondernemerschap en rapportering • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Wim VOORDECKERS • Frank LAMBRECHTS
Employability and careers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Human Resources Management Antwerpen
Onderzoekers: • Anneleen Forrier • Marijke Verbruggen • Jill Nelissen
EMR Transport Database for the EU Region Maas-Rijn. Universiteit Antwerpen Abstract: EMR Transport Database for the EU Region Maas-Rijn. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Endogene coalitievorming in het kader van een Europese stabilisatiepolitiek: mogelijkheden en gevolgen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project spitst zich toe op het onderzoeken van de formulering van beleidsmaatregelen over macro-economische stabilisatie in de EMU. Het algemeen doel is: a)de omvang van nationaal verschillen en van communautaire stabilisatiepolitieken te modelleren; b)de gevolgen van de interacties tussen beleidsmakers (nationale regeringen of 'blokken' van nationale regeringen en de ECB) bij het bepalen van deze stabilisatiepolitiek nat te gaan.
Het project beoogt de functionering van de EMU waarbij nadruk wordt gelegd op de rol die gespeeld wordt door: a) asymmetrieën van zowel de structurele als de preferentiekenmerken van de landen/beleidsmakers en b) het bestaan van een dynamische meerlandenbenadering. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans
Endogene coalitievorming in onderzoek en ontwikkeling : standaardisatie en creatie van nieuwe markten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject dient een studie te verrichten op het gebied van endogene coalitievorming van innoverende bedrijven, die investeren in onderzoek en ontwikkeling (O&O). Doelstellingen : Wij willen de volgende onderzoeksvragen beantwoorden: i) Welke zijn de optimale strategieën van de bedrijven, die mogelijkheid hebben om een nieuwe standaard te creëren? ii) Is standaardisatie een prikkel of een ontmoediging voor innovatie en welke zijn de voorwaarden hiervoor? iii) Zijn er meerdere standaardallianties mogelijk en leidt dit tot een stabiele markt? iv) Is een grote standaardalliantie met een oude technologie/product efficiënter dan meerdere standaardallianties met (een) nieuw(e) technologie(ën)/product(en)? v) Hoe beïnvloeden de strategieën voor standaardcreatie van de bedrijven de welvaart in de economie? Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Peter Kort • Jozef Plasmans
Endogenous market structures and the regulation of retail markets. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Christophe Crombez • Adriaan Luyten
EnergieConversiePark (ECP) voor de verwerking van lokale biomassastromen. Universiteit Hasselt Abstract: Dit project tracht de economische voordelen aan te tonen van de benutting van lokaal beschikbare biomassastromen die nu vaak niet of nog maar moeilijk te gebruiken zijn. Om dit te verwezenlijken wordt een zogenoemd 'energieconversiepark (ECP)' concept ontwikkeld. Het gaat om een slimme en energetisch optimale combinatie van diverse verwerkingstechnologieën op één lokatie. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Energiegewassen op landbouwgrond verrijkt met zware metalen: functioneel herstel door middel van fyto-extractie en / of energiegewassen als een duurzaam alternatief voor de klassieke landbouw. Universiteit Hasselt Abstract: Primair landgebruik in deze regio is landbouw, die vaak wordt geconfronteerd met gewassen waar de concentratie aan metalen groter is dan de Europese normen voor gehaltes aan zware metalen in voeding en veevoeder. Dit probleem vraagt om een duurzame oplossing, terwijl de uitgestrektheid van het gebied vraagt om een alternatieve saneringstechnologie. Fytoremediatie biedt de mogelijkheid om meerdere doelstellingen te bereiken waarbij non-food gewassen veilig worden geteeld. De potentiële voordelen zijn meervoudig: aan boeren wordt een economisch alternatief aangeboden, bodems worden gesaneerd met een middellange tot lange termijn perspectief op functioneel herstel van de bodem, en de geoogste biomassa biedt mogelijkheden voor energie opwekking. De algemene methode die wordt gebruikt voor de analyse van de verschillende gewassen is een kosten-batenanalyse. Het project op Yale heeft echter als doelstelling de ontwikkeling van een meer geïntegreerde beoordeling van non-food gewassen op verontreinigde grond, op basis van meerdere criteria. Gezien de expertise op het gebied van fytoremediatie van een aantal onderzoekers van de School of Forestry and Environmental Studies (F&ES) aan Yale University en in het bijzonder de expertise van Prof. Mendelsohn in de waardering van het milieu en de gewaskeuze van landbouwers, is F&ES zeer geïnteresseerd in het project. De concentratie van alle kennis op een locatie biedt de optimale onderzoeksomgeving om te komen tot een geïntegreerd beoordelingsinstrument. Organisaties: • Milieueconomie • Economie en beleidsmanagement • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Nele WITTERS
EnergieNetwerk Ravenshout Universiteit Hasselt Abstract: EN Ravenshout (EnergieNetwerk Ravenshout) is een demonstratieproject en disseminatieproject binnen de oproep 'Slimme uitwisseling van energiestromen tussen bedrijven', de eerste provinciale projectoproep inzake Clean-Energy en Energie-Efficiëntie. Op het industrieterrein Ravenshout (Beringen - Ham - Tessenderlo) zijn verschillende warmteaanbieders en warmtevragers gelegen waardoor deze locatie duidelijk potentieel biedt voor de bouw van een uitgebreid warmtenet. In EN Ravenshout wordt de haalbaarheid van een warmtenet over een welgedefinieerd grondgebied onderzocht. Binnen dit project wordt getracht om tot een afgebakend traject te komen voor het warmtenet met een paar leveranciers en afnemers van warmte, tot een volledige economische analyse van de kosten en volledig juridisch onderbouwd.De UHasselt (Centrum voor Milieukunde) staat in voor de juridische en economische aspecten van het project.
Organisaties: • Milieueconomie • Centrum Overheid en Recht • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Bernard VANHEUSDEN • Nele WITTERS
Enhancing R&D and innovation through specific policy measures: impacts revisited. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Dirk Czarnitzki
EPIDO Werkgelegenheid, loondiscriminatie en armoede. KU Leuven Abstract: Dit project heeft tot doel de arbeidsmarktsituatie te beoordelen van bevolkingsgroepen die het traditioneel moeilijk hebben op de arbeidmarkt en te kampen hebben met lage werkgelegenheidsgraden, hoge werkloosheid enhet daaruit voortvloeiend hogere risico om in de armoede te belanden. Het betreft onder meer vrouwen ouder dan 50, laaggeschoolde individuen enpersonen die niet over een Europese nationaliteit beschikken. Meer specifiek is het doel van dit project hun arbeidsmarktsituatie te beoordelenaan de hand van 3 criteria: i) tewerkstellingskansen, ii) loondiscriminatie en iii) relatieve loonhoogte. Dit project introduceert enkele methodologische nieuwigheden, aangezien het gebruik zal maken van matched employer-employee gegevens, waarbij er bij de beoordeling van de arbeidsmarktsituatie van deze risicogroepen een bijzondere focus zal zijn op de arbeidsproductiviteit op het niveau van het bedrijf. De drie arbeidsmarktcriteria ( tewerkstellingskansen, loondiscriminatie en relatieve lo Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Jozef Konings
Erasmus- ENW. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep CEDON Brussel
Onderzoekers: • Tom Van Puyenbroeck
Er Terug-zijn³ - Re-integratie van sub-acute arbeidsongeschikte werknemers als aanbod binnen de dienstverlening van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IDEWE vzw. UA levert aan IDEWE vzw de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Esays over coördinatieproblemen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zullen situaties onderzocht worden, die gekarakteriseerd zijn door de drievuldigheid onzekerheid, complementaire acties en verspreide informatie tussen agenten. Mogelijke toepassingen omvatten: een openbare offerte van aandelen ('Initial Public Offering of Stock'), muntcrises en industriële investeringen onder imperfecte competitie. Bij deze analyse zal gebruik gemaakt worden van het werk van Cooper (1999). Cooper beschouwt belangrijke macro-economische problemen (gaande van groeitheorie tot handelskosten) expliciet als coördinatiespelen. Zo dwingt hij andere economisten enkele klassieke papers én de rol van de overheid te herdenken. Morris en Shin (2000) stippelen een onderzoekspad voor de toekomst uit. Specifieke analyses voor de onderwerpen uit Cooper (1999), zouden zeer interessante beleidsregels kunnen opleveren. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Wilfried Pauwels • Reinout De Bock
ESF-4166 Evidence Based Langer Werken. KU Leuven Abstract: Doelstelling van het project is om organisaties te helpen om de duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers te verhogen, steunende op de vele best-practices die reeds voorhanden zijn en recente HR-literatuur. Organisaties: • Onderzoeksgroep CEDON Brussel
Onderzoekers: • Marjan Maes
Essays in educational economics. KU Leuven Abstract: Succes in innovatieve sectoren is erg belangrijk voor de economisch groei in Europa. In juni 2010 stelde de Europese Unie de doelstelling dat 40% van alle inwoners tussen 30 en 34 jaar in 2020 over een diploma hogeronderwijs zou moeten beschikken. Een hoge participatie aan het hoger onderwijs is belangrijk om deze doelstelling te verwezenlijken. Hiervoor moeten schaarse middelen op een efficiënte wijze aangewend worden, gegeven de onvolledige informatie over de bekwaamheid van studenten. In de VS zijn de toelatingsvoorwaarden voor het hoger onderwijs
streng en is het inschrijvingsgeld hoog. In de meeste Europese landen zijn er minder strenge toelatingsvoorwaarden en is het inschrijvingsgeld veel lager. Screening gebeurt er na het eerste jaar. Hoewel de ex ante screening in de VS reeds bestudeerd is in de literatuur, is er weinig onderzoek naar de ex post screening in Europa. Daarom ontwerpen we een dynamisch discreet keuzemodel en analyseren we keuzegedrag in het hoger onderwijs in Vla Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Frank Verboven • Koen Declercq
Essays in networks and trade. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Filip Abraham • Jan-Pieter Laleman
Essays on communication and strategic information transmissions, with applications to collusion and financial markets. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Patrick Van Cayseele • Na Li
Essays on Competition Policy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • N. N. • Otto Toivanen
Essays on environmental innovations and firm behaviour. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • N. N.
Essays on financial integration and monetary policy in small open economies. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Internationale Economie Leuven
Onderzoekers: • Hans Dewachter • Mara Pirovano
Essays on firm and product heterogeneity in international trade. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Filip Abraham • Jan Van Hove • Zuzanna Studnicka
Essays on firm growth and industry dynamics. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Jozef Konings • Koen Erik Michelle Breemersch
Essays on fiscal federalism and regional economics. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Jozef Konings • Sander Ramboer
Essays on globalization and recent dynamics in European trade. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Jan Van Hove • Janez Kren
Essays on growth and technological change induced by small, young innovators. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Dirk Czarnitzki • Julie Delanote
Essays on information and competition. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Patrick Van Cayseele • Maarten Goos • Simon Miegielsen
Essays on institutions, market imperfections and agricultural development in Europe. KU Leuven Abstract: Deze verhandeling bevat zes hoofdstukken over de rol van instellingen en marktimperfecties op de ontwikkeling van de landbouwsector in Europa.Na een beknopt inleidend hoofdstuk, dragen het tweede en het derde hoofdstuk bij aan de bestaande kennis van de factoren die de herstructurering van de landbouwsector beïnvloeden. In het bijzonder bestuderen deze twee hoofdstukken de impact van de modernisering en institutionele innovaties in de voedselketen op de herstructurering van de landbouwsector in de EU nieuwe lidstaten. Beide hoofdstukken zijn gebaseerd openquêtegegevens van de Bulgaarse zuivelsector verzameld in 2003 en 2009.Hoofdstuk II analyseert de impact van contractuele problemen (gemeten als betalingsachterstanden) en institutionele innovaties (gemeten alsgebundelde contracten in de voedselketen) op de herstructurering van deBulgaarse zuivelsector in de periode 1994-2003. De resultaten laten zien dat betalingsachterstanden een negatieve invloed hebben op de groei van melkveebedrij Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Kristine Van Herck
Essays on international trade. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid CES Leuven
Onderzoekers: • Filip Abraham • Erik Buyst • Yingting Yi
Essays on international trade. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid CES Leuven
Onderzoekers: • Johannes Van Biesebroeck • Annette Dorothee Schminke
Essays on multinational investments. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Rene Belderbos • Filip De Beule • Dieter Somers
Essays on political economy, migration and economic development. KU Leuven
Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel een bijdrage te leveren aan de bestaande literatuur over migratie, door het beantwoorden van drie crucialevragen voor zowel onderzoekers als beleidsmakers:Draagt het niveau van corruptie in een land bij tot "brain deficits" - hoge uitstroom en lage instroom van hoog opgeleide migranten? Ik bestudeer de netto migratiestromen (i.e. het verschil tussen het aantal immigranten en emigranten) en onderzoek het niveau van corruptie op niveau van het land als basisdeterminant van deze stromen.Vertegenwoordigen illegale migranten een kost of een voordeel voor het gastland? De meeste studies over illegale immigratie gaan ervan uit dat het altijd ongewenst is. Ik laat zien dat in sommige gevallen illegale migranten gunstiger zijn dan legale migranten zowel voor werkgevers als voor de overheidsfinanciën.Heeft het aandeel van de parlementaire zetels ingenomen door vrouwen een invloed op het migratiebeleid? Veel auteurs analyseerden hoe overheden beslissen over he Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Pasquamaria Squicciarini
Essays on private intermediation in matching markets. With applications to listing services and real estate brokerage. KU Leuven Abstract: In de voorbije twee tot drie decades heeft er zich een nieuwe vorm van intermediatie in de arbeidsmarkt ontwikkeld: private entiteiten die zichtussen de werkgever en de werknemer plaatsen en gespecialiseerde diensten aanbieden om zo hun eigen winstbejag te optimaliseren. Voorbeelden hiervan zijn interimkantoren en online dienstverleners die zich specialiseren in het verbinden van werkgevers en werknemers. Het ontstaan en de sterke groei van deze private entiteiten heeft natuurlijk de aandacht getrokken van vele academici. De focus van het bestaand onderzoek ligt op deontstaansredenen en de effecten op de werknemers en werkgevers. Deze studies behandelen allen het probleem vanuit het oogpunt van de werknemer,de werkgever of een regulator die de marktwerking in goede banen wil leiden. Een opmerkelijk hiaat in deze literatuur is het bestuderen van deze nieuwe markt vanuit het oogpunt van de intermediairen zelf. Het doel van dit project is om de focus te leggen op de drijvende mechanismen Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Patrick Van Cayseele • Maarten Goos • Bert Willekens
Essays on regional industrial organization. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Jozef Konings • Lieselot Baert
Essays on technology development in entrepreneurial ventures. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Bart Van Looy • Jan-Bart Vervenne
Essays on the car market and music industry. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Frank Verboven • Ruben Savelkoul
Essays on the economics of education. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • Erwin Ooghe • Stijn Van de Velde-Bauwens
Essays on the effects of the tax-benefit structure on labor supply: empirical evidence for Belgium. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • André Decoster • Pieter Vanleenhove
Essays on the role of patent law and science policy for the production and commercialization of knowledge. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N. • Dirk Czarnitzki
Essays on transport policy and technology. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Energie, Transport en Milieu Leuven
Onderzoekers: • Stefan Proost • Andrea Diaz Rincon
ESTIMATE Een gedragsanalyse en evaluatie van de impact op het milieu bij een multimodale transportkeuze Universiteit Hasselt Abstract: Het hoofddoel van dit onderzoeksproject is het bekomen van een inzicht in de activiteiten en het bijbehorende verplaatsingsgedrag van individuen, gebruik makend van een multimodaal transportsysteem. De neiging van een individu om gebruik te maken van multimodaal transport wordt beïnvloed door drie grote factoren: de ruimtelijke beschikbaarheid van het systeem (de toegankelijkheid om aan alle geplande activiteiten te kunnen deelnemen), de betrouwbaarheid van de transportketen vanuit het standpunt van de gebruiker, en de prijs die betaald moet worden in een multimodale transportcontext. In het huidige multimodale onderzoek ontbreekt het nog aan een grondig begrip van het verplaatsingsgedrag van individuen. Om deze lacune op te vullen zullen we een dynamisch activiteitengebaseerd transportmodel ontwikkelen dat rekening houdt met gedragsveranderingen, reacties en transport en dat de strategieën van individuen in een multimodale transportcontext verzekert. Er zullen meerdere scenarios getest worden om het optimale prijsniveau en de optimale modale keuze te bepalen aan de hand van een kosten-baten analyse. Wanneer de modale keuze gemaakt is, zullen de ecologische gevolgen van de multimodale keten die door het individu gekozen werd, in het project onderzocht worden. Vervolgens zal er een gedetailleerde gevoeligheidsanalyse van de milieu-impact uitgevoerd worden in verschillende prijsscenarios. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Estimates about the distribution of household income and poverty in Belgium for the year 1995. Universiteit Antwerpen Abstract: De OESO stelt om de vijf jaar een internationale vergelijking op inzake armoede en inkomensverdeling in de OESO-landen. De noodzakelijke cijfers voor België werden berekend door het CSB op basis van ECHP (1995 en 2000) en EU-SILC (2005). Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Cornelius Van den Bosch
ETTBio : Effective Technology Transfer in Biotechnology Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zeven Europese regio's lanceren het ETTBIO project dat zich focust op het identificeren, uitwisselen en overdragen van de beste manieren mbt Effective Technology Transfer in Biotechnologie om het lokale en regionele beleid te verbeteren. Organisaties: • Business
Onderzoekers: • ILSE SCHEERLINCK
EU democracy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Christophe Crombez • Rutger Hagen
EU funding voor AON business ontwikkeling in Centraal en Oost-Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: zie vertaling in Engels Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK • Steven VANDUFFEL • DIANE BREESCH
EULALIA - Doctoraal programma inzake juridische en economische aspecten van internationale handel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft een subsidie inzake de studiebeurzen voor de deelnemende doctorale studenten.
