www.researchportal.be - 23 Dec 2015 11:57:30
Onderzoeksprojecten (5560 - 5580 van 7401) Zoekfilter: Classificaties: EXACTE WETENSCHAPPEN (P)
Hybride systemen op nanometerschaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksgemeenschap tussen verschillende Vlaamse, Waalse en buitenlandse laboratoria. De volgende onderzoeksthema's zullen worden bestudeerd: studie van metallische clusters; magnetische eigenschappen van nanostructuren; spinafhankelijke verstrooiing; optische eigenschappen; studie van twee dimensionele elektrongassen en kwantumstippen; theoretische modellering van nanostructuren. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Hybride systemen op nanometerschaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project situeerd zich in het gebied van de nanowetenschappen, i.e. de studie van nieuwe fysische fenomenen die optreden wanneer de afmetingen van een systeem worden gereduceerd tot minder dan 100 nm. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Alfonsius Brosens
Opmaak van de terrestrische koolstofbalans van Europa (CarboEurope-IP) Universiteit Antwerpen Abstract: De uiteindelijke doelstelling van het project is het kwantificeren, begrijpen, simuleren en voorspellen van de terrestrische koolstofbalans van Europa. Even belangrijk is ook de onzekerheden die er met de analyse van de koolstofbalans gepaard gaan, te kwantificeren zowel op lokale, regionale als continentale schaal. Het project behelst een grote reeks fysische metingen van CO2-concentraties en van koolstofuitwisselingen binnen de EU. Daarnaast worden een hele reeks ecologische metingen uitgevoerd in verband met de koolstofcyclus van verschillende ecosystemen. Verder wordt er een uitgebreide gegevensbank uitgebouwd en worden een aantal modellen ontwikkeld en gevalideerd. De modelontwikkeling houdt zowel een top-down als een bottom-up benadering in omdat er ook metingen en observaties op regionaal niveau boven vegetaties en ecosystemen gebeuren die naar het niveau van het ecosysteem worden vertaald. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Breedbandcommunicatie en multimediale diensten voor mobiele gebruikers. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is nieuwe en generieke technologieën te ontwikkelen voor de ondersteuning van het mobiel multi-media netwerk van de toekomst. Het netwerk moet mobiliteit ondersteunen, zowel binnen als tussen domeinen, en moet bovendien de vereiste kwaliteit aan de verschillende diensten kunnen aanbieden. Het moet naast punt-naar-punt ook punt-naar-multipunt verbindingen kunnen ondersteunen. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Opmaak van de terrestrische koolstofbalans van Europa. (CarboEurope-IP) Universiteit Antwerpen Abstract: De uiteindelijke doelstelling van het project is het kwantificeren, begrijpen, simuleren en voorspellen van de terrestrische koolstofbalans van Europa. Even belangrijk is ook de onzekerheden die er met de analyse van de koolstofbalans gepaard gaan, te kwantificeren zowel op lokale, regionale als continentale schaal. Het project behelst een grote reeks fysische metingen van CO2-concentraties en van koolstofuitwisselingen binnen de EU. Daarnaast worden een hele reeks ecologische metingen uitgevoerd in verband met de koolstofcyclus van verschillende ecosystemen. Verder wordt er een uitgebreide gegevensbank uitgebouwd en worden een aantal modellen ontwikkeld en gevalideerd. De modelontwikkeling houdt zowel een top-down als een bottom-up benadering in omdat er ook metingen en observaties op regionaal niveau boven vegetaties en ecosystemen gebeuren die naar het niveau van het ecosysteem worden vertaald. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Elektronische eigenschappen van halfgeleider kwantumdraden en kwantumringen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het realiseren van een theoretische studie van de elektronische eigenschappen van kwantumdraden en kwantumringen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens
Heterogene katalysatoren - ontwikkeling en in-situ spectroscopische studie van mesoporeuze drager tot de finale katalysator. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we de unieke mogelijkheden van de hoogveld- en gepulste EPR technieken, ODMR en resonante Raman technieken aanwezig in de SIBAC en ECM laboratoria van de universiteit Antwerpen kombineren met de synthetische en katalytische expertise van het labo voor adsolptie en katalyse (UA) en van de DICOC (UG). Dit project zal eveneens in samenwerking met Dr. D. Mulphy van het Dept. of Chemistry in