Organisaties: • DEPARTEMENT DERDE WERELD • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige
Onderzoekers: • German Calfat
EU-project BEST "Bringing energy services to the liberalised markets" (financiering Vlaams Gewest) Universiteit Antwerpen Abstract: Het totstandkomen van geliberaliseerde Europese eenheidsmarkten heeft geleid tot hogere efficiëntie in het aanbod van elektriciteit en gas. Nochtans blijven er nog verschillende belemmeringen voor energie-efficiëntie en een hogere betrokkenheid van energiemaatschappijen in activiteiten ten voordele van hogere energie-efficiëntie in het eindgebruik. De Europese Commissie heeft bijgevolg voorgesteld om de ontwikkeling van de markt van Energiediensten prioritair te behandelen in het Energie-efficiëntie actieplan. Zowel de Energieraad als het Europees parlement bevestigen deze prioriteit. In 2002 kunnen gepast EU-maatregelen worden voorgesteld. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN MANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
EUROMODupdate2 - Microsimulatie tool Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD 3) validering en opname in EUROMOD 4) Landenrapport Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Lina Salanauskaite
EUROMODupdate2 - Microsimulatie tool. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD 3) validering en opname in EUROMOD 4) Landenrapport Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist
European trade policy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Christophe Crombez • Pieterjan Vangerven
Europees concurrentiebeleid Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • An-Sofie Cottyn • Frank Naert
Europees concurrentiebeleid: theorie en toepassingen op transport en uitzendrechten in de sport. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden recente theorieën van industriële organisatie toegepast om de prijszetting en regulering te bestuderen in enkele specifieke economische sectoren zoals vervoer, sport en de communicatiesector. De nadruk ligt op de positieve analyse van recente voorgestelde maatregelen (bijvoorbeeld prijzen van de toegang tot infrastructuur en concurrentie in capaciteit in vervoer, de toewijzing van televisierechten van sportwedstrijden, enz.). Bovendien bekijken we de normatieve effecten door in elk van de bestudeerde toepassingen de potentiële welvaartsverbeteringen te analyseren. Keuze van de sectoren is geïnspireerd op de recente expertise van de promotoren. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert • Stephanus Kesenne • Bruno De Borger
Europese loonflexibiliteit: een vergelijkend internationaal onderzoek naar de determinanten Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van dit onderzoek bestaat uit een analyse van de werking en de evolutie van de arbeidsmarkten in het eurogebied. Dit gebeurt aan de hand van een econometrische schatting van de looncurves in de deelnemende landen, gebruik makend van een consistente micro-
economische databank voor de periode 1985-1998. Dit is een belangrijke beleidsvraag, vermits het succes van de EMU cruciaal afhankelijk is van de wijze waarop de nationale arbeidsmarkten binnen de EMU opereren. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans • André Van Poeck
EUTEMPUS project : entrepreneurship at Local Economic Development (ELED) in Albania, Kosovo and Macedonia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: EUTEMPUS project : entrepreneurship at Local Economic Development (ELED) in Albania, Kosovo and Macedonia. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Evaluatie aanvullende rijopleiding "On the Road" Universiteit Hasselt Abstract: Uit recente cijfers kunnen we leren dat er nog te vaak ongevallen voorkomen met jongeren die net het rijbewijs behaald hebben. In 2005 werden 13.509 jongeren tussen de 18 en 24 jaar het slachtoffer van een verkeersongeval, waarvan 196 doden, 102 doden daarvan vielen in Vlaanderen. Uit een onderzoek van het steunpunt Verkeersveiligheid (Willems en Cuyvers, 2005) leren we dat jongeren een sterk verhoogd risico vertonen op een ongeval tegenover de rest van de bevolking. De redenen voor deze verhoging verdelen we in twee groepen: de leeftijdsgerelateerde factoren en de ervaringsgerelateerde factoren. Er wordt dan ook gesuggereerd dat de ervaringsgerelateerde factoren een groot deel, zo niet het grootste deel van de verhoogde risicos verklaren. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) en VTB-VAB organiseren daarom samen een aanvullende opleiding ('On the road', zie ook www.o-t-r.be ) voor jongeren tussen de 18 en 24 jaar die net of binnen de afgelopen drie jaar het rijbewijs behaald hebben zodat zij de kans krijgen meer kennis, attitude en vaardigheid op te doen met betrekking tot een grondige zelfevaluatie. Zodoende kunnen ze op een positieve manier ervaring opbouwen. '0n the road' bestaat uit een aanvullende opleiding van een halve dag, waarin de nadruk gelegd wordt op preventief rijgedrag. Er wordt ingespeeld op hoe men de rijstijl kan verbeteren, men verwerft inzicht in de risicos verbonden aan het autorijden en men leert hoe men het best inspeelt op moeilijke verkeerssituaties. Naast een theoretisch gedeelte bevat de cursus ook een praktische kant: het rijgedrag op de openbare weg wordt geëvalueerd en er zijn een aantal extra oefeningen op het terrein die de jongeren moeten helpen om sneller en beter te handelen in noodsituaties, zoals het maken van een noodstop en een uitwijkingsmanoeuvre. De opdrachtgever wil nu een wetenschappelijke evaluatie uitvoeren naar de effectiviteit van het project 'On the road'. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Kris BRIJS
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Evaluatieonderzoek Decreet Leren en Werken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Mike Smet
Evaluatie van beleidsmaatregelen voor de promotie van milieuvriendelijke voertuigen. Evaluation of policy measures for the promotion of cleaner vehicles. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie verricht onderzoek naar de meest optimale beleidsmaatregelen die de milieuperformantie in het aankoopgedrag van wagens kunnen integreren. Hiertoe zal er in fase één een aankoop- en gebruiksmodel ontwikkeld worden. Dit micro-economisch model zal vooreerst de beslissingsfactoren die cruciaal zijn bij de aankoop van een wagen formuleren, opgesplitst naar private en bedrijfsvoertuigen. Vervolgens zal er een Life Cycle Cost (LCC) model opgemaakt worden dat zowel de private als de externe kosten in kaart zal brengen van voertuigen met conventionele en alternatieve brandstoffen en aandrijfsystemen. Een tweede onderdeel van de LCC analyse zal bestaan uit de analyse van prijselasticiteiten
teneinde gedragsveranderingen als gevolg van prijsveranderingen te onderzoeken. Een laatste deel van de LCC-analyse bestaat uit simulaties onder nieuwe prijs- en regulatorische maatregelen. Tot slot zal het aankoop- en gebruiksmodel ontwikkeld worden gebaseerd op de verschillende marktsegmenten, beslissingsfactoren en elasticiteiten. Rekening houdend met de belangrijkste potentiële hindernissen, kunnen implementatiepaden ter promotie van milieuvriendelijke voertuigen ontwikkeld worden. In de tweede fase zal er gebruik gemaakt worden van de Multi-Actor-Multi-Criteria-Analyse (MAMCA) (Macharis et al., 2004) om het maatschappelijk draagvlak van de implementatiepaden te toetsen. Deze MAMCA zal toelaten beleidsaanbevelingen te formuleren die de aankoop en het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen in België moeten stimuleren. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Laurence TURCKSIN • CATHY MACHARIS
Evaluatie van de conventie locomotorische revalidatie gefinancierd door het RIZIV. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de conventie locomotorische revalidatie gefinancierd door het RIZIV. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Mike Smet
Evaluatie van de effectiviteit van trajectcontrole (proefopstelling ter hoogte van E17 - viaduct Gentbrugge, richting Kortrijk) Universiteit Hasselt Abstract: In de studie 'Evaluatie van de effectiviteit van snelheiscamera's op vlak van verkeersveiligheid' werden 3 locaties geselecteerd voor het uitvoeren van de snelheidsmetingen als onderdeel van het onderzoek dat zowel het evalueren van het effect van onbemande camera's op rijsnelheid (eerste deel) als het evalueren van het effect van de onbemande camera's op het aantal ongevallen omvat (tweede deel). Deze opdracht voorziet een uitbreiding op de oorspronkelijke taak, meerbepaald wordt in deze opdracht een evaluatie gemaakt van de effectiviteit van een systeem van trajectcontrole. In het bijzonder gaat het over de effectiviteit van de proefopstelling ter hoogte van het viaduct Gentbrugge op de E17 Antwerpen-Gent-Kortrijk in de richting Kortrijk. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Stijn DANIELS
Evaluatie van de socio-economische effecten van ESA funding aan privateorganisaties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Peter Teirlinck
Evaluatie van kwalitatieve verschillen tussen modi voor goederentransport, Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is de studie van de kwalitatieve verschillen tussen vervoersmodi in het interstedelijk goederenvervoer. Het gaat om verschillen op het niveau van de veiligheid, betrouwbaarheid, flexibiliteit, stiptheid, informatie, schadegevoeligheid, etc. Het is de bedoeling om de impact van deze kwalitatieve factoren in het modale keuzeproces te meten en, indien mogelijk, om de resulterende (kosten) voordelen te benutten. De aard van de goederen, evenals de organisatie van de verlader en de bestemmeling (voorraden en distributie) spelen een belangrijke rol bij de uiteindelijke modale keuze. Het belang van deze factoren neemt toe aangezien een merendeel van de transporten een internationaal karakter vertoont en er meerdere tussenpersonen betrokken zijn. Via een bevraging wordt de noodzakelijke informatie verkregen om dit probleem wetenschappelijk te bestuderen. Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Evaluation of the socio-economic effects of ESA funding towards privateorganizations. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Peter Teirlinck • Pegah Haji mirza khoshnevis
Evolueerbaarheid in bedrijven: een geïntegreerde aanpak op basis van fundamentele engineeringconcepten. Universiteit Antwerpen Abstract: Hedendaagse organisaties worden geconfronteerd met een zeer competitieve omgeving, gekenmerkt door steeds snellere veranderingen en stijgende complexiteit. De huidige methodologieën voor de ontwikkeling van ondersteunende informatiesystemen schieten duidelijk tekort om deze "changing complexity" aan te pakken. De theorie omtrent Normalized Systems (NS) legt een raamwerk voor dat verklaart waarom de huidige modulaire structuren binnen informatiesystemen slechts een zeer beperkte evolueerbaarheid kennen en hoe men deze beperkingen kan wegnemen. De strategische doelstelling van dit project bestaat er dan uit om te onderzoeken in welke mate "evolueerbare modulariteit" als een
theoretisch raamwerk kan toegepast worden op het bedrijfskundige niveau van bedrijfsprocessen en enterprise architecturen en de ondersteunende informatiesystemen. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Herwig Mannaert • Peter De Bruyn
Evolutie en preferentie vorming Universiteit Gent Abstract: Intuïtief zou men verwachten dat enkel payoff-maximerende preferenties evolutionair stabiel zijn. In situaties waar preferenties geheel of gedeeltelijk observeerbaar zijn, is het echter mogelijk dat ook niet-payoff-maximerende preferenties stabiel zijn. Voor mijn post-doctoraal onderzoek is het mijn doelstelling om de lijst van niet-payoff-maximerende preferenties die verklaard woorden door middel van de indirecte evolutionaire aanpak, aan te vullen met (i)gewoontevorming en verslaving preferenties en (ii) discriminerende preferenties. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Exacte en benaderende oplossingen voor incidentele parameter problemen. KU Leuven Abstract: Panel data zijn in toenemende mate beschikbaar in de economie en anderedisciplines. In panel data modellen worden vaak agentspecifieke parameters (zogenaamde "fixed effects") geïntroduceerd om te controleren voor niet-geobserveerde heterogeniteit. Deze fixed-effects aanpak is aantrekkelijk, maar in dynamische of niet-lineaire modellen doet zich een probleem voor van incidentele parameters: klassieke schattingsmethoden zoals kleinste kwadraten en grootste aannemelijkheid leveren inconsistente schatters voor de modelparameters die gemeenschappelijk zijn aan alle agenten.Dit onderzoek is gericht op een uitbreiding van recent voorgestelde exacte of benaderende oplossingen voor incidentele parameter problemenin de volgende empirisch relevante richtingen: de inclusie van tijd-specifieke effecten; niet-stationaire data; correcties van hogere orde vertekening met het oog op zeer korte panels; lineaire panel data modellen met ruimtelijke en temporele dynamiek. Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Geert Dhaene
Exclusieve contracten en marktafscherming in de auto-industrie. KU Leuven Abstract: Economisten en beleidsmakers worden sinds jaren geconfronteerd met de vraag of verticale contracten de economische welvaart ten goede komen of schaden. Hoewel economische theorie recent nieuwe inzichten gebracht heeft in deze materie, zijn er nog geen ondubbelzinnige conclusies. Door devraag empirisch te beantwoorden, willen we deze lacune in de literatuurdichten. Concreet onderzoeken we het effect van exclusiviteitscontracten in de distributie van auto's. Exclusieve contracten kunnen nieuwe autoproducenten hinderen bij het zoeken naar distributeurs, waardoor de toetredingskosten stijgen en de contracten dienen als toetredingsbarrière. Een ander probleem ontstaat als toetreders een zeker aantal dealers nodighebben om hun vaste kosten te recupereren. In dit geval kunnen exclusieve contracten gebruik maken van dealers' gebrek aan coördinatie om toetreding te verhinderen. Deze marktsafschermingstrategieën kunnen ook dienen als handelsbelemmering door gevestigde binnenlandse bedrijven. And Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Frank Verboven • Laura Nurski
Extending the theoretical and empirical concept of the resource curse. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • LICOS Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Lara Cockx
Factors Affecting Training Transfer (FATT). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet • Henri Masson • Nga Pham
Fertility and labor supply. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • Frederic Vermeulen
Financial services, social networks and financial practices: investigation use and impact research. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Sunica Vuji
Financieel-historische analyse van beursgerelateerde data van de Belgische bedrijven in Kongo in de periode 1891-1960 Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een analyse van de Belgische bedrijven actief in Kongo én genoteerd aan de beurs van Brussel vanaf 1891 tot 1960. de beschikbare UA-beursdatabank laat toe om de koers- en dividendevolutie van de verschillende bedrijven en sectoren van de Kongolese economie te analyseren. Dit zal toelaten om investeringsstrategieën naar opkomende groeimarkten onder koloniale verhoudingen te onderzoeken alsmede kwesties inzake rendabiliteit van deze bedrijven, aanwending van het economisch surplus en sectorale diversificatiestrategieën. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Stefaan Marysse
Financieel historische analyse van beursgerelateerde data van de Belgische spoorwegsector. Universiteit Antwerpen Abstract: Financieel historische analyse van beursgerelateerde data van de Belgische spoorwegsector. Organisaties: • ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Julien van den Broeck
Financiële analyse van de effecten van het nieuwe financieringsmechanisme voor de werkingsmiddelen in scholen. KU Leuven Abstract: Vanaf het schooljaar 2008-2009 is een nieuw financieringsmechanisme voor de werkingsmiddelen van het leerplichtonderwijs in werking getreden. De werkingsmiddelen die een school ontvangt werden gedeeltelijk afhankelijk van een aantal leerlingenkenmerken (opleidingsniveau moeder, thuistaal, schooltoelage en woonbuurt). De bedoeling is dat scholen in eenzelfde situatie (wat betreft school- en leerlingenkenmerken) over eengelijke financiering kunnen beschikken. Het is echter niet duidelijk hoe de (bijkomende) werkingsmiddelen die volgens het nieuwe financieringsmechanisme toegekend worden, concreet besteed worden door de scholen. De werkingsmiddelen worden gegenereerd op basis van leerlingen- en schoolkenmerken, maar worden toegekend aan de schoolbesturen (gesubsidieerd onderwijs) of aan de scholengroepen (gefinancierd onderwijs). De resultaten van dit onderzoek zullen aangeven hoe de aan de schoolbesturen/scholengroepen toegekende werkingsmiddelen verder verdeeld worden naar scholen toe e Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Mike Smet
Financiering: IOF-Proof of Concept: MAMCA software Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project zullen we een interactieve webapplicatie ontwikkelen die groepen helpt om beslissingen te nemen, gebaseerd op de MultiActor Multi-Criteria Analysis (MAMCA) methode. De meningen van verschillende belanghebbenden worden expliciet ingecalculeerd gedurende het gehele analytische beslissingsproces op een gestructureerde manier. Tot hiertoe werd een geïntegreerde aanpak van Multi-Criteria Decision Aid software Expert Choice (AHP) en D-Sight gebruikt, maar het leek nodig om het onderzoek te focussen op de ontwikkeling van webplatformsoftware die aangepast is aan MAMCA, wat tot een betere visualisatie van het multiuitvoerder perspectief leidt. Organisaties: • Business Technologies and Operations
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Financieringsmodellen van ziekenhuis- en transmurale zorg, voor toepassing in het vernieuwd Vlaams gezondheidsbeleid.(Programma : Beleidsgericht onderzoek '97. Beleidsdomein : Gezondheidsbeleid.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op basis van de economische literatuur ter zake zal een incentive-gebasserde taxonomie van gezondheidszorg financieringssystemen gebouwd worden, met het oog op een analyse van een mogelijk Vlaams gezondheidsfinancieringssysteem (samen met KUL, UFSIA) Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Firm-specific and market-wide costs and benefits of disclosure regulation. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Dirk Czarnitzki • Steven Vanhaverbeke
Fiscaliteit, begrotingsbeleid en economische groei en werkgelegenheid Universiteit Gent Abstract: Dit project omvat twee luiken: * Ontwikkeling, kalibratie en simulatie van een algemeen-evenwichts macromodel met overlappende generaties voor de OESO-landen. We bestuderen de samenhang tussen overheidsuitgaven en belastingen enerzijds, en werkgelegenheid in verschillende leeftijdsgroepen, deelname
aan scholing, en economische groei anderzijds. * Onderzoek naar de samenhang tussen eigenaarschap, en belastingen dienaangaande, en werkgelegenheid in Belgische arrondissementen sinds 1970 (Oswald hypothese) Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Freddy Heylen
Fiscal policy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Jozef Konings • Marieke Vandeweyer
FLASH : EFRO-project : Flanders Smart Hub (met projectnr. 45; goedgekeurd op Comité van toezicht van 18/6/2008) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De missie van het project is om de grondslagen te leggen om te komen tot een Smart Hub. Zo zal Vlaams-Brabant kunnen uitgroeien tot een Vlaamse, Europese en internationale topregio en wordt economische creativiteit de kernboodschap waardoor meer welvaart en welzijn de regio tot een plek maakt waar het goed werken en leven is. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS • Ethem PEKIN
FLEMOSI: Een instrument voor ex ante evaluatie van sociaal-economisch beleid in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het FLEMOSI ("FLEmish MOdels of SImulation") project werken vijf internationale partners nauw samen om geavanceerde simulatiemodellen te bouwen. We starten vanuit het Europese EUROMOD-model en breiden dit model uit met specifieke Vlaamse competenties. Deze modellen worden gebruikt om de effecten van beleidswijzigingen in kaart te brengen, voordat ze omgezet worden in de praktijk. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Bea Cantillon
Fondsenwerving binnen België: een analyse Hogeschool Gent Abstract: De groei van de non-profit sector en de daaruit volgende concurrentie binnen deze sector hebben nieuwe uitdagingen gecreëerd voor organisaties om voldoende fondsen aan te trekken en te overleven. Daarom is het voor non-profit organisaties van groot belang om een duidelijke en professionele fondsenwervingstrategie te ontwikkelen en te gebruiken. Echter, de meeste onderzoeken die in België hieromtrent werden verricht (en nog verricht worden) gebeuren vanuit beleidsoverwegingen binnen de sector en vooral vanuit het standpunt van de schenkers (hoe kan de transparantie voor de schenker vergroot worden? Hoeveel schenkt men, waarom en waarvoor?). Vanuit een marketingstandpunt is er echter ook nood aan onderzoek dat organisaties kan helpen hun fondsenwerving te professionaliseren. Dergelijk onderzoek dat specifiek gericht is op de effectiviteit en efficiëntie van de marketing en fondsenwervinginspanningen van (Belgische) organisaties is eerder schaars. Met dit project willen wij dan ook meer de organisatiezijde van fondsenwerving belichten. Een aantal specifieke onderzoeksvragen die we willen beantwoorden met dit project zijn: •Welke non-profit organisaties doen actief aan fondsenwerving? •Hoeveel halen ze hiermee op? •In welke mate zijn non-profit organisaties bewust/strategisch/pro-actief bezig met hun fondsenwerving? •Welke (marketing)technieken gebruiken zij hiervoor, en welke technieken zijn in welke mate succesvol? •Welke verschillen zijn er naargelang sectoren met betrekking tot gebruikte marketingtechnieken? •In welke mate zijn fondsenwervers voldoende opgeleid voor deze taak binnen de organisatie? •Hoe kan de Hogeschool Gent het onderwijsaanbod afstemmen op de noden van de non-profit sector? Met dit project willen we in de eerste plaats een gedetailleerd inzicht krijgen in de inkomsten en uitgaven met betrekking tot fondsenwerving van verschillende Belgische organisaties. Hiervoor zullen we een database aanmaken met de beschikbare data over deze inkomsten en uitgaven, aangevuld met informatie uit kwalitatieve en kwantitatieve bevragingen bij non-profit organisaties. De doelstelling van dit project is dat we, op basis van deze gegevens, algemene conclusies kunnen trekken over hoe fondsenwerving in België gebeurt. Nog belangrijker is dat we non-profit organisaties kunnen helpen om hun fondsenwerving efficiënter en professioneler aan te pakken. Hiervoor zullen de conclusies van dit onderzoek teruggekoppeld worden aan de literatuur en de expertise die vooral afkomstig is van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland, drie landen waar de professionalisering van fondsenwerving zich in een verder gevorderd stadium bevindt. Knelpunten uit de Belgische non-profit wereld zullen ontdekt worden en oplossingen en aanbevelingen zullen aangereikt worden voor een strategische en professionele fondsenwerving. Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Toegepaste Economie • Vakgroep Orthopedagogiek • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Joke Persyn • Ruth DeVreese
• Petra Couck
Food and agricultural policy in Eastern European region. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Astrid Sneyers
FOODSECURE. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen
Forfaitair ZAP-Startkrediet (werkingskosten) Universiteit Antwerpen Abstract: Forfaitair ZAP-Startkrediet (werkingskosten) Organisaties: • ACCOUNTANCY • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Ann Vanstraelen
Foundry of the future - Naar een competitieve gieterijsector voor de volgende generatie gietstukken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens • Koen Vandenbempt
Frequentist model averaging methods. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Gerda Claeskens • Ali Charkhi
Fundamenteel onderzoek in het studiecentrum voor consumentenpsychologie en marketing Universiteit Gent Abstract: Het studiecentrum promoot de studie van zowel consumentenpsychologie als marketing en tracht een constructieve bijdrage te leveren aan de theorie van psychodynamische marketing. Hoofddoel is het stimuleren van de verdere ontwikkeling van consumentenpsychologie, mede door het gebruik van psychologische constructen bij het beschrijven, analyseren en verklaren van consumentengedrag. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Patrick Van Kenhove
FWO Project KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Bart Van Looy • Sebastiaan Wijsman
G.0214.13 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Energie, Transport en Milieu Leuven
Onderzoekers: • Stefan Proost
G.0475.13 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Dirk Czarnitzki
Gain sharing in collaborative networks. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Robert Boute • Gert Woumans
Garpur. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - ELECTA
Onderzoekers: • Stefan Proost • Dirk Van Hertem
Geaggregeerde vraagmodellen voor gedifferentieerde producten: computationele aspecten, statistische inferentie en toepassingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Geert Dhaene • Frank Verboven
Geautomatiseerde verzameling van activiteiten-gebaseerde verplaatsingsgegevens voor de ontwikkeling van dynamische transportmodellen Universiteit Hasselt Abstract: Het huidige Vlaamse activiteitengebaseerde model (Feathers), dat ontwikkeld is binnen IMOB in het kader van een strategisch basis onderzoeksproject (IWT-SBO), biedt een goed wetenschappelijk kader en platform aan voor de evaluatie van verplaatsingsgedrag van personen. Aangezien De Lijn de invoering van een aantal regionale light-rail projecten voorbereidt, ontstaat er een nood aan het verder uitbouwen van dit platform om uitspraken te kunnen doen over de gevolgen van de introductie van dergelijke projecten (niet alleen op het vlak van verplaatsingsgedrag, maar ook in verband met de hierbij horende gevolgen op de stedelijke ontwikkeling rond de knooppunten van het netwerk). De voorspellingen van het activiteitengebaseerde model zijn nodig om de kwaliteit van het openbaar vervoer te optimaliseren en om een schatting te maken van het potentieel aan stedelijke ontwikkeling rond belangrijke infrastructurele knooppunten. Voordat light-rail projecten kunnen worden geëvalueerd door het Feathers platform moet er onderzoek worden verricht. In het huidige onderzoeksproject wordt er een onderscheid gemaakt tussen twee fundamentele onderzoeksdoelen. In het eerste doel wordt Feathers beoordeeld op een lager detailniveau. Dit is belangrijk aangezien light-rail projecten werkzaam zijn op een meer gedetailleerd niveau (niveau van de stops) dan momenteel het geval is voor Feathers (niveau van gemeenten en districten). Daarom moet worden nagegaan of Feathers nog steeds goed presteert in meer gedetailleerde gebieden. Voor het in kaart brengen van ruimtelijke veranderingen rond de knooppunten is een integratie van Feathers met een land-use model nodig, welke dan ook de tweede doelstelling van dit project vormt. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Geavanceerde survival analyse voor krediet risico modellering: innovatieve technieken, nieuwe inzichten en toepassingen. KU Leuven Abstract: Credit Risk modeling is nu belangrijker dan ooit tevoren.nbsp;Deintroductie van 'compliance guidelines' zoalsnbsp;Basel II/III en Solvency II heeft een enorme impact op de strategieën van financiële instellingen. Het Basel II Capital Accord beoogt het kwantificeren van een minimum bufferkapitaal om zo een veilig opvangkussen te vormen voor onverwachte verliezen.nbsp; Eén van de speerpunten van het onderzoek betreft het gebruik van survival analysetechnieken gericht op het voorspellen van de timing van kredietrisicio gerelateerde gebeurtenissen.nbsp;Een voorbeeld van survival analyse in een kredietrisico-context is de voorspelling van het moment waarop klanten in gebreke gaan.nbsp;In dit onderzoeksproject zal de onderzoeker nieuwe statistische survival analyse technieken ontwikkelen met inachtnemingvan de specifieke karakteristieken van credit risk modeling zoals extreme censoring, tijdsvariërende karakteristieken, domeinkennis en de economische kosten van het verzamelen van informatie. Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Bart Baesens • Gerda Claeskens
Geïntegreerde beslissingprocessen met betrekking tot maritieme logistieke ketens. Universiteit Antwerpen Abstract: De laatste jaren wordt er in toenemende mate voor geopteerd om maritieme logistieke ketens uit te bouwen waarbij er meer ruimte is voor interactie tussen de verschillende betrokken actoren. Er is een geleidelijke verschuiving aan de gang van concurrentie naar samenwerking. Dit onderzoek wil bekijken op welke manier besluitvorming binnen deze ketens concreet wordt ingevuld en welke processen hierop van invloed zijn. Transport brengt echter ook de nodige socioeconomische en ecologische uitdagingen met zich mee, zoals ongevallen, geluidsoverlast en vervuiling. Essentieel in het omgaan met deze problematiek is een grotere aandacht voor innovatie en innovatieve processen. Sommige van deze aanpassingen vragen een uitwerking op langere termijn, andere kunnen binnen een kort tijdsbestek worden geïmplementeerd. De verschillende actoren binnen transport zullen hiervoor de nodige proactieve en reactieve
strategieën moeten uitwerken. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Geïntegreerde beslissingsondersteunende modellen voor productie-en routeringsbeslissingen in realistische toeleveringsketens Universiteit Hasselt Abstract: Traditioneel zijn productie en distributie als twee onafhankelijke beslissingsproblemen onderzocht. In werkelijkheid bestaat er echter veel interactie tussen deze processen van de toeleveringsketen. Bijgevolg is er dus nood aan gecombineerde beslissingsondersteunende modellen. Een geïntegreerde kijk op de kritische logistieke beslissingen kan leiden tot een relevante verbetering van het dienstverleningsniveau en tot substantiële besparingen in voorraad-, goederen in bewerkings-, instel- en transportkosten. Dit leidt tot complexe gecombineerde optimaliseringsproblemen op meerdere beslissingsniveaus. Op het tactische beslissingniveau zal de onderlinge afhankelijkheid tussen lotgrootte bij de productie en routeringsbeslissingen onderzocht worden. In dit onderzoeksvoorstel zullen oplossingsmethoden voor het Productie Routeringsprobleem (PRP) met meerdere vestigingen en meerdere producten ontwikkeld worden, rekening houdend met tijdsvensters voor het leveren aan klanten op verschillende locaties. Een hybride metaheuristiek zal ontwikkeld worden voor realistische PRP-problemen in huidige toeleveringsketens. Op het operationele beslissingniveau zal een combinatie van machineplanning en routering behandeld worden. Eerst wordt een goedgedefinieerde probleemstelling opgesteld rekening houdend met noodzakelijke uitbreidingen op het klassieke rittenplanningsprobleem om zo planningsbeslissingen in acht te nemen. Daarna zullen gepaste oplossingsmethoden onderzocht worden en zal een metaheuristiek voor het geïntegreerde probleem van machineplanning en routering ontwikkeld worden. Organisaties: • Logistiek
Onderzoekers: • Katrien RAMAEKERS • An CARIS
Geïntegreerde optimalisatiemodellen voor inzamelroutes van huisvuil en locatiebepaling van verbrandingsinstallaties in Vlaanderen. KU Leuven Abstract: Zowel het bepalen van de locatie van huisvuilverbrandingsinstallaties als het vastleggen van routes voor inzamelwagens, blijkt een moeilijke oefening te zijn. Zoals vele andere regios binnen de EU wordt Vlaanderen daarenboven geconfronteerd met een aantal bijkomende dilemmas. Ten eerste moet de milieu− administratie beslissen of het verwerken van huisvuil bestemd voor finale verwijdering binnen de landsgrenzen moet blijven gebeuren of dat export in de toekomst toegelaten moet worden. Ten tweede heeft de vooruitgang in afvalverwerkingstechnologie ervoor gezorgd dat de optimale schaal van verbrandingsinstallaties sterk toegenomen is.Binnen dit project is het dan ook de bedoeling om een simulatiemodel opte zetten waarin zowel aspecten van regionale planning (keuze van de locatie, optimale routes, transportmodus, etc.) als strategische keuzes (aantal installaties, open versus gesloten grenzen, etc.) geïntegreerd worden. Organisaties: • Onderzoeksgroep CEDON Brussel
Onderzoekers: • Liesje De Boeck • Johan Eyckmans • Jeroen Belien • Simon De Jaeger
Gelijkheid van kansen en de evaluatie van sociale programmas. Universiteit Gent Abstract: We ontwikkelen technieken om sociale programmas te evalueren, vertrekkend vanuit recent ontwikkelde theorieën van gelijkheid van kansen. We illustreren het gebruik van deze technieken door middel van de gegevens verzameld voor de evaluatie van het Mexicaans oportunidades programma, één van de oudste en grootste conditionele cash transfer programmas in de wereld. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Gelijkheid van kansen en de evaluatie van sociale programmas. Universiteit Gent Abstract: We ontwikkelen technieken om sociale programmas te evalueren, vertrekkend vanuit recent ontwikkelde theorieën van gelijkheid van kansen. We illustreren het gebruik van deze technieken door middel van de gegevens verzameld voor de evaluatie van het Mexicaans oportunidades programma, één van de oudste en grootste conditionele cash transfer programmas in de wereld. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Generalisation of research on accounts and cost estimation (GRACE). Universiteit Antwerpen Abstract: Generalisation of research on accounts and cost estimation (GRACE). Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Gezamenlijke optimalisering van klantensegmentatie en marketingcommunicatieacties met het oog op het maximaliseren van de klantenwaarde op lange termijn
Universiteit Gent Abstract: Met dit project wensen we enerzijds te onderzoeken welke klantensegmenten geïdentificeerd kunnen worden in termen van loyaliteit. Anderzijds willen we nagaan welke efficiënte marketingcommunicatieacties dienen te worden ondernomen naar deze segmenten toe met het oog op waardemaximalisatie van de klant op lange termijn. Het vernieuwende is dat beide aspecten geïntegreerd worden in één analyse door middel van optimalisatietechnieken. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Gezinsvriendelijke HR-praktijken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Marijke Verbruggen • Joni Delanoeije
Gezondheidseconomisch onderzoek en mathematische modellering van infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Pierre Van Damme • Herman Goossens • Philippe Beutels
Global dual sourcing: mitigation in global supply chains. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Robert Boute • Silvia Valeria Padilla Tinoco
Globalisering, regionalisering en sociaal-economische ongelijkheid (GRESI). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie • Management • Marketing
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Patrick De Pelsmacker
Glonomics: Economisch beleid en Financien in de globale economie: evenwichts analyse en sociale evaluatie Universiteit Gent Abstract: Het project bestudeert enkele belangrijke beleidsproblemen die ontstaan zijn ten gevolge van de globalisering van de wereldeconomie. Om deze studie mogelijk te maken zal het conceptuele analysekader voor evenwichtsanalyse worden verbeterd, zullen nieuwe economterische technieken worden ontwikkeld en toegepast. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Gotcha: netwerkanalyse voor fraude detective KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Bart Baesens • Monique Snoeck • Jan Vanthienen
Governing the political informal economy: case study in three informal markets Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde
Onderzoekers: • Gudrun Vande Walle
GREAT : Groeiende hernieuwbare energietoepassingen en technologieën Universiteit Hasselt Abstract: GREAT is een Europees project dat kadert binnen het Interreg IV-B programma "Capitalising on Innovation Focus op smart grids. Smart grids vergemakkelijken de integratie van (decentraal opgewekte) hernieuwbare energie en het 2richtingsverkeer van elektriciteit. Bovendien worden er real-time gegevens uitgewisseld en is aansturing van op afstand mogelijk. Op die manier kan energie worden bespaard, kosten beperkt en betrouwbaarheid en transparantie verhoogt. De implementatie van smart grids vraagt een aangepast business model. Een eerste doelstelling van het project is de versnelde inzet van smart grids, door o.a. stimuleren en initiëren van technological sharing; interregionale platformwerkingen en ondersteuning door beleid. Een tweede doelstelling is de ontwikkeling van een economische beslissingstool voor analyse en evaluatie van economische en institutionele aspecten van gedecentraliseerde energienetwerken en smart grids. UHasselt draagt bij in (1) de fysieke kwantificering van de milieu effecten verbonden aan de implementatie van smart grids, met behulp van een levenscyclusanalyse, (2) een milieu effecten analyse, (3) een internationale vergelijking van regulering en beleid aangaande smart grids. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Nele WITTERS • Steven VAN PASSEL • Sarah ELSHOUT
Grondslagen van Kunst en Wetenschap. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project willen we de samenhang tussen kunst en wetenschappen zowel filosofisch, cultuursociologisch, historisch als economisch onderzoeken. Het project bestaat uit vier luiken, die evenwel samen een onlosmakelijk geheel vormen: (1) Ontgrenzing van kunst en wetenschap, waarin we peilen naar de mogelijkheidsvoorwaarden om kunsten en wetenschappen te zien als gelijkaardige intellectuele en creatieve activiteiten; (2) De relatie tussen beeld en realitiet, waarin we onderzoeken welke "modes" kunsten en wetenschappen hanteren om de werkelijkheid te representeren; (3) Historische wereldbeelden, waarin we de historische samenhang tussen kunsten en wetenschappen willen conceptualiseren; en (4) Kunst en economie, waarin we de samenhang tussen economische wetenschap en esthetica enerzijds, en economie en de kunstensector anderzijds, aan een onderzoek onderwerpen. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • DIRK FRANTZEN
Haalbaarheidsstudie Antwerpen als een 'world leading maritime service center' op vlak van 'finance, Insurance en legal'. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom • Wouter Anton Anne Jacobs
Haalbaarheidstudie van de upgrading van bio-olie resulterend uit de pyrolyse van biomassa (UPPYRO). Universiteit Antwerpen Abstract: Door het schaarser worden van aardolie, dienen alternatieven gezocht te worden. Een alternatief is snelle pyrolyse van biomassa waardoor bio-olie verkregen wordt. Deze bio-olie kan voor meerdere doeleinden gaande van transport, verwarming tot basisstof voor chemicaliën gebruikt worden. In de industrie kijken vele bedrijven uit naar dergelijke alternatieven voor aardolie. Dit project wil de mogelijkheden en haalbaarheid onderzoeken om deze bio-olie in te zetten bij voorkeur in hoge toegevoegde waarde toepassingen om zo bedrijven aan te trekken om mee te participeren in vervolgprojecten. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert • Dorine Wambeke • Paul Vanderauwera
Haalbaarheid van de oprichting van een International Diamond Centre Antwerp (IDDCA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds AMS. UA levert aan AMS de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Koen Vandenbempt • Rudy Martens
Havencapaciteit: prijszetting en investering onder onzekerheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om totale sociale welvaart te optimaliseren via prijszetting en haveninvesteringsbeslissingen. Deze gebeuren onder onzekerheid dat het resultaat vormt van economische, financiële en technologische variaties. Haveninfrastructuurprojecten zijn typisch grootschalig, complex en irreversibel. Ze hebben bovendien een lange lead time. Aangezien de vraag erg onzeker en cyclisch is, kan een slechte afstemming van de capaciteit resulteren in dure overcapaciteit tegen een hoge kost of in wachtlijnen door schaarste. Dit beïnvloedt zowel de totale als de individuele welvaart van de onderling afhankelijke maritieme actoren, zowel publiek als privaat. Welvaart in haveninfrastructuur wordt vaak geoptimaliseerd door gebruik te maken van kosten baten analyses. Deze methode incorporeert grote onzekerheid echter niet op de ideale manier. Real Options werden dus in de literatuur geïntroduceerd als een alternatieve financiële waarderingsmethode. Uitbreidingen op dit raamwerk en recente literatuur vormen nu de basis voor dit onderzoek om een stap verder te gaan en een nieuwe, goed uitgewerkte methodologie op te stellen. Deze moet de wetenschap in staat stellen om totale en individuele welvaart in havens te berekenen en te maximaliseren.