Cardiff University gebeuren die met zijn expertise op CW ENDOR het project zal complementeren (zie appendix I, bibliografie + medewerkingsbrief D. Mulphy). In een eerste deel zal de vorming van mesoporeuze materialen bestudeerd worden. In een tweede deel zal de incolporatie van metaalcomplexen geanalyzeerd worden, waarbij zowel de functionalizering van het mesoporeuze systeem, de gelsoleerde metaalcomplexen, de incolporatie v~ de precursoren en het eindproduct zal bekeken worden. In een laatste stap zullen de systemen getest worden op hun katalytlsche activiteit. Daarbij zullen de structuurkarakteriserende methoden ook ingezet worden om de mechanismen van de katalytische werking te achterhalen. Het einddoel van dit project is een beter begrip van de vorming en locatie van de metaalionsites in mesoporeuze systemen en het koppelen van deze informatie aan een analyse van de katalytische activiteit en de reactiemechanismen om uiteindelijk selektief de synthese van deze katalysatoren te kunnen optirnaliseren. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Pegie Cool • Sabine Van Doorslaer
Analyse van de structuur van het hERG PAS domein en van KChIP door middel van EPR spectroscopie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het N-terminale deel van het cardiale K+-kanaal hERG bevat een sequentie (AZ 1-90) die behoort tot de familie van de PAS-domeinen 12 (gekarakteriseerd op basis van homologie van de 3D structuur). Mutaties in dit domein veroorzaken het LOT syndroom, soms door verandering van de biofysische kanaaleigenschappen maar dikwijls door het feit dat de PAS mutatie belet dat het kanaal vanuit het endoplasmatisch reticulum (ER) naar de plasmamembraan getransporteerd wordt, zoals wij en anderen hebben aangetoond13-14. De lage expressie van de splice variant hERG- 1 b die dit PAS domein mist is consistent met de hypothese dat dit domein belangrijk is voor de trafficking. Sommige van deze mutaties vertonen een temperatuursafhankelijkheid wat doet vermoeden dat deze mutaties de 3D opvouwing van het PAS domein belnvloeden. De KChlP subeenheden werden geldentificeerd als cytoplasmatische 13-subeenheden 15. Deze groep is snel uitgebreid en recent hebben we een nieuwe splice variant van KChlP1 beschreven met unieke eigenschappen 16. Deze subeenheden associeren met de Kv4 familie van a-subeenheden waarbij de stroomdensiteit sterk verhoogd wordt (5 tot 10x). Dit betekent dat associatie van KChlP met een a-subeenheid een sterke invloed heeft op de trafficking van ionenkanalen en daardoor het expressieniveau mede bepaalt. Mogelijk is KChlP ook belangrijk voor de subcellulaire lokalisatie (vb dendriet, axon, cellichaam). Recente resultaten geven aan dat de KChlP familie ook associeert met Kv1.5 wat misschien een meer algemene rol van deze subeenheden doet veronderstellen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Adam Raes • Dirk Snyders • Sabine Van Doorslaer
Hormoon homeostase en signaaltransductie tijdens oxidatieve stress in planten : identificatie van signaalcomponenten door een geïntegreerde proteoomtechnische en immunologische aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de identificatie van componenten van de signaaltransductiecascade tijdens oxidatieve stress in planten door middel van een gei'ntegreerde immunologische en proteoomtechnische aanpak. Tijdens de ontwikkeling wordt een plant voortdurend blootgesteld aan verschil!ende soorten stress. Het vermogen om snel en gepast te reageren op deze veranderingen zijn essentieel voor overleving. Veranderingen in hormoon homeostase spelen hierbij vaak een belangrijke rol. De kennis om trent de rot van plantengroeiregulatoren zoals abscisinezuur (ABA), ethyleen, jasmonaat (JA) en salicylzuur (SA) als belangrijke signaalmoleculen bij stress-responsen is reeds zeer gestoffeerd. Voor auxines en cytokinines geldt dat in mindere mate. Toch worden ook zij in verband gebracht met een aantal stressfenomenen. Verschil!ende studies wijzen uit dat een centrale component in vele cellulaire responsen oxidatieve stress is (Desikan et al., 2001; Neil! et al., 2002). Oxidatieve stress ontstaat door een onevenwicht in het metabolisme van reactieve zuurstofsoorten (ROS). Bij blootstel!ing aan biotische en abiotische stress wordt de productie van deze ROS ge.jnduceerd en treden ze op als een signaal dat een waaier aan moleculaire, biochemische en fysiologische responsen doet ontstaan. Stikstofmonoxide (NO) is vaak een belangrijke component in de onderliggende signaalcascades. NO, een gasvormig vrij radicaal, kan op diverse wijzen een interactie aangaan met ROS en zo de respons op biotische en abiotische stressfactoren be"jnvloeden (Del!edonne et al., 