De impact op individuele actoren moet namelijk om twee redenen bekeken worden. In de eerste plaats kunnen agency problemen in projecten met vele actoren de individuele partijen ervan weerhouden om voor zulk een onderzoek te betalen. Onafhankelijk en fundamenteel onderzoek is dus op zijn plaats. Ten tweede, om te vermijden dat individuele actoren een welvaart creërend project blokkeren omdat het persoonlijk nut afneemt, moeten compenserende transfers tussen de betrokken actoren berekend worden. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Matteo Balliauw
Havenconcurrentie en hinterlandcongestie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de interactie bestudeerd tussen, enerzijds, de concurrentie tussen haven en, anderzijds, congestieproblemen in het hinterland. We construeren een theoretisch kader om na te gaan hoe hinterlandcongestie en het congestiebeleid van de lokale overheid de prijs- en kwaliteitsconcurrentie tussen havens beïnvloedt. Verder analyseren we de effecten van congestie en het prijsbeleid van de havens voor een optimaal congestiebeleid op het hinterland. Tenslotte leiden we resultaten af over een optimaal investeringsbeleid dat rekenening houdt met de interactie tussen havenconcurrentie en hinterlandcongestie. De theorie wordt geïllustreerd met numerieke simulaties. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger
Haveneconomische analyse, in het bijzonder met betrekking tot gegeneraliseerde kostenmodellering van de gehele logistieke keten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit havenproject heeft drie doelstellingen. Deze bestaan uit het testen van het huidige ketenmodel (validatie), het testen van de interface en het uitwerken van een additionele toepassing (externe kosten). Deze doelstellingen hebben betrekking tot het verder uitwerken van de containertransporten. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Ann Verhetsel • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Herbronning en schrijven van een boek over "Sport en Economie". Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorbije decennium heeft het onderzoek zich vooral geconcentreerd op de economie van de sportsector. De professionele sportwereld is de laatste decennia uitgegroeid tot een volwaardige economische sector, waar ook de toepassing van de economische theorie veel kan bijdragen tot de optimalisering van de gang van zaken. De sportsector leent zich goed voor interessante economische toepassingen. Als relatief jong domein van de economische wetenschap ( de eerste wetenschappelijke publicatie dateert van 1956, Simon Rottenburg, Journal of Political Economy) is hier inderdaad nog veel creatief en baanbekend werk te verrichten. De resultaten van dit onderzoek hebben ook al geleid tot revolutionaire verschuivingen en aanpassingen in de regelgeving van overheid en sportfederaties. Na vele drukke jaren van publiceren, doceren, congressen en vergaderen, groeit de nood aan herbronning enerzijds, en aan het structureren en neerschrijven van de verworven inzichten in een boek, anderzijds. De literatuur over sport en economie zit duidelijk in de lift, en de drukke onderwijs-, begeleidings- en administratieve taken staan het stelselmatig bijhouden van de nieuwe ontwikkelingen enigszins in de weg, evenals het schrijven van een boek. Een 'sabbatical leave' biedt de kans om beide doelstellingen te realiseren. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Stephanus Kesenne
Herman Daems Chair KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Bruno Cassiman • Paul-Emmanuel Anckaert
Herstartkrediet toegekend door BOF. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Internationale Economie Leuven
Onderzoekers: • Filip Abraham
Het antidumpingsbeleid en politieke bedrijfsstrategieën in de Europese Unie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Christophe Crombez
Het belang van de luchthaven van Zaventem als logistiek platform.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is in de eerste plaats een voorspelling te maken van de toekomstige vraag naar luchtvracht in West-Europa en specifiek voor Brussel-Nationaal. Hieruit kunnen dan de nodige investeringen bepaald worden met in achtneming van mogelijke drempels en de samenstelling/karakteristieken van luchtvracht. De analyse van het aanbod is gebaseerd op een benchmarking van beter presterende luchthavens. Deze beide deelanalyses hebben dan tenslotte geleid tot een lange termijn strategie voor vracht op Brussel-Nationaal. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
Het digitale exportplatform. (Onderaanneming in ESF-project) Universiteit Antwerpen Abstract: Het digitale exportplatform. (Onderaanneming in ESF-project) Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Liliane Van Hoof
Het dynamisch verloop van inkomen, gezondheid en ongelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het huidige onderzoeksvoorstel vetrekt van de blijvende bezorgdheid over billijkheid op gebied van gezondheid en medische zorg. Het voorstel gaat in op de pertinente vragen over het causale verband van de systematische associatie tussen gezondheid en inkomen. We zullen hoofdzakelijk gebruik maken van de theoretische vernieuwingen in de gezondheidseconomische literatuur voor het uittekenen van de empirische analyse en zullen gebruik maken van de beschikbaarheid van panel data om de relaties te schatten. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve • Cornelius Van den Bosch
Het dynamisch verloop van inkomen, gezondheid en ongelijkheid over de levenscyclus. (EQUITY III) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in het 5de EU-kaderprogramma, onderdeel: quality of life and management of living. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Het effect van geometrie van de weg op verkeersveiligheid in Ethiopië: analyse van zwarte punten. Universiteit Hasselt Abstract: Elk jaar eisen verkeersongevallen 1,2 miljoen levens en meer dan 50 miljoen gekwetsten. Het probleem is echter nog groter in landen met lage inkomens en vertoont daar een acute stijgende trend. Ethiopië, een ontwikkelingsland met lage inkomens, wordt eveneens geconfronteerd met dit probleem. Volgens schattingen van de WHO was het sterftecijfer in Ethiopië 386,5 per 10.000 voertuigen, een van de hoogste sterftecijfers in Afrika. Bovendien wees een analyse op de gerapporteerde verkeersongevallen aan dat zowel het sterftecijfer als het totaal aantal ongevallen verdubbelden in de laatste tien jaar. Ondanks de ernst van het probleem, is het onderzoek naar ongevalsoorzaken volledig gericht op het rijgedrag van automobilisten, zonder verder diepgaand onderzoek. Nochtans hebben verschillende onderzoeken in ontwikkelde landen aangetoond dat de weginfrastructuur een belangrijke rol speelt bij verkeersongevallen en dat deze ook gemakkelijk aangepakt of verbeterd kan worden. Daarom zal dit onderzoek gewijd worden aan onderzoek naar de impact van de weginfrastructuur op de verkeersveiligheid in Ethiopië door te focussen op zwarte punten. Er zal gebruik gemaakt worden van Empirische-bay en voor-na analyse voor de identificatie en het rangschikken van weginfrastructuren alsook voor een onderzoek naar de impact van de weginfrastructuur. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Stijn DANIELS
Het effect van het aanbod van artsen op de vraag naar gezondheidszorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de economische theorie weten consumenten welke producten hun tot nut strekken, en zorgt de vrije markt ervoor dat de consumenten die produkten ook kunnen kopen. In de gezondheidssector echter hebben patiënten advies van artsen nodig. Het vermoeden bestaat dan ook dat artsen zelf vraag naar de diensten kunnen creëren, en dit in het bijzonder doen als hun inkomen onder druk staat. Dit fenomeen staat in de economische literatuur bekend als aanbodsgeïnduceerde vraag (supplier-induced demand). Het onderzoek heeft tot doel aan de hand van empirische studies, de mate vast te stellen waarin dit fenomeen zich voordoet. Uitsluitsel hierover is van groot maatschappelijk belang. Als artsen zelf hun vraag creëren, dan wordt het aantal artsen best geregulariseerd, worden de artsen het best betaald via forfaitaire betalingen, en dringt een directe regulering van het voorschrijfgedrag zich op. Is het standaard marktmodel echter van toepassing in de gezondsheidszorg, dan laat men het aantal geneeskundestudenten en het voorschrijfgedrag van artsen het best vrij, behoudt men best het huidige systeem van honoraria per verstrekte dienst, en kan men de uitgaven in de gezondheidszorg onder controle houden via de honoraria. De waarheid ligt ergens tussen deze twee polen, en de bedoeling van het onderzoek is om empirisch vast te stellen welk gewicht de twee verklaringsmodellen hebben. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Het Effect van Wereldwijde Financiële en Handelsschokken op de Groei van Sub-Sahara Afrika. Universiteit Antwerpen
Abstract: Het project heeft als doel om de impact te onderzoeken van wereldwijde financiële en handelsschokken op de groei en ongelijkheid in Sub Sahara Afrika (SSA). We wegen af of Dynamic Stochastic General Equilibrium (DSGE) modellen in staat zijn om de impact van schokken op een typische economie van SSA te verklaren. We gaan na welke aanpassingen vereist zijn om de gangbare modellen te kunnen toepassen op SSA. De aangepaste modellen zullen worden geschat met behulp van data van een staal van landen uit SSA. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Guido Erreygers
Het Europese academische en industrieel netwerk voor innovatieve maritieme opleidingen, onderwijs en R&D (KNOWME). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom
Het experimenteel meten van vertrouwen. Universiteit Antwerpen Abstract: We stellen een nieuwe speltheoretische benadering voor om interpersoonlijk vertrouwen te meten. Het betreft een fundamentele aanpassing van het welbekende 'vertrouwensspel' van Berg et al. (1995). De geldmultiplicator passen we toe op de tweede faze transfer in plaats van de eerste faze waardoor we altruïsme grotendeels uitschakelen als verklaring waarom speler 1 beslist om geld te sturen naar speler 2. Deze transfer is dan een betere maat voor vertrouwen. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
Het gebruik van milieu-economische waarderingstechnieken bij complexe interacties tussen bedrijven en hun omgeving Hogeschool-Universiteit Brussel Abstract: Betrouwbare ramingen van de economische waarde van milieu-externaliteiten zijn een onontbeerlijke input in kosten-batenanalyses en openbare besluitvorming. De huidige praktijk in waarderingsstudies om elke externaliteit afzonderlijk te bestuderen is een bron van vertekening die de geldigheid van de geschatte bereidheid tot betalen kan ondermijnen. Dit onderzoekproject wil op consistente wijze de mogelijke interacties tussen meerdere externaliteiten integreren in de milieu-economische waarderingsmethoden. Het project zal zich concentreren op het theoretisch onderbouwen van de consumentenwaardering van goederen die door veelvoudige attributen gekenmerkt worden en niet op markten worden verhandeld. Het nieuwe theoretische kader dat tijdens dit project wordt ontwikkeld, zal getest worden voor een gevalstudie van de interactie van geur- en geluidshinder in Vlaanderen. Organisaties: • HUBrussel - Centrum Economie en Management
Onderzoekers: • JOHAN EYCKMANS • SANDRA ROUSSEAU
Het in kaart brengen van de operationele en de infrastructurele emissies van de binnenvaart in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie focust op de analyse van één welbepaald gebied van externaliteiten, namelijk emissies, voor één welbepaalde modus, namelijk binnenvaart, waarbij emissies van CO2, CO, NOx, SO2, VOS (volatile organic substances) en PM (particulate matter of fijnstof) in de analyse werden opgenomen. Hierbij werd niet enkel gekeken naar de emissies die gepaard gaan met de operationele activiteiten van binnenvaart, meer bepaald het vervoer van goederen over de binnenwateren per schip, maar tevens naar de emissies die gekoppeld zijn aan de vereiste vervoersinfrastructuur van binnenvaart. Hierbij denken we hoofdzakelijk aan emissies die ontstaan tijdens het bouwen en slopen van waterwegeninfrastructuur en binnenvaartschepen. Vooral deze infrastructurele emissies worden doorgaans niet meegenomen bij het vergelijken van de carbon footprint van verschillende modi, maar zijn vanuit een levenscyclusperspectief niet verwaarloosbaar. In het operationele luik werd tevens aandacht geschonken aan de emissies die ontstaan tijdens de zogenaamde op- en neerwaartse processen. Meer bepaald de zogenaamde pre-combustion processen, die ontstaan tijdens ontginning, raffinage en transport van brandstoffen gebruikt om scheepsmotoren aan te drijven, werden in de analyse opgenomen om een zo volledig mogelijk beeld van de totale emissies te kunnen verkrijgen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management
Onderzoekers: • Tom VAN LIER • CATHY MACHARIS
Het internet als communicatieplatform voor niet-financiële informatie m.b.t. ondernemingsprestaties: analyse van de determinanten en dynamiek van de communicatiestrategieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Het internet als communicatieplatform voor niet-financiële informatie m.b.t. ondernemingsprestaties: analyse van de determinanten en dynamiek van de communicatiestrategieën. Organisaties: • ACCOUNTANCY • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Walter Aerts
Het introduceren van service-consistentie in realistische klant-georiënteerde rittenplanningsproblemen Universiteit Hasselt Abstract: Rittenplanningsproblemen hebben betrekking op het plannen van voertuigroutes voor het uitvoeren van een set van transport- of vervoersaanvragen. Dit project focust op twee klantgeoriënteerde rittenplanningsproblemen, het plannen van het vervoer van personen met een beperking op basis van hun aanvragen (dial-a-ride problemen), en het plannen van de uitvoering van thuiszorgdiensten waarbij huishoudelijke en medische diensten bij personen thuis worden uitgevoerd (homecare scheduling problemen). Beide problemen zijn het resultaat van een sociale of
medische dienstverlening aan hulpbehoevende personen/klanten, waardoor kwaliteit van de dienstverlening in beide gevallen een belangrijk aandachtspunt is voor de aanbieder van deze diensten. Een belangrijk aspect van kwaliteit is de mate van consistentie in de dienstverlening. Klanten die op regelmatige tijdstippen diensten vragen, appreciëren het als deze diensten steeds door dezelfde personen en rond hetzelfde tijdstip worden uitgevoerd. Hoewel consistentie in de dienstverlening in de praktijk als zeer relevant wordt beschouwd, is dit aspect nauwelijks onderzocht in de bestaande rittenplanningsliteratuur. In dit project wordt bestudeerd op welke manier consistentie in dienstverlening in rekening kan worden genomen bij rittenplanningsmodellen voor dial-a-ride en homecare scheduling problemen. Door de complexiteit van deze modellen zullen heuristische oplossingsmethodes ontwikkeld worden. Het project heeft als doel om dienstverleners (1) tools aan te reiken om consistentie in de dienstverlening op te nemen in hun rittenplanningsproces, en (2) de mogelijkheid te geven een analyse te maken van de afweging tussen de mate van consistentie en hun operationele kosten. Organisaties: • Logistiek
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS
Het kwantificeren van voorkeuren voor woontypologieën met discrete keuze-experimenten Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt het uitvoeren van een online discrete keuze-experiment om de voorkeuren voor woontypologieën van jonge mensen in Antwerpen te kwantificeren. We vragen een panel een keuze te maken uit verschillende woontypologieën gaande van collectief wonen tot individuele studios. De studie zal toelaten om onze recent ontwikkelde Bayesiaanse ontwerpmethode te valideren alsook een beleidsplan op te stellen in de huisvestingsmarkt. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Peter Goos • Roselinde Kessels
Het leveren van ondersteuning bij het beheer en de verbetering van het model MOBILEC. Universiteit Antwerpen Abstract: Het leveren van ondersteuning bij het beheer en de verbetering van het model MOBILEC. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman
Het maken van een paper "Applying SMC Pricing in PPP's for the maritime sector" voor WP6 van het ENACT Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Het maken van een paper "Applying SMC Pricing in PPP's for the maritime sector" voor WP6 van het ENACT Project. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Tom Pauwels • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Het meten en mobiliseren van vermogen voor een samenhangende, inclusieve en eerlijke samenleving. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • André Decoster
Het meten van de verkeersveiligheidsimpact van beleidsmaatregelen met behulp van activiteitengebaseerde modellen Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract is een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen, toegekend aan onderzoeksgroep DAM (UHasselt) voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2007. Het onderzoek heeft betrekking op het meten van de verkeersveiligheidsimpact van beleidsmaatregelen met behulp van activiteitengebaseerde modellen Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS
Het modelleren van ladingconsolidatie vanuit het standpunt van verzenders en vervoerders. Universiteit Hasselt Abstract: De recente trend naar logistieke samenwerking tussen verschillende bedrijven in de supply chain wordt gedreven door de constante druk op deze bedrijven om steeds efficiënter te produceren. Bedrijven die zich op hetzelfde marktniveau bevinden, kunnen er voor opteren hun goederenstromen te bundelen. Mogelijke opportuniteiten die voortvloeien uit deze ladingsconsolidatie zijn een toename in productiviteit (betere benutting van transportcapaciteit, reductie van het aantal lege transporten en lagere kosten van activiteiten die niet tot de kernactiviteiten van de organisatie behoren), een stijging in service niveau en een meer competitieve marktpositie. Het doel van mijn doctoraatsonderzoek is het bestuderen van consolidatie van ladingen, enerzijds vanuit het standpunt van verzenders en anderzijds vanuit het standpunt van vervoerders. Wat verzenders betreft, is het eerste doel van mijn onderzoek het ontwikkelen van een theoretisch kader voor de modellering van samenwerking tussen deze verzenders. Meer specifiek is het de bedoeling een model te creëren dat de beslissingen van verzenders ondersteunt aangaande de kwantificering van samenwerkingsopportuniteiten en de analyse van de gepaste strategie voor deze samenwerking onder verschillende omstandigheden. Om dit doel te bereiken zal in een eerste onderzoeksfase een mathematisch model ontwikkeld worden op basis van de minimalisatie van totale logistieke kosten dat de mogelijke economische voordelen van samenwerking tussen verzenders kan aangeven. Vervolgens zal een gedetailleerd discrete event simulatie model, dat het mathematisch model uit de vorige fase incorporeert, geconstrueerd worden
om het beslissingsproces van de verzender na te bootsen. De tweede doelstelling van mijn doctoraatsonderzoek is het ondersteunen van de operationele planning die gepaard gaat met samenwerking tussen vervoerders. Hiervoor zal in eerste instantie de gemeenschappelijke operationele planning van meerdere vervoerders geformuleerd worden als een rittenplanningsprobleem. Daarna zullen heuristieken ontwikkeld worden die, in een korte tijdspanne zoals vereist in de realiteit, kwaliteitsvolle oplossingen kunnen genereren . Organisaties: • Logistiek
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS • An CARIS
Het modelleren van ladingsconsolidatie vanuit het standpunt van vervoerders Universiteit Hasselt Abstract: Ten gevolge van de steeds toenemende concurrentiële en globale druk om efficiënt te werken, zijn transportbedrijven verplicht hun interne focus te vervangen door een collaboratieve visie. Gedurende de afgelopen decennia werden reeds verscheidene types van coöperatieve supply chain relaties bestudeerd en dit zowel in professionele als academische literatuur. Onderzoek naar horizontale samenwerking in de logistieke sector blijft echter schaars en verspreid over verschillende onderzoeksdomeinen. Bedrijven die actief zijn op hetzelfde niveau van de supply chain en gelijkaardige logistieke diensten aanbieden, kunnen horizontaal gaan samenwerken om hun productiviteit te verhogen, hun service level te verbeteren en hun marktpositie te verstevigen. Het doel van mijn doctoraatsonderzoek is het bestuderen van logistieke samenwerking vanuit het standpunt van vervoerders en dit door een uitgebreid onderzoek te voeren naar de operationele planning van horizontale collaboratieverbanden tussen die vervoerders. In een eerste fase wordt de gezamenlijke route planning van meerdere vervoerders geformuleerd als een statisch en dynamisch rittenplanningsprobleem, overeenkomstig met de coöperatie techniek waarbij klantenorders worden gedeeld. Bovendien worden in deze fase geschikte heuristieken ontwikkeld om kwaliteitsvolle oplossingen te genereren op korte termijn. De tweede fase van mijn onderzoek focust vervolgens op de ontwikkeling van oplossingstechnieken voor het optimaal delen van capaciteit als alternatief voor het delen van orders in horizontale samenwerkingsverbanden. Tenslotte, in een derde fase, wordt de aandacht gevestigd op het verdelen van gezamenlijke kosten en baten in een vervoerder coöperatie. Allocatie mechanismen gebaseerd op ideeën van speltheorie worden gecreëerd en toegepast om individueel en collectief wenselijke oplossingen te bekomen die noodzakelijk zijn om de continuïteit van het samenwerkingsproject te garanderen. Organisaties: • Logistiek
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS
Het modelleren van ladingsconsolidatie vanuit het standpunt van vervoerders Universiteit Hasselt Abstract: Ten gevolge van de steeds toenemende concurrentiële en globale druk om efficiënt te werken, zijn transportbedrijven verplicht hun interne focus te vervangen door een collaboratieve visie. Gedurende de afgelopen decennia werden reeds verscheidene types van coöperatieve supply chain relaties bestudeerd en dit zowel in professionele als academische literatuur. Onderzoek naar horizontale samenwerking in de logistieke sector blijft echter schaars en verspreid over verschillende onderzoeksdomeinen. Bedrijven die actief zijn op hetzelfde niveau van de supply chain en gelijkaardige logistieke diensten aanbieden, kunnen horizontaal gaan samenwerken om hun productiviteit te verhogen, hun service level te verbeteren en hun marktpositie te verstevigen. Het doel van mijn doctoraatsonderzoek is het bestuderen van logistieke samenwerking vanuit het standpunt van vervoerders en dit door een uitgebreid onderzoek te voeren naar de operationele planning van horizontale collaboratieverbanden tussen die vervoerders. In een eerste fase wordt de gezamenlijke route planning van meerdere vervoerders geformuleerd als een statisch rittenplanningsprobleem en opgelost met een geschikte meta-heuristiek. Bovendien wordt de impact van coalitie kenmerken op het niveau van behaalde besparingen onderzocht in een gezamenlijke route planning context. De tweede fase van mijn onderzoek focust vervolgens op de ontwikkeling van een nieuwe horizontale samenwerkingsaanpak: het delen van magazijnen of distributiecentra met partner organisaties. Daarenboven worden uitgebreide numerieke experimenten, gebaseerd op de statistische techniek experimenteel ontwerp, uitgevoerd om de voordelen van cooperative facility location en de effecten van verschillende kostenallocatie technieken te analyseren en te vergelijken. Tenslotte wordt een goal programming benadering toegepast om onze onderzoeksfocus uit te breiden van het exclusief beschouwen van kostenminimalisatie naar het in rekening brengen van klantenservice effecten in een horizontale samenwerkingscontext. Organisaties: • Logistiek
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS • Katrien RAMAEKERS • An CARIS
Het ontwerpen en optimaliseren van metaheuristieken: een noodzakelijke stap voor VRP onderzoek Universiteit Hasselt Abstract: Vehicle Routing Problems (VRP) zijn een uitvoerig bestudeerde klasse aan combinatoriële optimalisatie problemen met een breed spectrum aan real-life applicaties. Een indrukwekkend aantal heuristische procedures werden reeds voorgesteld, maar een gemeenschappelijke, afgesproken methodologie om heuristische performantie van VRP problemen te analyseren en vergelijken ontbreekt nog. Recent, begon het onderzoekscomité de nood aan zulk methodologisch raamwerk te herkennen, resulterend in een aantal onderzoekspublicaties die statistische technieken toepassen om heuristiek te evalueren. Echter, al deze publicaties stellen een ANOVA benadering voor die enkel een beperkte set aan heuristische varianten beschouwd. Dit heeft zijn beperkingen door het aantal heuristische varianten vaak onbeperkt is door bijvoorbeeld continue parameters. In dit onderzoek, volgen we een ander pad en passen een regressie toe in plaats van een ANOWA benadering. Een van de doelstellingen is om een statistisch methodologisch raamwerk te creëren om (meta)heuristiek te analyseren, dit voorziet een beter begrip van de interactie tussen probleem karakteristieken, algoritme eigenschappen en algemene prestaties. We beweren verder dat dit raamwerk handig is gedurende verschillende fases van de algoritme opbouw cyclus, dat wil zeggen het ontwerp- en de experimenteerfase. Om een proof of concept te bieden van het raamwerk in het algemeen en bewijs van de toegevoegde waarde ervan gedurende deze twee fases, zal het toegepast worden op twee klassen aan VRP problemen, dit zijn VRP met tijdvensters en multi-trip VRP. Organisaties: • Logistiek • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Benoit DEPAIRE • An CARIS
Het ontwerp van discrete keuze-experimenten aangepast aan het cognitief proces van de respondent. Universiteit Antwerpen Abstract: In marketing, transport, gezondheidseconomie, milieu-economie en diverse andere domeinen van de economie worden discrete keuzeexperimenten veelvuldig gebruikt om de voorkeuren van mensen te onderzoeken voor bepaalde attributen van producten of diensten. Een typisch
keuze-experiment legt respondenten een aantal keuzesets voor die elk bestaan uit een aantal alternatieven die gedefinieerd worden als combinaties van verschillende attribuutniveaus. Respondenten dienen dan hun preferentie voor een bepaald alternatief in elke keuzeset kenbaar te maken. Het doel van een discrete keuze-experiment is om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen over de voorkeuren door slechts een gering aantal keuzesets aan een beperkt aantal respondenten voor te leggen (omwille van respondentvermoeidheid en kostenoverwegingen). Om dit te realiseren is het noodzakelijk om de alternatieven op een deskundige wijze te selecteren en toe te wijzen aan de keuzesets. Dit is mogelijk dankzij de technieken van optimaal experimenteel ontwerp. Het onderzoek naar het optimaal ontwerp van discrete keuze-experimenten is hoofdzakelijk gericht op het verbeteren van de kwaliteit van ontwerpen onder de vereenvoudigende veronderstelling dat respondenten in een experiment compenserende beslissingen nemen. Dit wil zeggen dat aantrekkelijke niveaus van één attribuut onaantrekkelijke niveaus van een ander attribuut compenseren. Omdat respondenten niet altijd rationeel handelen, is deze veronderstelling vaak verkeerd. Het doel van dit onderzoeksproject is om voor drie belangrijke situaties waarin respondenten afwijken van de compenserende beslissingsregel bij het nemen van keuzes optimale ontwerpen te ontwikkelen. Het project is daarom onderverdeeld in drie secties waarin we telkens inzoomen op één scenario waarin de compenserende beslissingsregel niet gevolgd wordt: (i) het scenario waarin de keuzesets van het experiment te veel attributen tonen en als gevolg daarvan respondenten attributen negeren bij de besluitvorming, (ii) het scenario waarin bepaalde attributen extra in het oog springen bij de respondenten omwille van hun positie in de beschrijving van de alternatieven en (iii) het scenario waarin bepaalde alternatieven extra in het oog springen bij de respondenten omwille van hun positie in de keuzesets. Het begrijpen van het cognitief proces van de respondenten in deze scenarios laat toe om dit proactief te betrekken bij het opzetten van optimale ontwerpen voor discrete keuze-experimenten. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Guido Erreygers • Peter Goos • Roselinde Kessels
Het ontwerp van experimenten met gepaarde waarnemingen onder volgorde-effecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Om de kwantificeren hoe de leden van een doelgroep de verschillende kenmerken van producten, diensten, transportwijzen of gezondheidstoestanden waarderen worden in onder meer de marketing, de transporteconomie en de gezondheidseconomie experimenten met gepaarde waarnemingen gebruikt. De bedoeling van dit project is om methoden te ontwikkelen die het de onderzoekers toelaten dergelijke experimenten op een statistisch verantwoorde wijze op te zetten wanneer volgorde-effecten de keuzes van de respondenten kunnen beïnvloeden. Organisaties: • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Peter Goos
Het regionaal economische beleid van de provincie Antwerpen. Sterktes, zwaktes, toekomstgerichte analyse voor speerpuntsectorenbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is het opsporen van speerpuntsectoren voor het Antwerps provinciaal beleid. Op basis van bestaande bronnen wordt nagegaan welke sectoren groeipotentieel hebben en in hoeverre deze al aanwezig zijn in de provincie Antwerpen. Tevens wordt een inventaris gemaakt van de nieuwe economische activiteiten die actief zijn in de innovatiecentra in de provincie Antwerpen. Aan de hand van deze analyse en na consultatie van experten worden nadien beleidsadviezen geformuleerd en wordt aangegeven waar de beperkte middelen voor provinciaal economisch beleid best worden ingezet. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Paul Matthyssens • Thierry Vanelslander • Ann Verhetsel
Het solitonconcept in klassieke en in kwantumcontext. Universiteit Antwerpen Abstract: Het solitonconcept in klassieke en in kwantumcontext. Organisaties: • BEDRIJFSBELEID • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Springael
Het uitbreiden van een geavanceerd wachtlijnmodel voor het oplossen vannetwerk design en voorraad trade-off problemen in de context van wisselstuk remanufacturing. KU Leuven Abstract: Het voorgestelde project gaat over het ontwerpen van duurzame strategieën voor wisselstuk remanufacturing en past binnen het nieuwe onderzoeksdomein dat bekend staat als servitisatie of product-service systemen.Dit opent vele belangrijke en nieuwe logistieke onderzoeksvraagstukken,maar wij concentreren ons op de trade-off beslissingen met betrekking tot de structuur van het remanufacturing netwerk en de voorraadallocatie in een multi-item, multi-level netwerk waarvoor een maximale winst en optimale levertijden naar de klant moeten worden bepaald. De eerste vraag is centralisatie versus decentralisatie van vestigingen voor remanufacturing. Hier dienen kosten en baten verbonden aan overhead, arbeid, voorraad, processtandaardisatie en prijsverschillen afgewogen te worden tegen de effecten van transport en doorlooptijd. De tweede vraag is de keuze tussen re-make-to-order en re-make-to-stock. Hier dienen voorraadkosten afgewogen te worden tegen klantenservice. De derde vraag is hetb Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Marc Lambrecht • Kris Lieckens
Het verbeteren van reistijdschatting in het kader van de congestieproblematiek door het in rekening brengen van menselijk beslissingsgedrag en netwerkdynamiek
Universiteit Hasselt Abstract: Files zijn een groot probleem in België. Ze veroorzaken een jaarlijks economisch verlies van ongeveer 114 miljoen euro. Het schatten van een betrouwbare reistijd kan problematisch zijn, zowel voor eindgebruikers als voor beleidsmakers. Een van de redenen hiervoor is dat huidige reistijdschattingen het menselijke beslissingsgedrag in geval van congestie onvoldoende in rekening brengen, hoewel het een duidelijke impact heeft. Een tweede reden is dat congestie niet statisch is aangezien het wegennet een dynamisch en stochastisch systeem is. Als een methodologie kan worden ontwikkeld die in staat is beide aspecten in rekening te brengen en de reistijd op een meer betrouwbare manier te voorspellen, is het mogelijk om zowel structurele als incidentele filelocaties te bepalen en hun overeenkomstige tijdverliesprofielen te kwantificeren, hetgeen voordelig is voor zowel eindgebruikers als beleidsmakers. Een geschikte manier om systemen in staat van congestie te beschrijven is het gebruik van microsimulatiemodellen die het gedrag van individuele beslissers en de interactie tussen het systeemniveau en het individu schetsen. Het model is in staat bepaalde eenvoudige vormen van beslissingsgedrag in rekening te brengen, maar het is momenteel zeker nog niet in staat rekening te houden met gedragsaanpassingen in geval van congestie. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Davy JANSSENS
Het verklaren van het gewijzigde activiteiten- en mobiliteitsgedrag van personen met Multiple Sclerose aan de hand van dynamische activiteitengebaseerde verplaatsingsmodellen, rekening houdend met persoonlijke beperkingen Universiteit Hasselt Abstract: Personen met MS ervaren verminderde rijvaardigheid, mobiliteit en mogelijkheid om activiteiten uit te voeren, grotere afhankelijkheid met de sociale omgeving, o.w.v. fysieke, perceptuele, cognitieve persoonsbeperkingen. Volledige beslissingsprocessen worden gemodelleerd en verklaard die personen met een ziekte, specifiek MS, maken bij het ondernemen van verplaatsingen, rekening houdend met multi-dimensionale persoonsparameters. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van dynamische activiteitengebaseerde verplaatsingsmodellen die voor een gegeven tijdskader voorspellen welke activiteiten waar uitgevoerd worden, wanneer, hoelang, met wie, met welke vervoerswijze, via welke route. Mobiliteitspatronen zijn het resultaat van een complex beslissingsproces waarbij individuen bepaalde doelstellingen trachten te bereiken om hun activiteiten te kunnen uitoefenen, rekening houdend met ruimtelijk-temporele en institutionele beperkingen. De modellen houden bovendien rekening met temporele afhankelijkheden o.w.v. leereffecten, zowel de lange-termijn dynamiek van een volledig levensverloop, als de korte-termijn dynamiek van het herplannen van activiteiten, bv. door verslechtering van de ziekte. Vervolgens kunnen beleidsmaatregelen gesimuleerd worden in Feathers, een agentgebaseerd microsimulatiemodel, om de effecten op het verplaatsingsgedrag van vervoersarme populaties te bekomen. Hierdoor kan bepaald worden hoe overheden hun mobiliteitsbeleid dynamisch kunnen laten inspelen op de noden van deze vervoersarmen. Ook wordt verwacht dat het model factoren zal identificeren waarop aangepaste revalidatieprogrammas kunnen voorgesteld worden, om zo het verplaatsingsgedrag opnieuw te optimaliseren. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Het verkrijgen van een beter inzicht in de Chinese en Indiase ondernemerslogica als een strategisch en competititef voordeel voor de provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het verkrijgen van een beter inzicht in de Chinese en Indiase ondernemerslogica als een strategisch en competititef voordeel voor de provincie Antwerpen. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens
Het verrichten van onderzoek met betrekking tot het modelleren van respons op marketingsacties in de postordersector Universiteit Gent Abstract: In de postordersector worden naast RFM vele andere variabelen gebruikt om respons te modelleren op het niveau van de individuele consument. Dit project zal de studie van het modelleren van respons op marketingacties verder verdiepen. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Het voorspellen van lifetime value aan de hand van de fasen vaan de financiële levenscyclus. Universiteit Gent Abstract: Klantretentie is geen perfect synoniem voor winst. Dit project onderzoekt "lifetime value", dat winst (value) met retentie (lifetime) combineert. Het project heeft als doel om verschillende klantenfasen te koppelen aan lifetime value, omdat ander onderzoek aantoonde dat de behoeften, alsook klantenvoorkeuren en -gedrag sterk afhankelijk zijn van de fase waarin met zich bevindt of indien men van fase verandert. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Patrick Van Kenhove
Het wereldstedennetwerk gekwantificeerd. Een diepgaan verkennend onderzoek naar de verdere specificatie, meting en analyse van de relatie tussen wereldsteden en het huidig globaliseringsproces. Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met kenmerk G.0214.04 binnen het onderzoeksinstituut IMOB. Doel van dit project is het kwantificeren van het wereldstedennetwerk waarbij een diepgaan verkennend onderzoek wordt uitgevoerd naar de verdere specificatie, meting en analyse van de relatie tussen wereldsteden en het huidig globaliseringsproces. Dit is een interuniversitair project met woordvoerder Frank Witlox, docent UGent. Uitgaande van databanken met de strategieën van 100 financiële en bedrijfsinstellingen in 234 steden, zullen enkele dataminingtechnieken worden toegepast om aldus te komen tot een aantal constructies uitgaande van economische, politieke en financiele karakteristieken. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Heuristische strategieën voor gestructureerde combinatorische optimalisatieproblemen. KU Leuven Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van nieuwe optimalisatiemethoden voor problemen waarin karakteristieken uit verschillende probleemdomeinen herkenbaar zijn. Dergelijke problemen, die bv. routering en scheduling combineren, zijn bijzonder moeilijk optimaal op te lossen. We verwijzen naar dit type van optimalisatieproble-men als `gestructureerd'. Deze probleemklasse vergt een integratieve aanpak die boven deerkende algoritmen uitstijgt.nbsp;Bestaande methoden hebben nog niet tot aanvaardbare oplossingen geleid.nbsp;Traditionele optimalisatiemethoden voor dit type van problemen maken meestal gebruik van een algemeen toepasbare heuristische solver. Bijgevolg blijft de kwaliteitskloof met de optimale oplossing onbekend.Het project heeft tot doelom heuristische optimalisatiemethoden te ontwikkelen voor gestructureerde problemen, in het bijzonder voor het sluisplanningsprobleem en het thuiszorgprobleem. De strategie"en bevatten 1) een fase waarin, ge"inspireerd door Benders' decomposite, de Organisaties: • TC Computerwetenschappen Gent-Aalst
Onderzoekers: • Patrick De Causmaecker • Frederik Spieksma • Greet Vanden Berghe