1998; Neil! et al., 2002; Neil! et al., 2003). Net als in dierlijke systemen warden zowel cyclisch GMP als cyclisch ADPR genoemd als signaalmoleculen van het plantaardig NO signaaltransductiesysteem. Cyclisch GMP wordt in planten aangemaakt als antwoord op NO toediening (Pfeiffer et al., 1994) en cADPR synthese zou op zijn beurt ge.jnduceerd warden door cGMP. Beiden zijn in staat sommige functies van NO na te bootsen (Durner et al., 1998), en een specifieke inhibitor van guanylyl cyclase (ODQ) inhibeert in Arabidopsis thaliana NO-ge.jnduceerde celdood" Een membraanpermeabel cGMP-an.aloog, 8-Br-cGMP, heft dit inhiberend effect op (Clarke et al., 2000). In dierlijke systemen wordt de stress ge.jnduceerde cADPR synthese geactiveerd via een cGMP-afhankelijk prote.jne kinase. Tot nu toe werd het bestaan van een gelijkaardig prote.jne nag niet gerapporteerd voor hogere planten, maar de recente isolatie van het gen voor een vermeend cyclisch nucleotide afhankelijk prote.jne kinase aan ons labo biedt een valabele kandidaat voor deze functie. In diens promoterregio werden tal van stress-gereguleerde elementen aangetroffen, zoals het ABA-respons element (ABRE) "heat shock"-respons element, de aan ABRE verwante "GC-repeat" (Litts et al., 1992) en de koude en waterstress gereguleerde dehydratie (DRE)/"C-repeat"-respons elementen (Baker et al., 1994). Oak de aanwezigheid van een salicylzuur gereguleerd promoter element (TCA), een wonde gei'nduceerd respons element, (WUN) (Pastuglia et al., 1997), en de aanwezigheid van de "TCrich repeat", een stress en verdedigings ge.jnduceerd respons element (Klotz en Lagrimini 1996), versterken de vermoedens voor een functie van dit kandidaat cyclisch nucleotide afhankelijk proteïne kinase in stress responsen. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen • Kris Laukens • Henri Van Onckelen • Erwin J M Witters • Luc Roef
Identificatie en karakterisering van eiwitten betrokken in huiddifferentiatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Evalueren van de biologische rol van ECM1 en caspase-14 gebruikmakend van in vitro huidequivalenten. Identificatie van epidermale ECM1-bindende eiwitten. Onderzoek naar de rol van ECM1 ams NF-kB activator. Identificatie van de ECM1b-inducerende factor geproduceerd door dermale fibroblasten. Ontwikkelen van een muismodel voor lipoide proteinosen en caspase-14 substraten. Identificatie van caspase-14 substraten. Identificatie van de caspase-14-activerende factor.
Organisaties: • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Numerieke simulaties van processen tijdens en na de interactie tussen laserstraling en een vaste stof. Universiteit Antwerpen Abstract: Er wordt een model ontwikkeld om de processen te beschrijven die optreden tijdens en na de interactie tussen een laser en een vaste stof, om de toepassingen van laser ablatie te verbeteren. Dit model omvat: * de laser-vaste stof interactie (verhitten, smelten, verdampen) * de expansie van de verdampte materiaalwolk in een achtergrondgas * de vorming van een plasma in deze verdampte materiaalwolk * de interactie tussen de laser en het plasma * de vorming van nanodeeltjes via condensatie in de expanderende materiaalwolk * de vorming van micrometer-deeltjes via interactie tussen laser en vaste stof (wegspatten van druppels gesmolten materiaal, explosief koken) Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Biochemische studie van recent ontdekte dipeptidyl peptidasen bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Via dit onderzoeksproject willen we bijdragen tot de karakterisering van de familie der dipeptidyl peptidasen, meer bepaald FAP, DPPII, DP8 en DP9. Het eerste luik van het project omvat voor elk van die enzymen het bestuderen van de substraatspecificiteit en efficientie van peptidesplitsing. Het tweede luik behelst het bestuderen van inhibitoren. De identificatie van peptidesubstraten en de beschikbaarheid en karakterisatie van selectieve remmers zijn belangrijk voor verder functioneel onderzoek. Afhankelijk van de resultaten zal gestart worden met het onderzoek naar de functie van een of meerdere van de peptidasen. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Simon Scharpe • Anne-Marie Lambeir
Formele ondersteuning voor transformatie van software modellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Formele ondersteuning voor transformatie van software modellen. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Dirk Janssens • Serge Demeyer