High Technology Assessment van drug eluting stents. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt wat de klinische en economische waarde van het gebruik van Drug Eluting Stents is ten opzichte van Bare Metal Stents. Het project onderzoekt tevens wat de gevolgen zijn van twee of meer scenario's van terugbetaling voor het Belgische gezondheidsbudget ? Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Hoe kiezen ouders met jonge kinderen als zij medische hulp nodig hebben buiten de normale consultatie-uren? Een onderzoek naar preferenties in de regio Deurne Borgerhout. Universiteit Antwerpen Abstract: Er is weinig bekend over de preferenties van zorgconsumenten buiten kantooruren. Het gebruik van discrete keuze techniek laat toe deze preferenties te kwantificeren. In de regio Deurne Borgerhout (veel allochtonen, grootstedelijk milieu) worden via raadple¬gingen van Kind en Gezin (waar alle jonge ouders naar toe komen) 300 respondenten be¬vraagd. De gegevens kunnen gebruikt worden bij verdere planning van het hulpaanbod. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Hoe nieuwe waardeketens in de Vlaamse chemische sector realiseren: Naar een markt & Technologie Roadmap 'Hernieuwbare Chemicaliën'. Universiteit Antwerpen Abstract: Het FISCH-innovatieprogramma 'Hernieuwbare chemicaliën' opgestart in 2009 met het Gentse bedrijf Taminco als industriële trekker beoogt dan ook om alle relevante stakeholders van dit thema in Vlaanderen samen te brengen en de industriële, technologische en wetenschappelijke krachten te bundelen, en de benodigde innovatie-projecten op gang te brengen waarin vooral de focus wordt gelegd op lokaalbeschikbare hernieuwbare grondstoffen. Tevens zal de Roadmap trachten om uitgaande van het potentieel van hernieuwbare grondstoffen alle Vlaamse activiteiten rond hernieuwbare chemicaliën in kaart te brengen en hiervoor een toekomststrategie in Vlaanderen uit te werken. Hierdoor zullen versneld nieuwe waardeketens op basis van hernieuwbare chemicaliën kunnen gerealiseerd worden. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Bert Maes • Kenneth Sörensen • Pegie Cool • Vera Meynen
Hoe verwerkt een connectionistisch netwerk kwantitatieve samengevatte informatie ? Vrije Universiteit Brussel Abstract: In praktisch alle hedendaagse connectionistische modellen in de cognitieve en sociale psychologie die gebaseerd zijn op een automatische aanpassing van de gewichten (gesuperviseerd leren), wordt informatie stapsgewijs per stimulus-exemplaar opgenomen en verwerkt. Hoewel vele sociale kennis op deze rechtstreekse manier in de realiteit wordt opgenomen, is het duidelijk dat sociale informatie ook onrechtstreeks wordt aangeleerd via uitspraken over andere personen of groepen, die een samenvatting bevatten over een hele reeks exemplaren (personen of gedragingen, bv 'iedereen ging akkoord'). Nochtans kan een connectionistisch model abstracte samengevatte informatie niet onmiddellijk verwerken. Om theoretisch een mouw te passen aan de discrepantie tussen samengevatte informatie en de exemplarische informatie-opname van een connectionistisch model, worden twee theoretische voorstellen vergeleken. Het ene voorstel (Shanks, 1991) gaat ervan uit dat mensen op basis van vroegere ervaringen een brede meta-kennis ontwikkelen over hoe exemplaren (bv. oorzaak en gevolg) samengaan, en op deze manier samengevatte informatie op een gelijkaardige manier verwerken als exemplarische informatie. In tegenstelling daarmee gaat ons voorstel ervan uit dat samengevatte informatie eerst omgezet wordt in impliciete exemplaren, die dan op de klassieke connectionistische manier worden verwerkt. Dit is neurologisch en evolutionair eenvoudiger, en dus ook plausibeler. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE • Bert TIMMERMANS
Hoe zijn nonprofit werknemers gemotiveerd? Een 'discrete choice' analysis.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het groeiende belang van de nonprofit sector in de samenleving, is er een toegenomen aandacht voor de bestaansreden van nonprofit organisaties (npos), hoe zij zich gedragen en wat hun doelstellingen zijn, vanuit een zowel empirische als theoretische invalshoek. Recent ontstond ook een sterke belangstelling naar de motieven van betaalde werknemers en vrijwilligers in deze sector. Een goed begrip van hun motieven en hoe deze zich verhouden met de objectieven van de organisatie is een belangrijke factor in het verklaren van het gedrag dat nonprofit organisaties vertonen. Vanuit dit standpunt stellen Caers et al. (forthcoming) een additief scheidbare nutsfunctie voor nonprofit managers en ondergeschikt personeel voor, die de objectieven van deze actoren indeelt in drie grote categorieën: persoonlijke doelstellingen, organisatorische doelen en client-gebonden doelstellingen. De onderliggende veronderstelling hierbij is dat personen binnen de nonprofit organisatie kunnen verschillen in het belang dat zij aan elk van deze drie categorieën hechten. Sommigen geven bijvoorbeeld meer voor hun persoonlijke doelstellingen, terwijl anderen mogelijk meer belang hechten aan de tweede of derde categorie van doelstellingen. Deze veronderstelling is zowel gebaseerd op theoretisch als empirisch onderzoek. De aanwezigheid van "egoïstische" werknemers (sterk geïnteresseerd in de eerste categorie van motivatoren) kan worden verwacht door te duiden op het gebrek aan efficiente "principals" (Jensen en Meckling (1976), Fama en Jensen (1983)) en op de moeilijkheden i.v.m. prestatiemetingen (Steinberg (1990), Brickley en Van Horn (2002)). Op basis van de zelf-selectie hypothese (Young (1983)) kunnen beide factoren "egoïstische" werknemers stimuleren om voor jobs in de nonprofit sector te opteren. Empirisch onderzoek bevestigt dat nonprofit werknemers belang hechten aan persoonlijke doelstellingen (Mesch et al. (1998), Brown en Yoshioka (2003)). Maar ook een toewijding naar de missie van de organisatie wordt verwacht te bestaan (Hansmann (1986)) en empirisch aangetoond (Mirvis en Hackett (1983)), alsook een belangstelling voor het welzijn van de npo's cliënten (zie respectievelijk Mooney en Ryan (1983) en Hansen et al. (2003)). Caers et al. (forthcoming) verenigen deze literatuur in een formele nutsfunctie en bieden voor het eerst een theoretische analyse van het gedrag dat verschillende types van nonprofit werknemers zullen vertonen in een groot aantal situaties. Het voorliggende project bouwt verder op dit werk en onderzoekt empirisch hoeveel belang nonprofit werknemers precies hechten aan persoonlijke, organisatorische en client-gebonden doelstellingen. Deze inzichten kunnen aantonen welke van de in Caers et al. (forthcoming) gespecificeerde types het meest reëel zijn en tot meer gerichte beleidsaanbevelingen leiden. Dit onderzoek maakt gebruik van "discrete choice" experimenten, een "stated preference" techniek waarbij respondenten meermaals worden gevraagd om hun geprefereerde scenario uit een klein aantal mogelijke scenario's te kiezen. Elk scenario heeft daarbij verschillende attributen en door het niveau van deze attributen te veranderen en de keuzes van de respondenten te analyseren, wordt het mogelijk om het belang (b's) dat de respondenten hechten aan elk attribuut (U1, U2, ..., Um) te schatten. Formeel, Ui = b1 * U1 + b2 * U2 + ..... + bm * Um met Ui = waargenomen deel van de nutsfunctie van individu i m = aantal attributen In het voorliggende onderzoek wordt geopteerd om de respondenten te vragen een keuze te maken uit telkens drie scenario's. Elk scenario vertegenwoordigt een hypothetisch jaar. In elk van deze drie mogelijk jaren vinden verschillende gebeurtenissen plaats. Bepaalde persoonlijke, organisatorische of client-gebonden doelstellingen worden ofwel niet gehaald, gehaald of overtroffen. De respondenten worden gevraagd aan te geven welk jaar zij zouden verkiezen. Het experiment hanteert 6 attributen, 2 voor elke categorie van motivatoren, met elk 3 niveaus. Hierdoor zijn er 216 verschillende scenario's. Vermits een onderzoeksopzet met 3 alternatieven meer efficient werd bevonden dan een onderzoeksopzet met slechts 2 alternatieven (Sandor en Wedel (2002)), betekent dit dat de respondenten 72 keer hun geprefereerde scenario uit 3 mogelijkheden zouden moeten kiezen. Dit aantal zal worden verminderd door gebruik te maken van het Sandor en Wedel (2002) algoritme, om zo de "task demand" te verlagen en de efficiëntie van het schatten te verhogen (Hensher, Stopher en Louviere (2001)). Wel worden testen voor transitiviteit en consistentie van de keuzes toegevoegd. De attributen worden bepaald op basis van o.a. organisatorische en professionele toewijding vragenlijsten (Giffords (2003)) en job/beloningstevredenheid vragenlijsten (De Gieter et al. (2006), De Cooman et al. (2006)). De steekproef voor dit onderzoek zijn Vlaamse nonprofit ziekenhuizen, meer specifiek: - leden van de Raad van Bestuur - afdelingshoofden - verpleegkundigen en niet-medisch personeel Dit perspectief, met 3 niveaus, is consistent met het model van Caers et al. (forthcoming) en laat toe om na te gaan of er verschillen en overeenkomsten bestaan in de individuele karakteristieken tussen de verschillende organisatorische niveaus. Tevens wordt het medische personeel met het niet-medische personeel vergeleken. Het onderzoeksopzet wordt eerst gepretest met individuen vanuit elk niveau in beide clusters van departementen (medisch en niet-medisch). De verzamelde data worden onderworpen aan een mixed logit model. Deze techniek wordt verkozen boven het gewone multinomial logit model omdat het toelaat dat de attributen verschillen over de respondenten met dichtheid f(b). Deze dichtheidsfunctie wordt gespecificeerd als de verdeling die het dichtst aansluit bij de verwachtingen omtrent de variatie van de b's en zal, zoals in de meeste applicaties, als normaal verdeeld worden beschouwd (Train (2003)). Met de recente bevindingen van De Cooman et al. (2006) in het achterhoofd, dewelke duiden op verschillen in de motieven en werkwaarden van de nieuwe generatie van verpleegkundigen, laten vragen omtrent demografische variabelen toe om correlaties met de preferenties te bestuderen. Deze bevindingen zullen toelaten om een beeld te vormen van de types van werknemers die in de nonprofit sector actief zijn. Desondanks blijft het mogelijk dat we een onvolledig beeld behouden omtrent de individuen die voor een functie in deze sector solliciteren. Indien de verantwoordelijken voor de aanwerving selectief zijn in hun beleid, is het immers mogelijk dat het profiel van de gemiddelde werknemer verschilt van dat van de gemiddelde sollicitant. Ook de gehanteerde recruterings- en selectietechnieken kunnen bovendien selectief zijn. De toegevoegde waarde van dit bijkomend onderzoek ligt zowel in een breder inzicht in de gehanteerde technieken en instrumenten en in de mate waarin er verschillen bestaan naargelang van het medische of niet-medische karakter van de functie, alsook in hoe de zelf-selectie daadwerkelijk functioneert. Een tweede vragenlijst, gericht op de gehanteerde instrumenten en technieken omtrent recrutering en selectie, wordt uitgewerkt. De doelgroep voor deze tweede vragenlijst zijn de verantwoordelijken voor de aanwerving in de Vlaamse nonprofit ziekenhuizen. In samenwerking met een representatieve steekproef van ziekenhuizen wordt tevens aan een steekproef van sollicitanten gevraagd om de eerste vragenlijst in te vullen, opdat het mogelijk wordt na te gaan welk belang zij hechten aan persoonlijke, organisatorische en client-gebonden doelstellingen. De resultaten van dit onderzoek dragen bij tot de theoretische literatuur door nieuwe inzichten aan te reiken in het agency theory - stewardship theory debat en omtrent de zelfselectie hypothese. Tevens bieden zij bestuursleden, managers en verantwoordelijken voor de aanwerving in de nonprofit sector meer specifieke beleidsimplicaties, die de algemene bevindingen van Caers et al. (forthcoming) aanvullen. Tot slot is een derde luik van dit onderzoeksvoorstel gericht op een uitbreiding van het meest complexe theoretische model gepresenteerd in Caers et al. (forthcoming), hetwelk de relaties beschrijft tussen één Raad van Bestuur, één management, één tot drie werknemers en twaalf cliënten. In dit model is de ernst van de toestand van een cliënt (alsook de inspanning geleverd door de agent om deze cliënt te helpen) gekend door alle actoren in de organisatie. Een waardevolle uitbreiding, zeker bij toepassing in de medische sector, bestaat erin deze informatie om te zetten in private informatie, uitsluitend beschikbaar voor de agent. Een nieuwe variabele wordt ingebouwd om de mening van de Raad van Bestuur en het management omtrent de echte moeilijkheidsgraad van de toestand van een cliënt weer te geven. Deze mening wordt gesteund op de door de agent geleverd informatie (dewelke misleidend kan zijn) en een kansverdeling (normaal verdeling). Het eerder ontwikkelde Fortran programma, gericht op het genereren van de tijdsverdelingen (verdeling van inspanning over de potentiële cliënten) van de agent, wordt aangepast. De bestaande programma's voor het tot stand brengen van de rangschikkingen van werknemers (op basis van hun geschiktheid voor de organisatie) en de analyse hiervan worden opnieuw toegepast. De resultaten van deze uitbreiding worden vergeleken met het oorspronkelijke model en kunnen, in combinatie met de bevindingen van de twee empirische studies, nieuw inzicht bieden in het effect van de recruteringsbeslissingen van een nonprofit organisatie op haar gedrag en haar prestaties. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Hoger onderwijs en onderzoek: organisatie, marktinteractie en algemene impact in het kennistijdperk Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van het project is om nieuwe ontwikkelingen in de micro-economie, de theorie van de industriële organisatie en in de organisatietheorie te verkennen en toe te passen op het specieke geval van de universiteiten. Zulk een toepassing is bijzonder interessant: universiteiten spelen een sleutelrol in de economische ontwikkeling, de omgeving waarin ze werken is voortdurend in beweging, vaak worden ze
gefinancierd met overheidsgelden, meer en meer wordt hen gevraagd om het gebruik van de toegekende overheidsmiddelen te verantwoorden, en ze worden ook voortdurend uitgenodigd om nieuwe management-technieken toe te passen. Ze zijn bovendien een voorbeeld van non-profit instellingen, waardoor interessante vragen rijzen in verband met hun doelstellingen en in verband met een aangepaste "product mix" (onderwijs versus onderzoek, onderwijs op bachelor niveau of op master niveau, fundamenteel onderzoek versus toegepast onderzoek, .....). Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
Hoog efficiënte en betrouwbare maatregelen voor crossmodaal vervoer (HERMES). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Hulpmiddelen, beladingsmodellen voor capaciteitsmanagement en operationele planning: eigenschappen en efficiënte oplossingsmethoden. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Roel Leus
Hulpmiddelenbeladingsmodellen voor multiprojectplanning: Eigenschappen en efficiënte oplossingsmethoden. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Roel Leus • Jeroen Belien
Identification and estimation of structural parameters in economic models of interactions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Geert Dhaene • Thi Thu Hien Pham
If not for profit, for What? And How? Building interdisciplinary and integrated knowledge on social entrepreneurship and social enterprise (SOCENT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie focust op 'sociale bedrijven', gedefinieerd als organisaties die het entrepreneurschap combineren met het leveren van diensten en goederen met een sociaal doel. Organisaties: • Toegepaste economie
Onderzoekers: • MARC JEGERS
ikv TRALOTRA project cogranted by EC DG for energy and transport aan Provincia di Brescia (Italië) : Referring to work package 1 member to Steering committee : 5 meetings preparation (reading & comment) and 6 meetings participation (incl travel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project ontwikkelt innovatieve opleidingsinstrumenten met betrekking tot beste praktijken op het gebied van intermodaal transport, met de bedoeling de professionele vaardigheden en het beheer van logistieke en transportbedrijven te verbeteren. En dit via de creatie van eleerplatformen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS • Ethem PEKIN
iMade. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Bart Van Looy
Impactanalyse van fiscale maatregelen op investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksproject gaat de volgende onderzoeksvragen beantwoorden: Welke fiscale maatregelen voor O&O zijn momenteel in Vlaanderen rechtsgeldig? Wat is de fiscale besparing die de bedrijven door het toepassen van deze maatregelen realiseren? Welke zijn de andere voordelen van het toepassen van de fiscale maatregelen (zie enquêtevragen in bijlage)? Worden de uitgespaarde bedragen ook effectief aangewend voor investeringen in O&O? Wat is de opbrengst van elke fiscale maatregel aan (extra) investeringen in O&O in Vlaanderen? Wat is de totale kostprijs per fiscale maatregel voor de overheid? Wat is de rendabiliteit (kosten/baten) van elk van deze fiscale maatregelen? Kan hiervoor een meetinstrument ontwikkeld worden? Bestaat er een geïntegreerde maatstaf die toelaat op éénduidige en eenvoudige wijze Vlaanderen te vergelijken doorheen de tijd? Welke (nieuwe) fiscale maatregelen kunnen worden uitgewerkt en/of ingevoerd om de O&O-activiteiten in Vlaanderen verder te verbeteren? En hieraan gekoppeld: "Wat is de "ideale" mix aan fiscale maatregelen voor Vlaanderen? Kan er een econometrische modellering uitgewerkt worden die een directe/indirecte koppeling maakt tussen de budgettaire overheidsinspanningen wat betreft de fiscale O&O-maatregelen en het niveau van O&O-investeringen gerealiseerd door bedrijven, kennisinstellingen, etc.? Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans
Impact of FDI upon the management system of foreign affairs structures. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Peter Teirlinck
Impact van "gratis" openbaar vervoer op het verplaatsingsgedrag, een gevalstudie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Openbaar vervoer subsidies spelen een belangrijke rol in het huidige mobiliteitsbeleid in België. De introductie van de 'gratis' bus in Hasselt in 1997 betekende een belangrijke mijlpaal. Nadien ontwikkelde de Vlaamse regering in samenwerking met De Lijn het zogenaamde "derde betalersysteem" voor bepaalde doelgroepen. Dit houdt in dat de prijs van het openbaar vervoer niet betaald wordt door de gebruiker of de aanbieder ervan, maar geheel of gedeeltelijk door een derde partij. In welke mate deze maatregelen bijdragen tot een duurzamer mobiliteitssysteem blijft een belangrijk punt van discussie. Sinds het academisch jaar 2003-2004, werd een "gratis openbaar vervoer" initiatief geïntroduceerd voor studenten van Nederlandstalige universiteiten en hogescholen in Brussel. Deze studenten kregen de mogelijkheid een terugbetaald openbaar vervoer abonnement te bekomen, geldig op het Brusselse openbaar vervoersnet van de MIVB (Maatschappij voor Intercommunaal vervoer in Brussel). Brussel werd geselecteerd voor een case studie, omdat er in dezelfde stad een groep studenten is die van de maatregel kunnen genieten, en een andere groep (studenten van Franstalige universiteiten en hogescholen in Brussel) die er geen aanspraak op kunnen maken. Om de effecten van deze maatregel te onderzoeken werd een vragenlijst afgenomen bij de studenten om hun huidige verplaatsingsgedrag na te gaan (aantal verplaatsingen, motieven, modale keuze, ...) en de veranderingen in verplaatsingsgedrag ten opzichte van het vorige jaar, toen de maatregel nog niet bestond. Bijkomend werd een vergelijking gemaakt tussen het huidige verplaatsingsgedrag van studenten die van de maatregel kunnen genieten en studenten die dat niet kunnen. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Astrid DE WITTE • CATHY MACHARIS
Impact van het innen van supplementen op toegankelijkheid van de gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Er is een voortdurende bezorgdheid van de maatschappij en de overheid over de toegankelijkheid van onze gezondheidszorg. In deze studie zal nagegaan worden of de evolutie in directe eigen betalingen (vnl supplementen) en private ziekteverzekering hierop een negatieve impact heeft. Meer specifiek zullen we: -een literatuuronderzoek uitvoeren over effecten van directe eigen betalingen in de gezondheidszorg en het afsluiten van aanvullende (private) verzekeringen; -de omvang en de aard van de supplementen in België voor de periode 1996-2003 berekenen alsook de socio-economische karakteristieken van de patiënten die ze genereren en betalen(op basis van gegevens ter beschikking gesteld door het IMA); -via geëigende econometrische technieken *determinanten voor het afsluiten van private verzekeringen bepalen; *de impact van een aanvullende verzekering op de kans en de duur van de hospitalisatie bepalen met correctie voor de gedragseffecten van supplementen. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Implementatie databank aangepast vervoer. Universiteit Hasselt Abstract: Mobiliteit is één van de basisbehoeften om een sociaal leven uit te bouwen. Iedereen heeft recht om deel te nemen aan het maatschappelijke leven en heeft recht op basismobiliteit. In de praktijk geldt dit evenwel niet voor iedereen. Personen met een handicap en ouderen zijn vaak om verschillende redenen niet altijd even mobiel. Toch zijn er vandaag reeds heel wat initiatieven rond aangepast deur tot deur vervoer en toegankelijk openbaar vervoer. Personen met een beperking die gebruik willen maken van deze voorzieningen dienen hiervan echter op de hoogte te zijn. Hier stelt zich vandaag het probleem dat iedere vervoeraanbieder voorziet in zijn eigen afzonderlijke informatieverschaffing. Een persoon met een mobiliteitsbeperking heeft bijgevolg niet de luxe om via een routeplanner zijn verplaatsing te kunnen plannen. Personen met een beperking hebben nood aan gedetailleerde en eenduidige informatie die op een gebruiksvriendelijke manier wordt aangeboden. Daarnaast is het van groot
belang dat de aangeboden informatie betrouwbaar is. Tenslotte is het wenselijk om de vervoeraanvrager zo optimaal mogelijk te begeleiden in zijn keuze voor de voor hem/haar meest aangewezen vervoerswijze en de daaraan gekoppelde vervoeraanbieder. Vanuit die optiek is het doel van dit project de verdere ontwikkeling en implementatie van de databank toegankelijk vervoer in Vlaanderen. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Implicaties van reële optie theorie voor industriële organisatie en competitiebeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Peter Kort • Jan Bouckaert
Improving frontline employees. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep HRRG Brussel
Onderzoekers: • Anja Van den Broeck • Yves Van Vaerenbergh • Annelies Costers
IMSFood: Innovatief management system voor een duurzame voedingsindustrie Universiteit Gent Abstract: IMSFood is een transnationaal ?Collective Research Project? (CORNET). Het doel van het IMSFood project is de ontwikkeling van een innovatief en duurzaam beheerssysteem voor voedings-KMOs om kosten te reduceren en tegelijkertijd kwaliteit te behouden. Het uiteindelijke resultaat van dit project is een op maat gemaakte toolbox om verschillende kost-reducerende technieken in KMOs te implementeren. De toolbox werd ontwikkeld op basis van case studies in overeenkomst met de betrokken bedrijven. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Xavier Gellynck
Incidental parameter problem. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Geert Dhaene • Yutao Sun
Indirect taxes in microsimulation models. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • André Decoster • Kevin Spiritus
Individueel aangepaste online keuze-experimenten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Martina Vandebroek
Individuele verschillen in zelfregulerend gedrag: een functionele beeldvorming studie rond de hersenprocessen die doelgerichtheid, persistentie, en adaptief gedrag sturen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil via fMRI inzicht verwerven in de oorsprong van individuele verschillen in beheersing en zelfregulatie. We testen de hypothese dat individuele verschillen in activiteit in 3 vooropgestelde hersenregio's samenhangt met dopamine-receptor genpolymorphisme enerzijds, en met stabiele persoonlijkheidseigenschappen die doelgerichtheid, persistentie, en adaptief gedrag typeren anderzijds. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Paul Parizel • Christophe Boone
Industrial policy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Patrick Van Cayseele • Ilona Sergant
Industriële clusters in België: verkenning van koper/leverancier-verhoudingen in de voedselindustrie. Universiteit Antwerpen Abstract: Industriële clusters in België: verkenning van koper/leverancier-verhoudingen in de voedselindustrie. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Inhoud in een digitale omgeving. Een interdisciplinair onderzoeksproject naar Vlaamse E-publishing Trends (FLEET) Universiteit Gent Abstract: FLEET is een multidisciplinair onderzoeksproject rond de veranderende rol van aanbieders en ontvangers van informatie in een gedigitaliseerde netwerkmaatschappij. Het project maakt een grondige analyse van de sociale, economische, inhoudelijke, juridische en technologische ontwikkelingen op het vlak van online-nieuwsproductie en -consumptie, met bijzondere aandacht voor de impact hiervan op het medialandschap in Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Karin Van De Wal
INNOMAT: Innovatie van matrassen in de O&O- en de end-of-life fase Universiteit Hasselt Abstract: Matrassen zijn niet alleen voor de Vlaamse economie, maar ook voor het maatschappelijk welzijn (bijdrage tot een goede nachtrust) belangrijke producten. Matrassen zijn echter volumineuze en vaak complex samengestelde producten. Innovatieprojecten in deze sector waren in de voorbije jaren vooral gericht op het verbeteren van het slaapcomfort en op het toevoegen van bijkomende functionaliteiten (bv. anti-allergische eigenschappen). Recent krijgen ook de duurzaamheidsaspecten meer aandacht. De gemiddelde levensduur van een matras bedraagt ca. 12 jaar. De jaarlijkse EOL-matrasstroom is qua volume significant genoeg om na te gaan of deze afvalstromen selectief ingezameld en omgezet kunnen worden in interessante materiaalstromen. Opdat de matrassensector effectief de materiaalkringlopen op een duurzame manier zou kunnen sluiten dient bijkomend onderzoek te worden gedaan. Immers, de voorgestelde oplossingen moeten aanvaardbaar zijn voor alle stakeholders: bedrijven (toeleveranciers, matrassenfabrikanten, afvalverwerkers/recyclers), eindconsumenten en overheid. Voor de bedrijven moeten de voorgestelde oplossingen technisch en economisch rendabel zijn. De consument wil niet inboeten aan slaapcomfort en hygiëne en wil bij voorkeur geen meerprijs betalen indien hier geen verbeterde productkenmerken tegenover staan. De overheid wil de milieu-impact van het huidige productiesysteem reduceren. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tom KUPPENS
Innovatie en reductie van time-to-market door planmatig proefnemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt om vernieuwende zoekalgoritmes te ontwerpen voor het vinden van optimale statistische proefopzetten. Hiertoe zullen de nieuwste methoden voor combinatorische optimalisatie uit het operationeel onderzoek, meer bepaald metaheuristieken, ingezet worden in een nieuw toeassingsdomein, het experimenteel ontwerp. Zowel problemen met één doelfunctie als met meerdere doelfunctie zullen onze aandacht wegdragen. Organisaties: • Engineering Management • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Peter Goos
Innovatie-, octrooi- en handelsmerkgedrag met oversijpelingseffecten op gebied van kennis in kernlanden van de Europese unie Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling is Plasmans et al. (1998) en Lukatch en Plasmans (2000) zowel theoretisch als empirisch uit te breiden. //..Theroretisch door asymmetrie van bedrijven in te voeren, optimale statische en dynamische innovatiestrategieën en O & O- gerelateerde overheidsmaatregelen af te leiden. Empirisch door een vijftal analyses uit te voeren: (I) door een overzicht over de tijd te presenteren van het aantal aangevraagde en het aantal toegestane octrooien (handelsmerken) van EU-bedrijven bij de belangrijkste (Europese, Japanse en Amerikaanse) octrooibureaus (handelsmerkbureaus); (ii) door de 'octrooi-naar-octrooi-citaties' en 'octrooi-naar publicatie-citaties' als een mogelijk efficiënte maat voor de O & Ospillovers te bestuderen; (iii) & (iv)door voor de bedrijven, gegroepeerd in 22 bedrijfstakken, van EU-kernlandeneen schatting en toetsing van dynamische paneldatamodellen uit te voeren voor octrooiaanvragen (handelsmerkaanvragen), octrooien (handelsmerken) en bijbehorende octrooi(handelsmerk) intensiteiten voor een steekproef van 1989 tot 2000; (v) indien er belagrijke kennisspillovers bestaan kan de creatie van bv. een RJV zowel de individuele winst van de participerende bedrijven als de algemene welvaart verbeteren; we willen dan ook voor dezelfde landen een grondige vergelijkende analyse uitvoeren over de motieven voor het opstarten van RJV's, Joint Research and Development Agreements, Joint Research Pacts en Resaerch Corporations op basis van de geactualiseerde MERIT-CATI databank. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans
Innovation policy and clusters in Europe: Economic Performance of YoungInnovative Companies KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Stijn Kelchtermans • Daniel Neicu
Innovation processes in surface transport (INNOSUTRA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Innovative Inland Navigation (INLANAV). Universiteit Antwerpen Abstract: Drie privépartners (Universiteit Antwerpen, Schipco BV en Research Small Barges (BV) werken mee aan het INLANAV-platform om nieuwe schepen te ontwikkelen en de market take-up te bevorderen. De concepten gaan van duwbakken die door elektromotoren aangedreven worden, tot de realisatie van een automatisch geleid binnenschip met een groter scheepsruim. Hiertoe zullen nieuwe technologieën en materialen, zoals composieten, worden aangewend. De universiteit Antwerpen onderzoekt een tweefasig concept waarbij duwboten en binnenschepen gebruikt worden. In de eerste fase van het concept met duwboten en binnenschepen varen diverse binnenschepen, geduwd door één duwboot, op grote waterwegen uit van zeehavens naar kleine binnenwateren. In de tweede fase wordt het konvooi aan de ingang van een kleine binnenwaterweg losgekoppeld en varen de kleine binnenschepen zelfstandig uit. Dit concept spitst zich vooral toe op het combineren van schaalvoordelen op grote rivieren (d.w.z. duwboten en binnenschepen samen), terwijl de afzonderlijke binnenschepen klein en rendabel genoeg zijn om op kleine waterwegen te varen. Op die manier kan het konvooi zijn belangrijkste concurrent bekampen: het wegvervoer. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
In search of work-home balance: a study on individual and contextual antecedents and career outcomes. KU Leuven Abstract: Krantenkoppen, zoals Why Women still cant have it all (Slaughter, 2012), politieke richtlijnen over arbeidstijden (EU Working Time Directive) en de kwaliteit van werk en leven (Eurofound), conferenties die zich enkel bezig houden met de topics rond werk en familie (bv. WFRN Conference), zelfhulpboeken zoals Work-life balance for dummies (Lockett & Mumford, 2009), workshops en seminaries voor managers over gezondheid, balans en geluk (Achor, 2010), lijsten met de 25 beste ondernemingen wat betreft de werk-privé balans (Smith, 2013), enz. Het is duidelijk dat het creëren van een balans tussen werk en privé een veelbesprokenthema is, zowel op de werkvloer, als onder politici en academici. Deze groeiende aandacht voor de werk-privé balans wordt gevoed door recente trends op het werkveld en binnen het privé-domein. Nieuwe werkstructuren,die gedreven worden door ondermeer de globalisatie (bv. 24/7 economie) en technologische ontwikkelingen (bv. Smartphones) en nieuwe familiestructur Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Luc Sels • Ans De Vos • Sara De Hauw
Integrale benadering van duurzaam energiebeleid. Een normatieve bijdrage tot beleidsonderteuning (SEPIA)-Sustainable Energy Policy Integrated Assessment-a normative contribution to decision support. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het SEPIA project - Sustainable Energy Policy Integrated Assessment - heeft als onderzoeksonderwerp het aanreiken beleidondersteunings -methodologieën, -procedures, -structuren en -instrumenten te ontwikkelen voor een duurzaam energiebeleid met een specifieke focus op het betrekken van groepen van belanghebbenden (stakeholders). De doelstelling van de studie is het toegankelijk maken en het bediscussiëren van de haalbaarheid van belangrijke aspecten van een duurzaamheidsbeoordeling in de context van het Belgische energiebeleid. Zij streeft ernaar om over het ontwerp van deze beoordeling de consensus en dissensus tussen verschillende stakeholdergroepen te identificeren en aldus de fundamenten te gieten voor een Duurzaamheidsbeoordeling die aangepaste aangepast is aan de context van de Belgische energie besluitvorming. Deze studie erkent daarnaast expliciet de socio-politieke en normatieve achtergrond van het debat op energie kwesties en diens keuzes, met inbegrip van duurzame energie. Door de VUB dient naast een methodologische inbreng ook een specifiek nucleaire deeltaak uitgevoerd waarbij de voornaamste nuclaire energietechnologiosche evoluties worden geschets in historisch perspectief en hun mogelijke impact en constraints worden aangegeven voor de °3 en 4 ° generatie reactoren die nu in ontwikkeling zijn Het project wordt uitgevoerd in het kader van het BELSPO-project "Wetenschap voor Duurzame Ontwikkeling" en loopt van Januari 2008 tot en met December 2010. De onderzoeksmethodologie is interdisciplinair daar deze de integratie nastreeft van inzichten op energie systemen die hun oorsprong kennen in technologische ontwikkelingen, economie, politieke- & sociale wetenschappen en ethiek, terwijl ze tegelijkertijd attent blijft voor de context-afhankelijkheid van deze verschillende soorten kennis (en dit door de integratie van stakeholder inzichten). Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • GILBERT EGGERMONT • Fré MAES • Jean HUGE
Integrated freight analysis within cities (infact) Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft hier een netwerkproject dat tot doel heeft een beter inzicht te verwerven in het goederenvervoer in stedelijke gebieden. De andere partners zijn W. Debauche (van het opzoekingscentruml voor de Wegenbouw) en Prof. Philippe Toint (FUNDP). Het onderzoek omvat een literatuurstudie, een pilootstudie naar het koopgedrag van gezinnen en de studie van de verschillende organisatiemethodes van het stedelijke goederenvervoer (met behulp van modelvorming). Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Integrated optimization approaches for municipal solid waste collectionrouting and processing facility location in Flanders. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep CEDON Brussel
Onderzoekers: • Simon De Jaeger • Jens Van Engeland
Integrated personnel scheduling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Erik Demeulemeester • Jeroen Belien • Philippe De Bruecker
Integratie van simulatie en optimalisatie als een ondersteuning voor complexe logistieke besluitvorming. Universiteit Hasselt Abstract: In logistieke systemen of supply chains dienen een aantal beslissingen genomen te worden op strategisch, tactisch en operationeel vlak. Ter ondersteuning van operationele beslissingen die te maken hebben bvb. met locaties van opslagplaatsen, hoogte van voorraden, niveau van dienstverlening aan klanten, aantal en type van in te zetten voertuigen, keuze van transportmodi, te volgen routes, werden in één vakgebied van operationeel onderzoek een aantal kwantitatieve technieken ontwikkeld. De logistiek vandaag is echter complex geworden door het gebruik van meer dan één transportmodus, logistieke ketens over meer dan één land, en strenge eisen vanwege de klanten, zodat deze optimalisatietechnieken tegen hun beperkingen qua praktische toepassing aanbotsen. Bovendien gaan de meeste van deze technieken uit van deterministische gegevens, d.w.z. gegevens waar geen ruis of onzekerheid op zit. De vraag en levertijden zijn echter twee factoren uit de logistiek die aan schommelingen onderhevig zijn. De techniek die in de managementwetenschappen het meest wordt gebruikt om zulke onzekerheden na te bootsen is computersimulatie. Recentelijk is een trend ontstaan waar gepoogd wordt hybriede methoden te ontwikkelen ofwel verschillende technieken nauw te laten samenwerken. In dit project wordt voorgesteld simulatie te laten samenwerken met optimalisatie. Vooraleer zulk een samenwerking te kunnen realiseren dient echter een methodologie en een taal te worden ontwikkeld. Immers zowel optimalisatie als simulatie hebben hun eigen methodologie en taal. De eerste en tweede fase van dit project slaan bijgevolg op het harmoniseren van methodologie en taal. Indien de keuze wordt gemaakt voor het gebruik van een optimalisatiepakket en een simulatiesoftware, dienen deze immers een interface te hebben om de samenwerking toe te laten. In een derde fase dienen de ontwikkelde theoretische concepten in werkelijkheid te worden gebracht om ze te testen en de vele parameters te 'tunen'. Hierbij kunnen eenvoudige logistieke ketens worden gebruikt zoals in een aantal standaardwerken worden beschreven. De waarde van de integratie tussen simulatie en optimalisatie zal echter dienen getest te worden op complexe logistieke systemen. Hiervoor dienen praktijkvoorbeelden uit de Vlaamse economie als test-gevalstudie te worden gekozen. Bij deze voorbeelden zullen dan de sterkten en zwakheden van het geïntegreerde concept naar boven komen. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerrit JANSSENS
Intellectual property (IP) strategies. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Stijn Kelchtermans • Bart Leten • Maarten Rabijns