Studie van oppervlakte-gemodificeerde en bioactieve polymeermaterialen en hun interactie met micro-organismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het objectief is de preventie van biofilmvorming aan het oppervlak van polymeren via een gecombineerde aanpak van oppervlakmodificatie en incorporatie van antimicrobiele stoffen. Siliconen en poly(siloxaan-urethanen) werden a's model polymeren geselecteerd omwille van hun medisch belang (materiaal van o.a. urinaire katheters en tracheo-oesofageale spraakprothesen) en de voorafgaande ervaring van partners 1 en 2 met deze polymeren. A's modelorganisme zal Candida albicans gebruikt worden, dat verantwoordelijk is voor de deterioratie van siliconen spraakprothesen en dat reeds jaren in het laboratorium van een partner bestudeerd wordt (Bauters et al., 1999, 2002a-c, 2003) Organisaties: • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Luc Van Vaeck
Rationale modellering : optimale conditionering en stabiele algoritmen. Universiteit Antwerpen Abstract: Veel toepassingen kunnen geformuleerd worden als een benaderingsprobleem: voor gegeven data moet een model gevonden worden dat deze data "volgt" .Daarenboven worden voor veel van die benaderingsproblemen rationale modellen gebruikt. We denken hierbij, zonder volledig te \villen zijn, aan signaal- en beeldverwerking, vormreconstructie, computer graphics, de berekening van prestatiematen in de telecommunicatie, electromagnetische metamodellen , de optimalisatie van economische modellen , CAD/CAM, quantum computing enz. Voor verschillende van deze rationale modelleringsproblemen hangen de data af van meerdere veranderlijken of/en zijn de data op zich matrices van waarden. Dl. De data Hoe goed het model aan de opgelegde voorwaarden, voortkomend uit de data, moet voldoen, hangt af van de context. Bij minder nauwkeurige data, zoals deze afkomstig van metingen onderhevig aan ruis, moeten zelfs niet noodzakelijk alle gegevens gebruikt worden. Bij een continu benaderingsprobleem wordt de aansluiting van het model aan de gegevens gemeten met behulp van een functienorm. In weer an- dere omstandigheden kunnen discrete data zeer nauwkeurig berekend worden, maar soms ten koste van een erg rekenintensief proces. Een mogelijke rol van het model is dan om een voldoende nauwkeurige maar vereenvoudigde voorstelling van dat numeriek proces te geven. AIs de datapunten slechts geleidelijk aan beschikbaar worden, dan kunnen ze op een recursieve manier aan het modelleringsprobleem toege- voegd worden. In alle gevallen speelt ook een rol of de datapunten vastliggen of hun locatie tijdens de berekeningen kan gekozen worden. D2. Het model Blijft nog over, de keuze van het model. De parameters van bet model worden berekend uit voorwaarden die volgens een gekozen criterium bet modelleren van de data vertolken. Veeltermen en splines zijn als model redelijk populair en eenvoudig te gebruiken. In de context van een toe passing waarbij een bepaald asymptotiscb gedrag gemodelleerd moet worden, zijn nocb veeltermen nocb splines ecbter bruikbaar omdat zij steeds naar oneindig gaan. Zij kunnen evenmin drastiscbe wijzigingen in de functiewaarde vat ten. In deze omstandigbeden is het gebruik van rationale modellen aan te raden. Wanneer geen specifiek gedrag vereist wordt, vereenvoudigt daarenboven bet rationale model zicb tot een polynomiaal model. In een line air dynamisch systeem, varierend in de tijd, evolueren de coefficienten van bet model in de tijd. Op die manier wordt een 1-dimensionaal probleem soms boger-dimensionaal. Organisaties: • Computationele wiskunde
Onderzoekers:
• Brigitte Verdonk • Annie Cuyt
Betrouwbare en energie-efficiënte netwerkprotocollen voor Body Area Netwerken (BAN's). Universiteit Antwerpen Abstract: De recente ontwikkelingen van intelligente sensoren, zoals o.a. (bio)medische sensoren, in combinatie met de gestage evolutie in draadloze netwerken, i.h.b. ad-hoc netwerken, openen talrijke mogelijkheden voor een nieuw type netwerken, nl. body area netwerken of BAN's. Een BAN is een netwerk waarbij verschillende mobiele, compacte devices die vastgehecht zijn aan het lichaam, met elkaar kunnen communiceren via een draadloos netwerk. Doorgaans communiceren de verschillende devices met de gebruiker via een centraal intelligent device (bv. een PDA). Bij de devices onderscheidt men sensoren en actuatoren. Sensoren zullen instaan voor het opmeten van bepaalde parameters. Een aantal voorbeelden van sensoren zijn: uitwendige medische sensoren (monitoring van hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur, opnemen van een langdurige ECG, opmeten van de belasting van de spieren bij sportmensen, ...), inwendige of ge.jmplanteerde medische sensoren (meten van hersenactiviteit voor epilepsiepatienten, meten