Intelligent communicatieplatform voor multimodaal transport. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale ligging in Europa en de dichte transportinfrastructuur maken van Vlaanderen een aantrekkelijk logistiek knooppunt. Toch zijn er ook minpunten: talrijke economische en ecologische problemen gerelateerd aan overbelaste wegen zetten de transportsector zwaar onder druk. Eenvoudige oplossingen zijn er niet maar het ontbreekt bevrachters en aanbieders van transport momenteel aan voldoende instrumenten om op een eenvoudige manier kwantificeerbare informatie te verwerven die cruciaal is voor een optimaal beheer en optimale planning van de transporten: deze die al bestaan breken daarenboven niet door omdat intelligente componenten en real-time beslissingsondersteuning ontbreekt. Dit project heeft tot doel een software communicatieplatform te ontwikkelen dat verschillende partijen in de sector van multimodaal transport samenbrengt. Hiertoe zal vooral ag ntentechnologie aangewend worden: het domein van de agententechnologie is op academisch vlak reeds uitgebreid bestudeerd en het nut van specifieke aspecten zoals autonomie, intelligentie, cooperatie, ... wordt niet in twijfel getrokken. Toch stellen we vast dat er nog een brede kloof gaapt tussen de overtuigende theorie en de praktijk. Door het domein van multimodaal transport afte bakenen tot activiteiten die aan binnenscheepvaart (en short sea transport) gerelateerd zijn, bekomen we een probleem dat zich perfect leent voor een intelligente agententoepassing: door gebruik te maken van software agenten willen we betere organisatievormen bewerkstelligen in de binnenscheepvaart en bij alle betrokken gebruikers. De realisatie van een intelligent communicatieplatform voor multimodaal transport zal voldoende toegevoegde waarde bieden aan reeds bestaande initiatieven (in de eerste plaats aan BIV AS) om die aantrekkelijk te maken voor implementatie in de transportsector. In een concrete uitvoering beschikken alle partijen over software componenten waarmee ze zich kunnen aanbieden op het communicatieplatform. Gebruikers configureren hun eigen software vertegenwoordiger, de agent, door hem toegang te geven tot interne informatie. De agent dient ook kennis te hebben over de objectieven en beperkingen van het bedrijf. Tenslotte moet hij weten welke samenwerkingen er mogen aangeknoopt worden met agenten van andere bedrijven (bvb. onmiddellijk ingaan op voorstellen van X, geen vrachten aannemen van Y,...). Ais resultaat zullen bedrijven elkaar vinden op het communicatieplatform en informatie uitwisselen (bvb. over de locatie van een binnenschip, de wachttijden aan sluizen, over de grootte en het leveradres van een nog te laden vracht). Software agenten kunnen ook onderhandelen over aankomsttijden, retourvrachten. De agenten hebben een veel breder zicht, kunnen vlugger informatie verwerken en nieuwe voorstellen uitwerken dan een menselijke vertegenwoordiger dat kan doen. Vanuit die positie waarborgt de agentencommunicatie een efficientere werkvorm dan in de huidige situatie, met beperkte overzichtsinformatie, mogelijk is. Door zijn ontwerp, met agentenvertegenwoordigers voor alle betrokken partijen, mag het communicatieplatform niemands belangen schaden. Dit flexibele model voor de organisatie van binnenscheepvaart zal een voorbeeldcase zijn voor een toepassing op grotere schaal. Door aan te sluiten op reeds bestaande applicaties voor o.a. wegtransport kan dit model agententechnologie introduceren in de brede sector van multimodaal transport. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
INTELLIGENTE DATA MINING SYSTEMEN GEBASEERD OP MULTIDIMENSIONELE INFORMATIE RUIMTEN Universiteit Hasselt Abstract: De belangrijkste eisen voor intelligente systemen gedefinieerd in zijn: In intelligente systemen kennis van de verschillende soorten moeten worden verenigd in een netwerk structuur, ontworpen volgens de gemeenschappelijke beginselen voor alle soorten van kennis. Het netwerk moet een weerspiegeling zijn van het hiërarchische karakter van echte media.. Binnen het netwerk moet er worden voorzien in een twee-weg overgang tussen convergente en divergente presentaties van objecten. In dit onderzoek zullen we theorie van groeiende Piramidale Networks (GPN) gebruiken. De theorie en de praktische toepassing van de groeiende piramidale netwerken heeft geleid to meerdere publicaties . Piramidale netwerk is een netwerk, automatisch afgestemd op de structuur van de binnenkomende informatie. Piramidale netwerken zijn geschikt voor het uitvoeren van verschillende activiteiten van associatief zoeken. Zo kan men kiezen voor alle objecten, met een bepaalde combinatie van attributen. Voor de toegang van al deze objecten is het voldoende om de paden op te sporen vertrekkend uit de hoekpunten van de betrokken piramide. Alle processen, in verband met de bouw van het netwerk en de verwerking van een beschrijving zijn gelokaliseerd in een relatief klein deel van het netwerk. Vorig onderzoek op complexe gegevens van grote omvang toonde een hoge effectiviteit van de toepassing van de groeiende piramidale netwerken. Eigenschappen als eenvoud van verandering , het combineren van processen van informatie, generalisatie, en de hoge associativiteit maken van groeiende piramidale netwerken een belangrijk onderdeel van de prognose en diagnose-systemen. Deze eigenschappen zullen verder onderzocht worden voor classificatie en boodschappenkorf analyse. De implementatie zal gebaseerd zijn op een Multi-dimensioneel informatie model (MDIM) . De objecten zijn dan georganiseerd in een hiërarchie van genummerde informatieruimten . Er is geen limiet voor de reeksen van de ruimten.. De genummerde informatie ruimten zijn geordend en de belangrijkste activiteiten binnen deze ruimten houden rekening met deze volgorde. Organisaties: • Beleidsinformatica • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
Interacting Externalities KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Energie, Transport en Milieu Leuven
Onderzoekers: • Sandra Rousseau • Johan Eyckmans • Marieke Franck
Interdisciplinaire databank over internationale politieke, juridische en economische ontwikkeling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Hans Bruyninckx • Patrick Develtere • Johan Swinnen • Bart Kerremans • Jan Van Hove • Ilke Van Beveren • Filip De Beule
Interdisciplinaire Master in Wetenschappen Thesis programma : IPIMA : "Improving Photocatalysts towards Innovative Market Apllications" Universiteit Hasselt Abstract: De kwaliteit van binnenhuislucht is niet altijd optimaal. Over het algemeen is de vervuiling van binnenhuislucht twee tot vijf keer hoger dan de buitenlucht. Daarenboven besteden we gemiddeld gezien tot tachtig procent van onze tijd binnenshuis. Het probleem is vooral ernstig door de aanwezigheid van vluchtige organische stoffen (VOS), dewelke een duidelijk ongunstig effect hebben op onze gezondheid. Daarom is er zonder enige twijfel behoefte aan methodes om de concentraties van dergelijke verontreiniging binnenshuis te verminderen. Dit project gaat dan ook het potentieel na van fotokatalyse. Specifiek testen we de impact van een titaandioxide (TiO2) halfgeleider katalysator op de afbrak van acetaldehyde in water en koolstofdioxide. Acetaldehyde is een specifieke organische stof. Onze katalysator wordt geactiveerd met behulp van ultraviolet (UV) licht. Dit technisch onderzoek is uitgebreid met theoretische economische inzichten om te onderzoeken of het fotokatalytisch systeem ook commercieel haalbaar is. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Internationale handel, productiviteit en capaciteiten van ondernemingenin de Chinese nijverheid. KU Leuven Abstract: We gebruiken de integratie van de Chinese economie in de wereldeconomie, qua handel en investeringen, om lessen te kunnen trekken voor industriële ontwikkeling in andere ontwikkelingslanden. De specifieke onderzoeksvragen hebben een logische opvolging:1. Eerst, tonen we het bestaan en de sterkte aan van een oorzakelijk verband tussen de handelshervormingen en productiviteitsgroei.2. Vervolgens, tonen we aan hoe deze productiviteitsgroei het gevolg is van verhoogde bedrijfscapaciteiten in deChinese nijverheid in drie domeinen: lagere kosten, hogere kwaliteit enprijs, en productinnovatie.3. Tenslotte, kwantificeren we het relatieve belang van de volgende drie kanalen voor het oorzakelijk verband: "lerendoor-exporteren", verhoogde concurrentie op de binnenlandse markt en kennisoverdracht vanuit buitenlandse bedrijven. Organisaties: • Onderzoekseenheid CES Leuven
Onderzoekers: • Johannes Van Biesebroeck
Internationale technologische diffusie en de produktiviteitseffecten van onderzoek en ontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt het belang van eigen commercieel gerichte O&O-inspanningen en van buitenlandse technologische diffusie bij de verklaring van de evolutie van de productiviteit van landen. Een internationale cross-sectie analyse wordt uitgevoerd op verschillende niveaus van aggregatie met betrekking tot een reeks OESO-landen gedurende de jongste drie decennia. Schattingen worden gemaakt van de elasticiteit van de totale factorproductiviteit met betrekking tot het binnenlands en het buitenlands O&O kapitaal, alsmede van de overeenstemmende opbrengstvoeten op de uitgaven aan O&O. Er wordt nagegaan of, en in welke mate, er veranderingen hebben plaatsgevonden in de waargenomen produktiviteitseffecten van O&O tijdens de onderzoeksperiode. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de implicaties van de resultaten voor de industriële politiek en het wetenschapsbeleid. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • DIRK FRANTZEN
Internationalisation strategies of flemish firms. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Leo Sleuwaegen • Priscilla Boiardi
International versus Domestic Trade Network: Evidence from Belgian Firm-level Data. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Internationale Economie Leuven
Onderzoekers: • Jan Van Hove
"In the mind's eye": Is het effect van reele en iconische oog stimuli op het cooperatief gedrag beinvloed door context en intrinsieke motivatie? Een gedrag- en fMRI studie. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie onderzoekt de neurale processen die de relatie tussen oog stimuli en coöperatief gedrag in sociale dilemma's onderbouwen, en onderscheidt hierbij het effect van foto's van levensechte ogen versus oogiconen. We verwachten dat enkel de levensechte ogen sociale informatie kunnen verschaffen en hierdoor het sociale cognitiesysteem in de hersenen activeren (de temporo-pariëtale junctie, de mediale frontale cortex, en de amygdala) en vertrouwen opwekken. Oogiconen roepen het gevoel op geobserveerd te worden, wat samen gaat met reputatie-effecten en
activatie in de laterale prefrontale cortex. Bovendien toetsen we of het effect van levensechte oogstimuli versus oogiconen (en het daarbij horende patroon van hersenactivatie) gemodereerd wordt door de sociale waarden oriëntatie van een persoon (een eigenschap die aangeeft in hoeverre men intrinsiek gemotiveerd is om te coöpereren) en de beslissingscontext. Dit manipuleren we door gebruik te maken van drie verschillende speltheoretische paradigma's (het simultaan en sequentieel gespeeld gevangenisdilemma en het coördinatiespel) die verschillen in de mate waarin ze de speler tot hebzucht of wantrouwen aanmanen. We testen in hoeverre de 2 types van oogstimuli coöperatie aanmoedigen door hebzucht en angst te temperen en we verwachten dat dit afhangt van de sociale waarden oriëntatie. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Christophe Boone • Loren Pauwels
Intra-household dynamics in development settings and risks. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • Frederic Vermeulen • Jesse d'Anjou
Intrasectoriële benchmarking van onderwerpen met beoordelingsruimte in externe rapportering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Walter Aerts
INTRAS - Ongelijkheden in verkeersveiligheid Universiteit Hasselt Abstract: In gezondheidsonderzoek bestaan overtuigende bewijzen voor de invloed van socio-economische en culturele verschillen op de gezondheid. Onder deze gezondheidsproblemen vormen letsels ten gevolge van verkeersongevallen wereldwijd een toenemend aandachtspunt. Net zoals in andere gezondheidsdomeinen worden ongelijkheden vastgesteld in ongevallenbetrokkenheid. Opnieuw blijken kansarmen het meest kwetsbaar. Het onderzoek ter zake ontbeert evenwel nog steeds modellen die verklaren hoe contextuele en individuele factoren bijdragen tot het ontstaan van verkeersletsels. De belangrijkste doelstelling in dit onderzoeksvoorstel is dan ook het blootleggen van een aantal van de mechanismen die aanleiding geven tot de ongevalbetrokkenheid van verschillende groepen in België. Aangezien er geen studies zijn uitgevoerd met betrekking tot de verschillende ongevallenbetrokkenheid in België door verschillende socio-economisch en cultureel bepaalde groepen, zal ook dit deel uitmaken van het onderzoeksvoorstel. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Kris BRIJS • Stijn DANIELS
Inventarisatie en analyse van de beschikbare methodieken, codes van goede praktijk en aanbevelingen voor de evaluatie vanuit veiligheidsstandpunt van de bezettingsgraad van (petro)chemische installaties en aanverwante industrie met risico's van zware ong Universiteit Antwerpen Abstract: Inventarisatie en analyse van de beschikbare methodieken, codes van goede praktijk en aanbevelingen voor de evaluatie vanuit veiligheidsstandpunt van de bezettingsgraad van (petro)chemische installaties en aanverwante industrie met risico's van zware ong Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Karel Soudan
Involving volunteers and their effect on the governance and functioning of private non-profit organisations. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Involving volunteers and their effect on the governance and functioning of private non-profit organisations. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Is meer competitie in de banksector altijd optimaal Universiteit Gent Abstract: Deregulering, technologische vooruitgang en desintermediatie hebben geleid tot een toename van (potentiële) competitie in de financiële sector. De marktstructuur in de banksector heeft naast directe effecten op de prijszetting van bankproducten, ook verscheidene indirecte effecten. Hoe beïnvloedt meer bankcompetitie de langetermijnrelaties tussen banken en ondernemingen? Beïnvloedt de bankmarktstructuur de effectiviteit van het monetaire beleid? Welk effect heeft bankcompetitie op conjunctuurcycli? Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
Jaarlijkse enquête gehouden bij Belgische ondernemingen en gewijd aan financiering van KMO's.
Universiteit Antwerpen Abstract: In elk van de volgende drie jaar zal een schriftelijke enquête worden afgenomen onder Belgische KMO's met als doel het in kaart brengen van de KMO-financiering vanuit vraagperspectief. In de enquête KMO-financiering zal aandacht worden besteed aan de beschikbaarheid van financiering, de evolutie in de kredietrelatie tussen bank en onderneming, het gebruik van diverse financieringsmiddelen en overheidsmaatregelen, de kennis inzake ratings en de houding ten aanzien van financiering met eigen middelen. Elk jaar zullen enkele vragen worden toegevoegd die inspelen op de actualiteit en recente evolutie binnen het domein van de KMO-financiering. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
Kapitaalmobiliteit, financiële kwetsbaarheid en de transitie van Centraal- en Oost-Europese landen naar de EMU. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel focusseerdt op de monetaire en financiële risico's voor de 8 Centraal- en Oost-Europese landen (CEEC) in de periode tussen hun toetreding tot de EU en het EMU-lidmaatschap.. Het omvat: 1. Een 'assessment' van de financiële kwetsbaarheid van CEEC. In dit luik onderzoeken we de impact van 'twin deficits' (deficit op de lopende rekening én een budgettair tekort) op de kwetsbaarheid van CEEC voor wisselkoerscrisissen. 2. De doelstelling van het econometrisch luik van dit onderzoek is de sensitiviteit inschatten van budgettaire consolidatie in de 8 CEEC voor buitenlandse kapitaalbewegingen. Het mode van Von Hagen, Hallet and Strauch (2001) kan daarbij als referentiebasis gebruikt worden. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jacques Vanneste • André Van Poeck
Karakteristieken en Perfomantie van Wetenschappelijk Basisonderzoek door Ondernemingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Stijn Kelchtermans • Rene Belderbos • Bart Leten • Massimo Riccaboni
Kennis- en praktijkcentrum voor incubatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds iMinds. UA levert aan iMinds de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet
Kennisoverdracht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: lokaal leren enregionale kennisstromen. KU Leuven Abstract: Dit project wordt uitgevoerd in opdracht van het Brussels HoofdsedelijkGewest. Het is een samenwerking tussen KULeuven (campus Brussel) en de ULB. De focus van het project is het in kaart brengen van de kennisbasis(in termen van O&O, innovatie, octrooien en bibliometrie) binnen de regio en de kennisinteracties met actoren binnen en buiten de regio. Vanuiteen regionaal innovatie systeem oogpunt wordt rekening gehouden met eenevolutief karakter van de kennisbasis. De interacties met actoren buiten de regio worden geografisch in kaart gebracht, dit zowel vanuit een theoretisch als vanuit een empirisch oogpunt. Het project loopt in nauwe samenwerking met het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA). Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Jan Van Hove • Peter Teirlinck
Kennispostioneringsysteem (KPS). Universiteit Antwerpen Abstract: Het KPS-project wil bedrijven en organisaties begeleiden in het uitbouwen van een strategisch en proactief kennisbeleid dat rekening houdt met de noden van het individu in alle levens- en loopbaanfasen. Het project bundelt een verzameling van methodes en instrumenten waaruit organisaties, HR-verantwoordelijken en kennisverantwoordelijken inspiratie kunnen putten om de kennisstrategie in hun organisatie vorm te geven, uit te bouwen en te ondersteunen. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens
Keystroke logging in writing: solving privacy issues. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Kinderopvang in model: huishoudens en de overheid in welvaartseconomisch perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een maatschappelijk oordeel van verschillende beleidsalternatieven in verband met kinderopvang. Daartoe integreert het kinderen als actoren in het collectieve economisch model van huishoudens en vergelijkt het beleidsinspanningen voor kinderopvang in Vlaanderen, Finland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk op hun verdelingseffecten (binnen en tussen huishoudens). Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Joris Ghysels
Klanten co-creatie tijdens het innovatieproces: de structuur en impact van virtuale sociale netwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Consumenten hebben in onze huidige internetmaatschappij toegang tot een overvloed aan informatie die bovendien eenvoudig uitgewisseld kan worden door toegang tot virtuele netwerken. Dit heeft ertoe geleid dat consumenten niet langer passieve ontvangers van producten en diensten zijn, maar actieve spelers in het creëren van waarde door klanten co-creatie. Ondanks verscheidene oproepen van onderzoekers en instituten blijft onderzoek betreffende de aard en de integratiemechanismen omtrent klanten co-creatie schaars. Deze studie adresseert deze kloof door onderzoek naar de structuur van online sociale netwerken, waarbij wordt gefocust op kennis co-creatie door klanten en het effect ervan op word-of-mouth (WOM) en de gebruiksintentie van producten en diensten. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Annouk Lievens • Sarah Van Oerle
Klanten co-creatie tijdens het innovatieproces. Kritieke organisatorische vaardigheden en routines. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Annouk Lievens • Kande Kazadi
Kleinschalige handel in de Grote Merenregio. Economische empowerment van vrouwen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds International Alert. UA levert aanInternational Alert de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Kristof Titeca