van glucose in het bloed voor suikerpatienten, endoscopie waarbij de sensor ingebouwd is in een pil, retina prothese voor blinden bestaande uit een matrix van microsensoren waarin elektrische signal en worden omgezet in neurologische signalen en zodoende het normale gedrag van de retina i.f.v. lichtinval nabootsen, ...), microfoon, koptelefoon, digitale bril met de functionaliteit van een PC-scherm, etc. Daarnaast heeft men ook actuatoren, die zullen handelen in functie van de opgemeten parameters in de sensoren of door interactie met de gebruiker. Mogelijke actuatoren zijn: een doseerapparaat voor toedienen van insuline aan suikerpatienten wanneer het suikergehalte in het bloed te hoog is, intraveneus toedienen van medicatie bij vaststelling van een verhoogde hersenactiviteit om aldus een epilepsie-aanval te voorkomen, regeling van het beeld van de digitale bril, en zo meer. Dankzij een BAN, zal het in de toekomst mogelijk zijn om patienten continu te monitoren en de nodige medicatie toe te dienen, niet aileen in een ziekenhuisomgeving, maar ook in zijn thuisomgeving of tijdens verplaatsingen. Patienten zullen niet langer meer gekluisterd zijn aan hun bed, maar zullen vrij kunnen bewegen. Bejaarden zullen langer in hun eigen vertrouwde huis kunnen wonen en hierdoor kunnen dure opnames in bejaardentehuizen uitgesteld of zelfs vermeden worden. Zo zullen bijvoorbeeld trainingsschema's van sportlui zullen veel efficienter kunnen bijgestuurd worden. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Meting en berekening van nauwkeurige elektronenverstrooiingsgegevens voor de samenstellingsanalyse van ternaire halfgeleider nanostructuren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het geplande onderzoeksproject is een samenwerking tussen een experimentele onderzoeksgroep (EMAT . Elektronenmicroscopie voor Materiaalonderzoek) en een theoretische onderzoeksgroep (TSM, Theoretische Studie der Materie) van de Universiteit Antwerpen. Het project heeft een tweevoudig doel. In de eerste plaats zullen structuuramplitudes, Debye-Waller factoren en effecten van statische verplaatsing theoretisch berekend worden voor technologisch interessante materialen zoals bijvoorbeeld InGaAs. AIGaAs, GaAsSb. CdZnSe en CdZnS. Daarna zullen intensiteiten van gediffracteerde bundels in deze materialen gemeten en vergeleken worden met de theoretische gegevens. Op die manier streven we ernaar om betrouwbare gegevens te verschaffen voor structuuramplitudes en Debye-Waller factoren. Ons onderzoek zal de nauwkeurigheid van de bepaling van de samenstelling van ternaire halfgeleider nanostructuren verbeteren, en nauwkeurige data verstrekken voor elk kwantitatief TEM anderzoek van deze materialen. Bovendien zullen de technieken ontwikkeld voor de theoretische berekening van structuuramplitudes en Debye-Waller factoren ook kunnen toegepast worden op andere materialen. Daarom zal het onderzoek een belangrijke bijdrage leveren aan een verbeterde kwantitatieve analyse van TEM-beelden in het algemeen. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT) • Theoretische studie der materie (TSM)
Onderzoekers: • Dirk Lamoen
De functionele eigenschappen van vormgeheugenlegeringen : een fundamentele aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Gebaseerd op onze ervaringen, onze internationale erkenning van onze kennis over vormgeheugenlegeringen en de jarenlange ervaring met NiTi legeringen wordt een grondig fundamenteel project voorgesteld dat moet leiden tot het begrijpen van het mechanissh, fysisch en thermodynamisch verband tussen enerzijds de microstructuur en anderzijds de functionele eigenschappen en dit als functie van de thermomechanische voorgeschiedenis, de samenstelling en het doorlopen temperatuurstraject. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dominique Schryvers
Metrisch gegenereerde theorieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Metrisch gegenereerde theorieën. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen
Kwantitatieve atomaire-resolutie elektronentomografie : een uitdaging voor precieze, driedimensionale, atomaire structuurbepaling van aperiodische structuren. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van het project is een doorbraak te realiseren naar kwantitatieve atomaire-resolutie elektronentomografie zodat de lokale, driedimensionale structuur van aperiodische materialen zo precies mogelijk bepaald kan worden. Voor de validatie van theoretische modellen is een precisie van de atoomposities van de orden van 0.01 tot 0.001nm vereist. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Sandra Van Aert